Dynamisch

20
Dynamisch magazine met perspectief jaargang 9 | september 2010 Nederland krimpt! Of kunnen we er nog wat tegen doen? RIVM verhuist | VenW maakt ruimte voor Rivier | Gemeenten wacht noodweer Ziekenhuizen moeten keuzes maken | Uitgesproken: Jan Franssen (CvK Zuid-Holland) OVERHEID EN SAMENWERKING SPECIAL

description

Dynamisch, relatiemagazine van PRC (onderdeel van ARCADIS, divisie gebouwen)

Transcript of Dynamisch

Dynamischmagazine met perspectief

jaargang 9 | september 2010

Nederland krimpt!Of kunnen we er nog wat tegen doen?RIVM verhuist | VenW maakt ruimte voor Rivier | Gemeenten wacht noodweerZiekenhuizen moeten keuzes maken | Uitgesproken: Jan Franssen (CvK Zuid-Holland)

OVERHEID ENSAMENWERKING

SPECIAL

Colofon

Dynamisch is het magazine voor relaties van PRC. Het blad verschijnt in een oplage van 12.000. Aande inhoud hiervan kunnengeen rechten worden ontleend. Overname van artikelen uitsluitend met toestemming van PRC B.V.

Redactieadres DynamischPostbus 10512410 CB Bodegravent (0172) 63 14 14f (0172) 61 19 02e [email protected] www.prc.nl

Bladmanagement Nicolette Brinkers-Vonk

Redactie Dorinda BerkmanRick BleekerLeo van der Kemp Kees Noort Machteld Vroom

Realisatie en productie ZB Communicatie - Ede

Vormgeving ZB/Bart Kaper

Fotografie Winand Stut (cover en reportage, e.a.)Pepijn van den BroekeOnno KummerJohn VoermansJanita Sassen

Drukwerk Bureau Modderkolk

Dynamisch wordt gedrukt op9lives55, een papiersoort metgecertificeerd milieukeurmerk.

PRC is onderdeel van ARCADIS, divisie Gebouwen

De werkplek van...

Els van Odijk (directeur Rijksakademie Amsterdam)

Kunt u uw werkplekomschrijven? “Op debegane grond zittenzes grote werkplaatsen,onder meer voor kera-miek, metaal en hout-bewerking. Maar ookeen schilderlaborato -rium en een grafische

werkplaats met de modernste technieken. Op deeerste verdieping zijn veertig à vijfenveertig ateliersen op de zolder bevindt zich het ‘mediaschip’. In devoormalige manege zitten ook nog vijftien ateliers.”

We vragen naar uw werkplek en u noemt de ate-liers. “Ja, het is mijn werk om te zorgen voor optima-le facilitering van de kunstenaars die hier verblijven.In totaal zijn dat er ruim vijftig, van wie ARCADIS enPRC er altijd een aantal steunen in de vorm van eenfellowship. De helft van de residents komt uitNederland, de andere helft van all over the world. Ikvoel me verbonden met de plek waar zij werken.”

Komt u er vaak? “Twee maal per jaar doe ik een offi-ciële rondgang, maar in de praktijk loop ik zeker

wekelijks een atelier binnen. Wil ik de buitenwereldmet deze binnenwereld verbinden, dan moet ik in deeerste plaats weten wat hier speelt. Dat kan niet alsje de hele week achter je bureau zit. Als ik een heledag geïsoleerd op mijn kamer zit, vind ik al dat ik meteveel afsluit. Als ik een stuk moet schrijven bijvoor-beeld, doe ik dat het liefst 's avonds of 's nachts.”

U heeft twee kamers? “Dat is zo ontstaan en ik vindhet prettig. In deze kamer vinden ontmoetingen enbesprekingen plaats, de andere is meer voor mezelf.”

Waaraan moet uw kamer voldoen? “Ik vind hetbelangrijk dat ik als directeur zichtbaar ben en datmensen me altijd kunnen aanspreken. Ik moet erniet aan denken op de bovenste verdieping in zo'ntoren te zitten. Soms leidt het een beetje af, maar alsik me móet concentreren, kan ik de boel dicht doen.Ik vind wel dat het als eigen kamer moet voelen. Ikmaak het persoonlijk met relevante boeken en schil-derijen, niet met familiefoto's.”

Zie ik op de binnenplaats nou twee konijnenhuppelen? “Ze waren onderdeel van een per -formance-kunstwerk en zijn daarna gebleven.”

De werkplek is vooral de plek vanwaarúit je werkt, vindt Els van Odijk,

directeur van de Rijksakademie vanBeeldende Kunsten in Amsterdam.

Zij beschikt weliswaar over tweewerkkamers, maar omdat ze zicht-

baar wil zijn en wil weten wat erspeelt, trekt ze er vaak op uit.

02 september 2010 Dynamisch

Inhoud

14

10

16

18

16 Achtergrond

Yvonne Wilders (Bestuurslid NVZD)

18 Uitgesproken

Jan Franssen(Commissaris van de Koningin)

19 Het perspectief van

Peter Schroote

20 De Eerste Keus van

Thom de Graaf

Dynamisch Nieuws 04Uit de wereld van PRC

Achtergrond 08Noodweer op komst

Achtergrond 09De toekomstplannen

van het RIVM

Reportage 14Ruimte voor de Rivier

Krimp: wat doen we er tegen?

Dynamisch september 2010 03

10

OVERHEID ENSAMENWERKING

SPECIAL

04 september 2010 Dynamisch

Dynamisch Nieuws

“In alle 27 Europese lidstaten,” zegt Mischa Kok,senior adviseur Strategisch Advies bij PRC, “inven -tariseren we landelijke en lokale wetten. Ook kij-ken we naar de initiatieven uit de markt zelf, zoalshet BREEAM-meetsysteem. Het gaat om de totalebouwwereld: van dakkapellen tot stedelijke ont-wikkeling.” De EC wil duurzaamheid in de bouwstimuleren. Het is echter denkbaar dat een maat -regel in het ene land effectief is, maar in hetandere land juist hinderlijk werkt. De bouwwereldin Zweden is totaal anders dan in bijvoorbeeldItalië. “Ik kan me voorstellen dat in bepaaldelanden een informatie-campagne effectiever kanzijn dan dwingende maat regelen.”Om een compleet beeld te vergaren, heeft PRC insamenwerking met de TU Delft een enquête opge-steld en naar tientallen ministeries, overheden en(bouw)adviseurs gestuurd.“In september presenteren we een tussenrapport,”zegt Mischa. “Dat evalueren we uit gebreid metbetrokkenen en deskundigen. Aansluitend schrij-ven we dan onze conclusies en aanbevelingen.”

In opdracht van de Europese Commissie (EC)voert PRC een omvangrijk onderzoek uit naaralle regelgeving op het gebied van duurzaam-heid in de bouw. Het doel: onderzoeken of aan-vullende wetgeving vanuit Brussel wenselijk is.

Onderzoekbouwregels

Een externe partij toetst voor RKNde deskundigheid op basis vanervaring en opleiding. Voorzittervan de stichting en partner van PRCMartijn Gesink: “Zie het als eenkeurmerk. Prettig voor opdracht -gevers die ervaren kostenmanagers

zoeken met specifieke ervaring, bijvoorbeeld in bouwkunde, installatietechniek ofgrond-, weg-, en waterbouw. Stel dat een gemeente een groot project uitvoert, bijvoor-beeld het slopen van een industrieterreinen. De projectleider van de gemeente kan danbij ons terecht om een geschikte kostenmanager te vinden.”

