De grote tovenaar van Oz

Frank L. Baum

Toneelbewerking door Maarten Blomme voor Chiro Mandelburcht

InleidingDorothy woont met haar oom en tante in de prairies van bachten de kupe. Op een dagwoedt er een wervelstorm, die het hele huis mee de lucht inneemt, met Dorothy en haarhondje Toto.Zo komt Dorothy terecht in het vreemde land van de grote tovenaar. In het gezelschapvan de vogelverschrikker, de blikken houthakker en de laffe leeuw gaat ze naar de grotetovenaar op zoek. Want het liefste wat ze wil is terug naar huis. En alleen de tovenaarweet hoe.

PersonagesDorothy

oom Henri

tante Em

heks van het Oosten

4 knabbels

vogelverschrikker

houthakker

leeuw

Twee kalidahs

muizenkoningin

muizen

poortwachter

Drie vliegende apen

Slechte heks westen

oz

Winkies (geel kostuum)

tijger

Goede heks Glinda

Vrouwelijke soldaat

2

Materiaalkeukenmateriaal voor in het huisje

zilveren schoentjes voor Dorothy

stift voor het 'toverteken'

Teil met water

oliekannetje

Boomstam

vlot

kar met touw

Zes zonnebrillen

telescoop

toverhoedje met de spreuk op de binnenkant

Pot Hersenen

hart

fles moed

takken

Decorsbos

gele weg

landschap

kasteel

groene stad

troon met daarop: hoofd, mooie dame, vuurbal, monster

klaprozenveld

berg

3

Dag 1Regie

Situering

Dorothy zit thuis, in Bachten de kupe. Plotseling steekt er een wervelstorm op en zekomt in een vreemd land terecht.

Personages

Dorothy (met Toto)

oom Henri (boer)

tante Em (huissloor)

heks van het Oosten (mooie, oude, vriendelijke dame)

4 knabbels (helemaal in het blauw)

vogelverschrikker

Decor

Huisje met bed.

bos

Materiaal

keukenmateriaal voor in het huisje

zilveren schoentjes die na de storm naast het huis moeten liggen

stift voor het 'toverteken'

4

ScriptDorothy speelt met Toto in het huis, oom Henri werkt op het land (zuchtend ensteunend), tante Em werkt ook buiten

Verteller: Dorothy woonde in het midden van de grote prairie van bachten de kupe,samen met oom Henry, die een boer was en met tante Em, zijn vrouw.

Toen Dorothy, die een weeskind was, de eerste dagen bij hen woonde, schrok tante Emiedere keer als ze lachte. Oom Henry lachte ook nooit. Hij werkte van 's morgens vroegtot 's avonds laat en wist niet wat vrolijkheid was. Toto maakte Dorothy wel aan hetlachen, Dorothy speelde graag met Toto en ze hield zielsveel van hem.

oom tuurt naar de horizon (stormgeluid)

oom: Em, ik denk dat er onweer op komst is! Er komt een wervelstorm aan! Ik gazorgen voor het vee!

oom rent weg

tante: Vlug, Dorothy! Meteen naar de schuilkelder.

tante rent zonder Dorothy naar de schuilkelder, Dorothy zoekt naar Toto en komtte laat, ze verbergt zich onder het bed met Toto. Tijdens de storm valt ze in slaap.

Dorothy word wakker

Dorothy: Wat heb ik slecht gedroomd! Ik heb een nachtmerrie gehad. Ik droomde dathet huis in een wervelstorm zat!

ze gaat naar buiten en schrikt zich dood

Dorothy: Waar ben ik? Het is hier allemaal zo mooi en groen, en al die bomen enbloemen! Wat een prachtig land! Het was dus toch geen droom. De wervelstorm heefthet huis meegenomen naar een ander land!

een groepje mannen komt samen met de heks van het noorden aangestapt, de heksknielt voor Dorothy

heks vh noorden: Welkom, hoogedele tovenares, in het land van de Knabbels. We zijnU erg dankbaar dat U de slechte heks van het Oosten hebt gedood en ons volk bevrijdhebt van de slavernij!

Dorothy: U bent erg vriendelijk, maar dat moet een vergissing zijn. Ik heb niemandgedood.

heks: U misschien niet, maar uw huis wel. Ze zit er onder, alleen haar schoentjes liggener nog. U bent recht op de slechte heks van het Oosten geland!

heks wijst naar schoenen naast het huis, Dorothy gilt

heks: Maar het is helemaal niet erg, zij was een slechte heks, nu zijn de Knabbels vrij!

Dorothy: En wie bent U?

heks: Ik ben de goede heks van het Noorden. Hier in het land van Oz zijn er altijd alvier heksen geweest: eentje in het Noorden, eentje in het Oosten, eentje in het Zuidenen eentje in het Westen. De heksen van het Oosten en het Westen zijn slechte heksen,de andere twee zijn goede heksen. Verder is er één grote tovenaar: de tovenaar van Oz.

Dorothy: Ik ben Dorothy en ik kom uit bachten de kupe. En daar zou ik graag terug

5

naar toe gaan. Weet U misschien de weg?

figurant1: In het Noorden liggen er alleen maar hoge bergen.

figurant2: In het Oosten ligt er een grote woestijn

figurant3: In het Zuiden ligt er een grote oceaan

figurant4: In het Westen ligt er een enorm oerwoud

heks: Ik denk dat de enige die weet hoe je moet thuis geraken de tovenaar van Oz is.Hij woont in Smaragdstad in het midden van het land. Je moet gewoon deze weg volgenen dan kom je er vanzelf. Doe de schoentjes van de heks van het Westen aan, ze zullenje nog van pas komen. Ik zet mijn toverteken op je voorhoofd zodat niemand je iets zaldoen. Vaarwel, en veel geluk.

De heks zet een gekleurde bol op Dorothy's voorhoofd en wandelt samen met demannen weg. Dorothy doet de schoentjes van de heks aan.

Dorothy: Goed, Toto, dan moeten we maar naar Smaragdstad gaan om de grote Oz tevinden.

Dorothy doet de zilveren schoentjes aan en gaat op pad.

Dorothy: pff, wat ben ik moe, ik ga hier toch even zitten hoor.

