Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt...

12
331 volkskunde 2015 | 3 : 331-342 Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland albert van der zeijden essay Eén van de prioriteiten van het immaterieel cultureel erfgoedbeleid in Nederland is dat de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed de culturele diversiteit van gemeenschappen in Nederland weerspiegelt. Maar wat betekent diversiteit anno 2015 in het licht van globalisering en mogelijke processen van hybridisering, die daar volgens sommigen automatisch mee verbonden zijn? Hier volgen enkele bespiegelingen vanuit de praktijk van de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. In Nederland staat het streven naar (etnische) diversiteit al sinds de jaren negentig op de cultuuragenda. De basis voor een divers cultuurbeleid werd gelegd met de nota Ruim baan voor culturele diversiteit, van de staatssecretaris voor cultuur Rick van der Ploeg uit 1999. De Nederlandse samenleving was verschoten van kleur en dit zou ook gevolgen moeten hebben voor het kunst- en cultuurbeleid, waarvan traditioneel vooral witte, hoger opgeleiden profiteerden. In de jaren erna werd de term diversiteit ontdaan van zijn strikt etnische lading en richtte het beleid zich ook op andere ondervertegenwoordigde groepen, zoals jongeren maar ook op het minder verstedelijkte oosten – er moest ook sprake zijn van een ruimtelijke, geografische spreiding. In de erfgoedsector werd aanvankelijk gekozen voor een voortzetting van het oude minderhedenbeleid en werd het probleem aangepakt met het project Cultureel Erfgoed Minderheden (CEM), dat liep van 2000 tot 2004. Dit project had als doel “het materiële en immateriële cultureel erfgoed van minderheden in Nederland te identificeren, te verzamelen, te bewaren en toegankelijk te maken”. 1 Het project raakte met name het verzamelbeleid van archieven en musea. Met de UNESCO-Conventie van het immaterieel erfgoed is daar nu ook het borgen van het levend immaterieel erfgoed bijgekomen, met VIE (Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed) in een ondersteunende rol als kennisinstituut. Als doelstelling werd geformuleerd dat culturele diversiteit ook zichtbaar zou moeten zijn op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. 1 Vergelijk M. van der Puen e.a., De straat spreekt boekdelen: erfgoed en culturele diversiteit. Amsterdam, 2008.

Transcript of Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt...

Page 1: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

331volkskunde 2015 | 3 : 331-342

Diversiteit, hybriditeit en deNationale Inventaris ImmaterieelCultureel Erfgoed in Nederland

albert van der zei jden essay

Eén van de prioriteiten van het immaterieel cultureel erfgoedbeleid in Nederland is dat de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed de culturele diversiteit van gemeenschappen in Nederland weerspiegelt. Maar wat betekent diversiteit anno 2015 in het licht van globalisering en mogelijke processen van hybridisering, die daar volgens sommigen automatisch mee verbonden zijn? Hier volgen enkele bespiegelingen vanuit de praktijk van de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland.

In Nederland staat het streven naar (etnische) diversiteit al sinds de jaren negentig op de cultuuragenda. De basis voor een divers cultuurbeleid werd gelegd met de nota Ruim baan voor culturele diversiteit, van de staatssecretaris voor cultuur Rick van der Ploeg uit 1999. De Nederlandse samenleving was verschoten van kleur en dit zou ook gevolgen moeten hebben voor het kunst- en cultuurbeleid, waarvan traditioneel vooral witte, hoger opgeleiden profiteerden. In de jaren erna werd de term diversiteit ontdaan van zijn strikt etnische lading en richtte het beleid zich ook op andere ondervertegenwoordigde groepen, zoals jongeren maar ook op het minder verstedelijkte oosten – er moest ook sprake zijn van een ruimtelijke, geografische spreiding.

