Drie koningen toneelspel

42
HET DRIEKONINGEN SPEL

description

Dutch version of the 3 kings play, Translated in 2012 from the original German book.

Transcript of Drie koningen toneelspel

Page 1: Drie koningen toneelspel

HET

DRIEKONINGEN

SPEL

Page 2: Drie koningen toneelspel

Personages, in volgorde van opkomst:- Engel- Koning Melchior- Koning Balthasar- Koning Caspar- Page(s)- Viligratia- Maria- Jozef

- Herodes- Lakei- Hoofdman- Krijgsknecht- Schriftgeleerde Kajafas- Schriftgeleerde Pilatus- Schriftgeleerde Jonas/Judas- Duivel

Page 3: Drie koningen toneelspel

PROLOOG

Engel: Ik treed hier binnen zonder spot. Een goedenavond geve u God, een goedenavond, een gezegende tijd waarin Hij ons vanuit de hemel leidt.Geachte aanwezigen, dames en heren,jongens en meisjes in deugd en ere,‘k Hoop dat wanneer u ons spel aanhoort,uw gemoed niet wordt verstoord.Wat hier ten tonele wordt gebracht, is niet door één van ons bedacht. Het is niet zomaar een verhaal; in de heilige schrift staat 't allemaal,over de Wijzen uit de Oriënt, Ze zijn een ieder wel bekend.Als reizigers in karavaanzijn zij een lange weg gegaan.Bij Jeruzalem troffen zij elkaaren vroegen naar het nieuwgeboren kind aldaar.Herodes kwam het verhaal zo ter ore. Hij wilde van zijn priesters horen, wat daarvan in de heilige schriften staat. Hij raakte ontsteld, wist zich geen raad.Wanneer u dit in alle rust horen wil, Luister dan goed en wees allen stil.

Page 4: Drie koningen toneelspel

SCENE 1

Melchior: Mijn instrumenten, mijn kwadrant en kompas. Page, breng dit alles ras.Geef mij de hemelse globe bovendien.Want zo’n gesternte heb ik nog nooit gezien.

Met Zon en Venus in dezelfde baanis daarnaast iets anders ontstaan.Dat glorieus straalt aan 't firmament!Waarom was mij dit onbekend?

Je ziet dat ze dichtbij ons staat;gewis dat het om iets zeldzaams gaat.precies in het midden zie ik een jonge vrouwze draagt een kind, naar ik beschouwhoe glanst haar reine aangezicht, de pure luister van haar aangezichtis nog fraaier dan het sterrenlicht en zie haar langs de hemel gaan,nergens komt ze stil te staan.Het kindje dat op haar arm is gelegenzie ik, naar ik meen, bewegen.

Waar is het wonder op gebaseerd?Vlug page, haal de wiskundige, hij is geleerd.Mogelijk kent hij de mysterieuze betekenisvan het kind dat op haar arm gelegen is.

Page: Genadige koning, zoals u beveelt zal ik zonder dralen de geleerde Viligratia halen.

Melchior: Viligratia, kunt u mij iets over dat gesternte vertellen?

Page 5: Drie koningen toneelspel

Viligratia: Genadige koning, ik kan daar zelf geen oordeel over vellen, maar ik zal onderzoeken wat de profeten, ons middels hun geschriften laten weten. (bladert in het boek) De profeet Jesaja spreekt naar ik zie, met deze woorden een profetie: ‘In Bethlehem wordt door een maagd een kind gebaard.Messias zal hij zijn, koning van hemel en aard.’

Melchior: Wat de profeet daar voorziet, is dus reeds in Bethlehem geschied.Nu wil ik met zorg bedenken, wat ik aan dat kind zal schenken.Ja, ik weet al wat ik doe:een som goud; dat komt hem toe,want hij is een koning van hemel en aarde. Ik hoop dat hij mij zal aanvaarden.Kom page, zorg dat alles wordt gedaanom bijtijds op weg te kunnen gaan. Viligratia, Ik wil dat u mijn regiment beheerttotdat ik terug zal zijn gekeerd.

Viligratia: Genadige koning, zolang u er niet bent,beheer ik voor u het regiment.

Page 6: Drie koningen toneelspel

Balthasar: Mijn dienaren hebben nieuws gebracht;er is een wonder geschied vannacht. Een ster verscheen, helder en rein,waarin een maagd te zien zou zijnmet een koning van het ganse heelalvoor wie men wierook offeren zal.Het betreft hier een kindje, teer en fijn dat als groot wonder geboren zou zijn.Ik zal zelf de straat opgaan, zodat ik het wonder kan gadeslaan, met eigen ogen kan aanschouwen, wat mij verteld werd door mijn getrouwen.

