Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2:...

68
1 INHOUDSOPGAVE: Inhoudstabel 1 Inleiding 3 Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van het pensioen in België 4 1.1: Het pensioenstelsel steunt op 3 pijlers 4 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering? 10 1.2: Hoe komt een levensverzekering tot stand? 10 1.3: Aanvang van de verzekering 10 1.4: Marktsituatie levensverzekeringen in 2003 11 Hoofdstuk 2: Zijn alle gevallen van overlijden gedekt? 12 Hoofdstuk 3: De premie 14 3.1: De premiebetaling 14 3.2: Hoe wordt de premie bepaald? 15 3.3: Wanneer is deze premie aftrekbaar 16 3.4: Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid 16 Hoofdstuk 4: De aanduiding en aanvaarding van de begunstigde 17 Hoofdstuk 5: De uitkering 18 5.1: De uitkering 18 5.2: Wanneer is deze uitkering belastbaar? 18 Hoofdstuk 6: De fiscale aftrekbaarheid van de individuele levensverzekering 19 6.1: Wat de premie betreft 19 6.2: De voorwaarden om de premie fiscaal te mogen aftrekken 19 6.3: Zal ik belast worden op de uitkering van mijn levensverzekering? 19 6.4: Het fiscale voordeel 20 Deel 3: Soorten levensverzekeringen 21 Hoofdstuk 1: De verzekeringen bij overlijden 21 1.1: De levenslange verzekering 21 1.2: De tijdelijke verzekering 22 1.3: Risicokapitaalverzekering bij overlijden 22 Hoofdstuk 2: Verzekeringen bij leven 23 Hoofdstuk 3: Gemengde verzekeringen 25 Hoofdstuk 4: Bijkomende verzekeringen 27 Hoofdstuk 5: De verzekering met vaste termijn 28 Hoofdstuk 6: Lijfrente verzekeringen 29 Hoofdstuk 7: De schuldsaldoverzekering 30 Hoofdstuk 8: Universal-life en Unit-linked verzekeringen 32 Hoofdstuk 9: Pensioensparen 35 9.1: Wat is pensioensparen 35 9.2: Welke spaarvormen zijn er? 35 9.3: De fiscale aftrekbaarheid van pensioensparen 35 9.4: Wordt men belast op de uitkeringen 36 Hoofdstuk 10: De groepsverzekering 37

Transcript of Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2:...

Page 1: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

1

INHOUDSOPGAVE:

Inhoudstabel 1

Inleiding 3Deel 1: Het pensioen 4

Hoofdstuk 1: De drie pijlers van het pensioen in België 41.1: Het pensioenstelsel steunt op 3 pijlers 41.2: De pensioenbreuk 6

Deel 2: Levensverzekeringen 8Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9

1.1: Waarom een levensverzekering? 101.2: Hoe komt een levensverzekering tot stand? 101.3: Aanvang van de verzekering 101.4: Marktsituatie levensverzekeringen in 2003 11

Hoofdstuk 2: Zijn alle gevallen van overlijden gedekt? 12Hoofdstuk 3: De premie 14

3.1: De premiebetaling 143.2: Hoe wordt de premie bepaald? 153.3: Wanneer is deze premie aftrekbaar 163.4: Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid 16

Hoofdstuk 4: De aanduiding en aanvaarding van de begunstigde 17Hoofdstuk 5: De uitkering 18

5.1: De uitkering 185.2: Wanneer is deze uitkering belastbaar? 18

Hoofdstuk 6: De fiscale aftrekbaarheid van de individuele levensverzekering 196.1: Wat de premie betreft 196.2: De voorwaarden om de premie fiscaal te mogen aftrekken 196.3: Zal ik belast worden op de uitkering van mijn levensverzekering? 196.4: Het fiscale voordeel 20

Deel 3: Soorten levensverzekeringen 21Hoofdstuk 1: De verzekeringen bij overlijden 21

1.1: De levenslange verzekering 211.2: De tijdelijke verzekering 221.3: Risicokapitaalverzekering bij overlijden 22

Hoofdstuk 2: Verzekeringen bij leven 23Hoofdstuk 3: Gemengde verzekeringen 25Hoofdstuk 4: Bijkomende verzekeringen 27Hoofdstuk 5: De verzekering met vaste termijn 28Hoofdstuk 6: Lijfrente verzekeringen 29Hoofdstuk 7: De schuldsaldoverzekering 30Hoofdstuk 8: Universal-life en Unit-linked verzekeringen 32Hoofdstuk 9: Pensioensparen 35

9.1: Wat is pensioensparen 359.2: Welke spaarvormen zijn er? 359.3: De fiscale aftrekbaarheid van pensioensparen 359.4: Wordt men belast op de uitkeringen 36

Hoofdstuk 10: De groepsverzekering 37

Page 2: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

2

10.1: Waaruit bestaat een groepsverzekering? 3710.2: Welke systemen zijn er mogelijk? 3710.3: Hoe worden de premies fiscaal behandeld? 3810.4: Sociale behandeling van de premies 4010.5: De verzekeringstaksen 4010.6: Hoe worden de uitkeringen fiscaal behandeld? 4110.7: Een loonsverhoging of een groepsverzekering? 43

Deel 4: De 80 %-regel 46Hoofdstuk 1: Inleiding 46Hoofdstuk 2: Toepassingsgebied 80 %-regel 47Hoofdstuk 3: Gevolgen van het overschrijden van de 80 %-regel 48Hoofdstuk 4: Controle 80 %-grens 49

4.1: Controle 494.2: Verantwoordingsstukken 49

Hoofdstuk 5: Formule voor de berekening van de 80 %-grens 505.1: Laatste normale brutobezoldiging (= huidige jaarbezoldiging) 50

5.2: Aantal dienstjaren (=n) 515.2.1: In de onderneming gepresteerde en te presteren jaren 515.2.2: Buiten de onderneming gepresteerde en te presteren jaren 51

5.3: Normale duurtijd van een loopbaan (=m) 535.4: Omzetting van de rente in kapitaal (= omzettingscoëfficiënt) 53

Hoofdstuk 6: Voorbeeld 80 %-regel 55

Deel 5: Toepassing van de 80 %-regel in het kantoor 57Blad 1: Klanten 58Blad 2: 80 %-regel 59Blad 3: Gegevens en berekeningen 62Blad 4: Het contract 63Blad 5: Berekenen afkoopwaarde/eindwaarde 66

Besluit 67Bronnen 68

Page 3: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

3

Inleiding:

Ik heb stage gelopen bij het makelaarskantoor Thijs & Pieters. Thijs & Pieters is een middelgroot kantoor waar samen 9 mensen werken. Het is daar waar ik het uiteindelijke idee kreeg voor mijn eindwerk.

Ik was nog altijd op zoek naar een goed onderwerp toen ik op het kantoor te horen kreeg over een programma voor de verwerking van de 80 %-grens. Ik was meteen verkocht en had ineens een speciaal onderwerp voor mijn eindwerk => een uniek opvolgingssysteem voor groepsverzekeringen.

Ik besliste om het ineens goed aan te pakken en besloot mijn eindwerk op te delen in 5 delen.Als inleiding zou ik het huidig pensioenstelsel van België kort uit leggen. Want zoals u allen wel weet zijn er met de vergrijzing van de bevolking problemen ontstaan. Namelijk de betaalbaarheid van de pensioenen die in het gedrang komen.

Daar zou ik dan op inspelen en in deel 2 en 3 er een mogelijke oplossing voor geven. Met name de levensverzekeringen en de groepsverzekeringen. De groepsverzekeringen voornamelijk omdat de staat deze speciaal aantrekkelijk maakt voor de bedrijven. Een groepsverzekering is voor een ondernemingen door de staat namelijk goedkoper gemaakt als een loonsverhoging.

Deel 4 zou dan de inleiding zijn voor deel 5. In deel 4 zou ik de 80 %-formule uitgebreid uitleggen, daar mocht natuurlijk ook geen voorbeeld ontbreken. Als ik dat gedaan had zou ik aan deel 5 beginnen. Hierin zou ik het 80 %-programma uit de doeken doen. Dit resulteerde dan uiteindelijk in mijn definitief eindwerk.

Page 4: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

4

Deel 1: Het pensioen

Hoofdstuk 1: De drie pijlers van het pensioen in België:Ons land werkt met een driepijlerstysteem en dit om te voorzien in voldoende koopkracht na het beëindigen van het beroepsleven. Dit pensioensysteem is opgebouwd uit drie pijlers. Het wettelijk rustpensioen, de aanvullende pensioenen die op bedrijfsniveau worden gevormd en de individueel gecreëerde pensioenen. Het systeem is in leven geroepen om de financiële toekomst van de gepensioneerde bevolking van België een beetje garantie te geven. Garanderen is hier een groot woord want alleen van de inkomsten van de eerste pijler is men zeker dat men ze krijgt en dit is meestal niet voldoende om rond te komen. Voor de 2de pijler is men afhankelijk van de werkgever. Voor de 3de pijler tenslotte moet men zelf zorgen.

1.1: Het pensioenstelsel steunt op 3 pijlers

1: De 1ste pijler of het wettelijk pensioen

Het wettelijk pensioen krijgt men van Vadertje Staat. Maar dat zal echter niet volstaan om voldoende van het pensioen te kunnen genieten en zeker niet als men een zelfstandige is. De eerste pijler bestaat uit drie systemen:

één voor de particuliere sector

één voor de zelfstandigen

één voor de ambtenaren

Werknemers en zelfstandigen:

Page 5: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

5

De systemen voor de werknemers en zelfstandigen lijken sterk op elkaar: in dit systeem bestaat er geen pensioenleeftijd maar wel een minimumleeftijd om een uitkering te ontvangen namelijk 65 jaar voor mannen en 63 jaar voor vrouwen, vanaf 2009 is dit ook 65.

Deze overgangsregeling is van toepassing vanaf 1997 tot 2009 waarbij men de minimumleeftijd om de drie jaar omhoog wordt gezet met één jaar en dit om de noemer van de loopbaanbreuk tegen 2009 ook op 45 te stellen en zo geen discriminatie meer te hebben tegenover de man. Hierop zijn wel enkele uitzonderingen:

mijnwerkers, zeevarenden en het vliegend personeel van de burgerluchtvaart

Zowel mannen als vrouwen kunnen vervroegd op pensioen gaan op de leeftijd van 60. Ze moeten dan wel een beroepsloopbaan van 35 jaar achter de rug hebben. De minimale loopbaanduur geldt niet voor dit systeem maar er wordt wel rekening mee gehouden bij de berekening van de uitkering. Deze uitkeringen zijn ook geplafonneerd. Er is ook een minimumpensioen en dit als de beroepsloopbaan minstens 2/3de van de volledige loopbaan bedraagt (30 jaar voor mannen en 28 jaar voor vrouwen).

Ambtenaren:

In het systeem voor ambtenaren kunnen ze ook vanaf 60 jaar met vervroegd pensioen, op voorwaarde dat ze minstens 5 jaar voor de overheid hebben gewerkt. Ook hier zijn de uitkeringen geplafonneerd. Het minimumpensioen is hier ook van toepassing als hij minstens 20 jaar voor de overheid heeft gewerkt.

Voor vastbenoemd overheidspersoneel is er wel een maximumleeftijd, hij moet immers verplicht op pensioen gaan op de leeftijd van 65. (voor militairen, politieagenten en magistraten is er een andere leeftijd van toepassing).

2: De 2de pijler of het aanvullend pensioen

De wetgever is zich bewust van de lage uitkering van de eerste pijler en heeft beslist om ondernemingen die deelnemen aan de opbouw van een aanvullend pensioen fiscaal te bevoordelen. Zijn bedoeling: iedereen de mogelijkheid bieden om op de pensioenleeftijd een inkomen te behouden dat overeenstemt met 80% van wat hij had tijdens zijn beroepsleven. Deze 80 % van dit inkomen kan worden opgebouwd in het kader van de eerste en de tweede pijler. Deze pijler heeft betrekking op pensioenen die op bedrijfsniveau worden gevormd. Het gaat hier eigenlijk om een aanvulling op het wettelijke pensioen. Hierbij stort de werkgever bijdragen voor de groepsverzekering of in het pensioenfonds die op latere leeftijd aan de werknemer worden uitgekeerd. Deze stortingen zijn fiscaal aftrekbaar. Uit onderzoek van de staat blijkt dat 30 tot 35 procent van de loontrekkenden een aanvullend pensioen aan het opbouwen is.

3: De 3de pijler of het individueel pensioen. De overblijvende 20 % kan worden aangevuld door individueel te sparen. Iedereen mag ongeacht zijn situatie op de arbeidsmarkt, op eigen initiatief aan pensioensparen doen of een individueel levensverzekeringscontract afsluiten. Het opgebouwde kapitaal wordt uitgekeerd wanneer de wettelijke pensioenleeftijd is bereikt. In 2002 gaven ongeveer 1 520 000 mensen bijdragen voor pensioensparen aan en 1 160 00 personen vermeldden premies voor een levensverzekering.

Tabel 1:

Page 6: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

6

In het tabelletje hierboven ziet men hoe de situatie in verband met de uitgekeerde pensioenen was in het jaar 2003. Voor de leeftijd van 50 gaat er praktisch niemand op pensioen. Tussen de 50 en 64 loopt dit aantal flink op. In totaal genoten ongeveer 650 000 mensen van een pensioenuitkering. Op de leeftijd van 65 worden de meeste pensioenen uitgekeerd. Samen werden er ongeveer 2,5 miljoen pensioenen uitgekeerd, waarbij het overgrote deel werknemers.1.2: De pensioenbreuk

De pensioenbreuk is het verschil tussen het beroepsinkomen en het wettelijk pensioen. Eigenlijk geeft deze breuk weer hoeveel men via de eerste pijler van het driepijlersysteem ontvangt. Op de volgende grafiek kan men zelf vaststellen hoeveel men overhoudt, in %, in geval van pensionering op 65-jarige leeftijd. Indien men beslist reeds op 60 te gaan, dan dalen deze percentages nog eens extra met 5 tot 10%.

Tabel 2:

1. Arbeider2. Arbeider chemie3. Lagere bediende4. Midden bediende5. Hoger bediende6. Lager kader7. Midden kader8. Hoger kader9. Directie10. Hogere directie11. Topmanager12. Zelfstandige13. Vrij beroep14. Zelfst. bestuurder15. Lager ambtenaar16. Hoger ambtenaar

Op de x-as kan men het beroep aflezen en op de y-as het loon in % na pensionering.

Wanneer doet men best aan pensioenplanning?Het wordt algemeen aangeraden aan pensioenplanning te doen van zodra het wettelijk

Page 7: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

7

pensioen minder dan 70 % van het laatste beroepsinkomen bedraagt. Dit om een bevredigende levensstandaard te garanderen.

Als men bijvoorbeeld gaat kijken naar een hoger bediende (nummertje 5 op de x-as) kan men duidelijk zien dat hij na pensionering nog maar 61 % van zijn loon zal ontvangen. Moest hij voor zijn pensioen € 1 250 verdienen dan zou hij als wettelijk pensioen nog maar € 762,5 ontvangen.