Dorothy zit, even verderop staat een vogelverschrikker

Plotseling knikt de vogelverschrikker vriendelijk naar Dorothy

Dorothy schrikt, maar loopt dan naar hem toe

Dorothy: Een vogelverschrikker die beweegt, dat kan toch niet?

Vogelverschrikker: Goeiedag!

Dorothy:Zei u iets?

Vogelverschrikker: Jazeker, hoe maakt U het?

Dorothy: Met mij gaat het goed, en met u?

Vogelverschrikker: Niet zo goed, het is niet prettig om hier een hele dag te staan en devogels weg te moeten jagen.

Dorothy: Kunt u er dan niet af?

Vogelverschrikker: Nee, de paal zit in mijn rug. Als u zo vriendelijk zou zijn om hemweg te nemen zou ik u erg dankbaar zijn.

Dorothy pakt de vogelverschrikker en zet hem op de grond

De vogelverschrikker rekt zich uit

Vogelverschrikker: Wie bent u en waar gaat u naar toe?

Dorothy: Ik ben Dorothy en ik ben op weg naar de Stad van Smaragd om aan de groteOz te vragen om mij naar bachten de kupe terug te brengen.

Vogelverschrikker: Waar is de Stad van Smaragd, en wie is Oz? Ik ben gevuld metzagemeel en ik weet dus niets.(Heel triestig)

Denk je dat ik samen met jouw naar Oz zou kunnen gaan en hem om hersens vragen?

Dorothy: Natuurlijk, kom maar mee. En je moet niet bang zijn van mijn hondje hoor.

6

Vogelverschrikker: Dat ben ik niet hoor, ik ben maar van één ding doodsbenauwd: eenbrandende lucifer!

Ze gaan samen op pad

Dorothy: Wat ben ik moe! Kunnen we hier niet blijven slapen?

Vogelverschrikker: Dat is goed, ik zal hier wel blijven staan en de wacht houden, ikword toch nooit moe.

7

Dag 2Regie

Situering

Dorothy ontmoet de vogelverschrikker zonder hersens en de laffe leeuw.

Personages

Dorothy (met Toto)

vogelverschrikker

leeuw

houthakker

Decor

Bos

hutje

Materiaal

Teil met water

oliekannetje

8

Script

Dorothy word wakker.

Dorothy: geeuw! Ik heb goed geslapen! Zou er hier ergens water zijn?

Vogelverschrikker: Waarvoor heb je water nodig?

Dorothy; om mij te wassen natuurlijk!

Vogelverschrikker: Ik ben een vogelverschrikker, ik moet mij niet wassen. Maar daarzie ik wel een waterbron, kom mee!

Dorothy en de vogelverschrikker gaan naar het water en Dorothy wast zich

houthakker: Help! Help!

Dorothy: Hoorde je dat?

Vogelverschrikker: Laten we even gaan kijken.

Dorothy en de vogelverschrikker gaan naar de blikken houthakker.

Dorothy: Was dat jij die zo riep?

Houthakker: Ik sta hier al meer dan een jaar! Ik ben helemaal vastgeroest.

Vogelverschrikker: Hoe kunnen we je helpen?

Houthakker: In mijn hut een beetje verderop staat een kannetje met olie. Als je zovriendelijk zou willen zijn om mij te olieen zou ik héél erg dankbaar zijn.

Dorothy: Natuurlijk doen we dat!

Dorothy holt naar de hut en brengt het kannetje met olie. Daarmee oliet ze dehouthakker helemaal in.

Houthakker: Dank je wel! Ik begon mij hier nogal te vervelen.

Vogelverschrikker: Hoe komt het eigenlijk dat je hier staat vastgeroest?

Houthakker: Wel, ik was hout aan het hakken toen er plotseling een regenbui voorbijkwam. Voor ik naar mijn hut kon lopen was ik helemaal nat en begon ik te roesten. Entoen kon ik niet meer bewegen!

Dorothy: En waarom ben jij helemaal uit blik gemaakt?

Houthakker: De slechte heks van het Oosten heeft mij betoverd omdat ik verliefd wasop haar mooie dochter! En nu heb ik zelfs geen hart meer waarmee ik van dat mooiemeisje kan houden!

En wie zijn jullie eigenlijk?

Dorothy: Ik ben Dorothy en dit is mijn hondje Toto. Samen met de vogelverschrikkerzijn we op pad naar de stad van Smaragd om de grote tovenaar van Oz te spreken. Hijkan me weer naar bachten de kupe brengen.

Vogelverschrikker: En mij zal hij hersens geven, dan ben ik niet meer dom.

Houthakker: Denk je dat hij mij een hart zou kunnen geven zodat ik opnieuw kanliefhebben?

9

Vogelverschrikker: Vast wel! Je mag gerust meegaan met ons hoor.

Houthakker: Dank je wel!

De drie gaan samen op stap. Af en toe is er luid gebrul te horen.

Dorothy: Zouden hier wilde beesten zitten?

Houthakker: Misschien wel, maar wij zijn er toch om je te beschermen.

Plotseling springt de leeuw te voorschijn. Hij brult en slaat eerst devogelverschrikker en daarna de houthakker neer. Dan sprint hij naar Toto.Dorothy loopt naar voren en geeft de leeuw een klap op zijn neus.

Dorothy: Wil jij een klein hondje zoals Toto bijten? Foei! Jij bent een grote lafaard!

Leeuw: (heel verdrietig) Ik weet het, sorry. Maar wat kan ik er aan doen? Alleen eenlaffe leeuw zoals ik zou zo'n klein hondje durven bijten.

Dorothy: Maar waarom ben jij zo laf?

Leeuw: Ik weet het niet. Ik ben zo geboren. Ik ben de koning van de dieren en iedereenis bang van mij, maar eigenlijk ben ik nog veel banger van alle andere dieren dan zijvan mij!

Vogelverschrikker: Dat klopt toch niet? Hoe kan zo'n sterke en grote leeuw nu zo bangzijn?

Leeuw: Ik weet het, en het maakt mij heel verdrietig.

Dorothy: Wij zijn op pad naar de stad van Smaragd om de grote tovenaar van Oz tevinden. Hij kan mij terug naar huis brengen.

Vogelverschrikker: En mij kan hij hersenen geven.

Houthakker: En mij een hart.

Dorothy: Misschien kan hij je wel moed geven? Je mag gerust met ons meekomenhoor!

