De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

410
DE GEBOORTE EN BLOEI VAN HET TWENTS als schrijftaal in de late middeleeuwen Corpus van 14e en 15e eeuwse oorkonden in de volkstaal, uit de steden Almelo, Enschede, Oldenzaal en Ootmarsum en van ambtman en rentmeester in Twenthe Bijdrage tot een bronnenboek van Twenthe Een cultuur die het contact met het verleden verliest is een bouwsel waarvan het fundament verzakt (G. Kloeke - taalgeleerde uit Zwolle) door Gerard Seyger

Transcript of De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Page 1: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

DE  GEBOORTE  EN  BLOEI  VAN  HET  TWENTS  

als  schrijftaal  in  de  late  middeleeuwen  

Corpus van 14e en 15e eeuwse oorkonden in de volkstaal, uit de steden Almelo, Enschede, Oldenzaal en Ootmarsum en van ambtman en rentmeester in Twenthe

Bijdrage tot een bronnenboek van Twenthe

Een cultuur die het contact met het verleden verliest is een bouwsel waarvan het fundament verzakt (G. Kloeke - taalgeleerde uit Zwolle)

door

Gerard Seyger

Page 2: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Voor Marianne

Amandelbomen in bloei in de schemering oplichtend als een belofte na barre tijd.

Schitterende sterrennachten in oases waarin dauw het gloren der kille dageraad aankondigt.

Oranje vruchten naast sinaasappelbloesem wit en geurend, in groen loof schier verborgen,

verbeiden een lauwe ochtendbries uit de woestijn

Page 3: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

INHOUD  

DE GEBOORTE EN BLOEI VAN HET TWENTS ............................ 1  

als schrijftaal in de late middeleeuwen ........................ 1  

INHOUD ......................................................... 3  

VOORWOORD (UIT 1999) ........................................... 4  

ZUSAMMENFASSUNG DES VORWORTES (AUS DEM JAHRE 1999) ............. 5  

INLEIDING (01-12-2011) BIJ EEN VOORWOORD UIT DE DISSERTATIE (D.D. 18 APRIL 2002) .......................... 6  

VOORWOORD UIT DE DISSERTATIE (2002) ............................ 6  

CRITERIA BIJ DE CORPUSVORMING .................................. 8  

TRANSCRIPTIE VAN DE OORKONDEN .................................. 8  

AFKORTINGEN .................................................... 9  

CORPUS VAN OORKONDEN (MET REGESTEN) UIT MIDDELEEUWS TWENTHE .................................................. 11  

CONCORDANS VAN OORKONDEN ..................................... 252  

LITERATUUR ................................................... 276  

INDEX VAN HET CORPUS ......................................... 293  

Page 4: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

VOORWOORD  (UIT  1999)  Onderzoek naar (laat)middeleeuwse geschreven volkstaal in Twenthe - maar eveneens naar andere aspecten van Twenthes geschiedenis - is door schaarste aan gedrukte bronnen lastiger dan in menige andere regio in Nederland. Gezien het (betrekkelijke) belang van Oost-Nederland in de vroege en latere Middeleeuwen is dat opmerkelijk. Naast een tiental oorkonden uit Oldenzaals Oud Archief, die (eind 19e eeuw) door Gallée zijn getranslittereerd en door Kern in het begin van de 20e eeuw in TNTL gepubliceerd, zijn de gedrukte bronnen uit Twenthe zeer schaars. Vredenberg heeft weliswaar het oudste register der rechtspraak uit Goor getranscribeerd en uitgegeven, maar een exacte datering der oorkonden in dat register is niet mogelijk en mede daardoor verliest het register (deels) aan waarde voor middeleeuws diachronisch taalonderzoek.1 Belangrijke transcripties werden weliswaar ook door Jan Willem Racer (eind 18e eeuw) gemaakt, maar de in Oldenzaal werkende Racer was destijds als jurist vooral in (historisch) rechtskundige aspecten geïnteresseerd. Zijn transcripties waren niet in de eerste plaats op (historisch) taalkundige doeleinden gericht. Ter Kuile heeft zeker ook getranscribeerd, bijv. in zijn Inleiding tot een Oorkondenboek van Overijssel, maar toch was het vooral diens eigen vakgebied, dat zijn wetenschappelijke speurzin stimuleerde. Een historicus als Slicher van Bath heeft ook verdienste voor de taalwetenschap in Twenthe gehad. Deze geleerde heeft namelijk (ook) taalkundige argumenten gebruikt bij zijn poging om aan te tonen, dat Overijssel in de middeleeuwen meer op "het Westen" dan op "het Oosten" (hij denkt dan vooral aan het huidige Duitsland) gericht zou zijn geweest. Verrassend daarom was een bezoek aan de universiteit van Münster. Dr Robert Peters als leider van een bepaald project, gefincancierd door de Deutsche Forschungsgemeinschaft (DFG), vertelde me daar boeiend over "zijn" project met de naam "Atlas frühmittelniederdeutscher Schreibsprachen". Het Middelnederduits wordt beschouwd als de lingua franca der Duitse Hanze. Voor het westen van dit enorme Middelnederduitse taalgebied (inclusief die gebieden in de huidige Nederlanden, die traditioneel vaak tot tot het Middelnederduits worden/werden gerekend) is in Münster (i.W. [D]) Robert Peters verantwoordelijk voor de atlas in wording. Naast interesse in middeleeuwse schrijftalen bleek ook "Chytraeus" (schrijver van een woordenboek Latijn-[Neder]duits) voor ons beiden ras een bindend element. Zoals ik me gedurende mijn doctoraal scriptie (midden jaren zestig, vooral in Göttingen [1) aan de universiteit aldaar met de nomenclator van Chytraeus had bezig gehouden, bleek Robert Peters een tiental jaren later in Münster zijn dissertatie over dezelfde Chytraeus te hebben geschreven. Bij mijn besluit om de middeleeuwse schrijftaal in Twenthe te gaan onderzoeken lag het ook in de bedoeling de opgespoorde en getranslittereerde Twentse oorkonden mede voor het DFG-project te laten gebruiken, zodat ook Twenthe taalkundig "in kaart" gebracht zou worden.

Het opsporen van de oudste volkstalige oorkonden geschiedde in archieven binnen en buiten Nederland. Doordat de meeste regesten (regest = ‘korte inhoud van een oorkonde’) weinig of geen informatie over de gebruikte taal verschaften, was het dikwijls noodzakelijk in aanmerking komende oorkonden in relatief grote aantallen in de archieven ter inzage op te vragen om ze op de gewenste taalkundige criteria te testen. Daarbij werd van de kennis en ervaring van dr Reinhard Pilkmann-Pohl (medewerker van Robert Peters) geprofiteerd - vooral bij de steile eerste schreden op het terrein der paleografie. In het ontbreken van een "bronnenboek" voor Twenthe evenals in de "vroege" kennismaking

1  J.  Vredenberg,  Het  oudste  register  van  de  vrijwillige  rechtspraak  der  stad  Goor  (1333-­‐1408)  (Werken  31  -­‐  Vereniging  Overijsselsch  regt  en  geschiedenis),  Zwolle  1974.  

Page 5: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

met het "atlasproject van Münster" kan men de verklaring zoeken voor het feit, dat mijn corpus middeleeuwse volkstalige oorkonden uit Twenthe eerder wordt uitgegeven dan de resultaten van een variabelen-linguistisch onderzoek op dat corpus. Dank betuig ik aan uitgever Jan Verhaag, die het financiële risico van weer een "Twentse" uitgave draagt. Met name zij ook de historicus Jan Hinke (specialist op het gebied van Twenthe bij boekhandel Broekhuis) gedankt voor zijn inschatting van het belang van deze bijdrage m.b.t. een bronnenboek van Twenthe.

Er zij nog vermeld, dat er - elders in Nederland - al jaren lang naarstig gewerkt wordt i.v.m. taalkundig onderzoek naar middeleeuws Nederlands. In Amsterdam (vakgroep Taalkunde van de Vrije Universiteit) wordt door prof. dr P. van Rhenen en dr M. Mulder een gegevensbank aangelegd van 14e-eeuwse Middelnederlandse dialecten. Een voortzetting - in zekere zin - van het indrukwekkende werk van Maurits Gysseling, die in 1977 zijn Corpus van Middelnederlandse Teksten (tot en met het jaar 1300) publiceerde. De veelomvattende werkzaamheden van Pieter van Rhenen en Maaike Mulder worden in belangrijke mate geïnspireerd door hun wens, dat het resultaat "voor het nageslacht zorgvuldig bewaard moet blijven als uitgangsbasis voor uitbreiding en verder onderzoek op het gebied van de taalkunde en leksikografie". Voor Twenthe willen we daar nog als onze wens aan toevoegen, dat het corpus (van Twenthe) zijn weg ook mag vinden naar de velen, die zich voor de geschiedenis van Twenthe, zijn steden en dorpen, huizen der edelen en erven der boeren interesseren. Moge het ook “op het pad komen” van de groeiende groep mensen, die voor naamkundige en genealogische aspecten in Twenthe belangstelling hebben. Is er voor hen een directere toegang tot hun "liefde" dan het oudste geschreven Twents? Losser, dusent neghenhundert neghenentneghentich des donredaghes na sunte Bartholomewus daghe (26 augustus 1999).

Gerard Seyger

ZUSAMMENFASSUNG  DES  VORWORTES  (AUS  DEM  JAHRE  1999)  Die Auseinandersetzung mit der geschriebenen Volkssprache in der mittelalterlichen Twenthe bildete in mehrfacher Hinsicht eine unerwartete Herausforderung. Es zeigte sich bald, daß in den mittelniederländischen Grammatiken die Sprache der Twenthe keinen Platz hatte. Außerdem stellte sich heraus, daß geeignetes Sprachmaterial in der Form von Urkunden kaum transliteriert, geschweige denn veröffentlicht worden war. Gallée und Kern neben Slicher van Bath sind wohl die einzigen gewesen, die sich überhaupt mit der mittelalterlichen Schreibsprache in der Twenthe je beschäftigt haben. Eine angenehme Überraschung bildete sodann die Begegnung mit Dr. Robert Peters in Münster. Er hatte gerade begonnen mit dem Atlas frühmittelniederdeutscher Schreibsprachen (einem DFG-Projekt), worin neben den IJsselstädten auch die Twenthe zum frühmittelniederdeutschen Sprachraum gerechnet wird, als ich ihm zum ersten Mal begegnete. Er schlug mir beim ersten oder zweiten Gespräch vor, auch die Twenthe als Ortspunkt für den Atlas aufzunehmen. Ihm danke ich auch den ersten Umgang mit der Variablenlinguistik. Dr. Reinhard Pilkmann-Pohl (Mitarbeiter an dem Projekt) danke ich für seine Unterstützung bei den ersten paläografischen Versuchen. Übrigens kann erfreulicherweise erwähnt werden, daß in Amsterdam (vakgroep Taalkunde van de Vrije Universiteit) von Prof. Dr. Pieter van Rhenen und Dr. Maaike Mulder an einer Datenbank (een gegevensbank) für mittelniederländische Dialekte gearbeitet wird. Die verschiedenen Bezeichnungen für die gleiche mittelalterliche Schreibsprache in der Twenthe sind auf diese Weise mittelniederländisch (u.a. in Amsterdam) und mittelniederdeutsch (u.a.

Page 6: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

in Münster i.W.). Es dürfte sich dabei um einen Unterschied in der Begriffsbestimmung handeln, der unseres Erachtens einer Erklärung bedarf.

INLEIDING  (01-­12-­2011)  BIJ  EEN  VOORWOORD  UIT  DE  DISSERTATIE  (D.D.  18  APRIL  2002)  Het moge uit het bovenstaande duidelijk zijn geworden, dat bovenbedoeld corpus aangelegd werd voor een dissertatie. Die is er ook gekomen en wel in april 2002. Aan de universiteit van zowel Groningen als ook Münster i.W. (D) werd mijn dissertatie “aangenomen”.2 Prof. dr Amand Berteloot (hoogleraar in de neerlandistiek in Münster i.W., gepromoveerd op een klankatlas van het dertiende-eeuwse Middelnederlands) en prof. dr Hermann Niebaum (hoogleraar Nedersaksische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit in Groningen en gepromoveerd op de synchrone en historische fonologie van het Westfaals) waren de promotores.

VOORWOORD  UIT  DE  DISSERTATIE  (2002)  Het Nederlands van nu is slechts een toevallig aspect van de rijk genuanceerde taal, waarvan mensen uit Gent en Maastricht, Egmond en Oldenzaal zich vanouds plegen te bedienen om hun gedachten en gevoelens te uiten. Een cultuur die het contact met het verleden verliest is een bouwsel waarvan het fundament verzakt, schreef de uit Zwolle afkomstige Kloeke zo'n zeventig jaar geleden.3 De mens die historisch heeft leren denken, zal onze cultuur slechts als een continuüm kunnen zien. Over het middeleeuwse Twenthe is weinig gepubliceerd, zowel wat de algemene geschiedenis als ook in nog sterkere mate wat zijn taalgeschiedenis betreft. In die context is er in een publikatie door mij - linguïst - een poging gewaagd tot een bijdrage aan de geschiedschrijving van Oldenzaal en Twenthe, met aanvankelijk vooral de bedoeling als een soort externe taalgeschiedenis te kunnen dienen. Daarnaast werd er een corpus van Twentse oorkonden - van 1336 tot en met 1500 - aangelegd om de schrijftaal in Twenthe te kunnen onderzoeken.4 Een variabelenlinguïstisch onderzoek van dat corpus tenslotte zou meer licht kunnen brengen in de positie van de Middeltwentse oorkondentaal ten opzichte van o.a. het Middelnederlands en het Middelnederduits en daarvan met name het Westfaals.

Dat bedoeld onderzoek als dissertatie is verschenen hangt in de eerste plaats samen met de onmiddellijke bereidheid van prof. dr Amand Berteloot (hoogleraar in de neerlandistiek in Münster i.W., gepromoveerd op een klankatlas van het dertiende-eeuwse Middelnederlands5) om als promotor op te treden. Oorspronkelijk zou de dissertatie derhalve in het Duits geschreven worden. Omdat Twenthe echter (vanaf het tere begin) tot het middeleeuwse bisdom Utrecht en daarmee tot het latere Nederland heeft behoord, koesterde ik de wens om voor de dissertatie het Nederlands te kiezen dat de middeleeuwse schrijftaal in Twenthe zou gaan opvolgen. Op het moment dat prof. dr Hermann Niebaum (hoogleraar Nedersaksische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit in Groningen) - na overleg met zijn direct welwillende collega uit Münster - aanbood om in Groningen als eerste promotor op te treden, werd de mogelijkheid van een Nederlandstalige dissertatie geschapen. Weliswaar kostte dat toen al enig vertaalwerk, maar de gewonnen medewerking 2 G. Seyger, Twenthe tussen west, zuid en oost (1336-1500). Variabelenlinguïstich onderzoek op oorkonden uit de steden Almelo, Enschede, Oldenzaal en Ootmarsum en voorts van ambtman en rentmeester uit Twenthe (diss.), Enschede 2002. 3 Kloeke 1952, p. 217. 4 Seyger 1998 en Seyger 1999. 5 Berteloot 1984. Berteloot heeft hierin in ruime mate van onderzoek naar variabelen gebruik gemaakt.

