De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september 2005

12
WWW.PRIMO-NH.NL n de WMO staat ’het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, buurten en wijken’ bovenaan de lijst van prestatievelden. Het sociaal-cultureel werk - één van oudste onderdelen van het welzijns- werk - is op dat gebied altijd sterk geweest. Sociaal-cultureel werk activeert en verbindt. Het brengt uiteenlopende bevolkingsgroepen bij elkaar en biedt mogelijkheden voor ont- moeting, ontspanning en ontwikkeling. In de lokale praktijk zijn daarvan talloze inspirerende voorbeelden te vinden. Een tiental wervende initiatieven presenteerde zich in kennisateliers tijdens de conferentie ’Bruggenbouwers in de buurt’, die PRIMO nh op 26 mei jongstleden organiseerde. Enkelen daarvan komen in deze de Primo opnieuw aan het woord. Wat functies betreft bevindt het sociaal-cultureel werk zich middenin de samenleving. Weinigen zullen het maatschappelijke belang ervan betwisten, wél bagatelliseren. Het imago van het werk correspondeert niet altijd met de inhoud en betekenis ervan. Zijn de instel- lingen in staat hun stoffige imago af te schudden en zich rond hun kerntaken te profileren? Sociaal-cultureel werk heeft body genoeg, het gezicht mag echter duidelijker. Ook marktwerking dwingt het sociaal-cultureel werk haar samenwerkingspartners meer dan voorheen een aantrekkelijk aanbod van produc- ten en diensten te doen. Én zich te verkopen. Gemeenten kunnen immers ook met een ander in zee gaan. Wat zijn de goudklompjes van het sociaal-cultureel werk en hoe verzilver je die? In dit themanummer laten we denkers en doeners aan het woord, zowel van PRIMO nh, als uit wetenschappelijke hoek en uit de praktijk. Een Primo over wat het sociaal-cultureel werk in huis heeft, wat het kan en vermag. Van de redactie 7 IN DIT NUMMER: KAPITAAL VAN DE BUURT .................... 02 DE KANTOREN UIT! ............................. 03 KENNISONTWIKKELING ....................... 04 COLUMN ........................................... 05 PUBLICATIES ...................................... 06 FUNCTIE BOVEN ACCOMMODATIE ........ 07 BRUGGENBOUWERS ........................... 08 MET HART EN ZIEL ............................ 010 PROJECTEN ...................................... 011 AGENDA ........................................... 012 De Primo nummer 7 jaargang 3 oktober 2005 Het lokale welzijnswerk staat voor een nieuwe opgave. Naast het opvangen van bezuinigingen maakt men zich op voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Is het sociaal-cultureel werk daar klaar voor? Inhoud genoeg. Spirit ook. Maar het imago kan beter. I FOTO : BEZOEKERS IN DE TUIN VAN KAPITEIN ROMMEL

description

De Primo 7 is een themanummer over Sociaal-Cultureel Werk In dit nummer:■Kapitaal van de buurt■De kantoren uit!■Kennisontwikkeling■Column■Publicaties■Functie boven accommodatie■bruggenbouwers■Met hart en ziel■Agenda

Transcript of De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september 2005

Page 1: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

WWW.PR IMO -NH.NL

n de WMO staat ’het bevorderen van sociale

samenhang en leefbaarheid in dorpen,

buurten en wijken’ bovenaan de lijst van

prestatievelden. Het sociaal-cultureel werk -

één van oudste onderdelen van het welzijns-

werk - is op dat gebied altijd sterk geweest.

Sociaal-cultureel werk activeert en verbindt.

Het brengt uiteenlopende bevolkingsgroepen

bij elkaar en biedt mogelijkheden voor ont-

moeting, ontspanning en ontwikkeling. In de

lokale praktijk zijn daarvan talloze inspirerende

voorbeelden te vinden. Een tiental wervende

initiatieven presenteerde zich in kennisateliers

tijdens de conferentie ’Bruggenbouwers in de

buurt’, die PRIMO nh op 26 mei jongstleden

organiseerde. Enkelen daarvan komen in

deze de Primo opnieuw aan het woord.

Wat functies betreft bevindt het sociaal-cultureel

werk zich middenin de samenleving.

Weinigen zullen het maatschappelijke belang

ervan betwisten, wél bagatelliseren. Het imago

van het werk correspondeert niet altijd met

de inhoud en betekenis ervan. Zijn de instel-

lingen in staat hun stoffige imago af te schudden

en zich rond hun kerntaken te profileren?

Sociaal-cultureel werk heeft body genoeg,

het gezicht mag echter duidelijker.

Ook marktwerking dwingt het sociaal-cultureel

werk haar samenwerkingspartners meer dan

voorheen een aantrekkelijk aanbod van produc-

ten en diensten te doen. Én zich te verkopen.

Gemeenten kunnen immers ook met een

ander in zee gaan. Wat zijn de goudklompjes

van het sociaal-cultureel werk en hoe verzilver je

die? In dit themanummer laten we denkers en

doeners aan het woord, zowel van PRIMO nh,

als uit wetenschappelijke hoek en uit de praktijk.

Een Primo over wat het sociaal-cultureel werk

in huis heeft, wat het kan en vermag. �

Van de redactie 7

IN DIT NUMMER:KAPITAAL VAN DE BUURT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02DE KANTOREN UIT! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 03KENNISONTWIKKELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 04COLUMN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 05PUBLICATIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 06FUNCTIE BOVEN ACCOMMODATIE . . . . . . . . 07BRUGGENBOUWERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 08MET HART EN ZIEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 010PROJECTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 011AGENDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 012

De

Prim

o nu

mm

er 7

jaar

gang

3

okt

ober

200

5

Het lokale welzijnswerk staat voor een nieuwe opgave. Naast het opvangen

van bezuinigingen maakt men zich op voor de Wet Maatschappelijke

Ondersteuning (WMO). Is het sociaal-cultureel werk daar klaar voor?

Inhoud genoeg. Spirit ook. Maar het imago kan beter.

I

F OTO: B E Z O E K E R S I N D E T U I N VA N K A P I T E I N R O M M E L

Page 2: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

ociaal-cultureel werkers weten wat er leeft. En - mogelijk nog belangrijker - hoe je mensen

activeert om zich, bijvoorbeeld, in te zetten voor verbetering van de leefbaarheid van de buurt.

Het sociaal-cultureel werk kent het kapitaal van de buurt en kan dat ook aanspreken. Lian Smaal:

“Bewoners weten zich door sociaal-cultureel werkers gehoord en gezien. Daarom willen zij graag

meedoen, zij voelen zich betrokken.”

Het sociaal-cultureel werk is een onmisbare basisvoorziening in een wijk, zowel voor de doorsnee

buurtbewoner als voor kansarme groepen. Het heeft als taak verbindingen te leggen en bij te dragen

aan sociale cohesie. Lian Smaal: “Juist de verbinding tussen sterke en kwetsbare groepen zorgt

voor samenhang in een buurt. Vrijwilligers vangen kinderen op in vakanties en na school, anderen

bezoeken ouderen in de buurt. De sociaal-cultureel werker coördineert het hele proces en

begeleidt al die vrijwilligers.”

Goudklompjes

Op 26 mei j.l. organiseerde Lian samen met collega Hillie van Netten de conferentie ’Bruggenbouwers

in de buurt’, over het sociaal-cultureel werk als onmisbare schakel bij de uitvoering van de Wet

Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). “Bij sociaal-cultureel werk telt niet alleen het resultaat,

het proces dat er aan vooraf gaat is minstens zo belangrijk,” zegt Hillie van Netten. “De kracht van

het welzijnswerk zit in het in beweging krijgen van mensen, in de netwerken die worden ontwikkeld.

Daarmee heeft het sociaal-cultureel werk een centrale positie in de keten van wonen en zorg.

