duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

87
Open antwoorden VNCI Vraag 3 Wat vindt u van het idee om volgens de context-conceptbenadering te werken? Dus los van hoe de stuurgroep Nieuwe Scheikunde dit ingevuld heeft. Toelichting. Uitstekend Als de leerlingen aan een module werken, doen ze meer en zijn beter gemotiveerd. Het is gemakkelijker uit te leggen waarom ze iets moeten leren. Context om aan te sluiten bij toepassingen in het dagelijks leven Concept voor het opdoen van kennis Dat levert veel meer beleving bij de leerlingen op omdat hun leefwereld daarbij betrokken wordt. Scheikunde komt dan in het leven te staan. De cc benadering zal de leerlingen beter motiveren. Met name de geïnteresseerde generalisten (beta- metality) zullen hierdoor getriggerd worden De concepten aanleren met oude traditionele methoden is oninteressante abracadabra voor veel havo - leerlingen . Scheikunde is daarmee verworden tot een abstract vak met symbolen en trucjes, dat niet aansluit bij de leefwereld van de mensen, niet alleen scheikunde. De huidige generatie leerlingen vindt de stof vaak te droog en wil of kan zich er daardoor slecht op concentreren. De nieuwe scheikunde is gebaseerd op heen-en-weer denken. De leerlingen komen over het algemeen via contexten in aanraking met nieuwe zaken/verschijnselen. Pas daarna kun je gaan verdiepen op de onderliggende concepten. Dit is dé manier om leerlingen snel, efficiënt, gemotiveerd en diepgaand te laten leren Door contexten is het geen droge scheikunde dus voor veel leerlingen interessanter Geeft leerlingen meer inzicht in het nut van scheikunde . Het is een meerwaarde als leerlingen scheikunde kunnen gebruiken om verschijnselen om zich heen te kunnen verklaren, Ik heb modules ns geschreven en in diverse leerjaren uitgebreid getest. Leerlingen zijn enthousiast en bereiken goede resultaten. Ik merk dat de lln het fijn vinden om toepassingen van de chemie te horen en ermee te werken. Het idee dat de leraar niet alles weet - omdat het onderzoekje echt nieuw is en de uitkomsten onbekend - is zeer aansprekend. Ik vind het belangrijk om middels contexten meer aan te sluiten bij de leefwereld van leerlingen. Dat betekent ook wat voor de eisen die aan dergelijke contexten gesteld moeten worden. Ik werk zo al 38 jaar Leerlingen worden met de praktijk geconfronteerd en weten / leren hoe zij scheikunde kunnen toepassen en waar je het voor nodig kunt hebben Leerlingen zien zo hoe scheikunde in de praktijk voorkomt, en niet alleen in de modelwereld. Losstaande scheikundige kennis is voor leerlingen niet zinvol. Materiaal zit dichter bij de leefwereld van de leerling. Je kunt gebruik maken van zaken die actueel zijn en direct in het programma inpassen zonder gekunsel. Scheikunde is nu te abstract en staat te ver van de leerlingen. Ik denk dat het goed is om vanuit de praktijk te laten zien wat scheikunde allemaal is en wat je er allemaal mee kan. Sluit beter aan bij de leerling. Risico is gebrek aan transfer, maar dat bestond vroeger ook Uitgaan van de belevingswereld van de leerlingen werkt motiverend.

Transcript of duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Page 1: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Open antwoorden VNCI

Vraag 3

Wat vindt u van het idee om volgens de context-conceptbenadering te werken? Dus los van hoe de

stuurgroep Nieuwe Scheikunde dit ingevuld heeft. Toelichting.

Uitstekend

• Als de leerlingen aan een module werken, doen ze meer en zijn beter gemotiveerd. Het is

gemakkelijker uit te leggen waarom ze iets moeten leren.

• Context om aan te sluiten bij toepassingen in het dagelijks leven

• Concept voor het opdoen van kennis

• Dat levert veel meer beleving bij de leerlingen op omdat hun leefwereld daarbij betrokken wordt.

Scheikunde komt dan in het leven te staan.

• De cc benadering zal de leerlingen beter motiveren. Met name de geïnteresseerde generalisten (beta-

metality) zullen hierdoor getriggerd worden

• De concepten aanleren met oude traditionele methoden is oninteressante abracadabra voor veel havo -

leerlingen . Scheikunde is daarmee verworden tot een abstract vak met symbolen en trucjes, dat niet

aansluit bij de leefwereld van de mensen, niet alleen scheikunde.

• De huidige generatie leerlingen vindt de stof vaak te droog en wil of kan zich er daardoor slecht op

concentreren.

• De nieuwe scheikunde is gebaseerd op heen-en-weer denken. De leerlingen komen over het algemeen

via contexten in aanraking met nieuwe zaken/verschijnselen. Pas daarna kun je gaan verdiepen op de

onderliggende concepten.

• Dit is dé manier om leerlingen snel, efficiënt, gemotiveerd en diepgaand te laten leren

• Door contexten is het geen droge scheikunde dus voor veel leerlingen interessanter

• Geeft leerlingen meer inzicht in het nut van scheikunde .

• Het is een meerwaarde als leerlingen scheikunde kunnen gebruiken om verschijnselen om zich heen te

kunnen verklaren,

• Ik heb modules ns geschreven en in diverse leerjaren uitgebreid getest. Leerlingen zijn enthousiast en

bereiken goede resultaten.

• Ik merk dat de lln het fijn vinden om toepassingen van de chemie te horen en ermee te werken.

• Het idee dat de leraar niet alles weet - omdat het onderzoekje echt nieuw is en de uitkomsten

onbekend - is zeer aansprekend.

• Ik vind het belangrijk om middels contexten meer aan te sluiten bij de leefwereld van leerlingen. Dat

betekent ook wat voor de eisen die aan dergelijke contexten gesteld moeten worden.

• Ik werk zo al 38 jaar

• Leerlingen worden met de praktijk geconfronteerd en weten / leren hoe zij scheikunde kunnen

toepassen en waar je het voor nodig kunt hebben

• Leerlingen zien zo hoe scheikunde in de praktijk voorkomt, en niet alleen in de modelwereld.

• Losstaande scheikundige kennis is voor leerlingen niet zinvol.

• Materiaal zit dichter bij de leefwereld van de leerling. Je kunt gebruik maken van zaken die actueel

zijn en direct in het programma inpassen zonder gekunsel.

• Scheikunde is nu te abstract en staat te ver van de leerlingen. Ik denk dat het goed is om vanuit de

praktijk te laten zien wat scheikunde allemaal is en wat je er allemaal mee kan.

• Sluit beter aan bij de leerling.

• Risico is gebrek aan transfer, maar dat bestond vroeger ook

• Uitgaan van de belevingswereld van de leerlingen werkt motiverend.

Page 2: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Voor leerlingen wordt theorie pas "echt" en begrijpelijk als ze ontdekken waar het "in het wild"

voorkomt.

Goed

• Aansluiten bij praktijk, mogelijkheid nieuwe ontwikkelingen/ toepassingen in lesstof aandacht te

geven

• Bestaande concepten herkennen aan hedendaagse toepassingen

• Beter voor te stellen voor leerlingen; Contexten geven een kader waarin de kennis gebruikt kan

worden;

• Bij up to date de informatie gebruiken is voor de ll beter te volgen hoe de sk in de maatschappij staat.

• Het nadeel is dat de "boeken" bijna niet meer 4 jaar gebruikt kunnen worden omdat ze dan snel

verouderen.

• Concepten blijven waarschijnlijk beter hangen als ze in een aantrekkelijke context worden

aangeboden.

• Context concept benadering zal naar alle waarschijnlijkheid meer tijd gaan kosten. En de c-c

benadering zou recht gedaan moeten worden door een paar

• Context-concept benadering geeft meer toepassingen en gaat uit van de manier waarop onderzoek

gedaan wordt nl. Vanuit het probleem naar de theorie

• Context-concept staat dichter bij de belevingsgwereld van de leerling. Nadeel: contextbenadering

vraagt om andere benadering leerstof, nl. Dat van meerdere kennisonderwerpen in één

contextonderwerp aan bod komen.

• Contexten kunnen een beter kijk bieden op hoe bepaalde concepten toegepast kunnen worden in de

praktijk.

• Contexten zijn goed als bij de inrichting van het examen(programma) daarmee rekening wordt

gehouden.

• Context-concept is niet een didactische werkwijze maar zou als eindterm in het examenprogramma

moeten worden opgenomen en dan ook bevraagd.

• Daarmee kun je aansluiten bij de voorkennis en leefwereld van leerlingen.

• De belevingswereld van de leerling moet zeker als uitgangspunt worden gebruikt.

• De belevingswereld van de leerlingen de school in brengen

• De leerlingen kunnen door vaker dingen te herhalen zich de stof eigen maken.

• De praktijk sluit veel meer aan bij de leerlingen, daardoor zijn ze enthousiaster en kunnen bewuster

een studiekeuze maken.

• De scheikunde is tot nu toe vaak een ver van mijn bed-show. De context is heel belangrijk.

• Dit zal de scheikunde minder abstract maken, en beter aansluiten bij de belevingswereld van de

leerling

• Een duidelijke context versterkt de motivatie van leerlingen

• Een vaak gehoorde opmerking is dat leerlingen niet weten waar ze het nodig hebben.

• Er is al jaren sprake van contexten aan de hand waarvan chemie wordt besproken. Het vak staat niet

los van wat er om ons heen gebeurt.

• Gebeurt nu ook al volgens mij.

• Goed in de zin dat leerlingen beter een relatie kunnen leggen tussen scheikundige begrippen en

processen in de maatschappij. Leerlingen vinden de aanpak ook leuk, het doel waarom je iets moet

leren wordt duidelijker en het bevordert een kritische onderzoek.

• Goed, maar ik zelf durf de oude methode om alles via onderwerpen te behandelen nog niet los te

laten.

Page 3: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Het geeft de leerling verband tussen de theorie en de praktijk

• Het is altijd beter als de leerlingen weten waarin de concepten worden gebruikt. Ik vraag alleen of je

soms niet eerst een concept (wat simpel) moet behandelen, zodat je het later in de context kan

gebruiken. (daarom niet uitstekend)

• Het is een goede benadering, maar moet niet te ver worden doorgevoerd. Soms is het beter (en veel

sneller) om de leerlingen een overzicht te geven van concepten, deze te oefenen en deze in nieuwe

contexten toe te passen, zoals leerlingen nu gewend zijn.

• Het is goed als leerlingen meteen een idee krijgen waarom ze dingen moeten leren. Ofwel hoe de

concepten praktisch toegepast kunnen worden. Plus dat ze door het zien van verschillende contexten

een beter beeld krijgen van wat scheikunde nou echt inhoudt.

• Het is goed leerlingen te laten zien dat scheikunde overal om hen heen is.

• Het is goed, maar de eindtermen dekken het huidige examenprogramma nog niet.

• Het is voor de leerlingen aansprekend om direct met "practica uit het dagelijks leven" te zien hoe leuk

en interessant scheikunde kan zijn

• Het onderwijs wordt aantrekkelijker, maar het kan alleen maar als het examenprogramma aangepast

wordt.

• Het scheikunde onderwijs komt daarmee dichterbij de belevingswereld van de leerling en is minder

abstract

• Het zal de leerlingen meer aanspreken omdat je vanuit hun belevingswereld chemie benadert. Een

vraag blijft of je voldoende niveau krijgt aangeleerd in de beschikbare tijd, zodat het aansluit op de

vervolgopleidingen.

• Ik denk dat het een goede manier is om leerlingen zelf te leren denken

• Ik vind het belangrijk om het nut van de stof te laten zien.

• Je hoopt dat leerlingen daardoor met meer interesse en inzet met de scheikunde aan de slag gaan. Ook

zou het ze meer uitdagingen kunnen geven.

• Je onthoudt beter wat je zelf uitvogelt dan wat verteld wordt. Dit proces gaat wel langzamer en kost

meer moeite waardoor er minder stof behandeld kan worden. Er moet voor gewaakt worden dat het

niveau niet daalt.

• Kennisverrijking via projecten gaat vaak beter dan losse opdrachten/opgaven maken en bespreken

• Leerlingen moeten de (chemische) concepten die ze leren, kunnen toepassen in concrete situaties:

contexten.

• Leerlingen zijn graag bezig met iets waar ze het nut van in zien. Het lijkt dus handig te zijn om

uitgaande van een toepassing een deel theorie uit te leggen

• Lln beter in staat sk te plaatsen in maatschappelijke context

• Maar het hoeft niet uitsluitend doormiddel van contex-concept

• Maar meer ter vervanging van onderdelen van het huidige programma. Niet als complete leerlijn.

• Meer naar de belevingswereld van de leerlingen toe.

• Meer vanuit de belevingswereld van leerlingen werken kan stimuleren.

• Men moet er voor waken om een niet te ver gezochte context te zoeken bij bepaalde concepten.

Daarnaast moet men ook niet de leerlingen vergeten, die meer interesse hebben in de concepten dan in

de context.

• Motivatie van leerlingen zal er op vooruit gaan. Goed beeld geven van wat scheikunde in de praktijk

nu doet is belangrijk.

• Op die manier breng je het dichter bij de leerlingen, dus maak je het aantrekkelijker. Ik ben bang dat

het niveau wel in de problemen gaat komen

• Pas als leerlingen de concepten binnen een context kunnen plaatsen beklijft het echt

Page 4: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Positief: de leerling wordt leerstof aangeboden die directer met zijn/haar leefwereld correspondeert.

• Negatief: ik ben van mening dat opnieuw in hoeveelheid kennis (nodig op hbo/wo) wordt geschrapt.

• Prima om leerlingen vanuit realistische contexten kennis te laten maken met scheikunde.

• Maar: alléén leren vanuit contexten vind ik geen goede optie, omdat een behoorlijk grote groep

leerlingen er veel moeite mee heeft om concepten te abstraheren uit contexten.

• Scheikunde blijft nu nogal eens abstract voor leerlingen. Ze doorzien de betekenis voor de

samenleving en voor zichzelf moeilijk

• Sluit aan bij de belevingswereld van de leerlingen. De leerling ziet 'de verbinding' tussen theorie en

praktijk sneller. De vraag: 'waar moet ik dit nu voor weten?' kan door de leerling zelf beter

beantwoord worden.

• Via de context-concept benadering is het mogelijk om beter aan te sluiten bij leefomgeving van

leerlingen

• Zo af en toe moeten er ook duidelijke overzichten worden aangeboden en besproken. De wat

zwakkere lln worden anders bedolven onder context waar voor hen kop nog staart aan zit.

• Zodat het meer past in de belevingswereld van de leerlingen en dat het leerlingen meer aanspreekt

(van praktijk/toepassing naar theorie of andersom).

Niet goed, maar ook niet slecht

• Afhankelijk van leerlingpopulatie

• Als aanvulling kan het heel goed zijn, maar scheikunde is een vak waarbij de structurele opbouw van

de leerstof van groot belang is. Deze opbouw moet centraal staan en de contexten moeten daaraan

ondergeschikt zijn.

• Cc benadering is vaak gezocht en omslachtig en werkt niet goed in grote groepen (klassen van meer

dan 20 lln)

• Concepten aanbieden vanuit een context vraagt capaciteiten van de leerling op het gebied van het

scheiden van hoofd- en bijzaken. Op meerdere plaatsen, zoals in het rekenonderwijs, blijkt dit

problemen te geven.

• Context zorgt voor een groter raakvlak met de realiteit en inlevingsvermogen, maar het mag niet ten

koste gaan van de diepgang. De achterliggende theorie moet algemeen bruikbaar zijn en niet enkel

gekoppeld zijn aan de behandelde context.

• De hooggeleerde heer van koten kan zelf niet eens een goede definitie geven van de begrippen context

en concept. Kortom een goed theoretisch kader mist. Ook mist vakdidactisch onderzoek dat een

onderbouwing levert.

• Deze benadering leidt niet direct tot meer begrip van de scheikunde

• Een context is ok, maar het moet niet zo zijn dat de concepten ondersneeuwen.

• Denken vanuit contexten kan geforceerde modules opleveren waar de scheikunde vreemd los er bij

hangt

• Een goede basis moet eerst aangebracht worden.

• Daarna kan er vanuit een context verder gewerkt en verdiept worden.

• Een verkeerde toepassing van van deze benadering heeft grote gevolgen mbt kennis van de stof

• Eerst uitproberen. Niet voor alle onderwerpen.

• Enige ervaring met een module (volgschool). Weliswaar voor de onderbouw. Leerlingen komen niet

makkelijk tot het concept als alleen de module gevolgd wordt. Leerlingen werden er ook een beetje zat

van om alleen met de modules te werken.

Page 5: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Er zijn leerlingen die graag aan de hand van een context leren, maar er zijn ook nieuwsgierige

leerlingen die vooral geïnteresseerd zijn in natuurwetenschappelijke verklaringen en achtergronden en

veel meer geïnteresseerd zijn in de concepten.

• Erken vanuit contexten leidt vaak tot een toevallige samenhang van concepten, soms is het beter om

op conceptueel niveau het kennisbouwwerk uit te bouwen, zeker voor toekomstige academici.

• We moeten waken voor het ' chocoladereep' effect uit de contexrichting.

• Heeft voordelen maar ook nadelen

• Het geeft voor leerlingen soms een beter beeld als het in contexten is.

• Het is belangrijk om gedeeltes gewoon theorie te behandelen. In de modules is het vooral zelf

ontdekken en door noodzaak tot het inzicht komen dat bestuderen van theorie noodzakelijk is. Dat

werkt helaas niet.

• Ik ben bang dat er teveel leeswerk en te weinig echte chemie in komt.

• Ik heb er moeite mee dat het in de context plaatsen soms een doel op zich wordt. Ik vind dat je voor de

context te vaak de andere natuurvakken nodig hebt en met de huidige profielen hebben leerlingen die

vakken niet altijd.

• Ik kan niet goed beoordelen of het veel meer voordelen heeft dan nadelen, en of ik er zelf (en mijn

school) goed mee kan werken.

• Ik vind dat de concepten toch centraal moeten blijven staan, en daar kunnen dan voorbeelden uit de

omgeving (de context) bij gezocht worden. Ik ben het niet eens met de uitgangspositie dat de context

in de eerste plaats centraal komt te staan.

• Ik vind dat het examenprogramma vakinhoudelijk moet worden vastgesteld, maar hoe de docenten

het doel bereiken moet hun keuze zijn, of contextbenadering of naar onderwerpen of een mengsel

hiervan.

• Ik vind het goed dat leerlingen leren om hun kennis toe te passen in verschillende situaties, maar ik

geloof er niet in dat leerlingen rondom één onderwerp alle bijpassende chemie zouden moeten leren.

• Ik vraag mijzelf af of de verschillende onderwerpen goed behandeld kunnen worden in een module.

• Koppeling doet wonderen. Maar basiskennis is misschien wel belangrijker.

• Mijn ervaring is dat als een onderwerp geïntroduceerd wordt mbv een context, vaak wel de context bij

de leerlingen blijft hangen, maar de achterliggende concepten niet.

• Nadeel: concepten in opgaven worden nu ook in een context aangeboden, waarbij de concepten

centraal staan. In de nieuwe benadering lijken de concepten centraal te staan, gaat ten koste van

vakkennis. Verder is er geen eenduidig programma, naast de module

• Niet alles is volgens mij in een context te gieten en dan moet je een concept er misschien aan de haren

bijslepen

• Niet zo goed:de kans bestaat dat leerlingen alleen in de betreffende context de concepten kunnen

hanteren en begrijpen. Verder verdwijnt het verband met andere concepten en is de kans op

versnippering groter. Goed: leerlingen leren de toepassing.

• Op zich kun je makkelijker aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen. Maar -naar wat ik van het

materiaal gezien heb- gaat het wel ten koste van de diepgang/het niveau.

• Pedagogisch en didactisch een leuk idee.

• Methode geeft een zekere mate van vrijheid en verdieping door keuzemogelijkheid in de leerstof.

• Voor zover ik kan overzien (nog lang niet alle modules doorgenomen) veel mogelijk.

• Ik vrees echter voor: gebrek.

• Soms is het nuttig en ook leuk, maar in bepaalde gevallen werkt het niet goed en zorgt het alleen maar

voor verwarring bij leerlingen

Page 6: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Structuur in leerproces moet voor lln. Duidelijk blijven. Teveel nadruk leggen op contexten lijkt leuk,

maar bevordert niet het kennisniveau van lln.

• Vaak gaat context ten koste van helderheid. Soms is het beter om leerlingen dingen zonder context uit

te leggen. Zoals uit de nieuwe scheikunde conferentie best practices al bleek hadden de docenten

ingelaste stukken om de leerlingen bij te spijkeren.

• Vakstructuur komt dan op de tweede plaats wat nadelen heeft.

• Volgens mij is niet alles in een context te gieten en dan moet het concept er aan de haren bij gesleurd

worden soms.

• Volgorde moet anders om: concept-context.

• Eerst is een scheikundetheorie en die wordt toegepast.

• Veel van de modules die ik zag in woudschoten zijn sterk gekleurd door de didactiekoverwegingen

van de betreffende schrijvers. De inherente didactiek van d

• Voor het ene onderwerp is het beginnen bij de context makkelijker om een begrip bekend te maken,

voor het andere onderwerp is het niet nodig en soms kan het voor verwarring zorgen

• Voor taalzwakke leerlingen wordt het steeds moeilijker

• Wel module als aanvulling of vervanging van een hoofdstuk/onderwerp.

• Niet als complete leerlijn.

Niet zo goed

• Alle modules die we tot nu toe hebben uitgeprobeerd waren onvoldragen, erg teleurstellend.

• Bij rekenen/wiskunde is de methode ook jarenlang in zwang geweest en het blijkt dat de context

teveel afleidt bij het aanbrengen van de basis. Dus; eerst de basis aanbrengen en dan naar de context.

Als een kind begint met lezen begint het ook met de letters.

• Concepten staan ook ver van de belevingswereld van de leerlingen.

• Concepten zijn erbij gehaald om onderwerpen te behandelen, terwijl het ideaal andersom zou moeten

zijn

• Context-concept is een wijze van didactiek die naar mijn mening te eenzijdig is. Om scheikunde te

onderwijzen, is het soms ook nodig om de stof alleen maar vanuit de concepten te benaderen.

• Context is voor een aantal leerlingen te complex.

• Het aanbrengen van een voldoende kennis-ondergrond is eventueel niet gegarandeerd, en lijkt zelfs

geen doel te zijn.

• Contexten waarvan wij denken dat ze leerlingen aanspreken, doen dat niet altijd.

• Regelmatig wordt een context er met de haren bijtrokken

• De insteek is al jaren dat het voor leerlingen aantrekkelijker moet zijn. Niet geheel onterecht en daar

kan ook wel wat aan verbeterd worden. Maar de sleutel van de problematiek ligt heel ergens anders,

namelijk dat het huidige onderwijssysteem vrijblijvend

• De opbouw van de concepten wordt onoverzichtelijk. Bovendien kost de benadering meer tijd omdat

de bestaande concepten worden aangevuld met contexten.

• Veel concepten en contexten zijn bij elkaar 'gezocht' en de verschillende modules overlappen in veel

opzichten.

• Er moet eerst een basis van kennis zijn, voordat je met dat systeem gaat werken. Ik werk nu met

modules bij NLT, daarbij merk je heel goed dat het leerlingen veel energie en heel veel tijd kost als ze

geen basiskennis hebben.

• Geef eerst de concepten en dan daaraan gekoppeld de contexten

• Heb ervaring met de NL&Tmodules. Leerlingen vinden dit alleen als afwisseling goed te doen, maar

op mijn vraag of dit voor meer vakken zo zou kunnen was hun antwoord unaniem: nee

Page 7: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Het aan bod van (te)veel informatie gaat ten koste van de basiskennis (overzicht) die de leerlingen

moeten krijgen.

• Het heeft zijn voordelen om een onderwerp geheel af te ronden binnen een korte periode. Echter ik

ben meer voor het inslijten van bepaalde concepten over dus een langere periode.

• Daarnaast loop je de kans dat je niet het gehele curriculum afdekt

• Het idee is sympathiek, maar mijn enthousiasme valt en staat wel met de uitwerking daarvan. Het kan

niet zo zijn dat docenten straks zelf programma's moeten opstellen die bestaan uit een samenraapsel

van modules waarbij niet alles gedekt wordt en er regel

• Het is erg gezocht. Ik denk niet dat je de leerlingen door eerst een context aan te bieden, meer

interesseert dan wanneer je de pure scheikunde aanbiedt en later aangeeft binnen welke context deze

gebruikt kan worden.

• Het kan en uitdaging zijn om vanuit problemen te denken en hier oplossingen voor te vinden. Maar de

basiskennis kan hierdoor wel in het gedrang komen. Er moet wel een basiskennis zijn om tot het

oplossen van problemen te kunnen overgaan en die mis ik.

• Het legt je vast om het op een bepaalde manier te doen. Soms is het ook goed en zinvol en logisch voor

de leerling om met een concept te beginnen en dan toe te werken naar contexten. In mijn lessen wissel

ik concepten en contexten af.

• Ik ben bang dat de leerlingen de samenhang tussen de onderwerpen kwijtraken als je alles aan de

contexten hangt. Ik vind het belangrijk om contexten te gebruiken, maar voor mijn gevoel moet het

kader wel de scheikundestof zijn.

• Ik ben zeer bang dat het kennen van de theorie gaat verdwijnen. Ik ben van mening dat de leerlingen

hierdoor een hoop kennis gaan missen. Wanneer ik het vergelijk met 25 jaar geleden hoeven de

leerlingen al veel en veel minder te leren.

• Ik ben zelf voorstander van degelijk traditioneel onderwijs als voorbereiding op het HBO en WO. Op

een HBO / WO-achtige manier van lesgeven en zelfstandig leren probeer ik ook mijn lessen aan het

Havo / Vwo bovenbouw segment vorm te geven.

• Ik denk dat de leerstof (de concepten van het vak) fragmentarisch aangeboden gaat worden bij de

leerlingen. Er wordt zo geen aaneensluitend kenniscanon aan de leerlingen aangeboden.

• Ik ben ervoor op de "ouderwetse manier" de leerstof te behandelen.

• Ik geef les op een ROC, oftewel volwasseneneducatie. Daar heb je te weinig tijd om de samenhang

tussen de delen te behandelen.

• Ik heb een aantal modulen uitgeprobeerd, en het blijkt voor de leerlingen nog moeilijk te zijn van de

context door te stoten naar het concept. Daarnaast stoot ik zelf in mijn lessen juist wel dagelijks door

van concept naar context!

• Ik heb liever de traditionele behandeling van de leerstof aan de hand van context zoals in Pulsar

Chemie klas 3. Ik hou niet zo van die spielerei, daar is gewoon geen tijd voor.

• Ik vind scheikunde een van de vakken waarbij je een logische manier van denken aanleert. Voor mijn

gevoel wordt de logische opbouw van de natuurwetenschap erg ondergesneeuwd.

• Ik werk op een particuliere school waarbij 2-in-1 les wordt gegeven, ik heb geen tijd via contexten de

concepten te laten ontdekken. Ik bespreek de concepten en koppel er dan voorbeelden, contexten aan.

• Ik zie het nut niet zo, het klinkt mooi en de bedoelingen zijn goed, maar veel theorie is en blijft gewoon

stamp en leerwerk.

• Ik zie meer in: concepten introduceren en aanleren en daarna toepassen c.q. Toepassingen

noemen/laten zien/laten uitvoeren

• Leerlingen hebben behoefte aan duidelijke samenvatting van de theorie.

• Leerlingen missen de samenhang tussen de verschillende stukken leerstof, "wat hebben we nou

eigenlijk geleerd?"

Page 8: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Onderzoek (Amerika) leert dat de omgekeerde weg het meest effectief is.

• Op de HAVO kunnen de leerlingen deze manier van zelfstandig werken niet goed aan.

• Organisatie van deze lessen kost veel tijd.

• Te veel contexten vertroebelen de concepten. Er zijn in de huidige methoden al voldoende contexten.

• Ten eerste is een hap basis kennis nodig. Begin je uit het niets dan blijft er veel liggen.

• Onderwijs hoeft niet leuk te zijn....

• Volgens mij is dat goed voor leerlingen die toch al goed zijn, maar minder voor de zwakkeren

• Waanidee dat de context de interesse van de leerlingen opwekt. Leerlingen willen duidelijkheid.

• Werken vanuit en met contexten is goed, maar het slaat vaak door. Dat zie je ook bij nieuwe

scheikunde gebeuren. Contexten worden er met de haren bijgesleept. Contexten gaan de structuur in

de vakkennis overheersen. De heldere structuur die leerlingen nodig hebben.

Slecht

• Als de context-conceptbenadering bij veel vakken wordt ingevoerd worden leerlingen dus

doodgegooid met contexten. Bepaald niet iets waar leerlingen om vragen. De leerlijnen zijn zeer

chaotisch, wat de te beheersen stof betreft, voor leerlingen.

• Benadering is te lastig voor leerlingen. Extreem voorbeeld: je gebruikt de tv als context en je gaat

vervolgens de concepten uitleggen. Dat is dus veel te moeilijk (zelfs voor de docent). Bovendien is er

geen logische opbouw van de leerstof.

• Bij elke vorm van wetenschappelijk onderzoek binnen de scheikunde halen we de context in eerste

instantie weg om overzicht te bewaren. Daarna plaatsen we het alsnog in de context.

• Context-conceptbenadering is een prima manier om per jaar een ENKEL onderwerp uit de scheikunde

te behandelen. Samenhang, belang etc. Kunnen worden duidelijk gemaakt op een manier die voor

leerlingen verfrissend kan zijn.

• De basis (concepten) moeten vaak ook zonder context worden geïntroduceerd en geleerd om het te

laten beklijven en het duidelijker te maken. Een context leidt vaak ook tot meer taal. Veel Bèta’s (zie

onderzoek min OC en W) zijn taalzwak.

• De nadruk ligt te veel op de context en niet op de scheikundige aspecten

• De structuur gaat ontbreken en de samenhang wordt moeilijk. Het biedt docenten teveel de

mogelijkheid stokpaardjes te berijden en eigen normen vast te gaan stellen. Centrale toetsing wordt

minder en het onderwijs wordt vrijblijvend

• De theorie blijft veel te veel in de lucht hangen via de context-conceptbenadering. Bovendien zijn er

contexten genoeg en moeten we niet blijven opleuken ten koste van de theorie. Leerlingen moeten

gewoon aan de slag.

• Dit gaat ten koste van zwakke leerlingen die vaak zwaar leunen op het van buiten leren. Deze

leerlingen hebben veel houvast aan beginnen met concepten. Verder ben ik van mening dat er veel te

weinig uren zijn ingeruimd om het scheikundeprogramma te doorlopen.

• Eerst samenhangende vakgestructureerde basiskennis ontwikkelen, dan pas diepgaande contexten.

• Eerst systematisch een basis opbouwen

• Er moet goed lesgegeven worden

• Geen geitensokken-zweverij

• Het ene projectje na het andere, er wordt heel weinig geleerd, rendement is dan bedroevend. Wel

wordt er mayonaise gemaakt, is ook belangrijk natuurlijk.

• Het begrip context is nooit duidelijk gedefinieerd. In de praktijk blijkt hier zo ongeveer alles onder te

vallen. Inmiddels zijn er vier leerlijnen. De blauwe leerlijn stamt uit een eerdere onderwijsvernieuwing

en is wat aangepast aan de huidige mode.

Page 9: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Het grote gevaar bestaat dat het centrale scheikundeconcept fragmenteert, zodat de leerlingen de

samenhang niet meer inzien.

• Het memoriserend leren wordt sterk onderbelicht. Daarnaast is een context-/conceptbenadering

prima als de basis gelegd is. Echter bij onze leerlingen moet de basis eerst gelegd worden en dat doe

je niet via de context-/conceptmethode.

