DE KRACHT VAN MUZIEKMuziek, wat is het nu eigenlijk?Klanken georganiseerd in een bepaalde volgorde, een reeks van verschillende toonhoogtes, ritmes, kleuren en stiltes.

Elke dag, elke keer als ik muziek hoor op de radio, op een album, bij een concert, in een film of zelfs in de winkel, verbaas ik me erover hoe die georganiseerde klanken zóveel met een mens kunnen doen.

Muziek kan ontroeren, opvrolijken, bedroeven, choqueren, opwinden en kippenvel geven. Het kan tot rust brengen, maar ook in de rondte doen springen. Het kan verademen, maar ook je adem laten stokken.

Muziek heeft een enorme kracht, en ik vind het het heerlijkste wat er bestaat om die kracht door mij heen te voelen stromen en weer door te geven aan anderen, wanneer ik met een plukje paardenhaar over wat staal strijk.

Die kracht van muziek gaat door dik en dun en verbindt ons allemaal met elkaar — of we nu blank, zwart, rijk, arm, christelijk, joods of moslim zijn. Over de hele wereld, van Groenland tot Zimbabwe, creëren mensen melodieën. De gelijkenissen tussen alle verschillende individuen, en blijkbaar onze innerlijke drang om georganiseerde klanken tot klinken te brengen, vind ik ontzettend mooi en ontroerend.

Toen ik bijvoorbeeld tijdens een muziekfestival in Brazilië ook een sloppenwijkschooltje bezocht, besefte ik dat alle kinderen precies hetzelfde zijn: ieder kind speelt, of het nu in het pretpark of tussen de kartonnen huisjes is.

De leerlingen van dit kleine, unieke schooltje, in de leeftijd van vier tot achttien jaar (mijn leeftijdsgenoten), speelden tikkertje en verstoppertje, maar ook viool, alt of cello.

Ik werd zo blij en geraakt door te zien hoeveel vreugde, energie en inspiratie muziek hen schonk, hoe geboeid ze naar mijn privé-concertje in een lokaal van 40 graden Celsius luisterden, hoe gepassioneerd ze samen met mij kinderliedjes speelden op hun instrumenten.

Deze ervaring heeft mij, meer dan ooit, tot me door laten dringen hoe groot de kracht van muziek is. En ik voel me bevoorrecht dat ik leef in een land met welvaart, gezondheidsvoorzieningen, goed onderwijs en vrede, dat ik opgroei in een gezin met de liefste, beste ouders en zus (en twee katten en een hond). En dat ik dan ook nog een album mag opnemen?!

Wauw, Warner, dank jullie wel voor het vertrouwen dat jullie mij hebben gegeven om samen dit avontuur aan te gaan. Wat heb ik ervan genoten om met zulke fantastische musici en een opnameleider met kasten vol ervaring samen te werken.

Dat nu ook mijn georganiseerde klanken, mijn kleuren en stiltes door één druk op de knop tevoorschijn kunnen komen, blijft een wonder.

NOA WILDSCHUT

4

WOLFGANG AMADEUS MOZART 1756–1791

Violin Concerto No.5 in A, K219 “Turkish” 1 I. Allegro aperto — Adagio — Allegro aperto 11.15 2 II. Adagio 12.28 3 III. Rondeau: Tempo di minuetto 10.31 Cadenzas: Max Knigge/Noa Wildschut 4 Adagio in E for violin and orchestra, K261 9.18 Cadenza: Franz Beyer

Violin Sonata No.32 in B-flat, K454 5 I. Largo — Allegro 7.36 6 II. Andante 9.06 7 III. Allegretto 6.59

67.14

NOA WILDSCHUT violin

Netherlands Chamber Orchestra / Gordan Nikolic (1–4)

Yoram Ish-Hurwitz piano (5–7)

5

“Mozart geeft me zo’n schoon gevoel”

Dat Noa Wildschut bijzonder is, was al heel vroeg duidelijk. Welk kind van twee vraagt er nou om een cello? Noa dus. Op haar Facebook-pagina vind je een oude foto van Noa met haar eerste instrument. Alleen aan de outfit — kleine blauwe slofjes, staartjes in haar blonde haren — en de kerstboom ernaast zie je af dat je te maken hebt met een peuter. Haar blik is ernstig: ook voor de tweejarige Noa is muziek al een zaak van levensbelang.

Waarom ze zo graag een cello wilde? “Mijn zus speelde viool en ik wilde per se een groter instrument,” zegt Noa. “Na twee maanden ben ik gestopt en op mijn vierde begon ik met viool. De cello was toch niet wat ik zocht.”

Het is maar goed ook dat het zo is gelopen. Inmiddels is Noa Wildschut dé jonge Nederlandse violiste om in de gaten te houden — dit debuutalbum voor Warner Classics, geheel gewijd aan Mozart, is daarvan een bewijs. Ook live laat ze zich gelden. Ze soleerde in wereldberoemde zalen als het Konzerthaus in Berlijn, de Tonhalle Zürich en het Concertgebouw in Amsterdam, tourde van de VS tot Brazilië. Ze trad op met gerenommeerde orkesten zoals het Rotterdams Philharmonisch, Kremerata Baltica en het Pittsburgh Symphony Orchestra. Ze werkte samen met levende legendes als pianist Menahem Pressler en violistes als Anne-Sophie Mutter (haar mentrix) en Janine Jansen (haar idool).

En dan zijn er ook al twee documentaires over haar gemaakt. Niet slecht, voor iemand die ten tijde van de opnames, in het najaar van 2016, pas vijftien jaar oud is.

Is Noa Wildschut een “wonderkind”, een musicienne die — zoals Mozart — op jonge leeftijd al zo verbluffend goed speelt dat iedereen ervan onderste-boven is? Als violiste straalt ze niets kinderlijks uit, stelde NRC Handelsblad al vast. Ze is een professional, alleen een heel jonge.