In de erfgoedsector werd aanvankelijk gekozen voor een voortzetting van het oude minderhedenbeleid en werd het probleem aangepakt met het project Cultureel Erfgoed Minderheden (CEM), dat liep van 2000 tot 2004. Dit project had als doel “het materiële en immateriële cultureel erfgoed van minderheden in Nederland te identificeren, te verzamelen, te bewaren en toegankelijk te maken”.1 Het project raakte met name het verzamelbeleid van archieven en musea. Met de UNESCO-Conventie van het immaterieel erfgoed is daar nu ook het borgen van het levend immaterieel erfgoed bijgekomen, met VIE (Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed) in een ondersteunende rol als kennisinstituut. Als doelstelling werd geformuleerd dat culturele diversiteit ook zichtbaar zou moeten zijn op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed.

1 Vergelijk M. van der Putten e.a., De straat spreekt boekdelen: erfgoed en culturele diversiteit. Amsterdam, 2008.

Page 2: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

332 albert van der zeijden | diversiteit, hybriditeit en de nationale inventaris

Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed

Diversiteit op de Nederlandse Inventaris gaat om ten minste drie zaken:- er moet sprake zijn van een goede geografische spreiding- niet alleen oudere maar ook jongere generaties moeten gerepresenteerd zijn- ook nieuwe etnische groepen moeten een plaats krijgen op de Nationale

InventarisOp de Nationale Inventaris lijken tot nu toe de meer traditioneel getinte

plattelandstradities uit het oosten van het land oververtegenwoordigd en het verstedelijkte westen, de Randstad en daarmee ook de jongerenculturen en de nieuwe etnische groepen, ondervertegenwoordigd.2 VIE heeft daarom al enkele projecten ontwikkeld specifiek gericht op jongeren, waaronder een speciale aflevering van het tijdschrift Immaterieel Erfgoed. Een belangrijk aandachtspunt is natuurlijk de kwestie van definitie: immaterieel erfgoed hoeft voor jongeren niet hetzelfde te zijn als voor ouderen. In een project lieten de jongerenvertegenwoordigers van UNESCO jongeren nadenken over hun immaterieel erfgoed. Immateriële erfgoedwaarden die hoog scoorden waren sport, vriendschap en nieuwe sociale media3, allemaal erg immaterieel maar in hoeverre gaat het hier nog om erfgoed? VIE probeerde nog op een andere manier de discussie aan te zwengelen, namelijk door op een internationaal immaterieel erfgoedcongres in Deurne, begin 2012, een excursie in te plannen naar Eindhoven, dat met zijn Step in the Arena festival bekend staat als de graffitihoofdstad van Nederland. In hoeverre kan een internationale cultuuruiting als graffiti ook immaterieel erfgoed zijn en welke gemeenschap zit daar dan achter, een soort van internationale netwerk community?

Met name het punt van de veranderende globaliserende context vraagt aandacht. Dit geldt ook voor de etnische tradities. Nederland kent een groot aantal etnische groepen, met als omvangrijkste de (afstammelingen van) migrantengroepen uit voormalige koloniën als Indonesië en Suriname, en vanaf de jaren zestig ook de (afstammelingen van) migranten uit Turkije en Marokko, die aanvankelijk als gastarbeider naar Nederland werden gehaald. Verder heeft Nederland altijd een sterke joodse gemeenschap gekend. In zijn tijdschrift Immaterieel Erfgoed besteedt VIE ruim aandacht aan de met deze groepen verbonden ‘nieuwe’ tradities en verschenen bijvoorbeeld artikelen over de Indische keuken, Holi-Phagwa, Turkse volksdans en het carnaval op Aruba. Enkele voorbeelden hebben inmiddels hun weg gevonden naar de Nederlandse Nationale Inventaris, zoals tradities als Chanoeka, Angisa binden en Koto maken en, last but not least, de Hennakunst.4

2 A. van der Zeijden, ‘Twee jaar immaterieel erfgoedbeleid in Nederland. Experimenteren en reflecteren’, Immaterieel Erfgoed 3:3, 2014, p. 20-25.

