Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen...

23
2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 1/15 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FLVVG MET-FLVVG-071, 071org, 071vocht Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in extracten van diervoeders met AAS HG conform EN 16206 Versie 03 Datum van toepassing 2015-03-12 Opgesteld door : Rik Baes, laborant AC Nazicht door : Vanessa Schotte, industrieel ingenieur AC, 2015-03-09 Goedkeuring vrijgave door : Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC; 2015-03-09 Beheer & locatie geldende versie : Dienst KVM; Centrale server Bestuur Laboratoria Bestemmelingen : Bevoegde analisten AC Trefwoorden : Arseen, AAS HG, diervoeders

Transcript of Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen...

Page 1: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 1/15

Federaal Agentschap

voor de Veiligheid

van de Voedselketen

FLVVG

MET-FLVVG-071, 071org, 071vocht

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in extracten van

diervoeders met AAS HG conform EN 16206

Versie 03

Datum van toepassing 2015-03-12

Opgesteld door : Rik Baes, laborant AC

Nazicht door : Vanessa Schotte, industrieel ingenieur AC, 2015-03-09

Goedkeuring vrijgave door : Inge Van Hauteghem, sectieverantwoordelijke AC;

2015-03-09

Beheer & locatie geldende versie : Dienst KVM; Centrale server Bestuur Laboratoria

Bestemmelingen : Bevoegde analisten AC

Trefwoorden : Arseen, AAS HG, diervoeders

Page 2: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Overzicht wijzigingen

Herziening door

/ datum*

Reden van herziening Tekstdeel / draagwijdte van

de herziening

IVH/1-2-2010 Origineel (I-MET-071)

RB/21-02-2015 Volledige herziening wegens aangepaste

methode met nieuw toestel

Volledig document

Omwille van de

leesbaarheid zijn de

wijzigingen niet gemarkeerd

RB/2-03-2015 N.a.v. interne audit:

Invoegen conform EN methode

Correctie typefout lading H;

Controle op drift op einde meetreeks

beschreven;

Aanduidingen op de ruwe data;

Correctie copy-paste fout duplo-bepalingen.

Houdbaarheid oplossingen niet onbeperkt

Bijkomende info in tijdsblokken

Toevoegen LIMS-methode

Nieuwe codering documenten

§ 3

§ 5

§ 11.3

§ 11.7

§ 12.3

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 5 + titelpagina

Voettekst, document naam

* Het verschil tussen de datum van toepassing en de huidige datum mag niet meer dan 5 jaar

bedragen.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie worden gemarkeerd in rood.

Indien omwille van de omvang van de wijzigingen, de tekst door gebruik van markeringen niet meer leesbaar wordt, wordt de markering van wijzigingen weggelaten in de nieuwe versie. Dit wordt vermeld in de historiek van het document.

Page 3: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 3/15

INHOUDSTABEL

1 DOEL .................................................................................................................................. 4

2 TOEPASSINGSGEBIED .................................................................................................... 4

3 WETTELIJKE EN NORMATIEVE DOCUMENTEN ........................................................... 4

4 DEFINITIES EN AFKORTINGEN ...................................................................................... 5

5 PRINCIPE ........................................................................................................................... 5

6 PRESTATIEKENMERKEN ................................................................................................ 6

7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN BIJZONDERE MAATREGELEN .......................... 6

8 REAGENTIA EN HULPSTOFFEN ..................................................................................... 6

8.1 REAGENTIA ..................................................................................................................... 6 8.2 HULPSTOFFEN ................................................................................................................ 7

9 TOESTELLEN .................................................................................................................... 7

10 WERKWIJZE ...................................................................................................................... 7

10.1 BEREIDING VAN HET ANALYSEMONSTER ....................................................................... 8 10.2 MICROGOLFONTSLUITING ............................................................................................ 8 10.3 BEPALING VAN DE CONCENTRATIE IN HET EXTRACT ....................................................... 8

10.3.1 Algemeen ............................................................................................................. 8 10.3.2 AAS methode ....................................................................................................... 8 10.3.3 Meten van de extracten met AAS hydridegeneratie ............................................ 8

11 KWALITEITSCONTROLE ................................................................................................. 8

11.1 PROCEDUREBLANCO ................................................................................................... 9 11.2 CONTROLE VAN CONTAMINATIE DOOR MEMORY EFFECT BIJ DE METING MET AAS HG ..... 9 11.3 CONTROLE OP DRIFT TIJDENS DE METING MET AAS HG ................................................ 9 11.4 CONTROLE VAN DE PERFORMANTIE VAN DE AAS HG .................................................. 10 11.5 LINEARITEIT .............................................................................................................. 10 11.6 CONTROLE VAN DE ZELFGEMAAKTE STANDAARDOPLOSSINGEN .................................... 10 11.7 EERSTELIJNSCONTROLE ........................................................................................... 11

11.7.1 Evaluatie van het gemiddelde van de eerstelijnscontrole .................................. 11 11.7.2 Gevolg evaluatie eerstelijnscontrole voor de meetreeks ................................... 11

12 BEREKENING EN RAPPORTERING ............................................................................. 11

12.1 AAS HG RAPPORT ................................................................................................... 11 12.2 REGISTRATIE KWALITEITSCONTROLE .......................................................................... 11

12.2.1 Algemeen ........................................................................................................... 11 12.2.2 Registratie van de resultaten van de eerstelijnscontrole ................................... 12

12.3 RESULTATEN VAN DE ANALYSESTALEN ....................................................................... 12 12.3.1 Berekening van de resultaten van de analysestalen en eerstelijnscontrolestalen 12 12.3.2 Registratie analysegegevens ............................................................................. 13 12.3.3 Evaluatie van de resultaten................................................................................ 13 12.3.4 Rapportering van de analyseresultaten ............................................................. 14

13 VERWIJZING NAAR BIJHORENDE PROCEDURE, INSTRUCTIES, DOCUMENTEN, FORMULIEREN OF LIJSTEN ................................................................................................ 14

Page 4: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 4/15

1 Doel Dit voorschrift beschrijft de methode voor de kwantitatieve bepaling van arseen met AAS HG

(Atomaire Absorptie Spectrometrie met Hydride Generatie) in diervoeders.

