De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

40

description

'De Stem van Pancratius' is het periodiek van het Koninklijk Heerlens Mannenkoor St.-Pancratius dat drie keer per jaar verschijnt. Met meer dan 80 actieve leden behoort het koor tot de grotere mannenkoren in de regio Zuid-Limburg. Ons jongste lid is 42, ons oudste actieve lid 91. Pancratius is een sfeervolle vereniging, opgericht in 1878, met gevoel voor zijn roemrijke verleden en met een onstuitbare creatieve energie richting toekomst. Samen met onze dirigent John Gerits zijn wij steeds op zoek naar nieuwe muzikale uitdagingen waarmee we ons kunnen onderscheiden. Pancratius is een gezellige vereniging maar, vergis u niet, er wordt op hoog niveau gewerkt aan koormuziek van verschillende stijl, genre en klank. Koorscholing, stemvorming, partijrepetities en de jaarlijkse themadag vragen een grote inzet van de zangers en hun dirigent maar zorgen dan ook voor muzikaal hoge prestaties. Bezoek onze website: www.pancratiuskoor.nl

Transcript of De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

Page 1: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013
Page 2: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013
Page 3: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

1

JAARGANG 65 - NUMMER 1 - MAART 2013

Dit jaar schrijft ons koor 135 jaar geschiedenis en waar-schijnlijk meer. De oprichting van onze vereniging heeft een nogal tumultueuze start gehad. In maart 1877 werd al een zangvereniging opgericht onder de naam Les Amis Réunis, met als doel ‘door een gezellig samenzijn de toonkunst te bevorderen en de feesten en dergelijke gelegenheden in Heerlen met hunne zang op te luisteren’. In april 1878 werd het eerste concert gegeven. President Ch. Roosen overleed 3 maanden later en het ledental daalde van 60 naar 25 zan-gers.

Op 15 oktober werd de zangsociëteit onder presidentschap van H. Vreuls opnieuw opgericht, met dit verschil dat nu ook gehuwde mannen lid konden worden en waarschijnlijk onder dezelfde naam Les Amis Réunis. Voor het eerst ver-schijnt de naam Zangsociëteit St. Pancratius bij een te geven concert in november 1879. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat de baron De Loë van kasteel Terworm, en nauw verbonden met de Pancratisukerk, een nieuw vaandel aan de vereniging had geschonken.

Later hanteerde men de naam Zangvereniging St. Pan-cratius tot 1934 toen bij het 60-jarig jubileum, het predicaat Koninklijk verworven werd. Vanaf die tijd ging de zang-vereniging verder onder de naam Koninklijk Heerlens Mannenkoor St.-Pancratius. In de loop van dit jaar zal aan deze geschiedenis nog de nodige aandacht worden geschonken. Ook viert onze dirigent John Gerits dit jaar zijn 40-jarig dirigentschap met een door hem zelf samengesteld jubileumconcert op 5 april, waaraan in deze editie een speciaal artikel is gewijd.

Voor zover de diverse data en/of voorgenomen concerten en activiteiten van dit jaar al bekend zijn, is hiervan een overzicht in dit nummer opgenomen, zodat u alvast met voor u interessante data rekening kunt houden. De be-langrijkste is uiteraard zondag 24 november, wanneer we samen met Guido’s Orchestra en Wendy Kokkelkoren ons jubileumconcert in de stadsschouwburg geven.

Onlangs hebben we met Guido de muzikale programmering besproken, en het resultaat daarvan belooft een concert met een bijzondere klank te worden. De keuze van een nieuw genre koormuziek met zijn eigen sound in combinatie met de orkestarrangementen van Guido, met daaraan toegevoegd het enthousiasme van beide musici om hiervan een sprankelend geheel te smeden belooft een bijzonder, uniek en verfrissend concert te worden, dat u eigenlijk niet mag missen. Want dit zal in de geschiedenis van Pancratius een bijzondere plaats innemen.

135 JAAR GESCHIEDENIS... NIET ZONDER UW STEUN!

Om dit vooruitstrevend project mogelijk te maken zijn we inmiddels een wervingscampagne gestart om de benodig-de financiële middelen te vergaren. En zoals u van ons mag verwachten, bieden wij onze sponsoren graag een aantrekkelijk pakket met toegangskaarten en exposure als tegenprestatie. Naast bedrijven kunt ook u als persoon er mede voor zorg dragen dat ons 135-jarig culturele erfgoed voor Heerlen behouden blijft.

• Voor evenveel euro’s als ons koor oud is, derhalve € 135,- , wordt u lid van de Club van 100. Hiermee bent u verzekerd van 2 gratis toegangskaarten voor ons jubileumconcert, wordt u betrokken bij andere verenigingsactiviteiten en krijgt u ons orgaan De Stem met alle nieuws.

• U kunt ook lid worden van de Vrienden van Pancratius voor een jaarbijdrage van € 50,- waarvoor uw korting geniet op onze toegangskaarten en eveneens De Stem krijgt toegestuurd. Zijn al deze voordelen voor u niet zo van belang, maar u wilt onze vereniging toch steunen, dan zijn wij u evenzeer erkentelijk voor de door u bepaalde grootte van de bijdrage.

• Naast de voorbereidingen voor ons jubileumconcert gaat ook onze koorscholing van start om ervoor te zorgen dat kwaliteit van onze zang op niveau blijft en verbeterd wordt. Ook dit is een belangrijke activiteit, die ervoor zorg draagt dat onze continuïteit gewaarborgd blijft. U financiële steun wordt mede hiervoor ingezet, evenals het aanschaffen van bijzondere vernieuwende muziek.

Wilt u meer weten over de sponsormogelijkheden voor ons jubileumconcert, wilt u lid worden van de Club van !00, de Vrienden van Pancratius of anderszins steunen, schroom dan niet om via ons secretariaat of via een voor u bekend koorlid met ons contact op te nemen.

Tot slot zijn wij ook veel dank verschuldigd aan de adverteerders in ons orgaan De Stem, die weer hebben toegezegd dit jubileumjaar te willen continueren. Dus heren zangers, hebt u iets te besteden, kijkt u eerst eens even of een van onze adverteerders u wellicht van dienst kan zijn.

Rest mij niets anders dan iedereen te bedanken voor zijn geleverde en te leveren inspanningen om van dit jubileumjaar een gezellig, feestelijk en geslaagd jaar te maken. Door SAMEN hard te werken kunnen we ook SAMEN aan onze activiteiten veel plezier beleven.

preses ad interimJeu Knubben

Page 4: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

2

VAN DE REDACTIE...

Akerstraat 5 - Heerlen

Telefoon: 045-5715550

John Gerits, 40 jaar dirigent

Op 24 maart is het veertig jaar geleden dat de toen 18-jarige John Gerits benoemd werd tot dirigent van het Gemengd Kerkelijk Zangkoor St.-Hubertus uit Genhout-Beek. Pastoor Van Os in Schimmert, toen kapelaan in Genhout, polste hem hiervoor. Een enthousiaste moeder van een toenmalige vriendin maakte dat nieuws wereld-kundig tijdens een bijeenkomst van de jongeren-vereniging in Genhout, terwijl een bescheiden John hierover nog niet gesproken had.

Kerstconcert 2012

Het kerstconcert, dat plaatsvond op 16 december 2012, werd gekenmerkt door een grote variëteit in presentaties en muzikale inhoud: het koor, klein koor, sopraansoliste, jongensalt, pianosolo’s accordeon, djembee, cello, viool en dwarsfluit. Oud, gerenommeerd talent in het koor klonk naast jong, aanstormend talent, ingetogen pianissimo’s tegen klinkende fortissimo’s, van Afrikaanse gos-pel tot middeleeuwse polyfonie, Astor Piazzola, Morten Lauridsen en Camille Saint-Saëns.

Nieuwjaar

Nieuwjaar is de dag, waarop het begin van het nieuwe jaar wordt ingeluid. In de westerse wereld is dat op 1 januari; in andere culturen vaak op an-dere data. Het jaar 2013 is voor ons koor een me-morabel jaar: het bestaat dan 135 jaar. De redactie van De Stem van Pancratius zal hier in de diverse uitgaven bijzondere aandacht aan schenken. Op 3 januari hielden we onze eerste repetitie in het Betahuis.

Poefelezitting

Voor de derde keer op rij waren we ook dit jaar weer van de partij op de Poefelezitting in het feestpaviljoen op het Pancratiusplein. In het jaar van ons 135 jarig bestaan presenteerden we ons in de kledij van 135 jaar geleden, met baard en snor.

Nieuwe leden stellen zich voor

Vlak voor Kerstmis werden nog twee nieuwe leden geïnstalleerd, zodat zij meezongen in ons kerstconcert: Willem Beekhuis en Dirk de Jong, beiden tweede tenor.

Van kloosters en burchtkerken

In oktober 2012 maakte een gezelschap van 30 personen een rondreis door Roemenië om te gaan genieten van de schoonheid van de natuur, de oude culturen, de authenticiteit van het land, de vriendelijkheid van de bevolking en de gastvrij-heid van uitstekende hotels.

Limburg, mijn heerlijk land

De dichter Herman Gorter beschreef de lente in 1889 in Mei als een nieuw geluid dat hij hoorde in een oud stadje aan een watergracht. Dit lentegeluid klinkt in Paul Franken‘s oren als Limburg, mijn heerlijk land van M. Notermans.

Van rommelmarkt naar kerstfair

Gonnie Schoenmaekers blikt terug op de zeer ge-slaagde kerstfair 2012 van het damescomité en beschrijft het ontstaan van dit festijn.

Page 5: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

3

Page 6: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

4

JOHN GERITS 40 JAAR DIRIGENT

Op 24 maart is het veertig jaar geleden dat de toen 18-jarige John Gerits benoemd werd tot dirigent van het ‘Gemengd Kerkelijk Zangkoor St.-Hubertus’ uit Genhout-Beek. Pastoor Van Os in Schimmert, toen ka-pelaan in Genhout polste hem hiervoor. Een enthousi-aste moeder van een toenmalige vriendin maakte dat nieuws wereldkundig tijdens een bijeenkomst van de jongerenvereniging in Genhout, terwijl een bescheiden John hierover nog niet gesproken had.

Op 1 maart 2010 is John benoemd tot dirigent van het Koninklijk Heerlens Mannenkoor St.-Pancratius, een gouden greep voor ons koor, want door zijn enthousi-aste manier van werken niet alleen tijdens de wekelijk-se repetities, maar ook in de jaarlijkse koorscholing groeide het koor van 38 naar 82 leden.

Ik wil meer van hem weten, maak een afspraak en ga met Jo Vroomen op 23 februari naar zijn huis, terwijl onaangekondigde sneeuwbuien de wereld wit hadden gekleurd. Met navigatie aan boord en voorzichtig rij-dend bereiken we zijn home aan de Hubertusstraat.

Doordat we iets eerder arriveerden dan de af-spraak was, ‘overvallen’ we John en zijn char-mante echtgenote Riet ietwat, daar zij nog genie-ten van hun ontbijt. Hun 14-jarige hond Zenna begroet ons uitbundig en Jo kan het niet nalaten even met hem te stoeien. Vervolgens worden we verwend met koffie en gebak en ontspint zich een zeer levendig gesprek.

John is geboren op 24 maart 1955 in Neerbeek. Hij groeit op in een muzikale familie: zijn vader en vele neven zingen in het kerkkoor. Vanaf zijn zevende levensjaar zingt hij reeds in het jongens-koor. Hij krijgt pianoles van Pierre Gerits en op 12-jarige leeftijd bespeelt hij het orgel in de kerk. Het is de tijd dat in de liturgie Nederlandse liede-ren hun opkomst deden en daar de jonge koster niet kon zingen, omlijstten de jongens muzikaal de diensten om half acht en acht uur ‘s morgens.

Na de lagere school gaat hij naar de mulo in Beek en vervolgt zijn studie aan de havo van het St.-Janscollege in Hoensbroek. Als hij 14 jaar is, overlijdt zijn moeder en verhuist het gezin naar Kelmond, een gehucht behorend tot de gemeente

Beek. Door het raam kijkend van zijn woonkamer wijst hij ons op het silhouet van de beroemde mo-len van dat gehucht, dat vaag in de verte zichtbaar is. Reeds op 16-jarige leeftijd leidt hij het kinder-koor van het kerkoor Caecilia van Neerbeek.

