Deel 2 Een monumentale processieweg van 500 meter met 4 ...Deel 2 8 De 9de dag reden we van...
Transcript of Deel 2 Een monumentale processieweg van 500 meter met 4 ...Deel 2 8 De 9de dag reden we van...
Deel 2
6
Een monumentale processieweg van 500 meter met 4 trappartijen, die de spirituele reis
symboliseert van de aarde naar de hindoeïstische hemel, leidt naar de hoofdingang die
georiënteerd is op één van de ingangen van de wereldberoemde tempel Angkor-Wat in
Cambodja. Na de bruggen met de naga’s (hier 5-koppige slangen) bevindt zich de ingang en
krijgt men zicht op het centrale heiligdom met een monumentale, prachtig versierde,
kolfvormige prang. Dit moet diepe indruk gemaakt hebben op de pelgrims die hier, na een
vermoeiende voettocht, aankwamen.
Het was ook de dag dat het noodlot (even) toesloeg: na het bezoek aan de tempel Prasat Hin
Muang bleek onze bus problemen te hebben met zijn hydraulisch systeem. De Thaise gids
heeft toen én voor een tijdelijke én voor een definitieve oplossing gezorgd. Een oude, voor
plaatselijk gebruik dienstige bus heeft ons opgepikt zodat wij de prachtige tempel Prasat
Phanom Rung konden bezoeken terwijl een nieuwe, comfortabele bus onderweg was van
Bangkok (360 km). Na het eten was de nieuwe bus aangekomen en konden wij, met een
vertraging van hooguit 2 uur, de reis verder zetten. Ik denk niet dat dit bij ons sneller zou
gekund hebben.
Voor wij de volgende morgen noordoostwaarts vertrokken uit Ubon Ratchathani, beroemd voor
zijn wassen kaarsen en beelden, hebben wij eerst de start van een schooldag in een
plaatselijke school meegemaakt. In het bijzijn van alle leerlingen (in uniform!) en het gehele
lerarenkorps begon de ceremonie stipt om 8u (zoals blijkbaar in alle Thaise scholen). Begeleid
door de schoolfanfare wordt de vlag gehesen, zingt iedereen de nationale hymne en groeten
daarna de leerlingen hun leraar/lerares. De directeur en het lerarenkorps waren duidelijk zeer
vereerd met onze interesse/aanwezigheid.
Daarna volgde het bezoek aan de tempel Wat Phra That Nong Bua in Laotiaanse stijl. Het
voornaamste gebouw is een witgepleisterde, piramidevormige toren versierd met vergulde
Deel 2
7
Boeddha’s en ornamenten. Binnen de holle toren is het interieur gewoon overweldigend door
de massale gouden versieringen op een rode achtergrond. Iets totaal anders dan wat we tot
dan gezien hadden.
Later op de dag hadden we nog 2 andere tempels bezocht. De eerste is de door vrouwen,
eveneens in Laotiaanse stijl, gebouwde tempel Wat Phra That Phanon die een uitgerekte
lotusbloemknop voorstelt. De tweede, de chedi van Achan Fan, is gebouwd ter nagedachtenis
van een monnik die door de plaatselijke bevolking vereerd wordt en wiens beeld en weinige
persoonlijke zaken binnenin tentoongesteld worden.
De volgende dag bezochten we eerst een plaatselijke overdekte markt. Fruit, groenten,
specerijen, textiel, huishoudelijke benodigdheden, vlees, vis (zowel verse als levende als
gedroogde),… Alles leek verkrijgbaar aan de tientallen en tientallen kramen. Ook waren er
eieren te koop: verse, gepekelde en eieren die 14 dagen in paardenurine gelegen hadden!
Deze laatste waren roze geverfd en hadden een donkerbruine kleur van binnen en stonken
naar de … . Naar het schijnt een echte Chinese delicatesse maar waar iedereen van ons toch
beleefd voor paste.