Sociaal-cultureel werkers zijn met hun kennis, contacten en activiteiten van grote waarde voor

gemeenten en woningcorporaties.” “Als mensen zich lekker voelen, zijn het gelukkige bewoners en doen

ze minder beroep op de zorg,” voegt Lian Smaal toe. “Eén euro welzijn scheelt tien euro zorg.” Toch is

niet altijd zichtbaar wat opbouwwerkers en sociaal-cultureel werkers kunnen en doen. Lian: “Het zijn

vooral de bruggenbouwers en die plaatsen zichzelf op de achtergrond. De professionals zijn opgeleid

Sociaal-cultureel werkers kennenhet kapitaal van de buurt

I

In de buurt van de buurt“Je bent als welzijnsinstelling een maatschappelijke

onderneming. Je moet weten wat mensen in de wijk

beweegt en bezighoudt,” zegt welzijnsdirecteur Ad Otjes

van SIS Hilversum. “Die kennis is geld waard en kun je

uitventen bij woningcorporaties, politie of zorginstel-

lingen. Zij hebben daar geld voor over, vooral als het

mensen betreft die voor gemeenten en instellingen

moeilijk bereikbaar zijn. Zij beschikken níet over die

kennis. In de nabijheid zijn van mensen in de buurt:

daarmee kun je als welzijnsondernemer je plek opeisen

in de keten van wonen, welzijn en zorg. Face to face,

daar gaat het om.”

“Sociaal-cultureel werkers spreken

de taal van de buurt. Zij kunnen zich

verstaan met vitale of eenzame ouderen,

hangjongeren en allochtone kinderen.

Het zijn specialisten in het organiseren

van ontmoetingen,” zegt Lian Smaal van

PRIMO nh. Het sociaal-cultureel werk

kan volgens PRIMO nh een centrale

positie innemen in de keten van wonen

en zorg. Dan moet de sector zich wel

duidelijker profileren.

S

H I L L I E VA N N ET T E N / L I A N S M A A L

Page 3: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

3 | DE PR IMO D E K A N TO R E N U I T WWW.PR IMO -NH.NL

anderen te empoweren, niet zichzelf. Wat telt

is het resultaat voor de bewoners, niet het eigen

imago. Ze kennen hun eigen goudklompjes

onvoldoende.”

Denkers en doeners

Het sociaal-cultureel werk wordt tegenwoordig

aanbesteed. Het moet zichzelf daarom beter

gaan verkopen. PRIMO nh staat de instellingen

terzijde bij de profilering en de professionali-

sering van het werk. Lian: “We organiseren

de Kwaliteitskring opbouwwerk en geven in

het Platform lokale welzijnsorganisaties extra

aandacht aan de sociaal-culturele functie.

Kinderwerkers, jongerenwerkers en ouderen-

werkers wisselen kennis uit en ontwikkelen

beleid, ieder in een eigen regionaal overleg.

Steekwoorden zijn innovatie, creativiteit en

durf.” Hillie: “Ook brengen we verschillende

partners bij elkaar. De conferentie van 26

mei 2005 was daar een voorbeeld van.

Vertegenwoordigers van welzijnsinstellingen

troffen er gemeenten, zorginstellingen,

woningcorporaties en wetenschappers.

Dit najaar starten we een denktank voor

verdere professionalisering van het werk, o.a.

met Marcel Spierts, docent aan de Haagse

Hogeschool en aan de Hogeschool van

Amsterdam. We brengen denkers en de

doeners bij elkaar om wetenschappelijke

inzichten te verbinden met de lokale praktijk.”

Meer informatie:

Lian Smaal, [email protected]

Hillie van Netten, [email protected]

Sociaal-cultureel werk activeert en verbindt

Sociaal-cultureel werk is zowel een voorziening als een beroep.

Een voorziening in de vorm van een buurt-, wijk- of jongerencentrum,

waar bewoners van verschillende leeftijds-, sociale en culturele groepen

elkaar kunnen ontmoeten en waar - voor én door hen - recreatieve,

educatieve en culturele activiteiten worden georganiseerd. Een dergelijke

voorziening kan - mits goed toegerust en ondersteund - een samen-

bindende functie hebben in buurt en wijk.

Sociaal-cultureel werk als beroep laat zich omschrijven als de inzet van

de professionele werker ten behoeve van verschillende bevolkings-

groepen. De sociaal-cultureel werker stimuleert hen tot actieve deelname

aan de samenleving (buurt, wijk) en ondersteunt hen bij het organiseren

van activiteiten en acties. Zonodig verwijst de sociaal-cultureel werker

bewoners naar andere professionele instanties of haalt deze instellingen

naar de wijk. Daarmee wordt een verbinding gelegd tussen de informele

en formele sociale infrastructuur.

De sociaal-cultureel werker maakt gebruik van sociale technieken, ontleend

aan methodes als empowerment en community organization, en kan

deze inzetten in zowel de voorziening zélf als - los van het gebouw -

elders in wijk, dorp of stad.

De afgelopen decennia bewees het sociaal-cultureel werk een belang-

rijke bijdrage te kunnen leveren aan het signaleren van maatschappelijke

problemen en aan de eerste opvang van mensen die geïsoleerd,

achtergesteld of ontspoord dreigen te raken. Daarnaast brengt de werksoort

mensen met verschillende achtergronden bij elkaar en draagt daarmee

bij aan de ontwikkeling van de sociale samenhang in dorp, wijk en stad.

et een folder waarin je 20 cursus-

sen aanbiedt ben je er niet,” zegt

Hortulanus. “Men investeert te weinig in

contacten met burgers. De welzijnssector

moet voeling hebben met de haarvaten

van de samenleving.” Volgens hem hollen

welzijnsinstellingen - soms noodgedwongen

- achter hypes aan. “Is er geld voor reïnte-

gratie dan doet men dat, is het veiligheid

dan doet men een beroep op díe sub-

sidiepot. Dat bevordert de identiteit niet.

Men zou zich moeten concentreren op

kerntaken en, gematigd, op vernieuwing.”

Kansen

Dr. Hortulanus is werkzaam aan de Universiteit

van Utrecht. Tevens is hij directeur van het

landelijke Expertisecentrum Sociale Interventie

(www.lesi.nl). Volgens hem biedt de WMO

de sociale sector enorme kansen te laten

zien wat het waard is. “Ik zie geen enkele

andere sector die in staat is te zorgen voor

verbindingen tussen burgers onderling en

tussen burgers, instellingen en organisaties.

De sector moet zich zelfbewust opstellen

tegenover de gemeente en zeggen: ’Oké, wij

zijn bereid complexe situaties en verder liggen-

de doelen als sociale cohesie aan te pakken.

Maar dan willen we ook geld voor onze

kernactiviteiten. Ik noem dat de sandwich-

formule: door individuele dienstverlening

bijdragen aan gemeenschapsvorming.

Het sociaal-cultureel werk staat voor de

opgave makkelijke en zichtbare resultaten

te koppelen aan moeilijke doelen.”

De kerntaken van het werk zijn, ondanks

het wat stoffige imago, volgens de weten-

schapper en onderzoeker nog altijd ont-

spanning, ontmoeting en ontplooiing. �

De kantoren uit!“De sociaal-agogische sector is niet klaar voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning

(WMO). De overheid wil dat burgers meer eigen verantwoordelijkheid nemen.

Instellingen moeten burgerinitiatieven ondersteunen. Daarvoor moeten ze meer dan nu

contact zoeken met wijkbewoners en organisaties.” Volgens stadssocioloog dr. Roelof

Hortulanus hebben de professionals zich teveel teruggetrokken in hun accommodaties.

Een beetje opschudden kan geen kwaad.

M”D R. R O E LO F H O RT U L A N U S

Page 4: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

4 | DE PR IMO K E N N I S O N T W I K K E L I N G

Onder sommige condities kunnen vrije tijds-

activiteiten bijdragen aan een bredere doel-

stelling als integratie. “Dat zie je bij investeringen

in de sport. Sport is over het algemeen goed

voor contacten tussen verschillende bevolkings-

groepen. Buurthuizen kunnen onderzoeken

welk aanbod van activiteiten kan leiden tot

participatie aan vervolgactiviteiten. Het streven

is dat een bepaald percentage van de cursus-

deelnemers doorgaat in bijvoorbeeld een

vereniging. In onderhandelingen met de

gemeente kan men inbrengen: ’Er is spin off

voor de gemeenschap, dus moeten de activi-

teiten uit de collectieve middelen worden

betaald.’ Een cursus gezondheidsbevordering,

welke cursisten opleidt tot intermediair die

de informatie aan anderen doorgeeft, is wat

anders dan een pottenbakkerscursus puur

voor de ontspanning.”

Bruisende centra

Mensen associëren buurthuizen sterk met

lagere inkomensgroepen, aldus Hortulanus.

