De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

56
Studiegebied Onderwijs Departement RENO Eline Vincke Sint-Jozefstraat 1 2006 - 2007 B-8820 Torhout 2 FET Tel. (050) 23 10 30 Fax (050) 23 10 40 e-mail: [email protected]

Transcript of De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Page 1: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Studiegebied Onderwijs

Departement RENO Eline VinckeSint-Jozefstraat 1 2006 - 2007B-8820 Torhout 2 FET

Tel. (050) 23 10 30Fax (050) 23 10 40e-mail: [email protected]

Lector: Dhr. Tanghe Opleidingsonderdeel: PAV

1. Inhoudstabel

Page 2: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

1. Inhoudstabel 1 - 2

2. Situering van Afrika 3 - 4

2.1. Afrika op de wereldkaart 32.2. Centraal – Afrika 32.3. Landen binnen Centraal – Afrika 32.4. Kolonies in Afrika 4

3. Geschiedenis van België 5 - 6

3.1. De koloniekoning: Leopold II (1865 – 1909) 53.2. Waarom wou België een stukje van Afrika in zijn bezit? 63.3. Wat vooraf ging… 6

4. Kongo 7 - 25

4.1. Hoe alles begon … 74.1.1. Internationale Geografische Conferentie in Brussel (1876) 74.1.2. Henry Morton Stanley (1841 -1904) 7

4.2. De uiteindelijke kolonisatie 84.2.1. Koloniale conferentie van Berlijn (1884 – 1885) 8

4.3. Het reilen en zeilen in Kongo Vrijstaat 94.3.1. De koloniale instanties in België 94.3.2. De koloniale instanties in Kongo 104.3.3. Het Westerse mensbeeld van Afrikanen 114.3.4. De beschavingszending 114.3.5. Propaganda 114.3.6. Waarom zoveel missionarissen in Afrika? 134.3.7. Financiële moeilijkheden 144.3.8. Uitbuiting van de bevolking en natuurlijke rijkdommen 14

4.4. Belgisch Kongo (1908 – 1960) 174.4.1. Het verbeterde bestuur 174.4.2. Eerste Wereldoorlog 184.4.3. Het reilen en zeilen in Belgisch Kongo 194.4.4. Tweede Wereldoorlog 19

4.5. Onafhankelijkheid 204.6. Kongo wordt Zaïre 21

4.6.1. Mobutu 214.6.2. Oppositie 214.6.3. Eerlijke verkiezingen? 224.6.4. Vluchtelingen trekken Zaïre binnen 234.6.5. Het einde van Mobutu 23

4.7. Democratische Republiek Kongo 244.7.1. Laurent Désireé Kabila 244.7.2. Joseph Kabila 25

5. Rwanda en Burundi 26 - 32

5.1. Rwanda – Urundi 26

1

Page 3: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

5.1.1. Voorgeschiedenis 265.1.2. De rol van België 265.1.3. Revolutie 275.1.4. Onafhankelijkheid 27

5.2. Rwanda 285.2.1. De beginjaren 285.2.2. Terugkeer Hutu’s 295.2.3. Val van Mobutu- regime 295.2.4. De laatste jaren 305.2.5. Guy Theunis 30

5.3. Burundi 315.3.1. Koninkrijk Burundi 315.3.2. Republiek Burundi 315.3.3. President Buyoya 315.3.4. Burundi vandaag 32

6. Hedendaagse rol van België in Afrika 33 - 36

6.1. Tentoonstellingen 336.2. Films 34

6.2.1. Congo River: de duisternis voorbij 346.2.2. Hotel Rwanda 346.2.3. Congo Vandaag 35

6.3. Bezoek van Joseph Kabila in 2004 356.4. Documentaires 36

7. Bronvermelding 37

2. Situering van Afrika

2

Page 4: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

2.1. Afrika op de wereldkaart

Hiernaast zie je een wereldkaart met daarop de verschillende continenten.

Europa = geel

Afrika = rood

2.2. Centraal - Afrika

Hiernaast zie je een kaartje waar Centraal – Afrika wordt gesitueerd binnen Afrika. Ongeveer in het midden van Afrika dus.

2.3. Landen binnen Centraal – Afrika

Volgende landen behoren tot Centraal – Afrika:

Tsjaad Centraal – Afrikaanse Republiek Democratische republiek van Congo Rwanda Burundi Congo – Brazzaville Gabon Equatoriaal – Guinea Sao Tome En Principe Kameroen

2.4. Kolonies in Afrika

3

Page 5: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Rond 1200 v. Chr. ontstonden er machtige wereldrijken, die bouwwerken en andere sporen nalieten als bewijs van hun bestaan. De bevolking van Europa had geen idee van de rijke geschiedenis van dit werelddeel, totdat ze in de 15de eeuw de westkust gingen verkennen. Aan het einde van de 19de eeuw zijn de Europeanen tot het binnenste van Afrika doorgedrongen en hebben in 20 jaar het continent onderling verdeeld. Tot 1950 bleef Afrika onder Europees gezag. Zoals je op dit kaartje ziet, hadden veel Europese landen een stukje van Afrika ingepalmd. Later beginnen velen hun zelfstandigheid terug te winnen. Nu zijn bijna alle Afrikaanse landen onafhankelijk.

Hieronder zie je een schematische voorstelling van de landen die een kolonie hadden. Let wel op: deze kolonies liggen niet allemaal in Afrika! Naast België hadden Portugal, Spanje, Groot – Brittannië en Duitsland kolonies in Afrika. Vanaf 1956 werd Marokko de eerste kolonie die afhankelijk werd. De andere onafhankelijkheidsverklaringen volgden daarop.

Land Vroegere kolonisator Jaar van onafhankelijkheidKongo België 1960Angola Portugal 1975Marokko Spanje 1956Zimbabwe Groot – Brittannië 1980Tanzania Duitsland 1961Egypte Groot – Brittannië 1922India Groot – Brittannië 1947Indonesië Nederland 1947Maleisië Groot - Brittannië 1963

België was vooral actief in Kongo, Rwanda en Burundi. Zoals hierboven al duidelijk vermeld stond, was Kongo vroeger een kolonie van België. Rwanda – Oeroendi (de huidige republieken Rwanda en Burundi) werden vroeger bestuurd door België als mandaatgebied. Een mandaatgebied is een gebied dat tijdelijk door een andere staat wordt bestuurd.

4

Page 6: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

2. Geschiedenis van België

3.1. De koloniekoning: Leopold II (1865 – 1909)

Leopold Lodewijk Filps Marie Victor werd op 9 april 1835 in Brussel geboren als zoon van Leopold I en Louise- Marie. Hij genoot een militaire opleiding en droeg voor zijn troonsbestijging de titel Hertog van Brabant. In 1853 neemt Prins Leopold zitting in de Senaat waarvan hij van rechtswege lid is. Hij hield er verschillende redevoeringen over de noodzaak van economische en koloniale expansie van België. Hij ondernam talrijke reizen naar het Midden- en Verre Oosten. Op 22 augustus in datzelfde jaar huwt hij met Marie- Henriette van Habsburg- Lotharingen, Aartshertogin van Oostenrijk. Zij kregen vier kinderen.

Op 17 december 1865 legt Leopold de grondwettelijke eed af, in opvolging van zijn pas overleden vader. Evenals zijn vader beschouwde Leopold II de landsverdediging als zijn persoonlijk werkterrein. Om de Belgische neutraliteit te waarborgen was volgens hem een belangrijke militaire inspanning nodig. Daartoe liet hij forten oprichten in de Maasvallei (Luik en Namen) en streefde hij naar de invoering van de persoonlijke dienstplicht. Hij droeg in aanzienlijke mate bij tot de economische expansie van het land (uitbreiding van de havens van Antwerpen, Gent en Oostende; aanleg van de haven van Zeebrugge; grootse urbanisatieplannen te Brussel,…).

Zijn levenswerk is de stichting van de Onafhankelijke Kongostaat, waarvan hij in 1885 als de soeverein werd erkend. De kritiek op zijn beleid daar en de materiële moeilijkheden om dit onmetelijke gebied te beheren, leidden uiteindelijk tot de overname van de Kongostaat door België op 8 oktober 1908. Verder had hij ook nog de handen vol met de hevige binnenlandse twisten tussen liberalen en katholieken, en met het oorlogsvrij houden van zijn land : zowel Duitsland en Frankrijk dreigden herhaaldelijk met een militaire invasie in ons land om hun positie te versterken. Zover komt het niet, en ook de Frans- Duitse oorlog van 1870 trekt aan onze grenzen voorbij. Leopold II regeerde in België van 1865 tot 1909. Hij stierf op 17 december 1909.

5

Page 7: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

3.2. Waarom wou België een stukje van Afrika in zijn bezit?

In de loop van de 19de eeuw was Europa in de ban van de kolonialisering. Ieder land met genoeg middelen waagde zijn kans om overzee een gebied te verwerven. Leopold II wilde ook een stukje van deze grote taart en liet zijn oog vallen op het ongerepte Afrika. Hij speelde een sleutelrol in de Belgische kolonisatie. Hij wilde absoluut een kolonie want toen hij terugkeerde van een reis naar Athene bracht hij een stuk marmer mee, waarin hij de tekst liet graveren: "Il faut une colonie a la Belgique" (België moet een kolonie krijgen).

Het was hem om twee zaken te doen: geld en macht. De eerste grote reden is de prestige die men kreeg als men er een kolonie bij had om te besturen. Men was op zoek naar nieuwe rijkdom, zoals dit gebeurde tijdens de ontdekkingsreizen. Men wilde dus gewoon nog een bijkomend gebied om te besturen want dan kreeg men een hoger aanzien.

Anderzijds waren de commerciële doeleinden ook een motivatie tot het veroveren van een kolonie. Misschien waren er grondstoffen te vinden? En jawel hoor, België vond in zijn kolonie een waaier aan grondstoffen die zeer goedkoop en makkelijk te vinden waren. De eerste economische exploitatie draaide vooral om ivoor, dienstig voor juwelen, biljartballen of pianotoetsen. Maar het grote geld kwam er pas toen John Dunlop het nut van rubber had aangetoond. Met het succes van de auto en de fiets nam de vraag naar rubberbanden explosief toe. Die rijkdom viel wild te oogsten in het Kongolese regenwoud. In 1891 produceerde Kongo 82 ton rubber, tien jaar later bedroeg dat al 6.000 ton…

3.3. Wat vooraf ging …

Leopold II was ervan overtuigd dat België een kolonie moest hebben. Deze overtuiging stak hij niet onder stoelen of banken toen hij poogde om in het verre Oosten delen van Spaanse, Portugese en Nederlandse bezittingen op te kopen. Zijn plannen in onder andere Nieuw- Zeeland en de Filippijnen liepen echter allemaal op een sisser uit. De tegenwerking van de Belgische regering was te groot. Hij vond nergens gehoor. De antikoloniale visie van zakenlui en politici vonden dat koloniën een overbodige en nutteloze last vormden.

