Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de...

40
Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 1 Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn. Steeds een beetje beter.

Transcript of Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de...

Page 1: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 1

Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn.

Steeds een beetje beter.

Page 2: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 2

Inhouds opgave.

6 Minder voedselverspilling 17 De helft minder voedselverspilling in 2030 Hoe we samen voedselverspilling tegengaan Zoveel minder verspilden we in 2019

7 Ketentransparantie 20 Transparante ketens in 2025 Hoe de ketens van Albert Heijn transparanter worden Zo transparant werden onze ketens in 2019

8 Beter voor het klimaat 30 Emissievrij bevoorraden Hoe we onze CO2-uitstoot blijven verminderen Zoveel CO2 bespaarden we in 2019

9 Albert Heijn kijkt vooruit 35

10 Over dit verslag 36 GRI-vuurdoop Onze materiële onderwerpen GRI Content Index

1 Steeds een beetje beter 03 2 Over Albert Heijn 04 Drie ingrediënten voor een beter leven Wij zijn Albert Heijn Albert Heijn in de maatschappij Stakeholders

3 De duurzaamheidspijlers van Albert Heijn 07 Duurzaamheidsteam van Albert Heijn

4 Gezonde Leefstijl 09 Het grootste aanbod gezonde producten en diensten Hoe we de gezonde keuze steeds een beetje makkelijker maken Zó gezond werden we in 2019 5 Minder verpakkingen 13 Een kwart minder verpakkingsmateriaal in 2025 Hoe Albert Heijn steeds een beetje minder verpakt Zoveel minder verpakten we in 2019

Page 3: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 3

Liefde voor eten gaat over ontdekken, ontmoeten en samen plezier maken.

Liefde voor eten.

Voedsel is veel meer dan een primaire levensbehoefte. Als we praten

over voedsel hebben we het direct over belangrijke

maatschappelijke thema’s; denk aan gezondheid, het milieu en dierenwelzijn. We kunnen met zijn allen steeds beter eten. Wat

‘beter eten’ inhoudt? Als het aan ons ligt, gaat beter

eten over verser, gezonder en gevarieerder eten. En natuurlijk

gewoon lekker.

In 2019 deden we het op allerlei fronten steeds een beetje beter. We maakten de ketens van onze eieren en zuivelproducten inzichtelijk en onze nieuwe online wereldkaart biedt inzicht in duizenden productielocaties wereldwijd. Bovendien konden we een aantal mooie innovaties naar de markt brengen. Zo bleek een proef met dynamisch afprijzen succesvol: hierbij worden producten automatisch afgeprijsd wanneer de houdbaarheidsdatum nadert. Dit systeem helpt ons in de strijd tegen voedselverspilling.

De ruim 17 miljoen mensen in onze samenleving passen niet in een mal. Geen van onze klanten is gemiddeld en wij bieden steeds meer diensten die van dat principe uitgaan. We onderzoeken hoe ‘beter eten’ er voor onze individuele klanten uitziet. Wat kunnen we betekenen voor iemand die een marathon gaat lopen? En voor die klant die boodschappen doet met veel aandacht voor klimaat of dierenwelzijn? Hoe ondersteunen we een klant met diabetes? De overname van Foodfirst Network in 2019 is hierin een belangrijke stap. Op dit platform kunnen abonnees gepersonaliseerd advies en tips krijgen op het gebied van voeding, beweging, slaap en ontspanning.

Ik kijk uit naar een nieuw jaar waarin we het met zijn allen weer steeds een beetje beter gaan doen. Een jaar waarin we werken aan onze missie om alle ingrediënten voor een beter leven te bieden. Voor iedereen. Op het bord van vandaag én op het bord van morgen.

Marit van Egmond, CEO Albert Heijn

1. Steeds een beetje beter.

Als dochter van een bourgondische Brabantse familie kreeg ik de liefde voor eten en drinken met de paplepel ingegoten. Liefde voor eten gaat over ontdekken, ontmoeten en samen plezier maken. Als grootste supermarkt van Nederland vinden wij het belangrijk dat het eten waar we zo van genieten, is geproduceerd met aandacht voor mens, dier en milieu. En dat doen we steeds een beetje beter.

Voor

woo

rd

Verser, gezonder en gevarieerder

eten.

Page 4: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 4

2. Over Albert Heijn. Albert Heijn is de oudste nog steeds bestaande supermarktketen van Nederland en wij willen dat nog heel lang blijven: daarom is onze blik altijd op de toekomst gericht. Iedere dag willen we het samen een beetje beter doen. In de winkel voor onze klanten. Als werkgever voor onze ruim 100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals beter eten en leven, gezondheid, het tegengaan van voedselverspilling, de reductie van verpakkingen, recycling, ketentransparantie en klimaat.

Dit duurzaamheidsverslag gaat over de activiteiten en resultaten van Albert Heijn in Nederland. Daarmee bedoelen we: Albert Heijn B.V., AH ToGo B.V. en AH Online B.V.. Sinds 2019 staat het vernieuwde managementteam van Albert Heijn onder leiding van CEO Marit van Egmond. Albert Heijn is eigendom van Ahold Delhaize. Met een marktaandeel van 34,9% is Albert Heijn de grootste supermarktketen van Nederland. Het hoofdkantoor in Zaandam werkte in 2019 samen met zowel de 980 winkels in Nederland (inclusief 86 AH to go’s en 36 AH XL’s) als onze 49 winkels in Vlaanderen. In dit duurzaamheidsverslag rapporteren we over de werkzaamheden van Albert Heijn in Nederland, tenzij expliciet anders staat aangegeven.

In onze winkels hebben we een divers aanbod aan verse, gezonde, betaalbare en duurzame producten. Daarnaast hebben we ook een breed non-food assortiment. We willen boodschappen doen zo gemakkelijk mogelijk maken voor onze klanten. Daarom bieden we ook verschillende services aan zoals boodschappen thuisbezorgen of ophalen bij één van de Pick-Up-Points. Andere Albert Heijn-services zijn onder andere de online ticketshop, de online vakslager, de online taartenbakker, de online bloemist en de Allerhande Box.

Wij helpen klanten het maximale uit hun dagelijkse leven te halen. Daarom bieden we drie ingrediënten waar onze klant op kan vertrouwen: altijd waar voor je geld, beter eten en gemak voor jou. De samenhang tussen deze drie ingrediënten en de invulling ervan, maakt Albert Heijn uniek. Alle ingrediënten voor een beter leven. Voor iedereen.

Altijd waar voor je geld Klanten willen slimme keuzes maken en zoveel mogelijk waarde halen uit elke euro. We snappen bij Albert Heijn dat ‘waar voor je geld’ belangrijk is en blijft. Het voordeel ligt bij Albert Heijn voor het oprapen. Dankzij de bonusaanbiedingen, prijsfavorieten – meer dan 1200 producten voor een vaste lage prijs - en slimme deals waarmee je profiteert van kortingen die wij voor onze klanten weten te bedingen. Dat is het voordeel van winkelen bij de grootste supermarktketen van Nederland.

Ove

r Al

bert

Hei

jn

Drie ingrediënten voor een beter leven.

Wij zijn een belangrijke verbindende schakel tussen onze leveranciers en onze klanten.

Beter etenVeel mensen willen tegenwoordig ‘beter eten’: gezonder, lekkerder, duurzamer, makkelijker, of liefst allemaal tegelijk. Klanten willen met vertrouwen producten kopen die aan hun verwachtingen voldoen. In alle opzichten: kwaliteit, smaak, gezondheid en duurzaamheid. Iedere klant bepaalt zelf wat ‘beter eten’ voor hem of haar betekent.

Gemak voor jou In het drukke dagelijkse leven zijn we altijd weer op zoek naar manieren om het onze klant makkelijker te maken. We snappen bij Albert Heijn dat boodschappen doen nergens moet schuren, nooit onnodig lastig of tijdrovend moet zijn. Dus blijven we nieuwe manieren introduceren die het makkelijker maken. Daar lopen we altijd in voorop.

Welke ingrediënten bieden we de klant?

Beter eten

Altijd waar voor je geld

Gemak voor jou

293

ING

RED

IËN

TEN

Page 5: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 5

Met 1029 winkels verspreid door heel Nederland en België staat Albert Heijn midden in de maatschappij. We zijn onderdeel van het dagelijkse leven van onze klanten en medewerkers. Als buurtgenoot, werkgever en verkoper. Als inkoper zijn we bovendien de belangrijke verbindende schakel tussen onze leveranciers en onze klanten: voor leveranciers zijn we een betrouwbare partner en klanten vertrouwen erop dat wij de juiste keuzes maken.

We dragen ons steentje bijWe nemen onze verantwoordelijkheid als onderdeel van de maatschappij op allerlei manieren. Zo verzorgden we in de laatste week van februari de Tulp voor Hulp-actie. Van ieder bosje tulpen dat werd verkocht, ging 1 euro naar het Rode Kruis. De opbrengst: €168.237,- voor het opleiden en voorbereiden van de vrijwilligers van het Rode Kruis, zodat zij goed uitgerust zijn voor het belangrijke werk dat ze doen. In november kwamen we voor Pink Ribbon in actie; voor ieder verkocht Pink Ribbon-boeket werd er €2,50 gedoneerd. In totaal werd er €218.105,- opgehaald voor onderzoek naar de behandeling, nazorg en langetermijneffecten van borstkanker. Ook besloten we in 2019 om de LINDA.foundation tenminste de komende drie jaar te blijven helpen. Op deze manier geven we gezinnen met kinderen die wat minder te besteden hebben, een steuntje in de rug tijdens de feestperiode.

Wij zijn Albert Heijn.

Wij helpen klanten het maximale uit hun dagelijks leven te halen.

In 2019 werkten bij Albert Heijn 89.376 medewerkers. Inclusief de medewerkers van onze 268 franchisewinkels, komen we op meer dan 100.000 medewerkers. In 2019 was 46,6% van onze medewerkers man en 53,4% vrouw. Onder de leidinggevenden binnen Albert Heijn is 52,9% man en 47,1% vrouw. Onze medewerkers zijn verspreid over ons hoofdkantoor (1.628), onze winkels (84.003) en onze distributiecentra (3.095). Daarnaast werken er 650 medewerkers bij onze HUB’s (locaties aan de rand van de stad vanaf waar bezorgauto’s de stad in rijden), Home Shop Centers (logistieke centra) en Pick Up Points (locaties waar online bestelde boodschappen opgehaald kunnen worden).

Gelijke kansen voor iedereen Bij Albert Heijn streven we naar een gelijke beloning en kansen voor al onze medewerkers. Over de gehele medewerkerpopulatie verdienden mannen bij Albert Heijn in 2019 gemiddeld toch 4,2%* meer dan vrouwen. Dat is een verbetering ten opzichte van 2018, toen het verschil nog 6,2% bedroeg.

Daarmee is dit percentage loonverschil lager dan het landelijk gemiddelde, wat volgens het CBS 16% in het bedrijfsleven en 8% bij de overheid bedroeg. Het mediaan salaris van vrouwen bij Albert Heijn lag 2,2% (ongecorrigeerd) hoger dan dat van mannen. Ook dat verschil is ten opzichte van 2018 (2,6%) kleiner geworden. We streven ernaar dat iedereen hetzelfde salaris ontvangt voor dezelfde rol en daarom zien we het beloningsverschil graag nog verder dalen. Daarom bieden we een hoge mate van flexibiliteit aan, waardoor medewerkers de balans tussen werk en privé voor zichzelf kunnen inrichten. Ook bieden we – naast standaard leiderschapsprogramma’s – vier leiderschapsprogramma’s specifiek voor vrouwen aan.

* In dit gemiddelde is niet gecorrigeerd voor

relevante achtergrondkenmerken zoals

bijvoorbeeld leeftijd, opleiding, (cumulatieve)

ervaringsjaren en aantal jaren in de

betreffende functie.

Albert Heijn in de maatschappij. Gezinnen die in een financieel moeilijke situatie zitten, krijgen elk een pakket cadeaukaarten ter waarde van 600 euro om hun decemberinkopen te doen. In 2019 werden hiermee 4.250 gezinnen blij gemaakt!

Contact met onze stakeholdersHet maken van de juiste maatschappelijke keuze in onze bedrijfsvoering is niet altijd simpel. Wat goed is voor het milieu is niet automatisch goed voor het dier. Minder verpakkingsmateriaal kan uitdagingen opleveren wat betreft verspilling. Over deze en andere dilemma’s gaan wij continu in dialoog met onze klanten en medewerkers. En met NGO’s, ketenpartners, kennis-instituten, overheden en wetenschappers. Bovendien hebben wij in 2019 ronde-tafelgesprekken georganiseerd; deze gingen over een gezonde leefstijl, voedselverspilling en transparante ketens.

We organiseren geregeld rondetafel-

gesprekken met onze stakeholders, zoals

in maart over transparante ketens. Op de

boerderij van één van onze melk veehouders

ontvingen we boeren, producenten en

vertegenwoordigers uit de wetenschap,

overheid en maatschappelijke organisaties.

We gingen met elkaar in gesprek over het

belang van goede samenwerking in de keten

om gezamenlijk stappen op duur zaamheid en

transparantie te kunnen zetten. Op die manier

brengen we de openheid en transparantie die

we willen bieden in de praktijk.

Reis door de zuivelketen.

Page 6: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 6

Stakeholders Overleggen

Werkbezoeken Lidmaatschap Agri&Food

Dialoogsessies Dialoogsessies

Nationale & lokale overhe(i)den

Overleggen Dialoogsessies Werkbezoeken

Werkbezoeken

NGO’S

Overleggen Werkgroepen

Besturen  Dialoogsessies

Dialoogsessies

Branche- en werkgeversorganisaties

GESPREKSONDERWERPEN

Abert Heijn strategieDierenwelzijn

Doelen en resultatenafgelopen jaarDue dilligenceDuurzaamheid

Gezondheid Ketentransparantie

Klimaat Logistiek Lokale rol Medewerkerstevredenheid Milieu Transparant, gezond &

duurzaam Veiligheid Vestigingszaken Voedsel Voedselveiligheid Voedselverspilling Verpakkingen Werkgelegenheid Werkgeverschap

Medewerkersbetrokkenheidsonderzoek Presentatie- en dialoogsessies

Lunchlezing Intranet Intranet

Medewerkers Overleggen

Dialoogsessies Samenwerking met Wageningen

University en Rijksuniversiteit GroningenGroningen

Wetenschap / Kennisinstituten

Klantenservice Consumentenonderzoek  Social media (interactief) Social media (interactief)

Klanten

Page 7: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 7

3. De duur- zaamheids- pijlers van Albert Heijn.

Gezonde leefstijl Met boodschappen uit onze Albert Heijn-winkels vullen we dagelijks miljoenen borden in Nederland. Daarom zien wij het als onze verantwoordelijkheid om de klant te helpen met het maken van een gezondere keuze. Het is ons doel om klanten en medewerkers te helpen om gezonder te eten en te leven.

Minder verpakkingen (en meer recycling)Bij Albert Heijn staan we voor het zo duurzaam mogelijk verpakken van onze huismerkproducten en we streven ernaar om zo min mogelijk materiaal te gebruiken. Daarom verwijderen we zoveel mogelijk verpakkingsmateriaal en zorgen we dat de verpakkingen die we gebruiken zoveel mogelijk recyclebaar zijn. We inspireren en stimuleren A-merken om hier ook stappen in te zetten. Minder voedselverspilling Voedselverspilling is nog altijd een groot probleem. Volgens schattingen gaat ongeveer een derde van al het voedsel dat wereldwijd geproduceerd wordt, verloren. In 2019 verspilden Nederlanders gemiddeld 34,3 kilo eten per persoon [onderzoek door Ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit]. Albert Heijn wil zelf dan ook zo min mogelijk voedsel verspillen en helpt klanten bovendien om thuis minder te verspillen.

Ketentransparantie Albert Heijn verkoopt meer dan 11.000 verschillende huismerkproducten die in verschillende ketens worden geproduceerd. Deze grote hoeveelheid producten brengt verantwoordelijkheid met zich mee ten aanzien van het klimaat, dierenwelzijn en de mensen die werkzaam zijn in de keten. We vinden het belangrijk om inzicht te bieden in belangrijke (internationale) productieketens en contact te hebben met de spelers in deze ketens. Dit geeft ons de kans om samen verbeteringen door te voeren.

Beter voor het klimaat Albert Heijn wil de impact van haar activiteiten op het klimaat zo klein mogelijk houden. Daarom doen we er alles aan om onze CO2-uitstoot zoveel mogelijk te verlagen. Dit doen we aan de consumptiekant door bijvoorbeeld vele mogelijkheden te bieden voor een plantaardig eetpatroon. Aan de productiekant beperken we onze CO2-uitstoot zoveel mogelijk binnen onze eigen operaties en bij onze leveranciers.

In de rest van dit duurzaamheids-verslag lichten we toe welke ambities we onszelf hebben gesteld, hoe deze pijlers dagelijks in de praktijk worden gebracht en welke resultaten we in 2019 hebben behaald. Wij onderkennen de SDG doelen. Bekijk hier voor welke doelen wij ons in het bijzonder inzetten.

We vinden het belangrijk dat iedereen binnen Albert Heijn zich inzet voor verduurzaming binnen het gehele bedrijf. Daarom is ons duurzaamheidsteam onderdeel van Albert Heijn’s commerciële afdeling en daarmee geïntegreerd in het dagelijks bestuur. CEO Marit van Egmond is als eindverantwoordelijke nauw betrokken bij het duurzaamheidsbeleid. Het thema ‘duurzaamheid’ is bovendien zoveel mogelijk geïntegreerd in onze gehele bedrijfsvoering. Zo is verduurzaming één van de prestaties waar al onze commerciële medewerkers, kwaliteitsmanagers en directieleden jaarlijks op worden beoordeeld.

Duurzaam-heidsteam van Albert Heijn.

Duu

rzaa

mhe

idsp

ijler

s

Onze klanten willen beter eten en met een gerust hart boodschappen doen. Met onze duurzaamheidsstrategie willen we onze verantwoordelijkheid nemen als het gaat om de impact van onze ketens op mens, dier en milieu. Ook willen we onze klanten helpen met de stappen richting een gezondere en meer duurzame leefstijl. Ieder jaar evalueren we of de belangrijkste pijlers in ons duurzaamheids beleid nog helemaal kloppen. In 2019 zijn onze pijlers aangescherpt:

Page 8: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 8

Gezonde leefstijl

Beter voor het klimaat

Keten-transparantie

Minder voedsel-

verspilling

Minder verpakkingen

(en meer recycling)

VER

S

Duurzaamheidspijlers

Albert Heijn

Page 9: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 9

4. Gezonde leefstijl.

Gez

onde

leef

stijl

Klanten inspireren we op alle mogelijke manieren tot het maken van een gezondere keuze door gezonde recepten in de Allerhande of op het schap met de suikerwijzers. Ook zorgen we ervoor dat onze gezonde producten betaalbaar zijn door recepten te ontwikkelen onder de €2,50 en door in 2019 gezonde prijsfavorieten – 1.200 van onze topproducten voor een altijd lage prijs - toe te voegen aan ons assortiment.

We zien dat gezondheid en een gezonde keuze maken steeds persoonlijker wordt. Sinds dit jaar helpen we individuele klanten steeds directer bij het kiezen voor een gezondere leefstijl door nieuwe diensten op AH.nl, in de Albert Heijn-app en door diverse samenwerkingen. In 2019 namen wij FoodFirst Network over. Dit is een online leefstijlplatform waar abonnees advies en tips krijgen op het vlak van voeding, bewegen, slaap en ontspanning. Daarnaast krijgen zij toegang tot recepten die passen bij hun persoonlijke gezonde leefstijl.

Bovendien maken we onze eigen producten steeds gezonder door bijvoorbeeld de hoeveelheid suiker, zout en verzadigd vet terug te brengen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Zout en suiker hebben bijvoorbeeld conserverende eigenschappen. Door de hoeveelheid zout te verlagen, moeten we de houdbaarheidstermijn van sommige producten verkorten. Dit botst met een andere belangrijke ambitie van Albert Heijn: minder voedselverspilling. Ook is zout een belangrijke en betaalbare smaakversterker. Om het gebrek aan zout te compenseren, moeten andere kruiden/specerijen ingezet worden. Deze zijn vaak duurder en dit vertaalt zich door in de prijs van deze producten. Toch slaagden we er ook dit jaar weer in om een aanzienlijke hoeveelheid producten gezonder te maken.

Dat werd opgemerkt: in 2019 sleepten we voor het derde jaar op rij de Jaarprijs Goede Voeding in de wacht. Na de verse pureersoep (2018) en de courgette-spaghetti en bloemkoolrijst (2017) wonnen we dit jaar met de biologische ‘Fusilli alle lenticchie’.

De jury bewonderde dat we erin geslaagd zijn van relatief 'droge' linzen een eiwit- en vezelrijke pasta te maken die er aan bij kan dragen dat Nederlanders meer peulvruchten binnenkrijgen.

Albert Heijn vult elke dag ruim vijf miljoen borden. Vijf miljoen! We willen dat er iedere dag beter eten op deze borden ligt. Elke klant bepaalt zelf wat ‘beter eten’ voor hem of haar betekent. Als het aan Albert Heijn ligt, gaat het over verser, gezonder en gevarieerder eten. En natuurlijk gewoon lekker.

“ Ik wil mensen helpen gezonder te eten. Dat betekent voor iedereen iets anders. Ik vind het persoonlijk heel belangrijk om klanten te inspireren. Dat gaat vaak om kleine dingen: fruit in plaats van een zoet tussendoortje of zilvervliesrijst in plaats van witte rijst.”

Marit van Egmond, CEO Albert Heijn

Bekijk de video.Bekijk de video.

zout en verzadigd vet terug te brengen.

conserverende eigenschappen. Door de hoeveelheid zout te verlagen, moeten we de houdbaarheidstermijn van sommige producten verkorten. Dit botst met een andere belangrijke ambitie van Albert Heijn: minder voedselverspilling. Ook is zout een belangrijke en betaalbare smaakversterker. Om het gebrek aan

De jury bewonderde dat we erin geslaagd zijn van relatief 'droge' linzen een eiwit-

kleine dingen: fruit in plaats van een zoet tussendoortje

Page 10: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 10

Het grootste aanbod gezonde producten en diensten.

Hoe we de gezonde keuze steeds een beetje makkelijker maken.

Het is ons doel om klanten en medewerkers te helpen bewuster te eten en leven. Dit doen we met ons grote assortiment in verse producten, door te informeren over gezondere keuzes én door inspiratie te bieden voor een actievere leefstijl. Onze ambitie: wij willen de supermarkt zijn met het grootste aanbod gezonde producten en diensten. Onze bestaande producten maken we gezonder door de hoeveelheid suiker, zout en verzadigd vet te verminderen. Ook willen we in 2020 ons gezonde aanbod uitbreiden met honderd nieuwe huismerkproducten in de categorie VVV: volkoren, vezelrijk en/of vega(n).

De gezonde keuze was nog nooit zo makkelijk.• Gezondere producten. We introduceerden in 2019 allerlei gezondere producten, zoals nieuwe verspakketten, ovengroente, pureersoep en verschillende notenpasta’s.

• Slimme filters. Op AH.nl kun je nu filteren op verschillende leefstijlbehoeftes, zoals laag in suiker, laag in zout, zonder gluten, zonder lactose, vegetarisch en veganistisch.

• Suikerwijzers. Op de schappen en op AH.nl hebben wij een suiker- en vezelwijzer geïntroduceerd. Hiermee ziet de klant precies welke producten minder suiker of juist meer vezels bevatten.

• Minder koolhydraten. In juli introduceerden we de koolhydraat-bewuste Allerhande Box. De richtlijnen voor de koolhydraatbewuste maaltijden in deze box, zijn opgesteld in samenwerking met het Diabetes Fonds. Bovendien hebben we vijf nieuwe maaltijdsalades aan het assortiment toegevoegd met minder koolhydraten, meer groenten en eiwitten.

Transparant over voedingswaarden. Om transparant te zijn over de voedingswaarde van huismerkproducten, verschenen er in 2019 Maaltijd Informatie Systeemkaartjes op de salade- en maaltijdschappen. Met behulp van deze productinformatie helpt Albert Heijn haar klanten gemakkelijker te kiezen wat aansluit bij hun dieetpatronen en -wensen.

Nationaal PreventieakkoordIn november 2018 ondertekende het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), mede namens Albert Heijn, met een groot aantal andere partijen het Nationaal Preventieakkoord. Het akkoord zet in op het terugdringen van overgewicht, problematisch alcoholgebruik en roken, met als doel om de gezondheid van alle Nederlanders te verbeteren. We zorgen ervoor dat NIX18 in al onze winkels goed wordt nageleefd. Daarom volgden in 2019 meer dan 12.000 nieuwe Albert Heijn-medewerkers de ‘Soms moet je nee verkopen’-training. Ook medewerkers die al langer bij ons in dienst zijn, oefenen met alcohol- en tabakscontroles.

Bovendien organiseren we interne controles om iedereen binnen Albert Heijn scherp te houden op het naleven van de leeftijdsgrens. Vier keer per jaar wordt in al onze winkels een controle uitgevoerd met mystery shoppers. In 2019 startten we ook met het afdekken van tabaksproducten in de winkel.

Initiatieven voor een gezonde(re) leefstijl. • Klanten en medewerkers worden met de jaarlijkse ‘Lekker Bezig-challenges’ uitgedaagd om gezonder te leven. In 2019 meldden ruim 50.000 mensen

zich op Facebook aan om mee te doen met de challenge. In totaal werden er via de winkels ruim 600.000 Lekker Bezig receptboekjes verspreid.

• Albert Heijn nam Food First Network over: dit platform helpt mensen met speciale behoeftes – door bijvoorbeeld diabetes of een hoge bloeddruk – bij een gezondere leefstijl.

• We voerden een succesvolle pilot uit met voedingscoaches in een aantal winkels. Zij gaven klanten voedingsadvies en beantwoordden vragen over gezond eten. Klanten zullen de voedingscoaches vanaf 2020 vaker tegenkomen in onze winkels.

• Al veertien jaar organiseren we – in samen-werking met het Voedingscentrum - het ‘Ik Eet het Beter-programma’. Jaarlijks ontdekken ruim 400.000 basis school-leerlingen op school dat gezond eten heel leuk kan zijn. Bijna al onze winkels doen aan het programma mee en verstrekken hiervoor boodschappenpakketten vol gezonde producten.

• In 2019 lanceerde Albert Heijn een kookboek dat hulp en inspiratie biedt om op basis van verse ingrediënten te (leren) koken. Het boek staat vol klassiekers als een Waldorfsalade of chili con carne en tientallen vegetarische gerechten, zoals ijsberg-stamppot met paprika en falafel.

Page 11: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 11

In onder andere deze producten zit sinds 2019 minder suiker:

• We hebben de hoeveelheid suiker in biologische ontbijtgranen met 50% verlaagd. Ook in de krokante muesli’s zit nu minder suiker. Dit levert een vermindering op van 6,5 miljoen klontjes suiker per jaar.

• We introduceerden 7 nieuwe dropjes en snoepsoorten met 30% minder suiker: AH Muntendrop, AH Honingdrop, AH Dropbolletjes, AH Dropfruit duo’s, AH Winegums, AH Snoepkikkers en AH Marshmallows. Er wordt een natuurlijk extract van de cichoreiwortel gebruikt dat de helft minder calorieën dan suiker bevat.

• Negen van onze huismerk appelmoes-varianten zijn overgegaan op 0% toege-voegd suiker. Dit scheelt op jaarbasis maar liefst 4,5 miljoen suikerklontjes.

Zó gezond werden we in 2019.

We verkochten meer gezonde producten Ieder jaar registeren we welk percentage van onze totale huismerkproductenverkoop bestaat uit gezonde producten. Dit noemen we de healthy living sales. In 2018 bedroeg dit percentage 43,8%. We hebben het afgelopen jaar een flinke vooruitgang geboekt; het percentage healthy living sales bedroeg in 2019 namelijk 46,1%! Daar worden we bij Albert Heijn blij van. In 2020 willen we dit percentage nog een beetje verder opschroeven naar 46,3%.

In al onze vezels Driekwart van de Nederlanders eet te weinig vezels. Daar willen we wat aan doen. Daarom hebben we het afgelopen jaar het aantal huismerk volkoren producten in de schappen meer dan verdubbeld van 45 naar 97 producten. Zo vind je bij Albert Heijn nu ook een volkoren versie van onder andere onze tortillawraps, krentenbollen, pannenkoeken én biologische Fusilli. In 2020 willen we het aantal volkorenproducten nog eens verhogen naar 120. Op naar 1 miljard minder suikerklontjesIn 2018 stelden we onszelf het doel: eind 2020 moeten er één miljard suikerklontjes uit onze producten zijn gehaald. We zijn er bijna: eind 2019 zaten we in totaal op 970 miljoen minder suikerklontjes. Alleen al in 2019 hebben we 270 miljoen suikerklontjes gereduceerd. Dat is 1.053.000 kilo suiker!

Meer dan 100.000 kilo minder zoutWe eten gemiddeld te veel zout per dag. Dit komt met name doordat zout in veel bewerkte producten zit, waardoor de consument niet altijd doorheeft hoeveel zout er binnenkomt. Dit jaar heeft Albert Heijn de hoeveelheid zout in veel producten verminderd. We zijn er trots op dat dit in 2019 heeft geleid tot een zoutreductie van meer dan 106.000 kilo. Hoe we dit hebben aangepakt? Veel van onze peulvruchten hebben bijvoorbeeld geen toegevoegd zout meer. Dit was goed voor een vermindering van ongeveer 11.000 kilo zout. Enkele voorbeelden van peulvruchten met 0% toegevoegd zout: kikkererwten, kidneybonen, linzen, zwarte bonen en cannellini bonen.

In 2020 bereiden we ons voor op de invoering van Nutri-Score. Wat ons betreft gebeurt dit zo snel mogelijk. Nutri-Score informeert klanten op een gedegen, duidelijke en volledige manier in één oogopslag over de nutritionele waarden van het product. Albert Heijn is al langere tijd voorstander van Nutri-Score en is dan ook blij met de keuze van de overheid voor Nutri-Score als het nieuwe voedselkeuzelogo. In oktober 2019 konden klanten die zelf wilden ervaren hoe Nutri-Score werkt, terecht bij één van onze winkels in Den Haag, waar we een deel van het assortiment hadden voorzien van Nutri-Score.

Albert Heijn is in 2019 een samenwerking aangegaan met de KNVB en zal samenwerken op FC Vers, waarmee we jongeren door middel van voetbal willen motiveren tot een gezondere leefstijl.

Verheugd over invoering Nutri-Score.

Bekijk in deze video hoe gezond we bezig waren.

De kilo’s verzadigd vet vliegen er vanafIn 2019 wilde Albert Heijn ook de hoeveel-heid verzadigd vet in de producten verlagen. We reduceerden de hoeveelheid verzadigd vet in onder andere onze vlees-waren, rijstzoutjes, aardappelpuree en ijs. Dit leidde tot een totale verzadigd vetreductie in 2019 van ruim 226.000 kilo. Afgelopen jaren hebben we onze producten succesvol geherformuleerd en flinke stappen gezet in het verminderen van suiker, zout en verzadigd vet in onze producten. Natuurlijk gaan we daar mee door. We kijken uit naar de komst van Nutri-Score zodat we klanten nog beter kunnen helpen om gezonder te kiezen. Komende jaren willen we een beweging maken van wat goed is voor iedereen naar wat goed is voor individuele klanten.

Alternatief voor de frikandel

Page 12: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 12

We vullen elke dag ruim

5.000.000 borden.

Gezonde leefstijl

Er deden ruim

50.000 mensenmee aan de ‘Lekker bezig-challenges’.

Jaarlijks bereiken we ruim

400.000kinderenmet het “Ik eet het beter” programma.

In 2019 hebben we 270 miljoen suikerklontjes gereduceerd.

De hoeveelheid zout in producten is verminderd met

106.000 kilo.

We hebben het verzadigd vet in producten

gereduceerd, wat in 2019 leidde tot een totale verzadigd vetreductie

van ruim

226.00 kilo.V

ERS

46,1% van de totale huismerk-productenverkoop bestond uit gezonde producten!

We hebben 1.200 prijsfavorietenaan ons assortiment toegevoegd,

waaronder diverse gezonde topproducten voor een lage prijs.

VERS

Page 13: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 13

Reduce Bijvoorbeeld het dunner en lager maken van de maaltijdsaladeverpakkingen, waardoor minder plastic wordt gebruikt.

5. Minder verpakkingen.

Min

der

verp

akki

ngen In 2019 ondertekenden we met

ruim zeventig andere bedrijven en milieuorganisaties het ‘Plastic Pact’: een pact waarin concrete doelstellingen zijn gesteld voor fors minder plasticgebruik en meer recycling in 2025. Bij Albert Heijn reduceren we niet alleen ons plasticgebruik, maar ook het gebruik van andere verpakkingsmaterialen.

Als een verpakking nodig is, kiezen we voor de meest geschikte en duurzame verpakking. De beste verpakking is volgens ons een verpakking die over de gehele levenscyclus (van grondstof tot afval) leidt tot een zo klein mogelijke impact op het milieu. Verduurzaming van verpakkingen gaat stap-voor-stap volgens ons 4R-beleid: reduce – reuse – recycle – renew, oftewel: verminder – hergebruik – recycle – hernieuw.

Reuse Zoals de herbruikbare zakjes voor groenten, fruit en broodjes waar klanten gebruik van kunnen maken. Recycle Bijvoorbeeld het gebruik van een sealcoating voor vlees, waardoor deze verpakking beter recyclebaar wordt. We zijn altijd in gesprek met sorteerders en recyclers om nog meer soorten verpakkingen te kunnen recyclen. Bovendien gebruiken we zoveel mogelijk gerecycled plastic in verpakkingen.

Renew Als gerecycled plastic niet mogelijk is in verband met voedselveiligheid, dan gebruiken we soms biobased plastic. Bijvoorbeeld de fles van onze biologische melk: die kan niet worden gemaakt van gerecycled materiaal. Daarom gebruiken we biobased PE, een materiaal gemaakt van het afval van suikerriet. De verpakking kan gewoon gerecycled worden met andere plastic verpakkingen en dit materiaal kan bijvoorbeeld weer ingezet worden voor onze shampooflessen.

Bovendien geven wij onze klanten advies over hoe ze het best verpakkingen weg kunnen gooien: bijvoorbeeld bij het plastic, oud papier, of in het restafval. Dat doen wij door het gebruik van een afvalwijzer op veel verpakkingen. Als we samen onze schouders eronder zetten, kunnen wij ervoor zorgen dat er geen overbodige verpakkingen gebruikt worden en dat verpakkingsmateriaal goed gerecycled wordt.

wgw_1a wgw_2l wgw_3l1

Het terugbrengen van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal die Albert Heijn gebruikt, stelt ons regelmatig voor pittige keuzes. Plastic heeft de publieke opinie de afgelopen jaren steeds meer tegen zich gekregen. Om de juiste verpakkingskeuze te maken, gebruiken onze verpakkingsexperts de levenscyclusanalyse (LCA) methode. Dit is een methode om de milieu-impact van een product over de hele levensduur vast te stellen. Regelmatig komt plastic in deze analyses toch als de meest milieuvriendelijke, best recyclebare oplossing uit de bus. Dan kiest Albert Heijn voor zo dun mogelijk plastic en wijzen we mensen op het belang van recycling.

Als supermarkt hebben wij verpakkingsmateriaal nodig. Niet alleen omdat producten anders niet te vervoeren zijn, maar ook omdat verpakkingen een belangrijke functie hebben. Ze zijn belangrijk voor de houdbaarheid en kwaliteit van producten. Sommige groenten blijven langer goed in plastic en portieverpakkingen zijn handig voor kleine huishoudens. De verpakking voorkomt dan voedselverspilling en levert daarmee milieuwinst op. Toch is Albert Heijn al jaren bezig met het terugdringen van verpakkingen door het verwijderen of verminderen ervan en het gebruik van recyclebaar materiaal.

➜Stap-voor-stap 4R-beleid

Reduce

Recycle

Reuse

Renew

➜➜➜

Page 14: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 14

Hoe Albert Heijn steeds een beetje minder verpakt.

Een kwart minder verpakkingsmateriaal in 2025.

Als de luchtvochtigheid in een winkel laag is, kunnen groenten en fruit hun vocht snel verliezen. Het vocht trekt dan de lucht in, waarna sla en paprika’s slap en verrimpeld achterblijven. Bij dry misting wordt een verfijnde verneveling van water verspreidt over het schap. De nevel verdampt nog voordat het de producten heeft bereikt, maar zorgt wel voor een veel lagere temperatuur boven de producten. Deze koeling zorgt dat producten hun kwaliteit behouden en langer houdbaar blijven. De techniek heet dry misting omdat de producten dus niet nat worden door de verneveling. Dry misting wordt nu al in ruim 150 winkels ingezet en dat worden er steeds meer.

Voor onze verpakkingen hebben we ambitieuze doelstellingen: 25% gewichtsreductie ten opzichte van 2018 én alle verpakkingen 100% recyclebaar in 2025. Dit geldt voor al onze huismerkverpakkingen en de verpakkingen voor eigen gebruik in de winkel, zoals vulflessen bij de sinaasappelpersautomaat en zakjes bij de brood- en groenteafdeling.

Ook hebben we ons gecommitteerd aan de vier doelstellingen van het Plastic Pact voor 2025:

• Plastic producten en verpakkingen zijn gemaakt van 100% recyclebaar plastic.

• In 2025 gebruiken we 20% minder plastic dan in 2017.

• Minimaal 70% van alle eenmalige plastic producten en verpakkingen die in Nederland in de prullenbak belandt, wordt gerecycled zonder verlies van kwaliteit.

• Alle eenmalig te gebruiken plastic spullen die op de markt komen, zullen moeten bestaan uit minimaal 35% plastic dat gerecycled is.

Dry misting en plasticvrije groente- en fruitafdelingen In 2018 introduceerden we in verschillende Albert Heijn-winkels dry misting, een systeem dat groente en fruit goed op temperatuur houdt door middel van een verfijnde verneveling van water. De kwaliteit en houdbaarheid van verschillende producten gaat hierdoor vooruit.

In 2019 hebben we hierin de volgende stap gezet: we combineren dry misting met een plasticvrije groente- en fruitafdeling. Dit levert een bijdrage aan het reduceren van ons verpakkingsgebruik. In het kader lees je hoe dry misting precies werkt.

Hoe werkt dry misting

precies?

Bekijk hier een video over onze plasticvrije afdeling.

Page 15: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 15

Kleine aanpassing, grote impact Het reduceren van onze verpakkingen doen we op allerlei manieren. Soms lijken die aanpassingen klein, maar hebben ze een groot resultaat:

Folie op fruitschalen en kaas: 500.000 kilo minder plastic. We hebben de deksels van onder andere aardbeien en druiven vervangen door een dun laagje folie. Datzelfde hebben we gedaan met de pakjes kaas. Dat scheelt bijna een half miljoen kilo plastic per jaar.

Bananen: 85.000 kilo minder plastic.Onze bananen die per vijf stuks worden verkocht, zitten sinds 2019 niet meer in een plastic zak verpakt. Dit scheelt jaarlijks ruim 85.000 kilo plastic.

Keuze aan de klant! Sinds 2018 hebben we bij Albert Heijn Verszakjes in de winkel waar klanten hun brood, onverpakte groente en fruit in mee naar huis kunnen nemen.

1.588plastic

141glas

18dranken-karton

53PET-fles

74aluminium

311papier, karton

Zoveel minder verpakten we in 2019.

In 2025 wil Albert Heijn 25% minder verpakkingen gebruiken dan in 2018. In 2019 hebben we een stap in de goede richting gezet: we reduceerden ons aantal kg gebruikt verpakkingsmateriaal met 2,9%. Dat is 2,2 miljoen kg! Onze totale hoeveelheid plastic verpakkingen reduceerden we zelfs met 6%. We zijn er nog lang niet, maar we zijn er trots op dat we het goede pad zijn ingeslagen.

Deze zakjes zijn van nylon of katoen en kunnen gewassen worden. Iets invriezen in de zakken is ook mogelijk. Klanten kunnen in de winkel vragen of onze collega het brood in een herbruikbare zak doet.

Dit zakje kopen onze klanten één keer en kunnen ze daarna steeds weer gebruiken. De Albert Heijn Verszakjes zijn aangeslagen; sinds de introductie in 2018 zijn er al meer dan 1 miljoen (1.016.385) van verkocht. Dat heeft bijgedragen aan de reductie van onze gebruikte plastic zakjes: in 2019 al 20% minder dan in 2016.

In 2019 reduceerden we ons gebruikte verpakkingsmateriaal met 2,9%. Dat is een mooi resultaat maar er is dan ook nog veel te doen om onze doelstelling van 25% reductie in 2025 te behalen. Ook zetten we steeds meer in op de recyclebaarheid van onze verpakkingen. Zwart plastic en gekleurde PET-flessen faseren we bijvoorbeeld uit omdat monomaterialen beter te recyclen zijn. In sommige gevallen betekent het dat wij direct met inzamelaars en sorteerders samenwerken om tot betere oplossingen te komen.

Wij willen natuurlijk niet dat de verpakkingen die we gebruiken in de natuur terechtkomen. Onze medewerkers zetten zich dagelijks in voor een schone omgeving in en om de winkel. Ook zijn wij de partner van Nederland Schoon en doen jaarlijks mee aan de Landelijke Opschoondag.

Medewerkers maken tijdens opschoonacties met buurtbewoners de omgeving van hun filiaal schoon. Bij grote opschoonacties worden reinigingsdiensten aangehaakt om de buurt extra schoon te maken. De gemeente zorgt bijvoorbeeld voor karren, bladblazers of andere speciale schoonmaakmaterialen.

Door samen te werken aan schoon wordt het contact met de buurt versterkt en voelt het schoonhouden van de omgeving meer als een gedeelde verantwoordelijkheid. Voor elk filiaal geldt dat zij doen wat het best bij hun buurt en klanten past.

Schoon bij Albert Heijn.

Figuur 1 - Materiaalreductie in tonnen

Bekijk in deze video hoe wij plastic verpakkingen verminderen.

Page 16: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 16

De deksels van fruit en kaas hebben we vervangen door een dun laagje folie. Dat scheelt bijna

500.000 kg plasticper jaar!

Onze AH bananen worden niet meer in een plastic zak verpakt. Dit bespaart jaarlijks ruim

85.000 kg plastic!

Dry-misting wordt al in meer dan

150 winkels toegepast.

• De Albert Heijn Verszakjes hebben in 2019

bijgedragen aan

20% minderplastic zakjes

ten opzichte van 2016.

We hebben het aantal kilo van onze gebruikte

verpakkingen gereduceerd

met 2,9%. Dat is

2.200.000 kg!

2.200.000 KG

• De Albert Heijn • De Albert Heijn • De Albert Heijn • De Albert Heijn

Minder verpakkingen(en meer recycling)

Page 17: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 17

6. Minder voedsel-verspilling. Voedselverspilling is een groot probleem. Iets meer dan 1% van de producten die Albert Heijn inkoopt, belandt niet op het bord van onze klant. Dat lijkt misschien mee te vallen, maar is wat ons betreft te veel. Niet alleen het product wordt verspild, maar ook alle tijd, moeite en energie die erin is gestopt om het product te maken. We doen er alles aan om deze hoeveelheid zoveel mogelijk te reduceren.

Min

der

voed

selv

ersp

illin

g

Vers(pilling) We vinden het belangrijk dat klanten bij ons altijd verse aardappels, groente, fruit en brood in de schappen vinden. Soms botst dit met ons verspillingsbeleid. We willen namelijk geen voedsel weggooien en we willen ook graag verse producten in de schappen hebben. Ook door het reduceren van onze verpakkingen kan meer verspilling ontstaan; dit kan namelijk tot een kortere houdbaarheid van producten leiden. Daarom steken we er veel tijd en aandacht in om te bedenken hoe we voedselverspilling kunnen tegengaan en wat we kunnen doen met producten die niet meer verkocht kunnen worden.

Onze eerste focus ligt op preventie. De 35%-stickers voor producten die richting hun houdbaarheidsdatum gaan, zijn bij iedereen bekend. Wij zijn ervan overtuigd dat ‘dynamisch afprijzen’ hierin een volgende stap is.Hiermee hebben we in 2019 een begin gemaakt. Je leest er hiernaast meer over. Ook testen we regelmatig andere manieren om voedselverspilling tegen te

gaan; in 2019 voerden we proeven uit met het invriezen van brood in de winkels en met een speciaal Buitenbeentjesschap. Buitenbeentjes zijn producten die er anders uitzien dan normaal, maar die niet verschillen in kwaliteit, smaak en versheid. Als Buitenbeentjes niet verkocht of bijvoorbeeld tot sap verwerkt kunnen worden, dan worden ze als veevoer verwerkt. Om dit te voorkomen, verkopen we de buitenbeentjes in kilozakken of gecombineerd als seizoensdoos met drie soorten fruit en drie soorten groenten.

Wanneer producten dan toch overblijven en niet meer verkocht kunnen worden, doet Albert Heijn er veel aan om dat lekkers en gezonds alsnog een welverdiende plek op het bord te geven. Zo zijn we in Nederland de grootste donateur van overgebleven producten aan Voedselbanken, toveren de koks van restaurant Instock overgebleven producten om tot heerlijke gerechten en weten de soepmakers van De Verspillingsfabriek wel raad met onze onverkochte groentes. Zo blijven we continu werken aan het tegengaan van voedselverspilling.

In 2019 zette Albert Heijn een

nieuwe stap in de preventie van

voedselverspilling met de proef

‘dynamisch afprijzen’. Hierbij worden

producten automatisch afgeprijsd op

basis van de houdbaarheidsdatum:

hoe korter de houdbaarheid, hoe

hoger de korting. Een door Albert

Heijn ontwikkeld algoritme berekent

automatisch de beste korting om

aan het einde van de dag geen

onverkoopbare producten over te

houden en zo voedselverspilling

te verminderen. In onze winkel in

Zandvoort prijzen we al dynamisch af

op gevogelte en visproducten.