2 Toepassingsgebied

De methode is geschikt voor de bepaling van arseen met AAS HG in minerale diervoeders

(mineralen, minerale enkelvoudige grondstoffen, minerale aanvullende diervoeders, oligo-

elementen, fosfaten,… ) en organische diervoeders (granen, zaden, koolzaad,…).

De bepaalbaarheidsgrens van de methode verschilt per matrixgroep en is weergegeven in

Tabel 1.

Tabel 1. Overzicht bepaalbaarheidsgrenzen en toepassingsgebied per matrix

Element LOQ in de

meetoplossing (µg/l)

LOQ

(mg/kg) Toepassingsgebied

As 0,2 1 Minerale diervoeders (*)

As 0,2 0,2 Organische diervoeders (**)

(*) Voor alle minerale diervoeders, met uitzondering van minerale grondstoffen met hoog

koper gehalte bv. CuSO4. Voor deze diervoeders wordt ICP-OES gebruikt voor de bepaling

van As.

(**) Voor alle organische diervoeders, met uitzondering van de organische diervoeders van

marine oorsprong (bv. visbevattende diervoeders,…). Voor deze diervoeders wordt ICP-MS

gebruikt voor de bepaling van As.

3 Wettelijke en normatieve documenten

- Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake

ongewenste stoffen in diervoeding.

- Richtlijn 2005/87/EG van de Commissie van 5 december 2005 tot wijziging van

bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake

ongewenste stoffen in diervoeding, wat lood, fluor en cadmium betreft.

- VERORDENING (EU) Nr. 574/2011 VAN DE COMMISSIE van 16 juni 2011 tot

wijziging van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de

Raad wat betreft de maximumgehalten voor nitriet, melamine, Ambrosia spp. en

versleping van bepaalde coccidiostatica en histomonostatica en tot consolidering van

de bijlagen I en II.

- De methode is conform EN16206:2012: Animal feeding stuffs — Determination of arsenic

by hydride generation atomic absorption spectrometry (HGAAS) after microwave

pressure digestion (Extraction with 65 % nitric acid and 30 % hydrogen peroxide).

Page 5: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 5/15

4 Definities en afkortingen

Afkorting Origine Betekenis

AAS HG - Atomaire Absorptie Spectrometrie met Hydride

Generatie

ICP-OES - Inductively Coupled Plasma – Optical Emission

Spectrometry

ICP-MS Inductively Coupled Plasma – Mass Spectrometry

Term Origine

definitie

Definitie

Bereid monster of

geprepareerd

monster

FLVVG Monster dat één of meerdere bewerkingen zoals

malen, zeven, homogeniseren, drogen,... heeft

ondergaan na ontvangst door het laboratorium.

Diervoeders

Voedermiddelen

Verordening

178/2002

Verordening

767/2009

Alle stoffen en producten, inclusief additieven,

verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die

bestemd zijn om te worden gebruikt voor orale

vervoedering aan dieren;

Producten van plantaardige of dierlijke oorsprong

in natuurlijke staat, vers of verduurzaamd, en de

afgeleide producten van de industriële verwerking

ervan, alsmede organische of anorganische

stoffen, met of zonder toevoegingsmiddelen, en

bestemd voor vervoedering, hetzij als zodanig,

hetzij na verwerking, voor de bereiding van

mengvoeders of als drager bij voormengsels.

5 Principe

Na microgolfontsluiting van diervoeders volgens LAB I-MET-FLVVG-182 : ‘Microgolf-

ontsluiting van diervoeders voor de analyse van elementen’, wordt het gehalte arseen

gemeten met AAS HG.

Atomaire Absorptie Spectrometrie met Hydride Generatie (AAS HG) is een AAS techniek

waarmee bepaalde elementen (bv. As, Se, Sn, Sb, Bi) kunnen gemeten worden in een

analyseoplossing.

De warmte nodig om tot atomisatie te komen, wordt bij AAS HG gegenereerd door de

exotherme reactie van zoutzuur (HCl) met een waterige oplossing van natriumboorhydride

(NaBH4) die gemengd worden bij het staal. Het te bepalen element

wordt daardoor

omgevormd tot een gasvormig hydride (H-+) en wordt door een inert dragergas, argon, naar

de meetcel vervoerd. In de T-vormige meetcel heerst een temperatuur van 900 °C (bekomen

door ofwel vlam ofwel elektrische verwarming) en daar wordt het hydride weer opgesplitst

zodat het element in atomaire vorm kan gemeten worden met atomaire absorptie

spectrometrie, dit is via het belichten met een holle kathode lamp specifiek voor het te

bepalen element.