Toen hij zijn blik richtte naar Afrika rond 1875 legde Leopold II het anders aan boord. In juni 1867 schreef hij naar Jean – Baptiste Nothomb: ‘Je désire que le grand effort qui doit ouvrir d’une manière permanente l’Afrique à la civilisation prenne date en Belgique.

En hier bleef het niet bij! In 1876 stak Leopold II pas echt van wal. Zijn plannen moesten en zouden gerealiseerd worden.

6

Page 8: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

4. Kongo

4.1. Hoe alles begon …

4.1.1. Internationale Geografische Conferentie in Brussel (1876)

De koning organiseerde op 12 december 1876 in het Paleis te Brussel een Internationale Conferentie van geografen en ontdekkingsreizigers rond de verkenning van Midden-Afrika. Hij pleitte op deze bijeenkomst voor een internationale samenwerking om de slavenhandel uit te roeien. Het openen van Afrika voor de beschaving zou tot de verdwijning ervan leiden. Daaruit groeit in 1877 de "Association internationale pour la civilisation et l'exploration de l'Afrique centrale" (Internationale vereniging voor de beschaving en de verkenning van Midden-Afrika). Er werden een vijftal expedities uitgestuurd om een aantal permanente posten op te richten, die haast volledig onder Belgische controle stonden. Van daaruit zouden militaire expedities de slavenhandelaars kunnen bestrijden. Leopold II werd begroet op deze conferentie als een bewonderenswaardige en menslievende man.

ActualiseringZowel in openbare verklaringen als in persoonlijke brieven hield hij dit imago op peil. Hij speelde zijn rol van ‘admirable souverain philantrope’ zodanig goed dat er tot op vandaag een discussie bestaat tussen de historici. Zijn de politieke en economische aspiraties van Leopold II in Kongo gegroeid uit dit humanitaire en wetenschappelijke project, of was het samenroepen van de conferentie een strategische zet in een uitgekiend veroveringsplan? Vandaag de dag bestaat nog altijd twijfel of hij écht de bedoeling had om slavenhandel uit te roeien.

 4.1.2. Henry Morton Stanley (1841 – 1904)

Stanley, Henry Morton, oorspronkelijk John Rowlands, werd grootgebracht in een armenhuis en ging in 1859 als scheepsjongen naar New Orleans. Hij kwam daar in dienst van de koopman Stanley, wiens naam hij aannam. Na vele omzwervingen werd hij in 1867 correspondent van de New York Herald. Als zodanig nam hij deel aan de expeditie naar Ethiopië, bezocht Spanje, Egypte (voor de opening van het Suezkanaal), Palestina, Turkije, Zuid-Rusland, Perzië en India.

In 1869 werd Henry Stanley, door de New York Herald naar Afrika gestuurd om Dr David Livingstone te zoeken, een beroemd arts, missionaris én ontdekkingsreiziger, die in de Afrikaanse binnenlanden werkte. Livingstone had al een aantal jaren niets meer van zich laten horen en men begon zich zorgen te maken. Stanley vond hem uiteindelijk in november 1871 in een klein dorpje in het

7

Page 9: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

zuidwesten van Afrika. Hij begroette Livingstone met de beroemde woorden: 'Dr Livingstone, I presume?'.

Gezamenlijk exploreerden zij het noordelijk uiteinde van het meer, waarbij zij tot de conclusie kwamen dat het niet met het Albertmeer (thans: Mobutumeer) in verbinding stond. In maart 1872 aanvaardde Stanley de terugtocht naar Engeland. Van 1874 tot 1877 maakte hij op kosten van de New York Herald en de Daily Telegraph een tweede reis door Midden-Afrika, waarbij hij na veel wederwaardigheden (al zijn blanke metgezellen vonden de dood) de loop van de Congorivier vaststelde.

In 1879 ging Stanley opnieuw naar Afrika, nu in opdracht van Leopold II van België, en hij had een belangrijk aandeel in de stichting van de ‘Onafhankelijke Kongostaat’ (1885). In 1890 vestigde Stanley zich in Engeland, ruilde zijn Amerikaanse voor de Britse nationaliteit en werd in 1895 tot lid van het parlement gekozen. Zijn graf vermeldt de naam hem door de Kongolezen gegeven: Bula Matari (= Breker van rotsen). Hij stierf in Londen op 10 mei 1904.

foto: Stanley met Kongolees

4.2. De uiteindeijke kolonisatie

4.2.1. Koloniale conferentie van Berlijn (1884 – 1885)

De internationale spanningen stegen in Centraal – Afrika. Uiteindelijk ging iedereen in 1884 – 1885 aan tafel zitten op de Conferentie van Berlijn. De aanwezigen waren bijna alle Europese mogendheden en de Verenigde Staten. Het belangrijkste feit op de Koloniale conferentie van Berlijn was de erkenning van de Kongostaat. Leopold II krijgt Onafhankelijke Kongostaat als persoonlijk bezit.

Verder stonden er nog drie belangrijke punten op de agenda:1. Vrijhandel in het Kongobekken2. Vrije scheepvaart op de Kongostroom en de Nijl, volgens de regels die golden op de Donau.3. Bepalingen maken voor nieuwe bezittingen langs de Afrikaanse kusten.

Engeland drong er op aan ook de humanitaire rechten van de Afrikaanse volkeren vast te leggen. Men bedoelde hiermee dat er wetten moesten zijn om slavenhandel tegen te gaan.

De conferentie besloot dus dat het gebied van de Kongo Maatschappij werd opgedragen aan Leopold II van België. Hij kroonde zichzelf tot vorst van de Onafhankelijke Kongostaat. En het Belgische parlement liet alles begaan. Wel moest Leopold II alle kosten van de kolonisatie

8

Page 10: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

zelf dragen. Bij het begin van de 20ste eeuw had Kongo zijn definitieve grenzen, die later, na de onafhankelijkheid die van Zaïre zouden worden.

4.3. Het reilen en zeilen in Kongo Vrijstaat

4.3.1. De koloniale instanties in België.

1. De Koning.

Koning Leopold II had er voor gezorgd dat de Koning een aanzienlijke macht behield. Niet alleen had hij de uitvoerend macht door middel van reglementen en besluiten, ook de wetgevende macht was in zijn handen. Hij mocht decreten uitvaardigen, behalve wanneer het zaken betrof die bij wet werden geregeld. In principe behield het parlement voorrang op de Koning en was zijn wetgevende macht gedelegeerd.  

2. De Minister van Koloniën .

In de praktijk lag het knooppunt van het koloniaal beleid bij het Ministerie van Koloniën. De Minister was in de eerste plaats politiek verantwoordelijk door de medeondertekening. Hij was ook het hoofd van de koloniale administratie zowel in België als in de kolonie.

Hiernaast zie je een afbeelding van Jules Renkin, de eerste Minister van Koloniën.

3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Voor de verdragen inzake de kolonie was de Koning verantwoordelijk. Voor de betrekkingen tussen België en vreemde mogendheden inzake Kongo was de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk. Elk contact tussen de kolonie en het buitenland moest langs dit ministerie verlopen.  

4. De Koloniale Raad.

Als tegengewicht voor een eventueel te eenzijdige aanpak van de Koning in het koloniaal beleid werd een Koloniale Raad opgericht. Dit adviesorgaan mocht beraadslagen over door de Koning voorgelegde vraagstukken en moest worden geraadpleegd over decreetontwerpen. In de Raad zetelden 14 raadsleden waarvan er 8 door de Koning waren benoemd en 6 door het Parlement. Voorzitter was de Minister van Koloniën.

 5. De Commissie ter Bescherming van de Inlanders.

De "Bestendige Commissie ter Bescherming van de Inlanders" was oorspronkelijk opgericht door Leopold II in 1896. Toen zetelden er drie protestantse en drie katholieke missionarissen in. Elk lid had de individuele plicht om misdrijven jegens de inlanders te melden bij de juridische overheid. De commissie kon zelf voorstellen inzake beleidsmaatregelen uitwerken. Het feit dat de leden zelf hun reisonkosten moesten betalen, maakte de werking ervan moeilijker. In 1909 werd de Commissie opnieuw ingesteld, op aandringen van katholieke missionarissen. Zij wilden op die manier een stem verkrijgen in het koloniale beleid.

9

Page 11: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Het doel bleef dubbel: het individueel 'klachtenrecht' enerzijds, en voorstellen leveren voor de verbetering van morele en materiële levensomstandigheden van de inboorlingen anderzijds. Na 1909 telde de commissie 7 leden, waarvan 4 katholieke missionarissen. In 1912 werd het ledenaantal uitgebreid. In 1923 werd de commissie in twee opgesplitst:  De commissie van Leopoldstad, en de ondercommissie van Katanga. In de eerste zetelden nog slechts twee katholieke missionarissen. Er was dus een gestage afname van het aantal katholieke vertegenwoordigers.  

6. Het Parlement.

Tenslotte had ook het Belgisch Parlement enkele belangrijke, zij het vooral controlerende bevoegdheden. Financieel lag haar bevoegdheid vooral bij het bij wet vaststellen van de begroting. Het belastingsrecht behoorde tot één van de bevoegdheden die aan de koning werden gedelegeerd. 

4.3.2. Koloniale instanties in Kongo     1.Gouverneur-Generaal.

De belangrijkste man in de kolonie - op bestuurlijk vlak - was de Gouverneur- Generaal die de Koning vertegenwoordigde en via ordonnanties de uitvoerende macht uitoefende.  

2.Disctrictcommissaris.

Hij moest vooral inspecteren en rapporteren en vormde een verbindingsschakel tussen de Gouverneur- Generaal en de gewestadministrateurs.  

3.Gewestgouverneur.

Tot zijn bevoegdheden behoorden belangrijke taken als het innen van belastingen, het bijhouden van de administratie, het toezicht op de hygiëne, het controleren van politieke en religieuze bewegingen. Verder moest hij de bevolking ook de voordelen van de Europese beschaving bijbrengen en ... hen aan het werk zetten. Hij was de enige in het koloniale bestuur van wie een specifieke opleiding (aan de koloniale universiteit van Antwerpen) werd verwacht.

 4.Adviesorganen.

Er zijn twee adviesorganen, de gouvernementsraad en de provincieraad.  In de gouvernementsraad was het patronaat goed vertegenwoordigd, de missies duidelijk ondervertegenwoordigd en zouden ook de inlanders vertegenwoordigd moeten zijn. Het tweede adviesorgaan was de provincieraad. De structuur lijkt sterk op de gouvernementsraad. Ook hier moesten de inlanders vertegenwoordigd zijn door personen die de Belgische nationaliteit hadden en minstens 5 jaar in de kolonie verbleven. Ook hier had de economische macht een sterke vertegenwoordiging. Tot de bevoegdheden behoorden ondermeer het onderzoek van morele en materiële levensomstandigheden van de inlanders, openbare werken

10

Page 12: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

en infrastructuur, verdediging en politie in de districten, de financiële, fiscale en economische situatie van de provincie. 4.3.3. Het Westerse mensbeeld van Afrikanen.  