“ Dit systeem is een primeur in Nederland. Het algoritme houdt behalve de voorraad ook rekening met bijvoorbeeld het weer en de locatie. Hoe fijn zou het zijn als in de toekomst alle verse producten - waar de grootste verspilling zit - dynamisch geprijsd kunnen worden.”

Anita Scholte op Reimer, Directeur Kwaliteit & Duurzaamheid bij Albert Heijn

Algoritmes tegen voedsel-

verspilling

Bekijk hier een video over ynamisch afprijzen.

Page 18: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 18

Blijft er iets over? Ondanks onze inspanningen om verspilling tegen te gaan, blijven er helaas altijd producten over die echt niet meer te verkopen of doneren zijn. Dan gaan we op zoek naar goede bestemmingen. Oud brood en sinaasappelschillen worden bijvoorbeeld voor veevoer gebruikt of verwerkt in nieuwe producten zoals Seepje. Andere organische reststromen worden vergist tot biogas, dat vervolgens door een warmtekrachtkoppeling wordt omgezet in elektriciteit en warmte of zij worden omgezet tot oliën of biobrandstof.

Tips voor thuis We motiveren onze klanten op steeds meer manieren om thuis minder voedsel te verspillen. Zo informeren we hen over het verschil tussen de ‘te gebruiken tot’-datum (TGT) en de ‘tenminste houdbaar tot’-datum (THT) en het belang van ‘kijk, ruik, proef’ voordat je iets weggooit. Dit doen we met recepten en tips in de Allerhande, op onze social kanalen via challenges, op AH.nl en door de verspreiding van een koelkaststicker met bewaaradviezen.

Hoe we samen voedsel- verspilling tegengaan.

Zoveel minder verspilden we in 2019 Onze strijd tegen voedselverspilling heeft in 2019 mooie resultaten opgeleverd: vorig jaar werd er binnen Albert Heijn in totaal 2.212.000 kg minder voedsel verspild dan in 2018. Voedsel dat niet meer te doneren is, wordt gerecycled. In 2019 werd 21% gebruikt als veevoer. Het grootste gedeelte (79%) ging naar Orgaworld, onze partner in de productie van biogas op basis van voedselresten. Op die manier wordt er niets écht verspild.

We hebben in 2019 een aantal succesvolle proeven uitgevoerd om onze voedselverspilling tegen te gaan. Zowel dry misting als dynamisch afprijzen bleken in 2019 succesvol. In 2020 zullen we deze twee methodes nog verder uitrollen in onze winkels. Daarnaast blijven we natuurlijk onze 35%-stickers gebruiken. Ook hebben we in 2019 gezien dat de meeste verspilling komt van onze aardappel, groente & fruit (AGF) afdelingen en de bakkerij. In 2020 zetten we dus ook extra in op deze afdelingen om voedselverspilling aan te pakken.

Albert Heijn wil bijdragen aan het halveren van de wereldwijde voedselverspilling in 2030. Lees hieronder hoe we dit in 2019 aanpakten en welke resultaten we daarbij hebben geboekt.

De helft minder voedsel-verspilling in 2030.

Instock slaat vleugels uit Instock is een initiatief dat vierenhalf jaar geleden door vier medewerkers werd gestart om voedselverspilling op de kaart te zetten. Wat begon als één pop-up restaurant is uitgegroeid tot een organisatie die, naast het runnen van drie succesvolle restaurants, ook producten maakt van voedsel dat anders weggegooid wordt. Na jaren van intensieve samenwerking met - en steun van - Albert Heijn is Instock klaar voor een zelfstandige status en zet het de deur open voor andere organisaties met reststromen.

“ We willen iedereen motiveren om mee te doen met Instock zodat steeds meer onverkochte producten een goede bestemming krijgen. Instock heeft ons altijd geïnspireerd op vernieuwende manieren te kijken naar voedselverspilling, en ook in deze nieuwe fase blijven ze dat doen.”

Sonja Boelhouwer, Directeur winkels & franchise bij Albert Heijn

Verminderen van voedsel- verspilling.

Page 19: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 19

Dit jaar hebben we

4.320.039 van al onze overgebleven

producten gedoneerd.

Minder voedsel-

verspilling

We hebben in 2019 in totaal

2.212.000 kgminder voedsel verspild dan in 2018.

100%

van onze voedselverspilling wordt gerecycled.

Daar van gaat naar veevoer productie.

Het aantal ton voedselverspilling per miljoen euro verkocht voedsel is van

6,2 ton in 2018 gezakt naar

5,6 ton in 2019!

21,1%

Page 20: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 20

Boer & grondstoffen

Productie & transport

Mede- werkers & bedrijfs-voering

Product bij onze klanten

thuis

7. Keten-transparantie.

Van land tot klant Welke weg leggen onze producten af van land tot klant? De waardeketen van Albert Heijn bestaat uit vier stappen. Die zien er als volgt uit:

• Boer en grondstoffen. Het telen en verbouwen van grondstoffen of het houden van vee voor de productie van grondstoffen, zowel dichtbij als ver weg.

• Productie en transport. Grondstoffen worden gesneden, ingrediënten samengesteld, bereid en verpakt om de uiteindelijke consumentenproducten vervolgens richting distributiecentra te vervoeren.

• Medewerkers en bedrijfsvoering. Producten worden met alle zorg behandeld door onze medewerkers in distributiecentra, HUB’s (locaties aan de rand van de stad vanaf waar bezorgauto’s de stad in rijden), Home Shop Centers (logistieke centra), Pick Up Points en natuurlijk onze winkels.

• Klanten. Producten belanden thuis bij de klant; die gerust kan genieten van veilig voedsel dat wordt geproduceerd met respect voor mens, dier en milieu.

De grote hoeveelheid producten die we verkopen, brengt verantwoordelijkheid met zich mee ten aanzien van de mensen die werkzaam zijn in de keten en het milieu.

Bij Albert Heijn begrijpen we deze ketenverantwoordelijkheid en worden we daar iedere dag nog beter in. Daarom maken we duidelijke afspraken met onze leveranciers en kiezen we voor een zo transparant mogelijke samenwerking in de gehele keten. We zetten vooral in op transparantie van de ketens van onze huismerkproducten omdat we daar afspraken kunnen maken binnen de gehele keten.

We bieden inzicht in zowel internationale als nationale ketens, zoals die van AGF (aardappels, groente & fruit), vlees, vis, zuivel, kaas, eieren en bloemen. Bij productielocaties in risicolanden onderzoeken we telkens welke verbeteringen mogelijk nodig zijn voor mens, dier en milieu. Ook onze lokale (vers)ketens kennen we door en door, van land tot klant.

Langlopende relaties met onze leveranciersVoor onze verse producten werken we graag met gesloten leveranciersketens. Daarmee bedoelen we dat we onze verse producten bij een beperkt aantal leveranciers inkopen. Met deze leveranciers hebben we een langetermijnrelatie van soms al meer dan vijftig jaar. Langlopende relaties leiden tot zekerheid bij zowel de boer als bij Albert Heijn. Zo kunnen boeren met toenemende zekerheid ondernemen en investeren in duurzame productiemethoden. Ook garandeert deze vorm van samenwerking dat verspilling in de keten zo laag mogelijk blijft en kunnen voedselveiligheidsrisico’s snel en effectief beheerd worden. Bovendien kunnen wij onze klanten gegarandeerd kwalitatieve producten bieden tegen een goede prijs: een win-winsituatie.

Steeds meer consumenten willen weten waar hun producten vandaan komen en hoe ze gemaakt zijn. We verkopen bij Albert Heijn meer dan 11.000 huismerkproducten en meer dan 46.000 producten in totaal. Verse, houdbare en non-food producten. Deze zijn, naast Nederland, afkomstig uit tientallen landen alwaar ze op duizenden plekken geteeld of geproduceerd worden. 50% van al onze verse groenten en fruit komt uit Nederland en 30% komt uit de rest van Europa.

Wil jij weten waar je eten vandaan komt? Bekijk de video en zie hoe wij werk maken van het beantwoorden van deze vraag.

Kete

ntra

nspa

rant

ie

die gerust kan genieten van veilig Producten belanden thuis bij de klant; die gerust kan genieten van veilig

uit tientallen landen alwaar ze op duizenden plekken geteeld of geproduceerd worden. 50% van al onze verse groenten en fruit komt uit Nederland en 30% komt uit de rest van Europa.

Page 21: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 21

74018

23

2

93

42

29

18

16

10

1032

6

14

52

29

18Op het gebied van ketentransparantie hebben we twee overkoepelende ambities. Het inzicht in onze ketens delen we graag met onze klanten. Onze eerste ambitie is dan ook om in 2025 alle versketens van onze huismerkproducten en twintig ketens van onze houdbare producten transparant te hebben: waar komt een product vandaan, wat zit erin, onder welke omstandigheden is het gemaakt. Verregaande openheid, omdat onze klanten het recht hebben om te weten waar hun eten vandaan komt. De tweede ambitie is dat we de dialoog tussen klanten en boeren, telers en vissers willen versterken. Hiernaast lees je welke stappen in de goede richting we in 2019 hebben gezet.

Transparante ketens in 2025.

Hoe de ketens van Albert Heijn transparanter worden.

Inzicht in wereldwijde productielocaties In 2019 introduceerden we een nieuwe wereldkaart op AH.nl waarmee Albert Heijn een volgende stap zet in ketentransparantie. Op de wereldkaart zijn ruim 1.200 locaties te vinden waar de laatste stap in het productieproces wordt uitgevoerd voor allerlei zowel verse als niet-verse huismerkproducten. In één oogopslag zie je de verdeling van deze locaties over de wereld. Vervolgens kan op land, productgroep en leverancier gezocht worden. Albert Heijn verkoopt duizenden producten, die van duizenden producenten komen. Het volledig maken van deze kaart is dan ook een flink proces. Daarom breiden we de kaart vanaf 2020 in verschillende fases uit met herkomstgegevens van verse producten zoals groente, fruit, vlees en kip.

Bijdragen aan kringlooplandbouw De Nederlandse overheid zet in op de omschakeling naar kringlooplandbouw voor een toekomstbestendig voedselsysteem. Bij kringlooplandbouw komt zo min mogelijk afval vrij, is de uitstoot van schadelijke stoffen zo klein mogelijk en worden grondstoffen en eindproducten met zo min mogelijk verliezen benut. Onze inspanningen om ketens transparant te maken, dragen bij aan belangrijke randvoorwaarden van kringlooplandbouw: meer waardering voor voedsel en het verkleinen van de afstand tussen boer en burger.

Daar waar Albert Heijn een rol kan spelen, kan op onze inzet gerekend worden om het voedselsysteem te versterken. Zo proberen we voedsel verspilling zoveel mogelijk te voorkomen [zie H6 - Minder Voedsel verspilling], werken we samen met

We halen onze versproducten zo dichtbij als mogelijk en zo ver weg als noodzakelijk. Tien procent van de groenten, fruit en bloemen van Albert Heijn komt uit Afrika. In 2007 is de Albert Heijn Foundation opgericht om samen met onze vaste groenten-, fruit- en bloemenleveranciers in Afrika bij te dragen aan het verbeteren van de leefomstandigheden van de medewerkers van onze leveranciers.

De Albert Heijn Foundation werkt samen met ontwikkelingsorganisaties ICCO en Fair Match Support en investeert in lokale projecten zoals de bouw van woningen, het verbeteren en financieren van scholen, gezondheidzorg en economische ontwikkeling. Investeren in de toekomst van lokale gemeenschappen is voor ons een logisch onderdeel van de langdurige relaties met onze leveranciers. Omdat we ook groenten en fruit uit landen als Peru, Brazilië en Colombia importeren, is de Albert Heijn Foundation uitgebreid naar Zuid-Amerika. Het aantal projecten is toegenomen en de jaarlijkse investering van Albert Heijn in de Foundation groeit ook: van €1,4 miljoen in 2018, naar €1,8 miljoen in 2019, tot ongeveer €2,3 miljoen in 2020.

Een voorbeeld van een project uit 2019 is dat met druiven- en avocadoleverancier Don Ricardo uit Peru. Gezamenlijk gebruiken we sport om de sociale vaardigheden van jongeren in de lokale gemeenschap te verbeteren. Op zeven scholen - zowel lager als middelbaar onderwijs - worden leraren getraind om sport in te zetten om leerlingen beter te leren samenwerken, pesten tegen te gaan en het zelfvertrouwen te vergroten. Bovendien worden ouders en tieners gemobiliseerd om voetbalteams op te zetten en te begeleiden.

Albert Heijn Foundation breidt uit.

“ Met de Albert Heijn Foundation laten we al ruim 12 jaar zien dat een geïntegreerd businessmodel met compromisloze en echte aandacht voor mens, gezondheid en natuur uiteindelijk meer oplevert voor alle betrokken partijen. De cirkel is pas echt rond als zowel de mensen die de prachtige producten verbouwen, als de mensen die deze producten dag in dag uit op onze schappen vinden en daarvan genieten, allemaal telkens weer beter af zijn."

Henri Zondag, Director en voorzitter dagelijks bestuur Albert Heijn Foundation

Voedselbanken Nederland en gebruiken we restproducten als biomassa voor het opwekken van groene energie. Ook verminderen we ons grondstoffenverbruik door bijvoorbeeld bijproducten uit andere ketens (groente en fruit) te gebruiken als voer in onze Albert Heijn vlees- en zuivelketens. Lees alles over onze inzet op het gebied van kringlooplandbouw in het document ‘Voedsel Verbindt’.

Page 22: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 22

Zo transparant werden onze ketens in 2019.

De basis op orde Het certificeren van ‘risicoproducten’ zoals koffie en cacao zien wij als de basis: dit moet in ieder geval in orde zijn. De volgende risicoproducten zijn bij Albert Heijn gecertificeerd of geverifeerd:

• Cacao, koffie en thee - UTZ/Rainforest Alliance. Dit keurmerk voor arbeidsomstandigheden, milieu en natuurbehoud richt zich op de pro fessionalisering van boeren en boeren organisaties. Dit zorgt doorgaans voor een betere kwaliteit van de oogst en hogere opbrengsten van de duurzaam geteelde producten. Alle cacao, koffie en thee in onze huismerkproducten zijn gecertificeerd.

• Koffie – Klimaatneutraal Gegarandeerd. Sinds 2019 is alle Perla koffie Klimaatneutraal gecertificeerd. Om dit te bereiken is de klimaatimpact van alle Perla koffieproducten met een Lifecycle Analysis (LCA) in kaart gebracht. Vervolgens is gekeken waar in de keten de impact op het klimaat kan worden verminderd. Tot slot wordt de resterende klimaatimpact gecompenseerd.

• Palmolie – RSPO. Palmolie wordt gewonnen uit vruchten van de oliepalm. Voor grootschalige palmolieproductie kan tropisch regenwoud gekapt worden. Hierdoor kunnen leefgebieden van onder andere orang-oetans verkleind worden. Daarom koopt Albert Heijn alleen huismerk-producten in die palmolie bevatten die RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil) gecertificeerd is. RSPO is de – door NGO’s ondersteunde - duurzaamheids-standaard die door de industrie gebruikt wordt voor de duurzamere productie van palmolie. Vraag je je af waarom wij niet helemaal stoppen met het gebruik van palmolie in onze producten? Palmolie levert van alle soorten plantaardige oliën verreweg de grootste opbrengst aan olie per hectare. Daardoor is duurzaam geproduceerde palmolie de meest duurzame optie voor plantaardige olie. Wij faseren palmolie dus niet uit, maar faseren foute palmolie uit.

• Soja - RTRS. Soja wordt in grote hoeveelheden verwerkt in veevoer, bijvoorbeeld voor varkens en kippen. Om soja te kunnen verbouwen worden wereldwijd grote stukken bos, savanne en weidegebieden omgezet in soja-akkers. Ons moederbedrijf Ahold Delhaize is lid van de Roundtable on Responsible Soy (RTRS). Dit is een internationaal initiatief waarbij producenten, handelaren en verwerkers van soja samenwerken met banken en maatschappelijke organisaties om ervoor te zorgen dat soja overal ter wereld duurzaam verbouwd wordt. Soja afkomstig uit Zuid Amerika, die verwerkt wordt in onze huismerkproducten (direct of indirect via bijvoorbeeld veevoer), is daarom altijd RTRS-gecertificeerd.

• Vis- en schaaldieren - MSC/ASC & ILVO. Sommige vissoorten zijn zo zwaar bevist dat ze met uitsterven worden bedreigd. Het MSC-keurmerk garandeert dat een vis duurzaam gevangen is. Het keurmerk ASC staat voor verantwoord gekweekte vis, schaal- en schelpdieren. Omdat er geen MSC-standaard voor inktvis en rivierkreeft is ontwikkeld, laten wij het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek (ILVO) deze vissoorten beoordelen op duurzaamheids-aspecten. In de praktijk betekent dit dat al onze vis, met uitzondering van inktvis en rivierkreeft, een keurmerk heeft.

• Bloemen en planten – FSI. Albert Heijn is lid van FSI (Floraculture Sustainability Initiative). Dit is een initiatief dat leden van de internationale toeleve-ringsketen van de sierteelt samenbrengt. FSI-leden werken samen voor duurzame productie en handel van bloemen en planten. Het gezamenlijk doel is dat in 2020 90% van de bloemen en planten verantwoord geproduceerd en verhandeld wordt. Bij Albert Heijn zijn 93,3% van de bloemen en planten die wij verkopen al verantwoord geproduceerd.

• Sociale omstandigheden – BSCI. Van leveranciers die produceren in hoog risicolanden (zoals gedefinieerd door het Business Social Compliance Initiative), eist Albert Heijn altijd een BSCI-audit (of een equivalent) en certificaat. Ook dienen leveranciers van huismerkproducten de Ahold Delhaize Standards of Engagement te ondertekenen. Hiermee stellen wij minimumnormen aan leveranciers die ervoor moeten zorgen dat alle aspecten van hun ketens voldoen. Waar mogelijk ondersteunen wij leveranciers en werken we met hen samen om deze standaarden na te leven. 97% van onze leveranciers in hoog-risicolanden heeft een geldige BSCI-audit (of equivalent) op hun productie-locaties uitgevoerd.

klimaatimpact gecompenseerd.

Page 23: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 23

Als onderdeel van de due diligence-aanpak van Albert Heijn, heeft Azura - onze tomatenleverancier in Marokko – in 2019 een uitgebreide duurzaamheidsbeoordeling uitgevoerd. Met behulp van een levens-cyclusanalyse en een stakeholder-beoordeling werd gekeken naar de impact van de productie op het klimaat, werknemers en de gemeenschap. Op basis daarvan werden vijf prioriteiten bepaald voor het duurzaamheidsbeleid van Azura: watergebruik, circulariteit van afval, CO2-uitstoot, pesticiden, biodiversiteit en welzijn en veiligheid van werknemers. In de komende jaren wil Azura bijvoorbeeld CO2-neutraal worden. Azura is een van de eerste partijen met wie we deze beoordeling uitvoerden. Vanaf 2020 voeren we per jaar met zes van onze leveranciers een duurzaamheidsbeoordeling uit, waarbij de focus ligt op impact op mens en milieu.

Méér dan certificerenZoals gezegd: de certificering van risicoproducten vindt Albert Heijn de basis. Lees hier wat we nog meer doen om onze ketens zo transparant mogelijk te krijgen en daarmee risico’s te verkleinen.

Onze risico’s in kaart In 2019 publiceerden we voor het eerst onze due diligence-aanpak. Due diligence is een proces waarbij - op basis van ketentransparantie - potentiële en daadwerkelijk nadelige gevolgen voor mens en milieu worden geïdentificeerd. We identificeren niet alleen onze huidige risico’s, maar houden ook rekening met mogelijke issues die van belang zijn voor het milieu of de mensen in onze ketens. Na het in kaart brengen van de risico’s wordt een verbeterplan gemaakt om deze risico’s voortaan te voorkomen ofwel te verminderen. Hierover wordt jaarlijks een verantwoording gegeven. De uitvoering van de due diligence-aanpak is een continu traject. Door het publiceren van onze due diligence-aanpak kunnen klanten nu precies zien hoe wij met deze verantwoordelijkheid omgaan en kunnen zij met een gerust hart boodschappen doen bij Albert Heijn.

Met deze aanpak voldoet Albert Heijn aan nationale wetgeving en internationale verdragen en committeren we ons aan internationaal erkende mensenrechten-verdragen. Bovendien verminderen wij negatieve milieu-impact in onze huismerk ketens.

Wij onderschrijven de: United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights, OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de OECD-FAO Guidance for Responsible Agricultural Supply Chains.

IMVO Convenanten: Voedingsmiddelen en SierteeltConvenanten voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO-convenanten) zijn een samenwerking tussen overheid, bedrijven, vakbonden en maatschappelijke organisaties. Samen gaan ze aan de slag om risico’s op bijvoorbeeld mensenrechtenschendingen en milieuschade te beperken of te voorkomen en zo te werken aan verduurzaming van de productieketen. In ontwikkelingslanden waar sommige producten en ingrediënten vandaan komen zijn de problemen vaak zo complex dat een bedrijf in zijn eentje maar weinig kan bereiken. Partijen kunnen met deze samenwerking complexe problemen structureel aanpakken. De convenanten worden per sector afgesloten.

In 2019 ondertekende Albert Heijn het IMVO Convenant Voedingsmiddelen. Eén van de eerste afspraken waar wij ons aan hebben gecommitteerd, is dat we ons gaan inzetten voor een leefbaar loon voor arbeiders in de bananenteelt. Een leefbaar loon is een loon waarmee kosten voor voeding, onderdak, kleding, onderwijs en medische zorg voor een gezin gedekt kunnen worden, plus iets extra voor onvoorziene omstandigheden.

Steeds meer duurzaamheids-beoordelingen.

Wij streven ernaar om binnen vijf jaar het gat tussen het huidige gangbare loon en het leefbaar loon voor het totale bananen-assortiment te verminderen met ten minste 75%. Dit doen we in stappen van ten minste 10% per jaar. In de eerste fase van dit project (2019 tot 2020) wordt het gat tussen dat gangbare loon en een leefbaar loon voor het gehele bananen assortiment bepaald. Vanaf 2021 zullen we het gat stapsgewijs verkleinen. Meer informatie over dit convenant vind je op de website van de Sociaal-Economische Raad.

Naast diverse bedrijven en branche-organisaties in de sierteeltsector, is Albert Heijn op dit moment de eerste retailer die ook het IMVO Convenant voor de Sierteeltsector heeft ondertekend. Het convenant is grotendeels gericht op het uitvoeren van due diligence, verant-woordelijk gebruik van gewasbescherming en het streven richting een leefbaar loon voor werknemers in de productie van bloemen en planten. Meer informatie over dit convenant vind je op de website van de Sociaal-Economische Raad. Het ondertekenen van deze twee convenanten was voor Albert Heijn een logische stap in aanvulling op onze due diligence-aanpak.

“ Door ons due-diligenceproces brengen wij de risico’s van onze bedrijfsactiviteiten in kaart en kunnen we bepalen hoe we met deze risico’s omgaan. Het is een grote stap voor Albert Heijn om verantwoordelijkheid te nemen in onze ketens.”

Marit van Egmond, CEO van Albert Heijn

Page 24: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 24

Structurele inzet Albert Heijn voor cacaoboeren Albert Heijn heeft zich eind 2018 met ons eigen chocolademerk Delicata als eerste aangesloten bij het nieuwe ‘Open Chain’ platform, opgezet door Tony’s Chocolonely. Voor Delicata kopen wij voortaan UTZ-gecertificeerde cacao in volgens de vijf samenwerkingsprincipes van de Open Chain. Met deze werkwijze is een leefbaar inkomen voor cacaoboeren mogelijk. We zijn er trots op dat deze Delicata-repen in 2019 voor het eerst in de schappen lagen. Naast traceerbare en gecertificeerde cacaobonen betekent dit dat wij:

• Een hogere en eerlijke prijs betalen voor de cacaobonen: een eerste stap om boeren uit armoede te laten komen;

• Een lange-termijnsamenwerking hebben, zodat boeren kunnen investeren in hun toekomst;

• Boeren helpen zichzelf te organiseren zodat zij bijvoorbeeld gezamenlijk meststoffen of nieuwe planten kunnen inkopen. Maar ook om bijvoorbeeld kinderwelzijn te waarborgen binnen de gemeenschap;

• Boeren trainen op vakmanschap, zodat zij meer cacao kunnen verbouwen op hun land en het milieu tegelijkertijd wordt beschermd.

Alle Delicata pure- en melkchocolade bevat traceerbare cacaomassa. De bonen zijn ingekocht bij onze partnercoöperaties in Ghana en Ivoorkust. We kiezen er bewust voor om te werken in deze twee landen. Daar zijn de problemen het grootst en dus willen we dáár impact maken. In november 2019 hebben we de samenwerking met Socoo pacdi, een lokale coöperatie van circa 1.500 cacaoboeren in Ivoorkust, voor langere termijn vastgelegd.

Zo kunnen wij structureel bijdragen aan een beter leven voor cacao boeren. Vanaf 2020 zullen ook de Delicata-paaseitjes traceerbaar zijn. Het overzetten van de witte chocolade op Open Chain-cacao is productie technisch nog lastig, maar de verwachting is dat dit in 2021 zo ver zal zijn. “ Albert Heijn was de eerste Open Chain-partner die ervoor koos om de

problemen in de industrie aan te pakken door het merk Delicata in te kopen volgens de 5 samenwerkings principes van Tony’s Open Chain. Het vereist moed, tijd en investeringen om de cacao keten traceerbaar en transparant te maken en de 5 samenwerkingsprincipes in het productieproces te integreren. De samenwerking resulteert in een grotere impact bij de coöperaties in Ghana en Ivoorkust. Samen maken we 100% slaafvrij de norm in chocolade.”

Henk Jan Beltman, Chief Chocolate Officer, Tony’s Chocolonely

Perla Future Coffee ProjectMet de lancering van het innovatieve ‘Perla Future Coffee Project’ draagt Albert Heijn bij aan duurzamere landbouw en steun aan lokale koffieboeren.

De nieuwste toevoeging aan het assortiment, de Perla Origins Tanzania koffieboon, is het resultaat van een intensieve samenwerking met een koffie kwekerij aan de voet van de Kilimanjaro in Tanzania.

Door deze samenwerking hebben Tanzaniaanse boeren toegang tot nieuwe koffieplantjes die beter bestand zijn tegen droogte en andere gevolgen van klimaat-verandering. Hiermee garanderen wij hogere inkomsten voor de boer en koffie van een hoge kwaliteit. Meer informatie over het Perla Future Coffee Project, vind je hier.

Samen- werking met Tanzaniaanse

boeren.

Page 25: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 25

Hier staan we: gecertificeerde producten

Gecertificeerde producten IndicatorResultaat

2018Resultaat

2019Doel stelling

2020Op schema?

Thee % huismerkthee dat thee bevat dat UTZ, Rainforest Alliance of Fairtrade gecertificeerd is. 100% 100% 100%

Koffie % huismerkkoffie (Perla) dat UTZ, Rainforest Alliance of Fairtrade gecertificeerd is. 100% 100% 100%

Koffie % huismerkkoffie (Perla) dat Klimaatneutraal Gegarandeerd is - 100% 100%

Cacao % Delicata-huismerkchocolade dat cocoa uit ivoorkust en Ghana bevat die geproduceerd is volgesn de 5 principes van de Open Chain, opgezet door Tony's Chocolonley. - 69,8% 80%

Cacao % huismerkproducten die cacao bevatten die door UTZ, Rainforest Alliance of Fairtrade gecertificeerd zijn. 100% 100% 100%

Palmolie % palm- en palmpitolie in huismerkproducten die RSPO gecertificeerd (mass balance of segregated) of gecompenseerd door het inkopen van RSPO Book & Claim credits. 100% 100% 100%

Palmolie % palm- en palmpitolie in huismerkproducten die RSPO gecertificeerd zijn (Mass Balance of Segregated) 99,9% 99,6% 100%

Palmolie % palm- en palmpitolie in huismerkproducten dat gecompenseerd door het inkopen van RSPO Book & Claim Credits 0% 0,4% 0%

Hazelnoten % huismerk hazelnoten die UTZ gecertificeerd zijn. - 93,7% 95%

Soja % soja uit hoog risico landen verwerkt in onze huismerk producten of ketens, die RTRS gecertificeerd is. 100% 100% 100%

Vis en schaaldieren % verkochte huismerkvis die MSC/ASC gecertificeerd is, of beoordeeld door ILVO, of van een credible Fishery/Aquaculture In Improvement Project afkomstig is. 98,5% 100% 100%

Vis en schaaldieren % van totale visverkoop die MSC of ASC gecertificeerd is 95% 95,3% 100%

Vis en schaaldieren % verkochte huismerkvis waarvan oorspronkelijke visserij/kweekerij bekend is. 100% 100% 100%

Bloemen- en plantenstelen % bloemen- en plantenstelen dat voldoet aan FSI (Floriculture Sustainability Initiative) Basket of Standards - 93,3% 90%

Houtvezelproducten % houtvezel huismerkproducten die FSC of PEFC gecertificeerd of gerecycled zijn. 97,5% 99% 99%

Papier- en houtverpakkingen % papier- en houtverpakkingen die FSC of PEFC gecertificeerd of gerecycled zijn. - 22,3% 25%

Social Compliance % huismerk-productielocaties in hoogrisicolanden die geaudit zijn door BSCI (of equivalent) en die een valide audit report hebben. 97% 97% 97,5%

Op schema

Op weg

Niet op schema

Page 26: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 26

NatuurKoe BoerStreven naar

maximale weidegang

Weidegang voor

jongvee

Meer ruimte in de stal

In iedere stal een

koeborstel

Ruwvoer bestaat voor

minimaal 70% uit gras.

Aanvullend voer komt

uit de regio (Europa)

Grasland

grondgebonden

Afspraken over gebruik

gewasbeschermings-

middelen

Minimale

grondbewerkingen

Kruidenrijk grasland

ter bevordering van de

biodiversiteit

Vergroten vakkennis

door volgen van

workshops

Klankbordgroep met

boeren en klanten

Extra vergoeding voor

duurzaamheidseisen

Transparant en open

voor bezoek en zo

dichter bij de klant

Gebruik van

uitsluitend groene

stroom

A H . N L / D U U R Z A A M

Beter voor Koe, Natuur, Boer-programma Met ons Beter voor Koe Natuur Boer-programma werken we constant aan een duurzame zuivelketen. Albert Heijn heeft een unieke samenwerking met driehonderd Nederlandse melkveehouders die alleen voor ons produceren. Daardoor weten we precies waar de melk voor onze Albert Heijn-huismerk zuivelproducten vandaan komt en welke inspanningen ‘onze’ boeren dagelijks leveren op het gebied van dierenwelzijn, natuur en biodiversiteit. De melkstroom wordt vervolgens in een apart, gesloten proces verwerkt tot een breed assortiment aan Albert Heijn-huismerkproducten. Alle Albert Heijn Hollandse zuivel en Albert Heijn Goudse kaas is afkomstig uit deze keten. Dit gaat om 175 miljoen liter melk per jaar! Het Koe Natuur Boer-programma wordt gecertificeerd door Qlip, een onafhankelijke Nederlandse certificerende instantie.

In ons Beter voor Koe Natuur Boer-programma werken we onder andere aan:

• Dierenwelzijn Licht en ruimte in de stal, zachte ligbedden en koeborstels. Daarnaast zetten we verdere stappen op het welzijn van kalfjes zoals groepshuisvesting op stro en weidegang voor jonge dieren.

Van 2016 tot 2018 hebben Albert Heijn en Stichting Natuur & Milieu samengewerkt aan de vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor de teelt van Nederlandse groente en fruit. Voor de 27 meest schadelijke middelen hebben we onderzocht of en hoe deze vervangen kunnen worden door groene middelen en biologische bestrijding. In 2019 hebben we de resultaten geëvalueerd; uit de pilots kwamen mooie resultaten. Zo hebben we de meest schadelijke middelen bij aardbeien, bladselderij, broccoli en (cherry)tomaten kunnen vervangen door alternatieve middelen. Ook bij prei en ui kon de milieu-impact door bestrijdingsmiddelen significant worden verminderd. Bij enkele gewassen bleek de pilot niet succesvol en mislukte een oogst bij het gebruik van een alternatieve aanpak: dit gold bijvoorbeeld voor aardappe-len. Na deze succesvolle samenwerking zijn we samen met onze leveranciers begonnen met het ontwikkelen van een online registratietool voor Albert Heijn-telers. De milieu-impact wordt hier uitgerekend aan de hand van het bestrijdingsmiddelengebruik dat de teler invoert. Aan de hand van deze informatie kan Albert Heijn samen met onze telers onderzoeken hoe we de milieu-impact van bestrijdingsmiddelen nog verder kunnen reduceren.

• Natuur Speciaal bodemprogramma; door maatregelen te nemen op het bewerken van de bodem ontstaat er een rijke, gezonde bodem die CO2 uit de lucht kan binden. Daarnaast gebruiken alle melkveehouders groene stroom.

• Biodiversiteit We plaatsen bijenkorven en insectenhotels bij de melkveehouders en door gebruik van speciale zaden ontstaat een kruidenrijk grasland

• Boer We ondersteunen de melkveehouders door een premie op de melkprijs zodat zij kunnen investeren in duurzaamheid.

In 2019 zitten er al iets meer dan 34.200 melkkoeien en 16.100 pinken (eenjarige runderen) en kalfjes in het Beter voor Koe, Natuur, Boer-programma. Alle melkkoeien hebben een eigen ligplek en al het jongvee heeft ten minste drie maanden leren grazen. Voor het programma wordt meer dan 19.200 hectare gras gebruikt en melkveehouders hebben meer dan 2.435 hectare land ingezaaid met kruiden en klaver (wat ook de biodiversiteit op de weide ondersteunt).

Zo min mogelijk milieu-impact

door bestrijdings-middelen

Van 2016 tot 2018 hebben Albert Heijn en Stichting Natuur & Milieu Steeds transparantere versketensTerwijl certificering voornamelijk over houdbare producten gaat, zetten wij ons ook dagelijks in om de Albert Heijn-versketens van vlees, zuivel, groenten en fruit zo transparant mogelijk te maken. Lees hier welke resultaten dit in 2019 heeft opgeleverd.

Bekijk hier de video over ons Beter voor koe, natuur & boer programma.

Page 27: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 27

Onze eieren traceerbaar in de blockchain Zeventig Nederlandse pluimveehouders leveren jaarlijks tientallen miljoenen eieren aan Albert Heijn. Samen met hen werken we aan kwaliteit, smaak, duurzaamheid, innovatie en andere verbeteringen in de keten. Daarbij is het belangrijk dat de productieketen volledig inzichtelijk is, waardoor de vele miljoenen verkochte eieren per jaar traceerbaar zijn naar de boer. Deze transparantie bereiken we door middel van blockchain.

De productieketen van Albert Heijn-eieren met 1 ster van het Beter Leven Keurmerk (BLK) is sinds 2019 volledig inzichtelijk. Hiermee zit 66% van onze eieren al in de Blockchain. Op alle eieren staan twee unieke codes. Daarmee kunnen klanten – via www.check-je-ei.nl - precies achterhalen welke kippen de BLK 1-stereieren op welke datum hebben gelegd, welke boer er voor de dieren zorgt en wat de route is die de eieren hebben afgelegd. Komend jaar wordt de blockchain uitgebreid met eieren met 2 en 3 Beter Leven Keurmerk-sterren.

Stappen in 2019Op het gebied van ketentransparantie hebben we in 2019 een aantal mooie stappen gezet. We publiceerden de online wereldkaart waarop onze productielocaties wereldwijd te zien zijn. In 2020 breiden we de wereldkaart uit door ook onze versketens in beeld te brengen.

Dit helpt ons om onze versketens op een meer systematische manier te verbeteren; dat is beter voor mens, dier en milieu. Ook publiceerden we in 2019 onze due diligence-aanpak: dit leidt tot een hele andere manier waarop we binnen Albert Heijn naar risico’s kijken. Er is nu meer aandacht voor risico’s voor mens en milieu in onze productieketens.

In onze ambitie om zo inzichtelijk mogelijk te maken waar ons voedsel vandaan komt, hebben we dit jaar de podcastserie ‘Op ons bord’ gemaakt. In iedere aflevering van ‘Op ons bord’ gaat radiomaker, dj en presentator Justin Verkijk langs bij boeren, telers, producenten en experts om duidelijke antwoorden te krijgen op vragen die we allemaal hebben. Hij is nieuwsgierig waar zijn eten vandaan komt en wil alles weten van alternatieve teeltmethoden, kringlooplandbouw, voedselflats en het kweekvleeslab.

Wij werken met blockchain-

technologie.

Op Ons Bord-podcast.

Bekijk in deze video welke reis de eieren afleggen.

“ We willen precies weten waar verse producten vandaan komen. Alleen dan weten we zeker dat het is geproduceerd met respect voor mens, dier en milieu. Dat laten we graag zien aan onze klanten.”

Anita Scholte op Reimer, Directeur Kwaliteit & Duurzaamheid bij Albert Heijn

Page 28: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 28

Hier staan we: versketens In deze tabel een overzicht van alle huidige resultaten in onze versketens. Over veel indicatoren rapporteren we dit jaar voor het eerst. Er zijn op deze indicatoren dus geen resultaten van 2018. Vanaf volgend jaar kunnen we hier de trends weergeven. Als wij op een indicator doelstellingen hebben bepaald voor 2020, vind je die ook terug in de tabel.

Resultaten versketensVersketens Indicator Resultaat 2019 Doel stelling 2020 Op schema?

Aardappel, groente & fruit (AGF)

% huismerk AGF-producten die voldoen aan Global GAP (Goede Agrarische Productie) 98.2% 100%

% huismerk AGF-producten afkomstig uit hoog-risico landen die voldoen aan BSCI (Business Social Compliance Initiative) eisen. 97,4% 100%

% telers die onbewerkte AGF-producten levert die het AH Protocol (bestrijdingsmiddlen residue) hebben geïmplementeerd 98,8% 100%

# kilometers akkerrand ingezaaid met bloemen en kruiden door AH aardappeltelers. 20km 20km per jaar

% NL'se telers dat gebruikmaakt van online tool voor registratie bestrijdingsmiddelen (AgroVision/Teeltcentraal) 92,6% 100%

# ton CO2e-uitstoot bespaard in AGF-keten 46.462 -

Kip

% volume huismerk AH kip van onze boeren uit Nederland (langamer groeiend ras) 78,95%

Totaal 100%% volume huismerk kip met Beter Leven Keurmerk - 1 ster 15,05%

% volume huismerk kip met Beter Leven Keurmerk - 2 ster 1,19%

% volume huismerk kip met Beter Leven Keurmerk - 3 ster 4,8%

% volume huismerk vleeswaren van minimaal de AH kip van onze boeren uit Nederland 100% 100%

Konijn % volume huismerk konijn met Beter Leven Keurmerk - 1 ster 68% 100%

Varken

% volume huismerk varkensvlees met Beter Leven Keurmerk - 1 ster 97,04%

Totaal 100%% volume huismerk varkensvlees met Beter Leven Keurmerk - 2 ster 0,59%

% volume huismerk varkensvlees met Beter Leven Keurmerk - 3 ster 2,37%

Rund Lidmaatschap en bestuurslid Ahold Delhaize van Global Roundtable on Sustainable Beef Ja Ja

Eieren

% volume huismerk consumptie eieren uit AH Gesloten Keten met minimaal Beter Leven Keurmerk - 1 ster 100% 100%

% volume huismerk consumptie eieren met Beter Leven Keurmerk - 1 ster 65,8%

Totaal 100%% volume huismerk consumptie eieren met Beter Leven Keurmerk - 2 ster 11,2%

% volume huismerk consumptie eieren met Beter Leven Keurmerk - 3 ster 23%

% reductie fijnstofuitstoot (PM10) bij eigenmerk consumptie ei-stallen 65 gram PM10 per dier per jaar

75% reductie (in 2024 t.o.v. 2019)

% huismerk eieren in 'check je ei'-blockchain 65,8% 100% (in 2020)

Zuivel

# Hectares ingezaaid met kruiden en klaver via het Zuivel Gesloten Keten programma 2.435 -

# melkkoien in de Albert Heijn gesloten keten voor zuivel 34.200 -

# gigawat groene stroom op de melkveehouderij bedrijven (alle elektriciteit is vergroend) 16,2 -

% Nederlandse huismerk zuivelproducten die weidegang toepassen 72,1% -

Biologisch% van verkoop huismerkproducten dat biologisch geproduceerd is 5,8% -

# huismerkproducten dat biologisch geproduceerd is 695 -

Op schema Op weg Niet op schema

Page 29: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 29

Keten- transparantie

Dit jaar introduceerde we een digitale wereldkaart om het productieproces inzichtelijk maken.

Op de wereldkaart zijn ruim

1.200 productielocaties te vinden.

Van al onze verse groenten en fruit komt

50% uit Nederland.

30% komt uit de rest van Europa.

De Albert Heijn Foundation is uitgebreid naar Zuid-Amerika. Het aantal projecten

is hier toegenomen en de jaarlijkse investering groeit ook naar maar liefst

1,8 miljoen in 2019.

We zien het certificeren van risicoproducten als belangrijke basis. Hiervoor zijn producten als koffie, olie, soja, planten en vis

gecertificeerd door maar liefst 7 organisaties.

We publiceerden voor het eerst onze

due-dilligence aanpak.

Het Beter voor Koe, Natuur, Boer-programma zorgt voor een duurzame zuivelketen. Voor dit programma wordt meer dan 19.200 hectare gras gebruikt voor ruim 34.200 koeien en 16.100 kalfjes. Samen zorgen zij voor meer dan

175 miljoen liter melk per jaar.

Ambitie voor 2025:alle versketens van onze huismerkproducten en 20 ketens van onze houdbare producten

zijn transparant .

66% van onze eieren zitten in de Blockchain.

Page 30: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 30

8. Beter voor het klimaat. Door onze ketenpartners wordt zoveel

mogelijk groene stroom gebruikt of zij wekken zelf stroom op met zonnepanelen. Een deel van de CO2-voetafdruk van Albert Heijn is bovendien afkomstig van transport en logistiek. Samen met onze transporteurs en ook voertuig fabrikanten, energieleveranciers en onderzoeks instellingen proberen we dan ook de schoonste en efficiëntste voertuigtechniek in te zetten op de meest strategische trajecten.

We zien een stijgende vraag naar thuisbezorging en willen het leven van onze klanten zo gemakkelijk mogelijk maken. Doordat we steeds meer bezorgen, neemt het aantal kilometers dat onze klanten hoeven af te leggen af. Dat van onze bezorgers neemt echter toe. Om grote stappen voor CO2-reductie te kunnen realiseren, luchtkwaliteit te bevorderen en de leefbaarheid in steden te verbeteren, zoeken we altijd mogelijkheden om alternatieve voertuigtechnieken en brandstoffen in te zetten binnen het transport van Albert Heijn.

Tot nu toe hebben we doelstellingen geformuleerd op onze ‘Scope 1’ en ‘Scope 2’ uitstoot: onze directe uitstoot in onze winkels (bv. gasverbruik) en indirecte uitstoot bij elektraleveranciers. Albert Heijn werkt er op dit moment ook hard aan om emissie reductiedoelstellingen te formuleren op ‘Scope 3’: alle uitstoot in onze gehele productieketens. Deze doelstellingen vangen we in Science Based Targets. Het Science Based Targets Initiative, dat we in 2019 ondertekenden vanuit Ahold Delhaize, ontwikkelde een raamwerk dat helpt te specificeren hoeveel en hoe snel organisaties hun CO2-uitstoot moeten verminderen om binnen de maximale temperatuurstijging van 2˚C te blijven. Hiermee kunnen we stapsgewijs onze klimaatdoelstellingen realiseren.

We werken er hard aan om – in navolging van het klimaatakkoord - binnensteden zo snel mogelijk, zoveel mogelijk emissievrij te kunnen bevoorraden. Hiervoor zijn we echter afhankelijk van de snelheid van technische ontwikkelingen en de kosten.

In 2019 was er wereldwijd ongekend veel aandacht voor het klimaat. Ook Albert Heijn vindt het belangrijk om verantwoordelijkheid te nemen voor het duurzaam gebruiken van de hulpbronnen van onze planeet. Dat doen we door stap voor stap onze CO2-uitstoot te verlagen. Per product in onze gesloten ketens gaan we voor een zo laag mogelijke uitstoot. Zo halen we onze versproducten zo dichtbij als mogelijk. Onze Streeckgenoten zijn daarvan een goed voorbeeld: lokaal gemaakte kaas en vleeswaren die regionaal een plekje in het schap krijgen.

Emissievrij bevoorraden.

Bet

er v

oor

het

klim

aat

Wij verlagen stap voor stap onze CO2 uitstoot.

Page 31: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 31

Hoe we onze CO2-uitstoot blijven verminderen.

We verduurzamen onze winkelsWe doen er alles aan om de CO2-uitstoot van Albert Heijn zoveel mogelijk te beperken. In 2019 bouwden we 120 oude Albert Heijn-winkels om tot gloednieuwe winkels. Bovendien verduurzamen we onze koelinstallaties. De bijdrage van diverse koudemiddelen aan het broeikaseffect, wordt vergeleken op basis van het GWP (Global Warming Potential). Koudemiddel is een gasvormige stof die warmte kan

transporteren. Bij iedere winkelverbouwing stappen we over op CO2 als koudemiddel, dat – in tegenstelling tot chemische koudemiddelen – een zeer lage GWP heeft. Sinds 2010 bouwen we al onze winkels (aard)gasvrij. We hergebruiken namelijk de restwarmte uit onze koelinstallaties. Op deze manier is Albert Heijn altijd op zoek naar innovatieve technieken om ons energieverbruik te verminderen.

