DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... ·...

122
DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEM Voleint ter Goude in Hollant bi mi Geraart Leeu in ’t jaar ons Heren MCCCC LXXXII (1482) op sinte Bartholomees avont (23 augustus) Kritische editie van het exemplaar BLL: IA. 47339 dr. Willem Kuiper Leerstoelgroep Historische Nederlandse Letterkunde UvA Amsterdam 2005

Transcript of DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... ·...

Page 1: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEM

Voleint ter Goude in Hollantbi mi Geraart Leeu

in ’t jaar ons Heren MCCCC LXXXII (1482)op sinte Bartholomees avont (23 augustus)

Kritische editie van het exemplaar BLL: IA. 47339

dr. Willem Kuiper

Leerstoelgroep Historische Nederlandse Letterkunde UvA

Amsterdam 2005

Page 2: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

1. Deelnemers waren: door: Coen Borgman, Sara Braam, Marie-Joline Brinkman,Annemarie Coevert, Susan van Dijk, Hendrik Folkerts, Jip Frank, Mathieu de Geest, Davevan Gompel, Marlous Hamburger, Vincent Hart, Just Houben, Helga Keessen, Jochem deKoning, Willem Kuiper, Linda Langemaire, Diena Leegte, Tjallin Melgers, DieuwertjeMertens en Renee Verburg.

Verantwoording van de editie

Deze kritische editie is voortgekomen uit een eerstejaars werkgroepTekstinterpretatie Historische Nederlandse Letterkunde, die gedurendehet tweede semester van het collegejaar 2004-2005 op basis vanuitstekende fotokopieën uit het DOVO-apparaat een diplomatischeeditie bezorgde van deze druk. 1

Is de diplomatische editie bedoeld als een studie-editie, dezekritische editie is bedoeld als een leeseditie voor een studenten publiek.Om die reden is afgezien van herspelling. Wel werd het gebruik van ‘u’en ‘v’ en ‘i’ en ‘j’ aangepast aan hedendaagse conventies. De ‘y’ die indeze druk niets anders dan een (typo)grafische variant van de ‘i’ is,wordt als een ‘i’ weergegeven. De variatie die in de druk wordtaangetroffen - ‘myt’ versus ‘mit’ - vindt zijn oorzaak in het al dan nietvoorhanden zijn van deze letter(s) in de zetkast, en in de ruimte die dezetter moest vullen. Vaak gebruikte hij de brede ‘y’ of de smalle ‘i’ omin- of uit te drijven. De schijnbare willekeur in de spelling ‘ghe’tegenover ‘ge’ wordt eveneens veroorzaakt door de behoefte van dezetter om goed uitgevulde regels te maken. In alle gevallen wordtdaarom gekozen voor het rustiger ‘i’. Eigenlijk geldt hetzelfde voor deverdubbeling van de ‘c’ tot ‘ck’ en ‘d’ en ‘dt’: waar de ‘k’ gemist konworden zoals in ‘boeck’ werd ‘boec’ gespeld, en ‘gehadt’ werd ‘gehad’.

De conventionele ‘e’ die tot doel heeft aan te geven dat de eraanvoorafgaande klinker lang is, wordt niet opgelost als de bedoelde letter.De lezer moet dus zelf uitmaken of ‘doet’ bedoeld is het zelfstandignaamwoord ‘dood’ dan wel een vorm is van het werkwoord ‘doen’.

In beginsel zouden al deze spellingen genormaliseerd kunnenworden omdat ze betekenisloos zijn, maar het resultaat ziet er‘onleesbaar’ uit: hedendaags Nederlands met spelfouten. Vandaar dathiervan wordt afgezien. Hier en daar werd een apostrofe toegevoegd terwille van de leesbaarheid.

Alle afkortingen worden voluit geschreven. Wie wil weten welkewoorden werden afgekort en hoe dat gebeurde raadplege dediplomatische editie.

Page 3: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

De druk is schaars geïnterpungeerd, waarbij het einde van dekolom soms de functie van een punt kan hebben. Ook vindt menkoppeltekens die aangeven dat het woord is afgebroken, maar de zetterszijn hierin niet consequent. Hierin is normaliserend opgetreden, evenalsin het gebruik van hoofdletters en kleine letters. Ten tijde van deze drukvolgde men nog het middeleeuwse systeem dat gebaseerd was opminuskelschrift, dat wil zeggen dat in beginsel alles in kleine lettersgeschreven werd, maar dat bepaalde letters door hun plaats in de tekstgroter geschreven werden. Uiteindelijk heeft dit tot onze hoofdlettersgeleid, maar ten tijde van Geraert Leeu was het nog heel gebruikelijk omhet Opperwezen met de spelling ‘god’ aan te duiden.

Tenslotte werden sommige woorden als ‘daermen’ gesplitst in hetvoor ons gebruikelijk ‘daer’ en ‘men’. In de druk gebeurt dit nu eenswel en dan weer niet.

Page 4: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

[H]Ier begint die tafel van desen boec dat spreect van der destructienvan Jherusalem ende van alden lande van Judeen, daer men bicapittulen lichtelijc in vinden mach alle die materie die in ’t selve boecbescreven is.

Dat eerste capitel van Herodes Agrippa ende van sinen oem HerodesAntipa.

Hoe Herodes Antipa benide sinen neve ende van conincx Agrippendoot - Capitulum II.

Hoe die Joden eerst rebel worden ende om wat saken - Capitulum III.Van den moerdenaren ende bedriegers die doe in Jherusalem waren -

Capitulum IIII.Hoe die Joden den Romeinen haren sijns ontseiden ende hoe haer

verdriet begonde an te slaen - Capitulum V.Van den eersten gevecht dat binnen Jherusalem was - Capitulum VI.Hoe tot Jherusalem die Romeinen verslagen worden ende te Cesariën

die Joden - Capitulum VII.Van enen valschen Simon ende van sijnre mordaet die hi op sijn volc

dede - Capitulum VIII.Hoe Testius op die Jode[n] begon te oerlogen - Capitulum IX.Hoe Testius Jherusalem wan ende hoe datten die Joden weder

verdreven mit lachter - Capitulum X.Hoe die Joden haer lant besetten ende hoe Josephus Galilea bewaerde

Capitulum XI.Hoe Nero die keiser Vespasiaen beval Judeam te destrueren - Capitulum

XII.Hoe die Joden van Ascolon verslagen waren ende hoe Vespasiaen quam

ende ontfinc Sephorus - Capitulum XIII.Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII.Hoe Jothabata beleit wort - Capitulum XV.Hoe men op Jothabata stormede - Capitulum XVI.Hoe Josephus die mueren hogen dede ende van den gebreke waters -

Capitulum XVII.Hoe Vespasiaen den ram an der muren deede rechten ende hoe hem

Josephus weder stont - Capitulum XVIII.Hoe die muer gebroken wort ende hoe dat een vrouwe ’t kijnt uten

lichaem geworpen wort - Capitulum XIX.Hoe Josephus die Romeinen verscalcte - Capitulum XX.Hoe Vespasiaen ende Titus Effraten wonnen - Capitulum XXI.

Page 5: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

2. In Leeu 1482 volgorde conform kapittelnummer.

Hoe Jothabata gewonnen wort - Capitulum XXII.Hoe Josephus gevonden wort in enen putte of duwier - Capitulum XXIII.Hoe Josephus sijn gesellen in der hagedochte met subtijlheden verwan -

Capitulum XXIIII.Hoe Josephus hem op gaf in der Romeinen hant ende hoe ’t heer op

brac Capitulum XXV.Hoe men in Jherusalem Josephum beclaechde - Capitulum XXVI.Hoe Titus Tharissen wan - Capitulum XXVII.Hoe Vespasiaen Gamala begonde te bestrijden - Capitulum XXVIII.Hoe Gamala ende Taberius gewonnen worden ende hoe men tot

Giscol[a] waert toech - Capitulum XXIX.Hoe die valsche Jan uut Giscola vloech - Capitulum XXX.Hoe die moerdenaren verheven worden ende dwongen’t al dat in

Jherusalem was - Capitulum XXXI.Hoe die Zeloten in den Tempel belegen waren van die van Idumea -

Capitulum XXXII.Hoe die Zeloten weder haer moordaet deden in Jherusalem - Capitulum

XXXIII.Hoe Vespasiaen tot Jherusalem waert toech - Capitulum XXXIIII.Van Nero des keisers doot ende hoe Simon van Massaida rees -

Capitulum XXXV.Van den quaden feiten die Jan van Jherusalem dede ende hoe si Simon

ontfingen Capitulum XXXVI.Hoe Vespasiaen keiser wort ende hoe hi Josephum verloste ende hoe

Titus te Jherusalem toech - Capitulum XXXVII.Van den driën bergen die Titus voer Jherusalem maken dede -

Capitulum XXXVIII.Hoe die valsche Jan opten paesdach den binnensten Tempel wan -

Capitulum XXXIX.Hoe die Joden den Romeinen verscalcte[n] ende hoe vast dat die stat

van Jherusalem gemaect was - Capitulum XL.Van den driën toornen ende van des conincs sael die die Grote Herodes

maken dede - Capitulum XLI.’t Gesticht van den Tempel ende hoe Herodes Davids graf op dede -

Capitulum XLII.Hoe die partien binnen Jherusalem gedeilt waren - Capitulum XLIIII. 2

Page 6: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

3. In Leeu 1482 volgorde conform kapittelnummer.

Hoe men die eerste muer bestormde ende wan - Capitulum XLIII. 3

Hoe Titus d’ander muer bestormde - Capitulum XLV.Hoe Titus d’ander muer anderwerf wan ende valledese - Capitulum XLVI.Josephus sermoen op die van der stat - Capitulum XLVII.Van den menichvoldigen gebreken die in der stat waren - Capitulum

XLVIII.Hoe men die Joden tribuleerde ende cru[u]ste ende hoe men die derde

muer bestont - Capitulum XLIX.Hoe Titus een muer maecte al om ende omme an Jherusalem -

Capitulum L.Hoe die Romeinen ’t gout sochten in der Joeden buuc ende ’t getal van

den doden Capitulum LI.Hoe men derdewerf die muer bestont - Capitulum LII.Hoe den toren Anthonia gewonnen wort - Capitulum LIII.Hoe Titus noch den volc der Joden pais boet bi Josephus’ rade -

Capitulum LIIII.Hoe men die stat begonde t’ontsteken - Capitulum LV.Hoe men den Tempel verbarnde ende van den coninc - Capitulum LVI.Van Jhesus’ geroep - Capitulum LVII.Waer mede die Joden bedrogen worden - Capitulum LVIII.Titus woerden totten Joden ende hoe si wederscieden - Capitulum LIX.Hoe die Joden den heiligen Tempel eerst ontstaken - Capitulum LX.Van den wive die haer kint at - Capitulum LXI.Hoe den groten Tempel ontsteken wort - Capitulum LXII.Ho[e] Titus een ridder sijn ridderscap nam - Capitulum LXIII.Hoe die binnenste stede gewonnen wort - Capitulum LXIIII.Hoe die Joden die toornen ruimden ende hoe mense doot sloech -

Capitulum LXV.’t Getal van den volc dat binnen Jherusalem was - Capitulum LXVI.Hoe lange dat Jherusalem gestaen hadde - Capitulum LXVII.Hoe die moerdadige Simon gevangen wort - Capitulum LXVIII.Van der feest der Romeinen van der victoriën ende sege die si gehad

hadden - Capitulum LXIX.Hoe men Macheronta die starke borch wan - Capitulum LXX.Hoe men Amassaida die leste borch wan - Capitulum LXXI.Hoe Silvius in den borch Amassaida quam - Capitulum LXXII ende dat

leste.

Page 7: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

4. verwoesting5. priester6. neergehaald7. leerlingen8. vertellen9. Leeu 1482: drie twalef

Hier begint dat prologus op Josephus’ werc van der destructien 4 vanJherusalem die die Romeinen deden.

[J]Osephus die een paep 5 was van den Joden ende een edel man, hibescrijft hoe ’t lant van Judea ende die heilige stat van Jherusalemgedestrueert wort ende al onder geworpen 6 van den Romeinen, om derJoden sonden wille, gelijc dat hij ’t selver met sinen ogen aensach. Wantom ons Heren Jhesus Cristus doot die die Joden valschelijc ter dootbrochten, ende oec om sijnre heiliger jongers 7 doot, soe liet God al’t lant destrueren, so Jhesus sinen apostelen voerseit had dat men daerden enen steen op den anderen niet en soude laten leggen, men soudenomme werpen. Ende om dit woert te volmaken in den geest so wil ic dithier na setten 8 als ic corste mach.

Hier begint die destructie van der stat van Jherusalem ende van al denlande van Judeen. In den eersten van Herodes Agrippa ende van sinenoem Herodes Antipa. Capitulum I.

[A]Ls die Joden Jhesus onsen Heer gecruust hadden, ende hi verresenwas ende ten Hemel gevaren was, ende hi den Heiligen Geest in sinenjongeren gesent hadde van boven - alsoe’t bescreven is - ende dieapostelen ende Jhesus’ jongeren den Joden predicten, dat si des berouhebben souden ende hem bekeren, soe worden die Joden al meer quaetende verkeert, ende doden ende verjaechden die geen die hem vanJhesum seiden. Ende hier om so riepen haer so[n]den wraec over hemalsoe’t noch over veel luden doet, soe dat si die quaetheit mostenbecopen in deser manieren, die hier nae volget. Want tot dier tijt datonse Heere Jhesus gecruust was, soe was Tiberius keiser te Romen, endehi regneerde twalef 9 jaer ende drie dagen. Ende nae hem wort keiserGaius soe als gescreven is. Ende hi seinde in ’t lant van Judea ende van

Page 8: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

10. heer11. ?12. hoogmoed13. bekocht14. klaagde hem aan

Jherusalem coninc ende haer 10 Herodes Agrippa die Aristobolus’ sonewas dien die Grote Herodes Ascolonita sinen vader dede doden metAlexandro sinen broeder in der kerker, omdat si hem vergeven wouden.Ende deese twee sonen hadde hi bi Mariannen - so voerseit is - die desbiscops Hircans suster was. Ende dese Marianne dede die GroteHerodes, haer man, oec doden bi verradenisse sijn[r]e suster Saloma.Dese voerseide Herodes Agrippa wort van Gaio gesent coninc van Judea,ende in ’t lant dat Phillips si[j]ns oems was, dat Ithurea ende Traconhiete. Ende dat had Herodes Antipa, sinen oem, onwaert, die heer vanGalilea ende des Outs Herodes’ soen was. Nu had Aristobolus, HerodesAgrippen vader, een dochter die Herodias hiete, ende dese hadde haerwirch 11 heer Herodia Philips, sinen soen, te wive gegeuen. Mer deseAntipa hadde Philips, sinen broeder, dat wijf met crachte genomen.Ende omdatt’en sinte Johan Baptista hier om berispte, so dede hi hem biHerodias rade doden.

Hoe Herodes Antipa benide sinen neve ende van ’s conincs Agrippendoot. Capitulum II.

[D]Oe Herodes Antipa ende Herodias vernamen dat die keiser HerodesAgrippam aldus verheven hadde ende coninc gemaect - ja, dat hemAgrippa verhief van hoverdien 12 als of hi selver god geweest had, albecoft 13 hij’t namaels swaerlic - so hadden sij’s groten nijt ende wordenbeide te rade dat si tott’en keiser varen souden, omdat Herodes Antipabegeerde oec eens conincs naem te vercrigen. Mer doe’t HerodesAgrippa vernam, volchde hi hem na, ende wroechden 14 voer den keiserso, dat hi hem wel na gedoot had. Mer die keiser nam hem Galilea si[j]nlant ende gaf’t Herodes Agrippa sinen neve oec, ende deden versendenin Spaengen, daer hi [ende] sijn quade wijf Herodias, die HerodesAgrippen suster was, jammerliken ’t lijf verloren. Hier nae wort Gaiusdie keiser soe hovaerdich, dat hi hem dede aenbeden voer god, endedaer om wort hi in der poort te Romen vermoert, doe hi VI jaer ende

Page 9: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

15. Leeu 1482: ruwaerts16. Leeu 1482: indien17. Leeu 1482: indien18. samenscholingen

drie maenden geregneert had. Ende daer brocht Herodes Agrippa mitsubtijlheden daer toe dat die senatoers Claudium ontfingen over keiser.Ende dese Claudius gaf Agrippam al dat rijc dat sijn oudevader Herodesgehad hadde. Ende doe Herodes Agrippa te Jherusalem gecomen was,doe begonste hi daer om een muer te maken, alsoe hoech ende sodicke, dat - hi bliven levende tot dat die muer volmaect hadde geweest -om niet hadden die Romeinen op Jherusalem gestreden, want si enhadden’t nimmermeer mogen winnen. Mer hi bleef jammerliken doot inCesariën, so voerseit is: omdat hi hem liet aenbeden over god. Daer omsloech hem Goods engel. Desen Herodes dede Jacob, Zebedeus soen,onthoefden, die in Galissien nu leit. Ende oec dede hi sinte Peterkerkeren om den Joden te leveren, dien Goods engel verloste bimiraculen. Dese Herodes regneerde drie jaer ende liet na hem sinensoen die oec Agrippa hiet, daer wi na of scriven sellen.

Hoe die Joden eerst rebel worden ende om wat saken. Capittel III.

[C]laudius die keiser vernam dat Agrippa doot was, ende hi sende in derJoden lant doe enen ruwaert, 15 ’t lant te berechten, die Cestius hiet,ende dese hiltet lant in vreden. Ende nae Cestius wort gesent eengeheten Tiberius Alexander die ’t lant oec vredeliken berechte. Totdesen tiden was gewassen Agrippa Herodes soen, soe datten die keiserte [Judeen] 16 wert sende, ende gaf hem ’t lant over der Jordaen dattertweer geslachte was ende eens halfs ende sin moeder sterf doe. Hier nageviel dat Tiberius Alexander uut [Judeen] 17 te Romen waert voer, endedoe sende die keiser in Judea enen ruwaert hiet Cumanus om ’t lant teberechten, ende in d[i]es rechters tiden begonsten die Joden stiverich teworden in Jherusalem tegen die Romeinen, ende fisierden daer na veelsaken, so dat si haer eer daer mede verloren, ende dit quam hier om:Want tegen Paeschen, doet ’t folc van Judea ter feesten gehecomenwaren ende si haer feeste hilden in den Tempel, so waren die Roemscheridders in den wapen om ’t volc te wachten van perlementen. 18 Endedie van den Romeinen hadden der Joden feeste in onwaerden, soe dat

Page 10: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

19. veranderde20. Leeu 1482: tsijn21. men hem

een van haren ridderen den Joden toende in hare feesten sijn ende albloot. Ende doe worden alle die Joden gram, ende liepen alle totCumanum, ende baden hem dat hi dien ridder staphans leverde, datsi’en mochten doden. Mer ee[r] Cumanus antwoerden mocht, soquamen veel Joden met stenen ende worpen op die ridders, soe datCumanus versocht wort, daer si den ridder brochten gejaecht. Ende doedien ridder sinen stert getoent hadde, soe riepen veel ridders tenTempel waert in spot, so dat die Joden met so groten gedruusch utenTempel quamen, soe dat si wel XXV dusent man verpletten, omdat diepoorten te nauwe waren, ende dat volc so nideliken dranc. Dusverkeerde 19 die feeste in droefheden. Hier nae wort’et lant alsoe volrovers ende moerdenaers, dat nauwe iemant dat sijn 20 behouden enmocht. Ende die Samaritanen worden oec vechtende op die Joden vanGalilea, soe dat hier of grote scade ende scande quam. Ende omdatCumanus hier over niet en rechte, so togen die Joden ende oec dieSamaritane an Quadratum, den ruw[a]ert van Siriën, ende claechdenouer Cumanum. Mer Quadratus hiet hem dat si te Romen voeren denkeiser clagen van deser moert. Ende hi sende Celar, die een van denrovers was, mitten Joden ende Samaritanen om deser saec te Romenwaert, ende Agrippa die coninc dede der Joden boetscap voer denkeiser.

Van den moerdenaren ende bedriegers die doe in Jherusalem waren.Capitulum IIII.

[A]Ls Claudius die keiser haer clage gehoert had, so gaf hi hem goedeantwoerde ende hi verboet Cumanum die poert van Romen ende vanJherusalem hier om, ende hi dede drie van den edelsten Samaritanenonthoefden, omdat si op den Joden gesteken hadden, ende hi seindeCeler te Jherusalem gevangen, omdat men 21 doer die stat slepen soudeende dan onthoefden. Hier na sende die keiser tot enen ruwaert vanden Joden Felix, ende oec van Samariën ende Galilea, ende gaf Agrippeneen deel lants meer dan sijns vader was. Ende hier na starf Claudius, doehi XVIII jaer regneert hadde ende VIII maende ende XXX dage, Hier na

Page 11: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

22. belasting23. weigerden (te betalen)

wort Nero keiser, mer hi regneerdet rijc alte felliken, want sijn moederende sinen broeder ende menigen edelen man sloech hi doot, ende oecmenigen kersten, dat ic hier after laet om der historiën van den Joden tevolgen. Dese Nero gaf noch Agrippen veel meer lants endeheerlicheden. Dese Felix, die ruwaert was van Judea, hi vinc Eleasar, dieprince was van den rovers, ende mit hem vinc hi veel ridders die mithem 't lant geroeft hadden wel XX jaer lanc, ende dat hiet hem die keiserdoe hi’en verhief. Desen Eleasar sende Felix te Romen wert, ende hihenk’er veel van sinen gesellen, ende hier wasser so veel datt’er geengetal en was ende hi verdeetse die’t lant geroeft hadden, endepurgeerde dus 't lant van Judea van allen rovers. Daer na so verresenbinnen Jherusalem een ander manier van moerdenaers ende van rovers,die des dages binnen der stat dat volc alleinxken moerden, ende siscoten onder’t volc al heimelic scut, so dat niemant weten en mocht wiese so scote, ende dus so vermoerde[n] si groot volc in der stat, ja oecvan den edelsten ende meesten van der poort, want si droegen cortezwaerden onder haer cleder, ende si sloegen Jonathas den biscop mededoot. Ende hier of wasser grote plage of binnen, dattet volc dusvermoert wort in der stat van Jherusalem. Ende oec waren daer binnenbedriegers die mit toveriën 't folc bedrogen, ende leidense in denwildernissen, ende seiden hem si souden hem groot wonder laten sien.Tegen dese tovenaers sette hem Felix seer, ende sloeg’er veel doot vanharen geselscap, want hem docht dat si hem souden willen setten tegendat Roemsche Rijc. Ende tot desen tiden quam daer uut Egipten eengroet tovenaer, ende seide dat hi een propheet was, ende hi had wel XXX

dusent manne[n] vergadert, ende brochtse bi nacht tot op den Berg vanOliveten, ende woud’er Jherusalem mede winnen in der dageraert, alsmen die poerten ontsloet, ende 't folc op sijn hoede niet en was, ende hiwoude die Romein[en] dae[r] uut jagen. Ende Felix vernam dit, endequam mit sijnre Roemscher scaren, ende scoffierde al sijn volc, endeverdreef hem, ende sloech veel van sinen volc doot. Mer nochtant someerde dit quaet van rovers ende van moerdenaren alle dage, soe dat aldat lant van Judea daer of verwoest wort.

Hoe die Joden den Romeinen haren sijns 22 ontseiden 23 ende hoe haer

Page 12: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

24. Leeu 1482: noch daer

verdriet begonde. Capitulum V.

[H]Ier na wort groot geruft te Cesariën in de stat, want daer woendenbinnen heiden ende Joden, ende die worden stridende, welc hare dieheerscappie van der stat hebben soude, ende hier sloegen die heidenalte veel Joden doot, ende namen hem al haer goet. Mer Felix vink’erveel van desen rovers, ende na hem wort ruwaert Festus, dien Nero diekeiser daer sonde. Ende als Festus in’t lant gecomen was, vant hi daernoch 24 veel rovers, ende sonderlinge vant hi daer enen toevenaer, diegroot volc van den Joden an hem getogen hadde, ende Festus socht’en,ende hi vernam dat [h]i met sinen volc in die wildernisse getogen was,want hi seide den volc dat hi hem groot goet geven soude. Ende Festusvolchde hem nae mitten Romeinen, ende hi sloe[ch]’en doot met al denvolc dat hi vergadert hadde. Ende daer so starf Festus, ende doe sendedie keiser tot enen ruwaert Albinum. Ende eer Albinus in’t lant quam, sodede A[n]anus, die biscop, sinte Jacob, Alpheus soen, doden, die biscopwas van den keersten te Jherosolima. Omdat dese Jacob soe goet was, sotoenaemden 't volc: Jacob die men hiet Gerecht. Hi hiet oec Jhesus onsHeren broeder, want hi was Hem harde gelijc, ende hi was sijnremoejen soen. Ende als Albinus quam in’t lant, soe nam hi desenAnanum sijn macht, ende Agrippa, die coninc, nam’t hem oec, ende gafdat bisdom van den Tempel dien hi wilde. Dese Albinus was so quaetdat hi niemant recht doen en woude die hem geen gelt en gaf, want dierecht hadden in haren saken, op dat si hem geen gelt en gaven, hi gafhem onrecht ende deetse ontliven of in vangenis leggen. Ende hier bleefdie stat ende 't lant vol onvredes ende rovers, want die gene die daerbinnen woenden hadden verdient dat om haren wille 't lant ende depoort gedestrueert worden soude. Na desen quaden Albinum wortruwaert in’t lant een hiet Florijs, ende hi dede den Joden groot verdriet,want hi was soe quaet dat Albinus goet scheen tegen des Florijsquaetheden te rekenen, want Albinus was bedect in sijnre quaetheit,mer dese Florijs hielt quaetheit over eer, ende hi quam in’t lant alsmoerdenaer ende rover. Niemant en was sijns gelijc in liegen ende inbedriegen, ende hi hadde al sijne sin geset in’t volc ende 't lant teverderven, so dat menich man om sijnre quaetheit wil 't lant ruumde.Ende hier om quam Cestius, dien die keiser boven Siriën geset hadde,mit open heer in Jherusalem, ende doe quamen die Joden gemeenlic tot

Page 13: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

25. beloften

hem, ende claechden over Florijs’ overdaet. Mer Florijs onsculdichdehem met starker gelove, 25 ende dus bleef hi in’t lant ende der Jodenongeval wiessch’er mede, want Florijs dede opt’er marct die lude rovenbinnen Jherusalem, ende nam wijf ende kinder ende mannen tot VIC

ende XXX ende ded’er sinen wille mede. Nochtan en liet hi’er hem medegenoegen, mer hi pijnde hem hoe hi den Tempel soude mogen rovenvan den goude, dies daer veel binnen was. Hier om versierde hi enequaetheit, ende dede gewapende ridders comen tot Jherusalem wert, alsop die stad te comen. Ende doe voer hi so met sijnre l[o]genen binnentegen den Joden, dat si tegen die ridders te velde togen, dat meeste deelvan der poorte. Mer doe si te velde quamen, so sloegense die riddersende jaechdense ter stat waert. Mer dese valsche Florijs dedese wederstaen, daer si in quamen, ende hi toech voert om den Tempel tewinnen. Mer di’er binnen waren sloten den poertael endewederstonden, ende si hielden’t seer vromelic voer dien toorn die dieOude Herodes maken dede, ende hiet Anthonia, ende dus en mochtFlorijs den Tempel niet roven, mer hi voer t’hant uter stat in der poortvan Cesarea. Dese quade Florijs deet dat die Joden eerst staken tegendie Romeinen, ende en wouden hem haren tijnse niet geven, ende hierom wort namaels Jherusalem gevellet, ende dien Tempel, soe wi hiernae seggen sellen. Agrippa ontsach hem dat die Romeinen soudenworden stridende op die Joden ende op die poort, ende hi quam openen dach te Jherusalem, ende vergaderde volc omdat hise gaernbescermt hadde voer ongeval, ende hi toechde hem dat si alte crancwaren te steken tegen die Romein[en] die verwonnen hadden Galileenende Grieken ende alle der Joden lant ende Burtaengen ende Engelantende al Affrike ende menich stat ende menich borch ende Siriën,Spaengen, Egipten ende Aquitanien, ende al’t lant totter rivier Eufraten,ende die van Persen, ende al’t volc van desen landen dat dient die vanRomen. “Ende besiet oec of gi starker sijt dan die van Gallen ende dieAelmanne of vroeder dan die van Grieken of mogender dan al’t volc vanaertrijc? Nu hebt ontfermenis op uwe wive ende op uwe kijnder ende opdie heilige stat ende op den heiligen Tempel, ende laet ons met alledesen volc vrede hebben!” ende dit seide hi al wenende. Mer 't folcantwoerde hem ende seiden dat si den Romeinen niet en weten, mer siweten’t Florijs die hem al dit verdriet maecte. Ende Herodes antwoerdedaer op ende beval hem dat si den Romeinen betaelden den jaer tseins

Page 14: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

die si hem onthouden hadden. Si antwoerden: si souden’t garne doen,ende si vergaderden alle afterstallicheit van den tsins. Ende doe hiethem Agrippa dat si Florijs onderdaen waren tot dier tijt dat men denkeiser sijn quaetheit te weten mochte doen, ende dat hi hem enenanderen ruwaert sende. Doe si dit hoerden, so gaven si enen roop, endeverspraken den coninc Agrippen, ende worpen steen na hem, endejaechden uter stat. Ende enige van den volke verweerden den strijt,ende onderliepen den casteel Mesunda, daer die Romeinen in lagen,ende sloegen alle die Romeinen doot, ende leiden haers selfs volc daerin. Hier na so quam een in den Tempel die Eleazarus hiet, ende verboetden papen dat si der Romeinen offerhande niet ontfaen en souden.Ende hier of quam groten scade ende scand, want alle die Romeinenhadden dit onwaert, ende worden daer arre om. Ende omdat si ditkeren wouden, soe ontboden si Florijs ende den coninc Agrippen, dat simet gewapender hant comen souden binnen Jherusalem, omdat si mitcracht dese werringe wouden vellen.

Van den eersten gewecht dat binnen Jherusalem was. Capitulum VI.

[F]Lorijs en antwoerde hier op niet, want hi was blide om dese werrige,mer die coninc Aggrippa sende twe dusent ridders in die stat. Ende diepoerters die garne vrede hadden gehad, si togen aen dese ridders, endedat waren die voerbaerste van der stat, ende si hadden te hem waert dathoechste van der stat. Mer die rechters van der stat waren in denTempel, ende hadden oec tot hem waert 't nederste van der stat. Ended’een partie woude dus den Tempel winnen daer Eleazarus mit sijnrepartien in was in vresen, mer hi pijnde hem oec 't lant ende die stede tewinnen. Ende si [v]ochten d’een op den anderen seven dagen, endegeen van den partien en conden d’een op den anderen winnen. Hier naquam een feeste dat die Joden vieren mosten, groet ende clein, nahaerre wet. Mer die in den Tempel lagen, waren rovers endemoerdenaer[s], ende si en wouden niet vieren. Ende op dien feestelikendach onderliepen si die veste, daer dat heer in lach, dat Agrippa daergesent hadde. Ende aldus wonnen si die stat, want die ridders vlogen,ende som sloegen si’er doot. Ende doe gingen si breken ende ontweënslaen des bisscops Ananus huus, ende Agrippen husinge oec, ende dathuus oec daer die previlegien in lagen van den gelde, dat men plach telenen aen die rike in dier stat na zede ende castume totten armen luden

Page 15: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

26. Leeu 1482: ops27. Corrupt.

behoef. Ende die previlegien ende brieve verbarnden si alle, omdat diegene van hare partien quijt daer of souden bliven, dier in bescult waren.Ende op den derden dach hier na so beleiden si den toren Anthonia,ende daer lagen si twe dagen voer, ende sloegen’t al doot dat daerbinnen was. Hier na belagen si des conincs sale, want daer waren alleAgrippen ridders in die ontvloegen waren, ende op desen zael streden sidach ende nacht. Ende doe liepen si te Messida waert, die daer voerlagen ende waren, want daer lagen des Outs Herodes wapine binnen,ende daer wapenden si 't folc mede dat in der stat was. Ende si stredenso op 26 sconincs zale, dat si met groter pinen den toren vallen daden,want si mineerden. Mer si worden bedrogen, want die van binnenhadden een mineeringe tegen hem een nuwe muer gemaect. Ende daerom worden si buten gescoffiert, ende si lieten alle Agrippen ridderswech varen, die hi in die stat gesent had, mer die Roemsche scarenvlogen alle op die hoge toornen, die de Oude Herodes wilen makendede, so dat ic waen dat haers gelijc niet wesen en mochten vanvastichheden. Deser toren waren drie: d’een hiet Opilfis, d’anderMariannes, na Herodes’ wijf, die hi doden dede, die dorde hiet Phaselus,na sinen broeder. Ende die Joden wonnen cortelijc ’s conincs sale, endesloegen doot al dat si daer binnen vonden, ende daer na roefden si op't lant ende stakend’er vier in.

Hoe tot Jherusalem die Romeinen verslegen worden, ende te Cesariëndie Joden. Capitulum VII.

[O]P den anderen dach hier na vonden si Annas, den biscop van denTempel, ende Ezechias, sinen broeder, ende die sloegen si doot op diestat. Ende Ananias hiet, ende was als een prins ende heer van der poort,ende hi was in den toren Messida, ende hi dede halen Herodesharnasch, ende hi wort aldus verslagen. 27 Der gemeente van der stat wasdesen onvrede harde leet, omdat si die Romeinen ontsagen, ende sibehagen Ananias ende sijn partie, ende [s]i stormden so op die borchdaer hi in was, dat sise wonnen. Ende si vonden hem in enen hoec, daerhi gevloegen was, ende daer sloech men doot. Ende dit deden si, omdatsi hoepten van den Romeinen vrede te vercrigen, als si des viants quijt

Page 16: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

28. Bedoeld lijkt ‘oerlofden’ d.i. beloofden.29. Leeu 1482: si deden30. Leeu 1482: diet

waren. Mer die moerdenaers holpen Ananiam verslaen, omdat si te bethoer moertdade souden gebruken mogen. Dit was Eleazarus’ pertie,ende gingen hem pinen om die Romeinen te winnen, die in dentoernen lagen ende hoe sise verdriven mochte[n]. Ende als dieRomeinen dat vernamen, soe pijnde si hem met groter list of te comen.Ende haer hoeftman Vitilius seinde an Heleazarus, ende bad hem dat hihem luden haer lijf liet: si wouden wapen, harnasch ende al haer andergoet daer laten. Ende die Joden oerlochden 28 hem, dat si sekerlijc ofquamen, hem en soude niet messchien. Ende op dit belof quam vitiliusende sijn geselscap van den toornen, ende doe si alle haer harnasch ofgedaen hadden, soe quamen die van Heleazarus partie op hem striden,ende sloegense alle doot sonder Vitilius. Ende Vitilius swoer hi woudehem te besniden, ende hem houden an die Joetsche wet. Desemoortdaet en crancte den Romeinen niet seer, want hier waren luttelgroter heren verslagen. Mer dit was oec een sake daer die poorte omonteert wort. Ende der goeder luden herten waren haer seer bedroeft,omdat si ontsagen dat God die stede plagen soude, al en wraken’t dievan Romen niet. Menich mensche weende hier om, want si duchten’t tebecopen, omdat si 29 dese quade daet bestonden opten saterdach, die sischuldich waren te eren ende te vieren nader Joden wet, mer sibesmetten dus den saterdach. Op desen selven saterdach worden ondercleen ende groot te Cesariën XX dusent Joden verslaegen. Ende omdesen moort wort al Siriën in roer, want die Joden verbarnden mit harepartie die stede van Siriën, ende si en lieten geen lant noch poort daerin met vreden, ende si sloegen die wive ende kijnder doot. Ende die vanSiriën deden dit selver oec op die Joden, want 't lant van Siriën was intweën gedeelt, so dattet [d]en Joden scheen, want dages vachtetopenbaer, ende des nachts wast in groten vaer ende vresen, wantd[een] 30 roefden den anderen, ende wie dat meest roven mocht, hemdocht dat hi die best was. Die wegen ende die graften lagen vol doderluden, beide wijf ende mannen ende kinder, jonc ende out, ende silagen alle al naec[t] met hare scamelheit, dat jammer was. Oec gesciedegroot jammer in een poort hiet Antipolus, want die Joden die in die statwoenden hadden grote onvrede mitten heidenen, die daer binnenwoenden, soe dat si met den heidenen vochten op hoer volc. Mer dit

Page 17: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

31. Leeu 1482: trouwe doet

verginc hem te quaden, want die poerters ontsagen hem dat die Jodenbi nacht die poort op hem winnen souden, ende si vraechden hem of sivrede wouden, dat si vaste trouwe hielden, ende dat si met harenmeismieden uter stat togen wonen daer bi. Ende die Joden en hoedenhem geens scamps, ende deden haren raet, ende togen uut butenwonen, met al dat hem toe behoerde, ende daer bleven si twe dagen invreden. Mer ten derden dage togen die heiden van der poort uut, endesloegense al doot, wel XXX d[u]sent onder wive ende kinder endemanne, ende si namen hem al haer guet. Nu sal ic voert tellen van enenvalschen Jode die Simon hiet, wiesch hi plach.

Van enen valschen Simon, ende van sijnre moertdaet, die hi op sijn volcdede. Capitulum VIII.

[B]Innen Antipolis die stede was een Jode, een edel mans soen, dieSimon hiet, ende hi had lange tijt mitten heidenen gevochten tegen denJoden, sijns selfs volc. Ende op die tijt dat die van Antipolis dus dieJoden vermoerden, soe en toech hi sijn zwaert niet om sijn luden tehelpen, mer hi riep met luder stemmen ende seide: “Gi heren vanAntipolis, hoert, met recht soe doge ic nu torment ende pijn. Want icbens nu wel waert, want om die trouwe die ic tot u waert hadde, soebereit ic’t ende bracht toe op mijn volc desen moert ende dit groteverdriet. Ende omdat ic minen volc ontrou heb geweest, so is’t recht datgi mi di trouwe 31 breect, gi die van eenre ander wette sijt, omdat ic mijnwette besmet heb. Nu sterve ic hier als een verwaten man van mijns selfshanden, want dit’s die verdiente van minen sonden. Ende ic en bin nietwaert, dat mi mine vianden doden souden. In desen doot, die ic miselven doden sel, so sal ic u toenen mijn vromichheit ende mijnstoutheit.” Ende doe hi dit seide, so toechde hi sinen verwoeden sin,want hi sloech eerst sijns selfs vader doot, sijn wijf ende sijn brueder,ende al sijn meismede. Ende daer nae sloech hi sijn ridders doot eer dievianden daer toe comen consten, dat sise gedoot hadden. Ende doe hiseal verslegen hadde, die hem toebehoerden, ginc hi boven opten dodenstaen, ende doerstac hem selven met sinen zwaerde daer’t menich mansach. Ende dus bleef dese sotte stoute jongelinc doot. Dese jongelinc,omdat hi so vroem was ende soe schoen, ende dat hi metten heidenen

Page 18: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

32. Leeu 1482: dat dat - dittografie.33. Leeu 1482: gegeven - dittografie.34. Leeu 1482: testius35. Leeu 1482: hier36. Leeu 1482: Joden wouden

gesworen hadde tegen’t volc van sijnre wet, soe liet hem God ditverdriet ende desen jammerliken doot geschien. Die moerdaet die hi inAntipolis op den Joden halp doen binnen Siriën, al hier om soevermoerden die heiden die Joden oec aldus. Want die van Ascolonvermoerden die Joden, die binnen hare poorte woende[n], wel XVI

hondert. Te Ptolomaiden in der stat waren wel II dusent Joden gedoot.Ende die van Tirus sloegen oec die beste Joden doot, die de voerbaerstewaren, ende d’ander vengen si. Ende die van Joppe ende van Garisadoden oec die voerbarichste, ende vengen d’ander. Dus verderfden aldie steden van Siriën die [Joden die] onder hem woenden. Mer die vanAnthiochiën ende die van Apanien lieten die Joden, die onder hemwoenden, in paise haer wet houden, ende in Garisim oec, in ’s conincxAgrippen lant, so worden oec een deel Joden vermoert. Mer die Jodendie dien moert holpen doen, togen voer een casteel dat 32 Apprijs hiet,ende dien worpen si der neder ende slechten die vesten. Hier naquamen oec veel van den besten Joden, ende belagen die Romeinen inenen casteel die Matheronta hiet, ende si boden hem, wouden si dencasteel op geven, 33 si souden hem haer lijf laten. Ende op deser beloftegaven die Romeinen den casteel blideliken op. In der stat vanAlexandriën worden oec wel II dusent Joden doot geslagen om dieroverdaet die si deden.

