Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de...

78
Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland Tussentijdse rapportage t.b.v. de Deltacommissie van het project 'De klimaatbestendigheid van Nederland Waterland' september 2008

Transcript of Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de...

Page 1: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

Drie perspectieven voor

een klimaatbestendig

Nederland

Tussentijdse rapportage t.b.v. de Deltacommissie

van het project 'De klimaatbestendigheid van

Nederland Waterland'

september 2008

Page 2: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.
Page 3: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

Drie perspectieven voor

een klimaatbestendig

Nederland

Tussentijdse rapportage t.b.v. de Deltacommissie

van het project 'De klimaatbestendigheid van

Nederland Waterland'

september 2008

Dit rapport is een van de kennisnotities van RWS-Waterdienst

en Deltares voor de Deltacommissie. In dit rapport wordt vraag

1c beantwoord:

Vraag 1c: Alternatieve strategieën bij omslagpunten

Titel: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland.

Adaptatiemaatregelen voor het Nederlandse waterbeheer –

Tussentijdse rapportage t.b.v. de Deltacommissie

Originele vraag:

Thema scenario-ontwikkeling: Uitwerken van 4 verschillende

toekomstbeelden (vol/arm, vol/rijk, leeg/arm, leeg/rijk) tegen de

achtergrond van snelle en langzame klimaatverandering (dus 8

situaties) in termen van ruimte en veiligheidsopgave, en welke

maatregelenpakketten daarbij passen.

Page 4: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Colofon

Uitgegeven door: Rijkswaterstaat-Waterdienst/Deltares

Informatie: Harold v. Waveren (RWS-WD)/Ad Jeuken (Deltares

Telefoon: 0653-699817 / 0653-670749

Fax:

Uitgevoerd door: RWS-Waterdienst / Deltares

Opmaak: Rijkswaterstaat

Datum: 3 september 2008

Status: Definitief

Versienummer: 1.0

Projectteam:

Jaap Kwadijk (Deltares; thema Veiligheid, co-projectleider)

Marjolijn Haasnoot (Deltares; thema Natuur)

Theo Vulink (RWS-Waterdienst; thema Natuur; co-projectleider)

Rob van der Krogt (Deltares; thema Gamma)

Ronald Rense (RWS-Waterdienst; thema Gamma)

Joost Knoop (Planbureau voor de Leefomgeving)

Marco Hoogvliet (Deltares; thema Zoetwatervoorziening)

Neeltje Kielen (RWS-Waterdienst; thema Zoetwatervoorziening)

Harry Schelfhout (Deltares; thema Constructies)

Niels Oostrom( Deltares; projectsecretaris, thema proces en communicatie)

Els de Jong (RWS-Waterdienst; thema proces en communicatie)

Harold van Waveren (projectleider RWS-Waterdienst)

Ad Jeuken (projectleider Deltares).

Begeleidingsgroep:

Joost Buntsma (DG-Water)

Luit-Jan Dijkhuis (DG-Water)

Joost Knoop (Planbureau voor de Leefomgeving)

Hans ten Hoeve (VROM)

Meinte de Hoogh (VROM)

Eric Gloudemans (Unie van Waterschappen, vanaf juni 2008)

Kaj van de Sandt (LNV, vanaf juni 2008).

Page 5: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

Voorwoord

In het najaar van 2007 zijn Rijkswaterstaat en Deltares het project ‘De

klimaatbestendigheid van Nederland Waterland’ gestart. Doel van het

project is om te bepalen in hoeverre het Nederlandse waterbeheer en –

beleid klimaatbestendig is (fase 1), en voor de punten waarop dat niet het

geval is te onderzoeken welke alternatieve strategieën mogelijk zijn die

ertoe kunnen leiden dat het Nederlandse waterbeheer en –beleid wel

klimaatbestendig wordt (fase 2).

De eerste resultaten van fase 1 van het project kwamen begin 2008

beschikbaar. Al snel trokken deze resultaten de aandacht, niet alleen van

waterbeheerders (waarvoor de studie bedoeld was), maar ook van de

Deltacommissie. Op verzoek van de commissie is een presentatie gegeven.

Na afloop gaf de Deltacommissie aan ook de resultaten van fase 2 te

willen gebruiken. De doorlooptijd voor fase 2 was echter veel langer dan

de dead-lines van de Deltacommissie toelieten. Daarom is besloten binnen

het project speciaal voor de Deltacommissie een apart traject uit te zetten

waarin op een kwalitatieve manier fase 2 versneld werd doorlopen. De

resultaten hiervan zijn vastgelegd in dit rapport. In het rapport is tevens

een samenvatting opgenomen van de resultaten van fase 1 zoals die aan

de Deltacommissie zijn gepresenteerd. Deze resultaten zijn wel kwantitatief

onderbouwd.

‘Kwalitatief’ betekent dat voor fase 2 niet is gewerkt met uitgebreide

modelberekeningen, maar met de kennis die op dit moment beschikbaar is

bij de deskundigen van Deltares, Rijkswaterstaat en diverse externe

adviseurs. Daarnaast is een workshop georganiseerd waaraan ongeveer

100 externe mensen hebben deelgenomen om input te verzamelen en

(tussen)-resultaten te toetsen.

In het vervolg van het project zal, conform de oorspronkelijke planning,

wel een uitgebreide kwantitatieve uitwerking worden gegeven. Eind 2008

moeten deze resultaten beschikbaar zijn, waarna in de eerste maanden van

2009 het eindrapport van fase 2 zal verschijnen.

Aan de totstandkoming van dit rapport is door vele mensen bijgedragen,

te veel om hier allemaal te noemen. Vaak ging het om uiterst deskundige,

druk bezette mensen die voor dit project van hun normale werk werden

gehaald om de Deltacommissie van dienst te kunnen zijn. De projectleiders

zijn dan ook veel dank verschuldigd aan de inzet en flexibiliteit van deze

mensen, zonder wie dit rapport nooit tot stand had kunnen komen.

Ad Jeuken en Jaap Kwadijk (projectleiders Deltares)

Harold van Waveren en Theo Vulink (projectleiders RWS-Waterdienst)

Page 6: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.
Page 7: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

i Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Inhoudsopgave

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Samenvatting ............................................................................. iii

1. Inleiding ......................................................................... 1 1.1 Het project Klimaatbestendigheid Nederland Waterland ..... 1 1.2 Doelstellingen van dit project ........................................... 2 1.3 Omslagpunten ................................................................ 3 1.4 De omslagpunten op een rij .............................................. 4 1.4.1. Omslagpunten korte termijn ............................................. 4 1.4.2. Omslagpunten 2050 ........................................................ 5 1.4.3. Omslagpunten lange termijn (2100-2200) ......................... 9 1.4.4. Strategieën waarvoor geen omslagpunten zijn gevonden .. 10 1.4.5. Maatschappelijke omslagpunten ..................................... 11 1.5 Conclusies omslagpunten ............................................... 12

2. Oplossingsrichtingen en beoordelingskader ................... 15 2.1 Oplossingsrichtingen ...................................................... 15 2.2 Beoordelingskader ......................................................... 15

3. Perspectieven ................................................................ 17 3.1 De Perspectievenmethode .............................................. 17 3.2 Waarom de toekomstbeelden controlist, milieudenker,

marktoptimist? .............................................................. 18 3.3 Achtergrond .................................................................. 21 3.4 Leidende principes per perspectief .................................. 22

4. Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland. 25

5. Aanzet tot analyse van perspectieven ............................. 37 5.1 Uitdaging met betrekking tot ruimte, economie en

bevolkingsgroei ............................................................. 37 5.2 Elementen die in alle perspectieven voorkomen ............... 39

6. Flexibiliteit en analyse van enkele gekozen

oplossingsrichtingen ..................................................... 41 6.1 Flexibiliteit per deelgebied en oplossingsrichtingen ........... 41 6.2 Kust .............................................................................. 42 6.3 Benedenrivierengebied ................................................... 43 6.4 Rivierengebied; Afvoerverdeling ..................................... 45 6.5 IJsselmeergebied ............................................................ 46 6.6 Westerschelde ............................................................... 48 6.7 Oosterschelde ............................................................... 50 6.8 Zoetwatervoorziening .................................................... 52 6.9 Natuur .......................................................................... 54 6.10 Vervolg ......................................................................... 55

7. Conclusies en aanbevelingen ......................................... 57

Page 8: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

ii Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Page 9: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

iii Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Samenvatting

Een klimaatbestendig waterbeheer houdt in dat we ook voor de lange

termijn veilig in Nederland kunnen blijven wonen, werken en recreëren.

Alvorens grootschalige investeringen te plegen om Nederland

klimaatbestendig te maken, is het goed om eerst na te gaan welke

strategieën we momenteel toepassen en tot welke mate van

klimaatverandering deze strategieën bestand zijn. Daaruit komen de

omslagpunten van ons huidig waterbeheer en -beleid naar voren:

omstandigheden waarbij het handhaven van een strategie onbetaalbaar

wordt geacht, gepaard gaat met maatschappelijk onacceptabele ingrepen

en/of waarbij ruimtelijke en technische grenzen overschreden worden.

Omslagpunten in het Nederlandse waterbeleid kunnen zitten op de korte

termijn (nu), middellange termijn (2050) en lange termijn (2100 en

verder).

Omslagpunten korte termijn

Het eerste omslagpunt, op de korte termijn, heeft te maken met

natuur. Feitelijk is dit omslagpunt voor een aantal watersystemen al

gepasseerd. De huidige beleidsstrategie voor natuur is gebaseerd op

natuurbehoud en individuele soorten in plaats van natuurontwikkeling

en ecosystemen. Het is gebaseerd op het verleden (vaak 1900) en op

kenmerkende soorten die een indicator zijn voor de staat waarin het

ecosysteem zich bevindt. Bij deze benadering leidt klimaatverandering

tot problemen. Als, bijvoorbeeld, door warmere winters het water in de

Oostzee niet meer dichtvriest, komt de grote zaagbek (een

eendensoort) niet meer onze kant op en halen we onze

natuurdoelstelling niet. De huidige strategie rondom natuur is niet

klimaatbestendig zolang bij de doelstellingen geen rekening wordt

gehouden met ons nieuwe klimaat.

Omslagpunten middellange termijn

Een mogelijk omslagpunt op de middellange termijn (2050) is de

zoetwatervoorziening tot 2050. In het zuidwesten van Nederland

worden als eerste kritische grenzen bereikt. Dit omslagpunt komt voort

uit de zoutindringing op de Nieuwe Waterweg als gevolg van de

stijgende zeespiegel en lagere rivierafvoeren. Landinwaarts kan het

zoutgehalte van de rivier zo hoog oplopen dat het onbruikbaar wordt

om landbouw- en natuurgebieden van voldoende zoet water te

voorzien. Gezien het feit dat het overgrote deel van het kostbare zoete

water tijdens droge zomers nodig is als tegenwicht tegen het zoute

water in de Nieuwe Waterweg, stelt deze problematiek de totale

waterverdeling van Nederland ter discussie.

Toenemende rivierafvoeren in combinatie met zeespiegelstijging zullen

in het IJsselmeergebied tot een omslagpunt leiden. Het wordt dan

steeds moeilijker om overtollig rivier- en regenwater bij eb onder vrij

verval op de Waddenzee te spuien, zoals nu gebeurd. Mogelijke nieuwe

strategieën zijn een hoger waterpeil van het IJsselmeer en/of grote

gemalen op de Afsluitdijk.

Page 10: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

iv Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Als de zeespiegel sneller stijgt dan nu wordt verwacht, kan dit leiden tot

verdrinking van de Waddenzee. Zandplaten en kwelders zouden dan

onder water verdwijnen waardoor waardevolle planten en dieren hun

leefgebied verliezen en langzaam verdwijnen. Als het advies uit 2007

ten aanzien van het suppleren van de buitendelta van het Marsdiep

wordt opgevolgd, kan deze verdrinking mogelijk worden voorkomen.

Een minder waarschijnlijk omslagpunt op de middellange termijn zijn

hoogwaters op de Rijntakken (de bovenrivieren). Op dit moment is er

een maximum aan de hoogte van de Rijnafvoer die Nederland kan

bereiken doordat de afvoercapaciteit (en dus de aanvoer naar

Nederland) van de Rijn in Duitsland begrensd is. In Nederland kunnen

na de uitvoering van rivierverruimende maatregelen op de wat langere

termijn hoogwaters tot 18.000 m3/s veilig naar zee stromen. Met de

voorgenomen maatregelen in Duitsland ligt dit maximum op 17.500 m3/s in 2100. Hierin kan verandering komen als in Duitsland op grote

schaal dijken worden versterkt en verhoogd, en de afvoercapaciteit van

de Rijn wordt vergroot. In dat geval wordt het beschermingsniveau in

Nederland van 1/1250 per jaar (zonder extra maatregelen) mogelijk

overschreden. Overigens vindt in Europees verband afstemming plaats

over hoogwaterbeschermingsmaatregelen die de

hoogwaterbescherming in buurlanden kunnen beïnvloeden.

Omslagpunten lange termijn

Op de lange termijn liggen omslagpunten waarschijnlijk in de

bescherming van het benedenrivierengebied tegen overstromingen. De

huidige strategie om het Rijnmondgebied veilig te houden door middel

van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier

is op lange termijn niet klimaatbestendig. Er zullen ingrijpende

maatregelen nodig zijn om het huidige wettelijk vereiste

beschermingsniveau te handhaven.

Niet voor alle huidige beleidsstrategieën zullen op een termijn tot 2200

omslagpunten optreden. Het suppleren van de kust en het verhogen

van dijken zijn nog eeuwen vol te houden. Ook hebben we van het

opbarsten van de ondergrond door een hogere grondwaterdruk bij

zeespiegelstijging voorlopig niet veel te duchten.

De omslagpunten zijn niet alleen technisch van aard. Ook het

maatschappelijk draagvlak heeft omslagpunten. Zo kunnen vaker

voorkomende lage afvoeren, met steeds vaker beperkingen voor de

binnenvaart, leiden tot een omslag in het vertrouwen in die

binnenvaart.

Alternatieve strategieën bij omslagpunten

Als duidelijk is dat een omslagpunt bereikt gaat worden en de huidige

oplossingstrategieën dus niet houdbaar zijn, moet gezocht worden naar

alternatieve strategieën. In workshops met experts is daarvoor als

eerste aanzet een verkenning uitgevoerd van de bandbreedte van

mogelijke oplossingen bij omslagpunten in het Nederlandse waterbeleid

en -beheer. Die oplossingen zijn zoveel mogelijk waardevrij geordend

door uit te gaan van drie perspectieven met verschillen in de kijk op de

waterproblematiek, de omgang met het natuurlijke systeem, de

Page 11: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

v Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

levensstijl van mensen en de economische dynamiek. Deze

perspectieven zijn de ‘controlist’, de ‘markoptimist’ en de ‘milieudenker’

(figuur). De verkenning is nog niet af: het antwoord aan de

Deltacommissie is een tussentijds resultaat van deze verkenning.

De drie perspectieven komen deels tot dezelfde strategieën ten aanzien

van hoogwaterbescherming, zoetwatervoorziening en natuur voor een

klimaatbestendig Nederland. Verreweg de belangrijkste conclusie is dat

er in alle strategieën ruimte nodig is om Nederland klimaatbestendig te

maken, en dat die ruimte nu al gereserveerd moet worden om in de

toekomst flexibel op klimaatverandering in te kunnen spelen.

Een andere belangrijke conclusie is dat in alle strategieën veel geld

geïnvesteerd zal moeten worden. Dat levert ook baten op, in termen

van veiligheid (vermeden slachtoffers en schade), economie (onder

andere zoetwatervoorziening) en natuur.

Ook een grootschalige zoetwaterbuffer wordt in alle perspectieven

noodzakelijk geacht, ongeacht de visie op het herstellen van natuurlijke

overgangen van zoet naar zout water.

De Randstad blijft ook op de langere termijn hoogstwaarschijnlijk de

hoogste concentratie van mensen en economie houden zodat de

bescherming van dit gebied met het hoogste beschermingsniveau

gewenst blijft. Met een stijgende zeespiegel en hogere extreme

rivierafvoeren betekent dit de versterking van de verdediging rondom

‘Fort Randstad’. Rotterdam en omgeving kan niet oneindig met een

stormvloedkering worden beschermd. In alle perspectieven wordt vroeg

of laat gekozen voor het afleiden van hoogwatergolven via de Nieuwe

Merwede, Hollands Diep en het Haringvliet. Een belangrijke keuze ligt

bij de Nieuwe Waterweg. Het open houden daarvan kan alleen als de

dijken en keringen in de Rijnmond op grote schaal worden aangepast,

bijvoorbeeld met het concept van de superdijken waarop ook gebouwd

kan worden. In alle andere opties gaat de Nieuwe Waterweg dicht (met

zeesluis). Tezamen met het afleiden van hoogwatergolven op de rivier

via de zuidrand van het benedenrivierengebied ontstaat hierdoor een

‘Rijnmond-ring’ waarbij de haven van Rotterdam volledig buitengaats

gaat. Voordeel van deze variant is dat deze kansen oplevert voor de

zoetwatervoorziening en de natuur.

Voor deelonderwerpen als kustveiligheid, benedenrivierengebied,

IJsselmeergebied, Oosterschelde en natuur zijn vervolgens, als eerste

verkenning, verschillende alternatieve strategieën met elkaar

vergeleken op de criteria kosteneffectiviteit, flexibiliteit en

koppelkansen voor natuur, zoetwatervoorziening en economie.

Hieruit blijkt, bijvoorbeeld, dat de huidige strategie van zandsuppleties

het meest kostenefficiënt is in vergelijking met een alternatieve

strategie van een kust met betonnen constructies of met eilanden voor

de kust om golven te dempen. Ook is de strategie van zandsuppleties

nog eeuwen vol te houden, biedt het de meeste kansen voor de natuur

en is het flexibel omdat er gemakkelijk op andere strategieën kan

worden overgestapt. Eilanden voor de kust bieden de meeste kansen

voor economische ontwikkeling maar hebben ook nadelen: enorme

Page 12: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

vi Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

investeringen, hoge onderhoudskosten en het probleem van verslibbing

van de huidige stranden.

Voor het IJsselmeer is verkend hoe hoge afvoeren van de IJssel bij een

zeespiegelstijging tot 0,5 m en meer dan 0,5 m op de Waddenzee

geloosd kunnen worden. Drie strategieën zijn vergeleken: het peil van

het IJsselmeer laten meestijgen met de zeespiegelstijging, extra pompen

op de Afsluitdijk en het creëren van een open verbinding met de

Waddenzee.

Tot 0,5 m zeespiegelstijging is de huidige strategie van lozen onder vrij

verval het meest kostenefficiënt. Op lange termijn is meestijgen van het

peil in het IJsselmeer het meest aantrekkelijke alternatief, mede met het

oog op voldoende zoetwatervoorziening vanuit het IJsselmeer in droge

zomers. Vanuit het oogpunt van natuur heeft een open IJsselmeer met

de herstelde estuariene dynamiek de meeste kansen. Voor alle

varianten geldt dat er kansen zijn voor meekoppeling met economische

ontwikkeling. De strategie van pompen is het minst flexibel: als daar

eenmaal mee begonnen wordt, moet dat ook worden volgehouden

omdat aangenomen kan worden dat men zich in de aangrenzende

gebieden steeds meer zal aanpassen aan de vaste peilen, hetgeen leidt

tot inflexibiliteit.

Conclusies omslagpunten en alternatieve strategieën

Ten aanzien van de omslagpunten kunnen de volgende conclusies

worden getrokken:

1. Op een aantal punten is het huidige waterbeheer- en beleid

‘klimaatbestendig’. Een goed voorbeeld is de strategie van het veilig

houden van de kust door jaarlijkse zandsuppleties. Deze strategie is

nog eeuwen houdbaar, zelfs als de zeespiegel vele meters stijgt. De

kosten zijn relatief beperkt. Deze conclusie betekent ook dat

alternatieve strategieën als eilanden voor de kust of het bouwen van

allerlei harde constructies in plaats van zand minder realistisch zijn.

Vanuit het oogpunt van veiligheid zijn ze overbodig. Over eventuele

andere argumenten om bijvoorbeeld eilanden voor de kust neer te

leggen (ruimte, innovatie, export) wordt in deze verkenning geen

uitspraak gedaan.

2. Op diverse punten is ons huidige waterbeheer en -beleid niet

klimaatbestendig. Dat geldt onder andere voor:

• Het beheer ten aanzien van natuur: het beleid gericht op

natuurbehoud (soortenbenadering) in plaats van

natuurontwikkeling (ecosysteembenadering); dit is nu reeds een

probleem en zal met een stijgende temperatuur in de toekomst

verder toenemen;

• Het beheer ten aanzien van de watervoorziening:

verziltingsbestrijding Nieuwe Waterweg, en daarmee de totale

watervoorzienig van Nederland; dit wordt voor 2040 een

probleem;

Page 13: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

vii Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

• Het beheer ten aanzien van de veiligheid: het open houden van de

Nieuwe Waterweg met een stormvloedkering; dit wordt na 2040,

maar voor 2100 een probleem;

Dit betekent dat de bestaande beheersstrategieën vervangen moeten

worden door meer klimaatbestendige varianten. Dit heeft gevolgen

voor het totale waterbeheer en –beleid. Het noopt ook tot actie op

een veel kortere termijn dan we tot nu toe dachten.