We verduurzamen ons transport We werken op allerlei manieren aan het reduceren van de CO2-uitstoot van ons transport. Zo gebruiken we de modernste software om de routes iedere dag weer iets efficiënter te plannen. Iedere kilometer die we niet hoeven te rijden bespaart namelijk uitstoot. Ook richt Albert Heijn innovatieve pilots op om elektrische en hybride technieken te beproeven en kansen voor opschaling vast te stellen. De resultaten van deze proeven delen we direct met diverse grote Nederlandse steden. Zo zijn zij op de hoogte van de obstakels en kansen die wij ervaren bij het emissievrij bevoorraden van de steden. We werken samen met onder andere transporteurs, voertuigfabrikanten, energieleveranciers en externe onderzoeksbureaus. Zo wordt de hele transportketen meegenomen in de transitie naar duurzaam. In 2019 resulteerde dit erin dat wij de GTL-award (geluid, trillingen en luchtkwaliteit) wonnen voor onze aanpak van geluidsoverlast en emissies bij supermarktbevoorrading. Daar zijn we trots op!

Elektrische bezorgwagens In 2019 begon Albert Heijn de boodschappen bij een deel van onze klanten in Amsterdam te bezorgen met elektrische bezorgwagens en elektrische fietsen. Van onze 700 bezorgwagens zijn er nu 25 omgebouwd van diesel naar elektrisch. De omgebouwde wagens kunnen op een volle accu ongeveer 130 kilometer rijden en maximaal zo'n 950 kilo lading meenemen. De komende jaren willen we steeds meer emissievrije voertuigen zoals deze omgebouwde bezorgwagens gaan inzetten bij de bezorging.

Bevoorrading van de (binnen)steden Niet alleen de bezorging wordt elektrisch, ook een deel van de bevoorrading van winkels in de stad. Samen met DAF Trucks, Simon Loos, Peter Appel Transport en TNO startten we in 2019 een proef of we supermarkten in de stad ook kunnen bevoorraden met elektrische trucks. We hebben daarmee een Europese primeur, want we gebruiken niet alleen volledig elektrische trucks, maar ook de eerste twee prototype plug-in-hybride trucks. Deze trucks rijden extra zuinig naar de stad en schakelen dan om naar volledig elektrisch om de winkel zonder uitstoot te bereiken. Het is ons doel om zoveel mogelijk praktijkkennis op te doen om zo vast te stellen of het in de toekomst mogelijk is om de binnensteden emissievrij te bevoorraden en op welke termijn dit mogelijk gaat zijn. De pilot wordt uitgevoerd met de subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -Innovaties in Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

In 2020 zullen wij doelstellingen formuleren voor de reductie van uitstoot in onze gehele productieketens (scope 3). Toch zetten we nu al allerlei stappen om de CO2-uitstoot in de keten steeds een beetje meer te reduceren.

Zo stapten de vervoerders van onze Chiquita-bananen in 2019 over van vrachtwagen naar boot. Reden eerder nog 40 vrachtwagens vol bananen per week vanuit Vlissingen naar Barendrecht; het grootste gedeelte van die tocht leggen de bananen nu met een binnenvaartschip af. In de laatste vier maanden van 2019 leverde dit voor het transport van bananen een besparing van 59%CO2-uitstoot op. Dat is ruim 66,5 ton CO2.

Op die manier zoeken we overal in onze productieketens naar kansen – zowel klein als groot - om CO2-uitstoot te reduceren.

CO2-reductie in de hele pro-ductieketen.

Bekijk in deze video hoe we inzetten op emissievrije bevoorrading van de binnensteden.

Page 32: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 32

1.465 zonnepanelen geplaatst. Ook startten we met de voorbereidingen voor het eerste distributiecentrum dat van gas overstapt op elektrische warmtepompen. Na de afronding in 2020 zal distributiecentrum Geldermalsen hierdoor maar liefst 475 ton CO2 minder uitstoten.

Om meer inzicht te krijgen in het energieverbruik op de distributiecentra, plaatsten we in 2019 verschillende tussenmeters die ons inzicht bieden in het energieverbruik van aparte onderdelen binnen de logistiek. Denk bijvoorbeeld aan het energieverbruik van koelinstallaties of accukamers. Hierdoor krijgen we direct inzicht in de effecten van de energiebesparende maatregelen die we doorvoeren.

Albert Heijn verkoopt sinds 2019 zes op water gekweekte slasoorten (botersla, rode en groene eikenbladsla, frisee, lollo rossa en batavia). Een voordeel van het kweken van ‘sla op water’ is dat de ecologische voetafdruk afneemt. Kweek en transport vinden namelijk geheel binnen Nederland plaats. Het hele jaar kan er sla geteeld worden in Nederland. De sla is geteeld zonder gewasbeschermingsmiddelen en zonder meststoffen te verspillen. Na de oogst (ca. 190.000 kroppen per week) wordt de sla verwerkt in ruim 1 miljoen producten (zakjes gemengde sla en maaltijdsalades) per week.

Eerste oogst ‘sla op water’.

Er moet nog veel ontwikkeld en getest worden om zero emissie transport te realiseren, maar binnen de mogelijkheden zijn we maximaal op weg.

Tot slot troffen wij in 2019 de voorbereidingen voor de BREEAM-NL In-Use-certificering van al onze distributiecentra. Dit is een instrument waarmee de duurzaamheidsprestatie van een bestaand gebouw wordt gemonitord. Het (beheer en gebruik van het) gebouw wordt op negen categorieën beoordeeld: management, gezondheid, energie, transport, water, materialen, afval, landgebruik & ecologie en vervuiling. Uit de eerste scan in 2019 bleek dat het mogelijk is om alle Albert Heijn distributiecentra, homeshopcentra en ons hoofdkantoor in 2020 te certificeren. De monitoring zal ons helpen bij het verder verduurzamen van onze distributiecentra.

Buiten de stadsmuren dringen we ook onze uitstoot terug door steeds meer op vloeibaar gas (LNG) te rijden. Bovendien onderzoeken we de mogelijkheid om op grote schaal bio-LNG te rijden; hierdoor zouden we nog meer CO2-uitstoot kunnen reduceren en in de toekomst wellicht zelfs ons eigen afval voor de productie van brandstof kunnen gebruiken.

We verduurzamen onze logistiekBinnen de logistiek heeft Albert Heijn in 2019 vele verduurzamingsmaatregelen getroffen. Zo wekken steeds meer daken van onze distributiecentra energie op. Het dak van de vershal van distributiecentrum Zaandam staat sinds 2019 vol met maar liefst 6.020 zonnepanelen en op het dak van de Ahold Delhaize Coffee Company werden

Bekijk in deze video hoe sla op water wordt gekweekt.

Page 33: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 33

‘Doe Maar Lekker Vegetarisch’-campagneDe Nationale Postcode Loterij, Albert Heijn en Unilever werkten in 2019 voor de zesde keer samen om Nederland bewuster te laten eten. Met de ‘Doe Maar Lekker Vegetarisch’-campagne willen we zoveel mogelijk mensen inspireren om wat vaker een dag geen vlees te eten. Bijna drie miljoen Nederlanders ontvingen een cadeaukaart voor vegetarische producten en het receptenboekje ‘De Vega Favorieten van Nederland’.

Met de cadeaukaart konden bij Albert Heijn verschillende vegetarische alternatieven voor vlees worden gekocht. Zo konden mensen kiezen voor een van de tien Vega Favorieten maaltijden, voor een vegetarische box met Unilever-producten of voor eeen Allerhande Vegabox.

Om de totale CO2-besparing van de campagne uit te rekenen, is de levenscyclusanalyse methode gebruikt. Door de consumptie van vleesvervangende producten gedurende de ‘Doe Maar Lekker Vegetarisch’-campagne is in drie weken in totaal 2.752 ton CO2-uitstoot bespaard. Deze uitstoot is gelijk aan de uitstoot van 3.177 vluchten naar New York!

Meer voor flexi, vega en vegan Ook goed voor de planeet: er is steeds meer vraag naar vegetarische en veganistische producten. Bijna de helft van de Nederlanders noemt zich flexitariër en eet minstens drie keer per week geen vlees bij de warme maaltijd. Dat zien we terug in onze cijfers: in 2019 steeg de omzet van onze vegetarische en veganistische producten met 24%! Meer plantaardig eten heeft een positief effect op het klimaat. Een plantaardige leefstijl vraagt onder andere minder water en graan en produceert minder CO2-uitstoot.

In lijn met het klimaatakkoord probeert Albert Heijn de klant te verleiden om meer plantaardige eiwitten te eten. We maken veganistisch eten nog toegankelijker door in onze winkels een apart schap met veganistische producten in te richten. Bovendien hangen er bij ruim 600 veganistische producten speciale schapkaartjes. Hierdoor zien klanten in één oogopslag welke artikelen vrij zijn van dierlijke ingrediënten en hoeven ze de ingrediëntenlijsten niet meer af te speuren.

Zoveel CO2 bespaarden we in 2019.We zijn er trots op dat onze totale CO2-uitstoot dit jaar wederom flink is gedaald. De CO2-uitstoot van Albert Heijn zakte van 272 kg CO2 per m2 verkoopoppervlak in 2018 naar 231 kg in 2019. In 2008 startten we met het meten van onze CO2-uitstoot reductie. In 2019 is onze CO2-uitstoot ten opzichte van 2008 al gereduceerd met 48%. Dat betekent dat we onze ambitie voor 2020 al in 2019 hebben behaald! Ook de GWP-waarde (Global Warming Potential) van onze koelinstallaties is in 2019 sterk gedaald.

In 2019 hebben we hard gewerkt aan het beperken van onze CO2-uitstoot in onze winkels (bv. gasverbruik, scope 1) en indirecte uitstoot bij elektraleveranciers (scope 2). In 2020 werken we er verder aan om ook in scope 3 (alle uitstoot in onze ketens) de uitstoot te beperken.

Dat houdt in dat we met al onze ketenpartners zullen samenwerken om te zien waar we uitstoot kunnen beperken. Op weg naar Zero Emissie stedelijke distributie hebben we in 2019 wat betreft transport belangrijke stappen gezet: zowel op het gebied van luchtkwaliteit als op klimaat hebben we de beschikbare alternatieve brandstoffen en innovaties zoveel mogelijk getest (elektrisch) en uitgerold (LNG). Voor onze reeds jaren-lange inzet als voortrekker met innovaties in duurzaam transport ontvingen we in 2019 de GTL Award. Er moet nog veel ontwikkeld en getest worden om zero emissie transport te realiseren, maar binnen de mogelijkheden zijn we maximaal op weg.

Minder vlees eten heeft een

positief effect op het klimaat.

Energieverbruik & CO2-uitstoot

Kg CO2 uitstoot per m2 verkoopoppervlak kWh energie verbruik per m2 verkoopoppervlak

2016 2017 2018 2019

700

600

500

400

300

200

100

0

GWP waarde

Gemiddelde GWP waarde koelinstallatie Gemiddelde GWP waarde lekkages

2016 2017 2018 2019

2.000

1.500

1.000

500

0

Page 34: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 34

Beter voor het klimaat

25 bezorgwagens zijn omgebouwd van diesel naar elektrisch.

Bestel op ah.nlBestel op ah.nl

Op het dak van het distributiecentrum Zaandam zijn er

6.020 zonnepanelenbijgeplaatst.

Onze CO2-uitstoot ten opzichte van 2008 is

gereduceerd met 48%.

120 Albert Heijn winkels

zijn omgebouwd tot gloednieuwe winkels,waarbij is overschakeld op ledverlichting en

verduurzaamde koelinstallaties.

20082019

Het verduurzamen van onze logistiek zorgt voor een CO

2-reductie van maar liefst

475 ton per jaar.

De vervoerders van Chiquita-bananen zijn overgestapt van vrachtwagen naar boot.

Dit leverde een besparing van

59% CO2-uitstoot op!

Tijdens de ‘Doe-maar-lekker-vegetarisch’-campagne is de consumptie van vleesvervangers toegenomen, waardoor maar

liefst 2.752 ton CO2-uitstoot is bespaard.

Page 35: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 35

9. Albert Heijn kijkt vooruit.

Eten van alle kanten belichtenIn 2019 hebben we hard gewerkt om onze eier- en zuivelketens inzichtelijk te maken. We hebben contact met alle schakels in de keten, weten waar onze eieren en zuivel vandaan komen en maken deze informatie toegankelijk voor onze klanten. De inzichten die we daarbij opdoen, zetten we in 2020 in bij het inzichtelijk maken van onze andere ketens. Zo blijven we nieuwe kennis in de praktijk brengen.

Naturalis en Albert Heijn onderzoeken samen biodiversiteit Een tweede mooie ontwikkeling is de langdurige samenwerking met Naturalis Biodiversity Center die in 2020 van start gaat. We zien dat het onderwerp biodiversiteit meer en meer leeft in Nederland. Vandaar dat we bijenhotels neerzetten, akkerranden inzaaien en afspraken maken op het gebied van biodiversiteit met onze telers en boeren. We vinden het belangrijk dat Naturalis hier meer onderzoek naar kan doen; ook wij hebben behoefte aan meer diepgaande kennis over biodiversiteit. Daarom maken we het de komende

vijf jaar mogelijk een promovendus aan te stellen binnen Naturalis om die kennis op te doen. We kijken er naar uit te zien welke kruisbestuiving er tussen de wetenschap en de praktijk zal plaatsvinden.

Bewuste keuzes over klimaatKlimaatverandering is een steeds belangrijker onderwerp. In dit verslag lees je hoe we ons in 2019 hebben ingezet om onze CO2-uitstoot te reduceren, bijvoorbeeld door verduurzaming van onze winkels en transport. Volgens ons zijn volgende stappen in dit proces de reductie van CO2-uitstoot in onze productieketens (scope 3) en bewustwording creëren bij de klant. We besteden al veel aandacht aan bewustzijn op de thema’s gezondheid en voedselverspilling. Dit bewustzijn willen we ook rond CO2-uitstoot creëren. We gaan dan ook steeds meer communiceren over de klimaatimpact van verschillende producten bij Albert Heijn. We hopen dat klanten in de nabije toekomst de CO2-uitstoot op de labels van hun favoriete producten kunnen vinden.

Bij publicatie van dit duurzaamheidsverslag is het nieuwe jaar al ruim van start. Dat betekent dat we bij Albert Heijn niet alleen terug- maar ook juist vooruitkijken. We verheugen ons op een jaar waarin Albert Heijn zich weer collectief inzet voor onze missie: alle ingrediënten leveren voor een beter leven voor iedereen. Dit sluit natuurlijk aan bij de onlangs gepubliceerde Gezondheids- en Duurzaamheidsambities van ons moederbedrijf Ahold Delhaize. Hieronder delen we een aantal projecten en plannen voor 2020 die daaraan bij zullen dragen.

“ Als we gezamenlijk andere keuzes gaan maken en het elke dag een beetje beter doen, dan valt er volgens mij nog een enorme winst te behalen."

Anita Scholte op Reimer, Directeur Kwaliteit & Duurzaamheid bij Albert Heijn

AH k

ijkt

voor

uit

Bekijk in deze video hoe we ons inzetten voor biodiversiteit en insecten.

Page 36: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 36

10. Over dit verslag. In 2019 maakte Albert Heijn een

belangrijke stap in de professionalisering van onze duurzaamheidsverslaggeving. Eerdere jaren schreven we dit verslag nog naar eigen inzicht, maar vanaf dit jaar houden we hierbij de GRI-standaard aan. Het Initiative (GRI) is een internationale organisatie die de standaard voor duurzaamheidsverslaggeving opstelt. Ons moederbedrijf Ahold Delhaize maakt al langer gebruik van deze standaard.

Het aanhouden van de GRI-standaard resulteert erin dat we onze overkoepelende ambities hebben omgezet in specifiekere prestatie indicatoren per pijler. Omdat we voor enkele onderwerpen in 2019 voor het eerst metingen hebben uitgevoerd, is hiervoor (nog) geen vergelijkingsmateriaal met eerdere jaren. We zien 2019 dan ook als een mooi startpunt voor onze toekomstige duurzaamheidsverslaglegging.

Dit duurzaamheidsverslag is opgesteld in overeenstemming met de GRI Standards kernachtige versie (Core). Achterin dit verslag vind je de GRI Content Index met daarin verwijzingen waar je de resultaten in Albert Heijn’s Duurzaamheidsverslag 2019 terugvindt.

Duurzaamheid is een heel breed begrip, daarom maken we bewust keuzes in de onderwerpen waar we ons op richten. Dit doen we door te luisteren naar verschillende belanghebbenden en door binnen Albert Heijn de discussie aan te gaan over waar onze impact zit en wat van belang is voor de continuïteit van ons bedrijf.

Dit is het derde duurzaamheidsverslag van Albert Heijn, voor het jaar van januari tot en met december 2019. We geven dit jaarlijks uit. Het verslag over 2018 is op 18 april 2019 gepubliceerd.

GRI-vuurdoop.

Onze materiële onderwerpen.Door deze externe en interne belangen goed tegen elkaar af te wegen bepalen we de onderwerpen waar we ons vooral op richten, de zogeheten materiële onderwerpen. Deze onderwerpen hebben we geclusterd in vijf thema’s, die ook als indeling voor dit duurzaamheidsverslag zijn gebruikt.

Gezonde leefstijl

Minder verpakkingen

Minder voed-selverspilling

Keten- transparantie

Beter voor het klimaat

Gezonde producten Reductie Preventie in

de winkel Certificering CO2-uitstoot

Ondersteuning gezonder eten Recyclebaarheid

Gebruik van overgebleven producten

TransparantieVeganistische en vegetarische producten

Preventie thuis Mensenrechten

Dierenwelzijn

Ontbossing

Ove

r di

t ve

rsla

g

Gezonde leefstijl

Minder verpakkingen

Minder voedsel-

verspillingBeter voor het

klimaatKetentrans-

parantie

Page 37: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 37

GRI content index. O

ver

dit

vers

lag

GRI 102 Algemene informatievoorziening

GRI Standaard Informatie Beschrijving Pagina en/of informatie

GRI 102: Algemene informatie-voorziening 2016

102-1 Naam van de organisatie 4

102-2 Activiteiten, merken, producten en/of diensten 4

102-3 Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie 4

102-4 Locatie van werkzaamheden 4

102-5 Eigendomsstructuur en de rechtsvorm 4

102-6 Afzetmarkten 4

102-7 Omvang van de organisatie 4, 5

102-8 Informatie over werknemers en andere uitvoerende personen 5

a. Totaal aantal werknemers naar type arbeidscontract (vast en tijdelijk), naar geslacht 31.540 mensen met vast contract (52,6% vrouw, 47,4% man), 57.836 mensen met tijdelijk contract (54,7% vrouw, 45,3% man)

b. Totaal aantal werknemers naar type arbeidscontract (vast en tijdelijk), naar regio We splitsen Nederland niet verder op in regio's

c. Aantal werknemers naar soort werk (fulltime en parttime), naar geslacht 7.525 mensen werken fulltime (25% vrouw, 75% man), 81.851 mensen werken parttime (56% vrouw, 44% man)

d. Of een significant deel van de activiteiten worden uitvoerd door arbeiders die niet in dienst zijn. Er wordt beperkt gebruik gemaakt van externe partijen zoals consultants

e. Sigificante schommelingen in deze aantallen, zoals bijvoorbeeld seizoenarbeid Geen sterke schommelingen

f. Uitleg hoe deze data zijn samengesteld, inclusief toelichting op eventuele onderliggende aannames Samengesteld op basis van eigen personeelbestand. Fulltime is vanaf 0,8 FTE.

102-9 Toeleveringsketen 20

102-10 Significante veranderingen in de organisatie en de toeleveringsketen 3, 4, 24

102-11 Uitleg over de toepassing van het voorzorgsprincipe 30

102-12 Externe initiatieven

Sustainable Development Goals, IMVO-convenant Voedingsmiddelen, IMVO-convenant Sierteeltsector, Science Based Targets initiative, United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights, OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen, OECD-FAO Guidance for Responsible Agricultural Supply Chains, de 5 samenwerkingsprincipes van Tony’s Chocolonely Open Chain, Samen Tegen Voedselverspilling, Green Protein Alliance, Het Plastic Pact NL, Ellen MacArthur Foundation, Week Zonder Vlees, Doe Maar Lekker Vegetarisch (via Nationale Postcode Loterij), Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek, Nationaal Preventieakkoord, Klimaatakkoord, Gezond010: het akkoord.

Page 38: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 38

Ove

r di

t ve

rsla

g

GRI 102 Algemene informatievoorziening

GRI Standaard Informatie Beschrijving Pagina en/of informatie

GRI 102: Algemene informatie-voorziening 2016

102-13 Lidmaatschappen van verenigingen CBL, Detailhandel Nederland, GS1, Foodpolicy.

Strategie

102-14 Verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde 3

Ethiek en integriteit

102-16 Waarden, principes, standaarden en gedragscodes 4

Bestuursstructuur

102-18 Bestuursstructuur 7

Stakeholder betrokkenheid

102-40 Lijst van groepen belanghebbenden 5, 6

102-41 Collectieve arbeidsovereenkomst 100%

102-42 Inventarisatie en selectie van belanghebbenden 6

102-43 Aanpak voor de benadering van belanghebbenden 6

102-44 Voornaamste onderwerpen en belangen van de belanghebbenden 6

Verslagprofiel

102-45 Bedrijfsonderdelen die zijn inbegrepen in het financiele verslag 4

102-46 Uitgangspunten voor het bepalen van de inhoud en de afbakening per onderwerp 4

102-47 Opsomming van materiele onderwerpen 36

102-48 Herformulering van eerder verstrekte informatie Er zijn geen herformuleringen geweest.

102-49 Veranderingen in verslaglegging 36

102-50 Verslagperiode 36

102-51 Datum van het meest recente verslag 36

102-52 Verslagleggingscyclus 36

102-53 Contactpunt voor vragen over het verslag 40

102-54 Claim om in overeenstemming met GRI standards te rapporteren 36

102-55 GRI inhoudsopgave / content index 37-39

102-56 Externe controle Dit duurzaamheidsverslag is niet gecontroleerd door een externe accountant.

Page 39: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Steeds een beetje beter Over AH Duurzaamheidspijlers Gezonde leefstijl Verpakkingen Voedselverspilling Ketentransparantie Beter voor het klimaat AH kijkt vooruit Over dit verslag 39

Ove

r di

t ve

rsla

g GRI 103 Gezonde leefstijl GRI 103: Management aanpak 2016

Informatie Beschrijving Pagina en/of informatie

103-1 Verklaring en afbakening van het materiele onderwerp 9

103-2 Management aanpak van dit onderwerp 9

103-3 Evaluatie van de management aanpak 11

AHKPI1 Vermindering van specifieke ingrediënten 11, 12

AHKPI2 Groei in aantal gezonde producten 11, 12

GRI 103 Minder voedselverspilling GRI 103: Management aanpak 2016

Informatie Beschrijving Pagina en/of informatie

103-1 Verklaring en afbakening van het materiele onderwerp 13

103-2 Management aanpak van dit onderwerp 13

103-3 Evaluatie van de management aanpak 15

AHKPI3 Intensiteit van voedselverspilling (t/€ 1 mln) 15, 16

GRI 103 Minder verpakkingen GRI 103: Management aanpak 2016

Informatie Beschrijving Pagina en/of informatie

103-1 Verklaring en afbakening van het materiele onderwerp 17

103-2 Management aanpak van dit onderwerp 17

103-3 Evaluatie van de management aanpak 18

AHKPI4 Reductie van verpakkingsmateriaal in kg 19

GRI 103 Beter voor het klimaat GRI 103: Management aanpak 2016

Informatie Beschrijving Pagina en/of informatie

103-1 Verklaring en afbakening van het materiele onderwerp 30

103-2 Management aanpak van dit onderwerp 30

103-3 Evaluatie van de management aanpak 33

305-4 Intensiteit van broeikasgasemissies 33

305-5 Vermindering van broeikasgasemissies 33, 34

GRI 103 Voedselketentransparantie GRI 103: Management aanpak 2016

Informatie Beschrijving Pagina en/of informatie

103-1 Verklaring en afbakening van het materiele onderwerp 20

103-2 Management aanpak van dit onderwerp 20

103-3 Evaluatie van de management aanpak 27

AHKPI5 Gecertificeerde producten 25

AHKPI6 Resultaten versketens 28

Page 40: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

In dit verslag Voorwoord Over Albert Heijn Duurzaamheidsbeleid Albert Heijn kijkt vooruit Over dit verslag Albert Heijn Duurzaamheidsverslag 2019 40

Heeft u naar aanleiding van dit duurzaam-heidsverslag nog vragen over ons duurzaamheidsbeleid? Neemt u dan vooral telefonisch contact op met onze klantenservice via: 0800-0308. Wij zijn bereikbaar van maandag t/m zaterdag van 07:30 tot 23:00 uur.

Albert Heijn, Provincialeweg 11, 1506 MA, Zaandam, ah.nl

Creatie: AH Studio & The MindOffice

Tekst: The Terrace

De informatie in dit verslag dient slechts voor algemene informatieve doeleinden en de verstrekte informatie is niet bedoeld als advies in concrete gevallen. Hoewel Albert Heijn grote zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van dit verslag en daarbij gebruik maakt van bronnen die betrouwbaar geacht worden, kan Albert Heijn niet instaan voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de geboden informatie. Fouten kunnen niet altijd voorkomen worden. Albert Heijn wijst iedere aansprakelijkheid ten aanzien van de juistheid, volledigheid, actualiteit van de geboden informatie in dit verslag uitdrukkelijk van de hand. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten worden ontleend aan de in dit verslag aangeboden informatie.

Albert Heijn behoudt zich alle intellectuele eigendomsrechten en andere rechten voor met betrekking tot alle op of via deze website aangeboden informatie (waaronder alle teksten, grafisch materiaal en logo’s). Het is niet toegestaan deze informatie te kopiëren, te downloaden of op enigerlei wijze openbaar te maken, te verspreiden of te verveelvoudigen zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Albert Heijn of de oorspronkelijk rechthebbende.

Page 41: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

AbuDhabiCopenhagenCotonouLondonLuandaSanJoséSana’aZagrebAbujaColomboDakarLjubljanaLuxembourgSanFranciscoSantiagoDeChileWellingtonAccraChicagoDamascusLisbonMadridRomeSantoDomingoWashingtonAddisAbabaCaracasDarEsSalaamLimaManilaRiyadhSaoPauloWarsawAlgiersCapeTownDhakaKuwaitMaputoRioDeJaneiroSarajevoVilniusAmmanCanberraDohaKualaLumpurMexi

De OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen Nederlandse vertaling, versie 2011

Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen

Aanbevelingen voor verantwoordondernemen in een mondiale context

Page 42: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

2 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

De OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen zijn oorspronkelijk opgesteld in de twee officiële talen van de OESO, het Engels en het Frans. Deze vertaling is opgesteld door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (in 2011) ten behoeve van het Nederlandstalig bedrijfsleven en diens (Nederlandstalige) belanghebbenden. Bij twijfel over de juistheid van de Nederlandse vertaling of over de interpretatie van deze tekst prevaleren de officiële teksten boven deze Nederlandse tekst. Voor eventuele vragen kunt u zich richten tot het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen via www.oesorichtlijnen.nl

Page 43: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

De OESO-richtlijnen zijn in Nederland belangrijk: ze maken duidelijk wat de Nederlandse overheid van bedrijven verwacht op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) bij het internationaal zakendoen. Ze bieden handvatten voor bedrijven om met kwesties om te gaan zoals ketenverantwoordelijkheid, mensenrechten, kinderarbeid, milieu en corruptie. Hiermee vormen de OESO-richtlijnen het uitgangspunt voor het Nederlandse internationaal MVO-beleid.

Het doel van deze Nederlandse vertaling is om de OESO-richtlijnen toegankelijker te maken voor het Nederlandstalig bedrijfsleven en andere Nederlandstalige stakeholders die de Richtlijnen beter willen begrijpen en deze willen toepassen in hun organisatie.

In 2011 zijn de OESO-richtlijnen (opgesteld in 1976, en eerder herzien in 2000) aangepast aan de laatste ontwik-kelingen op het gebied van internationaal MVO en keten verantwoordelijkheid, zoals de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. De Richtlijnen worden momenteel onderschreven door 44 landen. Hiermee zijn ze de enige door overheden onderschreven MVO-richtlijnen voor internationaal ondernemen en het enige kader dat een geschillenbeslechtingssysteem bevat.

Dit geschillenbeslechtingssysteem wordt gevormd door de Nationale Contactpunten (NCP). Nederland beschikt, net als elk ander land dat de OESO-richtlijnen onderschrijft, over een Nationaal Contactpunt dat twee belangrijke taken heeft:• BedrijvenbekendmakenmetdeOESO-richtlijnenende

toepassing ervan bevorderen;• Behandelenvanmeldingenvanpersonen,maatschappe-

lijke organisaties en bedrijven die een meningsverschil hebben over de toepassing van de Richtlijnen.

Over het Nederlandse NCPDe Nederlandse regering heeft gekozen voor een onafhan-kelijk NCP dat zelf verantwoordelijk is voor zijn werkwijze en besluitvorming, in lijn met de procedurele aanwijzingen in de OESO-richtlijnen. De minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking is politiek eindverantwoordelijk voor het functioneren van het NCP.

Het Nederlandse NCP bestaat uit vier onafhankelijke leden en wordt ondersteund door vier ambtelijke adviserende leden namens de ministeries van Buitenlandse Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken. Het NCP heeft een secretariaat dat is gevestigd bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het NCP onderhoudt regelmatig contact met de belangrijk-ste stakeholders. In Nederland zijn deze vertegenwoordigd door VNO-NCW (het bedrijfsleven), FNV (de vakbeweging) en OECD Watch (verenigde maatschappelijke organisaties).

De richtlijnen en tools onlineOp www.oesorichtlijnen.nl vindt u uitgebreide informatie over de OESO-richtlijnen en de werkwijze van het Nederlandse NCP. Hier vindt u ook praktijkvoorbeelden en tools die tonen hoe u de Richtlijnen kunt toepassen.

Meer weten?Wilt u meer weten over de OESO-richtlijnen of het Nederlandse NCP? Neem dan contact op via [email protected] of 070-348 4200.

Inleiding bij de Nederlandse vertaling van de OESO-richtlijnen

Page 44: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

4 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

Page 45: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 5

Deel 1: OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 6Voorwoord 6I. Begrippen en uitgangspunten 8II. Algemene beginselen voor bedrijfsbeleid 10III. Informatieverstrekking 15IV. Mensenrechten 17V. Werkgelegenheid en arbeidsverhoudingen 20VI. Milieu 24VII. Bestrijding van corruptie, omkopingsverzoeken, en afpersing 27VIII. Consumentenbelangen 29Ix. Wetenschap en technologie 32Ix. Mededinging 33xI. Belastingen 35

Deel 2: Implementatieprocedures voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 38Besluit van de OESO-raad 38Procedurele aanwijzingen 40I. Nationale Contactpunten 40II. Investeringscomité 41Toelichting op de implementatieprocedures voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 43I. Procedurele aanwijzingen voor de NCP’s 43II. Toelichting op de Procedurele Aanwijzingen voor het Investeringscomité 48

Inhoudsopgave

Page 46: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

6 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

1. De OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (de Richtlijnen) zijn aanbevelingen die door de regeringen aan multinationale ondernemingen worden gedaan. De Richtlijnen hebben tot doel te waarborgen dat de activiteiten van multinationale ondernemingen in overeenstemming met het overheidsbeleid zijn, het wederzijds vertrouwen tussen ondernemingen en de samenlevingen waarin zij actief zijn te verstevigen, het investeringsklimaat voor buitenlandse ondernemingen te verbeteren en de bijdrage van multinationale ondernemingen aan duurzame ontwikkeling te vergroten. De Richtlijnen zijn een onderdeel van de OESO-Verklaring inzake internationale investeringen en multinationale ondernemingen, waarvan de andere onderdelen betrekking hebben op nationale behande-ling, tegenstrijdige verplichtingen voor ondernemingen en stimuli en belemmeringen voor internationale investeringen. De Richtlijnen bevatten juridisch niet-bin-dende beginselen en normen voor verantwoord ondernemen, in overeenstemming met de van toepas-sing zijnde wetgeving en internationaal erkende normen. Echter, de landen die de Richtlijnen onderschrij-ven gaan een bindende verplichting aan hen te imple-menteren in overeenstemming met het Besluit van de Raad inzake de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Voorts kunnen onderwerpen in de Richtlijnen ook gedekt worden door nationaal recht of internationale verplichtingen.

2. Het internationale bedrijfsleven heeft ingrijpende structurele wijzigingen ondergaan en ook de Richtlijnen zijn aangepast om deze veranderingen te weerspiegelen. Met de komst van de diensten- en kennisintensieve economie en de expansie van de interneteconomie spelen diensten- en technologieondernemingen een steeds belangrijker wordende rol op de internationale markt. Grote ondernemingen nemen nog steeds het

leeuwendeel van de internationale investeringen voor hun rekening, en grootschalige internationale fusies zijn een trend. Tegelijkertijd zijn echter ook de buitenlandse investeringen door kleine en middelgrote ondernemin-gen toegenomen, en spelen deze bedrijven inmiddels een belangrijke rol op het internationale toneel. Multinationale ondernemingen zijn, net als de nationaal opererende, in de loop der tijd met allerlei samenwer-kingsconstructies en organisatievormen gaan werken. Strategische allianties en nauwere relaties met leveran-ciers en onderaannemers doen de grenzen van de onderneming steeds verder vervagen.

3. De snelle veranderingen in de structuur van multinatio-nale ondernemingen worden ook zichtbaar in hun activiteiten in ontwikkelingslanden, waar rechtstreekse buitenlandse investeringen sterk zijn toegenomen. Terwijl multinationale ondernemingen zich voorheen met name richtten tot de primaire productie en de extractieve (mijnbouw) industrie, zien we dat ze nu gediversifïeerdere activiteiten ontplooien, zoals fabri-cage, assemblage, marktontwikkeling en dienstverlening. Een andere belangrijke ontwikkeling is de opkomst van multinationale ondernemingen uit ontwikkelingslanden als grote, internationale investeerders.

4. Als gevolg van de internationale handels- en investe-ringsactiviteiten van multinationale ondernemingen zijn de banden tussen de landen en de regio´s van de wereld versterkt en geïntensifieerd. Deze activiteiten leveren zowel landen van herkomst als gastlanden aanzienlijke voordelen op. Voordelen die worden versterkt wanneer multinationale ondernemingen de producten en diensten waar de consumenten om vragen tegen concurrerende prijzen leveren en wanneer ze de kapitaalverschaffers een redelijk rendement bieden. Hun handels- en investeringsactiviteiten dragen bij tot een

Deel 1: OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingenAanbevelingen voor verantwoord ondernemen in een mondiale context

Voorwoord

Page 47: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 7

efficiënte aanwending van kapitaal, technologie, mensen en natuurlijke rijkdommen. Ze bevorderen de overdracht van technologische kennis tussen de verschillende delen van de wereld en de ontwikkeling van technologieën die op lokale omstandigheden zijn afgestemd. Door middel van geïnstitutionaliseerd onderwijs en training tijdens het werk bevorderen ondernemingen ook de ontwikkeling van het menselijk kapitaal en de creatie van werkgelegenheid in de gastlanden.

5. De aard, omvang en snelheid van de economische veranderingen vormen nieuwe strategische uitdagingen voor ondernemingen en iedereen die daarbij betrokken is. Multinationale ondernemingen hebben de mogelijk-heid om een beleid ten aanzien van goed gedrag te implementeren ten behoeve van duurzame ontwikkeling waarin de samenhang tussen de economische, ecologi-sche en sociale doelen gewaarborgd is. Multinationale ondernemingen zijn hiertoe des te beter in staat wanneer de handels- en investeringsactiviteiten plaatsvinden in een context van een open, competitieve en passend gereglementeerde markt.

6. Veel multinationale ondernemingen hebben aange-toond dat inachtneming van strenge gedragsnormen bevorderlijk is voor de groei. De markt wordt tegenwoor-dig gekenmerkt door een intense concurrentie en multinationale ondernemingen worden geconfronteerd met een veelheid aan parameters op juridisch, sociaal en reglementair vlak. In die context kunnen ondernemingen soms in de verleiding komen om bepaalde relevante principes en normen te negeren in de hoop hiermee een concurrentievoordeel te behalen. Dergelijke praktijken van enkelen kunnen de reputatie van velen in gevaar brengen en tot onrust bij het publiek leiden.

7. Een groot aantal ondernemingen heeft als reactie op deze maatschappelijke onrust interne programma’s, procedures en managementsystemen ontwikkeld om hun inzet voor goed burgerschap, goede praktijken, verantwoord ondernemen en goed werknemersgedrag kracht bij te zetten. Sommige hebben de hulp van advies-, controle- en certificatiebureaus ingeroepen om aan de opbouw van expertise op dit vlak bij te dragen. Ondernemingen hebben ook een maatschappelijke discussie bevorderd over wat nu precies verantwoord ondernemen is en hebben met belanghebbenden gewerkt, waaronder in het kader van multi-stakeholder initiatieven, om sturing voor verantwoord ondernemen te ontwikkelen. De Richtlijnen geven de gezamenlijke verwachtingen die de onderschrijvende regeringen ten aanzien van het gedrag van ondernemingen koesteren weer en vormen tegelijkertijd een referentiepunt voor ondernemingen en andere belanghebbenden. Aldus zijn

de Richtlijnen zowel een aanvulling als een versterking van private initiatieven om gedragsregels van verantwoord ondernemen te definiëren en in praktijk te brengen.

8. Regeringen werken met elkaar en andere actoren samen om het internationaal juridisch en beleidsmatig kader waarbinnen ondernemingen hun activiteiten ontplooien, te versterken. De start van dit proces kan herleid worden naar het werk van de Internationale Arbeidsorganisatie in het begin van de 20e eeuw. De totstandkoming van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens door de Verenigde Naties is een andere mijlpaal. Dit werd vervolgd met de continue ontwikkeling van normen die relevant zijn voor vele deelgebieden van verantwoord ondernemen – een proces dat tot de dag van vandaag voortduurt. De OESO draagt op belangrijke wijze bij aan dit proces door de ontwikkeling van normen in relatie tot bijvoorbeeld het milieu, de bestrijding van corruptie, consumentenbelangen, corporate governance en belastingen.

9. Het gezamenlijke doel van de regeringen die de Richtlijnen onderschrijven is het stimuleren van de positieve bijdragen die multinationale ondernemingen aan economische, ecologische en sociale vooruitgang kunnen leveren, alsmede het minimaliseren van de problemen waartoe hun activiteiten kunnen leiden. Om dit doel te bereiken werken de regeringen samen met ondernemingen, vakbonden en andere niet-gouverne-mentele organisaties die op hun manier naar hetzelfde einddoel werken. Regeringen kunnen hiertoe bijdragen door in hun land een effectief beleidskader te scheppen, gericht op een stabiel macro-economisch beleid, een niet discriminerende behandeling van ondernemingen, adequate regelgeving en toezicht, een onpartijdig rechtssysteem en een efficiënte, integere overheid. Ook kunnen regeringen helpen door de toepassing en bevordering van passende normen en maatregelen die een duurzame ontwikkeling ondersteunen, en de doorvoering van hervormingen om de efficiëntie en de doelmatigheid van de activiteiten van de overheidssector te waarborgen. De regeringen die de Richtlijnen onder-schrijven hebben zich verbonden te werken aan een voortdurende verbetering van het binnenlandse en internationale beleid, teneinde het welzijn en de levensstandaard van alle mensen te verhogen.

Page 48: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

8 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

1. De Richtlijnen zijn aanbevelingen die door de regeringen gezamenlijk worden gedaan aan multinationale ondernemingen. Ze bevatten beginselen en normen voor goed gedrag, in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving en internationaal erkende normen. Inachtneming van de Richtlijnen door ondernemingen is vrijwillig en niet rechtens afdwingbaar. Dat neemt niet weg dat sommige onderwerpen die gedekt worden door de Richtlijnen ook gereguleerd kunnen worden door nationale wetgeving of internationale verplichtingen.

2. Naleving van nationale wetgeving is de eerste verplichting van ondernemingen. De Richtlijnen zijn noch een substituut voor nationale wetgeving, noch kunnen zij gezien worden als de nationale wetgeving en normen terzijde stellend. Hoewel de Richtlijnen op veel gebieden verder gaan dan de wet, dienen zij niet en zijn zij niet bedoeld om ondernemingen in situaties te doen belanden waarin zij met tegenstrijdige verplichtingen worden geconfronteerd. Echter, in landen waarin nationale wetgeving en normen conflicteren met de principes en normen van de Richtlijnen moeten onderne-mingen manieren zien te vinden om deze principes en normen zo goed mogelijk in acht te nemen zonder in strijd met nationale wetgeving te handelen.

3. Aangezien multinationale ondernemingen over de hele wereld actief zijn, behoort internationale samenwerking op dit gebied zich tot alle landen uit te strekken. De regeringen die de Richtlijnen onderschrijven, moedigen ondernemingen die op hun grondgebied werkzaam zijn aan om de Richtlijnen na te leven overal waar zij actief zijn, zulks met inachtneming van de bijzondere omstandighe-den in elk gastland.

4. Een nauwkeurige definitie van het begrip multinationale ondernemingen is in het kader van de Richtlijnen niet noodzakelijk. Zulke ondernemingen zijn actief in alle sectoren van de economie. In het algemeen zijn het ondernemingen of andere entiteiten die in meerdere landen gevestigd zijn en zodanig met elkaar verbonden zijn dat ze hun activiteiten op verschillende manieren met elkaar kunnen afstemmen. Hoewel een of meer van deze entiteiten een belangrijke invloed op de activiteiten van de andere kan uitoefenen, kan de mate van autono-mie binnen de onderneming van de ene multinational tot de andere sterk variëren. De onderneming kan particulier eigendom, staatseigendom of een mengvorm daarvan zijn. De Richtlijnen zijn bedoeld voor alle onderdelen van multinationale ondernemingen (moedermaatschappij en/of lokale vestigingen). In

overeenstemming met de feitelijke verdeling van de verantwoordelijkheden worden de verschillende bedrijfsonderdelen geacht samen te werken en elkaar te helpen om de inachtneming van de Richtlijnen te bevorderen.

5. De Richtlijnen hebben niet tot doel verschillen in behande-ling tussen multinationale en nationale ondernemingen in het leven te roepen: zij beschrijven goed gedrag voor alle ondernemingen. Dit betekent dus dat van multina-tionale en nationale bedrijven hetzelfde gedrag wordt verwacht in alle situaties waarin de Richtlijnen voor beide relevant zijn.

6. Regeringen willen een zo breed mogelijke inachtneming van de Richtlijnen bevorderen. Hoewel erkend wordt dat kleine en middelgrote bedrijven niet over dezelfde mogelijkheden beschikken als grotere ondernemingen, willen de regeringen die de Richtlijnen onderschrijven hen desondanks aanmoedigen zich zo goed mogelijk aan de aanbevelingen uit de Richtlijnen te houden.

7. De regeringen die de Richtlijnen onderschrijven, mogen deze niet gebruiken voor protectionistische doeleinden, noch op een zodanige wijze gebruiken die het compara-tieve voordeel van een land waarin multinationale ondernemingen investeren aantast.

8. De regeringen hebben het recht voorwaarden te stellen waaronder multinationale ondernemingen in hun land mogen werken, zulks met inachtneming van het internationale recht. De onderdelen van een multinatio-nale onderneming die in verschillende landen gevestigd zijn, zijn onderworpen aan de wetten die in het desbetref-fende land van toepassing zijn. Wanneer multinationale ondernemingen worden geconfronteerd met tegenstrij-dige verplichtingen van landen die de Richtlijnen onder-schrijven of van derde landen, worden de desbetreffende regeringen aangemoedigd te goeder trouw samen te werken om de problemen die daaruit kunnen voortvloei-en, op te lossen.

9. De regeringen die de Richtlijnen onderschrijven, zeggen daarbij toe dat zij hun verantwoordelijkheid zullen nakomen om ondernemingen rechtvaardig en in overeenstemming met het internationale recht en hun contractuele verplichtingen te behandelen.

10. Het gebruik van passende, internationale mechanis-men voor de beslechting van geschillen, met inbegrip van arbitrage, wordt aangemoedigd ter vergemakkelij-

I. Begrippen en uitgangspunten

Page 49: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 9

king van de oplossing van juridische problemen die kunnen ontstaan tussen ondernemingen en de regeringen van gastlanden.

11. De regeringen die de Richtlijnen onderschrijven, zullen hen in praktijk brengen en de toepassing ervan bevorderen. Zij roepen Nationale Contactpunten in het leven die de bekendheid van de Richtlijnen moeten vergroten en als discussieforum dienen voor alle kwesties die de Richtlijnen betreffen. Bovendien nemen zij deel aan passende evaluatie- en adviesprocedures ten behoeve van kwesties die verband houden met de interpretatie van de Richtlijnen in een veranderende wereld.

Page 50: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

10 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

Ondernemingen dienen volledig rekening te houden met het bestaande beleid in landen waarin ze werkzaam zijn, en dienen de standpunten van andere belanghebbenden in aanmerking te nemen. In dit verband:

A. Behoren zij:

1. Bij te dragen aan de economische, ecologische en sociale vooruitgang teneinde duurzame ontwikkeling te bevorderen;

2. De internationaal erkende mensenrechten van degenen die gevolgen van hun activiteiten ondervinden te respecteren;

3. De opbouw van lokale capaciteit te bevorderen door nauwe samenwerking met de plaatselijke gemeenschap, met inbegrip van bedrijfsbelangen, alsmede door als onderneming activiteiten op de binnenlandse en buitenlandse markten te ontplooien, in overeenstem-ming met de vereisten van een gezonde bedrijfsvoering;

4. De ontwikkeling van menselijk kapitaal te bevorderen, in het bijzonder door het scheppen van werkgelegen-heid en het bieden van scholingsmogelijkheden voor werknemers;

5. Zich ervan te onthouden uitzonderingen te bedingen of te aanvaarden die niet voorkomen in de wet- of regelgeving inzake mensenrechten, milieu, gezondheid, veiligheid, arbeid, belasting, financiële stimuli of andere aangelegenheden;

6. Goede beginselen voor ondernemingsbestuur te ondersteunen en te handhaven, en een goede praktijk van ondernemingsbestuur te ontwikkelen en toe te passen, ook binnen ondernemingsgroepen;

7. Doelmatige zelfreguleringsmechanismen en beheers-systemen te ontwikkelen en toe te passen die een relatie van wederzijds vertrouwen bevorderen tussen onderne-mingen en de samenlevingen waarin zij actief zijn;

8. De kennis en naleving van het ondernemingsbeleid onder werknemers die te werk gesteld zijn door multinationale ondernemingen te bevorderen door dit beleid op een passende manier bekend te maken, mede door middel van trainingsprogramma’s;

9. Zich te onthouden van discriminerende of disciplinaire maatregelen tegen werknemers die het management of, indien van toepassing, de bevoegde autoriteiten te goeder

trouw op de hoogte stellen van praktijken die in strijd zijn met de wet, de Richtlijnen of het ondernemingsbeleid.

