Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd...

14
Duurzame Monumenten RAAK-mkb Zuyd Hogeschool 10 januari 2012 pag. 1 Duurzame Monumenten Ontwerpend onderzoek in negen gevalstudies naar duurzame renovaties van historische en monumentale panden in de Euregio Limburg De hoofdzaken van het project Dr. Jaques Kimman, Lector Nieuwe Energie, Kenniscentrum Zuyd BETA Ir. Ronald Rovers, Lector Gebouwde Omgeving en Regionale Ontwikkeling Ir. Guido Dautzenberg, interim-projectleider

Transcript of Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd...

Page 1: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Zuyd Hogeschool 10 januari 2012 pag. 1

Duurzame Monumenten

Ontwerpend onderzoek in negen gevalstudies naar duurzame renovaties van historische en monumentale panden in de Euregio Limburg

De hoofdzaken van het project

Dr. Jaques Kimman, Lector Nieuwe Energie, Kenniscentrum Zuyd BETA

Ir. Ronald Rovers, Lector Gebouwde Omgeving en Regionale Ontwikkeling

Ir. Guido Dautzenberg, interim-projectleider

Page 2: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Hogeschool Zuyd 10 januari 2012 pag. 2

Maatschappelijke en regionale context van de verduurzaming van renovatie, onderhoud en beheer van monumenten

In de Euregio Limburg met een krimpende bevolking zal de komende decennia de aandacht voor bouw-activiteiten verder verschuiven van nieuwbouw naar vernieuwbouw, renovatie en onderhoud van be-staande bouw. Daarbij zal ook de toepassing van duurzame bouwtechnieken steeds belangrijker worden. De overheid moet steeds meer voldoen aan duurzaamheidsdoelen. De Euregio-gemeenten ontwikkelen hiervoor elk afzonderlijk een duurzaamheidsbeleid. Maar hoewel er verschillen zijn in benadering, komt duurzame renovatie van de bestaande woningvoorraad overal prominent naar voren. Naast deze maatschappelijke druk zijn er ook economische voordelen te behalen bij duurzamer beheer en onderhoud. Monumenten vormen in dubbel opzicht een uitdaging voor duurzame renovatie, onderhoud en beheer. Ten eerste zijn monumenten niet meer waardevol voor de toekomst, als de gebouwen in verval raken. Ten tweede wordt het beheer van niet-duurzame monumenten steeds duurder, waardoor het steeds moeilijker wordt om bedrijfsmatig gezond te blijven. Om de monumenten voor de toekomst te kunnen bewaren, moet snel actie worden ondernomen en moe-ten monumenten versneld worden verduurzaamd.

In de Euregio Limburg rond steden als Maastricht, Luik en Aken zijn van oudsher veel historische gebouwen en monu-menten aanwezig, onder beheer van overheidsorganisaties, not-for-profit organisaties en private eigenaren. Zij ervaren op dit ogenblik de grote noodzaak en het bedrijfsbelang voor duurzame renovatie, duurzaam onderhoud en duurzaam beheer. Als deze beheerders van monumenten hieraan niet snel vol-doen, zullen hun monumenten uitsterven, alleen al omdat de kosten van onderhoud en de energiekosten niet meer binnen een normale bedrijfsvoering zijn op te brengen. Daarnaast zullen ook voor het behalen van de maatschappe-lijke duurzaamheidsdoelen historische en monumentale pan-den moeten worden aangepast aan de moderne eisen van bijvoorbeeld energieneutraliteit en cradle-to-cradle. Dat levert

binnen gemeentelijke welstand- en monumentencommissies nogal wat ambigue discussies op.

Algemene kennisvragen van ondernemers

Binnen deze context zoeken ondernemers naar afzet van innovatieve producten die een bijdrage kunnen leveren aan de verduurzaming van monumentale gebouwen. De ondernemers die hebben bijgedragen aan de samenstelling van het project Duurzame Monumenten hebben gemeenschappelijke vragen naar kennis op drie niveaus: 1. Welke innovatieve duurzame technieken uit mijn eigen praktijk kunnen een bijdrage leveren aan de

verduurzaming van monumentale gebouwen? 2. Op welke wijze kan ik de toepassing van de geschikte innovaties integreren met andere innovatieve

producten? 3. Hoe ga ik als mkb’er om met bestaand beleid en nieuwe beleidsontwikkelingen van publieke organi-

saties en hoe kan ik die beïnvloeden?

Grote behoefte aan uitwisseling van kennis en praktijkervaring

Het zou goed zijn om de nieuwste kennis op het gebied van duurzame bouwtechnieken zoals die bij de lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende zijde als aan de opdrachtnemende zijde van renovaties van duurzame monumenten. Mkb’ers brachten bij Ribuilt naar voren dat er bij duurzame renovaties van monumenten telkens weer sprake is van “opnieuw het wiel uitvinden”. Blijkbaar wordt expertise die werd opgedaan met andere projecten niet vastgelegd en opnieuw gebruikt. Daarnaast hebben mkb-bedrijven geen tijd en middelen om nieuwe producten te ontwikkelen of om de huidige producten aan te passen. De beheerders en exploitanten vragen zich af welke mogelijkheden er zijn om de exploitatie van hun monumentale gebouwen rond te krijgen. Kortom: Er bestaat grote behoefte aan de uitwisseling van kennis en praktijkervaring.