Uit deze verkennende studie blijkt dat we het Nederlandse

waterbeheer op veel manieren klimaatbestendig kunnen maken. We

kunnen ons nog lang (bij grote klimaatveranderingen) blijven

aanpassen aan de fysische omstandigheden, zonder dat terugtrekking

op hogere gronden aan de orde is. Het zullen geen simpele

aanpassingen zijn en in de keuze hoe we ons gaan aanpassen, moeten

we ons realiseren dat maatregelen veelal zullen ingrijpen op het gehele

waterbeheersysteem. Een goed voorbeeld daarvan is de vraag of de

Nieuwe Waterweg open moet blijven of niet. Het antwoord op die

vraag grijpt in op de veiligheid, zoetwatervoorziening en natuur, en op

vrijwel alle watersystemen in Nederland. Het blijkt (opnieuw) cruciaal

om dit waterbeheer in zijn totale samenhang te beschouwen:

• Samenhang tussen regio’s (kust, benedenrivieren, rivieren,

IJsselmeergebied, regionaal water en internationale

stroomgebieden kunnen niet los van elkaar worden gezien).

• Samenhang tussen thema’s (onder andere veiligheid, natuur en de

watervoorziening kunnen niet los van elkaar worden gezien).

3. Gezien voorgaande conclusies is het verstandig nu al na te gaan

denken over alternatieve strategieën om het Nederlandse waterbeheer

klimaatbestendig te maken, ondanks het feit dat sommige

omslagpunten relatief ver weg liggen. Denkend vanuit de wat verdere

toekomst kunnen op die manier de beste oplossingen voor de nabije

toekomst worden afgeleid. Samenwerking met landen die

bovenstrooms van ons liggen is daarbij cruciaal.

4. Voor alle strategieën geldt dat er ruimte en geld nodig is om

Nederland klimaatbestendig te maken. Met name die ruimte zal nu al

gereserveerd moeten worden om in de toekomst flexibel op

klimaatverandering in te kunnen spelen. Voorkomen moet echter

worden dat hierdoor gebieden “op slot gaan”. De perspectieven laten

zien dat klimaatbestendigheid en een aantrekkelijke

gebiedsontwikkeling prima kunnen samengaan.

Page 14: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

viii Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Page 15: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

1 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Klimaatverandering

Maatschappelijk economische ontwikkeling

Effecten fysisch/ Geografisch/ Maatschappelijksysteem

Omslagpunt•Technisch•Financieel•Maatschappelijk•…………..

Scenario’s

Tijd

•Zeespiegel•Neerslag•Temperatuur•Wind•………

•Economie•Demografie•RO•Politiek•Technologie•…………

Veranderingen •Beheer, •Beleid, •Planning

Maatregelen

Klimaatverandering

Maatschappelijk economische ontwikkeling

Klimaatverandering

Maatschappelijk economische ontwikkeling

Effecten fysisch/ Geografisch/ Maatschappelijksysteem

Effecten fysisch/ Geografisch/ Maatschappelijksysteem

Omslagpunt•Technisch•Financieel•Maatschappelijk•…………..

Scenario’sScenario’s

TijdTijd

•Zeespiegel•Neerslag•Temperatuur•Wind•………

•Economie•Demografie•RO•Politiek•Technologie•…………

•Zeespiegel•Neerslag•Temperatuur•Wind•………

•Economie•Demografie•RO•Politiek•Technologie•…………

Veranderingen •Beheer, •Beleid, •Planning

Veranderingen •Beheer, •Beleid, •Planning

MaatregelenMaatregelen

1. Inleiding

Dit document geeft een tussentijdse weergave van de resultaten van het

project “De klimaatbestendigheid van Nederland Waterland” ten behoeve

van de Delta-commissie.

1.1 Het project Klimaatbestendigheid Nederland Waterland

In opdracht van Rijkswaterstaat is in het najaar van 2007 het project

‘De klimaatbestendigheid van Nederland Waterland’ gestart. Binnen

het project staan twee vragen centraal:

1. Waar liggen de omslagpunten, ook wel knikpunten genoemd,

waardoor als gevolg van klimaatverandering het huidige waterbeheer

en/of –beleid niet langer houdbaar is, en op wat voor termijn gaat dit

spelen?

2. Welke alternatieve strategieën zijn er als het omslagpunt eenmaal

bereikt is, en wat zijn daarvan de voor- en nadelen?

Onderstaande figuur geeft het analysekader weer zoals dat in dit

project is gebruikt.

Figuur 1.1 Analysekader voor dit project

In de figuur zijn de volgende stappen te herkennen:

1. Als gevolg van allerlei ontwikkelingen waarop vanuit het waterbeheer

geen invloed kan worden uitgeoefend, treden er in de loop van de tijd

Page 16: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

2 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

allerlei veranderingen op. Niet alleen door klimaatverandering, maar

ook bijvoorbeeld door economische groei of bevolkingsgroei.

2. Die veranderingen hebben effecten op onze leefomgeving (het fysisch,

geografisch, maatschappelijk systeem).

3. De effecten kunnen zo groot zijn, dat het huidige waterbeheer en -/of

–beleid op een gegeven ogenblik niet meer houdbaar is. We bereiken

dan een omslagpunt. De oorzaak kan divers zijn. Er zijn technische

beperkingen, het wordt te duur, of de maatschappij accepteert

bepaalde oplossingen niet langer.

4. Als duidelijk is dat een omslagpunt bereikt gaat worden en de huidige

oplossingen dus niet houdbaar zijn, moet gezocht worden naar

alternatieve strategieën. Dat kan zijn in het beheer, het beleid of de

(ruimtelijke) planvorming.

5. Vaak is het niet verstandig te wachten met het nemen van

maatregelen tot een omslagpunt daadwerkelijk bereikt wordt. Als

duidelijk is dat de huidige strategie op termijn niet houdbaar is, zouden

nu al alternatieve maatregelen ingezet kunnen worden.

Het doel van het project is om de bandbreedte van mogelijke

oplossingsrichtingen aan te geven. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling

om binnen dit project tot voorkeursstrategieën te komen. Het materiaal

van dit project kan echter wel gebruikt worden om de bandbreedte van

mogelijke oplossingsrichtingen aan te geven en hiermee de

(beleids)discussie te voeden. Zo worden de resultaten van dit project

gebruikt voor het Nationaal waterplan (NWP), het Beheersplan

Rijkswateren (BPRW), de Deltacommissie, het Adaptatieprogrammma

Ruimte en Klimaat (ARK, getrokken door VROM) en de Natuurbalans.

Vandaar dat direct vanaf de start van het project ook het Directoraat-

Generaal Water van V&W is betrokken, het ministerie van VROM en

het Milieu- en Natuurplanbureau. Recent zitten ook het ministerie van

LNV en de Unie van Waterschappen in de begeleidingsgroep voor dit

project.

1.2 Doelstellingen van dit project In het project worden vier doelen nagestreefd: 1. Verdieping van kennis. De huidige maatschappelijke discussie over klimaat en water kenmerkt zich nogal eens door ‘veel meningen, weinig feiten’. Waar wel feiten worden gegeven is dit veelal gebaseerd op het her- en verschrijven van 10 jaar oud onderzoek. Bovendien lopen feiten en fictie nogal eens door elkaar heen. 2. Verbinden van regio’s (bovenregionale samenhang). Het huidige klimaatonderzoek beperkt zich veelal tot lokaal of regionaal niveau. Voor het Nederlandse hoofdwatersysteem dat door Rijkswaterstaat beheerd wordt, is juist de bovenregionale samenhang cruciaal. Zee, kust, overgangsgebieden, rivieren, grote meren en regionale watersystemen kunnen niet los van elkaar worden gezien.

Page 17: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

3 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Figuur 1.2 Werken vanuit bovenregionale samenhang. Vanuit de internationale

stroomgebieden (links) en vanuit de notie dat de Nederlandse

watersystemen niet los van elkaar kunnen worden gezien.

3. Verbinden van thema’s (werken vanuit het concept van integraal

waterbeheer). Sinds het uitkomen van de vierde Nota

waterhuishouding is het waterbeheer en –beleid versnipperd geraakt,

met onder andere aparte sporen voor waterkwantiteit (WB21),

veiligheid (WV21), waterkwaliteit (KRW) en natuur (Natura2000). De

effecten van klimaatverandering zijn themaoverstijgend, waarbij ook

een sterke beïnvloeding tussen de diverse thema’s aanwezig is. Vandaar

dat een integrale aanpak noodzakelijk is.

4. Denken vanuit de beheerder en/of beleidsmaker. Voor de beheerder

en/of de beleidsmaker zijn niet de effecten van de klimaatscenario’s op

zich interessant, maar vooral de vraag wanneer de klimaatverandering

zo groot wordt dat er een omslagpunt komt om tot een nieuw beheer

en/of beleid over te gaan.

1.3 Omslagpunten In fase 1 van dit project (oktober 2007-maart 2008) zijn de omslagpunten

in beleid en beheer verkend. Omslagpunten worden gedefinieerd als

punten waar bestaande (water-)beheers- en planningsstrategieën niet

meer verder houdbaar zijn om de gewenste ruimtelijke en maatschappelijk-

economische functionaliteit te kunnen handhaven.

Het moment dat een omslagpunt wordt bereikt kan worden getoetst aan

de volgende factoren:

• Het handhaven van de beheersstrategie wordt onbetaalbaar

geacht;

• Het handhaven van de beheersstrategie gaat gepaard met

maatschappelijk onacceptabele ingrepen;

Page 18: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

4 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

• Het handhaven van de beheersstrategie overschrijdt de ruimtelijke

en technische limieten.

1.4 De omslagpunten op een rij In fase 1 van het project is een groot aantal omslagpunten gevonden (zie

het rapport ‘De klimaatbestendigheid van Nederland Waterland’, technisch

rapport fase 1). In deze paragraaf worden de belangrijkste nog eens

samengevat. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de korte termijn (nu),

de middellange termijn (2050) en de lange termijn (2100 en verder). De

paragraaf sluit af met de beschrijving van een aantal strategieën waarvoor

geen omslagpunten gevonden zijn, en die ook op langere termijn dus

houdbaar zijn.

1.4.1. Omslagpunten korte termijn

Het eerste punt waarbij de huidige beleidsstrategieën door

klimaatverandering dreigen vast te lopen heeft te maken met natuur.

Feitelijk is voor een aantal watersystemen het omslagpunt al gepasseerd.

Dat komt overigens niet alleen door klimaatverandering. Sterker nog,

klimaatverandering is slechts de druppel die de emmer doet overlopen. Die

emmer was al eerder tot aan de rand gevuld geraakt door menselijk

ingrepen ten behoeve van onder andere veiligheid en economische

functies als de landbouw. Hierdoor is de natuurlijke dynamiek die nodig is

om bijvoorbeeld klimaatschommeling op te vangen volledig ingesnoerd.

Daardoor kan elke klimaatverandering, hoe klein dan ook, leiden tot het

instorten van ecosystemen.

Een andere reden waarom het huidige natuurbeleid vastloopt, is dat het

huidige natuurbeleid is gebaseerd op natuurbehoud in plaats van

natuurontwikkeling, en op individuele soorten in plaats van ecosystemen.

We baseren ons bij het afleiden van de doelstellingen op het verleden

(vaak 1900), en op kenmerkende soorten die een indicator zijn voor de

staat waarin een ecosysteem zich bevindt.

Om met het laatste te beginnen, als door warmere winters het water in de

Oostzee niet meer dichtvriest, komt bijvoorbeeld de eendensoort de Grote

Zaagbek (Figuur 1.3), een belangrijke indicatorsoort, niet meer onze kant

op. En daarmee halen wij onze natuurdoelstellingen niet.

Figuur 1.3 Grote Zaagbek

En als wij ons voor onze natuurdoelstellingen blijven baseren op 1900, met

Page 19: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

5 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

ter illustratie jaargemiddelde Rijntemperaturen bij Lobith van 11 graden,

veronachtzamen we dat over 100 jaar de jaargemiddelde temperatuur is

gestegen naar 16 tot 18 graden. Daar hoort een heel ander ecosysteem bij,

met andere soorten.

Figuur 1.4 Jaargemiddelde watertemperatuur van de Rijn bij Lobith. In 1900 was

die temperatuur rond de 11 graden. Inmiddels is de temperatuur door

koelwaterlozingen (2 graden) en klimaatverandering (1 graad) met totaal

3 graden gestegen. Door klimaatverandering zal de watertemperatuur de

komende eeuw nog eens met 2 tot 4 graden oplopen.

Kortom, zolang bij het afleiden van de doelstellingen niet ook rekening

wordt gehouden met een veranderend klimaat, is de strategie rond natuur

niet klimaatbestendig.

1.4.2. Omslagpunten 2050

Volgens de huidige inzichten over de snelheid en omvang van

klimaatverandering is het belangrijkste aandachtspunt tot 2050 de

zoetwatervoorziening. In Zuidwest Nederland worden als eerste kritische

grenzen bereikt. Daarmee komt de totale waterverdeling van Nederland

ter discussie te staan.

De problemen met de watervoorziening ontstaan doordat de Nieuwe

Waterweg, vanwege het belang van de haven van Rotterdam, in open

verbinding staat met de zee. Bij lage afvoeren kan het zoute zeewater ver

landinwaarts dringen, bij hoge afvoeren duwt het zoete rivierwater het

zoute zeewater als het ware terug.

In alle klimaatscenario’s stijgt de zeespiegel, en in 2 van de

klimaatscenario’s van het KNMI dalen de rivierafvoeren in de zomer fors.

Hierdoor gaat de zoutindringing sterk toenemen. Het zoete rivierwater en

zoute zeewater mengen weliswaar, maar zelfs ver landinwaarts kan het

zoutgehalte van het rivierwater zover oplopen dat het onbruikbaar wordt

om de landbouw- en natuurgebieden van voldoende zoet water te

voorzien. Het eerst gaat dat gebeuren bij de watervoorziening van Zuid-

Page 20: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

6 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Holland. Die wateraanvoer vindt plaats via de Hollandsche IJssel naar een

gemaal bij Gouda. In de huidige situatie is die zoetwateraanvoer door

zoutindringing al regelmatig onbruikbaar (eens in de vijf tot tien jaar voor

een periode oplopend tot 50 dagen in de zomer), Indien we uitgaan van

de nieuwe KNMI’06 scenario’s (figuur 1.5), zal dat gaan toenemen.

Figuur 1.5 Schematisch overzicht van de 4 KNMI’06 klimaatscenario’s (bron:

KNMI).

Figuur 1.6 laat het aantal dagen per jaar zien waarop de zoetwateraanvoer

naar Zuid-Holland is geblokkeerd door te hoge chloridegehaltes voor deze

verschillende klimaatscenario’s.

Dat kan zelfs zo ver gaan, dat de aanvoer bijna de helft van het jaar

geblokkeerd is. Zie het extreem droge jaar (een jaar als 1976 dat

gemiddeld eens in de 100 jaar voorkomt) in een W+-scenario in

onderstaande figuur (figuur 1.6). Ook in een droog jaar, een jaar als

2003 dat gemiddeld eens in de 10 jaar voorkomt, neemt het aantal

dagen dat onvoldoende zoet water kan worden aangevoerd fors toe.

Maar wat belangrijker is: de trend dat de blokkade van de

zoetwateraanvoer toeneemt, is in alle klimaatscenario’s zichtbaar.

Page 21: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

7 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

Huidig G G+ W W+

= extreem droog jaar (1:100)

= droog jaar (1:10)

= matig droog jaar (1:5)

= gemiddeld jaar

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

Huidig G G+ W W+

= extreem droog jaar (1:100)

= droog jaar (1:10)

= matig droog jaar (1:5)

= gemiddeld jaar

= extreem droog jaar (1:100)

= droog jaar (1:10)

= matig droog jaar (1:5)

= gemiddeld jaar

Figuur 1.6 Het aantal dagen per jaar (op de Y-as) dat de zoetwatervoorziening van

Zuid-Holland via de Hollandsche IJssel geblokkeerd is door verzilting bij

verschillende klimaatscenario’s (zichtjaar 2050) en verschillende

weerjaren.

En daarmee kan geconcludeerd worden dat de huidige strategie om forse

hoeveelheden water te gebruiken om het water tussen de Nieuwe

Waterweg en de Lek zoet te houden bij lage rivierafvoeren niet

klimaatbestendig is.

Hoeveel water nodig is voor het zoet houden van de Nieuwe Waterweg

illustreert het volgende plaatje (Figuur 1.7). Daarop staat een

laagwatersituatie (een situatie waarbij slechts 1000 m3/s bij Lobith

binnenkomt), en hoe wij het beschikbare water verdelen conform de

waterakkoorden.

Aan de kust is te zien hoeveel water we uiteindelijk naar de Noordzee

sturen. Vooral het getal van 700 m3/s bij de Nieuwe Waterweg valt daarbij

op. In droge periodes wordt 70% van het zoete water dat bij Lobith

binnenkomt gebruikt om de Nieuwe Waterweg/Lek zoet te houden. En

dat om uiteindelijk 35 m3/s via Gouda aan Zuid-Holland te leveren, wat

neerkomt op een netto rendement van 5%. Eerder werd geconcludeerd

dat dat een strategie is, die op de langere termijn niet houdbaar is. Dat

betekent dat die 700 m3/s over de Nieuwe Waterweg in laagwatersituaties

een andere bestemming zou kunnen krijgen. Dit heeft grote gevolgen voor

de totale landelijke waterverdeling bij lage rivierafvoeren. Met een

aanpassing hiervan staat dus de totale Nederlandse waterverdeling ter

discussie.

Page 22: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

8 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

60

95,213,4

1,2

1018,6

35

23 15,7

15,6

16,5

4,97

8

2,5700

60

20

70

= Wateraanvoer Zuid-Holland

1000

Figuur 1.7 Waterverdeling (conform waterakkoorden) bij een lage Rijnafvoer (1000

m3/s bij Lobith)

De zoetwatervoorziening is verreweg het belangrijkste omslagpunt voor

2050, met de kanttekening dat het omslagpunt voor natuur nog steeds

gepasseerd is. Op grote afstand zou, hoewel dat uiterst onwaarschijnlijk is,

hoogwater op de Rijn een probleem kunnen worden. Het huidige

programma van Ruimte voor de Rivier is gebaseerd op een maximale

afvoer van 18.000 m3/s bij Lobith. Hoge afvoeren nemen toe volgens alle

scenario’s. Volgens twee van de vier scenario’s zou in 2050 de

neerslagtoename in het buitenlandse deel van het Rijnstroomgebied zo

groot zijn dat theoretisch een dergelijke afvoer een grotere kans op

voorkomen krijgt dan 1/1250. Dit water kan echter Nederland niet

bereiken. Door capaciteitsbeperkingen van de rivieren in Duitsland, zal de

hoogwatergolf afvlakken. Uit de berekeningen blijkt dat een afvoer van

17.500 m3/s in 2100 bij de in Duitsland voorgenomen maatregelen ter

verhoging van de overstromingsveiligheid wel zo ongeveer het maximum

is. Alleen als in Duitsland extreme veiligheidsmaatregelen worden

genomen waarbij op grote schaal dijken sterk verhoogd en versterkt

worden, zal de 18.000 m3/s Lobith kunnen bereiken. Er bestaan echter

momenteel geen plannen voor dergelijke grootschalige dijkverhogingen in

Duitsland. Ook worden voor zover bekend dergelijke plannen niet

overwogen. Daarmee is er weinig kans dat dit knikpunt voor 2050 zal

worden bereikt en is de kans reëler dat dit op zijn vroegst in 2100 gaat

gebeuren.

Een toenemende rivierafvoer in combinatie met de stijgende zeespiegel zal

ook in het IJsselmeergebied leiden tot een omslagpunt. De huidige

strategie om het overtollige rivier- en regenwater bij laag water te spuien

onder vrij verval bij de Afsluitdijk wordt steeds moeilijker. Tot 2050 kunnen

Page 23: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

9 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

we nog uit de voeten met de extra spuicapaciteit die momenteel wordt

voorbereid, maar daarna zal een alternatieve strategie gekozen moeten

worden. Een van de opties is het laten meestijgen van het IJsselmeerpeil

met de zeespiegel. Hierdoor blijft het spuien onder vrij verval mogelijk,

maar moeten wel de dijken rond het IJsselmeer verhoogd worden. Een

ander alternatief is om grote gemalen op de Afsluitdijk te zetten waarmee

het overtollige water kan worden weggepompt.

Ook de verdrinking van de Waddenzee kan op de kortere termijn een

issue worden als de zeespiegel sneller stijgt dan verwacht. Bij een snelle

zeespiegelstijging verdwijnen de zandplaten en kwelders onder water,

waardoor waardevolle soorten (dieren en planten) hun leefgebied

verliezen, steeds zeldzamer worden en uiteindelijk verdwijnen. Over de

vraag wanneer die verdrinking precies optreedt, is in het onderzoek

geen eenduidig antwoord te vinden. Een voorzichtige schatting geeft

aan dat de Waddenzee een zeespiegelstijging van tenminste 3

millimeter per jaar kan bijhouden voor de grote vloedkommen en 6

millimeter per jaar voor de kleine. Dit voorzichtige cijfer (in verband

met het voorzorgprincipe) wordt door het ministerie van Economische

Zaken gehanteerd voor het definiëren van de gebruiksruimte (=

meegroeivermogen minus zeespiegelstijgingsnelheid). Maar er zijn ook

studies die aangeven dat in het verre verleden de Waddenzee een

stijging kon bijhouden van 8 mm per eeuw in de grote vloedkommen.

Dit getal komt ongeveer overeen met het maximale KNMI 2006

zeespiegelstijgingscenario (85 cm in 2100 ten opzichte van de stand in

1990). Het zou dus kunnen dat het maximaal mogelijke

meegroeivermogen hoger ligt dan de genoemde 3 tot 6 mm. Maar het

zal waarschijnlijk minder zijn dan 10 millimeter per jaar (= 1 meter per

eeuw) voor kleine bekkens en nog lager voor grote bekkens.

1.4.3. Omslagpunten lange termijn (2100-2200)

Over 100 jaar zullen er hoogstwaarschijnlijk knelpunten ontstaan in de

bescherming tegen overstromingen in het benedenrivierengebied.

