def. concepti programma economie en arbeidsmarkt...binnen de provincie, op twee lijnen gaat werken...
Transcript of def. concepti programma economie en arbeidsmarkt...binnen de provincie, op twee lijnen gaat werken...
1
Groningen@Work
Programma Economie & Arbeidsmarkt
Provincie Groningen 2016-2019
2
Voorwoord
Groningen is een prachtige provincie met dynamiek en kansen. Er zijn investeringen in de Eemshaven op
het gebied van biobased economy, de stad Groningen is een broedplaats van nieuwe, snelgroeiende
bedrijven. Er wordt geïnvesteerd in opleidingen en scholing.
Aan de andere kant zijn er ook stevige opgaven in het aardbevingsgebied en bijvoorbeeld rondom de
hardnekkige werkloosheid in Oost-Groningen.
Met het programma Groningen@Work zetten we het stimuleren van werkgelegenheid centraal. Werk is
essentieel voor eigenwaarde, inkomen, zelfontplooiing en leefbaarheid Met ons nieuwe programma
willen we daarom alle Groningers perspectief op werk bieden: jong en oud, laag en hoog opgeleid, Stad
en Ommeland. Dit is een stevige ambitie waar we samen met bedrijven, kennisinstellingen werk van
willen maken. Wij willen nauwer samenwerken met bedrijven en instellingen die onze economie vooruit
kunnen helpen.
We zetten in op het stimuleren van bedrijvigheid én het investeren in opleidingen en vaardigheden van
mensen. Met ons nieuwe programma gaan we door met succesvolle initiatieven zoals de
investeringsregeling waarmee we groene investeringen in de Eemsdelta stimuleren en het sectorplan
Groningen op Voorsprong. Tegelijkertijd willen we ook vernieuwen. Onze focus verschuift naar kleinere,
slimmere projecten gericht op het MKB. We leggen daarnaast ook sterker accent op groene
werkgelegenheid en op de kansen die ICT en internet voor onze economie bieden.
Ook in onze werkwijze gaan we vernieuwen. We pakken samen met onze partners de opgaven in Oost-
Groningen integraler op. We zoeken naar nieuwe manieren om bedrijven te stimuleren bijvoorbeeld via
launching customership en experimenteerruimtes. Ook bij financiële instrumenten werken we aan
vernieuwing. Met een sterkere inzet op revolverende fondsen, naast subsidies, zijn we inmiddels
begonnen.
We staan open voor uw ideeën en suggesties. Wij willen met bedrijven en andere stakeholders in
gesprek zijn voor de hele duur van het programma. In het programma geven we de hoofdrichting aan.
Wij nodigen u van harte uit om met ons verder uitvoering aan het programma te geven. Wij kunnen niet
zonder uw inzet om het bereiken van onze ambitie dichterbij te brengen.
Namens het college van Gedeputeerde Staten,
Patrick Brouns, gedeputeerde Ondernemerschap en innovatie
Eelco Eikenaar, gedeputeerde Arbeidsmarkt en onderwijs
3
0. Inleiding
Het Collegeakkoord benoemt economische structuur, werkloosheid en leefbaarheid als opgaven waar
Groningen de komende jaren voor staat. De werkgelegenheidsontwikkeling in Groningen presteerde
een aantal jaren beter dan landelijk maar scoort sinds 2012 slechter. Traditioneel ondervindt de
Groningse economie de gevolgen van laagconjunctuur later dan andere regio's en werken de effecten
ook langer door. Dit komt onder andere door een aantal structurele factoren zoals de sectorstructuur en
de relatief beperkte gerichtheid op export en innovatie van ons bedrijfsleven. Ook de aantallen starters
zijn kleiner dan nationaal evenals het opleidingsniveau. Al met al lijkt de Groningse economie als geheel
een minder grote veerkracht te hebben dan andere provincies. De hieruit voortvloeiende werkloosheid
is met ruim 13% hoog. Daarnaast zijn er specifieke opgaven in Oost-Groningen en het
aardbevingsgebied.
Aan de andere kant zijn er kansrijke ontwikkelingen rondom bijvoorbeeld chemie/biobased economy in
de Eemsdelta, start ups in de Stad en grote sectoren zoals de zorg waar veel dynamiek is, ruimte voor
innovatie en werk op verschillende opleidingsniveaus.
Op basis van het collegeprogramma, een externe consultatie van onze stakeholders, de Noordelijke
InnovatieAgenda, ervaringen uit het Economisch Actieprogramma 2012-2015, diverse regionaal-
economische en arbeidsmarktanalyses en trends zijn de belangrijkste opgaven en kansen voor het
nieuwe programma in beeld gebracht. De opgaven en kansen vragen om een samenhangend
programma Economie en Arbeidsmarkt voor de periode 2016-19.
Groningen@Work is een programma op hoofdlijnen. Het is de start voor een nieuwe fase en nieuwe
werkwijze van ons provinciaal economisch en arbeidsmarktbeleid. Een programma waarin
samenwerking centraal staat. Samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen enerzijds en met
noordelijke overheden en intermediaire organisaties anderzijds. De rol van de provincie hierin verandert
ten opzichte van voorgaande programma's. Bedrijven en instellingen krijgen steeds meer een
dominantere rol, terwijl de rol van de provincie verschuift van bepalend naar een meer faciliterende rol.
Per onderwerp kan de rol van de provincie verschillen.
Leeswijzer
Het document is als volgt opgebouwd. In paragraaf 1 zijn op basis van analyses en consultaties de
missie, visie en doelen weergegeven. In paragraaf 2 zijn deze doelen uitgewerkt in drie
programmalijnen: Innovatief en groen Groningen, Werkend Groningen en Aantrekkelijk Groningen.
Aangezien het een programma op hoofdlijnen is zullen wij de programmalijnen in 2016 samen met
partners verder uitwerken. Per programmalijn is als voorbeeld één prioriteit uitgewerkt. In paragraaf 3
zijn de rollen van de provincie uitgewerkt. Paragraaf 4, ten slotte, geeft aan hoe we het programma
zullen monitoren. In de bijlage zijn de analyses, consultaties en trends samengevat.
4
1. Missie en visie
Missie en doelen
Onze missie is om alle Groningers perspectief op werk te geven. Werk is belangrijk voor eigenwaarde,
inkomen, zelfvertrouwen en ontplooiing van mensen. Naast het belang voor de individuele Groninger is
het ook essentieel voor de (toekomstige) leefbaarheid in de provincie. Werk zorgt voor betrokkenheid in
de samenleving en voor inkomen dat leidt tot bestedingen die bijdragen aan het in stand houden van
voorzieningen. Het in stand houden van voorzieningen is op zijn beurt ook weer van belang voor het
behoud van werkgelegenheid.
De hoofddoelen van ons economisch en arbeidsmarktbeleid zijn het stimuleren van (groene)
werkgelegenheid en het terugdringen van de hoge werkloosheid.
Visie
Onze visie is dat de provincie samen met een groot aantal partners, zowel in noordelijk verband als
binnen de provincie, op twee lijnen gaat werken aan werk voor iedereen. Enerzijds door in te zetten op
het versterken van de regionale economie via innovatie en vergroening waardoor het verdienpotentieel
en de veerkracht toenemen. Anderzijds door een integrale aanpak gericht op een betere balans op de
arbeidsmarkt. Via deze lijnen zetten we in op toename van werkgelegenheid passend bij ons menselijk
kapitaal en op een betere aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Een aantrekkelijk
ondernemers- en vestigingsklimaat is hierbij een voorwaarde, dit vormt de derde programmalijn.
