DE VOLKSKRA VONK ZATERDAG 0 NOVEMBER 0 12 E onomie · bes ulnn ut . n plts v n z t rtn op t , o...

2
G ezocht: een econoom met één hand. Een gerespecteerd oliesjeik zocht in de jaren zeventig een eco- noom met deze wonderlijke licha- melijke eigenschap en plaatste een personeelsadvertentie in de Britse zakenkrant Financial Times. Waarom wilde de sjeik dat graag hebben, vroeg de advertentieverkoper. Hij wilde de verzuchting die de Amerikaanse president Harry Truman al jaren eerder eens deed in de praktijk brengen. Voor de voorspelling van de olieprijs wilde de sjeik geen adviseurs meer die louter antwoord- den: ‘On the one hand, but on the other.’ De economische crisis schreeuwt om economen met één hand op hun rug. Juist nu zouden zij heldere antwoorden moeten geven op de grote vraagstuk- ken van deze tijd: de eurocrisis, de massawerkloos- heid en de ingestorte huizenmarkt. De vragen lijken redelijk simpel. Wel of niet de macht naar Brussel overhevelen? Wel of niet bezuinigen? Wel of niet de hypotheekrenteaftrek afbouwen? Maar in plaats van eenvoudige en eenduidige ant- woorden te geven, zijn economen wereldwijd in ver- hitte debatten beland. Bij elke oplossing van een econoom hoort steevast een tegengeluid van een an- dere econoom. Gerenommeerde instituten als het Internationaal Monetair Fonds en De Nederlandsche Bank gaan rollebollend over straat om hun gelijk te halen. En telkens duikt in de discussies één zinnetje op: ‘uit onderzoek blijkt’. Met een beroep op onom- streden bevindingen van de economische weten- schap proberen de economen op radio, tv, internet en in de krant het gelijk aan hun zijde te krijgen. Economen staan er toch al gekleurd op. Ze heb- ben de kredietcrisis van 2008 niet zien aankomen. Bijna niemand wees op de gevaren van de verpakte hypotheken. Jarenlang maakten economen nauwe- lijks een woord vuil aan de gebrekkige prestaties van Griekenland en Spanje. En in de periode dat in Nederland de huizenprijzen nog jaarlijks stegen, konden economen prima uitleggen dat de schaarste aan geschikte woningen de opgeblazen prijzen zeker rechtvaardigden. Door al deze missers en de aanhoudende onenig- heid is het imago van economie en zijn beoefenaars flink beschadigd. Valt de economische wetenschap nog wel serieus te nemen? En zijn economische in- zichten wel bruikbaar als politici in Brussel of Den Haag belangrijke knopen moeten doorhakken? Vooropgesteld: economen kunnen niet voorspel- len, zoals ook de oliesjeik bemerkte. Een sluitend systeem om bijvoorbeeld beurskoersen te voorspel- len, is ondanks allerlei pogingen met wiskundige formules niet gelukt. Uiteraard is er weleens een be- legger die jaar na jaar beter presteert dan zijn con- currenten op de beurs. En uiteraard zijn er enkele zelfbenoemde onheilsprofeten die de eurocrisis of huizencrisis hebben voorzien. Maar dat is net zoiets als dat er tussen duizend dobbelaars altijd wel een- tje zit die een paar keer achter elkaar een 6 gooit. Gevolgen uitleggen Van economen hoeven ook geen voorspellingen te worden geëist. En ze hoeven evenmin de knopen door te hakken waarover politici hun mening vra- gen. Economen moeten louter uitleggen welke ge- volgen een besluit kan hebben. Schetsen wat er gebeurt met de euro, de werkloosheid of de huizen- markt als de overheid een bepaald besluit neemt. Dus: wat zijn de gevolgen als Brussel de macht krijgt? Wat is de consequentie van een snijdende overheid? En wat is het effect van het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek? Het gekke is dat de meningsverschillen tussen economen dan grotendeels verdwijnen. Als de vra- gen maar minder hoogdravend zijn. Neem de bezuinigingen. Elke econoom weet dat snijden in het overheidsapparaat de economie zal beschadigen. Als bijvoorbeeld de uitkeringen om- laag gaan of ambtenaren hun baan verliezen, heb- ben inwoners minder geld uit te geven. De supermarkt, de woonboulevard of de autodealer ziet vervolgens zijn omzet dalen – moet soms zelfs medewerkers ontslaan – zodat de economie nog ver- der in het slop raakt. Bij deze economische waarheid zijn allerlei nuan- ces aan te brengen. Als een overheid bijvoorbeeld het mes zet in ontwikkelingshulp, blijft de schade voor de Nederlandse economie beperkt. De verla- ging van uitkeringen heeft daarentegen wel direct effect op de inkomsten van Nederlandse winkeliers, aangezien werklozen en bijstandgerechtigden nau- welijks geld over de grens uitgeven. Over hoe groot de schade per maatregel precies uitpakt, kunnen economen dan weer wel van me- De crisis schreeuwt om heldere antwoorden van economen. Maar die rollen vechtend over straat. Want ook zij maken politieke keuzes. Door Xander van Uffelen Illustratie Joost Overbeek Economen spelen politicusje Economie Is die wetenschap nog wel serieus te nemen? ZATERDAG 10 NOVEMBER 2012 DE VOLKSKRANT VONK 10