De Westerse beschaving was superior. Afrikanen werden afgeschilderd als wilden. Na 1800 kreeg de wildheid een eenduidige en volstrekt negatieve betekenis. Europese attitudes werden zelfverzekerder en minder ambivalent tegenover andere culturen. Tussen circa 1860 en 1910 was de evolutionistische richting dominerend. Naar analogie van de evolutiegedachte in de natuurwetenschappen neemt men aan dat de menselijke samenleving als geheel, evenals specifieke socio- culturele elementen ervan (als huwelijk, recht, kunst) in de loop der tijden waren geëvolueerd. Niet- Westerse culturen waren overblijfsels van vroegere stadia. 

ActualiseringTijdens de kolonialisering hadden Belgen al een vertekend beeld van de ‘zwarten’. Als ik de vandaag rondom me heen kijk, is er op het vlak van racisme en discriminatienog heel wat werk aan de winkel.

4.3.4. De beschavingszending

Ook na de erkenning van Kongo Vrijstaat blijft de koning koppig in zijn opdracht geloven. In 1897 schrijft hij: “De zending die de agenten van de Staat in Kongo moeten vervullen is nobel en hoogstaand. Het is hun taak het beschavingswerk te ontwikkelen (…) De primitieve wildheid, de bloeddorstige gewoonten van duizenden jaren moeten zij geleidelijk indijken. Zij moeten de bevolking onderwerpen aan nieuwe wetten onder dewelke de dringendste en de heilzaamste ongetwijfeld die van de arbeid is.”

Hij spreekt in de vorige alinea van ‘de beschavingszending’. De vraag is natuurlijk wat Leopold II hiermee bedoelde. De grote lijnen hiervan zijn; slavenhandel en slavernij afschaffen, vrede brengen tussen de verschillende stamhoofden, de verspreiding van alcoholische dranken belemmeren, de inlanders opvoeden tot een christelijke cultuur, barbaarse gewoonten tegengaan en nieuwe wetten, handel en industrie introduceren, materiële voorspoed brengen door (nieuwe) rijkdommen van het land te ontdekken en te exploiteren, het creëren en voldoen van nieuwe noden, de gezondheidssituatie van de inlanders verbeteren.Kort komt het hier op neer: het introduceren van het westers culturele erfgoed (het christendom), en het economisch exploiteren van het land.       foto: industrie in Afrika 4.3.5. Propaganda

Na de diplomatieke successen die Leopold behaald had, moest hij immers de nodige middelen vinden om de nieuwe staat te besturen, te doen functioneren, te later renderen. Geruchten als zou Kongo helemaal niet de moeite zijn, moesten worden tegengesproken. De

11

Page 13: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

propagandamachine werd op gang gebracht. Het economische aspect kwam hierbij ruim aan bod. Hierin staat de exploitatie van de rijkdommen die het land zou te bieden hebben, centraal. Koloniale films

Vooral de koloniale films versterken het beeld van de minderwaardigheid van de ander. Door de opkomst van de bioscoop, en de vele missiemanifestaties waar er veelal missiefilms getoond worden, bereikt dit beeld de grote massa. De neger komt er te voorschijn als een infantiele primitief die bescherming -tegen zichzelf en zijn bijgeloof- nodig heeft, of als een niet te vertrouwen "wreedaardige bruut" met soms kannibaalse neigingen. De blanke, de hoofdfiguur, brengt alles tot een goed einde of sterft als een held.

Kongo – tentoonstelling in Antwerpen

Op de Kongo- tentoonstelling in Antwerpen in 1885 wijzen honderden fetisjen op de "meest primitieve en wilde staat" waarin de negers leven. De gravures en foto's die vanaf 1890 steeds vaker terug te vinden zijn in de publicaties, moedigen verdere actie aan en rechtvaardigen deze: een onmetelijk, onontgonnen land met mensen die dichter bij de dieren staan en bovendien elkaar op afschuwelijke wijze uitmoorden of door de Arabieren vervolgd en afgeslacht worden, roept om blanke begeleiding of overheersing. De ondertitels of begeleidende teksten stimuleren de lezer doorgaans tot zulke interpretatie, terwijl spotprenten de werkelijke visie vaak nog raker blootleggen. Heel wat tekeningen en vooral karikaturen vallen de plannen van Leopold aan of maken ze belachelijk. De zwarten komen er echter met een zelfde negatieve bijklank uit te voorschijn. Uit dit alles blijkt dat het idee van de superioriteit van de Westerse beschaving in zowat alle sferen leefde. Het leek evident dat de relatie tussen Europeanen en Afrikanen enkel deze kon zijn van de weldoener tegenover de begunstigde.

Museum in Tervuren

Het huidige museum dankt zijn ontstaan aan een tijdelijke tentoonstelling die in 1897 haar deuren opende als koloniaal luik van de Wereldtentoonstelling in Brussel. De drijvende kracht achter dit initiatief was Leopold II. Voor deze tentoonstelling werd het Paleis der Koloniën gebouwd. Naast het uistallen van de natuurlijke en culturele rijkdommen kreeg de toeschouwer een idee van de economische mogendheden. Een jaar na de tentoonstelling kreeg dit tijdelijk evenement een permanent karakter en ontstond het ‘Musée du Congo’.

Het museum herbergt uitzonderlijke collecties. Zo beschikt het onder andere over ’s werelds rijkste en meest befaamde verzameling etnografische voorwerpen uit Centraal – Afrika en over het volledige archief van Henry Morton Stanley. Ook deed het museum beroep op lokale informanten en organiseerde het af en toe expedities naar de kolonie zoals de Matton- expeditie en de Hutereau- expeditie in 1911. De wetenschappers werkten in vijf verschillende domeinen: culturele antropologie, zoölogie, geologie, geschiedenis en land- en bosbouweconomie.

12

Page 14: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Hiernaast zie je een authentieke reclameposter voor de tentoonstelling in 1910. Op de achtergrond zie je dus het nieuwe museum.

4.3.6. Waarom zoveel missionarissen in Afrika?   De voorkeur van de koning ging naar Belgische katholieke missies. Reeds vanaf 17 september 1876 richtte hij zich tot Mgr. Dechamps, bisschop van Mechelen om inlichtingen in te winnen over de Belgische missionarissen van Scheut in Mongolië en over de Franse missies van de paters van de Heilige Geest in Zanzibar.  Op 24 februari 1878 werd de missionering van equatoriaal Afrika uiteindelijk toegewezen aan Mgr. Lavigerie en de (Franse) Witte Paters. In 1879 richtte hij zich tot de Scheutisten en de Jezuïeten. Deze stonden echter niet te springen om in het hart van Afrika de blijde boodschap te gaan verkondigen. Na herhaalde contacten zullen tenslotte Scheutisten in 1888 en 5 jaar later de Jezuïeten vertrekken. Van dan af zenden steeds meer ordes missionarissen naar Kongo.

In 1906 sloten Leopold II en het Vatikaan een conventie. Die bepaalde dat de katholieke missies gratis en eeuwigdurend de grond in concessie krijgen die nodig is voor hun onderhoud en werking. De missies nemen het oprichten van inlandse scholen onder controle van de regering op zich. Uit dit alles blijkt duidelijk dat Leopold wel degelijk beroep deed op de missionarissen om de "beschavingszending" te vervullen. Hij beperkte zich hierbij echter tot de katholieke en nationale missies. Op deze manier zou hij zijn positie ter plaatse makkelijker kunnen versterken.  De missionarissen kwamen in Afrika als de apostels van een nieuw geloof en als vertegenwoordigers van een nieuwe levensstijl. Zij kwamen als zedenmeesters van de Afrikanen. De Afrikaan moest een nieuwe mens worden.  Pijlers van de moraal van deze nieuwe man waren onder andere de arbeidsmoraal, het individualisme en het geloof in een kerngezin.  Op materieel vlak speelde ze een grote rol op gebied van het onderwijs en ziekenzorg. Het was er de missionaris niet enkel om te doen de zieke te helpen. Zijn medische activiteit werd eveneens gezien als een vorm van strijd tegen de invloed van de traditionele medicijnman. Missionarissen gaven ook diverse opleidingen. Op die manier werden geletterde personen, soldaten voor het leger of arbeidskrachten gevormd. Koning Leopold II dacht er alle belang bij te hebben dat de opererende missionarissen Belgisch waren.

13

Page 15: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

De missies kregen de volle steun van de katholieke partij in België. Zij probeerde steeds de portefeuille van de Minister van Koloniën in hun handen te hebben. Tien jaar lang oefende Jules Renkin, een katholiek, deze functie uit. 4.3.7. Financiële moeilijkheden

In 1885 had Kongo namelijk geen enkele vorm van staatsstructuur of administratief apparaat. Na een paar jaar kon Leopold II deze opdracht financieel niet meer aan. Het oprichten van een Kongolees leger en een administratie kostten veel geld. Hij moest het leger bijvoorbeeld vormen uit Kongolezen en die hadden nog nooit gehoord van discipline, training en operaties. Daarbij kwam ook nog eens de Akte van Berlijn die verplichtte tot vrijhandel. Leopold wilde de rubber- en ivoorexploitatie monopoliseren en zette zich daarmee af tegen de Akte van Berlijn, die voor vrijhandel pleitte. Hiertegen volgden vele protesten met als gevolg een verdeling in een kroondomein, een vrijhandelszone en een voor de handel gesloten gebied. Leopold probeerde dus een lening te bekomen bij het Parlement en daarna bij de Belgische Staat. Hij kreeg 25 miljoen op voorwaarde dat de Kongostaat zou toebehoren aan België.

4.3.8. Uitbuiting van de bevolking en de natuurlijke rijkdommen

1. Natuurlijke rijkdommen

Zoals eerder al gezegd, is Afrika een zeer rijk land qua grondstoffen. Vooral ivoor, kopal (= hars om te vernissen) en rubber vielen erg in de smaak van de Belgen. Doordat men in het Braziliaanse Amazonegebied rubber op kleine schaal oogstte, had men niet genoeg voor onze vlot draaiende economie. Dus moest men op zoek gaan naar een andere plaats van ontginning. Het Kongobekken moest er dus ook aan geloven. Daar vinden we voornamelijk rubberlianen (Landolphia) en het rubbergras (Carpondius).

afbeelding: landolphia

2. Arbeidsprestaties

Van de Kongolese bevolking werd verwacht dat ze veel arbeid leveren voor ons. Maar deze arbeidsprestaties gaan vaak gepaard met lijfstraffen, gevangenzettingen, boetes,… Door al deze praktijken stierven ook veel mensen. En daar kwamen nog eens de hongersnood en epidemieën bij. De Belgen waren reeds op de hoogte sinds 1890 van de wantoestanden en de excessen in Kongo. Officieel heette het nochtans dat Leopold zich met Afrika bemoeide om daar de Arabische slavenhandel uit te roeien en de Kongolezen de weldaden van beschaving en christendom te brengen.