Hoe [C]estius 34 begonde op die Joden te oerloegen. Capitulim IX.

[A]Ls [C]estius dit vernam, dien die van Romen ruwaert gemaect haddenvan Siriën, so peinsde hi dat hi die Joden lichtelic nu t’onder doensoude, ende hi 35 vergaderde een groot heer, ende quam op die stede,ende hem viel oec groot volc an, al met haetien op den Joden. 36 EndeCestius quam met sinen heer in Galilea op een stat hiet Zabulon, mer't folc wasser al uut getogen in den montaengen. Ende hi ende sijn heerdie beroefden die stat ende verbarnendense, ende doe woesten si al't lant daer omtrent. Ende Cestius voer weder te Ptholomaïden. Mer daer

Page 19: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

37. Leeu 1482: want38. Lees: Jafet.39. Leeu 1482: stakent

na keerde sijn volc in Siriën ende roefdent 't lant. Ende doe Cestius dusgekeert was, so sloegen hem die Joden wel II dusent man of van sinenheer. Ende [C]estius voer te Cesariën waert ende wan 37 't lant vanJosephet, 38 dat doe Joppe hiet, ende daer worden wel IIII hondert endeVIII Joden verslagen in dier stat. Ende doe staken 39 sij’t vier in der poort,ende woesten al 't lant daer omtrent. Doe sende [C]estius 't heer inGalilea, ende daer wonnen si sonder weer die vaste stat Sephoris, wantdie van der stat gaven hem op, omdatse die Joden begeerden te roven.Ende die hem setten wouden tegen die Romeinen, si vloegen op enenborch die Amason hiet, ende daer wouden si hem ter weer setten. Doeseinde [C]estius Gajum mit enen heer, ende omleide dese Joden, so dathi die borch wan, ende doe vloegen ende ontsagen hem die Joden seer,want die Romeinen sloegen’re wel CC doot. Ende die Romeinen stredendaer soe starkelijc op die Joden, dat sise al verwonnen, ende sloegen’remeer dan II dusent doot. Aldus suverde Gajus 't lant van Galileen, endekeerde weder in Cesariën, daer [C]estius lach. Nu toech [C]estius met alsijn heer te Jherusalem waert, want alle die Joden van den lande warenderwaert getogen tot eenre groter feesten. Mer doe die Joden vernamendat dus die Romeinen op hem quamen, so lieten si varen die vierte vanden saterdage ende die feeste, ende togen uut tegen die Romeinen,ende streden’re tegen, so dat sire IIII dusent doot sloegen ende xv, endevan den Joden worter doot geslagen XXII. Nochtan mosten si vlien wederin der stat. Ende die Romeinen volchden hem na, omdat si bi der statlogieren wouden. Ende een Jode die Gair heet, quam mit een deelJoden slaende after in den start van den Romeinen, ende sloech veelridder[s] doot, ende nam hem enen roef, ende brocht’en in Jherusalem;dat prees men hem seer. Dus lach [C]estius ten pleinen lande logeertmet sinen heer voer die stat drie dagen. Mer die Joden lagen al op enenberch, ende wachten wat tijt dat hi wech trecken woude. Als die concincAgrippa aensach der Romeinen vrese an vallen in haren keren van denJoden, so peinsde hi dat hij’t beletten soude, mochte hi. Ende hi sendean hem twe personen die wel kenden dat si die van der stat troestensouden, ende dat si vrede ende pais maken souden mit [C]estio, endedat si souden beteren dat si misdaen hadden. Mer die gene daer’toerloge an lach ende oerlogen wouden, si ontsagen hem dat diegemeente van der poort volgen souden Agrippen raet, ende daer om

Page 20: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

40. Leeu 1482: lachster41. Leeu 1482: die die - dittografie.

sloegen si den enen, die daer gesent was, doot eer si iet begonden teseggen van hare boetscap; mer d’ander ontscoot hem. Ende hier omwort die gemeent[e] gram, ende si gingen met steen werpen op die ditdeden, ende drevense weder in die stat.

Hoe [C]estius Jherusalem wan ende hoe datte[n] die Joden wederverdreven met lachter. 40 Capitulum X.

[D]Oe [C]estius hoerde dat de gemeente dus verbolgen was ende dattetvolc van binnen in der stat discoort was, so logeerde hi op min dan eenmile nader poort, ende daer bleef hi drie dage stille leggende. Meropten vierden dach porrede hi ter stat waert, ende wan sonder strijt diebutenste muer van driën, want 't folc hadse gelaten, ende was in diebinneste stat getogen ende in den Tempel, ende dit hilden si, want desestat ende desen Tempel en mocht men niet lichtelijc winnen. Ende doe[C]estius binnen der butenster muer gecomen was, so verbarnde hi veelvan den husingen dier binnen stonden, ende doe sloech hi daer sijngetelde. Ende had hi doe op die binneste poert gaen stormen, hi hadset’hant gewonnen, ende had des oerlogens een einde gemaect. Mer onseHeer en wout’s niet, want hi woude hem een meerre plage toe brengenom haer quaetheit. Hier na hilden die Joden starckelijc haer toernenende muren doe die Romeinen op hem stormeden, ende vochten vijfdage, mer si en wonnen niet. Ende opten sesten dach beval [C]estius datmen op den Tempel stormen soude ter noort side. Mer die Jodendedense achterwae[r]t trecken. Doe quamen die Romeinen met daetsenan die muer, ende begonden te mineren ende si ontstaken die poerten.Hier om begonden hem veel Joden t’onsien di’er binnen waren, endedie dit oerloge meest begonnen hadden, vlogen uter stat. Ende die 41

gemeenten ondeden [C]estius die poerten, ende ontfing’en over harenheer. Ende had hi daer iet langer bleven, men had hem den Tempel oecop gegeven. Mer God, die opten Joden verbolgen was, en woude nietdattet oerloge dus einden soude, mer hi woudse swaerliker plagen.Ende [C]estius en nam geen grote waer op die Joden, want hivergaderde doe sijn heer ende toech haesteliken wech. Ende die roeversdie uter stat gevlogen waren, worden doe stout, ende voechden hem

Page 21: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

42. Leeu 1482: hi43. Leeu 1482: hi44. Leeu 1482: hadden45. Leeu 1482: dreden - het was overigens de achtste november.46. Lees 12e jaar.

achter an den stert, ende sloegen hem menich man of, so dat [C]estiusin Gabaa ontvloech met groter pinen ende groten volc dat si hem ofsloegen, so roefden si veel van sinen guede. Dus bleef [C]estius inGabaa twe dage. Ende opten derden dach sach hi op hem comen soeveel Joden dat hi bliven most ter Bethoren wert, ende hi dedet alontweën slaen dat hem te prophijt niet comen en mochte. Ende daer[C]estius te Bethoren wert vloe, so waren die Joden altoes in sijn volc,ende sloegenre alte veel doot, soe dat hi selver nauwe ontvlien mochte,soe seer gram was hi ende in soe groter vresen. Ende die Joden belagenBethoren t’allen zijden. Doe wort [C]estius in groten anxt hoe hi soudemogen ontvlien, ende hi dede ’s nachts IIII hondert man daweit doenopter mure van der stat, als of al dat Roemssche Rijc aldaer mit harenheer waer. Ende op dien nacht ontvloe [C]estius mit sinen heer XX

stadiën van daer mit groter haesten. Ende des morgens vroe quamen dieJoden op die poert stormen, ende worden gewaer dat [s]i 42 aldusgehoent waren. Ende doe sloegen [s]i 43 die CCCC edel luden doot, diedabbeit daden, ende volchden [C]estius na. Mer [C]estius die was hemverre ontvaren, want hi ende sijn luden vlogen so haestelijc dat sijnluden lieten leggen op’t velt haer tenten, haer scachten, haer rammeende mangen, ende haer ander instrumenten, daer men die murenmede plach te breken; mer die Joden namen dit en vochtenre naemaelsmede op die Romeinen. Ende als die Joden [C]estium ende sijn heerniet verhalen en mochten, so keerden si weder ende namen den roefende dat goet dat [C]estius volc mit groter vresen ende haesten wechgeworpen hadde, 44 ende aldus keerden si weder in Jherusalem. Endevan haren luden en wasser niet veel doot gebleven, mer si haddenverslagen voetgangers van den Romeinen XIIIIC ende LXXX machtige edeleridders. Dit gesciede op den d[er]den 45 dach van november in Nero deskeisers XXste 46 jaer van sinen rijc.

Hoe die Joden haer lant besetten ende hoe Josephus Galilea bewaerde.Capitulum XI.

Page 22: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

47. Lees: Moreie (Morea).48. Leeu 1482: die die - dittografie.

[N]Adien dat [C]estius dit oerloge dus verloren had, so volchd’er hemveel uut Jherusalem, die hem van den Romeinen ontsagen, endepeinsden dat dit quaet einde nemen soude. Ende [C]estius sende deseJoden, die hem aldus volchden, tot Nero den keiser, die in Athis was ,datnu hiet 't Lant van Nerone. 47 Ende hi ontboet den keiser dies die sakewas van alre quaetheit, want hi hoepte dat die scande van deser scarenal op Florijs raken soude. Hier na sloegen die van Damasch in harensteden veel Joden doot, wel X dusent, um die wrake van den Romeinen.Mer hoe die boden die tot Nero gesent waren haer boetscap daden, datlaten wi hier staen, want wi sellenre hier na of scriven. Die Joden die[C]estium dus verdre[v]en hadden si maecten voechde van der statAnanias, haren biscop, ende enen anderen man, mer si en gavenEleazarum geen heerscappie in der poort, die veel roefs ende gevechtsop [C]estium gedaen hadde, want hi was een pijnlic man, ende sibesetten haer lant verre ende na, tot beiden einden van Galilea, endeleiden t’allen steden salcoirs tegen die Romeinen. Josephus, die desejesten screef, die Machathias sone was, ende geboren van denMachabeeuschen geslachte, dien maecten si leitsman ende ruwaertboven al Galilea voer sinen vader. Ende omdat Josephus wel wiste datdie Romeinen daer in’t lant comen souden, so en dede hi al niet die wiledat si vrede hadden, dan dat si vesten ende muerden die steden die inGalilea waren, want daer waren die XIIII steden onder hem, ende diedede hi mildelijc maken sonder sparen, ende die XVste stede Sephorusstichte haer selven, ende hi beval Jan Giscola te stichten, dattie XVIstestat was. Ende Josephus vergaderde uut Galilea meer dan C dusent man,ende die leerde hi ter wapijn, alsoe die van Romen plegen. Ende hiseide hem dat si voer hem sagen, ende dat si vroem waren, want sisouden moeten vechten tegen die 48 Romeinen, die bi nae alle die wereltverwonnen hadden. Ende hi beval hem dat si niet en souden leggen opstelen of op roven noch op moerden, ende dat men van hem luden nieten vertelde sulke quade zeden, die de heiden haten, want hi seide datdie goede ridderen seer te prisen sijn die den strijde vroem sijn, endedaer toe goede seden an hem hebben: “Mer die quaet ende onrein sijnende quade zeden plegen, al’t volc haetze, ende God wort oec haerviant!” Dus troeste Josephus sijn volc ende leerdse tot alre vromicheit.Ende hi had LXX dusent man te voet ende CC ende LX ridders, ende daer

Page 23: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

49. Leeu 1482: gliscola50. Leeu 1482: broechtet

IIII dusent ende V hondert man onder ors ende te voet, ende hier toe soehad hi noch VI hondert man die t’sinen lichaem waer namen. Dit waseen schoen volc dat Josephus had mede striden, hadde God mit hemgeweest. Doe Josephus dit lant dus besettede, so was een quaet valschJan die veel quaets conde, ende van niet opgecomen was, ende wasgeboren van [gis]cola. 49 Dese dede Josephum veel hinders, want deseJan was al te valsch, ende zeer beveinst, ende liegen ende bedriegen helthi voer vroetscap. Ende hi had oec altoes een rover ende eenmoerdenaer geweest, in busschen ende in wildernissen, ende metmoerdaden had hi hem altoes geneert. Ende deese Jan hadde vergadertIIII hondert man, daer hi mede pleecht te roven. Al met desen quam hi,ende werp hem an in dienste met Josephum, soe datten Josephusontfinc, ende Josephus setten dat hi waer boven die wercluden die destede muerden. Ende dese quade Jan dede hem daer soe toe, dat hi incorter tijt alle der riker lude scat ontwant van den lande, mer hi pijndehem in alre manieren ende listen hoe hi Josephum verdriven mochte,ende dat hi heer van de[n] lande worde. Ende hi dede op Josephum eenmeerre dinc, ende seide dat hi al Galilea verraden soude tegen dieRomeinen. Nochtan en was’t desen valschen Jan niet genoech, hi enbrochtet 50 daer toe, dat al Galilea verbolgen was op Josephum, ende enhadden si hem so lief niet gehad, si soud’en doot geslagen hebben. Opeen ander tijt so hadde dese valsche Jan Josephus verraden, dat hi hemdoot geslagen soude hebben, mer Josephus ontschoet hem endeontvloech hem. Ende doe vloech Jan uten lande ende voer teJherusalem, ende maecte die van der stat so gram op Josephum, dat siJan gaven groten scat ende II dusent man, omdat hi Josephus doot slaensoude of verdriven. Dus maecte die valsche Jan al Galilea in roer opJosephum, ende oec die van Jherusalem. Mer Josephus was so subtijl,dat hi met sijnre behendicheit Galileen t’hant gevreed hadde, soe dat sihem onderdaen bleven, ende hi hiete hem, dat si altoes vromelijc methem striden souden tegen die Romeinen. Ananias, die biscop vanJherusalem, ende alle sijn partie die striden wouden op die Romeinen,dat si maecten haer muer, volc ende ander wapen ende rescap tegenden Romeinen te striden, ende haer steden mede te behoeden.

Page 24: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

Hoe Nero, die keiser, Vespasiaen beval Judeam te destrueren. CapitulumXII.

[D]Oe Nero, die keiser, hoerde hoe [C]estius, si[j]n ruwaert in Judeagevaren hadde, so verwonderde hem dies, ende hi wort in vare van derJoden stoutheit. Mer van buten toende hi sijn hoverdicheit, ende teech’tsijnre riderre traecheit an, datt’er so gevaren was, dat sij’t verloren sovoerseit is. Ende hi toende sijn hoverdie, ende seide datt’et behoerlikenhem waer, ende der eren van den keiserrijc, dat men dit den Jodengoude, al wat er of comen mochte. Ende doe dede hi Vespasiaen voerhem comen, die van sinen jongen dagen tot sijnre outheit was een manvan vromen daden, ende wel vroem in wapen, ende die al die geneplach te dwingen ende t’onder te doen, mit den Roemschen hulpen, dietegen’t rijc van Romen staken. Ende hi vermaende Vespasiaens sonen,dat si haers vader leven navolgen souden in vromicheden. Ende ic waenwel datt’et God vertoende, dat Vespasiaen namaels keiser wordensoude. Dus sende die keiser Vespasiaen met vriendeliken woerden wechom Siriën te suveren van den rouers, ende hi sende Titus, desVespasiaens soen, die oec een vroem man van wapen was, inAlexandriën, omdat hi van daer halen soude dat Roemsche heer endebrengen’t in Siriën te salcoirse. Ende Vespasiaen toech over, ende anhem togen veel Romeinen, die vluchtich hadden geweest, ende oec somander volc.

Hoe die Joden van Ascolon verslagen waren, ende hoe Vespasiaen quamende ontfinc Sephoris. Capitulum XIII.

[D]Us began dat oerloge daer menich mensche sijn lijf in verliesensoude. Omdat die Joden soe gueden sege gehad hadden tegen [C]estius,so waenden si dat hem die Aventuer altoes mede vallen soude, ende sitogen voer Ascolon, om die stat te winnen, ende die Romeinen doot teslaen, dier binnen waren. Mer binnen der stat was een ruwaert, dieAnthonijs hiet, van den Romeinen, ende hi toech uut mit luden te veldetegen den Joden, ende stret’er tegen ende verwanse, ende sloecher dootX dusent, ende twe van haren hoeftmannen. Ende d’ander dieontvloegen in Idumea. Mer die Joden worden weder verstout, endequamen met meer volcx voer Ascolon. Mer Anthonius beleidse, endetoech weder uut ende vacht’er teegen, ende sloecher wel VIII dusen[t]

Page 25: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

doot, ende vencker veel van den genen die’r ontvloegen. Tot deser tijtquam Vespasiaen te Antiochiën, dat die hoefststat van Siriën is, wantAgrippa die ruwaert van den lande was, ontbeide sijns daer. EndeVespasiaen toech met sinen volc te Ptholomaida, ende die gaven hemhaer stat op, behouden lijf ende goet. Ende hi ontfencse, ende sendedaer binen een hoeftman, die hiet Placidus, mit M ridders ende mit VI

hondert man te voet, die de stat houden souden totter Romeinensalcoerse. Dit was den Joden een zwaer verlies van deser stat, ende denRomeinen een grote hulpe, want die’r binnen lagen deden Josephumgrote pijn ende sijn volc, die de stat also vast gemaect hadden, alberoude’t hem te spade, want si togen daer uut ende doer woesten al’t’tlant ende doer roefden’t ende verbarnden’t al, ende sloegen’t al do[o]tdat si vonden, so dat al’t volc vlien most in den bemuerden steden.

Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech. Capitulum XIIII.

[G]Helijc dat gi voer gehoert hebt, so had Vespasiaen gesent Titum,sinen soen, tot Alexandriën, om dat Roemsche heer dat daer lach. EndeTitus quam, ende brocht al dat heer sinen vader tot Ptholomaiden, diedaer met vier coningen sijns ontbeide mit sinen heer. Daer ordineerdensi ende seinden noch salcoers Placidum in Sephorin, die dat lant vanGalilea seer pijnde ende woeste, so dat al’t 't volc vlien most uten landein gevesten steden. Ende Placidus toech mit sinen volc op Jothabathae,dat die starcste stat was van Galilea, want die waende hi vluchts tewinnen, ende daer of grote eer te jagen voer sinen heer. Mer ten quamhem niet also hi waende, want die poerters togen uut, ende wondenveel van Placidus’ volc, ende verdrevense, ende Placidus ontvloechselver met pinen. Daer blevenre ses van sinen heren doot, ende van denJoden III. Hier na porrede Vespasiaen met alle sinen heer uutPtolomaiden ten lande van Galilea waert, ende hi deilde dus sijn volc,want hi sende dat lichte voet volc ende die die scutters voer om tebesien of in den holen ende hagen enige Joden lagen, die’t volconversiens souden mogen deren, ende daer nae dede hi busschen endehagen of houwen, ende berge slechten in den dalen. Ende hier naquam’t grote heer van Romen, ende den standert van Romen, ende datwas een velt van goude gemaect, ende van sabel als enen vliegendenaern, ende dit bediet gelijc dat die aern boven allen vogelen vliecht, datRomen al so waer die hoefstat van [alle aertrijc, ende] die sijn heer sach,

Page 26: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

51. Zie de diplomatische editie voor de verdwaalde woorden.52. Leeu 1482: lant53. Leeu 1482: sin54. Bedoeld is de stad Gabara.55. Josephus56. De i staat ondersteboven.57. Lees: vier

hi en vervaerde hem daer of. 51 Dus quam Vespasiaen met alle sinenheer in Galilea, ende sloech daer sijn getelde lan[c] 52 ende wijt, omdathi die Joden vervaren woude, want niemant en was so stout die si[j]n 53

heer sach, hi en vervaerde hem daer of, ende si vloegen alle. Ende doeJosephus heer dit grote heer ansach, so ontvloech hem veel sijns volcx,so datter hem niet so veel en bleef, dat hi tegen den Romeinen dorstebestaen te striden, ende Josephus vloech met veel volcx dat hem bleef inTiberiën. Mer Vespasiaen ende sijn volc wonnen die stede 54 ende dodenal’t volc datter binnen was, so gram waren die Romeinen van der plagendie de Joden gedaen hadden op [C]estium. Als Josephus in Tiberiëngecomen was, so wort dat volc seer vervaert, want si wisten wel dat hiniet gevloegen en soude hebben van den Romeinen, had hi enige hoepgehat van zege, ende si peinsden waer... Want hem 55 docht wel, na datgescepen was, dat hem alre best had geweest, dat hij’t lant op gegevenhadde in der Romeinen hant. Want hi sach wel, had hi paijs gesocht anden Romeinen, hi hadden wel gecregen. Mer hi had liever te sterven,dan dat hij’t lant op gegeven hadde, daer hi 56 ruwaert ende hoeftman ofgemaect was, omdat men dan geseit soude hebben, dat hi een verraderwaer, had hi daer so scandelijc of gescheiden. Hier om screef hi totJherusalem dat d[at] Roemsche heer op hem quam, ende hoe hem sijnvolc of gegaen was, ende hi ontboet hem dat si hem salcoirs senden, hisoude die Romeinen bestriden.

Hoe Jothabata beleit wort van den Romeinen. Capitulum XV.

[V]Espasiaen ginc hem bereiden Jothabata te beleggen, want hi wist weldat in dier stat veel Joden getogen waren, ende dattet die starcste statwas van Galilea. Ende dattet omtrent den poerten oneffen was vangeberchte, dat mer te orsse niet toe comen en mochte, ende oecqualiken te voete, soe sende hi die voetgangers voer, ende dede al diestraten slechten, ende binnen driën 57 dagen voldeden sij’t werc. Endeopten vijften dach hier nae, doe quam Josephus met sinen hulpen te

Page 27: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

58. Leeu 1482: soude59. Leeu 1482: ggheen60. Leeu 1482: weerde61. Leeu 1482: dienen62. Leeu 1482: Een63. Leeu 1482: gelyc64. Leeu 1482: wel

Jothabatha binnen, daer blide of waren alle die gene die in der statwaren. Ende Vespasiaen vernam dit, want een bode seit hem, ende hiseinde onder dach ende nacht te Sephorijs om Placido, omdat siJosephum daer beleggen wouden. Want Vespasiaen was so blide, omdathi waende Josephum daer te hebben in sinen handen, den stoutstenende den vroemsten van alle den Joden, want hem docht dat al derJoden macht aen Josephum alleen lach. Ende Placidus quam haestelijcmet dusent ridders, ende beleide Jothabata al om ende omme, dat hemJosephus niet ontvaren noch ontrumen en soude. Ende ’s dages daer naquam Vespasiaen met al den heer, ende beleide die stat an de noortzide,ende sloech sijn getelt seven stadiën veer van der stat, op enen berch, sodat die gene die binnen der stat waren 't heer mochten sien, omdat sidus te meer anxtes hebben souden. Want doe sijse van binnen sagen, soworden si so seer vervaert dat niemant uter stat gaen en dorste an geenside. Ende die Romeinen gingen die poorten al om ende om beleggenmit driën scaren, omdat si hem niet ontvlien en soude[n]. 58 Ende doedie Joden haren noot an sagen, so verstouten si want geen 59 dinc enmaect enen man stouter, dan als hi hem selven verweren moet vannode. Ende die Romeinen begonden te stormen op die poort, ende dievan binnen weerde[n] 60 hem stoutelic, ende en lieten’t so saen nietwinnen. Mer si dreven 61 die Romeinen afterwert. Hier nae quamVespasiaen mitten slingers ende mitten scutters, ende bestont die muerdaer si vastste was, so dat Josephus ende alle die in der stat waren,vervaert worden ende duchten die stat te verliesen. Doe worpen die vanbinnen die stat die poorten open [ende] 62 angingen die Romeinen vanbuten so vromelijc dat sise van der muer dreven. Mer daer bleven vanbeiden siden veel luden, want geli[j]c 63 dat die Joden stout ende boutworden om den noot diese dwanc, also worden oec die Romeinen hemscamende, dat si wiken souden den Joden, ende dus vochten si al dendach totter nacht toe te velde, die Joden van gramscap ende van node,ende die Romeinen met cracht. Daer waren [ve]el 64 Romeinen gewont,mer daer en bleeffer mer XIII doot, ende der Joden XVII.

Page 28: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

65. Leeu 1482: op

Hoemen op Jothabata stormde. Capitulum XVI.

[D]Es anderen dages quamen die Romeinen weder te gader om op diestad te stormen, mer die van binnen togen anderwerven tegen hem uut,ende dus deden si vijf dagen lanc, ende streden starckelijc den enen opden anderen voerder muer van der stat. Ende die Romeinen vochtenstarckelijc op die van binnen o[m] 65 dat die van binnen so veel scadendeden an haer volc, mer si en mochten niet op hem winnen. Nochtantom den doot te sterven so en woudens die Romeinen niet laten, si enwouden op die stat stormen, al waer si noch eens so starc, wantJothabata stont op een hoge roetsche, ende daer onder was een valeieso diep, dat men niet sien en konde van binnen dat gras dat wies in dievaleie. Mer alle[e]n an die noortzide van der stat, daer’t gebergt eindenam, daer mocht men der poorte genaken. Mer Josephus had daer tegendoen maken so hogen starcken muer dat men daer die stat niet en hadmogen winnen, en had’t groot aventuer gedaen. Ende Vespasiaen gincmercken ende sach die stat so vast datter geen winnen an en was, endeoec dat die Joden stout ende starc waren. Doe vergaderde hi sinen raet,ende beval alle den heer dat si drachte dragen souden, ende die vestenvollen. Ende al’t volc ginc gemeenlijc dragen, onder taertsen endescilde, hout ende steen, ende volden die grafte. Mer die van binnenworpen uutwert met stenen, ende scoten vier, ende verbarnden diedracht, d’een voer d’ander na. Mer nochtant wrochten die Romeinen sovromelijc buten dat si tegen haren danc die graft volleden, ende droegenenen berch, daer si scutters op leiden die die lude van der stede binnenseer quetsten ende wonden.

Hoe Josephus die muren hogen dede, ende van den gebreke waters.Capitulum XVII.

[J]Osephus die vroet ende subtijl was, hi peisde hoe hi dit benemenmocht. So vant hi enen raet van subtijlheden, dat hi boem dede cortente punt, ende stacse boven ter muer uut, ende daer dede hi t’enden anhangen natte hude ende cleder, die muer al doer ende doer, tegen diescote. Ende daer dede hi die mure soe hoge metselen, dattie scutters

Page 29: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

66. Lees?: doer

den volcke binnen niet en mochten deren, ende tegen [der] Romeinendanc so de[de] hi die muer wel C voet hoge metselen, ende daer op veeltoornen. Des hadden die Romeinen groot wonder, die de stat te voreneerst meenden te winnen, ende om dat werc worden si so gram, endeVespasiaen oec, dat si meerre wille ende begeert hadden om die poortte winnen. Want die Joden waren so stout op deese muer, dat si dicwijluut liepen, strijden op die Romeinen, ende barnden haer loedsen endetenten of ende [deden] hem menigen roef, so dat Vespasi[a]en sijn volcverboet, dat si ter stat waert niet en togen om assaut daer op te doen,want hi woude die stat geheel winnen, ende 't folc daer in verhongeren,ende hi dede alle die wege beleggen die ter stat waert lagen. Mer die vanbinnen hadden alrehande vitalie genoch, sonder water ende sout, wantsi en hadden binnen gene fontein, mer in putten hadden si binnen eenluttel waters. Nochtant waren die putten wel na al verdroecht van derhetten van der zomer, want het was somer doe si belegen waren, endehet regende selden binnen dier tijt, so dat Josephus den volc dat waterdede deilen alle dage bi maten. Dit verhoerden die Romeinen, endewaenden die poert saen tot haren wille gehad te hebben. Als ditJosephus vernam, soe dede hi ter muren uut hangen genette cleder, totenen teiken dat si waters genoech binnen hadden. Ende doe dat dieRomeinen sagen, behaechde’t hem qualiken, ende Vespasiaen docht weldat hi die poort met honger ende dorst niet en soude mogen winnen.Doe vant hi in sinen raet, dat hi op die poort stormen woude in’t eerste.Ende dit begeerden die Jode alle, want si hadden liever cortelijc in denstride te sterven voer 66 't swaert dan van honger ende van dorst teverderven, want si en mochten nergent ontvlien. In deser noot so vantJosephus oec enen anderen raet, want neffens der stat lach een seerdiepe valeie, verre buten allen wegen, ende daer doer senden si bodenal heimelic, die hem binnen brochten al dat si behoefden of te doenhadden. Oec beval hi hem: waer’t dat si water vonden, dat si gaensouden over handen ende over voeten, ende hi deedse overdecken metruwen huden; aldus schenen’t dan honden te wesen. Ende in desermanieren so haelden dese boden doer’t dal al dat die stat behoefde totdattet heer van Romen des gewaer wort, soe dat si doe dat altemaelbeleide ende bewarde. Ende doe sach Josephus wel dat hi die stat nietlange en soude mogen houden, ende ontsach hem sijns lijfs, ende namraet mitten besten die’r waren, dat si mit een deel volcx doer 't heer van

Page 30: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

67. Verkeerd begrepen. Eerst worden de ‘lijtsen’ aangevallen en vervolgens de ‘tenten’.68. Lees: engiene69. Dittografie.70. Leeu 1482: drie

Romen breken souden ende ontvaren. Mer die gemeente van der poortewort des gewaer, ende si quamen alle, van den minsten totten meesten,omtrent hem, ende baden hem oetmoedelijc, dat hi hem niet enontvoer, want dede hij’t t’en waer hem geen eer. Oec beloefden si hemdat si alle voer hem sterven wouden, want hi haer heer ende haer troestwaer. Mer Josephus had garne sinen raet bedect, ende seide, dat hinergent om uut varen en woude dan dat hij’t volc van Galileavergaderen woude, ende striden dan op die Romeinen, om die stat cortste ontsetten. Ende hi seide oec: “Omdat si mi hier binnen weten, sostriden si hier om op ter stat. Ende ben ic hier binnen blivende, so enmach ic u niet alsoe wel helpen als of ic buten waer.” Mer die gemeenteen mercte op desen woerden niet die hi seide, want man ende wijf endeclein kijnder, ende alle die in der stat waren, quamen ende vielen voersinen voeten al wenende, ende baden hem dat hi hem niet en ontvoerin deser noot. Doe wort Josephus verwonnen met wanhopen endeseide: “Lieve vrienden, nu is’t dan tijt dat wi ons tot stride geven, wantdaer en helpt geen cronen tegen. Want, bi Gode, 't is eerlic dat men’t lijfgeeft om eer, nu dan so laet ons die vianden so vromelic an gaen, endeso groten moert daer onder doen, dat men daer ewelic of spreke!” Als hidit geseit had, so togen si alle willichlijc met hem uut der stat, ende sibraken der Romeinen lussen van den tenten 67 ende haer aensien, 68 soedat si togen vromelijc also bi een totten tenten van Romen, ende sibraken ende verbarnden haer ansien 69 van haren tenten. Aldus sovochten si op die Romeinen drie dagen ende drie nacht vromelijc.

Hoe Vespasiaen den ram an der muer rechte, ende hoe hem Josephuswederstont - Capitulum XVIII.

[V]Espasiaen mercte dat die Romeinen aldus alden dach ende nachtgroten scade leden van den Joden, ende hi beval wijselijc sinen volc alssi die 70 Joden uutcomen sagen, dat si hem wiken souden, want hi seidedat die Joden niet en begeerden dan die doot. Ende oec dattet alte

Page 31: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

71. Leeu 1482: vol72. Leeu 1482: thonen73. Leeu 1482: dienen74. Leeu 1482: aensien

quaet een dinc is ende onseker vol[c] 71 te tho[m]en 72 dat in wanhopenis. Ende hi sette tegen der Joden oploop die scutters van Arabien endedie slingers van Siriën, ende hi beval desen dat si die Jodenwederstonden, ende si deden also Dit behagede den Joden qualiken,nochtant braken si doer den scoten, want si en mercten op haren levenniet, ende si dreven 73 die Romeinen achterwaert, ende doerbrakendicwijl haer scaren. Hier om dede Vespasiaen weder drachte dragen termueren, so hoge dat die Romeinen daer op rechten een engien 74 dateen ram hiet, dat’s een grote lange balc die voer ’t hoeft alte starckelijcverisert heeft met tweën starcken iseren hoernen, ende dien hout mensonderlinge vast met starcken repen an een engien gemaect als eengalge. Ende desen ram trecken veel luden achterwaert ende voerwaertmit repen. Ende geen muer en mach so vast wesen noch so dicke datiseren hoeft en stectse ontweën. Aldus om lange tijt dede Vespasiaendesen ram rechten opter dracht tegen die niewe muer, ende besidenden ram sette hi scutters, die totten kertelen waert opscoten van dermuer, so datter niemant op staen en mocht uutwaert siende. Ende denram gaf enen stoot soe groot dat die van binnen begonden te roepen ofsi die stat verloren hadden, want al die muer waechde van den stoot.Mer Josephus vant een subtijlheit tegen den stoot van den ram, dat hiniet seer en soude mogen hinderen, want hi dede sacken vollen mitstro, ende deedse hangen tegen den steec van den ramme, dus enmocht hi der muer niet deren. Die Romeinen die dit sagen worden alverwoet, ende namen lange boemen of pertsen, ende nagelden daerzekelen an, ende sneden die sacken of. Ende si deden so veel met hareneidicheit, dat si den ram noch stieten opter muer. Ende omdat diemuer noch nuwe ende varsch was, so en conde sij’t niet weder staen,mer si scoerde. Als Josephus dit sach, soe liep hi met sinen volc termueren van binnen, ende worpen tot drie steden vuer uut met peecende met sulpher gemenget. Ende hier mede verbarnde hi cort diecostelike engiene, ende die drachten die de Romeinen met groter pinengemaect hadden, ende dus waren si buten weder verwonnen.

Hoe die muer gebroken wort ende der vrouwen kijnt uten lichaem

Page 32: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

75. Leeu 1482: ende onder76. Leeu 1482: ende bract ende77. Leeu 1482: assant

geworpen wort. Capitulum XIX.

[H]Ier moechdi horen grote vromicheit die sommige Joden deden.Binnen was een Jode, die Eleazarus hiet, hi nam enen steen boven soegroot ende werp den ram boven op’t hoeft, soe dattet hoeft brac, endedoe spranc hi t’hant neder van der muer onder 75 die vianden, ende namdat hoeft ende 76 hi brochtet mit hem op die muer gedragen. Mer daer hiop clam, wort hi mit vijf scaften doersteken, dat hi weder van bovenneder viel doot. Doe waren daer noch twe brueders, Philips endeVeteras, die sprongen doe oec neder in den hoop van den vianden endedoerbraken die Roemsche scaren ende verdrevense. Doe liep Josephusuut met den sinen hem te help, ende om staken ende verbarnden alledie instrumenten ende die engiene die die Romeinen om der statgemaect hadden tot haere weer. Mer die Romeinen verstouten so, dat siden ram, dier gevellet was, weder op rechten nader middaech, totterselver stede van der muer, daer hi te voren gestoten hadde. Hier geviel’tdat een van binnen die ter mueren stont scoot Vespasiaen mit enenquarele doer den voet, daer hi stont, ende hier om wort al’t Roemscheheer vervaert. Mer doe hem sijn wonde verbonden was, so verstoute hiweder, ende al’t Roemsche heer met hem. Ende alle die Romeinenverstouten d’een den anderen om te wreken haers heren quetsuer, endesi liepen alle opter muer stormen, daer tegen dat elc stont. Mer al wastdat Jospehus ende sijn luden so gepijnt waren mit den stenen endescachten die van buten in quamen, nochtant deden si starcken assaut 77

op den ram mit vier, met steen ende met iser, dat si daer op worpen,mer 't en bescoot niet noch en lette, want men scoot van buten endemen warp der Joden op die muer soe veel doot, datt’er geen getal in enwas, want dach ende nacht stormde men op die poort. Ende men sachdes nachts die Joden op der muer gaen, al doer ende doer mit vier, endemen warp van beneden opten toornen ende op die castelen menigensteen, dien die muer faelgierden. Hier geviel’t dat een steen van butenquam gevlogen, ende warp enen Jode die neffen Josephum stont dathoeft of, soe dattet welna een scutmael verre vloech! Ende desen selvensteen geraecte een vrouwe, die swaer ginc met kinde, ende scoerde haerden lichaem, ende mitten steen voer haer’t kijnt uten lichaem meer danXL voet verre. Dus was groot geween binnen van den vrouwen, ende

Page 33: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

78. Leeu 1482: dittografie: die die 79. Leeu 1482: staert80. Leeu 1482: schim

opt’er muren bleef menich man doot, soe dat alle die side van dermuere daer men stormde al bloet was, ende roet van den bloede al doerende doer, ende die hoop van den doden lach buten so hoge dat merover op die muer climmen mocht. Want al datter stat vaer ende vresegeven mocht, dat en gebracker dach noch nach[t] Op eenre nacht luttelvoer den dage wort die muer ontweën gestoten mitten ram, ende dieJoden worden al verwoet, ende liepen al gewapent voer dat gat staen,ende die 78 Romeinen brochten vroe ter muer waert bruggen endelederen, mer si hadden daer zwaer aventuer. Ende Vespasiaen brochtewel vroe sijn volc om op die stat te stormen, ende hi ordineerde daerdie gene die den scaert 79 oft gat bestaen souden, dat die ram gestotenhadde. Ende andere lude ordineerde hi t’allen gaten, so dat niemantuter stat ontvliën en soude, ende daer die muer heel was, daer sette hislingers ende scutters, ende dede daer in lederen setten, om datt’ervroem luden opclimmen souden, ende dat dan die stoutste, die binnenvoer 't gat stonden, lopen souden voer ’t gat daer ’t volc over climmenwoude, ende dat men ’t gat sonder weer winnen soude. Mer Josephus,die behendich was, verstont een deel van den rade van buten, ende hisette d’oude luden van der poort, ende die vermoeit waren, daer diemuer heel was, omdat si dat daer lichtelijc souden verweren. Mer hi,ende die starcste van der stat, gingen staen ter weer voer ’t gat, endedaer wijsde hi hem, hoe si vechten souden, ende seide: “Elc vechtestoutelijc! Niet om lant te houden. Mer nu peinst dattet al verloren is.Ende elc vecht vromelijc op sijn lijf, ende hebt voer ogen den overdaetende quaetheit, ende uwe wive, uwe kijnder ende uwe brueders hiernamaels sellen moeten dogen. Ende pijnt u nu dat op hem te wreken!”Doe soe mochte men doe in der stat horen groot geween van al den volcgemeenlic, ende elc ginc hem vromelic geven ten stride. Die Romeinenquamen toe mit geblase, ende met getrompe van hoornen. Endebrachten haer plancken ten gate wert, bruggen of te maken. Ende diequarelen vlogen daer soe dicke dat die schijn 80 van der sonnen daer ofverdonckerde.

