De wer M)”op - aquariusvitaliser.info · n doorsnee v t meten van anzicht) ³ drijfmest een...
Transcript of De wer M)”op - aquariusvitaliser.info · n doorsnee v t meten van anzicht) ³ drijfmest een...
De wer
de o
AM
rking van
omvang
MON, BARB
in o
Dep
A
n het sup
van amm
ge
van
BARA; KRYV
opdracht van
Universitäpartment für
InstituA-1190 Wien
TelefonFax: +
Email: barb
pplemen
moniak-,
uremiss
n runder-
VORUCHKO
f
n Multikraft G
ät für Bodenkr Nachhaltigut für Landten, Peter Jord: +43 1 4765+43 1 47654bara.amon@
nt “Effecti
methaa
ie tijdens
en vark
O, VITALIY; A
Eindrapportfebruari 2004
Gesellschaft m
kultur Wiene Agrarsysteechnik danstraße 854-3502 4-3527 @boku.ac.at
ieve Mic
n- en lac
s de ops
ensdrijfm
AMON, THO
t 4
mbH, A – 463
eme
2
ro-organ
chgasem
lag
mest
OMAS; MOIT
31 Haiding/W
nismen (E
missies e
TZI, GERHAR
Wels
EM)”op
n op
RD
1 Inle Het supplemgesteld. EMammoniak euitwijzen weHiervoor ween varkensd 2 Mat 2.1 Pro De emissiemEnzersdorf meestal heebedraagt 9, Het instituutbeschikkingGroß Enzermeetperiodetemperatuu
Afbeelding
eiding
ment “EffectieM wordt aan den klimaat reelke invloed derden de emdrijfmest gem
teriaal en m
efstation 'Gr
metingen wein de buurt vet en droog, 8 ºC en de lu
t “Zentralansg van de luchrsdorf. Afbeee (maart tot jr iets boven
g 1: luchttememissie
eve Micro-ordierlijke mestelevante gassde toevoeginissies van C
meten.
methode
roß Enzersdo
erden uitgevovan Wenen. I's winters is uchtvochtigh
stalt für Metehttemperatuueldingen 1 enjuni 2003) enhet langjarig
mperatuur in metingen in
rganismen (Etstoffen toegsen terug te ng van EM aaH4, N2O, NH
orf'
oerd in het prIn Groß Enzehet koud meeid is gemid
eorologie undur, relatieve lun 2 tonen de n langjarige gg gemiddelde
Groß Enzers2003.
EM)” werd dogevoegd om g
dringen. Praan runder- e
H3 en toc (tota
roefstation versdorf heerset geringe sndeld 75%. Ja
d Geodynamuchtvochtighgemiddelde gemiddeldene, de neersla
sdorf: gemid
oor Multikraftgeurhinder te
aktijkgericht, en varkensdrial organic ca
an de 'univest een Panno
neeuwval. Deaarlijks valt e
ik (ZAMG)” sheid, neerslag
luchttempern (1960 tot 20ag was lager
delde tempe
t Gesellschafe verminderezorgvuldig oijfmest en aa
arbons) tijden
rsiteit voor bonisch klimaae gemiddeldeer gemiddeld
stelde uurgemg en luchtdruatuur en nee000). Van madan het lang
eratuur 1960-
ft mbH ter been en om emonderzoek moan varkensvons de opslag
bodemcultuurat. In de zome jaartemperd 547 mm reg
middelden teuk tijdens deerslag tijdensaart tot juni 2gjarig gemidd
-2000 en tijd
eschikking missies van oest
oer heeft. van runder-
r' in Groß mer is het atuur gen.
er metingen in
s de 2003 lag de delde.
ens de
-
Afbeelding 2.2 Mes In maart 19Enzersdorf.verzonken. gecomposteParallel metandere verp
meetinstallameetinstallatakel verrijdbaar ovaste stof-cmestput (12kuil voor huAfbeelding
g 2: neerslagemissie
stput
99 werden e De betonne Naast de meerd kan wort de mestputplaatst kan w
atie hoge opsatie lage ops
onderstel compostering2 m³) is- en tuinafv
g 3: proefsta(zijaanz
g in Groß Enmetingen in
er vijf mestpuen putten zijnmestputten be
rden. Afbeeldtten loopt een
worden.
stelling telling
g
valcomposteation voor hezicht)
nzersdorf: ge2003
utten en een n 2,5 m diep, evindt zich eedingen 3 en 4n houten rail
ering et meten van
emiddelde ne
composterinhebben een
en composte4 geven de o waarop de m
emissies tijd
eerslag 1960
ngsplaat gepln doorsnee veringsplaat vaopbouw van mobiele mee
dens de opsl
-2000 en tijd
laatst in het pan 2,5 m en an 4 bij 10 mhet proefsta
etinstallatie v
ag van dierlij
dens de
proefstation zijn in de gro
meter waaropation schemavan de ene p
ijke meststof
in Groß ond
p vaste mest atisch weer. ut naar de
ffen
Gebläse = vAbluft = luchZuluftstrom mobiel kantcomposterin5 mestputte Afbeelding Iedere mestdoor een memissies. Ometen en deper week geproefstationmestput ges De drijfmestdagen monsrepresentatverschillenddiepgevrore – drogestofg– organisch– asgehalte– pH-waard– NH4-N-ge– totaal stik– totaal koo2.3 Mob
ventilator htafvoer = luchttoevo
toor ngsplaat en, elk 2,5 m
g 4: proefstameststo
tput is met oobiele meeti
Omdat de eme tijdsduur tuemeten. Tijden is zo ingericschoven kan
ttemperatuusters genomief monster t
de stalen weren bewaard.
gehalte he drogestofge de ehalte stofgehalte
olstofgehalte biele meetins
oer
diep met ee
ation voor heoffen (bovena
ngeveer 10 mnstallatie op issies zeer w
ussen de meens elke metcht dat de mon worden.
