De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding,...

57
1 Academiejaar 2014-2015 Tweedesemesterexamenperiode De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief-compulsieve symptomen bij adolescenten: het effect van extreme verzamelwoede Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Promotor: Prof. Dr. De Clercq Barbara Begeleidster: Dr. De Caluwé Elien 01000055 Van Aken Charlotte

Transcript of De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding,...

Page 1: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

1

Academiejaar 2014-2015

Tweedesemesterexamenperiode

De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief-compulsieve

symptomen bij adolescenten: het effect van extreme verzamelwoede

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van

Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie

Promotor: Prof. Dr. De Clercq Barbara

Begeleidster: Dr. De Caluwé Elien

01000055

Van Aken Charlotte

Page 2: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

2

Dankwoord

Het schrijven van deze masterproef was een werk van lange adem. De weg

naar het eindresultaat was hobbelig en kende frequent ups maar zeker ook

downs. Ik wil daarom enkele mensen bedanken die mij terug konden motiveren

toen het wat moeilijker ging.

Eerst en vooral gaat mijn dank uit naar mijn begeleidster Dr. Elien De

Caluwé waar ik steeds terecht kon voor vragen en moeilijkheden en van wie ik

steeds snel antwoord kreeg. Haar bijdrage was een enorme hulp in mijn

schrijfproces.

Verder dank aan de mensen die mij steeds gesteund hebben, zowel in

mijn studie als in het schrijven van deze masterproef. Hieronder versta ik vooral

mijn ouders, mijn zus Sara, mijn vriend Nick en mijn dichte vrienden.

Page 3: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

3

Abstract

De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief-compulsieve

symptomen werd nog maar weinig onderzocht, namelijk nog nooit in de

adolescentie en slechts tweemaal in de volwassenheid (Chik, Whittal, & O'Neill,

2008; Wetterneck et al., 2011). Uit deze twee studies bij volwassenen blijkt

vooral de maladaptieve vorm van perfectionisme van belang te zijn (bv. twijfelen

over keuzes en bezorgdheid omtrent het maken van fouten). Mogelijks zou

extreme verzamelwoede (i.e., hoarding of een dwanghandeling waarbij men in

extreme mate allerlei onnodige spullen verzamelt) een rol kunnen spelen in

deze relatie, al is het nog onduidelijk of het zou gaan om een moderatie-effect.

De doelstelling van huidige masterproef is dan ook om dit moderatie-effect van

hoarding op de relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief-

compulsieve symptomen te toetsen bij adolescenten. In deze vragenlijststudie

werd gebruik gemaakt van de Multidimensional Perfectionism Scale (MPS) en

de Child and Adolescent Perfectionism Scale (CAPS) voor het meten van

perfectionisme. Voor de meting van obsessief-compulsieve symptomen

gebruikten we de Children’s Florida Obsessive-Compulsive Inventory (C-FOCI),

de Youth Obsessive-Compulsive Symptoms Scale (YOCSS) en de Child

Behavior Checklist - Obsessive-Compulsive Scale (CBCL-OCS). Tenslotte werd

de Saving Inventory - Revised (SI-R) gebruikt voor het meten van hoarding.

Deze werden uitgedeeld aan 189 adolescenten van 12 tot 18 jaar. De analyses

gebeurden door middel van correlaties en hiërarchische regressie-analyses. Uit

de resultaten konden we concluderen dat een verhoogde score op

maladaptieve dimensies van perfectionisme significant gerelateerd is aan zowel

het aantal gerapporteerde obsessief-compulsieve symptomen als de ernst

ervan. Tevens kon een moderatie-effect gevonden worden van hoarding in

deze relatie waarbij hoarding vooral de sterkte van het verband kan verklaren.

Trefwoorden: perfectionisme, (ernst van) obsessief-compulsieve symptomen, extreme

verzamelwoede, adolescenten

Page 4: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

4

Inhoudsopgave

Inleiding............................................................................................................. 6

Perfectionisme ................................................................................................ 6

Obsessief-Compulsieve symptomen ............................................................... 8

Obsessief-Compulsief Spectrum ................................................................. 9

Symptoomdimensies ................................................................................. 10

Ernst .......................................................................................................... 11

Hoarding .................................................................................................... 12

Relatie tussen Perfectionisme en Obsessief-Compulsieve Symptomen ....... 15

Relatie tussen perfectionisme en obsessief-compulsieve symptomen bij

kinderen .................................................................................................... 16

Relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief-compulsieve

symptomen ................................................................................................ 18

Huidige masterproef ...................................................................................... 21

Probleemstelling en doelstellingen ............................................................ 21

Theoretisch, praktisch en/of methodologisch belang ................................. 22

Hypotheses ............................................................................................... 23

Methode........................................................................................................... 25

Participanten en procedure ........................................................................... 25

Meetinstrumenten ......................................................................................... 26

Children's Florida Obsessive-Compulsive Inventory (C-FOCI) .............. 26

Youth Obsessive-Compulsive Symptoms Scale (YOCSS). ................... 26

The Child Behavior Checklist - Obsessive-Compulsive Scale (CBCL-

OCS ...................................................................................................... 27

Multidimensional Perfectionism Scale (MPS) ........................................ 28

Child and Adolescent Perfectionism Scale (CAPS) ............................... 28

Saving Inventory-Revised (SI-R) ........................................................... 29

Statistische Analyses .................................................................................... 30

Resultaten ....................................................................................................... 32

Page 5: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

5

Relatie tussen Perfectionisme en OC Symptomen........................................32

Relatie tussen Perfectionisme en de Ernst van OC Symptomen...................35

Relatie tussen Perfectionisme en Hoarding...................................................37

Relatie tussen Perfectionisme en de Ernst van OC Symptomen:

Het Moderatie-effect van Hoarding................................................................38

Discussie..........................................................................................................43

Relatie tussen Perfectionisme en OC symptomen bij Adolescenten..............43

Relatie tussen Perfectionisme en de Ernst van OC symptomen bij

Adolescenten.....................................................................................................44

Moderatie- effect van Hoarding op de Relatie van Perfectionisme en de Ernst

van OC symptomen bij Adolescenten.............................................................46

Sterktes en Beperkingen................................................................................ 47

Sterktes...........................................................................................................47

Beperkingen................................................................................................... 48

Algemene Conclusie.......................................................................................48

Referenties.......................................................................................................50

Page 6: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

6

De Relatie tussen Perfectionisme en de Ernst van Obsessief-Compulsieve

Symptomen bij Adolescenten: het Effect van Extreme Verzamelwoede

Binnen deze studie wordt een empirisch onderzoek gedaan bij een niet-klinische

steekproef van adolescenten tussen 12-18 jaar. Hierbij wordt gekeken of we de,

slechts enkele malen empirisch onderzochte, relatie tussen perfectionisme en

obsessief-compulsieve symptomen bij adolescenten kunnen terugvinden in onze

steekproef. Verder gaan we dan voor het eerst bij adolescenten dieper in op

deze relatie en meer bepaald op de ernst van obsessief-compulsieve

symptomen in relatie met perfectionisme. Tenslotte kijken we of er een

moderatie van extreme verzamelwoede bestaat in deze relatie.

In de inleiding van deze masterproef wordt er eerst uitleg gegeven over

het concept perfectionisme en al zijn dimensies. Daarna wordt er een beeld

geschetst van de huidige stand van zaken omtrent obsessief-compulsieve (OC)

symptomen. Ook wordt hier de ernstcomponent en het concept hoarding

(extreme verzamelwoede) toegelicht. Verder bespreken we het tot nu toe

verrichte onderzoek naar de relatie tussen perfectionisme en OC symptomen bij

volwassenen om daarna hetzelfde te doen voor kinderen en adolescenten. Dit

wordt daarna nog meer in detail besproken waarbij we ook de ernstcomponent

aanhalen. Er wordt geëindigd met het belang van de huidige studie waarin de

probleemstelling en de onderzoeksvragen worden toegelicht. Ook het

theoretisch, methodologisch en praktisch belang van deze studie wordt

beschreven. Tot slot kan men de hypothesen terugvinden.

Perfectionisme

Perfectionisme wordt vaak gedefinieerd als een streven naar hoge

standaarden wanneer men iets doet, samenhangend met zeer kritische

evaluaties (Antony, Purdon, Huta, & Swinson, 1998). Perfectionisten geloven

dat er een perfecte 'toestand' bestaat en dat men deze altijd moet nastreven

(Pacht, 1984). In vorig onderzoek kwam perfectionisme al vaak aan bod en

Page 7: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

7

werd het geconceptualiseerd als een multidimensionele persoonlijkheidstrek

die een maladaptieve en adaptieve component bezit (Frost, Marten, Lahart, &

Rosenblate, 1990; Hewitt & Flett, 1991).

Onder maladaptief perfectionisme verstaan we de tendens om hoge

eisen na te streven ongeacht de negatieve consequenties die hieraan

verbonden zijn. Hierbij gaat de persoon excessief hoge standaarden nastreven

waaraan hij zich sterk vasthoudt, hoge verwachtingen hebben en gaat hij

doelen trachten te bereiken geleid door angst voor mislukking, eerder dan een

drang om te slagen. Deze personen hebben ook de neiging zeer zelfkritisch te

zijn, hebben een laag zelfbeeld en een problematische stress- en affectregulatie

(Blatt, 1995; Frost et al., 1990; Stoeber & Otto, 2006). Hiertegenover, bleek uit

onderzoek, kan men ook een adaptieve component onderscheiden. Hierbij gaat

men vasthouden aan hoge standaarden, hoge verwachtingen hebben,

consciëntieus zijn en een voorkeur hebben voor orde en organisatie. Dit is

adaptief wanneer dit alles samengaat met een positief zelfbeeld en een goede

stress- en affectregulatie als de verwachtingen niet ingelost werden (Blatt,

1995; Hewitt & Flett, 1991; Stoeber & Otto, 2006).

Perfectionisme wordt bijna uitsluitend gemeten aan de hand van

vragenlijsten waarvan de Multi-Dimensional Perfectionism Scale van Frost de

meest gebruikte is, en dit voor volwassenen en adolescenten (MPS; Frost et al.,

1990). Deze schaal bevat 35 items en 6 subschalen. Bij de maladaptieve

dimensie vinden we verschillende subschalen terug, zoals de subschaal

Bezorgdheid omtrent fouten die negatieve reacties en negatieve denkwijzen in

kaart brengt omtrent het maken van fouten. De subschaal Twijfels over keuzes

meet hoe ongelukkig iemand wordt wanneer hij taken vervult. De

Verwachtingen van ouders subschaal evalueert de graad waarin iemands

ouders hoge verwachtingen en standaarden stellen. Verder is er ook nog de

Ouderlijke kritiek subschaal die de mate waarin ouders kritiek geven op hun

kind meet. De adaptieve dimensie omvat eveneens verschillende subschalen,

zoals de Persoonlijke standaard subschaal die de graad meet waarin iemand

voor zichzelf hoge standaarden stelt in zijn zelfevaluatie. Tenslotte is er nog de

Organisatie subschaal waarbij gekeken wordt naar de voorkeur naar en het

Page 8: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

8

belangrijk achten van georganiseerd zijn. De items worden gescoord op een 5-

punts Likert schaal gerangschikt van helemaal niet akkoord tot helemaal

akkoord. De totale somscore omvat de som van de items van alle subschalen.

Hogere scores wijzen op een hogere graad van perfectionisme. De schaal heeft

een goede interne betrouwbaarheid (Frost et al., 1990; Parker & Adkins, 1995;

Wetterneck et al., 2011).

Perfectionisme bij kinderen kan in kaart gebracht worden aan de hand

van de Child and Adolescent Perfectionism Scale (CAPS; Flett, Hewitt,

Boucher, Davidson & Munro, 2001). Deze zelfrapportage vragenlijst bevat 22

items en werd conform met de MPS ontwikkeld. Hij verschilt van de MPS in die

zin dat de schaal ontwikkeld werd om zelfgeoriënteerd en sociaal

voorgeschreven perfectionisme te meten en hij geen subschaal bevat omtrent

perfectionisme georiënteerd naar anderen. Hewitt et al. (2002) duidden aan dat

perfectionisme bij kinderen geassocieerd werd met verschillende vormen van

emotionele moeilijkheden zoals angst en hopeloosheid. Aan de andere kant

argumenteerden Flett et al. (2001) dat zelfgeoriënteerd perfectionisme relatief

adaptief was en correleerde met een hogere persoonlijke aanpassing en een

hoger niveau van plezier en inspanning op school. Daartegenover was sociaal

voorgeschreven perfectionisme maladaptief en correleerde het met vele

aanpassingsproblemen. Bij de schaal moet rekening gehouden worden met het

feit dat de kinderen over een minimale leesvaardigheid moeten beschikken. De

items worden gescoord op een 5-punts Likert schaal (Baş & Siyez, 2010; Flett,

Hewitt, & Davidson, 1990; Hewitt et al., 2002).

Obsessief-Compulsieve Symptomen

Obsessief-compulsieve (OC) symptomen worden meestal gedefinieerd

als het hebben van ongecontroleerde, intrusieve en tijdrovende gedachten

(obsessies) en het stellen van bepaalde repetitieve gedragingen (compulsies).

Obsessies kunnen gecentreerd zijn rond agressie (zichzelf of anderen willen

pijn doen, intrusieve beelden), besmetting (vuil, bacteriën, lichaamssappen),

seks (verboden gedachten), religie, symmetrie, exactheid en bezorgdheid om

het lichaam. Compulsies zijn repetitieve, stereotiepe motorische uitingen en

Page 9: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

9

rituelen, die enkel tijdelijk weerstaan kunnen worden (Hollander, 2005). Deze

symptomen vormen de kern van de Obsessief-Compulsieve Stoornis (OCD),

een psychiatrische aandoening die in de vorige editie van de Diagnostic and

Statistical Manual of Mental Disorders (4th ed., tekst rev. [DSM-IV-TR];

American Psychiatric Association [APA], 2000) gecategoriseerd werd onder de

Angststoornissen, dit omdat deze individuen vanwege hun obsessies angst en

stress ondervinden en dit proberen te reduceren door compulsies (APA, 2000).

Deze stoornis zien we bij zowel kinderen, adolescenten, als bij

volwassenen. Men dacht lang dat OCD niet voorkwam bij kinderen en

adolescenten maar recente studies duiden aan dat de prevalentie van vroege

OCD hoger ligt dan oorspronkelijk werd gedacht (Merlo & Storch, 2006). Zo

rapporteert de helft tot driekwart van de volwassenen met OCD dat het begin

van hun symptomen dateert van voor hun 18e levensjaar (Pauls, Alsobrook,

Goodman, Rasmussen & Leckman, 1995; Rasmussen & Eisen, 1990) en is de

prevalentie van OCD bij kinderen en adolescenten tussen de één en drie

procent (Flament et al., 1988; Heyman et al., 2001).

