1

| D I T Z I J N D E N A M E N |

LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN

!! OPGELET !! Deze lesbrief is geen handleiding die van a tot z moet gevolgd worden. Het is eerder

een reeks ‘mogelijke’ opdrachten waaruit de leerkracht kan kiezen in functie van zijn/haar eigen werkmethode en van de groep leerlingen die voorbereid moet

worden. De lesbrief laat de vrijheid om de soort opdrachten en het aantal vragen per opdracht te kiezen of om aan de hand hiervan eigen spel- en denkopdrachten te

maken.

2

Met deze map gaan jullie onderzoek doen over het stuk zelf, de actualiteit vandaag en hoe jullie daar als toeschouwers mee omgaan.

IN DE COULISSEN |DIT ZIJN DE NAMEN| In dit deel ga je wat opzoekingswerk doen over het boek, de auteur en de voorstelling zelf. |HET BOEK: Dit zijn de namen - Tommy Wieringa|

1. Tommy Wieringa - Zoek eens de biografie op van Tommy Wieringa. - Welke prijzen heeft Tommy Wieringa gewonnen? - Welke boeken heeft hij nog geschreven? Zoek eens op. Welke thema’s

behandelen zijn boeken? Hebben de boeken het zelfde thema of is dat heel verschillend? Leg uit.

2. Het verhaal: Dit zijn de namen

- Heb je het boek gelezen? Wat vond je er van? Waarom vond je het goed / slecht? Geef 3 argumenten.

- Als je het niet gelezen hebt, probeer dan eens een korte inhoud van het verhaal te vinden. Wat vind je? Spreekt het je aan?

- Over welk thema gaat het volgens jullie? Bespreek met elkaar. - Lees eens wat recensies die je kan vinden. Ga daarin op zoek naar 3

positieve en 3 negatieve argumenten.

3. De titel - Waar kan de titel van het boek op slaan? - Wat vind je als je ‘Dit zijn de namen’ googlet? - Lees eens bijlage 1. Als je eens verder gaat zoeken op het boek Exodus,

vind je dan de link met Wieringa’s boek? Waar komt de titel vandaan? Welke thematiek vind je terug?

- Versta je de titel hierdoor al beter?

3

|BEWERKING NAAR THEATER|

1. Het stuk - Het boek van Tommy Wieringa is bewerkt naar een toneelstuk voor

NTGent. Stel je eens voor hoe dat gebeurt. Wat voor voorbereidingen zouden er geweest zijn? Welke drempels zou je kunnen tegen komen? Wat hebben de theatermakers anders moeten doen dan in het boek? Denk hierbij aan verschillende onderdelen in theater zoals decor, kostuum, script, speelstijl,…

- Op onze site vind je bij ‘publicaties’ het NTGent-magazine van januari - februari. Hierin vind je een artikel Hout op hout met Tommy Wieringa. Vat samen wat Wieringa zelf vindt van een theaterbewerking van zijn boek.

- Zoek op onze site eens de inhoud van de productie op. Link deze inhoud eens met de inhoud van het boek. Vind je verschillen? Zo ja, leg die dan ook uit. Is het verhaal naar jouw idee hetzelfde? Wat is de hoofdlijn dan?

- Surf eens naar http://www.ntgent.be/nl/productie/dit-zijn-de-namen. Daar vind je de productiepagina van de voorstelling ‘Dit zijn de namen’. Zoek een antwoord op volgende vragen:

o Wie zijn de acteurs? Heb je ze al eens eerder gezien? Vanwaar ken je ze?

o Welke informatie vind je bij de term ‘credits’? Wat houden de functies in denk je?

o Heb je de naam Johannes Hofmann gezien? Wat is zijn functie? Wat betekent dit voor het stuk?

o Wat wordt er extra voorzien rondom deze voorstelling? Leg ook uit. (pluswerking)

2. De regie

- Philipp Becker regisseert deze voorstelling. Op onze site http://www.ntgent.be/nl kan je een biografie van hem terugvinden. Lees die eens.

- Van waar komt hij? Wat studeerde hij? Welke stukken heeft hij nog geregisseerd? Bij wie is hij stagiair geweest en wat kan je vinden over deze man?

Zo, je weet nu al heel wat meer over het boek, de toneelbewerking en de regie. Wat zijn nu je verwachtingen?