De provincie heeft groeiende bedrijven en sterke kennisinstellingen aan de ene kant, specifieke opgaven
in het aardbevingsgebied en een hardnekkige arbeidsmarktproblematiek in met name Oost-Groningen
aan de andere kant. In de uitwerking van de visie zetten we in op het benutten van de sterkten van de
provincie en de kansen om de opgaven op het gebied van werkloosheid en leefbaarheid aan te pakken.
De problematiek in Oost-Groningen vraagt om een gezamenlijke, onorthodoxe en volhardende aanpak
van werkgevers, werknemers, gemeenten, uitkeringsinstanties, onderwijsinstellingen en provincie om
mensen te activeren, te scholen en aan passend werk te helpen. Hierbij moet over de grenzen van
organisaties worden heen gekeken en gehandeld, maar ook over de beleidsgrenzen binnen de
provinciale organisatie en over landsgrenzen. De economische groei in Niedersachsen biedt daarbij
kansen.
Tegelijkertijd moet ons
bedrijfsleven blijvend
concurreren door te innoveren
en moeten onze
kennisinstellingen blijvend
excelleren. Dat kunnen
partijen steeds minder alleen.
De transitie naar een (groene) kennis- en netwerkeconomie is een proces van lange adem. Dit vergt ook
de komende jaren weer onze inzet. Concurrerende en exporterende bedrijven, waaronder de
(maak)industrie, en sterke instellingen zijn zowel direct als indirect van belang voor het creëren van
werkgelegenheid. Het levert directe werkgelegenheid op voor zowel de huidige beroepsbevolking als
voor jonge mensen die hun opleiding aan ROC, HBO of universiteit hebben afgerond. Ook voor hen
moet er voldoende perspectief zijn op het vinden van een baan in het Noorden. Indirecte
werkgelegenheid ontstaat in de eerste plaats bij toeleveranciers en dienstverleners. In de tweede plaats
zorgen sterke bedrijven en kennisinstellingen voor een toestroom van geld van buiten Groningen naar
de provincie. Dit leidt tot een toename van de regionale welvaart die weer zorgt voor hogere
Op lange termijn valt stabiele en houdbare economische groei in
Nederland vooral te verwachten van het vergroten van het
verdienvermogen. Het zal gebaseerd zijn op menselijk kapitaal, op
kennis en kunde en op het continu kunnen aanpassen van beide
aan nieuwe situaties (Uit Naar een lerende economie, WRR 2014)
5
consumptieve bestedingen waardoor werkgelegenheid ontstaat in bijvoorbeeld detailhandel, horeca en
persoonlijke dienstverlening1. Dit zijn banen die aansluiten bij het arbeidspotentieel in de provincie.
Vanwege deze directe en indirecte werkgelegenheid zetten wij ons beleid, gericht op de in de
Noordelijke Innovatie Agenda als sterke economische sectoren/clusters zoals chemie, landbouw,
energie, healthy ageing, high tech systems & materials/big data voort, maar wij brengen daarnaast
nieuwe accenten aan:
• op basis van onze sterke fysieke en kennisinfrastructuur en landbouwsector, nog sterker
inzetten op biobased economy/circulaire economie via acquisitie en het vergroenen en creëren
van hogere toegevoegde waarde van onze chemie, landbouw en energiesector.
• innovatief bouwen aanjagen via de combinatie van aardbevingsbestendig, energiezuinig en
levensloopbestendig bouwen.
• het benutten van de dynamiek in ICT/internet en stimuleren ICT-toepassingen gekoppeld aan
de maatschappelijke uitdagingen uit de Noordelijke Innovatie Agenda met als doel zowel onze
bedrijvigheid te versterken als om direct van nut te zijn voor onze burgers.
• Sterkere nadruk op het benutten van kennis van onze kennisinstellingen door het regionale
bedrijfsleven, met speciale aandacht voor de maakindustrie.
• Stimuleren van ondernemerschap, starters, ZZP-ers.
Kortom, om de werkgelegenheid en arbeidsparticipatie te laten groeien en de werkloosheid terug te
dringen zetten we in op een brede aanpak die zowel gericht is op werkgevers als werknemers. Een
aanpak gericht op een groot deel van onze economische sectoren: van MKB tot grootbedrijf, van start
ups en ZZP-ers tot behoud rijksdiensten, van speerpuntsectoren tot breed MKB. Voor de arbeidsmarkt
kiezen wij voor een integrale aanpak gericht op scholing, activering en coaching. Bij deze opgaven past
een (pro)actieve ontwikkelingsgerichte organisatie die samenwerking centraal stelt en per onderwerp
bepaalt welke rol het meest geëigend is.
1 De werkgelegenheidsmultiplier voor de Nederlandse Universitair Medische Centra is becijferd op 3.78. Elke
baan in een UMC levert ruim 3.5 baan extra op via spin offs, toeleveringen, bestedingseffecten (Economic impact
of University medical centers in the Netherlands, Biggar Economics 2014)
6
2. Uitwerking
Programmalijn 1. Innovatief en groen Groningen
Voor een toekomstbestendige economische ontwikkeling van Groningen, het behouden van bestaande
en creëren van nieuwe werkgelegenheid zijn innovatie en vergroening essentieel. De opgaven zijn onder
andere om het aandeel innoverende bedrijven te verhogen richting het landelijk gemiddelde en de
(maak)industrie toekomstbestendig te maken.
We zetten bij innovatie met name in op de opgaven uit de Noordelijke InnovatieAgenda:
• Gezondheid
• Voedselzekerheid
• Duurzame landbouw en bio-economie
• Zekere, schone en efficiënte energie
• Schone, veilige watervoorziening
We werken hier noordelijk samen met bedrijven, kennisinstellingen, clusterorganisaties, NOM en
provincies en gemeenten.
In een steeds dynamischer wereld moeten onze bedrijven concurrerend blijven door te innoveren.
Innovatie die leidt tot nieuwe producten en diensten, verbeterde en groenere productieprocessen. Het
gaat hierbij om proces-, product- en marktinnovatie. Hiervoor is samenwerking en kennis nodig, zowel
op het gebied van technologie als bij het creëren van markten. Dit geldt met name bij de verbinding
tussen gevestigde organisaties (welke mogelijkheden biedt nieuwe technologie) en innovatieve start ups
(waar ligt hun toegevoegde waarde).