Transcript of DE VOLKSKRA VONK ZATERDAG 0 NOVEMBER 0 12 E onomie · bes ulnn ut . n plts v n z t rtn op t , o...

Page 1: DE VOLKSKRA VONK ZATERDAG 0 NOVEMBER 0 12 E onomie · bes ulnn ut . n plts v n z t rtn op t , o nrte ms stnn, ropt mn pltmt n rtut‘prot st ’ ls r gens n ker t w n vrou-w n o llotonn

Gezocht: een econoom met éénhand. Een gerespecteerd oliesjeikzocht in de jaren zeventig een eco-noommet deze wonderlijke licha-melijke eigenschap en plaatsteeen personeelsadvertentie in deBritse zakenkrant Financial Times.Waarom wilde de sjeik dat graag

hebben, vroeg de advertentieverkoper. Hij wilde deverzuchting die de Amerikaanse president HarryTruman al jaren eerder eens deed in de praktijkbrengen.Voordevoorspellingvandeolieprijswildede sjeik geen adviseurs meer die louter antwoord-den: ‘On the one hand, but on the other.’De economische crisis schreeuwt om economen

met éénhandophunrug. Juistnuzoudenzij heldereantwoorden moeten geven op de grote vraagstuk-ken van deze tijd: de eurocrisis, de massawerkloos-heid ende ingestorte huizenmarkt. De vragen lijkenredelijk simpel. Wel of niet de macht naar Brusseloverhevelen?Wel of niet bezuinigen?Wel of niet dehypotheekrenteaftrek afbouwen?

Maar in plaats van eenvoudige en eenduidige ant-woorden te geven, zijn economenwereldwijd in ver-hitte debatten beland. Bij elke oplossing van eeneconoomhoort steevast een tegengeluid vaneenan-dere econoom. Gerenommeerde instituten als hetInternationaalMonetair Fonds enDeNederlandscheBank gaan rollebollend over straat om hun gelijk tehalen. En telkens duikt in de discussies één zinnetjeop: ‘uit onderzoek blijkt’. Met een beroep op onom-streden bevindingen van de economische weten-schap proberen de economen op radio, tv, interneten in de krant het gelijk aan hun zijde te krijgen.

Economen staan er toch al gekleurd op. Ze heb-ben de kredietcrisis van 2008 niet zien aankomen.Bijna niemand wees op de gevaren van de verpaktehypotheken. Jarenlangmaakten economen nauwe-lijks een woord vuil aan de gebrekkige prestatiesvan Griekenland en Spanje. En in de periode dat inNederland de huizenprijzen nog jaarlijks stegen,konden economenprimauitleggendat de schaarsteaan geschikte woningen de opgeblazen prijzenzeker rechtvaardigden.

Door al dezemissers en de aanhoudende onenig-heid is het imago van economie en zijn beoefenaarsflink beschadigd. Valt de economische wetenschapnog wel serieus te nemen? En zijn economische in-

zichten wel bruikbaar als politici in Brussel of DenHaag belangrijke knopenmoeten doorhakken?Vooropgesteld: economen kunnen niet voorspel-

len, zoals ook de oliesjeik bemerkte. Een sluitendsysteemombijvoorbeeld beurskoersen te voorspel-len, is ondanks allerlei pogingen met wiskundigeformules niet gelukt. Uiteraard is erweleens eenbe-legger die jaar na jaar beter presteert dan zijn con-currenten op de beurs. En uiteraard zijn er enkelezelfbenoemde onheilsprofeten die de eurocrisis ofhuizencrisis hebben voorzien.Maar dat is net zoietsals dat er tussen duizend dobbelaars altijd wel een-tje zit die een paar keer achter elkaar een 6 gooit.