Leeuw: Echt waar? Dat zou fantastisch zijn. Jullie zijn heel erg vriendelijk voor mij.

Dorothy: Maar eerst moet ik een beetje slapen hoor.

Leeuw & Houthakker: Wij houden de wacht wel.

Ze gaan allemaal gaan slapen.

10

Dag 3Regie

Situering

De vier zijn onderweg. Eerst komen ze een kloof tegen, daarna de Kalidahs en dan eengrote rivier. Dorothy en de Laffe Leeuw vallen in slaap in een klaprozenveld.

Personages

Dorothy (met Toto)

Vogelverschrikker

Blikken houthakker

laffe leeuw

twee Kalidahs

muizen

muizenkoningin

Decor

Diepe kloof (twee keer)

rivier

klaprozenveld

Materiaal

Boomstam

vlot

kar met touw

11

Script

Iedereen wordt wakker geeuw en rekt zich uit.

Leeuw: Laten we vertrekken, het is al laat.

Ze gaan op pad. Na een tijdje komen ze bij een diepe kloof.

Dorothy: Oei, wat een diepe kloof!

Leeuw: En de bodem ligt vol met scherpe stenen en rotsblokken.

Vogelverschrikker: Daar geraken we nooit over!

Leeuw: Misschien, misschien kan ik er wel overspringen. Als ik heel hard mijn best doemoet dat lukken.

Houthakker: Je kan ons één voor één op je rug meenemen.

Vogelverschrikker: Dan ga ik wel eerst. Als Dorothy valt is ze dood en de blikken manzou zich kunnen verwonden. Als ik val kan er niets gebeuren.

De vogelverschrikker kruipt op de rug van de leeuw.

Leeuw: Okee, daar gaan we dan.

De leeuw sprint over de kloof.

Dorothy: Het is gelukt!

De leeuw keert terug en Dorothy kruipt met Toto op zijn rug.

Leeuw: En nu is het jouw beurt Dorothy.

Dorothy: Goed vasthouden Toto!

De leeuw springt over de kloof en keer terug.

Houthakker: En nu is het aan mij.

De houthakker kruipt op de leeuw en de leeuw brengt hem veilig naar deoverkant.

Dorothy: Dat was eigenlijk wel héél dapper voor een laffe leeuw hoor!

Leeuw: Vind je? Dank je wel.

Houthakker: Laten we verder gaan.

Plotseling horen ze vreemde geluiden.

Leeuw: Hoor je dat? Dat zijn de Kalidahs!

Vogelverschrikker: Wie zijn dat?

Leeuw: De Kalidahs zijn geweldige lelijke beesten met het hoofd van een tijger en hetlijf van een beer. Ze zijn zeer gevaarlijk.

Dorothy: Vlug, we moeten ons haasten.

Ze lopen verder tot aan een tweede kloof.

Dorothy: Nog een kloof!

12

Leeuw: Deze kloof is véél te groot om over te springen. Dat lukt me nooit.

Vogelverschrikker: Ik heb een idee. De houthakker kan deze boom omhakken zodat hijover de kloof valt, dan kunnen we er wel over.

Houthakker: Goed idee. Soms lijkt het wel of je hooft met hersenen is gevuld ipv metzaagsel.

De houthakker hakt de boom om en één voor een lopen ze naar de overkant. Eenluid gebrul stijgt op. De twee Kalidahs komen aangelopen.

Dorothy: O nee, daar zijn ze!

Leeuw: Ik zal ze bang maken!

De leeuw brult luid. De Kalidahs stoppen even maar stormen dan toch weer ophen af.

Vogelverschrikker: Vlug, hak de boomstam door!

De houthakker hakt bliksemsnel de boomstam door zodat de Kalidahs aan deoverkant moeten blijven staan.

Leeuw: Dat was op het nippertje!

Dorothy: Laten we ons haasten, ik wil hier niet blijven.

Leeuw: Kruip maar op mijn rug, dat gaat rapper.

Dorothy kruipt op de rug van de leeuw en ze lopen allemaal zo vlug mogelijk totze aan de rivier komen.

Dorothy: Zo'n grote rivier! Hoe komen we aan de overkant?

Houthakker: Van al dat water zal ik zeker gaan roesten.

Vogelverschrikker: De blikken houthakker kan een vlot bouwen. Dan geraken wegemakkelijk over het water.

Samen maken ze een vlot.

Leeuw: Ik zal het vlot wel duwen, ik kan goed zwemmen.

Iedereen kruipt op het vlot en de leeuw duwt het vlot al zwemmend naar deoverkant.

Dorothy: Daar zijn we ook al weer door.

Houthakker: Zonder nat te worden.

Vogelverschrikker: Kijk: daar loop de weg. Als we goed doorstappen kunnen we nogeen heel eind ver geraken voor het donker.

De vier vertrekken weer. Ze wandelen nu door een veld vol met rode klaprozen.

Dorothy: Hmmm, wat ruiken deze bloemen zo lekker! Ik word er helemaal moe van.

Dorothy geeuwt en valt in slaap.

Leeuw: Die bloemen maken mij ook slaperig!

Houthakker: Gelukkig zijn wij niet gemaakt van vlees en bloed en kunnen wij dus nietin slaap vallen.

Vogelverschrikker: Inderdaad. We moeten maken dat we hier weg geraken! Loop zo

13

vlug je kan hier weg. Wij zorgen wel voor Dorothy! (tegen leeuw).

De leeuw loopt vlug weg en de houthakker en de vogelverschrikker nemenDorothy vast en dragen haar weg uit het veld. Een eindje verder zien ze de leeuwliggen. Diep in slaap.

Houthakker: O nee, de laffe leeuw is ook al in slaap gevallen.

Vogelverschrikker: We kunnen niets voor hem doen. Hij is veel te zwaar. We zullenhem moeten achterlaten.

De houthakker en de vogelverschrikker dragen Dorothy verder en leggen haardan neer.

Houthakker: We zullen hier moeten wachten tot ze weer wakker is.

Plotseling ziet de houthakker een grote kat die een klein muisje achtervolgt. Metéén zwaai van zijn bijl hakt hij de kop van de kat af.

Muizenkoningin: Dank je wel, je hebt mijn leven gered.

Houthakker: Oh, dat was geen moeite hoor.