10. Op identificatie van risico’s gebaseerde due diligence uit te voeren, bijvoorbeeld door dit in hun managementsy-stemen voor bedrijfsrisico’s op te nemen, om daadwer-kelijke en potentiële ongunstige effecten zoals beschre-ven in paragraaf 11 en 12 te identificeren, te voorkomen en te verminderen, en rekenschap te geven over hoe zij deze effecten aanpakken. De aard en reikwijdte van due diligence hangen af van de omstandigheden van een specifieke situatie.

11. Te voorkomen dat zij met hun eigen activiteiten ongunstige effecten op zaken die aan de orde komen in de Richtlijnen veroorzaken of daartoe bijdragen, en zulke effecten aanpakken wanneer zij zich voordoen.

12. Een ongunstig effect trachten te voorkomen of verminderen wanneer zij niet hebben bijgedragen aan dat effect, maar waar dat effect toch direct verbonden is aan hun activiteiten, producten of diensten via een zakelijke relatie. Dit is niet bedoeld om de verantwoor-delijkheid van de entiteit die het ongunstige effect veroorzaakt te verschuiven naar de onderneming waarmee het een zakelijke relatie heeft.

13. Naast het aanpakken van ongunstige effecten in relatie tot de onderwerpen die in de Richtlijnen aan de orde komen, zakenrelaties, met inbegrip van leveranciers en onderaannemers, waar mogelijk te stimuleren principes van verantwoord ondernemen toe te passen die verenigbaar zijn met de Richtlijnen;

14. In dialoog te treden met relevante belanghebbenden zodat betekenisvolle mogelijkheden geboden kunnen worden om hun inzichten in overweging te nemen in relatie tot het planning- en besluitproces omtrent projecten en andere activiteiten die significante effecten kunnen hebben op lokale gemeenschappen.

15. Zich te onthouden van ongepaste inmenging in politieke aangelegenheden in het gastland.

B. Worden ondernemingen gestimuleerd:

1. Wanneer dat in de bedrijfscontext past, gezamenlijke inspanningen in relevante fora te steunen ter promotie van internetvrijheid aan de hand van respect voor vrijheid van meningsuiting, samenkomst en vereniging online.

II. Algemene beginselen voor bedrijfsbeleid

Page 51: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 11

2. Indien opportuun, deel te nemen aan private of multi-stakeholder initiatieven en de dialoog met de sociale partners over verantwoord ketenbeheer of deze te steunen, daarbij zeker stellend dat deze initiatieven afdoende rekening houden met de sociale en economi-sche effecten op ontwikkelingslanden en met bestaande, internationaal erkende normen.

Toelichting op Algemene Beginselen voor Bedrijfsbeleid

1. Het hoofdstuk Algemene Beginselen voor Bedrijfsbeleid van de Richtlijnen is het eerste dat specifieke aanbevelin-gen aan ondernemingen bevat. Als zodanig is het belangrijk omdat het het algemene beleidskader schetst en gemeenschappelijke basisprincipes voor de specifieke aanbevelingen in de volgende hoofdstukken neerlegt.

2. Ondernemingen worden aangemoedigd met de overheid samen te werken aan de ontwikkeling en implementatie van beleid en regelgeving. Dit proces kan worden verrijkt door rekening te houden met de opvattingen van andere belanghebbenden in de samenleving, zoals de plaatselijke bevolking en het bedrijfsleven. Ook wordt erkend dat de overheid in haar contacten met bedrijven openheid moet betrachten en met het bedrijfsleven over deze kwesties moet overleg-gen. Ondernemingen moeten worden beschouwd als partners van de overheid bij de ontwikkeling en toepassing van zowel vrijwillige als bindende instru-menten (waarvan de Richtlijnen één onderdeel vormen) op beleidsterreinen die hen aangaan.

3. De activiteiten van multinationale ondernemingen (MNO’s) mogen niet in tegenspraak zijn met duurzame ontwikkeling, en de Richtlijnen zijn bedoeld om comple-mentariteit in deze te bevorderen. Vooruitgang op zowel economisch, sociaal als ecologisch gebied is immers één van de belangrijkste middelen om duurzame ontwikke-ling te bevorderen.1

4. Hoofdstuk IV gaat verder in op de algemene aanbeveling over mensenrechten in paragraaf A2.

5. De Richtlijnen erkennen en stimuleren bovendien de bijdrage die MNO’s door hun activiteiten in plaatselijke gemeenschappen aan de opbouw van lokale capaciteit kunnen leveren. Ook de aanbeveling omtrent de vorming van menselijk kapitaal is een expliciete, toekomstgerichte erkenning van de bijdrage die MNO’s

aan de individuele ontplooiing van hun werknemers kunnen leveren, en heeft niet alleen betrekking op werving, maar ook op scholings- en andere ontwikke-lingsmogelijkheden. De ontwikkeling van menselijk kapitaal veronderstelt ook dat er niet wordt gediscrimi-neerd bij de werving, evenmin op het vlak van promotie-kansen, levenslange scholing en andere opleidingsmo-gelijkheden tijdens het werk.

6. De Richtlijnen adviseren ondernemingen om, in het algemeen, niet te proberen uitzonderingen te bedingen die niet voorkomen in de wettelijke regelingen omtrent zaken als mensenrechten, milieu, gezondheid, veiligheid, arbeid, belastingen en financiële stimulan-sen, zonder hiermee afbreuk te willen doen aan het recht van ondernemingen wijzigingen in de wet- en regelgeving na te streven. De woorden “of te accepteren” vestigen ook de aandacht op de rol van de Staat die deze uitzonderingen aanbiedt. Hoewel een bepaling als deze doorgaans gericht is tot de regeringen is deze ook rechtstreeks van belang voor MNO’s. Belangrijk is echter voor ogen te houden dat er gevallen zijn, waarin specifieke uitzonderingen op wetten of ander beleid om gegronde redenen van openbaar belang, verenigbaar met deze wetten kunnen zijn. Voorbeelden hiervan worden gegeven in de hoofdstukken over Milieu en Mededinging.

7. De Richtlijnen bevelen ondernemingen aan degelijke bestuurspraktijken toe te passen op basis van de OESO Principes voor Corporate Governance. De Principes roepen op tot bescherming en ondersteuning van het uitoefenen van aandeelhoudersrechten, waaronder billijke behandeling van aandeelhouders. Ondernemingen dienen de rechten van belanghebben-den zoals vastgelegd in de wet of via wederzijdse overeenkomsten te erkennen en actieve samenwerking met belanghebbenden te bevorderen bij het creëren van welvaart, banen en de duurzaamheid van financieel gezonde ondernemingen.

8. De Principes roepen bestuursraden van moederbedrijven op de strategische aansturing van de onderneming, effectief toezicht op het management en verantwoording aan de onderneming en de aandeelhouders te waarborgen, daarbij rekening houdend met de belangen van belang-hebbenden. In het vervullen van deze verantwoordelijkhe-den dient de raad de integriteit van de systemen voor boekhouding en financiële verslaglegging, inclusief onafhankelijke controle, gepaste controlemechanismen,

1 Een van de meest gebruikte definities van duurzame ontwikkeling is die van de Wereldcommissie voor Milieu en Ontwikkeling (Commissie Brundtland) van 1987: “Een ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van het heden zonder de mogelijkheid van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien, in gevaar te brengen.”

Page 52: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

12 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

in het bijzonder risicobeheersing en financiële en operationele controle, en naleving van de wet en relevante normen te waarborgen.

9. De Principes gelden ook voor ondernemingsgroepen, hoewel bestuursraden van dochterondernemingen eigen verplichtingen kunnen hebben op basis van de wet van het land waarin zij gevestigd zijn. Systemen voor naleving en controle dienen waar mogelijk ook gebruikt te worden bij deze dochterondernemingen. Voorts omvat het toezicht van de raad op de bestuurspraktijk doorlopende evaluatie van interne structuren opdat duidelijk is welk management verantwoordelijk is binnen de ondernemingsgroep.

10. Voor multinationale staatsbedrijven gelden dezelfde aanbevelingen als voor particuliere ondernemingen, maar publiek toezicht is dikwijls groter wanneer een Staat eigenaar is. De OESO-richtlijnen voor Corporate Governance voor Staatsbedrijven vormen een nuttige en specifieke handleiding voor deze ondernemingen en de aanbevelingen in deze Richtlijnen zouden de governance aanzienlijk kunnen verbeteren.

11. Hoewel de verantwoordelijkheid voor verbetering van het wettelijke en institutionele kader allereerst bij de overheid ligt, loont het sterk voor ondernemingen goede bestuurspraktijken toe te passen.

12. Er komen steeds meer niet door de overheid voorge-schreven, zelfregulerende instrumenten en initiatieven die verband houden met allerlei aspecten van het ondernemingsgedrag en de relatie tussen bedrijfsleven en samenleving. Interessante ontwikkelingen doen zich wat dat betreft voor in de financiële sector. Ondernemingen erkennen dat hun activiteiten vaak gevolgen voor samenleving en milieu hebben. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de invoering van zelfreguleringspraktij-ken en managementsystemen door ondernemingen die hierin verbetering willen brengen - en daarmee bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Dergelijke maatregelen zijn op hun beurt weer bevorderlijk voor een constructieve relatie tussen ondernemingen en de samenlevingen waarin zij werken.

13. Effectieve zelfreguleringsmechanismen veronderstellen uiteraard dat ondernemingen de kennis en naleving van het ondernemingsbeleid onder hun werknemers bevorderen. Waarborgen voor de bescherming van werknemers die te goeder trouw “de klokken luiden” worden eveneens aanbevolen, onder meer voor werknemers die, wanneer tijdige herstelmaatregelen uitblijven of er een gerede kans op nadelige gevolgen voor hun baan ontstaat, praktijken die strijdig zijn met de wet aan de bevoegde autoriteiten melden. Deze

bescherming is met name van belang voor het tegen-gaan van corruptie en voor het milieubeleid, maar is ook relevant ten aanzien van andere aanbevelingen in de Richtlijnen.

14. In het kader van de Richtlijnen wordt onder due diligence een proces verstaan waarmee ondernemingen daadwer-kelijke en potentiële ongunstige effecten kunnen identificeren, voorkomen en verminderen, en waarmee zij verantwoording kunnen afleggen over hun aanpak van die effecten als integraal onderdeel van hun besluitvormingsproces en risicobeheerssystemen. Due diligence kan opgenomen worden in de bredere risicobeheerssystemen van ondernemingen, mits het verder reikt dan het enkel in kaart brengen en beheersen van materiële risico’s voor de onderneming zelf door ook de risico’s op ongunstige effecten op zaken die in de Richtlijnen aan de orde komen mee te nemen. Potentiële effecten dienen aangepakt te worden via preventie of vermindering; daadwerkelijke ongunstige effecten via herstelmaatregelen. De Richtlijnen gaan die ongunstige effecten aan die veroorzaakt worden door de onderne-ming, waaraan deze bijdraagt, of waarmee het direct verbonden is door haar activiteiten, producten of diensten via een zakenrelatie, zoals omschreven in paragraaf A.11 en A.12. Due diligence kan ondernemin-gen helpen risico’s op dergelijke effecten te voorkomen. In het kader van deze aanbeveling dient ‘bijdragen aan’ een ongunstig effect geïnterpreteerd te worden als een substantiële bijdrage, zoals een handeling die een ongunstig effect van een andere entiteit veroorzaakt of dat faciliteert, of die entiteit daar toe aanzet, en niet een minimale of onbeduidende bijdrage. De term ‘zakenre-latie’ behelst relaties met zakenpartners, met entiteiten in de toeleveringsketen en met andere statelijke en non-statelijke entiteiten die direct zijn verbonden aan de activiteiten, producten of diensten van de onderne-ming. De aanbeveling in paragraaf A.10 gaat over zaken die in de Richtlijnen aan de orde komen en verband houden met ongunstige effecten. Zij geldt niet voor de hoofdstukken over Wetenschap en Technologie, Mededinging en Belasting.

15. De aard en omvang van due diligence, zoals de speci-fieke te ondernemen stappen die gepast zijn in een bepaalde situatie zijn afhankelijk van factoren zoals de grootte van de onderneming, de context waarin de onderneming opereert, de specifieke aanbevelingen in de Richtlijnen, en de ernst van de ongunstige effecten van de onderneming. Specifieke aanbevelingen voor due diligence op het gebied van mensenrechten staan vermeld in hoofdstuk IV.

16. Indien ondernemingen grote aantallen toeleveranciers hebben, worden zij aangemoedigd om te onderzoeken

Page 53: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 13

op welk gebied in het algemeen het risico op ongunstige effecten het hoogst is en, afgaande op deze risico-evalu-atie, leveranciers te prioriteren voor het due diligence proces.

17. Het voorkomen van het veroorzaken van of bijdragen aan ongunstige effecten via hun eigen activiteiten op zaken die in de Richtlijnen aan de orde komen omvat ook de activiteiten in de toeleveringsketen. Relaties in de toeleveringsketen kunnen velerlei vormen aannemen, waaronder franchising, licensing en onderaannemin-gen. Schakels in de toeleveringsketen zijn vaak zelf multinationale ondernemingen en, om die reden, zijn de Richtlijnen ook op diegenen van toepassing die opereren vanuit of in de landen die de Verklaring onderschrijven.

18. Wanneer een onderneming een risico op het veroorza-ken van een ongunstig effect in de context van haar toeleveringsketen identificeert, behoort zij de noodza-kelijke stappen te ondernemen om dat effect af te wenden of te voorkomen.

19. Indien een onderneming een risico op het bijdragen aan een ongunstig effect identificeert, behoort zij de noodzakelijke stappen te ondernemen om die bijdrage te stoppen of te voorkomen en haar invloed aan te wenden om zo goed mogelijk het resterende ongunstige effect te verminderen. Dergelijke invloed wordt geacht te bestaan indien het in het vermogen van de onderne-ming ligt om de oneigenlijke praktijken van de entiteit die de schade aanricht te veranderen.

20. Om aan de verwachting van paragraaf A.12 te voldoen behoort een onderneming, hetzij zelfstandig, hetzij in samenwerking met andere entiteiten, waar gepast, haar invloed aan te wenden om de entiteit die het ongunstige effect veroorzaakt te beïnvloeden om dat ongunstige effect te voorkomen of te verminderen.

21. De Richtlijnen erkennen dat er praktische beperkingen verbonden zijn aan het vermogen van ondernemingen om het gedrag van hun zakelijke partners te beïnvloe-den. Bepalend hiervoor zijn de productkenmerken, het aantal leveranciers of andere zakenpartners, de samenstelling en complexiteit van de productieketen, de marktpositie van de onderneming ten opzichte van haar leveranciers of andere schakels in de toeleverings-keten. Echter, ondernemingen kunnen toeleveranciers ook beïnvloeden via contractuele regelingen zoals managementcontracten, pre-qualificatievereisten voor potentiële toeleveranciers, stemrechten, en licentie- of franchiseovereenkomsten. Andere factoren die relevant zijn in het bepalen van een gepaste reactie op geïdentifi-ceerde risico’s omvatten de ernst en kans op ongunstige

effecten en hoe cruciaal een toeleverancier is voor de onderneming.

22. Gepaste reacties van ondernemingen met betrekking tot een zakelijke relatie kunnen omvatten: voortzetting van de relatie met een toeleverancier gedurende de inspanningen om risico’s te verminderen; tijdelijke opschorting van een relatie gedurende de inspanningen tot vermindering van de risico’s; of, als laatste toevlucht, stopzetting van de relatie nadat pogingen tot risicover-mindering hebben gefaald, als de onderneming risicovermindering niet haalbaar acht, of vanwege de ernst van het ongunstige effect. In haar besluit tot stopzetting van een relatie dient een onderneming mogelijke sociaaleconomisch ongunstige effecten van die stopzetting mede in overweging te nemen.

23. Ondernemingen kunnen ook samen met leveranciers en andere schakels in de toeleveringsketen optrekken, in samenwerking met andere belanghebbenden, ter verbetering van hun prestaties, bijvoorbeeld door training van personeel en andere vormen van capaci-teitsopbouw, zodoende de integratie van principes van verantwoord ondernemen in hun activiteiten onder-steunend in overeenstemming met de Richtlijnen. In de situatie waarin toeleveranciers diverse afnemers hebben en mogelijk blootgesteld worden aan tegenstrijdige verplichtingen van hun afnemers worden ondernemin-gen aangemoedigd, goed rekening houdend met zorgen op het gebied van mededinging, te participeren in sectorbrede, gezamenlijke pogingen met andere ondernemingen waarmee zij toeleveranciers delen om beleid op en risicobeheersystemen voor toeleveringske-tens te coördineren, onder meer door het delen van informatie.

24. Ondernemingen worden ook aangemoedigd om deel te nemen aan private of multi-stakeholder initiatieven en de sociale dialoog over verantwoord ketenbeheer, zoals die ondernomen worden als onderdeel van de proac-tieve agenda voortvloeiend uit het Besluit van de OESO Raad aangaande de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de bijgevoegde Procedurele Aanwijzingen.

25. Het betrekken van belanghebbenden omvat interactieve processen voor het betrekken van relevante belangheb-benden via, bijvoorbeeld, bijeenkomsten, hoorzittingen of klankbordprocedures. Het effectief betrekken van belanghebbenden wordt gekenmerkt door hoor en wederhoor en is afhankelijk van de goede trouw van deelnemers van beide kanten. Dit soort betrokkenheid kan vooral behulpzaam zijn in de planning- en besluit-vormingsprocessen met betrekking tot projecten of andere activiteiten op het gebied van, bijvoorbeeld, het

Page 54: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

14 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

intensieve gebruik van land of water, hetgeen een significant effect kan hebben op lokale gemeenschappen.

26. Paragraaf B.1 over internetvrijheid erkent de opkomst van een belangrijke kwestie. Hij zet geen nieuwe normen, evenmin veronderstelt hij de ontwikkeling van nieuwe normen. De paragraaf erkent dat ondernemin-gen belangen hebben die beïnvloed zullen worden en dat hun deelname samen met andere belanghebbenden in de discussie over internetvrijheid kan bijdragen aan hun vermogen en dat van anderen deze zaken te begrijpen en er een positieve bijdrage aan te leveren. De tekst erkent dat internetvrijheid meerdere dimensies kan hebben en benadrukt dat samenwerking via relevante fora nagestreefd dient te worden. Dit staat los van de posities van de overheden bij de Wereld Handelsorganisatie (WTO) op het gebied van handel via internet. De aanbeveling is niet bedoeld om andere belangrijke beleidsdoeleinden, die gerelateerd kunnen zijn aan het gebruik van internet en waarmee rekening gehouden zou moeten worden, te veronachtzamen.2

Zoals geldt voor de Richtlijnen in het algemeen tenslotte is het met de paragraaf niet de bedoeling tegenstrijdige normen te creëren, dit in overeenstemming met paragraaf 2 en 8 van het hoofdstuk Begrippen en Uitgangspunten van de Richtlijnen.

27. Tot slot dient te worden opgemerkt dat zelfregulering en andere initiatieven in die geest, zoals deze Richtlijnen, niet tot onrechtmatige beperking van de mededinging mogen leiden of beschouwd mogen worden als vervanging voor een effectieve regelgeving door de overheid. Het spreekt vanzelf dat MNO’s bij de ontwikke-ling van gedragscodes en zelfreguleringsmechanismen dienen te waken voor potentiële handel- of investerin-genverstorende effecten.

2 Enkele landen hebben in dit kader gerefereerd naar de Tunis Agenda for the Information Society van 2005.

Page 55: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 15

1. Ondernemingen behoren te waarborgen dat tijdige en accurate informatie over alle relevante aspecten van hun activiteiten, structuur, financiële situatie, resultaten, eigendom en toezicht openbaar wordt gemaakt. Deze informatie behoort voor de onder neming in zijn geheel te worden verstrekt alsmede, indien van toepassing, uitgesplitst naar activiteitensector en geografisch gebied. Het informatiebeleid van de onderneming moet zijn afgestemd op de aard, omvang en vestigingsplaats van de onderneming, waarbij rekening wordt gehouden met kosten, vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens en andere overwegingen betreffende de concurrentiepositie.

2. De informatieverstrekking door bedrijven dient zich uit te strekken, maar behoeft niet beperkt te blijven tot relevante informatie over:

a) de financiële resultaten en de bedrijfsresultaten van de onderneming;

b) de ondernemingsdoelstellingen; c) de belangrijkste aandeelhouders en de verdeling van

het stemrecht, inclusief de structuur van een ondernemingsgroep en interne groepsrelaties, evenals toezichtbevorderende mechanismen;

d) het bezoldigingsbeleid voor de leden van de raad van bestuur en de voornaamste bestuurders en informa-tie over deze leden, waaronder kwalificaties, selectieproces, andere bestuursfuncties in het bedrijfsleven en of elk lid door de raad als onafhan-kelijk wordt beschouwd;

e) transacties met derden; f ) belangrijke, voorzienbare risicofactoren; g) kwesties die de werknemers of andere belang-

hebbenden betreffen; h) bestuursstructuur en –beleid van de onderneming,

en in het bijzonder, de inhoud van een corporate governance code of beleid dienaangaande en het implementatieproces daarvan.

3. Ondernemingen worden aangemoedigd aanvullende informatie te verstrekken die zou kunnen bestaan uit:

a) Openbare verklaringen omtrent hun waarden of gedragscodes die voor publieke openbaarmaking bedoeld zijn waaronder, afhankelijk van hun relevantie voor de activiteiten van ondernemingen, informatie over het beleid van de onderneming met betrekking tot zaken die aan de orde komen in de Richtlijnen;

b) Beleid en andere gedragscodes die de onderneming onderschrijft, de datum van onderschrijving en de landen en onderdelen waar zulke verklaring op van toepassing zijn;

c) De resultaten in relatie tot deze verklaringen en codes;

d) Informatie over interne audits, risicobeheer en systemen voor naleving van juridische bepalingen;

e) Informatie over de relatie met werknemers en andere belanghebbenden.

4. Ondernemingen behoren hoge kwaliteitsnormen te hanteren voor hun boekhouding, en voor zowel financiële als niet-financiële informatieverstrekking, waaronder rapportage op milieugebied of sociaal gebied voor zover die bestaan. De normen of het beleid die ten grondslag liggen aan de samenstelling en publicatie van financiële en niet-financiële informatie dienen te worden vermeld. Jaarlijks dient een accountantsonder-zoek uitgevoerd te worden door een onafhankelijke, competente en gekwalificeerde accountant zodat de raad van bestuur en de aandeelhouders van externe en objectieve verzekering voorzien kunnen worden dat de financiële verklaringen de financiële positie en prestaties van de onderneming op alle materiële aspecten eerlijk weergeven.

Toelichting op Informatieverstrekking

28. Dit hoofdstuk heeft tot doel een beter inzicht in de activiteiten van multinationale ondernemingen te bevorderen. Duidelijke en volledige informatie over de onderneming is belangrijk voor een groot aantal categorieën gebruikers, van aandeelhouders en de financiële wereld tot en met andere groepen zoals werknemers, plaatselijke gemeenschappen, speciale belangengroepen, de overheid en de samenleving als geheel. Om het algemene inzicht in ondernemingen en hun interactie met samenleving en milieu te vergroten, moeten ondernemingen openheid betrachten in hun bedrijfsvoering en tegemoet komen aan de steeds verder - gaande vraag om informatie vanuit de samenleving.

29. De informatie die in dit hoofdstuk aan bod komt, behandelt de informatievoorziening op twee gebieden. Het eerste pakket aanbevelingen omvat de punten die ook in de OESO-Principes inzake corporate governance worden behandeld. De annotaties bij de Principes bevatten verdere richtlijnen omtrent de vereiste informatievoorziening en de aanbevelingen in de Richtlijnen moeten in samenhang hiermee worden geïnterpreteerd. Het eerste pakket aanbevelingen kan aangevuld worden door een tweede pakket aanbevelin-gen voor de informatievoorziening waartoe onder-nemingen aangemoedigd worden deze te volgen. De aanbevelingen voor informatievoorziening concen-treren zich voornamelijk op beursgenoteerde onderne-

III. Informatieverstrekking

Page 56: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

16 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

mingen. De principes inzake corporate governance zijn vooral gericht op beursgenoteerde ondernemingen. Voor zover toepasselijk, met inachtneming van activiteit, omvang en plaats van de onderneming, kunnen ze ook een nuttig hulpmiddel zijn om de bestuurspraktijken bij niet-beursgenoteerde ondernemingen, zoals besloten vennootschappen of overheidsbedrijven, te verbeteren.

30. De aanbevelingen inzake de informatievoorziening worden niet geacht ondernemingen met een onredelijke hoeveelheid administratief werk of hoge kosten op te zadelen. Ook wordt niet van ondernemingen verwacht dat zij gegevens openbaar maken die hun concurrentie-positie in gevaar kunnen brengen, tenzij bekendmaking noodzakelijk is om een gefundeerde investeringsbeslis-sing mogelijk te maken en misleiding van de investeer-ders te voorkomen. Om vast te stellen welke informatie minimaal openbaar gemaakt behoort te worden maken de Richtlijnen gebruik van het materialiteitsbegrip. Materiële informatie kan gedefinieerd worden als informatie waarvan de afwezigheid of verkeerde weergave economische besluiten door gebruikers van die informatie kan beïnvloeden.

31. De Richtlijnen wijzen er over het algemeen ook op dat informatie voorbereid en openbaar gemaakt dient te worden in overeenstemming met hoge kwaliteitsnor-men voor boekhouding en financiële en niet-financiële informatievoorziening. Dit verbetert aanzienlijk het vermogen van investeerders om toezicht op een onderneming te houden doordat het zorgt voor een toegenomen betrouwbaarheid, voor de mate waarin jaarverslagen met elkaar vergeleken kunnen worden en voor verbeterd inzicht in de prestaties van de onderne-ming. De jaarlijkse, onafhankelijke controle van de boeken zoals aanbevolen door de Richtlijnen zou moeten bijdragen aan toegenomen naleving van wet- en regelgeving en controle daarop door de onderneming.

32. Informatievoorziening is hier onderverdeeld in twee gebieden. Het eerste pakket aan aanbevelingen bepleiten een tijdige en nauwkeurige informatie over alle belangrijke zaken die de onderneming betreffen, met inbegrip van de financiële situatie, de resultaten, de eigendom en het bestuur van de onderneming. Ook worden ondernemingen geacht voldoende informatie te verstrekken over de beloning van de commissarissen en de belangrijkste bestuurders (individueel of gezamenlijk), zodat de investeerders de kosten en baten van beloningsplannen en de effecten van gratificatiesy-stemen, zoals optieregelingen, op de bedrijfsresultaten goed kunnen beoordelen. Transacties met derden en materieel voorzienbare risicofactoren vormen additio-nele relevante informatie die openbaar gemaakt dient te worden, evenals materiële kwesties met betrekking tot werknemers en andere belanghebbenden.

33. Het tweede pakket aanbevelingen in de Richtlijnen betreft de informatie of communicatie op gebieden waarvoor de verslagleggingnormen nog in ontwikkeling zijn, zoals sociale, ecologische en risicorapportage. Die fase van ontwikkeling kenmerkt met name de verslagleggingnor-men voor emissies van broeikasgassen, doordat de reikwijdte van het meten groeit zodat het directe en indirecte, huidige en toekomstige, bedrijfs- en producte-missies dekt; biodiversiteit is een ander voorbeeld. Veel ondernemingen geven informatie over een breder pakket onderwerpen dan alleen de financiële resultaten en beschouwen dit als een manier om hun engagement voor een maatschappelijk verantwoorde manier van ondernemen kracht bij te zetten. In sommige gevallen heeft deze tweede vorm van informatievoorziening – of communicatie met het publiek en andere partijen die rechtstreekse gevolgen van de activiteiten van de onderneming ondervinden – ook betrekking op entiteiten die niet worden genoemd in de financiële verslaggeving van de onderneming. Ze kan bijvoorbeeld ook de activiteiten van onderaannemers, leveranciers of joint venture partners bestrijken. Dit is vooral toepasse-lijk bij het toezien op de overdracht van activiteiten van partners die schadelijk zijn voor het milieu.

34. Veel ondernemingen hebben maatregelen getroffen om beter aan de wetten en bepaalde gedragsnormen voor ondernemingen te voldoen en de transparantie van hun activiteiten te vergroten. Steeds meer ondernemingen ontwikkelen vrijwillige gedragscodes om uitdrukking te geven aan het belang dat zij hechten aan ethische waarden op gebieden als milieu, mensenrechten, arbeidsomstandigheden, consumentenbescherming en belasting. Er worden of er zijn gespecialiseerde manage-mentsystemen (door)ontwikkeld om ondernemingen te helpen dit engagement waar te maken, zoals informatie-systemen, werkprocedures en opleidingsvoorzieningen. Ook werken ondernemingen met NGO’s en intergouver-nementele organisaties samen aan de ontwikkeling van rapportagecriteria die ondernemingen beter in staat moeten stellen te communiceren welk effect hun activiteiten op allerlei duurzaamheidsaspecten hebben (bijvoorbeeld het Global Reporting Initiative).

35. Ondernemingen worden gestimuleerd de gepubliceerde informatie gemakkelijk en tegen lage kosten toegankelijk te maken, en hiervoor gebruik te maken van informatie-technologie. De informatie die voor de gebruikers op de binnenlandse markt bestemd is, moet voor alle geïnteres-seerden beschikbaar zijn. Ondernemingen kunnen speciale maatregelen treffen om de informatie beschik-baar te stellen aan gemeenschappen die geen toegang tot gedrukte media hebben (bijvoorbeeld armere gemeen-schappen die rechtstreeks effect van de ondernemingsac-tiviteiten ondervinden).

Page 57: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 17

Staten hebben de plicht mensenrechten te waarborgen. Binnen het kader van internationaal erkende mensenrech-ten, de internationale verplichtingen inzake mensenrechten van de landen waarin zij opereren evenals relevante nationale wetgeving en normen behoren ondernemingen:

1. Mensenrechten te respecteren, wat betekent dat zij inbreuken op de mensenrechten van derden behoren te voorkomen en ongunstige effecten waarbij zij betrok-ken zijn behoren aan te pakken.

2. In het kader van hun eigen activiteiten, het veroorzaken van of het bijdragen aan ongunstige effecten op mensenrechten te voorkomen en zulke effecten aan te pakken wanneer zij zich voordoen.

3. Manieren te zoeken om ongunstige effecten op mensenrechten te voorkomen of te verminderen wanneer deze effecten direct verbonden zijn aan hun bedrijfsactiviteiten, producten of diensten via een zakelijke relatie, zelfs als zij zelf niet bijdragen aan deze effecten.

4. Een beleid te hebben ten aanzien van het waarborgen van respect voor mensenrechten.

5. Due diligence op mensenrechtengebied uit te voeren zoals gepast in het licht van hun omvang, de aard en context van activiteiten en de ernst van de risico’s op ongunstige effecten op mensenrechten.

6. Via legitieme procedures te voorzien in of mee te werken aan de aanpak van ongunstige effecten op mensenrechten waar zij vaststellen dat zij deze effecten hebben veroorzaakt of daaraan hebben bijgedragen.

Toelichting op Mensenrechten

36. Dit hoofdstuk begint met een openingsalinea die het kader schetst voor de specifieke aanbevelingen over het respect van ondernemingen voor de mensenrechten. Het put uit het Kader van de Verenigde Naties voor Bedrijven en Mensenrechten ‘Protect, Respect, Remedy’ en is in lijn met de zogeheten Guiding Principles voor de implementatie van dat kader.

37. De openingsalinea en de eerste paragaaf erkennen dat Staten de plicht hebben de mensenrechten te bescher-men, en dat ondernemingen, ongeacht hun formaat, sector, operationele context, eigendom, structuur of waar zij actief zijn, de mensenrechten behoren te

respecteren. Respect voor de mensenrechten is de mondiale gedragsnorm die aan bedrijven gesteld wordt, onafhankelijk van de bereidheid en het vermogen van Staten om zelf aan hun verplichtingen op het gebied van de mensenrechten te voldoen en zonder aan die verplichtingen af te doen.

38. Het falen van een Staat om hetzij relevante nationale wetgeving te handhaven, dan wel internationale mensenrechtenverplichtingen te implementeren, of het feit dat een Staat in strijd met zulke wetgeving of international verplichtingen handelt, doet niets af aan de verwachting dat ondernemingen de mensenrechten respecteren. In landen waar nationale wetgeving en regelgeving conflicteren met internationaal erkende mensenrechten behoren ondernemingen manieren zien te vinden om deze zo goed mogelijk in acht te nemen zonder zichzelf in een situatie te plaatsen waarin zij nationale wetgeving schenden, zoals omschreven in paragraaf 2 van het hoofdstuk over Algemene Beginselen voor Bedrijfsbeleid.

39. Ongeacht het land of de specifieke context waarin ondernemingen opereren, dient als minimum uitgangspunt gerefereerd te worden aan de internatio-naal erkende mensenrechten die zijn opgenomen in de International Bill of Human Rights, bestaande uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de voornaamste instrumenten die de Verklaring codifice-ren: het Internationale Verdrag voor Burger- en Politieke Rechten en het Internationale Verdrag voor Economische, Sociale en Culturele Rechten, en naar de principes voor fundamentele rechten die zijn opgeno-men in de Verklaring voor Fundamentele Arbeidsnormen en -Rechten van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) uit 1998.

40. Ondernemingen kunnen effect hebben op bijna het gehele spectrum aan internationaal erkende mensen-rechten. In de praktijk van specifieke sectoren of omstandigheden kunnen sommige mensenrechten eerder in gevaar komen dan andere en daarom verhoog-de waakzaamheid vereisen. Echter, omstandigheden kunnen wijzigen, dus alle rechten zouden onderwerp moeten zijn van regelmatige evaluatie. Afhankelijk van omstandigheden kan het nodig zijn dat ondernemingen additionele normen in overweging nemen. Ondernemingen dienen bijvoorbeeld de mensenrechten van personen die tot specifieke (bevolkings)groepen horen die bijzondere aandacht vereisen te respecteren, indien zij een ongunstig effect op de mensenrechten

IV. Mensenrechten

Page 58: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

18 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

van die personen kunnen hebben. Er zijn in dat verband instrumenten van de Verenigde Naties die uitgebreider ingaan op de rechten van inheemse volkeren; van nationale, etnische, religieuze of linguïstische minderhe-den; van vrouwen en kinderen; van personen met handicaps; en van migrantenarbeiders en hun families. Bovendien behoren ondernemingen in situaties van gewapend conflict normen van internationaal humani-tair recht te respecteren, hetgeen ondernemingen kan helpen risico’s te voorkomen op het veroorzaken van of bijdragen aan mensenrechtenschendingen wanneer zij opereren onder dergelijke moeilijke omstandigheden.

41. In paragraaf 1 verwoordt de aanbeveling dat het aanpakken van daadwerkelijke en potentiële ongunstige effecten op mensenrechten bestaat uit het nemen van adequate maatregelen ter identificatie, preventie, waar mogelijk, en vermindering van potentiële effecten op mensenrechten, herstel van daadwerkelijke effecten, en het afleggen van verantwoording over hoe deze ongunstige effecten op mensenrechten worden aangepakt. De term ‘inbreuken op’ refereert naar de ongunstige effecten die een onderneming zou kunnen hebben op het individueel genot van de rechten van de mens.

42. Paragraaf 2 beveelt ondernemingen aan het veroorzaken van of bijdragen aan ongunstige effecten op mensen-rechten met hun eigen activiteiten te voorkomen en ze aan te pakken wanneer zij zich voordoen. ‘Activiteiten’ kan zowel acties als omissies betreffen. Indien een onderneming zelf een ongunstig effect op mensenrech-ten heeft of kan hebben, dient zij de noodzakelijke stappen te ondernemen om dat effect te stoppen of te voorkomen. Indien een onderneming bijdraagt of zou kunnen bijdragen aan een ongunstig effect op mensen-rechten, dient zij de noodzakelijke stappen te onderne-men om die bijdrage te stoppen of te voorkomen en haar invloed aan te wenden om het resterende ongunstige effect zo goed als mogelijk te verminderen. Invloed wordt geacht te bestaan indien de onderneming in staat is verandering teweeg te brengen in de praktijken van een entiteit die ongunstige effecten op mensenrechten heeft.

43. Paragraaf 3 richt zich op meer ingewikkelde situaties waarin een onderneming niet zozeer heeft bijgedragen aan een ongunstig effect op mensenrechten, maar waarin dat effect desalniettemin direct verbonden is aan haar activiteiten, producten of diensten via een zakelijke relatie met een andere entiteit. Paragraaf 3 heeft niet als doel de verantwoordelijkheid van de entiteit die het ongunstige effect op mensenrechten veroorzaakt te verschuiven naar de onderneming waarmee zij een zakelijke relatie heeft. Voldoen aan de verwachting van paragraaf 3 houdt in dat een onderneming, alleen

handelend of in samenwerking met andere entiteiten waar gepast, haar invloed aanwendt om de entiteit te beïnvloeden die het ongunstige effect op mensenrechten veroorzaakt met als doel preventie of vermindering van dat ongunstige effect. ‘Zakelijke relaties’ omvatten relaties met zakenpartners, entiteiten in de toeleverings-keten en andere statelijke of non-statelijke entiteiten die direct verbonden zijn aan de activiteiten, producten of diensten van een onderneming. In de bepaling over gepaste actie in zulke situaties zijn onder meer de volgende factoren bepalend: de invloed van de onderne-ming op de betreffende entiteit, de mate waarin de relatie cruciaal is voor de onderneming, de ernst van het ongunstige effect en de vraag of het beëindigen van de relatie met de entiteit op zichzelf geen ongunstige effecten op mensenrechten zou hebben.

44. Paragraaf 4 beveelt ondernemingen aan hun beleid voor het respecteren van de mensenrechten te uiten via een beleidsverklaring die: i) is goedgekeurd op het hoogste niveau van de onderneming; ii) is gestoeld op relevante interne en/of externe expertise; iii) verwachtingen van de onderneming op het gebied van mensenrechten bepaalt van personeel, zakenrelaties en andere partijen die direct zijn verbonden aan haar activiteiten, producten of diensten; iv) publiekelijk toegankelijk is en intern en extern gecommuniceerd wordt naar al het personeel, zakenrelaties en andere relevante partijen; v) weerspie-geld wordt in het operationeel beleid en operationele procedures die nodig zijn om het beleid in de hele onderneming ten uitvoer te brengen.

45. Paragraaf 5 beveelt ondernemingen aan om due diligence op mensenrechtengebied uit te voeren. Het proces omvat het analyseren van daadwerkelijke en potentiële effecten op mensenrechten, het integreren en het reageren op bevindingen, toezien op reacties en het communiceren over de wijze waarop met ongunstige effecten wordt omgegaan. Due diligence op mensenrechtengebied kan geïntegreerd worden in de bredere risicobeheerssyste-men van een onderneming, ervan uitgaande dat dit verder gaat dan het eenvoudigweg identificeren en beheersen van materiële risico’s voor de onderneming zelf en ook de rechten van rechthebbenden meeneemt. Dit is een voortschrijdend proces waarvoor erkend wordt dat risico’s voor mensenrechten gaandeweg kunnen veranderen doordat de activiteiten van de onderneming en de context waarin deze plaatsvinden kunnen veranderen. Aanvullende aanwijzingen voor due diligence, waaronder ook in relatie tot toeleverings-ketens, en gepaste reacties op risico’s die voorkomen in toeleveringsketens worden gegeven in paragraaf 10, 11 en 12 van het hoofdstuk over Algemene Beginselen voor Bedrijfsbeleid en de bijbehorende toelichting.

Page 59: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 19

46. Indien ondernemingen via hun due diligence op het gebied van mensenrechten of andere wijze identificeren dat zij een ongunstig effect hebben veroorzaakt of daaraan toe bijdragen, bevelen de Richtlijnen onderne-mingen aan procedures te hebben ten behoeve van het herstel van dat effect. Sommige situaties vereisen medewerking aan juridische of van de overheid uitgaan-de niet-juridische mechanismen. In andere situaties kunnen klachtenmechanismen op operationeel niveau voor diegenen die (potentieel) ongunstige effecten ondervinden van de onderneming een effectief middel zijn om te voorzien in een dergelijke herstelprocedure. Een dergelijke procedure dient te voldoen aan de kerncriteria legitimiteit; toegankelijkheid; voorspelbaar-heid; billijkheid; compatibiliteit met de Richtlijnen; en transparantie; en dient gebaseerd te zijn op dialoog en betrokkenheid gericht op het zoeken van acceptabele oplossingen. Zulke mechanismen kunnen door de onderneming zelf beheerd worden of in samenwerking met andere belanghebbenden en vormen tevens een bron van voortschrijdend inzicht. Klachtenmechanismen op operationeel niveau dienen niet aangewend te worden om de rol van vakbonden in arbeidskwesties te ondermijnen; evenmin dienen dergelijke mechanismen toegang tot juridische of niet-juridische klachten- procedures, waaronder die van de Nationale Contactpunten onder de Richtlijnen, op voorhand uit te sluiten.

Page 60: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

20 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

Ondernemingen behoren, binnen het kader van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, de heersende gebruiken op het gebied van arbeidsverhoudingen en tewerkstelling en van toepassing zijnde internationale arbeidsnormen:

1. a) Het recht van werknemers die de multinationale onderneming tewerkstelt te respecteren om zich naar eigen inzicht aan te sluiten bij vakbonden of werknemersorganisaties of deze op te richten;

b) Het recht van werknemers die de multinationale onderneming tewerkstelt te respecteren om zich te laten vertegenwoordigen door vakbonden en werknemersvertegenwoordigers naar hun eigen keuze bij collectieve onderhandelingen, en behoren constructieve onderhandelingen te voeren, hetzij individueel, hetzij via werkgeversorganisaties, met de desbetreffende vertegenwoordigers om overeen-komsten over de arbeidsvoorwaarden en –omstan-digheden te bereiken;

c) Bij te dragen tot de daadwerkelijke afschaffing van kinderarbeid, en onmiddellijke en effectieve acties te ondernemen om het verbod op en uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid te waarborgen als noodzaak;

d) Bij te dragen aan de afschaffing van elke vorm van gedwongen arbeid of dwangarbeid en adequate stappen te ondernemen opdat gedwongen arbeid of dwangarbeid niet voorkomt in hun activiteiten;

e) Zich in hun activiteiten te laten leiden door het principe van gelijkheid van arbeidskansen en gelijke behandeling, en geen onderscheid tussen hun werknemers te maken op grond van ras, huidskleur, geslacht, godsdienst, politieke overtuiging, nationaliteit, maatschappelijke achtergrond of andere status, tenzij het selecteren van werknemers op hun hoedanigheden past in het kader van een door de overheid vastgesteld beleid dat in het bijzonder gericht is op een grotere gelijkheid van kansen op tewerkstelling of betrekking heeft op de inherente eisen van een functie;

2. a) de werknemersvertegenwoordigers de nodige faciliteiten te bieden om de totstandbrenging van doeltreffende collectieve arbeidsovereenkomsten te vergemakkelijken;

b) de werknemersvertegenwoordigers de informatie te verstrekken die nodig is voor zinvolle onderhande-lingen over de arbeidsvoorwaarden;

c) werknemers en hun vertegenwoordigers de nodige informatie te verstrekken om zich een waarheidsge-trouw en correct beeld te vormen van de activiteit en de resultaten van de entiteit of, indien van toepas-sing, de onderneming als geheel;

3. het overleg en de samenwerking tussen werkgevers, werknemers en hun vertegenwoordigers over onderwer-pen van gemeenschappelijk belang te bevorderen;

4. a) op het gebied van tewerkstelling en arbeidsverhou-dingen geen minder gunstige normen te hanteren dan door vergelijkbare werkgevers in het gastland worden toegepast;

b) indien multinationale ondernemingen opereren in ontwikkelingslanden, waar vergelijkbare werkgevers wellicht niet aanwezig zijn, in de beste mogelijke lonen, voordelen en arbeidsomstandigheden te voorzien, binnen het kader van overheidsbeleid. Deze zouden gerelateerd moeten zijn aan de economische positie van de onderneming, maar behoren tenminste voldoende te zijn om in de basale levensbehoeften van de werknemers en hun gezinnen te voorzien.

c) doeltreffende maatregelen te nemen om de gezondheid en de veiligheid van hun werknemers in de werkomgeving zeker te stellen;

5. In hun activiteiten zoveel mogelijk plaatselijk personeel tewerk te stellen en op te leiden teneinde het niveau van kennis en vaardigheden te verbeteren, zulks in samen-werking met de werknemersvertegenwoordigers en, waar relevant, de desbetreffende autoriteiten;

6. Wanneer zij overwegen veranderingen in hun activitei-ten aan te brengen die belangrijke gevolgen voor de werkgelegenheid zouden kunnen hebben, met name bij sluiting van een bedrijfsonderdeel dat collectief ontslag met zich meebrengt, de werknemers die zij tewerkstel-len en hun werknemersorganisaties en waar van toepassing, de desbetreffende autoriteiten hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte te stellen, en met de werknemersvertegenwoordigers en met de desbetreffende autoriteiten samen te werken om de ongunstige gevolgen zoveel mogelijk te verzachten. Rekening houdend met de bijzondere omstandigheden

V. Werkgelegenheid en arbeidsverhoudingen

Page 61: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 21

van elk geval, verdient het de voorkeur dat het manage-ment de betrokkenen inlicht voordat de definitieve beslissing wordt genomen. Ook andere middelen kunnen worden gebruikt om tot zinvolle samenwerking te komen teneinde de gevolgen van dergelijke beslissin-gen te verzachten;

7. In de context van te goeder trouw gevoerde onderhande-lingen met werknemersvertegenwoordigers over arbeidsvoorwaarden, of wanneer werknemers hun recht om zich te organiseren uitoefenen, niet te dreigen een bedrijfsonderdeel geheel of gedeeltelijk uit het desbetreffende land te verplaatsen, of werknemers uit bedrijfsonderdelen uit andere landen over te plaatsen om de onderhandelingen op onbillijke wijze te beïnvloeden of de uitoefening van het recht om zich te organiseren, te belemmeren;

8. Daartoe aangewezen vertegenwoordigers van hun werknemers in staat te stellen te onderhandelen over collectieve overeenkomsten of zaken die de werkne-mers-werkgeversverhoudingen betreffen, en de partijen gelegenheid te bieden over aangelegenheden van wederzijds belang te overleggen met vertegenwoordi-gers van de werkgevers die bevoegd zijn over dergelijke zaken beslissingen te nemen.