Gevolgen uitleggen

Van economen hoeven ook geen voorspellingen teworden geëist. En ze hoeven evenmin de knopendoor te hakken waarover politici hun mening vra-gen. Economen moeten louter uitleggen welke ge-volgen een besluit kan hebben. Schetsen wat ergebeurtmet de euro, dewerkloosheid of de huizen-markt als de overheid een bepaald besluit neemt.Dus: wat zijn de gevolgen als Brussel de machtkrijgt? Wat is de consequentie van een snijdendeoverheid? Enwat is het effect van het afbouwen vande hypotheekrenteaftrek?Het gekke is dat de meningsverschillen tussen

economen dan grotendeels verdwijnen. Als de vra-genmaarminder hoogdravend zijn.Neem de bezuinigingen. Elke econoom weet dat

snijden in het overheidsapparaat de economie zalbeschadigen. Als bijvoorbeeld de uitkeringen om-laag gaan of ambtenaren hun baan verliezen, heb-ben inwoners minder geld uit te geven. Desupermarkt, de woonboulevard of de autodealerziet vervolgens zijn omzet dalen – moet soms zelfsmedewerkers ontslaan – zodat de economienog ver-der in het slop raakt.Bij deze economischewaarheid zijn allerlei nuan-

ces aan te brengen. Als een overheid bijvoorbeeldhet mes zet in ontwikkelingshulp, blijft de schadevoor de Nederlandse economie beperkt. De verla-ging van uitkeringen heeft daarentegen wel directeffect opde inkomsten vanNederlandsewinkeliers,aangezienwerklozen enbijstandgerechtigdennau-welijks geld over de grens uitgeven.Over hoe groot de schade per maatregel precies

uitpakt, kunnen economen dan weer wel van me-

De crisis schreeuwt om heldereantwoorden van economen. Maar dierollen vechtend over straat. Want ook

zij maken politieke keuzes.Door Xander van U?elen Illustratie Joost Overbeek

Economenspelen

politicusje

Economie Is die wetenschap nog wel serieus te nemen?ZATERDAG 10 NOVEMBER 2012

DE VOLKSKRANT VONK10

Page 2: DE VOLKSKRA VONK ZATERDAG 0 NOVEMBER 0 12 E onomie · bes ulnn ut . n plts v n z t rtn op t , o nrte ms stnn, ropt mn pltmt n rtut‘prot st ’ ls r gens n ker t w n vrou-w n o llotonn

JonathanvanhetReveLogisch

Zo, die zit. Woensdag stond boven-staande observatie als ingezonden briefin deze krant. En inderdaad: op de bor-desfoto staan de vijf vrouwelijke minis-ters allemaal op de tweede rij. Prima ob-servatie dus, maar we mogen aannemendat deze ultrakorte brief meer is daneen observatie. Hij impliceert iets, dat

voel je. Iets over vrouwen en mannen. Maar wat?In elk geval betreurt de schrijfster dat er geen vrou-

welijke minister op de eerste rij staat. Dat zegt ze nietletterlijk, maar ze gaat er waarschijnlijk van uit dat delezer genoeg ervaring met dit soort uitspraken heeftom te snappen dat ze de situatie niet toejuicht. Oké,dus mevrouw Baljet vindt het jammer dat er geenvrouwen op de eerste rij staan. Is dat alles?

Nee natuurlijk. Er zit namelijk ook iets verwijtendsin haar constatering. Er is een schuldige, dat moetwel, anders heeft het weinig zin om erover te klagen.Maar wie dan? Dat staat er niet. Misschien wordt delezer geacht ook dat meteen te begrijpen, maar erzijn best veel kandidaten. Het protocol bijvoorbeeld,dat voorschrijft dat de ministers op het bordes gesor-

teerd worden op anciënniteit van hun departement.Of Rutte en Samsom, omdat zij geen zwaardere mi-nistersposten aan vrouwen hebben gegeven. Of ge-woon de Nederlandse vrouw, omdat zij liever part-time werkt en daardoor minder vaak de top bereikt...

Laten wij er even van uitgaan dat het Rutte enSamsom zijn die hier impliciet worden beschuldigd.Dan is de volgende vraag: waarvan precies? Van sek-sisme? Zijn er goede vrouwen gepasseerd omdat zegeen man waren? Zijn er te weinig goede mannen ge-passeerd omdat ze geen vrouw waren? Weet me-vrouw Baljet meer dan wij?