Oh wonder, grootser dan ooit werd vernomen, nog nooit in de geschiedenis voorgekomen:een maagd en moeder tegelijkertijd, haar kindje een koning, arm en toch rijk. Naar Bethlehem lijkt de ster ons te wijzen, alsof we daar allen heen moeten reizen om het raadsel te doorgronden dat bij de profeten is gevonden:‘Door een moeder, nog rein van aard,Wordt zonder man een kind gebaard.Een Koning der joden zal daaruit ontstaandie alle vijanden zal verslaan.’Morgen ga ik op pad bij het krieken van de dag en hoop dat ik het kindje vinden mag.

Page 7: Drie koningen toneelspel

Caspar: Wonderbaarlijk, wat een verheugenisnu opeens de tijd gekomen isdat de begeerde Messias is geboren, zoals de profeten ons hebben bezworen.Uit het gesternte kunnen wij leren, dat wij hun verhaal moeten herwaarderen.Voor sommigen leek het fantasie,maar nu blijkt het de ware historie.In mij ontbrandt een hevig begeren dit kind te vinden, ervan te leren.Maar welk geschenk zal hem eer bewijzen?Waarmee zal ik tot hem reizen?Omdat hij een koning is van het ganse heelal,is mirre de gave die ik schenken zal. Met zulk een offer wil ik tot hem gaan in de hoop voor hem te mogen bestaan.

Lied 1 (compagnie):Hoe schittert daar de duidende ster!Gewis, oh wonder, ‘t is nu zoverdat de koning is gekomen.Oh wijzen, goede wijzen, vertelde waarheid, ja vertel ons snelwaarom wij ondernomeneen zo lange, zware reis enwaarom zoeken wij bewijzenin een land zonder koningswoning.

Page 8: Drie koningen toneelspel

Page: Genadige koning, er nadert een schare mensen.Geen idee wie het zijn of wat ze wensen.Het lijkt wel alsof hun karavaanook door een koning wordt voorgegaan.

Melchior: Laten we de reis hier dan even stakenom een ontmoeting mogelijk te maken

Mijn goede heer, wees gegroet.Waarheen wijst uw hart, zin en gemoed?

Balthasar: Ik groet u, en allen die met U gaan.Waarheen gaat de reis met uw karavaan?

Melchior: Mijn dank goede heer, ik vertel u graag dat wij naar Jeruzalem gaan vandaag.

Caspar: Excuseert u mij heren, goedendag.Wie zoekt u daar, als ik vragen mag?

Melchior: Bij Jesaja vindt men duidelijk beschreven, dat een arm maar rijk kind het levens- licht in Bethlehem aanschouwen zal, en koning wordt over aarde en heelal.Een ster legt alles aan de dag, hoe wonderlijk dat ook klinken mag. Ergens in het nabije verleden,is het kindje tot het wereldse toegetreden.

Balthasar: Ik zal u eerlijk zeggen, precies gelijk is het toegegaan in mijn koninkrijk. Een ster zag men langs de hemel gaan, waarin men een maagd met een kind zag staan. Met deze reis verwerf ik mij zichtop wat in dit teken verborgen ligt.

Caspar: Hetzelfde heeft mij op de been gebracht, dat wat men alom een wonder acht. Hem wil ik vinden met al mijn begerenen niets kan mij de weg doen keren.

Page 9: Drie koningen toneelspel

Melchior: Nu ik de ster zie verdwijnen die ons tot hier de weg deed schijnen, en wij ons in deze onbekende stratennergens meer op kunnen verlaten, onderbreken we de reis heel even,zullen ons naar Jeruzalem begevenom daar te vertellen wat wij hebben vernomenen om wellicht meer te weten te komen.

Lied 2 (compagnie):De wijzen uit Herodes’ tijdzijn uit het Morgenland geleiden komen in de stad Jeruzalem aan,want Christus zou reeds echt bestaan.Ze vragen er in elke straatwaar het wiegje van deze koning staat,door profeten allang verwacht,zo duidelijk aan het licht gebracht.

Page 10: Drie koningen toneelspel

SCENE 2(De Lakei zet Herodes' troon gereed)

Herodes: Wek mijn wrevel met je kurenen je zult het flink bezuren.In mijn rijk heeft de Joodse raad, wereldlijk en geestelijk magistraat, verordonneerd, eens en vooral, dat ik hier koning wezen zal. Heden zullen wij rechtspraak houden, spreken met jongen en met ouden die zullen komen allemaal tot mij, in mijn koningszaal, Waar het wachten is tot ik beslisEr wordt geklopt, lakei, kijk wie daar is.