Hoe Josephus die Romeinen verscalcte. Capitulum XX.

Page 34: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

[J]Osephus gesellen die mit hem voer ’t gat stonden, peinsden om dathem Josephus geseit had. Ende doe die Romeinen die brugge leiden tenmueren, so liepen si daer voer op, ende vochten daer tegen hem, endeen lietense niet voert comen, ende si en keerden oec niet achterwaertvoer dat si bi driën ende bi viven neder vielen van quetsingen, endealsoe deden si oec haer vianden vallen. Mer die Joden worden hierverladen, want als si een scaer van den Romeinen verwonnen hadden,soe quam daer altoes een versche schaer daer nae, ende dit lette denJoden seer. Ten lesten quamen die Romeinen met taertschen, so dat diebrug gewonnen, ende quamen totter muer. Als Josephus dit sach, sobegonste hi hem seer t’onsien. Nochtant vant hi enen raet in deser noot,want hi nam gewelde oli, ende begoot daer mede ’t folc op die scilde.Ende daer mede worden si geschent onder haer wapen, totten benentoe so die oli neder liep. Ende dat volc spranc van anxt nederwaert,ende vielen doot van der bruggen, ende sulke cropen wech die te livebleven, want si en mochten van der brugge niet achterwaert keren, om’t grote volc dat achter an quam dringende. Dus bleeffer daer veel doot.Mer den Romeinen en gebrac nie cracht noch weer in desen anxt, nochden Joden wijsheit, want al was’t dat den Romeinen die oli wee dede, siliepen vast toe. Mer Josephus vant doe enen anderen list, want hi dededoe fenigrecum sieden, ende deede’t gieten op die plancken alle sins.Ende doe worden die plancken also glat, dat die Romeinen daer op nietstaen en mochten, si en vielen van den plancken neder, soe datter daeraldus veel doot bleef. Doe dit Vespasiaen sach, soe dede hijseachterwaert keren van stride, ende hier bleven van den Roemschenheren onder doot ende gewont meer dan CCC. Dit geviel op den XXstendach in wede maent.

Hoe Vespasiaen ende Titus Effraten wonnen. Capitulum XXI.

[V]Espasiaen troeste sijn volc, dat si hem noch vromelic souden weren,ende hi dede die dracht noch hoger dragen an die muer, ende op diedracht dede hi toornen maken, vijftich voet hoge, ende die dede hi terstat waert al overdecken met iser, omdatse die van binnen nietverbarnen en souden. In desen toornen leide hi slingers ende scuttersdie dien van der stat grote moeinisse deden, dat hem harde na ginc.Binnen desen quam daer in ’t heer een niemaer van enen stedekijn, hietEffrata, daer veel Joden in waren, ende die den Romeinen groot quaet

Page 35: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

81. Leeu 1482: si

deden. Ende Vespasiaen sendde erwaert Trajaen, sinen soen, mit enengroten heer, dat hij’t beleggen soude. Dit Effrata was omme bemuert mittweén muren, ende was seer vast, ende doe die Romeinen daer voerquamen, so togen die Joden te velde tegen hem uut om te strijden, mersi verloren den strijt so dat si mosten wedervlien in haer poorte. Endedie Romeinen volchden hem soe cort after na, dat si met hem in depoort braken, ende wonnen die eerste muer. Ende die van binnenhielden die binnenste muer wel vast. Ende alle die geene die warenende woenden tusschen den tweën mueren, die sloegen die Romeinenal doot, wel XII dusent bi getale. Doe Traianus sach dat die poorte wassonder mannen binnen, soe seinde hi om Titum, sinen brueder, dat hiquam ende wonne dese stat. Doe quam Titus te hant derwaert, endewan dese stat met vechtender hant, ende sloech alle die mannen doot,dier binnen waren. Mer die wiven ende die kinderen vingen dieRomeinen, tot XXVI hondert ende XX toe. Ende onder voer ende nawaren daer verslagen XV dusent man. Dit geviel opten XIIIsten dach vanbraech maent.

Hoe Jothabata gewonnen wort. Capitulum XXII.

[J]Othabata, die vaste stat, die gehouden was met vechtender hantvromelijc van die van binnen wort aldus gewonnen. Opten XLIIII dach nadatt’et heer van Romen daer voer gecomen was, so wort die drachtevoldragen ende enen hogen berch gemaect mit groter pinen. Doe quameen man uutgeronnen uut der stat ende men brocht’en voer Vespasiaen,ende hi seide hem datt’er luttel mannen binnen der stat waren, ende datdie selve di’er waren alte cranc waren worden van waken ende vanquetsingen. Voert seide hi hem dat si mit behendicheden die stat dussouden mogen winnen sonder vechten: want die van binnen plegen teslapen eerst in der dageraert, ende te stormde hi dan die poort, hi 81

wonse. Mer Vespasiaen geloefde dese man luttel, want hi hadde daer tevoren enen van binnen gevaen, ende om wat torment ende om wat pijndat men hem dede, hi en woude niet seggen hoe’t in die stede stonde,mer hi bat zeer dat men dode, soe datt’en Vespasiaen dede crucen. Merdese Vespasiaen dochte datt’er niet veel aen en lage al besochte men’tdat hi geseit hadde, ende hi hielt’en gevangen. Ende ten naesten dage

Page 36: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

82. Lees: IIIIC dusent

ordineerde hi sijn heer dat men ter muerwaert trecken soude, alheimelijc eer’t lichten soude van den dage. Ende Titus ginc ter muerwert mit een luttel volcx, ende aventuerde hem selven, ende si sloegendie wachters doot. Ende doe gingen si binnen der stede, ende ’t folcvolchde hem vaste na, ende si wonnen den hogen toern. Ende doe’tdach was, ende die sonne op ginc, ende ’t folc ontwaecte, dat hier nietof en wiste, so quam een nevel binnen der stat vallende, die’t volcverblinde. Ende desen neevel duerde t’hent alle dat volc van denRomeinen binnen gecomen was. Doe gingen si hem wreken van denscade die si genomen hadden voer die stat ende sloegen’t al doot dat sivonden. Ende si sloegense, ende dan worpen sijse ter mueren wert uutin die diepe valeien. Si en spaerden niement. Want die Joden waren soonversienlic belopen, dat si hem niet geweren en mochten, ende veelvan den genen die omtrent Josepho waren, hadden liever hem selven tedoden, dan dat si onder die Romeinen quamen, omdat si hem ontsagendat sijse souden hebben te spot, ende dus sterff’er veel. Die Romeinenmochten wel blide wesen, dat si dus die stat wonnen, want anders enhadden sijse niet winnen mogen sonder grote verlies. Onder denRomeinen was een prince, die Anthonijs hiete, ende hi socht’et volc datin putten in der stat ende in hagedochten gevlogen was. Ten lestenquam hi tot eenre hagedochten, daer hi veel Joden binnen vant. Endeonder dien was een edel man, ende boet Anthonio die hant, dat hi hemop naem. Ende doe’n Anthonius op nemen soude, ende hi hem sijnhant boot, so slog’en die Joden doot. Ende om deser moertdaet starfmenich Jode op desen dach, want men doersochte seer nauwe diehagedochten, die kelres, die putten ende pashuse. Ende alle die Jodendie men vant, nam men ’t lijf, sonder wijf ende kijnder, want wive endekijnder worden daer gevangen tot XII hondert toe. Ende van der tijt datmen voer der stat quam, waren daer doot bleven onder binnen endebuten IIII dusent 82 menschen. Vespasiaen dede al dese stede slechten,die hi wan opten eersten dach van hoimaent, in Nero des keisers XIII

jaer. Dese Jothabata was die starcste stat van Galilea.

Hoe Josephus gevonden wort in eenre duwier. Capitulum XXIII.

[D]Ie Romeinen sochten al doer ende doer Josephum, wat si mochten,

Page 37: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

83. Leeu 1484 - dittografie: ende die

ondert volc dat si vonden in hagedochten ende in putten. Mer doe diestat gewonnen was, die wijl dat men vacht, so ontvloech hi in enen put,die in die zide hadde onder een grote diepe hagedochte, als enen kelre,dat mens niet lichtelijc en mocht vinden. Hier binnen vant hi XL edelJoden, des hi blide was, ende vitaelgie genoech. Ende die Romeinenhadden die stat al om ende omme nauwe beleit, dat Josephus nietontvlien en soude. Des daechs onthilt hi hem in dese duwier, mernachts soe ginc hi uut omdat hi gaerne ontgaen hadde, mer hi en mochtniet, want soe nauwe waren alle die gaten beleit om sinen wille alleen.In desen put ontscuulde hi twee dage, mer ten derden dage worts eenwijf gewaer, ende si seit den Romeinen. Doe seinde Vespasiaen tweprincen, Paulinum ende Galiranum, dat si hem op nemen souden, endehi gaf hem sin lijf. Dese II princen behoefden IOSEPHUM sekerlijc sinleven, mer hi en dorste hem niet opgeven, ende hi antwoerde hem dathi geenre genaden en hoepte, omdat hi den Romeinen so groten scadegedaen hadde. Vespasiaen sende doe tot hem den derden prince die 83

Nichanor hiete, ende die Josephus wel kende, ende ontboet hemgewarich teiken van vrede. Ende dese Nichanor die troeste Josephum,dat hi uut quaem, ende ontfinge der Romeinen vrienscap. Met Josephuswas altoes in twivel, wat hi doen mocht. Doe worden die barone butengram ende wouden vuer in den put werpen, ende Josephum ende sijngesellen daer in versmoren. Mer Vespasiaen verbotet elken op sijn lijf,dat sij’s niet en deden. Nichanor seide Josepho hoe toornich die princenwaren, dat hi niet uutcomen en woude, ende hoe si hem daer omdreichden Ende hoe hi peinsende wort om den swaren droem, die hemGod ’s nachts vertoent hadde, daer hi an verstont die onsalicheit die denJoden nakende was, ende dat dreigen van den Roemschen princen,ende oec hoe’t met hem vergaen soude, want hi was harde vroet vandromen te verstaen. Oec so verstont hi wel die Heilige Scrifture van denpropheten, want hi was selver paep. Ende doe dede hi te Gode mitdeser bedinge mit oetmoedicheit ende seide: “Ai Heer God, die alaertrijc gescepen heeft, het’s Dijn wille ende vonnisse dat der Joden wett’onder gedaen worde ende lien ende eindet onder die van Romen. AiHeer Vader, Du vertroeste min ziel daer toe dat ic al dit voer seggensoude. Hier om wil ic mi willichlijc opgeven in der Romeinen hant, inoercontscap dat ic mi na Dijn vonnisse an hem keren wille. Niet alsverrader, mer als Dijn dienstknecht geve ic mi op.” Doe gaf hem

Page 38: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

84. Leeu 1482: hi85. Leeu 1482: selste86. Leeu 1482: hogedacht

Josephus Nichanoren op. Ende doe die Joden dit sagen, die mit hemdaer binnen waren, so gingen si alle om staen, ende clageden haer witende seiden: “Ai Josephe, geeftu di selven dus op tot eigenscap, endehebstu dus saen vergeten hoe menigen man du hebste doen sterven omdie vriheit, die du hieldes, ende seides? Ende dijn vrientscap was alvalsch ende loes! Hoe waenstu mit hem ter vrientscap te comen ende invreden wesen, daer du so seer op gestreden hebste? Waenstu dat si diniet ontliven en sellen? Ende wilstu hem bi bliven? Ende al is’t dattudinre naturen vergeetste, omdat [d]i 84 die Romeinen verwonnenhebben. Wi sellen nochtant die eer van onsen lande houden, ende slaendi doot met onsen handen. Hier om sterft nu williclijc doer die eer alsonse here, onse leits man, want sterfstu williclijc so en selst[u] 85 nietbliven als een verrader!”

Hoe Josephus sijn gesellen in der hagedacht 86 mit subtijlheden verwan.Capitulum XXIIII.

[A]Ls dit volc Josephum dus an spraken so vervaerde hi hem, ende ginchem an mit wijsliker talen, ende seide aldus: “Lieve gesellen, waeromwillen wi sterven sonder noot, ende verscheiden die ziel ende datlichaem, d’een van den anderen, die mit so grote vrientscap te gadersijn, dat nie minne so groot en was in der werelt, als si te gaderonderlinge hebben? Ende dat dese twe onderlinge wilt doen vechten,dat tegen natueren is? Ende dat wi begeren te sterven als die Romeinen,ende alle menschen, so is’t beter dat men in wige sterve. Dat’s teverstaen: daer men in staende stride is ende vecht. Ende hier om bit alsote sterven van den Romeinen. Waerlijc mi en soude niet vervaren miselven te doden met minen zwaerde ende met mijnre hant, waer sooerbaerlijc als dat mi die vianden doden. Ende of die Romeinen sulcsijn, dat si haren viant sparen willen, sellen wi ons selven doden, endeons selven niet sparen? Ic lie ende seg noch datt’et goet ende oerbaerlijcis te sterven voer die vriheit. Mer dat is te verstaen vechtender hant opdie gene diese ons of winnen willen. Mer nu willen onse vianden nietstriden. Oec seldi weten dat hi harde blode ende versaecht is, die sondernoot sterven wil, ende die hem dat ontsiet alsse sijnre werc te doen is.

Page 39: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

87. Leeu 1482: ende88. Leeu 1482: vrient

Hier om gi heren, laet ons onsen doot an den Romeinenen keren, wantwi en weten of si ons doden sellen of niet. Ende sellen wi ons selvendan dootslaen sonder noot? Dunct u dat een stout mans daet, dat hihem selven doot? Dat en behoert enen stouten man niet toe, mer enenbloeden. Dat’s een bloede scipman die sijn scip in den tempeest ommewerpt in den groende, want het is tegen die natuer dat enige levendecreaturen hem selven dat lijf nemen souden, daer men Gode seer medevertoornt, dat een hem selven ’t lijf neemt, want het tis natuerlic datgeen levende creatuer gaerne en sterft. Waendi God sou’t wreken an onsof wi onsen lichaem doden, dien Hi ons gegeven heeft in te leven? Hierom laet ons Gode gebruken laten mit onser doot, ende dat sijn wischuldich te doen, want wi sijn alle sterflijc. Mer die ziel die God in denlichaem gesent heeft, daer den lichaem bi leeft, die ziel leeft ende duertewelijc. Nu besiet ende merct die enen anderen sijn goet naem, endedade’t qualijc over, en 87 soud men niet houden voer loes endeontrouwe? Of dan een van Gods giften ende Sijn goet al willens endeonwaerdeliken doet uut sinen handen ende uut sinen lichaem, hoewaendi God en salt wreken?! Ende en weti oec niet, soe wie biaventueren haer leven wel einden, ende Gode doen dat si hemschuldich sijn te doen, dat si hier na ten doemsdage den lichaem mittersielen weder ontfaen sullen, ende dat si ewelijc sonder einde dan tegader bliven sellen in groter blijscap, want die heilige varen ten hemel,daer si in groter salicheit ende blijsscap leven. Mer soe wie die vanwanhopen of ander hem selven ’t lijf nemen, si moeten ewelijc in derhellen worden getorment, ende hi is gehaet van God, ende van allenheiligen. MOISES die ons die wet gescreven heeft, hi scrijft in sinengeboden, dat soe wie hem selven doot, dat men sal laten onbegraven totdat die sonne onder gaet; nochtant beveelt hi dat elc sinen viant 88

begrave. Lieve gesellen, het is goet dat elc wel toesie dat hi Gode niet envertoerne mit sijnre felheit ende mit sinen wercken. Want willen wi onsselven behouden bliven, waendi dat ons die Romeinen ontliven sellenomdat wi onse stat tegen hem hielden so vromelijc? Want begeren wi testerven, soe sel’t ons eerlic wesen dat wi sterven van haren handen dieons gevangen hebben, want ic en wil ten vianden waert niet gaen ommijn vrienden ende lude te verraden. Ben ic quader dan die gene diesonder bedwanc in handen gaen den vianden, die doen’t om vernoi

Page 40: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

89. Leeu 1482: sterve90. Leeu 1484: noch enen daer hi mede ghecauelt soude hebben - dittografie

ende verdriet te scuwen? Mer ic en does nergen om dan om mijn lijf tebehouden. Nochtant woude ic dat mi die Romeinen mijn lofte braken,want slaen si min doot, na dat si mi vrede gegeven hebben, so sal icsterve[n] 89 mit goeden wille, want haer liegen sel mi dan gerekentworden tot also groter eeren als of icse verwonnen hadde.

Hoe Josephus hem op gaf in der Romeinen hant ende hoe’t heer opbrac. Capitulum XXV.

[D]Ustanige gelikenisse seide Josephus sinen gesellen, omdat hi hemgaerne verbeden hadde, dat niemant hem selven ’t lijf nemen en soude.Mer si en wouden hier nae niet horen, omdat si te voren becoorthadden geweest hem te doden, ende si togen alle haer zwaerde, endequamen op hem, omdat sine dootslaen souden. Mer hi hielt den enenende anderen dreigende als heer, ende den derden bat hi van anxt endevan node daer hi in was, so elc mensche vresen mach in sulcker noot.Ende in deser manieren so bedwanc hijse alle, ende verbot’et hem, soedat si van vresen haer zwaerden lieten vallen, want al waren si soovermoedich over hem geworden, nochtant ontsagen si’en alle als harenheer, ende worden vervaert. Ende omdat hise daer toe niet brengen enmocht, dat si hem den Romeinen opgeven wouden, so vant hi desebehendicheit, ende seide hem dat si hem ter Auenturen gaven, endemaecten onderlinge een cauellinge, ende soe wie mitten cavel gevondenworde, dat hi sinen hals uutrecken soude, ende die hem naest waer, diesoude hem ’t hoeft of slaen, ende aldus so en soude niemant sijn selvendoden. Dese[n] raet docht hem allen goet, ende elc nam sijn aventuerin’t cavelen, tot dat si alle onthoeft waren op Josephus ende noch enen,daer hi mede gecavelt soude hebben. 90 Mer alst God woude, sovoersach Josephus dat hi niet en wist op wien die cavel vallen mocht vanhem beijden. Ende oec omdat hi sin handen niet besmetten en woudeaen niemant van sijnre wet, daer om en woude hi niet cavelen, mer metbloten swaerde dreigende, so dwanc hi sinen geselle dat hi hem opgeven moste. Dus gaf hem Josephus ende sijn geselle op Nichanorre,ende hi leidse t’hant voer Vespasiaen. Alle die Romeijnen liepen te hoepom Josephum te sien, ende die sulcke waren blide dat hi dus gevangen

Page 41: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

was, ende veel wass’er die baden dat men doden soude. Sulcke dieverwonderden oec seer van der Aventuren dat si so wandelbaer is,omdat si nu Josephum gevangen hadden, die aldaer te voren cortelijcenen groeten heer gesien hadden. Want alle die princen die te voren opJosephum gram waren, als si hem sagen so worden si sachtmoedichende hadden ontfermenis op hem. Ende Titus hadde ontfermenisse ophem boven al den Romeinen, want hi mercte aen hem sijn gestadicheit,ende sijn goede manieren, die hi hadde in sinen verliese, ende oec hoevroem hi te voren geweest had in den strijt. Ende hi mercte oec hoe hinu gevangen stont onder sijn vianden. Ende hi hiet elcken an hemmercken, die waenden waerheit van der Avonturen. Ende hi seide datmen aen Josephus wel sien mochte, dat geen dinc in aertrijc vast nochgestade en waer. Ende Titus halp Josephum al dat hi mocht voer sinenvader boven alle die gene die in’t heer waren. Ende Vespasiaen bevalJosephum vast te houden, ende geliet hem als of hi hem den keisersenden woude. Doe woude Josephus Vespasiaen heimelike dingen vanGoods wegen seggen, mer hi en woude niet datt’et iemant hoerde,sonder twe van sinen heren, ende Titus sijn soen. Doe seide hi: “HeerVespasiaen, ic wil dattu weets dat ic tot di gesent ben bode van Goodswegen, di te seggen dat geschien sal. Du wilste mi senden tot Neronenals of hi heer boven di waer, Mer ic segdi dese niemaer, dattu selverkeiser ende heer sijtste, ende Titus dijn soen oec. Ende om hier of diewaerheit te proeven, soe wil ic dattu mi vast doeste houden. Ende envintstuu’t niet waer, so doet mi jammerlijc mijn lijf nemen.” EndeVespasiaen en hielt hier niet of, want hi waende dat hij’t geseit haddegeveinsdelijc, omdat hi hem dies te meer goets doen soude. Mer daer navernam hi dat Josephus geseit hadde dien van Jothabata, doe dieRomeinen daer voer quamen, dat si na XLVII dagen die stat verliesensouden ende haer volc, ende het was waer ende also geschiede’t. Endehier bi geloefde hi hem te bet, dat hi hem voerseit had van den keiserrijcMer nochtant dede’n Vespasiaen spannen in iser, mer hi gaf hem giftenende dede hem eer. Mer Titus, sijn soen, dede hem altoes die meesteeer. Hier na so brac Vespasiaen op, ende toech te Ptholomaiden waert,ende die stat hiete nu Akers. Hier na toech hi te Cesariën waert, endedaer dede hi een deel binnen van sinen heer, ende ’t ander sende hi teCicapoles, omdat si daer leggen souden den winter doer, ende hem daerrusten. Want sijn heer was so groot, had hij’t altegader houde leggende,si souden gebrec hebben gehad van fitaelgien. Doe quam daer niemaerdat een deel Joden weder vesten Jaeff, dat Testius daer neder geworpen

Page 42: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

91. Leeu 1482: seyde92. Verkeerd begrepen. Bedoeld is: ze vochten nog feller tegen de Romeinen in de hoopdaarmee Josephus te treffen. ‘Sparen’ = ‘sparren’

hadde, ende dat si scepen maecten, mede te roven op die zee. MerVespasiaen sender van sinen ridders ende van sinen voetgangers, ende siondergingen doe des nachts den Joden die stat. Mer die Joden gingen inharen scepen, ende voeren van den lande, so dat mense niet crigen enmocht. Mer des nachts rees enen storm so groot, so dat die scepe d’eenaen d’ander ontweën staken, ende si scoerden oec op die roetsen, soedatt’er veel van den Joden dus verdorven. Mer wie ten landeontzwemmen mochte, die sloegen die Romeinen doot. Dus blevend’erdaer doot van den Joden XII hondert Joden. Ende die Romeinen wonnenaldus Jaeff sonder striden, ende si slechten’t al ter neder, ende alduswort Jaeff twewerf gewonnen ende geslecht.

Hoe men in Jherusalem Josephum beclaechde. Capitulum XXVI.

[D]aer omdat Vespasiaen woude dat hier nimmermeer voert an Jodenvergaderen en souden, soe sei[n]de 91 hi daer ’t volc te orsse ende tevoet op een starcke veste, die hi daer dede maken, omdat si alle dieJoden uut dien lande verdriven soude. Ende dese voeren uut endewoesten ’t lant al om ende omme. Hier na quam niemaer te Jherusalemdat Jothabata gewonnen waer, ende dat Josephus aldaer verslagen waer.Doe wort in dier stat groot geween ende hantgeslach, ende sonderlingedie haer magen ende vrienden daer doot gebleven waren, mer boven albeclaechden si den edelen man Josephus, beide groot ende clein. Endedesen rouwe duerde XXX dagen binnen Jherusalem. Hier na quam dieniemaer in Jherusalem dat Josephus in’t Roemsche heer waer, in grotereren, ende levende ende wel varende. Alle die gene die te vorendroevich op hem waren, die worden doe zwaerlijc op hem verbolgen,ende seiden dat hi een verrader waer, ende sulcke seiden’s hemopenbaer grote scande ende lachster. Want so hart waren die Joden: sosi meer verloren, so si grammer worden. Want si worden so vermaledijt,dat si de quader worden van daer hem ander luden of castien, want silieten hem om Josephus wille als oft si alle confuust waren. Ende of siniemant anders en geerden te creincken dan hem, aldus gelieten si hemin Jherusalem, ende spaerden die Romeinen. 92 Nu so toech

Page 43: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

93. Leeu 1482: Vespasien94. Leeu 1482: stede95. Leeu 1482: alleen96. Lees?: coene97. Leeu 1482: mede98. Verminkt: de Joden zijn wreet ende stout...

Vespasi[a]en 93 voert in des conincs Agrippen lant, daer hi eerlicontfangen wort. Daer nae heeft hi vernomen dat Tharissen endeTiberiën, beide dese steden die op die mere 94 van Galilea stonden,wouden noch oerlogen tegen die Romeinen. Doe voer hi derwert metgroter macht, ende wan staphans Tiberiën, want dat volc gaf hem tehant op. Daer na voer hi te Tharissen. Ende die poorters hadden scepengemaect, of sij’t lant verloren, dat si ter zee op die Romeinen soudenoerlogen. Ende Vespasiaen, diese winnen woude, hi logeerde verrebuten der stat. Ende daer quamen een deel van den Joden, die op dieRomeinen stormden. Mer die Romeinen drevense weder in der stat.Ende doe sij’t lant lieten, liepen si weder in haren scepen, ende danscoten si weder op’t lant. Hier na vernam Vespasiaen overwaer dat daerbi te velde lagen een groot hoop Joden. Doe sende hi derwert Titum,sinen soen, met V hondert vromer ridders. Ende doe Titus vernamdatt’er veel vianden waren, ende hi had luttel volcx, doe ontboet hi [alrene] 95 sinen vader, dat hi behoefde meer volcx. Mer hi sach sijn volcsoe schoen, 96 dat mit hem was, al was’t dat si som bloet waren, hiwoude mit hem striden. Daer ginc hi op’t hoge staen, daer hem sijn volchoren mocht, ende hi sprac hem toe met dustanigen woerden: “GiRomeinen, mi denckt nu goet, dat ic u vermane wien wi sijn, ende opwat volc dat wi striden. Nie en ontfinc onse macht viant die tegen onsstac in alder werelt. Ende mi denct recht dat men dese Joden prise,omdat si niet verwonnen en sijn noch oec m[o]ede 97 te vechten, wantom haer ongelijc moeten si stoutelijc vechten, want het staet hem soe.Ende wi moeten vechten met gelijc ende met crachte, omdat wij’t daermede al dat in die werelt is crigen. Ende nu so bin ic harde blide, omdatic in uwe ogen sie dat gi stoutelijc ende blidelijc vechten wilt, ende u inaventueren keren. Mer nochtant ontsie ic mi dat onder u enige ludensijn, die hem vervaren in vresen, omdat si al hier tegens ons sien soeveel vianden. Mer gi selt weten dat veel luden van den stride niet vroeten sin. Mer wi sijn goet te wapenen, ende oec sijn wi wreet endestout, 98 want wi en waren nie misdaen. Ende hier om weest elc nuvroem ende stout, ende wi willen stoutelic te betaelgien waert an, want

Page 44: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

99. Leeu 1482: troiane100. Leeu 1482: iagen101. Leeu 1482: doe die

die Avontuer is wel mit ons, want mijn vader ende ic hebben altoesgoede sege gehad. Ende ic en sel tot minen vader niet keeren als eenverwonnen man, soe dat ic van onsen vianden niet vlien en sal, want icwil nu beginnen te strijden tegen onse vianden!” Als Titus dit geseithadde, so worden alle sijn ridders also willich te striden datt’et wonderwas. Mer eer men den strijt begonste, so quam Tr[a]iane 99 Titum tehulpe mit CCCC ridderen te orsse. Mer dit was Titus ende sijn volc leet,dat hem enige hulp quam, so willich waren si ten stride, want hemdocht dat sij’s te min eren bejagen souden. Ende Vespasiaen sende hemluden oec II dusent ridders, die op’t volc stormen soude ter mueren,omdat si niet uut trecken en souden, den Joden te hulpe, die te veldelagen. 100

Hoe Titus Tharissen wan. Capitulum XXVII.

[T]Itus sloech vast mit enen groten houwe in der betaelgie van denJoden, ende si verweerden hem een stuc tijts harde seer, mer in’t lestemosten si vlien in hare poerten Ende daer si dus vlogen ter poort waertan, so worter menich Jode dootgeslagen eer si binnen mochten comen.Ende doe si binnen der poort waren comen, so wort tusschen denpoerters ende hem groot twist in der stad, want die poorters woudenpais hebben mit den Romeinen, ende hem haer stat op geven, merdie 101 van buten ingecomen waren, wouden dat wederstaen. Dit gevechthoerde Titus die buten was, ende hi seide t’sinen volc: “Vast trecket an.Nu is’t tijt dese stat te winnen sonder beiden, want si vechten binnen!”Ende doe hi dit seide, nam hi sijn aventuer, ende reet op die zee sideende doer der zee in die stat, want daer en was die stat niet bemuert.Ende Titus volchde menich man na, ende alle die in der poort waren,worden gescoffiert ende vervaert van den Romeinen, ende som van denvolc die vlogen afterwaert ende som ter zee waert. Ende die opter zeewoenden roeiden wech met scepen, ende men sloech’t al doot dat mencrigen mocht, soe dat Titus den Romeinen verboet meer te slaen. Endedoe die Joden die stat verloren sagen, so sloegen si in’t lant, ende daervluchten oec veel mit haren scepen. Ende doe ontboet dit Titus al sinenvader, ende die wort seer blide van deser boetscap. Ende ten naesten

Page 45: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

102. Leeu 1482: ghegheulogen - dittografie.103. Leeu 1482: anxr104. Leeu 1482: ende die105. corrupt

dage beval hi scepe te maken, daer men die Joden mede winnen soude,die te sceep te watere gevlogen 102 waren. Ende als die sceep gemaectwaren, so voeren die Romeinen striden op den Joden, die hem in denlaec ontvaren waren. Mer die Joden deden doe luttel weren tegen dieRomeinen, ende sulcke storven voer ’t swaert, ende sulke sprongen in ’twater van anxt 103 ende verdroncken, so datt’er niemant den Romeinenen ontginc. Ende onder die te velde ende in dije poort ende in der zeedoot bleven, waren VI dusent ende V hondert. Dus nam Vespasiaen diestede, ende die oude van den Joden, die hi gevangen hadde, XII hondert,die 104 dede hi doden, mer hi sende Nero, den keiser, VI dusent starckejongelinge. Gevangen van den Joden vercoft hi, ende ’t getal daer of wasXXX dusent ende IIII hondert, sonder die gevangen die hi Agrippen gaf.Ende ’t achertste einde van desen stride geviel op den achten dach vanwedemaent.

Hoe Vespasiaen Gamala begonde te bestrijden. Capitulum XXVIII.

[A]Ldus was die poort Tharissen gewonnen, die op’t een einde vanGalilea stont. Ende al’t volc van Galilea gaven hem nu den Romeinen op,sonder twee steden, die een hiet Giscola, d’ander Gamala, ende oecwaren veel Joden gevlogen op enen berch, hiet Taberius. Gamala was sovasten stat, dat si den Romeinen niet en ontsagen, want si was veelvaster van roetschen dan Kothabata was. Den berch daer dese stat opstont, was gemaect als een kemel, ende stont al op roetschen, endehadde die dale alte wonderlike diep. Ende hier toe hadde Josephus, eerdie Romeinen quamen, om d’een muer 105 met eenre starcker hogermuer al om ende om. Ende diegene die in dier stat waren getogen, hemwas wel van sekerheden, omdat si vaster was dan Jothabatha. Mer inGamala was min volcx dan in Jothabata was, ende si en waren oec nietalso stout als die waren, mer hier waren veel Joden in getogen, die hemverlieten op die vastheit van der stat. Ende eer Vespasiaen daer quam, sohad Agrippa seven maende voer die stat gelegen, mer hi en mocht’erniet winnen. Doe quam Vespasiaen ende belach die stat, mer hi mochtsealtemael niet beleggen, want die dale waren te diep ende te groot, so

Page 46: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

106. Leeu 1482: waert107. Leeu 1482: kerenren108. Vul aan: so dat si

dat men’t niet doen en mocht. Mer Vespasiaen ginc die stat aen ter oestsiden, waer 106 eenen vasten hogen toorn stont boven alle der stat. Endedaer tegen deede hi drachte dragen, ende die grafte ende die dalevollen. Ende Agrippa ginc doe ter mueren spreken tegen den Joden, ofsi die stat opgeven wouden. Ende een Jode die boven op der muerstont, werp doe mit eenre slinger nae hem, ende raect’en mit enensteen aen sinen ellenboge, dat hi hem zeer quetste. Doe worden dieRomeinen so gram, omdat die coninc Agrippa gequetst was, ende sipeinsden wel dat die Joden soe quaet waren, dat si niemant mieden ensouden, omdat si Agrippa niet en mieden, die van haerre wet was. Dusginc daer doe menich man dragen, so dat die graften gevellet worden.Ende men stellede daer ramme op der muer. Binnen waren Joden vanTharissen, ende die begonden hem tegen den storme te verweren, wantsi waren die voerbaerste van der stat, ende dat ander gemeen volc dathalp hem. Mer haer weren was t’hant gedaen, want die scutters vanbuten dedense achter keren, 107 so dat men met den ram die muerbegonste ontwe te stoten, ende maecten een gat. Ende die Romeinentogen binnen met groter gerufte, soe dattie van binnen die weerverloren, ende vlogen alle op ’t hoechste van der stat. Ende dieRomeinen togen starckelijc in, ende volchden hem na. Mer die Jodenquamen tot enen keer, van boven lopen op die Romeinen weder, endestakense daer neder 108 vielen ende van groten anxt vlien mosten in denhusen, die opten hangenden roetschen stonden, want si en mochtenhem niet verweren. Mer dat si dus in den husen vlogen dat verderftse,want daer vloecher so veel in dat die husen van bedrange ende laste soeverladen worden, datt’et een huus op ’t ander viel ende rolleden alle dieroetsen neder, ende der Romeinen bleven daer binnen veel doot. Endeom desen anxt mosten die Romeinen wederkeren, ende vlien ten gatewert, daer si in gecomen waren, mer dat gestof van den gemul was sogroot, dat sij’t gat cume mochten vinden. Ende Vespasiaen selver wasingecomen tot desen gate, ende bleef daer voer staen met een luttelvolcx. Mer Titus, sijn soen, en wasser niet, want hi hadd’en in Siriëngesent. Ende Vespasiaen docht oneerlijc hier te vlien, want hi peinsdeom die eer die hem voer gesciet was, ende hi bleef dat gat doehoudende, so dat’s den vianden wonderde. Ende doe liepen si alle mitenen gerucht op hem vechtende, so dat hi achterwert weec mitten rugge

Page 47: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

tot buten der muer, eer hi hem den rugge keerde. In dit assant bleef eenprince van Romen doot, ende menich ander man. Ende in deser nootontvloech al heimelijc een prince van Romen, hiet Gallus, in een huusmit hem elften, ende berchden hem daer. Ende t’savonts quamer lude ineten. Ende Gallus hoerde hem over maeltijt vertellen den raet van derstat, hoe hi binnen was. Ende des nachts sloech hi alle die luden doot,ende ontscoot alsoe van daer sonder hechte.

Hoe Gamala ende Taberius gewonnen worden, ende hoe men tot Giscolwert toech. Capitulum XXIX.

[V]Espasiaen sach sijn heer staen seer bescaemt ende droeve, want siscaemden hem dat si haren heer gelaten hadden in sulcker aventueren,ende si waren bedroeft dat si haer volc sommich ende die stat dusverloren hadden, want alsulcken misval en gesciede hem nie. MerVespasiaen troestse soe dat si alle weder tot hem selven quamen. Endedie van binnen troesten hem een deel nu wel, omdatt’et hem in ’t beginaldus wel viel. Nochtant hadden si binnen so grote braec, dat hem veelluden mit crachte ontscoten, ende liepen wech. Ende die Romeinengingen weder dragen dracht om die stat te winnen. Doe men dus voerGamala lach, so sende Vespasiaen een heer om te bestaen die borchTaberius, die wel XXX stadiën hoech was - ende die XVI stadiën makeneen mijl - ende desen borch was XX stadiën wijt. Ende Josephus haddesen borch al om ende om doen mueren met eenre starcker muren,dien hi binnen XL dagen nochtant volmaecte. Ende in deser stat was alteveel volcx. Op dese wort Placidus gesent, mer hi mercte ende sach datop dese stat geen striden en was om te winnen. Daer om ginc hi an datvolc boven, ende riep hem, dat si hem op gaven ter genaden ende tepaise. Ende die Joden quamen goedertierliken uut, als of si hemopgeven wouden. Ende Placidus sprac hem vriendeliken toe, omdat hij’tvolc uut woude doen comen op ’t slechte lant, op dat hijse daer honenmocht met gevechte. Mer die Joden begonden eerst te striden. EndePlacidus vloech nederwaert mit den sinen, den Romeinen, omdat si hemvolgen souden tot beneden anden berch. Ende doe si beneden comenwaren, so keerden hem die Romeijnen ende ondergingen hem denberch, ende sloegender veel van den Joden doot. Ende hem ontlieperveel in der stat te Jherusalem, ende d’ander die boven bleven, gaven diestat op. Te Gamala stormdmen vreseliken dach ende nacht op die poert.

