ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden...

86
Gold in Education and Elite Sport Competenties van duale carrière atleten en hun begeleiders

Transcript of ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden...

Page 1: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 1

Gold in Education and

Elite Sport

Competenties van duale carrière atleten en hun begeleiders

Page 2: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 2

Colofon

Titel Gold in Education and Elite Sport Competenties van duale carrière atleten en hun begeleiders Auteurs

Anne Spitse, Hogeschool Windesheim

Nicolette Schipper - van Veldhoven, Hogeschool Windesheim en NOC*NSF

Ingrid van Gelder, NOC*NSF

Peter Wiggers, NOC*NSF

Opmaak

Cindy Grootenhuis, Hogeschool Windesheim

Uitgave

NOC*NSF

Opdrachtgever NOC*NSF in het kader van het Erasmus+ project Gold in Education and Elite Sport (GEES)

Met dank aan

Alle status sporters en duale carrière begeleiders in NL die actief hebben meegewerkt aan

dit onderzoek, in het bijzonder Irith Kist

Page 3: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 3

Managementsamenvatting

Dit rapport is onderdeel van een Europees Onderzoek naar duale carrières voor topsporters,

waarvan Nederland een van de deelnemende landen is. Een van de belangrijkste uitdagingen

voor (top)sporters is het combineren van onderwijs en presteren op topsport niveau. Om 15

tot 25 jarige (top)sporters succesvol te ondersteunen in dit proces, alsook de kwaliteit van de

begeleiding van duale carrières te optimaliseren is het project ‘Gold in Education and Elite

Sport’ (GEES) geïnitieerd in 2015.

Dit tweejarige GEES project richt zich vanuit een ontwikkelingsgericht perspectief (holistische

benadering) op drie doelen:

- Het identificeren van de competenties die Duale Carrière atleten (DC atleten)

belangrijk vinden, bezitten en/of dienen te ontwikkelen om onderwijs en (top) sport

succesvol te combineren.

- Het identificeren van de competenties die Duale Carrière begeleiders (DC begeleiders)

belangrijk vinden, bezitten en/of dienen te ontwikkelen om hun begeleiding aan DC

atleten te optimaliseren.

- Het identificeren, ontwikkelen en evalueren van methoden en instrumenten die DC

atleten en DC begeleiders kunnen gebruiken/inzetten om hun competenties te

verbeteren.

In het onderzoek zijn derhalve zowel DC atleten als DC begeleiders betrokken en kent het 4

Work Packages (WP - 4 onderzoeksfasen). In WP 1 zijn DC atleten uitgenodigd om een online

vragenlijst in te vullen (N=357), gericht op 38 DC-atleet- competenties (waarbij zowel op

belang als bezit is gescoord) en een zevental scenario’s (uitdagende/kritische duale carrière

situaties). In WP 2 is ditzelfde gedaan voor DC begeleiders (N=66), gericht op 35 DC-

begeleiders-competenties en een zestal scenario’s. Aan de hand van deze data kunnen

competentieprofielen worden opgesteld, waarbij het verschil tussen belang en bezit de

ontwikkelkansen in kaart brengt.

Binnen de Europese data zijn de competenties ook geanalyseerd naar factoren, waardoor ook

uitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties.

In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd interview (focusgroep, N=11)

verdiepende vragen gesteld over hoe succesvol om te gaan met scenario’s en is gevraagd naar

het gebruik van methodes en instrumenten in de begeleiding.

In WP 4 is in een face-to-face interview gehouden met een DC begeleider en is toelichting

gevraagd op de bruikbaarheid van de competentieprofielen van zowel de DC atleten als –

begeleiders en is een door Europa aangereikte tool (Timeline) nader gereviewd.

Page 4: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 4

Belangrijkste uitkomsten DC atleten

DC atleten hebben aangegeven welke competenties zij het belangrijkst vinden, het meest

bezitten en nog het meest kunnen verbeteren voor een succesvolle duale carrière. Er is

gebleken dat:

- DC atleten vooral DC management competenties het belangrijkst vinden (bijv. toewijding).

- DC atleten de sociale competenties in hun eigen ogen het meest beheersen (bijv.

samenwerken met begeleiders).

- DC atleten zich nog het meest kunnen ontwikkelen in Zelfregulatie-competenties (bijv.

assertief zijn).

- DC begeleiders geven een vergelijkbare top 5 voor Belang aan als de DC atleten zelf.

Uit de scenario’s komt opvallend naar voren dat door Nederlandse DC atleten het

verhuizingsscenario minder vaak wordt ervaren dan door Europese DC atleten en dat door

Nederlandse DC atleten het sociale scenario vaker wordt ervaren dan door Europese DC

atleten. Per scenario hebben de DC atleten aangegeven welke competenties zij het belangrijkst

vinden om dit scenario met succes te doorlopen.

De DC begeleider van WP4 geeft aan vooral de waarde in te zien in de uitkomstmaat Belang

van het competentieprofiel voor DC atleten, omdat hiermee een stip aan de horizon gezet kan

worden.

Belangrijkste uitkomsten DC begeleiders

DC begeleiders hebben aangegeven welke competenties zij het belangrijkst vinden, het meest

bezitten en nog het meest kunnen verbeteren voor een succesvolle duale carrière begeleiding.

Er is gebleken dat:

- DC begeleiders Relatie-competenties het belangrijkst vinden (bijv. het behandelen van de

DC atleet op een persoonlijke manier).

- DC begeleiders aangeven Organisatie-competenties het best te beheersen (bijv.

administratie).

- DC begeleiders aangeven zich nog het meest te kunnen verbeteren in Empowerment

competenties (bijv. het stimuleren van autonomie).

De meest opvallende scenario’s waren in Nederland de scenario’s Doorverwijzing en

Verkeerde Verwachtingen. Het scenario Doorverwijzing is het enige scenario waarbij in

Nederland wordt aangegeven beter met het scenario omgegaan te zijn dan in Europa.

Daarnaast vinden ze dat ze minder goed zijn omgegaan met het scenario Verkeerde

verwachtingen dan Europese DC begeleiders dat vinden al is er nog steeds sprake van een

gemiddeld tot goede omgang met dit scenario.

Per scenario hebben de DC begeleiders aangegeven welke competenties zij het belangrijkst

vinden om het begeleidingsscenario met succes te doorlopen.

De focusgroep heeft gesproken over hun blik op de scenario’s die DC atleten tegen kunnen

komen. Zij geven aan dat ze bij het scenario Studieplan het belang inzien van zelfregulatie, bij

Page 5: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 5

het scenario Afwezigheid op school vooral willen denken in mogelijkheden in plaats van

problemen, en bij het scenario Sociaal in hun dagelijkse praktijk het gevaar zien van DC atleten

die de consequentie van een verminderd sociaal leven ‘te goed accepteren’.

De DC begeleider van WP4 geeft aan voor DC begeleiders de uitkomstmaat Verschil van het

competentieprofiel het meest van belang is, omdat men hiermee het best kan werken aan

ontwikkeling. De DC begeleider benadrukt: DC begeleiding is complex en variabel en de

competentieprofielen kunnen erg breed zijn. Ze bevatten levenscompetenties.

Belangrijkste uitkomsten begeleidingsinstrumenten, specifiek Timeline, Handboek

In het Europese Handboek zijn 24 DC begeleidingsmethodes verzameld, waarvan het

merendeel een practice based kwaliteitscheck heeft ontvangen door de Europese DC

begeleidings-experts, zoals in Nederland voor de methode ‘Timeline’.

De DC begeleider van WP4 geeft aan dat methode erg sterk is, omdat de DC atleet kijkt naar

zijn/haar ambities, talenten, kansen en mogelijkheden. De methode is volgens de DC

begeleider uiterst geschikt voor DC atleten, die er klaar voor zijn om na te denken over

ambities en talenten en hieraan lange-termijndoelen wil verbinden. Het is van belang dat de

DC atleet bereid is om aan zelfreflectie te doen en hier de rust voor heeft. Deze methode is

opgenomen in het Europese Handboek.

Lessons learned voor de praktijk

DC atleten vinden vooral DC management competenties het belangrijkst voor een succesvolle

duale carrière, zoals doorzetten, het belang van rust en herstel inzien en toegewijd zijn. Zo

blijkt toewijding ook een belangrijke overdraagbare competenties tussen alle scenario’s.

Opmerkelijk is dat deze toewijding in lijn gebracht kan worden met de uitkomst dat DC atleten

het van minder belang vinden om voorbereid te zijn op het onverwachte, een back-up-plan te

hebben en nieuwsgierig te zijn naar carrièremogelijkheden buiten de topsport. Deze

ogenschijnlijk onmisbare competenties voor een goede DC atleet blijken licht

ondergesneeuwd te worden door de ultieme focus die een DC atleet aanbrengt aan zijn

school/studie en sport.

DC begeleiders geven aan dat zij zich nog het meest kunnen ontwikkelen in Empowerment-

competenties, de competenties die nodig zijn om zelfregulatie bij de DC atleten te stimuleren

(zie bijlage IV). Veel DC begeleiders lopen er tegenaan dat tijdens de begeleiding er nog

onduidelijkheid kan bestaan tussen hem/haar en de DC atleet over hoe het werk eruit ziet van

de DC begeleider. De DC atleet verwacht in zo’n geval dat de DC begeleider het werk van de

DC atleet zal overnemen. Juist omdat het eigenaarschap van de DC bij de DC atleet zelf moet

liggen, is het van belang dat DC begeleiders leren om deze verwachtingen scherp te krijgen en

de DC atleet in autonomie te ondersteunen.

De uitkomsten vanuit het GEES onderzoek zijn voor de DC begeleiders in de praktijk

herkenbaar en zij onderschrijven de benodigde eigen ontwikkeling van competenties die

‘empowerment DC atleten’ ondersteunen. Het handboek geeft weer dat er reeds veel tools en

instrumenten in Europa worden ingezet voor de ondersteuning van de duale carrière van de

Page 6: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 6

atleet. De verzamelde tools zijn een inventarisatie van wat er nu al is. Deze tools zijn met name

practice based. Tools voor ondersteuning van de DC atleet competentie ‘empowerment’

ontbreken.

Concrete acties om de DC begeleiding in Nederland te optimaliseren richten zich op het

organiseren van workshops in 7 regio’s in Nederland, over de uitkomsten en gevolgen van dit

onderzoek. Bovendien is het doel om in de toekomst een evidence based scholingsprogramma

te ontwikkelen om DC begeleiders te ondersteunen in het verbeteren van hun Empowerment

competenties. Op de korte termijn kunnen de DC begeleiders morgen aan de slag met de

verzamelde tools in het Europese Handboek. Oftewel, met elkaar aan de slag!

Page 7: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 7

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting .................................................................................................... 3

1. Inleiding ............................................................................................................................. 9

2. DC begeleiding in Nederland ........................................................................................ 11

3. Onderzoeksopzet ........................................................................................................... 15

3.1 Ontwerp ................................................................................................................................. 15

3.2 Tijdspad .................................................................................................................................. 15

3.2 Onderzoeksvragen ................................................................................................................. 16

3.3 Doelgroepen en respons ........................................................................................................ 16

3.5 Meetinstrumenten ................................................................................................................. 17

3.6 Analyse ................................................................................................................................... 21

4. Competenties van Duale Carrière Atleten (WP 1) ......................................................... 22

4.1 Onderzoeksgroep DC atleten ................................................................................................. 23

4.2 Competenties DC atleten- in het algemeen – volgens henzelf .............................................. 25

4.3 Competenties DC atleten – in het algemeen – volgens DC begeleiders ................................ 35

4.4 Conclusies: Competenties van DC atleten - in het algemeen ................................................ 37

4.5 Competenties DC atleten – in scenario’s – volgens henzelf .................................................. 38

4.6 Conclusies: competenties van DC atleten – scenario’s .......................................................... 41

5. Competenties van Duale Carrière Begeleiders (WP2) .................................................. 43

5.1 Onderzoeksgroep DC begeleiders .......................................................................................... 44

5.2 Competenties DC begeleiders – in het algemeen – volgens henzelf ..................................... 45

5.3 Conclusies: competenties van DC begeleiders – in het algemeen......................................... 50

5.4 Competenties DC begeleiders – in scenario’s- volgens henzelf ............................................. 50

5.5 Conclusies: competenties van DC begeleiders – scenario’s .................................................. 55

6. Inzicht in methodes en Instrumenten voor DC begeleiding (WP 3) ........................... 57

6.1 Onderzoeksgroep DC begeleiders.......................................................................................... 58

6.2 Ervaringen met DC atleet-scenario’s in de praktijk ............................................................... 59

6.3 Ervaringen met scenario ‘Studieplan’ .................................................................................... 60

6.3 Ervaringen met scenario’s ‘afwezigheid op school’ ............................................................... 61

6.4 Ervaringen met scenario ‘sociaal’ .......................................................................................... 62

6.6 Conclusies ervaringen met scenario’s - door focusgroep ...................................................... 63

Page 8: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 8

7. Inzicht in competenties en best practices voor DC begeleiding (WP 4) ..................... 65

7.1 Kenmerken DC begeleider ..................................................................................................... 66

7.2 Over competentieprofiel DC atleet........................................................................................ 67

7.3 Over competentieprofiel DC begeleider ................................................................................ 67

7.4 Conclusie over het gebruik van competentieprofielen ......................................................... 69

7.5 Evaluatie begeleidingsmethode ‘timeline’ ............................................................................ 69

8. Lessons Learned: Handvatten voor in de praktijk ........................................................ 72

8.1 Waar liggen de kansen voor de DC atleet? ............................................................................ 72

8.2 Waar liggen de kansen voor de DC begeleider? .................................................................... 72

8.3 Concrete acties om de DC begeleiding in Nederland te optimaliseren ................................. 74

Bronvermelding ..................................................................................................................... 76

Bijlagen I: Competentielijst voor DC Atleten ...................................................................... 77

Bijlagen II: Competentielijst voor DC begeleiders ............................................................. 78

Bijlagen III: Factoren competentielijst DC atleten ............................................................. 79

Bijlagen IV: Factoren competentielijs DC begeleiders ...................................................... 81

Bijlagen V: DC Begeleidingsmethode ‘Timeline’ ................................................................. 83

Page 9: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 9

1. Inleiding

Dit rapport is onderdeel van een Europees Onderzoek naar duale carrières voor topsporters.

Een van de belangrijkste uitdagingen voor (top)sporters is het combineren van onderwijs en

presteren op topsport niveau (EU Guidelines on Dual Careers of Athletes, 2012). Om 15 tot 25

jarige (top)sporters succesvol te ondersteunen in dit proces, alsook de kwaliteit van de

begeleiding van duale carrières te optimaliseren is het project ‘Gold in Education and Elite

Sport’ (GEES) geïnitieerd in 2015. Nederland is een van de landen die participeerden in dit 2

jarige project (co-funded by the Erasmus+ Sport programme of the European Commission)1.

Het Engelstalige rapport van het gehele GEES project is te vinden op

http://www.gees.eu/index.php/handbook

Lang werd gedacht dat topsport een slechte combinatie vormt met school of studie. Je kunt

beter je tijd aan óf training óf school/studie besteden. Maar uit recente onderzoeken blijkt dat

deze combi elkaar juist positief kan versterken (Jonker, Elferink-Gemser, & Visscher, 2009).

Topsporters die studeren en naar school gaan (Duale Carrière atleten, in het kort DC atleten)

doen vaardigheden op waarmee ze zowel in sport als op school/in studie kunnen floreren.

Hierdoor ontwikkelen ze betere cognitieve vaardigheden dan niet-topsporters en hebben ze

betere vooruitzichten op werk tijdens en na hun topsportcarrière. Topsporters blijken ook

vaker dan landelijk gemiddeld een opleiding op havo- of vwo-niveau te volgen zonder dat ze

daarbij vaker blijven zitten of slechtere cijfers halen. Een duale carrière biedt dus kansen voor

topsporters om uit te blinken in zowel sport als onderwijs.

Maar een duale carrière is niet per definitie succesvol. Er is gebleken dat DC atleten voor grote

uitdagingen komen te staan, met name op academisch, atletisch, psychologisch, psychosociaal

en financieel vlak (Wylleman, Reints & De Knop, 2011). Het door Wylleman e.a. voorgestelde

Holistisch Atletisch Carrière Model (figuur 1) laat ons inzien dat het van belang is om de DC

atleet in zijn geheel te zien, als mens die zich op verschillende vlakken ontwikkelt en verandert.

1 De deelnemende landen zijn België, Frankrijk, Italië, Polen, Schotland, Spanje, Slovenië en Zweden.

Page 10: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 10

Figuur 1 Holistic athletic career model (Wylleman, Reints & De Knop, 2013)

Dit model geeft aan dat het belangrijk is om DC atleten te begeleiden, zowel vanuit de sport

als vanuit school/studie en vanuit verschillende ontwikkelingsperspectieven. Een belangrijke

schakel tussen sport en school/studie is de duale carrière begeleider (DC begeleider). Dit is een

professionele begeleider, die gekoppeld is aan een onderwijsinstantie en/of

topsportorganisatie – of officieel erkend wordt door één van deze – die topsporters

ondersteunt/ondersteunen met betrekking tot het optimaliseren van hun duale carrière (= de

combinatie van topsport en onderwijs).

Het denken vanuit een ontwikkelingsgericht perspectief vraagt ook van DC begeleiders

(mogelijk) andere vaardigheden en inzichten. Dit vraagt van de DC atleet en de DC begeleider

om specifieke competenties om de duale carrière goed te volbrengen respectievelijk te

ondersteunen. Tot op heden hebben we nog geen systematisch inzicht in deze competenties.

Het GEES project richt zich daarom op 3 doelen:

1. Het identificeren van de competenties die DC atleten belangrijk vinden, bezitten en/of

dienen te ontwikkelen om onderwijs en (top) sport succesvol te combineren.

2. Het identificeren van de competenties die DC begeleiders belangrijk vinden, bezitten en/of

dienen te ontwikkelen om hun begeleiding aan DC atleten te optimaliseren.

3. Het identificeren, ontwikkelen en evalueren van methoden en instrumenten die DC

atleten en DC begeleiders kunnen gebruiken/inzetten om hun competenties te

verbeteren.

Page 11: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 11

Figuur 2 Schematisch overzicht van de doelen van het GEES project

In Nederland kijken we daarbij ook specifiek naar het pedagogisch handelen van begeleiders,

gericht op ‘het ontwikkelen van het vermogen van jeugdigen om zelfstandig keuzes te (leren)

maken, om waarden te ontwikkelen of om te functioneren als burger’ (Onstenk, 2005, p.10).

Omdat de jeugdige, de atleet, ook zelf een belangrijke actor is richten we ons vanuit

pedagogisch perspectief op empowerment van de atleet (Schipper-van Veldhoven, 2016).

Onder empowerment verstaan we het proces waarbij DC atleten zelf inzicht verwerven,

vaardigheden en capaciteiten ontwikkelen om controle te krijgen over hun eigen leven en

lichaam, te handelen op een autonome wijze (ibid., p.38). Dit sluit aan bij de inzichten naar de

positieve rol van zelfregulatie bij talentontwikkeling (Jonker, Elferink-Gemser, & Visscher,

2011).

Er vindt in Nederland zowel in de onderwijs als de sportcontext al enkele jaren duale carrière

begeleiding plaats. Deze begeleiding is vanuit de praktijk ontwikkeld en veelal gebaseerd op

de opgedane ervaring en op gevoel. Voor de lange termijn zijn meer “evidence based”

inzichten gewenst. NOC*NSF, in samenwerking met hogeschool Windesheim, nemen daarom

deel aan het internationale onderzoek ‘Gold in Education and Elite Sport’.

Voordat we verder ingaan op het GEES onderzoek, beschrijven we kort het duale carrière

beleid in Nederland.

2. DC begeleiding in Nederland

Het duale carrière beleid is in Nederland zowel op landelijk als regionaal niveau georganiseerd,

zowel vanuit de kant van sport als vanuit de kant van onderwijs. Er bestaan diverse

samenwerkingsverbanden waarin NOC*NSF en de sportbonden vanuit de sport, onderwijs

Page 12: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 12

instellingen primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO), middelbaar beroeps onderwijs

(MBO), hoger beroeps onderwijs (HBO) en wetenschappelijk onderwijs (WO) en het ministerie

van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) vertegenwoordigd zijn. Atleten met een door

NOC*NSF erkende status2 kunnen op deze onderwijsinstellingen rekenen op speciale

(financiële) ondersteuning.

SPORT

In Nederland is de duale carrière op verschillende manieren ingebed in de

topsportinfrastructuur.

In de Sportagenda 2017+, het beleidsplan van NOC*NSF, is de duale carrière als specifiek

speerpunt opgenomen. Daarnaast is de duale carrière een vast onderdeel geworden van de

investeringsplannen van de sportbonden.