Daarna volgde een lange busrit die grotendeels langs de machtige Mekong liep. De Mekong
vormt de grens met Laos en is één van de grote stromen in Zuidoost-Azië. Eilandjes,
zandbanken en rotsen maken de scheepvaart voor grote schepen moeilijk en zelfs onmogelijk
en dit ondanks de enorme breedte en het grote debiet. De hoofdstad van Laos, Vientiane, ligt
aan de andere kant van de stroom. Aan de Thaise kant ligt Nong Kai, een bloeiende
handelsstad, waar in functie van de drukke handel tussen Thailand en Laos van alles en nog
wat te verkrijgen is.
De omgeving van de weg langs de stroom is schilderachtig en loopt door heel wat dorpjes
waar de traditioneel gebouwde houten huizen tot vlak tegen de straat staan. Voor vele huizen
langs de straatkant staan kleine kraampjes waar vrouwen lokale producten verkopen en zo
iets extra trachten bij te verdienen. Opvallend zijn ook de massa’s bananenbomen afgewisseld
met kokospalmen. De bananenbomen staan van vlak tegen de weg tot op de heuvelflanken
en geven een schilderachtig, tropisch tintje aan de weg.
Deel 2
8
De 9de dag reden we van Phitsonuloke via Sukothai (een voormalige hoofdstad) naar
Lampang. In Phitsonuloke bezochten we eerst nog de zeer mooie, 14de-eeuwse tempel Wat
Phra Sri Rattana Mahathat waar zich het tweede meest vereerde Boeddhabeeld van Thailand
(na de Smaragden Boeddha in Bangkok) bevindt.
Het is een gouden (met bladgoud vergulde) Glimlachende Boeddha omringd met een
stralenkrans die uitmondt in naga(slang)koppen. De tempel is prachtig gedecoreerd en de
achterzijde is versierd met mooie 19de-eeuwse muurschilderingen met taferelen uit de
Ramakien (moralistisch epos).
De volgende stop was een extraatje van de
Thaise gids. Het vorig militair regime heeft
bijna alle grote teakbomen laten kappen om
inkomsten te genereren. Sommige monniken
hebben daartegen gereageerd door rond de
bomen, die op tempelgrond stonden, gele
linten te binden en deze zo heilig te verklaren
waardoor ze niet meer konden gekapt
worden. Wij hebben zo’n tempel/klooster, de
Wat Chou Ramani, bezocht waar monniken
juist bezig waren om de oude versieringen
(het zijn ondertussen kunststoffen, vergulde
versieringen geworden) te verwijderen en
nieuwe aan te brengen. Velen van ons
hebben stukken van oude versieringen
gerecupereerd en er een originele, gratis
souvenir aan overgehouden!
Deel 2
9
Daarna ging het richting Historisch Park Sukhothai, het centrum van de hoofdstad van
Thailand tussen de 13de- en 15de-eeuw. De ommuurde Koninklijke Stad is nu een van
Thailands belangrijkste bezienswaardigheden en staat zelfs op de Werelderfgoedlijst van de
Unesco.
Onderweg passeerden we uitgestrekte rijstvelden waarvan sommige nog beplant moeten
worden (en er dus als grote vijvers uitzien) terwijl andere er frisgroen bijliggen. Op het achter
ons liggende Khoratplateau daarentegen was de oogst nog volop aan de gang. Op de
rijstvelden in Thailand zijn er in ideale omstandigheden (o.a. voldoende water) tot 3 oogsten
per jaar mogelijk wat maakt dat Thailand een belangrijke producent én uitvoerder van rijst is!
En dan kwamen we aan in de Wat Mahatat (Oud-Sukhothai), het ommuurde spiritueel centrum
van het Sukhothairijk. Het is nu een indrukwekkende door grachten en muren omgeven,
uitgestrekte site met talloze tempelrestanten in baksteen en lateriet (gesteente van
vulkanische oorsprong dat pas na indroging beenhard wordt). Deze waren vervolgens met
stucwerk in reliëf bepleisterd en daarna beschilderd. De rijen hoge pilaren, die het houten dak
droegen, geven een idee hoe groot en imposant de gebouwen ooit waren.
Daarna ging de reis verder naar het Historical Park Si Satchanalai dat de ruïnes bevat van
deze omwalde en ommuurde satellietstad van Sukhothai. De restanten van de tempels en
ommuringen geven een idee van hoe machtig deze stad ooit geweest is. De bakstenen en met
stucwerk beklede gebouwen waren opgetrokken in diverse stijlen: de Khmer, de Sri Lankaanse
en de Ayutthayaanse stijl. Tussen de ruïnes staan vele, hoge bomen wat het bijzonder
aangenaam maakte om in de schaduw tussen en door de historische ruïnes te wandelen bij
temperaturen van minstens 30° in de schaduw.