Page 48: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

109. Vul aan?: Josen110. Leeu 1482: start111. Vul aan?: met112. Leeu 1482: hoecsten

Ende die van binnen weerden hem vreselic, ende die van buten dedenenen toorn vallen, met al den wachters di’er op lagen, soe dat al dieander wachters in vaer waren. Ende die Romeinen liepen hier endedaer, ende sloegen’t al doot, dat si vonden. Ende men scoot doe daerdoot op den muren 109 die voerbaerste van der poort. Die stat wort doein groten anxt. Ende Cares, die doe van enen evel siec lach, vernam’tende hi starf 110 van anxt. Mer die Joden dochten hoe si eerst binnen dermuren gevaren hadden, ende en liepen al niet binnen, nochtant warensi gram. Doe quam Titus, die harde gram was op die poorters van derstat, omdat si den Romeinen so groten scade gedaen hadden. Ende Titusnam 111 hem II hondert ridders ende voetgangers oec, ende mit dien sobesocht hi die stede, soe dat si binnen quamen mit gemake. Ende als dieaweiters dat vernamen, so liepen si te samen in wapen, ende setten hemter weer. Ende doe dat volc van der stat dat vernam, worden si alle inroer, ende vlogen met wive ende met kinder alle ten hoec[h]sten 112

wert van der stat. Ja sulcke waren die vlogen ende liepen onder derRomeinen zwaerde, ende die slogen si alle doot, ende ’t bloet liep alroot die straten neder. Want men sloech’er daer soe veel dat men ’t getalniet en wiste. Vespasiaen toech vast mit sijnre macht ten hoechstentoorn wert, daer dat volc al binnen vloech. Ende dien toorn stont op soehogen roetsche, dat mer qualijc toecomen mocht. Ende die Jodenscoten ende worpen steen sterckelijc op die Romeinen. Mer den Jodenquam van boven also groten storm op, die hem God sende tot haerredoot, dat haer scut ende haer steen niet vliegen en mochten, die siscoten ende worpen ten Romeinen waert. Ende si en conden doer denstorm oec niet sien. Mer den storm dreef alle der Romeinen scutten opden Joden. Ende binnen desen storm clommen die Romeinen op tottenJoden, ende vingense, ende slogense doot bi groten hopen. Want omdat grote verdriet, dat si te voren in den stat hadden, so en wouden siniemant sparen. Ende veel van den Joden sagen dat si niet ontvlien enmochten, so lieten si hem selven vallen van den toorn met wive endemet kindere, ende oec van der rootsen nederwert in ’t dal. Ende aldusbleeff’er daer doot V dusent, ende daer wass’er verslagen VI dusent.Ende van alle den genen die in der stat waren, en ontgingenre geen,clein noch groot, den doot sonder alleen twe wiven, die men daer vant

Page 49: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

113. Leeu 1482: Lenijs114. Leeu 1482: een quaet spul115. Leeu 1482: die116. Leeu 1482: valscheden117. Leeu 1482: aisareedser

na den stride, ende daer om liet mense leven. Gamala was aldusgewonnen opten XXIIIIsten dach in october. Ende die Romeinen lagendaer voer een deel meer dan een maent. Dus soe wort al Galileagedestrueert, so datt’er niet geheels binnen en bleef sonder Giscola. DieRomeinen hadden’t al gewonnen, dat binnen der gemuerden stedenwas. Mer die luden die binnen Giscola waren, begeerden pais endevrede met den Romeinen. Mer daer was binnen die quade valscheoverdadige Jan, Levijs 113 soen, daer ic voer of geseit hebbe, dat hiJosephum verraden woude. Dese overdadige jongelinc had met hem eengrote scaer rovers Ende hi troeste die van der stede [ten nijt spul] 114 omte houden haer poorte. Want hi pijnde hem altoes quaet te roeren, endealtoes te stridene omdat hi selver altoes heer woude wesen. Ende ditwisten veel luden wel. Ende Vespasiaen sende derwert Titum, sinensoen, met CCC ridders, ende liet al dat ander heer rusten, omdat si[te] 115 vromeliker striden souden op Jherusalem. Want hi had verhoertdatt’et een vaste stat was, ende alte vaste van mueren, soe dat haersgelijc niet wesen en mochte van vas[t]heden. 116Ende hi hadde welgehoert dat hi hier om coste soude moeten hebben ende pijn, eer hi diestat wonne. Ende hier om dede hi sijn volc wesen te gemake, endeaisiredse [der] 117 jegen, omdat si te willichliker op Jherusalem pinensouden. Ende Titus voer voor Giscola, ende omleide die stat met sinenvolcke, ende hi mercte ende sach dat men die stat sonder grote pijnsoude mogen winnen. Mer hi had ontfermenisse dat men die goede metden quaden ende wiue ende kinder ende ontsculdige mitten sculdigensoude doden Ende hier om was hi in die wille dat hijse gaerne opnemensoude Ende doe sach hi ter muer scilde voerwert hangende tot enenteiken, dat si die stat souden willen houden. Ende hi sprac inwert endeseide: “Mi verwondert dat gi uwe stat tegen ons houden wilt, ende wigewonnen hebben die starckste ende die vaste steden die wesenmochten.” Ende alle die boven waren, die mosten om Jans wille zwigen,ende niemant en mocht hem antwoorden. Dese valsche Jan stac sijnhoeft uutwaert, ende antwoorde Titus, ende seide dat hi garne soudevoerwaerde mit hem maken van paise of genade. Mer omdatt’etsaterdach was, dien die Joden seer moeten vieren nae haren wet, soe en

Page 50: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

118. Leeu 1482: d[’]se119. Leeu 1482: Na sulken

mochten si op dien dach niet spreken om opgeven noch oec vanstrijden, omdat si die vierte van den heiligen saterdage niet breken enwouden. Ende hi bat doe ter tijt Titus dat hi om die eer van der Jodenwet hem dien dach in vreden geven wouden. Mit deser logene woudedese valsche man Titum bedriegen, want hi en achte niet op die vierteniet van den heilige saterdage, mer hi dee’t omdat hi ’s nachts, alstniemant sien en soude, woude mit sinen rovers vlien in Jherusalem. MerGod liet dit geschien, omdat hi daer soude worden gevaen, ende totmeerre pijn gedogen, ende dat hi oec enen scandeliken doot smakensoude.

Hoe die valsche Jan uut Giscola vloech. Capitulum XXX.

[T]Itus, die een alte goedertieren man was, ende hem niet en hoedevoer scamp, hi gaf hem dien dach vrede, ende logeerde voer die stat.Ende ’s nachts vloech d[o]e 118 Jan, ende menich man mit hem, teJhersusalem waert, mit wiven ende kinderen. Mer daer si vlogen, quamso groten anxt om hem, dat si haer wive ende kinder afterlaten mosten,die hem niet volgen en konden, ende doe maecten die wive endekijnder die afterbleven groot misbaer. Ende alst dach worden was, soquam Titus ter stede, ende die poorters ondeden hem die poort, endeontfing’en met groter eren. Ende si seiden hem hoe die valsche Janontvlogen was. Ende Titus seinde doe haestelijc nae hem, mer hi was teJherusalem binnen, so dat si hem niet crigen en mochten. Mer sionderhaelden wel na II dusent man, ende die wive ende kinder, die methem gevlogen waren. Die mannen sloegen si alle doot, ende en vingenniet veel min dan III dusent menschen onder wive ende kinder. EndeTitus was harde gram, dat hem Jan dus ontvaren was, ende hi toech teGiscola in der stat, ende dede een deel van der muer neder vellen.Aldus, als gi te voren gehoort hebt, so wonnen die Romeinen al Galilea,daer si grote pijn ende verdriet om doechden. Ende dat si menigen manverloren, so deden die Joden oec. N[u] sul[l]en 119 wi voert scriven vanden gevecht ende den strijt op Jherusalem, hoe Onse Heer God JhesusCristus op die Joden aldaer der heiligen onnosel bloet wrac, dat si daervan den begin uutgestort hadden. Want nimmermeer tot den

Page 51: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

120. Leeu 1482: Romein121. Idem.122. Leeu 1482: self

doemsdage toe en seldi soe grote plage horen als hier geviel den Joden,die God op hem sende, omdat si boven allen menschen zwaerlijc tegenGode misdaen hadden.

Hoe die moerdenaren verheven worden, ende dwongen’t al dat binnenJherusalem was. Capitulum XXXI.

[A]Ls die voerseide valsche Jan binnen Jherusalem quam, so quam al’t volc tegen hem, ende jegen die gene die mit hem quamen, om tevragen van niemaer. Mer si waren so ademloes van vlien, datt’er cumewaren si X die den volc vertellen mochten dat verdriet dat dieRomein[en] 120 den volcke deden in Galilea. Mer die van Jherusalem engeloefdens niet dat die Romein[en] 121 soe machtich waren van volcke,ende seiden dat si al willens waren gecomen gevlogen in Jherusalem,omdat die stede soe vast was, dat si daer seker in wesen souden. Mer dievalsche Jan, die hem niet en scaemde dat hi dus scandelic ontvlogenwas, hi ginc smeeken mit den volc, ende mit sijnre logenen bedriegen,ende seide dat die scare der Romeinen niet groet en was noch niet starc.Ende hi seide voert, dat die Joden starc waren ende vroem. Endewouden si hem voert houden wel, die Romeinen en souden niet mogenwinnen op die mueren van Jherusalem, mit geenre aventueren noch mitlist. Want si die cleine steden winnen mochten in Galilea, si haddenre sogroot pijn om, ende verloren der soe menigen man omdatt’et ontallikenwas. Mit aldustanigen troost, ende mit ander bedriechliken logenen,toech hi die sotte ende dwase jongelingen aen hem, ende sij wordenstout ende bout, ende wouden die stede houden, watt’er na quaem. Merdie oude, die vroet waren, ende veel gehoert hadden, si weenden omdese verradenis, want si voerpeinsden’t wel wat daer na of comensoude, ende waren in anxt om dat si wel wisten datt’et al verloren waer,mer si en dorstenre niet tegen seggen, want men soudse dootgeslagenhebben. Vespasianus wan Jammien, ende leid’er sijns self[s] 122 volcbinnen. Het geschiede onder den Joden, so wanneer dat si enigen paishadden met den Romeinen, so worden si onderlinge vechtende. Wantdat oude volc, dat veel wist ende veel gesien hadden, begeerden paeismitten vianden, mer die jongelingen, die sot ende kintsch waren, si

Page 52: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

123. Leeu 1482: bonger

begeerden striden. Ende hier bi wort al ’t tlant verloren. Want diejongelingen wonnen die ouerhant, ende roefdent volc binnen endebuten dorperlijc, ende daer op setten si al haer harte. Ende hier omquamen alle die rovers te gader gescaert in der stat van Jherusalem, dieonberaden ende sonder hulpe was. Mer die Joden, die binnen der statin groten anxt saten tot deser tijt, si waenden dat die quade rouers inder stat quamen om die stat salcoers te doen, ende te helpen in desernoot. Mer hier mede wort die stat meest onteert, want dit quade volcverteelde die vitaelgie, daer men die stat mede soude hebben gehouden.Ende hier om most die stat verwonnen worden mit [h]onger. 123

Nochtant was’t boven alle quaet ende onverdrachlijc die quaetheit, diedat volc in der stat dede d’een op d’ander. Si sloegen die beste van derpoort doot, ende namen haer goet, beide clein ende groot. Mer wie hierin deser tijt die macht of hadde, ende die overdade, dat laet ic cortelijcliden, want des jammers was alte veel ende alte groot. Want soe wie totdeser tijt die macht hadden hier of binnen Jherusalem, ende den riken,dien tegen die rovers an, dat si die stat verraden wouden tegen dieRomeinen, ende dodense jammerlijc, ende namen hem dan haer goet.Dese moerdenaren, die dus die poert tot haren wille hadden, hietenhem Zeloten, dat bediet ‘bescermers nae dier wet’, nochtant besmettensi jammerlijc die wet. Want si maecten enen sotten onedelen tiranbiscop van den Tempel, die geen paep en was, noch die der papendienst niet en conde, want si hilden’t al over spot, dat si doen mochtenal dat si wouden. Hier na wart’et volc te rade, dat sij’s niet dogen enwouden om den doot te sterven, dat dese Zeloten, die dese stat alonteerden, langer die overhant hebben souden in der stat. Als ditAnanus ende d’ander heren vernamen, die te voren princen waren, endebiscop van den stat, so troesten sij’t volc, ende rieden hem, dat sistoutelic op die Zeloten vechten souden, al waren si starc met harengeselscap. Ende alle die gemeente van der stat wort hier toe alte willich.

Hoe die Zeloten in den Tempel belegen waren van die van Idumea.Capitulum XXXII.

[D]Ie Zeloten worden des raets gewaer, ende si togen mit groten scarenom in den Tempel, dien si hielden tegen die van der stat, ende si

Page 53: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

124. Leeu 1482: moertdaghe125. Leeu: 1482: daer126. Leeu 1482: quamen

sloegen veel luden van binnen doot. Mer die gemeente van der stat worthem te starc, want Ananus ende sijn hulper wonnen opten Zeloten metgroter pinen die butenste muer van den Tempel ende sloten diepoorten. Mer Ananus diese met craft winnen woude, hi beleidse bi dageende bi nacht mit VI dusent man. Mer die moertda[di]ge 124 Jan, die uutGiscola gevlogen was, daer ic voer of seide, hi verrietse al mit sijnrevalsheit, want Ananus riep’en altijt t’sinen rade, ende da[n] 125 liet hi denZeloten den raet al heimelijc weten. Hier om sende Ananus desen Janbinnen, om vasten vrede te maken mitten Zeloten, want die guedeluden van der stat en wouden niet den heiligen Tempel ontsuveren metbluede, want dat wouden si verhoeden. Dese valsche Jan ginc binnen inten Zeloten, ende daer toende hi sijn valscheit, ende dede den Zelotenverstaen, dat Ananus boden senden woude an Vespasiaen, om die statop te geuen. Ende dat hi die Zeloten immer woude winnen des eerstendaechs of hi mochte. Aldus verriet hij’t al met sijnre valscheit, ende metsinen doen, ende hem docht wel, dat hijse had gevaen. Dus soe warendie Zeloten in groten vresen, ende en wisten niet wat doen. Mer sisenden haestelijc twee boden tot dien van Idumea, die daer bi waren,ende ontboden hem, dat Ananus boden gesent hadde an Vespasiaen, dathi haesteliken quam ende 126 hi soude hem Jherusalem op geven. Endesi ontboden hem, datse Ananus verdreven hadde mit sijnre partien inden Tempel, om dat si die vriheit van der stat houden wouden. Ende dathijse daer beleit hadde, ende dat hijse saen soude moeten winnen. Alsdie van Idumea dit verhoerden, so worden si seer gram. Ende van daerquamen te Jherusalem wert XX dusent man om die stede op Ananus tewinnen, ende om den Zeloten te helpen. Mer Ananus wert’s gewaer,ende dede hem die poort voer sluten, ende hi sette wachters tenmueren. Ende hi ende een hiete Jhesus, die d’outste was van der stat,gingen op enen toorn staen uut sprekende. Ende Jhesus hilt die taletegen die van Idumea: waer om dat si hem tegen der stat setten wouden,ende die Zeloten helpen, die om haerre quaetheit ende omden moert,die si daden in den Tempel besloten waren. Dustanige woerden seideJhesus dien van Idumea toe die buten waren. Mer si en hildender niet ofende waren harde gram dat si niet in en mochten Mer men woudse nietin laten, si en deden haer harnasch of, ende si en woudens niet of doen.

Page 54: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

127. Leeu 1482: een die128. Leeu 1482: hi129. Leeu 1482: slapender

Ende daer was een onder die van Idumea, hiet Simon, die 127

voerbaerste was van hem luden. Ende die seide tot hem: “Die van sinenheer, si doen tegen haer wet dat si haer poerten sluten, ende besmettenhaer wet tegen die gene, die van hare wet sijn, want na recht soude desestat open wesen allen Joden. Ende hier om hielden sij’t te bet over waer,dat si binnen den Zeloten sonder scout ende misdaet beleit hadden inden Tempel.” Doe seiden si: “Na dien dat men ons in der steden niet enwil laten, die hier om goet gecomen sijn, noch in den Tempel oec, sowillen wi hier buten bliven leggende, ende wederstaen de Romeinen, opdat si op deser stat comen willen. Ende oec sellen wi ons pinen tewreken die quaetheit, die gi ons doet, ende oec die Zeloten, die gibelegen hebt, om dat si die stat houden willen in hare vriheit!” Omdeese woerden waren droevich Ananus ende Jhesus. Ende die vanIdumea sloegen haer tenten neder voer Jherusalem op ’t velt, endewaren seer toornich ende gram. Ende binnen dier nacht so quam sogrote koude ende tempeest, dat die van Idumea wel nae op ’t veltverdorven waren. Wantt’et donrede ende blixemde so seer, datt’etscheen dat die aerde bevede, so dat elc mensche mercken mucht, dat diteen voerteiken was van den groten ongevalle, dat der porten nakendewas. Die van Idumea die buten lagen, cropen te gader van anxt ende vankouden, als of het verkens geweest hadden, ende si decten hem mitharen scilden. Mer die Zeloten die den Tempel hadden, waren seerdroevich om die pijn, die die van Idumea gedoechden, die buten lagen,ende si aventuerden hem, ende togen uten Tempel, ende liepen al in’t heer van die Idumea, dat buten lach, eer’t die van binnen ontwaerworden. Ende h[et] 128 wort ten conrote die Zeloten ende die vanIdumea, ende si slogen’t al doot, beide clein ende groot, dat si vonden.Som sloegen sise slapende, 129 som wakende, som vliende ende somvechtende, so dat si binnen dier nacht doot sloegen VIII dusentmenschen. Ende si sloegen oec Ananum ende Jhesum doot, enderoefden al ’t volc haer goet. Ende doe si Ananum jammerlijc gedoothadden ende Jhesum, so en lieten sijse niet begraven. Mer si dedenseuutwerpen in ’t velt, om datse die honde eten souden. Nochtans was ditseer tegens Moises wet, die den doden beveelt te begraven voer dersonnen onderganc. Daer sach men dese twe grote heren, die biscop

Page 55: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

130. Leeu 1482: ende131. Leeu 1482: of132. Leeu 1482: ende133. Met overtollige abbreviatuur op de letter n

waren in den Tempel ende [die] 130 Gode eerlijc plagen te dienen voerden outaer, onwaerdeliken ende jammerliken leggen als of [si] 131

beesten waren geweest. Dus geeft d’Avontuer ’t suer na den zoeten...

Hoe die Zeloten weder haer moertdaet deden in Jherusalem. CapitulumXXXIII.

[A]Ls die Zeloten ende [die] 132 van Idumea Ananum ende Jhesumhadden verslagen, soe sloegen si te gader ’t volc van der stat. Ende sivengen die oude lude ende die jonge, om dat si dien tweën geholpenhadden. Ende als sijse in vangenissen hadden, so pijnden sijse alte seerjammerlijc, ende dan sloegense sijse doot, ende dadense onbegravendaer buten werpen. Dus lagenre veel edelre Joden ende gemeen volcverslagen mit hem. Ende niemant en dorst om sinen vrient wenen, wantwie daer om weende, sloegen si oec doot. Mer bi nacht alst niemant ensach, soe verdroech sulc op sinen vrient, daer hi doot lach, een luttelaerden mett’er hant, ende met groten vresen. Met dusdanigeronwaerden sloegen deese quade moerdenaers doot wel XII dusent volcx,ja, dat alle edel Joden waren. Dat iammer was, waren die Joden waert,dat mense beclagen soude. Hieren boven, doe si dit volc aldus verslagenhadden, so gingense valsche vonnisse jagen. In dier poort was eeneersaem rijc man, die Zacharias hiet, dien si haten om sijn doecht, endeom sijn goet, ende si vingen hem. Ende hier om riepen si LXX van dengemeenen volc, die beste van der stat rechters ende 133 die wethouders.Die Zeloten leiden desen Zacharias an, dat hi boden gesent had totVespasiaen, om die stat te verraden. Ende soe suverde hem Sachariasvan deser valscheit, dat hi des onschuldich was, ende proefd’et oec welsoe dat die LXX wethouders daer of quijt hielden. Doe quamen twe vanden boutsten Zeloten, die hem zeer bolgen, ende sloegen desen man inden Tempel doot, ende spotten met hem, ende seiden: “Nu bistu vanallen geabsolveert!” Als dit die van Idumea sagen soe deerd’et hem seer,ende si verstonden wel datt’et logen was, dat hem voertijts die Zelotenontboden hadden, doe si in den Tempel belegen waren. Ende hem wasleet, ende si scaemden hem dat si dus in der stat gecomen waren ter

Page 56: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

134. Corrupt. Bedoeld is dat de Ydumeërs hun gevangenen ontbonden.135. Leeu 1482: dit136. Corrupt.137. Vul aan: omme

Zeloten hulpe. Ende si ontboden 134 haer luden di[e] 135 mit hem daergecomen waren, ende vergaderden wel na XX dusent man, ende togenuut tot haren lande waert. Ende die gemeente van der stat wort hier ofblide, want si hoepten dat si nu die Zeloten souden wederstaen. Endedie Zeloten waren’s oec blide van der ander side, want si scaemden hemvoer die van Idumea al haer quaetheit te doen. Want doe die vanIdumea wech waren, gingen si moerden ende roven ende slaen, dat siwouden, die schoenste ende beste van der poert. Ende om derd’ander 136 van der stat vingen si enen eersamen man, ende dienontlijfden si buten der stat. Ende doe hi sterven soude, soe bat hi datmen begraven soude na sijnre doot. Mer si ontseiden’t hem. Ende doebat hi om wrake van den Romeinen. Ende datse God plagen woude mithonger, met oerloge, ende mitter gaadoot. Ende Onse Heere verhoerdesine bede, want alle deese plagen quamen corteliken op hem. DeeseZeloten sloegen doe soe veel volcx binnen doot, dat die stat al ommeende 137 bebloet was van der geenre bloet, die si doot slogen. Daer enmocht niemant ontgaen dan die oude, ende die crancke die geen goeten hadden. Alle die Romeinen groet ende clein hadden also grotebegeerte voer Jherusalem te trecken, ende lagend’er Vespasiaen om an,ende seiden dat si lichtelijc die stat souden winnen, om dat si binnenvochten. Mer Vespasiaen peinsde, waer’t dat hi voer die stat toge, dat sidan binnen versoenen souden. Oec seide hi datt’et God dus tot harenprofijt wel bet ordineerde, want si sellen soe veel binnen doen op denanderen verslaen, dat haer grote volc minnen sel. Ende dus sellen widese stat mogen winnen sonder striden. Want si en begeren binnenharnasch noch mueren, want elc vermoert daer den anderen, daer himach. Ende dus is’t ons beter, dat wi noch een luttel verbeiden. Endedesen raet dochte alden Romeinen goet.

Hoe Vespasiaen tot Jherusalem wert toech. Capitulum XXXIIII.

[H]Ier na vernam men saen wat profiteliker raet datt’et verbeiden was,want alle dage quamen in ’t Roemsche heer Joden gelopen met grotenhopen, die den Zeloten ontvlien mochten. Mer die uut Jherusalem vlien

Page 57: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

138. Leeu 1482: tfolc139. Leu 1482: thericonia

woude, ’t moste hem veel costen, want men liet’er niemant uut gaensonder miede. Ende soe wie uut Jherusalem gaen woude, was’t wijf ofman, op dat si niet geven en mochten, men sloechse staphans doot.Want dese Zeloten en hadden geen ontfermenis, noch en hielden geenwet. Mer die valsche Jan van Giscola, daer wi voer of seiden, die altoesstont na heer te worden boven al, hi vergaderde ene grote scaer totsijnre hulpen ende ginc den Zeloten of ende wederstontse, so dat siutermaten seer vochten, den enen opten anderen, lange tijt. Hier omtoech menich man uter poort, ende seiden dit Vespasiaen. Ende sibaden alle dat men die poort wonne eer ment volc binnen al vermoerde.Ende Vespasiaen begond’es te ontfermen, ende hi toech te Jherusalemwaert, als of hij’t beleggen soude. Mer hi woude eerst winnen allesteden ende borge, daer hem scade of scande of mochte comen als hidaer voer lage. Die van Gasa ontfingen in paise, ende deden hem haerpoerten op. Nochtant waren daer enige binnen, die’s niet ontfangen enwouden. Ende doe men die stat op gaf, ende sij’s niet weren enmochten, so vlogen die wech. Ende Vespasiaen dede breken die muerenvan Gasa, om datt’er geen Joden weder in comen en soude, die hemderen mochten. Ende Vespasiaen sende na die gene die’r ontvlogenPlacidum met een deel ridders ende met IIII hondert man te voet. Endedese vluchtige togen in een vast casteel, daer si jongelingen in vonden,die met hem begonden te striden op die Romeinen. Ende Placidus reetvoer om hem den casteel te onderriden ende t’onder gaen. Mer datfolc 138 sloten daer buten, want die Joden vlogen voer sijn volc tencasteel waert. Ende hi volchde hem so cort na opte voet, dat hi wel namit sijnre scaer mede binnen gebroken hadde. Want si streden so seervoer der poort, dat die van binnen met groter pinen haer poortensloten. Op dese borch stormde dese stoute man Placidus seer met sijnrehulp, ende si slogen alle die Joden, die si buten vonden, doot. Ende dievan binnen deden so clein weer op hem, dat hijse wan, ende sloech’t aldoot: wijf ende kinder ende man, ende al datt’er binnen gevonden wort.Mer die Joden, die dapperste ende starcste waren, si ontvloegen sonderbeiden. Ende men roefde al die stede. Ende hier mede worden dieJoden seer gebloet. Ende Placidus toech hier nae te [J]hericon[t]a, 139

daer die Joden vlogen waren. Mer die Joden togen al voer uten landen.Ende die Romeinen jaechdense alle totter Jordanen, ende die si vingen

Page 58: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

140. Vul aan: hadde141. Leeu 1482: alt

sloegen si doot. Ende doe Placidus aldus die Joden gedreven 140 op dierivier, die doe zeer gewassen was metten regen, so dat si niet over enmochten vlien, so bestreet hise aldaer, ende si mochten vechten weer siwouden of en wouden. Daer sloegenre die Romeinen doot VIII dusent.Mer ’t getal van den Joden, die daer in der Jordaen verdroncken, wassoe groot dat men’s niet weten en conde. Ja, men leest dat so grotenhoop Joden lach in der Jordaen, so dat si der Jordaen benamen harenstroem, dat si niet loepen en mocht. Ende die zee daer die Jordaen invalt, was so vol doder Joden gedreven, dat men’t te wonder ansach.Nochtant hadden si gevangen XII hondert Joden, ende die Romeinenwonnen so groten roef, datt’et ontellijc te segen is. Dus verwan Placidusalle die steden die tegen hem streden tott’er Roeder Zee toe. Ende hibedwanck oec die gene die hem ontvloegen waren in der Doder Zee.Ende aldus so dede hi al’t lant tonder.

Van Nero des keisers doot, ende hoe Simon van Massaida rees.Capitulum XXXV.

[H]Ier nae wan Vespasiaen al 141 dat lant van Idumea. Ende hi versloechdaer wel tien dusent man ende vinck’er doe wel dusent. Aldus vriede hidoe alle dat lant. Ende hi sochte een stat, die hem best dochte, daer hidie Joden, die achter waren, best soude mede weder staen. Ende daerdede hi ene vaste borch maken, ende leide daer een deel van sinenvolcke binnen, om dat si die Joden wederstaen souden, dat si den heergeen ongelijc en deden, als si voer Jherusalem leggen souden. EndeVespasiaen besloot aldus nauwe ’t lant ende Jherusalem, dat hem dieJoden nergent en souden ontvlien. Nochtant wachten’t die Zeloten sonauwe, dat niemant ontvlien en mocht, si en slog’en doot. Hier na voerVespasiaen voer Jherusalem, ende in den wege quam hem die bootscapdat die keiser doot waer, die geregneert had XIIII jaer ende VIII dagen, ditwas die quade Nero, die die quaetste keiser was die te Romen ie croendroech. Met sijnre quaetheit so dede hi doden sinte Peter ende sintePouwels in ’t leste van sinen rike, ende in leste dode hi hem selven. Nadesen wort Gabba keiser, mer hi was’t onlange. Ende om dese sake enwoude Vespasiaen niet trecken voer Jherusalem, hi had oerlof gehad van

Page 59: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

142. Leeu 1482: ghecrant

den keiser. Ende hi sende Titus, sinen soen, totten keiser Gabba waert,wat hi woude gedaen hebben metten lande van Judea, dat hij’t hemontbode. Dus voer Titus ende Agrippa mit hem te Romen totten keiserGabba. Ende eer si te Romen quamen, so quam hem die niemaer dat diekeiser Gabba doot was geslagen, doe hi geregneert hadde sevenmaenden ende seven dagen. Ende na hem wort Otto keiser, die driemaende regneerde. Hier om keerde Titus weder t’sinen vader inCesariën, ende si waren alle in twivel hoe’t met den Rijc van Romen duscortelijc varen soude. Hier en binnen was bijnnen Jherusalem een grootorloge ende gevecht van den Joden. Hier was een Jode, een stoutjongelinc ende een scalc man, die Simon hiet, ende was een rover, endevloech te Messaida waert, dat een vast casteel was, ende vol van rovers.Ende daer voer hi uut roven mitten anderen op ’t lant. Nochtan en wasdese Simon soe scalc niet als die valsche Jan van Giscola was, daer wivoer of geseit hebben. Dese Simon stont altemael om heerscappe tecrigen, ende vergaderde een groete scaer, daer hi al ’t lant mede rovede.Dese Simon ontsagen sommige steden in Idumea, so groot was sijnmacht. Ende hi maecte in Idumea een grote starcke borch ende vast.Ende hi peinsde te maken holen ende hagedochten, daer hi mittensinen den Romeinen ontsculen mochte, ende daer leide hi sinen roef in,ende veel vitaelgien bi te leven. Si pijnde hem soe veel te doen, dat dievan Jherusalem vervaert worden voer hem. Ende doe dat die Zelotenvernamen, so beleiden si’en. Ende hi stret’er tegen, ende hi sloech’erveel doot, ende jaechse weder in Jherusalem. Mer hi en dorst hem nietsteken tegen die stat van Jherusalem. Ende hi wan een heer van die vanIdumea van XX dusent mannen, ende hi wan Cedren, een oude poort,die vijf stadiën van Jherusalem is. Dese Simon roefde al Idumea metsinen volcke, so dat hem na volchden XL dusent man, sonder d’anderdie gewapent waren in Idumea. Ende hier bi worden die Zelotengecran[c]t. 142 Mer Simon en dorste noch tegen die Zeloten niet striden.So dat si sijn wijf vingen, ende voeren daer mede blidelijck inJherusalem. Ende Simon volchde hem na, ende swoer: si en senden hemsijn wijf weder, hi soude doer die mueren breken, ende dat volc al doendoot slaen, soe dat hi niemant sparen en soude, wijf noch sculdich nochontschuldich. Ende si worden des binnen te rade, dat si hem sijn wijfweder seinden, om dat hi te vreden wesen soude.

Page 60: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

143. Corrupt, het gaat niet om dulle mannen, maar om de Alemannen.144. Leeu 1482: sach145. Leeu 1482: dat dat - dittografie.146. Corrupt, het gaat om akkerbouwers.147. Leeu 1482: dieste148. Leeu 1482: en

Van den quaden feiten die Jan in Jherusalem deede. Ende hoe si Simonontfingen. Capitulum XXXVI.

[A]Lle dat Joetsche volc was aldus verwoet, so dat die een optenanderen vacht. So wi voerseiden, so was Gabba die keiser van Romenlachsterlijc op der mart verslagen, ende nae hem wort Otto keisergecoren. Ende na desen koren si te Romen enen keiser, die Vitillius hiet,dat een sot 143 was, zoe dat Otto ende Vitillius oerlochden om ’t rijc teGalachas in Griecken. Otto wan den eersten strijt opten eersten dach.Mer ten anderen dage verloes hij’t, want sijn volc vloech van den velde.Ende doe dode Otto hem selven. Hi had geregneert III maende sevendage. Otten ridders quamen Vitillius te wille, so dat hi voer in ’t lant vanRomen. Tot deser tijt [l]ach 144 Vespasiaen mit sinen heer in Siriën. Endehi wan ’t hoechste Idumea, ende vellede alle die steden ende bergen, sodat die Joden geen gemuerde stat en hadden sonder Jherusalem alleen,dat 145 die starcste stat was ende haer hoefstat. Mer hier toe hadden sidrie gemuerde vesten: Massaida, Herodium ende Macheronta. In desendriën borgen lagen die rovers ende moerdenaers, die ’t volc ende ’t lantvermoerden. Als Simon sijn wijf weder hadde, soe bleef hi daer leggendebuten voer Jherusalem, ende hi sloech alle die metselaers 146 doot, daerhijse crijgen mocht, die die muer van Jherusalem versekerden. Wantdeese Simon was buten veel felre op die Joden dan die Romeinenwaren. Binnen in der stat waren die Zeloten veel arger om derRomeinen wille dan Simons geselschap die buten lach, want si binnenvermoerden mannen, wiven ende kinder, dronckenscap roef endedie[f]te 147 hielden si al over spul. Ende si vercrachten die maechdenende vrouwen binnen Jherusalem. Ende dese oncuisheit hilden si alover spot. Van desen quaden was dese Jan hoeftman, ende sijn partiehad hier of die heerscappie. Hier om scheide hem ’t gemeen volc vanbinnen, ende d’een pertie wort stridende tegen Jan, ende sloegen veelZeloten doot, ende wonnen Jan of die zael, daer hi in lach, ende siverdrev’en en[de] 148 sijn partie in den Tempel, ende si namen hem al

Page 61: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

149. Ontbreekt in Leeu 1482.150. Leeu 1482: archten151. Leeu 182: hit152. Leeu 1482: toen

sijn guet, dat [hi] 149 geroeft hadde. Doe gingen si Jan ende sijn partiebeleggen in den Tempel, ende sochten raet, hoe si Jan souden mogenonteren. Mer God, die die Joden altemael verderven woude, hi keerdenharen raet ten arch[s]ten, 150 want si wouden Simon daer binnenontfangen om Jan daer mede te verderven. So dat si Simon baden, dat hidie stat in hoeden name, ende Jan verderven woude. Alsoe saen alsSimon binnen Jherusalem gecommen was, soe besette hi 151 met sinenvolc alle die stat, so dat si hem niet en mochten omkeren, si en mostenonder hem bliven, want hi en had geen betrouwen op die gene di’enontboden hadden, noch op die Zeloten oec, noch op Jan ende sijnpartie, die in den Tempel gevlogen waren. Ende Simon toech voer denTempel ende beleid’en, mer Jan ende sijn volc weerden hemsterckelijck. Ende si maecten daer binnen vier grote starcke toornen, omhem daer in te verweren als sijs noot hadden. Aldus jammerlijc stont’etin die heilige stat binnen.

Hoe Vespasiaen keiser wort, ende hoe hi Josephum verloste. Ende hoeTitus te Jherusalem wert toech. Capitulum XXXVII.

[V]Itillius quam in der stat van Romen mitten Duitschen, ende lagen inder poort met craft, ende beroefdent volc. Ende als Vespasiaen ditvernam, soe was hij’s harde gram, dat Vitillius keiser van Romen wordenwoude. Ende oeck noch meer om die overdaet, die hi ende sijn volcbinnen Romen deden. Ende en hadde hi niet soe verre van daengeweest, hi had’t gewroken. Als Vespasiaens princen dit oec vernamen,so togen si te gader tot enen raet, ende worden des te rade, om datt’etdus in den lande stont, dat si Vespasiaen keiser maken wouden. Want sihilden hem alle hier an, dat’s Vespasiaen ende sijn soen bet waerdichwaren dan Vitillius. Ende si hadden vast gelove, dat alle menschen mithem dit vast consentieren souden. Ende doe gingen si alle gemeenlicmit alle den heer, ende si baden hem, of hi dat rijc woude helpen tevreden, ende Vitilium verdriven. Hi ontseit hem, ende dat heer most’erhem toe 152 dwingen met getogen swaerden, eer hi dat keiserijc

Page 62: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

153. Leeu 1482: eert154. Leeu 1482: ende dat Tiberius ende Alexander155. Leeu 1482: hilden.156. Ontbreekt in Leeu 1482.157. Leeu 1482: honder158. Ontbreekt in Leeu 1482.

ontfangen woude. Doe creech Vespasiaen eer[s]t 153 in sijnre hulpenende hulden Egipten ende Alexandriën, dat Tiberius Alexander 154 mitmenigerhande heren hil[t] 155 van den keiser. Doe dese hoerden datt’etheer van Romen Vespasiaen keiser gecoren hadde, soe waren sij’s alleblide, ende swoeren hulde met hem, ende met al haren lande. Dus wortVespasiaen eerst keiser in Oriënten, ende alle die van Siriën ontfing’enblidelic. Hier of quam die niemaer in Pannonien ter stat Meesijn, ende al’t volck swoer hem hulde. Als Vespasiaen dus keiser geworden was, sodocht hi op Josephum, die hem dit voerseit hadde dat [hi] 156 keiserworden soude. Ende doe dede hi hem uten iseren boeien slaenaltemael, ende delibereerd’en stapphans. Ende van dier tijt voert an sodede hi groot eer Josephum, ende geloefde hem in allen dingen.Vespasiaen sende Mussiaen mit enen groten heer van Siriën tegenVitilium te Romen waert. Mer eer hi daer quam so hadde een, hietAntonius, die van Vespasiaens side was, enen strijt op Vitiliumgewonnen, daer hi in verslegen hadde wel XXX dusent ende IIhonder[t] 157 man. Ende ANTONIUS had verloren IIII dusent ende vhondert man. Ende hi tide vast te Romen waert. Ende aldaer streetVitilius seer tegen hem van binnen der poort. Ende alle die van Vitiliusheer waren, bleven van Anthonius heer verslagen. Ende Vitillius wortgevangen, ende voer Antonijs gebrocht, daer hem grote scande gedaenwort, want men sleept’en ende sloech hem seer. Ende in ’t midden derpoort sloech men doot, doe hi VIII maende ende VI dagen geregneerthadde. Desen strijt die Anthonius binnen Romen tegen Vitillium hadde,geschiede opten derden dach van october. Ende daer waren verslagen Ldusent man. In desen strijt bleef doot Sabint, Vespasiaens brueder. Endedes dages hier nae quam Musiaen mit sinen heer ende [maecte] 158

Trajanum, Vespasiaens soen, rechter binnen Romen, die op die selvertijt te Romen quam. Ende die dede die stat besetten van sijns vaderswegen, want God ordineerd’et aldus, dat Vespasiaen binnen so cortertijt keiser wort, ende heer van aertrijck. Hier na geerde hem Vespasiaenom te varen te Romen waert, ende hi sende Titum sinen soen mit enengroten heer om Jherusalem te winnen. Hier laten wi van Vespasiaen die

Page 63: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

159. Leeu 1482: wereck

reden, ende sellen voert tellen, hoe Titus, sinen soen, Jherusalembeleide. Titus scheide van den vader in Alexandriën, dat’s in Egipten,ende haeste hem seer te comen te Jherusalem waert. Hi quam doer derwildernis van Siriën met sinen heer te Cesariën daer ’t grote heervergaderde, om mit hem te trecken voer Jherusalem. Ende eer Titus uutEgipten quam, soe wist hi wel datt’et volc binnen Jherusalem seer vachtonderlinge, ende in tweën partien gedeilt was, om dat die Zelotenbinnen den Tempel beleit waren, daer die valsche Jan heer of was. Endeoeck dattie quade man Simon die beleit hadde, ende dat hi heer was vander stat, ende seer opten Tempel street, om die Zeloten ende Jan tewinnen. Mer dese partie daer Jan boven was, ende die in den Tempelwaren, si scheiden hem an tweën: Want die Zeloten ende Eleazarus, diete voren haer hoeftmannen hadden geweest, si hadden’t onwaert dat Janalleen die heerscappie boven hem allen hebben woude. Want alsoe’thier te voren geseit is, was’t meest des Eleazarus’ scout, dat men vachttegen die Romeinen. Ende dese Eleazarus ende die Zeloten namen totharen behoef van Jans geselscap die hem mede wesen wouden, ende siondergingen Jan die binnenste muer van den Tempel, soe dat si boventogen ende Jan bleeff’er onder. Want so in Der coningen booc gescrevenstaet, so gingen omtrent den Tempel drie paer mueren. Dus was desevalsche Jan in ’t achsterste deel, want Eleazarus ende die Zelotenstreden op hem van boven, ende Simon met sinre partie van onder. Duswas den strijt an driën gedeilt, die dach ende nacht, d’een optenanderen streden. Mer dese Jan ginc maken van groten cederen bomen,die Agrippa in den Tempel geset hadde, om den Tempel daer mede teversekeren, een stellinge also hoech dat hi daer of soude tegenEleazarus mogen striden. Ende oeck soe sette hi die op, dat hemEleazarus met sijnre partie niet veel hinderen en mocht van boven. Mereer Jan dit volmaect hadde, so quam Titus met sinen heer voer der stat,die hem dit werc 159 benam, ende hi sloech sijn getelde wel XXX stadiënvan der poort, dat was wel na twe milen van der poorten. Mer Titusselve logeerde tot an dier poorte mit VI hondert uutgecoren mannen,om te besien of si van binnen hem iet versagen souden, of si hem sagen.Want hi hadde wel gehoert, datt’et gemeen volc den pais begeerde.Ende hadden’t hem die moerdenaren, die binnen waren, niet benomen,diese, haers ondancs, dwongen te vechten tegen die Romeinen. MerTitus en sach binnen geen volc. Mer doe hi der stat bi was, so worpen si

Page 64: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

160. Leeu 1482: legioen161. Ontbreekt in Leeu 1482.

binnen haer poorten op, ende ’t folc quam tot hem uut lopen, so dat siTitum an beiden ziden omgaen hadden, ende dat hi ende sijn volck welschenen al verloren. Want si waren in tweën gescheiden ende enmochten nergent henen vlien Als titus sach dat hi dus omringt was, dathi nergent keren en mochte met sinen volc, ende om dat hi soegesceiden was van sinen volc, ende dat tusschen hem ende sijn volcmenigen viant was, soe mercte hi wel datt’er geen ontvlien en wasanders dan midden doer ’t volc. Ende doe bat hi sinen vriendenvriendelijc, dat si hem stoutelijc ende naerstelijc na souden volgen.Ende hi noepte ’t ros mitten sporen al sijn macht, ende brac middendoer die vianden in grammen moede. Ende hier mocht men merckendat God Titum ende sijn volc beschermde, want si vromelijc doer dieJoden vochten, ende ontbraken sonder anxt. Ende si scoten na hem sijnquarele ende gaveloten, mer si misten alle sins. Nochtant sloech Titusmenigen man doot in den strijt in beiden ziden als hi doerbrack. Merdaer bleeff’er twe verslagen in die perse van der pinen. Ende dus wortTitus verlost met alle sinen luden. Om dat die Joden dit vordel in denbegin hadden, soe worden si stout ende bout. Titus quam bi nachte totEmaus grote hulp, ende als ’t dach geworden was, so logeerde hi naereder stat op enen berch, hiet Scoffos. Ende van daen mocht men sien diestat, ende den Tempel van Jherusalem. Desen berch lach seven stadiënvan der poort, dat was omtrent een half mile. Ende hi dede den berch alomme mueren met eenre vaster muer, al om ende omme, om datt’etheer seker soude mogen leggen. Want hier binnen leide hi tweelegioen[en]. 160 Ende dit was een starck verwaren tegen den oploep vanden Joden. ¶ Nota: Een legioen is een scaer volcx van VI dusent, VI

hondert ende LXVI mannen. Achterste vier stadiën verre dede Titus nocheen legioen logeren Ende haer logeringe oec wel ommemueren. Ende’s nachts quam daer dat derde legioen van Jhereconta. Ende dien deedehi [op] 161 enen berch, die hiete Alecon, ende die hietede hi bevestenende daer toe leggen. Desen berch leit oestwert van der stat, endetusschen desen berch ende der poort lach een grote valeie, die Cedronhiet.

