De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september 2005
description
Transcript of De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september 2005
WWW.PR IMO -NH.NL
n de WMO staat ’het bevorderen van sociale
samenhang en leefbaarheid in dorpen,
buurten en wijken’ bovenaan de lijst van
prestatievelden. Het sociaal-cultureel werk -
één van oudste onderdelen van het welzijns-
werk - is op dat gebied altijd sterk geweest.
Sociaal-cultureel werk activeert en verbindt.
Het brengt uiteenlopende bevolkingsgroepen
bij elkaar en biedt mogelijkheden voor ont-
moeting, ontspanning en ontwikkeling. In de
lokale praktijk zijn daarvan talloze inspirerende
voorbeelden te vinden. Een tiental wervende
initiatieven presenteerde zich in kennisateliers
tijdens de conferentie ’Bruggenbouwers in de
buurt’, die PRIMO nh op 26 mei jongstleden
organiseerde. Enkelen daarvan komen in
deze de Primo opnieuw aan het woord.
Wat functies betreft bevindt het sociaal-cultureel
werk zich middenin de samenleving.
Weinigen zullen het maatschappelijke belang
ervan betwisten, wél bagatelliseren. Het imago
van het werk correspondeert niet altijd met
de inhoud en betekenis ervan. Zijn de instel-
lingen in staat hun stoffige imago af te schudden
en zich rond hun kerntaken te profileren?
Sociaal-cultureel werk heeft body genoeg,
het gezicht mag echter duidelijker.
Ook marktwerking dwingt het sociaal-cultureel
werk haar samenwerkingspartners meer dan
voorheen een aantrekkelijk aanbod van produc-
ten en diensten te doen. Én zich te verkopen.
Gemeenten kunnen immers ook met een
ander in zee gaan. Wat zijn de goudklompjes
van het sociaal-cultureel werk en hoe verzilver je
die? In dit themanummer laten we denkers en
doeners aan het woord, zowel van PRIMO nh,
als uit wetenschappelijke hoek en uit de praktijk.
Een Primo over wat het sociaal-cultureel werk
in huis heeft, wat het kan en vermag. �
Van de redactie 7
IN DIT NUMMER:KAPITAAL VAN DE BUURT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02DE KANTOREN UIT! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 03KENNISONTWIKKELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 04COLUMN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 05PUBLICATIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 06FUNCTIE BOVEN ACCOMMODATIE . . . . . . . . 07BRUGGENBOUWERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 08MET HART EN ZIEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 010PROJECTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 011AGENDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 012
De
Prim
o nu
mm
er 7
jaar
gang
3
okt
ober
200
5
Het lokale welzijnswerk staat voor een nieuwe opgave. Naast het opvangen
van bezuinigingen maakt men zich op voor de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (WMO). Is het sociaal-cultureel werk daar klaar voor?
Inhoud genoeg. Spirit ook. Maar het imago kan beter.
I
F OTO: B E Z O E K E R S I N D E T U I N VA N K A P I T E I N R O M M E L
ociaal-cultureel werkers weten wat er leeft. En - mogelijk nog belangrijker - hoe je mensen
activeert om zich, bijvoorbeeld, in te zetten voor verbetering van de leefbaarheid van de buurt.
Het sociaal-cultureel werk kent het kapitaal van de buurt en kan dat ook aanspreken. Lian Smaal:
“Bewoners weten zich door sociaal-cultureel werkers gehoord en gezien. Daarom willen zij graag
meedoen, zij voelen zich betrokken.”
Het sociaal-cultureel werk is een onmisbare basisvoorziening in een wijk, zowel voor de doorsnee
buurtbewoner als voor kansarme groepen. Het heeft als taak verbindingen te leggen en bij te dragen
aan sociale cohesie. Lian Smaal: “Juist de verbinding tussen sterke en kwetsbare groepen zorgt
voor samenhang in een buurt. Vrijwilligers vangen kinderen op in vakanties en na school, anderen
bezoeken ouderen in de buurt. De sociaal-cultureel werker coördineert het hele proces en
begeleidt al die vrijwilligers.”
Goudklompjes
Op 26 mei j.l. organiseerde Lian samen met collega Hillie van Netten de conferentie ’Bruggenbouwers
in de buurt’, over het sociaal-cultureel werk als onmisbare schakel bij de uitvoering van de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). “Bij sociaal-cultureel werk telt niet alleen het resultaat,
het proces dat er aan vooraf gaat is minstens zo belangrijk,” zegt Hillie van Netten. “De kracht van
het welzijnswerk zit in het in beweging krijgen van mensen, in de netwerken die worden ontwikkeld.
Daarmee heeft het sociaal-cultureel werk een centrale positie in de keten van wonen en zorg.
Sociaal-cultureel werkers zijn met hun kennis, contacten en activiteiten van grote waarde voor
gemeenten en woningcorporaties.” “Als mensen zich lekker voelen, zijn het gelukkige bewoners en doen
ze minder beroep op de zorg,” voegt Lian Smaal toe. “Eén euro welzijn scheelt tien euro zorg.” Toch is
niet altijd zichtbaar wat opbouwwerkers en sociaal-cultureel werkers kunnen en doen. Lian: “Het zijn
vooral de bruggenbouwers en die plaatsen zichzelf op de achtergrond. De professionals zijn opgeleid
Sociaal-cultureel werkers kennenhet kapitaal van de buurt
I
In de buurt van de buurt“Je bent als welzijnsinstelling een maatschappelijke
onderneming. Je moet weten wat mensen in de wijk
beweegt en bezighoudt,” zegt welzijnsdirecteur Ad Otjes
van SIS Hilversum. “Die kennis is geld waard en kun je
uitventen bij woningcorporaties, politie of zorginstel-
lingen. Zij hebben daar geld voor over, vooral als het
mensen betreft die voor gemeenten en instellingen
moeilijk bereikbaar zijn. Zij beschikken níet over die
kennis. In de nabijheid zijn van mensen in de buurt:
daarmee kun je als welzijnsondernemer je plek opeisen
in de keten van wonen, welzijn en zorg. Face to face,
daar gaat het om.”
“Sociaal-cultureel werkers spreken
de taal van de buurt. Zij kunnen zich
verstaan met vitale of eenzame ouderen,
hangjongeren en allochtone kinderen.
Het zijn specialisten in het organiseren
van ontmoetingen,” zegt Lian Smaal van
PRIMO nh. Het sociaal-cultureel werk
kan volgens PRIMO nh een centrale
positie innemen in de keten van wonen
en zorg. Dan moet de sector zich wel
duidelijker profileren.
S
H I L L I E VA N N ET T E N / L I A N S M A A L
3 | DE PR IMO D E K A N TO R E N U I T WWW.PR IMO -NH.NL
anderen te empoweren, niet zichzelf. Wat telt
is het resultaat voor de bewoners, niet het eigen
imago. Ze kennen hun eigen goudklompjes
onvoldoende.”
Denkers en doeners
Het sociaal-cultureel werk wordt tegenwoordig
aanbesteed. Het moet zichzelf daarom beter
gaan verkopen. PRIMO nh staat de instellingen
terzijde bij de profilering en de professionali-
sering van het werk. Lian: “We organiseren
de Kwaliteitskring opbouwwerk en geven in
het Platform lokale welzijnsorganisaties extra
aandacht aan de sociaal-culturele functie.
Kinderwerkers, jongerenwerkers en ouderen-
werkers wisselen kennis uit en ontwikkelen
beleid, ieder in een eigen regionaal overleg.
Steekwoorden zijn innovatie, creativiteit en
durf.” Hillie: “Ook brengen we verschillende
partners bij elkaar. De conferentie van 26
mei 2005 was daar een voorbeeld van.
Vertegenwoordigers van welzijnsinstellingen
troffen er gemeenten, zorginstellingen,
woningcorporaties en wetenschappers.
