Didactische Analyse: Bienenlied – Fritz Emonts

Algemene informatie

Componist: Fritz Emonts (1920-2003) was een zeer bekende Duitse pianist en pianopedagoog.

Werk: Bienenlied

Uit bundel: ‘das Europäische Klavierschule’ Band I

Niveau: L2

Doelstelling: De coördinatie tussen de linker- en rechterhand en het aanwenden van grotere afstanden in de melodie en begeleiding.

Notenbeeld

Vorm: intro-ABA’-slot

Melodische of thematische karakteristieken: Toonaard : Do groot

Motivische/thematische verwerking: de noten van het thema volgen elkaar min of meer op. Het thematisch materiaal keert af en toe terug, maar is voortdurend onderhevig aan kleine variaties.

Fraseringen: het stukje bestaat uit een structuur per vier maten.

Metriek en maat Maatsoort: 4/4

Metrum: het metrum is vrij duidelijk en de begeleiding verhoudt zich logisch t.o.v. de melodielijn. Enkel in m. 6 mag de leerling het metrum niet verliezen en moet hij goed doortellen.

Ritme Rusten in de linkerhand. Gekoppelde en overgesyncopeerde notenwaarden in m. 6-7 en m. 18-19.

Harmonie

Stemvoering: homofoon

Harmonische analyse: harmonie is voornamelijk opgebouwd d.m.v. de hoofdgraden.

Dynamieken Geen weergegeven dynamieken.

Mezzo forte in de melodielijn en mezzo piano in de begeleiding.

Rolverdeling met de begeleiding Duidelijk homofoon, enkel in m. 8 mag de begeleiding even hoorbaar zijn. Opletten voor het metrum in de oversyncoperingen van de begeleiding. Aandacht voor een goede balans tussen de rechter- en linkerhand.

Technische elementen De coördinatie tussen de linker- en rechterhand is hier niet evident. De rechterhand dient best gememoriseerd te worden om de linkerhand gemakkelijker te

kunnen verwezenlijken. Indien één van de handen iets complexer is, bestaat de andere hand meestal uit een

eenvoudige notenopeenvolging, vb. m. 3-4 en m. 15-16. Het tijdig los laten van de lange notenwaarden indien er rusten weergegeven zijn. Gevaar voor het verliezen van het metrum met de overgesyncopeerde noten in de

linkerhand.

Interpretatieve elementen Non legato: de noten mooi van elkaar scheiden m.b.v. de arm en een opwaartse

polsbeweging. Balans: rechterhand is mf en linkerhand mp. Luister naar de melodielijn in de rechterhand en

speel de linkerhand zo zacht mogelijk. Fraseringen: maak een duidelijk onderscheid tussen de verschillende zinnen door ze neer te

leggen en de eerste noot van elke zin te voorzien van een duidelijke aanslag. De sfeer is vrolijk en verstrooiend.