r werd in ieden voor de mte krijgen werden tot één De volgende
gehalte
stallatie
en doorsnee v
et meten van aanzicht)
m³ drijfmest een mestpu
wisselend waetingen zo koting werden dobiele meeti
ere mestput mestanalyse.erd telkens op
mestmonstee inhoudssto
van 2,5 m
emissies tijd
gevuld. De Nut te plaatsenaren was hetort mogelijk tede emissies nstallatie bin
continu op t. In totaal wep vijf verschier gemengd. offen werden
dens de opsl
NH3-, N2O- en. De meetinst belangrijk oe houden. Elgedurende 8
nnen enkele
wee dieptenerden 41 mesllende diepteHet mestmogeanalyseer
ag van dierlij
n CH4 – emistallatie verzm elke variake variant w8 – 12 uur cominuten van
gemeten. Estmonsters gen een staal onster werd trd:
ijke
issies wordezamelt de vrijant zo vaak mwerd minstensontinu gereg de ene naa
r werden omgeanalyseerddrijfmest gen
tot de analys
n gemeten jkomende
mogelijk te s twee keer istreerd. Hetr de andere
m de 14 d. Om een nomen. De
se
t
Om emissieemissiewaa emissiewaa Om de luchgrote mobievariant opgelucht wordt aan de andeHet verschilmateriaal. Dschoepenra
windbreekgluchttoevoemesthoop gelijkrichter bepalen vanventilator samenstellinmeetpuntomklimaatparaFTIR spectr * ILUET = Inenergietech Afbeelding De mobiele substraten gmeetinstallainstallatie bepolycarbonaVoor emissiluchtsnelhe
ewaarden te arde wordt al
arde [g/h] = g
tvolumestrooele meetinstaesteld wordevervolgens mere kant. Gal tussen de c
De volume vaad-anemome
aas r
n de ventilati
ng vaste memschakelaar ameters en verometer
nstitut für Lahniek)
g 5: grote m
meetinstallageplaatst woatie niet opwaestaat uit lichaatplaten. iemetingen tid in de mee
kunnen metes volgt berek
gasconcentra
om bijvoorbeallatie (afb. 5en. Via de lucmet de vrijge
asconcentraticoncentratiesan de luchtsteter gemeten
ewaarden
st
entilatiewaar
nd-, Umwelt-
obiele meeti
atie veranderordt. Onondearmt. De venhtdoorlatend
ijdens de meetinstallatie ka
en moet de gkend:
atie [g/m³] x v
eeld boven ee) ontwikkeld.chttoevoer aaekomen gasses worden a
s in de luchttotroom wordt a.
rden
- und Energie
nstallatie, on
rt de natuurlijrbroken luch
ntilatie kan vae polycarbon
estopslag woan van 0,18
gasconcentra
volumestroom
en open mes. Deze is 27 an de zijkantsen gemengdafwisselend ioevoer en -aaan de kant
etechnik in O
ntwikkeld doo
jke omgevinghtdoorvoer zoan 1.000 tot naatplaten. A
ordt de 0,5 mtot 2,04 m/s
atie en de luc
m [m³/h]
stput te kunnm² groot en t wordt de insd en verlaat dn de luchttoe
afvoer is de evan de lucht
Oostenrijk (in
or het ILUET
gsfactoren norgt ervoor dop 11.000 m
Ammoniakem
m hoge mobieingesteld wo
chtvolumestr
nen bepalen kan als een stallatie van de meetinstaevoer en in demissie van htafvoer contin
nstituut voor l
T*
iet als deze at het binnen
m³/h ingesteldmissies adsor
ele meetinstaorden.
room bekend
heeft het ILU2 m of 0,5 mverse lucht v
allatie via de de luchtafvoehet te onderznu met een
land-, milieu
boven de te nste van de d worden. Derberen niet a
allatie gebrui
d zijn. De
UET* een m hoge voorzien. Deluchtafvoer
er gemeten. zoeken
- en
meten
e meet-aan de
kt. De
e
2.4 Analyse van de concentraties NH3, N2O, CH4 en toc FTIR spectrometer. De invloed van dierlijke meststoffen op het milieu kan alleen dan uitgebreid geëvalueerd worden als allesomvattende beoordelingscriteria toegepast worden. Dat houdt in dat alle milieuschadelijke gascomponenten gelijktijdig bekeken moeten worden. Met de FTIR spectroscopie is het mogelijk om de onder praktijkomstandigheden ontstane NH3-, N2O- en CH4 -concentraties zeer nauwkeurig ter plaatse te meten. De FTIR spectroscopie berust op het principe dat gassen infrarood licht op voor hun karakteristieke golflengtes absorberen. Hierdoor kan gelijktijdig de concentratie van meerdere gassen met één enkel meettoestel geregistreerd worden. Elk IR-spectrum omvat de informatie van alle gassen die licht geabsorbeerd hebben tussen een IR-bron en een detector. Uit stallen en uit mestopslag afgevoerde lucht is een mengeling van tot 200 verschillende gascomponenten. Om kruisgevoeligheid tussen de gassen te voorkomen – hetgeen tot foute concentratiewaarden zou leiden – moet de gebruikte FTIR spectrometer een hoge resolutie hebben. De tijdens de metingen gebruikte FTIR spectrometer heeft een resolutie van 0,25 cm ¯¹. De spectrometer wordt met een gascel bediend. In de gascel zijn de spiegels opgesteld volgens het “White”-principe. De optische padlengte bedraagt 8 m. De meetgrens voor NH3 ligt bij 0,5 ppm. Voor CO2, CH4 en N2O ligt de grens in het bereik van de atmosferische achtergrondconcentratie van deze gassen of eronder. De met de FTIR spectrometer geregistreerde absorptiespectra worden middels multivariate kalibratie beoordeeld. Totaal koolwaterstof analyser. De organische sporengasemissies (toc = total organic carbons) werden als somparameter met een totaal koolwaterstof analyser (J.U.M Engineering®, totaal koolwaterstof analyser model VE 7) gemeten. De analyser beschikt over een vlamionisatiedetector (FID) die vluchtige organische stoffen in het gas meet. Een pomp leidt continu het te meten gas in een oven waarin een waterstofvlammetje brandt. De oven is op 190 °C verwarmd. De koolwaterstoffen worden gesplitst en produceren elektrisch actieve koolstof-ionen die in een elektrisch geladen veld een kleine ionenstroom opwekken. De sterkte van deze ionenstroom is afhankelijk van de hoeveelheid geoxideerde koolwaterstoffen. De in de detector opgewekte ionenstroom wordt naar de niet inverterende versterker geleid. Hij wordt als analoog signaal in vorm van een gelijkstroom op het display van het toestel zichtbaar en elke 5 minuten in een datalogger (Keithley® Integra 2700 DDM) opgeslagen. De toc-analyser wordt elke tweede dag met een nul-gas (N2) en een testgas (CH4) gekalibreerd. Door het kalibreren kan de gelijkstroom meteen naar een concentratie in ppm omgerekend worden. Het toc-gehalte in de gasafvoer kan als indicator dienen voor het stankpotentieel. Hoe hoger het toc-gehalte, hoe hoger het potentieel voor geuremissies. 2.5 Computerprogramma voor de dataregistratie Een computerprogramma maakt het mogelijk om de gasconcentraties en ventilatiewaarden continu te meten. Het programma controleert een meetpuntomschakelaar en de FTIR spectrometer. Het start met de analyse van de gasconcentraties in de luchttoevoer. De lucht wordt met een vermogen van ongeveer 1 l/min door de gascel van de FTIR spectrometer gezogen. Voor de analyse van de gasconcentraties worden eerst drie absorptiespectra van schone, aangevoerde lucht geregistreerd. Vervolgens opent het computerprogramma het uitlaatventiel. De gascel wordt nu gedurende 10 minuten met afgevoerde lucht -met daarin de emissies uit de mest- gespoeld. Na deze 10 minuten worden weer drie absorptiespectra geregistreerd, nu van de afgevoerde lucht. Vervolgens start het programma weer de toevoer van schone lucht. Deze cyclus wordt continu herhaald; net zo lang tot het programma manueel gestopt wordt. 2.6 Berekening van de emissiewaarde De emissiewaarde (g/h) wordt berekend door het vermenigvuldigen van de gasconcentratie (g/m³) met de ventilatiewaarde in de mobiele meetinstallatie (m³/h). De FTIR spectrometer geeft de gasconcentratie in ppm aan. Deze eenheid moet naar g/m³ omgerekend worden. Hiervoor moet het molaire volume van de gassen bekend zijn dat afhankelijk is van o.a. luchtdruk en temperatuur. De temperatuur in de gasleidingen en in de gascel werd constant op 45 ºC gehouden. De luchtdruk werd elk uur gemeten en in de berekening van de gasconcentraties opgenomen. Gasconcentraties werden afwisselend in de luchttoevoer en in de luchtafvoer gemeten. De emissiewaarde is het verschil tussen de concentraties in de luchttoevoer en -afvoer, vermenigvuldigd met de ventilatiewaarde, die met de schoepenrad-anemometer bepaald wordt.
