De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten....

24
14e jaargang, nr. 54, november 2011 Tijdschrift over arbeidsmarktontwikkelingen binnen Zorg, Welzijn en Sport De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg Arbeidsmarktmonitor Sport | Nieuwerwets Gilde-leren

Transcript of De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten....

Page 1: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

4 Calibris VIZIER december 200914e jaargang, nr. 54, november 2011

Tijdschrift over arbeidsmarktontwikkelingen binnen Zorg, Welzijn en Sport

De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg Arbeidsmarktmonitor Sport | Nieuwerwets Gilde-leren

Page 2: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

2 Calibris VIZIER nov 2011

INHOUDSOPGAVE

4

6

10

12

14

16

20

22

23

24

Ziekenhuisdirecteur Zeller zet vraagtekens bij advies RVZ

Een ingeslapen sector kun je de zorg bepaald niet noemen, maar toch vindt de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) het hoog tijd voor een wake-up call. Een interview met Nicolet Zeller.

Gilde-leren: meer begeleiding en betere resultaten

De toekomst van de onderwijsassistent

Berichten

MVO: hoe doe je dat?

Derde Calibris Café over stagebeoordeling

Samen op zoek naar stageplaatsen voor doktersassistenten

Coverinterview

Sociale media kunnen beroepspraktijkvorming verbeteren

Investeren in sport(werkers)

Page 3: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 3

Als praktijkopleider in de kinderopvang heb ik rechtstreeks te maken met ont-wikkelingen op de arbeidsmarkt. In tijden dat er veel groei is, bijvoorbeeld als er nieuwe locaties of groepen worden opgestart, wordt de aanname- en selectie-procedure van nieuwe studenten beïnvloed door het tekort aan personeel of de dreiging hiervan. Op dit moment lijkt er binnen de kinderopvang krimp te gaan optreden. Heeft deze ontwikkeling gevolgen voor stagiairs die de opleiding Pedagogisch Medewerker volgen? Voor je BPV-beleid? Voor de praktijkopleider?

Ja, zeker. Maar niet op een negatieve manier. Op korte termijn lijkt het aanbod van nieuwe medewerkers groter dan de vraag. Voordeel is dat organisaties kun-nen kiezen tussen verschillende kandidaten: past deze kandidaat binnen onze organisatie, op deze locatie en groep? Je kunt eisen stellen aan net afgestudeerde studenten: kunnen ze werken volgens ons pedagogisch beleid, zijn ze klant-gericht, kunnen ze goed samenwerken met collega’s?

De grootste kansen liggen in het ontwikkelen van een nog betere samenwerking tussen het leerbedrijf en de school. Het is belangrijk om goede afspraken te maken over de inhoud van de opleiding, de inhoud en uitvoering van de BPV. Juist nu! Samen werken aan een duidelijk en elkaar aanvullend opleidingsprogramma, vormgegeven door opleiding en leerbedrijf. Uiteraard met als centrale opdracht dat de stagiair alle mogelijkheden krijgt om zijn of haar talenten te ontwikkelen. De stu-denten van de leerafdeling die tijdens de stageperiode laten zien dat ze geschikt zijn om binnen de organisatie te werken. De pareltjes van de opleiding, degene die zich duidelijk onderscheiden van de andere stagiairs, zullen onze nieuwe medewerkers worden.

Mijn taak als praktijkopleider is hierin van groot belang, door mee te werken aan een goede stageperiode in nauwe samenwerking met de onderwijsorganisatie. Nu is er misschien kwantitatief minder vraag, maar meer vraag naar een hogere kwaliteit. Over een aantal jaar treden er weer tekorten op. Nu hebben we de kans om met elkaar meer te investeren in het stage- en opleidings-beleid. Met als doel studenten nog beter op te leiden tot goede vakbekwame medewerkers die elke organisatie graag wil hebben. Maar ook de kans om studenten te trekken die weten waarom ze gekozen hebben voor dit prachtige beroep. Studenten die passie hebben voor het werken met kinderen. Studenten die kinderopvang zien als een meerwaarde voor de ontwikkeling en talentontdekking van kinderen. Studenten die zelf hun talenten verder durven te ontwikkelen!

COLUMN

Anita van der Hoeven

PrAktijkoPleider vAn de ‘s-GrAvenzAndse kinderoPvAnG okidoki

Beste CAliBris PrAktijkoPleider 2011

KANSEN IN DE KINDEROPVANG

Derde Calibris Café over stagebeoordeling

Samen op zoek naar stageplaatsen voor doktersassistenten

Coverinterview

Page 4: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

4 Calibris VIZIER nov 2011

Een ingeslapen sector kun je de zorg bepaald niet noemen, maar toch vindt

de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) het hoog tijd voor een wake-up

call. Taken herschikken, het systeem van ‘voorbehouden handelingen’ op de

helling, nieuwe beroepen. En ook: anders opleiden, met (nog) meer aandacht

voor competenties als samenwerken, communiceren en begeleiden. Vooral

van dat laatste moet ziekenhuisdirecteur Nicolet Zeller eenvoudigweg gruwen.

“Ik ben langzamerhand allergisch voor dat woord competenties.”

TekST: DIck GrOeNeNDIJk | BeelD: VINceNT BOON

Prof. Dr. erik Schut

Ziekenhuisdirecteur Zeller zet vraagtekens bij advies RVZ

een stuk of tien bedden naast elkaar, elk omgeven door batterijen van apparatuur. een oudere man wordt juist voorzien van een infuus. een helemaal in groen gehulde gestalte met mondkap controleert de zuurstofslangen. een en al bedrijvigheid is het op de afdeling Ic van Ziekenhuis Gelderse Vallei in ede. “Hier heb je echt helemaal niets aan competenties zonder medische basiskennis”, verzucht Nicolet Zeller, lid van de raad van bestuur. “en dat geldt niet alleen voor deze afdeling. Wat je hier ziet, is het ziekenhuis van morgen: de plek voor intensieve, complexe zorg. Natuurlijk verandert de zorg van karakter”, reageert ze op het advies ‘Bekwaam is be-voegd’ van de rVZ. “Alleen al door de sterk toegenomen behandelings mogelijkheden. Ziektes waar je vroeger aan overleed, zijn chronische aandoe ningen geworden. Nu mensen steeds langer leven, krijgen we daar in de zorg steeds meer mee te maken. Maar de rVZ schiet vervolgens door in de consequenties die men daar-aan verbindt. Prima om extra aandacht

te vragen voor die chronische zorg. Maar bedenk wel dat zich in het traject van chronische zorg, door de tijd heen, bijna altijd een complexe of acute fase aan-dient. Die complexe of acute fase blijft het domein van het ziekenhuis. In de toekomst nog nadrukkelijker dan nu.”

Driedeling in de zorgHet rapport van de rVZ maakt onvoldoen-de onderscheid tussen de verschillende typen zorg, vindt Zeller. “er tekent zich een driedeling af. Allereerst de planbare zorg: in principe gezonde mensen met een gezondheidsprobleem: een liesbreuk, spataderen, een versleten heup. Dan de chronische zorg, die steeds omvangrijker wordt, en tenslotte de complexe en acute zorg. Alle drie die domeinen stellen hun eigen eisen qua aanpak, doelmatigheid en logistieke processen. en alle drie ook vragen ze een ander type zorgverleners.” Op dat punt gaat de rVZ te kort door de bocht. en komt wat de Gelderse zieken-huisdirecteur betreft tot aanbevelingen

die delen van de zorg zich ongetwijfeld kunnen aantrekken, maar waar soms ook knap gevaarlijke kanten aan zitten. “Voor-beeld: delen van het werk van de arts, ook van medisch specialisten, kunnen best door lager opgeleiden worden overgeno-men. Dat gebeurt steeds vaker, al vormt de huidige financieringssystematiek daarbij wel een struikelblok. Toch moet je daar erg mee uitkijken. Je kunt een kunstje leren, zoals een infuus inbrengen of een scopie verrichten. Maar een arts blijft toch onmisbaar. Om een juiste diagnose te stellen en de patiënt te bekijken in zijn volledige context.”