Deel 2: Levensverzekeringen

Page 8: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

8

Juridische betekenis verzekering:

Een verzekering is een overeenkomst waarbij een van de partijen, de verzekeraar, zich verbindt om, tegen betaling van een vaste of veranderlijke premie, aan de andere partij, de verzekerde of de begunstigde, een som te betalen of een prestatie te leveren wanneer zich een onzekere gebeurtenis voordoet, waarbij naargelang van het geval, de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat deze zich niet voordoet. (art. 1 A Verz. W)

Verder maakt de wet nog een 1ste onderscheid tussen de verzekering tot vergoeding van schade (de schadeverzekering) en de verzekering tot uitkering van een vast bedrag (de sommenverzekering):

● De verzekering tot vergoeding van schade: Dit is een verzekering waarbij de verzekeraar zich ertoe verbindt de prestatie te leveren die nodig is om de schade die de verzekerde heeft geleden of waarvoor hij aansprakelijk is, geheel of gedeeltelijk te vergoeden. Er moet dus schade zijn en er wordt alleen vergoed voor de schade zelf en niets meer. Dus dubbel verzekeren of oververzekeren heeft dus geen zin! Hier treedt de verzekeringsmaatschappij in de rechten van de verzekerde (subrogatie).

● De verzekering tot uitkering van een vast bedrag: Dit is een verzekering waarbij de prestatie van de verzekeraar niet afhankelijk is van schade maar bij het voorkomen van het verzekerd risico. Er moet dus geen schade zijn en er is dan ook geen sprake van subrogatie.

Een 2de onderscheid wordt door de wetgever gemaakt tussen een schadeverzekering en persoonsverzekeringen:

● schadeverzekering: Dit is een verzekering waarbij de verzekeringsprestatie afhankelijk is van een onzeker voorval dat schade veroorzaakt aan iemands vermogen.

● persoonsverzekering:Dit is een verzekering waarbij de verzekeringsprestatie of premie afhankelijk is van een onzeker voorval dat iemands leven, fysische integriteit of gezinstoestand aantast.

De levensverzekering kunnen we dus klasseren onder de sommenverzekeringen en de persoonsverzekeringen.

Page 9: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

9

Hoofdstuk 1: De levensverzekeringenDe levensverzekeringen zijn uitsluitend verzekeringen met uitkering van een vast bedrag. De levensverzekering onderscheidt zich dus van de verzekering tot vergoeding van schade:

• De levensverzekering voorziet in een betaling van een bepaald bedrag of een bepaalbaar bedrag wanneer de verzekerde gebeurtenis zich voordoet.

• Het optreden van een verzekeraar is in geen geval verbonden aan het bestaan, noch aan de omvang van de schade.

Gevolg:

• De levensverzekering heeft dus geen vergoedend karakter en mag ze ook niet hebben.

• De levensverzekering is niet onderworpen aan de regels van oververzekering.

• De levensverzekering maakt het de maatschappij dus niet mogelijk om gebruik te maken van het subrogatiemechanisme.

• Bij een levensverzekering moet de begunstigde van de levensverzekeringsovereenkomst bewijzen dat de verzekerde gebeurtenis is voorgevallen en dit door voorlegging van:

- de polis

- het geboortebewijs van de verzekerde

- een getuigschrift de vita van de begunstigde

- in geval van overlijden: Een uittreksel uit de overlijdensakte, een getuigschrift post mortem en eventueel een uittreksel uit de rekening van de lener bij een schuldsaldoverzekering of een levensverzekering gekoppeld aan een hypothecaire lening.- in geval van leven: Een getuigschrift de vita van de verzekerde en eventueel een uittreksel uit de rekening van de lener bij schuldsaldoverzekering of een levensverzekering gekoppeld aan een hypothecaire lening.

• Bij een levensverzekering moet de begunstigde over het belang van de verzekering beoordelen: hij moet er een persoonlijk en geoorloofd belang bij hebben dat de verzekerde gebeurtenis zich niet voordoet (dat belang is voldoende gerechtvaardigd wanneer de verzekerde met de overeenkomst heeft ingestemd).

Page 10: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

10

1.1: Waarom een levensverzekering?

Er zijn uiteenlopende redenen waarom mensen een levensverzekering afsluiten. De meest voorkomende redenen zijn:

• Aflossen van schulden bij overlijden

• Sparen voor toekomstige lasten (bijvoorbeeld een studieverzekering)

• Verzorging van nabestaanden bij overlijden

• Een inkomen voor de oude dag (pensioenaanvulling)

• Aflossen van hypotheek schuld (Kapitaalverzekering eigen woning)

Door op jongere leeftijd een individuele levensverzekering af te sluiten, zorgen veel mensen dat ze extra spaargeld hebben voor na hun pensionering. Deze wordt vaak gebruikt als volwaardige pensioenvoorziening.

Eigenlijk is het menselijk leven van onschatbare waarde. Er is dan ook geen maximum aan kapitaal dat men kan verzekeren. Maar er zijn natuurlijk wel grenzen aan de geldbeugel. Alles hangt af van het doel dat men voor ogen heeft. Toch volgt men beter een kleine vuistregel: verzeker minstens één jaarinkomen.

Bedenk daarbij wel dat het jaarinkomen bij het sluiten van het contract niet meer hetzelfde is als bij de einddatum. De koopkracht van de euro daalt immers als gevolg van de inflatie. 1 € vandaag is over 20 jaar in vergelijking misschien nog maar 50 cent waard. Om dit te verhelpen kan men de polis laten indexeren. De verzekering volgt dan de levensduurte terwijl de premie wordt aangepast aan de leeftijd van dat ogenblik en aan de nog te lopen duurtijd.

1.2 Hoe komt een levensverzekering tot stand?

Men moet een verzekeringsvoorstel opstellen: Dit bestaat uit een vragenlijst, bij omvangrijke bedragen zal een medisch onderzoek opgelegd worden (dit alleen voor risico overlijden). Het voorstel is niet bindend, noch voor de verzekeringsnemer,noch voor de verzekeraar. De verzekeraar kan binnen de dertig dagen reageren, anders wordt op dat moment het voorstel bindend. Kosten voor het medisch onderzoek zijn ten laste van de verzekeraar tenzij de verzekeringsnemer, na een onvoorwaardelijke toelating tot de levensverzekering, zou afzien van een toetreding.

1.3: Aanvang van de verzekering

De verzekering wordt dus een wettelijk contract bij ondertekening van het voorstel. Na de eerste premiebetaling begint de verzekering te lopen.

De verzekeringsnemer heeft vanaf de datum van ondertekening nog 30 dagen de tijd om de verzekering op te zeggen. Hij zal de eerste premie terugbetaald krijgen door de maatschappij maar wel na aftrek van het reeds gebruikte deel van de risicopremie.

Moest het levensverzekeringscontract verbonden zijn aan een krediet dan heeft de verzekeringsnemer na een bericht dat het krediet niet kan doorgaan 15 dagen de tijd de

Page 11: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

11

verzekering op te zeggen. Dit is van toepassing bij de schuldsaldoverzekering gekoppeld aan een hypothecaire lening.

1.4: Marktsituatie levensverzekeringen in 2003

Tabel 3:

In de figuur hierboven ziet men het marktaandeel van niet-leven en leven in België van de banken en verzekeraars in ons land van 2003. Zoals men kan zien is Fortis veruit de grootste met 20,3 % van het marktaandeel. Gevolgd door Ethias met 15,8 % en nog een stuk lager staat AXA met 13,7 %. Wat betreft het marktaandeel voor leven vinden we de drie grootbanken terug in dezelfde positie. Fortis is veruit marktleider met 23 % en met een pak minder vinden we Ethias 17,7 % en met nog een pak minder marktaandeel staat AXA met 12,2 %. (Cijfers zijn van 2003)

Page 12: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

12

Hoofdstuk 2: Zijn alle gevallen van overlijden gedekt?In principe zijn alle gevallen van overlijden gedekt. Toch zijn er uitzonderingen voorzien, waarbij de verzekeraar de dekking kan weigeren of beperken. Dan zijn er natuurlijk ook nog de risico’s die door de wet werden uitgesloten.

Door de wet uitgesloten risico’s:

• moord of medewerking hieraan door de begunstigde: Deze uitsluiting is vanzelfsprekend. Het is trouwens ook zo dat een moordenaar tijdens het eerste jaar niet kan erven van zijn slachtoffer.

• vrijwillige zelfmoord tijdens het eerste jaar van de verzekering: Anders zouden personen die zelfmoord willen plegen een levensverzekering onderschrijven en dit zou de toepassing van de sterftetafels vervalsen. Men neemt echter aan dat zelfmoord na één jaar geen verband meer heeft met het sluiten van een levensverzekering.

• oorlogsrisico’s: Hier maakt men nog een onderscheid tussen burgers en militairen:

- militairen: wanneer ze deelnemen aan vijandelijkheden wordt het contract geschorst vanaf het begin van de vijandelijkheden of de oproeping van de verzekerde onder de wapens (wanneer dit gebeurt na het begin van de ze vijandigheden) tot zes maanden na de terugkeer naar het burgerleven of het einde van de vijandigheden. Ook al gaat men dood door een reden die niets te maken heeft met de oorlog.

- burgers: het overlijden van de verzekerde ten gevolge van een oorlogsfeit is niet gewaarborgd. Wanneer het risico zich heeft voorgedaan in een land waar vijandigheden heersen, is het aan de rechthebbenden te bewijzen dat de oorzaak ervan geen verband houdt met een oorlogsfeit.

• overlijden ten gevolge een gerechtelijke veroordeling:Hierbij verwijst men naar de doodstraf die nog van toepassing is in tal van landen.

• overlijden ten gevolge van misdrijven: Als de verzekerde sterft tengevolge van een door hem gepleegde misdaad zoals inbraak, gewapende overval, een aanslag of door het gebruik van het recht op zelfverdediging door het slachtoffer van de verzekerde.

• opzet: Als de verzekerde bijvoorbeeld iemand inhuurt om hem te vermoorden zodat bijvoorbeeld zijn vrouw de uitkering zou krijgen.

Door de maatschappij uitgesloten risico’s:

Page 13: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

13

Deze uitgesloten risico’s verschillen van maatschappij tot maatschappij.

Zo zal bij sommige maatschappijen het valschermspringen wel worden gedekt en bij andere dan weer niet. Maar het overlijden naar aanleiding van volgende risico’s worden door alle maatschappijen uitgesloten:

• racecompetities

• snelheidsproeven

• recordpogingen

• vluchten aan boord van prototypes

Opmerking: voor enkele zeer speciale en gevaarlijke beroepen kan een bijpremie gevraagd worden.

Gevolgen van deze uitsluitingen:

Als één van deze uitsluitingen zich voordoet dan moet de maatschappij zijn verplichting tot uitkering niet meer houden. Maar de opgebouwde reserves door de verzekeraar, met andere woorden de wiskundige reserve, mag de maatschappij niet behouden.

Page 14: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

14

Hoofdstuk 3: De premie 3.1: De premiebetaling

Een levensverzekering kan op twee manieren betaald worden: in de vorm van een periodieke premie of in de vorm van een bedrag ineens, een zogenaamde koopsom. Een periodieke premie biedt een aantal mogelijkheden:

• Men kan de hele looptijd of een deel ervan premie betalen.

• Men kan, afhankelijk van de verwachte inkomenssituatie, kiezen voor een stijgende, dalende of gelijkblijvende premie.

• Men is altijd vrij de premiebetaling te stoppen.Na het overlijden van de verzekerde moet men natuurlijk geen premie meer betalen. Betaalt men de premie in de vorm van een koopsom, dan is er sprake van een koopsompolis.

De premiebetaling is niet afdwingbaar. Maar er zijn wel gevolgen als de verzekeringsnemer geen premies meer wil betalen:

● Contracten met vaste premiebetaling kan men 'premievrij' maken. Er moeten geen premies meer gestort worden. Wat men tot dan al heeft bijeen gespaard gaat niet verloren. De waarborgen van de polis blijven behouden, echter aan lagere kapitalen omdat men geen premie meer blijft betalen zoals eerst werd voorzien.

● Men kan ook de afkoopwaarde van het contract opvragen. Dit is echter af te raden: men krijgt immers niet de volledige som terug van wat men al bijeen gespaard heeft. En als men de premie heeft afgetrokken van de belastingen zal er op de afkoopwaarde eveneens een belasting afgehouden worden.

Beter is het de polis premievrij te maken, of om te schakelen naar een andere formule.

Na afkoop of reductie is het nog altijd mogelijk voor de verzekeringsnemer om de verzekering terug in werking te stellen maar dan moet hij wel volgende richtlijnen volgen:

● Na afkoop van het contract kan men de verzekering terug in werking laten treden maar dit moet gebeuren binnen drie maanden na afkoop van het contract.

● Na de reducering van het contract kan men de verzekering terug in werking laten treden maar dit moet gebeuren binnen een termijn van drie jaar.

Voor contracten met vrije premiebetaling bepaalt men zelf wanneer en hoeveel men betaalt. Daardoor staat op voorhand niet vast welk kapitaal men zal ontvangen. Het niet meer betalen van de premies heeft geen verdere gevolgen voor het contract.

3.2: Hoe wordt de premie bepaald?

Page 15: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

15

De bijdrage wordt bepaald door:

• de leeftijd:Hoe jonger men is, hoe lager de sterftekans, dus hoe kleiner de bijdrage. Dit gegeven vinden we in de zogenaamde ‘sterftetafels’: dat zijn statistische gegevens over de levensverwachting die als basis dienen voor de tarieven.

• het geslacht:Vrouwen hebben een hogere levensverwachting dan mannen. De tarieven kunnen daar rekening mee houden. Het onderscheid naargelang geslacht vindt zijn basis in de ‘sterftetafels’.

• de duurtijd van de polis:Als men 2478,94 euro wilt kapitaliseren op 10 jaar, ligt de bijdrage uiteraard hoger dan wanneer men deze belegging vormt op 30 jaar.

• het verzekerde kapitaal:De bijdrage staat natuurlijk ook in verhouding tot het kapitaal dat men wil verzekeren.

• de gezondheidstoestand bij het sluiten van de polis:Wie in minder goede gezondheid verkeert, kan in vele gevallen toch verzekerd worden. Maar het is mogelijk dat er dan een bijpremie wordt gevraagd om de verhoogde sterftekans te compenseren. Het is dus aangewezen een levensverzekering te sluiten als men nog helemaal gezond is.

• het beroepsrisico:Als men een gevaarlijk beroep uitoefent heeft men natuurlijk meer kans om te sterven. Dit is ook vooral van belang voor de bijkomende verzekeringen, waar men de kans op invaliditeit na een ongeval verzekert.

• de levensverzekeringscombinatie: Daar ga ik verder in mijn eindwerk nog op in.