Door nieuw onderzoek echter, waarbij er substantiële verschillen werden

gevonden tussen OCD en andere Angststoornissen, vindt men OCD in de

DSM-5 (APA, 2013) nu terug onder de categorie van Obsessief-Compulsieve

en Gerelateerde Stoornissen. Onder deze categorie rekenen we OCD, Body

Dysmorphic Disorder (BDD) of Stoornis in de lichaamsbeleving, Extreme

verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een

middel uitgelokte OCD of gerelateerde stoornis, OCD of gerelateerde stoornis

veroorzaakt door een andere medische aandoening en OCD en gerelateerde

stoornissen niet-anderszins omschreven (Thomsen, 2013).

Obsessief-compulsief spectrum. Deze verplaatsing van OCD in de

DSM-5 is in lijn met onderzoek dat een spectrum van OC stoornissen

suggereerde (Hollander, 2005). Dit OC spectrum representeert een continuüm

gaande van compulsiviteit tot impulsiviteit. Aan het compulsieve eind van het

spectrum bevinden zich de personen met probleem vermijdend gedrag die

rituelen en controles uitvoeren om bedreigingen te neutraliseren (bv. OCD en

Page 10: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

10

BDD, dewelke dan ook werden opgenomen in de DSM-5 Obsessief-Compulsief

en Gerelateerde Stoornissen categorie). Aan de andere kant bevinden zich de

impulsieve personen die problemen onderschatten en risicovol gedrag gaan

stellen (bv. Pathologisch gokken, Anti-Sociale Persoonlijkheidsstoornis). Er

bevinden zich ook stoornissen in het midden van het spectrum waarbij er zowel

impulsieve als compulsieve gedragingen worden gesteld (bv. Trichotillomanie

[dewelke bijvoorbeeld ook werd geïncludeerd in de nieuwe DSM-5 categorie],

Autisme en de Eetbuistoornis) (Hollander et al., 1997; Hollander, 2005).

Deze OC spectrum stoornissen kunnen we ook onderverdelen in

clusters. De eerste bevat patiënten die gepreoccupeerd zijn met hun lichaam

zoals BDD, Anorexia Nervosa, Hypochondrie en Depersonalisatie. Een andere

cluster omvat aandoeningen die geconceptualiseerd kunnen worden als

impulsieve stoornissen zoals Trichotillomanie, Pathologisch gokken,

Kleptomanie, Zelfverwondend gedrag en Seksuele compulsies. Tenslotte is er

de cluster met neurologische aandoeningen namelijk het syndroom van

Tourette, Sydenhams' chorea, Torticollis en Autisme (Hollander, 2005; Stein et

al., 2010).

Symptoomdimensies. Bij een andere onderzoekslijn trachtte men de

grote variabiliteit van OC symptomen te structureren aan de hand van

factoranalyse van de Yale-Brown Obsessive-Compulsive Scale (Y-BOCS;

Goodman, Price, Rasmussen, & Mazure, 1989). Hierbij werden vier

repliceerbare factoren gevonden namelijk wassen/besmetting,

symmetrie/ordenen, checken en extreem verzamelen. Deze factoren kunnen

ook omschreven worden als “symptoomdimensies”, waarbij OC symptomen dus

geclusterd worden in thematisch gelinkte symptomen die veel meer samen

voorkomen dan dat men op basis van toeval zou kunnen verwachten.

Dit dimensioneel gezichtspunt biedt dan ook het voordeel dat men deze

repetitieve gedachten en gedragingen kan zien als een deel van een syndroom

zoals OCD of als een kernsymptoom dat voorkomt bij vele verschillende

stoornissen.

Page 11: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

11

Men heeft inderdaad gemerkt dat OC symptomen niet enkel voorkomen

bij OCD maar ook bij een aantal andere stoornissen (bv. stemmings-, tic-, eet-

en angststoornissen) (Cameron, 2007; De Caluwé et al., 2014).

Dit dimensioneel perspectief kan ook gebruikt worden bij jongere

leeftijden, gegeven dat gelijkaardige OCD dimensies werden gevonden bij

kinderen/adolescenten en volwassenen (Mataix-Cols, Nakatani, Micali, &

Heyman, 2008). Men heeft bij kinderen namelijk onderzoek gevoerd aan de

hand van de voor kinderen aangepaste Child Yale Brown Obsessive-

Compulsive Scale (CY-BOCS; Scahill et al., 1997).

Dit dimensioneel gezichtspunt geeft ons dus de kans om de stoornis op

een meer gedifferentieerde manier te bekijken dan een categoriale visie, dit in

termen van zowel de inhoud (zie symptoomdimensies zoals hierboven

beschreven) als de ernst van OC symptomen.

De ernstcomponent kan namelijk ook opgedeeld worden in verschillende

dimensies zoals de frequentie, de geassocieerde stress, de interferentie met

het dagelijkse leven, het onvermogen om obsessies en compulsies te

weerstaan en vermijding (De Caluwé & De Clercq, 2014).

Ernst. De eigenlijke ernst is onafhankelijk van het aantal verschillende

gerapporteerde OC symptomen. Een patiënt, bijvoorbeeld, kan alleen

geobsedeerd zijn door de angst om besmet te worden maar door deze angst,

bijhorende wasrituelen en vermijding ernstig lijden. Een andere patiënt

daarentegen kan zowel seksuele, religieuze en gewelddadige obsessies als

mentale rituelen hebben maar hierbij slechts milde angst, vermijding en ernst

ondervinden (Abramowitz et al., 2010).

Omwille van deze onafhankelijkheid is het belangrijk om een goede

meting te hebben van zowel de inhoud als de ernst van OC symptomen. Zo

werd na onderzoek de Dimensional Obsessive-Compulsive Scale (DOCS;

Abramowitz et al., 2010) voor volwassenen ontwikkeld. De items van de DOCS

werden verkregen op basis van zowel onderzoek naar de structuur van OC

symptomen als de parameters van de ernst van OC symptomen. De schaal

bevat algemene beschrijvingen en voorbeelden van obsessies en compulsies

consistent met de vier (eerder besproken) empirisch gevalideerde OC

Page 12: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

12

symptoomdimensies. De ernst van elke symptoomdimensie wordt gemeten aan

de hand van de vijf eerder genoemde ernstdimensies zoals bijvoorbeeld

vermijding. Het instrument tracht dus de link te vatten tussen obsessies,

compulsies en vermijdingsgedrag binnen elke symptoomdimensie en meet de

ernst van OC symptomen onafhankelijk van het aantal (Abramowitz et al.,

2010).

Om deze ernst onafhankelijk te meten op jonge leeftijd werd onlangs de

Youth Obsessive-Compulsive Symptoms Scale (YOCSS; De Caluwé & De

Clercq, 2014) ontwikkeld. Dit is een instrument dat toelaat om zowel deze ernst

als de inhoud van OC symptomen bij adolescenten in kaart te brengen,

onafhankelijk van elkaar.

De ernstcomponent omvat vijf verschillende dimensies zoals eerder

vermeld. Deze component wordt tevens op een dimensionele manier gemeten,

namelijk op een 5-punts Likert schaal die gaat van niet passend bij mij (1) tot

heel goed passend bij mij (5). Dit biedt de mogelijkheid om eveneens OC

symptomen met een milde of matige ernst te identificeren en resulteert in een

YOCSS ernstscore (gemiddelde van 11 items). Daarnaast meten 57 items de

inhoud van OC symptomen en deze werden empirisch geclusterd in 10

symptoomfacetten die op hun beurt hiërarchisch georganiseerd zijn in drie

symptoomdomeinen: Obsessief, Compulsief en Orde/Schoon/Perfect. Het

eerste domein omvat de facetten agressie, schuld, gevoeligheid voor uiterlijke

verschijning en somatisatie. Het Compulsieve domein bestaat uit herhalen,

magische spelletjes en verzamelfacetten. Ten slotte is er nog het laatste

domein, dat de facetten ordelijkheid, properheid en perfectionisme bevat. Het

gemiddelde van deze 57 inhoudsitems resulteert in de YOCSS symptoomscore

(De Caluwé & De Clercq, 2014).

Hoarding. Eén van de factoren van de YOCSS, namelijk de

Compulsieve factor (of symptoomdimensie) bevat onder andere het facet

“verzamelen”, ook wel hoarding of extreme verzamelwoede genoemd (De

Caluwé & De Clercq, 2014). Het betreft problematisch verzamelgedrag, dat

verschilt met de norm doordat het verzamelen een echte obsessie wordt en het

Page 13: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

13

een normaal functioneren in de weg staat. Drie belangrijke kenmerken van het

verzamelen zijn de excessieve verwerving, moeite met weggooien en

ongeorganiseerdheid (Frost & Gross, 1993). Ongeveer 70 procent van de

kinderen, 30 procent van de volwassenen en 15 procent van de ouderen heeft

een verzameling van iets.

Het is echter moeilijk om een verschil te maken tussen een

gepassioneerde verzamelaar en een echte hoarder. Er is sprake van een soort

continuüm. Personen met hoarding geraken minder geïnteresseerd in hun werk,

eten slecht, verwaarlozen hun omgeving door de grote chaos en ondervinden

een algemeen disfunctioneren (Vulink, 2012). In de DSM-5 wordt hoarding niet

langer als eigenschap bij de Obsessief-Compulsieve Persoonlijkheidsstoornis

gezet, zoals in de DSM-IV-TR, maar als apart ziektebeeld (dat eveneens valt

onder de Obsessief-Compulsief en Gerelateerde Stoornissen) met de volgende

diagnostische criteria:

moeite hebben met voorwerpen weggooien, sterke neiging om

voorwerpen te bewaren, symptomen resulteren in een grote rotzooi,

symptomen veroorzaken duidelijk lijden en/of disfunctioneren, niet

veroorzaakt door een medische aandoening, en niet veroorzaakt door

een andere mentale aandoening (DSM-5, 2013).

Het is tot op vandaag nog onduidelijk of deze criteria moeten worden

aangepast voor kinderen en adolescenten (Mataix-Cols & Pertusa, 2011;

Vulink, 2012).

De eerste tekenen van verzamelen kunnen we al zien bij jonge kinderen.

Gewoontes, rituelen en voorkeuren beginnen meestal vanaf het tweede

levensjaar. Gesell (1928) gaf een uitgebreide beschrijving van deze

kinderrituelen en dit toonde aan dat er een samenhang is van deze rituelen met

het leren van zaken zoals eten, zindelijkheid en aankleden. Bij een leeftijd van

drie jaar heeft 80 procent van de kinderen een bedritueel (Evans et al., 1997).

Rond deze tijd ontstaat ook het verzamelen en dit neemt nog geleidelijk toe tot

het zesde levensjaar (Vulink, 2012).

Extreem verzamelen begint meestal in de vroege of middenjaren van de

Page 14: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

14

adolescentie. Slechts een minderheid krijgt de symptomen pas op een

volwassen leeftijd (Grisham, Frost, Steketee, Kim & Hood, 2006). Bepaalde

studies geven aan dat de gemiddelde leeftijd bij de start van het verzamelen

tussen de 11 en 15 jaar is. Het merendeel van de personen start voor hun 20ste

levensjaar (Tolin, Meunier, Frost, & Steketee, 2010).

Uit onderzoek naar de eerste symptomen van hoarding, waarbij men

onderscheid maakt tussen het bewaren van rommel, moeite om dingen weg te

gooien, en verzamelen, bleek dat verzamelen iets later dan de twee andere

aspecten begint (Grisham et al., 2006). Het klinisch beeld van hoarding in de

jeugdjaren is verschillend van dat van volwassenen in die zin dat de rommel

mogelijk beperkt blijft tot een kleinere oppervlakte (bv. de slaapkamer) en dat

het soort voorwerpen minder uitgebreid is doordat kinderen minder financiële

middelen hebben (Storch et al., 2011).

Traumatische of stressvolle gebeurtenissen op jonge leeftijd kunnen

gezien worden als potentiële risicofactoren of triggers voor de ontwikkeling

en/of verergering van verzamelsymptomen op jonge leeftijd (Landau et al.,

2011). Uit het onderzoek van Grisham et al. (2006) bleek dat 55 procent van de

verzamelaars een stressvolle gebeurtenis rapporteerde die samenviel met het

begin van het verzamelen. Wanneer de deelnemers stelden dat het begin van

het verzamelen dateerde van voor hun 10e levensjaar gaven ze minder aan dat

een stressvolle gebeurtenis de trigger was voor hun extreme verzamelen. Ook

Landau et al. (2011) stelden vast dat ongeveer de helft van verzamelaars

meldde dat hun stoornis verbonden was met stressvolle levens-

omstandigheden.

Deze uitkomsten suggereren dat extreem verzamelen een heterogeen

verloop kent, waarbij voor sommige mensen het levenslang aanhoudt terwijl

anderen de stoornis pas ontwikkelen na het meemaken van een stressvolle

gebeurtenis in hun levensloop (Frost & Rosenfield, 2012; Grisham et al., 2006;

Landau et al., 2011).

Men brengt hoarding vaak in beeld door middel van algemene OCD

metingen die een subschaal over hoarding bevatten, zoals dus bijvoorbeeld de

YOCSS bij adolescenten en de Y-BOCS bij volwassenen. Bij deze laatste werd

Page 15: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

15

hoarding gerekend onder zowel de obsessies als de compulsies. Aan de hand

van deze vragenlijst bekomt men een totale OCD ernstscore voor alle

symptomen bij elkaar. Men bekomt dus geen score om de ernst van een

individueel symptoom in kaart te brengen waardoor we de ernst van de

hoarding aan de hand van de Y-BOCS moeilijk kunnen vatten (Frost & Hristova,

2011).

Daarnaast echter, kan hoarding ook in kaart gebracht worden aan de

hand van specifieke hoardinginstrumenten (bv., interviews, vragenlijsten,…).

Eén van de meest gebruikte vragenlijsten voor hoarding, die eveneens gebruikt

wordt bij adolescenten, is de Saving Inventory-Revised (SI-R; Frost et al.,

2004). Dit is een vragenlijst die 23 items bevat, verdeeld over drie subschalen

om de algemene kenmerken van hoarding te meten. Deze drie subschalen zijn

Rommel, Moeilijkheden om weg te gooien, en Buitensporige verwerving. De

totaalscore en elke subschaalscore onderscheiden individuen met hoarding van

controlepersonen zonder hoarding (Frost &Hristova, 2011).

Relatie tussen Perfectionisme en Obsessief-Compulsieve Symptomen

Er werd al veel onderzoek verricht naar de relatie tussen perfectionisme

en OC symptomen bij volwassenen (Antony, Purdon, Huta,& Swinson, 1998;

Ashby & Pak Bruner, 2005; Frost, Steketee, Cohn, & Griess, 1994; Frost &

Steketee, 1997; Frost et al., 1990; Rice & Pence, 2006). Daaruit bleek dat

vooral de maladaptieve component van perfectionisme van belang is voor de

relatie met OC symptomen.