Van overal komen er muisjes aangelopen.

Muis: U leeft nog koningin.

Muizenkoningin: Ja, dankzij deze dapper blikken man hier. Ik ben U eeuwig dankbaar.Als we ooit iets voor jullie kunnen doen roep je ons maar.

Vogelverschrikker: Misschien zouden jullie ons kunnen helpen onze vriend de leeuw teredden die in slaap gevallen is in het klaprozenveld. Blikman, kun jij een kar makenwaarop we de leeuw kunnen leggen?

Houthakker: Met deze bomen moet dat wel lukken.

De houthakker maakt een kar met een stuk touw aan.

Vogelverschrikker: We leggen de leeuw op de kar en dan kunnen de muizen trekkenaan het touw terwijl wij tegen de kar duwen.

Muizenkoningin: Geen probleem!

Iedereen gaat naar de leeuw. De houthakker en de vogelverschrikker leggen deleeuw op de kar.

Vogelverschrikker: En nu duwen en trekken.

De muizen trekken en de houthakker en de vogelverschrikker duwen de kar uithet veld.

Houthakker: Onze vriend is gered!

Muizenkoningin: Als we ooit nog iets kunnen doen roep je maar.

Alle muizen lopen weg. Dorothy en de leeuw blijven slapen.

14

Dag 4Regie

Situering

Dorothy, de houthakker, de vogelverschrikker en de leeuw komen bij Smaragdstad.

Personages

Dorothy (met Toto)

Vogelverschrikker

Blikken houthakker

laffe leeuw

poortwachter

Oz

Decor

Smaragdstad

(eventueel: paleis/zaal)

troon

oz: groot hoofd, mooie dame, monster, vuurbal

Materiaal

Zes zonnebrillen

15

ScriptDorothy en de leeuw worden wakker.

Dorothy: Geeuw! Ik heb goed geslapen zeg! Wat is er gebeurd?

Leeuw: Ik herinner me alleen nog dat ik in slaap gevallen ben door die klaprozen.

Vogelverschrikker: Jullie waren alle twee in slaap gevallen. Dorothy konden wemeenemen, maar de leeuw is gered door de muizen.

Leeuw: Ik ben gered door muizen? Dat komt waarschijnlijk omdat ik zo laf ben.

Houthakker: Kom, we gaan zo vlug mogelijk door. Ik denk dat het niet meer ver is.

Iedereen vertrekt.

Dorothy: Kijk daar: een groen schijnsel!

Vogelverschrikker: Dat zal Smaragdstad zijn.

Ze lopen verder tot aan de stad. De houthakker klopt op de poort. Een kleinmannetje, helemaal in het groen gekleed, doet open.

Wachter: Wat kan ik voor U betekenen beste mensen?

Dorothy: Wij willen de tovenaar van Oz spreken!

De poortwachter is verbaasd en denkt even na.

Wachter: Dit is de eerste keer in vele jaren dat iemand de grote tovenaar wil spreken. Ikhoop voor jullie dat het voor een belangrijke zaak is of de grote tovenaar zal zeer booszijn. En er wordt gezegd dat wanneer hij boos is hij heel wreed kan zijn!

Vogelverschrikker: Het gaat hier om een zeer ernstige zaak.

Wachter: Kom dan maar binnen, maar het is op jullie eigen verantwoordelijkheid! Julliemoeten allemaal zo'n groene bril aandoen.

Houthakker: Waarom?

Wachter: Toen de grote tovenaar van Oz deze prachtige stad gebouwd heeft, beval hijiedereen een groene bril aan te doen omdat ze anders verblind zouden worden door degroen gloed en schoonheid van deze stad.

Iedereen (ook de wachter en Toto) doen een bril aan. De wachter neemt hen meenaar het midden van de stad tot aan het kasteel.

Wachter: Hier is het kasteel van de grote Oz.

Dorothy: Wat een praaaachtig kasteel!

Wachter: Het is helemaal gebouwd uit groen marmer en groene diamanten. Wacht hier.Ik zal vragen aan de tovenaar of hij jullie wil ontvangen.

De poortwachter vertrekt (uit het zicht). Even later komt hij terug.

Leeuw: Hebt U de tovenaar gezien?

Wachter: O nee, niemand heeft ooit de tovenaar gezien. Ik heb alleen met hemgesproken van achter zijn scherm. De grote Oz wil jullie wel een audiëntie verlenen,maar jullie moeten één voor één bij hem gaan. Het meisje mag als eerste.

16

De wachter brengt Dorothy naar een grote zaal.

Wachter: Hier moet je alleen naar binnen gaan.

Dorothy gaat naar binnen. Op een grote troon zit er een enorm kaal hoofd zonderarmen of benen.

Oz: Ik ben Oz, de Grote en Verschrikkelijke. Wie ben je en wat wil je van mij?

Dorothy: Ik ben Dorothy, de kleine en zwakke. Ik kom uw hulp vragen. Ik zou graagterug naar bachten-de-kupe gaan. Naar mijn tante en oom.

Oz: En waarom zou ik je daarmee helpen?

Dorothy: U bent zo slim en groot, niemand anders kan mij helpen.

Oz: Voor ik je help moet je iets doen voor mij. Dood de slechte heks van het westen endan zal ik zien wat ik kan doen.

Dorothy: Maar hoe kan ik nu die heks doden. Ik wil niemand doden!

Oz: Je draagt de zilveren toverschoentjes! Ga nu!

Verdrietig verlaat Dorothy de zaal.

Wachter: Nu is het aan de vogelverschrikker.

De vogelverschrikker gaat de zaal binnen. Op de troon zit een bijzonder mooiedame.

Oz: Ik ben Oz, de Grote en Verschrikkelijke. Wie ben je en wat wil je van mij?

Vogelverschrikker: Ik ben maar een simpele vogelverschrikker en ik zou graag hersenenhebben.

Oz: En waarom zou ik je daarmee helpen?

Vogelverschrikker: U bent zo slim en groot, niemand anders kan mij helpen.

Oz: Voor ik je help moet je iets doen voor mij. Dood de slechte heks van het westen endan zal ik zien wat ik kan doen.

Vogelverschrikker: Hoe moet ik dat nu doen?

Oz: Dat is jouw probleem.

Verdrietig vertrekt de vogelverschrikker.

Wachter: Nu is het aan de blikken man.