Tabel 4:

Page 16: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

16

Zoals men ziet in de figuur hierboven betalen de wij een gemiddeld hoge premie en is Zwitserland koploper van het betalen van de hoogste premie. (cijfers zijn van 2003)

3.3: Wanneer is deze premie aftrekbaar?

De voorwaarden om de levensverzekeringspremie te mogen aftrekken van het belastbaar inkomen, kunnen als volgt samengevat worden:

De verzekeringsnemer, de verzekerde en de belastingplichtige moeten één en dezelfde persoon zijn

De begunstigde kan verschillen naargelang de situatie:

- bij leven: De begunstigde is de belastingplichtige.

- bij overlijden: De begunstigde is de echtgenoot(ote) of een bloedverwant(e), tot in de tweede graad.

De polis moet afgesloten worden vóór de verzekerde de leeftijd van 65 jaar (voor een man) of 60 jaar (voor een vrouw) heeft bereikt.

Als de polis een uitkering bij leven voorziet, moet de polis minstens 10 jaar duren.

Het levensverzekeringscontract mag geen uitkering voorzien bij leven vóór de leeftijd van 65 jaar (voor een man) of 63 jaar (voor een vrouw).

3.4: Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (PvA)Bij veel levensverzekeringen is het mogelijk om een premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid te verzekeren. Tegen een gering bedrag is men er dan zeker van dat wanneer men arbeidsongeschikt raakt en het inkomen daalt, de verzekering zonder premiebetaling toch blijft bestaan. Een geruststellende gedachte.

Hoofdstuk 4: De aanduiding en aanvaarding van de begunstigde

Page 17: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

17

De aanduiding van de begunstigde kan nominatief zijn of niet nominatief:

Aanduiding is nominatief of bij naam:

Hierbij ontvangt de begunstigde het kapitaal als een rechtstreeks recht zonder een omweg te maken langs het patrimonium van de overledene. Zo kan de begunstigde, die eveneens erfgenaam zou zijn, aan het nalatenschap verzaken en toch het verzekerd kapitaal ontvangen. Ook is het kapitaal niet onderworpen aan de regel van de inbreng. Het ontvangen van het kapitaal zou dus niet betekenen dat men bij de verdeling van het nalatenschap hiermee rekening zou houden, waardoor men minder zou erven.

Aanduiding is niet nominatief:

Hier bepaalt men de begunstigde door een omschrijving. Deze kunnen zijn:

• de wettige kinderen

• de rechthebbenden

• de echtgenote

• broers en zusters

• wettige erfgenamen

Hier heeft men het voordeel dat als men bijvoorbeeld zijn wettige echtgenoot als begunstigde aanduidt en hij later hertrouwt omdat bijvoorbeeld zijn vorige vrouw hem heeft bedrogen, dan krijgt de nieuwe echtgenoot bij zijn overlijden de uitkering. Maar zou hij de verzekering op naam van zijn eerste vrouw gezet hebben blijft deze begunstigde ook na de echtscheiding.

De aanvaarding als begunstigde:

Wanneer hij de begunstiging aanvaardt wordt dit recht definitief en onherroepelijk.

Zijn recht dat eerst voorwaardelijk was en afhing van de wil van de verzekeringsnemer wordt erdoor bestendigd. Deze aanvaarding gebeurt door een duidelijke verklaring in de polis of door een bijvoegsel met handtekeningen van de begunstigde, de verzekeringsnemer en de verzekeraar. Het gevolg van de aanvaarding is dat de rechten van de verzekeringsnemer fel beperkt worden. Voortaan is de toestemming van de begunstigde nodig om:

• de begunstigde te wijzigen

• de afkoopwaarde op te vragen

• een voorschot op de polis te vragen

De verzekeringsnemer behoudt wel het recht de premiebetaling stop te zetten, maar dan moet hij de begunstigde hiervan wel verwittigen.

Page 18: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

18

Hoofdstuk 5: De uitkering

5.1: De uitkering:

Bij levensverzekeringen spelen een aantal kernbegrippen een rol. Men betaalt premie voor de verzekering en ontvangt in ruil daarvoor een uitkering wanneer men nog leeft tegen een bepaalde datum en/of als men voor die datum komt te sterven.

Dit betekent dat men een uitkering krijgt bij overlijden, bij in leven zijn op een overeengekomen einddatum, of een combinatie van deze twee. Hoeveel men voor de premie krijgt, wordt weergegeven in het rendement van de verzekering. Wil men een levensverzekering voortijdig beëindigen, dan is er sprake van afkoop.Er kan gekozen worden tussen een eenmalige en een periodieke uitkering. De eenmalige uitkering kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het aflossen van een schuld of het doen van een grote uitgave ineens. De periodieke uitkering kan een tijdelijk of voortdurend verwacht tekort aan inkomsten aanvullen.

5.2: Wanneer is de uitkering belastbaar?

De belasting is verschuldigd bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar. Vanaf 1-1-1993 is er een eenmalige belasting van 10 % op het verzekerde kapitaal gevormd door premies na 1-1-1993.Deze 10 % wordt enkel toegepast op het gedeelte van het kapitaal en niet op de winstdeelname. Het kapitaal gevormd door premies gestort voor 1993 worden tegen 16,5 % belast. De winst blijft onbelast..

Gebeurt de uitkering evenwel voor de normale vervaldatum, dan bedraagt de anticipatieve heffing 33 %.

Deze anticipatieve heffing is van toepassing op het gedeelte kapitaal en niet op de winstdeelname.

Bijkomende aandachtspunten:

Bij gezinnen kan een gedeelte van het inkomen van de ene echtgenoot aan het inkomen van de andere worden toegekend als:

Slechts één van de echtgenoten bedrijfsinkomsten heeft.

De partner een bedrijfsinkomen heeft beneden € 8030.

Maximaal 30 % en met een absoluut maximum van € 8030 kan overgeheveld worden

Dit impliceert dat ook een thuiswerkende echtgenoot(ote), die geen belastbare inkomsten heeft, een levensverzekering kan afsluiten met fiscaal voordeel!

Page 19: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

19

Hoofdstuk 6: De fiscale aftrekbaarheid van de individuele levensverzekering

6.1: Wat de premie betreft

De premie die men fiscaal mag aftrekken hangt af van het netto(beroeps)inkomen.Voor het inkomstenjaar 2005 is de berekening als volgt: 136,80 EUR + 6 % van het nettoberoepsinkomen.Maar de maximale aftrekbare premie is 1.830 EUR. In gezinnen waar slechts één van de echtgenoten bedrijfsinkomsten heeft, of waar de partner een beperkt bedrijfsinkomen heeft, kan een gedeelte van de ene echtgenoot aan de andere worden toegekend.Dat deel bedraagt 30 % van het netto-beroepsinkomen met een maximum van 8 030,00 EUR aanslagjaar 2005. De partner die via het huwelijksquotiënt fictief inkomsten toegewezen krijgt kan maximaal 616,60 EUR (= 136,80 EUR + 6% van 8 030,00 EUR) fiscaal in mindering brengen voor een individuele levensverzekering.Dus ook de thuiswerkende echtgenoot(ote) die geen belastbare inkomsten heeft, kan een levensverzekering sluiten met fiscaal voordeel!

6.2: De voorwaarden om de premie fiscaal te mogen aftrekken

• De verzekeringsnemer, de verzekerde en de belastingplichtige moeten één en dezelfde persoon zijn.

• de begunstigde:

- bij leven moet de belastingplichtige zijn.

- bij overlijden moet het de echtgenoot(ote) van de verzekerde of de bloedverwanten tot de tweede graad zijn.

• De polis moet afgesloten worden vóór de verzekerde de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.

• Als de polis een uitkering bij leven (pensioen) voorziet, moet de polis minstens 10 jaar duren.

Het levensverzekeringscontract mag geen uitkering voorzien bij leven vóór 65 jaar (voor een man) of 63 jaar (voor een vrouw).

6.3: Zal ik belast worden op de uitkering van mijn levensverzekering?

Dit hangt ervan af:

• Men heeft geen enkele keer de premie in mindering gebracht van het belastbaar inkomen.

In dit geval moet men bij de uitbetaling van het kapitaal geen enkele belasting betalen. men kan het vergelijken met iemand die zijn geld van de bank haalt: die is ook geen belasting verschuldigd.

• Men heeft de premie wel van het belastbaar inkomen afgetrokken.

Page 20: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

20

De wet staat enerzijds een belastingvermindering toe. Men betaalt immers al die jaren minder belastingen. In dit geval wil de fiscus toch iets terugkrijgen: hij vraagt daarom een stukje van het gespaarde geld. Voor de meeste verzekeringen gebeurt dit op 60 jaar door een eenmalige inhouding op wat men tot dan toe heeft bijeengespaard. Op de winstdeling betaalt men echter geen belasting.

Zodra men fiscale voordelen heeft genoten, al is het op één premie, zijn de uitkeringen als bedrijfsinkomsten belastbaar. Vanaf 1-1-1993 is er een eenmalige belasting van 10 % op het verzekerde kapitaal te betalen.Deze 10 % wordt enkel toegepast op het gedeelte van het kapitaal en niet op de winstdeelname. Het kapitaal gevormd door premies gestort voor 1993 worden tegen 16,5 % belast. De winst blijft onbelast.

Koopt men de verzekering af vooraleer de voorwaarden van de gunstige eenmalige belasting voldaan zijn, bedraagt de belasting 33 %. Met de individuele levensverzekering met fiscaal voordeel en met de spaarverzekering is er echter iets speciaals namelijk de anticipatieve taks:

• De taks is dan al van toepassing in het jaar dat de verzekerde 60 jaar wordt en vervangt de belasting op de normale einddatum.

• Er is noch gemeente, noch crisisbelasting verschuldigd.

• De premies die men betaalt na de 60ste verjaardag, komen in aanmerking voor fiscaal voordeel, maar worden op de einddatum niet belast.

Voor de levensverzekeringen die verbonden zijn aan een krediet, geldt een specifieke regeling:De begunstigde hoeft dat kapitaal niet bij zijn belastbaar inkomen te tellen. Het wordt voor de belastingen omgezet in een rente, waarvan het percentage afhangt van de leeftijd van de begunstigde. Dit percentage varieert van 1% tot 5%. Elk jaar telt de begunstigde dit percentage van het kapitaal bij zijn belastbaar inkomen. Het is mogelijk dat hij daardoor wat meer belastingen zal betalen.

6.4: Het fiscale voordeelHet fiscale voordeel van een levensverzekering is een belastingvermindering van minimaal 30 % en maximaal 40 % van de premie! Voor individuele levensverzekeringen niet gekoppeld aan een hypothecaire lening:

de premie x gemiddelde aanslagvoet

Voor individuele levensverzekeringen gekoppeld aan een hypothecaire lening:

de premie x marginale aanslagvoet

Dit voordeel wordt nog verhoogd door de gemeentebelasting (meestal 6% of 7% op de belasting).

Page 21: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

21

Deel 3: soorten levensverzekeringen

Het aantal levensverzekeringsformules is nauwelijks te tellen. Ze bieden voor elk wat wils. Het komt er dus op aan om de juiste keuze te maken!Levensverzekeringen zijn lang niet allemaal met elkaar te vergelijken. Verre van zelfs. De ene soort garandeert een rendement, de andere niet. Het ene type biedt de mogelijkheid om een extralegaal pensioen op te bouwen, terwijl het andere bij het overlijden van een naaste een dekking biedt. Een woordje uitleg.

Hoofdstuk 1: De verzekeringen bij overlijden Deze verzekeringsvorm keert uit wanneer men vóór een bepaalde datum komt te overlijden.

De specifieke vormen die er zijn:

• levenslange kapitaalverzekering bij overlijden

• tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden

• risicokapitaalverzekering bij overlijden

De verzekeraar verbindt zich ertoe om bij overlijden van de verzekerde een vooraf bepaald bedrag uit te keren aan de begunstigde. Dat bedrag kan een kapitaal zijn of een rente.

Wanneer men uitgaat van een uitkering van kapitaal wordt er een bedrag uitgekeerd aan de begunstigde wanneer de verzekerde komt te overlijden.

Wanneer men uitgaat van een uitkering van een rente, ontvangt de begunstigde na overlijden van de verzekerde op afgesproken tijdstippen (maandelijks, jaarlijks, …) een deel van het kapitaal.

We mogen gerust zeggen dat men met de verzekering bij overlijden een edele verzekering in huis haalt. Zo zorgt men immers voor wie achterblijft. Er zijn twee soorten verzekeringen bij overlijden: de levenslange verzekering en de tijdelijke verzekering.

1.1: De levenslange verzekering

Zoals gezegd wordt het verzekerde kapitaal uitgekeerd bij het overlijden van de verzekerde. Omdat het contract “levenslang” loopt, wordt het bedrag dus altijd uitgekeerd, ongeacht het tijdstip van overlijden.

Voor wie is levenslange verzekering gepast?

Deze verzekering zou gepast zijn voor mensen die absolute zekerheid willen dat ze niets voor niets premie betalen. Het zijn meestal mensen die een nalatenschap willen nalaten aan hun kinderen. De verzekering loopt immers tot hun dood. Ze hebben zekerheid dat er een uitkering is.

Page 22: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

22

1.2: De tijdelijke verzekering

Wanneer je uitgaat van een tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden wordt alleen een bedrag uitgekeerd wanneer iemand overlijdt binnen de looptijd van de verzekering. Als de verzekerde na de looptijd nog leeft, eindigt de verzekering.

Een dergelijke verzekering is vooral geschikt als men nabestaanden wil indekken tegen financiële problemen binnen een bepaalde termijn.

Hier wordt nog een onderscheid gemaakt tussen een gelijkblijvende verzekering en een dalende verzekering. Het uit te keren bedrag blijft gelijk of daalt gedurende de looptijd. De premiebetaling bij een dalende verzekering wordt een paar jaar voor het einde van de verzekering beëindigd. Ook hier geldt weer dat een uitkering in termijnen kan worden uitgekeerd. Dat wordt dan een nabestaandenpensioen genoemd. Indien alleen het risico van overlijden bij een ongeval verzekerd moet worden kiest men voor een ongevallenverzekering.

Bijvoorbeeld: men is de voornaamste kostwinner in een gezin met studerende kinderen. Mocht het inkomen wegvallen, dan zou het gezin in zware financiële problemen komen. Men kan een tijdelijke verzekering nemen zolang men de zware studiekost draagt.

Een van de meest gekende tijdelijke verzekeringen is de schuldsaldoverzekering: de verzekeraar zuivert het saldo van de schuld aan mocht men tijdens de schuldvordering overlijden. Deze verzekering wordt meestal gesloten om een (hypothecaire) lening te dekken. De leningmaatschappij wordt dan als begunstigde aangeduid. Maar uiteraard hebben ook de erfgenamen van de overledene er alle belang bij: hun vermogen is immers beschermd.

Aangezien men maand na maand de schuld aanzuivert, zal het verzekerde bedrag van de tijdelijke verzekering in de tijd evenredig zijn. (zie verder)

Voor wie is de tijdelijke overlijdensverzekering gepast?

