De Grote Piramide Van Gizeh

10
1 De Grote Pyramide Van GIZEH Gabriele van Doorn

description

Het Grootste mysterie, dat nog niet alles heeft prijsgegeven.

Transcript of De Grote Piramide Van Gizeh

Page 1: De Grote Piramide Van Gizeh

1

De Grote Pyramide

Van GIZEH

Gabriele van Doorn

Page 2: De Grote Piramide Van Gizeh

2

DE GROTE PIRAMIDE VAN GIZEH

Onder de mysteries van ons verleden neemt de Grote Piramide van Gizeh de eerste plaats in en vormt het meest omstreden onderwerp van onderzoek ter wereld. Algemeen wordt aangenomen, dat de Grote Piramide rond 2900 vóór onze jaartelling is gebouwd, doch daaromtrent bestaat geen sluitend bewijs. Het bouwwerk staat op circa vijftien kilometer ten westen van Cairo op 29°58'51" N.B. en 31°09' O.L. ten opzichte van de Greenwichmeridiaan.

Het bouwwerk bedekt een oppervlakte van iets minder dan 5½ ha., heeft vier zijden van 230,38 m terwijl de hoogte 146,50 m. bedraagt. De piramide is het enige bouwwerk, dat een perfect vierkante basis heeft; elk van haar zijden is een gelijkzijdige driehoek, hellend naar het midden tot de vier driehoeken samenkomen aan de top. Wanneer men van de top een loodlijn neerlaat, valt die exact op het punt waar de diagonalen van de basis elkaar kruisen. De piramide is opgetrokken uit enorme, verscheidene tonnen wegende blokken, die zó nauwkeurig zijn geplaatst, dat men geen voegen ziet. Tot aan vandaag is het voor wetenschappers een absoluut raadsel hoe men in de oudheid ongeveer 2.300.000 blokken -die per stuk 2.500 kilo wegen en waarvan de vlakken zo glad zijn, dat men er nog geen blad papier tussen kan schuiven- zo perfect op elkaar heeft kunnen plaatsen. Het gewicht van de piramide bedraagt 6.000.000 ton en dat komt overeen met het gewicht van de aarde in verhouding tot haar massa! Oorspronkelijk was de piramide bedekt met dikke, kalkstenen platen, die er in de loop van de eeuwen vanaf zijn gesloopt. De grote Piramide heeft (in tegenstelling tot wat men aan nam) nooit een Apex of zogenaamde dekplaat gehad, omdat dit de maten van de piramide zou verstoren.

De oriëntatie van de basis ten opzichte van de werkelijke windstreken vertoont een verschil van 5 seconden, wat de Grote Piramide tot het meest nauwkeurig georiënteerde bouwwerk ter wereld maakt.

De Griekse historicus Herodotus was de eerste systematische onderzoeker van de Piramide gedurende zijn bezoek aan Gizeh omstreeks de vijfde eeuw voor C. Toen was men nog niet in staat om de Piramide binnen te gaan, aangezien de toegang niet bekend was. Uit verslagen van Egyptische priesters en Arabische stammen tekende hij de volgende wetenswaardigheden op aangaande de bouw:

in totaal werkten meer dan honderd duizend man aan de Piramide en elke drie maanden werden nieuwe ploegen ingezet om de vorige ploegen te vervangen. Het duurde bijna tien jaar om de verbindingsweg tussen de Nijl en het plateau aan te leggen en voorts nog verdere twintig jaren om de Piramide op het plateau te voltooien. De gigantische steenblok-ken werden omhoog gebracht middels houten stellages van korte, houten planken. Herodotus was overwegend geïnteresseerd in de technieken en vaardigheden, die bij de bouw waren toegepast.

In de negende eeuw van onze jaartelling vatte een jonge Arabische vorst, kalief Abdullah Al Mamun, interesse op voor de Piramide. Hij was een jonge heerser met een wetenschappelijke geest, die ervan droomde om de wereld in kaart te brengen en ging af op de hardnekkige verhalen dat in de geheime kamers binnen de Piramide hoogst nauwkeurige kaarten moesten zijn, die daar door de bouwers waren achter gelaten. Toen hij en zijn team van bouwers, architecten en metselaren er niet in slaagden om de ingang te vinden, besloot hij in het jaar 820 tot een frontale aanval over te gaan en met geweld de Piramide binnen te dringen. Daartoe liet hij de stenen verhitten om ze daarna snel af te koelen met koude azijn, net zolang totdat er een stuk steen barstte. Zo lukte het deze 'onderzoekers' om ca 100 voet in de Piramide door te dringen totdat zij een vier voet hoge zijgang bereikten. Uiteindelijk wisten zij zo de originele