2.7 Mob Metingen onplekke geïnis ondergebworden. Hemeetpuntomventilatiewa De FTIR sphouten kist middels eenbuurt van degespoeld wdroger wordeen tafel in de pure stik
Afbeelding compressordeur elektriciteitsadsorptiedrokoeldroger bureau pc datalogger verwarmingmeetpuntomFTIR toc-analysetestgas N2
biel kantoor
nder praktijkostalleerd wo
bracht. Het kat kantoor bev
mschakelaar aarden (afb. 6
pectrometer istegen stof enn verwarminge spectromeorden. Hierv
dt door een chet achterste
kstof, die voo
g 6: mobiel komstand
r
svoorziening oger
g gascel, gasmschakelaar
r
omstandigherden. Daaroman telkens opvat een bureen de datalo
6).
s veilig in den vuil bescheg op een tem
eter. Het binnvoor dient de compressor oe gedeelte v
or de regelma
kantoor voordigheden
scel
eden zijn allem construeep de plek wa
eau, de compogger voor h
e achterste hoermd. De gas
mperatuur vaenste van deadsorptiedro
opgewekt diean het mobieatige spoelin
r het meten v
een dan mogerde het ILUEaar de emissputer, de FTIet registrere
oek van het scel en de len 45 ºC gehoe spectromeoger die naae zich buitenele kantoor. g van de gas
van NH3-, N2
gelijk als de mET een 'mobiiemetingen mR spectromen van de me
kantoor ondeeidingen voorouden. De mter moet con
ast de ingang de containeHier bevindescel nodig is
O-, CH4- en
meettoestelleel kantoor' d
moeten plaateter, de toc-aesttemperatu
ergebracht er het nemen
meetpuntomsntinu met drog staat. De ver bevindt. De
en zich ook d.
toc-emissies
en en de comdat in een cotsvinden neeanalyser, de ur en de
en wordt doovan monste
schakelaar stoge en CO2-vereiste luchtde toc-analysede kalibratieg
s onder prak
mputer ter ontainerunit ergezet
r een rs worden taat in de vrije lucht druk in de er staat op gassen en
tijk-
2.8 Statistische analyse van de gegevens De statistische data-analyse werd met het programma SPSS, versie 10.0 uitgevoerd. Regressiecurves werden aan de gecumuleerde emissies aangepast. De regressievergelijking en de determinatiecoëfficiënt zijn in de betreffende afbeeldingen onder punt 3 'Resultaten' weergegeven. Verschillen in de regressievergelijkingen werden met een paarsgewijze vergelijking van de regressie-parameters middels de t-toets op statistisch onderbouwde verschillen onderzocht. Het significantieniveau werd op minstens 0.05 vastgelegd. 2.9 Onderzochte varianten Volgende varianten werden onderzocht: ● drijfmest van melkvee zonder toevoeging van EM (rund zonder) ● drijfmest van melkvee met toevoeging van EM (rund EM) ● varkensdrijfmest zonder toevoeging van EM (varken zonder) ● varkensdrijfmest met toevoeging van EM (varken EM) ● varkensdrijfmest afkomstig van een bedrijf waar EM aan het varkensvoer wordt toegevoegd (varken voer) Tabel 1 geeft een overzicht van de emissiemetingen. Op 3 maart 2003 werden de vijf mestputten elk met ongeveer 10 m³ drijfmest gevuld. Tabel 1: onderzoek naar de werking van de toevoeging “EM” op NH3-, N2O-, CH4- en toc-emissies tijdens de mestopslag variant meetperiode duur [dagen] duur emissiemetingen [h] vulhoeveelheid [m³]
rund zonder 03.03.2003 – 02.07.2003 122 467 8,84
rund EM 03.03.2003 – 01.07.2003 121 465 10,31
varken zonder 03.03.2003 – 06.06.2003 96 381 9,18
varken EM 03.03.2003 – 05.06.2003 95 401 8,79
varken voer 03.03.2003 – 05.06.2003 95 312 10,46 2.10 Herkomst van de drijfmest Runderdrijfmest. De runderdrijfmest is afkomstig van het bedrijf van Johann Schibich in Laaben vlakbij Neulengbach. Het biologische bedrijf huisvest 36 zoogkoeien van het ras Fleckvieh, Limousin en Murbodner. Het bedrijf is lid van Bio Ernte Austria (biologisch geörienteerde, agrarische vereniging). De dieren worden gevoerd met kuilgras, hooi en een beetje gerstestro. De stal waarin de fokrunderen gehouden worden is voorzien van een roostervloer in het voedergedeelte en heeft in het liggedeelte ligboxen. Aan de stal is een uitloopgedeelte aangesloten. De drijfmest is overwegend afkomstig van het jongvee. De drijfmest wordt via een mestkanaal van de stal naar de mestput geleid. Van het bedrijf van Johann Schibich werd circa 20 m³ drijfmest aangeschaft en in twee mestputten op het proefstation in Groß Enzersdorf opgeslagen. Aan de ene mestput werd direct na het vullen 10 liter EM toegevoegd. Dat komt overeen met ongeveer 1 liter EM per 1 m³ drijfmest. Mevrouw Mag. Hader heeft de EM-oplossing voorbereid. Drijfmest met en zonder EM-toevoeging werd onafgedekt opgeslagen. Varkensdrijfmest. De varkensdrijfmest voor de varianten 'varken zonder' en 'varken EM' is afkomstig van het bedrijf van Josef Ollinger in Laa/Thaya. Het bedrijf houdt 300 mestvarkens op halfroostervloer. De drijfmest wordt met regen- en afvalwater verdund en in een mestput buiten de stal opgeslagen. Het droogvoer bestaat uit soja, erwten, aardappeleiwit, gerst, triticale en maïs. Het staat ad libitum ter beschikking. Er wordt in twee fasen gevoerd. In de eerste fase (tot een gewicht van 70 – 80 kg) bevat het rantsoen 19 % ruw eiwit. In de tweede fase (tot een gewicht van 120-130 kg) wordt het gehalte aan ruw eiwit naar 18 % verlaagd.