Om een concurrerende, vernieuwende en groenere economie te stimuleren zetten wij in op:
Hoofddoel Prioriteiten Uitwerking
Meer economische activiteiten in de
groene driehoek chemie-agri-energie
(biobased economy/circulaire economie)
o Uitvoering Chemiecluster op stoom
o BBE-deel van het Innovatieprogramma
Veenkoloniën (overig via Landbouwagenda)
o Groene plus op instrumenten
o Acquisitie groene chemie
o Stimuleren grensoverschrijdende activiteiten via
INTERREG
Een innovatieve bouwsector die
maximaal inspeelt op de kansen rondom
de versterkingsopgave
o Stimuleren koppeling energiezuinig,
aardbevingsbestendig en levensloopbestendig
bouwen
Verhogen aantal innoverende bedrijven
Ondersteunen van (clusters van)
bedrijven die bijdragen aan de
maatschappelijke uitdagingen uit de
Noordelijke Innovatie Agenda
o Stimuleren van cross overs (w.o. Personalized &
Customized health)
o ICT/internet en maatschappelijke uitdagingen
o Betere wisselwerking kennisinstellingen en
bedrijven
o Internationalisering (verbinden in internationale
netwerken en uitvoering grensoverschrijdende
projecten (o.a. INTERREG)
o Innovatief inkopen
o Verbinden Start ups en gevestigde organisaties
o Toename Start ups
Toekomstbestendigheid industrie en
bedrijven
o Vergroening en energiebesparing (uitwerking in
programma Energietransitie)
o Smart Industry/factories koppelen aan MKB
o Internationalisering (m.n. export)
o Innovatie & ondernemerschap
7
Blijvende inzet op de transitie naar een kennis- en netwerkeconomie is nodig. Deze programmalijn
moet, gezien de steeds snellere veranderingen, voldoende flexibel zijn om continu in te kunnen spelen
op nieuwe kansen. Minstens zo belangrijk om te kunnen blijven innoveren en concurreren, is het
blijvend ontwikkelen van kennis en vaardigheden van de bestaande beroepsbevolking, een goede
aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en het behouden van afgestudeerden die nodig zijn onze
economie verder te ontwikkelen. Deze acties zijn onderdeel van de tweede programmalijn Werkend
Groningen.
Tijdens de uitvoering van het programma zullen de genoemde prioriteiten samen met partners verder
worden uitgewerkt. Als voorbeeld is onderstaand het stimuleren van meer economische activiteiten in
de groene driehoek uitgewerkt.
________________________________________________________________________________
Voorbeeld Uitwerking Groene driehoek (chemie-agri-energie)
De provincie wil werken maken van groene werkgelegenheid. Hiervoor liggen veel kansen. Groningen
heeft een goede uitgangspositie vanwege de sterk ontwikkelde landbouw-, chemie- en energiesector, de
kennisinfrastructuur en logistieke assets (inclusief kennis over transport bij Gasunie). De betekenis voor
werkgelegenheid is groot. De chemie en energie sector staan zwaar onder druk door
marktomstandigheden. De landbouwsector heeft opgaven als gevolg van de veranderingen in het
Gemeenschappelijk LandbouwBeleid. Vergroening van chemie en energie door verbinding met Agro is
noodzakelijk voor behoud en groei werkgelegenheid in alledrie de sectoren.
Voortvloeiend uit het actieplan Willems (Chemiecluster op stoom) en mede op basis van de Noord4Bio
studie ziet de provincie als opgave en ambitie:
• Versterken competitiviteit agro-industrie en chemische industrie door realisatie van een
concurrerende en groene energievoorziening (LNG faciliteiten, Collectieve Utiliteiten Eemsdelta,
Stoomnet, energie uit biomassa en afval, gas 2.0) als onderdeel van de Energyport.
• Onder de noemer Chemports Eemsdelta tot stand brengen van een sterk chemiecluster met een
breed portfolio aan producten gebaseerd op groene grondstoffen (Biobased). Daarbij ligt de
prioriteit bij investeringen in de productie van biobased (basis)chemicaliën (groene azijnzuur, bio-
btx, groen synthesegas, glycerine cluster).
• Opstellen en uitvoeren van een gezamenlijke groene R&D agenda. Realisatie van een sterke
verbinding van Chemie- en Agro-industrieel cluster met kennis- en opleidingsclusters op Groningse
prioriteiten t.a.v. procestechnologie, koolhydraten en eiwitten, bioraffinage en platformchemicalien
(aromaten).
• Groei agro-industrieel cluster in omvang en toegevoegde waarde (o.a. eiwit en koolhydraten) en het
versterken van de verbinding van de chemische industrie met het agrarisch industrieel achhterland.
Samen met een groot aantal partijen (bedrijven, overheden, kennisinstellingen) gaat de provincie werken
aan realisatie van de ambitie via:
• Faciliteren van 'infrastructurele' en strategische investeringen in Biobased Chemie, Energie en Agro
projecten. Onder andere door continuering van de Regionale Investeringssteun Groningen, mogelijk
aangepast ten behoeve van voor wat kleinschaliger investeringen op de Zernike kenniscampus.
• Stimuleren publiek-private samenwerking rond investeringsprojecten en acquisitie groene chemie;
Gezamenlijk met industrie en de clusters opstellen en uitvoeren van een investeringsagenda..
• Voeren van lobby o.a. ten behoeve van een level playing field voor groene chemie.
8
• In samenwerking met het ministerie van EZ inzet op verminderen van belemmerende regelgeving.
Middels het programma E&E in balans ook werken aan ecologische en milieuruimte voor nieuwe
investeringen in de Eemsdelta.
• Intensiveren branding en bedrijfsacquisitie voor Chemport en Energyport Eemsdelta
• Uitbouwen samenwerkingsmogelijkheden binnen N-Nederland en met Weserems.
Rollen provincie: Lobby, faciliteren, financieren, verbinden
__________________________________________________________________________________
9
Programmalijn 2. Werkend Groningen
Om perspectief op werk voor alle Groningers dichterbij te brengen is naast het stimuleren van bedrijven
inzet nodig op human capital/arbeidsmarkt. Dat doen we via deze programmalijn.
De economie klimt na een crisis uit een dal. Dit geldt echter nog niet voor alle sectoren, hierdoor kan er
in de ene sector sprake zijn van personeelstekorten (bijv. ICT-gerelateerd) terwijl in andere sectoren
sprake is van banenverlies.
We staan voor een aantal opgaven. In de eerste plaats is dat werk voor mensen aan de onderkant van
de arbeidsmarkt. Vergeleken met Nederland bevindt een groot deel van de Groningse bevolking zich aan
de onderkant van de arbeidsmarkt. Er is een grote groep die er niet in slaagt een baan te vinden op de
reguliere arbeidsmarkt. Een tweede opgave is het verhogen van het opleidingsniveau en het verkleinen
van de kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod. Het opleidingsniveau in Groningen is lager dan
gemiddeld in Nederland, terwijl organisaties steeds vaker vragen om andere 'vaardigheden'. Vanwege
de verdergaande flexibilisering en de toename van het aantal ZZP-ers moet een leven lang leren, ook
voor ouderen, een vanzelfsprekendheid worden om hun kansen op de arbeidsmarkt op peil te houden.
Door de toenemende digitalisering en automatisering van bedrijfsprocessen verdwijnen banen in het
middensegment (MBO 2-3 niveau) bij zowel bedrijven als instellingen en overheden. Hier ligt een grote
opgave om deze groep perspectief op werk te bieden. Bovenstaande opgaven vragen om een
totaalaanpak op het terugdringen en voorkomen van werkloosheid enerzijds en het inspelen op
'nieuwe' ontwikkelingen en balans brengen in vraag en aanbod anderzijds.
Wij willen zoveel mogelijk Groningers aan het werk hebben en houden en bovendien gereed maken
voor de toekomstige arbeidsmarkt. Wij investeren daarom in:
Hoofddoel Prioriteiten Uitwerking
Ve
rbe
tere
n b
ala
ns
arb
eid
sma
rkt
en
be
vo
rde
ren
pa
rtic
ipa
tie
Voorkomen en terugdringen van (jeugd)
werkloosheid
o Uitvoering Trots op Groningen
o Advies Van Zijl (WSW)
o Verdere ontwikkeling mobiliteitscentrum:
Groningen op Voorsprong.
o Behoud Rijksdiensten
o Grensoverschrijdende arbeidsmarkt:
sectorplan Grenzeloos Werken.
o Inzet op werk-leerbanen,
werkervaringsplekken.