Weliswaar is dit nog ver weg maar vanwege de hoge kwetsbaarheid van

het achterland is het zo fundamenteel dat er tijdig naar alternatieve

strategieën moet worden gekeken. Omslagpunten worden hier

voornamelijk bepaald door het niet meer kunnen voldoen aan

veiligheidsnormen vanwege de fysieke beperkingen van de

stormvloedkering (hoogte en sluitfrequentie), de beperkte ruimte om de

benodigde dijkversterkingen uit te voeren en de hoogteligging van

buitendijkse gebieden. Onderstaand is het voorbeeld van de sluitfrequentie

van de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg verder uitgewerkt.

Maeslantkering; Omslagpunt sluitfrequentie:

Beoogde sluitfrequentie : 1/10 jaar

Zeespiegel +0,75 : 1/1 jaar

Zeespiegel +1,50 : 10 tot 30 keer per jaar

Zeespiegel +3,00 : meer dan 100 keer per jaar (altijd dicht)

Ook hier kan weer de conclusie getrokken worden dat de huidige strategie

om het Rijnmondgebied veilig te houden door middel van alleen een

stormvloedkering en het programma van Ruimte voor de Rivier op lange

Page 24: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

10 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

termijn niet klimaatbestendig is. Er zullen ingrijpende maatregelen nodig

zijn om het wettelijk vereiste veiligheidsniveau te handhaven.

1.4.4. Strategieën waarvoor geen omslagpunten zijn gevonden

Naast informatie over omslagpunten is het uiteraard ook relevant te weten

voor welke strategieën geen omslagpunten zijn gevonden. Dergelijke

strategieën zijn kennelijk duurzaam, ook als op langere termijn het klimaat

verandert.

Het belangrijkste onderwerp waar dit het geval is, is de huidige manier van

verdedigen van de zandige kust. Dat gebeurt met jaarlijkse zandsuppleties,

waarmee de reststerkte van de kering, de basiskustlijn en het

kustfundament op peil gehouden worden (Figuur 1.8.)

Figuur 1.8 Zandsuppleties leveren een bijdrage aan de reststerkte, de basiskustlijn

en het kustfundament

Deze strategie van zandsuppleties is nog eeuwen houdbaar, zelfs als de

zeespiegel vele meters stijgt. De kosten zijn relatief beperkt.

Voorgaande conclusie betekent ook dat alternatieve strategieën als

eilanden voor de kust of het bouwen van allerlei harde constructies in

plaats van zand minder realistisch zijn. Vanuit het oogpunt van

veiligheid zijn ze overbodig. Over eventuele andere argumenten om

bijvoorbeeld eilanden voor de kust neer te leggen (ruimte, innovatie,

export) wordt in deze studie geen uitspraak gedaan.

Een ander veiligheidsonderwerp waarvoor geen omslagpunten zijn

gevonden, zijn de harde keringen. Het gaat daarbij onder meer over

dijken. Uit de analyse blijkt dat dijkverhogingen technisch gezien nog

heel lang zijn vol te houden. Wel kan op een gegeven ogenblik de

beschikbare ruimte beperkend worden. Als dijken hoger moeten,

moeten ze vaak ook breder, zeker in het westen van het land. En die

beschikbare ruimte is er met name door bebouwing vaak niet.

Technisch gezien is dat echter geen probleem, want er zijn

alternatieven in de vorm van bijvoorbeeld diepwanden en damwanden.

De kosten zijn echter aanzienlijk hoger (factor 2), en kunnen nog veel

Page 25: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

11 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

hoger oplopen als ook het standaardmateriaal niet meer toereikend is.

Het gaat dan bijvoorbeeld om de benodigde lengte van damwanden,

die in sommige gevallen langer moeten zijn dan in de

standaardproductie worden geleverd.

Een laatste onderwerp waarvoor geen omslagpunten zijn gevonden is

voor opbarsting. Uit sommige onderzoeken bleek dat door de stijgende

zeespiegel de grondwaterdruk zou gaan toenemen. Op plaatsen waar

de bovenlaag dun is, zou dat kunnen leiden tot het op grote schaal

opbarsten van die bovenlaag, waardoor het grondwater in grote

hoeveelheden (en soms zilt) op zou kunnen borrelen. Uit deze studie

blijkt, dat dit effect zeker niet op grote schaal voor gaat komen.

Hooguit lokaal, dicht achter de waterkering, bestaat een verhoogd

risico op opbarsting, maar van en ‘landelijk probleem’ is dus geen

sprake.

1.4.5. Maatschappelijke omslagpunten

De tot nu toe beschreven omslagpunten zijn allen technisch van aard.

In de verkenning is echter ook aandacht besteed aan omslagpunten die

meer te maken hebben met het maatschappelijk draagvlak. Twee ervan

worden hier beschreven: het maatschappelijk effect van een

overstroming in Duitsland, en het effect van het kort na elkaar

voorkomen van twee droge zomers.

Overstroming Duitsland: Duitsland kent lagere veiligheidsnormen dan

Nederland. Daardoor zullen in de huidige situatie de grote

hoeveelheden water waar wij onze waterkeringen op dimensioneren

(nu 16.000 en op termijn 18.000 m3/s bij Lobith) niet snel optreden. Al

veel eerder treedt een overstroming op in Duitsland. Zo’n overstroming

kan echter wel het maatschappelijk debat over onze veiligheid sterk

beïnvloeden. Daarnaast is de kans groot dat Duitsland het er niet bij

laat zitten en maatregelen gaat nemen om de veiligheid te verhogen.

Gezien deze argumenten is daarom verkend hoe groot de kans is dat de

komende eeuw een grootschalige overstroming plaatsvindt in

Duitsland. Bij de bovenscenario’s van het KNMI (W/W+) is die kans tot

2050 8%, bij de lagere scenario’s (G/G+) is dat over de gehele periode

tot 2100 20%. Het risico is dus niet groot, maar ook weer niet te

verwaarlozen. Blijft dat op termijn de kans op overstroming sterk

afhangt van de maatregelen die in Duitsland gaan worden genomen.

Samenwerking met Duitsland blijft dan ook in alle gevallen bijzonder

belangrijk.

Binnenvaart: Voor de binnenvaart zijn vooral de lage afvoeren relevant,

omdat die grote beperkingen op kunnen leveren. De ervaringen met de

zomer van 2003 staan nog vers in het geheugen. In 2 van de 4

klimaatscenario’s van het KNMI nemen de afvoeren in de zomer fors af.

De verladers hebben aangegeven dat één keer een zomer als 2003

geen probleem is, dat hoort bij de binnenvaart. Maar als het twee keer

in korte tijd gebeurt (5 jaar), zal het vertrouwen in de binnenvaart sterk

afnemen, en zal serieus worden gekeken naar alternatieven. Het

omslagpunt heeft dus te maken met vertrouwen. Naarmate de

klimaatverandering doorzet, neemt ook het risico op lage afvoeren toe.

Page 26: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

12 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

In het droogste scenario (W+) zal in 2050 een jaar als 2003 het

gemiddelde jaar zijn. De kans dat we dan in een periode van 5 jaar

twee keer tegen een zomer als 2003 aanlopen, is dan uitermate groot.

1.5 Conclusies omslagpunten Ten aanzien van de omslagpunten kunnen de volgende conclusies

worden getrokken:

1. Op een aantal punten is het huidige waterbeheer- en beleid

‘klimaatbestendig’. Een goed voorbeeld is de strategie van het veilig

houden van de kust door jaarlijkse zandsuppleties. Deze strategie is

nog eeuwen houdbaar, zelfs als de zeespiegel vele meters stijgt. De

kosten zijn relatief beperkt. Deze conclusie betekent ook dat

alternatieve strategieën als eilanden voor de kust of het bouwen van

allerlei harde constructies in plaats van zand overbodig zijn vanuit het

oogpunt van de veiligheid. Over eventuele andere argumenten om

bijvoorbeeld eilanden voor de kust neer te leggen (ruimte, innovatie,

export) wordt in deze verkenning geen uitspraak gedaan.

2. Op diverse punten is ons huidige waterbeheer en -beleid niet

klimaatbestendig. Dat geldt onder andere voor:

• Natuur: het beleid gericht op natuurbehoud (soortenbenadering)

in plaats van natuurontwikkeling (ecosysteembenadering),

• Watervoorziening: verziltingsbestrijding Nieuwe Waterweg, en

daarmee de totale watervoorzienig van Nederland,

• Veiligheid: het open houden van de Nieuwe Waterweg met een

stormvloedkering.

Het voorgaande heeft gevolgen voor het totale waterbeheer en –

beleid (zie conclusie 3). Het noopt ook tot actie (zie conclusie 4), op

een veel kortere termijn dan we tot nu toe dachten.

3. De verkenning naar de effecten van klimaatverandering op het

waterbeheer en –beleid heeft (opnieuw) bevestigd dat het cruciaal is

om het waterbeheer- en beleid in zijn totale samenhang te

beschouwen:

• Samenhang tussen regio’s (kust, benedenrivieren, rivieren,

IJsselmeergebied, regionaal water en internationale

stroomgebieden kunnen niet los van elkaar worden gezien).

• Samenhang tussen thema’s (onder andere veiligheid, natuur en de

watervoorziening kunnen niet los van elkaar worden gezien).

Klimaatverandering grijpt in op het totale watersysteem en –

beleid, waarbij alles met alles samenhangt.

4. Gezien voorgaande conclusies is het verstandig nu al na te gaan

denken over alternatieve strategieën, ondanks het feit dat sommige

omslagpunten relatief ver weg liggen. Denkend vanuit de wat verdere

Page 27: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

13 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

toekomst kunnen op die manier de beste oplossingen voor de nabije

toekomst worden afgeleid. Samenwerking met landen die

bovenstrooms van ons liggen is daarbij cruciaal.

De eerste stap op weg naar alternatieve strategieën is in het vervolg

van dit rapport uitgewerkt.

Page 28: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

14 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Page 29: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

15 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

2. Oplossingsrichtingen en beoordelingskader

2.1 Oplossingsrichtingen Om te kunnen anticiperen op omslagpunten dienen tijdig alternatieve

adaptatiestrategieën te worden ingezet. Er zijn echter zeer veel

mogelijke alternatieven. De kunst is om hier eerst een goede ordening

in aan te brengen en vervolgens een goede beoordeling van voor- en

nadelen te geven.

Om een zoveel mogelijk waardevrije ordening van alternatieve

oplossingen uit te voeren is in het project gekozen voor de

perspectievenmethode (zie hoofdstuk 3). Hiermee kunnen we vanuit

drie perspectieven oplossingsrichtingen in beeld brengen. Dit sluit goed

aan bij de opdracht aan het project om de bandbreedte in beeld te

brengen

De oplossingsrichtingen zijn geïnventariseerd in 2 workshops met

deskundigen:

• Op 20 maart 2008 in Den Haag met ongeveer 90 deelnemers

vanuit waterbeheerders, andere ministeries, kennisinstellingen en

adviesbureaus verspreid over 6 sessies.

• Op 16 en 17 april 2008 in een versnellingssessie ten behoeve

van de deltacommissie met deskundigen van RWS, MNP en

Deltares.

Daarbij was de opdracht om vanuit 3 perspectieven tot coherente

oplossingen te komen voor heel Nederland. Onder coherentie wordt

verstaan:

• dat de gekozen oplossingsrichting aansluit bij geïdentificeerde

voorziene knelpunten (omslagpunten),

• dat de thema’s veiligheid, watervoorziening en natuur in onderlinge

samenhang worden beschouwd,

• dat er een goede ruimtelijke samenhang bestaat tussen maatregelen

in verschillende deelsystemen.

De oplossingsrichtingen zijn beschreven als een eindbeeld voor de

langere termijn. Tevens is op onderdelen aangegeven welke stappen in

de tijd gezet moeten worden om tot het eindbeeld te komen

2.2 Beoordelingskader Om de voor- en nadelen van de verschillende perspectieven en

alternatieve strategieën te kunnen beoordelen, is een beoordelingskader

nodig. Een beoordelingskader bestaat uit een lijst van criteria die voor de

Page 30: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

16 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

besluitvorming relevant zijn. In dit geval wordt de besluitvorming

voorbereid door de Deltacommissie. Die adviseert, regering en parlement

besluiten vervolgens. Bij de keuze van de criteria is daarom nauw

aangesloten bij de wensen van de Deltacommissie. Daarnaast zijn nog een

aantal criteria toegevoegd die vanuit het project van belang zijn voor de

vervolgfase. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in het volgende

beoordelingskader.

In de versnellingssessie zijn met name de punten onder

flexibiliteit/aanpasbaarheid expliciet aan de orde gekomen. Impliciet is bij

het opstellen van de eindbeelden rekening gehouden met koppelkansen.

Kosteneffectiviteit is ook impliciet meegenomen. In de verdere loop van

het project wordt het beoordelingskader verder uitgewerkt. Eindproduct

(eind 2008) zal een uitgebreide onderbouwde beoordeling van de 3

perspectieven zijn. De uitkomsten van deze versnellingssessie moeten

worden gezien als een eerste expert-judgement.

Voorkomen van semantische discussies

In toekomststudies worden begrippen vaak door elkaar gebruikt. Voor dit rapport

geldt het volgende gebruik van de verschillende begrippen. • externe ontwikkeling - ontwikkeling die wel van belang is voor het

water / de waterveiligheid in Nederland maar die door het Waterplanbeleid niet beïnvloed kan worden.

• managementstijl - voorgestelde strategie en gedachte achter die strategie.

• perspectief – denkrichting, zoals die van milieudenker, controlist en marktoptimist, ieder met een eigen wereldbeeld en managementstijl.

• strategie - combinatie van maatregelen die men gezamenlijk wil toepassen om een bepaald doel te behalen. Er wordt hier ook gesproken over oplossingsrichtingen.

• streefbeeld - gewenste toekomst zoals die door beleidstrategieën te beïnvloeden valt.

• toekomstbeeld - beeld van de toekomst vanuit een bepaald perspectief.

Beoordelingskader: • Kosteneffectiviteit • Koppelkansen

– Natuur – Watervoorziening – Economische functies (o.a. Waterrecreatie)

• Flexibiliteit/aanpasbaarheid – Scenario’s (robuustheid)

• Andere wereldbeelden • Ruimte (vol-leeg) • Economie (rijk-arm) • Klimaatverandering (snel-langzaam)

– Overstappen op andere strategieën – No regret

• Bestuurlijke en maatschappelijke acceptatie

Page 31: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

17 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

3. Perspectieven

3.1 De Perspectievenmethode In het eerste hoofdstuk is geconstateerd dat een aantal strategieën die

in het huidige waterbeheer worden gebruikt op langere termijn niet

houdbaar zijn. Er zullen dus alternatieven moeten worden bedacht om

Nederland veilig, leefbaar en mooi te houden.

Er zijn echter zeer veel mogelijke alternatieven. De kunst is om hier

eerst een goede ordening in aan te brengen en vervolgens een goede

beoordeling van voor- en nadelen te geven.

Er zijn verschillende methodes om te ordenen. Vaak wordt gebruik

gemaakt van een assenkruis, met daarop de twee dominante

onzekerheden (externe ontwikkelingen) die voor een bepaald vraagstuk

van belang zijn. Dit resulteert in 4 alternatieven, elk met een eigen set

van doelen en bijbehorende maatregelen, en elk uitgaande van een

bepaalde combinatie van dominante onzekerheden (Figuur 3.1).

Het voordeel van deze methode is dat hij relatief simpel is. Maar er

zitten ook grote nadelen aan. Vooral het consistent maken van

alternatieven op het gebied van doelstellingen, maatregelpakketten en

dominante onzekerheden is uitermate moeilijk, zo niet onmogelijk.

Daarnaast is er vaak discussie over welke dominante onzekerheden op

de assen moeten komen te staan. Vaak zijn subjectieve keuzes dan

doorslaggevend.

Figuur 3.1 Ordening middels twee dominante onzekerheden ten behoeve van

scenario ontwikkeling

De perspectievenmethode kent deze nadelen niet. Met de methode kan

een zoveel mogelijk waardevrije ordening van alternatieve oplossingen

Dominante onzekerheid 1

Dom

inan

te

onze

kerh

eid

2

HoogLaag

Hoo

gLa

ag

Alternatief 1:•Doelstellingen 1•Maatregelenpakket 1

Alternatief 2:•Doelstellingen 2•Maatregelenpakket 2

Alternatief 3:•Doelstellingen 3•Maatregelenpakket 3

Alternatief 4:•Doelstellingen 4•Maatregelenpakket 4

Dominante onzekerheid 1

Dom

inan

te

onze

kerh

eid

2

HoogLaag

Hoo

gLa

ag

Alternatief 1:•Doelstellingen 1•Maatregelenpakket 1

Alternatief 2:•Doelstellingen 2•Maatregelenpakket 2

Alternatief 3:•Doelstellingen 3•Maatregelenpakket 3

Alternatief 4:•Doelstellingen 4•Maatregelenpakket 4

Page 32: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

18 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

gemaakt worden. De perspectieven kennen verschillende

basisaannames ten aanzien van de kijk op waterproblematiek, de

omgang met het natuurlijk systeem, levensstijlen van mensen en de

economische dynamiek. Ook de eventuele transitiestrategie om van het

ene perspectief in het andere te komen, kan op een logische en

consistente manier worden afgeleid. De combinaties van verschillende

basisaannames staan in Figuur 3.2 weergegeven.

Figuur 3.2 De perspectieven uit de perspectievenmethode

3.2 Waarom de toekomstbeelden controlist, milieudenker, marktoptimist?

De toekomstbeelden controlist, milieudenker en marktoptimist zijn drie van

de vier perspectieven van de zogenaamde culturele theorie. De culturele

theorie gaat ervan uit dat het handig is om je bewust te zijn van

verschillende perspectieven, omdat ieder perspectief (1) enige elementen

van ervaring en wijsheid gebruikt die de andere perspectieven niet

gebruiken; (2) representatief is voor hoe een aanzienlijk deel van de

bevolking denkt en (3) de andere perspectieven nodig heeft om langer

houdbaar te zijn.

Page 33: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

19 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Drie perspectieven van de Culturele Theorie Controlist (Engels: hierarchist) In het controlistische perspectief zijn mensen van nature zondig, maar stuurbaar door regelgeving. De natuur is robuust (vergelijkbaar met het gele balletje in de figuur), maar aan deze robuustheid zijn grenzen verbonden. Dit houdt in dat de natuur de potentie heeft om kleine verstoringen te herstellen. Het overschrijden van deze grens (die bepaald wordt door experts en overheden), kan ernstige schade toebrengen aan de manier waarop de natuur functioneert. Risico’s worden geaccepteerd, maar de gevolgen ervan zoveel mogelijk beperkt en gecontroleerd. De mens heeft vooral een controlerende en sturende functie op de natuur en het water. Dijken, kades en sluizen zorgen ervoor dat hoogwater op afstand blijft en spaarbekkens zorgen voor voldoende water voor de mens in droge perioden. Bescherming en veiligheid van personen binnen de eigen groep zijn voor de controlist uitzonderlijk van belang. Milieudenker (Egalitarian) Binnen het egalitaire perspectief gaat men uit van de goedheid van de mens en de mogelijkheid om menselijk gedrag en menselijke behoeften aan te passen. De natuur is zeer fragiel waardoor kleine verstoringen catastrofale gevolgen kunnen hebben. Het balletje in het figuur, hoeft maar een minuscuul zetje te krijgen om met hoge snelheid bergaf te rollen Het is dan ook zaak nadelige effecten zoveel mogelijk te voorkomen, waardoor de nadruk op preventie ligt. Procesmatig is het bereiken van consensus van groot belang en is gelijkheid (tussen alle mensen en generaties, maar ook tussen de mens en natuur) zeer belangrijk. Mens en natuur zijn gelijkwaardig en hebben gelijke rechten wanneer het over de verdeling van water gaat. Daarnaast moet de mens respect opbrengen voor de ruimte die de natuur (en dus ook het water) nodig heeft. Marktoptimist (Individualist) In het individualistische perspectief is de mens van nature egoïstisch. Creativiteit, persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing zijn belangrijke waarden voor de individualist. Het vertrouwen in innovatieve technologieën is groot en eventuele, toekomstige problemen kunnen met behulp van technologie op een adaptieve manier opgelost worden. Voor water houdt dit bijvoorbeeld in dat men zoekt naar innovatieve technologieën om met overstromingen en/of droogte om te gaan. De natuur is zeer robuust en heeft een enorm vermogen tot herstel. Ook dit komt overeen met het hiernaast afgebeelde figuur; het balletje kan nooit over de bovengrens van het bakje rollen. Wanneer herstel niet mogelijk zou zijn, is dit ook geen probleem, omdat de natuur geen directe bijdrage aan de economie levert. De markt is de manier om hoger op te komen en bovendien essentieel onderdeel van de menselijke samenleving. De natuur moet dan ook wijken voor de economie. De mens kan de natuur ongeremd gebruiken voor de verwezenlijking en vervulling van alle doelen en behoeften.

De perspectieven hebben elkaar nodig, niet alleen omdat dat voldoende

draagvlak geeft, maar ook omdat er dan meer oplossingsmogelijkheden in

beeld komen. De milieudenker heeft de orde en hiërarchie van de

controlist nodig om bijvoorbeeld milieuregels te krijgen en maatregelen

uitgevoerd te krijgen. De controlist heeft de creativiteit nodig van de

milieudenker, want wil anders vast blijven houden aan huidige regels en

beleidslijnen. De marktoptimist heeft ook de controlist nodig, want volledig

doorvoeren van het ideaalbeeld van de marktoptimist betekent dat de

overheid bijna geen invloed meer heeft, wat chaos kan opleveren en

essentiële goederen als drinkwater in gevaar kan brengen (geïnspireerd op

Verweij et al., 2006).

