De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ”...

202
De Kracht van je Stem voor de leerlingen 3 e graad aso kso tso werkmap over democratie, burgerzin en politiek

Transcript of De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ”...

Page 1: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

De Kracht van je Stemvoor de leerlingen 3e graad aso kso tsowerkmap over democratie, burgerzin en politiek

Page 2: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

2

Voorwoord

De Kracht van je Stem

Wie ben ik? Wie is die andere? Hoe sta ik tegenover die andere? Zet ik mij samen met anderen in om beslissingen te nemen? Engageer ik mij? Ook politiek?

Onze samenleving is erg ingewikkeld geworden, zodat de antwoorden op deze vragen niet voor de hand liggen. Op politiek vlak is het kader voor die antwoorden de democratie.

Democratie mag geen begrip zijn, ver of abstract, dat zich alleen maar vertaalt in een logge of wereldvreemde structuur. Democratie is onze verantwoordelijkheid en moet zich uiten in ons handelen. Maar democratisch handelen krijgt wel vorm binnen bepaalde structuren. Daar knelt het schoentje. Vlamingen weten weinig over de staatsstructuur waarin zij leven, hun eigen plaats en de plaats van de overheid daarin.

Centraal in onze aanpak staat de dialoog: langs welk kanaal die ook wordt gevoerd, de dialoog blijft de basis voor het samen zoeken naar oplossingen en voor de democratie.

Met deze werkmap willen we jongeren helpen om onze samenleving beter te begrijpen en hen voorbereiden om verantwoordelijkheid te nemen in en voor de democratie.

De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem”

Page 3: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

33e graad ASO - KSO - TSO

Leesopdrachteen tekst die aansluit bij het thema, met vragen om te beantwoorden

Opdrachteen taak die aansluit bij het thema

Stellingeen bewering, waaraan je je eigen standpunt en dat van anderen kunt toetsen

Actieconcreet aan de slag met je klas

Doordenkereen aanzet om dieper na te denken over het onderwerp

Focusfocus op de actualiteit, opdrachten die de actualiteit in de module brengen

Terugblikwat onthou je, wat heb je geleerd?

Deze map bestaat uit vier modules:

● Mensenrechten en kinderrechten

● Democratie en rechtsstaat

● Verkiezingen en partijen

● Overheden en instellingen

Elke module bevat basisinformatie, opdrachten en taken die je helpen om dieper in te gaan op een thema. Kies samen met je leerkracht welke thema’s je wilt uitdiepen, want democratie begint op school! De icoontjes geven het soort opdrachten aan:

Page 4: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

4

Page 5: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

53e graad ASO - KSO - TSO

Module 1 Mensenrechten en kinderrechten

Page 6: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

6 Mensenrechten en kinderrechten

Inleiding

Iedere mens heeft een aantal rechten.

Deze rechten gelden voor alle mensen in de wereld. Mensenrechten zijn on voorwaardelijk en drukken een fundamenteel menselijk respect uit.

Eigenlijk is er weinig verschil tussen mensen- en kinderrechten. Toch heeft de internationale gemeenschap beslist een apart Verdrag inzake de Rechten van het Kind* goed te keuren.

In deze module leer je over:

Modu

le 1

* Kind: elke persoon jonger dan 18 jaar tenzij de nationale wetgeving de meerderjarigheid op vroegere leeftijd toekent.

Wat zijn mensenrechten en kinderrechten? 8

De hoofdcategorieën van mensenrechten, plichten en verantwoordelijkheden 16

Uitvoering, naleving en toezicht 23

Participatiemogelijkheden voor jongeren 32

Samenvatting Module 1 38

A

B

C

D

E

Page 7: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

73e graad ASO - KSO - TSO

Focus Verzamel al enkele weken voordat jullie rond dit thema gaan werken informatie over mensen- en kinderrechten, resoluties, verdragen, uitvoering en naleving ervan enzovoort. Selecteer je informatie op basis van de volgende vragen:

● Komen mensenrechten positief of negatief in de pers? ● Waarom komen ze ter sprake? ● Welke instellingen en personen worden genoemd?

Verzamel ook knipsels over actuele gebeurtenissen in de wereld: hongersnood, verkeerson-gevallen, watersnood, het kappen van het regenwoud enzovoort. Hou bij je keuze rekening met het uitgangspunt dat vele van deze gebeurtenissen op een of andere manier te maken hebben met rechten van mensen.

Maak met elkaar een aantal afspraken over: ● de bronnen en wie ze bijhoudt; ● de thema’s waarrond jullie informatie willen verzamelen; ● hoe het materiaal bijgehouden wordt (mappen, kernwoorden enzovoort) zodat het

gemakkelijk toegankelijk is; ● de timing.

Modu

le 1

Page 8: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

8 Mensenrechten en kinderrechtenA Wat zijn mensenrechten en kinderrechten?

Wat zijn mensenrechten en kinderrechten?A

Opdracht: Beelden over mensenrechten Bekijk de bijgevoegde beelden. Aan de hand ervan kun je enkele mensen rechten terugvinden. Ken je nog andere mensenrechten? Zo ja, welke?

1

2

3

5

4 Foto Amnesty International

Page 9: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

93e graad ASO - KSO - TSO

6

7

Foto Amnesty International

Focus: Het begrip recht in de krant Formuleer op basis van de informatie die je hebt verzameld, een nauw keurige omschrijving van het begrip recht. Vergelijk met de betekenissen uit de opdracht hierna.

Opdracht: Het begrip recht in onze taal Wat betekent het woord recht in de volgende uitspraken? Omschrijf de betekenis van de zin zo duidelijk mogelijk.

De lerares heeft het recht om mij te straffen. De vader van het meisje nam het recht in eigen handen. Met deze beslissing treedt zij het recht met voeten. Iedereen heeft recht op privacy. Het recht is vastgelegd in de wetboeken. Je moet niet te licht recht spreken.

Page 10: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

10 Mensenrechten en kinderrechtenA Wat zijn mensenrechten en kinderrechten?

Actie: Het schoolreglement onder de loep Heel wat aspecten van het leven op school worden geregeld door het schoolreglement. Je mag bijvoorbeeld niet roken, je moet op tijd zijn, de leer krachten moeten bereid zijn je te hel-pen als je problemen hebt met de leerstof. Een schoolreglement is gemakkelijk want zo weet je welke ruimte je hebt en waaraan je te houden.

Alle scholen zijn verplicht, om in overleg met de schoolraad, een school reglement te maken. Het is bindend en bevat belangrijke afspraken tussen school en leerlingen. Het moet getekend zijn door de ouders of de meerderjarige leerling. Dus in principe hebben je ouders het school-reglement getekend. Maar weet JIJ wat erin staat? Welke rechten en plichten jij hebt?

A ANALYSE ● Je krijgt een uitvergrote versie en een gewone kopie van het schoolreglement. ● Zet met je groep de schaar in de verschillende artikels van de uitvergrote versie en

rangschik deze elementen volgens de drie rubrieken die het schoolreglement minimaal moet bevatten:

ordereglement tuchtreglement studiereglement

● Aan welk onderdeel en aan welke waarden besteedt het reglement de meeste aandacht? ● Is het overwegend gedragsgebiedend of gedragsverbiedend opgesteld? ● Zijn er, naast deze drie rubrieken, nog andere aspecten in opgenomen? Welke?

B EVALUATIE ● Welke aspecten vind je goed? ● Zijn er volgens jou regels die onrechtvaardigheid of ongelijkheid in de hand werken?

Tussen de leerlingen onderling? Tussen de leerlingen en de leerkrachten? ● Welke zaken zijn volgens jou voor wijziging vatbaar?

C ACTIE ● Bedenk een regel die ervoor zou kunnen zorgen dat:

• alle leerlingen zich veilig voelen op de speelplaats;• alle leerlingen voelen dat ze gerespecteerd worden als gesprekspartner in de school.

● Werk voorstellen en een strategie uit om het schoolreglement te veranderen.

© ZAK

Page 11: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

113e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie

Iedere mens heeft een aantal rechten. Deze rechten gelden voor alle mensen in de wereld. Mensen hebben die rechten omdat ze mens zijn. Mensenrechten zijn on voorwaardelijk en vormen de uitdrukking van een fundamenteel menselijk respect.

Van intern-nationaal naar internationaal

Aan het eind van de 19e eeuw begint de internationale gemeenschap zich te organiseren. De eerste internationale afspraken die werden gemaakt, hadden te maken met oorlogsvoering, namelijk met de behandeling van oorlogsslachtoffers en gewonde soldaten. In 1920 werd de Volkenbond opgericht, “om internationale samenwerking te bevorderen en vrede en veiligheid in gans de wereld te bereiken”. De lidstaten spraken af om tegen een andere lidstaat van de Volkenbond niet ten oorlog te trekken zonder eerst hun klachten over te maken aan de staat die zich agressief had gedragen.De Volkenbond kon de tweede wereldoorlog, met al zijn gruwelen, niet verhinderen. Na WOII werden de Verenigde Naties opgericht. Een van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties is dat de algemene eerbiediging van de rechten van de mens een zaak is van alle regeringen en van alle volken en de beste waarborg vormt voor vrede en democratie.

“Wij, volken van de Verenigde Naties, vastbesloten… ons vertrouwen te bevestigen in de fun-damentele rechten van de mens, in de waardigheid en de waarde van de menselijke persoon, in de gelijke rechten voor mannen en vrouwen, en voor kleine en grote naties…”

Het Handvest zelf omvat volgende doelstellingen: “…Internationale samenwerking te bereiken om internationale problemen van economische, sociale, culturele of humanitaire aard op te lossen en respect voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden voor allen zon-der onderscheid van ras, geslacht, taal of godsdienst te bevorderen en aan te moedigen...”

Mensenrechten zijn universeel

Op 10 december 1948 werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) geproclameerd, als rechten die voor iedere mens (dus universeel), ongeacht huidskleur, sta-tus, nationaliteit, cultuur, godsdienst of geslacht geldig zijn. Toch bestaan er nog steeds discussies over deze universele geldigheid. De critici menen dat men respect moet hebben voor culturele verschillen en diversiteit (particularisme) en dat de mensenrechten niet overal op dezelfde manier toegepast kunnen worden. Culturen verschillen van elkaar en er moet zeker ruimte zijn voor verschillen. Maar culturen mogen geen excuus zijn voor schendingen van mensenrechten.

Mensenrechten zijn onderling afhankelijk

Je kunt moeilijk stellen dat sommige mensenrechten belangrijker zijn dan andere, omdat ze onderling zo sterk met elkaar samenhangen. Alle rechten zijn ondeelbaar en één recht garan-deren kan geen excuus zijn om een ander recht met de voeten te treden. Immers, alle rechten van de mens zijn nodig voor de volle ontwikkeling van de mens. Toch merken we dat de waardering voor bepaalde rechten vaak verschillend is, naargelang de samenleving. In het Westen besteedt men bij voorbeeld veel aandacht aan het recht op

Page 12: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

12 Mensenrechten en kinderrechtenA Wat zijn mensenrechten en kinderrechten?

vrije meningsuiting; in de landen van het Zuiden hecht men een groot belang aan het recht op voedsel en gezondheid. Het is in elk geval zo dat de mensenrechten in de hele wereld worden erkend en een instru-ment zijn voor iedereen die vecht tegen onrecht of er zelf slachtoffer van is.

Aan rechten zijn automatisch ook bepaalde verantwoordelijkheden of plichten gekoppeld. Want:

● Als je in de klas het recht hebt om te spreken en je mening te uiten, heb je automatisch ook de verantwoordelijkheid en de plicht om anderen de kans te geven hun mening te uiten en om naar hen te luisteren.

● Als je het recht hebt om vanaf 18 jaar te stemmen, ben je uiteindelijk ook mee verant-woordelijk voor het beleid van de door jou gekozen politici.

● Als je het recht hebt om vanaf 16 jaar een bromfiets te besturen, heb je ook de verantwoor-delijkheid om dat op een veilige manier te doen en de plicht om het verkeersreglement te kennen en te respecteren.

Opdracht: Je rechten als jongere Als jongere heb je rechten. Je hebt bijvoorbeeld recht op een mening en recht van meningsuiting. Schrijf vijf rechten op die je denkt te hebben en die je belangrijk vindt. Ga ook na of elk van die rechten een be paalde verantwoordelijkheid of plicht impliceert.

1 ..........................................................................................

2 ..........................................................................................

3 ...........................................................................................

4 ...........................................................................................

5.......................................................................................

© ian

Page 13: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

133e graad ASO - KSO - TSO

Foto Broederlijk Delen

Opdracht: Mensenrechten in de wereld Elke tekst schetst een situatie. Lees de tekst en beantwoord de vragen die erop volgen.

SITUATIE 1Een leider van een land is buitengewoon trots op wat hij de afgelopen twintig jaar voor zijn volk gerealiseerd heeft. De levensstandaard is gestegen, kinderen genieten onderwijs en niemand heeft honger. “Maar”, zei een bezoeker, “er is hier geen persvrijheid. Er is hier maar één krant en die vertolkt één bepaalde visie.” De leider antwoordde: “Sommige vrijheden zijn belangrij-ker dan andere.”

a. Welke vrijheden en mensenrechten komen hier ter sprake?

b. De leider vindt bepaalde vrijheden duidelijk belang-rijker dan andere. Wat is jouw mening: kun je aan vrijheden en rechten een rangorde (hiërarchie) toe-kennen? Welke discussies leven hierrond?

SITUATIE 2De baas van een bedrijf legt uit waarom in zijn bedrijf geen mensen van vreemde afkomst werken: “Ik neem gewoon geen mensen van vreemde afkomst in dienst. De arbeiders die hier nu al werken willen het niet. Ze willen niet samenwer-ken met iemand van vreemde afkomst. En ook de klanten willen niet bediend worden door een werknemer van vreemde afkomst. Ik kan daar niets aan doen en ik wil geen klanten verliezen. Daarom werkt in mijn bedrijf niemand van vreemde afkomst.”

a. Welke mensenrechten komen in dit verhaal naar voren?b. Geef jouw mening over de argumenten die de baas aanhaalt.c. Vind je dat de overheid hierin een rol moet spelen?

SITUATIE 3Patrice Lumumba, eerste minister van Congo na de onafhankelijkheid (1960) zei bij deze laat-ste gelegenheid:

“Vrienden, vandaag, 30 juni 1960 kunnen we aan onze kinderen uitleggen hoe we ons bevrijd hebben van de vernederende slavernij, die ons met geweld was opgelegd. (...) We hebben veel vernederingen moeten ondergaan. (...) De wet voor de blanke was anders dan voor de zwarte. (...) Sommigen hebben geleden vanwege hun geloof of politieke opvattingen. Veel broeders zijn gestorven in massale slachtpartijen. (....) Nu gaan we zelf besturen.”

a. Over welk van de volgende mensenrechten had Lumumba het volgens jou? Kies uit de volgende mogelijkheden:

• het recht op eigendom• het recht door de wet erkend te worden als persoon• het recht op zelfbepaling• het recht op een menswaardige levensstandaard.

b. Komt er in de media (kranten, tijdschriften, radio, tv, internet...) een voorbeeld voor van een land of van een minderheid die nog altijd het recht op zelfbestuur moet missen?

Zo ja, vat die situatie dan kort samen.

Page 14: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

14 Mensenrechten en kinderrechtenA Wat zijn mensenrechten en kinderrechten?

Opdracht: KinderarbeidLees het volgende artikel uit Knack. De eerste alinea brengt “het even belangwekkende als controversiële thema van de kinderarbeid” ter sprake.

Wat betekent controversieel?

En waarom is dit thema controversieel?

Het artikel is lang geleden geschreven. Vind je vandaag nog voorbeelden van bedrijven die wegens kinderarbeid negatief in beeld komen? Welke bedrijven zijn dat dan?

HET PRODUCT VAN PROTESTGuido Despiegelaere, Knack, 1998, nr 24

GROTE CONCERNS ONDERSTEUNEN DE INTERNATIONALE ARBEIDSNORMEN

In Genève begon de jaarlijkse Internationale Arbeidsconfe rentie. Op de agenda staat het even belangwekkende als controversiële thema van de kinderar-beid. Terwijl de verte-genwoordigers van de regeringen, de werkge-vers en de vakbonden uit de hele wereld nog even bakkeleien over de meest ergste vor-men van kinderarbeid, sluiten grote concerns akkoorden over de naleving van de interna-tionale arbeidsnormen. Zij zwichten voor de protesterende druk van de publieke opinie.

De Amerikaanse sportartikel en gigant Nike gebiedt zijn on-dernemers in Azië voor de schoen fabrieken alleen nog werknemers van minstens achttien jaar aan te werven; de leeftijdsgrens voor de kleding- en accessoire-bedrijven legt Nike op zestien jaar.

Daarmee reageert het bedrijf op de inter-nationale kritiek dat het grote winst maakt op de rug van kin-deren. Die reputatie ging in de Verenigde Staten op de verkoop wegen. De sportreus laat voortaan toe dat niet-gouvernementele organisaties de arbeids-voorwaarden natrek-ken in zijn fabrieken in Indonesië, China en Vietnam en financiert

ont wikkelingsprojecten in enkele Azia tische landen. Naar schatting werken 350.000 Aziaten voor Nike.De Zweedse meubel-groep Ikea van zijn kant sloot een akkoord met de Internationale Arbeids organisatie in Genève om alleen nog met bedrijven te werken die de fundamentele arbeidsrechten naleven en hun werknemers voldoende betalen. De internationale woonwa-renhuisketen was onder vuur komen te liggen wegens de erbarmelijke arbeidsomstandighe-den in een fabriek in het Roemeense Cod-lea. Het akkoord voor prin cipiële ethische en sociale voorschriften is het antwoord op die golf van protest.

Page 15: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

153e graad ASO - KSO - TSO

Bepaal nu je eigen standpunt en nuanceer aan de hand van de standpunten zoals ze hier onder A en B worden weergegeven. Hou daarbij rekening met de argumenten zoals die eron-der worden geformuleerd.

STANDPUNT A KINDERARBEIDKinderen onder 16 jaar mogen niet werken: de wet op de kinderarbeid moet strikt toegepast worden.

Argumenten: ● kinderen moeten kunnen spelen ● kinderen die werken kunnen niet naar school gaan ● kinderen worden vaak uitgebuit en ze laten zich doen, ze zullen niet durven opkomen

voor zichzelf ● de ouders moeten instaan voor het zakgeld van de kinderen.

STANDPUNT B KINDERARBEIDKinderarbeid moet kunnen in bepaalde omstandigheden.

Argumenten: ● in veel landen is de armoede nog altijd zo groot dat kinderen moeten bijspringen ● in veel culturen is het heel gewoon dat kinderen en volwassenen samenwerken ● werken kan een goede leerschool zijn ● in sommige landen komen kinderen op voor het recht om te mogen werken en zo bij te

dragen tot het welzijn van hun familie.

Foto

Bro

eder

lijk

Del

en

Page 16: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

16 Mensenrechten en kinderrechtenB De hoofdcategorieën van mensenrechten, plichten en verantwoordelijkheden

BDe hoofdcategorieën van mensenrechten, plichten en verantwoordelijkheden

Opdracht: Rechten vergelijken In een vorige opdracht hebben jullie een lijstje opgesteld met vijf rechten die jullie denken te hebben, die jullie belangrijk vinden. Steek in groepjes van twee of drie de koppen bij elkaar en vergelijk jullie lijstjes en breid ze eventueel uit. Noteer aan het bord en volg daarbij de richtlijnen van de leerkracht.

a. Vergelijk met de Uni versele Verklaring van de Rechten van de Mens.b. Zijn jullie rechten vergeten? Hebben jullie zaken opgenomen die niet in de Universele

Verklaring van de Rechten van de Mens staan?

Basisinformatie

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (vereenvoudigde versie)

● Alle mensen worden vrij geboren en moeten op dezelfde manier worden behandeld.

● Iedereen heeft recht op alle rechten: man en vrouw, ongeacht leeftijd, huidskleur, gods-dienst of taal.

● Iedereen heeft recht op leven in vrijheid en in veiligheid.

● Slavernij en slavenhandel zijn verboden.

● Niemand mag gemarteld of op een vernederende manier behandeld worden.

● Iedereen heeft recht op wettelijke bescherming als persoon.

● Alle mensen moeten volgens de wet op dezelfde manier behandeld worden.

● Iedereen wiens rechten geschonden worden heeft recht op bescherming door een bevoegde rechtbank.

● Niemand kan zonder goede reden gevangen gezet of het land uitgestuurd worden.

● Een rechtszaak moet in het openbaar gebeuren. De rechters en juryleden moeten onaf-hankelijk en onpartijdig zijn.

● Iedereen wordt als onschuldig beschouwd zolang geen schuld bewezen is. Iedereen heeft het recht zich te verdedigen tegen beschuldigingen.

Art. 1

Art. 10

Art. 11

Art. 2

Art. 3

Art. 4

Art. 5

Art. 6

Art. 7

Art. 8

Art. 9

Page 17: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

173e graad ASO - KSO - TSO

● Iedereen heeft recht op privacy inzake briefwisseling en gezin. De wet moet iedereen beschermen tegen laster.

● Iedereen heeft het recht om te gaan en te staan waar hij/zij wil, in eigen land en in het buitenland.

● Slachtoffers van mensenrechtenschendingen hebben het recht om naar een ander land te gaan en dat land om bescherming te vragen.

● Iedereen heeft recht op een eigen nationaliteit.

● Iedereen heeft het recht om te trouwen en een gezin te stichten.

● Niemand mag persoonlijke bezittingen zonder goede redenen afgenomen worden. Iedereen heeft recht op eigendom.

● Iedereen heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.

● Iedereen is vrij om een eigen mening te hebben en deze te uiten.

● Iedereen heeft het recht om bij een vereniging aan te sluiten en te vergaderen.

● Iedereen heeft het recht om deel te nemen aan de regering en aan vrije verkiezingen.

● Iedereen heeft recht op maatschappelijke zekerheid en op ontwikkeling.

● Iedereen is vrij in de keuze van een beroep, en heeft recht op een rechtvaardig loon. Mannen en vrouwen moeten voor hetzelfde werk evenveel betaald krijgen.

● Iedereen heeft recht op vrije tijd en vakantie.

● Iedereen heeft recht op een levensstandaard die hoog genoeg is voor het welzijn van zichzelf en zijn gezin. Ook in geval van werkloosheid, invaliditeit, ziekte, ouderdom...

● Iedereen heeft recht op onderwijs. Het onderwijs moet gericht zijn op de volle ontwik-keling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de mensenrechten.

● Iedereen heeft het recht om te genieten van wat kunst en wetenschappen voortbrengen.

● De overheid moet ervoor zorgen dat er een “orde” is die al deze rechten beschermt.

● Iedereen heeft ook plichten tegenover de andere mensen. De overheid mag de uit-oefening van rechten slechts beperken om de rechten van anderen te garanderen en omwille van openbare orde en goede zeden. De wetten in het land mogen niet ingaan tegen de mensenrechten.

● Geen enkel land en geen enkel mens mag proberen om de rechten te vernietigen die in deze Verklaring staan.

Art. 12

Art. 13

Art. 14

Art. 15

Art. 16

Art. 17

Art. 18

Art. 19

Art. 20

Art. 21

Art. 22

Art. 23

Art. 24

Art. 25

Art. 26

Art. 27

Art. 28

Art. 29

Art. 30

Page 18: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

18 Mensenrechten en kinderrechtenB De hoofdcategorieën van mensenrechten, plichten en verantwoordelijkheden

stand

beel

d vo

or U

N h

oofd

gebo

uw in

New York

Drie generaties mensenrechten

In de mensenrechten kan men als het ware drie generaties onderscheiden. De eerste gene-ratie omvat de sinds 1789 klassiek geworden burgerrechten en politieke rechten: het recht op leven, het recht op vrije meningsuiting, de persvrijheid, de vrijheid om te vergaderen enzovoort.Deze rechten beschermen burgers vooral tegen te veel inmenging van de machthebbers.

Maar de overheid moet wel initiatieven nemen om deze rechten mogelijk te maken (Bijvoorbeeld het organiseren van verkiezingen). Ook ten aanzien van kinderen

vraagt de toepassing van deze rechten een inspanning van de overheden, onder meer waar het gaat over de participatiemogelijkheden van jongeren.

De tweede generatie gaat over de economische, sociale en culturele mensenrechten, zoals het recht op een minimuminkomen, op werk, op gezondheidszorg, op onderwijs, op vrije tijd.

De economische, sociale en culturele rechten zijn in het algemeen echter niet onmiddellijk afdwingbaar. Elk land moet zich inspannen om ze voor alle

burgers te realiseren, mag niet systematisch discrimineren in de toepassing ervan en mag geen stappen achteruit zetten in het realiseren ervan.

In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vinden we beide generaties mensen-rechten terug.

Vandaag spreekt men ook over een derde generatie mensenrechten: de volkenrechten. Dat zijn de zogenaamde solidariteitsrechten zoals recht op vrede, op een gezond leefmilieu, op eigen cultuuruitingen, op zelfbestuur. Onder auspiciën van de UNO worden bijvoorbeeld de topconferenties georganiseerd over het milieu. De eerste was de milieutop in Rio de Janeiro (Brazilië) in 1992, daarna volgden onder andere Kyoto en Doha in 2012.

Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (een samenvatting)

Het Verdrag omschrijft een kind als elke persoon jonger dan 18 jaar tenzij de nationale wet-geving de meerderjarigheid op vroegere leeftijd toekent. Met andere woorden het woord kind verwijst ook naar jongeren, naar alle minderjarigen (art. 1).

Alle in het Verdrag omschreven rechten staan ter beschikking van alle kinderen ongeacht hun ras, huidskleur, geslacht, moedertaal, geloofsovertuiging, politieke of andere opvattingen, nati-onale, etnische of maatschappelijke afkomst, mogelijkheden, gebreken, geboorte of andere status (art. 2 of het non-discriminatiebeginsel).

Alle acties die betrekking hebben op het kind, moeten in zijn of haar belang genomen worden (art. 3).

De staten moeten het Verdrag in werkelijkheid omzetten (art. 4).

De staten moeten eerbied tonen voor de rechten en verantwoordelijkheden van de ouders om te voorzien in een passende begeleiding van het kind (art. 5).

Page 19: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

193e graad ASO - KSO - TSO

ELK KIND HEEFT: ● recht op leven en ontwikkeling;

● recht op een naam en nationaliteit en, voor zover mogelijk, het recht zijn/haar ouders te kennen en door hen te worden verzorgd;

● het recht op bescherming van zijn/haar nationaliteit door de staat;

● het recht om bij zijn/haar ouders te leven, tenzij dit niet in het belang van het kind zou zijn. Het kind moet de kans krijgen om daarover zijn/haar mening te zeggen;

● het recht om in persoonlijk contact te blijven met beide ouders wanneer het kind van één of beide gescheiden leeft;

● het recht om zijn/haar land vrij te be treden of te verlaten, of een ander land te betreden om zich met zijn/haar gezinsleden te herenigen en de ouder-kindrelatie te onderhouden;

● recht op bescherming van de staat wanneer het door een van zijn/haar ouders onrecht-matig naar het buitenland wordt meegenomen;

● het recht zijn/haar mening te vormen en deze vrijelijk te uiten in alle aangelegen heden die het kind betreffen;

● het recht om zijn/haar mening vrij te uiten en de vrijheid om inlichtingen en denk beelden te ver garen, te ontvangen en door te geven;

● recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst;

● het recht om met andere kinderen samen te komen en verenigingen te vormen;

● recht op bescherming tegen wille keurige of onrechtmatige inmenging in zijn/haar privé-leven, gezinsleven of briefwis seling alsook tegen elke onrechtmatige aantasting van zijn/haar eer en goede naam;

● recht op toegang tot informatie en materiaal uit verscheidene bronnen alsook de bescherming tegen informatie en mater iaal die schadelijk zijn voor zijn/haar welzijn;

● recht op bijstand en voorzieningen voor de ouders of wettige voogden;

● recht op bescherming tegen mishandeling door ouders of voogd;

● recht op bescherming wanneer hij of zij tijdelijk of permanent buiten het gezin verblijft met erkenning van zijn/haar culturele achtergrond;

● recht op een adoptie in het belang van het kind. Elke adoptie kan pas gebeuren wanneer het belang van het kind centraal staat;

● recht op een specifieke bescherming voor vluchtelingen;

Art. 6

Art. 7

Art. 8

Art. 9

Art. 10

Art. 11

Art. 12

Art. 13

Art. 14

Art. 15

Art. 16

Art. 17

Art. 18

Art. 19

Art. 20

Art. 21

Art. 22

Page 20: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

20 Mensenrechten en kinderrechtenB De hoofdcategorieën van mensenrechten, plichten en verantwoordelijkheden

● als gehandicapte recht op een aan gepaste verzorging en onderwijs om hem/haar een volwaardig en behoor lijk leven te garanderen in omstandigheden die zijn/haar waardig-heid garanderen, zijn/haar zelfstandigheid bevorderen en zijn/haar actieve deel name aan het gemeenschapsleven ver ge makkelijken;

● recht op de hoogste graad van gezondheid en medische verzorging;

● recht op een periodieke evaluatie van zijn/haar toestand indien hij of zij uit huis is geplaatst ter verzorging, bescherming of behandeling;

● recht op het genot van sociale zekerheid;

● recht op een levensstandaard die toe reikend is voor zijn/haar lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en sociale ontwikkeling;

● recht op onderwijs en gratis basisonderwijs. De handhaving van de discipline op school moet verenigbaar zijn met de men selijke waardigheid en in overeenstemming verlopen met het Verdrag;

● recht op onderwijs dat hem/haar voor bereidt op een actief, verantwoordelijk leven als volwassene in een vrije samen leving met respect voor anderen en de omgeving;

● het recht om zijn/haar eigen cultuur en godsdienst te beleven en zijn/haar eigen taal te spreken;

● recht op rust en vrije tijd, op deelname aan spel en het culturele en artistieke leven;

● recht op bescherming tegen economische uit buiting en werk dat gevaarlijk is of zijn/haar op voeding zal hinderen of schadelijk zal zijn voor de gezondheid en zijn/haar fysieke, mentale, geeste lijke, zedelijke en sociale ontwikkeling;

● het recht beschermd te worden tegen het gebruik van verdovende middelen of betrok-ken te worden in de verkoop of productie van deze middelen;

● recht op bescherming tegen seksuele uitbuiting of misbruik;

● recht op bescherming tegen ont voering of de verkoop van of handel in kinderen;

● recht op bescherming tegen elke vorm van uitbuiting;

● het recht niet te worden onderworpen aan foltering of aan een andere onmenselijke behandeling of bestraffing. In gevangenschap wordt het kind gescheiden ge houden van volwassenen. Hij of zij kan niet ter dood veroordeeld of levenslang op gesloten worden en beschikt over het recht op juridische bijstand en contact met familie leden;

● het recht om, indien jonger dan 15 jaar, niet in het leger ingelijfd te worden of recht-streeks deel te nemen aan de vijan delijkheden;

Art. 23

Art. 24

Art. 25

Art. 26

Art. 27

Art. 28

Art. 29

Art. 30

Art. 31

Art. 32

Art. 33

Art. 34

Art. 35

Art. 36

Art. 37

Art. 38

Page 21: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

213e graad ASO - KSO - TSO

© Lana Slezic

● recht op lichamelijke en geestelijke verzorging en herintegratie in de maat schappij, indien hij/zij het slachtoffer is van gewapende conflicten, foltering, verwaarlozing, mis-handeling of uitbuiting;

● recht op, indien hij/zij beschuldigd wordt van een misdrijf, een behandeling die aan-gepast is aan zijn/haar leeftijd en waardigheid en die zijn/haar her integratie in de maatschappij bevordert;

● het recht om geïnformeerd te worden over deze beginselen en voorzieningen in het land waarin zij/hij leeft;

De indeling van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind in drie P’s

De drie P’s verwijzen naar de Engelse termen provision (voorzieningen), protection (bescher-ming) en participation (deelname).

Provision• Overlevingsrechten

Kinderen hebben recht op leven en op een aantal basisbehoeften: een aangepaste levens-standaard, onderdak, voeding en toegang tot medische verzorging.

• OntwikkelingsrechtenWat kinderen nodig hebben om zich volledig te kunnen ontplooien, bijvoorbeeld recht op onderwijs, spel en ontspanning, culturele activiteiten, toegang tot informatie, vrijheid van den-ken en geloof.

Voor Provisierechten kun je ook de uitdrukking gebruiken: Geef-mij-toegang-rechten.

Protection• Beschermingsrechten

Zij wijzen op de nood om kinderen te beschermen tegen alle vormen van mishandeling, verwaarlozing en uitbuiting. Zij omvatten kwesties als bijzondere zorg voor vluchtelingenkinderen, marteling, mishan-deling, betrokkenheid bij gewapende conflicten, kinderarbeid, druggebruik en seksuele uitbuiting.

Voor Protectierechten kun je ook de uitdrukking gebruiken: Bescherm-mij-rechten.

Participation• Inspraakrechten

Zij geven kinderen de kans een actieve rol te spelen in hun gemeenschap en land. Zij omvatten het recht op vrije menings-uiting en het recht een inbreng te hebben in alle zaken die hun leven beïnvloeden. Zo is er ook een recht op gepaste informatie, op privacy, een recht op vereniging en op toegang tot alle media.

Voor Participatierechten kun je ook de uitdrukking gebruiken: Laat-mij-meedoen-rechten.

Art. 39

Art. 40

Art. 42

Page 22: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

22 Mensenrechten en kinderrechtenB De hoofdcategorieën van mensenrechten, plichten en verantwoordelijkheden

Opdracht: Relaties en verbanden tussen kinderrechten a. Maak zeven groepjes. Elk groepje krijgt een van de volgende situaties. b. Welke artikelen uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind worden in

deze situatie niet gerespecteerd?c. Bij welke ‘P’ horen elk van die artikelen?d. In welk land zou dit verhaal zich bijvoorbeeld kunnen afspelen? Waarop baseer je dat

vermoeden?e. Stel jullie situatie en conclusies voor aan de klas.f. Als je alle verhalen naast elkaar legt, ben je dan van mening dat kinderrechten wereld-

wijd goed gerespecteerd worden? Argumenteer je antwoord.g. Wat kun je hier zelf aan doen?

SITUATIE 1Als peuter werd ik nooit ingeënt omdat mijn ouders te ver van het gezondheids centrum woon-den. Ik ben nu acht jaar en heb kinderverlamming.

SITUATIE 2Mijn broers gaan naar de plaatselijke school. Ik ben het enige meisje thuis en moet van mijn ouders helpen in het huishouden. Ik kan dus niet naar school gaan. Ik ben zeven jaar.

SITUATIE 3Ik ben 11 jaar en ga elke dag naar school. Als ik thuiskom, help ik tot ‘s avonds in de winkel van mijn ouders. Dan eet ik, doe de vaat en pas op mijn jongere broer en zus terwijl mijn ouders hun werk in de winkel beëindigen. Als de jongere kinderen naar bed zijn, probeer ik mijn huis-werk te maken, maar meestal ben ik te moe en val ik in slaap.

SITUATIE 4Ik ben 16 jaar en woon in een grote stad. Een man uit mijn straat vertelde me dat ik een hoop geld kon verdienen als ik hem hielp bij de verkoop van drugs. Ik mocht de drug eens uitprobe-ren en sindsdien koop ik mijn voorraad bij hem.

SITUATIE 5Ik ben nu 16 jaar. Toen ik 3 jaar oud was, werd ik geplaatst door de jeugdrechter omdat we thuis heel arm waren en mijn ouders niet goed voor mij konden zorgen. Ondertussen is de situatie thuis terug normaal, maar ik zit nog steeds in een instelling voor jongeren met gedragsproble-men. Ik voel me daar helemaal niet goed en wil terug thuis wonen, maar niemand luistert naar mij.

SITUATIE 6Ik ben 14 jaar en mijn ouders zijn gescheiden. Ik woon een week bij mijn vader en dan weer een week bij mijn moeder. Dat is erg lastig want in de week bij mijn moeder zie ik mijn vrienden niet en kan ik ook niet gaan trainen bij mijn voetbalclub. Het liefst zou ik bij vader gaan wonen, maar ik weet niet hoe dat geregeld moet worden.

SITUATIE 7Op school heeft de leerkracht mijn gsm afgepakt. Hij maakte mij voor de klas belachelijk door enkele van mijn sms-berichtjes voor te lezen. Ik werd woest en gaf de leerkracht een duw. Ik kreeg van de leerkracht een behoorlijk zware straf en de directeur dreigt ermee mij enkele dagen te schorsen.

Page 23: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

233e graad ASO - KSO - TSO

C Uitvoering, naleving en toezicht

Hoe kun je nagaan of mensenrechten echt toegepast worden?

Mensenrechten en kinderrechten opstellen is één zaak, ervoor zorgen dat iedereen ze naleeft een andere. Bovendien is controle onontbeerlijk als je mensenrechten ernstig neemt.

Statistieken over landen

Statistieken kunnen een beeld geven van de mensenrechtensituatie in een land: het inkomen per hoofd van de bevolking, het onderwijsniveau, de levensver wachting, de kindersterftegraad. Zo bestaan er ook vergelijkende percentages van de overheidsuitgaven voor gezondheid, onder-wijs enzovoort, en percen tages van burgers die toegang hebben tot proper water, van het aantal dokters per 1000 mensen, van de kinderen op schoolleeftijd die effectief naar school gaan.

Het voordeel van statistieken is dat ze objectieve gegevens bevatten. En voor bijna alle landen zijn de meeste van die gegevens beschikbaar.

Opdracht: StatistiekenMaak zes groepjes. Elk groepje kiest één land. Zorg ervoor dat elk groepje een land uit een verschillend werelddeel heeft.

a. Verzamel de hierboven opgesomde statistische gegevens. Op internet kun je de vol-gende websites raadplegen: • Website van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI)

met een landenportaal en heel wat links: http://statbel.fgov.be/nl/portalen/

• Website van de Wereldgezondheidsorganisatie: http://www.who.int

• Website van de Verenigde Naties, voor het onderwijs: http://www.cyberschool-

bus.un.org/infonation3/menu/advanced.asp. Via de zoekrobot kun je hier zes landen met elkaar vergelijken, op basis van verschillende gegevens over de bevolking, economie, gezondheid, technologie en leefmilieu. De website is Engelstalig.

• Op de website van het Unesco Institute for Statistics vind je heel wat statistieken over geletterdheid en onderwijs: http://stats.uis.unesco.org

b. Maak een alfabetische lijst van de landen met alle statistische informatie.c. Vergelijk de gegevens in de verschillende kolommen met elkaar. Bijvoorbeeld: hoe ver-

houdt het inkomen per hoofd van de bevolking zich tot de kindersterfte? Hoe verhoudt de levensverwachting zich tot de overheidsuitgaven inzake ge zondheid of tot het aantal dokters per 100 inwoners?

d. Hebben jullie landen ontdekt waar uit de statistische gegevens blijkt dat de mensen-rechten er met de voeten worden getreden?

e. Is het mogelijk voor een land om een relatief goede levensstandaard te hebben maar de grondrechten van burgers te negeren?

Page 24: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

24 Mensenrechten en kinderrechtenC Uitvoering, naleving en toezicht

Mensenrechtenorganisaties

Statistieken ontleden is één manier om het mensenrechtenbeleid van een land te onderzoe-ken. Mensenrechtenorganisaties spelen een belangrijke rol in het toezicht op de naleving van mensenrechten.Ga eens kijken op de website van enkele mensenrechtenorganisaties:

● Amnesty International• Vlaanderen: www.aivl.be

• Internationaal: www.amnesty.org

● Human Rights Watch: www.hrw.org

Zoek op het internet naar andere mensenrechtenorganisaties. De website www.vormen.org kan je hierbij zeker helpen.

Opdracht: MensenrechtenorganisatiesAmnesty International publiceert elk jaar een verslag met landen waarin mensenrechten over-treden worden. Zoek het voorlaatste en recentste jaarrapport op en enkele rapporten over een land of een thema. http://www.aivl.be/wat-we-doen/jaarrapport-2012 of www.amnesty.org/en/

annual-report/2012 of http://files.amnesty.org/air11/air_2011_full_en.pdf

adres: Amnesty International Vlaanderen vzw, Kerkstraat 156, 2060 Antwerpentel.: 03/271 16 16e-mail: [email protected]: www.aivl.be

a. Omschrijf wie of wat Amnesty International is en waarvoor die organisatie staat.b. Welke mensenrechten onderzoekt Amnesty International? Vergelijk met de Universele

Verklaring van de Rechten van de Mens.c. Zijn het vooral landen met een autoritair bestuur die aangeklaagd worden, of ook

rechtsstaten?d. Komt België in een van de jaarrapporten van Amnesty International voor?e. Kies een land uit en ga na of je door vergelijking van de laatste twee jaarboeken van

Amnesty International een verbetering of een verslechtering van een aspect of situatie kunt vaststellen.

f. Vind je informatie (eventueel ook in de media) over acties van de Verenigde Naties om iets aan de schendingen te doen?

g. Wat is het nut of de zin van zo’n rapport? h. Kun je zelf (of de klas samen) iets ondernemen? Is er iemand in de klas die vertrouwd is

met acties van Amnesty International?

ActieLaat je stem horen en doe mee aan een briefschrijfactie van Amnesty International.Wellicht heb je meer effect als je je vrienden, je klas of de hele school hiervoor warm kunt maken?Je kunt zelf aansluiten bij een Amnesty-groep of je hebt nog meer effect als je een Amnesty-groep opricht in je school.

Page 25: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

253e graad ASO - KSO - TSO

Media

De media spelen een grote rol in het bekendmaken van schendingen van mensenrechten. Machthebbers van landen waar de mensenrechten geschonden worden, zullen er alles aan doen om die schendingen niet aan het licht te laten komen. En ook in democratische landen proberen overheden de media te beïnvloeden.Vele journalisten en mensenrechtenactivisten overal ter wereld, ook in Europa, worden nog steeds lastig gevallen, vervolgd en soms zelfs vermoord als zij verslag proberen uit te brengen over schendingen van mensenrechten.

© ZAK

Focus ● Zoek in je verzamelde krantenknipsels of op het internet naar actuele gebeurtenissen die

te maken hebben met schendingen van mensenrechten. ● Over welke landen wordt er bericht? Welke artikelen uit de Universele Verklaring van de

Rechten van de Mens worden geschonden? ● Vind je in de informatie ook namen van mensenrechtenactivisten? Wat is hun rol?

Opdracht: FilmKies samen met je leerkracht een film uit, waarin het thema mensenrechten centraal staat. Enkele tips:

● Cry Freedom (1987, Richard Attenborough) ● In the Name of the Father (1993, Jim Sheridan) ● Ça commence aujourd’hui (1999, Bertrand Tavernier) ● Bloody Sunday (2001, Paul Greengrass)

Je vindt ook een ruime keuze aan films op www.bevrijdingsfilms.bea. Hoe kun je de inhoud van de film in verband brengen met de Universele Verklaring van

de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind? Welke artikels komen erin aan bod?

b. Wat is de rol van de overheid in de film?c. Kun je de problematiek uit de film nog in andere landen terugvinden? Waarop baseer je

je antwoord?

Page 26: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

26 Mensenrechten en kinderrechtenC Uitvoering, naleving en toezicht

Basisinformatie: Hoe worden mensenrechten omgezet in nationale wetten?

Het verschil tussen een verdrag en een verklaring

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is de fundamentele internationale defi-nitie van de mensenrechten. De verklaring is een streefdoel en bevat basisregels. Indien die toegepast worden is de kans groot dat samenleven eerlijk en rechtvaardig verloopt.“Indien die toegepast worden...”, daar draait het precies om. Verschillende landen vinden dat niet alles zomaar toegepast kan worden. De regels worden pas bindend als men ze in een ver-drag giet waarin men formeel overeenkomt om zich aan de bepalingen te houden. Verdragen definiëren de universele rechten ook nauwkeuriger.Verdragen hebben voor de lidstaten een juridisch bindend karakter.

Hoe komen internationale verdragen tot stand?

Wanneer er internationaal een besluit of wet wordt opgesteld, spreken we van een verdrag. Een verdrag is een overeenkomst tussen twee of meer soevereine staten, deelstaten of inter-nationale instellingen. Als een verdrag gesloten wordt tussen twee partners, spreekt men van een bilateraal verdrag. Een verdrag tussen meer dan twee partners is een multilateraal verdrag.

Fase één: er worden onderhandelingen gevoerd, in de regel door de departementen van Buitenlandse Zaken van de betrokken landen.Fase twee: de onderhandelingstekst die aanvaard werd door de betrokken partijen, wordt ondertekend door de bevoegde ministers. Internationale verdragen die totstandkomen via de VN, moeten door een meerderheid van de leden van de Algemene Vergadering worden goedgekeurd.Fase drie: de tekst gaat ter goedkeuring naar het parlement of deelstaatparlementen van de betrokken landen, afhankelijk van wie bevoegd is voor de materie die in de verdragstekst aan de orde is. Fase vier: de verdragstekst moet bekrachtigd worden (in België) door ofwel de koning voor het federale niveau, ofwel door de deelstaatregering. Fase vijf: de tekst wordt aan de bevolking bekendgemaakt (in België door publicatie in het Staatsblad).

Pas daarna krijgt het verdrag een juridisch bindende kracht. Dat wil zeggen dat de betrokken staat de verplichting heeft het verdrag uit te voeren.

Wat heeft voorrang: een internationaal verdrag of de bestaande nationale wetgeving?

In de regel heeft een internationaal verdrag voorrang op de bestaande nationale wetgeving. Nationale wetten of decreten die daarmee in strijd zouden zijn, moeten dus worden aangepast. De burgers mogen zich bijgevolg op de verdragtekst beroepen voor een nationale rechter.

Page 27: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

273e graad ASO - KSO - TSO

Mensenrechteninstrumenten, na 1948

Na de Universele Verklaring van 1948 neemt het aantal mensenrechteninstrumenten steeds meer toe en worden steeds meer verdragen afgesloten:

1948: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)1950: Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (sedert-

dien aangevuld en gewijzigd via 10 Aanvullende Protocollen) (EVRM)1951: Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen (gewijzigd bij het Protocol van 1967)1952: Verdrag over de Politieke Rechten van de Vrouw 1954: Verdrag betreffende de Status van Staatlozen1959: Verklaring van de Rechten van het Kind1961: Europees Sociaal Handvest1965: Internationaal Verdrag inzake het Uitbannen van Alle Vormen van Rassendiscriminatie1966: Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten1967: Europees Verdrag inzake Adoptie van Kinderen1969: Amerikaans Verdrag van de Rechten van de Mens1970: Verklaring van de Rechten van Geestelijke Onvolwaardigen1973: Internationaal Verdrag inzake de Afschaffing en de Bestraffing van de Misdaad van

Apartheid1975: Slotakte van Helsinki (Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa)1979: Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van de Vrouw1981: Afrikaans Charter van de Rechten van de Mens en de Volkeren1983: Islamitische Verklaring van de Rechten van de Mens afgekondigd door de Islamitische

Raad Europese Conventie inzake de Wettelijke Status van Migrantenarbeiders1984: Internationaal Verdrag inzake de Preventie van Foltering en Inhumane of Vernederende

behandeling of straf1985: Internationale Verklaring inzake Basisrechten van Slachtoffers van Misdrijven en

Machtsmisbruik1985: VN-minimumregels inzake Jeugdbeschermingsbeleid, beter bekend als de ‘Bejing

Rules’- code, die model staat voor nationale wetgevers inzake rechten van minderjari-gen verwezen naar de rechtbank

1987: Aanbeveling (RVE) inzake Hulp aan Slachtoffers van Misdrijven en inzake Preventie van Victimisering (Europees Verdrag inzake de Preventie van Marteling en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Straf)

1989: Verdrag inzake de Rechten van het Kind1990: Internationaal Verdrag inzake de Bescherming van Arbeidsmigranten en hun familieleden1992: Resolutie (Europees Parlement) inzake een Europees Charter voor de Rechten van het

Kind1992: Verklaring van Rio over milieu en ontwikkeling1996: Europees Verdrag over de Uitoefening van de Rechten van Kinderen1996: Aanbeveling (RVE) inzake een Europese strategie voor Kinderen.2006: Conventie inzake de Rechten van Personen met een Handicap2006: Internationaal Verdrag inzake de Bescherming van alle Personen tegen gedwongen

verdwijning

(Noot: deze lijst is niet volledig. Er bestaan nog verdragen, protocollen of resoluties die al dan niet werden geratificeerd door België en andere landen.)

Page 28: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

Basisinformatie: Hoe gebeurt de controle op de naleving van mensenrechten?

De Rol van de Verenigde Naties

Volgens het Handvest van de Verenigde Naties, is het bevorderen en aanmoedigen van de men-senrechten een van de kernactiviteiten van de VN (zie ook module 4 over de Verenigde Naties).De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) was daarin een belangrijke eer-ste stap. Het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (1966) een volgende stap. Deze verklaring en de twee verdragen samen worden de Internationale Bull of Human Rights genoemd en zij zijn de belangrijkste mensenrechteninstrumenten.

De Verenigde Naties spelen ook een belangrijke rol in het toezicht op de naleving van de verdragen.

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (United Nations Human Rights Council) volgt de mensenrechtensituatie op in de 193 lidstaten van de VN. Alle lidstaten moeten om de 4 jaar rapporteren over de mensenrechtensituatie in hun land. Ngo’s mogen ook rapporten voorleg-gen over de mensenrechtensituatie. Aan de hand van het overheidsrapport en de rapporten van de organisaties stelt de Mensenrechtenraad vragen aan een delegatie van de betrokken overheid, tijdens een zitting in Genève. Na de zitting formuleert de Mensenraad aanbevelingen voor de lidstaat. Het Belgische ‘Universal Periodic Review’ rapport uit 2011 kun je downloaden onder andere van de website www.gelijkekansen.be.

Dat het toezicht door de Mensenrechtenraad niet kritiekloos verloopt, lees je in volgend artikel:

LeesopdrachtVN-Mensenrechtenraad: onderzoek naar

Israëlische nederzettingenDe VN-Mensenrechtenraad heeft vanavond besloten voor het eerst in zijn geschiede-nis een onderzoek in te stellen naar de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Israël reageerde door het onderzoek “hypocriet” te noemen.De Mensenrechtenraad stemde vandaag in grote meerderheid voor een resolutie die onderzoek beveelt naar hoe de aanwezig-heid van Israëlische nederzettingen op de Westoever de rechten van de Palestijnse bevolking mogelijk schendt. De resolutie werd aangenomen met 36 stemmen voor. Tien landen onthielden zich van stemming en alleen de Verenigde Staten, de belangrijk-ste bondgenoot van Israël, stemde tegen de resolutie.De Israëlische premier Netanyahu betitelde het onderzoek van de Mensenrechtenraad vanavond in een reactie als hypocriet. Vol-gens Netanyahu is het mensenrechtenorgaan van de VN “automatisch in meerderheid

vijandig jegens Israël”. Hij wees erop dat de Mensenrechtenraad in totaal 91 beslissingen heeft genomen en dat 39 daarvan te maken hadden met Israël, terwijl landen als Syrië en Iran bijna nooit worden veroordeeld. De raad “moet zich voor zichzelf schamen”, aldus Netanyahu. De Pakistaanse afgevaardigde, die de resolu-tie had ingediend, stelde dat een onderzoek nodig is omdat het nederzettingenbeleid van Israël volgens hem in strijd is met het internationaal recht. De Verenigde Staten, die Israël in het verleden bekritiseerden om de bouw van nederzettingen op de Westoe-ver, zeiden vanavond bezorgd te zijn over de vooringenomenheid van de Mensenrech-tenraad jegens Israël en stelden dat een on-derzoek een “rechtvaardige en langdurige” vrede tussen Israël en de Palestijnen niet dichterbij brengt. Bron: nrc.nl, Pim van den Dool22 maart 2012

28 Mensenrechten en kinderrechtenC Uitvoering, naleving en toezicht

Page 29: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

293e graad ASO - KSO - TSO

De rol van nationale en internationale rechtbanken

De belangrijkste controle op de naleving van de mensenrechtenverdragen gebeurt door de nationale rechterlijke macht. Die is verplicht de internationale verdragsbepalingen toe te pas-sen en er voorrang aan te geven boven de nationale wetgeving. Wanneer men in eigen land alle rechtsmogelijkheden heeft doorlopen, kan men zich wenden tot een internationale rechtbank.Zo is er het Europees Hof van de Rechten van de Mens, dat gevestigd is in Straatsburg. Dit Hof baseert zijn uitspraken op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Dit verdrag is bindend voor alle 47 lidstaten van de Raad van Europa. Indien burgers menen dat hun rechten voortkomend uit het EVRM door hun overheid worden geschaad, kunnen ze een procedure aanspannen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De uitspraken van het Hof zijn bindend en definitief: noch de klagende partij noch de aangeklaagde partij kan in beroep. Verder is, indien een lidstaat in het ongelijk wordt gesteld, de lidstaat verplicht alles te doen om te voorkomen dat de geconstateerde schending in de toekomst nog eens voorkomt. Het Hof bestaat uit 47 rechters, één uit elke lidstaat van de Raad van Europa.

Te vaak in vergeetputEUROPEES HOF VEROORDEELT BELGIË Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft België veroordeeld voor zijn verantwoordelijkheid in de zelfmoord van Tom DC. De man was geestesziek maar werd in een gewone gevangenis opgeslo-ten. Volgens het Europees hof moet een geïnterneerde altijd een therapeutische behandeling krijgen. ‘Het arrest is een bevestiging van iets waar we op het werkveld al jaren op aandringen’, zegt Henri Heimans, raads-heer bij het Gentse hof van beroep en voorzitter van de Gentse Commissie ter Bescherming van de Maatschappij die toezicht houdt op de geïnterneerden. ‘Geïnterneerden hebben een behandeling nodig, maar belanden veel te vaak in de vergeetput van de gevangenis.’ Twee jaar voor zijn dood, werd de drugsverslaafde Tom gearresteerd op verdenking van dief-stal. Het Belgische gerecht oordeelde dat hij handelde in een staat van zware gees-tesgestoordheid en dat hij geïnterneerd moest worden. Volgens psychiaters leed hij aan paranoïde schizofrenie waardoor hij geen controle had over zijn daden.Tom DC werd behandeld in het Psychi-atrisch Centrum Sleidinge. ‘Dat verliep goed zodat hij na een tijdje mocht over-schakelen op ambulante therapie’, zegt advocate Anne De Clerck.De man ging op een kamer in het Gentse wonen. Toen hij in 2001 niet opdaagde bij zijn therapie werd hij zonder medeweten van zijn ou-

ders naar de gevangenis gebracht. Daar kwam hij niet terecht op de psychiatri-sche afdeling, maar deelde hij een cel met drie andere gevangenen. Na een geweld-dadige aanvaring met een van hen, werd hij afgezonderd in een individuele cel waar hij zich na enkele dagen verhing.Volgens advocate Anne De Clerck is het de eerste keer dat België zo duidelijk veroordeeld wordt. ‘Dit is een precedent voor de ruim duizend geïnterneerden in Belgische gevangenissen’, zegt ze. In België zijn er ongeveer 4.000 geïnter-neerden, waarvan meer dan een kwart in de gevangenis zit. Enkele gevangenissen hebben psychiatrische afdelingen, maar die zijn overvol. ‘In een psychiatrische vleugel is er wel elementaire zorg, toch krijgt bijna geen geïnterneerde in een Bel-gische gevangenis een afdoende behande-ling’, zegt Henri Heimans. ‘Dit arrest van het Europees hof heeft daarom een grote morele waarde.’Toch is het volgens hem niet zo dat door het arrest geïnterneer-den massaal zullen worden vrijgelaten als er niet voldoende psychiatrische bedden zijn. ‘Met de commissie moeten wij altijd de afweging maken tussen de veilig-heid van de samenleving en het recht van gedetineerden. Het is een dagelijks dilemma.’

Bron: De Standaard, Eline Bergmans08 december 2011

Page 30: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

30 Mensenrechten en kinderrechtenC Uitvoering, naleving en toezicht

Tot slot is er ook controle op de naleving van mensenrechten mogelijk via klachten

Particulieren kunnen staten aanklagen voor vermeende schendingen van hun rechten, als eerst alle nationale kanalen zijn doorlopen. Ze kunnen daarvoor aankloppen bij een aantal VN-commissies: de Commissie voor de Mensenrechten, de Commissie voor de uitbanning van Rassendiscriminatie, de Commissie voor de uitbanning van Vrouwendiscriminatie en de Commissie ter voorkoming van Foltering. Bij het VN-kantoor in Genève staat dag en nacht een faxlijn open waarop men schendingen kan melden. Het nummer is 00 41 22 917 0092. De klacht wordt dan doorgestuurd naar de geëigende VN-organen, die de klacht zal onderzoeken en er nadien een oordeel over zal vellen. Die oordelen kunnen echter niet opgelegd worden aan de staten: het zijn alleen aanbevelingen. Er bestaat immers (nog) geen supranationaal orgaan om een staat te dwingen die uitspraken ook toe te passen.

Page 31: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

313e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie: Hoe kun je mensenrechten juridisch afdwingen?

Volgende tekst geeft drie manieren waarop je als burger de naleving van rechten kunt proberen op te eisen.Lees ze in de tekst na en ga op zoek naar voorvallen die deze voorbeelden illustreren.

Beloofd is beloofd

Hoe kan men mensenrechten afdwingbaar maken en zorgen dat ze worden toegepast?Hoe kan men controleren of ze worden toegepast?

1. De staat moet verslag uitbrengen.Internationaal worden verdragen gesloten om de mensenrechten beter te doen respecteren. Vb. VN–verdragen over burgerlijke en politieke rechten, over sociale en economische rechten, over de rechten van het kind.Een staat, een regering kan beloven om regelmatig verslag uit te brengen over hoe het met de mensenrechten in haar land gesteld is, welke vooruitgang er geboekt werd.Een commissie kan nagaan of dat klopt en eventueel suggesties doen hoe het nog beter kan.Burgers uit dat land kunnen aan die commissie laten weten wat er niet in orde is, de commissie kan daar dan meer specifiek naar kijken.

2. Een internationale commissie stelt een verslag op.Internationale instanties kunnen op eigen initiatief een speciale commissie instellen om na te gaan welke schendingen werden gepleegd (bijvoorbeeld: Europees Comité tegen Foltering), of ze wijzen een speciale verslaggever aan die expert is op een heel specifiek terrein (bijvoor-beeld racisme).De burger kan dan aan deze instantie informatie overmaken: zelfs al signaleert men alleen maar individuele gevallen, naar aanleiding hiervan kan men dieper graven naar wat er precies aan de hand is.

