editie 15, april 2014 traumapost - Welkom bij SpoedZorgNet · tactisch niveau. Bewustwording van en...
Transcript of editie 15, april 2014 traumapost - Welkom bij SpoedZorgNet · tactisch niveau. Bewustwording van en...
editie 15, april 2014
traumapost
Cursus Waarnemen 27 en 28 januari
Op 27 en 28 januari heeft de vierde cursus
plaatsgevonden in onze regio, waaraan
15 personen hebben deelgenomen.
De RAV Flevoland had een groot aandeel
hierin met een afvaardiging van 11
deelnemers (ambulancechauffeurs en
-verpleegkundigen, meldkamercentralisten
en opleidingscoördinatoren). Hanneke ter
Beek, opleidingscoördinator, geeft aan
dat het doel van de cursus voor de RAV
Flevoland een gestructureerde manier van
waarnemen van trainingen en oefeningen
was. Zij waren op zoek naar een uniforme
wijze waarop de waarnemingen ook als
input gebruikt kunnen worden voor het
leerplan van de deelnemers en zo dus de
verbetercyclus (PDCA) rond kunnen maken.
Hanneke en haar collega’s hebben de
cursus als erg leuk en leerzaam ervaren.
Het grootste leerpunt was het besef van een
goede voorbereiding: kun je op basis van
de oefendoelen de deelnemer op een goede
manier waarnemen of zijn de oefendoelen
niet SMART genoeg omschreven? Kun je
als waarnemer je werk goed doen?
Binnen de RAV Flevoland gaan de opge-
leide waarnemers aan de slag en maken
zij deel uit van de regionale pool om bij
andere organisaties oefeningen te kunnen
begeleiden.
OTO
Promotie Dominique Olthof 7 meiTer verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam zal Dominique Olthof op woensdag 7 mei om 11.00 uur haar proefschrift ‘Splenic injury diagnosis & Splenic salvage after trauma’ naar de diagnostiek en (niet-operatieve) behandeling van patiënten met stomp buiktrauma (in het bijzonder miltletsel) in het openbaar verdedigen in de Aula der Universiteit. Dominique is de afgelopen twee jaar werkzaam geweest als wetenschappelijk onderzoeker bij TraumaNet AMC.
Thema-avond Sportletsel 30 juniOp maandag 30 juni van 17:00 - 20:15 uur staat de volgende Thema-avond Traumatologie gepland. Het thema dat tijdens deze avond centraal staat is sportletsel. Meer informatie over het programma en inschrijving volgt snel. Check hiervoor onze website (www.TraumaNetAMC.nl) of volg ons op twitter: @TraumaNet.
AgendaRegionaal Trauma Overleg Datum: 15 mei 2014 Tijd: 16.30 - 18.00 uur Locatie: H4-284, AMC (let op de locatie) Overige data in 2014:
18 september en 4 december
Kennisplatform ROP-OTODatum: 2 juni 2014 Tijd: 13.30 - 15.30 uurLocatie: G4-174, AMCAansluitend van 15.30 - 16.30 uur Kennisplatform CBRN
Overige data in 2014: 8 september en 10 november
Regionaal Overleg Acute Zorg Datum: 13 juni 2014 Tijd: 14.00 - 16.00 uur Locatie: volgt z.s.m. Overige data in 2014: 12 september
en 12 december (+ ROAZ VUmc)
TraumaFysioNet AMC Datum: 16 juni 2014Tijd: 17.00 - 18.00 uur Locatie: G4-174, AMC Overige data in 2014:
25 augustus, 20 oktober en 15 november
Bij oefeningen is de inzet van waarnemers noodzakelijk om zowel
de realisatie van de oefendoelen van de organisatie als van de
sleutelfunctionarissen zélf te beoordelen en hierop feedback te
geven. Waarnemen en het teruggeven van waarnemingen is een
complex proces. Om professionele deskundigheid, maar ook een
eenduidige methode van waarneming, te bewerkstelligen worden
de waarnemers in onze regio opgeleid door een extern bureau.
Jaarplan OTO 2014: verder op de ingeslagen wegIn 2013 is er door de zorginstellingen weer
veel werk verzet op het gebied van OTO.
Alle zorginstellingen hebben de zelfevaluatie
van het Kwaliteitskader Crisisbeheersing
en OTO ingevuld, waarmee ze de stand van
zaken van hun voorbereiding op rampen en
crises inzichtelijk hebben gemaakt. Deze
uitkomsten van de zelfevaluaties vormen
onder andere het uitgangspunt voor de
OTO-activiteiten in 2014. De zorginstellingen
in de regio van TraumaNet AMC hebben
voor 2014 weer ambitieuze voornemens
op het gebied van OTO. Hierdoor heeft
TraumaNet AMC een sluitende begroting
met het maximaal aan te vragen bedrag aan
OTO-stimuleringsgelden ingediend bij de
NZA. Vanaf 2014 verandert de toekenning
van de OTO-gelden aan de traumacentra
(beschikbaarheidsbijdrage). Bij deze aan-
vraag hoort een begroting op project- en
activiteitenniveau. De NZA verleent op basis
van deze begroting een subsidie tot een
door VWS vastgesteld maximum bedrag.
Jaarplannen zorginstellingen
De individuele jaarplannen OTO van de
zorginstellingen laten een vervolg op
de ingeslagen weg van 2013 zien met meer
aandacht voor verdieping, borging en
verbinding tussen verschillende afdelingen
en processen.
• HAP
De huisartsen hebben in 2013 het HaROP
geïmplementeerd en de sleutelfunctio-
narissen opgeleid. In 2014 komt de focus
te liggen op het trainen en oefenen, waarbij
het vooral gaat om de communicatie,
informatie-uitwisseling en onderlinge
samenhang tussen het strategisch en
tactisch niveau. Bewustwording van en
invulling kunnen geven aan de rol van de
huisartsenzorg bij rampen en crises blijft
een continue proces.
