Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens Afdeling … News... · 2014. 4. 14. · Symmetrische...

5
21 Mei 2013 Pulpotomie na trauma Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens Afdeling Kindertandheelkunde - UZGent In 75% van alle dentale trauma’s zijn de centrale snijtanden in de bovenkaak betrokken. De piek incidentie bevindt zich tussen de leeftijd van 8 en 10 jaar (Andreasen et al., 2007). Op die leeftijd zijn deze snijtanden nog volop in ontwikkeling en worden gekarakteriseerd door een open apex, een breed dentinekanaal gepaard gaande met dunne verzwakte dentinewanden. De behandeling van gecompliceerde kroonfracturen in deze leeftijdscategorie betekent daardoor een ware uitdaging voor de practicus. In geval van een vitale pulpa zijn pulpakapping en pulpotomie de eerste keuze behandelingen. Ze hebben als doel de pulpa vitaal te houden om apexogenese te bewerkstelligen. Introductie De apexogense wordt gedefinieerd als de procedure waarbij de vitale pulpa gestimuleerd wordt om een fysiologische wortelmaturatie te bekomen (Rafter, 2005). Traditioneel werd, gedurende meerdere decennia, calcium hydroxide (CH) hiervoor aange- wend. CH is eenvoudig te plaatsen en is in staat om een harde weefselbarrière te vormen waaronder de pulpa voor verdere maturatie zorgt. Ondanks de succesvolle behandelingen met CH, zag men op lange termijn vaker falingen. Deze falingen waren te wijten aan brugvormingen met structurele defecten en dus van minder goede kwaliteit. CH is boven- dien geen stabiel product doordat het resorbeert en bovendien, gepaard gaand met een minder goede barrière, kans tot microlekkage geeft (Walia et al., 2000). CH heeft de eigenschap dentine verzwak- kend te werken door zijn proteolytische werking op de organische fase van het dentine. Bij langdurig contact vertaalde dit zich vaak in cervicale wortel- fracturen. Er werd bovendien een duidelijk verband aangetoond met de maturiteit van de elementen (Cvek, 1992). In 1993 werd een alternatief materiaal voorgesteld op basis van calciumsilicaat, mineraal trioxide aggregaat (MTA) (Lee et al., 1993). Verscheidene studies hebben de biocompatiebele en bioactieve eigenschappen van MTA aangetoond (Torabinejad et al., 1995 en 1997). Zelfs in aanwezig- heid van uitgebreide abcessen en periradiculaire botresorptie werd aangetoond dat MTA in staat was om conservatief verdere wortelformatie toe te laten (Iwaya et al., 2001; Banchs & Trope, 2004; Garcia-Godoy & Murray, 2012). Anderzijds vertoont MTA geen ideale mechanische eigenschappen en is het niet in staat om verzwakte immature snij- tanden te versterken (Cauwels et al., 2010). Boven- Biodentine TM deel 3

Transcript of Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens Afdeling … News... · 2014. 4. 14. · Symmetrische...

Page 1: Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens Afdeling … News... · 2014. 4. 14. · Symmetrische apexogenese van beide elementen 11 (fysiologisch) en 21 met BiodentineTM en coronale afwerking

21Mei 2013

Pulpotomie na trauma

Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens

Afdeling Kindertandheelkunde - UZGent

In 75% van alle dentale trauma’s zijn de centrale snijtanden in de bovenkaak

betrokken. De piek incidentie bevindt zich tussen de leeftijd van 8 en

10 jaar (Andreasen et al., 2007). Op die leeftijd zijn deze snijtanden

nog volop in ontwikkeling en worden gekarakteriseerd door een open

apex, een breed dentinekanaal gepaard gaande met dunne verzwakte

dentinewanden. De behandeling van gecompliceerde kroonfracturen in deze

leeftijdscategorie betekent daardoor een ware uitdaging voor de practicus.

In geval van een vitale pulpa zijn pulpakapping en pulpotomie de eerste

keuze behandelingen. Ze hebben als doel de pulpa vitaal te houden om

apexogenese te bewerkstelligen.