Hoor je Noa spelen tijdens de opnamesessie met het Nederlands Kamerorkest, dan valt er genoeg wonderlijks op. Die pure toon, zonnig en soms uitge-sproken zangerig spel. En zíé je haar spelen, dan merk je hoe ze in de muziek opgaat. Gebeurt er iets moois in een orkestpartij, dan zie je haar glunderen. Speelt ze zelf een noot niet zoals ze wil, dan merk je het meteen aan haar mimiek — de liefhebber en de perfectionist in haar strijden dan om voorrang.

En er valt nog iets op, in de voormalige koepelkerk in Amsterdam waar de opname plaatsvindt. Dat het orkest het leuk vindt om met háár te spelen. Omdat ze zo communicatief is. Gedreven, maar enthousiast, vrolijk. Ontwapenend. En dat zie je eigenlijk overal waar ze optreedt. Noa zorgt voor blije gezichten.

Of het nou cello of viool zou worden: dát Noa een strijkinstrument zou gaan spelen, stond vast. Haar moeder geeft vioolles in het knusse atelier achter het huis in Hilversum waar Noa is opgegroeid. Haar vader is altviolist bij het Radio Filharmonisch Orkest.

De eerste lessen kreeg ze van haar moeder, maar na een half jaar ging Noa naar Coosje Wijzenbeek, de vioolpedagoge die talloze succesvolle violisten opleidde, onder wie Janine Jansen. “Iedere les nam ik een knuffel mee,” zegt Noa. “Dan kwam ik met enorme apen, die zette Coosje dan voor me op een stoel zodat ze naar me konden luisteren.”

Maar ze kon ook streng zijn. “Ik moest hard techniek studeren, ze was veeleisend, maar dat ben ik zelf ook. Ze nam me mee naar cursussen en masterclasses in het buitenland. En ik kon in haar strijkorkestje spelen, The Fancy Fiddlers. Er was altijd iets om voor te werken. Door haar heb ik geleerd wat het inhoudt en hoe heerlijk het is om kamermuziek te maken en aan details te werken.” Sinds haar twaalfde studeert ze bij Vera Beths. “Van haar leerde ik veel bewuster te spelen. Ik ga niet alleen meer op mijn intuïtie af.”

Wanneer merkte ze dat ze écht goed was, beter nog dan de andere kinderen? Beter, corrigeert ze me vriendelijk, dat bestaat niet in de muziek — we hebben het hier niet over atletiek, het gaat niet om wie het snelst is. Al was er uiteraard wel een moment waarop ze zich realiseerde: ik heb talent, ik word opgemerkt.

“Op mijn negende ging ik naar het Louis Spohr Concours in Weimar, Duitsland. Ik had helemaal geen verwachtingen, ik wilde gewoon weten hoe het zou zijn om mee te doen. We dachten dat ik in de eerste ronde wel zou afvallen, maar dat gebeurde niet. Ik won, terwijl er violisten meededen tot veertien jaar oud. Vanaf dat moment stroomden de aanvragen voor optredens binnen.”

Ze zat nog niet eens op de middelbare school en moest al aan carrièreplanning doen, maar gelukkig werd ze goed geholpen, en dat wordt ze nog steeds. Ook Anne-Sophie Mutter staat Noa bij met raad en daad. De beroemde Duitse violiste, die zelf ook op jonge leeftijd doorbrak, neemt Noa mee op tour met haar ensemble The Mutter Virtuosi — ze traden samen op in Carnegie Hall, New York en de Philharmonie in Berlijn. “En ze heeft een lijst voor me samengesteld met stukken die ik moet studeren,” zegt Noa.

Maar welke werken zet je op je debuutalbum? Voor Noa kwam er maar één componist in aanmerking: Mozart. “Ik krijg van zijn muziek zo’n schoon gevoel. Ik wil niet zeggen dat Mozart me liever is dan andere componisten, maar ik vind zijn muziek heel fijn om te spelen. Het Vijfde vioolconcert (1775) is zo prachtig. Van al zijn vioolconcerten zit hier de meeste humor in. En je hoort de Turkse invloeden, in het derde deel. Het is bijna een soort opera, met allemaal verschillende karakters, er wordt echt een verhaal verteld.”

Het is een Mozart-concerto met een extraatje. De cadens, het solodeel waarin de solist traditioneel zijn virtuositeit kan tonen, is speciaal voor deze uitvoering gecomponeerd. Door Max Knigge én Noa. “Hij heeft het concept gemaakt en ik heb er dingen bij verzonnen, vervolgens hebben we geknipt en geplakt en werd het echt iets van ons samen. Het is geschreven in een stijl die rechtdoet aan Mozart, er zitten veel grapjes in.”

Naast het concerto klinkt het Adagio in E (KV 261), dat Mozart schreef als vervangend middendeel voor het Vijfde vioolconcert. “Nu kan de luisteraar ze vergelijken. Voor mij was het Adagio echt een ontdekking.” Ook wilde Noa per se de combinatie maken met een kamermuziekwerk. Dat werd Mozarts Sonate voor piano en viool nr. 32 (KV 454), die ze speelt met haar oom, pianist Yoram Ish-Hurwitz. “De samenwerking met Yoram is perfect. Ik ken hem al mijn hele leven, alles gaat zo natuurlijk. En door ook kamermuziek te spelen, laat ik twee kanten van Mozart, maar ook twee kanten van mijzelf zien.”

Hoe goed ze ook is: dat ze zo jong al een album uitbrengt op een groot label, roept vragen op. Is het niet te vroeg? Is ze er klaar voor? “Ik hou me niet bezig met wat mensen van me denken,” is Noa’s antwoord. “Ik doe gewoon heel erg mijn best. Het is een hele eer dat ik dit album mag maken. En of ik er klaar voor ben? Ik ben weleens bang: wat nou als ik morgen iets nieuws ontdek in de noten, terwijl het album al af is? Maar weet je, het is altijd een momentopname.”Merlijn Kerkhof

6

The Power of Music

Music, what is it actually?Sounds organised in a specific order, a sequence of various pitches, rhythms, colours and silences.Every day, when I listen to music on the radio, on an album, at a concert, in a film or even in a store, it surprises me how those organised sounds can effect

us humans so significantly.Music can be touching, enrapturing, disturbing, shocking and arousing. It can give you goosebumps. It can calm you down but also make you jump around.

