De Oude Grieken -...

18
De Oude Grieken

Transcript of De Oude Grieken -...

De Oude Grieken

De Oude Grieken

Het land Griekenland ligt in het zuidoosten van Europa. Het bestaat uit een groot stuk vastland en een heleboel kleine eilandjes. Griekenland bestond uit allerlei staatjes. Die stadstaten hadden allemaal dezelfde taal en godsdienst, maar ze hadden eigen wetten, geld en goden. Iedere stadstaat (polis) had zijn eigen bestuur. Het bestuur maakte de wetten. Het volk (de meerderheid) beslist hierover mee. Deze bestuursvorm heet democratie, (Demos = volk”, “cratie = beslist )

De cultuur van de oude Grieken is de eerste beschaving van betekenis in West-Europa en wordt over het algemeen beschouwd als de bakermat, de basis van de West-Europese beschaving.

De bloei van de Griekse Oudheid beslaat ongeveer 650 jaar en duurde van ca. 800 tot 140 voor Christus. De periode kent 3 fases, de ontwikkeling, de bloei en het verval.

Bouwkunst

De Griekse Bouwkunst De Oude Grieken waren goede bouwers. Ze ontwierpen en bouwden prachtige tempels en openbare gebouwen. Het Parthenon is het beroemdste van al die gebouwen. Het is gebouwd op de Acropolis, een heuvel van waaruit men over Athene. De Grieken hebben voor hun gebouwen, ook de tempels, oorspronkelijk hout als bouwmateriaal gebruikt. De belangrijke onderdelen werden bekleed met platen van terracotta (= gebakken klei). Later zijn ze meer duurzame, maar ook moeilijker te bewerken natuursteen (kalksteen en marmer) gaan toepassen. De vormgeving van de Griekse bouwkunst is dan ook voor een groot deel te verklaren aan de hand van de houtbouw. De oudste bewaard gebleven Griekse bouwwerken zijn de tempels en theaters.

Tempels De bekendste bouwvorm uit de Griekse periode is de tempel. De Grieken proberen hun goden ook te vriend te houden door tempels voor hen te bouwen. Een huis voor de goden waar ze hun geschenken brengen.

Ze bouwen hun tempels met veel zuilen en pilaren. En ze versieren ze met beelden. Aan de voorkant is een driehoek. Daarin staan vaak ook beelden, kleurig beschilderd. De Griekse tempel bestaat uit verschillende ruimten waarvan de cella het belangrijkst is. In de cella werd namelijk het beeld geplaatst van de god waaraan het gebouw gewijd was, zoals bijvoorbeeld Zeus, Apollo of Athena.

Hoofdgestel Zuilen Stereobaat

Sima Tympanon /Fronton Geison

Fries Architraaf

Abacus Echinus Voluut

Zuilenschacht

Cannelures

tympanon / fronton / pediment

Akroterion

Schematische weergave van een Oud Griekse Tempel

Griekse zuilen

Dorische stijl De lange pilaren (die zuilen heten) zijn op het eind heel simpel plat. Zo'n zuil bestond uit meerdere stukken, die op elkaar gestapeld waren. Het platte gedeelte wordt het kapiteel genoemd.

Ionische stijl Later kwamen de Ionische zuilen. Ze waren smaller dan de Dorische. De kapitelen zijn nu versierd met een krul. Die krul wordt een volute genoemd.

Korintische stijl Nog later, in de tijd van de Romeinen, kwam deze meer versierde stijl. De kapitelen waren uitgehouwen in de vorm van acanthusbladeren. Deze waren in de Romeinse tijd erg populair.

Theater

Beeldhouwkunst

Beeldhouwkunst De Oud Griekse beeldhouwkunst heeft gedurende de Griekse oudheid een hele evolutie meegemaakt. Deze tijd is daarom ook onderverdeeld in verschillende periodes. Een ding wat de meeste beelden uit die tijd gemeen hadden was dat de meeste vrijstaande beelden stonden rond tempels opgesteld op een voetstuk, als geschenk voor het heiligdom, na aan leiding van een moedige daad of een sportprestatie.