Vorige oorlog winnnen“Zorgprofessionals lijken opgeleid om de vorige oorlog te winnen.” In de oplei-dingen, zo argumenteert de raad, blijft het curatieve denken dominant. Terwijl de ‘patiënt 2.0’ juist behoefte heeft aan heel andere zaken. “Het beloop van veel chronische aandoeningen wordt beïnvloed door gedrag (roken, te veel eten, onveilig

Page 5: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 5

TREND EN REACTIES

vrijen), maar medici en andere zorgver-leners zijn niet opgeleid en vaak ook niet in staat om gedragsveranderingen te helpen doorvoeren en patiënten hierbij te begeleiden”, aldus de rVZ. De raad be-pleit een aanzienlijk sterker accent in de opleidingen - op alle niveaus: van mbo tot wo - voor competenties als samenwerking

(weten wat je collega’s doen), commu-nicatie (de taal van de patiënt spreken) en begeleiding (bij het ‘zelfmanagement’ van chronisch zieken). Zeller, tevens bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en portefeuillehouder onderwijs en opleidingen binnen deze koepelorganisatie, heeft er geen goed

Prof. Dr. erik Schut

Ziekenhuisdirecteur Zeller zet vraagtekens bij advies RVZ

‘Allergisch voor het woord competenties’

Nicolet Zeller

woord voor over. “Dit soort competen-ties zijn wenselijk bovenop kennis en vaardigheden. Zonder kún je ze niet eens goed ontwikkelen. Ik pleit voor iets heel anders: een herwaardering van kennis in het onderwijs. Daarin schieten de huidige opleidingen tekort. Het is schrikbarend wat wij momenteel van school krijgen aan verpleegkundigen. De meest elementaire kennis ontbreekt; kennis van anatomie, fysiologie, ziekteleer. Het hele curriculum verpleegkunde op het mbo bevat nog maar een uur of tien anatomie! Ik kan me daar enorm over opwinden. Als je naast een bed staat als verpleegkundige en je ont-beert de kennis om een shock te herken-nen, dan gaat het echt mis. Hoe empatisch je verder ook bent.”

Eerst kennis, dan soft skills Zeller, zelf ooit opgeleid als verpleegkun-dige, begrijpt heel goed dat zieken huizen weer eigen opleidingen in het leven roepen. Niet alleen om kennis en vaardig-heden hun plek terug te geven. Ook het generieke van de huidige mbo-opleidingen speelt daarin mee. “leuk dat gediplomeer-den ook weten wat er in de GGZ en thuis-zorg gebeurt, maar geen enkel ziekenhuis heeft daar behoefte aan.” Op dat punt is ze het dan wel weer helemaal eens met het rVZ-advies, dat deze mismatch even-eens signaleert. “Ziekenhuizen, maar ook andere zorginstellingen, hebben behoefte aan professionals met specifieke kennis en vaardigheden, stevig – op een basis-niveau - verankerd in het onderwijs. Met die bagage kun je vervolgens al die soft skills gaan ontwikkelen. en geloof me: dat lukt pas echt goed in de praktijk, tijdens de uitoefening van je beroep.”

Page 6: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

6 Calibris VIZIER nov 2011

GILDE-LEREN: meer begeleiding en

betere resultaten

Nr. 51 | maart 2009

“Gilde-leren maakt het opleiden van niveau 1 en 2–studenten in de praktijk makkelij-ker en beter”, stelt Gerda Boersema, bedrijfsadviseur van calibris en bedenker van deze vorm van het Gilde-concept in de sector Zorg en Welzijn. er zijn verschil-lende oorzaken waardoor het opleiden op die niveaus tot nu toe niet zo lekker liep in de praktijk. “Werkgevers zijn huiverig om studenten op die niveaus een stageplaats te bieden”, aldus Gerda Boersema. “Ze waren een beetje stagemoe en deze groep studenten is ook niet de makkelijkste. Vaak hebben op ze op sociaal-emotioneel terrein nog wel wat stappen te zetten, waardoor de begeleiding voor de werkbegeleiders vaak zwaar is. er gaat bij wijze van spreken meer tijd zitten in de algemene ontwikke-ling van de leerling, dan in het leren van het vak.” Het gevolg laat zich raden: te

weinig stageplaatsen, ongemotiveerde studenten, veel schooluitval, overbelaste werkbegeleiders en steeds meer leer-bedrijven die dreigen af te haken bij het opleiden op deze niveaus.

School op de werkvloerHet Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt de student op sociaal-emotioneel terrein. Naast het theo-retisch onderwijs. Zo kan de werkbegeleider zich concentreren op het overdragen van beroepskennis en –vaardigheden. “In het concept van het Gilde-leren gaat een groep van 20 tot 24 studenten naar een leerbedrijf toe”, legt Boersema uit. “Iedere ochtend beginnen ze in het leerhome, een ruimte of lokaal binnen de instelling

waar ze stagelopen. Docenten van het roc verzorgen de dagelijks opvang en bellen gelijk met studenten die afwezig zijn. De studenten krijgen één dag per week theorie in het leerhome. De andere vier dagen lopen ze stage. Het leren van vakmanschap staat centraal. Maar ook de meer algemene werknemers-competenties, zoals op tijd komen, beleefd zijn, conflicten oplossen, etc. komen aan bod. Het leerhome is de thuisbasis: aan het begin en eind van een stagedag worden hier de stageopdrachten, ervaringen en de knelpunten besproken waarmee de studenten te maken krijgen. De Gilde-studenten komen nauwelijks meer op het roc.”

Leermeester Studenten worden in de praktijk gekoppeld aan een leermeester, een zeer belangrijke

TekST: PAUl VAN BODeNGrAVeN | BeelD: erIk POST

Het is een term die doet denken aan tijden van weleer: leren in een gilde, de

leermeester en de gezel. Anno 2011 is Gilde-leren weer helemaal in.

In een aangepaste vorm, maar met hetzelfde doel: jongeren in de praktijk

kennis laten maken met het werk en opleiden voor een vak. De ervaringen

zijn positief. Meer stageplaatsen op niveau 1 en 2, minder uitval, meer

instroom en minder begeleidingstaken voor de werkbegeleiders. De feiten

op een rijtje, geïllustreerd met ervaringen uit de praktijk.

Page 7: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 7

functie binnen het Gilde-leren. Ze zijn het voorbeeld voor de studenten en leren hen het echte vak. De leermeesters zijn extra geschoold op gebied van begeleidingsvaar-digheden door calibris. Soms krijgen de studenten extra taken toegewezen, waar de werkbegeleiders zelf niet aan toekomen. Bijvoorbeeld wandelen met een bewoner, een kop koffie met iemand drinken of een keertje extra naar de kapper. Dat is niet alleen fijn voor de bewoners, maar ook belangrijk voor het leerproces van de studenten. Juist in die setting worden de sociale competenties extra worden aangesproken.

Betere resultatenBlijft natuurlijk de vraag of er straks vol-doende werk is voor alle studenten die vol-gens het Gilde-concept worden opgeleid.

Gerda Boersema daarover: “Het mooie van deze manier van opleiden is dat je als werkgever goed zicht krijgt op de kwali-teiten van de individuele studenten. Je kunt er de pareltjes tussenuit halen, die door kunnen en willen naar niveau 2 of 3. Je ziet dat de resultaten van de studenten vaak boven verwachting goed zijn. Dat komt door de andere inzet van begeleidings uren. er is een andere structuur, meer duidelijk-heid en er zijn korte lijnen. De begeleiding is daardoor is veel intensiever dan binnen het reguliere onderwijs. De uitval loopt spectaculair terug en de leerprestaties worden beter. Ook in dat opzicht pakt het Gilde-leren goed uit. Studenten die de arbeidsmarkt op gaan, hebben een goed gevulde rugzak met veel praktijkervaring meegekregen en hebben daardoor meer kans op werk.”

VerbredingDe roots van het Gilde-leren liggen weliswaar in de zorg, maar verbreding naar andere sectoren lijkt goed mogelijk. “We zijn begonnen in het Martini-ziekenhuis in Groningen, maar inmiddels zijn er ook Gildes in de ouderenzorg, gehandicapten-zorg en de kinderopvang. De kracht van dit concept is bruikbaar in veel meer sectoren. Deze groep studenten presteert gewoon beter op deze manier en werkgevers boren zo een nieuwe doelgroep van potentiële medewerkers aan. en de sector als ge-heel profiteert er ook van, omdat er meer mensen instromen in de zorg.”

lees verder op pagina 8 >

ACTuEEl

De gezellen van het ZINN-Gilde in hun leerhome

Page 8: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

8 Calibris VIZIER nov 2011

Zonnehuisgroep noord - ouderenZorg

‘Driedubbele win-win’