3. De Chicotte en erger:

Koning Leopold voerde wel de strijd tegen de slavenhandel als reden voor zijn koloniale initiatief aan, dragers, soldaten of spoorwegarbeiders liet hij onder dwang dienst nemen. En

14

Page 16: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

zijn agenten ter plekke hielden de discipline erin met de chicotte, een zweep van nijlpaardenhuid. Voor de rubbertap zou het niet anders gaan. Het bleef niet bij dwangarbeid alleen. Het exploitatieregime berustte op niets anders dan terreur en georganiseerd geweld. Dorpen kregen quota van te produceren hoeveelheden rubber opgelegd. Het leger en de milities van de concessiemaatschappijen gijzelden vrouwen, kinderen en ouderlingen in erbarmelijke omstandigheden om de ijver van de mannen te verhogen. Dorpen die hun quota niet haalden, kregen strafexpedities op zich afgestuurd, met platgebrande hutten en moordpartijen als gevolg. Om hun munitieverbruik te verantwoorden, moesten de soldaten een hand van hun slachtoffers afsnijden. Al gebeurde het ook dat ze handen of voeten afhakten van levende mensen, ook van kinderen, bij wijze van intimidatie of om te verhullen dat ze kogels hadden verspild bij de jacht.

foto: lijfstraffen met chicotte

4. Gevolgen:

De gevolgen van die gewelddadige uitbuiting waren rampzalig. Hele gebieden raakten ontvolkt. Volgens demografisch onderzoek zakte de Kongolese bevolking tussen 1880 en 1920 - met de rubbercampagne in het midden daarvan - met zeker de helft in aantal als gevolg van moorden, honger, uitputting, ziekte, ontbering en een sterk gedaald geboortecijfer. Dat betekent dat Leopolds regime tien miljoen Kongolezen het leven heeft gekost. Dat getal verklaart waarom sommigen daarvoor wel eens termen als genocide of zelfs holocaust in de mond nemen.

5. Opstand:

Al deze misbruiken werden veroordeeld in een rapport van de Britse diplomaat Roger Casement en in een internationaal protest waarin de Britse journalist E.D. Morel een centrale rol nam. Hieronder geef ik uitleg wat deze mensen betekent hebben in deze onmenswaardige omstandigheden.

Edmund Morel: De grote gangmaker van het protest tegen Leopolds uitbuiting van Congo zou de Engelse scheepsagent Edmund Morel zijn. Hij had gemerkt dat grote hoeveelheden kostbaar rubber in Antwerpen arriveerden, maar dat de Kongoboten nagenoeg leeg weer naar Boma en Matadi vertrokken. Allerlei getuigenissen konden zijn vermoedens omtrent de Kongolese roofbouw alleen maar bevestigen.In Engeland bracht hij een grootschalige actie tegen Leopold op gang. Het was de eerste internationale mensenrechtenbeweging in de geschiedenis. Haar optreden bewijst overigens dat het Kongolese schandaal niet alleen naar hedendaagse normen, maar ook naar de normen van toen als ethisch totaal onaanvaardbaar werden beschouwd. Morel, die eerst met zijn weekblad The West African Mail en vanaf 1904 met de Kongo Reform Association campagne voerde, slaagde erin de Engelse politiek en publieke opinie te mobiliseren. Dat bracht

15

Page 17: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

de Britse regering ertoe om haar consul in Boma met een onderzoek naar de beschuldigingen te belasten. Roger Casement:In 1904 werd een enquêtecommissie opgericht, bestaande uit drie bekende advocaten om het Casement- rapport te contoleren. Ze bestond uit Edouard Janssens, advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, de Italiaanse baron Giacomo Nisco, voorzitter van het Hof van Beroep in Boma, en de Zwitserse jurist de Schumacher.De commissie publiceerde haar rapport in november 1905. Zijn rapport liet geen twijfel bestaan over de juistheid van Morels aanklacht. Ze bevestigden dat de wantoestanden wel degelijk bestaan. Koning Leopold hoopte de zaak te kunnen sussen door zelf een onderzoekscommissie naar Kongo uit te sturen. De Belgische politiek, wilde Kongo als kolonie overnemen.

George Washington Williams:George Washington Williams, een zwarte Amerikaanse dominee, werd in 1890 door de regering van de VSA uitgezonden om een onderzoek in te stellen naar de situatie in Kongo Vrijstaat. Hij schreef het ophefmakend boek ‘Red Rubber’, dat de mensen wou choqueren en alert maken voor de gebeurtenissen daar.

Commissie ter Bescherming van de Inlanders:Zoals onder punt: ‘4.3.1. Commissie ter bescherming van de Inlanders’ staat, is deze dus een orgaan die opgericht werd in 1896. Deze werd samengesteld uit missionarissen.

De bovenstaande drie personen hebben zeker geleid tot een overname van Kongo door de Belgische Staat. In 1906 eiste het Parlement de onmiddellijke overname van Kongo en de uitwerking van een nieuw statuut.

6. Een half miljard uit Congo:

Hoeveel sleepte koning Leopold II weg uit Congo?Hij deed er alles aan om het cijfermateriaal daarover te verbergen. Toch is het mogelijk om via zijn nalatenschap een voorzichtige schatting te maken. Ze gaat uit van de uitgaven die de koning kon verrichten dankzij het Kongolese geld, te verminderen met wat hij al bezat vóór zijn Kongolese avontuur begon en met de opbrengsten uit andere, niet-Kongolese beleggingen, zo'n tien procent van zijn portefeuille. Het eindresultaat is een minimum. Onbekend zijn bijvoorbeeld wat Leopold in de aanleg van de Tervurenlaan stopte en de onroerende meerwaarden bij verkavelingen rond de groene zones die hij creëerde. De bedragen zijn omgerekend naar hun huidige waarde.

Onroerend goed, nu in bezit van de Koninklijke Schenking: 450 mln euro Triomfboog Jubelpark, Museum Tervuren: 81,5 mln euro Portefeuille Koninklijke Schenking: 30 mln euro Aangetroffen in de nalatenschap: 145 mln euro Kongolese waardepapieren barones de Vaughan (minimum): 30 mln euro Inkomsten uit andere beleggingen: -59 mln euro Totaal opbrengsten uit Congo: 532,5 mln euro

Actualisering

16

Page 18: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Ons vorstenhuis geniet vandaag de dag nog altijd van Leopold’s ondernemingen inKongo. Ze moesten hem dankbaar zijn!

4.4. Belgisch Kongo (1908 – 1960)

4.4.1. Het verbeterde bestuur

De Onafhankelijke Kongostaat werd Belgisch Kongo. De Belgen vergaten alle wanpraktijken die er gebeurd waren en waren trots op hun kolonie. Leopold II werd geprezen omdat hij Kongo als kolonie had kunnen verwerven.

Met Leopold niet meer aan de macht verbeterde het bestuur aanzienlijk en er werd een niet onaanzienlijke economische en maatschappelijke vooruitgang gerealiseerd. De Belgen zetten zich in om het Leopoldistische systeem weg te werken. De regering gebruikte overheids- middelen om een grootschalig ontwikkelingsbeleid uit te bouwen en plaatste het Kongolese leger onder het bevel van de Belgische troepen. Voor Kongo brak een periode van opmerkelijke institutionele stabiliteit aan en ook op economisch en humanitair vlak boekte het land verdere vooruitgang. In 1910 voerden ze de vrijhandel opnieuw in en schafte ze het monopolie voor rubber en ivoor af. De exploitatie van de mijnen werd nieuw leven ingeblazen via ondernemingen als Union Minière du Haut- Katanga en de Generale Maatschappij van België.

17

Page 19: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

4.4.2. Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was er eerst de schending van de neutraliteit van België, daarna vielen de Duitsers Kivu en het westen van Tanganyika binnen, waardoor de Belgen mee in het conflict werden gesleept. Ze mobiliseerden 18.000 soldaten en vooral 200.000 dragers, die meededen bij de verovering op de Duitsers van het huidige Kameroen.

Na de Eerste Wereldoorlog kwam er een periode van grote vooruitgang. De koloniale exploitatie ging gewoon voort na het conflict. De bevolking werd opgedeeld in etnische groepen, de kolonie verdeeld in provincies, districten en territoria of sectoren. Door een intense verstedelijking werden buitengewone centra opgericht in de steden. Ook een spoor- en wegennet werd tot stand gebracht. Maar de Belgische kolonisatie werd ook gekenmerkt door rassendiscriminatie. De opvoeding was volledig toevertrouwd aan religieuze instellingen en werd beperkt tot de basis volgens de toen populaire spreuk: ‘Geen elite, geen problemen!’ Slechts een minieme categorie van ‘geëvolueerden’ had enkele privileges.

4.4.3. Het reilen en zeilen in Belgisch Kongo

Exploitatie van grondstoffen

Zoals eerder al vermeld, beleeft Kongo een economische groei rond 1910. België besliste om te investeren, onderzoeken uit te voeren, geavanceerde landbouwtechnieken gebruiken,… Leopold II zijn opvolger, Leopold III, richtte het Nationaal Instituut voor Landbouwstudie op in Belgisch- Kongo. Dit instituut werd zeer bekend omdat ze veel plantenonderzoeken deden.

Mijnbouw

De mijnbouw zorgt ook voor de stijgende economische welvaart in Kongo. Eerst en vooral door de mijnbouw zelf maar ook door de vele aanverwante sectoren die erdoor ontstaan. Zo creëert de mijnbouw onrechtstreeks ook werkgelegenheid voor de wegenwerken, voedingssector, andere industrieën,… Vooral het wegennet wordt op een zeer korte tijd énorm uitgebreid.

Exploitatie van diamanten

18

Page 20: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

In 1913 begon men ook diamanten te ontginnen. De Kongolezen haalden hier ook zelf voordeel uit. Ze kregen namelijk de helft van de winst die uit de diamanten werd gehaald. De diamanthandel werd dus een zeer belangrijke inkomstenbron. Maar zelfs vandaag is Kongo nog altijd een van de belangrijkste producenten van de diamant. ActualiseringOok vandaag is Kongo nog altijd dé belangrijkste producent van de diamant. De manier waarop die diamanten ontgonnen worden, komt dikwijls in de media. Vaak moeten mensen in erbarmelijke omstandigheden op zoek gaan naar diamanten!

