Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

12
Expertpanel Vier visies op de nabije toekomst Dementie Intelligente woning voor een fijne oude dag Waardige verzorging Jo Vandeurzen pleit voor een nieuwe impuls DEZE BIJLAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD. MEDISCHE INNOVATIE Nr.1/ maart 2010 Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer patiënten buiten het ziekenhuis behandeld en opgevolgd worden. NIEUWE ZORG ZET PATIËNT CENTRAAL Kostenplaatje Ontwikkeling nieuw medicijn kost 1 miljard Vlaanderen Overheid investeert in medisch centrum voor innovatie 4 TIPS OM JOUW BIJDRAGE TE LEVEREN [QVKM ^VYR [VNL[OLY PU WLYMLJ[ -<10-034 4,+0*(3 :@:;,4: )LULS\_ 5= ;! ^^^M\QPTZIIL

Transcript of Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

Page 1: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

Expertpanel Vier visies op de nabij e toekomst

DementieIntelligente woning voor een fi jne oude dag

Waardige verzorgingJo Vandeurzen pleit voor een nieuwe impuls

DEZE BIJ LAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJ KHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD.

MEDISCHE INNOVATIE

Nr.1/ maart 2010

Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer patiënten buiten het ziekenhuis

behandeld en opgevolgd worden.

NIEUWE ZORG ZET PATIËNT CENTRAAL

KostenplaatjeOntwikkeling nieuw medicijn kost 1 miljard

VlaanderenOverheid investeert in medisch centrum voor innovatie

4TIPS

OM JOUW BIJDRAGE TE LEVEREN

Page 2: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

2 · MAART 2010

UITDAGING

“Medische innovatie is mooie opportuniteit”

Dankzij recent verworven inzichten op het vlak van genetica en de functie van eiwitten wordt het mogelijk om gepersonaliseerde thera-pieën te ontwikkelen die precies de aandoening van de patiënt aanpak-ken en geen nevenwerkingen vertonen. Het pas opgerichte Centrum voor Medische Innovatie (CMI) moet die ontwikkelingen ondersteu-nen en helpen versnellen.

Dat de Vlaamse Re-gering de innova-tie in de medische sector wil onder-steunen door het oprichten van het Centrum voor

Medische Innovatie is een oppor-tuniteit voor onze regio. Ten eer-ste zijn de toekomstperspectie-ven van de gezondheidszorg uit-stekend. Medische innovatie is er altijd op gericht om aandoe-ningen te overwinnen en patiën-ten langer te laten leven. Het is echter onvermijdelijk dat ze ooit weer ziek zullen worden. Het vak-gebied bestendigt dus zichzelf.

Ten tweede is het een uniek werkterrein omdat het de overheid toelaat om tegelijkertijd de econo-mische activiteit te stimuleren én een maatschappelijke doelstelling te verwezenlijken: mensen hel-pen. Daarnaast moet worden ver-meld dat Vlaanderen een goede uit-gangspositie heeft dankzij zijn uit-stekende reputatie op het vlak van basisonderzoek aan de universitei-ten en instituten als VIB en IMEC. Onze regio heeft ook faam verwor-ven door het uitvoeren van vele kli-nische testen en kan bogen op een industrieel weefsel bestaande uit enkele wereldspelers aangevuld met veel snel groeiende nieuwko-mers.

GeneticaTegelijk zijn de uitdagingen groot. Door de recente ontwikke-lingen in de genetica ontstaat de mogelijkheid om therapieën te ontwikkelen die veel gerichter de aandoening van de patiënt aan-

pakken. Dat kan door een nieu-we manier van productontwik-keling die vertrekt van de func-tie van specifieke genen en ei-witten. Zo kan men op zoek naar een middel dat de bewuste func-tie precies kan stimuleren of on-derdrukken. We weten bijvoor-beeld dat Alzheimer veroorzaakt wordt door een foutieve deling van een bepaald eiwit in de her-senen waardoor het onoplosbaar wordt. Op die plaats ontstaan dan letsels gevuld met een kurkachti-ge substantie die de normale her-senfunctie verhinderen. Intussen weten we echter dat meerdere mechanismen dit proces in gang zetten en dat ze van patiënt tot patiënt verschillen. Om het pro-bleem bij de wortel aan te pak-ken, moeten we dus precies kun-nen vaststellen wat die dieperlig-gende oorzaak is. Op die manier kunnen we de patiënten opdelen in een aantal subgroepen om dan therapieën te ontwikkelen met een grotere kans op succes.

BiobankenMaar door een ziektebeeld on-der te verdelen in subcategorie-en komt de schaalgrootte in het gedrang. Dat geldt in het bijzon-der voor zeldzame ziekten. De be-staande biobanken in Vlaanderen kampen dan ook met problemen om voldoende materiaal ter be-schikking te stellen zoals stalen van ziek weefsel of genetisch ma-teriaal. In Vlaanderen hebben we een groot aantal van die bioban-ken, verspreid over de verschil-lende universiteiten, ziekenhui-zen en kennisinstituten. De eer-

ste prioriteit van het CMI is nu precies om de bestaande activi-teiten op elkaar aan te sluiten en op die manier de schaalgrootte te creëren die nodig is om statis-tisch relevant onderzoek te kun-nen uitvoeren. Een tweede prio-riteit van het CMI is om een een-vormige informaticastructuur uit te werken die de data in de di-verse biobanken op een uniforme manier behandelt met eenvor-mige procedures op het vlak van dataverwerking, kwaliteitszorg en ethische afspraken. Door in-tensieve gesprekken met de ver-schillende instanties zullen we tegelijk tot een betere coördina-tie van het werk komen en zullen we een kruisbestuiving tussen de instanties bewerkstellingen. Tegelijk willen we de professio-naliteit in de biobanken nog ver-hogen door de activiteiten per lo-catie te centraliseren in één kli-nisch researchcentrum met daar-in zeer hoogopgeleide specialis-ten die over de juiste infrastruc-tuur beschikken. Het budget van het CMI zal in eerste instantie gebruikt worden voor investerin-gen in de verschillende instellin-gen die dan moeten samenwer-ken volgens afgesproken regels. Op langere termijn zullen we ook programma’s en projecten selec-teren die in aanmerking komen voor financiële ondersteuning.

“Dankzij ons kunnen nieuwe medicij nen ontwikkeld worden.”

Peter Vandenbergeproefpersoon

PPAGINA 07

Vlaamse paradepaardjes p. 04Deze bedrij ven zetten hun kennis om in innovatie.

Expertpanel p. 05Hoe blij ft de gezondheidszorg betaal-baar?

Een rugzak vol investeringen p. 09Hoe verloopt de ontwikkeling van een nieuw medicij n?

MEDISCHE INNOVATIE, 1STE EDITIE, MAART 2010

Managing Director: Christophe DemirEditorial Manager: Wim Hellemans

Business Developer:Steven Desair

Layout: Triin Metusalet

Gedistribueerd door: De StandaardPrint: Corelio

Mediaplanet Contact Informatie:Phone: +32 (0)2 421 18 20Fax: +32 (0)2 421 18 31E-mail: [email protected]

We make our readers succeed!

Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardige bij -lagen die zich richten op een specifi ek the-ma en de daarbij behorende doelgroep. Zo brengen wij lezer en adverteerder dich-ter bij elkaar.

IN DE KIJKER

Evi Vanparys,project Manager

Phone: +32 (0)2 421 18 24

E-mail:[email protected]

“Medische innovatie is erop gericht om patiënten langer te laten leven, het is echter onvermij delij k dat ze ooit weer ziek worden”

Staf Van Reet, Voorzitter Raad van Bestuur Centrum voor Medische Innovatie

Page 3: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

MAART 2010 · 3

INZICHT

Vraag: ■ Wat is de invloed van de steeds gesofi sticeerdere ap-paratuur op het personeelsbe-leid?

Antwoord: ■ De gestelde ei-sen voor artsen en verpleeg-kundigen liggen steeds hoger en moderne ziekenhuizen voor-zien steeds meer budget voor doorlopende bij scholing.

Hilde Goedertier is zorgmana-ger van de sector Kritieke Dien-sten in het Universitair Zieken-huis Gent. Daarbij horen onder an-dere de afdelingen spoedgevallen, intensieve zorgen, het centrum voor zwaarverbranden, de opera-tiekwartieren en het chirurgisch dagziekenhuis. De technologische evolutie gaat zeer snel in deze af-delingen. “Bij de aanwerving eisen we daarom minstens een diploma Bachelor in de Verpleegkunde, bij voorkeur met een bijkomende op-leiding intensieve zorg of spoed-gevallen. Daarnaast moeten ver-pleegkundigen zich voortdurend bijscholen in domeinen als verzor-ging van wonden of oncologie. Ons hele personeelsbeleid is gericht op permanente vorming. Alle ver-pleegkundigen krijgen elk jaar een individueel opleidingsbudget dat ze zelf kunnen besteden. Boven-dien organiseren wij cursussen die ze verplicht moeten volgen in het kader van hun erkenning als gespecialiseerd verpleegkundige. Zo moet elke verpleegster om de 18 maanden een opleiding reanima-tie volgen.”

Geïntegreerd elektronisch patiëntendossierIn het UZ Gent loopt sinds enige tijd een zeer groot investerings-programma voor het invoeren van het elektronisch patiënten-dossier. “In de afdeling intensieve zorgen is dat intussen met succes gebeurd. Het is een zeer ingrijpen-de ontwikkeling die alle gezond-heidswerkers aanbelangt. We heb-ben daarom veel aandacht besteed aan de ondersteuning van de ver-pleegkundigen zelf. We hebben hen vooraf gevraagd of ze proble-men verwachten. Waar nodig heb-ben we begeleiding en coaching aangeboden. Iedereen heeft na-tuurlijk ook een opleiding moeten volgen.”

