De Tempels Van Elst

4

Click here to load reader

description

About the two Gallo-Roman temples beneath the medieval church in Elst. In Dutch, With illusrations.

Transcript of De Tempels Van Elst

Page 1: De Tempels Van Elst

Ar

ch

eo

lo

gi

sc

h

In

st

it

uu

t

Vr

ij

e

Un

iv

er

si

te

it

De tempels van Elst (Gld)Nieuw archeologisch onderzoek rond de N.H. kerk

Onder het schip van de Nederlands Hervormde kerk in Elst (Gld) zijn de best bewaarde fundamentenvan Romeins Nederland te bezichtigen. Zij behoren tot twee tempels die in 1947 tijdens archeolo-gisch onderzoek binnen de muren van het kerkgebouw min of meer bij toeval werden ontdekt. Dejongste van de twee staat te boek als een van de grootste tempels die ons ten noorden van de Alpenbekend zijn. De omvang en het perfect bewaarde muurwerk maken deze tempel tot een monumentvan internationale betekenis. Zijn indrukwekkende verschijning (fig. 1) maakt tevens duidelijk dat wehier niet te doen hebben met een willekeurig heiligdom, maar met een van de hoofdheiligdommenvan de Bataven. Volgens de bestaande opvattingen is de oudste tempel tijdens de Bataafse opstand(69/70 na Chr.) in vlammen opgegaan en geeft de monumentale herbouw op symbolische wijze uit-drukking aan het herstel van de geschonden vertrouwensband tussen Bataven en Romeinen. Voorhet eerst sinds meer dan een halve eeuw doen archeologen van de Vrije Universiteit te Amsterdamnu onderzoek naar de sporen van dit heiligdom. Deze folder geeft een beknopte samenvatting van deverrassende resultaten van de eerste campagne.

In schril contrast met de grote wetenschappelij-ke en cultuurhistorische betekenis van het heilig-dom, staat onze kennis ervan. Wanneer we uit-gaan van de stelregel dat een Romeinse tempelwel een belangrijk, maar zeker niet het enige ele-ment van een Romeins heiligdom vormt, mogenin de directe omgeving van de tempels allerleiandere sporen worden verwacht. Tot voor kortwas daarvan echter niets bekend. Daarin kwamonbedoeld verandering toen in 2001 bij riole-ringswerkzaamheden in de rond de kerk gelegenSt.Maartenstraat archeologische vondsten wer-den gemeld. Deze vormden voor de gemeenteOverbetuwe en de provincie Gelderland aanlei-ding het Archeologisch Instituut van de VrijeUniversiteit opdracht te geven voor een verken-nend onderzoek naar buiten de kerk aanwezigesporen van het heiligdom. Dit onderzoek, datwordt uitgevoerd in samenwerking met deRijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemon-derzoek (ROB), vindt plaats tijdens de zomer-maanden van 2002 en 2003.

De doelstelling van het onderzoek rond dekerk is tweeledig. Vanuit het oogpunt vanarcheologische monumentenzorg is het strevengericht op het bepalen van de omvang van hetheiligdom en de kwaliteit van de nog aanwezigesporen. Om onaangename verrassingen als dietijdens de recente rioleringswerkzaamheden inde toekomst te voorkomen, is het voornemenopgevat het terrein rondom de NH kerk op

termijn de status van wettelijk beschermdarcheologisch monument te geven. Voor dewijdere omgeving wordt gedacht aan eenplanologische bescherming of aan opname ineen gemeentelijke monumentenlijst. Vóórdattot dergelijke verstrekkende beschermendemaatregelen wordt overgegaan, dient echterhelder te zijn dat de aanwezige sporen zulkemaatregelen rechtvaardigen.

Daarnaast beoogt het onderzoek onze kennisvan het heiligdom te vergroten. Dat dient nietalleen een wetenschappelijke onderzoeksinte-resse, maar kan ook belangrijke bouwstenenaandragen voor een gemeentelijk erfgoedont-wikkelingsplan.

Figuur 1: Reconstructie van de jongste van de twee Romeinse tempels

onder de NH kerk van Elst, een van de grootste die wij ten noorden

van de Alpen kennen (Bron: J.E. Bogaers, 1955: De Gallo-Romeinse

tempels te Elst in de Over-Betuwe, Den Haag).