3. Een nationale of internationale rechtbank kan oordelen. Bepaalde internationale verdragen zijn juridisch bindend. In sommige gevallen is het mogelijk zijn recht af te dwingen via een nationale rechtbank. In andere gevallen is een internationale rechtbank opgericht. Meestal heeft men tot deze laatste slechts toegang nadat men in eigen land alle mogelijkheden via de rechtbank heeft doorlopen. Bijvoorbeeld het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

Zeer zware misdrijven zoals oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en geno-cide (volkerenmoord), kunnen al in het land zelf veroordeeld worden. Daarnaast heeft de VN enkele malen na een belangrijk conflict een internationale rechtbank ingesteld. Zo zijn er de VN-tribunalen inzake Rwanda en ex-Joegoslavië. Sinds enkele jaren is er nu een permanent Internationaal Strafhof (in Den Haag) van kracht. Niet alle landen hebben dit echter erkend of werken eraan mee. Ons land wel, de VS niet bijvoorbeeld.

Page 32: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

32 Mensenrechten en kinderrechtenD Participatiemogelijkheden voor jongeren

D Participatiemogelijkheden voor jongeren

Participatie op school

Opdracht: Mensenrechten in het onderwijsa. Zoek in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal

Verdrag inzake de Rechten van het Kind de passages op die betrekking hebben op onderwijs.

b. Vind je dat het onderwijs in deze school beantwoordt aan de gestelde normen? Wordt de discipline op school gehandhaafd op een wijze die verenigbaar is met de menselijke waardigheid? Wordt er eerbied voor de mensenrechten bijgebracht? Is er een leerlin-genraad op school?

c. Hoe is het gesteld met het onderwijs in Vlaanderen in het algemeen? Wat is gerea-liseerd, wat niet? Is het onderwijs in Vlaanderen bijvoorbeeld gratis? Wat denken je ouders daarvan?

Actie Op school breng je heel wat van je tijd door. Welke participatierechten heb je op school? Zou je je beter voelen als er dingen anders georganiseerd waren? Heb je al eens stilgestaan bij de idee dat je als jongere mis-schien ook recht op inspraak hebt in de school? Hoe kunnen jongeren deelnemen aan het schoolbeleid? Bestaan er officiële inspraakorganen? Is er een leerlingenparlement? Onderzoek de participatiemogelijkhe-den die je hebt of zou willen hebben in de school en stel een strategie op om deze te verwezen lijken.

Sing for the climate

Vlaa

mse

Sch

olie

renk

oepe

l

Page 33: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

333e graad ASO - KSO - TSO

Sport & Recreatie

Racisme & Pesten op school

Cultuur

Verder studeren & Tewerkstelling

Lokalen &Huisvesting

Gezondheid & Voeding

Informatie & InspraakEuropa &

de Derde WereldMilieuvriendelijke school

Veiligheid

Opdracht: Simulatiespela. Maak groepjes. De grootte is afhankelijk van het aantal leerlingen in de klas. Kies per

groepje vijf rubrieken uit de onderstaande lijst waarvan je vindt dat de school er hoogst-dringend iets aan moet doen.

b. Omschrijf concreet wat de school zou moeten doen.c. Denk na over voldoende argumenten om straks jullie beleidsplan te verdedigen.d. Want... alle groepen samen moeten het schoolbeleid bepalen. Elk groepje verdedigt zijn

voorstellen in een algemene vergadering, een zogenaamde leerlingenraad. e. Er kunnen slechts een beperkt aantal rubrieken (drie of vier) gerealiseerd worden,

bijvoorbeeld wegens budgettaire beperkingen. Geraken jullie het eens over welke rubrieken de voorrang moeten krijgen? En waarom?

RUBRIEKEN

Terugblik a. Was het moeilijk om tot overeenstemming te komen? b. Hielden jullie in het beleidsplan rekening met alle jongerengroepen of gingen jullie

vooral uit van jullie eigen interesses? c. Hielden jullie bij het bepalen van de prioriteiten rekening met de grondrechten van elke

mens?d. Vergelijk eventueel met de ingevulde verwachtingenlijst. De leerkracht kan je een voor-

beeld geven. Zou je andere beleidsopties genomen hebben als je die lijst vooraf had kunnen inkijken?

Page 34: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

34 Mensenrechten en kinderrechtenD Participatiemogelijkheden voor jongeren

Informatie

De Vlaamse Scholierenkoepel

De Vlaamse Scholierenkoepel is de koepel van leerlingenraden in Vlaanderen en de offici-eel erkende spreekbuis van de scholieren. VSK verdedigt de belangen van alle scholieren in Vlaanderen zonder onderscheid van cultuur, ras, geslacht of levensbeschouwing. VSK vertolkt de mening van de scholieren over onderwijs en hiermee verband houdende maatschappelijke ontwikkelingen. De site van de VSK biedt informatie over de rechten van scholieren, activiteiten en ervaringen van leerlingenraden. Je kunt lid worden van de VSK. Lid worden is gratis.Vlaamse Scholierenkoepel, Bolwerksquare 1A - bus 9, 1050 Brussel. Tel. 02 894 74 70, [email protected]

http://www.scholierenkoepel.be

Het Kinderrechtencommissariaat en de Klachtenlijn

Het Kinderrechtencommissariaat werd opgericht door het Vlaams Parlement. Het kijkt of het kinderrechtenverdrag in Vlaanderen door iedereen wordt nageleefd en het verdedigt de rechten van kinderen en jongeren. Het Kinderrechtencommissariaat geeft advies aan het parlement en aan de andere overheden over zaken die voor kinde-ren en jongeren belangrijk zijn, over wat fout loopt, over wetten en regels die ontbreken of moeten veranderen.

Als je je niet correct behandeld voelt en je hebt een klacht over je rechten, dan kun je terecht bij De Klachtenlijn.

Soms kan er iets fout lopen op je school, in de sportclub, in je buurt, in de jeugdbeweging, in de jeugdzorg, in de hulpverlening,... Of je voelt je slecht behandeld door een overheidsdienst. Je zocht overal hulp maar het probleem raakt niet opgelost. Dan kun je bellen, mailen, schrijven of surfen naar de Klachtenlijn.

Zit je vast? Contacteer dan de KlachtenlijnKlachtenlijn van het Kinderrechtencommissariaat, Leuvenseweg 86, 1000 Brussel. Tel. 0800 20 808 Bellen kan van maandag tot vrijdag van 13u tot 16u en op dinsdagavond van 18u tot [email protected]

www.kinderrechten.be

Page 35: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

353e graad ASO - KSO - TSO

Participatie in je vrije tijd

Opdracht: De werking van de jeugdraad

Basisinformatie

De jeugdraad

Elke Vlaamse gemeente is decretaal verplicht om een jeugdraad te hebben.

Een jeugdraad kan advies verstrekken over alles wat jongeren aangaat en wat hij belangrijk vindt: gemeentelijke steun aan jeugdverenigingen, een voorstel om een ontmoetingsruimte voor jongeren in te richten, het sluitingsuur voor fuiven maar ook maatregelen om de ver-keersveiligheid te bevorderen, het milieu te beschermen enzovoort. Daarnaast organiseren veel jeugdraden ook eigen initiatieven, zoals popfestivals en spelactiviteiten.Jeugdwerkbeleid, jeugdwelzijn en gemeentelijke infrastructuur zijn belangrijke domeinen voor jongeren. Het bewaken van de participatiemogelijkheden van de jeugd vormt daarbij een van de belangrijkste taken van de jeugdraad.In een jeugdraad zitten meestal een aantal vertegenwoordigers van de jeugdverenigingen, samen met individuele geïnteresseerde jongeren uit het jeugdwerk.Een aantal jeugdraden legt ook de link met het onderwijs door vertegenwoordigers van leerlingen- raden in hun rangen op te nemen. Jeugdraden die de link leggen met onderwijs bereiken op die manier ook niet-georganiseerde jongeren.

Het gemeentebestuur moet advies vragen aan de jeugdraad over die punten waar voor de jeugdraad bevoegd is. Als het advies niet gevraagd wordt en er een definitieve beslissing van de gemeenteraad is, kan de jeugdraad klacht indienen bij het provinciebestuur. Dat kan vervol-gens de beslissing van de gemeenteraad nietig verklaren. Het gemeentebestuur is niet alleen verplicht advies te vragen. Als het gemeentebestuur het advies van de jeugdraad niet volgt, dan moet het een gemotiveerd antwoord geven aan de jeugdraad.

Doorgaans bestaat de jeugdraad uit een algemene vergadering, een dagelijks bestuur en werkgroepen. De algemene vergadering omvat alle leden van de jeugdraad. Ze legt de grote krachtlijnen van de werking vast, evalueert de werking van het dagelijks bestuur en bekrachtigt zijn beslissingen.

Jongeren die geïnteresseerd zijn om in de jeugdraad van de eigen gemeente mee te werken, kunnen het contactadres opvragen bij de gemeentelijke jeugddienst, of als die er niet is, op het gemeentehuis.

Page 36: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

36 Mensenrechten en kinderrechtenD Participatiemogelijkheden voor jongeren

Opdracht: De jeugdraadAcht jongeren spelen de leden van de jeugdraad. Je krijgt 40 minuten om de agenda van de vergadering af te werken. Op de agenda staan twee punten:

a. De verdeling van de jaarlijkse basissubsidies voor de jeugdorganisaties. Het budget bedraagt € 3520.

b. Het opstellen van criteria voor de aanwerving van een jeugdconsulent: diploma, beroep-servaring, leeftijd, andere.

De rest van de klas observeert het gesprek en de wijze waarop de beslissingen genomen wor-den. Zij stellen een kort verslag op dat zij in de resterende tijd nog even toelichten.

Terugblika. Hoe verliep de vergadering technisch en inhoudelijk? Gestructureerd of rommelig, sterk

geleid of democratisch, ‘to the point’ of voortdurend afwijkend?b. Hoe werden standpunten verwoord en verdedigd?c. Hoe werden de beslissingen genomen: bij consensus, bij stemming, door enkelen, door

één lid?

Informatie

KARUUR vzw

De vzw Karuur heeft als doel de participatie van jeugdraden, kinderen en jongeren aan het lokale beleid te versterken.

Karuur ondersteunt jeugdraden in hun rol van adviesorgaan binnen het lokale beleid. De ver-eniging beantwoordt vragen, geeft vorming en begeleiding. Ze geeft ook een nieuwsbrief uit.

Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met deze organisatie op volgend adres :

KARUUR vzw Sainctelettesquare 19 1000 Brussel 02 21 061 90 [email protected]

www.karuur.be

Page 37: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

373e graad ASO - KSO - TSO

Informatie voor jongeren

JIP is een jongereninformatiepunt waar jongeren op een vlotte manier informatie kunnen krij-gen over alles wat hen aanbelangt. Een JIP is ingebed in een gemeentelijke jeugddienst of in een Jongeren Adviescentrum (JAC - www.jac.be). Jongeren krijgen er informatie aangebo-den die toegankelijk, objectief, actueel en betrouwbaar is. Ga na of er in jouw gemeente een jongereninformatiepunt is. Kijk ook op

www.jeugdinfotheek.be

www.jongerengids.be

www.allesoverjeugd.be

JINT

JINT vzw stimuleert en ondersteunt internationale samenwerking van jongeren en jeugdorganisaties.JINT is het Agentschap in België voor de uitvoering van het Europese subsidieprogramma Jeugd in actie of Youth in Action.

‘Youth in Action’ wil de participatie van jongeren in het openbare leven aanmoedigen en hun gevoel voor initiatief, ondernemingszin en creativiteit stimuleren. Het programma ondersteunt projecten voor jongeren, groepen jongeren en organisaties die actief zijn in jeugdwerk. Het is bestemd voor jongeren van 15 tot 28 jaar. Het programma heeft bijzondere aandacht voor kansarme jongeren en jongeren met een handicap.Meer informatie over Jeugd in Actie vind je op http://europa.eu/legislation_summaries/

education_training_youth/youth/c11080_nl.htm

Geïnteresseerde jongeren kunnen contact opnemen met:

JINT vzwGrétrystraat 26, 1000 BrusselTel. 02/209 07 [email protected]

www.jint.be

Page 38: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

38 Mensenrechten en kinderrechtenE Samenvatting Module 1

E Samenvatting Module 1

Volgende basisinformatie zou je na het doorlopen van deze module moeten beheersen:

* mensenrechten en kinderrechten

* rechten zijn gekoppeld aan plichten

* mensenrechten zijn onderling afhankelijk, ondeelbaar en universeel

* het onderscheid tussen een verdrag en een verklaring

* algemene stappen bij het totstandkomen van internationale verdragen

* de controle op de naleving van mensenrechten

* de drie generaties van mensenrechten

* de drie P’s-indeling van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind

* algemene gelijkenissen en verschilpunten tussen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind

* het belang van participatie van jongeren

1

2

3

4

Page 39: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

393e graad ASO - KSO - TSO

Module 2 Democratie en rechtsstaat

Page 40: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

40

Modu

le 2

Democratie en rechtsstaat

Inleiding

Daniel Defoe was een Londense handelsman uit de achttiende eeuw (1660-1731) die Europa had bereisd. Hij schreef in 1719 “The Life and Strange Surprising Adventures of Robinson Crusoe” en verplaatste zich daarbij in een zeeman op een verlaten Caraïbisch eiland. Zijn – in de ikvorm – geschreven verslag van een schipbreukeling wordt beschouwd als de eerste Engelse roman.Schipbreukeling Robinson Crusoë is een heroïsch figuur: hij bezet zijn eiland 28 jaar, 2 maan-den en 19 dagen, en slaagt erin om – geholpen door een handvol aangespoeld materiaal en een flinke dosis ondernemingsgeest – de wildernis te veranderen in een paradijselijke kolonie. Daarover wilde de opkomende middenklasse, die het grootste deel van het achttiende-eeuwse lezerspubliek vormde, graag lezen.

Op het eerste gezicht had Robinson Crusoë het gemakkelijk. Hij leefde helemaal alleen op zijn eiland en kon zijn leven inrichten zoals hij dat zelf verkoos. Hij hoefde met niemand rekening te houden. Maar na een paar hoofdstukken kreeg Crusoë gezelschap van een wilde, die hij Vrijdag noemde. En kijk, of hij nu wilde of niet, de eenzame man op zijn verlaten eiland maakte van dan af deel uit van een samenleving met twee. En er ontstonden regels en afspraken tussen Robinson en Vrijdag. Robinson was de leider, Vrijdag de trouwe dienaar.

Samenleven veronderstelt regels, ongeacht of die billijk zijn of niet. Zonder regels is een groep mensen alleen maar een menigte. Daarmee raak je de essentie van het samenleven. Maar dan beginnen de problemen: welke doelen streven we met die regels na? Wat moeten die regels inhouden? Wie stelt ze op? Gelden ze voor iedereen? Wat gebeurt met de overtreders van de regels? We leven in een rechtsstaat waarin het samen leven geordend is volgens rechtsregels. Dat is het thema van deze module.

Page 41: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

41

Modu

le 2

3e graad ASO - KSO - TSO

In deze module leer je over:

A

B

C

D

E

F

G

H

Focus Verzamel al enkele weken voordat jullie rond de module gaan werken in de media (geschreven pers, radio, tv, internet) informatie over:

● democratische en autoritaire staten; ● grondwet en grondwetswijzigingen; ● politiek en publiek debat over een bepaald wetsont werp of -voorstel; ● de drie machten: wetgevend, uitvoerend, rechterlijk; ● persvrijheid.

Maak met elkaar een aantal afspraken over: ● de bronnen en wie ze bijhoudt; ● de thema’s waarrond jullie informatie willen verzamelen; ● hoe het materiaal bijgehouden wordt (mappen, kern woorden enzovoort) zodat het

gemakkelijk toegankelijk is; ● de timing.

Democratie als waarborg voor de rechtsstaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42

De Grondwet: neerslag van afspraken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46

De regels worden door de meerderheid vastgelegd . . . . . . . . . . . . . . . . . 48

De Belgen zijn gelijk voor de wet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

De scheiding der machten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 551. Het parlement is de wetgevende macht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .572. De regering is de uitvoerende macht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .593. De rechterlijke macht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61

Zonder persvrijheid geen democratische rechtsstaat . . . . . . . . . . . . . . . . 66

Alle macht gaat uit van de natie: democratie versus autoritaire staat . . . . . . . 72

Samenvatting Module 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76

Page 42: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

42 Democratie en rechtsstaatA Democratie als waarborg voor de rechtsstaat

A Democratie als waarborg voor de rechtsstaat

Gesprek

Wanneer je alleen thuis bent en tv kijkt, kun je naar willekeur zappen. Je moet met niemand rekening houden. Als broer of zus meekijken wordt dat al moeilijker. En wanneer pa en ma zich ook voor de tv neervlijen is het hek van de dam. Daar gaat je vrijheid.Daarom worden in veel gezinnen rond tv-kijken afspraken gemaakt. En nu wordt het pas moeilijk. Waarop steunen die afspraken? Heeft men bepaalde doelstellingen? Wie stelt de regels op? Gelden die voor iedereen of hebben sommige huisgenoten voorrechten? Kunnen de afspraken gewijzigd worden? Wat gebeurt er indien iemand zich niet aan de af spraken wil houden? Allemaal vragen waarop een antwoord moet komen. Probeer het thuis maar eens te organiseren en je zult gauw merken dat je er niet zo snel uitkomt.

Opdracht: Tot een afspraak komenProbeer dit even: je hebt met de klas een wedstrijd gewonnen en € 500 ontvangen. Die mag je vrij besteden aan een uitstap, aan een theatervoorstelling, aan de verfraaiing van het klaslokaal enzovoort. De enige voorwaarde is dat iedereen ermee akkoord moet gaan. Je krijgt met de hele klas 10 minuten om tot een afspraak te komen.

Terugblik a. Zijn jullie tot een afspraak gekomen?b. Wie had de meeste invloed? Diegene die het hardst riep?c. Organiseerde je een stemming? Waarom wel of niet?d. Tot welke afspraken kwamen jullie?e. Was het mogelijk om tot afspraken te komen die iedereen ‘billijk’ vindt, dat wil zeggen

waarmee iedereen kan leven?f. Was dat nu een democratische beslissing? Waarom wel of waarom niet? Misschien

moet je eerst nog eens duidelijk verwoorden wat jullie onder ‘democratisch’ verstaan.

Snel zal duidelijk worden dat overeenkomen uiterst moeilijk is want ieder heeft zijn of haar voorkeur. Misschien krijg je de indruk dat iedereen zijn of haar eigenbelang verdedigt. In dit voorbeeld gaat het om vrij onschuldige zaken en toegevingen doen om de groepsgeest niet te storen is niet zo moeilijk. Wanneer het echter om mensenrechten gaat, raakt men het diepste van de mens en hier overeenstemming bereiken is niet gemakkelijk.

Samenleven met honderden, duizenden of miljoenen mensen in een staat is nog veel moeilij-ker dan € 500 besteden of een avondje het tv-programma samenstellen. Voortdurend moeten afspraken worden gemaakt en herzien. De afspraken moeten rechtvaardig zijn, iedereen moet gelijk worden behandeld.

Page 43: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

433e graad ASO - KSO - TSO

Meestal gaat men ervan uit dat in een democratie de rechten van de mens gerespecteerd wor-den en zo’n democratie noemt men dan ook een rechtsstaat.

Basisinformatie: Wat is een democratische rechtsstaat?

Democratie en rechtsstaat zijn twee begrippen die vaak samen gebruikt worden. Toch is er een verschil.

Een rechtsstaat is een staatsstructuur waarin de burgers beschermd worden tegen willekeur van de overheid. In een rechtsstaat bestaan er rechtsregels die zowel gelden voor de burgers als voor de machthebbers zelf. Niemand staat boven de wet en de wet geldt voor iedereen. De overheid mag geen discriminerende wetten maken of uitvoeren. De rechtsregels zijn ook voldoende duidelijk en precies, en worden behoorlijk bekend gemaakt. Zo weet iedereen waaraan zich te houden, want geheime of onduidelijke regels kunnen leiden tot willekeur.

Tot slot kan de toepassing van de rechtsregels afgedwongen worden voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

Het woord democratie komt van het Griekse démos = volk en kratein = regeren, en bete-kent zoveel als ‘het volk regeert’. In de praktijk worden er vrije verkiezingen gehouden om volksvertegenwoordigers aan te duiden en die volksvertegenwoordigers beslissen over de rechtsregels. De beslissingen moeten genomen worden door een meerderheid, maar met res-pect voor minderheden.

Beslissingen genomen door een meerderheid, kunnen in strijd zijn met de rechtsstaat. Wanneer bijvoorbeeld een meerderheid van de bevolking (van de volksvertegenwoordigers) wenst dat er draconische maatregelen genomen worden om terrorisme te bestrijden maar daardoor een aantal mensenrechten geschonden worden (bijvoorbeeld verdachten zonder vorm van proces in de gevangenis stoppen). Dat mag dan een meerderheidsbeslissing zijn, maar ze druist wel in tegen de principes van de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten. “De meer-derheid beslist” is dus niet voldoende in een democratische rechtsstaat.

Om van een democratische rechtsstaat te kunnen spreken moeten vijf voorwaarden worden vervuld:

1 De regels beschermen de mensenrechten en de politieke en burgerlijke vrijheden van iedereen zonder onderscheid.

2 De regels worden door de meerderheid vastgelegd.3 De regels worden altijd toegepast zonder enige vorm van willekeur, iedereen is gelijk

voor de wet.4 De burgers kunnen controleren of de regels toegepast worden. Iedereen moet zich kun-

nen informeren en controleren of de regels worden toegepast en iedereen moet er vrij zijn mening over kunnen geven.

5 De toepassing van de regels kan afgedwongen worden voor onpartijdige en onafhanke-lijke rechtbanken.

Page 44: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

44 Democratie en rechtsstaatA Democratie als waarborg voor de rechtsstaat

We bekijken elke voorwaarde van nabij:

“De regels beschermen de mensenrechten en de politieke en burgerlijke vrijheden van

iedereen.”

Het recht op privacy, het recht op meningsuiting, het recht om je aan te sluiten bij een vereni-ging enzovoort zijn fundamentele rechten van alle mensen die zo belangrijk zijn dat ze in de Grondwet staan en in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Een overheid mag geen regels maken die deze rechten schenden.

“De regels worden door de meerderheid vastgelegd.”

Wat is de meerderheid? In de westerse parlementaire democratieën werkt men weinig met referenda en volksraadplegingen. De meerderheid komt er tot stand door verkiezingen (van vertegenwoordigers) in een parlement. Die verkiezingen moeten vrij en eerlijk georganiseerd worden. De meerderheid bepaalt de regels of kan de regels ook veranderen.

“De regels worden altijd toegepast zonder enige willekeur.”

Elke burger is gelijk voor de wet. Nu eens de regels toepassen en dan weer niet, dat kan niet. De burgers moeten rechts zekerheid hebben en weten dat de regels altijd op dezelfde wijze voor iedereen gelden. Alle afgesproken regels gelden voor alle burgers en er mogen geen regels gemaakt worden die (minderheids)groepen discrimineren.

“Het toepassen van de regels kan door de burgers gecontroleerd worden.”

Indien de burgers de toepassing van de regels niet kunnen controleren en opeisen dan is willekeur mogelijk en kan er van gelijkheid onder de burgers geen sprake zijn. Daarom is het belangrijk dat er openbaarheid is, dat burgers steeds kunnen weten welke beslissingen door wie werden genomen en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering.

“Het toepassen van de regels kan door de burgers afgedwongen worden voor onafhankelijke

en onpartijdige rechtbanken.”

De afdwingbaarheid van regels is essentieel. De overheid moet gedwongen kunnen worden haar eigen rechtsregels na te leven. Daarvoor moet de burger zeker zijn van een eerlijke rechts-gang met rechters die onafhankelijk staan van andere overheden en onpartijdig recht spreken.

Page 45: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

453e graad ASO - KSO - TSO

Focus Hiervoor werden vijf voorwaarden voor een democratische rechtsstaat opgesomd. Is in België iedere voorwaarde vervuld? Je mag met ja of neen antwoorden. Beter is een meer genuan-ceerd antwoord te formuleren en je antwoord te staven met voorbeelden uit de artikels en berichten die je verzameld hebt. Maak de oefening eerst in kleine groepjes, vergelijk dan met de meningen in de grote groep.

1 De regels beantwoorden aan wat de overgrote meerderheid billijk vindt.2 De regels worden door de meerderheid vastgelegd.3 De regels worden altijd toegepast zonder enige vorm van willekeur.4 De regels kennen geen uitzonderingen, discriminatie kan niet.5 De toepassing van de regels moet door de burgers gecontroleerd kunnen worden.

Terugblik a. Is België een democratische rechtsstaat? Probeer tot een genuanceerd besluit te

komen.b. Formuleer enkele bedenkingen die tijdens het maken van de oefening bij je opgekomen

zijn.

Page 46: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

46 Democratie en rechtsstaatB De Grondwet: neerslag van afspraken

De Grondwet: neerslag van afsprakenB

De basisprincipes van onze democratische rechtsstaat zijn vastgelegd in de Grondwet. De Grondwet behandelt verschillende fundamentele kwesties: hoe functioneren de instellingen? Hoe is de macht verdeeld? Welke waarden willen we verdedigen? Welke grondrechten hebben burgers?

Focus Ga na of het verzamelde mediamateriaal ook informatie bevat over de Grondwet.

a. Op welke wijze komt de Grondwet ter sprake? Met andere woorden: wil men de Grondwet wijzigen of verwijst men naar de Grondwet om bepaalde rechten te behouden of af te dwingen? Zoek van beide een voorbeeld.

b. Komen ook het Grondwettelijk Hof en de Raad van State ter sprake? Kun je uit de infor-matie afleiden wat de rol van deze instellingen is?

Opdracht: De rondwet Bekijk de Grondwet, bijvoorbeeld op internet: Via www.belgium.be geraak je op http://www.senate.be/doc/const_nl.html voor de tekst van de Belgische Grondwet of via www.vlaamsparlement.be.

a. Hoeveel artikelen bevat de Grondwet?b. Maak een indeling volgens de

thema’s die ter sprake komen.

c. Kies een artikel uit de Grondwet en vertaal dit naar het dage-lijkse leven.

d. Wat is je algemene indruk van de Grondwet?

“Constitution de la patrie” (allegorie): te bewonderen in de Senaat

Page 47: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

473e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie: Wat is de Grondwet?

In een democratische rechtsstaat zijn regels nodig die beantwoorden aan het rechtvaardig-heidsgevoel van alle mensen en die conform zijn aan de rechten van de mens.De Grondwet vormt de basis om een democratische rechtsstaat mogelijk te maken.

In een Grondwet worden twee belangrijke zaken vastgelegd:1 de democratische vrijheden en rechten van de burgers;2 de staatsstructuur, dus hoe het land georganiseerd en bestuurd moet worden.

De Grondwet bevat hierover alleen de algemene principes. Meer concrete regelingen worden in wetten uitgewerkt, die uiteraard in overeenstemming moeten zijn met de Grondwet.

Niet alle landen hebben een geschreven Grondwet. De Angelsaksische landen hebben meerdere basiswetten, die dezelfde functie vervullen als de Grondwet in landen met een Franse-Revolutie traditie.

De Belgische Grondwet bevat 198 artikels: ● Artikel 8 tot 32: de Belgen en hun rechten ● Artikel 33 tot 166: de staatsmachten ● Artikel 167 tot 198: het grondgebied, buitenlandse betrekkingen, financiën, de gewa-

pende macht, de herziening van de Grondwet.

Omdat de Grondwet de basisprincipes van het land bevat, kan ze niet om de haverklap gewij-zigd worden. Er zijn strenge procedures vast gelegd (zie artikel 195 van de Grondwet). Zo wordt een herziening van Grondwet maar aangenomen met een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen in het parlement.

Actie Vergelijk de Grondwet met een schoolreglement:

a. Wie stelt de regels op?b. Bevat het reglement vooral rechten of plichten?c. Als je de school zou vergelijken met een minisamenleving, zou dit dan een rechtsstaat

zijn? (Vergelijk met de vijf voorwaarden, pagina 43-44)d. Zijn er regels die je zou willen toevoegen of schrappen? e. Werk een strategie uit om het schoolreglement op te stellen en om het samenleven op

school meer democratisch te laten verlopen.

Page 48: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

48 Democratie en rechtsstaatC De regels worden door de meerderheid vastgelegd

De regels worden door de meerderheid vastgelegdC

Iedere wet die in het Staats blad verschijnt steunt op een meerderheid in het parlement. Dat is dus niet het probleem. Moeilijker is de vraag: hoe komt men tot een meerderheid? Wetten maken is een langzaam proces. Dit zal je trouwens zelf reeds onder vonden hebben bij vorige opdrachten waar jullie samen met leraars tot afspraken moesten komen. Wetten komen tot stand onder invloed van de uitslag van de verkiezingen, de coalitievorming, acties van druk-kingsgroepen en de media, de publieke opinie die plots op grote schaal naar voren komt.

FocusZoek in de verzamelde informatie op:

a. Welke politieke partijen vormen op dit moment de meerderheid in het federale parle-ment en in het Vlaams Parlement?

b. Welke wetsvoorstellen en/of -ontwerpen zijn momenteel hangende in het federale par-lement of welke voorstellen en/of ontwerpen van decreet in het Vlaams Parlement? Beschrijf kort de inhoud. Wie is de indiener, wat is de motivering, wie zijn de voor- en/of tegenstanders?

c. In welke fase bevinden de voorstellen of ontwerpen zich?d. Welke groepen (drukkings- en belangengroepen) oefenen druk uit om het voorstel of

ontwerp in de ene of de andere richting te bewegen?

Opdracht: Een meerderheid verwerven!Aan de hand van een concreet voorbeeld over de wet op de tabaksreclame bekijken we hoe een meerderheid tot stand kan komen.

a. Lees de krantenstukjes over het totstandkomen van de wet op de tabaksreclame. b. Wat houdt de wet op de tabaksreclame in? c. Schrijf in twee kolommen de argumenten neer van voor- en tegenstanders van de

tabaks reclame.d. Ga na bij welk parlement het wetsontwerp werd ingediend.e. Wie probeerde (drukkingsgroepen en lobby’s) de besprekingen te beïnvloeden? f. Welke partijen waren pro of contra of onthielden zich? Waarom was men contra? g. Wat denk je nu zelf van die wet? Heeft de overheid het recht zo’n wet te maken? Houdt die wet wel rekening met de rechten van iedere individuele burger? h. Beïnvloedt reclame je eigen rookgedrag?

Het eerste wetsvoorstel op het verbod op tabaksreclame werd ingediend op 21 december 1995, door 3 kamerleden (Louis Van Velthoven, Myriam Vanlerberghe en Rony Cuyt). Het werd besproken in de kamercommissie Volksgezondheid.Het wetsvoorstel werd (met een amendement) aangenomen door de Kamer op 9 januari 1997.

Page 49: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

493e graad ASO - KSO - TSO

10-01-1997

Tabaksreclame mag niet meerBRUSSEL - De Kamer heeft donderdag een wet goedge-keurd die vanaf 1 januari 1999 elke vorm van reclame voor tabaksproducten ver-biedt, evenals sponsoring door tabaksproducenten. Dat laatste komt vooral hard aan bij organisatoren van festi-vals en in de autosportwe-reld, die erg afhankelijk zijn van sigarettenreclame.

Waals minister-president Robert Collignon heeft trou-wens al een uitzondering op de nieuwe wet gevraagd voor Francorchamps.

De tabaksproducenten gaan de wet bestrijden. Volgens

hen gaan er door de wet 8 miljard frank reclamegeld en 800 banen verloren.(…)

«Dat is niet zozeer een ramp voor de sector zelf want ro-kers blijven sowieso roken,» beweren de tabaksprodu-centen, «maar wel voor een heleboel neventakken.» De tijdschriftenwereld krijgt een forse klap, de advertentie-wereld krijgt het hard te verduren, Francorchamps krijgt een tik en een heleboel rockfestivals komen zwaar in de problemen.«De politici hebben een nobel doel: de jongeren van het ro-ken houden. Maar ik betwijfel

of dat lukt. En ondertussen zijn er massa’s negatieve ge-volgen,» beweert een tabaks-producent.«Een verbod heeft ook altijd een tegenovergesteld effect bij jongeren,» zegt Danielle Rousseau van het Informa-tie- en documentatiecentrum over Tabak. «In Frankrijk, Finland en Canada hadden ze al een totaal reclameverbod, maar toch is de consumptie in de laatste jaren toegeno-men. In Frankrijk zelfs met 4,5 procent.» (…)

«RECLAMEVERBOD TABAK NEKT

AUTOSPORT EN POP»

Ook organisatoren van rock- en popeve-

nementen zijn ongelukkig, te meer daar

zij eerder getroffen worden dan de au-

tosport. T/W-organisator Schueremans

en Pukkelpopman Chokri Mahassine

vrezen dat zij noodgedwongen kleinere

groepen zullen moeten programmeren:

«Wij zullen ons verzetten als voor Fran-

corchamps een uitzondering gemaakt

wordt, en voor ons niet.»

Het Belang van Limburg (30-05-1996)

07-08-1996Europese uitgevers tegen Belgisch verbod

op tabaksreclame FAEP VRAAGT INITIATIEF COMMISSIE

BRUSSEL (belga) - De Bond van Europese

Tijdschrift uitgevers (FAEP) protesteert tegen

het Belgisch wetsontwerp dat tabaksreclame

in tijdschriften verbiedt, vooral omdat buiten-

landse tijdschriften die in België verkocht

worden, ook onder die wetgeving zullen vallen.

Daarna ging dit voorstel voor bespreking naar de Senaat. De Senaat discussieerde verschei-dene maanden over de tekst, maar vond geen meerderheid om de tekst te wijzigen. De Wet werd uiteindelijk goedgekeurd op 10 december 1997.

Aan de wet gingen lange debatten vooraf. Een greep uit de krantenartikels hierover.

18-12-1996 (Belga) BRUSSEL -

De commissie voor de volks-

gezondheid van de Kamer

heeft dinsdag het aangepast

wetsvoorstel goedgekeurd

dat de reclame voor tabaks-

producten verbiedt. Het

oorspronkelijke wetsvoorstel

werd aangepast na kritiek

van de EU-Commissie.

In het aangepaste wetsvoor-

stel geldt het reclameverbod

niet langer voor tabaksrecla-

me in buitenlandse kranten

en periodieke uitgaven.

Voorts blijven tv-uitzen-

dingen van buitenlandse

sportwedstrijden mogelijk,

ook wanneer daarbij re-

clame voor tabaksproducten

gemaakt wordt.

Toch nog reclame voor sigaretten

30-05-1996 BRUSSEL.- De meerder-heidspartijen hebben gisteren in de commissie volksgezondheid van de Kamer afgesproken dat er tegen 31 mei 1998 een volledig verbod op

reclame voor tabaksproducten komt. Ook de groenen en de Volksunie steunden dit voorstel. De liberalen waren om economische redenen

tegen, het Vlaams Blok onthield zich. Het Belang van Limburg

Page 50: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

50 Democratie en rechtsstaatC De regels worden door de meerderheid vastgelegd

ZOLDER - Formule 1-paus Bernie Ecclestone pleegde vrijdag

het gevreesde telefoontje naar André Maes, directeur van het

circuit in Francorchamps. ‘Big Bernie’ is ontstemd over het

onvoorwaardelijke verbod op tabaksreclame in België. Hij dreigt

ermee met onmiddellijke ingang al de internationale autosport-

competities terug te trekken uit ons land. Geen F1 meer in Spa,

geen Europese rally meer in Ieper, geen internationale evene-

menten meer op Terlamen.

08-12-1997 Het Belang van Limburg

Reclameverbod tabak stuit op boze reacties in Wallonië

OOK EUROPEES RECLAMEVERBOD VOOR TABAKSWA-REN WORDT REËEL

29-11-1997 (De Tijd) - In Wal-lonië werd gisteren heftig ge-protesteerd tegen het wette-lijk verbod op tabaksreclame en -sponsoring, dat donder-dagavond onverhoeds werd goedgekeurd in de Senaat. Gevreesd wordt dat grote au-tosportmanifestaties zoals de autoraces in Francorchamps, die grotendeels door de ta-bakindustrie worden gefinan-cierd, ten dode opgeschreven zijn. Federaal minister Yvan Ylieff verkondigde dat de au-tosport in Wallonië dan maar van hetzelfde BTW-voordeel moet kunnen genieten als de sierteelt in Vlaanderen. On-dertussen lijkt een Europees verbod op tabaksproducten eindelijk reële vormen aan te nemen. De beslissing valt donderdag, op een bijeen-komst van de EU-ministers van Volksgezondheid. Na elf maanden van getouwtrek is het wetsvoorstel van kamerlid Louis Vanvelthoven om zowel

de reclame voor tabakspro-ducten als de sponsoring door tabaksproducenten te verbieden, toch ongewijzigd door de Senaat geraakt. De sterk afgezwakte tekst die eerder door de senaatscom-missie voor sociale zaken was goedgekeurd, werd door de plenaire vergadering wegge-stemd, waardoor het oor-spronkelijke voorstel kracht van wet krijgt.

Vanaf 1 januari 1999 zal alle reclame en sponsoring verboden zijn. Ook indirecte reclame, bijvoorbeeld voor kleding en gadgets die ta-baksproducenten op de markt brengen, kan niet meer. Een uitzondering geldt voor tabakswinkels en krantenza-ken die rookwaren verkopen. Sponsoring van culturele en sportmanifestaties kan nog gedurende zes weken voor en ook tijdens het evenement. Daarvoor moet wel een toe-

stemming gevraagd worden aan de bevoegde minister, die eenmalig is en maximaal drie jaar kan gelden.

Over deze laatste clausule zijn in de Senaat de voorbije weken oeverloze debatten gevoerd. De maatregel was in de eerste plaats bedoeld om organisatoren van auto- en motorsportmanifestaties, die nu grotendeels gefinancierd worden door de tabaksindus-trie, de tijd te geven andere fi-nanciële middelen te zoeken. Maar aan Franstalige zijde vreest men dat Formule1-circuits als Francorchamps ten dode opgeschreven zijn. Amendementen werden ingediend om van de tijde-lijke uitzonderingsmaatregel een permanente te maken. Vooral de PS speelde het spel keihard maar kon uiteindelijk haar slag niet thuishalen.

FRANCORCHAMPS IN HET VERWEER TEGEN VERBOD OP TABAKSRECLAME24-01-1997 BRUSSEL - Het circuit van Francorchamps legt zich niet neer bij het verbod op tabaksreclame, zoals dat twee weken geleden is goedgekeurd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het voorstel, ingediend door Louis Van Velthoven, komt hard aan in de autosport en vooral Francorchamps dreigt klappen te krijgen.

«Als de grote internationale wedstrijden vertrek-ken, verliest een circuit veel van haar uitstraling. Daar kunnen ze in Zolder zeker van meespreken. De Grote Prijs Formule 1 is goed voor 60 % van onze inkomsten en pompt volgens een Amerikaans

onderzoeksbureau 1,147 miljoen frank in de locale economie.»

Wat denkt Francorchamps nog te doen aan het ver-bod, dat al is goedgekeurd in de kamer?«Tegenwoordig moet over een wet alleen in de Ka-mer gestemd worden. De Senaat heeft wel evocatie-recht: ze kan een wet met amendementen terugstu-ren naar de Kamer en dat is wat we willen bereiken. Daartoe moeten we voor 27 januari vijftien senato-ren bereid vinden om hun handtekening te zetten. Daar zijn we nu druk mee bezig.»

Marc CornelissenHet Belang van Limburg

«Kleine evenementen gaan over de kop»(…) Ook heel wat kleinere evenemen-

ten zien een vetpot aan zich voorbij

gaan in 1999. «En de klap komt voor

hen nog veel harder aan,» zegt Michel

Boogaerts van Suikerrock in Tienen.

Dat middelgrote festival kan nog tot

eind ‘98 rekenen op ruim een half mil-

joen frank per jaar van Belga, daarna

moeten ze een andere sponsor zoe-

ken. «Een sponsor die zo’n grote som

in een keer wil ophoesten, vind je niet

snel meer. Een reus als T/W trekt van-

zelf een nieuwe mecenas aan, maar

het kan niet anders of heel wat van

kleinere festivals vinden niemand.»Eric Donckier, Mark van Luyk

Het Belang van Limburg,

Page 51: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

513e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie

Wetten komen tot stand bij meerderheidsbesluiten. In het parlement wordt over wetten (of decreten) gestemd en een wet wordt aangenomen wanneer de helft + 1 van de volksvertegen-woordigers voor de wet heeft gestemd.

Beslist elke volksvertegenwoordiger dan bij elke stemming over zijn stem? Moet hij of zij tel-kens het hele dossier gaan bestuderen om individueel een gemotiveerde keuze te kunnen maken? Zo werkt het niet.

In het vinden van een meerderheid spelen de politieke partijen de belangrijkste rol. In onze Grondwet staat niets geschreven over de politieke partijen. En toch zijn de partijen zowat de belangrijkste speler geworden in de politieke besluitvorming. Partijen beslissen om te beginnen over wie op de kieslijsten komt en wie niet. Daardoor bepa-len de partijen eigenlijk wie kans maakt om verkozen te worden als volksvertegenwoordiger.Na verkiezingen zijn het de partijen die onderhandelen over de vorming van een coalitie en een regeerakkoord. Partijen beslissen welke regering er komt en wat die regering moet verwezenlijken.In het parlement vormen de volksvertegenwoordigers van een partij samen een fractie. Zij overleggen en bereiden de debatten voor. Zij toetsen hun werk ook aan de standpunten van de partij. Bij het tot stand komen van wetten zijn de volksvertegenwoordigers van de verschillende par-tijen verdeeld in meerderheid en oppositie. De volksvertegenwoordigers wiens partij in de regering zit, vormen de meerderheid. Zij steunen de regering. De andere volksvertegenwoordi-gers vormen de oppositie, zij zullen niet nalaten om de zwakke plekken van het regeringsbeleid bloot te leggen en om een stevig debat te voeren over wetsontwerpen die voorgelegd worden aan het parlement. Wanneer uiteindelijk gestemd wordt over wetsvoorstellen, zal de stemming meestal meerder-heid tegen oppositie verlopen. Indien de oppositie meent dat met haar opmerkingen voldoende rekening werd gehouden, gebeurt het ook dat zij voor de voorstellen stemt.

Wanneer er sprake is van een nieuw wetsvoorstel, komen ook de drukkingsgroepen en lobby’s in actie. Werkgevers, vakbonden, artsenorganisaties, ziekenfondsen, milieu-actiegroe-pen, vrouwenbewegingen, gepensioneerden en anderen komen ook in actie. Zij proberen door onderhandelingen, soms ondersteund door be togingen en stakingen, druk uit te oefenen op de regering opdat ze met hun verzuchtingen rekening zou houden. Sommige drukkings-groepen zoals vakbonden en werkgeversorganisaties zijn door de overheid officieel erkend als gesprekspartners en worden regelmatig geraadpleegd. Lobby’s zijn iets minder zichtbaar in onze maatschappij. Invloedrijke personen die elkaar op zakendiners, recepties, officiële plechtigheden of bij informele contacten ontmoeten, kunnen gemakkelijk afspraken maken om steun te verlenen of weerwerk te bieden aan het totstandkomen van wetten.

In principe is een wet dus altijd de wil van de meerderheid maar tijdens de lange rit van wetsvoorstel tot wet kan veel gebeurd zijn. Bepaalde druk-kingsgroepen en lobby’s kunnen hun slag thuisgehaald hebben. Welke invloed zij uitge oefend hebben bij het totstandkomen van de nieuwe wet is niet altijd duidelijk. Heeft het algemeen belang het gehaald op het eigenbelang? Dat is soms moeilijk te achterhalen. En wat gebeurt dan met groepen die niet georganiseerd zijn, die niet kunnen lobbyen?

Het stembord in het Vlaams P

arlement

Page 52: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

52 Democratie en rechtsstaatD De Belgen zijn gelijk voor de wet

D De Belgen zijn gelijk voor de wet

In de Grondwet staat dat de Belgen gelijk zijn voor de wet, dat de gelijkheid van vrouwen en mannen gewaarborgd is en dat discriminatie niet mag. Toch is de gelijkheid nog geen realiteit.

Focus Waarschijnlijk kennen jullie uit je eigen leef wereld talrijke voorbeelden die ongelijkheid in de dagelijkse realiteit kunnen illustreren. Bijvoorbeeld: hoe treedt in je gemeente de politie op tegenover volwassenen, jongeren, allochtonen? Wie wordt al of niet toegelaten in disco’s?

a. Haal uit de verzamelde persartikelen of videofragmenten voorbeelden van ongelijkheid of discriminatie in onze samenleving.

b. Bespreek hoe deze discriminaties weggewerkt kunnen worden. c. Bespreek welke maatregelen de overheid neemt om discriminatie tegen te gaan.

Opdracht: CijferanalyseVROUWEN GELIJK AAN MANNEN?Bekijk de volgende statistieken van het percentage vrouwen in de gemeente- en provinciebe-sturen, het Vlaams Parlement, het federale parlement en het Europees Parlement.

a. Wat stel je vast?b. Het parlement is de wetgevende macht. Zou het beperkte aantal vrouwelijke parlements-

leden een invloed kunnen hebben op de wetten die gemaakt worden? c. Zie je ook in andere instellingen van de samenleving verschillen tussen mannen en

vrouwen (bijvoorbeeld bedrijven, het onderwijs...).

EVOLUTIE VAN HET AANTAL VROUWEN IN DE VERSCHILLENDE OVERHEDEN

gemeente

% vrouwen 1976 1982 1988 1994 2000 2006

Gemeenteraadsleden 9,2 9,8 13,8 19,5 30,8 33,3

Schepenen 6,4 7,1 10,4 14,1 20,0 30,5

Burgemeesters 2,0 2,9 3,9 5,1 7,5 8,5

provincie

% vrouwen 1991 1995 2000 2006

Gouverneurs 0 10 20 0

Gedeputeerden 7,4 10 13,3 27,6

Provincieraadsleden 15,2 21,6 29,3 37,9

Page 53: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

533e graad ASO - KSO - TSO

Vlaams Parlement

Federaal parlement

45

40

35

30

25

20

15

10

5

0 1995

16,9%

1999

20,3%

2004

32,3%

2009

39,4

% v

rou

wen

in V

laam

s P

arle

men

t

40

35

30

25

20

15

10

5

01949

3,3%

1991

10,1%

1971

2,8%

1995

15,8%

1974

6,6%

1999

24,9%

2007

38%

1985

9,3%

2003

33,9%

2010

39%

% v

rou

wen

in F

eder

aal P

arle

men

t

Europees Parlement

40

35

30

25

20

15

10

5

01984 1989 1994 1999 2004 2009

% v

rou

wen

in E

uro

pee

s P

arle

men

t % vrouwen uit België

18% 19% 26% 30% 31% 35% 36%33%28%32%17%17%

Bronnen: ● RoSa (Rol en Samenleving), http://www.rosadoc.be/joomla/index.php/kwes-

ties/politieke_participatie/politieke_participatie_in_belgie_cijfers.html ● www.vlaamsparlement.be

● www.europarl.europa.eu/parliament/archive/elections2009/nl/men_

women_nl_txt.html

● www.senaat.be

● www.vlaanderenkiest.be

In 2009 44% vrouwen in de Vlaamse Regering

In 2010 31% vrouwen in de federale regering

Page 54: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

54 Democratie en rechtsstaatD De Belgen zijn gelijk voor de wet

Opdracht: Discriminatie en racisme bestrijdenIn een democratische rechtsstaat moeten alle burgers van hun rechten en vrijhedenkunnen genieten, zonder discriminatie. Om dit in de praktijk te brengen moet de overheid ervoor zorgen dat discriminatie en racisme bestreden en zo nodig bestraft worden. België heeft drie wetten die zulke bestraffing mogelijk maken:

1 de wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden (wet van 30 juli 1981, zoals gewijzigd 12 april 1994);

2 de wet van 20 januari 2003 tot versterking van de wetgeving tegen het racisme (B.S. 12 februari 2003);

3 de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie (B.S., 27 maart 2003).

● Zoek de drie wetten op die racisme en discriminatie bestraffen. ● Omschrijf wat de wet bedoelt met racisme. Omschrijf wat de wet bedoelt met discriminatie. ● Geef een korte beschrijving van wat er precies bestraft wordt (dus wat het misdrijf zelf is). ● Denk je dat er op basis van deze wetten reeds straffen zijn uitgesproken? ● Denk je dat zulke straffen racisme en discriminatie kunnen voorkomen?

ActieOok op jouw school zal wel eens discriminatie en racisme voorkomen. Een school is tenslotte een “mini-samenleving”, met dezelfde problemen als de gewone samenleving. Ga met je klas op zoek naar mogelijkheden om een school zonder discriminatie en racisme te worden. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld terecht op de website: http://www.schoolzonderracisme.be

Duwtje nodig

Verschillende Europese landen – Zweden, Dene-marken en Finland op kop – proberen bewust meer vrouwen in de be-sluitvorming te krijgen.

Zo heeft de Zweedse regering al jaren een positief-actieplan voor een meer evenwichtige vertegen woordiging van vrouwen. Met een timing.

Niet verplicht, maar het zet de schijnwerpers wel op de ondervertegen-woordiging van vrouwen.

Meest omstreden als stra-tegie zijn de quota. Meer-dere landen hanteren ze; op het niveau van de partijen, van de regio’s of voor bepaalde organen, zoals adviesraden of, zoals Finland, voor lokale overheden die de over-heid benoemt.

België kende vanaf 1999 een wettelijke verplich-ting voor partijen om min-stens een derde vrouwen

op de kieslijsten te zetten en sinds 2004 moeten op de eerste drie plaatsen van een lijst mensen van een verschillend geslacht staan en verder moet de lijst evenveel mannelijke als vrouwelijke kandida-ten tellen (op één na voor de lijsten met een onpaar aantal kandidaten).

“Quota zijn omstreden. In Italië bijvoorbeeld werd de wettelijke rege-ling geschrapt wegens schending van het gelijk-heidsbeginsel. Maar quo-ta zijn het ef ficiëntst om de vertegenwoordiging

van vrouwen een duwtje te geven en snel de cruci-ale een-derde-drempel te overschrijden.”

“Vanaf dan kunnen vrou-wen echt beginnen wegen op agenda en besluit-vorming”, zegt Barbara Helf ferich van de Euro-pean Women’s Lobby, het Europees samenwer-kingverband voor gelijke kansen. (IVD)

Page 55: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

553e graad ASO - KSO - TSO

De scheiding der machtenE

Politiek draait om het vastleggen van regels en het gebeurt bijna nooit dat iedereen het over die regels eens is (als iedereen het eens zou zijn, zouden er niet eens regels nodig zijn).Regels moeten ook nageleefd worden en dat moet gecontroleerd worden. En als er een over-treding is moet er ook opgetreden worden, anders hebben regels geen zin.

Opdracht: Bespreek de volgende situatieDe voetbalploeg van school X speelt de finale van de scholencompetitie tegen school Z.De directeur van school Z is de voorzitter van de scholencompetitie en zal scheidsrechter zijn tijdens de match.De eerste helft van de wedstrijd verloopt erg spannend. Beide ploegen zijn aan elkaar gewaagd. Tijdens de rust beslist de voorzitter van de scholencompetitie dat er harder opgetreden moet worden tegen fouten. Reeds in de eerste minuut van de tweede helft fluit de scheidsrechter een zware overtreding en de doelwachter van ploeg X wordt naar de kleedkamer gestuurd. Eindresultaat: school X verliest met 1 tegen 8.

In deze situatie zijn er regels, ze worden gecontroleerd en ook bestraft. Toch voel je aan dat er iets niet klopt. Wat?

Basisinformatie: wat betekent de scheiding der machten?

In een democratische rechtsstaat wordt de macht om de wetten te maken, de macht om de wetten uit te voeren en de macht om overtreders te straffen van elkaar gescheiden. De drie staatsmachten zijn de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht; dit is het systeem van de trias politica (trias = drie).De drie machten mogen niet in handen van dezelfde persoon of groepen liggen, anders is er willekeur en rechtsonzekerheid.

Trias politica

Charles de Montesquieu (1689-1755) was een Franse rechtsgeleerde en politieke theoreticus. Van 1714 tot 1716 was hij raadsheer en van 1716 tot 1726 voorzitter van het parlement van Bordeaux. Hij legde zijn ambt neer om de wetten en instellingen van Europese staten te bestu-deren. Daartoe reisde hij door verscheidene landen; hij verbleef onder meer ook twee jaar in Engeland. Dat verblijf inspireerde hem tot zijn leer van de scheiding van de drie machten (trias politica): de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Deze leer heeft bijzonder veel invloed gehad, onder andere op het ontwerp van de Franse en Amerikaanse grondwet.

Page 56: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

56 Democratie en rechtsstaatE De scheiding der machten

Met scheiding bedoelt men dan dat die drie machten niet in handen van dezelfde persoon of per sonen liggen. De Franse verlichtingsfilosoof Montesquieu schreef in zijn boek De l’Esprit des Lois (1748) dat in een land waar de scheiding der machten niet bestond er willekeur heerste en de burgers er over geen enkele rechtszekerheid beschikten. Hij dacht toen vooral aan Frankrijk waar de absolute koning alleen de beslissingen nam (dat wil zeggen wet-ten opstelde), die ook uitvoerde en de overtreders van zijn beslissingen zelf bestrafte. Op alle niveaus kon de koning tussenkomen en hij kon om het even wanneer de spelregels veranderen. De onderdanen hadden dus geen enkele zekerheid over hun toekomst omdat de regels voortdurend wil-lekeurig konden veranderd worden. Van een rechtsstaat was hier dan ook geen sprake.Montesquieu formuleerde als volgt waarom hij meende dat er scheiding van machten moest zijn:

“Wanneer de uitoefening van de wetgevende macht en van de uitvoerende macht aan één persoon of aan één instantie toebehoort, dan is er geen vrijheid, omdat men kan vrezen dat de alleenheerser naar willekeur wetten kan opleggen, die hij naar willekeur kan uitvoeren.Evenmin bestaat er vrijheid waar de rechterlijke macht niet gescheiden is van de wetgevende en de uitvoerende machten. Als ze met de wetgevende macht verbonden zijn, dan zou daar-mee een onbeperkte macht opgericht worden over leven en vrijheid van de burgers, want een rechter zou zelf wetten kunnen opstellen. Als ze met de uitvoerende macht verbonden zijn, zou de rechter zijn besluiten met de macht van een onderdrukker kunnen uitvoeren.”(Uit De l’Esprit des Lois)

Vraag: Welk fundamenteel mensenrecht ontbreekt volgens Montesquieu wanneer er geen scheiding van de machten bestaat?

Drie instanties, die volledig onafhankelijk van elkaar staan, moeten elk over één van de drie staatsmachten beschikken. De wetgevende macht komt in handen van het parlement, de uit-voerende macht ligt bij de regering en de koning, en de rechterlijke macht wordt uit geoefend door de hoven en rechtbanken.

Dat werd een van de basisbeginselen van de democratie en toen na de Franse Revolutie in 1789 in verschillende landen grondwetten werden opgesteld, werd (bijna) telkens dat principe opgenomen.

In de praktijk echter zijn die drie machten niet helemaal evenwaardig en ook niet totaal geschei-den. De wetgevende macht wordt als de belangrijkste beschouwd omdat hierin de macht van het volk tot uitdrukking komt. De wetgever heeft altijd het laatste woord en beslist door het maken van grondwet en wetten hoe de uitvoerende en de rechterlijke macht worden georganiseerd en moeten functioneren. Toch is de realiteit anders dan wat in de Grondwet staat. In België is het overwicht van de uit-voerende macht groot en de regering slaagt er dikwijls zeer goed in om het parlement naar zijn hand te zetten. Ook is de scheiding der machten niet zo strikt als men meestal voorhoudt.

Page 57: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

573e graad ASO - KSO - TSO

1 . HET PARLEMENT IS DE WETGEVENDE MACHT

Opdracht: Cijferanalyse ● Zoek op wat het verschil is tussen een wetsontwerp en een wetsvoorstel (of ontwerp van

decreet en voorstel van decreet). ● Welke conclusies haal je uit de volgende tabel met betrekking tot het wetgevende werk

van het parlement?

Verhouding tussen het aantal aangenomen voorstellen en het aantal aangenomen ontwerpen van decreet

Zittingsjaar Voorstellen Ontwerpen Totaal Aandeel voorstellen

Aandeel ontwerpen

BZ 1995 2 0 2 100% 0%

1995-1996 11 38 49 22% 78%

1996-1997 12 55 67 18% 82%

1997-1998 21 56 77 27% 73%

1998-1999 38 49 87 44% 56%

Totaal 1995-1999 84 198 282 30% 70%

1999 0 0 0 / /

199-2000 7 36 43 16% 84%

2000-2001 24 31 55 44% 56%

2001-2002 28 67 95 29% 71%

2002-2003 27 72 99 27% 73%

2003-2004 45 129 174 26% 74%

Totaal 1999-2004 131 335 466 28% 72%

2004 0 0 0 / /

2004-2005 14 22 36 39% 61%

2005-2006 19 81 100 19% 81%

2006-2007 12 82 94 13% 87%

2007-2008 24 79 103 23% 77%

2008-2009 26 85 111 23% 77%

Totaal 2004-2009 95 349 444 21% 79%

Totaal 310 882 1192 26% 74%

Basisinformatie

1. Het parlement keurt de wetten of decreten goed.Dat betekent niet dat het parlement alle wetten of decreten ook schrijft, in het merendeel van de gevallen doet de regering dat. Maar het parlement bespreekt wel alle voorstellen en ontwerpen, voert het debat erover en stemt uiteindelijk over de voorstellen en ontwerpen. Wetsontwerpen worden zo goed als altijd door het parlement goedgekeurd omdat de stemming in de regel meerderheid tegen oppositie verloopt en omdat de volksvertegenwoordigers zich meestal houden aan de richtlijnen van hun partij.