Page 3: De Grote Piramide Van Gizeh

3

uitgang te vinden. Niettegenstaande dat hebben deze Arabieren onbeheerst zich een weg gehakt tot andere gangen en kamers en daarbij enorme schade aangericht. Wat zij echter zochten vonden zij niet: geen schatten en nog minder documenten of kaarten. De Piramide van Gizeh werd nimmer beroofd, omdat er in materiële zin niets te roven viel. Haar rijkdom bestaat uit in steen gehouwen kennis en geheimen. In 1638 bezocht de 36 jaar oude Engelse mathematicus John Greaves de Piramides omdat in Europa de interesse ontwaakte in een verleden buiten Europa. Greaves was ervan overtuigd dat de Piramide meer was dan een graftombe en evenals kalief Al Mammun was hij de overtuiging toegedaan dat de Piramide kennis uit het verleden moest bevatten. In het begin werd hij slechts overvallen door horden opstuivende vleermuizen en vond hij niets dat niet al bekend was, doch toen deed hij zijn belangrijkste ontdekking: hij vond in de grond van de grote galerij een smalle bron, die recht omlaag voerde in absolute duisternis. Hij probeerde in deze put af te dalen, maar kwam niet verder dan zestig voet. Bedorven lucht en woedende vleermuizen belemmerden hem om deze put verder te onderzoeken. Hij verzamelde alle wiskundige gegevens en legde deze vast in een klein boekje, dat hij de titel Pyramidagraphia meegaf. Dit boekje bereikte echter andere wetenschappers van zijn tijd, zoals William Harvey en de fysicus Isaac Newton, die ermee aan de slag gingen. Toen de geleerden en deskundigen ten tijde van Napoleon's veldtocht al hun bevindingen in kaart hadden gebracht, kwamen ze tot enkele opvallende ontdekkingen:

- Wanneer men de grote piramide als de centrale meridiaan neemt en doortrekt, dan deelt deze de Nijldelta in twee gelijke delen;

- de piramidemeridiaan deelt bovendien de aarde in twee precies gelijke delen, dat wil zeggen, dat er evenveel land ten oosten als ten westen ervan ligt. Deze meridiaan loopt over het maximum aan continenten en het minimum aan zeeën en is feitelijk het natuurlijke beginpunt van de lengtegraden.

Hiervoor spreekt nog een ander argument, namelijk: haar unieke positie op het aardoppervlak ten opzichte van het magnetische noorden. De vier schuine zijden, die naar elkaar toelopen vanaf de vier punten van het kompas zijn daarmee in volmaakte overeenstemming. De oriëntatie van de piramide is exact op 4'30" na.

De plaatsbepaling van de piramide is dermate uniek, dat het niet anders kan dan dat haar bouwers kennis bezaten van de gehele oppervlakte van onze planeet en de beweging van onze aarde. Recentelijk werd ontdekt, dat de ligging van de drie piramides ten opzichte van elkaar exact overeenkomt met de ligging van drie planeten in de gordel van het sterrenbeeld Orion en dat Zeta Orionis waarneembaar is via de noordelijke schacht vanuit de z.g. Koningskamer. Tot voorheen had men aangenomen dat de vier schachten, die vanuit het binnenste van de piramide naar de buitenwand toe leiden, bedoeld waren als ventilatiekanalen, maar nu is duidelijk vastgesteld dat de richtingen van de vier schachten duidelijk georiënteerd zijn op vier grote sterren:

Zeta Orionis, Alpha Draconis, Sirius en Beta in de ons meest bekende en zo vertrouwde sterrenbeelden: Orion, de Grote Hond, de Draak en de Kleine Beer.

Al veel langer was bekend, dat de schacht bij de ingang georiënteerd is op de Poolster. Deze oriëntaties zijn een buitengewoon knap staaltje wanneer men bedenkt, dat de aardas door haar schommeling van jaar tot jaar naar opeenvolgende punten van de hemel gericht is en dat het 25.800 jaar duurt, voordat ze opnieuw op dezelfde plaats komt. De grote piramide werd als eerste van de drie gebouwd en haar architect rekende met speciale maten en wel de 'heilige el' en de 'piramidale duim'. In het interieur van de piramide bevindt zich een massief blok steen, dat totaal kunstmatig glad werd afgeslepen behalve een onbewerkte ruwe plek aan de oppervlakte. De lengte van deze onbewerkte plek kwam overeen met de lengte van de engelse duim, een éénheidsmaat, gelijk aan het 500 miljoenste deel van de aardas. Het is daarom juist de Engelsen gelukt om exacte metingen te verrichten. Hun éénheidsmaat is praktisch identiek aan die, welke de piramidebouwers en de Hebreeuwen ge-bruikten. Het héél kleine verschil tussen de engelse duim en de Hebreeuwse- of piramidale

Page 4: De Grote Piramide Van Gizeh

4

duim bedraagt slechts 11/10.000 en de overeenkomst van de twee eenheidsmaten was nog perfect ten tijde van Elisabeth I.