It can breathe, but it can also take your breath away.Music has an enormous power. For me, the most divine feeling in the world is to feel that power flow through me and then give it to others by stroking

a wisp of horse hair over some steel strings. That power of music flows through thick and thin and connects us all — whether we are white, black, rich, poor, Christian, Jewish or Muslim. Around the entire world, from Greenland to Zimbabwe, people create melodies. I find the similarities between the various individuals and our apparent inner craving to make organised sounds heard very beautiful and touching. For example when I visited a school in a favela in Brazil during a music festival, I realised that all children are exactly the same: every child plays, whether it is at a fun-fair or between little cardboard-box houses. These 4–18-year-old students at this small, unique school were playing catch-me-if-you-can and hide and seek, but also the violin, viola or cello. I was so happy and moved to see how much joy, energy and inspiration the music gave them and how fascinated they were when they listened to my private concert in a 40˚C classroom. And how passionately they played children’s songs on their instruments.

That experience has, more than ever before, made me aware of how grand the force of music is. And I feel privileged that I live in a country with welfare, health facilities, proper education and peace, that I grew up in a family with the dearest, best parents and sister (and two cats and a dog). And that I can record an album too?!

Wow, Warner, thank you so much for your faith in me and for taking this adventure together with me. I have so enjoyed working together with such amazing musicians and a recording engineer with shelves-full of experience. Now, also my organised sounds, my colours and silences can appear out of an album at the touch of a single button. To me, that remains a miracle.Noa WildschutTranslation: David Murray

“Mozart gives me such a pure feeling”

Very early on it was already clear that Noa Wildschut was special. What kind of two-year-old child would ask for a cello? Well, Noa. On her Facebook page you can find an old photograph of Noa with her first instrument. Only judging by the outfit worn by this little girl next to a Christmas tree in tiny blue slippers, her blond hair in ponytails, do you realise you are looking at a toddler. The look in her eyes is serious: for the two-year-old Noa, music is of the utmost importance. Why did she want that cello so badly? “My sister played violin, therefore I wanted a bigger instrument,” Noa says. “I quit after two months, and when I was four I started playing the violin. It turned out the cello wasn’t what I was looking for.”

7

8

Perhaps this was for the best. Since then, Noa Wildschut has become the preeminent young Dutch violinist. This debut album for Warner Classics, entirely dedicated to Mozart, is the proof. As a live performer her career is breathtaking. She has performed solo at the Konzerthaus in Berlin, the Tonhalle in Zurich and the Concertgebouw in Amsterdam. In addition to touring the US and Brazil, she has performed with the Rotterdam Philharmonic Orchestra, Kremerata Baltica and the Pittsburgh Symphony Orchestra. She has worked with such great performers as pianist Menahem Pressler, her mentor Anne-Sophie Mutter, and her idol Janine Jansen. In addition, two documentaries have been made about her. Not bad, for someone who at the time of this recording is only 15 years old.

Is Noa Wildschut a “prodigy” like Mozart, someone who already plays so astoundingly well at such a young age that everyone is blown away? According to the influential Dutch newspaper NRC Handelsblad, as a violinist she doesn’t radiate anything child-like. She is simply a professional, albeit a very young one.

Hearing Noa play with the Netherlands Chamber Orchestra during this recording session, many wonderful attributes stood out. Her pure tone, her brilliant and sometimes distinctly vocal playing. And when you watch her play, you notice how she becomes absorbed in the music. When something beautiful happens in the orchestral accompaniment, you see her shine. When she misplays a note, you notice it in her expression, as if the admirer and the perfectionist within her struggle for dominance.

And something else stood out in the former church in Amsterdam where the recordings were made. The orchestra enjoys playing with her. Because she is so communicative. Driven, but enthusiastic and happy. Disarming. And that’s what you see everywhere she performs. Noa makes people happy.

Whether it was going to be the cello or the violin, one thing was certain: Noa was going to play a string instrument. Her mother teaches violin from the home in Hilversum where Noa grew up. Her father is a violist in the Netherlands Radio Philharmonic Orchestra.

Her first lessons were taught her by her mother, but after six months Noa went to Coosje Wijzenbeek, the violin pedagogue who has taught countless successful violinists, including Janine Jansen. “I would bring a stuffed animal to every lesson,” Noa says. “Gigantic monkeys, which Coosje would put on a chair in front of me so that they could listen to me.”

But she could also be very strict. “I had to study technique intensively. She was exacting, but, so am I. She took me along to courses and masterclasses abroad. And, I could play in her small string orchestra, The Fancy Fiddlers. There was always something to work towards. She taught me what it entails and how divine it is to play chamber music and to work on details.” From the age of twelve, Noa studied with Vera Beths. “She taught me to play more consciously. I do not merely rely on intuition anymore.”

When did she notice she was really good, better even than the other children? “Better,” she corrects me in a friendly manner, “that does not exist in music — we aren’t talking about athletics, this isn’t about who is the fastest”. Although naturally there was a moment when she realised: I have talent, I am being noticed.

“When I was nine, I went to the Louis Spohr Competition in Weimar, Germany. I had no expectations at all, I just wanted to know what it would be like to participate. We thought I would drop out during the first round, but that didn’t happen. I won, even though there were violinists participating up to the age of 14. From that moment on the requests for concerts started pouring in.”

She hadn’t even started high school yet and had to start planning a career. Fortunately, she received proper help, and still does. Anne-Sophie Mutter is one of her supporters. The famous German violinist, who also had her breakthrough at a young age, takes Noa on tour with her ensemble The Mutter Virtuosi. Together they have performed in New York’s Carnegie Hall and the Philharmonie in Berlin. “And she put together a list of pieces I should study,” says Noa.