Op de vier Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO’s, gelokaliseerd in Amsterdam, Arnhem,

Eindhoven en Heerenveen) zijn fulltime nationale trainingsprogramma’s gevestigd, waarin

atleten vanaf ongeveer 15 jaar participeren. De CTO’s hebben partnerships gesloten met

onderwijsinstituten in hun directe omgeving om de duale carrière mogelijk te maken op elk

onderwijsniveau. Ieder CTO heeft één of meerdere leefstijlcoaches en studie intermediairs in

dienst om de atleten te ondersteunen in zowel de duale carrière als de transitie naar de nieuwe

carrière.

Op regionaal niveau vindt er door RTO’s (Regionale Topsportorganisaties) met lokale

onderwijsinstellingen afstemming plaats. De regionale organisatie bemiddeld waar nodig

tussen individuele atleten en onderwijsinstellingen om belemmeringen weg te nemen en

maatwerk te realiseren.

ONDERWIJS

Per onderwijsniveau worden atleten op verschillende manieren in hun duale carrière

ondersteund.

Primair Onderwijs (PO)

In het basisonderwijs wordt momenteel voor de jonge talenten, voornamelijk uit vroeg

specialisatie sporten, in afstemming met de leerplichtambtenaar gestreefd naar onderwijs op

een andere locatie. Er wordt hard gewerkt aan een wijziging in de leerplichtwet om hier een

structurele invulling aan te kunnen geven. Op die manier kunnen ook de jongste talenten sport

en onderwijs combineren.

2

Het betreft een NOC*NSF A, B, HP, IT, NT en Belofte status. Sinds 1 januari 2017 is de B-status

vervangen voor de selectiestatus. Voor meer informatie zie het statusreglement

https://www.nocnsf.nl/athleteservices/topsportstatus

Page 13: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 13

Voortgezet Onderwijs (VO)

Nederland kent 30 Topsport Talentscholen (TTS). Dit zijn middelbare scholen die van OCW een

LOOT-licentie hebben ontvangen. Hierdoor kunnen zij atleten een aangepast

onderwijsprogramma bieden, waardoor ze topsport en onderwijs kunnen combineren.

Hiervoor leveren ze de volgende faciliteiten:

- Flexibel onderwijsprogramma

- Vrijstelling van bepaalde vakken

- Verlaging van huiswerklast

- Verplaatsen van toetsmomenten

- Gespreid examen doen en de mogelijkheid van examinering in het buitenland.

Overkoepelend worden deze TTS ondersteund door Stichting LOOT. Zij verbinden de Topsport

Talentscholen met elkaar en vormen de schakel tussen de sportambities van NOC*NSF en de

wet- en regelgeving van OCW.

Voor meer informatie zie

https://www.nocnsf.nl/topsportenonderwijs/topsporttalentscholen

Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)

Dankzij het Topsportaddendum kunnen MBO-instellingen individuele afspraken maken met

atleten om, binnen de huidige wet- en regelgeving, onderwijs en topsport beter te kunnen

combineren. Deze vorm van maatwerk biedt de atleten verschillende voordelen, waarvan het

naar beneden aanpassen van het aantal onderwijsuren de belangrijkste is. Deze vorm van

maatwerk wordt op 30 MBO-instellingen geboden en de atleten worden hierin begeleid door

een topsportcoördinator. De instellingen worden hierin ondersteund door het Platform

Bewegen & Sport van de MBO Raad.

Daarnaast start in het studiejaar 2017/2018 het Topsportkeuzedeel, waarmee er een verdere

integratie plaatsvindt van de topsport carrière in het onderwijs.

Voor meer informatie zie

https://www.nocnsf.nl/topsportenonderwijs/middelbaarberoepsonderwijs

Hoger Onderwijs (HO)

In 2013 is er door een groep van 25 hogescholen en universiteiten gestart met het Actieplan

Flexibel Onderwijs en Topsport (FLOT). Op deze manier wilden de hoger onderwijs instellingen

in samenwerking met NOC*NSF en OCW het onderwijs voor en loopbaanperspectief van

atleten verbeteren. Inmiddels zijn er in totaal 29 instellingen aangesloten en zijn enkele andere

hogescholen en universiteiten voornemens om toe te treden.

In ‘instelling overstijgende werkgroepen’ wordt niet alleen gewerkt aan verschillende

knelpunten, die topsport-studenten tegenkomen, maar worden ook nieuwe kansen en

Page 14: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 14

mogelijkheden voor het flexibiliseren van onderwijs voor topsporters onderzocht en

uitgewerkt.

Voor meer informatie zie https://www.nocnsf.nl/topsportenonderwijs/hogeronderwijs

TRANSITIES NAAR NIEUWE CARRIERE

Een werkgroep bestaande uit vier ministeries (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale

Zaken en Werkgelegenheid, Financiën en Volksgezondheid, Welzijn en Sport), NL Sporter en

NOC*NSF heeft onderzocht hoe de sporter gebruik kan maken van regelgeving en sociale

voorzieningen bij de verschillende transities waarmee zij te maken krijgen in hun transitie naar

een nieuwe carrière.

Een van de resultaten van deze werkgroep is de gezamenlijke afspraak om intensiever samen

te werken ten behoeve van de nieuwe carrière (in onderwijs of op de arbeidsmarkt) van de

(oud-)topsporter. Doelstelling is dat de atleet een soepele transitie naar een nieuwe carrière

met de juiste ondersteuning kan maken, dat de atleet vroegtijdig van deze transitie bewust

wordt gemaakt en dat hij/zij hierop wordt voorbereid.

Figuur 3 Per gemeente, deelnemende organisaties FLOT en infrastructuur topsport en onderwijs

Page 15: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 15

3. Onderzoeksopzet

3.1 Ontwerp

In dit onderzoek gaan we op zoek naar de eigen perceptie op de eigen competenties, van zowel

de DC atleten als hun begeleiders. Daarom is gekozen voor een combinatie van kwantitatief

en kwalitatief onderzoek: enerzijds om inzichtelijk te maken welke competenties eruit

springen voor DC atleten en hun begeleiders, anderzijds om verdieping te vinden in waarom

ze dit zo zien. Dit onderzoek bestaat uit vier fases, ook wel Workpackages genoemd (WP), die

hieronder schematisch zijn weergegeven. De eerste twee fases richten zich op online

vragenlijsten over competenties en de laatste twee fases richten zich op verdiepende inzichten

doormiddel van interviews en het in kaart brengen van goede tools voor begeleiding.

Start: 1 januari, 2015

Einde: 31 december 2016

3.2 Tijdspad

WP Start Eind Doelgroep Meetinstrument Doel

1 Jan 15 Aug 15 DC atleten Online vragenlijst Competentieprofielen

DC atleten

2 Sep 15 Feb 16 DC

begeleiders

Online vragenlijst Competentieprofielen

DC begeleiders

3 Mrt 16 Juli 16 DC

begeleiders

Semi-gestructureerd

interview (focusgroep)

Reflectie op scenario’s

en

methodes/instrumenten

4 Aug 16 Dec 16 DC

begeleider

Gestructureerd

interview

Evaluatie

competentieprofielen,

methode/instrument

1. DC atleten

competenties

2. DC begeleiders

competenties

3. Methodes &

instrumenten voor

DC begeleiding

4. Inzicht in competenties

en best practices voor

DC begeleiding

Page 16: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 16

3.2 Onderzoeksvragen

Om de doelen van GEES te behalen, zijn de volgende onderzoeksvragen gehanteerd, voor zowel

DC atleten als DC begeleiders:

- Welke competenties zijn belangrijk in een succesvolle duale carrière (DC)?

- Welke competenties bezit je al?

- Welke competenties zou je nog kunnen ontwikkelen?

Deze vragen stellen ons in staat om data te verzamelen over een duale carrière in het algemeen

en ook tijdens specifieke kritische situaties (scenario’s), zowel voor de duale carrière atleet in

zijn duale carrière, als voor de duale carrière begeleider in specifieke kritische situaties in de

begeleidingssfeer. Deze data kunnen gespecificeerd worden voor bijv. verschillende fases van

het onderwijs (bijv. voortgezet onderwijs vs. Hoger Onderwijs) en verschillende beoefende

sporten (bijv. team vs individueel). Tevens wordt aan de duale carrière begeleiders gevraagd

ook in te vullen wat zij denken over de benodigde competenties die duale carrière atleten nodig

hebben.

3.3 Doelgroepen en respons De doelgroepen bestaan uit DC atleten en DC begeleiders, die zijn geselecteerd door NOC*NSF.

De deelnemers hebben vrijwillig deelgenomen en konden ervoor kiezen om anoniem deel te

nemen. Bovendien waren ze in de mogelijkheid om op elk moment tijdens deelname aangeven

te willen stoppen, zonder aan te moeten geven wat hiervoor de reden is.

Duale carrière atleten (DC atleten)

Een DC atleet is een atleet die zowel topsport bedrijft als onderwijs volgt en deze beide

succesvol wil starten, doorlopen en volbrengen. De DC atleten in dit onderzoek hebben de

leeftijd van 15 t/m 26 jaar en hebben een A, B, High Potential, Internationaal Talent, Nationaal

Talent of Belofte-status bij NOC*NSF. NOC*NSF heeft in samenwerking met de sportbonden een

systeem ontwikkeld waarbij talenten en topsporters op basis van een profiel een talentstatus

Belofte, Nationaal Talent (NT) en Internationaal Talent (IT) of topsportstatus High Potential (HP),

B-status en A-status kunnen krijgen. De A-status bijvoorbeeld, is de hoogste status en wordt

toegekend aan topsporters die in de top-8 van de wereld presteren en met ingang van de nieuwe

sportagenda een reële kans op behalen van het mondiale podium moeten hebben 2.

De uitnodiging voor het invullen van de vragenlijst is via email uitgestuurd naar 1400 DC atleten

uit de poule van NOC*NSF (met een link naar de vragenlijst). Hierop hebben 712 DC atleten

gereageerd (response rate = 51%), van wie 357 DC atleten de vragenlijst volledig voltooid

hebben (completion rate = 27%).

Page 17: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 17

Duale carrière begeleiders (DC begeleiders)

Een DC begeleider is een professionele begeleider, die gekoppeld is aan een onderwijsinstantie

en/of topsportorganisatie – of officieel erkend wordt door één van deze – die topsporters

ondersteunt/ondersteunen met betrekking tot het optimaliseren van hun duale carrière (= de

combinatie van topsport en onderwijs). Aan de hand van deze definitie heeft NOC*NSF via email

een uitnodiging voor het invullen van een online vragenlijst gestuurd naar 135 DC begeleiders

(met link naar vragenlijst). Hiervan hebben 88 DC begeleiders gereageerd (response rate = 65%)

en 66 hebben de vragenlijst volledig voltooid (completion rate = 49%).

De focusgroep bestaat uit 11 ervaren DC begeleiders, die elk hebben gereageerd op de

uitnodiging van NOC*NSF. De focusgroep bestaat uit 7 mannen en 4 vrouwen met een

gemiddelde leeftijd van 49 jaar, waarvan 3 DC begeleiders werkzaam in de sport en 8 in het

onderwijs.

De DC begeleider, die deelgenomen heeft aan het verdiepende interview, heeft zich vrijwillig

aangemeld om deel te nemen aan de laatste fase van het onderzoek. Zowel de DC begeleiders

uit de focusgroep als de DC begeleider van het verdiepende interview hebben al in een eerder

stadium de online vragenlijst voltooid.

3.5 Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn gestructureerde online vragenlijsten, opgesteld aan de hand van

literatuur en input van experts (WP1 & WP2), een semi-gestructureerd interview (focusgroep)

(WP3) en een verdiepend interview (WP4).

WP1: Gestructureerde vragenlijst competenties van de DC Atleet

Voordat de DC atleet de vragenlijst start, wordt een informed consent ingevuld. Hierin gaat de

DC atleet akkoord met deelname aan het onderzoek en weet het dat hij/zij op elk moment kan

stoppen. De vragenlijst start met algemene informatie, zoals naam, leeftijd en status. Daarna

volgt een competentielijst met 38 DC- Atleet- competenties (zie bijlage I), opgesteld door

ervaren internationale experts in het domein van duale carrière begeleiding. Voorbeelden van

competenties: “In staat zijn om met stress om te gaan in studie en sport” en

“Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen”. De 38 competenties worden

door de DC atleet gescoord op een 5-punts-schaal voor belang en bezit. Hen is dus gevraagd om

voor elke competentie in te vullen hoe belangrijk zij deze competenties vinden voor een

succesvolle duale carrière in het algemeen en in hoeverre zij deze al bezitten (beheersen).

Antwoord categorieën:

Belang: Geef aan hoe belangrijk deze competentie voor jouw succesvolle duale carrière is.

1. Onbelangrijk 2.Weinig belangrijk 3.Matig belangrijk 4. Belangrijk 5.Zeer belangrijk

Page 18: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 18

Bezit: Geef aan in welke mate je deze competentie al beheerst.

1. Zeer zwakke beheersing

2.Zwakke beheersing 3.gemiddelde beheersing

4. Goede beheersing

5.Zeer goede beheersing

Aan de hand van deze data kunnen competentieprofielen opgesteld worden. Uit het

competentieprofiel Belang en competentieprofiel Bezit kan een competentieprofiel Verschil

gemaakt worden (belang versus bezit). Het verschil tussen belang en verschil geeft aan in welke

mate de DC atleet zich nog kan ontwikkelen in deze competentie.

Duale carrière is een zeer uitgebreide term, omdat het meer periodes kan inhouden met veel

trainingen en wedstrijden, periodes waarin de nadruk meer ligt op het studeren, en periodes

waarin atleten beiden in evenwicht moeten houden. Om te voorkomen dat atleten hun duale

carrière in dit onderzoek anders benaderen, hebben de competenties ook betrekking op

specifieke uitdagende duale carrière situaties, die de context-specificiteit van een duale carrière

zoveel mogelijk wegfilteren. Een uitdagende/kritische duale carrière situatie wordt een scenario

genoemd. De scenario’s zijn opgesteld door ervaren, internationale experts in het domein van

duale carrières.

De DC atleet is eveneens gevraagd voor een zevental scenario’s de lijst met 38 competenties in

te vullen, wederom voor belang en bezit.

1. Examens: Je staat op het punt een uitdagend studiejaar te beginnen met examens die op

hetzelfde moment vallen als een cruciale competitiefase. Je wilt beide succesvol volbrengen.

2. Studieplan: Met het oog op je (toekomstige) professionele carrière wil je het beste

studieplan kiezen en de beste studiekeuzes maken, zodat je sport en studie kan combineren

in de toekomst.

3. Afwezigheid op school: Jouw competitie- en trainingsschema heeft als gevolg dat je een

aanzienlijk aantal lesdagen/colleges en (groeps)opdrachten zal missen. Je moet bijblijven

tijdens je wedstrijd/trainingsstage en/of het nadien inhalen.

4. Verhuizing: Je neemt een beslissing om je thuis en familie te verlaten om te verhuizen voor

je sport en/of studies (vb. naar CTO/NTC, studentenkamer etc.). Je moet je aanpassen aan

een nieuwe sociale omgeving en je redden met minder steun van je familie.

5. Blessure: Je bent zowel student/leerling als topsporter, maar je hebt last van een blessure.

Je wilt je topsport en studie voortzetten en daarbovenop ook herstellen van je blessure.

6. Sociaal: Door de combinatie van sport en studie is het moeilijk om een rijk sociaal leven te

hebben buiten de sport (bijv. tijd met vrienden doorbrengen, uitgaan, ...). Je dient een

balans te vinden tussen je 'studie en topsport' carrière en sociale activiteiten buiten de

sport.

7. Financieel*: Tijdens je ‘studie en topsport’ carrière heb je onvoldoende financiële middelen

om je studie en topsport te combineren. Je dient een manier te vinden om inkomsten te

verwerven.

*Dit scenario is enkel getoond aan studenten in het Hoger Onderwijs.

Page 19: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 19

Bovendien is voor elk scenario gevraagd of de DC atleet dit scenario ooit ervaren heeft en hoe

de DC atleet hiermee omgegaan is.

WP2: Gestructureerde vragenlijst competenties van de DC Begeleider

Voordat de DC begeleider de vragenlijst start, wordt een informed consent ingevuld. Hierin gaat

de DC begeleider akkoord met deelname aan het onderzoek en weet het dat hij/zij op elk

moment kan stoppen. De vragenlijst start met algemene informatie, zoals naam, leeftijd en

soort werkgever. Daarna volgt een competentielijst met 35 DC-begeleider-competenties (zie

bijlage II), opgesteld door ervaren internationale experts in het domein van duale carrière

begeleiding. Voorbeelden van competenties: “In staat zijn om flexibel te reageren op

onverwachte gebeurtenissen bijv. blessure) in het leven van de DC topsporter” en “In staat zijn

om de effectiviteit van de eigen begeleiding realistisch te monitoren en evalueren”. De 35

competenties worden door de DC begeleider gescoord op een 5-punts-schaal voor belang en

bezit. Hen is dus gevraagd om voor elke competentie in te vullen hoe belangrijk zij deze

competenties vinden voor een succesvolle DC begeleiding in het algemeen en in hoeverre zij

deze al beheersen. De 5-punts-schalen komen overeen met die in de vragenlijst van de DC

atleten.

Vervolgens is hen een zestal specifieke DC-begeleider-scenario’s voorgelegd, waarvoor zij

eveneens de 35 competenties invullen voor bezit en belang:

1. Geen steun: Een lid van de DC atleet zijn omkadering/naasten (bijv. coach, ouder, docent,

manager) steunt de topsporter niet om een duale (topsport en studie) carrière te starten. Jij wil

er voor zorgen dat de topsporter zijn eigen verantwoordelijke beslissingen kan nemen.

2. Verhuizing: Een DC atleet verlaat zijn/haar huis en familie om te verhuizen voor sport en/of

studie (bv. naar CTO/NTC, studentenkamer etc.). Je wil de topsporter helpen om zich aan te

passen aan een nieuwe sociale omgeving en dit te redden met minder steun van de familie.

3. Studieplan: Met het oog op zijn/haar (toekomstige) professionele carrière wil een DC atleet het

beste studieplan kiezen. Je wil de topsporter helpen de beste studiekeuze te maken om de

integratie van topsport en studie aan te kunnen in de toekomst.

4. Uitdagend jaar: Een DC atleet staat op het punt een uitdagend studiejaar te beginnen wat botst

met zijn/haar (steeds meer veeleisende) competitie- en trainingsschema (bijv. het missen van

belangrijke studiedagen, (groeps)opdrachten, examens, een stage/ internship…). Je wil de

topsporter helpen om beiden (topsport en studies) succesvol te doen.

5. Doorverwijzing: Je merkt dat er een behoefte is om een DC atleet door te verwijzen voor

aanvullende professionele hulp (bv. Naar een psycholoog, financieel adviseur…). Je wil de

topsporter helpen door op de juiste manier naar de juiste persoon door te verwijzen.

6. Verkeerde verwachtingen: Een DC atleet heeft verkeerde verwachtingen omtrent jouw werk als

DC begeleider, verwachtende dat jij het werk in zijn/haar plaats zal doen. Je wil dat de topsporter

(meer) verantwoordelijkheid neemt voor zijn/haar eigen taken.

Bovendien is voor elk scenario gevraagd of de DC begeleider dit scenario ooit ervaren heeft en

hoe de DC begeleider hiermee omgegaan is.

Page 20: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 20

Vervolgens vullen de DC begeleider vragen in over methodes die DC begeleiders gebruiken in

hun begeleidingsactiviteiten en welke soort DC atleten zij begeleiden.

De vragenlijst eindigt met vragen over de perceptie van de DC begeleider op het belang en bezit

van de 38 DC-atleten-competenties voor een succesvolle duale carrière. Bijv: “Vul in hoe

BELANGRIJK je elke competentie acht voor DC topsporters met wie je werkt om succesvol

topsport en studie te combineren.” Dit wordt ingevuld voor een duale carrière in het algemeen

en per DC-atleet-scenario.

De competentielijsten voor zowel de DC atleten als de DC begeleiders zijn voor de Europese data

gebundeld in factoren (a.d.h.v. een Confirmatory Factor Analysis)3. Deze factoren maken het

mogelijk om niet alleen uitspraken te doen op competentieniveau, maar ook over een bundeling

van competenties die dicht bij elkaar liggen.

De 5 factoren binnen de DC-atleten-competentielijst (De Brandt et al., 2016a, zie bijlage III) zijn

DC management competenties (bijv. ‘In staat zijn om je tijd efficiënt te gebruiken’), zelfregulatie

competenties (bijv. ‘In staat zijn om tegenslagen in sport en/of studie te gebruiken als een

positieve stimulans’), sociale competenties (bijv. ‘Advies vragen aan de juiste personen op het

juiste moment’), carrièreplanning competenties (bijv. ‘Voorbereid zijn op het onverwachte en

een back-up-plan hebben’) en overige competenties (bijv. ‘In staat zijn om je eigen geld te

spenderen en beheren’) (zie bijlage III voor het gehele overzicht) .