Page 7: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

van de hoogleraar Nedersaksisch, gepromoveerd op de synchrone en historische fonologie van het Westfaals, woog daar door zijn deskundigheid op het gebied van o.a. het middeleeuwse Westfaals binnen het Middelnederduits meer dan ruimschoots tegenop.6 Voor de welwillende opstelling van beide hoogleraren en hun voortdurende aanmoediging, die vooral in het laatste stadium in de vorm van zeer deskundige begeleiding gestalte kreeg, wil ik graag mijn welgemeende dank uitspreken. Beiden immers hebben daarmee een doelstelling van "Twenthe tussen west, zuid en oost (1336-1500)" gesteund, namelijk het belichten van de positie van de middeleeuwse schrijftaal van Twenthe binnen het continuüm van het middeleeuwse Nederlands en Nederduits. Ook de leden van de beoordelingscommissie, prof. dr T. Hofstra (Groningen), prof. dr L. Kremer (Antwerpen) en prof. dr S. Reker (Groningen) wil ik graag dankend vermelden. Prof. dr T. Hofstra heeft mij daarenboven bij de "laatste loodjes" op sympathieke wijze geholpen; mijn hartelijke dank daarvoor. De Stichting Edwina Van Heek verdient hier eveneens bijzondere vermelding omdat de uitgave van deze dissertatie mede mogelijk werd gemaakt door haar steun. Tenslotte wil ik mijn echtgenote Marianne voor haar voortdurende steun danken.

Losser, inden Jare vnses heren twe dusent vnde twe des naesten vrijgdages na Onser Lieven Vrouwen dach purificationis (8 februari 2002)

6 Niebaum 1974.

Page 8: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

CRITERIA  BIJ  DE  CORPUSVORMING  Uitsluitend originele oorkonden, die exact gedateerd en gelocaliseerd kunnen worden

en die zijn geschreven in de vier bovengenoemde steden, worden in dit corpus opgenomen. Met betrekking tot Almelo tellen naast de "stad Almelo" ook oorkonden van de "herscap Almelo" mee, voorzover ze niet uitdrukkelijk in Almelervene zijn opgesteld. De oudste oorkonde uit het corpus, die aan de criteria voldoet, stamt uit 1336; de jongste uit 1500. Met betrekking tot mijn keuze van het jaar 1500 zij het volgende gezegd. De middeleeuwen laat men gewoonlijk eindigen bij 1500. In dat jaar 1500 is de landsheer, de bisschop van Utrecht namelijk, nog steeds dezelfde als in 1336. De sterke rol, die na 1500 voor Holland ook in taalkundig opzicht is weggelegd, is volgens velen daarvóór nog niet zo merkbaar.

De inhoud van de oorkonden moet betrekking hebben op zaken in de genoemde steden, in hun kerspel of in de nabije omgeving van dat kerspel. Als nabij nemen we een afstand van ca 20 km maximaal buiten het kerspel. De personen en instanties, die de oorkonden opstellen, dienen "metterwoon" (hoofdzakelijk) in de vermelde steden te verblijven. De eventueel geadresseerde dient voorts eveneens in de genoemde steden of in de nabije omgeving daarvan te wonen. De bisschop als oorkonder of geadresseerde, evenals bijv. de steden Deventer, Lübeck en Utrecht, blijft in dit corpus derhalve buiten beschouwing, aangezien hij als landsheer, met hoofdzetel Utrecht, duidelijk bovenregionaal functioneert. Ook oorkonden bijv. der graven van Bentheim, hoe nabij en interessant ook, worden niet in het corpus opgenomen.7 Anders evenwel ligt de zaak bij de "amtman"8 of "renthemeyster" van Twenthe, die juist de regionale zaken in plaats van de bisschop behartigt. Normaliter functioneren zij in naam van de bisschop enkel in Twenthe en meestal zijn ze van Twentse adel. Ook een hofmeyer uit Twenthe kan als oorkonder voor het corpus, om dezelfde reden, in aanmerking komen. Hoewel volledigheid als doel op zich niet nagestreefd werd, is het corpus van de 14e eeuw - binnen onze criteria - door de slechte stand der overlevering (o.a. door branden en oorlogen) toch praktisch volledig geworden. Voor de 15e eeuw evenwel werd bewust geselecteerd, omdat de forse toename der schriftelijkheid in de 15e eeuwse maatschappij een beperking onvermijdelijk maakte. Gemiddeld ongeveer twee oorkonden per jaar voor geheel Twenthe worden uitgekozen. Aangezien de schade aan de archieven van Oldenzaal en Enschede het grootst lijkt, wordt er bij keuzedwang (voor de 15e eeuw) juist voor oorkonden uit Oldenzaal en Enschede gekozen. Een proportioneel overgewicht der andere steden (in de 15e eeuw) kon zo gereduceerd worden . Van verreweg de meeste oorkonden (ca 90% of meer) geldt, dat ze nooit eerder gepubliceerd zijn. Ook de al eerder getranscribeerde oorkonden werden door mij opnieuw getranscribeerd. Daardoor moesten soms ook namen in regesten aan mijn lezing bij de transcriptie aangepast worden. Waar dat mogelijk was, werden de regesten bij voorkeur uit de oorkondenboeken overgenomen.

TRANSCRIPTIE  VAN  DE  OORKONDEN  Omdat enkel het opsporen der oorkonden op zich al veel tijd in de archieven vergde, werden er bijna altijd foto 's van de geselecteerde perkamenten originelen in de archieven gemaakt. Tegenover die grote winst in tijd staat het nadelige feit, dat er bij een foto vaak scherpte

7 In Seyger 1999 (p. 37-52) is wel een oorkonde uit 1335 van een graaf van Bentheim en ook een

oorkonde uit Schüttorf (1424) opgenomen.

8 Eijken 1993, vooral inleiding.

Page 9: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

verloren gaat. Vooral bij die originelen, die vouwen vertonen, waarbij het schrift verbleekt is of die anderszins beschadigd zijn, vormt dat een nadeel. Ook bij middeleeuwse leestekens, die erg klein geschreven zijn, zoals bijv. bij ae of ů, of bij een punt of soortgelijk leesteken, is de scherpte minder dan bij het origineel. Daarom is dikwijls een transcriptie ter plekke toch nog nodig geweest, evenals de veelvuldige noodzaak om de van een foto gemaakte transcriptie nog eens met het origineel te vergelijken. De oorkonden uit Twenthe zijn zoveel mogelijk "diplomatiek" getranscribeerd. Het einde van een regel wordt door een "/" aangeduid. Afkortingstekens bij veranderen van regel worden door "-/" ofwel door "=/" aangeduid, al naar gelang ook de schrijver zo het woord i.v.m. een veranderen van regel afkortte. De kleine letters en de hoofdletters uit de originele oorkonden bleven gehandhaafd, hoewel de schier oneindige variatie tussen kleine letter en hoofdletter een keuze soms arbitrair maakt. De "u" is voorts een "u" gebleven, evenals de "v" een "v" en de "w" een "w". Ook met de typisch middeleeuwse tekens als bijv. ů, ŭ, oe en ae werd in de transcriptie rekening gehouden. De aaneengeschreven woorden werden ook aaneengeschreven getranscribeerd ("inder" bijvoorbeeld in plaats van "in der"), evanals los geschreven lettergrepen bij een in modern Nederlands aaneengeschreven woord ("ghe gheuen" bijvoorbeeld in plaats van "ghegheuen"). De"i", "j" "ii", "ij" en "y" werden in de transcrptie gehandhaafd. Met verschillen in de grafie van de "s" en van de "r" werd geen rekening gehouden, vooral om praktische redenen. De middeleeuwse afkortingen in woorden werden opgelost en voor de duidelijkheid tussen ronde haakjes geplaatst. "Scepene(n)", "h(er)ma(n)" en "(con)uent" bijv. Waar de tekst niet meer (zeker) leesbaar is, maar wel reconstrueerbaar, werd voor vierkante haakjes gekozen. Bijv. "[des hilghe(n) Bisscops]". Identificeerbare punten worden altijd weergegeven, tenzij (een enkele keer) anders aangegeven. De vaak (vooral op foto's) slecht leesbare tekens, die op een Nederlandse ":" of op een "|" lijken, zijn bijna nooit weergegeven. Vooral op foto's zijn ze vaak niet duidelijk genoeg te identificeren. Voorts werd naar codicologische of paleografische aspecten geen onderzoek gedaan. Ook een onderzoek naar zegels of handen, hoe nuttig ook, is vanwege de investering in tijd achterwege gebleven. Doordat er over een lange periode (bijna twee eeuwen) en zowel in vier verschillende Twentse steden als ook bij amtman en rentmeester in Twenthe (en soms bij hofmeier) werd gezocht, is de noodzaak van de studie naar de (verschillen in) handen onzes inziens ook geen conditio sine qua non.

AFKORTINGEN  De namen van steden worden bij de benoeming der oorkonden afgekort. De afkorting "1336bAl" bijv. duidt aan, dat de tweede oorkonde (=b) uit het jaar 1336, uit Al(melo) (stad of herscap) afkomstig is. Al Almelo a.h.w. als het ware Arch. Archief bearb. bearbeitet begr. begründet bew. bewerkt bijv. bij voorbeeld b.v. bij voorbeeld ca circa c.a. cum annexis c.s. cum suis dl(n). deel, delen Diss. dissertatie e.a. en anderen erw. erweiterte

Page 10: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Es Enschede etc. etcetera G.A. Gemeente-Archief H. Heilig Halbbd. Halbband Hg(g). Herausgeber herausg. herausgegeben herz. Herzien(e) H.G. Heilige Geest i.e. id est Inv. nr Inventaris nummer Jg. Jahrgang/Jaargang Krt. Ka(a)rte(n) m.b.t. met betrekking tot m.i. mijns inziens m.m.v. met medeweking van Nd.Jb. Niederdeutsches Jahrbuch Nd.W. Niederdeutsches Wort Nr Nummer O.A. Oud-Archief o.a. onder andere(n) OBO Oorkondenboek van Overijssel (tot 1350, ter Kuile) o.J. ohne Jahr O.L.V. Onze Lieve Vrouwe(n) OO Overijsselse Oorkonden (1350-1450, typo-script door ter Kuile) Ot Ootmarsum Oz Oldenzaal R.A. Rijks-Archief RAO Rijksarchief Overijssel red. redactie Reg. Regest Rep. Repertorium t.b.v. ten behoeve van TNTL Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde t/m tot en met t.o.v. ten overstaan van/ten opzichte van TT Taal en Tongval Tw Twenthe uitgeb. uitgebreid(e) uitgeg. uitgegeven v. van/von verb. verbesserte/verbeterde VMORG Verslagen en Medeedelingen Overijsselsch Regt en

Geschiedenis z.j. zonder jaar

Page 11: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

CORPUS  VAN  OORKONDEN  (MET  REGESTEN)  UIT  MIDDELEEUWS  TWENTHE  

1336a Oldenzaal 1336-01-20 REGEST Arnold van Sconenvelde als "knape", zijn vrouw Elsebe en hun kinderen Clawes en Margreta verklaren dat zij aan Geerd van Dulre en Lambert de Stenger het huis Woltbertinc te Lemeslo met bijbehorende rechten en vijf met name genoemde horigen voor 81 Brabantse penningen hebben verkocht. Voorts verklaren zij, dat zij in het heimaal ten overstaan van de meyer Arnold, richter te Aldenzale, van Wighman van Eghene en Geerd van Keppele, knapen, en ten overstaan van Geerd Snoye en Ludiken Vogel, schepenen te Aldenzale, het huis Wolbertinc onder belofte van vrijwaring overgedragen hebben aan de kopers Geerd van Dulre en Lambert de Stenger. TRANSCRIPTIE Jc arnold van sconenuelde Knape . En(de) Elsebe mie9 Eyghte wijf Clawes onse sone . en(de) margreta onse doghter . En(de) / al onse reghten Erfgenamen doet kŭndigh allen den de desen breef seen solen . of horen Leesen . En(de) be toghe/det openbare in deser scrift . dat wi eyndraghtlike mit willen . en(de) mit wvlborde al onser reghten / Erghenamen ver kooft hebbet reckelike . en(de) redelike . . Geerde van důlre . en(de) Lamberte den stengere 9 "mie Eyghte wijf" is geschreven zonder "n". In bijv. regel 5 van onderen wordt door de

schrijver wel "min wijf" geschreven.