Alle geregistreerden zijn te vinden op de website. Martijn: “De stichtingspreekt geen voorkeur uit. Als een opdrachtgever een keuze voor eenspecifieke kostenmanager heeft gemaakt, leveren wij de contactgege-vens.” Naast dat de RKN registreert, mengt de drie jaar oude stichtingzich ook in de discussies over het vak. Martijn Gesink: “Bijvoorbeeld alsten onrechte wordt gesteld dat ramingen uit ons vak voorspellingen zijndie langs magische weg tot stand zouden komen.” Er staan inmiddels 21 managers op de lijst. Martijn Gesink doet eenoproep aan kostenmanagers zich te melden en door de RKN te latentoetsen. Zie www.stichtingrkn.nl.

Hoe weet je of een kostendeskundige ookécht deskundig is? De stichting RegisterKostenmanager Nederland (RKN) doet eenpoging zo objectief mogelijk de ‘toppers’ teregistreren, zodat opdrachtgevers hen makke-lijker kunnen vinden.

Zoek en vind: geregistreerd kostenmanager

PRC werd ook gevraagd het werkproces in beeld tebrengen en suggesties te doen ter verbetering.“We willen de werkprocessen slimmer inrichten,zodat er meer synergie kan zijn tussen afdelingenbinnen en buiten mijn divisie”, zegt directeurRuben Baumgarten van de divisie Diagnostiek. Indeze divisie komen dag en nacht bloedmonstersbinnen die getest moeten worden in verschillendeapparaten. Binnen één etmaal moeten de mon-sters alle stappen doorlopen hebben. “We hebben

Slimme werkprocessengezocht naar ordeningsprocessen”,zegt senior adviseur PW Versluijs vanPRC, die de supervisie had over hetproces. “Hoe kun je de apparatuur zoefficiënt mogelijk inzetten en hoekun je organisatiedelen zo optimaal

mogelijk ten opzichte van elkaar situeren?”De voorstellen die PRC heeft gedaan, worden doorde divisie uitgevoerd. Het was een vernieuwendeopdracht en zowel Ruben Baumgarten als PW ver-sluis vinden dat die uitstekend verlopen is. RubenBaumgarten: “We zochten en vonden een partijmet veel ervaring in de zorg die ons goed konbegeleiden.” De bouw van de nieuwe locatie startin 2011; de herinrichting van de oudbouw staatgepland voor 2012.

Schep voorwaarden voor betere samenwerking door herin-richting van de oudbouw, gecombineerd met nieuwbouw.Dat was de opdracht waar PRC zich voor gesteld zag bijde divisie Diagnostiek van de Stichting Sanquin Bloed -voorziening in Amsterdam.

Dynamisch september 2010 05

Vanboeijen is op -drachtgever van PRC.De tuin werd onderhanden genomen, erwerd gesnoeid, schoon -gemaakt en er werdenhekwerken geplaatst.

Alles onder het motto ‘PRC-ers bouwen niet alleen op papier, maar stekenook zelf de handen uit de mouwen’. De inmiddels bijna traditionele Klusdag iséén van de manieren waarop PRC invulling geeft aan haar maatschappelijkebetrokkenheid. “We richten ons op maatschappelijke instellingen en doenklussen die wel noodzakelijk zijn, maar waarvoor eigenlijk geen budget is”,aldus Dorinda Berkman, assistent communicatie bij PRC. “Het was voor allepartijen een groot succes. Volgend jaar zeker weer”, aldus Dorinda, die dedag coördineerde.

Op 15 juni stak een groot aantal PRC vrijwil -ligers de handen uit de mouwen tijdens dePRC Klusdag. Dit keer ging een groep vanveertig medewerkers aan de slag bij zorginstel-ling Vanboeijen in Assen, die mensen met eenverstandelijke beperking begeleidt.

Klussen maar

De eerste plannen da -teren van begin 2006.ARCADIS was betrok-ken bij het voor -ontwerp en de selectievan de architect enontwikkelde vervol-

gens de campus (investeringskosten 23 miljoen euro). Deze bestaat uit drieduurzame gebouwen op een groot terrein.

“Een leerzaam project”, zegt adviseur Tobias Wind van PRC. “Je maakt bijKostenmanagement niet vaak mee dat je drie jaar lang continu bij een projectbetrokken bent. En bijzonder om samen te werken met de nieuwe collega’sbinnen de Divisie Gebouwen van ARCADIS. Ik had veel contact met deARCADIS-collega’s die zich bezighielden met bouwkundige en installatietech-nische engineering.” Tobias vond het ook boeiend vanwege de communicatie.“Met uiterst beleefde Engelstalige schoolbestuurders tegenover je, die zeldenof nooit bouwprojecten meemaken, moet je soms hard je best doen om zekerte weten dat de boodschap duidelijk overkomt en je tegelijk niemand voorhet hoofd stoot.”

Prinses Máxima verrichtte op 22 juni de officië-le opening - alleen daarom al was het een bij-zonder project. ‘The British School in TheNetherlands’ liet in Leidschenveen een nieuwonderkomen bouwen voor 576 leerlingen, pluseen kinderdagverblijf en een sportzaal.

Leren van een schoolOpening ‘The British School in The Netherlands’ (foto © Christel van Meeuwen)

Helpdesk-PlusWie vragen heeft over de bouwregelgeving

in Nederland kan daarvoor terecht op de web -site van het Ministerie van VROM. Daar

bevindt zich een helpdesk die vragen over zaken als vergunningvrij bouwen, brand-

veiligheid en bouwtechnische voorschriftensnel en adequaat beantwoordt.

Die helpdesk is al enige tijd uitbesteed aanmarktpartijen. “Wat maar weinig mensen weten,

is dat de antwoorden vanaf 2003 afkomstig zijn van PRC”, zegt Jeroen Bunschoten, senior

adviseur bij PRC. “VROM heeft ons gevraagd dit te ver zorgen. Op dit moment hebben we almeer dan 30.000 vragen beantwoord. En daar

zijn we eigenlijk best trots op.” Zo trots zelfs, dat PRC besloten heeft de helpdesk

verder uit te breiden. In de tweede helft van ditjaar lanceert PRC de helpdesk-Plus, mét een

adviesonderdeel. “We hebben gemerkt dat daaronder andere bij architecten, projectontwik -kelaars en aannemers belangstelling voor is.

Zij lopen soms vast bij de ontwikkeling van hetbouwplan: Hoe hoog moet dat hekje zijn? Is er

een extra vluchttrappenhuis noodzakelijk? Dansturen ze ons de vraag met een schets van de

situatie. En wij denken mee over de oplossing,zodat ze daarna snel door kunnen.” De help -

desk-Plus gaat naar verwachting in het derde kwartaal ‘live’.