3 A. de Leeuw en C. de Klerk, ‘Immaterieel Erfgoed “In the picture”. Jongeren en immaterieel erfgoed’, Levend Erfgoed 8:2, 2011, p. 5-9. Zie ook ‘In the picture. Wat vinden jongeren belangrijke tradities’, Immaterieel Erfgoed 1:4, 2012, p. 8-9.

4 De tradities zijn te vinden op de website www.immaterieelerfgoed.nl.

Page 3: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

333volkskunde 2015 | 3 : 331-342

Vooral laatstgenoemde voorbeelden, Koto en Henna, bieden een goede opstap om te verkennen hoe diversiteit tegenwoordig beleefd wordt. Koto, voorgedragen door een groep vrouwen uit de Bijlmer, is een Surinaamse traditie waarmee deze Bijlmer vrouwen zich sterk identificeren. Voor hen krijgt, in een westerse context, de traditie betekenis door hem te verbinden met de afschaffing van de slavernij in 1868. Zij dragen een sjerp waarop dit voor de black african gemeenschap zo belangrijke feit staat vermeld. Vanuit immaterieel erfgoedperspectief zo mogelijk nog interessanter is de voordracht van de Hennakunst. Deze voordracht is van een Henna-artiest van Marokkaanse afkomst, Fatima Oulad Thami, die woont en werkt in Nederland. Opvallend is dat de voordracht niet alleen de Hennatradities uit Marokko betreft, maar ook die van India. In haar voordracht heeft zij al die diverse ‘nationale’ tradities proberen te verenigen. Zij hanteert, met andere woorden, een inclusieve benaderingswijze waarbij zij ook Henna-artiesten uit andere tradities tracht te betrekken. In haar voordracht merkt ze hierover het volgende op: “Henna is aan mode onderhevig en daarmee zal het altijd blijven ontwikkelen. Zeker nu de wereld zo klein is geworden. Als je in de jaren tachtig in Marokko ging trouwen dan wilde je Hennastijl uit Fes, want alles wat uit Fes kwam was het neusje van de zalm (Fes is de hoofdstad als het aankomt op kunst cultuur en ambachten) later werd dat Marrakech of lndiase stijl. Tegenwoordig worden er glitters en Swarovskisteentjes aan toegevoegd.”

Evenzeer interessant is dat Fatima met haar Hennakunst ook kerstballen beschildert, voorwerpen dus uit nog weer een andere cultuur, in dit geval een christelijke. “Hier in Nederland is de markt voor Henna veel breder geworden ... Vanuit Marokkaanse besloten trouwgelegenheden of feestjes, naar festivals, kinderfeestjes, scholen, etc., etc. Het publiek is veel breder geworden. Maar de rituelen rondom de Hennadag en -nacht zijn in grote lijnen al duizenden jaren hetzelfde.”

Hennakunstenares Fatima tijdens inspiratiedag immaterieel erfgoed West-Kruiskade.

Page 4: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

334 albert van der zeijden | diversiteit, hybriditeit en de nationale inventaris

Henna staat bekend als een ‘vrouwending’: het zijn vaak vrouwen die bijvoorbeeld hun handen laten beschilderen

door de hennakunstenares.

Page 5: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

335volkskunde 2015 | 3 : 331-342

Henna is de naam van de verf waarin poeder is verwerkt van de blaadjes van de hennaplant.

Page 6: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

336 albert van der zeijden | diversiteit, hybriditeit en de nationale inventaris

Voor Fatima past het allemaal in een bredere, globale context: “Hennakunst is in de westerse wereld heel erg in opkomst. Dat is niet alleen te zien in Nederland, maar nog veel meer bijvoorbeeld in Engeland en Amerika.”