De afdeling Kritieke Diensten maakt zich intussen op voor de volgende stap. Hilde Goedertier: “Van zodra het elektronisch pati-entendossier is ingevoerd, worden er voortdurend nieuwe interfaces

gelegd, bijvoorbeeld met factura-tie, apotheek of bevoorradingssys-temen. Niet alleen administratie-ve wijzigingen, maar vooral ook de resultaten van onderzoeken, me-dische beeldvorming, informatie van monitortoestellen en senso-ren worden rechtstreeks gecap-teerd in het systeem. Op de afde-ling Intensieve Zorgen voorzien we in de toekomst de mogelijkheid om die gegevens automatisch te analyseren en te interpreteren zo-dat de computer kan voorspellen hoe de toestand van een patiënt zal evolueren. Dat moet verpleeg-kundigen in staat stellen om te an-ticiperen en gepast te reageren.”

OverheidsverplichtingenOok de overheidsverplichtingen hebben een zeer grote impact. “De overheid streeft naar een zo kort mogelijke opname van de patiënt. Daar spelen we op in

door zoveel mogelijk geplande ingrepen te doen via ons dagzie-kenhuis. Voor patiënten die wel blijven overnachten, wordt met-een een referentieverblijfsduur voorgesteld en worden de bud-gettaire implicaties van alle in-

grepen bijgehouden. Die wette-lijke verplichtingen hebben met zich mee gebracht dat we voort-durend werken aan de effi ciëntie en productiviteit van onze afde-lingen.”

HIGHTECH PATIËNTENZORGHilde Goedertier: “Zoveel moge-lijk geplande ingrepen gebeuren via het dagziekenhuis.”FOTO: MDNEWS

HUMAN RESSOURCES

Hogere eisen door hightech patiëntenzorg

Hilde Goedertierzorgmanager Kri-tieke Diensten UZ Gent

PETER OOMS

MEDISCHE ZORG IN CIJFERS

Er zijn in ons land maar liefst 131 algemene zieken-

huizen, 68 psychiatrische zie-kenhuizen, 42 psychiatrische verzorgingsinstellingen en 85 projecten rond beschut wonen.

Precies 14.523 huisartsen staan ten dienste van hun

patiënten: 7.912 in Vlaanderen, 5.137 in Wallonië en 1.474 in het Brussels hoofdstedelij k gewest. Daarnaast tellen we ook nog eens 24.001 specialisten in aller-lei disciplines. Dagelij ks staan 47.804 erkende verpleegkundi-

gen in voor de verzorging van al-le patiënten. Het merendeel daarvan zij n vrouwen (45.078) want ons land heeft slechts 2.726 mannelij ke verpleegkundi-gen.

Uiteraard kost de gezond-heidszorg veel geld. Voor

2010 wordt in totaal 60 miljard euro uitgetrokken voor medische zorg. Ruim 320 miljoen euro gaat naar de bouw van ziekenhuizen en/of zorgcentra. En 98 miljoen euro wordt gereserveerd voor in-novatie in de zorgsector.

Zo zullen de meeste ziekenhuis-instellingen en softwareprodu-centen voor het beheer van het patiëntendossier in de huisarts-geneeskunde tegen eind 2010 im-mers permanent, via niet geadres-seerde berichten, in een beveiligd kader met elkaar moeten kunnen communiceren. Op korte termijn zullen de klinische documenten over een specifi eke patiënt die in de meeste informatiesystemen van de zorginstellingen zijn opge-slagen, eveneens kunnen worden geraadpleegd.

Deze technische ontwikkelin-gen zorgen voor heel wat nieuwe kansen maar veranderen niets aan de bestaande processen als dusdanig. Door de alomtegen-woordigheid overal toe te passen kan men de relatie en de samen-werking met de patiënt, benaderd vanuit het begrip ‘gedeeld patiën-tendossier’, vanuit een nieuwe in-valshoek bekijken.

Informatisering rusthui-zen: nog veel werk aan de winkelWanneer rusthuizen een elektro-nisch zorgdossier willen introdu-ceren zullen ze eerst fors moeten investeren in hard- en software en in opleidingen. Momenteel is het droevig gesteld met informa-tisering in Belgische rusthuizen. Dat blijkt uit een onderzoek van professor Anja Declercq van de KULeuven.

“Ons onderzoek - uit 2008/2009 - peilde naar de mate waarin de Belgische residentiële ouderen-zorg geïnformatiseerd is. We stel-den onder meer vragen naar het aantal vaste PC’s, mobiele PC’s, internetverbinding, e-ID lezer, enz…”

Uit het onderzoek blijkt dat de graad van informatisering vaak afh ankelijk is van het aantal bed-den, maar ook dat er grote ver-schillen zijn tussen de rusthuizen in Brussel, Vlaanderen en Wallo-nië. Mobiele pc’s met draadloze verbinding zijn zowel in grote als in kleine rusthuizen nog een zeld-zaamheid.

“Door een gebrek aan budget wordt er te weinig geïnvesteerd in ICT, zowel in hard- en software. De opleiding is eerder een generatie-probleem. Een rusthuis dat up-to-date wil zijn op het vlak van ICT zou op elke afdeling minstens één pc met een snelle internetverbin-ding moeten hebben en zou over een elektronisch bewonersdos-sier moeten beschikken.”

AANPAK

Elektronisch medisch dos-sier in een stroomver-snelling

Na verschillende jaren van langzame vooruit-gang komt het gebruik van het elektronisch me-disch dossier de komende maanden en jaren in een stroomversnelling.

BERT VERBEKE

TALENT? KIES VOOR DE ZORGTALENTT?? KIES

1TIP

Page 4: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

4 · MAART 2010

NIEUWS

Vlaamse overheid zoekt meerwaarde in de zorg

VLAAMSE OVERHEIDMinisters Kris Peeters en Ingried Lieten verklaren hoe Vlaanderen medische innovaties ondersteunt.FOTO: PRIVÉ

“De veroudering van de bevolking brengt meer zorgbehoevenden met zich mee en een stijgend aan-tal chronische aandoeningen”, al-dus minister-president Kris Pee-ters. “Daarom voert de Vlaamse Regering een inclusief ouderen-beleid. Hoe langer we de mensen fit en gezond kunnen houden, hoe kleiner de meerkost van de ver-grijzing. We willen blijven inves-teren in toegankelijkheid van de gezondheids- en de welzijnszorg maar tegelijk ook nadenken over procesinnovatie in de zorg en over het aanwenden van nieuwe tech-nologieën, ook in de thuiszorg.”

Ingrid Lieten: “Innovatie zal de komende decennia een sleutelrol spelen in de gezondheidszorg en daar zijn we in Vlaanderen zeer goed in. Onze wetenschappelij-ke onderzoeksinstellingen en be-drijven als Imec, Agfa-Gevaert en Janssen Pharmaceutica zijn we-reldspelers. We willen die inno-vatiedrang verder aanmoedigen maar tegelijk ook beter coördine-ren.”

Op welke manier?.Lieten: “Ik merk dat er enorm po-sitief gereageerd wordt op het Cen-

trum voor Medische Innovatie dat we onlangs hebben gelanceerd. De bedoeling is dat we tegen de zomer innovatieprojecten verzamelen en vervolgens in gezamenlijk overleg

een innovatieagenda opstellen. Het zal erop aankomen om niet te treuzelen en snel de juiste keuzes te maken. Ook in andere landen zijn ze immers met gelijkaardige initiatieven bezig.”

Peeters: “Een van de pijlers waar-op ons beleid steunt, is internatio-nalisering. Voor onze innovatieve producten en diensten zijn er aan-trekkelijke buitenlandse markten. Onze bedrijven hebben echter nog-al eens de neiging om te beschei-den te blijven, terwijl een innova-tieproces alleen maar baat heeft bij interactie. Door de globalisering kan dat alleen maar internatio-naal. Dat houdt een cultuurwijzi-ging in die we als overheid hopen te realiseren door stakeholders uit de zorgsector, uit de researchcen-tra en uit de ondernemerswereld samen te brengen in een zorgver-

nieuwingsplatform, en heel ge-richt projecten te ondersteunen.”

Bestaat het risico niet dat er met de medische sec-tor gebeurt wat de nationa-le sectoren in de jaren ’80 overkwam: doodgeknuffeld worden met overheidssub-sidies?

Lieten: “Het groot verschil is dat er toen geld werd gestopt in secto-ren als steenkool, staal en textiel waarin de tewerkstelling bedreigd werd. Nu investeren we in domei-nen als energie, klimaat en gezond-heid die wereldwijd mogelijkheden bieden. Als we creatieve antwoorden kunnen formuleren, creëren we te-gelijk businessopportuniteiten. Dat is een veel offensievere manier van werken.”

Peeters: “De overheid is nog nooit zo bevraagd geweest als vandaag. Tegelijkertijd zijn de middelen niet onuitputtelijk. In Vlaanderen Me-disch Centrum gaat het helemaal niet over het vrijblijvend subsidi-eren van onderzoeksprojecten. Via het gekend instrumentarium zul-len we kritisch kijken naar het busi-nessplan van elk initiatief en zo no-dig ook ondersteuning bieden aan de kleinere spelers op de markt, die hiermee niet vertrouwd zijn en vaak de weg niet vinden. Het creëren van economische meerwaarde en van nieuwe werkgelegenheid zijn daar-bij belangrijke parameters.”