Deze verzekering is gepast als men bijvoorbeeld gehuwd is en twee kinderen heeft. De echtgenote werkt niet en de man is de enige kostwinner van het gezin. Een overlijden van de man kan het gezin in enorme financiële problemen brengen. Men wenst dus een tijdelijke overlijdensverzekering te onderschrijven voor een periode van 15 jaar die men als ‘kritisch’ kan beschouwen (tot de kinderen aan hogere studies beginnen of beginnen te werken). Ook andere looptijden zijn perfect mogelijk.

De ideale oplossing is de opbouw van een overlijdenskapitaal gelijk aan driemaal het jaarinkomen.

1.3: risicokapitaalverzekering bij overlijden

De risicokapitaalverzekering bij overlijden is bijna hetzelfde als de tijdelijke verzekering bij overlijden. Maar de risicokapitaalverzekering keert niet direct na het overlijden uit maar op een vaste datum (vaak de einddatum).

Page 23: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

23

Hoofdstuk 2: Verzekeringen bij levenBij kapitaalverzekeringen bij leven wordt er een kapitaal uitgekeerd als de verzekerde nog in leven is. Met het betalen van de premie spaart men eigelijk een bedrag bij elkaar. Dit bedrag wordt dan op de afgesproken datum uitgekeerd ofwel wordt het in termijnen uitgekeerd. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld bij een pensioen.

Een zuivere kapitaalverzekering bij leven komt verder eigenlijk niet veel voor, vaak zijn de spaarverzekeringen gekoppeld aan een overlijdensdekking.

Het principe is eenvoudig: de begunstigde ontvangt een vooraf bepaalde som als hij op de einddatum van het contract in leven is. In technische termen noemt men dit een “uitgesteld kapitaal”: men spaart gedurende het contract een bedrag bijeen dat later uitgekeerd wordt in de vorm van een kapitaal of een rente.Deze vorm van kapitalisatie biedt de zekerheid dat men bij leven op een afgesproken ogenblik over een kapitaal beschikt, bijvoorbeeld als men met pensioen gaat.

Wat als de verzekerde vroeger overlijdt?

Men kan kiezen uit 2 vormen:

• De verzekering met uitgesteld kapitaal zonder terugbetaling van de premies (UKZT).

• De verzekering met uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de premies (UKMT).

Deze formules zijn dus bedoeld voor het opbouwen van een kapitaal voor het pensioen (of een ander moment), zonder de nadruk op een overlijdensdekking te leggen.

Bij de verzekering met uitgesteld kapitaal zal de verzekeraar een kapitaal uitkeren op voorwaarde dat men op het einde van het contract nog in leven is. Indien men overleden is, behoudt de verzekeraar de premies en wordt geen enkel verzekerd kapitaal uitgekeerd.

Een dergelijk contract kan tot de pensioenleeftijd worden onderschreven of voor een veel kortere looptijd.

Om te vermijden dat men tevergeefs heeft gespaard indien men zou overlijden bestaat de mogelijkheid om een verzekering met uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de gestorte premies te onderschrijven (kortweg UKMT, in tegenstelling tot UKZT, verzekering met uitgesteld kapitaal zonder terugbetaling van de premies).

Bij het overlijden worden de tot dan toe gestorte premies aan de begunstigde van de keuze overgemaakt (te vermelden in het contract: huwelijkspartner, kinderen, enz.).

Een UKMT-verzekering is minder rendabel dan een UKZT. Voor dezelfde premie ontvangt men op het einde van het contract een kleiner kapitaal, maar ze geeft men wel een bijkomende zekerheid: bij het overlijden worden de gestorte premies altijd aan de begunstigde van de keuze overgemaakt.

Page 24: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

24

Voor wie is de levensverzekering met uitgesteld kapitaal gepast:

Deze verzekering is bijvoorbeeld gepast voor jonge vrijgezellen die later een kapitaaltje willen opbouwen. Of als men al wat ouder of alleenstaande is, en geen kinderen ten laste heeft dus als men sterft niemand er financieel onder lijdt. Opgelet: hoe ouder men bij de onderschrijving is, hoe minder rendabel het contract voor dezelfde premie. Vroeg begonnen is dus ook in dit geval half gewonnen.

Het is dan ook aan te raden om voor de optie ‘terugbetaling van de premies’ te kiezen, in geval van overlijden. Op die manier heeft men niet tevergeefs gespaard indien men zou overlijden. Bij het overlijden worden de premies aan de begunstigde uitgekeerd.

Met deze formule neemt men geen enkele financieel risico: hoe de financiële markten ook evolueren, men heeft altijd de zekerheid dat men het kapitaal zal ontvangen dat bij de onderschrijving werd overeengekomen.

Page 25: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

25

Hoofdstuk 3: Gemengde verzekeringenEr zijn in essentie twee soorten gemengde verzekeringen:

• gemengde verzekering

• kapitaalverzekering op vaste termijn

De gemengde verzekering koppelt de voordelen van een verzekering bij overlijden aan die van een verzekering bij leven. Ze combineert de twee verzekeringen als volgt:

• Men beschermt de nabestaanden met een tijdelijke overlijdensverzekering.

• Men zorgt tegelijk voor een “appeltje voor de dorst” door een verzekering bij leven.

De gemengde verzekering biedt talrijke mogelijkheden. Ze is dan ook een van de bekendste levensverzekeringen.

Men kiest zelf de verhouding tussen het bedrag dat wordt uitgekeerd bij overlijden en dat bij leven. Verzekeraars drukken dit uit in een verhouding “10/x”.

Voorbeelden

• een gemengde verzekering 10/10:

Hierbij zijn de kapitalen bij overlijden en bij leven gelijk.

• een gemengde verzekering 10/20:

Het kapitaal bij overlijden bedraagt de helft van het kapitaal dat bij leven op de einddatum wordt betaald. In dit geval hecht de verzekeringsnemer meer belang aan sparen dan aan het risico van overlijden.

• een gemengde verzekering 10/5:

Het kapitaal bij overlijden is het dubbele van het kapitaal bij leven. Als men de nadruk wilt leggen op de zorg voor de nabestaanden, eerder dan op het sparen-voor-later, dan is dit een goede formule.

De gemengde verzekering is een flexibel instrument.

Men kan de levensverzekering steeds aanpassen aan zijn behoeften.

Voorbeeld:

Men kiest voor een 10/5 zolang de kinderen nog jong zijn. Als men door de grote kosten heen is, wil men overgaan naar een 10/20. Kwestie van een stevig pensioen bijeen te sparen.

Het enige waar men rekening mee moet houden is het volgende: als men het kapitaal bij overlijden wil verhogen, dient men in goede gezondheid te verkeren => meestal is er een medische test vereist die de gezondheid van de verzekerde bewijst.

Page 26: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

26

Kapitaalverzekering op vaste termijn:

De kapitaalverzekering op vaste termijn geeft altijd een uitkering op een bepaalde datum. Dit is dus een combinatie van een kapitaalverzekering bij leven en een risicokapitaalverzekering bij overlijden.

Voor wie is een gemengde levensverzekering gepast:

Deze verzekering is gepast als men gehuwd is en/of kinderen heeft. Men wil een kapitaal opbouwen dat bij het pensioen een deel van het inkomensverlies zal opvangen, met een maximum aan veiligheid voor het overlijdenskapitaal. Deze formule is soepel en men kan de verzekerde kapitalen aan de wijzigingen in de gezinssituatie aanpassen (huwelijk, geboorte, enz.).

Bij een huwelijk kan men de overlijdensgarantie verhogen en het pensioenkapitaal wat verlagen. Zodra de kinderen het ouderlijk dak hebben verlaten, kan men aan zichzelf beginnen te denken en de nadruk eerder op het pensioenkapitaal leggen, enz.

Met deze formule is er geen enkel financieel risico: hoe de financiële markten ook evolueren, men heeft altijd de zekerheid dat men het kapitaal zal ontvangen dat bij de onderschrijving werd overeengekomen.

Page 27: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

27

Hoofdstuk 4: Bijkomende verzekeringenEen overlijden is erg. Toch mogen we ook niet blind zijn voor de kosten als men tijdelijk of blijvend invalide wordt door een ongeval of een ziekte. Daarom stellen de meeste verzekeraars aanvullende waarborgen voor, gekoppeld kunnen worden aan de levensverzekering.

Deze bijkomende verzekeringen zijn :

• Men overlijdt door een arbeidsongeval:

Dan betaalt de verzekering het dubbele of het drievoudige bedrag van het kapitaal overlijden uit, afhankelijk van de gekozen formule.

• men wordt invalide:

- Tijdens de duur van de werkonbekwaamheid betaalt men geen premie: de verzekeraar doet dat voor hem. - Men kan ook een rente voorzien en zelfs de vervroegde uitkering van het kapitaal bij volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid.

Zo kan men bij invaliditeit financieel onafhankelijk blijven.

Page 28: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

28

Hoofdstuk 5: De verzekeringen met vaste termijn

Hierin verzekert men een kapitaal dat wordt uitbetaald na een vooraf vastgestelde termijn, ongeacht of de verzekerde op dat moment nog in leven is. Mocht men voor de einddatum overlijden, dan spaart de verzekeraar verder in zijn plaats. Op die manier kan men doelgericht sparen. De meest voorkomende verzekeringen van deze soort zijn de studieverzekering en de huwelijksverzekering. Men spaart daarbij een bedrag bijeen tegen de datum dat het kind zijn of haar studies zal aanvatten of op eigen benen zal staan.Voor wie is de levensverzekering met vaste termijn gepast:Deze verzekering is gepast als men er voor wil zorgen dat er later voor de kinderen een mooi spaarpotje is opgebouwd, dat moet worden uitgekeerd zodra ze oud genoeg zijn om dat geld te beheren (beginnen werken, eerste wagen, universitaire studies, huwelijk). Men moet dus al vroeg en regelmatig beginnen te sparen. Na 10, 15 of 20 jaar zal het kapitaal worden uitgekeerd.

De verzekering met vaste looptijd is het ideale middel om de toekomst van de kinderen voor te bereiden. Men neemt dus geen enkel financieel risico. Indien men zou overlijden, zal de verzekeraar de premies verder betalen en het kapitaal op de overeengekomen vervaldag uitbetalen.

Deze formule kan zowel door een ouder als door een grootouder worden onderschreven, ten voordele van de (klein)kinderen.

Page 29: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

29

Hoofdstuk 6: Lijfrenteverzekeringen

De lijfrenteverzekering geeft recht op een periodieke uitkering in plaats van een uitkering in één keer. Men kan ook kiezen wanneer deze uitkering ingaat en wanneer hij afloopt. Maar meestal loopt hij tot de verzekerde sterft. Hierdoor kan men makkelijk kiezen waarvoor deze uitkering gebruikt wordt. Het grote voordeel van deze verzekering is dat hij door de periodieke uitkeringsvorm inkomenszekerheid biedt. Men kan de verzekering bijvoorbeeld gebruiken als prepensioenvoorziening, of als aanvulling op het pensioen. Deze verzekeringsvorm wordt vaak gecombineerd met een weduwepensioenregeling, zodat degene die achterblijft verzekerd is van een maandelijkse uitkering.

De premiebetaling voor deze levensverzekering kan op twee manieren voldaan worden:

• periodiek (premiebetalende polis)

• eenmalig (koopsompolis)

Voor wie is deze verzekering gepast:Deze verzekering zou misschien gepast zijn voor mensen die later wel een pensioen uitgekeerd krijgen maar niet genoeg om rond te komen. Via een maandelijkse rente kan men dan bijvoorbeeld de maandelijkse huur betalen. De verzekering wordt meestal genomen door mensen die geen erfgenamen hebben en hun kapitaal aan niemand kunnen nalaten.

Page 30: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

30

Hoofdstuk 7: De schuldsaldoverzekering

De schuldsaldoverzekering is een levensverzekering die de verzekerde dekt bij overlijden.De kenmerken:

Ze is tijdelijk omdat de looptijd van de verzekering in beginsel samenvalt met de looptijd van het krediet waaraan de verzekering gekoppeld is.

Ze is een (zuivere) overlijdensverzekering: enkel bij overlijden van de verzekerde persoon gedurende de looptijd van de polis wordt een bepaald kapitaal uitgekeerd aan de begunstigde van de polis. Bij leven van de verzekerde wordt er geen kapitaal uitgekeerd.

Er wordt een afnemend kapitaal verzekerd. De verzekering is gekoppeld aan een krediet waarvan het kapitaal tijdens de looptijd beetje bij beetje wordt afgelost. Ze verzekert op elk moment van het krediet het kapitaalsaldo dat nog verschuldigd is aan de schuldeiser.

Levensverzekeringen die een vast kapitaal verzekeren tegen het overlijden van de kredietnemer/verzekerde of die zowel bij overleven als bij overlijden van de kredietnemer/verzekerde een (vast) kapitaal verzekeren, zoals bijvoorbeeld een gemengde levensverzekering, zijn dus geen schuldsaldoverzekeringen.

Bedoeling van een schuldsaldoverzekering:De schuldsaldoverzekering wordt meestal gebruikt als persoonlijke waarborg voor de nabestaanden van de kredietnemer/verzekerde (bv. echtgenoot, kinderen, ...) die zijn schuld dan kunnen afbetalen.

Bij overlijden van de kredietnemer/verzekerde tijdens de looptijd van de lening, keert de verzekeringsmaatschappij een verzekerd kapitaal uit dat gelijk is aan het kapitaalsaldo. De uitkering kan meteen door de nabestaanden gebruikt worden om dit kapitaalsaldo in één maal aan te zuiveren.

Het verzekerd kapitaal van de schuldsaldoverzekering zal bij overlijden van de verzekerde persoon door de verzekeraar uitbetaald worden aan de persoon die in de polis als begunstigde van de verzekering werd aangeduid. Begunstigden zijn meestal de echtgenoot, kinderen of andere bloedverwanten van de verzekerde persoon.

Het is echter ook mogelijk rechtstreeks de schuldeiser (financiële instelling) van het verzekerde krediet aan te duiden als de begunstigde van de polis. Wordt de financiële instelling aangeduid als begunstigde dan beschikt zij over een belangrijke bijkomende waarborg in verband met haar krediet.

In bepaalde gevallen zal de bank enkel een krediet willen toestaan indien de kredietnemers een schuldsaldoverzekering afsluiten.

Page 31: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

31

Voor wie is deze verzekering gepast:

Deze verzekering is gepast als men bijvoorbeeld verliefd is geworden op een droomhuisje en men heeft een hypothecaire lening onderschreven. Wie zal de lening verder afbetalen als men komt te overlijden? Het gezin, in principe. Maar is dat financieel wel haalbaar?

Vandaar de noodzaak om een schuldsaldoverzekering te nemen die wanneer men overlijdt het nog te betalen saldo van de lening zal terugbetalen. Op die manier hoeft het gezin zich bij het overlijden geen zorgen te maken over de financiële gevolgen van de lening.