Werken met drie perspectieven voor het maken van beleid kan nut

hebben om de volgende vier redenen:

1. Inzichtverschillen moeten expliciet worden om legitiem beleid te

krijgen.

Page 34: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

20 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Het Kyotoprotocol en de perspectieven van de culturele theorie

De mislukking van het Kyotoprotocol door gebrek aan perspectieven

Verweij et al. (2006) bestudeerden de totstandkoming van het Kyotoprotocol en de

verschillende perspectieven die daarbij een rol speelden. Volgens hen is het

Kyotoprotocol een typisch protocol gemaakt door controlisten die dachten dat ze

door regels en een formele toezegging van regeringen de wereld beter konden

maken en vervolgens het verdrag hebben uitgekleed om zoveel mogelijk regeringen

aan boord te krijgen. Een systeem dat heel veel monitoring nodig heeft, dat ervan

uit gaat dat regeringen veel invloed kunnen uitoefenen op hun industrieën en

bewoners, dat duur is, dat niet ambitieus is en dat moeilijk te veranderen valt als

klimaatverandering anders blijkt uit te pakken. Verweij et al. zijn ervan overtuigd dat

als er meer aandacht geweest was voor innovatie door bedrijfsleven (marktoptimist)

en voor overheveling van technologie tussen landen met verschillende rijkdom en

lokale productie van groene energie (milieudenker) er effectievere oplossingen naar

voren zouden zijn gekomen.

Er zijn op zijn minst drie verschillende ‘waarheden’ die invloed hebben

op waar het probleem over gaat, wat de omvang is van het probleem

en wat mogelijke oplossingen zijn. Dit levert meningsverschillen op, die

niet te voorkomen zijn en niet voorkomen mogen worden voordat

beleid tot stand komt, om tot voldoende doordacht en discussievast

beleid te komen.

2. Meerdere oplossingsmogelijkheden in beeld brengen geeft

effectiever beleid.

Als we vastzitten in een perspectief dan komen een aantal

oplossingsrichtingen niet aan bod en kunnen we een deel van de

effectiviteit en efficiëntie missen. Zie Box 3.

3. Door bewust om te gaan met verschillende perspectieven wordt de

communicatie verbeterd.

Mensen kunnen op een verschillende ‘golflengte’ zitten zonder dat ze

het zelf in de gaten hebben. Vooral doordat mensen een ander beeld

hebben van hoe de wereld functioneert en wat er aan externe

ontwikkelingen op ons afkomt, kunnen mensen voor andere strategieën

kiezen. Door te verwijzen naar de perspectieven waarin ze zich

herkennen kan het verschil in ‘golflengte’ explicieter gemaakt worden.

En als het streefbeeld eenmaal gekozen is, kunnen de toekomstbeelden

gebruikt worden om bewust om te gaan met de communicatie van dit

streefbeeld; een verschuiving van controlist naar marktoptimist of

milieudenker zal bij verschillende mensen verschillend goed vallen.

4. Testen van managementstijlen op het wereldbeeld van een ander

perspectief is een test op robuustheid.

Er zijn heel erg veel onzekerheden in de toekomst waarvoor allemaal

afzonderlijke robuustheidstests kunnen worden uitgevoerd. Dit geeft

echter nog geen beeld van robuustheid voor een combinatie van

onzekerheden die door een bepaalde groep mensen zo wordt gezien.

Page 35: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

21 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Zelfs het vierde perspectief van de fatalist (“what will be, will be” &

“waarom ons druk maken?”) zou men zich moeten realiseren bij het

maken van beleid, omdat ook daar een kern van waarheid in zit en

omdat die groep zich dan wel niet vaak mengt in politieke discussies,

maar via bijvoorbeeld stemgedrag veel invloed kan hebben

(geïnspireerd op Verweij et al., 2006).

Shell (2005) gaat voor de scenario’s van 2025 uit van dezelfde driehoek

van perspectieven, al beperkt Shell zich bewust tot de krachten “market

incentives” (= marktoptimist), “force of community” (= milieudenker),

“coercion and regulation (= controlist). De toekomstbeelden plaatst

Shell al op de zijden van de driehoek (win-winlose), omdat daar volgens

Shell de interessante beelden liggen met een voldoende groot

draagvlak om realistisch te zijn. De trilemma’s die dit oplevert, zijn ter

inspiratie voor strategische beslissingen bij Shell.

3.3 Achtergrond De culturele theorie heeft een goede wetenschappelijke basis, ze komt

voort uit theorieën in de sociologie en veldonderzoek uit de

antropologie. Zie Box 4.

In Nederland is een aantal onderzoeken gedaan naar hoe de

perspectieven passen op verschillende standpunten over het Nederlands

Waterbeheer: 2001 Veiligheid rond Rijn en Maas (NOP), 2002

Achtergrond

De culturele theorie met het idee van de vier perspectieven is begin jaren tachtig van de vorige eeuw

voortgekomen uit zowel sociale theorieën als gemeten kenmerken van omgang tussen mensen in

ethnografische studies. Mary Douglas en Michael Thompson zijn de ontwikkelaars. De vier perspectieven

vullen de kwadranten van een assenstelsel met op de ene as de mate waarin de ordening van sociale

relaties de gedachten en acties van individuen bepaalt (GRID) en op de andere as de mate waarin

gezamenlijke betrokkenheid de gedachte en de acties van individuen bepaalt (GROUP). De perspectieven

zijn de kwadranten van het assenstelsel van GRID en GROUP, zie hieronder.

In de culturele theorie is er behalve controlist (in het engels hierarchist), marktoptimist (individualist) en

milieudenker (egalitarian) een vierde groep, de fatalist. Het fatalistperspectief is wel degelijk een

perspectief dat bestaat, maar het wordt niet uitgewerkt omdat er vanuit gegaan wordt dat een fatalist

zich niet mengt in het publieke debat omdat hij denkt toch geen invloed erop te kunnen uitoefenen. Het

is het “whatever will be, will be” perspectief. Soms komen de fatalisten in actie en dan krijgen ze veel

invloed (tegenstemmers in politieke verkiezingen, invloed van massa in BrentSpar affaire die ineens met

milieubewegingen meestemden zonder dat er nog rationele argumenten uitgewisseld werden.) Op basis

van Clumsy solutions for a complex World: the case of climate change. Marco Verweij, Mary Douglas,

Richard Ellis, Christoph Engel, Frank Hendriks, Susanne Lohmann, Steven Ney, Steve Rayner and

Michael Thompson. Public Administration Vol. 84, No. 4, 2006 (817-843)

Page 36: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

22 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Droogtestudie Nederland, 2007 waterbeheer Nederland in algemeen

(Leven met Water), 2008 Klimaatbestendigheid. Het ICIS (International

Centre for Integrated assessment and Sustainable development)

ontwikkelde veel van de methode en werkte samen met Deltares,

Carthago en Pantopicon aan invulling van de perspectieven ten aanzien

van waterbeheer (Figuur 3.3).

Figuur 3.3 Vertaling van de perspectieven theorie voor het waterbeheer

3.4 Leidende principes per perspectief Zoals in de vorige paragraaf is aangegeven heeft elk perspectief een

aantal leidende principes. Hieronder worden de belangrijkste

opgesomd. Daarnaast is per perspectief een passage uit een fictieve

troonrede opgenomen die goed bij het betreffende perspectief zou

kunnen passen. Deze ‘troonredes’ zijn gemaakt door de 90 deelnemers

aan de workshop op 20 maart 2008.

Controlist:

• De overheid zorgt en biedt zoveel mogelijk garanties.

• Het watersysteem is regelbaar.

• Zoveel mogelijk partijen tevreden stellen, zoeken naar Win-win

oplossingen, Maatschappelijke Kosten-Batananalyses (MKBA’s).

• Risico’s mijden.

• Ruimtelijke ordening vanuit de overheid georganiseerd maar met

veel inspraak vanuit andere partijen.

Page 37: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

23 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Troonrede Controlist (uit workshop Klimaatbestendigheid van Nederland Waterland d.d. 20 maart 2008)

Erfgenamen van Van Veen, Lely, Thijsse en vele anderen: het karakter van Nederland als door mensen gemaakt land zal versterkt en uitgebouwd worden. Veranderingen in het klimaat en water zullen met gepaste maatregelen tegemoet getreden worden. De concepten dijken, gemalen, en beheerste waterlopen zijn zeker nog niet uitgewerkt en de komende jaren zullen wij de historische trend doorzetten richting Superdijken, Superpleties en Supergemalen. De regering heeft het voornemen om een lange termijn pad uit te stippelen en wil als betrouwbare overheid garant staan voor de veiligheid en economische groei. De zoetwatervoorziening vanuit het IJsselmeer is een dragende factor voor de landbouw en de natuur in Nederland en zal dan ook eerder uitgebouwd dan verzwakt worden. De natuur zal robuust vorm krijgen in de plannen die wij maken. Wij vragen de burgers vertrouwen te hebben in onze plannen en mee te denken over hun maatschappelijke bijdrage aan de eigen veiligheidssituatie. Risico’s als ordenend principe!

Troonrede Marktoptimist (uit workshop Klimaatbestendigheid van Nederland Waterland d.d. 20 maart 2008)

Watergenieters, het uitzicht op Nederland zal de komende jaren veranderen. Wij, en jullie individueel, zijn verantwoordelijk voor de ingrepen om het leven in de delta te veraangenamen en het ondersteunen van de economie. Wij zien de trend dat grootschalige kosten- en batenanalyses uitgevoerd worden in opdracht van collectieven om de veiligheid te optimaliseren. Door een sterk afslankende overheid en het verlaten van regels en normen, creëren wij ruimte voor financiële armslag voor de burgers. Zij kunnen dan zelf keuzes maken om toe te treden tot initiatieven vanuit de particuliere sector die fysieke veiligheid (zelfredzaamheid en keringconstructies) en/of financiële veiligheid (verzekeringen) bieden. Ook in de ruimtelijke ordening laten wij het initiatief over aan de particuliere sector en zullen wij terughoudend zijn met het stellen van randvoorwaarden. Hierdoor komen er meer mogelijkheden voor wonen aan het water, op eilanden en betaalde recreatie. Het water zal een drager worden van de energievoorziening om daarmee de economische voorspoed te behouden. Natuur en zoetwatervoorziening zullen sterk bepaald worden door de vraag en de bereidheid van de vragende partijen hiervoor te betalen. Geld als ordenend principe!

Marktoptimist:

• Terugtredende overheid, er gelden hooguit basisnormen voor

veiligheid.

• Groot vertrouwen in techniek, Innovatief waterbeheer als

visitekaartje voor Nederland.

• Risico’s zijn uitdagingen, die lossen we wel op.

• Water als schaars goed aan de markt overlaten, ook veiligheid

heeft een prijs.

• Ruimtelijke ordening binnen zeer globale kaders aan de markt

overlaten.

• Optimistisch, het loopt wel los met dat klimaat, investeren met het

oog op korte termijn winst.

Page 38: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

24 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Troonrede Milieudenker (uit workshop klimaatbestendigheid van Nederland Waterland d.d. 20 maart 2008)

Watergenoten, de beleving van Nederland zal de komende jaren veranderen. Het landschap zal uiteindelijk omgetoverd worden richting een dynamischer geheel van natuurlijke processen waarin de menselijke activiteiten ingepast zullen moeten worden. De kustlijn wordt een kustzone, het IJsselmeergebied een kloppend waterhart en de rivieren kunnen weer meanderen en buiten de oevers treden. De veiligheid wordt verzorgd door flexibelere oplossingen die met de natuur meegaan, in plaats van deze tegen te gaan, zoals: een bredere kustzone, individuele weerbaarheid tegen wateroverlast en ruimte voor water en watergerelateerde natuur. De menselijke functies zullen op de, vanuit water en ecologie gezien, logischere plaatsen en wijze ingepast worden. De grootschalige zoetwateraanvoer zoals we die nu nog kennen, zal plaats maken voor een kleinschalige aanpak waarbij meer aangesloten wordt bij de natuurlijke kansen die gebieden, gewassen en seizoenen bieden. Ruimte voor water als ordenend principe!

Milieudenker

• Natuurlijke processen maximaal hun gang laten gaan.

• Voorzorgprincipe belangrijk, dus ook veiligheid voorop.

• Sterk centraal gereguleerde ruimtelijke ordening.

• Zoveel mogelijk terugtrekken op hoge gronden.

• Veel ruimte voor natuur is belangrijk.

• Urgentie is hoog. Nu investeren voor later.

Voor alle 3 de oplossingsrichtingen geldt dat ze een antwoord moeten

geven op de belangrijkste adaptatievragen waar we voor staan:

• Hoe houden we Nederland veilig bij een stijgende zeespiegel en

toenemende rivierafvoeren. En wat betekent dat voor de meest

kwetsbare gebieden: Rijn-Maasmonding, Randstad en

IJsselmeergebied?

• Hoe zorgen we ervoor dat watervraag (landbouw, steden, natuur,

drinkwater, energie, scheepvaart) en wateraanbod (van water van

voldoende kwaliteit) in droge, warme periodes op elkaar

aangesloten blijven?

• Hoe zorgen we ervoor dat natuur voldoende kansen behoudt om

zich te ontwikkelen in Nederland?

De huidige uitgangssituatie is daarbij sterk sturend. Uiteindelijk moeten op

de zeer lange termijn (2200 en verder) afvoeren tot maximaal 22.000 m3/s

(Rijn) en zeespiegelstijgingen tot 3 meter kunnen worden opgevangen.

Page 39: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

25 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

4. Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

In de workshops van 20 maart en 16-17 april 2008 zijn op basis van de

drie perspectieven oplossingsrichtingen uitgewerkt voor Nederland. In dit

hoofdstuk wordt per perspectief een beschrijving gegeven van de

belangrijkste resultaten, waarbij telkens de volgende onderwerpen aan de

orde komen:

• Algemene beschrijving, inclusief een kaartbeeld van Nederland.

• Veiligheid.

• Zoetwatervoorziening.

• Natuur.

Controlist Algemeen Bewezen maatregelen uit het verleden zullen ook in de toekomst de basis

vormen voor de te volgen strategie. Hierdoor blijven de civieltechnische

oplossingen voor het waterbeheer en de waterkeringen beeldbepalend.

Slechts waar dat niet meer redelijkerwijs kan voldoen, kan na vervolgstudie

voorzichtig hiervan afgeweken worden.

Figuur 4.1 Het Nederlandse waterbeheer in de verre toekomst vanuit het

perspectief van de Controlist

Page 40: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

26 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

De controlist ziet de problemen voor adaptatie op landelijke schaal en

hecht veel waarde aan afstemming tussen bovenregionale partijen. Een

sterke Europese hoogwaterrichtlijn zou daar een goed voorbeeld van zijn.

Kennis en ervaringen kunnen in deze overleggen goed met elkaar gedeeld

worden.

Veiligheid

Om de veiligheid voor de kust op lange termijn te kunnen waarborgen zal

het huidige zandsuppletiebeleid worden voortgezet en waar nodig

uitgebreid om de stijging van de zeespiegel bij te houden. Ook de

Waddeneilanden zullen zoveel mogelijk met gerichte suppleties op hun

plek worden gehouden.

Tot 2 meter zeespiegelstijging wordt gekozen voor conventionele

oplossingen. Het IJsselmeerpeil stijgt uiteindelijk mee met de zeespiegel.

De stijging van het IJsselmeerpeil kan echter beperkt blijven tot 1,5 meter,

omdat de eerste halve meter zeespiegelstijging kan worden opgevangen

met de extra spuicapaciteit in de Afsluitdijk waar momenteel aan gewerkt

wordt. Dijken rondom het IJsselmeer worden dan versterkt, en waar

mogelijk doorbraak- en overslagbestendig. De nodige aanpassingen aan de

Afsluitdijk (spuicapaciteit, veiligheidsniveau) worden uitgevoerd.

Buitendijkse ontwikkelingen binnen het IJsselmeer worden vanaf nu

getoetst aan het behoud van mogelijkheden om het IJsselmeerpeil in de

toekomst nog 1,5 meter te laten stijgen. Het Markermeer behoudt het

huidige peilregime. Hierdoor blijven buitendijkse ontwikkelingen rondom

Almere mogelijk.

Boven de 2 meter zeespiegelstijging is het niet meer verstandig om het

IJsselmeerpeil te laten meestijgen. De hoogteverschillen met het achterland

worden te groot en de IJssel- en Vechtdelta kan steeds minder goed

beschermd worden. Daarom worden pompen geplaatst op de Afsluitdijk.

Om de monding van de Vecht en de IJsselmonding te beschermen in geval

van Noordwesterstormopzet wordt een stormvloedkering bij de Ketelbrug

geplaatst. Tegelijkertijd wordt extra berging gecreëerd in het stroomgebied

van de Vecht.

In het benedenrivierengebied wordt tot 1,5 meter zeespiegelstijging

gekozen voor dijkversterkingen. Hier zal echter in het stedelijke gebied

vanwege de beperkte ruimte gekozen worden voor brede dijken waarop

bebouwing mogelijk is. Hierbij kan worden aangesloten bij bestaande

dijken met reeds een hoog voorland, zoals bijvoorbeeld langs de Noord. In

buitendijkse gebieden worden ‘’wet-and-dryproof’ oplossingen gekozen.

Tot 1,5 meter zeespiegelstijging wordt de Maeslantkering (de

stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg) ook ingezet. Hierdoor is in het

achterliggende gebied in het algemeen slechts een beperkte dijkverhoging

noodzakelijk. Wel gaat de sluitfrequentie van de Maeslantkering omhoog.

Boven de 1,5 meter zeespiegelstijging wordt de bescherming van

Rotterdam en omgeving lastig. Bij 1,5 meter zeespiegelstijging moet de

stormvloedkering tuisen de 10 en 30 keer per jaar dicht, wat ten koste

gaat van de normale havenfunctie. Tevens blijft er een flinke doorwerking

Page 41: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

27 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

van de zeespiegelstijging achter de kering optreden, waardoor de kades en

dijken opgehoogd en/of versterkt moeten worden. Er wordt daarom

gekozen voor het afsluiten van de Nieuwe Waterweg en het naar buiten

verplaatsen van de Rotterdamse haven (Maasvlakte). Dat is een autonome

trend die nu al aan de gang is, dus waarschijnlijk zal dit niet tot grote

problemen leiden voor de concurrentiepositie van de haven.

De Nieuwe Waterweg wordt door de afsluiting een zoetwaterbekken,

waardoor de zoetwatervoorziening van het regionale watersysteem in

Zuid-Holland ook in droge perioden gegarandeerd blijft. Door ook in de

buurt van Sliedrecht de Merwede bij hoog water af te sluiten, en ook het

Spui en de Dortsche Kil te voorzien van hoogwaterkeringen ontstaat er een

soort dijkring rondom de Rijnmond regio. Het water van de grote rivieren

wordt via de route Waal (de Nederrijn wordt met de stuw bij Driel conform

Ruimte voor de Rivier verder ontzien), Nieuwe Merwede, Hollands Diep en

Haringvliet afgevoerd.

Figuur 4.2 Bescherming tegen overstromingen in het Rijnmondgebied in de verre

toekomst volgens de controlist.

De Grevelingen en Oosterschelde kunnen dienen als extra waterberging bij

piekafvoeren op de rivieren. De kerende kunstwerken dienen te worden

aangepast op het opvangen van hoge waterstanden achter de keringen

(de Oosterscheldekering kan wel tweezijdig keren). De Rotterdamse haven

gaat verder buitengaats met een 3e Maasvlakte en de binnenscheepvaart

gaat buitenom door het Haringvliet. Moerdijk neemt hierdoor in belang

toe voor de doorvoer van goederen.

Met Ruimte voor de Rivier 1 en 2 (invulling van ruimtelijke reserveringen)

kan de Rijn tot 18000 m3/s afvoeren zonder overstromingen. In sommige

(extreme) voorspellingen wordt voor de zeer lange termijn een maximale

Rijnafvoer gegeven van 22.000 m3/s. Deze eventuele extra 4000 m3/s kan

worden opgevangen met nog extra dijkversterkingen. Hierbij moet niet

worden geschroomd deze versterkingen deels buitendijks uit te voeren. Als

Page 42: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

28 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

alternatief kan ook Rijnwater bij hoge afvoeren via de IJssel naar het

IJsselmeer worden afgeleid. Dit betekent dat in het IJsseldal ruimte zal

moeten worden gemaakt om grotere afvoeren mogelijk te maken.

Regelwerken bij de Pannerdensche Kop en de IJssel Kop zorgen voor de

waterverdeling bij extreem hoog water.

Voor de Maas geldt dat 4600 m3/s het maximum is waarmee rekening

moet worden gehouden op de langere termijn. Gezien de eerder

geïdentificeerde omslagpunten betekent dit dat er de binnendijkse

ruimtelijke reserveringen moeten worden gedaan die binnen Integrale

Verkenningen Maas II zijn geïdentificeerd.

Ook de Westerschelde krijgt een stormvloedkering om Antwerpen te

beschermen. Hiermee wordt de veiligheid gegarandeerd en blijft het open

estuarium bestaan. Dat laatste is positief voor zowel de natuur als de

haven van Antwerpen.

Algemeen geldt dat veiligheidsnormen meer gedifferentieerd worden

volgens de risicobenadering: naar gelang de economische waarde en de

kans op slachtoffers in het achterland hoger of lager wordt, wordt ook het

beschermingsniveau hoger of lager. In de praktijk betekent dit dat lokaal

normen enkel hoger zullen worden en nergens lager. Dit zal vooral gelden

voor de Randstad (dit gaat lijken op ‘Fort Holland’, hoog omdijkt), het

knooppunt Arnhem-Nijmegen en Almere.