De houthakker gaat de zaal binnen. Op de troon zit een verschrikkelijk monster.

Oz: Ik ben Oz, de Grote en Verschrikkelijke. Wie ben je en wat wil je van mij?

Houthakker: Ik ben maar een simpele blikken man en ik zou graag een hart hebben.

Oz: En waarom zou ik je daarmee helpen?

Houthakker: U bent zo slim en groot, niemand anders kan mij helpen.

Oz: Voor ik je help moet je iets doen voor mij. Dood de slechte heks van het westen endan zal ik zien wat ik kan doen.

Houthakker: Hoe moet ik dat nu doen?

Oz: Dat is jouw probleem.

17

Verdrietig vertrekt de houthakker.

Wachter: Nu is het aan de leeuw.

De leeuw gaat de zaal binnen. Op de troon zit een grote vuurbal.

Oz: Ik ben Oz, de Grote en Verschrikkelijke. Wie ben je en wat wil je van mij?

Leeuw: Ik ben maar een laffe leeuw en ik zou wat moed krijgen.

Oz: En waarom zou ik je daarmee helpen?

Leeuw: U bent zo slim en groot, niemand anders kan mij helpen.

Oz: Voor ik je help moet je iets doen voor mij. Dood de slechte heks van het westen endan zal ik zien wat ik kan doen.

Leeuw: Hoe moet ik dat nu doen?

Oz: Dat is jouw probleem.

Verdrietig vertrekt de leeuw.

Dorothy: Het is hopeloos!

Vogelverschrikker: Hoe moeten wij nu die heks doden?

18

Dag 5Regie

Situering

De houthakker en de vogelverschrikker worden gedood door de vliegende apen. Deleeuw en Dorothy worden gevangen genomen door de slechte heks van het Westen.Dorothy dood de heks en alles komt weer goed.

Personages

Dorothy (met Toto)

Vogelverschrikker

Blikken houthakker

laffe leeuw

slechte heks van het westen

vliegende apen

Winkies (geel kostuum)

Decor

Kloof

Kasteel slechte heks

smaragdstad

Materiaal

Zes zonnebrillen

telescoop

toverhoedje met de spreuk op de binnenkant

19

ScriptWachter: Kom, ik breng jullie buiten de stad.

De poortwachter brengt de vier buiten de stad. Daar doen ze hun groene brillenaf.

Wachter: Waar gaan jullie nu naar toe?

Vogelverschrikker: We moeten de slechte heks van het Westen doden.

Wachter: Dan lopen jullie gewoon in die richting tot je aan haar kasteel komt. Dit is hetland van de Winkies. De slechte heks heeft alle Winkies tot haar slaven gemaakt.

Dorothy: Dat lukt ons toch nooit!

Leeuw: Kom, we gaan.

Dorothy, de leeuw, de vogelverschrikker en blikman vertrekken.

In haar kasteel ziet de slechte heks het gezelschap door haar telescoop. Ze iswoedend.

Heks: Wat!?! Indringers in mijn land! Dat KAN niet! Dat MAG niet! Iedereen is bangvan mij! Zij zullen boeten, wacht maar!

De heks zet een raar hoedje op. Ze gaat op haar linkervoet staan en zegt:

Heks: Eppe, Peppe, Kakke!

Daarna staat ze op haar rechter voet en zegt:

Heks: Hillo, Hollo, Hello!

Nu zegt ze op beide voeten:

Heks: Zizzy, Zuzzy, Zik!

Er komen drie vliegende apen afgevlogen.

Apen: Dit is uw laatse wens! Wat kunnen wij voor U doen meesteres?

Heks: Dood de indringers, behalve de leeuw, die moet voor mij werken.

Apen: Uw wens is ons bevel!

De vliegende apen vliegen naar de indringers.

Apen: Eerst pakken we die blikken man, we smijten hem in de diepste kloof!

De apen pakken de blikken man vast en smijten hem in een diepe kloof.

Apen: Nu die vogelverschrikker, we halen zijn stro eruit!

De apen halen al het stro uit de vogelverschrikker.

Apen: Nu de leeuw, we smijten hem in de kerker!

De apen nemen de leeuw mee naar het kasteel en sluiten hem op. Ze keren terugnaar Dorothy.

Apen: Nu het meisje!

Een van de apen: Nee, we kunnen haar niet doden. Ze het toverteken van de goedeheksen op je voorhoofd en het goede wint altijd van het kwade. Het enige wat we

20

kunnen doen is haar naar het kasteel brengen.

Voorzichtig brengen de vliegende apen Dorothy tot bij de slechte heks.

Een van de apen: De vogelverschrikker en de blikken man zijn gedood, de leeuw isgevangen. Hier is het meisje, we kunnen haar niets doen.

De apen vliegen weg. De heks verschiet wanneer ze het merkteken en de schoentjesvan Dorothy ziet.

Heks: Jij draagt het merkteken van het goede en de zilveren toverschoentjes! Ik kan jemisschien niet doden, maar ik kan je wel tot mijn slaafje maken! De leeuw moet mijnkoets trekken en jij mag pannen en potten afwassen! Hahaha!

De heks brengt Dorothy naar de keuken en Dorothy begint verdrietig af te wassen.

Heks: En jij domme hond, maak dat je wegbent!

De heks slaat met haar stok naar Toto.

Dorothy: Jij bent een slecht, slecht mens! Zo een klein hondje slaan!

Dorothy giet een emmer water over de heks. De heks slaakt een luide kreet.

Heks: Aaaargh! Water!

De heks begint te verschrompelen.

Heks: Kijk nu wat je gedaan hebt! Water is het enige waar ik niet tegen kan! Hoe wistje dat? Ik ga dood!

Dorothy rent naar de leeuw.

Dorothy: We zijn gered! De heks is dood!

Een groep Winkies komt aangelopen.

Een Winkie: Is ze echt dood!

Dorothy: Ik heb het zelf gezien!

Winkies: Hoera! Hoera! We zijn vrij!

Een Winkie: U hebt ons gered, U moet wel een goede en grote heks zijn. Wat kunnenwij voor U doen?

Leeuw: Jullie zouden onze vrienden kunnen redden. De vliegende apen hebben deblikken man in een kloof gesmeten. En de vogelverschrikker hebben ze kaal geplukt.