06 september 2010 Dynamisch

Van vijftienhonderd daarvan, varië-rend van scholen, culturele voor -zieningen tot sportcomplexen, wordtde komende drie jaar de conditie inkaart gebracht. Want, zo zei wet -

houder Hamit Karakus van Wonen en Vastgoed: “Waarborging van kwaliteit is juist voordeze openbare gebouwen van groot belang.” Als alles volgens planning verloopt, zijn allepanden eind 2012 ‘doorgemeten’ en is er een meerjaren onderhoudsplan vastgesteld. Vijfadviesbureaus voeren de conditiemeting uit. Daarvan is PRC er één. Zij onderzoeken perjaar vijfhonderd objecten. Dat gebeurt via de zogeheten NEN 2767 norm, de algemene eninternationale standaard, die PRC mede heeft ontwikkeld. “We zijn trots en blij met dezeopdracht”, zegt projectleider Sandra Rusman. De eerste contacten tussen PRC en degemeente over dit project dateren van november 2009. “We hebben de klus onder meergekregen dankzij een zeer gedegen Plan van Aanpak. Het is een goed basisdocumentgeworden voor de toekomst.” PRC doet dit jaar de eerste zestig conditiemetingen.

Het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) isverantwoordelijk voor de gemeentelijkeRotterdamse gebouwenvoorraad - in totaalmaar liefst vierduizend vastgoedobjecten.

Vastgoed in conditie

Het Corporate hoofdkantoor vanARCADIS vertrekt na ruim een eeuwuit Arnhem. De nieuwe vestigings-plaats wordt hét zakencentrum van

Neder land: de Zuidas in Amsterdam. Het hoofdkantoor van de multinational heeft wereldwijd een spin-in-het-web functie en krijgt dus ook een internationale uitstraling. De verbinding tussen mensen staatcentraal in het ontwerp. Dit wordt gesymboliseerd door een centraal trapgat tussen de twee verdiepin-gen, dat bijdraagt aan de toegankelijkheid tussen bestuur en stafmedewerkers.“Al is het geen grootschalig project, het is wel een heel bijzondere opdracht,” zegt Ronald Daalman,adviesgroephoofd Corporate & Com mercieel vastgoed en project manager bij PRC. “Ook door de interna-tionale samenwerking met architect Neal Hudson van RTKL, het Amerikaanse architectenbureau vanARCADIS. We moesten over en weer rekening houden met cultuur- en tijdsverschillen.Dat vormde een extra uitdaging. Verder heeft RTKL in het ontwerp voor het ARCADIShoofdkantoor veel aandacht en ruimte gegeven aan duurzaamheid. We streven naarhet verkrijgen van het Amerikaanse duurzaamheidscertificaat LEED (Leadership inEnergy and Environmental Design), dat als een van de weinige certificaten ookinspeelt op inbouwpakketten - interieurs - van gebouwen.”

Duurzame allure

Trainingen Procesmanagement & Mediation

Blok 1: 30 september en 1 oktober 2010Blok 2: 28 en 29 oktober 2010

PRC Training organiseert i.s.m. INHOLLAND Academy Themaclasses voor Bouw en Techniek.

Een ‘class’ omvat 6 wekelijkse bijeenkomsten:Financieel Management

van 7 oktober tot 18 november 2010Procesmanagement

van 9 december 2010 tot 27 januari 2011

Voor meer informatie: PRC Training, tel. (0172) 63 14 14,

[email protected] of via www.prc.nl/training

BijeenkomstenDe bestuurder als procesmanager en

de nieuwe generatie ruimtelijke ontwikkelingi.s.m. de praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling

van de TU Delft1 oktober 2010

HO Onderwijs Atelier - ‘Campusontwikkeling in tijden van economische crisis’

6 oktober 2010

Voor meer informatie: tel. (0172) 63 14 14,

[email protected] of via www.prc.nl

In november 2010 verhuist ARCADIS N.V. naar het nieuwehoofdkantoor in Amsterdam. PRC is - vanzelfsprekend - ver-antwoordelijk voor het projectmanagement.

Van links naar rechts: R. van de Ven, E. Deiman, H. Snoek en M. HeijmansHandenschuddend: W. Ouwens (links) en H. Rotgans

Dynamisch september 2010 07

Dynamisch NieuwsProvinsjehûs op schemaIn het voorjaar van 2009 werd in Leeu -warden gestart met het afbreken van hetoude Provinsjehûs. Met uitzondering vande tweelaagse kelder en de ‘Panden 52 en64’. Deze twee monumenten moestenbehouden blijven en worden gerenoveerd.De één (64) wordt volledig geïntegreerd inde nieuwbouw, de ander wordt ermee ver-bonden door middel van luchtbruggen. Hetbijzondere ontwerp is van Soeters vanEldonk Architecten.

Volgens bouwheer Jeroen van der Ster is delocatie van het Provinciehuis uniek: in de oudebinnenstad, omringd door winkels, restau-rants en woonhuizen. De omliggende bebou-wing staat op vijf meter afstand van de bouw-put. De logistiek van het project kent daar-door de nodige uitdagingen. Het toegestaneaantal vrachtwagens in de binnenstad isbeperkt. Daarom is vlak buiten Leeuwardeneen bufferlocatie aangelegd voor te leverenmaterialen. De nieuwbouw en renovatie lopenop schema én binnen budget. Eind 2011 ver-huizen de ambtenaren van de tijdelijke huis-vesting naar hun nieuwe onderkomen. Jeroenvan der Ster, van de provincie: “De nieuwbouwvan ons Provinsjehûs is een politiek gevoeligproject. Daarnaast is het monumentale deel alhonderden jaren de plek waar GedeputeerdeStaten gehuisvest zijn en dat is, in de traditie-volle provincie die Fryslân is, belangrijk. In desamenwerking met PRC merk ik nadrukkelijkdat ons project niet alleen technisch wordtaangevlogen, maar dat er oog en oor is voorde eerder genoemde gevoeligheden. En daarben ik blij mee.”

Het wordt inmiddels gebruikt, tot volle tevreden-heid van de opdrachtgever: het Green Exploi -tation Plan (GEP). Met deze tool kan deverhouding tussen exploitatiekos-ten, duurzaamheid en prestatievan vastgoed bepaald wor-den. Dat stelt gebruikers instaat een besluit te nemenover de gewenste mate vanduurzaamheid in relatie totde exploitatielast.PRC ontwikkelde deze toolen adviseur Marjan Peppel -man verwacht er veel van.“Het biedt onze opdrachtgeversecht toegevoegde waarde, zoalsblijkt uit de enthousiaste reacties diewe krijgen. Dankzij GEP weet je in een vroeg-tijdig stadium wat de kosten zijn én krijg je

inzicht in de verhouding tussen kosten, duurzaam-heid en prestatie.”

De duurzaamheid van het projectwordt in kaart gebracht aan de

hand van de erkende methodeBREEAM-NL, die kijkt naar za -

ken als gezondheid, energie,transport en materialen.Ook de vastgoedprestatiewordt vastgelegd (via eenmethode van NEPROM) ende exploitatiekosten wor-

den berekend. “Zo laten wezien wat er gebeurt met

duurzaamheid en kosten bij dekeuzes die je maakt. Je krijgt

inzicht en kunt een verantwoordekeuze voor optimale huisvesting maken”,

aldus Marjan.