Dit najaar starten we een denktank voor
verdere professionalisering van het werk, o.a.
met Marcel Spierts, docent aan de Haagse
Hogeschool en aan de Hogeschool van
Amsterdam. We brengen denkers en de
doeners bij elkaar om wetenschappelijke
inzichten te verbinden met de lokale praktijk.”
Meer informatie:
Lian Smaal, [email protected]
Hillie van Netten, [email protected] �
Sociaal-cultureel werk activeert en verbindt
Sociaal-cultureel werk is zowel een voorziening als een beroep.
Een voorziening in de vorm van een buurt-, wijk- of jongerencentrum,
waar bewoners van verschillende leeftijds-, sociale en culturele groepen
elkaar kunnen ontmoeten en waar - voor én door hen - recreatieve,
educatieve en culturele activiteiten worden georganiseerd. Een dergelijke
voorziening kan - mits goed toegerust en ondersteund - een samen-
bindende functie hebben in buurt en wijk.
Sociaal-cultureel werk als beroep laat zich omschrijven als de inzet van
de professionele werker ten behoeve van verschillende bevolkings-
groepen. De sociaal-cultureel werker stimuleert hen tot actieve deelname
aan de samenleving (buurt, wijk) en ondersteunt hen bij het organiseren
van activiteiten en acties. Zonodig verwijst de sociaal-cultureel werker
bewoners naar andere professionele instanties of haalt deze instellingen
naar de wijk. Daarmee wordt een verbinding gelegd tussen de informele
en formele sociale infrastructuur.
De sociaal-cultureel werker maakt gebruik van sociale technieken, ontleend
aan methodes als empowerment en community organization, en kan
deze inzetten in zowel de voorziening zélf als - los van het gebouw -
elders in wijk, dorp of stad.
De afgelopen decennia bewees het sociaal-cultureel werk een belang-
rijke bijdrage te kunnen leveren aan het signaleren van maatschappelijke
problemen en aan de eerste opvang van mensen die geïsoleerd,
achtergesteld of ontspoord dreigen te raken. Daarnaast brengt de werksoort
mensen met verschillende achtergronden bij elkaar en draagt daarmee
bij aan de ontwikkeling van de sociale samenhang in dorp, wijk en stad.
et een folder waarin je 20 cursus-
sen aanbiedt ben je er niet,” zegt
Hortulanus. “Men investeert te weinig in
contacten met burgers. De welzijnssector
moet voeling hebben met de haarvaten
van de samenleving.” Volgens hem hollen
welzijnsinstellingen - soms noodgedwongen
- achter hypes aan. “Is er geld voor reïnte-
gratie dan doet men dat, is het veiligheid
dan doet men een beroep op díe sub-
sidiepot. Dat bevordert de identiteit niet.
Men zou zich moeten concentreren op
kerntaken en, gematigd, op vernieuwing.”
Kansen
Dr. Hortulanus is werkzaam aan de Universiteit
van Utrecht. Tevens is hij directeur van het
landelijke Expertisecentrum Sociale Interventie
(www.lesi.nl). Volgens hem biedt de WMO
de sociale sector enorme kansen te laten
zien wat het waard is. “Ik zie geen enkele
andere sector die in staat is te zorgen voor
verbindingen tussen burgers onderling en
tussen burgers, instellingen en organisaties.
De sector moet zich zelfbewust opstellen
tegenover de gemeente en zeggen: ’Oké, wij
zijn bereid complexe situaties en verder liggen-
de doelen als sociale cohesie aan te pakken.
Maar dan willen we ook geld voor onze
kernactiviteiten. Ik noem dat de sandwich-
formule: door individuele dienstverlening
bijdragen aan gemeenschapsvorming.
Het sociaal-cultureel werk staat voor de
opgave makkelijke en zichtbare resultaten
te koppelen aan moeilijke doelen.”
De kerntaken van het werk zijn, ondanks
het wat stoffige imago, volgens de weten-
schapper en onderzoeker nog altijd ont-
spanning, ontmoeting en ontplooiing. �
De kantoren uit!“De sociaal-agogische sector is niet klaar voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning
(WMO). De overheid wil dat burgers meer eigen verantwoordelijkheid nemen.
Instellingen moeten burgerinitiatieven ondersteunen. Daarvoor moeten ze meer dan nu
contact zoeken met wijkbewoners en organisaties.” Volgens stadssocioloog dr. Roelof
Hortulanus hebben de professionals zich teveel teruggetrokken in hun accommodaties.
Een beetje opschudden kan geen kwaad.
M”D R. R O E LO F H O RT U L A N U S
4 | DE PR IMO K E N N I S O N T W I K K E L I N G
Onder sommige condities kunnen vrije tijds-
activiteiten bijdragen aan een bredere doel-
stelling als integratie. “Dat zie je bij investeringen
in de sport. Sport is over het algemeen goed
voor contacten tussen verschillende bevolkings-
groepen. Buurthuizen kunnen onderzoeken
welk aanbod van activiteiten kan leiden tot
participatie aan vervolgactiviteiten. Het streven
is dat een bepaald percentage van de cursus-
deelnemers doorgaat in bijvoorbeeld een
vereniging. In onderhandelingen met de
gemeente kan men inbrengen: ’Er is spin off
voor de gemeenschap, dus moeten de activi-
teiten uit de collectieve middelen worden
betaald.’ Een cursus gezondheidsbevordering,
welke cursisten opleidt tot intermediair die
de informatie aan anderen doorgeeft, is wat
anders dan een pottenbakkerscursus puur
voor de ontspanning.”
Bruisende centra
Mensen associëren buurthuizen sterk met
lagere inkomensgroepen, aldus Hortulanus.
“Om een voorziening voor iedereen te worden
zouden het bruisende moderne activiteiten-
centra moeten worden. Waar zowel mantel-
zorgers als naaiclubs onderdak vinden.
Daarnaast kan men investeren in innovatie.
Denk aan het koppelen van een nieuwe
bewoner in een wijk aan een zittende bewoner.
Een introductiegesprek kan de basis leggen
voor eventuele latere contacten en inzet in
de buurt. Sociaal-cultureel werkers zouden
zoiets moeten organiseren, in een accommo-
datie of elders.” Hortulanus verwacht dat veel
welzijnsinstellingen in staat zullen zijn die
omslag naar moderne vormen van sociaal-
cultureel werk te kunnen maken.
Tijdens de conferentie ’Bruggenbouwers
in de buurt’ op 26 mei 2005 hield
dr. R. Hortulanus een lezing. Deze is te
downloaden van www.primo-nh.nl bij pro-
jecten/omgevingskwaliteit/ondersteuning
sociaal-culturele functie. �
arcel Spierts ziet daarvoor goede vooruitzichten. “De professionaliseringstrend komt momenteel
uit de hoek van onderzoek en wetenschap. Zowel de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling
als de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid vroegen onlangs aandacht voor profes-
sionals van de sociale sector. Er wordt veel over geschreven. Het vak staat weer op de agenda!”
Spierts is zelf één van die onderzoekers. Hij is verbonden aan twee Hogescholen en publiceert o.a.
over het onderwerp ’professionalisering’. Uitgangspunt daarbij is de samenwerking met het veld.
“Onderzoekers en/of wetenschappers moeten investeren in de praktijk. En vice versa. Sociaal-culturele
professionals moeten meer betrokken raken bij onderzoek en kennisontwikkeling.”
Zelf heeft Spierts een samenwerkingsverband opgezet tussen de Hogeschool van Amsterdam en
het Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam. “Studenten voeren als leeronderzoek opdrachten uit voor
het veld. Zij zoeken daarvoor aansluiting bij vragen van de jongerenwerkers. Ook organiseren we
werkplaatsen om kennis uit te wisselen. Studenten, jongerenwerkers en gemeenteambtenaren
bespreken thema’s als jongerencultuur en participatie. De kennis die ze samen opdoen, leggen ze vast.”