Deze nieuwe context heeft ook belangrijke gevolgen voor het safeguarden, het borgen. Fatima wil het Henna-ambacht levend houden door een stichting op te zetten waarin zij: “alle bewuste Henna-artiesten bij elkaar kan brengen zodat ik lezingen kan organiseren, gerenommeerde Henna-artiesten uit het buitenland kan uitnodigen om aan professionele artiesten hier workshops te geven, zodat meiden zich kunnen aansluiten bij de stichting en daarmee de Hennakunst in Nederland naar een volgend niveau te tillen.”

Zij wil: “garant staan voor gebruik van natuurlijke producten, gedegen kennis over achtergrond, freestyle werken et cetera.”

In de Toetsingscommissie was er enige discussie over deze voordracht van Henna voor de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Welke vorm van Henna wil men eigenlijk beschermen: de Turkse, de Marokkaanse of misschien de Indiase vorm? Wat wordt hier eigenlijk geborgd?

Diversiteit als hybriditeit

Diversiteit krijgt tegenwoordig vorm in een globaliserende context. De voorbeelden graffiti, Koto en Henna laten het zien. Tradities zoals Koto spelen zich weliswaar af in de lokale context van een wijk in Amsterdam, de Bijlmer. Maar tegelijk is ook duidelijk dat het identificatieproces de lokale context ruim overstijgt. Er wordt immers gerefereerd aan een gezamenlijk gedeeld slavernijverleden van trans-Atlantische proporties waarbij de Surinaamse Bijlmervrouwen heel veel aandacht hebben voor de Caribische en vervolgens ook met de daarmee verbonden Afrikaanse roots, die nog verder terug gaan. Het gaat hier om een veel bredere trend, ook in andere delen van de wereld. De trend is zelfs al doorgedrongen tot UNESCO. In 2014 werden namelijk enkele elementen van immaterieel erfgoed uit het Caribische gebied die samenhangen met het slavernijverleden geplaatst op de internationale Representatieve Lijst. In 2013 werd al een Venezolaanse traditie geplaatst op de internationale lijst, waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen Pieterse stellen dat de natie minder belangrijk is geworden als referentiekader, maar dat daar andere identificaties voor in de plaats zijn gekomen, verbonden met gender, etniciteit (black African identity!) of religie (moslim jihadisme, om ook maar eens een controversieel voorbeeld te noemen!).5

Net als Koto maken speelt ook de Hennacultuur zich tegenwoordig af in een internationale context. Hennakunst in Nederland betekent een amalgaam waarin tradities uit de hele wereld worden geïntegreerd, tradities die een nieuwe betekenis krijgen in een Europese context. In alle grote steden van de westerse wereld, Londen, Parijs en Berlijn, vind je tegenwoordig Henna-artiesten, die

5 J. Nederveen Pieterse, Globalization and Culture: Global Mélange. Plymouth, 2009. Met name hoofdstuk 3, Globalization and Culture, op internet: http://faculty.georgetown.edu/irvinem/theory/Pieterse-Globalization-and-Culture-3-2003.html.

Page 7: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

337volkskunde 2015 | 3 : 331-342

Een populaire toepassing van henna op de zwangere buik van een vrouw.

Page 8: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

338 albert van der zeijden | diversiteit, hybriditeit en de nationale inventaris

een nieuwe betekenis geven aan oude tradities. In een West-Europese stedelijke context worden Hennatradities uit de hele wereld geïntegreerd en wordt ook geëxperimenteerd met nieuwe vormen van overdracht, niet langer van vader op zoon of moeder op dochter maar via workshops waar aan Hennakunstenaars uit de wereld wordt gevraagd te participeren. Het maakt duidelijk dat tradities in een nieuwe westerse context vragen om een creatieve benadering, waarbij het niet de intentie is om Henna in een ‘pure’ of ‘authentieke’ Indiase of Marokkaanse vorm te bewaren, maar op een meer eclectische wijze om zich zo aan te passen aan de dynamische Europese omgeving, de huidige context.