Toelichting op Werkgelegenheid en Arbeidsverhoudingen

47. Dit hoofdstuk begint met een openingszin waarin wordt verwezen naar de van toepassing zijnde wetten en reglementeringen. Hiermee wordt erkend dat multina-tionale ondernemingen, behalve aan de jurisdictie van bepaalde landen waarin zij werken, ook onderworpen kunnen zijn aan nationale en internationale regels op het gebied van werkgelegenheid en arbeidsverhoudin-gen. De uitdrukking “heersende gebruiken op het gebied van arbeidsverhoudingen en tewerkstelling” is breed genoeg om een groot aantal interpretaties in het licht van verschillende nationale omstandigheden mogelijk te maken – bijvoorbeeld verschillende collectieve onder-handelingsmogelijkheden die de werknemers krachtens nationale wetten en voorschriften openstaan.

48. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is het bevoegde orgaan als het gaat om de opstelling en behandeling van internationale arbeidsnormen en de bevordering van de fundamentele rechten op het werk

die zijn erkend in de ILO-Verklaring omtrent de fundamentele principes en rechten op het werk uit 1998. De Richtlijnen, die een niet-bindend instrument zijn, spelen een rol bij de bevordering van de inachtneming van deze normen en principes door multinationale ondernemingen. In dit hoofdstuk van de Richtlijnen worden de relevante bepalingen uit de Verklaring van 1998 en uit de Tripartiete Principeverklaring inzake Multinationale Ondernemingen en Sociaal Beleid uit 1977, laatst herzien in 2006 (de ILO MNO Verklaring) herhaald. In deze laatste worden een aantal principes op het gebied van aanstelling, scholing, arbeidsomstandigheden en arbeidsrelaties opgesomd, terwijl de OESO-richtlijnen alle belangrijke aspecten van het ondernemingsgedrag bestrijken. De OESO-richtlijnen en de ILO MNO Verklaring hebben beide betrekking op het gedrag dat van ondernemingen wordt verwacht en worden geacht elkaar te versterken maar niet te bestrijden. Daarom kan de MNO Verklaring behulpzaam zijn bij de interpretatie van de Richtlijnen in die zin dat deze verder uitgewerkt is. De verantwoordelijkheden voor de follow-up procedu-res ten behoeve van de MNO Verklaring en de Richtlijnen zijn echter institutioneel gescheiden.

49. De terminologie in dit hoofdstuk komt overeen met die in de ILO MNO Verklaring. Het gebruik van de termen “werknemers die tewerkgesteld zijn door de multinatio-nale onderneming” en “werknemers die zij tewerkstel-len” dient op dezelfde wijze geïnterpreteerd te worden als het gebruik van deze termen in de ILO MNO Verklaring.3 Zij refereren naar werknemers die een arbeidsrelatie hebben met de multinationale onderneming. Ondernemingen die de reikwijdte van hun verantwoor-delijkheid onder Hoofdstuk V beter willen begrijpen, kunnen nuttige informatie vinden over het vaststellen van een arbeidsrelatie in de zin van de Richtlijnen in de niet-limitatieve lijst met indicatoren in de ILO Aanbeveling 198 van 2006, paragraaf 13 (a) en 13 (b). In aanvulling hierop wordt erkend dat arbeidsrelaties en –voorwaar-den kunnen veranderen en evolueren in de loop van de tijd en dat van ondernemingen verwacht wordt dat zij hun relaties met werknemers dusdanig vormgeven dat zij het steunen, aanmoedigen of deelnemen aan praktijken van verborgen arbeidsrelaties vermijden. Een verborgen arbeidsrelatie doet zich voor indien een werkgever een persoon anders behandelt dan een directe werknemer en daarmee diens werkelijke juridische status verhult.

3 In de Engelse taal en de Angel-Saksische bedrijfscultuur wordt onderscheid gemaakt tussen ‘employees’ en ‘workers’. De 2011 tekst van de Richtlijnen breidt de toepassing van dit hoofdstuk uit zodat het de werknemers die wellicht geen directe arbeidsovereenkomst hebben met een onderneming, maar wel werkzaam zijn voor of bij die onderneming ook onder de aanbevelingen vallen. In de Nederlandse taal, waarin hoofdzakelijk de term ‘werknemer’ wordt gebezigd, is dit verschil minder duidelijk.

Page 62: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

22 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

50. Deze aanbevelingen doorkruisen geen civiele of commerciële relaties, maar proberen juist te waarbor-gen dat personen die een directe arbeidsrelatie hebben de bescherming krijgen die hun toekomt in het kader van de Richtlijnen. In afwezigheid van een directe arbeidsrelatie wordt van ondernemingen desalniette-min verwacht dat zij in overeenstemming handelen met de aanbevelingen voor due diligence voor het risico- en ketenbeheer, zoals deze uiteengezet zijn in paragraaf A.10 tot en met A.13 van het hoofdstuk over Algemene Beginselen voor Bedrijfsbeleid.

51. Het eerste punt van dit hoofdstuk bevat de vier funda-mentele principes en rechten op het werk, die in de ILO-Verklaring van 1998 worden opgesomd: de vrijheid van vereniging en het recht op collectieve arbeidsover-eenkomsten; de effectieve afschaffing van kinderarbeid; de afschaffing van alle vormen van dwangarbeid; de eliminatie van discriminatie op het werk. Deze principes en rechten zijn uitgewerkt in specifieke rechten en plichten in ILO-Conventies die als fundamenteel worden erkend.

52. In paragraaf 1c worden multinationale ondernemingen aangemoedigd bij te dragen tot de effectieve afschaffing van kinderarbeid in de zin van de ILO-Verklaring van 1998 en ILO-Conventie 182 over de ergste vormen van kinderar-beid. Reeds lang bestaande ILO-documenten inzake kinderarbeid zijn Conventie 138 en Aanbeveling 146 (beide aangenomen in 1973) omtrent de minimumleeftijd voor arbeid. Door hun personeelsbeleid, de schepping van hoogwaardige, goed betaalde banen en hun bijdrage aan de economische groei kunnen multinationale ondernemingen een positieve rol spelen bij de bestrij-ding van de fundamentele oorzaken van de armoede in het algemeen en van kinderarbeid in het bijzonder. Het is van belang dat de rol die multinationale ondernemin-gen kunnen vervullen bij het vinden van een duurzame oplossing voor het probleem van de kinderarbeid wordt erkend en gestimuleerd. In dit opzicht verdient met name verbetering van het onderwijs aan de kinderen in gastlanden speciale aandacht.

53. Paragraaf 1d spoort ondernemingen aan bij te dragen aan de afschaffing van alle vormen van dwangarbeid of verplichte arbeid, eveneens een principe dat aan de ILO-Verklaring van 1998 is ontleend. De verwijzing naar dit grondrecht berust op de ILO-Conventies 29 uit 1930 en 105 uit 1957. Conventie 29 eist dat de regeringen “het gebruik van dwangarbeid in al zijn vormen zo spoedig mogelijk afschaffen”, terwijl hen in Conventie 105 wordt opgedra-gen “elke vorm van dwangarbeid af te schaffen en het gebruik hiervan na te laten” voor bepaalde genoemde doelen (b.v. als middel om politieke druk uit te oefenen of arbeidsdiscipline af te dwingen), en “effectieve

maatregelen te nemen om de onmiddellijke en volledige afschaffing [daarvan] te waarborgen”. Tegelijkertijd is de ILO de aangewezen autoriteit om zich bezig te houden met het lastige probleem van de gevangenisarbeid, vooral wanneer het gaat om het verhuren (of beschik-baar stellen) van gevangen aan particulieren, onderne-mingen of organisaties.

54. De verwijzing naar het principe van non-discriminatie op het werk in paragraaf 1e heeft betrekking op bepalingen en voorwaarden op het vlak van onder andere aanstelling, werkomschrijving, ontslag, salaris en voordelen, promotie, overstap of herlocatie, afloop van contracten, scholing en pensioen. In de lijst met niet-toelaatbare gronden voor discriminatie, die is ontleend aan ILO-Conventie 111 van 1958, Conventie 183 over Ouderschapsbescherming uit 2000, Conventie 159 over Gehandicapte Werknemers uit 1983, Aanbeveling 162 van 1980 met betrekking tot Oudere Werknemers en Aanbeveling 200 uit 2010 over HIV en Aids op de Werkvloer, wordt ervan uitgegaan dat elke vorm van onderscheid, uitsluiting of voorkeur op deze gronden in strijd met de Conventies, Aanbevelingen en richtlijnen is. De term ‘andere status’ verwijst in de context van de Richtlijnen naar deelname aan vakbondsactiviteiten en persoonlijke kenmerken of eigenschappen, zoals leeftijd, handicap, zwangerschap, civiele status, seksuele geaardheid, of HIV-status. Krachtens punt 1e behoren ondernemingen gelijke kansen voor vrouwen en mannen te bevorderen - met bijzondere nadruk op gelijke criteria voor selectie, beloning en promotie en de gelijke toepassing van deze criteria - en discriminatie of ontslag wegens huwelijk, zwangerschap of ouderschap te voorkomen.

55. In paragraaf 2c van dit hoofdstuk wordt gesteld dat de informatie die ondernemingen aan hun werknemers en hun vertegenwoordigers verstrekken, een “waarheids-getrouw en correct beeld” van de resultaten moet geven. Dit betreft de volgende elementen: de structuur van de onderneming, de economische en financiële situatie en vooruitzichten, de werkgelegenheidsontwikkeling en verwachte grote veranderingen in de bedrijfsvoering, met inachtneming van gerechtvaardigde eisen ten aanzien van de vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens. Dit laatste kan betekenen dat informatie over bepaalde onderwerpen niet of niet zonder waarborgen wordt gegeven.

56. De verwijzing naar consultatieve vormen van werk-nemersparticipatie in punt 2 van de Richtlijnen is afkomstig uit ILO-Aanbeveling 94 uit 1952 omtrent het overleg en de samenwerking tussen werkgevers en werknemers op ondernemingsniveau. Ook sluit ze aan bij een bepaling in de ILO MNO Verklaring. Deze overleg-

Page 63: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 23

structuren mogen geen vervanging vormen van het recht van werknemers op collectieve onderhandelingen. Ook punt 8 van dit hoofdstuk bevat een aanbeveling over overlegstructuren omtrent de arbeidsvoorwaarden.

57. De criteria op het gebied van aanstelling en arbeidsver-houdingen die in paragraaf 4 worden genoemd, omvatten tevens afspraken over vergoedingen en arbeidstijden. De verwijzing naar gezondheid en veiligheid impliceert dat multinationale ondernemin-gen geacht worden zich te houden aan de geldende wettelijke voorschriften en in de sector geldende normen om het risico op ongevallen of gezondheids-schade die voortvloeien uit, samenhangen met of voorvallen tijdens de uitvoering van het werk zo veel mogelijk te beperken. Hiermee worden ondernemingen aangemoedigd te werken aan de verbetering van hun resultaten op het vlak van arbeidsveiligheid en gezond-heid in alle delen van hun onderneming, ook wanneer dit formeel niet verplicht is krachtens de wetgeving van de landen waarin zij actief zijn. Ook worden onderne-mingen gestimuleerd om werknemers altijd de mogelijkheid te bieden een werksituatie te verlaten wanneer er redelijke grond bestaat om aan te nemen dat deze een onmiddellijk en ernstig gevaar voor de gezondheid of veiligheid vormt. Aangezien veiligheid en gezondheid ook in samenhang met andere, verwante onderwerpen van belang zijn, komen ze elders in de Richtlijnen terug, met name in de hoofdstukken over consumentenbelangen en milieu. ILO Aanbeveling 194 uit 2002 voorziet in een indicatieve lijst met werkgerela-teerde aandoeningen evenals normen en richtlijnen voor de praktijk waarmee ondernemingen rekening kunnen houden met het in praktijk brengen van deze aanbeveling van de Richtlijnen.

58. In paragraaf 5 van dit hoofdstuk worden multinationale ondernemingen aangemoedigd een redelijk aandeel van het personeel, waaronder ook leidinggevenden, onder de plaatselijke bevolking te werven en deze mensen te trainen. De bewoordingen over training en kwalificatie-niveau in dit punt sluiten aan op de tekst in paragraaf 4 van het hoofdstuk over Algemene Beginselen voor Bedrijfsbeleid omtrent het stimuleren van de ontwikke-ling van menselijk kapitaal. De verwijzing naar plaatse-lijk personeel sluit aan op de passage over de bevorde-ring van de opbouw van lokale capaciteit in paragraaf 3 van het hoofdstuk Algemene Beginselen voor Bedrijfsbeleid. In overeenstemming met ILO Aanbeveling 195 uit 2004 over Human Resources ontwikkeling worden ondernemingen aangemoedigd om, voor zover maximaal praktisch haalbaar is, te investeren in de training en voortdurende studie van werknemers daarbij zorgdragend voor mogelijkheden voor de training van vrouwen en andere kwetsbare groepen, zoals jongeren,

laaggeschoolden, gehandicapten, migranten, oudere werknemers en inheemse volkeren.

59. In paragraaf 6 wordt ondernemingen aanbevolen om werknemersvertegenwoordigers en bevoegde autoritei-ten binnen redelijke termijn op de hoogte te stellen indien zij veranderingen overwegen die ingrijpende gevolgen voor de bestaanszekerheid van hun werkne-mers zouden kunnen hebben, met name bij de sluiting van een vestiging waarbij collectief ontslag volgt. Deze bepaling beoogt, zoals aldaar vermeld, gelegenheid te scheppen om samen te werken teneinde de gevolgen van dergelijke veranderingen te verzachten. Dit is een belangrijk principe, dat ook in de wetten en praktijken op het gebied van arbeidsrelaties in de meeste onder-schrijvende landen is verankerd, hoewel de manier waarop de gelegenheid voor een zinvolle samenwerking wordt gewaarborgd, niet in al deze landen hetzelfde is. In punt 6 wordt ook aangegeven dat het, afhankelijk van de omstandigheden van elk geval, de voorkeur verdient dat het management de betrokkenen inlicht voordat de definitieve beslissing wordt genomen. Ook dit principe is in een aantal onderschrijvende landen vastgelegd in de wet en gewoontes op het gebied van arbeidsrelaties. Het is echter niet de enige manier om gelegenheid te scheppen voor een zinvolle samenwerking om de gevolgen van dergelijke beslissingen te verzachten; de wetten en gewoontes van andere onderschrijvende landen bieden weer andere middelen, zoals de verplich-ting om gedurende bepaalde termijnen te overleggen voordat besluiten kunnen worden uitgevoerd.

Page 64: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

24 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

Ondernemingen behoren, binnen het kader van de wet- en regelgeving en administratieve gebruiken in de landen waarin zij actief zijn, en met inachtneming van de relevante internationale overeenkomsten, beginselen, doelstellingen en normen, voldoende rekening te houden met de noodzaak het milieu, de volksgezondheid en de veiligheid te beschermen en, in het algemeen hun activiteiten uit te voeren op een manier die bijdraagt aan de bredere doelstelling van duurzame ontwikkeling. In het bijzonder behoren zij:

1. Een voor de desbetreffende onderneming geschikt milieubeheersysteem in te voeren en in stand te houden, dat onder meer de volgende elementen omvat:

a. het verzamelen en evalueren van adequate, tijdige informatie over de milieu-, gezondheids- en veilig-heidseffecten van hun activiteiten;

b. het vaststellen van meetbare doelstellingen en, waar van toepassing, van streefcijfers voor de verbetering van de milieuprestaties en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, alsmede het periodiek evalueren van deze doelstellingen; waar van toepassing zouden doelstellingen in overeenstemming moeten zijn met nationaal beleid en internationale milieuovereen-komsten; en

c. het regelmatig uitoefenen van toezicht en controle op de vorderingen ten aanzien van de milieu-, gezond-heids- en veiligheidsdoelstellingen en streefcijfers.

2. Rekening houdend met aspecten als kosten, vertrouwe-lijkheid van bedrijfsgegevens en de bescherming van intellectuele eigendomsrechten:

a. publiek en de werknemers tijdig de nodige, adequate, meetbare en verifieerbare (waar van toepassing) informatie te verstrekken over de potentiële milieu-, gezondheids- en veiligheidseffecten van hun activiteiten, waartoe ook kan behoren rapportage over de geboekte vooruitgang van hun inspanningen ter verbetering van de milieuprestaties; en

b. tijdig en op adequate wijze in contact te treden, en overleg te plegen met de gemeenschappen die rechtstreeks de gevolgen ondervinden van het milieu-, gezondheids- en veiligheidsbeleid van de onderne-ming en de uitvoering daarvan.

3. Een beoordeling te maken, en deze in de besluitvoering mee te nemen, van de voorzienbare milieu-, gezond-heids- en veiligheidseffecten van de processen, goederen en diensten van de onderneming gedurende hun gehele levenscyclus met het streven deze effecten te voorkomen of, indien niet te voorkomen, hen te verminderen. Wanneer voorgenomen activiteiten belangrijke gevolgen kunnen hebben voor het milieu, gezondheid of veiligheid en een besluit van een bevoegde autoriteit vereisen, dient een deugdelijk en toepasselijk milieu-effectenrapport te worden gemaakt;

4. Indien er, gezien de wetenschappelijke en technische inzichten omtrent de risico’s, gevaar voor ernstige schade aan het milieu bestaat, mede met het oog op de menselijke gezondheid en veiligheid, zich niet op het ontbreken van absolute wetenschappelijke zekerheid te beroepen om kosteneffectieve maatregelen uit te stellen om deze schade te voorkomen of te beperken;

5. Rampenplannen gereed te hebben om ernstige schade voor het milieu en de gezondheid die kan voortvloeien uit hun activiteiten, met inbegrip van ongevallen en noodsituaties, te voorkomen, te beperken en te beheersen; alsmede mechanismen om de bevoegde autoriteiten onmiddellijk op de hoogte te stellen;

6. Voortdurend te trachten hun milieuprestaties te verbeteren, binnen de eigen bedrijfsvoering en, waar van toepassing, in de toeleveringsketen, activiteiten zoals de volgende aan te moedigen:

a) de toepassing van de technologieën en procedures, in alle onderdelen van de onderneming, die de milieu-prestatienormen in het best presterende deel van de onderneming weerspiegelen;

b) de ontwikkeling en levering van producten of diensten die geen overmatige gevolgen voor het milieu hebben, bij het beoogde gebruik geen gevaar opleveren, broeikasgassenuitstoot verminderen, efficiënt zijn in het gebruik van energie en andere natuurlijke grondstoffen, en hergebruikt, gerecycled of veilig verwijderd kunnen worden;

c) het bewuster maken van hun klanten van de milieueffec-ten van het gebruik van de producten en diensten van de onderneming, waaronder door accurate informatie te verschaffen over hun producten (bijvoorbeeld over broeikasgassenuitstoot, biodiversiteit, doelmatigheid van gebruik van hulpbronnen en andere milieukwesties);

VI. Milieu

Page 65: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 25

d) zoeken naar en evalueren van manieren om de milieuprestaties van de onderneming op de lange termijn te verbeteren, bijvoorbeeld door strategieën te ontwikkelen voor emissiereductie, doelmatig gebruik van hulpbronnen en hergebruik, vervanging of vermindering van het gebruik van giftige stoffen, of strategieën op het gebied van biodiversiteit.

7. Hun werknemers adequaat onderwijs en training te geven over milieu-, gezondheids- en veiligheidskwes-ties, waaronder de omgang met gevaarlijke stoffen en het voorkomen van milieuongevallen, alsmede over meer algemene aspecten van milieubeheer, zoals milieueffectrapportageprocedures, publieksvoorlich-ting en milieutechnologieën.

8. Bij te dragen aan de ontwikkeling van een ecologisch zinvol en economisch doeltreffend openbaar beleid, bijvoorbeeld door middel van samenwerkingsverban-den of initiatieven om het milieubewustzijn en de milieubescherming te bevorderen.

Toelichting op Milieu

60. De tekst van het hoofdstuk Milieu weerspiegelt de principes en doelen die zijn neergelegd in de Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling en Agenda 21 (in de Verklaring van Rio). Ook is rekening gehouden met de (Aarhus) Conventie inzake de toegang tot informatie, publieke participatie in de besluitvorming en de toegang tot justitie in milieuzaken en met de normen die zijn neergelegd in documenten als de ISO-norm voor milieu beheersystemen.

61. Een adequaat milieubeheer is een belangrijk aspect van duurzame ontwikkeling en wordt steeds meer gezien als zowel een verantwoordelijkheid van als een kans voor het bedrijfsleven. Dit geldt ook voor multinationale ondernemingen. Het management van deze onderne-mingen moet daarom in zijn ondernemingsstrategie voldoende aandacht aan milieukwesties schenken. Verbetering van de milieuprestaties vereist dat de onderneming zich verbindt tot een systematische aanpak en voortdurende verbetering van het systeem. Een milieubeheersysteem vormt het interne raamwerk dat nodig is om de milieueffecten van de onderneming te beheersen en milieuoverwegingen in de bedrijfsvoe-ring te integreren. De invoering van zo een systeem kan ook helpen aandeelhouders, werknemers en de gemeenschap ervan te overtuigen dat de onderneming zich actief inzet om het milieu tegen de nadelige gevolgen van haar activiteiten te beschermen.

62. Naast verbetering van de milieuprestaties kan het invoeren van een milieubeheersysteem ondernemingen ook

economische voordelen opleveren in de vorm van lagere bedrijfs- en verzekeringskosten, minder energie- en grondstoffenverbruik, minder heffingen, een betere toegang tot kapitaal en vaardigheden, grotere tevredenheid van klanten, een betere relatie met de lokale gemeenschap en een betere public relations in het algemeen.

63. In de context van deze Richtlijnen moet de uitdrukking “adequaat milieubeheer” zo breed mogelijk worden opgevat; deze omvat activiteiten die tot doel hebben zowel de directe als de indirecte milieueffecten van de activiteiten van de onderneming op de lange termijn te beheersen en is zowel op vermindering van de vervuiling als op beheersing van het grondstoffenverbruik gericht.

64. De meeste ondernemingen werken met een intern controlesysteem voor het management van hun activiteiten. Het milieugedeelte van dit systeem kan bijvoorbeeld prestatieverbetering en een regelmatige voortgangscontrole als oogmerk bevatten.

65. Informatie over de activiteiten van ondernemingen en over hun relaties met onderaannemers en toeleveran-ciers, en de daarmee samenhangende milieueffecten is een belangrijk instrument om het vertrouwen van het publiek te winnen. Een instrument dat des te effectiever is wanneer de informatie op een transparante manier wordt verstrekt en een actief overleg met belanghebben-den bevordert, zoals werknemers, klanten, leveranciers, aannemers, plaatselijke gemeenschappen en het grote publiek, zodat er een blijvend klimaat van lange-termijn vertrouwen en begrip ontstaat over milieukwesties die alle partijen aangaan. Verslaglegging en communicatie zijn vooral gepast in situaties waarin schaarse of risico lopende natuurlijke rijkdommen in regionale, nationale of internationale context gevaar lopen. Normen voor verslaglegging zoals die van het Global Reporting Initiative geven goede aanwijzingen hiervoor.

66. Voor het verschaffen van accurate informatie over hun producten hebben ondernemingen meerdere mogelijk-heden, zoals het vrijwillig labelen of deelname aan certificatieprogramma’s. Bij de toepassing van dit soort instrumenten behoren ondernemingen goed rekening te houden met hun sociale en economische effecten op ontwikkelingslanden en met bestaande, internationaal erkende normen.

67. De normale bedrijfsvoering kan een voorafgaande inschatting van de potentiële milieueffecten van de ondernemingsactiviteiten omvatten. Ondernemingen voeren vaak gerichte milieueffectonderzoeken uit, ook als deze niet wettelijk verplicht zijn. Dit kan resulteren in een brede, toekomstgerichte visie op de potentiële effecten van de activiteiten van de onderneming,

Page 66: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

26 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

waarbij op de relevante gevolgen wordt ingegaan, alternatieven worden onderzocht en wordt gekeken naar maatregelen om nadelige effecten te voorkomen of herstellen. In de Richtlijnen wordt ook erkend dat multinationale ondernemingen bepaalde verantwoor-delijkheden in andere gedeelten van de levenscyclus van hun producten kunnen hebben.

68. In verschillende documenten die al zijn aangenomen door landen die de Richtlijnen onderschrijven, waaronder principe 15 van de Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling, wordt gesproken van het “voorzorgsbe-ginsel”. Geen van deze documenten is uitdrukkelijk tot ondernemingen gericht, hoewel de bijdrage van ondernemingen steeds impliciet wordt verondersteld.

69. Het uitgangspunt van de Richtlijnen is dat ondernemin-gen zo snel mogelijk en op proactieve wijze stappen moeten ondernemen om bijvoorbeeld ernstige of onherstelbare milieuschade die uit hun activiteiten voortvloeit, te voorkomen. Omdat echter de Richtlijnen tot ondernemingen zijn gericht, is geen van de bestaande documenten volledig geschikt als uitdruk-king van deze aanbeveling. Daarom zijn de Richtlijnen wel gebaseerd op, maar vormen ze geen rechtstreekse afspiegeling van, alle bestaande documenten.

70. De Richtlijnen zijn niet bedoeld als herinterpretatie van bestaande documenten of als nieuwe verbintenissen of precedenten van de kant van de regeringen; ze verwoor-den uitsluitend aanbevelingen voor de manier waarop het “voorzorgsbeginsel” op ondernemingsniveau zou kunnen worden verwezenlijkt. Gezien het vroege stadium van het proces wordt erkend dat enige flexibiliteit geboden is, rekening houdend met de specifieke context waarin een en ander plaatsvindt. Ook wordt erkend dat de regeringen het basisraamwerk op dit gebied vaststellen, en tot taak hebben om van tijd tot tijd met de belanghebbenden te overleggen over de beste manier om verder te gaan.

71. In de Richtlijnen worden ondernemingen ook aangemoe-digd zich in te zetten om de milieuprestaties in alle onderdelen van hun bedrijf te verbeteren, ook wanneer dit formeel niet verplicht is volgens de bestaande praktijk in de landen waarin zij werken. Hierbij dienen ondernemingen goed rekening te houden met hun sociale en economische effecten op ontwikkelingslanden.

72. Zo hebben MNO’s vaak toegang tot bestaande en innovatieve technologieën of operationele procedures die, indien toegepast, zouden helpen de totale milieuprestaties te verbeteren. MNO’s worden vaak als leiders op hun specifieke gebied gezien, zodat hun

potentiële voorbeeldfunctie voor andere ondernemin-gen niet mag worden onderschat. Er voor zorg dragen dat het milieu in de landen waar MNO’s actief zijn ook profiteert van de beschikbare en innovatieve technieken en toepassingen is een belangrijk hulpmiddel om een bredere steun voor internationale investeringsactivitei-ten op te bouwen.

73. Ondernemingen hebben een belangrijke taak bij de scholing en voorlichting van hun personeel op milieugebied. Ze worden aangemoedigd deze taak op een zo breed mogelijke manier in te vullen, vooral op gebieden die rechtstreeks met de menselijke gezond-heid en veiligheid verband houden.

Page 67: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 27

Ondernemingen behoren, direct noch indirect, smeergeld of andere onrechtmatige voordelen aan te bieden, toe te zeggen, te geven of te eisen teneinde opdrachten of andere ongeoorloofde voordelen te verwerven of te behouden. Ondernemingen behoren ook verzoeken tot omkoping en afpersing te weerstaan. In het bijzonder behoren ondernemingen:

1. Zich ervan te onthouden overheidsfunctionarissen of werknemers van zakenrelaties onverschuldigde geldelijke of andere voordelen aan te bieden, te beloven of te geven. Evenzo behoren ondernemingen geen onverschuldigde geldelijke of andere voordelen te verzoeken, overeen te komen of te accepteren van overheidsfunctionarissen of de werknemers van zakenrelaties. Ze behoren geen gebruik te maken van derden, zoals agenten en tussenpersonen, consultants, vertegenwoordigers, distributeurs, consortia, aanne-mers en leveranciers en joint venture partners, als middel om onverschuldigde geldelijke of andere voordelen door te sluizen naar overheidsfunctionaris-sen of naar werknemers van hun zakenrelaties, of naar hun verwanten of zakenrelaties;

2. Adequate programma’s of maatregelen voor interne controle, ethiek en compliance te ontwikkelen of aan te wenden om omkoping te voorkomen en te signaleren, die ontwikkeld zijn op basis van een risicoanalyse die de individuele omstandigheden van de onderneming, in het bijzonder de risico’s op omkoping waarmee de onderneming geconfronteerd wordt (zoals zijn geografische ligging en bedrijfssector), in ogenschouw neemt. Deze programma’s of maatregelen voor interne controle, ethiek en compliance dienen een systeem van financiële en boekhoudkundige procedures, waaronder een systeem van interne controle, te bevatten dat zodanig is ontwikkeld dat boekhouding, verslagen en rekeningen juist en accuraat zijn en niet gebruikt kunnen worden voor omkoping of het maskeren van omkoping. Dergelijke individuele omstandigheden en risico’s op omkoping behoren regelmatig bezien en geëvalueerd te worden zodat de programma’s of maatregelen van de onderneming voor interne controle, ethiek en compliance toepasbaar en effectief blijven en zodat risico’s voor de onderneming op het betrokken raken in omkoping, verzoeken tot omkoping en afpersing verminderd worden.

3. Het gebruik van kleine, faciliterende betalingen, die over het algemeen illegaal zijn in het land waar ze gedaan worden, in hun programma’s of maatregelen

voor interne bedrijfscontrole, ethiek en compliance te verbieden of te ontmoedigen, en, wanneer zulke betalingen gedaan worden, deze accuraat in de boekhoudingen en financiële verslagen op te nemen.

4. Zeker te stellen dat, de specifieke risico’s voor de onderneming op omkoping in ogenschouw nemend, degelijk gedocumenteerde due diligence op het inhuren van tussenpersonen plaatsheeft, evenals gepaste en regelmatige controle op tussenpersonen, en dat hun beloning redelijk is en uitsluitend voor rechtmatige activiteiten. Indien relevant behoort een lijst te worden bijgehouden van tussenpersonen die in verband met transacties met overheden en staatsondernemingen worden ingeschakeld, en aan de bevoegde autoriteiten ter beschikking te worden gesteld in overeenstemming met geldende vereisten voor publieke openbaarmaking;

5. De transparantie van hun activiteiten in de strijd tegen omkoping, verzoeken tot omkoping en afpersing te verbeteren. Zo kunnen zij zich publiekelijk uitspreken tegen omkoping, verzoeken tot omkoping en afpersing en de beheersystemen en programma’s of maatregelen voor interne controle, ethiek en compliance bekend maken die zij toepassen om deze uitspraken waar te maken. Ook dient de onderneming openheid en een dialoog met het publiek na te streven, om bewustwor-ding en samenwerking in de strijd tegen omkoping, verzoeken tot omkoping en afpersing te vergroten;

6. De bewustwording en naleving van het beleid en de programma’s of maatregelen van de onderneming voor interne controle, ethiek en compliance tegen omko-ping, verzoeken tot omkoping en afpersing onder het personeel te bevorderen, door hieraan afdoende bekendheid te geven en door middel van het opzetten van scholingsprogramma’s en disciplinaire procedures;

7. Geen onwettige financiële bijdrage te verlenen aan kandidaten voor publieke functies, politieke partijen of andere politieke organisaties. Politieke bijdragen behoren volledig te voldoen aan de eisen van openbaar-heid en behoren aan het hoger management te worden gerapporteerd.

Toelichting op Bestrijding van Corruptie, Omkopingsverzoeken en Afpersing 74. Omkoping en corruptie zijn schadelijk voor de democra-

tische instellingen en een goed ondernemingsbestuur. Zij ontmoedigen investeringen en verstoren internationale

VII. Bestrijding van corruptie, omkopingsverzoeken en afpersing

Page 68: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

28 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

concurrentieverhoudingen. Verduistering van gelden door corrupte praktijken ondermijnt in het bijzonder de pogingen van burgers om tot een hoger niveau van economisch, sociaal en ecologisch welzijn te komen en het ondermijnt pogingen tot armoedebestrijding. Ondernemingen kunnen een belangrijke rol in de bestrijding van deze praktijken spelen.

75. Fatsoen, integriteit en transparantie in zowel het publieke als private domein zijn sleutelconcepten in de strijd tegen corruptie, verzoeken tot omkoping en afpersing. Het bedrijfsleven, niet-gouvernementele organisaties, regeringen en intergouvernementele organisaties werken allemaal samen om de publieke steun voor anti-corruptiemaatregelen te versterken en om de transparantie en de publieke aandacht voor het probleem van omkoping te vergroten. De invoering van adequate bestuurspraktijken is eveneens een essentieel middel om een ethische cultuur in de onderneming tot stand te brengen.

76. Het Verdrag inzake Bestrijding van Omkoping van Buitenlandse Ambtenaren bij Internationale Zakentransacties (het Anti-Corruptie Verdrag) trad op 15 februari 1999 in werking. Het Anti-Corruptie Verdrag, samen met de Aanbeveling tot Verdere Bestrijding van Omkoping van Buitenlandse Ambtenaren uit 2009 (de 2009 Anti-Corruptie Aanbeveling), de Aanbeveling voor Belastingmaatregelen ter Verdere Bestrijding van Omkoping van Buitenlandse Ambtenaren uit 2009, en de Aanbeveling inzake Corruptie en Overheidssteun bij Exportkredieten, vormen de kern van instrumenten van de OESO die de aanbodzijde van corruptie bestrijden. Zij hebben tot doel de “aanvoer” van omkoopsommen voor buitenlandse ambtenaren te elimineren, waarbij elk land verantwoordelijkheid neemt voor de activiteiten van zijn ondernemingen en voor wat er binnen zijn rechtsgebied gebeurt.4 Een programma voor rigoureus en systematisch toezicht op het implemen-teren van het Anti-Corruptie Verdrag door de lidstaten is ingesteld om volledige implementatie van deze instru-menten te bevorderen.

77. De Anti-Corruptie Aanbeveling van 2009 beveelt overheden in het bijzonder aan hun ondernemingen aan te moedigen effectieve programma’s en maatregelen voor interne controle, ethiek en naleving te ontwikkelen en aan te

wenden ten behoeve van het voorkomen en opsporen van omkoping in het buitenland, daarbij de Good Practice Guidance on Internal Controls, Ethics and Compliance, die als bijlage II aan de Anti-Corruptie Aanbeveling van 2009 is gevoegd, in acht nemend. Deze Good Practice Guidance is gericht aan zowel ondernemingen als zakelijke organisaties en aan professionele verenigingen en prijst goede praktijkvoorbeelden aan die de effectiviteit van programma’s en maatregelen voor interne controle, ethiek en naleving ten behoeve van het voorkomen en opsporen van omkoping in het buitenland zeker stellen.

78. Ook initiatieven vanuit de private sector en van maat-schappelijke organisaties staan ondernemingen bij in het ontwikkelen en in praktijk brengen van effectief beleid tegen corruptie.

79. De Conventie tegen Corruptie van de Verenigde Naties (UNCAC), die op 14 december 2005 in werking trad, schetst een breed palet aan normen, maatregelen en regels voor de strijd tegen corruptie. Onder deze conventie zijn de VN-lidstaten verplicht hun ambtenaren te verbieden smeergeld aan te nemen en hun ondernemingen te verbieden ambtenaren, ook die van internationale publieke organisaties, uit eigen land en het buitenland om te kopen, en beveelt aan het verbieden van corruptie bij private partijen onderling te overwegen. Deze conventie van de VN en het Anti-Corruptie Verdrag ondersteunen elkaar en vullen elkaar aan.

80. Goede bestuurspraktijken vormen een belangrijk element bij het aanpakken van de vraagzijde van omkoping. Ondernemingen kunnen initiatieven ondersteunen voor collectieve actie tegen verzoeken om omkoping en afpersing. Zowel thuis- als gastlanden behoren onderne-mingen bij te staan indien zij geconfronteerd worden met verzoeken om omkoping en met afpersing. De Good Practice Guidance on Specific Articles of the Convention in Annex I van de Anti-Corruptie Aanbeveling van 2009 stelt dat het Anti-Corruptie Verdrag op dusdanige wijze dient te worden geïmplemen-teerd dat het niet in een verdediging of uitzondering voorziet wanneer de buitenlandse ambtenaar smeergeld verlangt. De VN Conventie tegen Corruptie vereist voorts dat lidstaten verzoeken om omkoping door nationale ambtenaren strafbaar stellen.

4 In het kader van deze Conventie wordt “omkoping” gedefinieerd als “het rechtstreeks of via tussenpersonen aanbieden, toezeggen of geven van een ongepast financieel of ander voordeel aan een buitenlandse overheidsfunctionaris, ten gunste van die functionaris of een derde partij, om te bewerkstelligen dat de functionaris iets doet of nalaat in relatie tot de uitvoering van zijn officiële functie, teneinde opdrachten of andere ongepaste voordelen bij internationale zakelijke transacties te verkrijgen of te behouden”. In de toelichting bij de Conventie (punt 9) wordt verklaard dat “kleine ‘bevorderingsbetalingen’, ook wel faciliterende betalingen, geen betalingen vormen die worden gedaan ‘om opdrachten of andere ongepaste voordelen bij internationale zakelijke transacties te verkrijgen of te behouden’ zoals bedoeld in punt 1, en derhalve niet in strijd zijn met de Conventie. Dergelijke betalingen, die in sommige landen worden gedaan om functionarissen aan te sporen hun functie te vervullen, zoals het verstrekken van vergunningen, zijn in het algemeen illegaal in het desbetreffende land. Andere landen kunnen en moeten dit ondermijnende verschijnsel aanpakken door bijvoorbeeld ondersteuning van programma’s ter bevordering van goede bestuurspraktijken.

Page 69: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 29

In hun relaties met consumenten behoren ondernemingen eerlijke praktijken toe te passen bij de uitoefening van hun activiteiten inzake handel, marketing en reclame en alle redelijke maatregelen te treffen om de veiligheid, kwaliteit en betrouwbaarheid van de goederen en diensten die zij leveren, te waarborgen. In het bijzonder behoren zij:

1. Te waarborgen dat de goederen en diensten die zij leveren, voldoen aan alle overeengekomen of voorge-schreven normen ten aanzien van de gezondheid en veiligheid van de consumenten, met inbegrip van die normen inzake waarschuwingen voor de gezondheid, de productveiligheid en desbetreffende informatie op etiketten.

2. Juiste, verifieerbare en duidelijke informatie te verschaffen, waaronder informatie over prijzen en, waar toepasselijk, over samenstelling, gebruiksveiligheid, milieuvriendelijkheid, onderhoud, opslag en verwijde-ring van goederen en diensten, zodat de consumenten gefundeerde keuzes kunnen maken. Indien mogelijk behoort de informatie verschaft te worden op een wijze die het vergelijken van producten door consumenten bevorderd.

3. Consumenten toegang tot eerlijke, gebruiksvriende-lijke, tijdige en doeltreffende procedures te verschaffen voor de behandeling van en schadeloosstelling bij klachten, zonder nodeloze kosten of formaliteiten;

4. Zich te onthouden van beweringen of het weglaten van informatie, noch zich in te laten met andere praktijken die bedrieglijk, misleidend, frauduleus of oneerlijk zijn.

5. Inspanningen ter promotie van consumenteneducatie op gebieden die verbonden zijn aan hun zakelijke activiteiten te ondersteunen met, onder andere, als doel het verbeteren van de mogelijkheid van consumenten om: i) gefundeerde beslissingen over complexe goederen, diensten en markten te maken; ii) economi-sche, milieugerelateerde en sociale effecten van hun beslissingen beter te begrijpen; en iii) duurzame consumptie te steunen.

6. De privacy van de consument te respecteren en voldoende maatregelen te treffen om de bescherming van persoonsgegevens die zij verzamelen, opslaan, verwerken of verspreiden, te waarborgen;

7. Volledig met de autoriteiten samen te werken om bedrieglijke marketingpraktijken (waaronder mislei-

dende reclame en commerciële fraude) te voorkomen en te bestrijden, en om ernstige bedreigingen van de volksgezondheid of -veiligheid of het milieu, die voortvloeien uit de consumptie of het gebruik van hun producten, te voorkomen of te verminderen.

8. Bij het toepassen van bovenstaande principes i) de noden van kwetsbare en achtergestelde consumenten en ii) de specifieke uitdagingen die e-commerce kan opwerpen voor consumenten in overweging te nemen.

Toelichting op Consumentenbelangen

81. Het hoofdstuk van de Richtlijnen voor consumentenbe-langen steunt op het werk van het OESO Comité voor Consumentenbeleid en het OESO Comité voor Financiële Markten, evenals het werk van andere internationale organisaties waaronder de Internationale Kamer van Koophandel, de Internationale Organisaties voor Standaardisering (ISO) en de Verenigde Naties (dat wil zeggen, de VN Richtlijnen voor Consumentenbeleid van 1999).

82. Het hoofdstuk erkent dat consumententevredenheid en aanverwante belangen een fundamentele basis vormen voor succesvol opereren voor ondernemingen. Het erkent evenzo dat consumentenmarkten voor goederen en diensten significante veranderingen hebben ondergaan. Hervorming van regelgeving, meer open mondiale markten, de ontwikkeling van nieuwe technologieën en de groei in consumentendiensten hebben sleutelrollen in die veranderingen gespeeld, waarbij consumenten door de toegenomen open concurrentie van meer keuze en andere voordelen zijn voorzien. Tegelijkertijd hebben de snelheid van deze veranderingen en de toegenomen complexiteit van vele markten het over het algemeen moeilijker gemaakt voor consumenten om goederen en diensten met elkaar te vergelijken en te evalueren. Daarbij is de demografie van consumenten ook in verloop van tijd veranderd. Kinderen worden steeds belangrijkere spelers op de markt, evenals de groeiende groep senioren. Hoewel consumenten over de hele linie meer kennis hebben dan voorheen, zijn er nog steeds veel die de taal- en rekenvaar-digheid die heden ten dage vereist zijn op de complexe, informatie-intensieve marktplaats missen. Veel consu-menten zijn voorts in toenemende mate geïnteresseerd in de positie en activiteiten van ondernemingen op een breed palet aan economische, sociale en milieugerela-teerde onderwerpen en nemen die mee in hun overwegin-gen bij de keuze voor bepaalde goederen en diensten.

VIII. Consumentenbelangen

Page 70: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

30 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

83. De openingszin roept ondernemingen op om eerlijke ondernemings-, marketing- en adverteerpraktijken te hanteren en de kwaliteit en betrouwbaarheid van hun producten zeker te stellen. Deze principes zijn van toepassing op zowel goederen als diensten.

84. De eerste paragraaf onderstreept het belang voor ondernemingen om de vereiste gezondheids- en veiligheidsnormen in acht te nemen en om consumen-ten van adequate informatie hierover te voorzien.

85. De tweede paragraaf betreft informatievoorziening. Ondernemingen worden hierin opgeroepen in informatie te voorzien die afdoende is voor consumen-ten om geïnformeerde beslissingen te nemen. Dit zou, waar relevant, informatie omvatten over financiële risico’s die met producten gepaard gaan. In sommige gevallen zijn ondernemingen voorts juridisch verplicht om informatie te verschaffen op een wijze die consu-menten in staat stelt directe vergelijkingen te maken tussen goederen en diensten (bijvoorbeeld via stuksprij-zen). In afwezigheid van directe wetgeving worden ondernemingen aangemoedigd om, in de omgang met consumenten, informatie te verschaffen op een manier die een vergelijking tussen goederen en diensten faciliteert en consumenten in staat stelt eenvoudig vast te stellen wat de totale kosten van een product zullen zijn. Daarbij zij opgemerkt dat wat als afdoende te boek staat in verloop van tijd aan verandering onderhevig kan zijn en dat ondernemingen open behoren te staan voor zulke veranderingen. Elke claim over een product en het milieu die een onderneming maakt dient te zijn gebaseerd op adequaat bewijs en, indien toepasselijk, degelijke tests. Gezien de toegenomen interesse van consumenten in milieuvraagstukken en duurzame consumptie dient, indien gepast, informatie over de milieueigenschappen van producten verstrekt te worden. Dit kan ook informatie betreffen over de energiezuinigheid en de mate waarin producten te recyclen zijn en, in het geval van voedsel en waren, informatie over de landbouwmethoden.