4

AVANT-SCENE In dit deel van de lesmap geven we je voortekens van de productie mee en aan de hand daarvan toetsen we je verwachtingen.

|VERWACHTINGEN VOORAF|

1. Nieuwe huisstijl van NTGent - NTGent heeft een nieuwe huisstijl. Zoek die eens op via allerlei media en

kanalen. Wat vind je ervan? - Reacties mag je altijd doorsturen naar publiekswerking@ntgent.be.

2. Affichebeeld Dit zijn de namen

- Bekijk het affichebeeld in bijlage 2: - Welke informatie kom je te weten? - Wat vind je van dit beeld? Hoe interpreteer je het? - Vind je het een herkenbaar beeld? Waarom? - Welke linken kan je leggen met het verhaal? Waarvoor zou het beeld

symbool kunnen staan? - Vergelijk het beeld eens met de voorkant van het boek in bijlage 3. Zie je

overeenkomsten / verschillen? Bespreek die eens.

3. Productiepagina Op http://www.ntgent.be/nl/productie/dit-zijn-de-namen vind je de productiepagina van Dit zijn de namen. Zoek eens een antwoord op volgende vragen:

- Heb je de acteurs al eens ergens eerder zien spelen (theater/tv)? Wat vond je van hen? Welke verwachtingen krijg je nu?

- Op het tabblad ‘media’ staan foto’s van een repetitie. o Wat verwacht je op basis van deze foto’s en waarom? o Welke sfeer hebben de beelden volgens jou? o Veranderen deze foto’s je verwachtingen van de voorstelling? Hoe

dan? 4. Decor In bijlage 4 vind je een foto van het decor dat Bettina Pommer heeft ontworpen.

- Het decor in Dit zijn de namen wordt ‘het object’ genoemd. Waarom, denk je?

- Wat zie jij in het object? Hoe interpreteer je het? - Welke sfeer vind je dat Bettina creëert met dit object? - Is het object realistisch of niet? - Denk je dat het moeilijk is om op dit object te spelen? Waarom?

5

- Bedenk zelf eens wat je allemaal zou kunnen doen of wat juist drempels kunnen zijn als je op dit decor zou spelen.

5. Kostuum In bijlage 5 vind je ontwerpen van de kostuums door Katharina Müller

- Wat verwacht je van de kostuums in het echt, op basis van deze ontwerpen?

- Katharina vertelde: “We kunnen de acteurs niet als echte vluchtelingen voorstellen, want zij hebben wel eten en drinken. We gebruiken ook geen make-up, de kostuums moeten hierbij dus het werk doen.” Hoe heeft Katharina de vluchtelingen voorgesteld? Welke visie zat daar achter, denk je?

- Let eens op de kleuren. Waarom zou Katharina deze kleuren gebruikt hebben? Let bijvoorbeeld op gemeenschappelijke kleuren, grijstinten,…

Als je naar een NTGent-voorstelling komt, weet je nu dat je al heel wat informatie vindt op onze website over het toneelstuk. Dat kan je alleen maar helpen om je keuze te bepalen én om meer geïnteresseerd en betrokken de zaal in te duiken. Surf in het vervolg eens naar de website om meer informatie te weten te komen over een voorstelling.

DIALOGEREN In dit deel ga je verder nadenken. Aan de hand van teksten en beelden ga je dieper in op de thematieken van de voorstelling om die tijdens het kijken makkelijker te herkennen en te kunnen begrijpen. Breng een gesprek op gang over de gestelde vragen. |MET ELKAAR IN DIALOOG OVER VORM, INHOUD EN THEMATIEK|

1. Script Lees het stukje script in bijlage 6 eens.

- Probeer eens te analyseren hoe de bewerking van het script is gemaakt. Wat merk je op? Denk bijvoorbeeld aan tijd, chronologie, speelstijl,…

- Welke personages worden er beschreven? Wat kan je al te weten komen over de personages die er in voorkomen?

- Kijk eens terug naar de tekeningen van de personages in bijlage 5. Welke personages zouden degene zijn die in het script voorkomen? Waarom denk je dat?

6

- In het stuk wordt naast het Nederlands, ook Hebreeuws, Duits en Engels gebruikt. Waarom denk je dat die verschillende talen gebruikt worden? Denk je dat het moeilijk is een productie te maken, waarbij verschillende talen aanwezig zijn? Waarom wel / niet?