“Om een voorziening voor iedereen te worden

zouden het bruisende moderne activiteiten-

centra moeten worden. Waar zowel mantel-

zorgers als naaiclubs onderdak vinden.

Daarnaast kan men investeren in innovatie.

Denk aan het koppelen van een nieuwe

bewoner in een wijk aan een zittende bewoner.

Een introductiegesprek kan de basis leggen

voor eventuele latere contacten en inzet in

de buurt. Sociaal-cultureel werkers zouden

zoiets moeten organiseren, in een accommo-

datie of elders.” Hortulanus verwacht dat veel

welzijnsinstellingen in staat zullen zijn die

omslag naar moderne vormen van sociaal-

cultureel werk te kunnen maken.

Tijdens de conferentie ’Bruggenbouwers

in de buurt’ op 26 mei 2005 hield

dr. R. Hortulanus een lezing. Deze is te

downloaden van www.primo-nh.nl bij pro-

jecten/omgevingskwaliteit/ondersteuning

sociaal-culturele functie. �

arcel Spierts ziet daarvoor goede vooruitzichten. “De professionaliseringstrend komt momenteel

uit de hoek van onderzoek en wetenschap. Zowel de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

als de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid vroegen onlangs aandacht voor profes-

sionals van de sociale sector. Er wordt veel over geschreven. Het vak staat weer op de agenda!”

Spierts is zelf één van die onderzoekers. Hij is verbonden aan twee Hogescholen en publiceert o.a.

over het onderwerp ’professionalisering’. Uitgangspunt daarbij is de samenwerking met het veld.

“Onderzoekers en/of wetenschappers moeten investeren in de praktijk. En vice versa. Sociaal-culturele

professionals moeten meer betrokken raken bij onderzoek en kennisontwikkeling.”

Zelf heeft Spierts een samenwerkingsverband opgezet tussen de Hogeschool van Amsterdam en

het Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam. “Studenten voeren als leeronderzoek opdrachten uit voor

het veld. Zij zoeken daarvoor aansluiting bij vragen van de jongerenwerkers. Ook organiseren we

werkplaatsen om kennis uit te wisselen. Studenten, jongerenwerkers en gemeenteambtenaren

bespreken thema’s als jongerencultuur en participatie. De kennis die ze samen opdoen, leggen ze vast.”

Selectief

Spierts waarschuwt voor een valkuil waar een welzijnsinstelling in kan tuimelen. “Rond tal van maat-

schappelijke vraagstukken schakelen politie, gemeente en woningcorporaties het sociaal-cultureel

werk als partner in. Je kunt echter niet op alle fronten tegelijk deskundig zijn. De sociaal-culturele

inbreng verwatert en de sector verliest herkenbaarheid. De praktijk moet selectief omgaan met

haar deskundige inzet.” Werkers zouden zich volgens hem tot enkele speerpunten moeten beperken -

bijvoorbeeld veiligheid en opvoedingsondersteuning - en reflecteren op de methodiek die ze ontwik-

kelen. Welzijnsinstellingen moeten kennisontwikkeling begroten en bij de gemeente in rekening

brengen. ”Net als het bedrijfsleven doet ook de sociale sector aan innovatie.”

Waar die inzet van het veld aan de ene en wetenschappers/onderzoekers aan de andere kant bij elkaar

komen, ontstaan initiatieven als een Praktijk- en Onderzoekscentrum aan de Hogeschool van Amsterdam

of het Centrum voor Competentieontwikkeling in provincie Zuid-Holland. Een hoopvolle ontwikkeling,

meent Spierts, die zelf door PRIMO nh is gevraagd plaats te nemen in een denktank. “Praktijk en

kennis bundelen en koppelen aan actuele thema’s, dat houdt de professionalisering aan de gang.” �

“Praktijk en kennis-ontwikkeling moeten

samen op gaan.”

M

Het sociaal-cultureel werk is nog een lang

leven beschoren, denkt Marcel Spierts. “Ik zie

vooral de continuïteit van de professie. Het

beroep wordt in verschillende functies uit-

geoefend maar de basis blijft. Voornaamste kenmerk is

de deskundigheid om ’de boel bij elkaar te houden’ en

te werken aan een open samenleving.” De sector moet

wel blijven innoveren en professionaliseren.

MARCEL SPIERTS

Page 5: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

5 | DE PR IMO C O L U M N WWW.PR IMO -NH.NL

et is alweer een tijd geleden dat de begroting rond de aan-

leg van de Betuwelijn miljarden hoger uitviel dan gepland.

Op het journaal moest een van de betrokkenen uitleggen hoe dit

had kunnen gebeuren. “Hoe kan dat?” vroeg de verslaggever terwijl

de wind rond zijn blauwe microfoon joeg.

“Het heeft natuurlijk te maken met verschillende factoren, die van

te voren niet voorzien waren,” zei de man in colbert met groene

ruitjes. Hij stond op een dijk. Op de achtergrond verplaatste een

grote gele hijskraan een betonblok van de ene naar de andere

kant van de weg. “En wat voor verschillende factoren zijn dat dan?”

vroeg de verslaggever. De man in ruitjescolbert keek teleurgesteld.

“Verschillende onvoorziene

factoren,” herhaalde hij.

De verslaggever wachtte ge-

duldig. Er zat voor de man

niets anders op dan zijn ant-

woord te verduidelijken.

“Er was sprake van enkele natuurgebieden op de route,” zei hij.

“Daar moeten extra bruggen en tunnels worden gebouwd. Er huizen

daar dassen en otters en konijnen. Die zijn belangrijk voor de

Nederlandse flora en fauna. Bovendien hadden we, zoals u wellicht

zelf ook gemerkt heeft, last van een zeer strenge, koude winter, die

werd gevolgd door een extreem natte lente. Dit heeft de voort-

gang van de bouw ernstig belemmerd. Dat brengt extra kosten

met zich mee.”

“Nieuwe bruggen kosten geld, veel geld, maar het levert vooral

veel geld op,” voegde het colbertje er nog aan toe. “Dank u wel,”

zei de verslaggever tevreden. De bruggenbouwer knikte waardig en

dienstbaar. Hij was open en eerlijk geweest, had tijd vrijgemaakt

voor dit interview en voelde zich niet te goed om op een winderige

dijk voor een hijskraan te staan. “Terug naar de studio.”

Gerustgesteld zakten we achterover. Gelukkig maar: het kost geld,

veel geld, maar het levert vooral veel geld op. Dan is het goed.

Vandaag denk ik: fijn dat je iets kunt vertellen en dat het wordt

geloofd. We vragen niet: hoe koud was het dan afgelopen winter?

Hoeveel vriesdagen? Hoeveel niet werkbare dagen? Hoe nat was

die lente? Wat is de gemiddelde productie tijdens zo‘n natte lente

in vergelijking met andere lentes?

Waarom gaat het bij het werk dat de ‘bruggenbouwer in de buurt‘

verricht zo anders? Door de invoering van de WMO moeten welzijns-

instellingen gaan concurreren. Onderling en met zorginstellingen

en woningcorporaties. De bruggenbouwer in de buurt moet zijn

burgemeester en wethouders ervan overtuigen dat hij onmisbaar is.

Maar hoe doe je dat?

De student cultureel maatschappelijke vorming turft in de buurt-

huizen de aantallen Turkse, Marokkaanse, Surinaamse jongeren.

Worden er genoeg doelgroepen bereikt? Als hij wil kan hij afstuderen

met het onderzoek: welke bevolkingsgroep houdt het meest van

tafelvoetbal. Hoeveel Surinamers krijgen we extra binnen als we

ook een tafeltennistafel neerzetten? Hoeveel Antillianen als we

ook hiphop draaien op het themafeest? Hoeveel extra Hollanders

als er ook kaasplankjes zijn?

Maar hoe toon je aan wat het doel is van een nieuw tostiapparaat

in het buurthuis? Wat is het doel van de klaverjasavond in het

bejaardentehuis? Worden ze er echt gelukkiger van? Leven ze langer?

Op het moment dat je middels wetenschappelijk onderzoek aan-

toonbaar moet maken dat een hiphop cursus onontbeerlijk is

voor de jeugd tussen 4 en 8 jaar in de Spaarndammerbuurt, dan

heb je er toch geen zin meer in. En bovendien: waarom geloven

ze ons gewoon niet?