De Winkies halen de blikken man uit de kloof. De vogelverschrikker herstellen zemet stro.

Vogelverschrikker: Dat voelt beter, zo'n hoop stro, bedankt!

Houthakker: Op een paar builen en blutsen na mankeer ik gelukkig niet veel. Bedankt!

Een Winkie: Geen dank, jullie vriendin heeft de slechte heks gedood.

Vogelverschrikker: Dan kunnen we terugkeren naar Oz, dan geeft hij mij hersenen.

Houthakker: Een een hart

Leeuw: En moed

Dorothy: En ik kan terugkeren naar Bachten-de-Kupe!

21

Een Winkie: Het is jammer dat jullie niet bij ons blijven.

Houthakker: Ik vind het ook jammer, dit is een leuk land.

Dorothy ziet het hoedje van de heks liggen.

Dorothy: Dit is een mooi hoedje. Ik ga het opzetten tegen de zon.

Winkies: Dat is een toverhoedje! Wanneer je de juiste spreuk zegt komen de vliegendeapen. Ze doen dan precies wat je zegt.

Vogelverschrikker: Dat is handig zeg.

Leeuw: Maar we kennen de juiste spreuk niet!

Winkies: Die staat op de binnenkant van het hoedje.

Dorothy kijkt in het hoedje.

Dorothy: Inderdaad!

Houthakker: Maar nu gaan we op pad, terug naar Oz, naar de Smaragdstad.

22

Dag 6Regie

Situering

De houthakker en de vogelverschrikker worden gedood door de vliegende apen. Deleeuw en Dorothy worden gevangen genomen door de slechte heks van het Westen.Dorothy dood de heks en alles komt weer goed.

Personages

Dorothy (met Toto)

Vogelverschrikker

Blikken houthakker

laffe leeuw

poortwachter

Oz

Decor

Lege troon

smaragdstad

Materiaal

23

ScriptHet gezelschap komt aan bij de poorten van smaragdstad. De poortwachter komtopendoen en zegt verrast:

Wachter: Zijn jullie terug?

Vogelverschrikker: Dat zie je toch.

Wachter: Maar ik dacht dat jullie de slechte heks van het Westen zouden opzoeken?

Vogelverschrikker: Dat hebben we ook gedaan.

Wachter: En heeft ze jullie laten terugkeren?

Vogelverschrikker: Ze is gesmolten!

Wachter: Gesmolten? Dat is goed nieuws! En wie heeft haar doen smelten?

Vogelverschrikker: Dorothy

Wachter: Hemeltje! Ik breng jullie onmiddellijk naar Oz!

Poortwachter buigt diep voor Dorothy. Daarna geeft hij iedereen een groene bril.Hij brengt het gezelschap naar het kasteel.

Wachter: Hier kunnen jullie wachten tot de grote Oz jullie wil spreken.

De wachter verdwijnt en iedereen gaat neerzitten. Ze wachten drie dagen.

Houthakker: We wachten hier nu al drie dagen! Ik begin het beu te komen. Kom, latenwe gewoon naar binnen gaan!

Leeuw: Goed idee, als we de slechte heks van het Westen aan kunnen dan kan dezetovenaar ons ook niet meer bang maken.

Vogelverschrikker: We kunnen altijd nog de hulp inroepen van de vliegende apen.

Iedereen gaat de zaal van de tovenaar binnen. Oz is nergens te zien.

Oz: Ik ben Oz, de Grote en de Verschrikkelijke. Waarom zijn jullie gekomen?

Dorothy: Waar bent U?

Oz: Ik ben overal, maar ik ben onzichtbaar voor gewone stervelingen.

Dorothy: Wij zijn gekomen om U aan uw belofte te houden Oz.

Oz: Welke belofte?

Dorothy: U beloofde me om mij naar Bachten-de-Kupe terug te brengen wanneer deslechte heks van het Westen dood zou zijn.

Vogelverschrikker: En U beloofde me hersenen te geven.

Houthakker: En U beloofde me een hart.

Leeuw: En U beloofde me moed.

Oz: Is de heks werkelijk dood? (bevende stem)

Dorothy: Ze is gesmolten.

Oz: Lieve hemel, zo plotseling. Daar moet ik over denken, kom over een dag of tweemaar eens terug.

24

Houthakker: U hebt al tijd genoeg gehad! (boos)

Vogelverschrikker: Wij willen geen dag meer wachten!

Dorothy: U moet zich aan uw beloften houden!

Leeuw: brult luid

Toto schrikt van het gebrul en sprint over een scherm dat in de hoek staat. Hetscherm valt om en erachter zit een klein oud mannetje.

Houthakker: Wie ben jij?

Oz: Ik ben Oz de grote en de verschrikkelijke. Sla me alstublieft niet, ik zal alles doenwat je wilt.

Iedereen is heel verbaasd, de tovenaar is bang.

Dorothy: Ik dacht dat Oz een groot hoofd was?

Vogelverschrikker: Ik dacht dat Oz een mooie dame was?

Houthakker: Ik dacht dat Oz een verschrikkelijk monster was?

Leeuw: Ik dacht dat Oz een vuurbal was?

Oz: Dat liet ik jullie alleen maar geloven.

Dorothy: Maar dan bent U helemaal geen grote tovenaar?

Oz: Inderdaad, ik ben helemaal geen tovenaar, ik ben een gewone bedrieger. Al dieverschijningen dat waren maar trucjes. En ik ben een buikspreker, vandaar die stem.

Ga zitten, dan vertel ik jullie mijn verhaal.

Toen ik jong was werkte ik in een circus in Kortrijk.

Dorothy: Kortrijk, dat is dicht bij Bachten-de-Kupe!

Oz: Maar na een paar jaar in het circus had ik er genoeg van en werd ik ballonvaarder.Ik vloog met mijn ballon boven de stad om reclame te maken voor het circus. Maar opeen dag vloog ik zo hoog dat een sterke wind mij ver weg voerde. Toen ik weer konlanden kwam ik terecht in dit prachtige land. De mensen geloofden dat ik een grotetovenaar was. Ze bouwden voor mij deze prachtige stad en dit kasteel. Ik beval hen datiedereen een groene bril moest dragen zodat alles er smaragdgroen zou uitzien.

Vogelverschrikker: Dit is eigenlijk niet alles groen?