- Wat voor gevoelens / emoties zouden er boven kunnen komen bij de personages als je het script leest?

2. Op de vlucht Stel je eens voor: Duizenden mensen vluchten. Bij die vluchtelingen zijn er ook jongeren van 16 tot 18 jaar. Ze zijn alleen, zonder familie of vrienden. Ze hebben weinig voorwerpen van zichzelf. Je komt aan in een land en wordt in een kamp voor vluchtelingen gestoken. Je komt terecht in een hele nieuwe samenleving. Je hebt niemand. Je moet terug op zoek naar wie je wil worden en naar je eigen identiteit in dat nieuwe land. Je moet opnieuw beginnen met het opbouwen van een leven.

- Wat denk je hierbij? - Kun je je een beetje inleven in het leven van die mensen? - Is het lastig om je dit in te beelden? - Stel je voor: als vluchteling kan je maar heel weinig meenemen van je

thuisland naar je land van aankomst. Als je maar 3 voorwerpen zou mogen meenemen van bij je thuis, welke zou je dan meenemen en waarom?

Om het wat dichter bij huis te halen nemen we volgende situatie als voorbeeld: Stel je voor; je verhuist naar een andere stad en komt nieuw in een klas.

- Hoe geef je jezelf dan een plek in deze nieuwe groep? - Ben je bereid om je aan te passen aan de nieuwe waarden en normen die

je worden opgelegd? Waarom wel / niet? - Denk eens verder na: hoe kan je nog vluchteling zijn? Zowel letterlijk als

figuurlijk. Geef voorbeelden

Lees het artikel in bijlage 7 eens. Wat als bovenstaande situatie nu omgekeerd was?

- Ben jij bereid om vluchtelingen toe te laten in jou klas? Zou je ze met open armen ontvangen en welkom heten? Hoe zou jij je verhouden ten opzichte van die ander en de potentiële trauma’s en / of geschiedenis die hij / zij meeneemt uit het vaderland? Zou je hun waarden en normen accepteren? Waarom wel / niet?

- Wat is je mening over het artikel zelf? Geef argumenten.

7

In bijlage 8 vertelt Becker over de bereidheid van zijn thuisstad om vluchtelingen te helpen. Lees eens wat hij hierover zegt.

- Ben je het met hem eens? Waarom? Discussieer hier eens over met je klasgenoten.

- Denk jij wel eens na over wat er op langere termijn met vluchtelingen gebeurt?

- Stel je voor: je komt een dakloze tegen op straat. o Wat doe je? Geef je hem iets of niet? Waarom? o Nu vraagt hij of jij een plaats weet waar hij warm en droog kan

overnachten. Wat zou je doen? Zou je hem toelaten bij je thuis? Zou je nee zeggen en verder wandelen? Zoek je mee naar een andere oplossing? Geef argumenten.

- Vergelijk eens met het artikel in bijlage 9 over de vluchtelingenkampen in Duinkerke, niet ver van hier.

o Wat is er precies aan de hand in Duinkerke? o Als je bedenkt dat deze feiten zo dicht bij jou gebeuren, welke

impact heeft dat dan op jou? o Wat is je reactie op de foto’s van het overstroomde kamp? o Wat is je mening over de omstandigheden waarin de vluchtelingen

leven? Vind je dit goed, oké, niet kunnen of juist onmenselijk? Geef argumenten.

o Waarom denk je dat mensen van over de hele wereld naar ons land komen en dat ze een geïdealiseerd beeld van onze samenleving hebben? Denk jij dat onze samenleving goed is? Waarom wel / niet?

o Denk eens verder na: Als jouw huis onder water staat, welke problemen zou je daarbij dan kunnen verkrijgen? Hoe zou je daarmee omgaan? Welke hulp hebben wij daarvoor?

o Heb je een idee hoeveel vluchtelingen België telt? Zoek dit eens op. Hoe reageer je op die cijfers?

o Som eens wat organisaties in België op die zich bezig houden met vluchtelingen. Wat doen die organisaties? Was je daarvan op de hoogte?

o Wat weet je over het vluchtelingenbeleid in België? Zoek eens op. Zoek hierbij ook eens naar Theo Francken, de staatssecretaris voor asiel en migratie. Ga je akkoord met het beleid in België of niet? Beargumenteer.