86. Consumenten overwegen in toenemende mate het sociale en milieubeleid van ondernemingen bij besluiten over aankopen. Ondernemingen worden daarom aangemoedigd om informatie te verschaffen over de initiatieven die zij hebben ondernomen om sociale en milieugerelateerde maatregelen in hun activiteiten te integreren en om anderszins duurzame consumptie te steunen. Hoofdstuk III van de Richtlijnen over Informatievoorziening is in dat opzicht ook relevant. In dat hoofdstuk worden ondernemingen aangemoedigd verklaringen over de normen en waarden van hun onderneming met het publiek te delen, waaronder informatie over sociaal, ethisch

en milieugerelateerd ondernemingsbeleid en andere gedragscodes die de onderneming onderschrijft. Ondernemingen worden aangemoedigd deze informa-tie in klare taal beschikbaar te stellen op een wijze die het publiek aanspreekt. Toename van het aantal ondernemingen dat publiekelijk rapporteert over deze onderwerpen zou welkom zijn.

87. De derde paragraaf weerspiegelt de tekst van de Aanbeveling van de OESO Raad voor Klachtenbehandeling en –herstel voor Consumenten. Deze aanbeveling geeft een kader voor de ontwikkeling van doelmatige benaderingen om consumentenklachten te behandelen, een reeks aan acties die het bedrijfsleven kan ondernemen daarbij inbegrepen. Het zij opgemerkt dat de mechanismen die veel ondernemingen in werking hebben gesteld om consumentenklachten te verhelpen het consumenten-vertrouwen en –tevredenheid hebben doen toenemen. Deze mechanismen kunnen meer praktische oplossin-gen voor klachten bieden dan juridische acties, die duur, ingewikkeld en tijdrovend kunnen zijn voor alle betrokken partijen. Ten behoeve van de doelmatigheid van deze niet-juridische mechanismen voor klachtenbe-handeling dienen consumenten van hun bestaan op de hoogte te zijn en zouden aanwijzingen over hoe een klacht in te dienen die doelmatigheid ook ten goede komen, vooral bij kwesties die over landsgrenzen gaan of multidimensionale transacties betreffen.

88. De vierde paragraaf betreft bedrieglijke, misleidende, frauduleuze en andere oneerlijke commerciële gedragin-gen. Deze gedragingen kunnen markten verstoren voor rekening van zowel consumenten als verantwoorde ondernemingen, en dienen vermeden te worden.

89. De vijfde paragraaf betreft consumenteneducatie, hetgeen aan belang heeft gewonnen gezien de toenemende complexiteit van vele markten en producten. Overheden, consumentenorganisaties en vele ondernemingen erkennen dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is en dat zij belangrijke rollen te vervullen hebben op dit gebied. De obstakels die consumenten ervaren hebben in het evalueren van complexe financiële en andere producten hebben het belang onderstreept van samenwerking van belangheb-benden ter bevordering van de educatie gericht op het verbeteren van de beslissingen van consumenten.

90. Paragraaf zes betreft persoonlijke gegevens. De toename van de vergaring en het gebruik van persoon-lijke gegevens door ondernemingen, ten dele veroor-zaakt door het internet en technologische vooruitgang, heeft het belang onderstreept van bescherming van persoonlijke gegevens tegen privacyschendingen, waaronder inbreuken op de veiligheid.

Page 71: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 31

91. De zevende paragraaf onderstreept het belang voor ondernemingen om met publieke autoriteiten samen te werken in het helpen effectiever bedrieglijke advertentie praktijken te voorkomen en te bestrijden. Samenwerking is ook nodig om risico’s voor de volksgezondheid en de veiligheid van het milieu te verminderen of te voorkomen. Dit omvat bedreigingen die gerelateerd zijn aan de verwijdering van goederen, evenals hun consumptie en gebruik. Dit weerspiegelt het belang van het overdenken van de hele levenscyclus van producten.

92. De achtste paragraaf roept ondernemingen op om wanneer zij goederen en diensten op de markt brengen rekening te houden met de omstandigheden voor kwetsbare en achtergestelde consumenten. De termen ‘achtergestelde’ of ‘kwetsbare’ consumenten verwijzen naar specifieke consumenten of categorieën consumen-ten die vanwege persoonlijke kenmerken of omstandig-heden (zoals leeftijd, mentale of fysieke gesteldheid, educatie, inkomen, taal of afgelegen locatie) specifieke obstakels tegenkomen wanneer zij zich op de informa-tie-intensieve, geglobaliseerde markten begeven. De paragraaf benadrukt eveneens het toenemende belang van consumptie via mobiele en andere elektronische diensten op de internationale markt. De voordelen van zulke handel zijn significant en nemen toe. Overheden hebben aanzienlijke tijd besteed in het onderzoeken van manieren waarop consumenten transparante en doelmatige bescherming genieten die niet minder is bij elektronische handel in vergelijking met de bescher-ming die geboden wordt bij meer traditionele vormen van handel.

Page 72: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

32 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

Ondernemingen behoren:

1. Ernaar te streven dat hun activiteiten op bevredigende wijze passen binnen de wetenschappelijke en technolo-gische (W&T) beleidslijnen en plannen van de landen op wiens grondgebied zij hun activiteiten uitoefenen en, voor zover van toepassing, bij te dragen tot de ontwikke-ling van het nationaal en lokaal kunnen op wetenschap-pelijk en technologisch gebied in het gastland;

2. Waar mogelijk in hun bedrijfsvoering praktijken te hanteren die de overdracht en snelle verspreiding van technologie en know-how mogelijk maken, rekening houdend met de bescherming van intellectuele eigendomsrechten;

3. Waar dit passend is, activiteiten inzake de wetenschappe-lijke en technologische ontwikkeling in het gastland uit te voeren die aansluiten op de behoeften van de lokale markt en werknemers uit het gastland in W&T-functies aan te stellen en hun scholing te stimuleren, rekening houdend met de commerciële behoeften;

4. Indien licenties voor het gebruik van intellectuele eigendomsrechten worden verleend of anderszins technologie wordt overgedragen, dit te doen onder redelijke voorwaarden en bepalingen, en zodanig dat wordt bijgedragen aan de perspectieven voor duurzame ontwikkeling van het gastland op lange termijn;

5. wanneer de commerciële doelstellingen zich daartoe lenen, banden aan te knopen met lokale universiteiten en openbare onderzoeksinstituten en deel te nemen aan gezamenlijke onderzoeksprojecten met lokale onderne-mingen of werkgeversorganisaties.

Toelichting op Wetenschap en technologie

93. In een kennisgerichte, wereldwijde economie waarin nationale grenzen vervagen, vormen de toegang tot technologie en know-how en het vermogen deze te gebruiken essentiële voorwaarden om de onderne-mingsresultaten te verbeteren, ook voor kleine of uitsluitend binnenlands opererende ondernemingen. Het is ook een belangrijke voorwaarde om de hele economie te laten profiteren van de effecten van de technologische vooruitgang, zoals productiviteitsstij-ging en werkgelegenheidsgroei, binnen de context van duurzame ontwikkeling. Multinationale onder-nemingen vormen het belangrijkste kanaal voor de grensoverschrijdende overdracht van technologie. Zij

dragen bij tot de innovatiecapaciteit van hun gastlanden door nieuwe technologieën te genereren, te verspreiden en zelfs binnenlandse ondernemingen en instellingen de mogelijkheid te geven deze te gebruiken. De R&D-activiteiten van MNO’s kunnen, als er goede relaties met het nationale innovatiesysteem bestaan, bijdragen tot een versnelling van de economische en sociale vooruitgang in het gastland. Op zijn beurt kan de ontwikkeling van een dynamisch innovatiesysteem in het gastland de commerciële afzetmogelijkheden voor MNO’s vergroten.

94. Dit hoofdstuk heeft daarom tot doel om, rekening houdend met economische haalbaarheid, concurren-tie overwegingen en andere beperkingen, te bevorde-ren dat multinationale ondernemingen de vruchten van hun onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten verspreiden in de landen waarin zij werken en daardoor bijdragen aan de vergroting van de innova-tiecapaciteit van die landen. Dit kan inhouden dat men producten op de markt brengt waarin nieuwe technologieën zijn verwerkt, licenties voor procesin-novaties verleent, W&T-personeel aanneemt en opleidt en R&D-samenwerkingsverbanden aangaat. Bij de verkoop of licentie van technologieën moeten niet alleen de overeengekomen voorwaarden en bepalingen redelijk zijn, maar zouden MNO’s ook moeten kijken naar de langetermijneffecten die deze technologieën op het gebied van ontwikkeling, milieu en andere gebieden in het eigen land en het gastland hebben. Bij hun activiteiten kunnen multinationale ondernemingen de innovatieve capaciteit van hun internationale dochterbedrijven en onderaannemers ontwikkelen en verbeteren. Daarnaast kunnen ze de aandacht vestigen op het belang van de lokale wetenschappelijke en technologische infrastructuur, zowel fysiek als institutioneel. In dit opzicht kunnen MNO’s een waardevolle bijdrage leveren aan de formulering, door de regering van het gastland, van beleidskaders die tot de ontwikkeling van dynamische innovatiesystemen kunnen leiden.

IX. Wetenschap en technologie

Page 73: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 33

Ondernemingen behoren:

1. Hun activiteiten in overeenstemming met alle geldende mededinginswetten en regelgeving uit te voeren, daarbij rekening houdend met de mededingingswetgeving van alle jurisdicties waarin hun activiteiten effect kunnen hebben op de vrije concurrentie.

2. Zich te onthouden van het aangaan of uitvoeren van concurrentiebeperkende afspraken tussen concurrenten, waaronder afspraken:

a) om vaste prijzen te hanteren b) om hun aanbestedingen op elkaar af te stemmen c) om productiebeperkingen of quota vast te stellen; of d) om markten te delen of te verdelen door klanten,

leveranciers, geografische zones of activiteiten toe te wijzen.

3. Met mededingingsautoriteiten samen te werken door, onder meer en mede afhankelijk van de toepasselijke wetten en passende waarborgen, verzoeken om informatie zo snel en volledig mogelijk als werkbaar is te beantwoorden, en het gebruik van beschikbare midde-len, zoals het afstand doen van een verschoningsrecht indien gepast, in overweging te nemen ter bevordering van effectieve en efficiënte samenwerking tussen autoriteiten die onderzoek doen.

4. Regelmatig bij hun personeel het belang van naleving van alle toepasselijke mededingingswetten en –regel-geving onder de aandacht brengen en, in het bijzonder, het hoger management van de onderneming te trainen op mededingingsgebied.

Toelichting op Mededinging

95. Deze aanbevelingen zijn bedoeld om het belang van de wet- en regelgeving op het gebied van de mededinging voor de doelmatige werking van zowel de binnenlandse als de buitenlandse markt te benadrukken, nogmaals te wijzen op het belang van de naleving van deze wet- en regelgeving door zowel nationale als multinationale ondernemingen, en te waarborgen dat alle ondernemin-gen zich bewust zijn van het grote aantal mededingings-wetten, de strekking, herstelmaatregelen en de sancties ervan, evenals de mate van samenwerking tussen de mededingingsautoriteiten. De uitdrukking “mededin-gingswetten” wordt gebruikt om te verwijzen naar wetten, met inbegrip van “antikartel-” en “antimonopolie” wetten, die een verbod inhouden op a) concurrentie-beperkende afspraken; b) misbruik van een markt- of

machtspositie; c) het verwerven van een machtspositie op de markt door andere middelen dan een efficiënte bedrijfsvoering; of d) het substantieel verminderen van de concurrentie of het substantieel belemmeren van doelmatige concurrentie via fusies en overnames.

96. In het algemeen behelzen mededingingswetten en -beleid een verbod op a) hard core kartels; b) andere concurrentiebeperkende afspraken; c) concurrentiebe-perkend gedrag dat een markt- of machtpositie misbruikt of uitbreidt; en d) mededingingsbeperkende fusies en overnames. Krachtens de Aanbeveling van de OESO-Raad inzake Effectieve Maatregelen tegen Hard Core Kartels, C(98)35/def. uit 1998, vormen de concurrentiebeper-kende afspraken genoemd onder a) hard core kartels maar in de Aanbeveling wordt echter rekening gehou-den met de verschillen tussen de wetgevingen van de lidstaten, met inbegrip van de verschillen tussen de wettelijke vrijstellingen en/of bepalingen die een goedkeuring mogelijk maken voor een activiteit die normaal gesproken verboden zou zijn. Deze aanbevelin-gen van de Richtlijnen suggereren niet dat ondernemin-gen op voorhand dergelijke vrijstellingen of bepalingen zouden moeten aanwenden. De categorieën onder b) en c) zijn algemener van aard, omdat de gevolgen van andere soorten afspraken en unilateraal gedrag op de mededinging minder eenduidig van aard zijn en er minder consensus bestaat over wat als “concurrentie-beperkend” moet worden beschouwd.

97. Mededingingsbeleid heeft tot doel bij te dragen aan de welvaart en de economische groei door het bevorderen van een marktsituatie waarin de aard, kwaliteit en prijs van goederen en diensten worden bepaald door vraag en aanbod. Zo’n concurrentiebevorderend klimaat komt niet alleen de consumenten en de economie als geheel ten goede, maar beloont ook ondernemingen die efficiënt inspelen op de vraag van de consumenten. Ondernemingen kunnen bijdragen aan dit proces door informatie en advies te geven wanneer de overheid wetten en beleid overweegt die de efficiency zouden kunnen beperken of het concurrentieklimaat anderszins zouden kunnen verslechteren.

98. Ondernemingen dienen te beseffen dat mededingings-wetgeving uitgevoerd blijft worden en dat het steeds gebruikelijker is dat deze wetten concurrentiebeper-kende activiteiten die in het buitenland plaatsvinden verbieden indien ze schadelijke gevolgen hebben voor de binnenlandse consumenten. Bovendien maken grensoverschrijdende handel en investeringen het

IX. Mededinging

Page 74: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

34 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

steeds waarschijnlijker dat concurrentiebeperkend gedrag in het ene land nadelige effecten heeft in andere landen. Ondernemingen moeten daarom rekening houden met de wetten van het land waarin ze werkzaam zijn en met die van alle landen waarin de gevolgen van hun gedrag voelbaar kunnen zijn.

99. Tot slot dienen ondernemingen te erkennen dat de mededingingsautoriteiten steeds meer en intensiever gaan samenwerken bij het onderzoek naar en de strijd tegen concurrentiebeperkende gedragingen. Zie in het algemeen: Aanbeveling van de Raad betreffende de samenwerking tussen de lidstaten inzake concurrentiebe-perkende praktijken die de internationale handel schaden, C(95)130/Final; Aanbeveling van de Raad voor Evaluatie van Fusies. Wanneer de mededingingsautoritei-ten van verschillende landen hetzelfde gedrag onderzoe-ken, kunnen ondernemingen, door de samenwerking tussen de autoriteiten te vergemakkelijken, een consi-stente en degelijke besluitvorming en herstel van de mededinging bevorderen en ook kostenbesparingen voor de overheid en ondernemingen mogelijk maken.

Page 75: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 35

1. Het is belangrijk dat ondernemingen bijdragen aan de overheidsfinanciën van het gastland door het tijdig betalen van de door hen verschuldigde belastingen. In het bijzonder dienen zij de belastingwetten en –regelge-ving in alle landen waarin zij actief zijn naar de letter en de geest na te leven. Naleving naar de letter en de geest houdt in dat men de intentie van de wetgeving onderkent en volgt. Het betekent niet dat een onderneming meer dient te betalen dan wettelijk verplicht is op basis van die intentie. Naleving van belastingwetgeving behelst maatregelen om de bevoegde autoriteiten tijdig informatie te verschaffen die nodig of juridisch vereist is om de te heffen belasting in verband met hun activiteiten juist vast te stellen en dat zij hun praktijken ter zake van verrekenprijzen aanpassen aan het “arm’s length”-principe.

2. Ondernemingen behoren toezicht op en naleving van belastingwetgeving als belangrijke elementen van hun controle- en bredere risicobeheerssystemen te behande-len. In het bijzonder dienen bestuursraden beheersstra-tegieën voor risico’s op het gebied van belastingwetge-ving aan te wenden opdat financiële risico’s en risico’s op het gebied van regelgeving en de goede naam die geassocieerd zijn met belasting volledig worden geïdentificeerd en geëvalueerd.

Toelichting bij Belastingen

100. Goed burgerschap voor ondernemingen betekent op het gebied van belastingen dat ondernemingen zich houden aan de letter en de geest van de fiscale wet- en regelgeving in alle landen waarin zij werken, met de autoriteiten samenwerken en deze relevante of juridisch verplichte informatie verschaffen. Een onderneming houdt zich aan de letter en de geest van fiscale wet- en regelgeving indien zij redelijke stappen onderneemt om vast te stellen wat de intentie van de belastingwetgeving is en deze in lijn met die intentie interpreteert in het kader van de gebruikte wetstaal en relevante, recente wetsgeschiedenis. Transacties dienen niet zo gestructureerd te worden zodat zij belastingeffecten hebben die niet in overeenstem-ming zijn met de onderliggende economische consequenties van de transacties, tenzij er specifieke wetgeving is opgesteld die dat effect bewerkstelligt. In dat geval dient de onderneming in redelijkheid aan te nemen dat de transactie gestructureerd is op een wijze die een belastingeffect op de onderneming heeft die niet in strijd is met de intenties van de wetgeving.

101. Naleving van belastingwetgeving omvat ook samen-werking met de belastingautoriteiten en het voorzien van informatie die zij nodig hebben om effectieve en billijke toepassing van de belastingwetgeving te waarborgen. Zulke samenwerking behoort tijdige en volledige beantwoording te omvatten van verzoeken om informatie door competente autoriteiten op basis van onderdelen van een belastingverdrag of overeen-komst over het delen van informatie. Deze verplich-ting om informatie te verschaffen is echter niet zonder beperkingen. In de Richtlijnen wordt met name een verband gelegd tussen de informatie die moet worden gegeven en de relevantie daarvan voor de naleving van de toepasselijke fiscale wetten. Hiermee wordt erkend dat er een evenwicht moet worden gezocht tussen de administratieve last die ondernemingen wordt opgelegd en de noodzaak voor de belastingautoritei-ten om tijdig over volledige en juiste informatie te beschikken zodat zij de belastingwetten kunnen toepassen.

102. De toewijding van ondernemingen aan samenwer-king, transparantie en naleving van belastingwetge-ving behoort te worden weerspiegeld in systemen, structuren en beleid voor risicobeheer. Wanneer ondernemingen een juridische bedrijfsstructuur hebben, verkeren bestuursraden in een positie om op meerdere manieren belastingrisico’s te overzien. Bestuursraden kunnen bijvoorbeeld proactief gepaste principes voor het belastingbeleid ontwikkelen, evenals dat zij interne controlesystemen op belasting-gebied kunnen instellen zodat de handelingen van het management consistent zijn met de inzichten van de bestuursraad op belastinggebied. De raad dient van alle potentiële, materiële belastingrisico’s op de hoogte te zijn en verantwoordelijkheid dient te worden toegewezen voor het uitvoeren van interne controlefuncties en rapportage aan de raad op belastinggebied. Een alomvattende strategie voor risicobeheer, die ook belastingrisico’s dekt, stelt de onderneming in staat niet alleen goed ondernemer-schap aan de samenleving te tonen, maar ook effectief zijn belastingrisico’s te beheersen, hetgeen bijdraagt aan het voorkomen van substantiële financiële en regelgeving en reputatie gerelateerde risico’s voor de onderneming.

103. Het is mogelijk dat een multinationale ondernemings-groep uitgebreide economische relaties onderhoudt met bedrijven uit dezelfde groep in andere landen. Dergelijke relaties kunnen gevolgen hebben voor de

XI. Belastingen

Page 76: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

36 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

verschuldigde belasting van de betrokken partijen. Daarom hebben de belastingautoriteiten mogelijk informatie van buiten hun land nodig om deze relaties te kunnen beoordelen en te kunnen bepalen hoeveel belasting het lid van de MNO-groep in hun land verschuldigd is. Ook hier geldt weer dat de te verschaffen informatie beperkt is tot wat relevant of wettelijk verplicht is voor de beoordeling van de economische relaties, en dit voor de vaststelling van de correcte belastingschuld van het lid van de MNO-groep. MNO’s moeten meewerken aan de beschikbaarstelling van deze informatie.

104. Verrekenprijzen zijn een bijzonder belangrijk onderwerp in het kader van goed burgerschap voor ondernemingen en belastingen. De enorme toename van de wereldwijde handel en rechtstreekse grensover-schrijdende investeringen (en de belangrijke rol die MNO’s daarin spelen) betekent dat verrekenprijzen nu een belangrijk bepalend element zijn voor de belastingheffing van de leden van een multinationale ondernemingsgroep, omdat het de verdeling van bases waarop belasting kan worden geheven in de landen waarin de multinationale onderneming actief is materieel beïnvloedt. Het “arm’s length” principe, dat is opgenomen in zowel het OESO Model Belastingverdrag als in het VN Modelverdrag inzake Dubbele Belasting tussen Ontwikkelde en Ontwikkelingslanden, is de internationaal geaccepteerde norm voor het aanpas-sen van winst tussen aan elkaar verbonden onderne-mingen. Toepassing van het “arm’s length” principe voorkomt ongewenst schuiven met winsten of verliezen en minimaliseert risico’s op dubbele belasting. Zijn juiste toepassing vereist van multina-tionale ondernemingen dat zij samenwerken met belastingautoriteiten en hen voorzien van alle relevante of wettelijk verplichte informatie in relatie tot de keuze van de methode voor verrekenprijzen die ondernemingen en hun entiteiten toepassen bij hun internationale transacties. Erkend wordt dat het voor zowel multinationale ondernemingen als belasting-autoriteiten vaak moeilijk vast te stellen is of gehanteerde verrekenprijzen in afdoende mate het “arm’s length” principe weerspiegelen en dat diens toepassing geen exacte wetenschap is.

105. Het Comité inzake Fiscale Aangelegenheden van de OESO werkt onverminderd voort aan de ontwikkeling van aanbevelingen om te waarborgen dat de verreken-prijzen voldoen aan het “arm’s length”-principe. Dit heeft geleid tot de publicatie, in 1995, van de OESO-richtlijnen inzake Verrekenprijzen voor Multinationale Ondernemingen en Belastingadministraties (de OESO-richtlijnen inzake verrekenprijzen), die aanleiding gaven tot de Aanbeveling van de OESO-Raad inzake de Vaststelling van Verrekenprijzen Tussen Verbonden Ondernemingen (leden van een MNO-groep vallen normaal gesproken onder de definitie van verbonden ondernemingen). De OESO-richtlijnen inzake Verrekenprijzen en die Aanbeveling worden op continue basis geactualiseerd om veranderingen in de wereldeconomie en ervaringen van belastingdiensten en -betalers die te maken hebben met verrekenprijzen te weerspiegelen. Het “arm’s length” principe, zoals het op de verdeling van winst van permanente vestigingen van toepassing is voor het vaststellen van de belastingrechten van een gastland op basis van een belastingverdrag, was onderwerp van een Aanbeveling van de OESO Raad die in 2008 werd aangenomen.

106. De OESO-richtlijnen inzake verrekenprijzen zijn gericht op de toepassing van het “arms’ length”- principe voor de vaststelling van de interne verreken-prijzen tussen verbonden ondernemingen. Ze zijn bedoeld om belastingdiensten (van zowel OESO-lidstaten als niet-lidstaten) en multinationale ondernemingen te helpen door wederzijds bevredi-gende oplossingen voor verrekenprijsgevallen aan te dragen, waarbij conflicten tussen belastingdiensten onderling en tussen belastingdiensten en multinatio-nale ondernemingen zo veel mogelijk worden voorkomen en dure juridische procedures worden vermeden. Multinationale ondernemingen worden aangemoedigd de aanbevelingen in de OESO-richtlijnen inzake verrekenprijzen5, zoals gewijzigd en aangevuld, op te volgen zodat wordt verzekerd dat hun verrekenprijzen aan het “arms’ length”- principe voldoen.

5 Één onderschrijvend land dat niet lid is van de OESO, Brazilië, past de OESO-richtlijnen inzake Verrekenprijzen niet toe in zijn rechtsgebied en het gebruik van de aanwijzingen in deze Richtlijnen door multinationale ondernemingen voor het vaststellen van hun belastbaar inkomen uit hun activiteiten in dit land is om die reden niet van toepassing met het oog op belastingverplichtingen die volgen uit de wetgeving van dat land. Een ander onderschrijvend land dat niet lid van de OESO is, Argentinië, wijst er op dat het gebruik van de OESO-richtlijnen voor Verrekenprijzen niet verplicht is in zijn rechtsgebied.

Page 77: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 37

Page 78: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

38 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

Mei 2011

Voorliggende wijziging van het Besluit van de Raad over de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen [C(2000)96/FINAL],

De RAAD,

Gezien het Verdrag nopens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling van 14 december 1960;

Gezien de OESO-Verklaring inzake internationale investe-ringen en multinationale ondernemingen (de “Verklaring”) waarin de regeringen van de onderschrijvende landen (“onderschrijvende landen”) multinationale ondernemin-gen die in of vanuit hun grondgebied werken, aanbevelen de Richtlijnen voor multinationale ondernemingen (de “Richtlijnen”) na te leven;

Erkennende dat, gezien het feit dat multinationale ondernemingen wereldwijd actief zijn, internationale samenwerking inzake aangelegenheden die met de Verklaring samenhangen zich tot alle landen zou moeten uitstrekken;

Gezien het mandaat van het Investeringscomité, met name ten aanzien van zijn verantwoordelijkheden ten behoeve van de Verklaring [C(84)171(final), herzien in C/M(95)21];

Rekening houdend met het verslag van de eerste herziening van de Verklaring van 1976 [C(79)102(final)], het verslag van de tweede herziening van de Verklaring [C/MIN(84)5(final)], het verslag van de herziening van 1991 van de Verklaring [DAFFE/IME(91)23] en het verslag van de herziening van 2000 van de Richtlijnen;

Gezien het tweede herziene besluit van de Raad van juni 1984 [C(84)90], zoals gewijzigd in juni 1991 [C/MIN(91)7/ANN1] en vervallen op 27 juni 2000 [C(2000)96/FINAL]; Overwegende dat het wenselijk is de procedures voor het houden van consultaties inzake aangelegenheden die in deze Richtlijnen aan de orde komen, te versterken en de doeltreffendheid van de Richtlijnen te bevorderen;

Op voorstel van het Investeringscomité:

BESLUIT:

I. Nationale Contactpunten

1. De onderschrijvende landen zetten Nationale Contactpunten op om de effectiviteit van de Richtlijnen te bevorderen door promotieactiviteiten uit te voeren, door vragen te beantwoorden en door bij te dragen aan het oplossen van geschillen die voortvloeien uit problemen bij de implementatie van de Richtlijnen in specifieke gevallen, zulks met inachtneming van de in de bijlage toegevoegde procedurele aanwijzingen. Het bedrijfsleven, de werkne-mersorganisaties, andere non-gouvernementele organisa-ties en andere geïnteresseerde partijen zullen over de aanwezigheid van deze middelen worden geïnformeerd.

2. Nationale Contactpunten van verschillende landen werken indien nodig samen ten aanzien van alle met de Richtlijnen samenhangende zaken die voor hun werkzaam-heden relevant zijn. Als algemene regel geldt dat er eerst gesprekken op nationaal niveau worden gevoerd voordat contact met andere Nationale Contactpunten wordt opgenomen.

3. De Nationale Contactpunten komen regelmatig samen om ervaringen uit te wisselen en verslag uit te brengen aan het Investeringscomité.

Deel 2: Implementatieprocedures voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingenBesluit van de OESO-Raad

Page 79: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 39

4. Onderschrijvende landen stellen met inachtneming van interne budgettaire prioriteiten en gewoonten financiële en personele capaciteit aan hun Nationale Contactpunten ter beschikking opdat zij hun verantwoordelijkheden doelmatig kunnen invullen,.

II. Het Investeringscomité

1. Het Investeringscomité (het Comité) organiseert op gezette tijden of op verzoek van een land dat de Richtlijnen onderschrijft een gedachtewisseling over aangelegenhe-den die in de Richtlijnen aan de orde komen en de ervaringen die bij de toepassing daarvan zijn opgedaan.

2. Op gezette tijden nodigt het Comité het “Business and Industry Advisory Committee” van de OESO (BIAC) en het “Trade Union Advisory Committee” van de OESO (TUAC) (de “adviesorganen”), OECD Watch, alsmede andere internationale partners uit om zich uit te spreken over aangelegenheden die in de Richtlijnen aan de orde komen. Ook kunnen gedachtewisselingen met hen over deze aangelegenheden plaatsvinden op hun verzoek.

3. Het Comité zal contact leggen met niet-onderschrijvende landen met betrekking tot zaken die in de Richtlijnen aan de orde komen om verantwoord ondernemen wereldwijd te bevorderen in overeenstemming met de Richtlijnen en om een gelijk speelveld te creëren. Ook streeft het samenwerking na met niet-onderschrijvende landen die speciaal belang bij de Richtlijnen en het promoten van hun principes en normen hebben.

4. Het Comité is verantwoordelijk voor nadere verklaring van de Richtlijnen. Aan partijen die betrokken zijn in een procedure over specifieke gevallen waarin behoefte is ontstaan aan een nadere verklaring, wordt de mogelijk-heid geboden hun standpunt te kennen te geven, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk. Het Comité trekt geen conclusies over het gedrag van individuele ondernemingen.

5. Het Comité organiseert gedachtewisselingen over de activiteiten van de Nationale Contactpunten, teneinde de effectiviteit van de Richtlijnen te verbeteren en functionele gelijkwaardigheid van de Nationale Contactpunten te bevorderen.

6. Bij de vervulling van zijn taken ter bevordering van de effectiviteit van de Richtlijnen neemt het Comité de bijgevoegde procedurele aanwijzingen in acht.

7. Op gezette tijden brengt het Comité aan de Raad verslag uit over aangelegenheden die in de Richtlijnen aan de orde komen. In deze rapporten neemt het Comité de rappor-ten van de Nationale Contactpunten en de standpunten

van de adviesorganen, OECD Watch, andere internatio-nale partners en van landen die de Richtlijnen niet onderschreven in ogenschouw.

8. Het Comité zal, in samenwerking met de Nationale Contactpunten, een proactieve agenda voeren die effectieve inachtneming door ondernemingen van de principes en normen die de Richtlijnen bevatten bevordert. Het Comité zal, in het bijzonder, mogelijk heden zoeken om samen te werken met de advies organen, OECD Watch, andere internationale partners en andere belanghebben-den ter stimulering van de positieve bijdragen in de context van de Richtlijnen die multinationale ondernemin-gen kunnen leveren aan economische, milieu gerela-teerde en sociale voortgang met het oog op duurzame ontwikkeling, en om hen te helpen om risico’s op ongunstige effecten die verbonden zijn aan specifieke producten, regio’s en bedrijfssectoren te identificeren en daarop te reageren.

III. Herziening van het Besluit

Het onderhavige Besluit zal op gezette tijden worden herzien. Het Comité doet voorstellen hiertoe.

Page 80: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

40 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

I. Nationale Contactpunten

De Nationale Contactpunten (NCP’s) hebben tot taak de effectiviteit van de Richtlijnen te bevorderen. Om de functionele gelijkwaardigheid te waarborgen, dienen de werkzaamheden van de NCP’s te beantwoorden aan de volgende basiscriteria: zichtbaarheid, toegankelijkheid, transparantie en verantwoording.

A. Institutionele Organisatie

Met inachtneming van de functionele gelijkwaardigheid en het bevorderen van de effectiviteit van de Richtlijnen, kunnen de landen die de Richtlijnen onderschrijven hun NCP naar eigen inzicht organiseren en daarbij de actieve steun inroepen van de sociale partners, waaronder het bedrijfsle-ven, werknemersorganisaties, andere non-gouvernemente-le organisaties, en andere geïnteresseerde partijen.

Dit betekent dat Nationale Contactpunten:

1. Zodanig samengesteld en georganiseerd zullen zijn dat zij een effectieve basis vormen om het brede spectrum van zaken vervat in de Richtlijnen te behandelen en dat zij in staat zijn op onpartijdige wijze te opereren, daarbij in voldoende mate verantwoordingsplicht behoudend aan de onderschrijvende overheid.

2. Verscheidene organisatievormen kunnen aanwenden om dit doel te bereiken. Een NCP kan samengesteld zijn uit hogere vertegenwoordigers van een of meerdere ministeries, of kan een hoge ambtenaar of een over-heidsdienst geleid door een hoge ambtenaar zijn, of uit een verband van agentschappen of een groep onafhanke-lijke experts bestaan. Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, werknemersorganisaties en andere non-gouvernementele organisaties kunnen ook betrokken worden.

3. Contact legt en onderhoudt met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de werknemersorganisaties en andere geïnteresseerde partijen die een bijdrage kunnen leveren aan de effectiviteit van de Richtlijnen.

B. Informatie en promotie

Het Nationale Contactpunt zal:

1. De Richtlijnen bekendmaken en beschikbaar stellen met adequate middelen, ook door middel van online informa-tie, en in de nationale talen. Potentiële investeerders (die

in of vanuit het land wensen te investeren) dienen indien nodig over de Richtlijnen geïnformeerd te worden;

2. Activiteiten ondernemen om de bekendheid van de Richtlijnen en hun implementatieprocedures te vergroten, ook door samenwerking met het bedrijfsleven, de werknemersorganisaties, de andere non-gouvernemen-tele organisaties en het belangstellende publiek, voor zover relevant;

3. Dienen vragen om inlichtingen over de Richtlijnen te beantwoorden van:

a) andere Nationale Contactpunten; b) het bedrijfsleven, de werknemersorganisaties, de

andere niet-gouvernementele organisaties en het publiek; en

c) regeringen van landen die de Richtlijnen niet onderschrijven.

C. Implementatie in specifieke gevallen

Het Nationale Contactpunt draagt op onpartijdige, berekenbare, billijke en met de principes en normen van de Richtlijnen overeenkomende wijze bij aan de oplossing van problemen die in specifieke gevallen ontstaan bij de implementatie van de Richtlijnen. Het NCP vormt een discussieforum en helpt het bedrijfsleven, de werknemers-organisaties, andere non-gouvernementele organisaties en andere geïnteresseerde partijen om deze vragen efficiënt, binnen redelijke termijn en in overeenstemming met het geldende recht op te lossen. In het verlenen van deze assistentie zal het NCP:

1. Een eerste evaluatie uitvoeren van de gemelde problemen teneinde te bepalen of nader onderzoek gerechtvaardigd is en licht de betrokken partijen in over zijn beslissing;

2. Indien de gemelde problemen verder onderzoek rechtvaardigen, zijn goede diensten aanbieden om partijen te helpen deze op te lossen. Hiertoe zal het NCP met deze partijen overleggen en waar nodig:

a) advies inwinnen bij de betrokken autoriteiten en/of vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de werknemersorganisaties, andere niet-gouvernemen-tele organisaties en deskundigen ter zake;

b) het NCP in het (de) andere betrokken land(en) raadplegen;

c) bij twijfel over de interpretatie van de Richtlijnen in bepaalde omstandigheden advies bij het Investeringscomité inwinnen;

Procedurele aanwijzingen

Page 81: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 41

d) op consensus gerichte, niet-conflictueuze middelen zoals verzoening of bemiddeling voorstellen, om te helpen de problemen op te lossen en indien partijen hiermee instemmen, de toegang daartoe te vergemakkelijken.

3. Bij de afronding van de procedures en na consultatie met de betrokken partijen, de resultaten van de procedures publiekelijk beschikbaar stellen, daarbij de noodzaak gevoelige bedrijfsinformatie en andere informatie over belanghebbende te beschermen in acht nemend, door het uitvaardigen van:

a. Een verklaring indien het NCP besluit dat de gemelde problemen geen nader onderzoek rechtvaardigen. Een verklaring beschrijft in ieder geval de gemelde problemen en de motivering van het besluit van het NCP.

b. Een verslag indien partijen overeenkomst hebben bereikt over de gemelde problemen. Het verslag dient in ieder geval de problemen, de procedures die het NCP heeft aangewend ten einde de partijen bij te staan en de datum waarop de overeenkomst was bereikt te beschrijven. Informatie over de inhoud van de overeenkomst zal vermeld worden voor zover de partijen het hierover eens zijn.

c. Een verklaring indien geen overeenkomst is bereikt of indien een partij niet heeft willen meewerken aan de procedures. Deze verklaring dient in ieder geval de gemelde problemen, de motivering van het NCP om die problemen nader te onderzoeken en de procedu-res die het NCP heeft aangewend teneinde de partijen bij te staan te beschrijven. Het NCP zal, waar gepast, aanbevelingen doen voor de implementatie van de Richtlijnen, welke opgenomen dienen te worden in de verklaring. Indien gepast kan de verklaring ook de redenen bevatten waarom partijen geen overeen-komst hebben kunnen bereiken.

Het NCP stelt het Comité tijdig op de hoogte van de resultaten van zijn procedures voor problemen in specifieke gevallen.

4. Om de oplossing van de gemelde problemen te verge-makkelijken, treft het NCP in specifieke gevallen adequate maatregelen om gevoelige bedrijfs- en andere informatie en de belangen van andere betrokken belanghebbenden te beschermen. Terwijl de procedures onder punt 2 lopen, dient de vertrouwelijkheid te worden gewaarborgd. Indien de betrokken partijen het na afloop van de procedures niet eens zijn geworden over een oplossing, zijn zij vrij hierover mededelingen te doen en te discussiëren. De gegevens en standpunten die tijdens

de procedure door een andere betrokken partij zijn verwoord, blijven echter vertrouwelijk, tenzij de andere partij met openbaarmaking instemt of dit in strijd zou zijn met bepalingen van nationaal recht.

5. Indien problemen in niet-onderschrijvende landen rijzen, stappen ondernemen om meer inzicht in de ontstane problemen te krijgen en zal het de genoemde procedures waar relevant en mogelijk volgen.

D. Rapportering

1. Elk NCP rapporteert jaarlijks aan het Comité.

2. De rapporten dienen informatie te bevatten over de aard en resultaten van de activiteiten van het NCP, met inbegrip van activiteiten op het gebied van de implemen-tatie in specifieke gevallen.

II. Investeringscomité

1. Het Comité behandelt verzoeken van NCP’s om hulp bij de uitvoering van hun werkzaamheden, waaronder gevallen van twijfel over de interpretatie van de Richtlijnen in bepaalde omstandigheden.

2. Met het oog op het verbeteren van de effectiviteit van de Richtlijnen en de functionele gelijkwaardigheid van de NCP’s zal het Comité:

b) de rapporten van de NCP’s bespreken.

c) gemotiveerde klachten bespreken van een land dat de Richtlijnen onderschrijft, van een adviesorgaan of van OECD Watch over de wijze waarop een NCP invulling geeft aan zijn taken ten aanzien van de behandeling van specifieke gevallen.

d) overwegen een nadere toelichting te geven indien een land dat de Richtlijnen onderschrijft, een adviesorgaan of OECD Watch een gemotiveerde vraag stelt inzake een juiste interpretatie van de Richtlijnen door een NCP in specifieke gevallen.

e) indien nodig aanbevelingen doen om het functione-

ren van NCP’s te verbeteren en de doelmatige implementatie van de Richtlijnen te bevorderen.

f ) samenwerken met internationale organisaties.

g) contacten leggen met geïnteresseerde landen die de Richtlijnen niet onderschrijven inzake aangelegenheden die in de Richtlijnen aan de orde komen en hun implementatie.

Page 82: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

42 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

3. Het Comité kan over alle aangelegenheden die in de Richtlijnen aan de orde komen het advies van deskundigen inwinnen en in overweging nemen. Het Comité beslist over geschikte procedures hiervoor.

4. Het Comité zal zijn verantwoordelijkheden op efficiënte en tijdige wijze vervullen.

5. In het vervullen van zijn verantwoordelijkheden zal het Comité worden bijgestaan door het OESO Secretariaat, dat, onder de algemene aanwijzingen van het Investeringscomité en afhankelijk van het Werkprogramma en Budget van de Organisatie:

a. Als centraal informatiepunt voor NCP’s zal dienen wanneer zij vragen hebben over de promotie of de implementatie van de Richtlijnen.

b. Relevante informatie over recente trends en opkomen-de gebruiken met betrekking tot de promotionele activiteiten van NCP’s en de implementatie van de Richtlijnen in specifieke gevallen zal verzamelen en publiekelijk beschikbaar maken. Het Secretariaat zal uniforme kaders voor verslaglegging ontwikkelen ten behoeve van het verwezenlijken en bijhouden van een actuele database over door NCP’s ontvangen specifieke gevallen, en zal hiervan reguliere analyses uitvoeren.

c. Activiteiten zal faciliteren waarbij NCP’s, in het bijzonder de NCP’s van landen die de Richtlijnen recentelijk hebben onderschreven, van elkaar leren, waaronder vrijwillige evaluaties door collega-NCP’s, evenals capaciteitsopbouw en training op de imple-mentatieprocedures van de Richtlijnen zoals promotie en het faciliteren van verzoening en bemiddeling.

d. Waar gepast, samenwerking zal faciliteren tussen NCP’s; en

e. De Richtlijnen zal promoten op relevante internationale fora en bijeenkomsten en ondersteuning zal bieden aan NCP’s en het Comité bij hun inspanningen tot het vergroten van de bekendheid van de Richtlijnen onder landen die de Richtlijnen niet onderschrijven.

Page 83: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 43

Toelichting op de implemen tatie procedures voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

1. Het Besluit van de Raad belichaamt het commitment van de onderschrijvende landen om de implementatie van de aanbevelingen die in de Richtlijnen zijn verwoord te bevorderen. Procedurele aanwijzingen voor zowel de Nationale Contactpunten als het Investeringscomité zijn aan het Besluit gehecht.

2. In het Besluit van de Raad worden de voornaamste verantwoordelijkheden neergelegd die de onderschrij-vende landen in het kader van de Richtlijnen hebben ten aanzien van de NCP’s:

• hetopzettenvanNCP’s(zulksmetinachtnemingvandeprocedurele aanwijzingen die aan het Besluit zijn gehecht) en het informeren van belanghebbende partijen over de beschikbaarheid van de faciliteiten in het kader van de Richtlijnen;

• hetbeschikbaarstellenvannoodzakelijkepersoneleenfinanciële middelen;

• hetinstaatstellenvandeNCP’svanverschillendelanden om waar nodig samen te werken;

• hetinstaatstellenvandeNCP’somregelmatigbijeente komen en te rapporteren aan het Investeringscomité.

3. In het Besluit van de Raad worden ook de taken van het Investeringscomité in het kader van de Richtlijnen vastgesteld:

• hetorganiserenvandiscussiesoveronderwerpendie met de Richtlijnen samenhangen;

• hetwaarnodiggevenvanuitleg; • hetorganiserenvandiscussiesoverdeactiviteiten

van NCP’s; • hetrapporterenoverdeRichtlijnenaandeRaadvan

de OESO.

4. Het Investeringscomité is het OESO-orgaan dat belast is met het toezicht op het functioneren van de Richtlijnen. Zijn taak is niet beperkt tot de Richtlijnen, maar betreft alle elementen van de Verklaring (de onderdelen inzake nationale behandeling, internationale investeringsstimu-lansen en -belemmeringen, en tegenstrijdige verplichtin-gen). Krachtens de Verklaring waakt het Comité erover dat alle elementen duidelijk worden begrepen en dat ze elkaar aanvullen en met elkaar in harmonie zijn.

5. Gezien het toenemende belang van verantwoord ondernemen voor landen buiten de OESO is in het Besluit ook in overleg en samenwerking voorzien met niet-onderschrijvende landen over onderwerpen die in de

Richtlijnen aan de orde komen. Op grond van deze bepaling kan het Comité speciale bijeenkomsten organiseren met geïnteresseerde landen die de Richtlijnen niet onderschrijven om inzicht in de normen en principes van de Richtlijnen te bevorderen. Met inachtneming van relevante procedures van de OESO kan het Comité hen ook betrekken in speciale activiteiten of projecten inzake verantwoord ondernemen, door hen bijvoorbeeld uit te nodigen voor zijn bijeenkomsten of ronde-tafelconferenties voor verantwoord ondernemen.

6. In het voeren van een proactieve agenda zal het Comité samenwerken met NCP’s en mogelijkheden tot samen-werking zoeken met de adviesorganen, OECD Watch en andere internationale partners. Verdere aanwijzingen worden wat dat betreft gegeven in paragraaf 18.

I. Procedurele aanwijzingen voor de NCP’s

7. De Nationale Contactpunten vervullen een belangrijke rol bij de vergroting van de bekendheid en de effectiviteit van de Richtlijnen. Terwijl ondernemingen verantwoordelijk zijn voor de inachtneming van de Richtlijnen in de dagelijkse praktijk, kunnen overheden bijdragen aan de verbetering van de effectiviteit van de implementatiepro-cedures. Met het oog hierop hebben zij afgesproken dat de NCP’s beter begeleid moeten worden bij hun optreden en activiteiten, onder meer door regelmatige bijeenkom-sten en toezicht door het Investeringscomité.

8. De meeste functies die in de procedurele aanwijzingen bij het Besluit worden vermeld, zijn niet nieuw maar vormen de weerslag van ervaringen en aanbevelingen die in de loop der jaren zijn ontwikkeld. Door ze expliciet te formuleren wordt de beoogde werking van de implemen-tatiemechanismen voor de Richtlijnen doorzichtiger. Alle functies worden nu in de procedurele aanwijzingen voor de NCP’s uiteengezet in vier delen: organisatie, informatie en promotie, implementatie in specifieke gevallen en rapportage.

9. Deze vier delen worden voorafgegaan door een inlei-dende paragraaf, waarin het hoofddoel van de NCP’s wordt omschreven, samen met de kerncriteria om de “functionele gelijkwaardigheid” te bevorderen. Aangezien de overheden ruimte krijgen in de manier waarop zij hun NCP’s organiseren, moet het functioneren van de NCP’s voldoen aan de eisen van zichtbaarheid, toegankelijkheid, transparantie en verantwoording. Deze

Page 84: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

44 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

criteria bieden de NCP’s een leidraad bij de uitvoering van hun taken en vormen voor het Investeringscomité een hulpmiddel bij de beoordeling van het functioneren van de NCP’s.