Tijdens zijn studie aan het St.-Janscollege groeit zijn ambitie om nog meer met muziek te doen en studeren aan het conservatorium in Maastricht is dan ook een logisch vervolg. In die tijd polste ka-pelaan Van Os hem om dirigent van het Gemengd Kerkelijk Zangkoor St.-Hubertus te worden, een koor dat voornamenlijk uit jongeren bestond. Met enige trots vertelt hij dat het onder zijn leiding binnen een half jaar een meerstemmige mis van Schubert uitvoerde, terwijl ook een mis van Al-bert de Klerk op het programma werd geplaatst.

In zijn eerste studiejaar aan het conservatorium in Maastricht wordt hij dirigent van het Christe-lijk Gemend Koor in Heerlen. Wim van Maanen, een autoriteit destijds in Heerlen, vroeg hem hier-voor. Het koor was destijds bij optredens gekleed in toga, een kledij die John zelf niet wilde dra-gen. Hier is hij 12½ jaar dirigent geweest, een tijd

Page 7: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

5

waar hij met veel plezier aan terugdenkt. Dit had niet alleen te maken met de prettige samenwer-king met pianiste Lotti Wackers-Haas, een res-pectabele dame, maar ook met het repertoire dat hij vernieuwde. Zo voerde hij Mozart’s mis in G uit, ging naar het concour van het VNK en intro-duceerde operamuziek en de Due Madrigali van Andriessen.

In 1979 studeert hij af aan het conservatorium en behaalt het diploma Schoolmuziek B, in 1980 be-haalt hij aan hetzelfde conservatorium Solozang akte-B. Lessen solozang kreeg hij o.a. van Toine Cremers, Dorothy Dorow en Hein Meens. Daar-naast volgde hij directie voor harmonie- en fan-fareorkesten bij Jan Eelkema en Heinz Friessen.

Studeren aan het conservatorium kost geld, zijn vader was mijnwerker, John had maar een kleine studiebeurs en andere inkomsten waren welkom. Een vaste baan in het onderwijs bood uitkomst. Zo geeft hij in 1976 muziekles aan diverse basis-scholen o.a. De Daalhoek en de Muziekschool in Geleen. Hij solliciteert als muziekdocent aan het Mgr. Zwijssencollege te Veghel. Voor die benoe-ming bezoeken vertegenwoordigers van dit colle-ge lessen die hij geeft aan het St.-Janscollege als stagiaire tijdens het vijfde jaar van het conserva-torium. Hij wordt aangenomen, maar na een jaar heen en weer reizen naar Veghel, gecombineerd met de opleiding solozang en directie wordt dat toch te zwaar voor hem.

In 1977 trouwt hij met Riet Henssen die hij heeft leren kennen in de jongerenvereniging van Gen-hout. Zij krijgen twee zonen, van wie de jongste,

1972 Kerkelijk Zangkoor St.-Hubertus 40 jaar, in het cirkeltje John

Marco, het muzikale pad van vader volgt. Hij stu-deert solozang aan het conservatorium van Maas-tricht, gaf ook aan scholen muzieklessen en is momenteel meer gericht op jazz, blues en soules.

In de tijd dat hij dirigent van het Christelijk Ge-mengd Koor Heerlen was, had hij ook de muzi-kale leiding van het Vriendenkoor Spaubeek, een gemengd koor. Als hij vertelt over de eendaags concoursreis naar Diekirch in Luxemburg ver-schijnen er pretoogjes in zijn gezicht. Bij het ver-trek uit Spaubeek leek de motor van de bus geen goed geoliede machine te zijn, zodat het gezel-schap zich bezorgd afvroeg of de bestemming wel gehaald zou worden. Dat lukte wel, maar in Diekirch viel het muzikale gezelschap uit Spau-beek van de ene in de andere verbazing. Het be-geleidingsinstrument, de piano, beschikte over een vijftal toetsen die het vertikte, ook al drukte je die nog zo hard mogelijk in, enig geluid voort te brengen. Aan het concour deden 12 koren mee, waarvan het muzikale niveau niet al te hoog was. Het Vriendenkoor maakte daar zo’n indruk, dat - zo verkondigde men daar alom - de zangers en zangeressen uit Spaubeek wel echte professionals moesten zijn.

Vol vertrouwen werd de terugreis naar Spaubeek aanvaard, maar in de buurt van Baraque Michele vond de motor van de bus het wel welletjes, zo-dat de bus niet meer vooruit te branden was: de v-snaar was gebroken en een reserve exemplaar was niet voorhanden. Goede raad was duur. Een creatieve geest suggereerde dat een nylonkous

Page 8: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

6

een goed alternatief voor de kapotte v-snaar zou zijn en een charmante dame in het gezelschap was bereid haar panty hiervoor af te staan en inder-daad de motor wilde wel weer draaien, maar gaf na 2 km toch de geest. John raakte lichtelijk in paniek, want hij moest ‘s morgens om 9 uur Pier-re Gerits vervangen. Gelukkig reed de voorzitter met zijn auto achter de bus, zodat John hiervoor op tijd aanwezig.

Het eerste echte mannenkoor waarvan hij de muzi-kale leiding krijgt, is het Brunssums Mannenkoor, waarmee het concert met Caroline Kaart nog in zijn geheugen staat gegrift. Na dit koor volgt het mannenkoor Lauwerkrans uit Mechelen, waar hij 2 jaar de dirigentenstok hanteert. Van 1989 tot 2009 dirigeert John het Koninklijk Mannenkoor Walrams Genootschap. Met dit koor maakt hij concertreizen naar Praag, Oostenrijk, Duitsland en Frankrijk en is hiermee aanwezig bij de ope-ning van het Europees Parlement. Groots wordt het 130 en 135-jarig bestaan gevierd, waarbij de bekende sopraan Angelina Ruzzefante optreedt. Ook neemt hij met dit koor diverse cd’s op.

In 1993 krijgt hij de leiding van het Mannenkoor Mignon uit Geleen, terwijl hij toen ook bij de Mastreechter Staar als zangpedagoog en tweede dirigent werkzaam is. Mignon zong in het begin voornamelijk Russisch Byzantijnse muziek en John wilde het repertoire verbreden. “Een man-nenkoor moet swingen”, zo vindt hij. Zijn vuur-doop bij dit koor is de uitvoering van Mount of the Three Lights van Bouslav Martinu, een test die hij met verve doorstaat. Inmiddels kan hij bij Mignon terugkijken op twee enerverende decennia. Het

koor maakt reizen naar Dresden, Berlijn, Keulen en Parijs en werkt met verschillende bekende so-listen als Jan Vayne, Angelina Ruzzafante, Wendy Kokkelkoren, Margriet Eshuis en Beppie Kraft. Ook schuwt John Gerits het niet om het koor te laten optreden met tal van harmonie- en fanfare-orkesten. Eveneens nam hij met dit koor diverse cd’s op.

Het onderwijs blijft John boeien: hij werkt al 33 jaar als bevlogen docent. Momenteel geeft hij les aan de Philips van Horne SG te Weert. Hier do-ceert hij muziek vanaf de brugklas tot en met de examenklassen havo-vwo aan leerlingen die mu-ziek in hun eindexamenpakket hebben gekozen. Talentjes moeten op het podium is zijn streven en hij is trots op het feit dat hij aan de basis heeft gestaan van vele muzikanten die nu spelen in ver-schillende orkesten als het Concertgebouw Or-kest, het Straus orkest van André Rieu en Guido’s Orchestra van Guido Diederen of als individuele artiest naam hebben gemaakt, zoals Hans Teeu-wen.

Geheel in het verlengde van John Gerits’ werk-zaamheden aan de Philip van Horne SG te Weert, was de oprichting van het projectkoor Canto Lim-burg in 2007, waarvan John de dirigent is. Met hem waren Levon Leonard en Patrick Aendekerk de initiatiefnemers: mensen die in de muziekwe-reld vele jaren professioneel actief zijn; in het koorwezen, als pedagoog in het onderwijs, in de popmuziek, in het theater en concertzaal. Zij bestrijken onze regio in hun activiteiten. Tegen-woordig is Canto Limburg ondergebracht in een stichting.

De doelstelling van Canto Limburg is zoveel mo-gelijk mensen actief in muziek te laten participeren

Page 9: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

7

en dan vooral vocaal. Het repertoire is zó gekozen dat het toegankelijk is voor elke zangliefhebber, jong, oud, man, vrouw. Plezier beleven aan zang en creatief zijn staan voorop. Via een reeks inten-sieve repetities, maar vooral thuisstudie, komen de deelnemers samen tot een concertwaardig pro-gramma… en twee concerten! Deze manier van werken bindt niemand in clubverband, lidmaat-schap, maar schept wel banden.

De deelnemers krijgen voor de thuisstudie naast de partituur een cd met hun partij. Het enthou-siasme is iedere keer groot, want aan elk project werken tussen de 80 à 100 mensen mee. Daar-naast biedt Canto Limburg jong talent een podi-um. Bij elke uitvoering wordt de zang begeleid door een band en bij de laatste uitvoering in het Forum Theater in Sittard mocht dit projectkoor 800 bezoekers begroeten. “Het grote voordeel om op deze wijze koorzang te beoefenen”, zegt John, “is het feit dat je daardoor contact hebt met vele artiesten en daardoor een heel netwerk opbouwt.”

Op 1 maart 2010 benoemt het bestuur van het KHM St.-Pancratius, met instemming van alle le-den, John Gerits als dirigent. Een gouden greep, zo blijkt al spoedig. Zijn enthousiasme, zijn cre-atieve aanpak van repeteren valt op, want teleur-gestelde oud-leden melden zich weer aan. De koorscholing voor deelnemers geheel gratis tien weken, een keer per week, onder zijn bezielende leiding slaat aan en het koor groeit in de 3 jaar dat John de muzikale leiding heeft van 38 naar 82 zingende leden.

Voor de toekomst heeft John grootse plannen: een mannenkoor moet swingen, de dirigent moet prikkelen. Van belang vindt hij een grote variëteit in de programmering: Byzantijnse muziek, musi-cal, opera en popmuziek. Die variëteit wil hij ook laten horen tijdens zijn 40-jarig jubileumconcert op 5 april. Hij pleit voor een brede koorscholing, waarin de stemvorming een belangrijke plaats in-neemt; de thuisrepetitie moet goed functioneren en van belang hiervoor is het vormen van een groep ‘deskundigen’ binnen het koor die de leden hierin begeleidt, voorts pleit hij voor 3 speciale concerten buiten de jaarlijkse programmering. Wil je weten waar je als koor staat, dan is het van belang dat je ook eens aan een concour durft deel te nemen. Een componist die hoog op zijn lijstje

staat is Karl Jenkins, van wie hij werken in sa-menwerking met een gemengd koor of mannen-koor graag zou willen uitvoeren.

Terugblikkend naar drie jaar dirigentschap van John Gerits zijn er op muzikaal gebied naast de traditionele optredens een aantal hoogtepunten te memoreren. In 2010 gaat het koor op concertreis naar Bad Neuernahr-Ahrweiler, geeft succesvolle concerten in het Kurpark, in de Lourdeshütte van het Männerchor Bachem en omlijst het Hochamt in de prachtige 13de eeuwse gotische hallenkerk St.-Laurentius in Ahrweiler, waarna het op het kerkplein voor het talrijke enthousiaste publiek een klein concert geeft. In samenwerking met het Solistenkoor uit Sint-Peterburg geeft het koor in december een fraai kerstconcert in de Pancratius-kerk te Heerlen.