De voor mij mooiste en meest indrukwekkende tempelruïne van dit complex was de Wat
Chang Lom: een monumentale lotusknop-chedi (toren) waarvan aan de voet de restanten van
39 grote uit bakstenen en met stucwerk beklede olifanten staan die symbolisch de tempel
dragen.
Deel 2
10
De volgende dag, voor het verlaten van Lampang, bezochten de Wat Phra Don Tao. Deze
tempel in Birmaanse stijl is versierd met duizenden stukjes spiegelglas die bevestigd zijn op
de pilaren en plafond wat een heel apart, decoratief effect geeft. De in keramiek afgewerkte
naga’s (slangen) waren voor mij van de mooiste die we gezien hebben. Meerdere slangen
vormden samen een leuning van de brug die naar de tempel leidt waarbij slang 1 opgegeten
werd door slang 2, slang 2 door slang 3, enz. .
En dan reden we richting Chiang Rai in het uiterste Noorden van het land. Het landschap blijft
heel afwisselend met hoge, steile, beboste heuvels (opvallend zijn de teakbomen met hun
grote bladeren), vlakkere delen met rijst, bananen en suikerriet en lichte hellingen waar dan
vooral ananas geteeld wordt.
Net voor de middag was er een laatste (van de dag!) tempel te bezoeken: de Wat Rong Khun.
Deze recent gebouwde tempel is uitzonderlijk volledig wit geschilderd en van buiten versierd
met duizenden stukjes spiegelglas wat in het zonlicht een prachtig, sprookjesachtig effect
geeft. Omgeven door een perfect gemaaid gazonnetje dat afdaalt naar een vijver met helder
water en grote, witte vissen maakt het plaatje deze “disney”-achtige tempel perfect. Ik denk
niet dat foto’s het indrukwekkende en de pracht van deze tempel kunnen weergeven. Binnen
is de tempel volledig beschilderd in zachte, okerkleurige pasteltinten met taferelen uit de
actualiteit (afbeeldingen zoals de aanslag op de Twin Towers, Superman, Pokemon, Elvis, …)
en het dagelijks leven (familie- en tempelscenes, …). Voor de Gouden Boeddha is er een
levensecht, wassen (?) beeld geplaatst van de plaatselijk vereerde monnik in
meditatiehouding.
Deel 2
11
Na het eten in een restaurantje aan de rand van een rivier, stapten wij over in camionnetjes
die ons in het bergachtig grensgebied met Myanmar, naar een afgelegen dorpje van de Akha’s
voerde. In het op een bergtop gelegen dorp waren enkele kraampjes opgesteld die meteen
geopend werden toe we aankwamen. Het toerisme is hier duidelijk een bron van (extra?)
inkomsten! De traditioneel gebouwde Thaise woning die we bezochten was eenvoudig: een
stenen onderbouw die dienst deed als opslagruimte en een houten verdieping met spaarzaam
meubilair (enkele bankjes, een kast en wat schappen aan de muur). In een aparte ruimte,
blijkbaar de keuken, werd gekookt op een open houtvuur. Verder een frigo in de keuken en
een televisietoestel in de leefruimte. Het water werd gehaald uit grote, centraal in het dorp
opgestelde tanks. De lichte moto’s zijn in deze dorpen het uitgesproken vervoermiddel (voor
verplaatsingen als voor vervoer van allerlei zaken) ook al waren er enkele auto’s.
In een ander dorp, bewoond door Yao’s, hetzelfde scenario wat betreft de kraampjes maar
hier werden ook kinderen ingeschakeld om de toeristen iets te laten kopen. Opvallend waren
de kleine protestantse kerkjes in deze dorpen.
De volgende morgen reden we naar Chiang Mai maar eerst ging het richting Gouden Driehoek,
het grensgebied tussen Myanmar, Thailand en Laos, dat lange tijd bekend was als de grootste
opiumproducent ter wereld.