Dat is het probleem met dit soort uitspraken: zeklinken scherp en nobel en je kunt er desgewenst in-stemmend over knikken, maar zonder verdere toe-lichting blijven ze schimmig en gratuit: ‘Weer viermannen aan tafel bij Pauw &Witteman.’ ‘Bij de VVDstaat de eerste allochtoon pas op plaats twintig!’ ‘Be-lachelijk dat we nooit een vrouwelijke premier heb-ben gehad.’ Of, ook mooi, als verzuchting na eenprachtige voorstelling: ‘Mm? Ja, was wel leuk hoor.Veel blanke mannen weer, dat wel. Maar goed...’

Wat betekenen zulke uitspraken? Iemand heeft zijnbest gedaan om een mooie cast of ministersploeg inelkaar te zetten en dan wordt hij vervolgens tussenneus en lippen door uitgemaakt voor... ja, voor wat?Voor seksist? Voor racist? Op basis waarvan?Waarom wordt de gedachte eigenlijk niet afgemaakt?Zo helpt het toch niets?

Het is verbazingwekkend met welk gemak men ditsoort vage, ongefundeerde, toch betrekkelijk zwarebeschuldigingen uit. In plaats van zich te richten opechte, concrete misstanden, roept men plichtmatigen gratuit ‘protest’ als ergens een keer te weinig vrou-wen of allochtonen te zien zijn. Verdere toelichting isdaarbij kennelijk overbodig, het is tenslotte voor voorde goede zaak. Maar zou het die zaak echt helpen?

Er is een schuldige, datmoet wel. Maar wie dan?

11DE VOLKSKRANT VONK

Jonathan van het Reve is schrijver en ontleedtwekelijks een redenering in het nieuws.

Wine Baljet, Almerede Volkskrant, Opinie & Debat, 7 november 2012

‘Rutte II telt vijfvrouwen. Op de fotostaan ze allemaal opde achterste rij’

ZATERDAG 10 NOVEMBER 2012

dehuidigehuizenmarkt kenmerkt. Die onzekerheidwerkt verlammend, omdat weinigen nog een huisdurven te kopen.Dat de heldere antwoorden toch tot verwarring

leiden over de economische inzichten, heeft vooraleen politieke oorzaak. Politici schermen logischer-wijs vooral met de inzichten die hun het beste uit-komen. Erger, economen laten zelf hun politiekevoorkeurendoorklinken.Met gebruik van economi-sche inzichten – ‘uit onderzoekblijkt’ –maken zepo-litieke keuzes. Nu heeft een econoom net als iedermens recht op zijnmening, maar het werkt wel ergverwarrend als de rollen van econoom en politicusvermengd raken.Voor economen is het haast onmogelijk zich te

splitsen.Want het politieke debat is alomaanwezig.Wie geen visie heeft over de eurocrisis, de bezuini-gingen of de huizenmarkt, kan een optreden op te-levisie vergeten en hoeft op internet of in de krantzijn of haarmening nietmeer te geven. Dus duikenoveral economen op die vol aplomp hun oplossingschetsen. Maar ja, dan duikt er opeens een andereeconoom opmet een tegenovergesteldemening.Want net als bij politici is het voor economen

geen hardewetenschapmeer als er een keuzemoetworden gemaakt. Een combinatie van karakter, po-litieke voorkeur en eigen ervaringen bepaalt hoeeconomen zichopstellen. Omhet simpel te houden:wie het staatsapparaat toch al een bedreiging vindtvoor de vrije markt, zal sneller willen bezuinigendan degene die vooral oog heeft voor de zwakkerenin de samenleving.

Kiezers

De mening van de kiezer vertroebelt de besluitvor-ming nog meer. Het kan economisch gezien bestslimzijn omtebezuinigen, de kiezerwil hetmeestalniet. Meer macht overhevelen naar Brussel maakthet weliswaar eenvoudiger om de begroting vanprobleemlanden als Spanje en Griekenland bij testuren,maar veroorzaakt tegelijkertijd allerlei soci-ale spanningen. Als Duitsland gewoon meer geldovermaakt naar Zuid-Europa en Spanje nu eens zon-der protest hervormt en bezuinigt, is de eurocrisiszo voorbij. Maar deDuitse kiezerwil niet onbeperktgeld overmaken en de Spaanse kiezer heeft tabakvan de bezuinigingen. Het verklaart waarom pan-klare economische oplossingen wegens politiekeoverwegingen onvoldoende tot uitvoering komen.Ergens indit krachtenveld vanpolitieke tegenstel-

lingen endedwingendemening vande kiezer raaktde econoom verstrikt. De wetenschappelijke eco-noomsnapt deze realiteit niet (of wil het niet begrij-pen) en houdt vast aan een zuiver economischeargumentatie. De geëngageerde econoom tracht depolitieke realiteit wel mee te wegen bij zijn opvat-tingen, belandt vervolgens in een politiek spel enevolueert van econoom gestaag tot een politicus.Een uitweg is niet eenvoudig. Laten economen