Page 6: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 6/15

Voor Arseen in diervoeders wordt in een pre-reductiestap met kalium jodide (KI) en

ascorbinezuur wordt As5+

gereduceerd naar As3+

. Vervolgens wordt het As3+

tot hydride

omgevormd met het reductans natriumboorhydride (NaBH4) en zuur (‘carrier’) zoutzuur (HCl)

en als gasvormig atoom gekwantificeerd.

Reductie: H3AsO4 + 2 KI + 2 HCl → HAsO2 + I2 + 2 KCl + 2 H2O Hydride vorming: NaBH4 + HCl + 3 H2O → H3BO4 + NaCl + 8 H Atomisatie: AsH3 + H* → AsH2 + H2 AsH2 + H* → AsH + H2 AsH + H* → As + H2

6 Prestatiekenmerken

Voor de prestatiekenmerken van de methode wordt verwezen naar het validatiedossier.

7 Veiligheidsvoorschriften en bijzondere maatregelen

- Vermijd contact van huid en ogen met zoutzuur.

- Respecteer de veiligheidsvoorschriften voor werken met AAS HG.

8 Reagentia en hulpstoffen Verwijzingen naar een product en/of fabrikant dienen enkel ter informatie en identificatie en

houdt geen uitsluiting in van andere producten en/of fabrikanten die mogelijk ook voldoen.

Deze verwijzingen dienen om vergissingen te vermijden en het uitvoeren van bestellingen te

vereenvoudigen. De in de procedure vermelde reagentia en apparatuur kunnen aldus door

materiaal van minstens evenwaardige kwaliteit worden vervangen.

8.1 Reagentia

Water gebruikt in de analyse van elementen in diervoeders moet van zeer hoge kwaliteit zijn,

nl. water type I of Milli-Q water.

8.1.1. Water type 1 (Milli-Q)

8.1.2. Stockoplossing van 1 mg As/ml (05-0763-04057)

8.1.3. HCl – Zoutzuur rokend 37% (01-0290-00461)

8.1.4. HCl 3% m/v of 10% v/v

8.1.5. Kaliumjodide p.a. (01-0523-00831)

8.1.6. NaBH4 p.a. (01-0590-00933)

8.1.7. NaOH pellets (01-0603-00968)

8.1.8. Ascorbinezuur zeer zuiver (01-0698-01142)

8.1.9. Reductans 10% Kaliumjodide – 10% ascorbinezuur

8.1.10. Reductans Natriumboorhydride (NaBH4)

8.1.11. Blanco ijkoplossing

Page 7: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 7/15

8.1.12. Standaard 1 met 1 µg As/l

8.1.13. Standaard 2 met 2 µg As/l

8.1.14. Standaard 3 met 5 µg As/l

8.1.15. Standaard 4 met 10 µg As/l

8.1.16. Standaardoplossing van 100 ppb As (bereiding: zie I-MET-072: Standaard 1 in 5% v/v

HNO3 (100 µg/l As, Cd, Pb en 1 mg/l Se))

8.1.17. Controleoplossing 5 ppb As

8.1.18. Tussenoplossing 1 met 10.000 µg As/l

De aanmaak van de blanco ijkoplossing, de verschillende standaarden, de

verdunningsoplossingen en de overige werkoplossingen wordt schematisch weergegeven

2015/I-MET-071-D01/LAB/FLVVG: Bijlage 1: ‘Werkoplossingen en ijklijn As in diervoeders

met AAS HG’.

De houdbaarheid van zelfbereide oplossingen, indien dit niet expliciet vermeld wordt, is 1 jaar

bij kamertemperatuur. De geschiktheid van de gebruikte oplossingen, buffers en

standaardoplossingen wordt nagegaan aan de hand van ingebouwde borgingspunten en

lange-termijnvalidatie. Indien hieraan voldaan wordt, wijst dit op de aanvaardbaarheid van

deze reagentia en toont dit eveneens aan dat de kwaliteit van de analyse gewaarborgd blijft.

8.2 Hulpstoffen

8.2.1. Glazen bekers van 100, 150, 200 ml

8.2.2. Maatkolven van 50 ml, 100 ml, 250 ml, 1 l en 2 l met bijpassende stop

8.2.3. Plastic of glazen trechter

8.2.4. Spuitfles Milli-Q

8.2.5. Spuitfles HCl 3%

8.2.6. Falcon proefbuisjes van 50 ml met bijpassende plastic dop

8.2.7. Micropipetten met passende tips (Micropipetten, LAB 22-I-LOG-AC 5)

8.2.8. Flessen met dispensette (Dispensetten, LAB 22-I-LOG-AC 13)

9 Toestellen 9.1. Analytische balans (A SAR 1, A MET 1-3, A MET 7 ; LAB 22-I-LOG-AC 23)

9.2. AAS HG (A AAS 2 ; LAB 22-I-LOG-AC 40) en toebehoren

9.3. Vortex (A Vortex 2)

9.4. Schudtoestel (A Schud 2)

10 Werkwijze In alle stappen van de bereiding, de extractie en de meting dient erover gewaakt dat

contaminatie met arseen via stof, contact met een vuil oppervlak, vuile recipiënten, …

vermeden wordt.

Page 8: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 8/15

10.1 Bereiding van het analysemonster

De analysemonsters en de controlemonsters worden bereid volgens de procedure

beschreven in LAB I-MET-FLVVG-167: ‘Monstervoorbereiding van diervoeders en

meststoffen’.

