Delft Global

40
DELFT INTEGRAAL Nr. 4 DEC 2015 JAAR- GANG 32 Delft Global THEMA

Transcript of Delft Global

Page 1: Delft Global

DELFT INTEGRAAL

Nr. 4

DEC2015

JAAR- GANG

32

Delft GlobalTHEMA

Page 2: Delft Global

2

COLOFONCoverfoto Sam Rentmeester

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur), Dorine van Gorp, Katja Wijnands (eind-

redactie), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Sam Rentmeester (beeldredacteur),

Connie van Uffelen, Jos WassinkTelefoon (015) 278 4848,

e-mail [email protected] aan dit nummer Jorinde Benner,

Remco de Boer, Auke Herrema, Desiree Hoving, Damini Purkayastha, Stephan Timmers,

Marco Villares. Ontwerp Jelle Hoogendam

Vormgeving Saskia de BeenDruk MediaCenter Rotterdam

Abonnementsadministratie [email protected]

Advertentie H&J Uitgevers, (010) 451 5510

‘De Nederlandse universiteiten moeten aantrekkelijke carrière-paden en hoogwaardige onder-zoeksvoorzieningen bieden om talent uit binnen- en buitenland

aan te trekken en vast te houden’, zegt de Trendrapportage 2000-2020 van de VSNU (vereniging

van universiteiten). De TU Delft timmert flink aan de weg om

zowel buitenlands talent binnen te halen als Delfts talent naar het

buitenland te sturen. Dat legt haar geen windeieren. Zo steeg de

universiteit dit jaar zes plekken naar de 65ste plek op de Times

Higher Education Ranking, mede omdat de TU hoger scoort op

internationalisering. In deze Delft Integraal laten we een greep uit de vele voorbeelden van Delftse

internationalisering zien. De TU lanceerde eind november het

Delft Global Initiative.Geen ontwikkelingswerk maar

ontwikkelingssamenwerking, waarbij onderzoekers, docenten en studenten bijdragen aan het concreet oplossen van mon- diale problemen. Wist u dat de TU Delft een kantoor heeft in Campinas, Brazilië? Redacteur Saskia Bonger liep er een week mee met hoogleraren Luuk van der Wielen en Patricia Osseweijer. Het aantal internationale mas-terstudenten dat naar Delft komt groeit nog steeds. Het resultaat, volgens senior beleidsmedewer-ker internationalisering Marietta Spiekerman: “Als je goede buiten-landse studenten trekt, krijg je ook goede buitenlandse staf. Dat komt weer ten goede aan de kwaliteit van ons onderwijs. Ik denk dat de TU hier alleen maar enorm aan kwaliteit heeft gewonnen.”

Frank Nuijens, hoofdredacteur

Internationalisering

REDACTIONEEL Cover:

‘Om internationalisering te laten zien hebben we gekozen om buitenlandse studenten te

portretteren die in Delft studeren. Qua vorm geïnspireerd op de

series van Ari & Ellie, maar dan met de mensen zo verschillend

mogelijk. Door de houding en het licht hetzelde te houden benadruk je de verschillen. Samen geeft het een aardig beeld van de verschei-

denheid aan studenten.’Foto: Sam Rentmeester

Frank Nuijens

FOTO

: SAM

RENT

MEES

TER

KORT DELFTS04

PERSOONLIJK25

PATENTHelikopter

30

COLUMNRemco de Boer

31

HORA EST32

DE ZAAKMagnet.me

35

#LOOKLIKEANENGINEER Seksisme in de wetenschap

36

ALUMNINIEUWS 38

pagina 07

Thema Delft Global

NR4DECEMBER 2015

Page 3: Delft Global

3

Meetinstrument Pearl

InterviewMarietta Spiekerman

‘ Als je goede buitenlandse studenten trekt, krijg je ook goede buitenlandse staf’

26

20

SterrenstofBallonnen op de Zuidpool

32 18

26

Nieuw meetinstrument bij reactorinstituut is uniek

in Nederland

32

Page 4: Delft Global

4

Hoogterecord

NR4DECEMBER 2015

Na een dag wachten op de goe-de windrichting schoot raket Stratos-II+ vrijdag 16 oktober

vanaf een basis aan de Spaanse zuidkust 21.457 meter de lucht

in. Daarmee verpulverde het Delftse studententeam Dare

zijn eigen Europese en studen-ten hoogterecord van 12,5 kilo-meter. De beoogde 50 kilome-ter hoogte werd niet gehaald.

Het Dare Stratos II team heeft een nieuw Europees hoogtere-

cord voor amateurraketten

in handen. De raket had drie experimenten aan boord en is door de studenten zelf ontwik-keld en gebouwd, inclusief het belangrijkste onderdeel: de raketmotor. Deze is ‘hybride’. De brandstofkern bestaat uit een mengsel van aluminium-poeder, kaarsvet en sorbitol (koffiezoetjes), waar onder hoge druk lachgas doorheen wordt geblazen. dare.tudelft.nl

KORT DELFTS

Een grijper maken die een koffiebeker kan vastpakken en optillen zonder te morsen. Dat is niet eenvoudig, bleek tijdens de eindbattle Click Whack en Wallop voor eerste-jaars werktuigbouwkunde. De studenten moesten een mechanische grijper ont-werpen en maken die door pneumatische aandrijving een koffiebeker van maxi-maal vijfhonderd gram kan beetpakken en 25 centimeter kan optillen. De inhoud kon brons, water of pasta zijn, maar moest wel in de beker blijven. Behalve een werkend prototype moest ieder van de honderd teams een website maken over hun ontwerp. project.3me.tudelft.nl/2015

FOTO

: SAM

RENT

MEES

TER

FOTO

: EDW

ARD-

JANS

SEN

Page 5: Delft Global

5

Weerstations in AfrikaGoed nieuws voor professor Nick van der Giesen (CiTG, watermanagement). Het project Tahmo (Trans-African hydro-meteorological observatory) waarvan hij mede- directeur is, heeft financiering gekregen van het Global Resilience Partnership, een publiek-privaat initiatief van organisaties voor ontwikkelingssamenwerking. Tahmo werd samen met zeven andere projecten gekozen uit 510 inzendingen vanuit de hele wereld. Het doel van Tahmo is om twintigduizend weerstations te installeren in Afrikaanse landen en zo een meteorologisch netwerk te creëren dat betere klimaatvoorspellingen kan doen. De weerstations halen hun energie uit een piepklein zonne-paneel en rapporteren met een gsm-telefoon elke vijf minuten hun gegevens over regen, zon, temperatuur, luchtdruk, wind en nog veel meer. ‘Automatische weer-stations in Afrika kunnen bijdragen aan het bereiken van nieuwe mondiale doelen’, twitterde Van der Giesen.

Click, Whack en Wallop

Bachelor Belofte‘Ik zal mij gedragen zoals men dat van een goed student mag verwachten.’ Zo begint de Bachelor Belofte, die twee-dejaars studenten werktuigbouwkunde, maritieme techniek en klinische technologie dit najaar kregen uit handen van hun opleidingsdirecteuren. Het nieuwe evenement, waarop vele ouders afkwamen, moet de stu-denten over het beruchte ‘tweedejaars-motivatiedipje’ helpen. Dat dipje uit zich, overigens niet alleen bij de faculteit 3mE, in teruglopende studieresultaten in het tweede studiejaar.

Nieuwbouw tussen IO en 3mETussen Industrieel Ontwerpen (IO) en 3mE komt een nieuw onderwijsgebouw, Pulse, dat beide faculteiten met elkaar verbindt. Daarnaast omvat het plan een fietsparkeergarage annex koffiebar en een learning lab voor docenten. Het gebouw krijgt een vloeroppervlak van 4500 vierkante meter. Er komen onderwijszalen, studie-plekken, projectruimtes en een internationaal café. Archi-tectenbureau Ector Hoogstad maakte het ontwerp. delta.tudelft.nl/30755 en 29614

Vijftig keer naar de maan en terug. De CF6-50 turbofan motor die KLM doneerde aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaart- techniek, legde in de 57 duizend uur dat hij in bedrijf was, 42 miljoen kilometer af. KLM en de faculteit hopen dat voor studen-ten de theorie met dit 4.500 kilo wegende gevaarte meer tot leven komt. delta.tudelft.nl/30757

57.000

FOTO

: SAM

RENT

MEES

TER

ARTIS

T IMP

RESS

ION:

EC

TOR H

OOGS

TAD A

RCHI

TECT

EN

Page 6: Delft Global

6 NR4DECEMBER 2015

VerbouwingsplannenHet onderhoud van de faculteit EWI kost de TU zoveel geld dat een grootscheepse renovatie nodig is. Het gebouw uit 1968 is aan het einde van zijn levensduur. Elektra, transformatoren en verwarming zijn oud, liften geven storingen en de gevel tocht en lekt. Er wordt alles aan gedaan om het gebouw nog een paar jaar leefbaar te houden, totdat duidelijk is hoe het onderkomen van EWI er in de toekomst uit gaat zien. Ook het faculteitsgebouw van Civiele Techniek en Geowetenschappen uit 1975 is aan verbouwing toe. Het moet betere isolatie krijgen en een meer open uitstraling. Verbouwing staat al jaren op de rol. De hoop is dat een groot deel van het gebouw in de zomer van 2017 op de schop gaat.delta.tudelft.nl/30555 en 30392

OnderwaterlawaaiWindmolenparken voor de kust moeten op een milieuvriendelijke manier voor elektriciteit zorgen, maar het lawaai dat de aanleg ervan onder water ver-oorzaakt, is een serieuze bedreiging voor het zeeleven. Het plaatsen van funderingspalen is tegenwoordig aan strenge regels gebonden en dit zorgt voor vertraging bij de bouw. Civieler Apostolos Tsouvalas analyseerde het lawaai en ontwikkelde een computermodel voor de industrie dat het geluid kan voorspellen. Daarnaast maakte hij een plan waarin de resultaten van zeebiolo-gen zijn verwerkt en ontwikkelde hij een model voor een ‘luchtgordijn’ rond de palen. delta.tudelft.nl/30799

Nét biefstukHet is net biefstuk wat uit de machine van Georgios Krintiras komt. Maar dan vegetarisch, op basis van sojabonen. De onderzoeker werkt aan een machine die sojaproteïnen en gluten omtovert tot ‘vlees’ met de juiste structuur. De ontwikkelde methode – Couette celtechnologie – is veelbelovend maar er is drie mil-joen euro nodig om een groter prototype te bouwen. Er hebben al investeerders interesse getoond en Krintiras verwacht dat zijn steaks binnen twee tot vijf jaar in de supermarkt liggen.delta.tudelft.nl/30812

Nuna 8 wint op laatste dagHet werd een double Dutch. Na 3200 kilometer door Australië won de Delftse zonnewagen van het Nuon Solar Team de World Solar Challenge 2015. Solar Team Twente zat er nog geen drie minuten achter. Het Twentse team lag lang op kop. Pas op de laatste racedag zag het Delftse team kans om de rode zonnewagen uit Twente te passeren. In de 180 kilometer die toen nog restten wist het team de voorsprong uit te bouwen tot 8,20 minuten. Het is de zesde keer dat de TU Delft de race wint, maar de eerste keer dat nummers één en twee zo dicht op elkaar zitten. Als derde finishte het Japanse Team Tokai.

FOTO

: SAM

RENT

MEES

TER

FOTO

: APO

STOL

OS TS

OUVA

LAS

FOTO

: HAN

S-PE

TER V

AN VE

LTHO

VEN

Page 7: Delft Global

7

FOTO

: SAM

RENT

MEES

TER

Delft Global

Dependances in Brazilië, China en Vietnam; talloze interna-tionale samenwerkingsverbanden tussen onderzoekers en instituten over de hele wereld; ruim 18 duizend Delftse

alumni die in het buitenland werken; meer dan 600 duizend geïnteresseerden wereldwijd die inmiddels een Delftse

mooc hebben gevolgd; en zo’n 3.150 buitenlandse studen-ten die jaarlijks naar Delft komen . De TU Delft is met recht

internationaal te noemen. Delft Global in vogelvlucht.

Page 8: Delft Global

ww

TEKST EN FOTO’S: SASKIA BONGER8 NR4DECEMBER 2015

De TU heeft sinds drie jaar een kantoor op de campus van de Braziliaanse universiteit Unicamp. Hoe run je gezamenlijk onderwijs en onderzoek tienduizend kilometer verderop?

“Daar is bevlogenheid voor nodig.”

TU Delft in Brazilië‘De mensen willen een

hoogleraar zien’

Delft Global

Eén kamer in het witte ge-bouw van het instituut voor energieonderzoek. Dat is in fysieke zin het kantoor van de TU Delft op de campus van

Unicamp. Deze Braziliaanse uni-versiteit in Campinas staat op een voormalige koffie- en suikerriet-plantage op een kleine twee uur rijden van het vliegveld van São Paulo. Wie het kantoor belt, wordt door-verbonden met het secretariaat op de begane grond. Fabiana Gama Viana of Lilian de Andrade Paulino neemt dan op. De twee doen het regelwerk voor het Braziliaanse kantoor van de TU en BE-Basic. Contact met Delft verloopt via e-mail en telefoon, of in levende lijve als ‘Delft’ in Campinas is.Het kantoor staat vaak leeg, maar die kamer is dan ook niet het be-langrijkste aan de aanwezigheid hier. Het draait om de gedeelde in-teresse in onderzoek en onderwijs van Nederland en Brazilië op het gebied van een duurzame biobased

economy, om hoogleraren en studenten die elkaar aanvullen en leren van de ander. Maar vooral staat het voor persoonlijke contac-ten die nieuwe onderzoeksrelaties mogelijk maken.