But which works do you include on your debut album? For Noa only one composer qualified: Mozart. “I get such a pure feeling from his music. I don’t mean to say Mozart is more dear to me than other composers, but I find it very pleasant to play his music. The Fifth Violin Concerto (1775) is so gorgeous. Out of all of his violin concertos, this one contains the most humour. And you can hear the Turkish influences in the third movement. It’s almost like a kind of opera, with all of these various characters; really, a story is being told.”

It is a Mozart concerto with a little extra. The cadenza, the solo part in which the soloist can display her virtuosity, was composed by Max Knigge and Noa. “He came up with the concept, and I invented some things around it, and later we copied and pasted, so it really became something from us together. It has been written in a way that does justice to Mozart, including lots of little jokes.”

Also presented here is the Adagio in E (K261), which Mozart wrote as a replacement for the middle movement of the Fifth Violin Concerto. “Now the listener can compare them. For me this Adagio was a true discovery.” It was imperative for Noa that her album also include a chamber music work. That became Mozart’s Sonata for piano and violin, No.32 (K454), which she plays with her uncle, pianist Yoram Ish-Hurwitz. “The collaboration with Yoram is perfect. I have known him my whole life, everything goes so naturally. And by playing chamber music as well, I show two sides of Mozart, but also two sides of myself.”

However good she is, releasing an album so young on a major label raises questions. Isn’t it too early? Is she ready for it? “I don’t bother with what people think of me,” Noa replies. “I just do the best I can. It is a great honour to have the opportunity to make this album. As to whether I’m ready for it — sometimes I’m scared. What if I discover something new in the notes tomorrow, after the album is finished? Then again, you know, it’s always a snapshot.”Merlijn KerkhofTranslation: David Murray

9

Le pouvoir de la musique

Qu’est-ce que la musique au juste ?Des sons organisés dans un ordre déterminé, une suite variée de tons, rythmes, couleurs et respirations.Tous les jours, en écoutant de la musique à la radio, sur un album, au concert, au cinéma, voire au magasin, je suis étonnée de l’effet incroyable que ces

sons organisés ont sur les gens. La musique peut émouvoir, rendre joyeux ou triste, choquer, exalter et donner la chair de poule. Tantôt elle vous apaise, tantôt elle vous fait sautiller dans

tous les sens. Elle peut respirer, mais aussi vous couper le souffle.La musique a un pouvoir immense et je ne connais rien de plus formidable que de sentir ce pouvoir m’envahir et ensuite se transmettre aux autres

grâce au frottement de quelques crins sur du métal.Rien n’arrête le pouvoir de la musique. Elle tisse des liens entre tous les hommes, qu’ils soient blancs ou noirs, riches ou pauvres, chrétiens, juifs ou

musulmans. Partout au monde, du Groenland au Zimbabwe, les gens inventent des mélodies. Je suis émue par les similitudes qui existent entre tous ces individus, aussi différents soient-ils, et par leur penchant naturel à produire des sons organisés.

Ainsi, à l’occasion d’un festival de musique au Brésil, j’ai pu me rendre compte en visitant une école dans un bidonville que les enfants étaient partout exactement les mêmes : ils veulent tous s’amuser, que ce soit dans un parc d’attractions ou avec de simples boîtes en carton.

Cette petite école unique en son genre accueille des élèves de quatre à dix-huit ans (j’avais moi-même quatorze ans à ce moment-là) qui, en plus de jouer à chat et à cache-cache, jouent aussi du violon, de l’alto ou du violoncelle.

J’ai été ravie et émue de voir à quel point la musique les remplissait de joie, d’énergie et d’inspiration, avec quelle attention ils ont écouté mon concert privé dans une classe où il faisait bien 40°C, et avec quelle passion ils m’ont accompagnée sur leurs instruments pour jouer des chansons enfantines.

Cette expérience, plus que toute autre, m’a fait prendre conscience du pouvoir inégalé de la musique. Et je me rends compte du privilège que j’ai de vivre dans un pays prospère et en paix, avec des soins de santé et un enseignement de qualité, de grandir au sein d’une famille où je suis entourée des meilleurs parents et de la meilleure sœur au monde (sans oublier mes deux chats et mon chien). Enfin, j’ai la chance incroyable de pouvoir enregistrer cet album !

Vraiment, Warner, un tout grand merci pour la confiance que vous m’avez témoignée en me permettant de vivre cette aventure. J’ai adoré travailler avec tous ces musiciens formidables et avec un directeur d’enregistrement aussi expérimenté !

Qu’il me suffise maintenant d’appuyer sur un bouton pour faire retentir à tout moment mes propres sons organisés, mes couleurs et respirations, relève tout simplement du miracle…Noa WildschutTraduction: Pierre Lambert

10

« Mozart me remplit de bonheur »

Très tôt, Noa Wildschut a fait montre d’une personnalité hors du commun. En effet, il est rare qu’un enfant de deux ans souhaite, comme elle, recevoir un violoncelle ! Sur sa page Facebook, une ancienne photo la montre en compagnie de son premier instrument. Il suffit de voir sa tenue — chaussons bleus, cheveux blonds coiffés en couettes — et le gigantesque sapin de Noël pour se convaincre de son très jeune âge. Toutefois, son regard est sérieux : à deux ans, Noa considérait déjà la musique comme une question d’une importance vitale.