Zoetwatervoorziening

Zoetwateraanvoer en waterafvoer worden gescheiden. De aanvoer zal veel

gerichter moeten gebeuren dan in de huidige situatie. Hiervoor worden

pijpleidingen vanuit de Biesbosch aangelegd en gebruikt voor Zeeland en

de Zuidhollandse eilanden. Het inlaatpunt voor de zoetwatervoorziening

van Zuid-Holland (bij Gouda) wordt op de middellange termijn

problematisch (2050-2100). Door zoutindringing via de Nieuwe Waterweg

en uiteindelijk de Hollandsche IJssel zal het steeds vaker niet mogelijk

blijken voldoende zoet water in te laten. Na afsluiting van de Nieuwe

Waterweg is deze zoutindringing er niet meer en zijn er geen problemen

meer. In de tussenperiode wordt gewerkt met gerichte maatregelen om de

watervragers van water te voorzien. Verzilting van de Nieuwe Waterweg

en een deel van het benedenrivierengebied wordt dan geaccepteerd. Het

zoete water voor Zuid-Holland wordt in die situatie achterlangs

aangevoerd vanuit het IJsselmeer en het Amsterdam-Rijnkanaal.

De kassen in het Westland en het boomteeltgebied bij Boskoop worden

gesloten systemen die veel minder of geen aanvoer van zoet water meer

nodig hebben. Voor de bollenstreek worden aparte voorzieningen

getroffen om verzilting te voorkomen. Er is uiteraard ook minder zoet

water beschikbaar voor het doorspoelen van de boezem. Dit is echter geen

probleem, omdat voor de kapitaalintensieve teelten in het Westland,

Boskoop en de bollenstreek technologische oplossingen zijn getroffen.

Het IJsselmeerpeil wordt aan het eind van de winter opgezet om extra

watervoorraad te creëren. Ten opzichte van de huidige voorraad neemt

deze al toe door het structureel verhogen van het peil om de stijging van

Page 43: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

29 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

de zeespiegel bij te houden. Het zoete water wordt gebruikt voor Noord-

Nederland, Noord-Holland, Flevoland, een stukje Utrecht en Zuid-Holland.

Het regelwerk bij Pannerden kan eventueel worden ingezet om het

IJsselmeer van extra water te voorzien.

Op de hoge gronden worden op grote schaal kleine stuwtjes en andere

maatregelen genomen zodat in de winter water kan worden

vastgehouden. Dat water kan in de zomer worden gebruikt.

Om in de zomer scheepvaart ook bij extreem lage afvoeren mogelijk te

blijven maken, worden in de IJssel, en indien nodig ook in de Waal, stuwen

en sluizen aangebracht.

Natuur Het natuurbeleid blijft gericht op natuurbehoud in plaats van op

natuurontwikkeling. Hierdoor wordt het door de doorzettende

klimaatverandering steeds moeilijker de gestelde doelen te halen. Ondanks

een forse inspanning om maatregelen te nemen om de populaties van

doelsoorten te beschermen, wordt de natuurwaarde minder en minder.

Om verdrinking van de Waddenzee tegen te gaan zal er buitengaats extra

zand worden gesuppleerd. Indien dat onvoldoende zou blijken, wordt zelfs

overwogen om lokaal de zandvoorraad aan te vullen. Dankzij de

zandsuppleties kan voor de kust en Waddenzee de huidige status quo

worden gehandhaafd, met redelijke kansen voor natuur.

Binnen Fort Holland wordt een groen hart in stand gehouden. In het

groene hart zal naast landbouw ruimte zijn voor meer natte en deels zilte

natuur.

Kansen voor natuur zijn er waar extra waterberging wordt gecreëerd, zoals

bijvoorbeeld in het Vechtgebied. Verder doorvoeren van ruimte voor de

rivier levert slechts beperkte extra mogelijkheden voor natuur op, in ieder

geval geen achteruitgang.

Om het stijgende peil bij te benen moeten ondiepe natuurzones worden

aangelegd langs de oevers in het IJsselmeer. Door het meestijgen met de

zee en het grootschalige gebruik van water in de zomer is er waarschijnlijk

wel meer dynamiek in het peil mogelijk.

Marktoptimist Algemeen

Het waterbeheer wordt geprivatiseerd. De overheid is niet

verantwoordelijk meer voor watervoorziening. Wel zal zij basisnormen

voor veiligheid dicteren en natuurdoelstellingen voor natuur (vanuit

Europa). Regelgeving wordt aanzienlijk versoepeld om private partijen

ruimte te bieden. Men is optimistisch over de snelheid en mogelijke

effecten van klimaatverandering en reageert pas als de effecten van

klimaatverandering daadwerkelijk worden gemeten.

Page 44: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

30 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

De marktoptimist wacht niet op regels vanuit Europa om de

klimaatproblemen aan te pakken. Door middel van eigen initiatieven op

lokale schaal zal aan de eventueel veranderende omstandigheden

tegemoet gekomen worden als daar behoefte toe bestaat. Ervaringen,

kennis en concepten die bruikbaar kunnen zijn voor andere partijen of

landen, zullen als product geëxporteerd worden.

Figuur 4.3 Het Nederlandse waterbeheer in de verre toekomst vanuit het

perspectief van de Marktoptimist

Veiligheid

De Nederlandse kust wordt een ‘showcase’ voor de rest van de wereld.

Nederland wordt zeewaarts uitgebreid, zowel via eilanden als een directe

kustaangroei. Nieuw aangewonnen gebieden worden beschermd tegen

golfslag middels kunstriffen. Windenergie, recreatienatuur en wonen

krijgen allen een plek in deze uitbreidingen. Uiteraard vindt er ook een

forse zeewaartse uitbreiding van de haven plaats.

In het IJsselmeergebied blijven de peilen zoals ze nu zijn. De Afsluitdijk

wordt opgehoogd met de zeespiegelstijging. Het peil van het IJsselmeer

wordt iets flexibeler maar stijgt niet mee. De Afsluitdijk wordt voorzien van

een gemaal. Als de techniek hiervoor rijp is, zal dit gemaal door middel van

osmose (osmaal) draaien waarbij tevens energie opgewekt kan worden.

Het vaste peil geeft veel mogelijkheden voor buitendijkse ontwikkelingen,

en hier wordt dan ook volop gebruik van gemaakt, onder andere in het

IJmeer. Omdat de meerpeilen niet meegroeien met de zee zijn nieuwe

stormvloedkeringen in de IJsseldelta overbodig. Ook het extra bergen van

water in het stroomgebied van de Vecht is niet nodig.

Zodra de zeespiegel dermate hoog gestegen is, dat de Nieuwe Waterweg

Page 45: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

31 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

te vaak afgesloten wordt door de Maeslantkering, de haven van

Rotterdam inmiddels nog verder zeewaarts ligt (waardoor de opbrengsten

uit het achterland al minder geworden zijn) en de kosten van het op orde

houden van de veiligheid door de waterkeringen te hoog zijn geworden,

zal gekozen worden voor het afsluiten van de Nieuwe Waterweg. De

keuze voor afsluiten is dus niet alleen afhankelijk van het stijgen van de

zeespiegel, maar ook van de nog te verwachten baten van een open

Nieuwe Waterweg. Het afsluiten van de Nieuwe Waterweg betekent ook

het installeren van een gemaal die de rivierafvoer van de Nederrijn en de

inliggende polders kan verwerken. De Nederrijn wordt via de stuw bij Driel

conform Ruimte voor de Rivier verder ontzien.

Daarnaast blijft het Haringvliet dicht. Hierdoor ontstaat een enorme

zoetwaterbuffer, waarvan de landbouw in Zeeland, West-Brabant en Zuid-

Holland voluit kan profiteren. Net als op de Afsluitdijk wordt ook bij het

Haringvliet een gemaal geïnstalleerd om een teveel aan water uit te

kunnen slaan. Het water van de grote rivieren wordt via de route Waal,

Nieuwe Merwede, Hollands Diep en Haringvliet afgevoerd. De

Grevelingen en Oosterschelde kunnen dienen als extra waterberging voor

rivierafvoerpieken. De kerende kunstwerken dienen hierop te worden

aangepast (zie voor een verdere toelichting de controlist).

De Waal wordt verder aangepast ten behoeve van grote schepen. Dit

levert tevens een grotere afvoercapaciteit op, waardoor er bij hoog water

ook minder water via de IJssel gaat. Het gewenste veiligheidsniveau wordt

bereikt met dijkverhogingen in plaats van ruimte voor de rivier. Als daar

extra ruimte voor nodig is, wordt dat gevonden aan de rivierkant van de

dijk. De dijkverhogingen hebben geen haast. Pas als is aangetoond dat er

daadwerkelijk hogere afvoeren voorkomen, worden maatregelen

uitgevoerd. Voor de Maas wordt een vergelijkbare strategie gevolgd.

Zowel de Westerschelde als de Oosterschelde worden op termijn

afgesloten om de veiligheid te kunnen waarborgen. Bij de Oosterschelde

ontstaat op die manier een waardevol recreatiegebied a la

Grevelingenmeer. De Westerscheldedam wordt voorzien van een grote

zeesluis, zodat de haven van Antwerpen en de industrie langs de

Westerschelde bereikbaar blijven.

Boven bepaalde basisnormen voor veiligheid krijgt veiligheid een prijs.

Risico’s zijn verzekerbaar of er kan per regio of locatie collectief gekozen

(en betaald) worden voor het verhogen van de veiligheidsniveaus. Zo zou

er een superdijk aan de zuidrand van de Randstad kunnen ontstaan door

aaneenschakeling van de beter beveiligde gebieden. Eventueel kan die

naar het Oosten toe doorlopen ten noorden van de Waal (A15).

Nederland zal verder worden gecompartimenteerd in gebieden met

verschillende veiligheidsniveaus en verzekeringspremies.

Combinaties van buitendijks wonen met water en natuur zijn populair in

het rivierengebied, kust en IJsselmeergebied (met name Markermeer

tussen Amsterdam en Almere). Woningen en bebouwing worden hier op

aangepast.

Page 46: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

32 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Zoetwatervoorziening

Het IJsselmeer doet dienst als private watervoorziening. Omdat het peil

gelijk blijft, is de beschikbare hoeveelheid zoet water net als in de huidige

situatie beperkt. Er is geen verziltingsbestrijding of wateraanvoer geregeld

via de overheid. Er ontstaat zo een scala aan meer of minder collectieve

lokale waterbergingsgebieden en aanvoerroutes. Het bestaande

boezemsysteem doet enkel nog dienst voor waterafvoer. Gedeeltelijke

verzilting wordt geaccepteerd. Waar niet meer rendabel zullen

landbouwgebieden worden opgegeven voor combinaties van natuur en

wonen. Bij eventuele waterschaarste gaat het water naar de gebruiker die

het meest wil betalen.

Door het dichtzetten van de Nieuwe Waterweg, het Haringvliet, de

Oosterschelde en de Westerschelde is er meer dan voldoende zoet water

in Zuidwest-Nederland. De gebruikers (vooral de landbouw) zullen wel zelf

de wateraanvoer moeten regelen (en daarvoor betalen).

Voor de scheepvaart worden nog geen extra maatregelen genomen voor

laagwatersituaties. Het is maar zeer de vraag of klimaatverandering

daadwerkelijk leidt tot lagere afvoeren. De klimaatscenario’s spreken elkaar

hierin tegen. Pas als daadwerkelijk lagere afvoeren worden gemeten,

worden maatregelen genomen, mits de gebruikers daarvoor willen betalen.

Innovatieve oplossingen trekken de aandacht, bijvoorbeeld uitschuifbare

kribben.

Natuur

De economische functies krijgen een hogere prioriteit dan natuur. Natuur

krijgt wel kansen, maar alleen waar het ook voor wonen en recreatie

meerwaarde levert. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de aanleg van eilanden

voor de kust en de kustuitbreiding die vanwege veiligheidsredenen

uitgevoerd worden.

Voor de Waddenzee en Delta worden voorlopig geen extra maatregelen

genomen om verdrinking tegen te gaan. Uitgangspunt in dit perspectief is

dat het met de zeespiegelstijging waarschijnlijk wel meevalt. En als te zijner

tijd mocht blijken dat het niet meevalt, kunnen alsnog maatregelen

worden genomen.

In het IJsselmeergebied is door het vaste peil en de grote hoeveelheid

buitendijkse bebouwing geen ruimte voor dynamiek. In de Zuidwestelijke

delta verdwijnen door de afsluiting de resterende zoute of brakke

watersystemen. In de plaats komt een zoet ecosysteem.

Door het continu uitdiepen van de Waal en de hier toenemende

scheepvaart gaat de natuurwaarde van de stroomgeul zelf achteruit. Het

groene hart wordt een groen-blauw-rood hart binnen de Randstad. Er

komt een grote recreatieplas met aangrenzend natuur en wonen.

Milieudenker Algemeen

Het watersysteem wordt zo min mogelijk gereguleerd, er is volop ruimte

Page 47: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

33 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

Meegroeien met de zee door zandtransport

Kustsuppleties

Keringen

Dijken

Superdijken

Meegroeiende dijken

Zoetwateraanvoer

Regelwerk

Haven buitengaats

Rivierafvoer

Stuwing IJssel en Waal

Groen/Blauwe ruimte

Kunstrif

Bebouwing

Water vasthouden

Eilanden

Zoetwatervoorraad

Blauwe energie

voor natuurlijke processen. De menselijke activiteiten worden ruimtelijk

begrensd. Daardoor ontstaat er een sterke scheiding tussen ruraal en

stedelijk gebied. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen worden alleen op hoge

gronden toegestaan, waar dat minder impact heeft op het natuurlijk

systeem.

De milieudenker is gericht op het nemen van regionale oplossingen.

Klimaatadaptatie vraagt om naar deelstroomgebieden te kijken. Aangezien

solidariteit een belangrijk principe is, zal de opgedane kennis en praktijk

voor klimaatadaptatie door middel van ontwikkelingshulp verspreid

worden.

Figuur 4.4 Het Nederlandse waterbeheer in de verre toekomst vanuit het

perspectief van de Milieudenker

Veiligheid

Er vindt alleen nog zandsuppletie langs de Hollandse kust plaats ten

behoeve van Fort Holland. De kust van de Wadden- en Zeeuwse eilanden

beweegt mee met de grillen van de natuur.

De Oosterscheldekering wordt aan het eind van zijn levensduur niet meer

herbouwd. De Westerschelde blijft open.

Nederland kent twee nieuwe estuaria: de Afsluitdijk wordt opengezet,

waardoor het IJsselmeer weer Zuiderzee wordt. Het Markermeer blijft wel

in zijn huidige vorm bestaan. In de Delta worden alle zeearmen die waren

afgesloten weer geopend. Daardoor is het wel noodzakelijk in de

omgeving van stedelijk gebied op grote schaal dijken te verhogen, tot ver

landinwaarts langs de rivieren. De nieuwe dijken worden

overslagbestendig en ook overloopbestendig.

Page 48: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

34 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

De scheidingen die door kunstwerken zijn aangebracht, worden teniet

gedaan. Wel blijven er stormvloedkeringen in het IJsselmeer en Haringvliet

om als het nodig is ook de veiligheid te borgen in de achterliggende

stedelijke gebieden; het voorzorgprincipe blijft het leidmotief in dit

perspectief, ook voor de veiligheid.

In het stroomgebied van de Vecht wordt extra berging gecreëerd. Het

sponswerkingsprincipe wordt ook in de rest van hoog-Nederland

toegepast, vooral door de vele ont- en afwateringsmiddelen die kort na de

tweede wereldoorlog zijn aangelegd, niet te vernieuwen.

Klimaatdijken worden op grote afstand van huidige winterdijken

aangelegd om de rivier maximale ruimte te bieden. Grootstedelijke

gebieden (Randstad, Dordrecht-Voorstraat, Arnhem-Nijmegen) worden

beveiligd met zware ringdijken. Ook hierbij ontstaat een fort Randstad.

Wat er met de Nieuwe Waterweg gebeurt, is nog onduidelijk. Een open

verbinding is mogelijk, maar dan moet wel het totale stedelijke gebied van

Rotterdam en omgeving van superdijken worden voorzien. Als dat te duur

blijkt (aan economische groei wordt in dit perspectief relatief minder

waarde gehecht), zal alsnog de Nieuwe Waterweg worden afgesloten bij

een zeespiegelstijging van meer dan 1,5 meter.

Op het omliggende land krijgt het water de ruimte dankzij lagere

veiligheidsnormen. Stedelijk en ruraal gebied worden ontmengd. In de

rurale gebieden kunnen op water aangepaste woningen worden gebouwd.

De dijkringen rondom ruraal gebied worden niet versterkt. In de praktijk

zal hier dus het veiligheidsniveau omlaag gaan en treedt er een flinke

differentiatie in normen op. Lokaal zal zelfs land aan het water worden

opgegeven (delen van de kuststroken langs het IJsselmeer, Wadden en

Zeeuwse eilanden). De waterverdeling bij Pannerden wordt niet meer strikt

vastgehouden. Hoogwaters kiezen hun weg via de IJsselvallei of de Waal.

Dat kan gemakkelijk, want er is veel ruimte voor vrijgemaakt.

Dijkverhogingen zijn dan ook op de meeste plaatsen overbodig. Er zal in

de regel dankzij natuurlijke processen meer water via de IJssel afstromen.

Het deel van het water dat over de Waal gaat, kan in het beneden-

rivierengebied via alle open zeearmen worden afgevoerd. Ook voor de

Maas wordt veel ruimte gereserveerd en gebruikt ten behoeve van de

veiligheid, maar natuur-ontwikkeling gaat daarbij hand in hand.

Zoetwatervoorziening

Voor veiligheid tegen overstromingen hebben we te maken met een fort

Holland, voor verzilting geldt dit zeker niet. Peil en zoetwateraanvoer

worden niet meer strikt gereguleerd. Zuid-Holland zal als eerste gaan

verzilten. Functie volgt watersysteem in het rurale gebied (bijvoorbeeld

zoute teelten en natte rijstbouw) zal het leidend principe zijn. Een groot

deel van Laag-Nederland zal hierdoor vernatten en dat zal het ontstaan

van waardevolle natuur bevorderen. Op diverse plaatsen groeit het veen

weer aan, en wordt de bodemdaling dus omgezet in een bodemstijging.

Het beleid zet fors in op waterbesparing in steden, industrie en landbouw.

Het Markermeer blijft bestaan als strategische zoetwatervoorraad, in

tegenstelling tot het IJsselmeer dat in open verbinding komt met de

Page 49: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

35 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Waddenzee. De IJssel kan worden gebruikt voor een beperkte

zoetwateraanvoer richting Noord Nederland. Om de wateraanvoer

mogelijk te maken wordt een randmeer aangelegd langs de

Noordoostpolder. Natuurontwikkeling staat ook daar bovenaan het

prioriteitenlijstje.

Natuur Het natuurbeleid is gericht op natuurontwikkeling in plaats van op

natuurbehoud. Kenmerkend zijn onder meer de vloeiende zoet-zout-

overgangen, en een natuurlijke overgang tussen water, oever en

vasteland. We gaan terug naar een meer dynamisch watersysteem.

Om verdrinking van de Waddenzee tegen te gaan zal er al bij een

zeespiegelstijging van 30 centimeter per eeuw besloten worden

buitengaats extra zand te suppleren. Indien dat onvoldoende zou blijken,

wordt zelfs overwogen om lokaal de zandvoorraad aan te vullen. Dankzij

de zandsuppleties kan voor de kust en Waddenzee de huidige status quo

worden gehandhaafd, met redelijke kansen voor natuur.

De grote winnaar in dit perspectief is vooral de natte natuur. De

verdroging van de natuur zal niet met peilmaatregelen worden bestreden.

Echter doordat de winters natter worden, er grote bufferzones tussen

landbouwgebieden en natuur komen en het gebruik van grondwater

wordt ingeperkt (regulering grondwateronttrekkingen), zal de verdroging

flink afnemen.

Page 50: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

36 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Page 51: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

37 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

5. Aanzet tot analyse van perspectieven

5.1 Uitdaging met betrekking tot ruimte, economie en bevolkingsgroei

De Controlisten blijven de huidige beheergedachte volgen en merken dat

ze, met uitzondering voor de natuur, met bekende oplossingen nog een

hele tijd vooruit kunnen. De problemen blijven te overzien, ook als

klimaatverandering onverhoeds mocht tegenvallen (dijken gewoon wat

sterker of maatregelen naar voren halen in de planning). Nieuwe

concepten worden mondjesmaat toegelaten. Ruimtelijke reserveringen zijn

er nodig in de zuidwestelijke Randstad, langs de rivieren en in het landelijk

gebied om te anticiperen op een mogelijke toename van de rivierafvoeren.

Er worden geen problemen voorzien als de bevolking nog eens sterk zal

doorgroeien. Eventueel kan de controlist de dijken verhogen binnen het

rivierprofiel, waardoor er minder binnendijks gebied hinder ondervindt van

de maatregelen. Technisch gezien is dit geen moeilijke oplossing, het levert

slechts enkele centimeters extra dijkverhoging op. Doordat het

watersysteem verder gereguleerd wordt, zijn er grote investeringen nodig

in stuwen, sluizen en stormvloedkeringen, en veel grote en kleine

regelwerken voor een uitgekiende watervoorziening. Het zal een uitdaging

zijn om hier enige flexibiliteit in aan te brengen om voor meerdere

scenario’s gesteld te staan. Bij een lagere economische groei of krimp

zullen de kosten een substantieel deel van het BNP gaan uitmaken.

