DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel...

23
INLEIDENDE CONFERENTIE H. JOANNES VAN HET KRUIS KARMELHERVORMER, MYSTICUS EN KERKLERAAR & H. TERESIA VAN AVILA KARMELHERVORMSTER, MYSTICA EN KERKLERARES INTERNATIONAL ECUMENICAL FELLOWSHIP (IEF) “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest op 14 december Heiligverklaring in 1726 Tot kerkleraar verheven in 1926 1. VROEGE LEVEN EN ONDERWIJS In Fontiveros, een klein dorpje nabij het Spaanse Salamanca, komt Juan de Yepes Alvarez ter we- reld in 1540. Zijn vader Gonzalo, afkomstig uit een gegoede familie van bekeerde joden, kiest in 1529 voor het huwelijk met een arme vrouw, Catalina Alvarez (met joodse of islam-achtergrond), en voor een weversbestaan. Hij wordt daarom door zijn familie verstoten en onterfd. Na de vroege dood van zijn vader, trekken zijn moeder, Joannes en zijn twee oudere broers dakloos rond en le- ven in verschillende Castiliaanse dorpen. Juan ziet dit als een offer. In Medina del Campo kan hij in een weeshuis leren lezen en schrijven en allerlei handwerk uitproberen. Als hij veertien is, neemt Joannes een baantje in een ziekenhuis om de noden van de zieken te helpen verzachten en is belast met het inzamelen van giften. Ook hielp hij melaatsen, armen en verstotenen. Johan- nes leert in deze mensen de liefde van God kennen. Hij krijgt in Medina del Campo de kans te studeren aan een school van de Sociëteit van Jezus (jezuïeten) van 1559 tot 1563. Op 24 februari 1563 trad hij er toe tot de karmelietenorde onder de naam van Fr. Juan de Santo Matia. In 1564 verhuisde hij naar Salamanca, waar hij filosofie en theologie studeerde aan de universiteit en aan het karmelitaans Colegio de San Andrés. Dit verblijf zal zijn latere geschriften beïnvloeden. Eén van zijn professoren aan de universiteit was Fray Luis de León, een van de meest vooraanstaan- de experts in bijbelse studies (exegese, Hebreeuws en Aramees). 2. PRIESTERSCHAP & TERESIAANSE KARMELHERVORMING Juan werd priester gewijd in 1567. Hij had reeds het verlangen aangegeven om over te gaan naar de kartuizerorde, die hem aansprak om de aandacht voor de eenzame en stille contemplatie. Voordien echter reisde hij naar Medina del Campo, waar hij in het karmelietessenklooster een ontmoeting had met Santa Teresa de Jesús (1515-1582). Ze praatte meteen met hem over haar reeds opgestart hervormingsproject, ook voor de mannelijke tak van de karmelorde. Met succes. Op 28 november 1568, begon hij, nu als Juan de la Cruz, deze hervorming in Duruelo, samen met Fr. Antonio de Jesús de Heredia. Hij bleef Santa Teresa helpen bij de karmelhervorming tot 1577. Net als Teresia vindt Johannes dat er in de karmelorde een duidelijke terugkeer naar het gebedsleven moet zijn. Maar deze stich- tingen van de karmelhervorming werden o.a. tegengewerkt door een aantal karmelieten van de oorspronkelijke, niet-hervormde karmelorde, van wie sommigen vonden dat Teresa’s hervor- 1

Transcript of DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel...

Page 1: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

INLEIDENDE CONFERENTIE !H. JOANNES VAN HET KRUIS

KARMELHERVORMER, MYSTICUS EN KERKLERAAR

& H. TERESIA VAN AVILA

KARMELHERVORMSTER, MYSTICA EN KERKLERARES !INTERNATIONAL ECUMENICAL FELLOWSHIP (IEF)

“Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 !DEEL I

H. JOANNES VAN HET KRUIS !Liturgisch feest op 14 december Heiligverklaring in 1726 Tot kerkleraar verheven in 1926

1. VROEGE LEVEN EN ONDERWIJS In Fontiveros, een klein dorpje nabij het Spaanse Salamanca, komt Juan de Yepes Alvarez ter we-reld in 1540. Zijn vader Gonzalo, afkomstig uit een gegoede familie van bekeerde joden, kiest in 1529 voor het huwelijk met een arme vrouw, Catalina Alvarez (met joodse of islam-achtergrond), en voor een weversbestaan. Hij wordt daarom door zijn familie verstoten en onterfd. Na de vroege dood van zijn vader, trekken zijn moeder, Joannes en zijn twee oudere broers dakloos rond en le-ven in verschillende Castiliaanse dorpen. Juan ziet dit als een offer. In Medina del Campo kan hij in een weeshuis leren lezen en schrijven en allerlei handwerk uitproberen. Als hij veertien is, neemt Joannes een baantje in een ziekenhuis om de noden van de zieken te helpen verzachten en is belast met het inzamelen van giften. Ook hielp hij melaatsen, armen en verstotenen. Johan-nes leert in deze mensen de liefde van God kennen. Hij krijgt in Medina del Campo de kans te studeren aan een school van de Sociëteit van Jezus (jezuïeten) van 1559 tot 1563. Op 24 februari 1563 trad hij er toe tot de karmelietenorde onder de naam van Fr. Juan de Santo Matia. In 1564 verhuisde hij naar Salamanca, waar hij filosofie en theologie studeerde aan de universiteit en aan het karmelitaans Colegio de San Andrés. Dit verblijf zal zijn latere geschriften beïnvloeden. Eén van zijn professoren aan de universiteit was Fray Luis de León, een van de meest vooraanstaan-de experts in bijbelse studies (exegese, Hebreeuws en Aramees).

2. PRIESTERSCHAP & TERESIAANSE KARMELHERVORMING Juan werd priester gewijd in 1567. Hij had reeds het verlangen aangegeven om over te gaan naar de kartuizerorde, die hem aansprak om de aandacht voor de eenzame en stille contemplatie. Voordien echter reisde hij naar Medina del Campo, waar hij in het karmelietessenklooster een ontmoeting had met Santa Teresa de Jesús (1515-1582). Ze praatte meteen met hem over haar reeds opgestart hervormingsproject, ook voor de mannelijke tak van de karmelorde. Met succes. Op 28 november 1568, begon hij, nu als Juan de la Cruz, deze hervorming in Duruelo, samen met Fr. Antonio de Jesús de Heredia.

Hij bleef Santa Teresa helpen bij de karmelhervorming tot 1577. Net als Teresia vindt Johannes dat er in de karmelorde een duidelijke terugkeer naar het gebedsleven moet zijn. Maar deze stich-tingen van de karmelhervorming werden o.a. tegengewerkt door een aantal karmelieten van de oorspronkelijke, niet-hervormde karmelorde, van wie sommigen vonden dat Teresa’s hervor-

! 1

Page 2: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

mingsvisie te streng was. Deze medebroeders voelden zich bedreigd en beoordeeld als “lauw”. Het leidt er zelfs toe dat San Juan de la Cruz in 1577 wordt opgesloten in een gevangeniscel in het karmelklooster in Toledo. Het is een hele donkere en nauwe cel, met een piepklein raam bo-venin. In het klooster wordt hij drie keer per week afgeranseld door de monniken. In die gevange-niscel krijgt hij een verschijning van de heilige Maagd Maria. Johannes heeft niets meer, behalve zijn zuivere geloof in God. Hij beleeft grote mystieke momenten van zuivering, omvorming en ver-ruiming van hart.

Na negen maanden gevangenschap weet Johannes in augustus 1578 uit zijn cel te ontsnappen, mede door een visioen waarin Maria hem de vluchtweg wijst. Hij houdt zich verscholen voor zijn achtervolgers o.a. in het karmelietessenklooster te Toledo. In zijn gevangeniscel had hij aanteke-ningen gemaakt, die hij nadien uitwerkt tot zeer belangrijke en gezaghebbende geschriften in de katholieke leer, zoals Donkere nacht, De Bestijging van de berg Karmel en het Geestelijk Hoog-lied. Hierdoor kunnen we nu nog de weg naar God leren, zoals Juan die beleefd heeft.

Hij gaat verder met zijn hervormingswerk en aanvaardt verschillende bestuursfuncties. Dit leidt o.a. tot de goedgekeurde oprichting van de Orde van Ongeschoeide (= Hervormde of Teresiaan-se) Karmelieten in 1580. Zijn relatie met Teresia van Avila is en blijft bijzonder hecht en spiritueel. In latere jaren kan hij wat meer afstand nemen van bestuurlijke functies en kiest voor afzondering en een leven in gebed. Johannes van het Kruis sterft in het karmelietenklooster te Ubeda op 14 december 1591. !

3. LITERAIRE WERKEN EN INVLOED 1. Het Geestelijk Hooglied (GH) is een herdersgedicht waarbij de bruid (die de ziel is) liefdevol

zoekt naar de bruidegom (die Jezus Christus is). Ze is angstig als ze Hem kwijt lijkt. Beide zijn vervuld met vreugde in hereniging. Het kan gezien worden als een Spaanse versie in vrije vorm van het bijbelse Hooglied, in een tijd waarin de vertalingen van de Bijbel in de volkstaal werden verboden. Het gedicht is ontstaan in de kloostergevangenis van Toledo (1577-1578).

2. Het gedicht Zangen van een ziel in een Donkere Nacht is ontstaan in Baeza (1579) terwijl hij zijn eerste commentaar schrijft op het gedicht Geestelijk Hooglied. Deze “Zangen” in acht stro-fen worden beschouwd als zijn mooiste gedicht.

De eerste onvoltooide commentaar op dit gedicht (enkel de eerste twee strofen) werd geschreven tussen 1579 en 1585, onder de titel: Bestijging van de berg Karmel (BK) (drie boeken). Het is een systematische aanduiding van de ascetische inspanning van een ziel op zoek naar volmaakte vereniging met God, en van de mystieke ervaringen op deze weg. Het behandelt vooral de per-soonlijke moeizame inspanning van de mens (actief) naar boven toe, een bestijging naar God. De tweede onvoltooide commentaar op ditzelfde gedicht (ook weer enkel de eerste twee strofen) werd geschreven tussen 1585 en 1586. Dit boek kreeg de titel Donkere Nacht (DN). Het geeft het meest uitleg op het gedicht. Het behandelt vooral Gods tegemoetkomen (passief). Het beschrijft de reis van de ziel naar haar eigenlijke thuis om haar zo te verenigen met God. Dit gebeurt tijdens de nacht, dat het symbool is van de ontberingen en moeilijkheden die ze ontmoet in het loskomen van eigen ik-zucht, in vormen van onthechting en bij het bereiken van de dageraad die de vereni-ging met de Schepper vertegenwoordigt. Er zijn verschillende stappen in deze nacht. Het belang-rijkste inzicht van het gedicht is de pijnlijke ervaring die mensen verduren als zij willen groeien in de geestelijke volwassenheid en vereniging met God. Het spreekt over wat de mens overvalt en hem schijnbaar tot werkeloosheid doemt, wat hem angst inboezemt met het gevoel van weerloos-heid en ongeborgenheid. De Donkere Nacht is het boek van de passie, in zijn dubbele betekenis van lijden en van gepassioneerde liefde.