Page 2: De Tempels Van Elst

Vóór de start van het onderzoek kon op tal van vragengeen bevredigend antwoord worden gegeven. Hoe grootis het heiligdom bijvoorbeeld en hoe was het van zijnomgeving afgescheiden? Welke elementen kunnen naastde tempel worden onderscheiden? Was het heiligdomeen nieuwe stichting uit de Romeinse tijd of bestond decultusplaats al vóór de Romeinse verovering? Welkegodheid werd hier vereerd en door wie? Wat vertellenbodemvondsten ons over hier uitgevoerde rituelen? Enhoe zit het met het befaamde hiaat tussen het einde vanhet heiligdom in de 3de eeuw en de bouw van de eerstechristelijke kerk in de 8ste eeuw? Heeft de plek altijd eenreligieuze betekenis gehad of berust de aanwezigheid vaneen christelijke kerk bovenop de resten van een Romein-se tempel op louter toeval?

Het in 2002 uitgevoerde onderzoek heeft zich beperkttot het door de St.Maartenstraat omsloten kerkterrein. Inde campagne van 2003 zullen enkele verder van de tem-pels gelegen terreinen worden onderzocht (fig. 2). In de

oorspronkelijke opzet van het onderzoek waren voor ditjaar ter oplossing van de hierboven geformuleerde vra-gen vier proefsleuven van 4 m breed en met een totalelengte van 70 m voorzien. Zo kon idealiter aan drie zij-den van de tempels de begrenzing van het heiligdomworden vastgesteld. Deze planning was gebaseerd opdrie uitgangspunten: 1) op de waarneming dat de boven-grond tot ca. 1 m onder het maaiveld was verstoord endaarmee relatief snel zou kunnen worden verwijderd; 2)op de vaststelling dat het Romeinse loopniveau op ca. 1,5m onder het maaiveld lag; en 3) op de verzekering dathet (post)-middeleeuwse kerkhof in de 19e eeuw wasgeruimd en vertragingen door nog aanwezige skeletbe-gravingen tot een minimum beperkt zouden blijven.

De kerk en haar begraafplaatsAl snel werd duidelijk dat deze uitgangspunten te opti-mistisch waren gesteld. Niet alleen bleek het aantalintacte skeletbegravingen veel talrijker dan vermoed, ookbleek het Romeinse niveau buiten de kerk 0,5 tot 1 m

m

St. Maartenstraa

t

Rijk

sweg

Noo

rd

Kerk

Rijksw

egNo

ord

Rijksw

egNo

ord

St. Maartenst raat

St. Maartenstraat

436875436875

1867

5018

6750

1867

5018

6750

1

2

3

4

5

Elst - 2002/2003

RIJK

SWEG

NO

ORD

St. Maartenstraat

Tempelterrein - Verkennend onderzoek AIVU

50403020100

eerdere waarnemingen 2001boomOpgraving 2002 (1-2) en Planning 2003 (3-5)

A

B

BA

Figuur 2: Topografie van het centrum van Elst (Gld) met daarop de contouren van de NH kerk, de plattegrond van de beide Gallo-Romeinse tempels onder de kerk (jongste fase

in zwart), het door de St.Maartenstraat omsloten kerkterrein, de locatie van de proefsleuven, de reconstructie van de tempelhof en de mogelijke locatie van het altaar (A).

Page 3: De Tempels Van Elst

dieper te liggen dan binnen het gebouw. Dit komt omdatde tempels vermoedelijk op een natuurlijke hoogte lagendie bovendien kunstmatig is opgehoogd. In totaal zijnbijna 250 geraamten gedocumenteerd. De oudste hier-van dateren uit de 14e eeuw, de jongste uit het begin vande 19e eeuw. De begravingen maken integraal deel uitvan de geschiedenis van de kerk. Deze is in zijn huidige,deels tot in de 15de eeuw terugreikende, gotische staateen wettelijk beschermd monument. Onder de huidigekerk zijn buiten de fundamenten van de genoemde tweeRomeinse tempels bovendien resten van twee Middel-eeuwse voorlopers bewaard. De eerste, wellicht uit de 8e

eeuw daterende, pre-Romaanse kerk fungeerde als cen-trum voor de kerstening van de Betuwe. Omdat debegravingen belangrijke gegevens kunnen opleveren overde gemeenschappen die in het verleden van deze kerkge-bouwen gebruik hebben gemaakt, is besloten de skelet-ten zorgvuldig te documenteren. De geraamten zijn vol-ledig blootgetroffeld, digitaal en analoog gefotografeerden op schaal getekend. Een fysisch antropoloog is inge-schakeld om de skeletresten in het veld te bestuderen enze vervolgens op een aantal basale karakteristieken (sexe,leeftijd, lengte en pathologie) te onderzoeken.