OprichtersDaarvan zijn de oprichters, de Delftse hoogleraren Patricia Osseweijer en Luuk van der Wielen, de verpersoonlijking. Osseweijer is hoogleraar Bio-technology and society en weten-schappelijk directeur van TU Delft Brazil. Van der Wielen is hoogle-raar Bioprocess engineering en voorzitter van de raad van bestuur van BE-Basic. Zij overleggen met hoogleraren, bedrijven en overhe-den, over lopend en nieuw onder-zoek en onderwijs, in Nederland én Brazilië. Ze reizen ongeveer eens per maand naar dit land, bijvoor-beeld om college te geven of om de voortgang of aanmelding te be-spreken van eigen of nieuwe dual degree-studenten. Dat zijn PhD-

studenten die zowel aan de TU als aan Unicamp promoveren. Of de twee hoogleraren beleggen een vergadering met onderzoeks-partners en financiers, zoals op 23 november. Namens BE-Basic maken ze die dag in São Paulo af-spraken over bestendiging en uit-breiding van de Nederlands-Brazili-aanse samenwerking op het gebied van duurzaam geproduceerde bio-brandstoffen voor de luchtvaart en het gebruik van de restmaterialen als chemische bouwstenen voor nieuwe producten. Vertegenwoordigers van het Nederlandse ministerie van Onder-wijs, Cultuur en Wetenschappen en het consulaat zijn erbij. Ook zijn er afgevaardigden van DSM en de bedrijven Corbion, Boeing en Em-braer. De Braziliaanse onderzoeks- en innovatieorganisatie FAPESP is gastheer van de vergadering, waar verder het Braziliaanse biotechno-logielab CTBE, de universiteiten van Campinas en São Paulo en het Nederlandse onderzoeksinstituut

Page 9: Delft Global

9

ww

9

Ramses Molijn bracht de afgelopen vijftien maanden landbouwakkers in Brazilië in kaart. Lees over zijn onderzoek op delta.tudelft.nl/blog 94

KNAW-NIOO aanwezig zijn. De sfeer is er ontspannen en vriend-schappelijk. De aanwezigen begroe-ten elkaar als oude vrienden.

EucalyptusHans Schutte, directeur-generaal van OCW, zegt blij te zijn met deze ‘grootste wetenschappelijke samen-werking tussen Nederland en Brazilië’. “Dit is een fantastisch project, een voorbeeld”, vertelt hij na de vergadering. “Brazilië is één van de prioriteitslanden van OCW. BE-Basic levert wetenschappelijk resultaat en human capital. Het is knap dat dit samenwerkingsver-band zoveel partijen verenigt. Daar is bevlogenheid voor nodig. De TU heeft twee van die bevlogen mensen (Luuk van der Wielen en Patricia Osseweijer, red.). Zij kunnen boven-dien de verbinding maken met be-drijven, zodat ook die profiteren.”Net als alle andere contacten – met hoogleraren, studenten, overheden – vergen gesprekken met bedrijven de nodige tijdsinvestering. Contacten

tussen universiteiten en bedrijven zijn schaars in Brazilië. De Delftse ervaring daarmee is hier een meerwaarde, vertellen Unicamp- onderzoekers. BE-Basic is gespreks-partner van grote bedrijven als Akzo-Nobel, KLM, Embrear en BP.

Vaak gaat het over bio-ethanol, een grote industrie in Brazilië, en dan meestal uit suikerriet. Van der Wielen vertelt een paar dagen na de vergadering dat hij wel weer eens wat anders wil dan suikerriet. En dus is er een afspraak bij de papier- en pulpfabriek Suzano net buiten de stad Americana, op een half uur van Unicamp. De fabriek beheert enorme eucalyptusboomplantages en zoekt naar manieren om nieuwe producten te maken van cellulose en lignine, beide afkomstig uit hout. In hun huurauto rijden hij en

OnderwijsDe afgelopen jaren hebben de TU Delft/BE-Basic en Unicamp, soms in samenwerking met bedrijven als DSM, zes verschillende master-cursussen gegeven. Nieuwe cur-sussen zijn in de maak. Het laatst afgeronde vak is business development: beyond bioethanol. De (Braziliaanse) studenten kre-gen de opdracht een businessplan te maken voor een rendabel bedrijf dat duurzame bio-kerosine maakt voor vliegtuigen. Aviation fuels vormen een nieuwe en belangrijke onderzoeksrichting voor BE-Basic. Naast dit reguliere onderwijs is er de gezamenlijke massive open online course industrial biotech-nology.

‘Het is knap dat dit samenwer-kingsverband zoveel partijen verenigt’

>>

Page 10: Delft Global

1010 NR4DECEMBER 2015 Delft Global

Osseweijer erheen. Want, zegt Van der Wielen, ‘je kunt in Brazilië niet afgaan op wat mensen je zeggen of op mooie plaatjes’. “Je moet zelf gaan kijken. De mensen willen een hoogleraar zien. Pas dan gaan er deuren open.” Na een gesprekje over koetjes en kalfjes – onmisbaar in Brazilië al-dus Osseweijer: “Nederlanders komen te snel to the point” – wordt het gesprek al gauw technisch. Tij-dens een rondleiding bekijken de hoogleraren drie testopstellingen. In de eerste wordt van houtsnip-pers olie gemaakt. In de tweede drijft een witte natte massa. Het is

cellulose, vertelt Osseweijer. “Het wordt gebruikt om papier te verste-vigen of om cosmetische producten sterker te maken.” Bij de derde testopstelling worden ligninedeeltjes verkleind, maar dan nog zijn ze te groot om te gebruiken bijvoorbeeld als rubbervervanger in autobanden. “Ze zijn nu micro, maar ze moeten nano worden”, vat Osseweijer het probleem samen. Naast de ronkende machines stelt Van der Wielen voor om een stu-dent een model te laten maken van het productieproces. En zo gooit hij de eerste concrete onderzoeks-lijn uit.

OnderzoekHet kantoor TU Delft Brazil,

BE-Basic Brazil is officieel opge-richt op 21 november 2012, met de

TU Delft als initiatiefnemer. De afgelopen vijf jaar heeft het college

van bestuur van de TU bijna anderhalf miljoen euro geïnves-teerd en de faculteit Technische

Natuurwetenschappen bijna 800 duizend euro.

Met bijdragen uit BE-basicprojec-ten en van de onderzoekszoeks- en

innovatieorganisatie van de staat São Paulo FAPESP als voornaam-

ste financiers komt de totale inves-tering over vijf jaar op 13 miljoen

euro. Het meeste geld is gegaan naar gezamenlijke onderzoeks-

projecten op het gebied van de bio-based economy. Zes Delftse pro-

movendi en tien PDEngs (met een verkort promotietraject) zijn in-

middels naar Brazilië gegaan. Vijf Braziliaanse phd-studenten gingen

op hun beurt naar Nederland en meer dan twintig van hen staan

klaar. Het geld voor de uitwisseling is aanwezig. Deze zomer kwam

BE-Basic met minister Jet Bussemaker van OCW overeen dat

er tot 2025 honderd dual degree-studenten moeten komen.

>>

Patricia Ossewijer en Luuk van der Wielen bezoeken een pulp- en papierfabriek op een half uur rijden van Unicamp.

In een vergadering in Sao Paulo met onderzoekspartners en financiers maken de hoogleraren afspraken over uitbreiding van de samenwerking.

Page 11: Delft Global

11

De TU Delft Library is medeoprichter van DataCite, de wereldwijde organisatie die onderzoeksdata registreert. Nu kent ze aan alle datasets van Nederlandse onder-zoeksinstellingen een uniek nummer toe. “Als een onderzoeker een artikel in Nature publiceert, dan zorgt dat tijd-schrift dat het artikel een Digital Object Identifier (DOI) krijgt. Dat is een uniek nummer, waarmee iedereen ter wereld het artikel kan zoeken, vinden en cite-ren”, zegt Madeleine de Smaele van het

team Research Data Services. “Maar als diezelfde onderzoeker zijn data be-schikbaar wil maken via 3TU.Datacen-trum, dan krijgt hij een DOI van ons.” De bibliotheek besloot in 2010, samen met vier andere internationale orga-nisaties, DataCite op te richten. Het initiatief ging hand in hand met het oprichten van 3TU.Datacentrum, de repository voor onderzoeksdata. “Met DataCite spelen we een belangrijke rol in het registreren van DOI’s voor on-derzoeksdata. Voor die tijd kon dat nog helemaal niet in Nederland”, licht De Smaele toe. Hoe werkt dat registreren? Een DOI is een rij getallen, waarvan het gedeelte vóór de slash ‘prefix’ heet en het ge-deelte erna ‘suffix’. “Wij delen prefixen

uit aan alle instellingen in Nederland via onze DOI registratiedienst, DataCite Netherlands. De instelling zelf zorgt voor de suffix.”Inmiddels zijn alle continenten verte-genwoordigd in DataCite, met 25 le-den. “We hebben veel contact met el-kaar”, zegt De Smaele. “In de toekomst hopen we dat elke DOI van een tijd-schriftartikel verwijst naar de DOI van een dataset en andersom. Dat zou de transparantie van de wetenschap en het gebruik van data enorm ten goede komen.” DH

Delft & DOI’s

datacite.tudelft.nl

In beeld bij BrusselTechnische universiteiten moeten zichtbaarder worden in Europa, vindt de Idea League, de alliantie van de TU Delft en drie buiten-landse TU’s.

De Idea League wil meer benadrukken dat techni-sche universiteiten specifieke invloed hebben op de samenleving. Dit doet ze door te wijzen op de mensen die de TU’s afleveren: ingenieurs die vaak

op sleutelposities belanden. Daarnaast dragen TU’s bij aan het oplossen van maatschappelijke problemen en spelen ze een rol in economie en innovatie.Technische universiteiten zijn door hun samenwerking met de industrie en hun entrepreneurs anders dan algemene uni-versiteiten, legt Willemijn Dicke uit, secretaris-generaal van de Idea League die ooit vanuit eenzelfde gedachtegoed ont-stond. Door de introductie van de bachelor-masterstructuur

in 1999 waren Imperial College, Delft, ETH Zürich en Aken (Idea) erop beducht dat hun vijfjarige curriculum werd ver-kort. Zij vergeleken hun onderwijsprogramma’s en tentami-nering en wisselden best practices uit om de kwaliteit te ver-beteren. Die uitwisseling zal voortaan ook op beleidsniveau plaatsvinden. Imperial vertrok, Paris Tech kwam er tijdelijk bij en sinds 2012 hoort het Zweedse Chalmers bij de Idea League. De samenwerking uit zich in verschillende initiatieven, zoals een joint master geophysics. Die studie trok tien jaar geleden niet meer genoeg studenten in Delft, Aken en Zürich. Samen ontwierpen ze een tweejarig programma waarbij studenten een half jaar in elk van deze steden studeren en vervolgens mogen kiezen waar ze afstuderen. “Inmiddels zijn er zo’n 350 afgestudeerd”, zegt Dicke.Daarnaast biedt de Idea League research grants voor studen-ten die bij een partneruniversiteit onderzoek willen doen. Wat volgens Dicke ‘altijd vol’ zit zijn de summerschools voor promovendi en masterstudenten die een promotieonderzoek willen doen. Zij volgen een week colleges bij een van de Idea League-universiteiten.Wat langer duren de doctoral schools, programma’s waarbij promovendi in elk van de vier instituten bij elkaar komen, een week college krijgen van de beste hoogleraar in een vakgebied en vervolgens samen aan een probleem werken. Promovendi krijgen daardoor een netwerk, en hoogleraren kunnen talent spotten.Onlangs ging the challenge van start, een programma waarbij honours studenten zich in elk van de vier steden een week-end lang richten op beleid en leiderschap en daarbij werken aan een echte opdracht. Het Delftse weekend vond in no-vember plaats bij Tennet. CvUFO

TO: S

AM RE

NTME

ESTE

R

Page 12: Delft Global

1212 NR4DECEMBER 2015 Delft Global

De zoute spoeling van Hongkong

Inwoners van Hongkong spoelen hun toilet met zee-water. De stadstaat legde halverwege de vorige eeuw een zoutwaterleiding aan om het schaarse drinkwa-ter te besparen.Volgens hoogleraar milieutechno-logie prof.dr.ir. Mark van Loosdrecht (TNW) biedt

spoeling met zeewater specifieke voordelen in de waterzui-vering. Hij werkt samen met zijn collega prof. dr. Guanghao Chen van de Hongkong University of Science and Techno-logy (UST) aan een onderzoeksprogramma om de voorde-len van zeewater in de afvalwaterzuivering te benutten.Toen Chen aan de UST tot hoogleraar benoemd werd, vroeg hij Van Loosdrecht advies bij het opzetten van nieuw on-derzoek. In plaats van voort te borduren op het onderzoek in Delft adviseerde de Delftse milieutechnoloog onderzoek te doen naar de specifieke omstandigheden in Hongkong, namelijk een rioolwaterzuivering met zeewater.Inmiddels hebben ze laten zien dat zeewater veel voordelen biedt. Van Loosdrecht somt op: sulfaat in zeewater zorgt voor minder slibproductie (afval); sulfide (dat door oxidatie uit sulfaat ontstaat) doodt ziekteverwekkende bacteriën; bin-ding aan sulfide maakt terugwinning van metalen eenvoudi-ger en ook fosfaat uit het rioolwater is eenvoudiger terug te winnen met magnesium uit zeewater. Bijkomend voordeel is het gebruik van zeewater voor koeling (iets wat met drink

water niet is toegestaan vanwege mogelijke bacteriegroei). Al met al reden genoeg om de zoutwaterrioolzuivering bre-der onder de aandacht te brengen. Van Loosdrecht hoopt dat te bereiken via een samenwerking met het Delftse waterinstituut Unesco/IHE. Als eerste project wordt een pilot uitgevoerd bij een resort in Cuba, waar de helft van het watergebruik spoelwater betreft. JW

Oud en nieuw in HanoiHuizenbouwers in Vietnam proberen vooral de warmte buiten te houden. Traditioneel gebeurde dat met slim overstekende daken, massa om koelte vast te houden of juist lichte construc-ties waar koele lucht door kon venti-leren. Door de industriële revolutie maakten die traditionele oplossingen plaats voor betonnen hoogbouw met aan iedere gevel een kastje voor de airconditioning. Diezelfde installa-tie wordt in de winter gebruikt om er elektrisch te stoken. Het gevolg is een torenhoog elektriciteitsverbruik om gebouwen leefbaar te houden.Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar climate design & sustainability (Bouw-kunde) werkt samen met de Hanoi Architectural University (HAU) en de National University of Civil Enginee-

ring (NUCE) op het gebied van ‘groen’ bouwen of duurzaamheid in de ge-bouwde omgeving. Juist de jonge ge-neratie heeft daar veel belangstelling voor, vertelt hij. Studenten, jonge staf en jonge architecten proberen traditi-onele klimaatbeheersingsoplossingen te combineren met nieuwe technieken om zo gebouwen te ontwerpen die niet alleen minder energie nodig hebben, maar ook een gezonder binnenklimaat bieden.Binnenkort reist de hoogleraar naar Hanoi om de Vietnamese vertaling te presenteren van het boek ‘Integrated Sustainable Design’ dat hij samen met architect Jón Kristinsson schreef. Ook de uitwisseling van studenten (twee masters) en een promovendus in zijn groep is op gang gekomen. Het samenwerkingsplan vermeldt ver-der de productie van een nieuw boek over smart & bioclimatic design in een

tropisch klimaat, het opstarten van gezamenlijke onderzoeksprojecten en voortzetting van lezingen en trainings-bijeenkomsten voor de staf van beide universiteiten.