Page 12: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

/ En(de) eren reghten erfgenamen Onse hŭes . dat ghe heeten is . to Woltbertinc ghe leghen in der marc/ke te Lemeslo . in den kerspele tot aldenzale . mit toerue mit tvighen . mit warschopen . en(de) mit aller / slaghter . . nŭet . also alset gheleghen is . en(de) dar to horet . En(de) su(n)derlike . mit vijf luden . also Geerde . / Engelzen . Ecberte . atselen . en(de) dayen . Omme eyn ent aghtentigh marck . brabantzgher pe(n)ni(n)cghe / genghe . en(de) gheŭe . de ons mit eren be talent sijn . in reden pe(n)ni(n)cghen . van geerde en(de) Lamberte vor/ghenoemt . Ewelike en(de) Erflike . vor eyn reyght vri eyghen . to besijttene . en(de) to brukene . En(de) wi / vorgenoemden . hebbet dat vornoemde hŭs mit aller slaght(er) nŭet also . als hir vorghe seget is . Geer/de en(de) Lamb(er)te vorgenoemt . to erre . en(de) erre erfgenamen behof . vp ghe dreghen in den ghe righ/te tot aldenzale dar et inne ghe leeghen is vor meyer arnolde right(er)e dar selues in eynen he/geden heymale . En(de) dreghedet em vp . in desen Jegenwerdighen breue . En(de) solen geerde en(de) lamb(er)te / vorgenoemt . en(de) eren reghten erfgenamen . wi . en(de) onse recghte Erfgenamen . des vornoemden / hŭses . mit aller slaght(er) nŭet . also alset ghe leghen is . en(de) alse hir vor gheseget is . waren . vor eyn / reyght vri eyghen . wo men eyns vrighen eyghens van reyghte sal waren . also alse wi . ghe louet / hebbet en(de) louet vastlike in desen breue to leestene . Jn Orku(n)ne . al deser vornoemden stucke . so heb/bic arnold van scone(n)uelde vorgenoemt . desen breef . ghe gheven . en(de) besegelt . mit mines selues in/ghesegele . vor mi . vor min wijf. vor mine kind(er)e . en(de) vor al mine reghten erfgenamen . in eyne / ewighe vestnisse en(de) stedigheyt .. Gescheen . en(de) ghe gheven . Int iaer onses h(er)en . dusent . drihŭndert . / Sees en dertigh . vp sente fabians . en(de) sebastians dagh tvijer heyligen martel(er)e . dar ouer / en(de) an w(er)en . wighman van Eghene . en(de) geerd van keppele . knapen . geerd snoye . en(de) Ludiken vogel . / sceepene(n) tot aldenzale . en(de) anders bederuer lude ghe nogh 1336b Almelo 1336-04-25 REGEST Ecbert Henrikessone (van Almelo) verklaart, dat hij met instemming van zijn moeder Fie, zijn broer Herman en zijn zuster Jutte aan Everd van Bevervorde de grove en de smalle tienden over het huis Willemminch, alsmede een katerstede bij de Langenhorst, beide gelegen in het kerspel Delden, heeft verkocht; en dat hij die goederen vervolgens door de hand van leenheer Ecbert, jonker te Almelo, aan koper heeft geleverd. TRANSCRIPTIE Jch .. Ecbert .. Henrikes sone do kundich in desen opene(n) breue dat . jch met endrachtlik(en) vůlbort . . fien mi/re Mod(er) .. H(er)mannes mins brod(er)s .. en(de) Jutten mire sust(er) . hebbe verkoft .. H(er)en Euerde van beu(er)vorde en(de) / sinen rechte(n) Erfgename(n) . Tenden ouer willemminch . grof . de geldende is . Jarlix . vijftehals10 molder . / en(de) smal . met alder pacht dar Mede de ons met rechte ontholden is . ende eyn kote dat gelegen is / biderlangenhorst geheten dat Jarlix geldend is achtenhonre . met alle[...11] slacht(er) nut . als . / dy gelegen sin . Jnden kerspel . to delden . end(e). se . Onse w(er)en vm . eyn . su(m)me va[n gelde] de ons wal be/talet is . ewelike end(e) Erflike tot besittene by . H(er)en .. Euerde en(de) sinen rechte(n) [erfg]ename(n) Ende hebben / . EM . dy vornoemd(e) guet . vp gedregen Jn Hant.. Ecbertes . eyns . Jonch(er)en tot Almelo. Onsen lienh(er)en / der vornoemden guede en(de) hebben dar van vertegen Als wy by rechte solden . vortm(er) . so hebbe wy . ge/loeuet en(de) loue(n) noch in desen breue . H(er)en ..

10 De "s" is hier eigenaardig. Men zou een "f" verwachten. Vermoedelijk een slordige

schrijffout.

11 Onleesbaar door een gat in de oorkonde.

Page 13: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Euerde vorgenoemt en(de) sinen Rechte(n) Erfgenamen der / vornoemden guede recht warscap to done vor alden ghene(n) . dhes . weder Ons to rechte komen wil/len . Jn Orkunde alder dinch . want . Jch .. Eckbert vornoemt . selu(er) nen Jngesegel ne(n) hebbe so hebbich / gebeden.. Herman[ne] van lage mine(n) Oem . en(de) . . Hermanne mine(n) broder . to besegelene desen breef / en(de) vorbinde my [.....]e ond(er) . oren segelen to holdene alde puntte vorges(creuen) End . Jch . h(er)man van laghe / en(de) herman .. vorgenoemt . vmme bede Eckbertes en(de) siner Erfgename(n) . en(de) H(er)en.. Euerdes van beu(er)/vorde so hebbe wy begesegelet desen openen bref . Ghegeue(n) Jnt Jar Onses h(er)en . dusent . dryhon / dert . sessendertich . vp . sunte Marcus daghe . eyns . Ewang(e)listen 1337a Enschede 1337-02-19 5 REGEST Johan Redinc, knape, verklaart dat hij met instemming van zijn vrouw Berte, van zijn broers Heyne en Frederik, van zijn zuster Nese en van al zijn erfgenamen, aan de Commanderij van Stenuorde (Steinfurt) het huis Wenemarinc in Twecklo (Twekkelo), in het kerspel Enschede, voor 28 mark Brabants heeft verkocht, nadat hij de bewoners van de horigheid 10 had bevrijd; en dat hij dit huis vervolgens in het gerecht van Enschede heeft geleverd voor Albert van Usle, richter aldaar. Voorts voor Johan de Smit van Enschede en Werentze ter Linden, keurnoten, Werner van Graes, Berent Sudena, Johan van Awiic, Wescel van Ottenscoten, Herman van Hulsgore, knapen, Strubbe van Bechem, Lubbert de meier van Borgenden (Borne) en Willem de meier van Hengelo. 15 TRANSCRIPTIE Jc Johan Redinc knape do kŭndich al den genen de desen breef solen sien oft horen lesen ende be/tŭge dat openbare in desen breue dat ic mit willen ende mit vůlbort Berten mines wiues / heynen ende frederikes min(er) brodere nesen miner sůster ende al miner rechten 20 erfgenamen / hebbe verkoeft den godes ridderen van Stenuorde min gŭet ende min hŭs dat geheten is / wenemarinc alse vor en recht vriyegen mit torue mit twige ende mit allerslachter nŭt / also als et gelegen is to Twecklo in den kerspele to Enschede ende dar mede al de lŭde de to den / gŭde horet de hebbic vriy gelaten van allerleye egendom als ic ende mine eruen an em had/den vmme achten twintich marck brabantscher penninge genghe ende 25 geue de mi mit e/ren al wal betalet sin Ende hebbedet em bede gŭet ende lŭde ic ende min wiif mine brod(er)e / ende min sŭster vorgenomet vp gedregen vor en vriyegen vor alberte van vsle de do rich/ter was to Enschede in de[n] richte to Enschede dar dit vorgenomede gŭt inne gelegen is / mit aller slachter nŭt ende vertigedes vastlike bede lŭde ende gŭdes in deser scrift ewelike en/de erflike bi em to besittene ende leflike to brukene sŭnder ieniger 30 hande ansprake vnse oft / vnser erfgenamen Ende solen em des waren en recht vriyegen wo wi van rechte em des wa/ren solen vor alde gene de et anspreket ende de es to rechte komen willet Dit is gescheen / dar ouer ende an weren Johan de smit van Enschede ende werentze ter linden . Coernoten / werner van graes Berent sŭdena Johan van Awiic Wescel van ottenscoten herman van / hŭlsgore knapen . strŭbbe van Bechem Lubbert de meyer van 35 Borgenden willem de / meyer van hengelo ende ander gŭder lŭde genoch . Jn orkŭnne ende in vestnisse al deser vor/genomden stŭcke so is dese breef besegelt mit minen ingesegele . Gegeuen Jnt Jar vnses he/ren dŭsent . drehŭndert . seuenen dertich . des wovndersdages vor sŭnte peters dage de na / lechtmissen komet 40 1337b

Page 14: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Enschede12 1337-02-19 REGEST Johan Redinc. knape, verklaart dat hij met instemming van zijn vrouw Berte, van zijn broers Heyne en Frederik, van zijn zuster Nese en van al zijn erfgenamen, aan de Commanderij 5 van Stenuorde (Steinfurt) het huis Diderickinc in de grote Burscap, in het kerspel Enschede, voor 36 mark Brabants heeft verkocht, nadat hij de bewoners van de horigheid had bevrijd; en dat hij dit huis vervolgens in het gerecht van Enschede heeft geleverd voor Albert van Usle, richter aldaar. Voorts voor Johan de Smit van Enschede en Werentze ter Linden, keurnoten, Werner van Graes, Berent Sudena, Johan van Awiic, Wescel van Ottenscoten, 10 Herman van Hulsgore, knapen, Strubbe van Bechem, Lubbert de meier van Borgenden (Borne), Willem de meier van Hengelo. TRANSCRIPTIE Jc Johan Redinc knape do kŭndich al den genen de desen breef solen sien ofte horen lesen 15 ende betŭge dat openbare / in desen breue dat ic mit willen ende mit vŭlbort Berten mines wiues heynen ende frederikes miner bro/dere nesen miner sŭster ende al miner rechten erfgenamen hebbe verkoeft den godes ridderen van Sten/uorde min gŭet ende min hŭs dat geheten is diderickinc alse vor en recht vriyeghen mit torue mit twi/ge ende mit allerslachter nŭt also als et gelegen gelegen is in der groten bŭrscap in den kerspele to Enschede en/de 20 dar mede al de lŭde de to den gŭde horet de hebbic vriy gelaten van allerleye egendom alsic ende mine / eruen an em hadden vmme sessen dertich marck brabantscher penninge genghe ende geue de mi mit / eren al wal betalet sin Ende hebbedet em bede gŭet ende lŭde ic ende min wiif mine brodere ende min / sŭster vorgenomet vp gedregen vor en vriyegen vor alberte van vsle de do richter was to Ensche/de in den richte to Enschede dar 25 dit vorgenomede gŭet mit aller slachter nŭt inne gelegen is ende ver/tigedes vastlike bede lŭde ende gŭdes in deser scrift ewelike ende erflike bi em to besittene ende lef/like to brukene sŭnder ieniger hande ansprake vnse oft vnser erfgenamen . Ende solen em des waren / en recht vriyegen wo wi van rechte em des waren solen vor al de gene de et an spreket ende de es / to rechte komen willet . dit is gescheen dar ouer ende an weren Johan 30 de smit van Enschede ende / Werentze ter Linden Coernoten werner van graes Berent sŭdena johan van awiic wescel van ot/tenscoten herman van hŭlsgore knapen strŭbbe van Bechem lubbert de meyer van Borgenden / willem de meyer van Hengelo ende ander gŭder lŭde genoch Jn orkŭnne ende in vestnisse al de/ser vorgenomden stŭcke so is dese breef besegelt mit minen ingesegele Gegeuen Jnt Jar vnses he/ren Dŭsent . Drehŭndert . 35 seuenen dertich des wovndersdages vor sŭnte Peters dage de na / Lechtmissen komet 1341 Enschede 1341-05-25 40 REGEST Albert de Langhe, richter te Enschede, en zijn vrouw Evesse verklaren met instemming van hun kinderen Johannes, Obbeke, Fenne, Evesse, Heyne en Swenike, het goed ter Ybbikinckmoelen in het kerspel Enschede voor 40 mark Utrechtse munt verkocht te hebben 45 aan heer Albrecht Vlenbroeke, Commandeur (cummeldoere), en de broeders van het huis der Johannieter Orde te Stenvoerde (Burgsteinfurt); in deze verkoop zijn begrepen de op dat goed wonende horigen Werner en Ghese met hun kinderen, behalve Hennikiine en Evesse, die al eerder waren verkocht; Zij verklaren het verkochte huis c.a. als een vrij eigen goed in het gerecht te Enschede aan kopers te hebben geleverd ten overstaan van Maurissese 50 Brunszoene van Almelo, waarnemend richter, Heyne ter Lynden, Jacop Wepelinc, Essekine 12 De twee oorkonden uit Enschede zijn bijna identiek. In het (laatste) regest wordt als datum

genoemd: 1337-02-26.

Page 15: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ter Beke, Lubbert ter Wynehues, Gheerd de Smede en Johan Toppe, schepenen van Enschede, in tegenwoordigheid van Vrederic van Loen, knape, Werense ter Linden, Rotgher de Greve, Johan Vust, keurnoten, onder belofte van vrijwaring gedurende een jaar en zes weken. 5 TRANSCRIPTIE Allen den ghenen de dessen brees13 zolen zeen of hoeren lezen De we .. Albert de langhe (r)ichtere van .. En/schede ende Euesse miin echte vrouwe verstaen . ende betoghet openbaere in desse[n] breue Dat / we endrachtichlike ende met ghehenghnisse .. Johannes .. obbeken .. fennen .. Euessen .. heynen .. ende / sweniken vnser kindere ende voert meer 10 al vnser rechten erfghenaemen hebbet vercoft re/delike ende rechtlike haren .. albrechte van vlenbroeke den cu(m)meldoere ende voert meer den me/nen broederen des hueses to stenvoerde van sente .. Joha(n)nes oerde dat goed dat gheheten is ter / ybbikincmoelen dat gheleghen is in den kerspele van .. Enschede med torue med twyghe ende med / aller slachter nůd alsed gheleghen is ende med den lueden de to den goede hoeren alse wernere 15 ende / ghesen de echte luede sin ende med al eeren kinderen sunder . he(n)nikinie ende .. Euessen de daer eer / desser tiid van vercoft weeren als vmme .. veertich marc pe(n)ninghe de genghe ende gheue we/ren in den stichte van vetrecht de vns wol ende al en wal betaelet sin. Ende dad voerghenoe(m)de goed / ter ybbikinc moelen med torue med twighe ende med aller slachter nůd alset gheleghen is / ende med den lůden loeden14 de daer toe hoeret 20 ende de hiir voerghescreuen staed hebbe we .. al/bert de langhe richtere to Enschede .. Euesse miin vrouwe .. Johan .. obbeke .. fenne .. Euesse .. hey/ne ende .. swenike vnse kind(er)e ende voert meer al vnse rechte erfghenaemen voerghenoemd / den cu(m)meldůre ende den menen broederen van stenvorde voerghenoemd vpghelaeten Voer / den gherichte to Enschede alse voer .. Maurissese brůns zoene van almelo de daer een ghe/koeren 25 richtere was ende den we .. albert de langhe voerghenoemd van ghehenghnisse der / [heeren] ende der broedere van stenvoerde satten in vnse stede ende voer heynen ter lynden . Ja/cope [w]epelinc essekine ter beke .. lubberte ter wynehues .. gheerde den smede .. ende Joha(n)ne / [t]oppe de do scepene weren der poerten van enschede ende laeted vp alghemeyne in dessen bre/[ue alse we bi rechte] sin sculdich vp te laeten dat goed ter 30 ybbikinc moelen voerghenoemd voer / eyn recht vry eyghen goed erflike ende ewelike to besittene ende to bruekene voert meer / so bekenne [we] .. albert de langhe mine rechte erfghenaemen voerghenoemd in dessen bre/ue dat we den cu(m)meldůre ende den broederen des hueses to stenvoerde voerghescreuen des go/des ter ybbykincmoelen voerghenoemd med torue med twighe ende med aller slachter nůd / ende med den lůden de 35 daer to hoeren gheloeuet te warene voer eyn recht vry eyghen goed / in alder maneere alse we dat coften ende mend vns ghelouede te warene een Jaer ende ses we/ke na date desser ieghenwoerdighen breue voer alle de ghene dees te rechte willen koemen alse / men van rechte een recht vry eyghen goed sculdich is te warene hiir an ende oeuer hebbet ghe/wesen .. Mauricius brůns soene van almelo de daer was een ghekoeren richtere alse to 40 dessen stucken / ende de scepene de hiir voerghescreuen staed de daer er oercůnd vp entvenghen .. vrederic van / loen knape .. werense ter linden .. Rothger de greue .. ende Johan vůst coernoeten ende anders / vele goeder lůde ghenoech de daer an ende oeuer ende to gheroepen woerden . . Ende want ic al/bert de langhe richtere voerghenoemd negheen inghezeghel en hebbe so hebbic ghebeeden de scepe/ne van enschede dat se 45 dessen breef med eerres stades zeghele vmme minen ende mii15re erfghena/men bezeghelen willen .. Ende we scepene der poerten van Enschede voerghenoemd want we / an dessen stucken de hiir voerghescreuen staed an ende oeuer hebbet ghewesen so hebbe we vm/me bede willen albertes des richters voerghenoemd ende siirre erfghenaemen ende

13 Zal wel een schrijffout voor "breef" zijn.

14 lode = lade = spruit (vgl. ndl. "loot").