In een steekproef van universiteitsstudenten waarbij de studenten

werden onderverdeeld in een adaptieve en maladaptieve categorie van

perfectionisme, zoals eerder besproken in het luik over perfectionisme, werd

gerapporteerd dat enkel maladaptieve perfectionisten eerder geneigd waren OC

gedragingen te vertonen zoals sommige pathologische rituelen (Ashby & Pak

Bruner, 2005).

Page 16: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

16

Tevens werd dit gevonden in een andere studie met studenten waaruit

bleek dat de maladaptieve component samenhing met obsessieve cognities en

compulsieve gedragingen (Rice & Pence, 2006).

Bij nog ander onderzoek werd er ook een link gevonden tussen

perfectionisme en specifieke types van OC symptomen zoals wassen (Tallis,

1996), checken (Gershunny & Sher, 1995) en hoarding (Frost & Gross, 1993).

Frost en Steketee (1997) rapporteerden dat een groep mensen met OCD een

hogere score op de subschaal van bezorgdheid omtrent fouten en een hogere

totaalscore op de MPS had in vergelijking met een niet-klinische groep. Hierbij

merkten ze wel op dat de scores van OCD patiënten niet significant verschillend

waren van de scores van patiënten met een Paniekstoornis.

Wanneer er een groep volwassenen met OCD op het vlak van

perfectionisme vergeleken werd met volwassenen met andere

angstgerelateerde stoornissen zoals de Paniekstoornis, Sociale Fobie en

Specifieke fobie en ook met een niet-klinische groep, vonden Antony et al.

(1998) dat er geen verschil was tussen de scores van de OCD groep en andere

klinische groepen. Alle groepen met Angststoornissen scoorden significant

hoger op de subschaal bezorgdheid omtrent fouten vergeleken met de niet-

klinische subjecten.

Het is ook interessant om te vermelden dat bij niet-klinische subjecten

hogere scores op bezorgdheid omtrent fouten gerelateerd zijn met subklinische

OC symptomen. Deze subschaal lijkt dus een zeer belangrijke factor te zijn om

individuen met en zonder OCD/angst te onderscheiden (Frost et al., 1990;

Frost, Steketee, Cohn, & Griess, 1994)

Relatie tussen perfectionisme en obsessief-compulsieve

symptomen bij kinderen. Hoewel er een groot aantal studies werd verricht

omtrent de relatie tussen perfectionisme en OC symptomen bij volwassenen, is

dit niet het geval bij kinderen en adolescenten. Er werd wel reeds onderzoek

naar gedaan maar dit blijft beperkt tot een paar studies.

Page 17: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

17

Libby, Reynolds, Derisley en Clark (2004) onderzochten of jongeren met

OCD al dan niet dezelfde cognitieve beoordelingen maken als volwassenen met

OCD. Dit kan helpen om beter de verschillen in kaart te brengen tussen OCD

op jonge leeftijd en volwassen leeftijd.

Gebaseerd op vorig onderzoek bij volwassenen ging men kijken welke

cognitieve beoordelingen relevant waren voor OCD bij kinderen. Bij

volwassenen suggereerde de Obsessive Compulsive Working Group (1997) dat

het geloof omtrent overdreven verantwoordelijkheid, overdreven belangrijkheid

van gedachten, excessieve zorgen omtrent het beheersen van andermans

gedachten, overschatting van bedreiging, intolerantie van onzekerheid en

perfectionisme relevant zou kunnen zijn. De meest empirische evidentie werd

gevonden voor perfectionisme,overdreven verantwoordelijkheid en overdreven

belangrijkheid van gedachten. Van deze drie cognities die onderzocht werden is

vooral het perfectionisme bij kinderen interessant voor deze masterproef. In

deze studie werd perfectionisme echter enkel geconceptualiseerd als

problematisch, er was geen adaptieve component aanwezig (Libby et al., 2004).

Er werd gerapporteerd dat, net zoals bij volwassenen, de scores op de

subschaal bezorgdheid omtrent fouten significant hoger waren bij de OCD

groep vergeleken met de niet-klinische groep. Wat hier wel opmerkelijk was, is

het feit dat de scores op deze subschaal van de groep met een

angstproblematiek tussen de scores van de twee andere groepen (namelijk de

OCD groep en de niet-klinische groep) viel maar niet significant met deze

verschilde. Dit is opvallend omdat men bij volwassenen eerder hadden

gevonden dat de scores bij zowel personen met OCD als personen met een

angstprobleem hoog waren ten opzichte van de niet-klinische groep (Antony et

al., 1998; Frost & Steketee, 1997). De angstige groep kinderen haalde hier dus

een lagere score dan volwassen personen met een Angststoornis. De

verklaring hiervoor is nog niet verder onderzocht (Libby et al., 2004).

In een andere studie gingen Ye, Rice en Storch (2008) kijken in welke

mate perfectionisme geassocieerd was met OC symptomen in een klinische

steekproef van kinderen. In hun meting werd perfectionisme geanalyseerd als

Page 18: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

18

een eenduidig construct met meerdere dimensies. Zo is het mogelijk om ook

meer adaptieve dimensies in kaart te brengen en te differentiëren met

maladaptieve dimensies.

De resultaten toonden aan dat het streven naar perfectionisme ook

geassocieerd is met een verhoogde ernst van OC symptomen bij kinderen, net

zoals het een nadelige invloed heeft op OCD bij volwassenen. Er werd ook

gevonden dat, net zoals bij volwassenen, perfectionisme in de kindertijd zowel

maladaptief als adaptief kan zijn. Consistent met Libby et al. (2004) vonden ze

ook dat de klinische groep kinderen hoger scoorde op de dimensie bezorgdheid

omtrent fouten en dit ook meer OC symptomen voorspelde. Ondanks het feit

dat de relatie tussen perfectionisme en OC symptomen reeds werd

geëxploreerd, is dit minder het geval voor wat betreft de ernst van OC

symptomen. In het volgende luik wordt hierop ingegaan.

Relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief-

compulsieve symptomen. De relatie tussen perfectionisme en de ernst van

OC symptomen werd nog maar weinig onderzocht, namelijk nog nooit in de

adolescentie en slechts tweemaal in de volwassenheid (Chik, Whittal, & O'Neill,

2008; Wetterneck et al., 2011). Deze twee studies worden dan ook

achtereenvolgens besproken.

Doordat 20-60 procent van de patiënten met OCD niet in therapie gaan,

na een tijd stoppen of er gewoon niet bij gebaat blijken, is er een verhoogde

focus op het onderzoek naar factoren die een lage uitkomstverwachting

beïnvloeden (Abramowitz, 1997; Abramowitz, Taylor, & McKay, 2005; Fisher &

Wells, 2005; Pallanti & Quercioli, 2006). In vorige studies werd reeds gevonden

dat perfectionisme interfereert met de uitkomst in therapie bij verschillende

andere stoornissen zoals bijvoorbeeld eetstoornissen (Sutandar-Pinnock,

Woodside, Carter, Olmsted, & Kaplan, 2003).

Een mogelijkheid om dit te verklaren ligt in het feit dat perfectionisme

mogelijks een negatieve impact heeft op de therapie-uitkomst in die zin dat

deze personen het moeilijk hebben om exposure te ondergaan en het bewijs

van hun intrusieve gedachten onder ogen te zien (Frost et al., 2002; Chik et al.,

Page 19: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

19

2008). Daarom is het belangrijk om de relatie tussen perfectionisme en de ernst

van OC symptomen te evalueren voor en na een therapie.

Chik et al. (2008) deden de eerste studie omtrent deze relatie bij OCD

patiënten. De proefpersonen werden onderverdeeld in vier behandelcondities:

de individuele cognitieve therapie (CT), individuele exposure en respons

preventie (ERP), CT in groep en ERP in groep. De CT is eerder gefocust op het

uitdagen van opvattingen en beoordelingen omtrent intrusieve gedachten terwijl

ERP zich toespitst op het blootstellen aan de gevreesde situatie tot er habituatie

optreedt en men zich kalmer gaat voelen. Ze veronderstelden dat hogere

totaalscores van perfectionisme op de MPS voor de therapie samenhingen met

hogere ernst van OC symptomen gemeten op de Y-BOCS schaal alsook

hogere scores op de subschalen twijfels over keuzes en bezorgdheid omtrent

fouten. Ook dachten ze dat hogere scores op de MPS en de twee subschalen

voor de therapie gerelateerd waren aan hogere scores op de Y-BOCS na de

therapie. Tevens onderzochten ze het effect van de interactie tussen de twee

subschalen op de Y-BOCS score. Tenslotte waren ze ook geïnteresseerd of de

invloed van hogere scores van perfectionisme anders was bij de verschillende

soorten therapieën.

Er waren drie verschillende resultaten. Eerst en vooral rapporteerden ze

dat bij de meting voor de therapie bij de MPS enkel de subschaal twijfels over

keuzes matig gecorreleerd was met de compulsies en totaalscore gemeten

door de Y-BOCS. Over het algemeen werden lagere correlaties gevonden dan

verwacht. Ten tweede werd gevonden dat hogere scores op deze zelfde

subschaal gepaard gingen met een minder sterke vermindering van de ernst

van OC symptomen na de therapie. Ook werd er een heel klein interactie-effect

gevonden tussen de subschaal twijfels over keuzes en bezorgdheid omtrent

fouten wat suggereert dat als deze twee dimensies samengaan dit een nadelig

effect heeft op de therapie. Perfectionisme en zijn bijhorende dimensies

verminderden echter niet na de therapie. Ten slotte hebben ze nog

gerapporteerd dat een hogere score op de subschaal twijfels over keuzes een

nadelige invloed had op de therapie alsook het geringe interactie-effect van

twijfels over keuzes en bezorgdheid omtrent fouten en dit voor diegenen die

Page 20: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

20

zich in de ERP conditie bevonden. Wanneer we dan naar de scores kijken bij

de mensen die zich in de CT conditie bevonden, rapporteerden ze dat enkel

hogere scores op de subschaal twijfels over keuzes een nadelige invloed

hadden op de therapie-uitkomst. De CT lijkt dus een betere optie voor mensen

die van in het begin al hoger scoorden op de perfectionismedimensies. Dit is in

lijn met de eerdere bevindingen van Frost et al. (2002) (Chik et al., 2008).

Vervolgens is er ook nog de studie van Wetterneck et al. (2011). Het is

reeds bekend dat OCD vaak voorkomt in comorbiditeit met persoonlijkheids-

stoornissen zoals bijvoorbeeld de Obsessief-Compulsieve Persoonlijkheids-

stoornis (OCPD). Deze stoornis omvat acht persoonlijkheidstrekken waaronder

perfectionisme. De andere zeven zijn rigiditeit, preoccupatie met details,

excessieve toewijding tot het werk, hoge consciëntieusheid, inflexibiliteit

omtrent waarden en normen, gierigheid, onmogelijkheid om nutteloze

bezittingen weg te gooien (hoarding) en onmogelijkheid om taken te verdelen

(APA, 2000).

Uit vorig onderzoek is reeds gebleken dat OCD patiënten met een

comorbide OCPD een hogere ernst van OCD vertonen (Cavedini, Erzegovesi,

Ronchi, & Bellodi, 1997; Coles et al., 2008; Lochner et al., 2010; Pinto, 2009;

Pinto et al., 2009a, Wetterneck et al., 2011) en dat wanneer men de overlap

tussen OCPD en OCD criteria bekijkt, vooral hoarding, preoccupatie met details

en perfectionisme gelinkt zijn aan de OCD diagnose (Baer, 1994; Eisen et al.,

2006).

Deze visie sluit echter eerder aan bij een categoriale aanpak waarbij er

een comorbiditeit is met verschillende stoornissen. Daarom is het nuttig om een

meer dimensionele visie te hanteren waarbij we ons meer focussen op

individuele eigenschappen van OCPD. Patiënten hebben namelijk allemaal een

verschillende combinatie van de acht criteria en dit zorgt voor een grote

heterogeniteit (Wetterneck et al., 2011).

In de studie van Wetterneck et al. (2011) maken ze voor het eerst

gebruik van een dimensionele aanpak om de relatie tussen OCPD

eigenschappen (waaronder dus ook perfectionisme) en de ernst en

aanwezigheid van OC symptomen in kaart te brengen.

Page 21: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

21

De resultaten toonden aan dat OCPD gemeten op een dimensionele

schaal significant gecorreleerd was met de ernst van OCD. Wanneer we naar

de resultaten kijken en dan vooral naar het criterium van perfectionisme zien we

dat enkel de subschaal twijfels over keuzes positief gecorreleerd was met de

ernst van OC symptomen. De onderzoekers waren verbaasd over het feit dat

enkel deze subschaal correleerde met de ernst van OC symptomen en

veronderstelden dat dit eventueel te wijten was aan het feit dat ze bij de meting

van de ernst van de OC symptomen aan de hand van de Obsessive-

Compulsive Inventory Revised (OCI-R; Foa et al., 2002) de hoardingitems niet

in de studie opgenomen hadden. Dit zorgde voor een onevenredige verdeling

tussen compulsiegerelateerde items en obsessiegerelateerde items.

Men herbekeek daarom de correlaties waarbij ze de hoardingsubschaal

niet achterwege lieten en vonden ook een significante relatie tussen de

subschaal bezorgdheid omtrent fouten en de OCI-R score. Dit opmerkelijk

resultaat kon dus te wijten zijn aan de bias naar obsessiegerelateerde items.

Het is echter ook mogelijk dat hoarding een rol speelt in deze relatie, maar het

is nog onbekend of extreme verzamelwoede eerder de richting/sterkte van het

verband tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen zou bepalen

(moderatie-effect), dan wel volledig het verband tussen perfectionisme en de

ernst van OC symptomen zou verklaren (mediatie-effect) (Wetterneck et al.,

2011).

Huidige Masterproef

Probleemstelling en doelstellingen. Het onderzoek betreffende de

associatie tussen perfectionisme en OC symptomen op jonge leeftijd bleef

beperkt tot een aantal studies. Bovendien hielden deze studies niet altijd

rekening met het multi-dimensionele karakter van beide constructen. Daarnaast

werd de relatie tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen nog

maar weinig onderzocht, namelijk nog nooit in de adolescentie en slechts

tweemaal in de volwassenheid zoals eerder beschreven (Chik et al., 2008;

Wetterneck et al., 2011). Hieruit bleek dat vooral de maladaptieve vorm van

Page 22: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

22

perfectionisme van belang is (bv., twijfelen over keuzes en zich zorgen maken

over fouten). Mogelijks zou extreme verzamelwoede (hoarding) een rol kunnen

spelen in de relatie maar het is tot op heden nog onduidelijk of het om een

moderatie-effect zou gaan (wat betekent dat extreme verzamelwoede eerder de

richting/sterkte van het verband tussen perfectionisme en de ernst van OC

symptomen zou bepalen) of een mediatie-effect (namelijk dat hoarding volledig

het verband tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen zou

verklaren) (Wetterneck et al., 2011). Aangezien we echter niet verwachten dat

hoarding het verklaringsmechanisme is betreffende de relatie tussen

perfectionisme en ernst van OC symptomen (i.e., een mediatie-effect), zal in

huidige masterproef enkel het moderatie-effect getoetst worden, dat meer

plausibel lijkt te zijn. Het kan namelijk verwacht worden dat extreme

verzamelwoede de sterkte van het verband tussen perfectionisme en de ernst

van OC symptomen kan bepalen.