Introductie

De apexogense wordt gedefinieerd als de procedure

waarbij de vitale pulpa gestimuleerd wordt om een

fysiologische wortelmaturatie te bekomen (Rafter,

2005). Traditioneel werd, gedurende meerdere

decennia, calcium hydroxide (CH) hiervoor aange-

wend. CH is eenvoudig te plaatsen en is in staat om

een harde weefselbarrière te vormen waaronder de

pulpa voor verdere maturatie zorgt. Ondanks de

succesvolle behandelingen met CH, zag men op

lange termijn vaker falingen. Deze falingen waren te

wijten aan brugvormingen met structurele defecten

en dus van minder goede kwaliteit. CH is boven-

dien geen stabiel product doordat het resorbeert en

bovendien, gepaard gaand met een minder goede

barrière, kans tot microlekkage geeft (Walia et al.,

2000). CH heeft de eigenschap dentine verzwak-

kend te werken door zijn proteolytische werking op

de organische fase van het dentine. Bij langdurig

contact vertaalde dit zich vaak in cervicale wortel-

fracturen. Er werd bovendien een duidelijk verband

aangetoond met de maturiteit van de elementen

(Cvek, 1992). In 1993 werd een alternatief materiaal

voorgesteld op basis van calciumsilicaat, mineraal

trioxide aggregaat (MTA) (Lee et al., 1993).

Verscheidene studies hebben de biocompatiebele

en bioactieve eigenschappen van MTA aangetoond

(Torabinejad et al., 1995 en 1997). Zelfs in aanwezig-

heid van uitgebreide abcessen en periradiculaire

botresorptie werd aangetoond dat MTA in staat

was om conservatief verdere wortelformatie toe te

laten (Iwaya et al., 2001; Banchs & Trope, 2004;

Garcia-Godoy & Murray, 2012). Anderzijds vertoont

MTA geen ideale mechanische eigenschappen en

is het niet in staat om verzwakte immature snij-

tanden te versterken (Cauwels et al., 2010). Boven-

BiodentineTM

deel 3

MICRO-SERIESCOMPACT & EVENWICHTIGMicro-Series, welkom in een nieuwe dimensie.30% korter en 23% lichter, Micro-Series biedt een perfect evenwicht,een uitzonderlijke kracht en een unieke gebruiksflexibiliteit.

Bien-Air Micro-Series, een combinatie van de allernieuwste ultra-kortehoek- en handstukken met de nieuwe MX2 LED micromotor. Geïns pi -reerd door de MX, wereldleider wat betreft high tech micromotoren,bes chikt de MX2 over uitzonderlijke eigenschappen: miniatuur formaat,zeer krachtig, gebruiksflexibiliteit, perfecte beheersing van snelheid, kop-pel en het automatisch omschakelen van de draairichting. Ideaal voorendo-behandelingen.

Micro-Series, welkom in een nieuwe dimensie.

Centrale Médico DentaireBrandstoffenstraat 50 B-1190 Brussel Telefoon 02 / 340 17 90 Fax 02 / 346 24 21 Voor meer informatie: www.bienair.com

Micro-Series

Turbine

Standaardversie

1100136 FR-NL_CMD_Equi_A4_1100136 FR-NL_CMD_Equi_A4 20.04.11 09:54 Page2

Page 2: Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens Afdeling … News... · 2014. 4. 14. · Symmetrische apexogenese van beide elementen 11 (fysiologisch) en 21 met BiodentineTM en coronale afwerking

22

Fig 1.1: Rx van de gecompliceerde kroonfractuur van 21.

Fig 1.2: Klinisch buccaal zicht van fractuur van 21.

dien werd na pulpotomie met

MTA steeds kroonverkleuringen

gerapporteerd wat esthetisch

een belangrijk nadeel betekent

bij fronttanden. Omwille van de

nadelen van MTA zoals moei-

lijk te bewerken, lange uithar-

dingstijd en kroonverkleuringen

(Parirokh & Torabinejad, 2010b),

kwamen andere gelijkaardige cal-

ciumsilicaten op de markt waar-

onder BiodentineTM (Septodont,

Saint Maur des Fossés, France).

BiodentineTM, een cement op

basis van tricalcium silicaat, werd

oorspronkelijk ontwikkeld als

dentine substituut in diepe cavi-

teiten. Vergelijkbaar met MTA is

ook Biodentine biocompatiebel

en in contact met vitaal weefsel

vertoont het eveneens bioactieve

werking. Het wordt gebruikt als

een restauratief cement met

daarenboven dezelfde endodon-

tische indicaties als MTA (zie

DN april 2013). In tegenstelling

tot MTA zijn de materiaalei-

genschappen van Biodentine

gelijk aan deze van dentine. De

druksterkte en de elasticiteits-

modulus zijn vergelijkbaar met

dentine. Daarenboven wordt,

bij coronaal gebruik, geen tand-

verkleuringen gezien. Het mate-

riaal hardt uit in 12 minuten en

kan, omwille van de verbeterde

mechanische eigenschappen,

minstens gedurende 6 maand

gebruikt worden als voorlopig

vullingsmateriaal. Dankzij de

excellente mechanische eigen-

schappen, vergelijkbaar met

dentine, kan Biodentine gebruikt

worden in verzwakte immature

tanden.