Van den driën bergen die Titus voer Jherusalem maken dede. Capitulum

Page 65: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

XXXVIII.

[D]Ie binnen Jherusalem waren, vochten dach ende nacht opmalcander. Mer doe si sagen dat die Romeinen buten drie vestenmakeden, ende dat si op quamen so datt’et hem allen aen’t lijf ginc, soverwonderde si hem des seer, ende si lieten onderlinge haer vechten inder stat, ende maecten enen vasten vrede in dier manieren. Mer binnenwaren si in so groten hate dat sulcke Joden seiden: “Wi sijn stoutgenoech d’een op den anderen quat te doen ende moort. Hier omsellen ons die Romeinen die stat of winnen buten haer verlies!” Endealdus troesten si d’een den anderen binnen, ende liepen ten wapen,ende liepen doer die valeie Cedron striden op dat legioen van denRomeinen, dat lach op den berch Alentoen, daer men metselde, endedie muer makede. Mer dit legioen en wist niet dat die Joden dus op hemquamen, ende dus vondense die Joden onversien ende ongewapent,want die Joden hadden dat legioen wel gescoffiert. Mer Titus quam hiertoe met eenre scaren, ende versprac dit legioen, waer om dat si susbloede waren. Ende si vercovereerden doe weder, ende Titus goutdesen Joden haer gescal, ende dreefse weder neder, tot in der valeie.Ende doe die Joden neder gecomen waren ten slechten lande, soscaerden si hem ten gevechte, ende vochten daer tegen Titum ende sijngeselschap te middage toe. Ende doe’t een luttel over middach was,ende Titus dus gevochten hadde, so sende hi een deel volcxachterwaert, om die muer te maken. Mer niet veer van Titussce stonteen spier op enen berch, ende maecte een teiken te Jherusalem waertmet enen clede. Ende doe quamen die Joden uut lopen als verwoedebeesten, ende doer braken die naeste scaer van den Romeinen. Somvlogen hier ende daer, ende worden weder gedreven binnen Alencon.Mer Titus bleef staende met menigen edelen man tegen den Joden anthange van den berge. Ende den sulcken duchte dat hi daer verslagensoude worden, ende die baden Titum dat hi achterwert keerde, endeseiden hem dat hi niet alleen peinsen en soude om dat hi ridder waer,mer dat hi heer waer van alle aertrijc. Ende Titus geliet hem of hi desewoerden niet gehoert noch verstaen en hadde, ende wederstont dieJoden daer vromelijc, ende en woude niet vlien. Ende alle die bi hemwaren vlogen van hem achterwaert van groten vare.

Hoe die valsche Jan opten Paesdach den binnensten Tempel wan.

Page 66: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

162. Leeu 1482: Capitulus163. Leeu 1482: wareu164. Lees?: Exodus165. Leeu 1482: Phamons

Capitulu[m] 162 XXXIX.

[A]Ls Titus dus alleen bleef staende, daer alle die Romeinen vlogen, soeworden hem die Romeinen scamende, dat si haren heer lieten in sulckernoot, ende keerden hem vromelijc wederom opten Joden, so dat siseweder neder dreven van den berge, ende daer bleven si staen vechten in’t dal. Dus wan Titus hier den prijs, ende hielt mit hem een deel ludeom die Joden te wederstaen, dat si den berch nimmermeer winnen ensouden. Ende hi beval den anderen, dat si die muer vast maken souden,ende die vesten, op dat si hem daer in tegen den oploep van den Jodenonthouden souden mogen. Ende die Joden togen achterwaert metharen scaren in Jherusalem. Ende die Romeinen gingen vast muerenende ende vesten, ende beleide dus die stat van Jherusalem mitten drienbergen, die si maecten, ende stormden altoes daer op. Ende die Joden,die daer binnen waren, si en ware[n] 163 noch niet moede haersoerlogens, die een op den anderen, al was’t dat si iet ophilden, als sitegen die Romeinen uut togen. Nochtant wanneer si binnen quamen,gingen si onderlinge vechten. Gi sult hier wonderlike dingen horen! EenPaesdach quam, dien die Joden grotelijck vierden, want alsoe voer inExedo 164 staet, so waren haer vaders op dien dach verlost uut Egiptenvan Pha[ra]ons 165 dienst. Ende Pharao verdranc mit al sinen heer in dieRode Zee, doe hi hem navolchde om weder te vaen t’sinen dienst. Hierof is Paeschen gecomen, ende hier om vierden die Joden dien dach. Nuseldi horen hoe dese quade Joden, die men honde hiet, alle doechtvaren lieten. Eleazarus, daer ic voer of seide, die mitten Zeloten diebinnenste muer van den Tempel tegen Jan hielt, hi ondede op desenPaesdach, om die eer van den dage, een poorte van der binnenster muervan den Tempel, om datt’et volc daer in soude comen, om te bedensoe’t gewoenlijc was. Nu hoert wat die valsche Jan dede. Die gene dievan sijnre partie waren ende diemen niet en kende die dede hi wapenenan doen onder haer clederheimelic Ende deedse opgaen in derbinnenster muer, om dat hi den Tempel alsoe winnen woude. Ende alsosaen als si binnen comen waren, so worpen si haer cleren uut, endegingen slaen op die Zeloten. Hier bleeff’er veel doot van den gemenenvolc, dat daer om beden binnen comen was, ende dat niet misdaen en

Page 67: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

166. Leeu 1482: pain

hadde. Dus besmette dese moortdadige Jan desen goeden dach. Endedie Zeloten versoenden weder mit hem, ende dus worden die driepartien weeder gedeilt in tweën, want Jans compaengie ende dieZeloten worden een partie, ende vochten op Simon die buten was.

Hoe die Joden de Romeinen hoonden, ende hoe Jherusalem gemaectwas. Capitulum XL.

[T]Itus sloech sijn getelde bet naere der poort, ende hi dee’t al slechtenter muer toe, berch ende dal, ende dede menigen boemgaerde rodenende die boem of houwen. Ende doe die Joden dit sagen, so pijnden sihem den Romeinen lagen te leggen. Want die stoutste togen tot eenrepoort uut, ende toenden litteiken of si pais begeerden, ende dat si daerom uut quamen. Ende d’ander lagen oec ter mueren ende toendengelaet als of si paeis begeerden. Ende baden den Romeinen dat si naerrecomen wouden, si souden hem die poort ondoen. Ende dit seiden dieRoemsche ridders Titum, ende waenden t’hant die poort te wille tehebben. Mer Titus hilt dit al over valscheit, want hi had hem dicke denvrede gepresenteert mit Josepho, die daer bode of was, mer si enwoudens niet ontfaen. Hier om hiet hi hem, dat si hem wachten soudenvan den Joden. Mer sommige die stout waren en hilden van sinenwoerden niet, ende liepen tott’en poorten, mer dat becoften si swaerlijc.Want doe si bi der poort quamen ende si geleden waren, die gene dieuut quamen ende baerden als ofte si pai[s] 166 wilden, dese begondendoe van after op die Romeinen te slaen. Ende die opt’er muer waren,scoten op hem ende worpenre steen op, so dat si daer op een corte wijlveel Romeinen te doot sloegen ende wonden, want die Romeinenmochten qualijc ontvlien om dat men van voren ende van afteren ophem sloech. Si scaemden hem oec dat si sonder raet der stat so nagetogen waren, ende si begonden die Joden weder te slaen, diese vanachter sloegen, ende braken doer haer scaer. Ende aldus quamen dieRomeinen som tot haren volcx met groten verliese. Ende die Jodenspotten achter haren rugge met hem, dat si hem also hadden latenhonen ende oec quecten si haer scilde te Romeinen waert ende haerspere, also oft sijse al verwonnen hadden. Titus balch hem alte seer datsi sonder raet ter stat wert togen Ende hi sprac hem aldus toe: “Dese

Page 68: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

167. Leeu 1482: pleech168. Lees?: jegenwoorden

Joden die altoes in wanhopen sijn, si doen haer saken wijselijc, endeconnen wel lagen maken. Ende d’aventuer valt hem mede, om dat sieendrachtich sijn van haren daden, want si sijn d’een den anderentrouwe. Ende die Romeinen, die geroerich wesen souden, daer onsd’avontuer om pleech[t] 167 mede te wesen, si doen anders dan si doensouden na castume, dat si sonder gebot ende ongescaert voer enige stathem pinen te trecken tot onsen vianden wert, ja, daer die keiser voerogen 168 is... Seker dit’s grote misdaet! Wat sal mijn oudevader seggen,als hi dit hoort, die van sijnre joncheit oec oerloge gevolcht heeft, endenu soe verre gecomen is, ende hi en dede nie om genen noot tegen ’tgebot ende die castume van der Roemscher wet. Want die Roemsche wetbewijst dat men doden sel, so wie sonder raet ende ongesceert enigenstrijt bestaet. Ende hier in heeft al ons heer misdaen. Nu mercket welende besiet, gi die dese overdaet gedaen hebt tegen die wet van Romen,wat gi daer mede verdient hebt!” Dit seide Titus tott’en heren, om dathise mitt’er wette verdomen woude, die sonder sijn bevelen getogenwaren dus voer de poort van Jherusalem onder der vianden handen. Dieheren die hier in misdadich waren, ende haer lijf te verliesen waenden,vlogen van anxt van Titus. Mer doe quamen d’ander heren, ende badenTitum, dat hi hem dese misdaet verliet. Ende hi bat hem, dat si voertmeer voer hem sagen, ende wachten hem van der Joden verradenis, diefel ende quaet waren. Ende Titus peinsde selver, hoe hi dese valscheitmochte wreken op die Joden. Binnen driën dagen hadden’t dieRomeinen al geslecht tott’er stat toe, beide berch ende dal, ende al dathinderen mochte. Ende binnen desen driën dagen dede Titus al’t heernaerre der stat trecken. Ende als’t heer in porre was, soe dede hij’t welbewaren mitten scutters, dat hem die Joden genen oploop doen ensouden. Ende die scutters die schoten menich quareel in den hoop vander Joden, ende niemant en dorste uter stat comen. Ende drie legioenleden die stat, ende logeerden twe stadiën van der stat; nochtan bleefeen legioen leggen opt’en berch Alentoen. Ende Titus sloech sijns selfstenten op een hoecheit van der muer, daer een toorn stont, die vast enstarc was, ende hiet Phineos. Ende hi ded’et ander heer logeren tegenenen toorn die Ipitor hiet. Ende si logeerden so si naest mochten dermuer, ja, even na. Nu sal ic u seggen hoe Jherusalem gemaect was totdesen tiden, doe Titus daer voer viel. Jherusalem was al om ende omme

Page 69: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

gemuert mit twe paer mueren, sonder an d’een zide, want daer lagen sodiepe daelen ende graften, die so vast ende so seker waren, dat onderdie zide mer een muer en was. Want die stat stont op tweën bergenende tusschen desen tweën bergen was een grote diepe valeie, die alwel betimmert was mit schonen husen, d’een an d’ander staende opt’enhoechtsten berch. Om dat hi so seker was, soe dede coninc David wilendaer op maken een borch, die Davids Steede hiet, ende die was wijtende starc. Ende hier tegen lagen buten der stat twe hoge berge, die dievaleie so diep hadden, dat men van daer die stat nimmermeer en hadmogen winnen met striden. Ende daer waren noch starcke mueren, dienoch stonden van Davids ende Salomons tiden, die si ende anderconingen hadden doen stichten. Die binnenste muer ginc die stat al omende umme, d’ander muer ginc al omme die dale ter zuitziden van derpoort, ende oec al die poort om, beide west ende noort ende oest. Endedie dorde muer ginc oec al verre die stat om an de oestzide endenoortside. Ende dat binnen desen mueren was, dat hiet die Nie Stat.Want dese derde muer was gemaect an der stat om ’t volcx wille, datdaer buten den mueren husede, om dat si binnen den tweën muren alleniet husen en conden, die an die stat vielen te wilen doe si wel voer.

Van den III toornen en van’s sconincs sael, die de Grote Herodes makendede. Capitulum XLI.

[H]Erodes Ascolonita maecte dese derde muer groot ende dicke. Nie ensach man starcker muer noch bet gemaect dan dese was, hadse volmaectgeweest. Mer om dat Ascolonita den coninc Tiberius ende den keiserontsach, so en dorste hijse niet volmaken, want hi ontsach hem dat menhad mogen seggen, dat hi hem tegen die Romeinen steken woude. Endeom dese sake so en leide hi mer ’t fondament van deser muren, endelietent also leggen gelijc der poort slecht. Want had hi daer die muervolmaect, men had daer die stat niet mogen winnen, so starc soude daerdie muer geweest hebben. Want die steen waren so groot, dat men diemuer mit genen engienen en had mogen breken. Dese muer waren XX

cubitus hoech ende x cubitus dicke. Ende doe Herodes doot was, somaecten die Joden op deser starcker muer enen toorn, XV cubitushoech, ende daer op enen anderen, die XX cubitus hoger was dand’ander muer was van der stat, ende dien toren was vierkant, ende elkezide was XX cubitus wijt. Op dese niewe muer maecten si XX toornen

Page 70: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

169. Leeu 1482: ondergegaen170. Lees: muur171. Lees: overleden172. Leeu 1482: gebarbetaent

aldus gewrocht, ende tusschen elken toorn was spacie van XX cubitus,Ende die stat van Jherusalem was XII omgange wijt, ende elc ommeganchielt XX stadiën, ende XVI stadiën maken een grote mile, ende alduswaren dese muren seer te verwonderen. Nochtan was daer an dier muerenen toorn, die boven al te verwonderen was, ende desen toren hietSophines, ende stont opt’en noertwesten hornich, ende was LX cubitushoech. Ende die boven in desen toren stont als die sonne [up]gegaen 169

was, die sach van daer Arabien. Ende van daer mocht men oec die zeesien, al ’t lant van Judea al om ende om. Hi was gemaect met VIII

hoeken, ende men vant nie van dustanigen toorn lesende. Ende in denouden hoeck 170 soe stonden drie toornen. Men vant nie geen schoenrenoch so wel gemaect, ende die dede d’Oude Herodes oec maken. Endedesen toren leken 171 allen toornen in hoecheden in schoenheden endein grootheden, die men wist. Want die Grote Herodes, die sinen soendoden deede, hi leid’er al sinen sin an, om dat hi dese toornen alteschoen ende starc maken woude. Den enen maecte hi in Mariannen,sijns wijfs, naem, dien hi doden dede, ende hiet’en na haer. Denanderen in Facelus, sijns broeders, naem. Den derden hiet Hipitos, endedesen was driehokich, ende elcke zide was XV cubitus wijt ende XXX

cubitus hoech van steen. Daer binnen was gemaect een cisterne, omwater in te houden, dat daer vergaderde van regenwater, ende desenput was XX cubitus diep. Ende boven was ’t huus dubbelt met tweenwanden, d’een boven d’ander daer men in wonen mocht endewanderen, mit menigerhande solaes gemaect, ende daer waren oeckveel winkelen gemaect. Desen toren was oeck wel gebarbe[c]aent 172

ende gekarteelt om te striden daer of, ende hi was hoge mit den daeckeLXXXV cubitus. Aldus was Ipitos gemaect. D’ander toorn hiet Facelion naHerodes’ brueder Facellus. Desen toorn was effen wijt, mer hi was rechtront ende XXX cubitus hoech gemuert. Daer waren hoge behagelikewoningen in gemaect, cameren ende salen, die seer costelijck daerwaren. [¶] Daer waren oeck an gemaect toornen, barbecaen endekartelen, die men niet licht en soude hebben doerbroken. An desentoorn en gebrack geen dinck, dat eens conincs gemake toebehorenmochte, ende hi was oec wel tnegentich cubitus hoech met allen. Indeesen toorn lach Simon den quaden tiran. Ende den dorden toorn hiet

Page 71: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

173. Lees: meere - de toren staat op een heuvel, waardoor hij extra hoog is. 174. Leeu 1482: XI

175. Niet goed, lees: Coninclike Sael

Herodes na sinen wive Marianne, die hi ontliven dede. Ende desentoorn was schoenre ende voerbariger ende edelre dan d’ander twee.Mer d’ander hadden meer werens, ende dat was om dat si na mansnaem hieten. Dese was den schoensten, om dat hi in der coninginnennaem gemaect was, ende hi was L cubitus hoech. Die twe eerste toornenwaren groot ende hoech, ende stonden op enen berch, ende dieconinginnen toren, daer hi stont, dat was XXX cubitus neerre of lager 173

dan die stat boven, ende hi was al gemaect van edelen wittenmermorsteen, die men nu seer luttel vint, ende die wel geeffent waren.Ende die steen waren XX cubitus lanc ende X 174 breet ende vijf dicke.Deese steen waren soe subtijlic geleit in der mueren, dat men nietgewaer worden en conde waer si d’een op den anderen vergaderden,mer si schenen al van enen steen. Dese drie toornen stonden in denhoeck van der muer an der noertzide van der stat bet inwaert stont diesael die Coninginnen Sael 175 hiete. Nie man en sach schoenre werck dandesen sael was van maecsel. Die muren daer of waren XXX cubitushoech, ende daer op waren gemaect behagelike toornen ende garitenende woningen, daer die luden groot solaes in nemen mochten.Niemant en mocht vertellen van den mermerstenen, daer hi of gemaectwas, van hoe menigerhande verwen dat si waren. Ende die al duer endedoer wel vergadert ende gevoecht, beide clein ende groot, datt’etgenoechlijc an te sien was. Daer waren so veel proieel ende colummen,seer duerbaer, ende cisternen ende duifhuse ende seer springende claerfonteinen, soe dat ic niet en weet daer of ’t getal. Desen sael en had menniet te vollen mogen prisen. Mer die dieve ende die moordenaers, di’erbinnen waren, hadden’t al verbarnt doe si onderlinge vochten. Mer datmineerden die Romeinen oec ende slechten’t.

’t Gesticht van den Tempel, ende hoe Herodes Davids gram op dede.Capitulum XLII.

[N]U wil ic scriven ’t werc van den Tempel, dien die Joden dedendestrueren met haerre quaetheit. Men sal weten dat dien Tempel, dieSalomon makede, dien destrueerden dat volck van Babiloniën. Mer daer

Page 72: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

176. Leeu 1482: Titus177. Leeu 1482: leide178. Leeu 1482: Hirtaen179. Leeu 1482: der

nae stichten die Joden weder bi [Cirus], 176 des conincs van Persen,oerlove. Ende hi was LX cubitus hoge ende LX lanc binnen muren endeXX cubitus wijt. Ende doe die Grote Herodes coninc worden was, sovercierde hi den Tempel seer, ende deden hogen so dat hi also hogewas alsen Salomon eerst maken dede, want doe die Joden vanBabiloniën gecomen waren, so en maecten si’en niet so hoech alsenSalomon eerst hadde doen maken. Herodes ded’en dus hogen in’t lestejaer van sinen rijc. Nie man voer noch na en sach alsulcken werck.Herodes leide[r] 177 an groten scat, want al was hi fel ende overdadich,hi was nochtant milde ende vroet ende stout. [¶] Mer hi en roecte nietwaer hij’t goet gecrigen mocht. Ende doe hi sinen scat dus verdaenhadde, so quam hem in den moet hoe hier voertijts Ja[n] Hircan conincDavids graf op gedaen hadde, ende hadd’er groten scat uut gewonnen.Hier om ginc die coninc Herodes des nachts datt’et niemant en wist methulpe tot Davids grave, ende hi dede den inganc van den graveontgraven. Mer hi en vant daer geen graf als Hir[c]aen 178 deede, mer hivant’er grote duerbaer juwelen ende gulden vaten, ende die deede hidragen in sijn behout. Ende doe hi wel nauwe graven ende soken dede,so dat hi tot’er tomben quam, daer David ende Salomon in lagen, doequam daer een vlamme uutgeschoten, die d[a]er 179 twee van sinenserjanten verbernde. Ende doe en woude hi niet meer soken, endescheide vervaert met anxt van daer van den grave, ende en quam nietmeer darwaert. Dese felle milde Herodes vercierde den Tempel, endedeed’en maken also’en Salomon te voren hadde doen maken, als voer inder Coningen Boec wel gescreven is. In desen Tempel so was vergadertgout ende sulver uut al aertrijc, om dat in der werelt niet en wasgemaeckt properre tempel ter eren Goods sonder desen alleen. Menleest oec van tweën tempelen hier voer: den enen dede maken Onias,een paep van den Joden in Egipten, ende den anderen deede makeneen hiet Manasses, bi Alexanders des conincs wille op den berch vanGarifim. Mer op dese twee en acht men niet als men dede op denTempel van Jherusalem Want an desen Tempel was alte grote cierheit,ende hi was omme bemuert mit driën muren, ende die blade van desenpoorten die in deese mueren stonden, waren al beslagen mit guldenende sulveren platen menich sijns, onder ende boven, ende die posten

Page 73: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

180. Lees?: sitten181. Leeu 1482: macht182. Leeu 1482: hiete183. Leeu 1482: opt184. In Leeu 1482 volgorde conform kapittelnummer.

ende stilen oec. Ende die monster binnen was oec al meest overdect mitgoude, soe gebruneert, dat als’er iemant op sien woude, dat hem dochtvan claerheit die ogen verkeren. Ende soe waer die muer ni’en bedeckten was, soe was si al wit van witten marmerstenen, daer die muer ofgemaeckt was, wel effen ende verhouwen, soe datt’et van verren scheeneenen witten berch. In die hoecheit van den Tempel, boven an den kantvan der muer, ginc al omme enen scarpen gulden bant, om datt’er geenvogel op biten 180 en soude, die den Tempel onrein maken mochte. Ic enmach 181 u niet seggen ’t honderste deel van desen schonen werc, wantic ducht dat gij’s niet loven en sout. Ter noort westziden van denTempel stont op een roetsche wijt ende groot een toorn die vijftichcubitus hoech was, ende die hiet 182 Anthonia. Dus schoenen toren enmocht men cume gevinden. Deesen dede die Grote Herodes maken inder eren Anthonijs, sijns vrients. Hi was hoge van sinen voet, daer hiop 183 stont XL cubitus. Desen toorn was binnen gemaect als eensconincs sale: schoon ende mogelijc. Daer waren plaetsen, prieel endebadesalen ende gariten, ende menigerhande ander dinc daer mengenoechte ende solaes an nemen mochte; nochtant scheen’t al eenmuer te wesen. Ende op die vier hoeken stonden vier corvele, ende elcwas LIII cubitus hoech. Ende den toorn die ten zuitoesten hoec stont, diewas LXX cubitus hoech van den voet, daer hi op stont. Van op desentoorn soe sach men den Tempel alte[m]ael. Mer desen toorn endedesen Tempel was of gewonnen, so voer geseit is, Jan ende sijn partie.Ende die Joden velled’en oec, omdat daer die Romeinen in leggen ensouden, ende dat si den volc geen pijnlicheit daer uut doen en souden.Nu laet u genoegen, dat ic u aldus veel geseit hebbe van den gesticht vander poort ende van den Tempel, want ic laet meer dan die helft after omdat’s niemant verdrieten en sel. Ende nu sal ic voert tellen hoe men opdie stat ginc stormen.

Hoe die partiën binnen Jherusalem gedeilt waren. Capitulum XLIIII. 184

[S]Imon, die binnen was, had t’sijnre partiën wert wel X dusent man, al

Page 74: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

185. Leeu 1482: moerdanighe186. Leeu 1482: veer187. Leeu 1482: mercten - de meervoudsvorm is/lijkt typisch Hollands.188. Leeu 1482: drach189. In Leeu 1482 volgorde conform kapittelnummer.

sonder die van Idumea, die met hem daer gecomen waren. Uut desencoes hi vijftich princen, die haer hoeftmannen waren, mer hi was selverprince boven al. Voert hadd’er dese quade Simon t’sijnre ziden van dievan Idumea L dusent man, ende die hadden XX heren. Mer die valscheJan, die in den Tempel lach, had VI dusent man, ende daer boven warenXX hoeftmannen. Ende an Jans partie waren oec die Zeloten gevallen,die hadden II dusent volcx ende CCC, ende daer was Eleazarus heer of.Dese simon ende dese Jan, die dus onderlinge vochten, si roefden ’t volcvan der stat, ende slogen’t doot, die hem dede an enich van den pertiën.Ende nochtant dat dese vermaledide lude sagen dat die Romeinen voerder stat lagen, nochtant en lieten si haer vechten niet in der stat. Wantdit was den Joden alte groot afterdeel, mer ’t was den Romeinenvoerdel, dat si dus binnen vochten. Want dese moerda[d]ige 185 pertiënvochten binnen felliker d’een opten anderen dan die Romeinen dedenop hem, die nochtant die stat wouden winnen. Ende die wijl als dit volcbinnen dus vacht, so ginc Titus als een wijs man al omme mercken endebesien, waer hi best die muer van der stat aengaen mochte, endebestormen. Ende hi vant wel, dat die stat aen d’een zijde mer één muereen hadde. Mer daer lagen so grondelose diepe daelen v[o]er, 186 dataldaer geen winnen an en was. Ende oec vant hi ende mercten 187 datdie butenste muer van der stat hoecheden gebrac, ende dat si nietvolmaect en was. Ende hi wort te rade, dat hi die stat daer anvaerdenwoude. Ende daer Titus dus om die muer ginc met sijn geselscap, soewort Nichanor, die neffen hem ginc, gescoten in sinen arm. Want hiende Josephus waren een luttel naerre der muer dan Titus, omdat si denvolc gaerne geraden hadden om pais te soecken. Als Titus desemoerdadicheit sach, so beval hi vast dat men drach[t] 188 ginc dragen omdie muer te breken, ende dee’t al vellen ende breken datt’er voer stont.Ende hi settede veel scutters voer die wercluden, dat si dat volc van dermueren jagen souden.

Hoe men die eerste muer bestormde ende wan. Capitulum XLIII. 189

Page 75: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

190. Ontbreekt in Leeu 1482.191. Leeu 1482: sterkene192. Leeu 1482: binnen193. Ontbreekt in Leeu 1482.194. Leeu 1482: den enen

[A]Lle die poerters van der stat gereiden hem ter weer. Mer die quadeJan ontsach hem, dat Simon hem den Tempel ondergaen [mochte], 190

waer’t dat hi hem pijnde weer te doen op die Romeinen. Want Simonbleef stille leggen als hi die Romeinen drachte sach dragen. Ende dieRomeinen drogen so hoge haer drachte, dat si met gewelt rechten driebocken ende mangen ende predieren, ende si worpen vast met stenenop der muer. Ende hier na gingen si maken grote brede damme, enderechtenre twe ramme op. Ende al was’t dat men die poorters seersloech, nochtan wederstonden si die Romeinen seer in haerre dracht tedragen, want si vochten dach ende nacht op hem, ende deden hem veelscaden. Mer die Romeinen vochten altoes met rade ende met avise, endequamen’s te boven, soe dat si haer ramme rechten. Ende Titus bevalvaste die muer te breeken ende te stekene. 191 Ende b[ute]n 192 wortgroot gescal, so [dat] 193 die poorters binnen seer vreselijc wordenroepende ende misbarende, soe dat allen den roveren endemoerdenaren docht, dat si vervaren mochten. Want hem docht: blevensi aldus sonder weer, datt’et hem allen te groten scanden ende scadecomen mochte. Ende si riepen, dat si alle gemeenlijc wouden datRoemsche heer wederstaen. Ende Simon riep op tott’en valschen Jan,dat hi hem ende den sinen enen vasten vrede gave, dat sijn mannenbehendeliken strijden gingen teegen die Romeinen mit hem, als of sigebroeders waren. Doe liepen si alle ter muren, ende scoten starckelijc,ende worpen in den dracht ende op die engienen, die die Romeinengerecht hadden. Die stoute gingen buten mueren, ende braken endesloegen ontweën die mantele die die Romeinen bedecten. Mer alle haermanlicheit die si daden, quam hem van stoutheden sonder raet. Tituswas bi sinen luden, ende troestese, ende settede neffen den ram scuttersdie de Romeinen bescermden, ende si dreven die Joden met driën metvieren altemet dat si quamen. Ende die ramme worden so seer stotendeop die mermerstenen muer, soe dat si den 194 hoec van enen toren ofstaken. Mer si en mochten die muer mit den toorn niet doen vallen tegader. Hier mede begaven die Joden haer uut lopen, want Jan geboothem selven, dat si alle wech togen te gader. Ende daer lieten si haerstriden onderlinge. Mer die Romeinen waenden dat die Joden dus

Page 76: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

195. Leeu 1482: elc [-die]196. Leeu 1482: poere197. Leeu 1482: want

ofgetogen waren van anxt, ende dat si van pinen stille stonden, ende sihoeden hem des te min, ende dat loende hem qualijc. Want die Jodenliepen uut met groten hopen tot eenre posternen, die bi den toornIpitos stont, ende quamen met vier gelopen ten engienen, om die teverbernen, ende van daen liepen si ten Roemschen tenten wert. Mer dieRomeinen die vroet van stride waren quamen’s saen te boven. Daer wortseer gevochten, ende die Joden ontstaken al dat si mochten. Ende dieRomeinen bluschten oec den brant met al hare macht over d’ander side.Daer was menich stout Jode, daer die Romeinen ende haer enginen seermede gearcht worden. Die stoute liepen buten mueren, ende brakenende slogen’t al ontweën dat si mochten, so dat die Joden met harenvier wel na te boven bleven waren. Mer die van Alexandrien quamen methare scaren, ende wederstonden die Joden, soe datt’et Titus oec toequam met sijnre betaelgiën. Ende Titus sloech selver doot alleen XII

Joden van den stoutsten. Ende aldus ontvloech elc 195 Jode die mochtbinnen muren. Ende met deser aventuren behielt men die enginen.Daer wort gevangen een Jode. Dien deede Titus crucen, omdat hi daermede d’ander vervaren woude ende soude. Daer wort oec een Jodedoot gescoten, dat een leitsman was van der scaren van Idumea, endehiete Jan, ende hi was vroet, starc ende stout. Op enen nacht hier nageviel den Romeinen groten vaer, want Titus hadde drie vaste toornengemaect van houte, ende wel met iser gedect, dat mense niet verbernensoude, ende elc was vijftich cubitus hoech daer men den Joden veelquaets uut dede. Hier gevil dat een van desen toornen op eenre nachtviel, soe dat met dien gerufte die Romeinen waenden, dat alle datJoetsche heer in [r]oere 196 waer, [eer] 197 si vernamen hoe dit toe quam.Want op desen toornen deed men den Joden so veel quaets mitt’en scutende mitt’en slingeren, soe dat si den stoot van den ramme qualijcmochten beletten. Mer doe die Joden sagen dat die muer verre butender stat lach, ende si noch twe muren binnen hadden, daer mensesoude moeten winnen, dus so lieten si dese muere varen, ende togenalle gemeenlijc binnen der ander muer. [¶] Ende die Romeinen wonnenaldus desen muer, ende quamen binnen, ende deden die poorten op,ende al ’t heer quam in. Opten XVden dach na dat si op dier muerbegonden te stormen, so wonnen si’en, ende dat was opten sevendendach in meie. Ende Titus dede vellen die huse ende al datt’er binnen

Page 77: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

198. Hierna volgt in Leeu 1482 abusievelijk: Mer die Romeinen ontsaghen hem niet dat sidie stat verliesen souden.199. Leeu 1482: hadden

stont, ende hi sloech binnen deser eerster muer sijn getelt, buten scotenvan der stat, ende Titus stormde seer op dese stat. Ende die Jodendeelden hem ter muren ende wederstonden die Romeinen seer. Jan lachop Anthonia - die toorn stont bi den Tempel - ende Simon vacht oec tersteede waert uut. Dicwijl deden si die poorten op ende vochten tegendie Romeinen gebateliert. Mer die Romeinen waren den Joden te starc,ende si deden haer dinc bi rade ende avise, al waren die Joden oec stoutende starc. Dus vochten si datse die nacht verscheiden. Mer die Jodenen ontsagen hem niet, dat si die stat verliesen souden, 198 mer dieRomeinen ontsagen hem dattie Joden hem haer getelt of winnensouden. Hier om lagen si alle nacht in haren wapen, ende also saen alstdach was, soe gingen si op beiden siden op malcander striden. Ende dieJoden namen haer schilde voer haer borste, die stout waren ende eervoer haren heer bejagen wouden, ende liepen die Romeinen op. Endedie van Simons side waren alte willich ten stride, ende si waren Simonso onderdaen: hadd’[i] 199 hem bevolen dat si hem selven doot soudenhebben, si souden’t gedaen hebben. Mer die Romeinen en lieten hemniet verbloden, omdat si altoes gewoen waren sege te hebben, wantmen condse niet verwinnen. Oec en was geen volc onder der sonne, diemeer ende bet van wapen wisten. Ende oec was Titus altoos gereet diesijn te troesten als si streden, want wie datt’en in sijn aensicht sach, hien pijnde hem niet afterwaert te keren, want si en onsagen hem niet,ende om haers heren eer soe pijnden si hem veel te meer.

Hoe Titus d’ander muer bestormde. Capitulum XLV.

[I]N desen stride geviel dat een betaelgie van den Joden stont gescaertbuiten. Ende onder die Romeinen was een stout starc man die Longinushiet, ende hi toech over ende sloech in der Joden betaelgie twee Jodendoot van den schoensten, ende toech weder te sinen ongescaet. Hier omworden die Romeinen so verstout, dat si hem niet en ontsagen. DieJoden waren oec stout in die weer, ende en achten niet wat Titusdootsloech, op dat si oec mochten enige Romeinen dootslaen. Titusbeval oec sinen volc, dat si wijsselijc met rade vechten souden, want hiseide hem datt’et geen eer en waer sottelijc seer te striden, mer hi hiet

Page 78: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

200. Leeu 1482: hi Titus201. Leeu 1482: vine

hem vriendelijc vechten sonder oplopen. Want die Joden en vechtenniet anders dan in wanhopen van haren live, ende daer om aventuerensij’t sottelijc. Ende Titus deede rechten met grooter pinen ende metgevecht enen ram an der noortzide van der poort tegen enen toorn,daer een valsch Jode op lach die Castor hiet. Ende doe den ram an dentoren stiet, soe boot Castor sijn handen tot Titum waert, als of hi hemopgeven woude. Ende Titus waende waers, ende verboet dat menre nietmeer an en stiet noech en scoot, ende hi vraechde Castor wat hi woude.Ende Castor antwoerde dat hi hem garen opgeven soude. Doe seideTitus: 200 “Des bin ic blide. Ic woude alle die stat soe doen woude, endeic hem gewarigen pais ende vrede mocht geven.” Opten toorn waren sithien mit hem. Die vive seiden dat si hem gaerne opgeven souden,behouden haers lijfs. Mer d’ander vi[v]e 201 seiden dat si nimmermeerden Romeinen dienen en souden, ende si hadden liever voer ’t swaert testerven. Dus wort dien strijt opte muer after gelaten. Ende Castor diescalc was, ende Titum den keiser honen woude, soe seide hi sinengesellen, dat si voer Titum gebaren souden, of si d’een den anderengenade baden om hem op te geven den keiser, ende dat dan d’een opden anderen schieten souden, ende gelaten of si hier om d’een denanderen dootsteken souden. Ende si deden aldus, ende vielen te gaderneder of si doot geweest hadden. Doe had Titus op dese ontfermenisseende bat Josephum, dat hi desen Castor op naem. Josephus antwoerdedat hij’s niet en dede, want hi sach wel datt’et verradenis was. WantTitus stont veer beneden, ende en mercte haer valsscheit niet also welals Josephus dede. Hier en binnen wort Castor gescoten van benedenuten Roemschen heer. Mer Titus ontsculdichde hem, ende seide datt’ethem leet waer. Ende doe Castor bat den keiser, dat hi sijn gelt ontfinge,soe sende Titus lude die’t ontfaen souden. Ende die een ondede sinenscoot, ende Castor warp van boven enen groten steen. Ende Eneas dieden scoot ondaen hadde, hi ontscoot van onder mer een Roemschridder wort met den worp seer gewont. Ende doe Titus die valscheitvernam, so wort hi herde gram. Mer hi peinsde dat men in den strideniet togen en soude tot grote ontfermherticheit ende goedertierenheit,ende Titus beval veel te stuerliker den ram te stoten, dat dien toornbegan te wagen. Ende doe Castor ende sijn gesellen sagen dat den toornbegonste te gaen, so staken si ’t fier daerin, ende vlogen of. Mer die van

Page 79: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

buten waenden, dat si hem selven in den toorn mede verbarnt hadden.Dus wan Titus daer d’ander muer opten vijften dach nadat hi die eerstegewonnen hadde. Ende Titus die toech daer binnen dier muer metdusent man, die bi hem waren gewapent. Ende die Joden togenachterwert. Mer om dat Titus t’hant die muer daer niet en dede vellen,so quam hem daerof groten scade, want hi lietse van goedertierenheitomdat hi garne daer mede die Joden toe gebrocht hadde, dat si paisbegeert hadden. Want doe si in der stat waren, doe en lieten si genengevangen doden, noch huus noch hof verbarnen. Mer die Joden dievechten wouden, daer vacht men tegens. Mer die hem opgauen, dienbeloefde Titus haer goet ende lijf weder te geven. Mer die vechters enderovers die binnen der stat waren, hadden dat onwert, ende si seiden datTitus dit dede van blootheden, ende si dreichden die poorters: so wiedie hem op gave of om pais sprake, wie hi waer, clein of groot, mensoud’en dootslaen. Nu waren die straten ter muren wert herde nauwe,ende oec den Romeinen niet kondich. Ende die Joden quamen mithopen ende sloegen der Romeinen veel doot, ende om sijn geldense sodat sulc ten mure ende toornen uutsprongen. Die Romeinen die butenwaren, hoerden binnen dat parlement ende gevecht van den Romeinen,die van den Joden om besingelt waren. Hier bleven veel Romeinen doot.Want die straten ende ’t gat van der muer waren so nauwe, al haddendie Romeinen willen vliën, si en hadden niet geweten waer. Ende enhad Titus die Joden niet afterwert gedreven met sinen scutters, al dieRomeinen die daer binnen waren, hadden daer doot gebleven. Mer doedie Joden achterwert togen, doe togen die Romeinen weder doer ’t gatvan der ander muer, die si so eerliken hadden gewonnen mer oneerlijcweder verloren.

