Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

22
Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

Transcript of Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

Page 1: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

Page 2: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA2

A. Wie zijn wij? B. Welke thema’s komen aan bod in dit dossier?

A. Diversiteit van klimaat en landschap B. Een heterogene bevolking

A. De eerste bladzijden van de geschiedenis B. De hedendaagse geschiedenis C. Van een koloniale samenleving naar een multinationale staat

A. Het landelijke leven in de Andes B. Het stedelijke leven op de Altiplano C. Smeltende gletsjers: een bedreiging voor het leven op de Altiplano? D. De kosmovisie van de Andes: een motor of een rem op ontwikkeling?

A. Van het Amazonebekken naar de vlakten van de Chaco B. Strijd om de beste gronden van het land

A. Bolivia en de uitdaging van de voedselsoevereiniteit B. Bolivia en de uitdaging van de soevereiniteit over de natuurlijke hulpbronnen C. Bolivia en de uitdaging van de klimaatverandering

• Bolivia in enkele cijfers • Kaarten

Dit dossier over het inleefatelier Bolivia wordt regelmatig bijgewerkt om

de actualiteit op de voet te volgen. Uw opmerkingen,

vragen en kritiek helpen ons om het beter te maken en zijn dus meer dan welkom. Aarzel niet om ze ons mee te delen:

via de post:De wereld om de hoek!

Oxfam-SolidariteitVier-Windenstraat 60

1080 Brussel

via e-mail:[email protected]

Met de steun van de Directie-Generaal

Ontwikkelingssamenwerking.

Oxfam-SolidariteitBrussel 2012

Verantwoordelijke uitgever:Stefaan Declercq

Vier-Windenstraat 601080 Brussel

Bolivia, een land met vele gezichten1

Bolivia gisteren en vandaag2

De Altiplano, leven aan de voet van de gletsjers3

El Oriente: een rijke en begeerde streek4

Bolivia op zoek naar soevereiniteit5

Besluit: Bolivia tussen strijd en verandering6

Bijlage

Woord vooraf

Inhoud3

4

6

8

12

15

20

21

Page 3: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA3

A. Wie zijn wij?Oxfam-Solidariteit is een niet-gouvernementele organisa-tie voor ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp.

Ons werk omvat:> het ondersteunen van partnerorganisaties in de

landen van het Zuiden;> het verlenen van noodhulp aan slachtoffers van oorlogen en natuurrampen;> het voeren van campagnes en acties;> het organiseren van activiteiten rond

ontwikkelingseducatie.Oxfam-Solidariteit, Oxfam-Magasins du Monde en Oxfam-Wereldwinkels vormen samen Oxfam-in-België. Oxfam-in-België is lid van de internationale confederatie Oxfam die wereldwijd 17 leden telt.www.oxfam.org

> Waarom ontwikkelingseducatie?Onder ontwikkelingseducatie verstaan we een educatie die de houding en het gedrag van de mensen wil wijzi-gen om een globale verandering tot stand te brengen. Om ingrijpende structurele veranderingen in het Zuiden te bevorderen, moeten de mentaliteit en het beleid in het Noorden drastisch veranderen. Daarom besteedt Oxfam-Solidariteit veel energie aan het informeren en bewust maken van het grote publiek. De educatiedienst doet dat met een educatief project “De wereld om de hoek”, www.oxfamsol.be.

> Wat is De wereld om de hoek?De wereld om de hoek is een permanent educatief pro-ject met twee inleefateliers op een oppervlakte van bijna 600 m²: Bolivia en Mondiapolis. Het zijn driedimen-sionale constructies op ware grootte waarin de bezoekers in een realistische omgeving een op de ervaring geba-seerd interactief scenario volgen. Het inleefatelier Bolivia belicht de impact van de klimaatverandering op de voed-selzekerheid in Bolivia. Ook de alternatieven komen aan

bod, zoals een duurzame, familiale en solidaire landbouw. Het inleefatelier Mondiapolis behandelt de nefaste gevol-gen van de huidige economische globalisering, de proble-matiek van de informele sector (werk zonder contract en zonder sociale bescherming), de werkomstandigheden van de vrouwen, de werking van de vakbonden in Noord en Zuid. Ten slotte wordt de rol van de investeerders en de consument besproken. Het atelier benadrukt hoe be-langrijk het afdwingen van het recht op waardig werk is.

> Waarom dit dossier?Een goede voorbereiding en follow-up zijn essentiële stappen in het educatieve proces van De wereld om de hoek! Dit dossier dient om de leerkrachten of de bege-leiders te helpen met de voorbereiding van het bezoek aan een inleefatelier. De inleefateliers geven een hele-boel informatie, maar doen dat op een soms erg beknopte manier. Een goede voorbereiding maakt het allemaal veel gemakkelijker te verwerken! Naast dit dossier verzoeken wij de deelnemers om een visumaanvraag in te vullen voor het atelier dat ze zullen bezoeken. Het visum is beschikbaar op de webstek van Basta, www.oxfamsol.be/basta.

> Welke follow-up komt er na het inleefatelier?Op dezelfde webstek van Basta kunnen de deelnemers deelnemen aan wedstrijden met originele en alternatieve prijzen. Bovendien ontvangt elke bezoeker een actie-map. Dit is een follow-upmap die op een ludieke wijze acties voorstelt en adressen geeft om de deelnemers in actie te doen komen. De bedoeling is dat de jongeren be-seffen dat ze wel degelijk een steentje kunnen bijdragen voor een betere en meer solidaire wereld.

De actiefste bezoekers kunnen zich aansluiten bij Oxfam-in-Actie, een netwerk van vrijwilligers vanaf 16 jaar die zich inzetten voor een meer rechtvaardige wereld. Ze nemen deel aan onze bewustmakingsactivi-teiten op festivals, manifestaties, opleidingen of acties in de media. Oxfam-in-Actie werkt samen met de andere Oxfams in België, www.oxfamsol.be/actie

Woord vooraf

Page 4: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA4

De hoogvlakte (El Altiplano) is het Andesgedeelte van het land, tussen de twee ketens van de Andes, de wes-telijke en de oostelijke. De gemiddelde hoogte bedraagt 3800 meter, maar de gletsjers zoals de Illimani, de Huay-na Potosi en de Nevado Sajama zijn hoger dan 6000 me-ter! In deze streek, die de departementen La Paz, Oruro en Potosi omvat, vindt men ook de twee grootste meren van Bolivia: het Titicacameer (aan de grens met Peru) en het Poopomeer (bij de stad Oruro). Een andere geogra-fische bijzonderheid is de Salar de Uyuni, een immens zoutmeer dat het belangrijke mineraal lithium bevat, een zeer begeerde natuurlijke hulpbron voor de groene auto van morgen. Het harde klimaat en het moeilijke terrein zijn niet gunstig voor de landbouw. Die landbouw is meestal zelfvoorzienend. De aardappel-teelt is hier geboren en werd later door de “conquista-dores” in Europa ingevoerd. Men verbouwt ook andere traditionele graangewassen in de streek, waarvan de “quinoa23” vandaag de meest bekende is. Andere plat-telandsactiviteiten zijn de teelt van lama’s, vicuña’s en alpaca’s, en ambachten, voornamelijk het weven. Een andere essentiële economische activiteit van de Altiplano is de mijnbouw, die onder andere aan de basis lag van de oprichting van de steden Potosi en Oruro.

23 Quinoa (geschreven quinua in het quechua) wordt vaak als een graan beschouwd, maar is biologisch gezien lid van de spinaziefamilie. De zaden lijken met hun vorm en kleur sterk op gierst. Quinoa bevat veel proteïnen en is erg voedzaam, meer dan bijvoorbeeld haver, maïs of rijst.

A. Diversiteit van klimaat en landschap

Bolivia, in het hart van Zuid-Amerika, heeft geen directe verbinding met de zee. Het is één van de landen die door-kruist worden door het Andesgebergte. Het grondge-bied, zesendertig keer groter dan dat van België, omvat drie verschillende streken: de oostelijke laagvlakten, de valleien en de hoogvlakte in de bergstreek.

De oostelijke laagvlakten (el Oriente of los llanos orientales) bestrijken twee derde van het grondgebied, verdeeld in drie departementen: Pando, Beni en Santa Cruz. In dit gebied maakt het warme, vochtige tropische klimaat en de vruchtbare grond een intensieve landbouw mogelijk. Er zijn grote landbouwbedrijven (agro-industrie) die exportgewassen produceren, zoals katoen, soja, rijst en cacao. De tropische wouden in het noorden van de Oriente maken deel uit van het Amazonebekken en wor-den doorkruist door enkele van de grote bijrivieren van de Amazone. Hier worden verschillende tropische houtsoor-ten gewonnen. Ten slotte vindt men in het gebied verder ten zuiden van Santa Cruz nog andere grondstoffen, zo-als olie, gas, ijzererts en edelstenen.

De valleien (los Valles) is een gebied tussen het Andes-gebergte en de oostelijke laagvlakten op een hoogte van 1000 tot 2000 meter boven zeeniveau. In deze zone be-vinden zich de departementen Cochabamba, Chuquisaca (met hoofdstad Sucre) en Tarija. Het goede klimaat van de streek maakt de verbouwing van granen als tarwe, ha-ver en maïs mogelijk. In het noorden van Cochabamba en lager, naar de vlakten toe, ligt de streek van Chapare, waar het cocablad verbouwd wordt. In de diepste val-leien, Yungas, wordt behalve coca ook veel tropisch fruit, koffie, thee en tabak geproduceerd.

B. Welke thema’s komen aan bod in dit dossier?

Dit dossier is op de eerste plaats bedoeld om de begelei-ders van groepen die aan het Bolivia-inleefatelier deelne-men met hun voorbereiding te helpen.

Het dossier begint met een algemeen overzicht van de geografische en culturele diversiteit van Bolivia, zijn his-torisch verleden en de huidige situatie van het land, gete-kend door de dynamiek van de sociale bewegingen.

Vervolgens behandelt het de grote uitdagingen waar-mee Bolivia vandaag wordt geconfronteerd, vooral met betrekking tot de landbouw en de voedselsoevereiniteit. Wij hebben gekozen voor een benadering per regio, de “Altiplano”, de “Valles” en de “Oriente”. De volgende thema’s komen aan bod: de toegang tot land, de platte-landsvlucht, de verschillende concurrerende landbouw-modellen, de uitdagingen om de voedselsoevereiniteit te verzekeren, de bedreigingen voor de biodiversiteit en de

uitdagingen van de klimaatverandering, zoals het smelten van de gletsjers.

Op een meer transversale manier wil het dossier tonen hoe een land dat keer op keer door plunderaars werd ge-teisterd – van Spaanse kolonisten tot buitenlandse mul-tinationals – zijn soevereiniteit probeert te doen gelden en alternatieven voorstelt ter bevordering van een ontwik-kelingsmodel dat een waardig leven verzoent met respect voor Pachamama, de Moeder Aarde.

Elk hoofdstuk eindigt praktisch met een korte samenvatting, getiteld “Om te onthouden”. Gebruik ze zoals het u past! Als bijlage vindt u bovendien kaarten en recente cijfergegevens.

Het inleefatelier Bolivia legt de nadruk op de impact van de klimaatverandering op de voedselzekerheid in Bolivia. Het atelier past ook in het kader van de internationale Oxfam-campagne “GROEI. Voedsel. Leven. Aarde.”

Wij wensen u veel leesplezier en een goede voorbereiding!

Bolivia, een land met vele gezichten 1

Page 5: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA5

B. Een heterogene bevolking

De 10 miljoen inwoners van Bolivia zijn bijna even hete-rogeen als het landschap. Bolivia is een van de weinige Latijns-Amerikaanse landen waar een meerderheid van de bevolking (± 62%) van indiaanse of beter “Amerindi-aanse” afkomst is. De Aymara en de Quechua, die vooral op de Altiplano en in de valleien wonen, zijn de groot-ste groepen. In het oostelijke deel wonen tal van andere Amerindiaanse gemeenschappen, zoals de Chiquitanos, Guarani, Guarayos, Chiriguanos en Chacobos. De rest van de Boliviaanse bevolking bestaat uit mestiezen of cholos (±28%) en blanken of criollos, die van de Span-

jaarden afstammen (±10 %). De Boliviaanse bevolking is dus multi-etnisch.