Selectief
Spierts waarschuwt voor een valkuil waar een welzijnsinstelling in kan tuimelen. “Rond tal van maat-
schappelijke vraagstukken schakelen politie, gemeente en woningcorporaties het sociaal-cultureel
werk als partner in. Je kunt echter niet op alle fronten tegelijk deskundig zijn. De sociaal-culturele
inbreng verwatert en de sector verliest herkenbaarheid. De praktijk moet selectief omgaan met
haar deskundige inzet.” Werkers zouden zich volgens hem tot enkele speerpunten moeten beperken -
bijvoorbeeld veiligheid en opvoedingsondersteuning - en reflecteren op de methodiek die ze ontwik-
kelen. Welzijnsinstellingen moeten kennisontwikkeling begroten en bij de gemeente in rekening
brengen. ”Net als het bedrijfsleven doet ook de sociale sector aan innovatie.”
Waar die inzet van het veld aan de ene en wetenschappers/onderzoekers aan de andere kant bij elkaar
komen, ontstaan initiatieven als een Praktijk- en Onderzoekscentrum aan de Hogeschool van Amsterdam
of het Centrum voor Competentieontwikkeling in provincie Zuid-Holland. Een hoopvolle ontwikkeling,
meent Spierts, die zelf door PRIMO nh is gevraagd plaats te nemen in een denktank. “Praktijk en
kennis bundelen en koppelen aan actuele thema’s, dat houdt de professionalisering aan de gang.” �
“Praktijk en kennis-ontwikkeling moeten
samen op gaan.”
M
Het sociaal-cultureel werk is nog een lang
leven beschoren, denkt Marcel Spierts. “Ik zie
vooral de continuïteit van de professie. Het
beroep wordt in verschillende functies uit-
geoefend maar de basis blijft. Voornaamste kenmerk is
de deskundigheid om ’de boel bij elkaar te houden’ en
te werken aan een open samenleving.” De sector moet
wel blijven innoveren en professionaliseren.
MARCEL SPIERTS
5 | DE PR IMO C O L U M N WWW.PR IMO -NH.NL
et is alweer een tijd geleden dat de begroting rond de aan-
leg van de Betuwelijn miljarden hoger uitviel dan gepland.
Op het journaal moest een van de betrokkenen uitleggen hoe dit
had kunnen gebeuren. “Hoe kan dat?” vroeg de verslaggever terwijl
de wind rond zijn blauwe microfoon joeg.
“Het heeft natuurlijk te maken met verschillende factoren, die van
te voren niet voorzien waren,” zei de man in colbert met groene
ruitjes. Hij stond op een dijk. Op de achtergrond verplaatste een
grote gele hijskraan een betonblok van de ene naar de andere
kant van de weg. “En wat voor verschillende factoren zijn dat dan?”
vroeg de verslaggever. De man in ruitjescolbert keek teleurgesteld.
“Verschillende onvoorziene
factoren,” herhaalde hij.
De verslaggever wachtte ge-
duldig. Er zat voor de man
niets anders op dan zijn ant-
woord te verduidelijken.
“Er was sprake van enkele natuurgebieden op de route,” zei hij.
“Daar moeten extra bruggen en tunnels worden gebouwd. Er huizen
daar dassen en otters en konijnen. Die zijn belangrijk voor de
Nederlandse flora en fauna. Bovendien hadden we, zoals u wellicht
zelf ook gemerkt heeft, last van een zeer strenge, koude winter, die
werd gevolgd door een extreem natte lente. Dit heeft de voort-
gang van de bouw ernstig belemmerd. Dat brengt extra kosten
met zich mee.”
“Nieuwe bruggen kosten geld, veel geld, maar het levert vooral
veel geld op,” voegde het colbertje er nog aan toe. “Dank u wel,”
zei de verslaggever tevreden. De bruggenbouwer knikte waardig en
dienstbaar. Hij was open en eerlijk geweest, had tijd vrijgemaakt
voor dit interview en voelde zich niet te goed om op een winderige
dijk voor een hijskraan te staan. “Terug naar de studio.”
Gerustgesteld zakten we achterover. Gelukkig maar: het kost geld,
veel geld, maar het levert vooral veel geld op. Dan is het goed.
Vandaag denk ik: fijn dat je iets kunt vertellen en dat het wordt
geloofd. We vragen niet: hoe koud was het dan afgelopen winter?
Hoeveel vriesdagen? Hoeveel niet werkbare dagen? Hoe nat was
die lente? Wat is de gemiddelde productie tijdens zo‘n natte lente
in vergelijking met andere lentes?
Waarom gaat het bij het werk dat de ‘bruggenbouwer in de buurt‘
verricht zo anders? Door de invoering van de WMO moeten welzijns-
instellingen gaan concurreren. Onderling en met zorginstellingen
en woningcorporaties. De bruggenbouwer in de buurt moet zijn
burgemeester en wethouders ervan overtuigen dat hij onmisbaar is.
Maar hoe doe je dat?
De student cultureel maatschappelijke vorming turft in de buurt-
huizen de aantallen Turkse, Marokkaanse, Surinaamse jongeren.
Worden er genoeg doelgroepen bereikt? Als hij wil kan hij afstuderen
met het onderzoek: welke bevolkingsgroep houdt het meest van
tafelvoetbal. Hoeveel Surinamers krijgen we extra binnen als we
ook een tafeltennistafel neerzetten? Hoeveel Antillianen als we
ook hiphop draaien op het themafeest? Hoeveel extra Hollanders
als er ook kaasplankjes zijn?
Maar hoe toon je aan wat het doel is van een nieuw tostiapparaat
in het buurthuis? Wat is het doel van de klaverjasavond in het
bejaardentehuis? Worden ze er echt gelukkiger van? Leven ze langer?
Op het moment dat je middels wetenschappelijk onderzoek aan-
toonbaar moet maken dat een hiphop cursus onontbeerlijk is
voor de jeugd tussen 4 en 8 jaar in de Spaarndammerbuurt, dan
heb je er toch geen zin meer in. En bovendien: waarom geloven
ze ons gewoon niet?
Laatst hoorde ik minister Hoogervorst van Volksgezondheid zeggen:
het is niet de bedoeling dat de taxivergoeding gebruikt wordt
om de bejaarden mee op en
neer naar de bingoavond te
rijden… Ik was verbijsterd.
Zolang wij niet met harde
cijfers kunnen aantonen hoe
belangrijk die wekelijkse bingo-
avond is, is het bezuinigbaar.
De huidige staatssecretaris van VWS gaat er ook nog eens van uit
dat de sociaal-cultureel werker wordt bijgestaan door een stuwmeer
van vrijwilligers en mantelzorgers. Iedereen weet: dat stuwmeer
zal in onze haast- en prestatie-economie nooit vollopen. De staats-
secretaris wil horen: het kost geld, veel geld, maar het levert vooral
veel geld op.
Mijn landgenote Naema Tahir, schrijft in haar boek Een moslima
ontsluiert over Thobia, een waggelend meisje met te ver uitstekende
oren. Uitgehuwelijkt aan een aan heroïne verslaafde man die haar
uitlacht en uitgekotst door haar schoonmoeder bij wie ze in huis
woont. Voor Thobia geen aerobics in een wijkcentrum, inloop-
ochtenden of aansluiting bij een meidenclub.
Dankzij de sterke familiebanden is mantelzorg in Pakistan vanzelf-
sprekend. Thobia is belast met het dagelijks welzijn van haar schoon-
familie. Ooms, tantes, neven en nichten inbegrepen.
Tahir merkt terecht op dat hier geen sprake is van grove mensen-
rechtenschendingen als wel een “subtiele aantasting van Thobia‘s
waardigheid als mens”.
Wat is de waarde van geld in een samenleving waarin mensen
geen menswaardig bestaan kunnen leiden?
8, 11, 41 miljard heeft de Betuwelijn gekost, heel precies weet ik het
niet meer. Die otters, dassen en konijntjes springen nog wel rond
in mijn hoofd. Tussen viaducten en tunnels met sjaaltjes om en
onder parapluutjes tegen de regen en de kou.
