Het Script

Eerste Acte:

Scene 1: Proloog: De geboorte Scene 2: Scar en Mufasa Scene 3: Rafiki’s boom Scene 4: Op stap met Pap Scene 5: Scar luist Simba erin Scene 6: Simba nodig Nala uit Scene 7: Dan ben ik de Baas van het Land Scene 8: Het Olifantenkerkhof Scene 9: Onder de Sterren Scene 10: Sta Paraat Scene 10a:Zuzu biedt zijn excuses aan Scene 11: De Stampede I Scene 12: De Begrafenis Scene 13: Ratiki rouwt Scene 14: Hakuna Matata

Tweede Acte:

Entr Acte: Een voor Een Scene 15: De Waanzin van Koning Scar Scene 16: Na1a’s Afscheid Scene 17: Simba’s Nachtmerrie Scene 18: Onder de Sterren Scene 19: Lang is de nacht/ Hij Leeft! Scene 20: Het weerzien van Simba en Nala Scene 21: De geest van Mufasa Scene 22: Apekool Scene 23: Simba tegenover Scar Scene 24: De Cirkel is Rond

EERSTE ACTE Scène 1: Proloog: De geboorte

Bij het ochtendgloren begroet een oude baviaan (RAFIKI) al zingend de morgen. Andere stemmen zingen een antwoord, terwijl de zon opkomt.

RAFIKI: Nan ts’ ngonya ma bakithi baba

ENSEMBLE: Sithi hu ingonya ma Ingonyama nengwebo

Antilope 1 : Mai babo hi ngonyama baba

RAFIKI : Nan ts’ngoyama baba

RAFIKI Sithi hu ingonya ma Ingonyama nengwebo

ANTILOPE #2 : Haa khuzanibo bhek i ya galela

RAFIKI : Nan ts’ ngonya ma bakithi babo

ENSEMBLE : Sithi hu ingonya ma Ngonyama, ngonyama, ngonyama, ngonyama Ingonyama nengwenamabala (12 keer)

Als het lied begint, spitsen de dieren hun oren. Verschillende groepen dieren komen van heinde en verre naar de Hoge Rots gereisd.

RAFIKI: Je wordt ergens op aarde geboren en je keert je gezicht naar de zon, en je wankelt en staat en waarheen je ook gaat, er is altijd die stralende bron. Er is zo veel te doen en te weten Dat nog nooit is gezien of gedaan, maar de cirkel van vuur in oneindig azuur voert ons mee in zijn eeuwige baan.

RAFIKI: ENSEMBLE: Alles ademt en leeft Ingonyama nengwewema In die trage stroom 14x Die ons voort doet gaan in hoop en vrees.

Altijd onderweg, eeuwig in beweging in de cirkel Ingonyama nengwenamabala die ademt en leeft Ingonyama nengwewemabala

De Hoge Rots verrijst en torent uit boven de verzamelde menagerie. Een neushoornvogel (ZAZU) vliegt over het publiek... en de dieren op het toneel.

Hij buigt diep voor een koninklijke, ontzagwekkende Ieeuw - MUFFASA, en zijn Leeuwin SARABI Intussen zingen de Antilopen een lofzang op de koning.

RAFIKI komt door de menigte aangestrompeld en klimt op het vooruitstekende

gedeelte van de rots. Ze omhelst Mufasa, en wendt zich tot Sarabi die haar pasgeboren welpje (SIMBA) veilig vasthoudt.

Rafki rammelt met haar kalebassen boven Simba en smeert wat nectar op zijn voorhoofd om het ventje te dopen.

ENSEMBLE: ANTILOPES: Ingonyama nengw’enamabala Bayede.Ndabe zitha.Nkhosi yama khosi 16x Heil Majesteit Koning der Koningen Soya bongababa. Bayede. Wij danken U vader, heil Mkokeli we sizwe. Ndabe zitha. Leider van ons land, Majesteit. Wena we zulu. Siya bongababa. U die van boven gezonden bent. Kwath uma uEka kwakhal umuntu Toen U bij ons kwam, weende de aarde. Kwath uma ufica kwakhal umuntu Toen U bij ons kwam, weende de aarde. Siyabonga baba bayede Wij danken U Vader, heil!

Rafki tilt Simba voorzichtig op en toont het prinselijk welpje aan zijn toekomstige onderdanen, die in luid gejuich uitbarsten.

RAFIKI/KOOR VAN DIEREN: ENSEMBLE: Alles wat ademt en leeft Ingonyamas enz in die trage stroom die ons voort doet gaan in hoop en vrees.

De zon werpt een straal Licht door de wolken heen, en beschijnt de toekomstige koning

RAFIKI: Altijd onderweg, eeuwig in beweging in de cirkel die ademt en leeft.

Scène 2: Scar en Mufasa

Scar’s grot. In zijn grot staat Scar, zijn gezicht verborgen achter zijn masker. Een veldmuis (schaduwpopje) scharrelt over het toneel. Scar prikt ernaar met zijn stok. Hij houdt het aan zijn staart omhoog.

SCAR:

Het leven is niet eerlijk, Vind je wel? Zo zal ik bijvoorbeeld nooit koning Worden. En jij .. (hij lacht) . ..jij ziet nooit de morgen meer. Adieu.

Scar wil net een hap nemen, als Zazu hem onderbreekt ZAZU: Abaah! Heeft je moeder nooit verteld dat je niet met je eten mag spelen?

Scar gooit de muis in de coulissen.

SCAR:

(zogenaamd teleurgesteld) Hééé Zazu. Nou ben ik m’n lunch kwijt.

ZAZU: Je bent nog wel meer kwijt als de koning met jou klaar is. Je hebt de plechtigheid gemist, en Mufasa is zo kwaad als een krokodil met kiespijn.

SCAR: Oeioeioei. Ik beef van angst.

ZAZU: Scar komt Iikkebaardend op Zazu af. Die deinst achteruit.

ZAZU Toe nou, Scar - niet zo gek naar me kijken nou.

ZAZU Help. . Mufasa komt binnen. MUFASA:

(bestraffend) Scar!

SCAR: Mmmm?

MUFASA: (tegen een stout hondje)

Laat gaan!

ZAZU: Perfecte timing, majesteit.

SCAR: Kijk eens aan, als dat mijn grote broer niet is. Uit den hoge afgedaald, om zich onder het gewone volk te begeven.

MUFASA: Sarabi en ik hebben je gemist bij de presentatie van Simba.

SCAR: (onoprecht)

Was dat vandaag? Hé, wat Vind ik dat nou vreselijk. Gewoon glad vergeten.

ZAZU: Nou, glad of niet glad - als broer van de koning had U vooraan moeten staan.

Scar bijt even naar Zazu, die ontwijkt hem

SCAR: Ik stond vooraan.. . tot die haarbal geboren werd.

MUFASA: Die haarbal is mijn zoon, en jouw toekomstige koning

SCAR: Ach. lk zal mijn revérence gaan oefenen.

Scar draait zich abrupt om en wil weglopen. Mufasa roept hem achterna.

MUFASA: Keer mij niet de rug toe, Scar!

SCAR: Oh nee. Mufasa. Misschien moet jij mij niet de rug toekeren.

MUFASA: (verliest zijn geduld)

Je daagt me uit? SCAR: (scherp) O, wat zijn we lichtgeraakt.

SCAR: (onschuldig lammetje)

Ik zou’t niet wagen om jou uit te dagen.

ZAZU: Zonde. Waarom niet?

SCAR: Tja. Qua hersens heb ik't het leeuwendeel gekregen. Maar bij het loket Spierballen stond ik achter in de rij.

Scar sluipt weg. Zazu kijkt hem na, Mufasa ijsbeert.

ZAZU: Ze komen in de beste families voor, Majesteit. In die van mij zelfs twee. Altijd de sfeer bederven, en bij voorkeur bij feestelijke gelegenheden.

MUFASA: Wat moet ik toch met’m beginnen?

ZAZU Leuke vacht voor bij de open haard?

MUFASA: Zaza!

ZAZU:

Stel U toch eens voor. Als ie dan vuil wordt geeft u hem met de mattenklopper.

Mufasa lacht terwijl ze weg lopen.

ZAZU: Ik geloof dat ie ze’m als welpje op z’n kop hebben laten vallen. Dat was 't begin van alle ellende.

Scène 3: Rafikis Boom Het Trotse Land. Rafiki’s indrukwekkende boom verschijnt. Dan valt het Licht op Rafiki gezeten in de holte van de boom, bezig de geesten op te roepen.Rafiki zingt.

RAFIKI: ' Girri Girri Girri ah...

Rafiki springt uit de holle boom. Ze vertelt haar verhaal aan het publiek (Originele click vertelling.)

RAFIKI: Kane Bare, Ke tla le qoquela moqoqu o ququang Ke maqheku haba qabana ba qetetse ho Qoqo moqoqo o monate.

Bane Bareea senqa nqune sentse sere qhafu qhafu qhafu\ka qhafu tsong.

Snappen jullie?

Saniibonani, domelang, molweni

Ere kele qoqele Moqoqo o monate 0o’oqoqwang ke maqheko Ha ba qabna, ba duletse ho qoqa Moqoqo o monate ke maqheko

Bane bare, qoqa qoqolosi, ba qoqolla Qhoqho tho, qhoqho tho, qhoqho tho Baqabana, baqabana, baqabana, baqabana, Bantse bare Qhafu, qhafu, qhafu, qhafu

Begrijp je wel ?

De holte van de boom verandert in een schaduwscherm. Met behulp van kleurstof op haar duim schildert Rafiki een simpele voorstelling van het welpje

op het hout. Ze zegent de tekening met pigmént.

RAFIKI : (CONT) Simba. .. Simba!

Scène 4: Op stap met pap Ochtendgloren over de Graslanden. We zien schaduwpoppen van Simba en

Mufasa door het hoge gras Iopen. ENSEMBLE: Zum zum zum mama ye, mamaye, mama ye, mama ye (3 keer herhalen) Zum zum woza mfan oh woza, woza mfana, o woza (5 keer herhalen)

Zum zum woza mfan o woza Woza mfana, oh woza mama ye

Mufasa en Simba (een eigenwijs kereltje geworden) komen op, tussen het hoge gras door. ENSEMBLE: Busa le lizwebo (3x herhalen) Busa lomhlaba SIMBA: waar gaan we heen? Busa ngo thando bo (3x herhalen) Busa lomhlaba Waarom zijn we zo vroeg op? Busa le lizwebo (3x herhalen) Busa lomhlaba

Busa ngo thando bo (3x herhalen) Busa lomhlaba Wanneer gaan we eten? Busa_le lizwebo (3x herhalen) Busa lomhlaba Ik heb dorst Mufasa klimt op de Hoge Rots. Simba volgt hem, tot op het hoogste punt.

Zijn we d’r al?

He um hem, he um hem, ya oh ha, he um hem He um hem, he um hem, ya oh ha, he um hem

Mufasa grinnikt om zijn nieuwsgierige zoon. Hij gebaart naar hem. MUFASA: Rustig, Simba. Kom es bij me zitten.

Mufasa en Simba kijken uit over het Koninkrijk terwijl de zon aan de horizon verschijnt en het uitgestrekte gebied met licht bestrijkt.

MUFASA: (CONT) Kijk, Simba: alles wat het licht aanraakt, behoort tot ons koninkrijk. SIMBA:

(met grote ogen) Zóóó-hee. MUFASA: De tijd dat een koning regeert, kun je vergelijken met de zon die opkomt- en weer ondergaat. Op een dag, Simba, zal de zon hier voor mij ondergaan. .. en als ze dan weer opkomt, ben jij de nieuwe koning.

SIMBA: En dan is dit allemaal van mij?

MUFASA: Alles.

SIMBA: (diep onder de indruk)

Alles wat het licht aanraakt. (wijzend op de horizon) En dat, daar in de schaduw?

MUFASA: Dat ligt buiten onze grenzen. Daar mag je nooit heen, Simba.

SIMBA: lk dacht dat een koning mocht doen wat ie wou.

MUFASA Nou - het koningschap houdt heel wat méér in dan altijd je zin krijgen.

SIMBA: (grote ogen)

Nòg méér?

MUFASA: (waarschuwend)

De dieren ontwaken. Mufasa wijst ze aan. Een mierenhoop parelhoenders. Simba is verwonderd en diep onder de indruk van alles wat hij om zich heen ziet. Dan valt zijn oog op een zwerm aasgieren, die in de verte rondcirkelt.

SIMBA: Pap, wat zijn dat voor vogels?

MUFASA: Dat zijn aasgieren.

SIMBA: Wat een griezels. Waarom jaag je ze niet weg?

MUFASA: Dat is niet nodig, Simba. Ze doen wat ze moeten doen. In de verte storten de aasgieren zich naar beneden. SIMBA:

Echt waar? Ik Vind’t er náár uitzien. antilopen springen voorbij

ENSEMBLE: Ingomyama nemwe’namabala

MUFASA: Dat weet ik - maar weet je Simba, alle leven is in wankel evenwicht. Als koning moet je dat evenwicht kunnen begrijpen en respect hebben voor al wat leeft - van de kruipende mier tot de springende antilope.

SIMBA: Maar pap, wij eten antilopen

MUFASA: Ja, Simba. Maar als wij sterven, wordt ons lichaam het gras. En de antilope eet dat gras. Zoals de zon oprijst uit de nacht en de winter overgaat in de lente - net zo komt het leven voort uit de dood. Alles houdt verband - in een prachtige kringloop, een cirkel die ademt en leeft.

Zazu komt aangefladderd ZAZU : Goedemorgen, Majesteit!

MUFASA: Goedemorgen, Zazu.

ZAZU: Aaaak! Jonge meester. Ik meld mij voor het ochtendverslag.

MUFASA: Brand :naar los!

HET NIEUWS VAN DE DAG

ZAZU: t Is een eer en een genoegen mij te kwijten van de plicht die ik hier met gepaste trots vervul. Bescheiden en met diep respect, gedragen maar toch licht; gedétailleerd, maar zonder flauwekul.

MUFASA: Ja, Zuzu.

ZAZU: Opdat mijn vorst met pronte borst aan’t grote wiel kan staan, als koene kapitein van’t Schip van Staat...

MUFASA; Ja ja, Zazu, schiet nou maar op.

ZAZU: ..bied ik hem uit het hele land de laatste nieuwtjes aan, als koninklijke steun en toeverlaat.

MUFASA: Zazu! Het nieuws van de dag.

ZAZU: Eh - ja, Majesteit. (schraapt zijn keel) Het nieuws van de dag.

De modekleur van dit seizoen is koninklijk saffraan, al schijnt het dat de zebra’s op hun strepen zijn gaan staan. ik zag een roze panter - die kwam zomaar uit de kast; -en stelletje flamingo’s reageerde enthousiast. En dan heb ik vandaag ook nog een aardige primeur: de aap zit op een stokje achter moeders keukendeur!

Dit is het nieuws van de dag! Wij doen uitvoerig verslag van het dierlijk gedrag! Elke knor, piep of lach, da’s het nieuws van de dag!

MUFASA: Wat doe je, zoon?

SIMBA: Loeren.

MUFASA: Laat een ouwe vakman 't maar voordoen.

ZAZU: MUFASA: Het stekelvarken is Blijf laag. . de laatste tijd zo prikkelbaar, ..aan de grond. de bavianen zitten SIMBA: met hun handen in het haar. Ik blijf laag! De olifant weet alles nog al weet ie niet meer wat- MUFASA: de antilope loopt wel, Ssst... geen geluid.

maar zit liever op zijn gat. Niet te snel.. De wandelende tak zoekt Nog een stap… naar de boom die bij hem past, en…… de kakkerlak moet poepen ….spring! en het waterbokje plast! Aaaaaah!

Simba bespringt en plet zijn prooi.