Het Spaans is de belangrijkste voertaal, een overblijfsel uit de koloniale periode. De Boliviaanse grondwet van 2009 erkent echter 37 officiële talen, waarvan het Ayma-ra, Quechua en Guarani vandaag de drie meest courante Amerindiaanse talen zijn. De multiculturaliteit in Bolivia heeft de ontwikkeling van een grote expressieve diversi-teit mogelijk gemaakt, in de kunst, de literatuur, de muziek en zelfs de gastronomie!

! Om te onthouden!Bolivia is een van de weinige Latijns-Amerikaanse landen waar een meerderheid van de bevolking van indiaanse of beter “Amerindiaanse” afkomst is (± 62%). De rest van de bevolking bestaat uit mestie-zen of cholos (±28%) en blanken of criollos, die van Spanjaarden afstammen (±10 %). Bolivia heeft geen directe verbinding met de zee. Het grondgebied, zesendertig keer groter dan dat van België, omvat drie verschillende streken:

De oostelijke laagvlakten (el Oriente) bestrijken twee derde van het grondgebied. Het warme, voch-tige tropische klimaat en de vruchtbare grond maken een intensieve landbouw mogelijk. Er zijn grote land-bouwbedrijven (agro-industrie) die exportgewassen produceren zoals katoen, soja, rijst en cacao. In de tropische wouden, deel van het Amazonebekken, worden verschillende houtsoorten gewonnen. In de Oriente vindt men talrijke grondstoffen zoals olie, gas, ijzererts en edelstenen. De belangrijkste stad is Santa Cruz, het economische hart van Bolivia.

De valleien (los Valles) vormen een gebied tussen het Andesgebergte en de oostelijke laagvlakten op een hoogte van 1000 tot 2000 meter. Het goede klimaat van de streek maakt de verbouwing van granen als tarwe, een grote variëteit tropisch fruit, koffie, thee, tabak en het cocablad mogelijk. De belangrijkste steden zijn Co-chabamba en de hoofdstad Sucre.

De hoogvlakte (El Altiplano) is het Andesgedeelte van het land, tussen de twee ketens van de Andes. De ge-middelde hoogte bedraagt 3800 meter, maar de glet-sjers zijn hoger dan 6000 meter! La Paz en El Alto zijn de dichtstbevolkte steden van het land. Door het harde klimaat en het moeilijke terrein is de landbouw weinig gevarieerd en winstgevend. Men verbouwt er voorna-melijk “quinoa”. Een andere essentiële economische ac-tiviteit van de Altiplano is de mijnbouw, die aan de basis lag van het ontstaan van de steden Potosi en Oruro.

Page 6: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIE6

Zo begon het tijdperk van de Caudillos, de blanke bazen die de Amerindianen overheersten en tot tweederangs-burgers verlaagden.

Van 1880 tot 1950 kende Bolivia een aantal oorlogen met buurlanden (waar eveneens een blanke elite heerste) en verloor het veel van zijn oorspronkelijke grondgebied. Re-geringen en militaire regimes volgden elkaar op, in een voortdurend klimaat van onderdrukking en repressie. Het jaar 1952 wordt gekenmerkt door de Revolutie van de MNR (Movimiento Nacionalista Revolucionario, Revolu-tionaire Nationalistische beweging): de opstand en het verzet van de Indianen wonnen terrein. De boeren en mijnwerkers begonnen vakbonden te vormen. De MNR bracht een omwenteling teweeg en werd de grootste po-litieke partij van het land. Ze voerde het algemeen stem-recht in, verbeterde het onderwijs van de plattelandsbe-volking en nationaliseerde de grootste mijnbouwmaat-schappijen van het land. In 1953 organiseerde de MRN een grote landbouwhervorming. Helaas kon ze het lot van de kleine boeren niet radicaal veranderen, want de eigendomsakten werden nooit overgedragen!

d) Decennia van dictaturenIn de jaren 60 volgden de militaire dictaturen elkaar op in Bolivia, zoals in veel landen in Centraal- en Zuid-Amerika. De meest kenmerkende was die van de extreemrechtse generaal Hugo Banzer. Hij herprivatiseerde de fossiele brandstoffen en schonk, in het kader van de “verblanking van Bolivia” vruchtbare grond aan enkele bevoorrechten en blanke migranten uit Zuid-Afrika (de Boers). In deze context ontstond de landbouwindustrie van de Oriente. Het verzet van de indiaanse volkeren tegen deze flagran-te ontmanteling van de landbouwhervorming van 1953 uitte zich in “marsen voor het grondgebied” en steun van de vakbonden. Maar de enige reactie op deze eisen was nog meer repressie.

e) Democratie en vrije marktIn de jaren 80 vallen de militaire dictaturen in Zuid-Ameri-ka één voor één. In Bolivia leek de politieke situatie vanaf 1982 stabiel te worden. Het land kreeg het aanschijn van een jonge democratie en koos voluit voor de liberale vrijemarkteconomie. Dat leidde tot allerlei economische besparingsmaatregelen, grootschalige ontslagen en een sociale crisis die een groot gedeelte van de bevolking marginaliseerde.

Bolivia is altijd een politiek en sociaal bewogen land geweest. Ooit was het de kampioenvan de staatsgrepen, vandaag zijn de sociale bewegingen er buitengewoon actief. Om dehuidige situatie te begrijpen, moeten we de geschiedenis van Bolivia23 kennen.

A. De eerste bladzijden van de geschiedenis

a) De pre-Columbiaanse beschavingen in de AndesVan de Vde eeuw voor onze tijdrekening tot de XIde eeuw heerste de Tiwanaku24-beschaving over een uit-gestrekt grondgebied rond het Titicacameer. Ze hadden een diverse landbouw (aardappelen, quinoa, maïs, rijst), gebruikten de lama als huisdier, bewerkten brons en be-heersten de techniek van het weven. Van de XIIde eeuw tot de XVde eeuw werd ze gevolgd door de beschaving van de Inca’s, die een enorm rijk stichtten dat zich van het noorden van Ecuador tot het noorden van Chili uitstrekte. Deze beschaving werd ge-kenmerkt door haar organisatie en de efficiëntie waarmee het voedsel beheerd werd. De Inca’s organiseerden de dorpsgemeenschappen (Ayllu’s) in federaties die drie geografische gebieden bestreken: het gebergte, de val-leien en het tropische laagland. Deze op “ecologische verdiepingen” gebaseerde structuur verzekerde heel het jaar door een erg gevarieerde voeding.

b) De Spaanse kolonisatieDe ontscheping van Francisco Pizzaro op de Peruvi-aanse kust in 1532 betekende het einde van het Incarijk, dat al verzwakt was door een interne machtsstrijd tussen twee kinderen van de laatste Inca. Ondanks de weer-stand van de Amerindianen slaagden de Spanjaarden erin het rijk te overheersen en alle door de Inca’s ont-worpen gezagsstructuren te vernietigen. De collectieve landbouw werd afgeschaft en vervangen door een feo-dale landbouw. Hierdoor ontstond een aristocratie van grootgrondbezitters en een klasse van onderdrukte boe-ren. De ontdekking van kostbare mineralen in Potosi en Oruro leidde tot de slavernij van de indiaanse volkeren in de mijnbouw. Men schat dat acht miljoen mensen in de mijnen om het leven kwamen!

c) Het ontstaan van de koloniale republiekIn 1825 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen en de Republiek Bolivia gesticht. Eigenlijk was er geen spra-ke van een echte dekolonisatie waarin de autochtonen hun macht en autonomie terugkregen, maar wel van een breuk tussen de “creolen”, de afstammelingen van de Spaanse kolonisten en de koloniale metropool Spanje.

2 In dit hoofdstuk plaatsen we de gebeurtenissen in hun historische context. Sommige punten zullen in de volgende hoofdstukken uitvoeriger behandeld en geanalyseerd worden. 3 Of “Tiahuanaco” in het Aymara.

Bolivia gisteren en vandaag2

Page 7: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA7

(ayllu’s) tot de mijnen en de arme stadswijken komen de Amerindianen vastberaden op voor de noodzaak om de Boliviaanse staat te “hervormen”, rekening houdend met de etnische en culturele diversiteit van de natie. Gedu-rende decennia werd een soms gewelddadige en sterk onderdrukte strijd gevoerd. Beetje bij beetje begonnen de sociale bewegingen zich te consolideren en zich politiek te structureren om de “Beweging voor het socialisme”, de MAS te vormen. Deze partij bracht Evo Morales in 2006 aan de macht.

De eerste hervormingen en de uitdagingen voor de toekomstDe komst van president Evo Morales, een Amerindi-aan die zowel uit het milieu van de boeren als uit de vakbondswereld komt, is een echt keerpunt voor de ge-schiedenis van het land. Deze onomkeerbaar geworden verandering leidt tot de deelname van de Amerindianen aan de besluitvormingsorganen op alle niveaus van het land. De eerste initiatieven van president Morales, vanaf zijn aantreden in januari 2006, worden gekenmerkt door onbetwistbare politieke successen: vermindering van het loon van de president en de topambtenaren, verhoging van het minimumloon, seminationalisering23 van fossiele brand-stoffen (gas en olie), invoering van steunprogramma’s voor de armsten (alfabetiseringsplan, bijslag voor kinderen en bejaarden, opleiding voor artsen in het buitenland, opstar-ten van een landbouwhervorming, ontwerp van een nieu-we grondwet). Maar deze maatregelen vallen niet in de smaak bij de elites van de departementen van de “Media Luna” (Pando, Beni en Santa Cruz) die vastberaden al-les in het werk stellen om dit politiek project te saboteren dat hun belangen direct bedreigt en hen dwingt om de bodemschatten te delen. Zo begint een politieke kracht-meting tussen de regering en de oppositie, die regelmatig in gewelddadige confrontaties ontaardt. Hierop volgt een reeks impasses en spanningen die het veranderingspro-ces aanzienlijk belemmeren. De verwachtingen van de bevolking zijn enorm en om ze snel in te lossen, moet de regering tegenstrijdige keuzen maken: het land ontwikke-len aan de hand van een “extractief” model (de natuurlijke rijkdommen op een industriële manier ontginnen om de voor de groei noodzakelijke voordelen snel te verkrijgen) of voorrang geven aan een “duurzame” ontwikkeling die een evenwicht vindt tussen de exploitatie van de natuur-lijke hulpbronnen en het respect voor het milieu. Hoewel de regering Morales in theorie en in haar ambities voor deze laatste optie kiest, zoals de in 2010 georganiseerde Alternatieve Top voor de Moeder Aarde24 illustreert, moet men vaststellen dat de praktijk soms heel anders is. Het blijft dus een uitdaging van formaat in een wereld die door diverse crisissen wordt geteisterd: een financiële, een voedsel- en klimaatcrisis.

4 Seminationalisering betekent dat de buitenlandse multinationals die de fossiele brandstoffen ontginnen niet uit het land zijn verdreven. De ontginningsovereenkomsten werden wel opnieuw onderhandeld, in het voordeel van de Boliviaanse staat. De voor de multinationals gunstige marge is aanzienlijk verminderd ten voordele van de staatskas. 5 De Wereldconferentie van de Volken over de Klimaatverandering en de Rechten van Moeder Aarde, in 2010 georganiseerd in Cochabamba.

B. De hedendaagse geschiedenis

a) Opstanden en sociale explosiesIn 2000 leidde een schijnbaar onschuldige gebeurtenis tot een ongeziene opstand. De Boliviaanse regering stond het beheer van het water van de streek van Cochabamba af aan een grote multinational uit Californië, de Bechtel Cor-poration. Heel de bevolking van Cochabamba kwam in opstand tegen deze poging tot privatisering. De “Wateroor-log” was begonnen. Na maanden van opstanden, die bru-taal neergeslagen werden, won de straat. De multinational werd het land uit gezet! In 2003 probeerde de Boliviaanse regering haar gasvoorraden via een consortium van buiten-landse multinationals aan de Verenigde Staten te verkopen. Ongeziene sociale bewegingen legden het land plat. Dit was de eerste “Gasoorlog”. De druk van de straat leidde tot het af-treden van president Gonzalo Sanchez de Lozada, die naar de Verenigde Staten vluchtte. De poging van de volgende presi-dent, Carlos Mesa, om de rust in het land te herstellen, mislukte eveneens en leidde tot de tweede gasoorlog in 2005 en tot de organisatie van nieuwe presidentsverkiezingen.

b) Verkiezing van de eerste Amerindiaanse president van BoliviaIn deze presidentsverkiezingen werd de kandidaat van de MAS (Beweging voor het Socialisme) de grote overwinnaar. In 2006 kreeg Bolivia eindelijk voor het eerst een Amerin-diaanse president: Evo Morales Ayma. De eerste doel-stelling van de regering Morales was het land zijn soeve-reiniteit over de natuurlijke rijkdommen terug te geven. Op 1 mei 2006 bracht hij de gasreserves opnieuw in handen van de staat, door middel van een vorm van nationalisatie die de inkomsten van het land snel moest verhogen. Later voerde hij een echte landbouwhervorming in en startte met de hulp van Cuba een alfabetiseringscampagne. In 2009 werd de Boliviaanse staat de plurinationale staat van Bolivia, zoals bepaald door de nieuwe grondwet die, voor het eerst, het bestaan van verschillende volkeren, talen en culturen in het land erkende.