De jongere skeletten leveren interessante informatie overde lokale klederdracht. Te noemen zijn doodskleden enhaarkapjes, die door de erin verwerkte koperdraad enkoperen spelden niet alleen zorgen voor groene verkleu-ringen aan het bot, maar ook maken dat stukken textielzijn bewaard. Onder de grafvondsten zijn tevens oor-ijzers (fig. 3), vingerringen, een serie rozenkransen (deelsmet amulet en crucifix), haarnaalden en felgekleurde bal-letjes van geblazen glas. Munten zijn alleen los in degrafkuilen aangetroffen. De rozenkransen duiden eropdat een deel van de bijgezette personen katholiek was,terwijl de kerk sinds de reformatie in 1588 hervormd is.Dit vloeit voort uit het feit dat de Grote Kerk van Elsttot aan de Franse tijd het enige godshuis was metbegraafrecht. Hier is gedurende een zeer lange periode(ca. 850 – 1850) de gehele bevolking van het dorp enwaarschijnlijk ook van alle omringende buurtschappenbegraven. Het oorspronkelijke kerkhof is dan ook grotergeweest dan het huidige kerkterrein en omvat waar-schijnlijk duizenden graven.

De 95 gevonden middeleeuwse munten (begin 8e eeuw -begin 16e eeuw) vormen een belangrijke aanvulling op demuntreeks die tijdens het onderzoek in 1947 werdgeborgen. Vreemd genoeg heeft het onderzoek destijdsalleen laat-middeleeuwse stukken opgeleverd. Opmerke-lijk is het relatief grote aantal penningen van bisschopHerman van Utrecht (1150-1156), elders een zeldzameverschijning. Misschien mogen we een verband zoekenmet een uitbreiding van de Romaanse kerk. Als bouw-heer (opdrachtgever/financier) ligt dan de bisschop vanUtrecht het meest voor de hand.

Het heiligdom: nieuwe inzichtenMet het onderzoek van het skeletmateriaal is een schataan demografische gegevens van een (post)-middeleeuw-se rurale gemeenschap verzameld, een onderwerp waar-naar in Nederland nog nauwelijks archeologisch onder-zoek is verricht. Het beslag dat dit onderzoek op tijd enmiddelen heeft gelegd, heeft uiteindelijk ertoe geleid datslechts twee van de vier voor dit jaar voorziene proefs-leuven konden worden gerealiseerd. De campagne van2002 heeft ondanks de beperkte schaal spectaculaireresultaten opgeleverd die het beeld van het heiligdomingrijpend veranderen. Zij kunnen in 5 punten wordensamengevat.

1) Dankzij het nu uitgevoerde onderzoek krijgen wevoor het eerst een indruk van de omvang en lay-outvan het heiligdom. In een van de twee proefsleuvenzijn de stenen fundamenten ontdekt van een tweetalmuren waarmee het heiligdom van zijn omgeving werdafgeschermd. Mede op grond van eerdere waarnemin-gen kan een voorlopige reconstructie van de omhei-ning van het tempelcomplex worden gegeven. De doorde muren omsloten tempelhof vormde het toneel voorde collectieve rituelen. Centraal daarin stond een in delengte-as van de tempel gelegen altaar, waarvan de ver-moedelijke standplaats is geïdenti-ficeerd.

Figuur 4: Bronzen knots met herkenbare knoesten

van de boomstam of tak waarvan hij was gemaakt.

In voorstellingen van Romeinse goden is de knots het

kenmerk van Hercules. De knots maakte ongetwijfeld

deel uit van een bronzen beeldje van de halfgod.

Figuur 3: Schedel van een overleden vrouw. Het bronzen oorijzer is het enige deel

van haar doodskleed dat de tand des tijds heeft doorstaan.

Page 4: De Tempels Van Elst

2) Voor het eerst kan ook duidelijkheid worden verschaftover de oorsprong van de cultus. Keltische en vroeg-Romeinse munten bewijzen dat het heiligdom al vóórde bouw van de eerste stenen tempel als cultusplaats ingebruik was (fig. 5 en 6). Aangenomen mag worden dataan de stenen tempels een openlucht-cultusplaats isvoorafgegaan.

