Dementieproofmeter 2015

90
Dementieproofmeter 2015 Inventarisatie van Brabants gemeentelijk dementiebeleid Ben Kaelen Fanny van Crey Tilburg, december 2015 DEMENTIEPROOF METER 2015 INVENTARISATIE VAN BRABANTS GEMEENTELIJK DEMENTIEBELEID Ben Kaelen Fanny van Crey Tilburg, december 2015

Transcript of Dementieproofmeter 2015

Page 1: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

Inventarisatie van Brabants gemeentelijk dementiebeleid

Ben Kaelen

Fanny van Crey

Tilburg, december 2015

DEMENTIEPROOFMETER 2015

INVENTARISATIE VAN BRABANTS GEMEENTELIJK DEMENTIEBELEID

Ben Kaelen

Fanny van Crey

Tilburg, december 2015

De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie zet zich sinds 1994 in voor het behoud of het vergroten van de kwaliteit van leven van zowel men-sen met dementie als de mantelzorgers en voor de kwaliteit van de (infor-mele) zorg.

De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie is een Brabantse net-werkorganisatie waarin een diversiteit aan Brabantse expertise en krachten gebundeld is.

De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie geeft gevraagd en on-gevraagd advies, verspreidt kennis en biedt begeleiding en ondersteuning bij vernieuwingen in de dementiezorg.

p/a ZetPostbus 271 5000 AG Tilburg

Telefoon 013 [email protected]

omslagdementieproefmeter2015.indd 1 12-01-16 14:46

Page 2: Dementieproofmeter 2015

Colofon

Uitgave:

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet

december 2015

Redactie:

Wies Arts (Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie)

Ben Kaelen (Zet )

Fanny van Crey (Zet)

Productie:

btz vorm en regie

De activiteiten van de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie worden

(mede) mogelijk gemaakt door subsidie van de provincie Noord-Brabant.

ISBN/EAN 978-90-79264-11-7

Deze uitgave is gratis als digitaal pdf-bestand te downloaden via www.pgraad.com

of als drukversie te bestellen via [email protected]

Page 3: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

Inhoudsopgave

Samenvatting

1. Inleiding

2. De Dementieproofmeter

3. Respons

4. Sociale kaart en Wmo-loket

5. Sociale wijkteams

6. Dementieconsulent

7. Financiering vrijwillige inzet

8. Financiering emotionele ondersteuning

9. Opvang en respijt

10. Wmo-voorzieningen

11. Gemeente en zorgverzekeraars

12. Mantelzorgers en bijstand

13. Langer thuis

14. Dementieproofmeterscore van de Brabantse gemeenten

14.1 Inleiding

14.2 Scoreberekening

14.3 Rangorde Dementieproofmeterscore

15. Bestaand beleid van negen van de twaalf grootste Brabantse gemeenten

(B5/M7)

Conclusies Dementieproofmeter 2015

Bijlage 1. De Dementieproofmeter en frequenties per item

Bijlage 2. Dementieproofmeting voorkomend beleid DVG vs. niet-DVG

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie

Publicatielijst Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie

Page 4: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

Samenvatting

De PGraad brengt met de Dementieproofmeter in kaart in hoeverre Brabantse gemeen-

ten in 2015 beleid voeren dat ten goede komt aan de behoeften van de doelgroep

dementie. De Dementieproofmeter is eerder uitgevoerd in 2010 en 2012.

In totaal hebben 43 gemeenten aan de Dementieproofmeting 2015 deelgenomen.

Dit is een respons van 65%.

De Dementieproofmeter

De mate waarin het bestaand gemeentelijke dementiebeleid ten goede komt aan

mensen met dementie en hun mantelzorgers, wordt via de dementieproofmeter in

kwantitatieve zin uitgedrukt in een score. Hoe hoger de score, hoe breder het welzijns-

pakket zal zijn, hoe diverser maatschappelijke ondersteuning vorm gegeven wordt bin-

nen een gemeente en hoe meer de gemeente zich inzet om randvoorwaarden voor het

realiseren van voorzieningen te creëren. Dit zegt echter niets over de kwaliteit van de

voorzieningen. De maximaal haalbare score is 73 punten.

Overall uitkomsten 2015

22 gemeenten hebben een score van 45 of hoger op de Dementieproofmeter 2015.

Dit is 51% van de respons. Vijf gemeenten scoren lager dan 35 punten, dit is 12%.

De top 5 gemeenten met de hoogste score zijn:

1. Tilburg 65 punten

2. Helmond 63 punten

3. Bergen op Zoom 62 punten

4. Steenbergen 62 punten

5. Waalwijk 60 punten

Gesteld kan worden dat de top 5 gemeenten een breed palet aan welzijnsvoorzienin-

gen hebben voor mensen met dementie en hun mantelzorgers en dat zij zich actief

inzetten op het creëren van de randvoorwaarden waardoor de doelgroep langer thuis

kan blijven wonen.

4

Page 5: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

5

Sociale kaart en Wmo-loket

Ruim de helft van de gemeenten (56%) heeft een sociale kaart, die zo is ingericht dat

mensen met dementie en hun mantelzorgers naar passend aanbod kunnen zoeken.

Bij 63% van de gemeenten kunnen inwoners de sociale kaart ook digitaal raadplegen.

Bij 71% van de gemeenten zijn Wmo-loketmedewerkers geschoold om (ondersteu-

nings-)vragen vanuit de doelgroep mensen met dementie te kunnen beantwoorden.

Sociale wijkteams

Het merendeel van de gemeenten (53%) stelt scholing rondom dementie niet als voor-

waarde aan leden van sociale wijkteams.

Dementieconsulent

Bijna de helft van de gemeenten (47%) financiert de functie dementieconsulent.

Financiering vrijwilligersinzet

Bijna alle gemeenten (98%) financieren organisaties die met vrijwilligers praktische

hulp in de thuissituatie bieden. De helft van de responsgemeenten (51%) biedt finan-

ciële ondersteuning aan de Alzheimerafdeling voor coördinatie en ondersteuning van

haar vrijwilligersdiensten. Ruim drie kwart van de gemeenten (79%) financiert organi-

saties die bewegings- en ontspanningsactiviteiten aanbieden en 88% van de gemeen-

ten doet dit ook voor oppasdiensten.

Financiering emotionele steun en lotgenotencontact

De meeste gemeenten (93%) bieden financiële steun aan organisaties die emotionele

ondersteuning voor mantelzorgers organiseren. Ook dragen deze gemeenten met 93%

bij aan financiële steun aan lotgenotencontact. Opvallend is dat 44% van de gemeen-

ten uit de responsgroep geen financiële steun geeft aan vrijwilligersorganisaties die

groepsopvang voor mensen met dementie organiseren. Bijvoorbeeld dagopvang of

huiskamerproject. Een kwart (26%) heeft geen plannen om deze voorziening in de

toekomst wel financieel te steunen.

Page 6: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

6

Opvang en respijt

De meeste responsgemeenten (90%) financieren groepsbegeleiding voor thuiswonen-

de mensen met dementie waardoor mantelzorgers tijdelijk ontlast worden. Bij de in-

koop van groepsbegeleiding zorgt 95% van de gemeenten uit de responsgroep voor

voldoende diversiteit binnen het aanbod, zodat deze zo goed mogelijk aansluit op de

vraag. Verder zet 58% van de gemeenten uit de responsgroep zich actief in om loca-ties

te vinden voor het realiseren van respijtvoorzieningen voor mantelzorgers van mensen

met dementie. Daartegenover doet 42% dat niet. Wel is 12% van plan dit in de toe-

komst wel te doen.

Wmo-voorzieningen

Het zijn van mantelzorger geldt bij 67% van de responsgemeenten als indicatiecrite-

rium om huishoudelijke hulp toegewezen te krijgen, slechts 7% van de responsge-

meenten is van plan dit criterium hierop aan te passen. Verder biedt 72% van de ge-

meenten voorzieningen voor kortdurend verblijf die specifiek gericht zijn op mensen

met dementie. Overbelasting van de mantelzorger geldt bij 84% van de responsge-

meenten als indicatiecriterium. Bij 63% van de gemeenten kunnen mantelzorgers gra-

tis als begeleider mee als hun naaste met dementie een Wmo-vervoersindicatie heeft.

In 44% van de responsgemeenten kunnen thuiswonende mensen met demen-tie via

de Wmo een passieve en/of actieve persoonsalarmering krijgen.

Gemeente en Zorgverzekeraars

49% van de responsgemeenten participeert in een lokaal netwerk dementievriendelij-

ke gemeenschap, slechts 7% wil in een netwerk gaan participeren. Het aantal ge-

meenten dat participeert in een DVG-netwerk is in werkelijkheid 26. Enkele gemeen-

ten hebben in de Dementieproofmeter niet aangegeven dat zij DVG-gemeenten zijn.

Verder werkt bijna driekwart (72%) actief samen met het Zorgkantoor met als doel om

op het snijvlak van de Wmo, de zorgverzekeringswet en de Wlz, samen zorg op maat te

bieden aan thuiswonende mensen met dementie. 14% is van plan om te gaan samen-

werken met het Zorgkantoor. Ook participeert 67% in de ketenzorg de-mentie en 14%

is dit van plan te gaan doen.

Mantelzorg en bijstand

Bij ruim drie kwart van de responsgemeenten (79%) is het mogelijk om als mantel-

zorger van een mens met dementie ontheffing van sollicitatieplicht te krijgen. Bij 87%

kunnen mantelzorgers toestemming krijgen om minder arbeidsuren per week te ma-

ken om toch in aanmerking te blijven komen voor de uitkering.

Page 7: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

7

Langer Thuis

Van de responsgemeenten zet bijna de helft (48%) zich actief in om locaties te vinden voor

woonzorgvormen voor mensen met dementie. Een vijfde (21%) is niet van plan dit in de

toekomst te doen. Het blijkt dat 77% in de gemeentelijke woonvisie presta-tieafspraken

heeft opgenomen om levensloopbesteding bouwen en intergenerationeel wonen te stimu-

leren. Bijna een vijfde (19%) neemt dit in de toekomst op in de woon-visie. De meeste

gemeenten (81%) stellen bij het afgeven van omgevingsvergunnin-gen voor nieuwbouw

en renovatie van woningen en wooncomplexen, niet als criteri-um dat er een zodanige

(technologische) infrastructuur gerealiseerd kan worden. Een infrastructuur waardoor do-

moticavoorzieningen (ten behoeve van de functies contact, alarmering, detectie, toezicht

op afstand en monitoring) op een eenvoudige wijze en zonder veel extra kosten in een la-

tere fase gerealiseerd kunnen worden. Meer dan de helft van de gemeenten (65%) zet zich

in om ‘wonen’ specifiek voor mensen met de-mentie zo vlot mogelijk te laten verlopen.

Meer dan de helft (56%) faciliteert echter geen groepsvoorlichting over woningaanpassin-

gen en woonvormen voor mensen met dementie. Daartegenover subsidieert 67% wel in-

dividuele advisering en begeleiding aan thuiswonende mensen met dementie.

Dankwoord

Een woord van dank aan alle gemeenten die aan de Dementieproofmeting van 2015

hebben meegewerkt. De uitkomsten geven een mooi beeld van het gemeentelijk de-

mentiebeleid in Noord-Brabant, geven aanknopings- en verbeterpunten en zorgen voor

transparantie naar de burger.

Schema deelnemende gemeenten aan Dementieproofmeting 2015

C.A.

C.A.

Page 8: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

8

1 Inleiding

De ontwikkelingen in de zorg, met name de overheveling van taken van de AWBZ naar

de Wmo en de decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten per 1 januari 2015,

maken het noodzakelijk dat burgers langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.

Mensen met Zorg Zwaarte Pakket (ZZP) 1 tot en met 3 moeten langer zelfstandig thuis

wonen. Pas vanaf ZZP 4 komen mensen in een intramurale instelling te zitten. Op dit

moment woont naar schatting 70% van de doelgroep thuis. De verwachting is dat dit

aantal de komende jaren stijgt naar 80%. Mensen met dementie en hun mantelzorgers

vormen een zeer kwetsbare groep burgers.

Dementie

Dementie is een sluipende niet te genezen ziekte met een progressief verloop.

Verschijnselen van dementie zijn: stoornissen in het geheugen (verminderd vermogen

om nieuwe informatie op te nemen en desoriëntatie) en een of meer van de volgende

cognitieve stoornissen: afasie, apraxie, agnosie en een stoornis in plannen maken, or-

ganiseren, abstract denken.

De twee meest voorkomende vormen van dementie zijn de ziekte van Alzheimer

(70%) en vasculaire dementie (15%).

Zeker in de beginperiode worden de eerste ziekteverschijnselen, zoals toenemende

vergeetachtigheid, vermindering van activiteit en minder spontaan worden, vaak niet

door de omgeving én de patiënt als zodanig herkend en erkend. De gemiddelde levens-

verwachting na de diagnose is ongeveer acht jaar. tien jaar of langer is echter geen

uitzondering. Door de hogere levensverwachting van de bevolking in Nederland neemt

de ziekteduur bij dementie nog steeds toe. Dementie behoort samen met angst en

depressie tot de meest voorkomende psychiatrische stoornissen bij ouderen boven de

60 jaar.

In de provincie Noord-Brabant wordt de prevalentie van mensen met dementie in 2015

geschat op 38.000. In 2020 op 45.000 en in 2030 wordt het aantal op 60.500 inwoners

met dementie geschat. Op dit moment wordt de groep alleenstaande mensen met

dementie geschat op 44% van deze populatie. Dit percentage zal in de toekomst verder

oplopen.

Page 9: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

9

Mantelzorgers van mensen met dementie

Mantelzorgers bieden het grootste gedeelte van de zorg, begeleiding en toezicht. Vaak

zijn dat partners en kinderen. Alleenstaande ouderen met dementie - waaronder veel

vrouwen - vallen vooral terug op (schoon)dochters. 40% van de mantelzorgers is tussen

45-65 jaar en 40% is ouder dan 65 jaar. Oudere partners zijn vaak de enige mantelzor-

ger (85%). Bij zorgende kinderen en andere familieleden wordt de zorg vaker verdeeld.

Rondom één persoon met dementie wordt het aantal mantelzorgers geschat op drie.

Vaak zijn mantelzorgers zowel fysiek (vaak een 24-uurs zorgtaak), psychisch als sociaal

zwaar belast. Dementie is niet alleen een zeer ingrijpende aandoening voor de patiënt

maar ook voor de mantelzorger. Zij moeten leren omgaan met de gevolgen van de

ziekte van hun naaste. Zoals veranderend gedrag, veranderingen in de persoonlijkheid,

toenemende afhankelijkheid, maar ook in een later stadium het verlies van een dier-

bare. En tegelijkertijd moeten ze hun eigen leven op de rails houden. Depressie, burn-

out en stress komen veel voor onder mantelzorgers. Ook medicijngebruik en het aantal

doktersbezoeken ligt driemaal hoger in vergelijking met leeftijdsgenoten die geen

mantelzorg geven. Veel mantelzorgers en mensen met dementie kampen bovendien

met een sociaal isolement. Overbelasting van mantelzorgers zorgt vaak voor ontspoor-

de zorg en onveiligheid en is vaak de reden voor definitieve opname van de persoon

met dementie.

Mantelzorgers vormen in eerste instantie dus de ruggengraat in de zorg voor mensen

met dementie. Het faciliteren van mantelzorg en informele zorg is dan ook essentieel

om langer thuis wonen met dementie écht mogelijk te maken.

Dementie en rol van de gemeente

Bij het voortschrijden van het proces van dementie heeft iemand met dementie een

toenemende behoefte aan ondersteuning, begeleiding, toezicht, hulp en zorg van an-

deren. Ook de behoeften aan ondersteuning, begeleiding en respijt nemen toe bij

mantelzorger(s) naarmate de zorgbelasting toeneemt.

Een goed zorg- en voorzieningenniveau voor mensen met dementie en hun mantelzorg

kan en wordt binnen de huidige regelgeving niet alleen binnen de Wet langdurige zorg

en door de Wlz-sector vormgegeven. Veel behoeften liggen op het terrein van welzijn.

Het gemeentelijk (Wmo-)beleid is sterk bepalend voor de mate van kwaliteit van leven

Page 10: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

10

en zorg voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers. De rol en de

verantwoordelijkheid van de gemeente is door de transitie van AWBZ-functies naar

onder andere de Wmo nog groter geworden; gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor

ondersteuning en begeleiding. Extramurale dagbesteding valt sinds 1 januari 2015 ook

onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. De veranderingen met betrekking tot

hulp bij het huishouden zijn sinds 2014 van start gegaan. Cliënten kunnen niet langer

rekenen op het bestaande aanbod, omdat de aanspraak op huishoudelijke verzorging

in de Wmo is komen te vervallen. Via de Wmo wordt een maatwerkvoorziening aange-

boden voor mensen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen

betalen. Al deze veranderingen dragen er aan bij dat mensen langer zelfstandig thuis

moeten blijven wonen en voor hulp en ondersteuning vaak als eerste aangewezen zijn

op zichzelf en hun sociale netwerk.

Provinciale inventarisatie van gemeentelijk dementiebeleid

De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet hebben, net als in 2010 en

2012, het initiatief opgepakt om het gemeentelijk dementiebeleid in Noord-Brabant te

inventariseren. Op deze wijze willen de PGraad en Zet in beeld brengen in hoeverre

gemeenten in 2015 beleid voeren dat ten goede komt aan de behoeften van de doel-

groep dementie.

Het eindresultaat van deze provinciale inventarisatie biedt elke gemeente inzicht in waar zij

staat in vergelijking met andere gemeenten. Daarnaast komen gemeenten te weten waar

welke ‘know how’ aanwezig is, zodat zij deze kunnen uitwisselen. Ook kan inzicht in be-

staand eigen beleid en dat van anderen gemeenten stimuleren tot meer samenwerking.

De vraag is: welk beleid gericht op mensen met dementie en hun mantelzorgers,

voeren Brabantse gemeenten anno 2015 en hoe geven zij aan dit beleid invulling?

Hierbij staan onderstaande vragen centraal:

• Waar zetten gemeenten op in om de kwaliteit van leven voor de doelgroep dementie

te behouden?

• Welke typen voorzieningen bieden Brabantse gemeenten in 2015 aan?

• In hoeverre is er sprake van diversiteit in voorzieningen die gemeenten aanbieden?

• Welke beleidsvoornemens hebben gemeenten voor de toekomst indien zij op be-

paalde onderdelen van gewenst dementiebeleid nu nog geen beleid hebben?

Page 11: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

11

Door middel van de Dementieproofmeter 2015 wordt het bestaande gemeentelijk de-

mentiebeleid in Brabant in kwalitatieve zin in beeld gebracht. Dit zegt echter niets over

de kwaliteit van de aangeboden voorzieningen. Met de Dementieproofmeter 2015

wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre de gemeente zorgdraagt voor antwoorden op de

diverse behoeften van de thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers,

waarvan de beantwoording niet binnen het kader van de Zorgverzekeringswet of Wet

langdurige zorg valt (zie hoofdstuk 2).

In deze publicatie vindt u de resultaten van de Dementieproofmeter 2015.

Leeswijzer van de Dementieproofmeter

Hoofdstuk 2 bevat informatie over het instrument Dementieproofmeter dat is geba-

seerd op het Behoefteprofiel Dementie.

In hoofdstuk 3 is weergegeven welke respons is behaald.