C. Van de koloniale samenleving naar de plurinationale staat

Even terug in de tijd: de sociale structuur van Bolivia is ingrijpend beïnvloed door het koloniale verleden van het land. De blanke heersende elite heeft haar wetten en het Westers maatschappijmodel opgelegd. De meerderheid van de Amerindiaanse bevolking zijn arme boeren (de campesinos). Om haar politieke en economische be-langen te beschermen, heeft de heersende klasse niet geaarzeld om haar toevlucht te nemen tot repressie, wil-lekeurige aanhoudingen en een aanhoudende discrimi-natie. De blanken en zelfs de mestiezen hebben de indi-aanse cultuur in de ruime betekenis van het woord altijd geminacht. Lange tijd waren Amerindianen die sociaal wilden opklimmen, verplicht hun indiaanse afkomst en identiteit te verloochenen. Het verzet van de Amerindia-nen is in heel de geschiedenis tot uiting gekomen in een reeks opstanden. Tientallen jaren lang hebben de Bolivi-anen een echte klassenstrijd gevoerd: arbeiders, mijn-werkers en werknemers… tegen de heersende klasse. Maar geleidelijk aan is het identiteitskarakter van de eisen sterker geworden. Van de dorpsgemeenschappen

Page 8: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA8

A. Het landelijke leven in de Andes

Meer dan de helft van de Boliviaanse bevolking leeft op de Altiplano, de hoogvlakten van de Andes. Het leven is er bijzonder hard, door de hoogte en het zeer moeilijke klimaat. Het leven op de Altiplano is in grote mate afhankelijk van het water uit de gletsjers. Door de klimaatveran-dering smelt dit water met een snelheid die zelfs de experts verrast. Wordt het leven in de Boli-viaanse Andes bedreigd?

De Altiplano ligt op een hoogte van gemiddeld 3800 me-ter en heeft een koud woestijnklimaat. De mogelijkheden voor landbouw zijn er dus erg beperkt. De temperatuur-stijging en de aan de klimaatverandering gerelateerde droogte maken deze situatie alleen maar erger. Men ver-bouwt er vooral aardappelvariëteiten die bestand zijn te-gen de koude (imilla, oca, papalisa) en quinoa. Grassen als ichu en alfafa voeden de kudden van onder meer lama’s en alpaca’s, waarvan men de kostbare wol ge-bruikt om stoffen te weven, een traditionele economische activiteit die een grote rol blijft spelen!

a) Het leven in gemeenschappen: de “allyu’s”Op het platteland van de Andijnse hoogvlakten leven geïsoleerde boerengemeenschappen Aymara en Que-chua. Spaans wordt alleen met bezoekers gesproken, de Amerindiaanse talen zijn de voertaal. Het leven is vaak hard: geen stromend water, geen elektriciteit, weinig transportmogelijkheden, geen medische hulp enz.

De boeren van de Andes leven in gemeenschap-pen die men “ayllu” noemt. In de pre-Columbiaanse tijd vormden de ayllu’s federaties die zich konden uitstrekken over de drie ecologische etages van het huidige Bolivia (Altiplano, vallei en tropische laagvlakte), zodat ze een gevarieerde voedselvoor-ziening verzekerden. Maar de kolonisatie heeft deze erg doeltreffende federaties volledig ontwricht, zodat vandaag alleen de ayllu blijft voortbestaan.

De indianengemeenschap werkt volgens een roterende democratische structuur: alle leden nemen beurtelings deel aan de verschillende taken (carga) van de gemeen-schap. De verantwoordelijkheden die men krijgt, worden beschouwd als een dienst aan de gemeenschap. Ze zijn dus geen gelegenheid om zich te verrijken of om zich be-ter te vinden dan de anderen. Elke ayllu heeft een hoofd, de Jilakata, die voor een jaar wordt aangesteld. Alle man-nen van de gemeenschap worden om de beurt Jilakata. Het hoofd heeft geen autoritaire macht: belangrijke be-slissingen worden unaniem door de gemeenschap geno-men, tijdens vergaderingen waarin iedereen het woord mag nemen. De Jilakata leidt de vergaderingen en moet ervoor zorgen dat de genomen beslissingen uitgevoerd worden. Hij lost ook conflicten op en is de woordvoer-der van de gemeenschap. Traditioneel kunnen vrouwen geen Jilakata zijn. Dat betekent echter niet dat ze geen inspraak hebben. Ze nemen actief aan de vergaderingen

!De beschavingen van de Tiwanaku en de Inca’s zijn de twee pre-Columbiaanse beschavingen die de Spaanse kolonisatie in 1532 in de Andes voorafgin-gen. Ondanks het verzet van de Amerindianen, slaag-den de Spanjaarden erin om het rijk van de Inca’s te ver-nietigen. Ze legden een feodale landbouw op, waardoor een aristocratie van grootgrondbezitters en een klasse van onderdrukte boeren ontstond. De ontdekking van kostbare mineralen in Potosi en Oruro leidde tot de sla-vernij van de indiaanse volkeren in de mijnbouw.

In 1825 werd Bolivia onafhankelijk. Het was geen fysieke dekolonisatie, maar veeleer een breuk met de koloniale metropool, Spanje. De Amerindianen wer-den systematisch gediscrimineerd en beschouwd als tweederangsburgers die niet aan het bestuur van het land mochten deelnemen. Van 1960 tot 1980 volgden de militaire dictaturen elkaar op en brachten ze het land in een klimaat van angst en repressie. In het be-gin van de jaren 80 leek Bolivia stabiel en democra-tisch te worden. Het land koos voluit voor de liberale

vrijemarkteconomie, wat gepaard ging met een reeks privatiseringen en besparingsmaatregelen. De Amer-indianen bleven zich verzetten. Ze organiseerden zich in vakbonden en sociale bewegingen. In de jaren 2000 vond hun strijd eindelijk een bredere steun in de Bolivi-aanse maatschappij: tijdens de oorlogen om water en gas, twee door de multinationals begeerde natuurlijke rijkdommen, ten nadele van de belangen van het land.

De sociale bewegingen wonnen de strijd, wat de ver-kiezing van de eerste Amerindiaanse president, Evo Morales, mogelijk maakte. Deze onomkeerbaar geworden verandering kwam tot uiting in de deelname van de Amerindianen aan de besluitvormingsorganen op alle niveaus van het land. Het land begon aan een lang veranderingsproces: nieuwe nationale grondwet, seminationalisering van talrijke bedrijven en natuurlijke hulpbronnen, sociale projecten ... Maar de uitdagingen blijven enorm. Vandaag moet Bolivia, zoals de rest van de planeet, het hoofd bieden aan verschillende crisis-sen: een financiële, een voedsel- en een klimaatcrisis...

De Altiplano, leven aan de voet van de gletsjers3

Om te onthouden!

Page 9: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA9

te garanderen en een interessante prijs op de internatio-nale markt te verzekeren. B. Het stedelijke leven op de Altiplano

De mijnbouw heeft de geschiedenis van de Altiplano ge-tekend en deed twee grote mijnsteden ontstaan: Oruro en Potosi. Op de Altiplano werd ook in de koloniale tijd de stad La Paz gesticht, de huidige regeringszetel en het commercieel centrum. Later ontstond El Alto, een satellietstad van La Paz, die voortkwam uit de platte-landsvlucht en nu het “middelpunt van de sociale mo-bilisatie” vormt.

El Alto: eerste Amerindiaanse stadIn de jaren 50 was El Alto niet meer dan een uitgestrekt, leeg plateau op 4200 m hoogte. Pas later ontstond er rond de luchthaven een marginale voorstad. Ze groeide snel en na slechts twintig jaar (in 1988) kreeg El Alto de rang van stad. Het is het stedelijke centrum met de groot-ste demografische groei van het land: gemiddeld 5% per jaar. Vandaag telt het meer dan een miljoen inwoners, van wie 83% zichzelf als Amerindianen (vooral Aymara) beschouwt. 60% van de bevolking is jonger dan 25 jaar! De culturele diversiteit is overal in de straten van de stad aanwezig. El Alto is het resultaat van verschillende mi-gratiestromen: boeren uit de Altiplano en de Oriente, ge-wezen mijnwerkers, gemarginaliseerde inwoners van La Paz of andere grote steden, gewezen cocaboeren, ...

Zelf werk scheppen om te overleven In El Alto heeft zich in de loop der jaren een eigen eco-nomische dynamiek ontwikkeld waarin mensen zelf een baan creëren. Zo zijn de “micro-empresas” (microbedrij-ven) ontstaan, kleine familieateliers in uiteenlopende do-meinen als naaiwerk, schrijnwerk, laswerk, mechanica, enzovoort. Het opvallendste is de indrukwekkende uit-breiding van de straatmarkten. Hier is alles te koop: nieu-we, tweedehandse of zelfs derdehandse kleren, fruit en groenten, tweedehandse auto’s, kippen, geiten, mobiel-tjes, enzovoort. Het aantal verkopers neemt voortdurend toe. Naast deze rondtrekkende verkopers zijn er mensen die diensten aanbieden: schoenenpoetsers, “voceros”, jongetjes die met de buschauffeurs meerijden en de naam van de haltes afroepen, muzikanten, mensen die diensten als kruier aanbieden, bouwvakkers, taxichauf-feurs, thuiswerkers en nog vele anderen. In de economie worden al die activiteiten beschouwd als een onderdeel van de informele sector. Deze overlevingseconomie heeft zich als gevolg van de economische toestand van de voorbije decennia sterk ontwikkeld. Het Boliviaanse nationale instituut voor statistiek schat dat 57% van de actieve bevolking van Bolivia afhankelijk is van de infor-mele sector! En die statistieken houden niet eens reke-ning met de kinderarbeid.

deel en hebben evenveel recht op spreken als de man-nen. De vrouw speelt vooral in het gezin en in het werk op het land een doorslaggevende rol. Als vruchtbaarheids-symbool is zij het die Moeder Aarde, de Pachamama, be-zaait. Tijdens de migratieperioden, wanneer de mannen de dorpen verlaten om elders te gaan werken, moeten de vrouwen alle taken uitvoeren. De kinderen zijn ver-antwoordelijk voor kleine kudden lama’s of schapen, een taak die ze met hun schoolwerk combineren. Het onder-wijs is erg elementair. Kinderen die groot genoeg zijn voor het boerenwerk worden heel snel van school gehaald. Door de moeilijke levensomstandigheden en het lage inkomen van het landbouwwerk verlaten steeds meer jongeren hun oorspronkelijke gemeenschap om naar de stad te trekken, in de hoop er een beter leven te vinden. Vaak betekent dit dat ze in de informele sector werken (zie pagina 10). De plattelandsvlucht is dus een echte bedreiging voor het overleven van de gemeen-schappen van de Altiplano.

b) Het succes van quinoa: een tweesnijdend zwaardQuinoa is in de jaren 80 op de markten van de Verenigde Staten en Europa verschenen, maar kreeg pas later het imago van een “oud, natuurlijk en gezond” product. Het is ook een erg populair Fair Trade product25 dat de land-bouwcoöperaties ondersteunt. Het volume van de export neemt onophoudelijk toe: van 1.429 ton in 1980 tot 13.000 ton in 2009! Bolivia neemt de eerste plaats in op de wereldmarkt, met 46% van de to-tale productie, gevolgd door Peru met 42%. Quinoa wordt door 70.000 boeren verbouwd, maar slechts 13.000 van hen zijn regelmatige producenten. De prijs van quinoa op de wereldmarkt is de afgelopen decennia sterk gestegen. Toch heeft het succes van quinoa niet alleen voordelen.