SIMBA: Dit is het nieuws van de dag! Wij doen uitvoerig verslag van het dierlijk gedrag! Elke knor, piep of lach, da’s het nieuws van de dag!

SIMBA/ZAZU/MUFASA: Dit is het nieuws van de dag! Wij doen uitvoerig verslag van het dierlijk gedrag! Elke knor, piep of lach, da’s,het nieuws van de dag!

MUFASA: Ha ha ha! Goed gedaan, jochie !

Een mol steekt zijn kop boven de grond en salueert. ZAZU: Waaah!

MOL: Zazu!

ZAZU: (herstelt zich) Ja?

MOL: Heer! Nieuws uit de Onderwereld!

MUFASA: (tegen Simba) MOL: (gebrabbel) Maar de volgende keer. .

ZAZU: (tegen Mufasa) Majesteit. .. hyenas! In’t Trotse Land!

MUFASA: (vertrekt meteen)

Zazu, breng jij brengt Simba naar huis.

SIMBA: Aaah pap, mag ik mee!

MUFASA: Nee, zoon.

Mufasa gaat. SIMBA:

(teleurgesteld) Ik mag nooit ergens heen.

ZAZU: Och Jonge Meester. .. op een dag ben jij de baas. Dan kun je de godganse dag jagen op die kwijlende, stomme schurftbakken.

Ze vertrekken.

Scène 5: Scar luist Simba erin Scar Iigt te rusten in de schaduw van zijn grot. Simba, helemaal over z’n

theewater van wat Zazu gezegd heeft komt op Scar toerennen. SIMBA: Hee oom Scar! Raad es?

SCAR: lk haat raadseltjes.

SIMBA: (niet uit het veld geslagen)

Ik word de koning van de Hoge Rots!

SCAR: (niet onder de indruk)

Kijk eens aan.

SIMBA: Pappa heeft met hele koninkrijk laten zien! En ik word de baas van alles!

SCAR: , Zo zo. Nou, neem me niet kwalijk dat ik geen vreugdedansje maak. Zwakke rug, hé.

SIMBA: Hee oom Scar, als ik straks koning ben, wat ben jij dan?

SCAR: De hofnar. SIMBA : (lacht) Bent U toch een rare

SCAR: Je hebt géén idee. (witje) Dus je vader heeft je’t hele koninkrijk laten zien?

SIMBA: Alles! SCAR: Toch niet ook voorbij die heuvel, aan de noordgrens?

SIMBA: Nee, dat niet.

SCAR: Ah.

SIMBA: (beetje de pest in) Hij zei dat ik daar niet heen mag.

SCAR: En hij heeft volkomen gelijk! Véél te gevaarlijk! Daar komen alleen de moedigste leeuwen.

SIMBA; (in de verdediging) Nou ik bén moedig. Wat is daar dan?

SCAR: 'Het spijt me, Simba, ik mag’t echt niet zeggen.

SIMBA: Waarom niet?

SCAR: Simba, Simba, Simba lk denk echt alleen maar aan het welzijn van mijn favoriete neefje.

SIMBA: Ja, hallo. U hebt maar één neefje.

SCAR: Reden te meer om zuinig op je te zijn. Een olifantenkerkhof, da’s geen plek voor een kleine prins.

SIMBA: Een olifantewàt?

SCAR: O jee.

SIMBA: (vol ontzag) Waaauw!

SCAR: O jee, ik heb al teveel gezegd. Nou ja, je was er toch wel achter gekomen. Zo’n bijdehandje als jij. Wil je mij één plezier doen? Beloof me dat je daar nooit heengaat, naar die gruwelijke plek.

SIMBA: Tuurlijk.

SCAR: Jij bent een lief kereltje. En nou maar weer gaan spelen, he? En denk erom is òns geheimpje.

Simba huppelt weg. Scar lacht

Scène 6: Simba nodigt Nala uit Ensemble Leeuwinnen - dansers en zangeressen - komt op, zingend op weg

naar de jacht. JACHT VAN DE LEEUWINNEN

LEEUWINNEN: Ah ha hayi (ya) hays (ya) hayi (ya) hayi we baba Zingella siyo zingela baba Ah ha hayi (ya) hays (ya) hayi (ya) hayi we baba Zingella siyo zingela baba Ah ha hayi (ya) hays (ya) hayi (ya) hayi we baba Zingella siyo zingela baba Ah ha hayi (ya) hays (ya) hayi (ya) hayi we baba Zingella siyo zingela baba we baba Zingella siyo zingela baba we baba Zingella siyo zingela baba we baba Zingella siyo zingela baba we baba Zingella siyo zingela baba hi baba

S qhubeke nisiyo zingela Tsah tsah tsah Tsah-tsah mama well tsah-tsah Tsah-tsah mama well, zingela baba Tsah-tsah mama well tsah-tsah Tsah-tsah mama well, zingela baba Tsah-tsah mama well tsah-tsah Tsah-tsah mama well, zingela baba Tsah-tsah mama well tsah-tsah Tsal;-tsah mama well, zingela baba U ye-yehhh nibo ah hayi ha U ye-yehhh oh u ye-ye nibo ah hayi ha U yeh-yehhh nibo zingela baba U yeh-yehhh oh u ye-ye nibo

ANTILOPEN: Ho-lo-lo ma, we ho-lo-lo ma, ah ye, ah ye, ah ye, ho-lo-lo ma He-lel-le he-le-leh-eh-eh-eh ho-lo-lo ma ah-ha, ah-hayi, ah-hayi, ah-hayi, ah-ha a-hayi, ah-hayi, ho-lo-lo ma, ah-hem, ah-hem, ah-hem, ah-hemmmm

LEEUWINNEN: Ah ha hayi (ya) hays (ya) hayi (ya) hayi we baba Zingella siyo zingela baba Ah ha hayi (ya) hayi (ya) hayi (ya) hayi we baba Zingella sylo zingela baba we baba (wordt verder herhaald)

Simba komt op. Hij Ioopt tussen de Ieeuwinnen door, op zoek naar zijn vriendinnetje Nala, een Iief welpje.

SIMBA: Hee Nala!

NALA: Hoi,Simba.

SIMBA : Ga mee! Ik weet een fantastische plek!

NALA: Simba. .. ik ga met mijn moeder mee op jacht. SIMBA: Dit is een plek waar je moeder nooit naartoe zou gaan.

NALA: Waar dan? Als’t maar geen stomme plek is.

SIMBA: Nee! ’t Is keigaaf

SARABI: Simba?

SIMBA: Oh... hoi mam. (liegt) t Is. bij de drinkplaats.

NALA: De drinkplaats? Wat is d’r zo fantastisch aan de drinkplaats. .?

SIMBA: (tussen zijn tanden) Dat zie je wel als we d’r zii-hiin.

NALA: (snapt ’t) Oooo. (tegen Sarafina) Mam, mag ik met Simba mee?

SARAFINA : Sarabi ?

SIMBA/NALA: Aaah màaaaaam

SARABI: Ik Vind’t goed. .

SIMBA/NALA: Yes!!!!

Simba en Nala willen wegrennen. SARABI: als Zazu met jullie meegaat.

Simba en Nala staan nijdig stil. SIMBA/NALA; Nee! Niet Zuzu!

De Ieeuwinnen gaan weg. Zazu komt aangefladderd

Scène 7: Dan ben ik de baas van het land Zazu vliegt voor de welpjes uit.

ZAZU: Flink doorstappen! Hoe eerder we bij de drinkplaats zijn, hoe eager we weer weg kunnen!

NALA: En waar gaan we nou echt naar toe?

SIMBA: Een olifantenkerkhof

NALA: Wauw! (hard)

SIMBA: Ssssst! (wijst) Zuzu. ,

NALA: Okee. En hoe dumpen we die dodo?

Ze steken de koppen bij mekaar. Zazu ziet ze smiespelen en vliegt naar ze toe. ZAZU: Aaach! Kijk nou toch weer! Bloempjes der liéfde, ontluikend in de savanne! Wat zullen jullie ouders blij zijn. . .. vanwege dat jullie toch al geéngageerd zijn en zo.

SIMBA: Ge-wat?

ZAZU: Verloofd. Op een dag gaan jullie trouwen!

SIMBA: NALA Yech! Jakkes!

SIMBA: Ik kan niet met Nala trouwen. Nala is mijn vriendin.

NALA: Ja! Dat zou wel héél stom zijn!

ZAZU: Sorry dat jullie uit de droom help, maar jullie hebben geen keus, tortelduifjes.t Is een traditie die al generaties lang bestaat.

SIMBA: Nou, als ik koning ben, dan maak ik daar meteen een eind aan.

ZAZU: Niet zo lang ik in de buurt ben.

SIMBA: In dat geval ben je ontslagen.

ZAZU: leuk geprobeerd. Maar dat kan alleen de koning doen.

NALA: En toevallig wordt hij later de koning.

SIMBA: Ja! Dus jij moet doen wat ik zeg!

ZAZU: . Nog niet, jongeman! En met een dergelijke instelling vrees ik dat jij maar een héél knullig koninkje wordt!

SIMBA: Ik dàcht’t niet!

De muziek start. Een fel gekleurd gordijn zakt en Simba en Nala springen achteruit zodat Zazu alleen overblijft.

ENSEMBLE; Hm

Simba en Nala komen op

DAN BEN IK DE BAAS VAN HET LAND

SIMBA: Wanneer ik eenmaal koning ben dan vrees ik geen gevaar!

ZAZU: Een koning zonder manen, dat is Samson zonder haar!

SIMBA: Ik kijk vanuit de hoogte neer op elke Jut en Jul, laat iedereen mijn tanden zien en oefen op mijn brul!

ZAZU: Een muis die brult.. . niet bijster imposant.

SIMBA: Want dan ben ik de baas van het land! ZAZU: DIEREN:

Niemand zegt: luister! Ja maar ik zéi toch U-hu wah NALA: Niemand zegt: laat dat! Ik bedoelde dus… SIMBA: U-hu wah Niemand zegt: kom-hierrr! En toch begrijp je niet SIMBA/NALA: U-hu wah Niemand zegt:stil jij! En nou stil jij! Alles kan en alles mag... Ab-so-luut geen denken aan! SIMBA: Vrij en blij, de hele dag! Hem hem hem

De Tricksters komen op en dansen. ZAZU: t Is echt hoogste tijd voor een gesprek van dier tot dier!

NALA: De koning heeft geen tijd, de koning heeft zijn speelkwartier!

ZAZU: Nou, als de monarchie zich zó ontwikkelt - dénk je wel, dan zoek ik wel een baantje op het dak van een hotel! Dit kind loopt mij volledig uit de hand... ha ha ha ha ha SIMBA: Want dan ben ik de baas van het land!

Enorme giraffen komen op.

Hem ay ay we oh Hem ay ay we oh

SIMBA: ZAZU: (krijst) Alle koppen linksaf

NALA: ZAZU: Alle koppen rechtsaf Oooo….au

SIMBA: Overal waar ik zat

SIMBA/NALA: ZAZU: Was het of ik (ie) licht gaf ! Nog niet

SIMBA/NALA/DIEREN: Zo juichen wij, van mug tot olifant, van hier tot daar en aan de overkant: t is tijd voor Koning Simba onderhand...

SIMBA: ...want dan ben ik de baas van het land!

NALA: Ja dan is hij de baas van het land!

SIMBA: Want dan ben ik de baas...

NALA: Hij is de baas... SIMBA/NALA/DIEREN: ...van het land!

Simba en Nala smeren’m, als het doek op Zazu valt. ZAZU: Gewoon’n douchegordijn van Des Bouvries. (struikelt af) Waar is mijn Vogel? Waar is mijn vogel? Zazu! (schril gekakel) Zazu!

Zazu gaat verward zingend af Scène 8: Het olifantenkerkhof

Simba en Nala komen lachend op. Het is een enge plek, maar dat zien ze niet.

SIMBA: Yesss! Geluktl

NALA: Die zijn we kwijt!

SIMBA: Ik ben een genie!

NALA: Hallo, genie! ‘t was mijn idee!

SIMBA: Ja, maar ik hebt uitgevoerd!

NALA: Met mij.

SIMBA; O ja?!

NALA: Jaah!

Simba springt speels bovenop Nala en ze stoeien. Ze gooit hem om en hij landt BAF! op zijn rug. Hij probeert op te komen, maar Nala pint hem vast.

NALA: Genade!

SIMBA : Hee, laat los !

Dat doet Nala. Meteen probeert Simba haar te vloeren, maar Nala pak hem meteen terug.

NALA: Dubbele genade!

Woesh! De welpjes worden opgeschrikt door plotselinge geyser- stoomuitbarstingen.

SIMBA: Dit is’t! We zijn d’r!

De stoom trekt op en we zien een olifantenschedel gigantisch, afgrijselijk.

SIMBA/NALA: Whooooo!

NALA: (onder de indruk) t Is echt hartstikke eng.

SIMBA: Nou! Goed hé! NALA: (samenzweerderig) Echt be-loed-gevaarlijk.

Zazu duikt op. ZAZU: Precies! En daar ben ik dan Weer voor.

ZAZU: Dit is vèèèèr over de grens van’t Trotse Land.

SIMBA: Kijk n6u! Bananebekkie is bang!

ZAZU: Menéér Bananenbek voor jou, pluizebol. . (streng) En wij zijn nu allemaal in zeer groot gevaar.

SIMBA; (stoer) Gevaar? Ha! Ik ben dol op gevaar. Ik lach om gevaar. (zwierig) Ha ha ha ha ha!

Vanuit de schedel weerklinkt, stukken luider een spervuur van hyena-gelach. HYENA-STEMMEN Hihihihihihi

Simba, Nala en Zaza schrikken zich Iam... en dan komen de hyena’s sluipend uit het kerkhof geglibberd: BANZAI een mannetjeshyena; SHENZI een vrouwtjeshyena, en een derde hyena, ED - die kan niet praten, alleen maar giechelen. (Hij is de Harpo onder de hyena’s.) Het zijn drie plurken, die struikelen over hun eigen Iachbuien. Ze glijden om de welpjes heen.

SHENZI: Wel wel wel, Banzai. Wat hebben wij hier?

BANZAI: Mmmm. . . ik wéét’t niet, Shenzi. Wat denk jij d’r van, Ed?

ED: Hihihihi

BANZAI: Ooo ja, ik dacht wél! Drie indringers!

ZAZU: Geheel per abuis, dat kan ik U verzekeren. Gewoon een navigatiefoutje.

Zazu wil opvliegen om de welpen de weg naar veilig terrein te wijzen, maar Shenzi slaat naar Zaza 's staartveren en pint hem aan de grond

SHENZI: Whoooo! Wacht jij es even! (snuffelt) Ik ken jou wel, jongen. Jij bent 't sloofje van Mufasa.

ZAZU (trots) Mevrouw, ik ben Konings Hofmeester.

SHENZI: Zullen we zeggen: Sofmeester?

De hyena 's lachen kakelend BANZAI: (tegen Simba) En dan ben jij zeker..

SIMBA: (blaast zich op) ..de toekomstige koning.

SHENZI: Weet jij wel wat wij doen met koningen die buiten hun koninkrijk komen?

SIMBA: Huh. Jullie kunnen mij niks maken, hoor.

ZAZU: Eh. .. formeel gezien wel. We zijn op hun terrein.

SIMBA: Maar Zuzu! Je zei zelf ’t zijn maar kwijlende stomme schurftbakken

ZAZU: hihi!…hoor zo’n kleine deugniet nou!!

KAUWAUW BANZAI: Zei die nou schurreftbak?

SHENZI: Hoor ik daar kwijlend? ZANZAI: En iets van stomme?

ED: Huh?

BANZAI/SHENZI: Dat kan toch niet? Néé.

BANZAI: Da’s wel vermakelijk

SHENZI: maar ook brutaal, BANZAI: Voor zo een smakelijk

BANZAI/SHENZI: en voedzaam maal!