Huidige masterproef zal dus trachten bij te dragen aan de beperkte

evidentie betreffende de relatie tussen perfectionisme en OC symptomen op

jonge leeftijd, en zal daarbij focussen op de multi-dimensionele aard van beide

constructen en tevens ingaan op de relatie tussen perfectionisme en de ernst

van OC symptomen dewelke nog nooit werd onderzocht bij adolescenten.

Bovendien zal geëxploreerd worden welke rol extreme verzamelwoede in deze

relatie speelt. Meer specifiek zal hierbij getoetst worden of er sprake is van een

moderatie-effect van extreme verzamelwoede in dit verband tussen

perfectionisme en de ernst van OC symptomen.

Theoretisch, praktisch en/of methodologisch belang. Aan de hand

van huidige masterproef zal meer theoretisch inzicht verworven worden in hoe

de relatie tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen zich

manifesteert bij adolescenten. Dit kan een extra stimulans vormen voor verder

onderzoek. Aangezien ongeveer één tot drie procent van de

kinderen/adolescenten kampt met OCD (Flament et al., 1988; Heyman et al.,

2001) en er na therapie vaak slechts een geringe verandering in de klachten is

bij deze patiënten (Abramowitz, 1997; Abramowitz, Taylor, & McKay, 2005;

Page 23: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

23

Fisher & Wells, 2005; Pallanti & Quercioli, 2006), is een grondig inzicht in

eventuele hindernissen en negatieve invloeden op de therapie ook van groot

praktisch belang.

Omdat ons onderzoek zich richt op adolescenten maken wij ook gebruik

van sommige vragenlijsten speciaal ontworpen voor deze leeftijd. Dit werd

beslist omdat de resultaten uit vorige onderzoeken eventueel vertekend zouden

kunnen zijn door het gebruik van vragenlijsten die primair gericht waren op

volwassenen om het verband bij adolescenten in kaart te brengen. Deze vaak

nieuw ontworpen vragenlijsten kunnen dus een interessant nieuw beeld geven

van de relatie tussen perfectionisme en (de ernst van) OC symptomen, en het

effect van extreme verzamelwoede op deze relatie.

Hypotheses. Conform eerder uitgevoerd onderzoek verwachten we

positieve correlaties tussen de metingen van perfectionisme en OC symptomen.

Meer bepaald verwachten we dat hogere scores op de MPS, en in het bijzonder

op de maladaptieve dimensie (voornamelijk de subschalen bezorgdheid omtrent

fouten en twijfels over keuzes, en in mindere mate de subschalen

verwachtingen van ouders en ouderlijke kritiek) samenhangen met een hoger

aantal gerapporteerde OC symptomen (Frost & Steketee, 1997). Bij de CAPS

verwachten we dat vooral sociaal voorgeschreven perfectionisme sterk zal

samenhangen met een hogere score op gerapporteerde OC symptomen daar

het uit het onderzoek is gebleken dat dit een eerder maladaptieve dimensie van

perfectionisme vormt bij de CAPS (Flett et al. (2001). (Hypothese 1)

Op basis van eerder onderzoek, kunnen we tevens een link tussen

perfectionisme en specifieke OC symptomen verwachten, zoals checken

(Gershunny & Sher, 1995), wassen (Tallis, 1996), en hoarding (Frost & Gross,

1993). (Hypothese 2)

Ook veronderstellen we dat een hogere totaalscore op perfectionisme

schalen en vooral een hogere score op de maladaptieve dimensie samengaat

met een hogere gerapporteerde ernst van OC symptomen. (Hypothese 3)

In de studie van Wetterneck et al. (2011) verwachtten de onderzoekers

dat meerdere subschalen van de MPS een hogere score op de ernst van OC

Page 24: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

24

symptomen zou verklaren, maar dit werd niet gevonden in de data. Dit was

misschien te wijten aan het feit dat items in verband met hoarding niet werden

opgenomen. Wanneer de items werden opgenomen, vonden ze ook een

significante relatie tussen de subschaal bezorgdheid omtrent fouten en een

hogere score op een vragenlijst die de ernst van OC symptomen meet. Daarom

onderzoeken we tevens de rol die hoarding zou kunnen spelen in de relatie

tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen. Vooreerst wordt echter

nagegaan of er associaties te vinden zijn tussen perfectionisme en hoarding, en

tevens tussen hoarding en de ernst van OC symptomen. Er wordt verwacht dat

deze relaties positief zullen zijn en dat opnieuw de maladaptieve dimensie van

perfectionisme de sterkste associaties zal vertonen. (Hypothese 4)

Uit vorig onderzoek is reeds gebleken dat OCD patiënten met een

comorbide OCPD een hogere ernst van OCD vertonen (Cavedini, Erzegovesi,

Ronchi, & Bellodi, 1997; Coles et al., 2008; Lochner et al., 2010; Pinto, 2009;

Pinto et al., 2009a, Wetterneck et al., 2011). Wanneer men deze overlap bekijkt

zag men dat vooral hoarding, preoccupatie met details en perfectionisme gelinkt

zijn aan de OCD diagnose (Baer, 1994; Eisen et al., 2006). Aangezien

perfectionisme een heel breed gegeven is, veronderstellen we dat hoarding

eerder een modererende rol speelt in het verband tussen perfectionisme en de

ernst van OC symptomen, eerder dan dit verband volledig of partieel te

verklaren. Om deze moderatie te onderzoeken, exploreren we of de relatie

tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen sterker is bij

respondenten die hogere scores hebben op hoarding, zoals gemeten door de

YOCSS. Meer specifiek wordt dus verwacht dat er sprake zal zijn van een

positief moderatie-effect van hoarding voor wat betreft de relatie tussen

perfectionisme en de ernst van OC symptomen. (Hypothese 5)

Page 25: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

25

Methode

Participanten en Procedure

De steekproef van de studie (N=189) omvat adolescenten met een

leeftijd tussen 12 en 18 jaar (M= 14,06, SD= 0.93) waarvan 116 jongens (61,4

%) en 70 meisjes (37%) van het tweede tot het vierde middelbaar. De 18-

jarigen in de steekproef zitten in het vierde middelbaar. 1,6 % van de

adolescenten maakten hun geslacht niet bekend. Van de respondenten zitten er

61 adolescenten in het 2de middelbaar (32.3%), 95 in het derde (50,3 %) en 28

in het vierde (14,8%). Hiervan volgen 5 leerlingen Grieks, 27 Latijn, 44 Moderne

Wetenschappen, 50 een Economische richting en 58 Handel. Bij 2,4 % van de

steekproef is het studiejaar niet opgegeven.

Voor de studie werd contact opgenomen met een middelbare school,

namelijk het Sint-Maartensinstituut/Technisch Instituut Sint-Maarten te Aalst.

Deze school biedt zowel Algemeen Secundair (ASO) als Technisch Secundair

Onderwijs (TSO) aan en deze afdelingen zijn beide vertegenwoordigd in de

steekproef. Er werd contact opgenomen met de directie door de student via

mail en telefoon waarna een afspraak werd gemaakt voor het geven van

verdere informatie over het onderzoek en later het overhandigen van de

vragenlijsten.

Voor de informatieverzameling van het onderzoek werd gebruik gemaakt

van vragenlijsten op papier die werden samengebracht tot één bundeltje. Dit

bundeltje bestaat uit een informed consent waarbij de adolescent toestemming

geeft om zijn/haar gegevens te gebruiken voor het onderzoek en geïnformeerd

werd over de anonieme verwerking ervan, een luik waarin algemene informatie

van de adolescent wordt bevraagd en zes vragenlijsten omtrent perfectionisme,

OC symptomen/ernst en extreme verzamelwoede. In totaal werden 200 bundels

in een doos overhandigd aan de prefect van de school in januari 2014 waarna

deze werden uitgedeeld in de loop van ongeveer twee weken in de uren dat de

leerlingen in de grote studiezaal verbleven omwille van de afwezigheid van hun

vakleerkracht. Er werden 189 bundels ingevuld en deze werden door de student

terug opgehaald.

Page 26: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

26

Meetinstrumenten

Children's Florida Obsessive-Compulsive Inventory (C-FOCI). De C-

FOCI (Storch et al., 2009), die in zowel klinische als niet-klinische populaties

gebruikt kan worden, bestaat uit 17 items en is een checklist van OC

symptomen voor kinderen en adolescenten waarbij de respondent aan de hand

van een ja (1)/nee (0) antwoord aanduidt of hij/zij de afgelopen maand een

bepaald OC symptoom heeft ervaren (Deel A). De som van deze items

resulteert in een somscore van de symptomen. Wanneer er gedragingen

worden gerapporteerd in het eerste deel, kan de adolescent in Deel B

aanduiden met welke ernst deze symptomen voorkomen aan de hand van vijf

items, gescoord op een 4-punts Likert schaal waarbij de som resulteert in de

ernstscore. Aan de hand van onderzoek is gebleken dat de C-FOCI een valide

instrument is om OCD bij kinderen en adolescenten in kaart te brengen. Beide

delen hebben een voldoende hoge interne consistentie en correleren matig

(r=.34) (Storch et al., 2009). Ook de convergente validiteit bleek voldoende

hoog, daar de vragenlijst matig gecorreleerd was met angstklachten,

gerapporteerd door het kind zelf en de ouders. Ook de matige correlaties met

gelijkaardige dimensies van de corresponderende CY-BOCS (Scahill et al.,

1997) duiden op een goede convergente validiteit (Storch et al.,2009). De C-

FOCI blijkt in huidige studie een betrouwbare vragenlijst te zijn met een

Cronbach’s alfa van respectievelijk .76 en .80 voor de symptoom- en

ernstscore.

Youth Obsessive-Compulsive Symptoms Scale (YOCSS). De Caluwé

en De Clercq (2014) ontwikkelden de YOCSS om de inhoud en de ernst van

OC symptomen bij jongeren (12-18 jaar) onafhankelijk van elkaar te meten. De

vragenlijst bestaat uit 68 items die worden gescoord op een 5-punts

Likertschaal die gaat van niet passend bij mij (1) tot heel goed passend bij mij

(5). Hiervan meten er 57 items de inhoud van de OC symptomen en deze

werden empirisch geclusterd in 10 symptoomfacetten, dewelke op hun beurt

hiërarchisch geclusterd zijn in drie symptoomdomeinen, namelijk het

Page 27: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

27

Obsessieve domein (dat de facetten agressie, schuld, gevoeligheid voor

uiterlijke verschijning en somatisatie bevat), het Compulsieve domein (met de

facetten herhalen, magische spelletjes en extreem verzamelen) en tenslotte het

Orde/Schoon/Perfect domein (dat bestaat uit de facetten ordelijkheid,

properheid en perfectionisme). Het gemiddelde van deze 57 inhoudsitems

resulteert in de YOCSS symptoomscore die een uitstekende betrouwbaarheid

vertoont (Cronbach’s alfa= .95) (De Caluwé & De Clercq, 2014). Verder zijn er

ook nog 11 items die de ernst van de OC symptomen meten. Het gemiddelde

van deze items resulteert in een YOCSS ernstscore waarmee we OC

symptomen van milde en matige ernst kunnen onderscheiden. De interne

consistentie van deze items is adequaat (α=.87). De correlatie tussen de OC

symptoomscore en de ernstscore is 0.65 (p <.001) (De Caluwé & De Clercq,

2014). De validiteit van de YOCSS werd gemeten aan de hand van een

onafhankelijke steekproef en hieruit bleek dat er een goede convergente

validiteit was met andere metingen van OC symptomen (correlatie van .68 met

de C-FOCI Symptoom score). Ook de incrementele predictieve validiteit van de

YOCSS is goed (De Caluwé & De Clercq, 2014; De Caluwé et al., 2014). De

betrouwbaarheid van zowel de symptoomscore als de ernstscore in deze studie

is excellent met een Cronbach’s alfa van respectievelijk .95 en .90. De interne

consistentie van de drie symptoomdomeinen varieert van goed tot excellent met

een Cronbach’s alfa van .91 (Obsessieve domein), .87 (Compulsieve domein)

en .91 (Orde/Schoon/Perfect domein). Wanneer we de subschalen bekijken

zien we een goede betrouwbaarheid met een Cronbach’s alfa die varieert van

.70 (hoarding) tot .84 (orderlijkheid).

The Child Behavior Checklist - Obsessive-Compulsive Scale (CBCL-

OCS). Deze vragenlijst voor kinderen en jongeren werd ontwikkeld op basis van

de CBCL (Achenbach & Rescorla, 2001) door Nelson et al. (2001) aan de hand

van factoranalyse op items uit de CBCL waarvoor veel evidentie is dat ze OCD

voorspellen. Voor de CBCL-OCS was er evidentie voor acht items met een

goede interne consistentie die 39.8 % van de variantie verklaarden (Cronbach's

alfa= .84). De items worden gescoord op een 3-punts schaal waarbij 0 staat

Page 28: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

28

voor helemaal niet, 1 voor een beetje of soms en 2 voor duidelijk of vaak

(Achenbach & Rescorla, 2001; Nelson et al., 2001). In deze studie bekomen we

een goede betrouwbaarheid van de CBCL-OCS met een Cronbach’s alfa van

.74.

Multidimensional Perfectionism Scale (MPS). Dit is een vragenlijst die

vooral gericht is op volwassenen, maar eerder ook gebruikt werd in een niet-

klinische steekproef van kinderen/adolescenten (Stumpf & Parker, 2000). De

MPS (Frost et al., 1990) meet de facetten van perfectionisme en bestaat uit 35

items waarbij de respondent dient aan te geven of een uitspraak helemaal niet

waar (1) tot helemaal waar (5) is. De 35 items zijn onderverdeeld in zes

subschalen, verdeeld over de maladaptieve en adaptieve dimensies van

perfectionisme. De maladaptieve dimensie bestaat uit de subschalen

Bezorgdheid omtrent fouten, Twijfels over keuzes, Verwachtingen van ouders

en Ouderlijke kritiek. De adaptieve dimensie omvat Persoonlijke standaard en

Organisatie. De som van alle items resulteert in een score waarbij hogere

scores op meer perfectionisme wijzen. De schaal heeft een goede

betrouwbaarheid, alle subschalen hebben een alfa waarde die groter is dan .77

en de Cronbach's alfa van de MPS in totaal is .91 (Frost et al.,1990). Ook is er

een hoge correlatie met onder andere de Burns Perfectionism Scale (Burns,

1980) en een matige correlatie met andere metingen van perfectionisme zoals

bijvoorbeeld de EDI Perfectionism Scale (Frost at al., 1990 Garner et al.,

1983;). Wat deze studie betreft, vinden we voor de verschillende subschalen

een goede betrouwbaarheid. De Cronbach’s alfawaarden van de verschillende

subschalen zijn: .73 (Ouderlijke kritiek), .75 (Twijfels over keuzes), .80

(Verwachtingen van ouders), .82 (Persoonlijke standaard), .86 (Bezorgdheid

omtrent fouten en .88 (Organisatie). De Cronbach’s alfa voor de totaalscore van

de MPS is .93, wat op een excellente betrouwbaarheid wijst.