Vanaf hoofdstuk 4 tot en met hoofdstuk 14 zijn de resultaten van de Dementieproofme-

ter 2015 gepresenteerd volgens onderstaande themahoofdstukken:

• Sociale kaart en Wmo-loket

• Sociale wijkteams

• Dementieconsulent

• Financiering vrijwillige inzet

• Financiering emotionele ondersteuning

• Opvang en groepsbegeleiding

• Wmo-voorzieningen

• Samenwerking Zorgkantoor/zorgverzekeraar

• Mantelzorgers en bijstand

• Opvang en respijt

• Langer thuis

Hoe de gemeenten individueel op de Dementieproofmeter scoren, komt in hoofdstuk

15 aan bod. In hoofdstuk 16 wordt ingezoomd op het bestaand gemeentelijk beleid van

negen van de twaalf B5/M7 gemeenten in Noord-Brabant. In hoofdstuk 17 worden

naar aanleiding van de resultaten van de dementieproofmeter 2015 drie conclusies

getrokken. Bijlage 1 geeft de Dementieproofmeter 2015 weer met de resultaten van de

responsgroep. Bijlage 2 geeft de Dementieproofmeting van voorkomende beleidsitems

weer van DVG-gemeenten vergeleken met niet DVG-gemeenten. Qua aantal komen

enkele vragen niet uit op 43 (=aantal responsgemeenten), dit komt doordat keuzemo-

gelijkheid ‘Nee - beleid niet aanwezig” niet in de tabellen is meegenomen.

Page 12: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

2 De Dementieproofmeter 2015

Bij de samenstelling van de Dementieproofmeter is het Behoefteprofiel Dementie als

uitgangspunt genomen. Zie schema 1 op pagina’s 14 en 15. In dit behoefteprofiel zijn

de diversiteit aan behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers in beeld

gebracht. Ook is concreet beschreven wie (wettelijk) verantwoordelijk zou kunnen zijn

om deze behoeften te beantwoorden, indien de doelgroepleden dat niet zelf (of met

hun eigen omgeving) kunnen. Waaronder ook de verantwoordelijkheden die onder

gemeenten kunnen vallen.

De meest urgente behoeften van thuiswonende mensen met dementie en

hun mantelzorgers (zonder rangorde) zijn:

• Informatie over ziektebeeld en verloop van de ziekte (inclusief informatie

en voorlichting over het ouder worden en het geheugen)

• Informatie en advies over zorg- en hulpmogelijkheden

• Cliëntsysteembegeleiding (consultatie, advies, emotionele begeleiding, be-

middeling, (zorg)coördinatie)

• Psycho-educatie

• Ontmoeting en lotgenotencontact

• Praktische hulp en/of respijt

• Opvang, begeleiding

• Toezicht

Bron: Behoeftenkaart mensen met dementie en hun mantelzorgers, PGraad 2015

De Dementieproofmeter 2015 bevat vanuit het vragersperspectief (Behoefteprofiel De-

mentie PGraad 2014) in totaal 23 items over gewenste gemeentelijke voorzieningen,

maatregelen en/of inzet. Deze items sluiten ook aan bij de huidige taken en verant-

woordelijkheden van een gemeente.

Onderwerpen 2015

De meeste items in de Dementieproofmeter hebben betrekking op voorzieningen die

niet binnen de Wet langdurige zorg of Zorgverzekeringswet vallen, maar wel in het

gemeentelijk Wmo-beleid opgenomen (kunnen) zijn. Daarnaast zijn in de Dementie-

Page 13: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

proofmeter 2015 ook de volgende thema’s opgenomen, die meer onder de randvoor-

waardelijke sfeer vallen waarop een gemeente beleid kan voeren:

• Eigen kracht (versterken eigen netwerk).

• De leefbaarheid en het thuis kunnen blijven wonen in de eigen wijk/kern of ge-

meente.

• Mantelzorg mogelijk (blijven) maken.

• Samenwerking en afstemming met het Zorgkantoor in relatie tot Ketenzorg Dementie.

Interpretatie uitkomsten

De uitkomsten van de Dementieproofmeter geven (in kwalitatieve zin) een beeld van

de mate van diversiteit van beleidsdoelen en – resultaten van Brabantse gemeenten.

Oftewel: in hoeverre dragen gemeenten zorg voor antwoorden op diverse behoeften

van thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers (buiten het kader van

de Wet langdurige zorg en/of Zorgverzekeringswet)?

De Dementieproofmeter geeft antwoord op de vraag of bepaald (dementie)beleid al

dan niet aanwezig is. Dit zegt niets over de kwaliteit van het aanbod. Om dat te onder-

zoeken is nader onderzoek nodig.

Page 14: Dementieproofmeter 2015

Beh

oeft

en v

an m

ense

n m

et d

emen

tie

en h

un

man

telz

org

ers

D

oel/

fun

ctie

1.

Info

rmat

ie &

voo

rlic

htin

g

Info

rmat

ie e

n vo

orlic

htin

g

Mel

dpun

t

2

. Sa

men

leve

n in

de

wijk

Ve

rste

rken

van

de

civi

l soc

iety

Verg

rote

n va

n de

soc

iale

leef

baar

heid

en

veili

ghei

d(sg

evoe

l)

3.

Part

icip

atie

Ed

ucat

ie e

n sc

holin

g (n

iet

regu

lier)

Ont

moe

ting

Lo

tgen

oten

cont

act

O

ntsp

anni

ng

So

cial

e da

gopv

ang

So

cial

e da

gopv

ang

en t

oezi

cht

Be

lang

enbe

hart

igin

g

Burg

erpa

rtic

ipat

ie e

n be

leid

sont

wik

kelin

g

4

. Sp

ecifi

eke

prev

entie

Be

moe

izor

g

5

. W

onen

Ze

lfsta

ndig

won

en in

leve

nslo

opbe

sten

dige

won

ing

of in

woo

nzor

gwon

inge

n

A

ange

past

e w

oono

mge

ving

Fysi

eke

won

inga

anpa

ssin

g

Veili

ghei

dste

chni

ek in

de

won

ing

(V

erpl

eeg-

) hu

lpm

idde

len

A

ange

past

e w

oonv

orm

6

. Fi

nanc

iële

/adm

inis

trat

ieve

A

dvis

eren

de e

n ad

min

istr

atie

ve h

ulpv

erle

ning

h

ulpv

erle

ning

Fi

nanc

iële

teg

emoe

tkom

ing

In

kom

enso

nder

steu

ning

7

. H

et v

erkr

ijgen

van

voo

rzie

- Co

nsul

tatie

en

advi

es

nin

gen

op m

aat

Bem

idde

ling

In

dica

tie e

n to

ewijz

ing

van

indi

vidu

ele

Wm

o-vo

orzi

enin

gen

In

dica

tie v

an t

oew

ijzin

g va

n W

et L

angd

urig

e zo

rg

In

dica

tie v

oor

verk

rijge

n va

n m

ater

iële

/ fin

anci

ële

hulp

Regi

e en

coö

rdin

atie

Clië

nt(-

syst

eem

)ond

erst

euni

ng

8.

Mob

ilite

it O

penb

aar

verv

oer

In

divi

duel

e ve

rvoe

rs/v

erpl

aats

ings

hulp

mid

dele

n

Aan

gepa

st v

ervo

er b

uite

nshu

is

9.

Serv

ice

Haa

l- e

n br

eng

serv

iced

iens

ten

Se

rvic

edie

nste

n th

uis

Ove

rige

serv

iced

iens

ten

10.

Voed

ing

Ond

erst

euni

ng b

ij be

reid

ing

van

de m

aalt

ijd

M

aalt

ijdle

verin

g th

uis

Ee

tpun

t

11

. Sc

reen

ing,

dia

gnos

tiek

Sc

reen

ing

en d

iagn

ostie

k

en

beha

ndel

ing

Beha

ndel

ing

Cr

isis

inte

rven

tie

12.

Steu

n en

hul

p va

n

Bege

leid

ing

en o

nder

steu

ning

van

man

telz

org

m

ante

lzor

g Ti

jdel

ijk o

ntla

sten

van

de

man

telz

orge

r

Verl

icht

ing

van

zorg

take

n

Ont

heffi

ng in

kom

ensv

erw

ervi

ng

13.

Zorg

en

thui

s w

onen

O

nder

steu

nend

e be

gele

idin

g

Toez

icht

Hui

shou

delij

ke h

ulp

Pers

oonl

ijke

verz

orgi

ng

Ve

rple

ging

Act

iver

ende

beg

elei

ding

(da

gstr

uctu

rerin

g en

act

iver

ing)

Klei

nsch

alig

won

en (

sche

iden

van

won

en e

n zo

rg)

14

. O

nzel

fsta

ndig

won

en

Tijd

elijk

ver

blijf

(ko

rtdu

rend

ver

blijf

)

Lang

durig

ver

blijf

(ZZ

P 4,

ZZP

5 o

f ZZ

P 7)

Beho

efte

bes

taat

, int

ensi

teit

afha

nkel

ijk v

an o

bjec

tieve

en

subj

ectie

ve b

elas

tingf

acto

ren

Beho

efte

nie

t bi

j elk

clië

ntsy

stee

m a

anw

ezig

Gro

te b

ehoe

fte,

bea

ntw

oord

ing

is n

oodz

akel

ijk

Niet pluisfase / vermoeden

Beginnende dementie

Matige/ernstige/gevorderde

Gevorderde/diepe dementie

Schema 1 Behoeftenkaart, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatie, 2015

Page 15: Dementieproofmeter 2015

Beh

oeft

en v

an m

ense

n m

et d

emen

tie

en h

un

man

telz

org

ers

D

oel/

fun

ctie

1.

Info

rmat

ie &

voo

rlic

htin

g

Info

rmat

ie e

n vo

orlic

htin

g

Mel

dpun

t

2

. Sa

men

leve

n in

de

wijk

Ve

rste

rken

van

de

civi

l soc

iety

Verg

rote

n va

n de

soc

iale

leef

baar

heid

en

veili

ghei

d(sg

evoe

l)

3.

Part

icip

atie

Ed

ucat

ie e

n sc

holin

g (n

iet

regu

lier)

Ont

moe

ting

Lo

tgen

oten

cont

act

O

ntsp

anni

ng

So

cial

e da

gopv

ang

So

cial

e da

gopv

ang

en t

oezi

cht

Be

lang

enbe

hart

igin

g

Burg

erpa

rtic

ipat

ie e

n be

leid

sont

wik

kelin

g

4

. Sp

ecifi

eke

prev

entie

Be

moe

izor

g

5

. W

onen

Ze

lfsta

ndig

won

en in

leve

nslo

opbe

sten

dige

won

ing

of in

woo

nzor

gwon

inge

n

A

ange

past

e w

oono

mge

ving

Fysi

eke

won

inga

anpa

ssin

g

Veili

ghei

dste

chni

ek in

de

won

ing

(V

erpl

eeg-

) hu

lpm

idde

len

A

ange

past

e w

oonv

orm

6

. Fi

nanc

iële

/adm

inis

trat

ieve

A

dvis

eren

de e

n ad

min

istr

atie

ve h

ulpv

erle

ning

h

ulpv

erle

ning

Fi

nanc

iële

teg

emoe

tkom

ing

In

kom

enso

nder

steu

ning

7

. H

et v

erkr

ijgen

van

voo

rzie

- Co

nsul

tatie

en

advi

es

nin

gen

op m

aat

Bem

idde

ling

In

dica

tie e

n to

ewijz

ing

van

indi

vidu

ele

Wm

o-vo

orzi

enin

gen

In

dica

tie v

an t

oew

ijzin

g va

n W

et L

angd

urig

e zo

rg

In

dica

tie v

oor

verk

rijge

n va

n m

ater

iële

/ fin

anci

ële

hulp

Regi

e en

coö

rdin

atie

Clië

nt(-

syst

eem

)ond

erst

euni

ng

8.

Mob

ilite

it O

penb

aar

verv

oer

In

divi

duel

e ve

rvoe

rs/v

erpl

aats

ings

hulp

mid

dele

n

Aan

gepa

st v

ervo

er b

uite

nshu

is

9.

Serv

ice

Haa

l- e

n br

eng

serv

iced

iens

ten

Se

rvic

edie

nste

n th

uis

Ove

rige

serv

iced

iens

ten

10.

Voed

ing

Ond

erst

euni

ng b

ij be

reid

ing

van

de m

aalt

ijd

M

aalt

ijdle

verin

g th

uis

Ee

tpun

t

11

. Sc

reen

ing,

dia

gnos

tiek

Sc

reen

ing

en d

iagn

ostie

k

en

beha

ndel

ing

Beha

ndel

ing

Cr

isis

inte

rven

tie

12.

Steu

n en

hul

p va

n

Bege

leid

ing

en o

nder

steu

ning

van

man

telz

org

m

ante

lzor

g Ti

jdel

ijk o

ntla

sten

van

de

man

telz

orge

r

Verl

icht

ing

van

zorg

take

n

Ont

heffi

ng in

kom

ensv

erw

ervi

ng

13.

Zorg

en

thui

s w

onen

O

nder

steu

nend

e be

gele

idin

g

Toez

icht

Hui

shou

delij

ke h

ulp

Pers

oonl

ijke

verz

orgi

ng

Ve

rple

ging

Act

iver

ende

beg

elei

ding

(da

gstr

uctu

rerin

g en

act

iver

ing)

Klei

nsch

alig

won

en (

sche

iden

van

won

en e

n zo

rg)

14

. O

nzel

fsta

ndig

won

en

Tijd

elijk

ver

blijf

(ko

rtdu

rend

ver

blijf

)

Lang

durig

ver

blijf

(ZZ

P 4,

ZZP

5 o

f ZZ

P 7)

Beho

efte

bes

taat

, int

ensi

teit

afha

nkel

ijk v

an o

bjec

tieve

en

subj

ectie

ve b

elas

tingf

acto

ren

Beho

efte

nie

t bi

j elk

clië

ntsy

stee

m a

anw

ezig

Gro

te b

ehoe

fte,

bea

ntw

oord

ing

is n

oodz

akel

ijk

Niet pluisfase / vermoeden

Beginnende dementie

Matige/ernstige/gevorderde

Gevorderde/diepe dementie

Page 16: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

16

3 Respons

Begin april 2015 zijn de Wmo-wethouders en hun ambtenaren van alle 66 Brabantse

gemeenten benaderd voor deelname aan de Dementieproofmeting 2015. In mei en

juni 2015 zijn herinneringsverzoeken verstuurd naar gemeenten die tot dan toe nog

niet gereageerd hadden.

Eind juli 2015 is van 43 gemeenten de ingevulde Dementieproofmeter 20151 ontvangen.

Dit is een respons van 65%2. Bijna alle gemeenten die participeren in het PGraad pro-

ject ‘Naar een Dementievriendelijk Brabant’, hebben meegedaan aan de inventarisatie.

Kaart 1

Responsgemeenten

In tabel 1a vindt u een weergave van de respons per regio en tabel 1b bevat een over-

zicht naar grootte van gemeenten.

Tabel 1a Respons per regio

Regio Aantal gemeenten Aantal gemeenten Respons % respons

West-Brabant 18 15 83

Midden-Brabant 9 8 89

Noordoost-Brabant 18 7 39

Zuidoost-Brabant 21 13 62

C.A.

C.A.

1. De Dementieproofmeter is ingevuld door de beleidsambtenaar Wmo van de betreffende gemeente, al dan niet met hulp van collega’s van bijvoorbeeld Sociale Zaken en/of Wmo-loket.

2. Waarom de overige 23 gemeenten niet hebben deelgenomen is onbekend.

Page 17: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

17

Tabel 1b Respons ingedeeld naar grootte gemeente

Inwonersaantal Aantal gemeenten Respons %

≤ 10.000 2 2 100

10.001 - ≤ 30.000 44 28 64

30.001 - ≤ 50.000 12 7 58

50.001 - ≤ 100.000 4 4 100

>100.0001 4 2 50

Een verklaring voor de lage respons in de regio Noordoost-Brabant is mogelijk gelegen

in het feit dat in die regio minder gemeenten zijn aangesloten zijn bij de DVG-bewe-

ging.

Page 18: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

18

4 Sociale kaart en Wmo-loket

Veel mensen die te maken hebben met dementie weten niet welke ondersteuning en

hulp beschikbaar is en waar men daarvoor terecht kan. De weg hiernaar vinden wordt

vaak ervaren als het verdwalen in een doolhof.

Sociale kaart

Een actuele sociale kaart dementie is onmisbaar. Zowel voor zorgvragers als verwijzers

en in het bijzonder voor medewerkers van Wmo-loketten en andere informatiepunten.

Daarbij is het belangrijk dat de sociale kaart goed toegankelijk voor hen is. Dat zij deze

op een eenvoudige wijze zelfstandig kunnen vinden én raadplegen. Niet alleen digitaal

(website gemeente, apps voor mobiel of tablet) maar met name voor zorgvragers ook

fysiek (bijvoorbeeld in de vorm van brochure, flyers).

Wmo-loket

Om de vraag achter de vraag goed helder te krijgen, dienen Wmo-loketmedewerkers

voldoende kennis te hebben van dementie en mantelzorg(problematiek). Dan pas kun-

nen zij mensen met dementie en hun mantelzorgers voorzien van informatie en advies

op maat en hen goed toeleiden naar passende voorzieningen.

In tabel 2 ziet u hoeveel gemeenten beleid voeren op het thema ‘Sociale kaart en

Wmo-loket’. Daarbij is in de tabel onderscheid gemaakt tussen gemeenten met be-

staand beleid, gemeenten die plannen daartoe hebben en gemeenten die geen plan-

nen hebben.

Deze tabelindeling vindt u ook terug in de volgende themahoofdstukken.

Qua aantal komen enkele vragen niet uit op 43 (=aantal responsgemeenten), dit komt

doordat keuzemogelijkheid ‘Nee – beleid niet aanwezig’ niet in de tabellen is meege-

nomen.

Page 19: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

19

Tabel 2 Sociale kaart en Wmo-loket

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

1a Uw gemeente kent/heeft een actuele 24 11 2

sociale kaart dementie opgebouwd van-

uit vragersperspectief met het aanbod

in uw gemeente en in de eigen regio.

Toelichting: Met vanuit vragersperspec-

tief wordt bedoeld dat de behoeften

van de doelgroep ‘mensen met dementie

en hun mantelzorgers’ de ingang voor

het zoeken naar een passend aanbod

vormen.

1b Uw gemeentelijke sociale kaart dementie 9 10 7

is qua opbouw en inhoud ook getoetst en

goedgekeurd door de regionale afdeling

van Alzheimer Nederland.

1c Uw gemeentelijke sociale kaart dementie 26 11 0

is digitaal te raadplegen. (Bijvoorbeeld via

de gemeentelijke informatiesite)

2a In uw gemeente zijn de Wmo-loketme- 29 6 2

dewerkers geschoold met betrekking tot

dementie, inclusief de bejegening van

de mensen met dementie en hun

mantelzorgers.

Sociale kaart voor dementiedoelgroep

Ruim de helft van de gemeenten (56%) geeft aan dat zij een actuele sociale kaart heb-

ben die is opgebouwd vanuit het vragersperspectief. De sociale kaart is dan zo ingericht

dat ook de doelgroep mensen met dementie en hun mantelzorgers specifiek naar pas-

send aanbod in hun gemeente kunnen zoeken. Daarentegen heeft 42% de sociale kaart

Page 20: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

20

niet opgebouwd vanuit het vragersperspectief. Ruim een kwart (26%) heeft plannen

om dit in de toekomst wel te doen.

Digitale sociale kaart

Het blijkt dat inwoners bij 37% van de responsgemeenten de sociale kaart niet digitaal

kunnen raadplegen. Bijvoorbeeld via de gemeentelijke informatiesite. Ruim een kwart

van de responsgemeenten (27%) heeft plannen om de sociale kaart in de toekomst

wel digitaal toegankelijk te maken.

Scholing Wmo-loket en sociale wijkteams

Bij 71% van de responsgemeenten zijn Wmo-loketmedewerkers geschoold met betrek-

king tot dementie.

