De ongelovige Thomas. (B 2009 03de paaszondag)
description
Transcript of De ongelovige Thomas. (B 2009 03de paaszondag)
Donker zijn soms mensendagen
als de onmacht hoop weerspreekt.
Nergens sporen van een teken
dat de ban de wanhoop breekt.
In de diepte het verlangen
om die stem weer te verstaan,
aangeraakt, gewenkt te worden
en opnieuw op weg te gaan.
Uitgezworven, vastgelopen,
een vaag heimwee naar het licht.
Speurend naar het kleinste teken
van een droom, een vergezicht.
Uit het dode hout geboren
al aanwezig in de nacht
groeit een twijg de angst te boven,
groene bron van levenskracht.
Eert God die onze Vader is;
weest allen welgemoed.
Looft Hem, gij zult in vrede zijn.
Aanbidt al wat Hij doet.
U, Heer, komt alle leven toe
en wie of waar Gij zijt,
U is de macht, U zingen wij
dank voor uw heerlijkheid.
Lam Gods dat onze zonden draagt,
neem deze lofzang aan.
Gedenk ons in uw koninkrijk,
want Jezus is uw naam.
Gij die voor ons ten beste spreekt,
Messias, onze Heer.
O, ééngeboren Zoon van God,
kom haastig tot ons weer.
Jij die verrezen bent, Heer, in het licht van Jouw luister;
Gij moet geprezen zijn,
stralende ster in het duister.
Heer, op Jouw licht
zijn onze ogen gericht,
voer ons omhoog uit het duister.
Jij die ontkomen bent, Heer, aan de machten der aarde,
Jij die vernomen zijt, Woord van de eeuwige vader.
Jij spreekt ons vrij,
teken van leven ben Jij.
Voer ons omhoog naar Jouw Vader.
Pr. Ik geloof in de God van het Verbond,
wiens naam is, 'Ik ben er voor jou'.
Al. Ik geloof in de God van Jezus,
als een Vader met ons op weg,
naast ons in goede momenten, ons dragend als het moeilijk wordt.
Pr. Ik geloof in Jezus, die van zichzelf kon en
mocht zeggen: 'Ik ben de Weg'.
Al. Hij was de reisgezel op weg naar Emmaüs
en op weg terug naar Jeruzalem.
Hij is onze reisgezel,
een vriend onderweg,
de betrouwbare gids op de weg ten leven.
Hij is verrezen,
Hij leeft voorgoed!
Pr. Ik geloof in de Geest, de stille, ongeziene
kracht op onze levensweg.
Hij houdt Gods licht in ons brandend.
Al. Ik geloof in deze gemeenschap
samen op weg,
die blijft geloven in breken en delen.
Ik geloof dat de weg terug
van Emmaüs naar Jeruzalem,
een weg ten leven is.
Gezegend die de wereld schept,
de dag uit nacht tot leven wekt,
het licht der zon roept en de maan,
de sterren om op wacht te staan.
Gezegend die een woonplaats maakt
voor wat beweegt en ademhaalt,
de dieren in het vrije veld,
de vogels in hun zingend spel.
Gezegend die de mensen roept
tot liefde, vruchtbaarheid en moed
om voor elkander te bestaan
in eerbied voor zijn grote Naam.
Gezegend zijt Gij om uw Woord
dat ons tot vrede heeft bekoord,
tot leven dat van lijden weet,
tot liefde die geen einde heeft.
Pr. Ja, wij willen onze hemelse Vader danken,
nu de steen die op het leven lag, is weggerold.
Van alle dagen deze nieuwe morgen,
van alle plaatsen deze bloeiende tuin,
van alle gaven dit brood en deze beker,
van alle mensen wij hier samen.
Al. Wij danken Jou
om het licht en het lied van de morgen,
de geur van de lente,
de smaak van het leven, om de stem die ons van liefde doet zingen
Pr. Gezegend is Hij die mensen tot zegen was,
Jezus de Christus, onze verlosser.
Al. Hij heeft het land doorkruist en ons geroepen,
om met Hem mee te gaan en mensen te helpen.
Onderweg heeft Hij onze ogen en oren
geopend, kinderen gezegend
en duizend verhalen verteld van zijn Vader,
die mateloos goed is en heel dichtbij.
Hij beurde ons op en gaf ons weer hoop;
Hij leerde ons bidden, en kiezen en delen.[rechtstaan]
Pr. Zo heeft het voorgedaan met zijn manier van leven,
en op die laatste avond in het bijzonder:
Hij heeft het brood gebroken en gedeeld met de woorden;
‘Dit is mijn lichaam. Dit ben Ik zelf.’
Boordevol schonk Hij de beker
en liet die rondgaan bij zijn leerlingen met de woorden:
‘Dit is mijn bloed.
Als je van deze beker drinkt, deel je in mijn dood en leven.
Deel je in een nieuw verbond.
Eet en drink en denk aan Mij.’
Pr. Daarom verkondigen wij het mysterie van ons geloof:
Al.
Pr. Geest van God, help ons te leven in het teken van dit
brood, in het teken van zijn leven.
Al. Roep ons weg
uit de woestijn van onze twijfel en ongeloof.
Neem ons mee over onze grenzen heen,
liefst vandaag nog,
naar dat land waarvan Jij droomt,
waar wij vrij en voor elkaar zijn,
en met Jou en met elkaar in vrede zijn.
Wij gaan weer verder, vol van hoop
op ongebaande wegen
met onze droom op hinderloop
de meeste feiten tegen.
De onrust houdt ons op de been
en doet ons verder reizen,
een stem die klinkt door alles heen
een God niet weg te prijzen.
Zijn woord houdt aan in ons gemis
dat alles kan verkeren,
dat vrede hier bestaanbaar is
en onrecht om te keren
Hij doet ons kiezen voor de mens
bedreigd, verarmd, vergeten.
Hij voert ons naar de laatste grens
om van elkaar te weten.
Sjaloom, geluk op deze reis.
Het duurt misschien nog eeuwen
maar twijfel niet meer aan de wijs:
'het lam huist bij de leeuwen !'