• Het wordt naar mijn idee allemaal te "verleukt". Er worden veel proeven uitgevoerd (vaak in

groepsverband) waarvan de ll de echte chemie nog niet beheersen. Het kost allemaal heel veel tijd en

het rendement is minimaal.

• Ik ben van mening dat via context-conceptbenadering het niet mogelijk is om kinderen de

grondbeginselen van de scheikunde bij te brengen. Eest moeten de vaardigheden voldoende

aangeleerd worden voordat je via context-conceptbenadering gaat werken.

• Ik denk dat niet alle leerlingen zich de concepten juist eigen maken.

• Grote kans op verkeerde beeldvorming bij leerlingen (misconceptie).

• Ik vind dat leerlingen eerst de basiskennis van de scheikunde moeten leren.

• Ik werk liever vanuit een concept naar een context toe. Dan snappen de leerlingen de algemene lijn en

kunnen ze die toepassen.

• Daarnaast merk ik dat leerlingen de abstracte benadering vaak juist heel leuk vinden.

• Leerlingen hebben teveel moeite context van concept te onderscheiden en gaan ook context leren

• Leerlingen tasten lang in het duister voordat ze bij de kern van de zaak komen en het concept echt

gaan snappen. Door de contextbenadering wordt vaak niet een compleet concept behandeld, maar

slechts een deel ervan. Dat komt de kwaliteit niet ten goede.

• Leg eerst de basisprincipes uit en kom zo bij de praktijk terecht

• Het concept-contextprincipe bestaat bij gratie van de reeds aanwezige kennis

• Natuurlijk moet scheikunde herkenbaar e.d. Zijn, deze keuze gaat te ver!!!

• Werken met de nieuwe concept-context Pulsar in VWO3 is een drama!!!

• Nu al te weinig tijd beschikbaar om de basis concepten uit te leggen en te oefenen. Alle tijd is

benodigd voor herhaling/oefenopgaven/training.

• De huidige oefenopgaven bevatten al de benodigde context.

• Waarom extra tijd aan de "vorm" beste steden.

• Op deze wijze wordt de scheikunde onsamenhangend aan leerlingen aangeboden. Te veel

versnippering, te weinig diepgang en een te hoog leukheidsgehalte.

• Op een zwarte school zitten leerlingen met uitstekende capaciteiten en aanleg voor natuurvakken,

maar ook met achterstanden. Deze benadering is funest voor het ontwikkelen van hun talenten.

• Overbodig, lln vinden het zonde van de tijd al dat geklets er omheen.

• Scheikunde kan het efficiëntst (kosten onderwijstijd, gemeenschapsgeld) en effectiefst (leeropbrengst)

worden onderwezen als de conceptuele lijn van het vak wordt aangehouden. Contexten zijn zeker wel

nodig (legitimering lesstof, enthousiasmeren leerlinge n).

• Systematiek verdwijnt uit het vak en de kennis van de scheikunde wordt door de leerling zeer

onsamenhangend verworven. Dat komt het leervermogen van de leerlingen niet ten goede

• Voegt niets toe

• Volgens mij werkt het niet.

• Voor leerlingen is het programma ondoorzichtig.

• De vele practica /ondersteuning door TOA is niet organiseerbaar

• Voor leerlingen wordt het een hutspot

• We moeten leerlingen kennis bij brengen, iets wat ook gevraagd wordt bij de vervolg opleidingen.

Niet wie kan het beste tekst verklaren....

Page 10: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Overigens in het bedrijfsleven werkt men echt niet op deze manier!! (Kan het weten heb jaren voor een

multination gewerkt).

• Werkt slechts voor een bepaalde groep leerlingen.

• Zeker goede leerlingen hebben vooral behoefte aan vakstructuur.

• Context kan beperkt blijven en kan voor een groot deel aangebracht worden door de eigen docent

inspelend op de actualiteit.

Geen mening

• Onderwijs geven vanuit één gezichtspunt werkt beklemmend en is niet in het belang van de leerling.

De context-conceptbenadering kan in heel het sk onderwijs een positieve bijdrage leveren mits

gedoseerd toegepast. Wij werken al enkele jaren op deze wijze .

Page 11: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 5

Wat vindt u van het idee om met losse modules te werken? Hiermee wordt modulair werken in het

algemeen bedoeld, dus niet perse met de NS modules.

Zeer positief

• Afwisselend, leerlingen leren kennis creatief toepassen.

• De opbouw van traditionele lesboeken is te saai, te veel concepten eerst en pas de laatste hoofdstukken

een industriële context. Met Modulen kun je als docent meer zelf de regie van de volgorde van leerstof

in handen nemen.

• Flexibel, keuzemogelijkheid

• Het is goed tussen te passen bij de bestaande en reeds gebruikte methode en je kan onderwerpen

uitkiezen

• Het werken met modules geeft een vrijheid van invulling van het lesprogramma. Het houdt mij als

docent scherp en werkt afwisselend.

• Het zal wel moeilijk zijn om modules te vinden die alle concepten dekken. En om dat eventueel gemis

te overbruggen met brugteksten, dat lijkt me ook weer een stap terug. Dus de modulenreeks zal altijd

met zorg gekozen moeten worden.

• Je bent flexibel en kunt je eigen idee kwijt zonder aan de examenconcepten te komen

• Je kunt dan zelf bepalen welke modules je wel en welke niet volgens nieuwe aanpak gegeven gaan

worden.

• Losse modules passen beter in het onderwijs dat ik geef

• Ten eerste biedt dit een mogelijkheid om je lesprogramma zelf samen te stellen en daardoor zijn er

opties om samen met andere vakken porjecten te doen of om juist aan te sluiten.

• Vanuit mijn ervaring met NLT weet ik dat groepswerk en modulair werken zeer verrijkend kan zijn

• We ontwikkelen zelf en je kunt nu de stof geven zoals je dat zelf wilt

Enigszins positief

• Alle scheikundemethoden bestaan nu ook al uit modules, bijvoorbeeld redox of zuur base. Alleen

rekenen in de chemie loopt door meerdere modules. Eigenlijk is scheikunde van zichzelf al een

modulair vak.

• Als er aan gekoppeld wordt dat modules ook met een voldoende moeten worden afgesloten, is het te

overwegen. Op dit moment laten we toe dat leerlingen bepaalde delen wel kennen en bepaalde delen

bewust laten schieten. Alleen modules verandert daar niets aan.

• Als probleem zie ik dat het moeilijk is om in de gaten te houden of alle stof die de leerlingen moeten

kennen voor het (huidige) eindexamen aan bod komt in de door jou als docent gekozen modules. (het

is lastig om een goed overzicht te hebben.).

• Belangrijk blijft dat het een samenhangend scheikundeprogramma blijft voor de leerlingen. Het gevaar

van alleen modules is dat de concepten te veel los van elkaar komen te staan. Voor de leerlingen kan

dat verwarrend werken.

• Biedt mij als docent een mogelijkheid om op maat gesneden lesprogramma samen te stellen.

• Bij NLT is werken in modules ook wel aardig. Het moet alleen wel in een bepaalde lijn zijn

• De leerlingen leren niet meer het zelfde op alle scholen. Dit kan problemen opleveren bij

vervolgstudie.

• De leerlingen moeten straks voor na, sk, bio, nlt in modules gaan werken. Dit wordt wel erg veel...

• De variatie in onderwerpen is dan groter.

• Een module bevordert het inzicht in de samenhang van concepten. Tegelijkertijd kan het remmend

werken op het inzicht van samenhang van intermodulaire concepten.

Page 12: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Er moet wel een logische opbouw in zitten

• Geeft meer flexibiliteit om aan te sluiten bij actualiteit en mogelijkheden van de school en de regio

• Geeft meer ruimte tot ontwikkelen van: projectmatig denken, onderzoeken en ontwikkelen

• Geeft vrijheid: een module kan een volgend jaar door een ander (leuker of actueler) vervangen

worden.

• Gevaar is dat de modules niet geheel consistent zijn wat betreft definitie van begrippen en taalgebruik

omdat zij vervaardigd zijn door verschillende teams, zonder overkoepelende redactie die de eenheid

bewaakt.

• Het gebruikersgemak van een methode(s) die berust(en) op (een van) de leerlijnen weegt op tegen de

grote hoeveelheid werk die verbonden is aan zelf modulair onderwijs gestalte te geven

• Het geeft je als docent meer vrijheid om je onderwijs in te richten naar je eigen smaak en

omstandigheden. Bovendien werk je zo niet 3 of vier jaar op dezelfde manier maar varieer je binnen je

onderwijs.

• Het hangt er wel vanaf hoe de modules op elkaar zijn afgestemd. Is er een samenhangend geheel. Is de

rode draad te volgen en zijn de verschillende concepten te integreren tot een groot geheel. Zien de

leerlingen door de bomen het bos nog wel.

• Het lastigste vind ik momenteel om losse modules in te passen in het huidige curriculum. Het moet

dan eigenlijk ter vervanging van een bepaald hoofdstuk, maar een module dekt in het algemeen niet

zo'n heel hoofdstuk.

• Het lijkt haalbaar om op een school te experimenteren met een deel van het programma. Alles tegelijk

wijzigen zou te veel energie vergen.

• Het lijkt makkelijker te worden om een meer flexibel programma op te stellen (a la nlt bijvoorbeeld).

Goed gekeken moet worden naar overlappende vaardigheden.

• Het stelt natuurlijk ook veel eisen aan de kwaliteit van die modulen zelf maar ook aan de samenhang

van die modulen onderling.

• Het werken in modules is wel erg tijdrovend wat betreft voorbereidingstijd voor docenten en toa's en

leerlingen kunnen minder goed zelfstandig door de stof heen.

• Ik heb er geen problemen mee. Ik pak wat ik nodig heb.

• Ik heb er nog geen ervaring mee opgedaan, zodat ik niet met zekerheid kan stellen of het leerlingen

meer zal boeien

• Ik heb met anw ook in modules gewerkt, dat had ook zo zijn voordelen

• Ik moet het nog ervaren.

• Ik werk momenteel met de module suikerbieten. Deze heb ik volledig omgebouwd voor het vwo.

• De basis zit er nog wel veel in. Wel wordt er hier ook veel van de toa verwacht. Hier moet dus ook

Naar gekeken worden of de school (staat) bereid is hier voor in te zetten.

• In modulevorm kunnen de verbanden duidelijker worden tussen de verschillende onderdelen van de

chemie. Mits de aandacht vooral naar chemie gaat en niet naar de context.

• Is/wordt er rekening gehouden met het feit dat niet alle leerlingen (circa 30 %) schoolscheikunde

interessant vinden? Ongeacht de manier waarop het scheikundeonderwijs wordt aangeboden zal die

groep weinig interesse (blijven) tonen.

• Je kan altijd in modules werken, in feite wordt dat nu ook al gedaan: module zuren en basen, module

analyse technieken etc. Het is niets nieuws.

• Je kunt gemakkelijk zelf wat wijzigen: baas over het onderwijs.

• Je moet niet alleen met modules werken. Soms moet er ook theorie gewoon worden geleerd.

• Kan ook tot verwarring leiden omdat er zoveel theoretische aspecten samenkomen.

• Leuke modules, soms te veel stof door het enthousiasme van de schrijvers.

Page 13: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Veel werk om modules te kiezen die de stof dekken.

• Losse modules maken het volgens mij juist moeilijk om de overlap tussen de modules goed te blijven

behouden (helikopterview), tenzij steeds terugkoppeling plaatsvindt en verwezen wordt naar al

gedane modules.

• Losse modules raken de leerlingen kwijt en niet alle klassen krijgen dezelfde stof

• Maar denk om tussentijdse verbindende samenvattingen en overzichten

• Maar meer ter vervanging van onderdelen van het huidige programma, niet als complete leerlijn

• Makkelijk modules inwisselen; kans dat verschillende leerlingen kennis ietsje anders geleerd hebben

via een andere module; wel omschakelen voor docenten

• Meer vrijheid in het aanbieden van het programma, je kunt naar eigen inzicht de verschillende

concepten aanbieden.

• Met modules werken is goed, maar betrek, waar mogelijk, dan ook de vakken natuurkunde, biologie

en wiskunde in een module, en niet weer alle vakken als los zand.

• Moeilijk om alles op het juiste tijdstip aan bod te laten komen

• Nadeel is dat voor leerlingen een stuk zekerheid bv in de vorm van een boek ontbreekt. Ze vragen zich

af wat moet ik nu kennen en kunnen

• Nadeel is praktisch: kopieerkosten of drukkosten.. Zal handig zijn als tegen kostprijs (kleuren) druk te

koop komen.

• Ook in vervolgopleidingen wordt veel gewerkt met modules, dus draagt bij aan de voorbereiding.

• Op zich zijn een aantal modules prima. De vraag is of het voor een leerling niet onoverzichtelijk wordt

als de opbouw en (de lay-out) elke keer anders is.

• Soms worden de concepten ondergesneeuwd

• Tot zeer positief, mits uit de beschikbare modules een complete leerlijn is samen te stellen (met een

logische volgorde en een redelijk consistent didactisch concept)

• We werken nu met 4 periodes, en in zo'n periode rond ik een bepaald samenhangend conceptenpakket

af, dus dat lijkt al op modulair werken.

• Bij losse modules moeten deze wel goed op elkaar aansluiten of losstaand te geven zijn, vandaar niet

'zeer' positief.

• Wel modules met een goede mix context en theoretische kennis

• Wij gebruiken nog de gewonen boeken en vervangen alleen een enkel hoofdstuk door een module.

Strikt modulair werken vinden wij nog te eng, al zijn de verschillende kleuren leerlijnen die

ontwikkeld zijn wel een duidelijke leidraad.

• Zo kunnen nieuwe ontwikkelingen in de scheikunde beter verwerkt worden.

Niet positief, maar ook niet negatief

• Een boek is zo goed te overzien!

• Alleen modules geven zijn te eenzijdig in didactiek

• Angst voor hapjes leren bij leerlingen. De grote lijn, opbouw van kennis kan verloren gaan.

• De modules dienen zeer goed uitgewerkt te zijn en niet vol met bijvoorbeeld practica die niet

uitvoerbaar zijn op school. Of waarbij uitstapjes naar bedrijven of andere scholen nodig zijn. Niet

iedere school heeft de gelegenheid om op stap te gaan.

• Een klein onderwerp zou kunnen. Bij grotere onderwerpen is opbouw over langere tijd nodig.

• Er moet wel een samenhangend geheel ontstaan binnen het curriculum

• Gaat het arrangeren niet veel tijd kosten? Je moet wel zorgen dat alle doelen gehaald worden.

• Gevaar van te veel wildgroei

Page 14: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Het succes van een dergelijke methode is zeer afhankelijk van de docenten die ermee werken. Het

biedt veel mogelijkheden voor de "creatieve" docent die bereid is een stapje extra te zetten én van

zijn/haar "gebaande paden" (afstudeerrichting!) Af te wijken.

• Het werken met modules werkt goed zo lang het een afwisseling is en niet als het regel wordt

• Hoop werk, maar wel een hoop vrijheid.

• Ik heb nog geen idee hoe dit in de praktijk gaat werken. De modules moeten wel op elkaar afgestemd

zijn, dus er moet een doorlopende lijn komen.

• Ik vind losse modules leuk, zodat je kunt afwisselen. Het is alleen lastig om kwaliteit te herkennen;

zodat je vaak al een jaar verloren hebt als een module niet goed is. Of je bent heel veel tijd kwijt om

aan de module te sleutelen.

• Ik werk al met modules. Noem dit hoofdstukken

• In principe goed idee dat de aantrekkelijkheid van scheikunde vergroot, Maar qua workload van

docenten en toa's lijkt mij een leerjaar dat alleen gevuld wordt met modules ongewenst en qua tijd niet

realiseerbaar

• Je moet nu zelf heel scherp in de gaten houden of je alle eindtermen gedaan hebt

• Keuze bij docent om modules te kiezen voor zijn doelgroep

• Korte afgebakende onderwerpen geven leerlingen houvast en kunnen uitdagend zijn, maar dat is nu

ook het geval met de indeling in hoofdstukken

• Losse modules zijn OK, maar je moet wel alle stof dekken. Dat is lastig, want de keus voor een

bepaalde module bepaalt ook mede de keus voor andere modules.

• Losse modules zijn prima om het onderwijs uitdagend te maken, maar niet in de plaats van een

leerboek. Ik ben nu eenmaal dol op boeken, met een goede index en overzichtelijke uitleg. In een

module kun je over het algemeen niet even wat opzoeken.

• Modules kunnen goed werken, maar het wordt wel lastig om alle onderwerpen te bespreken.

• Modules kunnen goed werken. Het gevaar is dat de samenhang tussen de modules uit het oog

verloren wordt. En ook dat er moeilijkheden zijn omdat aan het eind van de schoolloopbaan er toch

een examen gemaakt moet worden.

• Modules zijn zeker geschikt, alleen de schoolstructuur moet meewerken: b.v. blokuren toestaan.

• Moeilijk te zeggen. Ik ben bang dat er dan sprake is van losse brokken. De samenhang tussen de

modules moet wel duidelijk zijn. In een leermethode wordt die over het algemeen wel aangegeven,

wordt er terugverwezen. Dat er wat meer aandacht is voor toepassing

• Nee, maar liever een boek dan alles los

• Nog geen ervaring mee opgedaan

• Om overlap te beperken en alle concepten te behandelen moet een leerlijn met de juiste modules

worden samengesteld. De modules staan dan vast, net als hoofdstukken in de gangbare methodes.

• Onzeker over de implicaties

• Ook een hoofdstuk is een module...

• Samenhang zorgt voor meer begrip en dat is met losse modules niet gegarandeerd. De stapeling van

kennis gedurende de schooljaren is bij losse modules moeilijker herkenbaar en vraagt daarom meer

van de docent.

• Voor veel leerlingen lijkt het vak soms toch al uit losse stukjes te bestaan, zeker na de vorige examen-

aanpassingen. Alles wat verbindend/overlappend is tussen domeinen wordt geschrapt. Modulair

werken zal dit beeld mijns inziens niet verbeteren.

• Wederom gaat het om het gebruik van de modules. Juist gedoseerd, aanvullend gebruik ok, maar

gebruik om de volledige stof te dekken niet realistisch.

Page 15: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Zelfde toelichting als vraag hiervoor. Bovendien is het moeilijk een modulereeks te vinden die

stofdekkend is. Ook valt mij op dat iedere module te eenvoudige- en ook te moeilijke stukken bevat

die te laat of te vroeg in het curriculum worden aangeboden.

Enigszins negatief

• De opbouw van een goede leerlijn staat voorop

• Deze moet goed doordacht zijn

• Met steeds herhalingen van het reeds geleerde

• Door de twee wekelijkse contactmomenten vervliegt de kennis bij de ll snel

• De samenhang / de opbouw van het geheel komt snel in gevaar als er geen super-strakke regie wordt

gevoerd; sommige begrippen zullen misschien in veel modules voorkomen en anderen niet of

nauwelijks.

• Door losse modules is de kans groot op een hapsnapbenadering waarbij veel dingen als black box

worden aangereikt, het gevaar voor oppervlakkigheid is groot. Wij gebruiken daarom modules van de

blauwe leerlijn die in een logische volgorde achter elkaar worden behandeld.

• Door modulen kan een onderbroken en niet consistente leerlijn ontstaan

• Een duidelijk doorlopen van de stof wordt zo wel moeilijk.

• Een duidelijk opgebouwde leermethode biedt lln. Houvast. Ook voor de vervolgstudies wordt het

chemie-kennisniveau gewaarborgd. Zonder voldoende kennis is m.i. Immers geen onderzoek

mogelijk.

• Een methode die thematisch in boekvorm werkt, is voor leerlingen zeker

• Een module legt een verband tussen context en concept. Voor de leerlingen is dit vervolgens hét

verband, terwijl het vanzelf maar een keuze is, er zijn nog veel meer contexten verbonden aan het

betreffende concept.

• Geen eenduidig programma, niet alle concepten komen aan bod

• Gevaar bestaat dat de stofinhoud als los zand erbij komt te hangen. Structuur en helderheid is nodig

voor het theoretische kenniskader.

• Het moet samenhangen met losse modules loop je risico om het kwijtraken.

• Het vraagt heel veel tijd en inspanning van docenten en leerlingen. Leerlingen hebben de steun in de

rug van een gewone conventionele methode nodig. Zo nu en dan een module werkt natuurlijk

inspirerend, maar afwisseling is de sleutel tot succes.

• Het wordt veel duurder om alle modules aan te schaffen

• Ik begrijp dat het stimulerend zou kunnen zijn, maar het is zeker geen gemakkelijke opgave om het zo

in te richten en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat het gehele examenprogramma aanbod komt en er

geen overlap is.

• Ik ben voor afwisselende werkvormen. Zoek liever zelf de contexten op en vertel mijn leerlingen

daarover, geef zelf achtergrondinfo.

• Leerlingen zijn meer bezig om effectief met hun tijd om te gaan, zodat er naast sport ook

weekendbaantjes gedaan kunnen

• Ik geef de voorkeur aan een duidelijke dooropende lijn en niet aan op zichzelf staande losse eenheden.

• Leerlijn met herhaling is essentieel voor ll

• Losse modules passen goed bij NLT, maar ook daarbij ontbreekt zo nu en dan de structurele opbouw.

Het is in ieder geval lastig om die helder te maken.

• Met losse modules mist men de houvast van een boek waarin concepten worden beschreven.

• Niet per definitie negatief, de huidige onderwerpenindeling is immers ook als modulaire te

beschouwen.

Page 16: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Nadeel is niettemin, dat een gewenste samenhang in kennis en inzicht(en) gaat ontbreken

• Onze ervaringen tot nu toe maken mij huiverig.

• Veel losse modules leveren onrust op in het leerproces. De benadering is steeds anders en een

duidelijke lijn voor de leerlingen ontbreekt.

• Wat is een losse module? Op dit moment heb ik een boek met losse hoofdstukken, dat zijn toch ook

gewoon losse modules?

• Weinig overzichtelijk voor de leerlingen. Zij oordelen hier ook niet positief over. Zeker niet aan te

bevelen voor havo-leerlingen.

• Zie mijn vorige opmerkingen over begripsvorming en conceptuele structuur van het vak scheikunde,

i.r.t. Efficiency en leeropbrengst/effectiviteit.

• Het risico bestaat dat elk nu weer op deze manier gaat werken.

• Leerlingen hebben dan weer geen variatie

Zeer negatief

• Onduidelijkheid of gehele leerstof (alle eindtermen) wordt behandeld met de gekozen modules. Bij

modules ontwikkeld door verschillende groepen is er geen eenheid. Bij gebruik van een methode zijn

leerlingen gewend aan de werkwijze van het boek.

• Geen eenduidig eindniveau / kennisniveau voor leerlingen

• Een boek geeft een eenduidig houvast: opbouw, volgorde, structuur, duidelijkheid. Allemaal cruciaal

voor een effectief leerproces.

• Puur praktisch: de leeftijdscategorie waarmee we werken

• De reden om met een boek te werken is dat alle theorie in een logische volgorde aan bod komt. Die

logische opbouw en het behandelen van alle vereiste theorie komt in de knel met modulair werken:

wat zit er nu precies in een module?

• Door het werken met modules, die onafhankelijk van elkaar zijn ontwikkeld, ontstaat er een

programma dat niet goed op elkaar aansluit.

• Er is geen samenhang meer tussen de stof. Men leert kunstjes maar bouwt geen kennis op. En dan heb

ik het vooral over kennis die men direct kan gebruiken. Diepgang is niet mogelijk.

• Geef mij een boek en een lijst met te behandelen onderwerpen. Ik ben heel goed in staat, en met een

goede sfeer in de klas, de onderwerpen te behandelen. Natuurlijk hebben leerlingen meer afleiding

dan 20 jaar geleden (bijbaantje, mobieltjes, computers etc).

• Geen logische opbouw. Misschien "leuk" maar weinig leerzaam.

• Gewoon een boek

• Het gaat om het opbouwen van een samenhangend geheel!

• Het grote gevaar bestaat dat de aansluiting tussen de modules tekort schiet en de leerlingen de

aanwezige chemische verbanden niet kunnen zien.

• Het kwaliteitsverschil tussen de modules is groot en ook de moeilijkheidsgraad verschilt. Bovendien

zijn verschillende modules (door verschillende schrijfstijl en opbouw) heel anders ingedeeld. Dit werkt

verwarrend voor leerlingen.

• Het modulair werken wordt mogelijk ook bij Natuurkunde, Biologie en NLT geïntroduceerd. Ik denk

dat dit een verzadiging gaat geven bij lln, waardoor het gaat vervelen en de leerstof niet overzichtelijk

in de hoofden van de leerlingen komt.

• Het wordt voor leerlingen zeer onoverzichtelijk. Hapsnap-leerstof.

• De logische volgorde van de leerstof is bepalend. De contexten worden vervolgens daaraan

gekoppeld. Contexten zijn wel erg belangrijk.

• Idem vorige antwoord. Hiermee haal je de structuur voor de leerlingen weg.

Page 17: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik heb weinig vertrouwen in de kwaliteit van "erkende modules" aangezien ik bij NLT hierin vele

knelpunten en hiaten constateer. Ons eigen materiaal, ter ondersteuning van de scheikunde methode

werkt prima.

• Ik mis vaak de samenhang. Zo nu en dan een module is prima, maar alleen modules dan missen de

leerlingen en ik zelf vaak het overzicht.

• Verder is het voor leerlingen vaak niet duidelijk wat ze precies moeten leren, kennen en kunnen.

• Ik vind het handiger alle stof in een boek te hebben staan per leerjaar. Voor de leerlingen ook

overzichtelijker; m.n. Leerlingen die structuur nodig hebben en de wat slordige leerlingen.

• Ik vraag me af of alle onderdelen wel besproken zullen worden. Ik hoorde al dat er speciale modules

ontwikkeld worden om gaten te vullen (via de frontale lesmethode). Ik zie dan geen toegevoegde

waarde meer

• In een boek is de leerlijn veel beter gewaarborgd. In de modules is er veel te veel overlap. Ook

praktisch zijn losse modules niet handig.

• Informatie moeilijk na te slaan

• Leerlingen hebben een ondersteunende methode nodig

• Leerlingen zien verband niet

• Leerlingen zijn naar mijn idee her meest gebaat bij een goed leerboek ipv. Losse modules

• Losse modules hanteren we nu ook bij NLT, vooral digitaal. De leerlingen vinden de modules saai:

slecht opmaak, niet professioneel. Ik prefereer heel duidelijk een goed boek waarin een constant

gebruik van opmaak en indeling.

• Modules sluiten niet altijd goed op elkaar aan. Te veel los zand, het totale overzicht ontbreekt.

• Door gebruik te maken van een boek wordt het leerplan meer een geheel, alle leerstof staat bij elkaar.

• Modules zijn door verschillende docenten(groepen) opgezet met verschillende schrijfstijlen, aanpak en

didactiek:dit kan voor leerlingen verwarrend zijn.

• Ongetwijfeld zal er veel overlap zijn tussen de modules, dus veel dubbel werk en we hebben al zo

weinig tijd.

• Onsamenhangend. Te veel tijdverlies.

• Onsamenhangende rotzooi

• Overstap van een leerling naar andere school wordt moeilijk, er ontstaan lacunes, bij een vak dat al

lastig genoeg is.

• Projectmatig werken werkt versnipperend. De kennis wordt niet tot een logisch geheel geïntegreerd.

• Samenhang tussen de verschillende onderwerpen verdwijnt.

• Studenten in Nederland moeten op elke plaats gelijksoortig onderwijs krijgen. Zeker bij verhuizingen

is dit absoluut noodzakelijk. Daarnaast moet ook de aansluiting naar HBO en WO gelijkwaardig zijn.

Dit is op deze wijze zeer duidelijk niet het geval.

• Tot nu toe is er geen doorlopende leerlijn ontwikkeld. De modules staan (stonden) los van elkaar en

welke paragraaf wel of niet eerder was behandeld, moest men zelf maar uitzoeken. Dat biedt geen

houvast voor de docent en al helemaal niet voor de leerling

• Wordt een allegaartje. Iedere docent kiest zijn eigen programma de leerlingen zijn onderling niet meer

uit te wisselen. Maw je moet het als sectie weer gaan beslissen en met 5 collega's en 2 toa's wordt

unaniem een keuze maken op deze manier wel erg moeilijk.

Geen mening

• Het werken met modules is geen probleem als ook gewerkt wordt met periodisering van het rooster

• Ik kan mij hier niet zo goed een beeld bij vormen

• Voor de leerling is er geen verschil : module of hoofdstuk

Page 18: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 8

Welk oordeel heeft u over de module(s) die u gebruikt dan wel gedownload heeft?

Zeer positief

• De blauwe leerlijn biedt een conceptdekkende leerlijn. Brugteksten zijn niet nodig.

• De blauwe leerlijnmodules omvatten een consistente doorlopende leerlijn

• Goede manier om leerlingen gemotiveerd aan het leren te krijgen en actuele ontwikkelingen binnen de

chemie te verduidelijken

• Het betreft modules voor het vak NLT. Op zich geen bezwaar tegen de inhoud van de meeste

modules, maar wel het idee om deze massaal in de bètavakken te gaan aanbieden.

• Ik heb uitsluitend mijn/ ons eigen ontwikkeld materiaal ook uitgetest, gereviseerd etc. Als er tussen

de categorieën zeer en enigszins positief een optie "gewoon" positief had gestaan, had ik daarvoor

gekozen in overeenstemming met mijn bescheidenheid (:) we hebben een voor leerlingen contextrijke

logische leerlijn kunnen opbouwen

• We werken al een paar jaar met deze modules NS en het bevalt mij en mijn collega's erg goed.

• Wij volgen de blauwe leerlijn en we hebben met de andere blauwe scholen de modules naar onze

eigen wensen ontwikkeld en aangepast.

• Een minpunt is dat we ons bij de inrichting van de leerlijn (en het examenexperiment) moesten

baseren op een oude(rwetse)…

• Zat op zich goed in elkaar. Lay-out was matig.

• Zoals al vermeld ontwikkelen we zelf en dat bevalt goed

Enigszins positief

• Het idee is goed, inhoud is OK. Nog niet altijd even gelukkig uitgewerkt. Docent moet module

controleren om fouten eruit te halen, die zitten er geregeld in. Dat is niet erg, maar die moeten er na

een tijdje wel uit zijn.

• Zeer goed van opzet en inhoud, maar zeer bewerkelijk qua voorbereiding (zeker ook voor toa), moet

qua practicum fors worden aangepast (onze school kent b.v. geen blokuren wat voor het eigen

onderzoek echt nodig is)

• Aan sommige modules moet nog wel het één en ander worden aangepast en ook is bij allen de

docententoelichting er niet of niet compleet.

• Actuele onderwerpen.

• Als ontwikkelaar kom je natuurlijk achter opdrachten die niet goed zijn, als je test. Daarom niet zeer

positief.

• Ben werkzaam als toa en niet als docent. Vond ik wel makkelijk om er even bij te noteren.

• De context staat dichter bij de leerling, waardoor betere motivatie ontstaat.

• De eerste module die ik serieus ging bekijken vereiste het gebruik van medicijnen die alleen op

doktersrecept verkrijgbaar waren..... Die krijg je dus niet..... Dan haak ik direct af.

• De fouten zijn storend. De insteek is nogal gekoppeld aan een didactiek. En die wisseling is niet altijd

prettig.

• De lesstof vind ik inspirerend. Het werken met de modules, vooral door de leerlingen, moet nog

uitkristalliseren.

• De modules moeten aangepast worden naar de eigen schoolsituatie

• Er wordt een mogelijkheid geboden een onderwerp op een andere manier te behandelen.

Page 19: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Opm. Het zou aardig zijn als de leerlingeneigentekst net in pdf format wordt aangeleverd maar bijv in

Word zodat je als docent de vrijheid hebt wijzigingen aan te brengen.