15 "miire". Heel duidelijk een zogenaamde "vijfpoot", die typografisch moeilijk na te maken is.

Page 16: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vmme be/de der heeren van stenvoerde dessen breef vmme de meerre vestnisse bezeghelt met vnser / poerten van enschede inghezeghele .. Ghegheuen Jnt Jaer vns heren Důsend drehůndert / ende een ende veertich vp sente vrbaens Dach 5 1348 Oldenzaal 1348-01-21 REGEST Dideric van Jodevelde, knape, verklaart dat hij met toestemming van zijn vrouw Lizebette, 10 van zijn zuster Jutte en van zijn kinderen Hille en Lizebette aan heer Ludolve van Sconevelde de hof Hademanninc of hof te Lyndelo, gelegen in het kerspel Oldensele, heeft verkocht onder belofte die hof t.z.t. voor de leenheer te zullen overdragen en koper gedurende vier jaar te zullen vrijwaren tegen uitwinning. Verkoper verklaart Hendrik van Kolenderen, Willem van Redese, Eernest Horstmanne, Everd Vierlinghe en Herman Carnute 15 tot borgen te hebben gesteld, die bij wanprestatie te Oldensele in een herberg in leisting zullen gaan. TRANSCRIPTIE JCh dideric van jodeuelde knape doe kundich alle den ghenen die disen iheghenwoerdighen 20 br[e]ef zeen zolen ofte horen lezen vn(de) bekenne / openbare dat ich hebbe verkoft v[nd]e verkope redelike vnde rechelike mijt willen ende mijt vulbort ju(n)cfrou lizebetten mines echt/liken wiues ju(n)cfrou jutten miner zuster hillen ende lizebetten miner rechten eerfghenoten hern ludolue van sconeuelde vn(de) sinen / rechten eruende den hof to hadema(n)ninc de oek gheheten is de hof to lyndelo also alse he beleghen is in den 25 kerspele tod oldensele / mit luden mit torue vn(de) mit twighe mit aller slachten nvt vnde mit al siner olden rechten tobehoringhe vm ene summe van gelde / die mi vul vn(de) al betalt is vn(de) ich dideric van jodeuelde vn(de) mijn eruent solen hern ludolue van sconeuelde vn(de) sinen eruent / holden in rechter lenescher were des voerghenomeden houes sunder sinen scaden also langhe dat he ofte sin eruent dat moghen / vergaen an denheren dar de 30 vorghenomde hof van rort wan de uorgenomde her ludolf vn(de) sin eruent dat moghen vergaen an / den lenheren so sal ic dideric van jodeuelde ofte min eruent kome(n) mit em vor den heren vn(de) vertyen des vorghenomden houes / sunder ienigherhande vertoch voert meer so sal ich dideric van jodeuelde vn(de) min eruent hern ludolue vn(de) sinen eruende des vor/ghenomden houes rechte warscap don vor alde ghene des to rechte 35 komen willet van desen daghe alse nv komet lechtmissen ouer veer / iaer vor aldese vorscreuene s[t]ucke heb ich dideric v[an j]odeuelde to borghen ghesat henrike van ko[len]deren willeme van / redese eerneste horstma(n)ne . euerde vierlinghe vn(de) herma(n)ne [ca]rnuten die mit mj vn(de) ich mit em an guden truwen ghesek[er]t / hebbet vn(de) ghelouet mit samender hant aldese uorghenomde stucke sunder ienigherhande 40 argelist stede vn(de) vast to holdene vn(de) / [.u]et an guden trouwen alse wj vore ghelouet hebbet den [vorgh]enomden hern ludolue vn(de) sinen eruende den vorgenomden hof / [....] vast to makene dat ene dar ni man an ghehindert [..]nach to lantrechte vn(de) wj uorghenomden borghen enkennet dat / [..] dese voergenomden vorewort an guden truwen hebbet hebbet16 ghelouet mitsamender hant . Weret oek dat vnser / vorghenomden borghen 45 welik storue so loue wj anderen de daer dan leuendich sint alse wj vore ghelouet hebbet . enen geliken / borghen dar na binnen ener ma[e]nt weder to settene in des doden borghen stede weret oek dat welik sich verbreke / in deser norg[e..den] lofte sone dorfte her ludolf ofte sin eruent dat nicht vordere kundighen hene wolde dat don / dan vor den scepenen [tod] oldensele wj anderen de vnse ere ver waren willet solen em vort vol don weret ouer sake / 50 dat hern ludolue ofte sinen eruende ienich ghebrechte were in ienighen stucken van al desen vorgenomden voreworden / wan wj dan ghemanet worden van hern ludolue ofte

16 Dubbel geschreven "hebbet".

Page 17: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

sinen eruende ofte van eren wissen boden so sole wj rid[e]n tot olden/sele in ene herberghe die vns de vorgenomde her ludolf ofte sin eruent ofte ere wisse bode wiset vn(de) dar nicht vt to komene / em ne si vul ghedaen van den ghebrechte dat em dan [w]ere ghescheen in ienighen stucken van al dessen vorgenomden vore/worden Jn orkunt vnde vestenisse so hebbe wj dideric van jodeuelde willem van redese eernest horstman vn(de) euert vierlinc 5 vnse Seghele to desen breue hanghen . ende wante wj henric van Colenderen vn(de) herman Carnute ghene zeghele / en hebbet so orkunde wj al deser [vo]rscre[uen]er stucken vnder vnser borgenoten zeghele. Ghegeuen na der bort / vnses heren dusent drehunder[t v]ertich vn(de) achte jaer vp zente agneten dach der Juncfrouwen 10 1349 Oldenzaal 1349-09-24 REGEST 15 Roelf van Bevervorde, knape, alsmede Goderd van Ghore, ridder, Arnolt van Sconenuelde, Eckbert van den Grimberghe de Oude, Eckbert van den Grimberghe de Jonge, Arnold van Almelo Johanszoene, Johan van Beveruorde Hugenzoene, Herman van Zudenna en Bruen van Hederike, knapen, als borgen van Roelf voornoemd, verklaren dat Roelf van Beveruorde aan Ludekin heer Werenboldes, burger van Aldenzale, het erve Udinc, gelegen 20 in de buurschap Enthere en het kerspel Rysnen, met de daarop wonende horigen Johan en Ludgard heeft verkocht, onder belofte van vrijwaring tegen uitwinning gedurende jaar en dag. Zij verklaren voorts het verkochte goed binnen jaar en dag in het heimaal te Rysnen ten overstaan van de richter te zullen leveren. Bij wanprestatie zullen verkoper en borgen drie dagen na de aanmaning door koper te Aldenzale in "leisting" gaan. Weigert een der borgen 25 in leisting te gaan, dan moet dit aan de schepenen van Aldenzale worden meegedeeld. TRANSCRIPTIE Jc roelf van Beu(er)uorde knape sakewolde en(de) borghe .. En(de) wij .. her goderd van ghore ridder . Arnolt van scone(n)uelde . Ecb(er)t va(n) / den grimberghe de Olde Ecbert van 30 den grimb(er)ghe de Jŭncghe . Arnolt van almelo Johans zoene . Johan van beu(er)uorde hugen/zoene . h(er)man van zudenna . En(de) bruen van hederike . knapen . borghen des vornoemden roelues van beu(er)uorde .. doet ku(n)dich allen / lŭden de dezen bref zeen zolen of horen lesen . En(de) be tughede[t] openbare in dezen breue . Dat wij mid zaemden handen Ludeki/ne hern w(er)enboldes eynen borg(er)e tod Aldenzale en(de) zinen rechten 35 Eruenden . dat ghe loevet hebbet En(de) louedet Em . vastlike in / dezen breue Dat roelf van beu(er)uorde vorghenomt en(de) zine rechten Eruende .. Ludekine hern w(er)enboldes vorghenomt en(de) zine(n) / rechten Eruenden . Des gůdes to vdinc mid aller slacht(er) nvet en(de) mid al zine(n) to be horenne en(de) mid Johanne en(de) mid ludgarde / de to den vornoemden gůde to vdinc horet ghe leghen in d(er) burscap to Enthere in den kerspele to 40 Rysnen . Dat de selue / roelf en(de) zine Eruende Em . redelike en(de) reckelike ver koeft hebbet . . waren zolen En(de) rechte waerscap doen . Jaer / En(de) dach na d(er) tijt dat deze bref ghe gheŭen waert . vor al de ghene . de dat vornoemde gŭet to vdinc An spreket / en(de) de es to rechte komen willet Ane arghelijst . Ou(er) so hebbe wij vorghenoemden . ludekine vorghenomt en(de) zinen / Eruenden . dat ghe loŭet en(de) louedet Em . vastlike in 45 dezen breue dat de vornoemde roelf van beu(er)uorde en(de) zine Er/uende binne(n) den vornoemden Jare en(de) daghe na data dezes breues . de dre lůde alse g(er)borghe de moder En(de) Johan/ne en(de) fennen ere kind(er)e de to den gůde to vdinc horet En(de) de de Eruende daer to zint . Also gŭet zal hebben . en(de) er/re also mechtich zal wesen . dat se komen binne(n) dezer vornoemden tijt . Jnt ghe richte to rysnen . Jnt heghede heymal . / 50 daer vor den richt(er)e . En(de) v(er) tyien daer in den seluen ghe richte . to Ludekens behoef hern w(er)enboldes vorghenomt en(de) / zijrre rechten Eruende Al . des rechtes [de] se hadden . Ofte nv hebbet Ofte An wachtend zijn . Jenigherhande wijs . Ewe/like en(de) Ju(m)m(er)meer Jn den vornoemden gůde to vdinc nicht rechtes meer to wachtene .

Page 18: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Weerde der vornoemden / stucke Jenich v(er) zoemt tod erre tijt vorghenomt Also dat Em . des nicht Enen schaa . als[o] alse hijr vorgheseget / is . dat god v(er)bede . So be kenne wij . vorghenoemden des . dat wij Jn trouwen ghe sekert hebbet En(de) sekerdet in trouwen / vastlike in dezen breue Dat wij dre daghe na des vornoemden ludikens mani(n)cghe . oft zijr Eruende oft eres wissen/boden . Jn komen zolen tod Aldenzale Jn eyne Eerzame 5 herb(er)ghe . daer wij van Em . in ghe wiset werdet Dar stedighes / heen to lic17ghene en(de) to leestene alse bederue borghen vp onses selues vor doen . En(de) nicht [vŭt] to komene . de . stucke / daer wij o(m)me Jn ghe daghet worden . Enen w(er)en bi ons . vůl en(de) al . ghe leestet en(de) vnt woren Voertmer vellet / dat onser Welic van hinders weghene de kennelic w(er)e nicht leesten ene(n) mochte de mochte dat v(er) vůllen bi 10 eyne(n) / and(er)en like gůden . de also kostelike leestede alse he en(de) de also wal be talen mochte alse he Ou(er) vellet dat onser / welic zijc v(er)ghete en(de) nicht enen leestede also alse he in trouwen ghe sek(er)t hadde dat god v(er)bede So enen / drochte Ludiken hern w(er)enboldes dicke ghenomt Oftezine Eruende nicht anders doen men ku(n)dighent tven / scepenen van Aldenzale dat de nicht ne ghe leestet enen hadde also 15 alse he in trouwen ghe zekert hadde / So zolde wij and(er)en de onse trouwe helden . vůl doen vor Em . Echt vellet dat onser welic storue Eer / Em . bi ons deze vornoemden stucke ghe leestet w(er)en . So zolde wij and(er)en de daer leuendich bleuen binnen / veerteynachten na des dode .. Eynen and(er)en like guden van be talincghen wed(er) in des doden stede zetten . / v(er) zoemde wij dat Zo zolde wij and(er)en de daer leuendich bleuen 20 bi onser trouwe also alse wij in trouwen / sekert vastlike in dezen breue dre daghe na mani(n)cghe ludikens vorgheseget oft zijr Erue(n)de Oft / eres wijssen boden . Jn komen tod aldenzale in al den maneren en(de) vorw(er)den de hijr vorgheseget zijn . daer / stedighes heen to licghene en(de) to leestene En(de) nicht vŭt to komene daer Enen w(er)e . Eyn and(er) likeg ŭt / van be talincghen . wed(er) in des doden stede ghe zat bi ons de daer 25 leuendich bleuen . vŭt ghe sproke(n) / Scepenen dach al v(er) toech al v(er)tre[ce] En(de) al arghelijst . Tho be tŭchnisse dezer vornoemden stu/cke So hebbe wij vorghenoemden . alse roef18 her godert . arnolt . Ecb(er)t en(de) Ecb(er)t . arnolt . Johan . h(er)ma(n) / En(de) bruen Onse Eghene Jnghesegele . an dezen bref ghe hancghen . Jn zekericheit onser vornoemden / trouwe also alse wij . ghe zekert in trouwen . in dezen Jeghenw(er)dighen 30 breue . Ghe scheen en(de) ghe ghe/uen . Jnt Jaer Onses h(er)en godes . dusent . drehundert . neghen en(de) veertich . des naesten donredaghes / na Sente matheus daghe eyns heligen apostoels en(de) ewangelisten 35 1350a Enschede 1350-04-25 REGEST Albert van Usle, richter, en schepenen van Enschede oorkonden dat Werner de Costere, 40 Haseke zijn vrouw en Bernd hun zoon, alsmede Evert Reme, de katerstede "des Costers coete" in de Welinchove, gelegen in het dorp ton Laare (Schulte Welling, kerspel Laer i.W.) hebben verkocht aan de ridders van het huis Stenvorde; en dat zij nu ten overstaan van hen, richter en schepenen, het verkochte hebben geleverd aan Johan Voet ten behoeve van het huis Stenvorde, en wel voor Rotgher de Greve, Lubbert tor Winehus en Johan Toep, 45 schepenen (van Enschede), Johan Wepelinc, Gerd van Scolde en Vde Colstrunc. TRANSCRIPTIE Wj.. Albert van Vsle . to der tijd richtere . vn(de) wj Ghemenen Scepenen van / Ensch[ede] .

17 als gijzelaar "liggen".