Page 58: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

58 Democratie en rechtsstaatE De scheiding der machten

2. Het parlement keurt elk jaar de begroting goed. Dat is de raming van de uitgaven en het innen van de belastingen. De begrotingsbesprekingen zijn een belangrijk moment van politieke controle op het beleid van de regering. Een fractie die de begroting niet goedkeurt, keurt daarmee ook het beleid van de regering af. De begroting wordt in de praktijk altijd meerderheid tegen oppositie goedgekeurd.3. Het parlement benoemt de regering, schenkt het vertrouwen aan de regering en heeft ook de bevoegdheid om de regering tot aftreden te dwingen. Het parlement is ook de waakhond van de regering: het parlement controleert de regering doordat volksvertegenwoordigers vragen stellen aan de regering en de individuele ministers. In het Vlaams Parlement bijvoor-beeld komen de ministers twee tot drie keer per week naar het parlement om er te antwoorden op vragen. Dat kunnen actuele vragen zijn (in de plenaire vergadering) of vragen om uitleg (in de commissies) over concrete probleemsituaties, schriftelijke vragen waarop de minister bin-nen de twintig dagen moet antwoorden en interpellaties wanneer het gaat om een uitgebreider probleem.

In de praktijk hebben de politieke partijen een grote invloed op de functies van het parlement. Het zijn de politieke partijen die na verkiezingen de regering vormen en afspraken maken over het beleid dat zal gevoerd worden. Het zijn ook de regeringspartijen die verder bepalen of de regering de steun blijft krijgen van het parlement. Politieke beslissingen worden niet genomen door de individuele volksvertegenwoordigers, maar na onderhandelingen tussen de regeringspartijen.

Als we de bovenstaande functies van het parlement bekijken, dan lijkt het er dus op dat het parlement eerder een beperkte rol speelt als wetgever. Dat neemt niet weg dat het parlement dé plaats is voor het democratische debat.Daarom is de rol van de oppositie zo belangrijk. Een sterke oppositie in het parlement is nodig om een goed debat te voeren, om de zwaktes van de regering bloot te leggen en om alterna-tieven naar voren te schuiven.

Opdracht: Controle door het parlementZoek op de website van het federale parlement of het Vlaams Parlement op welke manier de volksvertegenwoordigers te werk gaan om de regering te controleren en wat er in het parle-ment zoal besproken wordt. Je kunt zoeken in de verslagen van de plenaire vergadering of van de commissies (zie bijvoorbeeld www.vlaamsparlement.be en zoek bij de Handelingen van de commissievergaderingen, en de Handelingen van de plenaire vergadering.

StellingBespreek in groepjes van vier de volgende stelling:“We kunnen het parlement evengoed afschaffen want de regering en de partijen nemen toch alle beslissingen.”

Twee leerlingen zoeken naar argumenten voor de afschaffing van het parlement, twee leerlin-gen zoeken naar argumenten tegen de afschaffing van het parlement.

Page 59: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

593e graad ASO - KSO - TSO

Enkele vragen die je kunnen helpen bij het formuleren van argumenten:

● Hoe kan de stem van de burger het best doordringen tot bij het beleid? ● Wie kan een schakel vormen tussen de samenleving en het beleid? ● Waar kan gedebatteerd worden tussen de meerderheid en de oppositie? ● Hoe kunnen we ontwerpen van wetten of decreten bespreken, verfijnen en bijsturen? ● Hoe kunnen we de regering en de ministers verplichten om informatie te geven en zich

te verantwoorden? ● Hoe kunnen we ministers en de regering controleren?

DoordenkerEen democratische politiek doet meer dan wetten maken. In een democratie is er ruimte voor vrije en open debatten, vrije media en een parlement dat luistert naar wat bij de bevolking leeft. Een parlement kan dat op verschillende manieren organiseren, bijvoorbeeld door thema-debatten en hoorzittingen in het parlement te houden, door een petitierecht of het recht om verzoekschriften in te dienen, door een ombudsdienst op te richten.Zoek op de website van het Vlaams Parlement hoe je een verzoekschrift kunt indienen en hoe een verzoekschrift behandeld wordt.Zoek op de website www.vlaamseombudsdienst.be waarvoor je terecht kunt bij de Vlaamse Ombudsdienst.

2 . DE REGERING IS DE UITVOERENDE MACHT

Opdracht: Wie zijn onze ministers?Zoek in de verzamelde krantenknipsels op welke ministers in de federale regering zitten en welke bevoegdheden ze hebben. Je kunt hetzelfde doen voor de deelstaatregeringen en zo proberen een volledig overzicht te maken van alle ministers in ons land.

Basisinformatie

Volgens de Grondwet ligt de uitvoerende macht bij de regering en het staatshoofd. In België vervult de koning vooral een protocolaire functie, hoewel hij toch ook alle wetten en koninklijke besluiten ondertekent en soms ook een informele invloed kan uitoefenen.

Elke wet begint met de formulering:

Page 60: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

60 Democratie en rechtsstaatE De scheiding der machten

De regering voert in theorie wetten en decreten uit. In de praktijk echter heeft de uitvoerende macht veel meer macht dan wat onder “uitvoeren” kan worden verstaan en wint de uitvoerende macht nog aan invloed.

Hoe komt het dat de macht van de regering zoveel groter is geworden?

De regering voert het dagelijks bestuur van het land. Het besturen van onze samenleving is een erg omvangrijke taak geworden. De samenleving is veel complexer geworden, van de overheid wordt verwacht dat ze ‘alles’ in goede banen leidt. Besturen wil vandaag zeggen dat er over oneindig veel dingen beslissingen genomen moeten worden, elke dag en vaak heel snel. Het ‘dagelijks bestuur’ van onze samenleving vraagt dus meer dan wetten en decreten maken, maar een efficiënte organisatie met veel flexibiliteit en slagkracht. Zulke organisatie is er bij de regering en de overheidsdiensten waarover de ministers kunnen beschikken. Zo werken er in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 11.000 ambtenaren, die beslagen zijn op hun werkdomein en de ministers bijstaan met hun kennis en expertise.De volksvertegenwoordigers hebben niet de ondersteuning van zo een omvangrijke groep medewerkers en ambtenaren, zij zijn bovendien gehouden aan veel striktere beslissingspro-cedures dan de regering. Het is daarom ook logisch dat heel wat wetten en decreten ontworpen worden door de rege-ring. Maar het is voor de democratie des te belangrijker dat er een debat over gevoerd wordt en dat pro’s en contra’s tegenover elkaar worden afgewogen.

De belangrijkste persoon binnen de federale regering is de eerste minister, in Vlaanderen de minister-president. Hij is het gezicht van de regering wat ook in de media sterk naar voren komt. Hij spreekt namens de hele regering en is ook de leider van alle ministers in de regeringsploeg. De verschillende ministers in de regering kunnen binnen hun bevoegdheid eigen beslissingen nemen en budgetten vastleggen. De meeste beslissingen worden echter collegiaal genomen. Dat wil zeggen dat de hele regeringsploeg er op de ministerraad (de wekelijkse vergadering van de ministers) over gepraat heeft en het ermee eens is. Hieruit vloeit meteen voort dat regeringsbeslissingen het resultaat zijn van overleg en compromis. Scherpe kantjes zijn er afgevijld, en elke beslissing moet altijd passen binnen het regeerakkoord dat afgesloten werd tussen de regeringspartijen bij de aanvang van een regeerperiode.

Elio Di Rupo

Paul Vanden Boeynants

Herman Van Rompuy

Yves Leterme Guy Verhofstadt Jean-Luc Dehaene Wilfried Martens Mark Eyskens

Leo Tindemans Edmond Leburton Gaston Eyskens Pierre Harmel Theo Lefèvre Achille Van Acker

© FOD Kanselarij van de Eerste Minister Algemene Directie Externe CommunicatieFoto Leo Tindemans: Fotograaf Vandoorne

Page 61: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

613e graad ASO - KSO - TSO

3 . DE RECHTERLIJKE MACHT

Basisinformatie

In de rechtsstaat moeten de regels afgedwongen kunnen worden. Niemand staat boven de wet en dat geldt zowel voor de burgers als voor de overheid.Daarom wordt de derde staatsmacht gevormd door hoven en rechtbanken die onafhankelijk werken van de overheid. Onafhankelijk wil zeggen dat de regering of het parlement nooit tussenbeide mogen komen bij het spreken van recht.Nochtans is het wel de politieke overheid die verantwoordelijk is voor de goede werking van het gerecht. De minister van Justitie beheert het budget van justitie en verdeelt de middelen, zodat de rechters hun taak efficiënt kunnen uitvoeren.

Om de werking van het gerecht te verbeteren werd de Hoge Raad voor Justitie opgericht. De Hoge Raad heeft drie taken:

● De Raad organiseert de examens voor de magistratuur. In het verleden hield men bij de benoeming van rechters rekening met de ideologische achtergrond van een kan-didaat-rechter. Concreet konden politieke partijen rechters helpen benoemen, in evenredigheid tot hun partijsterkte. Dat is nu niet meer zo.

● Elke burger kan met zijn klachten over justitie bij de Hoge Raad terecht en hij zal geïn-formeerd worden over de opvolging die aan zijn klacht wordt gegeven. Maar niet alle klachten komen terecht bij de Hoge Raad. Ook de federale overheidsdienst Justitie, het kabinet van de minister van Justitie, de parketten, de voorzitters van rechtbanken en parlementsleden krijgen jaarlijks duizenden klachten. De klachten hebben hoofdzakelijk betrekking op de traagheid van de gerechtelijke procedures in ons land.

● Tot slot kan de Hoge Raad adviezen geven over wetsvoorstellen en -ontwerpen aan het parlement.

Een onafhankelijk gerecht

De meeste burgers leven in de overtuiging dat de minister van Justitie de baas is van iedereen die tot de rechterlijke macht behoort. Maar de scheiding van machten bepaalt dat de minister nooit rechtszaken kan tegenhouden, geen herziening van vonnis kan vragen, geen rechters kan afzetten tenzij na een lange en ingewikkelde procedure. En dat is maar best ook: rechters moeten volledig onafhankelijk uitspraak kunnen doen in geschillen. Wie gelijk of ongelijk heeft, dat moet de rechter bepalen en niet de minister. De rechter moet een neutrale scheidsrechter zijn en hij mag geen partij kiezen, hij mag zelfs niet de schijn geven van partij te kiezen. De wetgevende en uitvoerende machten hebben dus geen enkele bevoegdheid over het spreken van recht, de beslissingen van rechters kunnen door geen enkele politieke overheid ongedaan worden gemaakt. Maar de controle over de werking van het gerecht ligt wel in handen van de wetgevende macht.

Page 62: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

62 Democratie en rechtsstaatE De scheiding der machten

Conclusie

De moderne opvatting over de scheiding der machten betekent dus niet dat er tussen de machten geen enkele relatie bestaat, in een moderne rechtsstaat is er plaats voor een weder-zijdse controle van de staatsmachten.

Als conclusie van dit hoofdstuk kunnen we stellen dat er tussen de drie staatsmachten een grote samenwerking en wisselwerking is ontstaan.

PartijenMag een openbaar aanklager door dezelfde deur als de rechters een rechtszaal betreden? Mag hij samen met de rechters op een verhoogje zitten? Het zijn kwesties waar u hoogstwaarschijnlijk niet iedere nacht van wakker ligt, maar toch zijn deze vragen, ingediend door 26 advocaten bij de Hoge Raad voor Justitie, van fundamenteel belang voor de manier waarop in dit land justitie wordt bedreven.Waarschijnlijk hebt u al wel eens een Amerikaanse rechtszaak gezien op televisie. Maak even abstractie van het meestal zeemzoete verhaal-tje en let even op de plaatsindeling van de rechtbank daar. De enige die de zaal in kijkt, is de rechter. Voor hem zitten, als volstrekt gelijkwaar-dige partijen, aan de ene kant de beklaagde en aan de andere kant de ‘district attorney’, de openbare aanklager, wiens taak het is de belangen van de overheid en de gemeenschap te verdedigen. Het is aan de onafhankelijke rechter om uit te maken of het vervolgde in-dividu, dan wel de vervolgende over-

heid, het gelijk aan zijn of haar kant heeft. In principe is dat net hetzelf-de in onze rechtbanken: ook daar beslissen onafhankelijke rechters of de beklaagde of de overheid gelijk heeft. Alleen is in onze rechtbanken zelfs de schijn van onpartijdigheid niet aanwezig. De openbare aankla-ger stapt samen met de rechter(s) binnen, neemt plaats op hetzelfde verhoog, en zeker voor het oog van de juridische leek is hij een we-zenlijk onderdeel van het apparaat dat hem zal beoordelen, terwijl hij volgens iedere regel van de rechts-filosofie eigenlijk een evenwaardige partij zou moeten zijn.Gewoon door de schikking van de rechtszaal en de gezamenlijke opkomst van het hof wordt de valse indruk gewekt dat het openbaar mi-nisterie meer privileges zou hebben dan de verdediging, en daardoor alleen al wordt er een schijn van partijdigheid gecreëerd ten nadele van de rechtbank.Amerikaanse juristen zouden het zelfs moeilijk kunnen geloven dat het openbaar ministerie hier zijn werk verricht vanuit de rechtban-ken van het land. Ginder hebben ze hun eigen kantoren, en de openbare

aanklagers ontmoeten rechters alleen wanneer ze moties indienen of hun zaak komen bepleiten, en zo hoort het eigenlijk ook.Hier te lande is de vermenging, so-ciaal in de cafetaria, professioneel tijdens de zitting en carrièrematig in de overstap tussen ‘zetelende’ en ‘staande’ magistratuur, zo vervlecht geraakt dat je inderdaad bijna van collusie zou kunnen spreken. Men zit op het randje van eerdere uit-spraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, dat bij her-haling heeft bepaald dat de rol van het openbaar ministerie duidelijk van die van de rechtbank zelf moet afgelijnd worden.De 26 advocaten hebben overschot van gelijk: het wordt tijd dit relict uit de rechtspraak van Filips de Schone, inmiddels vijf eeuwen oud, op te bergen.In een moderne rechtsstaat zijn openbaar ministerie en vervolgde burger evenwaardige procespar-tijen. Het is voor niets nodig dat openbare aanklagers zich blijven gedragen als de laatste aristocratie van het land.

Yves DESMET(De Morgen, 11-12-2003)

Leesopdracht

Page 63: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

633e graad ASO - KSO - TSO

Leesopdracht Hieronder vind je twee teksten die de scheiding der machten illustreren.

Burgers sturen vaak klachten over problemen met het gerecht naar de minister van Justitie. Op de website van de Federale Overheidsdienst Justitie vind je voorbeelden van klachten en het typeantwoord dat de minister van Justitie daarop kan geven: http://justitie.belgium.be/nl/

LEES DE TEKSTEN EN BEANTWOORD VOLGENDE VRAGEN:

“MIJN RECHTSZAAK SLEEPT REEDS LANG AAN. KAN DE MINISTER TUSSENKOMEN ?”

Typeantwoord van de minister:

“ Het grondwettelijk prin-cipe van de scheiding der machten staat de minister van Justitie, lid van de uit-voerende macht, niet toe om op gelijk welke wijze tussen te komen in hangende ge-rechtelijke procedures die uitsluitend tot de bevoegd-heid van de rechterlijke macht behoren. Evenwel, in het kader van de bevordering van een goe-

de werking van de rechtsbe-deling, heeft de minister uw brief toch overgezonden aan de procureur-generaal bij het hof van beroep te X.Mocht hij nog voor u belang-rijke informatie verkrijgen, dan zal hij u terug aan-schrijven. “

Wellicht verdient dit type-antwoord enige bijkomende uitleg. De drie machten in België (wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht) worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald. Er bestaat dus een principieel delegatieverbod. Dit wil zeggen dat de minis-ter van Justitie, die lid is

van de uitvoerende macht, bijvoorbeeld de gerechte-lijke overheden niet mag dwingen om vonnissen te vellen of een rechtszaak op de rol te doen plaatsen. Wél kan de minister eventueel de hem toegezonden brief voor verder gevolg overma-ken aan de verantwoordelij-ke voor het parket-generaal: de procureur-generaal. Enkel wanneer de minister via de procureur-generaal alsnog een verslag ontvangt over het verloop van een rechtszaak, beschikt hij over informatie die hij de briefschrijver in een later schrijven zal kunnen meede-len. (…)

Ten slotte dient ook vermeld dat wanneer u van mening bent dat het trage verloop van uw rechtszaak te wijten is aan een structureel probleem in de werking van de rechtbank (bijvoorbeeld: een rechtszaak die keer op keer uitgesteld wordt), staat het u vrij klacht neer te leg-gen bij de Hoge Raad voor Justitie (Louizalaan 65 bus 1, 1050 Brussel ). (…)

KLACHTEN OVER VONNISSEN

(“bijvoorbeeld onterechte of

oneerlijke vonnissen”)

Typeantwoord van de minister:

“Het grondwettelijk principe van de scheiding

der machten staat de minister van Justitie,

lid van de uitvoerende macht, niet toe om een

standpunt in te nemen over aangelegenheden die

uitsluitend tot de bevoegdheid van de rechterlijke

macht behoren. Ook de minister van Justitie

dient de rechterlijke uitspraken te respecteren,

ongeacht hun consequenties. Dat een rechterlijke

beslissing enkel kan vernietigd worden door een

andere rechterlijke beslissing in hoger beroep

(en niet door bijvoorbeeld een handeling van de

uitvoerende macht) is nu eenmaal een van de

pijlers waarop onze rechtsstaat gefundeerd is.

Kortom, wanneer u mij meedeelt het niet eens

te zijn met een rechterlijke beslissing, kan ik u

enkel voorstellen om samen met uw advocaat na

te gaan welke de beroepsmogelijkheden zijn. Uw

raadsman kan, op grond van zijn kennis van uw

dossier, u op de beste wijze juridisch bijstaan.”

Page 64: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

64 Democratie en rechtsstaatE De scheiding der machten

a. Waarom kan de minister van Justitie in vele gevallen niet tussenbeide komen in klachten over het gerecht?

b. Hoe toont het artikel de scheiding der machten aan? Welk recht werd geschonden door de overheid, volgens de rechter in het tweede artikel?

Film

Bekijk (fragmenten uit) de film “In the Name of the Father” (1993) van Jim Sheridan.

a. Een aantal problemen in deze film aangekaart, wordt veroorzaakt door een vermenging van machten. Welke?b. Zijn er in onze democratie waarborgen ingebouwd

om dat soort situaties te voorkomen? Welke?

Rechters kunnen de staat veroordelen:

RECHTER DWINGT MINISTER GEVANGENE TE VERZORGEN

Gebrek aan plaatsen voor geïnterneerden nu ook door Gentse rechtbank aangeklaagd

De rechtbank van eerste aanleg te Gent heeft in kort geding de Belgische Staat, en dus minister van Justitie Laurette Onke-linx (PS), veroordeeld tot het voorzien van gepaste medische bijstand voor een geestes-gestoorde gevangene. Daarmee spreekt een rechter zich voor het eerst in ons land uit over de lamentabele toestand waarin gevan-genen die recht hebben op internering zich bevinden. De overheid krijgt zes maanden de tijd om voor de betrokkene een adequaat verzorgingsteam samen te stellen.

Dat België het slecht doet op het vlak van de internering van geestesgestoorde ver-oordeelden is geen nieuws. Verscheidene internationale rapporten tikten ons land al zwaar op de vingers voor het gebrek aan aangepaste opvang en voor het feit dat psychisch gestoorde gedetineerden tussen andere gevangenen vastgezet worden. Begin dit jaar kwam er nog een nieuwe alarmkreet vanwege het Internationaal Observatorium voor Gevangenissen. Voor het eerst mengt nu ook een rechter zich in de kwestie. Op 1 september veroordeelde de rechtbank van

eerste aanleg te Gent de Belgische staat in een zaak die was aangespannen door een geïnterneerde die vond dat zijn recht op verzorging geschonden werd.De rechter gaf de betrokkene gelijk en dwingt de overheid om een team te vormen dat bestaat uit een psychiater, een psycho-loog, een psychiatrisch verpleegkundige en een maatschappelijk werker. Dit team moet instaan voor de verzorging van een Gentse geïnterneerde zolang die zich in de instel-ling bevindt. Het team moet binnen de zes maanden na het bevelschrift aan de slag zijn.

Het politiek-symbolische belang van de gerechtelijke primeur kan moeilijk over-schat worden en reikt veel verder dan het individuele geval. De Belgische staat wordt hier zonder meer veroordeeld voor de schrijnende manier waarop hij omgaat met geestesgestoorde veroordeelden: ze worden vaak behandeld als alle andere gevangenen, zonder specifieke verpleging. Minister On-kelinx is zich naar eigen zeggen bewust van de problematiek. Eerder al kondigde ze aan dat er een nieuwe zogenaamde instelling voor sociaal verweer in Vlaanderen komt op de Antwerpse Linkeroever. Ook in Wallonië wordt een bestaande instelling uitgebreid.

Bart EECKHOUT(De Morgen, 08-09-2004)

Page 65: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

653e graad ASO - KSO - TSO

Actie We nemen ons voorbeeld over afspraken die leraars en leerlingen maken terug op.Leerlingen en leraars spreken met elkaar af waarin zij gelijk zijn op school en waar de regels voor beide groepen dezelfde zijn. Wij gaan ervan uit dat een tekst (reglement) met afspraken werd opgesteld. Leraars en leerlingen fungeerden dus als wetgevende macht.

HOE MOET HET NU VERDER?Het reglement moet bekend gemaakt worden en de toepassing georganiseerd. Dat is de taak van de uitvoerende macht. Wie onder de leraars en de leerlingen zorgt daarvoor? Enkelen worden daarvoor aangewezen en zij zorgen voor bekendmaking in het leerlingenblad of de schoolkrant. Afgesproken wordt ook dat tegen de overtreders van de afspraken zal opgetre-den worden. Namen zullen worden genoteerd, berispingen kunnen volgen, een blaam kan gegeven worden en zelfs straffen zijn mogelijk. Diegenen die daarmee belast zijn vormen de rechterlijke macht. Die personen mogen noch leraar, noch lid van de leerlingenraad zijn. Het gaat om een afzonderlijke instantie, die losstaat van de wetgevende en de uitvoerende macht. Concreet kan men daarvoor een beroep doen op de directeur of een van de opvoeders; de aanwezigheid van een of twee leerlingen zou ook zeer zinvol zijn.

a. Hoe wordt de ‘onafhankelijkheid’ van de rechterlijke macht gegarandeerd?b. Hoe zorg je ervoor dat je de rechterlijke macht toch nog kunt controleren, en hoe ver-

mijd je willekeur? c. Wat moet er veranderen om op school een hogere vorm van democratie te verkrijgen? d. Werk hiervoor een haalbare strategie uit.

Page 66: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

66 Democratie en rechtsstaatF Zonder persvrijheid geen democratische rechtsstaat

Zonder persvrijheid geen democratische rechtsstaatF

Focus a. Bekijk een krant. Welke rubrieken vind je allemaal terug? b. Leid op basis van de rubrieken de verschillende functies van de pers af. Vergelijk met de

functies opgesomd in de basis informatie. c. Vergelijk een artikel over hetzelfde - politieke - onderwerp in verschillende kranten. Is de

berichtgeving ver schillend?d. Analyseer de lezersbrieven: waarover handelen die? Bevatten ze kritiek op de politieke

besluitvorming?e. Zoek in de verzamelde media-informatie artikels die over de pers zelf en pers vrijheid

gaan. Welk standpunt wordt in genomen?f. Zoek een paar recente voorbeelden - uit het buitenland - waaruit duidelijk blijkt dat de

overheid de pers aan banden legt of zelfs verbiedt. g. Conclusie: beschrijf de specifieke functie van de pers in een rechtsstaat.

Actie Schrijf een lezersbrief: laat je stem horen!Wellicht zijn jullie door het werken aan deze module meer en beter op de hoogte van actuele maatschappelijke thema’s dan vroeger. Over een aantal hebben jullie met de klas een debat gehouden. Misschien vinden jullie het de moeite om jullie standpunt over een actueel thema bekendheid te geven en op die wijze actief te participeren aan het maatschappelijk debat.

a. Verwoord jullie standpunt in een brief.b. Verstuur die naar de redacties van verschillende kranten.c. Ga na wanneer de brief gepubliceerd wordt, komen er reacties op van andere lezers?

Opdracht: Van persbericht tot artikel Vergelijk een persbericht van de overheid of van de regering met wat de pers daarover schrijft.Persberichten vind je onder andere op de website www.vlaanderen.be, zoekterm ‘persberichten’.

Page 67: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

673e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie: Welke functies heeft de pers?

Eén essentiële pijler van onze democratische rechtsstaat is de vrijheid van meningsuiting en de daarvan afgeleide persvrijheid. Media als kranten, radio en televisie spelen een belangrijke rol in het verschaffen van informa-tie. Een vrije pers die onafhankelijk werkt is heel belangrijk in een democratie. In een dictatuur is de pers niet vrij. Daar heerst meestal censuur. De overheid verdraagt in een dictatuur geen kritiek en bepaalt wat in de berichtgeving aan bod komt en wat niet. Ook in een democratie zullen beleidsmensen liefst de positieve aspecten van hun beleid bekend maken. Daarom is er in elke democratie behoefte aan een vrije pers, aan media die ongecontroleerd de samenleving voorzien van informatie en kritische commentaren.De vrijheid van drukpers – waarmee alle media worden bedoeld – is dan ook een grondwet-telijk recht.

De persvrijheid moet garanderen dat de media voluit hun opdracht in de samenleving kunnen vervullen, die maatschappelijke opdracht is: het bijdragen tot een goed voorgelichte publieke opinie.

Wat houdt deze maatschappelijke functie in?

1. Het verschaffen van informatie over de werking van de overheid en de naleving van de rechten van de bur-gers. Hiermee is de pers een kanaal voor openbaarheid van bestuur. Om die functie goed te kunnen uitoefenen heeft de pers het recht om ongehinderd informatie te verzamelen en die bekend te maken.

De pers heeft daarbij de plicht om ervoor te zorgen dat informatie correct is, dat feiten onpar-tijdig worden verzameld, dat er geen belangrijke informatie wordt geschrapt of zaken worden verdraaid. Wanneer gepubliceerde informatie nadien toch foutief blijkt, dan moet dat zonder beperkingen worden rechtgezet. De pers moet ook het recht op privacy respecteren.

2. De opinievorming. De media geven niet alleen informatie, ze leveren ook kritiek, geven commentaar op het beleid en nemen een standpunt in tegenover het beleid. Daarmee beïn-vloeden ze ook de lezers (of luisteraars en kijkers). De media hebben daardoor een zekere macht over de publieke opinie.

Daarom is het erg belangrijk dat er een verscheidenheid van opinies aan bod kunnen komen en dat de bevolking dus meerdere meningen kan lezen in verschillende media. Daarnaast is het ook essentieel dat de bevolking duidelijk het onderscheid kan zien tussen de feitelijke informatie en de commentaren bij die informatie. De pers heeft daarbij de plicht om de verscheidenheid van opinies te erkennen en te respecte-ren en waakt er tevens over dat de overtuigingen niet in conflict komen met het respect voor de fundamentele rechten van de menselijke persoon. Media moeten de menselijke waardigheid respecteren en geweld ontmoedigen.

Page 68: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

68 Democratie en rechtsstaatF Zonder persvrijheid geen democratische rechtsstaat

3. Een forum bieden en een spreekbuis zijn. De media vormen ook een forum en spreekbuis voor wat bij de bevolking leeft. Ze kunnen thema’s en situaties onder de aandacht brengen en soms zelfs op de politieke agenda plaatsen. De media maken keuzes in hun berichtgeving: sommige thema’s brengen zij onder de aan-dacht, andere niet. In die zin bepalen journalisten mee wat politiek relevant is.Een bijzondere vorm van journalistiek is de onderzoeksjournalistiek. Deze bericht niet louter over het nieuws dat op de redacties binnenkomt via de persberichten en verslaggeving, maar gaat zelf op een diepgaande manier achter verborgen feiten aan. Dat vraagt veel tijd en studie-werk van de journalist, tijd die er jammer genoeg vaak niet is.

4. Controle uitoefenen. De media houden de politieke wereld in de gaten en brengen ver-slag uit over het doen en laten van politici. Daarmee vervullen ze een functie als waakhond van de democratie. De media moeten daarbij onafhankelijk werken en mogen aan geen druk toegeven.

Deze functies van de media zijn voor een democratie zo belangrijk, dat men de media wel eens de vierde macht (naast de drie staatsmachten) noemt. En op deze vierde macht is er ook heel wat kritiek, niet het minst van de politici zelf.

Enkele punten van kritiek:

● De media zijn een macht in de democratie, maar die macht wordt niet democratisch gecontroleerd. In een democratie moet macht aan bepaalde formele regels beant-woorden en die zijn er niet. Journalisten hebben wel een deontologische plicht tot zorgvuldigheid, maar die plicht wordt niet gecontroleerd en is niet afdwingbaar.

● De media zijn (behalve de openbare omroep) commerciële organisaties in een concur-rentiële omgeving. Daardoor staan journalisten onder grote tijdsdruk. De tijdsdruk leidt tot gebrekkige of helemaal geen bronnencontrole, tot manke interpretaties en tot een verlaging van het niveau van verslaggeving.

● Berichtgeving over politiek wordt steeds meer als ‘infotainment’ voorgesteld. De amusementswaarde van een televisieprogramma wordt minstens even belangrijk of belangrijker dan het inhoudelijke debat. Voor de televisiezenders is de dwang van de kijkcijfers groot, zodat televisiemakers proberen om de zappende kijker bij zich te hou-den met leuke nieuwsshows. Maar politieke debatten lenen zich daar niet altijd toe.

● Politici krijgen steeds minder spreektijd in debatten. De Universiteit Antwerpen deed een onderzoek naar de verkiezingsprogramma’s op televisie in 2004. Daaruit bleek dat politici gemiddeld amper 16 seconden (!) tijd krijgen om te antwoorden op vragen of om een redenering uit te werken.

● Via het medium televisie kunnen mensen zich een beeld vormen van politici, enkel op basis van een kort optreden in een tv-programma. Het gaat dan vaak om een beeld van het voorkomen, het al dan niet ‘sympathiek’ overkomen, maar niet noodzakelijk over de inhoud van de politieke boodschap. Door de televisiecultuur vormen mensen in toene-mende mate hun politieke mening op basis van indrukken in plaats van argumenten.

Page 69: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

693e graad ASO - KSO - TSO

POLITICI KRIJGEN 16 SECONDEN UA analyseert verkiezingsprogramma’s VRT en VTM

BRUSSEL - De soundbite, het korte, pakkende citaat, domi-neert de verkiezingprogramma’s. Politici krijgen op de VRT en de VTM gemiddeld 16 seconden om te antwoorden op een vraag of een redenering uit te werken. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universi-teit Antwerpen (UA). Vrouwen zijn goed voor 36 procent tussenkomsten, maar slechts 26 procent spreektijd

HET MEER-team (Media Emancipa-tie Effect Rapportage) van de Uni-versiteit Antwerpen ontwikkelde onlangs een computerprogramma om tv-programma’s te analyseren. Uitzendingen worden digitaal ge-registreerd. Nadien wordt gekeken wie hoelang over welk onderwerp spreekt.In de aanloop naar de verkiezingen van 13 juni werd een reeks uit-zendingen van de VRT en de VTM door Magda Michielsens, Katrien Lefever en Walter Agnoletti onder de loep genomen. De Standaard kon de voorlopige resultaten inkijken.

,,De televisie levert de jongste jaren enorme inspanningen rond de verkiezingen’’, stelt Michielsens. ,,Maar het is opvallend hoe weinig tijd mensen in die programma’s krijgen om een redenering uit te werken of te antwoorden op vragen. Gemiddeld is dat amper 12 seconden. Bij politici ligt dat met 16 seconden net iets hoger.’’ Maar 28 procent van de uitzendin-gen wordt gevuld door tussenkom-sten of antwoorden langer dan 35 seconden - ongeveer drie keer het gemiddelde. De grootste afwijking werd vastgesteld bij de mannelijke SP.A-politici. Die spreken gemid-deld 21 seconden. Of dat toe te schrijven is aan voorzitter Steve Stevaert, die iets trager spreekt dan de gemiddelde politicus, is niet onderzocht. Een andere opmerkelijk vaststel-ling is de ondervertegenwoordiging van vrouwen. Die zijn goed voor 36 procent van de tussenkomsten in de onderzochte verkiezingspro-gramma’s. ,,Dat lijkt op het eerste zicht misschien weinig. Maar in po-litieke programma’s zijn vrouwen

doorgaans slechts goed voor 30 procent’’, aldus Michielsens. ,,Dit cijfer bewijst dat televisiemakers inspanningen hebben gedaan om vrouwen aan het woord te laten.’’Als wordt gekeken naar de spreek-tijd, komt een ander beeld naar voor. Vrouwen spreken minder lang dan mannen. Tegenover 36 procent van de tussenkomsten staat slechts 26 procent van de spreektijd. Zowel bij mannen als vrouwen do-mineren de Oost-Vlaamse politici. Dat is de thuisbasis van onder an-deren Vera Dua, Guy Verhofstadt, Karel De Gucht en Freya Van den Bossche. Vrouwelijke politici uit Limburg en West-Vlaanderen wa-ren niet te zien op het scherm.Migranten of nieuwkomers komen nauwelijks aan bod. In totaal doken maar twee mannelijke allochtonen op in de programma’s. Een van de twee was de Engelse stand-up comedian Nigel Williams.

Steven SamynDe Standaard, 27/07/04

Opdracht: Het nieuwsBekijk in de klas een nieuwsuitzending en een politiek duidingsprogramma. Kun je enkele van de punten van kritiek herkennen? Waar wel? Waar niet?

LeesopdrachtLees de artikels over de macht van de voormalige Italiaanse premier Berlusconi. Waarom wordt er gesteld dat de media in Italië hun maatschappelijke functies niet meer naar behoren kunnen vervullen?

Europees Parlement veroordeelt media-

macht Silvio Berlusconi(tijd) - Het Europees Parlement veroordeelde gisteren de macht die de Italiaanse premier, Silvio Berlusconi, heeft over de media in zijn land. De stemming over de omstreden resolutie zorgde voor een felle discussie in het Europese halfrond. De EVP-fractie van de christen-democraten en conser-vatieven boycotte uiteindelijk de stemming.

De gisteren goedgekeurde resolutie gaat ‘over de risico’s van schending in de EU, en met name in Italië, van de vrijheid van meningsuiting en informa-tie’. De auteur van de tekst, het Nederlandse libera-le europarlementslid Johanna Boogerd-Quaak, gaat na in welke mate de pluriformiteit van de media in de verschillende EU-landen is gegarandeerd.

Haar analyse spitst zich vooral toe op Italië en is vernietigend voor premier Berlusconi. In de reso-lutie wordt gesproken over een ‘ongeëvenaarde bun-deling van economische, politieke en mediamacht in de handen van één man’. Berlusconi controleert volgens de tekst 90 procent van de Italiaanse televi-siemarkt. Zijn mediaconcern Mediaset controleert het grootste deel van de commerciële televisiestati-ons en als premier heeft hij ook zeggenschap over de openbare omroep RAI.

De resolutie verwijt de Italiaanse regering ‘inmen-ging, druk en censuur ten aanzien van de perso-neelsbezetting en de programmering’ van de RAI. Het Europees Parlement vindt het ook onaanvaard-baar dat Berlusconi zijn belangenconflict nog niet oploste, zoals hij had toegezegd.

(…)Jim Lannoo De Tijd, 23-04-2004

Page 70: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

70 Democratie en rechtsstaatF Zonder persvrijheid geen democratische rechtsstaat

Berluscratie wordt nog groter Italiaanse premier versterkt greep op media

(tijd) - Begin volgende week keurt de Italiaanse Senaat een nieuwe mediawet goed. Volgens de regering kan de concurrentie er door groeien. Volgens critici spint vooral het mediabedrijf van premier Berlusconi er garen bij. Ondertussen is zelfs een cabare-tière die grapjes maakte over de premier de mond gesnoerd.

VAN ONZE CORRESPONDENT IN MILAANBij de staatsomroep Rai durft niemand nog beslissingen nemen uit angst voor represailles van de regering. Dat werd nog maar eens duidelijk met de controverse rond het satirisch programma ‘RaiOt’. Het programma had een item met cabaretière en Berlusconi-imitator Sabina Guzzanti klaar vol imita-ties van de premier brabbelend over zijn werkzaamheden, bedrijf, problemen en haren. De uitzending ervan werd uitgesteld omdat Italië rouwde om het overlijden van 19 landgenoten in Irak. Toen het pro-gramma later toch werd uitgezon-den, barstte een storm van kritiek los. Berlusconi’s televisiebedrijf Mediaset eist 20 miljoen euro van artieste Guzzanti en de Rai omdat ze de goede naam beschadigd zou-den hebben. Ook de regering was niet te spreken over het satirische programma. Eerder werden ook al de populaire regeringskritische televisiemakers Michele Sartoro, Enzo Biagi en Daniele Lutazzi geschorst vanwege hun ongezouten

kritiek op de premier. (…)

Sinds Silvio Berlusconi in mei 2001 de verkiezingen won, maakt men zich zowel binnen als buiten Italië grote zorgen om de pluriformiteit en de vrijheid van meningsuiting in Italië. Onder meer de VN-commissie voor de vrije media uitte meerdere malen twijfels over de gang van zaken in Italië. En het Europees Parlement maakte vorige week bekend een onder-zoek te starten naar de vrijheid van de media in Italië. De premier controleert er actief 90 procent van de landelijke televisiekanalen en oefent ook invloed uit op de gang van zaken bij enkele van de grootste dagbladen, tijdschriften en uitgevers van boeken. De vorige regering verklaarde al dat ze iets zou gaan doen aan de belangenverstrengeling van Berlusconi. Maar tot op vandaag is nog niets veranderd. De man bezit nog steeds drie eigen landelijke televisiekanalen en kreeg er met zijn verkiezingsoverwinning ook de controle over de drie staatskanalen bij. Ondertussen is er wel een wet ingevoerd die belangenvermenging moet voorkomen. Maar tot nu toe is de meest verregaande maatregel die waardoor Berlusconi zich geen voorzitter meer mag noemen van zijn voetbalclub AC Milan. Hij is nu honorair voorzitter.De staatsomroep Rai lijdt onder-tussen voort onder het regerings-

beleid. Boegbeelden zoals San-toro en Biagi moesten weg en de reclame-inkomsten nemen samen met het marktaandeel af ten gunste van Berlusconi’s Mediaset, dat ondanks de economische malaise meer winst maakt. Maar toch lijkt dat nog niet voldoende voor de premier. Begin volgende week moet het parlement definitief een nieuwe mediawet goedkeuren. Die biedt volgens de regering ruimte voor meer concurrentie, maar zorgt er in werkelijkheid voor dat Berlusconi zijn imperium verder kan laten groeien. Met de wetswij-ziging kan Mediaset nog meer van de te verdelen reclame-inkomsten opeisen. Ook wordt het straks mogelijk voor televisiebedrijven om belangen te nemen in gedrukte media en andersom. Om de oude wet te omzeilen is Berlusconi’s broer daarom nu eigenaar van dagblad Il Giornale. En de vrees leeft dat de premier straks ook de Corriere della Sera, Italië’s meest gelezen krant, opkoopt.Ook bij staatsomroep Rai verste-vigt de premier met de nieuwe wet zijn positie. Zo krijgt de premier meer invloed op de benoemingen van bestuursleden. De huidige bestuursvoorzitter heeft al gezegd op te stappen als de wet een feit wordt. En dat biedt de premier de ruimte er een nieuwe vertrouwe-ling neer te zetten.

Maarten VEEGERHenk Dheedene, De Tijd, 28-11-2003

De rol van het internet

Voor een vlotte communicatie tussen de burger en de overheid biedt het internet bijna onbe-perkte mogelijkheden. E-government betekent dat de overheid haar dienstverlening verzorgt via elektronische media, namelijk het internet. Dat moet het bestuur eenvoudiger, sneller, efficiënter en klantvriendelijker maken. Informatie krijgen, formulieren aanvragen en krijgen, je belastingbrief opsturen, een poll of een volksraadpleging via internet. Het kan allemaal … indien iedereen toegang heeft tot het net. Dat is echter nog lang niet het geval.

Page 71: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

713e graad ASO - KSO - TSO

Bij het ministerie van Volksgezondheid loopt een proefproject om alle vaccinaties in één data-bank te stoppen. Nu moet de patiënt zijn inentingen bijhouden op een kaart. Niet iedereen doet dat even nauwkeurig, zodat het voor de dokter soms onduidelijk is of hij nog wel hoeft te vacci-neren. De nieuwe databank Vaccinnet moet zulke nodeloze inentingen voorkomen. Vaccinnet is de eerste grootschalige toepassing van e-government in de Vlaamse gezondheidssector.

Een wereldwijd maatschappelijk forum en een wereldwijde publieke opinie: door de snelle communicatie via het net, ontstaat er voor bepaalde thema’s een wereldwijde publieke opinie die snel actie kan voeren. Internationale actiegroepen en ngo’s zoals Amnesty International kunnen op korte termijn meer mensen dan ooit bereiken en op die manier invloed uitoefenen.Via het net ontstaan nieuwe media, groepen van mensen die informatie verspreiden en met elkaar in discussie gaan. Een probleem bij deze actie- en communica-tievormen is de onoverzichtelijkheid van de berichtgeving en de onduidelijkheid over de bron van informatie en de actievoerders.Ook groepen met anti-democratische doelstel-lingen kunnen via het net onbeperkt informatie verspreiden en zich organiseren. Pornografie, criminele netwerken, extreme en ondemocra-tische standpunten en terroristische informatie vinden immers ook via het net een platform en con-trole is daarbij nagenoeg onmogelijk.

Actie De schoolkrant

Als er al een schoolkrant is:a. Welke functies heeft jullie schoolkrant?b. Wie zetelt allemaal in de redactie? (Ook directie, leerkrachten, ouders...?)c. Is er persvrijheid of censuur, met andere woorden kun je in de schoolkrant alles kwijt?d. Is er plaats voor ‘afwijkende meningen’? Wat is de algemene strekking?e. Zou je na wat je nu geleerd hebt, iets willen wijzigen aan de schoolkrant?f. Werk een strategie uit om de schoolkrant meer te laten aansluiten bij wat ze volgens

jullie moet zijn.

Als er geen schoolkrant is:a. Vinden jullie het zinvol een schoolkrant op te starten?b. Welke functies zou de schoolkrant dan moeten/kunnen hebben?c. Wie zou er wel/niet in de redactie moeten zetelen?d. Werk een strategie uit zodat je de meeste kans hebt om een schoolkrant volgens jullie

concept op te starten.

Page 72: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

72 Democratie en rechtsstaatG Alle macht gaat uit van de natie: democratie versus autoritaire staat

GAlle macht gaat uit van de natie: democratie versus autoritaire staat

Focus Zoek in de verzamelde informatie artikels op over autoritaire staatsvormen.

a. Over welke staten gaat het? Zoek die op, op een wereldkaart.b. Waarom worden ze als autoritair beschreven? c. Kom tot een eigen omschrijving van het begrip autoritaire staat. d. Vergelijk de voorwaarden van een rechtsstaat met die van een autoritaire staat.

Basisinformatie

Wat is een autoritaire staat?

Tegenover de democratie staat de autoritaire staat. In zo’n staat gaan alle machten niet uit van de natie (zie artikel 33 van onze Grondwet) maar berusten zij bij één persoon (of een beperkte groep van personen). Het gaat hier om dictaturen, om staatsvormen die ondemocratisch zijn hoewel de dictators zoveel mogelijk proberen hun regeervorm een democratisch uitzicht te geven. Zij organiseren wel verkiezingen, maar bij nader toezien zijn die niet vrij: er is maar één politieke partij, de overheid stelt de kieslijsten op, de stemming ver loopt niet echt geheim, men durft zelfs met de resultaten knoeien. Ook is er meestal een grondwet maar dan zonder het principe van de scheiding van de machten. De vrijheden en rechten van de burgers worden beperkt: er is perscensuur, geen godsdienstvrijheid, mensen worden zonder vorm van proces gevangen gezet. In onze wereld kennen wij vele voorbeelden van autoritaire staten. Maar soms is het moeilijk om uit te maken of een staat democratisch dan wel autoritair wordt geregeerd. Zoals de ene staat meer democratisch kan zijn dan de andere, kan ook een autoritaire staat meer of minder autoritair zijn. Er bestaan vele tussenvormen. Een dictator van nu kan ooit democratisch ver-kozen zijn en pas daarna autoritair zijn gaan optreden. In hoeverre zijn de verkiezingen vrij of gemanipuleerd? Welke rechten of vrijheden worden precies beknot?

Wat is een totalitaire staat?

Sommige autoritaire staten worden ook totalitaire staten genoemd. Met totalitair wordt bedoeld dat de overheid zich met meer dan het openbare leven bezighoudt. De gehele maatschappij met inbegrip van het privé-leven komt dan onder toezicht. Men probeert het vrije denken van de burgers uit te schakelen en iedereen moet voortaan de levens beschouwingen of de ideo-logieën van de leider aanvaarden. Vooral langs opvoeding en onderwijs en met behulp van de media probeert men de burgers te doen denken zoals de overheid het wenst. Een autoritair of totalitair politiek systeem kan ongehinderd gebruik maken van terreur en de fysieke uitschakeling van tegenstanders. Autoritaire of totalitaire systemen kunnen de oppo-sitie broodroven, gevangen houden, verbannen en eventueel ter dood brengen. Men spreekt dan over staatsterreur.

Page 73: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

733e graad ASO - KSO - TSO

Wat is fascisme?

In verband met autoritaire en totalitaire staten wordt ook vaak het woord fascisme gebruikt. Fascisme - in de oorspronkelijke betekenis van het woord - was de benaming van de zeer

nationalistische beweging die van 1922 tot 1943 oppermachtig was in Italië. Volgens Van Dale staat fascisme voor een “politiek systeem, berustend op ultra-

nationalistische, corporatistische, autoritaire en onverdraagzame (met name anti-communistische) beginselen.”Een meer uitgebreide omschrijving van fascisme voegt daaraan toe: het uit-schakelen van een speciaal met dat doel geviseerde groep. Om de macht te bestendigen - zelfs te vereeuwigen - wil men een specifieke groep met alle mogelijke middelen vernietigen.

Het fascistische regime gedijt in een gespannen samenleving, waarin een democratische discussie en oppositie niet meer mogelijk is. De voorgenomen

uitschakeling van een geviseerde groep kan dan uitgelegd worden in het belang van de eenheid.

Het nazisme van Hitler was een fascistische ideologie. Het leidde tot de systematische uit-moording van 15 miljoen mensen in Europa.

De HolocaustIn het spoor van de verlichting tijdens de 19e eeuw hadden Joodse en andere minderheden in West-Europa gelijke rechten gekregen.Tot dan toe was Jodenhaat vooral religieus-christelijk geïnspireerd geweest. Vanaf het mid-den van de 19e eeuw trokken sommige denkers evenwel de evolutieleer van Darwin door op sociaal en politiek vlak. Antisemitisme werd toen een seculier en uitgesproken racistisch fenomeen, dat ook andere volkeren uitsloot. De theorie dat Europa was opgebouwd door het superieure arische ras, won veld.Het groeiende nationalisme in Europa keek met argwaan naar de Joden die banden hadden met geloofsgenoten in andere, soms vijandige Europese landen, met de Dreyfus-affaire in Frankrijk (1894-1906) als uitschieter.Het nazisme bouwde daarop voort en stelde dat enkel sterke en “arische” mensen Europa tot bloei konden brengen. Joden, andere minderheden en gehandicapten leidden volgens Hitler tot verzwakking en decadentie.

Van rassentheorie naar vervolgingKort na de machtsovername door Hitler in 1933 werd het eerste concentratiekamp in Dachau opgericht om af te rekenen met politieke tegenstanders in Duitsland. Nadien kwam er ook een programma om systematisch 170.000 mentaal of fysisch gehandicapten te elimineren.Nazi-knokploegen voerden al langer raids uit op Joodse winkels en huizen. Spoedig kwamen er evenwel strikte rassenwetten. De “Wetten van Neurenberg” van 1935 verboden gemengde huwelijken en ontnam de Duitse Joden hun nationaliteit.De “Kristallnacht” van 9 op 10 november 1938 vormde een keerpunt. Overal in Duitsland wer-den synagogen, huizen en winkels van Joden vernield. Er vielen 93 doden en eigendommen werden aangeslagen. De helft van het half miljoen Duitse Joden kon emigreren.

Page 74: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

74 Democratie en rechtsstaatG Alle macht gaat uit van de natie: democratie versus autoritaire staat

De uitroeiingsmachine komt op gangNa de verovering van Polen in ‘39 werd de grote Joodse gemeenschap daar bijeengedreven in ghetto’s en verplicht gemerkt met een gele Davidster. Dat systeem werd later uitgebreid tot heel bezet Europa.De inval in de Sovjetunie in 1941 betekende een keerpunt. De nazi’s begonnen toen met de massale vernietiging van Polen, Russen en Joden en in dat jaar werden de eerste gaskamers ingericht.(…)Vanuit heel Europa werden opgepakte Joden en anderen getransporteerd naar de vernieti-gingskampen in het oosten: Auschwitz-Birkenau, Treblinka, Sobibor en andere om vergast te worden of ingezet te worden voor slavenarbeid of medische experimenten.

In totaal werden 15 miljoen ongewapende mannen, vrouwen en kinderen afgeslacht. Onder hen waren 6 miljoen Joden en 1,5 miljoen kinderen.De anderen waren Slavische volkeren, Sorben, zigeuners, Afrikanen en Aziaten. Ook politieke tegenstanders, verzetslui, geestelijken, getuigen van Jehova, homoseksuelen en gehandicap-ten werden massaal omgebracht. Zelfs een zwakzinnige nicht van Hitler werd niet gespaard. In Auschwitz-Birkenau stierven 1,1 miljoen slachtoffers, in Treblina 850.000, in Belzec 650.000 en Sobibor 250.000 mensen. Er waren echter nog tal van andere kampen waar mensen op grote schaal uitgemoord werden. De nazi-ideologie beschouwde al die mensen als “nutteloos” of “ongewenst”. Europa moest volgens Hitler en de zijnen “gezuiverd” worden van zwakkelingen of minderwaardige rassen. Alleen sterke en “arische” mensen konden Europa tot bloei brengen. Voor hij zelfmoord pleegde in april ‘45 verontschuldigde Hitler zich dat hij er niet in geslaagd was om alle Joden en andere minderheden uit te roeien. Bron: VRT dossier holocaust www.deredactie.be

Doordenker Hitler was een democratisch verkozen staatshoofd en nadien toch de lei-der van een dictatuur.

a. Welke regels in onze rechtsstaat moeten een herhaling van zo een situatie voorkomen?

b. Zie je in de Europese samenlevingen teke-nen waaruit blijkt dat de basiswaarden van de democratie aangetast worden?

Holocaust H

erdenkingsteken, Berlijn

Page 75: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

753e graad ASO - KSO - TSO

LeesopdrachtIn een democratische staat zijn rechten afdwingbaar.

Lees het krantenartikel “Rechter verplicht gemeente Harelbeke huwelijk Vietnamese vrouw te voltrekken” (De Morgen, 10 oktober 1997). De Vietnamese vrouw die van de overheid, hier de ambtenaar van de burgerlijke stand, de toe-stemming niet kreeg te huwen, haalde voor de rechtbank gelijk. De rechter baseerde zich op artikel 12 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin het fundamenteel recht op huwelijk wordt gegarandeerd. Duidelijk is hier dat burgers, zelfs illegaal hier ver blijven de burgers, voor de rechtbank hun rechten kunnen afdwingen.

a. Verwoord hoe je zelf tegenover die gebeurtenis staat. b. Ga je akkoord met de uitspraak van de rechter, of meen je dat hij de gemeente Harelbeke

in het gelijk moest stellen, aangezien het over een hier illegaal verblijvende Vietnamese vrouw ging?

c. Noteer de verschillende standpunten. d. Probeer tot een democratisch besluit te komen.

Rechter verplicht gemeente Harelbeke huwelijk Vietnamese vrouw te voltrekken

De kortgedingrechter in Kort rijk heeft de gemeente Harel beke gisteren opdracht ge geven binnen de vijf dagen het huwe-lijk van een illegaal alhier verblijvende Vietnam ese vrouw aan te kondigen. De rechter baseerde zich hierbij op het artikel 12 van het Verdrag van de Rechten van de Mens waarin het fundamentele recht om te mogen trouwen wordt gegarandeerd, zelfs voor wie geen officiële verblijfplaats heeft. Het stadsbestuur van Harelbeke, waar de Vietnamese vluchtelinge verblijft, weigerde de huwelijksaankondiging uit te hangen omdat de vrouw officieel geen woon- of verblijfplaats heeft. De vrouw woont al enkele jaren in Harelbeke, maar door de verstrenging van de wetgeving op de politieke vluchtelingen, had ze geen recht meer om in België te blijven. Ze stond op het punt te trouwen met de man waarmee ze al jaren samenwoont. Door de jongste evolutie in de wetgeving inzake politieke vluchtelingen, wordt de vrouw gezien als illegaal. Voor de ambtenaar van burgerlijke

stand van Harelbeke was dit een reden om het burgerlijk huwelijk niet te laten door-gaan. Een kandidaat trouwer moet immers minstens zes maanden in de gemeente verblijven. Als illegale voldeed de vrouw niet aan deze voorwaarde. De advocate van de Viet nam ese voerde de hoogdringendheid aan, gezien de vrouw intussen bevallen is en op dit moment niet kan terugvallen op kinderbijslag of voordelen van de Belgische sociale zekerheid. De advocate haalde in haar pleidooi tevens de recente circulaire van de minister van Justitie aan, waardoor de administratieve impasse wordt opgelost. Volgens deze circulaire is de verblijfplaats van de vreemdeling, al dan niet illegaal, de gemeente waar hij of zij woont. De rechter baseerde zich bij zijn beslissing echter op het Verdrag van de Rechten van de Mens. Binnen de vijf dagen moet de huwelijksaan-kondiging uithangen aan het gemeentehuis van Harelbeke.

De Morgen 10/10/97

Page 76: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

76 Democratie en rechtsstaatH Samenvatting Module 2

H Samenvatting Module 2

Schrijf in één alinea wat de volgende begrippen betekenen. Vergelijk met de omschrij-vingen in een woordenboek. Kom tot een correcte en duidelijke omschrijving. Deze begrippen vormen de kernleerstof van de module.

* democratie

* sociale gelijkheid tegenover politieke gelijkheid

* rechtsstaat tegenover autoritaire staat

* grondwet

* meerderheid tegenover minderheid

* gelijkheid tegenover discriminatie

* scheiding der machten

* onafhankelijk maar gecontroleerd gerecht

* de pers als vierde macht

* de functies van de pers

* dictator

* totalitaire staat

* autoritaire staat

* fascisme

1

2

3

4

5

6

7

8

Page 77: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

Module 3 Verkiezingen en partijen

Page 78: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

78

Modu

le 3

Verkiezingen en partijen

Verkiezingen en partijen

Een oude volkswijsheid zegt: “Zelfs als je met politiek niets te maken wilt hebben dan weet de politiek je toch te vinden.” En zo is dat ook. Verkozen politici en regeerders nemen elke dag beslissingen die een enorme invloed uitoefenen op ons dagelijks leven. Ze keuren wetten goed over ons gedrag (bijvoorbeeld sluitingsuur van discotheken, helm dragen op de bromfiets), ze bepalen hoeveel belastingen en sociale bijdragen de burgers betalen en wat dan met die staatsinkomsten gebeurt.

Maar... politici zijn door burgers verkozen. Het is de burger die in het stemhokje zijn of haar “stem” uitbrengt voor deze of gene politicus of partij. De burger geeft de politicus een mandaat om het land te regeren. Toch eindigt de participatie van de burger niet in het stemhokje! De burgers kunnen er op toe-kijken hoe politici het beleid uitvoeren en via verschillende inspraakkanalen hun oordeel geven over het gevoerde beleid.

Politici van hun kant hebben de verantwoordelijkheid de wensen van de bevolking uit te voe-ren: verkozen worden betekent immers een mandaat, een opdracht van de kiezer uitvoeren.

In deze module leer je over:

Democratie en inspraak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80

Het kiesrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86

Kiesstelsels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

Verkiezingen in de praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99

Politieke partijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106

Samenvatting Module 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118

A

B

C

D

E

F

Page 79: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

79

Modu

le 3

3e graad ASO - KSO - TSO

Focus Volg het kiesgebeuren op de voet! Deze module is vooral actueel als er verkiezingen in aantocht zijn. Verzamel zoveel mogelijk informatie over de verkiezingen. Zoek partijprogramma’s, electorale publicaties, opiniepeilin-gen. Maak een selectie uit alle informatie over het kiesgebeuren vanaf de ontbinding van het parlement tot de installatie van de nieuwe regering.

Als er geen verkiezingen op stapel staan.... is het toch zinvol om in de media de binnenlandse politiek te volgen en informatie te verzame-len over:

● de standpunten van verschillende partijen over concrete thema’s en de grote lijnen die je daaruit kunt afleiden;

● “dissidente” partijleden en hoe ze op de vingers getikt worden; ● andere inspraakkanalen en actievormen van de burger waarmee hij de uitvoerende

macht zijn ongenoegen over het beleid toont.

Wellicht is het nuttig om na te gaan of er in het buitenland ergens verkiezingen aan de orde zijn en die informatie bij te houden.

● Welke informatie sijpelt door tot in onze media? ● Wat is de teneur van die informatie? ● Welke partijen spelen mee en wat verdedigen ze? ● Weet je iets over de verdeling van de zetels? ● Weet je iets over de verhouding tot de uitvoerende macht/het staatshoofd?

Maak met elkaar een aantal afspraken over: ● de bronnen en wie ze bijhoudt; ● de thema’s waarover jullie informatie willen verzamelen; ● hoe het materiaal bijgehouden wordt (mappen, kernwoorden enzovoort) zodat het

gemakkelijk toegankelijk is; ● de timing.

Comenius

Misschien heeft jouw school een uitwisselingsprogramma met een school in het buitenland. Probeer via deze uitwisseling informatie te verzamelen over de partijen en het kiesstelsel in dat land. Zo niet kun je misschien via internet zelf een buitenlandse correspondent vinden.

● Vanaf welke leeftijd mag men gaan kiezen? ● Voor welke partijen kan er gekozen worden? Wat verdedigen ze? ● Welke partijen besturen het land? ● Welke instellingen hebben de wetgevende en de uitvoerende macht? ● Hoe wordt de regering gevormd? ● Hoe staan de jongeren tegenover de politiek? ● Hebben ze als burger de indruk invloed te kunnen uitoefenen?

Page 80: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

80 Verkiezingen en partijenA Democratie en inspraak

A Democratie en inspraak

Jonge mensen zeggen dikwijls: “Politiek interesseert me niet, ik wil er niets mee te maken hebben. Indien ik niet moest dan zou ik niet gaan stemmen.” Maar kun je je eigenlijk wel niet-bezighouden met de politiek? Is het misschien toch nuttig zich met politiek in te laten? Wat nog niet betekent dat je tot een politieke partij moet toetreden of partijmilitant moet worden.