! 2

Page 3: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

Het doelpubliek voor zijn commentaar zijn mensen die de weg van de vereniging met de goddelij-ke liefde in hun eigen leven willen verkennen. Het gaat om een inleiding op het mystieke leven voor mensen die zich verbaasd afvragen wat hen overkomt!

Zijn commentaar vertoont tekenen van improvisatie, want hij is een meester die zijn onderwerp volkomen beheerst. Het is daarom moeilijk een strikt logische orde te volgen bij een toelichting. Deze conferentieteksten geven dan ook eerder in spiraalvorm de grote lijnen en rustpunten aan, met aandacht voor de herkenbaarheid van dat alles in ons eigen leven.

!Donkere Nacht bestaat uit twee boeken.

DN I, 1-7 onvolmaaktheden van de beginnelingen (aan de hand van de 7 hoofdzonden). 8-14 nacht van de zin(nen) met criteria ter onderscheiding van andere ervaringen, de

vereiste houding (nederigheid) en de positieve resultaten. !DN II, 1-4 nacht van de geest en onvolmaaktheden van de gevorderden. 4-14 dynamiek van de loutering en verlichting. 15-24 verklaring van de tweede strofe: de contemplatie beschermt de mens tegen

zichzelf en geeft toegang tot God.

Zijn beperkt commentaar op dit gedicht (slechts eerste twee strofen) is wellicht zo te verklaren. Deze eerste twee strofen beschrijven de weg van de zuivering. De volgende zes strofen van het gedicht beschrijven de weg van de verlichting en vereniging met God: dat is de positieve kant van de liefdesontmoeting met God, het bereikte doel. Welnu, deze positieve kant komt voldoende aan bod in zijn commentaar op Geestelijk Hooglied en Levende Vlam van Liefde. Zo bezitten we de leer van Sint-Jan in feite toch in zijn geheel.

3. Levende Vlam van Liefde (LV) beschrijft een grotere intimiteit tussen de ziel en God (1586).

♦ ♦ ♦

!!Zijn reeds vermelde poëzie, zijn commentariërende geschriften over de groei van de ziel naar God toe, samen met o.a. "Spreuken van Licht en Liefde", zijn bewaarde brieven, Romances, worden beschouwd als de top van de mystieke Spaanse literatuur en zelfs van alle Spaanse literatuur, zowel vanuit stilistisch oogpunt als vanwege hun rijke symboliek en beeldspraak.

Ze hebben een diepe invloed gehad op latere geestelijke schrijvers over de hele wereld, zoals bv. T.S. Eliot, Thérèse van Lisieux, Edith Stein (Theresia Benedicta van het Kruis), en Thomas Mer-ton. Sint-Jan van het Kruis heeft ook de filosoof Jacques Maritain beïnvloed, de theoloog Hans Urs von Balthasar en pacifisten als Dorothy Day, Daniel en Philip Berrigan. Paus Johannes Pau-lus II schreef zijn theologische proefschrift over de mystieke theologie van de heilige Johannes van het Kruis. Hij is een van de drieëndertig kerkleraars (doctores ecclesiae).

4. GEDICHT !ZANGEN VAN EEN ZIEL IN EEN DONKERE NACHT !

In een donkere nacht hunkerend, ontvlamd in liefde, o gelukkig overkomen! ging ik ongemerkt naar buiten, reeds lag mijn huis in rust. !

! 3

Page 4: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

In het donker, veilig, langs de geheime ladder, vermomd, o gelukkig overkomen! in het donker, verholen, reeds lag mijn huis in rust. !In die gelukkige nacht, in het geheim, want niemand zag mij noch ik had oog voor iets, geen licht, geen gids dan wat er gloeide in het hart. !Dat gidste mij, zekerder dan het licht midden op de dag, naar waar mij wachtte hij, mij zo vertrouwd, op een plek waar niemand kwam. !O nacht die gidste, jij! O nacht, beminlijker dan het ochtendgloren! O nacht, jij hebt verbonden beminde met beminde, beminde in de beminde omgevormd. !Aan mijn borst in bloei, geheel voor hem alleen bewaard, daar bleef hij ingeslapen, ik streelde hem, een waaier van ceders bracht koelte. !De koelte van de tinne kwam, terwijl ik door zijn haren streek, met haar hand sereen mijn hals verwonden, vervoerde al mijn zinnen. !Zelfvergeten bleef ik, vlijend het gelaat over de beminde, alles week, ik liet mij latend mijn schroom tussen de leliën vergeten. !

5. TOELICHTING 1. Oprit

Je kunt in je leven dorheid ervaren, mislukking of miskenning, vormen van onrecht, perioden van ontmoediging of depressie, uitgeblustheid, burn-out, verlatenheid, ervaring van angst en zinloos-heid. Je kunt geestelijk in de put zitten of er geen rechterkant meer aan zien. Er bestaat inderdaad een menselijk beklemmende nacht. Die nacht die mensen belet om tot leven te komen, in het licht te verschijnen. De nacht van eenzaamheid, van ‘ik heb niemand’, van isolement, van onbegrip, van een medemens die er niet meer is, van verdriet en vertwijfeling.

Wellicht is iets daarvan herkenbaar voor jou. Maar betekent zoiets dan het eindpunt? Neen. Als deze negatieve kant van het leven en van je persoon zich vroeg of laat aandient, is het belangrijk dat je dat onvermijdelijk “negatieve” bewust in geloof doorleeft, in verbondenheid met Christus.

! 4

Page 5: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

Dan wordt dit voor jou een “donkere nacht”, die een weg is van uitzuivering en die leidt naar een “dageraad”.

Dan is de tijd begonnen van bevrijding en genezing. In volgehouden vertrouwen groei je naar een vernieuwde relatie met God, die niets dan liefde is. Je echte “zelf” wordt “verlost” en komt naar boven. Het is Gods liefde die je vrij en “heel” maakt.

Joannes van het Kruis (1542-1591) wordt beschouwd als deskundig op het gebied van de “Don-kere Nacht”. In zijn Geestelijk Hooglied en Levende Liefdevlam laat hij de lichtzijde zien van het liefdesavontuur met God. Daarom zijn deze werken in feite aangenamer om lezen. Toch is zijn Donkere Nacht zijn meest gelezen werk. Veel mensen herkennen iets van hun eigen leven in dat boek.

Wie ernst maakt van zijn geloofsleven moet - vroeg of laat - onvermijdelijk door de nacht. Deze nacht doet zich voor in verschillende “formaten”. Onze nacht wellicht zeer bescheiden zijn. Toch voelen velen onder ons intuïtief aan dat we op weg zijn naar hetzelfde doel en dat het donkere gedeelte van de weg dezelfde betekenis heeft.

De donkere nacht hoort tot de mystiek. Mystiek is niet iets zeldzaams of buitengewoons. Elk diep geestelijk leven is een mystiek leven. Alle christenen zijn mystici in wording. Want mystiek is het open bloeien van je doopselgenade. God die al altijd in jou aanwezig is, laat zich nu ervaren op een psychologisch nieuwe manier.

We kunnen in dit leven het mysterie van het lijden niet helemaal doorzien. Joannes van het Kruis ontsluit ons in de donkere nacht iets van dit mysterie. Hij laat ons zien wat we kunnen doen met onvermijdelijk lijden. Wat ondergang leek, kan redding zijn, een weg worden. Hij leert ons dat de ontmoeting met God in een bepaalde fase van de weg ontzettend pijn doet omdat God zo totaal anders is. God is zaligheid voor ons diepste ik, maar voor ons ego, ons oppervlakkige, valse, vermeende of onverloste ik, is Hij een bedreiging.

Paus Benedictus XVI heeft op 16 februari 2011 te Rome het belang van de geschriften van kerkle-raar Joannes van het Kruis voor elke christen onderlijnd. Voor de 4.000 aanwezige pelgrims tij-dens de audiëntie wees de Paus erop dat de “doctor mysticus” in zijn werken „een zekere weg beschrijft om tot de heiligheid” te komen. Daartoe is “een innerlijk zuiveringsproces nodig van een ongeordende afhankelijkheid van alles wat ons geschonken is of ter beschikking staat. Een per-soonlijke inspanning is zeker vereist. Toch is God in feite de echte hoofdacteur van deze zuive-ring. Want de mens onbekwaam is om zichzelf volkomen te zuiveren op eigen kracht. De heilig-heid is geen mensenwerk. Wel kan de mens de vensters van zijn ziel openen voor het licht van God”. Daarom vraagt de Paus dat “alle christenen zich laten beminnen door God die ons helpt om de last van elke dag te dragen”.

2. De donkere nacht van de zin en van de geest

Joannes van het Kruis maakt onderscheid tussen nacht van de zin en nacht van de geest. Wat is daarbij zijn opvatting van de mens? Je hebt bij de mens een buitenkant en een binnenkant.

1. De buitenkant noemt hij “de zin” of “de zinnen”. Tot dit niveau hoort het lichaam met zijn vijf zintuigen (zien, horen, ruiken, tasten, smaken), het gevoelsleven, de passies (vreugde, hoop, droefheid, vrees), alle kleine wensen en begeerten (apetitos), of “goesting”. Verder nog de verbeelding en zelfs het verstand in zover dit afhankelijk is van zintuiglijke kennis (vgl. GH, 28,4).

2. De binnenkant is de “geest” (met kleine letter). Hier woont de wil en ook de liefde. Want ie-mand liefhebben is hem “willen”, zijn bestaan beamen. Je bent blij omdat de medemens er is. Je dankt omdat hij bestaat. Tot dit niveau van de geest hoort ook het verstand in zover het onafhankelijk is van de zinnen. Dat is geestelijke wijsheid, hoger of dieper weten op basis van intuïtie.

! 5

Page 6: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

3. Je bent echter méér dan een buiten- en binnenkant. Er is een derde element: het centrum van de ziel. Het is die plaats in jou waar je beeld bent van God, verwant met Hem. Daar woont de allerheiligste Drie-eenheid, daar ben je een levende tempel. Als Paulus schrijft: “Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij” (Gal. 2,20), betekent dit dat Christus de eigenlijke le-vensbron is in hem. “God is méér mijzelf dan ik mezelf kan zijn, God is mijn eigenlijke ik”, ge-tuigt Augustinus. Het beeld van de wijnstok en de ranken zegt hetzelfde.

Dit betekent dat er in de mens een plaats is die helemaal gezond is, heilig, ongeschonden, een punt dat niet geraakt is door de erfzonde. De erfzonde heeft de mens niet bedorven, maar enkel gewond. De wonde bestaat in het feit dat de mens niet meer vanuit zijn centrum leeft, dat hij zijn diepste natuur verloochent.

De mens is dus een samengesteld wezen. De verschillende niveaus waaruit hij bestaat kunnen in wanorde zijn. Het kan gebeuren dat een bepaald niveau zijn eigen leventje gaat leiden zonder zich om de andere te bekommeren. De dubbele donkere nacht is het op weg gaan naar een her-stelde harmonie of eenheid.

3. De nacht van de zin

De zinnen zijn onze vensterramen waardoor we zicht hebben op de buitenwereld: mensen, din-gen, situaties en omstandigheden waarin we terechtkomen. Velen brengen hun leven door met door de vensterramen te kijken. We zijn zo naar buiten gericht, zo “extravert”, dat we dikwijls geen of nauwelijks contact hebben met de diepere, geestelijke dimensie van ons wezen.