De 7 factoren binnen de DC-begeleiders-competentielijst (Defruyt et al., 2016b, zie bijlage IV)

zijn reflectie en zelfmanagement competenties (bijv. ‘In staat zijn om te reflecteren op de eigen

waarden om het eigen functioneren te verbeteren’), belangenbehartiging en disseminatie

competenties (bijv. ‘In staat zijn om een netwerk met partners op te bouwen en coördineren’),

organisatie competenties (bijv. ‘In staat zijn om administratieve taken te verrichten‘),

empowerment competenties (bijv. ‘In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC

topsportstudenten‘), bewustzijn van de omgeving van de DC atleet (bijv. ‘Kennis hebben van het

onderwijssysteem/de onderwijssystemen’), relatie competenties (bijv. ‘In staat zijn om elke DC

topsportstudent op een persoonlijke manier te behandelen’) en overige competenties (bijv.

‘Oplettend zijn op de mentale gezondheid van een DC topsportstudent’) (zie bijlage IV voor het

gehele overzicht).

WP3: Focusgroep over methodes en instrumenten voor DC Begeleiding

Aan de hand van een semi-gestructureerd interview, middels een focusgroep, is verdieping

gezocht. Elk deelnemend land aan het internationale GEES onderzoek heeft drie DC-atleet-

scenario’s toegewezen gekregen. Voor Nederland waren deze scenario’s: Studieplan (2),

Afwezigheid op school (3) en het Sociale scenario (6). Voor elk van deze scenario’s zijn vragen

gesteld a.d.h.v. de STAR-methode (Situatie, Taak, Actie, Resultaat).

3 Vanwege de minimale eisen die gesteld worden aan een Confirmatory Factor Analysis (zoals

responsaantal), zijn de Nederlandse resultaten niet gespecificeerd op factoren. Toch kunnen er op basis van face validity wel indicaties gegeven worden over welke factoren vaak naar boven komen binnen de

Nederlandse resultaten.

Page 21: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 21

- Situatie: Wat was de specifieke situatie?

- Taak: Wat verwachtte de DC atleet van je? Wat vond je dat jouw taak was?

- Actie: Wat heb je gedaan om hem/haar te begeleiden? Welke methodes/instrumenten

gebruikte je?

- Resultaat: Wat was het resultaat van je begeleiding? Hoe is de DC atleet met de situatie

omgegaan? Hoe ben jij met de situatie omgegaan?

Hierbij is aangestuurd op het benoemen van methodes en instrumenten, met als doel deze te

kunnen toevoegen aan het Handboek. Per scenario zijn extra verdiepende vragen gesteld, zoals

“Welke competenties hebben DC atleten nodig om succesvol met dit scenario om te gaan?”

WP4: verdiepend interview naar inzicht in competenties en best practices voor DC begeleiding In een verdiepend interview heeft een DC begeleider toelichting gegeven op de bruikbaarheid en invulling van de competentieprofielen van zowel de DC atleten als DC begeleiders in de praktijk. Bovendien heeft elk deelnemend land aan het internationale GEES onderzoek één of meerdere methodes uit het Handboek aangewezen gekregen voor een review. Deze methodes zijn verzameld door het internationale expertteam op het gebied van duale carrière op basis van best practices. Nederland heeft de tool ‘Timeline’ toegewezen gekregen (zie bijlage V). Aan de hand van een review-model (SWOT-methode) is deze methode door de DC begeleider gereviewd.

3.6 Analyse

- Analyses van de data van WP1 en WP2 zijn gedaan met SPSS 20.0.0. SPSS is gebruikt om

descriptive data te genereren, om de generieke, specifieke, ontwikkelings- en scenario-

specifieke competentieprofielen te bouwen.

- Aan de hand van de uit het Europese onderzoek gedestilleerde factoren, kunnen op basis van

face validity indicaties gegeven worden over welke factoren vaak naar boven komen binnen

de Nederlandse resultaten.

- Analyse van de kwalitatieve data van WP3 is gedaan op basis van de STAR systematiek

(Situatie, Taak, Actie, Resultaat). Gekeken wordt naar hoe het scenario (het probleem) is

ervaren en hoe de DC begeleiders dit oplossen en/of waar ze tegen aanlopen.

- Analyse van de kwalitatieve data van WP4 is gedaan op basis van de SWOT- (Strenghts,

Weaknesses, Opportunities, Threats) opbouw. Gekeken wordt naar sterkten en zwakten van

de DC competentielijsten en de generieke DC competentieprofielen; alsook naar hoe de DC

competentielijsten en profielen te gebruiken (of juist niet) ook in relatie naar de te evalueren

tool ‘Timeline’.

Page 22: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 22

Onderzoeksopzet

4. Competenties van Duale Carrière Atleten (WP 1)

Page 23: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 23

4. Competenties van Duale Carrière Atleten (WP 1)

Start: januari 2015

Einde: augustus 2015

4.1 Onderzoeksgroep DC atleten

Het GEES onderzoek start met een online vragenlijst met vragen over competenties van DC

atleten. Het algemene deel van de vragenlijst is volledig ingevuld door 470 DC atleten met een

gemiddelde leeftijd van 18,3 jaar (SD=2,6). De grootse groep deelnemers bestaat uit vrouwelijke

DC atleten (57%) in de leeftijd van 16-18 jaar (56% van de gehele groep), met HAVO/VWO als

huidig opleidingsniveau (42%), deelnemend in een individuele sport (65%), een Olympische

Zomersport (75%), thuiswonend met ouders (67%) en in het bezit van een Talentstatus (80%).

In onderstaand figuur zijn de kenmerken van de gehele groep schematisch weergegeven.

1. DC atleten

competenties

2. DC begeleiders

competenties

3. Methodes &

instrumenten voor

DC begeleiding

4. Inzicht in competenties

en best practices voor

DC begeleiding

Page 24: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 24

Figuur 4 Schematische weergave kenmerken van DC atleten

43%

57%

7%

24%

18%

14%

8%

8%

6%

5%

3%

3%

2%

1%

14%

42%

17%

13%

8%

5%

65%

35%

75%

9%

4%

1%

11%

67%

12%

1%

7%

11%

2%

15%

4%

1%

24%

32%

24%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%

Man

Vrouw

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

VMBO

HAVO/VWO

MBO

HBO Bachelor

WO Bachelor

HBO/WO master

Individueel

Team

Olympische Zomersport

Olympische Wintersport

Paralympische Zomersport

Paralympische Wintersport

Een niet-Olympisch/niet-Paralympische sport

Thuiswonend met ouder(s)

Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) of…

Inwonend bij pleeggezin

Studentenkamer (niet op een CTO of NTC)

Eigen appartement/huis

Anders

A

B

High Potential (HP)

Internationaal talent (IT)

Nationaal talent (NT)

Belofte

Page 25: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 25

4.2 Competenties DC atleten- in het algemeen – volgens henzelf

Aan de hand van de competentielijst zijn de volgende competentieprofielen opgesteld voor:

- Het door DC atleten ervaren belang van de competenties voor een succesvolle duale carrière

- Het door DC atleten ervaren bezit van de competentie voor een succesvolle duale carrière

- Het verschil tussen het door DC atleten ervaren belang en bezit van de competenties voor een

succesvolle duale carrière (belang – bezit).

Voor elk competentieprofiel wordt de gemiddelde score (GEM) en de standaarddeviatie (SD)

getoond.

Belang

De 5 gemiddeld belangrijkste (competentie 1-5) en minst belangrijke (competentie 34-38)

competenties zijn volgens de DC atleten:

Tabel 1: competentie belang – DC atleten

1. Onbelangrijk 2. Weinig belangrijk 3. Matig belangrijk 4. Belangrijk 5. Zeer belangrijk

DC atleten geven dus aan doorzettingsvermogen het belangrijkst te vinden voor een succesvolle

duale carrière, en nieuwsgierigheid naar carrièremogelijkheden buiten de topsport als minst

belangrijk. Belangrijk om hierbij te benoemen is dat al worden de competenties 34 – 38

aangewezen als de minst belangrijke competenties, toch worden deze competenties gemiddeld

als belangrijk gezien (+/- 4.0 op een schaal van 1 tot 5). Dit geeft aan dat de gehele

competentielijst een sterk beeld geeft van belangrijke competenties voor een succesvolle duale

BELANG GEM SD

1 Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 4,70 ,468

2 Het belang van rust en herstel begrijpen 4,69 ,501

3 Toewijding om succesvol te zijn in je sport én studie 4,59 ,566

4 In staat zijn om met stress om te gaan in studie en sport 4,57 ,533

5 In staat zijn om samen te werken met begeleiders in sport en studie (bijv.

coach, trainer, andere begeleider)

4,56 ,606

34 In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren 4,07 ,907

35 In staat zijn om conflicten op te lossen 4,06 ,732

36 Voorbereid zijn op het onverwachte en een back-up-plan hebben 4,06 ,824

37 Overtuigd zijn dat studie en sport elkaar positief kunnen beïnvloeden 4,04 ,847

38 Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden buiten de topsport te

verkennen

3,87 ,880

Page 26: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 26

carrière en dus juist is uitgekozen door het internationale expertteam. In de competentieprofielen

die nog volgen, zal deze trend van beantwoording voortgezet worden. De uitspraken die gedaan

kunnen worden over de volgorde van competenties, zijn gedaan op basis van kleine verschillen.

Kleine verschillen kunnen in zowel de topsport als het onderwijs echter een groot verschil maken!

In het bovenstaande competentieprofiel Belang van de DC atleten zijn de competenties

‘Voorbereid zijn op het onverwachte (36) en een back-up-plan hebben’ (36) en ‘Nieuwsgierig zijn

om carrièremogelijkheden buiten de topsport te verkennen’ (38) opvallend. Dat deze

competenties door de DC atleten worden ervaren als enkele van de minst belangrijke

competenties, wordt herkend door begeleiders in het werkveld (zie ook het verdiepende interview

met een DC begeleider in WP4). Enerzijds zou dit kunnen betekenen dat dit juist de ultieme

consequentie is van een atleet die op topniveau wil presteren: maar één focus hebben en daar

helemaal voor gaan. Tegelijkertijd behoeft deze competentie aandacht, juist omdat het voor veel

DC atleten niet (in één keer) lukt om al hun doelen te bereiken en het competenties betreft die

voor beide van de duale carrière onderdelen (topsport én onderwijs) van belang zijn.

Een verklaring voor deze resultaten is ook te vinden in de kenmerken van de doelgroep. Gezien

de gemiddelde leeftijd van de doelgroep (GEM=18,3 jaar, SD=2,6), is het in het algemeen

herkenbaar dat vooruit plannen geen prioriteit van de DC atleten is vergelijkbaar met hun

‘gewone’ leeftijdgenoten. Juist omdat vooruit denken en een back-up plan een wezenlijk deel is

van een succesvolle DC (“Wat als ik toch niet meteen mijn doel bereik?”), vraagt deze

competenties om meer aandacht.

Page 27: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 27

Bezit

De DC atleten geven aan de volgende competenties gemiddeld het meest en het minst te

beheersen:

Tabel 2: competentie bezit – DC atleten

BEZIT GEM SD

1 In staat zijn om samen te werken met begeleiders in sport en studie (bijv.

coach, trainer, andere begeleider)

4,01 ,766

2 Bereidwilligheid om opofferingen en keuzes te maken om succesvol te zijn

in sport én studie

3,96 ,831

3 Gretig zijn om te luisteren naar en leren van andere personen en eerdere

ervaringen

3,95 ,723

4 Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 3,94 ,778

5 Toewijding om succesvol te zijn in je sport én studie 3,91 ,729

34 Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen) 3,43 ,917

35 Een visie hebben van waar je naar toe wil in het leven na je 'studie en

topsport' carrière

3,43 ,944

36 In staat zijn om te onderhandelen (om op te komen voor je eigen belangen) 3,40 ,944

37 Geduldig zijn met betrekking tot de vooruitgang van je sport- en

studiecarrière

3,35 ,925

38 Voorbereid zijn op het onverwachte en een back-up-plan hebben 3,25 ,915

DC atleten geven hier aan dat een groot deel van de top 5 best beheerste competenties (tabel

2) ook onderdeel is van de top 5 belangrijkste competenties (tabel 1). Hieruit blijkt dat de

belangrijkste competenties in de ogen van de DC atleten ook daadwerkelijk gemiddeld tot goed

beheerst worden. Competenties die het minst worden beheerst, zijn ‘Een visie hebben van waar

je naar toe wil in het leven na je 'studie en topsport' carrière’ en ‘Voorbereid zijn op het

onverwachte en een back-up-plan hebben’. Deze competenties worden eveneens aangeduid als

de minst belangrijke competenties volgens de DC atleten. Bovendien geven DC atleten aan dat

het opkomen voor de eigen belangen gemiddeld beheerst wordt (nr. 36; GEM = 3,40). Dus ook

al beheersen ze het samenwerken met begeleiders in sport en studie het best, het opkomen

voor de eigen belangen blijkt hierin nog lastig te zijn. Belangrijk om te benoemen is dat de

1. Zeer zwakke

beheersing

2. Zwakke

beheersing

3. Gemiddelde

beheersing

4. Goede

beheersing

5. Zeer goede

beheersing

Page 28: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 28

competentie die aangewezen wordt als minst beheerste competentie, nog steeds gemiddeld

beheerst wordt (GEM=3,25).

Verschil Aan de hand van het verschil tussen belang en bezit (belang – bezit) kan een overzicht gegeven worden van de competenties waarbij de kansen voor verbetering liggen. Tabel 3 is geordend op de grootte van het ‘verschil’. Tabel 3: competentie verschil belang- bezit – DC atleten

Belang Bezit Verschil

1 Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen) 4,42 3,43 0,99

2 In staat zijn om met stress om te gaan in studie en sport 4,57 3,59 0,98

3 In staat zijn om je tijd efficiënt te gebruiken 4,51 3,58 0,93

4 Het belang van rust en herstel begrijpen 4,69 3,78 0,91

5 In staat zijn om te onderhandelen (om op te komen voor je

eigen belangen)

4,31 3,40 0,90

34 Gretig zijn om te luisteren naar en leren van andere personen

en eerdere ervaringen

4,34 3,95 0,39

35 In staat zijn om conflicten op te lossen 4,06 3,71 0,35

36 In staat zijn om sociale contacten op te bouwen met

leeftijdsgenoten in studie en sport

4,24 3,90 0,34

37 Over de noodzakelijke levensvaardigheden beschikken om

zelfstandig te kunnen leven (vb. koken)

4,11 3,78 0,33

38 In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren 4,07 3,85 0,22

DC atleten geven aan het belangrijk te vinden om assertief te zijn, maar deze competentie

gemiddeld te beheersen. In dit perspectief zijn opvallende verschillen gevonden tussen

verschillende ‘groepen’. Er kan onderscheid gemaakt worden voor:

- Geslacht: man / vrouw

- Sporttype: team / individueel

- Onderwijsniveau: voortgezet onderwijs/MBO/Hoger Onderwijs

- Status: Topsportstatus / Talentstatus / Beloftestatus

Page 29: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 29

Geslacht

De doelgroep bestaat uit 57% vrouwen en 43%

mannen. Over het algemeen geven vrouwen

gemiddeld aan de competenties belangrijker te

vinden dan mannen dat aangeven. Bovendien

kennen vrouwen zichzelf een hoger bezit toe dan

mannen.

Op verschil tussen belang en bezit zijn is de volgende

top 3 competenties gevonden waarvoor de DC

atleten zelf aangeven zichzelf nog te kunnen verbeteren.

1. Vrouwen geven een groter verschil aan tussen belang en bezit dan mannen voor de

competentie ‘Assertiviteit’. Vrouwen kunnen zich dus meer verbeteren in assertiviteit dan

mannen.

2. Vrouwen geven een groter verschil aan dan mannen voor de competentie ‘omgaan met

stress in studie en sport’. Vrouwen kunnen zich dus meer verbeteren in het omgaan met

stress dan mannen.

3. Mannen geven een groter verschil aan dan vrouwen voor het ‘efficiënt omgaan met tijd’.

Mannen kunnen zich dus meer verbeteren in efficiënt omgaan met tijd dan vrouwen.

Figuur 5 Verschil tussen belang en bezit voor de drie significante competenties, verschil tussen man en vrouw

43%

57%

Man

Vrouw

Page 30: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 30

Sporttype

De doelgroep bestaat uit 65%

individuele sporters en 35%

teamsporters. Individuele

sporters en teamsporters

verschillen met name van

elkaar in het

competentieprofiel Verschil.

Waar individuele sporters zich

met name kunnen verbeteren

in omgaan met stress en het

efficiënt gebruiken van tijd, zijn

teamsporters vooral in de mogelijkheid zich te verbeteren in het inzien van het belang van rust

en herstel en het vragen van advies.

In onderstaande tabellen staan de top 3-en van grootste verschillen tussen individuele sporters

en teamsporters weergegeven:

Bovendien geven teamsporters aan zich in de competentie ‘Assertief zijn’ significant meer te

kunnen verbeteren dan individuele sporters. Assertiviteit is een competentie uit de factor

Zelfregulatie die op nr. 1 staat van de verbetermogelijkheden voor DC atleten in het algemeen.

,92

1,12

,00 ,20 ,40 ,60 ,80 1,00 1,20

Individueel

Team

Verschil: Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen)

Individueel Team

Individueel Verschil SD

1 In staat zijn om met stress om te gaan in studie en sport 1,00 1,02

2 Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen) ,92 1,02

3 In staat zijn om je tijd efficiënt te gebruiken ,90 ,91

Team Verschil SD

1 Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen) 1,12 ,98

2 Het belang van rust en herstel begrijpen 1,03 ,98

3 Advies vragen aan de juiste personen op het juiste moment 1,02 ,94

65%

35%Individueel

Team

Page 31: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 31

Onderwijsniveau: Voortgezet onderwijs / MBO / Hoger Onderwijs

De doelgroep bestaat uit DC atleten in het

voortgezet onderwijs (57%), het MBO (17%) en

het Hoger Onderwijs (26%).

- Voortgezet onderwijs bestaat uit VMBO en

HAVO/VWO

- MBO bestaat uit alle vier niveaus. Hierin is

geen onderscheid gemaakt.

- Hoger Onderwijs bestaat uit HBO en WO,

vanaf bachelor tot aan Phd-niveau

In de competentieprofielen Belang is duidelijk terug te zien dat er tussen de onderwijsniveaus

verschillen zijn in welke competenties worden aangewezen als de belangrijkste. Waar voor DC

atleten in het voortgezet onderwijs een belangrijke competentie ‘In staat zijn om samen te

werken met begeleiders in sport en studie (bijv. coach, trainer, andere begeleider) is, is het voor

DC atleten in het MBO met name belangrijk om ‘In staat te zijn om je eigen verantwoorde

beslissingen te maken met betrekking tot je sport- én studiecarrière’. Voor DC atleten in het

Hoger Onderwijs is het belang van ‘Zelfdiscipline om te voldoen aan de vereisten van je

combinatie sport én studie (vb. zelfstanding werken zonder toezicht van anderen)’ juist het

hoogst. Bovendien is voor elk onderwijsniveau ‘Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden

buiten de topsport te verkennen’ als (één van de) minst belangrijke competentie aangewezen.

DC atleten in het Hoger Onderwijs geven voor de competentie Zelfdiscipline aan dat zij deze

competentie significant belangrijker vinden dan DC atleten in het MBO en het voortgezet

onderwijs. Bovendien geven de DC atleten in het HO aan deze competentie significant beter te

beheersen dan DC atleten uit het MBO.

DC atleten in het MBO kennen zichzelf hoog bezit toe op Sociale competenties (zoals ‘In staat

zijn om sociale contacten op te bouwen met leeftijdsgenoten in studie en sport’) en kunnen zich

nog het meest verbeteren in DC management-competenties (zoals ‘In staat zijn om op voorhand

nauwgezet te plannen’).

In onderstaande tabellen staan de top 3-en van belangrijkste competenties per

onderwijsniveau weergegeven:

57%17%

26%Voortgezetonderwijs

MBO

HogerOnderwijs

Page 32: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 32

Voortgezet onderwijs GEM SD

1 Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 4,73 0,45

2 Het belang van rust en herstel begrijpen 4,71 0,47

3 In staat zijn om samen te werken met begeleiders in sport en studie (bijv.

coach, trainer, andere begeleider)

4,64 0,54

36 In staat zijn om conflicten op te lossen 4,05 0,74

37 Overtuigd zijn dat studie en sport elkaar positief kunnen beïnvloeden 4,01 0,87

38 Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden buiten de topsport te verkennen 3,89 0,84

MBO GEM SD

1 Het belang van rust en herstel begrijpen 4,70 0,46

2 Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 4,67 0,47

3 In staat zijn om samen te werken met begeleiders in sport en studie (bijv.

coach, trainer, andere begeleider)

4,56 0,57

36 Overtuigd zijn dat studie en sport elkaar positief kunnen beïnvloeden 4,06 0,85

37 Voorbereid zijn op het onverwachte en een back-up-plan hebben 4,00 0,82

38 Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden buiten de topsport te verkennen 3,73 0,96

Hoger onderwijs GEM SD

1 Zelfdiscipline om te voldoen aan de vereisten van je combinatie sport én

studie (vb. zelfstanding werken zonder toezicht van anderen)

4,71 0,47

2 Het belang van rust en herstel begrijpen 4,66 0,59

3 Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 4,65 0,50

36 In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren 3,98 0,99

37 Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden buiten de topsport te verkennen 3,91 0,91

38 Een visie hebben van waar je naar toe wil in het leven na je 'studie en

topsport' carrière

3,89 0,91

Page 33: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 33

Status

Er is gekeken naar de verschillen tussen 3 statusgroepen:

de Topsportstatus (A, B, HP, in totaal 20% van de

doelgroep), de Talentenstatus (IT, NT, in totaal 56% van

de doelgroep) en de Beloftestatus (in totaal 24% van de

doelgroep). DC atleten uit deze groepen volgen

verschillende sportprogramma’s. De Topsportgroep

heeft een gemiddelde leeftijd van 18,8 jaar (SD = 2,7), de

Talentengroep is gemiddeld 18,4 jaar (SD = 3,0) en de

Beloftegroep is gemiddeld 17,7 jaar (SD = 2,3).