D’où lui venait cet intérêt pour le violoncelle ? « Ma sœur jouait du violon et je voulais absolument avoir un instrument plus grand que le sien, explique Noa. J’ai arrêté après deux mois, et je me suis mise au violon à l’âge de quatre ans. Finalement, le violoncelle n’était donc pas ce que je cherchais. »

Et l’on ne peut que s’en féliciter, car Noa Wilschut est devenue entre-temps la jeune violoniste la plus prometteuse des Pays-Bas, comme en témoigne ce premier album enregistré chez Warner Classics et entièrement consacré à Mozart. Par ailleurs, elle possède une solide expérience des planches. Elle s’est produite en soliste dans des salles prestigieuses telles que le Konzerthaus de Berlin, la Tonhalle de Zurich et le Concertgebouw d’Amsterdam et a effectué des tournées aux États-Unis et au Brésil. Elle a donné des concerts avec des ensembles aussi réputés que l’Orchestre philharmonique de Rotterdam, la Kremerata Baltica et l’Orchestre symphonique de Pittsburgh. Elle a en outre joué avec des légendes vivantes comme le pianiste Menahem Pressler et les violonistes Anne-Sophie Mutter (son mentor) et Janine Jansen (son idole). Par ailleurs, deux documentaires lui ont été consacrés. Un beau palmarès pour une jeune fille qui avait à peine quinze ans au moment des enregistrements, à l’automne 2016 !

Noa Wildschut est-elle une « enfant prodige », une musicienne qui — à l’instar de Mozart — joue déjà très jeune de manière si époustouflante que tout le monde en est bouleversé ? Son approche du violon n’a rien d’enfantin, constatait le quotidien néerlandais influent NRC Handelsblad. C’est une professionnelle accomplie en dépit de son jeune âge.

Il suffit de l’entendre pendant une séance d’enregistrement avec l’Orchestre de chambre des Pays-Bas pour se convaincre de son talent exceptionnel. Cette sonorité cristalline, ce jeu solaire et parfois résolument chantant. Et quand, en plus, on la voit jouer, on est saisi par la façon dont la musique l’habite. Un trait d’orchestre est-il particulièrement réussi qu’immédiatement son visage rayonne. De même, si son instrument produit une note qui lui déplaît, sa mimique le trahit d’emblée. La mélomane et la perfectionniste rivalisent en elle.

Mais un autre constat s’impose encore lors des enregistrements dans l’ancienne Koepelkerk d’Amsterdam : le plaisir que l’orchestre prend à l’accompagner. La jeune violoniste communique sa passion et sa joie de jouer d’une façon totalement désarmante. Une expérience qui se répète partout où elle se produit en public : Noa a l’art de rendre les gens heureux.

Violon ou violoncelle, une chose était sûre : Noa jouerait un instrument à cordes. Sa mère enseigne le violon dans l’atelier confortable aménagé derrière la maison où Noa a grandi à Hilversum. Son père est quant à lui altiste à l’Orchestre philharmonique de la radio néerlandaise.

Noa reçoit ses premières leçons de sa mère, mais est confiée six mois plus tard à Coosje Wijzenbeek, la pédagogue du violon qui a formé de nombreux violonistes de premier plan, dont Janine Jansen. « J’emportais toujours avec moi un animal en peluche, se souvient Noa. J’allais à ma leçon de violon avec des singes immenses que Coosje installait sur une chaise pour qu’ils puissent m’écouter jouer. »

Toutefois, la pédagogue pouvait aussi se montrer sévère. « Je devais travailler d’arrache-pied pour maîtriser la technique. Elle était exigeante, mais je le suis aussi. Elle m’emmenait suivre des cours et des masterclasses à l’étranger. Et j’ai également pu jouer dans son petit orchestre à cordes, The Fancy Fiddlers. Bref, j’avais toujours de quoi m’occuper. Grâce à elle, j’ai appris à comprendre et à apprécier la musique de chambre et à travailler chaque détail. » Depuis ses douze ans, elle étudie avec Vera Beths. « Elle m’a appris à jouer de façon beaucoup plus consciente, au lieu de me fier uniquement à mon intuition. »

11

Quand s’est-elle rendu compte qu’elle jouait vraiment bien, mieux encore que les autres élèves ? Le mot « mieux » n’a pas sa place en musique, me corrige-t-elle gentiment. Cela n’a rien à voir avec de l’athlétisme, il ne s’agit pas de déterminer qui est le plus rapide. Bien sûr, elle a pris conscience à un moment donné qu’elle avait du talent et qu’elle était remarquée.

« À neuf ans, je me suis inscrite au Concours Louis Spohr à Weimar, en Allemagne. Je ne m’attendais pas du tout à gagner, je voulais juste savoir ce que cela ferait de participer. Nous pensions que je serais éliminée au premier tour, mais cela n’a pas été le cas. J’ai gagné, alors que l’âge des participants allait jusqu’à quatorze ans dans ma catégorie. Après cela, les demandes de concerts ont commencé à affluer. »

Elle n’était pas encore à l’école secondaire que déjà elle devait planifier sa carrière. Heureusement, elle était bien entourée et l’est encore aujourd’hui. Noa bénéficie notamment des conseils d’Anne-Sophie Mutter. La célèbre violoniste allemande, qui a aussi connu le succès très jeune, emmène Noa en tournée avec son ensemble The Mutter Virtuosi. Elles ont notamment joué ensemble au Carnegie Hall de New York et à la Philharmonie de Berlin. « Et elle m’a donné une liste de morceaux que je devais absolument étudier », précise Noa.