Child and Adolescent Perfectionism Scale (CAPS). Deze vragenlijst,

die perfectionisme meet, werd ontwikkeld door Flett, Hewitt, Boucher, Davidson

en Munro (2001) en bevat 22 items. De items worden gescoord op een 5-punts

Page 29: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

29

Likert schaal die gaat van helemaal niet waar (1) tot helemaal wel waar (5).

Deze zelfrapportage-vragenlijst werd ontwikkeld zoals de MPS maar is specifiek

gericht op kinderen en adolescenten en meet de dimensies van

zelfgeoriënteerd (SOP) en sociaal voorgeschreven perfectionisme (SPP), die

geconfirmeerd werden via factoranalyse. De betrouwbaarheid werd hoog

genoeg bevonden (Flett et al., 2001). Ook in deze studie zien we een

Cronbach’s alfa van .81 wat op een goede betrouwbaarheid wijst.

Saving Inventory-Revised (SI-R). De SI-R (Frost et al., 2004) is een

vragenlijst die 23 items bevat die verdeeld zijn over drie subschalen namelijk

Rommel, Moeilijkheden om weg te gooien, en Buitensporige verwerving. Deze

vragenlijst heeft als doel om de algemene kenmerken van hoarding in kaart te

brengen. De items worden gescoord op een 5-punts schaal. De totaalscore en

elke subschaalscore onderscheiden individuen met hoarding van controle-

personen zonder hoarding (Frost & Hristova, 2011). De interne consistentie

voor de totale schaal en elk van de subschalen werd goed bevonden, alle

waarden overschreden namelijk de Cronbach’s alfa waarde van .87 (Frost et

al., 2004). Ook als we kijken naar de correlaties met andere metingen van

extreem verzamelgedrag zien we dat er een goede convergente validiteit is (rs

0.45 tot 0.75) (Frost et al., 2004). Ook correleerde de SI-R hoog met

zelfgerapporteerde rommel en rommel die vastgesteld werd door andere

beoordelaars (Frost et al., 2004) De Nederlandstalige versie die gebruikt werd

voor dit onderzoek werd bekomen via back-translation. Hierbij werden de

Engelse items door de student vertaald in het Nederlands waarna deze werden

doorgestuurd naar de begeleider, die de items opnieuw in het Engels vertaalde

zonder de oorspronkelijke Engelse items gelezen te hebben. Deze versie werd

dan vergeleken met de oorspronkelijke Engelstalige versie, en indien nodig

aangepast. Gezien de Cronbach’s alfa waarden van de subschalen in deze

studie varieerden van .79 tot .85, duidt dit op een goede betrouwbaarheid van

de Nederlandstalige SI-R. De Cronbach's alfa waarde van de totale vragenlijst

bedraagt .91.

Page 30: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

30

Statistische Analyse

De statistische analyses werden uitgevoerd met behulp van SPSS 21.

De data werden handmatig ingevoerd waarna de dataset getransformeerd werd

opdat schaalscores bekomen werden waarop de analyse kon worden

uitgevoerd.

Eerst en vooral werd een bivariate correlatie-analyse uitgevoerd waarbij

we de samenhang tussen de verschillende metingen van perfectionisme en OC

symptomen trachten te exploreren aan de hand van Pearson Correlatie

Coëfficiënten. De metingen van perfectionisme omvatten het gemiddelde van

de volledige MPS (MPS_mean) alsook de verschillende subschalen die, zoals

eerder vernoemd; kunnen onderverdeeld worden in een maladaptieve en

adaptieve dimensie. De maladaptieve dimensie bestaat uit vooral de

subschalen Bezorgdheid omtrent fouten (CM), Twijfels over keuzes (DA), en in

mindere mate de subschalen Verwachtingen van ouders (PE) en Ouderlijke

kritiek (PC). De adaptieve dimensie omvat de schalen Persoonlijke standaard

(PS) en Organisatie (O). Ook de CAPS werd opgenomen in de analyse. Er

werd geen score gebruikt van de volledige CAPS maar er werd onderscheid

gemaakt tussen zelfgeoriënteerd perfectionisme (SOP) en sociaal

voorgeschreven perfectionisme (SPP). Uit onderzoek is reeds gebleken dat

vooral sociaal voorgeschreven perfectionisme een maladaptieve vorm van

perfectionisme is (Flett et al., 2001)

Bij de metingen van OC symptomen vinden we de symptoomscore van

de YOCSS terug (YOCSS_mean), alsook de verschillende symptoomfacetten

namelijk Agressie (Aggression), Schuld (Guilt), Gevoeligheid voor uiterlijke

verschijning (Ph. App), Somatisatie (Somatization), Ordelijkheid (Orderliness),

Properheid (Cleanliness), Perfectionisme (Perfectionism), Herhalen

(Repeating), Magische Spelletjes (Magical Games), en Extreem verzamelen

(Hoarding). Deze worden zoals eerder vermeld onderverdeeld onder drie

symptoomdomeinen namelijk het Obsessieve domein, het Orde/Schoon/Perfect

domein en het Compulsieve domein. Verder werd ook de somscore van de

symptomen zoals gemeten door de C-FOCI in rekening gebracht, alsook de

totale score op de items van de OCS-CBCL. Tabel 1 geeft de correlaties weer

Page 31: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

31

die bekomen werden na deze analyse (cfr. Hypothese 1 en 2).

Daarna werd tevens een bivariate correlatie-analyse uitgevoerd maar

deze keer werden de ernstfactoren in rekening gebracht om de relatie tussen

perfectionisme en de ernst van OC symptomen in kaart te brengen. Opnieuw

werden beide metingen van perfectionisme (MPS en CAPS, inclusief

subschalen) in de analyse betrokken. Om de ernst te onderzoeken werd

gebruik gemaakt van de Ernstscore van de YOCSS (Ernst) alsook van de

ernstfactor van de C-FOCI (Ernst C-FOCI). De resultaten van deze analyse kan

men terugvinden in Tabel 2 (cfr. Hypothese 3).

Vervolgens waren we ook geïnteresseerd in de intercorrelaties van de

verschillende constructen zodat we de associaties tussen hoarding met

enerzijds perfectionisme en anderzijds de ernst van OC symptomen konden

nagaan, alsook opdat we de convergente validiteit van de vragenlijsten konden

exploreren. Hierbij werd rekening gehouden met de verschillende metingen van

perfectionisme ( MPS en CAPS, inclusief subschalen) waarbij we keken of deze

met elkaar correleren. Ook werden nu voor het eerst de metingen van extreme

verzamelwoede in rekening gebracht door het toevoegen van hoarding (zoals

gemeten door de YOCSS) en de totale SI-R schaal (SIRtotaal), waarbij ook de

drie subschalen van de SI-R werden toegevoegd: Rommel (SIRclutter),

Moeilijkheden om weg te gooien (SIRdd), en Buitensporige verwerving

(SIRacquisition). Ook de ernstcomponent van de YOCSS werd opnieuw in

rekening gebracht. De intercorrelaties kunnen geraadpleegd worden in Tabel 3

(cfr. Hypothese 4).

Tenslotte richtten we ons ook op de rol die hoarding kan spelen in de

relatie tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen. Om dit te

onderzoeken, maakten we gebruik van een moderatie-analyse (lineaire

hiërarchische regressie-analyse). Hierbij werd de ernst van OC symptomen

(zoals gemeten door de YOCSS) opgenomen als afhankelijke variabele. De

onafhankelijke variabele Perfectionisme (zoals gemeten door de MPS) alsook

de moderator Hoarding (zoals gemeten door de YOCSS) dienden eerst

gecentreerd te worden voor deze analyse. Daarna werd een interactieterm

berekend van de gecentreerde variabelen Perfectionisme en Hoarding. De

Page 32: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

32

gecentreerde variabelen van Perfectionisme en Hoarding werden opgenomen

in een regressie-analyse als onafhankelijke variabele (stap 1), gevolgd door de

interactieterm (stap 2). De resultaten van deze regressie-analyse worden

samengevat in Tabel 4 en de interactie wordt weergegeven in Figuur 1 (cfr.

Hypothese 5).

Resultaten

Relatie tussen Perfectionisme en OC Symptomen

Wanneer we kijken naar de gegevens in Tabel 1 zien we dat onze

hypothese wat betreft de positieve samenhang tussen perfectionisme en OC

symptomen bevestigd wordt. We zien een significante positieve correlatie

tussen de totale score op de MPS en de totale score op de YOCSS (r= .67, p <

.001). Als we meer in detail kijken, zien we dat vooral de maladaptieve

perfectionisme dimensie naar voor komt als meer samenhangend met OC

symptomen. Vooral de subschalen bezorgdheid omtrent fouten en twijfels over

keuzes correleren het hoogst met de totale score van de YOCSS

(respectievelijk r= .61 en r= .70, p < .001). Jongeren die aangaven dat ze meer

perfectionistisch waren, zullen dus doorgaans ook meer OC symptomen

aangeven, dit vooral wanneer ze zich vaak zorgen maken over het maken van

fouten en twijfelen bij keuzes. Dit zien we ook bevestigd wanneer we de

correlatie van de perfectionismesubschalen gemeten door de MPS bekijken met

de metingen van OC symptomen aan de hand van de C-FOCI en de OCS-

CBCL.

Wanneer we de meting van perfectionisme door de CAPS erin

betrekken, zien we dat vooral zelfgeoriënteerd perfectionisme (dat eerder een

adaptieve vorm van perfectionisme is) hoger correleert met OC symptomen,

gemeten door de YOCSS (r= .61, p < .001). Dit is tegengesteld aan de

verwachtingen en dit patroon is tevens terug te vinden bij de resultaten met de

OCS-CBCL, zij het wel veel minder sterk. Echter zien we wel opnieuw het

verwachte patroon wanneer OC symptomen gemeten worden met de C-FOCI.

namelijk dat de correlatie van sociaal voorgeschreven perfectionisme (SPP; de

Page 33: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

33

eerder maladaptieve variant) met OC symptomen hoger is dan de correlatie van

zelfgeoriënteerd perfectionisme (SOP; de eerder adaptieve variant)

(respectievelijk r= .43 en r= .35, p < .001).

In het kader van onze tweede hypothese (zie Tabel 1) werd ook vermeld

dat perfectionisme, en dan vooral de maladaptieve dimensie in vorig onderzoek

vaak het sterkste samenhing met specifieke OC symptomen zoals wassen,

checken en hoarding. Deze hypothese wordt bevestigd in huidige data. We

vinden namelijk een hoge correlatie tussen perfectionisme en het

Orde/Schoon/Perfect domein (r= .66, p < .001) waaronder we wassen kunnen

beschouwen. Wanneer we de relatie meer in detail bekijken, vinden we een

hogere correlatie van de totale MPS met de facetten Ordelijkheid en Properheid

van de YOCSS (r= .56 en r= .55, p < .001). Verder vinden we ook dat de

maladaptieve subschalen bezorgdheid omtrent fouten en twijfels over keuzes

van de MPS hoger correleren met deze facetten van de YOCSS in vergelijking

met de andere schalen. Dit toont dat perfectionisme, en vooral maladaptief

perfectionisme sterk samenhangt met deze specifieke OC symptomen

gerelateerd aan wassen. De andere twee symptomen (i.e., checken en

hoarding) bevinden zich eerder in het Compulsieve domein en hier zien we ook

een hoge correlatie met de totale MPS score (r= .58, p < .001), en in het

bijzonder met de subschaal twijfels over keuzes (r= .59, p < .001) voor zowel

hoarding als herhalen/checken.

Page 34: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

34

Tabel 1

Correlaties tussen de metingen van perfectionisme (MPS en CAPS, inclusief subschalen) en obsessief-compulsieve symptomen (YOCSS en

subschalen, C-FOCI en CBCL-OCS)

MPS mean CM DA PE PC PS O SOP SPP YOCSS mean .67*** .61*** .70*** .38*** .43*** .54*** .42*** .61*** .49***

Obsessive .55*** .57*** .57*** .31*** .37*** .47*** .27*** .50*** .48*** Aggression .54*** .59*** .49*** .38*** .41*** .44*** 18** .51*** .49*** Guilt .56*** .56*** .61*** .28*** .38*** .44*** .27*** .52*** .46*** Ph.App .41*** .40*** .43*** .21*** .28*** .33*** .23*** .33*** .35*** Somatization .38*** .38*** .38*** .20*** .18** .38*** .20*** .37*** .31*** OCP .66*** .50*** .66*** .35*** .36*** .53*** .57*** .57*** .38*** Orderliness .56*** .40*** .55*** .29*** .29*** .42*** .56*** .48*** .29*** Cleanliness .55*** .45*** .61*** .29*** . 32*** .46*** .43*** .46*** .36*** Perfectionism .68*** .53*** .66*** .37*** .36*** .58*** .55*** .61*** .37*** Compulsive .58*** .55*** .66*** .35*** .44*** .44*** .29*** .53*** .42*** Hoarding .50*** .45*** .59*** .32*** .39*** .36*** .26*** .48*** .37*** Magic Games .41*** .56*** .49*** .22*** .33*** .33*** .17** .39*** .31*** Repeating .55*** .51*** .59*** .34*** .40*** .43*** .29*** .48*** .39*** C-FOCI .52*** .46*** .46*** .30*** .30*** .43*** .36*** .35*** .43*** CBCL-OCS .52*** .56*** .57*** .30*** .42*** .41*** .20*** .48*** .44***

Noot. Multidimensional Perfectionism Scale (MPS), Child and Adolescent Perfectionism Scale (CAPS), Youth Obsessive-Compulsive Symptoms Scale

(YOCSS), Children's Florida Obsessive-Compulsive Inventory (C-FOCI), The Child Behavior Checklist-Obsessive-Compulsive Scale (CBCL-OCS)

Uiterlijke verschijning (Ph. App), Order/Clean/Perfect (OCP), Bezorgdheid omtrent fouten (CM), Twijfels over keuzes (DA), Verwachtingen van ouders (PE), Ouderlijke

kritiek (PC), Persoonlijke standaard (PS), Organisatie (O), Zelfgeoriënteerd perfectionisme (SOP), Sociaal voorgeschreven perfectionisme (SPP).

*p < .05, **p < .01, ***p < .001.