Hoe Titus d’ander muer anderwerf wan ende velledese. Capitulum XLVI.

[N]U worden die Joden stout ende overmoedich ten striden, endewaenden dattie Romeinen nimmermeer en souden weder dorren comenop die poort. Ende om dat si quaet waren, so was God haren raet tegen.So dat si niet en micten op ’t grote heer, dat die Romeinen hadden,noch si en ontsagen niet die grote gebreke die si hadden, ende hongerdie hem nacht ende dach aenwiesch, daer nu die lude of stervensouden. Want die moerdenaren die binnen waren, lieten ’t volc vanhonger sterven, ende si namen hem haer spijse, ende deilden’t met

Page 80: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

202. Ontbreekt in Leeu 1482.203. Vermoedelijk corrupt.

haren gesellen mit maten ende gewichten. Oec worden si binnen terade, dat si gemeenlic die Romeinen wederstonden doe si ter scurenweeder incomen wouden van der stat. Die Joden stonden gewapent driedage voer ’t gat, ende gedoechden daer grote slage. Mer op den vierdendach bestontse Titus selver so vromelic, dat hijse achter waert dedekeren, so dat hi mit sijnre betaelgien in quam ter scueren. Ende hi dede[vellen] 202 alle die muer van der noortziden, so verre so nae, ende hileide ter zuitziden wiselijc sijn ridders voer enen toorn. Ende peinsde,dat hi die muer bestaen woude, want hem docht dat hise wel winnensoude, waer’t dat hij’s hem pijnde. Ende hi woude noch een luttelbeiden, om dat hi hoepte dat hem die moerdenars van binnen opgevensouden van honger. Want haer roven was al gedaen, ende die Romeinenwaren so veer gecomen, dat si hem rusten mochten ende leedich wesenof si wouden. Op den dach als die ridders van Romen haer soudieontfingen, so beval hem Titus dat si haren roef ende haer goet deilensouden. Dat die Joden sien mochten al haer goet ende rijcheden, die dieRomeinen deilden. Want dit was den Joden alte grote droefheit, dat siden Romeinen aldus sagen haer goet deilen. Ende des hadden dieRomeinen te meerre bliscap. Niemant en was soe stout onder denJoden, hi en vervaerde hem doe si die Romeinen aldus leggen sagen inso groter sekerheit, ende dat hem die Aventuer so wel mede was. 203 Sodat die scaren van der moerdenaren die binnen waren gaerne in derRomeinen hant gegaen waren, hadden si om der poorters wille die statop derren geven. Want so hadden si misdadich geweest tegen der stat,die in soe groten wanhopen waren gecomen, dat si liever in den strijtvoer ’t zwaert hadden te sterven dan hem op te geven. Binnen waren diemoerdenaren so quaet ende soe fel, dat si den goeden mitten quadenende al te verraden hadden dat mense verbarnde. Drie dagen lach dusTitus met den Romeinen der ander muer in groter weeldichheit endesolaes, daer’t die Joden sagen, ende peinsden dat si hem opgevensouden ten paise. Daer na gereide hi hem als te striden, want hi sachwel dat die Joden van der stat pais noch vrede en wouden. Ende Titusdeilde sijn heer in tweën, ende dede tot tweën steden dracht dragen.D’een dracht an ’t overste einde van der stat, daerse crancste scheentegen den toorn Anthonia. Want hem docht dat hi den Tempel nietwinnen en mocht, hi en wonne den toorn mede. Ende nochtant bleef

Page 81: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

204. Leeu 1482: felscote205. Ontbreekt in Leeu 1482.206. Leeu 1482: tempel207. Ontbreekt in Leeu 1482.

die stat ongewonnen. Ende daer om deede hi d’ander dracht tegen derstat starckelijc dragen. Ende Simon wederstont dat volc starckelijc, dattegen der stat droech. Ende Jan wederstont die, die tegen Anthoniadrogen, want Jan lach op Anthonia. Ende si worpen seer nederwertmitt’en enginen, dien si hier voertijts op Testius wonnen, do’en dieJoden uten lande dreeven, want si wonnen doe op hem IIII hondert[s]elscote 204 ende XL magnelen Ende hier mede scoten si starckelijc,ende worpen in die Romeinen, die die dracht droegen. Mer Titus wistwel dat hem d’Aventuere mede was, al gedoechde hi verlies van sinenvolke, ende hi street vast op die stat. Nochtan so mide hi hem al dat himocht, ende bat den Joden, dat si hem opgaven, want si en mochten’sniet langer houden. Ende Titus bat Josephum, dat hi die saken inHebreeusche vertrecken woude, want hi hoepte, dat si te bet daer naehoren souden, omdat hi een man van haerre wet was, ende uut dier statgeboren. Doe ginc Josephus staen veer buten scoots, ende sprac ter statwert in aldus: “Gi heren, hebt ontfermenis op u selven ende berat u.Ende en sijt’er niet felre noch arger in dan die Romeinen sijn. Dat is welgedaen, want die Romeinen die eren den Tempel daer hi staet. Endewaerom en doe dij’s dan selver niet? Oec sidi quaet daer an, want gi denTempel moecht houden staende, is’t dat gi den vrede ontfaet van denRomeinen, dien [si] 205 u gaerne geven sellen. Ende en doe dij’s niet, soseld’i met uwer quaetheit den Tempel doen vallen, ende ter aerdenneder werpen. Besiet hoe die Romeinen u die mueren of gewonnenhebben met crachte, ende den [mure], 206 die noch staet. Merct die grotecracht van Romen, dat men daer thegen niet steken en mach. Daer omweest hem onderdaen om uwes selfs profijt. Mer ic wil dat gi verstaetende weet dat ic wel weet datt’et grote eer is te sterven om die vriheit tebehouden. Mer dat en is nu ter stede geen noot, want men sout van denbeginnen gedaen hebben, soe hadt te prisen geweest. Mer wi sijn langetijt t’onder gedaen, ende hebben onse vriheit verloren. Ende op dat winu dies ontbreken willen, so dunct mi dat wi meer begeren te stervendan eer te vercrigen ende vriheit. Oec sullen wi merken ende besien datdie Romeinen onder [hem] 207 hebben alle die werelt, ende waer soudenwi dan hem mogen ontvlien? Ja, ende merct oec hoe d’Aventuer hem

Page 82: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

208. Leeu 1482: maecth

mede is, ende hoe dat God van hemelrijc, die alle die werelt maect, 208

dien van Romen t’onder gedaen heeft alle menschen ende oec diebeesten, so dat si den mogenste dienen moeten. Voert so leest endebesiet uwer voervaders avontuer, die beter ende starker waren dan gi,nochtan dienden si die van Romen.

Josephus’ sermoen op die van der stat. Capitulum XLVII.

[S]I en hadden niet onderdaen geworden, en hadden si niet van Godeverstaen datt’et sinen wille waer, dat si die heerscappie hebben soudenboven al der werelt. Dit hebd’i wel verhoert, ende gi mocht’et nu oecwel merken ende besien. Wild’i of en wild’i, gi selt moeten die vanRomen in die hant comen, levende of doot, want gi siet wel, dat si u ’tmeeste deel thant of gewonnen hebben, uwes ondancs, ende uwe muerdoerbroken. Uwe poorters sijn sonder weer ende sonder macht. Watwaend’i? Men wet’et in dit heer wel den honger ende gebreke, die gibinnen der stat hebt ende gedoecht, want uwe gemeen volc is vanhonger onmachtich, ende sterft’er of met groten hopen. Ende uwewachters sellenre oec saen of verdorven sijn, want al lieten dieRomeinen haer striden op die stat, gi hebt binnen alte groten strijt, diengi niet verwinnen en moecht, ten si dat gi wapen hebt, daer gi hemmede uter stat driven moecht. Hier om so is’t nu die beste raet om derjammerliker plagen wille, dat gi overeen draecht, ende geeft u denRomeinen op in handen. Want si sijn goedertieren, ende willen u gaernevergeven datt’er misdaen is, op dat gi dit doen wilt, want si sijn vannatueren goedertieren. Ende hem dunct oec datt’et jammerlic endescade waer, dat si dustanigen schonen vermaerden stede destruerensoude, ende dat si alt lant datt’er omtrent leit, oec souden latenverwoest leggen sonder volc. Want Titus is bereet ju te ontfangen metallen paeis ende vreden ende met sekeren geloften, op dat gi wilt. Merwint hi u stede mit stride, hi en sel niemant sparen, clein noch groet,hoge noch nederen. Nu merct dat hi u twee muren of gewonnen heeft,ende hi waent oec die derde saen te winnen. Ende al en mocht hise nietwinnen, so vecht daer binnen voer hem den groten honger die u volcdoot!” Aldus sprac Josephus den Joden an, die op die toorn ende op diemueren waren. Mer die quade honden en hildenre niet of, mer si

Page 83: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

209. Lees?: live210. Ontbreekt in Leeu 1482.211. Lees: Nechias

vloecten seer ende scoten na hem ende versprakene. Ende doe hi sachdatt’et volc sijn tale niet horen en woude, so hoopte hi dat hijse te bethem selven soude doen kennen, ende brengense tot doechden metexempelen van den heiligen vaders van hare wet, die voer geweesthadden, ende hi riep lude: “Cative en achti niet op uwe wive 209 endeclein kinder die u minnen? Waend’i die Romeinen te verwinnen? Waervond’i ie enich die haers gelijc waren. God, die Heer is van al der werelt,hi heeft van den beginne altoes geweest met onsen vaders als hemiemant quaet of onrecht deede. Ende en merct’i niet, dat gi [met] 210

uwen quaden daden ende wercken dese heilige ende gebenedide statontsuvert hebt ende jammerlijc besmet. Wildi mit desen exempelenonser voervaderen volgen, die Gode so seer verbolgen hebt? Onsevoervaderen hebben dicke dese stat verloren met stride. Mer ic ontsie minu te vertellen, ja die des onwaerdich sijt te horen Goods woorden endesijn wercken, ende mi om niet daer mede te pinen. Of gi niet merckenen wilt op Romeinen, soe peinst op dat wonder dat God voertijts mitonsen vaders gedaen heeft in haren dagen. Op den tijt dat Abrahamtoech in Egipten om den honger te scuwen, so was in Egipten conincDothias, 211 die Pharao hiet. Ende want Sara, Abrahams wijf, onser alremoeder seer schoen was, so namense die van Egipten Abraham onsenvader, ende brochtense den coninc Pharao. Mer wat dede doe Abraham?Al wast dat hi hadde CCC ende XVIII knapen, hi en wrack hem selven nietmet stride, mer hi vaste ende bat Gode oetmoedeliken, ende keerde sijnhanden te Jherusalem waert in bedingen, dat gi nu selver ontreint endebesmet hebt mit uwer quaetheit. Ende God plagede selver Pharao so,dat men Abraham des anderen dages Sara wederseinde onbesmet, endemen gaf hem silver ende gout te soene voer sinen laster. Oeck engedenct’i niet hoe onse geslachte woende in Egipten in swaren dienst,ende waren eigen ende kative CCCC jaer, so datt’er daer veel haer lijfverloren. Wat plagen ende hoe veel ded’er God om in dien lande? Onsevaderen hadden hem doe wel mogen wreken met gevecht, hadden sigewilt, mer si en wouden’s niet doen, ende gaven Gode al haer liden op,ende lieten’t hem wreken. Hier om leidse God uut Egipten doer dieRode See, ende hieltse onbesmet van bluede te storten, ende daer inverdranc hi Pharao ende al sijn geselscap, doe hi onsen vaders volchde.Aldus so wracse God. Daer nae doe die Philistinen oerloechden op

Page 84: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

212. Leeu 1482: gisten213. Leeu 1482: hi214. Leeu 1482: ende omdat

onsen vaders, ende si met strijden hem ofgewonnen hadden GoodsArke, en plaechdese niet al ja Hi? Ende Dagon, haer god, wort onthoeft,om dat si en setten bi Goods Arke. Ende ten lesten, doe si seer geplaechtwaren van Gode, so waren si blide, dat sise weder senden mochten mitgi[f]ten 212 in onse lant. Ende hier om als onse vaders die wapen leidenende hem te bedinge gaven ende leiden Gode haer dogen op, so wracHise. Sennacherib, die coninc van Assiriën, en lach hi oec niet voer derstat met groten heer? Mer wie scoffierd’en ende verdreeff’en? Mer geenman en deet! Want doe onse volc in anxt lach, soe quam Goods engelbinnen der nacht, ende versloech binnen sinen heer C dusent ende LXXX

dusent man. Ende doe most hi mit scaeden van der stat vliën. Gi weetoec wel hoe onse vaders om hare sonden wille waren gevangen gevoertin ’t lant van Babiloniën LXX jaer. Mer si en mochten niet ontgaen vandaer, voer datt’et Gode tijt dochte... Want weet voerwaer: wat onsevaders doen wouden mit wapen sonder Goods hulpe, dat verginc hemten quade. Want als si met overmoede vechten wouden, so worden simit scanden verwonnen ende verdreven. Mer als sij’t Gode opgaven, soverwonnen si, ende bleven te boven. Peinst oec hoe Zedechias, dieconinc, street tegen Nabugodonosor tegen Jheremias’ rade. Ende enwort hi niet daerom gewonnen ende gevaen? Ende en wort dese statende den Tempel niet omgeworpen ende gevellet? Nu peinst oec watZedechias dede. Ende merct oec wat gi lude doet, hoe ongelijc gi hemsijt, want te dier tijt riep Jheremias al dat hi mocht, dat men die statdestrueren soude ende ’t folc vaen, nochtan en woude [men hem] 213

niet dootslaen. Mer - sonder die quaetheit ende den moort die gi doet inder stat, die ic u niet seggen en mach, op dat ic’s die stonde niet enhebben - omdat 214 ic u uwe salicheit segge, mocht gi, gi sout midootslaen. Mer sonder den moort ende quaetheit die gi doet, so enwild’i niet dat men u vermiede. Ende en denct’i niet hoe Anthiochuswilen oec dese stat beleide, ende hoe onse voervaders tegen hem uuttogen, ende worden verslagen ende die stat gewonnen? Ende hi namoec den Tempel, ende roefd’en ende vermeensaemd’en. Ende dit vieloec om onser voervaderen sonden. Ende den Tempel bleef doe langewoest. Ende wat helpt’et dat ic u meer castie!? Wie brocht denRomeinen eerst, dat si striden souden op dese poort? Sonder die quadevalsche moert ende werringe, die begonde tusken Hircaen ende

Page 85: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

215. Leeu 1482: Julius216. Niet in Leeu 1482.217. Verkeerd begrepen.218. Ontbreekt in Leeu 1482.219. Leeu 1482: fisierde220. Leeu 1482: wisen

Aristobole! Want den onvrede, die tusschen desen tweën bruederenwas, brochte Pompeium eerst in deser poort. Ende God dede die Jodent’onder, omdat si niet waerdich en waren vri te bliven. Hier nae geviel’tin Aristobolus’ dagen, doen Antigonus die stat gewonnen hadde, ende hiheer was, dat Herodus, Antipaters soen, ende [Sosius] 215 mitt’enRoemschen heer, ons beleiden ses maende, ende wonnen die stat opons, soe dat wi swaerlijc onse sonden mosten becopen, ende wi wordenwaerlijc beroeft. Weet oec dat [niet] 216 is geoerloft wapen te bezigen naonser wet ende andere niet, 217 want waerlijc sett’i u tegen dieRomeinen, so sal destructie u afterste slach wesen. Want ic wane dat diegene die de stat houden, dat si niet en misdoen, op dat sij’re Godemede laten gebruken, ende pinen hem te doen dat die wet gebiet. Mernu segt mi wat [doet] 218 gi cleen of groot van dien dat Moises in der Wetgeboden heeft? Gi sijt veel quader dan Dathan ende Abiron die d’aerdeverswalch! Wat quaetheden is’t gi en doetse?! Dat’s diefte, logen,moortdaet, verradenisse, roef, hoerdom boven maten. Ende hier enboven soe fisierd[i] 219 uwe quaetheden in den Tempel ende duetseende ontreinten dan mede, dien die van Romen tot hier comen endeaenbeden om sijn heilicheit. Ende si hebben dicwijl onse stede gebetertna onse wet, meer dan gi doet! Sel u dan dese heilige stat in stadenstaen, daer gi soe veel quaetheden in gedaen hebt? Gi sijt exempelenvan onrecht, want gi in onsuverheden Gode aengebeden hebt om hulpe.Ezechias, die wi[l]en 220 coninc was van desen stat, hi boetoetmoedeliken sijn handen te Gode waert in desen Tempel doe sijnvianden hem beleit hadden, ende God verhoerd’en, ende versloechse,om dat Sennacherib sinen eet brac, ende daer in Gode blasphemeerde.Ende Titus, die hier leit, en wil niet dat gi hem alsoe dient mit sulckengoede als uwe vaders gaven den sinen. Ende wildi dit doen hi geeft vwarachtige vrede ende pais ende vergeeft v alle misdaet Ende laet v diestat ende den tempel ende alt lant ende uwe goet ende wette sal hi vgebruken laten tot uwen wille Hier is grote verwoetheit dat wi willen datgod den quaden also goet si als den goeden En peinsdi niet wat godchennacerib dede opten eersten nacht dat hi voer die stat gecomen was

Page 86: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

Ende wildijt wel mercken hadt god gewilt dat wi in vriheiden gebleuenhadden so wel had hi dat self gedaen pompeio ende sinen heer Endefestius ende ander princen oec die dese stat wonnen Ende vespasiaenoeck doe hi galilea destrueerde wie dede hem quaet of wederstontenMer god heeft hem zeder eer gedaen ende heeften keiser doen kiesenbouen al die werelt. Titus leit oec hier voer die stat die groteontfermenisse daer op heeft nochtant toentet god bi miraculen dattetsinen wille is. want doe hi hier quam waren die fonteinen verdroechtvoer Ende die fonteine van siloe daermen cume water in vant Ende aldander sijn nv soe rein ende soe vol waters als si begeren Merct endepeinst wat god wilen togede dat die fontein sijn loep verdroechde doenabugodonosor dse stat destrueerde ende den tempel Nochtant wasdoe beter volc inder stat dant nv is om die grote quaetheit die gi daerbinnen doet. want die fontein die doe verdroegede geuet nv allenvianden water genoech. waendi dat god met uwen sonden is die alleheimelicheden claer ende condich sijn want hi hoert al datmen swijchtwat ist dat gi soe heimeliken hebt uwe vianden en wetent. want si wetenuwe quaetheden nv Ende gi strijt alle dage deen opten anderen als of elcom eer dede Mer merct ende besiet dat gi nv mer een straet en hebt vansalicheden Dats soe wie sijn sonden beliet dat hijse vrie ende quijt endedaer na gewarige penitencie doet Daer om soe werpt of uwe wapen givermaledide lude ende scaemt v Ende merct ende besiet terre ende naedat om vwen wille dit lant is verwoest besiet wat scoenheden gigedestrueert hebt die stat ende den tempel die vri waren brenct gi tervianden handen diet om uwe quaetheden verbernen sellen ten si dat giv op geeft. Ende wat is vaster ende starcker inder werelt dan steennochtan machmen breken ende scoren Ende al sidi soe hart dat gi opden tempel op der stad ende opt lant niet en acht Merct en hebtontfermenis op uwe wiue v kinderen v magen die saen van honger endegebreke verdoruen sullen wesen ic weet wel dat mijn wijf ende mijnmagen die daer binnen sijn haer lijf niet auontueren Sulcke wanen dat icom haren wille v dus anspreke Ende gi slaetse daer om ter doot vanquaetheden Stort mijn bloet ende slaet mijn doot want ic om beterswille mi pijn v te raden v salicheit dunc v groot eer ende vrome dattetlant om uwen wille dus verderft wort

[¶] Vanden gebreken die inder stat waren. [¶] Capitulum xlviij

Page 87: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

[D]Oe iosephus dese woerden ter stat waert riep met groten geween diemoernaers daer binnen waren die en hilder niet of wan si vuaren ingroten vuanhopen geuallen dat si niet vueldoen en consten Mertgemeen volc vander stat had hem gaern op gegeuen den romeinen mersi en mochten ende daer vuaren luden die al haer goet ende haren scatgauen om haer lijf ende si zvuelchden gout in om dattet hem dieromeinen niet nemen tn souden Ende dan vlogen si ten romeinen waertende baden ontfermicheit ende coften haer lijf mitten gelde dat si inhaer lichaem hadden Mer titus ontfencker veel sonder gelt endedeliuereedse ende hier om lieper vter stat veel meer om die plagetontulien ende titus lietse al vri ende quijt Mer doe ian ende simon endedie met hem waren dit wisten so deden si grote hoede doen dat niemantvter stat lopen en soude. Mer wie ten romeinen waert vlien woude diesloechmen doot op dier stat Want arm ende rijc togen si wt bleuen sibinnen si waren in auentueren van haren liue Sonder dat si hopenmochten an haren vianden genade te vercrigen of haer lijf te copen.want een der plage vander honger wast vreselijck inder stat binnen.Ende den honger wesch vreselijck inder stat So datter veel van hongerstoruen. want daer en was geen coren binnen Ende die diefs dierbinnen waren namen den luden thaer openbaer ende si doer sochtenhusen ende hoecken Ende daer si iet vonden coren of spise daer slogensi die gene diest was of stakense ende dan namen sijt hem Ende daer siniet en vonden daer tormenten ende pijnden si wijf of man dat si hemspise wisen souden si waenden dat wat was Ende wien dat si iet sagenhebben si nament hem Ende dien si vonden geswollen van honger dienwonden si daer totter doot Mer dien si sagen dat thant steruen soudensi en wouden die niet doot slaen. Die rike luden gauen alle haer goetom een muddekijn gerste Ende dan sloten si hem in huis met groterellendicheit ende maecter of iammerlijc broot van groter noot Sulcnamen taru ende kaudense ende nergent in dier poort en dectmen tafelSi togent broet half deech wt den ouen of vten vuer ende atent alsbeesten Die machtige luden die hadden luttel mer die arm en haddenniet. Desen honger nam alle vrientscap ende trouwe want die wiuennamen haren mannen teten Ende tkijnt der moeder ende die moederden kijnde Men had niemant daer of so lief Men vergat sijns alsmen ietteten hadde Ende die rouers mercten dit Ende so waer si die husegesloten sagen daer braken si in om dat si waenden dat men daer atEnde vonden si daer iet si nament al Sulcke kauwede haer spise nauwehalf ende sulcke sw[a]lchse al geheel. Daer en was wijf noch kint die

Page 88: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

enich vordel hadde Dese rouers stoerden die poerteren om eten als of sihonden geweest hadden ende si togent den kinderen vten monde dateeten datsi daer in hadden. Ende als die kijnder dan an hem hengen soeworpen sijse met groter onwaerden tegen der aerden ende sloegenseEnde som die gewaer wort datmen hem sijn spise nemen soude hiswalchse al geheel l eer die rouers quamen Ende dan daden si hemgrote lelicheit want si togense bi haer scamelheit ende staken hemstocken ten fondamente in omdat si hem met toorne of dwingenwouden een broot Ende dan deed men hem pinen so groot datmensniet en soude willen gelouen Sulcke scoten vter poort ende liepenondert roemsche heer in auenturen ende lasen daer cruut opt velt Meralloe saen als si weder inder poort quamen so worden si vernielt endemen namt hem al dat si brochten Ende hoe ontfermelijc dat si badendatmens hem een luttel gaue ten mocht hem niet geschien Mer simochten herde blide wesen dat mense niet doot en sloege

[¶] Hoe men die ioden cruuste ende hoemen die derde muer bestont[¶] Capitulum xlix

[D]Je gemeente vander stat gedoechden dese iammerlike ouerdaet. Merrike lude leidemen voer simon den tiran ende leiden hem verradenis opOf dat si omme lopen wouden ten romeinen daer en mocht hemniemant ontschuldigen ten most hem tleuen costen. want die gene diesimon verdreef ende roefde die ontfenc ian Ende die ian verdreefontfinc simon Dus scuerde deen den anderen altemael ende namen denluden lijf ende goet Haer onsalicheit deden si deen den anderen al dat simochten want elck wouden van desen tween die ouerhant inder stathebben. Jc waen dat nie stat en was die dustanige ouerdaet gedoechdeNoch nie en was so quaet noch ongenadich volc deen op den anderenals dese ioden onderlinge waren Titus dede met groter haesten diedrachte voldragen an die muer ende dede wel wachten die iode die doerdie valeie liepen om cruit te lesen ende om spise so dat men daer opeen tijt vijf ioden vinc ende die cruustemen alle mer eermense cruustesoe geseldmense seer Titus had hier op grote ontfermenisse Mer hem endocht niet goet datmen dus veel dols volcx soude laten gaen ende hemdochtet grote pijn ende verlies datmen dus veel dols volcs soude ingeuangenisse houden Ende hier bi en verboet hijse niet te crucen. Desvolckx wort soe velen geuangen ende gecrucet dat den romeinen houtgebrack crucen of te maken. ende oeck lants bider stat die crucen op te

Page 89: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

rechten Als die moerdenaers die binnen waren dit sagen so veruaerdensi die ioden binnen ende seiden merckt dit ende besiet hoemen dieioden begaet die vter stat vlien hoe iammerlijc datmense alle doot Endedie ioden die binnen waren doe si haer volc dus sagen verdoen endegaern wt gegaen hadden ten romeinen Die en dorsten niet vlien tenromeinen van anxt tot dier tijt want si vernamen die waerheit waer omdat mense dode. Nochtant waren veel Joden die wt liepen Ende haddenveel lieuer gecruust te worden dan binnen van honger te steruen Mermen hinck daer niemant dan die men met cracht vinck Titus hadde oecveel geuangen ende hi dede hem die hant of slaen ende dan sende hisebinnen tot simon ende tot ian om dat si daer en souden mercken dat hihem geen quaetheit en soude doen die tot hem geulogen quamen Endedat hi oec niet en meende te verderuen die goede stat noch den tempelop dat si noch genade hadden willen soeken Mer en wouden si des nietdoen soe toende hi hem dat si eer iet lanc souden moeten gedogen sijnbi haers ondancx Mer si waren so quaet dat si hier of niet en hilden Merdaer si bouen op der muer stonden so vloecten si TYTUM wtwaert endeVESPASIAEN Ende seyden dat si lieuer hadden te steruen dan eyghen teworden Hier en binnen droeghen die ROMEYNEN met groter pinen haerdracht ende volleden die graft opten xxisten dach van meye Ende als IAN

sach dat si hadden een drachte ende effen hoech ghemaect teghen dentoren ANTHONIA. Soe mimeerde hi onder die dracht nacht ende dachende ondersettedet myt hout Ende dan droeghen si daer in smout endevier ende doe verbarnde dat hout daer die aerde op lach ende sloech soneder met die dracht ende gaf enen groren slach ende wort een altegroten vier dus bleef der ROMEYNEN arbeit verloren ende doe waren siharde gram Mer ouer twe daghen hier nae toech SIMON wt want dieROMEYNEN begonden haer ramme ten muren te setten om die ontweente steken. Dus liep SIMON ende sijn partye Ende barnden den ROMEYNEN

twe rammen of. Want si en weecken cluppel noch swaert Wanthoemense sloech si liepen vast doer ten ramme waere ende ontstakendie engiene Als die ROMEYNEN dit saghen liepen sy toe om die enginen teontsetten Mer die IODEN wederstondensen starckelijc tot dat dieengyenen al verbarnden. Ende doe ontsaghen hem die ROMEYNEN seerom dat si besinghelt waren int vier ende toghen haestelijck achterwaerttot haren tenten Mer die IODEN volchden hem tot daer na ende lenerdenhem daer wijch Dus so vachtmen daer harde seer die IODEN vochten vannode ende die ROMEYNEN om eer Hier en binnen vernam TYTUS dat dyestrijt groot wort Ende hy quam daer [-soe] toe gheslaghen met den sinen

Page 90: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

ende versprac sijn volc ende bescudse van desen stride Want die IODEN

en mochten niet langher dueren Ende en hadden si niet ghekeert inhare stat men hadse alle gheuanghen ende doot gheslaghen

[¶] Hoe TYTUS een muer maecte al om ende omme IHERUSALEM

[¶] Capitulum .l.

[N]V waren die engiene ende dye drachte mit crachte al verbarnt Hierom waren alle die ROMEYNEN seer gram want hem dochte datmen die statniet winnen en mochte sonder drachte ende engiene TYTUS nam raethoe hi nv die stat bestaen mochte Ende sommige rieden hem die stat tebestormen met alden volke opter muer om dat die IODEN teghens altvolc niet ghestreden en hadden Ander rieden datmen dye graft mitdrachten weder vollen soude. Ander rieden datmen die dalen al beleydeso dat nyemant vter stat comen en mochte ende also soudemen die statmit hongher winnen Sonderlinghe om dattet quaet striden is op ludendie lieuer hebben te steruen dan te leuen TYTUS dochtet scande dat hisoe langhe stille legghen soude mit so groten heer als hy met hemhadde Oec dochtet hem zwaer wesen te vechten op dat volc dat verwoetwas van wanhopen ende hem en dochtet niet oerbaerlijc wesendrachten te draghen oec so dochtet hem grote pijn ende vresedustanighen stat te belegghen in alle die diepe dale Ende liet men hembinnen doer dese dale spise of lijftoch halen so mostmen te langher voerdie stat legghen. Voert ontsach hem TITUS dattet te minre eer wesensoude laghe hi daer langher voer Doe docht hem best dat si die stat alomme muerden mit eenre muer Want hy daer mede alle dye slopebesloten om dat sy binnen hier mede in wanhopen souden moghenvallen ende dan die stat opgheuen als si van hongher amachtich warenDus gheboet TYTUS alle den heer dat si dese muer maken ghinghensonder langher beyden. Ende god gaf alle den volck te mael goedenwille daer toe. Dat sijt garen ende willichliken ghinghen doen. Deesemuere was omme gaende lanc lx stadien dat waren twe grote milenende een half ende buten der muer maecte hy xij castelen den enen veervanden anderen staende Ende si volmaecten dyt werck al binnen tweendaghen Mer dit gheloeft cume yemant dan diet saghen Jn elken casteellach veel volck ghewapent Ende si deden int heer binnen der nacht driesciltwachten Deerste sciltwacht hielt TYTUS met den sinen Dander hieltALEXANDER van EGIPTEN met den sinen Die derde die maerscalc vandenheer Want si en hadden rust noch vrede. want eer deen slapen ghinc so

Page 91: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

was dander ghereet ende dit duerde alden nacht doer Nv verloren dieIODEN al haren hoop van tontgaen ofte ontlopen. want binnen wies denhonger seer ende die husen waren vol doder luden beyde van mannenende van wiuen ende van kinderen dye van hongher ghestoruen warenende die straten laghen oec vol doder luden Ende die ionghelinghenende die maechden zwollen sommighe van hongher ghelijc blasen endeal gaende vielen si doot Men mochte binnen der stat doer gheen stratengaen cleen noch groot om den stanc vanden doden luden die daer inlaghen Ende die leuende waren so cranc dat sijse niet begrauen enmochten Som daer hi sinen vrient grauen woude so viel hi op hem dootMenich mensche ghinc binnen IHERUSALEM al leuende tsinen graue waertEnde nyement en weender om noch en claechde want die hongherdwancse ende haren quaden wille die stede was vol droefheden endedie huse ende die graue waren vol doder luden Ende dan quamen diemoerdenaren ende toghent den IODEN wt dat si an hadden endedroghent wech al grymmende Nochtan doerstake si die doden endesaghen of si enich leuen in hadden Mer die lude die om den anxtvanden hongher den moorders baden dat sijse dootslaen wouden omhaer pijn te corten dien ontseiden sijt Hier na deden die moerdenarenom den groten stanc ghebieden datmen die doden grauen soude Merdie binnen waren en mochtent niet ghedoen Doe werpmense ter vestenwt in die diepe dalen so datmenre veel vollede Als TYTUS dese doden dussach legghende so iammerlijc gheswollen van hongher so wiende hyende hief sijn handen op tot onsen heer ende toende daer goods wrakeende dattet sijn scout niet en was dat si daer aldus verdoruen. Als dieROMEYNEN saghen dat die moerdenaers stille binnen laghen soe warensijs blide ende waenden gaen breken die muer want si hadden bi naharen wille ouer den IODEN Ende veel vanden ROMEINEN stonden endetoonden die van binnen veel spise omdat si hem daer mede lede doenwouden Nochtant en mochten sijse daer toe niet brenghen dat si hemop gheuen wouden TYTUS hadde grote ontfermenis dat ghemeen volcdus van hongher starf ende hi hadt garen weder verlost Ende hi dedeweder dracht draghen ende die starck ende dicke maken nochtantmosten sijt hout halen ouer xx stadien. TYTUS dede starckelijck teghenden toren ANTHONIA draghen drie dammen veel meerre dan danderwaren. Ende hy troeste sijn volc seer ende seyde Pijnt nv blidelijc ghyhebt die moerdenaers v vianden in uwen handen Mer die ongheuallighekatijfs en achten op haer lijf niet. want al mocht hem dat lijf bliuennochtant bleuen si verhongherde luden. SYMON dede binnen

Page 92: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

vermoerden enen eersamen man die hem die stat halp houden endedese hietede MATHIAS. Ende noch dede hi veel ander heren dootslaenende beual datmense niet begrauen en soude Ende si vinghen oeckIOSEPHUS vader ende leyden oec in enen kerker ende boden dat nyemantso coen en waer dat hi teghen hem sprake Want si seyden dat hi eengroot verrader waer Ende die ghene dien beclaechden sloechmen doot.Dit sach een hiet IUDAS die van SYMONS partye was ende hielt enen toornvan hem Ende hi seyde den thienen die mit hem waren aldus Hoelanghe sellen wy in bedwanghe wesen aldus onder den quaetsten diefende tyran dye wesen mach Want den hongher torment ons totter dootOec mercket dat alle die ROMEYNEN saen rijc wesen sellen van goede datsi op ons sellen winnen Hets beter dat wi gaen in handen ende ons endedie stede behouden Want SYMON sel groot misual an comen ende seltbecopen dat hi doet Dese IUDAS ende sijn tien ghesellen worden deseens ende riepen anden ROMEYNEN ende seydent hem Mer som enwoudens sijt niet ghelouen mer si haddent onwaert dat si seyden Wantsi waenden thant die stat te wille hebben Als TYTUS darwaert toech omdese op te nemen Soe vernamt SYMON ende hy wan die toorn op diendach daert die ROMEYNEN ansaghen Ende sloghen al dese ghesellen dootende worpense ter muren wt

[¶] Hoe die ROMEYNEN dat gout sochten inden IODEN buuc ende tghetalvanden doden Ca li

[I]OSEPHUS was doe bider muer gegaen ende riep opwaert altoes endebadt hem dat si hem op gauen. Mer hi wort daer gheworpen met enensteen van bouen op sijn hoeft dat hi sitten ghinc ende was verdroeftmitten worp Ende die IODEN ronnen wt dat sien binnen halen woudenMer TYTUS deden halen die in twiuel was waer hi doot of leuende wasEnde die mordenars maecten binnen grote bliscap om dat si waendendat hi doot waer Ende doet IOSEPHUS moeder vernam daer si lach indenkerker so maecte si groet hantgheslach van rouwen Mer dese loghenwort thant becort Want hi stont op ende riep anden moerdenaren endesyde Jc sal waerlijc eer yet lanc ghewroken worden ouer v Endetghemeen volc was harde blide dat IOSEPHUS der doot ontgaen was Merhet was den moerdenaren harde leet Sulcke vanden ghemenen volcspronghen ten toornen wt ende sulcke namen steen als of si vechtenghinghen Ende dus ontliepen si den ROMEYNEN Mer van desen volc sonammer veel haer seluen tlijf Want als si int heer quamen ende

Page 93: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

begonden teten so aten si soe veel van hongher dat si daer of storuenEnde ander waren die hem wachten Mer doe quam hem een anderplaghe an Die van SIRIEN saghen enen ontulogen IODE ter camer gaenende si gaderde alte schoon gout vten drecke. want veel IODEN die vlienwouden verswolghen gout om tontdraghen Als dyt int heer condichwort dat die vluchtighe IODEN vol gouts waren Soe quamen die vanSYRIEN ende van ARABIEN ende en snedense op ende sochtent gout inharen lichaem dat si gheswolghen hadden Dit was een quade plaghewant in eenre nacht wasser wel twe dusent op gesneden Hier om wortTYTUS soe gram dat hijt vernam dat hi welna had doen dootslaen dyeghene die dit deden Mer den wille vanden ghewinne was soe groot datsi wouden ewelijc rijck wesen. want gheen sonde en is ghelijcghiericheyt God diet werck verbannen hadde hy verkeerde alle derIODEN salicheyt ghelijc der verdomenis Hier om wortet also veel verderftHoe grotelijc dattet TYTUS sinen volc verboot dat si die IODEN nietondersoeken en souden si en lietens niet want bi nacht sloeghen si dyeIODEN al heymelijc doot ende sochten tgout in haren lichamen dat sigheswolghen hadden. Ende om desen iammerliken moert keerden dieIODEN die vter stat vloghen waren weder ter stat waert in Nv hoet wat dievalsche IAN dede als hi niet meer ant volc en vant dat hi rouen mochtesoe stal hi ende nam die vaten daermen mede diende inden tempel Merdie cierheyt inden tempel die AUGUSTUS die keyser syn wijs ouer menichiaer hier te voren den tempel ghesent hadde die en nam hi niet. wantdie keyser van ROMEN had dien tempel hier te voren in groterwaerdicheyt ende dede hem grote eer Ende sende hem grote presente.Mer nv wast daer toe ghecomen dat een IODE die presente vten tempelroefde die daer van veer gesent waren Ende hi verteerde mit sinenghesellen den wijn ende dolye daermen gode mede ghedient soudehebben Mer ic waen dat dieghene die dese ouerdaet deden sellenargher einde nemen waren die ROMEYNEN binnen gecomen dan of siversoncken waren optier stat of verdroncken inder diluuien of dat siverbarnt waren mytter blixeme ende versoncken want waerlijc deseIODEN waren quader van leuen dan dye SODOMITEN waren nochtan ensoude ic niet micken den torment die si in die stat deden Ende vanSYMONS pertyen een die ANNANUS hiet ende had een partye in sijnrehoden die quam ghelopen int ROEMSCHE heer ende seyde voer TYTUS

datmen vanden xiijsten daghe van aprille totten eersten daghe vanhoeymaent tsijnre poorten wt brocht by ghetalle C dusent ende xxvdusent ende lxxx doden. Nochtant seyde hi datmenre veel vanden