Lakei: Genadige koning, ‘t zijn vreemde mensen.ik heb geen flauw idee wat ze wensen. Heren en koningen, een hele stoet,ik weet niet wat ik ermee aanmoet.Ze hebben wel prachtige kleren aanVol trots zijn ze hier naar binnen gegaan

Herodes: Vraag waar ze vandaan komenen wat ze zich hebben voorgenomen.

Lakei: Heren, mijn koning wil graag van u horenuit welk geslacht u bent geboren,waar u vandaan komt, uit welk vreemd oorden met welk doel u hier staat voor onze poort.

Melchior: Wij zijn alle drie van koninklijke standTwee van ons komen uit scheba en één komt uit het

morenlandWij willen uw koning graag ontmoetenom hem persoonlijk te begroeten.

Page 11: Drie koningen toneelspel

Lakei: Zij zijn alle drie van koninklijke standTwee van hen komen uit scheba en één van hen uit het

morenlandZij willen u, koning, graag ontmoetenom u persoonlijk te begroeten.

Herodes: Laat ze binnen allemaal, tot mij, in mijn koningszaal.

Lakei: Komt u binnen allemaal, tot mijn koning in zijn koningszaal.

Herodes: Wees welkom heren, wat is er op handen, dat u bij mij komt uit vreemde landen?

Melchior:Mijn dank heer, ik zal u uit goed fatsoende oorzaak beknopt uit de doeken doen.In Scheba namelijk, vanwaar wij komen, is een wonderlijk gesternte waargenomen, waarin een jonkvrouw, een reine maagd, op haar arm een kindje draagt. Daarmee hebben wij aangenomen, dat de Messias ter aarde is gekomen, dat hij daadwerkelijk is geborentot wie wij allen zullen behoren.Wij zoeken hem uit alle macht. Dat heeft ons op deze reis gebracht.

Herodes: Wat, is dat in mijn rijk geschied? Zij weten het wel, en ik niet?Reis dan naar Bethlehem, ga snel op padHet kind vindt u niet in deze stad.Zoek elders, en als u het daar dan vindten aanbeden hebt dat kind, keer dan tot mij weder, herenwant het zou me zeer vererennet als u erheen te reizenom het eer te gaan bewijzen.Doe dat heren, te mijner gerief; het kind aanbidden is ook mij lief.

Page 12: Drie koningen toneelspel

Melchior: Genadige Heer, zodra we dit kind hebben gevondenkeren wij terug om het U te verkonden.

Caspar: Welnu, wij vertrekken weer uit Jeruzalem danen wijzigen zo ons eerdere plan.

Balthasar: Zie, de ster geeft weer aan,waar wij heen moeten gaan,gelijk als in het Morgenland. Aldaarwerden wij voor het eerst het kind gewaar.

Lied 3 (drie koningen):Drie koningen reizen, de ster duidt hen de baan.Tot Bethlehem zal ze hen voor blijven gaan.Maar dan houdt ze halt, al boven een stal,ja daar blijft de ster stilstaan.

Herodes: Ik ben geschokt door wat ik net hoorde,want ik ben geen koning van geboorte.Zou mijn rijk me worden afgenomen,zoals ik mijn voorganger deed overkomen?Lakei, van mijn schriftgeleerden wil ik horenwaar die nieuwe koning zal worden geborendie de Joodse legers zullen vereren.Maak voort; wie weet is het tij nog te keren.

Lakei: Genadige koning, ik vertrek gezwinden wanneer ik de schriftgeleerden vind,breng ik de heren allemaaltot u, in uw koningszaal.

Kajafas (schriftgeleerde):Heer, ik Kajafas, ik ken mijn plichten.Heer, ik zal u de waarheid berichten. Ik zal u verkondigen wat ik weet,ik zal u verkondigen wat ik weeten uitleggen wat het betekent.Als u mij dat maar niet aanrekent!

Page 13: Drie koningen toneelspel

Herodes: Spreek heer, het is u al vergeven.Als 't mij niet bevalt, kan ik daarmee leven.Ik doe u, heren, echt geen kwaad.Ik verlang van u slechts goede raad.Daarom ook, liet ik u komen.Spreek gerust. Wat heeft u vernomen?

Schriftgeleerden (samen of beurtelings):Genadige koning, het ligt voor de hand.In Bethlehem, in het joodse land,komt iets wonderlijks tot levendoor de psalmisten als volgt beschreven:‘De zoon zal alle vijanden verslaanen ieder die tegen hem in zal gaan.het volk zal hem volgen, hele hordenzullen in zijn naam gezegend worden.’Men zal hem noemen: Immanuel.’Zo wordt het gevonden bij Ezechiël:‘boter en honing zal hij eten,het goede verkiezen, het kwade vergeten.’