Daarnaast werkt Van den Dobbelsteen samen met de universiteit van Quito (Ecuador) aan onderzoeken naar de invloed van groen op het klimaat in ge-bouwen en in de stad. In ChongQing (China) is hij betrokken bij energie-neutraal ontwerpen en stedelijke ener-gieplanning: het in kaart brengen van vraag en aanbod van energie en de mo-gelijkheden voor duurzame energie-opwekking met als doel het fossiele energiegebruik te verminderen. JW

Juist jongeren hebben veel belangstelling voor ‘groen’ bouwen

FOTO

: HON

GKON

G: PA

SU AU

YEUN

G

Page 13: Delft Global

13

Het Delft Global Initiative wil onderzoekers, docenten en studenten verenigen om samen bij te dragen aan het oplossen van mondiale maatschappelijke problemen. Eind november beleefde het initiatief zijn kick-off.“Het Delft Global Initiative wil wereldwijde maatschappelijke problemen niet alleen aanpak-ken, maar concreet oplossen”, zegt dr.ir. Jennifer Kockx, planningsmanager en één van de initia-tiefnemers van het platform. “Door de expertise op het gebied van hightech wetenschap binnen de TU te bundelen, intensief samen te werken met lokale entrepreneurs en niet-gouvernemen-tele organisaties, en studentenprojecten te lin-ken aan gedegen onderzoek. Het is vooral geen ontwikkelingshulp met het vingertje, benadrukt Kockx: “Samen met talenten uit nieuwe en opko-mende landen willen we ingrijpende innovaties doen. Partnerschappen aangaan waarvan we zelf ook kunnen leren.” Door middel van verplichte maandelijkse werklunches blijven onderzoekers op de hoogte van elkaars werk, en leren ze van de ervaringen van anderen. Kockx: “Het kwam voor dat een civiel ingenieur van de TU Delft in Mo-zambique aan een project werkte, en geen idee had dat een paar kilometer verderop een urban planner van zijn eigen universiteit bezig was. Terwijl hun werk toch in elkaar grijpt.”De TU Delft is de eerste universiteit in Nederland met een dergelijk initiatief - Kockx en consorten haalden inspiratie uit het Aalto Global Impact in Helsinki. Het Delft Global Initiative is een tienjarig programma, dat vooralsnog de eer-

ste vijf jaar wordt gefinancierd door het college van bestuur. Over drie jaar moet het netwerk volledig op poten staan. Inmiddels heeft het platform zeven promotie- trajecten toegewezen, zogeheten Delft Global Fellowships. Daaronder onder andere een project dat dankzij een nieuwe technologie betaalbare zonne-energie biedt aan huishoudens met lage inkomens in Zuid-Afrika, van dr. Jelena Popovic (electrical sustainable energy). “Technologie ont-wikkelen voor een ontwikkelingsland, daarvoor moet je op een heel andere manier gaan denken.

Nu wordt prijs opeens mijn eerste prioriteit”, zegt Popovic. Mede-oprichter van het Global Initiative prof. Paul Breedveld wil met dr.ir. Amir Zadpoor, ir. Gerwin Smit, en dr.ir. Dick Pletten-burg (biomechanical engineering) het ontwerp-proces van protheses automatiseren via een smartphone-app, en moleculair biofysicus prof.dr. Cees Dekker zet zijn expertise in om een doe-het-zelftest te ontwikkelen voor mensen met een tropische ziekte.“In totaal hebben we twintig fellowships te ver-geven”, vertelt Kockx. Het staat iedereen vrij daar een gooi naar te doen. “Als het onderzoek maar global challenges aanpakt die zich richten op mensen en een lokale impact heeft. We kun-nen echt het verschil maken.” JB

De TU Delft is de eerste universiteit in Nederland met een dergelijk tienjarig programma

Ontwikkelingssamenwerking 2.0

FOTO: TAHMO

Page 14: Delft Global

14 NR4DECEMBER 2015

FOTO: SAM RENTMEESTERDelft Global

Mink weet dat het moeilijk kan zijn om een product te ontwerpen dat gericht is op verbetering van de kwali-teit van leven in een ontwikkelingsgebied. Ze verwijst naar een ontwerpproject van haar eigen bachelor- studie, een zijdeklosmachine voor vrouwen op het platteland van Oost-India.Op papier zag het er perfect uit. Pas later besefte ze dat ze zozeer met de technische aspecten bezig was geweest dat ze de dagelijkse praktijk van de Indiase vrouwen uit het oog was verloren.De oude, traditionele klosmachines stonden in een centrum waar ongeveer dertig vrouwen tegelijker-tijd konden werken, maar met de nieuwe draagbare machines van Mink konden ze het werk thuis doen. Daarmee verloren deze vrouwen een van de weinige gelegenheden waar ze elkaar konden ontmoeten. Het compactere en gebruiksvriendelijke ontwerp deed bovendien afbreuk aan het prestige dat ze ontleenden aan het werk met de grotere, complexere oude ma-

chines. En de nieuwe ma-chines konden ook

door kinderen

worden bediend; een gevaarlijk gegeven in een gebied waar kinderarbeid voorkomt. “Met dergelijke aspec-ten had ik van meet af aan rekening moeten houden,” zegt Mink. Daarom heeft ze voor haar promotieonderzoek een Opportunity Detection Kit (ODK) ontwikkeld: een interviewproces waarmee ontwerpers op een gron-digere manier kennis kunnen vergaren over het dage-lijks leven van hun doelgebruikers.Minks promotieonderzoek en haar kit zijn gebaseerd op de capability approach (vaardighedenbenadering), een model dat ook rekening houdt met andere belang-rijke aspecten van een mensenleven, zoals mobiliteit, gezondheid, familie en toekomstdromen.

Misschien hoeft de focus bij het ontwerp van een coole gadget niet sterk op de gebruiker te liggen. Maar bij het ontwerpen in een context die in cultureel, po-litiek, religieus en economisch opzicht anders is dan de onze, moeten alle aspecten van het leven van de ge-bruiker in ogenschouw worden genomen, vindt Mink. Anders is het ontwerp gebaseerd op niet meer dan se-cundaire bronnen, slecht gefundeerde culturele aan-names en de eigen ervaring van de ontwerper.Met haar ODK hoopt Mink de noodzaak van een gron-dig inzicht in de gebruikersdoelgroep te benadrukken: we moeten niet alleen weten wat ze nodig hebben, maar ook wat ze willen. De ODK is aan te passen aan verschillende landen en contexten. Het losse format met overwegend visuele elementen betekent dat gevoelige onderwerpen of taboes op verschillende manieren kunnen worden be-naderd. Daardoor kunnen nuances die door een tolk mogelijk niet worden overgebracht toch worden be-grepen. Als Mink klaar is met haar promotie- onderzoek wil ze verder werken aan de Opportunity Detection Kit. Ze wil deze verder aanpassen en er een webtool van maken, zodat dit hulpmiddel beschikbaar komt voor ontwerpers overal ter wereld. AC

‘We moeten niet alleen weten wat ze nodig hebben, maar ook wat ze willen’

Goedbedoeld ontwerpenEr zijn veel manieren waarop een goedbedoeld ontwerp verkeerd kan gaan, weet IO-promovenda Annemarie Mink. Ze zoekt naar methoden om ontwerpers van maatschappelijk verantwoorde producten te helpen hun doelgroep beter te begrijpen.