• Het incidenteel gebruiken van een module naast het boek bevalt onze school goed

• Het is leuk om er met een klas aan te werken. Wel is het tempo waarin gewerkt wordt veel lager. Met

hetzelfde aantal contacturen kun je met deze manier van werken veel minder stof behandelen

• Het is nu lastig om modules uit te proberen omdat ze niet goed aansluiten op de bestaande stof. Je

moet dus een beetje uitmikken wat het beste overeenkomt met bv hoofdstuk 11 omdat dat nu

behandeld wordt.

• Het kostte mij als docent veel meer tijd en inspanning dan wanneer ik hetzelfde onderwerp uit het

boek had gedaan. Na afloop van de module heb ik onder de leerlingen een enquête uitgezet. De

meningen van de leerlingen waren verdeeld.

• Het varieert nogal: het vernieuwende staat wel enigszins onder druk

• Het ziet er interessant uit, maar ervaring in de klas zal moeten uitwijzen of het inderdaad werkbaar is,

vooral m.b.t. de behalen les- en examendoelen.

• Hoe eet je gezond: kost wel veel tijd concept context zijn beide leerzaam en dicht bij leerling

• Iedere docent die nieuwe dingen gaat doen heeft in eerste instantie te maken met een kleine terugval

in de kwaliteit die je aanbiedt. Dat creëert onzekerheid waardoor je de neiging hebt om het oude,

vertrouwde materiaal te gebruiken.

• Ik heb bij een studiedag een workshop gevolgd over de Wereldreisopdracht waar molberekeningen in

aan bod komen. Dit was de voorloper van de ecoreizen module. Ik heb toen de opdracht naar eigen

smaak aangepast en opdrachten toegevoegd. De opdracht bevalt.

• Ik heb een module gebruikt voor een science project , maar heb deze behoorlijk aangepast.

• Ik heb een module in klas 3 gedaan, en ga dit jaar een andere module proberen. Ik verwacht veel van

de tweede module.

• Ik heb nu één module gedownload (en ga daar binnenkort mee beginnen) en die zit erg goed in elkaar.

(Dit is de module Melkzuur van Scheikunde in Bedrijf) Maar ik heb al meerdere modules bekeken, en

die vind ik minder goed in elkaar zitten.

• Ik wil niet compleet over naar de nieuwe modulen en ben bezig te kijken met mijn collega of en hoe

we een/enkele modules in kunnen passen

• In de praktijk moet dat nog blijken.

• Leerlingen kwamen niet goed tot het concept.

• Les materiaal is natuurlijk nooit af en moet voortdurend worden geactualiseerd en worden door

ontwikkeld. Bovendien blijven er altijd nog wel verbeterslagen in te maken

• Leuk om mee te werken, het spreekt de leerlingen ook aan. Alleen blijf ik mijn twijfels hebben over het

eindniveau dat je bereikt. Zorgt dit dan voor een goede aansluiting naar vervolgopleidingen?

• Leuk om te doen als aanvulling

• Leuk onderwerp, maar de leerlingen zien het als "leuk" en op dit moment heb ik moeite om de

kwaliteit te waarborgen. Ze zullen niet uit zichzelf kritisch worden. Hiervoor moet echt tijd genomen

worden.

• Maar een module is een module. Hamvraag: hoe rijg je de modules aaneen tot een logisch geheel.

• Module zelfherstellend beton

• Ingezet als vervanging voor chemisch rekenen. Zonder aanvulling uit de methode te weinig

informatie.

• Het gedeelte over zouten kan alleen een aanvulling zijn maar naar mijn mening het hoofdstuk over

zouten niet vervangen.

• Moeten nog aangepast aan de doelgroep.

Page 20: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Differentiatie HAVO/VWO niet altijd duidelijk

• Nieuwe aanpak maakt je zelf ook weer kritischer.

• Opbouw module is goed

• Positief vanwege de context,wat voor ll aantrekkelijk kan zijn

• De zorg gaat uit naar de samenhang van de leerstof

• Sommige modules zijn erg goed, maar er zijn ook mindere goede exemplaren, waaraan eerst nog veel

moet gebeuren.

• Sommige modules zijn erg vaag. Er zijn geen antwoorden bij en niet alle proeven lopen zoals bedacht.

• Sommige modules zijn nog voor verbetering vatbaar

• De lay-out is niet altijd goed en consequent

• Soms lijken de modules vrij snel over contexten heen te stappen. Om maar snel bij de concepten te

komen. Ook is het zo dat het af en toe lijkt dat de context erbij gesleept is.

• Soms veel tekst (wat leerlingen niet interessant vinden) en soms beperkte diepgang of bij andere

modules weer te veel diepgang (kijkende naar de modules voor klas 3)

• Voor nlt zijn de modules zeer wisselend van opzet. Ook is de docentenhandleiding bij de

verschillende modules anders opgezet. Dit is lastig omdat je steeds opnieuw moet bekijken hoe de

indeling is

• Voordelen; actueel, motiverend, diverse invalshoeken

• Nadeel; veel zelf uitzoeken, veel voorbereiding, onzekerheid bij lln wat ze uiteindelijk moeten kunnen

• Wat me vaak stoort is dat er zoveel aandacht voor de context is dat leerlingen niet duidelijk is wat ze

aan het eind moeten kennen en kunnen. Er wordt teveel tijd aan vaardigheden besteed in verhouding

tot de chemische leeropbrengsten

• Wel veel theorie en de modellen wisselen elkaar wel heel snel af waardoor bij sommige leerlingen veel

verwarring tussen de verschillende begrippen ontstaat

• Wisselend. Ik geef anw modulair, mbv boek en zelf ontwikkeld materiaal.

• Ik heb nlt modules ontwikkeld en getest, die waren OK, maar ik ken maar een beperkt aantal van deze

modules. Verder gebruik ik bij sk modules in de derde klas.

• Zie eerder commentaar

• Ziet er mooi uit, maar moet er nog mee werken

Niet positief, maar ook niet negatief

• Aangezien mijn collega's niet werken met de modules, kan ik niet ongestoord hele lessenseries

incorporeren in mijn onderwijs. Daarom heb ik slechts gedeeltes uit modules gebruikt. Daarnaast vind

ik vaak ook slechts gedeeltes van een module interessant genoeg

• Bij sommige kreeg ik niets te zien, viel tegen.

• Andere zagen er goed uit, kost wel veel tijd in de klas

• Bio-ethanol (HAVO4, 08-09 en 09-10): op zich een goede module, die zich echter niet probleemloos

binnen het huidige HAVO-examenprogramma (oude 2F en nieuwe 2F) volledig laat gebruiken, omdat

de les-(contact-)tijd ook beperkt is.

• Wel een aardige aanvulling

• Bioethanol: dit jaar gedaan in 5HAVO als een soort van herhaling/overgang naar 5HAVO. Op zich

leuk, maar doordat het teveel herhaling was viel de leeropbrengst erg tegen. Daar komt bij dat deze

teveel overlap heeft met de NLT-module 'Feest zonder Katers'.

• De module Antibiotica getest in 4 Havo voor de ontwikkelaars. Het was oude scheikunde in een

nieuw jasje.

Page 21: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• De modulen van de beginperiode vond ik wazig. Het werd te veel vrij gelaten wat de bedoeling met

de module was. Ergens is toch ook helderheid nodig welke concepten en vaardigheden de leerlingen

aan het eind van de module moeten beheersen.

• Er zit veel `knutselwerk` bij. Dit moeten ze maar bij techniek doen. Dit is ook moeilijk bij ons op school

te organiseren.

• Geen voorstander van deze vernieuwingsvorm.

• Het is al weer twee jaar geleden dat ik er iets van gezien heb. Ik vond toen dat de duidelijkheid te

wensen overliet. Dingen konden helderder geschreven worden (leerling-teksten)

• Het is een proces: de modules zijn nog lang niet goed genoeg. Nog onvoldoende uitgetest en

bijgesteld. De kwaliteit is zeer wisselend, maar over het algemeen niet geweldig.

• Het wisselt per module. Bij de ene module denk ik die zou ik wel eens uit willen proberen en de

andere module nodigt daar niet toe uit. De reden dat ik dat nog geen module heb uitgeprobeerd is

voor tijdgebrek.

• Ik heb over verschillende modules gelezen in de NVOX, maar nog niet in detail bekeken. Ik kan hier

dus geen goed oordeel over vellen.

• Ik heb ze nog niet uitgeprobeerd, maar ze nodigen ook niet uit om dat wel te doen. Mijn huidige

manier van lesgeven bevalt me nog te goed.

• Leuk, maar mist overzicht, niet duidelijk voor de lln wat er precies gekend moet worden voor de toets.

• Modules moeten bijgewerkt worden. Ze zijn vaak actueel en dus daarna ook snel juist niet meer

actueel.

• De modules bij NLT doen een beroep op kennis die bij een docent niet actief aanwezig is, er moet dus

flink veel tijd geïnvesteerd worden.

• Modules sluiten qua kennisniveau vaak niet aan bij curriculum, nl vaak te hoog gegrepen, en

uitvoering kost veel meer tijd dan door de ontwikkelaars ingeschat. Kennis wordt zeer versnipperd

aangeboden.

• Moest aangepast worden aan eigen situatie. Veel correctiewerk. Geen reactie op vragen die we stelden

op het docentenforum.

• Niveau teleurstellend

• Weinig vernieuwend ten opzichte van bestaande methodes

• Nog geen gebruikt of gedownload

• Nog niet grondig bekeken.

• SK: practica werkten niet goed, waardoor de leerlingen massaal afhaakten. NL&T: modulen werken

redelij, maar je moet zelf opgaven erbij verzinnen.

• Vind het vooral lastig inschatten hoe dit (tijdtechnisch maar ook) vakinhoudelijk in te passen is de nu

gebruikte methode

• Vooral zwakkere leerlingen krijgen te weinig structuur aangeboden

• We hebben meegedaan met het uittesten van de module Verf. Dat heeft veel ervaring opgeleverd. Het

heeft er niet toe geleid dat we ermee zijn doorgegaan. Een, niet onbelangrijke reden, is dat de inzet van

de TOA teveel is. We hebben maar beperkt de beschikking hierover.

• Weer afhankelijk van leerlingenpopulatie

• Zie vorige toelichting

• Zoals gezegd, een duidelijke visie ontbreekt. Veel modules ontsnappen niet aan de traditionele

scheikunde.

Page 22: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Enigszins negatief

• Sommige modules kosten veel tijd in verhouding tot de kennis die wordt opgedaan In sommige

modules zit een veelheid aan beoordelings- en reflectieformulieren waar de docent en de leerling het

maar even mee moeten doen

• Bij 10 derde klassen is dit logistiek volstrekt onmogelijk

• De kwaliteit laat nog te veel te wensen over

• De module die ik gebruikt heb, moest herschreven worden om hem op onze school bruikbaar te

maken.

• De module forensisch (klas 3) moest ik behoorlijk omschrijven en toen werkte het nog niet zo goed.

• De module scooter (klas 3) was wel OK.

• De module kon voor een groot deel een leerstofdeel dekken en was dus redelijk inpasbaar. Er moest

nog wel wat gerepareerd worden. Dat maakte het al weer wat onoverzichtelijker voor mijn leerlingen.

• De modules bevatten vaak onjuiste informatie, doordat ze niet door "experts" zijn geschreven.

• De voorbereidingstijd voor werken met modules is VEEL groter dan werken met een lesmethode.

• Daar zullen scholen geen rekening mee houden, waardoor werkdruk van sk-docenten flink zal

toenemen.

• Degene die ik kon openen zagen er aardig uit, bij sommige kreeg ik niets te zien. Het betekent voor de

docent een heleboel werk om de juiste modules uit te zoeken.

• Deze module was qua niveau te laag. Meer leuk bezig zijn. (bakken)

• Een collega heeft een module voor de derde klas uitgevoerd in een zeer kleine klas (12 leerlingen). Zijn

ervaring is dat leerlingen het knap lastig vonden om de belangrijke zaken uit de module te halen. Er

zat veel "omheen" dat afleidde of tot verwarring leidde.

• Erg veel werk nodig om de module geschikt te maken voor gebruik in mijn eigen les. Met name het

experimentele gedeelte. Het lijkt alsof sommige experimenten niet vooraf getest zijn.

• Geen grote lijn in ontdekt, kan komen door te weinig inzicht in een complete set van modules.

• Gezien de achtergrond van de cursisten vrees ik het ergste!

• Het is ontzettend veel leeswerk. Wat wordt er dan getoetst, chemie of Nederlands?

• Het verleuken van ons chemieonderwijs dmv. Deze modules leidt m.i. tot een onverantwoorde

kennisdaling. Vaak zijn zwakkere lln niet in staat zelf de kennis te vergaren. Zie NVOX artikelen over

dit onderwerp.

• Ik kon geen van de modules direct gebruiken in mijn lessen. Ik heb redelijk wat werk gestopt in het

bewerken van de modules voor ik vond dat ik ze in de lessen kon gebruiken.

• Weinig aandacht voor veiligheid.

• In deze modules worden hoofdstukken uit het boek gebruikt, maar niet volledig uitgelegd, waardoor

alsnog de stof "uit het boek" (of uit een andere module) nodig is om het plaatje compleet te krijgen.

• Inhoudelijk positief: moderne onderwerpen. Maar qua opbouw nogal saai voor leerlingen. Dit varieert

per module!

• Kost teveel tijd, teveel teksten om door te werken, geen duidelijk einddoel, weinig concrete

scheikundekennis opgedaan

• Kwaliteit van tekst was matig, erg slecht docentmateriaal, onduidelijke practica voor TOA

ondersteuning, etc.

• Op onze school werken we met tempodifferentiatie. Dat vraagt een eigen invulling bij elke methode.

De NS methode moet ook aangepast worden. Er wordt ook gewerkt met groepsprojecten. Dat is voor

ons onmogelijk.

• Rommelig

• Teveel theorie

Page 23: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Veel dingen vergen veel voorbereidingstijd van toa en docent en die tijd is er vaak niet. Ook "werkte"

het niet vlotjes.

• Veel te veel om in het aantal slu's te kunnen doen; soms te diepgaand: levert dit dan voldoende

inhoud op bij leerlingen?

• Voor een docent is het mooi materiaal voor de leerling niet. Die haalt er niet uit wat de schrijver

bedoelt

• Wat leerlingen moeten kennen en kunnen wanneer de module is doorgewerkt is niet duidelijk genoeg.

• Contexten zijn soms met de haren erbij gesleept.

• Zie eerder antwoord: te sterk gekleurd vanuit de didactiek van de schrijver

• En soms onduidelijke vragen (waarschijnlijk omdat ik natuurlijk ook mijn didactisch perspectief heb)

Zeer negatief

• Aan het eind bleken de leerlingen de stof duidelijk niet te beheersen. Ze zijn niet in staat elkaar les te

geven.

• Bij suikerbieten zijn de practica niet geheel correct. Bij spuiten en slikken weten de leerlingen absoluut

niet wat ze moeten doen. Bij kunstmest en industrie is het niveau niet passend bij het niveau van de

leerling.

• De docent geeft een korte toelichting, die voor leerlingen onvoldoende is. Daarna gaan de leerlingen

zelf experimenten bedenken waar weinig van terecht komt, zodat docent en TOA ze eigenlijk moeten

voorkauwen.

• De module ecoreizen is tenenkrommend. Zo staan er reactievergelijkingen in die op eindexamens fout

gerekend worden (blz 022), maar het ergste vind ik nog wel de context. Op blz 025 wordt geprobeerd

het vitamine C gehalte in een tablet aan leerlingen aan te leren.

• De scheikunde blijft onderbelicht, de context lijkt het belangrijkst, veel is "er bij gehaald" om het nog

iets te laten lijken, een aantal praktische zaken zijn niet in de gestelde tijd uit te voeren en "bewaar

tijden" leiden tot beschimmelde tussenproducten

• De stof komt in een didactisch onlogische volgorde voorbij.

• Het onderwijs is ondergeschikt aan de context, in plaats van andersom

• Gekunsteld verschillende chemische onderwerpen bij elkaar gebracht,

• Het is alweer enige tijd geleden dat ik deze heb getest in een 3V, maar het vraagt erg veel van de

docent en de organisatie. Bovendien zijn de ll erg druk met experimenten en de concepten

vertroebelen.

• Het lesmateriaal is of veel te moeilijk (melkzuur, chemie in bedrijf) of volstrekt niet volledig en

inconsequent (module kunstmest), ik heb op school veel beter lesmateriaal liggen met veel meer

oefening voor de leerlingen.

• Het merendeel van de modules bestaan uit tamelijk los materiaal dat mij de indruk geeft niet af te zijn

(zelf te bewerken heet dat). Het niveau is dermate bedroevend laag dat ik ze nog niet in mijn klassen

heb willen gebruiken.

• Modules zijn veelal rommelig van opzet, er staan veel fouten in, een duidelijke structuur ontbreekt

vaak en er is veelal geen duidelijkheid over leerdoelen en vereiste voorkennis.

• Moest compleet herschreven worden voor gebruik op school. Wat volgens mij niet de bedoeling is en

was van zo'n module

• Na enkele modules te hebben uitgeprobeerd, hebben we de minst slechte gekozen, herschreven en die

voeren wij elk jaar uit ter vervanging van een hoofdstuk uit de methode. Dat is natuurlijk niet de

bedoeling.

• Te leuk gemaakt. Te weinig diepgang.

• Te laag niveau en veel te langdradig

Page 24: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Te veel oppervlakkigheden en voortdurend waren leerlingen en ikzelf zoekende naar waar het nu

eigenlijk om gaat.

• Wel bekeken, niet gebruikt

• Zeer negatief omdat deze module, "Groeien" (kan dus aan de module gelegen hebben) zo enorm veel

extra werk heeft opgeleverd, dat ik door de werkdruk fysieke klachten kreeg.

• In de kwaliteit van de proceskant van de module ben ik erg teleurgesteld.

• Zie eerder antwoord bij nadelen c-c methode.

• Specifieke bezwaren: bij een module als superslurpers wordt de theorie er "met de haren bijgesleept".

Leerlingen motiveren met een context is één ding, het logisch koppelen van theorie blijkt moeilijk en

zelfs

• Zie toelichting vorige vraag. Leerlingen willen precies weten wat wel/niet moet worden geleerd.

• Zoals al gezegd: veel spielerei, weinig echte theorie.

Sterk wisselend

• De 3e klas modules die binnen de nieuwe scheikunde zijn ontwikkeld vind ik zeer makkelijk, niet het

niveau dat je in de 3e klas wil testen. Verder vind ik in de bovenbouw modules vaak fouten in practica

zitten (zijn niet of niet goed uitgeprobeerd).

• Het oordeel is sterk afhankelijk van de populatie op school

• Ik heb 2 modules gezien ,ze kosten veel meer tijd dan de traditionele onderwerpen uit de

schoolboeken en omdat het aantal uren sinds de tweede fase sterk is teruggelopen zie ik dat als een

probleem

• Inhoudelijk zijn de modules vaak heel aardig, organisatorisch vind ik ze vaak slecht van opzet. Bijv.

Scooter (klas 3) is één grote brij aan informatie, waar je als docent nauwelijks wijs uit kan worden en

vraagt heel veel van docent en TOA.

• Module over redoxreacties / batterijen enzovoort bevat interessante contexten. Maar veel van deze

contexten worden nu ook al in de les gebruikt. Alleen men gaat meer uit vanuit de toepassingen.

• Module over berekeningen (Mol) is ronduit belachelijk!!!!!

• Van de hak op te tak. Waar is de basiskennis? Waar heeft de leerling een overzicht? Hoe moeilijk is het

voor de gemiddelde leerling om een zuur-base reactie te onderscheiden van een redoxreactie. Dit lukt

pas na veel oefenen. Nu worden ze door elkaar gebruikt.

Page 25: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 10

Welke andere goede manieren zijn er volgens u om aan de eindtermen te voldoen?

Een combinatie van één of meer van de bovenstaande manieren, namelijk:

• 2 en 6 van vorige vraag

• 2en 5

• Aanpassen van verschillende modules aan de eigen omstandigheden.

• Afwissling!

• Als basis een methode met aanvullende modules en/ of eigen materiaal (wat een module kan zijn!)

• Bestaande en eigen materiaal

• Bestaande leermethode + zelf ontwikkeld materiaal

• Bestaande lesmethode en bestaande modules

• Bestaande methode aangevuld met eigen materiaal

• Bestaande methode combineren met meerdere modules (naar keuze)

• Boek

• Boek + eigen materiaal + aantal goede modules

• Boek/zelfgeschreven opdrachten-practica/een enkele module NS

• Concept-contextmethode in leerboek met als extra keuze losse modules

• Context concept methode van uitgever, evt vervangen door NS-modules

• Deels via modules, deels via leerboek (als achtergrondinformatie voor leerlingen)

• Die waar ik positief reageer

• Een al dan niet zelf ontworpen heldere leerlijn als uitgangspunt

• Een bestaande lesmethode gebruiken en een enkel hoofdstuk vervangen door een passende module

• Een bestaande lesmethode gebruiken en een of enkele hoofdstukken vervangen door losse modules of

eigen materiaal

• Een boek, aangevuld met goede modules.

• Een goed basisboek met veel (digitale) verrijkings- dan wel uitwerkingen- en oefenstof.

• Een goed theorie- en praktijkboek en een module die ik ook zelfgeschreven zou hebben. Het materiaal

moet bij je passen!

• Een methode (die veel contexten bevat) met zo nu en dan een losse module door een uitgever of

eventueel NS.

• Een ontwikkelde module aanpassen, zodat het goed bruikbaar is op je school.

• Een zo geschikt mogelijke "ouderwetse" methode aangevuld met eigenmateriaal of dat van derden.

• Eigen lesmateriaal, traditioneel boek gecombineerd met context-conceptmodule

• Eigen materiaal, NS module en boek samen

• Eigen modules aangevuld met bestaande modules

• Er zijn wel goede methodes beschikbaar. Deze kunnen aangevuld worden met eigen materiaal.

• Gedeeltelijk een boek, gedeeltelijk modules en gedeeltelijk eigen werk

• Gewoon het OS programma houden

• Grabbel van alles wat er op de marktaanwezig is bij elkaar en zoek de onderwerpen die bij jou passen

en maak daarvan je eigen leerlijn

• Ik pas de NS-modulen altijd nog behoorlijk aan.

• Kant en klare methode

• Leerboek in combinatie met praktische vaardigheden en excursies die een duidelijk beroepsbeeld

moeten geven

• Leermethode met modules om zelf te kiezen

Page 26: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Lesboek in combinatie met modules voor de afwisseling

• Lesboek met als er tijd over is wat modules voor de afwisseling

• Lesmethode + enkele losse modules + eigen materiaal

• Lesmethode volgens concept-context

• Losse (zelf ontwikkelde) NS modules toepassen en actualiseren

• Methode + enkele losse modules òf een door een uitgever ontwikkelde context-conceptmethode

• Methode gebruiken, modules en eigen materiaal

• Methode uitgever ondersteund met eigen ontwikkeld materiaal en vrij toegankelijke ICT middelen en

digitale uitwisseling materialen

• Methode+af en toe een module+veel extra oefenmateriaal

• Modulen + duidelijke theorie blokken

• Modules en lesmethoden samen gebruiken.

• Modules gebruiken, aanpassen en ook nog een leerboek met theorie om iets in op te zoeken

• Modules met een samenhangende theorieboek

• Modules methode en eigen materiaal

• Modules plus eigen materiaal plus goede stukken uit lesmethodes plus beschikbaar online

lesmateriaal

• Modules ter vervanging van een hoofdstuk

• Modules, leerlijnen en eigen materiaal combineren

• Naar gelang er overeenstemming in de sectie mogelijk is.

• NS modules en door uitgever ontwikkeld materiaal wat ZELF te arrangeren is.

• Onderdelen die nu al goed lopen niet meteen vernietigen en vervangen door modules waar nog geen

ervaring mee is opgedaan

• Op basis van persoonlijke ervaring en schoolmogelijkheden een balans zoeken en vinden tussen

doceren van "theoretische" eindtermen en NS modules

• Optie 2

• Slechts enkele onderwerpen door NS-modules vervangen

• Sommige onderwerpen met behulp van NS modules behandelen. Maar wel een boek als 'naslagwerk'

houden. Waaruit leerlingen voor het eindexamen kunnen oefen.

• Standaard boekwerk, een enkele module, een beetje eigen werk

• Uitgaande van een goed boek soms aanvullingen met modules.

• Uitgewerkte NS-leerlijn, maar met de mogelijkheid een enkele module te variëren.

• Variatie in methode motiveert sommige leerlingen. Werken volgens een vast schema/werkwijze is

voor andere leerlingen juist goed. Er is niet één goede methode om alle leerlingen op maat te bedienen

• Voor onderbouw zelf ontwikkeld materiaal, voor bovenbouw boek en NS modules

• Vooral een mix van eigen materiaal, NS modules en (C/C) methode

• Waar mogelijk gebruik maken van de actualiteit en die koppelen met de module of al aanwezige

concepten/contexten.

• Zelf ontwikkelde lesmaterialen gebruiken, deze combineren met een lesmethode. 1 maal per jaar als

een soort project een hoofdstuk uit een lesmethode vervangen door een module, zolang deze maar niet

teveel 'fratsen' bevat.

• Zelf ontwikkelen en NS

Page 27: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Anders, namelijk:

• Afstappen van het context-concept idee

• Als ik voldoende tijd had, al mijn materiaal zelf ontwikkelen

• Bij de gekozen lesmethode aanvullende experimenten gebruiken waarin de relatie van chemie en

samenleving tot uiting kan komen.

• Combi van bestaande lesmethode en enkele modules

• De nieuwe eindtermen zijn mij nog niet bekend, weet dus nog niet zo goed hoe te handelen

• Degelijk leerboek waarlangs je kunt werken. Veel oefenmateriaal

• Een deel van de eindtermen samen met andere N-vakken uitvoeren.

• Een goed boek, aangevuld met 1 of meer modules

• Een goed leerboek

• Een werkgroep van docenten die daar ook voor gewaardeerd (dus betaald) krijgen

• Eigen methode ontwikkelen

• Geen modules, wel probleemgerichte lesstof. Liefst geen uitgever.

• Gewoon boeken waarbij de leerlingen meer houvast hebben en krijgen over de concepten

• Goed doordacht lesmateriaal, niet alleen door docenten ontwikkelt, maar samen met didactici, mensen

uit de betreffende beroepssector en opleidingen.

• Heldere structuur leerstof centraal, concepten waar nuttig is en toegevoegde waarde heeft

• Het idee van Plasterk volgen dat leraren zelf lesmaterial ontwikkelen dat voor elkaar toegankelijk is

vai een database. Zorg dat uitgevers van leerboeken hun materiaal digitaal anbieden. Leraren stellen

dan zelf hun zelf hun lesmateriaal samen.

• Ik denk er al jaren over om zelf een methode te schrijven.

• Keuze maken voor of bestaande methode of modulen maar geen mix

• Leerlingen zelf laten kiezen

• Ll kennis bijbrengen middels lesgeven

• Losse modules en een uitgebreide variant van een boekje met alleen maar een uitleg van de

scheikundige concepten en voorbeeldopgaven

• Meer persoonlijke begeleiding

• Methode en modulen en goede theorie die te benaderen is op een goede database op internet die voor

alle leerlingen te benaderen is en stofdekkend is. Bovendien goed gerangschikt met links naar

oefenstof

• Methode uigever te combineren met vervangende module (zelfde uitgever)

• Mits duidelijke doorlopende leerlijn

• Modules voor een Practisch Onderzoek gecombineerd met gemengde methode met keuze om module

te gebruiken ipv hoofdstuk

• Niet doorgaan met NS

• NS modulen aangevuld met eigen materiaal om de hiaten te dekken.

• Oppassen dat alles er wel in staat en dat het geen verbouwde methode wordt

• Sommige eindtermen methodisch doorwerken anderen vanuit de context bereiken

• Syllabus volgen

• Veel meer doe-lessen met een goede theoretische begeleiding

• Verbeterde lesmethoden. Digitale versie. Vaste eindtermen voor langere periode.

• Volkomen afhankelijk van de voorkeur en de (on)mogelijkheden van een docent...

• Vrijheid van 40% SE benutten voor aansprekende onderwerpen, op eind van havo 5 en vwo 6

aandacht richten op concepten uit eindtermen.

• Zelf materiaal ontwikkelen, indien daar tijd voor zou zijn

Page 28: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Zoals nu

• Zonder enige contexten uitsluitend eindtermen behandelen

Vraag 12F

Wat zijn volgens u de voordelen van een systeem waarbij lesmodules scheikunde door docenten zelf

ontwikkeld zijn in ontwikkelteams en onder begeleiding van een coach? Hiermee worden de voordelen

voor de gebruikers, niet de ontwikkeldocenten bedoeld.

Andere nadelen, namelijk:

• Actueel lesmateriaal , moet wel bijgehouden worden

• Betrouwbare inschatting tijdspanne uitvoering, belasting gebruiker, kennisniveau leerling.

• Bouwen voort op bestaande programma; diversiteit in aanpak

• Docent kan zorgen dat de volledige stof gedekt wordt

• Docenten leren zelf beter lesmateriaal ontwikkelen

• Docenten met maatschappelijk relevante ervaring en kennis kunnen extra voordelen opleveren

• Docenten scholen bij

• Een docent is dan ook meer didactisch bewust bezig zelf keuzes te maken

• Een methode schrijven is wat anders dan goed lesgeven. Laat ieder zich bij zijn specialiteit houden. Op

de laatste studiedag in Nijmegen was ik niet enthousiast over de presentaties. Het wordt op deze

manier allemaal erg amateuristisch.

• Eenvoudig aan te passen aan de schoolsituatie

• Ervaren docenten weten hoe je dingen aan de orde kunt stellen / moet uitleggen.

• Het is gratis! Daar ben ik blij mee!

• Je zorg ervoor dat alle nodige kennis in de modules verwerkt zit.

• Makkelijk aan te passen aan je eigen situatie op school

• Nadeel! Enorme tijdsinvestering voor de docenten

• Programma gemakkelijk aan te passen

• Up to date

• Wordt geschreven op enthousiasme van de betreffende docent die niet gedeeld hoeft te worden

Vraag 13

Wat zijn volgens u de nadelen van een systeem waarbij lesmodules scheikunde door docenten zelf

ontwikkeld zijn in ontwikkelteams en onder begeleiding van een coach? Hiermee worden de nadelen voor

de gebruikers, niet de ontwikkeldocenten bedoeld.

Andere reden, namelijk:

• (on)mogelijkheden op scholen zijn nogal verschillend

• Afstemming van de modules; dekking van de eindtermen

• Alle modules vormen nog een hoop los zand en geen samenhangend geheel. Aansluitproblemen.

• Als modules worden bij elkaar gescharreld uit diverse leerlijnen bestaat het gevaar dat leerlingen het

scheikundeonderwijs gaan zien als op zichzelf staande brokken. Bovendien is het dan nodig om via

brugteksten o.i.d. Hiaten te repareren wat onwenselijk is.

• Andere genoemde nadelen kunnen worden ondervangen als er van de ontwikkelde modules een

logisch geheel gemaakt wordt en een goede 'redactieslag'.

• Beperkt overzicht van maatschappelijk relevante contexten en concepten. Veel docenten komen niet

uit het bedrijfsleven en zijn niet op de hoogte van milieuchemische concepten.

Page 29: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Conceptuele versnippering ipv conceptuele samenhang

• De borging van de geleerde concepten uit de modules vereist meer diepgang

• De continuïteit in actualiteit lesmateriaal

• De docent drukt zijn stempel op de methode. Waardoor er geen vaste leerlijn ontwikkeld wordt,

behalve dan door dezelfde docenten. Daarbij zijn ze nogal geneigd op wetenswaardigheden te gaan

zitten.

• De docenten die hieraan meewerken zullen grotendeels ook voorstanders zijn van deze nieuwe

didactiek, waardoor de modules ook heel erg idealistisch daarop gestoeld zullen zijn.

• De meeste docenten hebben geen ervaring met de chemische industrie. Hoe weten ze dan wat een

bepaald beroep in houdt?