3) Het onderzoek heeft ook de eerste aanwijzingen opge-leverd voor de identiteit van de in het heiligdom ver-eerde godheid. Vondsten van een fragment van eenbronzen godenbeeldje en een stenen wijaltaar wijzenop een cultus voor Hercules (fig. 4 en 7). Deze god-heid is geen onbekende. Ook het heiligdom van Empelbij ‘s-Hertogenbosch was aan hem gewijd. Ook ken-nen we een aan hem gewijd votiefaltaar dat werdopgericht door de oppermagistraat van de Bataven. Denieuwe vondsten onderstrepen dat deze halfgod eenbelangrijke plaats in de publieke cultus van de Batavenheeft ingenomen. Grote hoeveelheden dierlijk botma-teriaal, voornamelijk van runderen, wijzen op met decultus verbonden collectieve offermaaltijden.

4) De fundamenten van tempel en omheiningsmuur rust-ten op een reeks van aangepunte eikenhouten palen.Nieuw dateringsonderzoek op basis van jaarringenbewijst dat beide bouwwerken gelijktijdig werden aan-gelegd. Verrassend is dat dit veel later gebeurde dan totdusver gedacht, namelijk rond 100 na Chr. Dit bete-kent dat de bouw van de jongste monumentale tempelin een compleet andere historisch daglicht komt staan.Niet de na de Bataafse opstand herstelde vriendschaps-relatie met de Romeinen, maar bijzondere rechtsprivi-leges die keizer Traianus de Bataafse gemeenschap ver-leende vormen de vermoedelijke historische achter-grond van de prestigieuze verbouwing van het heilig-dom. Een keizerlijke patronage (‘sponsoring’ ) van hetheiligdom is daarbij niet uitgesloten. Klopt deze ziens-wijze, dan is zij tevens een aanwijzing hoe nauw poli-tiek en religie in heiligdommen van de publieke cultusmet elkaar verweven konden zijn.

5) Ook op de vaak gestelde vraag naar de ontwikkelingvan het terrein tussen het einde van het heiligdom inde 3e eeuw na Chr. en de bouw van de eerste christe-lijke kerk boven op de fundamenten van het Romeinseheiligdom in de 8e eeuw kan nu voor het eerst eenbevredigend antwoord worden gegeven. In een oor-konde uit 726 wordt de plaats van de nieuw te stichtenkerk beschreven als ‘waar ooit een legerplaats heeftgelegen’. Dit wijst erop dat de oorspronkelijke functievan de vermoedelijk nog als ruïne in het landschapzichtbare tempel, in de 8e eeuw niet meer bekend was.Omdat het huidige onderzoek geen enkele aanwijzingvoor een gebruik van het terrein in de laat-Romeinseof vroeg-middeleeuwse periode heeft opgeleverd, moetworden aangenomen dat de bouw van de eerste kerk -behalve door de beschikbaarheid van geschikt steen-materiaal - op zijn best kan zijn ingegeven door dewens aansluiting te vinden bij een Romeins verleden.Van een continue religieuze traditie, zoals tot voorkort werd gesuggereerd, kan geen sprake zijn.

Figuur 7: Voor-, zij- en bovenaanzicht van een kalkstenen wijgeschenk in de vorm

van een altaar. De eerste twee letters suggereren dat het opgedragen was aan Her-

cules. Op de zijkant is een boom voorgesteld. Het fragment is gevonden tijdens

opgravingen te Elst-Brienenshof op ca. 500 m van het tempelterrein. Het wijge-

schenk, dat oorspronkelijk ruim 1 m hoog is geweest, is in later tijd vermoedelijk

meegenomen naar de nederzetting bij Brienenshof om daar voor een ander doel te

worden hergebruikt.

0 20cm

Uitgave: Archeologisch Instituut Vrije universiteit, Amsterdam (brochure nr. 9, oktober 2002).

Tekst: Ton Derks

Vormgeving: Bert Brouwenstijn

Website: www.let.vu.nl/archeologie/nieuws

Figuur 5: Zilveren Keltische

munt uit het einde van de 1e

eeuw vóór Chr., vermoedelijk

geslagen door de Bataven

(schaal 2:1).

Figuur 6: Zilveren Romeinse munt met portret

van keizer Augustus. Geslagen te Rome tussen

15 en 13 vóór Chr. (schaal 2:1).