De controlist wil voor iedereen een goede regeling treffen die voldoende

zekerheid biedt voor de veiligheid of watervoorziening. Daardoor zal de

controlist de ruimte voor het water die noodzakelijk en verkrijgbaar is, ook

gaan claimen. Daar waar onderhandelingen plaats kunnen vinden, zal een

compromis gevonden worden (buitendijkse oplossingen, herontwikkeling

of zo beperkt mogelijk onteigenen).

De dijk Enkhuizen-Lelystad (Houtribdijk) in combinatie met de Knardijk

biedt een goede en haalbare bescherming van de Noordvleugel van Fort

Holland. In het perspectief van de Controlist zal er bij de Drechtsteden een

dijk helemaal buitenom gebouwd moeten worden (huidige buitendijks

gebied binnendijks maken). Flessenhalzen daarbij kunnen door verdieping

worden opgelost.

Door de inzet van heel veel technische maatregelen worden we zeer

afhankelijk van de betrouwbaarheid van de kunstwerken. Dit maakt dat de

opties erg duur worden in ontwerp en onderhoud.

De Marktoptimisten luiden een trendbreuk in. De overheid is niet meer

volledig verantwoordelijk voor waterveiligheid, en zeker niet meer voor

watervoorziening, maar het individu. Het zal een grote uitdaging zijn om

voorzieningen enigszins collectief te regelen. Een transitie is nodig

vergelijkbaar met de liberalisering van de energiemarkt, naar een nieuw

Page 52: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

38 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

evenwicht tussen overheid en individuele verantwoordelijkheid.

Demografische en al dan niet gecorreleerde economische ontwikkelingen

beïnvloeden de marktprijzen van ruimte, water en veiligheid. Substantiële

hoeveelheden ruimte zijn nodig bij de getoonde oplossingen. Er wordt

echter geen ruimte gereserveerd. Pas als (ook in overeenstemming met de

korte termijn gedachte) het nodig gewenst wordt om ruimte te verkrijgen

zal dat te zijner tijd gekocht worden. Dat kost echter aanzienlijk meer dan

wanneer direct ruimte gereserveerd zou zijn. Maar hier ontstaat dan

vanzelf wel de discussie of negatieve externe effecten gereguleerd zullen

worden of niet.

Ook het insluipen van grote inefficiënties als gevolg van optimalisaties op

microniveau is een heel reëel scenario.

Iedere maatregel of samenhangend pakket van maatregelen zal op het

moment dat deze genomen zou moeten worden, getoetst worden aan

financiële haalbaarheid. Daarmee treden er per definitie geen onrendabele

projecten op, maar hoeft het geheel aan maatregelen geen efficiënt

waterbeheer te zijn. Zo zou volgens de Marktoptimist de superdijk ten

noorden van de Waal onzin zijn, omdat langs het grootste deel de

dichtheid van de bewoning te klein is om economisch een dergelijke

maatregel te verantwoorden. Een Superdijk langs de A15 betekent dat Tiel,

Gorkum, het Land van Altena en de Bommelerwaard aan de verkeerde

kant van de dijk komen te liggen. Ook hier zal het naar alle

waarschijnlijkheid economisch niet uitkunnen (tenzij er andere belangen en

dus financieringsbronnen meegekoppeld kunnen worden).

De Milieudenker wil enerzijds natuur en water de ruimte geven, anderzijds

moet hij vanuit het voorzorgsprincipe de veiligheid van de burgers voorop

stellen. Zo ontstaan er 2 Nederlanden: een voor de natuur en een voor de

bewoonde gebieden. In de laatste moeten vanuit het voorzorgsprincipe

forse investeringen worden gedaan in klimaatdijken, stormvloedkeringen,

enzovoorts. Ruimte voor natuur en veiligheid betekent dat van alle drie de

perspectieven de Milieudenker verreweg de meeste ruimtelijke

reserveringen nodig heeft, maar in het bovenrivierengebied met relatief

lagere dijken kan volstaan. Dit perspectief zal de economische

ontwikkeling waarschijnlijk niet versterken, of het moet zijn in andere

sectoren: kenniseconomie, (eco)-toerisme. Bij een lagere economische

groei zullen de toch wel forse veiligheidsmaatregelen onder druk komen te

staan.

Het ruimtelijk conflict bij de Milieudenker zal zich zowel in het IJsselgebied

(IJsselsprongen niet voor de hand liggend) als in het centrale rivierengebied

voordoen. Het aanleggen van ver naar achteren liggende dijken langs de

IJssel is vrijwel overbodig door gebruik te maken van het natuurlijk reliëf.

Dit kan ook voor het grootste deel van Brabant gelden, behalve voor het

stuk Oss – Waalwijk (hoewel dit zeker niet onmogelijk is). De hoogte van

de dijk valt mee omdat de rivierpeilstijgingen veel minder zullen zijn

vanwege de extra ruimte voor water.

Zolang de Nieuwe Waterweg open blijft, geldt voor alle perspectieven dat

superdijken in het benedenrivierengebied wellicht een kansrijke optie zijn.

Het benedenrivierengebied is dichtbebouwd gebied met veel industrie en

Page 53: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

39 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

veel voorland dat al hoog ligt. Naast de bescherming van het

benedenrivierengebied kunnen de superdijken tevens de verdedigingslinie

zijn aan de Zuidoostkant van de Randstad. Daarbij zijn er drie varianten

mogelijk:

1. Langs de Nieuwe Waterweg, Hollandsche IJssel en het Amsterdam-

Rijn Kanaal.

2. Langs de Nieuwe Waterweg en Lek.

3. Door Voorne-Putten (dus inclusief IJsselmonde), langs de

Drechtsteden en langs het Merwedekanaal (Marktoptimist).

De drie opties verschillen onder andere in de hoeveelheid bestaand gebied

dat wordt beschermd en de mogelijkheid om goed te bouwen. Bij dit

laatste speelt met name de ondergrond een rol (veel slappe veengrond).

De minst slechte ondergrond om te bouwen ligt langs de Hollandsche

IJssel.

Belangrijk is wel dat superdijken langs de Nieuwe Waterweg weinig zinvol

zijn als al duidelijk is dat op de langere termijn wordt besloten de Nieuwe

Waterweg af te sluiten (wat in de meeste perspectieven het geval is). De

enorme investering (zowel financieel als qua ruimtelijke inpassing) levert

dan geen rendement meer op.

Duidelijk is dat in alle perspectieven behoefte is aan ruimte om het

Nederlandse waterbeheer klimaatbestendig te maken, zij het in het ene

perspectief (veel) meer dan in het andere.

Voor alle perspectieven geldt ook dat de vertaling van abstracte

kaartbeelden naar een concrete ruimtelijke inrichting, gegeven de per

perspectief aangenomen economische en demografische

ontwikkelingen, belangrijk zal worden. Met name de ontwikkeling van

de landbouw, zowel in Nederland als op wereldschaal, zal een

belangrijke rol spelen in de haalbaarheid om ruimte te leveren. Met

name de rentabiliteit bepaalt de mogelijkheden om via ruimtelijke

maatregelen de inefficiënties in het waterbeheer op te lossen.

5.2 Elementen die in alle perspectieven voorkomen Naarmate maatregelen in meer perspectieven voorkomen, wordt de

aantrekkelijkheid ervan groter. Een aantal maatregelen komt zelfs in alle

drie de perspectieven terug:

• In alle perspectieven is ruimte nodig voor verdedigingswerken om

de veiligheid te handhaven. Dit varieert van veel, voor

bijvoorbeeld extra maatregelen voor ruimte voor de rivier, tot

beperkt, zoals voor het versterken van dijken. Waar in stedelijk

gebied geen ruimte beschikbaar is worden superdijken

(bebouwing gaat in brede strook mee omhoog) als goede

mogelijkheid gezien. Ruimte vragen om ruimte te winnen.

• Fort Randstad. Ook op de langere termijn zal hoogstwaarschijnlijk

Page 54: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

40 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

in de randstad de hoogste concentratie van mensen en economie

zijn, ook al zou verplaatsing van activiteiten naar hogere delen

gestimuleerd worden. In elk perspectief wordt dit gebied blijvend

beschermd, met het hoogste beschermingsniveau. Met een

stijgende zeespiegel en toenemende afvoeren betekent dit verdere

versterking van de verdediging rondom.

• Op termijn is de strategie om Rotterdam en omgeving te

beschermen met een stormvloedkering eindig. In alle

perspectieven wordt er daarom vroeger of later voor gekozen om

dit gebied te ontzien door hoogwatergolven af te leiden via de

Nieuwe Merwede, Hollands Diep en het Haringvliet.

• Hoeveel natuurlijke zoetzout overgangen ook worden hersteld,

hoeveel water er ook wordt bespaard, een grootschalige

zoetwaterbuffer wordt toch in alle perspectieven noodzakelijk

geacht. In alle gevallen is dat minimaal het Markermeer, in 2 van

de 3 perspectieven aangevuld met het IJsselmeer.

• Voor de watervoorziening van de hoge gronden zien we dat op

termijn wateraanvoer geen optie meer is en dat er in het gebied

zelf water langer moet worden vastgehouden in de winter. Dit

vergt wel regionaal en lokaal maatwerk, en is ook lang niet overal

mogelijk.

Een andere belangrijke conclusie is ook dat in alle perspectieven veel

geld geïnvesteerd zal moeten worden om het Nederlandse waterbeheer

klimaatbestendig te maken. Tegenover de kosten staan uiteraard ook

baten, in termen van veiligheid (vermeden slachtoffers en schade),

economie (onder andere gekoppeld aan de zoetwatervoorziening) en

natuur. Zowel kosten als baten zullen in het vervolg van het project

worden uitgewerkt.

Page 55: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

41 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Kust

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Harde kust

Eilanden

Ko

ste

nef

fect

ivit

eit

Ko

pp

elka

nse

n

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

co

no

mis

ch

e f

un

ctie

s

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhe

id

Be

stu

url

ijk/

maa

tsch

ap-

pel

ijke

acc

epta

tie

Huidig + ++ nvt + ++ b

Harde kust - -- nvt + o b

Eilanden -- + nvt ++ o b

Kust

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Harde kust

Eilanden

Ko

ste

nef

fect

ivit

eit

Ko

pp

elka

nse

n

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

co

no

mis

ch

e f

un

ctie

s

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhe

id

Be

stu

url

ijk/

maa

tsch

ap-

pel

ijke

acc

epta

tie

Huidig + ++ nvt + ++ b

Harde kust - -- nvt + o b

Eilanden -- + nvt ++ o b

6. Flexibiliteit en analyse van enkele gekozen oplossingsrichtingen

6.1 Flexibiliteit per deelgebied en oplossingsrichtingen Enkele oplossingsrichtingen zijn voor de sleutelgebieden, de kust, het

(beneden)rivierengebied, het IJsselmeer, de Wester- en de Oosterschelde

aan de hand van het eerder genoemde beoordelingskader verder

geanalyseerd en beoordeeld op hun flexibiliteit. Verder zijn

oplossingsrichtingen voor de watervoorziening en de natuur in

ogenschouw genomen. Deze analyse is geïllustreerd middels een schema

waarbij de onderstaande Figuur 6.1 het voorbeeld voor de kust geeft.

Inhoudelijk wordt de kust in de volgende sectie besproken.

Figuur 6.1 Beoordeling van adaptatiestrategieeen voor de kust op

klimaatbestendigheid en flexibiliteit

In de figuur staat op de horizontale as de klimaatverandering zoals die in

de loop van de tijd kan gaan optreden (zeespiegelstijging en verandering in

rivierafvoeren). Tevens staat de mogelijke bodemdaling aangegeven.

Verticaal staat telkens de huidige strategie bovenaan. Tevens is met een

zwarte lijn aangegeven hoe lang die nog houdbaar is. Op de verticaal

zijn eveneens de alternatieve strategieën aangegeven. Ook hierbij is

aangegeven hoe lang die houdbaar zijn. Tot slot is aangegeven in

hoeverre het mogelijk is te switchen tussen strategieën (groene en

zwarte pijlen). Als dat niet mogelijk is wordt een rode pijl gebruikt.

Indien een zwarte lijn gestippeld is, betekent dit dat een bepaalde

strategie al eerder zou kunnen worden ingezet, of als het meevalt wat

langer houdbaar is.

Page 56: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

42 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Naast de figuren staat telkens een tabel. In de tabel staan op de

verticale as wederom de oplossingsrichtingen. Op de verticale as staan

de criteria zoals die bij het beoordelingskader zijn beschreven (zie

paragraaf 2.2). De verschillende oplossingsrichtingen worden

vervolgens aan de hand van de criteria beoordeeld. Dit gebeurt op een

kwalitatieve manier, uitgedrukt in plusjes en minnetjes. Op die manier

ontstaat een beeld van de voor- en nadelen van de verschillende

oplossingsrichtingen. Een meer kwantitatieve onderbouwing zal in de

vervolgfase van dit project worden uitgevoerd.

Bij de tabel hoort de volgende legenda:

++ = oplossingsrichting scoort zeer goed

+ = oplossingsrichting scoort goed

o = oplossingsrichting scoort neutraal

- = oplossingsrichting scoort slecht

-- = oplossingsrichting scoort zeer slecht

b = in te vullen in overleg met bestuurders, in dit geval de leden van de

Deltacommissie

nvt = criterium is niet van toepassing voor deze oplossingsrichting.

6.2 Kust Voor de kust zijn in de perspectieven drie strategieën onderscheiden om

de zandige kust veilig te houden (Figuur 6.1):

0. Zandsuppleties (huidige strategie).

1. Harde kust; hierin worden op veel plaatsen duinen vervangen door of

gecombineerd met betonnen constructies, eventueel kunstriffen.

2. Eilanden voor de kust; hierin worden eilanden voor de kust aangelegd

waarmee de golven worden gedempt en de verdediging van het

huidige vasteland kan worden vergemakkelijkt. De waterstanden bij

het vasteland blijven hoger worden.

De drie strategieën zijn op basis van het beoordelingskader met elkaar

vergeleken. Daaruit komen de volgende opvallende zaken naar voren:

• De huidige strategie van zandsuppleties is veruit de meest

kostenefficiënte strategie, en kan nog eeuwen worden

volgehouden.

• De huidige strategie biedt ook de meeste koppelkansen met

natuur.

• De strategie van eilanden aanleggen voor de kust heeft de meeste

koppelkansen voor de economische ontwikkeling (hoewel

daarvoor wel een enorme investering nodig is, alsmede

verzwaarde onderhoudskosten. Tevens moet er nog een oplossing

voor de verslibbing van de huidige stranden worden gevonden).

• Wat betreft de flexibiliteit scoort de huidige strategie het best, er

kan eenvoudig overgestapt worden op andere strategieën. Dat

Page 57: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

43 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Benedenrivierengebied

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Dicht

Rijnmondring

Open

Ruimte reserveren

Ruimte reserveren

Ko

sten

effe

ctiv

itei

t

Ko

pp

elka

nse

n

N

atuu

r

W

ater

voor

zien

ing

E

cono

mis

che

func

ties

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhei

d

Bes

tuu

rlijk

/maa

tsch

ap-

pel

ijke

acce

pta

tie

Huidig - o o + o b

Dicht o/-- -- ++ o -- b

Rijnmond-ring

-/-- + ++ o o b

Open -- ++ -- o ++ b

Benedenrivierengebied

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Dicht

Rijnmondring

Open

Ruimte reserveren

Ruimte reserveren

Ko

sten

effe

ctiv

itei

t

Ko

pp

elka

nse

n

N

atuu

r

W

ater

voor

zien

ing

E

cono

mis

che

func

ties

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhei

d

Bes

tuu

rlijk

/maa

tsch

ap-

pel

ijke

acce

pta

tie

Huidig - o o + o b

Dicht o/-- -- ++ o -- b

Rijnmond-ring

-/-- + ++ o o b

Open -- ++ -- o ++ b

switchen van strategie kan bij de harde kust en eilanden weliswaar

ook, maar daarbij moet worden uitgekeken voor

kapitaalvernietiging.

• Voor de bestuurlijk/maatschappelijke aspecten is geen beoordeling

gegeven. Deze wordt overgelaten aan de mensen die op basis van

het beoordelingskader een besluit moeten nemen, in dit geval de

leden van de Deltacommissie.

6.3 Benedenrivierengebied

Figuur 6.2 Beoordeling van adaptatiestrategieeen voor het benedenrivierengebied

op klimaatbestendigheid en flexibiliteit

Voor het benedenrivierengebied zijn in de perspectieven vier

strategieën onderscheiden om het benedenrivierengebied veilig te

houden (Figuur 6.2):

0. Huidige strategie (inzet Maeslantkering en ruimtelijke maatregelen

fase 2 Ruimte voor de Rivier). De huidige Maeslantkering is ontworpen

voor een periode van 100 jaar en kan ruim 60 centimeter

zeespiegelstijging aan. Daarna zal een andere strategie gevolgd

moeten worden dan alleen een ‘open kering’, omdat deze door

zeespiegelstijging steeds vaker dicht zal moeten. Het wordt dan in de

praktijk toch een gesloten kering.

1. Maeslantkering en Haringvlietdam dicht; rivierwater wordt

weggepompt met megapompen, voornamelijk via Haringvliet.

2. Rijnmondring; afsluiten Nieuwe Waterweg en hoogwaterkeringen in

Nieuwe Merwede, Dortsche Kil en Spui. Hoogwatergolf gaat via Waal,

Nieuwe Merwede, Hollands Diep en Haringvliet. Grevelingen en

Page 58: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

44 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Oosterschelde kunnen dienen als extra waterberging.

3. Open; zowel Nieuwe Waterweg als Haringvliet staan min of meer

permanent open. Keringen gaan alleen bij zware storm dicht.

Superdijken (doorbraak- en overslagbestendig) in stedelijk gebied,

dijkverzwaring (overslagbestendig) daarbuiten.

De vier strategieën zijn op basis van het beoordelingskader met elkaar

vergeleken. Daaruit komen de volgende opvallende zaken naar voren:

• De huidige strategie van het garanderen van de veiligheid met

alleen de Maeslantkering loopt vast. Alle alternatieven zijn echter

extreem duur. Volledig afsluiten is op korte termijn het meest

kostenefficiënt, maar op de lange termijn gaan de pompkosten

enorm oplopen. Op een gegeven moment moet het totale Rijn- en

Maasstroomgebied worden leeggepompt.

• Voor de zoetwatervoorziening zijn de strategieën waarbij de

Nieuwe Waterweg wordt afgesloten het meest aantrekkelijk. De

variant met een volledig open verbinding heeft de meeste nadelen

voor de zoetwatervoorziening.

• De strategieën met een open Haringvliet bieden grote

koppelkansen met natuur. Bij dichte keringen zal de

natuurontwikkeling de minste kansen hebben.

• Voor alle varianten geldt dat de kansen op meekoppelen met

economische ontwikkeling aanwezig zijn. De variant met een open

Nieuwe Waterweg levert de minste beperkingen op voor de

Rotterdamse haven.

• Wat betreft de flexibiliteit scoort de open strategie het best, er kan

eenvoudig overgestapt worden op andere strategieën. Zodra

keringen eenmaal dicht staan is de kans op switchen naar een

(gedeeltelijk) open strategie nagenoeg verdwenen. Bij een open

strategie hoort een relatief groot ruimtegebruik omdat veel dijken

in het benedenrivierengebied dan moeten worden versterkt, lees

verbreed. Die ruimte zal niet meer beschikbaar zijn als de keringen

eerst een tijd dicht zijn geweest. Voor het benedenrivierengebied

geldt heel duidelijk dat er voor elke (gedeeltelijk) open strategie nu

al veel ruimte gereserveerd moet gaan worden voor

dijkversterkingen.

• Voor de bestuurlijk/maatschappelijke aspecten is geen beoordeling

gegeven. Dit wordt overgelaten aan de mensen die op basis van

het beoordelingskader een besluit moeten nemen, in dit geval de

leden van de Deltacommissie.

Page 59: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

45 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Afvoerverdeling Rijntakken

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

IJssel

Waal

IJssel + Waal

Ruimte reserveren

Ruimte reserveren

Ruimte reserveren

Ko

ste

ne

ffec

tiv

itei

t

Ko

pp

elka

nse

n

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

con

om

isc

he

fu

nct

ies

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhe

id

Be

stu

url

ijk/m

aats

chap

-p

elijk

e a

ccep

tati

e

Huidig o o o o o b

IJssel o - + o - b

Waal o + o + - b

IJssel+Waal - ++ o - ++ b

Afvoerverdeling Rijntakken

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

IJssel

Waal

IJssel + Waal

Ruimte reserveren

Ruimte reserveren

Ruimte reserveren

Ko

ste

ne

ffec

tiv

itei

t

Ko

pp

elka

nse

n

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

con

om

isc

he

fu

nct

ies

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhe

id

Be

stu

url

ijk/m

aats

chap

-p

elijk

e a

ccep

tati

e

Huidig o o o o o b

IJssel o - + o - b

Waal o + o + - b

IJssel+Waal - ++ o - ++ b

6.4 Rivierengebied; Afvoerverdeling

Figuur 6.3 Beoordeling van adaptatiestrategieeen voor de afvoerverdeling via de

Rijntakken op klimaatbestendigheid en flexibiliteit

Voor het rivierengebied zijn in de perspectieven vier strategieën

onderscheiden die vooral betrekking hebben op de afvoerverdeling

(Figuur 6.3):

0. Huidige strategie (conform fase 2 Ruimte voor de Rivier; ontzien van

de Nederrijn/Lek).

1. Meer water over de IJssel. Hiervoor is allereerst een flinke

ruimtereservering nodig.

2. Meer water over de Waal. Hiervoor is eveneens een flinke

ruimtereservering nodig.

3. Meer water over de IJssel en de Waal. Hiervoor zijn grote

ruimtereserveringen nodig langs beide riviertakken. Bij deze strategie

wordt uitgegaan van het voorzorgprincipe en dus een extreem hoge

afvoergolf, hoger dan in de andere perspectieven.