18 Verschrijving voor "roelf"?

Page 19: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

dot kundich . allen luden . de dess(en) bref19 zun zeen oft horen lesen . vn(de) / bethug(et) in dess(en) breue openbar[e] dat vor vns ghekomen sint . to .. Ens/chede . jn en gheheghe[t] richte .. Werner de Costere . Haseke sin wijf . bernd / oer twyer sone . vn(de) .. Euert reme . vn(de) bekanden des . dat se mid modwil/len erre aller . vn(de) al errer rechten Erfghenamen . vercoft hadden . den / Gode[s] Ridderen des huses van stenvorde . Erflike 5 vn(de) ju(m)mermeer . den Coeten / de gheheten is . des Costers Coete . Ghelegen b[j] den weelinc20 houe Jn den .. dorpe / ton .. laare . mid al siner tobehorincghe . vmme ene su(m)men van Gelde . de / em wal betalet were . vn(de) leten den vorghenomden Coeten vp . vor vns . Jn / hant . her(en) johans voetes . to der tijd en Veruere . des huses van Stenvorde / vorgh(enomd) vn(de) wj . richt(er)e vn(de) Scepenen vorgh(enomd) . vntfenchen 10 des vnse orkunscap / van her joha(n)ne voete . vorgh(enomd) . Hir veren an vn(de) ouer .. rotgher de Greue / lubbert tor winehus . vn(de) johan Toep . Scepenen . Jacob wepelinc . Gert van / Scolde vn(de) vde Colstrunc . vn(de) anders guder lude ghenoch Jn orku(n)ne vn(de) vest/nisse desser dinc so heb Jc . albert van Vsle . richt(er)e . min zeghel an dessen bref ghehanghen v(m)me beede willen . desser vorgh(enomden) . vn(de) Jc Euert reme heb 15 oc / v(m)me merre vestnisse min zeghel an dess(en)21 ghehanghen . Datum anno d(omi)nj M.o CCC.o l.mo d(omi)njca Quarta Post Pascha . . . 1350b 20 Ootmarsum 1350-09-06 REGEST Heer Werner, pastoor van Odmersem (Ootmarsum), Ludiken Goseninc en Bertold Palte, kerkmeesters aldaar, verklaren dat Eckbert Tackinc, meier in de hof te Odmersem, een 25 rente van 18 schepel rogge uit het erve het Hulscote, gelegen in de buurschap Roetmen (Reutem) en het kerspel Odmersem, ten behoeve van de ziel van hem en van zijn vrouw en kinderen evenals voor de ziel van zijn vader en moeder en van zijn broers en zusters, aan de kerk van Odmersem heeft geschonken voor de verlichting van de kerk. 30 TRANSCRIPTIE Ich her Werner kerchere tod odmersem . ludiken goseninc . ende bertold palte / raetlude der kerken vorghenoemt . doen kvndich allen luden de dessen breef / svn zeen ofte horen lesen . dat vor vns quam tod odmersem Eckbert Tackinc / de tho der tijt meyger was in den houe tod odmersem . ende gaf daer vor / vns als in de kerken tod odmersem achtyen sceppel 35 rogghen . vet den hues / dat gheheten is dat hulscote ende leget inder bŭrscap tho roetmen . ende / inden kerspele van odmersem alse tho der lampen behoef de in der kerken / hanghet also dat se daer van nachtes ende daghes ewelike ende vmmer/meer bernen sal . Ende de achtyen sceppel vorghenoemt heeft he ghegheuen / vor sine zijlen . lůcken sines wiues zijlen ende erre kindere zijlen willen . / Vortmer vor sinen vader en(de) sir moder sin 40 zustere ende sir brodere zijlen / willen wo se ghenoemt sin . Ende de achtyen sceppel rogghen Jaerlikes tho ghevene / in de kerken tod odmersem also alse se sin weren en(de) ewelike ende vmmer meer / Jn eyn orku(n)ne ende vestnisse deser dinch vorghescreuen so heb ich her W(er)ner / kerchere tod odmersem vor ghenoemt dessen breef beseghelt med minen / seghele vmme bede willen bi beyden zijden . Ghegheuen Jnt Jaer vnses h(er)en / 45 Dusent . drehondert . en(de) vieftich . des manendaghes na svnte Egidius da/ghe enes heylighen abbats .

19 "bref" is boven "dess(en)" en "zun" geschreven.

20 Schulte Welling bij Laer i.W.

21 Het woord "bref" is (per ongeluk?) niet geschreven.

Page 20: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1351a Ootmarsum 1351-01-24 REGEST Hinrich van den Grammesberghe, Godeuert en Ecbert zijn zonen verklaren ten overstaan 5 van Alard Sly, richter te Oetmersem, Gerd van den Broechues, priester, Otto van Welevelde en Werner Sly, knapen, Ecbert de meier van Ootmarsum e.a., aan heer Werner, pastoor van Oetmersem, een rente van twee molt winterrogge uit zijn huis Vrilinc, gelegen in de buurschap Ghesteren en het kerspel Oetmersem, te hebben overgedragen. 10 TRANSCRIPTIE Wi Hinrich vanden Gra(m)mesberghe . Godeuert ende Ecbert vnse zone . ande alle vnse rechte erfghenamen . Doen / kvndich allen luden die dessen brief svn zeen ofte horen lesen . ende betoghen apenbare . dat wj hebben vp ghe/draghen ende dreghen vp in dessen brieue med handen ende med můnden vor alarde Slye die tho der tijt een Rich/there was tod 15 Oetmersem . ende sat daer tho Richte ende in hegheden heymalen Twee molt winther rogghen alle / jare tho gheuene ewelike ende vmmer meer . heren wernere den kercheren van Oetmersem . ofte we na em kerche(er) / tod Oetmersem is . ende die Twee molt rogghen vorghenomt tho betalene vet vnsen eghenen vrijen hŭes dat / gheheten is vrilinc ende leghet inden kerspele van Oetmersem ende inder bŭrscap tho ghesteren ende die 20 Twee / molt vorghenomt salmen alle jare betalen tod Oetmersem alse inder wedeme . ende bi Oetmerse(m)mer mathe / ende tho betalene tusschen sunte Merthene ende medewinthere . ende vortmer die Twee molt vorghescreuen daer / tho brenghene med vnser voere ende vp vnse kost . Vortmer so bekenne wj hinrich vanden Gra(m)mesberghe . Gode/uert ende Ecbert vnse zone . ende alle vnse rechte erfghenamen . dat wi ghelouet 25 hebben ende louen vastlike he/ren wernere vorghenomt ofte we na em kerchere tod Oetmersem were die vorghenomeden Twee molt rog/ghen tho warene alsmen een vrijeghen tho rechte waren sal . Vortmer so do jch alard Sly richtere vorghenomt kvn/dich indessen soluen brieue allen luden . dat vor mj quam tod Oetmersem dat jch sat tho Richte ende in hegheden hey/malen . Talle vrilinc . berthe lŭcke . ende Talle . ore dochtere ende alle ore 30 rechte Eruende ende louenden daer vor mj / med eren vrijghen willen . heren wernere vorghenomt . ofte we na em kerchere tod Oetmersem were die Twee molt / rogghen wal tho betalene . ende inde wedeme tod Oetmersem tusschen sunte Merthene ende medewinthere Jaerlikes / ewelike ende vmmer meer tho brenghene med erre voere ende vp ere kost . ende desse betalinghe sal staen van / eruende tod eruende Ewelike ende vmmer meer . Al 35 arghelijst vet ghesproken . hijr hebbet an ende ouer / ghewesen . her(e) Gerd vanden broechŭes een preister . Otto van weleuelde . Werner Sly knapen . Ecbert die mey/gher van Oetmersem . wolter ton broechŭes . ende anders goeder lude ghenoech . Jn een orkůnne . ende ene vest/nisse deser dingh vorghescreuen So hebbe wi hinrich vanden Gra(m)mesberghe vorghenomt dessen brief beseghelt / med vnsen seghele vor Godeuerde 40 ende vor Eckberte vnsen zonen . ende vor alle vnse rechte Erfghenamen . Ende v(m)me / merre vestnisse alle deser vorghescreuenen dinghe so hebbe wi hinrich Godeuert ende Ecbert alle vorghenomt / ghebede alarde Slye dat he dessen brief mede beseghele . Ende jch alard Sly vorghenomt wantte mj dese dingh kvn/dich sijn ende vor mj ghescheen sijn so heb jch dessen brief mede beseghelt med minen seghele vmme bede willen / bi beyden 45 zijden . Ghegheuen jnt jaer vnses heren . domen screef . Dusent . Drehondert . ende een ende vieftich . / des manendaghes na svnte Agneten daghe ener heylighen jvnfrouwen . . 1351b 50 Oldenzaal 1351-04-22 REGEST

Page 21: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Op 22 april 1351 doen de gemene schepenen van Aldenzale kond, dat Herman de Heket22, burger aldaar, ten overstaan van hun, voor de zaligheid van zijn ziel aan het Heilige Geest Gasthuis twee kampen op den Nijenvelde heeft overgedragen, benevens al wat hij bij zijn dood zal achterlaten, uitgezonderd een bed, een kussen en een paar lakens; daarvoor zullen de schepenen hem levenslang uit de goederen van het H. Geest Gasthuis jaarlijks 5 tussen St. Maarten en midwinter drie molt rogge en drie molt koren betalen. TRANSCRIPTIE Wi ghemene scepene van aldenzale doet kundich en(de) bethugh[et] openbare Jn dess(en) breve dat vor vns qwam / herman de heket vnse borghere en(de) vertheych daer en(de) 10 opdroch en(de) ghiftighede med ziner moet willen / vm(m)e zelghet zir zelen ton hilighengheyste med uns gheleghen zine twe kampe gheleghen bi vns vp den / Nyenvelde erflike en(de) Ju(m)mermeer tho hebbene en(de) tho brukene en(de) vortm(er) de zelue herman heft ghe/ghiftigh(et) dem vorsc(reuen) hileghenghest[e] Al zin goet dat hee achterletet na zinen dode dat zi an ghe/reden ghode ofte an andren ghode zunder en bedde 15 ene pole en(de) en paer lakene dat mach he keren war / he wil . En(de) des zole wi scepene tod aldenzale dem herma(n)ne also langhe alze he levet Jn rechther / liftůcht don gheven en(de) betalen van des vorscr(euen) hilghenghestes ghode en(de) van den ghenen de des hil/ghestes hodere zin alle Jare tůsghen Sůnte Mertinsmisse ende medewintre dre molt ghodes rog/gen en(de) dre molt ghoedes Korens . Jn tůchniss(en) dess(er) vorscr(euen) 20 dinch So hebbe wi v(m)me bede des vorscr(euen) / hermans unzes stades Cleyne Jnzeghel an dess(en) bref ghehancgen Ghegheven Jnt Jaer vnzes heren / Duzenot drehu(n)dert en(de) eyn en(de) vijftich des Vriedaghes na Paschen : 25 1358 Almelo 1358-03-12 REGEST Albert en Enghelbert gebroeders van Almelo, knapen, verklaren te hebben verkocht aan 30 commandeur en broeders van het huis Stenuorde der Johannieters hun huis in Gherckeshem, in het kerspel Oldenzale, zoals eerst hun vader en later zij zelf dat huis hebben bezeten; zij leveren dat huis als een "vrig dorslachtich eghen gůet". Getuigen zijn Arent van Eghene en Iohan Blominghe. 35 TRANSCRIPTIE Wy albert . vnde Enghelbert brodere ghe heyten van Almelo knapen . be kennet vnde be tughet in dessen openen breue . dat wy / mit willen vn(de) mit vůlbort al vnser rechten ervende vn(de) aneruende hebbet vor coft vn(de) vor kopet redelike vn(de) rechtlike / tho eyne(n) steden erf[li]ken kope . den erachteghen heren den Co(m)mendůr vnde den ghe 40 meynen broderen des huses va(n) ste(n)uorde / van orden sunthe johannes baptisten . vnse hůs tho gherckeshem beleghen in den kerspele van olde(n)zale mit al siner tho/behoringhe mit lůden mit torve mit twighe mit watere vn(de) mit weyde also alse vnse vader vore vn(de) wy na dat vorgh(enomde) / hus be seten hebbet . vor eyne svmme gheldes de vns van den vorghenomden heren degher vnde al wal betalet is . Welic / hus de vorghenomden heren 45 moghen be sitten vnde des bruken vredelike ewelike . vnde ivmber mer . wantte wy em dat / hebbet vorkoft vor eyn vrig dorslachtich eghen gůet em dat tho antwerne ledich vnde los vnde hebbet des vor teghen / vnde vor tiget in dessen openen breve mit hande vnde mit mvnde . vn(de) vpghelaten alse men vrig dorslachtich eghen gůet / va(n) rechte up laten sal . in hande der er achteghen vorghenomden heren . mit alder tho behoringhe also als vns dat 50 tho / be horde mit alden stucken de hir vore ghe nomet sint . Vortmer so be kenne wy in dessen openen breve dat wy louet / hebbet mit samenderhant vn(de) sekeret an gůden