Page 32: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

32

Hoofdstuk 8: Universal-life en Unit-linked verzekeringen

Bovenstaande verzekeringsvormen hebben een aantal overeenkomsten en een aantal verschillen. Zij worden vaak in combinatie met elkaar of als verweven door een verzekeringsmaatschappij aangeboden. Een Unit-linked verzekering is in de basis een beleggingsverzekering pur sang. Met de premies die men betaalt koopt men participaties (units) aan in een beleggingsfonds van de verzekeringsmaatschappij. Vaak kan men zelf aangegeven in welk soort fondsen men de premies wil beleggen. Zodoende kan men zelf bepalen hoe groot het risico is dat men wil trotseren. Er zijn namelijk verschillende beleggingsstrategieën. (Zie verder) Regelmatig kan men tijdens de looptijd van de verzekering wisselen van beleggingsfondsen. Let daarbij wel op de kosten. Bij sommige verzekeraars mag men kosteloos switchen terwijl andere verzekeringsmaatschappijen daarvoor een percentage over de transactiewaarde berekenen.

Voor wie is een Unit-linked verzekering gepast:

Deze verzekering is gepast als men bereid is om een berekend financieel risico te nemen. Men wenst een pensioenkapitaal op te bouwen dat met de beurzen mee zal evolueren. Het uiteindelijke rendement kan erg interessant blijken, maar daarover heeft men spijtig genoeg geen zekerheid…

Afhankelijk van het profiel kan men verschillende beleggingsstrategieën aanraden:

• Defensieve strategie: men belegt hoofdzakelijk in obligaties (75 %) en minder in aandelen.

• Evenwichtige strategie: men belegt gelijke delen in aandelen (50 %) en obligaties (50 %).

• Offensieve strategie: men belegt hoofdzakelijk in aandelen (75 %) en minder in obligaties.

• Agressieve strategie: men belegt uitsluitend in aandelen. Op lange termijn (minstens 10 jaar) is het aangewezen om in een aandelenfonds te beleggen, omdat de return bij aandelen vaak hoger ligt dan bij een fonds dat in obligaties belegt.

Een Universal-life verzekering is ook een beleggingsverzekering. Echter met deze verzekering gaat men de diepte in voor wat betreft verzekeringstechniek. Wanneer men normaliter een gemengde verzekering afsluit zijn daarin de componenten spaardeel, risicodeel en kostendeel integraal berekend. Met een Universal-life verzekering trekt men deze kostencomponenten uit elkaar en maakt hen inzichtelijk. Met een dergelijke verzekering is men vrij te bepalen hoeveel premie men betaalt en wanneer, op welke termijnen en wanneer er uitkeringen moeten plaatsvinden en wanneer de einddatum is. De betaling van de risico- en kostencomponent gebeurt doorgaans uit verkoop van een aantal participaties (die men eerder heeft betaald door het storten van de premie). Bij deze verzekering kan men nog meer risico nemen als de unit-linked verzekering, men bepaalt immers zelf waar men het geld in steekt.

Page 33: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

33

Voor wie is een Universal-life verzekering gepast:

Deze verzekering is gepast als men een pensioenkapitaal wenst op te bouwen én een rendement dat interessanter is dan bij een traditionele levensverzekering. Men moet wel bereid zijn om een risico te nemen, gekoppeld aan de rente-evolutie. Op de eindvervaldag ontvangt men een omvangrijk kapitaal, dat de rente weerspiegelt.

Beide verzekeringsvormen worden veelal in combinatie met elkaar aangeboden wat resulteert in een zéér flexibele levensverzekering. De essentie is echter dat men veelal de volgende mogelijkheden heeft:

• Men beslist zelf hoeveel en wanneer men premie betaalt.

• Men beslist zelf in welke beleggingsfondsen men de premies belegt.

• Men beslist zelf of en wanneer men uitkeringen wil uit de verzekering.

• Men beslist zelf wanneer men een kapitaaluitkering (in één keer) of een rente-uitkering (periodiek) wil hebben.

• Men beslist zelf wie de uitkeringen moet ontvangen.

Tevens bieden de meeste verzekeringsmaatschappijen de mogelijkheid om arbeidsongeschiktheidsdekkingen of premievrijstellingen mee te verzekeren.Waar men op moet letten bij het afsluiten van een dergelijke verzekering is:

• De kostenstructuur die de verzekeringsmaatschappij heeft(ja, de ene verzekeringsmaatschappij werkt efficiënter dan de andere).

• De kosten die men betaalt om het switchen van beleggingsfondsen.

• Of men al dan niet mag beleggen in beleggingsfondsen die NIET van de betreffende verzekeringsmaatschappij zijn.

• Hoe vaak men mag switchen van beleggingsfonds

• Hoeveel de minimale premie is.

• Of er een minimale duur is.

Tot slot: het gaat hier vrijwel altijd om participaties in beleggingsfondsen die veelal op Euronext staan genoteerd. Dat betekent ook dat de waarde van een participatie kan fluctueren.

Voorbeeld:

Page 34: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

34

Nadat de verzekering 18 jaar heeft gelopen wenst men de uitkering van de verzekering. Men heeft op dat moment 3500 participaties in beleggingsfonds X. De koers van het beleggingsfonds is op dat moment € 85,-. Dus de waarde van de verzekering op dát moment is € 297.500,- . Het kan echter ook zijn dat de koers relatief laag is (omdat de algemene tendens op de financiële markten negatief was).

Als men dan bijvoorbeeld het geduld en de tijd heeft om nog 2 jaar te wachten met de verkoop van zijn participaties (als men denkt dat de koers gaat stijgen) tot de waarde (=koers) van één participatie bijvoorbeeld € 102,- is, dan krijgt men opeens een uitkering van € 357.000,- . Dit alleen omdat de koers hoger is. Andersom kan natuurlijk ook. Overigens heeft men ondertussen wel de flexibiliteit om de premiebetaling te stoppen.

Hoofdstuk 9: pensioensparen

Page 35: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

35

5.1: Wat is pensioensparen?

Pensioensparen is een vorm van bijkomende pensioenvoorziening die interessant gemaakt wordt door de belastingwetgeving. Als men aan pensioensparen doet bij een verzekeraar, neemt men in feite een ‘verzekering bij leven’ met speciale belastingvoordelen.

5.2: Welke spaarvormen

Er zijn drie vormen:

1. De individuele spaarrekening: men beslist zelf welke beleggingen men doet, dit wil zeggen dat men in principe zelf instaat voor het beheer. Men kan wel een volmacht geven aan de instelling. Maar dit komt zelden voor.

2. De collectieve spaarrekening: dit is een soort van beleggingsfonds waarin men een zo hoog mogelijk rendement wil bereiken. Men heeft een aandeel in deze collectieve rekening.

3. De spaarverzekering of pensioenverzekering: deze verzekering omsluit alle individuele levensverzekeringen. Kenmerkend voor deze verzekering is het verzekerd rendement van de belegging (deze die niet gekoppeld zijn aan beleggingsfondsen). Het minimum te bereiken eindkapitaal is gegarandeerd.

5.3 De fiscale aftrekbaarheid van pensioensparen

Wat de premie betreft :

De premie die men fiscaal mag aftrekken hangt NIET af van het inkomen.Iedere belastingplichtige mag in 2005 maximum 620 EUR fiscaal aftrekken.Dus ook de thuiswerkende echtgenoot(ote) die geen belastbare inkomsten heeft, kan een pensioenverzekering sluiten met fiscaal voordeel!

De voorwaarden om de premie fiscaal te mogen aftrekken :

• De verzekeringsnemer, de verzekerde en de belastingplichtige moeten één en dezelfde persoon zijn.

• De begunstigde :

- bij leven moet de belastingplichtige zijn

- bij overlijden moet het de echtgenoot(ote) van de verzekerde of de bloedverwanten tot de tweede graad zijn

• De verzekering moet aangegaan worden door een aan de personenbelasting onderworpen belastingplichtige.

• De belastingplichtige moet minstens 18 jaar zijn en de polis moet afgesloten worden vóór de leeftijd van 65 jaar (voor man en vrouw).

• De polis moet minstens 10 jaar duren.

Page 36: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

36

5.4: Wordt men belast op de uitkeringen?

Zodra men fiscale voordelen heeft genoten, al is het op één premie, zijn de uitkeringen als bedrijfsinkomsten belastbaar. Vanaf 1-1-1993 is er een eenmalige belasting van 10 % op het verzekerde kapitaal te betalen.Deze 10 % wordt enkel toegepast op het gedeelte van het kapitaal en niet op de winstdeelname. Het kapitaal gevormd door premies gestort voor 1/11993 worden tegen 16,5 % belast.De winst blijft onbelast.Koopt men de verzekering af vooraleer de voorwaarden van de gunstige eenmalige belasting voldaan zijn, bedraagt de belasting 33 % op de praktische afkoopwaarde.

Met de individuele levensverzekering met fiscaal voordeel en met de spaarverzekering is er echter iets speciaals namelijk de anticipatieve taks:

• De taks is dan al van toepassing in het jaar dat de verzekerde 60 jaar wordt en vervangt de belasting op de normale einddatum.

• Er is noch gemeente, noch crisisbelasting verschuldigd.

• De premies die men betaalt na de 60ste verjaardag, komen in aanmerking voor fiscaal voordeel, maar worden op de einddatum niet belast.

Fiscaal is pensioensparen best aantrekkelijk. Dat heeft vooral te maken met de belastingvermindering waarop men recht heeft wanneer men aan pensioensparen doet. Die vermindering wordt eenvoudig berekend: men neemt het bedrag van de pensioenstorting die men heeft gedaan en dat bedrag wordt vermenigvuldigd met de verbeterde gemiddelde aanslagvoet. Die verbeterde gemiddelde aanslagvoet varieert naargelang uw inkomen, maar ligt voor iedereen tussen 30 en 40 procent. Het belastingvoordeel dat op deze manier wordt berekend, wordt op het belastingsaanslagbiljet verrekend. Ofwel wordt het bedrag in mindering gebracht van wat men nog moet bijbetalen, ofwel wordt het gewoon teruggestort. Concreet wil dat dus zeggen dat de fiscus 30 tot 40 procent van de storting het jaar nadien terugbetaalt. Spijtig genoeg krijgt men dat cadeautje echter slechts op een beperkte som. De maximale premie die aanleiding kan geven tot dat fiscale voordeel werd geplafonneerd op 620 euro per jaar en per persoon.

Hoofdstuk 6: De Groepsverzekering

Een groepsverzekering heeft tot doel om een bijkomend pensioen uit te bouwen

Page 37: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

37

6.1: Waaruit bestaat een groepsverzekering?

De groepsverzekering bestaat uit:

● Een contract dat de rechten en plichten van de werkgever en de verzekeraar bepaalt.

● Een reglement dat de spelregels voor de partijen bevat, zo zijn de algemene voorwaarden leven/overlijden in het reglement verwerkt.

● De individuele polissen per aangeslotene waarop de verzekerde waarborgen vermeld staan.

De groepsverzekering voorziet meestal in meerdere contracten:

● het toelagecontract: Dit regelt de door de werkgever te betalen premies, toelagen genoemd.

● het bijdragecontract: Dit regelt de door de werknemer te betalen premies, bijdragen genoemd.

● het persoonlijk contract: Dit regelt de vrijwillig door de werknemer te betalen premies, dit contract volgt op fiscaal vlak de regels van de individuele levensverzekering.

6.2: Welke systemen zijn mogelijk?

vaste prestaties:Een percentage van de laatste normale bezoldiging wordt uitgekeerd of het uit te keren kapitaal met winstdeelname wordt vastgelegd.

vaste bijdrage:Kapitaal of rente wordt opgebouwd vanuit een percentage van de jaarlijkse bruto bezoldiging.

Bij het type vaste bijdrage geldt er ten gevolge van het sociale luik van de WAP ten voordele van de werknemer een rendementsgarantie:

● Voor de werknemersbijdrage is er een gewaarborgd rendement dat minimaal gelijk is aan de maximale technische rentevoet die inzake levensverzekeringen wordt gegarandeerd. Deze is momenteel 3,75 %.

● Voor de werkgeverstoelage is het minimumrendement gelijk aan de maximale technische rentevoet inzake levensverzekeringen verminderd met 0,5 % dus momenteel 3,25 %. Dit rendement moet gewaarborgd zijn bij het pensioen of bij een uitdiensttreding.

Het rendement moet gegarandeerd worden door de inrichter van de groepsverzekering. Dit is meestal de werkgever maar soms ook de paritair beheerde sectorale rechtspersoon.

De WAP (Wet Aanvullende Pensioenen) maakt ook een onderscheidt tussen een ‘gewoon’ pensioenstelsel of een ‘sociaal’ pensioenstelsel.

Page 38: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

38

Het grootste voordeel van een sociaal pensioenstelsel is dat de premietaks van 4,4 % op de stortingen niet verschuldigd is.

Men spreekt van een sociaal pensioenstelsel indien:

● Het wordt ingevoerd via een collectieve arbeidsovereenkomst.

● Het van toepassing is op alle werknemers van de sector of de werkgever.

● Het paritair wordt beheerd.

● Er een minimum aan solidariteit is. De voorwaarde is dat het bedrag voor het solidariteitsluik gelijk moet zijn aan het bedrag uitgespaard aan premietaks. Minimum solidariteit is er als minstens 2 waarborgen zijn voorzien. Men kan uit 4 waarborgen kiezen:

- aanvullend pensioen bij leven en/of overlijden

- aanvullende uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid ten gevolgde van beroepsziekte of arbeidsongeval (gewaarborgd inkomen, persoonlijke ongevallen en aanvullende arbeidsongevallen)

- kosten ingevolge ziekte en/of ongeval: - medische kosten met betrekking tot hospitalisatie, dagverpleging, ernstige aandoeningen en palliatieve thuiszorg - kosten tengevolge van de afhankelijkheid van de werknemer of bedrijfsleider - rente bij ernstige aandoening van de werknemer of bedrijfsleider

- andere persoonsverzekeringen als aanvulling bij de sociale zekerheid zoals bijvoorbeeld uitkering bij geboortes, huwelijk, begrafeniskosten.

6.3: Hoe worden de premies fiscaal behandeld?

Werkgeverstoelage:

De werkgeverstoelage is aftrekbaar als een beroepskost als aan de volgende voorwaarden voldaan is:

• De werkgeverstoelage is gestort aan een in België gevestigde verzekeringsmaatschappij.

• Er moet een verzekeringsovereenkomst en een groepsreglement onderschreven zijn.

• De werknemer moet op de loonlijst voorkomen.

• Er moet voldaan worden aan de 80 % regel (zie deel 4).

Belastingsvoordeel: Aftrekbaar als beroepskost

Werknemerstoelage:

Page 39: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

39

De werknemer geniet van een belastingsvoordeel als aan de volgende voorwaarden voldaan is:

• De werknemerstoelage is gestort aan een in België gevestigde verzekeringsmaatschappij.

• De premie moet verplicht en periodiek door de werkgever ingehouden worden op de bezoldiging volgens de regels beschreven in het groepsreglement.

• De werknemer moet door de werkgever worden vermeld op de individuele loonfiche.