Comment a-t-elle choisi les œuvres de son premier album ? Pour ce qui est du compositeur, Noa n’a pas hésité un instant : ce serait Mozart. « Sa musique me remplit de bonheur. Ce n’est pas que je le préfère à tous les autres compositeurs, mais je trouve sa musique très agréable à jouer. Son Concerto pour violon n° 5 (1775) est une merveille. De tous ses concertos pour violon, c’est celui qui contient le plus d’humour. Et l’on entend les influences turques dans le troisième mouvement. C’est presque une sorte d’opéra, avec toutes sortes de personnages différents, et la musique raconte vraiment une histoire. »

Son interprétation du concerto de Mozart inclut en outre un petit extra. La cadence — le passage où le soliste joue sans accompagnement et fait d’ordinaire étalage de sa virtuosité — a été composée spécialement pour l’occasion. Par Max Knigge et Noa elle-même. « Max a réalisé le concept et j’y ai ajouté quelques traits personnels. Ensuite, nous avons fait du couper-coller et le résultat est vraiment le fruit de notre collaboration. La cadence est écrite dans un style qui plairait à Mozart, avec de nombreux clins d’œil. »

Outre le concerto, l’album propose l’Adagio en mi majeur (K. 261) que Mozart a composé pour remplacer le deuxième mouvement de son Concerto pour violon n° 5. « Les auditeurs pourront ainsi comparer. Pour moi, cet Adagio a été une véritable révélation. » Par ailleurs, Noa tenait absolument à ajouter une œuvre de musique de chambre au programme. Son choix s’est porté sur la Sonate n° 32 pour violon et piano (K. 454), qu’elle interprète avec son oncle, le pianiste Yoram Ish-Hurwitz. « L’entente avec Yoram est parfaite. Je le connais depuis toujours, et notre collaboration coule de source. En proposant aussi de la musique de chambre, je laisse voir deux facettes de Mozart, mais aussi de ma propre personnalité. »

Aussi talentueuse soit-elle, on peut se demander s’il est bien prudent de sortir si jeune un album chez une major. N’est-ce pas trop tôt ? Est-elle vraiment prête à relever ce défi ? « Je ne me préoccupe pas de ce que les autres pensent de moi, répond Noa. Je fais tout simplement de mon mieux. C’est un grand honneur de pouvoir enregistrer cet album. Quant à savoir si je suis prête, eh bien, parfois j’ai un peu peur : que se passerait-il si je découvrais quelque chose de neuf dans la partition une fois l’album terminé ? Mais, vous savez, chaque enregistrement a un caractère momentané. »Merlijn KerkhofTraduction: Pierre Lambert

12

Die Kraft der Musik

Musik, was ist das eigentlich?Klänge, in einer bestimmten Reihenfolge geordnet, eine Reihung von Tönen unterschiedlicher Höhe, Rhythmen, Klangfarben und Pausen.Jeden Tag, jedes Mal, wenn ich im Radio, von einem Album, bei einem Konzert, in einem Film oder auch in einem Laden Musik höre, verwundert es mich,

welch enorme Wirkung diese geordneten Klänge auf den Menschen haben.Musik kann rühren, aufmuntern, traurig machen, schockieren, aufregen, Gänsehaut verursachen. Sie kann Menschen zur Ruhe bringen, aber auch toben

lassen. Man atmet auf, oder es stockt einem der Atem.Musik hat eine gewaltige Kraft, und für mich ist es das Großartigste überhaupt, diese Kraft spürbar durch mich hindurchströmen zu lassen und sie an

andere weiterzugeben, wenn ich mit einem Büschel Pferdehaar über eine Art Draht streiche.Die Kraft der Musik überwindet alles und verbindet uns alle miteinander, Weiß, Schwarz, Reich, Arm, Christen, Juden oder Moslems. Auf der ganzen Welt,

von Grönland bis Zimbabwe, erfinden Menschen Melodien. Diese Ähnlichkeit zwischen all den so unterschiedlichen Individuen, diesen offensichtlichen inneren Drang, geordnete Klänge ertönen zu lassen, empfinde ich als unglaublich schön und bewegend.

Als ich beispielsweise während eines Musikfestivals in Brasilien auch eine Favela-Schule besuchte, wurde mir bewusst, dass alle Kinder im Grunde gleich sind: Jedes Kind spielt, ob in einem Vergnügungspark oder zwischen Behausungen aus Pappe.

Die Schüler dieser kleinen, einzigartigen Schule, Vier- bis Achtzehnjährige, Kinder und Jugendliche meiner Generation, spielten Fangen und Verstecken, aber auch Violine, Bratsche oder Cello. Es machte mich froh und berührte mich, wie viel Freude, Energie und Inspiration die Musik ihnen schenkte, wie konzentriert sie in einem vierzig Grad heißen Klassenraum mein kleines Privatkonzert hörten, mit welcher Leidenschaft sie zusammen mit mir auf ihren Instrumenten Kinderlieder spielten.

Dieses Erlebnis hat mich deutlicher als je zuvor erkennen lassen, wie groß die Kraft der Musik ist. Und wie privilegiert ich bin: in einem Land zu leben, in dem Wohlstand und Frieden herrschen und in dem es ein funktionierendes Gesundheits- und Schulsystem gibt; in einer Familie mit den liebsten Eltern und der besten Schwester der Welt (und zwei Katzen und einem Hund) aufzuwachsen. Und dann auch noch ein solches Album aufnehmen zu dürfen! Wow!

Vielen Dank allen Menschen von Warner Classics für das Vertrauen, für die Chance, gemeinsam dieses Abenteuer zu wagen. Welch ein Vergnügen, mit so fantastischen Musikern zusammenzuarbeiten, und mit einem Aufnahmeleiter, dessen Erfahrung sprichwörtlich ein ganzes Regal füllen könnte.

Dass jetzt auch meine geordneten Klänge, meine Klangfarben und Pausen sich durch einen Knopfdruck hervorzaubern lassen, bleibt ein Wunder.Noa WildschutÜbersetzung: Andreas Ecke

13

„Mozart gibt mir so ein schönes Gefühl“

Dass Noa Wildschut etwas Besonderes ist, zeigte sich sehr früh. Welches zweijährige Kind wünscht sich schon ein Cello? Noa! Auf ihrer Facebook-Seite findet man ein altes Foto von Noa mit ihrem ersten Instrument. Nur das Outfit — die blauen Hausschühchen, die Rattenschwänzchen im blonden Haar — und der Weihnachtsbaum neben ihr lassen erkennen, dass man ein Kleinkind vor sich hat. Ihr Blick ist ernst: Auch für die zweijährige Noa ist Musik schon lebenswichtig. Warum sie so gern ein Violoncello haben wollte? „Meine Schwester spielte Violine, und ich wollte unbedingt ein größeres Instrument“, sagt Noa. „Nach zwei Monaten habe ich aufgehört und dann im Alter von vier Jahren mit Violine angefangen. Das Cello war doch nicht das, was ich suchte.“