Zelfs in onze verhouding tot God zitten we meestal op het vlak van de zinnen. We benaderen God vanuit onze ik-gerichte, egoïstische behoeften. We genieten van God op momenten van gevoelvol gebed. Het is heerlijk aan God te denken en met Hem te spreken. Verliefdheid wekt altijd sterke gevoelens op. Door de intensiteit van de emoties kunnen we ons gaan in- beelden dat we totaal geëngageerd zijn in de liefde, dat heel ons wezen in brand staat. In feite is alleen de oppervlakte geëngageerd, wat ook al blijkt uit het feit dat verliefdheid voorbijgaat, dikwijls zonder merkbare sporen na te laten. Gevoelens die verankerd zijn in de geest van de mens zijn zeer waardevol, maar gevoelens die geen contact hebben met een diepere zone zijn niet te vertrouwen.

4. Drie tekens

Hoe kom je verder? Hoe kom je van dit oppervlakkige leven op het niveau van de zin tot het die-pere leven op het niveau van de geest? Hoe kom je van de buitenkant tot de binnenkant? Door de nacht van de zin. God hult de buitenkant en het leven dat zich daar afspeelde in het donker. “Door de ramen kijken” is nu niet interessant meer. Reizen, een roman lezen, een film zien, lekker gaan eten het heeft allemaal niet zoveel meer te betekenen. Wat vroeger vreugde verschafte, geeft nu zelfs een gevoel van leegte. Je hebt de indruk dat je je tijd verspild hebt, dat je het wezenlijke ge-mist hebt. Maar ook de omgang met God heeft zijn charme verloren. De “koe” geeft geen “melk” meer. De vertrouwde manier van bidden wekt alleen maar tegenzin.

1. Deze algemene tegenzin is het eerste van de drie beroemde tekenen die Jan van het Kruis aangeeft om uit te maken of je werkelijk in de nacht van de zin beland bent. “Het eerste: de ziel vindt genoegen noch troost in de dingen van God, maar evenmin in geschapen dingen” (DN I, 9,2).

2. Het is normaal dat men ongerust wordt als het contact met God geen voldoening meer geeft. Ben je bezig God te verliezen? Deze ongerustheid is het tweede teken: “...is dat de gedachte aan God met bekommernis en pijnlijke zorg gepaard gaat. Men meent dat men God niet dient, maar achteruitgaat, aangezien men in de dingen van God onbehagen ondervindt” (DN I, 9,3). De onrust bewijst op een paradoxale manier dat alles in orde is, dat het verlies van vreugde in de omgang met God niet het gevolg is van lauwheid of slapheid. Wie lauw is bekommert zich niet over zijn verhouding tot God.

! 6

Page 7: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

3. Het derde teken bestaat in het feit dat de vroegere manier van bidden nu onmogelijk is ge-worden. In plaats van te denken aan God, wil je nu de persoon van God. Nadenken over een episode van het evangelie, toepassingen maken op je eigen leven, stoot op een bijna ono-verwinnelijke tegenzin. Al dat denken leidt tot niets. Probeer je het toch, dan ervaar je slechts dorheid (DN I, 9,8).

In het begin ervaar je meestal alleen het verlies van het oude. Je weet nog niet wat je ervoor in de plaats krijgt en hoe je nu moet bidden. Maar geleidelijk ontdek je dat al die arbeid met gedachten en beelden niet meer nodig is, dat het ook geen belang heeft of je mooie gevoelens hebt onder het gebed. Je begint te begrijpen dat bidden veel eenvoudiger kan zijn, dat het voldoende is bij God te verwijlen, naar Hem op te zien met een liefdevolle blik. Jan van het Kruis spreekt graag van een liefdevolle aandacht.

Er gaat dikwijls heel wat tijd overheen eer je deze nieuwe wijze van bidden vindt. Een goede geestelijke begeleider is hier bijzonder waardevol. In onze tijd bestaat er zoveel literatuur over contemplatief gebed dat ieder die wil gemakkelijk hulp kan vinden. Een duidelijk inzicht in wat hier gebeurt en waarom het gebeurt is van groot belang. Je kunt veel tijd winnen indien je inziet dat deze dorheid geen slecht teken is, dat ze veeleer een uitnodiging inhoudt om de drempel tussen het vlak van de zin en het vlak van de geest te overschrijden.

5. Contemplatief gebed

Zolang alles goed gaat op het vlak van de zin, zoek je niet dieper. Maar besef je dat er op dat ni-veau niets meer te vinden is, dan kan het gebeuren dat je je gaat richten tot een diepere laag in jezelf: de geest. Des te meer daar je vanuit het centrum van de ziel een zuigkracht gewaarwordt die je naar diepere zonen trekt. De nacht van de zin hoeft dus niet bijzonder dramatisch te zijn. Hij wordt dramatisch indien je koppig weigert het oude leven op te geven, of wanneer je door je gees-telijke begeleider gedwongen wordt door te gaan met actief, meditatief gebed, ofschoon de tijd nu rijp is voor contemplatief gebed. Zodra je aanvaardt dat de periode van de grote emoties voorbij is, zodra je vrijwillig de woestijn ingaat, verliest de nacht zijn crisiskarakter. Hier geldt - zoals altijd - het principe van de Zalige Elisabeth van de Drie-eenheid (1880-1906): “C’est l’acceptation qui nous délivre” (de aanvaarding bevrijdt ons).

Geleidelijk ga je wennen aan die nieuwe, eenvoudige manier van bidden, zonder veel gedachten en woorden. En je beseft dat je, in ruil voor de heerlijke gevoelens die je hebt verloren, iets veel waardevollers hebt ontvangen. De voldoening die je in contemplatief gebed ervaart, ontsluit diepe-re regionen van je wezen. Je bevindt je nu zo diep onder de waterspiegel dat het eigenlijk weinig betekent of het aan de oppervlakte stormt of niet.

Deze onafhankelijkheid van de gevoelens geeft je een grotere innerlijke stabiliteit. Je hebt een duidelijker identiteit. Je bent meer in evenwicht. Bidden is nu een rusten in God. Daarom vraagt het weinig kracht. Het geeft kracht. Maar vooral, je merkt dat je nu veel dichter bij God bent, dat je pas nu echt begrijpt wat gebed eigenlijk is. Het verschil is groot: overwegen met gedachten over God ofwel eenvoudig zijn in God. Je bent geneigd te denken dat je de weg nu gevonden hebt, en dat je nu niets anders meer te doen hebt dan die weg tot het einde toe te volgen. Je denkt dat de rust steeds dieper zal worden, de voldoening steeds groter.

6. Nacht van de geest

In feite komt er een nieuwe nacht, veel donkerder en pijnlijker dan de eerste. “Het verschil tussen de ene loutering en de andere is als het verschil tussen wortel en tak, of tussen het verwijderen van een nieuwe vlek en van een die erg diep zit en al oud is.”(DN II, 2,1).

De verduistering van het vlak van de zin was een hoogst onaangename ervaring, maar was on-danks alles toch gemakkelijk te begrijpen. Je zag een zekere parallel tussen deze ervaring en de ontwikkeling van de liefde tussen mensen: ook daar moet de eerste verliefdheid plaats maken voor een sterke, solide, betrouwbare liefde. Hier in de nacht van de geest, zie je geen parallel

! 7

Page 8: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

meer met de menselijke liefde. Hier verlies je de liefde. In de eerste nacht werd de liefde gezui-verd en verdiept. Het resultaat was een nieuwe, bewerkte uitgave van de liefde. In de nacht van de zin word je van een oppervlakkig mens een diep mens. In de nacht van de geest daarentegen word je vergoddelijkt. Hier gaat het er niet om God te beminnen met een nog dieper zuiverder lief-de. Hier leer je God liefhebben met zijn eigen liefde. Al wat je moeizaam hebt opgebouwd, wordt gesloopt om plaats te maken voor God zelf. Hier verlies je je eigen kleine leven en win je het le-ven van God.

Nu wordt het toch dramatisch. Je mag niet vergeten dat mensen die zo ver zijn gekomen, alles hebben prijsgegeven om God te vinden. Ze hebben alles verkocht om de kostbare parel te vinden. God is alles voor hen. De indruk God verliezen betekent dan ook alles verliezen. Er bestaan voor hen geen vluchtwegen. Het zoeken van compensatie (stripverhalen, feuilletons, sportgebeurtenis-sen volgen) biedt geen oplossing meer, maar laat alleen een bittere smaak achter in de mond. Als God zo reëel is geworden dat Hij de enige zin van het leven uitmaakt, ben je ontredderd als deze God verdwijnt.

7. Je zondigheid wordt duidelijk

God is te heilig voor de zondige mens. God is licht. Als het licht de mens begint te doorlichten, wordt hij er zich smartelijk van bewust dat hij oneindig veel zwarter is dan hij dacht. Het eerste wat je opmerkt is hoe al wat je in het leven gedaan hebt, ook het “goede”, ook de liefde die je God en de mensen bewezen hebt, besmet was met eigenliefde. Je ontdekt dat je mensen gemanipuleerd hebt in plaats van hen te dienen, dat je je eigen rijk hebt opgebouwd in plaats van Gods rijk. Je begint te begrijpen dat je heel je leven, midden in al het mooie dat je gedaan hebt en waarvoor je wellicht erkenning en lof geoogst hebt, op een subtiele manier voor jezelf geleefd hebt; dat je je-zelf beschouwde als het centrum van de wereld; dat je hopeloos verstrikt zat in je egocentrisme. Het licht van God ontmaskert de farizeeër onbarmhartig.

Indien je maar wist dat dit verpletterend bewustzijn een gevolg is van het feit dat je in Gods stra-lenkrans bent terechtgekomen, zou het niet zo uitzichtloos lijken. Maar niets wijst erop dat je je in het licht van God bevindt. Je ziet alleen je eigen duisternis. Hoe meer God de ziel verlicht, des te duidelijker men de absolute tegenstelling ziet tussen het egoïsme van de gevallen mens en de heiligheid van God. “Want, als dit zuivere licht in de ziel binnendringt om de onzuiverheid uit haar te verdrijven, voelt de ziel zich zo onzuiver en ellendig, dat het haar toeschijnt dat God tegen haar is, en dat zij Gods tegenstandster is geworden” (DN II, 5,5). God in wiens liefde men zich jaren-lang heeft mogen zonnen, is nu een vijandige God geworden. Men heeft niets meer met Hem ge-meen. De ziel is nu het slagveld waar twee tegenstrijdige elementen met elkaar vechten (DN II, 5,4).

“Zoals de ladder dezelfde treden heeft om op te stijgen en af te dalen, zo zijn de mededelingen die het schouwen aan de ziel schenkt en die haar in God verheffen, dezelfde als die haar dee-moedig maken in zichzelf. De mededelingen immers die echt van God zijn, hebben deze eigen-schap: zij verheffen de ziel en maken haar tegelijk deemoedig” (DN II, 18,2).

Het ergste is dat je niet kunt geloven dat het ooit beter wordt. Je bent zo overweldigd door het bewustzijn van je zondigheid, dat de weg naar de vrijheid definitief versperd lijkt. Je ervaart de duisternis als onherroepelijk. “En wat haar het meest pijnigt, is dat zij denkt dat zij nooit waardig zal zijn, en dat het met haar weldaden al is gedaan” (DN II, 5,5).