Het verschil in deze groepen wordt duidelijk in het

competentieprofiel Verschil. Omdat alle drie de groepen

ongeveer dezelfde competenties belangrijk vinden (en de competenties ook gemiddeld

vergelijkbaar belangrijk vinden), worden de grootste verschillen veroorzaakt door het al dan niet

toekennen van bezit. DC atleten met een Topsportstatus kennen zichzelf gemiddeld een lager

bezit toe (GEM=3,53) dan DC atleten met een Talentstatus of Beloftestatus (GEM=3,63 en

GEM=3,64).

DC atleten met een Topsportstatus kennen zichzelf aanzienlijk minder bezit toe op het gebied

van assertiviteit dan DC atleten met een andere status (GEM=3,18 vs. GEM=3,39 en GEM=3,48).

Niet alleen de nr. 1, maar de gehele top 3 van de groep met een Topsportstatus bestaat uit

competenties behorende bij de factor Zelfregulatie. Zij geven dus aan dat daar de meeste ruimte

voor verbetering ligt voor hen.

Ook voor de andere statusgroepen staan Zelfregulatie-competenties hoog op de lijst om

verbeterd te worden. Voor de groep met een Talentstatus is vooral onderhandelen belangrijk

om verder te verbeteren, terwijl voor de groep met een Beloftestatus geduldig zijn bovenaan

staat om te verbeteren.

In onderstaande tabellen staan de top 3-en van grootste verschillen per statusgroep

weergegeven:

20%

56%

24%Topsport

Talent

Belofte

Page 34: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 34

Topsportstatus (A , B, HP) Belang Bezit Verschil

1 Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen) 4,36 3,18 1,18

2 In staat zijn om met stress om te gaan in studie en sport 4,53 3,38 1,16

3 In staat zijn om je emoties te reguleren in verschillende situaties 4,22 3,16 1,07

36 In staat zijn om sociale contacten op te bouwen met leeftijdsgenoten

in studie en sport

4,18 3,76 0,42

37 In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren 4,16 3,78 0,38

38 Over de noodzakelijke levensvaardigheden beschikken om zelfstandig

te kunnen leven (vb. koken)

4,13 3,89 0,24

Beloftestatus Belang Bezit Verschil

1 Geduldig zijn met betrekking tot de vooruitgang van je sport- en

studiecarrière

4,17 3,19 0,98

2 In staat zijn om je tijd efficiënt te gebruiken 4,48 3,52 0,97

3 Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen) 4,43 3,48 0,95

36 Over de noodzakelijke levensvaardigheden beschikken om

zelfstandig te kunnen leven (vb. koken)

4,05 3,83 0,22

37 Gretig zijn om te luisteren naar en leren van andere personen en

eerdere ervaringen

4,14 3,97 0,17

38 In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren 3,97 3,86 0,10

Talentenstatus (IT, NT) Belang Bezit Verschil

1 In staat zijn om te onderhandelen (om op te komen voor je eigen

belangen)

4,29 3,28 1,01

2 In staat zijn om met stress om te gaan in studie en sport 4,63 3,63 1,00

3 Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen) 4,39 3,39 1,00

36 In staat zijn om conflicten op te lossen 4,09 3,75 0,33

37 In staat zijn om sociale contacten op te bouwen met leeftijdsgenoten

in studie en sport

4,20 3,91 0,29

38 In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren 4,09 3,82 0,28

Page 35: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 35

Samenvattend de verschillen tussen DC Atleten

- Vrouwen kunnen zich meer verbeteren in assertiviteit en omgaan met stress, terwijl

mannen zich meer kunnen verbeteren in efficiënt omgaan met tijd. Deze bevindingen in

man-vrouw-verschillen zijn in lijn met de literatuur.

- Individuele sporters kunnen zich meer verbeteren in omgaan met stress in studie en sport,

terwijl teamsporters zich meer kunnen verbeteren in assertiviteit.

- DC atleten in het HO geven aan zelfdiscipline belangrijker te vinden en beter te beheersen

dan DC atleten in andere onderwijsniveaus. DC atleten in het MBO vinden dat ze Sociale

competenties goed beheersen, maar kunnen zich nog verbeteren in DC management

competenties. DC atleten in het voortgezet onderwijs vinden vooral doorzettingsvermogen

tijdens tegenslagen een belangrijke competentie.

- DC atleten met een Topsportstatus kennen zichzelf gemiddeld een lager bezit toe dan de

andere DC atleten. Voor de groep met een Talentstatus is vooral onderhandelen belangrijk

om verder te verbeteren, terwijl voor de groep met een Beloftestatus geduldig zijn

bovenaan staat om te verbeteren. Het valt te verklaren dat de jongste groep én de groep

die wellicht zicht heeft op het in de toekomst verkrijgen van een Talentstatus en daarna een

Topsportstatus, het lastig vindt om geduld op te brengen voor de ontwikkelingen die

misschien wel gaan komen. Deze Zelfregulatie-competentie is een belangrijk

aangrijpingspunt voor DC begeleiders die werken met DC atleten met een Beloftestatus.

4.3 Competenties DC atleten – in het algemeen – volgens DC begeleiders

Hierboven is een overzicht gegeven over de belangrijkste competenties en de best beheerste

competenties van DC atleten volgens de DC atleten zelf. Ook het perspectief van hun begeleiders

(DC begeleiders) is bevraagd (zie WP 2). Hen is gevraagd welke competenties zij belangrijk

vinden voor DC atleten om een succesvolle duale carrière te starten, doorlopen en voltooien.

Hieruit blijkt dat zij dezelfde top 3 hebben uitgekozen als de DC atleten zelf.

Hieronder is het competentieprofiel weergegeven voor de vijf belangrijkste (1-5) en de vijf minst

belangrijke competenties (34-38) voor DC atleten volgens DC begeleiders.

Page 36: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 36

GEM SD

1 Toewijding om succesvol te zijn in je sport én studie 4,67 ,48

2 Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 4,67 ,48

3 In staat zijn om je tijd efficiënt te gebruiken 4,59 ,50

4 Zelfdiscipline om te voldoen aan de vereisten van je combinatie sport én studie

(vb. zelfstanding werken zonder toezicht van anderen)

4,53 ,50

5 In staat zijn om prioriteiten te stellen in wat er gedaan moet worden 4,47 ,56

34 Een visie hebben van waar je naar toe wil in het leven na je 'studie en topsport'

carrière

3,61 ,78

35 Over de noodzakelijke levensvaardigheden beschikken om zelfstandig te kunnen

leven (vb. koken)

3,58 ,70

36 Voorbereid zijn op het onverwachte en een back-up-plan hebben 3,53 ,68

37 Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden buiten de topsport te verkennen 3,50 ,77

38 In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren 3,41 ,78

In de top vijf staan ‘Zelfdiscipline om te voldoen aan de vereisten van je combinatie sport én

studie (vb. zelfstanding werken zonder toezicht van anderen)’ (GEM=4,53) en ‘In staat zijn om

prioriteiten te stellen in wat er gedaan moet worden’ (GEM=4,47). Met name DC atleten in het

Hoger Onderwijs zien ook zelf hiervan het belang in. DC atleten in lagere onderwijsniveaus zien

hiervan minder het belang in.

Bovendien vinden niet alleen DC atleten het maken van een back-up plan het minst belangrijk

(weliswaar nog steeds belangrijk op een schaal van onbelangrijk – zeer belangrijk, GEM=4.06),

maar ook de DC begeleiders zien de competenties ‘Een visie hebben van waar je naar toe wil in

het leven na je 'studie en topsport' carrière’ (GEM=3.61), ‘Voorbereid zijn op het onverwachte

en een back-up-plan hebben’ (GEM=3,53) en ‘Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden

buiten de topsport te verkennen’ als minst belangrijke competenties (GEM=3.50).

Page 37: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 37

4.4 Conclusies: Competenties van DC atleten - in het algemeen

Samenvattend, hebben DC atleten aangegeven welke competenties zij het belangrijkst vinden,

het meest bezitten en nog het meest kunnen verbeteren voor een succesvolle duale carrière.

- DC atleten vinden vooral DC management competenties het belangrijkst (bijv. toewijding).

- DC atleten beheersen de sociale competenties in hun eigen ogen het meest (bijv.

samenwerken met begeleiders).

- DC atleten kunnen zich nog het meest ontwikkelen in Zelfregulatie-competenties (bijv.

assertief zijn).

- Alle competenties worden gezien als belangrijk tot zeer belangrijk voor een succesvolle

duale carrière, met kleine verschillen tussen de belangrijkste en minst belangrijke

competenties (4,70 vs. 3,87).

- DC atleten geven aan dat ze alle competenties gemiddeld tot goed beheersen, met eveneens

kleine verschillen tussen de best en minst beheerste competentie (4,01 vs. 3,25).

- Alle competenties worden belangrijker gevonden dan dat ze beheerst worden.

- Er zijn belangrijke verschillen gevonden voor geslacht en sporttype: met name vrouwen en

teamsporters kunnen zich significant meer verbeteren in assertiviteit.

- Deze competentieprofielen komen bijna overeen met de Europese data, met te

verwaarlozen verschillen in volgorde.

Het is belangrijk om in ogenschouw te nemen dat in het competentieprofiel verschil de drie

bovenste te ontwikkelen competenties (assertief zijn, omgaan met stress en efficiënt omgaan

met tijd) iedereen kan tegenkomen in het leven: het is onderdeel van de identiteitsontwikkeling

van de mens. Het gaat om het realiseren dat je talenten hebt. DC atleten zien vaak zelf niet dat

ze getalenteerd zijn, ook buiten de sport. Dit wordt ze verteld, maar regelmatig hebben ze geen

idee wie ze eigenlijk zijn, hoe ze in elkaar zitten. Hierin ligt een taak van begeleiders zowel in het

onderwijs als in de sport.

Persoonlijke ontwikkelingsplannen worden al gehanteerd in het onderwijs, samen met

workshops, gesprekken, etc. De DC atleet moet zelf uitzoeken waar hij/zij behoefte aan heeft.

Van de DC begeleider vergt dit een goede intake en vaak doorverwijzing naar bijv. experts en

peers. Opvallend is dat DC begeleiders in Nederland goed scoren op het aanpakken van het

doorverwijzings-scenario (zie scenario’s van DC begeleiders).

In het competentieprofiel Verschil staat niet de competentie ‘Voorbereid zijn op het

onverwachte en een back-up-plan hebben’, omdat DC atleten aangeven dit matig belangrijk te

vinden en ook gemiddeld te beheersen. Toch is hier sprake van een belangrijk aandachtspunt:

zowel DC atleten als DC begeleiders vinden het het minst belangrijk dat de DC atleet zich

voorbereid op het onverwachte en carrièremogelijkheden buiten de topsport verkent.

Page 38: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 38

4.5 Competenties DC atleten – in scenario’s – volgens henzelf

Van de 470 DC atleten die de algemene competentievragenlijst hebben ingevuld, zij er 356 DC

atleten die ook het scenario-deel van de online vragenlijst zijn gestart en hebben voltooid. Het

algemene beeld van de DC atleten over welke competenties het meest een rol spelen in een

succesvolle DC, is zojuist geschetst. Hieronder wordt weergegeven welk perspectief zij hebben

op uitdagende/kritische situaties in hun DC, beschreven in de scenario’s (zie pagina 19). Er zijn

zes scenario’s voorgelegd waarbij de lijst met 38 competenties ingevuld moest worden,

wederom voor belang en bezit. In het geval van studenten in het Hoger Onderwijs is ook een

zevende scenario voorgelegd. Voor elk scenario werd ook gevraagd of dit scenario ooit ervaren

is door de DC atleet en hoe de DC atleet hiermee omgegaan is.

De scenario’s hadden betrekking op examens die samenvallen met een cruciale competitiefase,

het maken van het beste studieplan, afwezigheid op school vanwege belangrijke

sportmomenten, moeten verhuizen voor je sport en school/studie, het omgaan met een

blessure, het in stand houden van een rijk sociaal leven en hoe financieel rond te komen (de

laatste alleen voor studenten in het Hoger Onderwijs).

In hoeverre ervaren DC atleten deze scenario’s?

In onderstaande figuur staan per scenario het percentage weergegeven van de DC atleten die

de scenario’s hebben ervaren.

Figuur 6 Percentage van DC atleten die scenario hebben ervaren, vergelijking tussen Nederland en Europa

57

30

85

49

35

76

64

61

60

30

81

53

58

79

60

62

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Gemiddelde

Financieel

Sociaal

Blessure

Verhuizing

Afwezigheid

Studieplan

Examens

EU

NL

Page 39: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 39

Hoewel de Nederlandse resultaten veel overeenkomsten tonen met de Europese resultaten,

geven Nederlandse DC atleten aanzienlijk minder vaak aan het verhuizingsscenario te hebben

ervaren dan Europese DC atleten dit aangeven (35% vs. 58%).

Het sociale scenario is het enige scenario dat vaker wordt ervaren in Nederland dan in Europa

(85% vs. 81%). Dit scenario ging over de moeite om een rijk sociaal leven te hebben buiten de

sport die gepaard gaat met een duale carrière.

Omgang met de scenario’s

Ook werd per scenario de vraag gesteld ‘hoe ben je met dit scenario omgegaan?’. Indirect geeft

deze vraag inzicht in het bezit dat de DC atleet zichzelf toekent in deze specifieke situatie. Op

deze vraag werd gemiddeld op een vijf-punts-schaal per scenario als volgt gereageerd:

Figuur 7 Gemiddelde omgang met ervaren scenario's, vergelijking tussen Europa en Nederland

Ook hier springen het verhuizingsscenario en het sociale scenario eruit. Als er verhuist moet

worden, geven DC atleten aan hier goed mee omgegaan te zijn. Het sociale scenario wordt het

vaakst ervaren, maar DC atleten zeggen dat ze hier tussen gemiddeld en goed mee omgegaan

zijn en het minst goed ten opzichte van de andere scenario’s. Bovendien blijkt dat het financiële

scenario door enkel 30% van alle DC atleten in het Hoger Onderwijs wordt ervaren. Zij geven

aan hier gemiddeld mee te zijn omgegaan (GEM=3,38).

3,75

3,38

3,63

3,70

4,18

3,84

3,78

3,77

3,81

3,24

3,7

3,74

4,31

3,74

3,82

3,64

0,00 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00

Gemiddelde

Financieel

Sociaal

Blessure

Verhuizing

Afwezigheid

Studieplan

Examens

EU

NL

1. Zeer zwak 2. Zwak 3. Gemiddeld 4. Goed 5. Zeer goed

Page 40: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 40

Het sociale scenario is ook besproken in het interview met de focusgroep van WP3. De DC

begeleiders gaven aan dat ze in dit scenario niet een groot probleem zien. DC atleten hebben

volgens hen weinig behoefte aan een sociaal leven buiten de sport. Ze accepteren dat een rijk

sociaal leven niet samengaat met een DC. Als ze dat toch willen, dan zijn er door sociale media

genoeg mogelijkheden om contact te houden met vrienden buiten de DC. Eén van de DC

begeleiders uit de focusgroep noemde: “Sommigen hebben dit zelfs zo goed geaccepteerd, dat

ze enkel focussen op hun sport. In zo’n situatie moet je als DC begeleider de DC atleet zelfs

afremmen.”

Belangrijkste competenties per scenario

De DC atleten die hebben aangegeven een scenario ooit ervaren te hebben, hebben ook

aangegeven welke competenties zij het belangrijkst vinden om dit scenario met succes te

doorlopen.

Hieronder staat per scenario weergegeven welke drie competenties het vaakst door de DC

atleten zijn aangewezen als een belangrijke competentie om het scenario met succes te

doorlopen. Het percentage geeft weer dat voor bijv. het scenario Examen 28,0% van de DC

atleten, die aangegeven hebben dit scenario ooit wel eens ervaren te hebben, heeft gekozen

voor ‘In staat zijn om prioriteiten te stellen in wat er gedaan moet worden’.

- Scenario Examen

- Scenario Studieplanning

- Scenario Afwezigheid

% van N

1. In staat zijn om prioriteiten te stellen in wat er gedaan moet worden 28,0%

2. Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 27,7%

3. Zelfdiscipline om te voldoen aan de vereisten van je combinatie sport én studie (vb.

zelfstanding werken zonder toezicht van anderen)

27,1%

% van N

1. In staat zijn om je eigen verantwoorde beslissingen te maken met betrekking tot je sport-

én studiecarrière

27,1%

2. Toewijding om succesvol te zijn in je sport én studie 25,1%

3. Bewust zijn van je sterktes, zwaktes en mogelijkheden 21,7%

% van N

1. Zelfdiscipline om te voldoen aan de vereisten van je combinatie sport én studie (vb.

zelfstanding werken zonder toezicht van anderen)

45,4%

2. In staat zijn om je tijd efficiënt te gebruiken 36,6%

3. In staat zijn om prioriteiten te stellen in wat er gedaan moet worden 32,9%

Page 41: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 41

- Scenario Verhuizing

- Scenario Blessure

- Scenario Sociaal

- Scenario Financieel

4.6 Conclusies: competenties van DC atleten – scenario’s

Samenvattend, hebben de DC atleten aangegeven welke scenario’s zij het meest hebben

ervaren, hoe zij hiermee zijn omgegaan en welke competenties er belangrijk zijn in het succesvol

doorlopen van deze scenario’s.

Hieruit blijkt dat door Nederlandse DC atleten het verhuizingsscenario minder vaak wordt

ervaren dan door Europese DC atleten en dat door Nederlandse DC atleten het sociale scenario

vaker wordt ervaren dan door Europese DC atleten. In onderstaande tabel staat per scenario

vermeld welk percentage van de Nederlandse DC atleten dit scenario ervaren hebben, hoe ze

% van N

1. Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 15,7%

2. In staat zijn om je goed aan te passen aan nieuwe situaties 15,7%

3. Over de noodzakelijke levensvaardigheden beschikken om zelfstandig te kunnen leven

(vb. koken)

14,0%

% van N

1. Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen 31,7%

2. Het belang van rust en herstel begrijpen 26,0%

3. Bewust zijn van je sterktes, zwaktes en mogelijkheden 15,1%

% van N

1. Bereidwilligheid om opofferingen en keuzes te maken om succesvol te zijn in sport én

studie

42,6%

2. In staat zijn om relaties met belangrijke naasten te onderhouden 42,0%

3. In staat zijn om sociale contacten op te bouwen met leeftijdsgenoten in studie en sport 34,3%

% van N

1. In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren 18,0%

2. Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen) 9,9%

3. In staat zijn om te onderhandelen (om op te komen voor je eigen belangen) 9,9%

Page 42: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 42

hiermee omgegaan zijn (met een gemiddelde op een vijf-punts-schaal) en welke competentie zij

het belangrijkst vinden om dit scenario met succes te doorlopen.

Scenario % ervaren Omgang (GEM) Belangrijkste competentie

Examen 61 Gemiddeld (3,77) In staat zijn om prioriteiten te stellen in wat

er gedaan moet worden

Studieplanning 64 Gemiddeld (3,78) In staat zijn om je eigen verantwoorde

beslissingen te maken met betrekking tot je

sport- én studiecarrière

Afwezigheid 76 Gemiddeld (3,84) Zelfdiscipline om te voldoen aan de

vereisten van je combinatie sport én studie

Verhuizing 35 Goed (4,18) Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en

bij tegenslagen

Blessure 49 Gemiddeld (3,70) Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en

bij tegenslagen

Sociaal 85 Gemiddeld (3,63) Bereidwilligheid om opofferingen en keuzes

te maken om succesvol te zijn in sport én

studie

Financieel 30* Gemiddeld (3,75) In staat zijn om je eigen geld te spenderen

en beheren

* % van de DC atleten in het Hoger Onderwijs

- Scenario Examen en Afwezigheid vragen om DC management competenties

- Scenario Studieplan vraagt om competenties rondom carrièreplanning

- Scenario Verhuizing vraagt om sociale competenties en competenties voor

levensonderhoud. Verklaringen voor het verschil in de verschillende ervaringen van

verhuizen tussen Nederland en Europa zijn te vinden in de goede ondersteuning van

NOC*NSF om verhuizing voor sport en school/studie zo soepel mogelijk te laten verlopen

(o.a. CTO’s). Bovendien zijn reisafstanden in Nederland gemiddeld korter dan in vele andere

Europese landen.