Hybriditeit als concept en als invalshoek

Hoe moeten we al deze voorbeelden duiden? Volgens denkers uit de sfeer van post colonial studies zoals Stuart Hall, Homi K. Bhabha en Peter Burke zijn deze ontwikkelingen niet anders te duiden dan als een proces van hybridisering, voortvloeiend uit het proces van globalisering. In zijn invloedrijke studie Globalization and Culture: Global Mélange noemt de antropoloog Jan Nederveen Pieterse “the trend to blend” onmiskenbaar en meent dat “globalization in cultural terms tends towards a global mélange”.6 De eerste tekenen zijn er al. Feesten trekken naar elkaar toe. Het blijkt bijvoorbeeld uit het al maar groeiende succes van exotische feesten zoals het Rotterdamse zomercarnaval, duidelijk ontleend aan de Braziliaanse tropische variant van carnavalvieren.7 Opvallend in het Rotterdamse zomercarnaval is dat het ooit, in de jaren zestig en zeventig, begon als een feest van de Antilliaanse gemeenschap en zich nu verbreed heeft tot een feest voor alle nieuwe etnische groepen in Nederland, Surinamers en Afrikanen net zo goed als Turken en Marokkanen.8 Christelijk getinte feesten als Driekoningen en Sint-Maarten moeten op zoek naar nieuwe betekenissen, los van de oude christelijke zingeving waarmee in een multi-etnische samenleving zich steeds minder mensen identificeren. Het Utrechtse Sint-Maartenberaad experimenteert al met een veralgemening van het feest, tot een feest van samen delen waarbij bijvoorbeeld voor de daklozen op het Domplein een speciale maaltijd wordt georganiseerd. Los daarvan is er de concurrentie gekomen van het Amerikaans getinte Halloweenfeest. Voor kinderen is het onderscheid al lang niet meer duidelijk, zelf heb ik met Sint-Maarten al kinderen langs de deur gehad, uitgedost in een typisch halloweenkostuum. De bedelfeesten in de winterperiode zijn daarmee een boeiend voorbeeld van een toenemende hybridisering.

6 Nederveen Pieterse, Globalization, p. viii.7 Meer in het algemeen over dergelijke nieuwe feesten in Nederland zie de bundel die verscheen onder

redactie van I. Stengs, Nieuw in Nederland. Feesten en rituelen in verandering. Amsterdam, 2012.8 A. van der Zeijden, ‘Palmpasen en pinksterbruid. Over feesten’, in: I. Strouken e.a. (red.), Nederlanders

vieren feest. Zwolle, 2010, p. 98-127, aldaar p. 117.

Page 9: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

339volkskunde 2015 | 3 : 331-342

Bedreiging of kans?

Wat betekent dit allemaal voor het immaterieel erfgoed van UNESCO? Voor denkers als Homi K. Bhabha betekent dit dat we op zoek moeten naar nieuwe duidingen in een steeds verder pluraliserende samenleving. In de context van de UNESCO-Conventie over culturele diversiteit sprak Bhabha over een doorlopend proces van nieuwe betekenissen, waarbij hij hybriditeit ziet als een teken van “evolving dynamics of creativity in plural societies”. Het citaat stamt uit de bundel Echoing Voices. Cultural Diversity: A Path to Sustainable Development, die verscheen ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het UNESCO-Verdrag over culturele diversiteit.9

Denkers over hybridisering zien hun voorstellen als een uitweg voor het nog steeds vigerende essentialistische vertoog over cultuur. Zij geven een nieuwe, meer vloeiende betekenis aan begrippen als gemeenschap, waarbij Bhabha het begrip third space heeft geïntroduceerd, waarvoor hij de metafoor van het trappenhuis gebruikte als een ontmoetingsplaats waar mensen uit verschillende culturen elkaar ontmoeten. Daarbij worden de grote wereldsteden vaak gezien als contactzones, waarin mensen met vele culturele achtergronden samenkomen en het podium zijn voor uitwisseling op gelijkwaardig niveau, omdat we in zekere zin allemaal minderheden zijn geworden in de cultureel diverse omgeving van nu, die gekenmerkt wordt door superdiversiteit.