In 2011 vallen een drietal optredens op. In sa-menwerking met de Koninklijk Harmonie Heer-len geeft het koor een concert in Parkstad Theater Heerlen, getiteld Veul Heële dat een hommage is aan Heerlense componisten en de 100-jarige Schunck* Muziekschool Heerlen. We durven ook te ‘swingen’, verkleden ons als clown en brengen een carnavalsprogramma tijdens de Poefelezitting, dat enthousiast onthaald wordt. Ons kerstconcert is wederom een samenwerking met het Solisten-koor uit Sint-Petersburg en het is een geweldige opsteker voor zowel onze dirigent als het koor dat dirigente Olga Stupneva lovende woorden spreekt over de geweldige muzikale vooruitgang van het koor.

In 2012 concerteerden we mede in het Lentecon-cert van het Christelijk Gemengd Koor Heerlen in de Bernardinuskapel; wederom waren we van de partij tijdens de Poefelezitting en liet John in het kerstconcert zien dat het koor in samenwerking met de sopraan Fenna Ograjensek en jong talent geweldig kan excelleren.

Na een geanimeerd gesprek van 2 uur op weg naar huis zijn Jo Vroomen en ondergetekende het vol-ledig met elkaar eens: met deze enthousiaste en creatieve dirigent en de volledig inzet van bestuur en leden gaat het Koninklijk Heerlens Mannen-koor St.-Pancratius weer gouden tijden tegemoet.

Leo Klinkers

Page 10: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

8

KERSTCONCERT 2012: OVER SFEER, VARIËTEIT EN WARMTE

Het kerstconcert, dat plaatsvond op 16 december 2012, werd gekenmerkt door een grote variëteit in presentaties en muzikale inhoud: het koor, klein koor, sopraansoliste, jongensalt, pianosolo’s accordeon, djembee, cello, viool en dwarsfluit. Oud, gerenommeerd talent in het koor klonk naast jong, aanstormend talent, ingetogen pianissimo’s tegen klinkende fortissimo’s, van Afrikaanse gospel tot middeleeuwse polyfonie, Astor Piazzola, Morten Lauridsen en Camille Saint-Saëns. Zoals altijd stond het koor onder leiding van dirigent John Gerits en werd het begeleid door onze vaste concertbegeleidster Augustine Boshouwers.

Een harmonische variëteit, zo zou je het kunnen noemen, het resultaat van de aanpak van John

Gerits, de keuze van de muziekcommissie én de opvattingen van het koor zelf, zoals neergelegd in de studiedag van 2012. Een harmonische variëteit: jong én oud konden genieten van goede muziek die hen in de sfeer zou brengen van het naderende kerstfeest.

Het KHM St.-Pancratius opende met Bortniansky’s Dostojno Jest, een hymne aan Maria, een prefatie die voorafgaat aan het Grote Dankgebed. Een terechte opening van een concert als dit. ‘Pak ze!’, had John Gerits van te voren gezegd. ‘Overdonder het publiek met een daverende inzet, en ga dan dat prachtige pianissimo in!’ En zo gebeurde, de toon voor het concert was gezet, het koor had zich gepresenteerd. Onze gasten zouden ons volgen.

Fenna Ograjensek

Als eerste voegde de sopraan Fenna Ograjensek zich In the bleak midwinter bij het koor. Haar vol-heldere sopraan werd bekwaam ondersteund door de akoestiek van de Pacratiuskerk. Fenna is ons bekend: haar grootvader zong in het koor. Zij studeerde eerst klassieke zang en opera aan het Maastrichts’ Conservatorium bij Yvonne Fenna Ograjensek

Page 11: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

9

Schiffelers en vervolgde haar studie aan The Juilliard School in New York bij Edith Bers waar ze haar graduate diploma behaalde. Tegenwoordig werkt zij als freelance zangeres samen met ver-schillende operagezelschappen in binnen- en buitenland. Naast opera omvat haar repertoire vele grote werken zoals het Requiem van Verdi, de 9e Symfonie van Beethoven, 2e Symphonie van Mahler en onlangs was zij te horen in een overvolle Berliner Dom in het Requiem van Dvorak. Haar debuut in Carnegie Hall, New York als solist in het requiem van Mozart was zeker ook een hoogtepunt.

Nass, alt: drie getalenteerde jonge mensen, allen leerling van het Bernardinuscollege te Heerlen, die dit concert inkleurden met hun optreden.

Eline (1998) begon als 6-jarige ze met cellospelen aan de muziekschool Kumulus te Maastricht. Voor haar examens bij de Muziekschool ontving Eline de Elisabeth Stump prijs. In januari van dit jaar werkte Eline mee aan de uitvoering van The Armed Man van Karl Jenkins in de Annakerk te Maastricht samen met het Universiteitskoor Maastricht en het orkest van de RWTH Aken.

In maart heeft Eline bij de regiofinale van het Prinses Christina Concours de eerste prijs behaald en ontving zij van de vakjury de prijs van het Limburgs Symfonie Orkest, bovendien werd zij genomineerd voor de Landelijke Dag van de Ge-nomineerden in Den Haag. Vanaf de oprichting van het Limburgs Jeugdsymfonie Orkest Amikejo speelt Eline bij dit orkest als eerste celliste. Met Yingshan Hu vertolkte zij op heel aantrekkelijke wijze De Zwaan van Camille Saint Saëns.

Yingshan Hu was tweede prijswinnaar (categorie Jong) van het Prinses Christina Concours Zuyd in 2010. Vervolgens behaalde ze bij hetzelfde concours de eerste prijs (categorie Jong) in 2011. Vorige zomer trad Yingshan op bij het AVRO Kinderprinsengrachtconcert in Amsterdam. Dit jaar kreeg ze de kans om met de publieke tv-omroep NTR samen te werken aan Jong Talent in Muziek. Yingshan is regelmatig te zien op tal van Nederlandse podia als soliste en kamermusicus. Tijdens dit concert betoverde ze het publiek met haar vertolking van een sonate van Etienne Nocolas Méhul.

En dan nu met ons koor, een hele eer, voor ons althans! In dit concert zong zij voor een aandachtig en dankbaar publiek de volgende werken: In the bleak midwinter, samen met het koor; Die Könige uit Die Weihnachtslieder (1856) van Peter Cornelius; de beroemde Maanaria uit Dvorak’s Rusalka; De Echo Carol, met het klein koor; het 16e eeuwse kerstlied The twelve days of Christmas en ten slotte, samen met het koor, het traditionele Stille Nacht.

Aanstormend talent

Eline Hensels, cello; Yingshan Hu, piano; Pieter Yingshan Hu

Eline Hensels

Page 12: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

10

Pieter Nass (14) uit Eys kreeg vooral bekendheid met zijn optredens in de musical Ciske de Rat. Naast populaire muziek heeft Pieter ook een klassiek repertoire opgebouwd met onder meer werken als Panis Angelicus, The Holy City en het Ave Maria. Hij trad op in producties van Voice Art Vaals en Opera Zuid. Ook had hij een optreden in een concert van operazangeres Marion Lambriks en zong hij in uitvoeringen van de Matthäus Passion met het LSO.

In dit kerstconcert zong Pieter een Italiaans kerstlied, Jesu Bambino uit 1917 en maakte hij vooral veel indruk met het bekende Engelse kerstlied The first Nowell. Pieter bereikt nu zo langzamerhand de leeftijd dat zijn stem zal gaan breken. Wij wensen hem van harte toe, dat de deskundige begeleiding hem zal helpen deze fase goed te doorlopen en uit te groeien tot een groot zanger!

Ten slotte: Jana Schell, die een aparte vermelding verdient als allerjongste in dit gezelschap. Zij werd

Pieter Nass

Jana Schell

Het kleinkoor

De bijdrage van het KHM St.-Pancratius was, om het zo maar eens te zeggen, substantieel. Het was tenslotte ook zíjn kerstconcert. Het koor zong het polyfone Resonet in Laudibus, het oud-Poolse kerstlied Lulajże Jezuniu, en het O magnum Mysterium van Morten Lauridsen:

O magnum mysteriumet admirabile sacramentumut animalia viderent Dominum natumiacentem in praesepio!Beata Virgo,cuius viscera merueruntportare Dominum ChristumAlleluia.

O groot mysterieen wonderbaarlijk sacrament dat dierende pasgeboren Heer mogen aanschouwenliggend in een kribbegezegende Maagd,wiens schoot waardig wasChristus de Heer te dragen.Alleluja.

in 2000 in Erkelenz, Duitsland geboren. Toen ze vier jaar was kreeg ze haar eerste pianolessen binnen haar familie en vioolles bij Ernest Frissen. Ze behaalde in de afgelopen jaren meerdere eerste prijzen bij Jugend Musiziert en bij de Deutschen Tönkünstlerverband in de categorieën piano solo, piano vierhandig en viool solo, ook behaalde ze kamermuziekklasseringen. In 2010 was ze bij de winnaars van het Accordate Wettbewerb in Aken. Samen met Yingshan Hu en Eline Hensels maakte ze het publiek enthousiast met Mozarts Trio in C majeur, deel 1, KV 548.

Groot en klein koor

Page 13: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

11

O magnum mysterium is een prachtig lied dat zodanig op muziek is gezet, dat het mysterie van de geboorte van Christus pregnant tot uitdrukking komt. “Een vreemd stuk, maar ontzettend mooi”, zo zij een van de toehoorders na afloop. Het stuk vraagt uiterste concentratie van het koor. Het is, naar de woorden van de componist zelf, ‘een rustig lied van diepe, innerlijke vrede’.

Desgevraagd verklaarde de dirigent bij de nabespreking van het concert: “Jullie hebben het gedisciplineerd gezongen met een grote variëteit in klank. Mooie bogen, gevoelige pianissimo’s. Het is geen gemakkelijk stuk, heel eigentijds. Voortreffelijk gedaan!”

Voor de pauze zong het koor het bekende Cantique de Noël, waarbij onze ‘eigen’ bariton, John van Os, het jubelende Cantique klinkend de kerk in zong en daarbij bewees dat we geen solisten hoeven in te huren, omdat we wat dat betreft zelf voldoende kwaliteit in huis hebben.

En dan weer een verrassing: Astor Piazzolla’s Adios Nonino, waarbij Trees Verburg de accordeonpartij voor haar rekening nam. Of er een traan biggelde zoals eertijds bij ‘hét huwelijk’? Vast en zeker, dat is Trees wel toevertrouwd. Traditioneel werd het kerstconcert afgesloten met Stille Nacht, Heilige Nacht, waarbij, naast Augustine Boshouwers, Ma-non Mommers op dwarsfluit voor de begeleiding zorgde.

Napraten

We kunnen terugzien op een geslaagd concert. Het kleine binnenbrandje op een kandelaar, één keertje opnieuw inzetten omdat we te laag zaten, wie maalt erom. En gelukkig is Harrie Bastin weer helemaal gezond!

John van Os

Na de pauze

Het ‘klein koor’ opende het tweede gedeelte van het concert met het Ave Maria van Kodály en de Echo Carol van Philip Wilby. Het ‘klein koor’ wordt in wisselende samenstelling uit het grote koor gekozen en zingt dan muziek, die bij uitstek geschikt is voor een kleinere bezetting.

Het ‘groot koor’ vervolgde met Jubilate Deo van Ludwig Putz en twee Afrikaanse gospels, Gabi Gabi en Sana Sananina, waarbij Niek Braun de begeleiding op djembee verzorgde.

Niek Braun met Ed Quett

Trees Verburg

Page 14: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

12

Dirigent John Gerits, daarbij gesteund door voor-zitter Jeu Knubben, verklaarde na afloop:

“Het was een mooi concert. Complimenten, veel variëteit, goede aandacht en discipline, dan krijg je juist de aandacht van het publiek. Na het ‘kaars-incidentje’ waren we meteen weer in de sfeer. Die discipline, tot en met het geordend opkomen en het gelijktijdig openen van de con-certmappen als heel wezenlijke details, is zo

belangrijk voor de kwaliteit. We maken echt vooruitgang, dat bewijzen ook de reacties op ons optreden in Schunck*. Ik houd van dynamiek, mooie pianissimo’s, crescendo’s, decrescendo’s, in bogen zingen. Daarmee grijp je niet alleen het publiek, het maakt het zingen zelf véél boeiender. Muziek maken, dát moet het zijn!”

