De stadsbeweging BRAL over de invulling van de Citroënsite

1
Gespreksavond over de Citroënsite: Inbreng van BRAL Citroën is een immens en iconisch gebouw. Zou het niet kunnen uitgroeien tot een projet phare waarover gesproken wordt op internationale colloquia en geschreven op gespecialiseerde websites? Misschien wel. Bral ziet mogelijkheden. Op voorwaarde dat het aangepakt wordt als een innovatief en gedurfd project dat oplossingen zoekt voor de problemen waarmee Brussel en vooral de kanaalzone te kampen heeft. Bral stelt voor om de Citroënateliers te behouden als productieruimte en er kans te bieden aan experiment. Bedrijvencentra hebben we al. Fablabs ook. En cultuurhuizen natuurlijk ook. Maar een soort hybride ruimte, waar mensen ideeën kunnen komen uittesten met de apparatuur die ter beschikking staat en waar meteen ook meer ruimte is om initiatieven te laten groeien, ruimte die gedeeld kan worden - dat zou nieuw zijn. En misschien moet de ruimte balanceren op het raakvlak tussen economie en cultuur, en dus zowel culturele als economische initiatieven onthalen met meer ruimte dan beschikbaar is elders. Een soort fabrique d’experimentation met tal van mogelijkheden. Genre NDSM Werf in Amsterdam. Bral ziet nog een 2 de voorwaarde: dat we de ateliers niet zien als een plek op zich, geïsoleerd van de rest van de stad, maar als een forum voor een ontwikkelingsproject voor de kanaalzone. De plek mag geen passieve ontvanger zijn van initiatieven; we zien het zelfs als meer dan een klassieke incubator; idealiter is het een sluitstuk voor een heel beleid van stadsvernieuwing, economische ontwikkeling en cultuur, dat mensen opzoekt en stimuleert om initiatief te nemen. Dat inspeelt op de centrale ligging en de omringende wijken betrekt bij de plek. En dat een soort community laat groeien, een gemeenschap of netwerk van actievelingen, die meteen ook zou kunnen bijdragen tot het beheer van de plek. Een politiek die leidt van de straathoekwerker naar een proactieve programmatie van de fabrique d’experimentation. Zaak is dat er snel een aantal uithangborden of trekkers in komen. Daar kan en moet je naar op zoek gaan. Misschien een soort supercyclo, met open fietsateliers en fietskoeriers die uitzwermen. Of een project met meubels uit afvalhout (wat een showroom!), met opleidingen, sociale tewerkstelling. Met sociaal restaurant met groente uit daktuin… En met plaats voor debat en workshops. Zo kan het een uithangbord worden van een totaal nieuwe economie: circulair én met kansen voor sociale stijging. Citroën lijkt hiervoor een ideale plek. De ruimte is er, ze is gemaakt voor dergelijke invulling, en ze is ideaal geleden in de stad. Als we dit soort beleid ontwikkelen, zullen ze er van heinde en verre naar komen kijken.

Transcript of De stadsbeweging BRAL over de invulling van de Citroënsite

Page 1: De stadsbeweging BRAL over de invulling van de Citroënsite

Gespreksavond over de Citroënsite: Inbreng van BRAL

Citroën is een immens en iconisch gebouw. Zou het niet kunnen uitgroeien tot een projet phare

waarover gesproken wordt op internationale colloquia en geschreven op gespecialiseerde websites?

Misschien wel.

Bral ziet mogelijkheden. Op voorwaarde dat het aangepakt wordt als een innovatief en gedurfd

project dat oplossingen zoekt voor de problemen waarmee Brussel en vooral de kanaalzone te

kampen heeft. Bral stelt voor om de Citroënateliers te behouden als productieruimte en er kans te

bieden aan experiment. Bedrijvencentra hebben we al. Fablabs ook. En cultuurhuizen natuurlijk ook.

Maar een soort hybride ruimte, waar mensen ideeën kunnen komen uittesten met de apparatuur die

ter beschikking staat en waar meteen ook meer ruimte is om initiatieven te laten groeien, ruimte die

gedeeld kan worden - dat zou nieuw zijn. En misschien moet de ruimte balanceren op het raakvlak

tussen economie en cultuur, en dus zowel culturele als economische initiatieven onthalen met meer

ruimte dan beschikbaar is elders. Een soort fabrique d’experimentation met tal van mogelijkheden.

Genre NDSM Werf in Amsterdam.

Bral ziet nog een 2de voorwaarde: dat we de ateliers niet zien als een plek op zich, geïsoleerd van de

rest van de stad, maar als een forum voor een ontwikkelingsproject voor de kanaalzone. De plek mag

geen passieve ontvanger zijn van initiatieven; we zien het zelfs als meer dan een klassieke incubator;

idealiter is het een sluitstuk voor een heel beleid van stadsvernieuwing, economische ontwikkeling

en cultuur, dat mensen opzoekt en stimuleert om initiatief te nemen. Dat inspeelt op de centrale

ligging en de omringende wijken betrekt bij de plek. En dat een soort community laat groeien, een

gemeenschap of netwerk van actievelingen, die meteen ook zou kunnen bijdragen tot het beheer

van de plek. Een politiek die leidt van de straathoekwerker naar een proactieve programmatie van de

fabrique d’experimentation.

Zaak is dat er snel een aantal uithangborden of trekkers in komen. Daar kan en moet je naar op zoek

gaan. Misschien een soort supercyclo, met open fietsateliers en fietskoeriers die uitzwermen. Of een

project met meubels uit afvalhout (wat een showroom!), met opleidingen, sociale tewerkstelling.

Met sociaal restaurant met groente uit daktuin… En met plaats voor debat en workshops. Zo kan het

een uithangbord worden van een totaal nieuwe economie: circulair én met kansen voor sociale

stijging.

Citroën lijkt hiervoor een ideale plek. De ruimte is er, ze is gemaakt voor dergelijke invulling, en ze is

ideaal geleden in de stad. Als we dit soort beleid ontwikkelen, zullen ze er van heinde en verre naar

komen kijken.