• GGD
De GGD’en verwachten dat hun mede-
werkers eind 2014 kennis hebben van de
inhoud van het GROP en specifiek van de
eigen rol hierin. Oefeningen zullen gericht
zijn op het opdoen van kennis van de
processen GOR, IZB, PSH en MMK en de
wijze waarop de interne organisatie zich zal
voorbereiden op een groot incident. Boven-
staande processen worden alle vier in 2014
(meerdaags) beoefend.
OTO
• Ambulance
Voor de ambulancezorg zijn specifieke
aanvullende normen beschikbaar gekomen
in het Kwaliteitskader Crisisbeheersing en
OTO. Ambulancezorg Nederland gaat de
RAV’s ondersteunen bij de implementatie
hiervan en bij de voorbereiding op opge-
schaalde ambulancezorg in het algemeen.
De voorbereiding op CBRN-incidenten
gaat ook voor de ambulancehulpverleners
plaatsvinden. In 2014 wordt de ambulance-
hulpverlening wederom voorbereid op hun
taak als eerst aankomende ambulance en
MKA-centralist bij een incident dat opschaling
vereist. Waarneming per functie, coaching
en feedback draagt bij aan het persoonlijke
leerrendement van de deelnemers.
• Ziekenhuis
Voor de ziekenhuizen staat het ontwikkelen
van een integraal crisisplan centraal, waarin
het ZiROP, bedrijfsnoodplan en zorgconti-
nuïteitsplan samenkomen. CBRN blijft een
belangrijk aandachtsgebied waarop de
ziekenhuismedewerkers getraind worden.
Een aantal ziekenhuizen gaat aan de slag
met een e-learning module. Alarmerings-
oefeningen, loggen en plotten, familie-
opvang en ETS-trainingen voor de
verschillende afdelingen komen in veel
jaarplannen naar voren.
Regionaal jaarplan OTO
Het regionale jaarplan OTO 2014 is tot stand
gekomen met input van de individuele jaar-
plannen van de zorginstellingen.
De belangrijkste speerpunten voor
TraumaNet AMC in het komende jaar zijn:
• Bestuurlijke betrokkenheid bij OTO
verbeteren;
• Professionalisering van de regionale
OTO-organisatie, waardoor het voor een
groot deel zelfstandig kan functioneren;
• Werken met het Kwaliteitskader
Crisisbeheersing en OTO door middel
van de zelfevaluaties en kwaliteits-
visitaties om verder inzicht te verkrijgen
in de mate van voorbereiding op
rampen en crises;
• Sleutelfunctionarissen worden opgeleid
volgens de ‘longlife learning loop’;
• Borging van OTO-activiteiten in een
kwaliteitscyclus;
• Transparante verantwoording op vaste
momenten (jaarcyclus);
• Intensiveren van samenwerking op het
gebied van OTO met het Netwerk Acute
zorg, regio VUmc;
• Samenwerking met andere sectoren ten
tijde van een crisis verbeteren middels
het uitwisselen van informatie door
gebruik te maken van netcentrisch
werken.
Zoals het bovenstaande laat zien, hebben
we dit jaar weer mooie uitdagingen waar
we met de ketenpartners mee aan de slag
kunnen gaan!
projectgroep worden ROP coördinatoren
benaderd om expertise in te brengen en
als ambassadeur in de regio op te treden
in bestaande overleggen. Alle ketenpartners
zullen in het project vertegenwoordigd zijn
en externe expertise wordt vanuit het COT,
Instituut voor veiligheids- en crisismanage-
ment, in de persoon van Marco Zannoni
toegevoegd. Hierna zal het integrale crisis-
plan gemodelleerd worden waarna er vanaf
oktober al sprake kan zijn van de implemen-
tatie van het format Integraal Crisisplan in
de regio. Een ambitieuze planning, maar
we gaan ervoor!
Congres Trauma Innovation
Interessante lezingen gingen over de
verhoogde overlevingskans wanneer
patiënten met een hypovolemische shock
bloed toegediend krijgen in plaats van
vloeistoffen (zoals NaCl, Haemacel of
Voluven) en de organisatie van de 150
ambulancediensten in Engeland tijdens
een groot incident. Er blijkt geen afstem-
ming te zijn tussen de diensten tijdens een
ramp. In Nederland hebben wij wel een
samenwerkingsstructuur tussen de am-
bulancediensten waardoor er afstemming
plaatsvindt (GHOR). Engeland zou hierover
van ons wat kunnen leren!
De opgedane inzichten tijdens het congres
vanuit de andere disciplines waren erg
interessant en leerzaam; nu kijken of deze
nieuwe inzichten ook vertaald kunnen
worden naar de opgeschaalde zorg
binnen de ambulancedienst.
Van losse plannen naar één Integraal Crisisplan
Eén crisis, vijf plannen?
Hoe een instelling wil reageren op een
(dreigende) crisis moet worden vastgelegd
in een crisisplan. Dit plan bevat afspraken
over structuren, processen en taken/
bevoegdheden van betrokken mede-
werkers, zowel intern als met relevante
ketenpartners. Op dit moment zijn er
meerdere soorten plannen die het predi-
caat Crisisplan krijgen of als onderdeel
hiervan worden gezien. Denk hierbij aan
een Continuïteitsplan, BHV-plan, Rampen-
OpvangPlan (ZiROP, HaROP, GROP) en
deelplannen zoals het Communicatieplan.
Bij zorginstellingen wordt de verwevenheid
tussen al deze plannen gemist. Er bestaat
nu nog geen duidelijke samenhang tussen
deze plannen. De sleutelfunctionarissen
die bij een crisis een rol op strategisch
en tactisch niveau vervullen, hebben
baat bij een uniform crisisplan en een
bijbehorend uniform OTO plan.
Integraal crisisplan
In dit kader hebben de managers van vijf
acute zorgnetwerken, waaronder TraumaNet
AMC, het initiatief genomen om via het
project Integraal Crisisplan vanuit een
samenhangende visie op crisisbeheersing
een gezamenlijk format op te stellen en te
implementeren. Dit past in de regionale
ambitie om eind 2015 aantoonbaar voor-
bereid te zijn op rampen en crises, zoals
bedoeld in het Kwaliteitskader Crisis-
beheersing en OTO.