Mismatch vraag- aanbod (kwalitatief) o Verbeteren samenwerking onderwijs en
bedrijfsleven: via techniekpact,
investeringsfonds, doorlopende leerlijnen;
o Aandacht voor 'nieuwe' vaardigheden (21e
eeuw)
Participatie (potentiele)
beroepsbevolking
o Aansluiting onderwijs- bedrijfsleven
o Inbedding SROI (Social Return)
o Internationale kenniswerkers, IWCN
o Reshoring/ jobcarving: via sectorplan
Groningen op voorsprong.
Starters, ZZP’ers en ondernemerschap o Stimulering hergebruik vrijgekomen
bedrijfsruimte (relatie concentratie
detailhandel)
o OndernemersCoaching
o Faciliteren Businessplannen
Inspelen op nieuwe ontwikkelingen
(toenemende dynamiek/flexibilisering/
automatisering en veranderende vraag)
o Inbedding sectorplan Groningen op
Voorsprong: Leven Lang Leren, mobiliteit
en duurzame inzetbaarheid.
o Verdere ontwikkeling LLL-fonds.
10
Voor de uitvoering van het programma werken we de genoemde prioriteiten samen met partners
verder uit. Als voorbeeld is onderstaand de prioriteit voorkomen en terugdringen (jeugd)werkloosheid
uitgewerkt.
__________________________________________________________________________________
Voorbeeld uitwerking Trots op Groningen
Het voorkomen en terugdringen van werkloosheid in Oost-Groningen vergt een vernieuwende aanpak
van een groot aantal samenwerkende partijen. Werk is belangrijk voor zelfontplooiing, eigenwaarde,
betrokkenheid in de samenleving en leefbaarheid in krimpgebieden.
Een extra inspanning in Oost-Groningen is vereist vanwege de relatief hoge afhankelijkheid van
uitkeringen en de sociale werkvoorziening, de vergrijzing en ontgroening, het lage opleidingsniveau, het
aantal mensen dat er niet in slaagt een baan te vinden op de reguliere arbeidsmarkt en de kwalitatieve
mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Trots op Groningen wil een extra inspanning leveren bovenop de wettelijke taken van gemeenten,
onderwijsinstellingen en UWV. De aanpak van Trots op Groningen is tot stand gekomen in overleg met
regionale partners en valt uiteen in een aantal, nog nader uit te werken, maatregelen:
• Voorkomen schooluitval (V)MBO: Inzet door ROC's om tutorrol op te pakken: rol ouders;
• Opzetten van een meester- gezel systeem waarin oudere werknemer begeleiding biedt aan een
jongere met een afstand tot de arbeidsmarkt: we bieden een tegemoetkoming bij het creeren
van een BBL plek of een traineebaan;
• Inzet op niet (hoog)opgeleid personeel incl. bestrijding generatiewerkloosheid, door onder meer
voorbeeldrol Groningse bedrijven die kansen bieden voor jongeren, mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt;
• Vergroten kansen op de Duitse arbeidsmarkt via het verkennen van mogelijkheden voor gelijke
certificering Duitsland- Nederland;
• Social Return on Investment principe bij subsidies: 10% bonus bij het in dienst nemen van laag
geschoold personeel;
• Benutten van kansen uit de versterkingsopgave.
Rollen provincie: faciliteren, meefinancieren, partijen bij elkaar brengen, lobby
__________________________________________________________________________________
11
Programmalijn 3. Aantrekkelijk Groningen
Een concurrerend ondernemings- en vestigingsklimaat is nodig om onze bestaande bedrijven te kunnen
laten floreren, om nieuwe bedrijven aan te trekken en om human capital, waar steeds meer om
gestreden wordt, te behouden. Voor een aantrekkelijke provincie is ondermeer het stimuleren van
cultuur en toerisme van belang.
De opgave voor deze programmalijn is om aantrekkelijke voorwaarden te scheppen, zodat ondernemers
ruimte krijgen om te ondernemen. Deze voorwaarden zijn verbetering van de toegang tot financieel
instrumentarium en een hoogwaardige (ICT-) infrastructuur. Daarnaast gaat het om innovatieve
maatregelen zoals experimenteerruimtes en het stimuleren van het creëren van een markt voor
vernieuwende bedrijven. Dit kan bijvoorbeeld door bedrijven of overheden te stimuleren hun vragen of
problemen te laten articuleren waarmee een gat tussen klant en een oplossing die er nog niet is
overbrugd kan worden. Dit geldt ook voor onze rol als opdrachtgever/launching customer. Ook kunnen
wij een rol vervullen wanneer er een ontwikkelkans ligt zonder een duidelijke eigenaar.
Thema's waar we met voorrang aan willen werken zijn in onderstaande tabel samengevat, zie verder
ook de paragraaf Rol van de provincie.
Hoofddoel Prioriteiten Uitwerking
Ve
rgro
ten
va
n d
e a
an
tre
kk
eli
jkh
eid
va
n G
ron
ing
en
vo
or
be
dri
jve
n,
inst
ell
ing
en
en
we
rkn
em
ers
Snel internet voor de hele provincie o Realisatie businessplan snel internet
Toegankelijk instrumentarium en
ondersteuningsstructuur
o Uitvoering samenwerkingsagenda MKB Rijk-provincies
o MKB-fonds
o Vraaggerichte programmering OP EFRO
o Stimulering samenwerking NOM en
clusterorganisaties
Omgeving voor innoveren en
vergroenen
o Stimuleren kennislocaties/hotspots/R&D
faciliteiten/proeffabrieken
o Onderzoek regelluwe zones en launching
customership
Aantrekkelijke (binnen)steden o Uitwerking retailagenda door concentratie winkels in
een beperkt aantal kernen
Versterken imago o (Internationale) branding
o Proposities voor acquisitie
o Stimuleren van cultuur, toeristische infrastructuur en
toeristische marketing (via Cultuurnota en
Toerismevisie)
Naast deze prioritaire thema's is er meer nodig voor een concurrerend ondernemings- en
vestigingsklimaat. Zo moet de fysieke infrastructuur op orde zijn: wegen, havens, bedrijfslocaties
(inclusief parkmanagement) en energienetten. Groningen Airport Eelde is een belangrijk onderdeel van
de bereikbaarheid van N-Nederland in een steeds internationaler georiënteerde economie. In het
Collegeakkoord is aangegeven dat toekomstplannen en financiële verzoeken van de luchthaven kritisch
zullen worden beoordeeld. Ook zijn faciliteiten voor internationale kenniswerkers van belang zoals
internationaal onderwijs en een expatcentrum dat de provincie al meefinanciert. Deze hebben een
relatie met de provinciale internationaliseringsagenda. Per onderdeel zal tijdens de uitvoering bekeken
worden in hoeverre de provincie hier vanuit haar programma economie en arbeidsmarkt een rol dient
te spelen. Verder is bijvoorbeeld bij acquisitie van belang dat de lijnen tussen partijen kort zijn, zodat
we elkaar snel de bal toe kunnen spelen. Deze vestigingsfactor komt terug bij de rol van de provincie.
12
Tijdens de uitvoering van het programma werken we de prioriteiten samen met partners verder uit. Als
voorbeeld is onderstaand de prioriteit snel internet voor de hele provincie uitgewerkt.
