1

2

In de kerstboom hangen mooie dingen:ballen slingers, lampjes en nog veel meer.

‘Kijk, Dikkie Dik,’ roept Poes Muis, ‘een kerstkransje!’

1

2

Dikkie Dik en Poes Muis eten het koekje op.Knabbel, knabbel, wat lekker!

Misschien hangen er nog meer in de boom.

1

2

Ja, hier een … en daar nog een!Hap, hap, hap.

Dikkie Dik en Poes Muis eten alle kerstkransjes op.

1

2

Ze klimmen hoger en hoger in de boom.Helemaal bovenin hangt nog één kerstkransje.

‘Wie hem het eerst pakt!, roept Dikkie Dik.

1

2

Dikkie Dik en Poes Muis grijpen allebei naar het koekje.En dan vallen ze - roetsj - naar beneden.

Dwars door de ballen en de slingers en de lampjes.

1

2

Het laatste kerstkransje ligt op de grond.Dikkie Dik en Poes Muis kunnen er niet bij.

Ze zitten vast in de lampjes!

1

2

Het is Kerstmis.Buiten is het koud, binnen is het lekker warm.

Onder de kerstboom liggen pakjes:kerstcadeautjes.

1

2

Dikkie Dik maakt een pakje open.‘Kijken wat erin zit, misschien wel kattenbrokjes.

Bah, sokken! Wat moet ik daar nu mee?’

1

2

Dikkie Dik maakt een ander pakje open.En nog een en nog een.

‘Ik wil kattenbrokjes!’

1

2

Dikkie Dik zoekt en zoekt.Hij maakt alle pakjes open.

Geen kattenbrokjes, maar wel een berg papier.

1

2

Dikkie Dik rent wild heen en weer.Het papier kraakt en knispert.

De kerstcadeautjes vliegen door de lucht.

1

2

‘Oohh, Dikkie Dik, wat heb je gedaan?’Dikkie Dik hoort niets.

Hij is moe van het spelen.