10.2 Microgolfontsluiting

De bereide analysemonsters en referentiemonsters worden ontsloten door microgolf-

ontsluiting volgens de procedures beschreven in LAB I-MET-FLVVG-182 :

‘Microgolfontsluiting van diervoeders voor de analyse van elementen.’

10.3 Bepaling van de concentratie in het extract

10.3.1 Algemeen

In de bekomen extracten wordt As

5+ gereduceerd naar As

3+ in een pre-reductiestap. Het

gehalte arseen in de gereduceerde extracten wordt gemeten met AAS Hydride Generatie

(9.2) met de methode “As CEN 10 ppb”. Indien het gemeten gehalte arseen hoger is dan

10 µg/l, dient het extract verder verdund te worden met de blanco ijkoplossing (8.1.11) tot dat

het gehalte binnen de ijklijn valt. Verdunning kan ook met de procedureblanco als deze

voldoet aan het criterium beschreven onder § 11.1.

Het resultaat van een monster is het gemiddelde resultaat van de duplo bepaling van dat

monster.

10.3.2 AAS methode

De volledige lijst met instellingen van de methode “As CEN 10 ppb” is opgenomen in

2015/I-MET-071-D04/LAB/FLVVG: Bijlage 4: ‘Instellingen methode As CEN 10 ppb’.

10.3.3 Meten van de extracten met AAS hydridegeneratie

Volg de instructies van het logboek van de AAS Hydride Generatie (9.4) voor het meten van

het gehalte arseen in de oplossingen.

Een te volgen werkwijze voor het reduceren van As5+

in extracten van diervoeders wordt

schematisch weergegeven 2015/I-MET-071-D02/LAB/FLVVG: Bijlage 2 ‘Flowchart pre-

reductiestap As in diervoeders met AAS HG’.

Meet de oplossingen volgens de procedures beschreven in het logboek van de AAS Hydride

Generatie (9.2).

11 Kwaliteitscontrole

Alvorens over te gaan tot de berekening van de resultaten, moet worden nagegaan of de

meting goed is verlopen. Evalueer de resultaten van de analysereeks. Controleer de

Page 9: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 9/15

resultaten van de kalibratie-oplossingen, de tussentijdse metingen van standaard 3, de

procedureblanco en de referentiestalen.

11.1 Procedureblanco

De procedureblanco geeft een indicatie van mogelijke contaminatie die is opgetreden

gedurende heel de analyseprocedure. Minstens één procedureblanco wordt meegenomen in

de meetreeks. Het resultaat van de procedureblanco moet voldoen aan het criterium:

De ‘mean concentration’ van de procedureblanco mag niet groter zijn dan de LOD, met

LOD in de meetoplossing = 0,1 µg/l.

11.2 Controle van contaminatie door memory effect bij de meting met AAS HG

Contaminatie door “memory” effect is het achterblijven van analyt aan de onderdelen van het

injectiesysteem en de sproeikamer van de AAS HG (9.2).

Bij elke serie bepalingen wordt een blanco ijkoplossing (8.1.11) meegenomen voor de

constructie van de ijklijn. Dezelfde blanco oplossing wordt nogmaals gemeten als ‘Reagent

blank’ direct na de hoogste standaard (8.1.15). Op het einde van de meetreeks wordt de

blanco (8.1.11) nogmaals gemeten als staal.

Het resultaat van de blanco controlestalen wordt geëvalueerd a.d.h.v. het resultaat in de

meetoplossing ervan.

De ‘mean concentration’ in de meetoplossing van de ‘Reagent blank’ en van de blanco

gemeten op het einde van de reeks, mag niet groter zijn dan de LOD = 0,1 µg/l.

Als niet voldaan is aan het criterium, moet de reeks hermeten worden.

11.3 Controle op drift tijdens de meting met AAS HG

Drift is ongewenst. Controle op drift gebeurt door het hermeten van een standaardoplossing

(in dit geval standaard 3 (8.1.14) als staal en dit met een frequentie van minstens om de 10 te

meten oplossingen en op het einde van de meetreeks, net voor de blanco (8.1.11) (zie

§ 11.2).

Het resultaat van de controle op drift wordt geëvalueerd a.d.h.v. het resultaat in de

meetoplossing ervan.

Criterium 1: Het resultaat mag voor alle elementen maximaal 15% relatief afwijken van de

nominale waarde van de standaard.

Het resultaat van de controle op drift met standaard 3:

- 0,75 µg/l: mag minimum 4,25 µg/l en maximum 5,75 µg/l bedragen.

Criterium 2: Het verschil tussen twee opeenvolgende resultaten van de controle op drift mag

niet hoger zijn dan 15% van de nominale concentratie van de te controleren standaard.

Het verschil tussen twee opeenvolgende driftcontroles mag niet hoger zijn dan 0,75 µg/l.

Page 10: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 10/15

Indien het resultaat van de controle niet voldoet, moeten alle oplossingen gemeten vanaf de

laatste goede controle tot de volgende goede controle (of als de ongunstige de laatste was,

tot het einde van de meetreeks) hermeten worden.

11.4 Controle van de performantie van de AAS HG

De ‘Blnk Corr signal’-waarden van de standaardoplossingen geven een indicatie van de

performance van de AAS HG (9.2). Indien de intensiteit opvallend lager is dan de voorgaande

waarden, kan dit een indicatie zijn van mindere kwaliteit van het NaBH4-reagens, van een

slechte positie van de T-cel, of gewoon het niet opzuigen van de meetoplossing ... (zie ook

het logboek van de AAS HG (9.2)).