__________________________________________________________________________________
Voorbeeld Uitwerking Snel internet hele provincie
Zowel bedrijven als huishoudens in delen van onze provincie hebben nog geen beschikking over snel
internet. Voor inwoners en bedrijven wordt de noodzaak om te beschikken over snel internet steeds
groter. Denk aan onderwijs, zorg, online diensten, bedrijfsvoering of de jeugd die online
communiceert. Kortom, om deel te nemen aan onze huidige digitale maatschappij is een snelle internet
verbinding een voorwaarde en voor bedrijven en gezinnen een vestigingsfactor.
Wij hebben samen met de Economic Board een plan laten opstellen. Hieruit blijk dat er 12.000 percelen
niet zijn aangesloten op internet. Het kost € 48 mln om deze aan te sluiten op een snelle internet
verbinding waar wij de komende 20 jaar mee vooruit kunnen (bijv. glasvezel). Er dient nu een
(financierings)voorstel te komen om alle percelen in het buitengebied aan te sluiten. Voor de regio is
belangrijk dat er geen extra investering wordt gevraagd van gemeenten, inwoners en bedrijven in het
buitengebied. Uitgangspunt is dat bewoners in het buitengebied evenveel gaan betalen als een Stadjer.
Afhankelijk van besluitvorming en aanbesteding kan er worden begonnen met de uitrol van breedband in
onze provincie. Het succes van bovenstaande is uiteraard afhankelijk van de deelname van de regio
(inwoners, bedrijven en breedbandinitiatieven). Zij zullen een aansluiting moeten nemen. Er zal daarom
ook een communicatieplan worden opgesteld nadat het businessplan is afgerond.
Rollen provincie: initiatiefnemer, beschikbaar stellen procesgeld, communicatie en financier.
__________________________________________________________________________________
13
3. Rollen provincie en samenwerking
We zetten in op een concurrerende, innovatieve en groene economie. Een economie waaraan zoveel
mogelijk Groningers actief deelnemen door een continue aandacht voor een goede balans tussen vraag
en aanbod op de arbeidsmarkt. Met onze inzet op slimme, groene en inclusieve groei sluiten we aan bij
het Europese beleid en versterken we de inzet van Europese middelen voor het behalen van onze
doelen.
We doen dit in een tijd dat veranderingen steeds sneller gaan en succes staat of valt met goede
samenwerking. Om onze rol in een snel veranderende omgeving goed te kunnen vervullen,
onderhouden we onze relaties goed, zijn we proactief, georiënteerd op het leggen van verbindingen
met stakeholders en gericht op concrete resultaten. We initiëren nieuwe ontwikkelingen en continueren
succesvolle initiatieven zoals het Sectorplan Groningen op Voorsprong voor de arbeidsmarkt en de
Regionale Investeringssteun Groningen.
Een inmiddels ingezette lijn, die voortvloeit uit de Noordelijke Innovatie Agenda, is dat bedrijven een
dominantere positie krijgen in de governance van noordelijke programma's. Die dominantere positie is
logisch, zij zijn het immers die werk creëren. Dit neemt niet weg dat wij een eigen verantwoordelijkheid
hebben. In algemene zin verschuift onze rol van regisseur naar netwerkpartner die faciliteert,
ondersteunt en verbindt. De rol die wij spelen kan echter variëren per situatie en onderwerp. Een
uitwerking van rollen vindt hier plaats per programmalijn.
Relatiebeheer
Voor het goed kunnen vervullen van onze verschillende rollen is het essentieel dat we weten wat er
speelt in de provincie. Wat zijn de behoeften van bedrijven en andere stakeholders, waar zit de
dynamiek, welke belemmeringen ervaren partijen. Hiervoor is het nodig ons (strategisch) relatiebeheer
uit te bouwen, ondermeer via het aanhalen van relaties met gemeenten en met strategische bedrijven
en instellingen.
We continueren onze lobbycontacten richting Den Haag en Brussel en bouwen ze waar nodig uit. Dit
doen we zowel vanuit Groningen als binnen SNN-verband.
We organiseren, al dan niet in noordelijk verband, ontmoetingen gericht op het tijdig signaleren van
nieuwe kansen/opgaven, leggen van verbindingen en stimuleren van samenwerking. Mede op basis van
deze vroege signalering willen we ook meer agendasettend zijn. Onze vraag zal altijd zijn welke bijdrage
partijen kunnen leveren aan de vraagstukken in Groningen. Uiteindelijke afspraken daarover nemen we
serieus en zijn niet vrijblijvend.
Programmalijn 1 Innovatief en Groen Groningen
Innovatie gebeurt steeds meer in een open omgeving. Bedrijven worden steeds afhankelijker van
anderen om te kunnen innoveren. In de ontwikkeling naar een netwerkeconomie verandert de positie
van de provincie. In algemene zin is de provincie meer en meer een partner in een netwerk van
economische spelers in plaats van een sturende partij. We werken samen met bedrijven, onderwijs-,
kennis- en bijvoorbeeld zorginstellingen, intermediaire organisaties en gemeenten/rijksoverheid om de
maatschappelijke uitdagingen op het gebied van vergroening, energie en gezondheid aan te pakken.
Ook via actief aandeelhouderschap in onze deelnemingen Enexis, GSP en de NOM zullen we hierop
inzetten. Voor de NOM geldt dat we hierin onze zeggenschap vergroten. Dit doen we samen met
Drenthe en Fryslân. We signaleren kansen en faciliteren nieuwe ontwikkelingen, door te makelen en
schakelen, (proces)geld beschikbaar te stellen of het ondersteunen via lobbyactiviteiten.
Wij willen bedrijven en werkgevers in publieke sector ruimte geven voor initiatieven om te kunnen
groeien en zich te vernieuwen. We willen flexibel kunnen inspelen op behoeften van bedrijven en
kansen die zich voordoen.
14
Binnen deze programmalijn werken we nauw samen met ondermeer de Economic Board Groningen2, de
Innovation Board N-Nederland (gekoppeld aan de Noordelijke Innovatie Agenda), de gemeenten en in
het bijzonder Stad en het SNN. De Economic Board is voor ons een belangrijke partner waarbij we
elkaars inzet kunnen versterken. De Stad is voor de provincie een belangrijke partner.
De stad heeft een belangrijke economische functie voor de gehele provincie, maar ook een regionale
functie als het gaat om arbeidsmarkt. We kunnen elkaar versterken en aanvullen, waarbij ieder haar
eigen rol heeft. De komende jaren zetten wij in op continuering van de verbeterde samenwerking met
de stad. Onze samenwerking met Fryslân, Drenthe, SNN en de grote noordelijke steden zetten we
onverminderd door, zowel in de uitvoering van de Noordelijke Innovatie Agenda en de noordelijke
programma's als in onze lobby-activiteiten richting Den Haag en Brussel. Wij zetten hierbij zowel in op
korte termijn als lange termijn (toekomstige inzet van de Europese structuurfondsen). Dit doen we met
een duidelijk oog voor Groningse belangen, maar ook in de wetenschap dat provinciegrenzen voor
bedrijven, instellingen en voor de arbeidsmarkt beperkte relevantie hebben.
Uit onderstaande figuur blijkt het grote aantal partijen waar de provincie de komende jaren mee samen
gaat werken om de gestelde doelen te bereiken.
2 De Economic Board Groningen heeft als opdracht de regionale economie in het aardbevingsgebied te versterken en heeft
daartoe middelen ter beschikking die voor een groot deel in revolverende fondsen worden ingezet. Daarnaast zet de EBG in op
kwaliteit van ondernemerschap, de kansen in de bouw en snel internet.