Onderwijs

Er werden lagere schooltjes opgericht voor de kinderen, waar men zeer trots op was. De meisjes leerden er vooral het huishouden doen en de jongens leerden er handenarbeid verrichten. Hoger onderwijs was er ook maar je had slechts één richting: de priesteropleiding. Universitair onderwijs ontstond in Kongo pas rond 1955. De studenten daar werden vooral opgeleid om epidemieën te bestrijden. Ook kindersterfte was nog altijd een groot probleem. Men had dus veel dokters en verpleegsters nodig om deze twee grote problemen te verhelpen.

4.4.4. Tweede Wereldoorlog

Tijdens de tweede wereldoorlog behaalde het kleine Kongolese leger verschillende overwinningen tegen de Italianen in Noord- Afrika. De kolonie vocht mee in Ethiopië. Sommige soldaten werden daarna naar het Verre Oosten gestuurd. In Belgisch Kongo moest er langer worden gewerkt om de productie van ertsen, rubber en palmolie te vergroten. Zo kende Belgisch Kongo tussen 1945 en 1960 een periode van echte economische ontwikkeling. Meer dan 100.000 Europeanen (Belgen, Portugezen, Grieken) beheerden de administratie en beheersten de grote economische sectoren. Na de oorlog bleven de Belgen lange tijd vijandig tegen de evolutie van hun kolonies. In 1956 publiceerde professor Van Bilsen een dertigjarenplan voor de emancipatie van Belgisch Afrika. Het werd al snel een berucht boek. Nochtans werden sinds 1946 enkele vakbonden toegestaan, maar dan wel onder de strikte controle van de administratie.

Omdat de vrije meningsuiting niet bestond, maakte de oppositie een tijdlang een religieuze omweg, onder de bescherming van syncretische kerken, onder andere die van Simon Kimbangu vanaf 1921 en die van Kitawala (Watchtower) vanaf 1923. In de jaren 1950 werd de oppositie politiek. In 1956 verscheen het Manifeste de Conscience africaine, dat werd

19

Page 21: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

opgemaakt door een groep ‘geëvolueerden’ die onafhankelijkheid eiste. Naar het voorbeeld van de Franse kolonies, zoals Senegal en dichterbij Gabon, die onafhankelijk werden in 1960, kwam ook Kongo plots in de malaise van een onvoorbereide onafhankelijkheid.

4.5. Onafhankelijkheid (1960)

Na de Tweede Wereldoorlog nam in de hele wereld het streven naar onafhankelijkheid toe. In de Belgische economische en politieke kringen dachten echter velen dat Kongo nog heel lang een kolonie zou blijven. Men onderschatte het politieke bewustzijn van de Kongolezen. In 1957 werd Abako (Association des Bakongos) opgericht, de eerste politieke partij in Kongo, en ze won de gemeenteraadsverkiezingen in Leopoldstad. Een beslissend gebeuren was de volksopstand in de hoofdstad op 4 januari 1959. Er vielen tientallen doden en honderden gewonden. De regering reageerde met verdeeldheid en paniek.

Op 20 januari 1960 was er een rondetafelconferentie in Brussel om de onafhankelijkheid te organiseren. Doordat de politiekekers van Kongo nog niet veel rond de tafel hadden gezeten, kwamen er veel tegenstrijdige meningen naar voor. De Kongolezen wisten dus niet goed hoe ze het wilden. Maar wat ze wilden, stond al snel vast: dekolonisatie! De datum werd echter wel al vastgelegd: 30 juni 1960.

Op 30 juni ging Koning Boudewijn naar Leopoldstad voor de onafhankelijkheidsverklaring. Hieronder zie je een stukje van zijn toespraak die toen hield:

‘Ten overstaan van het eensgezinde verlangen van uw bevolkingen, hebben wij niet geaarzeld om U vanaf nu deze onafhankelijkheid toe te kennen’.(…)’Uw leiders zullen de moeilijke taak kennen om te regeren. Het algemene belang van het land zullen zij op de eerste plaats van hun bekommernissen moeten zetten, wat ook de partij is waartoe zij behoren. Zij zullen aan het Congolese volk moeten leren dat de onafhankelijkheid niet gerealiseerd wordt door de onmiddellijke genotsbevrediging, maar door de arbeid, door het respect voor de vrijheid van de ander en de rechten van de minderheid, door de verdraagzaamheid en door orde zonder dewelke geen enkel democratisch regime kan overleven.’

Uiteindelijk werd Kongo op een erg snelle en chaotische manier op 1 juli 1960 volledig onafhankelijk. Maar… de voorspellingen die Boudewijn deed in zijn toespraak, werden bevestigd. Hij had gewaarschuwd voor een chaotische politiek en opstand. Vier dagen later, op 4 juli dus, braken er rellen uit. Leopoldstad was onveilig geworden, ook voor de vele Belgen die daar nog steeds verbleven. De troepen die daar nog waren moesten dringend versterkt worden. Op 8 juli besloot België 240 Belgische para’s te sturen. Anderzijds moest België er ook voor zorgen dat de vele missionarissen veilig terug naar België konden terugkeren.

20

Page 22: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

4.6. Kongo wordt Zaïre

4.6.1. Mobutu

Op 24 november 1965 pleegde generaal Mobutu voor de tweede keer een staatsgreep. Hij zette president Kasavubu en premier Kimba af. Mobutu verbood voorlopig (voor vijf jaar) alle politieke activiteit, verbood stakingen, en verminderde de salarissen van de ambtenaren.Een jaar later liet Mobutu ex-premier Kimba en drie van zijn ministers executeren. In juli kwamen 2500 Katangese gendarmes, ondersteund door Belgische huurlingen, tegen het bewind van Mobutu in opstand. In datzelfde jaar werd Leopoldstad officieel omgedoopt in Kinshasa. Tal van provinciesteden kregen ook een nieuwe naam.

Op 21 oktober 1971 werd Kongo officieel omgedoopt tot Zaïre. President Mobutu lanceerde een brede campagne om het land "Afrikaanser" te maken en de sporen van het koloniale bewind zoveel mogelijk uit te wissen. Dat beleid stond bekend onder de naam "terugkeer naar de oorspronkelijkheid". Mannen werden geacht, niet langer een westers pak te dragen maar een "abacost"("weg met het pak").

4.6.2. Oppositie

Generaal Mobutu verstevigde zijn macht door een éénpartijstaat in te richten. Er was nu maar een partij toegestaan, de MPR (Mouvement Populaire de la Révolution).

In juni van het jaar 1967 werd de Zaïre ingevoerd (gelijk aan 100 Belgische Frank).

In mei 1974 tekende Zaïre een militair samenwerkingsverdrag met Frankrijk. Met deze overeenkomst breidden de Fransen hun politieke en militaire invloed uit tot midden Afrika.Van toen af aan begon Mobutu zich te bemoeien met de burgeroorlog die in Angola was uitgebroken onmiddellijk na de onafhankelijkheid van dat land. Zaïre steunde de FNLA, (Nationaal Angolees Bevrijdingsfront), een van de drie partijen in de burgeroorlog, naast de MPLA en de UNITA.Met steun van de Sovjet-Unie en Agostinho Neto van de Angolese MPLA deden gewapende eenheden van de FNLC (Front National de Libération du Congo, Kongolees nationaal bevrijdingsfront) een inval in Shaba, rond 1977. Frankrijk schoot Mobutu te hulp bij het neerslaan van deze beweging, door ijlings Marokkaanse troepen naar het gebied te vliegen.

In 1978, bij een nieuwe inval van de FNLC vanuit Angola (met ca. 4000 man troepen), werd de stad Kolwezi in Shaba belegerd. Binnen een week stuurden de Fransen een regiment parachutisten. Ook België stuurde een eenheid paracommando's. Binnen 48 uur na de landing

21

Page 23: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

van de parachutisten waren de Europese inwoners van de stad geëvacueerd en de rebellen verdreven. Na het vertrek van de Fransen en Belgen werd een inter-Afrikaanse vredesmacht naar Shaba gestuurd, bestaande uit Marokkaanse, Senegalese, Gabonese, Ivoriaanse en Togolese troepen, allen afkomstig uit Franssprekende Afrikaanse landen. Om verdere herhalingen van dergelijke incidenten te voorkomen zocht Mobutu toenadering tot Angola, en nodigde de Angolese president Neto uit voor besprekingen in Kinshasa. In oktober 1988 vonden grote demonstraties plaats tegen het regime Mobutu. De politie greep hardhandig in. Dit werd beschouwd als het begin van de "Zaïrese perestroika". De Belgische premier Wilfried Martens stelde voor, een deel van de Zaïrese buitenlandse schuld kwijt te schelden. Mobutu vond dat niet genoeg en gaf opdracht aan alle Zaïrezen die in België woonden om het land te verlaten. Een jaar later werd een overeenkomst met België getekend, waarbij 11 miljard Belgische Frank van de Zaïrese schuld werd kwijtgescholden. De Belgische ontwikkelingshulp aan Zaïre werd hervat.

Het was Mobutu klaarblijkelijk ernst met de voorgenomen hervormingen. In april 1990 werd Lunda Bululu benoemd als premier van een overgangsregering. Tenslotte werden in december andere politieke partijen toegelaten. De oppositie tegen Mobutu groeide met de dag: bij demonstraties op de universiteit van Lubumbashi werden 500 studenten doodgeschoten door leden van de presidentiële garde. In juni werden 700 Belgische ontwikkelingswerkers teruggestuurd.

Op 7 augustus 1991 werd de Nationale Conferentie geopend, die oplossingen moest aandragen voor de nationale crisis waarin het land verzeild was geraakt. President Mobutu slaagde er niet in een geschikte premier te vinden: nadat drie premiers waren benoemd en ontslagen werd op 25 november Nguza Karl-I-Bond benoemd tot premier. In het hele land werd de tegenstand tegen Mobutu steeds sterker en de repressie steeds heviger. In april vielen meer dan 40 doden bij een demonstratie in de diamantstad Mbuji-Mayi, in september heerste volledige anarchie in de grote steden, waarbij op grote schaal werd geplunderd en waarbij honderden doden vielen. Frankrijk stuurde 1200 man troepen en België 500 man parachutisten, om Europese burgers te evacueren. De troepen werden begin november teruggehaald.

4.6.3. Eerlijke verkiezingen ?

Op 31 oktober 1970 werd Mobutu tot president gekozen. Hij was de enige kandidaat.

In december 1977 werd Mobutu herkozen als president. Hij kreeg 98,1% van de stemmen, maar net als voorheen was hij de enige kandidaat.

De algemene verkiezingen in september 1987 verliepen zonder problemen, maar de verkiezingen voor gemeenteraden en regionale bestuursorganen werden wegens fraude nietig verklaard.