Een eenvoudig koorlid wordt dan wat achter-dochtig, dit zijn wel érg veel complimenten in een keer. Echter, wanneer we aan het slot van deze ‘evaluatie’ horen dat de deskundige bij uitstek, mevrouw Gerits zelf, het koor complimenteert met de mooie koorklank (en zij heeft al veel koren gehoord), pas dan is het goed. Dan willen we dirigent en voorzitter wel geloven.

Dit betekent niet dat we op onze lauweren kunnen gaan rusten, integendeel. Het jubileumjaar, zowel voor koor als dirigent, staat ons te wachten. Nu éven omschakelen van O magnum mysterium naar het Chianti-lied en Wenn inne get va Heële zeet, van kerst naar carnaval. Eitje voor een koor dat afwisseling in zijn vaandel voert.

Koos Linders

(v/h boekhandel Winants)

Vanouds de bekende plek voor

BOEKHANDEL

BOEKENTIJDSCHRIFTEN

EXCLUSIEVE WENSKAARTEN

NU OOK LUXE SCHRIJFWARENWATERMAN - PARKER - LAMY

loop eens binnen voor een(hernieuwde) kennismaking

Raadhuisstraat 26411 HM Heerlentel. 045-5711840

e-mail: [email protected]: www.bijhetraethuys.nl

John Gerits en jong talent

Page 15: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

13

ik wil braaf glinsteren en stout liggen

uitbundig kalm zijn en bedaard zegevieren

ik wil de lente beleven als hij

me niet gegund is en de bloesems

verwijderen nog voor ze geuren

hier ontmoeten de seizoenen elkaar

zoals mensen het nooit proberen

met de handen op de rug

maar met gevlochten woorden

hier worden de twijfels vader

en alleen voor de kinderen

sneeuwt het pijpestelen

de paraplu's van het leven

worden in maart gemaakt

Roel Richelieu van Londersele

uit: Verzamelde gedichten. Een keuze 1973-1995, Gent Poëziecentrum

MAART

Page 16: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

14

Nieuwjaar is de dag, waarop het begin van het nieuwe jaar wordt ingeluid. In de westerse wereld is dat op 1 januari; in andere culturen vaak op andere data. Het jaar 2013 is voor ons koor een memorabel jaar: het bestaat dan 135 jaar. De redactie van ‘De Stem van Pancratius’ zal hier in de diverse uitgaven bijzondere aandacht aan schenken. Op 3 januari hielden we onze eerste repetitie in het ‘Betahuis’, daar onze thuisha-ven ‘Oppidom’ thans verbouwd wordt. Traditioneel is deze eerste repetitie kort, zodat we daarna elkaar en onze partners alle goeds voor het nieuwe jaar kunnen wensen.

Nieuwjaar

Het oude Germaanse Oud-en-Nieuw, het Joelfeest, werd in de winter gevierd en duurde 12 dagen en nachten. Dit zonnewendefeest was gewijd aan de zonnegod Frey, begon op 25 december en duur-de tot 6 januari, de dag van het huidige feest van Driekoningen. De achtste dag, 1 januari, vormde het hoogtepunt met grote vuren, dierenoffers, veel eten en drinken. Keizer Constatijn koppelde dit Germaanse feest aan de geboorte van Christus en bepaalde dat het kerstfeest voortaan altijd op 25 december moest worden gevierd.

De Babyloniërs brachten rond 2600 voor Christus een koningsoffer. Zij meenden dat op nieuwjaars-dag de koning het mikpunt van de goden zou zijn, dus vervingen zij hem tijdelijk door een slaaf of een ter dood veroordeelde, reden hem als een ko-ning rond en offerden hem tenslotte. Zo werd het kwaad voor een jaar afgewend.

Bij de Romeinen begon het nieuwe jaar op 1 maart, totdat Julius Caesar in 44 voor Christus de Juliaanse kalender invoerde. Vanaf die tijd viel

Nieuwjaar op 1 januari. De Romeinen offerden sindsdien op die dag aan de god Janus, heer van alle begin en bewaker van de poorten naar de he-mel en de aarde

De god Janus

Men beeldde hem af met twee gezichten. Het eer-ste keek terug naar het oude jaar, het verleden, het andere blikte naar het nieuwe jaar, de toekomst. De maand januari is naar deze god genoemd. Het oorspronkelijk begin van het nieuwe jaar in maart, genoemd naar de Romeinse oorlogsgod

Page 17: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

15

Mars, komt nog tot uiting in de namen van onze maanden: september (zevende maand), oktober (achtste maand), november (negende maand) en december (tiende maand).

Het Janusfeest was een sober feest, waarbij het maken van goede voornemens en het geven van geschenken erg belangrijk waren. Later ontstond het idee dat men zich tijdens de jaarwisseling moest zuiveren van alle kwade krachten uit de achterliggende periode. Daarom gingen veel Ro-meinen zich bij het Janusfeest en de geleidelijk ermee verbonden Saturnalia (gewijd aan de god Saturnus) te buiten aan wilde feesten met veel seks en drank.

Dit bracht de christenen in hun begintijd ertoe an-dere data als start van het nieuwe jaar te nemen, zoals 21 december, de zonnewende, of 25 maart Maria Boodschap. Het Janusfeest bleek echter zo populair dat de Kerk in de eerste helft van de vierde eeuw 1 januari erkende als de eerste dag van het nieuwe jaar. Wel dienden de christenen die dag te bidden en te vasten. Zo schreven de concilies van Tours (567) en Toledo (633) voor dat de eerste drie dagen van het jaar dagen van boetediensten en vastenoefeningen moesten zijn.

Tradities en gebruiken

Men ziet tegenwoordig de periode van kerst tot Driekoningen, de heidense twaalf nachten, nog steeds als een feestelijke tijd. In deze periode val-len verplichte snipperdagen en schoolvakanties. Veel mensen laten de kerstboom tot na Driekonin-gen staan. De nieuwjaarsvuren zijn terug te vin-den in de traditionele kerstboomverbrandingen die in sommige plaatsen nog steeds worden ge-

organiseerd. De vuren werden ontstoken om het oude jaar te vernietigen en de komst van het licht en het nieuwe jaar te onderstrepen. Ook moesten de geesten van de overlevenden en de demonen worden verjaagd.

Dit ging gepaard met veel lawaai, dat we nu nog terugvinden in het gebruik om rond de jaarwisse-ling vuurwerk af te steken. De geesten moesten ook gunstig worden gestemd. Men bracht daarom offers, die men na het ritueel zelf opat en -dronk. Dit herkennen we in onze eigentijdse kerst- en nieuwjaarsgerechten, zoals kerststollen, wafels, oliebollen en de traditie om uitgebreid maaltijden te verzorgen.

Op 1 januari wensen we iedereen het beste, op-dat we die wensen ook terug ontvangen. Vroeger werd vooral geld gegeven; in de 19de eeuw liep dat uit de hand: wildvreemde voorbijgangers pro-beerden geld af te bedelen met berijmde nieuw-jaarswensen en -prenten. Tegenwoordig zijn het de tijdschrift- en krantenbezorgers die ons zo hun beste wensen overbrengen. Wij sturen kerst- en nieuwjaarskaarten, bezoeken nieuwjaarsrecepties om bekenden en vrienden onze beste wensen over te brengen.

Als koor deden wij dat op donderdag 3 januari na een korte repetitie in het Betahuis, door hierna naar het gezellige café d’r Klinge aan het Pancra-tiuspein te gaan om daar met elkaar en onze part-ners te toasten op het jaar 2013, waarin ons koor de memorabele leeftijd van 135 jaar bereikt.

Bron: Wikipedia

Leo Klinkers

Page 18: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

16

Voor de derde keer op rij waren we ook dit jaar weer van de partij op de Poefele Zitting. Vol overgave zongen we als ouverture het Heëlesj Volksleed daarin bijgestaan door het publiek. Daarna brachten we een mix van carnavalsmuziek waarbij het publiek zich ook weer niet onbetuigd liet. Topper hierbij was 'Went inne get va Heële zeët' van Wiel Knipa waarbij vier van onze topzangers voorgingen met het zingen van de coupletten. Ons koor bestaat dit jaar 135 jaar, een jubileumjaar. In het teken daarvan presenteerden Ons koor bestaat dit jaar 135 jaar, een jubileumjaar. In het teken daarvan presenteerden we ons op de zitting 'mit hood en sjtieve kraag' zoals onze illustere voorgangers deden bij hun eerste jubileum in 1902.

De Poefele Zitting is oorspronkelijk een initiatief van de Stichting Pief Paaf Heële De Poefele Zitting is oorspronkelijk een initiatief van de Stichting Pief Paaf Heële Alaaf, een samenwerkingsverband van de Stichting Horecaondernemers Pancratiusplein-Zuid en Carnavalsvereniging De Winkbülle. Inwoners van de Heerlense binnenstad worden hiervoor uitgenodigd als een soort tegemoetkoming voor de eventuele overlast die ze zouden kunnen ondervinden tijdens de carnavalsdagen in Heerlen. Dit jaar was het alweer de 12e keer dat Pief Paaf Heële Alaaf het Vasteloavespaviljoen, met carnavalsactiviteiten zoals de Poefele Ztting, organiseerde.

Van onze correspondentJuupke va Wieënigwöad

Page 19: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

17

van Hoorenkantoorcentrum

Saroleastraat 59 6411 LS HeerlenTel.: 045-5712741 Fax 045-5741189

E-mail: [email protected] www.vanhoorenkantoorcentrum.nl

Voor al uw: kantoorartikelen en schrijfwaren relatiegeschenken kantoormeubelen kantoormachines schoolartikelen

Luxe schrijfwaren als: Mont Blanc Visconti Graf Von Faber Faber Castell Waterman Lamy Parker En nog meer...

Page 20: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

18

Graag wil ik mij even voorstellen

NIEUWE LEDEN STELLEN ZICH VOOR

leden geen enkele ervaring opgedaan. Als jeug-dige trok mij als houtblazer (klarinet/sax) met bescheiden piano-onderricht meer de muziek aan van Glenn Miller, de virtuositeit van de klarinet-tist van Chris Barber, ook wel Monthy Sunshine genoemd, Paul Desmond de saxofonist van Dave Brubeck etc. In die tijd boeide mij de koormuziek van onder andere de Maastrichter Staar en St.- Pancratius niet echt.

Echter, in de loop der jaren veranderen wel va-ker mensen en zo ook hun voorkeuren. Na mijn twintigste kwam ik door diverse omstandigheden in contact met operette- en operamuziek waar ik door geboeid raakte door te luisteren naar het orkest, koor en solisten. Mijn interesse hiervoor breidde zich uit tot het kopen van LP’s, naderhand CD’s en bezoek aan diverse schouwburgen/thea-ters. Wat mij ook ging boeien was de koormuziek uit het Oosten, met name de Byzantijnse koormu-ziek met die prachtige akkoorden.

Omstreeks eind 1973 Heerlen verlaten en naar Breda verhuisd en vervolgens naar Maastricht. Na 14 jaar weer teruggekeerd in Heerlen. Herfst 1994 ben ik lid geworden van de Heerlense Spasskapel Noets Nieks waar ik sax heb gespeeld. Weliswaar was het muzikale niveau niet zo hoog, het betrof immers een vriendenclub, doch buiten de vakan-ties werd er wekelijks stevig gerepeteerd onder

Mijn naam is Willem Beekhuis en sinds kort (eind december 2012) maak ik deel uit van het Pancrati-uskoor als tweede tenor. Ik ben momenteel 67 jaar en woon en werk in Heerlen als zelfstandige in de advocatuur. Germa van Loon is mijn vriendin en zowel Germa als ik hebben beiden een dochter en een zoon, die alle vier inmiddels zelfstandig wo-nen. Met betrekking tot de zangkunst heb ik in het ver-

Grand café en restaurant

Pancratiusplein 46 Heerlen

Wij verbouwen: we steken Oppidom en De Romein in een nieuw jasje!