”Onze bedrijven hebben nogal eens de neiging om te bescheiden te blijven, terwijl een innovatie- proces alleen maar baat heeft bij interactie ”

Kris Peeters,Vlaams minister-president

Vraag: Hoe ondersteunt Vlaanderen de medische inno-vatie?

Antwoord: Door innovatie-projecten te verzamelen en ver-volgens in gezamenlijk overleg een innovatieagenda op te stellen.

FREDERIK LAUWERS

VLAANDEREN INVESTEERT

De jaarlijkse dotatie van het Vlaams Instituut voor Biotechno-logie bedraagt 38,2 miljoen euro.

Translationeel Biomedisch Onderzoek dat de bevindingen uit fundamenteel onderzoek ver-taalt in klinische toepassingen krijgt 10 miljoen euro per jaar.

In het Centrum Medische In-novatie dat begin dit jaar in het leven werd geroepen werd 9,5 miljoen euro gereserveerd.

Het nanotechnologisch on-derzoek met betrekking tot de gezondheidszorg kreeg via het

Vlaams Centrum voor Neuro-Elektronisch Onderzoek 2 mil-joen euro.

De Vlaamse overheid spen-deert daar bovenop jaarlijks nog eens 20 miljoen euro aan beur-zen, strategisch basisonderzoek en EU-programma’s.

De Vlaamse regering wil de unieke competenties die Vlaan-deren op het vlak van zorg en ge-zondheidszorg kan voorleggen, wereldwijd in de kijker zetten tij-dens een internationaal evene-ment in 2013.

FOCUS

INDUSTRIE

Vlaamse paradepaardjes

Als het over medische innova-ties gaat, komen al heel vlug belangrijke wereldspelers als Janssen Pharmaceutica in de kijker, een bedrijf dat al decen-nia producten ontwikkelt voor het behandelen van een groot aantal menselijke aandoenin-gen. Van dezelfde orde is Agfa-Gevaert, dat baanbrekend werk verrichte in de medische beeld-vorming. Er zijn echter een he-le rist jonge spelers die actief zijn op heel uiteenlopende ter-reinen.

Zo pakte fietskledingfabri-kant Bio-Racer uit Tessenderlo uit met een efficiënte oplossing voor een zeer nijpende kwaal die vooral wielrenners ervaren. Met de herbruikbare elastische pleister ReSkin bieden ze soe-laas bij zitvlakproblemen zoals zweren en brandwonden.

Veel bedrijven werken voor de ontwikkeling van hun pro-ducten samen met de onder-zoekscentra van onze univer-siteiten of gingen als spin-off hun eigen weg. Zo liet het Gent-se Ablynx zich opmerken in de ontwikkeling van Nanobo-dies, een nieuwe, klasse thera-peutische eiwitten tegen on-der meer hart- en vaatziektes, ontstekingsziektes en de ziek-te van Alzheimer. ActoGenix uit Zwijnaarde laat bacteriën geneesmiddelen in de juiste concentratie tot in de darmen transporteren. Ook Formac Pharmaceuticals uit Leuven spitst zich toe op het bedenken van methodes voor de optimale vrijgave van medicijnen in het lichaam.

Van een andere orde is het medicijn dat het Mechelse bio-techbedrijf Galapagos ont-wikkelt en dat mensen die lij-den aan de spierziekte van Du-chenne weer hoop geeft. Alleen jongetjes worden door de on-geneeslijke ziekte getroffen en raken op jonge leeftijd volledig verlamd. Tot nog toe konden alleen de symptomen van de ziekte behandeld worden, ter-wijl het nieuwe medicijn im-pact heeft op de evolutie ervan.

Het Gentse BioMaric vond een methode om de toegang tot veilig bloed te verzekeren. Het bedrijf ontwikkelt screening-tests om infectieziektes op te sporen en slaagt er daardoor in om grote aantallen bloedstalen zeer kostenefficiënt te testen.

Vlaamse bedrijven die ac-tief zijn in biowetenschap-pen en de biotechnolo-gie hebben niet gewacht op de coördinatie van de Vlaamse overheid om hun kennis om te zetten in producten en diensten.

FREDERIK LAUWERS

Page 5: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

MAART 2010 · 5

EXPERTPANEL

In het domein van de diagnostische en therapeutische aanpak zijn de ogen gericht op de ‘gepersonaliseer-de geneeskunde’, waarbij op basis van het genetische profiel van een individuele patiënt de be-handeling wordt bijgestuurd. Bepaalde genetische voorbeschik-kende factoren kunnen ook op het vlak van preventie voor een meer ge-richte aanpak zorgen. In het domein van de zorgconcepten zal een verde-re ontwikkeling van de transmurale zorgtrajecten voor chronische aan-doeningen de aanpak vernieuwen.

Er zit heel wat in de biotechnologische pijplijn, meer en meer genees-middelen worden immers met deze nieuwe technologieën gemaakt. Enkele Belgische voor-beelden: Movetis kreeg toestemming om hun baanbrekend innovatief pro-duct Resolor (tegen chronische con-stipatie) op de Europese markt te brengen en ook Tigenix kreeg goed-keuring om zijn unieke celtherapie voor knieletsels op de markt te bren-gen. Thrombogenics haalt prachtige resultaten met microplasmine, een middel tegen oogaandoeningen. Als alles goed gaat, kan het product al in 2012 op de markt komen.

Door de evolutie in de medische technologie kan men met behulp van diagnostische testen de wer-king van het menselijk lichaam steeds beter visualiseren en ana-lyseren en bijgevolg de dysfunc-tie opsporen. De behandelingen zullen dus steeds meer aangepast worden op maat van de patient zelf. Dankzij deze evolutie zal men steeds meer patiënten bui-ten het ziekenhuis kunnen behandelen en opvolgen.

De strijd tegen kanker blijft een prioriteit. In de zoektocht naar therapeutische innovatie evolueren we steeds meer naar een gepersona-liseerde geneeskunde. Daarbij wordt rekening gehouden met het geneti-sche, epigenetische en cellulaire pro-fi el van elke patiënt. Er werden ook stappen voorwaarts gezet voor kan-kers waarbij tot nu toe de prognose moeilijker lag, zoals long-, nier- en pancreaskanker. Maar de nieuwe ge-neesmiddelen vormen een kolossa-le uitdaging voor de biofarma: het is immers een huzarenstukje om snel gepersonaliseerde behandelingen in bulk te vervaardigen.

Allereerst moet men onnodige dupli-catie van onderzoeken vermijden. De middelen die op die manier kunnen worden bespaard moeten worden gebruikt om de toegang tot innova-tieve behandelingen te verzekeren. Om in die opzet te slagen is een ver-dere uitbouw van de informa-tisering nodig zodat resultaten van onderzoeken vlot kunnen worden gedeeld door meerdere zorgverstrek-kers op verschillende locaties. Daar-naast vereist dit een herijking van de nomenclatuur zodat een tweede en derde opinie beter worden verloond. Geneeskunde met twee snelheden moet men ten allen tijde vermijden.

Om alles toch betaalbaar te houden, ontwikkelt men nieuwe modellen: één voorbeeld zijn de ‘gepersona-liseerde’ geneesmiddelen, genees-middelen die slechts bij deelgroe-pen patiënten eff ectief zijn . Het is belangrijk dat de arts de werkbaarheid van het mid-del vooraf bij de patiënt kan testen. Zo kan de arts heel gericht een geneesmiddel voorschrijven en wordt de gezondheidszorg niet no-deloos op kosten gejaagd.

Daar de patiënten steeds beter ge-informeerd worden, zullen zij in de toekomst ook steeds meer willen genieten van de bestaande techno-logieën en behandelingen. Andere factoren, zoals bijvoorbeeld de ver-grijzing van de bevolking, zullen het volume en dus ook de kost doen stij-gen. Een meer gepersonaliseerde be-handeling per patiënt en de evo-lutie van een curatieve ge-neeskunde naar een preventieve geneeskunde zullen waarschijnlijk toelaten om doelgerichtere budget-ten te voorzien. Dit wordt een moei-lijk maar noodzakelijk debat.

Onze gezondheidszorg is opgebouwd rond waarden als solidariteit, weder-zijds respect en verantwoordelijk-heid. Het maken van keuzes hoort er-bij, wordt vaak gezegd. Vooraleer men eraan denkt patiënten te laten vallen, moeten de gezondheidsactoren in overleg en in wederzijds begrip naar een oplossing streven voor alle zie-ken. Een effi ciënter beheer van het systeem kan enkel via partnership. Dat betekent dat alle rechtstreeks be-trokken actoren, zoals artsen, aca-demici en de industrie moeten wor-den gehoord door de beleidsmensen. Samenwerking is het sleutel-woord om onze gezondheids-zorg te vrijwaren.

Europese vergelijkingen wijzen er-op dat er nog vooruitgang mogelijk is in het domein van de zorgkwali-teit. Hoewel de zorgkwaliteit die de individuele zorgverlener verleent en de zorginfrastructuur van hoge kwaliteit zijn, kan er nog vooruit-gang worden geboekt door een op-timale afstemming tussen de verschillende zorgverleners in ons gefragmenteerd gezondheids-zorgsysteem. In het domein van de verpleegkunde kan de introductie van het ‘elektronisch verpleegkun-dig dossier’ een belangrijke hulp zijn voor het uittekenen van een verpleegplan gebaseerd op ‘evidence based nursing’.