Herodes: Hoe kan dat nou? Hoe is te verklaren dat een maagd een kind zou kunnen baren?

Kajafas: Het zaad van de vrouw zal de slangenkop verzengenen al het verlorene zal hij weder brengen.

Herodes: Een van de koningen verhaalde mij, zonder een spoor van terughoudendheiddat de koning der Joden geboren isdie alles terugbrengt wat verloren is.In Bethlehem, zo had hij vernomen,zou er tot troost een verlosser zijn gekomen,een rechtvaardige vorst, een herder vooraldie ons allemaal regeren zal.Hierover heb ik nu zekerheid, en wat is gebleken tot mijn spijt:Mijn rijk verkeert in groot gevaar.U hebt het nu beaamd; het is dus waar.

Page 14: Drie koningen toneelspel

Kajafas: Heer, u moet het niet zo verstaan, alsof uw rijk ten gronde zou gaan; als koning zal men hem wel eren, maar hij zal niet als vorst regeren. Uiteindelijk wordt hij ter dood gebrachten door zijn volk bespot en veracht.

Herodes: Het zou toch beter zijn als men dat voorkwam, en hem al jong het leven benam.En als het volk dan niet zwichten wil,Krijg ik ze met een schrikbewind wel stil.Moeiteloos voltrek ik zo een gruweldaadWant die koningen zijn tot alles in staat

Pilatus (schriftgeleerde): Koninklijke majesteit, laat u niet zo gaanen kijk de zaak nog een tijdje aan,totdat die koninklijke herenmet berichten wederkeren.

Herodes: Ik vrees dat het nieuws zich in de tussentijd, over het Joodse land zal hebben verspreid. Ik heb namelijk gisteren al vernomen, dat er een engel tot herders in het veld is gekomenen die bracht de boodschap naar voren dat er een Joodse koning is geboren.Zeg het, heer Kajafas, u weet gewis, waar die nieuwe koning geboren is.Over de grootste legers krijgt hij leiding!?Wat zeggen de profeten over deze tijding?

Jonas: (Schriftgeleerde): ‘Christus de koning is uitverkoren, In Bethlehem zal hij worden geboren,de stad die in Judea ligt.’Daarvan doen alle profeten bericht.

Page 15: Drie koningen toneelspel

Herodes: Het is al goed.Ik weet nu wat ik weten moet.U kunt gaan, maar zwijg beslistover alles wat hier besproken is.Één gedachte houdt me in de greephoe help ik dat kindje om zeep?

Duivel (onzichtbaar): Ha Hi Ha

Herodes: Zo lacht de duivel in de hel!Wil hij met mij een duel?Moet ik in zulke misere geraken?Dan kan ik me meteen wel af laten makenWat moet ik doen, wat moet ik zeggen?Er valt toch niets meer uit te leggenMijn einde nadert, dat is een feitGeniet ik dan eerst nog deze narigheid?Mijn koningskroon wordt mij ontnomen en ik weet niet hoe ik het moet voorkomen. Kan niemand mij dan hulp bieden, of het nou geesten zijn, of gewone lieden. Je tijd is niet aan mij verspild;ik beloof je alles te doen wat je wilt.Help, waar is toch iedereen?Help dan toch, laat me niet alleen!Wie wil mij terzijde staan?

Duivel: Pssst! Wat scheelt er aan? Ik ben bij je, voor altijd.Vertel, door welke narigheid klaag jij je nood tot in mijn rijk?

Herodes: ‘k Ben bang dat ik van angst bezwijkomdat een nieuwe koning is geboren, die over het Joodse land is uitverkoren. Arme duivel die ik ben, waar moet Ik heen?

Page 16: Drie koningen toneelspel

Duivel: Stil maar. Je bent niet meer alleen.Wij zijn van hetzelfde soort.Wij helpen elkaar, zoals het hoort.Ik hou net zo veel van hem, als jij,luister daarom goed naar mij:die nieuwe koning zal ons niet ontgaan.Ik heb een plan, zo pak je het aan:Geef je over aan je toorn, ontzie zelfs niet de ongeboor'nen. Toon geen vrouw of kind erbarmen,net zomin de rijke als arme.Alle jongetjes, tot twee jaar oudmoet je ombrengen, maak je koud.Dan zal ik lachen in mijn vuist, zoals de vos die een gansje muist. Vooruit, schiet op, wacht niet te lang!