De quinoaproductie kan vandaag 55 tot 85% van de in-komsten van een gemiddeld boerengezin uit de Altiplano vertegenwoordigen. De keerzijde van de medaille is dat quinoa in vergelijking met andere granen voor de meeste Bolivianen een zeer duur voedingsmiddel blijft. Vandaag verbruiken gezinnen slechts 15 tot 20% van hun eigen quinoaproductie, hoewel quinoa veel voedzamer is dan andere granen. De rest wordt verkocht. De bevolking op-teert voor andere, minder dure, maar ook minder voed-zame eetwaren. Dit is een verontrustend fenomeen in een land dat enorme voedseltekorten kent. Men moet de “voedselzekerheid” van de bewoners van de Altiplano im-mers eerst waarborgen voor men dit superieure voedsel exporteert. Een ander probleem met de toename van de quinoaproductie is de ernstige aantasting van de bodem, die zowel verband houdt met de monocultuur als met het gebruik van machines of chemische producten. Deze aantasting leidt tot een verminderde opbrengst, wat een extra bedreiging voor de voedselzekerheid vormt.

Bolivia zal een duurzaam landbouwmodel voor de quinoa moeten ontwikkelen, als het in staat wil zijn om de voed-selzekerheid van de mensen die van zijn productie leven

6 Fair Trade of eerlijke handel is een alternatief verkoopcircuit dat zich inzet om de kleine boeren uit de landen van het Zuiden correct te vergoeden.

Page 10: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA10

gletsjers in de Andes met 20% verminderd. Het versnelde smelten van de gletsjers bedreigt de watervoorziening van niet minder dan 30 miljoen mensen wereldwijd! De meer dan 18.000 jaar oude Chacaltaya is nu volledig “verdwenen”. Dit is een bijzonder symbolische plaats: ze stond bekend als de hoogste skipiste ter wereld! De meeste gletsjers van de regio kunnen binnen een dertig-tal jaar volledig verdwenen zijn, en samen met hen alle waterbronnen.

Aqua es vida!In het Andesgebied is de hoeveelheid neerslag door de klimaatverandering gedaald. In 2009 kregen La Paz en El Alto voor het eerst te maken met waterte-korten, tot grote ongerustheid van een bevolking die al tientallen jaren voor haar recht op water strijdt. Dat recht is trouwens als grondrecht opgenomen in de nieuwe grondwet van de plurinationale staat Bolivia. Wetenschappers zijn het erover eens dat in 2055 40% van de Boliviaanse bevolking waterschaarste zal ervaren, wat de sociale ongelijkheid nog meer zal vergroten en de voedselzekerheid van de Bolivianen rechtstreeks zal bedreigen. Dit verklaart waarom de strijd tegen de klimaatverandering zo belangrijk is geworden in Bolivia.

D. De kosmovisie26 van de Andes, een motor of een rem op de ontwikkeling?

De inheemse volkeren van het Amerikaanse continent worden vaak alleen door een antropologische of etno-logische bril bekeken. Bovendien wordt het streven van de inheemse volkeren om hun cultuur en hun manier van leven te verdedigen – kortom, hun verzet tegen de ver-westerlijking – uitgelegd als een afwijzing van moderni-teit en ontwikkeling. En toch kunnen we op een moment waarop de impact van onze westerse ontwikkeling op het milieu steeds meer ter discussie wordt gesteld, veel le-ren van hun voorouderlijke cultuur, die een rechtvaardig evenwicht tussen mens en natuur bepleit. Deze harmonie tussen mens en natuur is een fundamenteel element van een heleboel oude beschavingen en van de eerste volke-ren van deze wereld, en dit op alle continenten.

7 Kosmovisie of kosmogonie

Informele economie = het geheel van economi-sche activiteiten die aan de “controle” van de staat ontsnappen. Ze verschijnen dus niet in de officiële statistieken van de productie en de werkgelegen-heid en worden niet meegerekend in de nationale boekhouding. Omdat de staat er geen controle over heeft, is de informele economie niet aan het belastingstelsel onderworpen. Het betreft vooral de straathandel, een aantal ambachtelijke activiteiten, maar ook smokkel en allerlei maffiapraktijken. De informele economie is de tegenhanger van de for-mele economie die met haar contracten en aangif-ten belast wordt door de staat.

Strijdbare organisatiesDe weinige bestaande diensten zijn meestal door de in-woners zelf op touw gezet. Ze organiseren zich in “juntas vecinales”, wijkcomités, die overkoepeld worden door de Federación de Juntas Vecinales (FEJUVE). Ze zorgen voor de stadsontwikkeling, organiseren collectief en soli-dair werk, zoals de aanleg van rioleringen en voetpaden, en oefenen druk uit op de stedelijke overheid opdat die haar verplichtingen op het gebied van infrastructuur en openbare diensten zou vervullen. Er bestaan ook lokale gemeenschapsradio’s en er is de vakbondsvereniging COR – Central Obrera Regional – die de laatste jaren met de FEJUVE een beslissende rol speelt in de sociale mo-bilisatie. Hoe valt dat organisatievermogen te verklaren? De meeste Alteños, de inwoners van El Alto, zijn afkom-stig uit de plattelandsgemeenschappen van de Quechua en de Aymara van de Altiplano. De organisatievormen die in El Alto ontstaan zijn, komen voort uit de gemeenschap-geest van de ayllu’s: hun structuur, hun logica en hun organisatiesysteem, maar ook hun gevoel van plicht te-genover de gemeenschap. De stedelijke gemeenschap van El Alto is dus een natuurlijk verlengstuk van de landelijke gemeenschap die zich in een “vijandige” om-geving opnieuw moet organiseren. Het buitengewoon grote aantal organisaties in El Alto heeft een zeer actief sociaal weefsel geschapen, met verzetsnetwerken die op een erg bewuste, proactieve basis steunen en zich niet tot kritiek op het bestuur van de stad beperken. Beetje bij beetje hebben deze organisaties bijgedragen tot de bevestiging van de inheemse identiteit, met een verbazingwekkend vermogen om druk uit te oefenen en mensen te mobiliseren.

C. Smeltende gletsjers: een bedreiging voor het leven op de Altiplano?

Eeuwenlang heeft de waterstroom uit de Andesketen de landbouwgronden geïrrigeerd en de aanwezigheid van menselijke vestigingen mogelijk gemaakt. Vandaag is het snelle smelten van deze gletsjers het eerste directe gevolg van de klimaatopwarming. Hun “dreigende” ver-dwijning heeft potentieel rampzalige gevolgen voor de menselijke ontwikkeling van de Andes-regio.

71% van de wereldwijde tropische gletsjers bevinden zich in het Andesgebergte, meer bepaald in Peru, Bolivia en Ecuador. Vergeleken met 1970 is het volume van de

Page 11: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA11

In het geval van de Andes verwijzen de inheemse volkeren naar hun “kosmovisie van de Andes”, een mengeling van overtuigingen en filosofische prin-cipes. Het is de manier waarop de inheemse volke-ren van de Andes het universum begrijpen en hoe dat begrip hun leven stuurt. In deze cultuur spelen de natuurelementen een doorslaggevende rol: de mens domineert de natuur niet, maar vormt er een integraal onderdeel van. Achachilas (de berg), Inti (de zon) en Pachamama (Moeder Aarde) zijn de essentiële elementen. Daarna komen andere ele-menten die voor het leven onontbeerlijk zijn: het water, de bomen, de wind ...

Deze benadering van het leven en de wereld inspireert collectieve organisatievormen en bepaalt de verhoudin-gen en de relaties tussen individuen, die sterk kunnen verschillen van het westerse denken! Neem bijvoor-beeld het begrip “economie”: dit westerse concept ver-schilt afhankelijk van de cultuur, de politieke context en de heersende ideologie. Westerlingen definiëren het in termen van productie, distributie, circulatie en vermo-gensopbouw.

In de autochtone maatschappij van de Andes spreekt men van een gemeenschapseconomie, die berust op gemeenschapsgeest en samenwerking als middelen om de rijkdom te verdelen. Bij Westerlingen hangt het maat-schappelijke succes van het individu af van zijn bezit. In de Andijnse maatschappij berust sociale erkenning op de deelname van het individu aan de gemeenschap, op het vervullen van zijn verplichtingen. Hetzelfde geldt voor het begrip eigendom. Het ligt aan de basis van ons wes-ters economisch systeem, maar de autochtone volkeren kennen een combinatie van het familiale en het gemeen-schappelijke. Volgens de kosmovisie van de Andes kan de mens de grond niet bezitten. Deze opvatting gaat in tegen de Westerse logica, waarin grond een handelsgoed is. Alleen al deze elementen tonen de diepe tegenstrijdig-heid tussen de westerse cultuur en die van de Andes…

! Om te onthouden!Meer dan de helft van de Boliviaanse bevolking leeft op de Altiplano, de hoogvlakten van de Andes. Het leven is er bijzonder hard, door de hoogte en het zeer moei-lijke klimaat. De boeren van de Andes leven in gemeen-schappen die men “ayllu” noemt. Men verbouwt er vooral quinoa: een voedsel dat veel proteïnen en vita-minen bevat, veel meer dan haver, maïs of rijst. Quinoa is de afgelopen decennia op de markten van de Ver-enigde Staten en Europa verschenen, met het imago van een “oud, natuurlijk en gezond” product. Deze door-braak kan men ook toeschrijven aan de eerlijke handel, die vooral de landbouwcoöperaties wil ondersteunen. De quinoaproductie maakt sinds enkele jaren een groot gedeelte van de inkomsten van een boerengezin in de Altiplano uit. Paradoxaal genoeg blijft quinoa voor de meeste Bolivianen een bijzonder duur voedingsmiddel. Het wordt lokaal dus weinig geconsumeerd. Door de moeilijke levensomstandigheden en het lage inkomen van het landbouwwerk verlaten steeds meer jongeren hun oorspronkelijke gemeenschap om naar de steden te trekken, in de hoop daar een beter leven op te bou-wen. Vandaag is de plattelandsvlucht een echte be-dreiging voor het overleven van de gemeenschappen van de Altiplano. El Alto, een satellietstad van La Paz, kwam groten-deels voort uit deze plattelandsvlucht. El Alto heeft zijn eigen economische dynamiek ontwikkeld: straathandel, een aantal ambachtelijke activiteiten, maar ook smok-kel. Dit soort activiteiten hoort tot de informele econo-mie, waarover de staat geen controle heeft. Deze over-levingseconomie heeft zich als gevolg van de moeilijke economische toestand van de voorbije decennia sterk ontwikkeld en heeft betrekking op 57% van de actieve Boliviaanse bevolking. Het buitengewoon grote aantal organisaties in El Alto heeft een echt sociaal weefsel geschapen met zeer actieve verzetsnetwerken. Deze organisaties hebben een doorslaggevende rol gespeeld tijdens de conflicten in de jaren 2000 om de soeverei-niteit van het land te herstellen. Ze hebben bijgedragen tot de bevestiging van de inheemse identiteit, met een verbazingwekkend vermogen om druk uit te oefenen en mensen te mobiliseren!Een andere grote bedreiging voor de Altiplano: de smeltende gletsjers, het gevolg van de uitstoot van broeikasgassen door de geïndustrialiseerde landen. Deze gletsjers herbergen onmisbare waterreserves voor de bevolking: om te drinken, om zich te wassen, maar ook voor de landbouw. Het smelten van de glet-sjers is een direct gevolg van ons westers ontwikke-lingsmodel, dat het evenwicht van het ecosysteem van onze planeet verstoort. Zou het niet interessant zijn om ons te laten inspireren door elementen van de voorou-derlijke culturen van de eerste volkeren? De kosmovi-sie van de Amerindianen in Bolivia omvat bijvoorbeeld een geheel van wetten en waarden die een manier van leven voorschrijven waarbij de mens in harmonie met de natuur leeft. Een wijsheid die de vernietiging van ons milieu belet en de rampzalige gevolgen die eruit voort-vloeien voorkomt!