Bij een opvallend lager resultaat, moet eerst gedacht worden aan het slecht opzuigen van het

staal en moet het deel van de meetreeks waarvan het opzuigen niet gewaarborgd is door

gunstige controleoplossingen, hermeten worden

11.5 Lineariteit

Controleer de ijklijn a.d.h.v. het resultaat van de correlatiecoëfficiënt dat vermeld is bij de

“calibration summary”. De correlatiecoëfficiënt moet minstens 0,999 zijn. Bij een lagere

correlatiecoëfficiënt moet de meting herbegonnen worden.

De correlatiecoëfficiënt moet minstens 0,999 zijn.

Opmerking: De analist voert deze controle zelf uit omdat acties n.a.v. afwijkende

correlatiecoëfficiënt niet kunnen geprogrammeerd worden in de AAS HG (9.2).

11.6 Controle van de zelfgemaakte standaardoplossingen

Zie 2015/I-MET-071-D01/LAB/FLVVG: Bijlage 1: ‘Werkoplossingen en ijklijn As in diervoeders

met AAS HG’ voor informatie over de aanmaak van de oplossingen hieronder vermeld.

De tussenoplossing 1 (8.1.18), de tussenstandaardoplossingen, de blanco (8.1.11) en de

standaarden (8.1.12 tot 8.1.15) worden gemaakt in het laboratorium. Bij aanmaak van de vers

aangemaakte standaardreeks moet aan twee criteria voldaan worden: juistheid en lineariteit.

- De juistheid wordt gecontroleerd t.o.v. een onafhankelijke controleoplossing van 5 ppb

(8.1.17) die als staal wordt gemeten t.o.v. de ijklijn samengesteld met de nieuwe

standaarden. De controleoplossing van 5 ppb (8.1.17) wordt gemaakt via verdunning uit de

standaardoplossing van 100 ppb As (8.1.16). De standaardoplossing van 100 ppb As (8.1.16)

is gecontroleerd volgens de procedures beschreven in LAB I-MET-072 : ‘Diervoeders –

Kwantitatieve bepaling van arseen, cadmium, lood en selenium met ICP-OES’.

- Naast dit criterium moet de nieuwe standaardreeks ook een lineair verband vertonen.

Vandaar dat de nieuw bekomen correlatiecoëfficiënt minstens 0,999 moet zijn.

Criteria voor de nieuwe standaardoplossingen samengevat:

Controle van nieuw aangemaakte standaardoplossingen:

- Gehalte As in de controleoplossing 5 ppb: > 4,5 µg/l en < 5,5 µg/l

- Correlatiecoëfficiënt ≥ 0,999

Page 11: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 11/15

Als niet aan bovenstaande criteria voldaan wordt, moet de standaardreeks opnieuw aangemaakt worden.

11.7 Eerstelijnscontrole

Bij elke meetreeks worden als eerstelijnscontrole gecertificeerde stalen en/of ringteststalen

en/of zelf bereide referentiestalen gebruikt. De referentiemonsters worden in duplo

geanalyseerd en bij voorkeur gemeten aan het begin van de meetreeks, voor de eigenlijke

monsters.

Het resultaat komt op het AAS-rapport in mg/kg. Het gehalte is gecorrigeerd voor de blanco

en voor de afgewogen massa, het eindvolume en de verdunning.

De analist evalueert de resultaten van de eerstelijnscontrole waarvoor de meetreeks van

toepassing is.

11.7.1 Evaluatie van het gemiddelde van de eerstelijnscontrole

Het resultaat van de eerstelijnscontrole wordt geëvalueerd a.d.h.v. een elektronische

controlekaart.

De werkcontrolekaart is een Excel document dat bewaard wordt onder:

M:\ANORGANISCHE CHEMIE\z_CTRL_KAARTEN

11.7.2 Gevolg evaluatie eerstelijnscontrole voor de meetreeks

Indien de resultaten van de eerstelijnscontrole niet voldoen, kunnen de resultaten van de

meetreeks niet in aanmerking genomen worden voor rapportage. De stalen van die serie

dienen hermeten te worden vertrekkende vanaf een nieuw extract.

12 Berekening en rapportering

12.1 AAS HG rapport

Het AAS HG rapport geeft de meetresultaten van de blanco, de standaarden, de tussentijdse

metingen van standaard 3, de water stalen, de procedureblanco en de referentiestalen. De

resultaten op het AAS HG rapport zijn gecorrigeerd voor de blanco.

Verder worden de datum van analyse, de gebruikte methode en de naam van de

resultatenfile weergegeven. De naam van de resultatenfile geeft informatie over de datum en

de uitvoerder (bv. rbs-18-08-DV-As).

Het rapport wordt elektrisch opgeslagen op de locatie M:\AC\RUWE DATA toestellen AC\A

AAS 2\AAS hydride en koude damp.

12.2 Registratie kwaliteitscontrole

12.2.1 Algemeen

De analist is verantwoordelijke voor de controle van de kwaliteitsborgingpunten. De analist

maakt bij afwijking aanduidingen op het rapport van de AAS (9.2).

Page 12: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 12/15

12.1.1 Registratie van de resultaten van de procedureblanco

Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd. De analist maakt

aanduidingen op het rapport van de AAS HG (9.2) indien nodig.

12.1.2 Registratie contaminatie door memory effect

Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd. De analist maakt

aanduidingen op het rapport van de AAS HG (9.2) indien nodig.

12.1.3 Registratie controle op drift

Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd. De analist maakt

aanduidingen op het rapport van de AAS HG (9.2) indien nodig.