Aan de hand van 2 gevallenstu-

dies wordt apexogenesis door

pulpotomie met BiodentineTM

geïllustreerd.

Casus 1(door Dr Rita Cauwels)

Een jongen van 7 jaar komt op

consultatie naar aanleiding van

een gecompliceerde kroonbreuk

van 21 opgelopen tijdens een

sportactiviteit (fig. 1.1 en 1.2).

Het element was gevoelig

voor percussie en palataal was

een pin-point pulpa expositie

zichtbaar (fig. 1.3). Na het

toedienen van lokale anesthesie

werd een preparatie uitgevoerd

voor partiële pulpotomie met

behulp van een sneldraaiende

diamantboor onder voldoende

waterkoeling. De wonde werd

gereinigd met fysiologisch

water en met een steriele

wattenprop gedroogd. Om een

goede pulpotomie uit te voeren

dient de pulpa gezond te zijn

met andere woorden, hel rood

en niet-bloedend (fig. 1.4). De

open pulpa werd dan bedekt in

onmiddellijk contact met een

eerste laag Biodentine (fig. 1.5).

De Biodentine werd verder

aangevuld en deed dienst als

Page 3: Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens Afdeling … News... · 2014. 4. 14. · Symmetrische apexogenese van beide elementen 11 (fysiologisch) en 21 met BiodentineTM en coronale afwerking

23Mei 2013

Fig 1.6: Rx na 1 maand follow-up van de pulpotomie uitgevoerd met BiodentineTM en als voorlopige vulling.

Fig 1.7: Rx na 10 maand follow-up. Symmetrische apexogenese van beide elementen 11 (fysiologisch) en 21 met BiodentineTM en coronale afwerking met composiet als definitieve vulling.

Fig 1.3: Klinisch beeld van de pin-point pulpa expositie in 21.

Fig 1.4: Klinisch beeld van de preparatie voor partiële pulpotomie in 21.

Fig 1.5: Klinisch beeld na plaatsen van bedekkende laag BiodentineTM op de pulpa in 21.

voorlopige vulling (fig. 1.6).

Vier weken later vernamen we

dat er geen pijnklachten waren

in de periode na de eerste

behandeling. Na klinische

controle van de vitaliteit

en radiografisch uitsluiten

van pathologie werd de

oppervlakkige laag Biodentine

vervangen door een definitieve

composietvulling. De periapicale

opname vertoont geen

pathologie. Tijdens de verdere

follow-up procedure zien we een

symmetrische apexogenesis van

beide snijtanden wat wijst op

een gelijke vitale pulpa activiteit

voor beide elementen (fig. 1.7).

Page 4: Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens Afdeling … News... · 2014. 4. 14. · Symmetrische apexogenese van beide elementen 11 (fysiologisch) en 21 met BiodentineTM en coronale afwerking

24

Fig. 2.1a: Buccaal zicht op de glazuur-dentinebreuk van de 11.

Fig 2.2: Verdere preparatie in functie van de pulpotomie.

Fig 2.1b: Palataal zicht op de pulpaexpositie van de 11. Fig 2.4: Kosmetisch herstel van de 11.

Fig 2.3: Biodentine werd aangebracht in de volledig pulpakamer.

Casus 2 (door Prof dr Luc Martens)