- Scenario Blessure vraagt om doorzettingsvermogen en toewijding

- Scenario Sociaal vraagt om sociale competenties. Door de DC begeleiders uit de focusgroep

van WP3 wordt aangegeven dat dit scenario niet als een probleem wordt ervaren, maar wel

aandacht nodig heeft van DC begeleiders. Het kiezen voor een beperkt sociaal leven kan

soms zelfs een gevaar zijn voor de DC atleten.

- Scenario Financieel vraagt om Zelfregulatie-competenties

Page 43: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 43

5. Competenties van Duale Carrière Begeleiders (WP2)

Page 44: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 44

5. Competenties van Duale Carrière Begeleiders (WP 2)

Start: september 2015

Einde: februari 2016

5.1 Onderzoeksgroep DC begeleiders

Het algemene deel van de vragenlijst is volledig ingevuld door 66 DC begeleiders met een

gemiddelde leeftijd van 47 jaar (SD=11). Deze groep bestaat uit DC begeleiders werkzaam in de

sport (24%), zoals een CTO / NTC, NOC*NSF of een sportbond. De rest is werkzaam in het

onderwijs (76%), bij onderwijsinstellingen in alle onderwijslagen (van het voortgezet onderwijs,

zoals een Topsporttalentschool, tot de universiteit).

De grootste groep DC begeleiders werkt parttime en heeft geen opleidingsprogramma of

training gehad in DC begeleiding. De vrouwen in deze groep werken met name in de sport en de

mannen werken met name in het onderwijs (zie figuur 8). Als opleidingsniveau hebben de DC

begeleiders met name een HBO of WO bachelor (zie figuur 8).

Figuur 8 Kenmerken van de DC begeleiders in WP2 (%)

67,2

32,8

16,4

83,6

20,9

79,1

0,0

4,5

50,7

17,9

26,9

23,8

76,2

23,8

76,2

9,5

90,5

4,8

9,5

52,4

4,8

28,6

0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0

Man

Vrouw

Fulltime

Parttime

DC training

Geen DC training

VMBO

HAVO/VWO/MBO

HBO/WO Bachelor

HBO master

WO master

Onderwijs

Sport

1. DC atleten

competenties

2. DC begeleiders

competenties

3. Methodes &

instrumenten voor

DC begeleiding

4. Inzicht in competenties

en best practices voor

DC begeleiding

Page 45: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 45

5.2 Competenties DC begeleiders – in het algemeen – volgens henzelf

Deze groep DC begeleiders heeft, net als de DC atleten, een online vragenlijst ingevuld met hierin

een competentielijst met 35 DC-begeleidingsspecifieke competenties. Aan de hand van deze

competentielijst zijn de volgende competentieprofielen gericht op DC begeleiding opgesteld voor:

- Het door DC begeleiders ervaren belang van de competenties voor het begeleiden van een

succesvolle duale carrière

- Het door DC begeleiders ervaren bezit van de competentie voor het begeleiden van een

succesvolle duale carrière

- Het verschil tussen het door DC begeleiders ervaren belang en bezit van de competenties voor

het begeleiden van een succesvolle duale carrière (belang – bezit).

Voor elk competentieprofiel wordt de gemiddelde score (GEM) en de standaarddeviatie (SD)

getoond.

Belang

De vijf gemiddeld belangrijkste (competentie 1-5) en minst belangrijke (competentie 31-35)

competenties zijn volgens de DC begeleiders:

1. Onbelangrijk 2. Weinig belangrijk 3. Matig belangrijk 4. Belangrijk 5. Zeer belangrijk

Belang GEM SD

1 In staat zijn om elke DC topsportstudent op een persoonlijke manier te

behandelen

4,52 0,56

2 In staat zijn om flexibel te reageren op onverwachte gebeurtenissen (bijv.

blessures) in het leven van de DC topsportstudent

4,48 0,64

3 Kennis hebben van het onderwijssysteem/de onderwijssystemen 4,45 0,56

4 In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten 4,41 0,61

5 In staat zijn om de competenties van een DC topsportstudent te verbeteren,

gericht op de organisatie en planning van een leven als DC topsportstudent

4,38 0,63

31 In staat zijn om een DC topsportstudent, met het oog op tegenslagen,

emotioneel te ondersteunen

3,86 0,81

32 Gevoelig zijn voor omgevingsfactoren (bijv. bond, familie) waar DC

topsportstudenten bij horen

3,86 0,73

33 In staat zijn om te handelen naar de missie van de organisatie 3,84 0,70

34 In staat zijn om diepgaande gesprekken te voeren om de verschillende

stappen in zijn/haar levenspad te analyseren

3,67 0,82

35 In staat zijn om theoretische kaders en onderzoeksresultaten in de praktijk te

implementeren

3,53 0,82

Page 46: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 46

In het competentieprofiel Belang zijn twee Empowerment competenties te vinden (‘In staat zijn

om elke DC topsportstudent op een persoonlijke manier te behandelen’ en ‘In staat zijn om

autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten’, zie bijlage IV voor de gehele factorlijst). Deze

competenties worden beide als belangrijk gezien. De competentie ‘In staat zijn om elke DC

topsportstudent op een persoonlijke manier te behandelen’ wordt zelfs als zeer belangrijk

gezien (GEM = 4.52). Belangrijk om in ogenschouw te nemen is dat alle competenties worden

gezien als matig belangrijk tot belangrijk voor een succesvolle DC begeleiding, met kleine

verschillen tussen de belangrijkste en minst belangrijke competenties (4,52 vs. 3,53).

Bezit

De DC begeleiders geven aan de volgende vijf competenties gemiddeld het meest (1-5) en het

minst (31-35) te bezitten (te beheersen):

Bezit GEM SD

1 In staat zijn om elke DC topsportstudent op een persoonlijke manier te

behandelen

4,22 0,72

2 In staat zijn om administratieve taken te verrichten (o.a. mails,

dataverwerking, het bijhouden van documenten…)

4,16 0,54

3 In staat zijn om flexibel te reageren op onverwachte gebeurtenissen (bijv.

blessures) in het leven van de DC topsportstudent

4,14 0,64

4 In staat zijn om dagelijks een verscheidenheid aan taken te beheren (van

domein tot domein)

4,14 0,59

5 Een actief en ondersteunend luisterend oor kunnen zijn 4,09 0,89

31 In staat zijn om rekening te houden met de diverse achtergrond (bijv. socio-

demografisch) van de DC topsportstudent

3,53 0,67

32 In staat zijn om communicatievaardigheden van DC topsportstudenten te

verbeteren

3,53 0,69

33 In staat zijn om theoretische kaders en onderzoeksresultaten in de praktijk te

implementeren

3,52 0,80

34 Inzicht hebben in de belangrijkste overgangsfasen van de DC

topsportstudenten verbonden aan het Long Term Athlete Development

pathway

3,50 0,82

35 In staat zijn om DC topsportstudenten voor te bereiden op uitdagingen van

specifieke overgangsfasen

3,36 0,76

1. Zeer zwakke

beheersing

2. Zwakke

beheersing

3. Gemiddelde

beheersing

4. Goede

beheersing

5. Zeer goede

beheersing

Page 47: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 47

Voor zowel Belang als Bezit staat de competentie ‘In staat zijn om elke DC topsportstudent op

een persoonlijke manier te behandelen’ op de hoogste plek. Bovendien staat de competentie

‘Een actief en ondersteunend luisterend oor kunnen zijn’ op nr. 5 voor bezit. In de gehele

competentielijst hebben DC begeleiders aangegeven dat zij de competenties gemiddeld tot goed

beheersen, met kleine verschillen tussen de best en minst beheerste competentie (4,22 vs.

3,36).

Verschil

Aan de hand van het verschil tussen belang en bezit (belang – bezit) wordt weergegeven bij

welke competenties nog kansen voor verbetering liggen.

Belang Bezit Verschil

1 In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten 4,41 3,66 ,75

2 In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van de

competenties die nodig zijn om succesvol te zijn in hun duale

carrière

4,34 3,61 ,73

3 In staat zijn om de competenties van een DC topsportstudent te

verbeteren, gericht op de organisatie en planning van een leven

als DC topsportstudent

4,38 3,77 ,61

4 In staat zijn om DC topsportstudenten voor te bereiden op

uitdagingen van specifieke overgangsfasen

3,92 3,36 ,56

5 Inzicht hebben in de belangrijkste overgangsfasen van de DC

topsportstudenten verbonden aan het Long Term Athlete

Development pathway

4,03 3,50 ,53

31 In staat zijn om een DC topsportstudent, met het oog op

tegenslagen, emotioneel te ondersteunen

3,86 3,75 ,11

32 In staat zijn om theoretische kaders en onderzoeksresultaten in

de praktijk te implementeren

3,53 3,52 ,02

33 In staat zijn om diepgaande gesprekken te voeren om de

verschillende stappen in zijn/haar levenspad te analyseren

3,67 3,69 -,02

34 In staat zijn om te handelen naar de missie van de organisatie 3,84 3,92 -,08

35 In staat zijn om administratieve taken te verrichten (o.a. mails,

dataverwerking, het bijhouden van documenten…)

3,98 4,16 -,17

Er is gebleken dat de competentie ‘In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC

topsportstudenten’ het hoogst scoort op verschil. Dit geven DC begeleiders in het algemeen aan.

Samen met andere Empowerment competenties (zie bijlage V) staat deze hoog bovenaan de

lijst van competenties die het meest ontwikkeld kunnen worden volgens DC begeleiders. Ze

geven zelfs aan dat ze de competentie ‘In staat zijn om administratieve taken te verrichten (o.a.

Page 48: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 48

mails, dataverwerking, het bijhouden van documenten…)’ beter te bezitten dan dat ze deze

competentie belangrijk vinden.

Verschillen tussen begeleiders uit het onderwijs en de sport

Uit een vergelijking tussen DC begeleiders in de sport en het onderwijs blijkt dat DC begeleiders

in de sport vooral ruimte blijken te hebben om zich te verbeteren in ‘Kennis hebben van het

onderwijssysteem/de onderwijssystemen’. Op de competentie ‘Kennis hebben van de sporten,

die verbonden zijn aan het werk van een DC begeleider’ scoren ze hoger op bezit dan op belang.

Hier hoeven ze zich naar eigen perspectief dus niet meer in te verbeteren.

De DC begeleiders in het onderwijs willen zich bijv. verbeteren in ‘In staat zijn om samen te

werken met besluitvormende organen die pleiten voor de belangen van DC topsportstudenten’,

terwijl ze zich in hun ogen niet meer hoeven te verbeteren in ‘In staat zijn om theoretische

kaders en onderzoeksresultaten in de praktijk te implementeren’.

Uit deze resultaten blijkt dat er kennis en vaardigheden binnen handbereik liggen, wanneer DC

begeleiders in de sport en in het onderwijs elkaar ontmoeten. Er liggen mogelijkheden om DC

begeleiders in de sport en in het onderwijs elkaar te onderwijzen in waar ze zelf al aangeven

goed in te zijn. Door gebruik te maken van elkaars competenties, kunnen DC begeleiders van

elkaar leren en een optimalere DC begeleiding om de DC atleet heen bouwen. Hieronder staan

de competentieprofielen van de DC begeleiders in het onderwijs en in de sport gesorteerd op

het Verschil tussen Belang en Bezit. In de top vijf kunnen ze zich dus nog het meest ontwikkelen,

vanuit hun eigen perspectief.

Page 49: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 49

Onderwijs Belang Bezit Verschil

1 In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten

4,32 3,65 0,68

2 In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van de competenties die nodig zijn om succesvol te zijn in hun duale carrière

4,32 3,68 0,65

3 In staat zijn om de competenties van een DC topsportstudent te verbeteren, gericht op de organisatie en planning van een leven als DC topsportstudent

4,38 3,76 0,62

4 Oplettend zijn op de mentale gezondheid van een DC topsportstudent

4,19 3,65 0,55

5 In staat zijn om DC topsportstudenten voor te bereiden op uitdagingen van specifieke overgangsfasen

3,85 3,32 0,53

31 In staat zijn om het eigen welbevinden en energieniveau, dat nodig is voor het werk met DC topsportstudenten, te handhaven

3,94 3,85 0,08

32 In staat zijn om theoretische kaders en onderzoeksresultaten in de praktijk te implementeren

3,59 3,52 0,06

33 In staat zijn om administratieve taken te verrichten (o.a. mails, dataverwerking, het bijhouden van documenten…)

4,00 4,05 -0,05

34 In staat zijn om diepgaande gesprekken te voeren om de verschillende stappen in zijn/haar levenspad te analyseren

3,67 3,72 -0,05

35 In staat zijn om te handelen naar de missie van de organisatie 3,87 3,95 -0,08

Sport Belang Bezit Verschil

1 In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van de competenties die nodig zijn om succesvol te zijn in hun duale carrière

4,50 3,70 0,80

2 In staat zijn om DC topsportstudenten voor te bereiden op uitdagingen van specifieke overgangsfasen

4,30 3,60 0,70

3 In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten

4,60 3,95 0,65

4 Kennis hebben van het onderwijssysteem/de onderwijssystemen

4,40 3,80 0,60

5 Inzicht hebben in de belangrijkste overgangsfasen van de DC topsportstudenten verbonden aan het Long Term Athlete Development pathway

4,35 3,80 0,55

31 Een actief en ondersteunend luisterend oor kunnen zijn 4,55 4,50 0,05

32 In staat zijn om een bevoorrechte band te handhaven met DC topsportstudenten op basis van vertrouwen

4,40 4,35 0,05

33 In staat zijn om theoretische kaders en onderzoeksresultaten in de praktijk te implementeren

3,50 3,50 0,00

34 In staat zijn om te handelen naar de missie van de organisatie 3,80 3,95 -0,15

35 In staat zijn om administratieve taken te verrichten (o.a. mails, dataverwerking, het bijhouden van documenten…)

3,70 4,30 -0,60

Page 50: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 50

5.3 Conclusies: competenties van DC begeleiders – in het algemeen

- DC begeleiders vinden Relatie-competenties het belangrijkst (bijv. het behandelen van de

DC atleet op een persoonlijke manier).

- DC begeleiders geven aan Organisatie-competenties het best te beheersen (bijv.

administratie).

- DC begeleiders geven aan zich nog het meest te kunnen verbeteren in Empowerment

competenties (bijv. het stimuleren van autonomie).

- Alle competenties worden gezien als matig belangrijk tot belangrijk voor een succesvolle DC

begeleiding, met kleine verschillen tussen de belangrijkste en minst belangrijke

competenties (4,52 vs. 3,53).

- DC begeleiders geven aan dat ze alle competenties gemiddeld tot goed beheersen, met

eveneens kleine verschillen tussen de best en minst beheerste competentie (4,22 vs. 3,36).

- Binnen de Empowerment competenties (zie bijlage IV) geven DC begeleiders aan dat het

behandelen van de DC atleet op een persoonlijke manier het belangrijkst is en het best

beheerst wordt door de DC begeleiders. Bovendien staat de competentie ‘Een actief en

ondersteunend luisterend oor kunnen zijn’ hoog in de lijst van bezit.

- Belang en bezit zijn voor de persoonlijke manier van behandelen dus goed op elkaar

afgestemd, vanuit de ogen van de DC begeleiders. Bovendien geven ze aan een actief en

ondersteunend luisterend oor te kunnen zijn. Dit ondersteunt het idee dat DC begeleiders

het persoonlijk ondersteunen van DC atleten goed beheersen.

- De DC begeleiders geven aan nog de meeste ruimte voor verbetering te hebben op het

gebied van ‘In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten’.

5.4 Competenties DC begeleiders – in scenario’s- volgens henzelf Het algemene beeld van de DC begeleiders over welke competenties het meest een rol spelen

in het begeleiden van een succesvolle DC, is zojuist geschetst. Alle 66 DC begeleiders zijn

eveneens gestart aan het scenario-deel van de online vragenlijst en hebben deze voltooid.

Hieronder wordt weergegeven welk perspectief zij hebben op uitdagende/kritische situaties in

hun DC begeleiding, beschreven in scenario’s (zie pagina 20). Ze hebben voor een zestal

scenario’s de lijst met 35 DC-begeleiderscompetenties ingevuld, wederom voor belang en bezit.

De scenario’s hadden betrekking op het ontbreken van steun in de omgeving van de DC atleet,

het verhuizen van de DC atleet, het begeleiden in het maken van een studieplan, een uitdagend

studiejaar voor de DC atleet, het doorverwijzen van een DC atleet naar een professional, en

verkeerde verwachtingen van de DC atleet over de DC begeleiding.

In hoeverre ervaren DC begeleiders deze scenario’s?

In onderstaande figuur staan per scenario het percentage weergegeven van de DC begeleiders

die de scenario’s hebben ervaren. Er zijn geen grote verschillen in percentage van de

Page 51: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 51

Nederlandse DC begeleiders die de scenario’s hebben ervaren in vergelijking met de Europese

DC begeleiders, behalve voor het scenario Verkeerde verwachtingen (71% vs. 55%). Dit scenario

is aanzienlijk vaker ervaren door Nederlandse DC begeleiders dan door Europese DC begeleiders.

61

62

89

87

71

71

56,0

71,0

84

87

72

55

0 20 40 60 80 100

Geen steun

Verhuizing

Studieplan

Uitdagend jaar

Doorverwijzing

Verkeerde verwachtingen

NL

EU

Figuur 9 Percentage van DC begeleiders die scenario hebben ervaren, vergelijking tussen Nederland en Europa

Page 52: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 52

Omgang met scenario’s

Ook werd per scenario de vraag gesteld ‘hoe ben je met dit scenario omgegaan?’. Indirect

geeft deze vraag inzicht in het bezit dat de DC atleet zichzelf toekent in deze specifieke

situatie. Op deze vraag werd gemiddeld op een vijf-punts-schaal per scenario als volgt

gereageerd:

Figuur 10 Gemiddelde omgang met ervaren scenario's, vergelijking tussen Europa en Nederland

Nederlandse DC begeleiders vinden dat ze minder goed zijn omgegaan met het scenario

Verkeerde verwachtingen dan Europese DC begeleiders dat vinden (GEM=3,74 vs. 3,85), al is er

nog steeds sprake van een gemiddeld tot goede omgang met dit scenario.

Voor alle scenario’s geven Nederlandse DC begeleiders aan minder goed met het scenario

omgegaan te zijn dan Europese DC begeleiders, behalve voor het scenario Doorverwijzing. Dit is

het enige scenario waarbij in Nederland wordt aangegeven beter met het scenario omgegaan te

zijn dan in Europa (het verschil is miniem: GEM=4,08 vs. GEM=4,06). Verdere uitleg over deze

twee opvallende begeleidingsscenario’s voor Nederlandse DC begeleiders volgt hieronder.

De DC begeleiders die hebben aangegeven een scenario ooit ervaren te hebben, hebben ook

aangegeven welke competenties zij het belangrijkst vinden om dit begeleidingsscenario met

succes te doorlopen.

Hieronder staat per scenario weergegeven welke drie competenties het vaakst door de DC

begeleiders zijn aangewezen als een belangrijke competentie in dit begeleidingsscenario. Het

percentage geeft weer dat voor bijv. het scenario Geen steun de bovenste competentie is

3,83

3,73

4,09

3,87

3,96

3,74

3,68

3,92

3,85

4,06

3,94

3,99

3,93

3,76

1,00 2,00 3,00 4,00 5,00

Gemiddelde

Verkeerde verwachtingen

Doorverwijzing

Uitdagend jaar

Studieplan

Verhuizing

Geen steun

EU

NL

1. Zeer slecht 2. Slecht 3. Gemiddeld 4. Goed 5. Zeer goed

Page 53: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 53

gekozen door 45% van de DC begeleiders, die aangegeven hebben dit begeleidingsscenario

ooit wel eens ervaren te hebben. Volgens de DC begeleiders zijn de drie belangrijkste

competenties om dit scenario succesvol te doorlopen als volgt:

- Scenario Geen steun

% van N

1 In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van de competenties die

nodig zijn om succesvol te zijn in hun duale carrière

45

2 In staat zijn om te onderhandelen met DC stakeholders (bijv. DC topsportstudenten,

coaches, docenten) om zo zeker te stellen dat de belangen van beiden verenigd zijn

in een gezamenlijke uitkomst

45

3 In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten

42

- Scenario Verhuizing

% van N

1 In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten 50

2 In staat zijn om de competenties van een DC topsportstudent te verbeteren, gericht

op de organisatie en planning van een leven als DC topsportstudent

42

3 In staat zijn om een holistische blik op het leven van een DC topsportstudent te

werpen (psychologisch, psychosociaal en financieel)

39

- Scenario Studieplan

% van N

1 Kennis hebben van het onderwijssysteem/de onderwijssystemen 73

2 In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van de competenties die

nodig zijn om succesvol te zijn in hun duale carrière

53

3 In staat zijn om diepgaande gesprekken te voeren om de verschillende stappen in

zijn/haar levenspad te analyseren

32

- Scenario Uitdagend jaar

% van N

1 Kennis hebben van het onderwijssysteem/de onderwijssystemen 59

2 In staat zijn om te onderhandelen met DC stakeholders (bijv. DC topsportstudenten,

coaches, docenten) om zo zeker te stellen dat de belangen van beiden verenigd zijn

in een gezamenlijke uitkomst

44

3 In staat zijn om de competenties van een DC topsportstudent te verbeteren, gericht

op de organisatie en planning van een leven als DC topsportstudent

41

Page 54: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 54

- Scenario Doorverwijzing

% van N

1 In staat zijn om de DC topsportstudent door te verwijzen naar een andere

professional, indien nodig

61

2 In staat zijn om een holistische blik op het leven van een DC topsportstudent te

werpen (psychologisch, psychosociaal en financieel)

44

3 In staat zijn om een bevoorrechte band te handhaven met DC topsportstudenten op

basis van vertrouwen

41

Het scenario ‘Doorverwijzing’ is het enige scenario waarbij in Nederland wordt aangegeven beter

met het scenario omgegaan te zijn dan in Europa (het verschil is miniem: GEM=4,08 vs.