“We zijn in september dit jaar gestart met het Gilde-leren”, vertelt Maike Steffens, hoofd Opleidingen van de Zonnehuisgroep Noord, organisatie voor Welzijn, Zorg en Wonen in Groningen. “Voor ons is het een goede manier om meer studenten op te leiden. Natuurlijk hopen we dat een substantieel deel doorstroomt naar niveau 3, daar hebben we nu eenmaal het meeste werk. er is een soort nieuwe energie vrijgekomen met deze manier van opleiden. Ineens zijn er 24 jongeren in huis. Zij maken kennis met het vak in de praktijk en krijgen zo hopelijk een beter en positiever beeld van de ouderenzorg. Voor de bewoners is het goed, er is meer leven in de brouwerij en er komt meer tijd beschikbaar voor extra aandacht. De stagiairs vallen buiten de formatie, dus kunnen zij extra dingen doen waar de medewerkers zelf niet aan toekomen. Voor de werkbegeleiders is het prettig dat de school nu een deel van de begeleidingstaken overneemt. Zij kunnen nu meer aandacht besteden aan de vakin-houdelijke aspecten. Dat maakt het opleiden leuker en minder complex. De kracht van deze manier van opleiden? Het opleiden wordt leuker en beter. Studenten, werkbegeleiders, bewoners en het onderwijs, dat is dus een driedubbele win-win.”

sKsg – Kinderopvang

‘Extra aandacht en begelei-ding sleutel tot succes’

“We hebben nu ruim een jaar ervaring met het Gilde-leren opgedaan met een positief resultaat”, aldus Anneke Huiting, senior HrM-adviseur bij SkSG. ‘We zijn eraan begonnen om meerdere reden. enerzijds vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid om studenten op dit niveau op te leiden. Maar ook met een duidelijk eigen doel: het is voor ons een goede manier om te kijken of we studenten van niveau 2 kunnen laten doorstromen naar niveau 3. Die hebben we het hardst nodig. Van de eerste groep van twintig studenten waar we mee begonnen, hebben er nu al twaalf hun diploma op niveau 2 gehaald. Zij stromen ook bijna allemaal door naar de opleiding op niveau 3. een aantal deelnemers uit de eerste groep is nog bezig met hun opleiding. Dat is een prachtig resultaat. De sleutel tot het succes van het Gilde-leren zit ‘m voor mij in de extra aandacht en begeleiding die de studenten krijgen. Iedere dag komen ze in het leerhome en wordt met hen besproken hoe het gaat. Daarna gaan ze naar de locaties en aan de slag in de praktijk. De werkbegeleiders kunnen dan de nadruk leggen op het leren van het vak, omdat andere zaken al in de ochtend aan de orde zijn geweest. Het pakt echt zo uit als we gedacht hadden.”

Page 9: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 9

Martini ZieKenhuis

‘Klinkende resultaten en tevreden patiënten’

“Drie jaar geleden zijn wij met het Gilde-leren begon-nen, bij Martini Ondersteunende Diensten (MOD)”, vertelt Mieneke Fokke, opleidingsadviseur bij het Van Swieten Instituut, onderdeel van het Martini Ziekenhuis in Groningen, en coördinator van het Martini Gilde. “Tot die tijd leidden we nauwelijks op voor de niveaus 1 en 2. Nu zijn dat structureel 24 stageplaatsen geworden. Het mooie is dat we na drie jaar zien dat, door de komst van het Gilde-leren, er nu ook functies op niveau 2 komen. Het ziekenhuis heeft er even aan moeten wennen, maar nu worden Helpenden aangenomen ter ondersteuning in de zorg. De resultaten van de studen-ten zijn klinkend: van de niveau 2-ers haalt 95% het diploma, op niveau 1 ligt dat rond de 60%. De niveau 1-studenten draaien mee in de schoonmaak, voeding en catering. Mooi neveneffect is dat de werkbegeleiders van deze studenten ook zelf weer zijn gegroeid. Ze hebben er een extra taak bij gekregen en zijn daarvoor geschoold. Dat maakt het werk leuker en de werk-begeleiders zijn trots op hun werk. en ook aan de patiën ten merk je dat de komst van de Gilde-studenten goed uitpakt. De extra energie en aandacht die 24 jon-geren met zich mee brengen, doet hen zichtbaar goed.”

Zinn – ouderenZorg

‘Goede samenwerking is essentieel’

“Het succes van het Gilde-leren valt of staat met de kwaliteit van de samenwerking”, stelt Hanneke van den Heuvel, hoofd Opleidingen bij ZINN. “calibris is er in geslaagd om alle betrokken partijen met hetzelfde enthousiasme aan tafel te krijgen. Ieders inzet om dit tot een succes te maken, was vanaf het begin erg groot. Dat is een pluim waard. We zijn vorig jaar gestart met een groep van zeventien niveau 1-studenten van het Alfa college. Dat was behoorlijk pittig, het was geen gemakkelijke groep. De aanwezigheid van de docent op de werkvloer heeft zeker bijgedragen aan het succes. Ze hebben alle zeventien aangegeven door te willen naar niveau 2. Voor de werkbegeleiders is de aanwezigheid van de docent niet alleen makkelijk, maar ook een bron van inspiratie; het heeft ook weer bijgedragen aan hun ontwikkeling. Het Gilde-leren heeft nieuwe energie gebracht in onze organisatie. Bij de werkbegeleiders, maar ook bij de bewoners. Voor hen betekent het veel. De extra taken die de stagiairs kunnen doen, komen vaak ten goede aan hen, in de vorm van extra aandacht en tijd. Dit jaar hebben we een groep van tien niveau 1-studenten en tien niveau 2-studenten. In de toekomst willen we naar twee groepen van twintig studenten.”

Page 10: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

10 Calibris VIZIER nov 2011

Sociale media kunnen beroepspraktijkvorming verbeteren

Nr. 51 | maart 2009

Een blog, twitter, linkedIn, sociale media worden al lang niet meer alleen

voor ‘het sociale’ ingezet. Ondernemingen, politieke organisaties, festivals

gebruiken deze communicatiemiddelen om dichter bij de consument en

burger te komen. Ook het onderwijs experimenteert met sociale media.

Kan een tweet een brug slaan tussen docent en student? Is het zinvol te

bloggen over ervaringen tijdens de stage? Een expert, mbo-docent en

praktijkbegeleider spreken zich uit. STEllING: De beroepspraktijkvorming

kan niet zonder sociale media.

TekST: HeleNe De BrUIN | BeelD: HerMAN rOOZeN

Page 11: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 11

DISCuSSIE

Sociale media kunnen beroepspraktijkvorming verbeteren

Evelien Muijs, docent bij de opleiding Pedagogisch Werk van ROC Midden Nederland“Ik ben het niet eens met de stelling. De beroepspraktijk kan al jaren zonder sociale media. en dat kan nog steeds wel zonder. Dat betekent overigens niet dat ik tegen de inzet van sociale media ben. Ze kunnen wel degelijk een zinvolle aanvul-ling zijn. Ik kan me voorstellen dat deze nieuwe kanalen kunnen bijdragen aan de communicatie in de driehoek student-docent-praktijkbegeleider. Ik denk dat een blog ook aanvullende informatie kan geven over hoe een stage verloopt. Maar het geeft geen compleet beeld. Het kan de docent of begeleider nooit vervangen. Ik kan me ook voorstellen dat ik per groep een Facebookpagina aanmaak en daar bijvoorbeeld elke vrijdag naar toe ga om te lezen hoe het met mijn studenten gaat, om vragen te beantwoorden. Misschien heeft een collega-student die vraag dan al beantwoord. Ik neem dan niet deel onder mijn eigen Facebooknaam. en ik zou het ook de studenten niet aanraden. Dan loopt privé en school wel heel erg door elkaar. Dat is ook de reden dat ik Twitter niet zie zitten als communicatiekanaal. Qua bereik is dat veel te groot. In die zin zijn sociale media niet altijd ideaal en veilig.”

Marion Stelte,praktijkopleider bij kinderopvangorganisatie Ludens in Utrecht“Inzet van blogs zie ik niet zitten om ver-schillende redenen. De belangrijkste is wel dat je zo de kans vergroot dat persoonlijke en vertrouwelijke informatie in veel geval-len onbeschermd op het internet komen te staan. Verder zullen ze de besprekingen van de werkbegeleider met de stagiair nooit kunnen vervangen. Die bijeenkom-sten zijn van essentieel belang om te zien hoe een stage verloopt. Je kunt dan in een persoonlijk gesprek die punten direct bespreken en in het volgende gesprek evalueren. Onze werkbegeleiders voeren wekelijks een gesprek en maken daar een verslag van. Het lijkt mij niet wenselijk dat de inhoud hiervan via een blog op internet openbaar wordt. Of dat stagiairs gaan schrijven over wat ze hier beleven en vertellen welke kinderen er in hun groep zitten. Dat is allemaal vertrouwelijk, vind ik. en foto’s en filmpjes van groepen op je Hyves of in een blog, ik ben er echt hui-verig voor. Wij gaan heel zorgvuldig om met de privacy van de kinderen die bij ons komen. Maar ook met die van collega’s. Momenteel werken we aan richtlijnen voor medewerkers over het gebruik van sociale media. Bloggen en twitteren is natuurlijk leuk, maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Het is belangrijk om men-sen daar bewust van te maken. Ik zie wel een functie voor linkedIn. Hier kunnen studenten zich via hun profiel laten zien. Via zo’n cV op het internet kunnen wij als leerbedrijf een indruk krijgen van die persoon. Maar dan nog wil je echt kennis-maken, want wat je op linkedIn of je blog schrijft, is zeer eenzijdig. Persoonlijk zie ik op dit moment niet echt veel voordelen van sociale media bij de beroepspraktijk-vorming.”