• Er moet voldaan worden aan de 80 % regel.

Belastingsvoordeel: Aftrekbaar als beroepskost

6.4: Sociale behandeling van de premies

• de werkgever:De premies die door de werkgever betaald worden voor de groepsverzekering, zijn geen onderdeel van het loon dat onderworpen is aan de normale sociale zekerheidsbijdragen. Deze premies worden immers onderworpen aan een patronale RSZ-bijdrage ten belope van 8.86 % in plaats van 34.04 % (of 32.35 % voor bedrijven met minder dan tien werknemers).

• de werknemer:De werknemer betaalt geen sociale bijdrage.

• de zelfstandige:De zelfstandige betaalt geen sociale bijdrage.

6.5: Verzekeringstaksen

Voor zowel de werkgever als de werknemer is de aanslagvoet van 4.4 % op de premies van toepassing.

6.6: Hoe worden de uitkeringen fiscaal behandeld?

Page 40: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

40

Deelnemingen in de winst zijn vrijgesteld van belastingen, op voorwaarde dat zij gelijktijdig met de uit de verzekeringscontracten voortvloeiende pensioenen, renten, kapitalen of aankoopwaarden worden vereffend.

Uitkeringen onder de vorm van kapitaal:• Uitkering in kapitaal op de normale datum

- Als normale datum beschouwen we: - normaal einde van het contract

- bij overlijden van de verzekerde

- bij pensionering of brugpensionering

- binnen de 5 jaar die het normale einde van het contract voorafgaan- bij het bereiken van de normale leeftijd voor het definitief en volledig stopzetten van de beroepswerkzaamheid

Indien de uitkering plaats vindt op de normale datum van het contract, geniet de verzekerde van het gunsttarief:

- Gedeelte opgebouwd met werkgeverstoelagen: 16,50 %

- Gedeelte opgebouwd met werknemersbijdragen:

16,50 %, stortingen vóór 01/01/1993

10,10 %, stortingen na 01/01/1993

• Uitkering in kapitaal vóór de normale datum (=afkoop):

Uitkeringen voor de normale datum worden gelijk gesteld aan een afkoop en veel zwaarder belast.

- Gedeelte opgebouwd met werkgeverstoelagen: marginaal tarief

- Gedeelte opgebouwd met werknemersbijdragen:

- marginaal tarief, voor de stortingen vóór 01/01/1993

- 33,33 %, stortingen na 01/01/1993

Uitkeringen onder de vorm van rente:Deze uitkeringen zijn onderworpen aan de progressieve belastingtarieven.

Crisisbelasting:De taxatievoeten (eindbelasting) worden nog verhoogd met een crisisbelasting (3 % in 2005)

Page 41: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

41

Gemeentelijke opcentiemen in personenbelasting:Deze heffing gebeurt via de jaarlijkse belastingaangifte van de begunstigde, in het jaar van uitbetaling.

Successierechten :De successierechten zijn uiteraard enkel van toepassing voor prestaties bij overlijden. Voor de werknemer zijn geen successierechten van toepassing:

• Als er een verplichte deelname van alle personeelsleden aan de groepsverzekering is.

• Als de echtgenote of een kind jonger dan 21 jaar de begunstigde is.

In vergelijking met de uitbetaling van gewoon loon zijn de premies voor eenpensioenfonds of groepsverzekering fiscaal doorgaans erg aantrekkelijk. Depremies die gestort worden om een aanvullend pensioen op te bouwen zijn namelijk- net als het loon - volledig aftrekbaar op het vlak van vennootschapsbelastingterwijl de bijkomende heffingen (RSZ, premietaksen) een stuk lager liggen danbij een gewone loonuitkering.

Een overzicht van de bijkomende dekkingen:

1. Dekking leven/overlijden:

De premies zijn volledig aftrekbaar in de inkomstenbelasting voor zover hetwettelijk en het in het vooruitzicht gestelde extralegaal pensioen samenmaximaal tachtig procent bedragen van het laatst verdiende loon.

Verder is een patronale RSZ-bijdrage van 8,86 procent verschuldigd en ook een premietaks van 4,4 procent. Die premietaks kan gereduceerd worden tot 0 procent voor zogenaamdesociale plannen: plannen die in een CAO zijn gegoten en die gelden voor allewerknemers uit een sector. Verder moeten deze plannen ook voorzien inwelbepaalde solidariteitsmechanismen, zoals bijvoorbeeld het verderzetten van depensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.

Maar de premietaks kan soms ook verhoogd worden tot 9,25 procent. Dat kan hetgeval zijn bij zogenaamde cafetariaplannen waarin de aangeslotenen zelf dedekkingen kunnen kiezen (leven, overlijden, invaliditeit, afhankelijkheid,arbeidsongeschiktheid, enzovoort). Wanneer het plan niet in 'standaarddekking'voorziet waarbij medische uitsluitingen onmogelijk zijn (tenzij bij minder dan10 aangeslotenen) wordt de premietaks opgetrokken tot 9,25 procent. Men kiest daarom bij het afsluiten van een nieuw plan dus zoveel mogelijk voor plannen waarbij eenstandaarddekking leven/overlijden is voorzien zonder medische keuring (vanaf 10werknemers).

2. Dekking arbeidsongeschiktheid:

De premies voor deze dekking zijn volledig als bedrijfskost aftrekbaar.Voorwaarde is dat de verzekerde jaarrente niet hoger ligt dan het bruto jaarloon. Een

Page 42: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

42

bijkomende premietaks van 4,4 procent is verschuldigd wanneer het om eencollectief voordeel voor een volledige categorie van werknemers ofbedrijfsleiders is. Een individuele arbeidsongeschiktheidstoezegging die slechtsaan één werknemer of bedrijfsleider toekomt is onderworpen aan een premietaksvan 9,25 procent.

3. Dekking medische kosten (hospitalisatie):

De premies zijn niet aftrekbaar als bedrijfskost. Een bijkomende premietaks van9,25 procent is verschuldigd, waar dit vroeger in bepaalde gevallen slechts 4,4procent was. Keerzijde van de medaille is dat eventuele uitkeringen ook nietbelastbaar zijn voor de ontvanger.

4. Afhankelijkheidsverzekering, verzekering ernstige aandoeningen:

De premies zijn niet aftrekbaar als bedrijfskost. Een bijkomende premietaks van9,25 procent is verschuldigd. Ook hier geldt dat eventuele uitkeringen laterniet belastbaar zijn bij de ontvanger.

Via de zogenaamde cafetariaplannen kunnen deze verschillende dekkingen naastelkaar aangeboden worden. Bij zo'n cafetariaplan hebben de personeelsleden demogelijkheid om zelf een keuze te maken uit de aangeboden waaier aan dekkingen,ook wel 'de menukaart van het cafetariaplan' genaamd. Het premiebudget kan dannaar keuze verdeeld worden over de verschillende waarborgen. Als werkgever moetmen er wel rekening mee houden dat de fiscale behandeling niet voor alleaangeboden dekkingen gelijk is.

6.7: Loonsverhoging of groepsverzekering

Lasten voor de onderneming:

● Sociale zekerheidslasten:

Voor werknemers bedragen de werkgeversbijdragen 34% van de brutobezoldiging. Een loonsverhoging van € 200 kost de werknemer dus € 268 .

De werkgeversbijdrage op de premie voor een groepsverzekering bedraagt 8,86% op de premie (verminderd met de taks van 4,4%).Een premie van € 200 kost de werkgever dus € 217.

Voor zelfstandigen zijn geen sociale zekerheidslasten op lonen of groepsverzekeringspremies.

● Fiscale lasten:

De onderneming is onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Deze is gemiddeld 39 %. Zowel de bezoldigingen als groepsverzekeringspremies vormen aftrekbare bedrijfslasten.

Page 43: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

43

Voor werknemers: Een loonsverhoging van € 200 kost de onderneming effectief:=> (200 + 68) * 0,61 = €163,48

Een groepsverzekeringspremie van 200 % kost de onderneming:=> 217 * 0,61 = € 132,36Voor zelfstandigen:De kostprijs van een loonsverhoging is gelijk aan de kostprijs van een groepsverzekeringspremie:=> 200 * 0,61 = € 122

Lasten voor de verzekerde werknemer / zelfstandige:

● Sociale zekerheidslasten:Voor werknemers:

- loonsverhoging: 13,07 % dus van een loonsverhoging blijft er € 173,88 over.- groepsverzekering: premie blijft € 200

Voor zelfstandigen:- loonsverhoging: afhouding van 16,7 %: van een loonsverhoging blijft dus€ 166,66 over.- groepsverzekering: de premie blijft € 200.

● Fiscale lasten:

De belastingsdruk kan oplopen tot 50 % (+gemeentebelasting) voor werknemers. Daardoor blijft er nog maar 173,86 * (1-0,5) = € 87 over.

Voor zelfstandigen blijft er nog 166,6 * (1-0,5) = € 83,2 over.

Voorbeeld voor werknemer:

We gaan uit van een loonsverhoging of een groepsverzekeringspremie van € 5000 per jaar:

Kostprijs van de loonsverhoging – premie van € 2500:

● loonsverhoging: 2500 – 850 (34 %) – 39 % (vennootschapsbelasting) = € 2043,50

● premie: 2500 + 221,5 (8,86 %) – 39 % = € 1660,12

=> Een premie is dus goedkoper dan een loonsverhoging voor een werkgever.

Wat blijft er nog over voor de begunstigde:

● loonsverhoging: 2500 – 326,75 (17,07% RSZ) – 977,98 (45% personenbel.) – 68,46 (gemeentebelasting) = € 1126.81

● premie: 2500 – 4,4 % - 12,5 (forfait) – 5% kosten = € 2263,03

Page 44: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

44

Welk pensioen zou men dan krijgen?

Het uitgangspunt is een nettorendement van 7%.

● loonsverhoging: € 1126,81 per jaar = € 166 674,8

● premie: € 2263,03 per jaar = € 288 223,74 verzekerd kapitaal + winstdeelname

=> 203 339;35 (verzekerd kapitaal) – 7218,55 (3,55 % RIZIV) – 32359,93 (16,5 % belasting) – 2265,20 (gemeentebelasting) = 161 495,67 + 131392,5 (winstdeelname) – 4664, 43 (3,55% RIZIV) = € 288 223,74

Page 45: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

45

Deel 4: De 80 % regel

Hoofdstuk1: Inleiding

Vanuit fiscaal perspectief is pensioenvorming in de tweede pijler een interessante vorm van verloning en dit zowel in hoofde van de vennootschap/werkgever als van de werknemer of bedrijfsleider. De belastingvoordelen op de pensioenbijdragen in de tweede pijler zijn echter niet onbeperkt. Het totale pensioen, dit wil zeggen het wettelijk pensioen en het aanvullend beroepsgebonden pensioen samen, dat tijdens een loopbaan van 40 jaar bereikt wordt, mag niet meer bedragen dan 80% van de laatste normale bruto jaarbezoldiging. Dit is de zogenaamde '80%-grens'.

De filosofie van de 80%-grens kan het best begrepen worden aan de hand van het befaamde 3-pijler-systeem in de pensioenen. Het wettelijk pensioen vormt de eerste pijler, de beroepsgebonden pensioenen (groepsverzekering, pensioenfonds, individuele pensioentoezegging, VAPZ, …) de tweede pijler, en de derde pijler bestaat uit wat op particulier niveau aan aanvullend pensioen wordt opgebouwd (individuele levensverzekering, pensioensparen, …).

Met de invoering van de 80%-grens heeft de fiscus willen bereiken dat, over de hele loopbaan bekeken, de pensioenen die via de tweede pijler opgebouwd worden samen met de pensioenen uit de eerste pijler niet meer bedragen dan 80% van het beroepsinkomen.

In een schema ziet dat er als volgt uit:

Filosofie van de 80%-grens

Beroepsinkomen= 80%

3de pijler: individueel pensioen

2de pijler: beroepsgebonden pensioen

pensioen1ste pijler: wettelijk pensioen

60/65 jaar > 60/65 jaar

Page 46: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

46

Hoofdstuk 2: Toepassingsgebied 80 % regelDe toepassing van de 80%-grens situeert zich in de volgende aanvullende 'pensioensystemen' binnen de tweede pijler:

• groepsverzekeringen op ondernemings- en sectorniveau

• pensioenfondsen op ondernemings- en sectorniveau

• extern gefinancierde individuele pensioentoezeggingen

• intern gefinancierde individuele pensioentoezeggingen

• bedrijfsleidersverzekeringen

• de individuele voortzetting overeenkomstig artikel 33 van de WAP (enkel voor werknemers)

Page 47: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

47

Hoofdstuk 3: Gevolgen van het overschrijden van de 80%-grensIndien de 80%-grens overschreden wordt, dan is de fiscale aftrek van de vennootschapsbijdragen als beroepskosten of de toekenning van de belastingvermindering op de persoonlijke bijdragen beperkt tot het bedrag dat strikt noodzakelijk is om de totale maximumtoekenning binnen de 80%-grens te verzekeren.

Wanneer de pensioentoezegging zowel door vennootschap als door persoonlijke bijdragen gefinancierd wordt, wordt het teveel in de eerste plaats aangerekend op de vennootschapsbijdragen (verwerping als beroepskost in de mate van het teveel) en daarna, zo nodig, op de persoonlijke bijdragen van de aangeslotene (geen toekenning van de belastingvermindering in de mate van het teveel).

Het kan voorkomen dat er aan een zelfde werknemer of bedrijfsleider meerdere pensioentoezeggingen worden toegekend (bv. een bedrijfsleider geniet zowel een groepsverzekering als een individuele pensioentoezegging). In voorkomend geval wordt de 80%-grens toegepast op het gezamenlijke bedrag van de voordelen bij pensionering waarin de verschillende pensioentoezeggingen voorzien. De belastingadministratie heeft daarbij een soort van prioriteitsregel uitgewerkt inzake de sanctionering van de overschrijding van de 80%-grens. Volgens die richtlijnen geschiedt de verwerping achtereenvolgens op de vennootschapsbijdragen voor een groepsverzekering of pensioenfonds, vervolgens op de persoonlijke bijdragen voor een groepsverzekering of pensioenfonds en daarna op de onderhandse pensioenbelofte.

Page 48: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

48

Hoofdstuk 4: Controle 80 % grens

4.1: Controle

Voor de groepsverzekering, het pensioenfonds, de bedrijfsleiderverzekering, de extern gefinancierde individuele pensioentoezegging en de individuele voortzetting gebeurd de controle op de naleving van de 80%-grens op het niveau van de premiebetaling en op basis van de berekeningsparameters zoals zij elk jaar gekend zijn (referentiebezoldiging, geraamd wettelijk pensioen, enz.). Er is geen controle meer bij uitkering van het pensioen(kapitaal).

Bij een intern gefinancierde individuele pensioentoezegging liggen de kaarten enigszins anders. De pensioenvoorzieningen die hiervoor aangelegd worden, zijn slechts vrijstelbaar in hoofde van de vennootschap indien de pensioenvoordelen waarin de onderliggende pensioenbelofte voorziet de 80%-grens eerbiedigen.