Aan de hand van deze maten kwam men tot de ontdekking dat de som van de basis van de vier zijden gedeeld door tweemaal de verticale as als uitkomst 3,14, dus het getal Pi heeft. De hoogte vermenigvuldigd met 1 miljoen geeft de afstand tussen de Aarde en de Zon aan. De omtrek van de basis is 36.524 duim, zijnde 100 x de lengte van een jaar in dagen. Aan de hand van deze gegevens kregen geleerden een sleutel in handen, waarmee ze ook voorstellingen van de gulden snede, de gouden rechthoek en de logaritmische spiraal terugvonden. Terwijl de uitwendige maten van de grote piramide een buitengewone, astronomische betekenis hebben en met grote nauwkeurigheid zekere grote formules van het heelal in zich dragen, zo zijn de inwendige maten nog imposanter.

Het gangensysteem van de piramide bestaat uit een geheel van doorgangen en kamers op een subtiele manier samengesteld en waar zich geen vertakking, geen afstand, geen richting, geen kubieke meter, geen helling of geen uitsteeksel bevindt dat niet van hoge, onveranderlijke betekenis is. Het gaat hier om een geometrisch en symbolisch plan waar niets, maar dan ook hoegenaamd niets, aan het toeval is overgelaten. Wanneer men deze feiten en nog ettelijke andere in overweging neemt, kan men moeilijk blijven volhouden dat al deze kennis en kundigheid zouden zijn verspild aan iets, dat slechts de functie van een graftombe zou moeten vervullen. Bovendien is daarmee de Koninginnekamer allerminst verklaard. Immers: de vrouwen van de farao werden altijd in kleinere piramideachtige bouwsels, buiten en aan de voet van de graftombe van de farao bijgezet. Volgens Ingewijden zou er in de piramide nog een deel aan gangen bestaan, die tot nu toe niet werden ontdekt. Eén van die gangen zou de formule bevatten van de wezenlijke Wet van de Elektriciteit, die het mogelijk zou maken om de energie rechtstreeks uit de atmosfeer te betrekken. Een andere doorgang of kamer zou het geheim der geheimen bevatten en wel de desintegratie van de materie. Ook zou de piramide een poort of toegang tot een andere dimensie bevatten. Met betrekking tot het laatste is het interessant te weten, dat er onder de Arabische stammen verhalen circuleren over een 'bron' in de piramide, waarin men in het oneindige valt om drie uur later buiten de piramide (veelal volslagen krankzinnig) te voorschijn te komen. Van zulke voorvallen bestaan tenminste twee schriftelijke verslagen. De Arabische schrijver Masoedi beschrijft hier het bezoek van twintig mannen uit Fayoem (een district ten noordwesten van Gizeh) aan de grote piramide teneinde de bron te onderzoeken:

'Een van hen werd dientengevolge in de bron neergelaten door middel van een touw, dat brak op een diepte van honderd vadems. De man viel naar de bodem. Hij viel gedurende drie uren. Zijn kameraden hoorden verschrikkelijke gillen en 's avonds kwamen zij uit de piramide, en zaten ervoor op de grond, om het geval te bespreken. De man die in de bron was gevallen, stond plotseling vóór hen, uit de grond komende, en deed uitroepen horen als 'Sak, Sak, Saka, Saka,' wat niemand verstond. Hij viel dood neer en werd door zijn vrienden weggedragen'.

Een andere Arabische auteur, Moeterdi, vertelt een dergelijk verhaal over de 'bron': 'Een gezelschap onderzoekers ging langs de eerste en tweede helling naar beneden en liep langs het fundament van de piramide, tot zij bij een nauwe doorgang kwamen die een koude wind voortbracht en hoeveelheden vleermuizen, zo groot als zwarte adelaars. Een van de mensen werd vooruit gezonden om een onderzoek in te stellen. Met een koord om zijn middel gebonden, waaraan hij in geval van noodzaak teruggetrokken kon worden. Nadat hij een kleine afstand had afgelegd, sloot de doorgang en verpletterde hem. Een angstaanjagend geluid verschrikte de rest van de mensen buiten de piramide, van wie verscheidene stierven. Toen de overgeblevenen een onderzoek

Page 5: De Grote Piramide Van Gizeh

5

instelden naar wat er gebeurd was, verscheen hun verloren kameraad en sprak tot hen in een onbekende taal.'