Mieke van Keulen, relatiemanager mbo bij Kennisnet“Sociale media kunnen de beroepspraktijk-vorming (BPV) enorm helpen. Begin dit jaar hebben kennisnet, cINOP en Twijn-stra Gudde concepten ontwikkeld voor het gebruik van sociale media in de BPV. Sinds begin dit schooljaar experimente-ren we met rOc Mondriaan, Vakschool Nimeto en rOc ASA. Wat we merken, is dat er veel tijd zit in het daadwerkelijk integreren van het gebruik van sociale media in het BPV-proces en het betrekken en voorbereiden van docenten, praktijk-opleiders en studenten. Maar eenmaal gestart ziet iedereen al snel de voordelen. een voorbeeld is studenten laten bloggen over hun stage. Zowel de praktijkbegelei-der als de school kunnen zo makkelijk de vorderingen en ontwikkelingen lezen. Ze kunnen zo eenvoudig tussentijds zien of ze moeten ingrijpen. Nu wordt het stage-verslag meestal pas aan het einde van de stage gemaakt en gelezen. Tegelijkertijd kun je de blogs inzetten voor een vak als Nederlands. een ander voorbeeld: een linkedIn-groep maken met al je leerbe-drijven kan zowel de school als de student veel tijd schelen, bijvoorbeeld als een stageplaats is uitgevallen. een berichtje op de linkedIn-groep en iedereen weet dat je met spoed een plek zoekt. Zo hoef je niet rond te bellen op zoek naar een nieuwe plek. en ook linkedIn kun je in je onderwijscurriculum verwerken. Bij een sollicitatietraining hoort ook dat studen-ten leren een goed profiel aan te maken. Voor ons is het duidelijk dat social media de BPV kunnen helpen. een uitdaging is nog wel dat de docenten en praktijkbege-leiders hiervan moeten worden overtuigd. Zij zijn minder vertrouwd met sociale media dan de studenten.”

Page 12: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

12 Calibris VIZIER nov 2011

De toekomst van de onderwijsassistent

Nr. 51 | maart 2009

Afgelopen september organi-seerde het Kellebeek College samen met Calibris een mini-conferentie over de inzetbaarheid en opleidingsmogelijkheden van mbo-studenten bij Brede Scholen. Waarom?Pl: “Steeds meer basisscholen worden Brede Scholen, clusters van onderwijs, kinderopvang, welzijn en andere maat-schappelijke functies. Wij denken dat dat nieuwe mogelijkheden biedt voor de inzet van onderwijsassistenten. Niet in traditionele zin – de extra handjes in de klas - maar juist als combinatiefunctio-naris in de verschillende werksoorten. De mini-conferentie was bedoeld om met het werkveld van gedachten te wisselen over deze ontwikkelingen en te vertellen over de manier waarop we daarop in spelen. Het kellebeek college biedt een gecombi-neerde opleiding aan, waarbij de student zowel het diploma Onderwijsassistent (niveau 4) als Pedagogisch Werker (niveau 3) kan halen.”

Ziet u een positie voor deze ‘onderwijsassistent nieuwe stijl’ binnen uw scholen?JvO: “Wij werken al jaren met onderwijs-assistenten binnen de zeven scholen van onze stichting. Het is de bedoeling dat alle basisscholen in etten-leur uiterlijk 2015-2017 Brede Scholen worden. Ik denk dat die ontwikkeling een nieuwe impuls kan geven aan arbeidsmarktpositie van de onderwijsassistent. er zijn allerlei com-binaties mogelijk, met de kinderopvang, maar ook met sport en buurtwerk. Die ontwikkeling kan scholen die nu sceptisch staan tegenover de inzet van onderwijs-assistenten wellicht alsnog over de streep trekken om na te gaan denken over func-tiedifferentiatie.”

Waar komt die scepsis vandaan?JvO: “er zijn schoolleiders die er vanaf het begin niet aan wilden. een belangrijke bij-komende factor is de krimp van het aantal kinderen. Dat betekent simpelweg minder geld voor een school. De formatie op orde

krijgen en medewerkers in dienst houden, zijn dan het belangrijkste. Onderwijsassis-tenten zijn voor veel schoolbestuurders nu niet de primaire focus.”Pl: “Het gevolg is dat zo’n 80% van deze studenten nu doorstroomt naar het hbo, terwijl de aansluiting daarmee bepaald niet optimaal is. Veel mbo’ers redden het daar niet. We moeten als mbo ook de am-bitie overeind houden om eindonderwijs te willen bieden; mensen te kwalificeren voor de arbeidsmarkt. De traditionele op-leiding tot onderwijsassistent is dan mis-schien wel een doodlopende weg. Daarom zoeken we juist naar die verbreding.”

Wat zijn de voordelen van zo’n brede opleiding?Pl: “Binnen de Brede School komen al-lerlei werksoorten bij elkaar. Samenwer-king en afstemming, bijvoorbeeld tussen kinderopvang en onderwijs, zijn dan extra belangrijk. Door een combinatiefunctio-naris kun je die afstemming ook fysiek vormgeven. In praktische zin heeft het

Onderwijsassistent: In de toekomst niet alleen extra handjes in de klas?

Page 13: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 13

TOEKOMST

De toekomst van de onderwijsassistent

voor kinderen en ouders voordelen als ze bekende gezichten van het kinderdag-verblijf terugzien op de basisschool. De overgang wordt als kleiner ervaren.”JvO: “Denk ook aan het afstemmen van het pedagogisch beleid en een soe-pele overdracht van gegevens. De breed inzetbare onderwijsassistent kan daar een grote rol in vervullen. Niet alleen als verbindende schakel, maar ook als profes-sional met beide benen in de dagelijkse praktijk van de twee organisaties. en dat is mijns inziens een belangrijke voorwaar-de om de Brede School ook daadwerkelijk vorm te geven. er komt meer bij kijken dan een gebouw delen.”

‘De onderwijsassistent als de extra handen in de klas, zodat de leraar meer tijd heeft voor andere zaken’, dat is het beeld dat nu bestaat. Hoe zien jullie dat in de toekomst? JvO: “Het zijn wel de extra handen in de klas, maar het gaat er vooral om dat je

kijkt naar wát voor extra handen je in-schakelt. Nu is de onderwijsassistent voor veel mensen toch vooral ‘het hulpje’ van de leraar. Het gaat erom dat je als school-leider durft te differentiëren in functies en buiten de bestaande kaders durft te denken. Wat is straks de populatie van je school? Welke groepsvormen ga je in de toekomst toepassen? Wat voor mensen heb je daarvoor nodig? De samenwerking met andere werksoorten zal alleen maar verder gaan. en dus heb je breed inzetbare medewerkers nodig. Dat is de toekomst.”

Lukt het om nu al voldoende stageplaatsen bij Brede Scholen te vinden voor de studenten van de brede opleiding bij het Kelle-beek College?Pl: “Tot nu toe lukt het, al kan het beter. calibris levert daarvoor extra inspan-ningen in de regio. Het gesprek met de leerbedrijven – de basisscholen – moet nu gevoerd worden. De mini-conferentie draagt daar hopelijk ook weer aan bij. We

hebben te maken met een flinke instroom in de opleiding, dus misschien moeten we er wel voor kiezen om die te maximeren. Aan de andere kant: de ontwikkeling naar de Brede Scholen is de toekomst. Het is nu aan schoolleiders om na te denken over de manier waarop ze dat gaan vormgeven in de praktijk. Ik ben ervan overtuigd dat die combinatiefunctionaris straks in een behoefte zal voorzien. en als die behoefte er is, hebben wij al een groep studenten opgeleid die daar uitstekend op is voorbe-reid. Wij zijn er klaar voor!”

Het arbeidsmarktperspectief voor onderwijsassistenten is

niet zo zonnig. Een substantieel aantal basisscholen kiest

er bewust voor om geen onderwijsassistenten in te zetten.

80% van de studenten die de mbo-opleiding tot onderwijs-

assistent volgt, gaat door naar het hbo. Dat tij is wellicht

te keren door onderwijsassistenten een taak te geven

binnen de Brede School, waar verschillende werksoorten bij

elkaar komen. In gesprek met Jacques van Oers, algemeen

directeur/bestuurder bij SKPoel en Peter lauwen, unit

directeur van Het Kellebeek College (ROC West-Brabant) in

Etten-leur.