Page 3: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Zuyd Hogeschool 10 januari 2012 pag. 3

Concrete kennisvragen van het mkb

De vragen van het mkb luiden als volgt:

Wat betekent duurzame en 0-energie renovatie van een historisch of monumentaal pand – waarin verschilt een dergelijke renovatie van een renovatie van een regulier pand?

Welke bestaande duurzame producten en materialen kunnen bij de renovatie van historische panden en monumenten worden ingezet? Hoe kan kennisoverdracht over specifieke producten en materialen en de toepassingsmethoden worden gerealiseerd?

Hoe kunnen de deelnemende mkb-bedrijven hun werkwijze en productaanbod aanpassen aan de specifieke context van een historisch en/of monumentenpand?

Welke mogelijkheden bestaan er om te komen tot een samenwerkingsverband/consortium dat een totaalproject kan realiseren?

Welke productinnovaties kunnen in de Euregio bij andere bedrijven worden uitgezet? Bijvoorbeeld productinnovaties op het gebied van zonnepanelen, isolatiemateriaal, verwarmd glas, etc.?

Op welke manier kan in de samenwerking versnelling worden behaald door middel van BIM (Bouw Informatie Model), duurzaam aanbesteden en nieuwe contractvormen?

Zijn er nieuwe financierings- en beheervormen nodig voor een versnelde duurzame renovatie van monumentale gebouwen?

Welke maatregelen zijn mogelijk om de beheers- en exploitatiekosten van een monumentaal gebouw terug te brengen?

Welke kennis uit het onderzoek is ook toepasbaar binnen renovatieopdrachten van niet-monumentale gebouwen?

Vragen rondom gemeentelijk monumentenbeleid

Daarnaast is er een vraagstelling die samenhangt met het monumentenbeleid van gemeentes. Vanwege de klimaatdoelstellingen moet bijvoorbeeld de gemeente Maastricht duurzame renovaties en besparingen in eigen panden en bij particuliere woningbezitters stimuleren. Maastricht heeft, evenals de steden Aken, Luik en Hasselt, een historische binnenstad. Volgens informatie van gemeenteambtenaren bemoeilijken de volgende constateringen de duurzame renovatie daarvan: 1. Welstandscommissies maken bezwaren zonder te beseffen dat monumenten niet meer exploiteer-

baar zijn zonder duurzame ingrepen. 2. Gewenste duurzame oplossingen passen vaak niet binnen regels en beleid. 3. Aanpassingen zijn te duur of niet passend binnen het bestaande financieringsmodel, het financie-

ringsmodel moet naar total cost of ownership, nieuwe contractvormen zijn nodig. 4. Specifieke materialen en kennis zijn in de regio niet voorhanden. 5. Eigenaren en beheerders willen niet op een duurzame manier renoveren, omdat zij denken dat de

sfeer en de uitstraling van bijvoorbeeld de gevel of het interieur veranderen.

Samengevat: Het hoofdthema van het project

Duurzame en 0-energie renovatie van historische en monumentale panden vereist een specifieke des-kundigheid van alle partijen en een gezamenlijke inzet om samen te werken. De complexiteit aan vragen en problemen die bij een dergelijk renovatieproject naar voren komt vereist onorthodox maatwerk van alle betrokken partijen. Er is geen standaardoplossing of standaardprocedure mogelijk, maar er is wel behoef-te aan een blauwdruk van het proces voor de renovatie van historische en monumentale panden. Daarnaast is er behoefte om op een nieuwe manier met elkaar grensoverschrijdend in de Euregio samen te werken. Dat zal mogelijk het gebruik van onorthodoxe methodes stimuleren.

Hoofdvragen ontwerpend onderzoek Duurzame Monumenten:

Welke technische en organisatorische (inclusief bedrijfseconomische) innovaties zijn specifiek geschikt en nodig voor een versnelde invoering van duurzame renovatie en beheer van monu-mentale gebouwen in de Euregio Limburg? Welke technische en organisatorische innovaties zijn algemeen toepasbaar voor renovatie en beheer van gebouwen in het algemeen?

Page 4: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Hogeschool Zuyd 10 januari 2012 pag. 4

Deelvragen van het project:

- Welke acties zijn er nodig om de duurzame renovatie van historische en monumentale gebouwen in de Euregio te stimuleren en te stroomlijnen?

- Welke materialen, producten en processen zijn er voorhanden voor de duurzame renovatie en duur-zaam onderhoud van historische en monumentale panden?

- Welke kennis en ervaring is er om met deze materialen, producten en processen te werken? - Welke nieuwe materialen, producten en processen zijn nodig? - Welke (praktijk)kennis is hierover aanwezig bij de partners (5 O's) in de Euregio en hoe kan die wor-

den gehanteerd bij het ontwikkelen van de blauwdruk? - Welke maatregelen zijn mogelijk om beheer en bedrijfsvoering van historische en monumentale ge-

bouwen te verbeteren? - Onderzoek de optimale, op ketensamenwerking gerichte, procesaanpak voor vergunningen en sub-

sidies, op basis van de integrale kostprijs en total cost of ownership. - Op welke wijze kan de opgedane ervaring worden gedeeld met branche- en kennisinstellingen in

Nederland, Euregio en buiten deze grenzen?