12.1.4 Registratie controle van de performantie van de AAS HG

Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd. De analist maakt

aanduidingen op het rapport van de AAS HG (9.2) indien nodig.

12.1.5 Registratie lineariteit

De analist maakt aanduidingen op het rapport van de AAS HG (9.2) indien nodig.

12.1.6 Registratie controle van de zelfgemaakte standaarden

Deze controle wordt niet op een apart document geregistreerd. De analist maakt aanduidingen op het rapport van de AAS HG (9.2) indien nodig.

12.1.712.2.2 Registratie van de resultaten van de eerstelijnscontrole

De analist vult de datum van uitvoering en de resultaten van de eerstelijnscontrole in op de

elektronische controlekaart (zie § 11.7.1).

12.212.3 Resultaten van de analysestalen

12.2.112.3.1 Berekening van de resultaten van de analysestalen en

eerstelijnscontrolestalen

Aan de hand van het AAS HG rapport berekent de analist de resultaten van de stalen en de

eerstelijnscontrolemonsters.

Algemeen is het eindresultaat van een staal gelijk aan het gemiddelde resultaat van de duplo

bepaling van dat monster, gecorrigeerd voor de voordroogfactor.

Indien het eindresultaat lager is dan de LOQ van een element, wordt het resultaat

gerapporteerd als volgt: < LOQ.

Deze berekening wordt niet door de analist zelf uitgevoerd, maar gebeurt automatisch in het

LIMS systeem.

Indien meer dan 2 analyseresultaten bekomen werden doordat resultaten bevestigd werden

n.a.v. een te groot verschil tussen duplo-resultaten (cfr. § 12.3.3.1), wordt het eindresultaat

berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in 2015/I-MET-071-D03/LAB/FLVVG: Bijlage 3 :

‘Berekening van het gemiddelde’.

Page 13: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 13/15

Indien meer dan 2 analyseresultaten bekomen werden doordat de resultaten bevestigd

werden n.a.v. een overschrijding van een norm/actielimiet, waarbij aan het criterium i.v.m. het

verschil tussen de duplo-resultaten voldaan was, wordt het eindresultaat berekend uit het

gemiddelde van alle bekomen resultaten.

12.2.212.3.2 Registratie analysegegevens

De analist vult de gegevens van Analyseformulier Xpress+ DIERVOEDERS (zie 2015/I-MET-

182-F03/LAB/FLVVG) aan met:

- indien van toepassing, de initieel gebruikte verdunning van het extract bij meting,

- de datum van analyse van het extract,

- volume voor de pre-reductie (ml),

- het resultaat van de stalen en de blanco’s, waar van toepassing, in de aangeduide

eenheid,

- aanduiding van de evaluatie van de resultaten bij rapportering.

De ingevulde analyseformulieren worden bewaard in de kaft “DIERVOEDER

Analyseformulieren”.

12.2.312.3.3 Evaluatie van de resultaten

Er kan worden overgegaan tot de evaluatie van de resultaten van de analysemonsters als de

kwaliteitscontrole gunstig werd bevonden, m.a.w. als voldaan was aan de criteria voor:

- de procedureblanco,

- de ‘Reagent Blank’ vooraan de meetreeks en de blanco gemeten op het einde van de

meetreeks ter controle van memory effect,

- de controle op drift,

- de performantie van de AAS HG,

- de lineariteit van de ijklijn,

- de eerstelijnscontrole.

Algemeen geldt dat resultaten slechts gerapporteerd worden wanneer er minstens één geldig

resultaat bekomen is. Duplo-resultaten van eenzelfde staal moeten ook voldoen aan het

criterium i.v.m. het maximaal toegelaten verschil tussen duplo-bepalingen (cfr. § 12.3.3.1).

12.2.3.112.3.3.1 Duplo-bepalingen

Algemeen worden stalen in tweevoud geanalyseerd. Indien van een monster twee resultaten

beschikbaar zijn (in één analysereeks bekomen), is het maximaal toegelaten verschil tussen

de duplo bepalingen afhankelijk van het gemeten gehalte in het staal en het element, nl. als

volgt:

gehalte ≥ LOQ: maximum 25%

Voor een analyse die in het enkel is uitgevoerd (bv. bevestiging) en indien het gemiddelde

lager is dan de LOQ, vervalt deze evaluatie.

Indien niet aan de voorwaarde voor duplo-bepalingen is voldaan, moet de analyse herdaan

worden. De niet-aanvaarde resultaten worden in tweevoud bevestigd vertrekkende van een

nieuw extract.

Page 14: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 14/15

Het eindresultaat wordt berekend a.d.h.v. de werkwijze beschreven in 2015/I-MET-071-

D03/LAB/FLVVG: Bijlage 3 : ‘Berekening van het gemiddelde’.

12.2.3.212.3.3.2 Vergelijking van het resultaat met de norm

12.2.3.2.112.3.3.2.1 Normen

O.w.v. praktische redenen wordt een overzicht van de vigerende wetgeving bewaard in de

kaft “Gevraagde proeven DIERVOEDERS”. De elektronische versie is te vinden onder:

M://ANORANISCHE CHEMIE/data IVH/wetteksten/diervoeders/

Bij wijziging van de wetgeving wordt dit overzicht aangepast.

Informatie i.v.m. normen kan ook worden teruggevonden in LIMS bij de gegevens van het

monster, dit als de staalnemer deze gegevens heeft ingevuld.