In het voorjaar van 1968 heeft men gedurende enige maanden allerlei metingen verricht op het gebied van kosmische straling, de zogenaamde MUONEN. Vooral uit de mate waarmee deze in het gesteente doordringen, kan men opmaken of er al dan niet ergens nog verborgen ruimtes in de piramide zijn. Allereerst werden zulke metingen verricht in de piramide van CHEFREN. De resultaten voldeden ruimschoots aan de verwachtingen en men ontdekte zo'n ruimte in CHEFREN. De fysici waren in jubelstemming, want nu zou men eindelijk te weten komen wat CHEOPS nog voor hen verborgen hield. Maar in 1969 stonden vooraanstaande geleerden met een mond vol tanden en moesten zij ieder antwoord schuldig blijven op de vragen omtrent de uitkomsten van het onderzoek aangaande de kosmische stralingen in de piramide van CHEOPS. De magnetische banden zouden door een IBM-computer worden geanalyseerd en men verwachtte snel iets meer te weten.

Een jaar lang bleef het doodstil en men vernam niets meer over eventuele resultaten. Uiteindelijk lukte het the Times om door te dringen tot Dr. Amr Gohed, leider van het onderzoekprogramma.

Gezamenlijk werden de computeruitdraaien nog eens doorgenomen, waar de diagrammen van de ene dag geen enkele overeenkomst met de diagrammen van voorafgaande dagen of latere data vertoonden. "Dit is wetenschappelijk onmogelijk', luidde het commentaar van Dr. Cohed. "Er is in het binnenste van de piramide een kracht aan het werk, die alle aan de wetenschap bekende wetten trotseert."

De laatste jaren hebben legio onderzoekers geëxperimenteerd met de zogenaamde piramidale energie. Indien men van een natuurlijk materiaal op schaal een piramide maakt, die in verhouding exact dezelfde maten en hoeken heeft als de Grote Piramide en bovendien nog één zijde exact oriënteert ten aanzien van het magnetische noorden, verkrijgt men de piramidale energie waarmee men allerhande voorwerpen kan opladen.

In het voorjaar van 1985 bezochten twee Franse architecten, Gilles Dormion en Jean-Patrick Goidin , de grote Piramide. Toen zij dit grote monument in ogenschouw namen vielen zij over een aantal dingen, die zij direct onlogisch vonden. Een aantal van de grote blokken waren verticaal gestapeld ten opzichte van de andere blokken en verstoorden zodoende het normale patroon. In bepaalde delen van de piramide troffen zij vreemde ruw gekapte stenen aan tussen volledig gladgepolijste stenen. Deze structurele abnormaliteiten intrigeerden hen en zij zagen hierin aanwijzingen die konden leiden tot het opsporen van verborgen kamers. Aangezien Dormion en Goidin een aanzienlijk technologische voorsprong bezaten op andere piramidale 'detectives' wisten zij zich te verzekeren van de medewerking van diverse instanties. Na een aantal vooronderzoeken kwamen zij in 1986 terug met een microgravimeter, een buitengewoon ontwikkeld apparaat dat in staat is de dichtheid van materie te meten en zodoende leegte ruimte te traceren. En achter de muur van de gang, die leidt naar de Koninginnekamer, gaf dit apparaat inderdaad lege ruimte aan, zoals zij hadden voorspeld aan de hand van de structurele afwijkingen. Zij kregen van de Egyptische overheid toestemming om in de eeuwenoude muren te boren teneinde dit raadsel te ontsluieren. Dagenlang boorden de beide architecten en hun helpers in de dikke muren om tenslotte met wat zakjes fijn zand te eindigen. De micorgravimeter scheen in de Piramide weliswaar lege ruimte te meten, maar was om één of andere reden niet in staat de exacte locatie ervan te bepalen.

Page 6: De Grote Piramide Van Gizeh

6

Het was Rudolf Gantenbrink , die met zijn radiobestuurde robot UPUAUT een kleine verborgen ruimte ontdekte in de Grote Piramide! Vanuit de z.g. Koninginnekamer loopt een gang 60 meter omhoog om 17 meter voor de buitenwand te eindigen. Aangezien het voor een menselijk wezen onmogelijk is om door deze smalle en lage gang te kruipen, construeerde Gantenbrink de met een camera uitgeruste UPUAUT. Aan het einde van deze uiterst nauwe gang bevindt zich een kalkstenen afsluiting met twee koperen handgrepen. Het eerste metaal, dat ooit in een piramide is gevonden. De ruimte achter de kalkstenen plaat, die een spleet van ca. 8 mm vertoonde tussen plaat en vloer, heeft zijn geheim nog niet prijs gegeven. Marsham Adams bestudeerde lange tijd het Egyptische dodenrituaal, beschreven in het "Egyptische Dodenboek", waarvan de oorsprong zich in de nacht der tijden verliest en dat verdeeld is in 156 hoofdstukken. De symboliek van het boek sluit nauwkeurig aan op de symboliek in steen. Het gehele systeem van gangen en kamers in de piramide wordt uitgelegd en verklaard door de zinnebeelden uit het Dodenboek. De Tweede lage doorgang eindigt op het uiterste Oosten van de Kamer die gewoonlijk de Koningskamer genoemd wordt, alhoewel die benaming nergens voorkomt, noch in de oude geschriften van de Ingewijden, noch in de tekst van het Dodenboek of de Piramideteksten.