ZAZU: O jéé ojee ojee. Moet je de zon den. We moeten er echt vandoor.

De hyena’s versperren Zaza, Nala en Simba de weg. Dan beginnen ze om ze heen te draaien, hun lippen aflikkend

BANZAI: Niet zo snel, buffet.

SHENZI: Meenemen of hier opeten?

BANZAI: Maar eerst in de snelkookpan

ZAZU: Ooheeee. .. Niet in de snelkookpan

Een geiser ontspringt en Zaza verdwijnt in de stoom.

SIMBA/NALA: Zazu!

SHENZI : (plotseling gezellig) Wat een haast opeens! Zeg jullie blijven toch wel voort eten?

BANZAI: Nou graag. Maar wie. .. krijgt ’t... lééuwen-deel. (geamuseerd) Begrijp je wel? Leeuwen-deel! (gierend) Heh-heh-heh!

SHENZI: Wacht, ik weet ‘r ook één! Doe mij maar een plakje leee. . .verworst!

BANZAI/SHENZI: Ja nou....

BANZAI/SHENZI: K-k-k-k-k-k-kauwauw!

SHENZI: ‘k Heb honger als een paard, jongen!

BANZAI: Ik sterruf van de trek, meid!

BANZAI/SHENZI: ED: Kauwauw! Heh heh heh heh heh heh Kauwauw! Hoe hah hah hoe hah hah Hoe hah hah hah hah hoe BANZAI/SHENZI: Die twee zijn op een oortje na gevild, want wij zijn heel toevallig dòl op wild! De kleine trek moet toch ook gestild...

BANZAI/SHENZI/ED: Dùs goodbye, auf wiedersehen en ciao! Kauwauw! K-k-k-k-k-kauwauw!

BANZAI: Ik ga jou lekker afff-kluiven!

SHENZI: Die ribbetjes zijn yammmmm yam!

BANZAI/SHENZI: Slik in!

ED: Wa wa wa wa wa wa wa Wa wa wa ahhhh SHENZI: En dacht jij nou ik het ooit vergat:

BANZAI/SHENZI: jouw mammie die mijn/zijn pappie... op-vrat! Dat hebben wij niet z6 goed opgevat, dus loopt het nou volledig uit de klauw.. 1 Kauw-auw! K-k-k-k-k-kauwauw!

Simba en Nala sluipen weg. ED: Wuh-eh-oh-uh-ah

SHENZI: Wat, Ed? Wat is er? Banzai ziet de kleintjes weggIippen.

BANZAI: Had jij een lopend buffet besteld?

SHENZI: Hoezo?

BANZAI: Nou daar gáát ’t! Gejaagde muziek, terwijl de hyena 's de welpjes achterna zitten. Ze drijven hun maaltijd in een hoek en komen steeds dichterbij. BANZAI/SHENZI: Ik heb ze liever vers dan ingeblikt - dus snel een boutje aan de vork geprikt. Die hebben straks... geen poot om op te staan!

SHENZI: kom, poezjepoezjepoezje…

BANZAI/SHENZI: Val aan!

NALA: (schreeuwt) Simbaah!

BANZAI: Jammie jammie. .

In een poging Nala te beschermen, graait Simba al zijn moed bij elkaar en probeert te brullen. Al wat er uit komt is een zielig piepje.

SIMBA: Rrrr-rr. . . ?

SHENZI: (spottend) Was datt? (Iachend) Ah ha ha ha! Doe nòg es?

De hyena 's Iachend dreigend Simba doet een wanhopige tweede poging maar er komt weer weinig uit:

SIMBA: Rrr. .

Simba ’s miezerige gebrul explodeert opeens in: MUFASA:

(komt op) WRAAAH! WRAAAAH!

Mufasa springt het toneel op en geeft de hyena 's ervan Iangs... en houdt ze dan aan de grond. Een en al onderdanigheid .

SHENZI: Au! Hee... oh!

BANZAI: Stop! Ho nou! Genade! Hee sorry! Echt waar hoor!

MUFASA: Zwijg! (Witje) Als jullie nog es in de búúrt van mijn zoon komen..

SHENZI: Zoon? Zoon? Was dat Uw zoon? O jee, maar dat wisten wij niet! (tegen Banzai) Wist jij dat?

BANZAI: Ik? Neeee! Jij?

SHENZI; Néé! Tuurlijk niet!

Dan wenden ze zich allebei tot Ed: BANZAI/SHENZI: Ed?

Ed lacht en knikt van ja, terwijl we zijn hersens horen rammelen. MUFASA: WROAAAAH!

BANZAI: Nou doe-oei!

De hyena’S vluchten jammerend. Simba en Nala komen tevoorschijn. SIMBA: Pap, ik -

MUFASA: Je bent willens en wetens ongehoorzaam geweest!

SIMBA: Pap, ik. . .t spijt me.

MUFASA : (kokend van woede) We gaan naar huis.

Mufasa gaat voor, Zazu fladdert achter hem. Dan volgt Simba, met hangende pootjes. Nala fluistert hem troostend toe.

NALA: Ik vond je hartstikke dapper.

Boven hen, op een rotsig uitsteeksel, staat Scar het allemaal te bekijken. Het OIifantenkerkhof verdwijnt naar achteren.

Scène 9: Onder de Sterren Het is avond geworden in het Trotse Land. Sterren.

Mufasa Ioopt voorop. Simba, Zazu en Nala volgen. Simba loopt er diep terneergeslagen bij.

MUFASA: (streng) Zazu!

ZAZU: Ja, Majesteit?

MUFASA: Breng Nala naar huis. Ik moet mijn zoon een lesje leren.

Simba krimpt ineen. .Zazu fladdert naar Nala en Simba

ZAZU: Kom, Nala. (tegen Simba) Simba. . . sterkte. ,

Zazu en Nala gaan weg. MUFASA: (roept) Simba!

Simba komt naar z’n vader toe. MUFASA: Simba, je hebt me diep teleurgesteld

SIMBA: Weet ik.

MUFASA: (streng) Je had wel dood kunnen zijn! Ik had je verboden om daarheen te gaan. En wat erger is.. . je hebt Nala in gevaar gebracht!

SIMBA: (haast in tranen) Ik wou gewoon moedig zijn, net als U.

MUFASA: Ik ben alleen moedig als het nodig is. Simba.. (milder) moedig zijn betekent niet dat je de problemen òp moet zoeken.

SIMBA: Maar U bent nooit ergens bang voor.

MUFASA: Vandaag wel.

SIMBA: Echt waar? MUFASA: Ja. Ik dacht dat ik je misschien kwijt zou raken.'

SIMBA: O. Dus koningen kunnen ook bang zijn, hé?

MUFASA: Mm-mm.

SIMBA : (vertrouwelijk) Maar weet je pap?

MUFASA: Wat?

SIMBA: Volgens mij waren die hyena’s nog veel bangerder.

MUFASA: Omdat er met jouw Vader niet te spotten valt. Kom es hier jij.

Ze stoeien wat.

MUFASA/SIMBA: Hahaha... ha-ha..

SIMBA: Pap?

MUFASA: Ja?

SIMBA: Wij zijn gabbers, hé?

MUFASA: Nou en of

SIMBA: Wij blijven altijd bij elkaar, hé?

ZIJ LEVEN VOORT ENSEMBLE: Ingonyama ne’gwe namabala Ingonyama ne’gwe namabala

MUFASA: ENSEMBLE: Nacht en al wat ademt en leeft fluistert Oh oh iyo

MUFASA: Mamela Oh oh iyo MUFASA : En een stem als de roep van een kind vraagt Oh oh iyo

MUFASA: Oh mamela Oh oh iyo

MUFASA: Simba, ik ga je vertellen wat mijn Vader mij verteld heeft. Kijk naar de sterren. (witje) De koningen van vroeger kijken naar ons, vanuit die sterren.

MUFASA: Wacht... Wacht. . .wacht.. . wacht. .. Zoek de kracht in jezelf, heb vertrouwen vannacht - oh... en wacht ENSEMBLE: Hey la hm mamela Hey la hm mamela Hey la hm mamela Hey la hm malela

Zij leven voort Hey hm mamela hela in jou, in mij, Hey hm mamela hela in al wat ademt Hey hm mamela hela

daarin leven zij Hey hm mamela hela In wind en water, Hey hm mamela hela in zon en maan Hey hm mamela hela kijk in de spiegel: zij zien je aan.

MUFASA: Dus als je ooit eenzaam bent, bedenk dan dat die koningen er altijd zullen zijn om je te helpen. (witje) Ik ook.

Hey hm mamela hela Hey hm mamela hela Hey hm mamela hela

MUFASA: Zij leven voort Hey hm mamela hela in jou, in mij, Hey hm mamela hela in al wat ademt Hey hm mamela hela daarin leven zii_ Hey hm mamela hela In wind en water, Hey hm mamela hela in zon en maan Hey hm mamela hela Kijk in de spiegel: zij zien je aan.

ENSEMBLE: Ingoyama ne gwe namabala

(8 keer herhalen)

Scène 10 : Sta Paraat Shenzi, Banzai en Ed zitten te mokken op het Olifantenkerkhof Ze Iikken hun

wonden.

BANZAI: . Nou, zeg. Wat een vuile schoft, die Mufasa. Ik kan een week niet zitten.

Ed geeft Banzai een peut en lacht onbeheerst.

ED: Hi-hi-hi-hi!

BANZAI: Hou je kop, Ed. SHENZI: Als die leeuwen d’r niet waren, dan was de tent van ons.

BANZAI: Zeker weten. O, wat heb ik de pest aan leeuwen.

BANZAI : Ze zijn bázig.

SHENZI : Ze stinken.

BANZAI : En ze zijn heel erg. . ..

SHENZI/BANZI: Lééuw...lijk! !

Ze lachen alledrie. Op de rand van de rots verschijnt Scar. SCAR: Kom kom. Zo slecht zijn wij leeuwen toch niet?

De adem stokt de hyena 's in de keel maar als ze Scar herkennen, slaken ze een zucht van verlichting.

BANZAI: O, Scar... ben jij ’t maar.

SHENZI Ja, we waren bang dat een belàngrijk iemand was.

BANZAI: Je weet wel!— Zoals Mufasa.

SHENZI: (vol ontzag) Zoooo.

SCAR: (koel) Juist ja. Dàt is Powerr!

SHENZI: Zeker weten. Van de nààm moet ik al beven.

BANZAI: (speelt het spel mee) Mufasa.

SHENZI: (huiverend) Brrrr! (dan snel) Zeg nog es!

BANZAI: Mufasa!

SHENZI: (sidderend) Brrrrr!

ED: Hi-hi-hi-hi-hi !

BANZAI:

Mufasa-Mufasa-Mufasa!

SHENZI: Shenzi wordt helemaal wild, rillend en bevend van gekkigheid.

Bnrrrr - brrmrr - brrr! Hou op! Ik word ‘r helemaal slap van!

Ed komt nu niet meer bij. SCAR: Ik ben omgeven door krankzinnigen. BANZAI: Maar jij, Scar. Jij hoort bij ons. Jij bent ons. .. máátje.

SCAR: Fijn zo.

SHENZI: Geweldig ’t Is wel geen koning, maar stijl heeft ie. BANZAI: Heb je wat Iekkers meegebracht, Scar, ouwe makker, hee, jongen? Nou? Nou? Nou?

Scar overweegt wat hij zal doen met het stuk rottend vlees dat hij bij zich heeft.

SCAR Ik vind éigenlijk dat jullie ’t niet verdienen. lk geef jullie die welpjes praktisch op een presenteerblaadje, en jullie steken d’r geen poot naar uit.

Scar werpt de hyena’s het stuk vlees toe. Ze duiken er vraatzuchtig op en beginnen te eten. Ze praten mét volle mond

SHENZI: Nou ja moet je horen, ze waren niet bepaald alleen, Scar.

BANZAI: Ja wat hadden We dán moeten doen, Mufasa doodvermoorden?

SCAR: Precies.

Scar .springt van de rots. Gedurende het volgende nummer sluipt hij rondom en tussen de drie hyena 's, hen afwisselend aanmoedigend en afstraffend Soms dringt hij ze naar achteren, naar de hete geyser... daar branden ze dan hun

staart.

STA PARAAT

SCAR: HYENAS: De hyena is de drol van de aarde - Ieee ieee een derderangs, oliedom beest. Ieee ieee Maar misschien krijgt ’t monster nog wat waarde Ieee ieee onder leiding van mijn grote geest. Ieee ieee

Ik weet: bij de simpelste vragen kookt die hersenpan over van schrik, en ik kan geen domheid verdragen... dus ‘k vraag slechts een kort ogenblik.

SCAR: HYENAS: Helaas blijft er weinig van hangen, Oe hah hah hah

er brandt op de vliering geen licht - Oe hah hah hah maar ’t gaat hier om grote belangen: Hah hah hah hah ha om koningschap, toekomst en plicht! Hah ie ie ie ie ie ie Maak je klaar voor de kans van je leven, Ah morgen waait er een andere wind - Ah een gloednieuwe koning Hem is jullie beloning! Hem SHENZI: En wat moeten wij dan? Ah

SCAR: Massaal achter mij an! Ah Zie hier dan mijn krijgsmacht: - Ah triomf van de wilskracht! Ah onnozel, stompzinnig en blind... Ah hah hah Wat een heerlijk, noodzakelijk kwaad! Hah hah ha hah Sta paraat! Sta paraat!

BANZAI: Ja paraat! Wij zijn d’r klaar voor! (verward) Wààrvoor?

SCAR: Voor de dood van de Koning.

BANZAI: Is die ziek?

SCAR: Nee, sukkel! Wij vermoorden ‘m. En Simba ook.

SHENZI: Goed idee! Geen koning!

ALLE HYENAS: (zingend) Nooit meer een koning! La la Ia la la la! Scar staat op de rots, boven hen.

SCAR : Idioten! D’r komt een koning! BANZAI: Maar je zei..

SCAR: (de dictator) IK word koning! Volg mij, en jullie maag is voor altijd gevuld!

SHENZI: Okééé!

BANZAI/SHENZI: Leve de Koning!

Tientallen hyena 's komen op, hysterisch Lachend ALLE HYENAS: Leve de Koning!!

Scar, de dictator, overziet zijn troepen.

HYENAS: De ogen gericht op de leider marcheren wij dwars door de hel!

SCAR: Maar volg je de grote bevrijder, bedenk dan: bevel is bevel!

hij maakt het keel-afsnijd-gebaar.

HYENAS: Vandaag is ’t begin van een tijdperk Oe de start van een heidens karwei Oe Treed moedig en fier in het tijdperk Oe Want jullie zijn niets zonder mij Wah

het licht verandert naar Carnaval in de hel. De aarde beeft,stoom spuit omhoog De Hyena’s dansen hun duivelse dans met oude beenderen als muziekinstrumenten

SCAR/HYENAS: Maak je klaar voor de grote vergelding!

SCAR: HYENAS: wees bereid tot de smerigste list! Oeoeoe,la-la-la Gekuip en gekonkel, Monden vol! gekruip en gemonkel, Buiken bol! het ruimste geweten Altijd spek! van deze planeet... én Voor de bek! mijn giga-charisma

SCAR: -wat dat dan ook is... já dat alles maakt mij onbetwist tot een koning van zeldzaam formaat Hah hah hah hah hah hah Sta paraat! Sta paraat!

Een kakofonie van lachende hyena’s.

Scène 10A: Zazu biedt Zazu excuses aan

Mufasa en Zazu komen op.

ZAZU: (voorzichtig) . Eh - Majesteit. .. even over gisteren.

MUFASA: Ja, Zazu?

ZAZU: U weet wel. .. dat ongezellige incident met die hooligans.