Ook daar kan de controle dus jaarlijks gebeuren en zal men bij de berekening van de 80%-grens inzake pensioenvoorzieningen het best rekening houden met de parameters zoals die gekend zijn bij het afsluiten van elk boekjaar waarvoor een voorziening wordt aangelegd. Voor wat betreft de pensioenbelofte zelf, gebeurt de controle bij de uitkering van het pensioen(kapitaal) en dit op basis van de berekeningsparameters zoals die gekend zijn bij de uitkering van de pensioenvoordelen. Dit is tevens het geval voor een onderhandse pensioenbelofte gefinancierd door een bedrijfsleiderverzekering. In beide gevallen gebeurt de controle in feite twee keer.

4.2: Verantwoordingsstukken

Er worden twee verantwoordingsstukken met betrekking tot de 80%-grens opgenomen:

● Op de eerste plaats gaat het om een door de groepsverzekeraar of het pensioenfonds uit te reiken attest waarin zij bevestigen dat het pensioenplan voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent de 80%-grens. Op het attest moeten zij tevens een aantal kenmerken van de pensioenregeling opnemen (bv. de betrokken personeelscategorie, de kenmerken van het plan inzake overdraagbaarheid en indexatie van de onderliggende pensioenrente).

● Op de tweede plaats dient de werkgever/vennootschap zelf een informatiefiche uit te reiken voor de groepsverzekering, het pensioenfonds en de onderhandse individuele pensioentoezeggingen die zij aangaat, met daarin tevens een aantal kenmerken van deze pensioenregelingen.

Beide verantwoordingsstukken dienen vóór 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarin het pensioenplan in werking getreden is, naar de taxatiedienst waarvan de vennootschap afhangt, toegezonden te worden. In principe dienen ze slechts één keer te worden overgemaakt, met name bij het onderschrijven van het pensioenplan.

Page 49: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

49

Maar een voorontwerp van fiscaal uitvoeringsbesluit bij de WAP schuift het attest inzake de 80%-grens en de informatiefiche nu in het KB/WIB92. Nieuw hierbij is onder meer dat dit attest op 3 mogelijke tijdstippen moet afgeleverd worden:

• bij de onderschrijving van het contract

• bij elke wijziging van het contract

• telkens wanneer de 80%-grens overschreden wordt

Page 50: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

50

Hoofdstuk 5: Formule voor de berekening van de 80%-grens

De formule:

Het maximaal te verzekeren kapitaal met inbegrip van de hypothetische deelname in de winst (forfaitair geraamd op 20 % van het kapitaal) gebeurt in 2 fasen:

1. Vaststelling van maximale jaarrente:

Jaarrente = (80% huidige jaarbezoldiging – wett. en extrawett. Pensioen) x n/m

2. Vaststelling van het maximaal te verzekeren kapitaal (incl. winstdeelname):

Jaarrente x omzettingscoëfficiënt = max. kapitaal + winstdeelname

Verklaring symbolen:

n = aantal dienstjaren

m = normale duur van de beroepsactiviteit

5.1: Laatste normale bruto jaarbezoldiging (= huidige jaarbezoldiging)De 80%-grens wordt berekend op basis van de (laatste) normale bruto jaarbezoldiging, wat als volgt praktisch vertaald kan worden:

• De bruto jaarbezoldiging is de bezoldiging vóór aftrek van de persoonlijke sociale bijdragen, beroepskosten en belastingen, en dit ongeacht of zij in België of in het buitenland aan sociale bijdragen onderworpen is. De bezoldigingen moeten wel aftrekbare beroepskosten vormen voor de werkgever of de vennootschap en dus ook effectief door de werkgever of de vennootschap gedragen worden.

• Al dan niet kunstmatige (fikse) verhogingen van bezoldigingen (vooral naar het einde van de loopbaan toe) kunnen mogelijk op basis van hun abnormaal karakter uit de referentiebezoldiging voor de berekening van de 80%-grens geweerd worden. Hetzelfde geldt voor toevallige of uitzonderlijke componenten van de bezoldiging.

• Bij een controle van de 80%-grens tijdens de opbouwfase van het pensioen, wordt de normale bruto jaarbezoldiging tijdens het betreffende jaar in aanmerking genomen

• De laatste normale bruto jaarbezoldiging is de bezoldiging die werd toegekend gedurende het laatste kalenderjaar (en dus niet gedurende de laatste 12 maanden) voorafgaand aan de oppensioenstelling waarin de betrokkene een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad. In de praktijk is dit vooral relevant voor de intern gefinancierde individuele pensioentoezegging, waar er een eindcontrole is (bij uitkering).

Page 51: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

51

• Wanneer iemand voor verschillende vennootschappen werkt, moet de 80%-grens per vennootschap beoordeeld worden op basis van de bezoldiging die fiscaal aan elk van die vennootschappen wordt aangerekend.

5.2: Aantal dienstjaren (= n)5.2.1: In de onderneming gepresteerde en te presteren jaren

De 80%-grens wordt berekend in functie van het aantal gepresteerde en nog te presteren jaren in de onderneming, wat in eerste instantie verwijst naar de jaren die de betrokkene werkelijk gepresteerd heeft in de onderneming en de jaren die hij er normaal nog tot de normale pensioenleeftijd zal presteren of vroeger als men vervroegd op pensioen gaat.

Periodes die door het sociaal recht erkend worden als met een werkelijk uitgeoefende activiteit gelijkgestelde periode, zoals ziekte, bevallingsverlof, werkloosheid, tijdskrediet etc. gelden ook.

Het totaal aantal gepresteerde en nog te presteren jaren in de onderneming is in principe beperkt tot 40 jaar .

5.2.2: Buiten de onderneming gepresteerde en te presteren jaren

De mogelijkheid bestaat om ook jaren buiten de onderneming te valoriseren voor de berekening van de 80%-grens. Het betreft hier:

• maximaal 10 jaar van een vroegere beroepswerkzaamheid

• maximaal 5 jaar van een tot de normale pensioenleeftijd nog uit te oefenen beroepswerkzaamheid

De toevoeging van die jaren aan de werkelijk binnen de onderneming gepresteerde jaren mag niet tot gevolg hebben dat er meer jaren in rekening gebracht worden dan de normale duur van de beroepswerkzaamheid (in principe 40 jaar). Bovendien kan het enkel voor werknemers en bedrijfsleiders die, en in de mate dat ze, binnen de onderneming een onvolledige loopbaan (in praktijk betekent dit een loopbaan van minder dan 40 jaar) hebben.

Wat betreft de aanrekening van (maximaal) 10 jaar van een vroegere beroepswerkzaamheid, gelden volgende bijzonderheden:

• Niet alleen vroegere beroepswerkzaamheden in België maar ook deze in het buitenland komen hiervoor in aanmerking en dit ongeacht de hoedanigheid waarin ze zijn verricht (bezoldigde, zelfstandige of ambtenaar).

• Periodes die door het sociaal recht erkend worden als met een werkelijk uitgeoefende activiteit gelijkgestelde periode, zoals ziekte, werkloosheid, bevallingsverlof, etc. gelden ook.

• Het maximum van 10 jaar geldt niet voor personeelsleden of bedrijfsleiders die achtereenvolgens of gelijktijdig in ondernemingen van dezelfde groep werken op

Page 52: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

52

voorwaarde dat er in verband met die jaren een extrawettelijk pensioen is gevormd dat echter lager is dan de regeling die van toepassing is bij de huidige werkgever en in de mate dat dergelijke aanrekening van bijdragen niet als abnormaal moet worden beschouwd.

De pensioentoezegging kan tevens voorzien in de valorisatie van maximum 5 jaar van een nog te presteren beroepswerkzaamheid tot de normale pensioenleeftijd.

• De fiscale administratie plaatst deze mogelijkheid in het kader van werknemers die op gevorderde leeftijd ontslagen worden of die met vervroegd pensioen gaan, en aan wie dan toch een volledig extrawettelijk pensioen kan worden uitgekeerd.

• Deze valorisatieperiode van 5 jaar begint, in geval van ontslag van een werknemer, te lopen vanaf de dag na de periode van non-activiteit die door de opzeggingsvergoeding wordt gedekt.

• In geval van brugpensioen geldt de beperking tot 5 jaar volgens de commentaren van de belastingadministratie niet (de wetgeving zelf voorziet evenwel niet in deze uitzondering) en kan de volledige periode van brugpensioen gecompenseerd worden.

De mogelijkheid tot valorisering van die 5 jaar is voor interpretatie vatbaar en kent twee mogelijke invullingen:

● Een eerste invulling is dat de normaal voorziene pensioenvoordelen bij vervroegde loopbaanbeëindiging onverminderd mogen toegekend worden. Zo zou een groepsverzekering die bijvoorbeeld voorziet in een jaarlijkse premiebetaling van 2.500,00 EUR tot 65 jaar, bij vervroegde pensionering kunnen bepalen dat er ter gelegenheid hiervan een eenmalige koopsom wordt gestort die gelijk is aan de som van de premies die de vennootschap nog tot 65 jaar zou betaald hebben in de veronderstelling dat de werknemer of bedrijfsleider tot de einddatum van 65 jaar in dienst was gebleven. De filosofie van deze invulling is terug te vinden in de commentaren van de belastingadministratie.

● Een andere mogelijke invulling bestaat erin om van meet af aan bij de berekening van de 80%-grens maximum 5 extra jaren toe te voegen in de teller van de loopbaanbreuk wanneer de normale eindleeftijd van de groepsverzekering lager zou liggen dan de normale pensioenleeftijd. Zo zou, wanneer de eindleeftijd 60 jaar bedraagt, toch het aantal jaren gerekend tot de leeftijd van 65 jaar in aanmerking genomen worden voor de berekening van het aantal nog te presteren jaren in het kader van de 80%-grens.

5.3: Normale duurtijd van een loopbaan ( = m)

Page 53: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

53

De normale duurtijd van een volledige loopbaan bestrijkt, voor de berekening van de 80%-grens, in principe 40 jaar. De wet maakt hierbij geen onderscheid tussen mannen en vrouwen.

Voor beroepen waarvoor de betrokkenen kunnen aantonen dat de volledige loopbaan minder of meer dan 40 jaar bestrijkt, mag het effectieve lagere of hogere aantal jaren in aanmerking genomen worden. Dit is echter slechts mogelijk wanneer een normale volledige loopbaan van minder of meer dan 40 jaar voortvloeit uit de aard zelf van de beroepswerkzaamheid en niet uit conventionele of statutaire bepalingen. Indien bijvoorbeeld, in het geval van een bedrijfsleider, de statuten van de vennootschap zouden bepalen dat het bestuurdersmandaat niet langer hernieuwbaar is vanaf een bepaalde leeftijd, kan men deze statutaire bepaling niet inroepen om een normale duur van beroepswerkzaamheid van minder dan 40 jaar in het kader van de 80%-grens te hanteren.

In elk geval is de breuk "n/m" uit de formule voor de berekening van de 80%-grens steeds beperkt tot 1.

5.4: Omzetting van rente in kapitaal (= omzettingscoëfficiënt)

Het maximale extrawettelijk pensioen waarin de 80%-grens voorziet, wordt uitgedrukt als een maximale jaarlijkse pensioenlijfrente. De meeste pensioenplannen drukken de pensioenvoordelen echter in eerste instantie uit als een eenmalig pensioenkapitaal.

Om op basis van de maximale pensioenrente het overeenstemmend maximaal pensioenkapitaal te kunnen berekenen, worden er omzettingscoëfficiënten van rente in kapitaal gehanteerd. Wanneer er sprake is van een omzettingscoëfficiënt van bijvoorbeeld 16, betekent dit dat een levenslange lijfrente van 1,00 EUR op jaarbasis geacht wordt overeen te stemmen met een eenmalig kapitaal van 16,00 EUR.

De te gebruiken omzettingscoëfficiënt verschilt in functie van:

• de leeftijd bij de aanvang van de rente

• het feit of de rente geïndexeerd wordt of niet

• het feit of de rente overdraagbaar is of niet

De in praktijk meest gebruikte omzettingscoëfficiënten worden weergegeven in de onderstaande tabel.

Leeftijd bij

aanvang van de rente

Niet-geïndexeerde, niet-overdraagbare rente

Geïndexeerde (2%), niet-overdraagbare rente

Niet-geïndexeerde, overdraagbare (80%) rente

Geïndexeerde (2%), overdraagbare (80%) rente

60 jaar 12,9130 15,6389 14,8470 18,3749

65 jaar 11,3761 13,4282 13,3711 16,1004

De fiscale administratie bepaalt dat het bedrag van de rente aan de vennootschap moet gevraagd worden wanneer het vastgestelde percentage van de indexering of overdraagbaarheid minder bedraagt dan resp. 2 % en 80 %.

Page 54: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

54

Hierbij kan gebruik gemaakt worden van geïnterpoleerde omzettingscoëfficiënten. Stel bijvoorbeeld dat het pensioenreglement melding maakt van een niet-geïndexeerde en voor 70 % overdraagbare rente, dan kan de omzettingscoëfficiënt op 60 jaar als volgt berekend worden:

• de omzettingscoëfficiënt voor een niet-geïndexeerde, niet-overdraagbare rente bedraagt 12,9130

• de omzettingscoëfficiënt voor een niet-geïndexeerde, voor 80%-overdraagbare rente bedraagt 14,8470

• berekening: 12,9130 + ( (14,8470 – 12,9130) x (70/80) ) = 12,9130 + 1,69225 = 14,6053

Leeftijd bij aanvang van de rente

De ingangsleeftijd van een rente is een belangrijke parameter om het overeenstemmende kapitaalbedrag te bepalen. Hoe lager de ingangsleeftijd, hoe hoger de omzettingscoëfficiënt.

Dit is logisch omdat verwacht kan worden dat de rente gedurende een langere termijn zal moeten uitbetaald worden wanneer ze ingaat op de leeftijd van 60 jaar dan wanneer ze ingaat op de leeftijd van 65 jaar. Het corresponderend kapitaal van een rente die ingaat op de leeftijd van 60 jaar is dan ook hoger dan dat van een zelfde bedrag aan rente dat maar betaalbaar is vanaf de leeftijd van 65 jaar.

Page 55: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

55

Hoofdstuk 6: Voorbeeld 80 %-regelAls voorbeeld voor de berekening van de 80 %-grens zullen we een werknemer pakken die geboren is op 1 maart 1945.

Zijn loopbaan:

● De werknemer ging het eerst aan de slag in een onderneming A en dit op 01/09/1974.

● Hierna ging de werknemer aan de slag in een andere onderneming namelijk onderneming B en dit op 01/01/1988.

● De werknemer gaat vervroegd op pensioen op de leeftijd van 62 jaar en dit op 01/04/2007.

Eerst gaat men een raming maken van het wettelijk pensioen voor werknemers dit is maximum 50 % van het brutoloon met een maximum van het wettelijk pensioen(als het een zelfstandige zou zijn zou dit een forfait zijn van 25 % van het brutoloon).