TekST: PAUl VAN BODeNGrAVeN | BeelD: erIk VAN Der BUrGT/HOllANDSe HOOGTe

Page 14: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

14 Calibris VIZIER nov 2011

Gezien de economische recessie zou je een stagnerende, zo niet teruglopende werkgelegenheid verwachten. Maar daar is geen sprake van, zo blijkt uit de recent verschenen ‘Arbeidsmarktmonitor Sport’. er is nog altijd groei. Al is die dan wat ge-ringer dan voorspeld in de vorige monitor, daterend van 2008, toen er economisch gezien nog geen wolkje aan de lucht was. De komende periode, tot 2015, neemt de werkgelegenheid in de sector Sport en Bewegen toe met 3,9 procent, voorspelt de rapportage. en dat is verrassend, vindt strategisch adviseur Sabine Terheggen van calibris. “let wel: het gaat dan niet om vervangingsvraag - die is natuurlijk ook aanwezig - maar om fte’s die er echt nieuw bijkomen. ruim 1.700, in ronde getallen.

Werken of verder lerenVan werkloosheid onder beginnende sportwerkers is dan ook geen sprake. “Mensen die van de opleidingen ko-men, vinden allemaal een baan. Of ze studeren door. Ook dat is prettig om te constateren”, vult Jan Minkhorst aan. Hij

is projectcoördinator van de Academie voor Sportkader, onderdeel van NOc*NSF. Samen met calibris en de gezamenlijke hbo-opleidingen is deze nationale koepel van sportbonden opdrachtgever voor de Arbeidsmarktmonitor. “Wat betekenen alle maatschappelijke en andere trends die op de sector inwerken nu precies voor de arbeidsmarkt en daarmee voor de oplei-dingen? Dat is de belangrijke vraag waar deze publicatie een antwoord op probeert te geven.”

Diffuse marktGemakkelijk te kwantificeren is die werk-gelegenheid allerminst. “Het gaat om een diffuse, versnipperde markt”, stelt Mink-horst. “Wat tel je mee en wat niet? Banen vind je in de sporteigen sectoren: vereni-gingen, fitnesscentra, zwembaden, enzo-voort. Maar daarnaast ook, in toe nemende mate zelfs, in sectoren als gezondheids-zorg, welzijn en onderwijs. Daarbij gaat het om functies die je soms niet direct als sportgerelateerd herkent. Denk aan zoge-naamde BOS-medewerkers bij gemeenten. BOS staat voor Buurt, Onderwijs, Sport:

functionarissen met agogische kwalitei-ten die op wijk- en buurtniveau verbin-dingen weten te leggen en uiteenlopende organisaties laten samenwerken.” Sabine Terheggen vult aan: “De wijkaanpak van gemeenten is van groot belang voor de sector. Je ziet gezondheid, welzijn en sport steeds meer naar elkaar toegroeien. Met voorzieningen, ook voor sport, die zo veel mogelijk een plek krijgen binnen de wijk zelf. Gemeenten investeren daar in. en meten ook het effect van zulke investe-ringen. Zo leert recent onderzoek in een stad als Utrecht dat er op wijkniveau een direct verband bestaat tussen gezond-heid en de inzet op sport en bewegen. Die investeringen lonen dus echt. Oók gerelateerd aan welzijnsaspecten zoals veiligheid, criminaliteit en overlast van hangjongeren.”

Sport in de buurt Jan Minkhorst ziet dat ‘buurtsporten’ een nog veel grotere vlucht nemen. “Onder-deel van het Olympisch Plan, waar inmid-dels een breed draagvlak voor bestaat, is een verhoging van de sportparticipatie in

Nr. 51 | maart 2009

Hans Timmerman en ramon van den Berg

Vrijetijdsbesteding was het, ontspanning. Homo

ludens, de spelende mens. Dát beeld begint te

kantelen. Sport krijgt steeds nadrukkelijker een

instrumentele dimensie. Beleidsmakers zien er een

ideaal middel in om zaken als integratie, sociale

cohesie en veiligheid te bevorderen. En: sport is

niet alleen goed voor de gezondheid, het drukt ook

de schrikbarend oplopende zorgkosten. Investeren

in sport loont, het levert keihard rendement op. En

dat is positief voor de werkgelegenheid in de

sector Sport en Bewegen. ‘Een balans plus’.

Investeren in sport(werkers)TekST: DIck GrOeNeNDIJk | BeelD: VINceNT BOON

Page 15: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 15

Nederland van 65% naar 75%. Je hebt het dan over mensen die minimaal één keer per maand sporten. Het percentage men-sen dat wekelijks sport, moet tegelijkertijd omhoog naar 58%. De landelijke overheid steunt die ambitie en start binnenkort met een groot project Sport in de buurt. Vanzelf zal het niet gaan. Gemeenten moeten blijven investeren in sport: sport-accommodaties in de woonomgeving, geld voor verenigingen, voor evenementen, een goede begeleiding. Het is allemaal nodig. en nu sport steeds meer gezien wordt als economische factor, gebeurt dat ook.”

Combifuncties en nieuwe beroepenTerheggen ziet het Olympisch Plan en het fenomeen ‘sport als middel’ als aanjagers voor de arbeidsmarkt. “Met de kantteke-ning dat banen diffuser zullen worden door het ineenschuiven van zorg, wel-zijn en sport op wijkniveau. Het aantal combi-functies neemt toe en er ontstaan zelfs nieuwe beroepen. Zo richten fitness-centra zich tegenwoordig op speciale doelgroepen: mensen met obesitas,

diabetes of cardiologische problemen. Dat vereist een ander type begeleiding. Je hebt immers een bepaalde kennis nodig om verantwoorde trainingsprogramma’s samen te stellen. Daar komt nog bij dat een intensieve samenwerking ontstaat met de eerstelijns gezondheidszorg, dus met huisartsen, diëtisten en therapeu-ten. Dit soort ontwikkelingen moet zijn weerslag krijgen op de opleidingen. Daar wordt al mee geëxperimenteerd. Met wat creativiteit lukt dat heel goed bin-nen de bestaande kwalificatiedossiers. Je kunt denken aan een combinatie van de opleiding Fitnesstrainer B en de opleiding Bewegingsagoog om de medische fitness-markt te bedienen. Op den duur moet de kwalificatiestructuur ongetwijfeld worden aangepast. Maar wat dat betreft is het werkveld voor ons als calibris leidend.” ProfessionaliseringArbeidsmarktkansen liggen op nog meer terreinen. “Bij verenigingen zal de trend naar professionalisering zich voortzetten”, verwacht Minkhorst. “Het aantal betaalde krachten neemt toe, vooral bij de grotere

verenigingen. Deels in de vorm van combi-functionarissen, die misschien een baan hebben in het onderwijs en daarnaast in deeltijd werken als verenigingsmanager. Maar geen misverstand: vrijwilligerswerk blijft van groot belang bij sportvereni-gingen. In deze nieuwe monitor laten we die onbetaalde krachten voor het eerst buiten beschouwing. Hoewel de grens soms moeilijk is te trekken. Helemaal nu ook verenigingen ‘sport als middel’ gaan inzetten en bijvoorbeeld buitenschoolse opvang aanbieden. Begeleiding vindt deels plaats vanuit de vereniging, voor een ander deel door professionele krachten, die echter meestal niet op de loonlijst staan van de vereniging. Ze zijn bijvoor-beeld in dienst van koepels van kinder-opvangcentra. Maar het gaat natuurlijk wel om sportgerelateerde banen. Aan opleidingen Sport en Bewegen om daar alert op in te spelen!”

de arbeidsmarktmonitor sport is te downloaden op www.calibris.nl

Investeren in sport(werkers)

Sabine Terheggen en Jan Minkhorst

DuBBElINTERVIEW

Page 16: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

16 Calibris VIZIER nov 2011

WorldSkills 2011 in LondenVan 4 tot en met 8 oktober 2011 vond in londen WorldSkills plaats. Tijdens deze inter-

nationale beroepenwedstrijden deden meer dan duizend kandidaten mee aan ruim

50 verschillende wedstrijden. Amanda Kruise (Calibris ZorgTopper 2011) en Wessel van de

Veerdonk (3e plaats) mochten Nederland vertegenwoordigen in de wedstrijd voor ver-

pleegkundigen. Zij namen het gedurende vier wedstrijddagen op tegen de beste

verpleegkundigen van twaalf landen.

De koffers kunnen gepakt worden!

De dagen voor de wedstrijden staan in het teken van ontspanning en spelen zich af in Oxford en londen.

Tijdens het One School One country programma bezoekt Team Nederland een Britse basisschool. Als echte sterren moeten Amanda en Wes-sel handtekeningen uitdelen.