De vier strategieën zijn op basis van het beoordelingskader met elkaar

vergeleken. Daaruit komen de volgende opvallende zaken naar voren:

• De huidige strategie van het uitvoeren van fase 1 en 2 van Ruimte

voor de Rivier gaat nog lang goed, tot 18.000 m3/s bij Lobith. Uit

de berekeningen blijkt dat een afvoer van 17.500 m3/s in 2100

wel zo ongeveer het maximum is. Hogere afvoeren zijn alleen aan

het einde van deze eeuw te verwachten als in Duitsland extreme

Page 60: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

46 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

IJsselmeergebied

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Pompen

Meestijgen

Open

Ruimte

Ruimte ?

Ko

sten

effe

ctiv

itei

t

Ko

pp

elk

ans

en

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

con

omis

che

func

ties

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhei

d

Bes

tuu

rlijk

/maa

tsch

ap-

pel

ijke

acce

pta

tie

Huidig - - o o -- b

Meestijgen o + ++ o + b

Pompen o -- o o -- b

Open -- ++ -- -- ++ b

IJsselmeergebied

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Pompen

Meestijgen

Open

Ruimte

Ruimte ?

Ko

sten

effe

ctiv

itei

t

Ko

pp

elk

ans

en

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

con

omis

che

func

ties

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhei

d

Bes

tuu

rlijk

/maa

tsch

ap-

pel

ijke

acce

pta

tie

Huidig - - o o -- b

Meestijgen o + ++ o + b

Pompen o -- o o -- b

Open -- ++ -- -- ++ b

veiligheidsmaatregelen worden genomen waarbij op grote schaal

dijken sterk verhoogd en versterkt worden.

• Voor de zoetwatervoorziening zijn de strategieën waarbij meer

water over de IJssel gaat het meest aantrekkelijk, omdat dit water

kan worden opgeslagen in het IJsselmeer. Voor de landelijke

waterverdeling is dit echter maar een beperkt pluspunt. Veel

belangrijker is wat er bij de Nieuwe Waterweg gebeurt. Zie de

voorgaande paragraaf.

• De strategie met veel ruimte langs IJssel en Waal biedt de grootste

kansen voor de natuur. Langs de Waal zijn de kansen voor

natuurontwikkeling nog steeds groot, maar iets kleiner dan langs

de IJssel.

• Voor alle varianten geldt dat de kansen op meekoppelen met

economische ontwikkeling volop aanwezig zijn.

• Wat betreft de flexibiliteit scoort de strategie met

ruimtereserveringen langs zowel IJssel als Waal het best, er kan

eenvoudig overgestapt worden op andere strategieën. Andersom

is het vrijwel onmogelijk om over te stappen, omdat indien niet

tijdig ruimtereserveringen worden gemaakt dit later steeds

moeilijker zal worden.

• Voor de bestuurlijk/maatschappelijke aspecten is geen beoordeling

gegeven. Deze wordt overgelaten aan de mensen die op basis van

het beoordelingskader een besluit moeten nemen, in dit geval de

leden van de Deltacommissie.

6.5 IJsselmeergebied

Figuur 6.4 Beoordeling van adaptatiestrategieeen voor het IJsselmeer op

klimaatbestendigheid en flexibiliteit

Page 61: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

47 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Voor het IJsselmeergebied zijn in de perspectieven vier strategieën

onderscheiden die vooral betrekking hebben op de manier waarop het

overtollig water dat binnenkomt via de IJssel en de regionale wateren

naar zee wordt afgevoerd (Figuur 6.4):

0. Huidige strategie; spuien onder vrij verval via de huidige spuisluizen in

de Afsluitdijk bij Den Oever en Kornwerderzand en extra spuicapaciteit

(momenteel in ontwikkeling). Hierdoor kan een zeespiegelstijging van

0,5 meter worden overbrugd.

1. Meestijgen met de zee; het peil van het IJsselmeer volgt de

zeespiegelstijging. Hierdoor blijft het mogelijk te spuien onder vrij

verval. Wel moeten de dijken verhoogd worden rondom het IJsselmeer

om de peilstijging mogelijk te maken. Tevens moet met buitendijkse

ontwikkelingen rekening gehouden worden met deze peilstijging.

Meestijgen kan overigens niet onbeperkt. Het meerpeil zou ongeveer

1,5 meter omhoog kunnen zonder dat dit tot al te grote

veiligheidsproblemen in het IJsselmeergebied en de omgeving

(Kampen) leidt.

2. Pompen; het overtollige water wordt weggepompt via grote pompen

op de Afsluitdijk. Aanvankelijk zullen de kosten beperkt zijn, maar

naarmate de zeespiegel stijgt moet steeds meer water worden

weggepompt en wordt het hoogteverschil steeds groter.

3. Open verbinding met de Waddenzee; In deze variant wordt een

natuurlijke zoet-zoutovergang gecreëerd. Het zeewater kan vrij het

huidige IJsselmeer instromen. Vanwege veiligheidsredenen blijft er wel

een stormvloedkering in de Afsluitdijk. Daarnaast zijn flinke

dijkverhogingen nodig langs de totale IJselmeeroever, en in de

monding van de IJssel.

De vier strategieën zijn op basis van het beoordelingskader met elkaar

vergeleken. Daaruit komen de volgende opvallende zaken naar voren:

• De huidige strategie van spuien onder vrij verval kan nog worden

volgehouden tot ongeveer 0,5 meter zeespiegelstijging. Daarna zal

moeten worden gekozen tussen spuien onder vrij verval, pompen

of een combinatie.

• Voor de kortere termijn is pompen het meest kostenefficiënt. Op

de lange termijn zullen de pompkosten echter enorm oplopen.

• Voor de zoetwatervoorziening zijn de strategieën waarbij meer

waterberging in het IJsselmeer mogelijk is het meest aantrekkelijk.

Dat is alleen de variant waarin het IJsselmeerpeil meestijgt met de

zeespiegel.

• Voor de natuur is het herstel van de estuariene dynamiek het

meest aantrekkelijk, een open IJsselmeer dus. Ook meestijgen met

Page 62: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

48 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Westerschelde

HuidigDijkverhoging

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Kering

Afsluiten

Ko

ste

ne

ffec

tiv

ite

it

Ko

pp

elk

anse

n

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

co

no

mis

ch

e f

un

ctie

s

Fle

xib

ilit

eit

/ A

an

pa

sbaa

rhei

d

Bes

tuu

rlij

k/m

aats

chap

-

pe

lijke

acc

epta

tie

Huidig + dijk-verhoging

- ++ -- o -- b

Kering o + -- o + b

Dicht o -- ++ -- - b

Westerschelde

HuidigDijkverhoging

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Kering

Afsluiten

Ko

ste

ne

ffec

tiv

ite

it

Ko

pp

elk

anse

n

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

co

no

mis

ch

e f

un

ctie

s

Fle

xib

ilit

eit

/ A

an

pa

sbaa

rhei

d

Bes

tuu

rlij

k/m

aats

chap

-

pe

lijke

acc

epta

tie

Huidig + dijk-verhoging

- ++ -- o -- b

Kering o + -- o + b

Dicht o -- ++ -- - b

de zee biedt kansen voor natuur, omdat dan behoorlijke

peilfluctuaties mogelijk zijn. De variant met alleen pompen biedt

de minste kansen voor natuur.

• Voor alle varianten geldt dat de kansen op meekoppelen met

economische ontwikkeling volop aanwezig zijn. Wel is buitendijkse

ontwikkeling verreweg het makkelijkst als het huidige peil wordt

gehandhaafd, dus in de strategie met pompen.

• Wat betreft de flexibiliteit scoort de strategie met pompen het

minst. Als daar eenmaal mee begonnen wordt, moet dat ook

worden volgehouden omdat aangenomen kan worden dat men

zich in de aangrenzende gebieden steeds meer zal aanpassen aan

de vaste peilen, hetgeen leidt tot inflexibiliteit. Voor meestijgen

met de zee is de flexibiliteit groter, hoewel ook deze strategie niet

tot in het oneindige is vol te houden en uiteindelijk moet worden

overgegaan in pompen. Maar de pompkosten zullen dan

aanzienlijk kleiner zijn omdat er veel minder hoogteverschil hoeft

worden overbrugd. Ook de open variant is weinig flexibel. Als

eenmaal gekozen is voor een open variant is het onwaarschijnlijk

dat die weer wordt afgesloten. Het kan wel, maar het zal dan vele

jaren duren voor het zout uit het systeem is verdwenen. De open

strategie heeft wel als voordeel dat er relatief veel ruimte wordt

gereserveerd. Op dit punt is deze strategie dan ook het meest

flexibel.

• Voor de bestuurlijk/maatschappelijke aspecten is geen beoordeling

gegeven. Deze wordt overgelaten aan de mensen die op basis van

het beoordelingskader een besluit moeten nemen, in dit geval de

leden van de Deltacommissie.

6.6 Westerschelde

Figuur 6.5 Beoordeling van adaptatiestrategieeen voor de Westerschelde op

klimaatbestendigheid en flexibiliteit

Page 63: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

49 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Voor de Westerschelde zijn in de perspectieven drie strategieën

onderscheiden (Figuur 6.5):

0. De huidige strategie gaat uit van het handhaven van de veiligheid

door dijkverhogingen. Deze strategie heeft als groot voordeel dat de

haven van Antwerpen goed bereikbaar blijft.

1. Stormvloedkering; In deze strategie wordt de omgeving van de

Westerschelde veilig gehouden door een ‘open’ stormvloedkering in

de monding van de Westerschelde te leggen. Open betekent dat hij

geen hinder oplevert voor de scheepvaart. Verdere dijkverhoging langs

de oevers van de Westerschelde is overbodig.

2. Afsluiten; In deze strategie wordt de Westerschelde volledig afgesloten

met een dam, en wordt een zeesluis aangelegd om de haven van

Antwerpen bereikbaar te houden:

De drie strategieën zijn op basis van het beoordelingskader met elkaar

vergeleken. Daaruit komen de volgende opvallende zaken naar voren:

• De huidige strategie van dijkverhogingen is nog wel even vol te

houden, tot 1,5 meter zeespiegelstijging is dit waarschijnlijk ook

het meest efficiënt. Maar daarna ontkomen we waarschijnlijk niet

aan een variant van afsluiting (stormvloedkering of dam) om

onder andere Antwerpen veilig te houden. Voor de bescherming

van Zeeland zou verdere dijkverhoging overigens nog goed

mogelijk zijn.

• Wat betreft de kosteneffectiviteit is het aanleggen van een

stormvloedkering verreweg het duurst. Maar als ook de hinder

voor de scheepvaart wordt meegenomen, gaat de

kosteneffectiviteit van de strategie ‘afsluiten’ sterk naar beneden.

De inschatting is echter dat om Antwerpen op lange termijn veilig

te houden het aanleggen van een stormvloedkering of dam

onontkoombaar is (vanaf ongeveer 1,5 m zeespiegelstijging).

• Voor de zoetwatervoorziening is de strategie van afsluiting het

meest aantrekkelijk, omdat dan een zoetwaterbuffer ontstaat.

Voor de Zeeuwse landbouw zou dat aantrekkelijk zijn, maar op

landelijke schaal zijn de voordelen beperkt.

• Voor de natuur is het behoud van de estuariene dynamiek

cruciaal. Het meest aantrekkelijk is dus een open Westerschelde.

Ook de variant met een open stormvloedkering scoort nog goed

voor de natuur. Afsluiten zal de natuurwaarde enorm doen

afnemen.

• Voor de open strategieën geldt dat de kansen op meekoppelen

met economische ontwikkeling volop aanwezig zijn. Dit zijn vooral

kansen in relatie tot scheepvaart en industrie. Afsluiten biedt de

minste kansen.

Page 64: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

50 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Oosterschelde

HuidigKieren dicht

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Dijkverhoging + kering

Open

AfsluitenK

os

ten

effe

cti

vite

it

Ko

pp

elka

nse

n

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

co

no

mis

ch

e f

un

ctie

s

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pa

sba

arh

eid

Bes

tuu

rlij

k/m

aats

cha

p-

pe

lijke

ac

cep

tati

e

Huidig + kieren dicht

- + -- -- o b

Dijkverhoging + kering

+ + -- -- o b

Open -- ++ -- -- + b

Dicht ++ -- ++ + - b

Oosterschelde

HuidigKieren dicht

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Dijkverhoging + kering

Open

AfsluitenK

os

ten

effe

cti

vite

it

Ko

pp

elka

nse

n

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

co

no

mis

ch

e f

un

ctie

s

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pa

sba

arh

eid

Bes

tuu

rlij

k/m

aats

cha

p-

pe

lijke

ac

cep

tati

e

Huidig + kieren dicht

- + -- -- o b

Dijkverhoging + kering

+ + -- -- o b

Open -- ++ -- -- + b

Dicht ++ -- ++ + - b

• Wat betreft de flexibiliteit scoort afsluiten het slechtst. Als eenmaal

besloten is tot afdammen van de Westerschelde is het niet

waarschijnlijk dat dit weer ongedaan wordt gemaakt. Bij de andere

strategieën is het wel mogelijk om te veranderen van strategie.

• Voor de bestuurlijk/maatschappelijke aspecten is geen beoordeling

gegeven. Deze wordt overgelaten aan de mensen die op basis van

het beoordelingskader een besluit moeten nemen, in dit geval de

leden van de Deltacommissie.

6.7 Oosterschelde

Figuur 6.6 Beoordeling van adaptatiestrategieeen voor Oosterschelde op

klimaatbestendigheid en flexibiliteit

Voor de Oosterschelde zijn in de perspectieven vier strategieën

onderscheiden (Figuur 6.6):

0. De huidige strategie gaat uit van het handhaven van de veiligheid

door de huidige Oosterscheldekering. De kering is ontworpen om 200

jaar te functioneren, maar daarbij is uitgegaan van een

zeespiegelstijging van slechts 20 centimeter per eeuw. Om de

levensduur van 200 jaar vol te maken zullen dus aanvullende

maatregelen moeten worden bedacht. Een daarvan is het dichten van

de kieren rond de schuiven en in de drempels en landhoofden. Daar

stroomt momenteel een hoeveelheid water doorheen die vergelijkbaar

is met het open staan van 5 schuiven. Door het dichten van de kieren

kan enkele decimeters zeespiegelstijging extra worden opgevangen.

1. Stormvloedkering + dijkverhoging; In deze strategie wordt de

omgeving van de Oosterschelde veilig gehouden door achter de

stormvloedkering een ronde dijkverhoging uit te voeren. Tot het

technische einde van de kering zou hiermee 1,5 meter extra zeespiegel

Page 65: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

51 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

moeten worden opgevangen, bovenop de huidige strategie. Totaal

kan deze strategie daarmee 2 meter zeespiegelstijging aan.

2. Open; in deze strategie wordt net als bij de Westerschelde de

veiligheid gegarandeerd door hoge en zware zeedijken rondom de

Oosterschelde. Op termijn wordt de huidige stormvloedkering

verwijderd.

3. Afsluiten; In deze strategie wordt de Oosterschelde volledig afgesloten

met een dichte dam. Dijkverhogingen achter deze dam zijn niet meer

nodig.

De vier strategieën zijn op basis van het beoordelingskader met elkaar

vergeleken. Daaruit komen de volgende opvallende zaken naar voren:

• De huidige strategie om het Oosterscheldegebied veilig te houden

met alleen een stormvloedkering, zal niet volgehouden kunnen

worden tot het eind van de technische levensduur van de kering

(200 jaar). Bij een zeespiegelstijging van meer dan een 0,5 meter

zijn aanvullende maatregelen nodig.

• Voor de kortere termijn is een ronde dijkverhoging (met 1,5

meter) waarschijnlijk het meest kostenefficiënt. Daarna moet

gekozen worden voor een stormvloedkering of dam. Daarmee zou

de technische levensduur van de kering ook daadwerkelijk kunnen

worden gehaald. Daarna moet opnieuw worden bekeken hoe het

Oosterscheldegebied veilig wordt gehouden.

• Vanuit kosteneffectiviteit geredeneerd scoort het afsluiten met een

dam het best. Het aanleggen van een stormvloedkering is het

duurst.

• Voor de zoetwatervoorziening is de strategie van afsluiting het

meest aantrekkelijk, omdat dan een zoetwaterbuffer ontstaat.

Voor de omliggende Zeeuwse landbouw zou dat aantrekkelijk zijn,

maar op landelijke schaal zijn de voordelen beperkt.

• Voor de natuur is het behoud van de estuariene dynamiek

cruciaal. Het meest aantrekkelijk is dus een zo open mogelijke

Oosterschelde. Afsluiten zal de natuurwaarde enorm doen

afnemen. Aandachtspunt voor de (half)open varianten is de

zandhonger, waardoor slikken en schorren bij een stijgende

zeespiegel kunnen verdrinken. Dat kan de natuurwaarde sterk

devalueren.

• Gezien de natuurwaarde van de Oosterschelde is het voor alle

strategieën erg onwaarschijnlijk dat er grote meekoppelkansen zijn

voor economische functies. In beperkte mate zijn die er voor

waterrecreatie en visserij.

• Wat betreft de flexibiliteit scoort afsluiten het slechtst. Als eenmaal

besloten is tot afdammen van de Oosterschelde is het niet

Page 66: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

52 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Zoetwatervoorziening

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

1000 800 600 400Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

NWW zoet/ ZH zoet

NWW zout/ ZH zoet

NWW zout/ ZH zout

RO aanpassen!

Ko

sten

effe

cti

vit

eit

Ko

pp

elka

ns

en

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

co

no

mis

ch

e f

un

ctie

s

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhei

d

Bes

tuu

rlijk

/maa

tsch

ap-

pel

ijke

acc

epta

tie

Huidig - -- o o -- b

NWW zoet/ ZH zoet

++ -- + + - b

NWW zout/ ZH zoet

+ + - ++ + b

NWW zout/ ZH zout

- ++ -- - -- b

Zoetwatervoorziening

Huidig

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

1000 800 600 400Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

NWW zoet/ ZH zoet

NWW zout/ ZH zoet

NWW zout/ ZH zout

RO aanpassen!

Ko

sten

effe

cti

vit

eit

Ko

pp

elka

ns

en

N

atu

ur

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

co

no

mis

ch

e f

un

ctie

s

Fle

xib

ilite

it/

Aan

pas

baa

rhei

d

Bes

tuu

rlijk

/maa

tsch

ap-

pel

ijke

acc

epta

tie

Huidig - -- o o -- b

NWW zoet/ ZH zoet

++ -- + + - b

NWW zout/ ZH zoet

+ + - ++ + b

NWW zout/ ZH zout

- ++ -- - -- b

waarschijnlijk dat dit weer ongedaan wordt gemaakt. Bij de andere

strategieën is het wel mogelijk om te veranderen van strategie.

• Voor de bestuurlijk/maatschappelijke aspecten is geen beoordeling

gegeven. Deze wordt overgelaten aan de mensen die op basis van

het beoordelingskader een besluit moeten nemen, in dit geval de

leden van de Deltacommissie.

6.8 Zoetwatervoorziening

Figuur 6.7 Beoordeling van adaptatiestrategieeen voor Zoetwaterverdeling op

klimaatbestendigheid en flexibiliteit

De sleutel voor het toekomstig beleid rond de zoetwatervoorziening zit

in het benedenrivierengebied (zie hoofdstuk 1, de analyse van

omslagpunten). Voor het benedenrivierengebied zijn in de

perspectieven vier strategieën onderscheiden (figuur 6.7):

0. Huidige strategie; het zoet houden van de Nieuwe Waterweg door

deze door te spoelen met rivierwater, zodat via de Hollandsche IJssel

Zuid-Holland van zoet water kan worden voorzien. Uit de analyse van

omslagpunten (hoofdstuk 1) is gebleken dat deze strategie op de

langere termijn niet houdbaar is.

1. Nieuwe Waterweg zoet, Zuid-Holland zoet; dit is de variant waarbij de

Nieuwe Waterweg volledig wordt afgesloten. Hierdoor kan het zout

niet meer naar binnen, en zullen zowel Nieuwe Waterweg als Zuid-

Holland zoet blijven.

2. Nieuwe Waterweg zout, Zuid-Holland zoet; In deze strategie blijft de

Nieuwe Waterweg open en gaat deze door de stijgende zeespiegel en

dalende rivierafvoer in de zomer verder verzilten. Om Zuid-Holland

toch zoet te houden wordt nieuwe infrastructuur aangelegd om Zuid-

Page 67: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

53 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Holland vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal of het IJmeer van water te

voorzien.

3. Nieuwe Waterweg zout, Zuid-Holland zout. In deze variant blijft de

Nieuwe Waterweg open en gaat verzilten, evenals Zuid-Holland. De

ruimtelijke inrichting van Zuid-Holland wordt hier op aangepast.

Verziltingsgevoelige gewassen en natuur zijn ingewisseld voor meer

zoutwaterminnende gewassen en natuur.

De vier strategieën zijn op basis van het beoordelingskader met elkaar

vergeleken. Daaruit komen de volgende opvallende zaken naar voren:

• De huidige strategie van het garanderen van zoetwater voor Zuid-

Holland loopt vast. Er zijn echter voldoende alternatieve

strategieën voorhanden waarop overgestapt kan worden. Voor de

zoute variant zijn wel op korte termijn ruimtelijke ingrepen nodig

om op termijn over te kunnen stappen op deze strategie.

• Voor de zoetwatervoorziening zijn de strategieën waarbij de

Nieuwe Waterweg wordt afgesloten het meest aantrekkelijk. De

variant met een volledig open verbinding heeft de meeste nadelen

voor de zoetwatervoorziening.