Page 15: Delft Global

15

This infographic is based on data from 5-12-2014 Exchange students not included

BIGGEST FACULTY

HIGHEST PERCENTAGE

OF FEMALE STUDENTS

POPULATION OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT IN 2014

INTERNATIONAL STUDENTS PER FACULTY

COUNTRIES ON THE RISE

ITALY 8.384 MASTER STUDENTS

10.871BACHELOR STUDENTS

SHORT HISTORY OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT

87+13+L

72+28+L

82+18+L 62+38+L

20142004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

3.151

1.312 1.367 1.485 1.739 1.9172.137

2.427 2.653 2.743 2.9082.506

757 827 9311.172 1.362 1.464

1.693 1.829 2.050 2.240

AEROSPACE ENGINEERING ARCHITECTURE

APPLIED SCIENCES CIVIL ENGINEERING AND GEOSCIENCES

MECHANICAL, MARITIME AND MATERIALS ENGINEERING

TECHNOLOGY, POLICY AND MANAGEMENT

MSC 1.126 MSC 1.468

MSC 771 MSC 1.421

BSC 2.382 BSC 778

65+35+L50% M50% V

50% M50% V

50% M50% V

33% M67% V

67% M33% V

BSC 1.308 BSC 1.131

BSC 1.316 BSC 1.660

MSC 1.430 MSC 461

87+13+L87%M13%V 56+44+L

68+32+L 70+30+L

44% M56% V

70% M30% V

64% M36% V

85+15+L 83+17+L81% M19% V

63% M37% V

1.710 STUDENTSWITH EU NATIONALITY

1.441 STUDENTSWITH NON-EU NATIONALITY

MSCTOTAL

16%

2013 TOP COUNTRIES OF ORIGIN

PREVIOUS TOP COUNTRIES OF ORIGIN

2. BELGIUM 3263. GREECE 2564. INDIA 2215. GERMANY 206

2. CHINA 3163. IRAN 1364. INDIA 1345. GREECE 104

2. INDIA 3103. BELGIUM 3094. GREECE 3085. GERMANY 218

2. GREECE 3093. BELGIUM 3074. INDIA 2244. GERMANY 199

2. GREECE 3093. INDIA 3094. BELGIUM 3075. GERMANY 217

IN 2014, 3.151 OUT OF 19.613 STUDENTS ARE INTERNATIONAL

2014

ARRIVALS

2014 20122013 20092011

1: CHINA 421 1: CHINA 3621: CHINA 420 1: BELGIUM 3241: CHINA 360

ELECTRICAL ENGINEERING, MATHEMATICS AND COMPUTER SCIENCES

INDUSTRIAL DESIGN ENGINEERING

BSC 1.224 BSC 1.072MSC 832 MSC 875

62+38+L41% M59% V85+15+L78% M

22% V

INDIA

FROM 16 STUDENTS

IN 2003 TO

179 STUDENTSIN 2014

FROM23 STUDENTS

IN 2003 TO

419 STUDENTSIN 2014

6% INTERNATIONAL30% INTERNATIONAL

CHINA437

INDIA419

BELGIUM299

GREECE293

GERMANY247

ITALY179

IRAN60

SURINAM72

ROMANIA67

SPAIN101

78+22+L 46+54+L

44+56+L44% M56% V

46% M54% V

78% M22% V

This infographic is based on data from 5-12-2014 Exchange students not included

BIGGEST FACULTY

HIGHEST PERCENTAGE

OF FEMALE STUDENTS

POPULATION OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT IN 2014

INTERNATIONAL STUDENTS PER FACULTY

COUNTRIES ON THE RISE

ITALY 8.384 MASTER STUDENTS

10.871BACHELOR STUDENTS

SHORT HISTORY OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT

87+13+L

72+28+L

82+18+L 62+38+L

20142004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

3.151

1.312 1.367 1.485 1.739 1.9172.137

2.427 2.653 2.743 2.9082.506

757 827 9311.172 1.362 1.464

1.693 1.829 2.050 2.240

AEROSPACE ENGINEERING ARCHITECTURE

APPLIED SCIENCES CIVIL ENGINEERING AND GEOSCIENCES

MECHANICAL, MARITIME AND MATERIALS ENGINEERING

TECHNOLOGY, POLICY AND MANAGEMENT

MSC 1.126 MSC 1.468

MSC 771 MSC 1.421

BSC 2.382 BSC 778

65+35+L50% M50% V

50% M50% V

50% M50% V

33% M67% V

67% M33% V

BSC 1.308 BSC 1.131

BSC 1.316 BSC 1.660

MSC 1.430 MSC 461

87+13+L87%M13%V 56+44+L

68+32+L 70+30+L

44% M56% V

70% M30% V

64% M36% V

85+15+L 83+17+L81% M19% V

63% M37% V

1.710 STUDENTSWITH EU NATIONALITY

1.441 STUDENTSWITH NON-EU NATIONALITY

MSCTOTAL

16%

2013 TOP COUNTRIES OF ORIGIN

PREVIOUS TOP COUNTRIES OF ORIGIN

2. BELGIUM 3263. GREECE 2564. INDIA 2215. GERMANY 206

2. CHINA 3163. IRAN 1364. INDIA 1345. GREECE 104

2. INDIA 3103. BELGIUM 3094. GREECE 3085. GERMANY 218

2. GREECE 3093. BELGIUM 3074. INDIA 2244. GERMANY 199

2. GREECE 3093. INDIA 3094. BELGIUM 3075. GERMANY 217

IN 2014, 3.151 OUT OF 19.613 STUDENTS ARE INTERNATIONAL

2014

ARRIVALS

2014 20122013 20092011

1: CHINA 421 1: CHINA 3621: CHINA 420 1: BELGIUM 3241: CHINA 360

ELECTRICAL ENGINEERING, MATHEMATICS AND COMPUTER SCIENCES

INDUSTRIAL DESIGN ENGINEERING

BSC 1.224 BSC 1.072MSC 832 MSC 875

62+38+L41% M59% V85+15+L78% M

22% V

INDIA

FROM 16 STUDENTS

IN 2003 TO

179 STUDENTSIN 2014

FROM23 STUDENTS

IN 2003 TO

419 STUDENTSIN 2014

6% INTERNATIONAL30% INTERNATIONAL

CHINA437

INDIA419

BELGIUM299

GREECE293

GERMANY247

ITALY179

IRAN60

SURINAM72

ROMANIA67

SPAIN101

78+22+L 46+54+L

44+56+L44% M56% V

46% M54% V

78% M22% V

This infographic is based on data from 5-12-2014 Exchange students not included

BIGGEST FACULTY

HIGHEST PERCENTAGE

OF FEMALE STUDENTS

POPULATION OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT IN 2014

INTERNATIONAL STUDENTS PER FACULTY

COUNTRIES ON THE RISE

ITALY 8.384 MASTER STUDENTS

10.871BACHELOR STUDENTS

SHORT HISTORY OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT

87+13+L

72+28+L

82+18+L 62+38+L

20142004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

3.151

1.312 1.367 1.485 1.739 1.9172.137

2.427 2.653 2.743 2.9082.506

757 827 9311.172 1.362 1.464

1.693 1.829 2.050 2.240

AEROSPACE ENGINEERING ARCHITECTURE

APPLIED SCIENCES CIVIL ENGINEERING AND GEOSCIENCES

MECHANICAL, MARITIME AND MATERIALS ENGINEERING

TECHNOLOGY, POLICY AND MANAGEMENT

MSC 1.126 MSC 1.468

MSC 771 MSC 1.421

BSC 2.382 BSC 778

65+35+L50% M50% V

50% M50% V

50% M50% V

33% M67% V

67% M33% V

BSC 1.308 BSC 1.131

BSC 1.316 BSC 1.660

MSC 1.430 MSC 461

87+13+L87%M13%V 56+44+L

68+32+L 70+30+L

44% M56% V

70% M30% V

64% M36% V

85+15+L 83+17+L81% M19% V

63% M37% V

1.710 STUDENTSWITH EU NATIONALITY

1.441 STUDENTSWITH NON-EU NATIONALITY

MSCTOTAL

16%

2013 TOP COUNTRIES OF ORIGIN

PREVIOUS TOP COUNTRIES OF ORIGIN

2. BELGIUM 3263. GREECE 2564. INDIA 2215. GERMANY 206

2. CHINA 3163. IRAN 1364. INDIA 1345. GREECE 104

2. INDIA 3103. BELGIUM 3094. GREECE 3085. GERMANY 218

2. GREECE 3093. BELGIUM 3074. INDIA 2244. GERMANY 199

2. GREECE 3093. INDIA 3094. BELGIUM 3075. GERMANY 217

IN 2014, 3.151 OUT OF 19.613 STUDENTS ARE INTERNATIONAL

2014

ARRIVALS

2014 20122013 20092011

1: CHINA 421 1: CHINA 3621: CHINA 420 1: BELGIUM 3241: CHINA 360

ELECTRICAL ENGINEERING, MATHEMATICS AND COMPUTER SCIENCES

INDUSTRIAL DESIGN ENGINEERING

BSC 1.224 BSC 1.072MSC 832 MSC 875

62+38+L41% M59% V85+15+L78% M

22% V

INDIA

FROM 16 STUDENTS

IN 2003 TO

179 STUDENTSIN 2014

FROM23 STUDENTS

IN 2003 TO

419 STUDENTSIN 2014

6% INTERNATIONAL30% INTERNATIONAL

CHINA437

INDIA419

BELGIUM299

GREECE293

GERMANY247

ITALY179

IRAN60

SURINAM72

ROMANIA67

SPAIN101

78+22+L 46+54+L

44+56+L44% M56% V

46% M54% V

78% M22% V

Studenten werven studentenMet studentenambassadeurs en regiogroepen wil de TU de beste internationale masterstudenten naar Delft trekken. Persoonlijk contact staat voorop.

Taiwan, Brazilië, de Verenigde Staten, Polen. Uit deze en andere landen heeft de TU studentenambassadeurs. Dat zijn masterstudenten aan de TU Delft, die via hun eigen profielpagina van de universiteit of op Facebook bereikbaar zijn voor vragen van aspirant-studenten uit hun eigen land, of mensen die dezelfde studie willen doen. Want, zo weet de universiteit uit verschillende onderzoeken, de persoonlijke verhalen van andere studenten spelen een grote rol in de studiekeuze.Begon de universiteit twee jaar geleden met vijf ambassadeurs, nu zijn het er veertig. Zoveel, dat Ina Dijstelbloem bezig is ze samen te brengen in regiogroe-pen. Dijstelbloem is binnen de TU verantwoordelijk voor de werving van (internationale) masterstudenten. De eerste groepen waren Latijns-Amerika en Oost-Azië. Onlangs zijn daar Groot-Brittannië/Verenigd Koninkrijk, Europa, China en India bijgekomen. De groep Midden-Oosten/Afrika start binnenkort.De regiogroepen onderzoeken van welke universitei-ten de TU studenten heeft of zou willen hebben. Dat laatste hangt onder meer af van kwaliteit, de inhoud van de opleidingen en de aanwezigheid van een lokaal studiebeursprogramma. Op een universiteit naar keuze kan een studentambassadeur of regiogroep een klein-schalige bijeenkomst organiseren waar studenten één op één met elkaar kunnen praten. Op die manier verwacht Dijstelbloem dat de TU de beste studenten kan trekken, terwijl er tegelijk meer diversiteit ontstaat. Dat leidt volgens haar tot een inte-ressantere mix van nationaliteiten in Delft. Er studeren momenteel meer dan tachtig nationaliteiten aan de TU, maar Chinese, Indiase en Griekse studenten hebben de overhand.Overigens stijgt het aantal internationale masterstu-denten aan de TU Delft hard. Aan het begin van dit col-legejaar waren ze met 1446 - veertig procent meer dan een jaar ervoor. Ook dat pleit volgens Dijstelbloem voor de kleinschalige opzet van het studentenambassadeurs- programma. “Grote wervingscampagnes zijn niet nodig.” SB

Page 16: Delft Global

16 NR4DECEMBER 2015

TEKST: DESIREE HOVINGFOTO : SAM RENTMEESTERDelft Global

W e werken al sinds 2000 samen met de Wuhan University en hebben regelmatig gasten van hen over de vloer”, zegt prof. Pe-

ter van Oosterom van de faculteit Bouwkunde. Sinds de oprichting van het Joint Research Cen-tre (JRC) in Wuhan, in november 2012, mag hij zich academic director noemen. “Door de JRC is de samenwerking herkenbaar-der, structureler en duurzamer geworden. We doen nu minder ad hoc en maken betere afspra-ken over de uitwisseling van studenten en onder-zoekers, PhD’s en masteronderwijs. Bovendien ben je samen sterker, want als je een onderzoeks-voorstel maakt, heb je met twee goede partners meer kans dan in je eentje. Het wordt daardoor steeds meer een samenwerking in balans.”

Inmiddels telt de TU Delft zes van deze strate-gische onderzoekscentra over de hele wereld. In mei 2011 werd het Beijing Research Centre geopend, gevolgd door drie andere JRC’s in res-pectievelijk Nanjing, Guangzhou en Wuhan in november 2012. In diezelfde maand werden de relaties met Zuid-Amerika geïntensiveerd door een kantoor te openen in Campinas, Brazilië. En in december 2013 volgde het centrum in Hanoi, Vietnam. Eigenlijk klinkt elke samenwerking even logisch als herkenbaar, want de focus ligt op één specifiek thema. Zo gaat het in Beijing vooral over LED’s, in Nanjing over water, in Guangzhou ligt de focus op stedelijke ontwikkeling en in Wuhan zitten de specialisten op het gebied van geo-informatie. Ook Vincent Nadin, hoogleraar ruimtelijke

Hechte banden met China Samenwerken met China doet de TU Delft al decennia lang, maar pas sinds drie jaar is die relatie verdiept. Wat is de meerwaarde van een joint research centre?

HET JOINT RESEARCH CENTRE IN BEIJING FOCUST ZICH OP LED’S.

Page 17: Delft Global

17

planning bij Bouwkunde en academisch direc-teur van het JRC in Guangzhou, ziet de voorde-len van de geformaliseerde samenwerkingsvorm. “Dit is een veel betere manier om internationale relaties op te bouwen. Als universiteit willen we een diepere relatie, zodat we echt samen onderzoek kunnen doen.” Als voorbeeld noemt hij het onderzoek dat hoogleraar Jan Rots bij de faculteit Civiele Techniek & Geowetenschappen (CiTG) doet, naar aardbevingen in het gebied van Groningen. “Guangzhou heeft een speciaal laboratorium voor aardbeving onderzoek, met onder meer een vloer die trilt. Dat vind ik een leuk voorbeeld van hoe onze interesses perfect bij elkaar passen.”

TweerichtingsverkeerHet is dan ook strikt de bedoeling dat de samen-werking geen eenrichtingsverkeer is. “In China zijn prima faciliteiten met serieuze satellietpro-gramma’s, het is interessant voor ons om daar-bij betrokken te zijn. Bovendien helpt talent uit China ons onderzoek uit te voeren en samen te publiceren. De ontwikkeling is daar in de afge-lopen tien jaar heel hard gegaan. Het is arrogant om te denken dat ze achterlopen op ons. Op som-mige vlakken zijn de rollen misschien zelfs wel omgekeerd”, zegt Van Oosterom. Dus hebben de universiteiten niet alleen toegang tot elkaars state-of-the-art laboratoria, ook halen ze beide evenveel geld binnen bij hun nationale fondsen. “We organiseren jaarlijks een congres samen en hebben al een paar gezamenlijke onderzoekspro-jecten”, zegt Nadin. “Zo krijgt de TU Delft 280 duizend euro van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), terwijl Guangzhou van de China National Natural Science Foundation of China (NNSFC) een miljoen renminbi (bijna 150 duizend euro) heeft gekregen voor het project van Guang Ye van CiTG. Hierin werken we sa-men aan duurzaam beton. Dit zou zonder JRC niet mogelijk zijn geweest.” Waarin de JRC’s wel verschillen zijn de aan-tallen studenten en onderzoekers, die in China doorgaans een stuk hoger liggen. Zo levert de geo-opleiding in Wuhan jaarlijks 500 PhD’s, 1500 master- en 3000 bachelorstudenten af, terwijl

dat in Delft respectievelijk 10, 50 en 0 zijn (bij Bouwkunde en CiTG samen). Daarnaast zijn in Wuhan ruim twee keer zoveel stafleden bij het JRC betrokken, veertig tegen twintig mensen in Delft. Aan het JRC in Guangzhou, die zich spe-cialiseert in urbanisatie, werken overigens zo’n veertig Delftse stafleden mee, verspreid over de faculteiten CiTG, Techniek, Bestuur en Manage-ment (TBM) en Bouwkunde.

Dating serviceNa drie jaar is de samenwerking met Aziatische bondgenoten dus al een stuk intensiever, maar de komende jaren moet de band nog hechter wor-den. “Ons platform is een soort dating service, dat mensen met elkaar matcht”, zegt Nadin. “We hebben de afgelopen drie jaar veel onderzoekers gekoppeld, nu is het tijd om de relaties te verdie-pen.” Zo zijn enkele JRC’s bezig om een double degree PhD te ontwikkelen, wat betekent dat pro-movendi zowel van China als van Nederland een

diploma krijgen. “Dat is voor een promovendus heel mooi, het zijn twee toonaangevende univer-siteiten in zijn vakgebied”, zegt Van Oosterom. Het is de bedoeling dat de begeleiders van de promovendi ook een tijdje naar de andere uni-versiteit gaan, ook om gastcolleges te geven en onderzoeksvoorstellen uit te werken. Ten slotte denken de academische directeuren die in Delft verantwoordelijk zijn voor een JRC samen met hun Chinese counterpart verder na over de richting waarin de samenwerking zich moet ontwikkelen. “We hebben hier een advies-raad met mensen uit het bedrijfsleven en de over-heid, die ons advies geven over de richting van het onderzoek. Net als in China. Dat werkt heel stimulerend”, zegt van Oosterom. “Al met al heeft een JRC, waarin je samen met strategische part-ners onderzoek kunt verdiepen, veel voordelen boven het hebben van een ad hoc-relatie”, besluit Nadin.

‘Het is arrogant om te denken dat China achterloopt op ons’

>>

HET JOINT RESEARCH CENTRE IN BEIJING FOCUST ZICH OP LED’S.

Page 18: Delft Global

NR4DECEMBER 201518 Delft Global

Alumni in cijfers

*Cijfers per 1 december 2015

Totaal alumni TU Delft

82.240Wonend/ werkend

in buitenland 18.00

0

Werken in buitenland vooral bij Shell, Airbus Group, Statoil, Siemens,

Schlumberger

66landen

in

TU Delft communitiesLondon, Parijs, België, Athene, Zwitserland, Jakarta,

Singapore, Hong Kong, Taiwan, Mexico, Shanghai, Beijing

3TU communitiesBoston, New York, Seattle, San Francisco, Houston,

Kopenhagen, Oslo, Stockholm, Helsinki

Foto:

Bamb

ú Soc

ial

Grote veranda als belangrijkste sociale ruimte.

Door de spleet in het dak aan de lijzijde waait de

opgewarmde lucht weg zodat koele lucht wordt

aangetrokken.

Bouw

kund

e

Luch

tvaart

techn

iek

Werkt

uigbo

uwku

nde

Indus

trieel

ontw

erpen

Elektr

otech

niek

Desig

n & vi

sual

co

mmun

icatio

ns

Civiel

e tec

hniek

Top 7 Faculteiten/studierichtingen alumni buitenland

USAUK

DuitslandBelgiëSpanje

2.2281.585 (plus Londen 525)1.4971.336 (plus Antwerpen 654)957

Toplanden:

Dakgoot over hele lengte voor opvang

regenwater.

Bron: LinkedIn

Page 19: Delft Global

19

Nicaraguanen zien bamboe als materiaal voor de armen. Ze gebruiken het alleen als steigermateriaal in de bouw, want iedereen weet dat het sterk en goedkoop is. Delftse bouwkundestudenten zien bamboe juist als perfect materiaal voor duur-zaam bouwen. In 2013 startten zij een project om een duurzaam bamboehuis te maken. Ze organiseerden workshops met leeftijdgenoten van de universiteit Bicu in El Rama en lieten hen hun droomhuis tekenen, waarbij ze doorvroegen naar hun keuzes. Waarom beton? Waarom de huiskamer zo klein in het midden en de veranda zo groot? Dit leidde tot een schetsontwerp voor een huis. De bouw van het huis leidde tot veel media-aandacht en in augustus dit jaar is een stichting opgericht voor sociale woningbouw met lokale materialen. JW

delta.tudelft.nl/30667 bambusocial.com

Bouwen met bamboe

Huis gebouwd op palen vanwege

aantrekken koele lucht door zwevende vloer.

Kleine beschutte woonkamer in

centrum van het huis.

Toilet zo ver mogelijk weg van opvang regenwater als

drinkwater.

Muren ontlenen hun stevigheid aan bamboe

strips, maar het stucwerk zorgt ervoor dat de muren

zwaar en solide ogen.

Groot golfplaten dak naar zuidoosten, de

meest voorkomende windrichting.

Page 20: Delft Global

20

Van het eerste busje Indonesische studenten tot de 1500 internationale masterstudenten die het afgelopen

jaar instroomden. Marietta Spiekerman vertelt hoe de TU in drie decennia veranderde van een universiteit met

voornamelijk een nationale rol naar een internationale technische universiteit van wereldfaam.