12.3.3.2.2 Resultaat vergelijken met de norm

Indien de norm gekend is, wordt het eindresultaat vergeleken met de norm.

Een resultaat moet bevestigd worden in het enkel vertrekkende van een nieuw extract indien

het eindresultaat (zonder rekening te houden met meetonzekerheid) hoger is dan de norm.

12.2.412.3.4 Rapportering van de analyseresultaten

- De analist vult de eindresultaten van de analyses in op de afgedrukte lijsten met

proefaanvragen voor stalen van de sectie diervoeders die worden bewaard in de kaft

“Gevraagde proeven DIERVOEDERS”. De resultaten van bevestigingen worden

eveneens in deze kaft genoteerd.

- De eindresultaten van de analyses worden ingevoerd in het LIMS. De ingevoerde

gegevens worden gevalideerd door de analist d.m.v. een elektronische handtekening.

13 Verwijzing naar bijhorende procedure, instructies, documenten, formulieren of lijsten

2015/I-MET-071-D01/LAB/FLVVG: Bijlage 1: ‘Werkoplossingen en ijklijn As in diervoeders

met AAS

HG’

2015/I-MET-071-D02/LAB/FLVVG: Bijlage 2: ‘Flowchart pre-reductiestap As in diervoeders

met AAS

HG’

2015/I-MET-071-D03/LAB/FLVVG: Bijlage 3: ‘Berekening van het gemiddelde’

2015/I-MET-071-D04/LAB/FLVVG: Bijlage 4: ‘Instellingen methode As CEN 10 ppb’

2015/I-MET-071-D05/LAB/FLVVG: Bijlage 5: ‘Flowchart meting van As in diervoeders met

AAS HG’

LAB I-MET-FLVVG-072 :

‘Diervoeders – Kwantitatieve bepaling van arseen, cadmium, lood en selenium met ICP-OES’

Page 15: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met

AAS HG

2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 15/15

LAB I-MET-FLVVG-167 : ‘Monstervoorbereiding van meststoffen en diervoeders’

LAB I-MET-FLVVG-182 :

‘Microgolfontsluiting van diervoeders voor de analyse van elementen’

2015/I-MET-182-F02/LAB/FLVVG : Bijlage 2 : ‘Analyseformulier HP500+ DIERVOEDERS’

2015/I-MET-182-F03/LAB/FLVVG : Bijlage 3 : ‘Analyseformulier Xpress+ DIERVOEDERS’

LAB 22 L 66 : Overzicht referentiematerialen

LAB 22 L 43 : D-nummers AC

Page 16: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

2015/I-MET-071-D01/LAB/FLVVG versie 02 Datum van toepassing 2015-03-12 1/1

Bijlage 1 bij LAB I-MET-FLVVG-071

Werkoplossingen en ijklijn As in diervoeders met AAS HG

Page 17: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

2015/I-MET-071-D02/LAB/FLVVG versie 02 Datum van toepassing 2015-03-12 1/1

Bijlage 2 bij LAB I-MET-FLVVG-071

Flowchart pre-reductiestap As in diervoeders met AAS HG

Page 18: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

2015/I-MET-071-D03/LAB/FLVVG versie 03 Datum van toepassing 2015-03-12 1/1

Afkortingen: Xi = resultaat µ = gemiddelde LOQ = Limit of Quantification = rapporteringsgrens = bepaalbaarheidsgrens START: X1, X2

Bijlage 3 bij LAB I-MET-FLVVG-071

Berekening van het gemiddelde

ALS LOQ = 1 mg/kg (min. DV) ≤ µ: [(|X1 – X2|).100/µ] ≤≤≤≤ 25 %

= 0,2 mg/kg (org. DV) ≤ µ: [(|X1 – X2|).100/µ] ≤≤≤≤ 25 %

JA µ = (X1 + X2) 2

Herneem de analyse nogmaals in

duplo ⇒ X3 en X4

NEEN

JA µ = (X1 + X2 + X3 + X4)

4

NEEN Waarbij : X1 ≥ X2 ≥ X3 ≥ X4

µ = (X2 + X3) 2

ALS LOQ = 1 mg/kg (min. DV) ≤ µ: [(Xmax – Xmin).100/µ] ≤≤≤≤ 25 %

LOQ = 0,2 mg/kg (org. DV) ≤ µ: [(Xmax – Xmin).100/µ] ≤≤≤≤ 25 %

µ = ‘< LOQ’ Met : LOQ = 1 mg/kg (min. DV) = 0,2 mg/kg (org. DV)

Bereken het gemiddelde resultaat (X1 + X2)

2

(X1 + X2) < LOQ 2 Met : LOQ = 1 mg/kg (min. DV) = 0,2 mg/kg (org. DV)

NEEN

JA

As in diervoeders met AAS HG

Page 19: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

2015/I-MET-071-D04/LAB/FLVVG versie 02 Datum van toepassing 2015-03-12 1/1

Bijlage 4 bij LAB I-MET-FLVVG-071

Instellingen methode As CEN 10 ppb

Page 20: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Method Name: As CEN 10 ppb

Define Element

Method Description : As CEN 10 ppb

Spectrometer

Element : As

Wavelength (nm) : 193.70

Slit Width (nm) : 0.7

Signal

Type : AA Measurement : Peak Height Smoothing : 19 points

----------------------------------------------------------------------

Settings

Read Parameters

Time (sec) : 25.0 Delay Time (sec) : 0.0 BOC Time (sec) : 2

Replicates ... Same for All Samples : 2

Lamp Current

Use current (mA) : 340

----------------------------------------------------------------------

FIAS

Operation

Cell Temperature (C) : 900

Sample Volume (uL) : 500

Step Time Pump 1 Pump 2 Valve Remotes

(sec) Speed Speed Position 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Prefill 15 100 120 Fill