Kerncriteria voor functionele gelijkwaardigheid van de activiteiten van NCP’s:

Zichtbaarheid. Overeenkomstig het Besluit verbinden de onderschrijvende landen zich ertoe een Nationaal Contactpunt (NCP) op te zetten, en tevens het bedrijfsleven, werknemersorganisaties en andere belanghebbende partijen, waaronder NGO’s, te informeren over de beschik-baarheid van de faciliteiten die de NCP’s in verband met de implementatie van de Richtlijnen bieden. De regeringen worden geacht informatie over hun contactpunt te publiceren en een actieve rol in de bekendmaking van de Richtlijnen te spelen, bijvoorbeeld door het organiseren van seminars en bijeenkomsten. Dergelijke evenementen kunnen worden georganiseerd in samenwerking met bedrijfsleven, werknemersorganisaties, NGO’s en andere belanghebbende partijen, hoewel niet noodzakelijkerwijs met allemaal tegelijk.

Toegankelijkheid. Toegankelijkheid is een essentiële voor-waarde voor het goed functioneren van het NCP. Dit geldt voor bedrijfsleven, werknemersorganisaties, NGO’s en andere leden van het publiek. Ook elektronische communi-catiemiddelen kunnen hierbij bruikbaar zijn. De NCP’s moeten efficiënt en binnen redelijke tijd ingaan op alle gerechtvaardigde verzoeken om informatie en specifieke kwesties die door de betrokken partijen worden aangekaart.

Transparantie. Transparantie is een belangrijk criterium in verband met de verantwoordingsplicht van de NCP’s; ook is het van belang om het vertrouwen van het publiek te winnen. Daarom dienen de activiteiten van NCP’s in het algemeen transparant te zijn. Wanneer echter het NCP zijn “goede diensten” bij de implementatie van de Richtlijnen in specifieke gevallen aanbiedt, is het om doelmatigheidsrede-nen zaak gepaste maatregelen te treffen om de vertrouwelijk-heid van de procedure te waarborgen. De resultaten zijn wel openbaar, tenzij een effectieve implementatie van de Richtlijnen het beste gediend is met geheimhouding.

Verantwoording. Een actiever optreden om de bekendheid van de Richtlijnen te vergroten – en hun potentiële bijdrage aan de oplossing van delicate problemen tussen ondernemingen en de samenlevingen waarin ze werken – betekent ook meer publieke aandacht voor de activiteiten van de NCP’s. Op nationaal niveau kunnen parlementen daarin een rol spelen. Jaarverslagen en regelmatige vergaderingen van de NCP’s vormen een gelegenheid om ervaringen te delen en “beste praktijkvoorbeelden” van de NCP’s te laten vaststellen. Het Investeringscomité zal bijeenkomsten organiseren waar

ervaringen kunnen worden uitgewisseld en de doelmatigheid van de activiteiten van de NCP’s kan worden beoordeeld.

Organisatie

10. Het leiderschap van het NCP moet zodanig zijn dat dit het vertrouwen van de sociale partners en andere belanghebbenden heeft en de publieke bekendheid van de Richtlijnen kan vergroten.

11. Ongeacht de samenstelling die overheden hebben gekozen voor hun NCP’s kunnen zij ook multi- stakeholder raden van advies of toezicht oprichten om de NCP’s bij te staan in hun taken.

12. Ongeacht hun samenstelling wordt van de NCP’s verwacht dat zij relaties aanknopen en onderhouden met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, werknemersorganisaties, andere non-gouvernemen-tele organisaties en andere geïnteresseerde partijen.

Informatie en promotie

13. De NCP-functies op het vlak van informatie en promotie zijn van cruciaal belang om de bekendheid van de Richtlijnen te vergroten.

14. De NCP’s hebben tot taak de Richtlijnen online en via andere geschikte middelen bekender te maken en beschikbaar te stellen, ook in de nationale talen. De OESO stelt versies in het Engels en in het Frans beschikbaar, en weblinks naar de OESO website voor de Richtlijnen worden aanbevolen. Daarnaast geven de NCP’s, voor zover nodig, informatie over de Richtlijnen aan potentiële investeerders, gericht op het binnenland of het buitenland.

15. NCP’s dienen informatie te verstrekken over de procedures die partijen dienen te volgen indien zij een specifiek geval melden of daarop reageren. Deze informatie dient onder meer advies te geven over de noodzakelijke informatie voor het melden van een specifiek geval, en de vereisten voor partijen die deelnemen aan de procedure, waaronder geheimhou-ding, en de processtappen en indicatieve termijnen die het NCP zal hanteren weer te geven.

16. Bij hun inspanningen om de bekendheid van de Richtlijnen te vergroten, zullen NCP’s samenwerken met een groot aantal organisaties en personen waaronder, voor zover relevant, het bedrijfsleven, werknemersorganisaties, andere non-gouvernemente-le organisaties en andere belangstellenden uit het publiek. Deze organisaties hebben een groot belang bij de promotie van de Richtlijnen en hun institutionele

Page 85: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 45

netwerken creëren mogelijkheden voor promotie die de inspanningen van de NCP’s, indien voor dit doel gebruikt, aanzienlijk zullen versterken.

17. Een andere basistaak van de NCP’s is het beantwoorden van legitieme vragen. In dit verband worden drie groepen met name genoemd: 1) andere NCP’s (conform een bepaling in het Besluit); 2) het bedrijfsleven, werknemersorganisaties, andere non-gouvernementele organisaties en het publiek; 3) regeringen van niet-onderschrijvende landen.

Proactieve Agenda

18. In overeenstemming met de proactieve agenda van het Investeringscomité dienen NCP’s regelmatig contact te onderhouden, ondermeer via bijeenkomsten, met de sociale partners en andere belanghebbenden om:

a. Nieuwe ontwikkelingen en opkomende praktijken met betrekking tot verantwoord ondernemen te bespreken;

b. De positieve bijdragen die ondernemingen kunnen leveren aan economische, sociale en milieugerelateerde vooruitgang te ondersteunen;

c. Deel te nemen, indien gepast, aan gezamenlijke initiatieven voor het identificeren en reageren op risico’s op ongunstige effecten die verbonden zijn aan specifieke producten, regio’s, sectoren of industrieën.

Gezamenlijke Leertrajecten

19. Als toevoeging aan de bijdragen aan het werk van het Comité ter verbetering van de doelmatigheid van de Richtlijnen zullen NCP’s gezamenlijke activiteiten ontplooien waarbij men van elkaar leert. In het bijzonder worden zij aangemoedigd om horizontale, thematische evaluaties en vrijwillige NCP evaluaties van en door elkaar te ondernemen. Zulke activiteiten kunnen plaatsvinden in bijeenkomsten bij de OESO of door directe samenwerking tussen NCP’s.

Implementatie in Specifieke Gevallen

20. Wanneer er in specifieke gevallen problemen bij de implementatie van de Richtlijnen ontstaan, wordt het NCP geacht te helpen deze op te lossen. Deze sectie van de Procedurele Aanwijzingen geeft aan hoe NCP’s dit dienen te doen.

21. De doelmatigheid van de procedure voor specifieke gevallen hangt af van de goede trouw van alle partijen die betrokken zijn in de procedure. Gedrag te goeder trouw betekent hier dat men tijdig reageert, waar gepast geheimhouding in acht neemt, zich onthoudt van foutieve weergave van het proces en van het dreigen

met of het nemen van represailles tegen de partijen die betrokken zijn in de procedure, en oprecht deelneemt aan de procedures met het oog op het vinden van een oplossing voor de gemelde problemen in overeenstem-ming met de Richtlijnen.

Basisprincipes voor de Procedure

22. In overeenstemming met de basiscriteria ten behoeve van functionele gelijkwaardigheid van hun activiteiten dienen NCP’s met problemen in specifieke gevallen om te gaan op een wijze die:

Onpartijdig is; NCP’s dienen onpartijdigheid te waarborgen bij de behandeling van problemen in specifieke gevallen.

Voorspelbaar is; NCP’s dienen de voorspelbaarheid van de procedure te waarborgen door duidelijke en publiekelijk beschikbare informatie te verschaffen over hun rol in de procedure, zoals het aanbieden van de goede diensten, de fases van de procedures inclusief hun indicatieve termijnen, en de mogelijke rol die zij kunnen spelen bij het toezicht op de implementatie van overeenkomsten die partijen hebben weten te sluiten.

Billijk is; NCP’s dienen ervoor te zorgen dat partijen op eerlijke en billijke voorwaarden kunnen deelnemen aan de procedure, bijvoorbeeld door redelijke toegang te bieden tot informatiebronnen die relevant zijn voor de procedure.

In overeenstemming met de Richtlijnen is; NCP’s dienen te handelen in overeenstemming met de principes en normen die onderdeel uitmaken van de Richtlijnen.

Coördinatie tussen NCP’s in de Procedure

23. In het algemeen worden problemen behandeld door het NCP van het land waar de problemen zijn ontstaan. Eerst wordt het op nationaal niveau besproken en vervolgens, indien nodig, op bilateraal niveau ter sprake gebracht. Het NCP van het gastland dient het NCP van het thuisland van de onderneming te consulteren in zijn inspanningen de partijen te assisteren in het oplossen van hun problemen. Het NCP van het thuisland dient er naar te streven tijdig assistentie te verlenen wanneer het daar naar gevraagd wordt door het NCP van het gastland.

24. Indien problemen voortvloeien uit een activiteit van een onderneming die plaats heeft in meerdere landen die de Richtlijnen onderschrijven of uit een activiteit van een groep ondernemingen die zich als consortium, in een joint venture of op andere wijze georganiseerd hebben en deze in verschillende onderschrijvende landen gevestigd zijn, dan dienen de betrokken NCP’s in

Page 86: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

46 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

goed overleg onderling uit te maken welk NCP de leiding neemt in het bijstaan van de partijen. De NCP’s kunnen hierbij de assistentie van de Voorzitter van het Investeringscomité inroepen. Het leidende NCP dient de andere NCP’s te consulteren, terwijl zij doelmatige assistentie dienen te verlenen indien het leidende NCP hen daarom verzoekt. Indien de partijen niet tot een oplossing komen, behoort het leidende NCP, in consultatie met de andere betrokken NCP’s, tot een eindverklaring te komen.

Eerste evaluatie

25. Bij de eerste evaluatie of het probleem in kwestie verder onderzoek rechtvaardigt, moet het NCP bepalen of het probleem te goeder trouw is ingediend en of het verband houdt met de Richtlijnen. Daarbij betrekt het NCP de volgende aspecten:

• deidentiteitvandebetrokkenpartijenhetbelangdatdeze bij de zaak heeft;

• ofheteenwezenlijk,gemotiveerdprobleembetreft; • ofereenrelatielijkttebestaantussendeactiviteitenvan

de onderneming en het probleem in het specifieke geval;

• de relevantie van de toepasselijke wet en procedures, waaronder gerechtelijke uitspraken;

• hoegelijksoortigeproblemeninanderenationaleofinternationale procedures zijn of worden opgelost;

• of behandeling van dit specifieke probleem bijdraagt tot de doelstellingen en effectiviteit van de Richtlijnen.

26. Bij het evalueren van het belang voor de procedure van een specifiek geval van andere nationale of internatio-nale procedures die gelijksoortige problemen simultaan behandelen dienen NCP’s niet enkel op basis van het feit dat deze andere procedures reeds gevoerd zijn, gevoerd worden of beschikbaar zijn aan betrokken partijen te concluderen dat de problemen geen verdere behandeling verdienen. NCP’s dienen te inventariseren of een aanbod van hun goede diensten een positieve bijdrage kan leveren aan het oplossen van de gemelde problemen en of zulks geen ernstige nadelen voor elk van de betrokken partijen in deze andere procedures of een belediging van het hof kan opleveren. Bij een dergelijke inventarisatie zouden NCP’s kunnen kijken naar de gebruikelijke handelwijze van andere NCP’s en, indien gepast, kunnen consulteren met de instanties bij wie de parallelle procedures plaatsvinden of zouden kunnen plaatsvinden. Betrokken partijen zouden NCP’s moeten bijstaan in hun afweging over deze kwesties door hen van relevante informatie over de parallelle procedure te voorzien.

27. Na deze eerste evaluatie stelt het NCP de betrokken

partijen van zijn beslissing op de hoogte. Indien het NCP van oordeel is dat de kwestie geen nader onderzoek verdient, wordt dit besluit gemotiveerd.

Ondersteuning van de Partijen

28. I ndien de gemelde problemen nader onderzoek rechtvaardigen, zal het NCP deze bespreken met de betrokken partijen en biedt het zijn “goede diensten” aan om op informele wijze tot een oplossing te komen. Voor zover relevant volgt het NCP hierbij de procedure zoals uiteengezet in punt C-2a) tot en met C-2d). Dit kan onder meer betekenen dat het advies van de desbetref-fende autoriteiten, van vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, werknemersorganisaties en andere non-gouvernementele organisaties, en deskundigen wordt ingewonnen. Ook overleg met NCP’s in andere landen, of het vragen van advies over kwesties die met de interpretatie van de Richtlijnen samenhangen, kan helpen om het probleem op te lossen.

29. Waar relevant stellen de NCP’s, als onderdeel van hun “goede diensten”, op consensus gerichte, niet-conflic-tueuze procedures voor om de problemen op te lossen, zoals verzoening of bemiddeling, of vergemakkelijken zij de toegang hiertoe. Conform de in dit verband algemeen aanvaarde praktijk kan uitsluitend tot zulke procedures worden overgegaan indien alle betrokken partijen hiermee instemmen en zij zich verbinden te goeder trouw deel te nemen aan de procedure.

30. Wanneer NCP’s hun goede diensten aanbieden, kunnen zij stappen ondernemen om de identiteit van de betrokken partijen te beschermen indien er goede redenen zijn om aan te nemen dat openbaring van deze informatie nadelig zou kunnen zijn voor een of meer partijen. Dit zou kunnen betekenen dat het onder omstandigheden nodig is de identiteit van een partij of van partijen verborgen te houden voor de betrokken onderneming.

Afsluiting van de Procedure

31. Van NCP’s wordt verwacht dat zij te allen tijde de resultaten van een procedure publiekelijk beschikbaar maken in overeenstemming met paragraaf C-3 en C-4 van de Procedurele Aanwijzingen.

32. Wanneer het NCP, nadat het zijn eerste onderzoek heeft gedaan, besluit dat de gemelde problemen in een specifiek geval geen nadere behandeling verdienen, dan zal het een verklaring publiekelijk beschikbaar maken na consultatie met de betrokken partijen en na overweging van de eventuele noodzaak om geheimhouding te bewaren over gevoelige bedrijfs- of andere informatie. Indien het NCP op basis van de resultaten van zijn eerste

Page 87: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 47

onderzoek meent dat het ongerechtvaardigd zou zijn om een partij publiekelijk te identificeren in zijn verklaring, dan mag het zijn verklaring zo opstellen dat de identiteit van die partij beschermd wordt.

33. Het NCP kan ook zijn besluit dat de gemelde proble-men nader onderzoek verdienen en zijn aanbod van zijn goede diensten aan de betrokken partijen publiekelijk beschikbaar maken.

34. Wanneer de betrokken partijen overeenkomst bereiken over de gemelde problemen dienen zij in hun overeen-komst ook aan te geven hoe en in hoeverre zij de inhoud van hun overeenkomst publiekelijk beschikbaar willen maken. Het NCP zal in overleg met de betrokken partijen een verslag over de resultaten van de procedure publiekelijk beschikbaar stellen. De partijen kunnen ook overeenkomen de assistentie van het NCP in te roepen voor het vervolgtraject voor de implementatie van hun overeenkomst; het NCP kan die assistentie leveren op voorwaarden die het met de partijen overeenkomt.

35. Indien de betrokken partijen niet tot overeenstemming over de gemelde problemen komen of indien het NCP constateert dat een of meerdere partij(en) niet te goeder trouw wil(len) deelnemen aan de procedure, geeft het NCP een verklaring uit en doet het, indien relevant, aanbevelingen over de implementatie van de Richtlijnen. Deze aanwijzing maakt duidelijk dat het NCP een verklaring uitdoet, zelfs wanneer er niet om een specifieke aanbeveling gevraagd is. De verklaring dient ten minste de betrokken partijen te noemen, de specifieke problemen, de datum waarop de problemen aan het NCP zijn gemeld, mogelijke aanbevelingen van het NCP en, indien het NCP dit gepast acht, enige verdere observaties over de redenen waarom de procedure niet tot een oplossing heeft geleid.

36. Het NCP dient de betrokken partijen de mogelijkheid te geven commentaar te geven op de conceptverklaring. Echter, de verklaring komt van het NCP en het is derhalve aan het NCP om te besluiten of het de verklaring op basis van het commentaar van partijen wijzigt of niet. Indien het NCP aanbevelingen doet aan partijen kan het onder specifieke omstandigheden gepast zijn om vervolgstappen met partijen af te spreken met betrekking tot hun reactie op de aanbeve-lingen. Als het NCP dergelijke stappen gepast acht, dan stelt het daar termijnen voor op die in de verklaring vermeld dienen te worden.

37. Verklaringen en verslagen over de resultaten van de procedure die publiekelijk beschikbaar gesteld zijn door NCP’s kunnen relevant zijn voor bepaalde overheidsprogramma’s en –beleid. Ten behoeve van de

beleidscoherentie worden NCP’s aangemoedigd betrokken overheidsinstanties te informeren over hun verklaringen en verslagen, wanneer zij menen dat deze relevant kunnen zijn voor het beleid en de programma’s van deze instanties. Deze bepaling doet niets af aan het juridisch niet-bindende karakter van de Richtlijnen.

Transparantie en Geheimhouding

38. Transparantie vormt een erkend algemeen principe voor het optreden van de NCP’s naar het publiek toe (zie paragraaf 9 onder “basiscriteria” hierboven). Punt C-4 van de Procedurele Aanwijzingen erkent echter dat er specifieke omstandigheden zijn waarin geheimhou-ding belangrijk is. Het NCP neemt gepaste maatregelen om gevoelige bedrijfsinformatie te beschermen. Ook andere informatie, zoals de identiteit van de personen die bij de procedures betrokken zijn, dient in het belang van een grotere effectiviteit van de Richtlijnen geheim te worden gehouden. Het spreekt vanzelf dat de feiten en argumenten die door de partijen worden aangedragen onder het begrip “procedure” vallen. Het blijft echter zaak een evenwicht te vinden tussen openheid en vertrouwelijkheid, zodat er vertrouwen in de procedures krachtens de Richtlijnen ontstaat en een effectieve implementatie wordt bevorderd. Kortom, terwijl paragraaf C-4 globaal stelt dat de procedures die met de implementatie samenhangen doorgaans vertrouwelijk zijn, zijn de resultaten normaal gespro-ken openbaar.

Problemen in Specifieke Gevallen in Landen die de Richtlijnen Niet Onderschrijven

39. Zoals opgemerkt in paragraaf 2 van het hoofdstuk “Begrippen en uitgangspunten” worden ondernemin-gen aangemoedigd de Richtlijnen overal waar zij actief zijn, na te leven, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden in elk gastland.

• Indienzichineenniet-onderschrijvendlandproble-men in samenhang met de Richtlijnen voordoen, nemen de NCP’s van de thuislanden maatregelen om meer inzicht in de desbetreffende problemen te krijgen. Hoewel het niet altijd mogelijk zal zijn alle relevante informatie te verkrijgen of alle betrokken partijen bijeen te brengen, zullen de NCP’s vaak wel in staat zijn onderzoek in te stellen of op andere wijze feiten te vergaren. Zo kan contact worden opgenomen met het management van de onderneming in het gastland en, eventueel, met ambassades en de bevoegde autoriteiten in het niet-onderschrijvende land.

• Conflictenmetwetten,voorschriften,regelsenbeleidvan het gastland kunnen een effectieve implementatie van de Richtlijnen in specifieke gevallen moeilijker maken dan in wel onderschrijvende landen. Zoals in de

Page 88: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

48 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

toelichting bij het hoofdstuk over Algemene Beginselen voor Bedrijfsbeleid wordt gesteld, gaan de Richtlijnen in veel gevallen wel verder dan de wet, maar is het niet de bedoeling ondernemingen in een situatie te brengen waarin ze met tegenstrijdige verplichtingen worden geconfronteerd.

• De betrokken partijen zullen moeten worden ingelicht over de beperkingen waaraan de implementatie van de Richtlijnen in niet-onderschrijvende landen onder-worpen is.

• Problemen in samenhang met de toepassing van de Richtlijnen in niet-onderschrijvende landen kunnen ook tijdens de vergaderingen van de NCP’s worden bespro-ken, zodat er expertise in de behandeling van dergelijke problemen kan worden opgebouwd.

Indicatieve Termijnen

40. De procedure bestaat uit drie verschillende fasen:

1. Eerste onderzoek en besluit over het verlenen van de goede diensten aan partijen: NCP’s dienen er naar te streven deze fase in drie maanden af te ronden, hoewel het additionele tijd nodig zou kunnen hebben om de noodzakelijke informatie te verzamelen om tot een overwogen besluit te komen.

2. Assistentie aan partijen bij hun pogingen tot een oplossing voor de problemen te komen: Indien een NCP besluit zijn goede diensten aan te bieden zou het er naar moeten streven om tijdig tot een oplossing voor de gemelde problemen te komen. Hoewel erkend wordt dat vooruitgang via de goede diensten van het NCP, waaronder verzoening en bemiddeling, uiteindelijk afhangt van de betrokken partijen, behoort het NCP, na overleg met de partijen, een redelijke termijn te stellen voor de discussie tussen partijen om tot een oplossing te komen. Indien het hen niet lukt om binnen die termijn tot een oplossing te komen, dient het NCP met partijen te overleggen over de zin van het verlengen van zijn assistentie; als het NCP tot de conclusie komt dat verlenging van de procedure naar waarschijnlijkheid niet zinvol is, dan dient het de procedure af te sluiten en een verklaring op te stellen.

3. Afsluiting van de Procedure: Het NCP dient een verkla-ring of verslag binnen drie maanden na afsluiting van de procedure uit te brengen.

41. Als algemeen uitgangspunt geldt dat NCP’s er naar dienen te streven de hele procedure binnen 12 maanden na ontvangst van de melding af te ronden. Het wordt erkend dat zich omstandigheden zouden kunnen voordoen om deze termijn te verlengen, bijvoorbeeld wanneer de gemelde problemen zich voordoen in een niet-onderschrijvend land.

Rapportage aan het Investeringscomité

42. Rapportage is een belangrijke taak van de NCP’s, die tevens bijdraagt aan de opbouw van een kennisbasis en essentiële vaardigheden om de effectiviteit van de Richtlijnen te bevorderen. NCP’s dienen daarom aan het Investeringscomité te rapporteren over alle problemen in specifieke gevallen die door partijen bij hen gemeld zijn, inclusief degene waarbij het eerste onderzoek onderweg is, waar een aanbod van de goede diensten verlengd is en discussie gaande is, en waar het NCP heeft besloten op basis van zijn eerste onderzoek zijn goede diensten niet aan te bieden. Bij de rappor-tage over de implementatie in specifieke gevallen dienen de NCP’s rekening te houden met de overwegin-gen inzake openheid en vertrouwelijkheid zoals uiteengezet in paragraaf C-4.

II. Toelichting op de Procedurele Aanwijzingen voor het Investeringscomité

43. De procedurele aanwijzingen bij het Besluit van de Raad bevatten ook aanwijzingen voor het Comité met betrekking tot de uitvoering van zijn taken, zoals:

• hetuitvoerenvantakenopeenefficiëntemanierenbinnen redelijke termijn;

• hetingaanopverzoekenomhulpvanNCP’s; • hetorganiserenvandiscussiesoverdeactiviteiten

van NCP’s; • hetbiedenvandemogelijkheidomadviesvan

internationale partners en deskundigen in te winnen.

44. Gezien het niet-bindende karakter van de Richtlijnen kan het Comité niet als rechtsprekend of quasi-recht-sprekend orgaan optreden. Ook kunnen de bevindin-gen en verklaringen van een NCP (behalve interpreta-ties van de Richtlijnen) niet ter discussie worden voorgelegd aan het Comité. De bepaling dat het Comité geen conclusies over het gedrag van afzonderlijke ondernemingen mag trekken, is ook in het Besluit zelf opgenomen.

45. Het Investeringscomité behandelt verzoeken van de NCP’s om hulp, ook in het geval van twijfel over de interpretatie van de Richtlijnen in specifieke gevallen. Dit punt is de tegenhanger van punt C-2c) van de Procedurele Aanwijzingen bij het Besluit van de Raad ten behoeve van de NCP’s, waarin deze worden gestimuleerd het advies van het Comité in te winnen indien ze twijfels hebben over de interpretatie van de Richtlijnen in die gevallen.

Page 89: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 49

46. Bij de bespreking van de NCP-activiteiten kan het Comité, mede met het oog op een effectieve imple-mentatie van de Richtlijnen, zo nodig aanbevelingen doen om hun functioneren te verbeteren.

47. Een gemotiveerde klacht van een onderschrijvend land, een adviesorgaan of OECD Watch over een NCP dat zijn procedurele taken ten aanzien van de implementatie van de Richtlijnen in specifieke gevallen niet zou hebben vervuld, wordt ook door het Investeringscomité onderzocht. Dit vormt een aanvulling op de bepalingen in het gedeelte van de procedurele aanwijzingen voor de NCP’s over hun rapportage.

48. Het geven van uitleg over de betekenis van de Richtlijnen op multilateraal niveau blijft een sleutel-taak van het Investeringscomité, dit om te voorkomen dat de interpretatie van de Richtlijnen van land tot land kan variëren. Een gemotiveerde vraag van een onderschrijvend land, adviesorgaan of OECD Watch of een NCP-interpretatie van de Richtlijnen strookt met de interpretatie van het Comité, zal eveneens worden onderzocht.

49. Ten behoeve van het in overleg treden met niet-onder-schrijvende landen over zaken die onderdeel vormen van de Richtlijnen kan het Comité geïnteresseerde niet-onderschrijvende landen uitnodigen voor zijn bijeenkomsten, jaarlijkse ronde-tafelbijeenkomsten voor verantwoord ondernemen en bijeenkomsten in het kader van specifieke projecten voor verantwoord ondernemen.

50. Tot slot is het mogelijk dat het Comité deskundigen wil inschakelen voor het onderzoek van en de rapportage over algemene onderwerpen (b.v. kinderarbeid, mensenrechten) of afzonderlijke gevallen, dan wel voor de verbetering van de effectiviteit van procedures. Met het oog hierop kan het Comité een beroep doen op de expertise bij de OESO, andere internationale organisaties, de adviesorganen, non-gouvernementele organisaties, academici en anderen. Het spreekt vanzelf dat dit geen panel wordt om specifieke problemen op te lossen.

Page 90: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

50 OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

Page 91: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen 51

Page 92: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

AbuDhabiCopenhagenCotonouLondonLuandaSanJoséSana’aZagrebAbujaColomboDakarLjubljanaLuxembourgSanFranciscoSantiagoDeChileWellingtonAccraChicagoDamascusLisbonMadridRomeSantoDomingoWashingtonAddisAbabaCaracasDarEsSalaamLimaManilaRiyadhSaoPauloWarsawAlgiersCapeTownDhakaKuwaitMaputoRioDeJaneiroSarajevoVilniusAmmanCanberraDohaKualaLumpurMexi

Meer informatie

Heeft u vragen over de toepassing van de OESO-richtlijnen of wilt u een melding doen?

Kijk op www.oesorichtlijnen.nl E-mail [email protected] of bel 070 348 4200

Deze brochure is een uitgave van:

Ministerie van Buitenlandse ZakenNationaal Contactpunt OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen

DG-BEB/DIMH/IMVO Postbus 20061 | 2500 EB Den Haag

De richtlijnen & tools online

Ga naar www.oesorichtlijnen.nl en test uzelf. U vindt hier praktische informatie over de toepassing van de Richtlijnen, anti-corruptie tips, en de Navigator MVO-richtlijnen die onder-nemers per sector toont welke richtlijnen van toepassing zijn.

Volg het NCP ook op Twitter via @oesorichtlijnen.

Page 93: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

1

Van de wereld voor de wereld

Albert Heijn verkoopt meer dan 11.000 huismerkproducten. Producten die vaak in Nederland, maar

ook op veel verschillende plekken op de wereld worden geproduceerd en geteeld. Dit brengt

verantwoordelijkheid met zich mee, verantwoordelijkheid ten aanzien van de mensen die werkzaam

zijn in de keten, dierenwelzijn of het milieu.

Albert Heijn wil dat klanten met een gerust hart boodschappen kunnen doen. We willen daarom

onze nationale en internationale ketens kennen en zo proactief mogelijk vraagstukken/risico’s onder

andere omtrent mensenrechten en milieu kunnen identificeren en aanpakken. Door ons due-

diligenceproces brengen wij de risico’s en mogelijke verbeteringen van onze bedrijfsactiviteiten in

kaart en kunnen we gaan bepalen hoe we hier mee omgaan.

Het is onze ambitie om binnen onze eigen huismerkketens:

• Positieve impact te creëren voor de mens: de boeren, producenten en werknemers binnen

onze toeleveringsketens in alle onze ketens, zowel binnen Nederland als daarbuiten.

• Positieve impact te creëren voor milieu: door efficiënt en verantwoordelijk te boeren, te

telen, te fokken en te produceren, onze CO2-uitstoot te verminderen, ervoor te zorgen dat

er geen ontbossing plaatsvindt, en dat wij alleen verantwoordelijk gevangen, of gekweekte

vis inkopen.

• Potentiële en daadwerkelijke impacts bloot te leggen en aan te pakken.

Internationale context

Met deze aanpak voldoet Albert Heijn aan nationale wetgeving en internationale verdragen. Wij

committeren ons aan het respecteren van de internationaal erkende mensenrechtenverdragen.

Bovendien vermijden wij negatieve milieu-impact in onze eigen merkketens. Wij onderschrijven de:

• Nationale regelgeving

• United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights,

• OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de

• OECD-FAO Guidance for Responsible Agricultural Supply Chains.

Het gaat hierbij om de mensenrechten zoals genoemd in de Universele Verklaring voor de Rechten

van de Mens, het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten, het Internationaal

Verdrag inzake Economische, Sociale en Politieke Rechten en de principes vanuit acht Fundamentele

Conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie en de Dhaka Principles. Het gaat ook om de

milieu en sociale impact die genoemd staat in de Sustainable Development Goals, en de milieu

impact in onder andere de Planetary Boundaries concept.

DUE DILIGENCE:

Due diligence is een proces waarbij Albert Heijn op basis van ketentransparantie, risico’s omtrent

mensenrechten en milieu identificeert en aanpakt. Het is belangrijk dat wij niet alleen onze huidige

en potentiële maatschappelijke risico’s identificeren. Ook die issues die belangrijk zijn voor de

Het bouwen van een due diligence aanpak is een continu proces, en wij verbeteren

deze nog dagelijks. Dus “watch this space” voor updates en verdere uitwerking.

Page 94: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

2

mensen in onze ketens en voor het milieu willen we aanpakken. Albert Heijn werkt nauw samen met

andere partijen (overheid, maatschappelijke organisaties als ICCO, Hivos, Fair Match Support,

Rainforest Alliance, etc, en (toe)leveranciers) om deze mogelijke vraagstukken te voorkomen en

indien nodig te verminderen. De uitvoering van het due-diligenceproces is een continu traject.

Stap 1: Vestig sterke bedrijfsmanagementsystemen voor verantwoorde ketens

Het bedrijfsmanagementsysteem voor verantwoorde ketens is gebaseerd op een sterk intern beleid

en externe samenwerking. We hebben dat binnen Albert Heijn sterk verankerd in onze

bedrijfsstrategie. We bouwen relaties met onze leveranciers en maken ethische vraagstukken

bespreekbaar om zo negatieve issues voor mens, dier en milieu te voorkomen. We hebben

duurzaamheidseisen omtrent inkoop van de producten om een goede basis voor sociale

omstandigheden en milieuvraagstukken in onze ketens te borgen. We ondersteunen onze

leveranciers om verbetertrajecten in te stellen bij mogelijke risico’s. Wij gebruiken systemen om onze

eisen veilig te stellen.

Intern beleid

Naast deelname aan internationale afspraken, heeft Ahold Delhaize een eigen beleid omtrent zijn

medewerkers, leveranciers en hun toeleveranciers. Het verplicht Albert Heijn om de

verantwoordelijkheid te nemen en verbeteringen door te voeren in de AH-keten. Met ons duurzame

inkoopbeleid vragen wij onze leveranciers en de keten om ook deze verantwoordelijkheid te nemen.

Albert Heijn volgt volgende interne afspraken:

• Ahold Delhaize Mensenrechten Beleid: beschrijft de manier waarop we

mensenrechtennormen respecteren en ondersteunen voor onze medewerkers, klanten,

gemeenschappen en de mensen in onze toeleveringsketens.

• Ahold Delhaize Standards of Engagement: Deze Standards of Engagement bepalen

minimumnormen voor leveranciers die ervoor moeten zorgen dat Albert Heijn zicht heeft op

alle aspecten van zijn toeleveringsketen en aan deze doelstellingen voldoet. Alle Albert Heijn

leveranciers verbinden zich contractueel aan de voorwaarden die Ahold Delhaize op dit

gebied stelt. Onze Standards of Engagement zijn via onze Standard Buying Terms (de contract

die door onze leveranciers wordt getekend) ook van toepassing door de keten heen. Zo

kunnen we in gesprek gaan met de verschillende spelers in onze ketens (zoals onze

leveranciers, boeren, vakbonden, etc) over belangrijke topics binnen onze ketens.

• Ahold Delhaize Ethische Code: beschrijft de manier waarop we de waarden en ethische

principes van Ahold Delhaize dagelijks naleven. Alle medewerkers voltooien een jaarlijkse

Op basis van de OESO Richtlijnen zijn er 6 stappen om een due-diligencekader op te zetten:

• Stap 1: Vestig sterke bedrijfsmanagementsystemen voor verantwoorde ketens.

• Stap 2: Identificeer, beoordeel en prioriteer risico's in de keten.

• Stap 3: Ontwerp en implementeer een strategie om te reageren op geïdentificeerde

risico's in de keten.

• Stap 4: Keten due-diligenceverificatie.

• Stap 5: Rapporteren over keten due diligence.

• Stap 6: Keten voorzien van klachten mechanisme en herstel indien nodig.

Page 95: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

3

training over onze Ethische Code. Het is gebaseerd op onze toewijding voor integriteit en

vier ethische principes:

� We respecteren elkaar

� We houden ons aan de wet

� We gedragen ons ethisch in al onze relaties

� We durven onregelmatigheden te melden.

• Ahold Delhaize Anti-corruptie en Omkoping beleid: Dit beleid vult onze ethische code aan en

geeft specifieke aanwijzingen over de interacties van het bedrijf met de overheid.

• Ahold Delhaize Belastingbeleid: Dit beleid definieert de principes en controles met betrekking

tot de fiscale positie van Ahold Delhaize en zijn merken. Het zorgt ervoor dat de

belastingwetgeving die van toepassing is, wordt nageleefd. Het beleid biedt ook een middel

om een holistische en duurzame aanpak van belastingbeheer te kunnen ontwikkelen.

Hiermee identificeren en mitigeren wij onze van belastingrisico.

• Inkoop Beleid / Training Inkopers: Alle inkopers volgen de juridische basics training waarbij

totstandkoming van overeenkomsten met leveranciers een onderdeel is. Hiervan heeft Ahold

Delhaize/Albert Heijn geen externe versie gezien het concurrentie oogpunt.

• Beloningsbeleid van medewerkers: Voor het hoger management is social compliance een vast

onderdeel van hun bonus-beloning. De Kwaliteitsafdeling van Albert Heijn heeft social

compliance als jaarlijkse KPIs target.

Externe Samenwerking

Ahold Delhaize en Albert Heijn zijn (inter)nationaal betrokken bij multi-stakeholder overleggen,

waarbij verantwoordelijke aankoop op basis van mens, dier en milieu op de agenda staan:

• Ahold Delhaize onderschrijft de Consumer Goods Forum Priority Industry Principles tegen

dwangarbeid, waarbij wij ervoor zorgen dat alle werknemers in onze keten het recht op het

vrije verkeer van werknemers hebben, dat ze nooit voor een baan moeten betalen en dat

werknemers geen schuldenlast hebben of worden gedwongen om te werken.

• Ahold Delhaize onderschrijft de Consumer Goods Forum Sustainable Supply Chain Initiative

(SSCI) wat arbeidsomstandigheden normen wereldwijd harmoniseert en verbetert.

• Ahold Delhaize is lid van The Supply Chain Initiative (SCI) een gedragscode die oneerlijke

handelspraktijken helpt te voorkomen. SCI heeft een Gedragscode Eerlijke Handelspraktijken

(Principles of Good Practice) opgezet die gekoppeld is aan een systeem van handhaving,

geschillenbeoordeling en monitoring. Albert Heijn rapporteert jaarlijks aan SCI.

• Albert Heijn is lid van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Albert Heijn neemt

deel aan het IMVO-convenant voedingsmiddelen via het CBL. In dit convenant hebben

ketenpartijen, waaronder alle Nederlandse retailers, maatschappelijke organisaties,

vakbonden, en de Nederlandse overheid zich verenigd om aan de slag te gaan om risico’s op

bijvoorbeeld mensenrechtenschendingen en milieuschade te beperken en zo te werken aan

de verduurzaming van de productieketen.

• Ahold Delhaize is een Foundation Partner van LEAD Network (Leading Executives Advancing

Diversity), en onder anderen viert elke jaar internationale vrouwendag met samen met LEAD.

• Albert Heijn is lid van de Raad Nederlandse Detailhandel, de koepelorganisatie van de

detailhandel, welke zich bezighoudt met diverse onderwerpen op mvo en milieu.

• Via Ahold Delhaize, is Albert Heijn gecommitteerd om ontbossing in onze ketens te

voorkomen door de ‘New York Declaratie op Ontbossing’, en de Consumer Goods Forum

Resolutie om Ontbossing te Voorkomen. Op basis hiervan werkt Albert Heijn al jaren om

ontbossing in de meest kritische ketens te voorkomen. Dat doen we bijvoorbeeld door:

Page 96: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

4

o Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) te vragen voor alle palmolie die gebruikt

wordt in onze eigen merkproducten.

o Roundtable on Responsible Soy (RTRS) te vragen voor Zuid Amerikaanse soja.

o Forest Stewardship Council (FSC) te vragen voor alle hout- en papierproducten en

verpakkingen.

• Via Ahold Delhaize is Albert Heijn lid van het Seafood Taskforce (STF) om dwangarbeid in

(kweek)vis ketens en vis-veevoer ketens te voorkomen. We zijn gecommitteerd om de STF-

visie in onze eigen ketens te implementeren.

• Via Ahold Delhaize is Albert Heijn lid van Amfori en Ahold Delhaize zit in de Membership

Advisory Committee van Amfori/BSCI. Zo steunen we Amfori/BSCI in het verder ontwikkelen

van tools, die ons uiteindelijk kunnen helpen om onze doelen te bereiken.

• Ahold Delhaize doet mee aan de OECD-FAO Guidelines pilotproject op due diligence.

• Ahold Delhaize zit in de raad van bestuur van de Floraculture Sustainable Initiative, en is ook

voorzitter van de bestuur comité voor het Sustainability Initiative Fruit and Vegetables

(SIFAV).

Governance

Bij Albert Heijn zit duurzaamheid in

de genen. Ons duurzaamheidsbeleid

is onderdeel van de bedrijfsstrategie

en verduurzaming van producten is

geborgd in de inkoopvoorwaarden.

Dat betekent dat wij duurzaamheid

meenemen in de commerciële

discussies die wij met leveranciers

voeren over de kwaliteit van elk

product. De CEO van Albert Heijn,

Marit van Egmond, is uiteindelijk

verantwoordelijk voor het

respecteren van dier, mens en milieu

in onze ketens en inkoopprocessen.

De voortgang van de duurzaamheidstrategie wordt per kwartaal in AH directieoverleg besproken.

Bovendien is er een stuurgroep ‘Sustainable Retailing’ die vier keer per jaar de voortgang van de

duurzaamheidsstrategie bespreekt en indien nodig acties uitzet. Dat gebeurt onder leiding van de

CEO van Ahold Delhaize en met deelname van de CEO Albert Heijn, VP Product Integrity Ahold

Delhaize, VP Sustainable Retailing Ahold Delhaize en de VP Quality and Sustainability Albert Heijn.

Dhr. Jan Ernst de Groot van de Executive Committee is vanuit Ahold Delhaize verantwoordelijk voor

product integrity. Hij heeft onlangs publiekelijk gesproken over human rights:

• Jan Ernst de Groot, Ahold Delhaize Chief Legal Officer, over leefbaar loon bij het IDH 10-jaar

event.

Daarnaast hebben andere personeelsleden ook publieke gesproken over relevante issues:

• In mei 2014 gaven Edwin Huizing, directeur van ontwikkelingsorganisatie Hivos, en Erik-Jan

Mares, de directeur merchandising en sourcing van Albert Heijn, een moederdagboeket aan

minister Ploumen, (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking). Hiermee lieten ze

de verduurzaming van de bloemenindustrie zien.

Page 97: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

5

• Frans Muller (CEO Ahold Delhaize) nam deel in een discussie over mensenrechten en

bedreiging voor oceanen gedurende een World Economic Forum event in Davos in 2017.

• Dick Boer (voormalige CEO Ahold Delhaize) was voorzitter van het ontwikkeling van de

dwangarbeid resolutie van het Consumer Goods Forum.

• Hugo Byrnes (VP Product Integrity Ahold Delhaize) kondigde de lancering aan van de

Benchmarkcriteria van de Sustainable Supply Chain Initiative op de 2018 CGF Retail Summit

in Lissabon.

• Wouter Kolk, (voormalige CEO van Albert Heijn) en Abbe Luersman, (Chief Human Rights

Officer van Ahold Delhaize) startte op 8 maart de Ahold Delhaize International Women's Day-

viering in het hoofdkantoor in Zaandam, dat werd uitgezonden aan onze Europese collega's.

De focus van de dag lag op het engageren van mannen om gendergelijkheid te

ondersteunen.

• Frans Muller (CEO Ahold Delhaize) vertelt over het belang van gender-diverse teams voor de

retail en consumer goods sector.

Bewust Inkopen:

Albert Heijn hanteert een aantal uitgangspunten voor zijn inkoop. Zo ontstaat er een duurzame

relatie in de keten waarin risico’s omtrent sociale omstandigheden en milieu worden

geminimaliseerd. In 2013 liet Albert Heijn samen met LTO Nederland, een onderzoek doen door

EFMI Business School om de best mogelijk samenwerking in versketens te identificeren om

meerwaarde te creëren voor de Nederlandse consument, de diverse ketenschakels ruimte te bieden

om een goede verwaarding te realiseren en de keten verder te verduurzamen. Resultaten van deze

onderzoek, waren geïmplementeerd in de manier waarop wij met onze leveranciers omgaan.

Bewust (vers) inkopen:

• Korte ketens:

Samen met onze boeren, telers en leveranciers gaan we voor het allerbeste, elke dag

weer. We hebben een stem in ieder stapje dat een product aflegt op weg naar onze

winkel. Voor onze onbewerkte vers producten en de meest relevante grondstoffen,

kunnen wij onze klanten vertellen, hoe de keten in elkaar zit, wie erbij betrokken zijn en

wat ermee is gebeurd. En dat doen we ook. Wij vinden het belangrijk om onze boeren,

telers en andere leveranciers persoonlijk te kennen om versheid en kwaliteit te

garanderen. Dat helpt ons om de lekkerste en kwalitatief beste producten op een zo

goed mogelijke manier in onze winkels te krijgen.

We zijn transparant en open. Zo weet iedereen wat ‘ie eet: Een paar voorbeelden van

hoe wij dit doen:

o Gesloten keten zuivel: Om nog beter invulling te kunnen geven aan het verder

verduurzamen van het huismerk zuivelschap, hebben Albert Heijn en Royal A-

ware in 2017 een overeenkomst gesloten voor het realiseren van een

duurzamere en transparante productieketen voor zuivelproducten. De verdere

verduurzaming van de productieketen vindt plaats vanuit drie pijlers: koe, bodem

en boer. In de periode 2018-2020 wordt het programma stapsgewijs ingevoerd.

o Gesloten keten eieren: Alle eieren van Albert Heijn hebben minimaal het 1 ster

Beter Leven Keurmerk. 1 Ster betekent dat de kippen vrij kunnen scharrelen,

frisse lucht krijgen en met minder hennen bij elkaar zitten. We hebben een

gesloten transparante keten waarin we samenwerken met onze leveranciers en

pluimveehouders om duurzaamheidstappen te kunnen maken. Albert Heijn

Page 98: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

6

maakt inzichtelijk wanneer het ei gelegd is, van welke pluimveehouder het komt

en wat er in de stallen gebeurt. Ieder ei draagt al een ei-code. Op de nieuwe site

www.check-je-ei.nl kunnen consumenten precies zien waar hun eitje vandaan

komt.

o Sinaasappelsap: Samen met onze leverancier Refresco, hebben we onze

sinaasappelsapketen transparant gemaakt. Consumenten kunnen via een code

op elke fles zien welke route het heeft afgelegd. Dit is mogelijk door een

blockchain.

o Groenten en Fruit: We zijn zorgzaam voor land en natuur, zijn met groenten en

fruit voortrekker in het gebruik van natuurlijke bestrijdingsmiddelen. We zijn

open over de herkomst van onze producten en vertellen graag over de passie

van onze boeren en telers. We zijn leidend in biologische producten,

het reduceren van voedselverspilling, en teelt van de toekomst, zoals urban of

vertical farming.

o Albert Heijn Foundation: Albert Heijn haalt haar versproducten zo dichtbij als

mogelijk en zo ver weg als noodzakelijk. Daarom kopen we ook groente en fruit

in Afrika. Denk aan mango’s, druiven en avocado’s. Alle 29 leveranciers uit

13 Afrikaanse landen dragen via de AH Foundation bij aan betere

leefomstandigheden voor de lokale gemeenschap. Al meer dan 11 jaar zet Albert

Heijn zich, samen met haar vers leveranciers, en partnerorganisaties ICCO en

FairMatch Support, in voor lokale projecten. Sinds vorig jaar zijn wij ook van start

gegaan in Zuid-Amerika.

o Bloemen en planten: bloemen en planten bij Albert Heijn komen uit binnen- en

buitenland. Albert Heijn koopt bloemen bij vaste contracttelers, die

gecertificeerd zijn. Daarnaast zijn ook alle telers in Afrika aangesloten op onze AH

Foundation, wat bijdraagt aan betere leefomstandigheden.