Ik stel voor dat we met zijn allen bij een tweedehands winkel
groene ruitjescolbertjes kopen, ons haar in een scheiding kammen,
serieus knikkend naar de verslaggever met zijn blauwe microfoon
luisteren en antwoorden: “De afgelopen strenge winter en de extreem
natte lente brengen extra onvoorziene kosten met zich mee. Sociaal-
cultureel werk kost geld, veel geld, maar het levert vooral heel
veel geld op”. “Bedankt voor uw tijd”, zal de verslaggever zeggen.
“Terug naar de studio.” �
© Yasmin Jaffri
De column is uitgesproken tijdens de Bruggenbouwers
conferentie in Zaanstad op 26 mei 2005
Een koude winter,een natte lente
C O L U M N YA S M I N J A F F R I
H
6 | DE PR IMO P U B L I C AT I E S
Welzijn versterkt veiligheid
Een notitie over de relatie tussen veiligheid en sociaal beleid, waarmee
gemeenten - samen met lokale partners - eigen veiligheidsbeleid kunnen
ontwikkelen. U vindt er tips en praktische informatie over het bevorderen
van veiligheid(sgevoelens) en verwijzingen naar bestaande projecten en
interessante websites. Ook wordt ingegaan op de landelijke campagne
Welzijn Versterkt Veiligheid en de provinciale ver-
taling daarvan. Tot slot vindt u er de resultaten
van een quick scan Lokaal veiligheids-beleid, die
recent in zeventien Noord-Hollandse gemeenten
is gehouden.
PRIMO nh, 2005, de notitie is te downloaden
van www.primo-nh.nl
Tussen Wal en Schip
Terugkeerbeleid en de uitvoeringspraktijk
Een rapportage naar aanleiding van het project ’Tussen wal en schip’,
dat u als vrijwilliger of beroepskracht kunt gebruiken als naslagwerk.
U vindt er actuele en gedetailleerde informatie in verband met de
begeleiding van uitgeprocedeerde asielzoekers.
PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl
Multiculturele buurtinitiatieven
Bewonerscommissies, wijkraden en andere bewonersgroepen zijn vaak
eenzijdig samengesteld. Multiculturele samenwerking op wijkniveau
kan leiden tot een evenwichtiger vertegenwoordiging in de buurten.
In het project Eigenwijks is een methodiek ontwikkeld om bewoners
met een allochtone achtergrond toe te rusten voor participatie in de wijk.
PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl
Logeerhuizen in Noord-Holland
Een verkenning en inventarisatie van logeerhuizen in Noord-Holland
Verslag van een onderzoek naar logeerhuizen in Noord-Holland door
het Expertisecentrum Informele Zorg (EIZ) en PRIMO nh. Doel is o.a.
Nieuwe publicaties PRIMO nh
Op de website van PRIMO nh staan
titels van een aantal interessante
publicaties over sociaal-cultureel werk.
Deze publicaties zijn te downloaden.
initiatieven voor nieuwe logeerhuizen te bevorderen. De inventarisatie
bevat een overzicht van adressen en kan een impuls geven aan onderling
contact en afstemming.
PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl
Subsidies en fondsen voor wonen, welzijn en zorg
PRIMO nh heeft in opdracht van de Provincie Noord-Holland een overzicht
gemaakt van relevante subsidies en fondsen voor Wonen, Welzijn en
Zorg. U vindt er o.a. websites en organisaties die u kunnen helpen bij
het doen van een aanvraag.
PRIMO nh, 2005, het overzicht is downloaden van www.primo-nh.nl
Allochtone meiden in beeld
Een brochure, uitgebracht n.a.v. het project Allochtone meiden in beeld,
waarin drie succesvolle methodieken en een stappenplan worden
beschreven. De publicatie richt zich vooral op tiener- en jongerenwerkers,
maar is ook bruikbaar voor anderen die met allochtone meiden werken.
Hoe bereik je hen, hoe stem je het bestaande aanbod af op specifieke
vragen van de doelgroep?
PRIMO nh, 2005, de brochure is te downloaden van www.primo-nh.nl
Inventarisatie jeugd- en jongerenparticipatie
Hoe staat het in de praktijk met jeugd- en jongerenparticipatie?
Worden kinderen, tieners en jongeren er wijzer van? Deze vragen waren
aanleiding voor een inventarisatie van de stand van zaken in een aantal
Noord-Hollandse gemeenten. U vindt er interviews met jeugd- en jongeren-
werkers, opbouwwerkers en ambtenaren jeugdbeleid. De inventarisatie
is in de eerste plaats geschreven voor professionals.
PRIMO nh, 2005, het verslag is te downloaden van www.primo-nh.nl
Succesfactoren jongeren- en vrijwilligerswerk
Jolijn van Dijk beschrijft de succesfactoren van het werven van en werken
met jonge, meestal tijdelijke vrijwilligers. Het onderzoeksrapport bevat
ook een aantal belangrijke aandachtspunten.
PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl
Vrijwilligers in zorginstellingen
Een inventarisatie van vrijwilligerswerk in zorginstellingen in Noord-Holland.
Hoeveel vrijwilligers hebben de instellingen? Wat zijn hun taken?
Hoe worden ze begeleid? Wat zijn de knelpunten en hoe anticipeert
men op nieuwe ontwikkelingen?
PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl
Publicaties
’Geef welzijn regie over uitvoering WMO’
”De Wet Maatschappelijke Ondersteuning wordt volgend jaar van
kracht. Gemeenten zijn dan niet alleen verantwoordelijk voor het
welzijnsbeleid, maar krijgen ook de regie over de zorg voor ouderen
en gehandicapten”. Landelijk bestuurder Meindert van den Berg
(ABVAKABO FNV) pleit voor een regie door welzijnsinstellingen,
’om versnippering tegen te gaan’. Naar zijn mening zijn juist
welzijnsorganisaties de aangewezen instanties om welzijn en
zorg voor ouderen en gehandicapten te coördineren, ’mede
omdat ze vaak al regionaal werken,’ aldus Meindert van den Berg
in het ABVAKABO-blad Aaneen (sept. 2005).
7 | DE PR IMO F U N CT I E B O V E N A C C O M O DAT I E WWW.PR IMO -NH.NL
tichting Welsaen heeft zich het afgelopen jaar teruggetrokken uit
een aantal vestigingen waar zij medebeheerder was. Rob Vaessen:
“In 2005 hadden wij twaalf buurtcentra, in 2007 zullen het er nog
acht zijn. Woningcorporaties nemen ze over. In 2006 krijgen de centra
gebruikersorganisaties, in de vorm van stichtingen. De stichtingsbesturen
bestaan uit vertegenwoordigers van wijkorganisaties. Welsaen gaat
deze stichtingen ondersteunen en levert professionele beheerders.
Groepen die het zelfstandig kunnen, doen het zelf. Willen wij als
welzijnsinstelling een activiteit in zo’n buurtcentrum aanbieden, bijvoor-
beeld een huiswerkklas, dan huren we er een ruimte. Het komt ook
voor dat een muziekschool de plaats inneemt die wij achterlieten.”
In een deel van de overblijvende eigen gebouwen gaat Welsaen meer
samenwerken met anderen. Het worden multifunctionele accommodaties,
zoals een Brede School. “De stap die we hebben gezet bevordert de
samenwerking. We werken onder andere samen met de gemeente,
de kinderopvang en een verpleeghuis.”
Risico
Het afstoten van de gebouwen heeft zowel een inhoudelijke als een
financiële achtergrond. “Wij moesten van de gemeente veel bezuinigen.
Door het aantal gebouwen terug te brengen kunnen we de dienstver-
lening op peil houden. We maken nu gebruik van de overblijvende
buurtcentra, maar ook van scholen en sportaccommodaties. Kwetsbare
groepen kunnen altijd bij ons terecht, daarover geen misverstand.