Bedenk dat politici zich wel met jouw leven bemoeien. Zij beslissen bijvoorbeeld over de mid-delen die scholen krijgen, over de leeftijd waarop je met een brommer, motorfiets of auto mag rijden. En over nog zoveel meer. Zoek nog enkele andere voorbeelden.

Bijgevolg is het zinvol na te gaan wat politici doen, want het gaat om ons leven en om ons geld. En een democratie is nu juist een staatsvorm die burgers in staat stelt mee te beslissen over het bestuur. Laten wij nu eens verder onderzoeken hoe men als burger invloed en inspraak kan uitoefenen op het beleid van het land.

Stelling “Politici zijn verkozen door de bevolking. Zij vertegenwoordigen de bevolking om beslissingen te nemen in het belang van de bevolking.”

a. Ben je het eens met die stelling? b. Zoek in de media voorbeelden van politieke beslissingen die in het belang zijn van de

bevolking. Gaat het hier om de hele bevolking of eerder om bepaalde groepen?c. Zoek op welke volksvertegenwoordigers uit jouw streek verkozen zijn in het federale

parlement en het Vlaams Parlement. Zoek ook op van welke partij ze zijn en hoe je met hen in contact kunt komen.

Basisinformatie

België is een representatieve democratie. In een representatieve democratie geeft het volk de macht om beslissingen te nemen aan een beperkte groep van vertegenwoordigers van het volk. Dat gebeurt door middel van vrije verkiezingen die op regelmatige tijden worden georganiseerd. De macht van de volksvertegen-woordigers is dus tijdelijk, voor de duur tussen twee verkiezingen.

In een directe democratie wordt bij elke beslissing de stemgerechtigde burger geraadpleegd. Dat is slechts mogelijk als het aantal burgers niet te groot is, zoals in het oude Athene van de 5e eeuw voor Christus of in bepaalde Zwitserse kantons vanaf de late middeleeuwen. Referenda of volksraadplegingen zijn vormen van directe democratie die ook in een representatieve democratie georganiseerd kunnen worden. Er zijn verschillende soorten referenda.

Page 81: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

813e graad ASO - KSO - TSO

Een eerste onderscheid ligt in wie het referendum organiseert. Dat kan de overheid zijn (die de bevolking raadpleegt) of het kan de bevolking zelf zijn die het initiatief neemt. Een tweede onderscheid ligt in de gevolgen van het referendum: ofwel is het referendum advi-serend, wat betekent dat de overheid de uitslag nog steeds naast zich neer kan leggen, ofwel is het referendum bindend en moet de overheid de uitslag volgen. Op het gemeentelijke niveau spreken we niet van een referendum maar van een volksraadpleging.

Leesopdracht Lees eerst volgende tekst en daarna de artikels over gemeentelijke volksraadplegingen.

Een referendum of volksraadpleging is een vrij eenvoudige en vooral directe manier om uit te maken of een meerderheid van de bevolking achter een beleidsvoorstel staat. Je vraagt de bevolking gewoon om er zich voor of tegen uit te spreken. Strikt genomen kent de Belgische Grondwet geen referendum. Wel staat in het Gemeentedecreet dat gemeenten hun inwoners kunnen raadplegen.

Het Gemeentedecreet bepaalt dat een volksraadpleging uitsluitend mag handelen over een gemeentelijk thema. Persoonlijke kwesties zijn uitgesloten.

Als het vereiste minimum aantal inwoners aan die raadpleging deelneemt, moet de gemeente de stemmen tellen.*

De burger is dus niet verplicht om deel te nemen, en het gemeentebestuur is niet verplicht om rekening te houden met de uitslag. Een volksraadpleging is puur adviserend.

Gemeentebesturen maken soms zelf gebruik van de mogelijkheid hun inwoners te raadple-gen. Ook de inwoners zelf kunnen hun gemeente ertoe verplichten een raadpleging te houden. Hun aanvraag moet dan ondertekend zijn door een minimum aantal inwoners.*

Aangezien de deelnemers steeds met ja of nee moeten antwoorden, is de formulering van de vraag erg belangrijk. Het gaat soms over een ingewikkelde materie, die moeilijk in een paar regels valt samen te vatten. Om dat op te vangen moet het gemeentebestuur aan de inwoners, minstens een maand vóór de raadpleging, een brochure ter beschikking stellen waarin het onderwerp wordt uiteengezet op een objectieve manier. Ook de vraag waarover de inwoners geraadpleegd zullen worden, wordt erin geformuleerd.

Een raadpleging mag alleen op zondag plaatsvinden, maar niet tijdens de 12 maanden vóór de gemeenteraadsverkiezingen, en evenmin 40 dagen vóór parlementsverkiezingen. Een gemeente mag ook niet overdrijven: slechts eenmaal om de 6 maanden en niet meer dan 6 maal per zittingsperiode. Bovendien mag binnen één zittingsperiode slechts eenmaal het-zelfde onderwerp aangesneden worden.

* Het minimum aantal deelnemers aan een volksraadpleging en het minimum aantal ondertekenaars van een aanvraag voor een volksraadpleging is: - ten minste 20 % van de inwoners in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners; - 3000 inwoners in gemeenten met minstens 15.000 inwoners en minder dan 30.000 inwoners; - 10 % van de inwoners in gemeenten met minstens 30.000 inwoners.

Page 82: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

82 Verkiezingen en partijenA Democratie en inspraak

Tielt - Volksraadpleging over een

al dan niet verkeersvrije Markt

69,17 PROCENT VÓÓR VERKEER OP MARKT

Op 20 maart 2011 organiseerde het stadsbestuur van Tielt

een volksraadpleging over het al dan niet verkeersvrij maken

van de Markt tussen de Bruggestraat en de Nieuwstraat. De

Tieltse burgers die 16 jaar of ouder zijn, konden tussen 8.00

en 13.00 uur hun stem uitbrengen op de vraag “Wenst u dat

er vanuit de Bruggestraat en de Kortrijkstraat opnieuw verkeer

richting Nieuwstraat toegelaten wordt?”.

De deelname aan de volksraadpleging was niet verplicht. 8213

personen kwamen stemmen, meer dan de wettelijk gestelde grens

van 3.000 deelnemers. Er waren 16.502 Tieltse inwoners die hun

stem konden uitbrengen (16 jaar of ouder op datum van 20 maart

2011 en ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad Tielt op

datum van 18 februari 2011).

De uitslag van de volksraadpleging is als volgt:

Op de vraag “Wenst u dat er vanuit de Bruggestraat en de Kortrijk-

straat opnieuw verkeer richting Nieuwstraat toegelaten wordt?”

antwoordden:

• 5681 personen JA (69,17%)

• 2473 personen NEEN (30,11%)

59 personen stemden ongeldig (0,72%). Bron: Nieuwsberichten Stad Tielt

21 maart 2011

VOLKSRAADPLEGING NU AL DUURDER DAN ELKE ANDERE VERKIEZING

De democratie heeft dui-delijk haar prijskaartje. Nog voor de eigenlijke stembusslag heeft de gemeentelijke volksraad-pleging over het nieuwe gemeentehuis al handen-vol geld gekost.

“De teller staat op ruim 35.000 euro. Dit maakt de volksraadpleging duurder dan gelijk welke andere verkiezing”, bevestigt burgemees-ter Henk Heyerick. “Ik hoop dan ook dat zoveel mogelijk mensen zondag komen stemmen”. Dat is immers dé hamvraag: ko-men er wel 3.000 kiezers opdagen? “Als dat niet lukt, gooien we 35.000 euro in het water”, geeft Heyerick toe.

In tegenstelling tot andere verkiezingen is er bij gemeentelijke volksraadplegingen geen stemplicht. Anderzijds mogen ook jongeren vanaf 16 jaar hun stem uitbrengen zodat het aantal stemgerechtigden hoger ligt.

KIESBUREAUS

De kiesbureaus sa-menstellen, bleek geen eenvoudige klus. “De voorzitters zijn neutraal gekozen, voor de bijzit-ters hebben we geput uit de lijst met onderte-kenaars van de petitie”, zegt Heyerick. “Logisch, aangezien zij vragende partij zijn voor het refe-rendum. Vreemd genoeg hebben een pak onder-

tekenaars geweigerd, waardoor we gemeente-personeel inschakelen om de stemlokalen vol-ledig te bemannen.”

PRIJSKAARTJE

Rest de vraag waarom de volksraadpleging zo duur uitvalt. “In eerste instantie moest ons personeel de handte-keningen van de petitie controleren op hun gel-digheid. Daarnaast is er een informatieplicht: als je een volksraadpleging organiseert, moeten de mensen zo goed mogelijk geïnformeerd worden. Daarvoor hebben we een communicatiebureau in de arm genomen om de folders en informa-tievergaderingen voor

te bereiden. Het is een objectieve manier om voor- en tegenstanders aan bod te laten komen. Een volksraadpleging is ook duurder dan een ge-wone verkiezing omdat we de oproepingsbrieven via de post moeten ver-zenden; dit alleen al kost 7.000 euro. Bij verkie-zingen neemt de hogere overheid heel wat kosten voor haar rekening, nu is dit niet het geval”, zegt bestuurssecretaris Aanje Kints die de coördinatie heeft over de volksraad-pleging.

Gaëtan RegniersHet Laatste Nieuws 15 januari 2011

Waarom een gemeentebestuur niet altijd blij is met een referendum, lees je in het volgende artikel.

Page 83: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

833e graad ASO - KSO - TSO

Debat

Misschien kun je je, op basis van de hier verzamelde informatie, reeds een eigen mening vor-men over gemeentelijke volksraadplegingen. Hieronder vind je een aantal argumenten pro en contra. Organiseer op basis van al dat materiaal een debat rond de wenselijkheid van gemeen-telijke volksraadplegingen. Misschien vinden jullie nog meer argumenten pro of contra.

Is er een thema waarover jouw gemeente een volksraadpleging zou kunnen organiseren?

Argumenten PRO ● De burger kan voor allerlei zaken een volks-

raadpleging eisen. ● Een raadpleging vraagt rechtstreeks de

mening van de burger. Bovendien kan de bur-ger zich duidelijk uitspreken met ja of neen.

● Er wordt rekening gehouden met de beleids-wensen van de burgers.

● Ook de minderheid kan de agenda bepalen. ● Een raadpleging is een goed instrument om

signalen bij de bevolking op te vangen.

Argumenten CONTRA ● De burger kan voor allerlei onbenulligheden

een volksraadpleging eisen. ● Bij een raadpleging antwoord je altijd met ja of

nee, nuanceren kan niet. ● Een raadpleging kan leiden tot minder politieke

verantwoordelijkheid, omdat de beslissing naar de burger wordt doorgeschoven.

● Een minderheid van de bevolking kan een volksraadpleging eisen. Dat is niet democratisch.

● Het organiseren van een raadpleging kost geld en de gemeente doet tenslotte toch wat zij wil.

Procedurefout nekt

volksraadplegingRuiselede - De volksraadple-ging rond de uitbreiding van de sporthal die volleybalploeg Pervol wil organiseren, lijkt ten dode opgeschreven. Nadat een gelijk-aardige vraag van de oppositie werd weggestemd, blijkt nu dat de Vlaamse Adviescommissie voor Volksraadplegingen (VAV) het verzoekschrift niet ontvankelijk verklaart.

Met 1.272 verzamelde handteke-ningen op een petitie hoopten de meisjes de vereiste twintig pro-cent van de bevolking te bereiken die nodig is om een gemeente-lijke volksraadpleging te kunnen

afdwingen. Die moest uitsluitsel geven of de uitbreiding van het huidige sportcomplex al dan niet de voorkeur moest krijgen op de bouw van een polyvalente zaal.

‘Sportieve jeugd’

De VAV laat weten dat het ver-zoek zoals het ingediend werd niet ontvankelijk is. “Niet alle bepalingen van artikel 207 van het Gemeentedecreet werden gerespecteerd”, klink het daar. “De namen van de initia-tiefnemers werden immers niet vermeld op het enquêteformu-lier. Het initiatief gaat uit van de ‘sportieve jeugd’. Actiegroepen of politieke partijen kunnen niet als dusdanig een initiatief nemen, hun vertegenwoordigers uiter-aard wel.” Bovendien blijkt dat sommige initiatiefnemers zelfs jonger zouden zijn dan 16 jaar

en dus zeker niet als mede-initi-atiefnemer opgenomen kunnen worden.

Een klassieke procedurefout lijkt het referendum dus vroegtijdig te begraven, al betekent een nega-tief advies van de VAV niet het einde van de weg. “Het verzoek moet, samen met het advies, toch nog geagendeerd worden op de gemeenteraad, omdat dat het enige orgaan is dat een formele beslissing over de organisatie van een gemeentelijke volksraadpleging kan nemen”, zegt burgemeester Greet De Roo (RKD). “Dat is dezelfde werkwij-ze die in juni gevolgd werd toen de oppositie de vraag tot een refe-rendum stelde.” De meerderheid zal er in alle waarschijnlijkheid het voorstel wegstemmen.

Valentijn Dumoulein – Het Laatste Nieuws 23 juli 2011

Uitbreiding ● Gemeenten met ervaring met gemeentelijke volksraadplegingen zijn bijvoorbeeld

Begijnendijk (29 juni 1997), Sint-Niklaas (28 juni 1998), Gent (14 december 1997 en 25 april 1999), Zulte (28 maart 1999), Genk (9 juni 2002), Antwerpen (18 oktober 2009), Zulte (16 januari 2001), Tielt (20 maart 2011), Lubbeek (21 april 2012) enzovoort. Bij die gemeentebesturen kun je een verslag van de volksraadplegingen opvragen. In de kranten en tijdschriften uit die periode vind je zeker commentaren terug.

● Praktische informatie over hoe je als burger een volksraadpleging kunt organiseren vind je bijvoorbeeld op de website van De Wakkere Burger VZW en van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.

www.dewakkereburger.be

www.vvsg.be

Page 84: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

84 Verkiezingen en partijenA Democratie en inspraak

Door verkiezingen geeft de bevolking aan een groep volksvertegenwoordigers de macht om beslissingen te nemen. Tot zover de theorie. Politieke besluitvorming gebeurt echter veel meer door de onderhandelingen tussen de poli-tieke partijen die samen de meerderheid vormen, door overleg met de leiders van belangrijke sociaal-economische organisaties (bijvoorbeeld vakbonden en werkgeversorganisaties) en soms ook door de druk van ‘de straat’.

Opdracht: Berichten over acties Zoek in de media naar berichten over acties, betogingen, stakingen of andere uitingen van protest.Geef een beknopte beschrijving van de reden van de acties, waartegen of waarvoor wordt er actie gevoerd?Tot wie richten de actievoerders zich? Tot welke besluitvormers?Is er een reden waarom precies op dit tijdstip actie wordt gevoerd?Wat proberen de actievoerders te bereiken?Heeft de actie resultaat gehad?

Doordenker Vrije verkiezingen zijn een noodzakelijke voorwaarde voor democratie, maar zijn op zich niet voldoende. Democratie is actie, democratie leeft daar waar de burgers actief worden, zich verenigen en vorm geven aan hun leven.

Sing for the climate

Page 85: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

853e graad ASO - KSO - TSO

Actie Kies een thema waar jullie rechtstreeks bij betrokken zijn bijvoorbeeld de verkeersveiligheid rond de schoolpoort, een basketbalring of skateboardschans op een pleintje, het gebruik van een leegstaand pand als jeugdlokaal, een beveiligde fietsenstalling aan de bibliotheek.

STEL EEN ACTIEPLAN OP: ● Wat willen jullie bereiken? ● Wie willen jullie allemaal sensibiliseren? ● Welke stappen gaan jullie achtereenvolgens ondernemen? ● Hoe krijgen jullie het thema op de agenda van de gemeenteraad? ● Hoe gebeurt de voortgangscontrole?

Terugblik ● Was het moeilijk om samen tot overeenstemming te komen over

het thema, de strategie? ● Heb je het gevoel dat dit op een demo-

cratische wijze gebeurde of drukten bepaalde ‘leidersfi-

guren’ hun ideeën door? ● Waren er verschillende stand-punten? Hoe gebeurde het debat? Hoe bereikten jullie overeenstem-ming? Moest er gestemd worden vooraleer jullie tot een besluit kon-den komen?

● Hoe gebeurde de concrete taakverdeling? Was iedereen

tevreden? Werden alle taken even-veel gewaardeerd? ● Hoeveel tijd is er verstreken tus-

sen de goedkeuring en de uitvoering? ● Wat zou je de volgende keer anders

aanpakken? ● Heeft een actie meer succes als je er meer

ruchtbaarheid aan geeft (denk aan de plaatselijke pers)?

● Heb je de indruk inspraak te hebben gehad in het beleid?

Page 86: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

86 Verkiezingen en partijenB Het kiesrecht

B Het kiesrecht

Basisinformatie: Wie mag in België stemmen?

In België bezit men stemrecht voor de parlementsverkiezingen als men: ● de Belgische nationaliteit bezit. De niet-Belgen uit de Europese Unie kunnen sinds 1994

deelnemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement; ● 18 jaar is op de dag van de verkiezingen; ● ingeschreven is in het bevolkingsregister van een gemeente van het kiesgebied; ● niet uitgesloten is wegens criminele feiten, of onbekwaam is verklaard.

Voor de gemeenteraadsverkiezingen kunnen mensen die niet de Belgische nationaliteit bezit-ten onder bepaalde voorwaarden ook stemmen. De niet-Belgen uit een ander EU-land moeten zich bovendien laten inschrijven op de kiezerslijst van de gemeente waar ze wonen. Voor wie de nationaliteit heeft van een land van buiten de EU, geldt een bijkomende voorwaarde: kun-nen bewijzen dan je al minstens 5 jaar ononderbroken wettelijk verblijft in België.

Zo was het niet in het verleden.

Van 1830 tot 1893: het cijnskiesstelsel.

Om te mogen kiezen voor het parlement en de provincie moest men man zijn, 25 jaar oud en een bepaald bedrag aan belastingen betalen (het cijns). Er waren ook capaciteitskiezers, die vanwege hun functie of diploma mochten gaan stemmen.De minimumleeftijd voor de gemeenteraadsverkiezingen was 21 jaar.In deze periode werd de cijns twee keer verlaagd, waardoor het kiezerskorps uitbreidde. Toch was maar ongeveer 2% van de bevolking stemgerechtigd.

Van 1893 tot 1921: meervoudig stemrecht voor mannen.

Alle Belgische mannen, ouder dan 25 jaar waren stemgerechtigd. Ook de opkomstplicht werd ingevoerd in 1893. Men kon twee extra stemmen verwerven wanneer men:

● een bepaalde functie of diploma had (capaciteitskiezers); ● gezinshoofd was, meer dan 35 jaar en minstens 5 frank belasting op de woonst betaalde; ● een spaarboekje had met minstens 2000 frank of een lijfrente van 100 frank.

Voor de gemeenteraadsverkiezingen kregen huisvaders van minimum 30 jaar, die een bepaalde cijns betaalden of een kadastraal inkomen hadden van 150 frank, nog een vierde stem.

Van 1921 tot 1947: enkelvoudig stemrecht voor mannen.

In 1921 werd aan elke man vanaf 21 jaar één stem toegekend. Vrouwen mochten vanaf toen ook stemmen voor de gemeenteraad.

Page 87: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

873e graad ASO - KSO - TSO

Vanaf 1947: algemeen enkelvoudig stemrecht.

Vrouwen konden voor het eerst aan alle verkiezingen deelnemen in 1948.In 1969 werd de leeftijdsgrens voor de gemeenteraadsverkiezingen verlaagd tot 18 jaar, sinds 1981 is dat ook zo voor de parlementsverkiezingen. Vanaf 1994 kunnen EU-burgers aan de Europese verkiezingen deelnemen en vanaf 2000 ook aan de gemeenteraadsverkiezingen. Niet-Europese burgers kunnen vanaf 2006 deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen onder bepaalde voorwaarden.

Aanvankelijk gebeurden verkiezingen in België volgens het meerderheidsstelsel. Een kandi-daat moest een absolute meerderheid hebben in zijn kieskring, zoniet volgde een tweede beslissende ronde. In 1899 werd een evenredigheidsstelsel ingevoerd, waarbij het aantal man-daten per kieskring werd verdeeld evenredig met het aantal behaalde stemmen per lijst.

Stemrecht of opkomstplicht?

België kent sedert 1893 opkomstplicht. Iedere stemgerechtigde burger moet zich op de dag van de verkiezing in een stembureau aanmelden. Niemand kan echter verplicht worden een geldige stem uit te brengen. De stemming is trouwens geheim.

Over de vraag of we nu beter stemrecht of opkomstplicht hebben, wordt veel gediscussieerd. Rond elke verkiezingsperiode flakkert de discussie weer op.We zetten hier eerst feiten en meningen op een rij.

Feiten

● In België komt ongeveer 91% van de ingeschreven kiezers stemmen. ● In democratieën met stemrecht komt de helft tot drie kwart van de kiezers stemmen. ● In Europa is er opkomstplicht in België, Cyprus, Griekenland en Luxemburg. ● In landen met opkomstplicht, zijn er rond de 7 % ongeldige stemmen. In landen met

stemrecht zijn er rond de 1 % of minder ongeldige stemmen. ● Uit onderzoek weet men dat 28 tot 30% van de kiezers nooit meer zou gaan stemmen

indien de opkomstplicht afgeschaft zou worden in België. ● De thuisblijvers zijn vooral lager geschoolde mensen, bijna de helft van de lager

geschoolde mannen en vrouwen zou nooit gaan stemmen. Bij de hoger geschoolden is dat maar één op tien, die nooit zou gaan stemmen.

● De thuisblijvers zijn ook vooral kiezers met weinig politieke kennis en belangstelling en met een wantrouwen tegenover de politiek.

● Afschaffing van de opkomstplicht zou weinig veranderen aan de machtsverhoudingen tussen de partijen. De verschillende partijen zouden ongeveer even sterk blijven ten opzichte van elkaar. Elke partij heeft kiezers in zowat alle lagen van de bevolking, elke partij maakt ongeveer evenveel kans om kiezers te verliezen bij de afschaffing van de opkomstplicht.

(Bron: Opkomstplicht of vrijheid om al of niet te gaan stemmen? Jaak Billiet, ISPO-Bulletin 2001/44)

Page 88: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

88 Verkiezingen en partijenB Het kiesrecht

“Een zaak van

rechten maar ook

van plichten”

“Door de opkomstplicht stellen we dat

burgerschap niet alleen een zaak is van

rechten, maar ook van plichten. We

houden de morele norm voor dat ieder-

een zich betrokken dient te voelen bij het

bestuur van de samenleving, en dat het

onwenselijk is dat mensen stellen dat ze

er zich allemaal niets meer willen van

aantrekken. (…)

Het gaat dus niet op de stemplicht te zien

als een inbreuk op onze vrijheden. De

vrijheid wordt uitgeoefend op het mo-

ment dat de burger zich in het kieshokje

bevindt. Dan kan de burger stemmen op

wie hij wil, hij kan blanco stemmen, hij

kan ongeldig stemmen, en zelfs “het zijn

allemaal zakkenvullers” op zijn stembiljet

schrijven. Het is op dat ene moment dat

we onze grondwettelijke vrijheid uitoefe-

nen en beslissen wie er over dit land zal

regeren. (…) ”

Marc Hooghe, KULeuven

in Kultuurleven, ’98,2 .

“Beweging krijgen”

(…) Welk systeem is het meest legitiem? En welk systeem levert het minst politieke inertie op?Wat is het ergst? Dat een pak burgers – twintig, dertig of vijftig procent – niet meer stemmen en zo bevestiging krijgen van hun geloof dat de democratie voor hen toch niets kan veranderen? Of dat die mensen toch verplicht worden te kiezen, met als voor-deel dat de partijen zich op z’n minst éven voor hen moeten interesseren, maar met als nadeel dat die kiezers om domme redenen kunnen stemmen voor een bepaalde partij, desnoods een scherts- of een anti-partij? De opkomstplicht is daarnaast één van de vele oorzaken van de politieke inertie in ons land. Er is altijd een aanzienlijke groep kiezers aan wie het politieke debat en de politieke actualiteit totaal voorbijgaan. Toch weegt die groep op het verkiezingsresultaat. De afschaffing van de opkomstplicht kan meer beweging brengen in het beleid.”

Guy Tegenbos

De Standaard, 26/08/97

Meningen

“Opkomstplicht is een zegen” (…)“Als slechts 80 procent van de bevolking zijn stem uitbrengt, is het onkies om 100 procent van de zetels toe te kennen. Dat zou een overwaardering van de uitgebrachte stemmen inhouden. De meeste voorstanders van de afschaffing van de opkomstplicht gaan er blijk-baar van uit dat zo’n oververtegenwoordiging geen probleem is. Waar blijft op die manier de incentive om niet-kiezers toch nog te overtuigen om wel te stemmen? Afschaffing van de stemplicht zou op zijn minst gepaard moeten gaan met een ‘politiek van de lege stoel’. Als maar x procent van de kiezers stemt, kunnen niet meer dan x procent van de zetels verdeeld worden. De lege stoeltjes vertegenwoordigen dan de afwezigen. Meerderheden moeten berekend worden op het volledige aantal zetels. Zo, en alleen zo, houdt men toch nog enigszins rekening met de afwezigen. Hier anders over oordelen, komt neer op een overwaardering van wie wel gestemd heeft.

Een democratie moet zo representatief mogelijk zijn. Het parlement moet weerspiegelen wat in de samenleving leeft. Door kunstmatige ingrepen bepaalde stromingen over- of on-dervertegenwoordigen, kan niet. Alleen opkomstplicht verzekert dat elke mening aan bod komt, dat iedereen zich moet uitspreken en (achteraf) verplicht wordt rekening te houden met de mening van de anderen. De afschaffing van die opkomstplicht is window dressing, morrelen in de marge. Niemand gelooft toch echt dat onvrede, angst en misnoegdheid van mensen verdwijnen omdat ze niet langer moeten gaan stemmen? Het is juist dat dit protest zonder opkomstplicht wellicht een minder sterke politieke vertaling krijgt, maar dan wordt het wel op andere, misschien minder vreedzame, wijzen geuit. In zekere zin is de opkomst-plicht een zegen. Zo weten we tenminste wat er leeft onder de bevolking...”

Koen Lemmens, doctoraal onderzoeker aan het Europees Universitair Instituut in FirenzeUit De Standaard, 11/10/2000, p .11

Page 89: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

893e graad ASO - KSO - TSO

Opdracht: Debat over stemrecht of opkomstplicht 1. Maak een tabel met de pro’s en contra’s die je in de teksten vindt.2. Geef, na een discussie, een volgorde van belang aan elk van de argumenten pro of

contra.3. Organiseer een debat en tracht tot een besluit te komen.4. Pas dit besluit ook toe in je eigen school: hoe ga je verkiezingen voor de leerlingenver-

tegenwoordigers organiseren? Met opkomstplicht of met stemrecht?

Opdracht: Debat in verband met het kiesrecht KIES EEN THEMA:

● verlaging van de kiesleeftijd (kiesrecht, geen plicht) tot 16 jaar; ● afschaffing van de opkomstplicht boven de 70 jaar; ● stemrecht voor niet-Europese vreemdelingen voor parlementsverkiezingen.

a. Maak groepen die verschillende standpunten verdedigen.b. Verzamel argumenten (media, experten, buren, familieleden, vrienden).c. Organiseer een debat.d. Vergelijk de standpunten met de bepalingen van de Universele Verklaring van de

Rechten van de Mens (zie module 1 en 2).

“De stemplicht is een zinloze vrijheidsbeperking”

(…)“In landen zonder kiesplicht (en dit is de overgrote meerderheid) heeft de kiezer een dubbel recht: het recht om te stemmen en het recht om zich bij de verkiezingen afzijdig te houden. De kiesplicht berooft de burger van deze vrijheid om al dan niet te gaan stemmen. (…)De kiesplicht creëert enkel een illusie van veralgemeende politieke betrokkenheid, waar-door het probleem van de politieke apathie wordt verdoezeld. De astronomisch hoge op-komstcijfers die het gevolg zijn van de kiesplicht vormen voor de overheid en de partijen een ideaal alibi om de burgers niet voor de verkiezingen te hoeven sensibiliseren. Waarom zouden ze daar moeite voor doen als ze zich via de kiesplicht gemakkelijk van een hoge opkomst kunnen verzekeren?”

Bart Maddens, KULeuvenin De Tijd, 02/06/2004, p . 2

Page 90: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

90 Verkiezingen en partijenC Kiesstelsels

KiesstelselsC

Opdracht: Invloed kiesstelsel op zetelverdeling In de tabel lees je gegevens over het aantal kiezers, het aantal zetels en de zetelverdeling in de Kamer.

a. Ga na of het voor jou duidelijk is wat de verschillende kiesstelsels betekenen. b. Hoe verklaar je de toename van het aantal kiezers?c. Hoe verklaar je de toename van het aantal zetels?d. Hoe verklaar je de verdeling van de zetels over de verschillende partijen?

Zetelverdeling Kamer van Volksvertegenwoordigers

Jaar Aantal kiezers Aantal zetels Partijen en zetels

Kath. Lib. Soc. Andere

Periode van cijnskiesstelsel

1831 46.000 102

1847 46.436 108 53 55

1848 79.076 108 25 83

Periode van meervoudig algemeen stemrecht voor mannen (wet van 1893)

1892 136.775 152 92 60

1894 1.370.687 152 104 20 28

Periode van evenredige vertegenwoordiging (wet van 1899)

1896 152 111 13 28

1898 152 112 13 27

1900 1.472.953 152 86 33 32

Periode van enkelvoudig algemeen stemrecht voor mannen

1919 1.762.141 186 73 34 70 5 (Vl.) / 4

Periode van enkelvoudig algemeen stemrecht

1949 (21 jr.) 5.030.886 212 105 29 66 12 (Com.)

Page 91: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

913e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie: Kiesstelstels beïnvloeden wie er verkozen wordt

De wijze waarop de volksvertegenwoordiging wordt gekozen, noemen we het kiesstelsel. Dat stelsel is medebepalend voor het type bestuur dat een land heeft. Over de hele wereld bestaan veel verschillende soorten kiesstelsels voor de verkiezing van volksvertegenwoordigers. In Groot-Brittannië worden de vertegenwoordigers op een heel andere manier gekozen dan in bijvoorbeeld Nederland of België.

Er zijn globaal twee kiesstelsels die worden gebruikt bij het verkiezen van volksvertegen-woordigers: evenredige vertegenwoordiging en meerderheidsstelsels. Beide stelsels kunnen gecombineerd worden met een districtenstelsel (= de indeling van het grondgebied in kiesdis-tricten of kieskringen).

Landen die een meerderheidsstelsel hebben zijn onder meer Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten. In die landen is na verkiezingen vrijwel altijd één partij de sterkste. Die partij domineert het parlement en/of de regering. Die landen hebben meestal maar twee of drie grote partijen.In het meerderheidsstelsel moet een partij in een gebied (een kiesdistrict) een meerderheid behalen om zetels te veroveren. Er zijn hierbij twee mogelijkheden: een absolute meerderheid (50 + 1) moet worden gehaald (Frankrijk) of een relatieve meerderheid volstaat: de partij die de grootste is in een district krijgt de zetel(s) (Groot-Brittannië).

Evenredige vertegenwoordiging betekent dat vrijwel alle uitgebrachte stemmen meetellen voor de bepaling van de zetelverdeling. Het totale aantal uitgebrachte stemmen wordt gedeeld door het aantal zetels. De uitkomst daarvan heet de kiesdeler. Het aantal zetels is gelijk aan het aantal keren dat de kiesdeler afgerond wordt behaald. Vervolgens worden nog restzetels ver-deeld. In een evenredige vertegenwoordiging zal een partij die 20% van de stemmen behaalt, ook ongeveer 20% van de zetels behalen.

De districtsindeling vormt de tweede belangrijke factor als het gaat om de vertaling van stem-men in zetels. In de inrichting van de kiesdistricten komen grote verschillen voor, meestal is het aantal te kiezen zetels per district evenredig aan het inwonertal. In Groot-Brittannië wordt er per kiesdistrict maar één zetel toegewezen en zijn de districten dan ook klein. In andere landen zijn de districten groter en zijn er per district meerdere zetels te behalen. Soms vormt het hele land één kiesdistrict.

Page 92: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

92 Verkiezingen en partijenC Kiesstelsels

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de kiesstelsels?

Meerderheidsstelsel Evenredige vertegenwoordiging

Na de verkiezingen is onmiddellijk duidelijk welke partij (of combinatie van partijen) gaat regeren. In Groot-Brittannië wisselen Labour en de Conservatieven elkaar af in de regering.

Na de verkiezingen starten onderhandelingen tussen de verschillende partijen om te proberen een meerderheid en een regering te vormen. Dat kan een moeizaam proces zijn dat gepaard gaat met veel compromissen omdat elke coalitiepartner een deel van zijn programma wil realiseren, delen die soms haaks op elkaar staan. Coalitieregeringen met vier tot zelfs zes partijen komen frequent voor.

Er is voor de kiezer echt wat te kiezen, want als de partij waarop hij stemt wint, dan gaat die partij ook meteen regeren.

De kiezer weet niet welke regering er zal komen nadat hij zijn stem heeft uitgebracht. Zelfs al heeft zijn partij veel zetels behaald, dan betekent dat nog niet dat die partij ook in de regering zal zitten.

Er zullen minder partijen een zetel halen want kleine partijen maken minder kans op een zetel. Dat maakt de gang van zaken in het parlement overzichtelijker.

Er zijn veel verschillende partijen vertegenwoor-digd in het parlement, zowel kleine als grote partijen.

Een partij kan veel stemmen halen, maar toch geen meerderheid van de zetels krijgen en dus niet mee regeren.

Een partij die veel stemmen haalt is sterker vertegenwoordigd in het parlement, maar ook kleine partijen zijn vertegenwoordigd.

Kleine(re) partijen hebben weinig kans op een zetel, zelfs al zouden ze landelijk gezien redelijk veel stemmen halen. Daardoor zijn bepaalde opinies niet in het parlement vertegenwoordigd.

Er is een brede waaier aan opinies vertegenwoordigd in het parlement.

Stemmen op een kleine(re) partij heeft weinig zin: die stemmen gaan immers allemaal verloren. In sommige districten hebben de verkiezingen nauwelijks betekenis, omdat altijd de kandidaat van dezelfde partij wordt gekozen.

Er gaan geen stemmen verloren, elke geldige stem telt.

De meerderheid kan de minderheid overheersen. Er hoeven geen compromissen te worden gesloten om een meerderheid van het parlement achter een voorstel te krijgen. Tegenstellingen in de samenleving kunnen daardoor groter worden.

Een meerderheid bestaat uit meerdere partijen, waardoor elk voorstel al een compromis tussen verschillende meningen is. Het sluiten van compromissen betekent ook dat tegenstellingen in de samenleving worden afgezwakt.

Na verkiezingen kunnen zich radicale veranderingen voordoen, die soms na de volgende verkiezingen weer ongedaan worden gemaakt. Daardoor kunnen zich voortdurend politieke koerswijzigingen voordoen.

Radicale politieke koerswijzigingen komen weinig voor omdat bij de regeringsvorming reeds heel wat compromissen werden gesloten tussen de partijen.

Opdracht: Verkiezingen in het Verenigd KoninkrijkBestudeer de tabellen over de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk van 5 mei 2005 en illus-treer de kenmerken van het meerderheidsstelsel, die hierboven in de tabel staan.

Page 93: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

933e graad ASO - KSO - TSO

Westminster

Wimbledon

Verenigd Koninkrijk: House of Commons

Party Seats Votes %

Labour Party 356 9,556,183 35.2

Conservative Party 197 8,772,598 32.3

Liberal Democrats 62 5,982,045 22.0

Democratic Unionist Party 9 241,856 0.9

Scottish National Party 6 412,267 1.5

Sinn Fein 5 174,530 0.6

Plaid Cymru/Party of Wales 3 174,838 0.6

Social Democratic and Labour Party 3 125,626 0.5

Ulster Unionist Party 1 127,314 0.5

Respect 1 68,065 0.3

Independent Kidderminster Hospital and Health Concern

1 18,739 0.1

U.K. Independence Party 0 618,898 2.3

Green Party of England and Wales 0 257,758 1.0

British National Party 0 192,850 0.7

Scottish Socialist Party 0 43,514 0.2

Veritas 0 40,481 0.1

Alliance Party 0 28,291 0.1

Scottish Green Party 0 25,760 0.1

Liberal Party 0 19,068 0.1

Others 1 251,646 0.9

Vacant (stemming uitgesteld wegens overlijden van een kandidaat tijdens de verkiezingscampagne)

1

646 27,132,327

In London waren er 74 zetels te verdelen in 74 districten .

Wimbledon

Name Party Votes %

Stephen Hammond Conservative 17,886 41.2

Roger Casale Labour 15,585 35.9

Stephen Gee Liberal Democrat 7,868 18.1

Giles Barrow Green 1,374 3.2

Andrew Mills UK Independence Party 408 0.9

Christopher Coverdale Independent 211 0.5

Alastair Wilson Tiger’s Eye - the Party for Kids 50 0.1

George WeissVote for Yourself Rainbow Dream Ticket

22 0.1

Majority 2,301 5.3%

Turnout 43,404 68.1%

Bron: BBC, http://news.bbc.co.uk/1/shared/vote2005/html/region_3.stm

Page 94: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

94 Verkiezingen en partijenC Kiesstelsels

Brits kies-systeem

smeekt om hervorming

The Independent

‘Een travestie van de democratie’, zo worden de Britse verkiezingen van vorige week door sommigen bestempeld en overal gaan stemmen op om het kies-systeem in Groot-Brittannië grondig te hervormen. Poli-tici van alle partijen vragen dat het huidige systeem opgeheven wordt nu Labour een regering vormt op basis van het kleinste aandeel van de stemmen in een eeuw.

Grondwetsspecialisten zeg-gen dat Tony Blair aan het hoofd staat van een ‘verko-zen dictatuur’ nadat Labour erin geslaagd is een meer-derheid te behalen op basis van slechts 36 procent van de stemmen. Ze stellen dat de eerste mi-nister erin slaagt om de macht te behouden met de steun van slechts een vijfde van de Britse volwassen

bevolking, het laagste aan-deel sinds de Great Reform Act in 1832.

Deze week start een nationale campagne voor hervormingen van het kiessysteem, met publieke debatten, een wake in Dow-ning Street en een petitie waarin de regering ge-vraagd wordt om systemen te introduceren van propor-tionele vertegenwoordiging, zoals in Schotland, Wales en Ierland.

(…) Voorstanders van een her-vorming zeggen in ieder ge-val dat het huidige systeem ‘een bot instrument’ is dat tot ‘bizarre’ resultaten zal leiden. In Surrey stemden meer dan 148.000 mensen voor de Liberaal-Democra-ten en 87.000 kiezers kozen voor Labour en toch werd iedere zetel er gewonnen door de Tory’s.

(…)

In Engeland haalden de To-ry’s 50.000 stemmen meer dan Labour maar ze krijgen er 92 minder zetels dan de socialisten. De Liberaal-De-mocraten zeggen dat als het aantal stemmen het aantal zetels in het parlement zou weerspiegelen, zij 141 in plaats van 61 zetels zouden hebben.

Volgens de vooraanstaande Liberaal-Democraat Lord Lester kan met het huidige systeem ‘een partij de abso-lute macht bereiken’ zonder daarom de meerderheid van de stemmen te behalen.Sommigen zouden beweren dat de Britse democratie in een crisis verkeert, weini-gen zouden tegenspreken dat de gezondheid van die democratie tenminste eens doorgelicht moet worden.De Morgen, 11/05/2005, pagina 10,

Leesopdracht

Page 95: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

953e graad ASO - KSO - TSO

Kieskringen voor het Vlaams Parlement(118 volksvertegenwoordigers Vlaams Gewest uit 5 kieskringen + 6 volksverte-genwoordigers uit de kieskring Brussel)

Brussel

Basisinformatie: Hoe gebeurt de zetelverdeling in België?

De zetelverdeling in België gebeurt volgens het evenredigheidsstelsel, gecombineerd met een districtenstelsel.Dat betekent dat het aantal behaalde zetels van de verschillende politieke partijen in even-redigheid staat met het aantal behaalde stemmen. Kiesdistricten worden bij ons kieskringen genoemd.

De kieskringen en te verdelen zetels voor de Kamer en het Vlaams Parlement

Het aantal zetels per kieskring is gebaseerd op het aantal inwoners.

Kieskringen voor de Kamer (150 volksvertegenwoordigers uit 11 kieskringen)

Page 96: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

96 Verkiezingen en partijenC Kiesstelsels

De berekening van de zetelverdeling

Ons stelsel van evenredigheid is niet absoluut. Het wordt op twee manieren gecorrigeerd:a. door een kiesdrempel van 5%;b. door de manier waarop de zetelverdeling berekend wordt (het systeem D’Hondt).

De kiesdrempelDe kiesdrempel van 5% werd ingevoerd in 2003 met de bedoeling een versplintering van het politieke landschap tegen te gaan. De kiesdrempel betekent dat partijen die geen 5% van het totaal aantal uitgebrachte stemmen halen, niet meegeteld worden bij de berekening van de zetelverdeling.

Opdracht: evolg van de kiesdrempelHet gevolg van de kiesdrempel kun je aflezen uit volgende tabel:

Effecten van de kiesdrempel (verkiezingen voor de Kamer, 2003)

% 2003 aantal zetels met drempel

aantal zetels zonder

drempel

Agalev (nu Groen) 2,47 0 2

sp.a-spirit (Spirit bestaat nu niet meer) 14,91 23 23

VLD (nu Open Vld) 15,36 25 24

Vlaams Blok (nu Vlaams Belang) 11,59 18 16

N-VA 3,06 1 2

CD&V 13,25 21 21

Ecolo 3,06 4 4

PS 13,02 25 25

MR 11,4 24 24

FN 1,98 1 1

cdH 5,47 8 8

andere 4,43 0 0

VRAAG: ● Voor welke partijen had de kiesdrempel gevolgen bij de verkiezingen voor de Kamer in

2003? ● Wat bedoelt men met het tegengaan van de versplintering van het politieke landschap?

Hoe vertaal je dat in je eigen woorden?

Page 97: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

973e graad ASO - KSO - TSO

Het systeem D’Hondt

De zetelverdeling geeft aan hoeveel zetels iedere partij krijgt in het parlement. Voor de parlementsverkiezingen in België gebeurt die zetelverdeling volgens het zogenaamde systeem D’Hondt.

Om het systeem D’Hondt duidelijk te maken volgt hier een voorbeeld van een berekening van de zetelverdeling in een fictieve kieskring:

In een kieskring zijn 11 zetels te behalen. Er waren 5 lijsten die aan de verkiezingen hebben deelgenomen. In totaal werden er 130.000 geldige stembiljetten in de stembus gestopt. De blanco en ongel-dige stemmen tellen niet mee voor de zetelverdeling.

Er wordt geteld hoeveel geldige stembiljetten er voor elke partij zijn uitgebracht.Voor lijst 1 hebben 54.000 kiezers een geldig stembiljet in de stembus gestopt (met een lijst-stem of meerdere voorkeurstemmen), er zijn dus 54.000 stembiljetten voor lijst 1.Voor lijst 2 zijn er 40.000 geldige stembiljettenVoor lijst 3 zijn er 21.000 geldige stembiljettenVoor lijst 4 zijn er 9.800 geldige stembiljettenVoor lijst 5 zijn er 5.200 geldige stembiljetten

De zetelverdeling wordt berekend met het systeem D’Hondt:Men gaat het totaal aantal stembiljetten voor elke lijst delen door achtereenvolgens de noemer 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 enzovoort. Het resultaat van deze delingen zijn quotiënten:

Lijstnummer Lijst 1 Lijst 2 Lijst 3 Lijst 4 Lijst 5

Aantal geldige stembiljetten

54.000 40.000 21.000 9.800 5.200

Delen door de noemer

Quotiënten

:1 54.000 40.000 21.000 9.800 5.200

:2 27.000 20.000 10.500 4.900

:3 18.000 13.333 7.000

:4 13.500 10.000

:5 10.800 8.000

:6 9.000 6.666

:7 7.714

Men zet nu alle quotiënten in volgorde van groot naar klein, en verdeelt de zetels tot er geen meer over zijn (in ons voorbeeld zijn er 11 zetels). Je krijgt nu de volgende reeks:

1

2

3

Page 98: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

98 Verkiezingen en partijenC Kiesstelsels

Quotiënt te verdelen zetels Lijstnummer

54.000 Zetel 1 gaat naar lijst 1

40.000 Zetel 2 gaat naar lijst 2

27.000 Zetel 3 gaat naar lijst 1

21.000 Zetel 4 gaat naar lijst 3

20.000 Zetel 5 gaat naar lijst 2

18.000 Zetel 6 gaat naar lijst 1

13.500 Zetel 7 gaat naar lijst 1

13.333 Zetel 8 gaat naar lijst 2

10.800 Zetel 9 gaat naar lijst 1

10.500 Zetel 10 gaat naar lijst 3

10.000 Zetel 11 gaat naar lijst 2

9.800 (geen zetel meer)

Het laatste quotiënt dat recht geeft op een zetel (in dit voorbeeld dus 10.000) noemt men de kiesdeler. De kiesdeler is dus een getal dat aangeeft hoeveel stemmen je moet hebben voor één zetel.Nu zijn alle zetels verdeeld. Het resultaat is:

Lijst 1 5 zetels

Lijst 2 4 zetels

Lijst 3 2 zetels

De lijsten 4 en 5 hadden niet genoeg stemmen om aan de kiesdeler te komen en hebben geen zetel behaald.

Opdracht: Verkiezingsresultaten in jouw kieskring Op de website van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (via www.belgium.be) vind je alle verkiezingsresultaten vanaf 1830. Zoek voor jouw kieskring de resultaten op van de laatste parlementsverkiezingen.

Hoeveel geldige stemmen werden er uitgebracht?Hoeveel zetels waren er te verdelen?Vergelijk het stemmenpercentage van elke partij met het behaalde zetelpercen-tage. Welke afwijkingen stel je vast?

Page 99: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

993e graad ASO - KSO - TSO

D Verkiezingen in de praktijk

FocusAls er in België of in Vlaanderen verkiezingen zijn, ga dan in de verzamelde informatie op zoek naar antwoorden op de volgende vragen:

a. Hoeveel zetels zijn er te verdelen? Welke partijen komen op? Hoe gebeurde de samenstelling van de lijst?

b. Wie zijn de lijsttrekkers, de lijstduwers en de opvolgers?

c. Welke zijn de verkiesbare plaatsen (bekijk het aantal verkozenen bij de voorgaande verkiezingen)?

d. Bekijk het overzicht van de resultaten en vergelijk met voorgaande verkiezin-gen: hoe is de zetelverdeling? Kijk in het bijzonder naar de resultaten van de eigen kieskring.

e. Kun je uit de resultaten al afleiden welk beleid de volgende jaren waarschijnlijk gevoerd zal worden?

f. Hoe verloopt het formatieberaad? g. Wie zijn de informateurs, formateurs? h. Wie wil met wie coalitie vormen?i. Hoe bereikt men een regeerakkoord?j. Hoe verloopt de samenstelling van de

regering?k. Hoeveel vrouwen zetelen er in het par-

lement en de regering?

Als er recent ergens verkiezingen geweest zijn, ga dan in de verzamelde informatie op zoek naar antwoorden op de volgende vragen:

● Welke partijen nemen deel en waar staan ze voor? ● Hoe verloopt de kiescampagne? Rustig, incidentrijk, … ● Vertellen de opiniepeilingen meer over de kiesintenties? ● Wordt iets vermeld over de zetelverdeling? ● Reconstrueer het proces van de verkiezingsuitslag tot het vormen van een regering. ● Zijn er aanwijzingen over het democratische verloop van de verkiezingen? Verlopen de

verkiezingen zoals het hoort of worden ze gemanipuleerd? ● Welke conclusies worden er gemaakt over het beleid dat de volgende jaren waarschijn-

lijk gevoerd zal worden?

© ian

Page 100: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

100 Verkiezingen en partijenD Verkiezingen in de praktijk

Basisinformatie: Hoe geldig stemmen?

De oproepingsbrief is een kaart waarmee mensen worden opgeroepen om te komen stem-men. Iedere Belg van 18 jaar of ouder krijgt enkele weken voor de verkiezingen een kaart thuisgestuurd. Op die kaart staan de naam en het adres van de persoon die mag komen stem-men. Alleen als je die kaart inlevert op het stembureau mag je stemmen. Op die manier kan niemand twee keer gaan stemmen. Wanneer je ziek bent mag je volmacht geven, dat wil zeggen dat iemand anders dan in jouw plaats gaat stemmen. Als je niet komt opdagen om te stemmen riskeer je een boete.Het stemlokaal is de plaats waar je gaat stemmen.Stemlokalen vind je vaak in scholen, wijkcentra en bibliotheken. Ieder stemlokaal heeft een nummer. Het verloop van de stemmingen wordt in goede banen geleid door de voorzitter van het stembureau. Hij wordt daarbij geholpen door vier bijzitters en een secretaris.Ongeveer de helft van de Vlamingen kunnen met de stemcomputer stemmen. Dat hangt af van de gemeente waarin je woont. Het voordeel van zo´n computer is, dat de stemmen automa-tisch worden geteld. Op die manier is de uitslag heel snel bekend.

Om acht uur ´s morgens gaan de deuren van het stemlokaal open. Wie moet stemmen, mag dan binnenkomen. Geef je oproepingsbrief af aan een lid van het stembureau. In ruil daarvoor krijg je een stembiljet of een kaart voor de stemcomputer.Op een stembiljet of op het computerscherm staan de namen van alle mensen die je kunt kie-zen. Ze staan in de verschillende lijsten bij elkaar. Hoe je geldig kunt stemmen met potlood en met de stemcomputer, wordt hierna uitgelegd.De stemming is geheim. Niemand hoeft te weten of je gekozen hebt en voor wie je gekozen hebt als je dat niet wil vertellen.

Om geldig te stemmen kun je op één lijst een lijststem uitbrengen of op één lijst meerdere voorkeurstemmen uitbrengen. Op meer dan

één lijst stemmen mag niet. Dan is je stembiljet ongeldig. Ook wanneer je tekeningen maakt of woorden schrijft op een stembiljet is het biljet ongeldig. Met de stem-computer kan dat niet.

Een lijststem is een stem bovenaan de lijst, waarmee je je stem aan de partij geeft.Een voorkeurstem (of een naamstem) is een stem op een bepaalde kandidaat op de kiezerslijst. Je

duidt dan iemand aan die jouw voorkeur geniet.Er zijn lijsten voor effectieve kandidaten en er zijn lijs-

ten voor opvolgers (bij de verkiezingen van het Vlaamse, federale en Europese parlement). Een opvolger is iemand

die reserve staat, voor het geval dat een effectieve kandidaat wegvalt.

Page 101: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1013e graad ASO - KSO - TSO

Hier stem je voor één kandidaat én

voor één opvolger .

Hier stem je voor twee kandidaten én

voor twee opvolgers .

Hier stem je enkel voor een

opvolger .

Goed om weten:Indien men bij het uitbrengen van één of meer voorkeurstemmen toch nog een lijststem binnen deze lijst aanbrengt, dan is dit niet ongeldig. Bij de telling van de stemmen wordt echter alleen rekening gehouden met de voorkeurstemmen.

Hoe kun je geldig stemmen met potlood?Je kunt een lijststem geven

Wanneer je een lijststem geeft, kleur je het bol-letje bovenaan de lijst rood .

Dat wil zeggen dat je je stem aan de partij geeft .

Je kunt stemmen voor één of meer kandidaten binnen één lijst

Je kunt stemmen voor één of meer kandidaten en voor één of meer opvolgers binnen één lijst.

Hier stem je voor één kandidaat . Hier stem je voor twee kandidaten .

Je kunt blanco stemmen. Je hebt geen voorkeur voor een partij of voor een kandidaat.

Hier stem je blanco . Je hebt geen enkel bolletje gekleurd .

Page 102: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

102 Verkiezingen en partijenD Verkiezingen in de praktijk

Nog enkele weetjes:Een lijsttrekker is de kandidaat die op de eerste plaats bovenaan de lijst staat.Een lijstduwer is de kandidaat die op de laatste plaats van de lijst staat.Je mag per stembiljet maar voor 1 lijst kiezen. Je kunt dus alleen maar kiezen voor kandidaten en/of opvolgers van dezelfde lijst.

Opgelet! Als je op meer dan één lijst een stem uitbrengt, dan is je stem ongeldig!

Hoe stem je met de computer?

Steek de kaart in de stemcomputer in de richting van de pijl tot aan de streep

Volg de instructies op het scherm

Breng je stem uit

Bevestig je stem

Neem de kaart terug

Neem en controleer je stembiljet

1

2

3

4

5

6

Page 103: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1033e graad ASO - KSO - TSO

Stemrecht? Stemplicht? Opkomstplicht!In België heeft men niet alleen stemrecht, er is ook opkomstplicht. Dat wil zeggen dat iedere Belg die 18 jaar is of ouder naar het stemhokje moet gaan. Sommige Belgen die 18 jaar of ouder zijn, mogen niet gaan stemmen omdat ze uitgesloten of geschorst zijn. Geschorst zijn wil zeggen dat je geen burgerlijke en/of politieke rechten meer hebt.

Wanneer is iemand bijvoorbeeld geschorst? ● Iemand die veroordeeld is of een gevangenisstraf van meer dan vier maanden uitzit en

wiens straf niet opgeschort is en niet meer in beroep kan gaan (wie een gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden uitzit of wie in voorhechtenis zit, kan wel een volmacht geven).

● Iemand die verplicht opgenomen is in een psychiatrische instelling. ● Iemand die ‘verlengd minderjarig’ verklaard is. Sommige mensen met een verstandelijke

handicap worden verlengd minderjarig verklaard. ● Iemand die door het gerecht ‘onbekwaam’ verklaard werd.

Uitgesloten ben je, wanneer je veroordeeld werd tot een criminele straf.

Voor je het stemhokje verlaat, vouw je je biljet dubbel met de gedrukte tekst naar binnen

Neem de kaart terug

Geef de kaart terug aan een lid van het stembureau

Ga naar de stembus en scan je stembiljet

Vouw je stembiljet opnieuw en geef het aan de bijzitter aan de stembus De bijzitter stopt je toegevouwen stembiljet in de stembus

7

8

9

10

11

Page 104: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

104 Verkiezingen en partijenD Verkiezingen in de praktijk

Basisinformatie: Na de verkiezingen de regeringsvorming

In ons evenredigheidssysteem zal één partij zelden de absolute meerderheid van de zetels halen. Sinds de eerste wereldoorlog gebeurde dat één keer, namelijk in de periode 1950-1954, toen de toenmalige CVP een volstrekte meerderheid in het parlement had.

Daarom moeten er coalities gevormd worden tussen twee of meer partijen, wat vaak moei-zame onderhandelingen betekent want elke partij wil een aantal van haar programmapunten realiseren.

De partijen die een coalitie willen vormen, maken bij de regeringsonderhandelingen afspraken over wat ze samen zullen realiseren. Die afspraken worden in een overeenkomst vastge-legd, zodat daar achteraf geen discussie meer over kan ontstaan. Die overeenkomst is het regeerakkoord.Het regeerakkoord is als het ware een contract tussen de verschillende partijen die samen gaan werken tijdens de legislatuur (de regeerperiode).

Nadat het regeerakkoord gesloten is, wordt beslist wie er minister wordt. Het zijn de partijen die beslis-sen wie minister wordt.Dat kunnen verkoze-nen zijn, maar dat is niet noodzakelijk. In ons land met zijn deel-regeringen, gebeurt het bovendien ook dat ministers van de ene regering naar de andere overstappen, wat een hele stoelendans teweegbrengt en het voor de bevolking erg verwarrend maakt.

Erik Meynen, "De Plannen van Verhofstadt", the house of books,

Antwerpen/Vianen 2003

Page 105: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1053e graad ASO - KSO - TSO

Actie Al doende leert men. Daarom organiseren wij in de school verkiezingen voor een schoolparle-ment naar analogie met verkiezingen voor het Vlaams Parlement. We starten met de oprichting van partijen, stellen een programma op, organiseren een kiescampagne, houden verkiezingen, bereken de zetelverdeling en toewijzing van de zetels en houden een parlementaire zitting.

Dat laatste kan eenmalig gebeuren, het kan ook uitlopen op een permanent leer-lingenparlement waardoor jullie als leerlingen echt inspraak krijgen in het schoolbeleid.

Wij proberen zoveel mogelijk het project te laten verlopen volgens de regels van de echte verkiezingen. Het project loopt over enkele weken en medewerking van de gehele school wordt gevraagd. Ook als niet alle vakken direct betrokken zijn dan kunnen alle leraars wel hun medewer-king verlenen.

Hieronder volgt een schema van het verloop van de gebeurtenissen. Meer informatie over iedere stap en hoe die moet verlopen, wordt door de leraars gegeven. Spreek onderling de timing en taakver-deling af.

1 Oprichten van partijen en opstellen van een partijprogramma2 Opstellen van kandidatenlijsten voor de verkiezing3 Kiescampagne4 Praktische voorbereiding van de verkiezingsdag5 De verkiezing6 Afspraken over zetelverdeling7 Eerste bijeenkomst van het nieuwe parlement

Terugblik a. Welke algemene indruk hou je over aan het organiseren van een verkiezing?b. Heb je de indruk dat de verkiezingen democratisch verlopen zijn?c. Hoe hebben jullie gecontroleerd of er niet ‘vals’ gespeeld werd?d. Wat zou je de volgende keer anders organiseren? e. Zou de uitslag anders geweest zijn bij stemplicht/stemrecht? f. Zou de uitslag anders geweest zijn bij een andere kiescampagne?

Page 106: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

106 Verkiezingen en partijenE Politieke partijen

E Politieke partijen

Kiezen betekent je voorkeur uit-spreken voor een politieke partij en voor één of meer kandidaten. Verstandig kiezen gebeurt op basis van kennis van een par-tijprogramma. Je voorkeur gaat naar die of die partij omdat haar programma je bekoort en naar die kandidaat omdat je meent dat hij of zij het best geschikt is om dit programma in het parle-ment aan de orde te brengen.