Provincie
Fryslân, Drenthe
SNN
Den Haag
Brussel
Arbeids-
marktregio UWVEconomic Board
VNO-NCW/MKB
noordBouwendNederland
GemeentenStad
Rug
Hanze
ROC’s
Bedrijven
NOMEnergy Valley
Green-lincs
HANNN
HTSM
FNV
UMCG
Groningen-Assen
Innovation Board
NationaalCoordinator
SERBedrijven
ZZP’ers/starters
bedrijven
15
Programmalijn 2 Werkend Groningen
Wettelijke verantwoordelijkheden in het domein van arbeidsmarkt en human capital liggen bij de
gemeenten, arbeidsmarktregio en uitkeringsinstanties. Andere spelers binnen dit domein zijn onder
meer: de sociale werkvoorzieningsschappen, werkgevers- en werknemersorganisaties en onderwijs/
kennisinstellingen. Het begeleiden en re-integreren (sociaal beleid) van individuele werkzoekenden zien
we nadrukkelijk als een taak van de gemeenten en het UWV. Een taak die met de komst van de
participatiewet alleen maar groter is geworden. Als provincie willen we geen bemoeienis in de
uitvoering van deze taken, we vervullen hoogstens (daar waar het relevant is voor de gehele provincie
Groningen) een additionele rol. Bijvoorbeeld door inzet van extra (co)financiering of anderzijds om
(werkgelegenheids)projecten van de grond te krijgen die anders niet waren gestart (de
Versnellingsagenda 2.0) en die bijdragen aan onze provinciale focus op de aansluiting vraag/ aanbod en
onderwijs/arbeidsmarkt.
Vanwege de hardnekkige problematiek in met name Oost-Groningen is een extra inspanning nodig
bovenop de wettelijke taken. Wij zien hier als rol om partijen bij elkaar te brengen, het aanbrengen van
samenhang te stimuleren, het verstrekken van procesgeld en eventueel andere middelen en gemeenten
te ondersteunen/faciliteren, bijvoorbeeld via de commissie Van Zijl.We gaan hiervoor investeren in
sterkere relaties met gemeenten, in het bijzonder in Oost-Groningen. Dit geldt zowel voor het
gezamenlijk werk maken van het verhogen van werkgelegenheid en arbeidsparticipatie als voor het
verlagen van de werkloosheid.
In een aantal gevallen heeft de provincie een initiërende, coördinerende en financieringsrol bij het
verkleinen van de mismatch van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en het bevorderen van de
arbeidsparticipatie (bijvoorbeeld via het sectorplan Groningen op Voorsprong en het Techniekpact
Noord-Nederland) en het terugdringen werkloosheid (Grenzeloos werken). Ook is Human Capital een
belangrijk thema in het OP EFRO 2014-2020, waar de Noordelijke provincies nadrukkelijk samenwerken
in de uitrol van dit programma. Ten slotte heeft de provincie ook een lobbyrol bijvoorbeeld bij het
behoud en mogelijk aantrekken van rijksdiensten.
Programmalijn 3 Aantrekkelijk Groningen
Bij deze voorwaardenscheppende programmalijn heeft de provincie vaak een initiërende en
regisserende rol, zoals bijvoorbeeld bij het realiseren van snel internet voor de hele provincie. Voor het
verbeteren van toegankelijkheid van het instrumentarium en ondersteuningsstructuur ligt er ook een
duidelijke verantwoordelijkheid bij de overheid. Voor de stroomlijning van de ondersteuningsstructuur
vult de provincie samen met Drenthe en Fryslân het opdrachtgeverscherp sterker in.
Wij werken nauw samen met Fryslân, Drenthe, het SNN en het Ministerie van EZ bij de MKB-
samenwerkingsagenda en de uitvoering van het Operationeel Programma EFRO. Er ligt een opgave om
de wijze van uitvoering van het OP EFRO zo goed mogelijk te laten aansluiten van het programma bij de
behoeften van het MKB.
Daarnaast kan het ondernemingsklimaat op een meer vernieuwende wijze verbeterd worden. We
onderzoeken de mogelijkheid voor het creëren van regelluwe zones en we bekijken in hoeverre de
provincie een initiërende/organiserende rol kan spelen op kansrijke onderwerpen waar geen duidelijk
eigenaarschap is. Tot slot werken we via onze deelnemingen in NOM, Groningen Airport Eelde en
Groningen Seaports aan het versterken van de aantrekkelijkheid van Groningen.
16
Projecten en (financiële) instrumenten
Wij continueren onze rol om bedrijven proactief te faciliteren bij het toeleiden naar eigen, noordelijke of
Europese stimuleringsinstrumenten. Meer dan in het verleden zetten we het stimuleren van
werkgelegenheid centraal en gaan wij ons inspannen om een groter deel van ons MKB te bereiken,
waarbij naast technologische innovatie ook aandacht is voor markt innovatie (o.a. exportbevordering)
en investeringen van ondernemers (breed MKB). Bij het bereiken van een groter deel van ons
bedrijfsleven, richten wij ons met name op bedrijven met groeiambitie. Bij het toeleiden naar
(provinciale) instrumenten staan de kwaliteit van businessplannen en aanvragen voorop.
De afgelopen periode hebben overheden een deel van het subsidieinstrumentarium vervangen door
(deels) revolverende instrumenten. Wij hebben met de oprichting van het Investeringsfonds Groningen
en het ondersteunen van kredietunies revolverende instrumenten geïntroduceerd. Onze bedrijven
maken verder veelvuldig gebruik van het landelijke instrument Qredits. De Economic Board Groningen
ontwikkelt momenteel een aantal revolverende fondsen specifiek voor de ondersteuning van
ondernemers in het aardbevingsgebied. We onderzoeken nu of hier naast nog behoefte is aan een
provinciaal (revolverend) financieringsinstrument: een breed MKB fonds.
Wij zien voor de provincie nog steeds een belangrijke rol als het gaat om het financieel ondersteunen
van kansrijke innovaties van zowel startende ondernemers als van veelbelovende innovatieve projecten
van bestaande MKB ondernemingen, waarbij financiering door de markt alleen niet lukt. Dit willen wij
bereiken door het blijven aanbieden van subsidieprogramma's voor innovaties. Immers innovaties zijn
vaak zeer risicovol en leveren niet altijd (direct) financieel rendement op. Dit betreft met name
innovaties en initiatieven die niet direct inkomsten genereren.
We zetten samen met noordelijke partners en het ministerie EZ in op een zo transparant en toegankelijk
mogelijk instrumentarium, zowel op het gebied van subsidies als revolverende middelen (publiek en
privaat). Hierbij kijken we naar het voorkomen van overlap en witte vlekken. Onze (noordelijke)
instrumenten worden complementair ingezet, waarbij kwaliteit van de businessplannen en aanvragen
doorslaggevend is. Aandachtspunt hierbij is instrumenten die via een andere invalshoek dan
technologische innovatie stimuleren (meer passend bij een diensteneconomie).
Naast beschikbaarheid en vindbaarheid van financieel instrumentarium is kwaliteit van
ondernemerschap en businesscases een aandachtspunt. We willen bedrijven ondersteunen bij het
maken van betere plannen voor het aantrekken van financiering uit de reguliere markt. Hierbij kan
onder andere gedacht worden aan het beschikbaar stellen van vouchers waarmee ondernemers
specifieke kennis kunnen inhuren om hun businesscases te verbeteren.