Laatst hoorde ik minister Hoogervorst van Volksgezondheid zeggen:

het is niet de bedoeling dat de taxivergoeding gebruikt wordt

om de bejaarden mee op en

neer naar de bingoavond te

rijden… Ik was verbijsterd.

Zolang wij niet met harde

cijfers kunnen aantonen hoe

belangrijk die wekelijkse bingo-

avond is, is het bezuinigbaar.

De huidige staatssecretaris van VWS gaat er ook nog eens van uit

dat de sociaal-cultureel werker wordt bijgestaan door een stuwmeer

van vrijwilligers en mantelzorgers. Iedereen weet: dat stuwmeer

zal in onze haast- en prestatie-economie nooit vollopen. De staats-

secretaris wil horen: het kost geld, veel geld, maar het levert vooral

veel geld op.

Mijn landgenote Naema Tahir, schrijft in haar boek Een moslima

ontsluiert over Thobia, een waggelend meisje met te ver uitstekende

oren. Uitgehuwelijkt aan een aan heroïne verslaafde man die haar

uitlacht en uitgekotst door haar schoonmoeder bij wie ze in huis

woont. Voor Thobia geen aerobics in een wijkcentrum, inloop-

ochtenden of aansluiting bij een meidenclub.

Dankzij de sterke familiebanden is mantelzorg in Pakistan vanzelf-

sprekend. Thobia is belast met het dagelijks welzijn van haar schoon-

familie. Ooms, tantes, neven en nichten inbegrepen.

Tahir merkt terecht op dat hier geen sprake is van grove mensen-

rechtenschendingen als wel een “subtiele aantasting van Thobia‘s

waardigheid als mens”.

Wat is de waarde van geld in een samenleving waarin mensen

geen menswaardig bestaan kunnen leiden?

8, 11, 41 miljard heeft de Betuwelijn gekost, heel precies weet ik het

niet meer. Die otters, dassen en konijntjes springen nog wel rond

in mijn hoofd. Tussen viaducten en tunnels met sjaaltjes om en

onder parapluutjes tegen de regen en de kou.

Ik stel voor dat we met zijn allen bij een tweedehands winkel

groene ruitjescolbertjes kopen, ons haar in een scheiding kammen,

serieus knikkend naar de verslaggever met zijn blauwe microfoon

luisteren en antwoorden: “De afgelopen strenge winter en de extreem

natte lente brengen extra onvoorziene kosten met zich mee. Sociaal-

cultureel werk kost geld, veel geld, maar het levert vooral heel

veel geld op”. “Bedankt voor uw tijd”, zal de verslaggever zeggen.

“Terug naar de studio.” �

© Yasmin Jaffri

De column is uitgesproken tijdens de Bruggenbouwers

conferentie in Zaanstad op 26 mei 2005

Een koude winter,een natte lente

C O L U M N YA S M I N J A F F R I

H

Page 6: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

6 | DE PR IMO P U B L I C AT I E S

Welzijn versterkt veiligheid

Een notitie over de relatie tussen veiligheid en sociaal beleid, waarmee

gemeenten - samen met lokale partners - eigen veiligheidsbeleid kunnen

ontwikkelen. U vindt er tips en praktische informatie over het bevorderen

van veiligheid(sgevoelens) en verwijzingen naar bestaande projecten en

interessante websites. Ook wordt ingegaan op de landelijke campagne

Welzijn Versterkt Veiligheid en de provinciale ver-

taling daarvan. Tot slot vindt u er de resultaten

van een quick scan Lokaal veiligheids-beleid, die

recent in zeventien Noord-Hollandse gemeenten

is gehouden.

PRIMO nh, 2005, de notitie is te downloaden

van www.primo-nh.nl

Tussen Wal en Schip

Terugkeerbeleid en de uitvoeringspraktijk

Een rapportage naar aanleiding van het project ’Tussen wal en schip’,

dat u als vrijwilliger of beroepskracht kunt gebruiken als naslagwerk.

U vindt er actuele en gedetailleerde informatie in verband met de

begeleiding van uitgeprocedeerde asielzoekers.

PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl

Multiculturele buurtinitiatieven

Bewonerscommissies, wijkraden en andere bewonersgroepen zijn vaak

eenzijdig samengesteld. Multiculturele samenwerking op wijkniveau

kan leiden tot een evenwichtiger vertegenwoordiging in de buurten.

In het project Eigenwijks is een methodiek ontwikkeld om bewoners

met een allochtone achtergrond toe te rusten voor participatie in de wijk.

PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl

Logeerhuizen in Noord-Holland

Een verkenning en inventarisatie van logeerhuizen in Noord-Holland

Verslag van een onderzoek naar logeerhuizen in Noord-Holland door

het Expertisecentrum Informele Zorg (EIZ) en PRIMO nh. Doel is o.a.

Nieuwe publicaties PRIMO nh

Op de website van PRIMO nh staan

titels van een aantal interessante

publicaties over sociaal-cultureel werk.

Deze publicaties zijn te downloaden.

initiatieven voor nieuwe logeerhuizen te bevorderen. De inventarisatie

bevat een overzicht van adressen en kan een impuls geven aan onderling

contact en afstemming.

PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl

Subsidies en fondsen voor wonen, welzijn en zorg

PRIMO nh heeft in opdracht van de Provincie Noord-Holland een overzicht

gemaakt van relevante subsidies en fondsen voor Wonen, Welzijn en

Zorg. U vindt er o.a. websites en organisaties die u kunnen helpen bij

het doen van een aanvraag.

PRIMO nh, 2005, het overzicht is downloaden van www.primo-nh.nl

Allochtone meiden in beeld

Een brochure, uitgebracht n.a.v. het project Allochtone meiden in beeld,

waarin drie succesvolle methodieken en een stappenplan worden

beschreven. De publicatie richt zich vooral op tiener- en jongerenwerkers,

maar is ook bruikbaar voor anderen die met allochtone meiden werken.

Hoe bereik je hen, hoe stem je het bestaande aanbod af op specifieke

vragen van de doelgroep?

PRIMO nh, 2005, de brochure is te downloaden van www.primo-nh.nl

Inventarisatie jeugd- en jongerenparticipatie

Hoe staat het in de praktijk met jeugd- en jongerenparticipatie?

Worden kinderen, tieners en jongeren er wijzer van? Deze vragen waren

aanleiding voor een inventarisatie van de stand van zaken in een aantal

Noord-Hollandse gemeenten. U vindt er interviews met jeugd- en jongeren-

werkers, opbouwwerkers en ambtenaren jeugdbeleid. De inventarisatie

is in de eerste plaats geschreven voor professionals.

PRIMO nh, 2005, het verslag is te downloaden van www.primo-nh.nl

Succesfactoren jongeren- en vrijwilligerswerk

Jolijn van Dijk beschrijft de succesfactoren van het werven van en werken

met jonge, meestal tijdelijke vrijwilligers. Het onderzoeksrapport bevat

ook een aantal belangrijke aandachtspunten.

PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl

Vrijwilligers in zorginstellingen

Een inventarisatie van vrijwilligerswerk in zorginstellingen in Noord-Holland.

Hoeveel vrijwilligers hebben de instellingen? Wat zijn hun taken?

Hoe worden ze begeleid? Wat zijn de knelpunten en hoe anticipeert

men op nieuwe ontwikkelingen?

PRIMO nh, 2005, het rapport is te downloaden van www.primo-nh.nl

Publicaties

’Geef welzijn regie over uitvoering WMO’

”De Wet Maatschappelijke Ondersteuning wordt volgend jaar van

kracht. Gemeenten zijn dan niet alleen verantwoordelijk voor het

welzijnsbeleid, maar krijgen ook de regie over de zorg voor ouderen

en gehandicapten”. Landelijk bestuurder Meindert van den Berg

(ABVAKABO FNV) pleit voor een regie door welzijnsinstellingen,

’om versnippering tegen te gaan’. Naar zijn mening zijn juist

welzijnsorganisaties de aangewezen instanties om welzijn en

zorg voor ouderen en gehandicapten te coördineren, ’mede

omdat ze vaak al regionaal werken,’ aldus Meindert van den Berg

in het ABVAKABO-blad Aaneen (sept. 2005).