Vandaar dat het nuttig is de partijprogramma’s op enkele punten met elkaar te vergelijken. Dan kun je ook echt kiezen en voor jezelf uitmaken voor wie je gaat stemmen.

Opdracht: Partijprogramma’s a. Vijf of zes werkgroepen schetsen elk van één partij de krachtlijnen van het meest recente

politieke programma. b. De werkgroepen nemen zelf contact op met het secretariaat van de gekozen politieke

partij en vragen de nodige informatie. Adressen van de partijen vind je op het internet:• CD&V: www.cdenv.be

• Groen: www.groen.be

• LDD: www.ldd.be

• N-VA: www.n-va.be

• Open Vld: www.openvld.be

• Sp.a: www.s-p-a.be

• Vlaams Belang: www.vlaamsbelang.be

In Vlaanderen zijn er verschillende kleine politieke partijen die niet vertegenwoordigd zijn in het parlement. Ook over deze partijen kun je informatie opzoeken:

● Belgische Unie: www.belgischeunie.be

● Partij van de Arbeid: www.pvda.be

● Sociaal-Liberale Democraten: www.solide.be

● Socialistische Arbeiderspartij: www.sap-rood.be

● Vivant: www.vivant.org

c. Iedere groep stelt een afgewerkte tekst op en brengt tijdens een mondelinge voorstel-ling de kernideeën voor de klas.

© ZAK

Page 107: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1073e graad ASO - KSO - TSO

Als synthese worden de partijprogramma’s vergeleken voor enkele thema’s. Je kunt voor jezelf volgend schema uitvergroten:

Onderwijs en jeugdbeleid

Werk- gelegen-

heidsbeleid

Sociale zekerheids-

beleidMilieubeleid (vrije keuze)

Andere

Focus De werkgroepen gaan in de actualiteit op zoek naar afgesproken thema’s. Ze bekijken hoe die in het nieuws komen, welke partijen het woord voeren en vergelijken de standpunten met de kernideeën van die partijen.

Basisinformatie

Wat zijn politieke partijen?

Parlementaire systemen kunnen in theorie zonder politieke partijen werken. Bij het opstel-len van de Belgische Grondwet in 1831 waren er geen politieke partijen, enkel individuele parlementsleden. Maar enkele jaren later vormden zich reeds de eerste partijen, toen de parlementsleden met gelijklopende ideeën gingen samenwerken. Ook buiten het parlement ontstonden organisaties die een deel van de politieke macht wilden veroveren en daarvoor politieke partijen oprichtten.

Page 108: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

108 Verkiezingen en partijenE Politieke partijen

Politieke partijen spelen een hoofdrol in de politieke democratie van vandaag. In een klein land als België heb je zo’n 7,5 miljoen kiezers. Politieke partijen brengen structuur, duidelijkheid en eenvoud in die miljoenen stemmen. Democratie kan niet zonder debat. En het is eenvoudiger dat maatschappelijk debat te voeren tussen pakweg 10 partijen dan tussen 7,5 miljoen kiezers.

Kenmerkend voor politieke partijen is: ● dat ze zich baseren op een gemeenschappelijke mens- en maatschappijvisie; ● dat het ledenorganisaties zijn (bovendien kun je in principe slechts lid zijn van één

enkele partij); ● dat ze streven naar deelname aan de macht door deel te nemen aan verkiezingen en

zoveel mogelijk politieke mandaten te veroveren.

Breuklijnen

De politieke partijen geven vorm aan het maatschappelijk debat. Soms lanceren ze het zelf. Elke partij benadert een probleem vanuit haar visie en ideologie. En er zijn natuurlijk ook de belangengroepen en de media die in het debat hun stem laten horen.

Het politieke debat draait om verschillende, tegengestelde visies en meningen over hoe de samenleving er moet uitzien. Die tegengestelde visies hebben vaak een lange traditie en heb-ben in het verleden tot hevige conflicten in de samenleving geleid, waardoor het breuklijnen zijn geworden die nog steeds in het politieke landschap terug te vinden zijn. Lange tijd waren er tussen de politieke partijen drie duidelijk herkenbare ideologische breuklijnen:

1. De levensbeschouwelijke breuklijn of de tegenstelling tussen kerk en staat. Het gaat hierbij over de vraag welke rol de kerk en het geloof in de samenleving moeten of mogen spelen. In het verleden kwam deze tegenstelling sterk naar voren in de conflicten over het onderwijs (de schoolstrijd), maar ook in ethische kwesties duikt ze nog steeds op.

2. De sociaal-economische breuklijn of de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal. Hier gaat het over de vraag hoe de economie georganiseerd moet worden, welke rol de overheid moet spelen in de arbeidsbescherming, minimumlonen en andere vormen van sociale maatregelen. De sociaal-economische breuklijn beheerst nog altijd het politieke debat. De gebruikelijke opdeling tussen ‘links’ en ‘rechts’ berust voornamelijk op deze tegenstelling. ‘Links’ staat dan voor meer overheidsingrijpen en het verdedigen van de belangen van de werkende bevolking, ‘rechts’ staat voor minder overheidsingrijpen en een vrijer ondernemersklimaat.

3. De communautaire breuklijn of de taaltegenstellingen. Hier gaat het over conflicten die te maken hebben met de verschillende taalgemeenschappen in ons land.

Nochtans zijn de traditionele breuklijnen aan het vervagen en treden er nieuwe maatschappe-lijke thema’s naar voren die tot politieke tegenstellingen (kunnen) leiden: denk aan verschillende visies rond mobiliteit en milieu, gelijke kansen voor mannen en vrouwen, non-discriminatie, immigratie, multiculturele samenleving, mensenrechten, de derde wereld, vrede en internatio-nale betrekkingen enzovoort.

Page 109: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1093e graad ASO - KSO - TSO

Partijdemocratie of particratie

Partijen hebben heel wat macht, in die mate zelfs dat er gesproken wordt over een partijen-democratie of een particratie.Bij elke regeringsvorming zijn het de partijvoorzitters die onderhandelen over de te vormen coalitie en de punten uit hun partijprogramma die moeten worden gerealiseerd. Het zijn de partijvoorzitters die bepalen wie minister wordt. Ook in het parlement zijn het niet zozeer de individuele volksvertegenwoordigers die bepalen hoe ze stemmen over een voorstel of ontwerp van wet, maar volgen ze de richtlijnen van hun partij. Men spreekt in dit verband van partijdiscipline, die tamelijk streng kan zijn. De fractie beslist hoe er over een bepaald voorstel wordt gestemd en van elk parlementslid van die fractie wordt verwacht dat hij of zij die beslissing ook uitvoert, zelfs al is hij of zij het er persoonlijk niet mee eens. De partijdiscipline beperkt dus de persoonlijke autonomie van een parlementslid, maar anderzijds kunnen partijen natuurlijk niet functioneren als hun parle-mentsleden niet op dezelfde lijn zitten. Bovendien maakt de partijdiscipline het mogelijk dat parlementsleden zich min of meer specialiseren in bepaalde thema’s. Een volksvertegenwoor-diger kan onmogelijk alle dossiers bijhouden die in het parlement besproken worden. Men verdeelt daarom de taken. Elke volksvertegenwoordiger volgt de technische besprekingen in een bepaalde commissie en zal dan zijn collega’s adviseren over de stemming. Op die manier kan er dan wel een gemeenschappelijk partijstandpunt ingenomen worden.

Voor een politieke partij is het belangrijk om niet verdeeld over te komen. Zeker nu blijkt dat kiezers minder trouw worden aan één partij en de massamedia steeds meer de verkiezings-campagnes domineren, willen politieke partijen met een positief en eensgezind imago naar de verkiezingen gaan.

Doordenker De partijen bepalen wie op hun lijst komt bij verkiezingen. De partijen bepalen de coalitievor-ming en beslissen over de regering. De partijen bepalen hun politieke standpunten en hun politieke strategie. De partijvoorzitters spelen een belangrijke politieke rol.Wat is de invloed daarvan op de democratische besluitvorming?

Page 110: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

110 Verkiezingen en partijenE Politieke partijen

De verschillende politieke partijen in Vlaanderen

Christen-Democratisch & Vlaams (CD&V)

CD&V is een christendemocratische partij. Haar historische wortels liggen bij de katholieke partij van de 19e eeuw, maar zij is uiteraard sindsdien heel sterk geëvolueerd. Toch blijven we ook hier de fundamenten uit het verleden terugvinden. Dat wil zeggen dat CD&V een partij is die een christelijke inspiratie heeft. De christelijke waarden – zoals bijvoorbeeld zorgzaamheid en solidariteit – zijn een belangrijke bron van inspiratie. Uit die christelijke inspiratie haalt CD&V ook de waarden en principes inzake ethische kwesties zoals abortus, euthanasie of beleid inzake druggebruik. Op dit punt is CD&V meestal geen voorstander van het idee dat elke mens zelf mag en kan bepalen welke de waarden zijn die het leven moeten oriënteren en duiden. De oorspronkelijke katholieke partij was een klerikale partij, een partij van en voor de kerk. Dat is vandaag al lang niet meer het geval. Toen in 1945 de CVP (Christelijke Volkspartij) werd opgericht, zei ze al dat ze wilde openstaan voor iedereen. De banden met de katholieke kerk waren er toen nog wel, maar die verdwenen in de loop van de daaropvolgende decennia heel snel. Bij die oprichting van de CVP na de Tweede Wereldoorlog, werd in het programma heel dui-delijk gesteld dat het personalisme de kern was van het gedachtegoed. Het personalisme stelt dat elke mens uniek is, en in al zijn facetten bekeken en gewaardeerd moet worden. Het stelt ook dat mensen het best tot hun recht komen in gemeenschappen zoals het gezin, de familie, de buurt, de vereniging, de school, het bedrijf enzovoort. Gemeenschappen maken de samenleving warmer omdat ze mensen geborgenheid en zekerheid bieden. Niet de vrije individuele mens staat hier dus centraal, maar de mens in verbondenheid met anderen. “Wij kiezen niet voor ‘de burger’, ook niet voor ‘de staat’ maar voor mensen, verbonden met elkaar in de samenleving”.Die visie zien we ook vertaald in de sociaal-economische standpunten van CD&V. CD&V is niet zomaar een voorstander van de vrijemarkteconomie en ook niet van een al te actief sturende overheid. Heel typisch voor de christendemocratie is de centrumpositie die ingenomen wordt tussen liberalisme en socialisme. Het economische beleid moet gebaseerd zijn op overleg en niet op confrontatie. CD&V verdedigt uitdrukkelijk een sociale markteconomie. Dat wil zeggen dat de vrije markt zeker een goede vorm van sturing is, maar dat er vanuit sociale overwegin-gen – geïnspireerd op het personalisme – altijd aandacht moet zijn voor de mogelijk negatieve gevolgen ervan. CD&V verdedigt daarentegen wel het vrije initiatief in de zogenaamde non-profitsector. Diensten zoals onderwijs of gezondheidszorg moeten vanuit het idee van de solidariteit door de over-heid gefinancierd worden, maar de instellingen zelf moeten vrij zijn om die diensten op hun eigen wijze in te vullen. Op die manier verdedigt CD&V de specificiteit van de dienstverlening door christelijke instellingen. Voor het onderwijs is dat standpunt – de verdediging van het vrij onderwijs – van oudsher een van de pijlers van de partij. De christendemocratische partij was de eerste die als gevolg van de talentegenstellingen gesplitst werd. Dat gebeurde in 1968. Aan Franstalige kant ging de PSC (Parti Social Chrétien) alleen door. Die veranderde in 2001 van naam en werd cdH (Centre Démocrate Humaniste). Ook de Vlaamse CVP veranderde in 2001 van naam. Sindsdien heet ze Christendemocratisch en Vlaams of CD&V.www.cdenv.be

Page 111: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1113e graad ASO - KSO - TSO

Groen

Groen is een van de jongere partijen in het partijlandschap. Ze nam op het einde van de jaren 70 van de vorige eeuw voor het eerst deel aan verkiezingen, en brak echt door in de loop van de jaren 80. Oorspronkelijk heette de partij Agalev, wat stond voor “Anders Gaan Leven”. In de allereerste plaats heeft Agalev – zoals de andere groene partijen in Europa – heel uitdrukkelijk aandacht gevraagd voor de milieuproblematiek. Dat is voor de groenen niet zomaar een thema apart. Het maakt integendeel deel uit van een algemene visie, waarin onze houding tegenover het milieu maar één heel opvallende uiting is. Het gedachtegoed van de groenen steunt op drie pijlers: basisdemocratie, ecologie en pacifisme. Het groene denken is sterk antiautoritair ingesteld. Het pleit voor inspraak, voor participatie, voor betrokkenheid van iedereen bij het politieke debat en bij de politieke besluit-vorming. Groene partijen streven er ook naar hun interne partijwerking zo open mogelijk te organiseren, met heel veel ruimte voor beslissende deelname van de gewone leden. Het ecologisme vinden we terug in het pleidooi voor duurzame ontwikkeling, voor een eco-nomie die steunt op een visie op lange termijn. Het ecologisch denken wil onze handelingen in een globale context plaatsen, en er álle gevolgen – niet alleen die met betrekking tot de economische kostprijs – uit trekken. Het is fout om vanuit een al te beperkt en niet-globaal denken allerlei problemen af te schuiven en door te schuiven naar de volgende generaties of naar andere delen van de wereld. Onze westerse welvaart mag niet gebouwd worden op de kosten – sociaal, economisch, cul-tureel en ecologisch – van de derde wereld. Grenzen tussen landen en culturen zijn overigens niet zo relevant. De problemen van de wereld gaan ons allen aan. Wij zijn wereldburgers, en de wereld is ons dorp. Vanuit die overtuiging verdedigen de groenen ook zeer nadrukkelijk het ‘multiculturalisme’: verschillende volkeren en culturen kunnen naast en met elkaar wonen. Hun onderlinge contacten kunnen alleen maar verrijkend zijn.De groene partijen ontstonden toen de Belgische partijen reeds allemaal in twee eentalige par-tijen gesplitst waren. Er is dus nooit een Belgische groene partij geweest. De Franstalige partij Ecolo ontstond ongeveer gelijktijdig met Agalev. In 2003 werd de naam van Agalev veranderd in Groen. www.groen.be

Page 112: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

112 Verkiezingen en partijenE Politieke partijen

LDD

LDD is een nieuwkomer in het politieke landschap. De partij werd gesticht in 2007 en wordt geleid door de voormalige Belgische judocoach en zakenman Jean-Marie Dedecker. Hij was oorspronkelijk lid van de Open Vld. LDD staat voor ‘Libertair Direct en Democratisch’. Het programma van LDD is Vlaams en libe-raal. LDD profileert zich op punten die ook voor Open Vld belangrijk zijn. LDD verdedigt het absolute recht op vrije meningsuiting, en laat iedereen volledig vrij in ethische kwesties. De partij komt op voor een zelfstandig Vlaanderen, waarin de overheid zich beperkt tot een aantal kerntaken. Overheidsdiensten moeten worden afgeslankt. LDD verdedigt resoluut de belangen van zelfstandigen en KMO’s en wil de belastingen sterk verminderen. De partij wil ook de vrije markt bevorderen. LDD is pleitbezorger voor directe democratie in de vorm van het referendum op initiatief van de burgers. LDD wordt ook wel een populistische partij genoemd, omdat de partij zich sterk profileert als de stem van de bevolking tegen het bestaande politieke establish-ment en de politieke partijen, die volgens LDD geen voeling hebben met de bevolking en enkel voor hun eigen belang opkomen.www.ldd.be

De Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA)

De Nieuw-Vlaamse Alliantie is een van de twee opvolgers van de Volksunie. De Volksunie was zelf ontstaan in de jaren 50 van de vorige eeuw als opvolger van de vooroorlogse Vlaams-nationale partijen. Daarmee kennen we meteen de centrale doelstelling van de N-VA: de verdediging van de Vlaamse belangen. “Vlaanderen en de Vlamingen zijn ons eerste referen-tiepunt. De Nieuw-Vlaamse Alliantie komt op voor het algemeen Vlaamse belang”. N-VA heeft voor de beste verdediging van dat Vlaamse belang een zeer duidelijke en radicale oplossing: de Belgische staat moet op termijn verdwijnen en Vlaanderen moet een zelfstan-dige en onafhankelijke staat worden. Veel van wat in België misloopt is immers het gevolg van het verplicht samenleven in België van Vlamingen en Walen. Dat is nefast voor Vlaanderen. Vlaanderen moet in staat worden gesteld om een beleid te voeren dat afgestemd is op de vra-gen en behoeften van de Vlaamse bevolking. De N-VA is de officiële erfgenaam van de Volksunie. Binnen de Volksunie ontstonden in het begin van de 21e eeuw diepe meningsverschillen over de te volgen strategie en over het pro-gramma. Een deel van de partij verdedigde een radicale visie en wenste niet voortdurend slechte compromissen met de Franstaligen te moeten sluiten. Dat deel van de partij verdedigde ook een meer liberale visie op de economie en een meer conservatieve visie inzake ethische kwesties. Een ander deel van de partij stond voor een meer gematigd Vlaams nationalisme en voor een linksere visie op economie en ethiek. Dat leidde tot een splitsing van de partij in 2001. De grootste groep, en dus de erfgenaam van de Volksunie, werd de N-VA. De partij haalde bij haar eerste verkiezingsdeelname niet voldoende stemmen om een goede parlementaire vertegenwoordiging te kunnen hebben. Tussen 2004 en 2008 werkte N-VA samen in kartel met CD&V. Bij de Vlaamse verkiezingen van 2009 trok N-VA opnieuw alleen naar de kiezer.www.n-va.be

Page 113: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1133e graad ASO - KSO - TSO

sp.a (Socialistische Partij Anders)

De sp.a is ook een van de traditionele partijen. Het is een partij met een lange geschiedenis. In 1885 werd de Belgische Werkliedenpartij opgericht. Zoals de naam het zegt, verdedigde die partij in de eerste plaats de belangen van de werklieden of de arbeiders. Daarmee nam de par-tij een positie in die lijnrecht tegenover die van de liberalen stond. De vrijemarkteconomie, die volgens de liberalen als een goede organisatie van de economie beschouwd kon worden, was dat voor de socialisten helemaal niet. De vrije markt gaat er immers van uit dat alle deelnemers aan het economische leven gelijk zijn, en speelt op die manier in het nadeel van de zwakkeren. De vrije markt moest dus zeer grondig bijgestuurd worden. En die bijsturing moet gebeuren door de overheid, door de staat. Terwijl de liberalen pleiten voor een staat die zich discreet opstelt, menen de socialisten dat de staat daarentegen heel actief moet zijn. De staat is immers de enige speler die anderen effectief kan dwingen om zich aan een aantal regels te houden. De staat is ook de structuur bij uitstek die kan zorgen voor herverdeling tussen rijk en arm, tussen sterk en zwak. Belastingen zijn daarvoor een goed instrument. Die moeten echter wel rekening houden met de draagkracht: wie meer verdient, betaalt meer belastingen dan wie minder verdient. En de financiële midde-len die de overheid daardoor krijgt, kan ze gebruiken om de sociale solidariteit te organiseren.Een van de cruciale instrumenten van de staat – en die in elk geval door de staat beheerd moet worden – is de sociale zekerheid. Die werd vooral na de Tweede Wereldoorlog uitgebouwd. De sociale zekerheid zorgt ervoor dat wie geen inkomsten (meer) heeft, een inkomen van de overheid krijgt. Dat geldt voor werklozen, voor gepensioneerden, voor zieken. Indien de over-heid hier niet actief zou tegemoetkomen, zouden alleen diegenen die daar de middelen voor hebben, zich kunnen verzekeren tegen mogelijk verlies van hun werk en hun inkomen. Die visie op een actieve en herverdelende staat, vinden we ook terug in het pleidooi van de partij om zoveel mogelijk diensten van de overheid gratis of toch zo goedkoop mogelijk aan te bieden: openbaar vervoer, onderwijs, geneeskunde. Gratis betekent dat de gebruiker er niet voor betaalt. Dat betekent dat de overheid de kosten draagt, en dus dat de belastingbetalers (elk naar draagkracht) zorgen voor de financiering van de diensten van de overheid. De sp.a is een partij die – bouwend op haar geschiedenis – in eerste instantie oog heeft voor de zwakkeren in de samenleving. En de beste manier om ervoor te zorgen dat de zwakkeren aan boord kunnen blijven, is een overheid die voldoende investeert in de welvaartsstaat: onderwijs, huisvesting, bejaarden- en kinderopvang, sociale zekerheid, openbaar vervoer, betaalbare gezondheidszorg. De sp-a wil een overheid die duidelijke spelregels vastlegt en die ook doet naleven. Na de Tweede Wereldoorlog werd de oude BWP omgevormd tot de BSP, de Belgische Socialistische Partij. Die viel in 1978 uiteen in de Franstalige Parti Socialiste (PS) en de Socialistische Partij (SP). Die naam werd in 2000 veranderd tot sp-a. Dat staat voor ‘socialistische partij anders. www.s-p-a.be

Page 114: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

114 Verkiezingen en partijenE Politieke partijen

Het Vlaams Belang

Als we geen rekening houden met de opvolgers van de Volksunie, is Vlaams Belang de jongste partij van Vlaanderen. Het is echter wel een partij die op korte tijd heel stevig haar stempel op de politieke debatten heeft weten te drukken. Ook Vlaams Belang is te situeren in de geschie-denis van de Volksunie. De partij werd opgericht in 1978, en heette oorspronkelijk Vlaams Blok. De Volksunie had in 1977 deelgenomen aan de Belgische regering met het oog op het realiseren van een belangrijke stap in de staatshervorming, dat wil zeggen in de realisatie van meer autonomie voor Vlaanderen. Een aantal leden van de Volksunie vond echter dat hun partij zich veel te toegeeflijk had getoond, en zij stichtten een nieuwe partij die wat het Vlaams natio-nalisme betreft, geen compromissen wilde sluiten. Het Vlaams Blok streefde naar een volledige onafhankelijkheid van Vlaanderen. In de tweede helft van de jaren 1980 begon de partij in haar programma en optreden meer nadruk te leggen op de terugkeer van niet-Europese migranten naar hun vaderland. Met de slogan ‘Eigen volk eerst’ boekte het Vlaams Blok, na aanvankelijk matige successen, grote winst bij diverse parlementsverkiezingen. Hiermee werd het Vlaams Blok de Vlaamse variant van wat we hierboven de rechts-populistische partijen genoemd hebben. Ze leggen de nadruk op het moeilijke samenleven van verschillende culturen, en verwijten de andere partijen dat die het probleem niet willen zien en er niets aan willen doen. Daarom noemen we dergelijke partijen ook populistisch: ze presenteren zich als de stem van de bevolking tegen een politieke elite die volgens hen de voeling met de echte problemen van de bevolking verloren heeft. De oplossing bestaat voor het Vlaams Belang in de verwerping van de multiculturele samen-leving. Immigranten – en dat gaat dan vandaag vooral over hun kinderen en kleinkinderen – moeten zich volkomen aanpassen aan de cultuur van het land waarin zij wonen. De aanwe-zigheid van mensen met een andere achtergrond, werkt verstorend op onze samenleving, op het gebied van de economie, het sociale leven, de veiligheid. Het feit dat de politieke elites volgens het Vlaams Belang te veel aandacht hebben voor de behoeften van de allochtonen en niet genoeg voor hun plichten, en het feit dat de politieke elites niet voldoende aandacht heb-ben voor de negatieve gevolgen van hun aanwezigheid op onze samenleving, is voor de partij reden genoeg om die problemen voortdurend voor het voetlicht te brengen.Het Vlaams Belang wordt door de andere partijen niet als een gewone partij gezien. Zij menen dat de standpunten te extreem zijn en ingaan tegen een aantal fundamentele waarden van onze samenleving, vooral dan tegen de principiële gelijkheid van alle mensen, wie of wat ze ook zijn. In 2004 werden een aantal organisaties die verbonden waren met het Vlaams Blok, veroordeeld voor het systematisch aanzetten tot racisme en discriminatie. De partij veranderde toen van naam – zij werd Vlaams Belang – en probeert in haar stand-punten niet meer de visies te verkondigen waarvoor zij veroordeeld werd. Niettegenstaande (en misschien ook wel vanwege) haar uitsluiting door de andere politieke partijen, boekte het Vlaams Belang sinds zijn ontstaan een hele reeks grote electorale overwinningen. In Franstalig België bestaat een partij die tot dezelfde familie behoort als het Vlaams Belang: het Front National. Deze partij streeft niet naar Waalse of Franstalige onafhankelijkheid, maar verdedigt de Belgische staat. Het Front National speelt echter in het zuiden van het land geen rol van belang.www.vlaamsbelang.org

Page 115: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1153e graad ASO - KSO - TSO

Open Vld

De geschiedenis van Open Vld is die van de Belgische Liberale Partij die officieel werd gesticht in 1846. Oorspronkelijk was zij een antiklerikale partij. Zij was ook een economisch liberale partij, dat wil zeggen een partij die de vrije markt verdedigde tegen het idee (van de socialisten) dat de economie door de overheid gestuurd moet worden. Politieke partijen die erin slagen lang te overleven, hebben allemaal een eigenschap gemeen: zij kunnen zich aanpassen aan de veranderende samenleving. Een partij die dat niet doet, verliest haar kiezers en verdwijnt. De huidige Open Vld is dus sterk verwant aan de oude Liberale Partij, maar is een moderne variant ervan. In 1961 veranderde de Liberale Partij van naam. Zij werd toen de PVV (Partij voor Vrijheid en Vooruitgang). Belangrijk was dat zij haar antiklerikale gedachtegoed achterliet. De partijleiding was ervan overtuigd dat de oude tegenstelling tussen kerk en staat eigenlijk niet meer van belang was, en riep ook gelovigen die het eens waren met het economische programma van de partij op om voor de PVV te stemmen. Dat was een operatie die electoraal meteen vruchten afwierp. Een andere belangrijke aanpassing – waar alle traditionele Belgische partijen doorheen moesten – was de splitsing in twee eentalige partijen. Dat gebeurde in 1971. De Vlaamse PVV ging haar eigen weg. Aan Franstalige kant ontstond (na nog een paar naamswijzigingen) de Mouvement Réformateur of MR (waarvan ook de Brusselse FDF tot september 2011 deel uitmaakte). De PVV ging in de loop van de jaren tachtig onder impuls van Guy Verhofstadt haar ideologische profiel aan-scherpen. De partij pleitte scherper dan voorheen voor een liberale economie en voor een burgerdemocratie. Het is ook onder impuls van Guy Verhofstadt dat de PVV in 1992 omge-vormd werd tot de VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten). In 2007 werd de naam veranderd in Open Vld. Centraal in het gedachtegoed van de partij staat de vrijheid. Die zit ook vervat in de term liberaal. De mens is een vrij wezen en die vrijheid moet maximaal gegarandeerd worden. Open Vld verzet zich dan ook op vele vlakken tegen een overdreven inmenging van de overheid. De staat moet zich beperken tot een aantal essentiële opdrachten, en moet zich niet inlaten met dingen die de private sector zelf even goed of beter kan doen. De overheid moet niet te veel zelf willen ondernemen, maar moet de mensen de mogelijkheden geven om te ondernemen. Open Vld verdedigt dus – zoals alle liberale partijen dat doen – de vrijemarkt-economie. De markt – het evenwicht tussen vraag en aanbod – kan beter regelen dan de staat. Die visie op een beperkte staat gaat ook samen met het idee dat de overheid geen overdreven belastingen mag heffen. Een staat die heel actief is, heeft vele middelen nodig en moet die halen bij de mensen en de ondernemingen. Daardoor wordt ondernemen ontmoedigd. Je werkt dan meer voor de staat dan voor jezelf. De belastingsdruk moet dus binnen de perken blijven. Zo is Open Vld inzake milieubeleid eerder een voorstander van ecoboni (het vermin-deren van belastingen op milieuvriendelijke producten) dan van ecotaksen (het verhogen van belastingen op schadelijke producten). Open Vld pleit voor een staat die zijn uitgaven heel strikt onder controle houdt. Wat te veel wordt uitgegeven, moet tenslotte toch door de belas-tingbetalers opgebracht worden. Open Vld pleit voor een burgerdemocratie. Ook hier zien we het centrale idee van de vrije mens opduiken. De invloed van overleg- en adviesorganen en van allerhande belangengroepen op de besluitvorming van de overheid moet teruggedrongen worden. Democratie is een zaak tussen de overheid en de individuele burgers. Die moeten dan ook via een referendum (een volksraadpleging waarbij op één vraag met ja of neen kan worden geantwoord) kunnen aangeven in welke richting er bestuurd moet worden. Zoveel

Page 116: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

116 Verkiezingen en partijenE Politieke partijen

mogelijk functies – zoals bijvoorbeeld die van de burgemeester – moeten door rechtstreekse verkiezingen ingevuld worden. Voor de federale verkiezingen in 2007 stapten Open Vld en kartelpartner Vivant gezamenlijk onder de nieuwe naam Open Vld naar de stembus. De VLD veranderde toen ook haar naam en partijlogo in Open Vld.www.openvld.be

Andere politieke partijenHet Belgische politieke landschap is zeer gevarieerd. Vele breuklijnen verdelen onze samen-leving, en die geven allemaal aanleiding tot politieke partijen die voldoende kiezers moeten weten te mobiliseren om in leven te blijven. Ook de Vlaamse helft van dat partijlandschap biedt een hele waaier van ideologische schakeringen aan. Toch zijn er ook nog andere politieke par-tijen. De meeste daarvan nemen één of een paar keer deel aan verkiezingen, zonder ooit een rol van betekenis te spelen. Toch zijn er ook kleinere partijen die relatief weinig kiezers hebben (zo’n 1 à 2 procent van de stemmen) en die toch zeer lang blijven voortbestaan.Een eerste voorbeeld van zo’n partij is de PvdA, de Partij van de Arbeid. Dat is een radicale socialistische of communistische partij. Ze is een absoluut tegenstander van de vrijemarkt-economie, ook in de gecorrigeerde vorm zoals die vandaag in Europa bestaat. Ze stelt dat wij in een kapitalistische maatschappij leven. Die is gedomineerd door de kapitaalbezitters (“bourgeoisie”). Het komt erop aan die overheersing te breken. Dat kan alleen door strijd, door een openlijke confrontatie met wat genoemd wordt de bezittende klasse. Die strijd kan alle vormen aannemen: betoging, staking, pamfletten enzovoort. Door aan dergelijke acties deel te nemen, worden de mensen bewust van hun maatschappelijk ondergeschikte situatie en van hun macht om daar iets aan te doen. Actie voeren dient dus niet alleen om onmiddellijk iets concreets te bereiken, maar om de mensen bewust te maken. De PvdA haalt zo’n 1 procent van de stemmen. In 1920 werd in België ook een Communistische Partij opgericht. Die behaalde vlak na de Tweede Wereldoorlog 13 procent van de stemmen en maakte tussen 1944 en 1947 ook deel uit van de regering. Maar die oude communistische partij is heel langzaam electoraal dood-gebloed. Voor partijen geldt een vaste regel: wie er niet meer in slaagt voldoende stemmen te behalen, verdwijnt. Een tweede voorbeeld van een kleine partij die al een tijdje in het landschap aanwezig is, is Vivant. Die partij heeft drie eenvoudige maar wel radicale programmapunten: invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen; een belasting op producten (bijvoorbeeld in de vorm van een hogere btw) in plaats van op arbeid; en de invoering van een bindend referendum op volksinitiatief. Vivant stelt dat iedereen recht heeft op een basisinkomen, een vast maandelijks bedrag, of je nu werkt of niet. Daar bovenop kun je meer verdienden door te werken als je dat wil. Om dat basisinkomen te betalen, stelt Vivant voor om de belastingen totaal anders te organiseren. Niet het inkomen moet belast worden, maar de uitgaven. Wie veel geld uitgeeft, betaalt veel belastingen (btw). Wie weinig verdient, betaalt dan weinig belastin-gen. Voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement in 2004 ging Vivant een kartel aan met de VLD. Dat was ook het geval voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen in 2006. Voor de federale verkiezingen in 2007 stond het kartel gezamenlijk onder de naam Open Vld op de lijst. Vivant blijft wel als afzonderlijke partij bestaan.

Auteur: prof. dr. Kris Deschouwer, 2005, 2009.

Page 117: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1173e graad ASO - KSO - TSO

Opdracht: Politieke partijen in je gemeentea. Welke politieke partijen komen op in je gemeente?b. Welke politieke partijen vormen het bestuur? c. Welke politieke partijen zetelen in de oppositie?

Doordenker: Verzuiling Ook in je eigen leven zijn waarschijnlijk de drie breuklijnen vervlochten bijvoorbeeld: van welke jeugdbeweging, welk ziekenfonds ben je lid? Van welke vakbond zijn je ouders lid? Wie is de inrichtende macht van je school? Van welke verenigingen zijn je ouders lid? Naar welk bejaar-dentehuis gaan je grootouders? Wellicht zijn bepaalde cafés of verenigingen van je gemeente duidelijk ‘links’ of ‘rechts’. Ken je ze? Je merkt snel dat zij eenzelfde ideologische signatuur hebben. Christelijk, socialistisch, liberaal. Meestal bleef men vanaf geboorte tot aan het over-lijden trouw aan die ideologie. Dit aanleunen bij organisaties die een welbepaalde ideologie onderschrijven, noemt men verzuiling. Men behoorde dan ook tot die christelijke, socialistische of liberale zuil. Tot in een recent verleden was dit zeker zo. Toch verliest die verzuiling terrein hoewel de machtsposities van de ideologische blokken weinig of niet verzwakken. Leef jij in een zuil? Is dat een bewuste keuze? Probeer dat even voor jezelf uit te schrijven.

Opdracht: Panelgesprek Nodig partijleden van de verschillende partijen uit je gemeente uit voor een panelgesprek. Bereid vooraf enkele vragen voor over maatschappelijke thema’s die je interesseren bijvoor-beeld: drugspreventie, aanpak van lawaaihinder, speelruimte voor jongeren, werkloosheid, emancipatie, migranten, bejaarden, milieu, school, ....

a. Bespreek eerst met de klasgroep hoe jullie (als jullie deel zouden uitmaken van het bestuur) maatschappelijke thema’s zouden aanpakken. Maak daarvan een verslag.

b. Laat de panelleden eerst vertellen waarom ze partijlid van die partij geworden zijn en welk concreet engagement dat inhoudt.

c. Ga daarna in op de voorbereide vragen rond de maatschappelijke thema’s. d. Laat enkele verslaggevers nauwkeurig verslag opnemen van de opvattingen en oplos-

singen die de panelleden voorstellen. e. Confronteer het panel met de oplossingen die jullie zelf gevonden hebben. Vinden ze

die haalbaar? Waarom wel of niet?

Terugblik a. Merkte je verschillende standpunten tussen de panelleden? b. Kun je die verschillen verklaren vanuit de ideologie van de partij? c. Is je eigen opvatting over de aanpak van maatschappelijke thema’s gewijzigd nadat je

die voorlegde aan het panel? Licht toe. d. Voel je jezelf aangesproken om tot een partij toe te treden? e. Welke conclusie trek je uit dat panelgesprek?

Page 118: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

118 Verkiezingen en partijenF Samenvatting Module 3

F Samenvatting Module 3

1

2

3

4

5

De volgende basisinformatie zou je na het doorlopen van deze module moeten beheersen:

* directe - representatieve democratie

* belangengroepen en lobby’s

* referendum - petitie - mandaat

* stemplicht - opkomstplicht - stemrecht

* cijnskiesrecht - meervoudig stemrecht - enkelvoudig stemrecht

* zetelverdeling

* stemmenaantal - zetelaantal

* evenredigheidsstelsel - meerderheidsstelsel

* coalitiepartner - oppositie

* geldig stemmen

* partijprogramma

* regeringsvorming

* regeerakkoord

* maatschappelijk debat

* ideologie

* links-rechts tegenstelling

* verzuiling

* economische breuklijn

* levensbeschouwelijke breuklijn

* communautaire breuklijn

Page 119: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1193e graad ASO - KSO - TSO

Opzoekingen rond de woordenschat van verkiezingen, parlement en regering

Als je in tijden van verkiezingen de berichtgeving in de media volgt, merk je dat de woorden-schat die dan gebruikt wordt heel uitgebreid is. Hierna volgt een lijst met woorden die dan heel veel voorkomen. Welke woorden zijn je bekend? Welke niet? Zoek de betekenis op in leerboeken, woordenboeken, encyclopedieën, dag- en weekbladen of op het internet. Het is niet de bedoeling dat je deze lijst uit het hoofd leert, wel dat je berichten in de pers kunt volgen, zodat je je als burger beter kunt informeren over het politieke beleid.

Bijvoorbeeld: Modellijst: een voorstel tot lijstsamenstelling, meestal van de partijtop, die aan de partijleden op een poll wordt voorgelegd en waarover ze kunnen stemmen. Je kunt zelf nog begrippen toevoegen.

Verkiezingen

poll nationaal nummer blanco stem

modellijst kiezerslijst ongeldige stem

lijsttrekker oproepingsbrief kiescollege (kiezerskorps)

(lijstaanvoerder, kopman) stemrecht kieskring

lijstduwer actief en passief stemrecht kiesquorum

verkiesbare plaats stembiljet (stembrief) kiesquotiënt

strijdplaats lijststem (kopstem) kiesdeler

kartellijst voorkeurstem (naamstem)

Parlement

kamerlid zetelverdeling fractievoorzitter

senator kamerontbinding kamervoorzitter

Vlaams volksvertegenwoordiger cumulatieverbod parlementsvoorzitter

hoorzitting voorstel van decreet aanwezigheidsquorum

commissie of senator ontwerp van decreet meerderheid

legislatuur amendement oppositie

legislatuurparlement petitierecht bijzondere meerderheid

constituante kamerfractie

Regering

informateur homogene regering regeerakkoord

formateur coalitie regeringspartij

ministerraad minderheidsregering oppositiepartij

kabinet van een ministerontslagnemende regering (demissionaire regering)

interpellatie

minister met (zonder) portefeuille

legislatuurregering motie van wantrouwen

minister van staat regeringsverklaring regeringscrisis

premier investituurdebat

Page 120: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

120 Verkiezingen en partijenF Samenvatting Module 3

Page 121: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

Module 4 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controle

Page 122: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

122

Modu

le 4

Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controle

Overheden en instellingen

In België bestaan er tal van regels die orde moeten brengen in de samenleving. Afhankelijk van de overheid die ze uitvaardigt, spreken we van wetten, decreten, ordonnanties, besluiten, verdragen enzovoort. Ze kunnen van toepassing zijn op verschillende niveaus: internationaal, federaal, gewesten en gemeen schappen, provinciaal of gemeentelijk.

In dit hoofdstuk bekijken we de instellingen die deze regels opstellen, uitvoeren en de naleving ervan controleren. We vertrekken daarbij van de instellingen die het dichtst bij ons staan en verkennen de andere niveaus in steeds grotere cirkels: van de gemeente naar het internatio-nale niveau.

In deze module leer je over:

Besluitvorming gebeurt op verschillende niveaus . . . . . . . . . . . . . . . . . 124

De gemeente . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128

De provincie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135

De federalisering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139

De federale overheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148

De hoven en de rechtbanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155

Gewesten en gemeenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161

De Europese Unie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168

De Verenigde Naties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189

Samenvatting Module 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199

A

B

C

F

D

G

E

H

I

J

Page 123: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

123

Modu

le 4

3e graad ASO - KSO - TSO

Focus Verzamel gedurende enkele weken informatie over de politieke instellingen en hun be sluitvorming op verschillende niveaus: de gemeente, de provincie, de gewesten en de gemeenschappen, de federale staat, de Europese Unie, internationale instellingen.Spreek af wie kranten, tijdschriften en nieuwssites volgt. Noteer telkens de datum en de aard van de bron van de informatie (bijvoorbeeld officiële stukken, standpunten van een journalist, lid van de regering, lid van de oppositie...). Orden de informatie volgens de hoofdstukken in deze module.

Page 124: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

124 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleA Besluitvorming gebeurt op verschillende niveaus

A Besluitvorming gebeurt op verschillende niveaus

Opdracht: Het bestuur van een vereniging Overheid en bestuur is geen ver-van-mijn-bed-show, geen zaak van ‘Brussel’ alleen. Ook in jouw directe omgeving zijn er overheden en instellingen en worden er besluiten genomen. Misschien ben je er zelf wel bij betrokken in de jeugdraad, de sportclub, het scholierenparlement...

a. Bij welke vereniging(en) ben jij zelf direct betrokken? b. Ben je alleen lid of zetel je ook in bestuursorganen? c. Wellicht moeten er ook beslissingen genomen worden. Is hiervoor een bepaalde struc-

tuur of procedure uitgewerkt? Met andere woorden hoe gebeurt de besluitvorming? Heeft iedereen zicht op de beslissingen of worden ze door een klein groepje genomen?

d. Heb je de indruk inspraak te hebben? e. Ben je tevreden met de plaats die je nu hebt of zou je meer inspraak willen hebben?f. Noem je de besluitvorming democratisch of niet? Licht toe.

Opdracht: Het bestuur van een leerlingenraadIn vele scholen bestaat er een schoolraad en een leerlingenraad. Die organen geven de leerlingen formeel een stem in de besluitvorming op school. Om de goede werking van de leerlingenraad te garanderen, werden statuten opgesteld. Statuten zijn de algemene grondregels van een vereniging. Met veel zin voor nuancering zou je die leerlingenraad kunnen vergelijken met een ‘echt’ parlement. Er blijven niettemin zeer veel verschillen bestaan.

IS ER IN JOUW SCHOOL EEN LEERLINGENRAAD EN SCHOOLRAAD?

JA!a. Hoe is de leerlingenraad samengesteld?b. Welke punten komen allemaal op de agenda? c. Heeft de leerlingenraad echt impact op de school? Met andere woorden heeft de leerlin-

genraad al echt dingen veranderd? Welke? d. Hoe verloopt de besluitvorming? Is daarvoor een procedure uitgewerkt?e. Is de leerlingenraad een voorbeeld van democratie op school? f. Zijn er aspecten die in de werking van de leerlingenraad kunnen veranderen? Welke

concrete stappen kun/zul je ondernemen om de leerlingenraad beter te laten werken? Waarom zijn die stappen zinvol? Met wie ga je overleggen, onderhandelen?

Page 125: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1253e graad ASO - KSO - TSO

NEEN?a. Vind je het zinvol om in jouw school een leerlingenraad op te richten? b. Aan welke voorwaarden moet de leerlingenraad voldoen? c. Welke stappen zou je achtereenvolgens ondernemen om er een op te richten? Met wie

ga je voorbereidende gesprekken voeren? Met wie zul je uiteindelijk moeten onderhan-delen over de effectieve oprichting van een leerlingenraad?

Basisinformatie: Politieke besluitvorming: hoe werkt dat?

De politiek moet luisteren naar wat bij de bevolking leeft, moet voor maatschappelijke proble-men oplossingen zoeken en moet de best mogelijke oplossing voor iedereen in de praktijk brengen, dat alles binnen het kader van de democratische rechtsstaat.

Hoe dat proces verloopt is hieronder schematisch weergegeven.

MAATSCHAPPELIJK PROBLEEM

UITWERKING EN UITVOERING VAN DE OPLOSSING

KEUZE VAN EEN OPLOSSING

ONTWERPEN VAN MOGELIJKEOPLOSSINGEN

Middenveld-organisaties Media Politieke

partijen

Actiegroepen

Betogingen,‘de straat’

Niet- georganiseerde

burgers

Scholierenen studenten

Milieugroepen

enzovoort…

Werkgevers-organisaties

Werknemers

Vakbonden

Boeren-organisaties

Middenstands-organisaties

enzovoort …

Grote internationale

bedrijven

Consumenten-organisaties

Page 126: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

126 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleA Besluitvorming gebeurt op verschillende niveaus

Een eerste vraag is hoe een probleem op de politieke agenda komt. In een samenleving zijn er heel wat problemen die individuele mensen ervaren of die grote groepen treffen. Maar niet alle problemen worden een zaak van de overheid. Een probleem moet als een maatschappelijk probleem geformuleerd worden, en de bevolking verwacht van de overheid dat ze er iets kan en zal aan doen. Drukkingsgroepen en actiegroepen, de aandacht van de media, de bevolking die massaal op straat komt, een politieke partij die zich over het probleem uitspreekt, … er zijn meerdere factoren die bepalen of een probleem al dan niet op de politieke agenda komt te staan.

Zodra een probleem op de politieke agenda staat, moet men zoeken naar een oplossing. Maar er is niet één oplossing, er zijn er vele. Wat is een goede oplossing? Welke nadelen zijn eraan verbonden? Welke alternatieven zijn er? Politieke partijen en allerlei organisaties en druk-kingsgroepen zullen proberen om hun oplossing als de beste voor te stellen.

Vervolgens moet de overheid kiezen voor een oplossing. Vaak gaat hier veel tijd over, een probleem staat niet plots bovenaan de agenda. Er moet beslist worden hoeveel middelen men kan en wil investeren in de oplossing. Er is uitgebreid overleg met allerlei betrokken partijen en daarbij speelt het gewicht van de drukkingsgroepen mee.

Tot slot gaat de overheid de gekozen oplossing uitvoeren. Dat loopt niet altijd van een leien dakje. Er moeten voldoende middelen zijn, de ambtenaren moeten de beslissing goed uitwer-ken, er moeten controles georganiseerd worden op de uitvoering en eventuele sancties bij overtredingen. De uitvoering kan mank lopen en dan moet er bijgestuurd worden.

Politieke besluitvorming is zeker niet alleen een zaak van politici. Het maatschappelijke mid-denveld speelt een belangrijke rol in alle fasen waarin beslissingen tot stand komen.

Opdracht: Voorbeelden van maatschappelijke problemen ● Geef bij de verschillende drukkingsgroepen in voorgaand schema een voorbeeld van

een maatschappelijk probleem dat die groepen op de politieke agenda wilden krijgen. ● Zoek daarvoor informatie op over recente acties die die groepen ondernamen. ● Over welk maatschappelijk probleem ging het? ● Welke organisaties zijn er actief op dat gebied? ● Voor welke oplossing ijverden die organisaties? ● Kwam het probleem op de politieke agenda? ● Werd er een oplossing uitgewerkt?

Basisinformatie: Bestuursniveaus

Wat moeten we weten over het land waarin we leven?Heel wat feiten zijn bij de meeste mensen wel gekend en ervaren we ook dagelijks. We leven in een dichtbevolkt land, met 315 inwoners per km2. We hebben een uitgebreid wegennetwerk en goed openbaar vervoer.We hebben een hoge levensverwachting (77,36 jaar voor mannen en 82,64 jaar voor vrouwen in 2010), 17,19% van onze bevolking is ouder dan 65 jaar. Belgische kinderen hebben een leerplicht van hun 6e tot hun 18e jaar.

Page 127: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1273e graad ASO - KSO - TSO

We hebben een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid met kinderbijslag, pensioenen, ziekte-verzekering, werkloosheidsuitkeringen en betaalde vakantie. Onze gezondheidszorg behoort tot de beste ter wereld. Ondanks ons sociaal stelsel leeft toch nog 14,6% van onze bevolking in 2010 onder de armoedegrens.*

Maar wie wil weten hoe in België het bestuur is georganiseerd, heeft daar een dikke kluif aan. Ons land zit immers ingewikkeld in elkaar.België wordt doorkruist door een taalgrens, met aan beide zijden regio’s waar de sociaal-economische realiteit en de cultuur erg verschillend zijn. De conflicten die daardoor rijzen zijn altijd vreedzaam opgelost. We zijn meesters in het vinden van compromissen, ‘het Belgische compromis’ is een begrip.Het resultaat van die compromissen is een ingewikkelde staatstructuur, met een federale over-heid en drie gemeenschappen en drie gewesten, die elk eigen bevoegdheden hebben om hun bestuur te organiseren zoals zij dat wensen.

Ten slotte is België ook een van de 27 lidstaten van de Europese Unie. Heel wat belangrijke beslissingen worden genomen in die Europese Unie en alle lidstaten moeten er zich aan houden.

Op al de bestuursniveaus moeten de principes van de democratische rechtsstaat worden toe-gepast en een goed bestuur betekent ook dat elke beslissing moet genomen worden op het meest passende niveau (het subsidiariteitsprincipe).

Hoe het bestuur in de verschillende niveaus georganiseerd is, wordt in de volgende hoofdstuk-ken uitgelegd.

Europese Unie(supranationaal niveau)

10 provincies

589 gemeenten

De federale staat

België

3 gewesten

Vlaams GewestWaals GewestBrussels Hoofdstedelijk Gewest

3 gemeenschappen

Vlaamse GemeenschapFranse GemeenschapDuitstalige Gemeenschap

* Actuele cijfers vind je op de website van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI): http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/organisatie/adsei/

Page 128: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

128 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleB De gemeente

B De gemeente

De beslissingen die in de gemeente worden geno-men, voelen wij direct: de burgemeester verbiedt een fuif, de jeugdclub krijgt een nieuw lokaal, zone 30 wordt ingevoerd, de hoofdstraat wordt autovrij.De organisatie van de gemeentelijke overheid is een voortdurende bron van discussie. Moet de burgemeester verkozen worden, of is hij beter een ‘professional’? Moet het kiesrecht uitgebreid worden? Moet een volksraadpleging beslissend zijn?

Focus Selecteer uit de regionale bladzijden van kranten, uit de berichtgeving op de regionale tv-zender, of uit nieuwssites de informatie die te maken heeft met de gemeentelijke overheid. Werk in groepjes aan de hand van de volgende vragen één thema uit en stel het voor aan de klas.

a. Beschrijf het thema en de reden waarom het in het nieuws komt. b. Welke instellingen komen ter sprake?c. Wie heeft beslissingsbevoegdheid?d. Hoe krijgt de bevolking inspraak?

Opdracht: Organigram Vraag het organigram van de gemeente op en leid daaruit de verschillende functies af. Gebruik als leidraad het schema uit de basisinformatie.

a. Wie bekleedt welke functies? b. Welke mensen ken je persoonlijk? Ken je hun partijpolitieke achtergrond?c. Zijn het allemaal ‘politieke’ functies? Vind je ook ambtenaren terug?d. Zijn ze gemakkelijk aanspreekbaar? e. Misschien kun je met de klas iemand uitnodigen om over zijn of haar functie te komen

spreken. Of je kunt een afspraak maken op zijn of haar dienst.

Page 129: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1293e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie: Het bestuur van de gemeente

De gemeente is de kleinste bestuurlijke indeling. Ze staat het dichtst bij de burger. Vlaanderen kent al gemeenten sinds de middeleeuwen. Brugge en Gent waren in de 14de eeuw bijna stadsrepublieken. Vandaar dat elke gemeente een wapenschild en een gemeen-tevlag heeft.

In het begin van de jaren ‘70 telde België 2.359 gemeenten. Dit was veel te duur en in 1976 voerde men een eerste fusieoperatie door: meerdere gemeenten werden telkens tot één gemeente samengevoegd. Na de laatste fusieoperatie in Antwerpen in 1982 telde België nog maar 1/4de van het vroegere aantal gemeenten (589, waarvan 308 in Vlaanderen).

Volgend schema geeft een overzicht van de bevoegdheden, het bestuur en de financiële mid-delen van een gemeente.

Wat doet de gemeente?

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor alles wat van gemeentelijk belang is. Dat wil con-creet zeggen: alles wat niet tot de bevoegdheden van de federale overheid, de gewesten, de

gemeenschappen en de provincies behoort.De gemeenten hebben twee soorten bevoegdheden:

1. De zorg voor het gemeentelijk belang. Dat gaat om beslissingen en taken waar de inwoners van de gemeente wel bij varen en de gemeente goed doen ‘draaien’. Gemeenten kunnen op dat vlak zelf bepa-len wat ze doen. Ze kunnen ieder initiatief nemen dat hen niet uitdrukkelijk verboden is door wetten, besluiten of decreten (bij-voorbeeld: de gemeente kan geen oorlog

verklaren maar wel een jeugdhuis oprichten of een sporthal bouwen).

2. Verplichtingen die van hogerhand worden opgelegd.

De gemeente moet ook een aantal opdrachten uitvoe-ren die ze krijgt van de hogere overheden (Vlaanderen

en België). Zo is elke gemeente verplicht om een register bij te houden met de geboorten, huwelijken en overlijdens van haar

inwoners. Ze moet bij verkiezingen een kiezerslijst opstellen en de oproe-pingsbrieven versturen. De gemeente levert identiteitskaarten en rijbewijzen af. Ze

beslist over bouwvergunningen. Het gemeentedecreet gaat ervan uit dat de gemeenten zoveel mogelijk zelf de verant-

woordelijkheid moeten dragen voor de organisatie en de financiering van hun bestuur.

Basisinformatie: Het bestuur van de gemeente

De gemeente is de kleinste bestuurlijke indeling. Ze staat het dichtst bij de burger. Vlaanderen kent al gemeenten sinds de middeleeuwen. Brugge en Gent waren in de 14de eeuw bijna stadsrepublieken. Vandaar dat elke gemeente een wapenschild en een gemeen-tevlag heeft.

In het begin van de jaren ‘70 telde België 2.359 gemeenten. Dit was veel te duur en in 1976 voerde men een eerste fusieoperatie door: meerdere gemeenten werden telkens tot één gemeente samengevoegd. Na de laatste fusieoperatie in Antwerpen in 1982 telde België nog maar 1/4de van het vroegere aantal gemeenten (589, waarvan 308 in Vlaanderen).

Volgend schema geeft een overzicht van de bevoegdheden, het bestuur en de financiële mid-delen van een gemeente.

Wat doet de gemeente?

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor alles wat van gemeentelijk belang is. Dat wil con-creet zeggen: alles wat niet tot de bevoegdheden van de federale overheid, de gewesten, de

gemeenschappen en de provincies behoort.De gemeenten hebben twee soorten bevoegdheden:

1. De zorg voor het gemeentelijk belang. Dat gaat om beslissingen en taken waar de inwoners van de gemeente wel bij varen en de gemeente goed doen ‘draaien’. Gemeenten kunnen op dat vlak zelf bepa-len wat ze doen. Ze kunnen ieder initiatief nemen dat hen niet uitdrukkelijk verboden is door wetten, besluiten of decreten (bij-voorbeeld: de gemeente kan geen oorlog

verklaren maar wel een jeugdhuis oprichten of een sporthal bouwen).

2. Verplichtingen die van hogerhand worden opgelegd.

De gemeente moet ook een aantal opdrachten uitvoe-ren die ze krijgt van de hogere overheden (Vlaanderen

en België). Zo is elke gemeente verplicht om een register bij te houden met de geboorten, huwelijken en overlijdens van haar

inwoners. Ze moet bij verkiezingen een kiezerslijst opstellen en de oproe-pingsbrieven versturen. De gemeente levert identiteitskaarten en rijbewijzen af. Ze

beslist over bouwvergunningen. Het gemeentedecreet gaat ervan uit dat de gemeenten zoveel mogelijk zelf de verant-

woordelijkheid moeten dragen voor de organisatie en de financiering van hun bestuur.

Page 130: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

130 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleB De gemeente

De gemeenten worden bestuurd door drie organen:

De gemeenteraad

Het college van burgemeester

en schepenen (of het schepencollege)

De burgemeester

De gemeenteraadsleden worden om de zes jaar door de inwoners van de gemeente verkozen op de tweede zondag van oktober.

Een gemeente heeft 7 tot 55 gemeenteraadsleden, afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente.

In de gemeenteraad zijn de leden verdeeld in politieke fracties die samen een meerderheid vormen of in de oppositie zitten. De meerderheid draagt de burgemeester en de schepenen voor.

De gemeenteraad houdt minstens 10 keer per jaar openbare zittingen over het bestuur van de gemeente en de gemeenteraad controleert het schepencollege.

De gemeenteraad bespreekt en keurt de begroting en de jaarrekening van de gemeente goed.De gemeenteraad beslist ook over het houden van een gemeentelijke volksraadpleging.

Het schepencollege bestaat uit de burgemeester, de voorzitter van het OCMW en tussen 2 tot 10 schepenen. Het aantal schepenen hangt af van het aantal inwoners. In het schepencollege moet minstens één persoon van het andere geslacht zitten.

Het schepencollege geeft uitvoering aan de besluiten van de gemeenteraad en aan de regels van de hogere overheden.

Het schepencollege voert het dagelijks bestuur van de gemeente binnen de lijnen van het bestuursakkoord dat na de verkiezingen werd afgesloten tussen de partijen van de meerderheid. Het schepencollege voert ook opdrachten van algemeen belang uit (bijvoorbeeld bijhouden van kiezerslijsten en van registers van de burgerlijke stand, toezicht op het OCMW, onderhoud van buurtwegen en waterlopen).

Het schepencollege neemt alle beslissingen collegiaal. Een individuele schepen kan dus geen beslissingen nemen zonder dat het hele schepencollege hiermee akkoord gaat.

De burgemeester wordt voorgedragen door de meerderheid van de gemeenteraad en benoemd door de deelstaatregering.

De burgemeester is het hoofd van de gemeente, de vertegenwoordiger van de regeringen en hij heeft ook ruime politionele bevoegdheden.

Als hoofd van de gemeente is de burgemeester • voorzitter van het

schepencollege;• lid van de raad van de

kerkfabriek;• hij kan de OCMW-raad

bijwonen;• hij ondertekent de briefwis-

seling van de gemeente;• hij waakt over het bijhouden

van de registers van de burgerlijke stand;

• als hoofd van de lokale politie kan hij zelf politiever-ordeningen maken en de federale politie of het leger vorderen.

Als vertegenwoordiger van de regeringen staat de burgemeester in voor de uitvoering van de wetten, decreten en reglementen van de hogere overheden.

De financiële middelen van de gemeente:

1. Belastingen en retributies: dat zijn personenbelastingen en opcentiemen op de onroe-rende voorheffing, retributies voor huisvuilophaling enzovoort.

2. Fondsen en subsidies: middelen die de gemeente krijgt van de Vlaamse overheid voor bijvoorbeeld bibliotheken enzovoort.

3. Tarieven die de bevolking betaalt voor het gebruik van infrastructuur van de gemeente bijvoorbeeld voor de gemeentelijke sporthal.