Verantwoord besluit

De omgevingsvergunning komt inde plaats van meer dan twintiggemeentelijke en provinciale ver-gunningen, waaronder bouw-,milieu- en kapvergunningen. “Voorburgers en bedrijven is dat absoluut

een verbetering,” zegt Jorn van Overschot, teamleider Klant Contact Centrum van de OVER-gemeenten,de werkorganisatie van de gemeenten Oostzaan en Wormerland. “Mensen kunnen voortaan bij één loketterecht. De gemeente wordt voor al deze vergunningen de verantwoordelijke partij. Daar komt bij: voorbouwen moeten we binnen acht weken antwoorden, dat was twaalf weken.”

En nee, dat is volgens Jorn van Overschot geen kwestie van even wat bureaus tegen elkaar aanschuiven.“Er ontstaan nieuwe rollen, nieuwe functies en er moet vooral intensiever worden samengewerkt - bij-voorbeeld met de mensen van handhaving. Je moet je organisatie dus anders inrichten. Er komt ook eenprofessioneel digitaal loket. Als kleine gemeenten hebben wij niet alle specifieke kennis in huis, dushebben we PRC ingeschakeld. Zij hebben hier ervaring mee. Bovendien, ik ben toch geneigd het procesvanuit mijn eigen afdeling te bekijken. PRC kijkt naar de samenhang met de hele omgeving.”

Met ingang van 1 oktober 2010 wordt de Wet AlgemeneBepalingen Omgevingsrecht van kracht. Gemeenten zijndan definitief verplicht de Omgevingsvergunning te hante-ren voor initiatieven op het gebied van ruimtelijke ontwik-keling en bouw.

Eén loket

moeilijkheid: de grote leegstand.Er is zes miljoen vierkante meterkantoor structureel te veel inNederland. Daar is geen emplooivoor. Bovendien is een groot deelverouderd. “Tot voor kort was degedachte bij ontwikkelaars, beleg-gers en gemeenten dat de waarde

van vastgoed altijd stijgt. De exploitatiemogelijkheden voor delangere termijn waren van ondergeschikt belang. Er werd nietgekeken naar behoefte. Nu de vastgoedzeepbel uit elkaar isgespat, zitten we met een overschot”, zegt Leo.

Tweede probleem: de woningmarkt stagneert. Doorstromingkomt daarom moeizaam op gang. In landelijke gebieden isdaarnaast sprake van ontvolking: mensen trekken weg endorpen verpauperen. Grote vraag daar: hoe houd je de voorzie-ningen op peil?

Belangen Ook Leo heeft niet één-twee-drie alle oplos -singen paraat - daarvoor is de situatie te complex. Wat vaststaatis dat het vanaf nu vooral moet gaan om toekomstige waarde-ontwikkeling, in plaats van korte termijn winsten. Een omslagvan ‘investeren’ naar ‘exploiteren’. Financiers en beleggers stel-len hogere eisen en nemen minder risico’s. “Maar”, zo zegt hij,“het begint ermee dat gemeenten op zoek gaan naar degemeenschappelijke belangen. In mijn ogen is samenwerkingonontkoombaar.” Neem een dorp dat een nieuwe sporthalnodig heeft. Het sentiment in de raad moet zodanig zijn, dat zeverder kijkt dan de eigen gemeentegrenzen. “We zullen dewethouders moeten helpen; dat er overleg plaatsvindt metbuurgemeenten. Waarom niet een nieuwe, gezamenlijke sport-hal tussen twee of drie gemeenten in? Die wordt betaalbaar engemeenten houden geld over voor andere zaken. Dit geldtvoor voorzieningen, zoals sporthallen, scholen, zwembaden,theaters en industrieterreinen, maar ook voor woningbouw - pro gramma’s.”Gemeenten moeten de effecten van de besluiten op langeretermijn zien. Leo: “Twee halve schooltjes hebben geen over -levingskans, twee halfvolle industrieterreinen kosten alleenmaar geld. Dat moet tussen de oren van de wethouders en degemeenteraden. En dat is lastig, want die denken vaak inbestuurlijke termijnen van vier jaar.”

En daar komt volgens Leo de provincie om de hoek kijken. “Hetis logisch”, zegt hij, “dat de rol van de provincies belangrijkerwordt. Die kunnen regionaal denken en zo het benodigdedraagvlak creëren. Ze kunnen zien wat waar nodig is en degemeenschappelijke belangen duiden. De provincie moet eenbelangrijke, coördinerende rol krijgen. Anders wordt het voorde afzonderlijke gemeenten echt heel moeilijk. Dan nog zal hetde provincies heel wat moeite kosten om iedereen binnen-boord te houden. Want natuurlijk spelen er op gemeentelijkniveau emoties mee als: waarom zij wel een theater en wij niet?De provincie kan het hogere belang beter laten zien dande buurgemeente.”

08 september 2010 Dynamisch

Noodweer op komstLeo van de Kemp bepleit intergemeentelijke samenwerking

Noodweer aan de horizon: er komt een ongekende Haagsebezuinigingsgolf aan, de vastgoedmarkt staat zwaar onderdruk, de huizenmarkt is onrustig en veel bedrijfsterreinen ver-pauperen. Ga er maar aan staan, als gemeente. De problemendie dreigen, kunnen gemeenten niet in hun eentje oplossen,zegt Leo. “Die overstijgen de gemeentegrenzen. Betrokkenenmoeten anders gaan denken, veel meer om zich heen kijken.Want de moeilijkheden die eraan komen, zijn niet langer tenegeren. Wethouders zullen de komende tijd duidelijke priori-teiten moeten stellen. En dan vooral met een visie op de lange-re termijn.”

Verouderd Eerst nog maar even over de problemen. Wielangs industrieterreinen en kantoorpanden rijdt, ziet de eerste

De Nederlandse gemeenten staan voor grote problemen. En die kunnen ze niet alleen oplossen, zegt Leo van der Kemp,

directeur Divisie Gebouwen van ARCADIS en algemeendirecteur van PRC. “Samenwerking is onontkoombaar.”

OVERHEID ENSAMENWERKING

SPECIAL

Voor veel gemeenten dreigt noodweer

Dynamisch september 2010 09

Maar de intentie is een verhuizing,toch? “Inderdaad. Maar zolang eenverhuizing niet definitief is, spreek ikliever van nieuwbouw.”

Vanwaar de wens? “Om twee rede-nen. Het RIVM is van oudsher eenrelatief gesloten onderzoeksinstel-ling. Dat verandert: we willen meerin verbinding staan met de kennis-wereld en met andere onderzoeks-centra. Daarom is het idee ontstaanom naar het Utrecht Science Park teverhuizen, op de Uithof. In Bilthovenzitten we toch wat verscholen. Detweede reden is van financiële aard.Nu hebben we ruim 100.000 vierkan-te meter, verdeeld over tientallengebouwen. We willen naar ééngebouw van 53.500 vierkante meter.Dat is bijna een halvering.”

PRC-partner Henri Verploegh vertelde: “Het RIVM gaat meerde regie voeren over het vaccinonderzoek en minder zelfuitvoeren.” “Exact. Daarom kunnen we in de nieuwe opzet ookmet een kleiner gebouw toe. De filosofie achter de huidige huis-vesting is dat we zelf onderzoek doen.”