Het Centrum voor Medische Innova-tie, dat mede onder impuls van Flan-dersBio onlangs werd opgericht, zal zich erop toeleggen om medische innovaties sneller bij de patiënt te brengen. De effi ciëntie om een nieuw geneesmiddel op de markt te brengen kan zeker nog beter, door in-tensiever samen te werken en exper-tises op elkaar af te stemmen. Daarom hebben industrie en de academische ziekenhuizen de handen in elkaar ge-slagen. Ook de Vlaamse Overheid in-vesteert in dit nieuwe centrum. De strenge veiligheidsvoorschriften en de uitgebreide klinische testen van een potentieel geneesmiddel remmen dit proces echter aanzienlijk.

Binnen de sector van het medisch materiaal is er geen bepaald seg-ment dat zich opmerkelijk sneller ontwikkelt dan de andere. Het be-wijs hiervan is dat in 2009 meer dan 17.000 brevetten werden neergelegd over de wereld voor het geheel van de productsegmen-ten aanwezig op onze markt. De me-dische beeldvorming, de diagnos-tiek in-vitro, de implantaten, de te-lemonitoring zijn evenveel techno-logieën die een belangrijke evolutie zullen kennen tijdens de komende 2 tot 3 jaar.

Vandaag zijn niet alle noden van zie-ken ingevuld. Dat is geen scoop. Dia-betici leven aanzienlijk langer dank-zij insuline, maar dromen vandaag van een defi nitieve behandeling. De industrie blijft zoeken naar nieuwe geneesmiddelen voor tal van patho-logieën: kanker, neurologische aan-doeningen zoals Alzheimer, reu-matische aandoeningen, zeldzame aandoeningen van het metabolisme (zoals lysosomale stapelingsziek-ten vanwege een overdaad aan lyso-somen). De maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van het geneesmiddelenon-derzoek zijn dan ook enorm.

Vraag 1:Wat is volgens u de be-langrijkste innovatie in de zorg die we mogen verwachten in de nabije toekomst?

Vraag 2:Op welk domein kan er nog de meeste vooruit-gang geboekt worden ?

Vraag 3:Op welke manier zal de steeds evoluerende gezondheidszorg betaal-baar kunnen blijven voor de patiënt?

Johan KipsRaad der Universitaire Ziekenhuizen

Ann Van GyselFlandersBio

Richard Van den BroeckUNAMEC

Leo NeelsPharma.be

C O M B I N I N G I N N O V A T I O N A N D E X P E R I E N C E

Across the globe, around the clock, Johnson & Johnson Pharmaceutical Research & Development

is committed to improving the lives of millions.

www.jnjpharmarnd.com © 2

009

John

son

& Jo

hnso

n Ph

arm

aceu

tical

Rese

arch

& D

evelo

pmen

t, Di

vision

of J

anss

en P

harm

aceu

tica N

.V.

Page 6: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

6 · MAART 2010

NIEUWS

STEL JEZELF IN DIENST VAN DE WETENSCHAP

STELELLLL JJJJJJJ JEZEZEZEZEEZEZEZEZEEEELELELELELELELFFFF IN

2TIP

Vraag: Zijn er bij klinische testen vaak allergische reacties of ernstige bijwerkingen bij de proefpersonen?

Antwoord: “Ik zit inmid-dels 24 jaar in het vak en heb nog niet meegemaakt dat een proefpersoon aan de klinische test een lichamelijk ongemak overhield”, vertelt prof. dr. Luc Van Bortel van de D.R.U.G.

Voordat een nieuw geneesmiddel op de markt mag komen, gaan daar jaren-lange klinische onderzoeken aan voor-af. “Die testen moeten bewijzen dat een medicijn veilig en efficiënt is”, zegt Dr.Steven Ramael, medisch directeur van SGS Life Science Services.

“In fase 1 wordt het product voorna-melijk getest op gezonde vrijwilligers. We onderzoeken de eigenschappen van het medicijn en mogelijke neven-werkingen”, zegt Dr.Ramael. “In fase 2 wordt het product toegediend aan pa-tiënten uit de doelgroep. We bekijken het effect van het medicijn en bepalen de optimale dosis. Fase 3 bestaat uit

meer langdurige studies waarbij het middel wordt getest bij duizenden pa-tiënten over de hele wereld op zijn ef-fect en veiligheid in vergelijking met de huidige ‘gouden standaard’. Als fa-se 3 is afgerond, kan er goedkeuring worden aangevraagd bij de overheden (EMEA, FDA...) en mag het product op de markt gebracht worden. Fase 4 ten-slotte omvat de ‘postmarketing’ stu-dies gericht op veiligheid op lange ter-mijn. Het doel van al deze klinische onderzoeken is aantonen dat een me-dicijn effectief en veilig is. De ontwik-kelingsfase van een nieuw medicijn duurt gemiddeld tien jaar en kost 1 miljard dollar”, aldus Dr.Ramael.

België is koploper“België was koploper binnen Euro-pa om met vroege fase-onderzoek bij de mens te starten”, zegt Prof. Luc Van Bortel van de Drug Research Unit Gent. “Voor dit onderzoek moeten nu minder preklinische testen beschik-baar zijn, maar de voorwaarde is wel dat het tot zeer lage dosissen beperkt wordt. Toch kan men hieruit al veel af-leiden zoals hoeveel en hoe snel komt

de stof in het lichaam en gaat ze er weer uit.”

In ons land worden jaarlijks 2 à 3.000 klinische testen uitgevoerd bij gezon-de vrijwilligers. “Er zijn wel minder onderzoeken bij vrouwen”, zegt Prof.Van Bortel. “Dat heeft te maken met hun vruchtbaarheid. In tegenstelling tot de zaadcellen, die bij de man voort-durend geproduceerd worden, zijn bij vrouwen de eicellen reeds vanaf de ge-boorte aanwezig. Wanneer een eicel beschadigd wordt door toxische stof-fen, zou dit – zelfs 10 jaar later – tot af-wijkingen kunnen leiden bij de foetus. Daarom wordt het fase 1 en 2-onder-zoek vooral bij mannen uitgevoerd.”

“Alle proefpersonen worden vooraf, zowel mondeling als schriftelijk, zeer goed geïnformeerd over de voordelen en eventuele risico’s van het onder-zoek. Ze ondergaan ook een medische keuring. En tijdens de hele duur van het onderzoek worden ze zeer nauw-lettend opgevolgd. Onze grootste vrees is een allergische reactie of een ernsti-ge bijwerking die we niet konden voor-zien. Maar ik zit inmiddels 24 jaar in het vak en heb nog niet meegemaakt dat een proefpersoon aan de klini-sche test een lichamelijk ongemak overhield. In België gebeuren kli-nische onderzoeken volgens strik-te regels en kunnen daarom als erg veilig beschouwd worden.”

Prof. Dr. Steven Ramaelmedisch directeur van SGS Life Sci-ence Services

Prof. dr. Luc Van Borteldiensthoofd Drug Research Unit Gent

“DE ONTWIKKELING VAN EEN NIEUW GENEESMIDDEL KOST 1 MILJARD DOLLAR”

CAROLINE STEVENS

Gepersonaliseerde gezondheidszorg betekent dus

gerichte medicatie, waarvan je vooraf door middel

van uiterst verfijnde diagnostica kunt onderzoeken

of ze al dan niet zal werken voor de betrokken

patiënt.

Veel belangrijke aandoeningen worden niet

veroorzaakt door één welbepaald afwijkend

mechanisme, maar door verschillende die kunnen

leiden tot éénzelfde uitingsvorm. Zo is bijvoor-

beeld borstkanker niet één ziekte, maar bestaan er

verschillende vormen van.

Voor een veel voorkomende vorm van borstkanker

heeft Roche het geneesmiddel trastuzumab

ontwikkeld dat zich specifiek richt tegen die

borsttumoren die in overmaat de groeifactor

HER-2 (Human Epidermal growth factor Receptor

2) produceren. De verstoorde werking van een

bepaald gen, dat nauw betrokken is bij de celdel-

ing, maakt namelijk te veel kopieën van HER-2 die

dan op hun beurt aan de cel te veel signalen geven

om zich te vermenigvuldigen. Trastuzumab legt

deze HER-2 signalisatie lam en remt zo de groei van

de kankercellen af, waardoor het risico op hervallen

aanzienlijk vermindert.

Deze aanpak, erkend als de gouden standaard

van gepersonaliseerde gezondheidszorg, vind

je ook terug in andere door Roche ontwikkelde

behandelingen, niet alleen voor andere vormen

van kanker maar ook voor auto-immuunziekten,

metabolische storingen en infectieuze aandoenin-

gen.

De baanbrekende kennis samen met de innover-

ende research in moleculaire biologie, dit zowel in

de divisie Pharmaceuticals als Diagnostics, geeft

Roche alle troeven om gepersonaliseerde gezond-

heidszorg voluit te realiseren.

Voor elk nieuw geneesmiddel wordt inderdaad

een programma opgezet om de bijhorende heel

specifieke stof te vinden, die als indicator kan

dienen voor het succes tot slagen bij een bepaald

type patiënt. Dit vertaalt zich in het winnen van

levensjaren, een hogere levenskwaliteit en zelfs

genezing.