Inburgeringscursussen en speelzaalwerk bieden we aan in scholen,
taalles in de moskee. Voor de inburgeringscursussen bereiken we
vrouwen niet via het buurthuis, wel via school. Als we jongeren beter
bereiken in hun sportverenigingen, so what? Laagdrempeligheid is
voor ons werk belangrijker dan een eigen gebouw. In Krommenie
doen we activiteiten met ouderen in het verzorgingshuis. Er blijft dus
wel degelijk een plek in de buurt voor welzijnsactiviteiten.”
Het is een experiment en niet geheel zonder risico, geeft Rob Vaessen
aan. Er is een kans dat een wijk zonder basisvoorziening komt te
zitten. “Maar je moet niet onderschatten wat burgers kunnen.
Er is zoveel ervaring, kijk maar naar de sportverenigingen. We koppe-
len ons terugtrekken aan extra aandacht voor vrijwilligerswerk.
Zo komen er vrijwilligersconsulenten. Het ondersteunen van vrijwilligers
is ook een basisvoorziening!”
Flex-plekken
De sociaal-cultureel werkers zijn niet van de ene op de andere dag
hun locatie kwijt. Rob Vaessen: “Bij Welsaen staat de dienstverlening al
langere tijd centraal. Wij werken ook niet meer met buurthuiswerkers,
maar met jeugdregisseurs en met leefbaarheids-, welzijns- en vrijwilligers-
consulenten. Zij gebruiken verschillende gebouwen in de stad, een soort
flex-plekken. Zij zijn nauwelijks gebouwgebonden. Ons uit een aantal
gebouwen terugtrekken is het sluitstuk van het veranderingsproces
geweest.”
Vaessen is niet bang dat het werk zonder eigen huis imagoschade
oploopt. De dienstverlening centraal stellen prikkelt zijn welzijnsstichting
juist om de kwaliteit te leveren die de concurrentie aan kan. “Het sociaal-
cultureel werk moet zich tot haar kerntaak beperken. Wij zijn goed in
welzijnsactiviteiten, woningcorporaties in gebouwen. We profileren ons
aan de hand van ons werk, met onze eigen competenties.
Het eindproduct maak je samen met anderen. Door de aanstaande
WMO wordt die taakverdeling en samenwerking versterkt. Ik vind dat
superpositief!” �
R O B V A E S S E N
S
“Denken vanuithet buurthuisis achterhaald”
Voor de Zaanse
welzijnsstichting Welsaen
gaat de functie boven de
accommodatie. “Om een activiteit
aan te bieden hoef je niet in een
buurtcentrum te zitten,” zegt direc-
teur Rob Vaessen. “Je kunt ook in
een kerk bridgen.” Welsaen werkt
naar de vraag toe.
8 | DE PR IMO B R U G G E N B O U W E R S
Deze projecten hebben zich, samen met zeven andere projecten gepresenteerdop de conferentie ’Bruggenbouwers in de buurt’ van 26 mei 2005
uurtactivering - Alkmaar
In Alkmaar moesten de
wijken De Mare en Oud
Overdie worden geherstruc-
tureerd. De gemeente besloot
niet alleen aandacht te
besteden aan fysieke ver-
nieuwing, maar ook sociale
vernieuwing prominent aan de orde te stellen. Onder leiding van
een projectleider gingen medewerkers van o.a. stichting
Welzijnsbevordering Kern 8, de RIMA, Maatschappelijke Dienstverlening,
Pluswerk en GGZ Noord-Holland Noord aan de slag. “In nogal wat
huishoudens in de betrokken buurten speelden meerdere problemen
tegelijk: werkloosheid, armoede, schuldenproblematiek en eenzaam-
heid. Soms waren er burenruzies. We ontwikkelden een project
buurtgerichte sociale activering: Voormekaar, uitgevoerd tussen
2001-2004,” zegt opbouwwerker Louise Zee van Kern 8.
“Vanaf het begin was het onze ambitie individuele
activering te koppelen aan buurtactivering. Samen met
bewoners gingen we de wijken in voor een huis aan
huis enquête. We gingen ouderwets aanbodgericht te werk, maar wel
outreachend, op zoek naar de vraag.” Een aantal mensen met een
bijstandsuitkering werd een individueel activeringstraject aanboden.
De Sociale Dienst leverde de adressen. Louise Zee: “We hielden
een activerend interview, gericht op kwaliteiten en capaciteiten van
de bewoner. Wij ondersteunden hem of haar desgewenst bij het
realiseren van de plannen.” De resultaten mogen er wezen. “Een aantal
mensen zit nu in een traject naar werk. Er was geen ontmoetingsruimte
in De Mare. Het pand van waaruit wij werkten is nu Huis van de Buurt.
Er zijn alle dagen activiteiten, voor 90% gerund door vrijwilligers.
Volgens de politie zijn er in De Mare nu minder problemen. Als er iets
gebeurt, probeert men het eerst zelf op te lossen. De grote en gevreesde
Antilliaan is nu vraagbaak op het gebied van EHBO.” In Oud Overdie
verzamelden vrijwilligers verhalen uit de wijk, die zijn uitgegeven in de
bundel Met de rugzak door de wijk. Louise Zee: “Bewoners wonnen
er een prijs mee van de gemeente. Daar hebben ze het nu nog over!”
Voormekaar, Buurtgerichte sociale activering in Alkmaar,
is te downloaden van www.primo-nh.nl �
Bruggenbouwers
AlkmaarH
uize
nB
pvoedingsondersteuning - Huizen
“Allochtone vrouwen stijgen op de maatschappelijke ladder. Via taallessen en cursussen
stromen ze door naar het mbo, velen met behulp van de cursussen van PRIMO nh.
Kinderen die op jonge leeftijd hebben deelgenomen aan onze voor- en vroegschoolse
educatie (VVE), doen het later goed op school. Ze zitten op het landelijk gemiddelde,” zegt
Tine Hoofd. Zomaar even wat resultaten van de afdeling Integratie en Opvoedingsonder-
steuning van stichting Lokaal Welzijn in Huizen, waar zij leidinggevende is.
Oudkomers vormen één van de doelgroepen van de Stichting, die vestigingen heeft in Huizen,
Baarn, Weesp en Blaricum. Tine Hoofd: “Het ROC biedt taallessen, wij de opvoedingsonder-
steuning. Wij koppelen het volgen van een cursus als Opvoeden zo! aan deelname van de
kinderen aan de VVE. Ouders raken zo vertrouwd met de Nederlandse manier van opvoeden
en met ouderparticipatie in het basisonderwijs. In Marokko bijvoorbeeld is de norm juist om
dat níet te doen.” Peuterspeelzalen en themabijeenkomsten zijn bewust ’gemengd’: er nemen
zowel autochtone als allochtone kinderen en volwassenen aan deel. En in Op weg met taal
geven lokale vrijwilligers taalles aan allochtone vrouwen. Dick Kranenburg, directeur van
Lokaal Welzijn: “De vrijwilligers maken de vrouwen ook wegwijs in de buurt, gaan met hen
naar winkels en voorzieningen. Activiteiten als taalles, huiswerkbegeleiding en koffieochtenden
zijn voor ons middelen voor contact. Die leiden tot maatschappelijke participatie.” �
O
9 | DE PR IMO B R U G G E N B O U W E R S WWW.PR IMO -NH.NL
uurtbemiddeling - Amstelveen
Samenwonen in een buurt gaat niet altijd vanzelf goed. Een tiental betrokken burgers uit
Amstelveen treden in hun vrije tijd op als buurtbemiddelaar. Zij zijn als vrijwilliger verbonden aan
Bureau Buurtbemiddeling Amstelveen, dat in 2004 van start ging. Het Bureau kreeg het eerste
jaar 33 meldingen van overlast en burenruzies binnen. De buurtbemiddelaars kwamen zo’n 25
keer in actie. De tevredenheid onder klanten moet men nog onderzoeken. De politie is er alvast
zeer over te spreken.