De projectgroep is voortvarend van start
gegaan en wil voor juli, door middel van
twee workshops, komen tot visie ontwik-
keling en projectdoelstellingen. Voor de
OTO
Uit de zelfevaluaties Crisisbeheersing en OTO, die alle instellingen
in 2013 hebben ingevuld, kwam naar voren dat de meeste
instellingen nog niet beschikken over een crisisplan zoals deze in
het Kwaliteitskader crisisbeheersing en OTO wordt bedoeld. Vanuit
dit kader wordt Crisisbeheersing omschreven als: het geheel aan
maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding
daarop, die een zorginstelling in een crisis treft ter handhaving van
de continuïteit van zorg. Vanuit zorginstellingen ligt er dan ook een
duidelijke vraag: hoe kunnen we dit oppakken?
Op 14 en 15 januari hebben drie ambulanceverpleegkundigen
van RAV Gooi en Vechtstreek het Trauma Innovation congres in
Londen bezocht. Op dit congres komen medische professionals
vanuit defensie, gezondheidszorg en humanitaire hulp bij elkaar.
Trauma Innovation geeft een kijkje bij elkaar in de keuken hoe
de opvang en behandeling van slachtoffers door de
verschillende disciplines plaatsvindt.
Regionale AmbulancevoorzieningGooi en Vechtstreek
Traumaregistratie: stand van zaken
Traumazorg
Ieder ziekenhuis krijgt zijn eigen rapport
waarin naast specifieke informatie over het
eigen ziekenhuis ook regionale informatie
wordt gepresenteerd zodat onderlinge
vergelijking mogelijk is. Dit rapport wordt
overhandigd aan de leden van het Regionaal
Trauma Overleg van ieder ziekenhuis, te
weten de verantwoordelijk traumachirurg en
het hoofd van de SEH. Op de website van
TraumaNet AMC is het regionale rapport in
te zien van de periode 2008 – 2012 (www.
TraumaNetAMC.nl/traumaregistratie/rap-
portage). In de volgende TraumaPost zullen
de data over het jaar 2013 worden gepre-
senteerd.
AIS Letselcodering
Alle letsels die een patiënt ten gevolge
van het trauma heeft opgelopen, worden
gecodeerd aan de hand van de Abbreviated
Injury Scale (AIS). Het lichaam wordt hiertoe
ingedeeld in 9 regio’s: hoofd, gezicht, nek,
thorax, abdomen, wervelkolom, bovenste
extremiteiten, onderste extremiteiten en
de externe regio (brandwonden, inhalatie-
trauma e.d.). Aan elke letselbeschrijving is
een unieke 7-cijferige numerieke letseliden-
tificator toegekend. Het cijfer direct rechts
van de decimale punt geeft de ernst aan.
Deze loopt van 1 – zeer licht verwond tot 6 –
(bijna) dodelijk verwond.
• Top10
In 2012 zijn er binnen de regio TraumaNet
AMC ruim 11.000 letselcodes toegekend.
In de volgende tabel is de top 10 van de
meest voorkomende letsels weergegeven.
Verdeling traumapatiënten per lichaamsregio
Zoals gezegd zijn er binnen de AIS-systematiek 9 lichaamsregio’s te onderscheiden. In onder-
staande figuur is het percentage patiënten per lichaamsregio grafisch weergegeven. De E sym-
boliseert de externe lichaamsregio. Verder representeert de linkerhelft van het poppetje de periode
2008-2011 en de rechterhelft 2012. Te zien is bijvoorbeeld dat in 2012 15-20% van alle trauma-
patiënten letsel heeft aan de bovenste extremiteiten. In de bijbehorende tabel zijn de exacte
aantallen en percentages terug te vinden en is te zien of het verschil statistisch significant is. >>>
Nr. AIS code Letselomschrijving N
1. 16*****.* Licht Schedel Hersenletsel 1.141
2. 851810.3 Femur – fracture – neck 839
3. 851812.3 Femur – fracture – intertrochanteric 516
4. 752804.3 Radius – fracture – open/displaced/comminuted 208
5. 752604.3 Humerus – fracture – open/displaced/comminuted 165
6. 753204.3 Ulna – fracture – open/displaced/comminuted 148
7. 851606.2 Fibula – fracture – head/neck/shaft 142
8. 851814.3 Femur – fracture – shaft 140
9. 752200.2 Clavicle – fracture 131
10. 852602.2 Pelvis – fracture – closed/undisplaced 105
Op dit moment zijn de datamanagers van bureau TraumaNet AMC
druk bezig met het afronden van het registratiejaar 2013.
Na periodieke controleslagen en verificatie van de data kan
vervolgens gestart worden met de jaarrapportage, waarin een
terugkoppeling van de data wordt gegeven.
2008-2011 2012
Locatie letsel N (%) N (%)
Hoofd 5838 (27,3) 1633 (26,4)
Gezicht 2819 (13,2) 891 (14,4)*
Nek 113 (0,5) 25 (0,4)
Thorax 1731 (8,1) 513 (8,3)
Abdomen 748 (3,5) 167 (2,7)*
Wervelkolom 1156 (5,4) 375 (6,1)*
Bovenste extremiteiten
4815 (22,5) 1206 (19,5)*
Onderste extremiteiten
10.140 (47,4) 2862 (46,3)
Extern 2059 (9,6) 751 (12,1)*
Percentage patiënten met letsel, per lichaamsregio
0-5
5-10
10-15
15-20
20-25
25-35
≥35
2008-2011 2012 * S
igni
fican
t ver
schi
l ten
op
zich
te v
an 2
008-
2011
Injury Severity Score
De totale letselernst van een traumapatiënt
wordt weergegeven door middel van de
Injury Severity Score (ISS). Deze wordt
berekend op basis van de toegekende
AIS-coderingen. De ISS betreft een getal
tussen 1 en 75 waarbij geldt hoe hoger de
score, hoe ernstiger de verwondingen.
In het taartdiagram is de
procentuele verdeling per ISS
categorie voor de regio in 2012
weergegeven. Te zien is dat de
meeste traumapatiënten uit de
regio (44%) in de ISS categorie
9-15 vallen en daarmee dus
middelzwaar gewond zijn.