Projectdoelstellingen

Het project Duurzame monumenten beoogt antwoorden te vinden op de kennisvragen van de onderne-mers door middel van ontwerpend onderzoek. Het project levert zo een bijdrage aan de gewenste ken-niscirculatie bij mkb-bedrijven en bij opdrachtgevende eigenaren en beheerders van monumentale ge-bouwen in de Euregio Limburg. Dit wordt bereikt door de volgende projectdoelstellingen: 1. De mogelijkheden voor duurzame renovatie van monumentale gebouwen in de Euregio in kaart

brengen middels ontwerpend onderzoek. Dit onderzoek bestaat uit 9 gevalstudies in drie gebouwty-pen: vierkantshoeven, stadsmonumenten en kastelen/kloosters. Het onderzoek wordt grotendeels uitgevoerd door hogeschoolstudenten bij de mkb-bedrijven. Enkele concrete resultaten: - drie lijsten van duurzame materialen en technieken die resp. altijd, nooit, of onder condities,

kunnen worden toegepast bij monumentale gebouwen; hoewel duurzame renoveren van mo-numenten handwerk en maatwerk is, kunnen toch algemeen geldende uitspraken worden ge-daan

1.

- ontwikkeling, ontwerp en praktische toepassing van innovatieve product-markt combinaties. - een advies aan de ondernemer/eigenaar over de veranderingen in de exploitatie van het ge-

bouw na het nemen van duurzame maatregelen (business model). 2. Vertaling van de onderzoeksresultaten naar één technische en organisatorische blauwdruk voor een

interdisciplinaire aanpak van duurzame renovaties, energiebesparende maatregelen en maatregelen in de bedrijfsvoering bij historische en monumentale panden: het "Handboek Duurzame Monumenten Euregio Limburg". Dit Handboek bevat o.a. een stroomschema voor de procedure van bouwaanvraag tot duurzame re-novatie van een historisch en/of monumentenpand in een Nederlandse gemeente.

3. Ontwikkeling van één voor Nederland geldige blauwdruk voor een op ketensamenwerking gerichte procesaanpak voor vergunningen en subsidies, op basis van de integrale kostprijs en total cost of ownership. Tevens worden de competenties en vaardigheden vastgesteld die nodig zijn bij publieke organisaties om met de nieuwe werkwijze uit de blauwdrukken om te gaan, desgewenst vervolgd door workshops om de kennis te delen.

4. Samenwerking en netwerkvorming (o.a. in de vorm van een consortium), rondom het thema "duur-zame renovatie / 0-energie renovatie van historische en monumentale panden", van de 5 O's: On-dernemers/leveranciers, Ondernemers/eigenaren, Overheid en non-profit sector, Onderwijs en On-derzoek. De laatste 2 O's hebben hun basis in Hogeschool Zuyd, met de bedoeling om dit uit te brei-den naar een Belgische en een Duitse hogeschool. In het project worden de gevalstudies uitgevoerd door werkgroepen waarin de 5 O's zijn vertegen-woordigd en samen werken aan de onderzoeksresultaten.

5. Kennisontwikkeling en kennisdisseminatie bij de 5 O's binnen het project en hun (Euregionale) net-werken, zowel tijdens de projectperiode als na afloop, o.a. door: - Masterclasses van een aantal experts over technieken, processen, procedures, samenwerking

publiek-privaat, exploitatie van monumenten, enz. - Learning on the job door de inzet van studenten/trainees op de mkb-werkplek.

1 Nusselder E.J., Ven H. van der, Haas M, Dulski B., Handboek duurzame monumentenzorg, SBR Rotterdam 2008;

Page 5: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Zuyd Hogeschool 10 januari 2012 pag. 5

- Werkbezoeken van de projectdeelnemers aan een of meerdere Europese expertisecentra, ge-combineerd met bezoeken van monumenten in de regio. Een goede mogelijkheid is het ECCEOM (European Competence Centre for the Energy saving renovation of Old Buildings and the Preservation of Monuments) in Stuttgart.

- Een (interactieve) website. - Publicaties en presentaties in vakbladen, op conferenties en in de media. - Een blijvend samenwerkingsverband in de vorm van een "Platform Duurzame monumenten

Euregio Limburg". - Inbrengen van de ontwikkelde kennis in landelijke netwerken, zodat ook in andere regio’s ver-

snelling kan worden aangebracht in de duurzame ontwikkeling van monumentale gebouwen. 6. Verankering van de resultaten in de manier van werken van de 5 O's:

de ondernemers, zowel de leveranciers als de eigenaren, weten hoe (met welke materialen en vol-gens welke processen) ze duurzaam moeten renoveren;

de overheid, zowel de controlerende als de adviserende instanties, weten hoe ze hun aanpak kun-nen afstemmen op zowel individuele als maatschappelijke duurzaamheidsdoelen en de behoeften van de ondernemers;

de projectresultaten worden geïntegreerd in het onderwijs binnen het kenniscentrum BETA van Zuyd Hogeschool;

de projectresultaten worden opgenomen in de knowledge base van de onderzoekers binnen de lectoraten van het kenniscentrum BETA van Zuyd Hogeschool.

Deze projectdoelen komen overeen met de doelen van het RAAK-mkb programma: Kennisontwikkeling en kenniscirculatie door hogescholen ten behoeve van en in nauwe samenwerking met ondernemers uit het mkb, met als criteria: vraagsturing door het mkb, netwerkvorming, kennisontwikkeling, kenniscircula-tie, aansluiting op de beroepspraktijk en aansluiting op de onderwijspraktijk.