Kaart 2 Respons op basis van sociale kaart

Lichtgroen geeft aan dat in de gemeente een sociale kaart voorhanden is;

Donkergroen geeft aan dat deze sociale kaart ook digitaal te raadplegen is;

geel geeft aan welke gemeenten van plan zijn een sociale kaart te gaan ontwikkelen.

C.A.

C.A.

Page 21: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

21

5 Sociale wijkteams

Sociale wijkteams zijn in veel gemeenten het aanspreekpunt voor zorg, ondersteuning

en activering. Vanuit een integrale aanpak kijken wijkteams wat bewoners zelf kunnen

en waar hulp nodig is. Een wijkaanpak die aansluit bij vragen en behoeften in de wijk.

Scholing wijkteamleden

Er is in wijkteams vaak behoefte aan meer specifieke kennis over dementie en aan

praktische tips over wat het wijkteamlid kan doen bij een niet-pluissituatie of in een

situatie waarin een diagnose dementie is. Het is dan ook belangrijk dat leden van de

wijkteams geschoold zijn op het herkennen van dementie en het acteren daarop. Maar

ook hoe zij een goede aansluiting vinden op de ketenzorg dementie om samen met

lokale partners tot goede oplossingen te komen.

In tabel 3 ziet u hoeveel gemeenten als voorwaarde stellen dat leden van sociale wijk-

teams geschoold zijn op dementie.

Tabel 3 Wijkteams

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

2b Uw gemeente stelt aan leden van sociale 14 6 6

wijkteams de voorwaarde dat zij geschoold

zijn op herkennen van dementie, bejege-

ning en begeleiden van mensen met

dementie en hun mantelzorgers.

Het blijkt dat het merendeel van de responsgemeenten (65%) scholing op dementie

als voorwaarde stelt aan leden van sociale wijkteams. Slechts 15% is van plan om dit

in de toekomst te gaan doen.

Groen geeft aan welke gemeenten scholing op dementie als voorwaarde stellen in het

sociale wijkteams, geel welke gemeenten dit van plan zijn te gaan doen.

Page 22: Dementieproofmeter 2015

C.A.

C.A.

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

22

Kaart 3 Respons op basis van wijkteams

Page 23: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

23

6 Dementieconsulent

De dementieconsulent4 biedt laagdrempelig (zonder kosten) en aanbodonafhankelijk

informatie, advies en cliënt(systeem)ondersteuning aan thuiswonende mensen met de-

mentie (of waarbij het vermoeden bestaat) en aan hun familieleden (mantelzorgers).

De dementieconsulent speelt een belangrijke rol in de niet-pluisfase van dementie door

het bieden van advies over hoe om te gaan met dementie en het geven van informatie

over hulp- en zorgmogelijkheden. In de fase van diagnosestelling kan de dementiecon-

sulent het cliëntsysteem begeleiden en coachen. In de manifeste fase van dementie

kan hij of zij thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers cliënt(systeem-)

begeleiding bieden en sociale netwerken versterken. Indien nodig behartigt de de-

mentieconsulent de belangen van het cliëntsysteem bij het regelen van zorg op maat.

In tabel 4a ziet u hoeveel gemeenten de functie ‘Dementieconsulent’ financieren.

Tabel 4a Dementieconsulent

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

3 Uw gemeente financiert de functie van 17 3 10

dementieconsulent, die mensen met

dementie en hun mantelzorgers in de fase

van het vermoeden van dementie (niet-

pluisgevoel) begeleiden en ondersteunen

in het procestraject naar diagnosestelling.

40% van de responsgemeenten financiert deze functie op dit moment en 7% is dat in

de toekomst van plan. Daartegenover is bijna een kwart (23%) niet van plan om deze

functie in de toekomst te financieren.

4. In bepaalde gemeenten wordt een dementieconsulent als voorziening door de gemeente aangeboden. Deze functie heeft vergelijkbare kenmerken met de dementieconsulent-functie.

Page 24: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

24

In tabel 4b ziet u per regio hoeveel gemeenten de functie ‘Dementieconsulent’ finan-

cieren.

Tabel 4b Aantal gemeenten met financiering van de functie Dementieconsulent, inge-

deeld naar regio

Regio Aantal gemeenten Aantal Aantal gemeenten: in de responsgroep gemeenten: van plan dit beleid ja te gaan voeren

West-Brabant 15 8 1

Midden-Brabant 8 5 1

Noordoost-Brabant 7 5 0

Zuidoost-Brabant 13 2 1

In West-Brabant wordt deze functie relatief gezien door de meeste gemeenten aange-

boden.

Hierin geeft groen aan welke gemeenten de functie dementieconsulent financieren en

geel welke gemeenten van plan zijn dit te gaan doen.

Kaart 4 Respons op basis van dementieconsulent

C.A.

C.A.

Page 25: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

25

7 Financiering vrijwilligersinzet

Vrijwilligerswerk vormt een onmisbaar deel van de ‘participatiesamenleving’. De vrij-

williger draagt bij aan het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen. Ook voor mensen met

dementie en hun mantelzorgers spelen zij vaak een grote rol in het ‘mee’ (kunnen

blijven) doen.

Door vrijwilligers en –initiatieven te ondersteunen kan de gemeente er mede voor

zorgen dat er een goed informeel aanbod van zorg-, welzijns- en gemaksdiensten voor

mensen met dementie en hun mantelzorgers beschikbaar is. De gemeenten kan rand-

voorwaarden creëren waardoor vrijwilligers en –initiatieven hun diensten optimaal

kunnen aanbieden. Bijvoorbeeld door:

• Het bieden van professionele ondersteuning en coördinatie.

• Het mogelijk maken (om tegen geringe kosten) gebruik te maken van locaties en

materiële hulpmiddelen.

• Het bieden van een financiële tegemoetkoming ter bestrijding van de kosten die ge-

paard gaan met het uitvoeren van vrijwilligerswerk (subsidie/onkostenvergoeding).

In tabel 5 is beschreven hoeveel gemeenten beleid voeren rondom subsidiëring van

vrijwilligersorganisaties en –initiatieven die zich richten op mensen met dementie en/

of hun mantelzorgers.

Tabel 5 Subsidie vrijwilligersinzet

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

4 Uw gemeente biedt financiële onder- 42 0 0

steuning of subsidies aan organisaties,

die met vrijwilligers:

a. praktische hulp bieden aan thuiswo-

nende mensen met dementie en aan

hun mantelzorgers;

Page 26: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

26

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

b. bewegings- en ontspanningsactivitei- 34 1 1

ten bieden aan/begeleiden van thuis-

wonende mensen met dementie;

c. oppasdiensten bieden aan thuis- 38 1 1

wonende mensen met dementie en

hun mantelzorgers.

5 Uw gemeente geeft de Alzheimer- 22 0 8

afdeling (vrijwilligers- en belangen-

behartigersorganisatie) financiële

ondersteuning voor coördinatie en

ondersteuning van haar vrijwilligers-

diensten die aan uw burgers geboden

worden.

8. Uw gemeente biedt aan vrijwilligers- 17 2 9

organisaties om niet facilitaire voor-

zieningen aan

Vrijwilligersinzet

Bijna alle gemeenten (98%) financieren organisaties die met vrijwilligers praktische

hulp in de thuissituatie bieden. 79% van de gemeenten uit de responsgroep financieren

organisaties die bewegings- en ontspanningsactiviteiten aanbieden en 86% van de

gemeenten doet dit ook aan organisaties die oppasdiensten aanbieden.

Ook biedt 51% van de gemeenten kosteloos facilitaire voorzieningen voor vrijwilligers-

organisaties, 18% van de gemeenten uit de responsgroep is niet van plan dit in de

toekomst te doen.

Op kaart 5 ziet u welke gemeenten financiële ondersteuning bieden op vrijwilligers-

inzet met betrekking tot praktische hulp voor thuiswonende mensen met dementie.

Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid voeren.

Page 27: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

27

Kaart 5 Respons op basis van subsidie vrijwilligersinzet praktische hulp

Op kaart 6 ziet u welke gemeenten financiële ondersteuning bieden op vrijwilligers-

inzet met betrekking tot bewegings- en ontspanningsactiviteiten voor thuiswonende

mensen met dementie. Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid voeren en

geel welke gemeente dit van plan is te gaan doen.

Kaart 6 Respons op basis van subsidie vrijwilligersinzet beweging en ontspanning

C.A.

C.A.

C.A.

C.A.

Page 28: Dementieproofmeter 2015

C.A.

C.A.

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

28

Op kaart 7 ziet u welke gemeenten financiële ondersteuning bieden op vrijwilligers-

inzet met betrekking tot oppasdiensten voor thuiswonende mensen met dementie.

Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid voeren en geel welke gemeente dit

van plan is te gaan doen.

Kaart 7 Respons op basis van subsidie vrijwilligersinzet oppasdiensten

Page 29: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

29

Alzheimerafdeling

De helft van de responsgemeenten (51%) biedt financiële ondersteuning aan de Alz-

heimerafdeling voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten.

Op kaart 8 ziet u welke gemeenten de Alzheimerafdeling financiële steun bieden.

Kaart 8 Respons op basis van subsidie vrijwilligersinzet Alzheimerafdeling

C.A.

C.A.

Page 30: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

30

8 Financiering emotionele steun en lotgenotencontact

Het ervaren van herkenning, erkenning en het ontvangen van emotionele ondersteu-

ning zijn voor zowel mensen met dementie als mantelzorgers belangrijk.

Een zeer laagdrempelig antwoord op deze behoeften vormt het Alzheimer Café. Ook

doelgroepleden in de niet-pluisfase kunnen hier terecht. Het Alzheimer Café wordt meestal

georganiseerd door de lokale Alzheimerafdeling. Een deel van de mantelzorgers heeft dui-

delijk behoefte aan frequenter lotgenotencontact, bijvoorbeeld in de vorm van gespreks- of

ondersteuningsgroepen. In deze lotgenotencontactmomenten ervaren zij emotionele on-

dersteuning. Beide voorzieningen stimuleren bovendien de acceptatie van de ziekte en

daarmee de participatie van deze kwetsbare doelgroepleden.

In tabel 6 is weergegeven hoeveel gemeenten financiële ondersteuning bieden voor

voorzieningen op het terrein van emotionele steun en lotgenotencontact.

Tabel 6 Emotionele ondersteuning en lotgenotencontact

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

6 Dankzij uw gemeentelijke financiële 33 2 2

ondersteuning als bijdrage in de kosten

van de inzet van vrijwilligers en locatie-

gebruik wordt er voor uw inwoners

regelmatig (bijvoorbeeld 1x per maand

of 1x per 6 weken) een Alzheimer Café

georganiseerd voor mensen met

dementie en hun mantelzorgers en

geïnteresseerde burgers.

Page 31: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

31

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

7 Uw gemeente biedt financiële onder-

steuning of subsidies aan organisaties:

a. die met vrijwilligers en/of profes- 39 1 0

sionals emotionele ondersteuning

(individueel of in groepsverband)

bieden aan mantelzorgers voor

mensen met dementie.

b. die met vrijwilligers of professionals 40 1 0

lotgenotencontact organiseren en/of

dit begeleiden voor mensen met

dementie en/of voor de mantelzor-

gers van mensen met dementie;

c. die met vrijwilligers groepsopvang 23 11 2

voor mensen met dementie bieden.

Page 32: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

32

Alzheimer Café

Ruim drie kwart van de gemeenten (77%) geeft financiële ondersteuning aan een

Alzheimer Café (kosten van de inzet van vrijwilligers, locatiehuur).

Onderstaande kaart bevat een overzicht van gemeenten die financiële ondersteuning

geven aan een Alzheimer Café. Hierin geeft groen aan welke gemeenten de financiële

ondersteuning bieden en geel welke gemeenten dit van plan zijn te gaan doen.

Kaart 9 Respons op basis van financiële ondersteuning Alzheimer Café

Emotionele ondersteuning

De meeste gemeenten uit de responsgroep (93%) bieden financiële steun aan organi-

saties die emotionele ondersteuning voor mantelzorgers organiseren. Ook draagt 93%

financiële steun bij aan lotgenotencontact.

Daarnaast blijkt dat 44% geen financiële steun geeft aan vrijwilligersorganisaties die

groepsopvang voor mensen met dementie organiseren. Bijvoorbeeld dagopvang of

huiskamerproject. Een kwart (26%) heeft geen plannen om deze voorziening in de

toekomst wel financieel te steunen. Dit terwijl in het kader van de transities groepsop-

vang voor mensen met dementie en daarmee respijt voor mantelzorgers van mensen

met dementie steeds belangrijker wordt.

C.A.

C.A.

Page 33: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

33

Op kaart 10 ziet u welke gemeenten financiële steun geven aan vrijwilligersorganisa-

ties die emotionele ondersteuning bieden aan mantelzorgers voor mensen met de-

mentie. Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid al voeren en geel welke

gemeente dit beleid van plan is te gaan voeren.

Kaart 10 Respons op basis van financiële steun emotionele ondersteuning

C.A.

C.A.

Page 34: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

34

Op kaart 11 ziet u welke gemeenten financiële steun geven aan vrijwilligersorganisa-

ties die lotgenotencontact bieden aan mantelzorgers van mensen met dementie en

voor mensen met dementie. Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid al

voeren en geel welke gemeente dit beleid van plan is te gaan voeren.

Kaart 11 Respons op basis van financiële steun lotgenotencontact

C.A.

C.A.

Page 35: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

35

Op kaart 12 ziet u welke gemeenten financiële steun geven aan vrijwilligersorganisa-

ties die groepsopvang voor mensen met dementie organiseren. Hierin geeft groen aan

welke gemeenten dit beleid al voeren en geel welke gemeenten van plan zijn dit be-

leid te gaan voeren.

Kaart 12 Respons op basis van financiële steun groepsopvang

C.A.

C.A.

Page 36: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

36

9 Opvang en respijt

Mantelzorg geven is vaak een zware belasting. Zeker als het proces van dementie al

verder gevorderd is. Respijtzorg buitenshuis is voor mantelzorgers van mensen met

dementie een van de belangrijke voorzieningen om de zorg voor de mens met demen-

tie vol te kunnen houden. Dankzij dit type voorziening kan de mantelzorger een of

meerdere dagdelen ontlast worden van zijn zorgtaken.

De opvang van mensen met dementie vergt van de begeleiders vaardigheden in het

omgaan met deze doelgroepleden. Ook het aangeboden dagprogramma dient afge-

stemd te zijn op de mogelijkheden van de mensen met dementie. Door het aanbieden

van dagopvangmogelijkheden in de eigen buurt, wijk of dorp kan de drempel om ge-

bruik te maken van hulp voor veel mantelzorgers, maar ook voor de mensen met de-

mentie, sterk verlagen.

De deelname aan de dagopvang kan de mogelijkheid om ‘mee te blijven’ doen voor de

mens met dementie sterk vergroten.

In tabel 7 ziet u hoeveel gemeenten beleidsmaatregelen treffen rondom ‘Opvang en

respijt’ en hoeveel gemeenten dit van plan zijn.

Tabel 7 Opvang/respijt

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

9 a. Uw gemeente financiert groepsbege- 38 1 1

leiding5 voor thuiswonende mensen

met dementie waardoor ook de mantel-

zorgers tijdelijk ontlast kunnen worden.

b. Uw gemeente zorgt bij de inkoop van 41 0 1

groepsbegeleiding voor voldoende

diversiteit binnen het aanbod, zodat dit

beter aansluit bij de diversiteit van de

vraag.

Page 37: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

37

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

18. Uw gemeente zet zich actief in om locaties 25 5 4

te vinden voor het realiseren van respijt-

voorzieningen, specifiek voor mensen met

dementie, zoals dagopvang, logeermoge-

lijkheden of een ontmoetingshuis-/centrum.

Groepsbegeleiding

De meeste responsgemeenten (90%) financieren groepsbegeleiding voor thuiswonen-

de mensen met dementie waardoor mantelzorgers tijdelijk ontlast worden. Bij de in-

koop van groepsbegeleiding zorgt 95% van de gemeenten uit de responsgroep voor

voldoende diversiteit binnen het aanbod, zodat deze zo goed mogelijk aansluit op de

vraag.

Locaties vinden voor respijt

Verder zet 58% van de gemeenten uit de responsgroep zich actief in om locaties te

vinden voor het realiseren van respijtvoorzieningen voor mantelzorgers van mensen

met dementie. Daartegenover doet 42% dat niet. Wel is 12% van plan dit in de toe-

komst te doen. Op kaart 13 ziet u welke gemeenten groepsbegeleiding financieren.

Hierin geeft lichtgroen aan welke gemeenten groepsbegeleiding financieren en don-

kergroen geeft aan dat die gemeenten die groepsbegeleiding financieren, ook bij de

inkoop ervan zorgen voor voldoende diversiteit binnen het aanbod. Geel geeft de ge-

meente weer die groepsbegeleiding wil gaan financieren.

5. Groepsbegeleiding is een individuele Wmo-voorziening. Toegang tot deze voorziening is mogelijk na posi-tieve indicatie Wmo.

Page 38: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

38

Kaart 13 Respons op basis van groepsbegeleiding

Op kaart 14 ziet u welke gemeenten zich actief inzetten om locaties te vinden voor

respijtvoorzieningen. Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid al voeren en

geel welke gemeenten van plan zijn om dit beleid te gaan voeren.

Kaart 14 Respons op basis van locaties respijtvoorzieningen

C.A.

C.A.

C.A.

C.A.

Page 39: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

39

10 Wmo-voorzieningen

De meeste mensen met dementie zijn 75 jaar en ouder. Binnen de groep mantelzorgers

is de groep ‘partners’ het grootst. Zij hebben meestal eveneens een hoge leeftijd be-

reikt, waardoor zij niet altijd meer volledig in staat zijn om alle fysieke en huishoude-

lijke hulp goed te verrichten. De op één na grootste groep mantelzorgers zijn (schoon)

dochters. Deze (niet inhuiswonende) mantelzorgers zijn ook vaak niet in staat om de

nodige huishoudelijke hulp en toezicht te bieden. Zij hebben meestal een eigen gezin

en moeten hun eigen huishouden draaiende houden, al dan niet in combinatie met een

betaalde baan.

Wmo-voorzieningen zoals huishoudelijke hulp en kortdurend verblijf maken voor beide

groepen mantelzorgers de noodzakelijke verlichting van zorgtaken mogelijk. Verder

kunnen mantelzorgers door het inzetten van sociale alarmering toezicht op afstand

bieden. Daarnaast is het wenselijk dat mantelzorgers (of andere vertrouwde begelei-

ders) zonder kosten mee kunnen reizen wanneer iemand met dementie voor vervoer

volledig afhankelijk is van een Wmo-vervoersvoorziening.

In tabel 8 ziet u hoeveel gemeenten specifieke Wmo-voorzieningen bieden voor men-

sen met dementie en hun mantelzorgers.

Tabel 8 Wmo-voorzieningen met indicatie

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

10 Het inzetten van huishoudelijke hulp kan 29 3 1

overbelasting van mantelzorgers voorko-

men. Om in aanmerking te komen voor

de Wmo-voorziening huishoudelijke hulp

is het mantelzorger zijn van een thuiswo-

nende persoon met dementie een van de

indicatiecriteria voor toewijzing van deze

voorziening.

Page 40: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

40

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

11 a. Uw gemeente biedt de voorziening 31 0 1

kortdurend verblijf specifiek voor

mensen met dementie.

b. Als een indicatiecriteria voor kortdurend 36 1 0

verblijf geldt (dreigende) overbelasting

van de mantelzorger van de persoon

met dementie.

12 In uw gemeente kunnen mantelzorgers 27 0 3

van mensen met dementie gratis mee

als begeleider wanneer de persoon met

dementie een van uw Wmo-vervoersvoor-

zieningen toegewezen heeft gekregen.