Op 29 september vertrekt Team Neder-land naar londen. Uitgedost met oranje bolhoedjes en team-kleding is de groep niet te missen op Schiphol. Ze worden uitgezwaaid door minister Van Bijsterveldt van OcW die hen een paar dagen later ook zal bezoeken tijdens de wedstrijden.

Samen met expert Hennie de koning (Sophia revalidatie in Den Haag) oefenen Amanda (Drenthe college) en Wessel (koning Willem I college) regelmatig om in londen goed beslagen ten ijs te komen. Tijdens de training spelen ze diverse zorgcasussen na. Zo worden ze een hecht team dat goed samenwerkt.

Page 17: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 17

WorldSkills wordt op 4 oktober 2011 geopend met een spetterende openingsceremonie vol zang, dans en acroba-tiek. Deputy prime minister Nick clegg wenst de kandidaten veel succes. Als Team Nederland tijdens de vlaggenparade op het podium verschijnt, laten de oranje supporters zich goed zien én horen.

WorldSkills 2011 in Londen

Het is zover, dewedstrijd caring gaat van start.

elke zorgcasus die Amanda en Wessel uitvoeren, begint met het maken van een planning. Wie doet wat en wanneer? en welke materialen zijn beschikbaar?

Wessel legt bij Mrs. Miller een mitella aan.

Amanda en Wessel krijgen veel aandacht van media en toeschouwers.

Op dag twee krijgen Amanda en Wessel te maken met een 16-ja-rige tiener. Het meisje is onlangs gediagnos-ticeerd met Diabetes Mellitus. Ze is bang voor naalden en wil daarom liever zelf geen bloedsuiker meten en insuline toedienen. Vak-kundig stellen Amanda en Wessel het meisje op haar gemak en vertellen haar hoe zij haar glu-cosewaarde bepaalt en insuline toedient. Goed gedaan!

De eerste patiënt is Mrs. Miller, een 70-ja-rige vrouw die met een longontsteking in het ziekenhuis ligt. Aan Amanda en Wessel de taak om de patiënt uit bed te halen en haar vitale functies te chec-ken. Amanda verzorgt vervolgens de wond, terwijl Wessel het bed opmaakt.

Ca

Page 18: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

18 Calibris VIZIER nov 2011

Verschoon het bed van een patiënt met een halfzijdige verlam-ming. Dat is de eerste opdracht die Amanda en Wessel op de derde wedstrijddag moeten uitvoeren.

De twee moeten ook laten zien dat ze snel en accuraat kunnen handelen in een nood-situatie. Tijdens een van de casussen verbrandt een cliënt haar arm met kokend water. Snel ko-men Amanda en Wessel in actie. Ze koelen en verbinden de wond.

Amanda en Wessel met hun medaille voor excellent vakmanschap.

Na de laatste casus over stomazorg, worden de kandidaten en expert Hennie nog een keer geïnterviewd. Ze zijn blij en opgelucht dat het erop zit! Hennie is trots op haar team.

Het is feest. De kan-didaten vieren dat de wedstrijden afgerond zijn. In het Holland House worden Amanda en Wessel onthaald door hun supporters.

Tijdens de feestelijke slotceremonie, met on-der andere een bijdrage van prime minister David cameron, wordt bekendgemaakt welke kandidaten naar huis gaan met een medaille. Amanda en Wessel be-halen net geen medail-le, ze zijn vierde. Wel krijgen ze een medaille voor excellent vakman-schap. Deze medaille is voor kandidaten met meer dan 500 punten; een bovengemiddelde score.

Page 19: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 19

Inzichten in ‘opleiden en leren in de praktijk’ veranderen in een rap tempo. De eisen en verwachtingen van organisaties, leerbedrijven en instellingen ten aanzien van praktijkopleiders veranderen continu. Het is voor praktijkopleiders met een allround MBO-4 opleiding niet altijd meer bij te benen. calibris contract ontwikkelde speciaal voor deze doelgroep een bijscholingstraject, waarna de praktijkopleider in staat is gedegen te reageren op actuele vragen uit het management. Ook onderzoek van het kBA onderstreept het belang van een specifieke training voor praktijkopleiders om extra vaardigheden te verwerven.

Praktijkopleiders met een specifieke organisatiedoelstelling volgen dit bijscholingstraject. Door samen met de adviseur van calibris contract de te ontwikkelen vaardigheden vast te stellen, sluit het traject naad-loos aan op de praktijk. Geen onnodige ballast van lesstof die de prak-tijkopleider al beheerst. Wel direct toepasbare kennis en inzichten, die direct rendement opleveren voor de deelnemer én de werkgever. Ook behoefte aan extra scholing? Neem contact op met calibris contract via: [email protected] of 030-7501128. Bezoek ook de website: www.calibriscontract.nl.

ROA Caribisch NederlandHet verbeteren van de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt in Bonaire. Dat is, kort samengevat, het doel van de kersverse raad Onderwijs en Arbeidsmarkt (rOA) caribisch Ne-derland. De stichting is in opdracht van het Nederlandse ministe-rie van OcW opgezet. calibrisadviseur Paula Muns, die al eerder een jaar op Bonaire werkte voor Fundashon Forma om op het eiland de beroepspraktijkvorming vorm te geven en leerbedrijven te werven en erkennen, is aangesteld als interim-directeur.

VoorgeschiedenisSinds 10 oktober 2010 functioneren Bonaire, Sint eustatius en Saba als ‘bijzondere gemeenten’ binnen Nederland. De minister van OcW is verantwoordelijk voor het onderwijsbeleid op de eilanden. In 2016 moet de onderwijskwaliteit van de scholen op een naar Nederlandse en caribische maatstaven aanvaardbaar niveau zijn.

Logisch vervolgDe organisatie Fundashon Forma heeft een belangrijke aanzet gegeven voor kwaliteitsverbetering door de beroepspraktijkvor-ming op Bonaire vorm te geven. Bijvoorbeeld door het scholen van leermeesters in het begeleiden van stagiairs en het wet-

telijk erkennen van leerbedrijven. Het opstarten van een rOA (raad Onderwijs en Arbeidsmarkt) is een logisch vervolg op deze ontwikkeling.

Doelstellingen Doelstellingen van de rOA zijn het adviseren van de minister van OcW over de doelmatigheid van beroepsopleidingen, het monitoren van de arbeidsmarktrelevantie van opleidingen en het creëren van randvoorwaarden om de kwaliteit van een begin-nend beroepsbeoefenaar te borgen. De taakstelling van de rOA lijkt dan ook op die van een kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven zoals we die in Nederland kennen. Dat betekent concreet dat de rOA o.a. leerbedrijven erkent, begeleidt en adviseert over opleiden, maar ook arbeidsmarktontwikkelingen vertaalt naar opleidingsinhoud.

Bestuur officieel geïnstalleerdOp 29 september jl. werd het voorlopige bestuur van de rOA officieel geïnstalleerd. De komende maanden zullen in het teken staan van het leggen van een solide fundament, het inrichten van een kantoor en het aannemen van personeel.

Praktijkopleider in ontwikkelingNieuw bijscholingstraject bij Calibris Contract

BERICHTEN

Page 20: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

20 Calibris VIZIER nov 2011

MVO: hoe doe je dat?

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een blijvertje. In toenemende mate wordt

van organisaties verwacht dat ze een bijdrage leveren aan een betere toekomst. Maar met

een paar spaarlampen en fair trade koffie in de machine ben je er niet. Hoe veranker je

MVO binnen je organisatie? Calibris wil als maatschappelijke organisatie het goede voor-

beeld geven en de kennis over MVO delen met het werkveld. Zonder te pretenderen dé

weg naar MVO te weten, laten we u graag meedelen in onze ervaringen.

TekST: PAUl VAN BODeNGrAVeN | BeelD: eVelINe SISSING

De termen duurzaamheid en maatschappe-lijk verantwoord ondernemen worden vaak door elkaar heen gebruikt. Hoewel er een nauwe relatie is tussen deze begrippen, zijn het wel twee verschillende begrippen. Simpel gezegd kun je stellen dat duur-zaamheid gaat over het WAT: de bevredi-ging van behoeften van de samenleving, met respect voor People, Planet en Profit.

MVO gaat over het HOe: de focus ligt dan op het handelen van de organisatie. Op welke manier fabriceert zij haar producten of verleent zij haar diensten?

Eén richtlijn, zeven kernthema’sOm MVO concreter te maken is ISO 26000 opgesteld, een wereldwijde richtlijn voor

Duurzame Ontwikkeling en Maatschap-pelijke Verantwoordelijkheid van Organi-saties waaraan alle grote internationale organisaties en vertegenwoordigers uit 99 landen hebben meegewerkt. Deze ISO 26000-richtlijn benoemt zeven kern thema’s waarop MVO toegepast kan worden.