Het is hoogst belangrijk in te zien dat het lijden van de donkere nacht niet veroorzaakt wordt door Gods afwezigheid. Het is integendeel Gods al te “opdringerige” aanwezigheid die de oorzaak is van alle lijden. Jan van het Kruis wordt het nooit moe te herhalen dat de nacht het gevolg is van het feit dat God de mens met een heel bijzondere zorg en liefde bewerkt. God is als een verblin-dend licht, of als een vuur dat het hout zwart en vuil maakt alvorens het in vuur te veranderen (DN II, 10,1).

! 8

Page 9: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

Soms spreekt men van de zwijgende God. God lijkt stom geworden. In de donkere nacht is God beslist niet “stom”. Men zou eerder kunnen zeggen dat zijn spreken zo oorverdovend is dat de trommelvliezen ervan barsten. Maar het is wel zo dat de mens er zich niet van bewust is dat het God is die spreekt. Men ervaart slechts chaos, verwarring.

“Zwijgen” heeft trouwens bij Jan van het Kruis geen negatieve klank. Zwijgen is heilig. Door te zwijgen bereidt men zich voor op de vereniging. En als God de mens ontmoet schept Hij stilte. De muziek die klinkt in het centrum van de ziel is een “muziek van het zwijgen” (GH, 15). Sint-Jan vat zijn gedachten over het zwijgen samen in deze beroemde spreuk: “De Vader sprak slechts één woord. Dit woord was zijn Zoon. Hij spreekt het voortdurend in eeuwig stilzwijgen, en in stilte moet het door de ziel vernomen worden” (Spreuken van licht en liefde b, 21).

6. ENKELE PUBLICATIES !♦ Donkere nacht / Auteur: Joannes van het Kruis, € 10,00 ♦ De nacht zal stralen als de dag / De donkere nacht bij Jan van het Kruis

Auteur: Stinissen Wilfried, € 15,00 ♦ La nuit comme le jour illumine

Auteur: Stinissen Wilfried, € 13,00 ♦ Mystieke werken van Joannes van het Kruis / Auteur: Joannes van het Kruis, € 39,95 ♦ Oeuvres complètes - Jean de la croix - CERF /

Auteur: Jean de la Croix, € 75,00 ♦ Sint-Jan van het Kruis aan het woord / Een keuze uit zijn geschriften

Auteur: Stinissen Guido, € 5,00 ♦ Een vriend van God - Jan van het Kruis / Levensschets / Auteur: Stinissen Guido, € 2,00 ♦ Geboren uit Gods adem / Uitvoerige, bekroonde biografie van Joannes van het Kruis

Auteur: P. Crisógono de Jesús, € 2,00 ♦ Het Leven van Joannes van het Kruis / Biografie op basis van 17de eeuwse gravures (Vene-

tië) - met bezinningsteksten uit de bijbel, € 3,00 ♦ San Juan de la Cruz - Tentoonstelling /

Auteur: Onbekend eigen fonds, € 1,00 ♦ Een spoor van liefde / Jan van het Kruis als gids in de woestijn

Auteur: Blommestijn Hein, € 6,00 ♦ Waar houdt Gij U verborgen? / Ontmoeting met Sint-Jan van het Kruis

Auteur: Stinissen Guido, € 4,00 ♦ Wanneer de goden sterven / Inleiding op Johannes van het Kruis / Auteur: Welch John, € 5,00 ♦ Wie zal mij genezen? / Jan van het Kruis antwoordt / Auteur: Chowning Daniël, € 4,00 ♦ Sur les traces de Jean de la Croix / Nouvelle approche biographique

Auteur: Martinez Gonzàlez Emilio J., € 32,00 !U kunt deze publicaties bestellen of rechtstreeks aankopen bij: Boekhandel Carmelitana : Burgstraat 92, 9000 Gent (naast parking). Openingsuren: van dinsdag tot vrijdag : van 13.00 u tot 18.00 u; zaterdag van 10.00 u tot 12.00 u en van 13.00 u tot 18.00 u; gesloten op zon- en maandag. Tel. 09 / 225 48 36 - [email protected] - www.carmelitana.be

!DEEL II

H. TERESIA VAN AVILA !Liturgisch feest op 15 oktober Heiligverklaring in 1622 Tot kerkleraar verheven in 1970

! 9

Page 10: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

!1. LEVEN, WERKEN, INVLOED

Teresia van Avila, met haar oorspronkelijke Spaanse naam: Teresa Sánchez de Cepeda y Ahu-mada (Ávila, 28 maart 1515 - Alba de Tormes (bij Salamanca), 4 oktober 1582), is één van de be-roemdste mystici onder de katholieke heiligen. Samen met de heilige Johannes van het Kruis heeft zij de orde van de Karmel hervormd in de zestiende eeuw. Haar geschriften hebben de mys-tieke theologie dermate ingrijpend beïnvloed, dat zij door paus Paulus VI in 1970 als eerste vrou-welijke heilige werd uitgeroepen tot kerkleraar. Teresia van Avila wordt in de volksmond ook wel de “grote Teresia” genoemd, in tegenstelling tot de “kleine Teresia”, waarmee Teresia van Lisieux wordt bedoeld.

Teresia werd in 1515 te Avila geboren als de dochter van Don Alonso Sánchez de Cepeda en Doña Beatriz de Ahumada. Haar ouders waren tot bekering gedwongen joden. Ze trad in op 2 no-vember 1535 in het "Klooster van de Menswording" (La Encarnación) te Ávila. Ze werd ingekleed in 1536 en legde haar geloften af op 3 november 1537. Ze moest het klooster echter in 1538 al weer verlaten omdat ze ziek werd. Ze werd naar een genezeres in Becedas gestuurd. Door een boek dat ze las toen ze daar verbleef, kreeg ze haar eerste mystieke genaden. De behandeling in Becedas had geen effect, en in 1539 werd Theresia doodziek terug naar Ávila gebracht. Nadat ze op de feestdag van Maria-Tenhemelopneming gebiecht had, raakte ze in de toestand van schijn-dood. In die toestand werd ze terug naar het klooster gebracht, en ze bleef zo gedurende drie jaar.

In 1542 genas ze uiteindelijk zonder aanwijsbare natuurlijke oorzaak. Zelf schreef ze haar gene-zing toe aan de heilige Jozef, de bruidegom van de maagd Maria en de voedstervader van Jezus Christus. Ze zou de rest van haar leven een grote devotie voor deze heilige behouden (haar eerst gestichte klooster zou onder zijn bescherming worden gesteld.

Na haar genezing maakte Teresia een periode van geestelijke dorheid door, die gevolgd werd door een tijd van bijzondere genaden. Zo beweerde ze dat haar in 1556 Jezus verscheen om zich met haar mystiek te verloven. In deze tijd van innig contact met God raakte ze ervan overtuigd dat ze de orde van de karmelietessen waartoe ze behoorde moest hervormen. Deze orde was name-lijk, zoals zoveel orden op een bepaald moment van hun geschiedenis hadden meegemaakt, ver-slapt in de naleving van haar kloosterregel. Een dergelijke terugkeer naar het oorspronkelijke elan van een kloosterorde wordt een observantiebeweging genoemd.

Om haar hervorming gestalte te geven stichtte Teresia in 1562 haar klooster van de heilige Jozef, in Avila. Dit was geen sinecure, want er waren geen middelen en ze ondervond veel tegenstand. Het bestaan van zo'n klooster was immers in feite een slag in het gezicht van de bestaande kloos-ters, die bruut geconfronteerd werden met hun eigen falen.

De rest van het leven van Teresia was een aaneenschakeling van enerzijds bijzondere genaden in haar persoonlijke leven, en anderzijds kloosterstichtingen en het schrijven van constituties en mystieke geschriften in haar publieke leven. Wat het eerste betreft zijn de doorboring van haar hart met een vurige pijl van liefde en haar mystieke huwelijk wereldberoemd geworden, onder an-dere door een zeer vlammend barok beeldhouwwerk De extase van Teresia van Bernini in de Santa Maria della Vittoria te Rome (1644-1647). Ze stierf in de Karmel te Alba de Tormes in 1582.

Ze wordt tot op vandaag beschouwd als één van de meest gezaghebbende auteurs op het gebied van de mystieke ervaring. Haar boeken zijn al in vele talen vertaald (zelfs het Arabisch). Naast haar Autobiografie, zijn de Weg van Volmaaktheid" en "Hooglied" goed gekend en is zeker haar laatste werk Innerlijke Burcht het meest beroemd. Ze behoren tot de hoogtepunten van de Spaan-se literatuur. De Innerlijke Burcht met haar vele verblijven, is het symbool van de geestelijke diep-te van de mens en tegelijk een beeld van zijn zeer veelvoudige verhouding met God. Vooral be-schrijft Teresia hier de hoogste graden van mystieke ervaring die in haar andere geschriften nog

! 10

Page 11: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

niet aan bod komen. Een levenslange ervaring en vele gesprekken met theologen en geestelijk levende mensen vinden hun neerslag in dit boek. Het is een uitzonderlijke synthese van leer en ervaring. Teresia zelf noemt haar laatste werk met een tikkeltje fierheid “een juweel”.

In haar denken werd Teresia beïnvloed door de werken van Francisco de Osuna, die op beelden-de wijze uiteenzette wat bijvoorbeeld de stadia van het gebed waren. Teresia werd zaligverklaard door paus Paulus V op 24 april 1614, en heilig verklaard door paus Gregorius XV op 12 maart 1622. In Nederland had de heilige Teresia onder meer grote invloed op de zalig verklaarde karme-liet Titus Brandsma die reeds op twintigjarige leeftijd een bloemlezing van zelf vertaald werk van haar publiceerde. !

2. STRUCTUUR INNERLIJKE MENS De ziel en haar vermogens bij de H. Teresia van Avila

A. De UITERLIJKE ZINTUIGEN : zien, horen, ruiken, smaken en tasten.

B. De INNERLIJKE ZINTUIGEN :

1. De WIL als affectieve kracht, verbonden met het gevoel. Hij stelt zich in vrijheid en verant-woordelijkheid bepaalde doeleinden en streeft die na.

Onderscheid tussen 'oppervlakkige' wil (de buitenkant) die 'aardse vreugde' nastreeft en 'die-pere' wil (kern) die bij of in God verlangt te rusten.

2. Het VERSTAND : ♦ intuïtief-vattende, begrijpende, 'warme', gevoelvolle of beschouwende verstand (= "enten-

dimiento") met een 'vitale' aandacht; ♦ theoretische, overwegende, 'koele' verstand (= "pensamiento") : dit werkt met redenerin-

gen of discursieve gedachten : een beweging van ideeën en beelden; het wordt enigszins vereenzelvigd met de verbeelding.

3. De VERBEELDING en het GEHEUGEN : worden ongeveer gelijkgeschakeld.

De natuurlijke activiteit van deze vermogens wordt gaandeweg in de gebedsopgang vereen-voudigd, ze sluimert in, wordt 'opgeheven' of 'gefixeerd'.

Voor het verstand en de wil maakt de H.Teresia onderscheid tussen een eerder 'drukke' activi-teit (vele en opeenvolgende akten) en een activiteit die intens, enkelvoudig en standvastig is : rustige aandacht of beschouwing voor het verstand en liefde voor de wil: je leeft en bidt in 'lief-devolle aandacht voor God'.