13 In uw gemeente kunnen thuiswonende 19 1 5

mensen met dementie via de Wmo een

sociale alarmeringsvoorziening (passieve

en/of actieve) toegewezen krijgen.

Huishoudelijke hulp en kortdurend verblijf

Het zijn van mantelzorger geldt bij 67% van de responsgemeenten als indicatiecriteri-

um om huishoudelijke hulp toegewezen te krijgen. Slechts 7% van de responsgemeen-

ten is van plan dit criterium hierop aan te passen. Verder biedt 72% van de gemeenten

voorzieningen voor kortdurend verblijf die specifiek gericht zijn op mensen met demen-

tie. Overbelasting van de mantelzorger geldt bij 84% van de responsgemeenten als

indicatiecriterium.

Page 41: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

41

Op kaart 15 ziet u in welke gemeenten het zijn van mantelzorger voor een thuiswo-

nende persoon met dementie, als een belangrijk indicatiecriterium geldt voor het in

aanmerking komen voor huishoudelijke hulp. Hierin geeft groen aan welke gemeenten

dit beleid al voeren en geel welke gemeenten van plan zijn om dit beleid te gaan voe-

ren.

Kaart 15 Respons op basis van indicatiecriterium mantelzorger

Op kaart 16 ziet u welke gemeenten de voorziening kortdurend verblijf aanbieden.

Tevens wordt weergegeven welke gemeenten als indicatiecriterium voor kortdurend

verblijf, overbelasting van de mantelzorger van de persoon met dementie hanteren.

Hierin geeft lichtgroen aan welke gemeenten kortdurend verblijf aanbieden.

Donkergroen geeft aan in welke gemeenten ook de overbelasting van de mantelzorger

van de persoon met dementie als indicatiecriterium geldt.

Geel geeft aan welke gemeente dit indicatiecriterium wil gaan hanteren.

C.A.

C.A.

Page 42: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

42

Kaart 16 Respons op basis van kortdurend verblijf

Gratis begeleiding bij Wmo-vervoersvoorzieningen

Bij 63% van de gemeenten kunnen mantelzorgers gratis als begeleider mee als hun

naaste met dementie een Wmo-vervoersindicatie heeft.

Op kaart 17 ziet u in welke gemeenten mantelzorgers van een persoon met dementie

gratis als begeleider mee kunnen reizen. Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit

beleid al voeren.

Kaart 17 Respons op basis van Wmo-vervoersindicatie

C.A.

C.A.

C.A.

C.A.

Page 43: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

43

Sociale alarmering

In 44% van de responsgemeenten kunnen thuiswonende mensen met dementie via de

Wmo een passieve en/of actieve persoonsalarmering krijgen.

Op kaart 18 ziet u in welke gemeenten een thuiswonende persoon met dementie een

passieve en/of actieve sociale alarmeringsvoorziening kan krijgen. Hierin geeft groen

aan in welke gemeenten dit al beleid is. Geel geeft aan welke gemeente deze voorzie-

ning wilt gaan aanbieden.

Kaart 18 Respons op basis van sociale alarmering

C.A.

C.A.

Page 44: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

44

11 Gemeente en zorgverzekeraars

In de loop van het proces van dementie veranderen de behoeften van mensen met

dementie en die van hun mantelzorgers. Daarmee verandert eveneens hun vraag naar

begeleiding, zorg en toezicht. Om over het gehele proces van dementie de gewenste

zorg-op-maat te kunnen bieden, is samenhang en afstemming tussen alle mogelijke

behandelaars en aanbieders (informele en professionele) noodzakelijk.

Voor volwaardige ketenzorg - vanaf de niet-pluisfase tot aan de fase van opname of in

de thuissituatie overlijden - is het gezien de verschillende financieringsstromen (Wmo,

Zorgverzekeringswet en Wet Langdurige Zorg) belangrijk dat gemeenten en zorgverze-

keraars samenwerken. Bijvoorbeeld bij het inkoopbeleid.

In tabel 9 is beschreven hoeveel gemeenten beleid voeren rondom ‘Gemeente en Zorg-

kantoor’.

Tabel 9 Gemeente en zorgkantoor

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

14 Uw gemeente participeert actief in het 21 3 3

lokale Netwerk Dementievriendelijke

gemeenschap.

15 Uw gemeente werkt actief samen met 31 6 1

het Zorgkantoor/de Zorgverzekeraar om,

op het snijvlak van de Wmo, de Zorgver-

zekeringswet en de Wlz, zorg te dragen

voor maatschappelijke ondersteuning

en zorg op maat voor thuiswonende

mensen met dementie.

16 Uw gemeente participeert in de keten- 29 6 2

zorg dementie of in het/een dementie-

netwerk

Page 45: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

45

Samenwerking

De helft (49%) van de responsgemeenten participeert in een lokaal netwerk dementie-

vriendelijke gemeenschap. Slechts 7% wil in een netwerk gaan participeren. Het aantal

gemeenten dat participeert in een DVG-netwerk is in werkelijkheid 26. Enkele gemeen-

ten hebben in de Dementieproofmeter niet aangegeven dat zij een DVG-gemeente zijn.

Verder werkt bijna drie kwart (72%) actief samen met het Zorgkantoor met als doel om

op het snijvlak van de Wmo, de zorgverzekeringswet en de Wlz, samen zorg op maat te

bieden aan thuiswonende mensen met dementie. 14% is van plan om te gaan samen-

werken met het Zorgkantoor. Ook participeert 67% in de ketenzorg dementie en 14%

is dit van plan te gaan doen.

Op kaart 19 ziet u welke gemeenten participeren in het lokale netwerk Dementievrien-

delijke Gemeente (DVG). Geel geeft de vier koplopergemeenten aan die in 2012 zijn

gestart. Groen de tien gemeenten die in 2013 zijn ingestroomd. Oranje de 5 gemeen-

ten die in 2014 zijn ingestroomd. Blauw de 7 gemeenten die in 2015 zijn ingestroomd.

Kaart 19 Respons op basis van participatie DVG-netwerk

C.A.

C.A.

Page 46: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

46

Kaart 20 geeft aan welke gemeenten actief samenwerken met het Zorgkantoor/de

Zorgverzekeraar. Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit doen. Geel geeft aan

welke gemeenten van plan zijn om dit te gaan doen.

Kaart 20 Respons op basis van samenwerking Zorgkantoor/Zorgverzekeraar

Kaart 21 bevat een overzicht van gemeenten die participeren in de ketenzorg demen-

tie. Hierin geeft groen aan welke gemeenten in de ketenzorg participeren.

Geel geeft aan welke gemeenten dit willen gaan doen.

Kaart 21 Respons op basis van participatie ketenzorg dementie

C.A.

C.A.

C.A.

C.A.

Page 47: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

47

12 Mantelzorg geven en bijstand

Mantelzorgers (onder de 65 jaar) hebben behoefte aan goede randvoorwaarden die het

geven van mantelzorg mogelijk maken. Voor mantelzorgers met een uitkering kunnen

gemeenten specifieke randvoorwaarden creëren, waardoor zij mantelzorg en een toe-

komstige betaalde baan kunnen blijven combineren. Bijvoorbeeld door ontheffing van

de sollicitatieplicht voor de (maximale) uitkering of toestemming om minder arbeidsu-

ren per week te maken.

In tabel 10 is beschreven hoeveel gemeenten randvoorwaarden voor uitkeringsgerech-

tigde mantelzorgers creëren.

Tabel 10 Mantelzorg geven en vrijstelling van betaald werk aannemen/doen

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

17 In uw gemeente kunnen mensen die een

bijstandsuitkering ontvangen, gebruik

maken van:

a. ontheffing krijgen van sollicitatieplicht 31 2 2

om toch in aanmerking te blijven komen

voor de (maximale) uitkering;

b. toestemming om minder uren per week 34 3 1

beschikbaar te zijn voor verplicht vrijwil-

ligerswerk om toch in aanmerking te

blijven komen voor een uitkering.

Uitkeringsgerechtigde mantelzorgers

Bij ruim drie kwart van de responsgemeenten (79%) is het mogelijk om als mantelzor-

ger van een persoon met dementie ontheffing van sollicitatieplicht te krijgen. Bij 87%

kunnen mantelzorgers toestemming krijgen om minder arbeidsuren per week te ma-

ken om toch in aanmerking te blijven komen voor de uitkering.

Page 48: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

48

Kaart 22 bevat een overzicht van gemeenten die ontheffing van de sollicitatieplicht

geven aan mantelzorgers en welke gemeenten toestemming geven om minder uren

per week beschikbaar te zijn voor verplicht vrijwilligerswerk. Hierin geeft lichtgroen

aan welke gemeente ontheffing van de sollicitatieplicht geven. Donkergroen geeft aan

welke gemeenten, naast de ontheffing van de sollicitatieplicht, ook toestemming ge-

ven om minder uren beschikbaar te zijn voor verplicht vrijwilligerswerk. Geel geeft aan

welke gemeenten dit beleid willen gaan voeren.

Kaart 22 Respons op basis van mantelzorgers en sollicitatieplicht

C.A.

C.A.

Page 49: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

49

13 Langer thuis

Wonen met ondersteuning zoals we dat nu in Nederland hebben georganiseerd, wordt

in de toekomst onbetaalbaar. Daarnaast blijkt dat het beleid van gemeenten en de

woningvoorraad vaak onvoldoende aansluiten op de woonwensen van ouderen.

Om langer thuis wonen met dementie echt mogelijk te maken, moet daarom ingezet

worden op oplossingen die een leefbaar betaalbaar woonklimaat realiseren én die

aansluiten op de behoeften van burgers.

De gemeente kan levensloopbesteding (ver-)bouwen en intergenerationeel wonen op

verschillende manieren stimuleren. Via prestatieafspraken met woningcorporaties of

door omgevingsvergunningen. Maar ook door inwoners bewust te maken van de trend

‘langer thuis wonen’ en hoe zij daarop het beste kunnen anticiperen. Gemeenten kun-

nen bijvoorbeeld voorlichting faciliteren over woningaanpassingen en hulpmiddelen.

Indien mensen met dementie uiteindelijk toch niet meer thuis kunnen wonen, hebben

zij behoefte aan aangepaste woonzorgvormen. Zoals kleinschalig wonen (groepswo-

ning met kleinschalige zorg) of woonzorgcomplexen met mogelijkheden voor 24-uurs-

zorg en toezicht voor mensen met dementie. Gemeenten kunnen betrokken partijen

hiertoe stimuleren en faciliteren.

In tabel 11 is beschreven hoeveel gemeenten beleidsaspecten doorvoeren rondom

‘Langer thuis wonen’.

Tabel 11 Langer thuis wonen

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

19 Uw gemeente zet zich actief in om loca- 21 3 8

ties te vinden voor het realiseren van

woonzorgvormen specifiek voor mensen

met dementie.

Page 50: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

50

Item Bestaand Plannen Geen beleid plannen

20 In uw gemeentelijke woonvisie heeft u 33 8 1

prestatieafspraken opgenomen die het

levensloopbestendig (ver-)bouwen inter-

generationeel wonen en de mogelijk-

heden om dichtbij mantelzorgers te

wonen stimuleren.

21 Uw gemeente stelt bij het afgeven van 7 12 10

omgevingsvergunningen voor nieuwbouw,

renovatie van woningen en wooncom-

plexen (voor ouderen) als criterium dat er

een zodanige (technologische) infrastruc-

tuur gerealiseerd zal worden dat domotica-

voorzieningen op een eenvoudige wijze en

zonder veel extra kosten in een latere fase

gerealiseerd kunnen worden.

22 Uw gemeente zet zich actief in om ‘wonen’ 26 4 4

specifiek voor mensen met dementie zo

vlot mogelijk te laten verlopen door on-

nodige belemmeringen in het proces te

voorkomen.

23 a. Uw gemeente subsidieert/faciliteert 20 4 3

groepsvoorlichting over woningaanpas-

singen en mogelijke woonvormen voor

de doelgroep dementie.

b. Uw gemeente subsidieert/faciliteert 29 3 2

individuele advisering en coaching/bege-

leiding aan thuiswonende mensen met

dementie en hun mantelzorgers bij het

beoordelen of woningaanpassingen en/

of hulpmiddelen gewenst zijn en bij het

leren omgaan met deze aanpassingen.

Page 51: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

51

Woonzorgvormen

Van de responsgemeenten zet bijna de helft (48%) zich actief in om locaties te vinden

voor woonzorgvormen voor mensen met dementie. Een vijfde (21%) is niet van plan

dit in de toekomst te doen.

Kaart 23 geeft aan welke gemeenten locaties zoeken voor woonzorgvormen voor men-

sen met dementie. Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit doen. Geel geeft aan

welke gemeenten van plan zijn dit te gaan doen.

Kaart 23 Respons op basis van woonzorgvormen

C.A.

C.A.

Page 52: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

52

Levensloopbestendig (ver)bouwen

Het blijkt dat 77% in de gemeentelijke woonvisie prestatieafspraken heeft opgenomen

om levensloopbesteding bouwen en intergenerationeel wonen te stimuleren. Bijna een

vijfde (19%) neemt dit in de toekomst op in de woonvisie.

Kaart 24 geeft aan welke gemeenten in de woonvisie prestatieafspraken maken over

levensloopbestendig (ver)bouwen. Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid

al voeren. Geel geeft aan welke gemeenten van plan zijn dit te gaan doen.

Kaart 24 Respons op basis van levensloopbestendig (ver)bouwen

C.A.

C.A.

Page 53: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

53

De meeste gemeenten (81%) stellen bij het afgeven van omgevingsvergunningen voor

nieuwbouw en renovatie van woningen en wooncomplexen, niet als criterium dat er

een zodanige (technologische) infrastructuur gerealiseerd kan worden. Een infrastruc-

tuur waardoor domoticavoorzieningen (ten behoeve van de functies contact, alarme-

ring, detectie, toezicht op afstand en monitoring) op een eenvoudige wijze en zonder

veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden.

Kaart 25 geeft aan welke gemeenten bij het afgeven van een omgevingsvergunning als

criterium hanteren dat er (technologische) infrastructuur gerealiseerd wordt of eenvou-

dig in een latere fase gerealiseerd kan worden.

Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid al voeren.

Geel geeft aan welke gemeenten van plan zijn dit te gaan doen.

Kaart 25 Respons op basis van omgevingsvergunning

C.A.

C.A.

Page 54: Dementieproofmeter 2015

Voorlichting en advies

Meer dan de helft van de gemeenten (65%) zet zich in om ‘wonen’ specifiek voor

mensen met dementie zo vlot mogelijk te laten verlopen. Meer dan de helft (56%)

faciliteert echter geen groepsvoorlichting over woningaanpassingen en woonvormen

voor mensen met dementie. Daartegenover subsidieert 67% wel individuele advisering

en begeleiding aan thuiswonende mensen met dementie.

Kaart 26 geeft aan welke gemeenten zich inzetten om het proces rond ‘wonen’ speci-

fiek voor mensen met dementie zo vlot mogelijk te laten verlopen.

Hierin geeft groen aan welke gemeenten dit beleid al voeren.

Geel geeft aan welke gemeenten van plan zijn dit te gaan doen.

Kaart 26 Respons op basis van wonen specifiek

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

54

C.A.

C.A.

Page 55: Dementieproofmeter 2015

Kaart 27 geeft aan welke gemeenten groeps- en/of individuele voorlichting subsidië-

ren en/of faciliteren rond woningaanpassingen voor de doelgroep dementie.

Hierin geeft lichtgroen aan welke gemeenten groepsvoorlichting subsidiëren en/of

faciliteren.

Donkergroen geeft aan welke gemeenten dit ook op individuele wijze doen.

Geel geeft aan welke gemeenten van plan zijn dit beleid te gaan doen.

Kaart 27 Respons op basis van voorlichting woningaanpassingen

Dementieproofmeter 2015

55

C.A.

C.A.

Page 56: Dementieproofmeter 2015

56

14 De Dementieproofmeterscore van de Brabantse gemeenten

14.1 Inleiding

De behoeften van de doelgroep thuiswonende mensen met dementie en hun mantel-

zorgers zijn zeer divers. Mede door de transitie AWBZ naar Wmo is de gemeente verant-

woordelijk geworden voor meer ondersteunings- en zorgvragen. Beantwoording daar-

van vraagt om diverse vormen van maatschappelijke ondersteuning, welzijns- en

zorgproducten.

Behoeften van de doelgroep waarbij de verantwoordelijkheid van de beantwoording

door de gemeente (zie hoofdstuk 2, schema 1) opgepakt kan worden zijn:

• Informatie en voorlichting.

• Samen leven in de wijk.

• Participatie (niet-reguliere scholing, ontmoeting, lotgenotencontact, ontspanning, so-

ciale dagopvang (+ toezicht), belangenbehartiging, burgerparticipatie bij beleidsont-

wikkeling).

• Bemoeizorg.

• Wonen (aangepaste woonomgeving, fysieke woningaanpassing, veiligheidstechniek

in de woning, hulpmiddelen).

• Financiële en administratieve hulpverlening, financiële tegemoetkoming en inko-

mensondersteuning.

• Het verkrijgen van voorzieningen op maat (consultatie en advies, bemiddeling, indicatie

en toewijzing individuele Wmo-voorzieningen, regie en coördinatie, cliënt(systeem)

ondersteuning).

• Mobiliteit (aangepast vervoer buitenshuis).

• Service (haal- en brengservicediensten, servicediensten aan huis).

• Voeding (ondersteuning bij bereiding van maaltijden, maaltijdlevering thuis).

• Screening, diagnostiek en behandeling.

• Steun en hulp van mantelzorg (begeleiding en verlichting van zorgtaken).

• Zorg en thuis wonen (huishoudelijke hulp).

• Zelfstandig wonen (tijdelijk of langdurig verblijf).

Page 57: Dementieproofmeter 2015

57

Beantwoording vraagt dus om een ‘breed’ welzijnspakket ofwel de maatschappelijke

ondersteuning voor deze doelgroep dient op diverse manieren vorm gegeven te wor-

den.

14.2 Scoreberekening

De mate waarin het bestaande gemeentelijke dementiebeleid zorgdraagt voor een

divers welzijnspakket en beleid voert om randvoorwaarden te creëren, zodat de doel-

groep zo lang mogelijk ‘thuis’ in zijn eigen wijk of dorp kan blijven wonen, kan in kwa-

litatieve zin met een score uitgedrukt worden.

Hoe hoger de score hoe breder het welzijnspakket zal zijn, hoe meer divers maatschap-

pelijke ondersteuning vormgegeven wordt binnen een gemeente en hoeveel de ge-

meente zich inzet om randvoorwaarden voor het realiseren van voorzieningen te reali-

seren. Dit zegt niets over de kwaliteit van het aanbod aan voorzieningen.

Bij de scoretoekenning van elk item is een onderscheid gemaakt in:

• items, die, wanneer dit nu bestaand beleid is, 1 punt scoren (nrs. 1.a, 1.b, 1.c en 17.a

en 17.b terug te vinden in bijlage 1).

• items die, wanneer dit nu bestaand beleid is, 4 punten scoren (nr. 3 Dementieconsu-

lent, nr.10 huishoudelijke hulp, nr. 14 participatie DVG-netwerk, nr.14 participatie ke-

tenzorg dementie en nr.21 omgevingsvergunning).

• de overige items waarbij bij bestaand beleid 2 punten toegekend worden.