Page 7: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

7 | DE PR IMO F U N CT I E B O V E N A C C O M O DAT I E WWW.PR IMO -NH.NL

tichting Welsaen heeft zich het afgelopen jaar teruggetrokken uit

een aantal vestigingen waar zij medebeheerder was. Rob Vaessen:

“In 2005 hadden wij twaalf buurtcentra, in 2007 zullen het er nog

acht zijn. Woningcorporaties nemen ze over. In 2006 krijgen de centra

gebruikersorganisaties, in de vorm van stichtingen. De stichtingsbesturen

bestaan uit vertegenwoordigers van wijkorganisaties. Welsaen gaat

deze stichtingen ondersteunen en levert professionele beheerders.

Groepen die het zelfstandig kunnen, doen het zelf. Willen wij als

welzijnsinstelling een activiteit in zo’n buurtcentrum aanbieden, bijvoor-

beeld een huiswerkklas, dan huren we er een ruimte. Het komt ook

voor dat een muziekschool de plaats inneemt die wij achterlieten.”

In een deel van de overblijvende eigen gebouwen gaat Welsaen meer

samenwerken met anderen. Het worden multifunctionele accommodaties,

zoals een Brede School. “De stap die we hebben gezet bevordert de

samenwerking. We werken onder andere samen met de gemeente,

de kinderopvang en een verpleeghuis.”

Risico

Het afstoten van de gebouwen heeft zowel een inhoudelijke als een

financiële achtergrond. “Wij moesten van de gemeente veel bezuinigen.

Door het aantal gebouwen terug te brengen kunnen we de dienstver-

lening op peil houden. We maken nu gebruik van de overblijvende

buurtcentra, maar ook van scholen en sportaccommodaties. Kwetsbare

groepen kunnen altijd bij ons terecht, daarover geen misverstand.

Inburgeringscursussen en speelzaalwerk bieden we aan in scholen,

taalles in de moskee. Voor de inburgeringscursussen bereiken we

vrouwen niet via het buurthuis, wel via school. Als we jongeren beter

bereiken in hun sportverenigingen, so what? Laagdrempeligheid is

voor ons werk belangrijker dan een eigen gebouw. In Krommenie

doen we activiteiten met ouderen in het verzorgingshuis. Er blijft dus

wel degelijk een plek in de buurt voor welzijnsactiviteiten.”

Het is een experiment en niet geheel zonder risico, geeft Rob Vaessen

aan. Er is een kans dat een wijk zonder basisvoorziening komt te

zitten. “Maar je moet niet onderschatten wat burgers kunnen.

Er is zoveel ervaring, kijk maar naar de sportverenigingen. We koppe-

len ons terugtrekken aan extra aandacht voor vrijwilligerswerk.

Zo komen er vrijwilligersconsulenten. Het ondersteunen van vrijwilligers

is ook een basisvoorziening!”

Flex-plekken

De sociaal-cultureel werkers zijn niet van de ene op de andere dag

hun locatie kwijt. Rob Vaessen: “Bij Welsaen staat de dienstverlening al

langere tijd centraal. Wij werken ook niet meer met buurthuiswerkers,

maar met jeugdregisseurs en met leefbaarheids-, welzijns- en vrijwilligers-

consulenten. Zij gebruiken verschillende gebouwen in de stad, een soort

flex-plekken. Zij zijn nauwelijks gebouwgebonden. Ons uit een aantal

gebouwen terugtrekken is het sluitstuk van het veranderingsproces

geweest.”

Vaessen is niet bang dat het werk zonder eigen huis imagoschade

oploopt. De dienstverlening centraal stellen prikkelt zijn welzijnsstichting

juist om de kwaliteit te leveren die de concurrentie aan kan. “Het sociaal-

cultureel werk moet zich tot haar kerntaak beperken. Wij zijn goed in

welzijnsactiviteiten, woningcorporaties in gebouwen. We profileren ons

aan de hand van ons werk, met onze eigen competenties.

Het eindproduct maak je samen met anderen. Door de aanstaande

WMO wordt die taakverdeling en samenwerking versterkt. Ik vind dat

superpositief!” �

R O B V A E S S E N

S

“Denken vanuithet buurthuisis achterhaald”

Voor de Zaanse

welzijnsstichting Welsaen

gaat de functie boven de

accommodatie. “Om een activiteit

aan te bieden hoef je niet in een

buurtcentrum te zitten,” zegt direc-

teur Rob Vaessen. “Je kunt ook in

een kerk bridgen.” Welsaen werkt

naar de vraag toe.

Page 8: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

8 | DE PR IMO B R U G G E N B O U W E R S

Deze projecten hebben zich, samen met zeven andere projecten gepresenteerdop de conferentie ’Bruggenbouwers in de buurt’ van 26 mei 2005

uurtactivering - Alkmaar

In Alkmaar moesten de

wijken De Mare en Oud

Overdie worden geherstruc-

tureerd. De gemeente besloot

niet alleen aandacht te

besteden aan fysieke ver-

nieuwing, maar ook sociale

vernieuwing prominent aan de orde te stellen. Onder leiding van

een projectleider gingen medewerkers van o.a. stichting

Welzijnsbevordering Kern 8, de RIMA, Maatschappelijke Dienstverlening,

Pluswerk en GGZ Noord-Holland Noord aan de slag. “In nogal wat

huishoudens in de betrokken buurten speelden meerdere problemen

tegelijk: werkloosheid, armoede, schuldenproblematiek en eenzaam-

heid. Soms waren er burenruzies. We ontwikkelden een project

buurtgerichte sociale activering: Voormekaar, uitgevoerd tussen

2001-2004,” zegt opbouwwerker Louise Zee van Kern 8.

“Vanaf het begin was het onze ambitie individuele

activering te koppelen aan buurtactivering. Samen met

bewoners gingen we de wijken in voor een huis aan

huis enquête. We gingen ouderwets aanbodgericht te werk, maar wel

outreachend, op zoek naar de vraag.” Een aantal mensen met een

bijstandsuitkering werd een individueel activeringstraject aanboden.

De Sociale Dienst leverde de adressen. Louise Zee: “We hielden

een activerend interview, gericht op kwaliteiten en capaciteiten van

de bewoner. Wij ondersteunden hem of haar desgewenst bij het

realiseren van de plannen.” De resultaten mogen er wezen. “Een aantal

mensen zit nu in een traject naar werk. Er was geen ontmoetingsruimte

in De Mare. Het pand van waaruit wij werkten is nu Huis van de Buurt.

Er zijn alle dagen activiteiten, voor 90% gerund door vrijwilligers.

Volgens de politie zijn er in De Mare nu minder problemen. Als er iets

gebeurt, probeert men het eerst zelf op te lossen. De grote en gevreesde

Antilliaan is nu vraagbaak op het gebied van EHBO.” In Oud Overdie

verzamelden vrijwilligers verhalen uit de wijk, die zijn uitgegeven in de

bundel Met de rugzak door de wijk. Louise Zee: “Bewoners wonnen

er een prijs mee van de gemeente. Daar hebben ze het nu nog over!”

Voormekaar, Buurtgerichte sociale activering in Alkmaar,

is te downloaden van www.primo-nh.nl �

Bruggenbouwers

AlkmaarH

uize

nB

pvoedingsondersteuning - Huizen

“Allochtone vrouwen stijgen op de maatschappelijke ladder. Via taallessen en cursussen

stromen ze door naar het mbo, velen met behulp van de cursussen van PRIMO nh.

Kinderen die op jonge leeftijd hebben deelgenomen aan onze voor- en vroegschoolse

educatie (VVE), doen het later goed op school. Ze zitten op het landelijk gemiddelde,” zegt

Tine Hoofd. Zomaar even wat resultaten van de afdeling Integratie en Opvoedingsonder-

steuning van stichting Lokaal Welzijn in Huizen, waar zij leidinggevende is.