omtebeginnenhelder zijn over enkele cruciale eco-nomischewetmatigheden.Debasisinzichtenuit heteconomische leerboekmoetenonomstreden en toe-gankelijk zijn. Er is dringend behoefte aan consen-sus onder economen, betoogde econoom entopambtenaar Ernst vanKoesveld vanhetministerievan Financiënonlangs in economenblad ESB. Econo-men zouden draagvlak moeten vinden voor de be-langrijkste economische kwesties. De ondereconomenpopulairewebsiteMeJudice.nl, die nu te-kenendgenoegnogde frase ‘economen indebat’ alsmotto hanteert, zou opdemeest actuele vragen eenonomstotelijk antwoordmoeten formuleren.Economenmoeten ook de krachten bundelen en

niet alleen namens zichzelf spreken. Het initiatiefvan 22 gezaghebbende economen die begin dit jaareen afgerond hervormingsplan over de huizen-markt presenteerden, zou navolging moeten krij-gen. Een breed gedragen inzicht over de eurocrisisof het bezuinigingsplan zou behulpzaam zijn.Als de vragen aan economeneenpolitiek karakter

krijgen, moeten zij daar eerlijk over zijn. Antwoordgeven mag best, zolang ze maar het onderscheidmaken tussen economische inzichten en politiekeopvattingen. Debetrokken econoomzal danookpo-litieke kleurmoeten bekennen. Een stemverklaringis niet nodig, maar economen moeten wel de poli-tieke argumentenbenoemenwaaromze een econo-misch planwel of niet zien zitten. Alleen danwetendepoliticus ende kiezermetwelke hand ze een eco-nomisch antwoord krijgen aangereikt.

Xander van U4elen is chef van deeconomieredactie van de Volkskrant

en afgestudeerd econoom en twittertonder @xandervuLelen, onder meerover koopkracht.

ning verschillen. Uit het ene onderzoek blijkt dateen maatregel de economie een beetje beschadigt,uit een ander dat de effecten iets groter zijn. Het blij-ven nuances die de hoofdboodschap – bezuinigenbrengt schade toe – niet ondergraven.

Niet bezuinigen dan maar? Zo simpel is het niet,want een beetje econoom zal ook de andere gevol-gen schetsen. Als een overheid geld blijft uitgeven,loopt de staatsschuld op. En als de schuld hoger is,zullen geldschieters een hogere vergoeding eisen.Vandaar dat de rente op staatsobligaties hoger zalworden. En dat is vervelend omdat bij hoge rentesde overheidmeer geld kwijt is en de staat nogmeerzal moeten bezuinigen. Over deze hoofdconclusiezijn economen het evenzeer eens. Het meningsver-schil gaat opnieuw over de details: over hoeveel enhoe snel de rente zal oplopen.Aan de ene kant zal bezuinigen de economie be-

schadigen. Aan de andere kant zal niet bezuinigenresulteren in hogere rentelasten voor de schatkist.Dat is lastig kiezen, maar die keus is aan politici.

Twee kwaden

Het liefstwillenwe van economenvervolgenshorenwelke van de twee kwaden erger is. Maar aangezieneconomen niet kunnen voorspellen, is dat ondoen-lijk. Desondanks proberen economenopdeze vraageen antwoord te geven. Sterker nog, vele hooglera-ren geven gratis advies aan de politiek.Zelfs op dit gladde ijs weten economen zich nog

redelijk te redden.Want, alle ogenschijnlijke tegen-stellingen ten spijt, er bestaat wel degelijk enigeovereenstemming tussen economen. Bijna elke eco-noom is vanmening dat de overheid zalmoeten be-zuinigen, want een oplopende staatsschuld isuiteindelijk onhoudbaar. De discussie gaat vooralover de mate waarin en de snelheid waarmee. Niette snel, maar ook niet te langzaam, is zo ongeveerhet adagium.Wantwie alles in een jaarwil oplossen,maakt te veel kapot, terwijl de weifelende bezuini-ger het probleem van de staatsschuld ongemoeidlaat.

Zo valt op elke economische vraagbest eenhelderantwoord te geven. Ja, als Brusselmeermacht krijgt,is dat gunstig voor de eurocrisis – alleen kan dat opnationaal niveau veel problemengeven. En ja, als derenteaftrek verdwijnt, zullen de huizenprijzendalen –maar het neemtwel de onzekerheidweg die