Herodes: Kameraad, voor één ding ben ik nog bang.Als ik ze zomaar neer laat steken,is het met mij toch ook bekeken?Men zal zijn leed op mij verhalen,mij met gelijke munt terugbetalenvanwege deze gruweldaad.

Duivel: Op mijn beurt geef ik je deze raad:als je een duivel wilt zijn, ervaar‘t, ervaart!Kraut und Ruabn ass i gernTrau mi nit vor meinen Herrn, Bix bax krumpen Fuass, Ganer is der aussi muass.

Page 17: Drie koningen toneelspel

Lied 4 (Compagnie):Oh laten wij nu voor God onze stemmen doen klinkennu Herodes die raad laat bezinken…..Ze reizen alle drieen zie de ster hen voorgaanIn Bethlehem blijft nu de ster stilstaan.

(Tussenspel)

Lied 5 (drie koningen):Geboren is in Bethlehem, al in een stal een kind dat eeuwig regeren zal. Wij juichen en zijn blij dit jaar.De heilige maagd, wij prijzen haar,al met haar kindje teer,loven wij haar zeerChristus de Heer, wij eren hemMet onze vreugdezang,Met onze vreugdezang,Verheugd is heel jeruzalemNu ligt onze heerIn Bethlehem in een kribbe neerWij juichen en zijn blij dit jaar.De heilige maagd, wij prijzen haar,al met haar kindje teer,loven wij haar zeerChristus de Heer, wij eren hemMet onze vreugdezang,Met onze vreugdezang,

Page 18: Drie koningen toneelspel

SCENE 3

Caspar: Ik bid tot u o Heer, verlaat ons nimmer meer. Verlicht onze ogen in de nood, opdat wij niet ontslapen in de dood. Leid ons Heer, op juiste baanopdat wij hier niet dwalen gaan en leer ons trouw aan uw woord te zijn.

Melchior: Hier zijn twee wegen, welke zou de juiste zijn?

Balthasar: Kijk, de ster komt stil te staan.laten we hier naar binnen gaan. Gegroet mijnheer, lieve vrouw bovendien, Ligt het Kind dat wij zoeken hier misschien?

Lied 5 (Maria):Hier ligt het kindje dat u zoekt, eenvoudig gewikkeld in doeken.

Melchior: Welnu, zorg dat u de offers en geschenken gereed houdt;wierook, mirre en het rode goud.

Lied 6 (Melchior):Psalitte unigenito Christo dei filio psallite redemptori, domino puerulo, jacenti in praesepio. (Alle koningen:) Wie van ons zal de eerste zijn?

Page 19: Drie koningen toneelspel

Caspar (tegen B): U, de oudste, past die eer volgens mij.Gaat u maar voor, het eerst naar het kind.Dan volgen wij daarna gezwind.

Balthasar (tegen M): Aan u de eer, de hoogste in rang.

Melchior: Daaraan hecht ik geen enkel belang.In Gods naam breng ik dit gebaaren wens het kind een goed nieuwjaar.

Geloofd zij u, oh lief klein kind, geloofd zij God dat ik U vind. Onze lange reis heeft de moeite geloondnu u hier aan aan ons wordt getoond.Ik offer u het rode goud en bid dat u mijn ziel behoudt.

Zijn eer rust op uw beider schouders.Breng het kind groot als getrouwe ouders.U mag zich werkelijk niet beklagen.Neem het voor lief, zoals mijn gaven.

Caspar: Oh edele koning, oh edele held, wat is het armoedig met u gesteld.Wie zou u nou zoeken in een stal? Is dit uw edele koningszaal? Een ster heeft mij tot u geleid oh koning, grootse majesteit, u wil ik voor eeuwig roemen, prijzen, tot het hoogste benoemen en uw lof verkondigen op aarde. Edeler koning, wil mijn offer aanvaarden;de mirre, vrucht van mijn eigen land.Ik bid dat u mij leidt met uw handdoor Bethlehem en andere straten,dat u mij nimmer zult verlaten.

Page 20: Drie koningen toneelspel

Baltasar: Ook ik kom tot u, koning teer, oh edele held, ik bewijs u eermet heel mijn ziel en zaligheid.Een ster heeft mij tot u geleid. Ik geef u wierook als geschenk,dat past een koning naar ik denk.Ik kom graag vaker tot u heeren hoop op uw genade, telkens weer.

Jozef: Mijn goede heren, ik hoop dat God u belonen zalvoor uw bezoek aan deze armzalige stalen voor uw waardevolle geschenken.Wij zullen dankbaar aan u denken.Ook namens ons kind, verrijkt met uw goed,wensen wij dat God u behoedt.