Oudkomers vormen één van de doelgroepen van de Stichting, die vestigingen heeft in Huizen,

Baarn, Weesp en Blaricum. Tine Hoofd: “Het ROC biedt taallessen, wij de opvoedingsonder-

steuning. Wij koppelen het volgen van een cursus als Opvoeden zo! aan deelname van de

kinderen aan de VVE. Ouders raken zo vertrouwd met de Nederlandse manier van opvoeden

en met ouderparticipatie in het basisonderwijs. In Marokko bijvoorbeeld is de norm juist om

dat níet te doen.” Peuterspeelzalen en themabijeenkomsten zijn bewust ’gemengd’: er nemen

zowel autochtone als allochtone kinderen en volwassenen aan deel. En in Op weg met taal

geven lokale vrijwilligers taalles aan allochtone vrouwen. Dick Kranenburg, directeur van

Lokaal Welzijn: “De vrijwilligers maken de vrouwen ook wegwijs in de buurt, gaan met hen

naar winkels en voorzieningen. Activiteiten als taalles, huiswerkbegeleiding en koffieochtenden

zijn voor ons middelen voor contact. Die leiden tot maatschappelijke participatie.” �

O

Page 9: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

9 | DE PR IMO B R U G G E N B O U W E R S WWW.PR IMO -NH.NL

uurtbemiddeling - Amstelveen

Samenwonen in een buurt gaat niet altijd vanzelf goed. Een tiental betrokken burgers uit

Amstelveen treden in hun vrije tijd op als buurtbemiddelaar. Zij zijn als vrijwilliger verbonden aan

Bureau Buurtbemiddeling Amstelveen, dat in 2004 van start ging. Het Bureau kreeg het eerste

jaar 33 meldingen van overlast en burenruzies binnen. De buurtbemiddelaars kwamen zo’n 25

keer in actie. De tevredenheid onder klanten moet men nog onderzoeken. De politie is er alvast

zeer over te spreken.

Initiatiefnemers van de buurtbemiddeling zijn politie, algemeen maatschappelijk werk (AMW) en

een woningcorporatie. “De politie ontving een groot aantal meldingen, die eigenlijk niet bij hen thuis-

horen. De gemeente voert een actief veiligheidsbeleid. Buurtbemiddeling werd onderdeel van

het Integraal Veiligheidsbeleid,” zegt coördinator Iris Soerel, in dienst bij stichting AMW

Amstelland. De gemeente financiert het Bureau Buurtbemiddeling tot eind 2006. Waar gaat het om?

“Ik krijg meldingen binnen over een voortdurend blaffende hond bij de buren, een televisie die te

hard staat, blaadjes van een overhangende boom in de tuin, meestal via de politie en woning-

corporaties. Ik beoordeel of buurtbemiddeling iets kan uitrichten en zoek er passende bemiddelaars

bij. Wij trainen de vrijwilligers. Zij gaan er altijd met z'n tweeën op af. Voor het aanpakken van

conflicten hebben we samenwerking gezocht met verschillende instellingen, waaronder de GGD

en Stichting Welzijn Ouderen. Dat loopt heel goed. Het zijn overigens niet de instellingen die

problemen oplossen. Onze bemiddelaars proberen de verantwoordelijkheid bij betrokkenen zelf

te leggen. Wat dat betreft gaat het bij buurtbemiddeling om burgers voor burgers.” �

ctiviteiten voor jong en oud - Hoorn

Het is een warme, zomerse dag. Maar

in Wijkcentrum Kersenboogerd in de gelijk-

namige woonwijk gaat het er allesbehalve

sloom aan toe. Schoolklassen komen voor

een voorstelling, ouderen zitten klaar voor

hun klaverjasmiddag, er wordt vergaderd en

bijgepraat. Het is een activiteiten- en ont-

moetingscentrum in optima forma. Maria van

Nuland was jarenlang ambulant jongerenwerker

in een arme Rotterdamse wijk, nu vijf jaar

opbouwwerker in Hoorn. “Toen ik hier kwam

dacht ik: wat zou zo'n mooie wijk voor moeilijk-

heden kennen?” Overlast op straat, zo bleek.

Vooral ouderen klaagden over herrie en ver-

nielingen. Het Wijkcentrum, onderdeel van

de Hoornse stichting Netwerk, besloot jong

en oud met elkaar in contact te brengen.

Maria: “We wilden een gezamenlijke doe-

activiteit. Ouderen en jongeren melden zich

aan. De deelnemers kozen voor foto’s

maken en rappen. Ze leerden omgaan met de

digitale camera, gingen op pad om jongeren-

culturen te fotograferen en verzamelden

foto’s van jeugdculturen van vroeger.” Klapstuk

waren de verkleedpartijen. “We maakten

foto’s van jongeren in kleren uit de tijd dat de

ouderen jong waren en ouderen in jongeren-

outfit. Er werd veel gelachen. Een vrouw van

70 verkleedde zich als gothic! Jong en oud

maakten gebruik van dezelfde kleedkamer

en praatten over wat jongeren vroeger deden

en nu. Er bleken genoeg gelijkenissen, het

kweekte begrip. In het najaar organiseren

we een tentoonstelling. Bij de opening gaan

ze rappen!”

In het najaar verschijnt een boekje over het

project. Maria: “Ons fotoproject kan een

hulpmiddel zijn op buurtbijeenkomsten over

leefbaarheid. Die vinden binnenkort plaats.” �

in de buurt

onenPlus - Heerhugowaard

Stichting Welzijnsbevordering

Heerhugowaard (SWH) is uitgesproken

ondernemend op het gebied van

wonen, welzijn en zorg. Met steun van

de provincie, gemeente en woning-

corporatie zet de SWH de ene na de

andere dienst in de markt. Voor de

doelgroep ouderen gaat het om

huisbezoeken en dienstverlening

WonenPlus, die mogelijk moeten

maken dat zij zelfstandig blijven wonen:

boodschappenservice, tuinonderhoud

en kleine klussen in en rond het huis.

De meeste diensten zijn gratis, soms

vraagt SWH een kleine bijdrage.

WonenPlus heeft 770 abonnees.

In totaal zijn er 4900 hulpcontacten

per jaar. “De afdeling ouderenwerk van

SWH beschikt over maar liefst 140

vrijwilligers,” aldus coördinator ouderen-

werk Tonny Verdonk. “Zij bemensen

de WonenPlus telefoon, gaan op

preventief of activerend huisbezoek bij

70-plussers en lossen problemen op.

Als een treintje trekken de vrijwilligers

door de wijken van Heerhugowaard.

Zij brengen informatie en ’halen signa-

len’. Zij wijzen op de mogelijkheden van

WonenPlus en van ouderenadviseurs.

De opmerkingen waar zij mee terug-

komen worden gerapporteerd. Gaat het

om een kapot bankje in de buurt, dan

nemen de vrijwilligers contact op met

de gemeente om de klacht te verhel-

pen. Ook ambtenaren die de WVG

uitvoeren, merken wanneer onze

vrijwilligers in een buurt zijn geweest.”

Soms snijdt het mes aan twee kanten

en gaan mensen die hulp krijgen zelf

op pad als vrijwilliger. Zo maakt een

gehandicapte gebruik van de tuindienst

via WonenPlus en is zelf als vrijwilliger

actief bij het rondbrengen van maal-

tijden. De SWH heeft een actief vrij-

willigersbeleid. Tonny Verdonk:

“Vrijwilligers kiezen zelf het tijdstip en

aantal uur dat ze inzetbaar zijn.

Wij bieden hen deskundigheidsbevor-

dering, bijvoorbeeld een communicatie-

training. En we verwennen ze eens met

een koud buffet.” �

Amstelveen

Hoorn

Heerhugow

aardB W

A

Page 10: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

10 | DE PR IMO M ET H A RT E N Z I E L

Met hart en ziel

r zijn concerten in de zomer en een

kerstmarkt in de winter. Kinderen spelen

er heks en indiaan. Soms zijn er recepties en

partijen. Maar doorgaans is de tuin van

Kapitein Rommel een oase van rust.

Tientallen vrijwilligers werken in het groen

of in de ontmoetingsruimte en vinden er

aanspraak en gezelligheid. Bertho Janssen:

“De sfeer is goed. Een vaste groep vrijwilligers

komt hier al acht jaar! Een jongen die goed

kan schilderen heeft hier voor het eerst van

z’n leven geëxposeerd. Vroeger kon je een

klap van hem krijgen, nu is hij helemaal

opgebloeid.”

Een mix van mensen

De tuin is de nalatenschap van kapitein

Rommel, die vroeger in een aangrenzende

villa woonde. Na de dood van de kapitein,

nu 50 jaar geleden, schonk weduwe

Rommel het 700 m2 grote paradijsje aan

de gemeente, onder voorwaarde dat het een

tuin zou blijven. De eerste 30 jaar gebeurde

er weinig. Toen de huidige gebruikers er

begin jaren ’90 aan de gang gingen, lagen

het groen, de vijver en waterval er verwaar-

loosd bij. Nu is de tuin een veel bezocht en

geprezen vrijwilligersproject. Dat blijkt onder

meer uit de talloze krantenberichten aan de

muur en de nominatie voor het Nationaal

Compliment 1999.