De Koningskamer is een grote kamer van 10,46 m lang, 5,23 m breed en 5,58 m hoog. Dit vertrek bevat de meest symbolische aanwijzingen van het Dodenboek. Ze is: "de Kamer van het Mysterie en van Het Open Graf. De Kamer van het Grote Oosten" en uit de oude messianieke voorspellingen van de Egyptenaren: "de Zaal van de Rechtspraak en van de Zuivering Van De Naties, de Terugkeer van het Ware Licht dat uit het Westen komt, de letterlijke Aanwezigheid van de Meester van de Dood en van het Graf dat betekent dat de Dood overstroomd wordt door het Licht en dat God eeuwig leeft".

Het bedoelde vertrek is volkomen kaal op een soort grote sarcofaag in rode graniet na, welke perfect gepolijst is. Lange tijd heeft men ten onrechte aangenomen, dat deze sarcofaag als graf gediend had, doch men had kunnen weten dat dát nooit haar bestemming geweest kón zijn. Ten eerste, omdat er geen deksel op zat en ten tweede, omdat haar afmetingen bewijzen dat ze nooit door de lage doorgangen naar binnen kon zijn gebracht. Deze sarcofaag werd in het gebouw geplaatst op het ogenblik dat de in opbouw zijnde piramide die hoogte had bereikt.

Haar kubieke inhoud is tot op 1/7.000ste gelijk aan die van de 'Ark des Verbonds' zoals ze in de Bijbel is beschreven en aan de inhoud van de 'Bronzen Zee', het vermaarde Heilige Vat dat door HIRAM werd gegoten voor de tempel van SALOMON en dat in het Boek Der Koningen gedetailleerd staat beschreven.

Het wordt helemaal buitengewoon als men bedenkt dat de afmetingen van deze drie antieke vaten de Heilige El als maateenheid hadden, de Heilige El van de Hebreeuwen, die haar als een rechtstreeks goddelijk geschenk beschouwden en alleen maar werd gebruikt voor Heilige Werken en voor het optrekken van symbolische monumenten. Dat deze El veel perfecter is dan onze huidige maten en waarvan de vermaarde Cadet, de schrijver van de Logaritmetafels, heeft gezegd dat de moderne naties verplicht zullen zijn om er op een dag naar terug te grijpen "omdat ze onveranderlijk is!" De Heilige El is de éénheidsmaat van de Piramide van CHEOPS, maar wie bouwde deze piramide?? Zeker niet de Egyptenaren. Tot deze conclusie kwam onder meer Abbé Moreux , die in zijn boek "La Science Mystérieuse des Pharaons" al zijn bevindingen heeft samenvat en daarbij het volgende vaststelt:

- De oude Egyptenaren hebben nooit een toespeling gemaakt op de verhouding van de omtrek tot de diameter, noch op het getal PI; - men ziet nergens dat ze voor hun vermenigvuldigingen of delingen uitsluitend gebruik hebben gemaakt van de cijfers 2, 3, 5 en 7, die voornamelijk op de piramide van toepassing zijn; - niets laat veronderstellen dat ze de verhouding kenden tussen de breedtegraden en de Pool, noch dat ze een

Page 7: De Grote Piramide Van Gizeh

7

zuiver idee hadden van de straalbreking door de luchtlagen, noch van de omvang van de aarde;

- zij gebruikten de Heilige El niet en de door hen gebruikte maten en gewichten corresponderen niet met de piramidale gegevens.

Doch alleen wanneer men met de Heilige El meet is het mogelijk om alle kennis, die meetbaar is en altijd geweest is met betrekking tot het universum, in deze Grote Piramide terug te vinden. Bovendien: waren de door Herodotus beschreven technieken toereikend om deze enorme steenblokken op elkaar te stapelen? Het is meer waarschijnlijk, dat de bouwers over andere mogelijkheden beschikten. Mogelijkheden, die men de oude Atlanten toedicht en nog op kleine schaal door Tibetaanse monniken worden toegepast: het tijdelijk opheffen van de zwaartekracht der materie. Telekinese op grotere schaal.

De naam PIRAMIDE is ook van onbekende oorsprong en de archeologen zijn het nog oneens over de mogelijke originele naam van het monument. In aanmerking kunnen komen: PYRO-AMID: vuur of vuurgeest dat zich in het centrum bevindt; PERAMUS: iets wat omhoog stijgt;

PY-RA-MITHOS: (verzamelplaats) van golven die door Ra (zonnelogos, Egyptische zonnegod) worden uitgezonden.