Wij openen op 22 maart met muzikale omlijsting van het KHM St.-Pancratius

Oppidom beschikt over 4 stadszalen, met uitzicht op het Pancratiusplein, die uitermate geschikt zijn voor vergaderingen en cursussen.

voor meer info: www.oppidom.nl

Page 21: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

19

leiding van een docent van de muziekschool, Har-rie Schaaps/trompetist.

Na het verstrijken van de jaren nam de gemiddel-de leeftijd van de clubleden zo toe dat in 2005 werd besloten om met blazen te stoppen en als vriendenclub verder te gaan. Hierna miste ik wel de muziekrepetities. Aanbiedingen waren er ge-noeg om bij diverse verenigingen te gaan spelen, doch het trok mij op de een of andere manier niet zo, want hetzelfde zou ik toch niet meer bij een andere club vinden. Maar het hoofdstuk muziek beoefenen definitief afsluiten wilde ik ook niet.

Het is tenslotte Toine Mol, bariton, geweest die mij na de afgelopen zomervakantie attent maak-te op de werving van aspirant koorleden die on-verplicht kunnen deelnemen aan een workshop koorzang. Hoewel ik ervan overtuigd was dat de moeite die men zou nemen om mij de zangkunst bij te brengen geen enkele rendement zou ople-veren, heb ik mij toch maar na stevig aandringen van Toine opgegeven voor de workshop koorzang waar ik tot op heden geen enkele spijt van heb.

Immers de lessen werden heel leuk en inhoude-lijk goed gebracht voor iemand zonder koor- en of zangervaring.

Ik heb er veel van opgestoken. Mijn mening dat het toch niets met mijn zingen zou worden werd trouwens door dirigent en enkele bestuursleden niet gedeeld. Volgens hen is dat wel vaker door sommigen beweerd, maar achteraf blijkt dat deze mensen versteld stonden van hun resultaat, toen zij hun zangoefeningen hadden doorgezet. Gaande weg heb ik inderdaad ervaren dat het toch mogelijk is om op latere leeftijd nog te kunnen gaan zingen bij een groot koor en het als een zinvolle aanvulling van je leven te ervaren. Ik beschouw mij nu als een wielrenner die in een peloton meerijdt en als het niet lukt, wordt mee-gezogen door de overige rijders.

Ik hoop dat ik nog een aantal jaren, indien moge-lijk in goede gezondheid, bij het koor mag zingen.

Willem Beekhuis

LerrosFor Fellows

GardeurBugatti

Ben BartonVan Gils

Pierre GardinGross

AlbertoState of Art

BaileysOlymp

LedubEspritStonesTenson

MacMeyer

Tom Tailor‘S Oliver

TenceEspritMacSoya

Nieuwe Dameskelder geopend

Geleenstraat 34-36 & Promenade 33, hartje Heerlenook vestigingen in Sittard en Deurne

Page 22: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

20

Even voorstellen...

Mijn naam is Dirk de Jong, ik ben 64 jaar en al meer dan 41 jaar getrouwd met Marije. We heb-ben een zoon Steven en schoondochter Stéphanie.

Sinds mei 2011 ben ik met prepensioen en dat bevalt prima. Mijn hobby's zijn wandelen, mu-

optiek mayk van beekBautscherweg 68 | 6418 EP Heerlen | 045 - 566 09 90

www.maykvanbeek.nl

ich zieë d’r dirigent noe

weer zjweie..!

ziek, computeren, vakanties en uiteraard zingen. Met koorzang ben ik begonnen rond 1989, toen ik werkzaam was bij de ZOL-bedrijven - later Li-com - in het ZOL/Licom-mannenkoor.

Door een steeds verdere afname van het aantal le-den ging het koor op een gegeven moment ter zie-le. Ik ben toen met Marije in een gemengd koor, Internos in Voerendaal gegaan, maar als je maar een van twee tot drie tenoren bent, zingt dat toch niet lekker; daar ben ik toen uitgegaan.

Na onze verhuizing naar Heerlen heb ik een aantal jaren niet gezongen, maar het kriebelde wel. Na het artikel over koorscholing bij het mannenkoor Pancratius werd ik weer enthousiast en heb me aangemeld, met dit tot gevolg. Net voor Kerstmis ben ik geïnstalleerd, zodat ik al met veel plezier met het kerstconcert heb meegezongen.

Ik wil eindigen met mijn dank uitspreken aan het bestuur van Pancratius die deze koorscholing mogelijk maakt en aan John Gerits voor de wijze waarop hij deze gestalte geeft.

Dirk de Jong

Page 23: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

21

Page 24: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

22

VAN KLOOSTERS EN BURCHTKERKENAcht dagen door een boeiend Roemenië

In oktober 2012 maakte een gezelschap van 30 personen een rondreis door Roemenië om te gaan genieten van de schoonheid van de natuur, de oude culturen, de authenticiteit van het land, de vriendelijkheid van de bevolking en de gastvrijheid van uitstekende hotels. De reis voerde van Cluj-Napoca naar de kloosters in Bukovina en vervolgens via Piatra-Neamț, Târgu-Mureș, Sighișoara, Sibiu en Alba Iulia terug naar Cluj-Napoca. Het initiatief voor deze reis lag bij Arcus Volksuniversiteit Heerlen in samenwerking met Educa Travel in Horst. Het doel van de reis is een eerste kennismaking met het land, waarbij de nadruk op de kloosters en de ‘Saxisch-Transsylvaanse’ steden ligt. Volgende reizen zijn in voorbereiding, waarbij dan intensiever met kleinere, overzichtelijke gebieden kennis gemaakt kan worden. Voor de reisleider een beetje frustrerend: er is zoveel moois en interessants te zien en te vertellen, maar er móet een keuze gemaakt worden.

Het is al donker wanneer het vliegtuig van Wizz Air vanuit Dortmund landt op Cluj-Napoca International Airport. De gebruikelijke pas-poortcontrole, het ophalen van de bagage en het geld wisselen verloopt allemaal soepel. De comfortabele bus, die ons de hele week zal ver-voeren, staat te wachten en brengt ons naar hotel Belvedere, dat bovenop de burchtheuvel aan de rand van het centrum ligt. Het uitzicht op de fraai verlichte stad is fantastisch. De kathedraal van de heilige Michael en de Orthodoxe Kathedraal zijn feeëriek aangelicht. Tijd voor het diner, tijd voor de eerste reacties.

aanblik van de stad: een interessant centrum met mooie bezienswaardigheden, de vele auto’s, ook van buitenlandse merken, de lichtreclames van internationale ketens, de drukte op de trottoirs. Wanneer het aperitief voor het diner dan ook nog goed valt en het eten smaakt, is de reactie heel eerlijk: dit hadden we niet verwacht. Wat staat ons nog meer te wachten?

‘Ons’ is een gemêleerd gezelschap van mensen die werkzaam zijn in het (volwassenen)onderwijs, juristen, een arts en een aantal gepensioneerden die op een of andere manier nog steeds actief zijn in de maatschappij. Ria Freijser, directeur van Arcus Volksuniversiteit Heerlen maakt ook deel uit van het gezelschap. De reisleider zal tijdens de reis dankbaar gebruik maken van haar organisatorische kwaliteiten. Zij is het die de țuica, de pruimenjenever die ons als hartversterkertje door een vriendin uit Cluj voor onderweg is meegegeven, al snel omdoopt in ‘Lourdeswater’.

Van Transylvania naar Moldova

De eerste reisdag zal een lange zit worden. Via Gherla, Bistrița, de Borgopas en Gura Humorului zullen we uiteindelijk in onze eerste verblijfplaats, Radauți, aankomen. Er is onderweg veel te zien en veel te vertellen. We passeren kleine stadjes en verstilde dorpjes waar de tijd heeft stilgestaan. De natuur wordt bij de nadering van de noordelijke Karpaten steeds mooier. We kijken naar de men-sen die bezig zijn hun laatste oogst binnen te halen. Het is een droge en hete zomer geweest en de oogst is mager. Zelfs de pruimenoogst valt tegen, hetgeen een vrouw op het TV-journaal

Hotel Belvedere

Het is altijd interessant om die eerste reacties te horen. Slechts een enkeling uit de groep was ooit in Roemenië geweest, voor de meesten is het terra incognita en zijn de opinies begrijpelijkerwijze gekleurd door wat men zoal in de media ziet, hoort en leest. En dat is niet geweldig. Roemenië is een arm land, corrupt, Roemenen in het buitenland hebben geen goede naam en in de winter is het er ijskoud. De verbazing is dan ook groot bij het

Page 25: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

23

doet klagen: we kunnen nog niet eens voldoende țuica maken om de dagelijkse zorgen te doen vergeten…

We verwonderen ons over de spectaculaire villa’s die in grote getale gebouwd worden. De bouw van die huizen gebeurt in fasen: telkens wanneer familieleden die in het buitenland werkzaam zijn terug naar huis komen en geld meebrengen, kan een volgende bouwfase beginnen. Er is overigens sprake van een grote economische activiteit in dit deel van het land (Noord-Transsylvanië): wegen worden aangelegd, viaducten gebouwd, huizen en fabrieken opgetrokken.

De lunchstop houden we in Bistrița, enkelen drinken koffie in het restaurant van hotel ‘Coroana de Aur’, zo genoemd naar hotel ‘die Goldene Krone’ uit Bram Stokers roman Dracula. Bistrița is een oude stad, door kolonisten uit de Duitse landen aan het begin van de 12 eeuw gesticht, de zogenoemde Transsylvaanse Saksen. Het centrum van de stad met de in pastelkleuren geverfde huizen, de Arcaden en de gotische Lutherse

kerk doet zuid-Duits aan. Deze eerste ervaring met de Transslvaanse Saksen is aanleiding om hun geschiedenis tot op de dag van vandaag te vertellen. De reizigers hadden deze informatie op papier al van te voren gekregen, maar deze directe confrontatie, het horen, zien en ruiken van de aanwezigheid van de Saksische cultuur is natuurlijk veel intenser. Ook dit is voor de meeste reizigers helemaal nieuw en zij zullen zich in de nu komende week steeds weer opnieuw verbazen over de rijkdom en de veelkleurigheid van de Roemeense cultuur.

De kloosters in Bucovina

Hotel Dracula

We verlaten Transsylvanië, passeren de Borgopas, van waaruit we een mooi zicht hebben op hotel Dracula (foto hotel Dracula) en komen dan aan in Moldavië. Het is gewoon genieten, die prachtige natuur en de wisselende kleurenpracht van een beginnende herfst. We merken de andere stijl van huizenbouw op, de bosbouw-nijverheid en worden stil wanneer we langs meanderende bergbeekjes rijden, waarin de stralen van de zon schitteren. De

Page 26: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

24

hele week zal de zon overigens stralend aanwezig zijn.

Vanaf Câmpulung Moldovenesc begin ik het verhaal van de kloosters te vertellen. Zij zijn beroemd geworden vanwege de beschildering met fresco’s aan de buitenkant van de kloosterkerken. De meeste van hen zijn in de 15e en 16e eeuw gesticht door leden van het huis Mușat, dat eeuwen-lang over Moldova zou regeren. De bekendste voivoden (vorsten) onder hen zijn Alexandru cel Bun, Ştefan cel Mare en Petru Rareș. Deze laatste stichtte het klooster Moldovița, het eerste klooster dat wij zullen bezoeken.

Het eerste bezoek aan zo’n klooster is altijd overweldigend. De rust, stilte, de verzorgde bin-nenplaats en de met zijn kleurenpracht indruk-wekkende kloosterkerk verbijsteren de bezoekers. Tot mijn vreugde woont zuster Tatjana nog in het klooster. Negen jaar geleden zag ik haar bij mijn laatste bezoek. Zij verzamelt de groep bij de kerk en begint uitleg te geven over wat we zien: de boom van Jesse, de Akathistos-hymne van Maria, de be-legering van Constantinopel in 626 door Perzen en Avaren, de Griekse filosofen en schrijvers die eveneens staan afgebeeld op de muren en ze wijst op de schildering van het laatste oordeel, waarbij ze met pretoogjes aandacht vraagt voor het feit dat er in de hel alleen maar mannen te zien zijn…

kleine museum, waar ook de Pomme d’Or staat, de UNESCO-onderscheiding voor alle kloosters van Moldavië.