De ongeveer 30 vrijwilligers die de planten-

weelde tegenover het station onderhouden

komen op verschillende tijden van de week

hun ’ding’ doen. Mensen met een psychia-

trische achtergrond, buurtbewoners die een

uurtje over hebben, mensen die na een ernstig

ongeluk in de WAO belandden en mensen

met een verstandelijke handicap. “In het

begin werkten hier vooral (ex-) patiënten van

psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch,”

zegt Math Rosendaal. Bezoekers van de tuin

reageerden meewarig. “Soms wees iemand

zelfs op z’n voorhoofd. Als ik dan zei dat ik

’er ook een was’, viel men stil. Het was

onplezierig. Daarom streven we naar een

mix van mensen, die elkaar hier ontmoeten.”

Twee van hen bestieren de tuin vanuit een

(gesubsidieerde) baan. Bertho, de man met

de groene vingers, werkt vier dagen per week,

beheerder Nona 16 uur. Zij is momenteel

ziek. Vrijwilliger Math zwaait nu tijdelijk de

scepter van beheerder. Zij zorgen samen voor

continuïteit.

Bezieling

Math: “In het begin van het project ging ik

veel op pad met een opbouwwerker om te

kijken hoe andere projecten in elkaar zitten.

Hoe motiveer je vrijwilligers? Waar betrek je

hen wel bij, waarbij niet? Ik heb veel geleerd.”

Het runnen van de tuin is vakwerk. Ook een

E

vrijwilligersproject moet aan allerlei eisen

voldoen. Bertho en Math vormen een sterk

team. Ze blijven graag zelf kapitein in de

tuin. “Wij zijn goed in het sociale, het bestuur

zorgt voor het zakelijke. Iemand achter een

bureau gaat ons niet vertellen wat we

moeten doen,” zegt Bertho fel. En ook Math

zal zich tot het uiterste verzetten als de

tuin om financiële redenen bij een instelling

of organisatie wordt ondergebracht, iets wat

soms dreigt te gebeuren. “Het gaat om de

bezieling.” �

www.welzijnversterkt.nl

’Welzijn versterkt’ is een samen-

werkingsproject van VWS en een

aantal landelijke welzijnsorganisaties.

Op de site kunt u o.a. het verslag

van de conferentie Versterking

Professionaliteit Sociaal Cultureel

Werk downloaden. Daar kwam o.a.

de vraag aan de orde of welzijn

meer marktgericht moet gaan

werken of juist minder?

www.verdiwel.nl

Verdiwel, opgericht op 25 april 1996

door 17 directeuren van lokale

welzijnsorganisaties, is een platform

om kennis en ervaring uit te wisse-

len. Door schaalvergroting en

“Wij zijn goed in het sociale.”

B E RT H O J A N S S E N / M AT H R O S E N DA A L

Interessantewebsites

Math Rosendaal begon er 12 jaar

geleden, voorzichtig op zoek naar

nieuwe bezigheden. En het klikte.

In de tuin van Kapitein Rommel in

Castricum hervond hij zijn zelfver-

trouwen. Die kans wil hij anderen

ook geven. Math is nu één van de

drijvende krachten achter de tuin.

Een andere is tuinman Bertho

Janssen. Twee harten, twee zielen,

verknocht aan hun vrijwilligers-

project.

Page 11: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

11 | DE PR IMO P R O J E CT E N WWW.PR IMO -NH.NL

Nieuwe impulsen voor jeugd- en jongerenwerkGemeenten voeren een actief jeugdbeleid en vragen veel van het jeugd- en jongerenwerk.

PRIMO nh stimuleert verbeteringen in de opleiding van werkers, biedt trainingen aan en onder-

steunt de visieontwikkeling bij gemeenten en organisaties. Meer informatie: Stella Wielaart,

[email protected]

Intergenerationeel werken / Junior zoekt seniorZowel ouderen als jongeren zijn sterk aangewezen op buurtvoorzieningen en botsen soms met

elkaar. PRIMO nh ondersteunt initiatieven ter verbetering van het contact tussen oud en jong,

zowel door het adviseren over methodes als ’Generaties in conflict’ en ’ff doenja’, als door coaching

van sociaal werkers. Meer informatie: Lian Smaal, [email protected]

Allochtone meiden in beeldVrouwelijke professionals in het welzijnswerk vervullen een essentiële rol voor het weerbaar maken

van allochtone meisjes in gemengde groepen. Het ontbreekt hen echter vaak aan professionele

vaardigheden. PRIMO nh biedt hen trainingen en advisering, zodat ze seksespecifieke kennis en

vaardigheden kunnen inzetten voor empowerment van allochtone meisjes.

Meer informatie: Winny Veldhuijzen, [email protected]

Jeugd en participatieVeel gemeenten willen jeugdigen betrekken bij zaken die hen aangaan, zoals de inrichting van

de openbare ruimte. PRIMO nh biedt gemeenten, onderwijsinstellingen en het sociaal-cultureel

werk verschillende participatiemethoden, waaronder de beproefde methodiek International

Award for Young People. Meer informatie: Winny Veldhuijzen, [email protected]

Ondersteuning sociaal-culturele functieDe sociaal-culturele functie van het welzijnswerk dreigt te verdwijnen, o.a. door bezuinigingen en

de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). PRIMO nh ondersteunt initiatieven

voor versterking van de sociaal-culturele functie, o. a. door het faciliteren van een platform van lokale

welzijnsorganisaties. Meer informatie: Hillie van Netten, [email protected] en Lian Smaal,

[email protected]

75+ in de knel75+ers lopen een verhoogd risico te vereenzamen, door het verlies van een partner, een chronische

ziekte of na een verhuizing. Hoe kan welzijn voor ouderen bijdragen aan verkleining van dit risico?

’75+ in de knel’ wil eenzaamheidsvraagstukken structureel verankeren in het beleid van instellingen.

Meer informatie: Lian Smaal, [email protected]

Profilering, Positionering en Professionalisering PeuterspeelzalenPeuterspeelzalen zijn een belangrijke schakel in de lokale infrastructuur voor kinderen. Zij zijn een

onmisbare partij in het lokaal jeugdbeleid. Ook maatschappelijk wordt steeds meer verwacht van

het peuterspeelzaalwerk. PRIMO nh richt zich met dit project op de professionalisering van het

peuterspeelzaalwerk, door schriftelijk materiaal, advisering, provinciaal overleg en studiebijeenkomsten.

Meer informatie: Coby Noordhof, [email protected]

Impulsen opbouwwerkDe kerntaak van het opbouwwerk is samenlevingsopbouw: het verbinden van mensen, door

maatschappelijke activiteiten die leiden tot een betere samenleving. Het opbouwwerk is flink in

beweging. PRIMO nh ondersteunt Noord-Hollandse opbouwwerkers, o.a. door de organisatie van een

kwaliteitskring en een basiscursus. Ook doen we onderzoek naar de kwantiteit en kwaliteit van

het opbouwwerk op het platteland. Meer informatie: Els Diepenmaat, [email protected]

professionalisering zijn er steeds

meer grote, brede organisaties

voor lokaal welzijnswerk ontstaan.

Zij werken samen met woning-

corporaties, de arbeidsvoorziening,

het onderwijs en gemeentelijke

diensten in het kader van lokaal

sociaal beleid. Verdiwel houdt

zich o.a. bezig met het profiel en

de positie van brede welzijns-

organisaties.

www.willweb.nl

WILL staat voor Welzijn Informatie-

voorziening Lokaal en Landelijk.

Gemeenten en lokale welzijns-

instellingen ontwikkelen samen

een landelijk geaccepteerd instru-

ment voor het definiëren, meten,

waarderen en daarmee vergelijkbaar

maken van de prestaties van het

welzijnswerk én de opdrachten die

gemeenten daartoe geven. Op de

website kunt u zich aanmelden als

deelnemer.

www.lesi.nl

Het Landelijk Expertisecentrum

Sociale Interventie (LESI) richt zich

op het verzamelen, ontsluiten en

overbrengen van generieke en

multidisciplinaire kennis over sociale

interventiepraktijken en daarmee

verbonden professionele werkers,

organisaties en beleidsinstanties.