Geef het geneesmiddel alle kansen om je kanker te genezenRoche maakt het waar via gepersonaliseerde gezondheidszorg

“Diagnostische testen kunnen

steeds vaker uitwijzen of een

patiënt baat zal hebben bij een

geneesmiddel of niet”

De behandeling van kanker is vandaag in feite hoopgevender dan het beeld dat we hierover heb-ben. Deze positieve evolutie vertaalt zich zowel in het winnen van levensjaren als in een hogere levenskwaliteit. Het tijdperk van de medicatie, waarbij men het concept één maat voor iedereen hanteert, is voorbij. De”burn all the fields” aanpak, die niet adequaat werkt bij iedere patiënt en vaak bijwerkingen heeft, wordt langzaam maar zeker ingehaald door een doelgerichte medicatie aangepast aan elk type patiënt. Dit dank zij de vooruitgang in het moleculair onderzoek van het genetisch materiaal en de proteïne-analyse.

ONDERZOEK“België was koploper binnen Eu-ropa om met vroege fase-onder-zoek bij de mens te starten”, al-dus Luc Van Bortel.FOTO: ISTOCKPHOTO.COM

Page 7: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

MAART 2010 · 7

DE GENEESHEREN VAN DE CLINICAL PHARMACOLOGY UNIT ANTWERPEN,

GESPECIALISEERD IN GENEESMIDDELENONDERZOEK, ZOEKEN

GEZONDE MANNEN EN VROUWEN TUSSEN 18 EN 80 JAAR VOOR DEELNAME AAN MEDISCHE ONDERZOEKEN

Bezoek ook onze website:

www.resunit.com

VOORWAARDEN:

VOOR DE STUDIE BE-80-1091135:

VOOR DE STUDIE BE-80-1090971:

WIJ BIEDEN:

INTERESSE?

Op maandag 29 maart om 18.30 uur en dinsdag 30 maart om 14 uur organiseren wij infosessies met verdere info over genees middelenonderzoek. U kan hiervoor reserveren op het nummer 03 217 21 72.

Nadat u bent ingeschreven voor boven vermelde studie(s), zullen uw persoonlijke gegevens worden opgenomen in de databank van SGS Belgium NV/SA, divisie SGS Life Science Services. In overeenstemming met de Belgische Wet op de Privacy van 8 december 1992 en latere zullen uw gegevens vertrouwelijk worden behandeld en hebt u recht op toegang en correctie van deze gegevens.

ADRES:

SGS is the world’s leading inspection, verification,testing and certification company

Peter Vandenberge (37) en Marleen Bulcke (54) nemen beiden vrijwillig deel aan kli-nische onderzoeken. “Wij helpen de medische weten-schap hiermee vooruit en kunnen een aardig zakcent-je bijverdienen.”

Wat motiveert een gezonde mens om proefkonijn te worden bij kli-nische testen? “Er is natuurlijk het financiële aspect: je krijgt een ver-goeding”, zegt verpleegkundige Peter Vandenberge (37). “Een ver-blijf van een week kan snel oplo-pen tot 2.000 euro of meer. Maar ik doe het ook voor de medische we-tenschap. Zonder proefpersonen kunnen er geen nieuwe medicij-nen ontwikkeld worden. Ik doe meestal mee aan kortere fase 1-on-derzoeken, waarvoor vaak een zie-kenhuisopname vereist is. Maar men doet er alles aan om ons ver-

blijf zo aangenaam mogelijk te maken.”

Risico’s“Je wordt goed ingelicht over moge-lijke risico’s en ondergaat een medi-sche keuring”, zegt Peter. “En tijdens de test wordt je gezondheid optimaal gecontroleerd. Bij het laatste onder-zoek werd een middel tegen hepati-tis C op mij uitgetest en waren plots mijn leverwaarden verstoord. Alles is terug oké nu, maar het was wel even schrikken. Zolang men proefperso-nen menselijk behandelt blijf ik er mee doorgaan.”

Bijdrage aan de wetenschapMarleen Bulcke (54) is al 7 jaar proef-persoon bij klinische testen. “Ik nam al deel aan tien onderzoeken en heb enkel positieve ervaringen. Zo wer-den bij mij reeds diverse medicijnen getest en ik had nog nooit bijwerkin-gen. De vergoeding is een mooi ex-traatje. Ik zie het niet als ‘bibbergeld’ want ik voel me helemaal veilig bij die testen. Bovendien wordt mijn ge-zondheid van dichtbij opgevolgd. Na elke test kan ik de bloedanalyses op-vragen. Buitenstaanders uiten vaak kritiek omdat ik meedoe aan klini-sche testen. Maar mijn tweede man overleed aan kanker en ik vind het belangrijk een bijdrage te leveren tot de ontwikkeling van nieuwe medi-cijnen.”

Peter Vandenbergeproefpersoon

Marleen Bulckeproefpersoon

CASE

“Dankzij ons worden nieuwe medicijnen ontwikkeld”

CAROLINE STEVENS

De unit voert in opdracht van de universiteit en privé-partnersgeneesmiddelenonderzoek uit volgens strikte kwaliteitsnormen.

Voor dit onderzoek zoeken wij:mannen en vrouwen vanaf 18 jaarDoor deel te nemen aan dit onderzoek helpt u mee aan de ontwikkeling van nieuwe en betere geneesmiddelen voor de mensheid.Wie kan aan het onderzoek meedoen :

Mannen en vrouwenvanaf 18 jaardie niet meer dan 10 sigaretten per dag rokendie niet meer dan 2 medicijnen gebruiken, behalve de anticonceptiepil

Verloop van het onderzoek:De meeste onderzoeken zijn opgedeeld in perioden waarbij erper periode meestal gevraagd wordt een volledige dag en nacht op de unit aanwezig te zijn. Daarnaast moet u een aantal keren terugkomennaar de unit.Voorafgaand aan elk onderzoek krijgt u een uitgebreide medische keuring.

VergoedingVoor deelname aan een onderzoek wordt steeds een billijke vergoeding voorzien. De vergoeding is afhankelijk van de studie.

Belangstelling? Bel, schrijf, fax of mail : Universitair Ziekenhuis GentD.R.U.G. 5K4De Pintelaan 185 9000 GentTel: 09/332.00.00 (ma-vr: 8h30-17h30)Fax: 09/332.00.50 Mail: [email protected]

Drug Research Unit Ghentis de afdeling voor geneesmiddelenonderzoek van het

Universitair Ziekenhuis Gent.

FOCUS

Wat zijn de meest voorko-mende bijwerkingen van afge-werkte geneesmiddelen?

!De meeste bijwerkingen komen voor in de klasse “Algemene

aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen” (12%). In deze groep wor-den vooral koorts, vermoeidheid, zwelling en oedemen gemeld. Daarna volgen “maagdarmstelselaandoenin-gen” (10%) met buikpijn, diarree en braken en dan de “zenuwstelselaan-doeningen” (9%) met hoofdpijn, dui-zeligheid en slaperigheid.

Zijn er meer bijwerkingen bij generische geneesmiddelen?

!In een studie van meer dan 25000 meldingen van de laatste

jaren kon het FAGG slechts 1.5% van de meldingen toeschrijven aan gene-rische geneesmiddelen. Een specta-culaire verhoging van het aantal mel-dingen kon niet worden geregistreerd ondanks de acties om het gebruik van generische geneesmiddelen te sti-muleren.

Kan ik geneesmiddelen die ik via het internet koop ver-trouwen?

!Geneesmiddelen kopen via in-ternet, buiten het legale circuit,

is spelen met uw gezondheid: Ten-minste 50% van de via illegale inter-netsites verkochte geneesmiddelen zijn vervalst. Deze zijn potentieel schadelijk voor uw gezondheid. Bo-vendien wordt de kwaliteit van deze geneesmiddelen niet gegarandeerd.

BRON: FAGG

Page 8: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

8 · MAART 2010

“Het Centrum voor Medische In-novatie wil de expertise van de 4 universitaire ziekenhuizen, 5 universiteiten en de industrie op het vlak van innovatief medisch onderzoek samenbrengen en ver-der uitbouwen”, zegt ondervoor-zitter Prof. Dr.Philippe Jorens, te-vens diensthoofd van de inten-sieve zorgen aan het UZ Antwer-pen. “Het is belangrijk te investe-ren in de behandeling en preven-tie van ziekten. Onze uitstekende gezondheidszorg is gesteund op innovatief onderzoek, zoals bij-voorbeeld in het UZA door een centrum voor stamceltherapie, etc. Daarnaast is de ontwikkeling van technische hulpmiddelen voor de patiënten, zoals implan-taten en prothesen even noodza-kelijk. Of levert het in kaart bren-gen van een aandoening, bijvoor-beeld door innovatieve medische beeldvormingstechnieken, be-langrijke informatie op. Om dit allemaal te kunnen realiseren, worden diverse initiatieven ge-nomen op zowel Vlaams als na-tionaal niveau. Deze samenwer-king tussen de verschillende uni-versitaire instellingen op Vlaams niveau is van groot belang als we de titel van Medisch Centrum Vlaanderen nastreven.”

Translationeel onderzoekDr. Elke Smits coördineert het translationeel onderzoek binnen

het UZ van Antwerpen. “Transla-tioneel onderzoek staat interna-tionaal hoog op de beleidsagen-da”, zegt zij. “Het vormt de brug tussen het biomedisch/klinisch onderzoek enerzijds en de patiënt anderzijds. Hierbij is de uitwis-seling van bevindingen in beide richtingen cruciaal: overdracht van kennis van het onderzoeksla-boratorium naar de patiënt (from bench to bedside) en omgekeerd: een terugkoppeling van de pati-ent naar het klinisch onderzoek (from bedside to bench). En zoals bij elke studie staat ook bij trans-lationeel onderzoek de patiënt al-tijd centraal. Alles gebeurt met zijn/haar toestemming.”