Van het bedrijf van Josef Ollinger werd circa 20 m³ verse drijfmest aangeschaft en in twee mestputten op het proefstation in Groß Enzersdorf opgeslagen. Aan de ene mestput werd direct na het vullen 9 liter EM toegevoegd. Dat komt overeen met ongeveer 1 liter EM per 1 m³ drijfmest. Mevrouw Mag. Hader heeft de EM-oplossing voorbereid. Drijfmest met en zonder EM-toevoeging werd onafgedekt opgeslagen. Varkensdrijfmest voor de variante 'varken voer' kwam van het bedrijf van Thomas Halbmair in Aschbach-Markt. Het gaat hierbij om een gesloten varkenshouderij met 35 zeugenplaatsen en 230 mestvarkensplaatsen. De mestvarkens worden op halfroostervloer gehouden. De drijfmest wordt buiten de stal in een gesloten mestput opgeslagen. Het voeren gebeurt via een automatische voerinstallatie. Het voer bestaat uit tarwe, soja, CCM en een kernvoer. Aan dit kernvoer is EM toegevoegd. De CCM wordt met EM geconserveerd. Zo krijgen de varkens EM reeds binnen via het voer. Het bedrijf neemt deel aan het ÖPUL-programma “N-gereduceerd voeren” (Österreichisches Programm für umweltgerechte Landwirtschaft = Oostenrijks programma voor milieuvriendelijke landbouw). Tot een gewicht van 65 kg wordt groeivoer toegediend. Aansluitend krijgen de varkens proteïne verlaagd afmestvoer (17,5 % ruw eiwit). Van het bedrijf van Halbmair werd ongeveer 10 m³ varkensdrijfmest aangeschaft en vervolgens in Groß Enzersdorf onbehandeld in een mestput opgeslagen. 2.11 Bepaling van de maximale capaciteit van de methaanproductie in het laboratorium De maximale capaciteit van de methaanproductie uit drijfmest van varkens die EM via het voer toegediend kregen, werd in het laboratorium bepaald. De drijfmest werd in eudiometer-meetcellen bei 40 ºC anaeroob gekweekt. De methaanproductie werd gedurende een periode van 60 dagen gemeten. De methodische aanpak wordt in het bericht “Onderzoek naar gisting, methaanproductie en anaerobe afbreekbaarheid van een mengeling van runderdrijfmest en kuilmaïs met inachtneming van de werking van toegevoegde Effectieve Micro-organismen” gedetailleerd beschreven. De laboratoriumtesten tonen aan hoeveel methaan maximaal uit drijfmest vrij kan komen. Het praktijkgericht onderzoek geeft aan hoeveel methaan effectief vrijkomt gedurende de mestopslag. Aan de hand van het verschil tussen beide waarden kan de 'methaanconversiefactor' berekend worden. Deze geeft aan welk percentage van de maximaal mogelijke hoeveelheid methaan onder praktijkomstandigheden vrij komt en is een belangrijke waarde voor het opstellen van de nationale emissie-inventarisatie volgens IPCC-richtlijnen. Het maximale vermogen tot methaanproductie van runderdrijfmest en varkensdrijfmest waaraan aan het begin van de opslag EM werd toegevoegd, werd tot nu toe nog niet bepaald omdat het aan laboratoriumcapaciteit ontbrak. 3. Resultaten 3.1 Runderdrijfmest 3.1.1 Samenstelling van de drijfmest Tabel 2 en afbeelding 7 tonen de samenstelling van de runderdrijfmest aan het begin en aan het einde van het onderzoek. Het drogestofgehalte van de mest was aan het begin 9,39 %. Dit gehalte daalde in de variant zonder EM-toevoeging naar 5,73 %. Met EM-toevoeging werd aan het einde van het onderzoek een drogestofgehalte van 5,03 % gemeten. Het organisch drogestofgehalte in de mest verminderde van 6,85 % naar 4,06 % (rund zonder) en 3,30 % (rund EM). Het totaal stikstofgehalte daalde van 3,82 g/kg mest naar 2,97 (rund zonder) en 3,26 (rund EM). De pH-waarde van de variant zonder EM-toevoeging daalde in de loop van de opslag van 7,79 naar 7,48. Met EM-toevoeging steeg deze licht naar 7,93. Tabel 2: samenstelling drijfmest aan het begin en aan het einde van het onderzoek Nt
[g/(kg mest)] NH4-N [g/(kg mest)]
C [g/(kg mest)]
C : N droge stof %
org. droge stof %
pH
Rund zonder
begin 3,82 1,93 35,80 9,38 9,39 6,85 7,79
einde 2,97 1,80 19,77 6,65 5,73 4,06 7,48Rund EM begin 3,82 1,93 31,51 8,25 9,39 6,85 7,79 einde 3,26 1,92 17,02 5,23 5,03 3,30 7,93
Afbeelding 3.1.2 Em Tabel 8 geeEerst wordejuni 2003 gewerden opgafbeelding t Het verloopde determinafbeeldinge De verschillzeer klein (aonderbouwdjuni steeg dmethaanuits
g 7: samensvan het
issies tijdens
eft de resultaten de dagelijetoond. De egeteld om zo te zien. Hier
p van de gecunatiecoëfficiëen opgenome
len in de dagafb. 8). In ded worden (afe buitentempstoot.
stelling rundeonderzoek
s de opslag
ten van de ekse emissies
emissies worde gecumulkan de som
umuleerde eënt en statistien.
gelijkse methe gecumuleerfb. 9). Aan heperatuur en d
erdrijfmest m
emissiemetings en de drijfmrden in g per eerde emissvan de emis
missies werdsch onderbo
haanemissiesrde emissieset begin van daarmee ook
met en zonder
gen van rundmesttemperam³ drijfmest
sies weer te kssies (in g pe
d door regresouwde versch
s tussen de vs kon geen ve
de metingenk de drijfmes
r EM-toevoe
derdrijfmest atuur in de loot per dag aankunnen geveer kg drijfmes
ssiecurves ahillen tussen
varianten meerschil tussen waren de msttemperatuu
ging aan het
met en zondop van het ongegeven. Den. Deze zijn st) worden af
aangepast. D de regressie
et en zonder n beide varia
methaanemisur. Parallel hie
t begin en aa
der EM-toevoonderzoek vae dagelijkse in een volgefgelezen.