Het belang van een netwerk voor de verduurzaming van monumenten

Op het moment van starten van het project bestaat er in de Euregio nog geen netwerk voor de verduur-zaming van monumenten. Door de deelnemende lectoraten van Zuyd wordt actief gewerkt aan de vor-ming van een netwerk en de samenwerking in dat netwerk. Het belang daarvan wordt onderstreept door de volgende argumentatie. De tijd is voorbij dat een innovatie een uitsluitend technische aangelegenheid is. Uit voormalig onderzoek blijkt dat slechts 25 %

2 van verstoringen techniekgebonden is. Onderzoek van het lectoraat Innovatie

Bouwproces en Duurzaamheid bevestigt dat projectleiders van duurzame projecten interne teamsamen-werking en externe samenwerking met stakeholders als bovengemiddeld verstorend ervaren, terwijl de inhoudelijke aspecten als ondergemiddeld verstorend worden ervaren. Dat betekent dat sociale innovatie versterkend werkt op technische innovatie. Sociale innovatie bestaat uit samenwerken en de dialoog aangaan met je omgeving. Het is dus belangrijk om de ondernemers/leveranciers, onderne-mers/eigenaren, overheid en non-profit sector, onderwijs en onderzoek (de 5 O's) innoverend te laten samenwerken aan innovatiethema’s en -projecten. De deelnemende lectoraten van Zuyd Hogeschool streven er naar om dit proces door middel van toegepast wetenschappelijk onderzoek te versnellen.

Het consortium

De kern van het netwerk bestaat uit een consortium waarin de 5 O's zijn vertegenwoordigd. Samenwerking van al deze partijen is essentieel voor het welslagen van netwerk en van het project Duurzame Monumenten, op de thema's innovatieve technieken en processen. Het consortium streeft naar:

gezamenlijke probleemperceptie en probleemoplossing;

gezamenlijke koersbepaling;

kennisuitwisseling tussen mkb, gemeente(n) en betrokken hogescholen;

onderzoek naar praktijkcases, eventueel door stagiaires en afstudeerders van een hogeschool;

gezamenlijke kennisverhoging door: - het organiseren van masterclasses van experts (uit het consortium of van daarbuiten) over

technieken, processen, procedures, samenwerking publiek-privaat, exploitatie van monumen-ten, enz.;

2 http://zbc.nu/kwaliteit-en-proces/innovatie-dienstverlening/geen-productinnovatie-maar-procesinnovatie/ Henk Vol-

berda Erasmus Universiteit Rotterdam, 2010;

Page 6: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Hogeschool Zuyd 10 januari 2012 pag. 6

- gezamenlijke werkbezoeken van de projectdeelnemers aan een of meerdere Europese exper-tisecentra, gecombineerd met bezoeken van monumenten in de regio;

contacten met andere (landelijke) netwerken;

gezamenlijke input voor het "Handboek Duurzame Monumenten Euregio Limburg";

contacten met andere (landelijke) netwerken. Het consortium wordt in eerste instantie voor een periode van twee jaar opgericht, parallel aan de looptijd van het project. In die periode zal door een intensieve (kennis)uitwisseling, opleiding en kennisverzame-ling de meerwaarde moeten worden bewezen. De bedoeling is, dat de consortiumpartners na die fase de behoefte blijven voelen om dit netwerkverband voort te zetten en dat zij voldoende kunnen blijven "halen en brengen" in de netwerkbijeenkomsten. In dat geval zal het consortium, met bijdrage van alle betrokken partijen, op eigen kracht worden voortge-zet in het "Platform Duurzame monumenten Euregio Limburg". Overzicht van consortiumleden en overige deelnemers: Zie bijlage A.

Ontwerpend onderzoek van 9 gevalstudies

Gedurende twee jaar zullen onderzoeken en ontwerpen worden uitgevoerd op drie soorten monumentale gebouwen die zowel in Duitsland, in België als in Nederland voorkomen: 1. Vierkantshoeven 2. Kastelen of kloosters uit het einde van de middeleeuwen 3. Monumentale stadswoningen

Deze monumenten zullen worden beoordeeld op hun mogelijkheden om: 1. energieneutraal te worden, dus 0-energie impact volgens de doelstelling van de Zuyd lectoraten.

Daarbij wordt ingegaan op de mogelijkheden om energiebesparende maatregelen en opwekking van duurzame energie binnen duurzame monumenten optimaal te laten samengaan in technisch en economisch opzicht, zonder het cultuurhistorisch erfgoed aan te tasten. Discussies over veran-

Page 7: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Zuyd Hogeschool 10 januari 2012 pag. 7

dering van het cultuurhistorisch erfgoed zullen worden aangemoedigd en vormen onderdeel van het onderzoek.

2. materiaalneutraal te worden, dus 0-materiaal impact (doelstelling van de Zuyd lectoraten). Daarbij wordt ingegaan op gebruik van historische bouwwijzen in combinatie met innovatieve bouwtechnieken die materiaal, water en afval besparen en kringlopen sluiten.

3. gezondheidneutraal te worden met een 0-lucht impact. Daarbij wordt ingegaan op zorgvuldige klimatisering voor gebruikers en objecten binnen de monu-mentale panden.