Initiatiefnemers van de buurtbemiddeling zijn politie, algemeen maatschappelijk werk (AMW) en
een woningcorporatie. “De politie ontving een groot aantal meldingen, die eigenlijk niet bij hen thuis-
horen. De gemeente voert een actief veiligheidsbeleid. Buurtbemiddeling werd onderdeel van
het Integraal Veiligheidsbeleid,” zegt coördinator Iris Soerel, in dienst bij stichting AMW
Amstelland. De gemeente financiert het Bureau Buurtbemiddeling tot eind 2006. Waar gaat het om?
“Ik krijg meldingen binnen over een voortdurend blaffende hond bij de buren, een televisie die te
hard staat, blaadjes van een overhangende boom in de tuin, meestal via de politie en woning-
corporaties. Ik beoordeel of buurtbemiddeling iets kan uitrichten en zoek er passende bemiddelaars
bij. Wij trainen de vrijwilligers. Zij gaan er altijd met z'n tweeën op af. Voor het aanpakken van
conflicten hebben we samenwerking gezocht met verschillende instellingen, waaronder de GGD
en Stichting Welzijn Ouderen. Dat loopt heel goed. Het zijn overigens niet de instellingen die
problemen oplossen. Onze bemiddelaars proberen de verantwoordelijkheid bij betrokkenen zelf
te leggen. Wat dat betreft gaat het bij buurtbemiddeling om burgers voor burgers.” �
ctiviteiten voor jong en oud - Hoorn
Het is een warme, zomerse dag. Maar
in Wijkcentrum Kersenboogerd in de gelijk-
namige woonwijk gaat het er allesbehalve
sloom aan toe. Schoolklassen komen voor
een voorstelling, ouderen zitten klaar voor
hun klaverjasmiddag, er wordt vergaderd en
bijgepraat. Het is een activiteiten- en ont-
moetingscentrum in optima forma. Maria van
Nuland was jarenlang ambulant jongerenwerker
in een arme Rotterdamse wijk, nu vijf jaar
opbouwwerker in Hoorn. “Toen ik hier kwam
dacht ik: wat zou zo'n mooie wijk voor moeilijk-
heden kennen?” Overlast op straat, zo bleek.
Vooral ouderen klaagden over herrie en ver-
nielingen. Het Wijkcentrum, onderdeel van
de Hoornse stichting Netwerk, besloot jong
en oud met elkaar in contact te brengen.
Maria: “We wilden een gezamenlijke doe-
activiteit. Ouderen en jongeren melden zich
aan. De deelnemers kozen voor foto’s
maken en rappen. Ze leerden omgaan met de
digitale camera, gingen op pad om jongeren-
culturen te fotograferen en verzamelden
foto’s van jeugdculturen van vroeger.” Klapstuk
waren de verkleedpartijen. “We maakten
foto’s van jongeren in kleren uit de tijd dat de
ouderen jong waren en ouderen in jongeren-
outfit. Er werd veel gelachen. Een vrouw van
70 verkleedde zich als gothic! Jong en oud
maakten gebruik van dezelfde kleedkamer
en praatten over wat jongeren vroeger deden
en nu. Er bleken genoeg gelijkenissen, het
kweekte begrip. In het najaar organiseren
we een tentoonstelling. Bij de opening gaan
ze rappen!”
In het najaar verschijnt een boekje over het
project. Maria: “Ons fotoproject kan een
hulpmiddel zijn op buurtbijeenkomsten over
leefbaarheid. Die vinden binnenkort plaats.” �
in de buurt
onenPlus - Heerhugowaard
Stichting Welzijnsbevordering
Heerhugowaard (SWH) is uitgesproken
ondernemend op het gebied van
wonen, welzijn en zorg. Met steun van
de provincie, gemeente en woning-
corporatie zet de SWH de ene na de
andere dienst in de markt. Voor de
doelgroep ouderen gaat het om
huisbezoeken en dienstverlening
WonenPlus, die mogelijk moeten
maken dat zij zelfstandig blijven wonen:
boodschappenservice, tuinonderhoud
en kleine klussen in en rond het huis.
De meeste diensten zijn gratis, soms
vraagt SWH een kleine bijdrage.
WonenPlus heeft 770 abonnees.
In totaal zijn er 4900 hulpcontacten
per jaar. “De afdeling ouderenwerk van
SWH beschikt over maar liefst 140
vrijwilligers,” aldus coördinator ouderen-
werk Tonny Verdonk. “Zij bemensen
de WonenPlus telefoon, gaan op
preventief of activerend huisbezoek bij
70-plussers en lossen problemen op.
Als een treintje trekken de vrijwilligers
door de wijken van Heerhugowaard.
Zij brengen informatie en ’halen signa-
len’. Zij wijzen op de mogelijkheden van
WonenPlus en van ouderenadviseurs.
De opmerkingen waar zij mee terug-
komen worden gerapporteerd. Gaat het
om een kapot bankje in de buurt, dan
nemen de vrijwilligers contact op met
de gemeente om de klacht te verhel-
pen. Ook ambtenaren die de WVG
uitvoeren, merken wanneer onze
vrijwilligers in een buurt zijn geweest.”
Soms snijdt het mes aan twee kanten
en gaan mensen die hulp krijgen zelf
op pad als vrijwilliger. Zo maakt een
gehandicapte gebruik van de tuindienst
via WonenPlus en is zelf als vrijwilliger
actief bij het rondbrengen van maal-
tijden. De SWH heeft een actief vrij-
willigersbeleid. Tonny Verdonk:
“Vrijwilligers kiezen zelf het tijdstip en
aantal uur dat ze inzetbaar zijn.
Wij bieden hen deskundigheidsbevor-
dering, bijvoorbeeld een communicatie-
training. En we verwennen ze eens met
een koud buffet.” �
Amstelveen
Hoorn
Heerhugow
aardB W
A
10 | DE PR IMO M ET H A RT E N Z I E L
Met hart en ziel
r zijn concerten in de zomer en een
kerstmarkt in de winter. Kinderen spelen
er heks en indiaan. Soms zijn er recepties en
partijen. Maar doorgaans is de tuin van
Kapitein Rommel een oase van rust.
Tientallen vrijwilligers werken in het groen
of in de ontmoetingsruimte en vinden er
aanspraak en gezelligheid. Bertho Janssen:
“De sfeer is goed. Een vaste groep vrijwilligers
komt hier al acht jaar! Een jongen die goed
kan schilderen heeft hier voor het eerst van
z’n leven geëxposeerd. Vroeger kon je een
klap van hem krijgen, nu is hij helemaal
opgebloeid.”
Een mix van mensen
De tuin is de nalatenschap van kapitein
Rommel, die vroeger in een aangrenzende
villa woonde. Na de dood van de kapitein,
nu 50 jaar geleden, schonk weduwe
Rommel het 700 m2 grote paradijsje aan
de gemeente, onder voorwaarde dat het een
tuin zou blijven. De eerste 30 jaar gebeurde
er weinig. Toen de huidige gebruikers er
begin jaren ’90 aan de gang gingen, lagen
het groen, de vijver en waterval er verwaar-
loosd bij. Nu is de tuin een veel bezocht en
geprezen vrijwilligersproject. Dat blijkt onder
meer uit de talloze krantenberichten aan de
muur en de nominatie voor het Nationaal
Compliment 1999.
De ongeveer 30 vrijwilligers die de planten-
weelde tegenover het station onderhouden
komen op verschillende tijden van de week
hun ’ding’ doen. Mensen met een psychia-
trische achtergrond, buurtbewoners die een
uurtje over hebben, mensen die na een ernstig
ongeluk in de WAO belandden en mensen
met een verstandelijke handicap. “In het
begin werkten hier vooral (ex-) patiënten van
psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch,”
zegt Math Rosendaal. Bezoekers van de tuin
reageerden meewarig. “Soms wees iemand
zelfs op z’n voorhoofd. Als ik dan zei dat ik
’er ook een was’, viel men stil. Het was
onplezierig. Daarom streven we naar een
mix van mensen, die elkaar hier ontmoeten.”