Page 131: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1313e graad ASO - KSO - TSO

Opdracht: Yemeenteraad Bezoek het gemeentehuis en woon een gemeenteraad bij.

a. Herken je in de verschillende diensten van het gemeentehuis de verschillende taken van de gemeente?

b. Verzamel de oproepingsbrief voor de gemeenteraad, de bijgevoegde punten, het ver-slag van de gemeenteraad of de notulen, de persartikels rond die gemeenteraad.

c. Bespreek vooraf de agenda: is de volgorde van de agendapunten willekeurig? Welke punten zijn volgens jou belangrijk? Kijk achteraf of die ook in de pers aan bod komen.

d. Bijwonen van de gemeenteraad: hoe reageren de meerderheid en de oppositie op elkaars voorstellen? Is er partijtucht bij de stemmingen? Stemmen sommige leden van de meerderheid afwijkend? Noteer de tijd die elk agendapunt krijgt.

e. Teken de raadzaal uit en duid de plaats aan van de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de schepenen, de fracties, de agent, de pers en het publiek.

f. Maak een verslag. Vergelijk jouw verslag met wat in de pers verschijnt en met het offici-ele verslag van de gemeentesecretaris.

Internet Ga eens surfen op de website van de gemeente waar je woont. Je kunt die site vinden via www.(de naam van je gemeente).be. Wellicht kom je heel wat interessante informatie te weten die je kunt doorspelen naar vrienden en klasgenoten. Misschien vind je niet alle informatie mak-kelijk terug. Geef jouw opmerkingen dan door aan de webmaster of de ombudsdienst van je gemeente.

Basisinformatie: Het OCMW

Elke gemeente heeft een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). Dat OCMW heeft een zeer specifieke opdracht. Het moet ervoor zorgen dat elke persoon gebruik kan maken van zijn recht op maatschappelijke dienstverlening, om een leven te kun-nen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Zo staat het in de wet.

De OCMW’s in de gemeenten hebben daarvoor een uitgebreide dienstverlening uitgebouwd. Je kunt er terecht voor inlichtingen en advies, voor bemiddeling, voor begeleiding, voor medische en voor materiële hulp.Heel wat OCMW’s (afhankelijk van de noden van de gemeente) hebben ook rusthuizen en ziekenhuizen, sociale woningen, kinderdagverblijven, warme maaltijden voor senioren, poets-diensten en thuiszorg enzovoort.

Enkele concrete voorbeelden waarvoor je bij het OCMW terecht kunt: ● Advies en rechtshulp

Wanneer je je weg niet vindt in de toepassing van de sociale wetgeving, de administra-tie of je mogelijke rechten kan het OCMW je informatie geven, je verder helpen of zelfs bemiddelend optreden.

Page 132: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

132 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleB De gemeente

Je kunt bij het OCMW ook rechtshulp krijgen, bijvoorbeeld wanneer je ontslagen bent, wanneer je problemen hebt als huurder, wanneer je een factuur niet kunt betalen enzovoort.

● Voorschotten op uitkeringen Wanneer iemand recht heeft op een sociale zekerheidsuitkering of een andere vorm

van inkomen, maar door allerlei omstandigheden de uitkering nog niet ontvangen heeft, kan het OCMW een voorschot toekennen. Zodra de betrokkene de uitkering ontvangt, vordert het OCMW het voorschot terug.

● Leefloon Als je geen of een te laag inkomen hebt, kun je een leefloon krijgen. Maar het OCMW

biedt ook meer dan financiële hulp. Het OCMW zal mensen met een leefloon extra begeleiden om hun kansen op tewerkstelling groter te maken. Het doel is steeds de maatschappelijke integratie van mensen te bevorderen.

● Schuldbemiddeling Wanneer je schulden hebt, kan het OCMW je helpen om in de mate van het mogelijke je

schulden af te betalen en tegelijkertijd erover waken dat je nog een menswaardig leven kunt leiden. Het OCMW begeleidt mensen met schulden vanuit de idee dat iedereen een nieuwe start moet kunnen nemen.

● Vreemdelingen en asielzoekers Het OCMW staat ook in voor de hulpverlening aan vreemdelingen zonder of met

een beperkte verblijfsvergunning en voor de tijdelijke opvang en hulpverlening aan asielzoekers.

Opdracht: Jouw OCMW Ga naar het OCMW van je gemeente en maak een lijstje van alle diensten die jouw OCMW aanbiedt.Duid ook op het plan van je gemeente aan waar de OCMW-dienst(en) gevestigd zijn.

Hoe heb ik als burger inspraak in mijn gemeente?

De burger kan inspraak hebben in het beleid van de gemeente door middel van de adviesra-den, de procedure van ‘voorstellen van burgers’, het spreekrecht na de gemeenteraadszitting, de gemeentelijke volksraadpleging en het petitierecht.

De meeste gemeenten hebben ook een website, geven een gemeentelijk informatieblad uit en organiseren informatievergaderingen of hoorzittingen om de burger bij het beleid te betrekken.

Page 133: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1333e graad ASO - KSO - TSO

Adviesraden zijn de enige officieel erkende inspraakorganen voor de bevolking in de gemeente. Een adviesraad is een vergadering van personen die door de gemeenteraad gevraagd wordt een advies te formuleren over een of meer vraagstukken. Het is dus een louter adviserend orgaan dat niet-bindende adviezen uitbrengt aan de gemeenteraad. De gemeenteraad kan adviesraden oprichten, maar hoeft aan die raden geen enkele beslissingsbevoegdheid over te dragen.

Soms is de oprichting van een adviesraad wettelijk of decretaal verplicht. Dat geldt voor de raden voor cultuurbeleid, de sportraden, de jeugdraden en de gemeentelijke raden voor advies in de ruimtelijke ordening. Als een gemeentebestuur een milieuconvenant sluit met de Vlaamse overheid, moet het een milieuraad oprichten.

Er zijn functionele adviesraden en territoriale adviesraden. De functionele adviesraden werken rond een bepaald beleidsthema (cultuur, sport, milieu…) of een bepaalde doelgroep (jeugd, senioren...). De werking van territoriale raden is gebaseerd op een bepaald gebied binnen de gemeente. Dat kan een deelgemeente zijn, een buurt of een wijk.

Opdracht: Adviesraden Zoek voor jouw gemeente uit welke adviesraden er bestaan. Verdeel de adviesraden over verschillende klasgroepjes en ga na wie er zetelt in jouw adviesraad. Waarover heeft de advies-raad een advies uitgebracht? Wat heeft de gemeenteraad met dat advies gedaan?

Basisinformatie: Openbaarheid van Bestuur

Als je inspraak wilt in je gemeente moet je weten wat die gemeente doet en beslist. Dat kan door het decreet op de Openbaarheid van Bestuur. Volgens dat decreet is elke over-heid in Vlaanderen verplicht om haar burgers zo goed mogelijk te informeren. De Vlaamse overheid, de provincies, gemeentebesturen, OCMW’s en andere besturen moeten je duidelijke informatie geven over hun beleid en over hun dienstverlening. Ze doen dat bijvoor-beeld via een infoblad, via brieven, tijdens informatievergaderingen, aan de telefoon, aan het loket of op hun website. Wanneer je een brief krijgt van een overheid, dan moet daar steeds de naam en het telefoonnummer op staan van de persoon die jouw dossier behandelt. Als je zelf een vraag hebt voor de overheid, dan moet de ambtenaar die je dossier behandelt je zo goed mogelijk verder helpen. Weet je niet bij welke overheid je moet zijn, dan kun je gratis bellen naar de Vlaamse Infolijn op het nummer 1700. De Vlaamse Infolijn verwijst je door naar de juiste instantie of persoon.

Page 134: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

134 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleB De gemeente

Je hebt ook het recht om de documenten van de overheid in te kijken, bijvoorbeeld het milieu-rapport van een bedrijf in je buurt, een dossier over de aanleg van een weg… In principe zijn alle bestuursdocumenten openbaar. Je kunt ze inkijken, er meer uitleg over vragen of er een kopie van krijgen. Er zijn wel een aantal uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer er een geheimhoudingsverplich-ting is, voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het economische belang van de overheid, de openbare orde… Hoe dan ook moet de overheid in detail motiveren waarom ze je aanvraag afwijst als ze vindt dat een uitzondering van toepassing is.

Hoe kun je je aanvraag indienen om een bestuursdocument in te kijken of een kopie te krijgen?

● De aanvraag moet schriftelijk gebeuren (per brief, per fax of per e-mail). ● Vermeld zo duidelijk mogelijk wat je precies wilt: welke documenten, in welke vorm. Ook

je naam en adres mogen niet ontbreken. ● Normaal moet je niet aantonen dat je belang hebt bij het openbaar maken van een

bestuursdocument, behalve wanneer het gaat om informatie van persoonlijke aard. Als het gaat om milieu-informatie hoef je nooit een belang aan te tonen.

● Richt je aanvraag aan de overheidsdienst die over het bestuursdocument beschikt, of aan de communicatieambtenaar van die overheid.

● Als je aanvraag te algemeen geformuleerd is, of onredelijk is (bijvoorbeeld dat een massa kopieën vergt), dan zal men je vragen om de aanvraag te specificeren of te vervolledigen.

● Zodra je aanvraag bij de juiste dienst is terechtgekomen, wordt ze geregistreerd. Op http://openbaarheid.vlaanderen.be/nlapps/default.asp kun je de verdere procedure nakijken.

Opdracht: Openbaarheid van bestuur Vraag het reglement van openbaarheid van bestuur op bij je gemeente.

a. Vind je op de website van je gemeente aanwijzingen voor de openbaarheid van bestuur? Vind je voldoende informatie?

b. Hoe kun je nagaan of de ‘openbaarheid van bestuur’ geen dode letter is?

Page 135: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1353e graad ASO - KSO - TSO

De provincieC

Focus Selecteer uit de regionale kranten, tv-zender of nieuwssites de informatie die te maken heeft met de provinciale overheid. Werk in groepjes aan de hand van de volgende vragen één thema uit en stel het voor aan de klas.

a. Beschrijf het thema en de reden waarom het in het nieuws komt. b. Welke instellingen komen ter sprake? c. Wie heeft beslissingsbevoegdheid?d. Hoe krijgt de bevolking inspraak?

Opdracht: De website van de provincie Jouw provincie heeft een website. Ga er eens op surfen! Wellicht kom je heel wat interessante informatie te weten. Vergelijk ook eens met de sites van andere provincies. Merk je grote verschillen?

Opdracht: Verzamel Vraag een organigram van de provincie aan. Leid daaruit de verschillende functies af. Gebruik als leidraad de structuur uit de basisinformatie:

a. Wie is de gouverneur van je provincie? b. Wie zijn de gedeputeerden van je provincie en tot welke partij behoren ze? Welke

bevoegdheden hebben ze?c. Hoe is de provincieraad samengesteld? (het aantal zetels per partij)d. Wie is de voorzitter van de provincieraad? Tot welke partij behoort hij?e. Welke coalitie vindt men in de deputatie?

Page 136: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

136 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleC De provincie

Basisinformatie

België telt tien provincies. Het Vlaamse Gewest is ingedeeld in de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg. Het Waalse gewest is ingedeeld in de provincies Henegouwen, Waals-Brabant, Namen, Luxemburg en Luik. De oude provincie Brabant is sinds 1995 opgesplitst in twee nieuwe provincies: Vlaams-Brabant en Waals-Brabant.

Voor Brussel geldt sinds 1995 een aparte regeling. De 19 Brusselse gemeenten, die samen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vormen, maken geen deel meer uit van een provincie. De bevoegdheden die in de rest van het land door de provincies worden uitge-oefend, werden in Brussel toegewezen aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of aan de gemeenschapscommissies.

Hierna volgt een bondig overzicht van de structuur, bevoegdheden en financiële middelen van een provincie.

Wat doet de provincie?

De provincies zijn bevoegd om beslissingen te nemen van provinciaal belang. Dat betekent dat ze bevoegd zijn voor taken die het lokale gemeentelijke niveau overstijgen en gericht zijn op een streek. De provincie ondersteunt andere overheden (gemeenten, Vlaamse overheid) en kan initiatieven nemen om samenwerking tussen besturen in een regio te bevorderen. Daarnaast zijn de provincies bevoegd voor medebewindstaken (bevoegdheden die namens een wet of decreet aan de provincies toevertrouwd zijn) zoals het uitreiken van milieuvergun-ningen, interventies bij beroep tegen bouw- en verkavelingsbeslissingen op gemeentelijk niveau, beslechting van gemeentelijke belastingsbezwaren, goedkeuring van gemeentebegro-tingen en -rekeningen, veiligheid en ordehandhaving.

Maar het provinciebestuur levert vooral diensten. In de praktijk zijn provincies vooral actief op gebieden die buiten de belangstelling van de hogere overheden blijven en die de financiële en bestuurlijke kracht van de gemeenten te boven gaan.

Soms zijn die actieterreinen heel herkenbaar voor het publiek. Dat is zeker het geval voor het onderwijs (het provinciaal onderwijs is een van de vier onderwijsnetten in Vlaanderen), de sociaal-culturele projecten (bijvoorbeeld restauraties van beschermde monumenten), de gezondheidszorg (bijvoorbeeld coördinatie van drugspreventie), huisvesting (bijvoorbeeld pro-vinciaal overleg met de huisvestingssector en premies voor woningbouw), welzijn (bijvoorbeeld

Page 137: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1373e graad ASO - KSO - TSO

ondersteuning van vrijwilligerswerk, jeugdwerk, seniorenwerking enzovoort), sport (in elke provincie is een provinciale sportdienst), leefmilieu (projecten voor milieu- en natuurbeleid en -educatie; onderhoud van onbevaarbare waterlopen van 2e categorie, afleveren van milieuver-gunningen aan bedrijven, beheer van provinciale bossen), toerisme (promotie en marketing van het streektoerisme in samenwerking met de gemeentelijke diensten, de VVV’s en Toerisme Vlaanderen, uitbating van provinciale musea), ruimtelijke ordening en mobiliteit (aanleg en onderhoud van wegen).

Heel vaak echter werkt de provincie ‘op de achtergrond’. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer verenigingen of organisaties subsidies krijgen (culturele centra, musea, sportverenigingen, bibliotheken, natuurverenigingen, landbouworganisaties, beschutte werkplaatsen…), wan-neer het provinciebestuur organisaties in een regio samenbrengt om samen te werken en de economie te stimuleren (bijvoorbeeld overleg tussen de kamers van koophandel, RESOC’s*), intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, of wanneer het gaat om toezicht op de gemeen-ten en de OCMW’s of de opleiding van gemeenteambtenaren.

De provincies worden bestuurd door drie organen:

De provincieraad De deputatie De gouverneur

De leden van de provincieraad worden om de zes jaar recht-streeks verkozen op de tweede zondag van oktober.

Het aantal leden hangt af van het bevolkingscijfer van de provincie. Voor de provincie Limburg zijn er ten hoogste 63 provincieraadsleden, voor de andere provincies ten hoogste 72.De provincieraad kiest onder zijn leden een voorzitter en een of meer ondervoorzitters en stelt zijn bureau samen.

De provincieraad is voor een provincie wat de gemeenteraad voor de gemeente en het Vlaams Parlement voor Vlaanderen is. Het is het wetgevende orgaan van de provincie.

De provincieraadsverkiezingen vallen samen met de gemeente-raadsverkiezingen zodat het gemeentelijke en provinciale niveau optimaal op elkaar kunnen inspelen.

De deputatie is samengesteld uit een voorzitter (de provinciegouverneur), een secretaris (de provinciegriffier) en zes leden-gedeputeerden, verkozen uit en door de provincieraad.

De deputatie voert de besluiten van de provincieraad uit en beslist over alle zaken die tot het dagelijks bestuur van de provincie behoren. De deputatie is het uitvoerende orgaan van de provincie.

De gouverneur wordt benoemd door de Vlaamse Regering, op advies van de federale ministerraad. De inwoners van een provincie kunnen hun gouverneur dus niet zelf kiezen. De gouverneur is de vertegenwoordiger of “commissaris” van de federale en Vlaamse regering in de provincie. Hij heeft een drievoudige opdracht:

1) Federale taken van de gouverneur:• De gouverneur is mee

verantwoordelijk voor de veiligheid in de provincie. Bijvoorbeeld bij rampen coördineert hij de hulpacties van brandweer, politie en civiele bescherming. Hij zit ook het provinciale veilig-heidsoverleg voor.

• Hij vertegenwoordigt de provincie bij officiële plechtigheden.

* Regionale Sociaal-Economische Overlegcomités

Page 138: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

138 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleC De provincie

2) Vlaamse taken van de gouverneur:• Hij houdt toezicht op de

steden en gemeenten en OCMW’s. De gouverneur kan tegen beslissingen van de gemeente ingaan. Hij kan bijvoorbeeld het meerjaren-plan van een gemeente schorsen, in afwachting van een definitieve beslissing van de Vlaamse Regering.

• Hij behandelt klachten van burgers tegen lokale bestu-ren, bijvoorbeeld over slecht gedrag van verkozenen in gemeenten en OCMW’s. Hij kan hen oproepen hun opdracht correct te vervul-len en hen wijzen op de tuchtprocedures.

• Hij kan voorstellen doen over bijvoorbeeld het verkeer, de ruimtelijke ordening... De Vlaamse Regering kan hem ook opdrachten geven voor de economische ontwikke-ling van de provincie.

3) Provinciale taken:• de gouverneur is voorzitter

van de deputatie, maar mag er niet meestemmen.

• Hij is aanwezig tijdens de provincieraad, maar heeft ook daar geen stemrecht.

De financiële middelen van de provincie:

De provincie haalt inkomsten uit provinciebelastingen, uit ontvangsten voor eigen prestaties (bijvoorbeeld inkomgeld voor provinciedomeinen), uit het provinciefonds en uit toelagen van andere overheden voor de uitvoering van bepaalde taken.

Page 139: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1393e graad ASO - KSO - TSO

D De federalisering

FocusVind je in de verzamelde informatie berichten die iets te maken hebben met de federalisering of met communautaire tegenstellingen?

a. Over welk onderwerp gaat het?b. Neemt de auteur een standpunt in tegenover de federalisering?c. Gaat het onderwerp over een gevolg van de federalisering, met andere woorden zou het

zich niet stellen als België geen federale staat was geworden? Zo ja, is het een positief of een negatief gevolg?

Basisinformatie

1. Federalisme

Toen België in 1830 onafhankelijk werd, legde de Grondwet de macht bij een centraal bestuur: het Belgische parlement en de Belgische regering. Vandaag ligt de macht bij zes besturen. Hoe is die ontwikkeling verlopen en waarom?

Federaties komen om uiteenlopende redenen tot stand. De aparte staten van een federatie kunnen zich samenvoegen om gemeenschappelijke politieke of economische belangen na te streven. De Verenigde Staten van Amerika is een voorbeeld van deze beweging: aparte staten hebben zich samengevoegd tot een federatie.De omgekeerde beweging doet zich voor wanneer regionale eisen voor autonomie gekanali-seerd worden naar een federalisering binnen een bestaande staat. België, Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben een geschiedenis als unitaire staten, voor-aleer de eis van bepaalde bevolkingsgroepen (Vlamingen, Basken, Catalanen, Schotten) de aanzet gaf voor meer macht aan de regio’s.

Eisen voor meer regionale autonomie kunnen voortvloeien uit de aanwezigheid van verschil-lende talen of religies in de regio’s of uit het bestaan van duidelijk aanwijsbare economische verschillen. Wanneer taalverschillen en sociaal-economische verschillen samenvallen, ver-sterkt dat nog de eis voor meer autonomie van regio’s. Catalonië bijvoorbeeld, is economisch een van de sterkste regio’s in Spanje en een meerder-heid van de bevolking spreekt eerder Catalaans dan Spaans als moedertaal.

In België bestonden reeds lang voor de onafhankelijkheid belangrijke culturele, sociaal-econo-mische en regionale verschillen. In de 19e eeuw groeide de Vlaamse beweging, die reageerde tegen het overwicht van het Frans als bestuurstaal. Decennia van Franse overheersing hadden ertoe geleid dat zowel in

Page 140: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

140 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleD De federalisering

Vlaanderen, Brussel als Wallonië de elite en het bestuur Franstalig was geworden. In heel het openbare leven werd Frans gesproken.

De verschillen tussen de regio’s in ons land hebben geleid tot een proces van federalisering.Dat wil dus zeggen dat bevoegdheden van de centrale macht (het unitaire België) worden overgeheveld naar de regio’s. In dit proces botsten verschillende visies.

De Vlamingen hadden lang moeten vechten om in hun eigen taal bestuurd te worden, om in het Nederlands onderwijs te krijgen, om hun taal te kunnen gebruiken. Zij vroegen dan ook om in Vlaanderen de bevoegdheid te krijgen over zaken waarvoor ze het gebruik van hun eigen taal hadden moeten afdwingen, bijvoorbeeld cultuur, onderwijs en welzijn. Vandaar ook dat ze de taalgrenzen als de bakens tussen de gemeenschappen zagen en een Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap vroegen.

De Franstaligen hadden geen taalstrijd achter de rug en wilden in de eerste plaats een eigen sociaal-economisch beleid. Ze vroegen daarom bevoegdheid voor materies als economie, leefmilieu, ruimtelijke ordening en wegen. Voor hen was het belangrijk dat ook Brussel, dat geografisch een eiland binnen de Vlaamse Gemeenschap vormt, een eigen bestuur kreeg. Vandaar dat zij uitgingen van een Vlaams, een Waals en een Brussels Gewest.

Er kwam uiteindelijk een compromis uit de bus: België werd zowel in gemeenschappen als in gewesten verdeeld, die elk hun eigen bevoegdheden kregen. Aan Vlaamse kant werden ver-volgens onmiddellijk gemeenschap en gewest gefuseerd tot één Vlaamse deelstaat.

2. De taalwetten en de staatshervorming

Tussen 1873 en 1963 werden verschillende taalwetten goed-gekeurd. In die wetten worden de Franse, de Nederlandse en de Duitse taal als officiële talen van België erkend en het gebruik van de talen wordt geregeld. In 1931 kwam de eentaligheid voor Vlaanderen en Wallonië tot stand, met een bijzondere regeling voor Brussel. Maar de grens tussen de twee eentalige gebieden lag nog niet vast. Dat gebeurde pas in 1963. België werd ingedeeld in 4 taalgebieden: Nederlands in het noorden, Frans en Nederlands in Brussel-Hoofdstad, Frans in het zuiden en ten slotte Duits in de Oostkantons. De taalgrens is de definitieve bevestiging van het territorialiteitsbeginsel. Dat wil zeggen dat een taal bij een streek hoort en dat de grenzen van die streek ook vastliggen. Wie in die streek komt wonen moet in zijn contacten met de overheid ook die taal gebruiken.

Nederlands taalgebied

Frans taalgebied

tweetalig gebied

Duits taalgebied

faciliteitengemeente

Page 141: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1413e graad ASO - KSO - TSO

1970 tot 2001: de staatshervormingTussen 1970 en 2001 werd de Belgische staat omgevormd tot een federale staat, in vijf staats-hervormingen. De staatshervormingen gaven een antwoord op het streven naar culturele autonomie van de Vlamingen en het streven naar economische autonomie van de Franstaligen. De staatshervormingen organiseerden België als volgt:

De Gemeenschappen ● De Vlaamse Gemeenschap: alle

inwoners van het Nederlandstalige taalgebied en de Brusselse Vlamingen.

● De Franse Gemeenschap: alle inwoners van het Franse taalgebied en de Franstalige Brusselaars.

● De Duitstalige Gemeenschap: alle inwoners van het Duitse taalgebied.

Elke gemeenschap heeft een eigen par-lement dat decreten goedkeurt, en een regering die de decreten uitvoert.

De Gewesten ● Het Vlaamse Gewest omvat het

grondgebied van de vijf Vlaamse provincies.

● Het Waalse Gewest omvat het grondgebied van de vijf Waalse provincies.

● Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest omvat de negen-tien gemeenten van Brussel-hoofdstad.

Het Waalse en Vlaamse Gewest hebben een eigen parlement, dat decreten goed-keurt, en een regering die decreten uitvoert. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft ook een parlement en een regering, maar de bevoegdheden zijn niet helemaal vergelijkbaar met die van de twee andere gewesten. De wet-geving van het Brusselse Parlement noemt men dan ook geen decreten maar ordonnanties.

Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap

Duitstalige Gemeenschap

Vlaanderen

Wallonië

Brussel

Page 142: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

142 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleD De federalisering

De parlementen en regeringen van de deelstatenVoor Vlaanderen zijn gewest en gemeenschap gefuseerd: Vlaanderen heeft dus slechts één parlement en één regering. In het Vlaams Parlement zetelen 118 verkozenen uit het Vlaamse Gewest en 6 Vlaamse verkozenen uit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Zij vergaderen in Brussel.

Het Waals Parlement telt 75 volksvertegenwoordigers die recht-streeks verkozen worden in het Waalse Gewest. Ze zetelen in Namen.

Het Parlement van de Franse Gemeenschap telt 94 leden. Er zijn geen aparte verkiezingen voor dat parlement. De 75 verkozenen van het Waalse Gewest en 19 verkozenen van de Franse taalgroep van het Brusselse Hoofdstedelijk Parlement zetelen automatisch ook in het Parlement van de Franse Gemeenschap. Het heeft haar zetel in

Brussel.

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap telt 25 rechtstreeks verkozenen. Dat zijn de stemgerechtigde leden. Daarnaast hebben nog een aantal verkozenen van andere organen zitting in het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap: de kamerle-den uit de kieskring Verviers, de volksvertegenwoordigers van het Waals Parlement uit de kieskring Verviers, de sena-

toren uit de kieskring Verviers en de provincieraadsleden uit het district Eupen. Die mandatarissen hebben enkel een

raadgevende stem.

Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement telt 72 Franstalige en 17 Nederlandstalige Brusselse verkozenen en het zetelt in Brussel.

8

7

6

11

13

1

18

123

214

105

15

16

9

4

3

2

17 19

1. Anderlecht2. Brussel3. Elsene4. Etterbeek5. Evere6. Ganshoren7. Jette8. Koekelberg9. Oudergem10. Schaarbeek

11. Sint-Agatha-Berchem12. Sint-Gillis

13. Sint-Jans-Molenbeek14. Sint-Joost-ten-Node

15. Sint-Lambrechts-Woluwe16. Sint-Pieters-Woluwe

17. Ukkel18. Vorst

19. Watermaal-Bosvoorde

het Vlaams Parlement in Brussel

het Waals Parlement in N

amen

De 19 gemeenten van Brussel

Page 143: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1433e graad ASO - KSO - TSO

3. De bevoegdheden in het federale België

In een federale staat is er een opdeling van bevoegdheden: sommige bevoegdheden wor-den uitgeoefend door de federale staat. Andere bevoegdheden worden uitgeoefend door de verschillende deelstaten. In ons federale land is er geen hiërarchie tussen de wetten van het federale parlement en de decreten van de deelstaten. Ze staan er dus niet boven! De wetten van het federale parlement gelden voor alle Belgen, de decreten van het parle-ment van een deelstaat gelden alleen voor de inwoners van die deelstaat. De ministers van de federale regering zijn bevoegd voor het hele Belgische grondgebied; de ministers van de deelstaatregering zijn alleen bevoegd voor hun deelstaat.

Sinds de federalisering van België worden bevoegdheden van het federale beleidsniveau stapsgewijs overgeheveld naar de gemeenschappen en gewesten. Zulks gaat gepaard met vele onderhandelingen want de politieke partijen verschillen hierover van mening. Het laatste woord over de bevoegdheidsverdeling is zeker nog niet gevallen, onder meer de (gedeeltelijke) splitsing van de sociale zekerheid staat op het programma van verschillende politieke partijen.

Federale bevoegdheden1. Defensie: het leger, sturen van troepen naar oorlogsgebieden2. Justitie: organisatie van hoven en rechtbanken, het gevangeniswezen3. Sociale zekerheid: vervangingsinkomens zoals pensioenen, ziekte- en invaliditeitsver-

zekering, werkloosheidsuitkeringen4. Binnenlands beleid: federale politie, staatsveiligheid, Civiele Bescherming, asielbeleid 5. Overheidsbedrijven: de NMBS, bpost en de nationale luchthaven6. De economische en monetaire eenheid van België: arbeidsrecht en arbeidsver-

houdingen, prijs- en inkomensbeleid, handels- en vennootschapsrecht, monetair en financieel beleid, de federale belastingen

7. Mobiliteit en vervoer: verkeersregels, nummerplaten, beheer van het luchtverkeer8. Buitenlands beleid: België vertegenwoordigen bij de VN, ambassades,

ontwikkelingssamenwerking

Bevoegdheden van de deelstaten (Vlaanderen)

Gemeenschapsbevoegdheden:1. Cultuur: bescherming van het culturele patrimonium, toerisme, de media, sport,

bibliotheken, wetenschappelijk onderzoek dat betrekking heeft op de verschillende gemeenschapsbevoegdheden

2. Taalgebruik: taalgebruik in het onderwijs, in het bestuur en in de betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, met uitzondering van de faciliteitengemeenten

3. Persoonsgebonden aangelegenheden of de bijstand aan personen: jeugdbescher-ming, gezinsbeleid, kinderopvang, gehandicaptenbeleid, gelijkekansenbeleid, integratie van migranten;

gezondheidszorg: preventieve gezondheidszorg, thuisverzorging, rustoorden. De federale overheid blijft bevoegd voor de ziekenhuiswetgeving en de geneesmiddelen wetgeving

4. Onderwijs: vrijwel alle aspecten van het onderwijsbeleid. Alleen het begin en het einde van de leerplicht, de minimale voorwaarden voor het uitreiken van diploma’s en de pen-sioenregeling van de leerkrachten worden federaal geregeld

Page 144: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

144 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleD De federalisering

Gewestbevoegdheden:1. Economie, werkgelegenheid en energiebeleid: steun aan bedrijven, arbeidsbemidde-

ling en beroepsopleiding, distributie van elektriciteit en aardgas, exploitatie van nieuwe energiebronnen en bevorderen van rationeel energiegebruik

2. Ruimtelijke ordening, huisvesting en landinrichting en natuurbehoud: gewestplan-nen, huisvestingsbeleid, sociale woningbouw, stadsvernieuwing, bescherming van monumenten en landschappen, natuurbescherming, aanleggen van industriezones, bepalen wat natuurgebied en woongebied is

3. Leefmilieu en waterbeleid: bestrijding van lucht-, bodem- en watervervuiling en van geluidshinder, zuivering van het afvalwater, productie en distributie van drinkwater, afvalstoffenbeleid

4. Openbare werken en vervoer: aanleggen van bruggen en wegen, de zeehavens van Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Oostende, stads- en streekvervoer (De Lijn), de regio-nale luchthavens van Deurne en Oostende

5. Land- en tuinbouw en visserij: steun aan landbouwers, promoten van land- en tuinbouwproducten, het visserijbeleid. Een aantal veiligheidsaspecten van het land-bouwbeleid (bijvoorbeeld reglementering op het gebruik van insecticiden) zijn federaal gebleven. De Europese Unie bepaalt in grote mate het landbouwbeleid. De Vlaamse overheid voert vooral de Europese richtlijnen uit

6. Gemeenten, provincies en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: financie-ring van de 308 Vlaamse steden en gemeenten en de Vlaamse provincies, administratief toezicht op de gemeenten en provincies, het Gemeente- en Provinciedecreet

7. Wetenschapsbeleid: wetenschappelijk onderzoek dat verband houdt met de gewest-bevoegdheden (bijvoorbeeld steun aan onderzoek en technologische ontwikkeling bij bedrijven)

8. Internationale aangelegenheden: ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse han-del. Vlaanderen kan met andere staten of deelstaten internationale verdragen sluiten voor alle aangelegenheden waarvoor het bevoegd is (bijvoorbeeld Scheldeverdrag met Nederland)

Opdracht: Het Franstalige landsgedeelteVerzamel tijdschriften en kranten uit het Nederlandstalige en Franstalige landsgedeelte. Merk je verschillen over wat er geschreven wordt in de Vlaamse en Franstalige kranten? Welke onder-werpen komen aan bod in de hoofdbladzijden van de kranten? Wordt eenzelfde onderwerp verschillend behandeld of niet?

Sommige partijen in Vlaanderen hebben een zusterpartij in het Franstalige landsgedeelte. Maak een tabel met de Vlaamse partijen en hun Franstalige tegenhanger en noteer ook de partijvoorzitters erbij.Ga bij twee zusterpartijen in de partijprogramma’s op zoek naar meningen over federalisering en over zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de deelstaten. Welke standpunten kun je herkennen?

Page 145: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1453e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie: Conflicten oplossen in het federale België

In een land met zoveel parlementen en regeringen kunnen gemakkelijk conflicten ontstaan. Wie over wat bevoegd is werd niet altijd precies bepaald, omdat de wet soms onduidelijk is en ook omdat niet alles bepaald kan worden.

Stel dat een gewestregering beslist dat in haar gewest de btw verhoogd wordt, dan overschrijdt deze regering haar bevoegdheden want de btw is een federale belasting en daar kan alleen de federale regering over beslissen. Er ontstaat dan een bevoegdheidsconflict.

Een deelstaat kan ook beslissingen nemen die de belangen van een andere deelstaat schaadt. Dan spreken we van een belangenconflict. Stel dat Vlaanderen ertoe besluit om op zijn grond-gebied een stuk weg niet aan te leggen. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kan daardoor in zijn economische belangen worden geschaad, bijvoorbeeld omdat er daardoor geen verbin-ding komt met een industrieterrein.

In onze Grondwet zijn een aantal waarborgen opgenomen om conflicten te beheersen, onder meer de bijzondere meerderheidswetten, de alarmbelprocedure en de paritaire ministerraad. Er bestaat ook een Overlegcomité dat is samengesteld uit ministers van de verschillende rege-ringen in ons land en dat belangenconflicten door onderhandelingen probeert op te lossen. De Senaat kan bemiddelend optreden bij belangenconflicten tussen deelstaatparlementen.

Twee instellingen waken over bevoegdheids- en belangenconflicten: De Raad van State en het Grondwettelijk Hof.

1. Het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof is geen echte rechtbank maar een hof dat bevoegdheidsconflicten tus-sen wetten en decreten beslecht. Daarnaast kan het Grondwettelijk Hof uitspraak doen over mogelijke schendingen van de fundamentele rechten en vrijheden die in de Grondwet gewaar-borgd worden, door wetten, decreten en ordonnanties.Het gaat hier om schending van artikelen 8 tot en met 32 van de Grondwet en de artikelen 170 (legaliteitsbeginsel in belastingszaken), 172 (gelijkheid in fiscale zaken) en 191 (bescherming voor vreemdelingen) van de Grondwet.

Het Grondwettelijk Hof kan nooit uit eigen beweging een arrest vellen. Het kan alleen uitspraak doen over kwesties die worden voorgelegd.

2. De Raad van State

De Raad van State buigt zich over elk ontwerp van wet en elk ontwerp van decreet voordat het wordt ingediend bij het parlement. Vindt de Raad van State dat een wettekst een bevoegdheids-conflict kan doen ontstaan, dan wordt dat probleem vermeld in het juridisch advies dat de Raad van State uitbrengt. Maar zo’n advies is niet bindend: het federale parlement of een deelstaat-parlement kan de wettekst toch goedkeuren. In dat geval kan alleen het Grondwettelijk Hof de knoop doorhakken en een wet of decreet vernietigen. Tegen een arrest van het Grondwettelijk Hof is geen beroep meer mogelijk.

Page 146: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

146 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleD De federalisering

Elke burger die een persoonlijk belang heeft bij de vernieriging van een beslissing van de over-heid, kan daarvoor naar de Raad van State stappen.

Leesopdracht

Federale wet strijdig met Bolognadecreet EEN STUDENT DIE EEN ACADEMISCHE BACHELOR VAN DRIE JAAR BEËINDIGT, KAN ZIJN DI-PLOMA NIET VALIDEREN OP DE ARBEIDSMARKT. DAT IS HET GEVOLG VAN EEN ARREST VAN HET ARBITRAGEHOF. EEN FEDERALE WET BEPAALT IMMERS DAT EEN UNIVERSITAIRE OPLEI-DING MINIMAAL VIER JAAR MOET DUREN. DIE WET MOET EERST GEWIJZIGD WORDEN, VOOR-ALEER DE BOLOGNAHERVORMING, DIE OPLEIDINGEN IN HET HOGER ONDERWIJS OPDEELT IN BACHELORS EN MASTERS, VOLUIT TOT HAAR RECHT KAN KOMEN.

Het Arbitragehof schrapte enkele bepalingen uit een artikel van het Bolognadecreet. Dat decreet vormt de basis voor de hervorming van de oplei-dingen in het hoger onderwijs tot bachelors en masters en legt de contouren van de associaties tussen hogescholen en universiteiten vast.Het decreet voert de Bolognaverklaring uit, die de Europese ministers van Onderwijs in 1999 ondertekenden. De verklaring heeft als doel de competitiviteit en de transparantie van het Euro-pese hoger onderwijs te vergroten.Het verzoekschrift bij het Arbitragehof was ingediend door de VZW Universitas, die enkele academici en studenten groepeert. (…)Het Arbitragehof oordeelde dat het Bolognade-creet in strijd is met de federale wetgeving, voor zover het een academische bacheloropleiding invoert die toegang geeft tot de arbeidsmarkt. Het Bolognadecreet onderscheidt twee soorten bacheloropleidingen: de professionele bachelor bereidt studenten voor op een beroep, de

academische bachelor op een masteropleiding. Maar, bepaalt het decreet, studenten die na een academische bachelor geen masteropleiding willen volgen, kunnen met hun diploma op de arbeidsmarkt terecht.Het Arbitragehof oordeelde gisteren dat die be-paling strijdig is met een federale wet, die stelt dat universitaire opleiding en minimum vier jaar duren. Onderwijs is sinds 1988 een bevoegdheid van de Gemeenschappen, maar de federale over-heid heeft nog drie restbevoegdheden behouden. ‘De bepaling in het decreet doet afbreuk aan de bevoegdheid van de federale wetgever om de minimale voorwaarden voor het uitreiken van diploma’s te bepalen’, oordeelt het Hof.‘De Vlaamse Gemeenschap creëert met haar decreet een bijkomend niveau van universitair onderwijs van het korte type, waarbij er eind-diploma’s worden uitgereikt na het doorlopen van een opleiding die korter is dan de door de wetgever bepaalde minimumduur van vier jaar.’

(uit De Tijd, 24-02-05)

Basisinformatie: De taalfaciliteiten

In 1931 werd de eentaligheid van Vlaanderen en Wallonië wettelijk vastgelegd en werd bepaald dat de streektaal ook de bestuurstaal moest zijn. In Vlaamse lagere en middelbare scholen werd het Nederlands de onderwijstaal. Als overgangsmaatregel bleven in een aantal Vlaamse ste-den bijzondere scholen voor Franstaligen bestaan. En er bleef een breed grensgebied tussen Vlaanderen en Wallonië waarin de taalgrens niet vastlag. Het taalstatuut van deze gemeenten kon om de tien jaar worden gewijzigd door de resultaten van talentellingen.

Page 147: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1473e graad ASO - KSO - TSO

Als bleek dat een taalminderheid in een meerderheid was veranderd, kon de gemeenteraad beslissen de bestuurstaal aan die nieuwe toestand aan te passen. Die aanpassingen gebeur-den nagenoeg altijd in het nadeel van de Nederlandstaligen.

In 1962 werd de taalgrens definitief vastgelegd en werden de talentellingen afgeschaft. Een aantal gemeenten aan weerszijden van de taalgrens en in de Vlaamse rand rond Brussel kregen bij deze gelegenheid een bijzonder taalstatuut. De inwoners van deze gemeen-ten kunnen een beroep doen op taalfaciliteiten. Daarom noemt men deze gemeenten faciliteitengemeenten.

De inwoners van faciliteitengemeenten kunnen de communicatie met de gemeente in hun eigen taal laten verlopen, bijvoorbeeld formulieren en bestuursdocumenten krijgen in hun eigen taal. Ook kan voor hen lager onderwijs in de eigen taal worden georganiseerd.

Over de bedoeling van deze faciliteiten lopen de meningen nogal uiteen. Voor de Vlamingen zijn de faciliteiten opgevat als overgangsmaatregel om de Franstaligen de kans te bieden de officiële taal van het gebied te leren en zich aan te passen. Eenmaal aangepast, zijn geen faci-liteiten meer nodig en doven ze uit.Voor de Franstaligen zijn de faciliteiten niet uitdovend, ze zijn gewoon een garantie voor ieder-een om zijn taal te kunnen gebruiken waar en wanneer hij wil. De faciliteiten moeten er zijn om de rechten van de Franstaligen te garanderen.Tegengestelde meningen, die regelmatig voor spanningen en conflicten zorgen.

● Gemeenten binnen de Vlaamse Gemeenschap met Franstalige faciliteiten: Bever, Herstappe, Mesen, Ronse, Spiere-Helkijn, Voeren, en de randgemeenten rond het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die gelegen zijn in Vlaams-Brabant: Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezenbeek-Oppem.

● Gemeenten binnen de Franse Gemeenschap met Nederlandstalige faciliteiten: Edingen (Enghien), Komen-Waasten (Comines-Warneton), Moeskroen (Mouscron), Vloesberg (Flobecq),

● Gemeenten binnen de Franse Gemeenschap met Duitstalige faciliteiten: Malmedy, Waimes

● Gemeenten binnen de Duitstalige Gemeenschap met Franstalige faciliteiten: Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach, Eupen, Kelmis, Lontzen, Raeren, Sankt Vith

Page 148: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

148 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleE De federale overheid

E De federale overheid

Het federale bestuursniveau staat naast de gewesten en de gemeenschappen. Ze hebben alle drie hun eigen bevoegdheden waarover ze beslissingen kunnen nemen. Federale wetten staan niet hoger dan de decreten van de gewesten en gemeenschappen.

Europese Unie(supranationaal niveau)

10 provincies

589 gemeenten

De federale staat

België

3 gewesten

Vlaams GewestWaals GewestBrussels Hoofdstedelijk Gewest

3 gemeenschappen

Vlaamse GemeenschapFranse GemeenschapDuitstalige Gemeenschap

Focus Zoek in de verzamelde informatie artikels over de federale overheid. Je kunt ook zoeken op www.belgium.be

a. Kun je uit de informatie afleiden welke functie de koning, de Kamer, de Senaat, de rege-ring, de ministers, de kabinetten, de federale overheidsdiensten hebben?

b. Wanneer gebruikt men de term ‘wetsontwerp’ en ‘wetsvoorstel’? Kun je hieruit het ver-schil tussen beide termen afleiden?

c. Kies een wetsvoorstel of wetsontwerp dat je interesseert. Diep het verder uit: wie dient het in? Waarover handelt het? Duid op het schema op pagina 151 aan in welke fase het zich bevindt. Welke weg heeft het wetsvoorstel of wetsontwerp reeds afgelegd? Welke amendementen werden voorgesteld? Door wie? Kun je het amendement motiveren van-uit de partij die het voorstelt?

d. Vind je informatie die iets te maken heeft met de controle op de regering: interpellaties, controle op de begroting, parlementaire onderzoekscommissie, vertrouwens stemming enzovoort. Toets deze informatie aan het schema op pagina 152.

Page 149: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1493e graad ASO - KSO - TSO

Opdracht: Organigram Maak een organigram van de federale overheid. Plaats de juiste personen (met hun partij-achtergrond) bij de verschillende functies (volksvertegenwoordigers, ministers en hun bevoegdheden). Ook het politiek zakboekje kan je een flink stuk op weg helpen.Maak een overzichtsbord met namen en foto’s.Hoe ligt de verhouding tussen de mannen en de vrouwen? Wie komt volgens jou veel in de media? Wie is eerder onbekend?

Basisinformatie

De bevoegdheden van de federale overheid

● Defensie: het leger, sturen van troepen naar oorlogsgebieden ● Justitie: organisatie van hoven en rechtbanken, het gevangeniswezen ● Sociale zekerheid: vervangingsinkomens zoals pensioenen, ziekte- en invaliditeitsver-

zekering, werkloosheidsuitkeringen ● Binnenlands beleid: federale politie, staatsveiligheid, Civiele Bescherming, asielbeleid ● Overheidsbedrijven: NMBS, bpost, nationale luchthaven ● De economische en monetaire eenheid van België: arbeidsrecht en arbeidsver-

houdingen, prijs- en inkomensbeleid, handels- en vennootschapsrecht, monetair en financieel beleid, de federale belastingen

● Mobiliteit en vervoer: verkeersregels, nummerplaten, beheer van het luchtverkeer ● Buitenlands beleid: België vertegenwoordigen bij de VN, ambassades,

ontwikkelingssamenwerking

De federale overheid bestaat uit drie organen:

Wetgevende machtHet federale parlement

Uitvoerende machtDe koning en de regering

Rechterlijke machtDe hoven en rechtbanken

De volksvertegenwoordigers in het federale parlement worden voor maximaal vier jaar verkozen. Het parlement kan ontbonden worden en er kunnen vervroegde verkiezingen uitgeschreven worden.

Het federale parlement bestaat uit twee vergaderingen: de Kamer en de Senaat. Ze hebben niet dezelfde bevoegdheden.

De federale regering mag uit ten hoogste 15 ministers bestaan. Er zijn evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers, de eerste minister uitgezonderd. Daarnaast kunnen er een aantal staatssecretarissen toegevoegd worden aan de regering.De eerste minister is de regeringsleider.De federale ministers leggen de eed af bij de Koning.

De organisatie van de rechterlijke macht bespreken we in een apart hoofdstuk (zie hoofdstuk F pagina 155)

Page 150: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

150 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleE De federale overheid

De Kamer van volksvertegenwoordigers bestaat uit 150 rechtstreeks verkozen parlementsleden

De Kamer geeft het vertrouwen aan de regering, daarvoor moet de meerderheid van de kamerleden de regering steunen na een debat over de regeringsverklaring. De kamerleden die de regering steunen, vormen de meerderheid; de overige kamerleden vormen de oppositie.

De Kamer controleert de federale regering en kan eventueel het vertrouwen aan de regering intrekken. De Kamer keurt de begrotingen goed of kan ze afkeuren. De Kamer keurt wetten goed.

De SenaatTot nu toe worden 40 senatoren rechtstreeks verkozen, 21 gemeenschapssenatoren komen uit de parlementen van de deelstaten, 10 senatoren worden aangewezen door de politieke fracties. De troonopvolgers mogen ook in de senaat zetelen. ( = 74 senatoren in 2004)Er is een politiek akkoord (regeerakkoord 2011) dat de functie van de Senaat moet veranderen. De senatoren zullen niet meer rechtstreeks verkozen worden.

De regering is verantwoordelijk voor het dagelijks beleid en bestuur van het land. Ze voert de wetten uit, maar ontwerpt ook zelf de meeste wetten. Die worden dan door het parlement goedgekeurd. Een wet die goedgekeurd werd in het parlement, heeft slechts kracht van wet na ondertekening door de regering, met name de koning en de ministers.

De koning heeft slechts beperkte macht. Hij ondertekent samen met een minister de wetten en koninklijke besluiten. Hij heeft veeleer politieke invloed en een zeker moreel gezag, dan rechtstreekse politieke macht.

De regering bestuurt binnen de lijnen van het regeerakkoord, dat na de verkiezingen werd afgesloten tussen de partijen van de meerderheid.

De financiële middelen van de federale overheid

● Directe belastingen (personenbelastingen) ● Indirecte belastingen (btw) ● Sociale bijdragen (werkgevers- en werkne-

mersbijdragen tot de sociale zekerheid)

Page 151: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1513e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie: Hoe komt een wet tot stand?

wet

Een vraag van de bevolking, een maatschappelijk probleem

TWEEDE BESPREKINGIn de plenaire vergadering

van het parlement

uitvoeringsbesluiten

Minister Parlementslid

Wetsontwerp Wetsvoorstel

EERSTE BESPREKING In een commissie van het parlement

Koning tekent en kondigt af

wet

Publicatie Staatsblad

Als de regering het initiatief neemt spreken we van een wetsontwerp.De meeste wetgevende initiatieven komen van de regering. Nieuwe wetten maken is nu eenmaal een van de manieren om het regerings-programma te realiseren.

Een of meer ministers stellen een voorontwerp op. Dat wordt op de ministerraad besproken en goedgekeurd. Daarna moet men het advies van de Raad van State inwinnen. De Raad van State onderzoekt de juridisch-technische aspecten van de voorontwerptekst. Bij koninklijk besluit wordt het voorontwerp dan aan het parlement voorgelegd. In het parlement wordt het naar de bevoegde commissie verwezen.

Het commissieverslag vormt de basis van de plenaire (= voltallige) bespreking in het parlement. De bespreking wordt gevolgd door een stemming over het ontwerp.

Er kan alleen geldig worden gestemd, als de meerderheid van de leden aanwezig is. Een ontwerp is aangenomen wanneer het een meerderheid haalt, dat is de helft van de aanwezige leden plus 1.

De uitvoering van een wet gebeurt door een koninklijk besluit, kortweg KB genoemd. Een KB moet altijd steunen op een wet, ondertekend worden door een of meer ministers die er de politieke verantwoordelijkheid voor dragen. Een KB wordt gepubliceerd in het Staatsblad.

Soms belast een KB de bevoegde minister met de verdere administratieve uitvoering en detaillering van een koninklijk besluit. Die worden dan gegeven in een ministerieel be sluit, kortweg MB genoemd, of in een omzendbrief.

Als het parlement het initiatief neemt, spreken we van een wets voorstel.Een volksvertegenwoordiger kan een voorstel tot wet indienen. Het parlement bekijkt of het voorstel wel ernstig is en niet in strijd met de Grondwet. Men mag advies inwinnen bij de Raad van State maar dat is niet verplicht. Staat het licht op groen, dan kan het voorstel naar de bevoegde commissie.

Het parlement bespreekt het voorstel of ontwerp eerst in een gespecialiseerde commissie.

Die bespreking kan leiden tot de aanvaar ding, verwerping of amendering (= wijziging) van het wetsvoorstel of -ontwerp. Van die bespreking wordt een uitvoerig ver slag opgesteld.

Na de behandeling in het parlement legt de regering het goedgekeurde wetsont-werp voor aan de koning, die het bekrachtigt met zijn handtekening. Daarna wordt de wet bekendgemaakt in het Staatsblad en is hij bindend.

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een wet ligt bij de regering.

FEDERALE BEVOEGDHEID

UITVOERING DOOR DE MINISTERS

Page 152: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

152 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleE De federale overheid

Basisinformatie: Hoe gebeurt de controle op de overheid?

De wetgevende macht controleert de uitvoerende macht of het parlement controleert de regering.Dat gebeurt op vele manieren: door vragen te stellen, door interpellaties, door een controle op de begroting. De rol van de oppositiepartijen is erg belangrijk bij de controle op de regering. De partijen die de meerderheid vormen, steunen de regering. De taak van de oppositie is om de zwakke punten in het regeringsbeleid bloot te leggen, kritiek te geven op de voorstellen van de meer-derheid en alternatieven voor te stellen. Partijen die in de oppositie zitten kunnen van daaruit heel wat druk uitoefenen op de regering en zelfs een bijsturing van het beleid teweegbrengen.

Het parlement controleert de regering

ONDERZOEKSCOMMISSIES

Bespreking en goedkeuring van de regeringsverklaring

Vooraleer een nieuwe regering aan de slag kan gaan, moet haar programma het vertrouwen van een meerderheid van de volksvertegenwoordigers krijgen.

Bespreking en goedkeuring van de begrotingElk jaar moet de Kamer de regeringsbegroting voor

het volgende jaar en de rekening voor het voorbije jaar controleren en goedkeuren.

InterpellatiesElk Kamerlid kan een minister of de hele regering via een interpellatie aan de tand voelen. Vindt een Kamerlid het antwoord onbevredigend, dan kan het een motie van

wantrouwen indienen.

Motie van wantrouwenKrijgt een regering niet langer het vertrouwen van

de Kamer of geraakt ze door interne tegenstellingen in moei lijkheden, dan dient ze haar ontslag in bij de

koning.

Ontslag van de regering bij de koning

BeraadDe koning kan het ontslag aanvaarden of weigeren. Hij kan zijn antwoord ook enige tijd in

beraad houden en zo de regeringspartijen de tijd geven alsnog een compromis uit te werken.

NIEUWE REGERING

Nieuwe eerste ministerEr komt een constructieve motie van

wantrouwen: de Kamer dwingt de regering tot ontslag en stelt binnen de 3 dagen een nieuwe eerste minister voor aan de koning. (dit scenario komt in de praktijk niet voor)

OplossingEr wordt een oplossing gevonden: de regering

regeert verder.

VerkiezingenEr komt geen oplos sing:

het parlement wordt ontbonden, wat nieuwe verkiezingen tot gevolg

heeft.

NIEUW PARLEMENT

DE KAMER VAN VOLKS- VERTEGENWOORDIGERS

DE REGERING

Page 153: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1533e graad ASO - KSO - TSO

Een bijzondere vorm van controle: Parlementaire onderzoekscommissies

Dat het parlement onderzoeksrecht heeft, wil zeggen dat het een bepaald probleem grondig kan onderzoeken en daarvoor gerechtelijke bevoegdheden heeft. Op basis van de resultaten van het onderzoek kan het parlement vaststellen wie politiek verantwoordelijk was of is voor een probleem en aanbevelingen voor verder beleid doen.

Een parlementslid kan een voorstel indienen om een onderzoek in te stellen. Dat voorstel wordt behandeld zoals een wetsvoorstel. Als het voorstel wordt aangenomen, wordt de onderzoeks-commissie samengesteld en kan het onderzoek starten.De onderzoekscommissie en haar voorzitter beschikken over dezelfde bevoegdheden als een onderzoeksrechter. Zij mogen onder andere getuigen en deskundigen oproepen en horen. Na afloop van het onderzoek brengt de rapporteur van de onderzoekscommissie verslag uit aan de plenaire vergadering. De plenaire vergadering spreekt zich uit over de mogelijke besluiten, aanbevelingen of resoluties van de onderzoekscommissie. Dat kan uitmonden in een wetgevend initiatief.

Enkele voorbeelden van parlementaire onderzoekscommissies:1985: gebeurtenissen voetbalmatch Liverpool-Juventus op 29 mei 1985 (Heizeldrama)1987: wapenleveringen1988: bestrijding van banditisme en terrorisme (Bende van Nijvel I)1992: mensenhandel1996: sekten1996: onderzoek naar de verdwijningen van kinderen1996: Bendecommissie II1999: Lumumba2010: Bijzondere Commissie Seksueel Misbruik in Gezagsrelaties

meer informatie over onderzoekscommissies vind je op www.senate.be of www.dekamer.be

Ministers zijn verantwoordelijk

Onze Grondwet bepaalt dat ministers verantwoording verschuldigd zijn aan het parlement. Zij zijn verantwoordelijk voor het bestuur en daarover kunnen ze door het parlement aan de tand gevoeld worden.

In theorie lijkt het eenvoudig: een minister verantwoordt zich voor het parlement, ofwel behoudt het parlement het vertrouwen in de minister en kan hij of zij aanblijven, ofwel is dat niet het geval en moet hij of zij ontslag nemen.

In de praktijk is het echter niet zo eenvoudig.De Grondwet stelt dat de ministers politiek verantwoordelijk zijn voor de daden van de koning. En het is ook duidelijk dat ministers politiek verantwoordelijk zijn voor hun eigen doen en laten. Maar wat als er bestuursfouten gemaakt worden waaraan de ministers niet persoonlijk schuld treffen? Is een minis ter politiek verantwoordelijk wanneer zijn ambtenaren of personeel fouten maken?

Page 154: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

154 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleE De federale overheid

Enkele voorbeelden uit het verleden:

Tijdens de “Europa-cup” voetbalwedstrijd op 29 mei 1985, tussen Liverpool en Juventus in het toenmalige Heizelstadion vielen op de tribunes 39 doden toen er tijdens supportersrellen paniek uitbrak. Er waren onvoldoende veiligheidsmaatregelen getroffen. Minister van Binnenlandse Zaken Ferdinand Nothomb was daarvoor politiek verantwoordelijk. Er volgde geen ontslag.

In 1991 ontstond een politieke rel toen bekend werd dat een Belgisch visum was uitgereikt aan de woordvoerder van een terroristische organisatie. Minister van Buitenlandse Zaken Mark Eyskens was daarvoor politiek verantwoordelijk, maar weigerde ontslag te nemen. De regering schaarde zich achter hem.

1998: minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback neemt vrijwillig ontslag, naar aanlei-ding van de dood van asielzoekster Semira Adamu tijdens haar repatriëring naar Nigeria. De begeleidende rijkswachters hadden Semira Adamu hardhandig aangepakt, waardoor ze stierf.

1998: Marc Dutroux wil op 23 april in het gerechtsgebouw van Neufchâteau zijn dossier con-sulteren. Twee rijkswachters begeleiden hem. Dutroux slaagt erin om een rijkswachter neer te slaan, zijn pistool te stelen en er met een auto vandoor te gaan. Na Dutroux’ ontsnapping nemen minister van Justitie Stefaan De Clerck en minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte ontslag.

1999: kippen en eieren blijken besmet met giftige pcb’s door het eten van zwaar vervuild veevoe der. Het veevoeder werd gemaakt met vetten, vermengd met transformatorolie. Ministers Pinxten (landbouw) en Colla (volksgezondheid) nemen ontslag.

De voorbeelden tonen aan dat de politieke verantwoordelijkheid van ministers verder gaat dan de daden van de Koning en het eigen doen en laten. Tegen het eind van de jaren ’90 traden ook individuele ministers af, zonder dat de voltallige regering hen volgde.

Die ontslagen leken soms onrechtvaardig omdat ministers politiek verantwoordelijk werden gesteld zonder dat hen persoonlijk enige schuld trof. Maar politieke verantwoordelijkheid is dan ook iets anders dan persoonlijke verantwoordelijkheid. In een democratie moet elk over-heidsoptreden democratisch legitiem zijn. Daarom wordt aangenomen dat de ministers ook politiek verantwoordelijk zijn voor hun ambtenaren en diensten.

Page 155: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1553e graad ASO - KSO - TSO

De hoven en de rechtbankenF

Iedereen kan worden geconfronteerd met een min of meer ernstig geschil met iemand anders, bijvoorbeeld met zijn buurman, zijn werkgever of de overheid. We kunnen het slachtoffer wor-den van een diefstal of een overval. Er kan ons worden gevraagd om mee te werken aan de goede werking van de justitie, wanneer we bijvoorbeeld worden opgeroepen om te getuigen. Er zijn veel situaties waarin we te maken krijgen met een wereld waar we doorgaans weinig over weten: de justitie.De rechterlijke macht moet zich houden aan een aantal grondbeginselen en waarborgen voor de burgers. De Belgische Grondwet en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (voornamelijk artikel 6) sommen belangrijke beginselen op die het recht van iedere burger op een eerlijk proces moeten garanderen. Want dat is essentieel in de rechtsstaat: iedere burger heeft recht op een eerlijk proces.