Welke eisen stelt u aan het nieuwe gebouw? “Het moet finan-cieel aantrekkelijk zijn, dat is het hoofddoel. Ik heb mijn nek uit-gestoken voor een jaarlijkse besparing van vier tot acht miljoeneuro aan huisvestingskosten - inclusief gerelateerde kosten voorpostbezorging, bewaking, asfaltering, energie en schoonmaak.Bijkomend voordeel van één gebouw is dat medewerkers meermet elkaar in contact zijn, waardoor ze efficiënter en meer geïn-tegreerd samenwerken.”

De intentie om naar Utrecht te verhuizen, wie staan daarachter? “Het RIVM zelf. Het Ministerie van VWS, de Rijks -gebouwendienst, de Universiteit van Utrecht en de burgemees-ter van Utrecht.”

Welke rol speelt PRC tot nu toe? “Een heel belangrijke als advi-seur bij de ontwikkeling van onder meer het eisenpakket, de kos-ten en de exploitatie. Kennis over de bouw van een specifiekefunctie als een laboratorium is bij de overheid gedeeltelijk voor-handen, maar PRC heeft inhoudelijk meer expertise. Én meerervaring. PRC denkt ook mee over duurzaamheid. Dat is natuurlijkcruciaal, bij een instituut dat de M van Milieu in de naam heeft.”

Wat zijn de volgende stappen? “Het eisenpakket moet verderuitgewerkt worden. We zijn het met Utrecht eens over de grond-prijs, maar ook dat moet verder uitgewerkt. We moeten toetsen ofeen PPS-contract, waarbij één partij het project van ontwerp totbeheer in handen krijgt, de logische vorm van exploitatie is - watik overigens wel verwacht bij een project van deze omvang.”

Dat kan niet meer mis, toch? “Zolang de handtekeningen nietdefinitief onder de contracten gezet zijn, houd ik alle optiesopen.”

Wat zijn in dat traject de hete hangijzers? “De financiëleverantwoording is cruciaal. De grondopbrengst van het huidigeterrein is nog ongewis. Aan de kant van de investeringen moe-ten we binnen de budgetten blijven. En vooral: de berekeningenvan de structurele besparingen moeten kloppen.”

Een nieuw kabinet is in de maak. Vreest u in deze tijden vanzuinigheid niet een ministeriële rode streep? “Eerlijk gezegdniet. Voorwaarde is wel dat wij de besparingen hard weten temaken. Ik moet de minister nog tegenkomen die nee zegt tegenbesparingen. Het investeringsbedrag zal een minister nietafschrikken, als de besparingen bewezen worden.”

Verhuist het Nederlands Vaccin Instituut ook mee? “Gedeel -telijk. Het productiegedeelte wordt afgestoten, het onderzoeks-gedeelte gaat mee. Het Planbureau voor de Leefomgeving, nuook nog onderdeel van het RIVM, gaat naar Den Haag.”

Voor de procesbegeleiding in de komende periode heeft ueen Europese aanbesteding moeten doen. PRC heeft eenvoorlopig 1-jarig contract gewonnen. Waarom? “Heel simpel:PRC, die hiervoor samenwerkt met het bureau OPPS, kwam alsbeste uit de bus als je kijkt naar prijs en kwaliteit. Overigens, wehebben niet de intentie om aan het eind van dat jaarafscheid te nemen.”

Het RIVM - voluit:Rijksinstituut voor Volks -

gezondheid en Milieu - gaatverhuizen van Bilthoven

naar Utrecht. Althans, zeerwaarschijnlijk. Bestuurlijk

coördinator Jos Nouwt:“Zolang de handtekeningen

niet definitief onder de contracten gezet zijn, houd

ik alle opties open.”

ToekomstplannenRIVM verhuist naar Utrecht

Het bestaande complex in Bilthoven

Krimp:

10 september 2010 Dynamisch

In 1950 waren er tien miljoen Nederlanders. Inmiddels staat de teller op ruim zestien miljoen. Deze indrukwekkende groei is ten einde: het aantal

inwoners van ons land daalt. Dat is al zichtbaar in het noorden van Friesland, Noord-Oost-Groningen, Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen.

En daarom moeten bestuurders nu ingrijpen. Maar hoe?

wat doen we er tegen?

Dynamisch september 2010 11

Meer dan twintig miljoen Neder -landers zouden er komen: dat voor-spelden demografen in 1947 en nogeens in 1967. Dat lijken we niet tegaan halen. Sterker nog: we zien inNederland zelfs bevolkingsdalingen,zoals in het Noorden van Friesland,Noord-Oost-Groningen, Zuid-Lim -burg en Zeeuws-Vlaanderen. Dekrimp lijkt permanent. PRC doetonderzoek naar dit fenomeen en ad -viseert gemeenten hoe te reageren. Senior adviseur Mark Rutherglen wasdaarvoor in Holwerd. Onder de noe-mer ‘lessen uit Holwerd’ pleit hij voorintergemeentelijke samenwerking.“Leegstand, het wegvallen van voor-zieningen: hoe gaan gemeenten inNederland daarmee om? De aanpakdie PRC daarvoor ont-wikkeld heeft, is geba-seerd op samenwer-king. We gaan metregionale partijen omtafel, zoals coöperaties,gemeenten, bewoners,provincie en maken sa -men scenario’s. Welke

kant gaan de ontwikkelingen op ineen bepaald gebied? Op basis daar-van doen we aanbevelingen, zoals:voeg panden samen en maak er gro-tere, meer aantrekkelijke woningenvan. Zet in op ontbouwen of juist opextensiveren, slopen en minder bou-wen dus. Maar we stellen ook krimp -regisseurs aan die particuliere initia-tieven begeleiden. Op dit momentzijn we deze ervaringen aan hetdoorontwikkelen en bekijken we watbijvoorbeeld de juridische en plano-logische mogelijkheden zijn. Maarook: hoe zetten we intergemeente -lijke samenwerking op de kaart?Daarmee willen we de negatievespiraal van krimp keren: als jete lang wacht, ben je te laat.”

12 september 2010 Dynamisch

Over ontbouwen en extensiveren

“We willen de negatievespiraal van krimp keren: als je te lang wacht, ben je te laat”

Dynamisch september 2010 13

14 september 2010 Dynamisch

de betrokken gezinnen kwamen zelf metideeën voor de beveiliging tegen over-stromingen en hoe zij toch hun grondkonden behouden.”

Koploper Ingrid: “Alle projectenbinnen Ruimte voor de Rivier moeten in2015 worden opgeleverd, binnen hetbeschikbare budget. De Overdiepsepolder is een koploperproject en wordtals één van de eerste uitgevoerd.Draagvlak is enorm belangrijk. Je ziet datde mensen waar het om gaat, betrokkenraken en meedenken. Wij stimuleren,helpen en werken met bestuurlijkepartners. En ja..., dat vraagt soms ook omloslaten. Dat bijvoorbeeld de provinciehet stokje overdraagt aan het water-schap en dat het waterschap weer om detafel gaat met agrariërs en met eige -naren van recreatiegebieden. Let wel,dat is nieuw voor ons. Maar we merkendat het werkt.” Als concreet resultaat noemt ze dat deRaad van State alle bezwaren verwierpdie tegen het Provinciaal Inpassingsplanwerden ingediend. “Dat hebben we tedanken aan de gedegen aanpak en goede afstemming van deProvincie Overijssel.”