Aan het item Dementieconsulent worden 4 punten toegekend. In het kader van de

Ketenzorg Dementie speelt de dementieconsulent een belangrijke rol. Door de transitie

en decentralisaties, wordt er een groter beroep gedaan op de eigen kracht van de per-

soon met dementie en de mantelzorger. De dementieconsulent helpt hierbij met ad-

vies, ondersteuning en begeleiding. Gemeenten die deze voorziening inkopen, onder-

kennen het belang van het vroegtijdig inzetten op cliëntensysteembegeleiding (vanaf

niet-pluisfase) en het waarborgen van continuïteit van ‘zorg’ op maat gedurende het

gehele dementietraject (casemanagement).

De dementieconsulent draagt zorg voor een bij het cliëntsysteem passend welzijn- en

zorgpakket. Deze functie is een doelgroep specifieke voorziening. De caseload per fte

ligt tussen 50 en 70 cases. Invoering van deze voorziening betekent vaak een grote

kostenpost binnen het Wmo-budget.

Page 58: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

58

Als een gemeente als één van de criteria voor toewijzing van huishoudelijke hulp han-

teert dat iemand mantelzorger is, worden ook hieraan 4 punten toegekend. Het inzet-

ten van huishoudelijke hulp kan namelijk overbelasting bij mantelzorgers voor mensen

met dementie voorkomen.

Ook aan participatie in een DVG-netwerk en/of participatie in de Ketenzorg Dementie

worden meer punten toegekend. Dit vanuit de veronderstelling dat deze gemeenten

bewuster zijn van de aard van dementieproblematiek en de noodzaak om tot een

goede ketenzorg dementie te komen. Binnen het DVG-netwerk wordt juist veel gedaan

aan bewustwording en taboedoorbreking rond mensen met dementie.

Tevens worden meer punten toegekend aan het opnemen van het criterium in de om-

gevingsvergunning dat er specifiek voor oudere bewoners, bij nieuwbouw of renovatie

van woningen en wooncomplexen, (zorg)technologische infrastructuur wordt voorbe-

reid welke naargelang de behoefte op een eenvoudige manier en zonder veel extra

kosten in een latere fase gerealiseerd kan worden.

De maximaal haalbare score bij de Dementieproofmeter 2015 is 73 punten.

Bij de versie van 2012 was dit 55 punten. Dit komt mede doordat het aantal vragen is

toegenomen ten opzichte van 2012 (van 20 vragen in 2010 naar 23 vragen in 2015) en

een andere scoretoekenning per vraag is gebruikt. Dit door de veranderingen in de zorg

en het grotere belang van gemeentelijke voorzieningen voor mensen met dementie.

14.3 Rangorde Dementieproofmeterscore

De maximale score in 2015 bedraagt 65 punten, de laagste score is 21 punten.

De gemiddelde score bij de responsgroep ligt op 45,7 punten.

22 gemeenten hebben een score van 45 of hoger op de Dementieproofmeter 2015.

Dit is 51% van de respons.

Top 5

De vijf gemeenten met de hoogste score:

1. Tilburg 65 punten

2. Helmond 63 punten

3. Bergen op Zoom 62 punten

4. Steenbergen 62 punten

5. Woensdrecht 61 punten

Page 59: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

59

Drie van deze gemeenten behoren tot de groep van 12 grootste Brabantse gemeenten

(B5/M7).

Alle vijf de gemeenten uit de top 5 zijn DVG-gemeenten.

Verondersteld kan worden dat binnen deze gemeenten er een breed palet aan wel-

zijnsvoorzieningen bestemd voor mensen met dementie en hun mantelzorgers gerea-

liseerd is en deze gemeenten zich actief inzetten op het creëren van de randvoorwaar-

den zodat de doelgroep zolang mogelijk ‘thuis’ in de eigen wijk of dorp kan blijven

wonen.

Op deze pagina wordt de rangorde op basis van de scores op de Dementieproofmeter

van alle deelnemende gemeenten in Brabant getoond.

Tabel 12 Rangorde van gemeenten naar hoogte van de Dementieproofmeterscore

Gemeente DVG + Regio start jaar

1 Tilburg Ja ; 2015 Midden 65 42 48 2 1

2 Helmond Ja ; 2014 Zuidoost 63 17 40 51 3

3 Bergen op Zoom Ja ; 2013 West 62 38 17 9 47

4 Steenbergen Ja ; 2012 West 62 33 21 26 38

5 Woensdrecht Ja ; 2013 West 61 23 18 39 46

6 Waalwijk Ja ; 2012 Midden 60 38 37 10 5

7 Breda Nee Midden 59 23 35 35 7

8 Someren Nee Zuidoost 57 22 27 43 31

9 Bladel Ja ; 2012 Zuidoost 56 39 31 4 12

10 Nuenen ca. Ja ; 2013 Zuidoost 54 19 18 48 45

11 Hilvarenbeek Nee Midden 53 - 14 - 54

12 Bernheze Nee Noordoost 51 43 34 1 8

13 Best Ja ; 2014 Zuidoost 51 23 20 34 40

14 Werkendam Nee West 51 26 43 29 2

15 Eersel Ja ; 2015 Zuidoost 49 22 23 41 32

16 Uden Nee Noordoost 49 33 31 12 15

Rang

orde

Scor

e 20

15 (

max

73

)

Scor

e 20

12 (

max

55)

Scor

e 20

10 (

max

50)

Rang

orde

201

2

Rang

orde

201

0

Page 60: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

60

Gemeente DVG + Regio start jaar

17 Woudrichem Ja ; 2014 West 49 41 31 3 16

18 Geertruidenberg Nee West 48 30 34 20 9

19 Baarle-Nassau Ja ; 2015 West 47 29 13 24 55

20 Oisterwijk Ja ; 2012 Midden 47 33 - 11 -

21 Deurne Ja ; 2013 Zuidoost 46 24 19 47 42

22 Etten-Leur Ja ; 2013 West 45 25 29 31 17

23 Aalburg Nee West 44 30 36 19 6

24 Veghel Ja ; 2013 Noordoost 43 30 16 22 52

25 Goirle Ja ; 2015 Midden 42 33 14 25 53

26 Alphen-Chaam Nee West 41 22 22 40 35

27 Heusden Ja ; 2014 Midden 41 23 - 38 -

28 Veldhoven Ja ; 2013 Zuidoost 41 30 25 23 26

29 Bergeijk Nee Zuidoost 40 36 8 6 59

30 Heeze-Leende Nee Zuidoost 40 25 16 33 51

31 Sint-Michielsgestel Nee Noordoost 40 28 26 27 23

32 Dongen Nee Midden 39 16 20 52 41

33 Landerd Nee Noordoost 39 30 31 21 13

34 Sint Anthonis Ja ; 2013 Noordoost 39 - 23 - 33

35 Drimmelen Ja ; 2013 West 38 20 17 46 48

36 Haaren Ja ; 2014 Noordoost 36 12 9 57 58

37 Oosterhout Nee West 36 41 29 5 19

38 Rucphen Nee West 35 22 - 42 -

39 Waalre Ja ; 2015 Zuidoost 34 12 12 58 56

40 Cranendonck Nee Zuidoost 32 10 11 59 57

41 Gilze en Rijen Ja ; 2013 Midden 30 12 32 56 11

42 Roosendaal Ja ; 2015 West 30 26 19 28 43

43 Gemert-Bakel Ja ; 2015 Zuidoost 21 18 17 49 49

De Dementieproofmeterscore (en de rangorde) van 2012 en 2010 zijn in bovenstaande

tabel ook weergegeven. Deze scores zijn ten opzichte van 2015 niet één op één te verge-

lijken, vanwege de veranderde Dementieproofmeter en een ander scoresysteem in 2015.

Rang

orde

Scor

e 20

15 (

max

73

)

Scor

e 20

12 (

max

55)

Scor

e 20

10 (

max

50)

Rang

orde

201

2

Rang

orde

201

0

Page 61: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

61

15 Bestaand beleid van negen van de twaalf grootste Brabantse gemeenten in Brabant (B5/M7)

Het betreft de volgende negen gemeenten uit de responsgroep:

1. Tilburg (B5)

2. Helmond (B5)

3. Bergen op Zoom (M7)

4. Waalwijk (M7)

5. Breda (B5)

6. Uden (M7)

7. Veghel (M7)

8. Oosterhout (M7)

9. Roosendaal (M7)

Welk dementiebeleid hebben de grootste gemeenten

en wat is hun dementieproofmeterscore?

Op de pagina’s 64 tot en met 66 wordt in een schema 2 van negen van de twaalf B5/

M7 gemeenten in Brabant uit de responsgroep het bestaande dementiebeleid en de

Dementieproofmeterscore per gemeente weergegeven.

Drie van deze gemeenten kennen een lagere Dementieproofmeterscore dan het ge-

middelde (45 punten): Veghel, Oosterhout en Roosendaal. Drie gemeenten behoren tot

de top 5 van 2015: Tilburg, Helmond en Bergen op Zoom.

Alle negen gemeenten hebben hun sociale kaart digitaal beschikbaar gesteld.

Zeven van de negen gemeenten bieden financiële ondersteuning aan organisaties die

met vrijwilligers praktische hulp, bewegings- en ontspanningsactiviteiten en oppas-

diensten bieden aan thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers.

Verder ondersteunen acht van de negen gemeenten financieel de organisatie van Alz-

heimer Cafés en bieden zij ook financiële ondersteuning aan organisaties die met vrij-

willigers emotionele ondersteuning voor mantelzorgers bieden en organisaties die lot-

genotencontact organiseren voor mensen met dementie en/of hun mantelzorgers.

Page 62: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

62

Groepsbegeleiding wordt in alle gemeenten gefinancierd en bij de inkoop daarvan

wordt voor voldoende diversiteit van het aanbod gezorgd zodat dit beter aansluit bij de

diversiteit van de vraag van thuiswonende mensen met dementie en daarmee ook

voor hun mantelzorgers.

Acht van de negen gemeenten werken actief samen met het Zorgkantoor/de zorgver-

zekeraar om op het snijvlak van de Wmo, de Zorgverzekeringswet en de Wlz, zorg te

dragen voor maatschappelijke ondersteuning en zorg op maat voor thuiswonende

mensen met dementie.

Het beleid dat het vaakst bij de negen B5/M7 gemeenten uit de responsgroep voor-

komt is hieronder weergegeven. Het aantal keren dat dit beleid voorkomt wordt weer-

gegeven met het cijfer achter het beleidsitem.

• Uw gemeentelijke sociale kaart is digitaal te raadplegen, bijvoorbeeld via de gemeen-

telijke informatiesite. (9x)

• Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met

vrijwilligers:

- praktische hulp bieden aan thuiswonende mensen met dementie en aan hun man-

telzorgers; (9x)

- bewegings-en ontspanningsactiviteiten bieden aan/begeleiden van thuiswonende

mensen met dementie; (8x)

- oppasdiensten bieden aan thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzor-

gers. (9x)

• Dankzij uw gemeentelijke financiële ondersteuning, als bijdrage in de kosten van de

inzet van vrijwilligers en locatiegebruik, wordt voor uw inwoners regelmatig (bijvoor-

beeld 1x per maand of 1x per 6 weken) een Alzheimer Café georganiseerd voor

mensen met dementie en hun mantelzorgers en geïnteresseerde burgers. (8x)

• Uw gemeente financiert groepsbegeleiding voor thuiswonende mensen met

dementie waardoor ook de mantelzorgers tijdelijk ontlast kunnen worden. (9x)

• Uw gemeente zorgt bij de inkoop van groepsbegeleiding voor voldoende

diversiteit binnen het aanbod, zodat dit beter aansluit bij de diversiteit van

de vraag. (9x)

Page 63: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

63

• Uw gemeente werkt actief samen met het Zorgkantoor/de zorgverzekeraar om op het

snijvlak van de Wmo, de Zorgverzekeringswet en de Wlz, zorg te dragen voor maat-

schappelijke ondersteuning en zorg op maat voor thuiswonende mensen met demen-

tie. (8x)

Het beleid dat het minst vaak bij de negen B5/M7 gemeenten uit de responsgroep

voorkomt is hieronder weergegeven.

• Uw gemeente stelt bij het afgeven van omgevingsvergunningen voor nieuwbouw en

renovatie van woningen en wooncomplexen – die specifiek voor de ouder wordende

bewoner bedoeld zijn – als criterium dat er een zodanige (technologische) infrastructuur

gerealiseerd kan worden, dat domoticavoorzieningen (ten behoeve van de functies con-

tact, alarmering, detectie, toezicht op afstand en monitoring) op een eenvoudige wijze en

zonder veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden. (2x)

• Uw gemeente financiert de functie dementieconsulent, die mensen met dementie en

hun mantelzorgers in de fase van het vermoeden van dementie (niet-pluisgevoel)

begeleiden en ondersteunen in het procestraject naar diagnosestelling. (3x)

• Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is qua opbouw en inhoud ook getoetst en

goedgekeurd door de regionale afdeling van Alzheimer Nederland. (3x)

• Uw gemeente biedt aan vrijwilligersorganisaties om niet facilitaire voorzieningen aan.

(4x)

• Uw gemeente stelt aan leden van sociale wijkteams de voorwaarde dat zij geschoold

zijn op het herkennen van dementie, bejegening en begeleiden van mensen met

dementie en hun mantelzorgers. (4x)

Page 64: Dementieproofmeter 2015

Sch

ema

2.

Het

bes

taan

d d

emen

tieb

elei

d v

an n

egen

van

de

twaa

lf g

root

ste

Bra

ban

tse

gem

een

ten

(B

5/

M7

)en

hu

n D

emen

tiep

roof

met

ersc

ore

D

emen

tiep

roof

met

er 2

015

1a

Uw

gem

eent

e ke

nt/h

eeft

een

act

uele

soc

iale

kaa

rt d

emen

tie o

pgeb

ouw

d va

nuit

vrag

ersp

ersp

ectie

f

met

het

aan

bod

in u

w g

emee

nte

en in

de

eige

n re

gio.

1b

Uw

gem

eent

elijk

e so

cial

e ka

art

dem

entie

is q

ua o

pbou

w e

n in

houd

ook

get

oets

t en

goe

dgek

eurd

doo

r

de r

egio

nale

afd

elin

g va

n A

lzhe

imer

Ned

erla

nd.

1c

Uw

gem

eent

elijk

e so

cial

e ka

art

is d

igita

al t

e ra

adpl

egen

(bi

jvoo

rbee

ld v

ia d

e ge

mee

ntel

ijke

info

rmat

iesi

te).

2a

In u

w g

emee

nte

zijn

de

Wm

o-lo

ketm

edew

erke

rs g

esch

oold

met

bet

rekk

ing

tot

dem

entie

, inc

lusi

ef d

e

beje

geni

ng v

an d

e m

ense

n m

et d

emen

tie e

n hu

n m

ante

lzor

gers

.

2b

Uw

gem

eent

e st

elt

aan

lede

n va

n so

cial

e w

ijkte

ams

de v

oorw

aard

e da

t zi

j ges

choo

ld z

ijn o

p he

rken

nen

van

dem

entie

, bej

egen

ing

en b

egel

eide

n va

n m

ense

n m

et d

emen

tie e

n hu

n m

ante

lzor

gers

.

3.

Uw

gem

eent

e fin

anci

ert

de f

unct

ie d

emen

tieco

nsul

ent,

die

men

sen

met

dem

entie

en

hun

man

telz

orge

rs

in d

e fa

se v

an h

et v

erm

oede

n va

n de

men

tie (

niet

-plu

isge

voel

) be

gele

iden

en

onde

rste

unen

in h

et p

roce

s-

traj

ect

naar

dia

gnos

este

lling

.

4.

Uw

gem

eent

e bi

edt

finan

ciël

e on

ders

teun

ing

of s

ubsi

dies

aan

org

anis

atie

s, d

ie m

et v

rijw

illig

ers:

4a

prak

tisch

e hu

lp b

iede

n aa

n th

uisw

onen

de m

ense

n m

et d

emen

tie e

n aa

n hu

n m

ante

lzor

gers

;

4b

bew

egin

gs-e

n on

tspa

nnin

gsac

tivite

iten

bied

en a

an/b

egel

eide

n va

n th

uisw

onen

de m

ense

n m

et d

emen

tie;

4c

oppa

sdie

nste

n bi

eden

aan

thu

isw

onen

de m

ense

n m

et d

emen

tie e

n hu

n m

ante

lzor

gers

.

5.

Uw

gem

eent

e ge

eft

de A

lzhe

imer

afde

ling

(vrij

will

iger

s- e

n be

lang

enbe

hart

iger

sorg

anis

atie

) fin

anci

ële

onde

r-

steu

ning

voo

r co

ördi

natie

en

onde

rste

unin

g va

n ha

ar v

rijw

illig

ersd

iens

ten

die

aan

uw b

urge

rs g

ebod

en w

ordt

.

6.

Dan

kzij

uw g

emee

ntel

ijke

finan

ciël

e on

ders

teun

ing,

als

bijd

rage

in d

e ko

sten

van

de

inze

t va

n vr

ijwill

iger

s

en lo

catie

gebr

uik,

wor

dt v

oor

uw in

won

ers

rege

lmat

ig (

bijv

oorb

eeld

1x

per

maa

nd o

f 1x

per

6 w

eken

) ee

n

Alz

heim

erca

fé g

eorg

anis

eerd

voo

r m

ense

n m

et d

emen

tie e

n hu

n m

ante

lzor

gers

en

geïn

tere

ssee

rde

burg

ers.

7.

Uw

gem

eent

e bi

edt

finan

ciël

e on

ders

teun

ing

of s

ubsi

dies

aan

org

anis

atie

s:

7a

die

met

vrij

will

iger

s en

/of

prof

essi

onal

s, e

mot

ione

le o

nder

steu

ning

(in

divi

duee

l of

in g

roep

sver

band

) bi

eden

aan

man

telz

orge

rs v

an m

ense

n m

et d

emen

tie;

7b

die

met

vrij

will

iger

s of

pro

fess

iona

ls lo

tgen

oten

cont

act

orga

nise

ren

en/o

f di

t be

gele

iden

voo

r m

ense

n m

et

dem

entie

en/

of v

oor

de m

ante

lzor

gers

van

men

sen

met

dem

entie

;

7c

die

met

vrij

will

iger

s gr

oeps

opva

ng v

oor

men

sen

met

dem

entie

bie

den.

8.

Uw

gem

eent

e bi

edt

aan

vrijw

illig

erso

rgan

isat

ies

om n

iet

faci

litai

re v

oorz

ieni

ngen

aan

.

9a

Uw

gem

eent

e fin

anci

ert

groe

psbe

gele

idin

g vo

or t

huis

won

ende

men

sen

met

dem

entie

waa

rdoo

r oo

k de

man

telz

orge

rs t

ijdel

ijk o

ntla

st k

unne

n w

orde

n.

9b

Uw

gem

eent

e zo

rgt

bij d

e in

koop

van

gro

epsb

egel

eidi

ng v

oor

vold

oend

e di

vers

iteit

binn

en h

et a

anbo

d, z

odat

dit

bete

r aa

nslu

it bi

j de

dive

rsite

it va

n de

vra

ag.

10.

Het

inze

tten

van

hui

shou

delij

ke h

ulp

kan

over

bela

stin

g va

n m

ante

lzor

gers

voo

rkom

en. O

m in

aan

mer

king

te

kom

en v

oor

de W

mo-

voor

zien

ing

huis

houd

elijk

e hu

lp is

het

man

telz

orge

r zi

jn v

an e

en t

huis

won

ende

per

soon

met

dem

entie

, één

van

de

indi

catie

¬crit

eria

voo

r to

ewijz

ing

van

deze

voo

rzie

ning

.

11a

Uw

gem

eent

e bi

edt

de v

oorz

ieni

ng k

ortd

uren

d ve

rblij

f sp

ecifi

ek v

oor

men

sen

met

dem

entie

.