De algemene rechtsbeginselen die het recht op een eerlijk proces moeten garanderen zijn: ● Iedereen heeft recht op toegang tot de rechter. ● De terechtzitting en de uitspraak moeten openbaar zijn. ● De uitspraak van de rechter moet gemotiveerd worden. ● De rechter is onafhankelijk en onpartijdig. ● Er is een verbod van rechtsweigering. ● Er moet een uitspraak binnen een redelijke termijn zijn.

Welke taken heeft de rechterlijke macht?

De belangrijkste taak van de rechtspraak is niet het veroordelen of straffen van burgers, maar bescherming en verdediging bieden wanneer de rechten van burgers geschonden of bedreigd worden. De rechter oordeelt daarbij niet op basis van wat hem rechtvaardig of onrechtvaardig lijkt. Hij moet zich baseren op wat de wet bepaalt.

De organisatie van de rechterlijke macht

In België is de rechtsprekende macht sterk hiërarchisch opgebouwd. Er zijn verschillende niveaus van rechtspraak. Die structuur heeft drie doelstellingen:

● Hoven en rechtbanken zijn gespecialiseerd naargelang het soort geschil. ● Tegen een uitspraak van een rechtbank kun je in beroep gaan bij een hogere rechtbank.

(één uitzondering: tegen een uitspraak van het hof van assisen kun je niet in hoger beroep, wel naar het Hof van Cassatie, zie verder).

● Men wil hoven en rechtbanken zo dicht mogelijk bij de mensen brengen die er hun pro-blemen willen regelen.

Page 156: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

156 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleF De hoven en de rechtbanken

uitsluitend strafzaken

uitsluitend burgerlijke zaken

strafzaken + burgerlijke zaken

Rechtbanken van koophandel

(per gerechtelijk arrondissement)

Vredegerechtengeschillen tot €1.860, geschillen in verband met huur

en pacht, dringende voorlopige maatregelen in gezinscrisissituaties

HOVEN VAN BEROEP

Correctio-nele recht-

banken(per gerechte-lijk arrondis-

sement)

Jeugd-recht-

banken

Burger-lijke

recht-banken

RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG

Arbeids-rechtbanken

HOF VAN CASSATIE

RAAD VAN STATE

ARBEIDS-HOVEN

HOVEN VANASSISEN

beroepsprocedure

GRONDWETTELIJK HOF

Politierechtbanken Alle geschillen in verband met verkeersongevallen

en overtredingen

Page 157: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1573e graad ASO - KSO - TSO

Het vredegerecht: er zijn 229 vredegerechten. Het vredegerecht behandelt alle zaken met een waarde van minder dan 1.860,00 euro en betwistingen over huur, familiezaken, onteigeningen, erfdienstbaarheden, landbouwzaken en geesteszieken.

De politierechtbank: er zijn 31 politierechtbanken met een burgerlijke en strafrechtelijke kamer. ● De burgerlijke kamers: behandelen vorderingen voor vergoeding van schade geleden

bij verkeersongevallen. ● De strafrechtelijke kamers zorgen voor de bestraffing van overtredingen op de verkeers-

reglementering en de bestraffing van de lichte misdrijven zoals nachtlawaai, opzettelijke beschadiging van goederen enzovoort. De gemeenten mogen zulke overtredingen ook administratief bestraffen (met een GAS of een gemeentelijke administratieve sanctie).

De rechtbank van eerste aanleg: 27 rechtbanken met drie kamers: ● Burgerlijke kamers: de gewone rechtbank van eerste aanleg met een algemene bevoegd-

heid, voor alle rechtszaken die niet exclusief toegekend zijn aan andere rechtbanken ● Correctionele kamers of de correctionele rechtbank: misdrijven die niet aan de politie-

rechtbank of het hof van assisen zijn toevertrouwd. ● De jeugdkamers of jeugdrechtbanken spreken zich uit over beschermingsmaatregelen

voor minderjarigen of nemen repressieve maatregelen tegen delinquente jongeren. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg kan ook in kortgeding uitspraak doen

over dringende zaken, waarvoor een behandeling voor de rechtbank zelf te lang zou duren.

De rechtbank van koophandel: 23 rechtbanken behandelen handelsgeschillen met een waarde van meer dan 1.860,00 euro, geschillen over handelspraktijken, oneerlijke mededin-ging en bescherming van verbruikers. De voorzitter van de rechtbank van koophandel kan ook in kortgeding uitspraak doen over dringende zaken.

De arbeidsrechtbank: 21 rechtbanken beslechten geschillen inzake individuele arbeidscon-tracten, arbeidsongevallen, sociale uitkeringen enzovoort.

Het hof van beroep: de beroepsinstanties voor de rechtbanken in de arrondissementen van hun rechtsgebied (5 hoven in Antwerpen, Brussel, Gent, Luik en Bergen).

Het arbeidshof: 5 hoven voor hoger beroep tegen vonnissen van de arbeidsrechtbanken.

Het hof van assisen kan zetelen in elke provincie en oordeelt over de zwaarste misdrijven in het strafwetboek, de misdaden (voornamelijk moord en opzettelijke doodslag). Het hof van assisen bestaat uit drie rechters en twaalf juryleden. De jury beslist alleen over de schuld van de beschuldigde, en stelt daarna met de drie rechters de straf vast. Tegen een uitspraak van het hof van assisen is geen hoger beroep mogelijk, enkel het Hof van Cassatie kan nog een uitspraak doen over de procedure.

Het Hof van Cassatie is het hoogste rechtscollege. Het waakt over de juiste toepassing van de wetten door de hoven en rechtbanken. Een geschil kan slechts bij het Hof van Cassatie terecht-komen nadat het reeds door een eerste rechter en een rechter in beroep werd beoordeeld. Het Hof van Cassatie onderzoekt niet de grond van de zaak, enkel de wettelijkheid van de procedure. Wanneer het Hof van Cassatie oordeelt dat er iets niet volgens de wet is verlopen,

Page 158: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

158 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleF De hoven en de rechtbanken

zal het Hof de beslissing verbreken. Men begint dan de rechtszaak van voren af aan, bij een andere rechtbank met dezelfde bevoegdheid.

Zetelende en staande magistratuurIn de hoven en rechtbanken maakt men een onderscheid tussen de zetelende magistratuur en de staande magistratuur. De zetelende magistratuur zijn de rechters en raadsheren. De staande magistratuur is het openbaar ministerie. Dat is de verzamelnaam van alle magis-traten die verbonden zijn aan het parket bij de rechtbanken en hoven. Het openbaar ministerie vertegenwoordigt het belang van de samenleving.Het heeft een dubbele taak:

● Misdrijven opsporen en onderzoeken, de daders vervolgen en hun bestraffing vorderen. Dat is veruit de belangrijkste taak. Wanneer die magistraten voor de rechtbanken een straf vragen, doen zij dat al rechtstaande, daarom spreekt men van de staande magistra-tuur. In de uitoefening van die taak handelen de magistraten van het openbaar ministerie niet onafhankelijk maar staan zij onder het toezicht van de minister van Justitie.

● De rechter bijstaan met advies over de toepassing van de wet op het voorgelegde geschil.

Hoe verloopt een rechtszaak?

Er is een onderscheid tussen een burgerlijke procedure en een strafprocedure.

De burgerlijke procedure

Een burgerlijke procedure is een procedure over een geschil dat enkel betrekking heeft op een relatie tussen particulieren (bijvoorbeeld tussen werknemer en werkgever, tussen man en vrouw, huurder en verhuurder). Er staan enkel privébelangen op het spel, die geen weerslag hebben op de belangen van de maatschappij. De procedure start met het oproepen van de tegenpartij voor de rechtbank (meestal met een dagvaarding), en een inleiding van de zaak voor de rechtbank. Daarna kunnen de partijen een schriftelijke verdediging opstellen en bewijsstukken bijbrengen. Als het schriftelijke deel van de procedure beëindigd is, wordt de zaak mondeling voor de rechtbank toegelicht in het pleidooi. Na het pleidooi neemt de rechtbank de zaak in beraad en spreekt na enkele weken een vonnis uit. Tegen dat vonnis kan beroep aangetekend worden bij een hogere rechtbank. Bij die rechtbank wordt er een nieuwe schriftelijke verdediging opgesteld en wordt er gepleit. Daarna wordt het vonnis (arrest) in beroep uitgesproken. Tegen het vonnis (arrest) in beroep is enkel een voorziening bij het Hof van Cassatie mogelijk. Indien het Hof van Cassatie het vonnis bevestigt, eindigt de procedure. Wordt het vonnis ver-broken, dan verzendt het Hof de zaak naar een andere rechtbank in beroep om de procedure in beroep over te doen.

Page 159: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1593e graad ASO - KSO - TSO

De strafprocedure

Het misdrijfBepaalde gedragingen worden beschouwd als strafbare feiten. De wet wordt overtreden en de belangen van de maatschappij worden geschonden. Naargelang de ernst van de inbreuk en de zwaarte van de straf, worden de inbreuken onderverdeeld in overtredingen, wanbedrijven en misdaden. Het doel van een strafrechtelijke procedure is volkomen anders dan dat van een burgerlijke procedure. Een strafrechtelijke procedure heeft tot doel om misdrijven op te sporen en de daders ervan te vervolgen en te bestraffen. Het openbaar ministerie verdedigt daarin de belan-gen van de maatschappij en waakt over de toepassing van de strafwet.Wanneer een inbreuk wordt gepleegd, zal dat door de ordediensten worden vastgesteld en wordt er een proces-verbaal opgesteld. Dat wordt aan de procureur des konings (van het openbaar ministerie) overgemaakt. Hij onderzoekt het dossier en kan een onderzoek instellen. Hij kan het dossier ook zonder gevolg laten, dat is het dossier seponeren. Als er een onderzoek komt zijn twee scenario’s mogelijk: een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek.

OpsporingsonderzoekIn dit onderzoek voert de procureur des konings zelf het onderzoek met behulp van de politiediensten. Als het onderzoek is afgerond, kan hij de dader voor de politierechtbank of correctionele rechtbank dagvaarden. Als de inbreuk niet te ernstig is, kan de procureur aan de dader ook een minnelijke schikking aanbieden.

Gerechtelijk onderzoekIn dit onderzoek vraagt de procureur des konings een onderzoeksrechter om het onderzoek te leiden. Dit onderzoek is verplicht bij de zwaarste misdrijven. De onderzoeksrechter moet met behulp van de politiediensten alle elementen ten voordele en ten nadele van de verdachte opsporen. Hij kan vrij zijn onderzoeksmethode kiezen: verhoren, confrontatie, reconstructie.In de loop van een gerechtelijk onderzoek kan de verdachte in voorlopige hechtenis genomen worden wanneer de onderzoeksrechter een aanhoudingsbevel uitvaardigt. Dat kan niet zomaar, het is een bijzondere raadkamer in de rechtbank van eerste aanleg die daarover beslist. Het gerechtelijk onderzoek wordt steeds afgesloten met een beslissing van de raadkamer. De verdachte kan door die beslissing naar de correctionele rechtbank of het hof van assisen ver-wezen worden om berecht te worden. De raadkamer kan de verdachte ook buiten vervolging stellen als er onvoldoende bezwaren zijn. Tegen elke beslissing van de raadkamer is beroep mogelijk.

Het procesEen verdachte kan enkel door een rechtbank worden bestraft. Een verdachte dient voor de strafrechter te verschijnen nadat hij daartoe is opgeroepen door een dagvaarding, hem bete-kend door een gerechtsdeurwaarder. Voor de strafrechter zal het openbaar ministerie (ook wel parket genoemd) in naam van de samenleving een veroordeling vragen van de verdachte. Het openbaar ministerie moet daartoe bewijzen dat de verdachte een misdrijf heeft begaan.

De verdachte zelf krijgt als laatste het woord om zijn verdediging te voeren. Nadien neemt de recht bank de zaak in beraad om op een latere datum zijn vonnis uit te spreken. Tegen dat von-nis kan beroep aangetekend worden bij een hogere rechtbank. Bij die rechtbank zal de zaak

1

2

Page 160: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

160 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleF De hoven en de rechtbanken

opnieuw worden behandeld alvorens het vonnis in beroep wordt uitgesproken. Tegen een vonnis in beroep is enkel een voorziening bij het Hof van Cassatie mogelijk. Indien het Hof van Cassatie het vonnis bevestigt, eindigt de procedure. Wordt het vonnis verbroken, zal het Hof de zaak naar een andere rechtbank in beroep verzenden om de procedure in beroep over te doen. Het proces voor de zwaarste misdrijven wordt gevoerd voor een hof van assisen. Hier oordeelt een jury van 12 burgers over de schuld van de verdachte. Vervolgens bepalen de juryleden met de rechters de straf. Tegen een uitspraak van het hof van assisen is geen beroep mogelijk, enkel een voorziening bij het Hof van Cassatie.

Enkele typische termen:

Beklaagde: de persoon die verdacht wordt van een strafbaar feit en zich hiervoor moet verantwoorden.Burgerlijke vordering: vordering waarbij de benadeelde of zijn rechthebbenden schadever-goeding eist van de persoon die de schade heeft berokkend.De benadeelde van een misdrijf kan de hoedanigheid van burgerlijke partij aannemen voor de onderzoeksrechter, de raadkamer of het vonnisgerecht.Een eis om schadevergoeding kan ook ingeleid worden voor een burgerlijke rechtbank.Dagvaarding: officieel geschrift waarbij de gedaagde wordt aangemaand om voor een recht-bank te verschijnen.Openbaar ministerie, parket: de diensten die over de toepassing van de strafwet waken en de belangen van de maatschappij verdedigen.Dat kan door een verdachte te vervolgen en voor de strafrechter te brengen. Aan het hoofd staat per hof van beroep een procureur-generaal; op het niveau van het arrondissement bevin-den zich de procureurs des konings.Proces-verbaal: geschrift waarin de politie alle nuttige inlichtingen in verband met het misdrijf opneemt en dat wordt bezorgd aan het parket.Strafvordering: vordering waarbij het parket, naar aanleiding van een misdrijf, voor de straf-rechter de toepassing van de strafwet eist.Strafrechter, vonnisgerecht: de strafrechter zetelt in een vonnisgerecht en spreekt zich uit over de grond van de zaak. Hij kan de dader veroordelen tot een straf en aan de burgerlijke partij een schadevergoeding toekennen. Hij kan de dader ook vrijspreken, bijvoorbeeld wan-neer hij de feiten niet bewezen acht.

Informatie

De federale overheidsdienst Justitie heeft heel wat brochures die je wegwijs in de justitie maken: http://justitie.belgium.be/nl/

FOD JustitieWaterloolaan 1151000 BrusselTel: 02/ 542.65.11

Ga ook een kijkje nemen op de website van de orde van Vlaamse Balies:http://www.advocaat.be/ en de website van de Hoge Raad voor Justitie: www.csj.be/nl

Page 161: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1613e graad ASO - KSO - TSO

G Gewesten en gemeenschappen

Focus Zoek in de verzamelde informatie de artikels over de besluitvorming op het niveau van de deelstaten.Je kunt ook op de website van het Vlaams Parlement terecht www.vlaamsparlement.be of het Brussels Hoofdstedelijk Parlement www.parlbruparl.irisnet.be.

a. Zoek een voorbeeld van een ‘ontwerp van decreet’ en van een ‘voorstel van decreet’ (of ordonnantie voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest).

b. Diep een voorstel of ontwerp van decreet verder uit: wie dient het in? Waarover handelt het? Welke weg heeft het afgelegd? Welke amendementen werden voorgesteld? Door wie? Kun je het amendement motiveren vanuit de partij die het voorstelt?

Ga eens surfen op de internetsite van de Vlaamse Gemeenschap: http://www.vlaanderen.be. Je vindt er heel wat interessante informatie over de structuur en de bevoegdheden.Bekijk de mededelingen van de Vlaamse Regering. Welke beslissingen heeft de Vlaamse Regering de afgelopen weken genomen?

Opdracht: OrganigramVraag voorstellingsbrochures en jaarverslagen van de gewesten en gemeenschappen op en probeer een organigram op te stellen. Plaats de juiste personen (met hun partijachtergrond) bij de verschillende functies (volksverte genwoordigers, ministers.....) Ook het Politiek zakboekje kan je een flink stuk op weg helpen.Maak een overzichtsbord met namen en foto’s.Hoe ligt de verhouding aantal mannen/aantal vrouwen?

Wie komt volgens jou veel in de media? Wie is veeleer onbekend? Wie maakt deel uit van de Vlaamse Regering? Voor

welke materies zijn ze bevoegd? Wie is voorzitter van het parlement? Tot welke politieke partij behoort hij of zij?

Vind je ook informatie over de besluitvorming in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement? Welke ordonnanties liggen er nu voor? Vind je informatie over de besluitvorming in

Wallonië?

Plenaire vergadering in het Vlaams P

arle

men

t (26

. 09 .

2012

)

Page 162: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

162 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleG Gewesten en gemeenschappen

Basisinformatie

De bevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten

Bevoegdheden van de (Vlaamse) Gemeenschap:

1. Cultuur: bescherming van het culturele patrimonium, toerisme, de media, sport, bibliotheken, wetenschappelijk onderzoek dat betrekking heeft op de verschillende gemeenschapsbevoegdheden…

2. Taalgebruik: taalgebruik in het onderwijs, in het bestuur en in de betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, met uitzondering van de faciliteitengemeenten…

3. Persoonsgebonden aangelegenheden: bijstand aan personen: jeugdbescherming, gezinsbeleid, kinderopvang, gehandicaptenbeleid, gelijkekansenbeleid, integratie van migranten… gezondheidszorg: preventieve gezondheidszorg, thuisverzorging, rustoorden,… De federale overheid blijft bevoegd voor de ziekenhuiswetgeving en de geneesmiddelenwetgeving.

4. Onderwijs: vrijwel alle aspecten van het onderwijsbeleid. Alleen het begin en het einde van de leerplicht, de minimale voorwaarden voor het uitreiken van diploma’s en de pensioenregeling van de leerkrachten worden federaal geregeld.

Bevoegdheden van het (Vlaamse) Gewest:

1. Economie, werkgelegenheid en energiebeleid: steun aan bedrijven, arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, distributie van elektriciteit en aardgas, exploitatie van nieuwe energiebronnen en bevorderen van rationeel energiegebruik…

2. Ruimtelijke ordening, huisvesting en landinrichting en natuurbehoud: gewestplannen, bouwvergunningen, huisvestingsbeleid, sociale woningbouw, stadsvernieuwing, bescherming van monumenten en landschappen, natuurbescherming, aanleggen van industriezones, bepalen wat natuurgebied en woongebied is…

3. Leefmilieu en waterbeleid: bestrijding van lucht-, bodem- en watervervuiling en van geluidshinder, zuivering van het afvalwater, productie en distributie van drinkwater, afvalstoffenbeleid…

4. Openbare werken en vervoer: aanleggen van bruggen en wegen, de zeehavens van Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Oostende, stads- en streekvervoer (De Lijn), de regionale luchthavens van Deurne en Oostende…

5. Land- en tuinbouw en visserij: steun aan landbouwers, promoten van land- en tuinbouwproducten, het visserijbeleid,…. Een aantal veiligheidsaspecten van het landbouwbeleid (bijvoorbeeld reglementering op het gebruik van insecticiden) zijn federaal gebleven. De Europese Unie bepaalt in grote mate het landbouwbeleid. De Vlaamse overheid voert vooral de Europese richtlijnen uit.

6. Gemeenten, provincies en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: financiering van de 308 Vlaamse steden en gemeenten en de Vlaamse provincies, administratief toezicht op de gemeenten en provincies, het Gemeente- en Provinciedecreet…

7. Wetenschapsbeleid: wetenschappelijk onderzoek dat verband houdt met de gewestbevoegdheden (bijvoorbeeld steun aan onderzoek en technologische ontwikkeling bij bedrijven)…

8. Internationale aangelegenheden: ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel. Vlaanderen kan met andere staten of deelstaten internationale verdragen sluiten voor alle aangelegenheden waarvoor het bevoegd is (bijvoorbeeld Scheldeverdrag met Nederland)…

Page 163: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1633e graad ASO - KSO - TSO

De Vlaamse overheid bestaat uit:

Wetgevende machtHet Vlaams Parlement

Uitvoerende machtDe Vlaamse Regering

De 124 volksvertegenwoordigers in het Vlaams Parlement worden voor vijf jaar verkozen. 118 volksvertegenwoordigers worden verkozen in het Vlaamse Gewest.6 volksvertegenwoordigers zijn Vlamingen, verkozen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Zij stemmen in het Vlaams Parlement alleen mee over gemeenschapsbevoegdheden.Het Vlaams Parlement is een legislatuurparlement, dat wil zeggen dat het niet ontbonden kan worden voordat de legislatuur voorbij is. Er kunnen geen vervroegde verkiezingen plaatsvinden.

Het parlement geeft het vertrouwen aan de regering; daarvoor moet ten minste de helft plus 1 volksvertegenwoordigers de regering steunen na een debat over de regeringsverklaring. De parlementsleden die de regering steunen, vormen de meerderheid; de overige leden vormen de oppositie.

Het parlement controleert de Vlaamse Regering en kan eventueel het vertrouwen aan de regering intrekken. Het parlement bespreekt en keurt de jaarlijkse begroting goed, dat is de raming van inkomsten en uitgaven. Het parlement bespreekt en keurt decreten goed.

De Vlaamse Regering mag uit maximaal 11 ministers bestaan.De minister-president is de regeringsleider.Minstens 1 van de ministers moet uit Brussel komen.De Vlaamse ministers worden benoemd door het Vlaams Parlement.

De regering is verantwoordelijk voor het dagelijks beleid en bestuur van Vlaanderen. Ze voert de decreten uit, maar ontwerpt ook zelf de meeste decreten. Die worden dan door het parlement besproken en goedgekeurd.

Elke minister is verantwoordelijk voor bepaalde bevoegdheden. Dat noemt men zijn ministerportefeuille.

De regering bestuurt binnen de lijnen van het regeerakkoord, dat na de verkiezingen werd afgesloten tussen de partijen van de meerderheid.

Voor het dagelijks bestuur van Vlaanderen doen de ministers een beroep op de Vlaamse overheidsadministratie. Die is ondergebracht in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, waar 11.000 ambtenaren de regeringsbesluiten uitvoeren en meewerken aan de voorbereiding van het beleid. Gespecialiseerde taken worden toevertrouwd aan de Vlaamse openbare instellingen, onder andere de VRT, De Lijn, Kind en Gezin, OVAM en de VDAB.

De financiële middelen van de Vlaamse overheid:

● Middelen uit belastingen die de Vlaamse deelstaat zelf heft. De gewesten hebben bijna de volledige bevoegdheid over twaalf gewestelijke belastingen, waaronder het kijk- en luistergeld, de verkeersbelasting, de onroerende voorheffing en de registratie- en suc-cessierechten. Die middelen bedragen 21% van de totale middelen van Vlaanderen. Door de staatshervormingen kregen de deelstaten een grotere belastingautonomie. Dat wil zeggen dat ze zelf kunnen beslissen wat ze met de gewestbelastingen doen. Zo werd in 2001 in Vlaanderen het kijk- en luistergeld tot nul teruggebracht.

● Middelen die de federale overheid doorstort aan de Vlaamse deelstaat (79% van de middelen van Vlaanderen). Enkele van de belangrijkste en meest bekende federale belastingen zijn de personenbelasting en de btw.

Page 164: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

164 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleG Gewesten en gemeenschappen

Het Martelaarsplein 19 in Brussel, waar de minister-president en zijn kabinet zijn gehuisvest .

Het Boudewijngebouw: één van de Vlaamse administratieve centra in Brussel

Hoofdingang Vlaams Parlement Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers

Koepel van het Vlaams Parlement

Page 165: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1653e graad ASO - KSO - TSO

Basisinformatie: Hoe komt een decreet tot stand?

Decreten zijn wetten van de deelstaten. Zij komen tot stand volgens dezelfde principes als de federale wetten en ze staan op hetzelfde niveau als de federale wetten. Een wet kan dus nooit afbreuk doen aan een decreet en omgekeerd.

BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN

Een maatschappelijk probleem, een vraag van de bevolking

Minister Parlementslid

Ontwerp van decreet

Voorstel van decreet

Eerste bespreking en stemming in de parlementaire commissie

Tweede bespreking en stemming in de plenaire vergadering van het parlement

De regering tekent en kondigt af

Publicatie in het Staatsblad

Uitvoering door de minister(s)

Opdracht: VergelijkenLeg dat schema naast het schema van de federale wetten op pagina 151 en vergelijk ze met elkaar. Wat is het belangrijkste verschil bij de totstandkoming van wetten en decreten?

Als de regering het initiatief neemt spreken we van een ontwerp van decreet. Een of meer ministers stellen een voorontwerp op, dat door

de voltallige regering wordt besproken en goedgekeurd.

Er worden adviezen ingewonnen, onder andere

van de Raad van State. Het voorontwerp wordt

ingediend bij de voorzitter van het parlement.

Het commissieverslag vormt de basis voor de plenaire (= voltallige) bespreking in het parlement. Na de

bespreking wordt er gestemd over het ontwerp of voorstel.

De uitvoering van een decreet gebeurt door

besluiten van de Vlaamse Regering. Soms wordt de bevoegde minister belast met de verdere

administratieve uitvoering. Hij kan dan ministeriële

besluiten of omzendbrieven maken voor de verdere

uitvoering.

Als het parlement het initiatief neemt spreken we

van een voorstel van decreet

Binnen het parlement bespreekt eerst een

gespecialiseerde commissie het voorstel of ontwerp. Die bespreking kan leiden tot

de aanvaarding, verwerping of amendering (= wijziging) van het ontwerp of voorstel.

Van de bespreking wordt een uitvoerig verslag

gemaakt.

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een decreet ligt bij de regering

Decreten worden bekrachtigd door de

regering en gepubliceerd in het Staatsblad

Page 166: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

166 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleG Gewesten en gemeenschappen

Opdracht: Parlementaire controleNet zoals het federale parlement, moeten ook de deelstaatparlementen de regering controleren. Het Vlaams Parlement heeft daarvoor verschillende mogelijkheden:

● Schriftelijke vragen ● Actuele vragen ● Vragen om uitleg ● Interpellaties

Zoek op de website van het Vlaams Parlement bij de verklarende woordenlijst naar een omschrijving van die begrippen. Wat kan het gevolg zijn van een interpellatie?Wat gebeurt er in het Vlaams Parlement als de regering niet meer het vertrouwen van de meer-derheid geniet? Er kunnen geen vervroegde verkiezingen uitgeschreven worden, maar wat gebeurt er dan wel?

Basisinformatie: Hoe werkt Brussel?

Brussel is een tweetalig taalgebied, met negentien gemeenten die een autonoom gewest vor-men in het federale België.

Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt bestuurd door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.Dat parlement en die regering nemen beslissingen over gewestbevoegdheden zoals eco-nomie, werk, energie, leefmilieu, huisvesting, vervoer, openbare werken en stedenbouw. Het beleid van het parlement wordt uitgevoerd met ordonnanties en verordeningen. De beslissingen over die gewestmateries gelden voor alle inwoners van Brussel, dus zowel Nederlandstaligen als Franstaligen.

Het parlement telt 89 rechtstreeks verkozen leden, die ingedeeld worden in een Nederlandse en een Franse taalgroep. Er zijn 17 zetels voorbehouden voor de Nederlandstalige taalgroep. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bestaat uit een minister-president en vier ministers: twee Nederlandstalige en twee Franstalige. Daarnaast zijn er drie staatssecretarissen van wie minstens één Nederlandstalige.

Behalve de gewestbevoegdheden, zijn er in Brussel ook instellingen die onder gemeen-schapsbevoegdheid vallen. Onderwijs, verzorgingsinstellingen, bibliotheken, kinderopvang enzovoort moeten natuurlijk ook voor de Brusselaars georganiseerd worden.Die bevoegdheden kunnen niet uitgeoefend worden door het gewest, want dat zou in strijd zijn met de bevoegdheidsverdeling die in de Grondwet werd vastgelegd. Daarom worden ze uitgeoefend door Gemeenschapscommissies:

Page 167: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1673e graad ASO - KSO - TSO

De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF).In de gemeenschapscommissies zitten de parlementsleden van één taalgroep, samen met de Brusselse ministers en staatssecretarissen van hun taalgroep. De Gemeenschapscommissies ondersteunen dus de instellingen die te maken hebben met cultuur, onderwijs, welzijn en gezondheid van hun gemeenschap. Ze zijn bevoegd voor de instellingen, maar niet voor personen want de Brusselaars kunnen nooit verplicht worden een keuze te maken tussen een van beide gemeenschappen om in aanmerking te komen voor de diensten van die gemeenschap.

Tot slot zijn er in Brussel ook een aantal instellingen die niet afhangen van de Vlaamse of Franse gemeenschap (bi-communautaire instellingen) en persoonsgebonden bevoegdheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor beide taalgroepen. Daarvoor is er een gemeen-schappelijke gemeenschapscommissie.

Wetgevende macht

Brusselse Hoofdstedelijke Regering - 8 regeringsleden:de minister-president, 2 Franstalige ministers, 2 Nederlandstalige ministers,

2 Franstalige staatssecretarissen, 1 Nederlandstalige staatssecretaris

Gewest-bevoegdheid

Gemeenschaps-bevoegdheid

Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: de minister-president (enkel raadgevende

stem) de 4 ministers (niet de staatssecretarissen)

College van de Franse Gemeenschapscommissie:alle Franstalige regeringsleden

College van de VlaamseGemeenschapscommissie:

alle Nederlandstaligeregeringsleden

Brussels Hoofdstedelijk Parlement:89 parlementsleden

Gewest-bevoegdheid

Gemeenschaps-bevoegdheid

Verenigde Vergadering van de GemeenschappelijkeGemeenschapscommissie:

de 89 parlementsleden

Raad van de FranseGemeenschapscommissie:

de 72 Franstalige parlementsleden

Raad van de VlaamseGemeenschapscommissie:

de 17 Nederlandstaligeparlementsleden

Uitvoerende macht

Page 168: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

168 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

H De Europese Unie

Basisinformatie: Wat ging vooraf aan de samenwerking in Europa?

De Europese geschiedenis is er een van een eindeloze reeks oorlogen afgewisseld met wapen-stilstanden. In de 19e en 20e eeuw werden de internationale betrekkingen tussen de nationale staten overheerst door de gedachte van soevereiniteit van elke natie. De machtige Europese staten bestreden elkaar om de overheersing van de handel, de industrie, de kolonies. Desnoods werd die strijd op het slagveld gevoerd.

Na de verschrikking van de Tweede Wereldoorlog lag Europa in puin. De bevolking snakte naar vrede. Europa moest heropgebouwd worden en een aantal filosofen, intellectuelen en politieke leiders hadden daarbij een heel nieuw project voor ogen: een Europa van vrede en samenwer-

king, gebaseerd op nieuwe regels. De idee was gegroeid dat conflicten die ontstonden uit nationalisme alleen vermeden kunnen worden door dat nationalisme te

overstijgen, door een structuur te bouwen die over de nationale grenzen heen ging. De idee was niet nieuw, maar maakte nu meer kans dan ooit.

Een extra stimulans voor een nieuwe samenwerkingsvorm in Europa werd gegeven door de Verenigde Staten. Voor de wederopbouw kreeg Europa financiële hulp van de Verenigde Staten met het zogenaamde Marshallplan.

De VS hadden zelf ook baat bij deze hulp, het leverde hen immers een nieuwe afzetmarkt voor hun producten. Met het Marshallplan wilden de VS ook

voorkomen dat het communisme verder voet aan de grond zou krijgen in West-Europa. De VS eisten dat de Marshallhulp werd verdeeld in onderling overleg tussen

de West-Europese landen. De Oost-Europese landen vielen door de afspraken van de Conferentie van Jalta (1945) onder de invloedzone van de Sovjet-Unie. Dat was meteen ook

het begin van de Koude Oorlog.

Een tweede concrete stap naar samenwerking was een nieuw conflict tussen Frankrijk en Duitsland in 1948. Frankrijk wilde bescherming tegen een mogelijke nieuwe Duitse dreiging en eiste controle over de kolen- en staalindustrie in het Ruhrgebied. Kolen en staal vormden immers de basis van de wapenindustrie. Duitsland verzette zich tegen een Franse controle. Robert Schuman, de Franse minister van Buitenlandse Zaken, deed een tegenvoorstel. Zowel de Franse als Duitse kolen- en staalindustrie zou onder gemeenschappelijk toezicht komen en niet langer afhankelijk zijn van nationale overheden. België, Luxemburg, Nederland en Italië sloten zich bij het Schumanplan aan. In 1951 werd zo het eerste Europese samenwerkingsverband opgericht: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Voor het eerst in de geschiedenis ston-den zes Europese staten een deeltje van hun soevereiniteit permanent af aan een supranationale instelling.

Over de noodzaak van Europese samenwerking was er een grote eensgezindheid, maar hoe een Europese eenheid er moest uitzien was minder duidelijk. De eerste samenwerkingsverbanden kwamen van een generatie die aan den lijve had ondervonden wat internationale onveiligheid en instabiliteit betekenden en hoe belangrijk vrijheid, beschaving en een internationale rechtsorde konden zijn.

Page 169: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1693e graad ASO - KSO - TSO

De eenmaking van Europa ging vanaf 1948 stapsgewijs verder. Maar van bij het begin bestonden er twee visies: een Europa van politieke samenwerking en eenheid in beleid (een federaal Europa met supra-nationale instellingen), tegenover de macht van de nationale staten en de beper-king van Europa tot een economische eenheidsmarkt (een Europa van intergou-vernementele samenwerking).

In de hele ontwikkeling van de Europese samenwerking en tot vandaag zien we die twee strekkingen bestaan en vertaald in de instellingen van de Europese Unie. Het getouwtrek tussen de twee visies verklaart waarom de Europese Unie vandaag niet helemaal werkt volgens de scheiding der machten, met een regering, een parlement en een rechterlijke macht.

Jean Monnet was een Franse zakenman en een groot bezieler van de Europese eenmakingsgedachte. Monnet had een ruime internationale han-delservaring en heel wat internationale contacten. Hij was reeds tijdens de Eerste Wereldoorlog economisch verbindingspersoon tussen Frankrijk en zijn bondgenoten en werkte voor de Volkenbond na de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgde hij voor de coördinatie tussen Frankrijk en de geallieerde bondgenoten voor de oorlogsbevoorrading. Aan het einde van de oorlog werd hij belast met het uitwerken van plannen voor Frankrijks naoorlogse economische herstel. Monnet werd daarna de ontwer-per van het Schuman-plan. Samen met Robert Schuman wordt hij tot de ‘vaders’ van de Europese Economische Gemeenschap gerekend. Maar voor Monnet moest de Europese integratie veel verder gaan. Zelfs verder dan de Europese grenzen: ‘De zes Europese landen zijn niet begonnen aan de grote onderneming om de muren neer te halen die hen scheiden, om vervolgens nog hogere muren op te richten jegens de buitenwereld’ schreef Monnet begin van de jaren 50. ‘Wij verbinden geen staten, wij verenigen mensen.’Monnet wilde ‘een organisatie van de wereld die het mogelijk zal maken om alle hulpbronnen zo goed mogelijk te exploiteren en ze evenwichtig over de mensheid te verdelen, zodat op die manier in de hele wereld vrede en geluk worden geschapen.’ De verantwoordelijkheid voor internationale samenwerking moest worden vastgelegd in regels en instituten. Iedere staat moest daarin medeverantwoordelijk zijn voor het geheel, zonder discriminatie tussen staten met veel en staten met weinig macht.

Page 170: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

170 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

Kroatië Tsjechië LetlandZweden Spanje Groot-Brittannië Italië Litouwen Roemenië België SlovakijeIerland Malta SloveniëCyprus

1948

1949

1951

1957

De weg naar 28 lidstaten

● Om de hulp van het Marshall-plan te verdelen, wordt de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (OEES) opgericht. Die organisatie bestaat nog steeds als de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

● Onder de dreiging van de Koude Oorlog sluiten de Benelux, Frankrijk en Groot-Brittannië een pact om elkaar militair bij te staan en wordt de Westerse Unie opgericht. In 1954 wordt dat de West-Europese Unie waarbij ook Duitsland en Italië toetreden.

● De VS breiden hun economische hulp uit tot militaire bescherming, wat tot de oprichting van de NAVO (het Noord-Atlantisch Pact) leidt.

● De Raad van Europa wordt opgericht, met de bedoeling hier een supranationale Europese instelling van te maken. Benelux, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Ierland, Denemarken, Noorwegen en Zweden zijn lid. Het oorspronkelijke doel laat men echter al vlug varen.

De Raad van Europa bestaat vandaag uit 47 lidstaten. De Raad van Europa ziet toe op de naleving van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Let op: de Raad van Europa is geen instelling van de Europese Unie! Niet te verwarren met de Europese Raad.

● Oprichting van de EGKS, het eerste supranationale orgaan binnen Europa, met de zes lidstaten Benelux, Duitsland, Frankrijk en Italië. De Britten aarzelen en wachten uiteinde-lijk tot in 1973 om toe te treden.

● De landen van de EGKS willen een stap verder gaan in de samenwerking. Daarom rich-ten ze de EEG (Europese Economische Gemeenschap) op in Rome. Ze willen een grote gemeenschappelijke markt tot stand brengen, gebaseerd op het vrije verkeer van per-sonen, goederen, diensten en kapitaal. Om Frankrijk over de streep te halen richten ze ook Euratom op, het Europese agentschap voor atoomenergie.

Page 171: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1713e graad ASO - KSO - TSO

● De EEG werkt verder aan een douane-unie en een gemeenschappelijk landbouwbeleid. EGKS, EEG en Euratom smelten samen tot één Raad en één Commissie.

In 1965 ontstaat een zware crisis: de Franse president Charles De Gaulle blijft afwezig op de vergaderingen van de Raad van Ministers. Hij verzet zich daarmee tegen het groeiende belang van de Europese Commissie en tegen de stemming met een gekwa-lificeerde meerderheid. Er volgt een compromis: als er voor een lidstaat grote belangen op het spel staan, zal een beslissing pas genomen worden als er unanimiteit is.

● Toetreding van Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk.

● Eerste rechtstreekse verkiezing van het Europees Parlement.

● Griekenland treedt toe.

1973

1979

1981

PolenOostenrijk Frankrijk Bulgarije Hongarije Duitsland Estland Luxemburg Portugal Griekenland Finland Nederland Denemarken

19621968

Page 172: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

172 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

1986

1992

1995

1997

2002

2004

● Spanje en Portugal treden toe (12 lidstaten). In het-zelfde jaar wordt de Europese Akte ondertekend, die de gemeenschappelijke markt verder moet uitbouwen door het afschaffen van douaneposten en administratieve en fiscale belemmeringen voor de vrije handel.

● In 1992 wordt het Verdrag van Maastricht ondertekend. Vanaf dat moment wordt ook samengewerkt op vlak van justitie, politie en buitenlands beleid. Er wordt ook beslist om in de toekomst met een gemeenschappelijke munt te gaan werken, de euro. Voortaan spreken we van de Europese Unie, de EU.

● Finland, Oostenrijk en Zweden treden toe (15 lidstaten).

● Een grote groep landen uit Oost- en Centraal-Europa staan te dringen om toe te tre-den tot de EU. Maar daarvoor moet de EU efficiënter beslissingen kunnen nemen. De grote verandering die nodig was, is in verschillende stappen gebeurd. Het Verdrag van Amsterdam is een eerste stap.

● Het Verdrag van Nice, in 2001, is een nieuwe poging om de Unie voor te bereiden op de uitbreiding.

● Invoering van de eurobankbiljetten en de euromunten.

● Toetreding van Malta, Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië (25 lidstaten). Er wordt een voorstel voor een Europese Grondwet voorgelegd, waarover in de verschillende lid-staten gestemd zal worden.

2001

Page 173: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1733e graad ASO - KSO - TSO

2005

2007

2009

2013

● Frankrijk en Nederland stemmen in een referendum tegen het voorstel voor een Europese Grondwet. Er moet gewerkt worden aan een alternatief verdrag.

● Toetreding van Bulgarije en Roemenië (27 lidstaten).

● Een nieuw verdrag, het Verdrag van Lissabon, treedt in werking. Het is de opvolger van de afgewezen Europese Grondwet. Dit verdrag legt de structuren vast die nodig zijn om samen te werken met 27, en later met 28 lidstaten.

● Kroatië treedt toe. De EU bestaat nu uit 28 lidstaten.

Wat doet de Europese Unie?

De bevoegdheden van de Europese Unie werden voor het eerst vastgelegd in het Verdrag van Maastricht in 1992 en vervolgens grondig hervormd door het Verdrag van Lissabon in 2009.

De Europese Unie heeft bevoegdheden over een groot aantal thema’s: ● buitenlands beleid: asiel- en migratiebeleid, buitenlands beleid, defensie, douane,

humanitaire hulp, mensenrechten, ontwikkelingshulp, Schengen- en visabeleid, de uit-breiding van de EU;

● cultuur en onderwijs: audiovisueel beleid, cultuur, informatiemaatschappij, onderwijs- en jeugdbeleid, onderzoeks- en innovatiebeleid;

● economie en geld: begroting van de Europese Unie, concurrentiebeleid, coördinatie van nationale economieën, douane, economisch en monetair beleid, energiebeleid, de euro, fiscaal beleid, fraudebestrijding, handel, interne markt, ondernemingen- en indus-triebeleid, telecommunicatie, vervoer;

● gezondheid en sociale zaken: consumentenrechten, voedselveiligheid , volksgezondheid; ● werkgelegenheids- en sociaal beleid; ● landbouw en milieu: energie, landbouw, milieu, visserij; ● recht en veiligheid: asiel- en migratie, consumentenrechten, criminaliteit, defensie,

justitie, vrijheid en veiligheid, mensenrechten, rechtspraak, terrorisme.

Page 174: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

174 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

Een vrije Europese markt De Europese Unie is erin geslaagd om een interne markt te creëren, waar er tussen de landen onderling geen handelsbarrières meer zijn. Tot 1993 kon je niet van het ene land in het andere zonder grenscontroles en douane. Die barrières zijn weggevallen. Binnen de EU is er in prin-cipe vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal. Daardoor kunnen bedrijven makkelijk produceren en handelen in de hele Unie en kan iedere EU-burger in een andere lidstaat wonen en werken. In principe, want er blijven wel hier en daar een aantal beperkingen gelden.

Een actief consumentenbeleidHet idee van een Europees consumentenbeleid met een goede bescherming van de consu-ment ontstond al vroeg in de jaren 1970. Als je over de hele Unie vrij goederen en diensten kunt verhandelen, dan zijn er ook eenvormige regels nodig die in al die landen gelden. Zo zorgde Europa voor regels over de veiligheid van speelgoed, elektrische apparaten, cosmetica, medicijnen, machines en pleziervaartuigen. Zo werkt Europa nu aan regels tegen misleidende reclame en agressieve verkooppraktijken, de voedselveiligheid en de etikettering van produc-ten zodat de consument goed weet wat hij koopt.

Buitenlands beleidDe Europese landen proberen een gezamenlijk buitenlands beleid tot stand te brengen, dat gericht is op het wereldwijd uitdragen van democratie en mensenrechten. De EU is een belang-rijke handelspartner voor vele landen en levert zowat de helft van alle officiële internationale ontwikkelingshulp in de wereld. De EU is internationaal dus een partner van betekenis die heel wat invloed zou kunnen hebben. Nochtans werd er op vlak van een gemeenschappelijk bui-tenlands beleid in de afgelopen jaren weinig vooruitgang geboekt. Een anekdote illustreert dat: de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van de VS, Henry Kissinger, zou zich ooit afgevraagd hebben welk nummer hij moest draaien als hij met ‘Europa’ wilde bellen. Dat probleem zou sinds het Verdrag van Lissabon opgelost moeten zijn. Er is nu een ‘President’ en er is een Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid. Maar… die Hoge Vertegenwoordiger mag de Europese Unie alleen vertegenwoordigen in contacten met ministers van Buitenlandse Zaken, over onderwerpen waar de lidstaten het allemaal over eens zijn. Het gemeenschappelijk bui-tenlands en veiligheidsbeleid wordt immers nog steeds bepaald door de lidstaten alleen (intergouvernementeel). De Commissie en het Europees Parlement spelen daarin een kleine rol. Een gemeenschappelijk buitenlands beleid is dan ook nog veraf.Voor alle andere beleidsterreinen geldt dat de Commissie en het Europees Parlement wel een grote rol heb-ben, het Europees Parlement is immers medewetgever (supranationaal).

Page 175: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1753e graad ASO - KSO - TSO

MILIEU EN ENERGIE

Strijd tegen klimaatopwarming

LANDBOUW, VISSERIJ

EN VOEDSELSubsidies voor

landbouwers en vissers,veilig voedsel, duidelijke labels

en etiketten, ...

BURGERRECHTENVrijheid om binnen de EU

te wonen en te werken waar je wilt

DOUANE EN BELASTINGEN

Open binnengrenzen en samen de buitengrenzen beheren

VERVOER EN REIZENHet vervoer in Europa beter op elkaar afstemmen,

de rechten van de passagiers beschermen, ...

ONTWIKKELING EN HUMANITAIRE HULPNoodhulp in conflictgebieden of bij natuurrampen

en ontwikkelingssamenwerking

CULTUUR EN ONDERWIJS Uitwisselingen voor scholieren

en studenten, meertaligheid stimuleren, Europese films

steunen

HANDEL EN CONSUMENTEN- BESCHERMING

EU = één interne markt = één handelsblok,met vrije concurrentie en eerlijke handel, ...

REGIONAAL BELEID

Investeren in economisch armere regio’s

WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE

Investeren in onderzoek

en ontwikkeling en zoeken naar nieuwe technologieën, ...

WERKGELEGENHEIDEN SOCIALE ZAKEN

Investeren in werk en werkloosheid aanpakken

ECONOMIEEN FINANCIËN

De euro,

aanpakken van fraude en witwaspraktijken, begroting van landen controleren, ...

BUITENLANDSEZAKEN

Met één stem spreken in de wereldpolitiek, de EU

vertegenwoordigen, de veiligheid in de wereld helpen verzekeren, ....

1753e graad ASO - KSO - TSO

Page 176: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

176 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

Focus a Haal uit de media informatie over het beleid van de Europese Unie.b Surf op de website van de Europese Unie (www.europa.eu.int) en onthoud één

interessant gegeven dat je straks aan de hele klas vertelt.c Wie zetelt er voor België in de Europese Commissie en in het Europees Parlement?d Welke beslissingen van de EU hebben gevolgen voor jou als consument, als student,

als reiziger...?

Eenheid en verscheidenheid: living apart together

Bij het proces van Europese eenmaking botsen twee verschillende visies: enerzijds zij die van Europa een echte supranationale instelling willen maken, waarbij de lidstaten een deel van hun bevoegdheden afstaan aan Europa en er een federaal Europa ont-staat. Dat zou dan betekenen dat over de Europese bevoegdheden een rechtstreeks verkozen parlement beslissingen neemt en regelgeving maakt, dat een Europese regering die uitvoert en dat er een rechterlijke macht waakt over de toepassing van de regels.Anderzijds houden heel wat lidstaten vast aan hun nationale macht en willen een voet tussen de deur houden. Zij willen vermijden dat Europa beslissingen neemt tegen hun wil (en hun belangen) en verkiezen daarom een model van intergouvernementele samenwerking.Die twee visies vind je ook terug in de structuur van de Europese instellingen en de manier waarop de beslissingen genomen worden.

Supranationaal = afstaan van nationale souvereiniteit aan instellingen die boven de staten staan

Intergouvernementeel = behoud van nationale souvereiniteit

De instellingen met beslissingsbevoegdheid: ● de Europese Raad waar de staats- en regeringsleiders van de lidstaten

vergaderen (de ‘Top’); ● de Raad van de Europese Unie: de vergaderingen van de vakministers; ● de Europese Commissie: het ‘dagelijks bestuur’ van de EU, de

‘regering’; ● het Europees Parlement: de vertegenwoordigers van de bevolking.

De controle- en overleginstanties: ● het Europees Hof van Justitie zorgt ervoor dat de Europese wetgeving

wordt nageleefd; ● de Rekenkamer controleert de financiering van de activiteiten van de Unie; ● het Economisch en Sociaal Comité vertegenwoordigt de burgermaatschappij en de

sociale partners; ● het Comité van de Regio’s vertegenwoordigt regionale en lokale overheden.

De financiële instellingen: ● de Europese Investeringsbank (EIB) financiert investeringsprojecten van de EU; ● de Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor

het Europese monetaire beleid.

Page 177: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1773e graad ASO - KSO - TSO

1. De Europese Raad of de “Top”: de stem van de lidstaten

De Europese Raad brengt de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten en de voorzit-ter van de Commissie samen, onder leiding van de permanente voorzitter van de Europese Raad, ook wel ‘President’ genoemd. Bijeenkomsten van de Europese Raad zijn belangrijk en worden ook vaak ‘Europese top’ genoemd. De vergaderingen vinden in Brussel plaats. De regeringsleiders stellen de grote beleidslijnen en de prioriteiten vast. Voor de Europese Commissie is dat het startpunt voor nieuwe initiatieven.

2. De Raad van de Europese Unie

Naast de algemene beleidslijnen, worden ook per bevoegdheidsdomein vergaderingen gehou-den met de betrokken vakministers van de lidstaten (bijvoorbeeld de ministers van Onderwijs, de ministers van Justitie enzovoort). Dat is de Raad van de Europese Unie. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit. Hij moet zijn goed-keuring geven aan elk wetsvoorstel van de Europese Commissie en aan elke EU-begroting. De lidstaten kunnen dus via de Raad invloed uitoefenen in de EU (intergouvernementeel).

Hoe neemt de Raad van de Europese Unie beslissingen? De Raad beslist nu met een gekwalificeerde meerderheid. Elk land heeft een bepaald aantal stemmen. Die vind je in de tabel op de volgende pagina. De stemmen zijn zo verdeeld dat de grote landen de kleine landen nooit kunnen uitsluiten. Om een voorstel goed te keuren moeten 260 van de 352 stemmen én minstens de helft van de lidstaten akkoord gaan.

Dit systeem verandert op 1 november 2014. Vanaf dan is een voorstel goedgekeurd als 55 % van de lidstaten die minstens 65 % van de bevolking vertegenwoordigen, het voorstel goedkeurt. Dat wil zeggen: een voorstel van de Europese Commissie is goedgekeurd als 55 % van de lidstaten voor het voorstel stemmen én die lidstaten moeten minstens 65 % van de bevolking vertegenwoordigen. Wanneer een voorstel niet van de Europese Commissie komt, maar bijvoorbeeld van een lidstaat, van het Europese Parlement of van de Europese Centrale Bank, dan is een grotere meerderheid nodig. In dat geval moeten de lidstaten die het voorstel goedkeuren minstens 72 % van de bevolking vertegenwoordigen.

BRUSSEL De Europese ministers van Visserij hebben in Brussel de onderhandelingen aangevat over de hoeveelheid vis die volgend jaar gevangen mag worden. Onder het motto “Take from the big, give to the small” voerde Greenpeace samen met kleinschalige vissers actie tegen overbevissing. De Europese Commissie wil dat tegen 2015 alle visbestanden op duurzame wijze bevist worden en bepleit daarom lagere quota. Traditioneel komen de visserijministers in december bijeen om de maximaal toegestane visvangst (TAC’s) voor het volgende jaar vast te leggen. De Europese Commissie dringt aan op lagere TAC’s voor heel wat soorten. Voor sommige bestanden kabeljauw en tong wil de Commissie wel hogere TAC’s toestaan.

December 2012.

Page 178: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

178 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

Voor beslissingen over de uitbreiding van de Unie of het buitenlands beleid is unanimiteit of eenparigheid van stemmen nodig. Een enkele lidstaat kan dus zo een beslissing blokkeren.

Lidstaat Aantal inwoners in miljoenen

Aantal zetels in het parlement*

Aantal stemmen in de Raad**

Duitsland 82,6 99 29

Frankrijk 65,6 74 29

Verenigd Koninkrijk 63,7 73 29

Italië 59,7 73 29

Spanje 46,7 54 27

Polen 38,5 51 27

Roemenië 21,8 33 14

Nederland 16,7 26 13

Portugal 11,1 22 12

Griekenland 11,1 22 12

België 11,1 22 12

Tsjechië 10,5 22 12

Hongarije 9,9 22 12

Zweden 9,5 20 10

Oostenrijk 8,4 19 10

Bulgarije 7,7 18 10

Denemarken 5,6 13 7

Slowakije 5,5 13 7

Finland 5,4 13 7

Ierland 4,5 12 7

Kroatië 4,4 12 7

Litouwen 3,5 12 7

Letland 2,3 9 4

Slovenië 2 8 4

Estland 1,3 6 4

Cyprus 0,8 6 4

Luxemburg 0,5 6 4

Malta 0,4 6 3

Totaal ≈ 503 766 352

* Na de verkiezingen van mei 2014 wijzigt de zetelverdeling in het Europees Parlement en blijven er nog 751 zetels over.** Het systeem waarbij elke lidstaat een aantal stemmen in de Raad van de Europese Unie heeft, is niet meer van toepassing vanaf 1 november 2014.

Page 179: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1793e graad ASO - KSO - TSO

Opgelet, de Europese Raad mag niet worden verward met de Raad van Europa. De Raad van Europa is geen instelling van de Europese Unie, maar een intergou-vernementele organisatie die in 1949 is opgericht en die onder andere tot doel heeft de mensenrechten te beschermen, de culturele diversiteit van Europa te stimule-ren en sociale problemen zoals rassenvooroordelen en onverdraagzaamheid te bestrijden. Een van de eerste successen van de Raad van Europa was de opstel-ling van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, en de oprichting van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De Raad van Europa telt nu 47 lidstaten, waaronder de 28 landen van de Europese Unie, en is gevestigd in het Palais de l’Europe in Straatsburg (Frankrijk) www.coe.int.

Commissie daagt België en Ierland voor Europees Hof van Justitie wegens

onvolledige omzetting van EU-regels De Europese Commissie heeft besloten een procedure bij het Hof van Justitie van de EU te beginnen tegen België en Ierland omdat deze twee landen de EU-richtlijn over asielprocedures niet volledig hebben omgezet. De procedurerichtlijn bevat regels voor het vaststellen van minimumnormen die moeten worden nageleefd in de procedures voor het toekennen en intrekken van de vluchtelingenstatus.Brussel, 24 juni 2010

3. De Europese Commissie: het “dagelijks bestuur” van de EU

De Europese Commissie is de initiatiefnemer voor wetgeving. Ze werkt voorstellen uit voor nieuwe Europese wetten, die worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad. Die voorstellen gaan over de EU-beleidsdomeinen als binnenlandse zaken, justitie, vervoer, indus-trie, landbouw, milieu, energie, ontwikkelingssamenwerking, regionale ontwikkeling enzovoort.

De Commissie voert het beleid en de actieprogramma’s uit die door de Raad en het Europees Parlement zijn goedgekeurd. Ze controleert of de Europese regelgeving juist wordt toegepast in de lidstaten, bijvoorbeeld op het vlak van milieuregels, voedselveiligheid, concurrentiebeleid enzovoort. Bij overtredingen kan de Commissie een procedure starten bij het Europees Hof van Justitie. In sommige gevallen kan de Commissie zelf boetes uitspreken.

De Commissie voert tal van programma’s uit op onderwijsvlak (bijvoorbeeld Erasmus), ontwik-kelingssamenwerking, consumentenzaken enzovoort.

De Commissie is samengesteld uit 28 commissarissen, van elke lidstaat één. De Europese Commissarissen moeten het algemeen Europees belang vertegenwoordigen en niet de belangen van hun land. De Commissie wordt bijgestaan door een administratie van rond de 30.000 ambtenaren.

Page 180: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

180 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

4. Het Europees Parlement: de stem van de burgers

Het Europees Parlement wordt om de vijf jaar rechtstreeks verkozen door de burgers van de EU. Het EP telt 766 leden (vanaf de verkiezingen in 2014 751 leden) van 28 nationaliteiten. Ze verte-genwoordigen ruim 500 miljoen burgers. De verkiezing gebeurt op nationale of, zoals in België, op regionale kiezerslijsten. De Vlamingen verkiezen 12 vertegenwoordigers, de Franstaligen 8. De Duitstalige Gemeenschap kiest 1 vertegenwoordiger. In Brussel heeft men de keuze tussen een Nederlandstalige of Franstalige lijst.

De verkiezing gebeurt per lidstaat maar nadien groeperen de parlementsleden zich op basis van hun politieke gezind-heid in fracties. De plaats van de leden in de vergaderzaal wordt dan ook niet bepaald door hun natio naliteit maar door de politieke fractie waartoe ze behoren. Momenteel zijn er zeven politieke fracties. Een aantal parlementsleden behoren tot geen enkele fractie, dat zijn de niet-fractiegebon-den leden.

Overzicht fracties Europees ParlementNaam Fractie / Partij Aantal leden (2013)

Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten)275, waaronder 5 Belgen:

3 CD&V, 1 CDH, 1 CSP

Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en

Democraten in het Europees Parlement

194, waaronder 5 Belgen:

2 S.pa, 3 PS

Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa85, waaronder 5 Belgen:

3 Open Vld, 2 MR

Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie58, waaronder 4 Belgen:

1 N-VA, 1 Groen, 2 Ecolo

Fractie Europese Conservatieven en Hervormers 56, waaronder 1 Belg:

1 LDD

Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links 35

Fractie Europa van Vrijheid en Democratie 32, waaronder 1 Belg:

1 onafhankelijke

Niet-fractiegebonden leden31, waaronder 1 Belg:

1 Vlaams Belang

766*, waaronder 22 Belgen**

* www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html. Na de verkiezingen van 2014 wijzigt het aantal parlementsleden in 751.

** Na de verkiezingen van 2014 heeft België 21 zetels in het Europees Parlement.

Page 181: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1813e graad ASO - KSO - TSO

De Europese parlementairen vergaderen een week per maand in Straatsburg (historisch sym-bool van de Frans-Duitse verzoening) en voor het overige steeds in Brussel.