• De mogelijkheid op een 'mis-match' tussen het gedachtegoed van een docent en de belevingswereld

van leerlingen

• De ontwikkelaars zitten vaak al jaren tussen de muren van de school daarbuiten weten ze echt niet

wat er gebeurt!

• De ontzettend grote tijdsinvestering die het van iedereen vraag en die er zomaar bijkomt

• De oude syllabus is als uitgangspunt genomen: foute boel.

• De uitwerking, diepgang van de modules is hierdoor wisselend en de dat is belangrijk men komt niet

los van het huidige programma, waardoor de vernieuwing onvoldoende zichtbaar wordt.

• Deze vraag kan ik niet beantwoorden, doordat ik te weinig overzicht heb van de modeles.

• Didactisch perspectief van de schrijver sluit niet aan bij gebruiker

• Docent kan eigen hobby paadje gaan bewandelen

• Docenten hebben nogal de neiging om te blijven hangen in de manier waarop ze het gewend zijn.

Hierdoor is de "nieuwigheid" van het ontwikkelde materiaal vaak minder groot dan zou kunnen. Aan

de andere kant maakt dat het lesmateriaal ook juist weer toegankelijk.

• Docenten niet persé goede didactici, niet altijd up-to-date in wat nodig is voor wo

• Een coach staat te ver van de onderwijspraktijk

• Een nadeel is dat zelf ontwikkelen van kwalitatief goede modules tijd en vaardigheid vereist en beide

zaken zijn meestal niet vanzelfsprekend beschikbaar

• Enthousiasme/hobbyisme leidt tot te lange/te gespecialiseerde modules + de onderlinge afstemming

tussen modules (voorkennis/leerlijn) is onvoldoende gerealiseerd

• Enthousiaste docenten onderschatten de problemen voor modale docenten

• Er is geen sprake van een "leerlijn" indien een ontwikkelteam niet van a naar z modules ontwikkeld.

• Er is geen tijd om goed lesmateriaal te ontwikkelen: Ned doc. Hebben de hoogste werkdruk in de

OESO, na de VS.

• Er kan versnippering optreden in aangeboden stof, leerlingen raken overzicht kwijt

• Er wordt soms vanuit een bepaalde voorkeur gewerkt die ik zelf niet zo belangrijk vind

• Er zijn verschillende soorten docenten, goede en slechte, idealisten en realisten. Dit alles zoals in de

gehele maatschappij. Vaak domineren de idealisten.

• Er zitten vaak nog veel foutjes in de modules

• Ervaring met NL&T: er wordt vaak teveel aangeboden

• Geen samenhangend geheel van modules, sommige onderwerpen komen steeds weer aan bod, andere

helemaal niet

• Geen uniforme opleiding tot eindexamen

• Gevaar van eigen stokpaardjes

• Het is te vrijblijvend, het werk wordt onderschat, de bezoldiging is volgens mij onvoldoende.

• Het verschaft docenten een heleboel extra werk om alles uit te zoeken

Page 30: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Het zijn altijd dezelfde docenten die zogenaamde vernieuwingen nastreven. Voor een mi kleine

doelgroep is dat prima, maar voor een veel grotere doelgroep is dit duidelijk niet zo. Omdat die

tevreden zijn worden alleen de 'veranderaars 'gehoord.

• Iedereen heeft zijn eigen stokpaardje.

• In het vervolgonderwijs ontstaan verschillen in kennis.

• Je moet zelf goed alert blijven op kwaliteit en doorgaande leerlijn.

• Komen de nieuwste ontwikkelingen in de scheikunde aan de orde?

• Kost de gebruiker meer tijd dan "gewoon een boek"

• Kost inwerktijd

• Minder docenten voor de klas en meer aan het schrijven (van modules)

• Mogelijk te weinig samenhang

• Niveau per school kan verschillen

• Onderhouden en bijstellen materiaal is niet gewaarborgd. Ervaringen sk en NLT laten zien dat na

ontwikkelfase geen follow-up is.

• Onoverzichtelijk, niet echt één geheel

• Ontwikkelaars zijn vaak zeer enthousiast en zien daardoor niet hoe tijdrovend de uitvoering van hun

module is.

• Opmaak en typografie vaak slecht.

• Overlap tussen de modules

• Overzicht over het geheel mist. Dekt dit wel de lading/zijn er niet teveel doublures? "dit hebben we in

de vorige module ook al gehad"

• Problemen met de dekking van de hele lesstof

• Proeven moeten aangepast worden aan school

• Risico dat niet alle eindtermen voldoende worden behandeld.

• Syllabus wordt niet gedekt

• Tijdgebrek om zelf alles te ontwikkelen

• Vaak inhoudelijk goed maar gebrekkige opgaven

• Veel hobbyisme zie het vak lnt

• Voor het gebruik van de modules is zeker bijscholing nodig. Gaat er ruimte komen om die bijscholing

te organiseren?

• Weinig ondersteuning op ICT-gebied en weinig extra martiaal voor zwakke leerling

• Wie onderhoudt de modules? Wie ontwikkelt wat nieuws?

• Ze gaan uit van hun eigen situatie, anders scholen hebben bv minder lesuren, minder goede TOA

ondersteuning of meer zwakke leerlingen

• Zelf alles goed doornemen en aanpassen om het toch goed te krijgen.

• Zie vorige toelichting

• Zijn ontwikkelaars goed op de hoogte van vervolgonderwijs (HBO?)

Page 31: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 15

Om welke redenen zou u bestaande modules willen actualiseren?

Andere reden, namelijk:

• Aanpassen aan eigen schoolsituatie

• Als je een module geeft evalueer je hem altijd voor jezelf, waarom zou je dit niet af en toe breder doen

• Dan kan ik de kwaliteit mede waarborgen.

• Dan worden ze beter toepasbaar in ons schoolsysteem

• Heb het op mijn vorige school al eens gedaan (onderbouw havo vwo)

• Het is belangrijk dat het scheikunde onderwijs blijft inspelen op nieuwe ontwikkelingen

• Het lesmateriaal is nu niet goed genoeg

• Houd wel van verandering en vernieuwing. Goed tegen "inslapen"

• Ik ben het niet altijd eens met opzet module.

• Ik doe graag iets nieuws

• Ik doe het al met mijn eigen module

• Ik zou de module zo veel mogelijk ombuigen naar mijn eigen manier van lesgeven en het belang van

de leerling voor ogen houden

• Je moet op de hoogte blijven van ontwikkelingen, dus ik doe dat al bij de methode die ik nu gebruik

• Kan dan bestaand materiaal aanpassen op de behoeften van leerlingen

• Kan ik mijn eigen draai daaraan geven

• Module naar mijn hand zetten.

• Niet alle modules "passend" zijn

• Niveau verschil aanbrengen

• Noodzakelijk voor handhaven kwaliteit module

• Verbeteren, meer oefenmateriaal etc.

• Zie reden bij ontwikkelen van modules.

• Zodat mijn leerlingen het jaar erna van beter lesmateriaal kunnen gebruik maken

Page 32: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 16

Om welke redenen zou u bestaande modules niet willen actualiseren?

Andere reden, namelijk:

• Actualiseren blijkt een traag proces; zie de NLT modules.

• Afbouwen van schoolloopbaan.

• Als je het doet, kun je het beter zelf vanaf het begin bedenken, is leuker

• Ben geen docent, maar TOA

• Dat doe ik zelf al doende, in de les in de aanvullende materialen.

• Dat geeft blijvende werkdruk en dat is de reden waarom het op den duur gaat verlopen. Uitgevers

kunnen dit beter oppakken, want die huren docenten in die zelfs geschoold worden tijdens het

schrijven (uit ervaring, meegeschreven aan Solar-anw)

• Dat kan de ontwikkelaar het beste zelf

• Dat vind ik geen uitdaging

• De manier van werken van de NS staat me tegen

• Er dan geen eenduidigheid meer, hierdoor kunnen verschillen per school ontstaan

• Er wordt te weinig gedaan met de opmerkingen uit het veld

• Ga binnen afzienbare tijd met pensioen

• Geen energie meer

• Geen modules maar een gewoon lesboek.

• Geen toegevoegde waarde voor mezelf

• Geen zin

• Heeft voor mij geen prioriteit, ik vind lesgeven belangrijker

• Het kost ook teveel tijd. Zeggen dat er genoeg tijd is, is niet reëel.

• Ik geef liever les

• Ik heb geen hoge pet op van de ontwikkelde modules

• Ik stop dit jaar met werken (FPU)

• Ik stop over ruim 1 jaar

• Ik zal ze niet gaan gebruiken

• Ik zie meer in uitvoering door uitgevers

• Ik zou liever helemaal opnieuw aan iets beginnen dan iets wat ik slecht vind verbeteren.

• Is niet zo inspirerend

• Kost teveel tijd

• Niet te combineren met fulltime leraarschap

• Probeer contexten te verzinnen die niet steeds geactualiseerd moeten worden.

• Schrijvers zelf kunnen beter actualiseren

• Simpelweg geen tijd

• Tijdgebrek

• Tijdrovend, de kwaliteit van leerlingproducten tav het materiaal kun je des te beter beoordelen als je

het materiaal langduriger gebruikt. De begeleiding kun je verbeteren bij langduriger gebruik van

materiaal.

• Vind dat de modules er niet moeten komen

• Vind ik niet leuk; ik ben meer een denker, andere mogen actualiseren

• Weinig tijd

• Wil alleen meewerken aan actualiseren als ik er zelf mee gewerkt heb

• Zie eerder. Overigens is er wel te weinig tijd en facilitering etc.

Page 33: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Zie vorige vraag. Ik baal van NS.

Vraag 17

Zijn er drempels die het voor u moeilijk maken daadwerkelijk over te gaan tot het actualiseren van

bestaande modules?

Andere drempels, namelijk:

• Andere prioriteiten op dit moment

• Andere werkzaamheden waar door het niet goed combineert

• Ben al betrokken bij een ontwikkelteam van een uitgever

• Door combineren van de functies docent en schoolleider

• Heb nog onvoldoende beeld van het vak

• Ik ben geen docent maar TOA

• Ik ben LIO / beginnend docent en heb geen tijd naast mijn opleiding

• Ik ben net gestart met een andere studie.

• Ik beslis daar niet over, ben TOA

• Ik bezit niet de tijd/energie om dit gestructureerd te doen (zal wel mijn ervaringen doorgeven van de

module waaraan we nu werken).

• Ik doe al veel andere dingen

• Ik kan niet alles doen, ik doe mee met ontwikkeling en moet keuzes maken

• Ik ontwikkel ook voor het mentoraat en kom dan in de knel met mijn vrije tijd

• Ik zou niet weten waar/hoe ik dat kan doen

• Kost relatief veel reistijd

• Mijn gezin en opleiding tot coach

• Mijn takenpakket zit vol

• Moeilijk te combineren met mijn huidige taken.

• Nog in opleiding, geen tijd etc.

• Nu nog even niet

• Op de school waar ik werk is bijna onmogelijk om de huidige modules uit te voeren

• Over eventuele facilitering moet nog gesproken worden

• Persoonlijke omstandigheden

• Start volgend jaar een master

• Takenpakket maakt dit qua omvang niet mogelijk

• Tijd (op dit moment)

• Tijdgebrek

• Volg nu deeltijdopleiding master scheikunde

• Waarschijnlijk klopt ook hier de aanname van voldoende geld en faciliteiten niet.

• We zijn er nog mee bezig

• Werkdruk

• Wordt niet gedragen binnen de sectie

• Zie antwoord bij ontwikkelen modules.

• Zorg voor mijn gezin, de agenda staat al bomvol

Page 34: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 19

Om welke redenen zou u NS modules willen ontwikkelen?

Andere reden, namelijk:

• Dan kan ik zelf de kwaliteit mede waarborgen.

• Dan zullen er modules zijn die passen bij mij; dit klinkt flauw; en is gechargeerd

• Gebruik maken van jarenlange ervaring

• Het is heel inspirerend

• Ik ben goed op de hoogte van milieuchemische contexten en concepten in relatie tot de

schoolscheikunde.

• Ik hou van creatief denken

• Ik kan daar mijn eigen opvattingen in uitdragen

• Ik schrijf al mee aan methode

• Nieuwe uitdaging iets met je vak te doen

• Scheikunde kunnen onderwijzen volgens de (vak)didactische principes waarin ik geloof.

• Zo kunnen er modulen ontwikkeld worden voor VWO en niet te veel voor VMBO

• Zo kan ik het best op de situatie op mijn school inspelen, wat past bij ons en wat niet

Page 35: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 20

Om welke redenen zou u geen NS modules willen ontwikkelen?

Andere reden, namelijk:

• Andere hobby’s

• Ben aan einde loopbaan. Geef met plezier les. Nuttig werk. Doe het goed. Onderwijs gaat me ter harte

in belang van ons land. Maar het is niet meer aan mij.

• Ben toa en geen docent, vind ook dat het niet door docenten gedaan moet worden

• Bestaande boeken aangevuld met eigen materiaal blijken prima te werken. We hoeven niet elke keer

het wiel uit te vinden, alsof elke vernieuwing/ verandering een verbetering is.

• Bijna gepensioneerd

• Bijna met pensioen

• De manier van werken van de NS spreekt mij erg tegen

• Dingen die er al lang zijn hoeven niet opnieuw!!!

• Docent heeft niet altijd overkoepelende scheikunde kennis.

• Docenten hebben handel vol aan de "core business"

• Door te weinig middelen (tijd) komt de kwaliteit in het gedrang.

• Einde schoolloopbaan is in zicht

• Er is geen tijd naast het lesgeven,als je dit goed wil doen

• Ga binnen afzienbare tijd met pensioen

• Geef nog maar weinig les, ik heb andere taken gekregen

• Geen tijd

• Geen tijd voor

• Geen zin

• Heb nog maar een paar jaar te gaan tot mijn pensioen

• Heet onderwijs kost al erg veel tijd. Pas als de lessentaak omlaag gaat en er echt werktijd beschikbaar

is lijkt het me ideaal!

• Het kost altijd veel meer tijd dan in eerste instantie lijkt. Vergoeding tijd??

• Het kost teveel tijd. Zeggen dat er genoeg tijd is, is niet reëel.

• Het kost veel tijd.

• Het laatste jaar dat ik les geef

• Het werken met modules is niet goed.

• Ik ben niet erg gecharmeerd van deze didactiek

• Ik heb al meegewerkt aan een methode en vind het zo wel genoeg.

• Ik sta niet achter de context-conceptbenadering

• Ik sta niet achter de grondbeginselen van NS dus ben maar voor mezelf begonnen.

• Ik stop dit jaar met werken (FPU)

• Ik vind dat de modules niet ontwikkeld moeten worden

• Ik vind lesgeven leuker

• Ik werk al voor een uitgever

• Ik wil geen NS

• Ik wil mee actualiseren

• Ik wil zo weinig mogelijk met de NS te maken hebben. Ik kan mijn tijd dan beter besteden aan het

ontwikkelen van lesmateriaal dat goed bij mij past.

• Ik zie geen toekomst voor de NS op de voorgestelde manier. Lagere scholen stappen momenteel

allemaal weer over op normale leermethoden

Page 36: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik zou het goed willen doen en ben er dan veel te veel tijd aan kwijt, cq krijg veel te weinig geld voor

de tijd die ik er in steek.

• Is sta niet achter NS

• Je hebt als dopcent daar te weinig tijd voor

• Kost me teveel tijd/doe al veel andere dingen op school

• Kost teveel tijd

• Laatste jaar, ik ga met pensioen

• Module onderwijs is niet goed

• Moeilijk te combineren met mijn andere functie in de school (afdelingsleider)

• Moet mezelf nog erg ontwikkelen in de nieuwe didactiek die daarbij hoort

• Nutteloos concept

• Omdat ik er geen overtuigd voorstander van ben. Lesmateriaal schrijven heb ik al (te) veel gedaan

• Ontwikkelen niet te combineren met fulltime leraarschap

• Simpelweg geen tijd voor naast de normale lespraktijk

• Te druk met andere taken

• Te druk met andere taken in school.

• Te veel andere taken, ik geef maar 7 uur les

• Te weinig tijd

• Tijdgebrek

• Waarom moet ik het wiel opnieuw uitvinden, als er al goed lesmateriaal bestaat?

• Werk moet veelal naast de lestaak gedaan worden, is dus een aanslag op sociale leven.

• Werken met NS modules is kansloos.

• Wij ontwikkelen eigen materialen binnen onze sectie. Aannemende dat andere sk secties in den lande

dit doen pleit ik voor een site waarbij dergelijke materialen digitaal en vrij toegankelijk worden

uitgewisseld.

Page 37: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 21

Zijn er drempels die het voor u moeilijk maken daadwerkelijk over te gaan tot deelname in een NS team?

Andere drempels, namelijk:

• Als ik dit zou willen (en dat lukt niet qua tijd/energie) zou ik voor een uitgever aan modules/een

methode willen werken.

• Andere werkzaamheden waarbij het niet te combineren valt ivm werkdruk.

• Baan is vol met de lessen en taken die ik heb.

• Ben al betrokken bij ontwikkelteam van een uitgever

• Dan mag ik wat ontwikkelen en staat het onderwerp al vast.. Door de directie opgelegd...

• Er zijn ook andere zaken die aandacht vragen

• Even een jaar niet (na 4 jaar wel)

• Geen tijd

• Geregel, lesuitval, inpassen, geldgebrek voor facilitering

• Hard nodig om de reguliere uren in te vullen bij gebrek aan sk docenten

• Het is voor tijdelijke aard.

• Het kost altijd veel meer tijd dan er tegenover staat

• Ik ben LIO / beginnend docent & derhalve nog druk met m'n opleiding

• Ik ben nog maar net scheikunde docent, heb nog onvoldoende overzicht

• Ik doe al veel andere niet gefaciliteerde taken

• Ik focus mij op twee vakken in de twee bovenbouw, dus heb daar momenteel weinig ruimte voor

• Ik heb geen idee welke mogelijkheden er voor mij zijn

• Ik heb net een andere studie opgepakt.

• Ik heb nu op school taken op me genomen die dat qua omvang niet mogelijk maken ( ontwikkelen

mens en techniek en scheikundeprogramma in onderbouw tto)

• Ik heb sinds dit jaar het onderwijs verlaten (maar ben altijd wel érg betrokken geweest als docent,

vandaar dat ik de enquête "stiekem" toch invul!). Overigens schrijf ik nu projectaanvragen voor veel

bedrijven in de chemie.

• Ik heb teveel andere verplichtingen

• Ik moet mijn Master Science Education & Communication nog afronden

• Ik wil concept context in plaats van andersom

• Ik zit een beetje aan mijn taks qua werkdruk/thuis

• Ik zou er uren voor moeten vragen en weet denk niet dat die beschikbaar zijn.

• Jong gezin met weinig vrije tijd

• Kan het moeilijk combineren met andere taken.

• Mijn gezin en opleiding tot coach

• Mijn leeftijd

• Momenteel 2e baan erbij

• Nog in opleiding, geen tijd en nog geen vaste baan

• Of juist een voordeel: ik werk in het vavo met voornamelijk eenjarig versnelde trajecten

• Privéverplichtingen i.c.m. De te hoge werklast in het VO (onder huidig gesternte).

• Privé

• Slecht te combineren met gezinsleven (ik denk aan onregelmatige tijden, lange dagen etc

• Start volgend schooljaar met een master.

• Te druk met gezin en baan

• Thuissituatie

Page 38: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Thuissituatie en de reistijd vanuit Zeeland

• Tijd 9op dit moment)

• Tijdgebrek

• Type onderwijs (VAVO: alle lesstof in één jaar, doelgroep erg divers

• Volg nu masteropleiding scheikunde deeltijd!

• Volgens mij wordt er veel ontwikkeld zonder te weten wat anderen al doen of hebben gedaan

• Vrije tijd die er in gaat zitten

• Werk al aan een natuurkundemethode mee, wordt te veel.

• Werkdruk

• Wij zijn als school zelf volop bezig een bètastroom te ontwikkelen, daar wil ik eerst in investeren

• Wordt niet gedragen binnen de sectie

Page 39: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 22

Aan welke randvoorwaarden moet volgens u worden voldaan, zodat scheikundedocenten de NS modules

in grote getale gaan gebruiken?

Andere randvoorwaarde, namelijk:

• Beroepsoriëntatie (Jet-Net) hoger onderwijs

• Bijeenkomsten waarop ervaringen uitgewisseld worden

• Chemisch rekenen, kloppend maken van reacties

• Coaching docent zonder ervaring met het werken in modules

• Database met kennis die leerlingen en docenten kunnen raadplegen waar ongeveer de lesstof van de

nu bestaande methode op te vinden is, inclusief oefenopgaven

• Didactiek

• Didactiek

• Didactiek (wat doe je klassikaal en wat niet...)

• Didactiek

• Facilitering op mijn school (te weinig toa ondersteuning)

• Facilitering tijdens invoering

• Het ontwerpen en de kwaliteitscontrole van toetsen

• Hoe de modules in te passen in de schoolsituatie (perioderoosters, lesuurtijd)

• ICT

• ICT

• ICT

• ICT

• Leerlijnen,

• Materiaal en middelen, In sommige modules is sprake van materiaal en apparatuur dat wij helemaal

niet hebben

• Materiaal, steeds nieuwe toetsingsmogelijkheden etc

• Materiaalvoorziening en toa-faciliteiten

• Meer WTF aan TOA's

• Nieuwe practica

• Onderlinge uitwisseling van ervaring. Evalueren bijstellen en daarna opnieuw.

• Pedagogische didactische bijscholing van docenten

• Practicum faciliteiten in de ruimste zin.

• Probleemloze organisatorische invoering

• Scholing voor de docenten, welke kant moet je op en hoe breng je dat over.

• Tijd en dus geld

• TOA capaciteit

• TOA gebied, toetsen

• Toa moet niet gek worden.

• Toetsing

• Toetsing van de stof behandeld in de modules

• Te weinig toa ondersteuning

• Uitwisseling van ervaringen (van TOA's en docenten

• Van practica (meer toa ondersteuning) dat gaat niet gebeuren

• Voldoende TOA-ondersteuning en materiële mogelijkheden (gebouwen/ruimtes etc)

Page 40: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 23

Wat zijn volgens u de voordelen voor de gebruikers van de NS modules?

Ander voordeel, namelijk:

• Aan te passen aan eigen wensen en doelen

• Als je graag zelf volgorde bepaalt, kan dat nu makkelijk

• De chemie in de echte wereld (ook onderzoek en industrie) moet dichterbij komen dan de huidige

schoolchemie

• De vraag zou conditioneel gesteld moeten worden: welke voordelen zouden de NS modules kunnen

hebben?

• Diversiteit

• Een actueler beeld van scheikunde

• Er wordt meer geleerd dan alleen scheikunde, namelijk zelf vergaren van kennis en werken in

groepen.

• Flexibel

• Flexibel, er kunnen een of meer modules ingeruild worden, zonder meteen alles te moeten vervangen

• Goed en snel aan te passen

• Je hoeft het wiel niet zelf uit te vinden, je kan gebruik maken van specifieke vakkennis en materiaal

van andere docenten.

• Je kiest uit verschillende modules die jij vindt passen bij de eindtermen. Je zit niet vast aan de volgorde

van een boek.

• Je kunt je vakmanschap beter inzetten

• Kan bijdrage leveren aan gevarieerd onderwijs (diversiteit in werkvormen)

• Leerlingen gaan op een andere manier leren werken. ZIJ gaan aan de slag, ipv de docent...

• Makkelijk aan te passen

• Meer activerende didactiek zit in modules verwerkt

• Meer afwisseling

• Meer praktijkgericht

• Meer tijd om een concept van meerdere kanten te belichten. Minder nadruk op kennis en

kopieergedrag.

• Meer verandering in lesstof mogelijk (elk jaar kun je andere module kiezen)

• Meerdere werkvormen mogelijk, meer aandacht voor vaardigheden.

• Motiverend voor docent

• Motiverend voor docenten

• Nuances: 1) huidig onderwijs is zo slecht nog niet qua motivatie lln; 2) leeftijd maakt motivatie

mogelijk (niet perse) altijd moeilijker 3) onderwijs moet niet alleen aansluiten bij leefwereld leerlingen,

maar die ook verbreden (!)

• Onderwijs kan naar eigen (sectie/school) inzicht ingericht worden

• Ontwikkelwerk/betrokkenheid zorgt voor gemotiveerde docenten; mogelijkheden voor actuele

onderwerpen.

• Veel praktisch werk. En leerling is aan het werk, docent begeleidt.

• Ze doen weer eens wat anders

Page 41: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 24

Wat zijn volgens u de nadelen voor de gebruikers van de NS modules?

Ander nadeel, namelijk:

• Absoluut geen tijd! Tevens gaat het vaak niet diep genoeg...

• Actueel houden betekent mogelijk dat de module ieder jaar anders is, waardoor deze ieder jaar

gekopieerd moet worden. Dit zorgt voor hoge kosten in een tijd dat de schoolleiding wil bezuinigen

• Algemeen gebruikte modules staan in no time uitgewerkt op internet

• Allerlei losse onderdelen voor leerlingen werkt kwijtraken e.d. In de hand

• Als alles via NS-modules gaat zal het veel te veel lestijd kosten, dus slechts enkele onderwerpen via

modules

• Bij zelf kopiëren geen gebruik van kleur mogelijk

• Dat het tegenvalt welke diepgang de leerlingen zelf weten te bereiken.

• De "cijferleerlingen" vinden het te veel werk

• De eerste vier zouden kunnen gelden. Essentieel is daarom dat de kwaliteit gewaarborgd is en dat er

voldoende achtergrond informatie etc beschikbaar is (digitaal docentenboek). Dan is zelf wat materiaal

kopiëren niet zo'n nadeel.

• De rol van de docent wordt te veel terug gebracht naar die van begeleider

• Doorlopende leerlijn niet altijd gewaarborgd

• Doorontwikkelen naar verschillende niveaus

• Dubieus uitgangspunt

• Enorme hoeveelheden extra werk door dat alles overhoop gegooid wordt.

• Er is veel meer TOA tijd nodig, en die is er echt niet op elke school!

• Er zijn geen correctie modellen zo voor handen. En niet alles loopt zoals bedacht.

• Eventueel opzoeken via Internet kost veel tijd

• Extra tijd nodig voor gemiste onderdelen, moeilijker voor leerlingen om zich op examen voor te

bereiden, kost erg veel tijd om aan te wennen, nakijken gaat extra tijd kosten

• Geen inhoudelijke en gevolgtijdige afstemming van modules; te veel modules is ook killing voor

leerlingen (net als teveel luisterlessen).

• Geen overzicht van de basisstof, b.v. Zuren & basen

• Geen systematische verwerving van sk-stof omdat de context bepalend is

• Geen uniformiteit

• Geringe flexibiliteit als je zelf niet in de ontwikkeling zit

• Het geeft de scheikunde niet de juiste aandacht

• Het is de vraag hoe goed de scheikunde nog naar voren komt, of de context niet veel te vertroebelend

is.

• Het is lastig de gewenste diepgang te bereiken

• Het kost veel tijd om het in te voeren

• Het niet behandelen van de gehele stof!

• Het voorbereiden op het huidige examen gaat even goed of beter met een kennisgerichte meer

traditionele scheikundemethode.

• Het werkt te vaak niet zoals gehoopt.

• Het wordt voor de leerlingen onoverzichtelijk als ze het jaar daarna de kennis uit de verschillende

modules moeten sprokkelen om zich voor te bereiden op het eindexamen.

• Invoertijd lang, invoerkosten

• Je moet er zelf een boekwerk van maken; lossen stencils werkt niet.

Page 42: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Kost meer tijd, heb je niet altijd

• Lastig voor leerlingen die veel structuur nodig hebben

• Leer eerst de concepten goed aan en dan pas gaan nadenken over contexten

• Leerlingen raken losse blaadjes kwijt

• Leerlingen raken losse stencils kwijt

• Leerlingen weten niet altijd wat ze nu moeten leren

• Leerlingen, zowel havo als vwo, hebben een hekel aan veel leeswerk en weten niet meer exact wat ze

wel of niet moeten leren. Het leidt tot vervlakking van kennis. De weerstand van leerlingen voor het

veel moeten lezen en verwerken in erg korte tijd komt ook.

• Mag niet ten koste gaan van de diepgang.

• Mijn leerlingen hebben aangegeven niet tevreden te zijn over NS. Zij werken liever vanuit concepten

• Moeilijk overzicht te houden wat leerlingen mee bezig zijn

• Moeilijk stofdekkende reeks te maken/kiezen

• Moet regelmatig geactualiseerd worden, veel organisatie nodig

• Momenteel zijn de modules te 'sturend' geschreven, wat voor zowel leerling als docent soms erg

onhandig blijkt.

• Niet alle concepten worden gedekt

• Niet alle scholen hanteren eenzelfde programma

• Niet altijd even motiverend voor leerlingen...

• Niet uitdagend. Docent zit in nog strikter jasje dan met een gewoon lesboek.

• Niveau is veel te laag

• Onoverzichtelijk voor leerlingen

• Onoverzichtelijkheid, ontbreken eenheid.

• Onzekerheid voor trouwe schoolse leerders door wisselende aanpak

• Overspannen TOA's

• Overzicht voor de leerling ontbreekt, structuur van het vak; wat moet ik nu leren?

• Per se context concept ipv andersom

• Risico van het niet dekken van de stof

• Slecht concept

• Status stapel "kopietjes" onvergelijkbaar met solide, hardcover boek

• Te omslachtig en kost teveel tijd

• Te veel practica, practica zoals ze staan beschreven werken niet of kunnen beter

• Te veel werken met modules geeft logistieke problemen, de leerlingen worden er moe van en worden

het zat.

• Te weinig overzicht, samenhang

• Te weinig vakstructuur en chemische samenhang

• Vakinhoud te versnipperd aan leerlingen aangeboden. Essentieel is de samenhang tussen de diverse

onderwerpen en ook tussen de verschillende exacte vakken.

• Veel concepten binnen een thema/context laten de grote vakinhoudelijke lijnen vervagen

• Veel leerlingen willen dat helemaal niet, slechts een mi kleine doelgroep, die veel van zich laat horen.

• Veel leeswerk, teveel als meer vakken zo werken

• Veel meer contacttijd nodig. Misser van stuurgroep NS: van minister/kamer meer onderwijstijd voor

het vak eisen.

• Veel uitzoekwerk en er is een breder kennisniveau nodig bij de docent. Niet iedere docent zal dit

aankunnen.

• Vereist een andere didactiek, die ik me nog niet eigen heb gemaakt

Page 43: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Verlies aan heldere leerstofstructuur.

• Versnippering, geen goede basis

• Vgl. Twee, omdenken van je 'eigen' didactiek...; ik merk dat ik daarin niet zo flexibel ben

• Voor de leerlingen rommelig en onoverzichtelijk

• Voorlopig is voor mij niet duidelijk wat straks de nieuwe eindtermen zijn. Dit moet wel duidelijk per

module worden aangegeven

• Vwwl laptopgebruik in de klas

• Waarborgen eindtermen en leerlijnen

• Weer een onderwijs verandering

• Weinig oefenstof

• ZEER afhankelijk van de wil van docenten

• Zie eerder geplaatste opmerkingen

• Zie vorige toelichting

• Zwakke leerlingen leunen sterk op het van buiten leren van stof. Zij leunen zwaar op

conceptbenadering.

Page 44: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 28

Zou u nogmaals een NS module willen gebruiken, actualiseren of ontwikkelen? (meerdere antwoorden

mogelijk)

Ja, willen gebruiken

Waarom wel?

• Aansluiten bij belevingswereld van leerlingen

• Afwisselender voor de leerlingen.

• Als afwisseling van het boek. Maar dan moet het wel een stuk goed vervangen.

• Andere, leukere, manier van lesgeven. Leerlingen moeten een actievere houding aannemen om zich de

stof eigen te maken. Hopelijk doen ze dat dan ook en leren ze meer.