Interactieve ISS module in TraumaNet App
In de TraumaNet App is een interactieve ISS-module
opgenomen om snel en eenvoudig de overall
letselernst van traumapatiënten te berekenen.
Door te klikken op een bepaalde lichaamsregio volgt
een keuzemenu om zo een letsel te selecteren. In het
bolletje verschijnt vervolgens de letselernst op basis
waarvan direct de ISS wordt berekend. Wanneer er
meerdere letsels worden toegekend, wordt de ISS
automatisch opnieuw berekend.
ISS-categorie:• 1-3: licht gewond• 4-8: matig gewond• 9-15: middelzwaar gewond• 16+: ernstig gewond / multitraumapatiënt
ISS Categorie 1-3 4-8 9-15 16+
Vanaf nu beschikbaar: de TraumaNet AppTijdens het Regionaal Trauma Overleg van 6 maart is de TraumaNet App officieel gelanceerd. Inmiddels is de app al ruim 100 keer gedownload. In de app zijn de belangrijkste contact- gegevens van de ziekenhuizen uit de regio opgenomen. Verder zijn de zakkaartjes, protocollen en richtlijnen voor opvang en behandeling van traumapatiënten te raadplegen. Via de inter-actieve ISS-module is de overall letselernst van traumapatiënten eenvoudig te berekenen. Tenslotte zijn de contactgegevens van Bureau TraumaNet AMC via de app beschikbaar en is er een link naar de website van TraumaNet AMC.
Scan onderstaande QR-code om de app te downloaden.
Spinoza Leerstoel - prof. David L. Helfet De Trauma Unit en de Afdeling Orthopedie hebben orthopedisch chirurg Professor David L. Helfet van het Hospital for Special Surgery in New York uitgenodigd voor de Spinoza Leerstoel van het AMC. Helfet is een gerenommeerd en internationaal zeer gerespecteerd chirurg, met bijzondere expertise in onder andere de behandeling van patiënten met bekken- en acetabulumfracturen. Tijdens zijn 3-daagse bezoek zal prof. Helfet een aantal voordrachten, masterclasses en workshops verzorgen. De exacte datum van de Spinoza Lezing is nog niet bekend, maar zal rondom de Trauma-dagen vallen die van 11 tot 13 november 2014 in de RAI Amsterdam plaatsvinden. Meer informatie over de datum, locatie en de inhoud volgen zo spoedig mogelijk.
Acuut ZorgportaalEen van de succesbepalende factoren
om de beschreven missie te behalen is
dat er actueel inzicht is in de beschikbare
capaciteit van de ziekenhuizen in de regio.
Inmiddels is hiervoor het Acuut Zorgportaal
bij alle ziekenhuizen en meldkamers in Noord-
Holland geïmplementeerd. Via deze web
applicatie hebben zorgverleners in de spoed-
eisende hulpverlening direct inzage in de
actuele beschikbare medische behandel-
capaciteit. In één oogopslag is zowel grafisch
als tekstueel te zien welke SEH, EHH, OK,
Shockroom/Traumakamer en CT-trombolyse
in de regio wel en niet beschikbaar zijn.
•Regionaleontwikkelingen
Nu het Acuut Zorgportaal in heel Noord-
Holland is geïmplementeerd, zijn tijdens een
regionale bijeenkomst ervaringen gedeeld
en gekeken waar de applicatie nog verbeterd
ROAZ
ICT projectenDe missie van TraumaNet AMC is ervoor zorgen dat de acute
patiënt zo snel mogelijk de best beschikbare kwaliteit van
zorg ontvangt op de juiste plaats, in zowel de dagelijkse als in
opgeschaalde situaties. Om hier invulling aan te kunnen geven,
wordt het uitwisselen van gegevens met behulp van digitaal
dataverkeer gezien als standaard voor optimale samenwerking
tussen ketenpartners. In dat kader participeren de ketenpartners
uit de regio in een aantal ICT-projecten onder coördinatie van
Bureau TraumaNet AMC.
kan worden. Een van de verbeterpunten is
een extra tabblad waar ziekenhuizen speci-
fieke informatie kunnen delen zonder dat
er een stop afgekondigd hoeft te worden.
Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een
MRSA-bacterie in het ziekenhuis. Op dit
moment wordt deze informatie nog telefo-
nisch doorgegeven aan de meldkamer en
het wordt als meerwaarde gezien als alle
communicatie met de meldkamer gebundeld
kan wordenin het Acuut Zorgportaal. Op dit
moment is de implementatie gestart in de
provincie Flevoland.
•Terugkoppelingaantalstops
In het laatste kwartaal van 2013 zijn in
totaal 167 stops afgekondigd. Er wordt het
meest een stop afgekondigd voor de SEH
(n=56) en de EHH (n=55). Er is in die peri-
ode slechts vier keer een OK-stop afgekon-
digd. In onderstaande figuur is de verdeling
van het aantal stops per dagdeel weerge-
geven. Te zien is dat de meeste stops op
maandag worden afgekondigd. Verder is te
zien dat de meeste capaciteitsproblemen
(70 v/d 167) zich in de middag (12:00 -18:00
uur) voordoen.
•Landelijkeontwikkelingen
Ook de ziekenhuizen en meldkamer uit de
regio Utrecht zijn inmiddels aangesloten
op het Acuut Zorgportaal. Verder is er ook
interesse uit de regio Leiden. Daarmee
breidt de olievlek zich steeds verder uit
en volgen hopelijk snel meer regio’s zodat
landelijke dekking behaald kan worden.
Omdat nu meerdere regio’s gebruik
maken van de applicaties wordt binnenkort
overgegaan op een professionele hosting-
omgeving en wordt de inzage-functie in
IC-beddencapaciteit omgezet naar een
daadwerkelijke koppeling. >>>
Dag van stop
ZoZaVrDoWoDiMa
Aan
tal
40
30
20
10
0533
65356
1575
13
4
1210
197
6
118
5
1
2
12
NachtAvondMiddagOchtend
Dagdeel39
27
31
15
26
14 15
Daarnaast gaan we over op een professio-
nelere beheerstructuur waarbij functioneel
en technisch beheer gescheiden worden.