22

Page 24: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

vlag: Zaïre

4.6.4. Vluchtelingen trekken Zaïre binnen

In 1994 vluchtten meer dan een miljoen mensen naar Zaïre als gevolg van burgeroorlogen in de buurlanden Rwanda en Burundi. President Mobutu gaf Frankrijk toestemming om vanaf Zaïrees grondgebied een hulpactie in Rwanda op touw te zetten. Als gevolg daarvan vluchtten ook Rwandese militairen en massamoordenaars (Hutu-milities) naar Zaïre. Deze medewerking leverde Mobutu wel een uitnodiging op om deel te nemen aan de Frans-Afrikaanse topconferentie in Biarritz waarmee aan het internationale isolement van Zaïre een einde kwam. Mobutu sprak met de oppositie af dat er een overgangsparlement zou worden ingesteld.

4.6.5. Het einde van Mobutu

Eind september 1996 richtte Laurent-Désiré Kabila de AFDL op (Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo-Zaïre), met als doel het regime van Mobutu omver te werpen. De president was eind augustus in Lausanne geopereerd aan prostaatkanker en keerde in december pas terug in Kinshasa. De stad Bukavu viel als eerste in handen van de AFDL, daarna volgden Goma, Butembo en Buna. De AFDL leverde taaie gevechten in Kivu, en dreef 250.000 Tutsi-vluchtelingen terug naar Rwanda. In november begon de terugkeer van nog eens 500.000 vluchtelingen. In december verklaarde de Franse regering dat de territoriale integriteit van Zaïre behouden moest worden.

De opmars van de opstandelingen onder leiding van Kabila was niet te stoppen. Bemiddelingspogingen van de Zuid- Afrikaanse president Nelson Mandela liepen op niets uit. Op 16 maart verklaarde de Belgische regering dat het Mobutu-tijdperk voorbij was, zes weken later verklaarde de regering van de VS hetzelfde. Op 17 mei werd de Chef van de

23

Page 25: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Generale staf, generaal Mahélé, door de DSP (Division Spéciale Présidentielle, Mobutu's presidentiële garde) vermoord. Kabila's troepen trokken Kinshasa binnen en daarmee kwam het regime Mobutu ten einde. Kabila werd president. Zaïre werd weer omgedoopt tot Kongo.

4.7. Democratische Republiek Kongo

4.7.1. Laurent- Désiré Kabila

Op 18 mei 1997 trokken de soldaten van de Alliantie van Democratische Krachten onder leiding van Laurent- Désiré Kabila de Zaïrese hoofdstad Kinshasa binnen, waar zij als bevrijders werden binnengehaald. Twee dagen later riep Kabila zichzelf uit tot president van de Democratische Republiek Kongo. Daarmee kwam een eind aan het jarenlange bewind van dictator Mobutu, maar niet aan de strubbelingen. De burgeroorlog in Kongo sleepte zich jaren voort en verergerde in 1998 toen rebellen met steun van Rwanda en Oeganda probeerden president Laurent Kabila weg te jagen. Twee van de bekendste rebellengroepen zijn

de Beweging voor Kongolese Bevrijding (Oeganda) en de Kongolese Unie voor Democratie (Rwanda).

Lusaka- akkoord

Eind januari 2000 hield de VN- veiligheidsraad een debat over de situatie in Kongo waarbij de bij het conflict betrokken landen (Angola, Namibië, Oeganda, Rwanda, Zimbabwe en Kongo- Brazzaville) hun steun uitspraken over het in juli 1999 in Lusaka ondertekende vredesverdrag. De uitvoering van dit verdrag zorgde al meteen na de ondertekening voor problemen. Er kwam geen politiek debat, geen wapenstilstand, geen terugtrekking van de troepen,…In februari 2000 wou de veiligheidsraad 500 waarnemers en 5000 militairen naar Kongo sturen. De speciale VN- missie voor Kongo (MONUC), moest toe zien of een staakt – het – vuren werd uitgevoerd. Kabila wou helemaal geen pottekijkers, later waren er slechts 250 VN- waarnemers in Kongo

In 2000 benoemde President Kabila een parlement van 240 aangewezen leden uit alle 11 provincies van het land. De opstandelingen van de RCD-ML en de RCD-Goma in het oosten hadden inmiddels bijna de helft van het land onder controle. De MLC en de RCD-ML werden gesteund door bijna 10.000 man Ugandese troepen. De RCD-Goma werd geholpen door 20.000 man Rwandese militairen. Protesten van de plaatselijke bevolking (stakingen) tegen de uitbuiting door de rebellen en hun buitenlandse helpers haalden niets uit. Het Kongolese leger van bijna 60.000 man had de assistentie van 12.000 man Zimbabweanen, 2000 Namibiërs en 2000 Angolezen. Kabila's pogingen om de opstandelingen te verdrijven bleken vruchteloos. Hij weigerde op voorhand een VN- strijdmacht toe te laten, die onder anderen Secretaris-

24

Page 26: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Generaal Kofi Annan naar de Kongo wilde sturen. Sinds augustus 1998 had de burgeroorlog al 200.000 doden geëist. Ongeveer 1,7 miljoen mensen waren aan de indirecte gevolgen (honger, ziekte, ontberingen) overleden.

4.7.2. Joseph Kabila

Op 16 januari 2001 kwam Kabila tijdens een mislukte staatsgreep om het leven. Zijn zoon, Joseph Kabila, volgde hem op. Rond die moord speelde lange tijd een rechtszaak. In zijn eerste publieke toespraak zei hij een eind te willen maken aan de oorlog. Verder verklaarde hij ook dat er politieke hervormingen moesten komen.

In februari 2001 beslisten de partijen om hun troepen 15 km terug te trekken van de frontlinie en een wapenstilstand te maken. De VN- militairen kwamen ook aan in Kananga, Mbandaka en Kisangani. Deze militairen moesten de VN- waarnemers ondersteunen bij het toezicht op de wapenstilstand.

De aanwezig waarnemers beschuldigen een jaar later de partijen dat ze de wapenstilstand niet naleven. In december 2002 werd in Pretoria, een akkoord gesloten tussen de partij van Kabila, de rebellengroepen en de politieke oppositie. Deze afspraken leidden tot het voeren van een overgangsregel onder leiding van Joseph Kabila. De politieke oppositie kregen ook posten toegewezen. Verder werd afgesproken dat er democratische verkiezingen zouden worden gehouden.

Nog een jaar later bevestigde MONUC dat rebellengroepen nog altijd mensonwaardige praktijken deden zoals verkrachtingen, martelingen, kannibalisme,… In 2003 werd in Zuid- Afrika een akkoord gesloten met de Kongolese regering, rebellen en binnenlandse oppositiepartijen. Er kwam een overgangsperiode waarin de regering vooral de democratische verkiezingen van 2005 moesten voorbereiden.Natuurlijk waren er ook problemen bij de overgangsregel. Het vormen van een nationaal leger vormde problemen. Op 30 juni 2003 sloten de partijen na lange onderhandelingen een nieuw akkoord en er kwam op 17 juli een nieuwe overgangsregel.

Er zijn nog steeds VN- soldaten in Kongo aanwezig. Op 1 oktober 2004 besloot de VN- veiligheidsraad om de troepenmacht van MONUC uit te breiden met 5900 extra soldaten.

25

Page 27: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Op 30 juli 2006 waren er verkiezingen in de Democratische Republiek Congo. De opkomst was redelijk hoog tijdens de eerste vrije verkiezingen in ruim veertig jaar.

5. Rwanda en Burundi

5.1. Rwanda- Urundi

5.1.1. Voorgeschiedenis

Toen Rwanda in 1903 onder Duits koloniaal bewind kwam te staan, was het land reeds eeuwenlang een koninkrijk. Er leven drie volksstammen, de Batwa, verwant aan de Pygmeeen, de Tutsi, zeer groot van gestalte, en de Hutu, de overgrote meerderheid (80% van de bevolking). Van oudsher werd Rwanda geregeerd door een Tutsi-koning en werden de Hutu en de Batwa gediscrimineerd. Voor W.O. I maakte Duitsland aanspraak op Rwanda als kolonie, hoewel hiervan in praktijk nooit iets terecht kwam.

5.1.2. De rol van België

De Belgen verslaan de Duitsers in de Oost- Afrikaanse Slag en nemen de macht van de Duitsers over in Rwanda. In 1916 vallen Belgische troepen Rwanda binnen. Na W.O. I werd Rwanda aan België toegewezen als protectoraat. De politieke toestand veranderde hierdoor echter niet en de Tutsi-koningen bleven regeren, maar nu met Belgische "bescherming". België wist dankzij talrijke missie- en ontwikkelingsprojecten wel zijn

foto: Belgen nemen de macht over stempel op het land te drukken.

De bron van alle kwaad ligt in de rivaliteit tussen de twee etnische groepen en de manier waarop de Belgische kolonisatoren daar vroeger mee omgingen. De meerderheid van de bevolking bestaat uit Hutu's. Zij werden gezien als de boeren en arbeiders van het land, waar de Tutsi-minderheid werd gezien als de ‘aristocratische adel', bestuurders in hart en nieren.Sommige auteurs noemen de Tutsi's zelfs verwant met de Europeanen en ze zouden zelfs een ‘blanke oorsprong' hebben. De Belgische kolonisatoren leggen daarom alle (aan de blanken ondergeschikte) bestuurlijke functies in handen van de Tutsi's De Tutsi's kregen alle ambtenarenbaantjes van de Belgen, hetgeen kwaad bloed zette bij de Hutu-bevolking.

België verplicht alle (Hutu-)boeren om een bepaalde hoeveelheid koffiestruiken te planten. De Tutsi- oversten moesten hierop toezien. Dit zet kwaad bloed onder de Hutu's, temeer

26

Page 28: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

omdat de Tutsi- oversten een oogje dichtknijpen tegenover hun eigen volksgenoten (die officieel ook koffiestruiken moeten planten). Vanaf nu ontstond er definitief een sfeer van haat en nijd tussen beide volken.

5.1.3. Revolutie

In de jaren 1950 wou ieder Afrikaans onafhankelijk zijn. Jonge Tutsi- intellectuelen werden nationalist. België moest iets doen en dus zetten ze de Hutu’s op tegen de Tutsi’s. Zo was België gevrijwaard van opstanden want de Tutsi’s werden nu als rivaal aanzien. In 1959 vond er een revolutie plaats waardoor een einde werd gesteld aan de heerschappij van de Tutsi. Onder leiding van Belgische officieren begonnen de eerste moordpartijen op de Tutsi’s. De Belgische gouverneur Harroy leidde de ‘anti- Tutsi- revolutie’. Er werden in totaal duizenden Tutsi’s gedood en het land uitgejaagd. Veel Tutsi’s vluchten naar Uganda. Op 28 januari 1961 bereikten de gevechten een hoogtepunt waarop de monarchie werd omvergeworpen. Rwanda werd een republiek en Burundi werd een koninkrijk!