Page 12: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA12

te ontwikkelen die voornamelijk op de uitvoer gericht is: de agro-industrie. Er is ook een moderne verwerkende industrie, die consumptiegoederen produceert. Het is het rijkste departement van Bolivia, dankzij de landbouwpro-ductie en de bosexploitatie, maar ook dankzij de uitbating van fossiele brandstoffen.De hoofdstad, Santa Cruz de La Sierra, is de belangrijk-ste stad van de Oriente. Haar bevolking telt nu 1,5 miljoen mensen. Santa Cruz heeft aan zijn recente verleden als provinciestad een bescheiden centrum met gebouwen in koloniale stijl overgehouden. In de periferie zijn spon-taan een heleboel volkswijken gegroeid die de “anillos”, de ringen van de randstad, vormen. Ze zijn ontstaan door de toestroom van migranten uit andere streken – vooral de Al-tiplano – op zoek naar een nieuw bestaan in de informele sector24 of als werknemers in de landbouwnijverheid.

B. Strijd om de beste gronden van het land

a) Het latifundisme en de strijd van de landloze boerenNergens in Latijns-Amerika is de grond zo ongelijk ver-deeld als in Bolivia. 7% van de grondbezitters bezit 87% van het bouwland, grotendeels in de Oriente. De biodiversiteit en de kwaliteit van de vruchtbare gronden in deze streek zijn grote troeven die een verklaring bie-den voor deze concentratie van grond in de handen van een historisch gezien aan de kolonisatie en de oligarchie verwante minderheid. Deze grote gronden zijn vooral be-stemd voor de exportcultuur en de veeteelt. In de oogst-periode moeten veel boeren als seizoenarbeiders in de landbouwindustrie werken. De rest van het jaar keren ze terug naar hun oorspronkelijke gemeenschappen om er hun eigen lapje grond te bewerken – dat te klein is om van te leven – of verhuizen ze naar de steden om in de informele sector te werken. Sommige boeren hebben geen banden meer met hun oorspronkelijke dorp en heb-ben dus ook geen land. Dit zijn de landloze boeren. Naar het voorbeeld van de Braziliaanse “Movimento dos Sem Terra” hebben zij de Movimiento de los campesinos Sin Tierra (MST) opgericht. Een nieuwe wet voor de landbouwhervorming25 schept een juridisch kader voor de opeising van het recht op en de toegang tot het land volgens het principe van “la tierra a quién la trabaja” (“de grond voor wie hem bewerkt”). Het criterium dat de wet gebruikt om “onbewerkt” (dus onpro-ductief) land van productieve grond te onderscheiden, is zijn “economische en sociale” functie. De uitvoering van de wet is echter niet evident, omdat ze raakt aan de belangen van de landeigenaren, die hun bezit niet willen afstaan en alle middelen gebruiken om de wet te dwarsbomen.

b) Buitenlandse investeerders en land grabbingSinds twee decennia stelt men in Bolivia een belangrijke toename van landroof door buitenlandse investeerders

9 Zie hoofdstuk III voor de informele sector.10 Landbouwwet: ley agraria 3445 de “ Reconducción Comunitaria de Reforma Agraria” 2006

De Oriente (of “los llanos orientales”) omvat de vlakten en het Amazonegebied van Bolivia, met de departementen Pando, Beni en Santa Cruz. Deze regio heeft een grote biodiversiteit en is bi-jzonder rijk aan natuurlijke hulpbronnen, wat ze fel begeerd maakt. Terwijl de recente toename van het aantal overstromingen en de droogte de lokale bevolking zorgen baart, zien anderen in deze klimaatontregeling een bron van moge-lijkheden…

A. Van het Amazonebekken naar de vlakten van de Chaco

a) Een waaier van landschappen en rijkdommen De streek die doorgaans Oriente wordt genoemd omvat de drie departementen van het oosten van Bolivia: Pan-do, Beni en Santa Cruz. Geografisch gezien zou ze ook het noorden van de departementen La Paz en Cocha-bamba moeten bestrijken. De Oriente bestrijkt ongeveer 60% van het Boliviaanse grondgebied. Het noordoosten maakt deel uit van het tropische Amazonebekken en be-strijkt de departementen Pando en Beni die het Amazo-negebied vormen. Het Amazonegebied heeft een zeer rijke biodiversiteit met verschillende soorten tropisch hout, rubber, allerlei mineralen, goud en edelstenen… Meer naar het zuiden wordt het departement Santa Cruz gevolgd door de vlakten van Chaco, een droge zone met rijke olie- en gasvoorraden. De Oriente heeft heel vrucht-bare grond en een subtropisch klimaat dat goed geschikt is voor de landbouw en de veeteelt. Gewassen zoals soja, katoen, suikerriet, rijst en koffie zijn vooral voor de export bestemd.

b) Een al even diverse bevolkingDe diversiteit van de Boliviaanse bevolking is ook in de Oriente merkbaar. Naast blanken en mestiezen leeft hier een grote groep Amerindianen. De indianen van de “tier-ras bajas” (het laagland) zijn minder bekend dan de Que-chua en de Aymara van de Andes. Het zijn 34 verschil-lende volkeren, met de Guarani als de grootste groep. Andere inlandse volkeren zoals de Chiquitanos, de Cha-cobos, de Guarayos, de Moxeños en de Weenhayek zijn minder bekend, maar daarom niet minder belangrijk. Zij zijn vertegenwoordigd in de Confederación de Pueblos Indígenas de Bolivia (de CIDOB)23.

c) Santa Cruz, een ontwikkelingspoolHet departement van Santa Cruz is de regio die de groot-ste kapitaalinjectie van buitenlandse investeerders heeft gekregen. Daardoor is de regio, in tegenstelling tot de an-dere, erin geslaagd een grootschalige moderne landbouw

8 De CIDOB (Confederación de Pueblos Indígenas de Bolivia) werd in 1984 in Santa Cruz opgericht. Ze wordt nationaal, internationaal en door de Boliviaanse volksbewegingen erkend als de vertegenwoordiger van alle indianen van de “tierras bajas”.

El Oriente: een rijke en begeerde streek4

Page 13: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA13

vast. In Bolivia gaat het nog niet echt om “land grabbing” door buitenlandse staten, maar wel door buitenlandse bedrijven, vooral Braziliaanse, Argentijnse en Japanse. Men schat dat deze buitenlandse investeerders recent ongeveer 1 miljoen hectare van de beste landbouw- en veeteeltgronden van het land hebben gekocht! Dit groei-ende verschijnsel is grotendeels te verklaren door de verschillende wereldwijde crisissen in 2007 en 2008: de stijging van de voedselprijzen, de financiële crisissen en de klimaatcrisis.

“Land grabbing”: een nieuwe bedreiging voor de landen van het ZuidenSommige dichtbevolkte landen die door een voed-seltekort of energieschaarste worden bedreigd aarze-len niet om hun toevlucht te nemen tot “land grabbing”, om elders te produceren wat ze in hun eigen land niet kunnen produceren: voedsel, exportgewassen en/of biobrandstoffen. Naast Afrika teistert deze praktijk vooral Latijns-Amerika. Onlangs heeft de Europese Unie haar financiële investeerders aangemoedigd om naar Zuid-Amerika te trekken en daar een inten-sieve en winstgevende landbouw op lange termijn te ontwikkelen, om het hoofd te bieden aan de zekere prijsstijging van de landbouwgrondstoffen. Men schat dat 58% van de grond die nodig is voor de Europese voedselbevoorrading “geleend” wordt van de ontwik-kelingslanden! Het grote gevaar van land grabbing in de armste landen is dat het de lokale bevolking de pro-ductie van haar basisvoedsel ontneemt. Deze situatie is een directe bedreiging voor de voedselzekerheid van de landen van het Zuiden.

In Bolivia gebruiken de buitenlandse investeerders de grond van de Oriente vooral voor de teelt van soja, maïs of katoen, maar ook vee. Onlangs hebben Boliviaanse organisaties26 de uitbreiding van de transgene gewas-sen aan de kaak gesteld en het gebruik van chemische meststoffen met een schadelijke impact op zowel het mi-lieu als de menselijke gezondheid blijft onrustwekkend. Dezelfde organisaties menen dat deze situatie volledig in strijd is met de nieuwe Boliviaanse grondwet die onder de regering van Evo Morales tot stand kwam en de voed-selsoevereiniteit van het Boliviaanse volk wil waarborgen. De goede bedoelingen van de regering Morales met be-trekking tot de toegang tot land en de voedselsoevereini-teit kunnen zich pas in doeltreffende maatregelen vertalen als ze concreet vorm krijgen in een strenge wetgeving. Dit is blijkbaar nog niet gelukt, in dit land waar belangencon-flicten elke vooruitgang zeer moeilijk maken.

11 Fundacion Tierra, Probioma

c) Het produceren van biobrandstoffen: bedreiging of kans?

Biobrandstoffen worden voorgesteld als een oplos-sing voor twee grote uitdagingen waarmee we mo-menteel worden geconfronteerd: de klimaatcrisis en de energiecrisis. Vandaag blijkt echter dat ze meer kwaad dan goed doen, en dit vooral in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. De productie van biobrandstoffen gebeurt meestal in grote monoculturen (suikerriet, palmolie, soja ...) in de handen van de landbouwin-dustrie en bestemd voor de rijke landen die willen diversifiëren en hun energievoorziening “groener” willen maken. Gemiddeld is er 200 kg graan nodig om een per-soon gedurende een jaar te voeden. Met dezelfde hoeveelheid graan produceert men 50 tot 75 liter bio-ethanol. De grootste kritiek op de biobrandstof-fen is dus dat ze gronden gebruiken die normaal voor de voedselteelt of bossen zijn voorbehouden. In het eerste geval draagt dit bij tot de prijsstijging van de voedingsmiddelen op de internationale markt en in het tweede geval verhoogt het de CO2-uitstoot, vernietigt het de biodiversiteit en verzwakt het de economische en sociale situatie van de lokale bevol-king. De wereldwijde productie van biobrandstoffen is tussen 2000 en 2008 meer dan verdriedubbeld en is vandaag goed voor meer dan 2% van het wereld-wijde brandstofverbruik.

De voorstanders van biobrandstoffen menen dat Bolivia over de ideale omstandigheden beschikt om ze te ontwik-kelen – vooral biodiesel uit soja en bio-ethanol uit suiker-riet in de grote oostelijke vlakten. Deze productie is zeer intensief en neemt de vorm aan van een monocultuur. De belangrijkste spelers op deze markt zijn de landbouwindustrie en de multinationale ondernemingen. Bolivia kent echter een groot ondervoe-dingsprobleem, omdat de productie van biobrandstoffen meestal ten koste gaat van de voedingsgewassen en een nog grotere bedreiging vormt voor de voedselzekerheid van de Bolivianen.Dergelijk grootschalig intensief gebruik van landbouw-grond heeft verschrikkelijke gevolgen voor het milieu: bodemerosie, bodem- en waterverontreiniging, verar-ming van de biodiversiteit. En dan zijn er nog de sociale gevolgen, zoals de verhuizing van hele bevolkingen, de schending van de mensenrechten enz. Bovendien drei-gen de oogsten door de klimaatverandering nog meer af te nemen. Het is daarom van essentieel belang dat het land over voldoende gronden beschikt om de voedselze-kerheid te garanderen. Samengevat zijn biobrandstoffen geen goede keuze voor de ontwikkeling van Bolivia. Ze bieden geen oplossing voor de meeste problemen van de Boliviaanse platte-landsbevolking. Ze versterken enkel het traditionele me-chanisme dat erin bestaat de natuurlijke rijkdommen in weinig verwerkte vorm te verkopen, door de ecologische en sociale impact te ondergaan en de verkoop van het product over te laten aan de multinationals. Zo blijven ze afhankelijk van de vraag uit het Noorden.

Page 14: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA14

d) De Boliviaanse bossen: ontginnen of behouden?Bolivia staat vooral bekend om zijn bergen en het hoog-land van de Altiplano. In werkelijkheid bestrijken de bos-sen bijna de helft van het grondgebied, vooral in het zogenaamde “laagland” dat overeenkomt met ongeveer 10% van de totale oppervlakte van het Amazonebekken. Het Boliviaanse woud herbergt unieke ecosystemen en kan op verschillende manieren worden benut. Het is een ontzettend belangrijke economische hulpbron voor de houtindustrie, maar wordt ook vaak beschouwd als een potentiële grondreserve voor de landbouw, waardoor concurrentie tussen de bosbouw- en landbouwsectoren ontstaat. Winningindustrieën van fossiele brandstof-fen en mijnen hebben belangstelling voor bepaalde zo-nes van het woud. Tot slot zijn er de vrij talrijke inheemse volkeren en de boeren die eveneens van de rijkdommen van het bos leven.