De regressievecurves zijn
EM-toevoeganten statistissies laag. Vaermee steeg
an het einde
oeging weer. an maart tot
emissies ende
vergelijking, ook in de
ging zijn isch an maart tot
g ook de
Afbeelding
Afbeelding
g 8: dagelijk
g 9: gecumu
kse methaanu
uleerde meth
uitstoot uit ru
haanuitstoot u
underdrijfmes
uit runderdrij
st met en zon
jfmest met en
nder EM-toe
n zonder EM
evoeging
M-toevoegingg
De mesttemtussen messamenhang
Afbeelding
Afbeelding De dagelijks(afb. 11). Vode variant mEM-toevoeg
mperatuur hesttemperatuug is met een d
g 10: samenh
g 11: dagelijk
se ammoniaooral aan hetmet EM-toevoging vermind
eeft een groter en methaadeterminatie
hang tussen
kse ammonia
kemissies stt begin en aaoeging. Het v
derde de NH3
e invloed op nuitstoot uit d
ecoëfficiënt va
methaanuits
akuitstoot uit
egen in de loan het einde verschil in de3-emissies tij
de methaanede variant 'ruan 0,9 statis
stoot en mest
t runderdrijfm
oop van de ohad de varia
e gecumuleejdens de ops
emissies. Opund EM' zeetisch signific
ttemperatuur
mest met en z
opslag – metant zonder Eerde emissiesslag van rund
p afbeelding r goed te zieant.
r bij de varian
zonder EM-to
stijgende mM-toevoegins was statistiderdrijfmest.
10 is de samen. De expon
nt 'rund EM'
oevoeging
esttemperatng hogere emisch significa
menhang nentiële
uren – licht missies dan ant (afb. 12).
Afbeelding
Afbeelding De dagelijksDat wordt ohad geen inwaren statis
g 12: gecumu
g 13: dagelijk
se lachgasemook duidelijk unvloed op de stisch signific
uleerde amm
kse lachgasu
missies bleveuit de lineairelachgasuitst
cant lager als
moniakemissie
itstoot uit run
en gedurende stijging vantoot. De gecus die van de
es uit runder
nderdrijfmest
de het hele on de gecumuumuleerde evariant zond
rdrijfmest me
t met en zon
nderzoek opuleerde emisemissies van der EM-toevo
et en zonder
der EM-toev
p een vergelijsies (afb. 14de variante
oeging.
EM-toevoeg
voeging
jkbaar nivea4). De mesttemet EM-toev
ging
u (afb. 13). emperatuur voeging
Afbeelding
Afbeelding De dagelijksweersomstaemissies toewas significtijdens de o
g 14: gecumu
g 15: dagelijk
se toc-emissandigheden) e tot ongeve
cant hoger daopslag van ru
uleerde lachg
kse toc-emiss
sies toonden bedroegen z
eer 50 g /(m³ an die van deunderdrijfmes
gasemissies
sies uit runde
tijdens de opze circa 10 g· d). De gecu
e variant metst.
uit runderdri
erdrijfmest m
pslag een licg/(m³ · d). Mumuleerde ut EM-toevoeg
ijfmest met e
met en zonde
chte stijging (et het stijgen
uitstoot van dging. (afb.16
en zonder EM
r EM-toevoe
(afb. 15). Aann van de temde variant zon6). EM vermin
M-toevoeging
eging
n het begin (mperatuur nam
nder EM-toendert het sta
g
(koelere men de toc-
evoeging nkpotentieel
Afbeelding 3.1.3 Gec Tabel 3 bevkwamen 89910,11 g CHsignificant. U97,9 g CH4- Tabel 3: variant
rund zonde
rund EM Tabel 4 is etoevoeging ammoniakuUitgaand vaen 26,3 (run65,1 (rund z Tabel 4: variant
rund zonde
rund EM
g 16: gecumu
cumuleerde e
vat de som va4,18 g CH4 o
H4 of 682,58 Uitgaand van-C (rund zon
gecumutoevoeg
er
en samenvakwamen 152
uitstoot signifan het totaal nd EM) g/kg zonder) en 5
gecumuzonder
gN
er
uleerde toc-u
emissies uit
an de methaof 670,63 g Cg CH4-C pe
n het organisder) en 99,6
uleerde methging
gecumuCH4 [g/m³stof]
atting van de 2,7 g NH3 of ficant. RundestikstofgehaNt vastgeste2,0 (rund EM
uleerde ammEM-toevoeg
ecumuleerdeH3 [g/m³ mest]
uitstoot uit run
runderdrijfm
anuitstoot tijdCH4-C per mr m³ drijfmessche drogestg CH4-C (ru
haanuitstoot t
leerde emiss³ mest]
89
9
ammoniakem125,74 g NH
erdrijfmest malte van de dreld. Per kg inM) g NH3-N.
moniakemissieing
e emissies va NH
152,7 ª
121,9 b
nderdrijfmes
est met en z
dens de opsm³ drijfmest vrst. Het verschtofgehalte in
und EM).
tijdens de op
sies van.... CH4
94,2 ª
10,1 ª
missies. TijdH3-N per m³ d
met EM-toevorijfmest werd de mest aan
es tijdens de
van.... 3-N [g/m³ mest]
1
1
t met en zon
zonder EM-to
slag van rundrij. Met EM-tohil tussen bede drijfmest
pslag van run
-C [g/m³ mest]
ens de opsladrijfmest vrij.
oeging stootteden ammonianwezige amm
e opslag van
] NH3
25,7
00,4
nder EM-toev
oevoeging
derdrijfmest. Zoevoeging beide variantenontstaan em
nderdrijfmest
670,6
682,6
ag van runde. Met toevoee ongeveer 2akverliezen vmoniumstikst
runderdrijfm
-N [g/kg Nt]
32
26
voeging
Zonder EM-tedroegen den is niet statimissies van
t met en zon
CH4-C [g/kg
erdrijfmest zoeging van EM20 % mindervan 32,9 (runstof bedroeg
mest met en
NH3-N [
2,9
6,3
toevoeging e emissies stisch
der EM-
org.droge
97,9
99,6
onder EM-M daalde de r NH3 uit. nd zonder) de emissie
[g/kg NH4-N]
65,1
52,0
Ook de lachgasemissies daalden significant na de toevoeging van EM (tab. 5). Per saldo kwam 60,0 g N2O of 38,19 g N2O-N per m³ drijfmest zonder EM-toevoeging vrij. EM-toevoeging verminderde de uitstoot met circa 16,5 %. Per kg stikstof in de drijfmest gingen 10,0 (rund zonder) en 8,3 (rund EM) g N2O-N verloren. De gecumuleerde lachgasemissies per kg NH4-N bedroegen 19,8 g (rund zonder) en 16,5 g (rund EM) N2O-N. Tabel 5: gecumuleerde lachgasemissies tijdens de opslag van runderdrijfmest met en zonder EM-toevoeging variant gecumuleerde emissies van....