Lied 7 (Maria): Mijn heren, ik schenk u mijn dankbaarheidvoor mooie geschenken en uw tijd.‘k Bid dat u dit ervaart als een zegenen u nieuwe kracht geeft op uw wegen.

Caspar: Welnu, goede Jozef, onthoud:dit kind is aan u toevertrouwd.Kosten noch moeite mag u hem sparen.Dan zal God u zeker bewaren.

Balthasar: Laat de almachtige God u behoedenvoor angst, verdriet en armoede.Wees beschermd door de vader waar u uit ontstond,waarvan u moest scheiden toen hij u zond.

(ze gaan uit de stal)

Melchior: Nu brengen we Herodes bericht, vertellen hem waar het kindje ligt. Maar ‘t wordt al donker, dus ‘t zal moeten wachten. We blijven hier om te overnachten.

Lied 8 (drie koningen):Ik droomde vannacht toen ik sliep

Page 21: Drie koningen toneelspel

Engel: Heilige drie koningen uit het Morgenland, van God de Almachtige ben ik de gezant. Hij wenst dat ik aan u openbaar, wat u moet doen, want er dreigt gevaar.Reis niet terug zoals u kwamlangs koning Herodes, de tiran.Want Herodes verbergt een grenzeloos haten.God leidt u huiswaarts via andere straten

Melchior: Wonderlijke klanken heb ik waargenomen,alsof een engel tot mij sprak in mijn dromenen zei dat wij het huis van Herodes moeten mijden,dat God ons langs andere straten wil leiden,omdat Herodes zich op een plan bezinthoe hij het bloed kan vergieten van ‘t kind.

Balthasar: Ik heb waarachtig hetzelfde vernomen,van de engel die in ons vertrek is gekomen. Dat Herodes op een plannetje broedtom te vergieten het kindje zijn bloed.Herodes, laat u zich door zulke toorn leiden?Dan zullen wij u zeker mijden.

Lied 9 (drie koningen ): Balthasar de koning komt van de berg naar beneden nu hij dat kindje daar heeft aanbedenhet kindje heeft aanbedenaanbedenaanbeden

Engel: Jozef, Jozef, vrome man, luister naar wat ik u zeggen kannamens God, die mij heeft gezonden. Zorg dat het kindje niet wordt gevonden.Neem hem mee, en Maria bovendiennaar Egypte, vlucht ongezien.Keer niet eerder naar Judea weeromtotdat ik het u zeggen kom.

Page 22: Drie koningen toneelspel

Jozef: Wie zou dat nou hebben gedacht?Dat wij op pad moeten in het holst van de nacht.Hoe kunnen we in Egypte gerakenzonder dat we de weg kwijtraken, of worden belaagd door wilde dierenof door rovers die daar welig tieren.En denk je eens in hoe ver het zal zijn.

Lied 10 (Maria):God zal beslist onze leidsman zijn,en ons voeren op rechte straten. zal de zijnen nooit verlaten.God zal zijn engel met ons zenden,die ons leidt door ‘t onbekende.Wees maar gerust, doe als verzochten maak de ezel klaar voor de tocht. Jozef: Vaarwel dierbaar huis, ik verlaat u met spijt,

maar er is geen andere mogelijkheid.We hebben te handelen naar Zijn woord,zoals dit volgens het eerste gebod behoort.

Lied 11 (Maria):Ade, Ade,we trekken hier vandaanen zullen nu Egypte binnengaan.

Page 23: Drie koningen toneelspel

SCENE 4

Herodes: Ofschoon ik mij had voorgenomen, dat ik die wijzen, eenmaal teruggekomen,vlug en doortrapt zou gaan bedriegen,geslepen tegen ze zou liegen,net als die nieuwe koning doet,zo voorvoel ik tot diep in mijn bloeddat ik door die lieden ben bedrogen, dat ze mij hebben voorgelogen.

Ik vind het idee afgrijselijk klinkendat mijn koninkrijk zou slinken,in korte tijd verdwijnt, helemaal!Het is dus zaak dat ik bepaalhoe ik er nog naar kan streven,dit op den duur te overleven.Eerst denk ik zus en dan weer zoHoe ik met een cadeauEn een geslepen planEen valstrik spannen kan

Ik doe het listig en geraffineerd, zoals de vos geanimeerd zijn spel speelt met een vette hoen, dan is hij ook in goeden doen. Ik zal met hem spelen tot hij het begeeft, als een kat die plezier aan een muis beleeft.

Plotseling valt mij toch in,hoe ik van dat kleintje win. Mijn krijgslieden werp ik in de strijd.en zal hen zeggen, zonder spijt, een eind te maken aan mijn nood. Alle jongetjes moeten dood! Wat kunnen mij die moeders schelen, hun dwaas geschrei uit schorre kelen. Als ik de heerschappij maar behoudover mijn rijk. De rest laat mij koud.