Randvoorwaarden zijn de heersende regels en het beleid van de overheid en de lopende exploitatie en beheer van het monument. In principe zijn dit negen worst cases waarin kan worden aangetoond dat het beter kan. Moeilijkere mo-numenten dan deze zullen er niet snel te vinden zijn. Vanuit deze zeer complexe ontwerpstudies kunnen de mkb’ers kennis genereren naar elkaars vakdisci-plines toe. Daarvoor zetten zij op hun bedrijven afstudeerders/trainees in van Zuyd Hogeschool, en zo mogelijk van een Belgische (Hogeschool Limburg) en een Duitse hogeschool (Fachhochschule Aachen). Dat geeft meteen ook kennisontwikkeling in het onderwijs. De begeleidende docenten kunnen de kennis die door de mkb’ers samen met de studenten wordt ontwikkeld, verder inzetten voor de verbetering van het onderwijs. De lectoraten van Zuyd zullen de nieuwe kennis inzetten voor de aanpak van renovatie van de bestaande voorraad gebouwen, die geen monumentale status hebben.

Werkconferenties als essentieel instrument

Gedurende het hele project worden werkconferenties gehouden voor alle projectdeelnemers. Op die bijeenkomsten worden (tussen)resultaten gepresenteerd en gevalideerd, worden kennis en gevoelens gedeeld over inhoud en proces en wordt het proces van ontwerpen en onderzoeken geverifieerd. In be-ginsel wordt elk kwartaal een werkconferentie georganiseerd op locatie bij een van de deelnemers, dus in totaal ongeveer 8 gedurende het hele project. Deze werkconferenties zijn een essentieel instrument voor de netwerkvorming, vraagsturing van het project, kenniscirculatie en disseminatie. Elke projectdeelnemer werkt in een werkgroep aan een van de 3 soorten gevalstudies. Tijdens de werk-conferenties zal echter blijken, dat deze samenhangen en dat de werkgroepen zich eigenlijk deels met dezelfde soorten thema's en problematiek bezig houden. Door de lectoren en andere experts zal daarop worden ingespeeld.

Kenniscirculatie en gelijkwaardigheid

Tijdens de werkconferenties wordt speciale aandacht besteed aan gelijkwaardigheid en een zorgvuldige afstemming van het gemeenschappelijke doel ten opzichte van individuele doelen. Er wordt gestreefd naar zo veel mogelijk zelfreflectie en zelfsturing. Dit bevordert niet alleen gelijkwaardige kenniscirculatie, maar ook de vraagsturing vanuit mkb en overheid. En het bevordert sociale innovatie (zie hoofdstuk 3, pag.8). Het Kenniscentrum BETA van Zuyd Hogeschool zal in samenwerking met de overige partijen in het net-werk de kartrekker zijn voor de kenniscirculatie, netwerkvorming en vraagsturing.

Page 8: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Hogeschool Zuyd 10 januari 2012 pag. 8

Deelactiviteiten, planning en methodes van het ontwerpend onderzoek

De volgende deelactiviteiten zijn voorzien: 1. Literatuurstudie van bestaande methoden en processen in binnen- en buitenland. 2. Interviews met een groep van 15 eigenaren over verwachtingen, wensen en mogelijkheden. 3. Interviews met het mkb en gemeente Maastricht om de huidige procedures en kennis in kaart te bren-

gen. 4. Onderzoek naar quick wins bij Kasteel Limbricht en zo mogelijk een tweede monumentaal gebouw. 5. Werkconferenties met alle projectdeelnemers, elk kwartaal, dus in totaal ongeveer 8.

Startconferentie in september 2011. Tijdens de eerstvolgende werkconferenties in het voorjaar van 2012:

nieuwe projectopzet en installatie van consortium en stuurgroep;

knelpuntenanalyse project door lector / stuurgroep / consortium;

presentatie en bespreking van de resultaten van de literatuurstudie en interviews;

presentatie en bespreking van de quick wins bij Kasteel Limbricht;

onderverdeling van alle projectdeelnemers in drie werkgroepen voor onderzoek naar resp. vier-kanthoeven, stadsmonumenten of kastelen/kloosters.

6. Elke werkgroep onderzoekt de praktijkcases en stelt proces- en productbeschrijvingen (blauwdruk) op. Tussenresultaten worden gepresenteerd en bediscussieerd op tussenliggende werkconferenties. Resultaten en verloop van het onderzoek worden ook gepresenteerd op een (interactieve) website. De verschillende blauwdrukken worden teruggekoppeld naar een tiental eigenaren (liefst eigenaren met renovatieplannen).

7. Werkbezoeken van het consortium en eventuele andere belangstellenden aan een of meerdere Euro-pese expertisecentra, gecombineerd met bezoeken van monumenten in de regio. Goede mogelijkheden zijn het ECCEOM (European Competence Centre for the Energy saving reno-vation of Old Buildings and the Preservation of Monuments) in Stuttgart (Duitsland) en Dubolimburg (= Duurzaam Bouwen Limburg) in Heusden-Zolder (België).

8. Masterclasses van experts over:

de techniek van duurzame renovatie, waaronder nieuwe materialen en toepassingen;

de organisatie van de bouw bij uitvoering van renovaties van monumenten;

de procedures als vergunningen en financieringen bij grootschalige toepassing;

de verschillende methoden waarmee publieke organisaties kunnen samenwerken met private par-tijen als opdrachtgevers en opdrachtnemers van monumentale panden;

de exploitatie van monumenten;

enz. Deze experts geven tevens feedback op de verschillende blauwdrukken.

9. Opstellen van de definitieve technische en organisatorische blauwdrukken en bundeling in het "Hand-boek Duurzame Monumenten Euregio Limburg". Deze eindresultaten worden bespreken op de laatste werkconferentie.