Terpen Eén van de bewonersideeën wordt inmiddels uit -gevoerd: boerderijen op terpen zetten. Het duurde acht jaar omvan het eerste schetsontwerp naar de laatste vergunning tekomen. “Nadat ook alle betrokken gemeentebestuurders enbeheerder Rijkswaterstaat groen licht gaven, konden webeginnen met de aanbestedingsprocedure”, vertelt Maartje.“Het is nu wachten op een ‘go’ voor de bouw. De boeren die inhet gebied blijven, kunnen met eigen aannemers hun nieuwebedrijf op een terp bouwen. Bij de selectie hebben we daar reke-ning mee gehouden, boervriendelijke aannemers, zeg maar.”

Risicobeheersing In totaal worden er in de OverdiepsePolder negen terpen gebouwd (vijf ”blijvers” hebben al eenvastgoedcontract getekend) en gaan er acht bedrijven op zoek

VenW vernieuwend bij project Ruimte voor de Rivier

Er hebben mensen wakker gelegen in de Overdiepse polder,tussen Waalwijk en Geertruidenberg. Het is één van de 39 plek-ken in Nederland waar de rivier meer ruimte krijgt (zie ookkader). Projectmanager Maartje Thijssen van WaterschapBrabantse Delta kent de sentimenten. “Zeventien gezinnenkregen te horen dat hun grond, waarop ze vaak al generatieslang een boerenbedrijf bestieren, nodig is als waterbergings -gebied. Bij hoog water wordt dat onder water gezet om hetstedelijk gebied te beschermen. Ik zou me goed kunnen voor-

stellen dat sommige mensen na zo’nboodschap de hakken in het zandzetten.” Maar dat gebeurde nu juistníet. Volgens Ingrid Klokke, managerprogrammabeheersing van het pro-gramma Ruimte voor de Rivier, is dathet gevolg van de nieuwe maniervan samenwerken. “We werkendecentraal: niet de ‘grote’ overheids-organisatie VenW zélf tekent voorwerkzaamheden als programma -leiding, maar een zorgvuldig samen-gesteld regionaal team. In Brabantzijn dat bijvoorbeeld het WaterschapBrabantse Delta, de provincieNoord-Brabant en de gemeentenGeertruidenberg en Waalwijk.” Maartje: “Maar ook de omwonendenin de streek en belangenorgani -saties. Dat is, vind ik, de kracht vandeze werkwijze. Het mooie was:

Minder overstromingen door het water meerruimte te geven. Dat is in een notendop

het programma Ruimte voor de Rivier van hetMinisterie van Verkeer en Waterstaat. Het

Ministerie introduceert een geheel nieuwewerkwijze en werkt intensief samen met betrok-ken bewoners en partners zoals het Waterschap.

Boer zoekt aa

Wat is Ruimte voor de Rivier?

De afgelopen eeuwen hebben rivieren in Neder -land steeds minder ruimte gekregen. Ingrid Klokke,manager programmabeheersing van het pro-gramma Ruimte voor de Rivier van RWS: “De rege-ring neemt daarom maatregelen om de veiligheidte vergroten en daarmee in de toekomst het rivie-rengebied te beschermen tegen overstromingen.Naast veiligheid investeert het programma Ruimtevoor de Rivier in ruimtelijke kwaliteit: het rivieren-gebied wordt mooier en aantrekkelijker gemaakten biedt meer ruimte aan natuur en recreatie.”

Locaties: 39 (van Zwolle tot Rotterdam)Deadline: 2015Budget: 2,3 miljard euroWaterafvoer: 16.000 kuub per seconde

Dynamisch september 2010 15

naar een andere locatie. Vier van hen hebben ook al een anderelocatie gevonden.

PRC begeleidt de risicosessies en de zogenaamde PPI-sessies.Ingrid: “Wat zijn de risico’s bij een project als dit? Voor de aan -nemer, maar ook voor ons als Ministerie. Wat zijn de conse-quenties als door de werkzaamheden de stroom uitvalt en deboeren niet kunnen melken? Of als er bij de bouw wegen kapotworden gereden of vervuilde grond wordt gevonden? Nu zijnhet nog allemaal risico’s op papier. In de uitvoering zien we ofde risico’s goed zijn ingeschat. Het is daarom in de fase die nugaat komen essentieel om risicocommunicatie te voeren.” Elkrisico op het programma heeft namelijk een communicatiefeffect. PRC faciliteert de sessies en adviseert over kosten- enplanningsconsequenties van risico’s en over de mogelijkebeheersmaatregelen. Ingrid: “Wij willen bijvoorbeeld 85 pro-cent zekerheid dat we voor 2016 klaar zijn. Daarom heeft risico-

nnemer

Organisatie van het programmaHet programma Ruimte voor de Rivier valt onder de Regeling Grote Projecten, waarmee hetverantwoordingsplichtig is aan de Tweede Kamer. De projectminister is de minister vanVerkeer en Waterstaat. Het wordt uitgevoerd door de Programmadirectie Ruimte voor deRivier - PDR -, die onderdeel uitmaakt van Rijkswaterstaat. Locale initiatiefnemers zoalswaterschappen en gemeenten voeren maatregelen uit.

management vanaf de start een prominente rol gespeeld bijhet nemen van beslissingen. De waterschappen initiëren inoverleg met PRC de sessies en rapporteren elk kwartaal aanons. Dat is dus loslaten, sturen op afstand met risico -management.”

OVERHEID ENSAMENWERKING

SPECIAL

Maartje Thijssen: "Het mooie was: de betrokken gezinnen kwamen zelf met ideeën"

16 september 2010 Dynamisch

werken en toch een zelfstandige organisatie blijven. Een fusie islang niet altijd de goede oplossing. Het kan soms slim zijn vooroncologie met het ene ziekenhuis samen te werken en voor lon-gen en hart met een ander.”

De trend in de sector is: fusies. Hoe gaat dat verder? “Datgaat nog wel even zo door, denk ik. Het nieuwe kabinet heeft alaangekondigd een paar miljard te bezuinigen. Dat zal nood -zaken tot verdere intensivering van samenwerken.”

Nu staat de patiënt voorop. Komt die prioriteit door debezuinigingen onder druk te staan? “Hoe hoger de bezuini-gingen, hoe lastiger de keuzes. En er komt, met de vergrijzing,veel zorg aan. Dus je zult keuzes moeten maken. Als mensenbereid zijn voor bepaalde zorg te reizen, dan kun je daaropbeleid maken.”

Burgers zijn met reizen nooit blij, toch? “Je ziet dat het veran-dert. Steeds meer mensen kiezen bewust voor kwaliteit, ook alsdat verder weg is. Er zijn mensen die vier maanden willen wach-ten op de specialist die ook bekende voetballers aan de kniehelpt. Het is niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger dat je zorgbij je eigen regio-ziekenhuis haalt. Uit onderzoek blijkt dat men-sen bereid zijn úren te reizen voor vijf procent meer overlevings-kans.”