Vroeger werd er wel eens ironisch gezegd: de Commissie wikt, de Raad beschikt en het Parlement knikt. Lange tijd had het EP slechts een adviserende rol. De Raad was verplicht het EP over zijn initiatieven in te lichten, maar het EP had geen enkele beslissingsmacht. Intussen is er heel wat veranderd. De Europese volksvertegenwoordigers hebben nu op de meeste terreinen medebeslissingsbe-voegdheid gekregen. Ze beslissen samen met de Raad van Ministers over het landbouwbeleid, de Europese structuurfondsen en het handelsbeleid. Ze hebben invloed op het beleid over justitie, veiligheid en vrijheid en de strijd tegen georganiseerde misdaad. Ze beslissen mee over de jaarlijkse begroting. Alleen op het terrein van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid heeft het parlement geen bevoegdheden. En het Europees Parlement is nog steeds geen wetgever zoals onze nationale en regionale parlementen, want het mag volgens het Verdrag van Lissabon zelf geen nieuwe wetsvoorstellen doen.

© Foto Artens

Page 182: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

182 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

Nieuwe zetelverdeling Europees Parlement na verkiezingen 2014

Het aantal Europarlementsleden per land staat ruwweg in verhouding tot het aantal inwo-ners. Het Verdrag van Lissabon bepaalt dat geen enkel land minder dan 6 of meer dan 96 parlementsleden kan hebben en dat het maximumaantal zetels 751 bedraagt.

De huidige zetelverdeling in het Europees Parlement is echter tot stand gekomen voor-dat dit verdrag in werking is getreden. Pas na de verkiezingen van mei 2014 zal die zetelverdeling worden gecorrigeerd. Zo wordt het aantal parlementsleden voor Duitsland dan verminderd van 99 naar 96. 12 andere lidstaten, waaronder België, zullen één zetel verliezen.

© Foto Leo Koomen

Page 183: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1833e graad ASO - KSO - TSO

5. Het Hof van Justitie

De taak van het Hof van Justitie is nagaan of de gemeenschappelijke regels in de praktijk ook worden nagekomen en overal in de EU op dezelfde wijze worden opgevat. Het is geves-tigd in Luxemburg. Als nationale rechtbanken twijfels hebben omtrent de toepassing van de EU-regels, kunnen ze een beroep doen op het Hof van Justitie. Burgers die een proces wil-len aanspannen tegen een EU-instelling, kunnen hun zaak voor het Hof brengen. Voor ieder EU-land zetelt er één onafhankelijke rechter in het Hof van Justitie.

Europees Hof van Justitie versterkt rechten luchtvaartpassagiers

(bron: belga/sg, 13/10/2011)

Het hoogste rechtsorgaan in de Europese Unie, het Europese Hof van Justitie in Luxemburg, heeft de rechten voor lucht-vaartpassagiers versterkt. Bij annulering van een vlucht kunnen de getroffen passa-giers aanspraak maken op een uitgebreide schadevergoeding, tot een bedrag van 4.750 euro. Naast de compensatie voor gele-den materiële schade, kan men immers ook compensatie voor immateriële schade vorderen, luidt het in een arrest van het Hof.

Bovendien geldt het begrip “annulering van een vlucht” niet enkel voor een vliegtuig dat helemaal niet is vertrokken, maar ook voor een vliegtuig dat wel vertrekt maar nadien gedwongen naar de luchthaven terugkeert en waarvan de pas-sagiers naar andere vluchten worden omgeboekt. Dat was bij-voorbeeld het geval voor enkele Spaanse families die in Spanje een rechtszaak hebben aan-gespannen tegen Air France, waarover het Europese Hof van Justitie om opheldering was gevraagd.

Het Hof van Justitie in Luxem-burg preciseert ook nog dat er naast de gestandaardiseerde maatregelen (terugbetaling ticket, onderdak, maaltijden, forfaitaire vergoeding), bijko-mende compensatie kan wor-den gevraagd om immateriële schade te vergoeden. De Spaanse families die Air France voor de rechter hadden gesleept, eisten onder meer een bedrag van 650 euro immate-riële schade en de vergoeding voor een dag extra hondenop-pas. De rechter in Spanje moet nog een uitspraak vellen, maar zal zich hierbij baseren op het advies van het Hof van Justitie.

6. Andere organen

De Rekenkamer De Rekenkamer, een onafhankelijke EU-instelling in Luxemburg, gaat na hoe het EU-geld wordt besteed.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité In het Europees Economisch en Sociaal Comité zijn bijna alle belangengroeperingen uit de EU - van werkgevers tot vakbonden en van consumenten tot milieubeschermers - vertegen-woordigd. Het Comité is een adviesorgaan dat zijn mening moet geven over alle belangrijke aspecten van nieuwe EU-initiatieven. Het maakt deel uit van de gemeenschappelijke tradities in Europa om maatschappelijke belangen organisaties bij het politieke leven te betrekken.

Page 184: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

184 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

Het Comité van de Regio’s Voordat de EU beslissingen neemt op gebieden zoals onderwijs, volksgezondheid, werkgele-genheid of vervoer, wordt de regionale overheid in het kader van het Comité van de Regio’s geraadpleegd. Die materies zijn in federale landen zoals België immers een bevoegdheid van de regionale overheid.

De Europese Investeringsbank De Europese Investeringsbank verleent kredieten voor de financiering van projecten die van Europees belang zijn en met name voor projecten in regio’s die er niet zo goed voor staan. De Bank financiert bijvoorbeeld spoorverbindingen, snelwegen, vliegvelden, milieuprogramma’s en investeringen van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) die tot nieuwe arbeidsplaat-sen en groei leiden. Er worden ook leningen verstrekt in verband met het uitbreidingsproces van de Unie en voor ontwikkelingshulp.

De Europese Centrale Bank De Europese Centrale Bank is verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke munt, de euro. De Bank beslist onafhankelijk over het Europese monetaire beleid en bepaalt bijvoorbeeld hoe hoog de rentevoet moet zijn. De belangrijkste taak van de Bank is te zorgen voor prijsstabiliteit, zodat de Europese economie geen schade ondervindt van eventuele inflatie. De Europese Centrale Bank is gevestigd in Frankfurt am Main (Duitsland). De Bank werkt nauw samen met de centrale banken van de EU-lidstaten.

Leesopdracht

Europees commissaris voor Mensenrechten Viviane Reding ongerust

over uitwijzingen van Roma door Frankrijk

“Het is duidelijk dat niemand het land uitgezet zou mogen worden, enkel

omdat hij tot de Roma-gemeenschap behoort. Ik verwacht dat alle lidsta-

ten de regels over het vrije verkeer binnen de EU, de non-discriminatie

en de gemeenschappelijke waarden, met inbegrip van de rechten van

personen die tot een minderheid behoren, respecteren.”

Syrische asielzoekers onder levensgevaarlijke omstandigheden teruggestuurd naar TurkijeAmnesty International citeert in zijn rapport een groep Syrische vluchtelingen die werden opge-pakt door de Griekse kustwacht: “…Nadat ze de motor hadden verwijderd, sleepten ze ons naar Turkse wateren en lieten ons midden op zee achter.” Ngo’s hebben al herhaaldelijk gerapporteerd over de mensonterende behandeling van asielzoe-kers in Griekenland.

Page 185: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1853e graad ASO - KSO - TSO

Europese Regels

In de Europese regelgeving wordt niet de term ‘wetten’ gebruikt, maar worden vijf soorten Europese regels of besluiten onderscheiden:

● Verordeningen Verordeningen zijn vergelijkbaar met nationale wetten, want ze zijn bindend. Het zijn

regels die rechtstreeks toepasbaar zijn in heel de EU. Ze gelden voor alle inwoners van van de EU. Ze zijn af dwingbaar via de nationale rechtbanken; ze moeten daarvoor niet eerst worden omgezet in natio naal recht. Bijvoorbeeld: maximumtarieven voor roaming binnen de EU.

● Richtlijnen Richtlijnen zijn ook bindend, maar zijn niet rechtstreeks toepasbaar. Ze zijn bindend wat

het resul taat betreft. Het zijn met andere woorden streefdoelen die de lidstaten moeten verwezenlijken, maar ze mogen zelf bepalen met welke middelen. Bijvoorbeeld: richtlijn om de werkomstandigheden van zwangere werknemers te verbeteren.

● Welke mensenrechtenschendingen worden in de artikelen aangeklaagd? ● Voer een debat in de klas over wat de EU nog zou kunnen doen om de mensenrechten

in de lidstaten beter te beschermen. ● De volledige klas speelt de rol van Europese Commissie en produceert een voorstel.

Daarna wordt de klas gesplitst in twee groepen: de eerste groep neemt de rol van het Europees Parlement op zich. De tweede groep speelt de rol van de Raad van de Europese Unie met ministers uit verschillende landen die niet allemaal dezelfde belan-gen verdedigen.

● Iedere groep bestudeert, bespreekt, amendeert en stemt over het voorstel dat de Commissie heeft uitgewerkt. Elke groep legt aan de andere groep uit welke amende-menten aangebracht werden. Dat moet leiden tot een document waarover de hele klas via een stemming een definitieve beslissing neemt.

● Zoek op hoe er gestemd moet worden om het voorstel goed te keuren.

Human Rights Watch: “Mensenrechten in EU blijven te vaak dode letter.”

“De EU moet tegen zijn eigen regeringen kordater optreden, zoals in de Romadiscussie

in Frankrijk of rond de kwestie van de asielzoekers in Griekenland…”

De ‘blinde vlek’ van de EUDe Litouwse activist Juris Lavrikovs vindt dat de EU een ‘blinde vlek’ heeft voor homofobie in Litouwen. Hij zegt dat de EU in feite geen wettelijke middelen ter beschikking heeft om landen tot de orde te roepen als homoseksuelen er gediscri-mineerd worden.

Vier ministers van Buitenlandse Zaken doen samen oproep voor striktere naleving Europese waardenNederland, Duitsland, Finland en Denemarken pleiten voor een instrument om snel te kunnen ingrijpen als mensenrech-ten, democratie en rechtstaat in een EU-land worden geschonden. Het kwartet vindt dat die staten in het uiterste geval tijdelijk geen geld uit Brussel mogen krijgen.

Page 186: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

186 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

● Besluiten Een besluit is bindend en onmiddellijk toepasbaar voor bepaalde natuurlijke en rechts-

personen in alle lidstaten tot wie het besluit gericht is. Bijvoorbeeld: de veroordeling van Microsoft door de Commissie.

● Aanbevelingen en adviezen Aanbevelingen en adviezen hebben wel een algemene draagwijdte maar zijn niet bin-

dend. Indien de adviezen niet worden gevolgd, kan een lidstaat niet betraft worden. Bijvoorbeeld: adviezen om het energieverbruik in de EU te verminderen.

Doordat de EU-lidstaten een deel van hun nationale soevereiniteit hebben afgestaan aan de Euro pese instellingen, staat de Europese regelgeving hiërarchisch boven de nationale wetten van de lidstaten. Stel dat een wet in een lidstaat in strijd is met een Europese regel, dan moet die wet worden aangepast. Bovendien moeten alle lidstaten die wetgeving niet alleen goed-keuren, maar ook in de praktijk toepassen.

Welke toekomst voor Europa?

Ten opzichte van de beginjaren, is de sfeer binnen de Europese Unie gaandeweg veranderd. De wil van sommigen om een politieke eenheid te vormen, een Verenigde Staten van Europa, kwam al heel vroeg in confrontatie met de wil van anderen om de nationale belangen te vrij-waren. Het idealisme van de eerste jaren maakte plaats voor de verwezenlijkingen van de gemeenschappelijke markt, van een economische en monetaire unie. De eenge-maakte markt is er. Van een politieke unie staan we nog een eind weg. Europa is wel gegroeid tot een supranationale instelling, maar de instelling werkt niet perfect en de politieke verdeeldheid is gebleven.De Europese Unie is erg groot geworden, met nieuwe lidstaten die bijna een halve eeuw ach-ter het ‘ijzeren gordijn’ hebben gefunctioneerd en daardoor een heel andere historische achtergrond hebben. De levenssituatie van de bevolking verschilt er enorm van die in de West-Europese landen. De 28 lidstaten vormen niet één gemeenschap van cul-tuur en traditie, er is een grote diversiteit, er zijn tientallen talen en meerdere ideeën van wat een staat moet zijn.

Om het functioneren van die grote Europese Unie mogelijk te maken, was het nodig om hervormingen door te voeren. Je kunt met 28 lidstaten bijvoorbeeld niet vasthouden aan een beslissingsprocedure met eenparigheid van stemmen over zaken die voor de Unie erg belangrijk zijn. Met 28 zo verschillende lidstaten wordt elke beslissing dan wel bijzonder moeilijk. Dat is de laatste jaren ook al vaak gebleken.

Page 187: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1873e graad ASO - KSO - TSO

Daarom werd er van 2002 tot 2004 gewerkt aan een nieuw verdrag, een ‘Europese Grondwet’. Die Grondwet werd in Nederland en Frankrijk in een referendum verworpen, maar er kwam wel een nieuw verdrag in de plaats: het Verdrag van Lissabon, dat de werking van een Unie met 28 lidstaten mogelijk moet maken. Sinds 2009 heeft Europa te maken met de wereldwijde financiële en economische crisis. Vooral de 18 landen die samen de euro hebben ingevoerd, voelen meer dan ooit dat een een-gemaakte economie ook een gemeenschappelijk politiek beleid vraagt. Maar ook hier botst de supranationale idee met de intergouvernementele.

Opdracht: Wat heb ik aan Europa? a Zoek in kranten en tijdschriften of op het internet relevante informatie over Europese

maatregelen die in het Europees Parlement werden besproken.b Hou een klasgesprek over het democratische belang van het Europees Parlement.

Opdracht: Europa in je dagelijkse leven Op welke manier merk je in je dagelijkse leven de invloed van de Europese Unie ? (denk aan reizen, werken of studeren in het buitenland, milieu, verkeersveiligheid enzovoort) Geef con-crete voorbeelden.

Uitbreiding

Europese initiatieven op onderwijsgebied

De Europese Unie biedt al sinds jaar en dag mogelijkheden aan jongeren om een buiten-landse leer- of werkervaring mee te maken. Zo liep van 2000 tot 2006 het Socrates-programma, gevolgd door het Levenslang Leren Programma. Bekende onderdelen zijn: Comenius (basis- en secundair onderwijs), Erasmus (hoger onderwijs), Grundtvig (volwassenenonderwijs), Leonardo Da Vinci (beroepsopleiding) … Sinds 2014 worden die programma’s onder de naam ‘Erasmusplus’ samengebracht.

Erasmus+Vanaf 2014 worden alle bestaande programma’s ondergebracht in Erasmus+ voor iedereen. Dat wordt het nieuwe overkoepelende EU-programma voor onderwijs, beroepsopleiding, jeugd en sport. Voor het eerst zal ook sport een deel zijn van het programma, aangezien sport sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon ook onder de bevoegdheid van de EU valt.

Wie de verdere ontwikkelingen van Erasmus voor iedereen op de voet wil volgen, kan terecht op de site van de Europese Commissie http://ec.europa.eu/education/erasmus-for-all.

Het doel van al die initiatieven is levenslang leren bevorderen, de toegang tot het onderwijs verbreden voor iedereen en het verwerven van kwalificaties en vaardigheden stimuleren. Er worden beurzen verstrekt aan wie een tijdlang in het buitenland wil studeren, lesgeven, stage lopen of een cursus volgen.

Page 188: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

188 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleH De Europese Unie

Actuele informatie over het Levenslang Leren Programma vind je op deze site:http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/index_en.htm

Via de site van PLOTEUS (http://ec.europa.eu/ploteus/home.jsp?language=nl) kunnen studenten, werkzoekenden, werkenden, ouders, loopbaanbegeleiders en leraren relevante informatie vinden over studeren in Europa. PLOTEUS staat voor Portal on Learning Opportunities throughout the European Space. Op die site vind je links naar universiteiten, instellingen voor hoger onderwijs, gegevensbanken van opleidingen, scholen, beroepsopleidingsinstellingen en opleidingen voor volwassenen. Ook voor informatie over het nog lopende Levenslang Leren Programma en de aanvraag van beurzen kun je er terecht. En je vindt er informatie over verhuizen naar het buitenland, kosten voor levensonderhoud enzovoort.

Informatie

Aanvullende Europese infobronnen

Europese Unie(http://europa.eu/index_nl.htm)Op deze portaalsite van de Europese Unie vind je gedetailleerde informatie over de Europese Unie, je rechten en kansen in de EU, over wonen, werken en studeren in een ander land in de EU.Die site heeft ook links naar informatie- en bijstandsdiensten van de EU. Je kunt er een antwoord vinden op vragen als: wordt mijn diploma ook in de andere EU-lidstaten erkend? Hoe vind ik een job in een ander EU-land? Als ik verhuis naar een ander EU-land, hoe kan ik mijn sociale zekerheid regelen? Enzovoort.

Europe Direct(http://europa.eu/europedirect/call_us/index_nl.htm)Bij Europe Direct kun je terecht met al je concrete vragen over de Europese unie. Je kunt gratis telefoneren naar 00 800 678 910 11.

EURES(http://ec.europa.eu/eures/home.jsp?lang=nl) EURES is het portaal voor beroepsmobiliteit. Wil je in een ander EU-land gaan werken, kan kun je hier terecht. Je vindt er informatie over vacatures in heel Europa. Je kunt er ook je cv ingeven voor Europese werkgevers.

Page 189: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1893e graad ASO - KSO - TSO

I De Verenigde Naties

Focus Zoek in de verzamelde informatie gegevens op over de Verenigde Naties.

a. Welke thema’s treden momenteel op de voorgrond? Wat is de aanleiding daartoe?

b. Diep een thema uit dat jou speciaal interesseert.

Basisinformatie: De oprichting van de VN

Na de Eerste Wereldoorlog werden steeds meer landen zich ervan bewust dat alleen internationale samenwerking de vrede kon garanderen. Daarom werd

in het kader van het Vredesverdrag van Versailles (1919) de Volkenbond opgericht. Dat was een samenwerkingsverband tussen landen van over de hele wereld, aanvankelijk echter zonder de landen die de oorlog hadden verloren. Later werd Duitsland ook lid. De Volkenbond kon niet verhinderen dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak.

Bij het uitbreken van de oorlog hield de Volkenbond feitelijk op te bestaan.

Na de Tweede Wereldoorlog werden de Verenigde Naties opgericht. Ook de verliezende landen werden er dit keer bij betrokken. Het Handvest van de Verenigde

Naties werd op 26 juni 1945 in San Francisco door 51 landen officieel ondertekend, en trad op 24 oktober 1945 in werking. Op die datum wordt nu elk jaar de “Dag van de Verenigde Naties” gevierd. Ondertussen zijn 193 landen lid van de VN.

De Verenigde Naties hebben vier doelstellingen: ● bevorderen van de internationale vrede en veiligheid; ● ontwikkelen van vriendschappelijke relaties tussen naties; ● samenwerken bij het oplossen van internationale problemen; ● bevorderen van de naleving van de mensenrechten.

Voor uitgebreide informatie over de Verenigde Naties kun je terecht op de volgende sites:• portaalwebsite van de VN in de zes officiële talen van de VN (Arabisch, Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans):

http://www.un.org;• website van het Regionaal Informatiecentrum van de VN voor West Europa (UNRIC):

http://www.unric.org/nl/ De bibliotheek van het UNRIC is voor het publiek toegankelijk en beschikt over een collectie VN-documenten en

publicaties in het Engels, Frans en Spaans, en heeft ook informatiemateriaal in andere West-Europese talen. UNRIC behandelt tevens alle aanvragen voor informatie per telefoon, e-mail of post.

Adres: Residentie Palace Block C, Wetstraat 155, Block C2, 8e verd., 1040 Brussel. T 02 788 84 84. E-mail: [email protected].

Bibliotheek: Wetstraat 155, Residence Palace, Block C2, 8e verd., T 02 788 84 62.• website van de Vereniging voor de Verenigde Naties: www.vvn.be De vereniging heeft tot doel de beginselen van de VN te verspreiden en de bevolking bewust te maken van de nood-

zakelijkheid van internationale samenwerking. Adres: Universiteitstraat 6, 9000 Gent. Tel. 09/264 97 60. E-mail: [email protected]

Page 190: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

190 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleI De Verenigde Naties

Welke zijn de belangrijkste organen van de Verenigde Naties?

De hoofdorganen van de VN zijn de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad, het Internationaal Gerechtshof en het Secretariaat. De “VN-familie” is echter veel groter en omvat daarnaast nog tientallen gespecialiseerde agentschappen, programma’s en organisaties. Op de site van het UNRIC vind je daarover uitvoerige informatie: http://www.unric.org/nl/vn-wat-en-hoe.

Op die site vind je tevens een organigram van de Verenigde Naties.

1. De Algemene Vergadering

De Algemene Vergadering is samengesteld uit alle 193 lidstaten. Elk lid beschikt over één stem. De beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid. Voor bepaalde zaken (bijvoorbeeld veiligheidskwesties, vrede) is een tweederde meerderheid vereist. De Algemene Vergadering kan besprekingen houden en aanbevelingen doen over alles wat tot de bevoegd-heden van de VN behoort. Internationale verdragen worden formeel door de Algemene Vergadering aangenomen, waarna ze ter ratificatie openstaan voor de lidstaten.

2. De Veiligheidsraad

De Veiligheidsraad telt vijftien leden, waarvan vijf permanente leden: China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika. De andere tien leden zijn niet-permanente leden en worden door de Algemene Vergadering gekozen voor een periode van twee jaar. De permanente leden hebben een veto-recht.

De Veiligheidsraad is bevoegd voor internationale vrede en veiligheid. Concreet kan de veilig-heidsraad diplomatieke druk uitoefenen, bemiddelen tussen partijen bij een conflict of zorgen voor instrumenten om een geschil te regelen, bijvoorbeeld in de vorm van onderzoeks- en bemiddelingsmissies. Als die overredingskracht ontoereikend is, kan de Veiligheidsraad zwaardere maatregelen tref-fen zoals een handelsembargo. Ook kan hij beslissen om VN-troepen naar een bepaald gebied te sturen.

Zijn beslissingen (resoluties genoemd) zijn meer dan aanbevelingen. Ze hebben een bindend karakter. De lidstaten zijn krachtens het Handvest verplicht die resoluties uit te voeren.

3. De Economische en Sociale Raad

De Economische en Sociale Raad (ECOSOC) bestaat uit 54 leden. Jaarlijks kiest de Algemene Vergadering achttien leden voor een termijn van drie jaar. De beslissingen (aanbevelingen genoemd) van de ECOSOC worden genomen met een gewone meerderheid. ECOSOC is het coördinerend orgaan voor de gespecialiseerde organisaties van de VN inzake economische en sociale materies. Voorbeelden zijn UNESCO en ILO (Internationale Arbeidsorganisatie).

Page 191: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1913e graad ASO - KSO - TSO

Verder maakt de ECOSOC verdragsontwerpen op die hij voorlegt aan de Algemene Vergadering. Binnen zijn bevoegdheden kan de Raad ook internationale conferenties samenroepen. De Wereld vrouwenconferentie is daarvan een voorbeeld.

4. Het Internationaal Gerechtshof

Het Internationaal Gerechtshof was oorspronkelijk een onderdeel van de Volkenbond, de voor-loper van de VN. Toen in 1945 de VN werden opgericht, werd het Internationaal Gerechtshof ondergebracht bij de VN.

Het Hof is gevestigd in Den Haag en beslist over conflicten tussen staten (en niet over misdrij-ven die personen zouden hebben begaan). Dat hoeven niet per se gewapende conflicten te zijn. Een interpretatieverschil van een verdrag bijvoorbeeld kan ook voorgelegd worden aan het Internationaal Gerechtshof. Het Hof geeft ook adviezen aan de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad.

Het Hof telt 15 rechters die worden gekozen door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad. Ze hebben een ambtstermijn van 9 jaar en zijn herkiesbaar.

Het Internationaal StrafhofHet Internationaal Strafhof, dat ook zijn zetel heeft in Den Haag, is bevoegd om personen te straffen voor zeer zware misdrijven: genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden.

Het Internationaal Strafhof had een aantal voorlopers: het Neurenberg- en Tokyotribunaal, het Joegoslaviëtribunaal en het Rwandatribunaal. Die waren ad hoc opgericht en hadden slechts een tijdelijk karakter. Het Internationaal Strafhof daarentegen is een permanente instelling.

Het Hof trad in werking in 2002, nadat 60 landen het oprichtingsstatuut hadden ondertekend. Ondertussen (1 juli 2012) hebben reeds 121 landen dat gedaan. Het Internationaal Strafhof is een onafhankelijke instelling. Het maakt geen deel uit van de VN, maar werkt er wel nauw mee samen.

Het Hof bestaat uit 18 rechters. Zij worden verkozen voor een termijn van maximaal 9 jaar door de landen die het Statuut ondertekend hebben.

Het Hof behandelt slechts aanklachten als de nationale rechtbanken niet bij machte of niet bereid zijn om een aanklacht te behandelen. Bovendien heeft het Hof slechts rechtsmacht voor landen die het Statuut ondertekend hebben. Dat is een belangrijk knelpunt in de werking van het Hof. Bepaalde landen (bijvoorbeeld de Verenigde Staten) erkennen het Strafhof niet uit vrees dat eigen onderdanen voor het Strafhof moeten verschijnen.

Meer info over het Internationaal Strafhof vind je op http://www.icc-cpi.int/

Page 192: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

192 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleI De Verenigde Naties

5. Het Secretariaat en de secretaris-generaal

Het Secretariaat brengt het beleid en de programma’s tot uitvoer. Aan het hoofd ervan staat de secretaris-generaal, die op voorstel van de Veiligheidsraad benoemd wordt door de Algemene Vergadering.Hij is het gezicht van de VN en heeft een belangrijke bemiddelingsfunctie. Sinds de oprichting van de VN zijn er acht secretarissen-generaal geweest:

● Trygve Lie (Noorwegen) 1946-1952 ● Dag Hammarskjöld (Zweden) 1953-1961 ● Oe Thant (Birma, nu Myanmar) 1961-1971 ● Kurt Waldheim (Oostenrijk) 1972-1981 ● Javier Pérez de Cuellar (Peru) 1982-1991 ● Boutros Boutros-Ghali (Egypte) 1992-1996 ● Kofi Annan (Ghana) 1997-2006 ● Ban Ki-Moon (Zuid-Korea) sinds 2007.

Het hoofdkantoor van het Secretariaat bevindt zich in New York, met daarnaast belangrijke operationele centra in Addis Abeba, Bangkok, Beiroet, Genève, Nairobi, Santiago en Wenen.

Wat zijn de belangrijkste thema’s op de agenda van de VN?

1. Mensenrechten

Een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de VN is het tot stand brengen in 1948 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Daarna hebben de VN nog een hele reeks verdragen over mensenrechten uitgevaardigd. De VN blijven een belangrijke rol spelen in het toezicht op de naleving van mensenrechten. (zie over die rol module 1)

2. Ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp

Het grootste deel van het VN-budget (zo’n 80 procent) wordt besteed aan ontwikkelingsprojec-ten en de bestrijding van armoede, ziekte en honger. ECOSOC is het belangrijkste VN-orgaan voor het coördineren van die activiteiten.

Momenteel leven nog meer dan een miljard mensen in extreme armoede: ze verdienen minder dan één euro per dag. Die mensen hebben vaak geen toegang tot de meest fundamentele voorzieningen die een waardig leven mogelijk maken – voldoende voedsel, veilig drinkwa-ter, degelijke gezondheidszorg, geschikte huisvesting, maar ook basisonderwijs, opleiding en arbeidskansen om in het eigen levensonderhoud te voorzien.

Als landen worden getroffen door oorlog, hongersnood of een natuurramp, bieden de VN meestal als eerste hulp aan. Een deel van die hulp neemt de vorm aan van directe steun van VN-programma’s zoals het Wereldvoedselprogramma en UNICEF. Het VN-ontwikkelingsprogramma (UNDP) coördineert ontwikkelingsbehoeften op langere ter-mijn (bijvoorbeeld de opbouw van een nationale infrastructuur). Het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen biedt steun en bescherming aan meer dan 22 miljoen vluchtelingen en ontheemden in de hele wereld.

Page 193: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1933e graad ASO - KSO - TSO

MillenniumdoelstellingenTussen 1990 en 2000 organiseerden de VN een hele reeks grote internationale conferenties: de Wereldtop voor Kinderen (New York, 1990), de Wereldtop voor Milieu en Ontwikkeling (Rio, 1992), de Wereldtop voor Mensenrechten (Wenen, 1993), de wereldtop voor Bevolking en Ontwikkeling (Caïro, 1994), de Wereldtop voor Vrouwen (Peking, 1995), de Wereldtop voor Sociale Ontwikkeling (Kopenhagen, 1995), de Wereldtop voor Menselijke Nederzettingen (Istanbul, 1996), de Wereld Voedsel Top (Rome, 1997) enzovoort. Tijdens die bijeenkomsten maakten de staatshoofden en regeringsleiders telkens een aantal internationale afspraken.

In 2000, op de Millenniumtop in New York, werden de internationale afspraken uit de jaren 90 die betrekking hadden op de bestrijding van armoede, ziekte en honger, gebundeld in de zogenaamde Millenniumverklaring: alle VN-lidstaten engageerden zich om tegen 2015 acht Millenniumdoelstellingen te bereiken.

Opdracht: Millenniumdoelstellingen ● Wat zijn de 8 millenniumdoelstellingen? ● Wat is de huidige stand van zaken? ● Welke concrete maatregelen nemen de federale en Vlaamse overheid om de millenni-

umdoelstellingen te helpen bereiken? ● Wat kan er volgens jou nog meer gedaan worden?

Uitgebreide informatie over de millenniumdoelstellingen vind je op onder andere: http://www.un.org/millenniumgoals/

http://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/Ontwikkelingssamenwerking/

Themas/Millenniumdoelstellingen/

http://www.vlaanderen.be/int/artikel/vlaams-agentschap-voor-internatio-

nale-samenwerking

http://www.millenniumdoelstellingen.be/

http://detijdloopt.be

3. Vrede en veiligheid

Het bevorderen van de internationale vrede en veiligheid is een van de hoofddoelen van de VN. Sinds de oprichting in 1945 is vaak een beroep gedaan op de VN om te voorkomen dat een conflict zou escaleren tot oorlog, om vijandige partijen te overtuigen rond de onderhandelings-tafel te gaan zitten in plaats van de wapens te grijpen, of om te helpen de vrede te herstellen als er toch een conflict was uitgebroken.

Een van die vredesinspanningen is het inzetten van een troepenmacht (de zogenaamde VN-blauwhelmen). De troepen worden door verschillende landen ter beschikking gesteld en vervullen de rol van een onpartijdige derde partij. Ze hebben meestal een beperkte opdracht (peace keeping - vredeshandhaving). Ze strijden niet mee maar vormen een buffer tussen strijdende partijen. Ze mogen er alleen op toezien dat die zich houden aan een staakt-het-vuren. Hun aanwezigheid vergroot de mogelijkheden om een conflict langs vreedzame, diplomatieke weg te beslechten. Die strategie heeft men bijvoorbeeld gevolgd tijdens de oorlog in Bosnië (1991-1996).

Page 194: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

194 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleI De Verenigde Naties

Soms moeten die troepen werkelijk de vrede herstellen (peace-making), wat inhoudt dat ze militair optreden tegen een agressor. Dat was bijvoorbeeld het geval tijdens de Golfoorlog in 1991. De Verenigde Staten kregen in de Veiligheidsraad gedaan dat zij zelf de VN-resolutie zouden uitvoeren. Toen bestond de troepenmacht hoofdzakelijk uit VS-militairen, aangevuld met enkele kleine contingenten uit vooral Groot-Brittannië en Frankrijk, en logistiek gesteund door enkele andere landen, waaronder België. Zij hadden de opdracht om de troepen van Irak uit Koeweit te verdrijven.

Sinds 1948 hebben de VN 67 vredesoperaties op touw gezet. Momenteel zijn de VN betrok-ken bij 16 vredesoperaties, waaraan 96.927 militairen en 17.966 burgers deelnemen. Actuele informatie daarover vind je op http://www.un.org/en/peacekeeping/operations/

current.shtml (29-11-2012). Toch is de onmacht van de VN bij vredeshandhaving groot, wanneer bij de strijdende partijen de politieke wil tot vrede niet aanwezig is of wanneer er in de veiligheidsraad een veto wordt gesteld. De VN zijn geen wereldregering en hebben geen eigen leger. Ze zijn ook geen interna-tionale politiemacht. Het zijn de lidstaten die beslissen of, wanneer en hoe de VN ingrijpen om conflicten te beëindigen. De Veiligheidsraad beslist over elke vredesoperatie en elk van de vijf permanente leden kan er een veto tegen uitspreken.

Geopolitieke genocide Volgens de Verenigde Naties heeft er in de Sudanese regio Darfur geen genocide plaatsgevonden. Wel misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmidaden. Daarom vragen de VN dat het Internationaal Straf-hof wordt ingeschakeld om de schuldigen te straffen. Wat meteen op een veto van de VS stuit omdat die het Strafhof niet erkennen.Er bestaat een zeer brede consensus in de wereld dat sinds het begin van de burger-oorlog in het westen van Sudan de grootste gruweldaden zijn uitgevoerd, zowel door de centrale overheid als door de Janjaweed-rebellen. Dorpen zijn platgebrand, mensen vermoord, verkracht, gefolterd en ontvoerd, de hele cataloog van oorlogsmisdaden is terug te vinden. Het gaat om duizeling-wekkende cijfers. Het aantal doden wordt geschat op 70.000 en minstens 1,6 miljoen mensen zijn op de vlucht voor het geweld. Maar er is geen genocide gepleegd, vinden de VN.

De krampachtigheid waarmee het woordje genocide is vermeden, is tekenend. Want als er een genocide gepleegd zou zijn, moet de internationale gemeenschap wel ingrijpen en dus militair gaan optreden

in de streek. Door de beschuldiging af te zwakken en anders te formuleren, hoeft dat niet. Maar is het ook meteen duidelijk dat het moorden en verkrachten nog wel een tijdje kan doorgaan, want een snelle internationale respons lijkt niet vanzelfs-sprekend. De VS hebben nochtans altijd hardop gezegd dat er een genocide aan de gang was in Darfur. Zelfs de vorige minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, nam het g-woord in de mond. Maar ook de VS hebben niet aangedrongen om dat in het verslag van de VN-commissie te krijgen. Wellicht omdat de Amerikanen een militair ingrijpen in die regio ook niet zien zitten.(...)De internationale gemeenschap kan het moorden in de streek natuurlijk niet zomaar laten doorgaan, en dus moeten de schuldigen van de misdaden tegen de men-selijkheid gestraft worden. Daarvoor is er een internationaal orgaan, het Internatio-naal Strafhof, maar dat wordt dan weer niet door de VS erkend. (...)

Jean VanemptenDe Tijd, 05-02-2005, pagina 12

Page 195: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1953e graad ASO - KSO - TSO

4. Milieu

De VN nemen heel wat initiatieven met betrekking tot duurzame ontwikkeling en milieu. Het Kyoto-protocol dat in 1997 werd ondertekend, is daar een voorbeeld van.

Opdracht: Vlaanderen en de VNHierna worden nog enkele VN-thema’s vermeld die voor Vlaanderen belangrijk zijn. Via de zoekfunctie van de portaalsite www.vlaanderen.be, kun je meer informatie vinden over de Vlaamse betrokkenheid bij het thema:

● mensenrechten (kinderrechten, vrouwenrechten) ● duurzame ontwikkeling ● de strijd tegen HIV/aids ● de millenniumdoelstellingen ● de informatiemaatschappij

● Kies uit bovenstaande lijst van thema’s waar ook Vlaanderen bij betrokken is, een thema uit. ● Wat houdt dat thema in? Zoek daarover informatie op de aangegeven site, in

VN-documenten, in de media enzovoort. ● Waaruit bestaat de concrete betrokkenheid van de Vlaamse overheid bij dit thema? Wat

is de huidige stand van zaken? ● Leid daaruit een persoonlijke conclusie af. Motiveer je antwoord.

Kyoto maar eerste stap in strijd tegen broeikaseffect

KLIMATOLOGEN WAARSCHUWEN VOOR OP-WARMING AARDE MET MEER DAN 2 GRADEN

Kyoto is een eerste, schuchtere stap in de strijd tegen de klimaatverandering. De tweede stap - wereldwijde afspraken over het aan banden leg-gen van broeikasgassen met de Verenigde Staten, Japan en de snelgroeiende ontwikkelingslanden als China en India - wordt veel drastischer en dus ook moeilijker. Intussen doet de opwarming van de aarde zich overal ter wereld steeds scherper gevoelen.

Het klimaatprotocol van Kyoto is de eerste we-reldwijd bindende afspraak over de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 5 procent tegen 2012, vergeleken met 1990. Europa beloofde in Kyoto de uitstoot met gemiddeld 8 procent te verminderen.In de EU werd die inspanning onevenredig ver-deeld tussen de landen in volle industriële ontwik-keling, zoals Spanje, dat zelfs een stijging van de uitstoot over die periode toegezegd kreeg, en de oudere industrielanden, die grotere reducties op zich namen. België zit met een vermindering van de uitstoot van 7,5 procent net onder het EU-gemiddelde.

Het Kyotoprotocol zweefde jaren tussen leven en dood. De Amerikaanse president George Bush zegde de deelname aan het internationaal klimaat-verdrag in de lente van 2001 op. In het zog van de Verenigde Staten haakte ook Australië af.

Ook Rusland twijfelde lang over de goedkeuring van Kyoto. Nochtans heeft Moskou veel te winnen bij het protocol. De sluiting van aftandse industrie levert Rusland heel wat klimaatbonussen op. Bo-nussen die in de vorm van schone lucht te geldegemaakt kunnen worden bij landen als België.

Enerzijds ontbreekt de bereidheid effectief verder te gaan in de strijd tegen de klimaatverandering. Zonder de grote vervuilers, in de eerste plaats de VS, zijn verdere afspraken zinloos, zo klinkt het steeds luider, ook in Europa. De Amerikanen ei-sen op hun beurt van China en India concrete en-gagementen. Anderzijds geven klimaatexperts aan dat veel grotere inspanningen nodig zijn om een catastrofale stijging van de temperatuur op aarde te vermijden. Een stijging van de temperatuur op aarde met meer dan 2 graden kan dramatische gevolgen hebben, waarschuwen de klimatologen. Het klimaat kan dan abrupt en onomkeerbaar veranderen. (...)

Kris Van HaverDe Tijd, 16/02/2005 , pagina 4

Page 196: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

196 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleI De Verenigde Naties

Leesopdracht: In vredesnaam

In vredesnaam

DE VERENIGDE NATIES VIERDEN IN 2005 HUN 60E VERJAARDAG. KNACK HAD TOEN EEN INTERVIEW MET HOOGLERAAR INTERNATI-ONAAL RECHT JAN WOUTERS OVER BLAUWHELMEN, DE NIEUWE WERELDWANORDE EN HET VERSCHIL TUSSEN DROOM EN DAAD.

Door Piet Piryns en Hubert van Humbeeck

Aan nobele doelstellingen ontbrak het niet. ‘Wij, de volken van de Verenigde Naties, zijn vastbesloten de komende geslachten te behoeden voor de gesel van de oorlog, die tweemaal in ons leven onnoemelijk leed over de mensheid heeft gebracht.’ Zo stond het in het Handvest van de Verenigde Naties, dat op 26 juni 1945 in San Francisco door vijftig landen werd ondertekend. Maar die hooggestemde woorden konden niet voorkomen dat zes weken later Hiroshima en Nagasaki door atoombommen van de kaart werden geveegd.‘Het verhaal van de VN is natuurlijk niet alleen maar een succesverhaal’, zegt Jan Wouters. ‘Het is geen vlekkeloze organisa-tie. Maar ondanks alle beperkingen, handi-caps en disfuncties is er in die zestig jaar toch heel wat bereikt.’ Wouters is hoogle-raar internationaal recht aan de KU Leuven en voormalig voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor de Verenigde Naties.

Valt er eigenlijk wel iets te vieren, professor?

JAN WOUTERS: Er valt in ieder geval iets te herdenken. De Verenigde Naties hebben vele stormen doorstaan: de periode van de Koude Oorlog, de val van het communisme, de Nieuwe Wereldorde — of Nieuwe Wereld-wanorde, zo u wilt — van de jaren negentig, de aanslagen van 11 september, de oorlog in Irak. En toch is men erin geslaagd de club bij elkaar te houden. Vandaag zijn 191 landen lid van de VN, en voor zover ik weet, bepleit niemand de afschaffing ervan. Als je dat een beetje in historisch perspectief bekijkt, is dat een ongelooflijke verdienste.

Tussen de twee wereldoorlogen was er de Volkenbond. Waarin verschilde die van de VN?

WOUTERS: De Volkenbond was een duiven-til. Ondanks de vurige pleidooien van de Amerikaanse president Woodrow Wilson zijn de Verenigde Staten nooit lid geworden van de Volkenbond. Andere grootmachten, zoals Japan, Duitsland en de Sovjet-Unie, vlogen in en uit. Het concept van de Ver-enigde Naties, met het permanente lidmaat-schap van de grootmachten in de Veilig-

heidsraad, is veel beter bestand gebleken tegen middelpuntvliedende krachten — zelfs in tijden van zware crisis. En voorts is het werkterrein van de VN natuurlijk veel breder dan dat van de Volkenbond was: de VN houden zich niet alleen bezig met vrede en veiligheid, maar ook met ontwikkeling, mensenrechten, humanitaire hulp, milieu, gezondheid, internationaal recht, noem maar op. Op al die terreinen zijn belang-rijke resultaten geboekt.

U ziet vooruitgang?

WOUTERS: Zeker. Het is bijvoorbeeld een halve eeuw vrijwel ondenkbaar geweest dat er zoiets zou komen als het Internationaal Strafhof. Na de Tweede Wereldoorlog — en na het Neurenberg- en Tokiotribunaal — is het voorstel even aan de orde geweest, maar tijdens de Koude Oorlog is het weer de ijskast ingegaan. In 1989 werd er in de Algemene Vergadering van de VN gedebat-teerd over de problematiek van de inter-nationale drugshandel. Het waren toen niet de grootmachten, maar Trinidad en Tobago die het voorstel formuleerden om een permanent internationaal straftribu-naal op te richten. Dat tribunaal is er, tegen alle verwachtingen in, in 2002 uiteindelijk gekomen, maar toen was het niet bevoegd voor drugssmokkel — wél voor genocide bijvoorbeeld. Vandaag zijn er al 99 landen — een meerderheid van de VN dus — die het Strafhof erkennen en een belangrijke kwes-tie als Darfur is door de Veiligheidsraad naar het tribunaal doorgeschoven.

Bij de oprichting in 1945 hadden de VN 50 lidstaten, nu 191. Heeft de toetreding van al die nieuwe landen de krachtverhoudingen gewijzigd? Waren de structuren van de VN daarop berekend?

WOUTERS: Dat is een genuanceerd verhaal. In de Algemene Vergadering hebben alle 191 lidstaten één stem — het Micronesische eilandstaatje Palau heeft er in principe evenveel zeggenschap als de VS. Dat maakt het natuurlijk niet eenvoudig om tot een consensus te komen. Bovendien is er in de Algemene Vergadering al van oudsher

Page 197: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1973e graad ASO - KSO - TSO

sprake van blokvorming, met bijvoorbeeld de G77 — een club van intussen meer dan honderd ontwikkelingslanden — of de Beweging van Niet-Gebonden Landen. Dat zijn nog relieken van de Koude Oorlog. Als er resoluties gestemd moeten worden over gevoelige onderwerpen als handel of ont-wikkeling, kunnen de westerse landen niet veel meer doen dan proberen de schade te beperken.

Maar als het erop aankomt zullen, bijvoor-beeld, de Verenigde Staten zich toch niets aantrekken van die Algemene Vergadering?

WOUTERS: Het is voor de VS geen priori-teit. Ze steken hun Latijn veel liever in de Veiligheidsraad, want daar worden natuur-lijk de echte beslissingen genomen.

Wie aan de Verenigde Naties denkt, denkt aan blauwhelmen. Nogal wat vredesmissies zijn op drama’s uitgedraaid, van Rwanda tot Srebrenica.

WOUTERS: Ik zou toch nog eens willen herhalen dat de eerste opdracht van de VN was een nieuwe wereldbrand te voorkomen. Daar zijn ze in geslaagd. Maar natuurlijk zijn er in de voorbije zestig jaar talloze conflicten geweest, zowel interstatelijke als binnenlandse. Wat dat betreft, is de balans niet onverdeeld positief. Bijna 45 jaar lang is het collectieve veiligheidssysteem totaal verlamd door de Koude Oorlog. Het inzet-ten van blauwhelmen is een pragmatische tussenoplossing geweest, die ook niet in het Handvest was voorzien — daarom spreekt men van Chapter Six and a Half. Secretaris-generaal Dag Hammarskjöld heeft destijds het begrip peacekeeping geïntroduceerd. Dat kwam er in essentie op neer dat je blauwhelmen stationeerde in een soort bufferzone om een staakt-het-vuren af te dwingen met toestemming van de oorlog-voerende partijen. Dat was natuurlijk een bijzonder moeilijke evenwichtsoefening.

Maar na het einde van de Koude Oorlog werkte het systeem van vredeshandhaving niet meer.

WOUTERS: De val van de Muur was na-tuurlijk een kantelpunt in de geschiedenis van de VN, maar dat betekent niet dat alles ineens rozengeur en maneschijn was. Er was dat vluchtige moment toen vader Bush over een Nieuwe Wereldorde sprak, en het bijna ideale draaiboek dat gevolgd werd in de Golfoorlog van 1991. Op 2 augustus 1990 valt Irak Koeweit binnen, en dan zie je die hele rimram van VN-resoluties die elkaar opvolgen: de VN sommeren Saddam zijn troepen uit Koeweit terug te trekken, daar-na leggen ze economische sancties op, ze stellen een ultimatum en vervolgens geven ze een coalitie — the able and the willing — de toestemming om geweld te gebruiken en Koeweit te bevrijden. ‘By all necessary means’, zoals het in het diplomatieke jargon heette. Het was een bijna perfect voorbeeld van hoe het systeem zou moeten werken.

Waar is het dan op stukgelopen?

WOUTERS: Het verschil tussen droom en daad, misschien? Het systeem raakt over-belast, en algauw volgen de grote desillu-sies: in de Balkan, in Somalië, in Rwanda, in Irak. Men volgt het draaiboek van de VN, maar er komt een kink in de kabel omdat een van de permanente leden van de Veiligheidsraad laat weten dat hij een veto zal stellen — Rusland in het geval van Kosovo, Frankrijk in het geval van Irak, en ga zo maar door. Vervolgens besluiten de NAVO of de Verenigde Staten zelf voor politieagent te spelen, zonder mandaat van de Verenigde Naties. Maar je ziet ook dat ze na een militaire ingreep zo snel mogelijk terugkeren naar de VN en de Veiligheids-raad om de plooien glad te strijken en hun optreden post factum te legitimeren. De Amerikanen, bijvoorbeeld, hadden de VN nodig om de blijvende aanwezigheid van hun troepen in Irak te rechtvaardigen.

Kan een secretaris-generaal zijn stempel drukken op de VN? Hoe groot is zijn macht?

WOUTERS: De functie is sterk geëvolueerd: in het oorspronkelijke Handvest werd de secretaris-generaal min of meer gezien als het diensthoofd van de administratie. De eerste secretaris-generaal bijvoorbeeld, de Noor Trygve Lie, was een regelrechte flop omdat hij noch door Moskou, noch door Wash-ington werd gerespecteerd. Maar zijn opvolger Dag Hammarskjöld slaagde erin bijzonder behendig tussen de twee blokken te manoeuvreren en in de moeilijke context van de Koude Oorlog toch een belangrijke politieke rol te spelen. Het hangt dus in grote mate af van de persoonlijkheid van de secretaris-generaal. Men heeft die functie ooit the most impossible job on earth ge-noemd — en dat klopt ook wel, denk ik.

Past Kofi Annan in het rijtje van de groten?

WOUTERS: Ik maak niet graag hitlijsten — je kunt omstandigheden niet vergelijken. Annans voorganger Boutros Boutros Ghali heeft, bijvoorbeeld, maar één mandaat gekregen. Niet omdat hij incompetent was, maar omdat de VS vonden dat hij als Egyptenaar te weinig oog had voor de Ame-rikaanse belangen in het Midden-Oosten. Maar Kofi Annan heeft zeker grote verdien-sten. Hij pakt de zaken efficiënt aan, ook intern, en hij heeft heel goed gesnapt dat de VN niet alleen de relaties met de lidstaten moet verzorgen, maar ook die met de za-kenwereld en met de civiele maatschappij. Hij beseft het belang van netwerken en hij heeft ook in de gaten dat hij, om binnen de VN te kunnen overleven, de Europese Unie nodig heeft. Vandaar ook dat hij regelmatig in Brussel is.

Moeten de Verenigde Naties worden her-vormd?

WOUTERS: Met alles wat er de voorbije jaren gebeurd is, kan het niet anders of er wordt naar gestreefd om het hele appa-

Page 198: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

198 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleI De Verenigde Naties

raat bij de tijd te brengen. Dat wordt een razend moeilijke opgave. Elke wijziging van het Handvest moet door tweederde van de lidstaten worden geratificeerd, met inbegrip van de vijf permanente leden van de Veilig-heidsraad.

Het volstaat dat, laten we zeggen, de Ameri-kaanse Senaat weigert om een amendement te stemmen en het hele ding ligt plat?

WOUTERS: Er zal daarom worden gepro-beerd om zo weinig mogelijk aan het Hand-vest te raken en heel pragmatisch enkele nieuwe accenten te leggen. Ik vind dat Kofi Annan de opdracht van de VN goed heeft samengevat. Hij ziet drie hoofdtaken: vrede en veiligheid, mensenrechten en ontwikke-ling. Hij probeert die ook institutioneel te vertalen. In verband met vrede en veiligheid moet er aan de Veiligheidsraad worden ge-sleuteld — waarbij er nog verschillende op-ties op tafel liggen. Met ontwikkeling houdt zich bij de VN op dit moment zo een beetje iedereen bezig. Het idee zou zijn om een hervormde Economische en Sociale Raad daarin een centrale rol te laten spelen.Wat mensenrechten betreft: Annan weet ook dat de bestaande Mensenrechtencom-missie in Genève weg moet. Daar zou een sterkere Mensenrechtenraad voor in de plaats moeten komen. Dat ligt allemaal zeer gevoelig. De huidige commissie heeft alle geloofwaardigheid verloren, omdat het perverse fenomeen zich voordeed dat er landen zitting in namen om zichzelf wit te wassen — zoals China.

Maar hoe bereik je over dat soort zaken een consensus?

WOUTERS: We moeten realistisch zijn. Op de drie vlakken rijzen enorme problemen. China nam twee weken geleden eindelijk een standpunt in over de hervorming van de Veiligheidsraad: het wil geen nieuwe per-manente leden. Het wil zeker Japan er niet bij hebben, maar het liet eigenlijk al ver-staan dat ook Duitsland, Brazilië en India niet welkom zijn. Dan wordt het moeilijk om een consensus te bereiken. De Ame-rikanen lieten het achterste van hun tong nog niet zien, maar zij willen Japan er wél bij. Er loopt een gerucht dat minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice dan weer tegen de Duitse kandidatuur gekant zou zijn, omdat de Europese Unie met het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk al twee permanente leden heeft. En zo verder.

Welke verschillende opties liggen er voor de Veiligheidsraad op tafel?

WOUTERS: De Veiligheidsraad telt nu vijftien leden. Vijf daarvan zijn permanente leden, de andere leden hebben een man-daat van twee jaar. Het eerste plan komt erop neer dat er een aantal permanente en niet-permanente zouden bijkomen tot een totaal van 25. Het idee was om nieuwe grootmachten een plaats te geven — zeker als ze uit continenten komen die nog geen

permanente leden hebben. Denk aan Brazi-lië, India, eventueel Zuid-Afrika.

Moeten die dan ook een vetorecht krijgen?

WOUTERS: Nee, dat schijnt niet de bedoe-ling te zijn. Je kunt zeggen: dat is niet fair, want dan krijg je een Veiligheidsraad met een business class en een economy class. Maar dat is hoe dan ook onvermijdelijk. Er is overigens ook een tweede plan, dat al inspeelt op de houding die landen zoals China innemen. Ze willen de huidige perma-nente leden houden, met vetorecht, en ver-der een soort van semi-permanente leden met een mandaat dat eventueel hernieuwd kan worden. Het blijft uiteindelijk natuur-lijk een politieke keuze.

Is de rol van de VN veranderd sinds 11 september 2001?

WOUTERS: De strijd tegen de terreur is nu een van de hoofdtaken van de VN geworden. Maar eigenlijk is de organisatie daar al sinds de jaren zestig mee bezig. Bij gebrek aan definitie van wat nu precies onder terrorisme moet worden verstaan, gebeurde dat op een heel pragmatische manier. U weet: de vrijheidsstrijder van de ene is de terrorist van de andere. Maar geleidelijk werden vliegtuigkapingen verboden, bomaanslagen, de financiering van terrorisme. Nu staat er eindelijk een algemene conventie in de steigers, met een algemene definitie en alles erop en eraan. Op aansturen van de VS heeft de Veilig-heidsraad na 11 september bovendien een aantal belangrijke resoluties gestemd, die bindend zijn voor alle lidstaten en neerko-men op verkapte wetgeving. Landen hebben een meldingsplicht, verdachten kunnen op een zwarte lijst belanden, bankrekeningen worden geblokkeerd, en zo verder.

Doen de VN ook iets aan de oorzaken van het terrorisme?

WOUTERS: Terrorisme is, zoals u weet, de uiting van een bepaalde malaise. Wie daar beleidsmatig wil mee omgaan, moet meer doen dan geweld gebruiken. De VN zijn daarvoor goed geplaatst. Wat de organisatie doet op het vlak van handel en ontwikke-ling, opvoeding en onderwijs en respect voor de mensenrechten kan — op termijn — de voedingsbodem voor terrorisme helpen wegnemen. Als de Verenigde Naties al niet bestonden, zouden ze moeten worden uitge-vonden.

Aanvullende info: Jan Wouters en Cedric Ryngaert (red.), ‘De Verenigde Naties: een wereld van verschil?’, Acco, Leuven, 352 blz. Dertig kritische bijdragen over de werking van de VN. Van Karel De Gucht tot Eric Suy. Paul Morren, ‘Het ontstaan van de Verenigde Naties’, Roularta Books, Roeselare, 208 blz., De geschiedenis van de vredesgedachte, van de Oudheid tot de VN.

Page 199: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

1993e graad ASO - KSO - TSO

J Samenvatting Module 4

1

2

3

4

Begrippen die je na deze module zou moeten kunnen begrijpen en gebruiken:

Opmerking: ● Het is niet de bedoeling dat je de betekenis van al deze begrippen uit het hoofd leert, wel

dat je weet wat ze willen zeggen als je ze in een bepaalde tekst leest. ● Duid (in afspraak met de leerkracht) de echt belangrijke begrippen aan.

Deze begrippen moet je wel kennen.

* jeugdraad

* scholieren- of leerlingenparlement

* statuten

* politieke besluitvorming

* middenveld

* burgemeester, schepenen

* college van burgemeester en schepenen

* gemeenteraad

* gemeentelijke autonomie

* openbaarheid van bestuur

* adviesraden

* jeugdraad

* OCMW

* gouverneur

* provincieraad

* deputatie

* gedeputeerden

* federalisering

* Grondwettelijk Hof

* Raad van State

* bevoegdheids- en belangenconflicten

* taalfaciliteiten

Page 200: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

200 Overheden en instellingen: bevoegdheden, besluitvorming en controleJ Samenvatting Module 4

5

6

7

8

* federale wet

* wetsvoorstel en wetsontwerp

* koninklijk besluit, ministerieel besluit, omzendbrief

* kamercommissie

* amenderen

* parlementaire onderzoekscommissie

* plenaire vergadering

* Staatsblad

* uitvoerende macht en wetgevende macht

* vredegerecht

* politierechtbank

* rechtbank van eerste aanleg

* rechtbank van koophandel

* arbeidsrechtbank

* hof van assisen

* hof van beroep

* arbeidshof

* Hof van Cassatie

* Raad van State

* decreet

* ontwerp van decreet en voorstel van decreet

* ordonnantie

* interpellatie

* instemmingsprocedure

* eenparigheid van stemmen

* gekwalificeerde meerderheid

* verordening

* richtlijn

* beschikking

* aanbeveling

* intergouvernementele samenwerking

* supranationale instelling

* ratificatie

* supranationaal

* soevereiniteitsoverdracht

Page 201: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

2013e graad ASO - KSO - TSO

Colofon

Het educatief materiaal voor de leerlingen van de derde graad aso, kso, tso kwam tot stand met de medewerking van: prof. K. Deschouwer, dr. J. Moulaert, W. Taelman, H. Vanoppen, C. De Wilde, F. Decoster, I. Droesbeke, W. Dupon, D. Hoflack, K. Lamon, P. Martin, W. Schuermans, P. Baeten, C. Wyns.

Eindredactie: Kris Van den Bremt, educatieve dienst van het Vlaams Parlement.Onze bijzondere dank aan: de cartoonisten ian, zak en Eric Meynen voor hun enthousiaste medewerking.

De Kracht van je Stem wordt gestuurd door de stuurgroep:Voorzitter: Francis DecosterLeden: Julie Clément, directeur Informatie en Externe Relaties, Vlaams Parlement Lisbet Colson, Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs Philippe Decruyenaere, inspecteur basisonderwijs Kris Deschouwer, Vrije Universiteit Brussel Marc Hooghe, K.U.Leuven Marc Le Bruyn, commissiesecretaris, Vlaams Parlement Michael Meyers, adjunct-directeur Koninklijk Atheneum Mortsel Evelyne Schoeters, Gemeenschapsonderwijs Ann Swaegers, Provinciaal Onderwijs Vlaanderen Frie Van Camp, Onderwijssecretariaat van Steden en Gemeenten Kris Van den Bremt, coördinator De Kracht van je Stem, Vlaams Parlement Bruno Vanobbergen, kinderrechtencommissaris Bart Horemans, Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs Stefaan Walgrave, Universiteit Antwerpen Chris Wyns, expert

Lay-out: CIBE communicatieDruk: Wim De Ridder en Joris Schelkens, drukkerij Vlaams ParlementLaatste wijzigingen: 20 februari 2014

Vlaams Parlement1011 BrusselT 02 552 11 [email protected]

D2005/3933/2

Page 202: De Kracht van je Stem · De educatieve dienst van het Vlaams Parlement “De Kracht van je Stem ” 3e graad 3 ASO - KSO - TSO Leesopdracht een tekst die aansluit bij het thema, met

Leuvenseweg 86 • 1000 Brussel • tel 02 552 45 34 • [email protected] • www.dekrachtvanjestem.be