10. Publicaties en presentaties in vakbladen, op conferenties en in de media. 11. Afsluitende conferentie voor een breder publiek, waarin presentatie en bespreking van:

het "Handboek Duurzame Monumenten Euregio Limburg", inclusief technische en organisatorische blauwdrukken;

andere conclusies en resultaten;

leermomenten van dit project "Duurzame Monumenten". De planning van de activiteiten staat in bijlage B.

Page 9: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Zuyd Hogeschool 10 januari 2012 pag. 9

Projectstructuur en projectrollen

Het project Duurzame Monumenten heeft, in tegenstelling tot een eerder reeds goedgekeurd voorstel d.d. 1 april 2011, een stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de 5 O's: O1. Ondernemers/leveranciers O4. Onderwijs O2. Ondernemers/eigenaren O5. Onderzoek O3. Overheid De volgende overwegingen liggen ten grondslag aan het instellen van een stuurgroep:

Er is een duidelijke vertegenwoordiging van alle stakeholders binnen het project en elke deelnemer wordt via zijn/haar vertegenwoordiger min of meer mede-eigenaar van het project.

De 5 O's worden gezamenlijk verantwoordelijk voor het bereiken van de resultaten. Ze zullen, ook bij tegengestelde belangen, gezamenlijk oplossingen zoeken. Bovendien worden dwarsverbanden optimaal benut.

Er is een breed gedragen orgaan waarnaar de projectleider kan escaleren bij calamiteiten.

De oorspronkelijke opzet van sociocratisch projectmanagement, zonder stuurgroep en met sturing vanuit werkconferenties, is in de huidige situatie te moeilijk hanteerbaar en heeft daarbij het risico dat het project te veel 'los zand' wordt. Oorspronkelijk waren de onderzoeksleider en projectleider zeer ac-tief als 'spin in het web' en was het commitment van de deelnemers voor een groot deel te danken aan hun persoonlijke lobby en inzet. Dat wordt nu belegd bij een stuurgroep die een goede vertegen-woordiging vormt van alle projectdeelnemers.

De verantwoordelijkheid voor dit RAAK-project berust formeel bij een consortium, bestaande uit Zuyd Hogeschool, New Energy Systems BV, Gemeente Maastricht, Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg en Stichting Monumentenwacht Limburg. Zuyd Hogeschool fungeert als penvoerder en vertegenwoordiger van het consortium naar de subsidieverstrekker SIA toe. De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de consortiumleden en enkele andere partijen, in een zodanige mix dat de 5 O's evenwichtig zijn vertegenwoordigd. De stuurgroep is o.a. verantwoordelijk voor de samenstelling en kwaliteit van het netwerk van project-deelnemers. De formele opdrachtgever van Duurzame Monumenten is de lector Nieuwe Energie. Deze is op Zuyd eindverantwoordelijk voor het project. Binnen het project bewaakt de lector als onderzoeksleider tevens de inhoudelijke kwaliteit. Vanuit die verantwoordelijkheid zorgt de lector, samen met de projectleider, voor de inhoudelijke aansturing binnen het project en de inhoudelijke invulling van de werkconferenties. De lector maakt deel uit van de stuurgroep in de rol van onderzoeksleider en in de rol van opdrachtgever. De projectleider:

Monitort het project (tijd, geld en uren).

Ziet toe op de projectvoortgang door contacten met de werkgroepen en met verantwoordelijken voor deelactiviteiten.

Ziet toe op gezamenlijke en afzonderlijke afspraken met projectdeelnemers (ondernemers, overheid, non-profit instellingen, docenten, studenten en onderzoekers).

Signaleert en verhelpt knelpunten of andere bijzonderheden (z.g. 'project issues') in samenspraak met opdrachtgever en/of stuurgroep. Issues kunnen van alles zijn: calamiteiten, koerswendingen, veranderingen in het netwerk van pro-jectdeelnemers, enz..

Is verantwoordelijk voor een goede communicatie met de projectdeelnemers. Op gezette tijden wordt iedereen digitaal op de hoogte gesteld van voortgang en issues, conclusies van de stuurgroep, enz. Ook zorgt de projectleider ervoor dat de projectwebsite(s) en de LinkedIn group functioneren en goed worden gebruikt.

Zorgt voor een goede voorbereiding en nazorg van de werkconferenties.

Zorgt dat het gevoel van urgentie dat belangrijk is bij samenwerking met mkb’ers, ook wordt gevoeld en/of ondersteund door de andere projectpartners.

Rapporteert aan de stuurgroep.

Mag van de stuurgroepleden verwachten dat zij de partijen die zij vertegenwoordigen mobiliseren. In deze constructie met vele kleinere onafhankelijke partners ligt het accent in de rol van projectleider meer op procesbegeleiding en stakeholder management en minder op dominant projectmanagement. De stuurgroep vergadert samen met de projectleider tweemaal per kwartaal: vlak voor elke werkconfe-rentie en ongeveer midden tussen twee werkconferenties in. Op de agenda van de stuurgroepvergadering staan:

Page 10: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Hogeschool Zuyd 10 januari 2012 pag. 10

Evaluatie van de inhoudelijke en procesmatige voortgang.

Afwegingen en beslissingen over deelactiviteiten en issues in het project.

Globale voorbereiding werkconferenties.

Eenmaal per kwartaal evaluatie van de RAAK prestatie-indicatoren van het project3.