8

3. Op zoek naar ‘Wie ben ik?’ Het verhaal houdt zich ook bezig met de vraag naar religie. Pontus Beg, de politiecommissaris in het verhaal, ontdekt aan de achternaam van zijn moeder dat zij Joods was. Dit maakt dat Beg ook Jood is. Hij gaat meer opzoeken over het Jodendom en gaat op zoek naar de betekenis en richting in zijn leven. Hij krijgt het verlangen bij een gemeenschap te behoren en zoekt naar een nieuw begin. Pontus Beg zegt in het stuk: “Ik heb een plaats in de wereld, ik ben een deel van een volk, ik hoor bij een gemeenschap”

- Doordat Pontus Beg te weten komt dat hij Jood is, beseft hij dat daar nieuwe waarden en normen aanhangen. Zo vraagt hij bijvoorbeeld hoe hij kan weten of iets koosjer is. Denk je dat het moeilijk is om je plots aan nieuwe waarden en normen aan te passen? Waarom wel / niet?

Pontus Beg merkt in de loop van het verhaal dat er een link bestaat tussen het

Jodendom en de tocht die de vluchtelingen afleggen. Ook de vluchtelingen

ontwikkelen een soort van religie.

- Door de aanslagen in Parijs is er spanning tussen verschillende

godsdiensten ontstaan. Bekijk volgend filmpje eens op Youtube, waar een

Moslimjongen zich excuseert voor de aanslagen in Parijs.:

https://www.youtube.com/watch?v=cwfLZx30dEU

- Zijn verschillende geloven zo anders van elkaar? Is er een link tussen de

verschillende geloven? Geef je mening en beargumenteer.

- Vind jij dat deze jongen zich moet excuseren voor wat anderen doen? Vind

jij dat alle mensen onder één religie de zelfde zijn? Waarom wel / niet?

- Hoe sta je zelf ten opzichte van religie? Beargumenteer.

Koen Tachelet, dramaturg van Dit zijn de namen vertelt: “Commissaris Beg, staat voor elk van ons. Wij hebben een woning, een beroep, een inkomen, alles wat vluchtelingen in eerste instantie niet hebben. Daardoor lijken we heel ver af te staan van hen, maar op een geestelijk niveau zijn het eigenlijk precies de zelfde vragen die terugkomen. Want iedereen, ook hier, geconfronteerd met een echt verlies van bijvoorbeeld een kind, partner, of zelfs werksituatie wordt onmiddellijk opnieuw precies voor dezelfde vragen geworpen. Als je de vragen ‘Wat is nu echt belangrijk en wat is de kern van onze menselijkheid?’ steeds opzij duwt, weet je op voorhand dat er momenten gaan komen dat je toch met die vragen geconfronteerd zal worden.”

- Wie ben je zonder de hele wereld van materiële middelen die je nu hebt en de zekerheid die je al hebt opgebouwd?

9

- Wat als je in een ander land helemaal opnieuw moest beginnen? Als je verhuist (naar een ander land) en je jouw culturele omgeving verliest, ben je dan nog jezelf? Of creëer je een nieuwe identiteit? Wie ben je nog als je bijvoorbeeld je huidige woonplaats verloren hebt? Zou jij je aanpassen en integreren zoals wij vragen aan asielzoekers / vluchtelingen? Beargumenteer.

- Denk eens dieper na over de vraag ‘Wie ben ik?’ Waarom volg jij de schoolrichting die je doet? Waarom doe jij de hobby’s die je doet? Waarom geloof je in een religie of waarom niet? Waarom juist die religie? Wat wil jij later worden? Wat maakt jou uniek? Zijn jouw keuzes hierin beïnvloed door iets / iemand? Wie ben je nog zonder al deze aspecten?

4. Racisme / seksisme In het stuk komt ook racisme en seksisme naar boven. Het recht van de sterkste geldt, de stervenden worden beroofd en de zwarte - ‘de andere’ wordt verstoten en vermoord. Zo vertelt de jongen over de zwarte: “Hij moet begrijpen dat hij niet bij ons hoort. Hij moet begrijpen dat de groep een gevaar voor hem vormt” en eist de stroper de vrouw op door te roepen: “Mijn prooi!”

- Hoe zou het komen dat bij de groep vluchtelingen racistische / seksistische ideeën opduiken?