MUFASA: (iets dreigends in zijn stem) Mmm

ZAZU: t Spijt me vreeeeselijk. Maar U kent me, Majesteit, ik heb véél meer verstand van staatszaken dan van kleine kinderen. (witje) Maar toen Sarabi vroeg of ik wilde babysitten, nou ja, wat moest ik. Ik bedoel, ze is wél de baas. Hoewel, nee, de échte baas, dat bent U natuurlijk! (totale paniek) Ooooo. .. Sarabi zal toch niet boos wezen... nee toch, Majesteit?

MUFASA: Zazu, ze is witheet.

Zazu snakt naar adem. MUFASA: (CONT) Ik heb geprobeerd om d’r te kalmeren, maar ze staat erop dat ik je ontsla.

ZAZU: (snikkend) O Majesteit..

Zazu stort nu volledig in. MUFASA: Zazu. Zazu. Zazu! -- Grapje.

ZAZU: Majesteit, UW gevoel voor humor is... verpletterend.

MUFASA: Sorry, Zazu. Maar soms móet je even een veertje laten.

ZAZU: Gisteren - U hebt Simba toch niet àl te streng aangepakt. .. hoop ik?

MUFASA: Hoe kan ik nou streng zijn tegen Simba? (nadenkend) Ik wil ‘m ook juist stimuleren om nieuwsgierig te zijn.. (zorgelijk) ..maar die zoon van mij . . . die loopt zonder nadenken in zeven sloten tegelijk. ZAZU: Ach, Majesteit - ik herinner mij zeker welpje, zeker eigenwijs welpje..

(knikje naar Mufasa) die liep wel in tien sloten tegelijk En desondanks heeft die wel iets bereikt in z’n leven, vindt U niet Majesteit?

MUFASA: Zazu, je kent me al veel te lang.

En ze wandelen samen weg. Scène 11: De Stampede

Een giraffe en een cheetah Iopen Iangs. Scar en Simba (als schaduwpoppen) weg uit de Grot van Scar.

SIMBA: Waar gaan we heen, oom Scar?

SCAR: Je vader heeft een geweldige verrassing voor je.

SIMBA: Wat dan?

SCAR: Als ik dat vertel is ’t geen verrassing mea, hé?

SIMBA: (lief maar sluw) Als U 't nou vertelt... dan doe ik net alsof ’t een verrassing is. SCAR: (tut-tuttend) Stout ventje ben je toch.

SIMBA: (jongens onder elkaar) Kom op: oom Scar. .

SCAR: Néé nee-nee. Dit is iets. tussen jou en je paps. Je weet wel, dat vader-zoon. ..gedoe. Ah, we zijn d’r

Scar gebaart naar Simba dat hij moet gaan zitten. SCAR: Nou, even blijven zitten. Dan ga ik ‘m halen.

SIMBA: Ik ga mee!

SCAR: NEE! (liefjes) Nee, nee. (dan) Blijf nou maar op deze rots. Je wil jezelf toch niet weer zo in de nesten werken als met die hyenas.

SIMBA: Weet U daarvan?

SCAR: Simba - iedereen weet daarvan.

SIMBA: (vol afschuw) Echt waar?

SCAR: Hm-hmmm. Wees maar blij dat pappie je kwam redden. (als een echte vriend) . O, en onder ons gezegd: je zou misschien wat moeten doen aan dat brulletje van je.

SIMBA: O. Oke.

Scar loopt weg.

SIMBA: Hee oom Scar? Is ’t een Ieuke verrassing?

SCAR:

Simba. . . je blijft erin.

Scar gaat af Simba denkt na over de dingen die Scar gezegd heeft.

SIMBA; Brulletje Huh. (oefent)

Hoog boven het ravijn, op een uitstekende klif staan Shenzi, Banzai en Ed de boel te bekijken. Banzai 's maag rammelt luid.

BANZAI: Kijk nou die kudde wildebeesten! Ik heb zo’n honger. Ik moet ‘r een hebben, hoor!

SHENZI: Nee! Nog niet.

BANZAI: Maar ik mag toch wel zo’n kleine zieke pakken?

SHENZI: Houd je kop! Je weet ’t plan. We wachten op het teken van Scar.

(hij merkt Scar op)

Daar kormt-ie! We gaan’.

Ze trekken zich terug. Beneden in het raven gaat Simba door met oefenen.

SIMBA: RRRRRWAAH ! (harder) RRRRRWAAAAAH !

Simba 's gebrul weerkaatst Iangs de rotswanden. Hij hoort een gerommel het daveren van honderden wildebeesthoeven.

De wildebeesten storten zich in het ravijn, recht op Simba af Die rent voor zijn leven. Ergens buiten het ravijn horen Zazu en Mufasa het geluid van de op hol

geslagen kudde.

ZAZU: Kijk eens, Majesteit! De kudde is op hol geslagen.

MUFASA Vreemd. . Scar duikt op.

SCAR: Mufasa! Snel! Wildebeesten op hol! In het ravijn! Simba is daar!

MUFASA: Simba? Simba! Beneden in het ravijn kan Simba de kudde maar net voor blijven. hij springt naar een tak van een dode boom, en houdt die uit alle macht vast, terwijl de wildebeesten onder hem door denderen.

Zazu komt aanvliegen.

SIMBA: Zazu! Help!

ZAZU: Je vader komt eraan! Hou je vast!

SIMBA: Vlug!

ZAZU: Ik ga hulp halen!

MUFASA Mufasa neemt een sprong in het ravijn, en vecht zich tegen de stroom

wildebeesten in.

Simba, laat los!

MUFASA Simba valt van de tak Mufasa neemt een sprong en vangt zijn zoon op

Terwijl de kudde langs hem heen raast, ziet Mufasa kans om Simba op een uitstekende rots te zetten, boven het gevaar.

Maar dan schopt een wildebeest Mufasa terug in de maalstroom. Mufasa verdwijnt onder een massa galopperende wildebeesten.

Buiten het zicht van Simba doet Mufasa, dodelijk gewond een moedige sprong naar een steile helling, en klauwt zich naar een plek onder een rotsig

uitsteeksel. Hij hangt aan zijn nagels.

Scar kijkt neer op zijn broer, die zich met de moed der wanhoop vastklemt.

Scar! Broer. . . help me!

SCAR Scar begraaft zijn nagels die in Mufasa 's voorpoten

(fluisterend) Leve de koning.

MUFASA Scaaaaar!

SIMBA Pap!

Scar Iaat los. Mufasa valt en verdwijnt beneden in de rivier van wildebeesten Het ravijn is nu leeg, de wildebeesten zijn weg. Simba komt aangerend in de

dikke stofvolken op zoek naar zijn vader: Het stof trekt op en onthult het Levenloze Iichaam van Simba’s vader.

SIMBA: (herkent hem) pap

Simba vliegt op zijn Vader af en geeft neusjes.

SIMBA: (het besef daagt) Pap.. ?

Geen antwoord. SIMBA: (speels)

Pap. . .? Hee pap. Kom op.

Hij probeert Mufasa 's machtige voorpoot op de tillen. Die valt slap terug op de grond

SIMBA: (in paniek) Toe nou pap. Sta nou op. Asjeblieft pap.

Hij trek! aan Mufasa’s oor. Er komt geen reactie. Hij schreeuwt. SIMBA: Help! Help nou! Iemand! Toe nou! Help me nou!

Hij begint te snikken, kruipt dicht tegen Mufasa aan, geeft hem neusjes en blijft zo Iiggen.

En daar komt Scar; omgeven door de neerdalende stofwolken.

SCAR: Simba. Wat heb je gedaan..

SIMBA: D’r waren wildebeesten. . . en hij wou me redden. ..t Was een ongeluk. Ik wou niet dat’t. .

SCAR: Natuurlijk wou je dat niet. Niemand wil ooit dat zulke dingen gebeuren. Maar de koning is dood. En als jij d’r niet geweest was, dan zou hij nog leven. O, wat zal je moeder denken..

SIMBA: (schuldig) Wat moet ik nou doen?

SCAR: Vlucht, Simba. Weg! Maak dat je wegkomt, en kom nooit meer terug.

Simba omhelst zijn vader voor de Laatste keer, en rent dan weg, de zaal door, langs het publiek.

Shenzi, Banzai en Ed komen uit het stof tevoorschijn.

SCAR: Doodmaken.

Scar gaat weg. De hyena’s haasten zich naar de rand van het toneel en kijken de zaal in.

SHENZI: (ziet het vluchtende welpje) Hee! Daar gaat ie!

BANZAI: Nou, pak ‘m dan.

SHENZI: Ik ga daar niet heen, hoor. Ga jij maar!

BANZAI Ik kijk wel mooi uit! Ed? ED: Hah!

BANZAI:

Laat gaan. Dat overleeft ie toch niet.

SHENZI: En als ie terugkomt, gaan wij ‘m doodvermoorden.

BANZAI: Jaaaaah. (schreeuwt naar Simba in de verte) heb je dat gehoord? Als je ooit terugkomt gaan wij jou doodvermoorden!

ED: (raaskalt wat)

SHENZI: En wat Scar niet weet, wat Scar niet deert.

De hyena’s gaan af

Scène 12: De Begrafenis Rafiki verschijnt, terwijl het ravijn in een begraafplaats verandert.

RAFIKI: Mahdyoha (madi a oooo ha) Vergeten bloed Legka sehbethtay tchiah hooway lehsebahda toon moed opdat de barbaren vallen leke sebete chia owele sebata Moulegka, quehmu tsabha hqwaha Wie bergen tarten zijn moleka qem’ o tshaba ho ha ha werkelijkheid lafaards Lehbo haleng hash buee kahleha zelfs in de woede veroordelen wij lebohaleng ha o buiwe kale aaaa het kwaad niet Lehbo haleng haoh baee kahlehah (lebohaleng ha o buiwe kale aaaa) Oh, oh, Halalahumba geeygeeyhiya heyha, Halalahumba hoiya hiya heyha, Halalahumba geeygeeyhiya heyha, Halalahumba hoiya hiya heya.

De leeuwinnen komen op om te rouwen om hun dode koning. RAFIKI: LEEUWINNEN: Ai-yo mabanekere mabanekere iyo iyo Humala humala humala humala hah hah Ai-yo mabanekere mabanekere nta-te] Humala humala humala humala hah hah Ai-yo mabenekere ayio aiyo Humala humda humala humalahah hah Ai-yo nta-te aiyo Humla humala humala humala hah hah Ai-yo mabanekere mabanekere ai-yo Humela humala humda hunela hah hah Aiyo ngwa-na-mme aiyo Humela humala humala humala hah hah

De Ieeuwinnen huilen en vergieten bittere tranen Mufasa’s lijkbaar daalt neer in de aarde, terwijl de Hoge Rots oprijst, met Scar er bovenop. Shenzi, Banzai

en Ed staan aan zijn zijde.

SCAR: Mufasas dood is een diepe tragedie. Maar Simba verliezen - die net aan het leven begonnen was? Voor mij is het een diep, persoonlijk verlies. Dus het is met bezwaard hart, dat ik de troon bestijg.

SCAR: Maar uit de as van deze tragedie rijzen wij op en vieren de geboorte van een nieuwe tijd - waarin leeuw en hyena samenkomen in een grootse en prachtige toekomst! hAls een slang kronkelt een menigte hyena 's het gebied binnen. Ze vormen een

cirkel rond de Hoge Rots en de rouwende Ieeuwinnen.

SCAR: Met trots mag ik U presenteren: de leden van mijn kabinet. Zij weten niet véel van regeren, maar ze hebben... altijd... dolle pret! Sta paraat!

Een ijzingwekkend hyena-gelach barst los.

Scène 13: Rafiki rouwt

Rafiki, Sarabi en kleine Nala zijn alleen achtergebIeven op het toneel. Rafiki zingt, terwijI Sarabi haar man en kind beweent.

RAFIKI' Milehleh mbyani mpoka ya nike, kumuyini. (wij allen zullen in eeuwigheid leven)

SARABI/NALA: Kumuyini (eeuwigheid)

RAFIKI Kambe ntsembele mbyani mpoka lundila bwana, hosanna. ik kom Iangzaam, Iangzaam dichterbij hosannah

SARABI: Eeeeeeeeeeeeeaaahhhhhh

NALA: Hosanna

RAFIKI' Oh mama. Na wu detsa kah-mm-behhhhh.

SARABI: Na Wu detsa kay-mm-be, kontsari. (0, moeder, en alle anderen, kom erbij)

RAFIKI Dela mamahhhhhh. Mbyari, mbyari.

SARABI: Dela mama kabantsa Kari. Mbyari, mbyari.

NALA : Mbyari, mbyari. (Moeder van allen. Hij was eeuwig en zal in eeuwigheid leven. Voor altijd. Voor eeuwig. Voor altijd en eeuwig)

Rafki staat bij haar boom en kijkt diep verslagen naar portret van het welpje. Dan veegt ze het half weg mét haar hand

Scène 14: Hakuna Matata

Zongebleekt, gebarsten, uitgedroogd land midden op de dag. We zien dp schaduwen van gieren, cirkelend boven de bewusteloze Simba.

Dan storten de gieren zich omlaag. TIMON/PUMBAA: (O-S-) (oorlogskreten) Ieieieie-jaaaaah!

En daar zijn PUMBAA en TIMON Ze doen een aanval op de wegfladderende vogels.

GIEREN: -ak-ak-ak-ak!

TIMON: (schreeuwt) Allez wég! Allez allez! Maak U weg!!

PUMBAA: Om te gieren!Vliegt ‘r es uit!

Hij snuffelt aan het welpje.

PUMBMAA: O-oooh. (roept) Zeg Timon, kunde ge efkes kijke? Volleges mij lééf da.

TIMON: Euwwww. (komt dichterbij) Rustig, rustig.. . wat ebbe we ier. (ziet het) Mar. .. ut is ne léeuw! Allez Pumbaa, lópen! Weg!

PUMBAA: Eech Timon.t Is moor een éél klein leeuwtje. Ziet em toch, da klein schabolleke, gelijk m daar ligt. Mag ik em ouwe?

TIMON: Pumbaa, zijt gij zot!? Das wél ne lééuw eh! En leeuwe eten ons op!

PUMBAA: t Is maor zo een kleintje.

TIMON: Maor ‘m wordt wel groter!

PUMBAA: Misschien staot em aan onze kant.

TIMON: Gij zijt toch ook een domme bruggendraoier. Misschien staot em aan onze.. ‘t is te zegge. .. stel U es voor. .. dat em aan onze kant staat. (vastbesloten) Das élemaal nie gek, ne leeuw in de buurt hebben.

Timon beklopt Simba vriendelijk. Simba doet moeizaam zijn ogen open.

TIMON: Alles goe, menneke?

SIMBA: (gedesoriënteerd) Ik. .. gelooft wel.

Moedeloos staat Simba op om zijn weg te vervolgen.

TIMON: Waar gaat ge nou een?

SIMBA: Nergens heen.

TIMON: Aaaah. Em is in de put.

PUMBAA: Der is ier gene put.

TIMON: Neeeee-e, das te zeggen: em is ge-de-pri-méérd.

PUMBAA: Oh

Ze Iopen naar Simba toe.

PUMBAA: Allez menneke, wat vreet er zo aan U.

TIMON: Aanem vreet niks! De leeuw staat bovenaan de voedselketen Ha ha ha.. (geen reactie) Haha ! Snapdege’m? Voedselketen.. (zachter) haha (redt zich) O-keeeee. Waar komt gij vandaan?

SIMBA: Maakt niet uit. Ik kan niet terug.

TIMON: (verheugd) Aaah, ge zijt ’ne verworpene! Das goe, eh? Da zijn wij ook!

PUMBAA: Wat hedde gedaon?

SIMBA: Iets verschrikkelijks. Maar ik wil er niet over praten. TIMON: Das goe. Wij willent ook nie horen.

PUMBAA: Timon. (tegen Simba) Kunnen wij iets doen?

SIMBA:

Nee. Tenzij je het verleden kunt uitwissen.