1 10 100 120 Fill

2 15 0 120 Inject

Read Step : 2

Steps to Repeat : 1 to 1

Number of Repeats : 0

----------------------------------------------------------------------

Autosampler

Wash Frequency : After all solutions

Wash Location : 0

Normal Cycles : 1

Use FIAS steps: 1 to 1

----------------------------------------------------------------------

Calibration Equation and Units

Equation : Linear, Calculated Intercept

Maximum Decimal Places : 3 Maximum Significant Figures : 4

Calibration Units : ug/L

Sample Units : mg/kg

----------------------------------------------------------------------

Calibration Standard Concentrations

ID Concentration A/S Loc

Calib Blank Blank 1

Page 1 of 3 11/02/2015 13:54:56

Page 21: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Method Name: As CEN 10 ppb

Reagent Blank reagent blank 1

Standard 1 Std1 1 2

Standard 2 Std2 2 3

Standard 3 Std3 5 4

Standard 4 Std4 10 5

----------------------------------------------------------------------

Initial Calibration Options

When opening this method manually:

Clear calibration curve(s) and construct a new calib curve.

When using this method in a multimethod sequence:

Start by constructing new calibration curves.

----------------------------------------------------------------------

Calibration Check

Minimum Correlation Coefficient : 0.950000

Repeat calibration : 1 times and continue if OK.

If still not OK : Use nonlinear calibration and continue.

----------------------------------------------------------------------

Recalibration

Periodic recalibration is not enabled in this method.

Analyze standards at end of analysis is not enabled in this method.

----------------------------------------------------------------------

Precision Checks

Precision checking is not enabled in this method.

----------------------------------------------------------------------

Beyond Calibration Range

Beyond calibration range checking is not enabled in this method.

----------------------------------------------------------------------

Matrix Recovery

Matrix recovery checking is not enabled in this method.

----------------------------------------------------------------------

Sample Limits

Not Enabled

----------------------------------------------------------------------

QC Sample Definition

A/S Count as Subtract

QC Sample ID Loc Sample Reagent Blank

----------------------------------------------------------------------

QC Sample Concentrations and Limits

Page 2 of 3 11/02/2015 13:54:56

Page 22: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

Method Name: As CEN 10 ppb

----------------------------------------------------------------------

Schedule for QC Analyses

After After

QC Sample ID Init Cal Recal Periodic Freq At End

Periodic Timing of Analyses

Frequency ... Same for all QC's : 1

Count : Samples

----------------------------------------------------------------------

Failure Actions for After-Calibration QC's

Times to When All Additional

QC Sample ID Retry QC Tries Fail Message

Failure Actions for Periodic QC's

Times to When All Additional

QC Sample ID Retry QC Tries Fail Message

Failure Actions for At-End QC's

Times to When All Additional

QC Sample ID Retry QC Tries Fail Message

Maximum Retries After QC Failure

After a group of standards or unknowns has been

reanalyzed 1 times, then Continue

----------------------------------------------------------------------

Options

Include in Results Display and Printed Log:

Headers:

* Analytical Header

* Method Header (Expanded)

* Sample Header (Expanded)

Start each sample on a new page

Sample Data Items: Summary Items:

* Replicate Data Analysis List

* Means and Statistics * Matrix Test Reports

Transient Peak Plots (Last) * Calibration Summary

* Over Calibration Message (100%) Calibration Curves

Save with Results:

* Transient Peak Profiles

Remarks:

Page 3 of 3 11/02/2015 13:54:56

Page 23: Diervoeders Kwantitatieve bepaling van Arseen in …...Diervoeders Kwantitatieve bepaling van arseen in extracten van diervoeders met AAS HG 2015/I-MET-071/LAB/FLVVG versie 03 2/15

2015/I-MET-071-D05/LAB/FLVVG versie 02 Datum van toepassing 2015-03-12 1/1

Element Gemeten gehalte Maximaal toegelaten

verschil tussen duplo’s

As µ ≥ LOQ (mg/kg) 25%

Element Matrix LOD in de

meetoplossing (µg/l)

LOQ in de meetoplossing

(µg/l)

LOQ (mg/kg)

As Minerale diervoeders

0,1 0,2 1

As Organische diervoeders

0,1 0,2 0,2

Element Matrix LOD in de

meetoplossing (µg/l)

LOQ in de meetoplossing

(µg/l)

LOQ (mg/kg)

As Minerale diervoeders

0,1 0,2 1

As Organische diervoeders

0,1 0,2 0,2

Element Matrix LOD in de

meetoplossing (µg/l)

LOQ in de meetoplossing

(µg/l)

LOQ (mg/kg)

As Minerale diervoeders

0,1 0,2 1

As Organische diervoeders

0,1 0,2 0,2

Element Matrix

Methode in Lims

LOD in de meetoplossing

(µg/l)

LOQ in de meetoplossing

(µg/l)

LOQ (mg/kg)

As Minerale diervoeders

I-MET-071 0,1 0,2 1

As Organische diervoeders

I-MET-071org 0,1 0,2 0,2

Bijlage 5 bij LAB I-MET-FLVVG-071

Flowchart meting van As in diervoeders met AAS HG