Tenslotte wordt er een landelijke gebruikers-
groep opgericht waarin alle aangesloten
regio’s vertegenwoordigd zijn.
Zoals te lezen was in de vorige editie van de
TraumaPost is in de regio TraumaNet AMC
een pilot gestart met de ImageHub. Met de
ImageHub kunnen medische beelden met
collega’s in andere ziekenhuizen worden
gedeeld via een beveiligde web-based
omgeving. Tijdens het afgelopen Regionaal
Trauma Overleg van 6 maart heeft er een
tussenevaluatie van de pilot plaatsgevonden.
Sinds de start van de pilot in november zijn
er vanuit bijna alle ziekenhuizen uit de regio
TraumaNet AMC één of meerdere accounts
aangemaakt en hebben er 17 consulten
plaatsgevonden. De algemene ervaringen
van de huidige gebruikers zijn positief.
Het systeem werkt snel, hoewel het branden
van een cd-rom een vertragende tussenstap
ImageHub - Spoedconsult op afstand
Kijk voor meer informatie op
www.TraumaNetAMC.nl/Acuut-Zorgportaal
blijft. De oplossing hiervoor zou een kop-
peling met het PACS van de verschillende
ziekenhuizen zijn, waarmee de beelden direct
geüpload kunnen worden (zowel vanuit het
PACS naar de ImageHub als andersom).
Maar desondanks levert het gebruik van de
ImageHub, zeker bij spoedconsulten, op dit
moment ook al een enorme tijdswinst op.
Het inzetten van een koerier om een cd-rom
naar een ander ziekenhuis te verzenden is
verleden tijd.
Kijk voor informatie op
www.TraumaNetAMC.nl/ImageHub
Focusgroepen: gezamenlijk verder
Eind vorig jaar berichtten we over een nieuwe, gedegen aanpak van
de focusgroepen en de intentie om de focusgroepen van het ROAZ
AMC en die van het ROAZ VUmc samen te voegen. Inmiddels zijn
we een kwartaal verder. Hoe staat het er nu voor?
ROAZ
De leden van het ROAZ van de regio
TraumaNet AMC en het Netwerk Acute
Zorg, regio VUmc hebben namen aange-
leverd voor de focusgroepen CVA, AMI,
Acute Verloskunde, Heupfracturen en Acute
Psychiatrie. Deze leden zijn vertegenwoor-
digers van de ziekenhuizen, ambulance-
diensten en de 1e lijn. Hierbij is gestreefd
naar een zo evenwichtig mogelijke verde-
ling naar geografie, type ziekenhuis (aca-
demisch of perifeer) en plaats in de acute
zorgketen.
Het samenvoegen van focusgroepen uit
twee acute zorgregio’s betekent ook een
dubbel aantal deelnemers. Hoe houden
we dat efficiënt? Met het Netwerk Acute
Zorg VUmc is in samenwerking gezocht
naar een praktische invulling hiervan. Om
slagvaardig te blijven zal elke focusgroep
een werkgroep samenstellen, die de inhoud
uitwerkt. Uiteraard zal steeds afstemming
met de gehele focusgroep plaatsvinden.
Momenteel wordt gewerkt aan het opstarten
van in eerste instantie de gezamenlijke focus-
groepen op gebied van CVA’s, hartinfarcten
en acute verloskunde. De focusgroepen
acute psychiatrie en heupfracturen volgen
later. Daarnaast is binnen de acute zorg-
regio van TraumaNet AMC besloten om een
focusgroep Intensive Care op te richten.
De reden hiervoor is dat de IC-functie van
essentieel belang is voor de gehele acute
zorg. De thema’s die momenteel spelen
rondom het veranderende zorglandschap
vragen om input voor het maken van goede
afspraken
Op 1 april was de eerste bijeenkomst van
de focusgroep CVA en op 8 april kwam
de focusgroep IC voor het eerst bij elkaar.
In de volgende TraumaPost zullen wij u
uiteraard weer op de hoogte brengen over
de laatste ontwikkelingen.
Plannen concentratie van acute zorg in Noord-Holland en Flevoland
De laatste maanden gaat er geen week voorbij zonder dat er
een nieuwsbericht wordt gewijd aan de concentratieplannen
van de zorgverzekeraars. Volgens de plannen moet de acute
zorg sterk worden ingedikt; het veld waarschuwt dat op deze
manier de kwaliteit van zorg ook juist achteruit kan gaan.
Wat is nu de status van deze plannen in onze regio?
ROAZ
Eind vorig jaar begonnen de zorgverzeke-
raars met de presentatie van hun plannen
voor de concentratie van acute zorg in het
land. Op 29 november waren de traumare-
gio’s van het AMC en VUmc aan de beurt
(zie tabel 1). Een paar maanden was het stil,
maar vanaf januari dit jaar kwamen er steeds
meer negatieve geluiden in de pers. Eerdere
rapporten over de doelmatigheid van de
concentratie van SEH’s werden opnieuw
aangehaald. Zo beschreven de IPSE-Studies
van de TU-Delft dat het directe kostenvoor-
deel van de sluiting van SEH’s minder dan
0,5 procent van de totale kosten van de
ziekenhuiszorg zal zijn.1) Andersom heeft het
sluiten van een SEH grote gevolgen voor de
instroom van patiënten binnen het zieken-
huis. Zo’n 39% van de DBC’s komt binnen
via de SEH.2) Begin februari hebben zowel
de Nederlandse Vereniging van Ziekenhui-
zen3) als de Orde van Medisch Specialisten4)
hun zorgen over dit spoedzorgplan openlijk
uitgesproken. Is concentratie van acute zorg
nu werkelijk zo’n slecht idee, of moeten we
het kind niet met het badwater weggooien?
Oordeelt u zelf.