Vlaamse Biobank“Vlaanderen heeft ruime ken-

niscompetenties op het vlak van biomedisch basisonderzoek, be-schikt over een performante ge-zondheidszorg en heeft een goe-de internationale reputatie in het domein van het klinisch onder-zoek. Ook de grote bereidheid van de patiënt om aan klinische stu-dies deel te nemen, geeft Vlaan-deren een goede startpositie om aan translationeel onderzoek te doen en dient in de toekomst nog verder uitgebouwd te worden”, aldus Elke Smits. “Want transla-tioneel onderzoek is de toekomst! Wanneer we topklinische patiën-tenzorg willen aanbieden, is dit enkel mogelijk op basis van on-derzoek. Eén belangrijk aspect daarvan wordt de Vlaamse Bio-bank. Dit houdt in dat in verschil-lende centra binnen de univer-

siteiten en universitaire zieken-huizen fysieke patiëntenstalen (bloedstalen, weefselstalen, e.d.) worden opgeslagen, gekoppeld aan gecodeerde patiëntengege-vens (geslacht, leeftijd, wanneer is de ziekte ontdekt, etc.) Door onderzoek naar ‘biomerkers’ kan men komen tot een betere diag-nostiek en/of behandeling van bepaalde aandoeningen en – in samenwerking met de biotech en farmaceutische industrie - de ontwikkeling van efficiënte-re medicijnen. Het opstarten van de Vlaamse Biobank is voorzien voor 2010/2011 en wordt dus de eerste, belangrijke opdracht van het Centrum voor Medische In-novatie.”

NIEUWS

“Om te begrijpen hoe elektri-sche signalen wondheling kun-nen stimuleren, moeten we kijken naar de werking van de huid”, vertelt Henk Snymans, CEO van Kingfisher Healthcare, dat met de KFH NOVO-wondbe-handeling inspeelt op dit prin-cipe. “De huid heeft een ‘batte-rij’ waardoor ionen zoals natri-um op een gecontroleerde ma-nier over het celmembraan ge-pompt worden.”

Wanneer de huid gewond is,

ontstaat er echter een kortslui-ting in dit systeem. Hierdoor lekt er een heel lage stroom uit de wonde, die een constant elektrisch veld veroorzaakt aan de wondrand. “Opmerkelijk is dat de stroom wegvalt binnen enkele millimeters van de won-drand en ook weer verdwijnt zo-

dra de wonde terug bedekt is en zijn normale elektrische weer-stand weer heeft opgebouwd.” Hierop aansluitend bracht ‘Na-ture’ in 2006 een artikel over de pathways en genen die dit fe-nomeen onder invloed van bio-elektrische signalen in gang zetten.

3 mechanismenEr zijn drie mechanismen bij ex-terne wondheling, die elk ver-sterkt worden onder invloed van bio-elektrische stimulatie. De eer-ste zijn de fibroblasten, cellen die de structuur en de functie van de huid herstellen en collageen pro-duceren, een eiwit dat sterkte en stabiliteit geeft aan het weefsel. Een tweede is angiogenese of de vorming van nieuwe bloedvaten. En ten derde is er cellullaire mi-gratie of elektrotaxis, dat de cel-len in een bepaalde richting doet bewegen. “Al deze mechanismen zorgen er, dankzij een verster-king met bio-elektrische stroom, voor dat een wond sneller wordt schoongemaakt, nieuwe cel-len krijgt en gezond weefsel aan-maakt”, besluit Henk Snymans.

“Vlaanderen wil centrum van innovatieve geneeskunde worden”

Stroom doet wonden sneller helen

CAROLINE STEVENS

BARBARA VANDENBUSSCHE

Vraag: Hoe kunnen we het innovatief onderzoek best stimu-leren?

Antwoord: Door de expertise van de 4 universitaire ziekenhuizen, 5 universiteiten en de industrie samen te brengen en verder uit te bouwen.

Wonden die moeilijk gene-zen, zoals diabetische of doorligwonden, kunnen ge-stimuleerd worden met be-hulp van kleine elektrische stroomstootjes. Die behan-deling versterkt verschil-lende mechanismen die de wond helpen herstellen.

OncologieDe Europese Unie heeft groen licht gegeven voor het ge-

bruik van Herceptin bij patiënten met vergevorderde maagkanker. Eerder werd het medicijn, dat bij ons door Roche op de markt werd gebracht, ook al gebruikt voor zo-wel beginnende als gevorderde borstkanker. Het middel blokkeert het HER2-gen, dat een proteïne produceert dat kanker kan veroor-zaken, en werkt dus enkel bij pati-enten die drager zijn van het gen.

CardiologieSinds iets meer dan een jaar heeft Boehringer Ingelheim

met Pradaxa een oraal antistol-lingsmiddel op de markt gebracht. Nieuw is dat het anti-trombose-middel in capsules wordt verkocht, zodat mensen ze gewoon kunnen innemen.

Ook Bayer bracht met Xarelto een oraal antistollingsmiddel op de markt, een middel dat net als Pradaxa veneuze trombo-embo-lie moet voorkomen bij volwassen patiënten die een geplande heup-of knieprothese kregen.

GynaecologieNadat de Nuvaring enkele ja-ren geleden een grote door-

braak betekende in de markt van anticonceptiemiddelen, bracht Bayer Yaz op de markt. Vrouwen mogen deze pil 24 dagen doorne-men, waardoor ze slechts vier da-gen ongesteld zijn. De pil zou beter beschermen tegen zwangerschap-pen en tegelijk neveneffecten als stemmingwisselingen, irritatie, hoofd- en buikpijn of angsten mil-deren.

NeurologieVoor patiënten met de ziekte van Parkinson of het Restless

Legs Syndrome (RLS) ontwikkelde het Brusselse UCB het geneesmid-del Neupro. Het geneesmiddel be-staat uit een dagelijks aan te bren-gen patch, die een constante toe-voer geeft en de symptomen van beide aandoeningen verbetert. Hierdoor worden patiënten in de vroegtijdige stadia van de ziekte van Parkinson veel mobieler en beter in staat hun dagelijkse acti-viteiten uit te voeren. Lijders aan RLS hebben minder symptomen zoals tintelingen, branderigheid, knagen en drukken in bed, zowel ’s nachts als overdag.

FOCUS

Prof. dr. Philippe Jorens,diensthoofd AUREA

Dr. Elke Smits,medisch directeur.

Diabetische voetwonde vóór (links) en na (rechts) de behandeling.

Een markt in constante bewegingDe farmawereld kenmerkt zich door voortdurende innovatie van behandelin-gen en geneesmiddelen. Hoewel het onmogelijk is alle nieuwe ontwikkelin-gen in de klassieke en bio-geneeskunde te volgen, tonen we u hier wel enke-le opmerkelijke nieuwko-mers op de markt.

Page 9: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

MAART 2010 · 9

NIEUWS

Een rugzak vol investeringen

LEVENSWEG GENEESMIDDELDe zoektocht naar een nieuw geneesmiddel is een lange weg vol hindernissen.PHOTO: PHARMA.BE

Doorheen zijn ontwikkelings-fase controleren de farmaceuti-sche labo’s het (potentiële) ge-neesmiddel in een strikt regle-mentair kader op doeltreffend-heid en veiligheid. Dat laatste be-tekent dat er zo min mogelijk en acceptabele neveneffecten zijn. De definitie van wat acceptabel is, is doorheen de jaren aanzien-lijk verscherpt. Niet dat ernstige neveneffecten vroeger wel moch-ten, maar bijwerkingen die vroe-ger als aanvaardbaar werden be-schouwd, zijn dat nu niet meer. Ook de procedures maakten ver-anderingen door. Zo worden gro-tere aantallen mensen getest voor het product op de markt komt. “Elke mens functioneert anders en kan verschillend rea-geren op een medicijn. Hoe gro-

ter de testgroep, hoe beter men zicht krijgt op de veiligheid en op mogelijke nevenwerkingen”, stelt Leo Neels.

Sector vol verandering“In principe start de levensloop van een geneesmiddel wanneer een molecule als potentieel ge-neesmiddel wordt aangeduid”, legt professor Neels uit. “Zodra we die hebben, vragen we een octrooi aan, en dan begint het proces om de doeltreff endheid en veiligheid te bewijzen.” Het ontwikkelpro-ces bestaat uit verschillende fa-sen (zie kader), die samen gemid-deld 10 jaar in beslag nemen. Een octrooi geeft twintig jaar exclusi-viteit op de exploitatie en verkoop

van het geneesmiddel. Daar is die tien tot twaalf jaar onderzoek in-begrepen, zodat het medicijn in de praktijk tien jaar of minder ten gelde kan worden gemaakt. Daar die testperiode dikwijls lan-ger is vanwege de verhoogde ei-sen, blijft er soms nog minder tijd over om de gedane investeringen terug te verdienen. Daarom kun-nen bedrijven nu ook een Euro-pees aanvullend beschermings-certifi caat aanvragen, die de oor-spronkelijke periode kan uitbrei-den met vijf jaar.