TEKST CONNIE VAN UFFELEN FOTO’S SAM RENTMEESTER

‘Ik heb kunnen

pionieren’

Page 21: Delft Global

2121

Page 22: Delft Global

Hoe internationaal was de TU toen u er 36 jaar geleden kwam werken?“Ik ken de TU vanaf het begin al als internatio-naal. Samen met de international guest coördina-tor verzorgde ik de opvang van buitenlandse gas-ten. Er waren veel Indonesische studenten, die vooral voor luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (L&R) kwamen. Alle opleidingen waren toen nog in het Nederlands.”

Waarom kozen ze juist voor die studie?“Omdat de decaan veel in Indonesië zat voor de vliegtuigfabriek in Bandung. Het ministerie van onderwijs wilde Indonesische studenten naar Nederland halen, als opening om ook politiek gezien weer met elkaar in contact te komen. Rond 1985 kwam er plotseling een buslading studenten die binnen een maand moesten worden opgevan-gen in Delft. Er was geen huisvesting, al heb ik toen van alles geprobeerd, tot aan de school voor schipperskinderen toe. We hebben ze hier een week lang ergens in een jeugdherberg gehad. Uit-eindelijk hebben we ze het eerste half jaar gehuis-vest in Twente, want daar was de halve campus leeg en hier zaten we tot aan het plafond.”

Was er toen al te kort aan huisvesting?“Ja. Het was een heel circus om ze naar Twente te brengen. Het was vlak voor Koninginnedag en ik dacht: ze kunnen daar straks niets kopen, omdat alles gesloten is. Toen heb ik Albert Heijn gewaarschuwd dat er een bus met 75 Indonesiërs aankwam. Die jongens en meisjes gingen met pakken ijs in de bus naar Twente. We hadden een leuk etentje bedacht, maar tweederde bleef in de bus zitten. Het bleek dat die dag de ramadan was begonnen. Dat was toen nog niet zo bekend.” Waren er ook andere buitenlanders aan de TU?“Jazeker, er kwamen toen al mensen op een research fellowship binnen. Postdocs die een tijdje onderzoek deden. Van het college van decanen mochten er tien fellows per jaar aan de hele TU zijn. Veel te weinig natuurlijk. Ik heb dat kunnen uitbreiden door tegen faculteiten te zeggen dat als ze geld stortten in de pot die ik had voor research fellows, ze die zelf konden uitno-digen voor zes of negen maanden. Dat was reuze creatief boekhouden. Dan werd er door bedrijven geld gestort en konden wij iemand plaatsen met de status van fellow. Uiteraard wel onder dezelf-de kwaliteitsvoorwaarden.”

Waar kwamen die fellows vandaan?“Uit de hele wereld: China, Rusland, India en de Verenigde Staten. Rector Hans Dirken had het idee om een international office te starten en zei: ‘Daar moet jij in.’ Ik was toen griffier van het col-lege van decanen en wist niet of dat international office wel wat voor mij was, maar toen het Erasmusprogramma in 1986 werd ge-lanceerd ben ik daar meteen in mee gegaan. De functie beleidsmedewerker internationalisering bestond helemaal niet. Ik heb echt kunnen pio-nieren. Ik surfte mee op die golf van internatio-nalisering.”

Wat was het idee achter het Erasmusprogramma?“Het was een project vanuit Brussel waarbij studenten met een beurs in staat werden gesteld om zes tot negen maanden onderwijs te volgen of een project te doen bij een andere univer-siteit. Het leuke was dat de voertaal vanaf het begin Engels was. Je had er niet eindeloos veel tolken en vertalers tussen zitten. Het ging erom studenten beter te laten concurreren op de in-ternationale arbeidsmarkt, en om die arbeidsmarkt beter inzicht te geven in de oplei-dingen van de verschillende landen. Dat is het startschot geweest om opleidingen inhoudelijk te gaan vergelijken. Wat is het niveau? Iedereen had een ander systeem. Het was aanleiding voor veranderingen, bijvoorbeeld op het gebied van studiepunten.”

Was er veel animo voor die beurzen?“Ja, dat liep direct. De rector in Leuven nam het initiatief om het zogeheten ‘Leuven netwerk’ te vormen met de TU Delft, Imperial College, RWTH Aachen en het Parijse École des Mines. Dat was een kerngroep waarvan je wist: dat is kwaliteit. Gezamenlijk kon je Erasmus- verklaringen aanvragen. Van het begin af aan stelde de TU ook geld beschikbaar voor onze eigen studenten, want de universiteit vond die buitenlandervaring enorm positief. Ten opzichte van de andere Nederlandse universiteiten sti-muleerde Delft dat nogal. Dat gebeurde op basis van persoonlijke contacten van wetenschappers, vaak voor projectwerk. De universiteit was al erg internationaal: rond de zeven procent van onze studenten kwam uit het buitenland.”

Hoe kwam dat?“We kregen bijvoorbeeld opeens nieuwe instroom uit Noorwegen. Dat land had één tech-

CV

Marietta Spiekerman (Den Haag, 1950)

begon haar loopbaan bij de studentenregis-tratie van het Institute of Social Studies dat

opleidingen verzorgde voor studenten uit

ontwikkelingslanden. Na vijf jaar koos ze voor een baan als

opleidingsfunctiona-ris bij het ministerie

van landbouw. In 1975 ging ze met haar

man, wetenschap-pelijk medewerker

micro-elektronica aan de TU, een jaar naar de Verenigde Staten.

Bij terugkomst ging ze ook bij de TU werken.

Eerst als assistent van de international guest coordinator, later als

griffier van het college van decanen en

uiteindelijk als senior beleidsmedewerker internationalisering. Ze nam in september afscheid van de TU.

NR4DECEMBER 201522

Page 23: Delft Global

nische universiteit, in Trondheim, en wilde uit-breiden. De overheid wilde er niet nog een, want dat was te kostbaar. Het bedrijfsleven wilde meer ingenieurs en ging fondsen beschikbaar stellen om Noorse studenten naar Schotland en Engeland te sturen. Rector Ben Veltman vond dat ze ook naar Nederland moesten komen en ik moest dat in Noorwegen verkopen. Ik ben enkele winters een week, door sneeuwstormen ploeterend, in kleine vliegtuigjes van hot naar her gevlogen om leerlingen op middelbare scholen en vooral hbo’s te vertellen dat ze naar Delft moesten komen.” Een volgende stap naar internationalisering aan de TU was de invoering van Engelstalige masterprogramma’s, in 1996.“We waren naar Indonesië geweest en daar werd gevraagd of we masteropleidingen konden geven. We hadden toen nog een vijfjarig curriculum en geen bachelor-masterstructuur. Ik ging bij alle faculteiten langs om te vragen wat ze aan Engelstalig onderwijs wilden doen, maar nie-mand wilde een curriculum voor een masterin-stroom. Dat heilige curriculum van vijf jaar kon niet in tweeën worden geknipt. Ik had al vaker gepleit voor een masterprogramma en kreeg op-dracht te kijken of dat kon.”

Hoe ging dat?“Ik wist door mijn ervaring bij het Institute of Social Studies wat het was om een werving- en selectieproces op te zetten. Op de faculteiten moest ik mensen zien te vinden die bereid waren daar in mee te gaan. L&R zag dat zitten vanwe-ge de contacten met Indonesië. Elektro had een terugloop aan studenten en wilde ook wel. De decaan bij scheikundige technologie vond het ge-woon leuk. Ik maakte een ontvangstprogramma om studenten vooraf in de zomermaanden bij te spijkeren. We hadden halverwege het eerste jaar een go/no go-moment. We hebben van het begin

af aan gezegd dat al onze studenten hetzelfde eindniveau moesten hebben. Het eerste jaar hadden we dertien studenten, nu jaarlijks meer dan 1500 masterstudenten.”

De TU liep dus vooruit op de introductie van de bachelor-masterstructuur, in 1999. “Ja, wij waren de eerste universiteit in Nederland die de bachelor-masterstructuur vol-ledig had geïntegreerd. Daar ben ik projectleider van geweest. Ik deelde wel de zorg van onze bes-te partners in Europa dat we geen Amerikaanse toestanden moesten krijgen, waarbij 75 procent van de studenten na hun bachelor stopte. We wil-den afspraken met de industrie dat ze niet onze studenten gingen wegtrekken na een bachelor. In het licht van die discussie werd toen de Idea League opgericht: een samenwerkings-

verband tussen Imperial College, Delft, ETH Zürich en Aken. Ik zat namens de TU vanaf het begin in het operations board en wilde onze cur-ricula met elkaar kunnen vergelijken op inhoud en niveau, met als doel te kijken of we echt gelijk-waardig waren. Dat bleek zo te zijn. We accepte-ren elkaars studenten als eigen.”

Wat doet de Idea League verder?“We begonnen in 2005 met een joint master geophysics waarbij studenten een half jaar in Delft, een half jaar in Aken en een half jaar in Zürich studeren en dan mogen kiezen waar ze afstuderen. En recent nog heb ik als projectleider een nieuw honours programma met de Idea League partners op de rails gezet. (Zie pagina 11, ‘In beeld bij Brussel’ - red.)

Wat heeft de internationalisering de TU gebracht?“Ik denk dat we ons daardoor meer internatio-naal profileren. Als je goede buitenlandse stu-denten trekt, krijg je ook goede buitenlandse staf. Dat komt weer ten goede aan de kwaliteit van ons onderwijs. Ik denk dat de TU hier alleen maar enorm aan kwaliteit heeft gewonnen.”

23>>

‘We wilden afspraken met de industrie dat ze niet onze studenten gingen wegtrekken na een bachelor’

Page 24: Delft Global

24 NR4DECEMBER 2015

Na Delft

Eigenlijk heeft industrieel ontwerper Wouter Kets niets met auto’s. “Vraag me alle huidige modellen op te noemen van Mercedes of BMW, en ik heb werkelijk geen idee.” Wenselijk antwoord voor een interieurontwerper bij Audi. Hoe afstuderen op een autostoel kan leiden tot een internationale carrière en een liefde in Beijing.

Hij belt vanuit Ingolstadt, Duitsland, het hoofdkwartier van autofabrikant Audi. “Ik ben sinds vorig jaar weer terug”, zegt Wouter Kets, “ze wilden

me per se weer hier hebben.” Zijn stek daarvoor: Beijing, China. Waar heel andere opvattingen bestaan over design, lang niet iedereen Engels spreekt, en je moet zien te overle-ven op kippenvoeten, krabeitjes en gefrituurde schorpioenen. “Sommi-ge mensen hebben moeite met die cultuurbarrière, ik vond hem juist heerlijk”, zegt hij. “Het waren mijn beste drie jaren ooit.” Niet in de min-ste plaats omdat hij er zijn, eveneens Nederlandse, liefde tegenkwam wel-licht, met wie hij ondertussen een zoon van twee heeft.China is de grootste afzetmarkt van Audi, groter dan Europa. Dus stuurde de autofabrikant hem er in 2011 met twee collega’s heen om een design-studio op te zetten. “We moesten de Chinese opvattingen van design zoveel mogelijk zien te vertalen naar Audi.” Dat inspireerde de auto- designers van het bedrijf wereldwijd, zegt hij achteraf. “Chinese designers hebben net even een frisse kijk op het automerk, ik kan mijn vinger er niet precies op leggen.” Af en toe klinkt een Duits accent door zijn spraak. Niet gek, als je al sinds 2001 voor een Duits bedrijf werkt. Momenteel is hij designmanager interieur op een afdeling van twee-honderd man, verantwoordelijk voor het interieur van drie modellen die de

autofabrikant de komende jaren ont-wikkelt. Ja, ‘tuurlijk is ook nu genoeg werk van zijn hand te aanschouwen, geeft hij bescheiden toe. “In de Q3 heb ik veel ontworpen aan het dash-board en voor het ontwerp van de nieuwe A4 heb ik het startschot gege-ven. Mijn werk rijdt gewoon rond op straat; dat is leuk.”

En dat terwijl hij bij toeval de auto-wereld in rolde. “De TT kwam net uit, voor mij zó’n mooi voorbeeld van productdesign. Ik solliciteerde voor een stageplaats, studeerde er af op

een autostoel, en twee weken daarna belde de baas me: de huidige stoel-ontwerper had ontslag genomen. Ik had meteen een contract.” Als Delftse ingenieur ben je in de auto-industrie wel een vreemde eend in de bijt, volgens Kets. “De meeste ontwerpers daar volgden opleidingen aan gerenommeerde autodesign- scholen, het niveau is enorm hoog. Maar Delftenaren hebben verstand van design, én kunnen meepraten over de techniek.” Ook de Delftse methodiek heeft hem geholpen. “Ik heb geleerd het creatieve proces zo te structureren dat het geen chaos wordt, maar je precies weet wanneer het klaar is. Daar heb ik nog elk dag profijt van.” JB

Wouter KetsIngolstadt, DuitslandRelatie, zoon van tweeIndustrieel ontwerpen (1994-2001)Proteus-Eretes

Naam:Woonplaats:

Burgerlijke Staat: Opleiding:

Vereniging:

FOTO

: SAM

RENT

MEES

TER

‘Mijn werk rijdt gewoon rond op straat; dat is leuk’

Page 25: Delft Global

PERSOONLIJK‘Vliegende docent’ dr. Alexander in ’t Veld van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek is gekozen tot Beste Docent van de TU Delft. Hij geeft niet alleen colleges maar is ook piloot van het facultaire onderzoeksvliegtuig en in zijn vrije tijd stuntpiloot. Studenten en jury roemen hem om de manier waarop hij moeilijke theorie tot leven brengt. Zij studeerde cum laude af met een 10 voor haar master-scriptie: Beste Afstudeerder van de TU Delft ir. Hanan Al-Kutubi van Technische Natuurwetenschappen. Zij is de eerste student chemical engineering sinds 2005 die dit cijfer behaalde. Al-Kutubi doet onderzoek naar metaaloxiden en naar metaal-organische roosters (MOFs). Ze publiceerde al over de resultaten van haar afstudeeronderzoek in drie peer-reviewed tijdschriften.

Creatief directeur van bureau Fabrique Jeroen van Erp is benoemd tot hoogleraar aan de faculteit Industrieel Ontwerpen op het gebied van ontwerpgedreven innova-tieprocessen. “Hoe mooi is het om na bijna dertig jaar te-rug te komen bij je eigen universiteit en bij te dragen aan het opleiden van de ontwerpers van de toekomst”, zegt Van Erp over zijn aanstelling.