IC SEH AMI (PCI)
CVA (trombolyse)
AAA Geboorte MT
Huidig aantal centra 18 18 5 15 14 18 11
Aantal centra volgens ZN in 2015 6 6 4 3-5 4 8 1
Gehanteerde optimum5),6) 400 600 350-1.500 33 1.500 240 - 480
Tabel 1: De concentratieplannen van Achmea en VGZ voor Noord-Holland en Flevoland:
Afkortingen: IC, intensive care; SEH, spoedeisende hulp; AMI, acuut myocardinfarct; PCI, percutane coronaire interventie;
CVA, cerebrovasculair accident; AAA, aneurysma aorta abdominalis; MT, multi-trauma; ZN, Zorgverzekeraars Nederland.
Scenario Noord-Holland en Flevoland
Er blijven 6 volledige ‘kern-ICs’ over;
de overige ziekenhuizen behouden een
zogenaamde PACU - een post-operative
care unit. De ziekenhuizen met een kern-IC
behouden ook een volledige SEH; de
overige zieken-huizen houden een spoed-
post over. Alleen de ziekenhuizen die meer
dan 600 PCI’s per jaar doen, worden voor
deze spoedinterventie gecontracteerd.
Mensen met een beroerte zouden volgens
dit plan nog maar in 3 tot 5 centra trom-
bolyse kunnen krijgen. De gepresenteerde
optima voor CVA zorgden voor veel verwar-
ring. De aantallen zijn zeer hoog en het is
onduidelijk of het nu gaat over CVA patiënten
of trombolyses. Overigens zette de zaal bij
alle acute zorgstromen zijn vraagtekens
bij het magere wetenschappelijke bewijs
waarop ZN de optimale aantallen baseert.5)
Vier centra die meer dan 33 patiënten met
AAA per jaar opereren mogen de operatie
blijven doen. De acute geboortezorg moet
worden ingedikt naar 8 centra die meer dan
1.500 bevallingen per jaar doen. Multi-
traumapatiënten zouden nog maar naar
1 centrum mogen worden vervoerd.
Levendige discussie tijdens ROAZ
Tijdens het gezamenlijke ROAZ van 14
februari hebben de aanwezige bestuurders
en zorgprofessionals inhoudelijk levendig
gediscussieerd over deze plannen. Er
waren geen beleidsadviseurs van Achmea
of VGZ aanwezig tijdens deze vergadering.
De aanwezigen konden met stemkastjes
anoniem laten weten of ze het eens waren
met de concentratieplannen van de zorg-
verzekeraars. Per aandachtsgebied liepen
de meningen sterk uiteen, maar de zaal
was minder negatief dan je zou verwachten
na alle negatieve pers. Zestig procent van
de aanwezigen gaf aan het deels met de
zorgplannen eens te zijn. De vertegenwoor-
diging van de ambulancezorg waarschuw-
de wel dat de huidige capaciteit niet geënt
is op het extra vervoer dat deze concen-
tratie met zich meebrengt. Op dit moment
praten de zorgverzekeraars alleen bilateraal
met de ziekenhuizen, terwijl concentratie
van zorg juist ook voor de ambulancedien-
sten en huisartsen grote consequenties kan
hebben. >>>
Opinie per acute zorg profiel
Waar bijna de helft van de zaal zich goed
kon vinden in de plannen om IC-zorg te
concentreren, maakte de andere helft zich
zorgen over wat er nog van een basis-IC
zou overblijven en hoe deze de plotseling
zieker wordende patiënt kan opvangen.
Bij de CVA zorg was de zaal minder positief:
bijna 90% voorzag problemen als de
concentratieplannen in huidige vorm door-
gang vinden. Het grootste punt van zorg
waren de langer wordende rijtijden naar het
ziekenhuis. Bij de voorgestelde concentratie
van acute geboortezorg vreesde bijna de
helft van de zaal dat er meer acute situaties
zullen ontstaan met slechte afloop. De aan-
wezigen waren verdeeld over de AAA-zorg;
waar 40 procent geen problemen zag in het
voorstel, waren eveneens 40% bang dat de
rijtijden voor deze groep patiënten te lang
zou worden. Voor multitrauma’s en PCI’s is
de zorg al ver geconcentreerd, daar voorzag
het merendeel van de zaal geen problemen.
Wel bestaat het risico dat overpresentatie van
non-STEMI patiënten ontstaat in PCI-centra.
Conclusie
Concluderend keken de aanwezigen bij het
ROAZ positief naar een beperkte vorm van
concentratie, maar voor het merendeel van de
acute zorg profielen vonden zij de plannen van
de zorgverzekeraars te extreem. Daarnaast
vonden de aanwezigen het van belang om
niet alleen de onderbouwing van de concen-
tratieplannen te weerleggen, maar ook na te
denken over alternatieven. Wat vindt u? Laat
het ons weten via [email protected]
o.v.v. “Spoedzorgplannen”. Het volgende
gezamenlijk ROAZ AMC en VUmc vindt
plaats op vrijdag 13 juni 2014.
Referenties:1) IPSE-Studies, TU-Delft. Schaal- en synergie-effecten bij de spoedeisende hulp, juli 2013.2) Twynstra Gudde in opdracht van NVZ. De brede betekenis van acute zorg, aug 2013.3) http://www.nvz-ziekenhuizen.nl/actueel/huidig-artikel/1347-nvz-bezorgd-over- plannen-spoedeisende-hulp.4) https://www.orde.nl/over-oms/nieuws/oms-bezorgd-over-plannen-zorgverzekeraars- voor-de-concentratie-a.html.5) Zorgverzekeraars Nederland. Kwaliteitsvisie Spoedeisende Zorg – Hoofdrapport, februari 2013.6) Zorgverzekeraars Nederland. Gezamenlijke uitgangspunten bij regiovisies spoed- eisende zorg, februari 2014.
Wie is... Kaij Treskes
Kaij Treskes, 28 jaar en samenwonend in Utrecht werkt sinds een februari voor één dag per week bij Bureau TraumaNet AMC als arts-onderzoeker. Hij combineert dit werk met een promotieplaats bij de Trauma Unit van het AMC, waar hij in een studie-groep werkt aan de REACT-2. Een gerandomiseerde multi center trial die het effect van Total Body CT bij ernstig gewonde patiënten onderzoekt. Gedurende de inclusie-periode heeft hij de coördinatie van het onderzoek overgenomen.