GEM=4,06). Bij dit scenario’s worden met name Empowerment competenties aangewezen als

de belangrijkste competenties om dit scenario met succes te doorlopen. Bovendien blijkt dat

‘Oplettend zijn op de mentale gezondheid van een DC topsportstudent’ belangrijk wordt

gevonden. Deze competentie hebben DC begeleiders uit het onderwijs aangewezen als een

competentie uit de top vijf van competenties om nog verder te verbeteren (nr. 4 in het

competentieprofiel Verschil).

- Scenario Verkeerde verwachtingen

% van N

1 In staat zijn om duidelijke verwachtingen en grenzen te scheppen in de band tussen

DC topsportstudent en DC begeleider

65

2 In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten 58

3 In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van de competenties die

nodig zijn om succesvol te zijn in hun duale carrière

45

Nederlandse DC begeleiders vinden dat ze minder goed zijn omgegaan met het scenario

Verkeerde verwachtingen dan Europese DC begeleiders dat vinden (GEM=3,74 vs. 3,85), al is

er nog steeds sprake van een gemiddeld tot goede omgang met dit scenario.

Waar ‘In staat zijn om duidelijke verwachtingen en grenzen te scheppen in de band tussen DC

topsportstudent en DC begeleider’ weinig toelichting nodig heeft, zijn met name competentie ‘In

staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten’ en ‘In staat zijn om DC

topsportstudenten bewust te maken van de competenties die nodig zijn om succesvol te zijn in

hun duale carrière’ van belang om aandacht aan te besteden. Deze competenties bevinden zich

op de lijst van meest aangewezen competenties om zich nog in te verbeteren door DC

begeleiders. Deze bevinding stipt dus aan dat het hebben van Empowerment competenties van

Page 55: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 55

enorm belang is, ook in een kritieke DC begeleidingssituaties zoals het scenario Verkeerde

verwachtingen.

5.5 Conclusies: competenties van DC begeleiders – scenario’s

Samenvattend, hebben de DC begeleiders aangegeven welke scenario’s zij het meest hebben

ervaren, hoe zij hiermee zijn omgegaan en welke competenties er belangrijk zijn in het

succesvol doorlopen van deze begeleidingsscenario’s.

De meest opvallende scenario’s waren in Nederland de scenario’s Doorverwijzing en Verkeerde

Verwachtingen. Het scenario Doorverwijzing is het enige scenario waarbij in Nederland wordt

aangegeven beter met het scenario omgegaan te zijn dan in Europa (het verschil is miniem:

GEM=4,08 vs. GEM=4,06). Ze geven aan goed met dit scenario omgegaan te zijn. Daarnaast

vinden ze dat ze minder goed zijn omgegaan met het scenario Verkeerde verwachtingen dan

Europese DC begeleiders dat vinden (GEM=3,74 vs. 3,85), al is er nog steeds sprake van een

gemiddeld tot goede omgang met dit scenario.

Scenario % ervaren Omgang (GEM) Belangrijkste competentie

Geen steun 61 Gemiddeld

(3,68)

In staat zijn om DC topsportstudenten

bewust te maken van de competenties die

nodig zijn om succesvol te zijn in hun

duale carrière

Verhuizing 62 Gemiddeld

(3,74)

In staat zijn om autonomie te stimuleren in

DC topsportstudenten

Studieplan 89 Gemiddeld

(3,96)

Kennis hebben van het

onderwijssysteem/de onderwijssystemen

Uitdagend jaar 87 Gemiddeld

(3,87)

Kennis hebben van het

onderwijssysteem/de onderwijssystemen

Doorverwijzing 71 Goed (4,09) In staat zijn om de DC topsportstudent

door te verwijzen naar een andere

professional, indien nodig

Verkeerde

verwachtingen

71 Gemiddeld

(3,83)

In staat zijn om duidelijke verwachtingen

en grenzen te scheppen in de band tussen

DC topsportstudent en DC begeleider

Page 56: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 56

Vooral het hebben van verkeerde verwachtingen van de DC atleet over het werk van de DC

begeleider, wordt door Nederlandse DC begeleiders vaker ervaren dan in Europa en er wordt

ook minder goed omgegaan met dit scenario. Het scheppen van duidelijke verwachtingen blijkt

een belangrijke competentie te zijn voor de DC begeleider. Daarnaast hoort het stimuleren van

autonomie hier ook bij, wat goede Empowerment competenties van de DC begeleider vraagt.

Nederlandse DC begeleiders geven aan minder moeite te hebben met het doorverwijzen van de

DC atleet naar een andere professional. Dit zou verklaard kunnen worden doordat het

merendeel van de DC begeleiders een parttime aanstelling heeft en door tijdgebrek eerder zal

kiezen voor het doorverwijzen. Een andere verklaring kan liggen in het feit dat in Nederland de

infrastructurele maatregelen al aardig op orde zijn en daardoor ook gemakkelijk kan worden

doorverwezen.

Page 57: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 57

6. Inzicht in methodes en Instrumenten voor DC begeleiding (WP 3)

Page 58: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 58

6. Inzicht in methodes en instrumenten voor DC begeleiding (WP 3)

Start: maart, 2016

Einde: juli 2016

6.1 Onderzoeksgroep DC begeleiders

In WP3 heeft een focusgroep van ervaren DC begeleiders (N=11) deelgenomen aan een semi-

gestructureerd interview, om inzicht te krijgen in 3 specifieke scenario’s en de

methodes/instrumenten die hierbij toegepast zouden kunnen worden. De gemiddelde leeftijd

van de focusgroep was 49 jaar (SD=9 jaar) en bestond uit 7 mannen en 4 vrouwen, waarvan 3

DC begeleiders werkzaam in de sport en 8 in het onderwijs, en 4 met een fulltime aanstelling en

7 met een parttime aanstelling. Ze zijn vooral werkzaam met DC atleten in het MBO en HBO

bachelor, die hun sport bedrijven op een Nationaal of Internationaal niveau.

1. DC atleten

competenties

2. DC begeleiders

competenties

3. Methodes &

instrumenten voor

DC begeleiding

4. Inzicht in competenties

en best practices voor

DC begeleiding

Page 59: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 59

Figuur 11 Kenmerken van focusgroep DC begeleiders (WP3)

6.2 Ervaringen met DC atleet-scenario’s in de praktijk

In Nederland zijn drie DC atleet-scenario’s willekeurig uitgekozen en besproken door de

focusgroep:

- Studieplan: Met het oog op je (toekomstige) professionele carrière wil je het beste studieplan

kiezen en de beste studiekeuzes maken, zodat je sport en studie kan combineren in de

toekomst.

- Afwezigheid op school: Jouw competitie- en trainingsschema heeft als gevolg dat je een

aanzienlijk aantal lesdagen/colleges en (groeps)opdrachten zal missen. Je moet bijblijven

tijdens je wedstrijd/trainingsstage en/of het nadien inhalen.

- Sociaal: Door de combinatie van sport en studie is het moeilijk om een rijk sociaal leven te

hebben buiten de sport (bijv. tijd met vrienden doorbrengen, uitgaan, ...). Je dient een balans

te vinden tussen je 'studie en topsport' carrière en sociale activiteiten buiten de sport.

7

4

3

8

4

7

10

22

2

11

39

37

6

1

20

34

30

15

0 20 40 60

Man

Vrouw

Sport

Onderwijs

Fulltime

Parttime

Jaren ervaring gemiddeld

Uren per week gemiddeld

VMBO

HAVO/VWO

MBO

HBO bachelor

WO bachelor

HBO/WO master

Regionaal

Nationaal

Internationaal

Wereld

Geslacht (aantal)

Werkzaam in (aantal)

Werkzaam met DCA's met opleidingsniveau (%)

Werkzaam met DCA's met sportniveau (%)

Aanstelling (aantal)

Page 60: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 60

6.3 Ervaringen met scenario ‘Studieplan’ Met het oog op je (toekomstige) professionele carrière wil je het beste studieplan kiezen en de beste studiekeuzes maken, zodat je sport en studie kan combineren in de toekomst. Wat is het probleem?

De focusgroep geeft aan dat het regelmatig mis gaat in de afstemming tussen de sport en het

onderwijs. De sport is normaliter dominant in keuzes. Er wordt een voorbeeld genoemd van een

baseballer, die verplicht naar training moeten op een specifieke locatie (Hoofddorp). De

specifieke trainingsmomenten maken het onmogelijk om het reguliere onderwijs te volgen. Hoe

de DC atleet omgaat met dit scenario is afhankelijk van de context: is er bijvoorbeeld veel geld

in het spel? Hoe hoger de kans op een goed salaris, hoe moeilijker het is om te kiezen voor

studie.

Welke oplossingen worden door de DC begeleiders aangedragen?

Toch geeft de focusgroep aan dat er een verschuiving aan het plaatsvinden

is. Zo wordt er een voorbeeld genoemd van een tennisser die door de

sportcontext geholpen wordt in het maken van een studieplan. Een DC

begeleider zegt hierop: “Het komt niet vaak voor dat de sport meedenkt

over het studieplan, maar het bestaat en gebeurt steeds vaker.” Het is ook

afhankelijk van sporttype: individuele sporten zijn hier flexibeler in dan

teamsporten.

De oplossing van dit probleem heeft veel te maken met Zelfregulatie-

competenties. De focusgroep benoemt dat deze competenties een

vereiste zijn om een duale carrière succesvol te maken. Met name voor de DC atleten die hierin

minder sterk zijn, is het van belang dat ze op tijd in gesprek gaan met een DC begeleider. Deze

DC begeleider moet de DC atleet helpen in het stellen van een realistisch beeld. Bijvoorbeeld:

een DC atleet wordt door een internationale voetbalclub gecontracteerd. Het is voor de DC

atleet aantrekkelijk om het onderwijs te laten liggen en voor het grote geld te gaan. Op zo’n

moment moet de DC begeleider de DC atleet bewust maken van het mogelijke scenario dat de

DC atleet weer opzij gezet kan worden en dat het hebben van een studieplan van enorm belang

is.

De focusgroep vindt dat het van belang is dat de DC atleet pro-actief communiceert. Het blijkt

zelfs een belangrijke peiler voor diegenen die succesvol zijn in een duale carrière: de succesvolle

DC atleten zijn degenen die pro-actief communiceren, benoemt de focusgroep. In de begeleiding

is het echter van belang dat het ook mogelijk moet blijven voor de DC atleet om af en toe fouten

te maken. Fouten maken is nodig om te ontdekken wat voor de DC atleet werkt en wat niet.

Samenvattend, is het volgens de focusgroep belangrijk dat je als DC begeleider de brug tussen

sport en onderwijs bent. De DC begeleider moet zo vroeg mogelijk beginnen met begeleiding

geven in studiekeuze en het bewust maken van het belang van zelfregulatie. De focusgroep

“Het komt niet vaak

voor dat de sport

meedenkt over het

studieplan, maar het

bestaat en gebeurt

steeds vaker.”

Een DC begeleider

Page 61: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 61

geeft aan het binnen deze taak nog lastig te vinden om belangrijke aspecten (bijv. het belang

van rust en herstel) aan de DC atleet duidelijk te maken.

Welke methodes en/of instrumenten kunnen hierbij gebruikt worden?

De focusgroep geeft aan dat het werk van een goede DC begeleider niet bestaat uit enkel het

uitvoeren van bepaalde methodes/instrumenten, maar dat begeleiding vaak plaatsvindt op

basis van ervaring. In gesprek gaan is hierbij de meest genoemde methode. Al geeft de

focusgroep aan dat het moeilijk is om te benoemen wat er in zo’n gesprek precies voor

methodes gehanteerd worden, zijn de volgende methodes en instrumenten wel door hen

genoemd.

Verbeteren van zelfregulatie-competenties:

- Zelfregulatie in de Sportpraktijk door Wietske Idema &

Marjolein Torenbeek

Verbeteren van bewustwording van de DC atleet:

- Knowles, M. S. (1975). Self-directed learning.

6.3 Ervaringen met scenario’s ‘afwezigheid op school’

Jouw competitie- en trainingsschema heeft als gevolg dat je een aanzienlijk aantal

lesdagen/colleges en (groeps)opdrachten zal missen. Je moet bijblijven tijdens je

wedstrijd/trainingsstage en/of het nadien inhalen.

Wat is het probleem?

In deze tijd is het niet altijd meer nodig om fysiek aanwezig te zijn op school. Echter, de omgeving

waarin sommige sporten worden beoefend, is soms uitdagend om in te studeren. Bijvoorbeeld

de wintersporten, waarbij DC atleten een minimaal aantal weken zich moeten bevinden in

afgelegen wintersportgebieden. Hier is vaak slecht bereik en WIFI te vinden, wat communiceren

lastig maakt. Bovendien gaat dit scenario gepaard met veel regelwerk, dat niet allemaal gedaan

kan worden door de DC begeleider. DC begeleiders zijn echter bevlogen mensen, die bereid zijn

hard te werken. Als DC begeleider loop je er regelmatig tegenaan dat je veel zou willen doen,

maar hier niet voor gefaciliteerd wordt (zie ook het aantal parttime werkende DC begeleiders in

zowel WP2 als WP3 van dit onderzoek). Ook voor DC atleten kan het zijn dat er faciliteiten nodig

zijn, waarvoor geen budget is (bijv. web lectures).

Welke oplossingen worden door de DC begeleiders aangedragen?

De focusgroep geeft aan dat in dit scenario verwachtingsmanagement van belang is: de DC

begeleider moet de DC atleet ervan bewust maken dat hij/zij mensen gaat tegenkomen die niet

willen meewerken. Als DC begeleider is het de uitdaging om de ruimte tussen de officiële regels

te vinden, zodat er toch mogelijkheden voor DC atleten om hun sport en studie te combineren.

Een DC begeleider werkzaam in het MBO is het opgevallen dat dat de regels binnen het MBO

breder opgesteld lijken te zijn dan in hogere onderwijsniveaus. De focusgroep is het met elkaar

Page 62: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 62

eens over dat je als DC begeleider vooral moet denken in mogelijkheden in plaats van

problemen. Dit zou gedaan moeten worden door de hele omgeving van de DC atleet en door de

DC atleet zelf. Waarom is het bijv. nodig om 10 examens in 1 jaar te hebben? Kan dit ook anders?

Een DC begeleider benoemt dat het de taak van de DC begeleider is om een docent te laten

inzien dat het aantal examens moet matchen met het leven van de DC atleet.

Een DC begeleider geeft ook aan dat het belangrijk is om je als DC begeleider te realiseren dat

niet alle competenties al aanwezig hoeven te zijn in de DC atleet. Deze kunnen ook ontwikkeld

worden. Bijvoorbeeld: een volleybalster vindt het lastig om zich tot de studie te zetten. Voor

volleybal is ze echter enorm gemotiveerd. Als DC begeleider kun je het dan hebben over

overdraagbare competenties: hoe kun je je kwaliteiten in de sport inzetten op school?

Bovendien geeft deze DC begeleider aan dat je open moet je staan voor de keuzes van de DC

atleet. Als de DC atleet een bepaalde periode wil kiezen voor de sport en de studie tijdelijk wil

stilleggen, of juist andersom, dan moet je hiervoor open staan.

Welke methodes en/of instrumenten kunnen hierbij gebruikt worden?

- GROW-model: Goal, Reality, Options, Will

- Steven Covey: 7 Habits of Highly Effective People

- Een meeloop dag met de DC atleet organiseren voor docenten. Dit helpt in het creëren van

good will en bewustwording over het leven van een DC atleet.

6.4 Ervaringen met scenario ‘sociaal’

Door de combinatie van sport en studie is het moeilijk om een rijk sociaal leven te hebben buiten

de sport (bijv. tijd met vrienden doorbrengen, uitgaan, ...). Je dient een balans te vinden tussen

je 'studie en topsport' carrière en sociale activiteiten buiten de sport.

Wat is het probleem?

De DC begeleiders geven aan dit scenario niet te zien als een groot probleem. DC atleten geven

aan weinig behoefte te hebben aan een sociaal leven buiten de sport. Ze accepteren dat een rijk

sociaal leven niet samengaat met een duale carrière. Als ze dat toch willen, dan zijn er door

sociale media genoeg mogelijkheden om contact te houden met vrienden buiten de duale

carrière. Het probleem ontstaat pas, volgens een DC begeleider uit de focusgroep, wanneer DC

atleten de consequentie van een verminderd sociaal leven zelfs zo goed hebben geaccepteerd,

dat ze enkel focussen op hun sport. Bijvoorbeeld: een Olympische zwemster heeft haar schema

zo strak gepland, dat ze geen ruimte overhoudt voor een sociaal leven (trainen, operatie

ondergaan, herstellen, ondertussen studeren, etc.). In zo’n situatie moet je als DC begeleider de

DC atleet zelfs afremmen in de focus op sport en studie.

Welke oplossingen worden door de DC begeleiders aangedragen?

Een DC begeleider vertelt dat het ook voor kan komen dat een DC atleet ervoor kiest om te

studeren naast de sport, juist omdat zijn/haar sociale leven anders te klein zou zijn. Zo hebben

Page 63: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 63

bijvoorbeeld jonge turnsters grote kans op een sociaal isolement. Daarom wordt ervoor gekozen

om deze DC atleten op de middelbare school in de eerste 2 jaren in het reguliere programma te

plaatsen.

Sommige DC atleten vinden het fijn om in een klas met mede-DC-atleten te zitten (m.a.w. een

topsportklas), om zo ervaringen met elkaar te kunnen delen. Andere DC atleten vinden het juist

prettig om ook contact te hebben met studenten zonder topsportervaring. Er wordt in de

focusgroep wel aangegeven dat dit leeftijdsafhankelijk zou kunnen zijn.

De focusgroep erkent het probleem dat het zicht van de DC begeleider op de DC atleet verloren

is zodra hij/zij een onderwijsinstelling verlaat en start bij een nieuwe onderwijsinstelling (bijv. in

de transitie van middelbare school naar vervolgonderwijs). Elke instelling start dan weer de

eigen procedure. Voor een soepele doorloop van je DC is het van belang om informatie te delen.

Dit kan d.m.v. een Topsport Portfolio, ook wel Sportfolio genoemd. De DC atleet houdt deze zelf

bij en significante personen in de omgeving kunnen hieraan meeschrijven (docent, coach,

ouders, etc.). Het Sportfolio bevat de hele CV van begin tot eind van de duale carrière. Hierin

wordt bijvoorbeeld ook de eigen perceptie op de ontwikkeling van competenties beschreven.

Dit Sportfolio houdt rekening met de transities die een DC atleet doormaakt en houdt betrokken

partijen en de DC atleet zelf scherp. Op deze wijze kan makkelijk bepaald worden op welke wijze

deze DC atleet het beste begeleid kan worden. In de focusgroep is er één DC begeleider die deze

methode toepast.

Welke methodes en/of instrumenten kunnen hierbij gebruikt worden?

- DC atleten in een vroeg stadium in reguliere onderwijsprogramma’s plaatsen

- Sportfolio o.b.v. het Holistic Athletic Career model (Wylleman, De Knop, & Reints, 2013)

6.6 Conclusies ervaringen met scenario’s - door focusgroep

- Scenario Studieplan: het komt niet vaak voor dat de sport meedenkt over het studieplan,

maar het bestaat wel en gebeurt steeds vaker. In dit scenario is het van belang dat je als DC

begeleider de brug tussen sport en onderwijs bent. De DC begeleider moet zo vroeg mogelijk

beginnen met begeleiding geven in studiekeuze en het bewust maken van het belang van

zelfregulatie. Toch is het lastig om belangrijke aspecten (bijv. het belang van rust en herstel)

aan de DC atleet duidelijk te maken.