Und man darf froh sein, dass es so gekommen ist. Mittlerweile ist Noa Wildschut die vielversprechende niederländische Nachwuchsgeigerin schlechthin — dieses Debütalbum für Warner Classics, das ganz Mozart gewidmet ist, beweist es. Auch im Konzertbetrieb macht sie von sich reden. Als Solistin ist sie in weltbekannten Sälen wie dem Konzerthaus Berlin, der Tonhalle Zürich und dem Concertgebouw Amsterdam aufgetreten, außerdem in den Vereinigten Staaten und Brasilien. Sie hat mit angesehenen Orchestern wie dem Rotterdams Philharmonisch Orkest, der Kremerata Baltica und dem Pittsburgh Symphony Orchestra gespielt. Und sie hat mit lebenden Legenden wie dem Pianisten Menahem Pressler und mit Geigerinnen vom Format einer Anne-Sophie Mutter (ihrer Mentorin) und Janine Jansen (ihrem Vorbild) zusammengearbeitet.

Sogar zwei Dokumentarfilme über sie gibt es. Nicht schlecht für eine junge Künstlerin, die während der Aufnahmen im Herbst 2016 erst fünfzehn Jahre alt war.

Ist Noa Wildschut ein Wunderkind, eine Musikerin, die — wie einst Mozart — das Publikum schon dadurch für sich gewinnt, dass sie in ihrem jugendlichen Alter so verblüffend gut spielt? Als Geigerin habe sie nichts Kindliches an sich, stellte die einflussreiche niederländische Zeitung NRC Handelsblad fest. Sie sei eine professionelle Musikerin, nur eben eine sehr junge.

Wer Noa während der Aufnahmen mit dem Nederlands Kamerorkest gehört hat, dem ist manch Bemerkenswertes aufgefallen. Diese Reinheit des Klangs, dieses Heitere und das manchmal ausgesprochen kantable Spiel. Und wenn man sie spielen sieht, spürt man, wie sie in der Musik aufgeht. Kommt in einer Orchesterpassage ein besonders schönes Detail, dann strahlt sie. Spielt sie selbst einmal einen Ton nicht so, wie sie es wollte, verrät ihre Mimik es sofort — die Liebhaberin und die Perfektionistin in ihr kämpfen dann um den Vorrang.

Und noch etwas musste einem bei den Aufnahmen in der Koepelkerk, der ehemaligen lutherischen Kirche in Amsterdam, auffallen: wie das Orchester es genießt, mit ihr zu spielen. Weil sie so kommunikativ ist. Besessen, aber voll ansteckender Begeisterung, fröhlich. Entwaffnend. Und das beobachtet man eigentlich überall, wo sie auftritt. Noa sorgt für glückliche Gesichter.

Ob nun Violoncello oder Violine, dass Noa ein Streichinstrument spielen würde, stand von Anfang an fest. Ihre Mutter gibt Violinunterricht, in einem behaglichen Atelier hinter dem Haus in Hilversum, in dem Noa aufgewachsen ist. Ihr Vater ist Bratschist im Hilversumer Radio Filharmonisch Orkest.

Den ersten Unterricht erhielt sie von ihrer Mutter, doch nach einen halben Jahr wurde Coosje Wijzenbeek ihre Lehrerein, eine Geigerin und Violinpädagogin, die viele erfolgreiche Geiger, unter anderen Janine Jansen, ausgebildet hat. „Zu jeder Stunde habe ich ein Stofftier mitgenommen“, erzählt Noa. „Riesige Affen habe ich angeschleppt, die hat Coosje dann auf einen Stuhl vor mir gesetzt, damit sie mir zuhören konnten.“

Coosje konnte aber auch streng sein. „Sie legte sehr großen Wert auf Technik, sie war anspruchsvoll, aber das bin ich selbst. Sie hat mich zu Kursen und Meisterkursen im Ausland mitgenommen. Und ich konnte in ihrem kleinen Streichorchester, The Fancy Fiddlers, mitspielen. Immer gab es etwas, wofür ich hart arbeiten musste. Von Coosje habe ich gelernt, was es bedeutet — und wie wunderbar es ist —, Kammermusik zu spielen und an Details zu feilen.“ Seit ihrem dreizehnten Lebensjahr studiert Noa bei Vera Beths. „Von Vera habe ich gelernt, viel bewusster zu spielen. Ich folge nicht mehr nur meiner Intuition.“

14

Wann hat sie gemerkt, dass sie wirklich gut war, noch besser als die anderen Kinder? Besser, so korrigiert sie mich freundlich, gebe es in der Musik nicht — „wir reden ja nicht über Leichtathletik, es geht nicht darum, wer am schnellsten ist.“ Natürlich sei aber irgendwann der Moment gekommen, in dem ihr klar wurde: Ich habe Talent, man wird auf mich aufmerksam.

„Mit neun habe ich am Louis-Spohr-Wettbewerb in Weimar teilgenommen. Ich habe mir gar keine Hoffnungen gemacht, ich wollte nur wissen, wie es sein würde, dort mitzumachen. Wir dachten, dass ich in der ersten Runde ausscheiden würde, aber dazu kam es nicht. Ich gewann den Wettbewerb, obwohl daran Geiger bis zum Alter von vierzehn Jahren teilnahmen. Von da an kamen ständig Anfragen wegen Auftritten.“

Sie war noch Grundschülerin und musste sich schon um Karriereplanung kümmern, aber glücklicherweise wurde sie dabei tatkräftig unterstützt und wird es weiterhin. Auch Anne-Sophie Mutter steht Noa mit Rat und Tat zur Seite. Die berühmte Geigerin, die selbst sehr jung ihren Durchbruch erlebte, nimmt Noa zu Tourneen ihres Ensembles Mutter’s Virtuosi mit — zusammen haben sie in der New Yorker Carnegie Hall und der Berliner Philharmonie gespielt. „Und sie hat für mich eine Liste mit Stücken zusammengestellt, die ich einstudieren soll“, berichtet Noa.