Dan gaat men zien of er nog andere extralegale pensioenen zijn uitgekeerd. In dit voorbeeld ga ik ervan uit dat de werknemer geen extralegale pensioenen heeft ontvangen.

De groepsverzekering van zijn onderneming is een individuele levensverzekering van het type 10/10 met een verzekerd kapitaal van € 25 000.

De werknemer krijgt een regelmatige en maandelijkse bezoldiging van € 2 500 => om aan zijn jaarlijkse bruto bezoldiging te komen gaat men dit bedrag maal 13,9 doen (13de maand inbegrepen.)

In dit voorbeeld gaan we uit van een indexering van de rente met 2 % en een overdraagbaarheid van de rente met 80 %.

De winstdeelname van de groepsverzekering wordt geschat op 20 %

Page 56: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

56

Wat is nu het maximum te verzekeren kapitaal bij leven?

2500 x 13,9 = 34750 bruto jaarbezoldiging

Vaststelling van maximale jaarrente:

Jaarrente = (80% huidige jaarbezoldiging – wett. en extrawett. Pensioen) x n/m

=> 8405,16 = (( 34750 x 0,8 – (34750 / 2) – 0) x 32,25/40)

Vaststelling van het maximaal te verzekeren kapitaal (incl. winstdeelname):

Jaarrente x omzettingscoëfficiënt = max. kapitaal + winstdeelname

=> 8405,16 x 17,4763 (laatste kolom, 62 jaar) = 146 891,10 / 1,2 (winstdeelname) = 122 409,2

Welke premie hier ongeveer tegenover staat kan je zien in het tarievenboek

Hetzelfde voorbeeld maar nu heeft de werknemer al een extrawettelijk pensioen van € 25 000.

Vaststelling van maximale jaarrente:

=> 6389,53 = ((34750 x 0,8 – (34750 / 2) – 25 000) x 32,25/40)

Vaststelling van het maximaal te verzekeren kapitaal:

=> 6389,53 x 17,4763 = 111 665,34

Page 57: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

57

Deel 5: De toepassing van de 80% - regel

Inleiding:

Op mijn stageplaats heb ik kennis gemaakt met een uniek opvolgingssysteem voor groepsverzekeringen: een klein maar efficiënt systeem voor de verwerking van de 80%-regel. Via dit programma kan men een compleet en up-to-date opvolgingssysteem ontwikkelen voor de groepsverzekeringen van een makelaar. Zo beschikt men op elk ogenblik over alle details van zijn portefeuille. Met een gedetailleerde berekening wordt een analyse gemaakt van alle bestaande dossiers. Waar nodig, wordt een aanpassing gemaakt van de te storten premies zodat men een optimaal resultaat bereikt.In het begin moet men redelijk wat tijd spenderen voor de invoer van gegevens van de klanten maar eens dit gebeurd is heeft men niets als voordelen. De klant weet dat zijn dossier van nabij gevolgd wordt (portefeuillebeschermend) en fiscaal in orde is. Zo is de klant en de makelaar gerust. Men moet immers niet vrezen dat zijn klanten worden afgesnoept omdat de klant zijn dossier niet goed wordt opgevolgd. Ook als er controle op de 80% - regel is, kan men met een gerust hart aantonen dat de 80 % grens werd gerespecteerd. Met andere woorden het programma heeft niets als voordelen. In het volgende stuk zal ik de werking van het programma in grote lijnen uitleggen.Het programma is gemaakt door Pol Kerckhofs van AGF en Jaak Pieters heeft geholpen. Maar het programma is nog niet in zijn definitieve vorm.

Page 58: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

58

Blad 1: Klanten

Het eerste blad is het blad van de klanten. Zoals u kan zien heeft het links boven enkele functie die men kan aanklikken.

Enkel recentste: Weergave van recent ingevoerde klanten.

Alles weergeven: Alle klanten weergeven.

Enkel deze Vnemer/verzekerde: Alleen deze verzekeringsnemer/verzekerde wordt weergegeven.

Klant zoeken: Komt er een subscherm waar men klant kan ingeven die men wenst te zien.

Klant verwijderen: Hiermee verwijdert men een klant.

Als men een nieuwe verzekeringsnemer en de verzekerde heeft ingevoerd kan men op de grote knop links boven drukken: het programma vraagt of hij gehuwd is en of hij zelfstandige is na deze twee vragen te hebben beantwoord komt men in het tweede blad terecht. Helemaal op het einde van het programma worden alle gegevens in het eerst blad ingevuld.

Page 59: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

59

Blad 2: 80 % - regel

Hier vult men de 1ste parameters in voor de berekening van de 80%-grens: geboortedatum, burgerlijke staat (gehuwd of alleenstaand), Te bereiken doel, Sociaal statuut (loontrekkende of zelfstandige), Bruto jaarbezoldiging (laatste normale bruto bezoldiging in de huidige functie).

Page 60: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

60

Hier komen de reeds opgebouwde reserves binnen en buiten de vennootschap aan een bepaalde percentage. Erachter komt dan het eindkapitaal of de rente die het opbrengt bij pensionering.

Hier gaat men op drukken om de gegevens over te zetten naar het kadertje hieronder.

Hier worden de totale eindkapitalen ingezet voorzien in de lopende contracten.

Bij verleden komt het bijkomend bedrag dat men nog kan verzekeren via backservice via koopsom of bijkomende eenmalige premie (is hetzelfde).Bij toekomst komt het bedrag dat men nog bijkomende kan verzekeren via periodieke premie.Nog te doen: maakt gewoon de optelsom van de twee en geeft weer hoeveel men nog in totaal kan bij verzekeren.

Hier komen de 2de parameters in voor de berekening van 80%-grens: aanvang van de verzekerde zijn loopbaan, de start van de loopbaan in de huidige onderneming, de pensioenleeftijd opgenomen in het contract. En tenslotte de

berekeningsdatum.

Hier kan men in maanden zien hoeveel men in al het verleden heeft gewerkt, hoeveel men nog in de toekomst moet werken en bij compensatie komen de maanden die men in een vorige onderneming heeft gewerkt. Men kan ook totale maanden loopbaan zien en de te gebruiken omzettingscoëfficiënt bij de 80 % formule.

Page 61: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

61

Dit is de berekening van de 80% - regel:

Brutoloon maal 80% Min wettelijk pensioen en eventueel extra wettelijk pensioen

Maal de loopbaanbreuk Maal de

vermenigvuldigingscoëfficiënt

Abstractie van de winstdeelname

= maximaal verzekerbaar kapitaal

Hier berekent men wat je in de toekomst aan kapitaal mag verzekeren en wat je in het verleden mocht verzekeren. 44381.6 voor het verleden en 107936.06 voor de toekomst.

Page 62: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

62

Blad 3: Gegevens en berekeningen

Hier staan basisgegevens die men nodig heeft om de berekening van de 80 % -regel uit te rekenen. Hier vindt men de pensioenen voor zowel zelfstandigen als loontrekkenden. De omzettingscoëfficiënten die men gebruikt om het maximaal te verzekeren kapitaal uit te rekenen. De minimum rentevoet die de verzekering moet opbrengen. Ook staan hier de aangerekende commissiepercentages en de instapkosten. Helemaal onderaan staat het rentepercentage waartegen wordt opgerent.

Page 63: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

63

Blad 4: Het contract

Hier komen al de gegevens die een invloed kunnen uitoefenen op het contract. De gegevens die een invloed kunnen uitoefen zijn onder andere: of men bijkomende dekkingen wenst, of men roker of niet –roker is, of men een man of een vrouw is enzovoort. Hier kan men de uiteindelijke te betalen premies, kosten en het gespaard kapitaal zien. In het tweede venster komen al deze resultaten.

Page 64: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

64

Hier kan men aanduiden of de verzekerde roker is of niet en in welk jaar men de eerste

storting heeft gedaan.

De kosten worden hier weergegeven van de PP (periodieke premie) en KS

(koopsom). Die zijn maximum 5 % commissie en 1% beheer. Bij rendement wordt het minimum rendement weergegeven. Risico start geeft het bedrag weer dat wordt uitgekeerd bij overlijden.

Hier vult men de leeftijd op 31/12 in van verzekerde voor aanvang contract en of het een

man of vrouw is. Ook of het groeps- of bedrijfsleiderverzekering is (verschil taks). Bij vervangpremie kan men aangeven of men premierestitutie wilt (100 of 130 %) of niet, of men ervoor kiest dat het kapitaal gewoon constant blijft.

Hier komt de totale bijpremie voor het overlijdensrisico en de totale bijpremie AVOR

(aanvullende verzekering ongevallen risico). Men kan ook aangeven of op de premie taksen worden berekend of niet.

Hier leest men het resultaat van de knop max verl/toek af. De jaarpremie voor toekomstig kapitaal en de koopsom voor het

verleden. Deze zijn inclusief taksen en kosten. De getallen rechts en links onder zijn de koopsom en premie min taksen 4,4 %. Hier kan men ook aanduiden of men de premie jaarlijks, semestrieel, trimestrieel of maandelijks wil betalen. Onder Avri Premie komt de netto premie zonder taksen en kosten

Hier komen de aanvangsmaand van het contract en de maand van verjaardag van de

verzekerde. Of er een carenstijd of wachttijd moet zijn. Men kan kiezen tussen 1, 2, 3, 6 of 12 maand. Carenstijd is zoals men zegt de Engelse vrijstelling, men krijgt pas vergoeding vanaf de dag dat de carenstijd voorbij is. Bij een wachttijd krijgt men zijn vergoeding na de wachttijd maar ook de vergoeding gedurende de wachttijd.

Hier duidt men aan of men een aanvullende dekking risico invaliditeit wil. Erachter komt

dan de premie die men daarvoor moet betalen, zonder taksen en kosten met bijpremie. Daarachter kan men aanduiden of men ziekte en alle ongevallen of alleen ziekte wil verzekeren. Bij AVRI basis komt vanaf welk percentage invaliditeit men wil verzekeren tussen 25 en 100 % of vanaf 66 % (volledig invaliditeit). Hierachter komt de Avri jaarpremie inclusief kosten en bijpremie maar zonder taks.

Page 65: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

65

Geen Ak of wel : Hier geeft men aan of men een bedrijfsleiderverzekering wil of niet. Hier komen de kosten die men wenst te dekken in geval een

bedrijfsleider zou wegvallen. Voor 1, 1,5 of 2 jaar. Bij GEEN KAP ofwel kan men aan geven welk kapitaal men wil bij invaliditeit. En bij GEEN RENTE ofwel kan men de jaarlijkse rente bepalen die wordt uitgekeerd bij invaliditeit hier kan men nog kiezen of de rente vast blijft of stijgt per jaar met 2 of 3 procent. De rente of kapitaal wordt vermenigvuldigd met de graad van invaliditeit. Men kan ook maar een van de twee kiezen.

Hier kan men weer aanduiden welke carenstijd of wachttijd men wil voor de AK of RENTE Rechts bij het rood driehoekje komt de Avri

premie inclusief kosten en bijpremies en zonder taksen.

Hier duidt men aan of er een wachttijd is na 60 jaar of niet. Vanaf 60 wordt de wachttijd immers vervangen door een carenstijd van 12 maanden. Dit

kan men vermijden door een bijpremie van 10 % te betalen.

Hier komen de bijpremies voor AVRI terecht. Het medisch risico, beroepsrisico en eventueel het sportrisico die de AVRI

kunnen beïnvloeden. Ernaast ziet men de maandpremie voor het risico AVRI met kosten maar zonder taksen. Een taks van 4,4 % is verschuldigd als het een gewone groepsverzekering is en een taks van 9,25 als er eventuele bijkomende dekkingen zijn..

Hier ziet men hoeveel % van het loon wordt gebruikt ter

financiering van de groepsverzekering. Daarnaast kan men aangeven welk percentage van de 80 % men wil benutten, 100 % is de volledige 80%.

Drukt men op kap 80 % zonder reset WB of kapitaal 80 % (eigelijk dezelfde knop) krijgt men het maximum te bereiken

doel en de premie die hiertegenover staat. Drukt men op max verl/toek dan krijgt men de koopsom voor het verleden en de jaarpremie voor de toekomst. Hier vult men de leeftijd min 1 jaar in wanneer men op pensioen gaat.

Hier leest men het resultaat van de knop max verl/toek af. De premie en koopsom zijn inclusief taksen en kosten. Het getal rechtsonder is de koopsom min taksen 4,4 %.

Hier komt het aantal maanden nog te gaan tot pensioen. En als men op ga naar kapitaal drukt

komt men bij het kapitaal terecht naast deze tabel

Blad 5: Bereken afkoopwaarde/eindwaarde

Page 66: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

66

Dit tabblad is nog niet actief.

Page 67: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

67

Besluit:

Er komen steeds meer oude mensen bij in onze samenleving, terwijl er elk jaar minder kinderen geboren worden. Deze mensen worden dan ook nog eens ouder en ouder en dat wordt een probleem. Want al die mensen hebben recht op een pensioen. Dat zal de overheid maar moeilijk kunnen blijven betalen., en het wettelijk pensioen zal na een tijd niet meer volstaan. Daarom is het nodig om tijdens de actieve loopbaan een bijkomend stukje opzij te zetten in het kader van de tweede pijler of/en eventueel de derde pijler. Daarom worden levensverzekeringen en groepsverzekeringen steeds belangrijker in onze maatschappij. Steeds meer mensen sluiten een levensverzekering af of vragen aan hun baas een groepsverzekering. Deze markt blijft groeien en zal dat waarschijnlijk ook nog wel een tijd blijven doen. Daarom is het ook nodig dat men zich eerst degelijk informeert want men heeft natuurlijk een overvloed aan keuzes, neem daarom uitgebreid de tijd om de geschikte levensverzekering te zoeken. Ik hoop dat dit eindwerk helpt bij het zoeken van een gepaste levensverzekering.

Page 68: Deel 1: Het pensioen 4 Hoofdstuk 1: De drie pijlers van ... · 1.2: De pensioenbreuk 6 Deel 2: Levensverzekeringen 8 Hoofdstuk 1: De levensverzekeringen 9 1.1: Waarom een levensverzekering?

68

BronnenPersonenverzekering Deel 1 & 2: A. Jansens

Praktische belastingservice voor de bank- en verzekeringssector 2005

De 80%-grens door een pragmatische bril bekeken: Ann Misplon, Luc Vereycken, Paul Van Eesbeeck

Programma 80%-grens van pol kerckhof

http://het.beleggers.net

http://www.seniorennet.be/

http://belgische-staat.start.be/

http://www.onprvp.fgov.be/

http://www.ouderenenarbeid.be/

http://www.budget-net.com

http://www.pv.be/

http://www.alfa-verzekeringsmakelaars.be/

http://www.mercator.be/

http://www.vandenostende.be/

http://www.belgium.be/

http://www.dvv.be/

http://www.kantoorverduyn.be/

http://www.kbc.be

http://www.ing.be

http://www.axa.be

http://www.agf.be

http://www.fortis.be

http://www.cbfa.be/