Page 35: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

35

Relatie tussen Perfectionisme en de Ernst van OC Symptomen

Om onze derde hypothese betreffende een positieve associatie tussen

(vooral maladaptief) perfectionisme en de ernst van OC symptomen te

onderzoeken, dienen we te kijken naar de correlaties in Tabel 2. Hierbij zien we

dat de totaalscore van de MPS significant correleert met de gerapporteerde

ernst van de OC symptomen, en dit zowel bij de meting van ernst door de

YOCSS als door de C-FOCI. De correlatie bedraagt respectievelijk .56 en .57, p

< .001. Wanneer we naar de subschalen van de MPS kijken, zien we dat de

maladaptieve subschalen bezorgdheid omtrent fouten en twijfels over keuzes

het sterkst correleren met een hogere gerapporteerde ernst door de YOCSS

(respectievelijk r= .54 en r= .59, p < .001), alsook door de C-FOCI

(respectievelijk r= .52 en r= .54, p < .001). Onze hypothese wordt hierdoor

bevestigd en wijst er dus op dat bij adolescenten met een verhoogde score op

maladaptief perfectionisme, de ernst van de OC symptomen ook hoger zal

worden gerapporteerd.

Eveneens bij de meting van perfectionisme door de CAPS merken we op

dat sociaal voorgeschreven perfectionisme (SPP) hoger correleert met

ernstigere OC symptomen gemeten door respectievelijk de YOCSS en de C-

FOCI (r= .44 en r= .43, p < .001).

Page 36: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

36

Tabel 2

Correlaties tussen de metingen van perfectionisme (MPS en CAPS, inclusief subschalen) en de ernst van obsessief-compulsieve symptomen

(Ernstfactor YOCSS en Ernstfactor C-FOCI)

MPS mean CM DA PE PC PS O SOP SPP

Ernst YOCSS .56*** .54*** .59*** .37*** .41*** .43*** .25*** .43*** .44*** Ernst C-FOCI .57*** .52*** .54*** .37*** .42*** .45*** .26*** .38*** .43***

Noot. Multidimensional Perfectionism Scale (MPS), Child and Adolescent Perfectionism Scale (CAPS), Youth Obsessive-Compulsive Symptoms Scale

(YOCSS), Children's Florida Obsessive-Compulsive Inventory (C-FOCI), Bezorgdheid omtrent fouten (CM), Twijfels over keuzes (DA), Verwachtingen van

ouders (PE), Ouderlijke kritiek (PC), Persoonlijke standaard (PS), Organisatie (O), Zelfgeoriënteerd perfectionisme (SOP), Sociaal voorgeschreven perfectionisme

(SPP).

*p < .05, **p < .01, ***p < .001.

Page 37: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

37

Relatie tussen Perfectionisme en Hoarding

Wanneer we de intercorrelaties bekijken in Tabel 3 (cfr. Hypothese 4)

kunnen we de associaties tussen perfectionisme en hoarding (gemeten via de

YOCSS en de SI-R) nagaan, waarbij verwacht wordt dat deze relaties positief

zullen zijn en dat opnieuw de maladaptieve dimensie van perfectionisme de

sterkste associaties zal vertonen. We zien hierbij dat de MPS (en vooral de

maladaptieve perfectionisme schalen) significant positief correleren met de

totale score van de SI-R (r= .51, p < .001 voor de totale score en respectievelijk

r= .47, p < .001 en r=. 53, p < .001 voor de subschalen bezorgdheid omtrent

fouten en twijfels over keuzes) alsook met hoarding gemeten met de YOCSS

(r= .50, p < .001). Wanneer we naar de CAPS kijken, zien we dat

zelfgeoriënteerd perfectionisme het hoogst correleert met de SI-R (r= .72, p

<.001) en hoarding gemeten met de YOCSS (r=. 48, p <.001). Bij de

subschalen van de SI-R zien we de hoogste significante correlaties in relatie tot

perfectionisme bij de subschaal moeite met weggooien en dit zowel bij de MPS

(r= .53, p <.001) als bij de CAPS (r= .44, p <.001 bij de subschaal SOP en

r=.43, p <.001 bij de subschaal SPP) . We kunnen dus besluiten dat jongeren

die meer maladaptief perfectionisme vertonen, vaker extreem verzamelen en

vooral moeite hebben met dingen weggooien.

Vanuit Hypothese 4 wordt tevens een positieve associatie verondersteld

tussen hoarding en de ernst van OC symptomen. Wanneer we kijken naar de

gegevens in Tabel 3 en zowel de meting door de YOCSS als de meting door de

SI-R beschouwen, zien we een significante positieve samenhang tussen het

aanwezig zijn van hoardingkenmerken en de gerapporteerde ernst van OC

symptomen (respectievelijk r= .53, p <.001 en r=. 51, p <.001). Wanneer we

meer in detail kijken, zien we dat vooral de subschaal moeite met weggooien bij

de SI-R hoog correleert met de gerapporteerde ernst. (r= .52, p <.001)

Tevens kunnen we ook zien dat de verschillende metingen van

eenzelfde construct steeds significant positief correleren. Dit zien we bij zowel

de correlaties van de MPS met de CAPS als bij de correlaties tussen de

hoardingfactor van de YOCSS en de SI-R op zowel algemeen als op

subschaalniveau. Dit wijst op een goede validiteit.

Page 38: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

38

Tabel 3

Intercorrelaties tussen de metingen van perfectionisme (MPS en CAPS, inclusief subschalen) en de metingen van hoarding (YOCCS subschaal

hoarding en de SI-R). Ernstfactor obsessief-compulsieve symptomen gemeten door de YOCCS.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

1. MPS mean 2. CM .84*** 3. DA .76*** .62*** 4. PE .74*** .54*** .40*** 5. PC .71*** .58*** .55*** .66*** 6. PS .85*** .68*** .56*** .56*** .47*** 7. O .59*** .26*** .44*** .21*** .17** .42*** 8. SOP .72*** .76*** .58*** .44*** .43*** .64*** .31*** 9. SPP .70*** .64*** .49*** .68*** .66*** .47*** .24*** .57*** 10. SIR totaal .51*** .47*** .53*** .37*** .43*** .35*** .17** .44*** .40*** 11. SIR clutter .34*** .32*** .38*** .28*** .32*** .24*** .03 .32*** .32*** .82*** 12. SIR dd .53*** .50*** .53*** .38*** .47*** .36*** .21*** .44*** .43*** .90*** .59*** 13. SIR acquisition .41*** .38*** .44*** .28*** .30*** .30*** .20*** .36*** .27*** .83*** .48*** .64*** 14. Hoarding .50*** .45*** .59*** .32*** .39*** .36*** .26*** .48*** .37*** .53*** .46*** .61*** .43*** 15. Ernst .56*** .54*** .59*** .37*** .41*** .43*** .25*** .43*** .44*** .51*** .42*** .52*** .43*** .53***

Noot. Multidimensional Perfectionism Scale (MPS), Child and Adolescent Perfectionism Scale (CAPS), Youth Obsessive-Compulsive Symptoms Scale (YOCSS),

Saving Inventory-Revised (SI-R), Bezorgdheid omtrent fouten (CM), Twijfels over keuzes (DA), Verwachtingen van ouders (PE), Ouderlijke kritiek (PC), Persoonlijke

standaard (PS), Organisatie (O), Zelfgeoriënteerd perfectionisme (SOP), Sociaal voorgeschreven perfectionisme (SPP), SIR Moeite met weggooien (SIR dd)

*p < .05, **p < .01, ***p < .001.

Page 39: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

39

Relatie tussen Perfectionisme en de Ernst van OC Symptomen: Het

Moderatie-effect van Hoarding

Tenslotte onderzoeken we nog onze vijfde hypothese betreffende het

moderatie-effect van hoarding in de relatie tussen perfectionisme en de ernst

van OC symptomen. Hiervoor werd een hiërarchische regressie-analyse

uitgevoerd en de resultaten van de analyse zien we in Tabel 4. Bij de eerste

stap bleek het model met zowel perfectionisme als hoarding als predictoren

significant te zijn (R²= 0.40, p <.001). Dit model verklaart 40% van de variantie.

Wanneer in een tweede stap de interactie tussen perfectionisme en hoarding

werd toegevoegd als predictor zien we dat deze interactieterm een significante

toegevoegde bijdrage heeft bovenop de hoofdeffecten (∆R²= .03, p <. 05). In

het totaal wordt er door dit model 43 % van de variantie verklaard. (R²= .43, p <.

001). Deze resultaten worden ook weergegeven in Figuur 1 waar we duidelijk

de interactie kunnen zien. Onze moderatie-effect hypothese werd hiermee

bevestigd en we kunnen dus besluiten dat wanneer jongeren hogere scores

rapporteren op perfectionisme en daarbij ook meer verzamelgedrag vertonen,

ze doorgaans een hogere ernst zullen rapporteren van OC symptomen, dan

wanneer ze enkel perfectionistisch zijn. Met andere woorden, de samenhang

tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen wordt versterkt door

hoarding.

Page 40: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

40

Tabel 4

Hiërarchische regressie-analyse (moderatie-analyse) die de relatie weergeeft tussen perfectionisme en de ernst van obsessief-compulsieve

symptomen.

R² ∆R²

Predictor (Gestandaardiseerde β

coëfficient)

Afhankelijke variabele:

Ernst OC symptomen

Stap 1: .40***

Perfectionisme .40***

Hoarding .34***

Stap 2: .43*** .03**

Perfectionisme .36***

Hoarding .27***

Perfectionisme x Hoarding .19**

*p < .05, **p < .01, ***p < .001.

Page 41: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

41

Figuur 1. Moderatie-effect van hoarding in de relatie tussen perfectionisme en de ernst van OC symptomen.

1

1,5

2

2,5

3

3,5

4

4,5

5

Low Perfectionism High Perfectionism

Ern

st O

C sy

mp

tom

en

Low Hoarding

High Hoarding

Laag Perfectionisme Hoog Perfectionisme

Lage Hoarding

Hoge Hoarding

Page 42: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

42

Discussie

De relatie tussen perfectionisme en OC symptomen is een reeds

veelbesproken onderwerp (Antony, et al. 1998; Ashby & Pak Bruner, 2005;

Frost et al.,1994; Frost & Steketee, 1997; Frost et al., 1990; Libby et al., 2004;

Rice & Pence, 2006; Ye et al., 2008). De meeste studies richtten zich ook

vooral op het in kaart brengen van deze relatie bij volwassenen. Het voorkomen

van OC symptomen bij kinderen en adolescenten wordt echter nogal

onderschat (Sutandar-Pinnock et al., 2003).

Het grondig begrijpen van deze relatie bij verschillende leeftijdsgroepen

(en dus ook bij adolescenten) kan een hulp bieden voor de praktijk in het

voorkomen en behandelen van adolescenten met een OC problematiek. In

deze studie zijn we dan ook dieper ingegaan op deze relatie. Een belangrijke

toevoeging tegenover vroegere studies was het in kaart brengen van de invloed

van perfectionisme op zowel het aantal gerapporteerde OC symptomen als de

ernst van deze symptomen. Het bestuderen van deze ernstcomponent kan

implicaties hebben voor de praktijk (Abramowitz, 1997; Abramowitz et al., 2005;

Fisher & Wells, 2005; Pallanti & Quercioli, 2006). Het kan een stimulans vormen

voor verder onderzoek rond de ernst van OC symptomen in de klinische praktijk

en welke factoren deze ernst mogelijks beïnvloeden

Een andere interessante toevoeging tegenover voorgaande studies was

ongetwijfeld de nieuwe focus op de invloed van hoarding op deze relatie tussen

perfectionisme en de ernst van OC symptomen. Uit het onderzoek van

Wetterneck et al. (2011) was reeds naar voor gekomen dat het toevoegen van

hoardinggerelateerde items in de vragenlijst een ander beeld schiep dan

wanneer deze niet werden betrokken in deze analyse. Dit scherpte de interesse

aan om dit effect nader te bekijken. Aangezien het feit dat perfectionisme een

zeer breed gegeven is, werd eerder verondersteld dat hoarding de sterkte van

het verband beïnvloedt, eerder dan dit verband volledig te verklaren.

Over het algemeen kan er gesteld worden dat deze masterproef een

innovatieve bijdrage kan leveren aan reeds uitgebreid onderzoek rond dit

thema.

Page 43: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

43

Relatie tussen Perfectionisme en OC Symptomen bij Adolescenten

Wanneer we onze resultaten vergelijken met de bekomen resultaten in

eerdere studies naar deze relatie bij zowel volwassenen als adolescenten

(Antony,et al., 1998; Ashby & Pak Bruner, 2005; Frost et al., 1994; Frost &

Steketee, 1997; Frost et al., 1990; Libby et al., 2004; Rice & Pence, 2006; Ye et

al., 2008) zien we dat deze samenhang tussen perfectionisme en OC

symptomen tevens bevestigd wordt in onze data. Jongeren die een hogere

totaalscore behaalden op de MPS gingen ook significant meer OC symptomen

rapporteren. De dimensies die hierbij sterk naar voor komen waren ook bij

adolescenten de maladaptieve dimensies, en dit zowel wanneer we de

correlaties van de YOCSS, de C-FOCI als de OCS-CBCL met de MPS

bekijken. Het sterkste verband wordt gevonden bij de dimensies bezorgdheid

omtrent fouten en twijfels over acties, wat grotendeels in lijn is met de andere

studies (Antony et al. 1998; Ashby & Pak Bruner, 2005; Frost et al., 1994; Frost

& Steketee, 1997; Frost et al., 1990; Rice & Pence, 2006). In vroegere studies

kwam de subschaal twijfels over acties echter minder prominent naar boven.

Dat deze in deze data echter het sterkst correleert met de totale score op de

YOCSS is toch het vermelden waard. Mogelijks geeft het in rekening brengen

van de verschillende OC symptoomdomeinen- en dimensies een ruimer beeld

op de relatie en vormt de YOCSS een vernieuwde blik op het bestuderen van

de samenhang tussen perfectionisme en OC symptomen.

Wanneer we de meting van perfectionisme door de CAPS beschouwen,

merken we dat er vooral een samenhang is van zelfgeoriënteerd perfectionisme

met het aantal gerapporteerde OC symptomen, wat eerder eigenaardig is

gezien er uit onderzoek is gebleken dat vooral sociaal voorgeschreven

perfectionisme bij de CAPS een meer maladaptieve dimensie vormt. Het

omgekeerde zien we echter wanneer we de meting van de C-FOCI in rekening

brengen. Hier zien we de sterkste samenhang met sociaal voorgeschreven

perfectionisme, wat eerder conform was met onze verwachtingen. Een

verklaring hiervoor valt momenteel moeilijk af te leiden en kan eventueel verder

bekeken worden in volgend onderzoek waarbij er meer gewerkt wordt met de

CAPS. Mogelijks hebben deze resultaten te maken door verschillende

Page 44: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

44

eigenschappen van de YOCSS en de C-FOCI.

Er kan dus gesteld worden dat wanneer adolescenten een hogere score

rapporteren op maladaptief perfectionisme gemeten door de MPS, er ook

significant meer OC symptomen zullen gerapporteerd worden (cfr. Hypothese

1). Bij de CAPS zien we een verschillend beeld naargelang het in rekening

nemen van een ander vragenlijst voor het meten van OC symptomen. Wanneer

we kijken naar de YOCSS is er een hogere correlatie met zelfgeoriënteerd

perfectionisme, wat onze hypothese niet bevestigt. Het tegenovergestelde

beeld zien we wanneer we de C-FOCI gebruiken. Onze eerste hypothese wordt

dus volledig bevestigd bij gebruik van de MPS en deels bevestigd, namelijk bij

gebruik van de CAPS. Verder onderzoek kan mogelijks de verrassende

bevinding rond de CAPS herbekijken.