Daarnaast heeft de projectleider geregeld overleg met de opdrachtgever, o.a. over de projectfinanciën en andere project issues. Om snel te kunnen ingrijpen, overlegt de projectleider bij urgente issues met de opdrachtgever i.p.v. de stuurgroep. Uiteraard wordt de stuurgroep waar nodig wel geïnformeerd en even-tueel (digitaal) geconsulteerd. Elke werkgroep heeft een deelprojectleider. Deze is voorzitter van de werkgroep en aanspreekpunt voor projectleider en stuurgroep. De werkgroepen werken vrij zelfstandig. Ze kunnen, als ze dat nodig vinden, een beroep doen op relevante expertise van Zuyd of van externen. Zo nodig kan daarvoor een (klein) budget beschikbaar worden gesteld. De werkconferenties zijn een belangrijk instrument voor de monitoring van de voortgang en van wat er leeft bij alle projectdeelnemers en voor eventuele bijsturing. In hoofdstuk 4, pag.11, is onder de kop "Werkconferenties als essentieel instrument" hier nader op ingezoomd. De agenda van de werkconferenties bevat:

Inhoudelijke componenten zoals de (tussen)resultaten van de werkgroepen.

Procesmatige componenten: hoe kijken we tegen het projectproces aan, zijn er knelpunten?

Organisatorische en logistieke componenten: matching mkb-bedrijven en studenten, enz. In hoofdstuk 4, pag.12, zijn de geplande projectactiviteiten besproken. De globale planning van die acti-viteiten is opgenomen in bijlage B. De projectadministratie en project control wordt op Zuyd uitgevoerd volgens de vigerende procedures en systemen. Alle projectdeelnemers van Zuyd schrijven sluitend uren.

3 De RAAK prestatie-indicatoren zijn bijgevoegd in bijlage C.

Projectleider / Procesbegeleider Guido Dautzenberg

Stuurgroep

Lector Hogeschool Zuyd (O5)

Docent Hogeschool Zuyd (O4)

Medewerker Gemeente Maastricht (O3, O2)

Medewerker Monumentenwacht Limburg (O2, O3)

Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg (O3, O4)

Beheerder Kasteel Limbricht (O2)

New Energy Systems BV (O1)

Projectleider van Hogeschool Zuyd

Werkgroep Vierkanthoeve

Werkgroep Stadsgebouw

Werkgroep Kasteel/Klooster

Projectdeelnemers

Diverse

activiteiten

Opdrachtgever

Page 11: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Zuyd Hogeschool 10 januari 2012 pag. 11

Voorzet voor Succesfactoren en Faalfactoren

Succesfactoren

Grote maatschappelijke aandacht voor duurzaamheid.

Regio met veel oude monumenten.

Sterke drive bij ondernemers: - Eigenaren zitten met hoge exploitatielasten. - Leveranciers zitten met een teruglopende bouwmarkt, maar met een groeiende renovatie-

markt. Het netto effect hangt af van de branche en de kwaliteiten van de ondernemer.

Sterke drive bij gemeente Maastricht omdat de gemeente veel kostbare monumenten bezit.

Door kennisopbouw op deelgebieden en nieuwe samenwerking tussen verschillende disciplines kun-nen deelnemende partijen tijdens het project nieuwe product-markt combinaties ontdekken.

Gerenommeerde lectoren met goede netwerken.

Transparantie en goede communicatie in het project, waarbij de diverse belangen bespreekbaar zijn. Dit geeft een vertrouwensbasis voor samenwerking. Sociale innovatie dus.

Oog voor de insteek van het mkb: Doelgericht en korte termijn, vaak geregeerd door de waan van de dag. Daarom is het onderzoek (gevalstudies) in dit project productgericht, gedurende het onderzoek wordt het product ontwikkeld.

Samenbrengen van de inbreng vanuit de praktijk van het mkb met de theoretische inbreng van de kennisinstellingen.

Faalfactoren

Internationale samenwerking vergt aanpassingsvermogen en flexibiliteit van alle partners. Het is belangrijk om voldoende tijd te besteden aan kennismaking en uitwisseling van informatie over el-kaars bedrijfscultuur. Het risico bestaat dat hier te snel overheen wordt gestapt, waardoor communi-catieproblemen ontstaan die moeilijk te traceren zijn naar hun oorsprong en die ook moeilijk oplos-baar worden.

Project met een relatief klein uitvoerend team. Er moet veel en goed gecommuniceerd worden. Er op letten dat bedrijven beter op korte termijn kunnen organiseren en reageren.

Beschikbaarheid van voldoende studenten die voldoende kwaliteit leveren. Maatregelen: Vanuit het projectmanagement moeten er afspraken worden gemaakt over de beschik-baarheid van studenten en docenten binnen de relevante opleidingen. Studenten moeten worden ge-stimuleerd te kiezen voor de uit het project voortvloeiende opdrachten

Uit ervaring van RAAK-mkb Next Generation Cleanrooms is gebleken dat er weinig risico’s zijn bij de aansluiting van afstudeerdoelen op onderzoeksdoelen in het project. Er is wat meer risico dat beoor-delingscriteria van de examencommissie niet aansluiten bij het innovatieve en wetenschappelijke ka-rakter van onderzoek.

Bedrijven kunnen afhaken als er te weinig progressie is en/of als er te weinig concreet toepasbare (lees: vermarktbare) resultaten komen. Tegenmaatregel: Veel aandacht voor betrokkenheid en voor wensen van ondernemers.

Page 12: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Hogeschool Zuyd 10 januari 2012 pag. 12

Bijlage A: Overzicht van consortiumleden en overige deelnemers

A. Consortiumleden Deelnemers

De penvoerende hogeschool: Hogeschool Zuyd

De mkb-vertegenwoordiger: New Energy Systems B.V.