Doch al deze begrippen zijn op de Grote Piramide van toepassing en waarschijnlijk zijn alle drie benamingen als oorspronkelijk correct. Een opmerkelijke gegeven is dat de 'Pyr'-iet-kristal bijna de exacte hoeken en vorm van de 'pyr'-amide heeft.

Men komt niet meer heen om het feit dat de Piramide uitwendig het scheppend beginsel van de natuur voorstelt en ook de beginselen van de meetkunde, wiskunde, astrologie en de sterrenkunde toelicht. Het inwendige van de Piramide is een enorme tempel, die volgens de kronieken der Ingewijden onder meer diende voor diverse soorten Inwijdingen, maar ook als onderwijstempel en onderwijs-archief om de latere generaties inlichtingen te verschaffen over de kennis van de basiswetenschappen waarover de mysteriescholen toen al beschikten. Georges Barbarin maakt melding van de koptische schrijver MASOUDI: (957 v.C.) wiens manuscript zich in Oxford bevindt en waaruit men onder meer kan lezen:

"Sirud, één der Egyptische koningen van voor de zondvloed bouwde de twee grote piramiden. Hij beval de priesters om in de piramiden de totaliteit van hun wijsheid en hun wetenschappelijke kennis neer te leggen, zodanig dat zij een blijvende getuigenis zouden zijn tot profijt van diegenen die ze misschien zouden kunnen begrijpen".

In diverse koptische geschriften wordt melding gemaakt over de ouderdom van de Grote Piramide en wel 8.000 tot 11.000 jaar.

Edgar CACYE , een eenvoudige fotograaf, maar in trance één der grootste en merkwaardigste helderziende aller tijden, heeft héél wat lezingen (readings) gegeven waarin sprake is van de bouw en de bestemming van de piramide. In reading nr. 5748 gaat hij in op het doel van de piramide voor de mensheid. Hij spreekt in deze lezing over de geheime documenten van Arart en Araaraat.

"Daarna, met Hermes en Ra werd met de bouw van de Grote Piramide begonnen, die de initiatietempel moest zijn van de Witte Broederschap. In deze Piramide heeft de Grote Ingewijde, De Meester, zijn laatste initiatieproeven voor de Broederschap doorstaan ....op die plaats....aangeduid in dat deel waar er sprake is van de terugkeer van Xerxes, die beschouwd wordt als de redder van een onbekend land of taal; en men ziet nog in de inscripties wat er zal gebeuren bij de aankomst van de Messias in dit nieuwe tijdperk, in 1998."

In verband met de in deze reading genoemde verborgen documenten vinden we in de TIMAEUS (één van de 35 dialogen) van PLATO de volgende zin: "De geschiedverhalen van

Page 8: De Grote Piramide Van Gizeh

8

deze oude stad SAIS zijn gedurende een tijdperk van 8.000 jaren in onze heilige geschriften geboekstaafd."

Door veel filosofen, onderzoekers en Ingewijden wordt Plato beschouwd als de houder van de ATLANTISCHE TRADITIE en is zijn verslag authentiek. Raymond Bernard , Grootmeester van de Aloude Mystieke Orde Rosae Crusis schrijft in zijn boek: "L'empire invisible":

"Atlantis, een hoogst geciviliseerd continent, was tijdens zijn bestaan HET HART VAN DE WERELD en beschikte over transmissies en transportmiddelen waarbij onze kennis absoluut in het niets valt. De gekoloniseerde volkeren kregen de kennis onderwezen naargelang hun mogelijkheden. In sommige bijzonder 'Open' landen werden door het College van Wijzen directe afstammelingen gevestigd, die terzijde werden gestaan door de bewakers van de geheime wijsheid, de hoogste ingewijden van die tijd en deze afstamming werd gekenmerkt door een PIRAMIDALE TEMPEL, waar (geheel overeenkomstig het voorbeeld van de Grote Piramide van Atlantis) het College verbleef en de kennis werd bewaard. Slechts één enkele piramide is een reproductie, zij het op kleinere schaal, van de Opperste Piramide en dat is de Piramide van Cheops. De Atlanten kenden de aard en de kracht van zekere kosmische stralen, vooral die van de aardstralen en ze pasten die kennis nauwgezet toe voor de landbouw en tot het in stand houden van de harmonie van het geheel der stralingen, waardoor zij geologische catastrofes konden vermijden. De piramiden dienden ook dat doel door de nauwkeurig daartoe geschikte locaties waar ze werden gebouwd."

De Grote Piramide heeft nog lang niet al zijn grote geheimen prijs gegeven, maar is niet de enige mysterieuze plek op aarde: Links en rechts van de Piramide liggen de Ma-no-Umi (de Driehoek van de Draak) en de Bermudadriehoek .

De Driehoek van de draak wordt gevormd door een punt ten noorden van Tokio: Nojima Zaki, Ogasawara Shoto en een punt in de Groten Oceaan op 145° OL. De Bermuda Driehoek valt binnen de punten Miami, Puerto Rico en de Bermuda eilanden.