C. Het (bijbelse) HART of de ZIEL

niveau waarop je 'bewoond' wordt door God, waarop je gelooft, hoopt en bemint; met het CENTRUM VAN DE ZIEL (= hogere deel van de ziel) of DE GEEST, het niveau waarop de H.-Teresia de mystieke Godservaring plaatst. !

3. SPIRITUALITEIT - VOORBESCHOUWING In de woonkamer van het ouderlijk huis van Teresa de Ahumada y de Cepeda hing een bijna le-vensgrote schilderij van de Samaritaanse vrouw in gesprek met Jezus aan de put van Jacob. Te-resa heeft er heel haar jeugd kunnen naar kijken. “Heer, geef mij van dat water”. Het levend water is voor Teresa het geliefde symbool geworden van de vereniging met God. Op uitnodiging van de Heer geraak je langs opeenvolgende etappes tot bij de bron van het levend water, die Christus is. Teresa heeft haar dorst naar God overvloedig gelaafd aan die bron, aan de vriendschap met Christus, zodat zij zèlf een bron is geworden, zoals Jezus het aan de Samaritaanse beloofd had:

! 11

Page 12: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

“een opborrelende bron van eeuwig leven” (Joh 4,14). Zij zal op haar beurt de dorst van zovele Godzoekers inspireren door hen de weg te tonen die leidt naar deze geheime en verborgen bron.

Als jonge religieuze was Teresa op weg naar een kuuroord om haar gezondheid te verzorgen. Ze beleefde toen nog niet de strikte clausuur, die zij zelf later zou instellen. In het voorbijgaan houdt ze enkele uurtjes halt bij haar oom Pedro die een bibliofiel was. Hij bezat een prachtige biblio-theek, uitzonderlijk voor die tijd! Teresa zelf was ook weg van boeken en ze doorbladert bij toeval een boek van de Franciscaan Osuna. Een boek over het innerlijk gebed. Vreugde welt op in haar hart. Wat ze al altijd vermoed had en wat zij zelf beoefende, vond ze nu zwart op wit: dat het in-nerlijk gebed geen zaak is van het verstand, van het hoofd, maar van het hart. “Bidden is zijn hart laten spreken tot God”. Zij krijgt het boek van haar oom ten geschenke en ze leest het in één adem uit. Nu is zij bevestigd in haar gebedsleven. Zij geeft zich helemaal aan het innerlijk gebed, aan de liefde. Zij ontdekt God als Liefde! Een Liefde die je kunt onthalen en waar je in liefde kunt op antwoorden. Het wordt een nieuwe keuze voor God.

Teresa heeft geleefd op een scharniermoment van de geschiedenis. Een beroerde tijd. Troebelen binnen en buiten de Kerk. Enerzijds moreel waardenverlies. Anderzijds het uiteenvallen van de eenheid: het protestantisme onder al zijn vormen. Profanering van de kerken, van de Eucharistie, van de priesters. Dit alles heeft een zeer diepe weerklank in de ziel van Teresa. Zij wil de Kerk te hulp komen. “Alsof ik er iets kon aan doen en alsof ik iets betekende ... Me vrouw te weten, niets betekenend en in de onmogelijkheid van nut te zijn in dienst van de Heer zoals ik het zou willen...” (Weg van Volmaaktheid, 1,2). Zij is in tranen wegens haar onmacht om dergelijke kwalen te ver-helpen: die arme aardse Kerk helemaal verscheurd.

”Ik besloot dus het heel weinige dat in mijn bereik ligt te doen” (ibid.). En dat “heel weinige - eso poguito » wordt haar groot Hervormingswerk van de Karmel: met een kleine goed uitgekozen groep religieuzen, begint zij een nieuwe stichting: een kloostertje, arm en sober, afgescheiden van de wereld. Daar kunnen zij zich ten volle wijden aan het innerlijk gebed, aan het vriendschapsrela-tie met God. Het innerlijk gebed zal juist de steun en de hulp zijn die Teresa aan de Kerk aanbiedt. Die eerste hervormde karmelietessen bidden, in stilte en eenzaamheid, voor hen die op de bres staan voor de Kerk: de predikanten, de theologen, de priesters, opdat zij zouden volharden in het authentieke geloof.

Zo wordt de Kerk voor Teresa en haar zusters het voornaamste motief van hun Hervorming. Voor-eerst in het kloostertje van San José in Avila. Maar al heel vlug richt Teresa haar blik op de nieuwe wereld, nog niet zo lang ontdekt. Wat een missiegebied opent zich voor de Kerk. Teresa begrijpt dat God haar vraagt nog andere « duiventillen van de Heilige Maagd » te stichten, waar men bidt en offert voor de uitbreiding van de Kerk. Zij sticht nog 17 kloosters in Spanje en, tegelijk, her-vormt zij ook de mannelijke tak van de Karmel, de ongeschoeide karmelieten, met de hulp van die andere Kerkleraar Johannes van het Kruis. Dat alles om de Kerk die in gevaar is, te ondersteu-nen. « Tot dat doel, mijn zusters, heeft de Heer je hier verzameld » (Weg, 3,10).

Vandaag zijn er 878 van deze karmelietessenkloosters (12.000 karmelietessen) verspreid over heel de wereld: burchten van gebed, zoals Teresa ze zag, in dienst van de Kerk.

Ze overreedde rijke en vrome vrouwen om hun harten en huizen voor haar te openen. Ze schreef vleiende brieven aan machtige mannen, onder wie koning Filips II van Spanje. Ze wist toestem-ming te krijgen om haar kloosters te stichten in steden die al vol stonden met kloosters. Ze reisde per ezel en koets door Castilië en zelfs naar Andalusië en overnachtte in herbergen of onder de sterrenhemel, waar zij eigenlijk veilig achter de muren van een klooster had horen te blijven, zoals van een religieuze vereist werd. Ze maakte kritiek los door haar vrijmoedigheid en oogstte be-wondering voor haar rechtlijnigheid. Wat Teresa betrof, deed zij alles slechts voor de glorie van God. Ze had praktische kennis van financiën en wetgeving en was een vaardig onderhandelaar-ster. Soms werd zij midden in een vergadering overvallen door een van haar vervoeringen, wat zij vervelend en gênant vond. Ze was een zeer zakelijk ingestelde mystica.

! 12

Page 13: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

De laatste vijftien jaar van haar leven reisde zij vrijwel ononderbroken om zo veel mogelijk kloos-ters te stichten - ondanks haar aanhoudende gezondheidsproblemen en de steeds heviger te-genwerking van zowel wereldlijke als kerkelijke autoriteiten. Zo stond de pauselijke nuntius Filippo Sega zeer negatief tegenover Teresa. Bekend is zijn beroemde karakteristiek van haar als “een labiele, rusteloze, ongehoorzame en weerspannige vrouw die, uit naam van de vroomheid, valse leren ontwierp, haar klooster verliet tegen de bevelen van het Concilie van Trente en van haar su-perieuren in en die onderwees als was zij een meester, ondanks het bevel van de heilige Paulus dat vrouwen niet mochten onderwijze”. Teresa hoorde wat de nuntius over haar gezegd had en voelde zich beledigd. “Ze zeggen dat ik een rusteloze zwerfster ben en dat de kloosters die ik ge-sticht heb noch door de paus, noch door de generale overste geautoriseerd zijn,’ klaagde ze te-gen een voormalige biechtvader die invloed had in de Koninklijke Raad. “Welke nog vervloeken-der en onchristelijker woorden hadden ze kunnen bezigen?” Beschadiging dus en zelfs laster. Haar toewijding aan een leven van gebed en zelfverzaking deed de conventionele zusters en pa-ters al snel verslapt en zelfgenoegzaam schijnen - een feit dat zij haar niet konden vergeven. Te-gen de tijd dat zij overleed in 1582 - nog altijd onderweg - werd zij wijd en zijd vereerd als een hei-lige. !

4. INNERLIJKE BURCHT In 1577, vijf jaar vóór haar dood, schrijft de 62-jarige Teresia in Toledo haar meesterwerk: de “Ver-blijven van de Innerlijke burcht” of het “Kasteel der ziel”. In dit werk, dat de kroon zet op al wat ze heeft geschreven, geeft ze een synthese van de gebedsweg. Vijf jaar te voren, in 1572, had zij zelf de genade van het geestelijk huwelijk ontvangen. Het is dus vanuit het bereikte einddoel dat zij de gehele weg overschouwt.

Ik kan hier slechts een globaal overzicht geven van dit werk en dus meteen van de mystieke op-gang van de mens. Vervolgens zullen we even stilstaan bij de oorspronkelijkheid van Teresia, door te wijzen op enkele opvallende kenmerken van haar leer ( = Nabeschouwingen).

De heilige vergelijkt de ziel met een burcht of kasteel, dat vele woningen of verblijven telt. Deze verblijven zijn concentrisch geschikt : er zijn er ontelbaar vele, maar men kan ze toch groeperen in zeven afdelingen. Gemakkelijkheidhalve spreekt ze dan ook van zeven verblijven. De zevende verblijven zijn het centrum van de ziel: daar woont God. De gehele mystieke opgang zal er in be-staan dieper en dieper door te dringen in de ziel, tot men uiteindelijk het centrum bereikt waar God woont. De mystiek van Teresia is dus een mystiek van inkeer, van geleidelijke verinnerlijking.

De belangrijkste beelden die Teresia gebruikt zijn : burcht, de twee bronnen (4e verblijven), de zij-derups die zich ontpopt tot een mooie vlinder (5e verblijven) en de bruidsymboliek (vanaf 6e ver-blijven).

1e verblijven : sporadische pogingen tot gebed

De deur waardoor men de burcht of het kasteel binnengaat is het gebed. Wie nooit bidt, staat bui-ten de burcht. In de eerste verblijven wonen de mensen die - zegt Teresia - af en toe in de maand bidden, zij het ook vol duizend beslommeringen. Zij hebben veel moeite om te bidden, omdat zij nog geheel opgaan in aardse dingen, en daarom hun gedachten niet kunnen beheersen. Wan-neer zij de drempel van de burcht overschrijden, komt er zoveel kruipend ongedierte mee, dat ze daardoor de schoonheid van de burcht niet kunnen genieten, noch er kunnen uitrusten. Maar ze staan tenminste niet helemaal buiten.

2e verblijven : op de tweesprong

De tweede verblijven zijn de verblijven van de mens die op de tweesprong staat, de mens in nood. In de eerste verblijven had men een betrekkelijke vrede: men kon met een gerust geweten op-gaan in de kleine genoegens van het dagelijks leven. Nu wordt deze vrede verstoord. Om te spre-

! 13

Page 14: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

ken met de heilige: in de eerste verblijven was men doofstom; men hoorde Gods stem nog niet, en daarom leed men er ook niet onder dat men Hem niet kon antwoorden. In de tweede verblijven echter is men alleen maar stom: men hoort wel de uitnodigingen van de genade, maar men heeft nog niet de kracht om ze te beantwoorden. Dit is een bron van verdriet. En men lijdt dan ook veel meer in deze verblijven dan in de eerste.

Deze tweede verblijven zijn in onze tijd ongetwijfeld zeer bevolkt. Juist in een welvaartstaat is de mogelijkheid groot dat er innerlijk een heilige onrust groeit. Mensen die niet genoeg te eten heb-ben, zoeken hun heil in brood ; mensen die leven onder de druk van een totalitaire staat, verwach-ten het heil van de vrijheid. Maar juist als al deze behoeften voldaan zijn, kan het gebeuren dat de mens zich geleidelijk bewust wordt van een nog fundamentelere behoefte, een nood die ligt op een dieper niveau en die alleen kan voldaan worden door een diepere werkelijkheid.