N2O [g/m³ mest] N2O-N [g/m³ mest] N2O-N [g/kg Nt] N2O-N [g/kg NH4-N]
rund zonder 60,0 ª 38,2 10,0 19,8
rund EM 50,1 b 31,9 8,3 16,5 In tabel 6 zijn de emissies van CH4, NH3, N2O, toc en klimaat relevante gassen tijdens de opslag van runderdrijfmest met en zonder EM-toevoeging samengevat. De klimaat relevante emissies werden in CO2-equivalenten aangegeven. Hiervoor werden de methaanemissies met factor 21 vermenigvuldigd omdat het broeikaseffect van methaan 21 keer hoger is dan dat van CO2. De N2O-uitstoot werd met factor 310 vermenigvuldigd. EM-toevoeging had geen significante invloed op de omvang van de methaanemissies. EM zorgde tijdens de opslag voor een significante daling van N2O-emissies. De uitstoot van CH4 en N2O met EM-toevoeging was in totaal lager dan bij onbehandelde drijfmest. EM-toevoeging reduceerde bovendien de ammoniakemissies en dus het stikstofverlies tijdens de opslag van runderdrijfmest. Ook de toc-emissies, indicator voor het stankpotentieel, waren in de variant met EM-toevoeging lager. EM-toevoeging aan runderdrijfmest had op de meeste gascomponenten een positieve werking. Negatieve uitwerkingen van EM-toevoeging aan runderdrijfmest werden nooit waargenomen. Tabel 6: gecumuleerde emissies tijdens de opslag van runderdrijfmest met en zonder EM-toevoeging variant gecumuleerde emissies van....
CH4 [g/m³ mest] NH3[g/m³ mest] N2O-N [g/m³ mest] toc [kg/m³ mest] CO2-eq.[kg/m³ mest]
rund zonder 894,2 ª 152,7 ª 60,0 ª 1,75 ª 37,4
rund EM 910,1 ª 121,9 b 50,1 b 1,58 b 34,6 3.2 Varkensdrijfmest 3.2.1 Samenstelling van de drijfmest Tabel 7 en afbeelding 17 tonen de samenstelling van de varkensdrijfmest aan het begin en aan het einde van het onderzoek. De mestvarianten 'varken zonder' en 'varken EM' werden op het bedrijf van herkomst met water verdund. Dat leidde tot een relatief laag drogestofgehalte van 1,97 % en 1,95 % in de mest. Beide varianten toonden tijdens de opslag een lichte vermindering van het drogestofgehalte. Drijfmest waar reeds aan het varkensvoer EM toegevoegd werd had een drogestofgehalte van 5,40 % en deze bedroeg op het einde van het onderzoek nog 3,71 %. Overeenkomstig met de drogestofgehaltes waren ook de organische drogestofgehaltes van de varianten 'varken zonder' en 'varken EM' lager dan bij de variant 'varken voer'. De pH-waarden waren aan het begin van de opslag voor alle varianten vergelijkbaar (8,12 – 8,17). Ze daalden in de loop van de opslag van 7,85 (varken voer) naar 8,08 (varken zonder). Voor alle varianten daalde het totaal stikstofgehalte tijdens de onderzoeksperiode.
Tabel 7:
varken zonder
varken EM
varken voer
Afbeelding 3.2.2 Em Hierna wordmet aan vartemperatuudrijfmest peweer te kunper kg drijfm Het verloopde determinafbeeldinge
samens
begin
einde
begin
einde
begin
einde
g 17: samensvarkens
issies gedure
den de resultrkensvoer tor in de loop v
er dag aangennen geven. mest) afgelez
p van de gecunatiecoëfficiëen opgenome
stelling drijfm
Nt[g/(kg mest)]
5,36
4,65
4,97
4,70
6,96
6,80
stelling van dsvoer toegev
ende de ops
taten van deegevoegd Evan het onde
egeven. De dDeze zijn in zen worden.
umuleerde eënt en statistien.
mest aan het b
NH4-N[g/(kg mest)]
5,04
4,42
4,40
4,34
5,94
5,20
e varkensdrioegd EM aa
lag
emissiemetM weergegeerzoek van magelijkse emeen volgend
missies werdsch onderbo
begin en aan
C [g/(kg mest)]
6,30
6,68
6,70
6,52
19,31
7,45
ijfmest met en het begin e
ingen uit vareven. Eerst wmaart tot juni missies werdede afbeelding
d door regresouwde versch
n het einde v
C : N
1,17
1,44
1,35
1,39
2,78
1,10
en zonder EMen aan het e
rkensdrijfmesworden de da
2003 getoonen opgeteld og te zien. Hie
ssiecurves ahillen tussen
van het onde
droge stof %
1,97
1,72
1,97
1,68
5,40
3,71
M-toevoeginginde van het
st met en zonagelijkse emind. De emissom zo de ger kan de som
aangepast. D de regressie
erzoek
org.dr.stof [% dr.stof]
1,09
0,91
1,14
0,88
3,64
1,38
g en met aant onderzoek
nder EM-toessies en de sies worden ecumuleerde m van de em
De regressievecurves zijn
pH
8,17
8,08
8,12
7,91
8,15
7,85
n
voeging en drijfmest-in g per m³ emissies issies (in g
vergelijking, ook in de
Afbeelding Voor varkentemperatuuresterende De gecumuvarianten 'vwaargenomuitstoot tijde
Afbeelding
g 18: dagelijkvarkens
nsdrijfmest wr uit (afb.18)opslagperiod
leerde emissvarken zondemen worden. ens de mesto
g 19: gecumumet aan
kse methaanusvoer toegev
wezen de dag. Tijdens de de bleven de
sies stegen ler' en 'varkenWerd EM reeopslag signif
uleerde methn varkensvoe
uitstoot uit vaoegd EM
gelijkse metheerste 20 da
e emissies op
ineair geduren EM' kon geeds aan het icant.
haanemissieser toegevoeg
arkensdrijfme
haanemissiesagen werdenp een relatief
ende de gehen statistischvarkensvoer
s uit varkensgd EM
est met en z
s geen direct relatief hogef constant niv
hele onderzoh onderbouwr toegevoegd
drijfmest me
onder EM-to
te samenhane emissies gveau.
eksperiode (wd verschil ind, dan vermin
et en zonder
oevoeging en
ng met de drgemeten. Tijd
(afb. 19). Tusn methaanemnderde de m
r EM-toevoeg
n met aan
rijfmest-dens de
ssen de missies methaan-
ging en
Afbeelding De dagelijkseen significasamenhangdeterminatie Het verschilklein maar semissies. Wduidelijk. EM
Afbeelding
g 20: dagelijkvarkens
se ammoniaante invloed
g tussen dageecoëfficiënt v
l in de gecumstatistisch sig
Werd EM reedM-toevoeging
g 21: gecumumet aan
kse ammoniasvoer toegev
kemissies stop de ammoelijkse ammovan 0,75.
muleerde amgnificant (afbds aan het vag aan het va
uleerde ammn varkensvoe
akuitstoot uit oegd EM
egen in de looniakemissieoniakemissie
mmoniakemisb. 21). EM-toarkensvoer trkensvoer re
moniakemissieer toegevoeg
varkensdrijfm
oop van de oes (afb. 22). es van alle va
ssies tussen oevoeging leitoegevoegd, educeerde de
es uit varkengd EM
mest met en
opslag (afb. 2De regressiearianten en m
de variantendde tot een ldan daalden
e NH3-emiss
nsdrijfmest m
zonder EM-t
20). De drijfmevergelijking mesttempera
n 'varken zonlichte verhogn de NH3-emies tijdens de
met en zonde
toevoeging e
mesttemperavoor de linea
atuur heeft ee
nder' en 'varkging van de N
missies tijdene opslag van
er EM toevoe
en met aan
atuur had aire en
ken EM' was NH3-s de opslag n drijfmest.