Twee van hen bestieren de tuin vanuit een
(gesubsidieerde) baan. Bertho, de man met
de groene vingers, werkt vier dagen per week,
beheerder Nona 16 uur. Zij is momenteel
ziek. Vrijwilliger Math zwaait nu tijdelijk de
scepter van beheerder. Zij zorgen samen voor
continuïteit.
Bezieling
Math: “In het begin van het project ging ik
veel op pad met een opbouwwerker om te
kijken hoe andere projecten in elkaar zitten.
Hoe motiveer je vrijwilligers? Waar betrek je
hen wel bij, waarbij niet? Ik heb veel geleerd.”
Het runnen van de tuin is vakwerk. Ook een
E
vrijwilligersproject moet aan allerlei eisen
voldoen. Bertho en Math vormen een sterk
team. Ze blijven graag zelf kapitein in de
tuin. “Wij zijn goed in het sociale, het bestuur
zorgt voor het zakelijke. Iemand achter een
bureau gaat ons niet vertellen wat we
moeten doen,” zegt Bertho fel. En ook Math
zal zich tot het uiterste verzetten als de
tuin om financiële redenen bij een instelling
of organisatie wordt ondergebracht, iets wat
soms dreigt te gebeuren. “Het gaat om de
bezieling.” �
www.welzijnversterkt.nl
’Welzijn versterkt’ is een samen-
werkingsproject van VWS en een
aantal landelijke welzijnsorganisaties.
Op de site kunt u o.a. het verslag
van de conferentie Versterking
Professionaliteit Sociaal Cultureel
Werk downloaden. Daar kwam o.a.
de vraag aan de orde of welzijn
meer marktgericht moet gaan
werken of juist minder?
www.verdiwel.nl
Verdiwel, opgericht op 25 april 1996
door 17 directeuren van lokale
welzijnsorganisaties, is een platform
om kennis en ervaring uit te wisse-
len. Door schaalvergroting en
“Wij zijn goed in het sociale.”
B E RT H O J A N S S E N / M AT H R O S E N DA A L
Interessantewebsites
Math Rosendaal begon er 12 jaar
geleden, voorzichtig op zoek naar
nieuwe bezigheden. En het klikte.
In de tuin van Kapitein Rommel in
Castricum hervond hij zijn zelfver-
trouwen. Die kans wil hij anderen
ook geven. Math is nu één van de
drijvende krachten achter de tuin.
Een andere is tuinman Bertho
Janssen. Twee harten, twee zielen,
verknocht aan hun vrijwilligers-
project.
11 | DE PR IMO P R O J E CT E N WWW.PR IMO -NH.NL
Nieuwe impulsen voor jeugd- en jongerenwerkGemeenten voeren een actief jeugdbeleid en vragen veel van het jeugd- en jongerenwerk.
PRIMO nh stimuleert verbeteringen in de opleiding van werkers, biedt trainingen aan en onder-
steunt de visieontwikkeling bij gemeenten en organisaties. Meer informatie: Stella Wielaart,
Intergenerationeel werken / Junior zoekt seniorZowel ouderen als jongeren zijn sterk aangewezen op buurtvoorzieningen en botsen soms met
elkaar. PRIMO nh ondersteunt initiatieven ter verbetering van het contact tussen oud en jong,
zowel door het adviseren over methodes als ’Generaties in conflict’ en ’ff doenja’, als door coaching
van sociaal werkers. Meer informatie: Lian Smaal, [email protected]
Allochtone meiden in beeldVrouwelijke professionals in het welzijnswerk vervullen een essentiële rol voor het weerbaar maken
van allochtone meisjes in gemengde groepen. Het ontbreekt hen echter vaak aan professionele
vaardigheden. PRIMO nh biedt hen trainingen en advisering, zodat ze seksespecifieke kennis en
vaardigheden kunnen inzetten voor empowerment van allochtone meisjes.
Meer informatie: Winny Veldhuijzen, [email protected]
Jeugd en participatieVeel gemeenten willen jeugdigen betrekken bij zaken die hen aangaan, zoals de inrichting van
de openbare ruimte. PRIMO nh biedt gemeenten, onderwijsinstellingen en het sociaal-cultureel
werk verschillende participatiemethoden, waaronder de beproefde methodiek International
Award for Young People. Meer informatie: Winny Veldhuijzen, [email protected]
Ondersteuning sociaal-culturele functieDe sociaal-culturele functie van het welzijnswerk dreigt te verdwijnen, o.a. door bezuinigingen en
de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). PRIMO nh ondersteunt initiatieven
voor versterking van de sociaal-culturele functie, o. a. door het faciliteren van een platform van lokale
welzijnsorganisaties. Meer informatie: Hillie van Netten, [email protected] en Lian Smaal,
75+ in de knel75+ers lopen een verhoogd risico te vereenzamen, door het verlies van een partner, een chronische
ziekte of na een verhuizing. Hoe kan welzijn voor ouderen bijdragen aan verkleining van dit risico?
’75+ in de knel’ wil eenzaamheidsvraagstukken structureel verankeren in het beleid van instellingen.
Meer informatie: Lian Smaal, [email protected]
Profilering, Positionering en Professionalisering PeuterspeelzalenPeuterspeelzalen zijn een belangrijke schakel in de lokale infrastructuur voor kinderen. Zij zijn een
onmisbare partij in het lokaal jeugdbeleid. Ook maatschappelijk wordt steeds meer verwacht van
het peuterspeelzaalwerk. PRIMO nh richt zich met dit project op de professionalisering van het
peuterspeelzaalwerk, door schriftelijk materiaal, advisering, provinciaal overleg en studiebijeenkomsten.
Meer informatie: Coby Noordhof, [email protected]
Impulsen opbouwwerkDe kerntaak van het opbouwwerk is samenlevingsopbouw: het verbinden van mensen, door
maatschappelijke activiteiten die leiden tot een betere samenleving. Het opbouwwerk is flink in
beweging. PRIMO nh ondersteunt Noord-Hollandse opbouwwerkers, o.a. door de organisatie van een
kwaliteitskring en een basiscursus. Ook doen we onderzoek naar de kwantiteit en kwaliteit van
het opbouwwerk op het platteland. Meer informatie: Els Diepenmaat, [email protected]
professionalisering zijn er steeds
meer grote, brede organisaties
voor lokaal welzijnswerk ontstaan.
Zij werken samen met woning-
corporaties, de arbeidsvoorziening,
het onderwijs en gemeentelijke
diensten in het kader van lokaal
sociaal beleid. Verdiwel houdt
zich o.a. bezig met het profiel en
de positie van brede welzijns-
organisaties.
www.willweb.nl
WILL staat voor Welzijn Informatie-
voorziening Lokaal en Landelijk.
Gemeenten en lokale welzijns-
instellingen ontwikkelen samen
een landelijk geaccepteerd instru-
ment voor het definiëren, meten,
waarderen en daarmee vergelijkbaar
maken van de prestaties van het
welzijnswerk én de opdrachten die
gemeenten daartoe geven. Op de
website kunt u zich aanmelden als
deelnemer.
www.lesi.nl
Het Landelijk Expertisecentrum
Sociale Interventie (LESI) richt zich
op het verzamelen, ontsluiten en
overbrengen van generieke en
multidisciplinaire kennis over sociale
interventiepraktijken en daarmee
verbonden professionele werkers,
organisaties en beleidsinstanties.
Het expertisecentrum biedt vier
diensten: onderwijs, onderzoek
en advies, conferenties en thema-
bijeenkomsten en publicaties.