Page 94: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

besten groef Ende datmen veel vanden doden ouer die muer werp indie vesten [¶] Mer hier na quamen veel edelre luden vter stat gheronnendie seijden voerwaer dat wt elker poort vander stat meer dan C dusentdoden ghedraghen waren Ende dat binnen niet volcx ghenoech en wasdat dye leuende dye doden wt draghen mochten nochtant laghenregrote hopen inden husen besloten want seer die ROMEYNEN omtrent denpoorten ghewaect hadden soe een mochten die ghemeen luden geencruyt buten halen tot haerre nootorft. Hier om doersachten si diemessenen ende priueyten ende aten van groten hongher menschen drecdat alte eysschelic an te sien was Ende als dyt die ROMEYNEN vernamensoe hadden si daer op ontfermenisse Mer die moerders binnen dietmitten oghen ansaghen ten deerde hem niet. want dat ongheual endewanhope maectse blint so dat hem god ouer sende dat si daer nyet omen gauen Dus stontet een langhe tijt in IHERUSALEM

[¶] Hoemen derdewerf die muer bestont Ca. lij

[N]V wil ic voert bescriuen hoe dat IHERUSALEM ghewonnen wert Jnderstat merede die plaghe alle daghe Want so die moordenaers meerghebrecs hadden so hem haren luste ende begeerte meer wiesch ommoortdaet te doen Want die stat was so vol van moerdenaren dattetysschelijc was an te sien Si quamen bi viuen bi tienen te gader om terouen dye lude die noch leefden daer si yet vinden waenden Hier toewas den stanc binnen soe groot als of een heer aldaer verslaghen waerso veel volcx lach daer doot Ende die leuende waren soe verscouen datsi niet en peinsden dat si oec van hongher verderuen souden ghelijcden anderen Ende als die ROMEYNEN die dracht voldraghen wouden simosten hout daer toe halen ouer xc stadien veer Want si en vondengheen naerre ende dat was wel na ses grote mylen verre Mer dieROMEYNEN pijndent soe seer dat si haer dracht voldroghen binnen xxxdaghen Mer si waren altoes in groter vresen dat hen die IODEN haerdrachte of winnen souden mitten vier Ende dat was om dat niet enwisten waer si ander hout halen souden. Ende dye IODEN waren binnenoeck in groter vresen vander hogher dracht want si ontsaghen dat sivanden vier ouerscieten souden inder poort. Mer die ROMEYNEN sistonden myt groter craft voer haer dracht ende beschermdense nochtanttoech die valsche IAN wt mit sijnre partye mit vier ende waende denROMEYNEN die drachte of winnen die si ghedraghen hadden voerANTHONIA ende die enginen die si daer op ghestelt hadden Opten

Page 95: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

eersten dach van hoymaent gheuiel daert menich man sach dat dieIODEN vander muren ghinghen Ende die ROMEYNEN staken den ramstarckelijc van bouen met scut Ende die IODEN weerdent mit stenen diesi worpen op die ROMEYNEN totter nacht toe dat die donckerheyt beydepertyen verscheyde Ende dye muer en wert niet seer ghefaelgeertsonder te dier stat daerse die valsche IAN eerst ghemuert hadde endedeerste dracht verbarnde soe wy voerseyden Mer des daches hier tevoren hadde hi teghen die scuer doen maken binnen een nyewe muerDes anderen daghes waren dye ROMEYNEN vroech ter muer Mer doe sivernamen datter binnen teghen der scuer een muer ghemaect was sowaren si harde gram Mer doch vonden si daer een dinc aen dat hem welbequam datmen die score vander muer wel op climmen mochte Mernyemant en dorstet bestaen te doen om dat men thant van bouenghedoot soude hebben. Ende hier om vergaderde TYTUS dye alrevroemste van sinen heer ende troestese mit schonen woerden endeseyde Soe wie eerst bestonde op die muer te clymmen op dat hi te liuebleue hi soude hem so grote ghiften gheuen dattet alt heer benydensoude Hier op en antwoerde hem nyemant dan een ridder die daer wasdie FILUIUS hiet ende was gheboren wt SYRIEN een stout bruyn magherman Dese vermat hem TYTUS bede te voldoen Ende hi decte sijn hoeftteghen die worpe mitten scilde ende clam ter muren op ende hemvolchden si xi na Mer hi vacht bouen langhe alleen eer dander opquamen nochtant worpmen grote steen op hem dese FILUIUS clamstoutelijc op tot dat hi quam opte hoechste muer daer hi den IODEN veelonwille dede. Mer dicke valtet dat die auontuer doet den menighenswaer pijn ghelden Want des mans aenganc was seer stout Mer eer yetlanc so werpmen enen steen op hem van bouen soe dat hi plat vanbouen vallen moste Ende doe die IODEN dat saghen so omringden sihem ende ghinghen op hem slaen Mer hi rechte hem op sijn knyen endedecte hem mytten scilde ende sloech seer starckelijck opten IODEN endewonder veel. mer hi moster doot bliuen opter stat Oec so bleuenderdoot drie vanden eluen ende die viij ghewont dije hem na gheuolchtwaren Ende die droechmen ten tenten waert ende beclaechse seer Ditgheuiel opten xiijsten dach van hoymaent

[¶] Hoe den toorn ANTHONIA ghewonnen wort [¶] Capitulum liij

[O]Ver twee daghen hyer nae worden si xx vter sciltwacht snachtsberaden dat sy met hem namen enen standert dragher ende noch iij

Page 96: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

blasers Ende si quamen bi nacht ende clommen stoutelijc op ANTHONIA

ende vonden daer die wachters slapende Ende si sloeghense doot endewonnen die muer ende ginghen doe stoutelijc storm blasende Ende alledander IODEN vloghen vander muer Ende waenden dattet grote heerbinnen ghecomen waer Doe TYTUS die trompen hoerde wapende hi hemende dede die sijn ter wapen gaen. Ende hy seluer deerste die op clam.Ende hi vernam dat die vloghen ten binnensten tempel waert. Mer dievalsche IAN ende SIMON stonden daer metten haren in groter gramscapSo dat op die tijt binnen seer geuochten wort Mer die ROMEYNEN die inquamen pijnden hem den tempel te winnen Mer die IODEN wederstopdense starckelijc Ende dedense weder afterwaert fieren tot ANTHONIA

Dat scut en mocht daer niet veel helpen daer om vochten si al mitzwaerden. Men mocht hier niet wel onderscheyden welc deen opdander partye was dye straten waren daer soe nauwe dat daer nyemantontulien en mocht Mer wye voer was hi most daer doot bliuen of dieweer behouden Want die daer after aen quamen benament dat deersteniet keren en mochten Dus streden si vander middernacht tottenmiddaghe toe met groter cracht an beyden siden. Hier en wonnen dyeROMEYNEN niet veel Mer het dochte hem wel ghewonnen wesen dat siANTHONIA den besten toorn ende die beste veste ghewonnen haddenaldus op die van binnen inden toren ANTHONIA stont Neffen TYTUS sideeen prin die hiet BYOKAEN Ende hi sach dat die ROMEYNEN afterwaerttoghen ende hi was des droeuich nv moechdi van hem wouden horenhoe hi spranc in die betaelgie mit cracht ende brac dore totten IODEN

ende iaechtse alleen afterwaert ende hy sloecher menich doot Wantniemant en mochten wederstaen Soe dats TYTUS groot wonder haddeMer hy bleef daer met ongheualle doot dat gheen man scuwen en machWant hi gleet ende viel daer ende daer sloeghen die IODEN doot

[¶] Hoe TYTUS noch den volc pays boot bi IOSEPHUS rade [¶] Cap. liiij

[T]JTUS beualt fondament van ANTHONIA te breken ende die muer teslechten om dat hi een straet maken woude dat alt heer sonder commerbinnen comen mocht Ende TITUS dede IOSEPHUS ropen want hiverhoerde dattet volck van binnen droeuich was om een feeste die opdien dach was dat sijse niet voldoen en souden Ende hiet IOSEPHUM anIAN ropen waert dat hi striden woude dat hijse mit hem naem dye hihebben mochte men soude hem strijt leueren op dat hi alle die statende den tempel niet meer en onteerde als hi ghedaen hadde Want tis

Page 97: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

quaet teghen gode te striden Oeck gaf hem TYTUS oerlof te voldoen diefeesten die achter bleuen waren op dat hi woude JOSEPHUS riep dyt ludeten volke wert binnen in HEBRAYSCHER talen Ende bat hem dat si hemontfermen lieten haers selfs ende des tempels. Want den brant was dentempel bi. Ende hi badt hem dat sijt doch deden om goods wille endeontfinghen sinen dienst noch Dat ghemeen volc dat sinen wille gaernhadde dat was droeue ende zweech Mer die valsche tyran JAN dreychdeIOSEPHUM seer ende vloecten ende seide Dat hi hem niet en ontsaghe dathy den tempel ymmer verliesen soude Doe antwoerde hem IOSEPHUS

noch meer Du heues godt wel suuer ghehouden Ende du en hebtstehem niet misdaen daer du so grote hope op hebste Mer name hy dy dijndaghelicse spise dien du nv sinen dienst benomen hebste Jc waent diwel qualiken becomen mocht in dijn harte. waenstu dat hi dy helpen saldien du so grotelijc verbolghen hebste Du sietste die ROMEINEN onse wetbescermen ende hieten di die vier te houden soet ons beuolen is hemdie welc dijn vianden sijn mit recht en vernoit hem des niet al bistuseluer so quaet ende valsch dattu daer nyet op en mickes. want sisouden gaern dijn quaetheyt beteren Ende hier bistu quader dan yemantis van hemluden JAN ten is gheen scande datmen int eynde berouwenisvan sonden heeft. Du seytste dattu dat lant behouden woutste Mer dieconinck IECHONIAS die wilen heer van deser stat was hy ghaf hem op denconinck van BABILONIEN om dat hi dese stat niet en mocht sien brekennoch destrueren Ende om dat hi dit dede so leuen noch sijnnacomelinghen ende sellen ewelijc dueren JAN merct doch ende siet opdese eer Want wilstu dit opgheuen Jc loue di dattu ghenade selstehebben Waenstu dat ic di verraden wil dat en sal ic nymmermeer doenal ben ic mitten ROMEYNEN gheuanghen Jc en sal dijns noch mijnremaghe daer icse weet nyet vergheten om gheen leet dat mi ouergaenmach Dan vloecstu mi ende vermaledijtste mi ende segste mi grotelelijcheit om dat ick hier bode an di bin Jeghen goods sentencie Merctende denct dat die propheten voerseyt hebben dat god der IODEN

quaetheyt wreken sel op dese stat. Want si seiden als deen IODE denanderen hier binnen vermoerden soude datmen dan dese stat verliesensoude ende destrueren. Nv merct ende verstaet dese woerden Want ghien hebt niet alleen die IODEN v bruedere in deser stat vermoort. Mer ghihebtse oec inden tempel vermoort. Ende god brenct hier dat vier mittenROMEYNEN daer hy dese stat ende den tempel mede verderuen salJOSEPHUS sprac seer al wenende so dat sijn suchten hem sijn sprekenbenam Soe dats den ROMEYNEN seer begonden te ontfermen Mer dye

Page 98: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

quade IAN en achtet niet veel op Mer hy stont ende pijnde hem seer omIOSEPHUM te vanghen mer hi en mocht Ende veel edelre luden hildenhem an IOSEPHUS woerden ende ontuloghen hem onder den ROMEYNEN

beide bisscopen ende bisscops kinder Ende TYTUS die keyser dede desevluchtige wel ontfaen ende setse in een ander stat tot haren payse. Merdie moerdenaers dye in dye poert waren als si niet meer en saghen sodaden si binnen die nyemaer gaen datse alle buten vermoert waren Omdat sijt volc versaghen wouden dattet ten ROMEYNEN waert niet vlien ensoude Doe dit TYTUS vernam dede hi die vluchtighe weder comen endesetse bi IOSEPHUM op die muer daerse haer ghebuer ende haer vriendensien mochten ende spreken Ende si baden JAN dat hy die ROMEYNEN

ontfinghen op dat die stat staende mocht bliuen Ende of hi des nietdoen en woude dat hi doch met sijnre pertyen wt den tempel toghe omgoods wille ende gauen der clargien op want soen soudemens nietbernen Mer dese quade IAN en achte hier niet op een twinc wat hi setteopter muer vanden tempel scutters mit quarelen ende mangen dye hydaer op rechte Soe dat die vrijthoue wel bet schenen een put te wesendaermen dode lude grauen soude dan een vrijthof van sulcken tempelEnde den tempel scheen bet een casteel dan een monster goods Desemoerdenaren waren oec so fel dat si ghinghen ghewapent ende bestortvan bloede in dier stat daer niemant gaen en most dan die bisscop endedie ouerste paep Mer die ROMEYNEN saghen den tempel an mit groterwaerdicheyt ende met goods vresen aenbeden sien. Ende begheerdendat die IODEN om pays ghesproken hadden om datmen den tempel nyeten soude hebben ghedestrueert

[¶] Hoemen die stat begonde tontsteken [¶] Ca lv

[T]JTUS sprac selue dese valsche IAN an ende seyde. Segt valschemoerdenaer waer om verdoemstu di seluen ende besmetste dese heyghestat. Bemuerde ghi luden den tempel omme segt hebdi vergheten watuwe wet bescrijft So wat heyden den heylighen tempel besmetten ofdaer binnen quaem vorder dan die wet oerlofde dat hi daer om steruenmoste Ende dit hadden wi v gheoerloft Ja al had een ROMEYN gheweestdat ghien sout hebben moeten doden Nv hebdi selue uwe lude somverslaghen inden tempel Ende so verhonghert dat si doot sijn ende ghitreet daer op inder heyliger stat Ende hebten seluer iammerlijc besmetdat nye die heyden en daden. Hier en binnen ontstaken die ROMEYNEN

die stat Ende die IODEN worden so seer veruaert dat si doe niet langher

Page 99: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

en wouden haer leuen sparen si en woudent auontueren Ende TYTUS

quam die maer dat die ROMEYNEN die stat ontstaken Ende hi liephaestelijc ten tempel waert om den volc te verbieden dat sijs niet enontstaken Ende die heren ende die scaren volchden den keyser na Endedie keyser riep al wenende datment vier vluschte Die ROMEYNEN enachten niet op sijn ghebot. want nyemant en hoerde wat hy riep. wanttfolc was van toren al verwoet Ende al hoordet yemant hy gheliet of hijsniet en verstonde Ende si staken vaste tfier daer in

[¶] Hoemen den tempel verbarnde Ende van den coninc [¶] Capitulumlvi

[D]Je moerdernars dye daer binnen waren saghen nv wel dattet gheenontgaan en was Ende datter gheen ander weer en was dan den doot.want daer was den tempel dus ghewonnen. Dye ROMEYNEN sloeghensealle doot die hem teghen quamen soe dat dat bloet alle die trappenvanden tempel neder ran ghelijc water alst reghen. Ende wye dat mochthi ontscoet. want dye IODEN lyepen nederwaert verstroeyt hier ende daerTYTUS sach dat sijn volc al verwoet was so dattet niet en dyde wat hidede of gheboet want tfier wies so lanc soe meer TYTUS was indencameren ende inden tresoren die beneden al om ende om gemaectwaren inden tempel Ende hy ghinc met sinen princen binnen indenmonster Ende daer sach hi ende vant alte grote cierheyt Ende doe hadhijs alte grote ontfermicheyt dat hi verbarnen moste Ende beual sinenridderen al dat hi mocht dat si den brant vten deden eer hi den duerentempel naerre quaem Want TYTUS dochte dat den brant den tempel nochsoe na niet ghecomen en was men had dat monster wel moghenbeschermen Mer wat dat TYTUS beual ten dyde niet Want die riddershateden die IODEN also seer dat sijt al wouden verbarnen Sonderlingeoec om dat si daer groten roef waenden te vinden als si daden Want diedoren vanden tempel waren al met goude overdeckt Want een vandenridders die TYTUS na volchde inden tempel hi bracht al heymelijc enenbrant ende ontstac die doren ende die hernen so dat TYTUS daer wt gaenmost met groter gramscap als hi sach dat den tempel ontsteken was.Ende men verboet op dien dach dat nyemant dat van allen voertmeeraen en staeck Men hout dat die ROMEYNEN den tempel destrueerdenende verbarnden ende die stat oec inder seluer maent datten die conincNABUGODONOSOR van BABILONIEN hier voertijts destrueerde ende tot dienseluen tiden datten SALOMON begonde te maken Ende van dier tijt dat

Page 100: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

SALOMON den tempel eerst maecte tot datten die ROMEYNEN destrueerdenDat was in VESPASIAENS des keysers ander iaer waren gheleden xv hondertende xxx ende xv daghen Die ROMEYNEN en spaerden nyemant sisloeghent al mannen wiuen ende kinder ende so wat dat elc vant endecoes dat was sijn ende dat roefde hi ende droecht wt daer hi woude Menhoerde harde verre tgherucht ende gheroep van den brande Ende diebinnen dier stat wel na doot waren van hongher doe si dat gheroephoerden saghen si op ende ghinghen van eerst claghen ende wenen. Dieberghen die al om ende om den tempel stonden dochten hem ter nedervallen. Den berch daer den tempel op stont des ghelijcs Ende vandengroten gherucht datter was doe den tempel barnde van dien anxtstoruen meer luden dan sijre doot sloeghen so groot was daren anxt.Ende doe den tempel dus gewonnen was so ontdroegen die moerdenarsveel haer lijf die desen moort meest toe brochten Ende si vloeghen inderpoort dit was die valsche IAN ende sijn pertye Ende die ROMEYNEN

ontstakent al dat onder den tempel stont Ende hier bleuen bi na al diepaepen vander IOETSCHER wet doot die ROMEYNEN braken poorten endepoortalen ende daer der IODEN scat binnen lach dat sloeghen si alontwee Daer waren oec op een poortael gheuloghen om haer lijftontdraghen man ende wijf ende kinder wel vi dusent Mer die riddersontstaken al van gramscappen dat van dien niemant en ontghinc hi enverbarnde. Dat dese hier dus doot bleuen dat dede een valsch propheetdyet tfolc ten tempel waert gaen hiet Ende seyde dat god daer teykendoen soude daer mede verlossen soude. Want die tyrannen die binnenwaren maecten valsche propheten die den volcke dus souden hietenbliuen om dat hi hem niet ontlopen en souden ten ROMEYNEN waertEnde hier om most hem dit aldus gheschien Men sach alle dat iaerbouen dier stede een sterre staen ghemaect als een swaert Ende hier omwaren die wise luden in groten vaer Men sach oec alt iaer die cometedats die sterre die grote plaghe beteykent ende heeft enen staert. Optenpaesdach hier voer die doe lach opten achten dach van aprille soe wortomtrent der myddernacht alom ende om den tempel ende den outaerso claer ende soe licht alst ye op dach was Dit hielden die sotte ouergoede teyken Mer die die scriften verstonden ende daer of vroet warendien en dochtet niet goet Op desen seluen paesdach gheuielt dat meneen veerze leide ten offer ende onder des paepen handen diese offerensoude soe kalftze een lam Ende des had allen menschen wonder Dieoostpoort die anden tempel stont ende die de blade diemen looc groothad ende zwaer om datse alle metalen waren so datse xx man plaghen te

Page 101: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

luken die ghinck bi haer seluen op omtrent middernacht so datse gheenslot beletten en mocht datter an was Men sach oec inden meye nae dienpaesdach groot wonder bouen der stat tsauonts eer die sonne onderghinc want men sach yseren waghen seer vlieghen Ende groteghewapende betaelgien doen teghen dander trecken Opten pinxterdach doemen voer dese stat lach worden die poorten vander stat temidnacht ende vanden binnensten tempel oec ondaen. Mer daer tevoren hoortmen opter vloet vanden tempel binnen een gherucht datwech voer. Ende daer nae hoerdense dyt gheluyt aldus scheyden wiheren van deser steede nochtant waren die teyken meer tontsiendiemen voer ghesien hadde

[¶] Van IHESUS gheroep [¶] Ca lvij

[L]Anghe tijt eer dyt oerloghe begonde so was eens poorters soen dieIHESUS hiete Ende die in ghene clergie en conste. Ende hi was tot eenrefeeste in IHERUSALEM daer die meeste ende edelste van alle den IODEN

vergadert waren Ende hi began aldus inden tempel te roepen meteyscheliken gherucht Gherucht van oesten ende van westen Gheruchtvan vier wijnden des hemels Gherucht op IERUSALEM ende op dentempel. Gherucht op mannen ende wiuen. Gherucht op alt voclk endein elke strate ende in elker steede. Deese woerden riep hi nacht endedach Ende men sloech hem iammerlijc daer om. Mer hy riep altoes diewoerden Hier om vinghen dye IODEN ende leyden voerden rechter vanROMEN dien die keyser dear gheset hadde ende daer sloechmen seer merhi een weender niet om noch hi en badt niet. Mer hi riep vast wee weeop IHERUSALEM Die rechter vraechde hem wie hi waer Mer hy enantwoorde hem niet te mael daer op [¶] Soe dat dye rechter doe seydedat hy wt sinen sinne waer Mer tot dyer tijt toe datten strijt van ROMEN

begonde op der IODEN lant so riep dese man altoes wee wee IHERUSALEM

der stede Ende so watmen hem noch dede of hoe zeer datmen sloech hien sprac anders niet noch hy en vloecte noch hi en achtes niet Mer sowye hem teten gaf of broot gaf hy en antwoerde hem anders niet dandat hy hem een droeuich ghelaet toende Mer op die hoghe daghen soeplach hi dit alre meest te roepen. Want aldus riep hi seuen iaer lancende vijf maenden Hi en wort binnen dier tijt nye te vreden noch moededus te roepen voer der tijt dat IHERUSALEM dus belegen was ende hiseluer op dye muer liep ende riep Wach der stat ende den tempel Endedoe quam van buyten een steen wt enen engiene ende werpen doot Dus

Page 102: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

liet hi sijn roepen mit sinen leuen

[¶] Waer mede die IODEN bedroghen worden [¶] Cap. Iviij

[O]P datter yemant waer die weldoen woude ende mercken. Hi vondealtoes gode ende god soude hem laten weten Ende doen verstaen waermede dat dat arm volc meest bescut wort Mer die IODEN en achten opgheen weldaet niet tot deser tijt want si worden bedroghen mit eenreprophecien die si bescreuen vonden in enen heylighen boec daer si dusin lasen dat een man wt haren lande heer soude wesen bouen alderwerelt alsmen die heilighe stat van IHERUSALEM destrueren soude Ende siwaenden dat dese man een IODE wesen soude Mer het bedude datVESPASIAEN in haer lant keyser gecoren wort ende ghemaect doe hi inIUDEA lach met sinen heer soet hem IOSEPHUS voerseyt hadde Dieprophecie wort voldaen op den dach dat VESPASIAEN ghecoren wortkeyser te wesen. want nyemant en mach scuwen dat hem te geschien isal mach hijt voersien ende voerweten. want ten is gheen man so wijs intlant noch in steden die hem wachten mach teghen die saeken dye hemghescien moeten. Ende aldus wort den tempel ghedestrueert na die datdie moerdenaers vten tempel inder stat gheuloghen waren Doe settendie ROMEYNEN menighen banier daer omtrent den tempel ende riepenlude ende openbaer dat daer was TYTUS die keyser. Binnen der stat soewort ghemeenlic roef. want den tempel vuas alte rijc van goede Mer dietyranne die inder stat gheuloghen waren Si saghen vuel datsi nerghentontgaen en mochten Ende si ontboden TITUM dat si hem gaern sprekensouden Ende dat si hem om sine goedertierenheit baden dat hi die statbehouden woude Ende TYTUS hoerde segghen dat ende vuestzidevanden tempel een stat was daermen ter poortwert in spreken mochtEnde hi ghinc staen naest der poort. Ende daer ghinc een brug tusschenden tempel ende der stat Ende daer stonden TYTUS baroenen bi hemEnde in beiden ziden stont menich man Ende die IODEN stondenomtrent SYMON ende IAN dye doe garen ghenade ontfanghen haddenEnde die ROMEYNEN quamen te besien hoe si die IODEN ontfaen soudenEnde si maecten daer een gheswijch om pays te maken

[¶] TYTUS woerden totten IODEN ende hoe si weder scyeden [¶] Cap lix

[G]Hi heren die inder stat sijt sidi noch niet sat van uwen oerloghenende van uwen ongheualle. waer om mercti niet uwe crancheyt ende

Page 103: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

onse moghentheyt Ende ghi verderft vwe stat ende v volc Ende dentempel hebdi dus doen destrueren. want van dier tijt dat v POMPEYUS

dwanc soe hebdi altoes teghen ons ghesteken Mer ghi wort altoes wedercranc ende mat Quam v dit van uwer moghentheit Merct wat volc wastdat ons ye dwanc waendi ons dwinghen wat lude soude v helpen endeons laten Troesti v op uwe macht Haddi op uwes selues vordel yetghemiet so soudi die van ROMEN hebben onderdaen gheweest. want sisijn v te machtich. Ende troesti v op uwe mueren ende op uwe diepevesten Ghi sout ghedocht hebben opt GROTE BURTAENGIEN dat vestengroot ende wijt heeft bouen allen landen ende aldat lant omgaenNochtant sijn si onder die van ROMEN waerdy oec stut ende vroet Sosoudi ghepeinst hebben om SPAENGEN ende AFFRIKE hoe stout ende coendat volc is Mer ic weet wel dat v anders niet en heeft doen stekenteghent rijc van ROMEN dan dat wi te goedertieren waren. want wivolchden uwen wille te seer. wi gauen v tlant ende coninghen wt uwenlande gheboren ende daer toe uwe wet niet v luden alleen die in dit lantwonen Mer oec alden IODEN al aertrijc doer waer si woenden dat si uwewet ghebruken mochten also ghise ontfaen hebt. Behoudelijc dies dat gions onder cleynen seyns onderdaen wesen sout Mer om dat ghi ghelijcserpenten sijt so mindi die gene die op v striden Mer het mach schien sopeinsdi om NERONS rokeloesheden ende daer op verlieti v ende worterbouaerdich op. Hi seynde hier int lant minen vader niet dat hy vdestrueren soude mer om pays met v te maken ende uwe dinghen tenbesten te keren want had hy hier gecomen om tlant ende tfolc tebederuen so soude hi eerst voer derse stat geuallen hebben om tedestrueren mer om v vrese te geuen bestont hi eerst GALILEA om uweouerdaet te wreken mer myn vaders goedertierenheyt maecte v quaetende fel Ende doe NERO doot was ende dat rijc van ROMEN an minenvader ende an my quam daer al die werelt om verblide soe ghereydi vom striden Hier en binnen vochti onderlinghe dat bouen reden enderecht was Ja so dorperlijc mit groten scanden dye ghi wel waerdich sijtDaer nae nochtan ontfenc ick te ghenaden die van v luden tot onsgheuloghen quamen Hier en bouen nochtan hoe dicke ic v verwan icboet v nochtant pays ende vrede altoes Ende ghi hebt oec den tempelontsteken ende nv wildi ghi quade tyranne spreken teghen mi wes sydynv waerdich na al dit gheual nochtant stadi tot int eynde houaerdelikenghewapent Ay quade katiue Jc sweer v dat ghi mi in gheenre wijsontlopen en selt Ghi die so veel heyden ende IODEN vermoert hebt alsquade honden Mer laet den tempel tsel v baten Want daer en sel gheen

Page 104: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

ROMEYN in comen hi en sellen behouden al waert oeck dat gijs niet enwilt Mer dese vermaledide IODEN waenden dat TYTUS noch in vresen wasende worden weder houaerdich ten stride Ende TITUS sach wel dat ditongheuallighe volc noch niet en achte opten tempel noch op haer lijfEnde hi began anderwerf op hem te striden ende beual dat mentsnachts sciltwachte doen soude Ende hi wapende hem seluen endewoude mede vechten Mer sijn lude verbodent hem om dat bi nacht denstrijt vreselijc was Want dye ROMEYNEN en wouden niet slapen mer altoesbereet wesen ter weer ende si streden mit groten wille Ende dieROMEYNEN riepen haer gheselschap ende si wiesschen ende ghinghen testride wijsselic ende decten hem mit haren scilden Die IODEN quamenoec an lopende ende si sloeghen deen opten andere ten daghe toe datsi sien mochten Want nachts en mochten si malcander nyetonderkennen Op desen dach waren die ROMEYNEN veel te vromer indenstrijt want elc vacht om eer Ende die IODEN vochten daer oec starckelijcom haer leuen te verweren Want die moertdadighe IAN stont seluer endeiaechde die IODEN ten stride waert Mer te teroy tide vanden daghe sostreden beyde die pertyen Ende nyemant en was vanden anderenverdreuen Nochtant deden si menich swaer ontmoet onderlinghe

[¶] Hoe die IODEN den heylighen tempel eerst ontstaken [¶] Capitulumlx

[O]P desen seluen dach demen al ter neder van onder dat fondamentvan den toren ANTHONIA ende de muer daer omtrent oec. Ende menmaecte daer een brede straet ten tempel waert daer die IODEN nochbouen laghen nochtant haelden sijt hout ses stadien verre Ende sipijnden hem seer den tempel bouen te winnen Ende die IODEN diebouen laghen hadden grote ghebreke Mer si visierden ene scalcheyt hoesi op die ROMEYNEN enighe vitalie winnen mochte. Ende si toghen op eenscaer vanden ROMEYNEN die si sonder hoede waenden gheuondenhebben. Ende daer op deden si enen loop Mer dye ROMEYNEN wordensghewaer ende wederstonden die IODEN starckelijc si vochten seer anbeiden siden deen om noot dander om eer Ende daer ghesciede ditwonder aldus. Daer was een ROEMSCH ridder die PYRDANIUS hiet Ende doedie IODEN achter toghen ouer noot so noepte hi sijn goede ros mitsporen ende boech hem so bider aerden dat hi een ionghelinc vencenen IODE die vloe want hi grepen onder biden voeten ende senden denkeyser TYTUS gheuanghen ende hem verwonderde seer van sinen cracht

Page 105: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

want hi vacht altoes TYTUS vraechde desen ionghelinc hoe hi den tempelwinnen soude ende die IODEN waren seer ghepijnt want hem ducht dateen voortael vanden tempel daer si laghen te na den toorn ANTHONIA

stont Ende doe ontstaken sijt ende barndent ande noertwestezyde. endebrakent al ende voldent. Ende aldus waren si deerste die den tempelbraken ende ontstaken Ende altoes was omtrent den tempel grootgheuecht Tot dier tijt so was onder den IODEN een man een IODE dieIONATHAS hiete ende sprac anden ROMEYNEN yet stoutelic of yemant onderhem luden waer die teghen hem enen camp dorste vechten Des haddendie ROMEYNEN groet onwaerde mer hi verspracse ende seide dat si blodewaren ende veruaert Mer dit verhoerde een ROMEYN ende balchs hemseer Ende nam den camp teghen hem an Mer die auontuer viel hemteghen Want IONATHAS sloechen doot ende ghincker bouen op staenende seyde ouerdadighe woerde Ende dat ontgout hi thant want eenROMEYN scoten doer ende hi stort neder ende starf ende dus wort sijnmoertdaet ghewroken Die moerders die den tempel hilden si rustenselden van gheuecht want het stonter hem toe. Ende si visierden nochdese moert an die westzide stont enen toorn hoech doert poertaelvanden tempel ende daer droeghe si dracht onder van hout Endeworpen daer in harsche ende sulphur [ ] Ende doe toghen siachterwaert van daen als of si amachtich geweest hadden Ende veelsotten vter ROEMSCHER scaren toghen op dyt portael ende clommer opmet lederen. Mer dit docht som vanden ROMEYNEN quaet wesen Ende dieIODEN vernamen datttet poortael vol was vanden ROMEYNEN Ende sistakent vuer int hout ende thant onstacket dat poortael of Ende alduswaren die ROMEYNEN inden brant aldaer beuaen met der IODEN quadetreken so dat si daer niet wt vlien en mochten Als TYTUS dit vernam sowas hi droeuich mer hi en mochts niet beteren want hier mede bleuen siwelna al doot die opt poortael waren Ende die IODEN braken hier naetportael altemael Met dustanighen treken so worden dye ROMEYNEN

teghen der IODEN valscheyt meer behoet want si hem voertmeer altenauwe wachten [¶] Hier na ontstaken die ROMEYNEN van gramscappeneen poortael an die noortzide al om ende om den tempel wortdustanighen moort ghedaen Nv moechdi horen een luttel hoe grote diehonger in die poorte was want nie man en hoerde des ghelijc want menvacht binnen menighen strijt om spise want omt eten was menichgeuecht. want die moerdenaers ondecten dye dode lude ende sochtenhaer riemen ende scuwen om te eten Ende si aten dat raeu leer vanhongher dat op haer scilde gedect was nochtant suldy hier meerre

Page 106: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

wonder horen

[¶] Vanden wiue die haer kint at [¶] Capitulum lxi

[B]Jnnen was een rijc wijf die van ouer die IORDAEN gheboren was endehiete MARIA Ende si quam met den anderen volc binnen IHERUSALEM Doesi derwert vloghen soe dat si met den anderen beleghen was Met al haergoet dat si mit haer bracht binnen IHERUSALEM hadden haer die rouersghenomen Hier toe quamen die rouers alle daghe ende namen haer aldat si teten hadde Dese vrouwe verdroech dit qualiken ende vloecte dierouers seer om dat si gaerne sien hadde dat sise dootslaghen haddenende haer. haer pijn ghecort Mer daer toe en conde sise nyetghebrenghen Ende dese vrouwe wort in so groter droefheyt beuaenende in wanhopen om datmen haer haer goet so reyn ontnam dat haerniet en bleef Ende om dat haer die hongher soe seer wiesch wort siteghen naturen gram ende bitter van moede Ende si nam haer sukendekint ende sprac hem aldus toe Verdoemt kijnt bistu dynre vermaledidermoeder Wien sal ic di ophouden ende voeden in desen ghebreke Sal icdi voeden ter ROMEYNEN behoef Want behiltstu tlijf du waerste arm endegeheuanghen. Hier om salt iammerlijc met di vergaen Want water ofcomen mach ic sal di in desen hongher eten Nochtant sellen desemoorders quader blyuen dan ic ende ghi want du selste mijn spisewesen Ende die moorders sellender toornich om worden Ende men selhier of langhe ende verre vertellen Want dustanich dinc en is niegheuallen onder den IODEN Dit sprac si ende sloech haer kint doot endesoutet som ende brietet som. Mer si decte deen helft ende verwaerdetEnde die moerdenaers ende rouers gheroken dat vleysch ende braken inhaer huus myt cracht ende dreychdese doot te slaen si en brochte diespise ende dat vleysch voert Si antwoerde ic heb een groot deel derspise voer v ghehouden Ende si hief dat decsel op daer haer kindekijnslede onder ghedect waren Ende alle die rouers worden doe beuaen mitsoe groten vaer dat si niet spreken en conden doe si des kints ledesaghen Ende doe seyde dit wijf hoe ghebaerdi dus Jc hebber eerst ofghegheten Ende daer om en weest niet ontfermygher dan ic die demoeder daer of ben ende neemt dit dat mi ghebleuen is Die rouersghinghen al beuende van haer van anxt ende lieten haer tkijnt houdendie maer ginc hier alle die stat doer ende oec soe verre dat sy butenonder den ROMEYNEN quam Mer veel luden en woudens niet ghelouenende hildent ouer spot. Sulck haddens ontfermenis. Ende som hatense

Page 107: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

daer om al die stat doer TYTUS claechde dyt onsen heer ende toende dathy hem dicke den pays gheboden hadde Ende had hem garen vergheuenalle misdaet ende alle scout. Mer si waren binnen so quaet dat si lieuerstrijt hadden dan vrede ende hongher dan weelde Ende om dat si dusden tempel ontstaken mit haren handen ende so quade moortdaetbinnen daden soe waren si waerdich sulcke spise teten mer hi peynsdehi sout wreken so seer dat hijt lant ende stat destrueren soude hier omSo dat die stat nymmermeer man heel sien en soude staen Daer een wijfdus iammerlijc haer kint ghedoet ende verteert hadde Hier om claechdeTYTUS iammerlijc te gode waert Opten xviijsten dach van oestmaent wortmet groter cracht die dracht voldraghen ande westzide vanden tempelende si rechten opter dracht den starcken ram daer si viij daghen medestaken ande muer dat si niet en wonnen so starck ende vast was diemuer Mer doe gingen si die noortpoerte hem tondergaen mer tenvroemde hem niet Want wat si daer an deden en dyde niet Ende vondensijt [-het] in haren raet dat si daer lederen an rechten Mer doe dieROMEYNEN op clommen so versloeghenre die IODEN so veel dattetongeloeflic was Ende hier om wort TITUS seer tongemake ende hiet diepoort ontsteken Doe quamen twe van dien die ouerdadichte mannendie SIMON onder hem hadden gheuloeghen tot TYTUM om ghenade Merhi hadse doen ontbinden sonder dat hi hem niet versweren en woudewant si waren harde quaet Die ridders droghen starckelijc vier endeghinghen die poorten ontsteken Ende die IODEN en mochtent nerghentontkeren Ende suluer daert goude mede beslagen was begondesmouten ende dat hout ontstac daer mede. Ende doe die IODEN denbrant sagen so faelgierde hem therte want si en hadden gene hulpe daerteghen nochtant droefden si om niet want si peynsden also langhe alstyet stont si soudent houden Mer den brant wiesech seer nacht endedach

[¶] Hoe den groten tempel ontsteken wort [¶] Cap. lxij

[T]JTUS boet ten naesten daghe om dat syn heer den wech makenwouden om den groten brant te blusschen. Ende doe nam hy raetmitten vroetsten van sinen rade wat hy best doen mocht mitten tempelSulcke seyden het waer best datmen brake. want bleue hy staende dieIODEN soudenre hem op verlaten Ende weder beghinnen te striden opeen nuwe want al werden si alle gheuanghen Si souden naemaels tentempel waert wederkeren want het scheen bet een casteel dan een

Page 108: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

tempel goods. Ende hier om is hi best gheuellet altemael. TYTUS

antwoerde dat hi so schonen eerliken ende starcken werc nymmermeeren brake om dattet den ROEMSCHEN RIJC grote eer waer datter sulckenwerc binnen stonde Men maecte vast anden tempel die straten ende dieIODEN laghen stille van vaer ende van anxten lietense hem maken merten naesten daghe quamen wt der poorten lopen die open stont dieIODEN Ende die ROMEYNEN ontfenghense felliken Dyt versach TYTUS vanATHONIA ende quam toe varende met een scaren ten strijde soe dat dieIODEN in een side achterwaert keerden van node in donderste poortEnde daer worter veel doot geslaghen Ende TYTUS keerde weder inANTHONIA ende besette sander daechs alden tempel soe verdoemt dathien verbernen dede so ghi thant horen selt want soe men voer leestinDER CONINGHEN BOEC so wort den tempel die SALOMON maecte eensverbarnt van NABUGODONOSOR den coninc van BABILONIEN opten elftendach van oest Nv seldi horen hoe ghi weder gedestrueert wort Die IODEN

bestonden weder die ROMEYNEN diet vier bluschten vanden poortalenende vanden vrijthoue mit groten gheuecht Mer die IODEN waren seer invaer ende keerden weder achter inden tempel Mer hier toe so quam eenridder ghesteken soet god woude ende gaf hem therte dit te doen Wanthi hief sijn gheselle op die neffen hem ande muer vanden tempel stontEnde die nam enen barnenden brant sonder yemants beuelen endescoten tot enen veynster in dat van finen goude was ende indernoortzide stont ende den tempel ontstac hier mede so dat die IODEN hierwt vlien mosten Mer daer bleeffer veel verbarnt ende verslaghen Endedoe die moerdenaers ende die rouers saghen dat si verwonnen bliuenmosten Soe riepen si om ghenade an TYTUM die hem garen ghenadeghedaen hadde ende seyde Gi quade tyranne v lijf ende v stat dat staetnv al in mynen handen Daer om doet wt v harnasch Jck gheue v weder vlijf nochtant en hebdijs nyet verdient

[¶] Hoe TYTUS een ridder sijn ridderscap nam [¶] Cap. lxiij

[D]Je rouers antwoerden dat si gheen trouwe noch sekerheit ontfaen enmochten. Want si hadden ghesworen dat sijse vanden ROMEYNEN nietontfaen en sonden. Mer waert dat hijse woude laten gaen met al haremeysnyeden si wouden trecken in een wildernisse ende hem die statopgheuen altemael Als TYTUS dit verhoerde so wort hy harde gram enderiep an hem dat si nymmermeer so koen en waren dat si ghenade anhem sochten Want hi en soudese hem nymmermeer doen Des so

Page 109: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

verweerden si hem ende streden Ende dit dede hem TYTUS te lede Wanthi beual sinen ridders dat si voert an vaste streden Ende die waren desharde blide hi beual hem oec die poort te verbarnen ende te rouen endesi dedent vaste Want al dat si vonden buten vesten verbarnden si Endedie moerdenaers die weerden hem seer Ende toghen ter coninclikersalen waert want die vander poort hadden haer goet daer in gheleitende geulucht want dien zael was groot ende starc Mer die ROMEYNEN

veriaechdense van daer. Ende sloeghen der IODEN doot wel viij dusentvan die si daer in vonden ende cccc Ende si roefden alt goet dat si daerin vonden gheulucht Die rouers vinghen hier twee roemsche riddersende den enen ghinghen si slepen ende den anderen hadden si sijnhanden after hem ghebonden Ende si ghinghen leiden om teonthoefden daer theer van ROMEN an sien soude Mer doe die IODE diehem thoeft of slaen soude sijn swaert wt toech soe ontliep hem dyeROMEYN ende TYTUS ontfincken ende nam hem sijn ridderscap ende sijnteyken Ende doe stac hy hem wt sinen heer om dat hi hem leuende hadlaten vanghen Ende dit was veel scandeliker enen man ende al sijnvrienden datmen hem sijn riddersccap nam datmen iammerlijc ontlijfthadde.