Zij neemt ons mee de kerk in, wijst op de Orthodoxe kalender die in het voorschip over alle wanden is afgebeeld. In de kerk vraagt zij ons om samen het Onze Vader te bidden, altijd weer een roerend moment bij een bezoek aan Moldovița. Afsluitend bewonderen we de kunstschatten in het

Moldoviţa, belegering van Constantinopel

Graf van Stefan de Grote

De volgende dag staat in het teken van Putna en Sucevița. Putna, tussen 1466 en 1469 gebouwd tijdens de regering van Ştefan de Grote, geldt als het belangrijkste centrum van de Roemeense orthodoxie. Hier bevindt zich ook het graf van de grote voivode en dat van zijn tweede vrouw, Maria van Mangop. In de tweede ruimte van de kerk treft de bezoeker het graf van zijn derde vrouw aan, Maria Voichița. De kerk is niet aan de buitenkant beschilderd, maar recentelijk is wel op de muur van de toegangsdeur tot de kerk een ‘laatste oordeel’ in de stijl van Voroneț aan-gebracht. De binnenkant is prachtig. Heldere kleuren, ook hier weer de Orthodoxe kalender en taferelen uit het evangelie. De iconostase is van grote schoonheid. De ontvangst door een van de monniken is bijzonder hartelijk. Hij nodigt ieder-een uit om met hem op de foto te gaan, waarbij het opvalt dat de uitnodiging met name gericht is op de dames in het gezelschap.

De souvenirwinkels worden goed bezocht en dan is het tijd voor de koffiepauze, een absolute must voor Nederlanders, zeker wanneer het overgrote deel uit Limburg komt. Dat betekent ook: tijd voor een ontmoeting met dorpelingen uit Putna, die vertellen over de oogst en de komende winter, over hun veranderde leven na de omwenteling, de hectiek van de stad waar ze soms naar toe gaan, de rust in hun dorp. Telkens wanneer we ergens stoppen zullen we dergelijke ontmoetingen heb-ben, hetgeen een van de grote charmes is van deze excursie.

De volgende stop is bij het klooster Sucevița.

Page 27: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

25

Hier hebben we speciaal belangstelling voor de schildering van de ‘trap naar de hemel’. De schildering is fel realistisch. Aan de ene kant de geordende sereniteit van de hemel, aan de an-dere kant de chaotische expressiviteit van de hel. Daartussen de ladder naar ‘het huis van de gezegenden’, waaraan de beklimmers zich wan-

hopig vastklampen om niet in de hel te vallen, alwaar demonische, groen en zwart geschilderde wezens hen grijnzend opwachten. Ook hier weer de boom van Jesse en tot vreugde van de docente klassieken in ons gezelschap, ook hier een duide-lijk portret van Plato met het doodskistje op zijn hoofd, als teken dat hij veel nadacht over de be-tekenis van leven en dood.

Vol indrukken keren we terug naar Radauți, waar iedereen, alleen of met vrienden, zijns weegs gaat. Een grote groep bezoekt de markt: groenten, al of niet ingemaakt, fruit, noten, paddenstoelen, honing, huisraad; men vindt er alles. We praten met de marktlieden over wat er zoal te koop is, over het dagelijks leven in de stad. Zodra men hoort dat wij uit Nederland komen worden we medelijdend aangekeken: vanavond zal ‘Olanda’ op het voetbalveld in Boekarest door Roemenië ingemaakt worden!

monnik

... is onze sterke kant

Alleen de topmerken met KEMA- of KIWA-keur Sanitair & accessoires Grohe

CV & accessoires. Agpo - Radson - Nefti - DanfossElektrotechnische installaties Kracht-, licht- en zwakstroom

Doet u het zelf, wij adviseren hoe!Laat u het uitvoeren, wij verzorgen de calculatie, planning en installatie

WATERVAL, DE INSTALLATIESPECIALIST VOOR DE BEWUSTE DOE-HET-ZELVER

Luisteren

Radauţi markt

Ook Radauți is rijk aan bezienswaardigheden,

Page 28: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

26

waaronder de rooms-katholieke en de orthodoxe kathedraal, de Vorstenkerk met het graf van Bogdan I, stichter van Moldova en van zijn zoon Latcu. Heel bijzonder zijn de twee joodse synagoges, de oude en de nieuwe, die enkele jaren geleden met behulp van de gemeentelijke en van de landelijke overheid gebouwd is. Tot aan de deportatie in 1941 kende Radauți een grote joodse gemeenschap. Vandaag is daar nog maar weinig van over, zo vertelde een voorbijganger die met ons door de stad liep en de huizen aan-wees van waaruit Joden weggevoerd waren naar concentratiekampen in Trans-Dnjestrië. ’Om de vitaliteit van deze kleine gemeenschap aan te tonen is de nieuwe synagoge gebouwd en wij heb-ben daarbij geholpen’ , zo vertelde hij trots.

De avond in het hotel verliep ‘interessant’. Een bezoek aan Roemenië zonder muziek en volksdans is onvolledig. Het door ons uitge-nodigde gezelschap boeide van het begin tot het eind, met als hoogtepunt de weergaloos gespeelde ‘ciocârlia’. De fluittist, in zijn dagelijks leven een econoom, vertelde over de periode van de transitie. ‘Het is allemaal te snel en te abrupt ge-gaan. Van een communistische dictatuur zijn we in een harde kapitalistische maatschappij terecht gekomen en hebben geen gelegenheid gehad om zoals in West-Europa een goed sociaal vangnet op te bouwen.’, Aan het einde van de avond werden we uitgenodigd een langzame hora mee te dansen: ‘Nu dansen we samen, is er geen winnaar, straks op het voetbalveld wel.’ En natuurlijk keken we samen naar de wedstrijd, waarbij de Roemeense hotelgasten steeds stiller werden…

De volgende dag: Voroneț, onbetwist hoogtepunt van het kloosterbezoek met het indrukwekkende

laatste oordeel op de westgevel. De kerk wordt ook wel ‘De sixtijnse kapel van het oosten’ genoemd. In 1547 werden de buitenmuren ge-schilderd op bevel van metropoliet Rosca, die zelf ook afgebeeld staat. Het ‘laatste oordeel’ toont een rechtsprekende Christus, die mensen veroordeelt tot de hemel (de linkerkant) of de hel (de rechterkant van het fresco). In de hel herkennen we aan hun tulbanden de Ottomanen, de vijanden van het toenmalige Moldova. Bij het laatste oordeel spuwen de wilde dieren de mensen uit die ze hebben opgegeten. Behalve het hertje, dat spuwt niets uit. In de Roemeense volkskunst is het hertje namelijk een symbool van onschuld en eet geen mensen.

Voroneţ ‘Laatste oordeel’

De groep vóór het ‘Laatste Oordeel’

Op weg naar Piatra-Neamț, onze volgende stand-plaats, bezoeken we het Agapiaklooster en het ico-nenmuseum van het Vâratecklooster. Agapia is een vriendelijk, prachtig wit geschilderd klooster met een weelde aan bloemen. De vriendelijkheid straalt af op de bewoners van het klooster. We wonen een gedeelte van de middagviering bij. Drie heel jonge zusters zingen de gebeden in een bijna betoverende melodie. Het museum van Vâratec is klein, maar bevat prachtige voorbeelden van icoonkunst en wandtapijten. Ik breng nog even een bezoek aan het graf van Veronica Micle, de geliefde van Eminescu.

Terug naar Transylvania

De volgende ochtend, na een decadent over-vloedig ontbijt, vervolgen we onze reis richting Sighișoara. Wat genieten van natuurschoon be-treft is dit gedeelte van de reis het hoogtepunt. We passeren de spectaculaire, 300 m. diepe kloof van

Page 29: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

27

Bicaz, waar we een onvermijdelijk bezoek aan de souvenirstalletjes brengen. De kloof leidt naar het Lacul Roșu, een stuwmeer en de weg raait vervolgens dieper de Karpaten in. De uitzichten zijn groots, wijds. We zien twee beren in het wild, aan de rand van het bos. Mijn verklaring dat die er voor de toeristen zijn neergezet wordt weggehoond. In de buurt van Gheorgheni, op het hoogste punt aangekomen, kijken we, zelf genietend van de stralende zon, het dal in dat helemaal gevuld is met wolken, een apart natuur-verschijnsel. We duiken de mist in, richting de plaats Joseni, in de winter het koudste plekje van het land. Via Sovata gaat het richting Târgu-Mureș, waar de zon inmiddels weer schijnt.

We drinken wat op een zonovergoten terras, shoppen in boek- en cd-winkels en brengen een bezoek aan het Cultuurpaleis, dat tussen 1911 en 1913 in Art Nouveau stijl gebouwd werd en waar zich de beroemde ‘spiegelzaal’ met de grote gebrandschilderde glas-in-lood ramen be-vinden, waarop taferelen staan afgebeeld uit de Hongaarse Szekler traditie. De avondzon ver-gezelt ons naar Sighișoara, waar nog tijd is voor een avondwandeling…

‘Burchtkerk’, die voert via een overdekte houten trap, de ‘Scara Şcolarilor’, de trap van de school-kinderen of van de geleerden. De prachtig gerestau-reerde Lutherse kerk kan nog steeds bezichtigd worden. Zeer de moeite waard is een wandeling over het kerkhof, dat voornamelijk bestaat uit grafmonumenten met Duitstalige inscripties. Men waant zich niet midden in Roemenië, maar in Thüringen.

De burchtkerken

Onderweg naar Sibiu bezoeken we de vermaarde Weer- of burchtkerk in Biertan, waar we maar 4 lei entree hoeven te betalen omdat de kaartjes van 8 lei op waren. Braaf als we zijn kopen we twee kaartjes per persoon. Onze gids in de kerk is Andreea Lenghel. Haar vader is een Roemeen, haar moeder is van Saksisch-Transsylvaanse origine en Andreea is tweetalig opgevoed. In vlekkeloos zangerig Duits vertelt ze ons het verhaal van de kerk. Ze is ‘frisch verheiratet’, net getrouwd, in deze kerk dus, met een Transsylvaanse Saks en hun kinderen zullen ook Duitstalig, én Roemeens, opgevoed worden. ‘Er wonen nog tachtig Duits sprekende mensen in Biertan.’, zo zegt onze gids. Met behulp van fondsen uit het buitenland, met name Duitsland, proberen ze de kerk te restaureren.

De kloktoren in Sighişoara

… die de volgende ochtend na het ontbijt wordt voortgezet. Het is de mooist bewaard gebleven bewoonde citadel in Oost-Europa. De middeleeuwse straatjes, de vestingtorens, waar-van de Klokkentoren aan het Citadelplein de bekendste is, het huis van Vlad Țepeș, Vlad de Spietser, de Lutherse kerk, allemaal pareltjes van middeleeuwse bouwkunst. Het hoogtepunt is ongetwijfeld de klim naar de school en de

MAAR WELLICHTGENIET U LIEVERVAN DE SAMENVATTING

Page 30: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

28

Het piepkleine museum naast de kerk was ooit een gewoon huis, zo vertelt Andreea: ‘Wanneer een echtpaar wilde scheiden, dan werden ze eerst twee weken in dit huis ondergebracht. Er stond maar één bed en er was maar één enkel bestek. In vier eeuwen besloot uiteindelijk slechts één echtpaar uit elkaar te gaan.’

We lunchen we in het landelijke Bazna en maken een huifkartocht richting Boian, waar we de burchtkerk bezoeken. Het bijzondere van deze kerk is, dat koning Matthias Corvinius hem aan het einde van de 15e eeuw in feodaal bezit gaf aan Ştefan de Grote van Moldavië. Diens wapen-schild, de os met de ster, maan en zon siert de toegangstoren tot de burchtkerk en de kerk zelf. De kerk verkeert in een allerbelabberdste staat van onderhoud.