Het tempo van de ontbossing is de afgelopen jaren sterk toegenomen, vooral in het departement Santa Cruz, waar de helft van de ontbossing van het land plaatsvindt. De belangrijkste oorzaak is de conversie van bossen in landbouwgrond, vroeger voor de teelt van rijst, citrus-vruchten, suikerriet en maïs, en meer recent voor de in-dustriële sojateelt en veeteelt.

In de jaren 80 begonnen de inheemse volkeren van het “laagland”27 zich te organiseren. Ze speelden een door-slaggevende rol voor de toewijzing van de bossen en vooral in de strijd voor hun behoud. Vanaf 1990 organi-seerden ze diverse “Marsen voor grond en waardigheid” van de Amazone naar de Andes. Hun rechtstreekse doel is uiteraard het stopzetten van de ontbossing en de pe-netratie van bosbedrijven en veeboeren op het inheems land, maar vooral het krijgen van politieke erkenning en een grondrecht op wat ze als hun gebied beschouwen. Het recente voorbeeld van de strijd tegen het TIPNIS28-project voor de aanleg van een verbindingsweg tussen de departementen Beni en Cochabamba, dwars door het nationaal park Isiboró Sécure, illustreert de tegenstrijdige belangen omtrent de bossen: het recht op inspraak van de inheemse bevolking over hun grondgebied en het be-houd van het milieu enerzijds en de bevordering van de economische ontwikkeling anderzijds.

12 Bv.: Het Centrum van de inheemse volkeren van Beni, de Vergadering van de volken van Guarani en de Confederatie van de volkeren van Oost-Bolivia omvatten bijna 70 delegaties van verschillende volkeren (Chiquitano, Chiriguano, Guarao, Ayoreo).

13Territorio Indígena parque nacional Isiboró Sécure

De Oriente bestrijkt ongeveer 60% van het Boliviaan-se grondgebied: het tropisch Amazonebekken heeft een zeer rijke biodiversiteit met verschillende soorten tropisch hout, rubber, allerlei mineralen, goud en edelstenen, het zuiden is een droge zone met rijke olie- en gasvoorraden. Het departement Santa Cruz is het rijkste departement van Bolivia, dankzij de landbouwproductie en de bosexploitatie, maar ook dankzij de uitbating van fossiele brandstoffen.

Nergens in Latijns-Amerika is de grond zo ongelijk verdeeld als in Bolivia. 7% van de grondbezitters bezit 87% van de landbouwgrond, grotendeels in de Oriente. De grote landbouwbedrijven (agro-industrie) produceren vooral exportgewassen, zoals soja, katoen, suikerriet, rijst en koffie. Er is ook een moderne verwerkende industrie die consumptiegoederen produceert. De boeren wer-ken als seizoenarbeiders in de landbouwindustrie. Dit zijn de landloze boeren die in het kader van de Movimiento de los campesinos Sin Tierra (MST) strijden voor het recht op grond.

Sinds twee decennia stelt men in de Oriente een be-langrijke toename van land grabbing door buiten-landse investeerders vast. Vooral Braziliaanse, Ar-gentijnse en Japanse bedrijven gaan er soja, maïs of katoen verbouwen, maar ook veeteelt bedrijven. Een andere bedreiging is de productie van bio-brandstoffen (of brandstoffen van plantaardige oorsprong) in de grote oostelijke laagvlakten. De teelt voor de productie van biobrandstoffen (zoals soja of suikerriet) gaat meestal ten koste van de voedingsgewassen (basisvoedsel) wat een nog grotere bedreiging vormt voor de voedselzekerheid van de Bolivianen, die een groot ondervoedings-probleem hebben.

Een ander deel van de Oriente wordt ingenomen door bossen. Ze bestrijken bijna de helft van het land en zijn een belangrijke economische bron voor de hout-industrie. De afgelopen decennia is de ontbossing sterk toegenomen, zowel voor de uitbreiding van de landbouwgronden als voor de ontginning van fossiele brandstoffen. De autochtone bevolking, die leeft van de rijkdommen van het bos, heeft zich gemobiliseerd om ze te behouden. Vanaf de jaren 80 speelden de organisaties van de inheemse volkeren van het “laagland” een doorslaggevende rol in de strijd voor het behoud van de bossen. Ze organiseerden diverse “Marsen voor grond en waardigheid” van de Amazo-ne naar de Andes. Hun rechtstreekse doel is uiter-aard het stopzetten van de ontbossing en de pene-tratie van bosbedrijven en veeboeren op het inheems land. Ze willen politieke erkenning en een grondrecht op wat ze als hun grondgebied beschouwen.

! Om te onthouden!

Page 15: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA15

dumping. De boeren van naburige landen, die ook door de crisis worden getroffen, steken heimelijk de grenzen over om hun producten te verkopen en aan importbe-lastingen en douanecontroles te ontsnappen. Smokkel kan dus een dumpingeffect hebben. Maar we moeten onderstrepen dat dit soort dumping illegaal is en ver-volgd en veroordeeld wordt, terwijl de dumping door de grote internationale ondernemingen wettelijk is en mogelijk wordt gemaakt door het beleid dat de WTO26 in naam van de vrije concurrentie oplegt! Veel boeren raken ontmoedigd, wat tot een massale migratie naar de steden leidt. In 1950 schatte men de plattelandsbe-volking op 73,8%. In 2007 was dat nog maar 36%! Dit fenomeen van plattelandsvlucht blijft toenemen. Van-daag verlaten steeds meer mensen de gemeenschap-pen van de Altiplano, wat een echte bedreiging vormt voor hun overleven maar ook voor alle kleine boeren van de Altiplano.

2. Het importbeleid leidt tot een verandering van de eetgewoonten. Vooral in de steden stelt men vast dat de middenklasse van de residentiële wijken “westers” gaat eten en meer ingevoerde producten koopt. De import van buitenlandse producten zoals wit meel en pasta leidt ertoe dat de bevolking de lokale en traditio-nele producten, zoals de granen van de Andes (quinoa, tarwe ...) links laat liggen, hoewel ze een grotere voe-dingswaarde hebben en het overleven verzekeren van duizenden kleine boeren! Dit fenomeen wordt de afge-lopen jaren nog verergerd door de “fast food” snack-bars en restaurants die zich in de straten van alle grote steden van Bolivia verspreiden.

3. Een overvloedig aanbod van voedsel op de mark-ten volstaat niet om de voedselzekerheid van de bevolking te waarborgen. De koopkracht van de grote meerderheid van de bevolking is sterk gedaald. Dat verklaart de tegenstelling tussen de overvloed van producten op de markten van de Boliviaanse steden en de ondervoeding van de bevolking. Op het platteland wordt die toestand verergerd door gebrekkige wegen-infrastructuur en dus een moeilijke bevoorrading van de lokale markten.

b) De toegang tot land, grondslag van de voedselsoe-vereiniteit In dit door zijn koloniaal verleden getekende land heerst nog een grote ongelijkheid tussen arm en rijk. Enkele rijke families bezitten 87% van de vruchtbare grond! Eind 2006 besliste de regering van Evo Morales om een landbouw-hervorming door te voeren. Deze hervorming omvat onder meer de opeising van braakliggende gebieden van grootgrondbezitters om er landbouwgrond van te maken. De regering wil deze gron-den herverdelen onder de “landloze boeren”, en in het

17 World Trade Organisation of Wereldhandelsorganisatie

A. Bolivia en de uitdaging van de voedselsoevereiniteit

“Wij definiëren de voedselsoevereiniteit als het recht van een volk of land om zelf zijn voedsel- of landbouwbeleid te bepalen. Dat beleid moet ecologisch, sociaal, economisch en cultureel aangepast zijn aan de specifieke context en mag geen schade berokkenen aan de voedselsoeve-reiniteit van andere landen.” (Platform voor de voedselsoevereiniteit)

In de nieuwe Boliviaanse grondwet van 2007 verbindt de staat zich ertoe om de voedselzekerheid van alle Boli-vianen te waarborgen en de landbouwsector te steunen om een echte voedselsoevereiniteit in het land tot stand te brengen. Dat is een echte uitdaging, gezien de hui-dige situatie van de plattelandsbevolking in Bolivia en de voedselbevoorrading. Volgens de FAO23 leeft 38% van de Boliviaanse bevolking in extreme armoede. Op het platteland is dat zelfs 64%! Tussen 2005 en 2007 werd geschat dat ondervoeding 27% van de totale bevolking treft, dus meer dan 2,5 miljoen mensen! Hoewel 36% van de actieve bevolking in de landbouw werkt, heeft Bolivia duidelijk een voedselprobleem. Er zijn meerdere oorzaken: afwezigheid van een coherent landbouwbeleid in het verleden, ongelijke verdeling van de grond, slechte transport- en opslaginfrastructuur en schaarste aan mid-delen voor de verwerking en de bewaring van de produc-ten. Andere, meer recent geanalyseerde factoren zijn de impact van de klimaatopwarming op de landbouwproduc-tie en de opeenvolging van voedselcrisissen.

a) De risico’s van een voedselimportbeleid:Het neoliberale beleid dat men gedurende decennia in Bolivia heeft gevoerd en de wereldhandel hebben het land gedwongen om de grenzen meer en meer te ope-nen. Dit beleid heeft verscheidene nadelige gevolgen voor Bolivia:

1. De Boliviaanse boeren moeten het hoofd bieden aan dumping, de concurrentie van geïmporteerde pro-ducten die goedkoper worden verkocht dan de lokale pro-ducten. Er is dumping van gesubsidieerde producten24 uit de rijke landen, maar ook door smokkel25 veroorzaakte

14 Food Agriculture Organization (Verenigde Naties).15 De rijke landen hebben de middelen om een beleid van landbouwsubsidies te voeren. Ze geven hun boeren financiële steun, om de sector te stimuleren en ervoor te zorgen dat de producenten een minimuminkomen verdienen

16 Smokkel is het illegale vervoer van goederen of mensen, meer bepaald over de grenzen, om belastingen te ontwijken of om verboden producten in of uit een land te brengen.

Bolivia op zoek naar soevereiniteit5

Page 16: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA16

positieve economische en sociale gevolgen moeten heb-ben voor de bevolking. Maar tot op heden is dat niet het geval geweest, door de aard zelf van de contracten die met de multinationals zijn afgesloten: de ondernemingen gaan met de rijke winst aan de haal en de economie van het land krijgt slechts de kruimels. Deze nieuwe vorm van plundering heeft in de jongste decennia een toenemend ongenoegen bij de bevolking veroorzaakt, dat tot de twee grote sociale evenementen van de recente geschiede-nis van Bolivia heeft geleid: de oorlogen rond het water en het gas, die we al hebben besproken in het hoofdstuk “Bolivia gisteren en vandaag”.

Als reactie op deze situatie heeft de regering van Evo Morales besloten om de soevereiniteit over de natuur-lijke rijkdommen en vooral over de koolwaterstoffen (gas en petroleum) te “heroveren”. Dat gebeurt door middel van een herziening van de contracten met de multinati-onals die in het land actief zijn, met de bedoeling meer van de winst naar de Boliviaanse economie te loodsen. Men noemt dit “seminationalisering”. Deze aanpak is vrij gevaarlijk, want het land is nog niet in staat om zijn hulpbronnen op eigen houtje te exploiteren. De regering moet dus de juiste middenweg vinden tussen “de onge-breidelde plundering van de rijkdommen een halt toeroe-pen” en de buitenlandse bedrijven in het land houden die ze nodig heeft om die rijkdommen te blijven exploiteren.

Zilver, goud, tin, ijzer, antimoon, lithium, wolfraam, koper, lood, bismut, gas en petroleum zijn slechts enkele van de vele schatten van de Boliviaanse bodem! Bolivia is een mooie illustratie van de schijnbare tegenstelling tussen de potentiële rijkdom van een land en zijn schreeuwende armoede. Normaal gezien zouden de natuurlijke rijkdommen van een land een bron van econo-mische welvaart en ontwikkeling moeten zijn. Waarom is zo vaak het tegendeel het geval?