- Scenario Afwezigheid op school: In deze tijd is het niet altijd meer nodig om fysiek aanwezig

te zijn op school. Echter, de omgeving waarin sommige sporten worden beoefend, is soms

uitdagend om in te studeren. Bovendien zijn er regelmatig geen faciliteiten, die wel nodig zijn.

De focusgroep is het met elkaar eens over dat je als DC begeleider vooral moet denken in

mogelijkheden in plaats van problemen. Als DC begeleider is het de uitdaging om de ruimte

tussen de officiële regels te vinden.

Page 64: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 64

- Scenario Sociaal: De DC begeleiders geven aan dit scenario niet te zien als een groot

probleem. Het probleem ontstaat pas wanneer DC atleten de consequentie van een

verminderd sociaal leven zelfs zo goed hebben geaccepteerd, dat ze enkel focussen op hun

duale carrière. In zo’n situatie moet je als DC begeleider de DC atleet zelfs afremmen in de

focus op sport en studie. Een oplossing kan zijn om DC atleten in een vroeg stadium in

reguliere onderwijsprogramma’s te plaatsen.

DC begeleiding is een complexe taak, er zijn veel factoren die invloed hebben. Dit maakt het

benoemen wat goede DC begeleiding precies inhoudt erg lastig.

Gesprekstechnieken vinden veelal op gevoel plaats en hierdoor lastig om specifiek te benoemen.

Toch wordt de behoefte uitgesproken door de focusgroep om meer te leren over het oplossen

van lastige situaties in het werk als DC begeleider.

Als DC begeleider kan en moet je een verbindende rol uitoefenen: de brug tussen school, sport

en thuis. De DC begeleiders uit de focusgroep die ervaring hebben met gesprekken waarbij naast

de DC atleet ook betrokkenen uit de drie domeinen school, sport en thuis samen zijn, zijn hierover

zeer positief. Het levert ze veel op in hun taak om de DC atleet optimaal te begeleiden. De DC

begeleiders in de focusgroep, die hiermee nog geen ervaring hebben, spreken uit dit een goed

idee te vinden en zelf uit te willen gaan voeren.

Page 65: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 65

7. Inzicht in competenties en best practices voor DC begeleiding (WP 4)

Page 66: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 66

7. Inzicht in competenties en best practices voor DC begeleiding (WP 4)

In deze laatste fase van het onderzoek is getracht de toepasbaarheid van de

competentieprofielen en één methode te achterhalen. Hierop is een diepte-interview gedaan

met een ervaren DC begeleider. Welke competentieprofielen zijn het meest interessant voor de

dagelijkse praktijk van de DC begeleider? En waarop moet je letten in de toepassing ervan? Hoe

toepasbaar is de methode Timeline?

Start: augustus 2016

Einde: december 2016

7.1 Kenmerken DC begeleider

- Geslacht: Vrouw

- Leeftijd: 43

- Universitair opgeleid

- Werkzaam bij een universiteit als DC begeleider

- Aantal jaren ervaring in DC begeleiding: 7 jaar

- Training specifiek voor DC begeleiding gehad? Nee

- Zelf DC atleet geweest? Nee

1. DC atleten

competenties

2. DC begeleiders

competenties

3. Methodes &

instrumenten voor

DC begeleiding

4. Inzicht in competenties

en best practices voor

DC begeleiding

Page 67: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 67

7.2 Over competentieprofiel DC atleet

De competentieprofielen Belang, Bezit en Verschil geven weer waarin DC atleten slagen in het

uitvoeren van hun DC. Het valt de DC begeleider op dat DC atleten het voorbereiden op wat na

de duale carrière komt als minst belangrijk aanmerken. De DC begeleider vertelt dat dit

herkenbaar is voor het werken met DC atleten.

Het probleem is dat voortgezet onderwijs getrechterd wordt aangeboden, waarin ze begeleid,

gekoesterd en geknuffeld worden. Maar daarna wordt gekeken naar wat een praktische

studiekeuze is, omdat je in een bepaalde stad sport. Hierin kijkt de DC atleet niet naar zijn/haar

talenten, kwaliteiten en ambities. Uiteindelijk eindigt de DC atleet bij een studie waar zijn/haar

ambitie niet ligt. Hier wordt in de voorlichting ook op aangestuurd; een studiekeuze moet

praktisch zijn voor de combinatie sport en studie. Het voortraject voor studiekeuze komt te laat

op gang, DC atleten zouden volgens de DC begeleider vanaf jonge leeftijd (ongeveer 14 jaar) al

moeten nadenken over zijn/haar talenten en ambities. Dit vraagstuk komt elke student tegen,

niet alleen DC atleten in het specifiek. Een belangrijke kink in de kabel is dat de scharnierpunten

tussen de onderwijslagen nog niet soepel zijn, terwijl dit zeker voor DC atleten cruciaal is.

De DC begeleider merkt ook op dat de competentielijst erg breed is; het bevat ook

levenscompetenties die iedereen tegenkomt in het leven. Binnen de profielen zijn competenties

te vinden die specifiek gelden voor een DC, maar een groot aantal geldt ook voor de

identiteitsontwikkeling van de mens in het algemeen.

Wanneer deze competentieprofielen na dit onderzoek beschikbaar zouden zijn

voor DC begeleiding, zou de DC begeleider bij voorkeur het competentieprofiel

Belang gebruiken, omdat dit duidelijk weergeeft wat de DC atleet zelf

belangrijk vindt en wat hij/zij wil ontwikkelen. Hiermee kun je een stip aan de

horizon zetten en met stapjes terugwerken. De boodschap is dus: “ga niet uit

van wat er nog niet is, maar kijk naar je ambities. Je mag dat uitstralen en in

stapjes toewerken naar die ambitie.” Voor het gebruik van deze

competentieprofielen in je DC begeleiding moet volgens de DC begeleider wel een zekere vorm

van zelfreflectie aanwezig zijn in de DC atleet. Deze profielen zijn alleen nuttig wanneer een DC

atleet eraan toe is om het nut in te zien van competentieontwikkeling.

7.3 Over competentieprofiel DC begeleider

De DC begeleider vindt dat vooral in de competentie In staat zijn om

een holistische blik op het leven van een DC topsportstudent te werpen

(psychologisch, psychosociaal en financieel) veel kracht zit. Het is

herkenbaar dat er in de begeleiding van de DC atleet weinig kijk is op

“Ik wil niet kijken naar wat er nog niet is, ik kijk liever naar wat er wel is.”

“Ook de DC atleten zelf hebben weinig zicht op hun totale DC, omdat de 2 werelden studie en sport gescheiden zijn in hun hoofd.”

Page 68: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 68

het totaalplaatje van de DC atleet. In de begeleiding van de DC atleet gebruikt de DC begeleider

zelf de volgende drie speerpunten:

1. Welke vragen worstel jij mee op het moment?

2. Hoe zie jij je planning?

3. Wat heb jij voor de korte en lange termijn nodig om dit te bereiken?

Het is aan de DC atleet om aan te geven waar hij/zij behoefte aan heeft. De DC begeleider vraagt

pro-actief of behoefte heeft aan een bijeenkomst. DC atleten laten soms niets van zich horen en

laten dan op een gegeven moment horen dat ze stoppen met de sport. De DC begeleider had in

zo’n situatie graag meegenomen willen worden in het proces dat

vooraf gaat aan deze keuze. Wat zijn de beweegredenen? Hadden we

iets anders kunnen doen in de begeleiding? De DC begeleider geeft

aan dat de twee werelden van studie en sport te gescheiden zijn, in

zowel het hoofd van de DC atleet als het hoofd van de begeleiders

eromheen. Niemand heeft echt een totaalplaatje van deze DC (het

holistische mensbeeld mist). Begeleiders springen vaak pas in op het

laatste moment als het noodzakelijk is. Bijvoorbeeld pas wanneer de

DC atleet op het veld niet goed presteert. Dit had al eerder in de

picture moeten zijn. De DC begeleider benoemt dat de

competentieprofielen hier wellicht bij kunnen helpen.

De DC begeleider merkt op dat de competenties in de competentielijst met elkaar verbonden

zijn en afhankelijk zijn van elkaar. Bovendien komt hetzelfde terug als in de

competentieprofielen van de DC atleten: een groot aantal van de competenties zijn meer

levenscompetenties dan DC-begeleidingscompetenties.

Wanneer deze competentieprofielen na dit onderzoek beschikbaar zouden zijn voor DC

begeleiding, zou de DC begeleider bij voorkeur met het competentieprofiel Verschil willen

werken, omdat zij wel meent te weten welke competenties zij het belangrijkst vindt en welke zij

het meest bezit. Maar om verder te komen in beleid en organisatie, is het nodig om het verschil

te kennen tussen deze twee. Een DC atleet staat vaak nog aan het startpunt van zelfreflectie,

terwijl de DC begeleider zelf dat pad al bewandeld heeft. Omdat je als DC begeleider al ervaring

met identiteitsontwikkeling hebt, en jouw kwaliteiten en talenten al kent, wil je weten welke

knoppen je nog kan aandraaien voor verbetering om jezelf verder te ontwikkelen als DC

begeleider.

“DC begeleiding moet op

pedagogische wijze

verbeterd worden, omdat

er nog weinig aandacht is

voor de momenten dat

het goed gaat. Er is alleen

aandacht wanneer het

verkeerd dreigt te gaan.”

Page 69: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 69

7.4 Conclusie over het gebruik van competentieprofielen

- Let in het toepassen van een competentieprofiel in de begeleiding van een DC atleet het

meest op welke competenties hij/zij het belangrijkst vindt. Zet op deze manier een stip aan

de horizon en werk daar met elkaar naartoe.

- Let in het toepassen van een competentieprofiel in het verbeteren van jouw eigen DC

begeleiding vooral de competenties waarin jij je nog kan ontwikkelen. Draai op deze manier

aan de knoppen voor dat extra stukje verbetering.

- De competentieprofielen kunnen helpen bij de DC begeleiding, maar er moet altijd opgelet

worden dat er meer is: DC begeleiding is complex en variabel.

- De DC begeleider merkt op dat de competentielijsten erg breed zijn; het bevat ook

levenscompetenties die iedereen tegenkomt in het leven, niet enkel DC-(begeleidings)-

specifieke competenties.

- DC begeleiding moet op pedagogische wijze verbeterd worden, omdat er nog weinig

aandacht is voor de momenten dat het goed gaat. Er is alleen aandacht voor de momenten

waarop het verkeerd dreigt te gaan.

- DC begeleiding is nog te verkokerd, er is meer afstemming nodig tussen school, sport en

thuis: de driehoek rondom de DC atleet.

- Het holistische mensbeeld is van enorm belang in DC begeleiding: de DC atleet zien als mens

in zijn/haar geheel. De DC atleet is hier vaak zelf niet eens bewust van.

7.5 Evaluatie begeleidingsmethode ‘timeline’

Als aanvulling op de aangeleverde DC begeleidingsmethodes door de focusgroep in WP3, is een

practice based kwaliteitscheck gedaan door de DC begeleider van WP4, samen met een DC

atleet, op een Europees aangeleverde DC begeleidingsmethode: Timeline. Timeline kan ingezet

worden om een DC atleet te helpen realistische lange-termijndoelen te stellen en te overwegen

of deze doelen in verschillende domeinen te combineren zijn.

De methode Timeline is te vinden in de bijlage (zie bijlage VI) en in het Europese handboek

(http://gees.eu/index.php/handbook, p. 207). 4

Hoe werkt deze begeleidingsmethode in de praktijk? Welke effecten bereik je met deze

methode? Waarop moet je letten tijdens de toepassing in de praktijk? De DC begeleider vertelt

hierover het volgende:

De methode is erg sterk, omdat de DC atleet kijkt naar zijn/haar ambities, talenten, kansen en

mogelijkheden. Wat wil je bereiken? Vervolgens kan je in de tijd terug gaan en een indeling

4 In het Europese Handboek zijn 24 DC begeleidingsmethodes verzameld, waarvan het merendeel een practice based kwaliteitscheck heeft ontvangen door de Europese DC begeleidings-experts.

Page 70: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 70

maken van je tijd. De levenslijn geeft veel duidelijkheid over de stip aan de horizon,

belasting/belastbaarheid en het pro-actieve keuzes maken. Deze methode kan je volgens de

DC begeleider het beste gebruiken in een 2/3-luik aan gesprekken. Dit betekent dat het eerste

gesprek gaat over: wat zijn je ambities? Het tweede gesprek gaat over: welke opleidingen

passen hierbij? En het derde gesprek gaat over: het vernieuwen van je tijdlijn. Hoe zet je dit

precies weg?

De methode is volgens de DC begeleider uiterst geschikt voor DC atleten, die er klaar voor zijn

om na te denken over ambities, talenten, datgene waar hij/zij warm voor loopt. Als de DC atleet

dat weet, kan hij/zij een tijdlijn uitzetten. Daar is rust voor nodig en durf om aan zelfreflectie te

doen. Als een DC atleet angstig wordt van deadlines en/of zelfreflectie, is dit geen geschikte

methode.

Samengevat, is de DC begeleidingsmethode Timeline uiterst geschikt voor een DC atleet om een

overzicht te verschaffen over lange-termijndoelen en hoe deze te bereiken, wanneer de DC

atleet bereid is om aan zelfreflectie te doen en hier de rust voor heeft.

Page 71: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 71

8. Lessons Learned: Handvatten voor in de praktijk

Page 72: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 72

8. Lessons Learned: Handvatten voor in de praktijk In dit onderzoek is beoogd te achterhalen welke competenties nodig zijn voor

een DC atleet om een succesvolle DC te starten, doorlopen en voltooien, én

welke competenties nodig zijn voor een DC begeleider om deze succesvolle

duale carrière optimaal te begeleiden. Hieruit blijkt dat er een mooie

overeenstemming is tussen het perspectief van de DC atleet en de DC

begeleider. Wanneer u als DC begeleider vandaag nog wil starten met het

optimaliseren van u DC begeleiding, dan bieden de resultaten uit GEES

duidelijkheid. Wilt u de competenties van de DC atleet verbeteren, dan geeft

met name het competentieprofiel Belang nuttige informatie. De DC begeleider uit WP4 geeft

aan dat in de praktijk dit competentieprofiel een stip aan de horizon gezet kan worden. Het is

belangrijk wat de DC atleet belangrijk vindt in de eigen duale carrière! Wilt u graag starten met

het optimaliseren van uw eigen begeleidingscompetenties, start dan met het

competentieprofiel Verschil. Het verschil tussen Belang en Bezit geeft weer aan welke knoppen

u nog kunt draaien voor verbetering.

8.1 Waar liggen de kansen voor de DC atleet?

DC atleten vinden vooral DC management competenties het belangrijkst

voor een succesvolle duale carrière, zoals, doorzetten in moeilijke tijden,

het belang van rust en herstel inzien en toegewijd zijn. Opmerkelijk is dat

toewijding in lijn gebracht kan worden met de uitkomst dat DC atleten het

van minder belang vinden om voorbereid te zijn op het onverwachte, een

back-up-plan te hebben en nieuwsgierig te zijn naar carrièremogelijkheden

buiten de topsport. Deze ogenschijnlijk onmisbare competenties voor een

goede DC atleet blijken licht ondergesneeuwd te worden door de ultieme focus die een DC atleet

aanbrengt aan zijn school/studie en sport. Ondertussen geven DC atleten aan dat ze de sociale

competenties in hun eigen ogen het best beheersen, zoals samenwerken met

begeleiders in sport en studie. Met name vrouwen en teamsporters hebben het

meeste ruimte om deze competentie te verbeteren.

8.2 Waar liggen de kansen voor de DC begeleider?

Deze uitkomsten sluiten aan op de perceptie van de DC begeleiders. DC

begeleiders geven aan dat zij zich nog het meest kunnen ontwikkelen in

Empowerment-competenties, de competenties die nodig zijn om zelfregulatie bij

de DC atleten te stimuleren (bijv. autonomie stimuleren in de DC atleet). Veel DC

begeleiders lopen er tegenaan dat tijdens de begeleiding er nog onduidelijkheid

kan bestaan tussen hem/haar en de DC atleet over hoe het werk eruit ziet van de

“Een belangrijke missing link in de

zoektocht naar waar de verbeterslag in het pedagogische

klimaat rondom de DC atleet gemaakt

kan worden, is gevonden.”

“Ze kunnen zich nog

het meest

ontwikkelen in

Zelfregulatie-

competenties, zoals

assertief zijn”

“Uit dit onderzoek

bleek wel dat

zij zich bewust zijn van het belang van

zelfregulatie, maar

dat zij nog niet duidelijk kunnen

benoemen hoe zij

DC atleten nu

precies

‘empoweren’.”

Page 73: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 73

DC begeleider. De DC atleet verwacht in zo’n geval dat de DC begeleider het werk van de DC

atleet zal overnemen. Juist omdat het eigenaarschap van de DC bij de DC atleet zelf moet liggen,

is het van belang dat DC begeleiders leren om deze verwachtingen scherp te krijgen en de DC

atleet autonomie te geven. Zeker omdat er sprake is van een merendeel aan DC begeleiders in

Nederland met een parttime aanstelling, waarbij er dus binnen een beperkte tijd toch goede DC

begeleiding moet plaatsvinden, is het in het belang van zowel de DC atleet als de DC begeleider

dat de DC atleet in staat is zijn/haar eigen DC vorm te geven. Hiervoor zijn met name tijdens

kritieke, uitdagende situaties competenties nodig die de DC atleet in staat stellen om om te gaan

met de eisen die aan hem/haar gesteld worden.

Ontwikkeling van empowerment competenties voor de DC begeleiders is

volgens de DC begeleiders zelf ook gewenst. Ervaren DC begeleiders zijn

bevlogen mensen die graag hard werken om hun DC atleten te helpen. Echter,

hoe graag DC begeleiders hun atleten ook uit de brand helpen, uitsluitend DC

atleten met de juiste motivatie en zelfregulatiecompetenties redden het om

hun duale carrière succesvol te volbrengen. Het benoemen van de methodes

die zij gebruiken om DC atleten zelfregulatie aan te leren, bleek echter lastig

te zijn. Het in gesprek gaan met de DC atleet blijkt nog veelal ‘op gevoel’ plaats

te vinden. Omdat Empowerment een belangrijk onderdeel is van de omslag

die gewenst is in het pedagogisch klimaat rondom de DC atleet, is deze

uitkomst een extra steun in de rug om verder te zoeken naar evidence based

empowerment-methodes. In het Europese Handboek staan meerdere

methodes benoemd die aanspraak maken op het verbeteren van zelfregulatie van de DC atleet,

alleen zijn deze methodes practice-based. De beoogde competenties met het inzetten van deze

methodes zijn op het oog benoemd, wetenschappelijk bewijs hiervoor ontbreekt nog.

De uitkomsten vanuit het GEES onderzoek zijn voor de DC begeleiders in de praktijk herkenbaar.

De uitkomsten ondersteunen op wetenschappelijke basis de benadering van de DC begeleiders

welke de afgelopen jaren al op natuurlijke wijze was ingezet. Daarnaast benadrukt het

onderzoek ook de ruimte voor ontwikkeling voor de toekomst.

Het handboek geeft weer dat er reeds veel tools en instrumenten in Europa worden ingezet voor

de ondersteuning van de duale carrière van de atleet. Opvallend was dat deze tools veelal niet

uit Nederland afkomstig zijn. Bovendien waren de tools met name gericht op intake, data

verzameling en interventies. Tools voor de “empowerment” van de atleet ontbreken op dit

moment nog, terwijl daar juist volgens GEES de behoefte ligt bij zowel de DC atleet als de DC

begeleider. De verzamelde tools zijn een inventarisatie van wat er nu al is. Een vervolgstap zal

zijn zelf tools te ontwikkelen welke ook aansluiten en voortvloeien uit het GEES onderzoek.

“De optimalisatie

van de DC

begeleiding in

Nederland zal zich

dus vooral richten

op het verbeteren

van het

pedagogische

klimaat rondom

een DC atleet via

empowerment. “

Page 74: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 74

8.3 Concrete acties om de DC begeleiding in Nederland te optimaliseren

De uitkomsten van GEES zullen getest worden in de praktijk: er worden workshops gepland met

DC begeleiders in 7 regio’s in Nederland. CTO’s, RTO’s, onderwijsinstellingen en andere

betrokkenen in DC begeleiding worden uitgenodigd om in een interactieve workshop met elkaar

in gesprek te gaan over de uitkomsten en mogelijkheden van empowerment in de praktijk.

Bovendien zullen meerdere tools uit het Handboek uitgevoerd worden om zelf te ondervinden

welke competenties hiermee beïnvloed worden.