eging en
Afbeelding
Afbeelding De dagelijksde mesttem(afb. 24). EMsignificant. Tin de N2O-e
g 22: samenhtempera
g 23: dagelijkvarkens
se lachgasemmperatuur (afM-toevoeginTussen varke
emissies.
hang tussen atuur
kse lachgasesvoer toegev
missies toonb. 23). De geg aan het beensdrijfmest
ammoniakem
emissies uit voegd EM
den tijdens hecumuleerdeegin van de m
zonder EM-
missies uit va
varkensdrijfm
het onderzoee emissies stmestopslag (-toevoeging e
arkensdrijfme
mest met en z
ek geen duidtegen lineair (variant 'varken de variant
est (alle varia
zonder EM-to
elijke trend egedurende hen EM') verht 'varken voe
anten) en dr
oevoeging e
en geen samhet gehele ohoogde de Ner' trad geen
ijfmest-
n met aan
menhang metnderzoek
N2O-emissiesverschil op
t
s
Afbeelding
Afbeelding Ook de daggecumuleersteeg de tocverminderde
g 24: gecumumet aan
g 25: dagelijkvarkens
gelijkse toc-erde emissiesc-emissie ene EM-toevoe
uleerde lachgn varkensvoe
kse toc-emisssvoer toegev
missies blevs stegen linean daarmee heeging aan he
gasemissies er toegevoeg
sies uit varkeoegd EM
ven gedurendair (afb. 26). et stankpoten
et varkensvoe
uit varkensdgd EM
ensdrijfmest
de het totale Door EM-toentieel. In verger de toc-em
drijfmest met
met en zond
onderzoek revoeging aangelijking metissies gedur
en zonder E
er EM-toevo
relatief stabien het begin vt drijfmest zoende de ops
EM toevoegin
oeging en me
el (afb. 25). Dvan de mestoonder EM-toeslag.
ng en
et aan
De opslag evoeging
Afbeelding 3.2.3 Gec vark Tabel 8 bevZonder EM-bedroegen is niet statisemissies 97varkensvoeemissies mevoer' een dudrijfmest meOok de IPChand van hedrogestofgeTerwijl de vawerden bij d Tabel 8: variant
varken zon
varken EM
varken voe Tabel 9 vat EM-toevoegstegen de a
g 26: gecumuvarkens
cumuleerde ekensvoer toe
vat de som va-toevoeging de emissies
stisch signific7,9 g CH4-C r verminderdet betrekkinguidelijk hogeet EM-toevoe
CC richtlijnen et organisch ehalte uit, daarianten 'varde variant 'va
gecumutoevoeg
der
r
de gecumuleging kwamenammoniakem
uleerde toc-esvoer toegev
emissies uit egevoegd EM
an de methakwamen 142151,6 g CH4
cant. Uitgaan(varken zondde CH4-emisg op de drijfmr organisch deging aan hevoor het invdrogestofgen wordt de pken zonder' arken voer' m
uleerde methging en met a
gecumuCH4 [g/m³
eerde ammon 337,9 g NH
missies gering
emissies uit voegd EM
varkensdrijfmM
anemissies d2,3 g CH4 of 4 of 113,7 g Cnd van het order) en 99,8 sies tijdens d
mest is signifdrogestofgehet begin van entariseren v
ehalte in dierlpositieve weren 'varken E
maar 22,8 g C
haanuitstoot taan varkensv
leerde emiss mest]
14
15
1
oniakemissiesH3 of 278,2 g g. Varkensdr
varkensdrijfm
mest met en
die gedurend106,7 g CH4CH4-C per mrganisch drogg CH4-C (vade opslag drficant. Zoals halte dan de de opslag. Cvan nationalelijke meststorking van EMEM' krap 100 CH4-C per kg
tijdens de opvoer toegevo
sies van.... CH4-
42,3 ª
51,6 ª
10,8 b
s samen. Ge NH3-N per mrijfmest met E
mest met en z
zonder EM-
de de opslag4-C per m³ dr
m³ drijfmest. Hgestofgehalt
arken EM). Drastisch. Reetabel 7 verdudrijfmest zon
CH4-emissiese emissies b
offen. Gaat mM als voeders
g CH4-C peg organisch d
pslag van varoegd EM
-C [g/m³ mest]
edurende de m³ drijfmest vEM-toevoegi
zonder EM-to
toevoeging e
g van varkensrijfmest vrij. MHet verschil te van de drijfe toevoeging
eds het verscuidelijkt had nder EM-toes ontstaan uitberekenen CHmen van het osupplement ner kg organisdroge stof ge
rkensdrijfmes
106,7
113,7
83,1
opslag van vvrij. Door de ng stootte on
oevoeging e
en met aan
sdrijfmest vrMet EM-toevtussen beidefmest bedragg van EM aachil tussen demestvariant
evoeging, rest organischeH4-emissies organisch nog veel duidsch droge stoemeten.
st met en zo
CH4-C [g/kg o
varkensdrijfmtoevoeging
ngeveer 2 %
n met aan
ijkwamen. voeging e varianten gen de
an het e CH4-'varken
spectievelijk e droge stof.
aan de
delijker. of uitstootten
nder EM-
org.droge stof]
97,9
99,8
22,8
mest zonder van EM
% meer NH3
uit. Uitgaand van het totaal stikstofgehalte in de drijfmest bedroegen de NH3-N-verliezen 51,9 (varken zonder) en 58,7 (varken EM) g/kg Nt.. Per kg in de mest aanwezige ammoniumstikstof kwamen 55,2 (varken zonder) en 66,3 (varken EM) g NH4-N vrij. EM-toevoeging aan het varkensvoer leidde tot een duidelijke vermindering van de NH3-emissies tijdens de opslag. In vergelijking met de variant zonder EM-toevoeging stootte de variant 'varken voer' circa 21 % minder NH3 uit. In de emissie-inventarisaties hebben de NH3-emissies betrekking op of het totaal stikstofgehalte of op het ammoniakgehalte. Beide waarden waren voor de variant 'varken voer' duidelijk hoger als bij de varianten 'varken zonder' en 'varken EM'. Zo kwam de NH3 -verlagende werking bij deze varianten nog duidelijker naar voren. Variant 'varken voer' stootte 31,6 g NH3-N / kg Nt. en 37,0 g NH3-N / kg NH4-N uit. Tabel 9: gecumuleerde ammoniakemissies tijdens de opslag van varkensdrijfmest met en zonder EM-toevoeging en met aan varkensvoer toegevoegd EM variant gecumuleerde emissies van....