In deze fase van innerlijke nood, van heilige onrust, is het goed - schrijft de heilige - gelijkgezinde mensen op te zoeken, mensen dus die zelf deze nood kennen of gekend hebben. Wanneer deze mensen al wat dieper doorgedrongen zijn in de burcht, bestaat zelfs de mogelijkheid dat zij hun vrienden meenemen naar de hogere verblijven. Het is dus van het grootste belang deze weg niet alleen te willen gaan.

!!Derde verblijven : geregeld beoefend gebed

In de tweede verblijven stond men voor de keuze, maar men had nog niet de moed de knoop door te hakken. Nu heeft men resoluut de nauwe weg naar het leven ingeslagen. Men is vast besloten God nooit meer te beledigen, zelfs niet door dagelijkse zonden. Men gebruikt zijn tijd nuttig, men heeft een vaste tijd voor het gebed. Vooral dit laatste is het beslissende. Men besteedt dagelijks een zekere tijd aan het inwendig gebed.

Hoe ziet dit inwendig gebed er uit? In de derde verblijven heeft het nog niets met beschouwing te maken. Het is een actief gebed. Als men een tuin (beeld van de ziel) wil besproeien - zegt Teresia - kan men dit op vier manieren doen: men kan het water moeizaam met een emmer ophalen uit een put; men kan ook gebruik maken van een scheprad; vervolgens kan men ook de tuin door een rivier laten bevloeien ; tenslotte kan de Heer zelf de tuin begieten door overvloedige regen. Bij elke nieuwe wijze wordt de inspanning van de tuinman geringer, tot het uiteindelijk helemaal van-zelf gaat. In het gebed van de derde verblijven wordt de ziel besproeid volgens de eerste wijze: men haalt het water op uit een put. Men stelt zich eenvoudig de Heer Jezus voor in een bepaalde episode van zijn leven, bv. aan de geselkolom, of bij het laatste avondmaal, of men beeldt zich in dat men als Nicodemus in de stilte van de nacht met Hem een liefdevol gesprek mag houden. En dan spreekt men met Hem, heel eenvoudig, ongekunsteld. Men zegt aan de Heer alles wat in het hart en op de lippen komt, men spreekt zijn liefde uit, men dankt Hem voor zijn vriendschap, men smeekt Hem om de genade van een trouwe liefde…

In de derde verblijven begint men dus geregeld en systematisch inwendig gebed te verrichten, en dit gebed bestaat in een liefdevol gesprek met God. Men kan dit gebed verrichten telkens als men het wil.

Vierde verblijven: op de drempel van de mystiek

Maar zo is het niet langer in de vierde verblijven. Hier betreden we het heiligdom van de mystiek, d.w.z. van het gebed dat wij niet langer op eigen initiatief kunnen verrichten, maar dat ons ge-schonken wordt door God wanneer Hij het wil. Men mag niet denken dat men altijd de drie voor-gaande verblijven moet doorlopen hebben, alvorens de vierde verblijven te bereiken. De heilige wijst er uitdrukkelijk op en de ervaring leert ook dat er wel eens sprongen worden gemaakt. Zo schrijft Teresia: ”Men denkt wellicht dat men, om deze verblijven binnen te gaan, lange tijd in de

! 14

Page 15: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

voorgaande moet hebben doorgebracht. Ofschoon men gewoonlijk in de verblijven, waarvan ik tot hiertoe gesproken heb, vertoefd moet hebben, geldt dit toch niet als een vaste regel, zoals gij reeds meermalen zult gehoord hebben, omdat de Heer zijn gunsten geeft als iets dat Hem toebe-hoort, wanneer Hij wil en zoals Hij wil en aan wie Hij wil, zonder dat Hij daarbij iemand onrecht doet”.

De eerste vormen van mystiek gebed, die kenmerkend zijn voor deze verblijven, worden door Te-resia ‘bovennatuurlijke (zij bedoelt: passieve) ingekeerdheid’ en ‘gebed der goddelijke genieting’ genoemd. Beide vormen van gebed vloeien gemakkelijk in elkaar over. We behandelen ze daar-om samen onder de meer gebruikelijke term ‘gebed van rust’.

Dit gebed komt dikwijls onverwachts, en men ervaart het door een zacht naar binnen getrokken worden. “ De grote Koning die in de burcht zijn verblijf houdt, gedraagt zich als de goede herder: door een zacht gefluit vermaant Hij de vermogens niet zo verloren rond te dolen, maar zijn woning weer binnen te gaan. Dit gefluit van de herder heeft zulk een kracht, dat zij zich van de uitwendige zaken, waarin zij verward waren, ontdoen en de burcht binnentreden”. Hier is er dus een aantrek-king van binnen uit: de mens hoeft zich slechts over te geven, zich gewonnen te geven voor deze magneet in het centrum van de ziel. Sommigen - schrijft de heilige nog - zeggen dat het is zoals bij een egel of schildpad die zich intrekt. Maar dat is niet helemaal juist want “deze dieren kunnen zich intrekken wanneer zij willen ; wij echter hebben het niet in onze macht; het geschiedt slechts wanneer God ons deze gunst verleent”.

De algemene psychologische indruk van dit gebed is: diepe rust, vrede, vreugde, genot. Het genot van dit gebed kan men echter niet vergelijken met het genot van het actief gebed: hier komt het vanuit een grote diepte. “Deze genietingen hebben hun oorsprong niet in het hart, maar in een ander, nog meer innerlijk deel, als uit een grote diepte. Me dunkt, het moet, zoals ik later heb in-gezien... wel in het middelpunt der ziel zijn”. Men zou kunnen zeggen dat men in dit gebed een nieuwe zone van die ziel ontdekt: een dieper niveau waar men vroeger zelfs geen besef van had. Het actief gebed speelt zich af op het niveau van het kleine, empirische ik : het ik dat praat en eet en slaapt, dat verlangt, dat bang is, ontmoedigd en woedend. In dit gebed ontdekt men voor de eerste maal het waarachtig ik van de mens, wat men nu ook het ‘zelf’ noemt. Zolang men leeft in het kleine ik, leeft men gedurig in spanning en angst en vrees: want het kleine ik is datgene wat ons afgrenst van en in verzet brengt tegen de anderen. Vanuit het kleine ik ziet men de anderen als rivalen, als bedreiging, als tegenstanders. Vanuit dit diepere niveau echter ziet men de ande-ren als broeders, als bondgenoten : want dit diepere dat men in dit gebed van rust mag vervoe-gen, is juist wat men gemeenschappelijk heeft met de anderen, wat bindt aan de anderen. Daar-om is juist een van de meest opvallende gevolgen van dit gebed een grote mildheid tegenover alle mensen. Men kan niemand meer veroordelen, men wordt barmhartig : een universele ‘commise-ratio ‘.

Hier zet men echter pas de eerste stappen in dit nieuw ontdekte gebied, aarzelend en onzeker. Er is immers in het gebed van rust een innerlijke splitsing. Een deel van de mens, nl. de wil, wordt door God naar binnen, naar het centrum van het kasteel aangezogen. Maar de aantrekking van God is nog niet sterk genoeg om ook de andere vermogens te boeien. Deze andere innerlijke vermogens: verstand, geheugen, verbeelding blijven dus vrij, en opereren of kunnen althans ope-reren op een volkomen onafhankelijke manier. Dit is een zeer eigenaardige toestand. Een deel van de persoonlijkheid verwijlt aan de oppervlakte, terwijl een ander deel in de diepte leeft. “De verbeelding vliegt zo snel heen en weer, dat alleen God in staat is ze te binden, wanneer Hij ons zó met zich verbindt, dat wij wel van het lichaam ontbonden schijnen. Enerzijds zag ik, naar ik meende, de vermogens der ziel met God bezig en in Hem gekeerd ; anderzijds zweefde de ver-beelding verward rond ; het was om krankzinnig te worden”. Er bestaat geen wondermiddel om de verbeelding aan banden te leggen. Het beste is ze gewoon haar gang te laten gaan en er zich niets van aan te trekken. ”Laat de molen maar rustig klepperen”, schrijft de heilige.

! 15

Page 16: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

Het feit dat hier alleen de wil door God wordt ingepalmd, brengt mee dat men in het gebed ook kan reflecteren op zichzelf: met de vermogens die niet geboeid zijn en nog aan de oppervlakte le-ven, kan men er zich rekenschap van geven dat de wil in God verzonken is. M.a.w. men kan zich in de loop zelf van dit gebed uitdrukkelijk bewust worden van het feit dat men het gebed van rust ontvangt. En er zelfs een beetje trots op zijn. Maar een dgl. reflectie, die soms onwillekeurig op-komt, voelt men aan als een valse noot, een dissonant, iets wat men verafschuwt en toch niet kan verhinderen. Deze innerlijke verdeeldheid maakt dat de vreugde, die men in dit gebed smaakt, toch geen onverdeelde vreugde is. En hoe meer ervaring men heeft van dit gebed, des te duidelij-ker men ook voelt dat er nog iets aan ontbreekt.

Vijfde verblijven : de vereniging

In de vijfde verblijven wordt deze innerlijke splitsing opgeheven. Het gefluit van de herder is hier zo sterk, dat niet alleen de wil, maar ook de andere vermogens: verstand, geheugen, verbeelding, naar binnen getrokken worden. Dit gebed noemt de heilige ‘gebed van vereniging’. Hier leeft de gehele mens op dat dieper niveau. Hier is het kleine ik gestorven, althans momenteel. Hier is geen zelfreflectie meer mogelijk. Men is totaal buiten zichzelf, maar in een andere zin ook eindelijk totaal in zichzelf, in zijn diepste zelf. Het is slechts als dit gebed voorbij is, dat men zich reflexief bewust kan worden dat men het gehad heeft. “In het gebed van vereniging zijn wij geheel in slaap en wel in slaap met betrekking tot de dingen der wereld en onszelf (want in waarheid, gedurende de korte tijd dat het duurt, is de ziel buiten zichzelf, zodat zij niet denken kan, zelfs al zou zij het willen). Tot zelfs in het beminnen, indien zij daartoe in staat is, weet zij niet hoe, noch begrijpt zij wie het is die zij bemint, noch wat zij verlangde. In één woord, zij is geheel gestorven voor de we-reld, om des te krachtiger te leven in God”.

Dit gebed gaat gepaard met een onuitsprekelijk genot: hier bereikt men het doel waarvoor men geschapen is. Er is voor een mens geen grotere vreugde dan volledig te sterven aan zichzelf en zich aldus in God te hervinden. Alle godsdiensten hebben dit op een of andere wijze beklemtoond. Er is in elke mens een goddelijke kern, die tegelijk zijn diepste wezen is. “Deus interior intimo meo - zegt Augustinus -God is meer mijzelf dan ikzelf”. Wie zich dus geheel aan God geeft, vindt met-een zichzelf. Wie zijn leven verliest, zal het winnen. Het kan niet anders, vermits de mens ge-schapen is naar het beeld van de drie-ene God, en ook de Vader slechts zichzelf kan zijn door zich totaal weg te schenken aan de Zoon; en evenzo de Zoon aan de Vader.