Een meisje van 7 jaar komt na een speelplaatson-

geval op de wachtdienst ter consultatie. Er werd

een glazuur-dentinebreuk met pulpaexpositie vast-

gesteld thv 1.1 (fig 2.1a, 2.1b). Wegens grote angst

werd de patient de ochtend nadien behandeld

onder algemene narcose. De pulpa werd verder

geopend met een steriele diamantboor en de pulpa

verwijderd tot op het niveau van de kroon-wortel-

overgang. Na kortstondig stelpen - enkel met een

wattenbol- werd op de pulpa Biodentine (fig. 2.3)

aangebracht (procedure zoals beschreven in DN

april 2013). Na uitharding werd onmiddellijk de

composiet restauratie uitgevoerd (fig. 2.4). Een radi-

ografie (fig. 2.5a) werd genomen. Hierop is duidelijk

de open apex te zien. Het Biodentine is herkenbaar

thv het cingulum. In de follow-up 6-12-18-24 maan-

den werden telkens vitaliteitstesten uitgevoerd

alsook radiografisch gecontroleerd (fig. 2.5b, 2.5c,

2.5d). Patient had al die tijd geen enkele klacht en

er werd geen verkleuring vastgesteld. Het is heel

duidelijk dat vanaf 18 maand na behandeling een

volledige apexogenese tot stand komt welke zich

bevestigt op de 24 maand controle.

Page 5: Dr Rita Cauwels en Prof dr Luc Martens Afdeling … News... · 2014. 4. 14. · Symmetrische apexogenese van beide elementen 11 (fysiologisch) en 21 met BiodentineTM en coronale afwerking

25Mei 2013

Fig 2.5a: Radiografische controle net na de pulpotomie. Fig 2.5c: Radiografische controle na 18

maanden.

Fig 2.5d: Radiografsiche controle na 24 maanden.

Fig 2.5b: Radiografische controle na 12 maanden.

nVervolg in editie juni

Referenties:

- Andreasen JO, Andreasen FM, Andersson L. Textbook and color atlas of traumatic injuries to the teeth. 4th edn. 2007 Blackwell Munksgaard. ISBN 978-1-4051-2954-1.

- Banchs F, Trope M. Revascularization of immature per-manent teeth with apical periodontitis: new treatment protocol? J Endod 2004; 30: 196-200.

- Cauwels RG, Pieters IY, Martens LC, Verbeeck RM. Fracture resistance and reinforcement of immature roots with gutta percha, mineral trioxide aggregate and calcium phosphate bone cement: a standardized in vitro model. Dent Traumatol 2010;26:137-42.

- Cvek M. Prognosis of luxated non-vital maxillary incisors treated with calcium hydroxide and filled with

gutta-percha. A retrospective clinical study. Endod Dent Traumatol 1992; 8: 45-55.

- Garcia-Godoy F, Murray PE. Recommendations for using regenerative endodontic procedures in per-manent immature traumatized teeth. Dent Traumatol 2012; 28: 33-41.

- Iwaya SI, Ikawa M. Revascularization of an immature permanent tooth with apical periodontitis and sinus tract. Dent Traumatol 2001; 17: 185-187.

- Lee SJ, Monsef M, Torabinejad M. Sealing ability of a mineral trioxide aggregate for repair of lateral root perforations. J Endod 1993;19(11):541-544.

- Parirokh M, Torabinejad M. Mineral trioxide ag-gregate: a comprehensive literature review-Part I: chemical, physical and antibiotic properties. J Endod 2010a;36:16-27.

- Parirokh M, Torabinejad M. Mineral trioxide aggregate: a comprehensive literature review-Part III: clinical applications, drawbacks and mechanism of action. J Endod 2010b;36:400-413.

- Rafter M. Apexification: a review. Dent Traumatol 2005; 21: 1-8.

- Torabinejad M, Pitt Ford TR, McKendry DJ, Abedi HR, Miller DA, Kariyawasam SP. Histologic assessment of mineral trioxed aggregate as a root-end filling in monkeys. J Endod 1997;23:225-228.

- Torabinejad M, Hong C-U, Lee S-J, Monsef M, Pitt Ford TR. Investigation of mineral trioxide aggregate for root-end filling in dogs. J Endod 1995;21:603-608.

- Walia T, Chawla HS, Gauba K. Management of wide open apices in non-vital permanent teeth with calcium hydroxide paste. J Clin Pediatr Dent 2000;25:51-6.

Conclusie

BiodentineTM kan gezien worden

als een ideaal materiaal voor

het uitvoeren van pulpotomieën

in getraumatiseerde, immature

snijtanden. Op dit ogenblik

worden een tiental analoge

gevallen opgevolgd. Klinisch

werden er geen noemenswaar-

dige postoperatieve klachten

waargenomen. Radiografisch

kregen we telkens een per-

fecte apexogenese te zien. Er

werd tot op heden geen enkele

kroonverkleuring gerappor-

teerd, zelfs wanneer het materi-

aal in de kroon werd geplaatst.