Het bereiken van onze doelstellingen (vergroening, innovatie, participatie) kan ook worden
gestimuleerd vanuit onze functie als aanbestedende dienst (launching customer, social return on
investment). We gaan binnen de provinciale organisatie en in samenwerking met andere overheden
(inclusief kennis/zorginstellingen) onderzoeken in hoeverre we het bereiken van onze participatie-,
vergroenings- en innovatie-ambities kunnen stimuleren via het inkoopbeleid.
Wij hebben ons gecommitteerd aan de uitvoering van het Operationeel Programma EFRO, POP en
Interreg A en B. Huidige en nieuwe instrumenten zullen waar mogelijk zodanig worden ingezet dat ze
initiatieven, waarbij sprake is van vergroening en/of het creëren van banen op MBO 2 en 3 niveau, extra
ondersteunen.
17
Communicatie
Wij werken aan een sterk, mooi en groen Groningen voor de Groningers, motief hierbij is Be good and
tell it! Met dit programma versterken we de vele goede initiatieven van ondernemers, kennisinstellingen
en anderen die met ons werken aan perspectief op werk voor iedereen. Wij zullen gedurende de
looptijd van dit programma vertellen aan ons netwerk en onze partners welke mooie dingen er
gebeuren in onze provincie: klein en groot. Om te laten zien waar we trots op zijn. In de verwachting dat
inspirerende voorbeelden leiden tot navolging. Met z'n allen tillen we de regio op een hoger plan.
18
4. Monitoring
Het stimuleren van (groene) werkgelegenheid en het terugdringen van de werkloosheid zijn de
hoofddoelen. De ontwikkeling van de werkgelegenheid en werkloosheid gaan we de komende jaren
daarom monitoren, we bekijken daarbij ook hoe de Groningse ontwikkeling zich verhoudt tot de
nationale. We sluiten hiervoor aan bij monitoring die in SNN-verband plaatsvindt.
We monitoren de ontwikkeling van werkgelegenheid en werkloosheid in de wetenschap dat:
- de provincie zelf geen werk creëert en afhankelijk is van commitment van onze partners
- de conjunctuur een grotere invloed heeft op groei of afname van de werkgelegenheid dan het
provinciaal economisch en arbeidsmarktbeleid
- structuurkenmerken van de Groningse economie niet van de één op de andere dag te
veranderen zijn
- groei van de werkgelegenheid niet betekent dat werkloosheid met een zelfde aantal afneemt
Monitoring gaat over de vraag of de gewenste uitkomsten van het beleid worden gehaald. Met
monitoring kan worden bepaald of beleid op koers ligt. Monitoring gaat niet over waarom een
programma/instrument wel of niet op koers ligt. Monitoring gaat evenmin over de vraag welk deel van
een geconstateerd of verwacht resultaat valt toe te rekenen aan het beleid en welk deel wordt bepaald
door externe, niet beïnvloedbare factoren. Monitoren gaat niet over de effecten van het beleid, maar
over het monitoren van resultaten.
Om aan het einde van het programma te kunnen bepalen in hoeverre het programma succesvol is
geweest gaan we per programmalijn een aantal kwantitatieve en kwalitatieve gegevens bijhouden.
Programmalijn 1
We gaan vastleggen wat de (verwachte) effecten zijn van onze acties in deze programmalijn. Bij
activiteiten en projecten die we ontwikkelen houden we bij wat de werkgelegenheidseffecten zijn
binnen de projectperiode als ook de verwachte werkgelegenheidseffecten op middellange termijn. We
zetten daarvoor een systeem op om bedrijven die we gefaciliteerd hebben op gezette tijden te bevragen
op de ontwikkeling qua werkgelegenheid. We hanteren hierbij een uitsplitsing in banen op WO/HBO
niveau en MBO niveau en we gaan het creëren van groene banen bijhouden. Vanwege het zo beperkt
mogelijk houden van de administratieve lastendruk voor bedrijven zorgen we voor afstemming en
samenwerking met monitoring die in het kader van noordelijke stimuleringsprogramma’s door SNN
wordt uitgevoerd.
Daarnaast houden we in samenwerking met de NOM bij hoeveel nieuwe bedrijven er zijn gevestigd.
Streven is om in het kader van acquisitie vanuit NOM te komen tot vestiging/ uitbreiding van 8-12
bedrijven, waarvan 2 in groene chemie. Tot slot monitoren we hoe de groei van de werkgelegenheid
zich verhoudt tot de nationale werkgelegenheidsontwikkeling.
Programmalijn 2
Binnen deze programmalijn is een aantal prioriteiten benoemd. Op basis van de te ontwikkelen
activiteiten meten we, daar waar het kan, per prioriteit de effecten. In samenwerking met de ROC's
houden we bij hoeveel procent schooluitval wordt voorkomen in Oost- Groningen. We zetten in op het
terugdringen van werkloosheid en bevorderen van participatie. Per project zal worden bijgehouden
hoeveel werkzoekenden (uitgesplitst naar niveau) participeren en hoeveel werkloosheid wordt
voorkomen (bijvoorbeeld via het mobiliteitscentrum en het sectorplan Grenzeloos werken). Onze
ambitie zijn een arbeidsparticipatie in de lijn van het landelijke gemiddelde (65%) en een beweging van
de werkloosheidscijfers onder laag opgeleiden (47%) en jongeren (12,8%) richting nationale cijfers,
respectievelijk 32% en 9.6%. We zetten in op het stimuleren van ondernemerschap, we meten in onze
projecten het aantal starters dat wordt bediend en hoeveel vrijgekomen bedrijfsruimte wordt benut. In
het kader van het verkleinen van de discrepantie tussen vraag en aanbod zetten we in op leven lang
19
leren en het stimuleren van scholing. We meten de aantallen personen dat gebruik maakt van het leven
lang leren fonds en de middelen uit het sectorplan Groningen op Voorsprong.
Programmalijn 3
De acties in deze programmalijn zijn ondersteunend aan de andere twee programmalijnen. De
resultaten die we hier nastreven hebben een indirecte invloed op de hoofddoelen van het programma.
Het succes van deze programmalijn wordt bepaald door:
1) de mate waarin we er in geslaagd zijn om snel internet in de hele provincie te realiseren
2) de mate waarin we er in geslaagd zijn om NOM en clusterorganisaties beter te laten
samenwerken en meer vraaggericht te laten handelen
20
Bijlage 1 Trends en analyses
Macro trends (uit Dynamische Duurzame Delta, Ministerie EZ 2015)
• ICT dringt steeds dieper door in productieprocessen, handel, dienstverlening en persoonlijk
leven. (-> Toepassing ICT belangrijk voor concurrentiepositie en omgang met maatschappelijke
uitdagingen op gebied van bijvoorbeeld zorg en energie).
• Toenemende druk op beroepsbevolking door vergrijzing/ontgroening (extra sterk op platteland).
Minder mensen moeten steeds productiever worden om welvaart op peil te houden (-> dit vergt
hooggekwalificeerde beroepsbevolking, 21 st century skills).