Wat betreft meer specifieke symptomen zoals wassen, checken en

hoarding, bevestigen onze data de bevindingen uit vorig onderzoek. (Frost &

Gross, 1993, Gershunny & Sher, 1995, Tallis, 1996). Er wordt een hogere

correlatie gevonden voor zowel de totale score de MPS als de veronderstelde

subschalen bezorgdheid omtrent fouten en twijfels over keuzes wanneer we

kijken naar het domein Orde/Schoon/Perfect dat wassen omvat. Ook bij de

andere twee symptomen (i.e., checken en hoarding), die zich in het

Compulsieve domein bevinden, zien we dat er een hoge correlatie gevonden

wordt met de totale MPS score en de subschaal twijfels over keuzes. Hierbij

wordt onze tweede hypothese bevestigd.

Relatie tussen Perfectionisme en de Ernst van OC Symptomen bij

Adolescenten

Uit het onderzoek van Ye et al. (2008) bleek reeds dat perfectionisme

ook een niet te onderschatten invloed kan hebben op de ernst van OC

symptomen. Deze studie legde dan ook een belangrijke nadruk op deze

ernstcomponent. Het was echter de eerste maal dat deze specifieke relatie

geëxploreerd werd bij adolescenten. Het onderzoek naar de ernst van OC

symptomen werd vooral gestimuleerd door ook een focus te leggen op de

praktijk. Door vaak lage uitkomstverwachtingen bij patiënten met OCD, lijkt het

Page 45: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

45

zinvol om dieper in te gaan op factoren die deze uitkomstverwachting mogelijks

beïnvloeden (Sutandar-Pinnock, Woodside, Carter, Olmsted, & Kaplan, 2003).

Het kan ook hulp bieden om een therapie op maat aan te bieden bij mensen

met OCD naargelang hun positie op verschillende dimensies bij factoren die

invloed hebben op de therapie.

Uit onze data blijkt dat een verhoogde score op de MPS samenhangt

met een verhoogde ernst van OC symptomen (cfr. Hypothese 3). Ook vinden

we dat zowel de subschaal twijfels over keuzes als de subschaal bezorgdheid

omtrent fouten hoog correleert met de ernstscore gemeten door zowel de

YOCSS als door de C-FOCI, wat deels in de verwachtingen ligt vanuit vroegere

studies. Uit de studie van Chik et. al (2008) bleek vooral de eerste subschaal

naar boven te komen als hoofdeffect wanneer de symptomen gemeten werden

door de Y-BOCS. Zij vonden echter wel een gering interactie-effect van beide

subschalen op de ernst van OC symptomen. Dit kan toch een sterk vermoeden

geven dat deze subschalen een belangrijke rol spelen in de relatie met de ernst

van OC symptomen.

Wanneer we kijken naar de meting van perfectionisme door de CAPS,

zien we een gelijkaardig beeld. Bij zowel de meting van de ernst door de C-

FOCI als door de YOCSS zien we de hoogste correlatie met sociaal

voorgeschreven perfectionisme, wat in de lijn van onze verwachtingen lag. Het

strookt echter niet volledig met de resultaten omtrent de inhoud van OC

symptomen. Hierbij was enkel de meting van OC symptomen door de C-FOCI

het hoogst gecorreleerd met sociaal voorgeschreven perfectionisme, dat de

maladaptieve dimensie vormt van de CAPS. Aangezien het verwachte verband

bij de relatie tot de ernst van OC symptomen naar voor komt en slechts deels

bij de meting van de inhoud, kan verondersteld worden dat bepaalde

eigenschappen van een vragenlijst een invloed hebben op de resultaten of dat

de CAPS en de MPS een te verschillende invulling hebben van perfectionisme.

Dit vormt een kans voor verder onderzoek.

Jongeren die een verhoogde score hebben op perfectionisme (en dan

vooral op de maladaptieve dimensies bij zowel de MPS als de CAPS)

rapporteren dus over het algemeen eveneens een verhoogde ernst van de

Page 46: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

46

aanwezige OC symptomen. Het onderzoek van Chik et al. (2008) wees ook aan

dat dit een nadelig effect kan hebben op de therapie. Onze resultaten vormen

dus een bevestiging voor onze derde hypothese.

Moderatie-effect van Hoarding op de Relatie tussen Perfectionisme en de

Ernst van OC Symptomen bij Adolescenten

In de studie van Wetterneck et al. (2011) bekwamen de onderzoekers

een resultaat dat ze zelf niet verwacht hadden. Zij waren namelijk verbaasd dat

enkel de subschaal twijfels over keuzes positief gecorreleerd was met de ernst

van OC symptomen. Zij vermoedden dat dit te maken kon hebben met het feit

dat de items rond hoarding niet werden opgenomen in de meting van OC

symptomen door de OCI-R. Wanneer ze dit onevenwicht hersteld hadden,

bekwamen ze tevens een significante relatie tussen de subschaal bezorgdheid

omtrent fouten en de OCI-R score. Men stelde hierna twee mogelijke

verklaringen op. Enerzijds dacht men dat een overwicht naar

obsessiegerelateerde items een rol kon spelen maar anderzijds stelden zij ook

de hypothese voorop dat hoarding een mogelijke rol speelt in de relatie tussen

perfectionisme en OC symptomen. Hierbij waren zij onzeker of het over een

mediatie dan wel moderatie-effect ging.

Dit resultaat was dan ook de aanzet tot deze masterproef. Uit onze

resultaten blijkt dat er wel degelijk een significante samenhang gevonden wordt

tussen de maladaptieve dimensie van perfectionisme gemeten door de MPS en

hoarding, alsook tussen hoarding en de ernst van OC symptomen (cfr.

Hypothese 4). Ook zien we effectief dat er naast het hoofdeffect van zowel

perfectionisme (gemeten door de MPS) als hoarding (gemeten door de SI-R) op

de ernst van OC symptomen (gemeten door de YOCSS) ook sprake is van een

moderatie-effect van hoarding op de relatie tussen perfectionisme en de ernst

van OC symptomen (cfr. Hypothese 5). Wij onderzochten de hypothese van de

moderatie aangezien dat zowel perfectionisme als OC symptomen een zeer

breed gegeven is waarbij we eerder vermoedden dat hoarding de sterkte van

het verband zou beïnvloeden (moderatie), eerder dan het verband volledig te

mediëren. Vanuit deze data kunnen we dus de vooropgestelde hypothese van

Page 47: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

47

Wetterneck et al. (2011) behouden.

Adolescenten die een hoge score op perfectionisme rapporteren zullen

dus significant ernstigere OC symptomen vertonen en dit is nog sterker

uitgesproken wanneer er ook kenmerken van hoarding aanwezig zijn.

Sterktes en Beperkingen

Sterktes. Bij deze masterproef werd voor het eerst een reeds uitgebreid

onderzochte relatie nader bekeken bij een tot nu toe minder bestudeerde groep,

namelijk adolescenten van 12 tot 18 jaar. We zijn er in geslaagd om toch tot

een voldoende grote steekproef (N = 189) te komen waarbij de verschillende

leeftijden en studierichtingen voldoende vertegenwoordigd waren. Enkel

jongeren van 12, 17 en 18 jaar waren minder aanwezig. Dit maakt dat onze

resultaten voldoende representatief kunnen zijn voor uitspraken over de

populatie wat adolescenten betreft.

Verder bekeken we de relatie van perfectionisme en OC symptomen

meer in detail in deze masterproef. Er werd meer ingegaan op specifieke

aspecten in deze relatie. De ernst, een toch niet onbelangrijke factor, werd er bij

betrokken en er werd ook voor de eerste maal aandacht besteed aan het

betrekken van de moderator hoarding naar aanleiding van eerder verrassende

onderzoeksresultaten. Dit schept een nieuw beeld op een complexe

problematiek, die zowel bij volwassenen als adolescenten frequent voorkomt en

vormt zeker een aansporing tot verder onderzoek.

Ook kunnen we het gebruik van verschillende vragenlijsten per construct

zeker als sterkte aanduiden aangezien het op die manier mogelijk was om de

validiteit te garanderen. Het combineren van deze vragenlijsten bij de analyse

schept dan ook een zo breed mogelijk beeld op de relatie tussen perfectionisme

en de ernst van OC symptomen. Het feit dat zowel vragenlijsten gebruikt

werden die gericht waren op volwassenen als op adolescenten/kinderen maakt

dat ook op dit vlak kon bekeken worden of er een verschil was in resultaat

naargelang het in rekening nemen van een bepaalde vragenlijst. Dit kan ons

ook iets meer vertellen over de specifieke eigenschappen van een vragenlijst.

Page 48: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

48

Voorts vormt het gebruik van een nieuwe vragenlijst, namelijk de YOCSS (De

Caluwé & De Clercq, 2014) een nieuwe aanvulling voor de literatuur.

Tenslotte is het onderzoek ook zeer repliceerbaar. Er werd gebruik

gemaakt van makkelijk beschikbare vragenlijsten en een gelijkaardige

steekproef kan ook makkelijk gevonden worden.

Beperkingen. Wat de beperkingen betreft, zien we toch dat onze

steekproef, ook al is deze voldoende groot en heterogeen, nog kan uitgebreid

worden vooral wat betreft de leeftijd.

Ook kan de vraag gesteld worden rond sociale wenselijkheid en de mate

waarin de vragenlijst waarheidsgetrouw werd ingevuld. Er was namelijk geen

controle van een proefleider tijdens de afname van de vragenlijsten en de

jongeren werden er ook toe aangespoord door de school tijdens een studie-uur.

Mogelijks hebben sommige jongeren het op een eerder laconieke wijze

ingevuld, al vermoeden we dat dit beperkt blijft tot een aantal individuen gezien

de voldoende grote betrouwbaarheden van de vragenlijsten.

De vragenlijsten werden enkel afgenomen bij niet-klinische individuen

wat ons niet in staat stelt om resultaten te vergelijken met adolescenten uit een

klinische steekproef. Dit vormt zeker een interessante onderzoeksvraag voor in

de toekomst.

Algemene Conclusie

Deze studie kan een vernieuwende en belangrijke bijdrage leveren aan

het onderzoeksveld rond perfectionisme en OC symptomen. Het vormt

grotendeels een bevestiging van wat reeds gevonden werd bij volwassenen en

werd nu voor het eerst ook geëxploreerd bij een minder bestudeerde groep,

namelijk adolescenten. Voor het eerst werd er bij adolescenten ook dieper

ingegaan op meer specifieke aspecten van de relatie. De ernst van OC

symptomen werd in vroegere studies meer achterwege gelaten maar heeft in

deze studie een prominente rol gehad. Dit benadrukt dat niet enkel de inhoud

van OC symptomen van belang is en vormt een belangrijke poort naar de

klinische praktijk. Het feit dat hoarding, zoals eerder vermoed, een belangrijke

Page 49: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

49

rol kan spelen is nieuw en kan als stimulans dienen voor komend onderzoek bij

zowel adolescenten als volwassenen.

We kunnen dus stellen dat jongeren, net zoals volwassenen, significant

meer OC symptomen zullen rapporteren wanneer ze een hogere score behalen

op maladaptieve dimensies van perfectionisme. Meer specifiek zien we dit

vooral wanneer ze meer twijfelen over keuzes en bezorgd zijn om het maken

van fouten. Dit verband kunnen we ook zien wanneer we kijken naar meer

specifieke symptomen zoals wassen, checken en hoarding. De totale score op

de maladaptieve dimensies van perfectionisme speelt ook een significante rol

wanneer we de ernst van deze OC symptomen in rekening brengen, alsook

opnieuw het bezorgd zijn om het maken van fouten en het twijfelen over

keuzes. De gerapporteerde symptomen zullen ernstiger zijn naargelang er een

hogere score wordt gevonden op deze dimensies. Verder kan er ook gesteld

worden dat jongeren met een hogere score op maladaptief perfectionisme ook

een hogere score op hoarding zullen vertonen. Wanneer we dit meer in detail

bekeken, konden we een ook een moderatie-effect van hoarding in de relatie

van perfectionisme en de ernst van OC symptomen ontdekken. Jongeren die

een hogere score vertonen op maladaptief perfectionisme zullen dus ernstigere

OC symptomen vertonen en dit verband wordt nog meer versterkt wanneer er

kenmerken van hoarding aanwezig zijn.

Page 50: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

50

Referenties

Abramowitz, J. S. (1997). Effectiveness of psychological and pharmacological

treatments for obsessive-compulsive disorder: A quantitative review.

Journal of Consulting and Clinical Psychology, 65(1), 44-52. doi:

10.1037/0022-006x.65.1.44

Abramowitz, J. S., Deacon, B. J., Olatunji, B. O., Wheaton, M. G., Berman, N.

C., Losardo, D., Hale, L. R. (2010). Assessment of Obsessive-

Compulsive Symptom Dimensions: Development and Evaluation of the

Dimensional Obsessive-Compulsive Scale. Psychological Assessment,

22(1), 180-198. doi: 10.1037/a0018260

Abramowitz, J. S., Taylor, S., & McKay, D. (2005). Potentials and limitations of

cognitive treatments for obsessive-compulsive disorder. Cognitive

Behaviour Therapy,34, 140–147.

Aelterman, N., De Clercq, B., De Bolle, M., & De Fruyt, F. (2011). General and

Maladaptive Personality Dimensions in Pediatric Obsessive-Compulsive

Symptoms. Child Psychiatry & Human Development, 42(1), 24-41. doi:

10.1007/s10578-010-0199-9

Achenbach T, Rescorla L (2001) Manual for ASEBA school-age forms and

profiles. University of Vermont, Research Center for Children, Youth and

Families, Burlington, VT

American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic and statistical manual of

mental disorders (4th ed., text revision). Washington, DC: Author.

American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of

mental disorders (5th ed.). Arlington, VA: Author.

Antony, M. M., Purdon, C. L., Huta, V., &Swinson, R. P. (1998). Dimensions of

perfectionism across the anxiety disorders. Behaviour Research and

Therapy, 36(12), 1143-1154. doi: 10.1016/s0005-7967(98)00083-7

Ashby JS, Pak Bruner L (2005) Multidimensional perfectionism and obsessive-

compulsive behaviors.Journal of College Counseling 8:31–41

Page 51: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

51

Baer, L. (1994). Factor-analysis of symptom subtypes of obsessive-compulsive

disorder and their relation to personality and tic disorders. Journal of

Clinical Psychiatry, 55, 18-23.

Baş, A.U. &Siyez, D.M. (2010). Adaptation of The Child and Adolescent

Perfectionism Scale To Turkish: The Validity and Reliability Study.

Elementary Education Online. 9(3). 898-909.