Het past allemaal in een breder verhaal van nieuwe identificaties, die het begrip gemeenschap een veel bredere en dynamische betekenis heeft gegeven: vloeiender vooral en op het oog minder grijpbaar en minder plaatsgebonden. Gemeenschappen zijn minder plaatsgebonden geworden en kunnen beter worden begrepen als netwerken, waarin gelijkgestemden elkaar vinden, soms zelfs slechts virtueel op internet, waar perspectieven en ervaringen gedeeld worden.10

In de grote steden in West-Europa is superdiversiteit inmiddels de dagelijkse praktijk geworden. De Rotterdamse West-Kruiskade is daarvan een goed voorbeeld. Deze West-Kruiskade bevat tegenwoordig meer dan 170 verschillende etniciteiten en was lange tijd het probleemkind van het Rotterdamse college, onder meer vanwege de criminaliteit en de drugsoverlast. Tegenwoordig ziet men deze diversiteit vooral als een toegevoegde waarde, waarmee de vele verschillende etnische ondernemers in deze straat hopen te scoren.11

Dat er ook andere uitdagingen zijn, blijkt uit het voorbeeld van Zwarte Piet. De discussie over Zwarte Piet leidde in Nederland tot een verscheurend conflict, waarin verschillende zingevingen van deze fantasiefiguur in het

9 H. K. Bhabha, Echoing Voices. Cultural Diversity: A Path to Sustainable Development. Tenth anniversary of the adoption of the UNESCO Universal Declaration on Cultural Diversity. Parijs, 2011, p. 34. Online raadpleegbaar: http://www.unesco.org/culture/aic/echoingvoices/downloads/echoing-voices.pdf.

10 Zie ook H. Dibbits, die een vergelijkbaar betoog houdt in Boekman: ‘De ontwikkeling van een gevoel voor tijd’, Boekman 25:96, 2013, p. 74-79.

11 Zie de activiteiten van de Alliantie West-Kruiskade: http://www.alliantiewestkruiskade.nl/.

Page 10: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

340 albert van der zeijden | diversiteit, hybriditeit en de nationale inventaris

Nederlandse sinterklaasfeest heftig botsten.12 Velen denken dat hybridisering onvermijdelijk zal leiden tot een verlies van lokale tradities, zoals Peter Burke het formuleerde in zijn boek over Cultural Hybridity: “(...) the price of hybridization, especially the unusually rapid hybridization that is characteristic of our time, also includes the loss of regional traditions and of local roots”.13 Hybridisering kan je echter ook, volgens dezelfde Peter Burke, karakteriseren als een proces van decontextualisering gevolgd door een recontextualisering in een nieuwe context.14

In de UNESCO-Conventie ter bescherming van het immaterieel erfgoed wordt globalisering beschreven als één van de voornaamste uitdagingen voor het borgen van immaterieel erfgoed (“erkennend dat processen van globalisering en sociale transformatie, naast de voorwaarden die ze creëren voor hernieuwde dialoog tussen gemeenschappen, ook aanleiding geven, net als het fenomeen van intolerantie, tot ernstige bedreigingen van achteruitgang, verdwijning en vernietiging van het immaterieel cultureel erfgoed”). De toon is negatief (“ernstige bedreigingen van achteruitgang”) waarbij vaak wordt gedacht aan een dreigende homogenisering, van wat in pejoratieve zin wel eens wordt aangeduid met de term ‘McDonaldisering’, die de wereldwijde culturele diversiteit in gevaar zou brengen. De mix van verschillende culturen leidt echter niet tot een onvermijdelijke eenheidsworst. Dat is in ieder geval de mening van de denkers over hybriditeit. In een recente Duitse bundel over hybriditeit hebben Ullrich Kockel en Gregor Kliem laten zien dat hybriditeit niet gelijk staat aan een totale mengvorm maar simpelweg betekent dat er meer contactzones zijn en dus meer ontmoeting en uitwisseling.15