11b

Als

een

indi

catie

crite

ria v

oor

kort

dure

nd v

erbl

ijf g

eldt

(dr

eige

nde)

ove

rbel

astin

g va

n de

man

telz

orge

r va

n de

pers

oon

met

dem

entie

12.

In u

w g

emee

nte

kunn

en m

ante

lzor

gers

van

men

sen

met

dem

entie

gra

tis m

ee a

ls b

egel

eide

r w

anne

er d

e

pers

oon

met

dem

entie

één

van

uw

Wm

o-ve

rvoe

rsvo

orzi

enin

gen

toeg

ewez

en h

eeft

gek

rege

n.

13.

In u

w g

emee

nte

kunn

en t

huis

won

ende

men

sen

met

dem

entie

via

de

Wm

o ee

n so

cial

e al

arm

erin

gs-

voor

zien

ing

(pas

siev

e en

/of

actie

ve)

toeg

ewez

en k

rijge

n.

14.

Uw

gem

eent

e pa

rtic

ipee

rt a

ctie

f in

het

loka

le N

etw

erk

Dem

entie

vrie

ndel

ijke

gem

eens

chap

.

15.

Uw

gem

eent

e w

erkt

act

ief

sam

en m

et h

et Z

orgk

anto

or/d

e zo

rgve

rzek

eraa

r om

op

het

snijv

lak

van

de W

mo,

de Z

orgv

erze

kerin

gsw

et e

n de

Wlz

, zor

g te

dra

gen

voor

maa

tsch

appe

lijke

ond

erst

euni

ng e

n zo

rg o

p m

aat

voor

thui

swon

ende

men

sen

met

dem

entie

.

16.

Uw

gem

eent

e pa

rtic

ipee

rt in

de

kete

nzor

g de

men

tie o

f in

het

/een

dem

entie

netw

erk.

Tilburg (DVG 2015)

Helmond (DVG 2014)

Bergen op Zoom (DVG 2013)

Waalwijk (DVG 2012)

Breda

Uden

Veghel (DVG 2013)

Oosterhout

Roosendaal (DVG 2015)

Page 65: Dementieproofmeter 2015

Sch

ema

2.

Het

bes

taan

d d

emen

tieb

elei

d v

an n

egen

van

de

twaa

lf g

root

ste

Bra

ban

tse

gem

een

ten

(B

5/

M7

)en

hu

n D

emen

tiep

roof

met

ersc

ore

D

emen

tiep

roof

met

er 2

015

1a

Uw

gem

eent

e ke

nt/h

eeft

een

act

uele

soc

iale

kaa

rt d

emen

tie o

pgeb

ouw

d va

nuit

vrag

ersp

ersp

ectie

f

met

het

aan

bod

in u

w g

emee

nte

en in

de

eige

n re

gio.

1b

Uw

gem

eent

elijk

e so

cial

e ka

art

dem

entie

is q

ua o

pbou

w e

n in

houd

ook

get

oets

t en

goe

dgek

eurd

doo

r

de r

egio

nale

afd

elin

g va

n A

lzhe

imer

Ned

erla

nd.

1c

Uw

gem

eent

elijk

e so

cial

e ka

art

is d

igita

al t

e ra

adpl

egen

(bi

jvoo

rbee

ld v

ia d

e ge

mee

ntel

ijke

info

rmat

iesi

te).

2a

In u

w g

emee

nte

zijn

de

Wm

o-lo

ketm

edew

erke

rs g

esch

oold

met

bet

rekk

ing

tot

dem

entie

, inc

lusi

ef d

e

beje

geni

ng v

an d

e m

ense

n m

et d

emen

tie e

n hu

n m

ante

lzor

gers

.

2b

Uw

gem

eent

e st

elt

aan

lede

n va

n so

cial

e w

ijkte

ams

de v

oorw

aard

e da

t zi

j ges

choo

ld z

ijn o

p he

rken

nen

van

dem

entie

, bej

egen

ing

en b

egel

eide

n va

n m

ense

n m

et d

emen

tie e

n hu

n m

ante

lzor

gers

.

3.

Uw

gem

eent

e fin

anci

ert

de f

unct

ie d

emen

tieco

nsul

ent,

die

men

sen

met

dem

entie

en

hun

man

telz

orge

rs

in d

e fa

se v

an h

et v

erm

oede

n va

n de

men

tie (

niet

-plu

isge

voel

) be

gele

iden

en

onde

rste

unen

in h

et p

roce

s-

traj

ect

naar

dia

gnos

este

lling

.

4.

Uw

gem

eent

e bi

edt

finan

ciël

e on

ders

teun

ing

of s

ubsi

dies

aan

org

anis

atie

s, d

ie m

et v

rijw

illig

ers:

4a

prak

tisch

e hu

lp b

iede

n aa

n th

uisw

onen

de m

ense

n m

et d

emen

tie e

n aa

n hu

n m

ante

lzor

gers

;

4b

bew

egin

gs-e

n on

tspa

nnin

gsac

tivite

iten

bied

en a

an/b

egel

eide

n va

n th

uisw

onen

de m

ense

n m

et d

emen

tie;

4c

oppa

sdie

nste

n bi

eden

aan

thu

isw

onen

de m

ense

n m

et d

emen

tie e

n hu

n m

ante

lzor

gers

.

5.

Uw

gem

eent

e ge

eft

de A

lzhe

imer

afde

ling

(vrij

will

iger

s- e

n be

lang

enbe

hart

iger

sorg

anis

atie

) fin

anci

ële

onde

r-

steu

ning

voo

r co

ördi

natie

en

onde

rste

unin

g va

n ha

ar v

rijw

illig

ersd

iens

ten

die

aan

uw b

urge

rs g

ebod

en w

ordt

.

6.

Dan

kzij

uw g

emee

ntel

ijke

finan

ciël

e on

ders

teun

ing,

als

bijd

rage

in d

e ko

sten

van

de

inze

t va

n vr

ijwill

iger

s

en lo

catie

gebr

uik,

wor

dt v

oor

uw in

won

ers

rege

lmat

ig (

bijv

oorb

eeld

1x

per

maa

nd o

f 1x

per

6 w

eken

) ee

n

Alz

heim

erca

fé g

eorg

anis

eerd

voo

r m

ense

n m

et d

emen

tie e

n hu

n m

ante

lzor

gers

en

geïn

tere

ssee

rde

burg

ers.

7.

Uw

gem

eent

e bi

edt

finan

ciël

e on

ders

teun

ing

of s

ubsi

dies

aan

org

anis

atie

s:

7a

die

met

vrij

will

iger

s en

/of

prof

essi

onal

s, e

mot

ione

le o

nder

steu

ning

(in

divi

duee

l of

in g

roep

sver

band

) bi

eden

aan

man

telz

orge

rs v

an m

ense

n m

et d

emen

tie;

7b

die

met

vrij

will

iger

s of

pro

fess

iona

ls lo

tgen

oten

cont

act

orga

nise

ren

en/o

f di

t be

gele

iden

voo

r m

ense

n m

et

dem

entie

en/

of v

oor

de m

ante

lzor

gers

van

men

sen

met

dem

entie

;

7c

die

met

vrij

will

iger

s gr

oeps

opva

ng v

oor

men

sen

met

dem

entie

bie

den.

8.

Uw

gem

eent

e bi

edt

aan

vrijw

illig

erso

rgan

isat

ies

om n

iet

faci

litai

re v

oorz

ieni

ngen

aan

.

9a

Uw

gem

eent

e fin

anci

ert

groe

psbe

gele

idin

g vo

or t

huis

won

ende

men

sen

met

dem

entie

waa

rdoo

r oo

k de

man

telz

orge

rs t

ijdel

ijk o

ntla

st k

unne

n w

orde

n.

9b

Uw

gem

eent

e zo

rgt

bij d

e in

koop

van

gro

epsb

egel

eidi

ng v

oor

vold

oend

e di

vers

iteit

binn

en h

et a

anbo

d, z

odat

dit

bete

r aa

nslu

it bi

j de

dive

rsite

it va

n de

vra

ag.

10.

Het

inze

tten

van

hui

shou

delij

ke h

ulp

kan

over

bela

stin

g va

n m

ante

lzor

gers

voo

rkom

en. O

m in

aan

mer

king

te

kom

en v

oor

de W

mo-

voor

zien

ing

huis

houd

elijk

e hu

lp is

het

man

telz

orge

r zi

jn v

an e

en t

huis

won

ende

per

soon

met

dem

entie

, één

van

de

indi

catie

¬crit

eria

voo

r to

ewijz

ing

van

deze

voo

rzie

ning

.

11a

Uw

gem

eent

e bi

edt

de v

oorz

ieni

ng k

ortd

uren

d ve

rblij

f sp

ecifi

ek v

oor

men

sen

met

dem

entie

.

11b

Als

een

indi

catie

crite

ria v

oor

kort

dure

nd v

erbl

ijf g

eldt

(dr

eige

nde)

ove

rbel

astin

g va

n de

man

telz

orge

r va

n de

pers

oon

met

dem

entie

12.

In u

w g

emee

nte

kunn

en m

ante

lzor

gers

van

men

sen

met

dem

entie

gra

tis m

ee a

ls b

egel

eide

r w

anne

er d

e

pers

oon

met

dem

entie

één

van

uw

Wm

o-ve

rvoe

rsvo

orzi

enin

gen

toeg

ewez

en h

eeft

gek

rege

n.

13.

In u

w g

emee

nte

kunn

en t

huis

won

ende

men

sen

met

dem

entie

via

de

Wm

o ee

n so

cial

e al

arm

erin

gs-

voor

zien

ing

(pas

siev

e en

/of

actie

ve)

toeg

ewez

en k

rijge

n.

14.

Uw

gem

eent

e pa

rtic

ipee

rt a

ctie

f in

het

loka

le N

etw

erk

Dem

entie

vrie

ndel

ijke

gem

eens

chap

.

15.

Uw

gem

eent

e w

erkt

act

ief

sam

en m

et h

et Z

orgk

anto

or/d

e zo

rgve

rzek

eraa

r om

op

het

snijv

lak

van

de W

mo,

de Z

orgv

erze

kerin

gsw

et e

n de

Wlz

, zor

g te

dra

gen

voor

maa

tsch

appe

lijke

ond

erst

euni

ng e

n zo

rg o

p m

aat

voor

thui

swon

ende

men

sen

met

dem

entie

.

16.

Uw

gem

eent

e pa

rtic

ipee

rt in

de

kete

nzor

g de

men

tie o

f in

het

/een

dem

entie

netw

erk.

Page 66: Dementieproofmeter 2015

Verv

olg

Sch

ema

2. H

et b

esta

and

dem

enti

ebel

eid

van

neg

en v

an d

e tw

aalf

gro

otst

e B

rab

ants

e ge

mee

nte

n (

B5/

M7)

en h

un

Dem

enti

epro

ofm

eter

scor

e

D

emen

tiep

roof

met

er 2

015

17.

In u

w g

emee

nte

kunn

en m

ante

lzor

gers

die

een

bijs

tand

suitk

erin

g on

tvan

gen

gebr

uik

mak

en v

an:

17a

onth

effin

g va

n de

sol

licita

tiepl

icht

om

toc

h in

aan

mer

king

te

blijv

en k

omen

voo

r de

(m

axim

ale)

uitk

erin

g;

17b

toes

tem

min

g om

min

der

uren

per

wee

k be

schi

kbaa

r te

zijn

voo

r ve

rplic

ht v

rijw

illig

ersw

erk

(doo

r de

gem

eent

e op

gedr

agen

) om

toc

h in

aan

mer

king

te

blijv

en k

omen

voo

r de

(m

axim

ale)

uitk

erin

g.

18.

Uw

gem

eent

e ze

t zi

ch a

ctie

f in

om

loca

ties

te v

inde

n vo

or h

et r

ealis

eren

van

res

pijt

voor

zien

inge

n, s

peci

fiek

voor

men

sen

met

dem

entie

, zoa

ls d

agop

vang

, log

eerm

ogel

ijkhe

den

of e

en o

ntm

oetin

gshu

is-/

cent

rum

.

19.

Uw

gem

eent

e ze

t zi

ch a

ctie

f in

om

loca

ties

te v

inde

n vo

or h

et r

ealis

eren

van

woo

nzor

gvor

men

spe

cifie

k vo

or

men

sen

met

dem

entie

.

20.

In u

w g

emee

ntel

ijke

woo

nvis

ie h

eeft

u p

rest

atie

afsp

rake

n op

geno

men

die

het

leve

nslo

opbe

sten

dig

(ver

-)

bouw

en in

terg

ener

atio

neel

won

en e

n de

mog

elijk

hede

n om

dic

htbi

j man

telz

orge

rs t

e w

onen

stim

uler

en.

21.

Uw

gem

eent

e st

elt

bij h

et a

fgev

en v

an o

mge

ving

sver

gunn

inge

n vo

or n

ieuw

bouw

en

reno

vatie

van

won

inge

n

en w

oonc

ompl

exen

- d

ie s

peci

fiek

voor

de

oude

r w

orde

nde

bew

oner

s be

doel

d zi

jn -

als

crit

eriu

m d

at e

r ee

n

zoda

nige

(te

chno

logi

sche

) in

fras

truc

tuur

ger

ealis

eerd

zal

wor

den,

dat

dom

otic

avoo

rzie

ning

en (

ten

beho

eve

van

de f

unct

ies

cont

act,

ala

rmer

ing,

det

ectie

, toe

zich

t op

afs

tand

en

mon

itorin

g) o

p ee

n ee

nvou

dige

wijz

e en

zond

er v

eel e

xtra

kos

ten

in e

en la

tere

fas

e ge

real

isee

rd k

unne

n w

orde

n.

22.

Uw

gem

eent

e ze

t zi

ch a

ctie

f in

om

‘won

en’ s

peci

fiek

voor

men

sen

met

dem

entie

zo

vlot

mog

elijk

te

late

n

verl

open

doo

r on

nodi

ge b

elem

mer

inge

n in

het

pro

ces

te v

oork

omen

.

23a

Uw

gem

eent

e su

bsid

ieer

t/fa

cilit

eert

gro

epsv

oorl

icht

ing

over

won

inga

anpa

ssin

gen

en m

ogel

ijke

woo

nvor

men

voor

de

doel

groe

p de

men

tie.

23b

Uw

gem

eent

e su

bsid

ieer

t/fa

cilit

eert

indi

vidu

ele

advi

serin

g en

coa

chin

g/be

gele

idin

g aa

n th

uisw

onen

de

men

sen

met

dem

entie

en

hun

man

telz

orge

rs b

ij he

t be

oord

elen

of

won

inga

anpa

ssin

gen

en/o

f hu

lpm

idde

len

gew

enst

zijn

en

bij h

et le

ren

omga

an m

et d

eze

aanp

assi

ngen

.

Dem

enti

epro

ofm

eter

scor

e

65

6

3

62

6

0

59

5

9

49

3

6

30

Tilburg

Helmond

Bergen op Zoom

Waalwijk

Breda

Uden

Veghel

Oosterhout

Roosendaal

Page 67: Dementieproofmeter 2015

Verv

olg

Sch

ema

2. H

et b

esta

and

dem

enti

ebel

eid

van

neg

en v

an d

e tw

aalf

gro

otst

e B

rab

ants

e ge

mee

nte

n (

B5/

M7)

en h

un

Dem

enti

epro

ofm

eter

scor

e

D

emen

tiep

roof

met

er 2

015

17.

In u

w g

emee

nte

kunn

en m

ante

lzor

gers

die

een

bijs

tand

suitk

erin

g on

tvan

gen

gebr

uik

mak

en v

an:

17a

onth

effin

g va

n de

sol

licita

tiepl

icht

om

toc

h in

aan

mer

king

te

blijv

en k

omen

voo

r de

(m

axim

ale)

uitk

erin

g;

17b

toes

tem

min

g om

min

der

uren

per

wee

k be

schi

kbaa

r te

zijn

voo

r ve

rplic

ht v

rijw

illig

ersw

erk

(doo

r de

gem

eent

e op

gedr

agen

) om

toc

h in

aan

mer

king

te

blijv

en k

omen

voo

r de

(m

axim

ale)

uitk

erin

g.

18.

Uw

gem

eent

e ze

t zi

ch a

ctie

f in

om

loca

ties

te v

inde

n vo

or h

et r

ealis

eren

van

res

pijt

voor

zien

inge

n, s

peci

fiek

voor

men

sen

met

dem

entie

, zoa

ls d

agop

vang

, log

eerm

ogel

ijkhe

den

of e

en o

ntm

oetin

gshu

is-/

cent

rum

.

19.

Uw

gem

eent

e ze

t zi

ch a

ctie

f in

om

loca

ties

te v

inde

n vo

or h

et r

ealis

eren

van

woo

nzor

gvor

men

spe

cifie

k vo

or

men

sen

met

dem

entie

.

20.

In u

w g

emee

ntel

ijke

woo

nvis

ie h

eeft

u p

rest

atie

afsp

rake

n op

geno

men

die

het

leve

nslo

opbe

sten

dig

(ver

-)

bouw

en in

terg

ener

atio

neel

won

en e

n de

mog

elijk

hede

n om

dic

htbi

j man

telz

orge

rs t

e w

onen

stim

uler

en.

21.

Uw

gem

eent

e st

elt

bij h

et a

fgev

en v

an o

mge

ving

sver

gunn

inge

n vo

or n

ieuw

bouw

en

reno

vatie

van

won

inge

n

en w

oonc

ompl

exen

- d

ie s

peci

fiek

voor

de

oude

r w

orde

nde

bew

oner

s be

doel

d zi

jn -

als

crit

eriu

m d

at e

r ee

n

zoda

nige

(te

chno

logi

sche

) in

fras

truc

tuur

ger

ealis

eerd

zal

wor

den,

dat

dom

otic

avoo

rzie

ning

en (

ten

beho

eve

van

de f

unct

ies

cont

act,

ala

rmer

ing,

det

ectie

, toe

zich

t op

afs

tand

en

mon

itorin

g) o

p ee

n ee

nvou

dige

wijz

e en

zond

er v

eel e

xtra

kos

ten

in e

en la

tere

fas

e ge

real

isee

rd k

unne

n w

orde

n.

22.

Uw

gem

eent

e ze

t zi

ch a

ctie

f in

om

‘won

en’ s

peci

fiek

voor

men

sen

met

dem

entie

zo

vlot

mog

elijk

te

late

n

verl

open

doo

r on

nodi

ge b

elem

mer

inge

n in

het

pro

ces

te v

oork

omen

.

23a

Uw

gem

eent

e su

bsid

ieer

t/fa

cilit

eert

gro

epsv

oorl

icht

ing

over

won

inga

anpa

ssin

gen

en m

ogel

ijke

woo

nvor

men

voor

de

doel

groe

p de

men

tie.

23b

Uw

gem

eent

e su

bsid

ieer

t/fa

cilit

eert

indi

vidu

ele

advi

serin

g en

coa

chin

g/be

gele

idin

g aa

n th

uisw

onen

de

men

sen

met

dem

entie

en

hun

man

telz

orge

rs b

ij he

t be

oord

elen

of

won

inga

anpa

ssin

gen

en/o

f hu

lpm

idde

len

gew

enst

zijn

en

bij h

et le

ren

omga

an m

et d

eze

aanp

assi

ngen

.

Dem

enti

epro

ofm

eter

scor

e

65

6

3

62

6

0

59

5

9

49

3

6

30

Dementieproofmeter 2015

67

Conclusies Dementieproofmeter 2015

De vragenlijsten van de Dementieproofmeter 2015 zijn door 43 van de 66 gemeenten

ingevuld geretourneerd. Dit is een respons van 65%.

In dit hoofdstuk gaan we in op het gemeentelijk dementiebeleid dat tijdens de meting

wel gevoerd wordt, niet gevoerd wordt en dementiebeleid dat gemeenten van plan

zijn te gaan voeren.