• Belevingswereld van de leerlingen staat dichter bij

• Betekenisvol lesgeven gaat m.i. Beter met contextrijke modules.

• Betere motivatie van de leerlingen

• Binnenkort zijn de NS modules verplicht. Het is handig om ervaring opgedaan te hebben.

• Het is motiverend voor mezelf en voor de lln.

• Het biedt een actueler en concreter beeld van de mogelijkheden van de chemie.

• Concrete context als aanvulling zorgt voor een groter raakvlak met de realiteit en inlevingsvermogen

• Context-conceptbenadering spreekt mij en hopelijk ook de leerlingen aan.

• Context-conceptonderwijs duidelijker voor leerlingen, het is nu achterhaald aan het raken.

• Context rijke omgeving voor de leerlingen

• De huidige leerling vereist een (totaal) andere aanpak. Bovendien geeft verandering/vernieuwing

weer een nieuwe impuls aan het lesgeven.

• Dicht bij leerlingen

• Gebruik ze al een tijdje en dit bevalt mij goed

• Gebruik ze al een van de pilotscholen

• Gewoon om te kijken of de leerlingen echt profijt van hebben.

• Goed passend en toegesneden op onze sectie- en schoolpraktijk

• Goede afwisseling naast de methode voor onderwerpen die leerlingen minder moeilijk vinden

• Goh, heb ik toch net ook al aangegeven.

• Ik vind het een goede manier om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen. Ook is het

motiverend om nieuwe contexten te gebruiken.

• Grotere keuze vrijheid

• Handig om wat extra's te doen als er tijd overblijft in bv. Klas 3.

• Heb ik al ingevuld

• Het feit dat een module zeer slecht is bevallen betekent niet dat alle modules slecht zijn. Het is goed

mogelijk dat ik met behulp van een ander module mijn onderwijs kan verbeteren.

• Het idee van context-concept vind ik interessant.

• Het is de toekomst

• Het is uitdagend. Leerlingen worden aan het werk gezet en dat is een mooi proces. Het levert ook

inzicht in het verband tussen chemie en samenleving.

• Het onderwijsrendement van (NS) modules is nagenoeg hetzelfde. Echter de leerlingen zijn actiever

met leerinhouden bezig en vinden het daarom leuker.

• Het werken met modules is afwisselend en stimulerend. Het houdt je ls docent scherp.

• Het zijn leuke onderwerpen met veel bronnen en praktische opdrachten.

Page 45: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik ben er inmiddels helemaal mee vertrouwd en zie de blauwe leerlijn als een krachtige manier om de

leerling zelf te laten nadenken, redeneren en groepsgewijs te laten werken

• Ik ben in principe ook gebonden aan het beleid van de sectie, en die gebruikt al jaren deze modules.

• Ik gebruik nu al 3 jaar enkele modules in 3 en 4 havo en leerlingen zijn meestal wel gemotiveerd.

• Ik gebruik ze al

• Ik gebruik ze al

• Ik merk bij NLT dat het motiverend werkt om met losse modules te werken. Ook kan er dan

onderscheid worden gemaakt tussen NG en NT modules en de school dus aan sterkere profilering kan

werken (in mijn ogen noodzakelijk)

• Ik sta wel open voor nieuwe ontwikkelingen en probeer graag uit of ik de leerlingen hiermee nog beter

scheikunde kan geven. Het geeft ook meer variatie in de didactische werkvorm en dat is altijd goed.

De leerlingen zijn heel actief en betrokken.

• Ik vind een aantal modules wel interessant, en hopelijk ook leuk voor de leerlingen.

• Zolang ze binnen onze methode zijn in te passen, lijkt het me leuk om te doen.

• Ik vind het een goed idee. En ik ga zeker een mix zoeken tussen, zoals ik al zei, NS, methode en eigen

materiaal

• Ik vind het leuk om ermee te werken. Het is voor leerlingen motiverend.

• Ik heb er tot nu toe pas één gebruikt en zou er meer willen uitproberen omdat ik dan een beter beeld

krijg.

• Ik werk op een zelfstandig gymnasium en ben regelmatig op zoek naar verdieping van de leerstof.

• Er zijn modules die zich daar prima voor lenen.

• Ik wil graag meehelpen aan de tendens om meer bij de leefwereld van jongeren aan te sluiten en laten

zien dat scheikunde een leuk nuttig en belangrijk vakgebied is.

• Ik wil me erin blijven ontwikkelen en trainen, ook al ben ik vrij kritisch over NS

• Integreren in eigen methode

• Je moet wel...

• Leuke actuele onderwerpen

• Leuke afwisseling naast het huidige programma

• Motiverend

• Motiverend en bovendien beklijft zelf opgedane kennis beter

• Motiverende didactiek, als oefentuin voor als het nieuwe examenprogramma ingesteld wordt

• Na verloop van tijd zo nu en dan eens een module houd leerlingen beter bij de les. Daar moet ik wel

tijd voor vrij kunnen maken. Wellicht volgend jaar weer eens.

• Nieuwe ervaring opdoen. En ondervinden of ze aanspreken bij de leerlingen en ook voldoende niveau

hebben.

• Nieuwe invalshoeken leren kennen

• Om de lesstof op een andere manier aan de leerlingen aan te bieden

• Om het scheikunde onderwijs eigentijdser en interessanter te maken

• Om variatie in het onderwijs te brengen

• Om voor leerlingen een beter inzicht te geven, waarom ze bepaalde theorieën moeten leren.

• Omdat de manier van werken voor leerlingen motiverend is, en omdat de modules aansluiten bij

actuele chemie

• Omdat er dan meer inzicht is in de bestaande modules, zodat er dan echt nieuwe modules kunnen

worden ontwikkeld indien dat in een behoefte voorziet.

• Omdat het de leerlingen motiveert

Page 46: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Omdat het modules zijn die leerlingen beter laten leren en beter motiveren en ook nieuwe

ontwikkelingen en toepassingen binnen de chemie laten zien

• Omdat het nodig is dat we onze manier van lesgeven gaan aanpassen aan de leerlingen. Deze zullen

veel meer onthouden als er volgend het "need-to-know" principe wordt gewerkt

• Ondanks de nadelen sta ik toch positief tegenover de modules. Voor mijzelf vind ik de afwisseling een

voordeel en voor de leerlingen is het, volgens mij, een voordeel dat ze actiever met de stof bezig zijn

• Op de hoogte blijven van de nieuwe gang van zaken

• Positieve ervaring met een module

• Slechts als aanvulling, stukje van het programma; maximaal 1 module per leerjaar

• Sommige modules hebben een zeef goed uitgewerkte zelfstandige didactiek. Ook is het materiaal

gemakkelijk aan te passen aan de situatie op school.

• Sommige modules sluiten goed aan bij mijn eigen lespraktijk.

• Stimulerend voor leerlingen, mits de concept goed bijgeleverd of uitgelegd wordt

• Ter afwisseling

• Ter afwisseling. Leerlingen houden van afwisseling (en docenten ook)

• Ter vervanging van een hoofdstuk. Bijvoorbeeld het hoofdstuk industrie. De mogelijkheid voor

verdieping is zeker aanwezig en als afwisseling motiveert het leerlingen wel degelijk.

• Vanwege de noodzaak tot vernieuwing en opwekken van enthousiasme bij lln.

• Voordelen: dicht bij belevingswereld ll

• Was best leuk, maar moet wel aangepast worden

• Wil ik maar beperkt

• Zie de voordelen die ik bij eerdere vragen genoemd heb

• Zie eerdere antwoorden

• Zie voorgaande antwoorden

• Zie voorgaande vragen

• Zoals al vermeld ontwikkelen we alle modules op havo en vwo zelf

Waarom niet?

• Af en toe indien logistiek mogelijk

• Context-conceptbenadering is niet goed.

• Eerst concept aanleren en dan pas context. Basis scholen stappen momenteel weer allemaal over op

concept rijk leren zonder contexten met name in het rekenonderwijs. Contexten horen thuis mijns

inziens in laatste fase van het examenjaar of op het HBO/ WO.

• Enorme hoeveelheden extra werk zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van nieuwe vraagstukken die bij

de gekozen contexten passen. Vraagstukken die nu goed in elkaar steken en over bijvoorbeeld het

hoofdstuk scheidingsmethoden gaan, worden nu waardeloos d.

• Gebrek aan niveau / uitstraling, amateuristisch van opzet, veel te veel vragen en tekst, teruglezen

theorie niet goed geregeld, hobbyisme druipt er vanaf, aansluiting tussen de modules volstrekt

ontoereikend

• Het dekt de scheikunde niet op de juiste manier

• Ik sta totaal niet achter het concept van de NS modules.

• Kost teveel tijd, leer opbrengst te laag, te intensief voor docent

• Nutteloos concept

• Omdat de huidige werkwijze prima voldoet.

Page 47: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Omdat ik van menig ben dat je geen goede leerlijnen zijn. En verder vindt ik dat context-

conceptbenadering ten koste gaat van de zwakke leerlingen. Bovendien denk ik dat het kennisniveau

van de leerlingen achteruit zal gaan.

• Past totaal niet binnen de huidige schoolstructuur. Vereiste contacturen zijn er gewoon niet.

• Slecht voor zwakke leerlingen

• Tevreden met de methode Chemie

• Zie voorafgaande argumenten.

Ja, willen actualiseren

Waarom wel?

• Aanpassen aan de eigen situatie

• Alleen als het een leuke klus is.

• Als je het gebruikt kom je meestal zaken tegen waarvan je denkt: dat zou anders kunnen

• Samenwerking met collega's werkt motiverend(maar kost wel tijd)

• Contexten moeten actueel blijven

• Dat doe ik ook al

• Dat moet je wel doen als je een module in je eigen lespraktijk wilt gebruiken; je moet een boek

tenslotte ook actualiseren in die zin dat je het boek naar je hand moet zetten.

• De modules zijn niet altijd helder: foute verwijzingen, veel onduidelijkheden, voor de leerling soms

totaal niet overzichtelijk (ecoreizen)

• Doen wij nu al voor intern gebruik

• Een leuke manier voor docent en leerlingen om met scheikunde bezig te zijn

• Eigen inbreng; alles is ten slotte voor verbetering vatbaar.

• Eigen inzichten verwerken

• Geeft weer nieuwe inzichten en nieuwe motivatie voor het lesgeven

• Goed passend maken en toegesneden op onze sectie- en schoolpraktijk

• Het is belangrijk dat de modules up-to-date blijven en in gaan op de nieuwste ontwikkelingen in de

chemie

• Het is nodig om dit te doen en k vind dat je daar als docent een soort verantwoordelijkheid voor hebt

• Het materiaal up-to-date houden

• Houdt je scherp en zorgt er voor dat je nog meer stilstaat bij hoe je de stof met leerlingen behandelt.

• Hulp bieden aan ontwikkelaars

• Ik draag graag bij aan de nieuwe ontwikkelingen omdat ik ze belangrijk vind en omdat het bijdraagt

aan mijn persoonlijke ontwikkeling als docent

• Ik heb al veel modules bekeken en doorgespit. Vaak moeten ze toch worden aangepast aan de op

school beschikbare mogelijkheden en verder gaan de ontwikkelingen zo snel dat je zal moeten blijven

aanpassen om bij te blijven.

• Ik heb een aantal modules aangepast bij datgene wat mogelijk is en was op mijn school

• Ik pas ze toch aan voor eigen gebruik. Daar mogen anderen wel van meegenieten.

• Ik vind het belangrijk dat de modules altijd actueel blijven

• Ik vind het belangrijk dat er up to date lesmateriaal is

• In de modules die ik tot nu toe gezien heb staan onvolkomenheden of contexten waar op dit moment

geen aandacht meer voor is. De contexten moeten worden aangepast naar actuele contexten waar

mogelijk.

Page 48: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• In het kader van een ontwikkelgroep nieuwe scheikunde waar ik zitting in heb.

• Interessant, uitdagend.

• Interessant om tot een beter product te komen samen met andere collega's

• Is nodig en nuttig. Gezellig met collega's met je vak bezig

• Je kunt niet 5 jaar actueel blijven zonder bewerken. Ook je eigen inzichten veranderen.

• Je leert meer over de nieuwste ontwikkelingen.

• Contacten buiten de eigen school zijn zeer inspirerend.

• Het is leuk om te werken aan een concreet product dat je even later in je lespraktijk kunt gebruiken.

• Kan

• Leerzaam voor docent

• Leuk om te doen, maar tijd....?

• Modules ook/beter geschikt maken voor niet-blauwelijngebruikers

• Na een eerste ontwikkelronde loop je in de praktijk tegen onvolkomenheden en onmogelijkheden aan

• Nag enkele jaren raken modules gedateerd en moeten met nieuwe voorbeelden en contexten geüpdate

worden

• Om een bepaald hoofdstuk uit de bestaande methode op een andere manier aan te bieden

• Om het niveau op VWO te krijgen.

• Om het zo aan te passen dat het binnen ons schoolsysteem past. Je hebt namelijk beperkingen in

materialen, apparatuur en practicumlokalen.

• Om meer inzicht te krijgen in de didactische achtergrond van een module en deze te

verbeteren/actualiseren waar nodig

• Omdat dat nodig is bij sommige om aan te passen aan het soort leerling (gymnasium)

• Omdat een geleidelijke overgang van de klassieke naar de nieuwe schoolscheikunde gemakkelijk kan

plaatsvinden.

• Omdat het vak dat nodig heeft (en ontwikkelen best snel gaan)

• Uitdagend! Op de hoogte blijven van de hedendaagse chemie.

• Verbeteren van bestaande modules

• Vind ik leuk werk.

• Zoals al vermeld ontwikkelen we alle modules op havo en vwo zelf

Waarom niet?

• (nog) Niet voldoende kennis voor.

• Als ik niet achter de grondbeginselen kan staan, zou het raar zijn om de actualiseren. Daar komt bij: ik

schrijf momenteel mijn eigen lesmethode en daar ben ik druk zat mee.

• Als via CAO geregeld wordt hoeveel taakuren een docent hiervoor moet krijgen, is hierover te denken.

Zolang iedereen voor zich het moet regelen of met de MR hangt het van de welwillendheid van

directie af. Ik weiger om dit buiten mijn baan (en dus salaris) te doen.

• Conflict of interest

• Dan moet er zoveel aan veranderen, onbegonnen werk

• Dan werk je aan een module, die er vakinhoudelijk al staat. Dan mis je de uitdaging van het zelf

uitzoeken en uitproberen.

• Dat mag de ontwikkelaar zelf doen. Hij/zij heeft de contacten en het overzicht.

• Eerst moet ik me er dan in verdiepen en overleg met de mensen die het geschreven hebben lijkt me

dan ook nodig. Kunnen ze het beter zelf doen.

• Er is al teveel aan gebeurd.

• Geen tijd & te weinig onderwijservaring

Page 49: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Geen tijd (zie een van de vorige vragen)

• Geen tijd ivm jong gezin

• Geen tijd.

• Geen uitdaging saai

• Geen zin.

• Ik geef les geen tijd voor

• Ik heb geen zin om het werk van anderen aan te passen.

• Geen tijd.

• Ik heb genoeg andere dingen te doen.

• Ik vind het lastig om aan het werk van anderen te komen. Wie ben ik om te zeggen dat een module

niet meer goed is ...

• Ik voel me daar niet toe in staat.

• Is voor ontwikkelaar

• Kost veel te veel tijd, actualiseren moet zeker om de 2 jaar

• Nog niet genoeg ervaring als docent.

• Nutteloos concept

• Omdat de huidige werkwijze prima voldoet.

• Omdat er nog geen systeem is om de geactualiseerde modules weer algemeen beschikbaar te maken.

• Kost veel tijd.

• Tast eigenaarschap van de oorspronkelijke ontwikkelaars aan.

• Onvoldoende faciliteiten

• Op dit moment zie ik niet waar ik de tijd vandaan moet halen.

• Overbodig en werkt verwarring in de hand: verschillende versies van verschillende modules in

omloop. Voor de TOA weer extra werk, terwijl het al veel te arbeidsintensief is! Er is een grens aan

flexibiliteit

• Stop over ruim 1 jaar

• Te weinig inspirerend

• Te weinig tijd

• Tijd

• Tijdgebrek, problemen met te veel lesuitval

• Valt in herhaling een paar vragen terug ook al beantwoord

• Veel werk. Terwijl ook zelfstandig een hoop kan. Dus niet vanuit een groep.

• Weet niet

• Zie er geen noodzaak voor

• Zit aan het einde van mijn carrière en ben mij aan het concentreren op andere zaken. Ken het

ontwikkelen van modules goed vanuit het vak NLT

• Zoals gezegd, niet te combineren met fulltime leraarschap. De Modules moeten goed uitgebalanceerd

zijn. Dit is een zware, tijdrovende taak. Je ziet modules waarin geforceerd onderwerpen gepropt

worden, die niets met elkaar te maken hebben.

Page 50: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Ja, willen ontwikkelen

Waarom wel?

• Professionalisering. Scepsis meebrengen in ontwikkeling; onderwerp en concepten beter in de hand

• Actuele contexten inpassen

• Als ik tijd en faciliteiten zou hebben: Zo kan ik iets neer zetten wat bij mij en mijn school past en goed

realiseerbaar is.

• De combinatie van onderwerp en context raakt de leerling. Dit effect is na enkele jaren uitgewerkt en

door een nieuwe combinatie van onderwerp en context(en) worden aangevuld of vervangen.

• Dit doe ik al

• Een nieuwe uitdaging

• Eigen ideeën toepassen

• Eigen inzichten in praktijk brengen

• Eigen ontplooiing en interesse in contacten met bedrijfsleven en universiteiten. Ik vind onderzoek

doen zelf leuk.

• Er is zoveel echt slecht materiaal dat ik best zou willen meewerken aan de paar goede dingen die er

zijn.

• Er zijn nog genoeg zaken die omgezet zouden kunnen worden in een module voor het vo.

• Gaten vullen over onderwerpen die nog niet (voldoende ) beschikbaar zijn

• Ik heb er zelf al een gemaakt.

• Ik hou van de creatieve kant van het ontwikkelen. Het bedenken wat leerlingen leuk vinden en op hun

belevingswereld aan te sluiten.

• Ik vind dat enorm leuk werk om te doen. Je bent op een zeer positieve manier met onderwijs bezig

• In het kader van een ontwikkelgroep nieuwe scheikunde waar ik zitting in heb. Ontwikkelen heeft

mijn voorkeur boven actualiseren, omdat het uitdagender en vernieuwender is.

• Interessant, uitdagend.

• Je hebt expertise opgebouwd: die "wil eruit".

• Je leert meer over de nieuwste ontwikkelingen.

• Contacten buiten de eigen school zijn zeer inspirerend.

• Het is leuk om te werken aan een concreet product dat je even later in je lespraktijk kunt gebruiken.

• Leuk om te doen

• Leuke diepgang naast doceren, leerzaam en veel contact met andere docenten.

• Lijkt me leuk en daarbij leer ik er zelf van

• Nieuwe input geven aan het chemie onderwijs samen met andere collega's

• Om betrokken te zijn bij de vernieuwingen en meer afwisseling in de baan.

• Om me te kunnen verdiepen in het proces van lesmateriaal ontwikkelen over een actueel chemisch

onderwerp en op een concept-contextbenaderingsmanier

• Omdat dat het leuk is en de manier om veranderingen verder gestalte te geven, want we zijn er nog

niet.

• Omdat er in de loop der tijd voldoende modules moeten komen die zodanig gecombineerd kunnen

worden dat de eindtermen van de (huidige) examens kunnen worden gedekt.

• Omdat het altijd beter kan

• Ontwikkelen biedt de kans nog meer mee te helpen sturen en een eigen bijdrage te leveren aan

vernieuwing van het scheikunde onderwijs. Ook het samenwerken op inhoud met collega- scheikunde

docenten vind ik leuk.

• Passend onderwijsaanbod maken

Page 51: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Schrijven en ontwikkelen van dingen vind ik leuk.

• Sommige van de modules die we gebruiken zijn ronduit uit de tijd en kunnen vierkant vervangen

worden.

• Uitdagend voor mezelf.

• Uitdagend! Op de hoogte blijven van de hedendaagse chemie.

• Uitdaging als het onderwerp mij interesseert en er leuke collega's zijn die het ook willen

• Verruimen van mijn eigen horizon

• Voor persoonlijke ontwikkeling.

• Zoals al vermeld ontwikkelen we alle modules op havo en vwo zelf

• Zoals vermeld ben ik al ontwikkelaar bij een uitgever.

Waarom niet?

• (nog) niet voldoende kennis voor.

• Ben ik niet geschikt genoeg voor.

• Conflict of interest

• Daar heb ik nu geen tijd voor.

• Dat is te veel roofbouw op mijn vrije tijd.

• De NS modules zijn een volstrekt verkeerde wijze van lesgeven met de kaders die wij kennen.

Ontwikkelen heeft dus geen zin.

• Er zijn er al meer dan genoeg! Eigenlijk al teveel.

• Er zijn er genoeg

• Geen tijd

• Geen tijd & te weinig onderwijservaring

• Geen tijd (zie een van de vorige vragen)

• Geen tijd voor, de schoolleiding overbelast me nu al steeds meer

• Geen tijd.

• Geen tijd.

• Geen zin.

• Geen tijd

• Ik ben geen schrijver. Heb moeite mijn gedachten en ideeën onder woorden te brengen. Kortom: het

ligt me niet.

• Ik geef les geen tijd voor, bovendien uitgeverijen leveren beter materiaal

• Ik heb daar geen tijd en vooral geen geduld voor. Daarnaast mis ik daar de creativiteit voor.

• Ik heb er niet voldoende vertrouwen in dat het goed komt, jammer van de tijd.

• Het scheikunde onderwijs wordt te vrijblijvend onder de noemer van actueel zijn

• Ik voel me daar niet toe in staat en het lijkt me geen leuk werk

• Kost nog meer tijd. Op school gebruiken wij in klas 1 en 2 een eigen natuuronderwijsmethode.

Actualiseren en ontwikkelen van thema's daarvan kost al enorm veel tijd. Ik merk na 28 jaar onderwijs

dat het wel een keer goed is om daar mee bezig te zijn. Er m

• Kost teveel tijd

• Kost teveel tijd.

• Monnikenwerk

• Nog meer werk. Heeeeeeel veel werk

• Nog niet genoeg ervaring als docent.

• Nutteloos concept

• Nvt

Page 52: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Omdat de huidige werkwijze prima voldoet.

• Onvoldoende facilitering/tijd

• Op dit moment zie ik niet waar ik de tijd vandaan moet halen.

• Te veel tijd, ik heb daar momenteel geen ambitie meer voor, bovendien heb ik zelf nog teveel

vraagtekens of dit echt wel de goede weg is met de nieuwe sk. Het afgelopen jaar dramatische

resultaten bij de leerlingen.

• Te weinig ervaring.

• Te weinig tijd

• Teveel uitdaging..langzaam geen geduld voor

• Tijd

• Tijdgebrek.

• Tijdgebrek.

• Tijdsinvestering

• Veel te veel tijd.

• Wil ik op zich ook wel, maar niet binnen nu en een half jaar. Ik werk nu aan iets dat een module NLT

moet worden: onderwerp eiwitkristallografie (maar die modules lijken heel veel op Nieuwe

Scheikunde...) Het afronden van dit schrijfwerk duurt nog wel een

• Zie bij actualiseren

• Zit aan het einde van mijn carrière en ben mij aan het concentreren op andere zaken. Ken het

ontwikkelen van modules goed vanuit het vak NLT

Page 53: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 30

Professionaliseren kun je als docent op verschillende manieren doen: op didactisch gebied, op

onderwijskundig gebied, op vakinhoudelijk gebied, etc.

Anders, namelijk:

• Afstemming en samenhang, doorlopende leerlijnen per vak, bèta-afstemming per leerjaar

• Algemene didactiek+ hoe motiveer je leerlingen die school niet belangrijk vinden,zonder dat je het

niveau van het vak verlaagd

• Beter leren 'afdalen' en bevatten niveau van leerlingen. Beter begrip van waar de misconcepties door

ontstaan of vandaan komen.

• Coach-/leiderschapsvaardigheden

• Combi vakinhoud en werkvormen in klas

• Combinatie concepten en practica

• De samenhang in het vak scheikunde tonen: dat vereist intellectuele inspanning, maar het loont.

• Een mix; vooral de nieuwe concepten en contexten waarin geheel nieuwe zaken aan de orde komen.

• Eigenlijk is alles van belang, maar de vakinhoud staat toch voorop, en dan maakt het niet uit of

concept of context

• Gebruik van ict als hulpmiddel bij chemie

• Geen

• Ik ben goed op de hoogte, en zo niet, dan probeer ik een cursus op dat gebied te volgen.

• Klassenmanagement met meer aandacht voor verschillen

• Management

• Meer lesuren zodat ik met de leerlingen meer tijd kan besteden aan actuele

onderwerpen/toepassingen

• Niet

• Niet meer

• Ontwikkeling van practicum en praktische opdrachten

• Tijdbeheer

• Werkvormen gekoppeld aan vakdidactiek (ik kan dit niet los van elkaar zien)

• Zelf schrijven van lesmateriaal, op eigen gebruik gericht.

Page 54: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 32

Denkt u dat de ingeslagen weg van de NS zorgt voor meer professionaliteit in de zin van dat

scheikundedocenten beter op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in de chemiepraktijk dan nu

gebeurt?

Ja, zeker

• Concepten worden of kunnen worden geplaatst binnen actuele contexten

• Contacten met bedrijven geven docenten zicht op wat daar gebeurt. Dit kan ook binnen JetNet.

• dat heb ik zelf gemerkt toen ik de modulen van de VNCI bekeek

• docenten leren met elkaar, in de praktijk, om onderwijs vorm te geven in de klas. denken en praten

hierover en dat is erg belangrijk, want de docent bepaalt 9ook in de nieuwe situatie) wat er gebeurt in

de klas en op welke niveau.

• Door de actualisering en de flexibiliteit en door de RSP's.

• Door de modules kom je in contact met veel scheikunde uit de praktijk van bedrijven, universiteiten,

etc.

• door zelf materiaal te ontwikkelen blijf je vanzelf op de hoogte van "het veld" (als het goed is!)

• een beetje chemiedocent is geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen!

• er van uit gaande dat een docent zijn lessen voorbereidt, wordt vanzelf de professionaliteit vergroot.

• het werken met modules dwingt je om de nieuwe ontwikkelingen bij te houden

• In de modules komen actuele ontwikkelingen van verschillende vakgebieden binnen de scheikunde

aan bod.

• Je moet er wel voor open staan, maar ik vind het een belangrijke grondhouding van een mens, en

zeker een docent, om te blijven werken aan een professionele uitvoering van je vak. Je laat daarmee

ook aan leerlingen zien dat kennis voortdurend verdiept, ver

• Veel modules laten nieuwe ontwikkelingen en toepassi ngen binnen de chemie zien, vooral de

modules voor de hoogste klassen in havo en vwo.

Ja, waarschijnlijk

• Actuele voorbeelden worden gebruikt in de modules, daardoor krijgen docenten ook mee wat er

recent gebeurd. Bovendien heb je kans dat ze nog dingen gaan nazoeken als ze het in de modules

tegenkomen.

• Als de docenten de NS modules daadwerkelijk gaan gebruiken, wel!

• Als er voldoende scholen en docenten aan meewerken, dan krijgt ook de "oudere garde" mogelijk een

beter inzicht in wat je met de context/concept benadering op actuele onderwerpen kunt doen.

• als je met nieuwe dingen bezig bent, doe je meer, bekijk je meer en zie je meer nieuwe dingen

• Als link met bedrijfsleven gegarandeerd blijft, moet dat lukken

• denk dat ik zelf redelijk op de hoogte ben, maar oudere collega's misschien wat minder, dan kan dit

wel helpen.

• Door de contextgerihtheid worden docenten gedwongen om de ontwikkelingen bij te houden/

• door je erin te verdiepen ga je je wellicht orienteren op de beroepspraktijk

• Een professional zou zijn vak sowieso goed moeten bijhouden. De ingeslagen weg van NS kan dat wel

gemakkelijker maken.

• Het oude examenprogramma gaat uit van de kennis van 1950. Het nieuwe scheikunde programma

ook, maar het blijkt dat je met deze kennis wel toegang hebt tot het begrijpen van nieuwe

ontwikkelingen. Dat wordt nu meer benadrukt.

• iets nieuws stimuleert mensen altijd

Page 55: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik ga ervan uit dat de modules aansluiten op de huidige praktijk. Dus aansluit op recente

ontwikkelingen

• Je gaat in elk geval nieuwe wegen bewandelen en daar moet je je dan altijd wel weer even in

verdiepen.

• Je kunt als docent ook zonder de NS modules goed op de hoogte blijven van ontwikkelingen in de

chemiepraktijk

• Je pikt door de modules toch hier en daar wat mee en omdat het onderwijs veranderlijk is (ik bedoel je

kunt nog eens een keer van module wisselen) blijft dat proces gaande.

• Jonge collega's schieten vakinhoudelijk tekort

• meer aandacht in de vaktijdschriften en het benaderen van de scholen om NS te stimuleren, zo ook de

bijeenkomsten Woudschoten, Nijmegen en ......

• meer docenten willen meer zelf keuzes maken over de leerstof dan met een kant en klaar lesboek

• Mits de leerstof in de modules wordt gevoed door actuele onderzoeken in het bedrijfsleven en op

universiteiten, zal dit zeker een verrijking zijn ten opzichte van een schoolboek dat al snel 5 of meer

jaren mee moet gaan

• Nieuwe concepten én contexten vereisen vakinhoudleijke studie

• Nieuwe conteksten werken "vernieuwend", het gevaar is dat er (te) weinig docenten de tijd

nemen/krijgen om zich er goed in te verdiepen.

• onderwerpen zijn in een modern jasje gestoken waardoor je met de tijd meegaat

Misschien

• Alleen als er voortdurend gewerkt wordt aan actualisering van de contexten

• Als de modules van een werkelijk hoog niveau waren zou het misschien wel kunnen, maar dan

zouden de docenten eigenlijk nageschool moeten worden op dat gebied: en dat is meer dan alleen

maar een docentenhandleidinkje bestuderen: dat is te weinig om echt bo

• als er voldoende tijd voor kan worden gemaakt

• Als je als docent je vakliteratuur bijhoudt, blijf je ook goed op de hoogte.

• Chemische industrie etc. zou bij de politiek daadkrachtig moeten pleiten voor uitbreiding lesuren

scheikunde. Dan pas is er ook meer tijd om actuele onderwerpen bij leerlingen onder de aandacht te

brengen en motiveert docenten om beter op de hoogte te bli

• Dat hangt niet af van NS of "oude scheikunde", maar van de interesse van de docent.

• dat lijkt me vooral ook een persoonlijke instelling.

• De gemiddelde docent zal niet elk jaar andere modules kiezen, maar modules die goed bevallen zijn

(of naar eigen wensen aangepast) herhalen. Daardoor leert hij/zij slechts beperkt iets bij.

• De meeste docenten zullen zich wel op de hoogte houden van ontwikkelingen op hun vakgebied via

bv Scientific American of het internet of wetenschapsbijlages van de krant of..

• De tijddruk geeft onvoldoende tijd om dit ideaal haalbaar te maken

• Docent bepaalt zelf waar hij aandacht aan geeft

• door het gebruik van de modules heb je niet automatisch contact met bedrijfsleven en instituten.

• Een goede docent is zonder modules ook al op de hoogte van de praktijk. Of dit inzicht nadrukkelijk

versterkt wordt vind ik nog onduidelijk.

• een module wordt aangeschaft en hier blijven ze mee werken

• Er is nog onvoldoende kennis en ervaring opgedaan om goed te kunnen evalueren of

scheikundedocenten beter op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in de (milieu)chemiepraktijk.

• er zal eerst moeten blijken dat meer scheikundedocenten de NS echt gaan omarmen

• Er zijn al een heleboel manieren om op de hoogte te blijven, het hangt van de docent af wat die doet.