Een citaat van de website van uw eigen Spaarne Ziekenhuis:‘In dit gebouw zijn vrijwel alle medisch specialismen ver -tegenwoordigd.’ Wilt u dat met hand en tand verdedigen?“Het kan zijn dat wij keuzes moeten maken. Dat we een aantaldingen niet meer doen, of alleen nog in samenwerking. Om eenpraktisch voorbeeld te geven: onze specialisten gaan samenmet de specialisten van een ander ziekenhuis een centrumoprichten voor kinderdiabetes. Ook dat is een voorbeeld vanoptimale zorg van hoog niveau, die toch bedrijfsmatig efficiëntis. Wij kiezen dus voor het samenwerkingsmodel.”

Welke rol speelt de NVZD in deze ontwikkeling? “We willenbestuurders vaardig maken voor de eisen van deze tijd. Voorwelke beslissingen komen ze de komende tijd te staan? Hoeneem je die, wat is daarbij belangrijk, wat zijn de mogelijk -heden? Wat zijn de lessen die in andere sectoren zijn geleerd?Wie met wie moet samenwerken, dát moeten ze zelf uitzoeken.Ze kennen hun eigen omgeving het best.”

Welke rol kunnen marktpartijen spelen? “Die kunnen puttenuit ervaring met soortgelijke processen - ook uit andere sec -toren - en dus nieuwe ideeën geven over bepaalde concepten,over andere vormen van samenwerking en nieuwe manierenvan organiseren. Ook op het gebied van vastgoed is dat nuttig;in de zorg zijn veel gebouwen heel specifiek gemaakt voor eenbepaalde functie, maar hoe voorkom je dat een gebouwwaardeloos wordt als je als ziekenhuis die functie een andereinvulling geeft? Dat moet je voorkomen en daarbij kunnenexterne partijen een belangrijke rol spelen.”

Bestuurslid NVZD Yvonne Wilders:

Hoe lang denkt u dat ziekenhui-zen nog zelfstandig blijven? “Wevoelen ons in hoge mate verant-woordelijk voor de mensen in deregio en willen dus dat alle typenzorg beschikbaar zijn. Dat wil nietzeggen dat je alle zorg perse zelfmoet kunnen leveren. Het kan zijndat je als ziekenhuis niet alles zelfmeer doet, maar een bepaald typezorg door een ander laat doen.”

Samenwerken is noodzaak? “Dedruk om samen te werken wordtzeker groter. En het gebeurt ook al.We verwijzen door, werken op veelgebieden samen, maar dat moetstructureler worden ingevuld. Wemoeten kijken waar kwaliteitswinsten economische winst te halen is.”

Waarom kan niet alles bij het oudeblijven? “Onderzoek toont aan datspecialisatie leidt tot verbetering

van de kwaliteit. Maar dan heb je volume nodig. Bij behandelin-gen die vaak voorkomen, heb je automatisch voldoende volu-me. Maar er zijn aandoeningen of behandelingen die mindervaak voorkomen, zoals het vervangen van een hartklep. Het isniet goed als elk ziekenhuis een heel team klaar heeft staan vooroperaties en behandelingen die weinig voorkomen. Dan moetje ze een groot deel van de tijd andere dingen laten doen danwaarvoor ze opgeleid zijn. Als je die zaken bundelt, doen de art-sen altijd waarin ze goed zijn. En je kunt het tegelijk economischefficiënt inrichten.”

Grotere efficiency is toch ook noodzakelijk vanwege demarktwerking in de zorg? En de bezuinigingen? “De vraagvan de patiënt moet het uitgangspunt zijn. Het gaat om driezaken. Ten eerste: de complexiteit. Soms is een aandoening zocomplex, dat het beter is naar een specialist te gaan, ook al zitdie verder weg. Vervolgens: de frequentie. Als je bijvoorbeeldtwee keer per week een nierdialyse moet, dan is het niet wense-lijk veel te reizen. Tenslotte: de mate van spoed. Je moet op veelplaatsen een hartafdeling hebben, want als je met een hartaan-val ver moet reizen, ben je vaak te laat.”

Je moet dus niet alleen uitgaan van de betaalbaarheid?“Nee. Het is ook niet per definitie zo dat samenvoegen geldbespaart. Wat wel effect heeft: slim organiseren. Als je samenmet een andere instelling een gespecialiseerd centrum maakt,waarvoor je samen medicijnen en apparatuur inkoopt en debeste kennis bij elkaar brengt, krijgt de patiënt topkwaliteit. Enhij is beter af.”

Moeten ziekenhuizen volgens u solo willen blijven? “Ook datmoet je vanuit de patiënt bekijken. Je kunt heel goed samen-

“Ziekenhuizen moeten meer samenwerken. Dat

is voor de kwaliteit van de zorg helemaal zo slecht

nog niet”, zegt YvonneWilders, bestuurslid van

de Vereniging vanBestuurders in de

Gezondheidszorg (NVZD)en lid van de Raad van

Bestuur van het SpaarneZiekenhuis in Hoofddorp.

“Bezuinigingen

Yvonne Wilders: “De vraag van de patiënt moet het uitgangspunt zijn"

dwingen tot keuzes”

OVERHEID ENSAMENWERKING

SPECIAL

Dynamisch september 2010 17

Volgens Jan Franssen is samenwer-king noodzaak. “Als je vanuit een stadals Rotterdam of Delft redeneert, kunje veel dingen zelfstandig doen. Maar

je moet je als stad tegelijk realiseren dat alles wat je doet, debelangen raakt van omliggende gemeenten. In de relatie tussenstad en ommeland zit van nature een soort spanning. Het omme-land kijkt vaak naar de stad als grote aandachtstrekker. Ze heb-ben het gevoel dat de stad zijn eigen gang maar gaat.”

Steden denken zelf toch ook vaak dat ze hun gang kunnengaan? “Precies. Maar je ziet ook dat kleinere gemeenten intoenemende mate moeite hebben de taken waar te maken. Alsdat niet meer lukt, wordt samenwerking onafwendbaar.”

Als we kijken naar Zuid-Holland; wat zien we? “Dat verschilt.Rotterdam heeft te lang te weinig oog gehad voor de belangenvan omliggende, kleine gemeenten. Den Haag krijgt waarderingen respect van de omgeving - die Den Haag ook dwingt reke-ning met hen te houden.”

Vindt u het een plicht van steden rekening te houden metdat ommeland? “Ja, zoals ik het een plicht van het ommelandvind rekening met de stad te houden. Als je het over woning-bouw en bereikbaarheid hebt, mag de stad leiding nemen. Maarspreken we bijvoorbeeld over recreatie, dan moet de wissel -werking een andere dimensie krijgen.”

Zijn dorpen en steden nu voldoende met elkaar in gesprek?“Ik zie een veel intensievere dialoog dan er jaren geweest is, ja.”

Hoe komt dat? “Door de stedelijke ontwikkeling van de laatstevijftig, zestig jaar zit men vrij dicht op elkaar, dan neemt deonderlinge afhankelijkheid automatisch toe. Daarnaast zijn ernu taken die je alleen op regionale schaal kunt uitvoeren: veilig-heid, de regionale uitvoeringsdiensten, centra voor jeugd engezin, bibliotheekvoorzieningen, de uitvoering van de WMO ende Wet Werk en Bijstand.”