1. Welk beleid wordt door veel gemeenten nu gevoerd?

In bijlage 1 worden op alle items van de Dementieproofmeter het aantal gemeenten

aangegeven die nu op een item beleid voeren of dit van plan zijn en het aantal ge-

meenten die op elk item nu geen beleid voeren en dit ook niet van plan zijn.

Hieronder wordt de top 5 van beleidsitems gepresenteerd die door een groot aantal

gemeenten nu gevoerd worden.

Tabel 13 Top 5 van meest gevoerde beleidsitems die door een groot aantal gemeenten

anno 2015 gevoerd worden

Rangorde Item Top 5 van meest voorkomend Aantal Waar- % % bestaand beleid anno 2015 gemeen- van 2015 2012 ten 2015 DVG 2015

1. 4a Uw gemeente biedt finan- 42 25 98 93

ciële ondersteuning of sub-

sidies aan organisaties, die

met vrijwilligers: praktische

hulp bieden aan thuiswo-

nende mensen met demen-

tie en aan hun mantelzorgers;

Page 68: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

68

Rangorde Item Top 5 van meest voorkomend Aantal Waar- % % bestaand beleid anno 2015 gemeen- van 2015 2012 ten 2015 DVG 2015

2. 9b Uw gemeente zorgt bij de in- 41 25 95 0

koop van groepsbegeleiding

voor voldoende diversiteit bin-

nen het aanbod, zodat dit

beter aansluit bij de diversiteit

van de vraag.

3. 7b Uw gemeente biedt financiële 40 24 93 85

ondersteuning of subsidies aan

organisaties: die met vrijwil-

ligers of professionals lotge-

notencontact organiseren en/

of dit begeleiden voor mensen

met dementie en/of voor de

mantelzorgers van mensen met

dementie;

4. 7a Uw gemeente biedt financiële 39 23 91 91

ondersteuning of subsidies aan

organisaties: die met vrijwilligers

en/of professionals, emotionele

ondersteuning (individueel of

in groepsverband) bieden aan

mantelzorgers van mensen met

dementie;

5. 4c Uw gemeente biedt financiële 38 22 88 73

ondersteuning of subsidies aan

organisaties, die met vrijwilligers:

oppasdiensten bieden aan thuis-

wonende mensen met dementie

en hun mantelzorgers.

Page 69: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

69

98% van de gemeenten zorgen ervoor dat vrijwilligers ingezet kunnen worden om

praktische hulp thuis te bieden. Dankzij de inzet van vrijwilligers in de vorm van prakti-

sche hulp kunnen mantelzorgers tijdelijk verlicht worden van zorgtaken en kan de

vraag naar het inzetten van de duurdere Wmo-voorziening huishoudelijke hulp voorko-

men c.q. uitgesteld worden. Ook definitieve opname van de persoon met dementie kan

hierdoor mede voorkomen c.q. uitgesteld worden.

Ook zien we dat veel gemeenten (95%) bij de inkoop van groepsbegeleiding voor

mensen met dementie, zorgen voor voldoende diversiteit in het aanbod zodat dit beter

aansluit bij de diversiteit van de vraag.

Tevens maken veel gemeenten (93%) in het kader van de Wmo, het financieel moge-

lijk dat er lotgenotencontact voor mantelzorgers plaatsvindt binnen hun gemeente.

Vergelijking ten opzichte van 2012

Alle beleidsitems uit de top 5 (met uitzondering van beleidsitem 9b inkoop groepsbe-

geleiding; dit beleidsitem komt niet voor in de meting van 2012), zijn ten opzichte van

het scoringspercentage in 2012 gestegen.

Een mogelijke verklaring voor de hogere percentages in 2015 is een toename van vrij-

willigersinzet en een toename in ondersteuningsmogelijkheden.

Page 70: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

70

2. Welk beleid wordt door een groot aantal gemeenten nu niet gevoerd?

De top 5 van beleidsitems die door een groot aantal gemeenten nu niet gevoerd wor-

den of niet van plan zijn om dit beleid te gaan voeren wordt hieronder gepresenteerd.

Tabel 14 Top 5 van beleidsitems, die door een groot aantal gemeenten niet gevoerd

worden of niet van plan zijn dit beleid te gaan voeren

Rangorde Item Top 5 van meest voorkomend Aantal Waar- % % bestaand beleid anno 2015 gemeen- van 2015 2012 ten 2015 DVG

2015

1. 8 Uw gemeente biedt aan vrij- 24 13 56 -

willigersorganisaties om niet

facilitaire voorzieningen aan.

2. 2b Uw gemeente stelt aan leden 23 18 53 -

van sociale wijkteams de voor-

waarde dat zij geschoold zijn

op herkennen van dementie,

bejegening en begeleiden van

mensen met dementie en hun

mantelzorgers.

3. 3 Uw gemeente financiert de 23 15 53 40

functie dementieconsulent, die

mensen met dementie en hun

mantelzorgers in de fase van

het vermoeden van dementie

(niet-pluisgevoel) begeleiden

en ondersteunen in het proces-

traject naar diagnosestelling.

4. 19 Uw gemeente zet zich actief 24 13 53 53

in om locaties te vinden voor

het realiseren van woonzorg-

vormen specifiek voor mensen

met dementie.

Page 71: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

71

Rangorde Item Top 5 van meest voorkomend Aantal Waar- % % bestaand beleid anno 2015 gemeen- van 2015 2012 ten 2015 DVG

2015

5. 13 In uw gemeente kunnen thuis- 23 15 53 58

wonende mensen met demen-

tie via de Wmo een sociale

alarmeringsvoorziening (pas-

sieve en/of actieve) toege-

wezen krijgen.

Bij 56% van de gemeenten wordt aan vrijwilligersorganisaties nog een vergoeding

gevraagd voor het gebruik van facilitaire voorzieningen.

In ruim de helft (53%) van de gemeenten wordt de functie dementieconsulent niet

gefinancierd.

Ook stelt de gemeente in 53% van de gevallen, geen voorwaarde aan de sociale wijk-

teams dat zij geschoold zijn op het herkennen van dementie en dat zij weten om te

gaan met mensen met dementie en hun mantelzorgers.

Vergelijking ten opzichte van 2012

Twee van vijf beleidsitems uit de top 5 zijn ten opzichte van het scoringspercentage uit

2012 gestegen of gelijk gebleven.

Met uitzondering van beleidsitem 8 om niet facilitaire voorzieningen en beleidsitem 2b

scholing sociale wijkteams; deze beleidsitems komen niet voor in de meting van 2012

en een daling in percentage met betrekking tot beleidsitem 13 sociale alarmering.

Een mogelijke verklaring voor de gelijk gebleven en hoger percentage in 2015, en dus

het groter aantal gemeenten die dit beleidsitem niet voeren, is te vinden in de transitie.

Men wordt geacht langer thuis te blijven wonen en zelf en met behulp van naasten en

vrijwilligers, zelfstandig te blijven functioneren. Nog een grote groep gemeenten zien

de belangrijke rol van de functie dementieconsulent niet in.

Page 72: Dementieproofmeter 2015

72

3. Welk beleidsvoornemens hebben gemeenten voor de toekomst?

De top 5 van beleidsitems die door een groot aantal gemeenten nu nog niet worden

gevoerd maar die wel van plan zijn om dit beleid te gaan voeren worden hieronder

gepresenteerd.

Tabel 15 Top 5 van beleidsitems, die door een groot aantal gemeenten niet gevoerd

worden of niet van plan zijn dit beleid te gaan voeren

Rangorde Item Top 5 van meest voorkomend Aantal Waar- % % bestaand beleid anno 2015 gemeen- van 2015 2012 ten 2015 DVG 2015

1. 21 Uw gemeente stelt bij het af- 12 7 28 8

geven van omgevingsvergun-

ningen voor nieuwbouw en

renovatie van woningen en

wooncomplexen - die specifiek

voor de ouder wordende be-

woners bedoeld zijn - als

criterium dat er een zodanige

(technologische) infrastructuur

gerealiseerd zal worden, dat

domoticavoorzieningen (ten

behoeve van de functies con-

tact, alarmering, detectie, toe-

zicht op afstand en monitoring)

op een eenvoudige wijze en

zonder veel extra kosten in een

latere fase gerealiseerd kunnen

worden.

2. 1a Uw gemeente kent/heeft een 11 6 26 18

actuele sociale kaart dementie

opgebouwd vanuit vragersper-

spectief met het aanbod in uw

gemeente en in de eigen regio.

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

Page 73: Dementieproofmeter 2015

Rangorde Item Top 5 van meest voorkomend Aantal Waar- % % bestaand beleid anno 2015 gemeen- van 2015 2012 ten 2015 DVG 2015

3. 1c Uw gemeentelijke sociale kaart 11 5 26 12

is digitaal te raadplegen (bij-

voorbeeld via de gemeentelijke

informatiesite).

4. 7c Uw gemeente biedt financiële 11 5 26 -

ondersteuning of subsidies aan

organisaties: die met vrijwilli-

gers groepsopvang voor mensen

met dementie bieden

5. 1b Uw gemeentelijke sociale kaart 9 6 21 8

dementie is qua opbouw en in-

houd ook getoetst en goedge-

keurd door de regionale afdeling

van Alzheimer Nederland.

Ruim een kwart van de gemeenten (28%) gaat in de toekomst bij het afgeven van

omgevingsvergunningen bij nieuwbouw en renovatie van woningen, die specifiek voor

senioren bewoners bedoeld zijn, het criterium opnemen dat (technologische) infra-

structuur in de ruwbouw wordt meegenomen of op een eenvoudige wijze en relatief

goedkoop in een latere fase gerealiseerd kan worden. Dit ten behoeve van alarmering,

detectie en toezicht van kwetsbare bewoners. Een kwart van de gemeenten (26%) gaat

aan de slag met het opstellen van een actuele sociale kaart dementie, ontsluit deze ook

digitaal en in 21% van de gevallen wordt de sociale kaart ook ter toetsing aangeboden

aan Alzheimer Nederland.

Vergelijking ten opzichte van 2012

Vergeleken met 2012 zijn meer gemeenten van plan om op de items waar zij nu nog

geen beleid op hebben ontwikkeld, dit in de toekomst wel te gaan doen. Er is een

duidelijke toename in bereidheid te zien. Het opstellen en voeren van beleid specifiek

voor mensen met dementie en hun mantelzorgers, draagt bij aan het langer (zelfstan-

dig) thuis wonen van de doelgroep.

Dementieproofmeter 2015

73

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

Page 74: Dementieproofmeter 2015

Bijlage 1 De Dementieproofmeter 2015 en resultaten van de responsgroep(n=43)

Beleidsitem

1a Uw gemeente kent/heeft een actuele sociale kaart dementie 24 6 11 2

opgebouwd vanuit vragersperspectief met het aanbod in uw

gemeente en in de eigen regio.

Toelichting: Met vanuit vragersperspectief wordt bedoeld dat de

behoeften van de doelgroep mensen met dementie en hun

mantelzorgers de ingang voor het zoeken naar een passend

aanbod vormen.

1b Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is qua opbouw en 9 18 9 7

inhoud ook getoetst en goedgekeurd door de regionale afdeling

van Alzheimer Nederland.

1c Uw gemeentelijke sociale kaart is digitaal te raadplegen (bij- 26 6 11 0

voorbeeld via de gemeentelijke informatiesite).

2a In uw gemeente zijn de Wmo-loketmedewerkers geschoold 29 6 6 2

met betrekking tot dementie, inclusief de bejegening van de

mensen met dementie en hun mantelzorgers.

Toelichting: Deze medewerkers voeren ook de keukentafel-

gesprekken.

2b Uw gemeente stelt aan leden van sociale wijkteams de voor- 14 17 6 6

waarde dat zij geschoold zijn op herkennen van dementie, be-

jegening en begeleiden van mensen met dementie en hun

mantelzorgers.

3 Uw gemeente financiert de functie dementieconsulent, die 17 13 3 10

mensen met dementie en hun mantelzorgers in de fase van

het vermoeden van dementie (niet-pluisgevoel) begeleiden

en ondersteunen in het procestraject naar diagnosestelling.

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

74

ja

nee

wel

van

pla

n

niet

van

pla

n

Page 75: Dementieproofmeter 2015

ja

nee

wel

van

pla

n

niet

van

pla

n

4 Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan

organisaties, die met vrijwilligers:

a. praktische hulp bieden aan thuiswonende mensen met 42 1 0 0

dementie en aan hun mantelzorgers;

b. bewegings-en ontspanningsactiviteiten bieden aan/bege- 34 7 1 1

leiden van thuiswonende mensen met dementie;

c. oppasdiensten bieden aan thuiswonende mensen met 38 3 1 1

dementie en hun mantelzorgers.

5 Uw gemeente geeft de Alzheimerafdeling (vrijwilligers- en be- 22 13 0 8

langenbehartigersorganisatie) financiële ondersteuning voor

coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten die

aan uw burgers geboden wordt.

6 Dankzij uw gemeentelijke financiële ondersteuning, als bijdrage 33 6 2 2

in de kosten van de inzet van vrijwilligers en locatiegebruik,

wordt voor uw inwoners regelmatig (bijvoorbeeld 1x per maand

of 1x per 6 weken) een Alzheimer Café georganiseerd voor

mensen met dementie en hun mantelzorgers en geïnteres-

seerde burgers.

7 Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan

organisaties:

a. die met vrijwilligers en/of professionals, emotionele onder- 39 3 1 0

steuning (individueel of in groepsverband) bieden aan

mantelzorgers van mensen met dementie;

b. die met vrijwilligers of professionals lotgenotencontact orga- 40 2 1 0

niseren en/of dit begeleiden voor mensen met dementie

en/of voor de mantelzorgers van mensen met dementie;

c. die met vrijwilligers groepsopvang voor mensen met demen- 23 7 11 2

tie bieden.

Toelichting: Bijvoorbeeld dagopvang, huiskamerproject.

8 Uw gemeente biedt aan vrijwilligersorganisaties om niet 17 15 2 9

facilitaire voorzieningen aan.

Dementieproofmeter 2015

75

Page 76: Dementieproofmeter 2015

ja

nee

wel

van

pla

n

niet

van

pla

n

9 a. Uw gemeente financiert groepsbegeleiding voor thuiswo- 38 3 1 1

nende mensen met dementie waardoor ook de mantelzor-

gers tijdelijk ontlast kunnen worden.

Toelichting: Groepsbegeleiding is een individuele Wmo-

voorziening. Toegang tot deze voorziening is mogelijk na

positieve indicatie Wmo.

b. Uw gemeente zorgt bij de inkoop van groepsbegeleiding 41 2 0 1

voor voldoende diversiteit binnen het aanbod, zodat dit beter

aansluit bij de diversiteit van de vraag.

10 Het inzetten van huishoudelijke hulp kan overbelasting van 29 10 3 1

mantelzorgers voorkomen. Om in aanmerking te komen voor

de Wmo-voorziening huishoudelijke hulp is het mantelzorger

zijn van een thuiswonende persoon met dementie, één van

de indicatiecriteria voor toewijzing van deze voorziening.

11 a. Uw gemeente biedt de voorziening kortdurend verblijf 31 11 0 1

specifiek voor mensen met dementie.

b. Als een indicatiecriteria voor kortdurend verblijf geldt 36 6 1 0

(dreigende) overbelasting van de mantelzorger van de

persoon met dementie.

12 In uw gemeente kunnen mantelzorgers van mensen met 27 13 0 3

dementie gratis mee als begeleider wanneer de persoon met

dementie één van uw Wmo-vervoersvoorzieningen toegewezen

heeft gekregen.

13 In uw gemeente kunnen thuiswonende mensen met dementie 19 18 1 5

via de Wmo een sociale alarmeringsvoorziening (passieve

en/of actieve) toegewezen krijgen.

14 Uw gemeente participeert actief in het lokale Netwerk 21 16 3* 3

Dementievriendelijke gemeenschap.

* dit betreft gemeenten welke zelf het initiatief hebben opgepakt om te werken aan een

dementievriendelijke gemeente, maar die geen intentieverklaring met de PGraad hebben

getekend en op dit moment geen ondersteuning via Zet ontvangen.

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

76

Page 77: Dementieproofmeter 2015

ja

nee

wel

van

pla

n

niet

van

pla

n

15 Uw gemeente werkt actief samen met het Zorgkantoor/de 31 5 6 1

zorgverzekeraar om op het snijvlak van de Wmo, de Zorgver-

zekeringswet en de Wlz, zorg te dragen voor maatschappelijke

ondersteuning en zorg op maat voor thuiswonende mensen

met dementie.

16 Uw gemeente participeert in de ketenzorg dementie of in 29 6 6 2

het/een dementienetwerk.

17 In uw gemeente kunnen mantelzorgers die een bijstandsuit-

kering ontvangen gebruik maken van:

a. ontheffing van de sollicitatieplicht om toch in aanmerking 31 8 2 2

te blijven komen voor de (maximale) uitkering;

b. toestemming om minder uren per week beschikbaar te zijn 34 5 3 1

voor verplicht vrijwilligerswerk(door de gemeente opgedra-

gen) om toch in aanmerking te blijven komen voor de

(maximale) uitkering.

18 Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor het 25 9 5 4

realiseren van respijtvoorzieningen, specifiek voor mensen met

dementie, zoals dagopvang, logeermogelijkheden of een ont-

moetingshuis-/centrum.

19 Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor het 21 11 3 8

realiseren van woonzorgvormen specifiek voor mensen met

dementie.

20 In uw gemeentelijke woonvisie heeft u prestatieafspraken 33 1 8 1

opgenomen die het levensloopbestendig (ver-)bouwen inter-

generationeel wonen en de mogelijkheden om dichtbij

mantelzorgers te wonen stimuleren.

21 Uw gemeente stelt bij het afgeven van omgevingsvergunningen 7 14 12 10

voor nieuwbouw en renovatie van woningen en woon-

complexen - die specifiek voor de ouder wordende bewoners

bedoeld zijn - als criterium dat er een zodanige (technologische)

infrastructuur gerealiseerd zal worden, dat domotica-voorzie-

ningen (ten behoeve van de functies contact, alarmering,

Dementieproofmeter 2015

77

Page 78: Dementieproofmeter 2015

ja

nee

wel

van

pla

n

niet

van

pla

n

detectie, toezicht op afstand en monitoring) op een eenvoudige

wijze en zonder veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd

kunnen worden.

22 Uw gemeente zet zich actief in om ‘wonen’ specifiek voor 26 9 4 4

mensen met dementie zo vlot mogelijk te laten verlopen

door onnodige belemmeringen in het proces te voorkomen.

23 a. Uw gemeente subsidieert/faciliteert groepsvoorlichting over 20 16 4 3

woningaanpassingen en mogelijke woonvormen voor de

doelgroep dementie.

b. Uw gemeente subsidieert/faciliteert individuele advisering 29 9 3 2

en coaching/begeleiding aan thuiswonende mensen met

dementie en hun mantelzorgers bij het beoordelen of wo-

ningaanpassingen en/of hulpmiddelen gewenst zijn en bij

het leren omgaan met deze aanpassingen.