PUMBA: Weét .ge menneke, mijn goede vrind Timon zegt altijd: laat Uw achterste in 't verleden. (verward) Eh nee. Eh. . .t is te zeggen..

TIMON: Nee-eh! Amateur! Ga toch liggen, ge doet U eigen nog pijn! (tegen Simba) t Is: laat Uw verléden échter U.

PUMBAA: Da wist ik.

TIMON: Luister - soms gebeuren d’r vreselijke dingen, en ge kunt "r niks an doen, juust?

SIMBA: ja.

TIMON: Néé-eh! Das nié juust! Als de wereld U de rug toekeert, keen gij de wereld Uwe rug toe.

SIMBA; Zo heb ik dat niet geleerd

TIMON: Misschien kunde ge nog iets bijleren. (taalles) Zeg mij na. Hakuna Matata

SIMBA: Wat?

PUMBAA: (Iangzaam) Ha-ku-na Ma-ta-ta. (leg uit) Vergéét UW zorgen.

HAKUNA MATATA Tijdens het Iiedje verandert de woestijn in een weelderige groene jungle.

TIMON: Hakuna Matata... een verrùkkelijk woord!

PUMBAA; Hakuna Matata! Enig in zijn soort... TIMON: Vergeet Uw zorgen... zegt t overal voort! TIMON/PUMBAA Zeg de toverspreuk - en hou t leuk, Hakuna Matata!

SIMBA: Hakuna Matata?

PUMBAA: Jaah! Das ons devies!

SIMBA: Wat is devies?

TIMON: Niks! Dr is niks vies!

Planten ontspringen aan de aarde. De omgeving verandert in een jungle.

TIMON: Maar je groeit er wel in, menneke.

PUMBAA: (O, die Vind ik zo lekker) Hakuna Matata: twee woorden tegen al Uwe misére.

TIMON: Da’s waar. Kijk naar Pumbaa..

Voilà. Toen ‘ij nog een kleintje was...

PUMBAA: Een éél schatig zwijntje wa-a-a-a-s!

TIMON: Ja, tis goe.

PUMBAA: Bedankt.

TIMON: Toen Het m zo nu en dan een kleinigheid'gaon. .. Zelfs zijn eigenste moeder ging niet achter em staon!

PUMBAA: En dan riep ik: voila! Wie et eerste ruikt.. maor' ik wist: ‘k had mijn poepertje zélf gebruikt!

Pumbaa 's geuren doen de bloemen verwelken.

PUMBAA: TIMON: Het was zo unfair... Zo erg unfair! lk was nie populair... Da was nie solidair! Altijd na het eten Ja laat het ons weten! liet Ik keiharde sche....

Timon geeft Pumba een por.. TIMON: Pumbaa! D’r zijn kinderen bij !

PUMBAA: O. Excuseer.

TIMON/PUMBAA: Hakuna Matata! Een verrukkelijk woord!

Hakuna Matata! Enig in zijn soort!

Simba doet mee... zijn eerste stap op weg naar de acceptatie van hun manier van leven.

SIMBA: Vergeet je zorgen... zeg het overal voort!

TIMON: Zingen, menneke!

ALLEDRIE: Zeg de toverspreuk en hou t leuk... Hakuna Matata!

TIMON: Welkom in onze nederige woning.

SIMBA: (onder de indruk) Wonen jullie hier?

TIMON: Wij wonen waar wij da wensen.

PUMBAA: Juust! Wonen doe ik op de grond, waar mijn kont ne rustplaots vond.

SIMBA: Wauw.t Is prachtig.

PUMBAA: (Iaat een boer) Ai, hoort mij eens rammelen!

SIMBA: Ik heb zo n honger, ik kan wel een héle zebra op!

TIMON: (onderdrukt zijn paniek) Eh. .. zebra. De zebra is - eh uitverkocht.

SIMBA: Antiloop dan?

TIMON: N-nee.

SIMBA: Buffel? TIMON: Nee. Luister menneke, Wil t gij bij ons wonen dan moet gij ook eten wat de pot schaft. Allez,ier zit van alles tussen de rauwkost.

Tussen het groen blijken allerlei insecten en larven te wonen. Timon pakt een dikke larf.

SIMBA: Ewww. Wat is dat?

TIMON:

Ge moet da zien as n kroketje.

SIMBA: Getverdemme.

Timon floept het beesje naar binnen. Simba kijkt met diepe weerzin toe.

TIMON: Mmmm! Smaokt juust as kip. Pumbaa slurpt een grote worm naar binnen.

PUMBAA: Slijmerig, maor - smakelijk.

TIMON: (eet kevertjes) Das ne deli-catesse, hé. (krak)

SIMBAA : Oooo! Een bótervlinder! Zaaalig!

TIMON: Knapperig korstje en zacht van binnen!

Simba staat argwanend toe te kijken.

PUMBAA: (met volle mond) Ge raakt ‘r verslaofd an!

TIMON: Heus waar, menneke! - Dit is ’t goeie leven! - Geen regeltjes, geen verantwoordelijkheid. . (ziet een smakelijke bij) Kijk ier, een bij-gerecht! Of hebt ge liever n suiker-spin? (tegen Simba) Ent fijnste is: geen zorgen. Kijk es, menneke?

Simba slaat het aangeboden beestje met een gebaar af

TIMON: Allez allez. EET OP DAN!

Timon houdt Simba de larven voor. Simba denkt even na. Dan pakt hij een dikke.

SIMBA: Nou, daar ga je. (als: in één keer) Hakuna Matata. (eet/reageert) Slijmerig, naar smakelijk

TIMON: Voilé!

ENSEMBLE: Aaaaaaaaah....

TIMON/PUMBAA/SIMBA: Hakuna Matata! Hakuna Matata! Hapuna Matata! Hakuna Matata! Hapuna Matata! Hakuna Matata! Hapuna Matata! Hakuna - De jonge Simba gaat af en keert terug als opgegroeide Simba.

GROTE SIMBA: Vergeet je zorgen... zeg het overal voort!

TIMON/PUMBAA/SIMBA: Zeg de toverspreuk - en hou het leuk... Hakuna Matata! Hakuna Matata! Hakuna Matata! Hakuna Matata!

PUMBAA : Ik zeg Hakuna!

TIMON: Ik zeg Matata!

En zingend gaan ze af

EINDE EERSTE ACTE

Tweede Acte. Entr’ Acte De Hoge Rots in al zijn grootsheid. Het ensemble, verspreid over verschillende

plekken in het theater en met vliegers in de vorm van vogels, zingt een welkomstlied voor het publiek dat naar haar plaatsen is teruggekeerd.

EEN VOOR EEN ENSEMBLE: I-I-I-I-I-Imambeni (Hou vol mijn volk Njalo bakhiti ninja dinwa Word niet moe Ninga pelelwa nga mandla Verlies je kracht niet Siya ba bona ngekebalunge We zorgen dat zij niet slagen Een voor een sizo nqoba (3 keer) We zullen zegevieren Ibanbeni Hou vol mijn volk Njalo bakhiti ninga dinwa Word niet moe Ninja pelelwa nga mandla Verlies je kracht niet Siya ha bona ngekebalunge We zorgen dat zij niet slagen Een voor een size nqoba (4 keer) wij zullen zegevieren Ngo bathina siya zaz (4 keer) Omdat wij weten wie wij zijn)

Prachtige Afrikaanse vliegervogels vliegen naar de Hoge Rots.

Zobona bayabaleka (Kom en zie de lafaards Zobona zobona zobona zobon wegvluchten) Zobona bayabaleka Zobona zobona zobona Zobonamagwala hi-ee

Umhlaba wa bantu (Dit land van ons volk Gazi la bantu Bloed van ons volk Siya zidla ngalo Wij zijn er trots op.

SOLO VROUW:

Umhlaba wa bantu Dit land van ons volk Mhlaba wa bantu Negazi la bantu Bloed van ons volk Sthembe nkosini

Siva zidla ngalo Wij zijn er trots op. Sqonde phambili Wema Uhmlaba wa bantu Dit land van ons volk Mhlaba wa bantu Nokhokho bethu Van onze voorvaderen nokhokho bethu Siya zidla ngawo Wij zijn er trots op. Yelele yelele yelele A yelele mama Uhmlaba wa bantu Dit land van ons volk Mhlaba wa bantu Nokhokho bethu Van onze voorvaderen Nengani zethu Siya zidla ngawo Wij zijn er trots op. Sthembe nkosini ahh

Uhmlaba wa bantu Dit land van ons volk Nokhokho bethu Van onze voorvaderen Siva zidla ngawo Wij zijn er trots op.) Hayi-ee. Heh!

Kumnandi baki thibo Oja, het is mooi Kumnandi kway la Oja, het is mooi Kit’ay Africa in Afrika.

De vliegervogels maken plaats voor kwaadaardige gieren en gazelleskeletten, terwijI alle kleur uit het Trotse Land wegtrekt - wat overblijft is grijs,

uitgedroogd onherbergzaam.

Scéne 15: De Waanzin van Koning Scar

De Grot van Scar. Scar leunt achterover, knagend op een bot. In een kooi van ribben zit een verfomfaaide Zazu pathetisch te zingen.

ZAZU: Waahaarheen. . Ieiheidt de weg..

SCAR: O Zuzu. .. doe me een lol. Zing es iets gezelligs.

ZAZU: Kofie Koffie! Lekker bakkie koffie, Jongens, wie lust er een kop! Koffie..

SCAR: Nee! Nee! Nee! Dan maar liever niks! (diepe zucht) O, Zazu. kijk mij nou, op de hoogste top. .. en ik zie alleen maar ellende. Wat is er fout aan

dit plaatje?

ZAZU: (terzijde) U zit erin, Sire.

SCAR: Ik ben vervuld van een onpeilbare leegte.

ZAZU: Hoor, de Schreeuw van de Leeuw.

SCAR: Ik wil óók weles een pluimpje.

ZAZU: Helaas, het is geen pluimentijd.

SCAR: Zazu, waarom ben ik niet geliefd?

DE WAANZIN VAN KONING SCAR SCAR: Ik ben een hoogstand leeuwspersoon: ' aan mij is niets gewoon. Maar weet mijn volk daar ook iets van Daar twijfel ik soms an...

Shenzi, Banzai en Ed komen op.

BANZAI: Hee Scar!

SCAR: Wanneer iemand mij bij name noemt, word ik dan geprezen of verdoemd"

SHENZI: Wat lult-ie nou?

SCAR: Hou dan toch van mij~ O, hou dan toch van mij~

BANZAI: Hee baas!

SCAR: Jaaa! Wat is er!

BANZAI: Wij willen met jou een appeltje schillen.

SHENZI: D’r is geen eten, geen water..

BANZAI: Niks.t Is etenstijd! Waar blijft ’t voorafje!

SCAR: Oooh, dat bekrompen gemekker. Jullie weten niet wat echte honger is. Dag na dag knaagt het, En het diepste van mijn ziel.

BANZAI: Dat heb ik ook gehad. Dat is wurmen!

SCAR: Nee, nee, nee.t is een kriebel. .. heftig, hardnekkig, intens. .

BANZAI: Dat zeg ik! Wurmen! Als ’t nou érg jeukt dan kan je ’t beste.. (hij doet het voor) hurken en schuiven.

SCAR: Bedankt voor de tip. (ontploft) Adders! Zonder mij zouden jullie elké hap bij de gieren vandaan moeten graaien!

HYENAS: Toch blijft het evengoed de vraag: wat schaft de pot vandaag? Is het een afgekloven bot en is het vers of rot? Mn ribben hangen losjes aan de graat, en mn lijf is dun als ijzerdraad!

SCAR: Is het nou mijn schuld? BANZAI: Oneeeee! Van de leeuwinnen.

SCAR: O.

HYENAS: U bent zo bemind, U bent bemind, U bent intens bemind!

SCAR: Das beter.

HYENAS: Maar o, een fijne barbecue van vlezige karkassen! Een stukkie verse vogel toe...

ZAZU: Ik mis je zo, Mufasa!

SCAR: (ontploft) Mufasa?! Mufasa?! Hoe dùrf je!

De hyenas smeren ‘m. SCAR:

Ik zei toch. .. die naam wil ik nooit meer horen!

ZAZU: Genoteerd. Ik noem de naam van “M_m_m”! nooit meer.

SCAR: (gromt in zichzelf) Zelfs in de dood, achtervolgt zijn schaduw mij. (ziet schaduw op de wand Daar is ie! (weer een schaduw) Nee! Dáár is ie! (en nog een) En daar! 1

ZAZU: Zeg, houdt U de kop d’r een beetje bij, Sire!

Scar kalmeert wat en zucht.

SCAR: Ach, je hebt gelijk. Zuzu. (vermoeid) Zazu Zazu Zazu..

ZAZU: Majesteit?

SCAR: Ach. . .niemand wou mij, daar zit de pijn. . . en ik was nog zó klein. Wat had mijn broer dat ik niet heb?

ZAZU: Wilt U de korte lijst of de lange?

SCAR: (smalend) Je ziet maar.

ZAZU: Nou, hij had trouwe onderdanen. .. een warm gezin. .. een toegewijde koningin..

SCAR: Dat is ’t ! Een koningin!

ZAZU: Wat!?

SCAR: Een koningin, beest! Een koningin! Wat ben ik zonder koningin? . . een los eindje, geen zoon, geen stamboom, geen toekomst. Met een koningin krijg ik. .. welpjes. En onsterfelijkheid is mijn deel. Ja, onsterfelijkheid is mijn deel!

Nala komt op.

NALA: Scar

SCAR: Ah, Nala. .. Je timing is zonder meer perfect. Sjee, wat ben jij gróót geworden.

NALA: Scar, je moet iets doen. We jagen de savanne leeg.

SCAR: Da’s het volmaakte kroonjuweel...

NALA: Jij bent de Koning. Stop de hyenas.

SCAR: En ik zit op fluweel!

NALA: Je vernietigt het Trotse Land.

SCAR: Daar komen mooie welpjes uit...

NALA: Als we nú stoppen, denk toch na..

SCAR: O ja, zij wordt mijn bruid!

NALA: Dan is er een kans dat alles weer goed komt. SCAR: Geef je hart aan deze oude knar...

NALA: Wat doe je nou? Hoor je wat ik zeg?

SCAR: ...want dan kruipt hier straks een kleine Scar!

NALA: Waar heb je het over?

SCAR: Hou dan toch van mij...

NALA: Blijf van me af?

SCAR: O, hou dan toch van m-

(Nala krabt Scar) Nala deinst achteruit. Scar Iaat niet af- hij dringt zich aan haar op, zijn gezicht dicht bij het hare...tot Nala hem écht raakt. Scar slikt zijn woede in. Hij raakt zijn wond aan, op zijn zachte, malicieuze manier.

SCAR: O, Nala. .. je weet toch- ik háát geweld.. Maar hoe dan ook, ik krijg je wel.

NALA: Nooit, Scar. Nooit! Nala rent weg.

SCAR: Jij behoort aan mij... ...want alles is van mij!

Scène 16: Nalas Afscheid

Nala neemt, gedwongen te vertrekken, afscheid van de leeuwinnen.

ARM LAND LEEUWINNEN: Fatsee leysoo leeah halaleylah (ons land is heilig) fatsee leysoo leeah halaleylah

NALA: Arm land waarin wij wonen de hemel grijs de aarde koud

de bedding droog de grond gebroken nu moet ik gaan ik moet nu gaan maar jullie stem zal mij leiden als een ster in het zwart zo leeft in mij de herinnering dit is het land van mijn hart

LEEUWINNEN: NALA: Hard land En diep in mij pijnland neem ik jullie mee thuisland leeah halaleylah mijn land zo leeg Denk aan mij zo moe waar ik heen ga fatshe leysoo leeyah halaleylah instrumentaal En deze stem zal je leiden als een ster in het zwart zo leeft in jou de herinnering dit is het land van je hart

Nala begint aan haar Lange reis. Rafiki zegent haar.