Dit gebed van vereniging duurt echter nooit lang, dikwijls slechts de tijd van een ‘Ave Maria’, en wel nooit langer dan een half uur. Het gebed van rust kan dagen en zelfs weken duren : terwijl de wil met God verenigd is, kan men toch de gewone beroepsbezigheden blijven verrichten, omdat de andere vermogens vrij gebleven zijn. Het gebed van vereniging moet noodzakelijk van korte duur zijn : aangezien het de mens geheel opslorpt, maakt het hem immers onbekwaam tot enig ander werk.

Zesde verblijven : blind en doof voor de wereld

De zesde verblijven zijn de verblijven van de extatische toestanden. Terwijl in het gebed van vere-niging de innerlijke vermogens (wil, verstand, geheugen, verbeelding) door God werden aange-trokken zodat ze in hun natuurlijke werking werden verlamd, worden nu ook uiterlijke vermogens (gezicht, gehoor enz.) geboeid. In het gebed van vereniging kon men nog gestoord worden door lawaai, door pratende mensen, en kon men ook nog weerstand bieden. Hier, in de extase, is men blind en doof geworden voor de wereld, en is alle weerstand onmogelijk. In deze verblijven is dus het somatisch aspect meer opvallend. Het is soms alsof de ziel zich uit het lichaam terugtrekt. “Wanneer God zulk een ziel in verrukking wil brengen, wordt haar de ademhaling zozeer belet... dat zij in het geheel niet spreken kan ; een andere maal worden alle zintuigen terstond van hun werking beroofd en worden de handen en het gehele lichaam zo koud, dat de ziel het schijnt ver-laten te hebben en men soms niet weet of het nog ademt”.

! 16

Page 17: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

De heilige behandelt hier nog verschillende gunsten, die eerder uitzonderlijk zijn. Veel belangrijker is echter wat zij schrijft over het lijden, dat men op dit punt van de weg moet doormaken. In een tiental bladzijden geeft zij een complete uiteenzetting van wat Sint Jan van het Kruis de ‘nacht van de geest’ zal noemen. Deze golf van lijden is de laatste proef of uitzuivering die men moet door-staan alvorens de definitieve vereniging kan plaatsvinden. ”De Bruidegom slaat geen acht op de vurige begeerte die de ziel koestert, reeds het verlovingsfeest te vieren. Hij wil dat haar verlangen nog aangroeit en dat dit gebed, het grootste van alle goederen, haar iets koste”.

Zevende verblijven : een nieuwe schepping

De zevende verblijven betreffen de omvormende vereniging, die door veel mystieken en ook door Teresia het ‘geestelijk huwelijk’ wordt genoemd. De heilige ontving de genade van het geestelijk huwelijk bij gelegenheid van een op zichzelf onbeduidend feitje. Op een morgen in november 1572 deelde de H. Johannes van het Kruis de communie uit. Hij wist dat de heilige er prijs op stelde een grote hostie te ontvangen. Om haar te versterven brak hij de hostie in tweeën en gaf een deel aan een andere zuster. Teresia schrijft : “Ik wist wel dat de Heer tegenwoordig blijft, al is het nog in zo’n klein stukje. Zijne Majesteit zeide me : ‘Vrees niet, dochter, niets is in staat u van mij te scheiden’. Zo gaf Hij mij te verstaan dat het geen belang had. Daarna verscheen Hij in een visioen der verbeelding, geheel in mijn binnenste... Hij gaf me zijn rechterhand en zei me: “Zie naar deze spijker; hij is een teken dat ge van nu af aan mijn bruid zult zijn. Tot nog toe hadt ge het niet verdiend ; maar van nu af aan zult ge niet alleen voor mijn eer ijveren omdat ik uw Schepper en uw Heer en uw God ben, maar omdat ge mijn waarachtige bruid zijt. Mijn eer is de uwe en de uwe is de mijne” .

Hier begint een totaal nieuwe toestand. Er is geen spraak meer van opslorping of verlamming van de vermogens; de vermogens blijven nu volkomen vrij, juist omdat de vereniging zich hier voltrekt in de diepste kern van de ziel, boven en buiten de vermogens om. ”Deze geheime verbintenis wordt voltrokken in het meest innerlijk middelpunt der ziel, dat wel de plaats moet zijn waar God zelf woont... In haar binnenste, in iets heel dieps, waarvan zij niet kan zeggen wat het is, omdat zij niet gestudeerd heeft, gevoeld zij zich in dit goddelijk gezelschap”.

Het gebed van vereniging van vroeger, de extases ook waren slechts vluchtige bezoeken van de Beminde, die als een liefdesvuur de laatste onvolmaaktheden wegbrandden. Die bezoeken kon-den wel zeer veelvuldig zijn, maar toch nooit duurzaam, omdat het lichaam nog te veel deel had in deze ervaringen en de mens niet bestand is tegen dgl. voor het lichaam uitputtende mededelingen van God. Hier is de diepste kern van de ziel getransformeerd en is de vereniging met God dan ook blijvend.

Teresia zegt dat de vereniging zich hier voltrekt in de diepste kern van de ziel, nl. in de geest. De heilige kende filosofie noch theologie, maar heeft, geleidelijk, alleen maar voortgaande op haar ervaring, een zekere structuur in de ziel ontdekt. In de ziel onderscheidt zij enerzijds de ‘geest’, nl. de zuiver geestelijke substantie van de ziel, die zij ook het wezenlijk deel of het middelpunt van de ziel noemt, en anderzijds de ziel in haar bezielende functie t.o.v. het lichaam. In deze toestand van het geestelijk huwelijk is de ‘geest’ definitief met God verenigd, zonder enige inmenging van het stoffelijke, terwijl de vermogens intussen hun normale activiteit kunnen verrichten. Daarom kunnen er aan de oppervlakte nog moeilijkheden en verdriet zijn, maar het diepste van de ziel blijft altijd in vrede. “De ziel verplaatst zich niet meer uit haar middelpunt en verliest de vrede niet, want Hij die deze aan de apostelen gaf, terwijl zij bij elkander waren, kan die ook aan haar geven”.

De vereniging met God werkt hier dus niet meer storend. Integendeel, het feit dat men de harmo-nie heeft bereikt waarvoor men geschapen is, brengt mee dat men ook veel vlotter en efficiënter de gewone beroepsbezigheden verricht. Zo begrijpt men ook dat de grootste mystieken meestal ook een ongelooflijke activiteit hebben ontplooid. Teresia zelf is hiervan een treffend voorbeeld in minder dan twintig jaren tijd sticht ze zeventien kloosters. In het boek ‘de kloosterstichtingen’ heeft

! 17

Page 18: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

ze dit op boeiende wijze verteld. Elke stichting is een roman op zichzelf en een bewijs voor de vi-taliteit van de stichteres. !

4. NABESCHOUWINGEN Dit was wel een zeer vluchtige reis doorheen de ‘burcht’ of het ‘kasteel’. Het beeld zou zeker on-toereikend zijn, indien we niet nog even wezen op enkele opvallende trekken, die de leer van Te-resia kenmerken en meteen haar oorspronkelijkheid in het licht stellen.

zuivere ervaring

Teresia’s beschrijving van de mystiek ziet er heel anders uit dan de beschrijvingen van de middel-eeuwse mystieken (de Victorijnen, Meister Eckhart, Jan van Ruusbroec, Johannes Tauler). Bij de middeleeuwse mystieken vindt men een filosofisch-theologische theorie van de mystiek met veel neoplatoonse elementen. Teresia daarentegen beschrijft wat ze heeft beleefd. Ze doet dit op een zeer eenvoudige manier, aan de hand van vergelijkingen en beelden. Zij schrijft immers voor haar medezusters in de Karmel : zij wil hen helpen om geen tijd te verliezen op de weg naar de vereni-ging met God. Het feit dat zij geen theologie kende was alleen maar een voordeel : zo kwam zij nooit in de verleiding haar ervaring te wringen in het keurslijf van theologische categorieën. Zij is dan ook onovertroffen in de beschrijving van de verschillende mystieke ervaringen. Zoals vele mystieken echter vertoont zij een neiging om wat ze zelf heeft beleefd enigszins te verabsolute-ren: ze beschouwt haar eigen ervaringen wel eens te gemakkelijk als normgevend. Zo schrijft ze bv. over het geestelijk huwelijk: “Als God deze gunst voor de eerste maal aan de ziel verleent, verschijnt Zijne Majesteit aan de ziel in een visioen der verbeelding van zijn allerheiligste Mens-heid, opdat zij wel begrijpt dat zij deze alles overtreffende genade ontvangt”. Zo heeft zij het zelf wel ervaren, maar zo hoeft het niet noodzakelijk te zijn. Er zijn grote mystieken die de hele weg hebben afgelegd en toch nooit een visioen van de verbeelding hebben gehad.

niet denken, maar beminnen

Het inwendig gebed en de gehele mystieke weg is bij Teresia bijzonder affectief geladen. Het gaat er niet om met het verstand dieper en dieper door te dringen in de geheimen Gods. Het woord ‘beschouwing’, dat de heilige evenals alle mystieken vaak gebruikt, is eigenlijk een misleidend woord het woord komt uit de intellectuele sfeer, terwijl het - bij Teresia en ook bij Johannes van het Kruis - gaat om liefde. Beschouwing is nl. een duistere, maar toch werkelijke ervaring van God, die in wezen liefde is. “Om grote vorderingen op deze weg te maken en op te klimmen tot de ver-blijven waarnaar wij verlangen, is het niet van belang veel te denken, maar wel veel te beminnen”. En volgens haar bekende definitie “is het inwendig gebed niets anders dan een onderhoud met een vriend, van wie wij weten dat hij ons bemint, en met wie wij daarom dikwijls samenkomen om alleen en vertrouwelijk met hem te spreken”.

De affectieve inslag van het gebed maakt ook begrijpelijk dat vrouwen er meer ontvankelijk voor zijn en er groter vorderingen in maken. In haar autobiografie schrijft Teresia: “God schenkt deze gunsten veelvuldiger aan vrouwen dan aan mannen. Ik hoorde dit van de H. Broeder Pedro de Al-cantara en ik heb dit ook zelf gezien. Hij zei dat vrouwen op deze weg veel meer vorderingen ma-ken dan mannen, en gaf daarvoor uitstekende redenen op, alle ten gunste der vrouwen; er is hier echter geen reden voor, deze hier mee te delen”. Hoe spijtig dat Teresia hier niet op in is gegaan Maar ze kon dat ook niet. Ze zou zeker last hebben gehad van de Inquisitie.