- Beide driehoeken liggen lijnrecht (180°) tegenover elkaar op ca. 32° NB en beide driehoeken liggen oostelijk van een continent.

- Beide driehoeken zijn berucht om hun kompas afwijkingen, plaatselijke mistbanken, onverwachte vloedgolven, gestoorde radioverbinding-en, zeebevingen, miniorkanen, draaikolken, maar vooral om de vele mysterieuze verdwijningen in hun gebieden.

En dan praten we hier niet over een paar verdwijningen, maar over TIENDUIZEND-EN schepen en nog meer mensen. De Japanse Scheepvaartinspectie meldde alleen al in 1968 de verdwijning van 521 schepen in de Duivelszee door onbekende oorzaak; in de twee daarop volgende jaren verdwenen er respectievelijk 435 en 471 schepen, eveneens zonder één enkel spoor na te laten. Deze (in slechts drie jaar) 1427 officieel vermist gemelde schepen waren van aanzienlijk tonnage, met meer dan 14 mensen aan boord. Niet opgenomen werden de ettelijke kleinere vissersboten, jachten en onderzeeboten die eveneens verdwenen gedurende die zelfde drie jaar zonder dat er ook maar iets, nog geen stukje wrakhout, werd teruggevonden.

In de Bermuda Driehoek worden regelmatig verschuivingen in de tijd geregistreerd en wel bij zorgvuldig geklokte lijntoestellen; vliegtuigen die ruimschoots voor hun ETA (Estimated Time of Arrival) of geschatte aankomsttijd binnenkomen en soms uren 'kwijt' zijn. Er bestaat daar dus een aantoonbare afwijking in tijd en ruimte. De vijf torpedobommenwerpers van het type Aztec Avenger en het zoekvliegtuig, type Martin Mariner, die op 5 december 1945 in de Bermuda Driehoek verdwenen, gaven als laatste radioboodschap door 'dat zij over eilanden vlogen, die niet op de kaart stonden of niet lagen waar ze moesten liggen'.

Page 9: De Grote Piramide Van Gizeh

9

Eén van de indicaties dat zij zich in een (verleden) tijd bevonden, toen er andere en meer eilanden voor de kust van Florida lagen. Een nauwkeurig verslag over zo'n verschuiving in tijd en ruimte stamt van Bruce Germon jr ., die op 4 december 1975 met zijn Beechcraft Bonanza van Andros Island op de Bahamas onderweg was naar Palm Beach, Florida in gezelschap van zijn vader die als zijn copiloot fungeerde.

Bruce beschrijft dat zij tevergeefs een sigaarvormige wolk trachtten te ontwijken, doch die wolk paste zich zijn uitwijkmanoeuvres aan en kwam onverbiddelijk op hen af om tenslotte het vliegtuig te omsluiten. Bruce Germon dook omlaag om erdoorheen te breken, maar het bleek geen gewone wolk te zijn. Ze zaten gevangen in een tunnelachtig geheel waarvan de 'wanden' wit opgloeiden terwijl kleinere wolkjes vlak voor de wand rond draaiden met de wijzers van de klok mee. Het vliegtuig zelf verkreeg een onnatuurlijke hoge snelheid en gedurende enige seconden ervoeren Bruce en vader Germon de sensatie van gewichtloosheid. Toen was het vliegtuig aan het einde van de tunnel, maar in plaats van de helder blauwe lucht van voorheen zagen zij een groenachtig-witte mist. Bruce stelde vast dat zijn kompas doldraaide en zijn navigatie-instrumenten niet meer functioneerden. Bovendien kon hij geen contact krijgen met de grondradar. Door de mist heen zag hij land en gezien de verstreken tijd verwachtte hij Bimini Key te zien. Doch tot zijn verbazing herkende hij echter Miami Beach. Toen hij op Palm Beach landde bleek zijn vlucht slechts 45 minuten te hebben geduurd in plaats van de 75 minuten, die hij normaliter voor deze afstand nodig had. Bovendien had hij 12 gallons minder brandstof verbruikt dan normaal. De Germons beschouwden zichzelf als geluksvogels, dat zij, ondanks deze hoogst merkwaardige belevenis niet tot de velen vermisten in de Bermuda Driehoek waren geworden.

Men kan gerechtvaardigd veronderstellen dat tienduizenden mensen verdwenen zijn in een andere tijd of dimensie. Net zo goed als het gerechtvaardigd is om te veronderstellen, dat zich op de bodem van deze twee driehoeken overblijfselen kunnen bevinden van de oude Atlantische Beschaving: 2 piramiden die door het water heen werkzaam zijn. Want aan twee gigantische catastrofes heeft de aarde niet kunnen ontkomen en wel die van ca. 1500 jaar voor C. en ca. 650 jaar v. C. Eén van deze twee catastrofes leeft nog voort in onze geschreven geschiedenis als 'de grote zondvloed', maar het kost enige moeite om een compleet plaatje te reconstrueren van wat er werkelijk allemaal gebeurde.