IO-student Daniel Kist is doorgedrongen tot de live-shows van talentenshow The Voice of Holland. Eerder dit jaar haalde hij het nieuws met zijn strijd tegen neus-hoornstropers door inzet van drones uit zijn eigen be-drijf Skyframes, dat onder andere rotorbladen van wind-turbines inspecteert.

Emeritus professor Frans Bijlaard ontving op de Europese conventie voor staalconstructies (ECCS) de prestigieuze Charles Massonnet Award voor zijn bijdra-gen aan de verbetering van wetenschappelijke en techni-sche ondersteuning van staalconstructies. Hij is de twee-de Nederlander ooit die deze prijs ontvangt.

Twee van de tien nieuwe leden van de Jonge Akademie (het KNAW-platform voor jonge en communicatieve topwetenschappers) komen uit Delft: Alexandru Iosup (EWI) en Behnam Taebi (TBM). Naast bewezen wetenschappelijke kwaliteit beschikken de leden over een brede belangstelling voor wetenschapsbeoefening en wetenschapscommunicatie.

www.etia.at

Technische Universität WienContinuing Education CenterOperngasse 11 • A-1040 Wien T +43/(0)1/58801-41701 • offi [email protected]

High-fl ying careers for a better environment

CONTENTS• Political Science & International Relations• International & European Law• International Economics & Contemporary History• Surveillance & Sustainable Development• Air, Water & Waste Management• Environment & Technology

DURATION2 academic years, full-time

NEXT PROGRAM STARTSeptember 26, 2016

APPLICATION DEADLINEMarch 15, 2016

CONTINUING EDUCATION CENTER

Postgraduate MSc Program Environmental Technology & International Affairs

Apply now!

I_ETIA_88_245_2016.indd 1 23.11.15 09:01

Page 26: Delft Global

26

Het nieuwste instrument van de TU Delft meet kristalstructuren van allerlei stoffen en is uniek voor Nederland. Deze zogeheten

neutronen poederdiffractometer Pearl werd op 24 september in gebruik genomen op het reactorinstituut RID. “De verscheidenheid

aan toepassingen is moeilijk te overschatten.”TEKST: JOS WASSINK FOTO’S: SAM RENTMEESTER

Nieuwe toepassing voor oude reactor

Lambert van Eijck plaatst een poedermonster in het hart van de diffractometer (rechts).

NR4DECEMBER 2015

Page 27: Delft Global

>>

Via een videolink naar de reactorhal waren ze-ventig gasten uit het internationale neutronen-onderzoek getuige van de ingebruikname van de nieuwe poederdiffractometer. Ze zagen een betonnen bak die het instrument verbindt met de reactorkern. En ze zagen dr. Lambert van

Eijck die de cameraman wees op de halve cirkel waar-achter de neutronendetectors zich bevinden. Vervol-gens opende RID-directeur prof.dr. Bert Wolterbeek de sluiter om het sample met neutronen uit de reactor-kern te bombarderen. Onmiddellijk ontstond op het scherm een grafiek. Vanuit een langzame opeenhoping van ruis schoot een aantal pieken omhoog. Het publiek applaudisseerde voor deze overtuigende demonstra-tie. Voor ingewijden geven de pieken afstanden aan tussen atomen in kristalroosters van het sample. In plaats van monokristallen bevat het sample een paar kubieke centimeter fijn kristallijn poeder. Dankzij een slimme methode die bekend staat als ‘Rietveld refinement’ kunnen onderzoekers de piekjes uit de diffractometer vertalen in afstanden tussen atomen in de kristalstructuur die hen samenbindt.

Breder gebruik kernreactorHet Pearl-project begon in 2009 toen prof.dr. Katia Pappas op uitnodiging vanuit Berlijn naar de TU Delft kwam om breder gebruik van de Delftse kernreactor te stimuleren. Een neutronendiffracto-meter leek daarvoor een geschikte toepassing omdat onderzoekers daarmee neutronenstraling uit de reac-tor kunnen gebruiken om kristalstructuren van allerlei stoffen op te helderen. Bovendien bestond zo’n instru-ment niet in Nederland.Een jaar later was het budget van een kleine acht ton zeker gesteld en kon ze Lambert van Eijck inhuren voor het ontwerp en de bouw van het instrument. Van Eijck werkte nauw samen met de Australische fysicus dr. Leo Cussen om ondanks de kleine reactor toch tot een instrument te komen dat zich qua gevoeligheid en resolutie kon meten met andere in Europa. In 2012 was het ontwerp definitief en kon de bouw beginnen. In het brandpunt van het apparaat bevindt zich een monster zo groot als een vingerkootje dat gevuld is met fijn kristallijn poeder. Neutronen worden door het poeder over een wijde hoek van bijna 180 graden ver-strooid in een patroon van pieken en dalen dat een vingerafdruk vormt van de kristalstructuur. De emi-nente kristallograaf dr. Hugo Rietveld (die bij de ope-ning aanwezig was en gehuldigd werd) ontwikkelde in 1966 bij ECN een methode waarmee hij het verband legde tussen kristalstructuur en het diffractiepatroon. Die methode, die bekend staat als ‘Rietveld refinement’ en wereldwijd in gebruik is, gaat uit van

een veronderstelde structuur en berekent daar de dif-fractie van. Als dat patroon, vaak na een aantal itera-ties, eenmaal overeenstemt met de meting, dan is de kristalstructuur opgehelderd. Het sample wordt omgeven door een halve cirkel (11-160 graden) waarin 1408 detectoren achter een strakke aluminium wand schuilgaan. Iedere detector bestaat uit een twee millimeter breed stripje van lithium en zinksulfide met een optische fiber.

Wanneer het lithium-6 getroffen wordt door een neu-tron, valt het uiteen in een alfadeeltje (twee protonen plus twee neutronen) en een tritiumion (proton met twee neutronen). Die deeltjes veroorzaken in het zink-sulfide een lichtflits die door de optische fiber naar een fotodetector gestuurd wordt, die er een elektrisch pulsje van maakt. Eén probleem: dat gebeurt ook bij invallende gammastraling. Dankzij collega’s van het Rutherford Appleton Laboratory nabij Oxford kan de

De ontwikkeling van nieuwe materialen voor waterstofopslag, brandstofcellen, magne-tische koeling en lithiumbatterijen kan niet zonder kennis van kristalstructuren

27

Met 1408 glasvezels verdeeld over 150 graden heeft Pearl een hoog scheidend vermogen.

Page 28: Delft Global

28 NR4DECEMBER 2015

>>

detector gamma- en neutronenflitsen van elkaar on-derscheiden en worden alleen de laatste doorgelaten.

Materialen verbeterenDe waarde van de kennis van kristalstructuren is moeilijk te overschatten. De ontwikkeling van nieuwe materialen voor waterstofopslag, brandstof-cellen, magnetische koeling en lithiumbatterijen kan niet zonder. En dat geldt ook voor de ontwikkeling van farmaceutische materialen, coatings voor turbine- bladen en katalysatoren. Verscheidene onderzoekers vertelden op het ope-ningssymposium hoe ze stap voor stap hun materialen verbeteren aan de hand van de diffractometer. Ze krij-gen een profiel van het materiaal, leiden daar de kris-talstructuur uit af en gaan verbeteringen aanbrengen om de prestatie te verbeteren. Het bijgewerkte mate-

riaal gaat vervolgens terug in het instrument om na te gaan of de chemische veranderingen goed hebben uit-gepakt. Zo verbeteren ze hun materialen stapsgewijs. De dichtstbijzijnde faciliteiten voor neutronendiffrac-tie bevinden zich in Oxford, Parijs en Grenoble. Nu kunnen onderzoekers ook in Delft terecht. Ondanks het relatief lage vermogen van de reactor (2 megawatt) kan Pearl zich goed meten met de andere centra, stelt Van Eijck. Hij voegt er aan toe dat hij nog werkt aan de vermindering van de achtergrondstraling (ruis). Aan het eind van de dag vond een diner plaats met de technische directeuren van verschillende grote bedrij-ven die zich interesseren voor de mogelijkheden van neutronendiffractie.

pearl.tudelft.nl

monochromator

verstrooide neutronenbundels

gefilterde neutronenbundel

sluiterverzamelde detectoren met in totaal 1408 pixels

target: monster in poedervorm

inkomende neutronenbundel vanaf reactorkern

Page 29: Delft Global

29HORA EST

29

Zwemmen stimuleert de creativiteit:

in water is alles vloeibaar.Egbert Henri Stolk, stedenbouwkundig ingenieur

Democratie is te belangrijk om over te laten aan de wil van het volk.

Nick den Uijl, materiaalkundig ingenieur

Tegenwoordig heeft een experiment geen waarde totdat het is uitgezonden.

Daniela Ullien, chemisch ingenieur

Niets maakt een persoon productiever dan de laatste minuut.

David Vladesueiro, chemisch ingenieur

Wij zijn onszelf door anderen, dus moeten we zorgvuldig

onze spiegels kiezen. Ana Mafalda Monteiro, Oliveira Cortez,

Informatica Ingenieur

Door isolatie zouden Chinese promovendi in Nederland ‘werkrobots’ genoemd moeten worden.Linfeng Chen, luchtvaartkundig ingenieur

Best is de vijand van Goed.Emmanuelle Prest, natuurkundig ingenieur

Universiteiten betalen in de vorm van abonnementen voor kennis die zij gratis delen.Ilhan Şen, luchtvaartkundig ingenieur

inkomende neutronenbundel vanaf reactorkern

‘Of het menselijk brein nou door determinatie beschreven wordt of met quantum mechanismen,

er is geen plaats voor vrije wil.’Helena Junicke, ingenieur quantumtechnologie

“Materie bestaat uit moleculen en atomen, zo ook het menselijk brein. Volgens de klassieke me-

chanica kan elke toekomstige staat van het brein in principe voorspeld worden als de initiële staat

bekend is, ofwel de posities en snelheid van alle deeltjes van het brein. Maar als de staat van het

brein al van tevoren bepaald is, dan bestaat er vol-gens de klassieke mechanica geen vrije wil.

Cognitieve processen zijn echter ook afhankelijk van elektrische golven tussen neuronen en elek-

tronen die gehoorzamen aan de wetten van de quantummechanica. Dit betekent dat de

elektronen die onze acties bepalen, zich wille

keurig gedragen. Volgens deze quantummecha-nische opvatting zouden mijn beslissingen geba-seerd zijn op toeval, en niet op vrije wil.Persoonlijk denk ik dat er nog geen complete be-schrijving van de fysische processen in het brein is bereikt. Het probleem met elke wetenschap-pelijke theorie is dat het een oorzaak probeert te ontdekken. Maar een oorzaak is alleen maar een verklaring voor het gevolg en kan als zodanig nooit het concept van vrije wil toelaten. Mis-schien is er dus nog hoop voor een vrije wil. Of is dat alleen maar wat mijn brein me wil wijsmaken?”

Sociale media geeft mensen de impressie

dat zij sociaal zijn, maar in feite worden

mensen asociaal.Ilhan Şen

Luchtvaartkundig ingenieur

Page 30: Delft Global

30 NR5MAART 2015

PATENT

OCT-13-037 Meestuurbaar staartstuk helikopter

Uitvinder: dr.ir. Mark Voskuijl

NR4DECEMBER 201530

ILLUS

TRAT

IE: ST

EPHA

N TIM

MERS

Page 31: Delft Global

3131COLUMN

StrijdEen patent kan nog zo slim zijn en nog zo veel voordelen be-loven, dat wil niet zeggen dat de kopers in de rij staan. Dat is de ervaring van Mark Voskuijl, universitair docent

flight performance and propulsion (faculteit L&R). Voortbordurend op een project waaraan hij mee-werkte aan de universiteit van Liverpool, waar hij promoveerde, ontwikkelde hij een aanpassing voor het besturingssysteem van helikopters. De meeste helikopters hebben een horizontaal staartvlak dat stabiliteit geeft. Bij sommige is dat staartvlak beweegbaar. Voskuijl kwam op het idee het be-weegbare horizontale staartvlak niet alleen te gebruiken voor de stabiliteit, maar het actief te laten meesturen. Bij hoge snelheden verlagen de krachten die op de rotor komen te staan daardoor met 25 procent. Het vliegtuig is daar-door gemakkelijker te besturen en onderhoudskosten kunnen om-laag. En het mooiste van alles: de aanpassing die ervoor nodig is, is relatief eenvoudig te doen. Voskuijl stapte met zijn ontwerp naar heli-kopterbouwers, maar die reageer-den terughoudend. Een nieuw on-derdeel kan nog zo gemakkelijk in te bouwen zijn, het vergt – dure – certificering. “Ze hadden ook vra-gen over de veiligheid.” De univer-sitair docent liet afstudeerders alle failure scenario’s doorrekenen. “Daaruit blijkt dat het horizontale staartvlak niet ver uitgeslagen hoeft te worden om effect te heb-ben. En mocht het toch kapot gaan, dan kan de helikopter stabiel blij-ven doorvliegen.” Nu is het zaak de helikopterindustrie van de vinding te overtuigen. “Het grootste heli-koptercongres ter wereld is in mei. Dat is mijn laatste kans om het pa-tent te verkopen. Anders blijft het bij een wetenschappelijke publica-tie.” SB