Het expertisecentrum biedt vier

diensten: onderwijs, onderzoek

en advies, conferenties en thema-

bijeenkomsten en publicaties.

P R O J E C T E N

Page 12: De Primo nr 7 Sociaal cultureel werk september  2005

12 | DE PR IMO A G E N DA

ColofonDe Primo geeft informatie over hetwerk van PRIMO nh. Het verschijntdrie keer per jaar. Overheden enmaatschappelijke organisaties inNoord-Holland krijgen de Primo gratis toegestuurd.

UitgeverPRIMO nh

RedactieMarianne ReijWil Spanjer

GastredacteurenLian SmaalHillie van Netten

Teksten en eindredactieAnnemiek Onstenk

FotografieAnnemiek OnstenkPeter HardewijnMarco Bakker

RedactieadresPRIMO nhPostbus 106, 1440 AC Purmerendtel: 0299 418 700

BezoekadresPRIMO nhEmmakade 4, 1441 ET Purmerend

VormgevingStudio Stevens, De Rijp

DrukSpinhex en Industrie, Amsterdam

Oplage2000 exemplaren

©Overname of nadrukken van artikelen, of van delen daarvan, isuitsluitend toegestaan na overlegmet en toestemming van de redactieen altijd met bronvermelding.

INFORMATIEPUNT PRIMO NH

PRIMO nh is het kennis-, informatie-en adviescentrum voor sociaal beleidin Noord-Holland. Het is actief voor de provincie N-H,gemeenten en maatschappelijkeorganisaties.

Voor vragen of het bestellen vanpublicaties kunt u terecht bij hetInformatiepunt van PRIMO nh. Het Informatiepunt is telefonischbereikbaar van maandag tot en metdonderdag van 9.00 - 13.00 uur via0299 418700. Ook kunt u mailen:[email protected] of onzewebsite bezoeken: www.primo-nh.nl

Het Cursus- en Congresbureau van PRIMO nh organiseert elk jaar een groot aantal cur-

sussen, congressen en expertmeetings. U vindt het actuele aanbod op www.primo-nh.nl.

Meer informatie krijgt u bij Manja Greutert, tel: 0299 418 700 of [email protected].

Najaar 2005 staan de volgende bijeenkomsten op de agenda:

BSO en Sport 7 oktober 2005, Haarlem, 9.30 - 13.00 u. Een bijeenkomst op locatie. Programma: de Jeugdsportpas: wat houdt het in en hoe werkt het? En een actieve workshop: spelen en bewegenin de bso. Doelgroep: groepsleiding en leidinggevenden van bso’s in Noord-Holland.

Impuls aan de BOS-impuls 10 oktober 2005, PRIMO nh, 13.30 - 16.30 u. Informatiemiddag over hetaanvragen van subsidie voor de BOS-impuls. We presenteren voorbeelden van projecten uit de provincie.Doelgroep: gemeenten, GGD, thuiszorg en coördinatoren Brede school.

Zorg dat wonen welzijn wordt 13 oktober 2005, De Vest, Alkmaar, 13.00 - 17.00 u. Eén goed bereik-baar loket, één budget, één gezicht. Op de conferentie ziet u praktijkvoorbeelden van samenwerkingtussen gemeenten, woningbouwcorporaties, welzijns- en zorginstellingen. WonenPlus Noord-Holland is aleen eind op weg om de dienstverlening aan huis vorm te geven. Samenwerking met woningcorporatiesen zorginstellingen staat hoog in het vaandel. Doelgroep: woningcorporaties, welzijnsinstellingen, zorg-instellingen en gemeenten.

Dialoog en confrontatie 13 oktober 2005, PRIMO nh, 10.00 -13.00 u. Expertmeeting over de aanpak vaninteretnische spanningen tussen groepen jongeren. In samenwerking met Forum. Doelgroep: jongerenwerkers

Train de trainer 5 x B! 17 en 18 oktober 2005, Rijper Eilanden, De Rijp, 10.00 - 21.00 u, 9.00 - 16.30 u.Een methode voor succesvol werken met bijzondere groepen vrijwilligers. Doelgroep: lokale ondersteunersvan vrijwilligersorganisaties.

Opbouwwerk, een vak apart! 18 oktober van 9.30 -13.00 u., 8 november van 9.30 - 16.30 u. en13 december van 9.30 - 16.30 u. PRIMO nh. Praktische cursus voor (beginnende) opbouwwerkers.Met aandacht voor rol en positie, inspirerende participatiemethoden en de werkomgeving van deopbouwwerker. Doelgroep: (uitvoerende) opbouwwerkers.

Masterclass ’Opbouwwerk op offertebasis’ 18 oktober en 24 november 2005, PRIMO nh, 9.30 - 16.30 u. Over productomschrijvingen, marktwerking, kwaliteit en concurrentie in het opbouwwerk.Naast de algemene randvoorwaarden komen inhoud en methode van offreren aan bod. Doelgroep: management en werkers welzijnskoepels en opbouwwerk.

1-daagse cursus beheer buurtcentra, dorpshuizen en jongerencentra 1 november 2005, PRIMO nh,9.30 - 16.30 u. Over omgaan met lastig/agressief gedrag van bezoekers. Doelgroep: beheerders vanbuurtcentra, dorpshuizen en jongerencentra.

Peuterspeelzalen en de WMO 1 november 2005, PRIMO nh, 19.45 - 22.15 u. Informatiebijeenkomstover de WMO die waarschijnlijk in juli 2006 wordt ingevoerd. Wat is de betekenis van de wet voor hetpeuterspeelzaalwerk? U kunt vragen stellen en met elkaar van gedachten wisselen over kansen enknelpunten. Doelgroep: besturen en leidinggevenden peuterspeelzalen.

ISV / Sociale pijler 16 november 2005, 12.00-17.00 u. Werkbezoek/expertmeeting aan een inspirerendproject stedelijke vernieuwing, georganiseerd in samenwerking met de coördinator ISV-beleid van ProvincieNoord-Holland. Doelgroep: Noord-Hollandse gemeenten, bestuurders en beleidsambtenaren.

Innovatieve vrijwilligersprojecten 17 november 2005, Provinciehuis Haarlem, 13.30 - 17.00 u.Interactieve presentatie resultaten van zes innovatieve vrijwilligersprojecten (in het kader van hetJaarprogramma Sociaal Beleid 2004 van Provincie Noord-Holland). Doelgroep: lokale beleidsambtenaren(vrijwilligerswerk, diversiteit), wethouders welzijn, commissieleden, raads- en statenleden, steunfunctieinstellingen, zorginstellingen, vrijwilligerscentrales en welzijnsinstellingen.

Jeugdparticipatie: tieners + jongeren 22 november 2005, PRIMO nh, 12.00 - 16.30 u. Informatiemarktmet verschillende participatiemethodieken voor jeugd en jongeren. Doelgroep: tiener- en jongerenwerkers,ambtenaren jeugdbeleid.

Domotica 25 november 2005, bustour, Amsterdam, 10.00 - 14.00 u. Bustour langs aansprekendeprojecten van zorg en Domotica. Met informatie over stand van zaken rond toepassing domotica inNoord-Holland en stimulans inzet Domotica bij wonen, welzijn en zorg. Doelgroep: gemeenten (ambtenaren,beleidsmedewerkers, wethouders) en woningcorporaties.

Werken met jongens 8 december 2005, PRIMO nh, 13.30 - 16.15 u. Is er verschil tussen werken metjongens en met meisjes? Hoe draag je als werker bij aan een evenwichtige ontwikkeling tot volwassenpersoon? Met een inleiding door een deskundige, presentatie van de praktijkbeschrijving Werken metjongens en ervaringen uitwisselen. Doelgroep: tiener- en jongerenwerkers

Ieder mens verdient respectOp zaterdagmiddag 10 december 2005, Mensenrechtendag, zal in de Parkschouwburg te Hoorn demanifestatie Ieder mens verdient respect plaatsvinden. Hierbij wordt 60 jaar einde van de TweedeWereldoorlog herdacht en de aanzet gegeven voor de interculturele viering van 4 en 5 mei. Detailsover muziek, acts en sprekers volgen, zodra bekend, op www.primo-nh.nl .

Agenda Cursus- en Congresbureau