5.1.4. Onafhankelijkheid

In 1962 verkreeg het land (Rwanda-Urundi) totale onafhankelijkheid. Het land splitste zich op in Rwanda en Burundi. Rwanda werd een Republiek. De republiek bedient zich van een éénpartijstelsel, dat de politieke stabiliteit en de ontwikkeling van het land in de hand werkt, zolang een goede president aan het hoofd van het land staat. De politieke partijen zijn verdeeld naar etniciteit; bij verkiezingen winnen de Hutu's met 83% (ongeveer ook hun aandeel in de bevolking). Burundi wordt een koninkrijk.

In mijn bundel maken we nu dus een onderscheid tussen Rwanda en Burundi. De gebeurtenissen in beide landen worden nu apart behandeld, en niet meer als 1 geheel.

27

Page 29: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

5.2. Rwanda

5.2.1. De beginjaren

In 1963 vallen de Tutsi’s vanuit Uganda, Rwanda binnen en doen tevergeefs een poging tot een staatsgreep. Ze wilden opnieuw aan de macht komen maar zij werden uiteindelijk weer het slachtoffer van hun poging. Veel Tutsi’s vluchtten naar de buurlanden Burundi, Kongo en Uganda. Bij latere verkiezingen in 1965 won de partij van de Hutu’s alle zetels in het parlement.

In de jaren '70 maakte Rwanda een voorspoedige economische ontwikkeling door. Vanaf midden jaren '80 stagneerde de groei en ontstonden maatschappelijke en politieke spanningen. De roep om hervormingen en afschaffing van het eenpartijstelsel nam toe. Intussen was de Tutsi- gemeenschap in ballingschap het recht op terugkeer en deling van de macht gaan eisen.

In 1990 ontwikkelde zich een eerste burgeroorlog. Gewapende Tutsi- rebellen, verenigd in de RPF (Rwandan Patriottic Front), vallen vanuit Uganda binnen. Het zijn de zonen en dochters van Tutsi- vluchtelingen uit 1959.

In 1991 werd, mede onder internationale druk, het meerpartijenstelsel ingevoerd. Een transitieregering werd ingesteld, die onderhandelingen met het RPF ging voeren. Dat leidde in 1993 tot het Akkoord van Arusha, dat voorzag in de terugkeer van de Tutsi-ballingen, deling van de macht en integratie van het RPF in de Rwandese strijdkrachten. De VN zette 2500 manschappen in ter bewaking van de implementatie van het Akkoord.

Een Tutsi zegt: We zijn weer thuis

Op 6 april 1994 werd het vliegtuig van Habyarimana neergeschoten. In de daaropvolgende politieke chaos legden de Hutu- extremisten en hun milities ('interahamwe') hun geplande genocide op Tutsi's (en gematigde Hutu's) ten uitvoer. In minder dan 4 maanden kostte dat het leven aan ongeveer 900.000 mensen. De VN- macht greep ten tijde van de zuiveringen niet in en werd zelfs grotendeels teruggetrokken. Terwijl het RPF het land veroverde (juli 1994, val van Kigali) stelde het optreden van een Franse militaire interventiemacht de 'Forces Armees

28

Page 30: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Rwandaises' (FAR; rwandese leger/uitvoerders genocide) in staat om naar het voormalige Zaire  te ontkomen. Twee miljoen Hutu's vluchtten naar Zaire, Tanzania en Burundi.

5.2.2. Terugkeer Hutu’s

Het RPF zag zich voor enorme problemen gesteld: de welhaast totale ineenstorting van het overheidsapparaat, de geruïneerde economie en het onoplosbare probleem van de vele van genocide verdachte personen. De vluchtelingenkampen in Zaire werden beheerst door de voormalige FAR en de milities, die er geen geheim van maakten te willen terugkeren om de genocide te voltooien. Toen de internationale gemeenschap aan die dreiging geen einde maakte greep Kigali in. Via steun aan de 'Banyamulenge' (Zairese Tutsi's die in oostelijk Zaire waren onderworpen aan etnische zuivering) werden de vluchtelingenkampen onder de voet gelopen. Honderdduizenden Hutu's keerden noodgedwongen naar Rwanda terug. De harde kern van de gewapende elementen vluchtte de oerwouden in en bleef een bedreiging. Ook uit Tanzania keerden de (half miljoen) vluchtelingen terug.

5.2.3. Val van Mobutu- regime

De door Rwanda gesteunde 'Banyamulenge' opstand leidde rond 1997 tot de val van het Mobutu- regime en het aan de macht komen van Laurent-Desire Kabila in de herdoopte Democratische Republiek Congo. Het Rwandese leger speelde daarbij een sleutelrol en had aanvankelijk grote invloed op de nieuwe Kongolese regering. In 1998 besloot Kabila deze invloed in te perken en eiste het vertrek van de RPA uit de DRC. Bovendien stelde Kabila de 'forces genocidaires' in staat om vanaf Congolees grondgebied in Rwanda te infiltreren en daar op grote schaal terreur te zaaien. Tienduizenden burgers in de noordwestelijke provincies verloren het leven door moordaanslagen en hardhandige legeroperaties.

In augustus 1998 brak opnieuw een door Rwanda (en Uganda) gesteunde rebellenopstand uit. Ditmaal intervenieerden Zimbabwe, Angola en Namibië aan de zijde van Kinshasa. Een militaire patstelling ontstond. Midden 1999 werd te Lusaka een vredesakkoord gesloten, maar ondanks het daarin overeengekomen staakt-het-vuren gingen de vijandelijkheden nog door. President Kabila drong slechts aan op de onmiddellijke terugtrekking van Ugandese en Rwandese troepen van Kongolese bodem, maar gaf overigens geen medewerking aan de uitvoering van het Lusaka akkoord op het vlak van ontwapening van Hutu- milities, de inzet van VN troepen (MONUC) en het organiseren van een inter-Kongolese dialoog over democratisering in de DRC.

29

Page 31: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

5.2.4. De laatste jaren

In april 2000 werden 200.000 slachtoffers van de genocide uit 1994 herbegraven. Premier Guy Verhofstadt woonde de herdenkingsplechtigheid bij. Daar vroeg de premier om vergeving. Hij zei dat de Belgische regering had gefaald in haar taak de Belgen in Rwanda te beschermen. In juli werd een telling georganiseerd om het aantal slachtoffers vast te stellen. De regering telde er 800.000! Een jaar later kwam alles voor de rechtbank, maar de beschuldigingen verliepen traag. Tienduizenden mensen wachtten in de gevangenis nog op hun proces. In 2008 zou alles ‘voorbij’ moeten zijn.

De relatie tussen Rwanda en Uganda kwam in het begin van deze eeuw onder druk te staan vanwege tegenstrijdige belangen in de DRC. Dit leidde meermalen tot gevechten tussen de legers van beide landen in de Congolese stad Kisangani. Sedertdien verslechterde de relatie tussen beide landen ook op andere fronten. Britse bemiddeling moest er in 2001 en 2002 aan te pas komen om  de betrekkingen  te verbeteren Sinds 2003 is de relatie weer in rustiger vaarwater terecht gekomen. Recentelijk zijn er tussen beide landen plannen gemaakt gezamenlijke ‘joint border security operations’ uit te voeren.

5.2.5. Guy Theunis

Ook Belgen worden veroordeeld in Rwanda. Een recent voorbeeld hiervan is Pater Theunis. Hij werd in 2005 gearresteerd en beschuldigd van aanzetten tot genocide. Guy Theunhis werkte tussen 1979 en 1994 in Rwanda Hij stond bekend als iemand die zich sterk maakte voor mensenrechten en voor de dialoog tussen de verschillende etnische groepen. Vanaf 1989 hield Theunis zich vooral bezig met journalistiek werk.

Hij was medeoprichter van de mensenrechtenorganisatie ADL, die kritische rapporten schreef over de toenmalige Rwandese regering. Na zijn terugkomst in België richtte Theunis de radiozender Amahoro (vrede) op. Ook organiseerde hij in opdracht van de Witte Paters wereldwijd bijeenkomsten over vrede en geweldloosheid. Na een bijeenkomst in Kinshasa werd hij in september 2005 op het vliegveld van Kigali gearresteerd op verdenking van het aanzetten tot genocide tijdens de Rwandese genocide van 1994. Theunis dreigde hiervoor de

30

Page 32: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

doodstraf te krijgen. Anderen meenden dat Theunis was opgepakt vanwege zijn kritiek op het regime van Rwanda.Na druk vanuit België werd Theunis in november 2005 uitgeleverd aan België. Hier heeft men een gerechtelijk onderzoek ingesteld, maar door zijn uitlevering ontloopt Theunis de doodstraf.

5.3. Burundi

5.3.1. Koninkrijk Burundi

Op 1 juli 1962 werd dus ook Burundi onafhankelijk van België. Het land werd een onafhankelijk koninkrijk onder de naam ‘Koninkrijk Burundi’ met Tutsi- koning Mambutsa IV als staatshoofd. De koning bleek bereid enige staatskundige hervormingen door te voeren waardoor het land een enigszins democratisch karakter kreeg. Maar zijn zoon Ntare V pleegde in 1966 een coup en zette zijn eigen vader af! Hij kroonde zichzelf tot koning en herstelde de absolute monarchie. Dit leidde tot de coup van 28 november 1966 toen staatssecretaris Micombero, een Tutsi- leider, de macht overnam. Koning Mambutsa

5.3.2. Republiek Burundi

Micombero riep de Republiek Burundi uit en werd als president geïnstalleerd. Micombero liet zich omringen door radicale Tutsi- adviseurs. Burundi werd een eenpartijstaat met de UPRONA (Unie voor Nationale Vooruitgang) als enige partij. Je kunt wel begrijpen dat de spanningen tussen Tutsi’s en Hutu’s hoop opliepen. Ex- koning Ntare V keerde in 1972 terug en kreeg de toestemming om zich in het koninklijk paleis te vestigen. Later werd hij vermoord, waarschijnlijk in opdracht van de regering. Maar dit was de druppel die de emmer deed overlopen en in de loop van dat jaar vonden er enorme slachtingen plaats tussen Hutu’s en Tutsi’s. Naar schatting kwamen tussen de 50.000 en 100.000 Burundezen om het leven. Vlag van UPRONA

Op 1 november 1976 pleegde generaal Jean- Baptiste Bagaza een geweldloze coup waarbij Micombero werd afgezet. Micombero vestigde zich in Somalië. Aanvankelijk toonde Bagaza zich een gematigd dictator maar toch verslechterde de toestand in de jaren tachtig. De Rooms- Katholieke Kerk voerde oppositie tegen het bewind en riep op tot de democratisering en respect voor de mensenrechten. President Bagaza werd in 1987 op zijn beurt tijdens een coup afgezet.