Oud Griekse kunst De kunst van het oude Griekenland was en is een enorme invloed op de cultuur van vele landen van oude tijden tot het heden. Dit komt mede door de enorme ontwikkeling in die tijd, in het bijzonder op het gebied van beeldhouwwerk en architectuur. We kunnen deze ontwikkeling van de kunst dan ook verdelen in 4 verschillende perioden; 1. Geometrische periode (1050 v.Chr.-720 v.Chr) - veel rijk versierd aardewerk - kenmerkende decoratie: meanders en andere geometrische motieven 2. Archaïsche periode (720 v.Chr. - 480 v.Chr) - gekenmerkt door de overname van Oosterse (Assyrische, Phoenicische, Egyptische) motieven - overname van de Egyptische statische, uit vaste verhoudingen bestaande formules voor beeldhouwwerk - beelden uit een rechthoekig blok zijn gesneden - stramme en frontale houding - haren zijn zeer gestileerd weergegeven - archaische glimlach. - later steeds grotere natuurgetrouwe modellen

3. Klassieke periode (480 v. Chr. - 323 v. Chr) - verdergaande natuurgetrouwheid - grotere ruimtelijkheid - suggestie van ruimte in een plat vlak: figuren op verschillende hoogtes te plaatsen en verkort weergeven van lichaamsdelen

4. Hellenistische periode (323 v. Chr–140 v. Chr) - zeer sterk individualisme, levende personen weer te geven - veel emotie - veel beweging - meerdere aanzichten binnen een beeld.

Reliëf Een andere vorm van beeldhouwkunst is reliëf. Deze vorm van beeldhouwkunst komt vooral voor in de tempels. We kunnen 3 soorten reliëfs onderscheiden: 1. Vlakreliëf

heeft weinig hoogteverschil, zoals de afbeelding op een munt

2. Verheven/half reliëf

achtergrond niet is bewerkt, maar alleen de figuur zelf is uitgehouwen uit het oppervlak

1. Hoogreliëf heeft relatief veel hoogteverschil. De voorstelling is veel volumineuzer uitgewerkt; soms zijn de figuren zelfs bijna vrijstaande beeldhouwwerken

Voorstelling op de reliëfs: - Vooral mythologische personages / scènes - Zelden tot nooit historische figuren

schilderkunst

De Griekse schilderkunst Helaas is er weinig van de Griekse schilderkunst bekend, omdat er veel verloren is gegaan. We kennen de schilderkunst slechts door overgebleven resten van fresco’s, mozaïeken, beschilderde reliëfs en de beschilderde vazen.

Vazen Ook de vazen net als de rest van de Oud Griekse periode is onder te verdelen in verschillende Stijlen. De Geometrische stijl (1100 – 700 v. Chr.) - Zware horizontale banden met geometrische

motieven. (meaders, zigzaglijnen, cirkels) - Mensen en dieren worden hoekig en geometrisch

weergegeven De Orientaliserende Stijl (700 – begin 6e eeuw v. Chr) - Oosterse motieven

(lotusbloem, exotische planten, fabelachtige dieren) - Meer details

(details worden met een naald ingekrast)

Vazen De Zwartfigurige stijl (6e eeuw – 530 v. Chr.) - Ondergrond vaas is aardrood - Figuren zijn met zwarte vernis aangebracht - Voorstelling op deze vazen: mythologische taferelen en het dagelijks leven

met vaak betrekking op het gebruik van de vaas. De Roodfigurige Stijl (vanaf 530 v. Chr) - Achtergrond is zwart - Figuren zijn rood - Voorstelling op deze vazen van in de begin nog

frontaal en lineair, later werd alles geïdealiseerder.