- Lees bijlage 10 eens. Wat was je reactie toen je het nieuws over de verkrachtingen in Keulen hoorde? Wat dacht je toen bleek dat de daders onder andere vluchtelingen waren? Geef argumenten.

o Lees bijlage 8 nog eens, waar Becker vertelt over de bereidheid van Duitsland om vluchtelingen te helpen en Merkel haar uitspraak “Wir schaffen das”. Denk jij dat onze Westerse samenleving er klaar voor is vluchtelingen een plekje bij ons te geven? Waarom? Duitsland ontving vluchtelingen met open armen. Dat is een belangrijk gebaar. Maar wat doen we dan met de verkrachtingen door onder andere vluchtelingen? Zou Duitsland vluchtelingen nog steeds op dezelfde manier ontvangen of is dat veranderd denk je? Waarom?

- Ook in België is er nog steeds sprake van racisme en seksisme. Bedenk eens wat voorbeelden (in bijvoorbeeld je klas, dorp en / of stad). Wat vind je daarvan? Hoe ga jij daar mee om?

- Hoe zit het met racisme / seksisme en het politieke beleid daaromtrent in België? Zoek eens op.

10

WORKSHOP |ZELF AAN DE SLAG|

1. De acteurs in het stuk blijven steeds samen op het object, ze kunnen niet aan elkaar ontsnappen. Deel je klas in in 4 groepjes. Met dit groepje ga je het stuk script in bijlage 6 spelen. Verdeel de rollen. Bedenk een speciale / rare locatie om het stuk te spelen, waar je dat normaal absoluut niet zou doen. Je kan niet buiten deze ruimte stappen. - Hoe was het om op zo een speciale, rare locatie te spelen? Voelde je je

gemakkelijk of juist ongemakkelijk? Waarom? Hoe heb je dit aangepakt? Wat kwam er allemaal in je gedachten?

- Zoals je merkt worden er verschillende talen gebruikt, is het moeilijk om dit zo te spelen?

- Lia, die het meisje, de vrouw en de moeder speelt in het stuk, is een Duitse. Toch spreekt ze Vlaams in het stuk en heeft ze hiervoor taalcoaching gevolgd. Is dit moeilijk denk je? Waarom? Probeer zelf eens de Duitse stukken in het script uit te spreken.

2. In de voorstelling wordt er ‘a-capella’ gezongen. Probeer zelf eens in een groepje van 4 een ‘a-capella’ liedje te maken. A-capella wil zeggen, zingen zonder begeleidingsmuziek. Je zingt bijvoorbeeld in je eentje, of in een koor. De stem is het enige instrument dat je hoort. - ‘Persoon 1’ start met een beat te maken door te proberen beatboxen. - ‘Persoon 2’ begint daar op een lied te zingen - ‘Persoon 3’ springt na een tijdje in en zingt mee, maar dan een toon lager

dan persoon 2. - ‘Persoon 4’ begint daarna ook mee te zingen maar een toon hoger dan

persoon 2. - Was dit makkelijk om te doen of werd je afgeleid door de anderen van je

groepje? Geef je ervaringen.

11

|BIJLAGEN| Bijlage 1 Becker “Eigenlijk is het verhaal dat erin verteld wordt een oud verhaal, meer dan vijfduizend jaar oud: het gaat terug op de uittocht van de joden uit Egypte, zoals verhaald in het boek ‘Exodus’. Het gaat dus over ‘de’ vluchteling, degene die van elders komt, maar evengoed over de vluchteling die vanbinnen zit.” Bijlage 2