We ontmoeten mevrouw Regina Weber, die zo’n beetje de kerk onder haar hoede heeft. Haar kinderen zijn al lang vertrokken en wonen en werken nu in Duitsland en Oostenrijk. Geld voor een verdere restauratie is er niet, en dat is voor de meeste kerken het geval. Ze vindt het bijzonder tragisch, maar ziet het als horende bij de loop van de geschiedenis. Het opknappen van alle kerken zou vele honderden miljoenen euro’s kosten en dat geld is er gewoon niet.

Sibiu en Alba Iulia

Sibiu is bekend. Toen de stad in 2007 Culturele Hoofdstad van Europa werd, heeft men zich tot het uiterste ingespannen de stad prachtig op te knappen. Rond het centrum zijn grote hotels en congrescentra verrezen, waar nog wekelijks (internationale) bijeenkomsten gehouden worden. In de korte tijd die wij er kunnen doorbrengen maken we een lange stadswandeling die begint op de Piața Mare, het Grote Plein, en voert vervolgens langs het Bruckenthalmuseum, het Raadhuis met de Raadhuistoren en de katholieke kerk. Onder de raadhuistoren door lopen we richting het Kleine Plein, langs de Leugenaarsbrug, de Trappenpas-sage en de Evangelisch-Lutherse kerk. Voor Sibiu en omgeving heb je enkele dagen nodig. De stad heeft een luchthaven (Sibiu International Airport) en is dus goed bereikbaar.

De bus brengt ons naar de laatste plaats die we willen bezichtigen: Alba Iulia. In het Romeinse Dacia stond de stad bekend als Apulum, de zetel van het XIII Gemina Legioen. De castrum poort ‘Principalis Dextra’ herinnert nog aan deze periode. Wij bezoeken alleen de Vesting, die momenteel schitterend gerestaureerd wordt. De vesting met de zeven bastions dateert uit het begin van de 18e eeuw en werd ontworpen door Giovanni Visconti en Nicolaus Doxat de Demoret, de ‘Oostenrijkse Vauban’.

Deze typische Vaubanstijl is goed te zien in de gerestaureerde gedeeltes. In de vesting zelf zijn de Rooms-Katholieke Kathedraal, waar Iancu de Hunedoara / Janos Hunyadi begraven ligt,

Brug van de Leugenaars

mevrouw Regina Weber

Page 31: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

29

de Roemeens Orthodoxe Kathedraal en de Sala Unirii, de Hal van de Eenwording, zeer de moeite waard om te bezoeken.

Hal van de Eenheid

In de Hal van de Eenwording komt de geschiedenis van Roemenië tot een hoogtepunt: op 1 december 1918 vond hier de bijeenkomst plaats waarop besloten werd tot eenwording van Transsylvanië met het Koninkrijk Roemenië. In die hal kun je

niet anders dan heel stil en met eerbied voor het verleden rondlopen.

De terugreis naar Cluj verloopt voorspoedig. De verbindingen in dit gedeelte van het land zijn prima. De volgende ochtend hebben we nog tijd om even een kerkdienst te bezoeken, voordat het vliegtuig ons weer terug zal brengen naar Dortmund. Het is opvallend dat de kerken goed bezocht worden: de mensen staan tot buiten de kerk en volgen daar via luidsprekers de eredienst.

Zo’n rondreis als deze biedt in een week tijd heel veel. Voor de meeste deelnemers is het aanleiding om ‘verdiepingsreizen’ te vragen, hetgeen koren op de molen is voor Arcus volksuniversiteit en Educa Travel. En Mevrouw Comaroschi, de Roemeense Ambassadeur in Nederland, kan te-vreden zijn. Zij heeft er 30 enthousiaste collega-ambassadeurs bijgekregen.

Koos Linders

Page 32: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

30

LIMBURG, MIJN HEERLIJK LAND

De dichter Herman Gorter beschreef de lente in 1889 in ‘Mei’ als een nieuw geluid dat hij hoorde in een oud stadje aan een watergracht. Dit geluid, dit gefluit, deze melodie, klinkt in mijn gedachten zelden als het ‘nieuwe’ en moderne geluid van ‘Le Sacre de Printemps, scènes uit heidens Rusland’ van Igor Stravinsky. De balletchoreografie van Nijinsky, die bij dit stuk hoort is wezenlijk om haar betekenis te kunnen doorgronden. Veel eerder klinkt het lentegeluid in mijn oren als ‘Limburg, mijn heerlijk land’ van M. Notermans: “Boven je berg en je dal, langs kabbelende beken, weide en bloem overal, kan ik mijn dagen vergeten.” Geen watergrachten dit keer, maar stromen, beken en riviertjes leiden je naar de paradijselijke oorden die tot bloei komen in het Limburgse heuvelland. Wanneer koning winter troonafstand doet, wordt het rijk vrijgegeven aan de wandelaar. Quo Vadis? Waar gaat u heen.

De mooiste plekjes liggen in Heerlen vaak verstopt tussen het beton. Een kerk die bijna letterlijk in het verdomhoekje dreigt te geraken maar toch, onlangs grondig werd gerenoveerd is de St.- Franciscus van Assisi aan de Laanderstraat. De kerk is ingesloten door de ING-bank, het nieuwe restaurant Cucina del Mondo en de flat Residentie Schouwburg-Oost. Vroeger lag het pontificaal in de zon, op de hoek van de Looierstraat en de Laanderstraat. De Rotterdamse architect Buskens kreeg in 1923 de opdracht voor het bouwen ervan. De grond van de kerk werd geschonken door de Oranje Nassau mijnen. Erg opvallend is dat er een vrijwel een identieke kopie van de kerk is

gebouwd in het Haagse Voorburg. Ze heeft een expressionistische en neogotische architectuur met een metershoge nokbalk. In de kerk bevinden zich kunstwerken van Charles Eyck en Charles Vos. Maar onze aandacht wordt speciaal getrokken door een imposante Cederspar uit Jeruzalem, die in het bouwjaar van de kerk werd overgebracht naar Nederland. Het is een spar met de officiële status van natuurmonument. En onlangs is deze boom met veel zorg en met behulp van een hoogwerker gesnoeid. Precies op tijd klaar voor de lente.

De meest prachtige dennenbossen vinden we in

Page 33: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

31

de Alpen. Maar tijdens een mooie wandeling zijn ze ook dichter bij huis te zoeken. In de Ardennen! U gaat bij Vaals of Slenaken de grens over en u bevindt zich meteen in een van de mooiste wandelgebieden van de Benelux. Tussen Luik en Eupen, in België. Echte Alpen in uw achtertuin? Daar lijkt het op. Tweehonderd miljoen jaar geleden werd dit gebied, door titanische krachten tot alpine hoogte verheven. Inmiddels is het door de erosie geen hooggebergte meer. Er hebben zich wel nieuwe bergtoppen gevormd, door in-snijdingen van beken en rivieren.

Sommige heuveltoppen zijn zelfs hoog genoeg om vanaf te skiën in de winter. Misschien zullen uw vrienden gaan lachen als u hen vertelt dat u al binnen een uur en een kwartier rijden vanaf Heerlen op de lange latten stond. De plaatsnaam Baraque Fraiture lijkt een Belgenmop over frieten, maar u kunt er echt skiën op 652 meter hoogte. Wanneer u van wintersport houdt, is het een uitkomst.

Het is een wereld van verschil. De Ardennen doen zeer buitenlands aan door het extreme kli-maat in vergelijking met het Zuid-Limburgse weertype. De winters zijn er bijzonder lang en streng. In de Hoge Vennen valt er jaarlijks, 200 dagen neerslag, waarvan 30 dagen sneeuw. Het aantal vorstdagen is in de Ardennen gemiddeld 110 per jaar. In Nederland zijn er gemiddeld 56 vorstdagen per jaar. Daarom is er meer akkerbouw in Zuid-Limburg en zijn er meer weilanden in de Ardennen. Boven de 500 meter is het beste gewas

gras door de sub-alpine omstandigheden. Dit biedt een ander landschap dan in Zuid-Limburg, met andere mogelijkheden: wintersport.

Het lijkt wonderbaarlijk dat deze totaal ver-schillende gebieden zo dicht bij elkaar gele-gen zijn. Het is echter te verklaren door de geologische geschiedenis te bestuderen. Aan de voet van het hooggebergte dat nu de Arden-nen heet, ontwikkelden zich venen van rottende plantenresten. Hieruit vormde zich later steen-kool. Dat is het gebied waarin we wonen. De periode waarin dit gebeurde, zo’n 275 miljoen jaar geleden, heet het Carboon. De oudste af-zettingslagen in Nederland kunnen we vinden in Epen. In de Heimansgroeve bij Epen, zijn fos-sielen gevonden van dieren en planten uit de zee. Het is een geologisch monument.

Zuid-Limburg lijkt daarmee een kustgebied ge-weest te zijn, voor de hooggelegen Belgische ge-bieden. Ardennen aan de zee. Er was voorheen een kustmoeras dat droogviel en weer verzwolgen werd door de oprukkende Noordzee. Dit is ge-bleken uit de fossielen in de carboonleien. Na het Carboon volgen ook het Perm, Jura en het Krijt (70 miljoen jaar geleden). De oudste krijtafzettingen vinden we in het zuidoosten van Zuid-Limburg: het Vaalsergroenzand en het Akensezand. Later zijn deze lagen bedekt door zand, grind en het vruchtbare löss.

De kalksteenlagen van het Mergelland, de bekende mergel, werd later gevormd. Op de

Luijtenadvocaten

Grootmeesters en specialisten op het gebied van:• Echtscheidingsrecht •Ontslagrecht•Personen-enfamilierecht •Burengeschillen• Erfrecht •Huurrecht•Arbeidsrecht •Verbintenissenrecht

Gratis open spreekuur:elkedinsdagvan15.30-17.00uur&elkedonderdagvan17.00-18.00uur

RuysdeBeerenbroucklaan16|6411GBHeerlen|T 045 571 38 [email protected]|www.luijtenadvocaten.nl

Page 34: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

32

toenmalige zeebodem spoelden schelpen en kalkresten van zeedieren aan en vormden dikke kalklagen. Het Mergelland is dus in principe een omhooggeschoven zeebodem. De vuurstenen die tussen het mergel werden aangetroffen zijn volgens wetenschappers afkomstig van gestorven sponzen, die in enorme aantallen op de zeebodem leefden. Deze vuursteenafzettingen zijn te zien in het Vijlenerbos. De vuurstenen werden veel gebruikt als werktuig en wapen.

uitgesleten holle wegen zichtbaar in het landschap. U ziet er in de zomer de aronskelk groeien met zijn giftige rode bessen en er leeft de wijngaardslak met zijn grote on-Nederlandse slakkenhuis. De holle wegen zijn en blijven een schilderachtige attractie voor de Nederlandse wandelaar. Met pittoreske doorkijkjes op gehuchten.

Onderweg zijn er maar weinig cedersparren in het wild waar te nemen. Toch is de kans groot dat u in het Vijlenerbos of op de Brunsummerheide een spar tegenkomt. De wandelaar onderweg ziet normaal voornamelijk gemengde eikenbossen, met hazelaars, elzen, linden en beuken. Van-af de middeleeuwen zijn grote delen van Lim-burg ontbost vanwege de landbouw. Echter wanneer boeren door hebben dat er dan erosie en aardverschuivingen ontstaan, komt hier ver-andering in. Limburg wordt weer wat wouden rijker. Voornamelijk hellingbos of dalwandbos, doordat daar de vegetatie de boeren beschermde tegen het wegspoelen van grond. Omdat de boer liever een vlakke ondergrond wilde voor zijn ak-ker, gebruikte hij het heuvelbos dankbaar voor het

Oude weg (heirbaan naar Tongeren) bij Wolder

Niet alleen de tand des tijds heeft zijn sporen achter gelaten in Zuid-Limburg, ook de sporen van mensen kom je tegen tijdens een wandeling door het heuvelland. Vanaf 8000 v. Chr werden vele veldwegen uitgesleten tot holle wegen. Door wolkenbreuken kunnen er op deze holle wegen diepe uitslijtingen ontstaan. Over sommige van deze holle wegen hebben eens de Romeinse le-gioenen gemarcheerd. Wandelend vanuit Rome, kwamen zij ons Coriovallum stichten en op-bouwen. De snelle Romeinse ‘heirbanen’ zijn opvallend door hun rechte verloop en hun ligging op de plateaus. Boven was het veiliger doordat men er meer uitzicht had over het dal. De kans op hinderlagen van de barbaren werd zo minder.