20 Calibris VIZIER nov 2011

Page 21: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 21

CAlIBRIS

De zeven bovengenoemde kernthema’s zijn relevant voor alle organisaties en dus ook voor calibris. Twee kernthema’s zijn significant voor calibris als maatschap-pelijke organisatie en hebben prioriteit in het MVO-beleid:• Primair kernthema: Betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap. • Secundaire kernthema’s: het milieu (bedrijfsvoering) en Werkomstandigheden/Intern Sociaal Beleid.

Maatschappelijk betrokkenAls maatschappelijke organisatie doet ca-libris er alles aan om haar wettelijke taken zo goed mogelijk uit te voeren. Maar waar mogelijk doen we meer, in het verlengde van onze taken. In onze missie is verankerd dat we als intermediaire organisatie een bijdrage willen leveren aan balans tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Dat doen we op verschillende manieren,

waarbij de dienstverlening heel wat verder gaat dan de wettelijke taak te zorgen voor voldoende stageplaatsen bij erkende leerbedrijven. In onze sectoren hebben we te maken met een krappe arbeidsmarkt. Daarom doen we veel op het terrein van beroepenvoorlichting, zij-instroomprojec-ten en andere stimulerende activiteiten in de branches waar dat het hardste nodig is. Daarnaast is er ook intern een aantal ac-tiviteiten gericht op het versterken van de maatschappelijke betrokkenheid, variërend van sponsoring vanuit het eigen vermogen tot het deelnemen aan sociale projecten.

Milieuer wordt in alle geledingen van de organi-satie opnieuw gekeken naar de grondstof-fen waarmee onze leveranciers gebruiken. Zo is bij de inrichting van de kantine ge kozen voor meubilair dat voor 100% recyclebaar is. We gebruiken kringloop

papier, dubbelzijdig printen is bedrijfsbeleid. Ons pand wordt opnieuw geïsoleerd, zodat het voldoet aan de eisen van klimaatlabel A. er zijn nieuwe afspraken gemaakt over het type auto’s dat buiten dienstmedewerkers mogen rijden en een fietsenplan voor medewerkers op het hoofd kantoor. We werken alleen met drukkers die voldoen aan bepaalde milieueisen. Op zich allemaal kleine, maar wel belangrijke stappen, die iedere organisatie kan zetten.

Zoals gezegd: calibris heeft niet het ant-woord als het gaat om MVO. Maar we zijn wel begonnen met een zoektocht om dat binnen onze organisatie vorm te geven en te verankeren. en op die reis nemen we u graag mee. In een volgende Vizier komen we daarop terug. Meer informatie: lex eschauzier, Manager Marketing & communicatie, 030 – 7501160, [email protected].

1. Bestuur van de organisatie

Op welke manier neemt een or-

ganisatie haar beslissingen? Is het

bestuur een afspiegeling van het

maatschappelijke krachtenveld

waarin zij actief is? Zijn toezicht en

verantwoording goed geregeld? Of

om het in modern jargon te zeggen:

is er sprake van Good Governance?

5. eerlijK ZaKendoenOok al ben je een maatschappelijke organisatie, je maakt voortdu-rend afspraken over geld. Bijvoorbeeld bij de inkoop van goederen, bij het aanvragen en verantwoorden van subsidies. Handelt de organisatie altijd conform de richtlijnen van de subsidieverstrekker? Besteden we het geld altijd doelmatig, of zijn er soms ook ‘potjes die nog op moeten’? krijgen aspirant-leveranciers een eerlijke kans, of betrekt u altijd alles van dezelfde leverancier?

3. arBeidspraKtijKVoor veel dienstverlenende organisaties is de menskracht het grootste kapitaal. Wordt het potentieel aan kennis en kunde goed benut? krijgen mensen de kans om te groeien en zich te ontwikkelen? Is er sprake van levensfasegericht beleid, waar-binnen rekening wordt gehouden met wensen en mogelijkheden van mensen?

2. MensenrechtenHandelt de organisatie overeenkom-stig de internationale richtlijnen voor mensenrechten? Betrekken we bijvoorbeeld grondstoffen uit landen die zich niet aan deze richtlijnen houden? Maar ook nationale regel-geving is het onderzoeken waard: houden we ons aan de regels die de cao stelt? Voldoen we aan de ArBO-eisen?

4. MilieuJe hoeft niet bij een vervuilende fabriek te werken om na te denken over het milieu. energiebeleid, vervoersregelingen, inkoop van materialen, kli-maatcompensatie, inkoopbeleid, isolatie en ga zo maar door; allemaal manieren om een bijdrage te leveren aan het verminderen van de belasting van natuur en milieu.

6. consuMentenaangelegenheden/KlantenIs uw handelen gericht op het verbeteren van de positie en mogelijkheden van de klant? Of regelt u uw processen op zo’n manier dat het vooral handig is voor de organisatie? Is de voorlichting en informatie die u geeft onafhankelijk? Hoe gaat u met klachten om? Staat de klant/cliënt/patiënt/burger echt centraal, of ligt uw primaire focus bij de financier?

7. BetroKKenheid Bij en ontwiKKeling van de

geMeenschap

Als maatschappelijke organisatie bent u door de aard van uw

werk al vaak maatschappelijk betrokken. Maar ook daarin kunt

u verder gaan. Beperkt u zich tot de reguliere bedrijfsvoering, of

staat u open voor nieuwe ontwikkelingen waaraan uw organisa-

tie een bijdrage kan leveren?

Calibris VIZIER nov 2011 21

Page 22: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

22 Calibris VIZIER nov 2011

Het calibris café is dit voorjaar geopend. Het wil een laagdrempelige ontmoetings-plaats zijn voor praktijk- en werkbegelei-ders en opleidingscoördinatoren. en dat is het ook, zo blijkt onder de aanwezigen. Velen zijn er al vaker geweest. Ja, het is er gezellig, maar ze komen toch vooral voor de tips, ideeën, uitwisseling van ervaringen en kennismaking met andere collega’s. Daarnaast draagt het calibris café ‘officieel’ bij tot deskundigheidsbevordering; drie keer aanwezig zijn, wordt beloond met een certificaat. Inmiddels hebben vijftien deelnemers dat certificaat verdiend.

Boven tafel Het thema van deze bijeenkomst is studentbeoordeling. Het competentie- en ontwikkelingsgericht beoordelen blijkt geen makkelijke. Ankie van Vuuren (calibris contract), die de bijeenkomst begeleidt, krijgt via vragen en stellingen de knelpun-ten boven tafel. De aanwezigen reageren

met tips en ervaringen. De een gebruikt de eigen taakfunctieomschrijving als leidraad, de ander is geholpen bij de gedragscriteria-code van de opleiding. “Ik merk dat we aanlopen tegen meerduidigheid. De een oordeelt anders dan de ander. Bovendien maakt het, gek genoeg, uit of een student goed in de groep ligt”, meent opleidings-coördinator en BPV-verantwoordelijke Henk Privee van leerbedrijf centrum Bezuidenhout. Hij bezoekt het café om te horen hoe andere bedrijven dit oplossen.

Casus Het antwoord komt al snel uit de zaal: criteria vastleggen. “eigenlijk moet je al-les (laten) vastleggen”, tipt Van Vuuren. een dagje meelopen? laat de student een verslagje schrijven en onderteken het! een gesprek gehad? Werk het kort uit! Ook de persoonlijk ontwikkelings- en persoonlijk activiteitenprogramma’s zijn een checklist. De POP en PAP gaan jullie helpen bij het

beoordelen!” De middag werd afgesloten met een casus, die in kleine groepjes door de bezoekers werd besproken. “Ik leer veel van de commentaren en ideeën van ande-ren”, aldus Samantha Arjun, werkbegeleider van rudolf Steiner Zorg. “Ik werk in een klein huis en kan hierover niet sparren met collega’s. Ook tijdens deze bijeenkomst heb ik praktische tips gekregen. Ik ben een vaste ‘café-bezoeker’!”

Nu het beroepsgericht onderwijs (BGO)

in de roc’s is ingedaald, krijgen ook

de werk- en praktijkbegeleiders er-

mee te maken. Niet moeilijker, wel

héél anders, zo blijkt uit de praktijk.

Daarom staat het derde Calibris Café in

het teken van de studentbeoorde ling.

Hoe ‘scoor’ je de ontwikkeling van een

stagiair? Hoe beoordelen we als leer-

bedrijf allemaal op dezelfde manier?

Deelnemers aan het Calibris Café

geven elkaar antwoord.