22 Formsma leest "Hebet".

Page 22: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

trůwen vor vns vn(de) vor al vnse rechten eruende . den erachteghen vor/ghenomde(n) heren . dat wy em des vorghenomden huses solen rechte warscop doen also als me(n) eyn dorslachtich vrig eghe(n) / gůet van rechte waren sal vor al de ghene de des tho rechte komen willet mit alder tho behoringhe de hir vore / ghe nomet is . allehande arghelist de in dessen cope hinderen moghen degher vn(de) al vet ghesproken . d[a]t is 5 ghe/deghe[r]dinghet vnde ghe sceen . vor den erachteghen lůden arende van eghene iohanne blominghe . de hir svnderekes / tho ghe beden weren . vnde vortmer vor anderen velen gůden lůden . Jn eyn orkvnne aldesser vorghescreuene(r) / stucke so hebbe wy albert vn(de) enghelbert knapen vorghenomd vnse ingheseghele vor vns vn(de) vor al vnse rechte(n) / eruende vn(de) aneruende an dessen bref ghe hanghen Datum anno d(omi)ni . 10 Mo. CoCoCo . qui(n)quagesimo octauo feria secu(n)da post dominica letare . . . 1359a Oldenzaal 1359-02-03 15 REGEST Frederic van Binchorst, zijn vrouw Grete en hun kinderen Alheyd en Herman verklaren aan Johan Poppe een waardeel "to holte ende to akerne" in de Lutte te hebben verkocht, afkomstig uit het Grotenhus te Bavelo in de Lutter marke, kerspel Aldenzale; Zij leveren het 20 verkochte voor de richter van Aldenzale, Peter van Woelde, geheten van Harghelo, in het heimaal. Keurnoten zijn Johan Wonder, Gherd van Zaterslo, geheten de Blote, Johan Redemarc en anderen. TRANSCRIPTIE 25 Wy Frederic van binchorst . ende Grete echte lude . Alheyd vnse docht(er) ende herman vnse zone doet ku(n)dich / allen luden ende betughet openbare in dezen breue . dat wy met vovlbort al vnser rechten eruende . hebbet / verkoft redelike ende reckelike stedes eruekopes . Joha(n)ne poppen en(de) zinen rechten eruende eyne ware / to holte ende to akerne in der lutte . de roert vt den groten hus to bauelo gheleghen i(n) lutter / marke in den 30 kerspele van aldenzale . vp twe pacht beker23 to verhoeldene . en(de) de togheuene . alle jare / in dat grotehus to bauelo vorghenomt tusschen Su(n)te mertene de komet in den winthere en(de) mede/winthere to ewighen tiden . tobesittene ende tohebbene ewelike erflik ende ju(m)mermeer vmme eyne / su(m)me gheldes de vns witlike en(de) wal betalet is ende hebbet de ware vorghenomt vpghedreghen / ende daer vp verteghen vor petere van woelde 35 gheheten van harghelo richter to der tijd tod al/denzale . daer he zat in gherichte en(de) in ghehegheden heymale . met allen ver tichnissen en(de) vplatin/ghen . alze daer tobehoren . en(de) alze recht is . voert zo zole wy . Frederic en(de) Grete echte lude vorgh(enomd) . / en(de) vnse rechte eruent . der vorghenomden ware . to holte en(de) to akerne . alze vorghescreue(n) is / rechte waerschap doen . Joha(n)ne poppen en(de) zine(n) rechten 40 eruende . vor al de ghene . de des to rech/te komen willet . al arghelist in dezen breue vtgheSproken . Jn orku(n)de des . zo heb Jc Frederic / vor ghenomt myn zeghel an desen bref ghehanghen . vor mj . en(de) Grete myn echte wijf . vor alheyde / vnse dochter . en(de) hermane vnsen zone . en(de) vor mynen rechten eruent . en(de) hebbet voert al / tezamene ghebeden . Peter den richter vor ghenomt . dat he dezen bref wille medebezeghele(n) / ouer 45 vns met zine(n) zeghele . Ende want Jc Peter richter vorghenomt mijn orkenschap hiir vp vnt fengh . en(de) deze dinc vorghescreuen vor mj ghescheen zint in ghehegheden heyma/le zo heb Jc vmme bede willen van beyden siden myn zeghel mede an dezen bref ghe/hanghen . Ghegheuen Jnt Jaer vnses heren . Dusent . Drehondert . neghen ende vyftich / des zonendaghes na vnser vrouwen daghe to lecht missen . daer an ende ouer weren alze / 50 rechte kornothen . Johan wonder . gherd van zaterslo gheheten de blote . Johan redemarc . en(de) anders gůder lude ghenoech . . .

23 Bepaalde maat.

Page 23: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1359b Ootmarsum 1359-12-27 5 REGEST Gherhardus Borchgrevinc erkent van Ecbert de meyer van Otmersem, rentmeester van Twenthe, namens de bisschop ontvangen te hebben veertig oude gouden schilden. TRANSCRIPTIE 10 Allen luden de desen bref sollen seen ofte hore(n) lesen . do Jc gherhardus borchgrevinc cůndich en(de) / betughe Openbare in desen breue dat my Ecbert de meyer van Otmersem to der tit renthemeyster / in twenthe . betalet heft . virtich olde guldene scylde van mins here(n) weghene van vtrecht gherekent / ses ende twyntich daue(n)ter grote vor enen Jeweliken scilt . Vortm(er) so leet jc mane(n) myne burghen to [olden] / tyden . Ende leet se 15 daghen mit pawes breuůen . dar jc vme verbode derden haluen scilt de mj de / selue meyer mit den vertich scylden wal betalet heft . van weliken ghelde vors(creuen) jc myne(n) here(n) / van vtrecht en(de) syne burghen quied ledich ende loes schelde in desen breue . Jn vestnisse desser / vorghenomden betalynghe heb Jc Gerhardus borchgrevinc vorghenomt myen zeghel An Desen breef / ghehanghen Ghegheue(n) Jnt Jar onses here(n) Dusent 20 Drehundert neghene ende viftich vp su(n)te Joha(n)s / dach in den medewyntere . . . . . 1360a 25 Oldenzaal 1360-05-01 REGEST Gherd de Stengher en zijn vrouw Mette verklaren aan Johan Wonder de tienden grof en smal van het erf Zeghelinch, gelegen bij de es van Enschede, verkocht te hebben, welke 30 tienden gehouden worden van de proost van Aldenzale. TRANSCRIPTIE Jc [Gherd de24] Stenger ende Mette myn echte . wijf ende vnse recht eruent [...........................] / bref [zolen] zeen of horen lezen ende betughet openbare in dezen breue 35 . dat [....] / [....] stedes eruekopes . Joha(n)ne wonder den tenden grof ende smal ouer[t] goe[d] to [...zeghelinch25........] / bi den essche tod Enschede erflike ende ewelike to hebbene ende tobesittene vmme [............] / vnd van Joha(n)ne vorghenomt witlike en(de) wal betalet is . weliken tenden vorgh(enomt) [... ..] / den proueste van aldenzale . Ende Jc gherd vorghenomt ende myn rechte eruen[de] [.. et ...w]on/der ende zinen rechten eruende . des 40 tenden vorghescreuen rechte waerschap to done vor al de[n] ghene(n) / de des to rechte komen willet . vp dat dit stede ende vast bliue . zo heb ic Gerd vorghenomt myn Jn/ghezeghel an dezen bref ghehanghen vor mj . vor metten myn wijf ende vor vnsen rechten eruent . Ghe/gheuen Jnt JAer vnses heren . dusent .. drehondert .. Sestich . vp Su(n)te wolburghe dach eyner heylgher / Jvncvrouwen 45 1360b Almelo 1360-05-13

24 De oorkonde is, vooral aan de rechter bovenkant, erg beschadigd.

25 De naam "Zeghelinch" was ten tijde, dat ik inzage in de oorkonde nam, onzichtbaar; De naam

werd overgenomen uit het regest Nr 190 van het OO.

Page 24: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Engelbert van Almelo verklaart met instemming van zijn broer Albert verkocht te hebben aan Arend van Ozenbrughe, koster te Almelo, een rente van zes schepel rogge uit het erf de Grote Hulschere, en een van zes schepel rogge uit het huid Odinc, gemeten met de 5 Oldenzaase maat; welke goederen gelegen zijn in de buurschap Z[en]d[er]e[n] en het kerspel Borghenden (Borne). Getuigen zijn Willam Rorinc en Steven Rorinc gebroeders, Eckbert van Giflo, Gherd die geheten is Absede, Willam Johans zone naast anderen. TRANSCRIPTIE 10 Jch engelbert van al[m]elo do kůndich allen lůden med desen brieue vnde betůghe Openbare dat Jch myd willen vnd[e] med vůlboert en(de) by rade / alberts myns broders [e26]n(de) voert ael vnser rechte(n) erfghenaeme(n) hebbet vercoft myd eyne(n) stede(n) Cope vn(de) v[er]copet myd desen brieue Arende / van Ozenbrughe Coster to [der] tijd tod almelo vn(de) den ghene(n) den he des gan by syne(n) liue Ofte na sy[nen] doet zes scepel 15 R[o]cghen vet den grote(n) / hulschere vn(de) ses scepel rocghen vet Odinc by aldenzele[r] mate de men em Jarlikes betaelen zal tod almelo vnbekůmmert tusschen sůnte my/chaele en(de) sůnte Mertine Jnde(n) winter med also ghedane(n) rocghen daer eyn goed man den [.....] mede betaelen mach dat wy [d]aer iarlikes / vet hadden to rechter pacht welike gůde gheleghen zijn Jnder bůrschap van z[en]d[er]e(n) vn(de) Jn den kerspele van borghenden 20 erflike ewe/like en(de) ju(m)mermier Jarlikes to borene [v]n(de) to bezittene vmme eyne sůmme van ghelde die vns arend vorscr(euen) witlike en(de) wal betaelet heft / Vn(de) hebbet em [dese vor]scr(euen) gůlde vp ghed[re]ghen en(de) verteghen Med hande en(de) myd můnde Jnden richte van b[or]ghenden alse voer / hinrike myddestarpe die daer tho der tijd was eyn ghesuaeren richtere daer he zat Jn enen ghehegheden [h]eymale Vn(de) 25 bekennet med / desen brieue dat wy noch ael vnse erfghenaemen aen der vorscr(euen) gůlde negherehande recht meer aen en hebbet noch wachtende zijn / Voertmer zo loue [w]y eng[el]bert en(de) [alb]ert vorscr(euen) vnde ael vnse rechte erfgh(enamen) . Arende vorsc(reuen) vn(de) den ghene(n) d[ae]r h[e] d[e]sse gůlde lat Ofte den / ghene(n) die holder Js deses brieues myd syne(n) willen de vorgh(enomde) gůlde to warene kůmmerloes 30 ewelike en(de) ju(m)mermier waer ze des to done heb/bet sůnder weder zegghe(n) [en(de)] sůnder vert[re]c [vo]er ael die ghene die des tho rechte Comen wille[t] Oe[c] zo lo[u]e wy vn(de) Vnse erfgh(enamen) arende vorscr(euen) vn(de) den / ghenen daer he die gůlde lat Of[te] we holder is deses bryeues myd synen willen dese vorscr(euen) gůlde tho vorhold[en in l]eenscher were ewichlike en(de) Ju(m)mer/mer by vnsen leen heren daer die gůlde med 35 rechte van Roeret Ofte hijr nae myd rechte van roren mach s[ůn]der eren schaden vn(de) hinder En(de) zu(n)der / yenygherhande arghelist Alle desse vorwaert hebbe wy Engelbert vn(de) albert vorscr(euen) en(de) ael vnse erfgh(enamen) a[e]n goeden trouwen ghezekert arende vors(creuen) / Vnde den ghene(n) daer he die gůelde lat alse vorscr(euen) vast en(de) wal tho holdene sůnder arghelist Jn Een vast Orkůnde deser dinc zo hebbe wy 40 Eng/elbert en(de) alber27 vorgh(enoemd) vnse Seghele aen desen brief ghehanghen voer vns vnde vor al vnse erfghenamen . Daer aen en(de) Ouer weren . Willam Ro/rinc . Steven Rorinc brodere . Eckbert van Giflo . Gherd die gheheten js absede Vnde willam Johans zone Vn(de) anders goeder lůede ghenoech / Ghegheuen Jnt Jaer vnses heren . Důsent driehůndert vnde Seystich vp vnses heren Hemelvaerdsauend 45 1360c Oldenzaal 1360-12-12 50 REGEST 26 De oorkonde is door gaten in het perkament beschadigd.

27 De "t" werd vergeten.

Page 25: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Matheus van Sconevelde verklaart met instemming van zijn vrouw Ode en zijn zoon Ludolph verkocht te hebben aan Arend en Steven van Essche, kannuniken te Aldenzale en Elst, de hof te Hademanninch of hof te Lindelo, in het kerspel Aldenzale, en te hebben geleverd voor Clawes van Heghehuzen, richter te Aldenzale. Keurnoten en winkopeslude zijn Henric van Almelo, Johan van Awic, Arend Ludgers, Ludiken Werenboldes, Wolter Borre, Ludiken 5 Grawert, Gherd Grawert, Bolto tor Lowic, Johan Poppe naast anderen. TRANSCRIPTIE Jc Matheus van Sconeuelde do ku(n)dich allen luden de dezen bref zolen zeen of horen lezen ende betughe openbare in / dezen breue dat Jc met willen ende met vulbort Oden .. 10 myns echten wyues ludolues myns zones ende al myr rechten er/vende hebbe redelike ende reckelike verkoft stedes eruekopes heren Arende van essche Canonike tod Aldenzale heren / Steuene van Essche Canonike tod Elst ende hoelder dezes breues mit eren willen den hof to hadema(n)ninch de oec / gheheten is de hof to lindelo alzo alze he beleghen is in den kerspele van aldenzale mit luden mit torue mit twi/ghe vnde mit aller slachter nůt vnde 15 met al syner oelden tobehoringhe ewelike en(de) erflike to hebbene en(de) tobesittene / vmme vyftich marc pe(n)ninghe alzo no in date dezes breues ghenghe en(de) gheue zint in der stad to Munster de / mj witlike en(de) wal betalet zint vnde Jc matheus vorghenomt ende myn recht eruent zolen heren arende heren / Steuene en(de) hoelder dezes breues vorghenomt hoelden in rechter lenscher were des vorghenomden houes van den / heren d[.] 20 he van roert su(n)der eren schaden bet alzo langhe dat ze ofte hoelder dezes breues vor ghes(creuen) dat moghe(n) / vorgaen An den heren daer de vorghenomde hof van roert dat he ze daer an belene . Ende wa(n)neer de vor ghe/nomde her arend en(de) her Steuen of hoelder dezes breues met eren willen dat moghen ver ghaen an den heren zo / sal Jc matheus . ludolph myn zone of myn recht eruent de dan myn leenvolgher is komen met em 25 vor den / leenheren vnvertrecket wa(n)neer ze des van vns begheret . ende vertyen des vor ghenomden houes en(de) bidden den / heren dat he ze daer an belene . Voertmer zo zal Jc matheus . ludolph myn zone en(de) myn recht eruent / hern arende en(de) heren Stephane of hoelder dezes breues . vorghes(creuen) . des vor ghenomden houes rechte waer schap / doen vor al de ghene de des to rechte komen willet ledich en(de) loes voert zo heb Jc 30 matheus vor ghenomt / des vor ghenomden houes met luden met torue met twighe met aller slacht(er) nůt . met al zine(n) oelden rechten tobe/horene ende met al zinen oelden rechte dat daer in roert en(de) hoert verteghen en(de) vpghedraghen hern aren/de heren steuene en(de) hoelder dezes breues vor ghenomt erflike en(de) ewelike to hebbene en(de) tobe zittene vor / Claweze van heghehuzen eyne(n) ghesworenen richt(er) tod aldenzale daer he 35 zat in gherichte en(de) Jn ghehegheden / heymale . en(de) zine orkenschap vp vntfengh . met alle(n) vertichnissen en(de) vplatinghen alze daer tobehoert / en(de) alze recht is voert zo loue Jc matheus vor oden myn wijf . en(de) ludolue myne(n) zone vorghenomt dat / ze zole(n) komen jnt gherichte tod aldenzale en(de) zole(n) daer des houes vor ghenomt ver tyen vor den richt(er) / de daer dan richt(er) is in allen maneren . alze jc des ver teghe(n) 40 hebbe . wa(n)ner her arend her steuen / of holder dezes breues des begher ene zint en(de) vnvertrecket . en(de) daer zal jc ofte de ghene de dan / myns zones monbar were weret dat Jc nicht en were vnse hande en(de) mu(n)t to doen . En(de) al deze vor/wart vor ghescreuen loue Jc matheus en(de) zekere an guden trouwen stede en(de) vast to hoeldene en(de) / to leestene in alle(n) maner en alze vorghescreue(n) is Su(n)der ienigherhande arghelist . . Jn 45 orku(n)de des zo heb Jc / matheus vor ghenomt myn zeghel an deze[n] bref ghehanghe(n) vor mj oden myn wijf . ludolue myne(n) zone / en(de) vor myne(n) rechten aneruent . En(de) hebbe vort ghebeden Claweze den richt(er) vorghenomt dat he deze(n) / bref wille mede ouer mj bezeghele(n) . Ende want Jc clawes richt(er) vor ghenomt myne orke(n)schap hijr vp vnt/fengh . daer dat vor mj Schede in heghede(n) heymale zo heb Jc vmme bede wille(n) 50 van beyden siden myn / zeghel mede an deze(n) bref ghehanghen Hijr weren an en(de) auer alze rechte kornothen en(de) winkopeslude / henric van almelo Johan van awic arend ludgers ludiken werenboldes wolter borre ludiken grawert / gherd grawert bolto tor lowic Johan poppe en(de) anders goder lude ghenoech Ghescheen en(de) ghegheuen / Jnt Jaer