12

Bijlage 3

13

Bijlage 4

14

Bijlage 5

15

16

17

Bijlage 6 De stroper Ik wil vertellen over het begin. Beg Vertel. De stroper In het begin was er Nacer Gül. Het begint in zijn kantoortje boven in een loods. We zijn met dertien naar de loods gekomen. Het is een hete middag. Er komt een man binnen. Hij deelt flesjes water uit. De jongen Ik wil vertellen over het begin. Beg Oke. Moeder van de jongen Du weinst. Je huilt. De jongen Warum muss ich gehen, Mama, warum nicht mein Bruder? Waarom moet ik gaan, mama, waarom niet mijn broer? Moeder van de jongen Du weißt, dass er für diese Reise nicht stark genug ist. Je weet dat hij niet sterk genoeg is om de reis te maken. De jongen Ich will mich nicht auf einen Weg machen, der nur eine Richtung hat. Ik wil niet vertrekken op een weg die maar één kant opgaat. Moeder van de jongen Trockne Deine Tränen. Du willst doch ein Mann sein? Ein Mann trägt, was auf seine Schultern gelegt wurde. Wiederhole noch einmal, was ich Dir gesagt habe. Veeg je tranen af. Je wilt toch een man zijn? Een man draagt wat op zijn schouders ligt. Herhaal nog een keer wat ik je heb gezegd. De jongen Sprich nicht mit Fremden. Mach einen Bogen um Polizisten. Sei sparsam. Meide die Gesellschaft von Menschen mit rotem Haar. Komme ich jemals wieder, Mama? Praat niet met vreemden. Loop met een boog om agenten heen. Wees spaarzaam. Mijd mensen met rood haar.

18

Kom ik ooit nog terug, mama? Moeder van de jongen Morgen früh gehst Du. Du wirst durch das Tal gebracht. Dann kommst Du in eine Stadt, dort nimmst Du den Bus Richtung Westen. Wenn Du ankommst, fragst Du nach Nacer Gül. Vergiss bloß nicht seinen Namen. Du bist verloren, wenn Du den Namen vergisst. Morgenochtend vertrek je. Je zal door het dal worden gebracht. Dan kom je in een stad waar je de bus naar het westen neemt. Bij aankomst vraag je naar Nacer Gül. Vergeet zijn naam niet. Je bent verloren als je zijn naam vergeet. Nacer Gül I am Nacer Gül. I am the Gatekeeper. Without me nobody crosses the border. You’re late, boy. We almost left without you. The money. Ik ben Nacer Gül. Ik ben de sleutelbewaarder. Zonder mij steekt niemand de grens over. Je bent laat, jongen. We wilden al zonder je gaan. Het geld. De stroper Ik will vertellen over de grens…- Nacer Gül - The money! Het geld! De jongen Het geld? Nacer Gül The money Het geld. De jongen geeft Nacer Gül het geld. De jongen Ik moet alles onthouden. Hoe Nacer Gül het geld wegsteekt. Het geld vliegt naar hem toe, op gehoorzame vleugeltjes. Hij hoeft er niets voor te doen. Op een dag zal het bij mij ook zo zijn, het geld zal naar me toe vliegen, moeder zal trots op me zijn. Nacer Gül Papers. Papieren. De lange Waarom?

19

Nacer Gül Papers. Now. Papieren. Nu. De lange Zij hebben veel geld gekost. Nacer Gül It is better to arrive without an identity. Het is beter om zonder identiteit te arriveren. De vrouw Ik ben bang. Nu zijn we niemand meer. We hebben alleen nog onze herinneringen. Vitaly Zoveel te beter. Ik geef mijn herinneringen met plezier in de handen van Nacer Gül. De lange Ik wil mezelf niet verliezen. De jongen Ik ben bereid mezelf te verliezen.

20

Bijlage 7 1.800 vluchtelingen extra in Vlaamse klassen

4/01/2016 om 3:00

Gisteren nog een vluchteling, vandaag een scholier: 300 à 500 jongeren beleven vandaag hun eerste schooldag in de onthaalklas voor nieuwkomers. Foto: AFP

Afgelopen jaar zijn er 1.756 anderstalige kinderen van vluchtelingen bijgekomen in de Vlaamse klassen. En bovenop die forse stijging trekken vandaag nog eens naar schatting 500 anderstalige kinderen voor het eerst naar school.

In totaal zitten er al een 6.000 zogenaamde OKAN-leerlingen die onderwijs voor anderstaligen volgen op de Vlaamse schoolbanken. In het secundair onderwijs gaat het om 3.129, in de lagere scholen om 2.757 leerlingen. Vorige week nog kregen 15 bijkomende scholengemeenschappen de toelating om OKAN-onderwijs te organiseren.

De extra instroom heeft ook een positief effect op de tewerkstelling in het onderwijs. Volgens een voorzichtige schatting van minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) zijn er 161 leerkrachten bijgekomen. Het gaat om voltijdse banen. Aangezien scholen ook vaak met deeltijdse functies werken, zullen er dat in werkelijkheid nog een pak meer zijn.