LEEUWINNEN: RAFIKI: NALA: Fatsee leysoo leech halaleylah Wanala unka'tsee la Fatshe le so Fatsee leysoo leech halaleylah ya how hoi ho fatshe le so le fatshe kee la ha la le la how gow fa launka tseela kee ya how wa na ka bo besubo

tsee la swa yoo tsee la swa yoo fatshe le so tsee la swa yoo tsee la kee ya how wa na ka bo le ah le ah ha la le la

LEEUWINNEN : En deze stem zal je/mij leiden als een ster in het zwart zo leeft in jou/mij de herinnering dit is het land van je/mijn hart NALA: En deze stem zal je leiden Giza buyabo giza buyabo buyabo als een ster in het zwart Ik kom terug, ik kom terug besobouzobuyabo zo leeft in jou de herinnering Giza buyabo, ik kom terug dit is het land van je hart giza buyabo

NALA: Oh giza buyabo

Besobo mijn zusters,besobo.

Scène 17: Simba‘s Nachtmerrie

Timon en Pumbaa wandelen zingend door de jungle. Een speelse Simba volgt ze ongemerkt. PUMBAA: A weem a wep, a weem a wep A weem a wep, a weem a wep A weem a wep, a weem a wep A weem a wep, a weem a wep (enzovoort)

TIMON: In the jungle, the mighty jungle The lion sleeps tonight In the jungle The mighty jungle...

Simba springt zonder geluid bovenop Pumbaa. The lion sleeps tonight... Allez, makker! Ik hoor U nie! (zingt) Ah whaa-aa-aa-aa... A-Pumba Bumba-ja….

Simba bespringt Timon, die plat op zijn buik gaat.

Ee, haarbal! Wat mankeert U toch, tegenwoordig!

PUMBAA: Aaaah, Timon. Lagaan. Da kan da menneke nie tegenhouwe. Da is zijn.. (ouwjongenskrentenbrood) ..jeugdige energie, eh! Da lucht op!

TIMON: Over lucht gesproken, Pumbaa. .. phoe! (tegen Simba) En gij daar! Waar komt da vandaan, al da jagen en da springen?

SIMBA: Ik weet ’t niet, Timon. Als ik je zie dan moét ik gewoon!

TIMON:

Allez eh, nie nòg één die moet!

SIMBA: Je hébt iets. . .. Iets - rattigs. .. die zenuwtrekjes, die kraaloogjes. .. dan móet ik ..

Simba stormt op Timon af

TIMON: Eeeeeh! Zijt gij zot!? Amai! Rustig zijn, eh! - En da zijn géén kraaloogjes. Da zijn kijk-ogen. Kijk, kijk, kijk. En’t is ook tijd om te gaan slapen.

PUMBA: Allez! We zijn in de jungle menneke, de machtige jungle. ‘Ier slaopt de Ieeuw vannacht

TIMON: Mmmm ier. Lijkt een goeie plek. (scharrelt met de blaadjes) Bedje opschudden.. (tilt een stuk hout op en ontdekt insecten) Hapje voor ’t slapen gaan.. (hand bij zijn oor) Wiegelied van ’n kabbelend beekje..

SIMBA: Sorry, Timon. Deze plek voelt gewoon niet goed. We moeten verder.

TIMON: Bedankt. Simba, ge zijt nu al wéken bezig met een goeie plek! Allez, Pumbaa.

PUMBAA: Eh? Wat ist probleem ?

TIMON: HU. Onze probleem-jongere wil erges anders heen.

PUMBAA: Alwéér? ! (tegen Simba) Euenneke, wonen doet gij op de grond, waar Uwe kont ne rustplaots vond.

TIMON: Maor ‘em ééft geen rust in zijne kont.

PUMBAA: Ik dacht da ik da was.

TIMON: Bij U is ’t erger.

Simba Ioopt wenkend weg.

SIMBA: Kom nou jongens.

Timon blijft achter. TIMON: Uh. .. as gij nou es duidelijk zegt wat ge eigenlijk zoekt. ..

SIMBA: Ik weet ’t niet. Ergens iets. .. groener of. .. spannender of een beter uitzicht. .. iets met...

geváár. lk weet’t niet. Gewoon niet hier. Hier is’t niet okee.

TIMON: lk zal U es zeggen wat ier niet okee is! Da wij maor iederen avond rondsjokken op zoek naor ‘t (spottend) schóónste plekske! (dan) As gij d’r geen bezwaar tegen hebt, dan blijven wij ier. Ist nie, Pumbaa.

PUMBAA: Huh? ...O. Zeker en vast.

SIMBA: Nou goed. Prima. Simba loop! weg en roept over zijn schouder. SIMBA: (CONT) Jullie zijn gewoon een stelletje ouwe schijters.

Simba verdwijnt. PUMBAA: Jao, da kan k nie ontkennen.

TIMON: Hah. Als m soms denkt dat m mij kwaod kan krijgen.... pfft.

In de jungle klinken de geluiden van de nacht. TIMON: Hoort ge da?

PUMBAA: Wa?

Timon en Pumbaa kruipen dichter bij elkaar en bibberen van angst. TIMON: in paniek Da zijn vl - vlééseters! (overbezorgd) Weet ge, volgens mij is Simba nie zo veilig daor.

PUMBAA: We moesten m eigenlijk maor gaon bescherme.

TIMON: Juust.

PUMBAA/TIMON: paniekkreet Alleeeeez! Simba! Wacht, wacht!

Timon en Simba gaan haastig op zoek naar Simba. Dan komen ze bij een snel stromende rivier.

TIMON: allee? Maor waor ism?

PUMBAA: Da week nie. (bezorgd) Misschien zijn we verdwaold.

Het is even stil.

TIMON/PUMBA (in doodsnood) Simbáááh!

Aan de overkant van de rivier komt Simba tevoorschijn. SIMBA: (zelfingenomen) Jullie kunnen niet zonder mij, hé?

TIMON: Toevallig warren wij bezorgd om U. Stel ge verstuikt n poot! Stel ge verslikt U in een botervlinder

SIMBA: Nou, ik zou zeggen: niet lullen maar lopen. PUMBAA: Goei idee.

TIMON: (kijkt bezorgd naar de rivier) Wat doen we met da. . . Water?

SIMBA: Hoezo wat doen we?

TIMON; Wel,t is breed... en - nat... en t eeft nogal aast, eh?

SIMBA: Spring er dan overheen. Als je t niet bij kan houwen, Timor. .. dan hoef ik je niet hoor.

TIMON: Néé eh! Ik hou da bij ! Kijk maor!

Timon Ioopt naar de oever van de rivier en zoals een golfspeIer een afstandtaxeert, zo taxeert hij de situatie. Pumbaa fluistert het zogenaamde radiocommentaar.

PUMBAA: En dames en heren, zo bereidt zich Timon dan voor op zijne sprong..em schat de afstand tussen de walkanten..em chekt de stroomsnel’eid. .. (de mogelijke tegenwind. . .)

SIMBA: Kom je nou of wat?

TIMON: Ja, nie ‘aasten, eh! Das ne kuunst.

SIMBA: Timon!

TIMON: (als een spreekstalmeester) Tromgeroffel. . .! En dan nu, de ster van het Afrikaons Junglecircus. .. Timon, met zijne Buitengewone Sprong over et Diepe! (slikt zwaar) Oop ik. (maakt snelheid op de plaats) Ieieideieeeeee-jaaaaaaaah! ! !

Timon neemt een aanloop en landt midden in de rivier.

TIMON: Aaaaaaaaaaa Timon word! door de stroom meegesleurd, het toneel af

PUMBAA: Timon! Timon kom terug! Amaaaaai, em is verdwenen! Simba, wat doen we nu! Waor is em!

Dan verschijnt een Timon-pop, hangend aan een tak, vlak boven een brullende waterval. In de dieppe sperren de krokodillen hun muil al open. Simba ziet hem.

SIMBA: Timon! (wijst op Timon) Pumbaa!

PUMBAA: Aaaaaai, Timon!

TIMON: (-V-0-) Eéééélp!!!Elp mij, vriend!

Simba verstijft De aanblik van de bungelende Timon brengt een vreselijke herinnering terug: de rivier verandert in een kudde wildebeesten, en Timon in Mufasa, die zijn dood tegemoet valt.

JONNGE SIMBA: Pap!

PUMBAA: Timon!

Beeld en geluid van de stampede zijn plotseling verdwenen. Timon verliest zijn

greep en valt in de poel, tussen de krokodillen.

TIMON: Aaaaaah!

Pumba rent naar de oever van de poel.

PUMBAA: Timon! Ik zie em nie meer! Allez makker, alstebliefl! Kom toch boven! Simba, doe toch iets!

Simba schrikt op van zijn nachtmerrie en vliegt naar de oever van de poel.

SIMBA: Daar is ie! Pakken! Kom op Timon, je kan t! Ik heb m

Simba trekt Timon uit de poel. Timon spuugt een vis uit, Pumba vangt m in zijn bek.

PUMBAA: Timon!

TIMON: Aaaaah! lk vin da smerig, een natuurbad! Daor doet iedereen z’n jeweetwel. .. eh..

SIMBA: Is alles goed met je?

TIMON: Ge wordt bedankt! Zijt gij tevreden, meneertje de Jager?

De eerst zo zelfverzekerde, zelfingenomen puber is nu geschokt en geschrokken.

PUMBAA: Ja, waor was ge toch ineens mee bezig, daarboven?

SIMBA: Ik - ik weet t niet. Ik kon niet meer bewegen. Timon, je had wel dood kunnen zijn.. TIMON: Das juust.

SIMBA: (gefixeerd) Ik bedoel. . . je had wel dood kunnen zijn...

TIMON: Ge vervalt in her alingen.

SIMBA: Maar. .

TIMON: Zijt ge klaar met die dooiepraat? Gij duwt me in een dip! Hakuna Matata, toch? Laot t gaon.

pijnlijke stilte. PUMBAA: (opgewekt) Allez, das weer geregeld. .. tijd voor een snack!

TIMON: Das plezant.

PUMBAA: Gestampte luisjes!

TIMON: Ieder luisje eeft zijn kruisje.

PUMBAA: Nee-eh, ieder kruisje eeff zijn luisje.

TIMON: Gij zijt n vies varken.

Scène 18: Onder de Sterren In een ander deel van de jungle. De nachtelijke hemel is vol twinkelende sterren.

Timon, Pumbaa en Simba Iiggen op hun rug naar boven te kijken. Ze zijn een poosje stil. Dan, opeens:

PUMBAA (vol verwondering) Timon?

TIMON Jaaa?

PUMBAA Vraagt gij U weles af? wat zijn dat toch, die flonkerende stipkes daarboven?

TIMON: Da vraog ik mij nie af Pumbaa. Da Wéét ik.

PUMBAA: Ah. Wat zijn t dan?

TIMON: Vuurvliegkes. Da zijn vuurvliegkes die zijn blijve plakke, tegen dien donkerblauwe - lap.

PUMBAA: Aaaah. Ik dach altijd da zijn brandende ballen van gas, miljarden kilometers van ier.

TIMON: Pumbaa, bij U is élles gas.

PUMBAA: Wat denkt gij, Simba?

SIMBA: Nou ja. .. ik dacht altijd. .. ik bedoel - nee laat maar.

PUMBAA: Allez Simba. Wij ebben t ook gezegd!

TIMON: Allez allez.

PUMBAA : Asteblieieief

SIMBA : Nou.~ . iemand heeft mij es verteld dat daar de grote koningen van vroeger wonen, en over ons waken. PUMBAA: Echt waar?

TIMON: l Dus gij zegt: een zooitje koninklijke dooie oudt over ons de wacht? (lacht het weg) Ha-ha-ha. .. wie eeft U da wijsgemaakt?

Algemene vrolijkheid.

TIMON: Welke zot heeft da gezegd?

SIMBA: (schaapachtig lachend) Stom, hé. . .?

TIMON: Amai! Ik blijf dr bijna in!

Timon en Pumbaa blijven maar lachen. Simba gaat een eindje uit hun buurt. Timon merkt het.

TIMON:

Heb ik iets fout gezegd?

Scène 19: Lang is de nacht/Hij leeft!

Op een rots in de buurt zit Simba naar de lucht te staren.

LANG IS DE NACHT STEMMEN: Hem Hem hem hem hem We baba ngivelelwe

SIMBA: Waar zijn de sterren heen? Zwart... is de dag. k Weet niet waarheen ik moet gaan. Thuis is een lege droom, leeg als de nacht. Vader, zie jij mij niet staan?

Je zou me toch steunen wanneer ik je nodig had? Hoe vaak ik je naam ook roep, jij antwoordt me niet.

Toch hou ik me staande en wacht op een woord van jou: het woord dat me wakker maakt uit deze angstdroom.

Waar blijft het morgenlicht? Lang is de nacht. Slapeloos droom ik van thuis

toen jij nog naast me stond, vader naast zoon... breng mij nog één keer naar huis.

Je zou me toch steunen wanneer ik je nodig had? Hoe vaak ik je naam ook roep, jij antwoordt me niet.

Toch hou ik me staande en wacht op een woord van jou: het woord dat me wakker maakt uit deze angstdroom.

ENSEMBLE: En toch gaat de nacht voorbij Dan zal het beter zijn Dan zal het beter zijn

En toch gaan de wolken weg

Weg voor de zonneschijn Weg voor de zonneschijn

SIMBA EN ENSEMBLE: En toch gaat de nacht voorbij Dan zal het beter zijn Dan zal het beter zijn

En toch gaan de wolken weg Weg voor de zonneschijn Weg voor de zonneschijn

Het ensemble gaat door terwijI:

SIMBA: ENSEMBLE: En toch En toch gaat de nacht voorbij ja, en toch dan zal het beter zijn De nacht gaat voorbij dan zal het beter zijn Ja en toch En toch gaan de wolken weg en toch weg voor de zonneschijn de zon komt te-rug weg voor de zonneschijn

De boom van Rafiki verschijnt. Rafiki komt op, een luisterhoorn aan het oor, intens geconcentreerd op het geluid van de verre zang. Er is iets bekends aan.

iets dat haar nieuwsgierigheid prikkelt.

SIMBA: ENSEMBLE; En toch gaat de nacht voorbij En toch gaat de nacht voorbij Dan zal het beter zijn dan zal het beter zijn Dan hoor ik eindlijk jouw stem. dan zal het beter zijn En toch gaan de wolken weg Weg voor de zonneschijn En toch gaan de wolken weg weg voor de zonneschijn Weg voor de zo-onneschijn En toch gaat de nacht voorbij Oh Dan zal het beter zijn De na-acht Dan zal het beter zijn De - nacht - gaat - voor-bij En toch gaan de wolken Weg En da-an - Weg voor de zonneschijn en dan ben ik - vrij Weg voor de zonneschijn

Rafiki plukt het geluid uit de lucht. De muziek stopt abrupt. Ze gooit het geluid in een kom, en Ieest het zoals koffiedik Er is een flits van herkenning.

RAFIKI: Simba?! . . Simba... Hij leeft! Hij Ieeft!!

Schaterend Ioopt ze terug naar de schildering in de holle boom en schildert met haar vinger een manenkrans op het portret van het welpje.

RAFIKI: Het is tijd.

Scène 20: Het weerzien van Simba en Nala

In de jungle.

PUMBAA: (langs rennend) Ze gaat mij opeten!

Pumbaa komt rennend en schreeuwend op, Iangs Rafiki die afgaat. Een Ieeuwinnen-popje achtervolgt een Pumbaa-popje tussen de jungle-dansers

door. Timon komt op en danst mee. Pumbaa keert terug. PUMBAA: Ze gaat mij opeten!

TIMON: Wie gaat U..?

Er verschijnt een Leeuwin. Timon ziet haar. TIMON: Waaah!

Pumbaa racet over het toneel, en komt vast te zitten tussen de jungledansers.