Page 24: Drie koningen toneelspel

Lied 12 (Maria):Machtige koning, waar is uw barmhartigheid? Het geeft zoveel verdriet, harde strijd,als u ‘t vergiet, dat onschuldige bloed.Weet, machtige koning, wat u doet.

Herodes: Scheer je weg, dwaze vrouw, wat moet je hier!Van wat er gaande is snap jij geen zier!Mijn heerschappij wordt mij ontnomen, als ik dit onheil niet kan voorkomen.Schrijf jij mij, de koning, de wet nu voor?!Daaraan geef ik geen gehoor!

Mijn knechten, jullie hebben verstaan, wat er nu moet worden gedaan. Hier is het koninklijk mandaat, waarin alles beschreven staat. In alle uithoeken hang je dit op.En wie zich verzet, die kost het zijn kop.

Hoofdman: Uw koning, hoofd van deze staat,beveelt ons met dit scherp mandaat: maak alle kleine jongetjes koud,allen tot en met twee jaar oud.Zorg dat je geen van hen ontziet,ook als men geld of goederen biedt.Wie dit gebod niet na zal streven, kost het z’n fortuin en leven.

Judas (schriftgeleerde, dubbelrol Jonas): Ik heb bezwaar tegen dit mandaat!Koningsmacht die nu zelfs over ons leven gaat!?Onze kinderen laten beroven van het leven?!Wat zal dat een pijn en een doodsstrijd geven!!

Herodes:Grijp hem en gooi hem in het cachot!Iemand als hij verdient het schavot!

Page 25: Drie koningen toneelspel

Hoofdman (voert Judas af):Tracht jij dit gebod te weerstreven?Jij onverlaat, dat kost je het leven!‘t Is beter die kinderen dood te slaandan dat wij allen ten onder gaan.

Herodes:Hoofdman, neem dit zwaard van mij aan. Vierduizend bewapende mannen staanklaar om over de bergen te rijden, en alle kinderen de hals door te snijden.Laat u niet omkopen met goud of geld, dat kost u het leven, zo is gesteld! Dood de kinderen, allen gelijk, of ze nu arm zijn geboren, of rijk. Ui rood goud bestaat uw soldijEn u krijgt er nog eens het dubbele bij

Hoofdman: Wat uwe Koninklijke majesteit, mij aldus bevolen heeft, heb ik met vreugde aangehoord, en ook begrepen, woord voor woord. Ik zal 't volbrengen naar hoogste eer, dat zweer ik u, mijn vorst en Heer!Met hart en ziel stort ik mijop dit heerlijke karweiIk wilde wel, dat ze hier reeds waren, ik zou mijn krachten niet langer sparen, zeker!, alle kinderen worden vermoord, met dit zwaard, naar 's konings woord!

Mijn hart zal pas van vreugde dansenzls ik het rode bloed zie glanzenzoals men op een bruiloft ook verwacht, waar men koeien en kalveren slacht! Welnu, ik verlaat dus deze stadMajesteit, ik ga op pad.Lakei, sta daar niet te starenHelp me deze klus te klaren.

Lakei: Ja heer, als 't moet wil ik ook wel steken en houwen.Zolang ze geen mes in mijn rug douwen!

Page 26: Drie koningen toneelspel

Hoofdman: Ik zoek een bende trawanten en knechtenmet zin om dit karwei te slechtendaarom, heer koning, houd goede moed; wij vergieten vast en zeker zijn bloed.

Hoofdman vervolgt: Majesteit, honderduizendvierenveertig en acht!heb ik er eigenhandig omgebracht. Welnu heer koning, u kunt ervan op aanDat kind is zeker de das om gedaan!

Krijgsknecht: Tachtigdduizend, welgeteld,heb ik er overal geveld.Deze heb ik tot slot gepakt en hup!, zijn kop eraf gehakt.

Lakei: Zie hier, koninklijke majesteit, ook ik heb me aan mijn taak gewijd. Tweeduizend heb ik er omgebracht, stuk voor stuken deze van zijn moeders borst gerukt.