Page 56: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Er zijn heel veel mooie initiatieven, maar tijd (geld) blijft toch de beperkende factor

• gedwongen veranderingen wekken weerstand op.

• enthousiasme kan noet afgedwongen worden

• Hebben docenten voldoende tijd om zich te verdiepen?

• Het hangt nog steeds helemaal van de docent zelf af, of hij/zij gewoon de module doorloopt of er met

de lln intensief mee aan de slag gaat. Alleen in het laatste geval zal het de professionaliteit van de

docent ten goede komen.

• Het is mogelijk dat collega's modules NS nodig hebben om op de hoogte te blijven van actuele chemie

maar dan kennen zij de bronnen niet om op de hoogte te blijven van de actualiteit. Dat vind ik

vreemd.

• Hopelijk niet alleen bij de eerste keer, waarna docenten weer herhalen wat ze al gedaan hebben (om

welke reden dan ook, maar waarschijnlijk doordat ze geen tijd krijgen om te blijven vernieuwen)

• Huidige vakliteratuur houd mij meer op de hoogte. maar er zijn docenten die dat niet bijhouden.

• ik denk dat de enthousiaste schrijvers van de NS-modules voorheen ook wel goed op de hoogte waren

van de ontwikkelingen in de chemie praktijk

• Ik denk dat het in sterke mate afhangt van het enthousiasme van de docent voor context-content leren.

Dit enthousiasme zal verder per module verschillen.

• Ik vond de bijdragen van het bedrijfsleven cq beroepenveld bij het ontwikkelen van de modules voor

de onderbouw nu niet zo indrukwekkend. (Ben zelf zijinstromer, sta nu 1o jaar voor de klas)

• Ik weet het niet. Docenten moeten makkelijker toegang krijgen tot de modules.

• Is volgens mij erg afhankelijk van de manier waarop dat aan docenten dat wordt aangeboden en

hoeveel ruimte docenten beschikbaar hebben om eraan deel te nemen

• Je bent nu meer bezig met de chemiepraktijk en je zal gemotiveerder zijn om de ontwikelingen bij te

houden op deze manier. Vroeger was de noodzaak er niet zo.

• Je kunt niet op elke hype ingaan

• Je moet eenvoudigweg uitgaan van een basis qua chemische cognities. De contexten worden anders,

maar conceptueel zal het programma voor het VO (basis-chemisch onderwijs) niet ineens sterk

wijzigen. Dit effect is in het vervolgonderwijs (WO, HBO) veel ster

• Je moet er tijd voor hebben om op de hoogte te blijven. Dat kan ook met de huidige lesmethoden, als

de werkdruk niet zo hoog zou zijn. Om op de hoogte te blijven heb ik geen andere lesmethode nodig,

ik heb meer tijd nodig. een andere lesmethode maakt de w

• Je moet je als docent bezig willen houden met NS, het komt niet naar je toe. Ik heb een oudere collega

die niets van NS wil weten, hij weet er dan ook niets van af. Zelf ben ik ook niet jong, maar als zij-

instromer nog niet zo lang werkzaam in het onderwi

• Ligt eraan hoe het verder vorm gegeven gaat worden

• Meestal zijn docenten te zeer overbelast om er nog wat naast te doen.

• Naast bijhouden van vakliteratuur vult deze nieuwe modulaire methode het bijblijven waarschijnlijk

wel aan.

• nascholing is bijna onmogelijk omdat de schoolleiding hiervoor geen lessen laat uitvallen, meer kenis

via de modules en website kan natuurlijk wel

• niet iedereen zal alle modules gebruiken en blijft het hangen

• Of docenten wel of niet op de hoogte willen blijven hangt toch echt van de docent af. Niet perse van

het aangeboden materiaal.

• Ontwikkelingen in de huidige chemiepraktijk staan vaak mijlenver af van de belevingswereld van de

leerlingen, voor wie gezelligheid op school belangrijker is dan het vak scheikunde. Vaak dekken de

onderwerpen het theoretisch niveau van de leerlingen niet.

Page 57: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Tijd is het grootste probleem. Het zou wel prettig zijn als de modules werden overgedragen door de

makers aan de docenten. Zo gebruik je ze beter en het scheelt een heleboel tijd. Er zou een

wisselwerking en terugkoppeling moeten zijn. Een scheikundedocen

• Wat er ook komt aan nieuw materiaal, het hangt van de docent af of hij het wil gaan gebruikne.

Sommige docenten zullen altijd op dezelfde manier verder gaan, sommige staan open voor nieuwe

ontwikkelingen.

• Zoals er al staat zijn er een aantal modules. Dus een aantal ook niet. Daarnaast geldt dat voor een

voldoende begrip van nieuwe ontwikkelingen kennis van de basis onontbeerlijk is.

Nee, waarschijnlijk niet

• beperkt aantal docenten zal zich aan gesproken voelen over het een en ander

• Daarvoor geen modules nodig, maar aansprekende nascholing. Voorwaarde is dan wel dat docenten

gelegenheid krijgen deze te bezoeken. Onderwijstijd is heilig bij de schoolleiding

• De contexten zullen altijd gezocht zijn en daarom bijna nooit een afspiegeling van de werkelijkheid. Er

moeten teveel vereenvoudigingen doorgevoerd worden om dat te bereiken.

• degene die niet op de hoogte willen blijven zullen nu ook de kantjes er vanaf (blijven) lopen

• Docenten die geinteresseerd zijn/blijven in het vakgebied zullen altijd uit zichzelf kennis sprokkelen.

Dit puur "voor de lol" en/of om in de les toe te passen. Anderen doen dit niet/minder. De gebruikte

didactiek zal (het gedrag van) docenten naar mijn i

• Een goed docent blijft contact houden met het vakgebied, ook al gebruikt deze docent een boek.

• Er hele goede andere manieren om op de hoogte te blijven over ontwikkelingen in de chemie praktijk:

namelijk vakbladen lezen.

• Er moet input buiten het veld van chemiedocenten komen. Van het bedrijfsleven bijvoorbeeld en

universiteiten.

• er zijn vakbladen, wetenschapspagina's genoeg om op de hoogte te blijven

• Het op de hoogte blijven van ontwikkelingen in de chemiepraktijk doe je niet omdat NS bedacht

wordt door een club mensen, maar omdat het je vak is en omdat het je intereseert en omdat dat

gewoon bij je werk hoort. Dat doe je gewoon. En wie dat niet doet i

• Het werken met modules kostte de pilotdocenten ERG veel tijd. Die tijd wordt niet gestopt in het bij

houden van je vak, maar in het organiseren van je lessen.

• Ik vind het met de nieuwe scheikunde opervlakkiger worden, leerlingen weten dadelijk minder van

scheikunde

• Je dient de modules slechts beperkt te gebruiken om eerdergenoemde redenen. Het zal dus nauwelijks

bijdragen aan het kennis vergaren over de chemiepraktijk.

• Beter is : Lezen van vakbladen, zoals Chemisch Weekblad, C2W, NVOX, De Ingenieur. Dit houdt je go

• Lees veel over nieuwe ontwikkelingen in vakbladen

• Naar mijn idee zullen docenten de modules steeds weer opnieuw gebruiken, niet de aangepaste

versies opzoeken en zich niet verdiepen in de veranderingen.

• Op de hoogte blijven van ontwikkelingen in de chemie doe je via andere wegen:

• KNCV met chemisch2weekblad

• chemische feitelijkheden

• Technisch weekblad

• studiedagen

• congressen etc

• uit is betereindelijk blijft de inbreng beperkt tot de thema's van de modules ; gewoon veel lezen

Page 58: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Nee, zeker niet

• Chemiedocenten hebben de handen zodanig vol met hun normale dagelijkse werkzaamheden dat er

geen tijd overblijft om zich al teveel te verdiepen in de ontwikkelingen in de chemiepraktijk. Ze

moeten het hebben van studiedagen (als ze daar al naartoe mogen v

• Docenten zullen nog altijd de makkelijkste weg kiezen. Tevens kun je nieuwe technieken niet

introduceren voordat er een bepaalde basis is bij leerlingen! De mensen die dit allemaal willen gaan dit

totaal voorbij....

• Een oed opgeleide docent ontwikkelt zich van zelf, zoekt zelf verbetering.

• Het kost zoveel enegrie en tijd om een goede module te ontwikkelen, die toegesneden zijn op jouw

leerlingen, dat het ontwikkelen van een nieuwere module te veel tijd kost.

• Men blijft bij de nieuwe scheikunde. Ik blijf dat geen goed idee vinden. De werkgroepen en de

stuurgroep bestaan uit alleen maar mensen met een positieve blik. critici zitten er niet in. Hierdoor is

een eenzijdige blik ontstaan

weet niet

• Ik ben 2 jaar geleden pas begonnen met lesgeven en de school waar ik werk heeft al de NS. Ik ken dus

niet anders.

• Ik heb daar geen zicht op.

• nee

• Wederom zeer afhankelijk van de docenten. Het is vaak dezelfde (kleine) groep die je bereikt.

Bovendien is het vaak niet heel erg nieuw wat je hoort (doordat het aan dezelfde eindtermen moet

voldoen als 20 jaar geleden) of is het maar op een heel klein ge

Page 59: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 33

Welke betere of andere manieren zijn er volgens u om je als scheikundedocent te professionaliseren in de

zin van beter op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in de chemiepraktijk?

Andere manier, namelijk:

• Actief scheikundig internetten

• Chemie Aktueel meer faciliteiten geven. Ontzettend goede bron voor ontwikkelingen

• Collegiaal overleg

• Contact houden met je llen

• Contact met andere docenten (kringen)

• Contact met andere docenten, liefst ook van andere scholen

• Contacten met collega's

• De aangegeven manieren en dit 'vertalen' naar de dagelijkse lespraktijk want dan wordt de docent pas

gedwongen om iets te doen met de nieuwe informatie

• Een jaartje terug naar het lab, onderzoek doen

• Een sabbatsjaar, terug naar het lab!

• Goede site met actuele onderwerpen in de dagelijkse praktijk met koppeling naar de

schoolscheikunde. Of periodiek via NVOX en/of Chemie Aktueel

• Iets waardoor geen lesuitval optreedt!!

• Informatie zoeken via internet

• Master volgen

• Met hulp van een al gebruikende collega zelf modules (leren) gebruiken

• Netwerken met andere scholen

• Nvon bijeenkomsten bezoeken en collega's van andere scholen spreken

• NWT en wetenschapsbijlage vd krant lezen, sites zoals kennislink

• Overdracht door de "specialisten"

• Parttime bij een (chemisch) bedrijf werken, dan sta je boven op de nieuwe ontwikkelingen.

• Stage lopen/rondkijken in het vervolgonderwijs (HBO)

• Tijdelijk medewerker bij een researchgroep

Page 60: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 34

Kunnen bedrijven en universiteiten of hogescholen iets voor u betekenen in de zin van ondersteuning om

beter op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de chemiepraktijk?

Ja, namelijk:

• Aanbieden faciliteiten (labs)

• Aanbieden van korte collegeseries over de actuele ontwikkelingen binnen scheikunde (bv.

Nanotechnologie) of werkgroepen waarin de theorie van modules worden doorgenomen.

• Aanbod om lezingen over actuele ontwikkelingen te houden op middelbare scholen, practica en

masterklassen aan te bieden, proefstuderen voor leerlingen

• Aanleveren van animaties clips enz van contexten. Vb bij de polymeerchemie extrusie. Maar ook

verschillende aspecten van toekomstige nanotechnologie koppelen aan leerstof scheikunde enz

• Aansluiting vo -hbo -wo duidelijker in beeld krijgen

• Actieve workshops geven over de ontwikkelingen.

• Activiteiten organiseren

• Actuele bijscholingscursussen voor docenten met onderwerpen die ook in de les toepasbaar zijn.

• Al dan niet samen met docenten (direct bruikbare) lessenreeksen ontwikkelen, liefst voorzien van

(werkende!) Practica die op school zijn uit te voeren

• Als zij berichten zouden sturen wanneer een ontwikkeling zich leent om te vertalen naar een VO-

setting en als je daar met hen over mag corresponderen over hoe dat zou kunnen

• Altijd een beetje via bv. masterclasses. Maar in het algemeen zul je zelf de media moeten volgen.

• Bedrijven wel, misschien? Maar hoe...!

• Universiteiten en hogescholen staan nog ver weg van de ontwikkelingen die écht gebeuren. Helaas...

• Beschikbaar stellen ondersteuning voor bijvoorbeeld profielwerkstukken en bijhorende app.

• Betaalbare bijscholingsdagen

• Betaalde stageplaatsen bieden voor docenten in de industrie, andere ervaringen dan lesgeven opdoen

• Bezoek als illustratie van toegepaste chemie en werken ion de chemie. Cursusaanbod voor nieuwe

ontwikkelingen;

• Bij profielwerkstukken krijg ik veel ondersteuning van universiteit, ook bezoek ik Junior Science Lab

van Leiden vaak. Af en toe iets met Shell in kader van JETNET

• Bijblijven in de nieuwste ontwikkelingen

• Bijeenkomsten

• Bijeenkomsten organiseren met nieuwe ontwikkelingen

• Bijscholing via congressen, maar wel tijdens schooldagen

• Bijscholingsdag waarbij een vakgebied een dag lang wordt besproken.

• Bijv. Publicaties in het NVON blad met recente ontwikkelingen, die relevant zijn voor de

onderwijspraktijk.

• Bijvoorbeeld de Bèta Black Belt nascholingscursus van de TU Eindhoven. Een nascholing over nieuwe

ontwikkelingen op hoog nivo.

• Bijvoorbeeld ondersteuning bij het ontwikkelen van zinvolle experimenten.

• Bijvoorbeeld VWO-docent bij een sectie zoals op de UU, RU, etc.

• Bijvoorbeeld zoals de TUE BBB of de RU docentendagen organiseren

• Colleges "ontwikkelingen in de chemie'.

• Colleges bijwonen, practica ontwikkelen

• Communiceren over moderne ontwikkelingen

• Conferenties

Page 61: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Conferenties als Woudschoten-chemie, Radbout Universiteit, TU Eindhoven (en dan ben ik wel weer

genoeg op stap geweest ivm lesuitval)

• Conferenties zoals de Woudschoten conferentie

• Congressen

• Congressen

• Cursussen

• Constructieve open dagen waarover (vooraf) duidelijkheid is t.a.v. De inhoud van de bijeenkomsten

en de doelen.

• Cursus met sk inhoud

• Cursussen aanbieden

• Cursussen aanbieden en mogelijkheid om stage te lopen

• Cursussen/lezingen aanbieden

• Cursussen/masterclasses

• Dagen organiseren waar ze de nieuwste onderzoeken presenteren

• Dagen organiseren waarop je met een klas langs kunt komen. Bijvoorbeeld om met de wat duurdere

apparatuur metingen te doen.

• Deelname aan jetnet

• Het ter beschikking stellen van informatie en materialen bij het ontwikkelen van lesteksten

• Deelname aan netwerk

• Deelnemen aan/in een RSP. Initiatieven van RSP uit laten gaan.

• Dmv cursussen

• Docenten een dag in week voor de universiteit laten werken, zoals in Utrecht

• Docentendagen zoals nu in september ieder jaar in Eindhoven.

• Door concrete informatie en ondersteuning te bieden om de 'context vraag' op te stellen en op te

lossen. Uiteraard controle en evaluatie is belangrijk, maar ook de oplosstrategie en de competenties die

nodig zijn.

• Door het geven van masterclasses en actieve workshops

• Door masterclasses te geven aan leerlingen. Door projecten van leerlingen te faciliteren.

• Door actueel lesmateriaal te ontwikkelen.

• E-mail

• Echte praktijk ervaring naar de leerlingen brengen, het nut aan de leerlingen laten zien

• Een overzicht van de huidige aandachtsgebieden van onderzoek en productontwikkeling (waar zijn

we tegenwoordig eigenlijk mee bezig?)

• Een soort nieuwsbrief uitbrengen speciaal voor scheikundedocenten met nieuws over actualiteiten in

de chemie, vakdidactiek, onderzoek aan deze instellingen etc...

• Een soort vraag loket

• Eens per jaar een congres organiseren. Dat gebeurt al en ik ga er graag heen.

• Er is niet veel tijd om naar congressen te gaan.

• De krachten bundelen. Er zijn heel veel goede initiatieven, maar deze zijn fragmentarisch. Goede

zaken vinden kost veel tijd. Ik zou het niet erg als iemand voor mij echte chemische highlights

wekelijks op

• Excursie, practica met voor scholen niet-beschikbare apparatuur.

• Excursiemogelijkheden, chemicaliënverstrekking

• Excursies naar bedrijven die intensief met scheikundige processen bezig zijn. Zowel grote (Shell,

Duphar, AKZO) als naar kleine lokale bedrijven.

• Excursies/ rondleidingen op researchlabs organiseren.

Page 62: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Fontys Hogeschool Tilburg

• Gastlessen

• Gastlessen door mensen uit de praktijk

• Gastlessen

• Digitale nieuwsbrieven

• Scholingsbijeenkomsten

• Gastlessen, bedrijfs-/universiteitsbezoeken

• Gastlessen, voorlichting etc.

• Gebruik zelf contacten om universiteit en hogeschool te bezoeken. Ervaring is dat er tijdens een

schooljaar maar weinig mogelijkheden zijn.

• Gerichte studiedagen organiseren

• Geven van cursussen.

• Mogelijkheid bieden dat leerlingen delen van modules binnen die instellingen kunnen uitvoeren

• Gezamenlijke projecten

• Goede websites met ook aandacht voor de chemie van hun bezigheden. Nu zijn vaak sites erg

oppervlakkig of erg gericht op economische cijfers.

• Goede, zinvolle masterclasses, bijeenkomsten

• Het geven van gastlessen, het ondersteunen van profielwerkstukken

• Het verzorgen van excursies of practica die aansluiten op de modules en mogelijk een verdieping

hierop kunnen geven welke niet binnen de mogelijkheden van een school vallen

• Hulp bij experimenten,meetapparatuur e.d

• Ik zou graag de mogelijkheid hebben om op maat gesneden colleges over hedendaagse scheikunde

onderwerpen hebben.

• Ik zou graag weer eens echt ergens met chemisch onderzoek bezig zijn

• In de vorm van korte cursussen / workshops / met duidelijke samenvatting op papier (of digitaal)

• In de vorm van zogenaamde reizende laboratoria waar actuele contexten getoond worden

• Info

• Info, inzicht in analysemethoden, gebruik van labapparatuur die voor ons nvt zijn.

• Informatie uit workshops en/ of symposia op papier of internet beschikbaar maken, zodat de

docenten deze ook kunnen krijgen als ze niet in de gelegenheid zijn om naar workshops of symposia

te gaan

• Informatie via mail of lesbrief

• Informatiepakketten over het bedrijf of nieuwe academische ontwikkelingen in leerlingentaal. Zowel

klas 2 (voorbereiding profielkeuze) als klas 4-5 (voorbereiding studiekeuze)

• Ja bv door practica te organiseren op school zoals Wageningen en Nijmegen doen.

• Ja, het wijzen op ontwikkelen en direct daaraan koppelen van opdrachten/lessuggesties. Beetje zoals

Chemie-aktueel, maar dan directer en digitaler. Koppelingen leggen.

• Ja, vakinhoudelijke nascholing geven.

• Kennisbank, bron voor ondersteuning bij profielwerkstukken etc..

• Korte cursussen over de ontwikkelingen in de chemie sector

• Krachtige leeromgeving creëren voor leerling; door informatie, gastlessen, bedrijfsbezoeken,

studentmentoren (PAL) etc

• Kwaliteit inbrengen

• Laagdrempelige bijeenkomsten organiseren

• Landelijke informatiesite voor Bèta docenten.

• Leer veel van huidige contact...

Page 63: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Lessen verzorgen op school

• Lezingen

• Lezingen die bij modulen horen door experts

• Lezingen en docentendagen. Deze gebeuren al, het probleem is alleen dat het ook weer lesuitval

betekent. Gezien de ruimte die je hebt kan ik me dit niet vak veroorloven.

• Lezingen organiseren over nieuwe ontwikkelingen

• Lezingen, workshops etc.

• Lln-bezoek toestaan

• Maar het wordt tijd dat mensen eens in gaan zien hoeveel tijd een docent werkelijk overhoudt....

• Mail

• Makkelijker docenten de gelegenheid te geven voor een bedrijfsbezoek met uitleg. Vergeleken met 20

jaar geleden, kom je bij niet meer de bedrijven in. Zij moeten geld maken voor de aandeelhouders en

zijn maatschappelijk veel minder betrokken.

• Masterclass, congres, cursus enz.

• Masterclassen, maar dan wel door mensen die echt met de module in een echte klas hebben gewerkt

• Masterclasses

• Masterclasses

• Masterclasses

• Masterclasses

• Masterclasses

• Masterclasses (misschien in de vakantie die we misschien moeten gaan doorwerken), want lesuitval is

een groot issue op scholen

• Masterclasses en workshops/cursussen over nieuwe actuele ontwikkelingen binnen de scheikunde

• Masterclasses organiseren of lezingen.

• Masterclasses over nieuwe ontwikkelingen

• Masterclasses, congres, cursus

• Masterclasses, excursies gericht op docenten

• Masterclasses, gastcolleges

• Mastercourses

• Mastercursus

• Materiele en immateriele ondersteuning in de vorm van

software(ondersteuning),voorlichtingsmateriaal,excursiemogelijkheden,(hoger

onderwijsstudenten/docenten-) lezingen en idem bedrijfsleven etc

• Meer excursies voor leerlingen

• Meewerken aan excursies

• Met name bij het ondersteunen van inhoudelijke verdieping van contexten

• Met vakinhoudelijke cursussen en masterclasses die nadrukkelijk ook ingaan op de toepassing van de

nieuwe vakinhouden in de dagelijkse onderwijspraktijk.

• Middagen waarop er info wordt gegeven over nieuwe ontwikkelingen.

• Mobiele practica

• Mobiele practica (vaker en meer, nu vaak al snel volgeboekt..), korte filmpjes waarin onderwerpen uit

hoofdstukken terugkomen....

• Moduleondersteuning met voorbeelden ui de praktijk

• Mogelijkheden bieden om met een groep leerlingen practica te komen doen met apparatuur

• Mogelijkheden om (tijdelijk) een gedeelte van de tijd in en om het laboratorium te werken.

• Nascholing

Page 64: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Nascholing en dingen haalbar maken zoals bepaalde practica waar bepaalde materialen voor nodig

zijn etc.

• Nascholing en excursies

• Nascholing organiseren in de schoolvakanties

• Nascholings cursussen, mastercourses over een specifiek onderwerp, excursies naar bedrijven.

• Navolging van de bbb cursus en organiseren van bedrijfsexcursies. Verder een contactgroep

aangaande de ns maar ik weet niet of de uni dat moet regelen.

• Netwerkvorming waardoor je in contact komt met collega-vo-docenten én ho-medewerkers

• Niet zo ver weg gaan zitten. Kunne ze natuurlijk niets aan doen, maar voor onze school (west-brabant)

is in de omgeving weinig voor handen. Bezoek gaat dus altijd gepaard met lesuitval en daar is men

tegenwoordig erg allergisch voor.

• Nieuwe technieken laten zien en uitleggen

• Ondersteuning

• Ondersteuning bieden bij schoolgeïnitieerde onderzoeksprojecten of andersom scholen kansen bieden

om aan bestaande onderzoeksprojecten een (kleine) bijdrage te leveren.

• Ondersteuning in vorm van praktijkruimte

• Ondersteuning leerlingen bij opdrachten, profielwerkstuk en dergelijke

• Nascholing van docenten verzorgen

• Ondersteuning mn op het gebied van practica of de ontwikkeling ervan. Veel heeft te maken met

nieuwe materialen en onderzoekstechnieken

• Ontwikkelen van proeven of nieuwe type metingen

• Op de hoogte zijn welk onderzoek ze doen en wat de studenten aangeboden krijgen aan te volgen

colleges.

• Op de manier waarop dat nu al gebeurt. Denk aan: NVOX, C2W van KNCV, chemische feitelijkheden

etc.

• Je moet als docent bereid zijn om hierin te willen investeren.

• Op het onderwijs gerichte bijscholing

• Open staan voor bezoek en informatie uitwisseling

• Organiseer onderzoek dagen met een V5/V6 klas.

• Organiseren gastlessen/ nascholing/excursies

• Organiseren van bijscholingen op het gebied van (nieuwe) onderwerpen uit examenprogramma

• Organiseren van bijscholingsbijeenkomsten

• Organiseren van chemiedagen

• Organiseren van conferenties, studiedagen, symposia.

• Organiseren van nascholingsactiviteiten die dan ook verplicht gesteld worden, zodat schoolleidingen

wel toestemming moeten geven.

• Organiseren van vakinhoudelijke symposia, vooral context-gericht

• Post WO cursussen voor Sk docenten

• Practica ontwikkelen

• Practicumondersteuning,

• Publicatie van recente onderzoeksresultaten aangeven

• Type onderwijs / welk onderzoek / waar gepubliceerd? Enz.

• Publiceren van lopende onderzoeken, nieuwe (productie)processen en vooral: EXCURSIES voor

leerlingen "binnen de poorten" van bedrijven herorganiseren. Vroeger kon je naar veel soorten

bedrijven, nu kom je daar bijna nooit meer binnen om allerlei redenen.

Page 65: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Puur inhoudelijke meeloopdagen/cursusdagen/bijscholingen/excursies op niveau: daadwerkelijk

nieuwe ontwikkelingen (laboratoria, materialen, technieken) laten zien. Docenten aanspreken op hun

niveau en dus niet uren oefenen met "proefjes voor de klas".

• Regelmatig bijeenkomsten organiseren voor docenten, waarbij niet het bedrijf of instelling centraal

staat maar de chemische achtergrond van wat bedrijven produceren en wat Univ. Aan onderzoek

doen.

• Regionale bedrijven (pharma, voedingsmiddel, energie etc) kunnen vaker leerlingen en docenten laten

zien wat er op technologisch gebied gebeurt

• Regionale bijeenkomsten met andere scheikundedocenten. Steunpunt voor de verschillende contexten

• Samenwerking!

• Scholing / aangepaste vaklitt. (zie vorig antwoord). Daarbij wel zorgen voor 'klantgerichtheid' cq

'maatwerk' (gericht op NS)

• Scholingsdagen/symposia

• Soort masterclass over bepaalde onderwerpen geven

• Specifieke cursussen organiseren

• Stage lopen/rondkijken in vervolgonderwijs

• Stage mogelijkheden en kennisoverdracht van bedrijf naar school.

• Studentassistenten/stagaires zijn vaak op de hoogte van wat er op het HO gebeurt, zo belandt dat ook

bij de docent. Gastcolleges vanuit het HO op middelbare scholen zou een hele goede manier kunnen

zijn.

• Studie dag(en) met chemisch interessante nieuwe ontwikkelingen.

• Studiedagen

• Stuur regelmatig een blad

• Symposia etc

• Symposia, excursies, lezingen

• Symposia, overdracht van de modules, waar moet je op letten

• Toegankelijk zijn voor onderwijs

• Toestaan dat je met kleine groepen gemotiveerde leerlingen verschillende vakgroepen kunt bezoeken

en zorgen dat er dan genoeg gekwalificeerde mensen beschikbaar zijn om het een en ander toe te

lichten

• Uitnodigingen voor congressen of bijeenkomsten die met nieuwe ontwikkelingen verband hebben.

• Uitwisseling met HO en WO (chemie als aansluiting) + bedrijfsbezoeken regelen

• Uitwisseling van kennis en leerlingen met WO

• Uitwisselingen met bedrijven en universiteiten om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Te

denken valt dan gedurende een langere periode gedurende 1 dag per week op een bedrijf/universiteit

werken.

• Updates over hedendaags onderzoek waar in de klas wat mee gedaan kan worden (in de zin van

practica, of de theorie sluit goed aan bij eindtermen van het scheikundeprogramma)

• Vakcolleges ; ondersteuning onderwerpen / modules / experimenten / practica aanbieden /

ondersteuning bij profielwerkstukken

• Vaker werkgroepjes, docentendagen, publicaties etc

• Vanzelfsprekend. Wanneer ik elk schooljaar een half jaar praktijkstage mag lopen, blijf ik echt wel

beter op de hoogte. Een dagje hier of een half dagje daar heeft weinig zin.

• Verzorgen van vakinhoudelijke cursussen (masterclasses) en stages.

• Via cursussen of meeloopdagen.

• Voor docenten lezingen/workshops organiseren. ?

Page 66: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Voor mogelijk voor docenten die al langer (>5 jaar) weg zijn bij de bedrijven en universiteiten of

hogescholen wel

• Voorbereiding van docenten en TOA's bij het gebruiken van modules

• Werkbezoek; ondersteuning pws

• Workshops / korte cursussen / email-nieuwsbrief / coege ditecte contacten met mensen "in het veld"

• Workshops, conferenties

• Workshops, daadwerkelijke bijspijkercursussen (verdieping 1e graads), toelichting op onderwerpen

uit curriculum (b.v. Redoxreacties) etc.

• Workshops, excursies, colleges etc.

• Ze zouden actiever kunnen worden in vakbladen, maar in C2W doen ze dat al wel.

• Zie bijvoorbeeld project UU 'Samen op onderzoek uit' (VO-docent gedetacheerd bij sectie scheikunde-

subfaculteit van de UU).

• Wens ik momenteel persoonlijk niet, maar heb ik een jaar met plezier mogen doen.

• Zoals op de UT, een dag meelopen bij een vakgroep, kijken naar daadwerkelijk onderzoek en praten

met de AIO's en medewerkers en professoren die dat onderzoek doen en zelf ook een stukje daarvan

doen.

Page 67: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 35

Zijn er voor u nog onduidelijkheden met betrekking tot wat verplicht wordt gesteld door de invoering van

het vernieuwingsproces?

Ja, namelijk:

• Alles eigenlijk nog.

• Alles is onduidelijk....

• Alles moet aan bod komen en hoe ga je dat bijhouden.

• Alles, ik heb er nog niet naar gekeken

• Alles: moet je perse modules gaan gebruiken of kun je ook gewoon een boek blijven gebruiken...

Wanneer wordt de nieuwe scheikunde ingevoerd, of kunnen we er nog onderuit...

• Alles: toetsvormen, exameneisen, toegemeten tijd, beslag op practicumfaciliteiten, kosten benodigde

demo's en practica

• Alles??

• Als je na de verplichtingen kijkt zie ik niet zo veel verschil met het oude programma.

• Ben niet volledig op hoogte

• Borging in examenregeling

• Context-conceptbenadering wel of niet verplicht?

• De eindtermen zijn algemeen en de concrete invulling ontbreekt.

• De getoetste eindtermen van het examen is een gatenkaas, waar enige logica dan wel samenhang lijkt

te ontbreken.

• De noodzaak van de vernieuwingen.

• Stelling: Uitbreiding van de contacttijd voor scheikunde verhoogd de interesse en resultaat minstens

zoveel

• De samenstelling van het nieuwe examenprogramma, als dat op de oude leest geschoeid blijft en/of

overladen blijft dan is het vernieuwingsproces tot mislukken gedoemd

• De syllabus is nu nog niet bekend dus....

• Dekking inhoud door modules

• Eindtermen zijn nog niet bekend

• Er pleit er nog steeds voor aspecten van de didactiek, waar mogelijk, te omschrijven in termen van

competenties. Bijvoorbeeld van macro naar micro op en neer kunnen denken.

• Als alleen de inhouden veranderen zal dat te veel escapes bieden aan de niet-will

• Er wordt niets voorgeschreven over de manier waarop je onderwijs gestalte gaat geven. Misschien zijn

leerlingen die ouderwets stampen wel in het voordeel bij de huidige examinering.

• Er zijn veel voorbeeldexamens nodig om je een juist beeld te kunnen vormen op welk niveau

leerlingen de verschillende kennis en vaardigheden moeten kunnen beheersen

• Eventueel een tijdpad, tenzij dit een integraal bestanddeel is van de modulevorm

• Exameneisen

• Fasering, wettelijke status, wanneer weer verandering ?????