U noemt niet bevolkingskrimp en ook niet de komendebezuinigingen. “De krimp valt nu nog mee in Zuid-Holland. Opgrond van onderzoek weten we al wel welke delen van de provin-cie daar het eerst mee te maken zullen krijgen. Daar kunnen weons dus op voorbereiden. De bezuinigingen: ja, die zullen er forsinhakken. Dat zal bij verschillende gemeenten de vraag oproepenof ze in zelfstandige vorm structureel levensvatbaar zijn.”

Wat zijn gevaren voor zelfstandige, kleine kernen? “Je weetniet of gemeenten buurt- en clubhuizen overeind kunnen hou-den. Sportvoorzieningen, cultuur. Ik had vanochtend eenburgemeester op bezoek die zei: We moeten voorzieningenprivatiseren. In een aantal gevallen moet je kijken naar de zelf-standigheid van het lokale bestuur.”

Welke vormen van samenwerking zijn mogelijk? “Dat kan vergaan. Ambtelijke functies samenvoegen is er één. Ook kan devraag aan de orde komen of je als gemeente nog zelfstandigbestaansrecht hebt.”

U denkt aan fusiegemeenten? “Dat is een instrument in degereedschapskist.”

De moderne tijd dwingtgemeenten met elkaar

samen te werken. Hetprovinciebestuur moet

zijn verantwoordelijk-heid nemen, vindt

commissaris van deKoningin in Zuid-

Holland, Jan Franssen.

18 september 2010 Dynamisch

Uitgesproken

Jan Franssen

Dynamisch september 2010 19

Betaalbaar greenoverenWe leven in een tijdperk waarin duurzaamheid en maat-schappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandelstaan. En terecht. Als adviseur in de gebouwde omgevingben ik dagelijks bezig met vraagstukken rond het ‘duur -zamer’ maken van bestaande gebouwen. Greenoveren isdaarbij het sleutelwoord. En zoals bij veel zaken in het levendraait het ook hierbij om geld.

Bestaande gebouwen duurzaam maken is niet moeilijk, dateconomisch rendabel doen is een andere zaak. Bij duur-zaamheid gaat het onder meer over bewust omgaan metschaarse middelen. Een gebouw is bijna per definitie opge-bouwd uit schaarse middelen en bij het gebruik ervanwordt de nodige energie verbruikt. Het is dus zaak eengebouw efficiënt te gebruiken. We kennen allemaal de ver-bijsterende cijfers van het daadwerkelijke gebruik van eenwerkplek in de kantooromgeving: dat komt zelden bovende vijftig procent. De eerste stap bij het verbeteren van deduurzaamheid van een gebouw is dus het verbeteren vande gebruiksintensiteit. Alleen al een gebouw waarin dewerkplekken voor bijvoorbeeld vijfenzeventig procentworden gebruikt, bespaart vijfendertig procent aan energie,onderhoud, exploitatie en uiteindelijk ook aan bouwmate -rialen.

‘Het Nieuwe Werken’ heet het efficiënter omgaan met dekantooromgeving. In veel van mijn projecten vormt dit debasis voor verduurzamen. Door deze efficiëntie te koppelenaan maatregelen om een energievriendelijk gebouw temaken en daarnaast een gezonde werkomgeving te cre -eren, ontstaan ineens business cases waarin terugverdien -tijden van vijf jaar eenvoudig te realiseren zijn. Het enigeprobleem is de toenemende overcapaciteit aan kantoor-ruimte in een markt waar de leegstand al historisch hoog is.Mijn perspectief is dat je, om tot echte duurzaamheid tekomen, beide effecten los van elkaar moet zien en voor elkseparaat naar de meest duurzame oplossing moet zoeken.Immers, zachte heelmeesters...

Peter Schroote, partner

Wat is de rol van de provincie? “Sinds enkele jaren overlegt hetprovinciaal bestuur op regelmatige basis met gemeenten overhun bestuurskracht. De gemeente heeft de taak naar een zekereindbeeld toe te werken. Daarvoor zijn ze zelf verantwoordelijk,maar blijft zo'n gemeente tekort schieten, dan nemen wij deregie over.”

Stel: de gemeente ziet ruimte voor verbetering, maar uvindt het genoeg en vindt dat ze met de buren moetenpraten. Wie krijgt dan z'n zin? “We kunnen ze niet dwingen,maar als het moet hebben we de wet Arhi tot onze beschikking,de Wet Algemene Regels Herindeling. De manier waarop je vandie wet gebruik maakt, bepaalt hoe ze erop reageren. Je moetdat weten te doseren.”

Worden fusieplannen ook wel eens met open armen ontvan-gen? “Zeker. Er zijn gemeenten die zelf tot de conclusie komendat ze niet zelfstandig door willen. Middelharnis en Dirkslandgaven aan de krachten regionaal te willen bundelen. Degemeente Oostflakkee is overtuigd geraakt. De gemeenteBoskoop wil met de omgeving in gesprek.”

U heeft wel eens gezegd: samenwerking kent grenzen. Watbedoelt u daarmee? “Als het tegen heug en meug is, als het eenvluchtweg is of een ongelijke situatie die onder dwang ontstaat,dan is de samenwerking aan zijn einde. Je gaat uit van tweepartijen, anders is het niet samen. Daarom is investeren indie psychologische relatie zo ontzettend belangrijk.”

Het perspectief van Peter Schroote

“Door de stedelijke ontwikkeling van delaatste vijftig, zestig jaar zit men vrij

dicht op elkaar, dan neemt de onderlingeafhankelijkheid automatisch toe”

OVERHEID ENSAMENWERKING

SPECIAL

Dan maken wij een buiging naar de architecten die dit mooie werk hebbengemaakt, antwoordde de burgemeester. Het pand is 86 meter hoog en denaam is een verwijzing naar de 52e breedtegraad. Een hypermodern gebouw,waar kennis en technologie samenkomen: kenmerkend voor Nijmegen, aldusThom de Graaf. ‘Natuurlijk had ik voor deze rubriek kunnen kiezen voor bijvoor-beeld de historische Waag. Maar dit gebouw hoort juist bij de oudste stad van

het land, omdat het ook de stad met het jongstehart van Nederland is. Een stad waar veel jongemensen werken en studeren. Ik vind het een ele-gant gebouw, spannend door die blokken waarvan

de bovenste ’s avonds verlicht worden, ooit ook in de kleuren van onze voet-bladclub NEC.’ FiftyTwoDegrees symboliseert volgens Thom de Graaf ook waarhet in Nederland nog aan ontbreekt: spanning. ‘We hebben gelukkig een goederuimtelijke ordening in Nederland, we zullen niet “verbelgiseren”. Maar het magvan mij spannender. Je ziet dat ook in Frankrijk met zijn gedurfde architectuur.Eerst zijn mensen sceptisch, later trots, zoals bij het Centre Pompidou.’

‘Dit gebouw maakt een buiging naar de stad’. Dat zei architect Francine Houben eind 2007tegen burgemeester Thom de Graaf tijdens de opening van het karakteristieke FiftyTwoDegreesin Nijmegen.

De Eerste Keus Nederlandse burgemeesters over dé favoriete plek in hun stad. Deze keerThom de Graaf van Nijmegen.

20 september 2010 Dynamisch