Het doel is om in de toekomst een evidence based scholingsprogramma te ontwikkelen om DC

begeleiders te ondersteunen in het verbeteren van hun Empowerment competenties (zie

bijlage IV). Hoe zorg je ervoor dat de DC atleet op autonome wijze gaat handelen? Hoe kun je

de DC atleet bewust maken van de competenties die echt belangrijk zijn voor een succesvolle

DC? Op deze wijze werken we toe aan het bewustzijn van het belang van een pedagogisch

klimaat voor de DC atleet en vaardigheden van DC begeleiders om in het belang van de DC atleet

te handelen en dus hem/haar zelf eigenaar te laten zijn over de duale carrière.

Op de korte termijn kunnen de DC begeleiders morgen aan de slag met de verzamelde tools. In

samenwerking met alle betrokken partijen CTO, RTO, sportbonden en onderwijs zal gekeken

worden naar een passende wijze van gezamenlijke implementatie.

De lange termijn strategie is gericht op het ontwikkelen van het beroep ‘duale carriere

begeleider’, door het ontwikkelen van een beroeps- en competentieprofiel voor DC begeleiders

op basis van de in dit onderzoek geleverde competenties. Dit profiel kan vervolgens ook waar

nodig worden ingezet voor werving en selectie, scholing en verdere professionalisering van de

DC begeleiders. De ultieme stip aan de horizon hierin is dat de groep van DC begeleiders zich

kan ontwikkelen tot een specifieke beroepsgroep, met full-time aanstellingen. Op deze manier

krijgt DC begeleiding als vak meer beroepsperspectief en wordt ook kwalitatief hoogwaardige

ondersteuning mogelijk. Het begeleiden van de sporters in hun duale carrière wordt een

hoofdtaak in plaats van een van de vele taken. Op sommige plekken in het land zijn DC

begeleiders nu al fulltime met hun vak bezig, maar hier zit op de meeste plekken nog veel ruimte

voor ontwikkeling.

Tot slot is het van belang te vermelden dat DC begeleiding een continue samenwerking tussen

sport en onderwijs is, en dit vraagt om deze twee werelden stevig te verbinden. Hier kunnen de

CTO’s en RTO’s van grote toegevoegde waarde zijn. Deze kunnen de DC begeleiders uit zowel

de sport als onderwijs in de regio bij elkaar brengen. Ook gezamenlijke scholingen kunnen

positief bijdragen. Door daadwerkelijk met elkaar in gesprek te gaan over de begeleiding en in

elkaars keuken te kijken komt de kruisbestuiving tot stand.

Page 75: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 75

Een juiste communicatie en verwachtingsmanagement tussen de verschillende betrokkenen is

hierbij essentieel. Aan een ieder betrokken in duale carrière wordt opgeroepen om het gesprek

aan te gaan en gezamenlijk de cultuurverandering naar de holistische benadering van de DC

atleet tot stand te brengen. Met wetenschappelijke onderbouwing kan de begeleiding op het

sportveld vanaf morgen geoptimaliseerd worden. Oftewel, met elkaar aan de slag!

Page 76: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 76

Bronvermelding

EU Guidelines on Dual Careers of Athletes. Recommended policy actions in support of

dual careers in high-performance sport (2012). Brussels: Sport Unit of the Directorate-

General for Education and Culture of the European Commission.

GEES Handbook for Dual Career Support Providers (DCSPs). Wylleman, P., De Brandt,

K. & Defruyt, S. (Eds). http://gees.eu/index.php/handbook

Jonker, L., Elferink‐Gemser, M. T., & Visscher, C. (2009). Talented athletes and academic

achievements: A comparison over 14 years. High Ability Studies, 20(1), 55-64.

Jonker, L., Elferink-Gemser, M. T., & Visscher, C. (2011). The role of self-regulatory skills

in sport and academic performances of elite youth athletes. Talent Development &

Excellence, 3(2), 263-275.

Onstenk, J. (2005). Geïntegreerd pedagogisch leren handelen: een uitdaging voor

opleiding en professionalisering van leraren. Hogeschool Inholland.

Schipper-van Veldhoven, N. (2016). Sport en lichamelijke opvoeding in pedagogisch

perspectief, een gouden kans. Windesheimreeks kennis en onderzoek, 60.

Wylleman, P., Reints, A., & De Knop, P. (2013). A developmental and holistic perspective

on athletic career development. In P. Sotiaradou & V. De Bosscher (Eds.), Managing high

performance sport (pp. 159-182). New York, NY: Routledge.

Page 77: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 77

Bijlagen I: Competentielijst voor DC Atleten

1 Toewijding om succesvol te zijn in je sport én studie

2 Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen

3 In staat zijn om je eigen verantwoorde beslissingen te maken met betrekking tot je sport- én studiecarrière

4 Zelfdiscipline om te voldoen aan de vereisten van je combinatie sport én studie (vb. zelfstanding werken zonder toezicht van

anderen)

5 Bewust zijn van je sterktes, zwaktes en mogelijkheden

6 Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden buiten de topsport te verkennen

7 In staat zijn om prioriteiten te stellen in wat er gedaan moet worden

8 Bereidwilligheid om opofferingen en keuzes te maken om succesvol te zijn in sport én studie

9 Een duidelijk beeld hebben over wat nodig is om te slagen in sport én studie

10 Een visie hebben van waar je naar toe wil in het leven na je 'studie en topsport' carrière

11 In staat zijn om te focussen op het hier en nu, zonder afgeleid te worden

12 In staat zijn om je eigen routines te creëren (voor sport én studie)

13 Geloven in je eigen bekwaamheid om de uitdagingen in sport en studie te overwinnen

14 Overtuigd zijn dat studie en sport elkaar positief kunnen beïnvloeden

15 Voorbereid zijn op het onverwachte en een back-up-plan hebben

16 Flexibel zijn en in staat zijn om je plannen te veranderen als dat nodig is

17 In staat zijn om je emoties te reguleren in verschillende situaties

18 In staat zijn om je tijd efficiënt te gebruiken

19 In staat zijn om op voorhand nauwgezet te plannen

20 In staat zijn om realistische doelen te stellen in sport én studie

21 In staat zijn om je doelen kritisch te evalueren en aan te passen als dat nodig is

22 Geduldig zijn met betrekking tot de vooruitgang van je sport- en studiecarrière

23 Het belang van rust en herstel begrijpen

24 In staat zijn om samen te werken met begeleiders in sport en studie (bijv. coach, trainer, andere begeleider)

25 Gretig zijn om te luisteren naar en leren van andere personen en eerdere ervaringen

26 Advies vragen aan de juiste personen op het juiste moment

27 Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen)

28 In staat zijn om te onderhandelen (om op te komen voor je eigen belangen)

29 In staat zijn om relaties met belangrijke naasten te onderhouden

30 In staat zijn om je goed aan te passen aan nieuwe situaties

31 In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren

32 Over de noodzakelijke levensvaardigheden beschikken om zelfstandig te kunnen leven (vb. koken)

33 In staat zijn om sociale contacten op te bouwen met leeftijdsgenoten in studie en sport

34 In staat zijn om sport- en studieprestaties te relativeren

35 In staat zijn om conflicten op te lossen

36 In staat zijn om tegenslagen in sport en/of studie te gebruiken als een positieve stimulans

37 Kennis hebben van je carrièremogelijkheden in studie en sport

38 In staat zijn om met stress om te gaan in studie en sport

Page 78: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 78

Bijlagen II: Competentielijst voor DC begeleiders

1 In staat zijn om administratieve taken te verrichten (o.a. mails, dataverwerking, het bijhouden van documenten…)

2 In staat zijn om dagelijks een verscheidenheid aan taken te beheren (van domein tot domein)

3 In staat zijn om flexibel te reageren op onverwachte gebeurtenissen (bijv. blessures) in het leven van de DC topsportstudent

4 In staat zijn om verschillende gebeurtenissen effectief te coördineren

5 In staat zijn om te handelen naar de missie van de organisatie

6 Kennis hebben van de sporten, die verbonden zijn aan het werk van een DC begeleider

7 Kennis hebben van het onderwijssysteem/de onderwijssystemen

8 In staat zijn om theoretische kaders en onderzoeksresultaten in de praktijk te implementeren

9 Inzicht hebben in de belangrijkste overgangsfasen van de DC topsportstudenten verbonden aan het Long Term Athlete

Development pathway

10 In staat zijn om rekening te houden met de diverse achtergrond (bijv. socio-demografisch) van de DC topsportstudent

11 In staat zijn om te reflecteren op de eigen waarden om het eigen functioneren te verbeteren

12 In staat zijn om de begeleiding aan te passen naar aanleiding van feedback van anderen

13 In staat zijn om het eigen welbevinden en energieniveau, dat nodig is voor het werk met DC topsportstudenten, te handhaven

14 Toewijding hebben om zichzelf te ontwikkelen als DC begeleider

15 In staat zijn om de effectiviteit van de eigen begeleiding te monitoren en evalueren

16 In staat zijn om de competenties van een DC topsportstudent te verbeteren, gericht op de organisatie en planning van een

leven als DC topsportstudent

17 In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van de competenties die nodig zijn om succesvol te zijn in hun duale

carrière

18 In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC topsportstudenten

19 In staat zijn om DC topsportstudenten voor te bereiden op uitdagingen van specifieke overgangsfasen

20 In staat zijn om communicatievaardigheden van DC topsportstudenten te verbeteren

21 In staat zijn om een holistische blik op het leven van een DC topsportstudent te werpen (psychologisch, psychosociaal en

financieel)

22 Oplettend zijn op de mentale gezondheid van een DC topsportstudent

23 In staat zijn om de DC topsportstudent door te verwijzen naar een andere professional, indien nodig

24 In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van het belang van rust en herstel

25 In staat zijn om een DC topsportstudent, met het oog op tegenslagen, emotioneel te ondersteunen

26 In staat zijn om een bevoorrechte band te handhaven met DC topsportstudenten op basis van vertrouwen

27 In staat zijn om elke DC topsportstudent op een persoonlijke manier te behandelen

28 In staat zijn om diepgaande gesprekken te voeren om de verschillende stappen in zijn/haar levenspad te analyseren

29 Een actief en ondersteunend luisterend oor kunnen zijn

30 In staat zijn om duidelijke verwachtingen en grenzen te scheppen in de band tussen DC topsportstudent en DC begeleider

31 In staat zijn om samen te werken met belangrijke stakeholders (bijv. coach, ouders) in het leven van de DC topsportstudent

32 In staat zijn om te onderhandelen met DC stakeholders (bijv. DC topsportstudenten, coaches, docenten) om zo zeker te stellen

dat de belangen van beiden verenigd zijn in een gezamenlijke uitkomst

33 In staat zijn om een netwerk met partners op te bouwen en coördineren

34 In staat zijn om samen te werken met besluitvormende organen die pleiten voor de belangen van DC topsportstudenten

35 Gevoelig zijn voor omgevingsfactoren (bijv. bond, familie) waar DC topsportstudenten bij horen

Page 79: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 79

Bijlagen III: Factoren competentielijst DC atleten

Factoren competentielijst

DC atleten (De Brandt et al., 2016a)

DC management competenties Zelfdiscipline om te voldoen aan de vereisten van je combinatie sport én studie (vb.

zelfstanding werken zonder toezicht van anderen)

In staat zijn om je tijd efficiënt te gebruiken

Toewijding om succesvol te zijn in je sport én studie

In staat zijn om op voorhand nauwgezet te plannen

In staat zijn om prioriteiten te stellen in wat er gedaan moet worden

Bereidwilligheid om opofferingen en keuzes te maken om succesvol te zijn in sport én studie

In staat zijn om je eigen verantwoorde beslissingen te maken met betrekking tot je sport- én

studiecarrière

Een duidelijk beeld hebben over wat nodig is om te slagen in sport én studie

In staat zijn om je eigen routines te creëren (voor sport én studie)

Overtuigd zijn dat studie en sport elkaar positief kunnen beïnvloeden

Zelfregulatie competenties Geloven in je eigen bekwaamheid om de uitdagingen in sport en studie te overwinnen

Assertief zijn (zelfverzekerd zijn en met vertrouwen handelen)

In staat zijn om met stress om te gaan in studie en sport

In staat zijn om je emoties te reguleren in verschillende situaties

In staat zijn om tegenslagen in sport en/of studie te gebruiken als een positieve stimulans

In staat zijn om te focussen op het hier en nu, zonder afgeleid te worden

Geduldig zijn met betrekking tot de vooruitgang van je sport- en studiecarrière

Doorzettingsvermogen in moeilijke tijden en bij tegenslagen

In staat zijn om te onderhandelen (om op te komen voor je eigen belangen)

Bewust zijn van je sterktes, zwaktes en mogelijkheden

In staat zijn om je doelen kritisch te evalueren en aan te passen als dat nodig is

In staat zijn om realistische doelen te stellen in sport én studie

Sociale competenties Advies vragen aan de juiste personen op het juiste moment

Gretig zijn om te luisteren naar en leren van andere personen en eerdere ervaringen

In staat zijn om relaties met belangrijke naasten te onderhouden

In staat zijn om sociale contacten op te bouwen met leeftijdsgenoten in studie en sport

In staat zijn om samen te werken met begeleiders in sport en studie (bijv. coach, trainer,

andere begeleider)

In staat zijn om conflicten op te lossen

Het belang van rust en herstel begrijpen

In staat zijn om je goed aan te passen aan nieuwe situaties

In staat zijn om sport- en studieprestaties te relativeren

Carrièreplanning competenties Voorbereid zijn op het onverwachte en een back-up-plan hebben

Flexibel zijn en in staat zijn om je plannen te veranderen als dat nodig is

Nieuwsgierig zijn om carrièremogelijkheden buiten de topsport te verkennen

Page 80: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 80

Een visie hebben van waar je naar toe wil in het leven na je 'studie en topsport' carrière

Kennis hebben van je carrièremogelijkheden in studie en sport

Andere competenties In staat zijn om je eigen geld te spenderen en beheren

Over de noodzakelijke levensvaardigheden beschikken om zelfstandig te kunnen leven (vb.

koken)

Page 81: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 81

Bijlagen IV: Factoren competentielijs DC begeleiders

Factoren competentielijst DC

begeleiders

(Defruyt et al., 2016b)

Reflectie en zelfmanagement

competenties

In staat zijn om te reflecteren op de eigen waarden om het eigen

functioneren te verbeteren

In staat zijn om de begeleiding aan te passen naar aanleiding

van feedback van anderen

In staat zijn om het eigen welbevinden en energieniveau, dat

nodig is voor het werk met DC topsportstudenten, te handhaven

Toewijding hebben om zichzelf te ontwikkelen als DC begeleider

In staat zijn om de effectiviteit van de eigen begeleiding te

monitoren en evalueren

Belangenbehartiging en disseminatie

competenties

In staat zijn om samen te werken met belangrijke stakeholders

(bijv. coach, ouders) in het leven van de DC topsportstudent

In staat zijn om te onderhandelen met DC stakeholders (bijv. DC

topsportstudenten, coaches, docenten) om zo zeker te stellen

dat de belangen van beiden verenigd zijn in een gezamenlijke

uitkomst

In staat zijn om een netwerk met partners op te bouwen en

coördineren

In staat zijn om samen te werken met besluitvormende organen

die pleiten voor de belangen van DC topsportstudenten

Gevoelig zijn voor omgevingsfactoren (bijv. bond, familie) waar

DC topsportstudenten bij horen

Organisatie competenties In staat zijn om administratieve taken te verrichten (o.a. mails,

dataverwerking, het bijhouden van documenten…)

In staat zijn om dagelijks een verscheidenheid aan taken te

beheren (van domein tot domein)

In staat zijn om flexibel te reageren op onverwachte

gebeurtenissen (bijv. blessures) in het leven van de DC

topsportstudent

In staat zijn om verschillende gebeurtenissen effectief te

coördineren

In staat zijn om te handelen naar de missie van de organisatie

Empowerment competenties In staat zijn om de competenties van een DC topsportstudent te

verbeteren, gericht op de organisatie en planning van een leven

als DC topsportstudent

Page 82: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 82

In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van de

competenties die nodig zijn om succesvol te zijn in hun duale

carrière

In staat zijn om autonomie te stimuleren in DC

topsportstudenten

In staat zijn om DC topsportstudenten voor te bereiden op

uitdagingen van specifieke overgangsfasen

In staat zijn om communicatievaardigheden van DC

topsportstudenten te verbeteren

In staat zijn om DC topsportstudenten bewust te maken van het

belang van rust en herstel

Bewustzijn van de omgeving van de DC

atleet

Kennis hebben van de sporten, die verbonden zijn aan het werk

van een DC begeleider

Kennis hebben van het onderwijssysteem/de onderwijssystemen

In staat zijn om een holistische blik op het leven van een DC

topsportstudent te werpen (psychologisch, psychosociaal en

financieel)

Inzicht hebben in de belangrijkste overgangsfasen van de DC

topsportstudenten verbonden aan het Long Term Athlete

Development pathway

In staat zijn om rekening te houden met de diverse achtergrond

(bijv. socio-demografisch) van de DC topsportstudent

Relatie

competenties

In staat zijn om een bevoorrechte band te handhaven met DC

topsportstudenten op basis van vertrouwen

In staat zijn om elke DC topsportstudent op een persoonlijke

manier te behandelen

In staat zijn om diepgaande gesprekken te voeren om de

verschillende stappen in zijn/haar levenspad te analyseren

Een actief en ondersteunend luisterend oor kunnen zijn

In staat zijn om duidelijke verwachtingen en grenzen te

scheppen in de band tussen DC topsportstudent en DC

begeleider

In staat zijn om een DC topsportstudent, met het oog op

tegenslagen, emotioneel te ondersteunen

In staat zijn om de DC topsportstudent door te verwijzen naar

een andere professional, indien nodig

Andere

competenties

In staat zijn om theoretische kaders en onderzoeksresultaten in

de praktijk te implementeren

Oplettend zijn op de mentale gezondheid van een DC

topsportstudent

Page 83: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 83

Bijlagen V: DC Begeleidingsmethode ‘Timeline’

Type of method:

Intervention Method

Goal:

To help the SA to get a (realistic) view on the long-

term goals he /she has in mind.

To Consider if the long term goals in different fields

are combinable.

Target population: DC athlete homework with feedback of DCSP

AND/OR DC athlete in session with coaching of DCSP

SA Competences:

Ability to critically evaluate and modify your goals

when needed

Ability to set realistic goals in sport and study

Ability to make your own responsible choices with

regard to your study and sport career

DCSP Competences: Ability to enhance dual career athlete's competences

concerning organization and planning of the dual

career athlete’s life

Ability to take a holistic (i.e. sport, education/vocation,

psychological, psychosocial and financial) view of the

dual career athlete's life

Ability to prepare dual career athletes for the

challenges of specific transitions

Educational requirements None

Scenarios: General (all scenarios)

Long Term Timeline

Page 84: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 84

Instructions:

Following steps can be given directly to the DC athlete as homework OR can be

discussed in a session with the DC athlete.

STEP 1

A goal is something you consciously strive for. Pursuing goals consciously can help

you to perform better, because your attention and effort is directed efficiently to your

goals.

Think about your sport goals on the long term, taking into account national

competitions, European Championships, World Championships, Olympic Games …

Depending on where you put emphasis on in your sport.

Then also take a look at your long-term study goals. You start and finish an

education (within a certain period); you choose another (extra) education… You could

have all kind of goals in the educational field.

Put both the sport (below) and the study goals (above) on your timeline. The

timeline will help you to see if the goals in both fields are combinable (every year).

STEP 2

After planning your biggest goals, it’s important to also develop smaller goals in

between the bigger goals. It’s difficult to keep on being motivated every day for only

that one game in the Olympics and/or only to receive your study diploma. The process

towards these bigger goals is at least as important because these moments also

provide you with opportunities to build up confidence, work on your competences etc.

Goals in between are good parameters to see where you are in the process and what

you need to further develop in order to reach the big goals.

STEP 3

Discuss your goals in depth with your trainer. Maybe he has another view on

your long-term goals. To have a good cooperation, it’s important you have a similar

vision on where and how you want to go.

STEP 4

Don’t be stubborn or afraid to make adaptations to your goals if necessary (e.g.

in case of an injury). Your timeline is a working instrument and has to be monitored and

Page 85: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 85

adapted if necessary. Also, if you reached a goal, you can mark a ‘check-sign’ to

proudly show you have reached this goal.

SOME IMPORTANT REMARKS:

Take into account that a busy and important sport year should be combined with a

less heavy academic year.

Make sure your goals reflect your own values and beliefs. Don’t let anyone choose

goals for you without your approval.

Check if you are consequent in your planning and goals, that it’s a logical ‘story’.

Ask for feedback regularly to the stakeholders involved (e.g. coach and study

counsellor), so you know you’re on the right track.

Make sure your goals are challenging, but realistic at the same time.

Make sure that reaching your goals is (at least partly) in your own hands. Making

“winning the lottery” one of your goals, will not help you, because you don’t have

any control about this.

Reference / Source: Sport Vlaanderen

Page 86: ducation and Elite Sportnocnsf.livits.net/stream/nederlands-rapport-gees.pdfuitspraken kunnen worden gedaan over een bundeling van competenties. In WP 3 zijn aan de hand van een semi-gestructureerd

I 86

I 84