• Formeel is er scheiding tussen het wat (examenprogramma, inhoudelijke eindtermen) en het hoe

(didactiek, didactisch-pedagogische benadering). In voorgaande examenprogramma's is echter

gebleken, dat door formuleringen en keuzes deze scheiding niet altijd w

• Gaat de context-conceptbenadering verplicht worden?

• In hoeverre gaat het nieuwe examenprogramma 2013 afwijken van het huidige?

• Geen idee nu waar de trein naar toe dendert en wat de consequenties zijn voor de dagelijkse

lespraktijk

Page 68: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Geen idee waar het naar toe gaat

• Geen onduidelijkheden, maar toch bij (relatief veel ) collega's een valse schroom om gewoon aan het

werk te gaan; dus: DOEN!!

• Gewoon niet goed op de hoogte

• Heb je even...

• De verdeling SE / CE, de vorm van de syllabus, de conceptenlijst, de contacturen, de overladenheid

etc. Etc.

• Heel veel dingen. Bijvoorbeeld toetsing, practica, voorbereidingstijd, etc.

• Het ingeslagen tijdpad

• Het is mij geheel onduidelijk wat verplicht en wat facultatief is/wordt!

• Het is mij onduidelijk wat de (verplichte) rol van het practicum is in de les en in het schoolexamen.

• Het is voor mij niet duidelijk of we met die modulen moeten gaan werken of dat het ook mogelijk is

om met de huidige boeken verder te gaan.

• Het nieuwe examenprogramma is nog niet bekend. Wat ik er van gezien heb, baart me ernstige

zorgen: de hoeveelheid concepten lijkt alleen maar te gaan toenemen, terwijl contextgericht onderwijs

juist meer tijdrovend is dan traditioneel onderwijs.

• Het toetsen van de relatie tussen concepten en contexten. Ik heb een aantal voorbeeldvragen gezien en

vind de toetsing nogal vaag.

• Het totaalplaatje : wat moet gekend worden in welke klas.

• Het waarom van het vernieuwingsproces is mij onduidelijk, behalve dan dat het blijkbaar anders moet

• Hoe moeten mijn opvolgers met een smaller kennisniveau mijn lessen straks overnemen.

• Je moet in een korte tijd veel kennis overbrengen

• Hoe welke vaardigheden getoetst gaan worden op het examen.

• Aantal zaken zijn eenvoudiger te toetsen op schoolexamens

• Ik begrijp de vraag niet. Wordt bedoeld de eindtermen?

• Ik ben nog nauwelijks op de hoogte van de verplichtingen

• Ik ga er in principe van uit dat het niet verplicht is. Als dit toch niet zo is dan is het voor mij dus nog

onduidelijk

• Ik heb begrepen dat het ministerie een beslissing gaat nemen (in 2011?)Of het definitief ingevoerd gaat

worden of wordt afgeblazen.

• Ik zou heel graag een overzichtsdocument willen kunnen lezen met alle verplichtingen op een rijtje

plus een definitieve ve

• Ik heb mij er nog helemaal niet in verdiept, weet dus niet wat er "verplicht wordt gesteld" en dus is

alles voor mij onduidelijk.

• Ik hoop dat er geen didactische aanpak wordt voorgeschreven maar dat er alleen een mogelijkheid

wordt gegeven om de opleiding met behulp van de contextbenadering te realiseren.

• Ik weet eigenlijk vrij weinig af van het hele vernieuwingsproces. Op welk vlak vindt de vernieuwing

precies plaats?

• Ik weet er nog erg weinig van.

• Ik weet helemaal niet wat er verplicht wordt. Op dit moment denk ik dat er hogere examenresultaten

bereikt zullen worden als er niet gewerkt wordt met nieuwe scheikunde modules en ga ik het dus ook

niet doen

• Ik weet namelijk niet wat er nu verplicht wordt gesteld

• Ik wil graag weten in hoeverre ik contexten MOET toepassen. Ik ben en blijf namelijk van mening dat

je bij de scheikunde moet beginnen en zal dat dan ook zoveel mogelijk blijven doen. Wat kan en wat

moet er??

Page 69: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik zou graag een duidelijke uitleg zien op de website nieuwe scheikunde voor mensen die nieuw zijn

binnen dit idee

• Hoeveel lestijd nemen de modules in? Hoe zorgen modules ervoor dat de stof gedekt wordt en hoe

selecteer je de juiste modules.

• In hoeverre contexten verplicht

• In hoeverre is er straks sprake van "gedwongen" didactiek? Blijft er voor docenten wel keuzevrijheid

tussen de "klassieke" manier van werken en bijvoorbeeld de c-c benadering?

• In hoeverre wordt het CE aan echt aangepast aan de nieuwe scheikunde?

• In hoeverre wordt NS verplichtend?

• In welk leerjaar invoeren

• In welke mate de 'nieuwe scheikunde" c.q. Het nieuwe eindexamen tot verplichte didactiek wordt

verheven

• Informatie hierover bereikt de werkvloer onvoldoende

• Ingangsdatum nieuwe examenprogramma

• Onduidelijkheid: losse modules of aangepaste methodes van uitgevers etc.

• Is de methode keuze vrij? Moet er met de modules worden gewerkt? Wat zijn de eindtermen van de

nieuwe sk? Wat is de reden dat het vak zo wordt uitgekleed qua sk?

• Is het de bedoeling dat in de toekomst alleen nog maar modules worden gebruikt?

• Is het echt verplicht?

• Is het verplicht de nieuwe scheikunde te volgen of mag de oude manier ook gebruikt worden.

• Is het verplicht de zogenaamde vernieuwing te volgen?

• Is het verplicht om het programma helemaal aan modules op te hangen, of kunnen we ook gewoon

met onze methode blijven werken?

• Is meer een gevoel dat ik heb. De echte 'verdieping' in wat er straks 'moet' laat ik nog even zitten

omdat volgens mij nog niet zeker is dat er ook daadwerkelijk een nieuw examenprogramma komt.

• Ja aanpassing van de stof

• Ja wat valt onder 60 % en wat onder 40%.

• Ja, de mogelijkheden om zonder de modules de eindtermen te halen.

• Ja, namelijk wat er wanneer verplicht wordt gesteld. Zeg dus maar alles wat deze vraag behelst. Want

"verplicht" was er nog niets.

• Ja, wordt het huidige centraal examen nu wel of niet verder "uitgekleed"?

• Kan ik met een boek (van uitgever) ook het nieuwe programma voor elkaar krijgen?

• Komt er een exameneisen dekkende methode, verzorgd door uitgevers, wel gebaseerd op het context-

conceptmodel?

• Mag je zelf weten of je als school de modules NS gaat gebruiken? Of kun je ook volstaan met een

leermethode (al dan niet aangepast op het vernieuwde vak Scheikunde)?

• Hoe zien de nieuwe eindtermen voor NS er uit?

• Algemene informatie over NS

• Moet er met modules gewerkt worden?

• CE, SE percentages?

• Controle op uitvoering in school, visitatie?

• Moet je Nieuwe Scheikunde gaan doen?

• Moet je per se context concept doen? Of mag je ook concept context blijven doen? Daarnaast: willen

leerlingen dat wel echt? Mijn ervaring is dat ze het juist ook leuk vinden om met een concept bezig te

zijn en vanuit een concept een context te gaan begrijpen.

Page 70: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Moeten de modules of mogen ze. Ik vind de nieuwe methodes van de uitgeverijen steeds beter.

Temeer je er een eigen aanvulling op kan geven.

• Niet te overzien. Dus niet doorvoeren!

• Niets is duidelijk ,alleen dat het nivo van de leerlingen daalt wat betreft chemische kennis en

vaardigheden

• Nou eigenlijk alles. Ik weet er heel veel van, maar wat er nu ECHT verplicht wordt is me een raadsel.

Graag zou ik bijvoorbeeld weten of mijn leerlingen straks nog in staat zijn om een 7,5 gemiddeld te

halen op het CSE (zoals nu al jaren het geval is)?

• Of dit echt moet

• Of het nog tegen te houden is.

• Of het verplicht is de modules te doen

• Onduidelijk is de inspraak die de aan het examenexperiment deelnemende leerkrachten hebben bij de

uiteindelijke syllabus, vanwege de ondoorzichtige besluitvorming

• Onduidelijk is wat nu precies wordt verwacht? Allemaal modules of stof behandelen aangevuld met

modules?

• Over hoe het examenprogramma er uit komt te zien. Ik heb het idee dat het examenprogramma te veel

gevormd wordt naar hoe de modules er uit komen te zien. Ik vind dat je eerst moet kijken: wat vind ik

belangrijk om te toetsen.

• Precieze eindtermen, manier van examinering dmv voorbeeldexamens

• Precieze verplichtingen

• Precieze omschrijving van de leerstofdomeinen die in de Nieuwe Scheikunde gaan gelden

• Relatie examenprogramma en gebruik van welke modules

• Sinds 6 april (Nijmegen) is mij duidelijk dat NS niet verplicht is. Daar was ik en velen met mij, zeer blij

over. Ik hoop dat uitgevers hun boeken blijven uitgeven. En anders ga ik zelf wel aan de slag: er zijn al

collega's met eigen methoden.

• Tijdlijn, welke eindtermen op de wip staan/nieuwe komen?

• Tijdpad invoering, info over examens n.s.

• Vakinhoudelijke veranderingen?

• Samenwerking met bi en na?

• Veel is nog onduidelijk.

• Veel onduidelijk maar heb me er gewoon nog niet goed genoeg in verdiept.

• Volgens mij is het examenprogramma verplicht, maar de manier waarop we dat gaan realiseren in de

klas is nog vrij. Er hoeft dus niets veranderd te worden en dat zal dan ook wel niet gebeuren.

• Volgens mij staat alles nog ter discussie en kan het nog alle kanten op

• Voor zover ik weet blijft de docent verantwoordelijk en de vrijheid behouden hoe hij/zij de stof aan de

leerlingen aanbiedt.

• Waarmee komen de uitgevers; hoe zit het met de eindtermen; blijven deze vaag of komen hier

voldoende uitgewerkte opgaven. Hoe controleert de inspectie of scholen wel of niet de niet CE-termen

behandelen(op papier is dit heel makkelijk...

• Waarom is dit vernieuwingsproces nodig?? Een vernieuwing betekent niet automatisch verbetering.

Door te gaan werken met modules en de benadering die steeds genoemd wordt, zie ik geen

verbetering van de kennis ontstaan.

• Waarschijnlijk staat alles wel in de SLO/NS handleidingen, die ik heb gedownload, maar nog niet heb

bekeken.

• Wanneer begint het een en ander nu echt?

• Wanneer gaat een en ander in?

Page 71: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• In hoeverre is het verplicht om nieuwe scheikunde in te voeren?

• Is er facilitering voor de invoering op schoolniveau?

• Wanneer het ingevoerd gaat worden

• Op welke wijze

• Zullen er aangepaste methodes zijn?

• Is zo nu en dan een module naast een methode haalbaar

• Bereiden modules voldoende voor op het CE

• Is er voldoende samenhang tussen modules en zo weinig mogelijk over

• Wanneer moet de nieuwe scheikunde nu echt starten. Ik hoorde dat het mogelijk weer werd

uitgesteld.

• In hoeverre mogen we doorgaan met de huidige methode om deze langzamerhand te vervangen door

steeds meer modules te gaan doen?

• Wanneer wordt NS ingevoerd? Is iedere school verplicht mee te doen?

• Wanneer zal het precies ingaan (vanaf 2013) en gaat het landelijk in.

• Wanneer?

• Wat er precies mogelijk is en wat moet in relatie tot het eindexamenprogramma

• Wat gebeurt er met de bestaande methodes? Wordt het i.p.v. Of naast theorieboeken? Wat zijn de

gevolgen voor het niveau van de Scheikunde?

• Wat is er precies verplicht? Moet je met modules gaan werken?

• Wat is exact verplicht?

• Wat is verplicht en wat niet

• Wat moet/kan er precies? En waar vind ik alle tot nu toe ontwikkeld materiaal?

• Wat moet/mag ik wel en wat niet.

• Wat precies en wanneer precies, welke jaarlagen moeten er mee beginnen

• WAT PRECIES?

• Wat wanneer moet en wat er mag

• Wat willen ze nu eigenlijk. Leerlingen iets leren of leuk bezig houden. Dat laatste lijkt steeds

belangrijker. Maar zowel universiteiten als het bedrijfsleven zitten niet te wachten op dit soort mensen

die niets kunnen.

• Wat wordt er precies van de leerling en docent verwacht.

• Wat zijn de ( extra) eisen m.b.t. De niet cognitieve vaardigheden voor de examens?

• Wat zijn de nieuwe exameneisen; hoeveel % telt SE en CE?; als SE en CE bijna niet overlappen,

waarom dan toch de eis dat SE en CE niet veel mogen verschillen?

• Weet echt niet wat de nieuwe eisen precies zijn

• Welke leerlijn moet ik nou volgen

• Welke methoden zijn er te gebruiken naast de modules, waarbij de leerling een goede voorbereiding

krijgt op zijn-haar examen

• Welke modules samen dekken alle eindtermen

• Welke veranderingen zijn onontkoombaar?

• Weer meer begeleider dan docent

• Werkvormen (moet je in groepjes werken?) Komt er een naslagwerk waar voor de leerlingen alles nog

eens op een rijtje staat?

• Worden boeken straks afgeschaft? Moeten docenten verplicht de lesstof behandelen volgens (één of

meerdere) modules? Als een en ander anders moet, waarom zijn de eindtermen dan niet aangepast?

We hebben nu een manier die adequaat werkt. Verandering is niet

• Wordt de context-concept benadering de voorgeschreven didactiek?

Page 72: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Zijn alle onderdelen verplicht of zijn er "ontsnappingsroutes"?

Vraag 36

Heeft u nog suggesties voor verbetering van de ingeslagen weg van de NS die in het kader van dit

onderzoek relevant zijn?

Ja, namelijk:

• 60 40 regeling afschaffen alles in eindexamen en se's

• Aangeven in hoeverre er vrijheid is om hiervan af te wijken.

• Al eerder genoemd. Zonder een revisie van ons totale onderwijssysteem zal er geen werkelijke

verandering waarneembaar zijn.

• Als ik mocht kiezen, dan ging ik voor een boek met via internet actuele opdrachten, vernieuwd per

jaar (maar allemaal terug te vinden in een archief)

• Betaalbaarheid. strijd voor lestijd

• Beter naar het veld luisteren! De trein niet door laten denderen.....

• Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald

• Bewaak de conceptuele samenhang!

• Bij de samenstelling van het nieuwe examenprogramma de ervaringen van de experiment scholen

leidend laten zijn en niet een per se politiek verantwoord advies willen afgeven

• Blijven communiceren en rekening houden met de weerstand die er is. Vooral geen onvrijheid

opleggen.

• Misschien eens een keer de filosofische vooronderstellingen van de context-concept doorlichten.

• Blijven communiceren met het veld

• Blijvende voorlichting, voorlichting, voorlichting

• Breng de sk terug!!!!

• Communicatie over tijdpad

• Consulteren van milieuchemische, chemisch technologen, chemici in bedrijven en overheid, bij het

ontwikkelen van NS MODULES.

• Contexten moeten niet echt elke mode achteraan huppelen, anders moet veel te vaak weer vernieuwd

worden omdat bepaalde contexten achterhaald zijn (bijvoorbeeld proefjes met cassettebandjes)

• De modules van een hoogwaardig en gebruiksvriendelijk (dus niet meer veel zelf arrangeren) maken:

zoals de makers van nina ook hebben gedaan. Op de ninasite staan prachtige gebruiksklare,

overzichtelijke modules waarvan precies duidelijk is over welk deel het gaat.

• De nieuwe exameneisen duidelijk en snel formuleren en communiceren; stoppen met de modules: wie

wil mag, maar niemand moet immers; het schoolexamen beter uitwerken en mogelijkheden vaststellen

om de kwaliteit te borgen.

• De ontwikkeling van modules komt over als een hobby van een beperkt aantal mensen, die heilig

geloven in het alleen werken met modules om de stof over te brengen Het lijkt wat op een

ongecontroleerd proces.

• De uitvoerbaarheid van de proeven en bij alle modules een kennen en kunnen.

• Dit onderzoek is naar mijn idee de eerste keer dat wordt gepoogd een beeld te krijgen van de mening

van (alle) docenten. De stemmen van (enkele?) Sterk vernieuwingsgerichte docenten in combinatie

met sterk vernieuwingsgerichte vakdidactici.

• Docenten uit het gehele (niet alleen NS) scheikundeveld een concreet beeld geven van de

veranderingen ten opzichte van het huidige examenprogramma. Een lijst met zaken die verdwijnen uit

de leerstof en met zaken die er nieuw in komen.

Page 73: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Duidelijke omschrijving van de concepten in de modules. Kwaliteitsnormen vaststellen voor modules

• Echt keuzes durven maken m.b.t. De omvang van de examenstof (zie mijn opmerking bij de vorige

vraag). Examenprogramma niet baseren op het hobbyisme van schrijvers van modules (dat lijkt nu

wel te gebeuren).

• Modules echt vrij toegankelijk maken, zoals bi

• Een garantie van voortgaande ontwikkeling.

• Een lobby opzetten om alle docenten "in de baas zn tijd" bij te scholen.

• Een lobby opzetten om meer docenten de tijd te geven zich hiermee bezig te houden

• Eigenlijk meer een vraag, helaas zonder antwoord: - hoe bereik je die hele grote groep docenten? - hoe

zorg je dat de docenten veel info binnen krijgen en daardoor écht op de hoogte zijn (en enthousiast!).

Een paar conferenties per jaar.

• Eindniveau moet uniform zijn door bepaalde verplichtingen in te bouwen

• Ermee ophouden

• Evaluatie of de methode ook een derde en vierde gebruiksjaar een hoger rendement oplevert dan een

andere methode of didactiek

• Exact duidelijk maken welke veranderingen verplicht zijn en per wanneer

• Fondsen beschikbaar stellen voor onderhouden en actualiseren modules

• Ga niet in het wilde weg modules ontwikkelen. Er moet een duidelijkere structuur in komen. Ook

hoop ik dat er voor bovenbouw havo en vwo een voorgeschreven aantal adviesuren komen. Nu

behandelen we elke les een nieuw onderwerp.

• Ga niet over tot het middels modules aanbieden van het gehele curriculum Scheikunde, zoals eerder

aangegeven.

• Gebruik de modules als krent in de pap (1 keer per jaar) en gebruik ze in het vak NLT

• Ga uit van de einddoelen en construeer aan de hand daarvan modules. zorg voor uniformiteit

• Ga zo door. Het is heel goed als er good practices getoond worden (Nijmegenconferentie; NVOX).

• Geef docenten de mogelijkheid om naar eigen inzicht af te wijken van de context-concept benadering.

• Geen losse modules,en duidelijk maken wat leerlingen moeten kunnen en kennen

• Goed aangeven voor welk niveau de modules zijn gemaakt.

• Goede voorlichting en betrokkenheid naar de docenten die er mee aan de slag willen.

• Het cito zal een vergelijkbare ontwikkeling moeten doormaken als het werkveld van scheikunde

docenten

• Het is soms ontzettend lastig ruimte te krijgen om aan NS deel te nemen ivm lesuitval.

• Aanbieden van cursussen etc in vakantie ?

• Het ns examenexperiment moet worden vervolgd maar veel concreter: het maken van toetsen

• Hou het niveau in de gaten, leuk is niet altijd goed.

• Houdt de toetsing in de gaten, niet te veel werk voor docenten. Focus niet te veel op context, soms is

ouderwets"lesgeven ook prima.

• Ik hoop dat de Minister nadenkt en dit gedrocht een halt toeroept. In NL moeten we het onderwijs

eens een tijd met rust laten. Voortdurend bekruipt mij het gevoel dat alles anders moet "om het anders

doen". Het huidige onderwijs is al zo veel oppervlakkig

• Ik vind het zeer jammer dat het CE uit slechts 60% van de examenstof gaat. Zelf zou ik graag een

groter percentage CE stof gezien willen hebben.

• Ik zou graag de mogelijkheid hebben om op maat gesneden colleges over hedendaagse scheikunde

onderwerpen hebben.

• Ik zou graag een kort maar krachtig overzicht hebben van de verplichte wijzigingen per ... Datum.

Page 74: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik zou graag meer transparantie willen zien, over hoe de modules ontwikkeld worden, en wat dit gaat

betekenen voor de toekomst. Ik heb het idee dat dit idee ons een beetje door de strot geduwd wordt,

terwijl veel docenten (waaronder ik) hier niet op zitten te wachten.

• In de toekomst moeten er twee soorten examens mogelijk zijn; de context-conceptbenadering en

andersom de concept-contextbenadering.

• Je oor te luisteren leggen, bij docenten die het niet met je eens zijn. Die andere ideeën hebben.

• Landelijke kwaliteitsborging ; duidelijke profilering van NS tov NLT en onderlinge afstemming van

beide vakken. Door invoering van NLT staat de didactiek van scheikunde onder grote druk:

scheikunde kennis wordt ad hoc opgediend als de module dat vereist.

• Langzamere, gedeeltelijke invoering. Oude scheikunde niet direct eruit gooien.

• Leg het eens op de bureau van de docenten. Nu is veel proactiviteit van docent nodig. Twijfelaars en

tegenstanders nemen die moeite niet! Die overtuig je zo niet!

• Regiobijeenkomsten met presentatie van een experimenteerschool ipv centraal in Nederland!

• Maak al het lesmateriaal toegankelijk voor iedereen. Misschien een website voor gebruikers om

ervaringen uit te wisselen. Gebruik ICT uitleg voor de concepten, zoals nu ook bij veel lesmethodes

gebruikt wordt.

• Het is lastig dat het werken met modules rel

• Meer aandacht voor de samenhang van concepten uit verschillende modules. Het gevaar van

versnippering is groot.

• Meer aandacht voor een structurele opbouw van de stof.

• Meer bekendheid geven

• Meer en systematische nascholing voor docenten om modules te ontwikkelen.

• Meer lestijd. Het kost tijd om de modulen te doen om een programma concept in context uit te voeren.

Die tijd is nu niet beschikbaar.

• Daarnaast kun je niet alleen met contexten werken. Je zult ook gewoon direct met de concepten

moeten werken.

• Meer modules met behoorlijke diepgang voor vwo

• Meer contacttijd

• Meer modules over de nieuwe domeinen.

• Meer samenhang brengen in bestaande modules en docenten beter voorlichten over de mogelijkheden

van de modules

• Meer samenhang en uniformiteit

• Meer studielasturen in de lestabel

• Meer tijd voor dit soort dingen, dus werkdruk omlaag, bijvoorbeeld qua administratiezaken

• Meer vakomvang realiseren bij minister/parlement. Zo niet, dan zal hetzij de NS-beweging niet erg

succesvol zijn, hetzij zal het succes van de NS-benadering zorgen voor een onacceptabele niveaudaling

van het scheikunde-onderwijs op HAVO en vooral VWO.

• Meer voorlichting voor de tegenstanders over wat je wanneer minimaal moet doen, minder

ongeloofwaardig enthousiaste verhalen

• Meer wetenschap bij het traject betrekken. Nu dragen docenten NS naar buiten toe uit: de leerlingen

vinden het een stuk leuker. Leerlingen kunnen niet vergelijken en deze uitspraken zijn dus niet

betrouwbaar.

• Minder het accent op leuk. Het is gewoon hard werken waar later de vruchten van worden geplukt.

Soms saai en vervelend. Maar een mooi boek lees je ook pas als je de letters kent.

• Minder propagandistische artikelen in NVOX, want daar houd ik niet van.

• Modules die tot nu toe zijn ontwikkeld afschaffen!!

Page 75: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Moeten de eindtermen meer in overeenstemming met de praktijk worden aangepast?

• Niet alles tegelijk willen en niet alles volgens de concept context methode doen, alleen als de leerstof er

om vraagt. IK denk dat het beter is om bij een bepaald onderwerp een context te zoeken, dat maakt de

theorie veel inzichtelijker.

• Niet doorslaan. Dat is al teveel gebeurd. Contexten aanbieden is goed, maar het mag niet overheersen.

Geen ideologie van maken. Het nodige en nuttige van wat leerlingen nodig hebben behouden. (zie

eerder opmerkingen)

• Niet verder mee gaan. Traditioneel degelijk onderwijs aanbieden; waarbij meer vakkennis centraal

staat. Laatste jaren is het Scheikunde programma erg uitgehold. Terug naar de tijd voor het studiehuis.

• Onderzoek naar uitvoerbaarheid binnen de gegeven lestijden

• Garanties t.a.v. De dekking van de eindtermen

• Onderzoek van het profiel van een leerling die scheikunde volgt. Onderzoek van het profiel van

allochtone leerlingen

• Onmiddellijk stoppen en onderwijs aan de docenten overlaten en niet opdringen door een stelletje

enthousiastelingen.

• Ook concept context modules maken

• Organiseren van uitwisselgroepen om ervaringen te delen. Zeker voor scholen waar weinig docenten

staan.

• Papierwerk beperken

• Probeer een overzicht te creëren van concepten die in een module aan bod komen. Vervolgens

meerder modules ontwikkelen die bij een set concepten horen. Op die manier variabel aanbod en kan

een docent makkelijker een leerlijn samenstellen waarin alle concepten terug komen.

• Realiseren dat de ingeslagen weg niet de juiste is en stoppen.

• Schakel uitgevers in bij actualisatie van methoden. Anders verloopt het op den duur. Commercieel

wellicht niet een prettige gedachte, maar wel bewezen dat het werkt

• Sla niet door, maak er geen hobbyisme van enz.

• Stel het niet verplicht. Docenten een didactiek opleggen is de doodsteek voor NS. NS past helemaal

niet bij een bètagerichte persoon.

• Stop deze onzalige weg!

• Stop er mee

• Stoppen en alles gewoon zo laten als het is, de oude scheikunde biedt ook meer dan voldoende

mogelijkheden leerlingen hun kennis te laten toepassen en aan te sluiten op de belevingswereld van de

leerlingen.

• Stoppen en beter leerboek ontwikkelen

• Stoppen en het ontwikkelen over laten aan de uitgeverijen.

• Stoppen met deze heilloze weg

• Stoppen van deze ontwikkeling of in contact treden met bijvoorbeeld uitgevers en een losse paragraaf

aan het EIND van een hoofdstuk invoegen qua concept/ context.

• Ik heb nog geen enkele enthousiaste (ACTIEVE) docent over NS gehoord.

• Stoppen....

• Uitzoeken hoe je de c-c benadering in de examinering recht doet.

• Veel docenten hebben GEEN IDEE wat NS inhoud en lopen achter de horde aan. Als docerend

Nederland weet wat dit ECHT betekent, zouden er veel meer tegengeluiden zijn.

• Veel doe-scheikunde met theoretische begeleiding.

• Veel minder modules waarbij groepswerk nodig is, leerlingen vinden dat namelijk lang niet altijd

leuk! Goed naslagwerk, dat leerlingen weten wat ze moeten kunnen voor het eindexamen

Page 76: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Verander niet te veel, het blijkt dat na verloop van tijd vaak vernieuwingen weer terug gedraaid

moeten worden, omdat men vaak door enthousiasme de realiteit uit het oog verliest

• Voorlichting naar veld completer.

• Zorg voor een beter/sneller proces van kwaliteitsverbetering en afstemming modules. Nu dreigen

docenten af te haken omdat ze vinden dat de weg via de modules onbegaanbaar is vanwege 'kwaliteit'

en ontbreken afstemming.

• Voorlichting over Nieuwe Scheikunde niet via de NVON geven (ik weet dat het niet goed is, maar ik

lees het NVON-blad zelden), maar rechtstreeks naar de scholen t.a.v. De sectie scheikunde.

• Waarborgen kwaliteit van de modules, actualiseren.

• Waarborgen dat eindtermen goed bereikt worden

• Waarom de modules niet gewoon vrij toegankelijk? Ben inlognaam en wachtwoord al weer kwijt,

omdat ik het niet dagelijks gebruik.

• Wees duidelijk omtrent de 60% verplichte eindtermen. Liever minder eindtermen maar dan wel

voldoende ruimte in de breedste zin van het woord dan alles willen doen maar dat helaas te

oppervlakkig.

• Werk aan een heel groot naslagwerk met alle verplichte theorie. Beetje rdmcetrum-achtig. Zorg dat dat

als basis staat en blijft staan.

• Zie vorige vraag. Duidelijker communiceren over het hoe en wat

• Zorg dat de kennis bij leerlingen weer toeneemt! Zorg dat de basis weer beter wordt!

• Zorg dat er een leerlijn komt, nu is het altijd onduidelijk of wel alle zaken uit de syllabus aan bod

komen. Probeer minder hoog van de toren te blazen, maar midden tussen het volk te staan. Overleg

met verschillende betrokkenen betekent niet: de NS-groep

• Zorg dat er een programma komt dat het over grote deel van de docenten graag wil uitvoeren. Let

erop dat je geen didactische werkvormen kiest waarin veel docenten / scholen niet kunnen / willen

werken.

• Zorg dat er goede lesboeken komen in plaats van losse modules.

• Zorg dat het materiaal er goed uitziet. Een stapeltje kopieën is net meer van deze tijd.

• Zorg dat het materiaal helemaal in orde is voordat je het op het bord legt van de leraren, die het uit

moeten voeren. Ik heb met het vak ANW gezien wat er gebeurt als de overheid zich net na de

invoering van het vak bedenkt.

• Zorg dat je de schoolleidingen en TOA's mee krijgt, het is nodig docenten te faciliteren, zeker aan het

begin, ook met extra contacttijd

• Zorg voor een online platform voor praktische tips over uitvoering van experimenten, waarop

docenten en TOA's met elkaar kunnen overleggen.

• Zorg er voor dat er iemand/iets/instantie de modules controleert, de kwaliteit waarborgt en een

bindende leidraad geeft voor wat betreft vorm, inhoud, opmaak, zodat de modules goed op elkaar

afgestemd zijn en je niet bij elke module weer moet zoeken hoe het in elkaar steekt.

• Zorg voor duidelijke eindredactie. Zorg voor garantie van randvoorwaarden (geoormerkte gelden?).

Laat ook duidelijke kritische verhalen zien.

• Zorg voor duidelijkheid voor docent en leerling

• Zorg voor goede afstemming van de modules onderling en een overzicht, welke eindtermen door

welke module gedekt worden.

• Geef ook aan welke modules tezamen de hele stof dekken en of een bepaalde volgorden wenselijk is.

(Bestaat al voor een deel)

• Zorgen voor goed toetsmateriaal, zorgen voor aangepaste examens, meer contacttijd

• Zoveel mogelijk eindtermen centraal toetsen en zo weinig mogelijk op schoolniveau toetsen

Page 77: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 38

Om welke redenen heeft u voorheen wel of juist geen interesse getoond in Nieuwe Scheikunde?

• Al snel aangesloten bij de ontwikkelingen om scheikunde interessant en leuk te maken voor leerlingen

• Alles wat op het terrein van de scheikunde komt heeft mijn belangstelling

• Als er iets gaat veranderen ben je als docent verplicht jezelf goed op de hoogte te stellen van de

ontwikkelingen. Ik denk dat veel docenten dit niet doen en afwachten wat er op hen af komt.

• Dit valt mij namelijk op bij congressen.

• Als NS wordt ingevoerd ben ik met pensioen...

• Als school bezig geweest met andere ontwikkelingen: nieuwbouw, universumschool, invoering NL&T

• Andere lesmethodes hebben altijd mijn interesse om betere te vinden

• Begin enthousiast maar dat gevoel is weg............

• Belangrijke ontwikkeling op het vakgebied

• Ben binnenkort 62 jaar. Hoef nog maar 1 jaar.

• Ben nog in opleiding tot docent Scheikunde

• Ben wel op de hoogte via nascholing, maar werk er niet mee omdat ik de enige docent bovenbouw ben

op onze school.