Na een draagtijd van tweeënhalf jaar kwam vorige maand ‘Tussen hoog-moed en hysterie’ ter wereld, mijn boek over de strijd tegen schaliegas in Nederland. ‘Een onthullende, en bij vlagen ontluisterende, blik achter de schermen van de moderne mediademocratie’, zo staat op de achterpagina. ‘Waar beeldvorming koning is, framing hoogtij viert en vrijwel niemand feiten en fictie nog uit elkaar kan houden - met alle ge-volgen van dien.’ Met de heilige drie-eenheid van iedere succesvolle tegenstrijd – angst, onzekerheid en wantrouwen - luk-te het burgers en milieuactivisten om het gas binnen no time in de ban te krijgen. Van een debat of iets wat daarop leek, was geen sprake. Belang-rijkste afwezige was de voice of reason. Nuancerende, ontlastende feiten gin-gen al gauw ten onder in een kolkende stroom van meningen, geruchten en halve waarheden. Politieke besluitvorming is niet alleen gebaseerd op feiten, werd mij in Den Haag voortdurend voorgehouden, emotie speelt ook een rol. Dat klopt, maar met de nadruk op óók. In de praktijk zijn het vooral emoties die aan de basis van de communis opinio staan. Dat de redelijkheid het in de huidige zwart-wit-debat- cultuur zwaar heeft, komt ook omdat de vertolkers ervan zich steeds minder geroepen voelen om zich nog in discussies te mengen. Zoals bij scha-liegas. Waarom je re-putatie laten beschadi-

gen als je geen partij bent? Waarom je laten beschimpen voor een activiteit waarvan de industrie zelf ernstig be-twijfelt of die in Nederland ooit van de grond kan komen? Nee, dank u. Maar de strijd tegen schaliegas gaat niet over gas. Die gaat over feiten die het onderspit delven. Die gaat over ingenieurs die worden afgeserveerd, simpelweg omdat ze nog weleens een sommetje maken. Die gaat over een brede blik versus oogkleppen, over optimisme in plaats van angst en over nieuwsgierigheid tegenover niet willen weten. Die gaat kortom over het fundament van een veilige, welvarende samenleving.Ach, de wal keert uiteindelijk het schip, hoorde ik vaak in het rede-en-ratio-kamp. ‘Moet je kijken hoe snel de publieke opinie omslaat als het licht uitvalt of de stroomrekening door het dak gaat.’ Klopt. Maar wie dat schouderophaal-standpunt hul-digt, vergeet dat bij ieder diepgewor-teld hel-en-verdoemenisbeeld van technologie, de weerstand tegen een volgende innovatie nóg groter wordt. ‘Bij twijfel niet inhalen’ als definitie-ve dood in de pot.Wie behalve z’n hart ook de feiten wil laten spreken, zal dan ook de barricaden op moeten. Om te strij-den voor nuance als tegenwicht te-gen de emotionele orkaan die menig

technologisch debat domineert. Om met klaroengeschal de nu

verweesde middenpositie in te nemen en te verdedigen - te vuur en te zwaard.

ir. Remco de Boer is communicatiespecialist techniek & wetenschap

Page 32: Delft Global

Sterrenstof in terahertz

Op de Zuidpool laten onderzoekers proefballonnen op. Zodra de atmosfeer stabiel genoeg is, willen ze een enorme ballon lanceren

met daaronder een telescoop met detectoren uit Delft.TEKST JOS WASSINK ILLUSTRATIE: STEPHAN TIMMERS FOTO: SAM RENTMEESTER

T ien jaar geleden nam dr. Jian-Rong Gao, project- leider bij de afdeling quantum nanoscience

(Tech- nische Natuurwetenschap-pen) en bij het TU Delft Space Institute zich voor om een betere technologie te ontwikkelen voor de detectie van terahertz-straling: elektromagnetische straling die tussen infrarode straling en microgolven ligt. Terahertz-straling geeft inzicht in de samenstelling van stofwolken in ons Melkwegstelsel; de kraamkamers van nieuwe zonnestel-sels.Gao werkte sindsdien aan de ontwik-keling van zijn terahertz-detectoren en wist ze, in samenwerking met de Ne-derlandse ruimteonderzoekorganisatie SRON, geselecteerd te krijgen door NASA voor de missie Stratospheric Terahertz Observatory (STO2). Zo vlak voor de lancering van zijn levenswerk (half december) verklaart hij licht ner-veus: “We hopen op Gods hulp om de lancering succesvol te laten zijn.” Van-daar de proefballonnetjes.

Geen ramenVanaf begin november zijn SRON-on-derzoekers Darren Hayton en Wouter Laauwen op de McMurdo basis op Antarctica om de ballongondel op te

bouwen en alle onderdelen te testen. Eerder gebeurde dat al afgelopen au-gustus in een hal in Palestine, Texas, waar de hele gondel werd opgehesen en getest. Nadat die hangtest naar te-vredenheid was gedaan, werd het hele gevaarte weer uit elkaar gehaald, en in kisten naar de Zuidpool verscheept. Half november schreef Laauwen op zijn blog: ‘Binnen in onze hangar staat de ballongondel. Hij is al een heel eind klaar. Daar werken de collega’s van APL (Applied Physics Laboratory, Johns Hopkins University, red.) en het CSBF (Columbia Scientific Balloon Facility, red.) voorlopig aan verder. Wij gaan onze instrument inbouwen in een cryostaat, een soort grote thermosfles die gevuld met vloeibaar helium het hele instrument afkoelt tot ongeveer 270 graden onder 0 oftewel 4 kelvin, 4 graden boven het absolute nulpunt. Hoewel het allemaal wat primitiever is, kun je in het lab makkelijk vergeten waar je bent, er zijn geen ramen. Zodra de deur open gaat is het weer duide-lijk: ik ben echt op Antarctica.’ Vier dagen later laat hij weten: ‘Het goede nieuws is dat we zojuist de hele signaalketen van de 4.7 THz-ontvan-ger werkend hebben gekregen (zie kader, red). Er gaat een lokaal signaal naar binnen, we zien de hemel en er

komt een gewenst signaal uit de detec-tor naar buiten. Er moet nog wat geop-timaliseerd worden maar alle stappen werken.’

StervormingDe eerste sterren ontstonden zo’n 13,5 miljard jaar geleden uit lichte elemen-ten als waterstof, helium en lithium. Door kernfusie in die sterren ontston-den zwaardere elementen als kool-stof, stikstof en zuurstof, wat nu veel voorkomende elementen zijn in de stofwolken van ‘ons’ Melkwegstelsel. Vreemd te beseffen dat de bouwstoffen van onze levende natuur en ons eigen lichaam ooit zijn samengesmeed in het binnenste van sterren en miljarden jaren later met een enorme explosie verstrooid werden tot rondzwevend sterrenstof. Uit dat interstellaire stof vormen zich steeds weer nieuwe ster-ren en planeten in een eindeloze dans van energie en materie.Dat is het algemene plaatje, maar in welke verhouding de elementen kool-stof, zuurstof en stikstof voorkomen, hoe snel de gassen afkoelen, hoeveel sterren er gevormd worden, hoe snel dat gaat en hoe zwaar die sterren wor-den - daar is nog weinig over bekend.Hoogleraar submillimeter-astronomie aan de Rijksuniversiteit Groningen,

32 NR4DECEMBER 2015

Page 33: Delft Global

33

>>

prof.dr. Floris van der Tak, hoopt dat metingen van de STO2-missie daar duidelijkheid over zullen bieden. Toe-gegeven, de ballonmissie heeft een beperkte duur van naar schatting twee weken voordat de helium verbruikt is. Daarom wordt ook maar een beperkt gebied van de Melkweg gescand van 10 graden breed en 2 graden hoog. In dat gebied brengen de verschillende de-tectoren de verdeling van stikstof (N op 1,4 THz), koolstof (C op 1,9 THz) en zuurstof (O op 4,7 THz) in kaart. Van der Tak, werkzaam bij SRON, is vooral benieuwd naar de zuurstoflijn omdat zuurstof opgloeit bij 300 Kelvin (kamertemperatuur), wat een stuk warmer is dan de omgeving van 100 Kelvin. Met andere woorden: de zuurstoflijn toont de eerste opwar-ming van een ster in wording. Van der Tak: “Vergelijk een gaswolk met een baarmoeder voor sterren. De zuurstoflijn is dan de echoscopie die je vertelt dat er van binnen iets aan de hand is.” Afhankelijk van de metingen is het de bedoeling om met latere missies grote-re gebieden in hogere resolutie te scannen. Wat dat betreft is de STO2-missie ook een soort proef- ballon.

Page 34: Delft Global

34 NR4DECEMBER 2015

>>

Duister gebied“Twintig jaar geleden vond de eerste waarneming van terahertz straling uit de ruimte plaats. Dat was met halfgelei-der detectoren vanuit een klein vlieg-tuig op tien kilometer hoogte. De me-tingen hadden teveel ruis om iets mee te doen, maar ze toonden wel aan dat er straling in het verre infrarood was”, aldus Jian-Rong Gao over het begin van de submillimeter astronomie.Tien jaar geleden besloot de detec-tor-specialist in dienst van SRON en TU-Delft dat hij de beste detector voor terahertz-straling zou ontwikkelen (zie kader). Zijn detectoren zouden mee-gaan op ruimtemissies van NASA en ESA en ze zouden onze ogen openen voor een tot dan toe duister gebied van het spectrum. Zijn inspanningen werden beloond toen missieleider prof. Christopher Walker van de Universiteit van Arizona de Delftse detectoren uitkoos voor de STO2 ballonmissie. Walker had besloten dat Gao’s team in de afdeling quantum nanoscience de beste detec-toren bouwde. Uiteindelijk hebben

de Delftenaren de STO2-missie zelfs gered. Want toen afgelopen zomer dui-delijk werd dat het Jet Propulsion Lab de toegezegde infrarood detectoren niet kon leveren (voor 1,4 en 1,9 THz), trok Gao er nog een stel uit een la die hij voor de Europese Herschel-missie

(2009-2013) had gemaakt. Het gevolg is dat nu alle detectoren aan boord van de STO2 uit Delft komen. Gao weet wat hij zegt met: “Wij zijn de ogen van de missie.”Gao was graag de eerste geweest om met de nieuwste technologie de zuur-stoflijnen te meten. Helaas - Duitse onderzoekers deden dat eerder dit jaar vanuit een vliegtuig op veertien kilo-meter hoogte. Zij hebben de primeur, maar als alles volgens plan verloopt zullen de metingen op veertig kilome-ter hoogte niet alleen beter zijn (de atmosfeer absorbeert terahertzstraling uit de ruimte), maar ook veel uitge-breider.Een plan voor de vervolgmissie Gussto(Galactic/Xtragalactic ultra long duration balloon spectroscopic stratospheric THz observatory) ligt bij NASA. Die missie zal 3x16 pixels aan boord hebben (voor de drie verschil-lende golflengten voor stikstof, kool-stof en stikstof ) en meer dan honderd dagen actief zijn. Gao’s droom die uit-kwam smaakt kennelijk naar meer.

Lees de laatste stand van zaken op Laauwens weblog:sron.nl/sto2/antartica

Delftse detectorHoe werkt de techniek? Een parabool concentreert de invallende straling op een halfdoorlatende spiegel. Daarop valt ook de straling van een terahertz laser die dienst doet als lokale oscillator. Die speciaal ontwikkelde quantum cascade laser (QCL), die de 4,7 THz straling opwekt, wordt door een compacte Stirling koelmachine op een werktemperatuur van 50 Kelvin (minus 223 graden Cel-sius) gehouden. De laser zelf is miniem: slechts een millimeter lang en 20-40 micrometer breed.Het mengen van een signaal met een referentiestraling van een lokale oscillator heet heterodyne detectie. Het voordeel van die methode is dat het de frequen-tie van het signaal terugbrengt van terahertz naar gigahertz niveau, en dat er voor die microgolfstraling goede versterkers, filters en meters beschikbaar zijn.De gemengde straling (signaal en referentie) wordt door een silicium lens op een klein antennetje geconcentreerd dat verbonden is met een supergeleiden-de detector met de naam hot-electron bolometer of HEB-mixer. Simpel gezegd bestaat zo’n detector uit een supergeleidend brugje van niobium nitride tussen twee gouden contactjes. De opgevangen straling verwarmt het brugje (2 bij 0,2 micrometer groot) waardoor de supergeleiding verstoord wordt. Het resulte-rende spanningsverschil valt te meten.

Dr. Jian-Rong Gao: “Wij zijn de ogen van de missie.”

Een sterrencamera fixeert de positie van de telescoop ten opzichte van het fir-mament. Na de meting van 1 pixel (op drie golflengten tegelijkertijd) verschuift de positie een heel klein beetje naar het volgende beeldpunt. Op die manier tast de telescoop punt-voor-punt in naar verwachting 15 dagen tijd een vooraf be-paald observatiekader af van 2 booggraden hoog en 10 booggraden breed.

Page 35: Delft Global

Veel goede ideeën komen voort uit frustratie. Freek Schouten, Vincent Karremans (die economie en rechten studeerde in Rotterdam) en Laurens van Nues vonden het vier jaar geleden vervelend dat ze geen idee hadden van waar hun kansen lagen in de banen-markt. Natuurlijk, je had bedrijven-dagen waar multinationals en consul-tancybureaus zich presenteren. Maar coole start-ups zag je daar niet.Zo ontstond het idee voor Magnet.me, dat studenten en afstudeerders een be-ter inzicht wilde geven in hun carrièremogelijkheden. De basis werd een soort matchmaking waarbij be-langstellenden voor werk of stage een profiel aanmaken op de website magnet.me. Bedrijven doen dat ook (die betalen per maand een vast be-drag dat afhangt van de dienstverle-ning) maar voor start-ups is het gratis. Zodra er een match is tussen bedrijf en student, ontvangt die laatste een netwerkverzoek. Het is dus altijd de werkzoekende die het initiatief houdt.In 2013 ging magnet.me van start en nu, twee jaar later, zijn er 780 organi-saties en 32 duizend werkzoekenden ingeschreven. Per dag ontdekken hun computers 3500 matches en sturen ze evenzovele netwerkverzoeken uit. In totaal zijn er al 800 duizend matches gemaakt. En door de uitbreiding naar Engeland per 5 oktober kan dat nog wel eens hard stijgen.Terugkijkend concluderen de nu suc-cesvolle ondernemers dat ze in het be-

gin van niks wisten. Laurens van Nues: “We hadden natuurkunde gedaan, maar wisten niets van sales of marke-ting. Productontwikkeling, design of programmeren - alles was nieuw en onbekend.” Gedeeltelijk hebben ze expertise gerekruteerd via IO-ers voor het design en computer scientists van de TU voor het programmeerwerk. Verder was het een kwestie van praten, googelen en boeken lezen om meer te weten te komen.Ze volgden een salestraining en zagen hoe de verkoop toenam. Dat beteken-de voor hen meer dan een omzetstij-ging. Het maakte hen ervan bewust dat ze hun bedrijf konden verbeteren door aan zichzelf te werken. Zo verbeter-den ze ook hun homepage stapsgewijs en zagen het aantal bezoekers dat een

profiel aanmaakt gestaag stijgen. “Dat was een high-five momentje”, herin-nert Freek Schouten zich.De overstap naar Engeland biedt vol-gens hem veel kansen omdat studen-ten daar vaak al na hun bachelor gaan werken, en omdat de arbeidsmarkt bureaucratischer en conservatiever is. “Dat schreeuwt om innovatie”, vindt Schouten. Bovendien biedt de uitbrei-ding interessante kansen voor Neder-landse studenten. Wel heeft het bedrijf zich moeten aanpassen aan de minder directe Britse cultuur waar alles omge-ven is door extreme politeness en dui-zenden thanks en sorry’s. JW

35

Laurens van Nues, Freek Schouten, Vincent KarremansResp. natuurkunde, natuurkunde, economie & rechten Erasmus UniversiteitMagnet.me2013Matchmaking tussen studenten en bedrijvenStudenten en afgestudeerden […] verbinden met toekomstige werk- gevers. Tegelijkertijd organisaties het talent laten aantrekken dat ze nodig hebben om hun doelen te bereiken.Tegen een miljoen euro‘Verwachten we fors internationaal te zijn uitgebreid en onze gebruikers met een aantal innovaties met veel impact nog beter te hebben geholpen.’