De oude weg tussen Maastricht en Aken is zo´n heerbaan. Tussen Ingber en Gulpen snijdt hij diep in de rand van het plateau. Een bijzonder ver-schijnsel is het vermeerderen van de holle wegen. Na verloop van tijd werd een holle weg zo diep dat hij door de mens onbegaanbaar werd. Er werd dan een paar meter opzij van het pad, een nieuwe weg begonnen.

In het Eysderbos bij Moerslag liggen zo drie holle wegen naast elkaar. Bij Sibbe zijn zelfs vijf Holle weg bij Schin op Geul

Page 35: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

33

winnen van kaphout.

Tegenwoordig zijn het vaak natuurreservaten geworden die de coulissen vormen voor het gevarieerde heuvellandschap met weiden, beken en vakwerkboerderijen. Langs de oever van de Geul zien we het zinkviooltje, schapegras en de zinkboerenkers. In de lager gelegen bossen komt de wandelaar de eik, de haagbeuk, de esdoorn, de es, de tamme kastanje, de vlier, de meidoorn, de kers en de linde tegen. Bijzondere bloemen op de open plekken in het kalkrijke en vochtige bos zijn: de orchidee, de daslook, de witte bosanemoon en de aronskelk. In de bovengelegen bossen, met een drogere bodem, regeren de berk, de eik en de zoete geur van kamperfoelie.

Tijdens zo’n wandeling komt als vanzelf de strofe naar boven uit M. Notermans’ lied over Limburg: Bloem door een engel verloren, liefdevol uit-geplant, daar waar mijn moeder geboren. Door al je licht en je zon, langs heuvels en dalen.

Hellingbossen met uitgezette wandelroutes zijn het Savelsbos bij Gronsveld, Cannerbos bij Maastricht, het Bunderbos, het Eysderbos en het Bovenste en Onderste bos bij Slenaken. Er zijn zeer volledige beschrijvingen te vinden van prachtige wandelroutes te vinden in wandelgidsen. Echter sommige routebeschrijvingen missen de scherpte

Manders bouw- en timmerbedrijf realiseert al meer dan 35 jaar bouwprojecten. Van

een eenvoudige reparatie tot het maken van een keuken, badkamer, dakkapel, garage of huis! Wij zijn u met raad en daad van dienst

en tonen graag ons vakmanschap.6% BTW pak het mee en profiteer nu!

Bel voor een vrijblijvende offerte

om een route in z’n geheel te kunnen volgen. De beschrijvingen die een globale weergave geven van een tocht zijn zelfs zeer irritant, omdat het vaak om tochten gaat van meer dan 10 km. Een uitkomst bieden de simpele wandelkaarten, die te koop zijn bij de VVV. Samen met de Zuid-Limburgse gemeenten heeft VVV Zuid-Limburg een groot aantal wandelroutes op de kaart gezet met alle startpunten.

Dit heeft ervoor gezorgd dat er nu 4 wandelkaarten verkrijgbaar zijn met alle gemarkeerde routes in onze regio, te herkennen aan de bekende gekleurde paaltjes. Niemand kan zo nog de weg kwijtraken. Het zijn korte routes van vijf kilometer waar iedereen wel een uurtje op zondag voor vrij heeft. Op de kaart staat de ondertitel Liefde voor het leven. Dat klopt. Wandelen is gezond en genieten van de levende natuur, die in dit seizoen ontluikt na een lange winterslaap, is een heerlijke vorm van sport.

Bronnen:

• M.Roland en E. Bastide: Wandelgids voor Zuid-Limburg, Hoge Venen en Ardense

rivieren. Elmar Wandelgidsen, 1988• www.ryckheyt.nl• www. muziekfeiten.nl

Paul Franken

uw vakman: Martien Manderstelefoon: 06 21 57 36 75

Bekijkonzewebsite:www.mandersbouwentimmerbedrijf.nl

Page 36: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

34

COLOFON

‘De Stem van Pancratius’ is het periodiek van het ‘Koninklijk Heerlens Mannenkoor St.-Pancratius’ en verschijnt drie keer per jaar.

Redactiecommissie:

Paul Franken jr., Leo Klinkers, Koos Linders,Hub Slenders, Jo Vroomen

Tekstverwerking: Leo KlinkersLay-out: Leo KlinkersDruk: Drukkerij L’Ortye

Inlichtingen Hub Slendersadvertenties: telefoon 045-535 23 03

Redactieadres: [email protected]

VAN ROMMELMARKT NAAR KERSTFAIR

Het was alweer voor de 5e keer dat het damescomité in 2012 de jaarlijkse kerstfair organiseerde, ieder jaar met groeiend succes. Steeds meer mensen ontdekken dat de kerstfair in De Rousch een heel leuk feest is met niet alleen kwalitatief goede stands, maar ook in een sfeer die gezelligheid uitstraalt en waarbij het optreden van het koor een belangrijke element is.

Ruim 6 jaar geleden bekroop ons het gevoel dat we in plaats van de jaarlijkse rommelmarkt iets anders moesten organiseren. Ze bracht immers veel werk met zich mee, zoals het verzamelen, de controle, de opslag en het transport van aangeboden materiaal. Bovendien werd de opbrengst steeds minder en na afloop bleven we met rommel zitten, die dan weer moest worden afgevoerd.

Na afloop van de toen nog traditionele wandeling, nuttigden wij bij De Rousch de koffietafel, zoals dat als afsluiting van de wandeltocht gebruikelijk was. Daar is het idee geboren om een kerstfair op poten te zetten die zich duidelijk moest manifesteren door ambtelijk vervaardigde producten van een hoge kwaliteit aan te bieden. De Manegezaal van De Rousch leek ons voor deze activiteit een ideale locatie, omdat ze past bij de sfeer die zo’n fair moet uitstralen.

Met 3 dames startten we, niet wetende hoeveel werk

dat zou bevatten. De fair moest in onze ogen van hoge kwaliteit zijn en zich duidelijk hierdoor onderscheiden van traditionele rommelmarkten. Verder was ons stre-ven de fair in onze regio te laten groeien en stralen als een bekend fenomeen.

De start was onwennig en het was vooral spannend of het succes van ons plan groot genoeg zou zijn om er mee door te gaan. Hoewel we van de heer Beckers alle medewerking kregen, was ook hij in het begin wat afwachtend. Naarmate het ieder jaar beter ging en er telkens nieuwe ideeën en verbeteringen werden toegevoegd, werd hij steeds enthousiaster en kwam zelf ook met ideeën voor de verdere uitbouw.

Zo is er met De Rousch een win-win situatie ontstaan. Doordat het evenement inmiddels een begrip in de regio is en voor beide partijen een promotioneel effect heeft, zijn de revenuen van de fair voor het damescomité en de revenuen uit de horeca uiteraard voor de Rousch.

We zijn veel dank verschuldigd aan alle vrouwen en mannen die telkens spontaan hun medewerking bij de voorbereidingen, de opbouw en het opruimen van de fair verlenen. Ook dank voor de hoeveelheid groen die werd aangeleverd, want hiermee hebben we met veel dames bij Tiny en John prachtige kerststukjes gemaakt, die gretig aftrek vonden op de fair.

Voor dit eerste lustrum wilden wij het binnenplein omtoveren in een Anton Piek tafereel. Alles was voorbereid, maar helaas was de te sterke wind spel-breker en moesten uit veiligheidsoverwegingen af-zien van deze opbouw. Hopelijk zijn hiervoor de om-standigheden dit jaar beter. We danken jullie allen nogmaals voor jullie inzet en hopen ook in 2013 weer op jullie steun te mogen rekenen bij de 6e fair op 1 december. Het is tenslotte voor ons allemaal.

Ook de wafelactie was weer een doorslaand succes, met dank aan Charlotte en René, waar de bakploeg, met José en Rien aan het roer, gebruik mocht maken van hun balletzaal. Dat de baklucht 6 weken later nog tot aan Schrieversheide te ruiken was, kon de pret niet drukken. Ook hier dank aan al diegenen, die mede aan dit succes hebben bijgedragen. Er werden uiteindelijk maar liefst 5.850 dunne en 1.500 dikke wafels gebakken.

namens het damescomité,

Gonnie Schoenmaekers

Page 37: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

35

POST UITVAARTZORGVAKMANSCHAP BEHOEFT GEEN BETOOG...

geselecteerd door kwaliteit

voor meer informatie:[email protected]

Kruisstraat 166411 BT Heerlen

045 542 99 88

Page 38: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013

36

PANCRATIUS’VERJAARDAGSKALENDER

april

6 april Rien Verburg 8 april Lex Magielsen 9 april Jan Conjaerts 10 april Paul Vijgen 11 april Leo Arets 15 april Henk Vos 16 april Jo Genders 29 april Aloïs Comello 30 april Aloys Wouters

mei

1 mei Toine Mol 9 mei Cees Willems 11 mei Cor Duijf 11 mei Jan Stouten 17 mei Leo Klinkers 21 mei Silvio Comis 28 mei Hay Adriaens

juni

2 juni Carl Lalau 13 juni Jan Goebbels 20 juni Peter Corstjens

juli

2 juli Giel Smeets 3 juli John Knubben 10 juli Jo Vroomen 13 juli Harry van Heumen 15 juli Harrie Bastin 20 juli Bernard Donners 20 juli Jos Wanten 23 juli James Barton 25 juli Thijs Giesen 25 juli Koos Linders 27 juli Giel Kleijkers

Weltertuinstraat 80 Tel.: 045-5718533 6419 XD Welten- Heerlen Fax.: 045-5740665

ED HEUVELMANS

BLOEMSIERKUNST

E-mail: [email protected]: www.edheuvellmans.nl

CHAARELKE HUURDE DAT...

● wegensverbouwingvanonzethuishavenOppidom de eerste korte repetitie in het Betahuis gehouden werd;

● wehiernanaarhetgezelligecaféd’r Klinge aan het Pancratiusplein gingen, waar we met onze partners klonken op het begin van ons jubileumjaar;

● erdrukverbouwdwordtinOppidom en de Romein;● deze twee zaken in geheel nieuwe jasjes op 22

maart door Alfa heropend worden;● wijdatalskoormuzikaalfeestelijkzullenmeeope-

nen;● op15 januari indeparochiekerkvanDe Vrank te

Heerlen tijdens de Koempelmis de verongelukte mijnwerkers van de Oranje Nassau I te Heerlen herdacht werden;

● onze bariton John van Os hierin enkele liederenzong en deze eucharistie met alle kerkgangers af-sloot met het befaamde Glück auf;

● hetkoordoorzijnoutfitbijdePoefelezitting op het Pancratiusplein refereerde aan zijn 135-jarig be-staan dit jaar;

● dezebijzondere‘kledij’veelbewonderingwekte;● velezangersuitfoto’svanlangvervlogentijdleken

te zijn gestapt;● totgrootgenoegenvanmadameVanDamPancra-

tianen liefhebbers van spek en ei zijn;● wevanafjanuarialopdiverselocatiesonzerepeti-

ties hielden;● weonzekoorklanklietenhoreninhetBetahuis, de

hal van Schunck* en het Gemeenschapshuis in de wijk Heksenberg;

● weop4meimuzikaaldeelnemenaandedoden-herdenking in het stadhuis;

● nadejubileummisop9junieenontspanningsdagvoor leden en hun partners op het programma staat;

● op16junihetMännerchor Bachem op bezoek komt, waarvoor een gezellig samentreffen met zang en drank gepland is;

● het koor intensief repeteert voorhet jubileumcon-cert van John Gerits;

● ditgezienhetprogrammaeenwaremuzikalehap-pening belooft te worden.

Harrie Sevriens:

“Wie alles goed doet,

moet nodig zijn grenzen verleggen.”

Uit: Boekje voor het bloeden

Page 39: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013
Page 40: De Stem, jaargang 65, nr. 1, april 2013