Blatt, S. J. (1995). The destructiveness of perfectionism – implications for the

treatment of depression. American Psychologist, 50(12), 1003-1020. doi:

10.1037/0003-066x.50.12.1003

Burns, D. D. (1980, November). The perfectionist's script for self-

defeat.Psychology Today, pp. 34–51.

Cameron, C. L. (2007). Obsessive-compulsive disorder in children and

adolescents. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 14(7),

696-704.

Cavedini, P., Erzegovesi, S., Ronchi, P., & Bellodi, L. (1997). Predictive value

of Obsessive-Compulsive Personality Disorder in anti-obsessional

pharmacological treatment. European Neuropsychopharmacology, 7(1),

45-49. doi: 10.1016/s0924-977x(96)00382-3

Chik, H. M., Whittal, M. L., & O'Neill, M. L. (2008). Perfectionism and treatment

outcome in obsessive-compulsive disorder. Cognitive Therapy and

Research, 32(5), 676-688. doi: 10.1007/s10608-007-9133-2

Coles, M. E., Pinto, A., Mancebo, M. C., Rasmussen, S. A., &Eisen, J. L.

(2008). OCD with comorbid OCPD: A subtype of OCD? Journal of

Psychiatric Research, 42(4), 289-296.

doi:10.1016/j.jpsychires.2006.12.009

De Caluwé, E. & De Clercq, B. (2014) Development and Validation of the

Youth Obsessive–Compulsive Symptoms Scale.(YOCSS). Child

Psychiatry Hum Dev. doi :10.1007/s10578-013-0433-3

De Caluwé, E., De Clercq, B., De Bolle, M. & De Wolf, T. (2014). A General and

Maladaptive Personality Perspective on Youth Obsessive–Compulsive

Symptoms. Journal of Personality Assesment. 1-8. doi:

10.1080/00223891.2013.856315

Page 52: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

52

Eisen, J. L., Coles, M. E., Shea, M. T., Pagano, M. E., Stout, R. L., Yen, S.,

&Rasmussen, S. A. (2006). Clarifying the convergence between

obsessive compulsive personality disorder criteria and obsessive

compulsive disorder. Journal of Personality Disorders, 20(3), 294-305.

doi: 10.1521/pedi.2006.20.3.294

Evans, D. W., Leckman, J. F., Carter, A., Reznick, J. S., Henshaw, D., King, R.

A., &Pauls, D. (1997). Ritual, habit, and perfectionism: The prevalence

and development of compulsive-like behavior in normal young children.

Child Development, 68(1), 58-68. doi: 10.2307/1131925

Fisher, P. L., & Wells, A. (2005). How effective are cognitive and behavioral

treatments for obsessive-compulsive disorder? A clinical significance

analysis. Behaviour Research and Therapy, 43(12), 1543-1558. doi:

10.1016/j.brat.2004.11.007

Flett, G.L., Hewitt, P.L., Boucher, D.J., Davidson, L.A., & Munro, Y. (2001). The

child and adolescent perfectionism scale: development, validation, and

association with adjustment. Unpublished Manuscript.

Flament, M. F., Whitaker, A., Rapoport, J. L., Davies, M., Berg, C. Z., Kalikow,

K.,& Shaffer, D. (1988). Obsessive-compulsive disorder in adolescence

– an epidemiological study. Journal of the American Academy of Child

and Adolescent Psychiatry, 27(6), 764-771. doi: 10.1097/00004583-

198811000-00018

Foa, E. B., Huppert, J. D., Leiberg, S., Langner, R., Kichic, R., Hajcak, G.,

&Salkovskis, P. M. (2002). The obsessive-compulsive inventory:

Development and validation of a short version. Psychological

Assessment, 14(4), 485-496. doi: 10.1037//1040-3590.14.4.485

Frost, R. O., & Gross, R. C. (1993). The hoarding of possessions. Behaviour

Research and Therapy, 31(4), 367-381. doi: 10.1016/0005-

7967(93)90094-b

Frost, R. O., &Hristova, V. (2011). Assessment of Hoarding. Journal of Clinical

Psychology, 67(5), 456-466. doi: 10.1002/jclp.20790

Page 53: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

53

Frost, R. O., Marten, P., Lahart, C., &Rosenblate, R. (1990). The

dimensionsofperfectionism. Cognitive Therapy and Research, 14(5),

449-468. doi: 10.1007/bf01172967

Frost, R. O., Novara, C., & Rhe´aume, J. (2002). Perfectionism in obsessive

compulsive disorder. In R. O. Frost & G. Steketee(Eds.), Cognitive

approaches to obsessions and compulsions: theory,assessment, and

treatment (pp. 91–105). Amsterdam, Netherlands: Elsevier Science.

Frost, R.O.;&Rosenfield, E. (2012). Wat is problematisch verzamelen?. In J.

van Beers & K. Hoogduin (Eds.). Problematische verzamelaars (pp. 29-

38). Amsterdam: Boom.

Frost, R. O., &Steketee, G. (1997). Perfectionism in obsessive-compulsive

disorder patients. Behaviour Research and Therapy, 35(4), 291-296. doi:

10.1016/s0005-7967(96)00108-8

Frost, R. O., Steketee, G., Cohn, L., &Griess, K. (1994). Personality-traits in

subclinical and non-obsessive-compulsive volunteers and their parents.

Behaviour Research and Therapy, 32(1), 47-56. doi: 10.1016/0005-

7967(94)90083-3

Frost, R. O., Steketee, G., & Grisham, J. (2004). Measurement of compulsive

hoarding: saving inventory-revised. Behaviour Research and Therapy,

42(10), 1163-1182. doi: 10.1016/j.brat.2003.07.006

Garner, D. M., Olmstead, M. P., &Polivy, J. (1983). Development and validation

of a multidimensional eating disorder inventory for anorexia nervosa and

bulimia.International Journal of Eating Disorders, 2, 15–34.

Gershuny, B. S., &Sher, K. J. (1995). Compulsive checking and anxiety in a

nonclinical sample-differences in cognition, behavior, personality and

affect. Journal of Psychopathology and Behavioral Assessment, 17(1),

19-38. doi: 10.1007/bf02229201

Gesell, A.. (1928). Infancy and human growth. New York: Macmillan.

Goodman, W. K., Price, L. H., Rasmussen, S. A., Mazure, C., Fleischmann, R.

L., Hill, C. L., &Charney, D. S. (1989). The Yale-Brown Obsessive

Compulsive Scale. 1.Development, use and reliability. Archives of

General Psychiatry, 46(11), 1006-1011.

Page 54: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

54

Grisham, J. R., Frost, R. O., Steketee, G., Kim, H. J., & Hood, S. (2006). Age of

onset of compulsive hoarding. Journal of Anxiety Disorders, 20(5), 675-

686. doi: 10.1016/j.janxdis.2005.07.004

Hewitt, P. L., Caelian, C. F., Flett, G. L., Sherry, S. B., Collins, L., & Flynn, C.

A. (2002). Perfectionism in children: associations with depression,

anxiety, and anger. Personality and Individual Differences, 32(6), 1049-

1061. doi: 10.1016/s0191-8869(01)00109-x

Hewitt, P. L., &Flett, G. L. (1991). Perfectionism in the self and social contexts

– conceptualization, assessment and association with psychopathology.

Journal of Personality and Social Psychology, 60(3), 456-470. doi:

10.1037/0022-3514.60.3.456

Heyman, I., Fombonne, E., Simmons, H., Ford, T., Meltzer, H., & Goodman, R.

(2001). Prevalence of obsessive-compulsive disorder in the British

nationwide survey of child mental health. British Journal of Psychiatry,

179, 324-329. doi: 10.1192/bjp.179.4.324

Hollander, E. (2005). Obsessive-compulsive disorder and spectrum across the

life span. International Journal of Psychiatry in Clinical Practice, 9(2), 79-

86. doi: 10.1080/13651500510018347

Hollander, E., & Benzaquen, S. D. (1997). The obsessive-compulsive spectrum

disorders. International Review of Psychiatry, 9(1), 99-109. doi:

10.1080/09540269775628

Landau, D., Lervolino, A. C., Pertusa, A., Santo, S., Singh, S., &Mataix-Cols, D.

(2011). Stressful life events and material deprivation in hoarding

disorder. Journal of Anxiety Disorders, 25(2), 192-202. doi:

10.1016/j.janxdis.2010.09.002

Lochner, C., Serebro, P., van der Merwe, L., Hemmings, S., Kinnear, C.,

Seedat, S., & Stein, D. J. (2011). Comorbid obsessive-compulsive

personality disorder in obsessive-compulsive disorder (OCD): A marker

of severity. Progress in Neuro-Psychopharmacology & Biological

Psychiatry, 35(4), 1087-1092. doi: 10.1016/j.pnpbp.2011.03.006

Page 55: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

55

Mataix-Cols D., Nakatani, E., Micali, N., Heyman, I. (2008). Structure of

obsessive-compulsive symptoms in pediatric OCD. J Am Acad Child

AdolescPsychiatr 47. 773-778.

Mataix-Cols, D., &Pertusa, A. (2012). Annual Research Review: Hoarding

disorder: potential benefits and pitfalls of a new mental disorder. Journal

of Child Psychology and Psychiatry, 53(5), 608-618. doi: 10.1111/j.1469-

7610.2011.02464.x

Merlo, L. J., &Storch, E. A. (2006). Obsessive-compulsive disorder: Tools for

recognizing its many expressions. Journal of Family Practice, 55(3),217-

222

Nelson EC, Hanna GL, Hudziak JJ, Botteron KN, Heath AC, Todd RD (2001)

Obsessive-compulsive scale of the child behavior checklist: specificity,

sensitivity, and predictive power. Pediatrics 108:e14

Obsessive Compulsive Cognitions Working Group.(1997). Cognitive

assessment of obsessive-compulsive disorder. Behaviour Research and

Therapy, 35,667–681.

Pacht, A. R. (1984). Reflections on perfection. American Psychologist, 39(4),

386-390. doi: 10.1037//0003-066x.39.4.386

Pallanti, S., &Quercioli, L. (2006). Treatment-refractory obsessive-compulsive

disorder: Methodological issues, operational definitions and therapeutic

lines. Progress in Neuro-Psychopharmacology & Biological Psychiatry,

30(3), 400-412. doi: 10.1016/j.pnpbp.2005.11.028

Parker, W. D., & Adkins, K. K. (1995). A psychometric examination of the

Multidimensional Perfectionism Scale. Journal of Psychopathology and

Behavioral Assessment, 17(4), 323-334. doi: 10.1007/bf02229054

Pauls, D. L., Alsobrook, J. P., Goodman, W., Rasmussen, S., &Leckman, J. F.

(1995). A family study of obsessive-compulsive disorder. American

Journal of Psychiatry, 152(1), 76-84.

Pinto, A., Liebowitz, M., Foa, E., & Simpson, H. B. (2009). Does the severity of

OCPD predict CBT outcome for OCD? 43rd Annual Convention for the

Association ofBehavioral and Cognitive Therapies, New York City, New

York.

Page 56: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

56

Rasmussen, S. A., & Eisen, J. L. (1990). Epidemiology of obsessive-

compulsive disorder. Journal of Clinical Psychiatry, 51, 10-13.

Rice, K. G., & Pence, S. L. (2006). Perfectionism and obsessive-compulsive

symptoms. Journal of Psychopathology and Behavioral Assessment,

28(2), 103-111. doi: 10.1007/s10862-006-7488-4

Scahill, L., Riddle, M. A., McSwigginHardin, M., Ort, S. I., King, R. A.,

Goodman, W. K., &Leckman, J. F. (1997). Children's Yale-Brown

obsessive compulsive scale: Reliability and validity. Journal of the

American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 36(6), 844-852.

doi: 10.1097/00004583-199706000-00023

Stein, D. J., Fineberg, N. A., Bienvenu, O. J., Denys, D., Lochner, C., Nestadt,

G., &Phillips, K. A. (2010). Should ocd be classified as an anxiety

disorder in DSM-V? Depression and Anxiety, 27(6), 495-506. doi:

10.1002/da.20699

Stoeber, J., & Otto, K. (2006). Positive conceptions of perfectionism:

Approaches, evidence, challenges. Personality and Social Psychology

Review, 10(4), 295-319. doi: 10.1207/s15327957pspr1004_2

Storch, E. A., Khanna, M., Merlo, L. J., Loew, B. A., Franklin, M., Reid, J. M.,

Murphy, T. K. (2009). Children's Florida Obsessive Compulsive

Inventory: Psychometric Properties and Feasibility of a Self-Report

Measure of Obsessive-Compulsive Symptoms in Youth. Child

Psychiatry & Human Development, 40(3), 467-483. doi:

10.1007/s10578-009-0138-9

Storch, E. A., Rahman, O., Park, J. M., Reid, J., Murphy, T. K., &Lewin, A. B.

(2011). Compulsive Hoarding in Children. Journal of Clinical

Psychology, 67(5), 507-516. doi: 10.1002/jclp.20794

Stumpf, H., & Parker, W.D. (2000). A hierarchical structural analysis of

perfectionism and its relation to other personality characteristics.

Personality and Individual Differences, 28, 837–852.

Sutandar-Pinnock, K., Woodside, D. B., Carter, J. C., Olmsted, M. P., &

Kaplan, A. S. (2003). Perfectionism in anorexia nervosa: A 6-24-month

Page 57: De relatie tussen perfectionisme en de ernst van obsessief ......verzamelwoede of hoarding, Trichotillomanie, Skin Picking Disorder, Door een middel uitgelokte OCD of gerelateerde

57

follow-up study. International Journal of Eating Disorders, 33(2), 225-

229. doi: 10.1002/eat.10127

Tallis, F. (1996). Compulsive washing in the absence of phobic and illness

anxiety. Behaviour Research and Therapy, 34(4), 361-362. doi:

10.1016/0005-7967(95)00079-8

Thomsen, P. H. (2013). Obsessive-compulsive disorders. European Child &

Adolescent Psychiatry, 22, S23-S28. doi: 10.1007/s00787-012-0357-7

Tolin, D. F., Meunier, S. A., Frost, R. O., &Steketee, G. (2010). Course of

compulsive hoarding and its relationship to life events.

DepressionandAnxiety, 27(9), 829-838. doi: 10.1002/da.20684

Vulink N.C.C. (2012). Wetenschappelijk onderzoek naar hoarding. In J. van

Beers & K. Hoogduin (Eds.). Problematische verzamelaars (pp. 41-50).

Amsterdam: Boom.

Wetterneck, C. T., Little, T. E., Chasson, G. S., Smith, A. H., Hart, J. M.,

Stanley, M. A., &Bjorgvinsson, T. (2011). Obsessive-compulsive

personality traits: How are they related to OCD severity? Journal of

Anxiety Disorders, 25(8), 1024-1031. doi: 10.1016/j.janxdis.2011.06.011

Ye, H. J., Rice, K. G., & Storch, E. A. (2008). Perfectionism and Peer Relations

Among Children with Obsessive-compulsive Disorder. Child Psychiatry&

Human Development, 39(4), 415-426. doi: 10.1007/s10578-008-0098-5