TekST: HeleNe De BrUIN | BeelD: MArIANNe VAN MOOrSelAAr

Derde Calibris Café over stagebeoordeling

“PAP en POP gaan jullie helpen”

Calibris Café bezoeken?Wilt u ook deelnemen aan het calibris café? Neem dan contact op met uw k&e-adviseur. calibris heeft meerdere brochures en checklists die u kun-nen helpen bij competentiegericht beoordelen. Deze kunt u aanvragen via uw k&e-adviseur of via de website. contactpersonen calibris café: Yvonne Gorissen ([email protected]) en Marianne van Moorselaar ([email protected]) - k&e-adviseurs VVT regio Haaglanden.

Page 23: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

Calibris VIZIER nov 2011 23

ZORG

Derde Calibris Café over stagebeoordeling

Samen op zoek naar stageplaatsen voor doktersassistentenOpleidingen tot doktersassistent sluiten onvoldoende aan bij de praktijk van de

huisarts. En huisartsen denken te weinig tijd, ruimte en expertise te hebben

voor begeleiding. Roc’s en huisartsenpraktijken houden elkaar zo in de tang, met

onvoldoende stageplaatsen als gevolg. Een coördinator die schakelt tussen alle

partijen biedt een oplos sing, zo blijkt uit een aantal experimenten. “Vooroordelen

worden weg genomen en wederzijdse inzichten maken samenwer king mogelijk.”

“Ontoereikende communicatie tussen op-leiding en huisartsenpraktijken is vaak een grote boosdoener van het tekort aan sta-geplaatsen, weet Ineke Bosch van calibris, landelijk Projectleider Stagesamenwer-king. “Opleidingen hebben weinig tijd om alle praktijken te bezoeken en de huisarts en doktersassistent te overtuigen van de meerwaarde van een stagiair. en als het tot een contact komt dan is de doktersas-sistent onzeker over haar begeleidingsca-paciteiten, het organiseren van de stage en de tijd die het gaat kosten. Hierdoor zoeken steeds meer studenten elders een stageplaats, zoals in de ziekenhuizen. Deze studenten zijn dan vaak ‘verloren’ voor de huisartsenpraktijk. er worden zelfs minder studenten aangenomen in de op-leiding, omdat er te weinig stageplaatsen zijn. Tegelijkertijd kan de huisarts geen nieuwe doktersassistente vinden omdat er te weinig van school komen.”

IntermediairOm uit deze impasse te komen, zijn verschillende partijen uit de eerste lijn in Drechtsteden, Tilburg en Zwolle in 2009 gaan samenwerken. elke regio heeft een coördinator aangesteld die als intermedi-air fungeerde tussen opleiding en (poten-tiële) leerbedrijven. “Zij hebben veel tijd gestoken in het benaderen en enthousi-asmeren van (nieuwe) leerbedrijven. In een stuurgroep waarin alle partijen waren afgevaardigd, heeft de coördinator alle knelpunten op tafel gelegd. De afzonder-lijke partijen zijn zelf oplossingen gaan zoeken”, vertelt Ineke Bosch.

Kennis bundelen en delen Daarnaast hebben de doktersassisten-ten van de leerbedrijven allemaal een training gevolgd met betrekking tot het begeleiden van stagiairs. Ook worden er intervisiebijeenkomsten georganiseerd om

de begeleiding te verbeteren. “De oplei-dingen hebben meer zicht gekregen op de problemen tijdens de stage. Zij passen hun programma’s en materialen aan en richten het coördinatorschap beter in.” Ondanks het feit dat een intermediaire coördinator meer en betere stageplekken oplevert, kan deze functie niet structureel worden gefinancierd binnen de regio. In de drie pilotregio’s worden in vervolg-trajecten manieren gevonden om de taken van de coördinator efficiënt te beleggen bij betrokkenen uit werkveld en onder-wijs. De ervaringen van coördinatoren zijn gebundeld in een boekje met twintig tips. Die kennis is bruikbaar en toepasbaar voor alle opleiders en leerbedrijven in alle regio’s.

Twintig tipsDe twintig tips om stagesamenwerking op te starten en te verbe-teren en om het tekort aan doktersassistenten aan te pakken, zijn samengebracht in de brochure ‘ Meer doktersassistenten in de eerste lijn’, die u kunt downloaden op www.calibris.nl/bedrijven, onder het kopje ‘studentbegeleiding’. enkele tips: • Stel een actief alumnibeleid op bij een roc.• Sluit aan bij een bestaande structuur waarin huisartsen zijn

vertegenwoordigd.• Maak praktijkprofielen ten behoeve van een goede matching

en relatiebeheer.

TekST: HeleNe De BrUIN | BeelD: MArIANNe VAN MOOrSelAAr

Page 24: De Kraamvogel Beste Leerbedrijf Zorg · Het Gilde-leren doet een aanval op de genoemde pijnpunten. De belangrijkste verandering: het onderwijs komt naar de werkvloer en begeleidt

24 Calibris VIZIER nov 2011

Colofon

cAlIBrIS–VIZIer14e jaargang, nr. 54, november 2011 VIZIer IS eeN UITGAVe VANcalibris het kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport. Het tijdschrift verschijnt tweemaal per jaar in een oplage van ruim 9.000 exemplaren.

ABONNeMeNTeN VIZIer wordt kosteloos verspreid onder arbeids-organisaties en onderwijsinstellingen in Zorg, Welzijn en Sport. Wilt u VIZIer ook ontvangen of heeft u behoefte aan meer exemplaren? Is uw adres gewijzigd of stelt u geen prijs meer op toezending? In alle gevallen ontvangen we graag een briefje op het vol-gende adres: calibris, Antwoordnummer 2086, 3970 VD Bunnik (postzegel niet nodig). S.v.p. etiket van de laatst toegezonden VIZIer meesturen!

reDAcTIe–ADreScalibrisPostbus 131, 3980 cc Bunnik

Tel: 030 750 7000Fax: 030 750 7001e–mail: [email protected]: www.calibris.nl

reDAcTIe Oda van Hijfte, lex eschauzier, Hans koolen, ramon van den Berg, Bea Naninck, Annelies Bannink, Sabine Terheggen (calibris), Paul van Bodengraven, eveline Sissing (De Smaakmakers communicatie)

reAlISATIeDe Smaakmakers communicatie

TekSTPaul van Bodengraven, Hélène de Bruin, Famke Derksen, Dick Groenendijk, Aefke ten Hagen, Stasja Schenk-Verduijn, eveline Sissing

FOTOGrAFIeVincent Boon, erik van der Burgt/Hollandse Hoogte, Michael kooren/Hollandse Hoogte, Marianne van Moorselaar, erik Post, eveline Sissing

IllUSTrATIeHerman roozen

cOVer ONTWerP Studio Modijefsky

VOrMGeVING eN lAY–OUTMarjan Wildeboer (De Smaakmakers communicatie)

DrUkWerkeAlISATIeAvant GPc, Werkendam

issn 1385 5115Overname van artikelen is toegestaan onder voorwaar-de van bronvermelding. calibris kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. Aan de inhoud van calibris-VIZIer kunnen geen rechten worden ontleend

Wie ben je?Mijn naam is Ingeborg van Tiggele. Ik ben getrouwd en heb een dochter van 12.

Hoe oud ben je? Ik ben 45.

Waarom sta je op de cover van de Vizier denk je? Omdat ik in opleiding ben bij De kraamvogel. en De kraam-vogel is Beste calibris leerbedrijf Zorg 2011 geworden.

Wat doe je in het dagelijks leven? Ik ben in opleiding voor kraamverzorgende.

Wat vind je het leukste aan je werk/opleiding? Ik vind het het leukste om het gezin van goede kwalitatieve zorg te voorzien en het gezin professioneel te begeleiden en te ondersteunen.

Wat is je kracht? Dat is goed luisteren en de zorgvraag van moeder en kind in goede banen leiden.

Wie is je voorbeeld? Mijn voorbeeld is de tante van mijn man die dit vak ook op oudere leeftijd is gaan doen. Zij doet het nog steeds met veel passie.

Hoe zag je dag er gisteren uit? Ik ben om half negen samen met mijn bege-leidster bij het gezin aan-gekomen. We hebben de nacht doorgenomen en zijn aan de zorg voor moe-der en kind begonnen. Daarnaast doen we de zorg voor de andere gezinsleden. In de loop van de dag hebben we de huishoudelijke taken gedaan. en om half vijf zat de dag er weer op.

De volgende vizier komt uit in het voorjaar van 2012; wat ben jij dan aan het doen ?Dan ben ik redelijk zelfstandig bij een gezin aan het werk. en zit ik halverwege mijn opleiding.

Waar mogen we je voor wakker maken? Beschuit met muisjes.

Over vijf jaar? Dan ben ik een gediplomeerde kraamverzorgende, die met veel passie en liefde haar vak uitoefent.

CoverStory