• Wil het wel een keer proberen

• Ben wisselend actief in de scheikunde sectie en ook zeer actief op natuurkundegebied. Dus tijdgebrek

om alles te volgen.

• Betere motivatie leerlingen,meer afwisseling, niet al te gebonden aan methode

• Bij blijven met het vak

• Bijblijven met vakdidactische bewegingen. Je kon er vanaf 2002-2003 lastig omheen (Hosannah-

stemming, die gelukkig niet zo extreem meer leeft, maar gelukkig ook niet volledig is beknot). Kansen

zien van de mogelijk positieve kanten van NS en die benu

• Concept/contekst aanpak spreekt me aan, de verdere modulaire aanpak is te ver doorgeschoten

• Context - concept benadering

• Wij zijn uit het examenexperiment gestapt omdat de modules onvoldoende van kwaliteit waren, en

omdat de eindtermen niet afgedekt waren.

• Context - concept gerichte aanpak

• Context concept principe

• De leerlingen hebben het hard nodig om gemotiveerd te blijven voor scheikunde.

• De Master of SEC leidt docenten op op het gebied van de NS.

• De modules die ik bekeken heb, gaven mij de indruk dat het niet mogelijk is om de met de contacttijd

die nu voor de verschillende leerjaren geldt een degelijk ambitieus programma op behoorlijke wijze af

te werken.

• De reden dat ik vaak afzie van een module, mocht ik die willen volgen, is dat de modules vaak erg

kinderachtig in elkaar zitten.

• De school waar ik werkzaam ben maakt al gebruik van modules nieuwe scheikunde (vanaf 3hv tot en

met examenklassen)

• Deels tijdgebrek, deels gemakzucht.

• Dit is pas mijn 4e jaar in het onderwijs.Ik ben vrijsnel sectievoorzitter geworden en heb ook de

examenklassen ect. Gedraaid. Ik heb er daarom nog geen tijd voor gehad/genomen. Daarnaast ben ik

zelf best tevreden over hoe het er nu aan toe gaat.

Page 78: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Dit jaar geen derde klas met de nieuwe methode

• Door projecten in science klassen

• Druk

• Drukke bezigheden op andere gebieden

• Een goede toekomst van ons mooie vak en hopelijk een verhoogd enthousiasme van docenten en lln

• Een of meer modules zijn voor leerlingen een goede afwisseling

• Einde carriere

• Einde carriere

• Enkele jaren terug uitgeprobeerd in de derde klas. Dat beviel matig. Zelfgeschreven materiaal voldoet

tenminste even goed. Verder ben ik nu druk met de invoering van NLT en je kunt niet alles.

• Enthousiaste collega heeft me meegesleept

• Ervaring opdoen en uittesten of NS inderdaad beter werkt.

• Ga binnenkort ophouden met lesgeven

• Gaf enkele jaren vanwege FPU geen les

• Geef op dit moment geen derde klas meer les, waar ik module uitgeprobeerd heb.

• Geen interesse omdat het veel voeten in de aarde heeft om een module te draaien zonder dat je met

het reguliere programma in de knel komt. NS vraagt veel contacttijd en sluit onvoldoende aan op

bestaande boeken.

• Geen liefhebber van context

• Geen tijd voor genomen

• Geloof niet in deze onzin...

• Had wel interesse: op Woudschoten altijd de lezingen gevolgd, heel enthousiast NLT opgezet op

school (is voor mij toch een heel goed voorbeeld voor NS!). Eigenlijk was ik zo geïnteresseerd in de

context dat ik uit het onderwijs in de advieswereld ben gest

• Heb altijd interesse getoond. Heb alleen de uren niet om nu een module te testen. Krijg het

standaardprogramma al niet rond. (Krijg het wel af, maar het gaat veel te snel voor de lln in de

bovenbouw)

• Het idee is prachtig, maar praktisch onuitvoerbaar met te weinig (en ook nog anders opgeleide)

docenten, te weinig faciliteiten (in tijd, menskracht en spullen). Groepen moeten eerst veel kleiner

worden, meer TOA ondersteuning en veel meer contacttijd om

• Het lijkt de nieuwe sk te worden, daar moet je wel mee oefenen.

• Het lijkt mij geen goede methode om goed onderwijs te verzorgen.

• Het moet en ik zie wel voordelen. Zie eerdere vraag.

• Het vavo vergt een eigen aanpak door de eenjarig versnelde trajecten.

• Er is zeker belangstelling voro vernieuwing. In feite zijn we steeds bezig zelf het lesmateriaal aan te

passen. We geven ook met practicumworkshops ook aandacht aan practica. Daarin

• Het was nieuw voor mij toen ik begon met werken dus ik moest me er wel in verdiepen.

• Het werken met modules activeert en motiveert leerlingen om te leren en nieuwsgierig te zijn/worden

• Ik ben bang voor het kwaliteitsverslies door de nieuwe scheikunde en geloof niet in de concept context

benadering

• Ik ben er enkele jaren terug op "Woutschoten" tegenaan gelopen. Maar heb (helaas) teveel dingen aan

mijn hoofd om hier (nu al) tijd voor vrij te maken.

• Ik ben er nog niet van overtuigd dat "de lekkere worst voorhouden' ook een blijvend gezond principe

zal blijken te zijn. Hebben bv full colour leerboeken werkelijk een bijdrage geleverd, om betere

studenten af te leveren? Heeft 'met moeite verwerven' miss

• Ik ben indertijd naar (één van) de startbijeenkomst geweest in Utrecht.

Page 79: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik lees artikelen over NS (o.a. In NVOX).

• Mijn collega heeft een module uitgeprobeerd en ik heb er met hem over gehad.

• Ik heb er met mijn stagiares over gediscussieerd.

• Ik ben momenteel mijn eigen lesmateriaal cq modules aqan het ontwikkelen voor BMBO TL

• Ik ben net op de hoogte en mis gewoon de begin informatie, een duidelijke uitleg van hoe het ingevuld

zal gaan worden. Hoe bereik je dekking van de examenstof etc...

• Ik ben nog niet zolang docent. Het is juist de Nieuwe Scheikunde geweest die mijn interesse in het vak

heeft aangewakkerd. Dat ik er nu nog niet heel actief in ben heeft verschillende goede redenenen.

• Ik ben nooit eerder actief benaderd om een bijdrage in wat voor vorm dan ook te leveren.

• Ik ben wel geinteresseerd in modules, we gaan er volgend jaar een uitproberen op school. We hebben

wat langer gewacht omdat we eerst willen kijken wat er allemaal ontwikkeld wordt en dan kijken we

wat het best bij ons past

• Ik ben wel te porren voor een andere aanpak.

• Ik ben zelf meer of min op de hoogte van

• Ik heb geen belangstelling voor Nieuwe Scheikunde

• Alle veranderingen hebben het niveau de laatste jaren sterk doen dalen

• Ik heb het druk genoeg met mijn werk. Als je fulltime lesgeeft dan is de 40 uur in de week snel voorbij

en heb je voor dit soort zaken weinig tijd. Vooral als je ook NLT geeft.

• Ik heb het hele proces gevolgd, we hebben modules uitgeprobeerd en meestal niet goed bevonden. We

zijn tot de coclusie gekomen dat dit niet de juiste ingeslagen weg is. Het lijkt op een niet te stoppen

rijdende trein.

• Ik heb in zoverre interesse getoond dat ik op de hoogte wil blijven van de ontwikkelingen binnen mijn

vakgebied. Dat wil niet zeggen dat ik ook maar iets voel voor NS. Ook bezoek ik NS-bijeenkomsten.

Niet omdat ik NS wil gaan invoeren maar omdat ik wil we

• Ik heb interesse omdat ik merk dat het huidge type leerlingen steeds concreter wil weten waarvoor ze

de scheikunde moeten beheersen.

• Ik heb meegeholpen aan ontwikkeling modules NLT en heb daardoor passief NS gevolgd, maar ben

zeker geinteresseerd. Ik vind ook dat er een betere profilering moet komen op school in NG en NT

profiel: andere leerlingen en ook andere interesses, met losse mo

• Ik heb meegewerkt aan een module (3HV) en was dermate ontevreden over het resultaat dat ik hier

niet mee wens te werken.

• Ik heb mij in maart laten informeren in Nijmegen. Ik wil op de hoogte blijven van ontwikkelingen in

het scheikunde onderwijs en wil weten hoe daar in den lande over gedacht wordt. Ik toon interesse

omdat er elementen in aanwezig zijn die ik nu ook al toep

• Ik heb niet de energie en zin om me er veel in te verdiepen, omdat ik nog maar een paar jaar te gaan

heb tot mijn pensioen. Misschien maak ik de invoering niet eens mee.

• Ik heb nog niet het idee dat het een verbetering is van het huidige onderwijs

• Ik heb wel interesse getoond, maar ik ben geen lesmateriaal gaan gebruiken omdat ik het lesmateriaal

niet goed genoeg vond.

• Ik heb wel interesse, maar de oudere collega's niet (één is dit jaar met pensioen gegaan)

• Ik heb zelf (als een van de eersten) materiaal gemaakt dat als goed tot zeer goed werd gewaardeerd,

maar dit heeft geen plek gekregen binnen de NS. Ik heb overal aangeklopt om steun, maar niet

gekregen. Wegens bestaande verhoudingen kan het materiaal ook

• Ik heb zelf in de syllabuscommissie van de Nieuwe Scheikunde gezeten en wilde het daarom ook zelf

uitvoeren.

• Ik hou van vernieuwing en experimenteren en de praktijk dicht bij de leerling te brengen.

Page 80: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik houd erg van fundamentele chemie en wil graag mijn leerlingen al een beetje laten proeven van de

chemie studie aan een universiteit. Op dit moment volgt 80% van onze leerlingen Sk in klas 6. Het

gaat dan om ca 90 ll. Deze leerlingen willen graag ech

• Ik houd het verre van mij. Sinds de eerste berichten doorsijpelden over NS ben ik zelf gaan schrijven.

Gewoon vanuit de concept-methode. En volges de klassieke indeling van hoofdstukken. Lekker

houvast voor iedereen. Dit resulteert al jaren in uitstekende

• Ik interesse omdat de filosofie me aanspreekt

• Ik kan maar één ding tegelijk en heb net mijn opleiding tot eerstegraads docent afgerond

• Ik kon er niet om :-)

• Ik koop ook nooit de eerste lichting nieuw ontworpen auto's.

• Ik heb te weinig tijd(onderkant van het aantal uren) om risico's in de tijd te krijgen.

• Voor de leerlingen is het heel snel duidelijk dat iets een experioment is.

• Ik heb destijds 2 j

• Ik maak me zorgen om de context - concept benadering. Ik vind het leuk om meer contexten

gebruiken, maar de concepten liggen aan de basis.

• Ik moet me er nog verder in verdiepen maar sta er wel positief tegenover. Met wat twijfels over het

niveau en aansluiting bij vervolgopleidingen.

• Ik sta open voor alle initiatieven en leerde hierover op de lerarenopleiding.

• Door eigen onderzoek kwam ik erachter dat het gaat om veel afwisseling in het lesgeven: dat

pedagogie en vakdidactiek allebei de lesinhoud kunnen katalyseren. De modules die ik

• IK verwachtte een betere onderwijsinhoud

• Ik vind de huidige manier, met lesmethodes, die duidelijkheid scheppen voor leerlingen over wat ze

precies moeten kennen/leren beter dan allerlei methoden, zoals het context leren, waarbij leerlingen

zeer oppervlakkige kennis op doen. Het niveau van beta

• Ik vind het geen goed idee. Leerlingen moeten veel oefenen on bepaalde processen en berekeningen

onder de knie te krijgen. Met het doen van één keer een opdracht bij een module van NS leren ze het

niet goed.

• Ik vraag mij af of het wel ingevoerd wordt. De tijdgeest is tegen te veel context, oude lesgeven wordt

weer populairder. Is het geen verspilde energie?

• Ik was nieuwsgierig naar de inhoud. En wilde graag weten wat de modules inhielden.

• Ik weet dat de Nieuwe Scheikunde er aan zit te komen en ben benieuwd wat de invloed is bij ons op

school (particulier onderwijs), daarnaast ben ik ook geinteresseerd in nieuwe biologie en nieuwe

natuurkunde

• Ik wil dit zo lang mogelijk buiten de deur houden

• Over een jaar of 10 zal de NS gedijsselbloemd worden

• Net zoals studiehuis/tweedefase.

• En ook dan zullen de ivorentorenmensen het voor elkaar krijgen dat er niet hoeft te worden

afgeweken van deze heillo

• Ik wil er wel wat van weten, het komt toch eraan, maar zie onvoldoende tijd om er al echt mee aan de

slag te gaan, collega is verder ronduit tegen de vernieuwing (=enkele jaren voor pensioen)

• Ik wil graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen van de nieuwe scheikunde. Ik ben ook

verantwoordelijk voor het invoeren ervan op mijn school. Ik zou heel graag wat modules uitproberen

maar loop tegen problemen aan.

• Ik wil heel graag weten wat de toekomst van mijn vak zou kunnen worden (in het ergste geval). Van

wat ik tot nu toe heb gezien (en dat is best wel wat) slaat me de schrik om het hart. Het wordt niet

nieuw, beter, leuker, spannender en uitdagender. Het wor

Page 81: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Ik wil op de hoogte blijven en was actief als schoolboeken-auteur

• Ik wil op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen.

• Ik wil wel op de hoogte blijven, maar ik ben nog wat sceptisch over de geschreven modules en de

volledige dekking van de stof met de wirwar aan modules die nu aangeboden worden.

• Ik wilde weten wat voor ontwikkelingen er gaande waren.

• Ik zie daarin mogelijkehden om scheikunde actuelere te maken. Voor de leerlingen en voor mij als

docent interessanter.

• Ik zie geen heil in de nieuwe scheikunde

• Ik zie nog niet zo vreselijk veel verschillen, want een docent die van zijn vak houdt, geeft in de Oude

Scheikunde bij de theorie uit het boek toch ook al zoveel mogelijk actuele en aansprekende

voorbeelden?

• Ik zit in het management, geef nauwelijks nog les

• Ik zou graag meer interesse tonen maar ben daar een gebrek aan tijd niet aan toe gekomen.

• In 2004 ben ik betrokken geweest als auteur bij een module. Het was een leerzame ervaring die in de

toekomst zeker een vervolg zal hebben.

• In eerste instantie afwachtende houding: laat er eerst maar eens wat komen.

• Nu zeker van plan volgend cursusjaar ermee te beginnen, voorzichtig

• In eerste instantie weinig interesse door onduidelijkheid, het was moeilijk de modules in te zien.

• Toen dit gemakkelijker werd, nam de interesse toe omdat ik er toen mee aan de slag kon.

• In het begin van het traject meegedaan in gesprekken van Gerard van Koten. Door hem

gedemotiveerd geraakt voor de verdere ontwikkelingen

• In mijn opleiding meegenomen. Daarbij is het noodzakelijk ernaar te kijken.

• In vind onderwijsverniewing (in beedste zin van het begrip) nodig en belangrijk. NS is precies dat, en

ook nog eens precies op mijn vak.

• Inspiratie door Chemie im Kontext van Ilka Parchmann. Uiteindelijk levert deze manier van werken te

weinig op in verhouding tot de enorme hoeveelheid (extra) werk die het kost.

• Interesse in de vergelijking met het huidige programma

• Interesse in nieuwe ontwikkelingen

• Interesse in onderwijsverbetering

• Is de ontwikkeling in het vak

• Je moet op de hoogte blijven van mogelijke ontwikkelingen.

• Je moet toch op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen

• Je moet toch wat. Echter als je praat met de collega's op de studiedag in Nijmegen gedurende dit jaar

en ook de afgelopen jaren, weet je genoeg. Dit wordt hetzelfde lachertje als de aan ons opgedrongen

basisvorming.

• Je moet wel. Dit is van boven opgelegd.

• Bij de bijeenkomsten met de commissie werd kritiek uit het veld meestal genegeerd. Men heeft weinig

geleed van de Disselbloem in de politiek.

• Komt nog wel. Veel bezwaren ertegen. Eerst kinderziektes eruit. Afwachten wat het nu weer wordt.

• Het moet ook niet zo snel ingevoerd en doorgedrukt worden. Ons onderwijs is al genoeg kapot

gemaakt.

• Komt vanzelf wel

• Kwam er niet aan toe om me erin te verdiepen en geef geen les in jaarlaag waar we NS modele

gebruiken

• Leek me een leuke nieuwe benadering, wilde wel eens uitzoeken of dat bij mijn leerlingen past

Page 82: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Leek me wel goed om me erin te verdiepen maar gaande weg steeds somberder geworden over de

invulling en de kant die het opgaat

• Mijn ideeen van wat er met de scheikunde moet gebeuren staan ver af van de nieuwe scheikunde. Ik

mijd de laatste jaren ook Woudschoten vanwege de lobby die daar gaande is voor de NS.

• Eerst scheikunde, indien tijd, kan er dan in contexten gekeken worden.

• Mijn sectie is er wel mee bezig, en zodoende ik ook. Ben als TOA echter hier niet erg bij betrokken

• Naderend pensioen

• Niet

• Niet zelf bekend. Voorganger heeft blijkbaar geen contact gemaakt.

• Nieuw

• Nieuwe ontwikkelingen blijven volgen. Lesgeven met/ vanuit contexten spreekt me aan.

• Nieuwe ontwikkelingen moet je minstens volgen als docent. 3x een nieuwe module getest en het

bevalt goed. Nu even niet, omdat we een nieuwe methode hebben en die moet eerst een keer zonder

fratsen doorlopen worden, vinden wij als chemiecollega's (4 stuks)

• Nieuwsgierigheid wat staat me te wachten

• Nieuwsgierigheid.

• Nog een beetje huiverig om boek los te laten

• Nog niet aan toe gekomen. Ik heb er vertrouwen in en wacht nog even af.

• Nog niet uitgekristalliseerd

• Nuttig en leuk

• Om bij te blijven.

• Om de simpele reden, dat de definitieve invoering komt na mijn pensioenering.

• Daarnaast hebben eerdere wijzigingen geen feitelijke kwalitietsverbetering opgeleverd.

• De term 'Nieuwe' moet ook hier weer verbetering suggereren, en dat is het niet.

• Om goed voorbereid te zijn op toekomstige ontwikkelingen

• Om nieuwe ontwikkel;ingen te kunnen volgen

• Om ontwikkeling te volgen

• Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen

• Omdat dat verplicht is de opleiding, waar ik nu nog in zit

• Omdat het de examens er t.z.t. Gedeeltelijk op afgestemd zullen worden. Ik wil mijn leerlingen graag

goed blijven voorbereiden daarop.

• Bovendien zie ik het nut van contexten en het oefenen van vaardigheden (zoals onderzoek) in.

• Omdat het nodig is dat er wat verandert

• Omdat ik de uitgangspunten die de commissie van Koten heeft beschreven in hun document van harte

onderschrijf

• Omdat ik wil volgen wat er leeft.

• Omdat je zelf wilt ontwikkelen en het vak heeft dat nodig, omdat het gewoon niet aansluit bij de

leerlingen

• Ontwikkeldocent

• Contextrijk leren heb ik al heel lang in mijn onderwijswereld gebruikt

• Ontwikkelingen moet je volgen, of je ze ziet zitten of niet.

• Onvrede met bestaande methoden, Niet altijd actueel en ver van de praktijk

• Onvrede met de klassikale lesmethde

• Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op mijn vakgebied. Hoop dat deze aanpak de leerlingen

meer aanspreekt.

• Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen

Page 83: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen die belangrijk zijn voor het geven van goed

scheikunde onderwijs.

• Op de hoogte blijven van wat er gaande is en interresse over nieuwe methoden die misschien de

leerlingen meer aanspreken

• Op de hoogte blijven, op zoek naar uitdagend materiaal

• Op mijn huidige school was er nog niemand bezig met de NS en omdat ik nu in een jong gezin zit heb

ik nog niet de energie/tijd gevonden om me hierin te verdiepen.

• Op zoek naar een andere manier van lesgeven in de derde klas bracht mij in contact met de nieuwe

scheikunde.

• Orientatie op invoering NS

• Past niet bij mijn visie op het vak Scheikunde en bij de school.

• Personele wisselingen op school hebben ertoe geleid dat we allemaal overuren draaien en nog geen

tijd hebben gehad om een module te proberen. Volgend schooljaar gaan we aan de slag met de eerste

modules!

• Scheikunde-onderwijs wordt ontwikkeld door mensen die een eenzijdig beeld hebben van de leerling

in deze tijd. Bovendien is er een groot verschil tussen leerlingen op zwarte of witte scholen. Er is geen

verschil in capaciteiten. Ik zoek naar scheikunde-be

• Scheikunde is geweldig

• Te druk met andere zaken

• Te grote werkdruk om veranderingen aan te pakken.

• Te hoge werkdruk om tijd erin te stoppen/ veranderingsmoeheid (verleden teveel veranderingen die

een verslechtering zijn gebleken)

• Te veel werkdruk en andere taken binnen school

• Te weinig tijd om me er goed in te verdiepen

• Te weinig tijd überhaupt

• Tijd

• Tijd

• Tijd en inpassing naast het boek en noodzakelijk overleg met collega

• Tijdelijk wel interesse getoond, maar vanwege tijdgebrek en het niet eens zijn met de visie van NS zijn

we afgehaakt.

• Tijdgebrek

• Tijdgebrek door docentenwisselingen op kleine school

• Tijdgebrek, zit bv. Ook in de GMR

• Tijdkwestie, 2008 nieuwe methode aangeschaft, daar in geinvesteerd

• Tijdsgebrek (ik ben tevens coordinator)

• Tijdsgebrek door onderbezetting op school

• Tijdsgebrek, ik ben tevens roostermaker (een bodemloze put...)

• Toeval

• Toeval

• Uit belangstelling en om een oordeel te kunnen vormen.

• Van veranderingen leer je het meest

• Veel te weinig stabiliteit/continuïteit in examenprogramma. Wanneer krijgen we nou eens rust aan het

front?

• Verplichting vanuit mijn lerarenopleiding om een module NS uit te voeren.

• Via mijn opleiding ben ik in aanraking gekomen met NS. Ben daarmee de enige op mijn school

Page 84: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Via NVOX raakte ik al in 2002 geboied door de geluiden om te willen vernieuwen. Het raakte mij,

omdat ik al jaren het gevoel had dat het traditionele onderwijs vanuit concepten ,symbolen en

abstracties niet door scholieren begrepen werd en het anders moe

• Vind het een uitdaging en verbetering.

• Geef te weinig uren scheikunde om zeer actief betrokken te zijn, maar ondersteun collega's in de sectie

• Volg de masteropleiding scheikunde

• Volgen van ontwikkelingen maar afwachtend.

• Voor de nieuwe vakinhoudelijke ontwikkelingen en om het scheikunde onderwijs grondig

vakinhoudelijk, maar vooral (vak)didactisch en pedagogisch te veranderen en meer aan te laten sluiten

bij wat enerzijds de maatschappij en anderzijds de leerlingen wensen

• Vooral tijdgebrek (qua lestijd en voorbereidingstijd), maar ik zie er ook tegen op.

• Voorbereiding op nieuwe ontwikkelingen

• Voorheen wel interesse, maar toen ik begreep welke kant het uitging was mijn interesse over.

• Dit is geen goede weg!

• Voortdurende interesse. Als docent moet je op de hoogte blijven van de nieuwe ontwikkelingen.

• Vreemde vraag. Is mij nog niet gevraagd of ik interesse wel of niet getoond heb....

• Vrees dat de vakkennis steeds minder zal worden; er is zoveel geschrapt de laatste jaren (entropie, wet

v Nernst, etc) en ben bang dat er weinig inhoud overblijft

• Wacht af wat er verplicht gesteld gaat worden tav eindexamen.

• Was betrokken bij project nieuwe scheikunde

• Was nog niet op de hoogte van het bestaan

• We hadden geen HAVO 3 op de locatie

• We leiden lln op voor de toekomst. Daar hoort modern onderwijs bij. Stilstand is achteruitgang.

• Ik wil mezelf blijven ontwikkelen. Ik vraag dat immers ook van mijn leerlingen...!

• Zo kan ik - hoop ik - een goede identificatiefiguur voor de lln zijn.

• We moeten op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. Maar zelfs op de school waar ik mijn eerste

graad heb gehaald weet men niets!! Bij onze school zijn alleen beginnende docenten. Dus kiezen we

voor duidelijkheid dus een boek! Geen tijd om experimenten

• We werken bij het vak NLT al met modules en ik zie de noodzaak niet van het werken in modules bij

een vak als scheikunde. Er is niets mis met de basiskennis uit een boek halen. Ik zie geen voordelen

van in module vorm werken bij het vak scheikunde

• We zijn alle jaren met een groep scholen bezig om de inhoud van het scheikunde onderwijs dichter te

laten aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen

• Wel geinteresseerd en bijeenkomsten gevolgd om te kijken wat haalbaar is voor invoering op de eigen

school

• Wel getoond, maar zeer kritisch gebleven

• Wel ik hou van mijn vak

• Wel interesse getoond, maar door vele andere taken hier op school (werktijd van mij is 1,30 fte)

gewoonweg geen tijd gehad om in de waan van alle dag me er echt in te verdiepen.

• Wel interesse getoond, nog lang niet overtuigd of de beoogde doelstellingen wel gehaald zullen

worden. Voor invoering moet dit uitvoerig getest en bewezen worden. Anders volgt de volgende flop

in het onderwijs.

• Wel interesse getoond, omdat verbeteringen zijn aan te brengen in de leerstof en de manier waarop je

leerlingen voor het vak kunt interesseren

• Wel interesse om een idee te hebben wat een module inhoudt voor leerlingen, docent en toa (testen dit

jaar bij ons op school 2 modules)

Page 85: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

• Wel interesse omdat ik het interessant vond, om bij te blijven met de ontwikkelingen binnen de

scheikunde, om meer recente vakkennis op te doen.

• Wel interesse vanaf het begin, omdat jaren werken met een boek stilstand betekent in je eigen

ontwikkeling, enorm saai is en weinig stimulerend is

• Wel interesse, maar uitproberen in de examenklas onder druk van het CE is voor mij niet

verantwoord. Had het voornemen in sept oktober module te doen, maar deze bleek bij nader inzien

veekl te omvangrijk voor het programma: afgehaakt dus.

• Wel interesse, maar vaak teleurgesteld door de grote mate van vaagheid en door de lage kwaliteit van

het ontwikkelde materiaal.

• Wel interesse: Ik weet het niet meer zo goed. Op een gegeven moment ben ik gevraagd en mee gaan

draaien.

• Eigenlijk wel een hele goede vraag.

• Wel interresse omdat een vernieuwing kansen biedt voor het scheikunde onderwijs. Door gebrek aan

tijd en een enkele negatieve ervaring met modules is de interresse weer afgenomen.

• Wel studiedagen bezocht. Als TOA niet de mogelijkheid om 'het in te voeren'.

• Wel, nieuwe scheikunde zet in opleiding en ik ben meteen gegrepen door de context concept

benadering en gebruik van alternatieve werkvormen.

• Wel, om op de hoogte te blijven van komende ontwikkelingen.

• Wel: geprobeerd beeld te krijgen van de ontwikkelingen die gaande zijn. Op de hoogte zijn en blijven

en eventueel proberen processen te beinvloeden.

• Wel: volgen van de ontwikkelingen!

• Werk nu op een school dei er nog niks mee doet. Hiervoor op een andere school wel eens een module

gebruikt.

• Werkdruk

• Werkdruk. Voor 1e graadsopleiding in Tilburg (Fontys) er druk mee bezig geweest nu tijdgebrek.

• Weten wat er gaande is. Op de hoogte blijven van ontwikkelingen

• Wij zien NLT als het modulaire vak en zien de mono vakken als de vakken die we ''zonder contex''

aanbieden omdat het in de contex (NLT) veel moeilijker is.

• Wij zijn met onze school en met name ook de sectie scheikunde altijd al geïnteresseerd geweest in

onderwijsverbetering. We vonden de uitgangspunten van NS aansluiten bij onze eigen visie en zagen

kansen om die visie binnen NS uit te bouwen.

• Wil weten wat dit voor onze school gaat betekenen

• Wilde op de hoogte blijven

• Zeer zwak docententeam bij scheikunde. Ik ben zelf de enige bevoegde docent en ben al tevreden als

het normale programma redelijk wordt doorlopen.

• Zie antwoorden nadelen

• Grote personele wisselingen (laatst 7 jaren) in de sectie scheikunde. Inwerken had prioriteit.

• Zie eerdere toelichten, tot nu toe beoordeel ik de modules als interessant, maar nauwelijks in te passen

in de nu gebruikte methode.

• Zie heb belang in concept/context en de verandering die de jongere generatie ondergaat.

• Zijn net de tweede fase gestart (net een nieuwe school begonnen), volg met belangstelling de

ontwikkelingen via de site nieuwescheikunde.nl , ben laatst naar een bijeenkomst geweest in

Wageningen, ga de komende jaren af en toe een module proberen en ben z

• Zoals nu vormgegeven heeft NS voor mij meer nadelen dan voordelen.

• Zonde van mijn tijd

Page 86: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 39

Welke methode gebruikt u voor het vak scheikunde in de bovenbouw havo/vwo?

Modules van de site nieuwescheikunde.nl en/of examenexperiment.nl, nl en/of scheikunde in bedrijf.nl…

• Aantal modules en nog wat hoofdstukken uit het oude boek Chemie (Noordhoff)

• Alleen zelf gemaakte modules, gele leerlijn

• Antibiotica (voor vwo-5) en Voeding (voor havo-5)

• Antibiotica, melkzuur

• Bio-ethanol (HAVO4)

• Blauwe leerlijn

• Blauwe leerlijn

• Blauwe leerlijn, gebaseerd op Theorie uit Experimenten

• Heel veel

• In combi met Pulsar Chemie

• Kunstmest, verbrandingen, chloorindustrie in Uganda

• Op groene vakantie

• Superslurpers, wat een kunst... Nieuwe materialen,ecoreizen I en II, Nobelprijs, planten, Parfum,

groeien,slikken of spuiten,reactiesnelheid en evenwicht.

• Verbrandingen (volgens de viervlakschemie van J Apotheker)

• Verbrandingen, kunstmest, zelf herstellende materialen, suikerbieten

• Verf derde klas, Mmmm lekker derde klas en in het kader van mijn toetsontwikkelingswerk een hele

serie

• Voedingsmiddelen en Verf maken (3e klas)

• Water, scooter, suikerbiet, cosmetica, weet wat je eet, csi, superslurpers, eko reizen, proba koala

• Wisselend, in principe steeds nieuwe

Anders, namelijk:

• Aangevuld met werk uit andere methodes

• Aanvullende leerstof en aanvullende practica ter verdieping

• Chemie

• Chemie

• Chemie in producten

• Chemie wolters noordhoff en eigen modules

• Chemie woltersnoordhoff

• Een eigen gemaakte methode voor delen van de stof, waardoor meer structuur is voor de zwakkere

leerling

• Eigen gemaakt lesmateriaal en practica uit het Journal of Chemical Education

• Eigen vragen bij theorie boek

• Met ingang van komend schooljaar gaan we in 4V over op Pulsarchemie.

• Scheikunde (Storm van Leeuwen, CEEDATA)

• We maken ook nog f en toe gebruik van Scheikunde in Modulen,destijds uitgegeven door het SLO.

Page 87: duo-open-vragen-nieuwe-scheikunde.pdf ( 604 KB )

Vraag 40

Op wat voor soort school bent u werkzaam?

Anders, namelijk:

• Brede instroom (1 en 2) + bovenbouw havo en vwo

• HBO (heb bij de 1e vraag HAVO-5 ingevuld, anders kon ik de enquete niet invullen (= een beetje

narrow minded)

• Lyceum met TTO en internationale afdeling

• Prive school

• Vavo

• VAVO havo en vwo dag en avond

• Vavo, volwassenen avondonderwijs

• Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs, vmboen HAVO