Page 26: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vnses heren . dusent . . drehondert . . sestich . vp su(n)te lucien avent 1363 Almelo 1363-09-09 5 REGEST Johan Wisschelinc Johans zone verklaart dat, wanneer hij en zijn vader niet voldoen aan de beloften aan Everd van der Eze gedaan, hij zich in Almelo in gevangenschap zal begeven tot na de voldoening van die beloften. 10 TRANSCRIPTIE Jc Johan wisschelinc Johans zone Do ku(n)dich allen lůden vn(de) tůghe openbare med desen brieue dat Jc hebbe ghelouet / vn(de) ghezekert Aen gůden trůwen vn(de) vppen 15 hilighen ghesworen med vp gherichten vingh(er)en . W(er)et zake dat Johan mijn va/der vn(de) Jc nicht vůl en deden Euerde van der Eze vn(de) zinen Erfghenamen na holtnissen vnses brieues den wij em / ghegheuen hebbet dat Jc daen binnen achte daghen daer na in zal komen tod almelo in Ene rechte vengnisse vn(de) / daer nicht hen to komende Euerde vors(creuen) ofte zinen Erfghenamen . en zi al vůl vn(de) ghenoech ghedaen beyde van / 20 houestol vn(de) van allen schaden na allen vorwarden vn(de) holtnissen vnses brieues . al arghelist vet ghesproken / In Orku(n)de vn(de) vestnisse deser vorscre(uen) dinc zo heb Jc Johan vorsc(reuen) desen brief bezeghelt med minen zeghele . Ghe/gheuen Jnt Jaer vnses H(er)en Dusent drehůndert dre vn(de) Sestich . des naesten daghes na vnser vrouwen daghe / natiuitas . . 25 1364 Ootmarsum 1364-02-13 30 REGEST Berneer en Bertolt van den Rycmerspole, Berneers vrouw Gese en hun kinderen Gese, Aleyd en Mette verklaren aan Gerd van Beveruorde het goed ton Rycmerspole met de tienden, gelegen in het kerspel Otmersem, verkocht te hebben als dienstmansgoed van de bisschop van Utrecht en te hebben geleverd voor Bernd Averhof, richter te Otmersem; en 35 wel in tegenwoordigheid van Otto van Wellevelde, Johan Splinter, Floriken de Rode, Gerd de Smit en Herman de Coster van Otmersem. TRANSCRIPTIE Wy berneer en(de) bertolt broder van den Rycmerspole Gese berners echte wif Gese . 40 Aleyd en(de) mette orer / twigher kinder en(de) vort al or rechte erfghenamen Doet kvndich allen luden de desen bref ziet ofte horet / lesen Dat wi vercoft hebbet en(de) vercopet mit desen breue . Gerde van beueruorde en(de) sinen rechte(n) erfgh(enamen) / Dat guet ton rycmerspole mit torue mit twighe mit aller sclacht(er) nvt alset gheleghen is in den kerspele / van Otm(er)sem erflike en(de) Jvmermer to bezittene . Ome eyne su(m)ma van ghelde de 45 ons witlich en(de) wal betalet / is En(de) hebbet em Dat vpgedraghen en(de) verteghen vor bernde averhof rycht(er) to der tiit tod otm(er)sem / Dar he sat in heygheden heymal[e] Alles rechtes de wj ofte onse erfgh(enamen) Dar an hadden Ofte an wachte(n)de / waren . vort so sole wj en(de) onse erfgh(enamen) Em en(de) sine(n) erfg(henamen) des gudes ton rycmerspole vors(creuen) waren vor / eyn denstma(n)ne guet mins heren van vtrecht 50 wome(n) eyn denst ma(n)ne guet to rechte waren sal Vort so / sole wi en(de) onse erfgh(enamen) Em en(de) sinen erfg(henamen) Dat vors(creuen) guet ton rycm(er)spole verholden bj den bysscop van / vtrecht in leenscher wer sunder ore(n) scaden . Also langhe want se dat verghaen kvnne(n) Dat em de bysscop / Dat guet belene Ende wan se dat

Page 27: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

verghaen kvnnen so sal jch berneer vors(creuen) en(de) mien erfg(henamen) Dat guet / ton rycmerspole en(de) den tenden auer dat guet vpdraghen sunder weder segghen en(de) vertoech den bys/scop van vtrecht to behof . Gerdes en(de) sier erfgh(enamen) sunder arghelist alle dese vors(creuen) vorwart laue wj ber/neer en(de) bertolt Gese berners wif vors(creuen) Gese aleyt mette onse kinder en(de) alle onse erfg(henamen) Gerde 5 vors(creuen) / en(de) sinen erfg(henamen) vaste en(de) al to haldene sunder arghelist hir an en(de) auer hebb(et) ghewesen Otto van welleuelde / Johan splinter Floriken de rode Gert de smit herma(n) de coster tod Otm(er)sem anders guder lude ghenoech .. / wante dese vorwarden stede vast sin en(de) bliuen so heb jch berneer vors(creuen) mien seghel an desen bref ghehang/ghen . vor mj vor bertolt mine(n) broder vor Gesen mien wif en(de) vor 10 al onse kynder vors(creuen) Ende vor al on/se rechten erfg(henamen) Ende Jn ene mere vestenisse heb wj ghebeden Ecbert den meyer van Otm(er)sem desen bref / mid ons to seghelne . Ende Jch Ecbert de meyer vors(creuen) want alle dese stucken vor vor mj en(de) vor berende / auerhof gheschen sin dar wj seten in heygheden heymale En(de) vme bede willen . berners bertoldes Gesen ber/ners wiue en(de) erer twygher kinder vors(creuen) mien 15 seghel mede an dessen bref ghehanghen Gegheue(n) Jnt Jar ons / h(er)en dusent drehundert veer en(de) tsestich des dinxsedaghes na molkenvastaue(n)de . . 1365a 20 Ootmarsum 1365-07-27 REGEST Henrich van Hulschore verklaart in tegenwoordigheid van Arnd Gripe, richter van Otmersem, het Dankate te Albergen in het gericht van Otmersem aan Arend Ecberting te hebben 25 verkocht. Getuigen zijn Ecbert, de meier van Otmersem, Herman de Coster, Henricus Hyl[l]ebranding, Ecbert ten Kate, Albert ten Kate en anderen. TRANSCRIPTIE Jch henrich van hulschore hermans sone dar got de zilen af hebben mote doe kvndich allen 30 luden mjt desen / breue Ende betughe openbare dat Jch hebbe vercoft . Arende Ecberting en(de) sine(n) rechte(n) erfghenamen dat / dankate erflike ewichlike en(de) vmermer mit den boulande alzet gheleghen is in den gherichte va(n) Otm(er)/sem en(de) in der burscap tod alberghe . als eynen Camp gheleghen bi den kate dat hof stucke dat schot ten / ende an den busch . dat boemstucke . Dat veerhurde stucke dat stucke dat gheleghen is an den [l]ari.] / 35 gharden [ende eyn mede] lant gheheyten de [steghe] Ende vort mjt torue mjt twighe En(de) mjt al[le] zine(n) [to]behor/ne alzet gheleghen is Vm eyne Su(m)ma van ghelde de my arnt vors(creuen) witlike en(de) wal betalt heft Ende heb/be en dit vorscre(uen) dankate mjt sine(n) to behorne Opghedraghen mjt rade mjt willen en(de) mjt volbort henrikes / kv(m)mers anders gheheyten vryghreue de Jarlikes eyne pacht heft ghehat en(de) [noch] hebben zal 40 alle Jare wt den /vorscre(uen) kate als viif grote alzodanes gheldes almen den h(er)en van den lande mede betalen mach En(de) dat sal men / em betalen Op medewinters auent Vor Arnde Grype rychter to der tijt tod Otm(er)sem dar he zat tho gherichte en(de) / in heygheden heymale alzo dat ich em waren zal en(de) wil des kates vorscre(uen) ware(n) vry kvmerlos Op dese vorscre(uen) / Jar pacht de henr(ich) dar af hebben zal deme(n) em alle 45 jare betalen zal in dat nyhus tod alberghe vor alle de / ghene de des to rechte Come(n) wilt Al arghelist vytghesproken . hiir hebbet an en(de) auer gheweze(n) Ecbert de / Meyer van Otm(er)sem herman de Coster henr(icus) hyl[l]ebranding . Ecb(er)t ten kate Alb(er)t ten kate anders guder lude ghe/noech . wante diit stede vast zi en(de) bliue so heb ich henr(ich) van hulschore vorscr(euen) mien zeghel an desen bref ghehanghen / vor mj en(de) vor mine 50 rechten erfgh(enamen) . En(de) Jn ene mere vestenisse so hebich ghebeden henrike kvmer En(de) Gr[ipe] / van den Thije beyde vorscr(euen) desen bref mjt mj to bezeghelne En(de) ich henr(ich) kvmer want Jch Of mien erfgh(enamen) / Jarlikes dese vorscr(euen) pacht hebben zollen En(de) ghescheen is bj minen rade en(de) bj mie[n] volbort zo heb ich myen

Page 28: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

zeghel / mede an desen bref ghehanghen En(de) ich hebbe [G]rype vorscre(uen) mede ghebeden desen bref to bezeghelne En(de) ich Arn[d] / Grype vorscre(uen) [................] ghescheen is in [e]yn heygheden heymale Dar Jch m[yen or]kunscap Op ont[feng..] / Ome bede willen van [beden] ziden mien zeghel mede an desen bref ghehanghen Gegheue(n) Jnt Jar Ons h(er)en du/sent dre hu(n)dert viif en tsestich des sondaghes na su(n)te Jacobus 5 daghe eyns hilghen Appostols . . . 1365b Oldenzaal 1365-07-29 10 REGEST Gherd Ghalighaen en zijn vrouw Fye verklaren, dat zij ten overstaan van Jacob van Beyne, geheten Dempighe, richter te Aldenzale, en keurnoten, overgedragen hebben aan Arend Wonder het goed tor Scoppen in Luttermarke, waaruit de proost van Werden een jaarrente 15 toekomt. Keurnoten zijn Peter van Woelde, geheten van Herghelo, Gherd Snoye, Gherd Stengher, Johan Wonder, Arend Ludgers en anderen. TRANSCRIPTIE Jc Gherd ghalighaen . fye myn echte wijf ende vnse recht eruent doet kundich allen luden de 20 dezen bref / zolen zeen of horen lezen ende betughet openbare in dezen breue dat wy mit moet willen redelike ende / reckelike verkoft hebbet stedes eruekopes . Arende Wonder ende zinen rechten eruende . dat goet / tor scoppen mit torue mit twyghe . ende mit al zinen rechten tobehorene . alzet gheleghen is in lutter / marke in den kerspele van aldenzale vor eyn recht vryeyghen goet en(de) ledich en(de) ku(m)merloes to / hebbene ende tobesittene 25 erflike ende vmmermeer vmme eyne su(m)me gheldes de vns wit/like ende wal betalet is . ende vp eyne Jaerlikes pacht to gheuene den prouest van Wer/den . alze achte Scepel rocghen . dre scepel haueren bi spykermate ende dre schelli(n)ghe en(de) ach/te pe(n)ni(n)ghe . ende hebbet dit goet vorghenomt vpghedreghen ende daer vp verteghen vor / Jacobe van beyne gheheten dempighe richter to der tijd tod aldenzale daer he zat in 30 gherichte / ende Jn ghehegheden heymale ende zine(n) orku(n)t vp vntfengh mjt allen vertichnissen ende vpla/tinghen alze daer tobehoert ende alze recht is . Vortmer zo hebbe wy gherd en(de) fye vorghenomt / ghelouet in den zelue(n) hegheden heymale ende louet vastlike in dezen breue dat wy en(de) vnse / recht eruent . zolen Arende Wonder ende zine(n) rechten eruende waren des goedes tor scoppen / vorghenomt mjt al zine(n) rechten 35 tobehorene ledich ende ku(m)merloes ende vor eyn recht vryeyghe(n) / goet in allen vorwarden ende maneren alze hijr vor ghescreue(n) is wo men eyns rechten vryey/ghens goedes mit rechte waren zal vor Al de ghene de des to rechte komen willet . Al ar/ghelist in dezen breue vtghesproken Vp dat al deze dinch stede en(de) vast bliuen zo heb Jc gherd / ghalighaen vor mj vor fyen myn wijf ende vor vnsen rechten eruent myn zeghel an dezen 40 bref / ghehanghen ende hebbet voert ghebeden . Jacobe den richt(er) vor ghenomt dat he dezen bref wille / mede ouer vns bezeghelen mjt zinen zeghele . Ende want Jc Jacob richt(er) vorghenomt mynen or/ku(n)t hijr vp vntfengh daer al deze dinch vorghes(creuen) vor mj scheden in ghehegheden heymal zoheb / Jc vmme bede wille(n) van beyden siden myn zeghel mede an deze(n) bref ghehanghen daer an en(de) oue(r) / weren . alze rechte 45 kornothen . Pet(er) van Woelde gheheten van herghelo . gherd snoye . Gherd stengher / Johan wonder . Arend ludgers en(de) anders goeder lude ghenoech . Ghegheue(n) Jnt Jaer vnses heren / dusent . drehondert vyf ende sestich . des dinxedaghes na su(n)te Jacobs daghe eyns apostols 50 1366a Ootmarsum 1366-03-23