31

Page 33: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

5.3.3. President Buyoya

De nieuwe president, Pierre Buyoya, voerde een beleid van verzoening. Daarnaast vond er een democratiseringsproces plaats. De relaties tussen kerk en staat werden verbeterd en hij hief het zelfgekozen isolement van Burundi op door contacten aan te knopen met het buitenland. In 1992 schafte Buyoya het eenpartijstelsel van UPRONA af en voerde een meerpartijenstelsel in. Bij de verkiezingen in 1993 werd Buyoya verslagen door Hutu- kandidaat Melchior Ndadaye. Bij de staatsgreep in 1993 werd deze Hutu- leider vermoord.

In januari van het volgende jaar werd de Hutu Cyprien Ntarayamira president, maar enkele maanden later kwam hij op bij een vliegtuigongeluk. Sylvestre Ntibantunganya volgde hem op. Zijn maatregelen om de positie van de Hutu te versterken leidden tot een opstand van Tutsi’s en Hutu- tegenstanders van de president. In 1995 en 1996 woedde er een burgeroorlog. Op 25 juli 1996 greep het leger de macht en Pierre Buyoya werd opnieuw president. Hij probeerde de vrede te herstellen maar eind 1996 vonden er weer slachtingen plaats.

Nadat tweeënhalf jaar was onderhandeld onder leiding van de voormalige Tanzaniaanse President Nyerere, en na diens overlijden door oud-president Mandela, werd in augustus 2000 het Arusha vredesakkoord getekend door de Burundese regering en alle 17 politieke partijen. Op 1 november 2001 trad onder president Buyoya een overgangsregering aan, samengesteld uit bijna alle politieke partijen.

President Buyoya

5.3.4. Burundi vandaag

Op 30 april 2003 werd de Hutu Domitien Ndayizeye president. Op 16 november 2003 sloot ook de "CNDD- FDD" (Conseil national pour la défense de la démocratie-Forces pour la défense de la démocratie, zich bij de overgangsregering aan. Alleen de FNL weigert nog altijd de wapens neer te leggen.

Na een reeks verkiezingsoverwinningen door de CNDD-FDD in juni en juli 2005 werd Pierre Nkurunziza genomineerd als de presidentskandidaat. Op 19 augustus 2005 werd hij gekozen door de leden van het Parlement van Burundi om op 26 augustus in functie te treden als president van Burundi. De CNDD-FDD is een voormalige Hutu-rebellengroepering, die zich heeft omgevormd tot politieke partij. De burgeroorlog in Burundi tussen Hutu's en Tutsi's heeft de afgelopen tien jaar al aan zeker 300.000 mensen het leven gekost.

Foto: Pierre Nkurunziza

32

Page 34: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

6. Hedendaagse rol van België in Afrika

Vandaag heeft België geen kolonies of mandaatgebieden meer in Afrika. We hebben rechtstreeks dus niets meer te zeggen in één van deze landen. België en de meeste landen van centraal- Afrika zijn wel lid van de VN, waar beide landen ook overleg plegen natuurlijk. (Belgische) Organisaties zoals Artsen Zonder Grenzen, Amnesty International,… zetten zich nog altijd in voor Afrika. Ik wil in dit hoofdstukje toch even de klemtoon elders leggen. Ik vroeg me eigenlijk af, of we veel bezig zijn binnen België om de geschiedenis van Kongo te verwerken. Wat blijkt uit mijn opzoekingswerk? België is nog zeer veel bezig met de gebeurtenissen van destijds. Lees maar even verder en je zult verbaasd zijn!

6.1. Tentoonstellingen

Er is relatief veel belangstelling in België voor Centraal – Afrika. Dit kun je onder andere bemerken door de vele tentoonstellingen die georganiseerd worden.

Tentoonstelling 1:

Deze tentoonstelling heet: Onze Kongo: Belgische koloniale propaganda (1885-1960) en liep van 13 maart tot 12 april 2006 te Gent.

De tentoonstelling brengt een overzicht van de Belgische koloniale propaganda en beeldvorming in de periode 1885-1960. Op 139 kaders toont ze in een groot aantal documenten (originelen en reproducties) en teksten hoe de beeldvorming van Kongo (en Afrika) in de loop van de tijden veranderde, parallel met de evoluties in België en de wereld. Onze Kongo pikt dus in op de huidige, hernieuwde belangstelling voor het koloniale verleden van België. We denken daarbij aan de Lumumba- commissie en aan de groots opgezette tentoonstelling "Het geheugen van Congo: de koloniale tijd", die vorig jaar gepresenteerd werd in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika te Tervuren. 

33

Page 35: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

De tentoonstelling komt ook in een ander opzicht erg gelegen: groeiden de oudere generaties nog op met "Onze" Kongo, de jongere generaties weten niets meer over dat koloniale verleden van België - een lacune die dringend moet opgevuld worden! Het belang van deze tentoonstelling overschrijdt ook het zuiver historisch terugblikken. Ze maakt ons duidelijk hoe voorzichtig moet omgesprongen worden met beeldvorming over andere volkeren en culturen, en met propaganda in het algemeen.

Bron: http://cas1.elis.rug.ac.be/avrug/forum/onzekongo.htm

Tentoonstelling 2:

Het Afrikamuseum in Tervuren die Leopold II laten bouwen heeft, bestaat de dag van vandaag nog altijd. Deze tentoonstelling liep van 24 november 2004 tot 31 augustus 2006.

bron: www.congo2005.be

Tentoonstelling 3:

De titel van deze tentoonstelling was: Leopolds Congo: dromen en nachtmerries. Deze vond plaats van 4 april – 29 april 2005 te Gent.

Er worden dus meer tentoonstellingen georganiseerd over de rol die België had in Kongo.

6.2. Films

Er zijn heel wat films te vinden over de thematiek natuurlijk maar ik geef je hier de twee meest recente films van afgelopen jaar.

1. Congo River: de duisternis voorbij 2. Hotel Rwanda

34

Page 36: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Een film van Thierry Michel

Korte inhoud van ‘Hotel Rwanda’In het jaar 1994 laait de strijd tussen de Hutu’s en de Tutsi’s op. Hier wordt ook de hotelmanager Rusesabagina mee geconfronteerd. Hij mengt zich niet in deze strijd, maar biedt wel onderdak aan vele Hutu’s en Tutsi’s in het hotel waar hij werkt. Terwijl ze worden achtergelaten door buitenlandse gasten en VN- soldaten proberen ze te overleven in een wereld van haat en corruptie.

3. ‘Congo vandaag’

Om Kongo te steunen in zijn strijd voor vrede en democratie, maakte het Caritasnetwerk een film over de dramatische situatie waarin het land zich momenteel bevindt: " La transition, une question de vie ou de morts". Deze film behandelt 5 thema's op een indringende manier: - de plunderingen van de natuurlijke rijkdommen- verkrachtingen als oorlogswapen- Congo vandaag- de politieke overgang- de rol van de internationale gemeenschap

"Congo vandaag" kan u bekijken op volgende website:http://www.caritas-int.be/nl/aide_etranger/rdcongo_transition.html

6.3. Bezoek van Joseph Kabila in 2004

Joseph Kabila brengt een bezoek aan België op 10 februari 2004.

President Joseph Kabila in de Belgische Senaat: 'Ik doe een pathetische oproep voor een ontwikkelingsplan voor Congo'

Joseph Kabila beseft dat Congo op zichzelf moet rekenen om te ontsnappen aan de nachtmerrie van vandaag, maar ook dat substantiële buitenlandse hulp onmisbaar is.

Op dinsdag 10 februari verklaarde hij in de Belgische Senaat: "Het Congolese volk weet dat het hard moet werken om de situatie te veranderen. Als wij willen dat de democratische

35

Page 37: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

inspanningen ook een verbetering op sociaal-economisch vlak meebrengen, hebben wij de hulp nodig van alle vrienden van Congo, en daar rekenen we België bij. Mijn boodschap is een pathetische oproep voor een ontwikkelingsplan voor een stabiel en gastvrij Congo dat solidair is met de mensheid. Wij willen werken aan een democratische modelstaat Congo, als motor voor de sociaal-economische ontwikkeling van centraal Afrika en waarom niet: voor heel Afrika."

Bron: http://www.ptb.be/international/article.phtml?section=A2AAABBR&object_id=22745

6.4. Documentaires

Op donderdag 12 oktober 2006, ongeveer een klein weekje geleden, werd in het geschiedenisprogramma Andere tijden de catastrofe in Kongo gereconstrueerd. Het televisie-programma geeft beelden weer over de 93 vermoorde, blanke missionarissen. Het is zeker eens de moeite waard om de uitzending te bekijken op internet.Voor alle duidelijkheid is deze uitzending vertoont op Nederland 2, een niet- Belgische tv- zender. De catastrofe is ook voor de Nederlanders een schok geweest.

foto: blanke missionarissen in Kongo

Op onderstaande site kun je de uitzending opnieuw bekijken: http://www.nederland2.nl/uitzendinggemist/programma/andere-tijden/224

ActualiseringIk hoop dat ik jullie met deze enkele voorbeeldjes heb kunnen overtuigen dat België zeer zeker nog bezig is met Kongo en de gebeurtenissen daar. Het stukje geschiedenisdie daar ligt, wordt vaak naar boven gehaald en geactualiseerd in films, boeken, … Er verschijnen dagelijks artikels in de krant over Afrika maar veelal gaat het om de hongersnood, armoede, uitbuiting,…

36

Page 38: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

7. Bronvermelding

Gebruikte sites:

http://www.ethesis.net/polygamie/polygamie_deel_I_hfst_3.htm

http://www.congoforum.be/ndl/congodetail.asp?subitem=21&id=5215&Congofiche=selected

http://www.ned.univie.ac.at/non/landeskunde/be/h14/

http://www.gent.be/gent.htm?id=40792&rec=47318&ch=THE

http://www.mil.be/vox/subject/index.asp?LAN=nl&ID=521&MENU=710&PAGE=2

http://nl.wikipedia.org/

http://www.g3w.be/nl/article.php/m111/a1

http://users.skynet.be/paul.demunter/Ruanda-NL.html#Rapport

http://www.cmo.nl/conflictenbank/index.php?Afrika:Grote-Merengebied:Rwanda

http://www.afrikatour.nl/landengegevens/Ruanda/Rwandagegevens.htm

http://www.paracommando.com/history.php?naoorlogs.rwanda

http://caswww.elis.ugent.be/avrug/forum/bake02.htm

http://schoolweb.argo.be/ka/mechelen/lyceum/archief/Kongo1/GESCH%20KONGO.htm

http://users.fulladsl.be/spb2622/weetjes/leopoldII.htm

http://www.standaard.be

http://www.omroep.nl

37

Page 39: De Rol Van België in Centraal - Afrika 2

Gebruikte CD- rom:

Microsoft ® Encarta ® Naslagbibliotheek Winkler Prins. © 1993-2004 Microsoft Corporation/Het Spectrum.

38