PUMBAA: Ik zit vast!

TIMON: probeert Pumbaa los te krijgen. Waarom ik U toch altijd uit de nesten moet ha.. (ziet de leeuwin een aanloop nemen) .aaaaaaah

Terwijl de Leeuwin springt, komt Simba op gesprongen. Ze vechten. TIMON: Vrees niet, vrind! Ik sta pal achter U ’t Komt allemaal goe.

(schreeuwt naar Simba) Pak ‘r dan! Bijt ‘r kop af!

PUMBAA: (kan niks zien)

Wa gebeurt er?

TIMON: De slagaoder! De slagaoder!

PUMBAA: Wie bijt wie?

De Leeuwin pint Simba tegen de grond - net zoals Nala deed toen ze nog welpjes waren. Simba meent haar te herkennen.

SIMBA: Nala?

Geschrokken deinst Nala achteruit.

SIMBA: Ben jij t echt? NALA: Wie ben jij?

SIMBA: Ik ben het. - Simba.

Onzeker doet ze een stap naar achteren.

NALA: Simba? Simba!

Een bevestigend knikje van Simba. Dan schreeuwen ze allebei.

SIMBA/NALA: Whoaaaaaaaaaaaaaa!

Timons bek valt open. De dialoog overlapt. NALA: Hoe kom je..?

SIMBA Hoe kom je..? (stilte) Wauw!!!

NALA: Waar kom jij vandaan?

SIMBA: Wat ben ik blij dat ik je zie!

TIMON: Ee! Wa gebeurt ‘ier?

SIMBA: Wat doe je hier?

NALA: Hoe bedoel je wat doe ik hier? Wat doe jij hier!

TIMON: EE! WA GEBEURT ‘IER?

SIMBA: Timon, dit is Nala. Mijn vriendin.

TIMON: Vriendin?

SIMBA: Ja. roept Hee Pumbaa! Kom es! stelt voor Nala, dit is Pumbaa, Pumbaa - Nala

PUMBA: Aangenaom kennis te maoken!

NALA: ’t genoegen is geheel aan mij kant

TIMON: Zeker en vast, de vrienden van Si- blijft steken Ja o’even! Oo! momentjen, eh! Da’k het goed begrijp. Gij kent ‘aar. Zij kent u. Maor zij wil ons opeten. En da vinden we allemaal ‘aangenoam’? ‘Eb ik wat gemist ofzo?

SIMBA: Kalm, Timon

NALA: Ik geloof’t niet! Iedereen denkt dat je dood bent !

SIMBA; O?

NALA: Ja, Scar heeft ’t verteld, van de wildebeesten.

SIMBA; O ja? Wat heeft ie nog meer verteld?

NALA: Wat maakt dat nou uit! Je leeft! En dat betekent… grote hemel! Je bent koning!

dit overvalt Simba nogal. Timon spring op.

TIMON: Koning (gelooft er niks van) Da zal wel. Madam, gij ebt teveel vlees gegeten zeker.

NALA: Nee, hij heeft recht op de troon.

Pumbaa gelooft het en is vol ontzag. Hij komt eerbiedig naar Simba toe.

PUMBAA: De koning! Maozjesteit..

Pumbaa buigt nederig.

PUMBAA (CONT) Ik ruik an Uwe voeten.

SIMBA: Schei uit, Pumbaa.

TIMON: Ge ruikt nie, ge kruipt. En ge doet t nie, eh.Em is geen koning. (tegen Simba) Toch nie?

SIMBA: Nee.

NALA: Simba!

SIMBA:

Misschien was dat ooit de bedoeling - maar dat is lang geleden.

NALA: (tegen Timon en Pumbaa) Eh - zouden jullie ons even alleen willen laten?

TIMON: Poe. Wat zij te zeggen eeft, da kan zij zeggen met ons d’r bij. Toch zeker, Simba?

Simba wuift ze zachtjes weg. SIMBA: Em - misschien toch beter even weggaan.

Timon gooit zijn armen in de lucht.

TIMON: Dáár gaan we weer.. (terwijl hij wegloopt) En da noemt zich vrind!

Simba kijkt ze na. SIMBA: Timon en Pumbaa. - Je gaat wel van ze houwen.

Nala is overstuur. SIMBA: Wat? ..

NALA: .. Wat is er? t Is of je opgestaan bent uit de dood.

Vechtend tegen haar tranen draait Nala weg. Nu weet Simba het heleméél niet meer.

SIMBA; Hee,t is okee! lk ben okee! En jij. . . ik riep al bijna weer om genade!

Nala kijkt op en glimlacht. SIMBA: Dubbele genade!

NALA: Ik heb je echt gemist.

SIMBA: Ik jou ook.

Timon en Pumbaa gluren naar Simba en Nala van achter een varen.

TIMON: Ik zal je zeggen Pumbaa, da zaakje stinkt.

PUMBAA: (gegeneerd) O. Pardon.

TIMON: Gij nie.

Zij. Zij met em. Saomen.

PUMBAA: Wa is daor erg an?

VOEL JE HOE DE LIEFDE GROEIT

TIMON: PUMBAA: Ik zie het zó gebeuren - Wa? en zij: geen flauw idee. Wie? Ze zijn verliefd, en luister wat ik zeg: ons drietal gaat naor twee... O.

Verrukking en verlangen, gezwijmel en gezucht, t is eel die sfeer... da voelt ge zeker wel? De ràmp hangt in de lucht!

ENSEMBLE: Voel je hoe de liefde groeit in deze junglenacht? Met al wat leeft volmaakt in evenwicht, vol tederheid en kracht.

SIMBA; Ik kan niet blijven zwijgen, maar als ik het haar zeg, die waarheid uit mijn jeugd... ik kàn het niet - dan loopt ze van me weg.

NALA: Hij heeft zoveel geheimen en deelt ze niet met mij. De koning die ik diep van binnen zie, die koning is niet vrij

SIMBA/NALA : ENSEMBLE: Voel je hoe de liefde groeit Mamela mamela bona leyratoweh in deze junglenacht Mamela mamela bona leyratoweh Met al wat leeft volmaakt in evenwicht, Mamela leyratoweh Vol tederheid en kracht. Mamela leyratoweh

Instrumentaal (ballet)

ENSEMBLE/SIMBA/NALA: Voel je hoe de liefde groeit over de jaren heen? Stil en sterk, en nooit meer moedeloos, nooit, nooit meer alleen. NALA: En voelt hij hoe de liefde groeit, hoe ik hem bemin...

SIMBA: ...zal dan ooit mijn reis ten einde zijn?

SIMBA/NALA: Dit is ons begin...

SIMBA: (opgetogen) Vind je t hier niet fantastisch? NALA: Ja,t is mooi.

SIMBA: En dan heb je de helft nog niet gezien.

NALA: Simba, ik begrijpt niet. Je was de hele tijd gewoon in leven. Waarom ben je dan niet teruggekomen naar de Hoge Rots?

SIMBA: En weggaan uit t paradijs?

NALA: We hadden je nodig. Ik had je nodig.

SIMBA: Nou ja, ik wou mn eigen gang es gaan. . . mijn eigen leven leiden. En t is gelukt. En t bevalt prima!

NALA: Simba, Scar heeft ons koninkrijk aan de hyena’s gegeven.

SIMBA: (oprecht) Wat?

NALA: Alles is verwoest. Dr is geen eten, geen water. Als we samen teruggaan, kunnen we dr iets aan doen.

SIMBA: Ik kan niet terug.

NALA: (geschokt en verward) Waarom niet? SIMBA: Dat begrijp je toch niet.

NALA: Wat begrijp ik niet? SIMBA: Nee, nee.t doet er niet toe. Hakuna Matata.

NALA: Hè?

SlMBA: Hakuna Matata. Iets wat ik hier geleerd heb. Moet je horen, soms gebeurt er iets vreselijks in je leven..

NALA:

(valt hem in de rede) Simba.

SIMBA: (houdt vol) ..waar helemaal niks meer aan te doen valt. Waarom zou je je dan druk maken?

NALA: Wat is er met je gebeurd? Je bent niet meer de Simba van vroeger.

SIMBA: Goed gezien. Ben ik ook niet. Tevreden?

NALA: Nee. Alleen teleurgesteld.

SIMBA: Nou begin je toch behoorlijk als mijn vader te klinken.

NALA: Fijn! Dat is dr dan tenminste één!

SIMBA: Wat denk je nou! Dat je me nou ineens kan komen vertellen wat ik doen en laten moet? Je weet niet eens wat er echt gebeurd is!

Simba Ioopt weg.

NALA: Wel als jet me vertelt

SIMBA: Láát maar!

NALA: O-kéé!

Scène 21 : De geest van Mufasa

Nacht in de jungle. Simba ijsbeert.

SIMBA: Ze vergist zich. lk kén niet terug. Wat zou dat bewijzen, trouwens? Dr verandert niks.

Hij gaat zitten. De stilte wordt gebroken door een vreemd wijsje.

RAFIKIS STEM : Tamati zo, a zo, a ehehe le le ma Tamati zo, a zo, a ehehe le le ma

Rafiki danst. RAFIKI : Tamati boom boom boom A boom-boom boom

SIMBA: Hee! Hou es op! Simba loopt weg. Rafiki volgt

RAFIKI: Bijna klaar. Alleen. . (gebaart) het staartje nog. Tamati zo, a zo, a ehehe le le ma

SIMBA: Rare apekop! Loop niet zo achter me aan!

RAFIKI (heel voorzichtig) Tamatizo, a zo, a ehehe le le ma Rafiki blijft Simba volgen.

SIMBA: Wie bént U? Rafiki komt tot vlak bij Simba.

RAFIKI: De vraag is. .. wie ben jij? Rafiki 's woorden treffen doel.

SIMBA: (zucht, dan.) Ik dacht dat ik t wist. Maar ik ben d r niet meer zo zeker van.

RAFIKI: Ik weet wie jij bent. Shhh. .. kom hier ‘t is een geheim.

Simba brengt zijn oor vlak bij Rafiki. Tamati zo, a zo, a ehehe le le ma Tamati zo, a zo, a ehehe le le ma

SIMBA : (terwijl Rafiki zingt), Ja, nou weet ik t wel! Trouwens, wat betékent t?

RAFIKI: Het betekent dat jij apekool verkoopt, en ik niet! (lacht) He-he-heh!

SIMBA: Volgens mij bent U een beetje in de war.

RAFIKI: Onzin! Wie is hier nou in de war! Jij weet niet eens wie je bent. SIMBA: En dat weet U zeker wel?

RAFIKI: Nou en of Jij bent de zoon van Mufasa

SIMBA: U hebt mijn Vader gekend?

RAFIKI: Correctie. Ik kén je Vader.

SIMBA:

Spijt me dat ik t zeggen moet, maar mijn Vader is al heel lang dood.

RAFIKI: Zie je nou? Apekool! Heheh! (opgewonden) Hij leeft! Ik zal m je laten zien. Vertrouw nou maar op Rafiki. Ouwe Rafiki Weet waar ze ’t over heeft.

Rafiki loopt naar een scherm van riet, en doet de stengels uit elkaar.

Sssssh. .. kijk hier maar.

Simba komt voorzichtig schoorvoetend dichterbij. In de vijver achter het riet is een poel, en in het water ziet hij de reflexie van een Ieeuw.

SIMBA: (teleurgesteld) Dat is mijn Vader niet. Das gewoon mijn spiegelbeeld.

RAFIKI: Nee. . .. Góed kijken..

(Simba tuurt aandachtig in het water.)

HIJ LEEFT IN JOU Ivqonyama ne’gwenamabala Ivqonyama ne’gwenamabala

RAFIKI : Nacht en wat ademt en leeft fluistert... en een stem als de roep van een kind antwoordt Ai-ya mamela i-yo ubu khosi bo khokho

Dit is de troon van onze voorvaderen ENSEMBLE: We ndodana ye siswe sonke O zoon van het volk

RAFIKI: Wacht zoek de kracht in jezelf heb vertrouwen vannacht o, en wacht ENSEMBLE: Hela hm mamela, hela hm

Mamela Hela hm mamela, hela hm

Mamela Hela hm mamela... Hij leeft in jou hij leeft in mij, in al wat ademt | daarin ademt hij. In wens en waarheid 'm grauw en blauw - kijk in de spiegel:

hij leeft in jou.

Op wonderbaarlijke wijze hebben de sterren aan de nachtelijke hemel samen een beeld van Mufasas gezicht gevormd.

MUFASA Simba..

Simba kijkt omhoog, naar waar de stem vandaan komt. Hij wet dat het die van zijn vader is.

SIMBA: Vader? MUFASA: Simba, je bent mij vergeten.

SIMBA: Nee! Dat zou ik niet kunnen!

MUFASA: Je bent vergeten wie je bent, en dus ben je mij vergeten. Kijk in je hart, Simba. Je bent méér dan wat je nu laat zien. Je moet je plaats innemen in de Kringloop van het Leven.

SIMBA: Hoe moet ik teruggaan? Ik ben niet meer zoals vroeger.

MUFASA: Onthou wie je bent. . . je bent mijn zoon en de enige echte koning.

De sterren veranderen nu in de verlichte gezichten van het ensemble, dat vol vreugde zingt.

RAFIKI: ENSEMBLE: Hij leeft in jou Hela hm mamela hela hij leeft in mij, hij leeft in mij Hela hm mamala hela In al wat ademt, in al wat ademt Hela hm mamala hela daarin ademt hij. daarin ademt hij Hela hm mamala hela In wens en waarheid in wens en waarheid Hela hm mamala hela In grauw en blauw - in grauw en blauw Hela hm mamala hela kijk in de spiegel: kijk in de spiegel hij leeft in jou. hij leeft in jou

Het visioen begint te verbleken. MUFASA: Onthou wie je bent. .

Terwijl het droombeeld vervaagt, vervaagt ook het ensemble. Eén voor één verdwijnen hun gezichten in het donker, terwijl ook het lied steeds zachter klinkt.

ENSEMBLE: Hij leeft in jou

SIMBA: Nee! Wacht!

ENSEMBLE: Hij leeft in jou

SIMBA: Ga nou niet weg!

ENSEMBLE: Hij leeft in jou

Het droombeeld is verdwenen. Simba zit alleen onder een indrukwekkende sterrenhemel en staart omhoog. Rafiki komt dichterbij.

RAFIKI: Hee ho! Wat was dàt? ’t Weer zeker. Ráár, hè?

SIMBA: Ja. lk geloof dat de wind is veranderd.

RAFIKI: Ah. .. verandering is goed.

SIMBA. Zo makkelijk ist niet. Ik wéét wat ik doen moet. Maar dan moet ik de strijd aan met mijn verleden.

Met haar staf geeft Rafiki Simba een klap op zijn kop.

SIMBA: (krimpt van pijn) Au! Hee, wat heb ik gedáán!

RAFIKI: Doet er niet toe.t Is in het verleden.

SIMBA: Ja, maar daarom doet t nog wel pijn.

RAFIKI: O, ja. ..t verleden kan pijn doen. Maar ik zie t zo: of je loopt ervoor weg. .. of je leert ervan.

Rafiki haalt nogmaals uit, maar deze keer duikt Simba weg.

RAFIKI: Zie je? Nou, wat ga je d’r aan doen? SIMBA: Eerst. .. ga ik die staf es pakken.

RAFIKI: Nee-nee-nee. .. niet de staf!

Speels gooit Simba de staf terug naar Rafiki. Dan begint hij weg te rennen.

Heehooo! Waar ga je heen?

SIMBA: (roept) Ik ga terug!

RAFIKI: Goed zo! Weg van hier!

Rafiki doet een overwinningsdansje en moedigt de dansende Simba aan. Het ensemble verschijnt in felgekleurde dashiki’s.