© Het Nieuwsblad

21

Bijlage 8 Becker: “De bereidheid om in Tübingen te helpen is er groot en er wordt veel geld uitgegeven aan de opvang van vluchtelingen. Maar: ze moeten wel netjes binnen hun tentenkampen blijven, samen, clean en op afstand. Dat is de manier waarop we het momenteel in Duitsland aanpakken: we zijn er erg trots op dat er ziekenhuizen in zo’n kamp worden gebouwd, maar dat is vooral om te vermijden dat de vluchtelingen uit hun kamp zouden moeten komen om naar een ziekenhuis in de stad te gaan. De idee van een ‘kamp’ heeft sowieso al veel te maken met het afschermen van een identiteit: wanneer je een grote groep mensen het contact ontzegt met de stad, geef je eigenlijk het signaal dat je niet ‘besmet’ wilt raken. Maar wat als de opdracht voor de stad Tübingen de komende jaren niet wordt om die duizend of tweeduizend mensen door de winter te helpen, maar om hen een huis te geven, een toekomst? Hoeveel mensen uit Tübingen willen écht hun werk- en leefomstandigheden met hen delen? Ik heb zelf een zoontje van vier. Zal ik accepteren dat hij niet van 9 tot 5 in de kinderopvang kan blijven omdat ook de kinderen van vluchtelingen een plekje moeten krijgen? Die vragen zitten eraan te komen, en we zullen ermee moeten omgaan. Toen Angela Merkel verklaarde ‘Wir schaffen das’ was ik erg onder de indruk, omdat zoveel mensen het gevoel hebben dat we het helemaal niet aankunnen. Maar eigenlijk is die hele discussie een non-issue: we moéten het aankunnen, we zullen het moéten schaffen op de een of andere manier. We hebben eenvoudigweg geen keus.”

’

22

Bijlage 9

Vluchtelingenkamp in Duinkerke loopt onder water

De toestand in het "illegale" vluchtelingenkamp van Grande-Synthe, vlakbij Duinkerke, verslechtert zienderogen. Eergisteren slaakten enkele hulporganisaties een noodkreet: het kamp dreigde onder te lopen. Intussen is helemaal niets gebeurd en loopt het kamp langzaamaan onder water.

Omdat de lokale autoriteiten in Noord-Frankrijk weinig of niets doen om de toestand in het kamp te verbeteren, heeft Artsen zonder Grenzen zich bereid verklaard om in de buurt een echt vluchtelingenkamp voor de naar schatting 3.000 vluchtelingen op te trekken, maar volgens de ngo zal de bouw van het kamp nog vier weken in beslag nemen.

De organisatie wacht nog op de toestemming van de prefect van Nord-Pas de Calais.

23

24

Bijlage 10 Politie ontbindt Pegida-mars in Keulen na uitbraak van geweld

In Keulen zijn er vanmiddag rellen geweest tussen betogers en politie. Zo'n 1.000 aanhangers van de anti-islambeweging Pegida kwamen op straat naar aanleiding van de aanrandingen op oudejaarsavond. Na 1 kilometer moest de betoging worden ontbonden.

Deelnemers hadden kort na de start van de mars met flessen en vuurwerk gegooid naar de agenten en met hen gevochten. Zo meldden ooggetuigen. Daarbij raakten drie politieagenten en één journalist gewond. Het zou vooral gaan om snijwonden in het aangezicht.

De Pegida-aanhangers waren nog maar 1 kilometer onderweg toen de politie zag dat de situatie nog zou escaleren. "Er heerste een agressieve en verhitte stemming", zegt een politiewoordvoerder. "We moesten wel ingrijpen."

De politie zette het waterkanon in om de mensenmassa uit elkaar te drijven. Toen het op verschillende plaatsen ook tot een handgemeen kwam tussen de betogers en de Keulse politie, werd ook pepperspray gebruikt. Even later besliste de politie om de betoging officieel te ontbinden.

25

Betogingen tegen racisme en seksisme

In Keulen werden nog betogingen gehouden door antiracisme- en antiseksisme-organisaties. Aanleiding voor de demonstraties zijn de op grote schaal lastiggevallen en beroofde vrouwen op het stationsplein en aan de dom tijdens oudejaarsavond in Keulen.

Op die gelijktijdige tegenbetogingen kwamen ruim 1.300 betogers af. In de West-Duitse stad waren 1.700 politieagenten ingezet.