• De strategieën met een open Nieuwe Waterweg bieden grote

koppelkansen met natuur. Bij dichte keringen zal de

natuurontwikkeling de minste kansen hebben.

• Voor alle varianten geldt dat de kansen op meekoppelen met

economische ontwikkeling aanwezig zijn. De variant met een open

Nieuwe Waterweg levert weliswaar de minste beperkingen voor

de Rotterdamse haven, maar omdat de Waterweg open wordt

gehouden vanwege natuurredenen zullen de voordelen beperkt

zijn.

• Wat betreft de flexibiliteit geeft de open strategie de minste

mogelijkheden. Als verzilting eenmaal wordt toegestaan zal het

lastig zijn het zout weer uit met name het regionale watersysteem

te krijgen. Dit geldt in ieder geval in de variant waarbij verzilting in

het regionaal watersysteem van Zuid-Holland wordt toegestaan.

Aan de andere kant is het ook erg onwaarschijnlijk dat een

eenmaal afgesloten Nieuwe Waterweg weer open zal worden

gezet. Daar is veel ruimte voor nodig om de veiligheid te

garanderen (zie paragraaf 6.3, ‘benedenrivierengebied’).

• Voor de bestuurlijk/maatschappelijke aspecten is geen beoordeling

gegeven. Die kan het best worden gegeven door de mensen die

op basis van het beoordelingskader een besluit moeten nemen, in

dit geval de leden van de Deltacommissie.

Page 68: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

54 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Natuur

Huidig•Natuurbehoud•Referentie (1900)•Soorten

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Toekomstgericht•Natuurontwikkeling•Toekomst (2100)•Ecosystemen

Ko

sten

effe

ctiv

itei

t

Ko

pp

elka

nse

n

Vei

ligh

eid

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

con

omis

ch

e f

unct

ies

Fle

xib

ilit

eit

/ A

anp

asb

aarh

eid

Bes

tuu

rlij

k/m

aats

chap

-p

elijk

e ac

cep

tati

e

Huidig -- -- o o - b

Toekomstig klimaat

++ ++ o o + b

Natuur

Huidig•Natuurbehoud•Referentie (1900)•Soorten

0 m 1 m 2 m 3 mZee (m)

15000 18000 20000 22000Rijn (m3/s)

2000 2050-2100 2100-2200 >2200Jaar

0 m -0,5 m -1,0 m -1,5 mBodem (m)

Toekomstgericht•Natuurontwikkeling•Toekomst (2100)•Ecosystemen

Ko

sten

effe

ctiv

itei

t

Ko

pp

elka

nse

n

Vei

ligh

eid

W

ate

rvo

orz

ien

ing

E

con

omis

ch

e f

unct

ies

Fle

xib

ilit

eit

/ A

anp

asb

aarh

eid

Bes

tuu

rlij

k/m

aats

chap

-p

elijk

e ac

cep

tati

e

Huidig -- -- o o - b

Toekomstig klimaat

++ ++ o o + b

6.9 Natuur

Figuur 6.8 Beoordeling van adaptatiestrategieeen voor de Natuur op

klimaatbestendigheid en flexibiliteit

Voor de natuur zijn slechts twee strategieën onderscheiden (Figuur

6.8):

0. Huidige strategie. Deze strategie is gebaseerd op natuurbehoud, het

afleiden van natuurdoelstellingen op basis van een referentiesituatie

(meestal 1900) en doelstellingen op het niveau van individuele

soorten. Van deze strategie is geconcludeerd dat het omslagpunt al

min of meer is gepasseerd.

1. Toekomstgericht: Deze strategie richt zich op natuurontwikkeling, ons

‘nieuwe klimaat’ en op ecosysteemdoelstellingen in plaats van

individuele soorten. De natuurwaarde (biodiversiteit) blijft minstens

gelijkwaardig, maar vaak zal het ecosysteem er anders uitzien dan in

het verleden.

De twee strategieën zijn op basis van het beoordelingskader met elkaar

vergeleken. Daaruit komen de volgende opvallende zaken naar voren:

• De huidige strategie gericht op natuurbehoud is niet

klimaatbestendig.

• Bij de huidige strategie zal de natuurwaarde door

klimaatverandering in de loop der tijd alleen maar afnemen,

hoeveel geld ook wordt gestopt in natuurbehoud.

• Er is een alternatieve strategie beschikbaar, maar de overstap is

Page 69: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

55 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

groot. Pas als duidelijk is wat de nieuwe ecosysteemdoelen

moeten zijn, kan natuurontwikkeling daarop worden gericht en

kunnen de bijbehorende beheersplannen gemaakt worden. Dat

vergt tijd.

• De strategie gericht op natuurontwikkeling scoort op de langere

termijn aanzienlijk beter dan de huidige strategie. De

neveneffecten op andere criteria in het beoordelingskader zijn

vergelijkbaar met het huidige natuurbeleid, of zelfs kleiner.

• Voor de bestuurlijk/maatschappelijke aspecten is geen beoordeling

gegeven. Dit wordt overgelaten aan de mensen die op basis van

het beoordelingskader een besluit moeten nemen, in dit geval de

leden van de Deltacommissie.

6.10 Vervolg De in deze paragraag beschreven weergaves van oplossingen (ook wel

‘pathways’ genoemd) zullen in het verdere verloop van het project verder

worden uitgewerkt. Tevens zal ook een veel meer kwantitatieve

beoordeling van de effecten worden gegeven. De huidige beoordeling is

kwalitatief en voornamelijk gebaseerd op expert-judgement.

Page 70: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

56 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

Page 71: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

57 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

7. Conclusies en aanbevelingen In deze tussentijdse rapportage voor de Deltacommissie van het project

‘Klimaatbestendigheid Nederland waterland’ is een beschrijving

gegeven van de klimaatbestendigheid van het waterbeheer in

Nederland. Het huidige waterbeheer- en beleid is geanalyseerd, waarbij

met name gekeken is of dit huidige beheer en beleid ook bij verder

doorzettende klimaatverandering nog steeds houdbaar is. Het bepalen

van de klimaatbestendigheid bij huidige beheer en beleid kon in de

meeste gevallen op een kwantitatieve manier worden onderbouwd (zie

het rapport van fase 1 van dit project: ‘Klimaatbestendigheid van

Nederland Waterland; verkenning van knikpunten in beheer en beleid

voor het hoofdwatersysteem; Technisch rapport’).

Op punten waar het huidige waterbeheer- en beleid niet

klimaatbestendig is, en op een bepaald moment dus een omslagpunt

wordt bereikt, is gezocht naar alternatieve strategieën die wel

klimaatbestendig zijn. De beoordeling van deze alternatieve strategieën

heeft op een kwalitatieve manier plaatsgevonden, meestal met behulp

van expert-judgement van medewerkers van Deltares en

Rijkswaterstaat. Binnen het project worden nadrukkelijk geen

voorkeursstrategieën bepaald. We beperken ons tot het beschrijven van

de voor- en nadelen van de diverse opties. Wel kan het materiaal

gebruikt worden om uiteindelijk tot voorkeursstrategieën te komen,

bijvoorbeeld in het kader van het Nationaal Waterplan.

In het vervolg van dit project, tot medio voorjaar 2009, zal een meer

kwantitatieve uitwerking worden gegeven.

Ten aanzien van de gevonden omslagpunten en de mogelijke alternatieve

strategieën kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

1. Op een aantal punten is het huidige waterbeheer- en beleid

‘klimaatbestendig’. Een goed voorbeeld is de strategie van het veilig

houden van de kust door jaarlijkse zandsuppleties. Deze strategie is

nog eeuwen houdbaar, zelfs als de zeespiegel vele meters stijgt. De

kosten zijn relatief beperkt. Deze conclusie betekent ook dat

alternatieve strategieën als eilanden voor de kust of het bouwen van

allerlei harde constructies in plaats van zand minder realistisch zijn.

Vanuit het oogpunt van veiligheid zijn ze overbodig. Over eventuele

andere argumenten om bijvoorbeeld eilanden voor de kust neer te

leggen (ruimte, innovatie, export) wordt in deze verkenning geen

uitspraak gedaan.

2. Op diverse punten is ons huidige waterbeheer en -beleid niet

klimaatbestendig. Dat geldt onder andere voor:

• Het beheer ten aanzien van natuur: het beleid gericht op

natuurbehoud (soortenbenadering) in plaats van

natuurontwikkeling (ecosysteembenadering); dit is nu reeds een

probleem en zal met een stijgende temperatuur in de toekomst

verder toenemen;

Page 72: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

58 Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland

• Het beheer ten aanzien van de watervoorziening:

verziltingsbestrijding Nieuwe Waterweg, en daarmee de totale

watervoorzienig van Nederland; dit wordt voor 2040 een

probleem;

• Het beheer ten aanzien van de veiligheid: het open houden van de

Nieuwe Waterweg met een stormvloedkering; dit wordt na 2040,

maar voor 2100 een probleem;

3. Dit betekent dat de bestaande beheersstrategieën vervangen moeten

worden door meer klimaatbestendige varianten. Dit heeft gevolgen

voor het totale waterbeheer en –beleid. Het noopt ook tot actie op

een veel kortere termijn dan we tot nu toe dachten.

4. Uit deze verkennende studie blijkt dat we het Nederlandse

waterbeheer op veel manieren klimaatbestendig kunnen maken. We

kunnen ons nog lang (bij grote klimaatveranderingen) blijven

aanpassen aan de fysische omstandigheden, zonder dat terugtrekking

op hogere gronden aan de orde is. Het zullen geen simpele

aanpassingen zijn en in de keuze hoe we ons gaan aanpassen, moeten

we ons realiseren dat maatregelen veelal zullen ingrijpen op het gehele

waterbeheersysteem. Een goed voorbeeld daarvan is de vraag of de

Nieuwe Waterweg open moet blijven of niet. Het antwoord op die

vraag grijpt in op de veiligheid, zoetwatervoorziening en natuur, en op

vrijwel alle watersystemen in Nederland. Het blijkt (opnieuw) cruciaal

om dit waterbeheer in zijn totale samenhang te beschouwen:

• Samenhang tussen regio’s (kust, benedenrivieren, rivieren,

IJsselmeergebied, regionaal water en internationale

stroomgebieden kunnen niet los van elkaar worden gezien).

• Samenhang tussen thema’s (onder andere veiligheid, natuur en de

watervoorziening kunnen niet los van elkaar worden gezien).

5. Gezien voorgaande conclusies is het verstandig nu al na te gaan

denken over alternatieve strategieën om het Nederlandse waterbeheer

klimaatbestendig te maken, ondanks het feit dat sommige

omslagpunten relatief ver weg liggen. Denkend vanuit de wat verdere

toekomst kunnen op die manier de beste oplossingen voor de nabije

toekomst worden afgeleid. Samenwerking met landen die

bovenstrooms van ons liggen is daarbij cruciaal.

6. Voor alle strategieën geldt dat er ruimte en geld nodig is om

Nederland klimaatbestendig te maken. Met name die ruimte zal nu al

gereserveerd moeten worden om in de toekomst flexibel op

klimaatverandering in te kunnen spelen. Voorkomen moet echter

worden dat hierdoor gebieden “op slot gaan”. De perspectieven laten

zien dat klimaatbestendigheid en een aantrekkelijke

gebiedsontwikkeling prima kunnen samengaan.

Page 73: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

8. Referenties

Aandacht voor Veiligheid (2008). Achtergronddocument case Busines

as Usual. eindversie 22 april 2008

Adaptatie programma Ruimte en Klimaat (ARK 2007). ‘ Maak ruimte voor

klimaat’, nationale adaptatiestrategie – de beleidsnotitie. oktober 2007

Asselt, M.B.A. van (2007), Perspectives on uncertainty and risk. The PRIMA approach to decision support, International Centre for

Integrative Studies (ICIS), Maastricht University, Maastricht, the

Netherlands.

Beaugrand, Gregory (2004) The North Sea regime shift: evidence,

causes, mechanisms and consequences. Progress in Oceanography 60

245–262.

Bouma, G.M. (2002), Ruimtelijke kwaliteit en synergie binnen

investeringsprojecten. Een onderzoek naar de wijze waarop ruimtelijke

kwaliteit en synergie meegenomen kunnen worden in

afwegingsvraagstukken, TNO Inro rapport 2002-66, TNO Inro, Delft.

Brakman, S., J.H. Garretsen, J. Gorter, M. Schramm en A. van der Horst (2005), New Economic Geography, empirics and regional policy, CPB publicatie nr. 56, Den Haag Bruggers, M. (2006), Achterlandstudie Maeslantkering - Consequenties

voor inundatiefrequenties van buitendijkse gebieden in de Rijn-

Maasmonding, RIZA Rapport 2006.022, augustus 2006.

CPB/RPB/MNP (2006), Welvaart en Leefomgeving, Rapportnummer

5000810001. Centraal Planbureau/ Milieu- en Natuurplanbureau/

Ruimtelijk Planbureau, Den Haag/Bilthoven

Deltacommissie (1960), Rapport Deltacommissie, Staatsdrukkerij en uitgeverijbedrijf, Den Haag

Deltares i.o. (2007), Inventarisatie van effecten van klimaatverandering

op fysiek systeem Hoogheemraadschap van Delfland, TNO-rapport 2007-U-R01023/A, Utrecht

Diamond, J.M., 2005, Collapse, How Societies Choose to Fail or

Succeed , UCLA Univeristy Press, Los Angeles

Douglas, M. (1970), Natural symbols – Explorations in cosmology,

Londen.

Ellen, G.J. en A. Slob (2006), Risk perception and risk communication

concerning sediments, TNO Strategy Technology Policy, Delft, the

Netherlands.

Page 74: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

De Nederlandsche Bank (2007), Gevolgen van klimaatverandering voor de Nederlandse overheidsfinancien, Kwartaalbericht, september 2007, Amsterdam Eijgenraam, C.J.J. (2005), Veiligheid tegen overstromen – kosten-batenanalyse voor Ruimte voor de Rivier, deel 1, CPB document nr 82, Centraal Planbureau, Den Haag

Haasnoot, M., Duel, H., van der Lee, G., Baptist, M., van der Molen,

D.T. & Platteeuw, M. (2004). Impact of climate change on floodplain

ecosystems of the River Rhine, the Netherlands. In: Proceedings of the

Fifth International Conference on Ecohydraulics. Aquatic Habitats:

Analysis & restoration. September 12-17, Madrid, Spain. Paper. pp

1389-1393

Haasnoot, M., Vermulst, J.A.P.H., Middelkoop, H. (1999). Impacts of

climate change and land subsidence on the water systems in the

Netherlands. Terrestrial areas, RIZA rapport 99.049, NRP project

952210, ISBN 902210.

Heuvelhof, E.F. ten, Bruijn, J.A. de, Wal, M.. van der, Kort, M.B., Vliet,

M. van, Noordink, M. & Bohm, B. (2007). Procesevaluatie

totstandkoming PKB ruimte voor de rivier. Utrecht: Berenschot.

Hoogvliet, M. "Koploper Klimaat Werkpakket Watervoorziening",

Deltares april 2008, rapportnummer 2008-U-R0434/A. Huizinga, F. en B. Smid (2004), Vier vergezichten op Nederland – productie, arbeid en sectorstructuur in vier scenario’s tot 2040, nr. 55, centraal Planbureau, Den Haag Innovatienetwerk, Ministerie van Rijkswaterstaat – WINN (2007), InspiratieAtlas Waalweelde, Publicatienummer Innovatienetwerk 07.2.152, Utrecht Jelgersma, S. M.J.F. Stive en L. van der Valk (1995) Holocene storm surge signatures in the coastal dunes of the western Netherlands, Marine Geology 125 95 -110. Jonkhoff, W., O. Koops, R.A.A. van der Krogt, G.H.P. Oude Essink, E.S. van Baaren en E. Rietveld (2008), Economische effecten van klimaatverandering, TNO rapport 66185, Delft, te verschijnen Joziasse, J., S. Heise, A. Oen, G.J. Ellen en L. Gerrits (2007), Sediment

management objectives and risk indicators, in: Sustainable

management of sediment resources. Sediment risk management and

communication, Elsevier (2006).

Kingdon, John W. (eerste druk 1984, tweede druk 1995), Agendas,

Alternatives and Public Policies, New York: HarperCollins College

Publishers

Page 75: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

Klijn, F., H. van der Klis, J. Stijnen, K. de Bruijn en M. Kok (2004), Overstromingsrisico dijkringen in Nederland – betooglijn en deskundigenoordeel, rapport voor RIVM, WL Delft/HKV Lijn in Water, Delft Klijn, F., P. Baan, K. de Bruin en J.C.J. Kwadijk (2007), Overstromingsrisico’s in Nederland in een veranderend klimaat – verwachtingen, schattingen en berekeningen voor het project Nederland Later, rapport in opdracht van MNP, WL Delft Hydraulics, Delft Kwadijk J. et al. (2001). Maatgevende afvoeren, onzekerheden en

wereldbeelden. Stromingen 7 no 2.

Kwadijk J. (2007). Memo, WIKI.

Leidraad Rivieren (2007), Technisch Rapport Ontwerpbelastingen voor het

rivierengebied, V&W en ENW, 2007 Leven met Water , Habiforum, Klimaat voor Ruimte, Naar een klimaatbestendig NL; Kaders voor afweging, definitiestudie fase 1, Gouda, te verschijnen 2008. Manshanden, W.J.J., A.C. Muskens, P.J.M. de Bruijn en P.J. Louter (2002), Zo werkt Rotterdam: een vergelijking van de regionaal-economische structuur van de regio’s Rotterdam en Amsterdam, TNO Inro rapport 2002-027, Delft Manshanden, W.J.J., W. Jonkhoff, P.J.M. de Bruijn, O. Koops en J. van Brussel (2006), De Top 20 van Europese stedelijke regio’s 1995-2005: Randstad Holland in internationaal perspectief, TNO-rapport I&R-2006-N086-54073, Delft Milieu- en Natuurplanbureau (2007) m.m.v. WL / Delft Hydraulics, Nederland Later; Tweede Duurzaamheidsverkenning, deel Fysieke leefomgeving Nederland, MNP-publicatienummer 500127001/2007, Bilthoven

Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW). Integrale Verkenning Maas

2 (IVM2). R. Postma, M. Cals, J. Reuber. Ministerie van Verkeer en

Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Limburg, 2006. Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2005), Veiligheid Nederland in Kaart – risicocase dijkring 14 Zuid-Holland, berekening van het overstromingsrisico, DWW-2006-010, Den Haag Ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ (2004), Nota Ruimte; Ruimte voor Ontwikkeling, Den Haag Olsthoorn, A., P. van der Werff, L. Bouwer en D. Huitema (2004), Neo-Atlantis: Dutch responses to five meter sea level rise, No FNU-75, Working Papers from Research unit Sustainability and Global Change, Hamburg University

Page 76: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.

Oude Vrielink, M.J. en O. van Heffen (2000), Aaron Wildavsky: Van

beleidscriticus tot ‘cultuuradept’, Bla Bestuurskunde, jaargang 9,

nummer 6, pp. 276 – 284.

RIZA (2007), Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn & Maas,

achtergrondrapport veiligheid en rivierkunde, RWS-RIZA, nr. 2005.024,

2005.

Rooy, P. van (2007), Gebiedsontwikkeling Groot Mijdrecht Noord;

Synopsis van een verkenning, Habiforum, Gouda

Rotmans, J. (2007), Duurzaamheid: van onderstroom naar draaggolf.

Op de rand van een doorbraak. Drift Erasmus Universiteit Rotterdam,

2007.

RWS (2007), Systeemanalyse Rijn-Maasmonding, RWS Zuid Holland,

oktober 2007.

Schie, N. van, J. Edelenbos, M. Duijn, M. Rijnveld, L. Gerrits, J. van Ast

en R. Siebinga (2007), Het advies Rondom Arnemuiden. Water als

historische drager van het gebied. Het advies van bewoners aan

bestuurders over de herinrichting Rondom Arnemuiden, opgesteld door Erasmus Universiteit Rotterdam, TNO Bouw en Ondergrond, Tauw BV.,

november 2007.

Stadsgewest Haaglanden, TNO INRO, Dauvellier Planadvies (2003),

MIRUP; Handreiking voor Milieu in Ruimtelijke Plannen, Den Haag

Stern, N., S. Peters, V. Bakhshi, A. Bowen, C. Cameron, S. Catovsky, D. Crane, S. Cruickshank, S. Dietz, N. Edmonson, S.-L. Garbett, L. Hamid,

G. Hoffman, D. Ingram, B. Jones, N. Patmore, H. Radcliffe, R.

Sathiyarajah, M. Stock, C. Taylor, T. Vernon,

H. Wanjie en D. Zenghelis (2006), Stern Review: The economics of

climate change, HM Treasury, Londen

Strayer, D. 1991. Projected distribution of the zebra mussel, Dreissena

polymorpha, in North America. Canadian Journal of Fisheries and Aquatic Sciences 48: 1389-1395.

Thompson, M., R Ellis en A. Wildavsky (1990), Cultural theory, San

Fransisco, 1990.

Werner (2005), Spatial inundation modelling: A performance based

comparison, M.G.F. Werner, PhD Thesis, Delft University of

Technology. Delft University Press, 2005, ISBN 9040725586

WRR (2006) Klimaatstrategie – tussen ambitie en realisme, rapporten

aan de regering nr. 74, Amsterdam University Press, Amsterdam/Den

HaagHaasnoot, M, Ververs, M.& Duel, H. (2002). Effecten van klimaatverandering op ecotopen van rijkswateren. WL | Delft Hydraulics rapport Q3258

Page 77: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.
Page 78: Drie perspectieven voor een klimaatbestendig Nederland · 2017-12-07 · van alleen de Maeslantkering en het programma Ruimte voor de Rivier is op lange termijn niet klimaatbestendig.