NH3 [g/m³ mest] NH3-N [g/m³ mest] NH3-N [g/kg Nt] NH3-N [g/kg NH4-N]
varken zonder 337,9 ª 278,2 51,9 55,2
varken EM 354,3 b 291,8 58,7 66,3
varken voer 266,9 c 219,8 31,6 37,0 Door EM-toevoeging stegen de lachgasemissies tijdens de opslag (tabel 10). In totaal kwamen uit drijfmest zonder EM-toevoeging 36,1 g N2O of 23,0 g N2O-N per m³ drijfmest vrij. EM-toevoeging verhoogde de emissies naar 41,3 g N2O of 26,3 g N2O-N per m³ drijfmest. Per kg stikstof in de drijfmest gingen 4,3 (varken zonder) en 5,3 (varken EM) g N2O-N verloren. De gecumuleerde lachgasemissies per kg NH4-N bedroegen 4,6 (varken zonder) en 6,0 (varken EM) g N2O-N. Als EM reeds aan het voer toegevoegd werd, waren er geen verschillen in de N2O-emissies in vergelijking met niet behandelde varkensdrijfmest, als van de drijfmest op zich werd uitgegaan. Ook N2O-emissies worden voor de nationale emissie-inventarisaties aan de hand van het totaal stikstofgehalte berekend en niet aan de hand van de drijfmest. Gaat men van de drijfmest uit, dan wordt duidelijk dat EM-toevoeging aan het varkensvoer de N2O-emissies met circa 23 % laat dalen. Tabel 10: gecumuleerde lachgasemissies tijdens de opslag van varkensdrijfmest met en zonder EM-toevoeging en met aan varkensvoer toegevoegd EM variant gecumuleerde emissies van....
N2O [g/m³ mest] N2O-N [g/m³ mest] N2O-N [g/kg Nt] N2O-N [g/kg NH4-N]
varken zonder 36,1 ª 23,0 4,3 4,6
varken EM 41,3 b 26,3 5,3 6,0
varken voer 36,0 ª 22,9 3,3 3,9 In tabel 11 zijn de emissies van CH4, NH3, N2O, toc en klimaat relevante gassen tijdens de opslag van varkensdrijfmest met en zonder EM-toevoeging en met aan varkensvoer toegevoegd EM samengevat. De klimaat relevante emissies werden in CO2-equivalenten weergegeven. Hiervoor werden de methaan-emissies met factor 21 vermenigvuldigd omdat het broeikaseffect van methaan 21 keer hoger is dan dat van CO2. De N2O-uitstoot werd met factor 310 vermenigvuldigd. Werd EM aan het begin van de opslag aan de varkensdrijfmest toegevoegd, dan stegen de emissies voor alle gemeten gascomponenten. Op varkensdrijfmest heeft EM-toevoeging aan het begin van de opslag geen positieve werking.
EM-toevoegalle gemetedaalde met varkensvoe Tabel 11: variant
varken zonder
varken EM
varken voer 3.2.4 verg mes Drijfmest vamethaanproweer. Tijdenafnam. Na o Per saldo wmethaan dievarkensdrijfmethaanprode hoogst m
Afbeelding
ging aan het en gassen. M
meer dan 50r werd toege
gecumuEM-toev
gecumuCH4-C [g/kdroge stof]
r
gelijk tussen stopslag
an de variantoductie te mens de eerste ongeveer 50
werd 154,73 ge tijdens anafmest onder oductie van 3mogelijke me
g 27: methaa
varkensvoerMethaanemiss0 %. Ook stikevoegd.
uleerde emisvoeging en m
leerde emisskg org. f]
N
97,9
99,8
22,8
de hoogst m
t 'varken voeeten. Afbeeld25 dagen wa dagen was
g CH4 / kg oraerobe gistingpraktijkomsta30,45 g CH4 ethaanproduc
nproductie tij
r had daarensies daaldenkstof-verlieze
sies tijdens dmet aan vark
sies van....
NH3-N [g/kg Nt ]
5
5
3
mogelijke me
r' werd in euding 27 geeftas een hogede varkensd
rganische drog van varkenandigheden / kg organiscctie.
jdens anaero
ntegen een bn zeer duidelen en het sta
de opslag vakensvoer toeg
N2O-N [g
51,9
58,7
31,6
ethaanproduc
udiometers at het verloop
e methaanprodrijfmest bijna
roge stof gevnsdrijfmest kin mestputteche droge st
obe incubatie
buitengewoonijk. De uitsto
ankpotentiee
an varkensdrgevoegd EM
g/kg Nt] t
4,3
5,3
3,3
ctie en de me
naeroob gekvan de meth
oductie waara volledig uitg
vormd. Dat isan vrijkomen
en in het proeof gemeten.
e van varken
n positief effeot van klimal daalden du
ijfmest met eM
oc [kg/kg org.dr
9
10
2
ethaanprodu
kweekt om dehaanproductneembaar dgerijpt.
de hoogst mn. Gedurendeefstation GroDat komt ov
nsdrijfmest in
ect op de emaat relevante uidelijk als EM
en zonder
r.st.] CO2-eqdroge s
928,3
029,5
249,9
uctie geduren
e hoogst motie in de eudiie vervolgen
mogelijke hoee de opslag
oß Enzersdorvereen met 1
n de eudiome
missies van gassen
M aan het
.[kg/kg org. tof]
4,83
5,37
2,24
nde de
gelijke ometer s geleidelijk
eveelheid van de rf werd een 9,7 % van
eter
4. Conclusies
Het voedersupplement “Effectieve Micro-organismen” aan het begin van de opslag van runderdrijfmest (drogestofgehalte 9,39 %) zorgde doorgaans voor positieve werkingen. Methaan-emissies werden door de toevoeging maar weinig beïnvloed. Ammoniak- en lachgasemissies en het stankpotentieel daalden significant. Per saldo waren de klimaat relevante emissies na EM-toevoeging lager dan bij niet behandelde drijfmest.
De toevoeging van EM aan het begin van de opslag van runderdrijfmest kan aangeraden worden.
De invloed van reeds aan het rundervoer toegevoegde EM zou nog nader onderzocht moeten worden.
Voor varkensdrijfmest had de toevoeging van EM aan het begin van de opslag geen of negatieve uitwerkingen op de uitstoot van CH4, NH3, N2O, toc en klimaat relevante gassen. Dat hangt vermoedelijk samen met het zeer lage drogestofgehalte van de gebruikte varkensdrijfmest. Het drogestofgehalte bedroeg maar 1,97 %. De varkensdrijfmest werd bij zeer lage temperaturen uit de mestput gehaald. De vaste stoffen vormden een gevroren drijflaag. De tankwagen kon alleen de aan droge stof armere drijfmest onder de bevroren drijflaag bij het bedrijf ophalen. Heeft varkensdrijfmest maar een zeer laag drogestofgehalte, dan kan EM niet optimaal tot werking komen. Daarom zou de test met varkensdrijfmest met een gangbaar drogestofgehalte herhaald moeten worden. Daarna pas kunnen gefundeerde uitspraken over de werking van EM als voedersupplement tijdens de opslag van varkensdrijfmest gemaakt worden.
Werd EM reeds aan het varkensvoer toegevoegd, dan was een duidelijke vermindering van de emissies van alle gemeten gassen waarneembaar. EM als voedersupplement heeft een buitengewoon positieve werking op de reductie van milieu en klimaat relevante emissies tijdens de opslag van drijfmest.