Aber welche Werke wählt man für ein Debütalbum aus? Für Noa kam nur ein einziger Komponist in Frage: Mozart. „Seine Musik gibt mir so ein schönes Gefühl. Ich will nicht sagen, dass Mozart mir lieber wäre als andere Komponisten, aber es bereitet mir große Freude, seine Musik zu spielen. Das 5. Violinkonzert (1775) ist einfach wundervoll. Darin steckt noch mehr Humor als in all seinen anderen Violinkonzerten. Und man hört im dritten Satz die ‚türkischen‘ Einflüsse. Es ist fast eine Art Oper mit einer ganzen Reihe von unterschiedlichen Charakteren, es erzählt wirklich eine Geschichte.“

Es ist ein Mozart-Konzert mit einem kleinen Extra: Die Kadenz, der solistische Abschnitt, in dem Solisten traditionell ihre Virtuosität demonstrieren dürfen, wurde eigens für diese Aufnahme komponiert. Von Max Knigge und Noa. „Er hat das Konzept erarbeitet, ich habe mir einiges dazu ausgedacht, dann haben wir hier etwas eingefügt und da etwas weggelassen, das Ergebnis ist wirklich von uns beiden zusammen. Der Stil ist so, dass er Mozart gerecht wird, mit vielen kleinen Scherzen.“

Außer dem Konzert ist das Adagio in E-Dur (KV 261) zu hören, das Mozart als alternativen Mittelsatz für das 5. Violinkonzert komponiert hat. „So können die Hörer vergleichen. Für mich war das Adagio eine echte Entdeckung.“ Als weiteres Stück wollte Noa unbedingt ein Kammermusikwerk. Die Wahl fiel auf Mozarts Sonate für Klavier und Violine Nr. 32 (KV 454), die sie mit ihrem Onkel, dem Pianisten Yoram Ish-Hurwitz, spielt. „Die Zusammenarbeit mit Yoram ist perfekt. Ich kenne ihn schon mein Leben lang, wir verständigen uns mühelos. Und dadurch, dass ich auch Kammermusik spiele, zeige ich den Hörern zwei Seiten Mozarts, aber auch zwei Seiten von mir selbst.“

Dass sie schon jetzt ein Album bei einem großen Label herausbringt, wirft aber trotz ihres großen Könnens auch Fragen auf. Ist es nicht zu früh? Ist sie bereit dafür? „Was man über mich denkt, beschäftigt mich nicht“, lautet Noas Antwort. „Ich gebe einfach nur mein Bestes. Es ist eine große Ehre, dieses Album machen zu dürfen. Und ob ich bereit dafür bin? Manchmal habe ich etwas Angst: Was, wenn ich morgen in den Noten etwas Neues entdecke, obwohl das Album schon fertig ist? Aber, na ja, jede Aufnahme ist eine Momentaufnahme.“Merlijn KerkhofÜbersetzung: Andreas Ecke

15

“It has been a great pleasure for all of us to record this wonderful music with Noa. Her lovely technical command, presence and musicianship have offered us a great platform to engage on a musical journey that is very beautifully represented by the present recording. She spontaneousely joined the Netherlands Chamber Orchestra’s philosophy to build a connection based on empathy and the interdependence of everyone. For such a young person this is exceptional. Thanks Noa!”

“Het was voor ons allemaal een groot genot om deze prachtige muziek op te nemen met Noa. Haar prachtige technische beheersing, aanwezigheid en muzikaliteit stelden ons in staat om op een muzikale reis te gaan, die prachtig wordt vertegenwoordigd door de huidige opname. Ze voegde zich spontaan bij de filosofie van het Nederlands Kamerorkest om een connectie aan te gaan op basis van empathie en de onderlinge afhankelijkheid van iedereen. Dat is buitengewoon voor zo’n jong persoon. Bedankt, Noa!” Vertaling: Stefan Slings

GORDAN NIKOLIC

YORAM ISH-HURWITZ

First ViolinsGordan Nikoli c leaderMaaike AartsBeverley LuntMelissa UsseryPhilip DingenenTijmen HuisinghSaskia OttoHike Graafland

Second ViolinsBas TreubLaura OomensMarta Cardona AhumadaRoosje Reumkens-DillinghJan Erik van Regteren AltenaSergey Arseniev

ViolasRichard WolfeAnna Magdalena den HerderBerdien VrijlandAvi Malkin

CellosSietse-Jan WeijenbergJan Bastiaan NevenSebastian Koloski

Double BassesJoão SearaAnnette Zahn

FlutesLeon BerendseHanspeter Spannring

OboesJeroen SoorsAnita Janssen

HornsFokke van HeelStef Jongbloed

Netherlands Chamber Orchestra roster TBC

18

Noa Wildschut plays a violin by Giovanni Battista Grancino (1714), on loan from the collection of the Dutch Musical Instruments Foundation (NMF), and a bow custom-made for her by Benoît Roland, commissioned by the Anne-Sophie Mutter Foundation.

Recorded: 6–9.XI.2016, NedPhO-Koepel, AmsterdamExecutive producer: Alain LanceronRecording: Northstar Recording Services BV, HollandProducer, balance engineer, editing & mastering: Bert van der WolfAssistant recording engineer: Martijn van der WolfPhotography: C Marco Borggreve, except p.16 C Ronald Knapp, and p.17 C Merlijn DoomernikDesign: Paul Marc Mitchell for WLP Ltd. P & C 2017 Parlophone Records Limited, a Warner Music Group Company.www.warnerclassics.com C

All rights of the producer and of the owner of the work reproduced reserved. Unauthorised copying, hiring, lending, public performance and broadcasting of this record prohibited.