Nieuwe vragen en betekenissen

Dat de toenemende globalisering leidt tot nieuwe en uitdagende vragen met betrekking tot het immaterieel cultureel erfgoed(beleid) in de Lage Landen is duidelijk. Niet voor niets noemen de onderzoekers van de bundel Anthropological Perspectives on Intangible Cultural Heritage de kwestie van globalisering en hybriditeit als één van de key issues in de immaterieel erfgoedsector.16

Hoe ga je om met tradities in een veranderende samenleving, waarbij niet alleen de overgang van ruraal naar verstedelijkt maar ook de veranderingen naar een multi-etnische samenleving in een globaliserende wereld de aandacht

12 A. van der Zeijden, ‘Dealing with Black Pete. Media, Mediators and the Dilemmas of Brokering Intangible Heritage’, in: Brokers, Facilitators and Mediation. Critical Succes (F)Actors for the Safeguarding of Intangible Cultural Heritage [Themanummer Volkskunde] 115:3, 2014, p. 349-360.

13 P. Burke, Cultural Hybridity. Cambridge, 2009, p. 7.14 Ibidem, p. 93.15 I. Keller en F. Jacobs, Das Reine und das Vermischte - 15 Jahre danach - Festschrift für Elka Tschernokoshewa.

Münster en New York, 2015 [Hybride Welten, 8]. Zie de boekbespreking in dit themanummer.16 ‘Annexe General Discussion: Identifying Key Issues’, in: L. Arizpe en C. Amescua (red.),

Anthropological Perspectives on Intangible Cultural Heritage. New York, 2013, p. 121-132, aldaar p. 123. Ook volgens R. Boswell: “the issue of hybritity is of great import to heritage”, zie: R. Boswell, Challenges to Identifying and Managing Intangible Cultural Heritage in Mauritius, Zanzibar and Seychelles. Dakar, 2008, p. 35.

Page 11: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

341volkskunde 2015 | 3 : 331-342

vragen? Hoe ga je om met nieuwe tradities, die niet meer een vanzelfsprekende lokale context hebben, maar wereldwijd betekenis krijgen in snel wisselende, internationaal georiënteerde network communities? Hoe ga je om met de uitdaging van de populaire cultuur, met de wereldwijde commercialisering? Het proces van globalisering en hybridisering stelt vragen, die schreeuwen om nader onderzoek, zoals:

- In hoeverre is immaterieel erfgoed nog verbonden met plaats of met lokale of nationale gemeenschappen? In hoeverre zijn we allemaal wereldburger geworden en/of zijn er andere identificatiekaders voor in de plaats gekomen?

- Hoe veranderen tradities in het licht van het proces van globalisering en wat is de zin, nut of noodzaak van het ontwikkelen van cultural policies op dit terrein? Wat is immaterieel erfgoed eigenlijk in een snel veranderende dynamische en globaliserende omgeving?

- Hoe kan je omgaan met conflicten en met kwesties die raken aan identificatie en identiteit? Hoe omgaan met kwesties van inclusie en exclusie?

- Wat is de rol van middelaars of tussenpersonen, van mensen opgevoed in verschillende tradities? Peter Burke noemt dit ‘hybride’ personen met een diverse achtergrond in verschillende culturen zoals er steeds meer komen in dit tijdvak van migratie en uitwisseling. Volgens Burke zouden deze tussenpersonen kunnen functioneren als verbindingsofficieren tussen de verschillende culturen.