!Christus in het centrum

Opvallend is het christocentrisch karakter van Teresia’s mystiek. Voor haar is de mystiek niet het verdwijnen van de mens in het goddelijke Al, maar een zeer persoonlijke bruidsverhouding met de Godmens Christus. Zij kan het dan ook niet eens zijn met de mening dat in de loop van de mys-

! 18

Page 19: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

tieke opgang de persoon van Christus en zijn heilige mensheid geleidelijk op de achtergrond zou-den geraken. Ze spreekt er reeds over in haar levensbeschrijving, haar eerste boek: “In de gewo-ne regel heeft ons verstand een steunpunt nodig, al verheft de ziel zich nu en dan boven zichzelf en is zij dikwijls zozeer van God vervuld, dat zij geen schepsel nodig heeft om in zichzelf te tre-den. Dit is echter niet de gewone regel; in onze dagelijkse bezigheden, in vervolging en lijden, waarin wij niet zulk een diepe rust kunnen bewaren, in tijden van dorheid is Christus onze beste vriend, omdat wij Hem mens zien, zwak en in lijden ; Hij leeft met ons mee. Gewennen we ons aan die voorstelling, dan zullen wij Hem zeer gemakkelijk bij ons zien”. Wanneer ze meer dan tien jaar later de ‘Innerlijke burcht’ schrijft, blijkt ze nog versterkt in haar overtuiging. “Men heeft ge-tracht me te weerleggen - merkt ze schamper op - en gezegd dat ik het niet begreep... en dat wie het eerste begin voorbij is, zich beter bezighoudt met de dingen der Godheid en de lichamelijke dingen vlucht; doch men zal mij nooit doen zeggen dat dit de goede weg is... Let wel op wat ik hier zeg en gelooft niet wie u iets anders zegt”.

in het hart van het leven.

De mystiek van Teresia staat in het hart van het leven. Teresia kan geen bladzijde schrijven over mystiek zonder meteen af te dwalen - maar eigenlijk is het geen afdwalen - en te gaan schrijven over wat men moet doen om zover te komen en wat anderzijds de uitwerking is van deze mystiek in het leven. De ‘Weg der volmaaktheid’ die zij bedoelde als een verhandeling over het gebed, is bijna voor de helft gewijd aan de concrete voorwaarden die men moet vervullen om tot de be-schouwing te komen. Deze voorwaarden zijn in feite de beoefening van de volgens haar drie be-langrijkste deugden : de naastenliefde, de onthechting aan al het geschapene en de ware nede-righeid. Teresia is er van overtuigd dat er een harmonie moet bestaan tussen het gebed en het concreet, dagelijks leven. Aan de wijze waarop iemand leeft, zal men bovendien kunnen zien of de voorgewende mystieke genaden authentisch zijn. “Obras! Obras !” roept Teresia gedurig tot haar zusters. Waarom deze werken? De heilige vroeg het eens aan de Heer: « Waarom, Heer, verlangt Gij mijn werken ? » Hij antwoordde: « Om uw wil te zien, dochter ». Als de innerlijke ge-zindheid echt is, noopt ze tot daden. De mystieker leeft niet in het abstracte, niet in de wolken. Elke mystieke genade betekent meteen een nieuwe opgave. Als antipode van deze existentiële mystiek zouden we kunnen wijzen op de ervaringen bij het gebruik van bewustzijnsverruimende middelen: marihuana, hasjiesj, opium, LSD, mescaline enz. Ongetwijfeld kan men met behulp van deze middelen komen tot zekere pseudo-mystieke ervaringen. Maar deze mystiek staat uiteinde-lijk los van het leven: men wordt er innerlijk niet door veranderd. Daarom is het ook pseudo-mys-tiek. De echte mystiek maakt de mens beter, reiner, onbaatzuchtiger, liefdevoller...

Het gebeurt niet zelden, vooral in onze tijd, dat mensen die met de leer van Teresia kennis maken, zich geïrriteerd tonen en opwerpen dat wat Jezus zegt over het gebed veel eenvoudiger is, dat al die ‘uitrafelingen’ alleen maar tot gevolg hebben dat men gedurig naar zichzelf gaat kijken om te zien in welk verblijven men al is aangeland. Dit gevaar is inderdaad niet denkbeeldig, en ook Te-resia waarschuwt er voor: ”Wanneer ik zielen zie, die er op uit zijn te weten, welke trap van gebed zij hebben bereikt,... leid ik hieruit af, dat zij weinig begrip hebben van de weg die tot de vereni-ging voert”.

Maar anderzijds kan een volledige uiteenzetting van de gebedsweg, door iemand die zelf deze weg tot het einde is gegaan, veel hulpeloosheid en onzekerheid voorkomen, veel onbegrip uit de weg ruimen. Het evangelie bevat in feite alles, ongetwijfeld, maar meestal hebben wij anderen nodig die ons helpen de rijkdom van het evangelie te ontvouwen. Teresia antwoordt zelf op de be-denkingen van hen, die in naam van de evangelische eenvoud uiteenzettingen over gebed en mystiek zonder meer afwijzen: “O God, het kwaad ligt hierin, dat wij van mening zijn dat wij niets anders hebben te leren dan aan U te denken. Daarom weten wij zelfs niet te ondervragen wie ons kunnen onderrichten, en begrijpen wij ook niet wat wij hun te vragen hebben. Zo maken wij dik-wijls vreselijke kwellingen door, omdat wij onszelf niet kennen, en het gebeurt dat wij voor een grote fout aanzien wat niet alleen niet verkeerd, maar zelfs goed is. Dit is een bron van kwellingen

! 19

Page 20: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

bij velen, die zich op het gebed toeleggen: van haar klachten over inwendig lijden, ten minste bij een groot gedeelte van hen dié niet genoeg onderlegd zijn; van die aanvallen van zwaarmoedig-heid, waardoor zelfs de gezondheid benadeeld wordt, ja, zelfs het gebed geheel wordt nagelaten: omdat ze niet begrijpen dat er in ons binnenste een gehele wereld is”.

In deze conferentie kan ik slechts in vogelvlucht’ de ‘Innerlijke burcht’ voorstellen. Hopelijk word je er door uitgenodigd tot verdere exploratie, niet enkel van het boek van Teresia, maar vooral van het levende kasteel van jouw ziel, jouw “Innerlijke burcht”. !

6. OVERZICHT KLOOSTERSTICHTINGEN !

$ 7. ENKELE PUBLICATIES !

Teresia van Avila - Mystieke werken vol 1, 2, 3 & 4, Carmelitana, Gent.Tot vandaag geldt deze publicatie als het standaardwerk in de Nederlandse taal.Deel 1 (502 blz.):Weg van volmaaktheidWeg van volmaaktheid is hét handboek en kompas van Teresia's spiritualiteit. Geschreven in een tijd van woelige veranderingen en verwarring, blijkt dit boek een trefzekere gids op de weg van gebed en evangelisch leven.Hooglied

! 20

Page 21: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

In dit boek geeft Teresia een heel eigen commentaar op het gelijknamige bijbelboek dat de liefde bezingt tussen twee jonge mensen als ideaalbeeld van Gods liefdevolle relatie met zijn volk. Voor Teresia is het een inspiratiebron om iets te verwoorden van de doorvoelde liefde voor God die en-kel met beelden en poëzie kan gesuggereerd worden.Deel 2 (383 blz.):KloosterstichtingenDit boek is een aangename kennismaking met een zeer menselijke heilige, met een mystica die een diepe Godservaring paart aan nuchter organisatietalent. In dit deel werd naast de geschiede-nis van de kloosterstichtingen ook de tekst van de wetgeving voor Teresia's eerste kloosters op-genomen.Deel 3 (527 blz.):Innerlijke burchtDe innerlijke burcht met zijn vele verblijven is het symbool van de geestelijke diepte in iedere mens en tegelijk beeld van zijn verhouding met God. Vooral beschrijft Teresia in dit boek de hoog-ste graden van mystieke ervaring, die in haar andere geschriften niet aan bod komen. Het is een uitzonderlijke synthese van leer en ervaring. Teresia zelf noemt het een met een tikkeltje fierheid "een juweel".GewetensbrievenDit deel bevat strikt persoonlijke brieven van Teresia aan haar geestelijke leiders, notities van haarzelf waarbij ze innerlijke ervaringen tracht te verwoorden, enz. Deze brieven hebben toch een gemeenschappelijk kenmerk, nl. een mystieke toon.Dit deel is enkel verkrijgbaar in de nieuwe uitgave! Deel 4 (338 blz.):Mijn leven - autobiografieDe inhoud van dit boek was oorspronkelijk niet bestemd voor publicatie. De auteur wou zeker niet een anoniem lezerspubliek bereiken. Teresia schreef deze bladzijden voor een kleine groep men-sen met een duidelijk verlangen: dat ze haar beter zouden kennen, en helpen in het zoeken naar de waarheid. Ondanks alle voorzorgen van Teresia en tegen haar bedoelingen in, zal dit verhaal vlug bekendheid verkrijgen. We mogen gerust stellen dat het tot de klassiekers van de wereldlite-ratuur behoort.Teresa van Avila . Een spirituele biografie

Auteur: Cathleen Medwick Ten Have Baarn / Carmelitana Gent, 352 blz.

♦ Vonken uit de hemel. In gesprek met Teresa van Avila Auteur: Julie Feldbrugge, Valkhof Pers, 342 blz. ♦ Gevallen in de armen van God. Meditaties met Teresia van Avila

Auteur: Megon Don Ankh-Hermes bv – Deventer 2006, 239 blz.

♦ Zo mooi vanbinnen. Ontdekkingsreis met Teresa van AvilaAuteur: Myrjam De Keyser Bijzonder 2006, 160 blz.

♦ Teresia van Avila en haar tijdAuteur: Walter Nigg Het boek bevat tevens 55 kleurenfoto's van Helmut Loose De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen/Amsterdam Carmelitana, Gent, 120 blz.

! 21

Page 22: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

♦ L'oraison, une histoire d'amitiéAuteur: Maximiliano Herraiz GarciaEdit. du Cerf, Paris, 100 blz.

♦ Comment faire oraisonAuteur: Guido StinissenEdit. du Cerf, Paris, 90 blz.

♦ Oeuvres complètesde sainte Thérèse de JésusAuteur: R.P. Grégoire de Saint Joseph Edit. du Seuil, Paris, 1645 blz.

♦ Oeuvres complètesThérèse d’AvilaAuteur: Mère Marie du Saint-Sacrement Edit. du Cerf, Paris, Vol. 1+2: 2441 blz. !

U kunt deze publicaties bestellen of rechtstreeks aankopen bij: Boekhandel Carmelitana : Burgstraat 92, 9000 Gent (naast parking). Openingsuren: van dinsdag tot vrijdag : van 13.00 u tot 18.00 u; zaterdag van 10.00 u tot 12.00 u en van 13.00 u tot 18.00 u; gesloten op zon- en maandag. Tel. 09 / 225 48 36 - [email protected] - www.carmelitana.be !

5. GEBED !Mijn God,

ik hoef niet naar de hemel te klimmen om met U te spreken

en bij U mijn vreugde te vinden. Ik moet mijn stem niet verheffen

om met U te praten. Al fluisterde ik heel zacht,

Gij hoort me reeds: want Gij zijt in mij,

ik draag U in mijn hart. !Om U te zoeken,

heb ik geen vleugels nodig, ik heb me enkel stil te houden,

in mezelf te kijken mij niet te verwijderen van een zo hoge Gast.

Als bij mijn broeder, mijn beste vriend,

mag ik bij U vertoeven, U zeggen wat mij kwelt, U vragen mij te helpen:

ik weet dat Gij mijn God en Vader zijt

en ik - hoe onwaardig ook - uw kind.

! 22

Page 23: DEEL I H. JOANNES VAN HET KRUIS 1. VROEGE LEVEN EN …...Apr 06, 2013  · “Het Rustpunt” Karmel Gent, zaterdag 6 april 2013 DEEL I ! H. JOANNES VAN HET KRUIS Liturgisch feest

! 23