Maal 3“De jongste tien jaar blijken de investeringen in onder-zoek en ontwikkeling bijna

verdrievoudigd”,vervolgt Leo Neels. “Tegelijk daalde het aan-tal goedgekeurde medicijnen van ongeveer 50 naar zo’n 20. Bedrij-ven investeren dus veel meer in een kleiner aantal geneesmid-delen.” Hierdoor is de farmasec-tor in volle verandering. Bedrij-ven kunnen niet meer overleven zonder een grote fi nancierings-capaciteit en langetermijnvisie. De huidige verkoop van vergunde geneesmiddelen moet hen toe-laten om hun onderzoek en ont-wikkeling voor toekomstige me-dicijnen te blijven doen. De dag dat het octrooi vervalt, staat er immers voor grote geneesmid-delen meteen een generiek mid-del klaar om de markt over te ne-men. “Zij hebben die rugzak aan investeringen niet, en maken dus vanaf het eerste moment winst. Vanaf 1 april 2010 is bepaald dat hun prijs minstens 41 procent la-ger moet liggen dan het origineel. In andere landen verdwijnt het origineel meestal als het gene-riek op de markt komt, maar bij ons blijven beide naast elkaar op de markt.”

”De jongste tien jaar blij ken de investeringen in onderzoek en ontwikkeling bij na verdrievoudigd”Leo Neelsdirecteur pharma.be

BARBARA VANDENBUSSCHE

Vraag: ■ Hoe verloopt de le-vensloop van een geneesmid-del?

Antwoord: ■ De ontwikke-lingsfase van een medicij n duurt gemiddeld tussen de 10 en 12 jaar, waarna de produ-cent nog 10 à 15 jaar heeft om de investering terug te verdie-nen tot het patent vervalt.

INVESTEER IN ONDERZOEKINVEVEVEESTSTTSTSTSTEEEEEEEEEEEERRRRR IININ

3TIP

Levenscyclus van een geneesmiddel

Klinische studies verlopen in fasen. Nog voor de eerste fase zijn er testen op acute en chro-nische toxiciteit (schadelijk-heid) en op farmacologie (wer-king en dosis).

In de eerste fase wordt het mid-del voor het eerst toegediend, meestal aan een kleine groep ge-zonde vrijwilligers, om de veilig-heid en beste dosis te bepalen.

In fase twee wordt de doeltref-fendheid getest en de dosis ver-der op punt gesteld. Het ge-neesmiddel wordt getest op een klein aantal patiënten, volgens de ‘double blind’-methode: een deel krijgt het geneesmiddel, de anderen een placebo, een niet-werkzaam medicijn.

Een groter staal patiënten test het middel enkele maanden lang in de derde fase. De werking en mogelijke neveneff ecten wor-den vergeleken met die van de standaardbehandeling, die als referentie dient.

In de vierde fase is het middel toegelaten en wordt het wijdver-spreid gebruikt. Maar men blijft het veilige gebruik opvolgen en probeert de doeltreffendheid van een geneesmiddel en de the-rapietrouw ervan aan te scher-pen.

BARBARA VANDENBUSSCHE

Page 10: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

10 · MAART 2010

“Een nieuwe impuls voor waardige verzorging”

Vlaanderen Medisch Centrum (VMC) is het project voor innovatieve doorbraken in de gezondheidszorg met maximale maatschappelijke en economische meerwaarde. VMC wil het potentieel van de revolutionaire medisch-technologische vooruitgang aanwenden in het voordeel van de patiënt en daarbij door innovatie nieuw ondernemerschap stimuleren. “We moeten dié toepassingen selecteren die vooral de grootste impact hebben in de zorgsector en die voorts ook economisch beloftevol zijn”, aldus minister Jo Vandeurzen.

VMC is een promi-nent onderdeel van ‘Vlaanderen in Ac-tie’. Er wordt gemikt op een kruisbestui-ving tussen de zorg in al haar aspecten,

kenniscentra en de ondernemings-wereld. VMC wil, in goede interac-tie, een nieuwe en belangrijke im-puls geven in de uitbouw van het zorgtechnologische aanbod en van Vlaanderen een internationaal gere-puteerde innovatieve zorgregio ma-ken. Dat komt in de eerste plaats de zorg voor de eigen inwoners ten goe-de, maar zal tegelijk ook steeds meer kansen scheppen voor ondernemin-gen om hun competentie internati-onaal te vermarkten. Op die manier betekent de sterke stijging van de zorgvraag, die de komende decennia verwacht wordt, niet enkel een gro-te uitdaging, maar ook een opportu-niteit.

Assistieve technologieDe Vlaamse regering kiest ervoor om ouderen en mensen met beper-kingen, zo lang zij dat wensen, thuis te laten wonen, ook als ze zorgbe-hoevend zijn. VMC focust daarom op assistieve technologieën en te-legeneeskunde. “Door het aanwen-den van nieuwe technologische mo-gelijkheden kunnen we de ouderen veel meer als mens respecteren en de armslag én de kwaliteit van de resi-

dentiële zorg en de thuiszorg vergro-ten”, aldus minister Jo Vandeurzen. “We gaan eerst het aanbod inventa-riseren, want dat is zeer divers, én de vraag omschrijven. Daaruit moeten we dié toepassingen selecteren die vooral de grootste impact hebben in de zorgsector en die voorts ook eco-nomisch beloftevol zijn.”

ICTEen doorgedreven gebruik van ICT is uiteraard een noodzaak voor een goede en kwalitatieve zorg. Dit kan alleen maar lukken als de toepas-singen passen in een totaalvisie op zorg. Er komt een geïntegreerd elek-tronisch zorgplan. De uiteindelij-ke ambitie hiervan is dat de patiënt zijn eigen dossier elektronisch zal kunnen beheren. “Dit geeft aan”, al-dus minister Vandeurzen, “dat er een verschuiving komt in de zorg. De patiënt zal centraal staan, niet het zorgaanbod.”

Wetenschappelijk onder-zoekOnderzoek vormt de basis voor de mogelijkheden van de toekomst. Zo ondersteunt Vlaanderen weten-schappelijk onderzoek in neuron-elektronica (www.nerf.be) en begint het Centrum voor Medische Innova-tie (CMI) met een biobank die toelaat onderzoek te verrichten op basis van veel meer en dus representatievere data.

Zorg om talentDe social profitsector wordt dé groei-sector voor werkgelegenheid. Nu al is de vraag naar verpleegkundigen, zorgkundigen en verzorgenden gro-ter dan het aanbod. De Vlaamse re-gering zal aansturen op het aantrek-ken van nieuw talent via promotie, toeleiding en opleiding, zal de uit-stroom trachten tegen te gaan en aansturen op een meer evenredige ar-beidsdeelname van kansengroepen.

InternationalisatieDe laatste jaren neemt de mobili-teit van patiënten toe. Minister Van-deurzen hierover: “Er komt een in-ternationaal erkend accreditatie-systeem dat kwaliteitscriteria be-vat voor zorginstellingen die zowel EU als niet-EU-patiënten willen be-handelen. Onze eigen Vlaamse zor-ginstellingen hebben er baat bij in-ternationaal een plaats te vinden met een selectie van niches en met gevalideerde zorgmodellen die be-antwoorden aan een internationale kwaliteitsnorm.”

Op al deze terreinen zullen in de komende maanden en jaren heel wat mensen gemobiliseerd moe-ten worden als we in dit ambitieu-ze opzet willen slagen. Bij deze dan ook een warme oproep aan alle be-trokkenen om mee hun schouders te zetten onder het initiatief, voor een betere zorg en voor een warme samenleving.

Door nieuwe technologische mogelijkheden kunnen we de ouderen veel meer als mens respecteren en de kwaliteit van de zorg vergroten

QUOTE

GEZONDHEIDSZORGAlles voor een betere zorg en een warme samenleving.FOTO: ISTOCKPHOTO.COM

INZICHT

Jo Vandeurzen,vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

FOCUST

CASE

Technologie ondersteunt thuiszorg

Peritoneale dialyse maakt het mogelijk dat de patiënt thuis – zowel overdag als ’s nachts - een nierdialyse uit-voert. Hierbij wordt het bloed door het peritoneum of buik-vlies gefilterd. Peritoneale di-alyse moet 4 maal daags gedu-rende 20 minuten worden toe-gepast of kan ook ’s nachts tij-dens de slaap gebeuren. Dit is een zachte vorm van dialyse, waardoor de patiënt over het algemeen een goede levens-kwaliteit behoudt.

Parenterale voeding werd ontwikkeld voor patiënten die niet of onvoldoende voe-ding via orale (via de mond) of enterale (via een maagson-de) weg kunnen of mogen krij-gen. Aminozuren, glucose en vetten worden rechtstreeks in de bloedbaan toegediend. Bax-ter heeft een eigen Home Care Service die ondersteuning biedt bij toediening thuis.

Immunoglobulinen: bij be-paalde patiënten is het im-muunsysteem minder werk-zaam, waardoor zij een hoger risico lopen op infecties. De typische behandeling bestaat uit een regelmatige behande-ling met immunoglobulinen. De toediening hiervan gebeurt meestal in het ziekenhuis. Bij sommige patiënten worden de immunoglobulinen ook reeds thuis toegediend met een subcutane injectie, net onder de huid. Nadat de pati-ent in het ziekenhuis een paar keer heeft geoefend hoe hij zijn behandeling moet klaar-maken en toedienen, kan hij dit erna zelf doen.

De firma Baxter ontwik-kelde reeds diverse toe-passingen die de thuis-zorg vergemakkelijken.