De wortels van het probleem zijn dikwijls historisch en vloeien voort uit het beleid van de oligarchieën en de dic-taturen uit het verleden. Dat beleid heeft duidelijk nooit getracht het land te “ontwikkelen”, maar wilde de heer-sende klasse verrijken ten koste van een alsmaar meer verarmde bevolking. Het werd bovendien bevorderd door de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds. In naam van een noodzakelijk economisch herstel en de betaling van de buitenlandse schuld hebben deze instel-lingen Bolivia aangemoedigd tot de toepassing van een “neoliberaal”23 beleid. Dat heeft onder meer de priva-tisering van bepaalde openbare diensten in de hand gewerkt ten voordele van buitenlandse investeerders en multinationale ondernemingen die de economie van het land zouden moeten stimuleren. Tussen 1985 en 2000 werden verscheidene Boliviaanse openbare bedrijven geprivatiseerd: de telecommunicatie, de spoorwegen, het luchtvervoer en de elektriciteitssector. De multinati-onals zijn ook erg belust op de vele andere natuurlijke rijkdommen van het land, zoals water, gas, petroleum en in een meer recent verleden lithium24, een bron van nieu-we groene energie. In theorie zou de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen door buitenlandse investeerders

18 Zie voor het neoliberalisme hoofdstuk II: Bolivia gisteren en vandaag.19 Lithium wordt niet alleen in de farmacie maar ook voor de productie van elektrische batterijen gebruikt.

land van het Zuiden dat, paradoxaal genoeg, aangemoe-digd wordt om zijn producten uit te voeren om buitenlandse deviezen te verdienen!

Veel boerenbewegingen overal ter wereld vechten voor het recht op voedselsoevereiniteit. Via Campesina is daar een mooie illustratie van.

bijzonder de inheemse gemeenschappen die ze in het verleden moesten afstaan. Dit project wordt echter fel bestreden door de grootgrondbezitters, die geen afstand willen doen van hun bezit.

c) De keuze van het landbouwmodel is ook cruciaalIn Bolivia bestaan er twee landbouwmodellen naast elkaar. Enerzijds is er de vooral exportgerichte agro-industrie. Dit landbouwmodel is historisch verwant aan de latifundia en wordt vooral toegepast in de departementen van de Oriente, meer bepaald Santa Cruz. Anderzijds wordt de boereneco-nomie gekenmerkt door een kleinschalige activiteit die voor-al voor de teelt van voedingsgewassen bestemd is, met veel familiale en gemeenschappelijke arbeid en weinig kapitaal of technologie. Om de in de Boliviaanse grondwet bepaal-de doelstelling van voedselsoevereiniteit te bereiken, moet men het potentieel van de kleine boer ontwikkelen door hem niet enkel toegang tot grond, maar ook duurzame en doel-treffende productiemiddelen te geven en de toegang tot de lokale markten te waarborgen. Een echte uitdaging voor een

Via Campesina is een internationale beweging die organisaties van kleine boeren, landarbeiders, platte-landsvrouwen en inlandse gemeenschappen in Azië, Amerika, Europa en Afrika coördineert. Sinds zijn stichting heeft Via Campesina concrete eisen rond deze thema’s geformuleerd: voedselsoevereiniteit en handel, mensenrechten en gelijkwaarheid tussen man en vrouw, biodiversiteit en eigendom van genen, landbouwhervorming en duurzame boerenlandbouw. Via Campesina staat los van elke politieke, econo-mische of religieuze organisatie.

Lithium is een typisch voorbeeld. Bolivia heeft een van de grootste lithiumvoorraden van de planeet, een metaal dat alsmaar meer in trek is voor zijn toepas-sing in batterijen voor onder meer elektrische auto’s. Omdat Bolivia er genoeg van heeft dat buitenlandse multinationals zijn bodem plunderen, heeft het een groot aantal Europese, Japanse of Chinese bedrijven afgewimpeld. Het land wil uiteraard met mogelijke partners praten, maar dan wel op voet van gelijkheid.

B. Bolivia en de uitdaging van de soevereiniteit over de natuurlijke hulpbronnen

Page 17: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA17

Klimaatrechtvaardigheid: een nieuwe strijd!Bolivia draagt heel weinig historische verantwoordelijk-heid voor de klimaatverandering. Het produceert slechts 0,04%24 van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Dat onrecht maakt de al bestaande ongelijkheid tussen Noord en Zuid nog groter.De Boliviaanse regering heeft de strijd tegen de klimaat-verandering tot één van haar prioriteiten uitgeroepen. Ze wil een prominente speler zijn in de internationale kli-maatonderhandelingen, om de stem van de armste lan-den te laten horen.Daarom heeft de regering in april 2010, na de mislukking van de conferentie van Kopenhagen, een klimaattop ge-organiseerd, de “Wereldconferentie van de Volkeren over de Klimaatverandering en de rechten van Moeder Aarde”. Deze top, die meer dan 35.000 vertegenwoor-digers van sociale bewegingen uit heel Latijns-Amerika maar ook uit andere continenten verzamelde, heeft jam-mer genoeg erg weinig aandacht gekregen in de interna-tionale media. Het “Akkoord van de Volkeren” dat eruit voortgekomen is, pleit voor een klimaatrechtvaardigheid op wereldvlak. Klimaatrechtvaardigheid zou de landen die historisch verantwoordelijk zijn voor de klimaatver-andering (de geïndustrialiseerde landen) verplichten om hun uitstoot van broeikasgassen drastisch te verlagen en de aanpassing van de meest kwetsbare landen te finan-cieren (door een transfer van geld en technologieën). De top heeft onder meer een internationale klimaatrechtbank voorgesteld, een wereldreferendum over het klimaat en de voedselsoevereiniteit, de afwijzing van de mechanis-men van de koolstofmarkt, en een ontwerp voor een uni-versele verklaring van de rechten van Moeder Aarde. Het document werd zonder veel belangstelling van de media officieel voorgesteld aan de Verenigde Naties in Can-cún, tijdens de 16de Conferentie van het Kaderverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering, in december 2010. Op het einde van 2011 zou de conferen-tie in Durban, in Zuid-Afrika, de COP17, een belangrijke stap zijn, aangezien men het eens moest worden over wat er na het Kyoto-protocol25 zou gebeuren. Maar ook hier werd het document van Cochabamba gewoon uit de discussieteksten geweerd. In Durban werd lang en moeizaam onderhandeld, aangezien er tal van vaak te-genstrijdige economische, sociale en ecologische belan-gen op het spel stonden. Hoewel de vertegenwoordigers van 190 staten het eens werden over een stappenplan (een nieuwe reeks onderhandelingen over de beperking van de uitstoot van broeikasgassen, met tegen 2015 een nieuw akkoord, dat in 2020 van toepassing zal worden), moet alles nog gebeuren om het klimaat te redden.

21 Ter vergelijking: Europa is verantwoordelijk voor 12% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, de Verenigde Staten zijn verantwoordelijk voor 16%.22 Het Kyoto-protocol is een internationaal verdrag over de beperking van de uitstoot van broeikasgassen, in het kaderverdrag van de Verenigde Naties inzake de klimaatverandering. Het werd in 1997, tijdens de 3de jaarlijkse conferentie van het Verdrag (COP3) in het Japanse Kyoto ondertekend door 168 landen. Het protocol wil de uitstoot van 6 broeikasgassen tussen 2008 en 2012 met 5,2% verlagen tegenover het niveau van 1999.

C. Bolivia en de uitdaging van de klimaatverandering

De impact van het klimaat op de voedselzekerheidBolivia wordt vandaag zwaar getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering. De geschiedenis van het land is altijd gekenmerkt geworden door natuurrampen, onder meer in verband met het fenomeen van de Niño/Niña23, maar de jongste jaren zijn die ontegensprekelijk toegeno-men. Droogte in de streek van de Andes, veel neerslag, het smelten van de gletsjers door de stijging van de ge-middelde temperatuur, overstromingen in de Amazone-vlakte, droogte in de Chaco... “het klimaat is gek gewor-den”, zeggen de boeren, “we weten niet meer wanneer we moeten zaaien en wanneer we moeten oogsten. We zijn al onze richtpunten kwijt.”Dat leidt tot een sterke vermindering van de landbouw-producten, die vooral de arme boeren en de consumen-ten met een laag inkomen treft. Meer algemeen dreigt het probleem de onzekerheid van de landbouwprijzen op we-reldvlak en dus de kwetsbaarheid van de boeren verder te vergroten.

De arme boeren willen “de planeet afkoelen”De landbouwindustrie en meer algemeen het mondiale voedselsysteem is een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatopwarming. De industriële landbouw is op zich verantwoordelijk voor 13% van de uitstoot van broei-kasgassen. Tel daar de ontbossing bij om over meer land-bouwgrond te beschikken, de impact van de sterk vervui-lende chemische stoffen die in de intensieve landbouw worden gebruikt (nog zonder rekening te houden met hun schadelijkheid voor de bodem), de industriële verwerking, het vervoer van voedsel door heel de wereld, de verpak-kingen, het afval dat in heel de productieketen ontstaat, en het huidige wereldwijde voedselsysteem is verant-woordelijk voor 44% tot 57% van de uitstoot van broei-kasgassen! Via Campesina, het internationale netwerk van boerenorganisaties uit heel de wereld, pleit voor een duurzame boerenlandbouw als enig landbouwmodel dat de klimaatverandering kan bestrijden en tegelijkertijd de voedselsoevereiniteit van vele landen kan verzekeren.De officiële verklaringen van de Boliviaanse regering en de nieuwe Grondwet pleiten voor voedselsoevereiniteit. Jammer genoeg blijft de industriële exportlandbouw, on-danks de lopende landbouwhervorming en enkele con-crete maatregelen ten gunste van de kleine boeren, het dominante model van het land, met de ambitie om bio-brandstoffen en genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) te produceren. Dit vooruitzicht verontrust de ver-dedigers van de voedselsoevereiniteit. De vraag is nu of de Boliviaanse wetgeving erin zal slagen om voldoende streng en coherent te zijn.

20 El Niño: een klimaatverschijnsel dat wordt gekenmerkt door abnormaal hoge temperaturen van het water van het oostelijke deel van de Stille Oceaan. Het is een van de afwijkingen die tropische cyclonen van hun gebruikelijke route kunnen doen afwijken, zones van neerslag en droogte kunnen verplaatsen en het zeepeil plaatselijk kunnen veranderen. Het omgekeerde fenomeen is La Niña.

Page 18: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA18

heid, gelijkheid en solidariteit. Het verwijst naar de voor-ouderlijke waarden van de inlandse volkeren, zoals het “suma quamaña23” van de Aymara. Het is ook gebaseerd op het feit dat de mens integraal deel uitmaakt van de pla-neet, net als de andere levende wezens (planten, dieren enz.). De mens domineert de natuur niet. De regering van Evo Morales heeft daar een basisprincipe van gemaakt voor haar beleid, een principe dat terugkeert in de nieuwe grondwet van de multinationale staat Bolivia. Het is een radicale kritiek op het kapitalistische systeem, dat stoelt op lineaire vooruitgang en onbeperkte ontwikkeling, ten koste van de ander en van Moeder Aarde.

Het idee van “Vivir bien” is inspirerend, maar blijft vrij theoretisch, in het licht van een ontwikkelingsbeleid dat gebaseerd is op de exploitatie van de natuurlijke rijkdom-men van het land.

23 Suma quamaña is “goed leven” in de taal van de Aymara.

Zal dat mogelijk zijn zonder onze productie- en con-sumptiemodellen ter discussie te stellen?

“Vivir bien” of de zoektocht naar een nieuw bescha-vingsparadigmaHet concept “Vivir Bien” of goed leven is een antwoord van de inlandse volkeren op de “beschavingscrisis” of de algemene crisis die de verschillende huidige crisissen omvat: de financiële crisis, de klimaatcrisis, de energiecri-sis, de voedselcrisis enz.

“No queremos vivir mejor, queremos vivir bien”, “wij willen niet beter leven maar goed leven” (in de zin van “waar-dig”) vat de essentie van dit nieuwe beschavingspara-digma samen. “Beter leven” verwijst naar het mondiale kapitalistische systeem dat gebaseerd is op het verzame-len van materiële rijkdom die slechts een minderheid ten goede komt, ten koste van de grote meerderheid, en dat de planeet verwoest.