De link tussen prehospitaal en inhospitaalBinnen TraumaNet AMC richt hij zich op de link tussen de prehospitale zorg en de zorg binnen het ziekenhuis met als doel de ketenzorg verder te brengen. Informatie-verzameling en -uitwisseling staat centraal. ‘Deze mogelijkheid is een mooie verdieping van mijn promotietraject. Je wordt tijdens een promotie bekwaam in een heel ander vakgebied, namelijk wetenschappelijk
In deze rubriek stellen medewerkers van bureau TraumaNet AMC zich voor.
onderzoek en dat scherpt je geest. Mijn promotiewerk stelt me in staat om een betere specialist in de traumachirurgie te worden. Je leert namelijk kritisch te kijken naar een behandelplan dat je maakt voor een patiënt en naar de informatie waarop je dat plan baseert. Om ondertussen feeling met de praktijk te houden, doe ik geregeld diensten als noodarts in Dokkum.’
Neusje van de zalm‘Na mijn coschappen, die ik in verschillende ziekenhuizen van Helmond tot Texel heb gelopen, wilde ik zo snel mogelijk doorpak-ken en mijn klinische vaardigheden verder ontwikkelen. Als ANIOS bij de Tergooizieken-huizen ben ik op de afdeling Chirurgie aan de slag gegaan en daar werd voor mij al snel duidelijk wat ik echt wilde; een opleidings-plaats Chirurgie, liefst hier in het AMC, om uiteindelijk als traumachirurg te eindigen. Chirurgie vereist veel kwaliteiten van een arts, zoals goed kunnen communiceren en samenwerken en handig zijn met je handen. Traumachirurgie is voor mij helemaal het neusje van de zalm: dynamisch en snel.’
Kaij Treskes (28)
In dienst sinds: 1 februari 2014
Functie: arts-onderzoeker traumaregistratie
Contactgegevens:
020 566 2189 (di)
020 566 6676 (overige dagen)
"Ik ga voor snel en dynamisch."
SEH in het AMC: van 1e
divisie naar eredivisie
Teamwork
‘Vier jaar geleden ben ik bij de SEH komen
werken. Met Jan werd ik een ‘setje’ en verant-
woordelijk voor het werkplekmanagement,
zoals we dat hier noemen. Jan zat er al een
tijd en ik kende hem al vanuit eerdere werk-
plekken binnen de acute zorg; hij is een
begrip in Nederland. Een visionair die alle
ontwikkelingen in het werkveld bijhoudt en
daarop beleid maakt. Een intellectueel en
wetenschapper die mij voedt met inzicht en
kennis. Het is mijn taak om aan zijn onuit-
puttelijke bron van innovatieve ideeën handen
en voeten te geven. Om doelen te stellen en
ervoor te zorgen dat deze ook bereikt en ge-
borgd worden. We hebben zo’n twaalf doelen
per jaar omschreven en als Jan met iets
nieuws komt, is mijn eerste vraag steevast:
‘er komt iets bij, dus wat gaat van onze lijst af?’
Jan Luitse, traumachirurg en medisch hoofd SEH, en Victor
Hakkenberg van Gaasbeek, verpleegkundig hoofd SEH, gaan
ervoor. ‘De Spoedeisende Hulp van het AMC wordt in twee jaar
getransformeerd tot een traumacentrum dat optimaal afgestemd
is op de nieuwste vorm van acute zorg, met volledig geïntegreerde
huisartsenzorg, naar de wens van zorgverzekeraars en, uniek voor
Europa, met drie traumakamers met maar liefst twee CT scans,
een MRI en twee shockrooms. Efficiency en samenwerking staan
bij het nieuwe concept centraal; in het eerste kwartaal van 2016
zijn we klaar voor de eredivisie.’
Planvorming
‘Jan heeft in het verleden veel gedaan om
de vakgroep SEH binnen Nederland vorm
te geven. Hij heeft altijd gestreefd naar een
verbetering van de kwaliteit van de acute
zorg. Onder zijn invloed zijn er binnen het
AMC veel dingen veranderd. Zo’n tien jaar
geleden, toen Jan gevraagd werd als hoofd
van de SEH, overheerste de mening dat ‘de
specialist op de poli zit of opereert. Hij hoort
niet aan de voordeur te zitten’, met als con-
sequentie dat de jongste assistent de eerste
opvang deed; ‘hij moest maar bellen als het
serieus was’. De opdracht was om de SEH
te professionaliseren met een opleiding van
SEH artsen, samenwerking met de huisartsen
en deelname aan wetenschap en onderwijs.
Jan heeft ervoor gezorgd dat anderen het
belang van een serieuze acute opvang zien
en heeft de opvang en scholing anders inge-
richt. Het was tijd voor de volgende stap en
toen ben ik erbij gehaald en werd de behui-
zing, die al 30 jaar oud was en echt niet meer
kon, een speerpunt. De SEH was in 2004
weliswaar uitgebouwd en verbouwd voor
trauma met traumakamers en een rijdende
CT scanner, maar was niet uitgerust om de
andere processen die hier plaatsvinden goed
te faciliteren. We moesten van nul af aan
beginnen. De eerste twee maanden heeft
de architect geen lijn op het papier gezet;
we wilden eerst inzicht verkrijgen in het
proces. Wat doen we hier en hoe kunnen we
daaromheen de optimale omgeving vorm-
geven. De afgelopen vier jaar zijn we druk
geweest met het maken van de plannen en
het regelen van de financiering.’