RAFIKI: ENSEMBLE: Ai yo Hij leeft in jou Hela, hm mamela, hela Hiya hiya hiyo Hij leeft in mij Hela, hm mamela, hela In al wat ademt In al wat ademt Hm mamela daarin ademt hij

Ha la la ha la la hiyo Ha la la ha la la hiyo Hela hm mamela In wens en waarheid In wens en waarheid Hm mamela In grauw en blauw Ha la la ha Ia la hiyo Hela, hn mamela Kijk in de spiegel Kijk in de spiegel Hm mamela Hij leeft in jou Ai yo hiyo

Dansers komen op en omringen Simba.

SIMBA: RAFIKI/ENSEMBLE: Hij leeft in jou Oh ntate

Hela, hm mamela, hela Hij leeft in mij-ij o yeah Hela, hm mamela, hela In al wat ademt In al wat ademt Hm mamela Daarin ademt hij en dus ook in mij-ij... Hela hm mamela In wens en waarheid Hoor je mij, Vader? Hm mamela In grauw en blauw Ohhhhh Hela hm mamela Kijk in de spiegel In al wat ademt Hm mamela hij leeft in mij Hij leeft in jou Ze gaan. Scène 22: Apekool

In de jungle Iiggen Timon en Pumbaa snurkerig te slapen. Nala kom op en schudt eerst Pumbaa, dan Timon wakker.

NALA: Pumbaa psst. .. word es wakker. Timon, wakker worden.

Slaperig opent Timon zijn ogen en ziet een Leeuwin over zich heen hangen. Hij krijst van schrik.

TIMON: Aaaaaah! Pumbaa wordt wakker en krijst mee. PUMBAA/TIMON: Aaaaaah!

NALA: t Is okee. Kal-lem! t Is okee. lk ben ’t, ik ben ’t.

TIMON: Wilt ge dat nooit meer doen. (minachtend, bij zichzelf)

Vleeseters.

NALA: Heeft een van jullie Simba gezien?

TIMON: Ik dacht dat m bij U was.

NALA: Was ie ook. Maar nou kan ik m niet meer vinden. Waar is ie nou?

Rafiki zwaait aan een liaan het toneel op.

RAFIKI: Ha, ha. Ha, ha. Je vindt m heus niet hier. De koning is teruggekeerd.

Rafiki zwaait weer af NALA: (verbaasd en opgetogen) Ik kant niet geloven. Hij is teruggegaan.

TIMON: Terug? Hoe bedoelt U?

Rafiki zwaait weer op en af, Iachend. RAFIKI: Ha ha ha wieieieie!

TIMON : Voilé! Dar komt den aap uit de mouw!

NALA: Nee ik bedoel: Simba is teruggegaan, om Scar uit te dagen.

TIMON: Wie?

PUMBAA: Zn kar?

NALA: Nee-nee-nee. .. de broer van z’n Vader!

TIMON: Die n ááp? Is dat zijn broer!?

NALA' Neeeee. .. Simba is teruggegaan om z’n oom van de troon te stoten, om zelf koning te Worden.

TIMON/PUMBA; (vol begrip) ..Oooooh!

Ze gaan af

Scène 23: Simba tegenover Scar

De Hoge Rots is grijs, uitgedroogd, kleurloos, stil. Hyena's hangen rond, slapen en snurken. Simba komt op en overziet de situatie. Nala voegt zich bij hem.

NALA: Simba!

SIMBA: Nala. .

NALA: Waarom ben je teruggekomen?

SIMBA: Ik kreeg in één klap m’n verstand terug. Hier, de bult zit er nog. En bovendien, dit is mijn koninkrijk. Als ik er niet voor vecht, wie doet t dán.

NALA: Ik.

Timon en Pumbaa komen op. TIMON: Wij zijn ook van de partij.

SIMBA: Sssh! Wat komen jullie doen? PUMBAA: At your service, edeleeer.

SIMBA: Volg mij maar.

TIMON: (gaat toch twijfelen) We gaon met uW oom vechten om - dit ier?

SIMBA: Ja, Timon. Dit is mijn huis. TIMON: Da kan wel n opknapbeurtje gebruiken. (ziet hyena 's naderen) Hyenas! Ik háát hyena’s! En oe dacht gij da wij door langs gaon komen?

SIMBA: Met levend aas. TIMON: Goed idee. -Eee!

SIMBA; Toe nou, Timon. Jullie moeten ze afleiden.

TIMON: En wat moet ik dan doen? Een jurk aantrekken en de charleston dansen?

Timon zet een diadeem en een krullenpruik op.

TIMON: Zwijnestal Overal komt ge nor et varkensbal? Wie wil d’r dan mijn zwijntje zien?

PUMBAA: Poepelie poepelie poeh poe poeh

TIMON: Ye-ah Babe!

Dikke pret Moddervet En van achter een trumpet! Is m nie biezonder? Kijkt r maor es onder! Wie wil d’r mijn zwijntje zien?

PUMBAA: kijken naor et spek!

TIMON: Oink!

SIMBA: Nala, zoekt jij mijn moeder en haal de leeuwinnen bij elkaar. Ik reken af met Scar. NALA: Wees voorzichtig.

Scar komt op en klimt op de Hoge Rots.

SCAR: SA-RAAAA-BIII !!!

Zijn kreet echoot. Sarabi verschijnt met geheven hoofd en Ioopt uiterst behoedzaam door de groep vijandige hyenas.

SARABI: Ja Scar?

SCAR: Waar zijn je jagers? Ze doen hun werk niet

SARABI: Scar, d’r is geen eten. De kuddes zijn weggetrokken.

SCAR: Nee! Jullie zoeken niet goed genoeg!

SARABI: ’t is voorbij Scar. D’r is niets meer. We kunnen maar één ding doen. Weggaan van de hoge rots

SCAR: Wij gaan nergens heen.

SARABI: Dan veroordeel je ons tot de dood.

SCAR: Het zij zo.

SARABI: Dat kun je niet doen.

SCAR: Ik ben koning, en ik doe precies wat ik wil.!

SARABI: Was je maar half zo’n goeie koning als Mufasa, dan zou je nooit….

SCAR: IK BEN TIEN KEER BETER DAN MUFASA!

Scar haalt uit naar Sarabi en ze valt. een bliksemflits verlicht het duistere silhouet van een leeuw. Het is Simba-die getuige is geweest van SCAR’s wreedheid. Simba stormt op Scar af

SIMBA: Nee Scar!!

Scar deinst angstig terug

SCAR: Mufasanee- Dat kan niet. Je bent dood! Je bent dood!!

Simba komt bij zijn moeder staan. Sarabi tilt haar hoofd op, onzeker wie de vreemdeling is. SARABI: (versuft) Mufasa?

SIMBA: Nee. Ik ben het.

SARABI: (zwakjes) Simba. . .. je leeft. Hoe is dat mogelijk?

SIMBA: doet er niet toe. lk ben thuis.

Scar krijgt zijn zelfvertrouwen terug.

SCAR: Simba! (zenuwachtig lachje)

Simba. Ik kijk er nogal van op datje... , (woedende blik naar de hyena ’s) ….leeft

Shenzi, Banzai en Ed drukken zich. Simba achtervolgt Scar - die terugdeinst.

SIMBA: Geef mij één goeie reden waarom ik je niet aan stukken zou scheuren.

SCAR: Simba - Simba - Simba. . .t zit namelijk zo. De spanningen van het leiderschap. .

SIMBA: (half in de rede) Heb jij niet meer. Geef de troon op, Scar.

SCAR: Ik zou t gráág doen, o zeker. Maar d’r is een klein probleem. Zie je ze? Zij denken dat ik de koning ben. Hij gebaart naar de in rijen opgestelde hyena’s.Van af de andere kant van de klip komt Nala op, met de leeuwinnen.

NALA: Nou, wij niet. Simba is de rechtmatige koning.

SCAR: (ziet Nala) Ik dacht dat de kat van huis was. (dan) Hallo, poes.

SIMBA: Je kunt kiezen, Scar. Je geeft de troon op of je vecht.

SCAR: Moet dit nou allemaal zo gewelddadig? t Lijkt me afschuwelijk om de dood van een familielid op m’n geweten hebben. (scherp) Vind je ook niet, Simba? SIMBA: Dat werkt niet, Scar. Dat heb ik achter me gelaten.

SCAR: O. .. en je toegewijde onderdanen? Hebben die t ook achter zich gelaten?

NALA: Waar heeft iet over?

SCAR: Heb je ze ons geheimpje niet verteld? Nou, Simba, dan is dit je kans. Vertel ze maar, wie verantwoordelijk is voor Mufasa’s dood.

Het is lang stil. Dan: SIMBA: Ik.

SARABI: Niet waar. Zeg dat het niet waar is.

SIMBA: t Is waar.

SCAR: Hij geeft toe! Moordenaar!

SIMBA: Nee!t Was een ongeluk.

SCAR: Als jij er niet geweest was, zou Mufasa nog leven. Dat hij dood is, komt door jou. Jij hebt t gedaan. Ontken je dat?

SIMBA: Nee.

SCAR: Dan ben je schuldig!

SINIBA: Nee! Ik ben geen moordenaar.

Scar dwingt Simba achteruit naar de rand van de klif

SCAR: Simba, je zit weer in de problemen. Maar deze keer is pappie d’r niet om je te redden. En iedereen weet nu waarom.

Simba hangt aan de rand van de klif

SIMBA: Aaaaaah!

NALA: Simba!

Simba houdt zich krampachtig aan de rand van de kIif vast. Het beeld doet denken aan het moment vlak voor Mufasa 's dood.

SCAR: Zeg, dit komt me bekend voor. Mmmm - waar heb ik dit eerder gezien? Even denken. .. ah ja! Ik weet t weer. Zo keek je vader ook, vlak voor hij stier£ (witje) En nu komt mijn geheimpje: (fluistert) Ik heb Mufasa vermoord.

Het geluid van de stampede dondert in Simba 's oren.

SIMBA: Neeeee! Simba klauwt zich omhoog en slaat Scar naar de rand van de klif Hij grijpt hem bij de keel.

SIMBA: Moordenaar!

SCAR: Nee! Simba - toe nou.

SIMBA: (kijkend naar de troep Ieeuwen) Vertel ze de Waarheid.

SCAR: (terugkrabbelend) De waarheid? De waarheid is voor iedereen and..

Simba verstevigt zijn greep en keelt Scar bijna. Die hapt naar lucht. SIMBA: Zeg het ze.

SCAR: (zacht) Ik hebt gedaan.

SIMBA: Dat ze je horen.

SCAR: (roept) Ik heb Mufasa vermoord!

Scar haalt uit naar Simba en ontsnapt. De hyena 's beginnen met de Ieeuwinnen te vechten.

doek in de vorm van de Hoge Rots verschijnt, beweegt over het toneel en toont ons achtereenvolgens.’

Simba die de hyena’s van zijn Iijf houdt. Simba en Scar, vechtend met zwaard en stok

Op het doek zijn schaduwpoppen te zien.

Nala vecht een paar hyenas van zich af Zaza wordt achternagezeten door een hyena, maar Rafiki grijpt het beest en geeft het er met haar stok van Iangs.

RAFIKI: (als een ninja) Yaaaaa-ieieieieie! ! ! Pumba en Timon vechten met een paar hyena Simba achtervolgt Scar de berg op, naar de uiterste punt van de Hoge Rots, en staat daar oog in oog met hem.

SIMBA: Moordenaar!

SCAR: Genade. Alsjeblieft. Ik smeek het je. Scar staat in elkaar gedoken op de rand van de rots. Simba volgt hem met zijn zwaarden. Onopgemerkt door Scar en Simba, staan Shenzi, Banzai en Ed te Iuisteren.

SIMBA: Je verdient het leven niet. SCAR : Maar, Simba - ik ben familie. Weet je wie de echte vijand is? De hyena. Alles is hun schuld. ’t was hun idee.

De hyena’s reageren op Scars verraad. Simba komt op Scar af

SCAR: Je gaat je ouwe oom toch niet vermoorden, hé.

SIMBA: Nee, Scar. Ik ben niet zoals jij.

SCAR: O Simba. .. dank je. lk zal alles goed maken. Ik belooft. Hoe kan ik je vertrouwen terugwinnen? Zegt maar. Maakt niet uit.

De vroegere raad van Scar aan Simba echoot: SIMBA: Vlucht, Scar. Weg. Maak dat je wegkomt en kom nooit meer terug.

SCAR: Ja. Natuurlijk. Zoals U wenst. . .. Uwe. . . Majesteit. Scar haalt met zijn stok uit naar Simba. Ze vechten hard. Wanneer Scar over de zijkant van de klif valt en neerkomt aan de voet van de Hoge Rots, gaat Simba af. Een gehavende Scar word! omsingeld door Shenzi, Banzai en Ed.

SCAR: Ah! Vrienden, help mij ..

SHENZI: Vrienden? Vrienden? (tegen Banzai) Ik dacht dat ie zei dat we de vijand waren.

BANZAI:

Ja hoor, dat heb ik ook gehoord.

SHENZI/BANZAI: (tegen Ed) Ed??’?? Ed lacht zijn krankzinnige lach. De hyena 's storten zich op Scar, terwijl die om genade smeekt.

SCAR: Néé! Ik kan alles uitleggen!

Scène 24: De cirkel is rond

Simba komt tevoorschijn, als de dag begint. Nala komt naar voren. Dan Sarabi, Timon, Pumbaa en Zazu. Zaza buigt. ZAZU: Majesteit. .

Simba groet ze allemaal en ze buigen voor hem.

Rafiki komt op met de koningsmantel. Ze omhelst Simba en Iegt de mantel om zijn schouders.

RAFIKI: het is tijd.

Rafiki maakt een gebaar naar de Hoge Rots. Simba knikt naar Sarabi, terwijl hij naar boven klimt. Als hij de punt van de rots bereikt, kijkt hij omhoog.

KONING VAN DE HOGE ROTS/ DE CIRKEL IS ROND

ENSEMBLE: Ndabe zitha Koning der koningen Nkosi yethu onze koning Mholi wezwe lethu heerser over ons land Le fatsee ba bontata rona dit land van onze voorvaderen Leeah hahaleylah is heilig

MUFASAZ (O-S-) Vergeet het niet..

Simba Rrrrr! De Ieeuwinnen brullen ten antwoord

Uit alle hoeken van het theater komen groepen dieren naar de rots. ENSEMBLE: Busa le lizwebo Heers over dit land Busa le lizbewo Heers over dit land Busa le lizbewo Heers over dit land Lethu busa ngo solo Heers in vrede

Is’khatl1i sifikile De tijd is gekomen Is’khathi busa iyo Het is tijd, heers Busa Simba Heers Simba Buss Simba Heers Simba

Hem na iyo Hem na iyo Hem na nkosi bo O Koning der koningen Busa Simba iyo Heers, Simba

O busa Simba iyo O, heers, Simba O busa nkosi bo O, Koning der koningen O busa Simba iyo O, heers, Simba

Busa Simba iyo Heers, Simba

Ubuse ngo thando Heers met Iiefde Ubuse ngo thando` Heers met Iiefde Ubuse ngo xolo Heers in vrede Busa Simba Busa Simba Heers Simba, heers Simba Ubuse ngo xolo Heers in vrede Ubuse ngo thando Heers met Iiefde Ubuse ngo xolo Heers in vrede Ubuse ngo thando Heers met Iiefde Ubuse ngo xolo Heers in vrede

Op de Hoge Rots voegt Nala zich bij Simba. Rafiki komt naast hen staan, om hun pasgeboren welpje te presenteren.

Rafiki houdt het welpje omhoog, zodat iedereen het zien kan. Het feest begint. Een uitbundig dierenkoor zingt.

ENSEMBLE:

Alles wat ademt en leeft In die trage stroom Die ons voort doet gaan In hoop en vrees Altijd onderweg Eeuwig in beweging In de cirkel Die ademt en leeft, Ademt en leeft…….

Einde