Oz: Nee, maar wanneer je alles door een groene bril bekijkt lijkt dat wel zo te zijn. Hetenige waar ik echt bang van was dat zijn de heksen. Die in het Noorden en het Zuidenzijn goede heksen. Zij zouden mij nooit kwaad doen. Maar de heks in het Oosten en deheks in het Westen zijn slechte heksen. Indien ze geweten hadden dat ik geen tovenaarwas zouden ze me zeker vernietigd hebben.

Vogelverschrikker: Kun jij me dan geen hersenen geven?

Oz: Ik ben geen tovenaar, maar als je morgen naar mij komt zal ik je hoofd vullen methersenen. Maar ik kan je niet vertellen hoe je ze moet gebruiken. Dat moet je zelfuitzoeken.

Leeuw: En hoe zit het met mijn moed? Ik zou erg ongelukkig zijn als je me niet watmoed kon geven die me doet vergeten dat ik bang ben.

25

Oz: Goed, dat soort moed zal ik je morgen geven.

Houthakker: En mijn hart dan?

Oz: Kom morgen terug en ik zal je een hart geven. Ik speel nu toch al zo lang tovenaar.

Dorothy: De vraag is hoe ik terug in Bachten-de-Kupe kom?

Oz: Daar moet ik nog eens goed over nadenken. Kom morgen maar terug.

De vier gaan de zaal uit.

26

Dag 7Regie

Situering

De vogelverschrikker krijgt zijn hersenen, de houthakker zijn hart en de leeuw moed.Oz stuurt Dorothy naar Glinda.

Personages

Dorothy (met Toto)

Vogelverschrikker

Blikken houthakker

laffe leeuw

Oz

Decor

smaragdstad

bos

Materiaal

Pot Hersenen

hart

fles moed

takken

27

ScriptVogelverschrikker: Joepie! Vandaag krijg ik eindelijk hersenen.

De vogelverschrikker gaat de zaal van Oz binnen.

Vogelverschrikker: Euhm, het was voor de hersenen.

Oz: Natuurlijk, ik ga een gat moeten maken in je hoofd zodat ik er mijn speciaalhersenmengsel kan ingieten.

Vogelverschrikker: Geen probleem, ga je gang.

Oz maakt een gat in het hoofd van de vogelverschrikker en giet er zijnhersenmengsel in.

Oz: Ziezo. Nu ben je voorzien van een perfect stel hersenen!

Vogelverschrikker: Dank je wel!

Vogelverschrikker gaat naar buiten.

Houthakker: Nu ga ik naar Oz voor mijn hart.

De houthakker gaat de zaal van Oz binnen.

Houthakker: Ik kom voor mijn hart.

Oz: Natuurlijk, ik ga een gat in je buik moeten snijden.

Oz maakt een gat in de buik van de blikken man en steekt er een hart in.

Oz: Ziezo. Nu ben je voorzien van een goedhartig hart!

Houthakker: Ik voel me al veel beter.

Houthakker gaat naar buiten.

Daarna gaat de leeuw naar binnen.

Leeuw: Ik ben gekomen om wat moed te scheppen.

Oz: Ik ga het even gaan halen.

Oz komt terug met een grote fles moed.

Oz: Drink dit op en je zult moed krijgen.

De leeuw drinkt de fles uit.

Leeuw: brult Wat voel ik me sterk!

Leeuw gaat naar buiten.

Dorothy: Hopelijk kan hij mij ook terugbrengen naar Bachten-de-kupe.

Dorothy gaat naar binnen.

Dorothy: Zul je me kunnen terugbrengen?

Oz: Om thuis te geraken moeten we eerst over de woestijn zien te komen. Ikzelf hebgeen flauw idee hoe dat moet. Maar Glinda, de goede heks van het Zuiden weet hetmisschien wel. Haar kasteel staat vlak bij de woestijn. Misschien kent zij een manierom erover te komen. Maar het is een lange en gevaarlijke tocht naar het zuiden.

Dorothy: weent Dat zal me nooit lukken!

28

Dorothy loop huilend naar buiten.

Vogelverschrikker: Wat is er?

Dorothy: Oz weet niet hoe ik thuis moet geraken. Hij zegt dat alleen Glinda, de goedeheks van het Zuiden, het misschien weet.

Leeuw: Ik ga met je mee.

Houthakker: Ik ook!

Vogelverschrikker: Ik ook! Het is dankzij jouw dat wij gelukkig zijn. Het minste watwe kunnen doen is jouw helpen.

De vier gaan de stad uit. Ze doen hun brillen af en geven ze aan de poortwachter.

Wachter: Waar gaan jullie naar toe?

Dorothy: Naar het zuiden, naar Glinda.

Wachter: Dat is een lange en gevaarlijke weg!

Vogelverschrikker: We geraken er wel. Ik ben nu slim.

Leeuw: Ik ben niet laf meer.

Houthakker: En ik heb een goed hart.

Dorothy: Kom, we gaan.

Na een lange tocht komen ze bij een donker bos.

Leeuw: Wat een prachtig bos.

Dorothy: Ik vind het toch maar niets hoor.

Toto gromt naar de bomen. De vogelverschrikker gaat als eerste het bos binnen.Nog voor hij een voet binnen kan zetten beginnen de takken hem te slaan.

Vogelverschrikker: Het lijkt wel of deze bomen leven?

Leeuw: Ze willen niet dat we het bos in gaan.

Vogelverschrikker: Ik probeer het nog eens, mij kunnen ze toch geen pijn doen. Ik benmaar gemaakt van stro.

De vogelverschrikker probeert het opnieuw, maar de takken slaan hem weer.

Vogelverschrikker: Dit lukt niet.

Houthakker: Laat mij maar even.

De houthakker neemt zijn bijl en hakt enkele takken af tot er een gat is.

Houthakker: Vlug, iedereen erdoor!

Iedereen loopt door het gat het bos in.

Leeuw: Kennelijk vormen de buitenste bomen een soort van wacht zodat er niemand hetbos in kan.

Ze lopen verder het bos in.

Vogelverschrikker: Hier zijn we veilig, we kunnen nu wel even rusten.

De leeuw en Dorothy gaan gaan slapen.

29

Dag 8Regie

Situering

De vogelverschrikker krijgt zijn hersenen, de houthakker zijn hart en de leeuw moed.Oz stuurt Dorothy naar Glinda.