B. Overige consortiumleden

1. Gemeente Maastricht 2. Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg 3. Stichting Monumentenwacht Limburg

C. Beoogde MKB-deelnemers binnen het project, niet zijnde consortiumleden

1. Bedi Vochttechniek 2. ECO-DESIGN arTchitecture 3. Flowlight B.V. 4. HVN Architecten B.V. 5. Intram BV 6. Isobooster B.V. 7. Kasteel Limbricht Partycentrum B.V. 8. New Energy Systems B.V. 9. Thissen Installatietechniek B.V. 10. Vandehoek Coenegracht & Kromwijk B.V. 11. Büro für Bauphysik – Robert Borsch-Laaks 12. Restaurant Château Neercanne 13. Kempen Krause Ingenieure 14. Energy Hills

Overige deelnemende partijen

1. Boederijenstichting Limburg 2. Gemeente Sittard-Geleen 3. Laudy Bouw&Ontwikkeling B.V. 4. Stichting Kasteel Limbricht 5. Stichting Monumentenwacht Limburg 6. European Competence Centre for the Ener-gy-saving Renovation of Old Building and the Preservation of Monuments 7. Fachhochschule Aachen 8. Provinciale Hogeschool Hasselt 9. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 10. Stichting Energy Hills

Page 13: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Zuyd Hogeschool 10 januari 2012 pag. 13

Bijlage B: Projectplanning

Literatuurstudie

Interviews

Vooronderzoek Kasteel Limbricht

Ontwerpend onderzoek Vierkanthoeven + terugkoppeling eigenaren Defini-tieve blauw-drukken

1 okt 2011

1 jan 2012

1 apr 2012

1 jul 2012

1 okt 2012

1 jan 2013

1 apr 2013

1 jul 2013

1 okt 2013

1 jan 2014

Startconferentie 6-sep-2011

Werkconferentie 12-jan-2012

Werkconferentie 1-jun-2012

Vooronderzoek XXXXX

Ontwerpend onderzoek Kastelen/Kloosters + terugkoppeling eigenaren

Ontwerpend onderzoek Stadsmonumenten + terugkoppeling eigenaren

Werkconferentie + masterclasses

1-sep-2012

Werkconferentie + masterclasses

1-dec-2012

Werkconferentie + masterclasses

1-mrt-2013

Najaar 2012 Werkbezoek aan Europees expertisecentrum + enkele aansprekende monumenten

Werkconferentie + masterclasses

1-jul-2013

Afsluitende Conferentie 1-okt-2013

Laatste Werkconferentie

1-sep-2013

Sta

rt

pro

ject

Ein

de

pro

ject

Voorjaar 2013 Werkbezoek aan Europees expertisecentrum + enkele aansprekende monumenten

Page 14: Duurzame Monumentenecodynamischbouwen.nl/.../pdf/20120112-RAAK-mkb-1.pdf · lectoraten van Zuyd BETA (gebundeld in Ribuilt) bekend zijn, door te geven aan zowel de opdrachtge-vende

Duurzame Monumenten RAAK-mkb Hogeschool Zuyd 10 januari 2012 pag. 14

Bijlage C: Prestatie-indicatoren RAAK Naam project: Duurzame Monumenten Penvoerende hogeschool: Hogeschool Zuyd Looptijd project:1-09-2011 + 31-08-2013 Datum invulling: 28-03-2011

Prestatie-indicatoren

Omschrijving Bij aanvang Na afloop

Beroepspraktijk (voor alle regelingen):

Het aantal mkb-bedrijven dat actief deelneemt aan het project 10 30

Het aantal publieke instellingen dat actief deelneemt in het project

5 10

Het aantal professionals werkzaam bij publieke instellingen dat actief deelneemt in het project

5 20

Onderwijs (voor alle regelingen):

Het aantal docenten dat bij het project betrokken is 4 12

Het aantal studenten dat bij het project betrokken is 9 36

Internationalisering (verplicht voor RAAK-internationaal en indien van toepassing voor de andere regelingen):

Het aantal studenten dat in het kader van het project een deel van de studie bij een buitenlandse hogeschoolpartner (onder-zoeksinstelling/ bedrijf/publieke instelling) volgt

3 12

Aantal docenten dat in het kader van het project een deel van het collegejaar bij een buitenlandse partner (onderzoeksin-stelling/ bedrijf/instelling) aanwezig is

2 8

Aantal samenwerkingsovereenkomsten voor studen-ten/docenten-uitwisseling met buitenlandse hogeschoolpart-ners (onderzoeksinstelling/ bedrijf/publieke instelling)

0 0

Praktijkgericht onderzoek (voor alle regelingen):

Aantal onderzoeksgroepen van projectpartners (buiten de eigen hogeschool om) met actieve deelname van onderzoe-kers/medewerkers/studenten in het project

9 18

Aantal betrokken lectoren (binnen de eigen hogeschool) 1 4

Aantal betrokken lectoren (werkend bij een van de project-partners)

3 3

Aantal betrokken onderzoekers (binnen eigen hogeschool) 2 2

Aantal betrokken onderzoekers (werkzaam bij projectpart-ners)

2 2

Cofinanciering (voor alle regelingen)

Bedrag (in cash+in kind) dat door hogescholen beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van het project bovenop de RAAK bijdrage

49.538

Bedrag (in cash+in kind) dat door externe partners beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van het project bovenop de RAAK bijdrage

231.640