Nodig is meer inzicht in culturele processen hier en nu. Voor toekomstig onderzoek wil ik er twee perspectieven speciaal uitlichten: onderzoek naar de tradities zelf en onderzoek naar de cultureel diverse ‘contactzones’ waarin immaterieel erfgoed tegenwoordig tot stand komt.

Onderzoek naar de tradities zelf biedt inzicht in de dynamiek van tradities in een moderne stedelijke omgeving. Dit geldt niet alleen verandering van vorm en inhoud van deze tradities, als een vorm van bricolage waarbij tegenwoordig, zoals de traditie van de Henna laat zien, geput kan worden uit diverse etnische tradities. Het geldt ook het proces van culturele transmissie, waarin oudere intergenerationele vormen van overdracht van vader op zoon en van moeder op dochter, worden vervangen door meer kunstmatig gecreëerde plekken, zoals de internationale workshops met Henna-artiesten uit de hele wereld laten zien. Het workshop model speelt overigens niet alleen in het verstedelijkte Europese westen. Ook een traditie als het Turkse ebruschilderen wordt ook in Turkije zelf steeds vaker op deze manier doorgegeven, zoals te zien is in de Turkse voordracht voor dit bijzondere ambacht dat eind 2014 geplaatst werd op de internationale Representatieve Lijst van het immaterieel erfgoed.17

Oude en nieuwe tradities spelen zich tegenwoordig af in een globaliserende context. In dit verband is het interessant om de belangrijkste ‘contactzones’ te onderzoeken, zoals bijvoorbeeld de multiculturele wijken in onze grote steden, waar het proces van culturele dynamiek en uitwisseling plaatsvindt. Wijken

17 A. van der Zeijden, ‘Schilderen in water. Turkse traditie van het ebruschilderen op de internationale inventaris van UNESCO’, Immaterieel Erfgoed 4:1, 2015, p. 38-39.

Page 12: Diversiteit, hybriditeit en de Nationale Inventaris ... · waarin het slavernijverleden wordt gecultiveerd: La Parranda de San Pedro de Guarenas y Guatire. Antropologen als Jan Nederveen

342 albert van der zeijden | diversiteit, hybriditeit en de nationale inventaris

zoals de West-Kruiskade in Rotterdam, met meer dan 170 culturen, bieden een interessant uitgangspunt voor onderzoek. In de Conventietekst worden de sociale praktijken, uitdrukkingen, kennis en vaardigheden altijd in één adem genoemd met de daarmee geassocieerde culturele ruimtes. In hoeverre is de gezamenlijke gedeelde culturele ruimte van de West-Kruiskade bepalend voor hoe immaterieel erfgoed in deze omgeving beleefd wordt en vorm krijgt? Zijn de cultureel diverse wijken in onze grote steden bij uitstek plekken waar hybride vormen van immaterieel erfgoed vorm krijgen? De grote steden, niet alleen in Europa maar ook in andere continenten, zijn plekken geworden waar local meets global en waarin oude en nieuwe tradities steeds weer opnieuw vorm krijgen in een complex spanningsveld tussen traditie en vernieuwing. Overigens gaat het daarbij niet om processen die buiten de gemeenschappen om plaats vinden. Een term als hybriditeit suggereert dat het gaat om wereldwijde processen, waar eigenlijk niemand vat op heeft. In werkelijkheid gaat het om processen waar wij allemaal bij betrokken zijn. Liever dan het woord hybriditeit gebruikt Peter Burke daarom alternatieve termen, zoals appropriation en translation waarin het aspect agency meer op de voorgrond staat. Ook in dit opzicht blijven de gemeenschappen zelf centraal staan, gemeenschappen echter die veel meer fluïde en dynamischer zijn geworden dan in het verleden misschien het geval was. Hybriditeit is onderdeel van een dynamisch proces, waarbij immaterieel erfgoed zich steeds opnieuw vertaalt in nieuwe vormen en betekenissen.