CAROLINE STEVENS

Page 11: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

MAART 2010 · 11

De vergrijzing stelt onze maatschappij voor zware uitdagingen: hoge kosten van de ziekenzorg, lange wachtlijsten in zorgcentra, een tekort aan verpleegkun-digen… Om dat op te vangen, ontwikkel-de Bell Labs, de onderzoeksafdeling van telecommunicatiebedrijf Alcatal-Lu-cent, in samenwerking met de vzw In-Ham en VUB-STARLab, een ‘intelligente woning’ die alleenwonende ouderen in staat moet stellen om langer zelfstandig te wonen.

De technologie om van een huis een intelligente woning te maken, kreeg de naam Casensa (Casa Sensible). Casensa werd in een demonstratiewoning van

de vzw In-Ham geïnstalleerd. “In-Ham is een expertisecentrum waar mensen allerhande hulpmiddelen kunnen uit-testen”, zegt projectleidster en sociolo-ge Laurence Claeys van Alcatel-Lucent. “We wilden onderzoeken of er geen nieuwe technologieën konden ont-wikkeld worden in de woonomgeving om ouderen te ontlasten. Wij hebben enkele patiënten en 12 zorgverleners betrokken bij het onderzoeksproces. Want wij wilden realistische oplossin-gen creëren die tot innovatie leiden en niet enkel technische inventies blij-ven.”

Huis van de toekomstDe intelligente woning zit boordevol hoogtechnologische snufjes. Een lamp die automatisch aangaat wanneer ie-mand in de leeshoek gaat zitten. Of zo-dra iemand de aardappelschiller op-neemt, begint een videofilmpje af te spelen waarbij iemand demonstreert hoe je aardappelen schilt. Dagelijkse voorwerpen in de woning werden met sensoren omgebouwd tot slimme voor-werpen. Via een foto van dit voorwerp

INSPIRATIE

HOOGTECHNOLOGISCHDe oudere zelf kan het systeem besturen door kaarten te plaatsen op een digitaal memobord.FOTO: ISTOCKPHOTO.COM, PRIVÉ

Intelligente woning helpt dementerende ouderen

Vraag: Hoe kunnen we de steeds groter wordende groep 65-plussers helpen om zelfstan-dig te blijven wonen?

Antwoord: Om deze reden werd een ‘intelligente woning’ ont-wikkeld, die ouderen met begin-nende dementie moet helpen om langer zelfstandig te wonen.

CASE

wordt het erkend door Casensa. De slim-me objecten worden via een intelligent bord geactiveerd.

“Erg vernieuwend is dat wij de eind-controle bij de oudere zelf leggen”, zegt Laurence Claeys. “Hij of zij kan het sys-teem besturen door kaarten te plaatsen op een digitaal memobord. Foto’s en tek-sten op die kaart maken het makkelijk te onthouden welke functie eraan vast-zit. De bejaarden kunnen die kaarten zelf met de hulp van familie aanmaken. Op zo’n kaart kan bijvoorbeeld staan: ‘zet elke dag automatisch de televisie aan als het VRT nieuws begint.’ Zodra de kaart op het memobord hangt, zal deze func-tie vanzelf geactiveerd worden. Een an-dere kaart kan de koffiemachine aanzet-ten zodra de wekker wordt afgeduwd. Of wanneer de bejaarde zijn slaapkamer-gordijn opent, wordt automatisch een sms-je verstuurd naar zijn mantelzor-ger zodat die weet dat hij/zij goed is opge-staan. Het memobord kan de bejaarde er ook aan herinneren dat hij op maandag-avond zijn vuilnisbak moet buitenzet-ten, enz. Iedere oudere kan in samenwer-king met zijn/haar mantelzorger een ei-

gen set kaarten aanmaken die specifiekafgesteld zijn op haar/zijn behoeften.

E-zorg“De bedoeling van deze intelligente wo-ning is enerzijds de oudere te ondersteu-nen en anderzijds de taken van de man-telzorger wat te verlichten. Want doordeze toepassing kan Casensa een aan-tal taken van de mantelzorger overne-men. Testen met proefpersonen hebbenalvast aangetoond dat het systeem zeer gebruiksvriendelijk en flexibel is. Maarvoor het product op de markt komt, moet hier en daar nog wat gesleuteld worden.”

Alcatal-Lucent kreeg alvast steun van de Vlaamse overheid om dit onderzoeks-project te realiseren. “Momenteel wordtonderzocht of wij het systeem kunnen commercialiseren”, zegt Laurence Clae-ys. “Wij zijn er immers van overtuigd datthuiszorg op afstand (e-zorg) in de toe-komst een belangrijke rol gaat spelenin de zorgsector. En misschien niet en-kel voor ouderen maar ook voor jongere mensen met een handicap.”

”Intelligente woning ver-gemakke-lijkt het le-ven van de oudere en zijn mantel-zorgers”Laurence Claeys, sociologe

BRENG JOUW IDEE IN DE PRAKTIJK

BRRENENENENNNNENENGGGGGGGGGG G JOJOJOJOJOJOJOJOJOJ UUUUWUWUWUW

4TIP

LeRen is leVenwww.universiteitantwerpen.beGeneeskunde studeer je in Antwerpen

CAROLINE STEVENS

Page 12: Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer ...

Nieuwe middelen bieden MS-patiënten hoop

Multiple sclerose, een ziekte die de zenuwen aantast en kan leiden tot invaliditeit, is de meest frequent voorkomende aandoening van het zenuwstelsel bij jonge volwassenen. Volledige genezing is nog niet mogelijk, maar de medische wereld timmert hard aan medicijnen die de levenskwaliteit sterk verbeteren.

Per 100.000 inwoners zijn er 80 à 100 MS-patiënt-en, meestal meer vrouwen dan mannen. MS is een chronische ziekte van het centrale zenuwstelsel – de hersenen en het ruggenmerg – dat bepaalde signalen niet goed kan verwerken. Oorzaak is het eigen immuunsysteem, dat de vetachtige ísolatie-laag (de myeline) rond de zenuwbanen aanvalt. Daardoor lekken de zenuwimpulsen weg en kunnen er ontstekingen ontstaan.

“Zo’n vijftien à twintig jaar geleden kwamen de eerste medicijnen en behandelingen voor MS op de markt”, vertelt Gerrit Tent, managing director bij biotechnologiebedrijf BiogenIdec. “Daarna is er

weinig veranderd tot in 2006, toen we geneesmiddelen uitbrachten die veel effectiever werkten. Voordien moesten MS-patiënten zichzelf inspuiten, nu volstaat het om eens om de vier weken een infuus te geven.”

ScherpstellenOp dit moment is er een tiental behandelingen in ontwikkeling voor multiple sclerose. Dat is grotendeels de verdienste van de biotechnologie. Die gaat uit van de kennis van het ziekteproces op celniveau, en gaat zich daar speci-fiek op scherpstellen. “Ook het biotechnologisch bedrijf BiogenIdec, dat zich focust op MS, heeft nu twee innovatieve behandelingen op de markt. “Jaar-lijks herinvesteert Biogen Idec ongeveer 30% van z’n omzet in onderzoek en ontwikkeling waardoor het een zeer rijke en beloftevolle pipeline heeft die MS-patiënten verdere perspectieven biedt op een beter en kwaliteitsvol-ler leven.”

BiogenIdec streeft ernaar de behandelingen zo patiëntvriendelijk mogelijk

te maken. Tot nog toe gebeurt de toediening van geneesmiddelen met een inspuiting of infuus. Voor patiënten zou het een pak makkelijker zijn ge-woon een tabletje te nemen, maar dat is vooralsnog niet mogelijk. “Boven-dien gaat onze aandacht op dit moment voornamelijk uit naar de efficiëntie en de veiligheid”, stelt Gerrit Tent. “MS is een ziekte aan het immuunsys-teem, en als je daarop ingrijpt heeft dat effecten op andere problemen of plaatsen in het lichaam. Als je de immuuncellen te veel remt, doen ze hun werk niet meer waar ze het wel moeten doen. Dat geldt niet alleen voor MS, maar ook voor andere auto-immuunziekten als psoriasis of de ziekte van Crohn.”

Naar de oorzaakOp dit moment spitst het onderzoek zich toe op twee elementen, geeft Gerrit Tent nog mee: “Bij MS wordt de isolatielaag rond de zenuwen weg-gevreten door de eigen immuuncellen. Behandelingen richten zich dus op het herstellen van die laag. Het onderzoek is hoopvol, maar wel een werk van lange adem, waarbij nog heel wat obstakels overwonnen moeten worden. Anderzijds onderzoeken we ook de oorzaak van MS, en proberen we te voorspellen op welke behandeling patiënten goed zullen reageren. Zo kunnen we een stuk effectiever tewerk gaan.”

De managing director van Biogen Idec waarschuwt nog voor al te spectacu-laire succesverhalen, omdat die voor vele MS-patiënten mogelijk uitmonden in een teleurstelling. Het is wel positief dat er nu een aantal middelen op de markt zijn, en dat er naast de injecties ook een infuusbehandeling bestaat. In tegenstelling tot de injecties, die inwerken op de immuuncellen in het centraal zenuwstelsel, zorgt het infuus ervoor dat de cellen vanuit de bloed-baan niet in het centraal zenuwstelsel kunnen komen. “Hoe dichter je bij het probleem komt, hoe beter de aanpak en hoe minder de kans op neven-werkingen. Maar we zijn nog niet toe aan een middel dat de ziekte geneest.”

Gerrit TentManaging DirectorBiogenIdec Benelux

BiogenIdec investeert fors in behandeling MS