“Vivir bien” verwijst naar een leven in harmonie met Moe-der Aarde, en pleit voor complementariteit, wederkerig-

Wat is de koolstofmarkt?In het kader van het al vermelde Kyoto-protocol heeft men een mechanisme ingevoerd met quota voor de uitstoot van CO2. De partijen van het pro-tocol kunnen quota uitwisselen, om op de eerste plaats de meest vervuilende en minst efficiënte productiesystemen te verbeteren.Vooruitlopend op dit mechanisme heeft de Eu-ropese Unie in 2005 een intern systeem voor de uitwisseling van emissiequota ingevoerd: men

heeft bepaald welke quota elk land in verhouding met zijn industrie nodig heeft. Een land dat inspanningen doet om de uitstoot te beperken en dus quota ove-rhoudt, kan ze verkopen aan landen die te weinig quo-ta hebben. Op die manier is er beetje bij beetje een financiële markt voor CO2-quota ontstaan. Volgens sommige onderzoekers bedreigt de koolstofmarkt het streven om een einde te maken aan het industriële gebruik van fossiele brandstoffen en aan een koolsto-farme toekomst te werken.

Page 19: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA19

! Om te onthouden!ze aangemoedigd, door middel van een neoliberaal beleid dat zoveel mogelijk bedrijven privatiseert en ze in naam van de economische rentabiliteit door multi-nationale ondernemingen laat controleren. Die onder-nemingen denken alleen aan hun eigen winst, zodat de positieve impact op het land miniem is. Dit beleid wordt nu ter discussie gesteld door de regering van Evo Morales, die van de kandidaat-investeerders een groter economisch voordeel voor Bolivia eist, zodat ze projecten met vooral sociale ambities kan uitvoeren.

3) de gevolgen van de klimaatverandering opvangenBolivia wordt zwaar getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering: droogte, overstromingen, het smelten van de gletsjers enzovoort. Studies hebben aangetoond dat op wereldvlak de industriële landbouw een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatver-andering is. Hij vertegenwoordigt op zich 13% van de uitstoot van broeikasgassen. Tel daar de ontbossing bij om over meer landbouwgrond te beschikken, de im-pact van de sterk vervuilende chemische stoffen die in de intensieve landbouw worden gebruikt, de industriële verwerking, het vervoer van voedsel door heel de wereld, de verpakkingen, het afval dat in heel de productieketen ontstaat, en het huidige wereldwijde voedselsysteem is verantwoordelijk voor 44% tot 57% van de uitstoot van broeikasgassen! Daarom willen de kleine boeren de planeet afkoelen of ten minste de voortgang van de opwarming afremmen. De ontwikkeling van de kleinscha-lige landbouw en de bevordering van het verbruik van lo-kale producten zijn belangrijke “oplossingen” in de strijd tegen de klimaatverandering.

Bolivia wil de woordvoerder zijn van de volkeren die het slachtoffer worden van de klimaatverandering zonder er de grootste verantwoordelijken voor te zijn. Het eist proactief een klimaatrechtvaardigheid. Het pleit voor het concept “Vivir bien”, de filosofie van de inlandse volkeren die gebaseerd is op een harmoni-eus evenwicht tussen de ontwikkeling van de mensen-maatschappij en de mogelijkheden van onze aarde.

Bolivia kampt vandaag met drie grote uitdagingen:

1) voedselsoevereiniteit bereikenHoewel 36% van de actieve bevolking in de landbouw werkt, heeft Bolivia duidelijk een voedselprobleem. Er zijn meerdere oorzaken: afwezigheid van een coherent landbouwbeleid in het verleden, ongelijke verdeling van de grond, slechte transport- en opslaginfrastruc-tuur, schaarste aan middelen voor de verwerking en de bewaring van de producten en meer recent de impact van de klimaatopwarming op de landbouwproductie. De Boliviaanse boeren moeten het hoofd bieden aan dumping, de concurrentie van geïmporteerde pro-ducten die goedkoper worden verkocht dan de lokale producten. Veel boeren worden daardoor ontmoedigd, wat een massale plattelandsvlucht naar de steden ver-oorzaakt. In Bolivia staan twee landbouwmodellen tegenover elkaar: enerzijds de industriële landbouw in de de-partementen van de Oriente, die vooral op de export gericht is, anderzijds de kleinschalige boerenecono-mie, met vooral voedingsgewassen. De regering van Evo Morales heeft zich ertoe verbonden te ijveren voor de voedselsoevereiniteit van het land, zodat Bolivia voldoende zal kunnen produceren en consumeren, met voorrang voor voedingsgewassen voor plaatselijk verbruik.

2) de soevereiniteit over de hulpbronnen heroverenZilver, goud, tin, ijzer, antimoon, lithium, wolfraam, koper, lood, bismut, gas en petroleum zijn slechts en-kele van de vele schatten die de Boliviaanse bodem verbergt. Toch is Bolivia economisch het armste land van Zuid-Amerika. De opeenvolgende dictaturen en oligarchieën die het land hebben bestuurd, hebben niet getracht het te ontwikkelen. Ze wilden vooral de heersende klasse verrijken, ten koste van een alsmaar meer verarmde bevolking. In plaats van die houding te veroordelen, hebben de internationale instellingen

Page 20: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA20

Besluit: Bolivia tussen strijd en verandering6Bolivia is onweerlegbaar aan het veranderen. Getekend door een koloniale erfenis waarvan de gevolgen nog in alle maat-schappelijke lagen voelbaar zijn, tracht het land beetje bij beet-je zijn soevereiniteit te heroveren en naar een multinationale staat te evolueren. De kracht van de sociale mobilisatie speelt een doorslaggevende rol in deze evolutie en zal dat in de toe-komst waarschijnlijk blijven doen.Het veranderingsproces dat Bolivia gestart heeft, is echter soms zeer controversieel. De rijksten, die bang zijn hun pri-vileges te verliezen, verzetten zich tegen de hervormingen en remmen het veranderingsproces af. De meerderheid van de bevolking staat er echter achter en hoopt op een snelle ver-betering van haar dagelijkse bestaan. Deze tegenstrijdige belangen veroorzaken soms erg gewelddadige botsingen en bedreigen de stabiliteit van het land en de regering. Het is dui-delijk dat men niet van de ene dag op de andere een land, een politieke cultuur, mentaliteiten en ongelijke machtsverhoudin-gen kan veranderen. De druk die op de huidige regering wordt uitgeoefend, komt niet alleen uit het binnenland. Men kan zich zelfs afvragen of de internationale gemeenschap en vooral de landen met grote economische belangen in Bolivia, een beleid zullen aanvaarden dat ingaat tegen de huidige mondialisering.Boerenlandbouw tegen landbouwindustrie, nationalisatie van de natuurlijke rijkdommen tegen buitenlandse investeringen en ongeremd economisch liberalisme enzovoort. Al deze uitda-gingen worden op de spits gedreven door een moeilijke inter-nationale context waarin verscheidene crisissen naast elkaar bestaan: de opeenvolgende voedselcrisissen, de economische en klimaatcrisis enz.

Bolivia zoekt een nieuw beschavingsparadigma, want het is ervan overtuigd dat het westerse model niet werkt, of toch niet voor 4/5 van de planeet.Anderzijds moet men vaststellen dat zijn ontwikkelingsmodel momenteel op een “extractief” beleid berust dat de natuurlijke rijkdommen exploiteert en botst met het idee van “Vivir bien”, maar dat ook begrijpelijk is in het licht van het enorme econo-mische potentieel van het land in dit domein.

De grote uitdaging van de huidige regering zal erin bestaan de juiste middenweg te vinden tussen het recht op fatsoenlijke ontwikkeling (toegang tot sociale basisdiensten en dus tot een waardig leven voor elke burger) en het “Vivir bien” dat een ont-wikkeling in harmonie met Moeder Aarde mogelijk zou moeten maken.

De wereld om de hoekVier-Windenstraat 601080 [email protected] 501 67 12

Aarzel niet om ons contacteren

Page 21: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA21

Bijlagen

D O S S I E R

B O L I V I E 7

E 1. La Bolivie, un pays aux multiples visages

La Bolivie est un pays très diversifié tant au niveau de sa géographie que de sa popula-tion. Afin de mieux comprendre la situation politique, économique et sociale du pays,commençons par faire un petit tour d’horizon …

A. Diversité de paysages et de climats

Enclavée au cœur de l’Amérique du Sud, la Bolivie n’a pas d’accès direct à la mer. Elle fait partie des paystraversés par la Cordillère des Andes. Trente-six fois plus grande que la Belgique, son territoire comportetrois régions distinctes : les plaines orientales, les vallées et les hauts plateaux montagneux.

Légende :

1 Nord de l’Altiplano : steppe humide

2 Altiplano central : steppe

3 Sud de l’Altiplano : froid, désertique

4 Yungas, Chapare : forêt tropicale

5 Vallées : steppe, bois

6 Plaines du Nord : Amazonie tropicale

7 Plaines du Béni : subtropical

8 Plaines de Santa Cruz: savane

9 Plaines de l’Est : bois subtropicaux

10 Plaines du Chaco : subtropical

Doorsnede van West- en Centraal-Bolivia

meter

VALLEIEN EN YUNGAS

TROPISCHE LAAGVLAKTEN

ZONES:

koud

fris

gematigd

subtropisch tropisch

Legende:

1. Noordelijke Altiplano: vochtige steppe2. Centrale Altiplano: steppe3. Zuidelijke Altiplano: koude woestijn4. Yungas, Chapare: regenwouden5. Valles: droog bos, steppe6. Noordelijke laagvlakten: Amazone-regenwoud7. Beni-vlakte: subtropische grasvlakten8. Laagvlakte van Santa Cruz: savanne9. Oostelijke vlakten: subtropisch bos en moerassen10. Chaco-vlakte: subtropisch doornbos en savanne

Page 22: Dossier BOLIVIA De wereld om de hoek

D O S S I E RBOLIVIA22

Bolivia in cijfers

Bronnen: De cijfers komen uit verschillende statistische bronnen, zoals UNPD, World Guide, INEBolivia, Wereldbank. Ze dienen slechts als indicatie en verschillen soms licht van bron tot bron.

HOOFSTAD

OPPERVLAKTE (KM²)

DEMOGRAFIEBevolking (2011)Dichtheid (inw./km²) (2011)Levensverwachting (2011)SterftecijferKindersterfte °/00 (kinderen van 0 tot 5 jaar, 2011)

SOCIOCULTURELE INDICATORENIndex van de menselijke ontwikkeling(IDH)1 (2011)Alfabetiseringsgraad (boven de 15 jaar)Aantal artsen per 1000 inwonersBezit van een televisie (2005)Internettoegang (2010)2

Mobiele telefoons voor 1000 inwoners

ECONOMIEMunt (2012)

BBP per inwoner (2011)3

MILIEU Ecologische voetafdruk (hectare/inw.)4

CO2-uitstoot per inwoner

BOLIVIASucre (grondwettelijke hoofdstad)La Paz (bestuurlijke hoofdstad)

1.098.581

10.088.000 9,2166,668,5 °/0051°/00

IDH = 0,663108ste van 185 landen90,7%1,7 (2004)42%20%351 (2007)

Boliviano (Bs) (1$ = 6,86Bs) (1 € = 8,74Bs)$ 4.013

2,6 (2007)1,3T

BELGIËBrussel

30.514

11.071.483362,678010,32 °/005°/00

IDH = 0,88918de van 185 landen99 %4,05 (2008)98%78%1135 (2008)

Euro (1€ = $1,27360)

$ 32.395

8 (2007)9,9T

1 De IDH is een indicator van de VN die 3 elementen omvat: levensduur, onderwijsniveau en levensstandaard. De index gaat van 0 (= geen ontwikkeling) tot 1 (= maximale ontwikkeling). UNPD deelt 185 landen in aan de hand van de index van de menselijke ontwikkeling.

2 Internetgebruikers zijn de mensen met toegang tot het wereldwijde web.

3 Het Bruto Binnenlands Product (BBP) meet de totale rijkdom die op jaarbasis in een land wordt gecreëerd, dus de productie van goederen en diensten, ongeacht de geografische herkomst van de productie. De berekening per inwoner is zuiver statistisch en komt niet overeen met de werkelijke verdeling van de rijkdom. Dit is dus slechts een referentie.

4 De ecologische voetafdruk is een meting van de druk die de mens op de natuur uitoefent. Het is een instrument dat de productieve oppervlakte meet die een bevolking nodig heeft in verhouding met haar verbruik van hulpbronnen en de hoeveelheid afval die ze produceert.