¶ Hoe die binnenste stede ghewonnen wort ¶ Ca lxiiij

OP een anderen dach hier na wonnen die ROMEYENEN die nederste poortende verbarndese altemael Die moorders waren des blide ende maectengroot gherucht want die ROMEYNEN en vonden daer gheen goet. want diedieuen haddent al bouen ghedraghen in dye ouerste stat daer die stedealre vaste was Ende si seyden oec wi sijn harde blide dat wy niet laten ensellen te ROMEN waert te voeren na onser doot Mer wien die ROMEYNEN

vinghen dien sloeghen si doot sonder ghenade nochtan gauen hem dieIODEN op met groten scaren[.] want si hadden lieuer te steruen wat dootdat men woude dan alsoe te verderuen van hongher Ende die tyrannenverlieten hem op een dinc Mer dat was tot haren lede dat was dat si inputten ende in haghedochten hem so wel te onthouden datmense nieten soude moghen vinden Ende dat si hem daer in wel soudenonthouden thent dat ROEMSCHE heer wech waer. Ende dat si dan gaensouden waer sy wouden. Mer twas te peynsen als een droeme. Want sien souden gode noch den ROEMSCHEN heren niet ontgaen moghen [¶]Ende hier om binnen maecten si bynnen holen ende deden inder statmeerre scade mytten brande dan die ROMEINEN deden want die den

Page 110: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

brande onulien mochten quamen in haer hole mit hem Mer si dedensehem altoes ontsien ende onderdaen wesen Ende si vochten binnen omden roef TYTUS sach ende merckte datmen thoechste van der stat nietwinnen en mocht si en droghen dracht van buyten soe hoghe Dat siteghen die ghene die daer op waren striden mochten te voet effenstaende daer om dede hi die drachte soe hoge draghen nochtant soemost hijt hout ouer hondert stadien halen Doe begonden hem die vanYDUMEA die van SIMONS pertye waren tontsien om dat si wel saghendatter gheen ontgaen en was. Ende si senden an TYTUM om ghenadeEnde TYTUS was saen beraden dat hijt hem garen dede want hi hoeptenoch dat diequade tyranne die binnen waren hem oec noch op gheuensouden van vare si ende hare manne Ende die si tot TYTUS wouden gaenso vernamt SYMON Ende hi dede te hant doden die wiue die daer bodenof waren Ende dede die heren van desen ghescap vaen ende tander volcdede bi nauwe wachten dat si niet wtulien en souden nochtantontlieper hem veel Ende die ROMEYNEN namense goedertierlijc op vangroter goedertierenheit ende ontfermicheit dye TYTUS in hem hadde Nvhadt hijt al vergheten dat hi te voren gheseit hadde. Ende dat hi beuolenhad dat hi nyemant sparen en soude Ende die ROMEYNEN die worden oecsat volc te slaen ende si vercoftent. want vter stat waren wel comenlopen xl dusent volcx. Ende dat liet die keyser al leuende wech lopenende gaen Men liet oeck die papen verdinghen dye vter stat ghecomenwaren om goet ende cierheit dat si met hem gebrocht hadden vaniuwelen dye den tempel toe hoerden alsoet scheen beide om gout endepreciose steen ende schoen duerbaer vaten die si veel mit hem brochtenDaer wort een paep gheuanghen hiet PHINEES die tresorier inden tempelgheweest hadde Ende die verdingde oec sijn lijf om gout dat hi denkeyser gaf Die ROMEYNEN droghen xviij daghe eer sy die drachtvoldroghen. Ende inder wedemaent opten seuenden dach wert den ramgherecht tegen die muer Als dat die dieue saghen liepen si wech vandermuer in haghedochten in holen ende in cisternen Oec bleuender somIODEN opter muer die vochten. Mer die ROMEYNEN wonnent al want sihadden die beste auontuer ende si waren blyde ende sat. Mer die IODEN

waren van hongher verdoruen ende amachtich Ende die ROMEYNEN

braken dus die muer ende streecken binnen Nv worden die tyrannen sovermaert die te voren so stout waren dat si niet en wisten wat aen gaen.Mer si hadden nv dat herte verloren. Doe peynsden die tyrannen sisouden tuolc houden vechtende teghen die ROMEYNEN. Ende dat si daeren binnen ontuaren souden mer dit en consten si niet gedoen want dat

Page 111: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

volc dat vloech al elc sijns weechs daer hy mochte ontgaen. Ende hier enbinnen quam nyemaer dat ouer die westzide vander poort die muerenmet allen gheuallen waren Ende dat die ROMEYNEN die stat beleythadden Ander seyden dat si die ROMEYNEN inden toorn saghen so hemdochte. Dus so worden die IODEN alle in so groten vaer dat si niet enwiste waer vlien Ende hier an mochtemen mercken goods gherechtevonnesse op die IODEN

[¶] Hoe die IODEN die toornen ruymden ende hoemense doot sloech. Calxv

[D]Oe ruymden die IODEN die toornen Die so starc waren datse alle diewerelt nyet en hadde moghen winnen sonder met hongher alleen Endedat waren PHACELUS ende YPYCOS Want men en had nymmermeer engienmoghen maken daermense mede ghewonnen hadde. Dye IODEN vloghennv hier nv daer ende ontscolen in cleynen cameren in priueyten ende induwieren waer dat si hem berghen mochten Aldus wonnen dieROMEYNEN al die stat Ende staken haer bannieren wt ten toornen endewaren harde blide Mer inden striden en hilden si nyemant op. want sisloeghent al doot dat si vonden Mer also hem yemant inden husenontscoet so staken si den brant daer in ende verbardense so Als dieROMEINEN die husen op braken om roef te halen die besloten waren sovonden si die husen vol doder luden legghen die van hongher dootwaren ende vermoert vanden rouers dan ghinghen si wech seer veruaertNochtant en ontfermdes hem niet so seer si en sloeghent al doot dat sivonden beyde wiue ende manne ende kinder Ende vanden doden wasdaer alte groten stanc Alst nacht was so lieten die ROMEYNEN haer slaenMer dan soe wies den brant alte seer men verbarnde dus IHERUSALEM

opten achten dach van speelmaent

[¶] Tghetal vanden volc dat binnen IHERUSALEM beleghen was [¶] Cap lxvi

[D]En IODEN en wort nye soe veel eren gedaen van ghenen heren nochvan ghenen volcke Men dede hem nv wel so veel lasters ende scandeEnde dit mochten si witen haren vianden van haers selfs luden Want diebrachten dye IODEN hier toe Als TYTUS comen was ende besach desetoornen die die tyrannen ghelaten hadden ende haer mannen ende hidie duerheyt die starcheyt ende die subtijlheyt daer of ghemerct haddeso seyde hi Jc mercke dat god teghen den IODEN ghestreden heeft Want

Page 112: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

god stacse wt desen toornen ende heefter ons volc binnen brocht wantdese toornen en hadmen nymmermeer moghen winnen met cracht ofmet engiene Ende alle die TYTUS daer binnen gheuanghen vant die diequade SIMON hadde doen vanghen die vriede hi Ende om dat die riddersmede waren van bloede te storten ende te slaen Soe beual die keyserdatmen nyemant meer een sloeghe men vonden ghewapent Of hi enwoude vechten Ende die ROMEYNEN deden also Mer die oude endecrancke sloghen si ende dander vinghen si doe beual TYTUS enen sinenvrient hietede FALCOEN dat hi elcken vanden vanghen sijn recht dede.Mer die valsche ZELOTEN wroechden deen den anderen van haren feytenEnde FALCOEN dede elken ionghelinc ontliuen nochtant warender alteschoen ionghelinghe Mer die hielt hy som dat mense besien soude endevorense te ROMEN inder eer vanden zeghe TYTUS gaffer noch veel op datsi den doot verdient hadden datmen daer ouer rechten soude. Jndentyden dat FALCOEN dus die IODEN verdede so bleeffer also ende oec vanhongher doot wel xij dusent Ende in desen oerloghe warenregheuanghen xxvij dusent. Jc waen dat nerghent alsulcken moort engheuiel als in deser stat want doe die stat eerst beleghen wert so warendaer binnen vijfwerf hondert dusent man Want tfolc was van al IUDEA

gecomen binnen IHERUSALEM ende vergadert tot haren paesschen om diefeest aldaer te houden Ende doe worden si beleghen inder stat vandenROMEYNEN daer dese grote moort of quam Niemant en hout voer logendat ic nv seggen sel Want het gheuiel in NEROENS tiden datmen IODEN

telde die in IHERUSALEM comen waren tot enen paesschen Ende menvanter daer xxiijc dusent met sekeren ghetael Want NERO en wouts nietgelouen dat des volcs so veel waer alsmen seide ende daer om dedehijse tellen alst vergadert was want in wat landen dat die IODEN

woenden si wouden ter feeste varen in IHERUSALEM Om dat haervoeruaders te dien tiden wt EGIPTEN verlost worden want daer of ontfincpascha sinen naem Ende nv so hadden dese op pascha dit ongheualWant si worden inder stat beleghen Hoe veel IODEN dat daer verslegenbleuen dat en heeft IOSEPHUS niet bescreuen. Hier na ghinghen dieROMEYNEN die IODEN soken in grauen holen in putten ende in cisternenende in priueyten Ende alle die si vonden sloghense doot dusversloghenre dye ROMEYNEN wel ij dusent Die ROMEYNEN doersochtent alom ghiericheyt van goede winnen ende hoe vuyl die stede daer of volstancx was die nochtant tsulker stede so groot was dats niemantghelouen en soude Ende oec van groter ghiericheyt so ondersochten dieholen die doden daer si groot goet ouer ende onder vonden Oec so

Page 113: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

vonden si veel gheuanghen inden holen die die moerdenaers daergheleyt hadden. Want die moerdenaers waren van binnen so quaet dat sitotten eynde hare verderfnisse vochten ende moerden op haer volckMer dit wrack god int eynde Want IAN wort gheuanghen wantmenvanten in een pryueyt bina van hongher amachtich Ende als hi nietvorder en mochte so bat hi den ROMEYNEN om genade des hi te vorencleinen wille hadde Ende cort hier na seldi horen hoe SIMON geuangenwort Want dese twe hilt men in die ewege vangenisse

¶ Hoe lang IHERUSALEM ghestaen hadde ¶ Cap lxvi

IHERUSALEM wort aldus ghewonnen opten achten dach van speelmaentDaer nv ONSER VROUWEN DACH NATIUITAS op is. Ende hier voer wasIHERUSALEM noch vijfweruen ghewonnen want na dat die IODEN

IHERUSALEM gesticht hadden dat NABUGODONOSOR destrueerde So wantASOTOS die coninc van EGIPTEN Ende daer na ANTHIOCHUS EPIPHANES daernae quam POMPEYUS van ROMEN ende want oec Daer nae HERODES metden heer van ROMEN. Mer alder eerst want NABUGODONOSOR die conincvan BABILONIEN ende destrueerdet doet ghestaen hadde MCCCC ende xliaer viij maende ende vi daghen MELSCHISEDECH die goods pape was diestichte eerst IHERUSALEM Mer die CHANANEEN dreuen daer wt Hier naquam een coninc die LEOBIUS hiet ende vermaecte dit IHERUSALEM datterIODEN principael stat was. Ende na dien datse LEOBIUS stichte ouer iiijhondert ende lxxx iaer so destrueerdse NABUGODONOSOR Ende vanLEOBIUS tiden tot datse TYTUS destrueerde waren gheleden M ende lxijiaer Ende van IHERUSAL[EM] eerst gemaect was tot datse TITUS ende dieROMEYNEN dus altemael destrueerden waren gheleden iiij dusent endelxxij iaer Dus wort IHERUSALEM al ghedestrueert omt grote bloet datterwtghestort wort vanden heylighen Want daer mede hadden si datverdient Als die ROMEYNEN alle die IODEN verslaghen hadden endegheuaen ende gheroeft datter te rouen was doe beual TYTUS alle die statende die mueren te destrueren wt gheseit den toorn sonder craft Wantdie moerdenaers waren daer of gheuloghen Doe TITUS die bouenstemuer wan ende si liepen in holen ende in haghedochten Nochtan warendese toornen so starc datse al dye werelt niet en had moghen winnendan mit hongher Dese drie toornen hieten YPITOS PHACELUS endeMARIANNES Dese liet TYTUS staen myt een deel vander muer ande westzidevander poort tot enen litteyken om datmen daer aen mercken soudehoe starc die stat was die dye ROMEYNEN hadden ghewonnen Ende al dat

Page 114: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

ander dede TYTUS destrueren om dat die IODEN daer nymmermeervergaderen en souden Ende so reyn slechtent die ROMEYNEN datnymmermeer nyemant diet saghe segghen soude datter een poortgestaen hadde

[¶] Hoe SIMON gheuanghen wort [¶] Ca. lxviij

[H]Jer na ghinc TYTUS sinen heer betalen ende lonen van haren pinenEnde dancse seer dat si so vroem gheweest hadden Ende hi dede dieghierighe versaden mit ghiften Ende doe sceyde hi menich sins sijn heerWant in dien drien toornen liet hi een legioen vanden ROMEYNEN Ende hihilt mit hem twee legioen Hier na voer hi in CESARIEN Want om dattet sona den wynter was so en woude hi te ROMEN niet varen Ende hi beualsijn gheuanghen wel te houden Ende van daen voer hi PHILIPS CESARIEN

ende daer lach hi langhe Daer na als hi op enigen daghen feest hilt sodede hi van sinen gheuangen werpen voer die wilde beesten diesescoerden ende verbeten Ende hi dede oec sulc ander verdoen endedoden. Hier na quam cort blide bootscap dattie quade SIMON

gheuanghen was in deser manieren dese moortdadige SIMON was miteen deel van sinen moerdenaren ghescolen in een diepe haghedochteende daer hi fitaelgie in gedragen had bi te leuen Ende instrumentenmede te mineren ende te mueren Ende doe si daer binnen waren sovermuerden si tgat daer si gegaen waren Ende waenden tontgaen onderdaerde Mer ten quam niet in sinen wille Want hi en had niet veergemineert sijn spise en wort al verteert Ende hi pijnde hem om bieROMEYNEN te honen ende tontgaen Ende hi dede enen witten roc anende enen mantel van purpur daer bouen Ende hi quam alsoonuersienlic wt gemineert ter stat daer den tempel ghestaen haddeEnde dieghene dien eerst wt comen sagen si worden veruaert nochtantghinghen sy tot hem ende vraechden hem wie hi waer Ende hiantwoerde hem dat si haren heer tot hem halen souden Aldus wortSIMON die valsche moerdenaer geuanghen ende men vant daer met hemveel moordenaers van sinen ghesellen int hol Aldus wrac god op hemdie quade valsche moort die hi ghedaen hadde Ende men senden soeTYTUM den keyser tot enen presente daer hi seer blide of was Ende hybeual datmen dat present wel houden soude dattet niet verloren enworde tot dat hi quaem te ROMEN TITUS maecte een feeste in sijnsbroeders naem Ende daer waren vanden IODEN verdaen ende ontlijft sovanden besten ende anders die deen dander doerstaken wel ij dusent

Page 115: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

ende v hondert Mer altoes dochte den ROMEINEN dattie IODEN veelquader doot waerdich waren te steruen danmense steruen dede Want sihatense alte seer Ende om datter IODEN lant aldus ghedestrueert wortom hare quaetheit wille. Soe worden die IODEN alte onwaert So dat dievan ANTHIOCHIEN doden oec alle die IODEN die in hare stat woendenVESPASIAEN ontboet TYTUM sinen soen dat alt heer van ROMEN in groterhope waer dat si saen te ROMEN comen soude Ende doe TYTUS deseletteren ontfaen had so voer hi haestelijc te ANTHIOCHIEN wert daer vantTYTUS een wonderlike riuier daer hi in varen soude. Ende dye riuier isstarc ende groot Mer alle saterdage is haren gront bloot ende si loopttusschen DER ARKEN ende RAPHANES Ende doe TYTUS al daer quam soequamen alle die van ANTHIOCHIEN teghen hem wt Ende si baden hem dathi die quade IODEN van daer dede Ende TYTUS gheliet hem of hi diewoerden niet gehoort en hadde of verstaen ende hi voer te EUFRATEN

waert Ende daer sende hem die coninc van PERSEN een preciose croenvan goude ende van duerbaer ghesteente Ende van daer voer TYTUS inEGIPTEN Ende daer so keerde hi doer IHERUSALEM dat hi gedestrueerthadde daer hi drouich ende zerich om was Ende hi badt gode dat hi dieghene most onteren die hem dat goede lant dede destrueren Men vanteronder den steen dyer om worpen was groten ontalliken scat van goedeWant die IODEN wiue ende manne diemen gheuanghen voerde si wistenwel som waermen dit goet vinden soude Want si haddent seluer al daerghehoden op auontuer of si noch yet seluer toe hadden moghengheraken Doe TYTUS quam in ALEXANDRIEN Soe liet hi sijn heer varen elcksijns weech want hi woude seluer te ROMEN tiden Mer hi voerde methem den valschen IAN ende SYMON Ende daer toe oec wel vij hondertman dat schoen wellatende IODEN waren Om dat hy daer mede sinenseghe tonen woude Ende die van ROMEN quamen alle teghen hem wtEnde oec VESPASIAEN sijn vader ende DOMICIAEN sijn broeder endeontfenghen daer also eerlijc alsder yemant ontfanghen wert

[¶] Vander feest vanden zege Ca lxix

[D]Je senatoers van ROMEN wouden den keyseren VESPASIAEN ende TITUM

sinen soen een eenpaerlike feest naden zeghe ende costume van harenzege Mer si en wouden hem beyden mer een feest doen Ende desefeeste deed men aldus. Als IOSEPHUS scrijft diese doen sach opten dachdatmen dye feest dede soe en bleef nyemant thuys Mer al die luedenstonden voer der dagheraet Ende pijnden hem ter sulker stat te staen

Page 116: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

dat si de feest sien mochten Ende als die dach rees endet begonde teclaeren so quamen VESPASIAEN ende TYTUS sijn soen te gader ghecroentmet lauwerbomen ende met purpur ghecleet soet te ROMEN castume wassi ghinghen aldus ghecroent ende ghecleet toter keyserliken salen Endedaer ontbeyden alle die senatoers Ende daer waren bereet sittens vanynoe daer die keysers op ginghen sittenals si daer quamen die riddersontfinghen die keisers met groter eren daer si leden doer die stratenende si ontfenghense met groter waerdicheit te houe Hier naverteldemen VESPASIAEN haer auontuer ende haer daet Ende des danctehi hem allen ende bat hem dat si mit hem ghinghen eten Daer na toendemen den volck inder stede menigerhande schoenheyden endecierheden Want wat dinghen datmen in anderen lande hadde andersdan in dien lande als wonderlike beesten ende dieren ende goet dattoendemen alden volcke daert stont Dat waren iuwelen van siluer endevan goude ende van ynoer ende van menigherhande ghesteente endeschoenheden ende cleder die duerbaer waren beide vanden wercke vanBABILONIEN ende menighen anderen landen Oec waren die geuanghenghecleet mit clederen die wonderlijc fisiert waren Ende daer naedroechmen voer alt volc bescreuen Hoe die lande ghewonnen warenhoemen elc lant tonder dede ende wan Hoemen die wiue ende diemanne versloech hoe dattet volck nv hier nv daer vloech. Ende hoemendie hoghe muren vellede ter neder ende ontween stac Voert hoemenanders waert doer dye viande croop ende hoemen die steden ende diehusen ontstac Echter hoemen den enen dootsloech ghinder ende hoedander bat datmen op name Mer dye IODEN wisten dit wel ofte bet dantdaer bescreuen was van elcker yesten nochtant mostent daer dye ludensien ghemeenlijc als gheuallen was want si saghent daer wel endevolmaectelijc bescreuen hoemen die poorters venck ende hoe die scepegeladen quamen mit den roue Ende men brocht te ROMEN die duerbaeriuwelen vanden tempel Die bouen alle cyerheden ende iuwelen doereen preciose waren Welcken tempel men wan op den moortdadighenIAN Dat eerste was die tafel vanden tempel die al van finen goude was syen mochte niet duerre gheweest hebben Daer na brochtmen densulueren candelaer met den seuen armen. Daer na daer die lichtuate opstonden die gulden waren Daer na droechmen der IODEN wet die hemgod ghegheuen had ende dat wast lest datmen brocht. Daer na volchdeVESPASIEN ende TYTUS sijn soen daer na quam DOMICIAEN sijn broederghereden op een duer paert ende si voeren te IUPETERS tempel waertende daer ghinghen si te gader staen Ende vespasiaen boet den quaden

Page 117: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

SYMON te halen want het was den zede van ROMEN dat na deser feestendie keyser van ROMEN vten tempel niet en soude moghen gaen om sijnmaeltijt te doen voer datmen daer niemaer brochte dattie heer ghedootwaer van dien lande dattie keyser ghewonnen hadde Tot deser feestenwas die quade SYMON noch ghehouden. Nv suldi horen hoe men hemsijn moordaet gout Men brocht SIMON gheleyt onder die gheuanghendiemen daer toende ende voerbrocht omden seghe te thonen EndeSIMON was myt enen strop gebonden om sinen hals ende daer medesleeptmen doer die stat ouer die ruwe roetsen wel scandelijc Endedaermen sleepte sloechmen ende stacken Ende ten lesten nammen hemiammerlijc tlijf Ende doe die keyser vernam dat hi doot was So wortondert volck groot ghescal van blijsscappen Ende doe ghinc die keysereten mit groter feesten ende alt volc met hem Dese feeste vanden zeghewas meerre dan v yemant soude mogen vertellen want het soude v telanc vallen dyet al bescriuen woude daer om crort ict daer ic mach Alsdie feest van desen zeghe ghedaen was so sende VESPASIAEN enen ridderin IUDEA die BASSUS hiet Want daer int lant waren noch drie casteelenDaer echter die IODEN in vergadert waren die seer starc waren Dat warenHERODIUM MESSAYDA ende MACHERONTA. Also saen als dese ridder in IUDEA

quam mitten ROMEYNEN so gauen si hem op die waren in HERODIUM.Ende BASSUS vergaderde hulp om den castelen MACHERONTA te belegghenwant hem dochtet harde profitelijc mochte hi dien casteel wonnen endeslechten want dit casteel was alte vast ende starc Want die grote HERODES

haddet so vastdoen maken datmens nymmer winnen en mochte en hadgrote auontuer gedaen Ende daer toe was hi binnenwel versien Metwapen ende van alre vitalien

Hoemen MACHERONTA der starcke borch wan ca lxx

[B]ASSUS beleyde den casteel MACHERONTA. Ende dede drachte drageninder graft ende in die dale Mer voer dese berch was een poort daer instaken die IODEN haer crancke volc Mer die vroemste toghen op derborch Ende dese deden menich groot assant op die ROMEYNEN Sulc tijtverloren si somtijts sloeghen si dye ROMEYNEN Mer het verghinc hem inteynde te quade. Binnen inder borch daer BASSUS voer lach was een endehiet ELEAZARUS die menich groot assant op den ROMEYNEN deden endesloecher dicke veel Want hi was altoes deerste die wt toech ende dieleste die vloech. Op een tijt gheuielt dat hi metten sinen wt ghetogenwas Ende doe die sijn vloeghen voerden ROMEYNEN bleef hi alleen staen

Page 118: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

sprekende also dander binnen ghetoghen waren want hi waende datnyemant vanden ROMEYNEN so stout en soude wesen dat hien soudedorren bestaen. Ende dit vernam een ridder de RUFUS hiet Ende dievincken als een coen man ende voerden ten tenten waert Ende doededen BASSUS al naect ontcleden ende deden alsoe leyden al om endeom voerder stat ende swaerlijc gheselen Dit ghinc den IODEN dier binnenlagen so na dat alle die stat om dien ionghelinc in gheween was. Endeals BASSUS dit vernam so woude hise noch meer verslaen om dat hiendoden woude Dit deerden den ghenen so seer die inder borch warenEnde ELEAZARUS bat hem so seer dat sien so iammerlijc niet en lietendoden als een katijf Mer dat si om sinen wille te ghenaden quamen metallen Ende op dat sien van deser doot verlosten Dese ELEASARUS hadbinnen maghe die op sijn vernoy ende op sijn claghen ontfermenissehadden Ende si worden beraden dat si om sinen wille om sijn lijf tebehouden wouden dese borch op gheuen. Ende doe die ghene die depoorte voerhielden des gewaer worden so worden si alle te rade dat sides nachts ontulien wouden vter poort Mer BASSUS vernam dit Ende liethem die vlucht nemen ende daer volchde hi hem nae Ende die starcstewaren ontuloghen Mer al dander sloech hi doot tot xvij hondert toeEnde hi vinc haer wiue ende haer kinder. Mer BASSUS hilt hem haerbelofte ende gaf hem weder ELEAZARUS Ende aldus wan hi MACHERONTA

Hier na quam BASSUS een ander nyemaer datter een grote menichte vanIODEN vergadert waren. Jn een borch die tot dier tijt doemen voerIHERUSALEM lach van daer ontuloeghen waren Ende doe BASSUS

MACHERONTA wonnen hadde Soe voer hi mit groten heer darwaert endevantet waer Ende hi belach dien borch ende beual den voetganghers datsi dat hout vellen souden dat daer omtrent stont Die IODEN dier binnenwaren weerden hem seer ende men vacht ende street daer langhe. Merdie ROMEYNEN verloren mer xij man doe ter tijt inden strijt mer veelIODEN worden daer verslaghen tot iij dusent toe. Ende IUDAS haer heermit hem die SYMONS broeder was Tot desen tiden boot die keyserdatmen al tlant van IUDEA om ghelt vercopen soude Ende datmendergheen ghemuerde poorten en liet stichten Ende hier om en liet BASSUS

mer xviij hondert IODEN binnen den lande. Ende hi beual hem dat siwonen souden in een poortken dat AMASSAYDA hyet Dat lach xx stadienvan IHERUSALEM Ende hi sette hem Hoe veel tijns si dye van ROMEN

gheuen souden alle iaer Ende hier na starf BASSUS Ende een ridder dieSILUIUS heyt quam na hem Jnt lant van IUDEA in paeyse ende inbedwanghe sonder den casteel AMASSAYDA want daer lach een moorder

Page 119: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

in hiet ELEAZARUS met sinen gheselscap die de werringhe ende strijtaldaer began Ende dede den tijns ontsegghen. diemen die van ROMEN

plach te gheuen SILUIUS viel met enen heer voerder stat ende belachse.Ende hi dede al omme ende omme die stat een starcke muer makenomdat hem daer gheen wt ontulien en soude. Want dese borch was altestarck Ende daer om wasser veel werkers an eer hy die muer volmaecteWant dye grote HERODES hadde dese poort ende borch doen ommemueren met eenre starcker dicker muer van witten steen die lx stadienlanc omgaende was ende xx cubitus hoech Ende hy had al om ende omdie muer doen maken grote starcke toorn wel lxxvij Die acht waren elcvijftich cubitus hoech. Ende daer binnen stont sconincs sael die viertoornen hadde an elcken horn die wel ghemaect waren ende elck was xlcubitus hoech Daer binnen waren cisternen ghenoech soe datter gheenwater breken en mocht Si waren binnen wel voersten soe dat hem nyeten ghebrac si hadden coren olye ende wijn ende al dat si behoefdenDese borch had ELEAZARUS ghewonnen Want hi quam daer binnen datdie poorters op haer hoede niet en waren Oec so vant hy daer binnenprouancie ghenoech om mede te oerloghen ende al daer binnengheleghen had van HERODES tiden nochtant en was si niet ghearcht Endehad al daer gheleghen meer dan hondert iaer Ende dattet niet argen enmocht quam toe omder gueder lucht dye daer was Ende hi vanter oecharnasch ghenoech binnen dat HERODES daer in vergadert hadde Want himaecte desen casteel Ende dit was den lesten casteel dat die ROMEYNEN

wonnen opten IODEN met striden

[¶] Hoemen ANASSAIDA de leste borch wan [¶] Capi lxxi

[S]JLUIUS viel voer dese borch. Ende wort wel ghewaer datmer nyetopwinnen en mocht met striden an deen side Ende hi dede daer denvolc drachte draghen ende si droeghen enen hoep xx cubitus hoechende daer bouen so maecten si een hoech stenen werck vijftich cubituswijt Ende daer bouen dede hi maken enen toorn xl cubitus hoech endedien ouerdeckte hi ouer al wel mit yser [¶]. Want dat dal ende die vestevoer de borch was soe diep als al dit hoech was totter muren bouen dieom die borch ghinc Op desen toorn laghen scutters Ende wien si saghenter muer waert comen dien doerscoten si Ende verdreuen sijt volcvander muer Ende hier na dede SILUIUS den ram rechten ander muer. sodat dye toorn scuerde ontween so seer dede hi den ram stoten. Mer dieIODEN die daer binnen waren ghinghen daer teghen metselen hastelijc

Page 120: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

teghent gat met hout steen ende moorter ouer een recht teghen stekenvanden ram Ende doe dat SILUIUS vernam so dede hi dat vier binnenwerpen dattert hout mede ontstac Ende doe waeide een starc wijnt wtden noortoesten Ende dreef alt vier op die ROMEYNEN So dat si bi na hadthadden alte quade auontuer. Mer cort daer nae alst god woude soekeerde die wint int zuden ende tfier voer ouer ten IODEN waert ende diemuer verbarnde alte mael Ende die ROMEYNEN die stout ende wijs warentoghen tot haren tenten waert. want si wouden alle smorghens daer naedie borch bestaen met gheuechte Ende si wachten alle die nacht welnauwe dat hem nyemant ontgaen en soude ELEAZARUS die oec binnenwas en riet oec niet datmen ontulien soude want hy en had hem vterborch oeck nyemant laten ontgaen wan hi en peinsde anders niet danhoe die ROMEYNEN wiue ende kinder begaden souden als si die borch tewille hebben souden. Ende tsauons dede hi alt volck vergaderen enderiet hem dese quaetheyt aldus ende seide Ghi heren wy hebbenghesworen alte gader dat wy nyemant dienen en souden nymmermeerdan god alleen die heer is bouen al Nv is die tijt ghecomen datmen v salmoghen proeuen wie ghi sijt Hier om weert v teghen die van ROMEN

vromelijc want wy waren voertijts deerste dye hem dienst tijnsontseyden Ende wy sijn nv die leste daer si op strijden. Ende hyer omhoude icket daer voer dat god ons luden deese eer ghegheuen heeft indesen leuen dat wi willichliken steruen moghen Niet van hongher of vanghebreke so onse voeruaders doot bleuen sijn Mer wildi minen raetdoen wi sellen eerliken steruen Ende sellen om inder vriheit te steruendeen den anderen dootslaen ende onse wiue ende onse kinder cleynende groot. Ende aldus en sellen wi niet eyghen onder die ROMEYNEN

worden als dander IODEN sijn die hem hebben laten vanghen. Ende dusen sellen wi niet sien rouwe noch verdriet an onsen wiuen ende an onsekinderen Dit ende veel ander schoenre talen seide hi den volcke endebracht dat volc daer toe dattet al verwoet wort Ende dat hem sinen raetalte goet docht Ende si koren x man wt alden volc ende die souden alledander doot slaen groot ende cleyn ionc ende out man ende wijf Endedaer na soude die een vanden thienen die neghen dootslaen Ende dansoude hi gaen in des conincs sale Ende ontsteken dien ende verbernenhem seluen daer Ende si droeghen alle ouer een Dat si die spise endeden dranc souden laten onghescadicht om dattet die ROMEYNEN merckensouden dat si hem niet en hadden laten doden om honghers wille ofteom enigerhande ghebreke Mer alleen om dat si niet eyghen worden enwouden Dese katyuen die dus verscouen waren dat si haers selfs lijf

Page 121: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

noch haerre kinder niet sparen en wouden so sloechmense doot daer silaghen bi haren wiuen ende kinderen helsende ende cussende Hier nasloech die tiende die neghen doot. Ende daer na ontstack hi den tempelende verbarnde hem seluen daer in Ende dese waende dat alt volc dootgheweest hadde Mer si seuen waren ontslopen in cysternen ende diebeheldent tleuen Ende si verteldent namaels altemael soet gheuallenwas Dese iammerlike daet gheuiel opten xvsten dach van aprille Ende indeser borch bleeffer doot onder manne wiue ende kinder omtrent ixhondert

[¶] Hoe SILUIUS inder borch quam. Ca lxxij

[S]JLUIUS waende wel dat hy smorghens fellen strijt ghehat soudehebben voer die borch Mer hi dede herde wijsselike ter mure gaen Endedie ghene die ter muer ghinghen si en worden anders niet ghewaer dandat des conincs sale barnde ende si hoorden nyemant spreken nochrunen Ende doe si alte samen binnen quamen ende riepen so quamendie vij voert die te lijf ghebleven waren ende vertelden den ROMEYNEN

alle dese avontuer van beghinne ten eynde Ende die ROMEYNEN haddendes groot wonder. want si vonden alle die lude groot ende clein dootgheslaghen als die seuen hem seyden Ende doe ghinghen si den brantblusschen ende deden alle die doden wech Ende SILUIUS liet een deelvan sinen volc in die borch Ende hier na toech hi int eynde van IUDEA

ende hy en vant nerghent enen viant hi en was doot Mer noch warenomtrent ALEXANDRIEN veel moerdenaren vander IODEN scaren Mer siworden daer na gheuanghen ende ontlijft ende men pijnder veel vanhem luden ende tormentse ende sleeptse. Mer watmen hem dede si enwouden den keyser niet heer hieten Ende alle storuen si dus om dat eenwoort Ende haer cleyn kinder oeck die lieten si scoren ende tormenten.Ende om gheen dinc en wouden si den keiser ouer haren heer houdenof oec heer hieten Die keyser gheboet LINIUM dien hi bouent lant vanEGIPTEN gheset hadde tot enen ruwaert dat hi sonder beydendestrueerde den tempel die ONYAS die IODE in dat lant hadde doenmaken soe hier voer bescreuen is. Mer LIPPUA quam ende roefde hemdesen tempel ende sloten ende doe ontuloech hi wech vten lande Endeal cort hier nae quam PAULINUS binnen den lande ende namt al dat hi indesen tempel vant Ende hy maecten alsoe dat mer niet toe gaen enmocht Ende hi destrueerder aldus na cccc en lxiij iaer na dat hi eerstghesticht was Ende dus soe bleef den IODEN in al aertrijc ghenen tempel

Page 122: DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEMcf.hum.uva.nl/dsp/scriptamanent/bml/Destructie_van_Jheru... · 2008-01-29 · Hoe Vespasiaen met alle den heer in Galilea toech - Capitulum XIIII. Hoe

Mer tot deser tyt was noch een scaer moerdenaren vanden IODEN diehem hier ende daer onthielden Ende si hadden enen hoeftman enentoeuenaer die IONATHAS hiete Ende CATULUS wort dies ghewaer endeversloecher of doot iij dusent IODEN ende nam hem al haer goet endelant ende haer erue ende settent in renten tot des keysers behoef Mer hivoerde IONATHAS met hem gheuanghen te ROMEN waert Ende die keyserdede IONATHAS gheselen ende daer na barnen Dese plaghe vandenkatiuighen IODEN ghesciede xlij iaer na ons liefs heren JHESUS CRISTUS

passie Nie en hoerde man noch en las in boecken dat enich volc dusiammerlijc verderft ende gedestrueert wort als die IODEN worden totmenighen tiden om haerre groter sonden wille daer si gode medeverbolgen hadden Want aldus wraect god op hem so dat hi dat seluevoersproken hadde inder ewangelien om dat si dat bloet van menighenheylighen man wtghestort hadden van ABELS tyden tot IHESUS CRISTUS

doot toe dien si valschelijc ter doot brochten ende som van sineniongheren oeck die si doden Nv hebs danc IHESUS CRISTUS. Ende MARIA

sine ghebenedide moeder die mi soe langhe ghespaert heeft dat ict totenen eynde ghebrocht hebbe dye historie ende twerc vander BYBELEN

ende vanden IODEN yesten diet beghin ende een figuer waren vandenkersten volc thent die IODEN haren naem verloren ende haer hulde mitgode Ende dat die heylighe kerck te wassen ende voertganc begonde tehebben biden heylighen apostolen predicacie dit werc eynde vten LATIJN

in DUUTSCH te maken. Jnt iaer ons heren doemen screef MCCC ende lxiop sinte IAN BAPTISTEN auont als alle kersten luden in blijscappen. endein vroechden pleghen te wesen inder eren sijnre gheboorten Endevanden beghinne vander werelt tot desen daghe toe waren leden vdusent vi hondert ende viij iaer ende neghen maent God si gheloeft A ME N

[¶] Voleint ter GOUDE in HOLLANT bi mi GERAERT LEEU Jnt iaer ons herenMCCCClxxxij Op sinte BARTHOLOMEUS auont