• Langer termijn inkopen:

Albert Heijn hecht waarde aan een directe relatie met zijn telers en boeren, om op deze

manier de kwaliteit en voedselveiligheid te borgen. Onze ketens zijn zo kort mogelijk,

met zo min mogelijk tussenpersonen. Op deze manier bouwen wij aan langer termijn

relaties en bevorderen wij de communicatie over de kwaliteit en duurzaamheid van onze

producten.

(alles) Bewust inkopen:

• Geplande inkoop:

Wij werken met een overeengekomen (lange termijn) inkoopschema waarmee

leveranciers efficiënter toekomstige seizoenen kunnen plannen. Uiteraard houden ze

hierbij rekening met onze kwaliteitseisen en onze levertijdbehoeften. Dit doen we om de

beschikbaarheid op lange termijn en de duurzaamheid van onze keten te waarborgen.

Bovendien kunnen we zo verspilling van producten minimaliseren. Zo kunnen we ook het

inkopen via de spotmarkt minimaliseren. We hebben een consistent aanbod-, kwaliteits-

en duurzaamheidsniveau dankzij een kalender voor het hele jaar met verschillende

oorsprongen en leveranciers.

Page 99: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

7

• Regionale inkoop:

Zoals hierboven vermeld, probeert Albert Heijn, voor zover mogelijk en afhankelijk van

seizoen gebondenheid, zijn producten lokaal in te kopen. Zo dichtbij mogelijk, zover als

noodzakelijk. 50% van alle verse groenten en fruit komt uit Nederland en 30% komt uit

de rest van Europa. Tijdens het Europese buitenseizoen voor verse groenten en fruit,

vertrouwt Albert Heijn op leveranciers uit andere regio's, meestal op het zuidelijke

halfrond. Door prioriteit te geven aan lokale langetermijnrelaties met leveranciers,

kunnen we directe relaties met telers en exporteurs vergemakkelijken en versterken.

• Afhankelijkheid:

Om te voorkomen dat onze leveranciers helemaal afhankelijk van Albert Heijn, als enige

inkoper zijn, is onderstaande bepaling is in het contract opgenomen: “Het is de intentie

van de partijen dat de omzet van door leverancier gegenereerde producten niet meer

dan 30% van de jaaromzet van leverancier bedraagt. Mocht dit op enig moment niet het

geval zijn, dan zal leverancier Contractant hiervan schriftelijk op de hoogte stellen.” Dit

geldt voor alle AH eigen merk leveranciers, behalve onze strategic suppliers.

De basis op orde

Om een goede basis voor sociale omstandigheden en milieuvraagstukken in onze ketens te borgen,

vraagt Albert Heijn garanties aan zijn leveranciers.

Sociale omstandigheden: Albert Heijn eist een BSCI-audit en certificaat van alle leveranciers

die produceren in een hoog risicoland (zoals gedefinieerd door het Business Social

Compliance Initiative (BSCI)). Dat is niet het enige middel dat wij gebruiken om het risico van

sociale misstanden te voorkomen in onze keten. Albert Heijn vraagt al zijn leveranciers van

eigenmerkproducten de Ahold Delhaize Standards of Engagement te tekenen. Deze

standaard stelt minimumnormen aan leveranciers die ervoor moeten zorgen dat alle

aspecten van hun toeleveringsketens voldoen. Albert Heijn werkt samen met leveranciers en

ondersteunt hen om deze standaarden na te leven. Met de implementatie van deze

standaarden bij onze leveranciers en terug in onze ketens gaan wij verder dan de eisen die

BSCI stelt.

Bovendien heeft Albert Heijn de Albert Heijn Foundation opgezet om samen met onze

groente, fruit en bloemen telers in Afrika en Zuid America bij te dragen aan betere

leefomstandigheden voor de lokale gemeenschap. Al meer dan 10 jaar zet Albert Heijn zich,

samen met haar vers leveranciers, in voor lokale projecten.

Albert Heijn heeft een aantal issues benoemd die deal breakers zijn. Denk aan kinderarbeid,

dwangarbeid of onveilige gebouwen. Bij eventuele deal breakers komen wij direct in actie

door eerst de feiten te verifiëren om vervolgens samen met de leverancier een plan van

aanpak op te stellen. Op basis van het niveau van het risico nemen wij de volgende stappen:

• Laag risico actieplan: op korte termijn een plan van aanpak overeenkomen met de

leverancier. Als de leverancier het plan niet binnen bepaalde tijd naleeft, zullen we

de samenwerking opschorten.

• Medium risico actieplan: op korte termijn een plan van aanpak overeenkomen met

de leverancier. Als de leverancier het plan niet binnen bepaalde tijd naleeft, zullen

we de samenwerking opschorten en alle nieuwe leveringen stopzetten.

Page 100: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

8

• Hoog risico actieplan: op korte termijn een plan van aanpak overeenkomen met de

leverancier. Als de leverancier het plan binnen bepaalde tijd niet naleeft, zullen we

de samenwerking opschorten, alle nieuwe leveringen stopzetten en alle huidige

producten terughalen uit onze winkels.

De overwegingen die wij gebruiken om te beslissen over het risiconiveau, omvatten de

volgende elementen:

• De ernst van de impact

• De kans dat het zich voordoet

Als een leverancier het verbetertraject niet opvolgt, beëindigt Albert Heijn de relatie. Als de

leverancier het verbetertraject goed geïmplementeerd heeft, en de deal breaker is

afgezwakt, gaat Albert Heijn verder met de leverancier.

Bovendien, zijn we dat ook van plan om bestaande BSCI audit rapporten te gebruiken om

issues te identificeren, en daarmee verdere actie te kunnen ondernemen.

In maart en april van 2019 start Ahold Delhaize met workshops over human rights due

diligence om feedback van belangrijke internationale en Nederlandse stakeholders te

verzamelen. Op basis daarvan wordt Albert Heijn’s due-diligenceaanpak verder uitgewerkt.

Albert Heijn is zich bewust dat mensenrechtenschendingen in onze ketens ook systematische

oorsprongen kunnen hebben, en daardoor is het belangrijk dat wij, samen met onze

leveranciers, ook met lokale overheden, vakbonden en werknemersorganisaties werken om

oplossingen te zoeken. Kinderarbeid is, bij voorbeeld gelinkt aan een aantal systematische

issues, onder anderen lonen die te laag zijn, geen school in de omgeving, zwakke of afwezige

vakbonden, etc.

Respect voor het milieu: Albert Heijn vraagt al zijn leveranciers om aan basiseisen voor

duurzaamheid te voldoen. Deze zijn een “licence to operate” in onze ketens geworden en wij

accepteren geen nieuwe producten die niet aan onze eisen voldoen. Als bijvoorbeeld koffie

een ingrediënt is in een van onze eigen merkproducten, dan moet deze koffie het certificaat

Rainforest Alliance (UTZ) of Fairtrade hebben.

Waarborgsystemen:

Albert Heijn werkt aan interne ketentransparantie dankzij twee systemen. Deze systemen bewaren

interne documentatie van due-diligenceprocessen, bevindingen en resulterende beslissingen per

product en leverancier.

Met SIM:

Om de door Albert Heijn geïdentificeerde risico’s te regelen, verzamelt en verwerkt SIM data

over leveranciers. Zo willen we de hele keten in kaart brengen tot op productieniveau voor

Albert Heijn.

SIM verzamelt, verifieert en valideert bewijs van social compliance audits voor alle

productielocaties in hoge risicolanden.

Page 101: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

9

Als het SIM niet lukt om deze informatie te verzamelen, of de informatie voldoet niet aan de

eisen van Albert Heijn, wordt het geëscaleerd naar Albert Heijn, waar verder actie wordt

ondernomen.

Met Trace One:

Trace One is het productspecificatiesysteem waarin Albert Heijn alle productspecificaties

vastlegt. Hierin wordt alles vastgelegd over ingrediënten, nutritionele informatie, informatie

over duurzaamheid, productveiligheid en herkomst.

Stap 2: Identificeer, beoordeel en prioriteer risico's in de keten.

Identificeer:

Transparantie is de basis voor goed risicomanagement. Zo kunnen we relevante vraagstukken voor

mens en milieu identificeren en aanpakken. We laten zien waar onze producten vandaan komen. Op

de kaart staan de Last Stages of Production voor alle Albert Heijn eigen merkproducten. Elke punt

vertegenwoordigt een of meerdere leveranciers per land. Hoe groter de punt, hoe meer leveranciers

per land. Bijvoorbeeld: er zitten 43 Last Stage of Production leveranciers in China die voor Albert

Heijn eigen merkproducten produceert. We willen deze kaart verrijken met aanvullende informatie

over deze leveranciers. In geval van een hoog risico willen we ook de keten in kaart brengen die

erachter zit. Het is ons uiteindelijke doel om een interactieve kaart te creëren, waar up-to-date

informatie staat over al onze leveranciers. Denk aan:

• Naam en locatie van leverancier.

• Categorie van product geleverd aan Albert Heijn.

Voor onze onbewerkte versketens (denk aan fruit, groenten, vlees en vis) willen wij nog een stapje

verder gaan. Het is ons doel om zo transparant mogelijk te zijn over de productie in onze ketens.

**Disclaimer: deze kaart is gecreëerd op basis van beste beschikbare data (Bron: SIM).

Page 102: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

10

Al onze leveranciers van eigen merkproducten moeten bij alle ingrediënten het land van herkomst

vermelden. Zo hebben wij al inzicht in de herkomst van alle producten en ingrediënten in onze eigen

merkketens. "Land van herkomst op product" is verplicht voor groente-, fruit-, vlees-, zuivel- en

visproducten, wat 49% van ons assortiment representeert.

Prioriteer:

Onze kernfocus ligt op dier, mens en milieu. We gaan bewust actie ondernemen om actuele en

mogelijk nadelige effecten in onze ketens te voorkomen. Dit zijn issues die niet alleen voor ons

belangrijk zijn met betrekking tot risicomanagement, maar ook voor de mensen in onze ketens en

voor het milieu.

Samen met onze stakeholders en partijen als het Wereld Natuur Fonds, IDH en Oxfam Novib, hebben

we onze kernfocus bepaald. Ahold Delhaize is ook met een due diligenceonderzoek voor

mensenrechten gestart. Op basis van nieuwe informatie of verder onderzoek staat Albert Heijn open

om deze kern issues aan te passen.

MENS:

De sociale thema’s waar wij op focussen zijn:

• Arbeidsomstandigheden

• Dwang- en kinderarbeid

• Leefbaar loon of inkomen

• Geslacht en seksuele intimidatie

MILIEU:

De milieuthema’s waar wij op focussen zijn:

• Ontbossing, landconversie en

biodiversiteit

• CO2-uitstoot

• Duurzame teelt

• Duurzame vis

• Dierenwelzijn

Albert Heijn heeft een “short list” van producten en ingrediënten gemaakt. Dit hebben we gedaan op

basis van de genoemde thema’s, een jaarlijkse risicoanalyse op cruciale grondstoffen, en feedback

van een aantal expert-NGOs. Deze ‘short list’ representeert 20 houdbare producten en ingrediënten,

en alle onbewerkte verse producten, waarvan we denken dat ze actuele en mogelijke nadelige

effecten kunnen vormen in onze ketens. We zijn gestart met een lijst van producten en ingrediënten

in onze voedselketens. Het komende jaar willen we daar ook belangrijke ingrediënten voor onze non-

foodproducten aan toevoegen.

Klik hier voor de shortlist van belangrijke producten en ingrediënten.

Voor deze producten en

ingrediënten zal de keten beter in

kaart worden gebracht. Daarvoor

zullen wij samen met onze

leveranciers de keteninformatie

verder verrijken omtrent een

aantal kernissues. Omdat we niet

alles tegelijk kunnen doen,

prioriteren we onze acties. We

beginnen met het in kaart brengen

van belangrijke thema’s als

geslacht, kleine boeren, of

ontbossing in minimaal 6 ketens

elke jaar. Dat doen we via impact

Page 103: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

11

assessments die wij uitvoeren onder andere op basis van gespreken met lokale werknemers, boeren

en leden van de gemeenschap. Samen zullen we een actieplan bedenken om potentiële en

daadwerkelijke impact te verminderen. Zo kunnen we beter voor mens en milieu zorgen binnen onze

ketens. Wij ondersteunen de leverancier en onze keten in dit proces. We willen altijd transparant en

regelmatig communiceren over onze acties.

Op basis van het due-diligenceproces zetten we een trainingsschema op voor de inkopers van Albert

Heijn. Het doel hiervan is het informeren van inkopers over actuele vraagstukken en belangrijke

zaken binnen de keten. Bovendien voorzien we hen van relevante kennis en deskundigheid zodat ze

kunnen anticiperen bij eventuele aandachtspunten. Met deze training stimuleren we commerciële

inkoop, met oog op duurzaamheidsissues.

Tijdens dit proces betrekken we onze leveranciers. In het eerste kwartaal van 2019 willen we een

webinar opzetten waarbij alle leveranciers kunnen inbellen. We geven hen hier uitleg over onze due-

diligenceaanpak en onze verwachtingen over hoe wij die samen verder kunnen ontwikkelen.

Bovendien zullen wij onze leveranciers ondersteunen met het opzetten van een eigen due-

diligenceaanpak.

Door dit proces willen we mensenrechtenschendingen en milieueffecten effectief voorkomen en

verminderen. Bovendien willen we een positieve impact op mens en milieu in onze ketens hebben.

Daarom willen wij op de hoogte zijn van de daadwerkelijke en potentiële invloeden die onze

bedrijfsactiviteiten (inclusief onze inkoopbeleid en praktijken) uitoefenen op mensenrechten en

milieu. Door de impact assessments (met focus op mensenrechten en milieu issues), die wij samen

met onze leveranciers uitvoeren, worden deze invloeden en ook negatieve impacts voor mens en/of

milieu in onze ketens zichtbaar. Zo kunnen we beter begrijpen wat onze rol in het veroorzaken en

oplossen van deze impact zou kunnen zijn.

Stap 3: Ontwerp en implementeer een strategie om te reageren op geïdentificeerde risico's in de

ketens

Op basis van deze stap gaan wij een aantal projecten opstarten om actuele en mogelijke nadelige

effecten op te lossen. Dat doen we samen met ketens, relevante NGO’s, de (lokale) overheid en

werknemer coöperaties. Om efficiënt actie te ondernemen start elk project met een

impactassessment. Zo verbreden en verdiepen wij onze kennis en kunnen we proactief issues

identificeren. Bovendien kunnen we zo samen met onze ketens verschillende issues oplossen.

Wij gaan over tot actie op basis van de prioritering van producten en ingrediënten en belangrijke

thema’s. We hebben al veel kunnen doen, dat zie je terug in de activiteiten en resultaten uit onze list

van belangrijke producten en ingrediënten. Maar we zijn er nog niet.

Feiten:

• De man-vrouwverhouding van onze merken (Albert Heijn inclusief Etos en Gall & Gall):

o Vrouw: 54,8%

o Man: 45,2%

• De verhouding tussen de salaris van Ahold Delhaize CEO en de gemiddelde vergoeding van

alle Ahold Delhaize medewerkers (2017) is terug te vinden in onze Ahold Delhaize

Jaarverslag 2017 (pagina 101, 201).

Page 104: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

12

Om dieper in onze keten te duiken, willen we impact assessments houden in de belangrijkste

producten- en ingrediëntenketens. Impact assessments richten zich op de meest belangrijke

kernissues zoals hierboven genoemd. Albert Heijn committeert zich om alle relevante toekomstige

projecten voor mens, dier, of milieu die voortvloeien uit deze due diligenceaanpak, aan te pakken

door eerst een impact assessment te doen. Deze impact assessment gaat diep in de keten, en is niet

op basis van een social compliance audit uitgevoerd. Door deze assessment begrijpen wij welke

issues in de ketens spelen. We komen er onder andere achter door interviews af te nemen bij lokale

werknemers en gemeenschappen in het land van herkomst.

Als wij issues tegenkomen, kijken we eerst of het direct of indirect door ons veroorzaakt wordt. Zo

handelt Albert Heijn bij de volgende scenario’s:

• Issues in onze eigen operaties: dit komt niet vaak voor. Zodra dat wel gebeurt, gaan we direct

over tot actie.

• Issues bij onze leverancier: samen met onze leverancier maken en implementeren we een

tijdsgebonden plan van aanpak.

• Issues verder terug in de keten: we maken en implementeren een tijdsgebonden plan van

aanpak samen met onze leverancier, hun ketenpartners en andere externe partijen (zoals

lokale NGO’s).

Als we issues tegenkomen, nemen wij de verantwoording om proactief te handelen. Dat doen we

door samen met onze leveranciers en andere kernstakeholders goed te kijken naar deze issues.

Daarna kunnen we een plan maken om deze op te lossen. Voorbeelden hiervan vind je in onze lijst

van meest belangrijke producten en ingrediënten.

Bewuste keuze

Wij beïnvloeden consumenten om bewuste keuzes te maken. Dat doen we door verschillende

communicatiemiddelen:

• We plaatsen artikelen over dit onderwerp in de AllerHande (het maandelijkse magazine van

Albert Heijn). Bovendien delen we recepten met bewust geproduceerde ingrediënten.

• We zetten bewuste producten in de Bonus-aanbiedingen.

• Via de Nationale Postcode Loterij, doet Albert Heijn mee aan de jaarlijkse Doe Maar Lekker

Duurzaam campagne. Hier kunnen consumenten leren hoe makkelijk het is om een

bewustere keuze te maken.

• Albert Heijn doet ook mee aan de Fairtrade weken, die jaarlijks aandacht voor eerlijke handel

geeft door acties en aanbiedingen in de Fairtrade Week folder, die huis aan huis verspreid

wordt, te laten zien. De aanbiedingen gaan niet ten koste van het boereninkomen maar

werden aangeboden door de deelnemende winkels, zoals Albert Heijn.

• En door het gebruik van het Albert Heijn Foundation Logo. Dat staat op producten die we

inkopen vanuit Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen waar we Foundation-projecten

hebben.

Stap 4: Keten due diligence verificatie

Due diligence is een circulair proces. Om dit zo effectief mogelijk te laten verlopen voor mens en

milieu, blijft het proces zich herhalen, en verbeteren. Als we milieu- of mensenrechtenschendingen

gesignaleerd hebben en we hebben actie ondernomen, dan voeren we een additionele controle in bij

Page 105: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

13

deze keten waar het risico is gevonden. Als deze additionele controle weer milieu- of

mensenrechtenschendingen ontdekt passen wij onze beleid aan om effectiever te werken.

Wij controleren al product gerelateerde eisen (zoals BSCI, of RSPO) door na te gaan of leveranciers de

audits op orde hebben. Via Ahold Delhaize werken wij ook nauw samen met standaarden (o.a. BSCI,

UTZ/Rainforest Alliance, of RSPO) om verbeteringen in de standaarden te realiseren.

De Standards of Engagement zijn een onderdeel van de contracten die getekend worden door

leveranciers. Tot nu toe controleerden wij de implementatie van onze Standards of Engagement door

een BSCI audit uit te laten voeren. Met de komst van onze due-diligence aanpak kunnen wij beter

controleren of zij dat ook daadwerkelijk doen, en ze ondersteunen in mogelijke verbeterpunten.

Stap 5: Rapporteren over keten due diligence

Wij willen transparant communiceren over de successen en uitdagingen die gerelateerd zijn aan dit

proces. Daarom plaatsen we regelmatig updates over onder andere onze verbeteracties op de

website over het due-diligenceproces.

Als onderdeel van de impact assessments, gaan wij resultaten en volgende stappen met (mogelijks)

betrokkene stakeholders communiceren en uitwerken in een cultuurgevoelige manier.

In maart en april van 2019 start Ahold Delhaize met workshops over human rights due-diligence om

feedback van belangrijke internationale en Nederlandse stakeholders te verzamelen. Op basis

daarvan wordt Albert Heijn’s due-diligenceaanpak verder uitgewerkt.

Stap 6: Keten voorzien van klachten mechanisme en herstel indien nodig

Om problemen in de keten te identificeren en om werknemers te beschermen, hebben we een

klachtenmechanisme. Door BSCI weten wij zeker dat alle Last Stage of Production leveranciers in

risicolanden ook een klachtenmechanisme moeten hebben. Wij willen klachtenmechanismen

doorvoeren in de hele keten. Zo kunnen we eventuele issues in de keten sneller identificeren. Als we

potentiële en daadwerkelijke impacts vinden, ondersteunen we onze leveranciers om actie te

ondernemen.

Page 106: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals
Page 107: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel Verbindt Albert Heijn zet in op samenwerking voor lekker gezond, duurzaam en betaalbaar eten. Voor iedereen.

Oktober 2019

Page 108: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 2

Inhoud 1. Nederland op weg naar kringlooplandbouw ___________________________________________________________________________ 3

2. De invloed van Albert Heijn binnen het voedselsysteem __________________________________________________________________ 4

3. Albert Heijn verbindt van klant tot land _______________________________________________________________________________ 5

3.1.De klant heeft toegang tot en waardering voor gezond, duurzaam en lokaal voedsel ____________________________________________________ 5

3.2. Een sterke positie voor boeren, tuinders en vissers ______________________________________________________________________________ 6

3.3. Dierenwelzijn wordt altijd meegewogen en ligt aan de basis van onze zuivel- en vleesproducten __________________________________________ 7

3.4. Voedsel wordt geproduceerd met een zo laag mogelijke milieu impact ______________________________________________________________ 7

4. Ketensamenwerking in de praktijk ___________________________________________________________________________________ 9

4.1. Minder verspilling _____________________________________________________________________________________________________ 9

4.2. Minder grondstofverbruik _______________________________________________________________________________________________ 9

4.3. Meer innovatie ______________________________________________________________________________________________________ 10

4.4. Meer biodiversiteit ___________________________________________________________________________________________________ 10

5. Onze aanpak & de kringlooplandbouw meetlat ________________________________________________________________________ 12

Page 109: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 3

1. Nederland op weg naar kringlooplandbouw

De Nederlandse overheid zet in op de omschakeling naar kringlooplandbouw voor een toekomstbestendig voedselsysteem. Het gaat om een omschakeling waarin ‘niet druk op de kostprijs van producten leidend is, maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op de leefomgeving’.1 Als onderdeel van de voedselketen dragen ook supermarkten bij aan deze omschakeling. Voor Albert Heijn begint alles bij de klant: wij leveren dagelijks de ingrediënten voor vijf miljoen Nederlandse borden. Mensen zijn steeds bewuster met eten bezig en ze willen “beter eten”; lekkerder, gezonder, duurzamer makkelijker. En ook betaalbaar. “Waar voor je geld” is een belangrijke randvoorwaarde bij de dagelijkse vraag: “Wat eten we?”. De supermarkt heeft een unieke positie in de voedselketen als verbindende schakel tussen klanten, producenten, leveranciers, boeren, telers en vissers. In Nederland en daarbuiten. Albert Heijn haalt zijn versproducten zo dichtbij als mogelijk en zo ver weg als noodzakelijk.2 Veel van de versproducten bij Albert Heijn komen dan ook van Nederlandse bodem.

1 Realisatieplan Visie LNV : op weg met nieuw perspectief 2 Dit sluit aan bij het genoemde motto in visie document LNV: Lokaal wat kan, regionaal of internationaal wat moet (p.21).

Albert Heijn gaat richting 2025 alle versketens voor klanten transparant maken en de dialoog tussen klanten en boeren, telers en vissers verder versterken. We delen met onze klanten waar het product vandaan komt, wat erin zit en hoe het is gemaakt. We werken nauw samen met boeren, tuinders, vissers aan een zo duurzaam mogelijke voedselketen. Zo werken we aan de waardering van voedsel en de bewustwording van herkomst. Daar waar wij een rol kunnen spelen, kan op onze inzet gerekend worden om het voedselsysteem te versterken. In dit document kunt u lezen hoe onze aanpak bijdraagt aan de transitie naar kringlooplandbouw. 3 Wij willen voedsel lekker, gezond, duurzaam en betaalbaar maken zodat iedereen bij Albert Heijn het antwoord vindt op de vraag: “wat eten we vandaag?” Marit van Egmond CEO Albert Heijn

3 U vindt directe referenties naar de visie-meetlat van LNV in de voetnoten en in hoofdstuk 5 van dit document.

Page 110: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 4

2. De invloed van Albert Heijn binnen het voedselsysteem

Hoewel Albert Heijn een grote speler is in Nederland met een marktaandeel van 34.7%, is de invloed van Albert Heijn op het gemiddelde inkomen van de Nederlandse boer en teler gering. Immers, ongeveer 80% van de Nederlandse agrarische productie wordt naar het buitenland geëxporteerd. Dat maakt Nederland de op één na grootste landbouwexporteur van de wereld, na de Verenigde Staten. Onderzoek wijst uit dat 81% van de Nederlandse eieren, 98% van de uien en 91% van de tomaten worden geëxporteerd. De commerciële dynamiek en prijsvorming van dat soort producten vindt derhalve grotendeels buiten Nederland plaats.4 Figuur 1 laat zien dat Albert Heijn met een kleine groep boeren werkt in verhouding tot het totale aantal boeren in Nederland. Echter, in die ketens waar we nauw samenwerken met boeren of telers, is onze invloed er wél. Met een toenemend aantal boeren en telers die direct voor Albert Heijn produceren en met de ketenpartijen die de eigen merken en het vers assortiment van Albert Heijn verzorgen, werken we aan verschillende doelstellingen. Bijvoorbeeld de verbetering van land- en bodemkwaliteit, dierenwelzijn en circulair grondstof gebruik. Gesloten ketensamenwerkingen zijn wij continue aan het versterken en er komen steeds nieuwe productgroepen bij.

4 CBL (2019) Ketenvisualisaties

Figuur 1: De invloed van Albert Heijn met gesloten ketens

240 van de ruim 1200 pluimveehouders werken nu samen met Albert Heijn. 100% van de eigen merk eieren van Albert Heijn komen via 40 bedrijven van Nederlandse bodem. 80-85% van het kippenvlees komt via 200 bedrijven uit Nederland en per 1 januari 2020 is dat 100%

300 van de 4000 Nederlandse varkensboeren werken samen met Albert Heijn. 97% van het eigen merk varkensvlees bij Albert Heijn komt uit Nederland (de overige 3% is 2 sterren Beter Leven Keurmerk uit de UK).

300 van de 18.000 Nederlandse zuivelboeren werken met Albert Heijn. Meer dan 90% van het eigen merk verse zuivel bij Albert Heijn komt van Nederlandse boeren.

170 van de 10.000 Nederlandse groente- en fruitboeren en -telers werken met Albert Heijn. 50% van het groente en fruit bij Albert Heijn komt uit Nederland.

Page 111: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 5

3. Albert Heijn verbindt van klant tot land

Onze klant zetten wij altijd centraal. Zij zet de keten aan tot meer samenwerking omdat zij wil weten wat ze eet: voedsel moet veilig, lekker, gezond en duurzaam zijn. Transparantie maakt het mogelijk dat we ketens zo kort mogelijk kunnen inrichten, want daarmee voorkomen we onnodige schakels of onbekende bronnen. Dit zorgt tevens voor een beter product voor de consument en meer zekerheid voor de boer en teler. Langlopende contracten in deze gesloten ketens leiden tot zekerheid en stabiliteit bij zowel de boer als bij Albert Heijn. Zo kunnen boeren met toenemende zekerheid ondernemen en investeren in duurzame productiemethoden en consumenten kunnen gerust genieten en een bewuste keuze maken op smaak, dierenwelzijn en klimaatimpact. We werken bijvoorbeeld al zestig jaar samen met Bakker Barendrecht, die ons verbindt aan een vast telersnetwerk. Zestig procent van de telers die zijn aangesloten zijn dat al 20 jaar en veel zijn als ondernemers gestaag gegroeid. Minstens 50% van alle verse groenten en fruit in onze supermarkten komt uit Nederland. Daarnaast komt, afhankelijk van het seizoen, 30% uit de rest van Europa.

5 Dit sluit aan bij punt 5 en 8 van de LNV-visie als meetlat

Het verbinden van de keten doen we vanuit de volgende doelstellingen:

3.1. De klant heeft toegang tot en waardering voor gezond, duurzaam en lokaal voedsel5

Duurzame en gezonde producten maken we bij Albert Heijn breed beschikbaar. Zo is Albert Heijn de supermarkt met het grootste vegetarische assortiment (7.776 producten) en het grootste assortiment biologisch groente en fruit met een marktaandeel van 64% in 2018. Op dit moment liggen er ruim 1.900 biologische

BOER, TUINDER & VISSER

DIER

Ketensamenwerking

LAND

KLANT

Figuur 2: Een verbonden keten betekent het beste voor elke schakel

Page 112: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 6

producten in onze schappen. Albert Heijn wil dat klanten met een gerust hart boodschappen kunnen doen. Keurmerken helpen onze klanten om gemakkelijk de duurzame keuze te kunnen maken. Hierbij volgen wij de 10 topkeurmerken zoals gedefinieerd door Milieu Centraal. Onze biologische producten zijn gekeurd door Skal Biocontrole en hebben daarom het Europese biologisch keurmerk. Via Ahold Delhaize werken wij nauw samen en zitten we in het bestuur van standaarden zoals BSCI, UTZ/Rainforest Alliance en RSPO, om certificering te verbeteren. De klant heeft een groeiende interesse in streekproducten. Momenteel bieden we 61 streekproducten aan en dit breidt snel uit. Onder de het merk Streeckgenoten maken we deze producten van eigen bodem toegankelijk voor onze klanten. 6 Consumenten kunnen bij ons steeds vaker kiezen voor een product uit een volledig transparante keten - onder meer met behulp van blockchaintechnologie en DNA-tracking - die de herkomst, samenstelling en het werk van de boer laten zien. Afgelopen jaar hebben we een blockchainplatform opgezet over de herkomst van eieren7. Dit doen we omdat ons uitgangspunt is: als je weet waar ’t vandaan komt en hoe ’t wordt gemaakt, waardeer je het nog meer. Wij vragen altijd aan onze leveranciers van eigen merkproducten om bij alle producten het land van herkomst vermelden. Onze klanten kunnen deze informatie vinden op een wereldkaart op onze website.8 In 2025 willen wij al onze eigen merkproducten transparant kunnen maken richting de consument.

6 https://www.ah.nl/streeckgenoten 7 http://www.ah.nl/check-je-ei 8 https://www.ah.nl/suppliers/map

3.2. Een sterke positie voor boeren, tuinders en

vissers9

Boeren verdienen een solide positie in de keten, een goed inkomen en continuïteit voor hun bedrijf. Door zekerheid van afname is er meer zicht op de lange termijn bedrijfsresultaten waardoor er ruimte ontstaat voor investering en groei.

9 Dit sluit aan bij punt 3 van de LNV-visie als meetlat

De keten in beeld Ons klantentijdschrift Allerhande verschijnt 12 keer per jaar met een oplage van 2,1 miljoen en heeft ruim 4,5 miljoen trouwe lezers. In ieder nummer staat een boer, teler of visser centraal met zijn product en wordt inzicht gegeven in de keten van boer tot winkelvloer.

“De consument kent pompoenen inmiddels en is ze gaan waarderen. Daar heeft Albert Heijn zeker een grote rol gespeeld. We leveren al sinds 1999 aan Bakker Barendrecht en Albert Heijn.” – Jeroen Robbers, Teler van De Terp Squachpackers

Page 113: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 7

In onze gesloten ketens betalen we de boer extra voor zijn inspanningen. Ook denken we mee met het verlagen van kosten door duurzame alternatieven, zoals circulair veevoer. Samen met de keten gaan we komend jaar in overleg om hier concrete plannen te maken.

3.3. Dierenwelzijn wordt altijd meegewogen en ligt aan de basis van onze zuivel en vleesproducten10

Dierenwelzijn11 ligt voor ons aan de basis van ieder zuivel- en vleesproduct. Al ons verse varkensvlees en Nederlandse vleeswaren hebben sinds 2011 minimaal één ster Beter Leven keurmerk, sinds oktober 2018 hebben alle eigen merk eieren van Albert Heijn minimaal 1 ster Beter Leven Keurmerk van de Dierenbescherming en onze koeien krijgen uiteraard weidegang, waardoor ze buiten kunnen grazen.

10 Dit sluit aan bij punt 7 van de LNV-visie als meetlat 11 https://www.ah.nl/over-ah/duurzaamheid/dierenwelzijn 12 Dit sluit aan bij punt 2 van de LNV-visie als meetlat

Dierenwelzijn bij duurzame vis12 We verkopen alleen nog vis met het MSC- of ASC-keurmerk waar ook een duurzaam bestandsbeheer in wordt opgenomen. Dierenwelzijn is momenteel nog geen onderdeel van de certificering. We zijn daarom initiatiefnemer (samen met ASC, Dierenbescherming, industrie-partners en Wageningen Universiteit) van een project om dierenwelzijn voor kweekvis te borgen

3.4. Voedsel wordt geproduceerd met een zo laag mogelijke milieu impact13 In alle beslissingen die we nemen kijken we naar de impact op het klimaat. We werken er hard aan om onze CO2-footprint te verlagen. In 2025 willen wij volledig CO2-neutraal zijn en in de afgelopen 10 jaar tijd is de footprint van onze eigen winkels en de logistiek al met 39.6% gedaald.14 Per product in onze gesloten ketens gaan we voor een zo laag mogelijke uitstoot. Door onze ketenpartners wordt er bijvoorbeeld zoveel mogelijk groene stroom gebruikt of wekken zij zelf stroom op met zonnepanelen. Het juiste willen doen komt met dilemma’s omdat bijvoorbeeld dierenwelzijn, klimaat maatregelingen en milieu niet altijd samengaan. Zo bieden we graag een groot assortiment biologische

13 Dit sluit aan bij punt 4 van de LNV-visie als meetlat 14 https://www.ah.nl/over-ah/duurzaamheid/energie

Zekerheid voor de boer brengt verduurzaming De maatschap Roorda in Friesland levert al 15 jaar aan Albert Heijn en is gespecialiseerd in de teelt, opslag en verpakking van broccoli en bloemkool. Albert Heijn is de afnemer van beide groenten. De zaken staan er goed voor en in 2018 heeft de maatschap geïnvesteerd in een inpakloods en zonnepanelen. Roorda is nu 70% energieneutraal. In 2020 wil Roorda de koeling uitbreiden en nog meer zonnepanelen plaatsen. Dan worden ze 100% energieneutraal.

Page 114: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 8

producten aan, maar willen wij ook de uitstoot van broeikasgassen en andere vervuilende stoffen verlagen. Op dit moment werken we er daarom hard aan om onze milieudoelstellingen te vangen in Science Based Targets, we ondertekenden vanuit Ahold Delhaize het Science Based Targets Initiative15, zodat we stapsgewijs en per keten onze klimaatdoelstellingen kunnen realiseren.

15 https://www.aholddelhaize.com/en/media/latest/media-releases/ahold-delhaize-commits-to-science-based-targets/

“Wij zijn er trots op om samen met ketenpartner Albert Heijn invulling te gaan geven aan dit unieke, nieuwe initiatief. Deze ontwikkeling past in de strategie van Royal A-ware om samen met onze melkveehouders melkstromen verder te verduurzamen en deze samen met onze ketenpartners tot meerwaarde te brengen in de markt.” - Jan Anker, CEO Royal A-ware Weidegang in harmonie met de omgeving

Samen met Royal A-ware hebben wij een gesloten zuivelketen opgezet met oog voor koe, natuur en boer. Grondgebondenheid binnen onze zuivelketen zorgt ervoor dat het aantal dieren en de hoeveelheid grasland met elkaar in balans zijn. De bodem wordt gezonder en veerkrachtiger door meer organische stof (voedsel) uit dierlijke mest vast te leggen. Daarbij komt dat de bodem niet meer geploegd mag worden, hetgeen een bron van emissie is.

Page 115: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 9

4. Ketensamenwerking in de praktijk

4.1. Minder verspilling16

Albert Heijn doet er alles aan om zo min mogelijk voedsel te verspillen en onderschrijft als partner van de Taskforce Circulair Economy in Food17 de ambitie om in 2030 in de gehele keten 50% minder voedsel te verspillen.18 19 We voorkomen verspilling in onze winkels door slim in te kopen en producten in de winkel tijdig af te prijzen. In 2019 hebben we geëxperimenteerd met dynamisch afprijzen en gaan hier de komende jaren verder in investeren.20 Producten waarvan kwaliteit en smaak goed is maar bijvoorbeeld een afwijkende maat hebben worden verkocht als ‘Buitenbeentjes’. Er wordt door onze boeren en telers kwalitatief geproduceerd, waardoor het percentage producten dat buiten de standaardcriteria valt verwaarloosbaar is. Als er desondanks producten overblijven, zorgen wij voor een zo duurzaam mogelijke bestemming. Zo werken we samen met Voedselbanken Nederland en doneren (voornamelijk vers) producten vanuit onze distributiecentra, die vanwege een te korte houdbaarheidsdatum niet meer naar de winkels gaan. Wanneer een product niet meer kan worden gegeten, kan het met restproducten gebruikt worden als biomassa. Biomassa is immers een waardevolle grondstof voor het opwekken van groene energie en het bemesten van het land. Doordat wij onze ketens effectief met elkaar verbinden wordt de verspilling van de ene keten van waarde voor de andere keten.

16 Dit sluit aan bij punt 1 van de LNV-visie meetlat 17 https://samentegenvoedselverspilling.nl/ 18 https://www.ah.nl/over-ah/duurzaamheid/voedselverspilling

4.2. Minder grondstofverbruik

We proberen continue reststromen uit de voedselketen hoogwaardig te hergebruiken. Door ons grondstoffenverbruik te verminderen, verlagen we de druk op het milieu. Omdat we in steeds meer ketens exclusief samenwerken kijken we voortdurend naar het sluiten van de kringloop tussen ketens in. Mest uit de veehouderij wordt bijvoorbeeld gebruikt om kunstmest te vervangen bij het telen van groente en fruit. Ook komen steeds meer vlees en zuivelproducten bij Albert Heijn van de dubbeldoelkoe, deze koeien worden gehouden voor hun melk én hun vlees. De dubbeldoelkoe gebruikt een stuk minder water en doordat er met het dubbele doel minder ruimte nodig is, wordt er aanzienlijk bespaard op broeikasgassen.

Veevoer heeft binnen onze AH vlees- en zuivelketens grote impact op het klimaat. We hergebruiken daarom in toenemende mate bijproducten uit andere ketens (groente en fruit, tarwe, brood, graan, zuivel) voor droogvoer en bijvoer, bijvoorbeeld voor AH zuivel en varkensvlees.

19 https://www.aholddelhaize.com/en/media/latest/media-releases/ahold-delhaize-increases-commitment-to-slash-food-waste-in-half-by-2030/ 20 https://nieuws.ah.nl/albert-heijn-zet-kunstmatige-intelligentie-in-tegen-voedselverspilling/

Verwaarden van reststromen Bloemkoolstronken van onze bloemkolen worden gebruikt in de bloemkoolrijst, onze sinaasappelschillen worden verwerkt in afwasmiddel en van aubergine reststoffen worden door teeltbedrijf Purple Pride zelfs bouwmaterialen gemaakt.

Page 116: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 10

4.3. Meer innovatie21

Bij Albert Heijn willen we het beste kunnen bieden voor de klant, de boer, het dier en het land. Dat brengt dilemma’s mee en zorgt ervoor dat we continue met kennis en ketenpartners kijken naar hoe het anders kan. Samen met boeren, de Dierenbescherming en de Wageningen Universiteit lanceerden we in 2010 bijvoorbeeld het ronddeel ei.22 Niet alleen hebben deze eieren de maximale Beter Leven Keurmerk score op het gebied van dierenwelzijn, in de ronde stallen wordt minder energie verbruikt, ontstaat er minder uitstoot en de boer verdient een eerlijke prijs.

21 Dit sluit aan bij punt 9 van de LNV-visie meetlat 22 http://www.rondeeleieren.nl/rondeel-ei

4.4. Meer biodiversiteit23

We zetten ons in om de biodiversiteit naast akkers verder te vergroten Een groeiend aantal boeren waarmee wij samenwerken, individueel of in regionaal verband, verhoogt de biodiversiteit op zijn of haar land. Met onze Nederlandse telers, aangesloten bij Bakker Barendrecht, en Natuur & Milieu zijn we in 2017 een samenwerking gestart op het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Voor dit project zijn in 2017 bij 17 van de in totaal 49 Nederlandse gewassen in het groente- en fruitschap pilots uitgevoerd. Bij aardbei, komkommer, paprika, prei, sperzieboon, tomaat, ui, peen en selderij bleek de pilot geslaagd en kan het gebruik van de schadelijke middelen worden weggelaten. Bij courgette, rucola, boerenkool, Chinese kool en sperzieboon bleek een pilot niet nodig: daarbij werden de 27 meest schadelijke middelen al niet gebruikt.24

In 2020 is het doel om 100% van Nederlandse telers van AGF voor Albert Heijn het gebruik van middelen in een speciaal voor ons

23 Dit sluit aan bij punt 6 van de LNV-visie meetlat 24 https://nieuws.ah.nl/gebruik-bestrijdingsmiddelen-daalt-in-groente--en-fruitschap-albert-heijn/

Lokaal kippenvoer De voerketen willen we zo lokaal mogelijk invulling geven met een zo laag mogelijke impact. Zo zoeken we ook voor kippen naar lokaal en circulair voer. We werken samen met Protix, een ontwikkelaar van insecteneiwitten.

Sla op water Samen met groenteleverancier Vezet en slakweker B-four Agro oogstten we in januari 2019 de eerste krop sla die op water is geteeld. Deze sla kan het hele jaar op eigen bodem worden geteeld, zorgt ervoor dat er minder kunstmest in het oppervlaktewater terecht komt, heeft een lagere CO2 uitstoot en er komt geen enkel gewasbeschermingsmiddel aan te pas.

Page 117: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019 11

ontwikkelde online teeltregistratietool te laten registreren. In deze tool wordt ook de Milieubelastingspunten (MBP) berekend conform de milieu-lat methode van CLM. Vanaf 2020 willen we de MBP gebruiken om per gewas de reductiedoelstelling te bepalen. Ons bodemprogramma heeft daarnaast als doelstelling de biodiversiteit van de grasmat en de omliggende gebieden te verhogen. We zijn hiermee erg actief met onze groente- en fruittelers, maar ook in onze dierlijke ketens is dit een belangrijk onderwerp. We werken daarom samen met Naturalis en financieren onderzoek naar biodiversiteit. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we een mooie bijdrage leveren aan een natuurlijk landschap. We vinden het belangrijk om de klanten bij dit onderwerp te betrekken en zetten eerder dit jaar insecten in de schijnwerpers met een educatieve spaaractie.25

25 https://nieuws.ah.nl/we-mogen-allemaal-wel-wat-liever-zijn-voor-bijen-en-hommels-/

Bloeiende akkers Samen met kenniscentrum CLM, Natuurmonumenten en 40 aardappeltelers, onderhouden we de akkerranden met kruiden en bloemen. Afgelopen jaar hebben we 20 kilometer akkerrand ingezaaid. Zo komen er meer insecten en vogels naast de landbouwgrond, wat zorgt voor een goede omgeving.

Page 118: Duurzaamheidsverslag 2019 Albert Heijn....100.000 medewerkers. En vanzelfsprekend voor de maatschappij als geheel. Niet voor niets houden we ons actief bezig met grote thema’s zoals

Voedsel verbindt: Albert Heijn Oktober 2019

5. Onze aanpak & de kringlooplandbouw meetlat

Albert Heijn aanpak naast de LNV-visie meetlat gelegd:

1. Dragen ze bij aan het sluiten van kringlopen, het terugdringen van emissies en het verminderen van verspilling van biomassa in het gehele voedselsysteem?

Zie 4.1. Minder verspilling en 4.2. Minder grondstofverbruik

2. Dragen ze wat betreft visserij bij aan een duurzaam bestandsbeheer zonder schade aan de natuurlijke omgeving?

Zie Dierenwelzijn bij duurzame vis

3. Versterken ze de sociaaleconomische positie van de agrarisch ondernemer in de keten?

Zie 3.2. Een sterke positie voor boeren, tuinders en vissers

4. Leveren ze een bijdrage aan de klimaatopgave voor landbouw en landgebruik? Zie 3.4. Voedsel wordt geproduceerd met een zo laag mogelijke milieu impact

5. Bevorderen ze de aantrekkelijkheid en vitaliteit van het platteland en dragen ze bij aan een bloeiende regionale economie? Zie 3.1. De klant heeft toegang tot en waardering voor gezond, duurzaam en lokaal voedsel

6. Leveren ze winst op voor ecosystemen (water, bodem, lucht), biodiversiteit en de natuurwaarde van het boerenlandschap? Zie 4.4. Meer biodiversiteit

7. Is het dierenwelzijn meegewogen? Zie 3.3. Dierenwelzijn wordt altijd meegewogen en ligt aan de basis van onze zuivel en vleesproducten

8. Leveren ze een bijdrage aan de erkenning van waarde van voedsel en het versterken van de relatie tussen boer en burger? Zie 3.1. De klant heeft toegang tot en waardering voor gezond, duurzaam en lokaal voedsel

9. Versterken ze de positie van Nederland als ontwikkelaar en exporteur van integrale oplossingen voor klimaat slimme en ecologisch duurzame voedselsystemen? Zie 4.3. Meer innovatie