Immanuel Veliovsky , veelzijdig geleerde in de rechtswetenschappen, geschiedenis en natuurkunde, maakte het tot zijn levenstaak om dit verleden te reconstrueren en legde zijn ontdekkingen vast in een aantal boeken, waaronder 'Werelden in botsing' .

Veliovsky maakte een studie van oude bronnen uit India, Babylonië, Palestina, Finland, Polynesië, China, Mexico, Egypte, oude Indiaanse geschriften en de Bijbel. Zijn nauwkeurig gedocumenteerde bewijsvoering over de geschiedenis van onze aarde veroorzaakte een regelrechte schok onder de reguliere wetenschappers en stuitte op tegenwerking van de gevestigde orde. Maar Veliovsky vond documentatie, die aantoonde dat de zon ooit in het westen opkwam en in het oosten onderging, dat de zon inderdaad 'stilgestaan' heeft ten opzichte van de aarde, omdat de aarde stilstond om vervolgens de andere kant op te draaien. Deze gebeurtenis wordt onder meer zelfs in de bijbel beschreven.

De ondergang van continenten en het plotseling ontstaan van gebergtes. Dit alles in een tijdsbestek van enkele dagen waarbij verschillende levensvormen van het ene moment op het andere verdwenen, Tibet, liggend aan de zee, omhoog gestuwd werd naar de top van de Himalaya, een compleet nieuw gebergte; mammoeten met de bek nog vol gras al kauwend werden ingevroren. Veliovsky's reconstructie verklaart ook vele dingen, die nog door geen enkele andere wetenschap zo goed werden onderbouwd. Twee catastrofes, veroorzaakt door de bijna-botsing

Page 10: De Grote Piramide Van Gizeh

10

met de komeet en latere planeet Venus en de bijna-botsing met Mars. De gevolgen hiervan zijn echter terug te vinden in de wonden op onze planeet en de verslagen van die volkeren, die deze catastrofes overleefden. Ook de Bijbel beschrijft deze rampen in Jesaja 36-38, Koningen 18-20 en II Kronieken 32.

De theorieën van ettelijke wetenschappers komen, onafhankelijk van elkaar, in dezelfde richting. Pierre de Laplace (1779-1825) erkende de mogelijkheden dat de aarde in botsing kan komen met een komeet en de effecten van zo'n gebeurtenis, maar erkende ook dat veel problemen met betrekking tot geologie en klimaat van vroeger alleen maar verklaard konden worden, wanneer men onder ogen zag dat zulke gebeurtenissen al hadden plaats gevonden.

Eisely publiceerde in 1943 een samenvatting van de massale vernietiging van hele groepen dieren op diverse continenten; grote groepen van bestaande en uitgestorven soorten, die tegelijkertijd waren omgekomen en dat zoiets alleen maar mogelijk was door een wereldwijde natuurramp. Georges Cuvier , de grondlegger van de zoogdierenpaleontologie, leverde samen-hangende gegevens, waaruit bleek dat wereldwijde catastrofale gebeurtenissen de loop van de natuurlijke historie herhaaldelijk hebben onderbroken.

In de tijd, dat Darwin zijn evolutietheorie ontwikkelde, hingen de wetenschappers elkaar in de haren over deze en andere theorieën en de geschiedenis besliste dat Darwin's ideeën de doorslag gaven. Overigens tot ongenoegen van veel andere wetenschappers, die zijn visie hoogst onbevredigend en ontoereikend vonden en nog steeds vinden. En ergens in het collectieve geheugen leeft de herinnering aan deze rampen voort. Al eeuwen wacht de mensheid op het einde van de wereld, zelfs in onze eeuw wordt hij regelmatig voorspeld en leven mensen in angst voor dit einde. Maar het is meer waarschijnlijk dat deze angst voortkomt uit in onze genen opgeslagen herinneringen aan deze wereld-katastrofes.

En in het woestijnzand aan de Nijldelta ligt de Grote Piramide, die hoogstwaarschijnlijk informatie bevat omtrent een verdwenen stuk geschiedenis en verdwenen kennis. Geraadpleegde literatuur:

• Lesmateriaal AMORC (academie), • De bergen van de Pharao van Leonard Cotrell • The Orion Mystery van Robert Bauval & Adrain Gilbert • Egyptian Mythology, Paul Hamlyn • Goden, Graven en Geleerden van C.W. Ceram • Isis ontsluierd van H. Blavatsky • Eigen aantekeningen van studies • ‘Werelden in botsing’ en ‘Mensheid zonder geheugen’ van J. Veliovsky