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

78

Page 79: Dementieproofmeter 2015

Bijlage 2 Dementieproofmeting voorkomend beleid Dementie Vriendelijke Gemeenten vs. niet-Dementie Vriendelijke Gemeenten

Item Voorkomend beleid DVG gemeenten

vs. niet-DVG gemeenten

1a Uw gemeente kent/heeft een actuele sociale kaart

dementie opgebouwd vanuit vragersperspectief met het

aanbod in uw gemeente en in de eigen regio. 15 3 7 2 3 9

1b Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is qua opbouw

en inhoud ook getoetst en goedgekeurd door de regionale

afdeling van Alzheimer Nederland. 6 1 3 1 1 3

1c Uw gemeentelijke sociale kaart is digitaal te raadplegen

(bijvoorbeeld via de gemeentelijke informatiesite). 19 4 8 3 4 7

2a In uw gemeente zijn de Wmo-loketmedewerkers geschoold

met betrekking tot dementie, inclusief de bejegening van

de mensen met dementie en hun mantelzorgers. 17 3 6 4 3 12

2b Uw gemeente stelt aan leden van sociale wijkteams de

voorwaarde dat zij geschoold zijn op herkennen van de-

mentie, bejegening en begeleiden van mensen met de-

mentie en hun mantelzorgers. 7 0 3 2 2 6

3 Uw gemeente financiert de functie dementieconsulent,

die mensen met dementie en hun mantelzorgers in de

fase van het vermoeden van dementie (niet-pluisgevoel)

begeleiden en ondersteunen in het procestraject naar

diagnosestelling. 10 3 3 3 1 9

4a Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies

aan organisaties, die met vrijwilligers:

praktische hulp bieden aan thuiswonende mensen met

dementie en aan hun mantelzorgers; 24 4 10 5 5 18

Dementieproofmeter 2015

DVG

Kopl

oper

s 20

12

Inst

room

201

3

Inst

room

201

4

Inst

room

201

5

Nie

t D

VG4 ge

mee

nten

79

Page 80: Dementieproofmeter 2015

DVG

Kopl

oper

s 20

12

Inst

room

201

3

Inst

room

201

4

Inst

room

201

5

Nie

t D

VG

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

80

Dementieproofmeter 2015

4b bewegings-en ontspanningsactiviteiten bieden aan/bege- 21 4 8 4 5 13

leiden van thuiswonende mensen met dementie;

4c oppasdiensten bieden aan thuiswonende mensen met 22 5 10 4 4 16

dementie en hun mantelzorgers.

5 Uw gemeente geeft de Alzheimerafdeling (vrijwilligers- 14 4 4 3 3 8

en belangenbehartigersorganisatie) financiële ondersteu-

ning voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwil-

ligersdiensten die aan uw burgers geboden wordt.

6 Dankzij uw gemeentelijke financiële ondersteuning, als 21 4 8 5 4 12

bijdrage in de kosten van de inzet van vrijwilligers en

locatiegebruik, wordt voor uw inwoners regelmatig (bij-

voorbeeld 1x per maand of 1x per 6 weken) een Alz-

heimercafé georganiseerd voor mensen met dementie

en hun mantelzorgers en geïnteresseerde burgers.

7a Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies 22 3 10 4 5 16

aan organisaties:

die met vrijwilligers en/of professionals, emotionele

ondersteuning (individueel of in groepsverband) bieden

aan mantelzorgers van mensen met dementie;

7b die met vrijwilligers of professionals lotgenotencontact 23 4 10 4 5 16

organiseren en/of dit begeleiden voor mensen met demen-

tie en/of voor de mantelzorgers van mensen met dementie;

7c die met vrijwilligers groepsopvang voor mensen met 15 3 7 2 3 8

dementie bieden.

8 Uw gemeente biedt aan vrijwilligersorganisaties om niet 12 3 5 2 2 5

facilitaire voorzieningen aan.

9a Uw gemeente financiert groepsbegeleiding voor thuiswo- 20 3 7 4 6 17

nende mensen met dementie waardoor ook de mantelzor-

gers tijdelijk ontlast kunnen worden.

9b Uw gemeente zorgt bij de inkoop van groepsbegeleiding 24 4 9 5 6 16

voor voldoende diversiteit binnen het aanbod, zodat dit

beter aansluit bij de diversiteit van de vraag.

Page 81: Dementieproofmeter 2015

DVG

Kopl

oper

s 20

12

Inst

room

201

3

Inst

room

201

4

Inst

room

201

5

Nie

t D

VG

Dementieproofmeter 2015

81

10 Het inzetten van huishoudelijke hulp kan overbelasting van 15 2 5 4 4 13

mantelzorgers voorkomen. Om in aanmerking te komen

voor de Wmo-voorziening huishoudelijke hulp is het man-

telzorger zijn van een thuiswonende persoon met dementie,

één van de indicatiecriteria voor toewijzing van deze

voorziening

11a Uw gemeente biedt de voorziening kortdurend verblijf 18 4 7 2 5 17

specifiek voor mensen met dementie.

11b Als een indicatiecriteria voor kortdurend verblijf geldt 19 4 5 4 6 16

(dreigende) overbelasting van de mantelzorger van de

persoon met dementie

12 In uw gemeente kunnen mantelzorgers van mensen met 14 3 5 3 3 12

dementie gratis mee als begeleider wanneer de persoon

met dementie één van uw Wmo-vervoersvoorzieningen

toegewezen heeft gekregen.

13 In uw gemeente kunnen thuiswonende mensen met 9 2 4 2 1 10

dementie via de Wmo een sociale alarmeringsvoorziening

(passieve en/of actieve) toegewezen krijgen.

14 Uw gemeente participeert actief in het lokale Netwerk 25 4 10 5 6 3*

Dementievriendelijke gemeenschap.

15 Uw gemeente werkt actief samen met het Zorgkantoor/de 19 3 7 5 4 11

zorgverzekeraar om op het snijvlak van de Wmo, de Zorg-

verzekeringswet en de Wlz, zorg te dragen voor maat-

schappelijke ondersteuning en zorg op maat voor thuis-

wonende mensen met dementie.

16 Uw gemeente participeert in de ketenzorg dementie of in 21 4 8 4 5 8

het/een dementienetwerk.

* dit betreft gemeenten welke zelf het initiatief hebben opgepakt om te werken aan een

dementievriendelijke gemeente, maar die geen intentieverklaring met de PGraad hebben gete-

kend en op dit moment geen ondersteuning via Zet ontvangen.

Page 82: Dementieproofmeter 2015

DVG

Kopl

oper

s 20

12

Inst

room

201

3

Inst

room

201

4

Inst

room

201

5

Nie

t D

VG

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

82

Dementieproofmeter 2015

17a In uw gemeente kunnen mantelzorgers die een bijstands- 17 3 6 4 4 13

uitkering ontvangen gebruik maken van: ontheffing van de

sollicitatieplicht om toch in aanmerking te blijven komen

voor de (maximale) uitkering;

17b toestemming om minder uren per week beschikbaar te 19 4 7 4 4 14

zijn voor verplicht vrijwilligerswerk(door de gemeente

opgedragen) om toch in aanmerking te blijven komen

voor de (maximale) uitkering.

18 Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor 14 3 6 2 3 11

het realiseren van respijtvoorzieningen, specifiek voor

mensen met dementie, zoals dagopvang, logeermogelijk-

heden of een ontmoetingshuis-/centrum.

19 Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor 12 4 4 2 2 8

het realiseren van woonzorgvormen specifiek voor mensen

met dementie.

20 In uw gemeentelijke woonvisie heeft u prestatieafspraken 19 4 7 4 4 14

opgenomen die het levensloopbestendig (ver-)bouwen

intergenerationeel wonen en de mogelijkheden om dichtbij

mantelzorgers te wonen stimuleren.

21 Uw gemeente stelt bij het afgeven van omgevingsvergun- 3 0 1 2 0 3

ningen voor nieuwbouw en renovatie van woningen en

wooncomplexen - die specifiek voor de ouder wordende

bewoners bedoeld zijn - als criterium dat er een zodanige

(technologische) infrastructuur gerealiseerd zal worden,

dat domoticavoorzieningen (ten behoeve van de functies

contact, alarmering, detectie, toezicht op afstand en mo-

nitoring) op een eenvoudige wijze en zonder veel extra

kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden.

22 Uw gemeente zet zich actief in om ‘wonen’ specifiek voor 15 3 7 2 3 10

mensen met dementie zo vlot mogelijk te laten verlopen

door onnodige belemmeringen in het proces te voorkomen.

Page 83: Dementieproofmeter 2015

DVG

Kopl

oper

s 20

12

Inst

room

201

3

Inst

room

201

4

Inst

room

201

5

Nie

t D

VG

Dementieproofmeter 2015

83

23a Uw gemeente subsidieert/faciliteert groepsvoorlichting 13 3 4 3 3 7

over woningaanpassingen en mogelijke woonvormen

voor de doelgroep dementie.

23b Uw gemeente subsidieert/faciliteert individuele advisering 19 3 8 4 4 10

en coaching/begeleiding aan thuiswonende mensen met

dementie en hun mantelzorgers bij het beoordelen of

woningaanpassingen en/of hulpmiddelen gewenst zijn

en bij het leren omgaan met deze aanpassingen.

Tabel 16 Top 5 meest voorkomend bestaand beleid anno 2015 binnen de DVG gemeenten

Rangorde Item Top 5 van meest voorkomend bestaand beleid Aantal DVG % anno 2015 binnen de DVG gemeenten gemeenten

1. 4a Uw gemeente biedt financiële ondersteuning 25 96

of subsidies aan organisaties, die met vrijwil-

ligers:

praktische hulp bieden aan thuiswonende men-

sen met dementie en aan hun mantelzorgers;

2. 9b Uw gemeente zorgt bij de inkoop van groeps- 25 96

begeleiding voor voldoende diversiteit binnen

het aanbod, zodat dit beter aansluit bij de

diversiteit van de vraag.

3. 7b Uw gemeente biedt financiële ondersteuning 24 92

of subsidies aan organisaties:

die met vrijwilligers of professionals lotgeno-

tencontact organiseren en/of dit begeleiden

voor mensen met dementie en/of voor de

mantelzorgers van mensen met dementie;

Page 84: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

84

Dementieproofmeter 2015

Rangorde Item Top 5 van meest voorkomend bestaand beleid Aantal DVG % anno 2015 binnen de DVG gemeenten gemeenten

4. 7a Uw gemeente biedt financiële ondersteuning 23 88

of subsidies aan organisaties:

die met vrijwilligers en/of professionals,

emotionele ondersteuning (individueel of

in groepsverband) bieden aan mantelzorgers

van mensen met dementie;

5. 4b, Uw gemeente biedt financiële ondersteu- 22 85

4c ning of subsidies aan organisaties, die met

vrijwilligers:

bewegings-en ontspanningsactiviteiten bieden

aan/begeleiden van thuiswonende mensen

met dementie;

oppasdiensten bieden aan thuiswonende

mensen met dementie en hun mantelzorgers.

In 96% van de DVG-gemeenten wordt er financiële ondersteuning gegeven aan

organisaties, die met vrijwilligers praktische hulp bieden aan thuiswonende men-

sen met dementie en hun mantelzorgers. In 92% van de gevallen, dragen de

gemeenten financieel bij aan de organisatie door vrijwilligers van lotgenotencon-

tact en/of het begeleiden van mensen met dementie en hun mantelzorgers.

Verder helpen 22 van de 26 DVG-gemeenten ook financieel organisaties die met

vrijwilligers bewegings-en ontspanningsactiviteiten en oppasdiensten bieden

aan thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers.

In bijna alle DVG-gemeenten (96%) zorgt de gemeente bij inkoop van groepsbe-

geleiding voor mensen met dementie, voor diversiteit in het aanbod.

Ook bieden de DVG-gemeenten in 88% van de gevallen financiële ondersteuning

bij de emotionele ondersteuning van mantelzorgers van mensen met dementie.

Page 85: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

85

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie

Dementie is een van de grote maatschappelijke vraagstukken nu en in de toekomst.

Zeker in een sterk vergrijzende provincie als Noord-Brabant is dit vraagstuk zeer actueel

en zal, mede gezien de toename van de doelgroep en de afname van het potentieel

aan mantelzorg (familiezorg), de ontwikkelingen in de zorg (en zorgwetgeving), de

komende decennia hoog op de agenda blijven.

De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie (PGraad) wil medeverantwoorde-

lijkheid dragen voor het aanpakken van dit grote maatschappelijke vraagstuk. Haar rol

in deze is:

• Signaleren

• Agenderen

• Adviseren

• Op vraag van lokale overheden (tijdelijk) ondersteuning bieden in ontwikkelingstrajecten.

• Met het veld nieuwe oplossingen mee ontwikkelen of implementatie hiervan stimu-

leren.

Het programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie richt zich op:

• Verbetering van de zorg voor de thuiswonende mensen met dementie.

• Verbetering van het wonen met zorg voor niet meer thuiswonende patiënten.

• Versterking van de mantelzorg.

• Verbeteren van de kwaliteit van zorg.

De PGraad is een Brabants kennis- of expertisenetwerk, waarin naast doelgroepbelangen-

behartigers (Alzheimerafdelingen) alle disciplines op het gebied van psychogeriatrie,

middels deskundige sleutelfiguren uit de verschillende sectoren, zijn vertegenwoor-

digd.

Page 86: Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet | 2015

86

Dementieproofmeter 2015

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie (PGraad)

Samenstelling december 2015

De heer drs. H. Kemps Voorzitter PGraad

Mevrouw drs. W. Arts Programmamanager PGraad

De heer drs. L. Bisschops Alzheimerafdeling Zuidoost-Brabant

Mevrouw J. de Boer Alzheimerafdeling Uden/Veghel

De heer drs. E. Dirkx RIGOM

De heer drs. A. van den Dungen Wethouder gemeente Sint Michielsgestel

Mevrouw dr. T. Eerenberg TweeSteden ziekenhuis

De heer L. van Erp RSZK

De heer prof. dr. G. van Heck UvT/Tranzo

De heer drs. C. Hammen VBOB

Mevrouw A. Heezemans ROC Eindhoven

De heer drs. B. Janssen Alzheimerafdeling Midden-Brabant

Mevrouw drs. A. Kaag Provincie Noord-Brabant

De heer A. Megens Zet

De heer M. van Oosterhout Wethouder gemeente Drimmelen

Mevrouw M. Tuinder msc PON

De heer drs. S. Roufs GGzE

De heer prof. dr. R. Schalk UvT/Tranzo

Mevrouw drs. I. Smoor Alzheimer Nederland afd. Den Bosch

Mevrouw drs. R. Sohier PRG

Mevrouw J. Tacke BRIZ

Mevrouw L. Trommelen Zorgcoöperatie VGZ Midden-Brabant

De heer P. Verkuylen BrabantZorg

De heer A. Vos Alzheimerafdeling West-Brabant

De heer J. Vrijsen Coöperatie VGZ UA

Mevrouw dr. E. Wouters Fontys Hogeschool

Page 87: Dementieproofmeter 2015

Dementieproofmeter 2015

87

Publicatielijst 2015Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie

1. Hammen, drs. Cor, Kaelen, Ing. B., Schalk, prof. dr. René en Stoop, Hilde: Dementie en

‘thuis’ wonen nu en in de toekomst in Noord-Brabant, Tilburg, november 2014, Pro-

grammaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Tilburg University, te downloaden

via www.pgraad.com

2. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie: Factsheets: ‘Behoeftenprofiel De-

mentie’, ‘Betrokkenen in de dementiezorg’, ‘Financieringskaders dementiebehoef-

ten (vanaf 2015)’en ‘Gewenst aanbiedingsniveau’s voor antwoorden bij dementie’,

Tilburg, juli 2014

3. Schoot, Anja van der en Ingrid Dam: Wijkgericht werken en dementie. welke meer-

waarde heeft integrale zorg en ondersteuning in de buurt voor mensen met demen-

tie en hun mantelzorgers?, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie/BRIZ,

april 2013, € 10,- ex-cl. BTW

4. Stoop, Hilde: Brabants gemeentelijk dementiebeleid anno 2012 in beeld. Program-

maraad Zorgvernieuwing Pychogeriatrie, Tilburg, oktober 2012

5. Westelaken, Anja van de: 42% van de mantelzorgers zorgt voor een persoon met

dementie. Facts & Figures 2012, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie,

Tilburg, april 2012

6. Stoop, Hilde: Toepassen van de wijk-/dorpsschets. Draaiboek. Programmaraad Zorg-

vernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, maart 2012

7. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Factsheets van Noord-Brabantse

gemeenten 2012, te downloaden via www.pgraad.com.

8. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie Dementieproofmeter 2012, Til-

burg, februari 2012

9. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie: AWBZ-veranderingen 2012 – 2014.

Wat komt op u af?, Tilburg, oktober 2011

10. Schoot, Anja van der, Met ‘zorg’ wonen in wijken en kernen, Programmaraad Zorg-

vernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, september 2011, € 15,- excl. BTW

11. Lahaije, Marjo, Hilde stoop en Han te Brummelstroete, Kwetsbare burgers langer thuis.

schets gewenst aanbod op verschillende geografische gebiedsniveaus, Gemeente Til-

burg, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, juli 2011.

Page 88: Dementieproofmeter 2015

12. Stoop, Hilde en Anja van der Schoot, Brabants Actieprogramma dementie 2011 –

2015, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, april 2011.

13. Stoop, Hilde, Brabants gemeentelijk dementiebeleid in beeld. Tilburg, mei 2010,

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, € 12,50.

14. Stoop, Hilde, Zuidoost-Brabants gemeentelijk dementiebeleid anno 2010 in beeld,

Tilburg, april 2010, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie.

15. Gemeenten moeten dementie serieus nemen. Verslag van het regionaal debat

Noordoost-Brabant: Dementie vergeten?.....Toch zeker niet! (2-12-2009 Heesch), Til-

burg, januari 2010, Programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Alzheimerafde-

lingen Noordoost-Brabant.

16. Advies Empowerment en Dementie: Vergeet mij niet! Tilburg, oktober 2009, Pro-

grammaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie.

17. Redactie: prof. dr. Guus van Heck & Hilde Stoop: Vergeet mij niet!, Tilburg, september

2009, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie.

18. Redactie: Hilde Stoop en mr. Ietje de Rooij, Grote kwaliteit op kleine schaal. Is klein-

schalig wonen voor mensen met dementie een succesvolle parel in de ouderen-

zorg? Tilburg, mei 2008, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en De

Kievitshorst/ De Wever, € 12,50, inclusief BTW.

19. Alexander van den Dungen (PRVMZ) en Hilde Stoop (Zet) Klein, maar fijn?, PRVMZ,

Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet, ’s-Hertogenbosch, 2008.

20. Stoop, Hilde, Behoeftenkaart dementie en Kaart Voorbeelden van Wmo-antwoor-

den, Tilburg, mei 2008, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie.

21. Stoop, Hilde, Evaluatie Dementieconsulent Tilburg, Tilburg, mei 2005, BOZ, € 10,00.

22. Crey, van Fanny en Kaelen, Ben: Huurders met dementie; wat woningcorporaties

kunnen bijdragen aan een dementievriendelijke gemeenschap, Tilburg, december

2015, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet, te downloaden via

www.pgraad.com

De producten zijn te bestellen bij:

Zet, Afdeling Documentatie

Telefoon : 013 54 41 440

E-mail: [email protected]

Page 89: Dementieproofmeter 2015
Page 90: Dementieproofmeter 2015

DEMENTIEPROOFMETER 2015

INVENTARISATIE VAN BRABANTS GEMEENTELIJK DEMENTIEBELEID

Ben Kaelen

Fanny van Crey

Tilburg, december 2015

De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie zet zich sinds 1994 in voor het behoud of het vergroten van de kwaliteit van leven van zowel men-sen met dementie als de mantelzorgers en voor de kwaliteit van de (infor-mele) zorg.

De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie is een Brabantse net-werkorganisatie waarin een diversiteit aan Brabantse expertise en krachten gebundeld is.

De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie geeft gevraagd en on-gevraagd advies, verspreidt kennis en biedt begeleiding en ondersteuning bij vernieuwingen in de dementiezorg.

p/a ZetPostbus 271 5000 AG Tilburg

Telefoon 013 [email protected]

omslagdementieproefmeter2015.indd 1 12-01-16 14:46