Naam:

Studie:

Bedrijf: Opgericht in:

Product:

Missie:

Omzet:Over vijf jaar:

Ook al hadden ze natuurkunde gestudeerd, van ondernemen wisten ze niets. Dat beseffen de ondernemers van Magnet.me terdege nu ze uitbreiden naar Engeland.

FOTO

: SAM

RENT

MEES

TER

DE ZAAK

Page 36: Delft Global

36 NR4DECEMBER 2015

TEKST: DAMINI PURKAYASTHA EN MARCO VILLARESFOTO: MARCEL KRIJGER

#Looklikeanengineer

Jinrui Zhang, Wioletta Ruszcel en Merle de Kreuk zijn drie van de tien benoemde Delft Technology Fellows.

Page 37: Delft Global

De wetenschap is niet boven seksis-me verheven. Dat geldt in ieder geval voor wetenschappers en ingenieurs.

In juni maakte Nobelprijswinnaar Tim Hunt seksistische opmerkin-gen over vrouwen die in een labora-torium voor te veel afleiding zouden zorgen. Op sociale media was de kritiek niet van de lucht. ‘#DistractinglySexy’ werd

trending topic op Twitter en vrou-welijke ingenieurs postten foto’s van zichzelf terwijl ze aan het werk waren: in een veiligheidspak, met een helm op of gewoon druk bezig met onderzoek. In juli ging ‘#LookLikeAnEngineer’ viraal nadat Isis Wenger, een Amerikaanse softwareontwikkelaar, te horen kreeg dat ze ‘te aantrekkelijk’ was voor een ingenieur. Vrouwelijke wetenschappers in Europa lieten in beide campagnes hun stem horen. Ze wezen erop dat vrouwen in de weten-schap nog dagelijks met vooroordelen te maken hebben. Volgens She Figures 2012, een rapport van de Europese Commissie, bedroeg in 2009 het gemiddelde aandeel vrou-welijke onderzoekers in de EU 27-33 procent. In Duitsland en Nederland is het percentage vrouwelijke onderzoe-kers respectievelijk 25 en 26 procent terwijl dat in Oost-Europa 40 procent of meer is. In Nederland is 15,7 pro-cent van de hoogleraren vrouw, bij een Europees streefpercentage van 25 procent. Volgens het Landelijk Netwerk Vrou-welijke Hoogleraren (LNVH) zal het nog vijftig jaar duren voordat er op technische vakgebieden evenveel mannen als vrouwen werken in Ne-derland.“Slechts één op de zes hoogleraren is vrouw. We doen het beter dan veel an-dere landen, maar we hebben nog een lange weg te gaan,” aldus Marike Bontenbal van Unesco Nederland. Samen met L’Oreal biedt Unesco in diverse landen een jaarlijks fellowship aan vrouwen in de bètawetenschap-

pen. Elders begon dit initiatief al in 1998, maar in Nederland pas in 2012.Er zijn inmiddels een aantal andere landelijke initiatieven. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek orga-niseert samen met het LNVH elk jaar een evenement met de naam ‘Pump up Your Career’. Op dit evenement staan talent- en carrièreontwikkeling voor vrouwen in de wetenschap centraal.

Onbewuste vooroordelenHet European Platform of Women Scientists, dat leden heeft in heel Europa, boog zich in november over de kwestie op het Duitse congres ‘Ready for Dialogue’. “Het gangbare beeld van een wetenschapper is dat van een ernstig kijkende blanke man met een baard. Van subtiele discriminatie tot openlijke intimidatie: er moet nog veel veranderen,” aldus Tatjana Parac-Vogt, voorzitter van de vereniging Belgi-an Women in Science (BeWise) en hoogleraar chemie bij de KU Leuven. “België kent initiatieven als ‘Ladies@Science’ en ‘Green light for Girls’, waarmee jonge meisjes worden aange-moedigd om voor de bètawetenschap-pen te kiezen,” zegt ze.In het Verenigd Koninkrijk is men al enige tijd bezig de scheve verdeling aan te pakken, vertelt Hayley Hung, universitair docent bij de TU Delft. Ze studeerde tussen 1998 en 2002 elek-trotechniek aan het Imperial College in Londen, waar slechts tien procent vrouw was. “De wetenschapswereld is in veel op-zichten een erg traditionele omgeving die nog altijd door mannen wordt ge-domineerd. Dit wordt versterkt door zaken die met de balans tussen werk

en privé te maken hebben,” legt Marike Bontenbal van Unesco uit. Daardoor kiezen vrouwelijke studen-ten minder snel voor bètastudies.Ook de samenstelling van selectie-commissies bij het selecteren van kandidaten is een belangrijke factor. ´Commissies met zowel mannen als vrouwen, objectievere selectiecriteria, begeleiding van vrouwen en zelfs quota zijn beleidsmaatregelen die vaak wor-den gehanteerd (…) om meer evenwicht te brengen in de ongelijke situatie die nog steeds bestaat in de academische sector´, aldus She Figures 2012. Het rapport voegt eraan toe dat ́ niet alleen een glazen plafond, maar ook een moe-dermuur de carrière van vrouwelijke

onderzoekers belemmert.´Uit onderzoek blijkt dat het aantal mannen en vrouwen in de bachelor- en masterfasen veel meer in even-wicht is, maar dat de scheefgroei be-gint bij vrouwen van eind twintig of begin dertig. Bij de TU Delft zijn 26% vrouwelijke promovendi, tegen 32% bachelorstudenten en 50% masterstu-denten. Interessant is dat de facultei-ten Bouwkunde en Industrieel Ont-werpen respectievelijk 56% en 59% bachelorstudenten tellen. Sommige teams werven nu actief vrouwelijke kandidaten, terwijl initiatieven als het Delft Technology Fellowship op ande-re gebieden de scheve verhoudingen blijven bestrijden.

>>

De scheefgroei begint bij vrouwen van eind twintig, begin dertig

37

Wioletta Ruszel is universitair docent, afdeling toegepaste kansrekening (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica); Merle de Kreuk is universitair docent wastewater treatment and anaerobic digestion processes (Civiele Techniek en Geowetenschappen); Jinrui Zhang is onderzoeker cell systems engineering (Technische Natuurwetenschappen).Lees de persoonlijke ervaringen van deze onderzoekers op delftintegraal.tudelft.nl.

Page 38: Delft Global

38

Alumninieuws

NR4DECEMBER 2015

Hoe kwamen jullie op het idee om een gratis online cursus over leiderschap te ontwikkelen? SR: “Ons gevoel was dat je in Delft heel goed tot techneut wordt opgeleid, maar dat je leiderschapsvaardigheden vooral buiten de collegebanken leert. Daar-om wilden we vijftig topstudenten een weekend bij elkaar brengen om ze op het werkende leven voor te bereiden. Met dit idee stapten we naar Dirk Jan van den Berg, voormalig voorzitter van het college van bestuur. Hij zei: denk eens na hoe jullie dit onderwerp in een mooc (massive open online course) kunnen gieten. Dat leek ons een mooie uitdaging, die we samen met Hans de Bruijn, hoog-leraar bij TBM, hebben opgepakt.PL: “Wereldwijd wordt jaarlijks veertig miljard euro uitgegeven aan leiderschap-strainingen en dat zijn vrijwel altijd groepssessies. Dit is een eerste stap om te exploreren hoe we mensen op een an-dere manier kunnen inspireren om over zichzelf na te denken.”

Voor wie is de mooc bedoeld? P: “Ingenieurs over de hele wereld kun-nen meedoen. Van de honderd meest succesvolle bedrijven heeft een kwart een ingenieur als ceo. Dit moeten er na-tuurlijk meer worden. Als je alle ingeni-eurs nu leiderschapsvaardigheden mee zou geven, dan leid je meer complete ingenieurs op.” S: “We hebben al negenduizend aanmel-

dingen, van 150 verschillende nationa-liteiten. Daar kunnen nog veel meer bij. Het is bedoeld voor alle leeftijden, want je moet continu keuzes maken in wat je wilt, waar je staat en waarheen je je wilt ontwikkelen.”

Wat leren mensen in deze mooc? SR: “In het eerste deel leer je hoe be-langrijk de context is waarin leiders moeten opereren en hoe complex allerlei wereld- en bedrijfsproblemen zijn. Het tweede deel gaat over jezelf, je leert waar je krachten en passies liggen en gaat een aantal skills leren zoals: focussen op het positieve en hoe je je eigen gedrag kunt veranderen.” PL: “Deel drie ten slotte gaat over lei-derschapsmodellen. We introduceren sustainable leadership, omdat deze stijl volgens ons in deze tijd nodig is. Dit type leiders denkt niet alleen aan zichzelf, maar aan alle stakeholders. Ze zijn goed in het opbouwen van relaties en in sys-teemdenken - in het grote plaatje zien.

We besluiten de mooc met een model dat je helpt om je carrièrekeuzes te maken.”

Waarom leveren jullie, als alumni technische natuurkunde, hieraan een bijdrage? PL: “Ingenieurs hebben de wereld veel te brengen. Denk aan het leiden van de transitie van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Een deel van dit probleem is technisch, maar mensen meekrijgen is net zo belangrijk.”SR: “Er is een heel groot misverstand dat leiderschap soft zou zijn. Wij willen laten zien dat je op een nuchtere, concrete en inspirerende manier kunt werken aan je eigen leiderschap.” HD

Meer informatie: online-learning.tudelft.nl/courses/leadership-for-engineers

Cursus leiderschap voor ingenieursZe ontwikkelden de nieuwe online cursus leadership for engineers, die alle ingenieurs ter wereld per januari 2016 gratis kunnen volgen. TU-alumni Pieter Ligthart (Russell Reynolds Associates) en Stefaan Rodts (McKinsey) vertellen over hun passie voor leiderschap.

FOTO

’S: SA

M RE

NTME

ESTE

R

STEFAAN RODTS. PIETER LIGTHART.

Page 39: Delft Global

39

CONTACTHebt uw tips, ideeën,

vragen of opmerkingen voor het alumnibureau?

Stuur een e-mail naar: [email protected] of

bel met 015-2789111

ALUMNIPORTALWilt u uw (alumni)

gegevens, communicatie- voorkeuren wijzigen of

aanmelden voor alumni evenementen?

Dat kan via de alumniportal www.alumniportal.tudelft.nl

LINKEDINWilt u contact leggen met mede-alumni? Sluit u aan bij de ‘Delft University of Technology – Alumni Linkedin’ groep

UFD VRIENDENFONDSWord ‘Vriend van de TU Delft’ en steun Talent, Techniek en de TU Delft met uw bijdrage. IBAN Rekening nummer NL19FVLB0226850471, stichting UfD, inzake ‘vrienden’.universiteitsfonds.tudelft.nl

Alumni event BouwkundeAlumni van de jaren 2008 tot 2015

zijn op 22 januari van harte welkom om hun naam en handtekening te plaatsen

op de Alumni Wall in de faculteit. Na afloop is er een borrel.

Plaats: Berlage zaal. Tijd: 15.00 tot 18.00 uur.

Alumni activiteiten8 januari174ste Dies Natalis TU Delft

8 januariNieuwjaarsborrel wiskunde en informatica alumni

22 januariZevenjaarsactiviteit Bouwkunde

27 januari IDE Master Class Persuasive Game Design

8 februari Meet ‘n Greet studenten en alumni Wiskunde & Informatica

Een volledig overzicht van alumni activiteiten op: www.alumni.tudelft.nl

Gedragsverandering via games Op 27 en 28 januari 2016 geven Valentijn Visch (TU Delft) en Michael Bas (&ranj serious games) de IDE Master Class ‘Persuasive Game Design, to motivate users for behavioural change’.

IDE Master Class

Een spelwereld vergemakkelijkt het be-reiken van vooraf gedefinieerde doelen in de echte wereld (bijvoorbeeld bewust-wording, toegeeflijkheid, gedragsveran-dering). Het ‘Persuasive Game Design model’ stelt niet zoals bij de oude games de technologie centraal, maar juist de gebruikerservaring: hoe ontwerp je een zodanige gamificatie dat de gebruiker een spelwereld ervaart die vervolgens beoogd gedrag in de echte wereld faciliteert.In deze tweedaagse masterclass maak je kennis met de theorie van persuasive game design, de effecten en mogelijkhe-den, de ontwerpmethode en het direct laten toepassen op product-dienst- systemen. Je leert de toepassingen en

beperkingen begrijpen, hoe je de kracht ervan binnen de organisatie kunt com-municeren en welke strategieën nodig zijn voor een succesvol ontwerp. IDE Master ClassesDe IDE Master Classes is een reeks van intensieve tweedaagse masterclasses voor design professionals. Elke master-class combineert theorie met interactieve opdrachten en cases: je kunt onmiddellijk toepassen wat je leert. Een perfecte ma-nier om je kennis te vergroten, samen te werken met andere ervaren ontwerpers, je netwerk uit te breiden en nieuwe kan-sen te creëren voor je ontwerppraktijk.ide.tudelft.nl/masterclasses

Ontmoetingen met de studenten van de D:Dream studententeams; prijswinnen-de en wereldrecordbrekende voertuigen, zoals de Nuna8 en de Dare raket; en biofysicus professor Cees Dekker over de ontrafeling van het leven en het bou-wen van een levende cel. Excelleren aan de TU Delft was nog nooit zo tastbaar als tijdens het Goede Vrienden diner van het Universiteitsfonds Delft. Ruim 150 Goede Vrienden van het Universiteitsfonds kwamen eind oktober samen in de D:DREAM hall. Met het jaarlijkse diner bedankt het fonds zijn Goede Vrienden, onder wie veel Delftse alumni, voor hun steun. De gasten krijgen zo een goed beeld van wat hun bijdrage betekent voor studenten en onderzoekers. Door de aanwezigheid van al deze betrokkenen die de TU een warm hart toedragen, was het een meer dan geslaagde avond. Goede VriendenOok Goede Vriend worden en deelne-men aan het jaarlijkse Goede Vrienden diner? Neem contact op met [email protected] of telefonisch 015-2786409.

Vrienden helpen talent

FOTO

’S TH

IJS KU

RPER

SHOE

K

Page 40: Delft Global

40 NR4DECEMBER 2015