Personages

Dorothy (met Toto)

Vogelverschrikker

Blikken houthakker

laffe leeuw

tijger

drie vliegende apen

vrouwelijke soldaat

Glinda

oom Henry

tante Em

Decor

Bos

berg

kasteel

Materiaal

30

ScriptDe volgende ochtend gaat iedereen weer op pad.

Dorothy: Zouden er hier wilde dieren zitten?

Leeuw: Zeker, maar ze zullen ons niets doen want ik ben de Koning van de dieren.

Plotseling klinkt er een laag gegrom. Toto blijft staan en blaft angstig. Uit hetstruikgewas komt een tijger.

Vogelverschrikker: Een tijger!

Tijger: Dag edele leeuw. Wij hebben een groot probleem in ons bos.

Leeuw: En wat mag dat wel zijn?

Tijger: Sinds enkele dagen zit er een reusachtig monster in het bos. Het ziet eruit alseen gigantische spin met acht grote poten en bek vol tanden. Het is erg boosaardig eneet alles op wat het ziet. Ik was juist aan het vergaderen met de andere dieren toen Uhier kwam.

Leeuw: Zijn er geen andere leeuwen in het bos?

Tijger: Ze zijn allemaal opgegeten. Geen een was zo groot en dapper als U.

Leeuw: Indien ik dat monster dood, erkennen jullie mij dan als de koning van alledieren in dit bos?

Tijger: Natuurlijk.

Leeuw: Waar zit dit monster.

Tijger: Daar, onder die eiken.

De leeuw gaat naar de aangewezen plaats (achter het decor). Er klinkt eenverschrikkelijk lawaai, de leeuw brult. Na een tijdje komt de leeuw terug.

Leeuw: Het monster is gedood. Jullie zijn vrij.

Tijger: We zullen U eeuwig dankbaar zijn.

Leeuw: Van zodra Dorothy thuis is kom ik terug. Vaarwel.

Het gezelschap wandelt het bos uit. Ze komen aan een grote berg.

Houthakker: Wat een gigantisch grote berg!

Leeuw: We zullen dagen verliezen door er omheen te lopen.

Vogelverschrikker: Nu ik hersenen heb kan ik er eens over nadenken.

De vogelverschrikker gaat zitten en denkt een tijdje na.

Vogelverschrikker: Ik heb het! Dorothy kan met haar toverhoedje toch gewoon devliegende apen vragen om ons er over te brengen.

Houthakker: Dat is een goed idee zeg! Die hersenen van Oz werken echt.

Dorothy gaat op haar linkervoet staan en zegt:Dorothy: Eppe, Peppe, Kakke!

Daarna staat ze op haar rechter voet en zegt:

Dorothy: Hillo, Hollo, Hello!

31

Nu zegt ze op beide voeten:

Dorothy: Zizzy, Zuzzy, Zik!

Er komen drie vliegende apen afgevlogen.

Aap: Wat kunnen wij voor U doen?

Dorothy: Kun je ons over de berg brengen?

Aap: We zullen jullie er één voor één over vliegen.

De vliegende apen brengen iedereen over de berg.

Dorothy: Bedankt!

De apen vliegen weg. Ze gaan weer verder en komen aan het kasteel van Glinda.Een vrouwelijke soldaat vraagt wat ze komen doen?

Soldate: Wat kan ik voor jullie doen?

Vogelverschrikker: Wij zouden graag Glinda spreken. Oz heeft ons gestuurd.

Soldate: Een ogenblikje.

De soldate gaat weg en komt terug met de goede heks Glinda.

Glinda: Wat kan ik voor je doen kind?

Dorothy: Door een wervelstorm ben ik in dit vreemde land terechtgekomen. Detovenaar van Oz zij dat jij misschien weet hoe ik terug thuis kan geraken.

Glinda: Vind je het hier niet leuk in ons land?

Dorothy: Jawel, maar ik mis mijn oom en tante zo.

Glinda: Ik weet hoe je thuis kunt geraken, maar dan moet je mij wel het toverhoedjegeven.

Dorothy: O geen probleem, thuis kan ik het toch niet gebruiken.

Glinda: Vogelverschrikker, wanneer Dorothy naar huis gaat, wat ga jij dan doen?

Vogelverschrikker: Oz heeft me tot zijn opvolger benoemt. De mensen in smaragdstadhebben mij graag.

Glinda: Dan zal ik vragen aan de vliegende apen om je daarheen te brengen.

Blikken man: wat zal er met jouw gebeuren?

Houthakker: De Winkies wilden dat ik terug zou gaan om over hen te regeren omdat deslechte heks van het Westen dood is.

Glinda: Dan zullen de vliegende apen je daarheen brengen.

Koning Leeuw, wat ga jij doen?

Leeuw: De dieren in het bos achter de berg willen dat ik hun koning word.

Glinda: Goed, dan zal mijn derde bevel aan de vliegende apen zijn dat ze je daarnaartoe brengen.

Dorothy: U bent heel lief en vriendelijk, maar hoe moet ik thuis geraken?

Glinda: Met je zilveren toverschoentjes! Ze bezitten een wonderlijke kracht. Zekunnen je met drie stappen overal brengen waar je maar wil. Alles wat je moet doen is

32

de hielen drie maal tegen elkaar slaan en zeggen waar je naar toe wil.

Dorothy: Had ik dat maar geweten in het begin van dit avontuur.

Vogelverschrikker: Maar dat had ik geen hersenen.

Houthakker: En ik geen hart.

Leeuw: En ik geen moed.

Dorothy: Vaarwel lieve vrienden, ik zal jullie nooit meer zien.

Dorothy omhelst iedereen. Ze slaat de hielen van haar schoentjes drie maal tegenelkaar en zegt:

Dorothy: Houd je goed aan mij vast Toto, ik wil terug naar mijn oom en tante inBachten-de-Kupe!

Wanneer Dorothy haar ogen weer open doet is ze terug. Oom Henry en tante Emkomen op haar toegelopen. Toto blaft vrolijke.

Tante: Mijn lieve kind!

Oom: We dachten dat we je kwijt waren!

Dorothy weent van geluk.

Dorothy: Ik ben zo blij dat ik terug ben.

EINDE

33