Herodes: Mijn dank aan jullie drie is groot, knechten.Van mijn halve koninkrijk krijgt u de rechten,

Duivel: Genadige koning, ik ben ook weer teruggekomen, heb ook mijn kindertjes meegenomen. Deze heeft zich in mij vergist,uit mijn zak een braadworst gevisten voor 'ie toe was aan een stukje brood, Heb ik m neergelegd en sloeg ‘m morsdood

Hoofdman: Koninklijke Majesteit, we deden wat we konden, maar de nieuwgeboren koning hebben we niet gevonden! Stad en land hebben we afgezocht, waar of die koning wezen mocht. Doch alle knaapjes klein, van twee jaar en die daar onder zijn, hebben we, naar uw woord omgebracht. Ik meen uw opdracht is volbracht.

Page 27: Drie koningen toneelspel

Herodes:Nu de nieuwgeboren koning onvindbaar blijkt,bevind hij zich buiten mijn koninkrijkSinds die nieuwe God is geborenvoel ik me zo volkomen verloren.Ik ga zelf maar op zoek naar dat kindWellicht dat ik hem in Bethlehem vindAch, ik voel me zo zwak,ik voel me een wrak.Breng mij iets verkwikkends, snel!Een appel en en mes; ik voel me niet wel.

SCENE 5

Lied 13 (engel): Herodes. Herodes, jij grove tiran, wat deden d’onschuldige kind’ren jou aandat jij ze gruw’lijk deed lijden?Wacht, jij mag met de dood gaan strijden.

Herodes: Een helder licht heeft mij omgeven.Het is gebeurd met mijn leven.Ga lakei, haal zo snel je kanmijn trouwhartige hoofdman.Hoofdman, neem dit geschenk van mij aan. U erft het van mij, nog voor ik zal gaan.Ik heb me te veel aan het aardse gewijd.De duivel heeft mij daartoe verleid.Nu vaar ik heen naar Abrahams hof.

Engel: Duivel, laat hem bijten in het stof.Voer hem af, naar de hellepoort.Hij, die jou reeds toebehoort.Breng deze koning uw eerbetoonen tooi hem met de helse kroon!

Lakei, hoofdman en krijgsknecht:Welk voordeel heeft de hoge troon, de scepter en de koningskroon?Koningsstaf en regiment,aan dat alles komt een end.

Page 28: Drie koningen toneelspel

Duivel: Kruip maar, onderkriuipsel, kruip!Jij wilde de boter alleen op jouw koeken nu de koek op is, kom ik op bezoek!

Herodes: O duivel, laat me langer leven, een span zwarte ossen zal ik u geven.

Duivel: Niks daarvan, ik wil alleen jou!

Herodes: O duivel laat me langer leven, een span zwarte rossen zal ik u geven!

Duivel: Niks daarvan, ik wil alleen jou!

Herodes: O duivel laat me langer leven, mijn halve rijk zal ik u geven.

Duivel: Ach, wat een zinloos gebakkelij.Je bent eeuwig van ons, je tijd is voorbij.Er moeten er nog meer doorheen, door ‘t hellevuur, niet u alleen!Wacht, ik zal eens testen hoe zwaar je bent.

Ik span een paar ratten aan.Ik span een paar katten aan.En tot slot een muizenstel. Verhuis, jij duivel, naar de Hel!

Hoofdman: Ach wat heeft mijn heer koning ertoe gedreven, dat hij die kinderen beroofde van hun leven!Ach, had ik dit maar vantevoren bedacht, dan zou ik ze zeker niet hebben omgebracht.Oh, kon ik maar van iemand verlangen, mij aan de hoogste boom op te hangen. Oh, kon ik maar naar de zee toe lopen, dan zou ik me daarin hebben verzopen.Maar ik wil me op mijn heer koning wreken en zal mezelf met dit zwaard doorsteken.

Lied 14 (compagnie):

Page 29: Drie koningen toneelspel

We zingen en jubilerenChristus de Messias,die de wereld zal regeren,zoon is van Maria. Hij ligt in een kribbe bij deos en de ezel neer.Suja, suja, suja, lief klein kindje teer,ik verlaat jou niet meer.Juich nu, spring nu, klink en zing nu! Hodie, hodie, hodie is geboren, Christus, zoon van Maria, Maria.Hij heeft van ons weggenomenal het leed, al het leed, al het leed. Help ons spoedig tot U te komen Help ons spoedig tot U te komen, oh Christus, oh Christus.

Engel: Geachte aanwezigen, dames en heren,jongens en meisjes in deugd en ere,hopelijk is uw gemoed niet verstoordnu u ons spel heeft gezien en gehoord.Natuurlijk schoten wij veel te kort, maar ik hoop dat het ons niet aangerekend wordt.U dient alles wat wij u schuldig blijven, aan onze onwetendheid toe te schrijven;wij hebben ‘t naar beste kunnen betracht.Wij wensen u namens God de almachtige,een goedenacht.

Allen herhalen:Een goedenacht.

EINDE