• Toenemende druk op natuurlijk kapitaal (-> noodzaak verduurzaming)
• Gas/elektriciteitsprijzen EU niet concurrerend (-> druk op concurrentiepositie energie-
intensieve industrie)
• Andere verhouding tussen overheid en maatschappij (-> overheid in rol van netwerkpartner)
overig
• Door automatisering/robotisering middensegment onder druk -> middelbaar opgeleiden
verdringen lager opgeleiden aan onderkant arbeidsmarkt
• Innovatie is in toenemende mate een gezamenlijk proces (met klanten, bedrijven,
kennisinstellingen)
• Beleidsmatige trend, verschuiving in financieel instrumentarium naast subsidies inzetten op
revolverende inzet van middelen (analyse instrumentarium toevoegen)
• Transitie naar kennis- en netwerkeconomie (incl. clusterontwikkeling) is proces van lange adem
Analyse (o.a. Noordelijke Innovatie Agenda (2014), RIS/OP EFRO (2013/14), Noordelijke
arbeidsmarktverkenning(2015), Actieagenda voor de Groei (2015)
Werkgelegenheidsontwikkeling en sectorstructuur
• ontwikkeling werkgelegenheid 2007-2011 beter dan nationaal, 2012-2014 minder dan
nationaal (afname 280.000 -> 273.000)
• sectorstructuur: vergeleken met landelijk achterblijvende commerciële diensteverlening
sectorstructuur, werkgelegenheid in %
NL GRONINGEN
2014 2004 2014 2004
Landbouw, industrie, nuts, bouw 19 22 20 20
Comm. Dienstverlening
(zakelijk/financ/logistiek/handel/ICT/horeca)
48 47 41 42
Publieke sector (zorg, onderwijs, openbaar bestuur) 33 30 39 37
Prognose werkgelegenheidsontwikkeling N-Nederland 2013-2019 (ETIL 2015)
Groei: detail/groothandel, bouw, zak. dienstverlening, onderwijs, Cultuur/sport/recreatie
Afname: industrie, landbouw, energie, zorg, welzijn, overheid, financiële dienstverlening
Afwijkingen prov. Groningen
positief: metaal, chemie, en energie, negatief: voeding
Arbeidsmarkt
• Lage arbeidsparticipatie 62% t.o.v. 65% NL
21
• Hoge werkloosheid laag opgeleiden 47% t.o.v. 32% NL en jongeren 12,8% t.o.v. 9,6% NL
• Veel lager en vooral middelbaar opgeleiden (regio), veel hoger opgeleiden (Stad)
• Vraag en aanbod onvoldoende structureel op elkaar afgestemd
MKB
• Gronings MKB is minder innovatief dan landelijk (onvoldoende in staat om kennis aan te boren
en/of zelf te genereren en onvoldoende in staat om kennis te valoriseren en daadwerkelijk om
te zetten in nieuwe producten en diensten
• Aandeel koplopers, ontwikkelaars, toepassers in innovatiepiramide 27% in N-Nederland (tegen
landelijk 41% )3
• 15% Noordelijk MKB exporteert tegen 19% landelijk
• Gronings MKB is kleinschalig (< 5% meer dan 10 werkzame personen, G11 + Stad 1250
vestigingen)
• beperkt aantal starters (16 per 1.000 personen, landelijk 19 per 1.000), meeste starters in
detailhandel en consumenten/zak. dienstverlening.
• Kennis/Ideeën blijven liggen (aandacht voor commerciële/marketing kant van
ondernemerschap, testlocaties, toegang tot fin. middelen)
Naast bovenstaande gelden voor de provincie nog een aantal specifieke observaties:
• Lagere veerkracht Groningse economie (vanwege sectorstructuur, kwaliteit ondernemerschap,
opleidingsniveau beroepsbevolking, krimp)
• Versterkingsopgave n.a.v. aardbevingen
• Op middellange/lange termijn verdwijnt een belangrijk deel van de gasgerelateerde
werkgelegenheid. In N-Nederland incl. N-Holland wordt afname becijferd op 13.000 van de circa
20.000 banen bij volledige stopzetting gaswinning. Tegengaan door inzet op duurzame energie
(gas in transitie)
• Hoge en langdurige (generatieoverstijgende) werkloosheid in Oost-Groningen
Ondersteuningsstructuur/instrumentarium
• Ondersteuning van MKB is te versnipperd, er is beperkte/gefragmenteerde ondersteuning voor
o.a. business development
• Instrumentarium is te weinig transparant/toegankelijk
• Instrumenten (te) sterk op technologische innovatie gericht
Economisch Actieprogramma Groningen 2012-2015
In dit actieprogramma is gekozen voor het hanteren van goed meetbare indicatoren (o.a. aantallen
projecten). Deze benadering heeft als nadeel dat het realiseren van aantallen projecten geen doel
op zich is, maar een middel om te komen tot stimulering van de werkgelegenheid en terugdringen
van de werkloosheid. Dat blijft hierdoor wat onderbelicht. Bij een nieuw programma is een sterkere
focus op creëren van werkgelegenheid gewenst, in het bijzonder werkgelegenheid die zo goed
mogelijk aansluit op het arbeidsmarktpotentieel vanwege het belang van het terugdringen van de
werkloosheid. Dit betekent ook dat het belangrijk is de focus op (innovatie in een aantal)
speerpuntsectoren meer in balans te brengen met aandacht voor het brede MKB.
3 Innovatiepiramide is een methode om bedrijven te classificeren op basis van hun innovatiegerichtheid. Pyramide
kent indeling van vijf soorten variërend van niet innovatieven, via bedrijven die volgend zijn op innovatiegebied,
bedrijven die innoveren door toepassen en combineren van elders beproefde kennis/methoden tot bedrijven die
actief zelf aan R&D doen (ontwikkelaars en koplopers).
22
Verder geldt dat de stimuleringsbudgetten krimpen. Dit betekent dat bij de ontwikkeling en
beoordeling van projecten, het aandeel van kleinere projecten, die goed aansluiten bij behoeften
van het MKB in belang toe zouden moeten nemen.
Deze verschuiving heeft consequenties voor wijze van monitoring, namelijk een verschuiving van
het bijhouden van resultaten van beleidsacties naar het monitoren van resultaten van
beleidsdoelen en van verwachte werkgelegenheidseffecten van beleidsacties naar gerealiseerde
effecten.
Tot slot is in het EAG sterk ingezet op samenwerking met kennisinstellingen, bedrijven, NOM en
clusterorganisaties. Deze samenwerking dient versterkt te worden doorgezet waarbij provincie het
opdrachtgeverschap richting NOM en clusterorganisaties sterker dient in te vullen.
23
Noordelijke Innovatie Agenda
24
Bijlage 2 Doelenboom
In onderstaande figuur zijn van boven naar beneden programmadoelen, beleidsdoelen,
middelen en streefwaarden en samenhang met andere provinciale programma's en nota's
aangegeven.
Stimuleren van (groene) werkgelegenheid en terugdringen van
werkloosheid
Versterken en stimuleren van bedrijven via innovatie
en vergroening
Bestaand krediet € 181.350
Nieuw € 350.000
Verder gebruik van Europese fondsen, inclusief Fonds Provinciale Meefinanciering
Acquisitie 8-12 nieuwe bedrijven (wv 2 in groene chemie)
Hogere groei van de werkgelegenheid dan landelijk
Versterken menselijk kapitaal
Bestaand krediet € 281.595
Nieuw: € 300.000 + 125.000
Verder gebruik van Europese fondsen, inclusief Fonds Provinciale Meefinanciering
Arbeidsparticipatie beweegt naar landelijk gemiddelde van 65% (is nu 62%)
Werkloosheid van laag opgeleiden (47%) en jongeren (12.8%) bewegen naar landelijk gemiddelden van 32% en 9.6%.
Versterken vestigings- en ondernemingsklimaat
Bestaand krediet € 162.000
Nieuw: zie versterken/stimuleren bedrijven via innovatie en vergroening
Snel internet voor hele provincie
NOM/clusterorganisaties functioneren meer vraaggericht en gericht op samenwerking.