Verbouwing
Aan de muur van de kamer van Victor hangt
een grote plattegrond van de vernieuwde
SEH en wat is hij daar trots op. Bevlogen en
enthousiast ‘leidt hij me rond’ in de SEH van
2016. ‘Voor ons is een belangrijk uitgangs-
punt dat patiënten aan de deur getrieerd
worden en direct naar de juiste plek geleid
worden. Wij hebben gesignaleerd dat het
aanbod van patiënten die de SEH bezoe-
ken de laatste jaren veranderd is. Zo zijn er
steeds meer ouderen met complexe aan-
doeningen. Voor iedere patiënt die binnen-
komt is onderzoek nodig dat bepaalt hoe het
verder moet. De patiënt kan naar de huisarts
worden verwezen, worden doorgestuurd naar
een specialistische afdeling of even later op
de operatietafel liggen. Het is aan de profes-
sionals om daarover te oordelen. Dat vergt
de aanwezigheid van en samenwerking met
de huisartsen en de specialismen chirurgie,
cardiologie, kindergeneeskunde en interne
geneeskunde. Dat is ook wat de zorgver-
zekeraars willen. Binnen het vraagstuk
zorg hebben we een duidelijk onderscheid
gemaakt tussen low-care, medium-care en
high-care en daar de omgeving op aange-
past. De traumakamers en shockrooms
sluiten aan bij de spoedlift naar de OK en
de IC van het ziekenhuis en de ambulance-
toevoer komt uit bij de high-care om enkele
voorbeelden te noemen.’ >>>
Vanwege het feit dat Jan Luitse werd weggeroepen voor een spoedoperatie, vond het oorspronkelijk
bedoelde dubbelinterview, alleen met Victor Hakkenberg van Gaasbeek plaats.
Huisartsenpost
‘Huisartsenzorg binnen acute zorg moet ook
door de huisartsen geregeld worden en is
gelijkwaardig aan de andere disciplines die bij
de acute zorg horen. Een tijdje geleden waren
we daar wat sceptischer over en dat had alles
met de DBC’s te maken en het gevoel dat zij
patiënten van ons zouden ‘afpakken’. Destijds
was het Jan die daar een andere mening over
had: ‘wij zijn er niet voor deze doelgroep,
dus kom maar op met die huisartsen’. In de
nieuwbouwplannen hebben we ze dan ook
in een vroeg stadium betrokken en zijn ze
volkomen geïntegreerd in de SEH. Dus geen
eigen koffiekamer meer en niet een fysiek
andere plek. De HAP niet naast, maar tussen
de SEH, dus geen gepraat over ‘die van de
HAP’. Deze situatie is volgens mij best uniek
binnen de SEH-zorg in Nederland.’
Look and feel
‘In de planvorming hebben we veel aan-
dacht besteed aan het comfort voor de
patiënt en de zorgverlener. Nu bevindt de
spoedpoli zich in de kelder, op straatniveau.
Er is geen daglicht, je hebt geen idee wat
voor weer het is! Iedereen werkt in afge-
sloten hokjes, waardoor het voor de patiënt
volstrekt onoverzichtelijk is geworden en
hulpverleners zich onveilig voelen. Over-
zicht, veiligheid, contact met elkaar.
Allemaal elementen die centraal staan in de
nieuwe plannen. De SEH zal gaan bestaan
uit centrale werkplekken in het midden en
wacht- en familieruimten daaromheen.
De werkruimten zijn volkomen flexibel,
dus geen dedicated rooms, en inwisselbaar
voor andere disciplines afhankelijk waar
de situatie om vraagt.
Het werkt als een soort harmonica, je kan
alle kanten opschuiven. Zelf noem ik het ook
weleens een winkelcentrum waarbij de werk-
units verhuurt kunnen worden aan verschil-
lende zorgaanbieders. Laatst kwamen we
met een tandarts in gesprek en ook tand-
heelkundige acute zorg zal misschien in de
toekomst tot de mogelijkheden behoren.
We gaan gebruik maken van natuurlijke
materialen, veel hout en glas, organische
vormen en glazen koepels zodat natuurlijk
licht binnenkomt. Op plekken waar dat niet
mogelijk is, wordt een kunstmatige verlich-
tingssfeer gecreëerd die zich aanpast aan
het natuurlijk verloop van licht. Een healing
environment, waar bijvoorbeeld ook het
groen van buiten doorloopt naar binnen.
Een ander aspect is onze visie op het ge-
drag van mensen. Nu gaan we uit van het
negatieve van mensen en is de omgeving
‘hufterproof’, met veel steen en materialen
die niet kapot kunnen. De vernieuwde SEH
wordt gekenmerkt door een hotelsfeer waarin
we de patiënten, medewerkers en bezoekers
verleiden tot goed gedrag.
Jan en ik zijn van mening dat de omgeving
bij kan dragen aan rustgevend en de-
escalerend gedrag. Als iets goed voelt,
het er mooi uitziet en goed aansluit bij
hetgeen waarvoor zij bij ons zijn dan
zijn wij ervan overtuigd dat dat positief
gedrag oproept.’
TraumaNet AMC
‘Over twee jaar hebben wij hier een trauma-
centrum met het nieuwste van het nieuwste
met een efficiënte samenwerking met alle
zorgverleners in het veld en werken we op
een manier zoals de zorgverzekeraars dat
willen. Deze ontwikkeling heeft een directe
relatie met het werk van TraumaNet AMC.
Als wij ons als een centrum voor acute
(complexe) opvang in de regio ontwikkelen
zijn goede afspraken binnen de hele regio
van het grootste belang. De banden zijn al
goed, maar zullen in de toekomst nog meer
aangehaald worden.’
‘Tot slot wil ik nog kwijt dat het voor mij
een voorrecht is om in deze waanzinnig
spannende omgeving met het proces rond
de acute zorg bezig te zijn en de routing
mag uitzetten, met medewerkers die alles
geven om mensenlevens te redden. Geen
dag is hetzelfde; het ene moment ben ik
in gesprek met een verpleegkundige die
net bedreigd is door een familielid van een
patiënt en het andere moment ben je met
financiering van de verbouwing bezig.
Ja, ik ben een tevreden mens.’
Colofon: TraumaNet AMC is een regionaal samenwerkingsverband van betrokkenen bij de acute zorg. Het AMC is, als Level 1 traumacentrum, de coördinator van dit netwerk. Zie ook: www.TraumaNetAMC.nl
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TraumaNet AMC.
Regionale AmbulancevoorzieningGooi en VechtstreekAmbulance Amsterdam
zorg met hoofd en hart