P R O J E C T E N
12 | DE PR IMO A G E N DA
ColofonDe Primo geeft informatie over hetwerk van PRIMO nh. Het verschijntdrie keer per jaar. Overheden enmaatschappelijke organisaties inNoord-Holland krijgen de Primo gratis toegestuurd.
UitgeverPRIMO nh
RedactieMarianne ReijWil Spanjer
GastredacteurenLian SmaalHillie van Netten
Teksten en eindredactieAnnemiek Onstenk
FotografieAnnemiek OnstenkPeter HardewijnMarco Bakker
RedactieadresPRIMO nhPostbus 106, 1440 AC Purmerendtel: 0299 418 700
BezoekadresPRIMO nhEmmakade 4, 1441 ET Purmerend
VormgevingStudio Stevens, De Rijp
DrukSpinhex en Industrie, Amsterdam
Oplage2000 exemplaren
©Overname of nadrukken van artikelen, of van delen daarvan, isuitsluitend toegestaan na overlegmet en toestemming van de redactieen altijd met bronvermelding.
INFORMATIEPUNT PRIMO NH
PRIMO nh is het kennis-, informatie-en adviescentrum voor sociaal beleidin Noord-Holland. Het is actief voor de provincie N-H,gemeenten en maatschappelijkeorganisaties.
Voor vragen of het bestellen vanpublicaties kunt u terecht bij hetInformatiepunt van PRIMO nh. Het Informatiepunt is telefonischbereikbaar van maandag tot en metdonderdag van 9.00 - 13.00 uur via0299 418700. Ook kunt u mailen:[email protected] of onzewebsite bezoeken: www.primo-nh.nl
Het Cursus- en Congresbureau van PRIMO nh organiseert elk jaar een groot aantal cur-
sussen, congressen en expertmeetings. U vindt het actuele aanbod op www.primo-nh.nl.
Meer informatie krijgt u bij Manja Greutert, tel: 0299 418 700 of [email protected].
Najaar 2005 staan de volgende bijeenkomsten op de agenda:
BSO en Sport 7 oktober 2005, Haarlem, 9.30 - 13.00 u. Een bijeenkomst op locatie. Programma: de Jeugdsportpas: wat houdt het in en hoe werkt het? En een actieve workshop: spelen en bewegenin de bso. Doelgroep: groepsleiding en leidinggevenden van bso’s in Noord-Holland.
Impuls aan de BOS-impuls 10 oktober 2005, PRIMO nh, 13.30 - 16.30 u. Informatiemiddag over hetaanvragen van subsidie voor de BOS-impuls. We presenteren voorbeelden van projecten uit de provincie.Doelgroep: gemeenten, GGD, thuiszorg en coördinatoren Brede school.
Zorg dat wonen welzijn wordt 13 oktober 2005, De Vest, Alkmaar, 13.00 - 17.00 u. Eén goed bereik-baar loket, één budget, één gezicht. Op de conferentie ziet u praktijkvoorbeelden van samenwerkingtussen gemeenten, woningbouwcorporaties, welzijns- en zorginstellingen. WonenPlus Noord-Holland is aleen eind op weg om de dienstverlening aan huis vorm te geven. Samenwerking met woningcorporatiesen zorginstellingen staat hoog in het vaandel. Doelgroep: woningcorporaties, welzijnsinstellingen, zorg-instellingen en gemeenten.
Dialoog en confrontatie 13 oktober 2005, PRIMO nh, 10.00 -13.00 u. Expertmeeting over de aanpak vaninteretnische spanningen tussen groepen jongeren. In samenwerking met Forum. Doelgroep: jongerenwerkers
Train de trainer 5 x B! 17 en 18 oktober 2005, Rijper Eilanden, De Rijp, 10.00 - 21.00 u, 9.00 - 16.30 u.Een methode voor succesvol werken met bijzondere groepen vrijwilligers. Doelgroep: lokale ondersteunersvan vrijwilligersorganisaties.
Opbouwwerk, een vak apart! 18 oktober van 9.30 -13.00 u., 8 november van 9.30 - 16.30 u. en13 december van 9.30 - 16.30 u. PRIMO nh. Praktische cursus voor (beginnende) opbouwwerkers.Met aandacht voor rol en positie, inspirerende participatiemethoden en de werkomgeving van deopbouwwerker. Doelgroep: (uitvoerende) opbouwwerkers.
Masterclass ’Opbouwwerk op offertebasis’ 18 oktober en 24 november 2005, PRIMO nh, 9.30 - 16.30 u. Over productomschrijvingen, marktwerking, kwaliteit en concurrentie in het opbouwwerk.Naast de algemene randvoorwaarden komen inhoud en methode van offreren aan bod. Doelgroep: management en werkers welzijnskoepels en opbouwwerk.
1-daagse cursus beheer buurtcentra, dorpshuizen en jongerencentra 1 november 2005, PRIMO nh,9.30 - 16.30 u. Over omgaan met lastig/agressief gedrag van bezoekers. Doelgroep: beheerders vanbuurtcentra, dorpshuizen en jongerencentra.
Peuterspeelzalen en de WMO 1 november 2005, PRIMO nh, 19.45 - 22.15 u. Informatiebijeenkomstover de WMO die waarschijnlijk in juli 2006 wordt ingevoerd. Wat is de betekenis van de wet voor hetpeuterspeelzaalwerk? U kunt vragen stellen en met elkaar van gedachten wisselen over kansen enknelpunten. Doelgroep: besturen en leidinggevenden peuterspeelzalen.
ISV / Sociale pijler 16 november 2005, 12.00-17.00 u. Werkbezoek/expertmeeting aan een inspirerendproject stedelijke vernieuwing, georganiseerd in samenwerking met de coördinator ISV-beleid van ProvincieNoord-Holland. Doelgroep: Noord-Hollandse gemeenten, bestuurders en beleidsambtenaren.
Innovatieve vrijwilligersprojecten 17 november 2005, Provinciehuis Haarlem, 13.30 - 17.00 u.Interactieve presentatie resultaten van zes innovatieve vrijwilligersprojecten (in het kader van hetJaarprogramma Sociaal Beleid 2004 van Provincie Noord-Holland). Doelgroep: lokale beleidsambtenaren(vrijwilligerswerk, diversiteit), wethouders welzijn, commissieleden, raads- en statenleden, steunfunctieinstellingen, zorginstellingen, vrijwilligerscentrales en welzijnsinstellingen.
Jeugdparticipatie: tieners + jongeren 22 november 2005, PRIMO nh, 12.00 - 16.30 u. Informatiemarktmet verschillende participatiemethodieken voor jeugd en jongeren. Doelgroep: tiener- en jongerenwerkers,ambtenaren jeugdbeleid.
Domotica 25 november 2005, bustour, Amsterdam, 10.00 - 14.00 u. Bustour langs aansprekendeprojecten van zorg en Domotica. Met informatie over stand van zaken rond toepassing domotica inNoord-Holland en stimulans inzet Domotica bij wonen, welzijn en zorg. Doelgroep: gemeenten (ambtenaren,beleidsmedewerkers, wethouders) en woningcorporaties.
Werken met jongens 8 december 2005, PRIMO nh, 13.30 - 16.15 u. Is er verschil tussen werken metjongens en met meisjes? Hoe draag je als werker bij aan een evenwichtige ontwikkeling tot volwassenpersoon? Met een inleiding door een deskundige, presentatie van de praktijkbeschrijving Werken metjongens en ervaringen uitwisselen. Doelgroep: tiener- en jongerenwerkers
Ieder mens verdient respectOp zaterdagmiddag 10 december 2005, Mensenrechtendag, zal in de Parkschouwburg te Hoorn demanifestatie Ieder mens verdient respect plaatsvinden. Hierbij wordt 60 jaar einde van de TweedeWereldoorlog herdacht en de aanzet gegeven voor de interculturele viering van 4 en 5 mei. Detailsover muziek, acts en sprekers volgen, zodra bekend, op www.primo-nh.nl .
Agenda Cursus- en Congresbureau