Page 29: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST De broers en zusters Van der Boden verklaren, dat zij met vrouw en kinderen het erve tor Boden, gelegen in het gericht Otmersem en de buurschap Alberghe, hebben verkocht en ten overstaan van Arend Gryp, richter te Otmersem, hebben overgedragen aan Gesen 5 Hasseking, vrouw van Arend ton Gorkate, welk erf belast is met een rente, te betalen aan Johan van Weluelde. Getuigen zijn Bernt Auerhof, Arnt Lefghering, Bertolt ton Brochus, Albert Mensing, Arnt Ecberting, Ludiken Bernering naast anderen. TRANSCRIPTIE 10 Wy Bertolt Albert en(de) Johan broder van der boden . Fenne . helike en(de) Mette sustere deser vorscreuene(n) / luden . Gese bertoldes wif vorscr(euen) . Arnt heyne en(de) Mette erer twier kindere Svenike deser vorscr(euen) fe(n)ne(n) / docht(er) . styne en(de) wibbe. heliken kindere vorscr(euen) en(de) alle onse rechten erfge(namen) [wj] doet kvndich allen luden mjt / desen breue en(de) betughet Openbare dat wy eendrachtlike en(de) mjt guden 15 willen hebb(et) vercoft en(de) vercopet / erflike ewelike en(de) jvm(er)meer Gesen hasseking Arndes wif ton Gorkate en(de) Oren kindere(n) . dat gůet tor / boden mjt tor ve mjt twighe en(de) mjt alle zine(n) rechte(n) Olden tobehorne alzet gheleghen is in den gherichte van / Otm(er)sem en(de) in der buerscap van alberghe Om ene su(m)ma van ghelde de ons wal betalt is van Gesen brůt/scatte vorscr(euen) En(de) op ene jar pacht jarlikes dar af to 20 gheuene Op su(n)te merthyns auent in den winter / johanne van weluelde of zinen erfg(enamen) twe honre en(de) ene(n) witten beker de nicht verre te betalene dan op / de zaelstede ten Horthaue gheleghen in der zeluen buerscap tod alberghe . Ende hebb(et) Gesen en(de) ere(n) kind(er)en / dese vorscr(euen) boden mjt al Ore(n) to behorne Opghedraghen vor arnde grype rychter to der tijt tod Otm(er)sem / dar he zat to gherichte 25 28En(de) in heygheden heymale alzo dat wij Gesen en(de) Oren kind(er)en der boden mjt al / Oren rechte(n) Olden tho behorne waren sult en(de) wilt vor alle De ghene de des tho rechte come(n) wilt . Jn als[o]/liken vorwarden wert dat ghese storue su(n)der kint so valt dese bode vorscr(euen) mjt Ore(n) tho behorne / Op arnde ten [go]rkate vorscr(euen) En(de) Op zine(n) erfge(namen) En(de) zolen en(de) willen Arnde Ende zine(n) erfge(namen) deser 30 vorscr(euen) / boden mjt Ore(n) tho behorne waren in sulliken vorwarden als wj de Gesen en(de) Ore(n) kind(er)en ghewart zolden . / hebben . En(de) wj en(de) Onse erfge(namen) moghen dar nv en(de) nvm(er)meer nicht an hebben En(de) en hebb(et)29 dar nicht / mer an tho wachtene . Al arghelist vytghesproken . hir An en(de) auer hebb(et) ghewesen . bernt auerhof . Arnt / lefghering . bertolt ton brochus . Alb(er)t me(n)sing . Arnt Ecberting en(de) 35 ludiken bernering anders guder / lude ghenoch . want wj bertolt . alb(er)t . johan . fenne . helike . Mette . Gese . Arnt . heyne . [me]tte . Svenike . stine / en(de) wibbe alle vorscr(euen) negheen seghel en hebbet So hebbe wj ghebeden Johanne va(n) weluelde des voscr(euen)

30 / gůdes eyn pacht here dat he desen bref vor Ons bezeghelle En(de) wilt dese vorwar alzo stede en(de) alzo / vast holden vnder synen zeghelle oft wj ene31 zeluer bezeghelt hadden . 40 En(de) jch johan vorscr(euen) wante dit / mjt mjne(n) moet willen ghescheen is En(de) Om bede willen deser vorscr(euen) lude heb ich mjen zeghel An desen / bref ghehanghen . En(de) hebb(et) vort in ene mere vestenisse ghebeden . Arnde Grype En(de) Ecb(er)t den Meyer / desen bref mede to bezeghelne En(de) wj arnt gryp rycht(er) to der tiit to Otm(er)sem En(de) Ecb(er)t de meyer / want diit vor ons ghescheen is dar jch gryp 45 vorscr(euen) zat to gherichte en(de) in hegheden heymale En(de) / Ecb(er)t de meyer mede 28 De (navolgende) "E" is op de foto niet goed leesbaar!

29 Agathe Lasch: Mittelniederdeutsche Grammatik, p. 22; par. 19. Hebb(ß) [ongeveer "ß"] =

"geschwänztes z", dat dikwijls de uitgang -et of -en bij een werkwoord aanduidt. Ik heb dit

afkortingsteken steeds getranslittereerd als (et), zijnde de afkorting voor Latijns "et".

30 De "r" werd vergeten!

31 Accusatief van het mannelijk persoonlijk voornaamwoord!?

Page 30: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

an en(de) ouer was En(de) onse orkenscap hir op Ontfenghen En(de) Ome bede willen / deser vorscr(euen) lude So hebbe wj onse zeghele mede an an32 desen bref hebb(et) ghehanghen . Gegheue(n) Jnt / Jar Onses h(er)en dusent drehu(n)dert . Ses en(de) tsestich des mandaghes na Judica dat is de maendach / vor palmen ... 5 1366b Ootmarsum 1366-06-29 REGEST 10 Otto van Weleuelde met zijn zonen Bernt en Gerd verklaren voor Arnd Gryp, richter te Otmersem, en keurnoten dat zij het erve de Hofstede, gelegen in de marke Nuttere en het gericht Otmersem, overdragen aan heer Werner, pastoor, en de kerkmeesters van de kerk te Ootmarsum. Getuigen zijn Eckbert Medebecke, Herman de Coster, Herman ten Ostertune, Albert Splinterman en anderen. 15 TRANSCRIPTIE Jch Otto van weleuelde Berndes sone . her bernt mien sone Ende Gerd mien sone en(de) Onse rechten erf ghenamen wi Doet / kvndich allen luden mjt desen breůe En(de) betughet 20 Openbare dat wj eendrachtlike en(de) mjt guden willen hebbet vercoft / en(de) vercopet erflike ewelike en(de) jvmermer heren wernere den kerchere(n) van Otm(er)sem. Gerde re[d]ering en(de) ludikene / Gosening raetlude des ghoshuses van Otm(er)sem . De hofstede mit al Oren rechten thobehoerne Als se gheleghen is in / den gherichte van Otm(er)sem en(de) in der buerscap van nuttere Om eyne su(m)ma van ghelde de ons wal 25 betalt is van de/sen raetluden vorscr(euen) . En(de) hebbet de hofstede vorscr(euen) mit oren thobehorne vertheghen en(de) opghedraghen vor Arn/de Grype rychter to der tijt tod Otm(er)sem dar he zat tho gherichte en(de) in hegheden heymale in hande deser raet/lude vorscr(euen) to behof des grote(n) edelen here(n) su(n)te symon (et) juden houet here des ghoshuses van Otmersem alzo dat / wj noch Onse erfghename(n) an der hofstede 30 vorscr(euen) nicht mer an en hebbet ofte nicht an wachtende sint. vortm(er) / so hebbe wi Otto her bernt en(de) Gerd alle vorscr(euen) ghelauet en(de) lauet vastlike den raetluden vorscr(euen) der hofstede / vorscr(euen) tho warne vor eyn vry eyghen . wo dat men eyn vryeghen tho rechte waren zal . Al arghelist vyt ghe/sproken hir an en(de) auer hebbet ghewesen . Eckbert medebecke herma(n) de coster herma(n) ten ostertune albert 35 splin/terman Anders guder lude ghenoch . / wante dijt stede vast zj en(de) bliue so hebbe wj Otto her bernt en(de) Gerd onse in/ghezeghele An desen bref ghehanghen vor ons en(de) vor alle onse erfghename(n) . En(de) Jn ene mere vestnisse hebbe wi ghebeden / Grype den richt(er) desen bref mjt ons tho zeghelne En(de) jch Gryp vorscr(euen) bekenne dat alle dese stucke vor mi gheschen / sin in den heygheden heymale En(de) Om bede willen Otten 40 her bere(n)des en(de) Gerdes vorscr(euen) so heb jch mien zeghel me/de an desen bref ghehanghe(n) Gescheen in den jare Onses h(er)en dusent drehu(n)dert ses en(de) tsestich op den dach / sunte peters en(de) paulus 45 1366c Almelo 1366-08-13 REGEST Ghert van Glatbeke, zijn vrouw Lutgard en hun kinderen Vrederic, Aleyd en Gostue 50 verklaren verkocht te hebben aan Heynikine van der Haze hun huis en land bij "des Welighen porten" binnen de heerlijkheid Almelo, ten overstaan van de pachtheer Everd van

32 Twee keer "an" geschreven!

Page 31: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Heker, jonker van Almelo. Getuigen zijn Florikin de Rode, Gumpard van Heker, Ghert Abbecede, Ghert de Koster en anderen. TRANSCRIPTIE Wj Ghert van glatbeke lutgard vnse Echte wijf vrederic vnse Echte zone Aleyd vn(de) 5 Gostue vnse Echten docht(er)e / vn(de) vnse rechten Eruende Doet ku(n)dich allen lůden vn(de) tůghet openbare med desen brieue dat wj vercoft hebbet re/delike vn(de) reckelike vn(de) vercopet med desen brieue Erflike vn(de) jumm(er)mier heynikine van der haze vn(de) zinen rech/ten Ervende vnse woni(n)ghe vn(de) land . alzo alze dat was berniers des welighen daer wj dat weder cofte(n) med torue / med twighe vn(de) med aller slachtenut 10 vn(de) med al zinen rechten tobehore alzo alze dat gheleghen js bij des we/lighen porten binnen der herschap van almelo vp de rechten pacht de men daer af gheuen zal vp dat hues / tod almelo . als vmme Ene Summa gheldes de vns witlike vn(de) wal betalet . js . vn(de) Enkennet des dat / wj Em dese vorgh(enomde) woni(n)ghe med al Eren rechten to behore alze vorscre(uen) . js . hebbet vp ghedreghen vn(de) ver/teghen vor Euerde van Hek(er) 15 jůncher van almelo de deser vorgh(enomden) woni(n)ghe vn(de) gůdes Een recht pacht h(er)e js / alze wj van rechte zolden . Voertm(er) zo beke(n)ne wj des dat wj vn(de) vnse Ervende heynikine vorgh(enomd) vn(de) zine(n) rech/ten Eruende waren zolen deser vorgh(enomden) woni(n)ghe vn(de) gůdes alze vorscre(uen) js alze men Eens pacht gůdes to / rechte waren zal . vor alle de ghiene de des to rechte komen willet al arghelist vet 20 ghesproken do dit ghe/schiede daer w(er)en aen vn(de) ou(er) florikin de rode Gumpard van hek(er) Ghert abbecede vn(de) Ghert de kost(er) vn(de) an/ders gůder lůde ghenoech . Jn Orku(n)de vn(de) vestnisse al deser dinc . zo heb jc Ghert vors(creuen) desen brief beze/ghelt med mine(n) zeghele vor mi vn(de) vor ludgarde mijn Echte wijf vn(de) vor vrederike Aleyde vn(de) / Gostuwen vnse Echten kind(er)e vorgh(enomd) vn(de) vor vnse 25 rechten Ervende vn(de) hebbet voert ghebieden Eu(er)de van hek(er) / vorgh(enomd) desen brief mede ou(er) vns to bezeghelne vn(de) jc Euert vorgh(enomd) wante alle dese vorscr(euen) dinc vor mi / gheschien zin vn(de) mi mede witlich vn(de) ku(n)dich zin . zo heb Jc desen brief mede bezeghelt med mine(n) ze/ghele vmme bede willen van beyden Siden vmme Erre mierre vestnisse willen Ghegheuen Jnt Jaer vn/ses h(er)en dusent drehůndert . 30 Ses vn(de) Sestich vp zunte Pulciens dach . . 1367 Ootmarsum 1367-10-14 35 REGEST Otto van Weleuelde, knape, zoon van Berend, en zijn zonen Berent, kanunnik te Sutphane, en Gerd, verklaren aan heer Werner, pastoor te Otmersem, geschonken te hebben een molt rogge, Twentse maat, uit het huis ton Byenvelde, gelegen in het gericht Otmersem en de 40 buurschap Vasse. TRANSCRIPTIE Wy Otto van Weleuelde knaepe berendes zone . Berent Canonick to sutphane Gerd van weleuelde broders . Otten / zones Onses vaders doet kvndich allen luden mjt desen breue 45 Vnde betůghet Openbare Dat wj eendrach/telike ende mjt guden willen hebbet ghemaket en(de) mak(et) erflike ewelike ende Jvmermeer Heren wernere den / kercheren van Otm(er)sem Ende alle zine nacomelinghen kerch(er)en tod Otm(er)sem alle Jare Eyn molt rogghen twenther / mate vet den hůs ende ghode ton byenvelde gheleghen in den gherichte van Otm(er)sem ende in der bůerscap va(n) / vasse mjt vorwarden werd zake Dat he Of zine 50 nacomelinghen kerch(er)en vorscre(uen) Dit molt rogghen Jarlikes / nicht van desen vorscre(uen) gude crighen kůnde zo mochte heet Of zine nacomelinghe vorscr(euen)

Page 32: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

bore(n) van der / warscap de dit vorscre(uen) hus33 heuet in der marke Alze van holt ver valle akeren vervalle ende van hoylande / thend der tijd dat heren wernere Of zinen na comelinghen kerch(er)en vol en(de) Al betalt zj Dit vorscreue(n) / molt rogghen Oftehe mochtet vet wynnen mjt gheestliken Ofte mjt werliken rechte vor welick molt / rogghen vorscr(euen) her werner Of zine nacomelinghen kerch(er)en tod Otm(er)sem Onser vorvars 5 zylen alze bere(n)des / van weleuelde . Gezen zins wiues . Gerdes sconeweder Greten zins wiues En(de) Elzike(n) schoneweders Ende / Onser zylen vorscre(uen) beghaen zal alle Jare Des zonendaghes vor sunte mjchele Des aůendes mjt vigilien van / neghen leysnen zins zelues kersen to berne Onder der vigilien Eliken Cappellaen twe penynghe to gheuene / Den Coster van vigilie to ludene twe pennynghe Des morghens zeelmisse to Done vor 10 Onser vorvars / en(de) Onse zilen vorscr(euen) Vort zo hebbe wj ghelauet en(de) Onse erfgh(enamen) en(de) lauet des ghodes ton byenvelde nicht / vet thogane Ofte tho vercopene wy en hebben aller irst dat molt rogghe(n) ghemak(et) to h(er)en werners behof / en(de) ziner nacomelinghe vet enen and(er)en gůde Dart alzo zeker en(de) alzo wisse Jarlikes vet moghe come(n) Als / vt Desen vorscre(uen) gůde Al arghelist vyt ghesproken 15 Wante wj Dit ghedaen hebb(et) myt Onsen wille(n) ende Onser / erfgh(enamen) . Ende Jn eyn vast Orkvnd zo hebbe wj Otto Bernt en(de) Gerd Onse zeghele an Desen bref ghehanghen / vor Ons en(de) vor Onse erfg(henamen) Gescheen in Den Jare Onses h(er)en dusent drehu(n)dert souene en(de) tsestich des / du(n)redaghes na santghanghe daghe . . . . . . 20 1368a Enschede 1368-03-07 25 REGEST Bathe Walrauens verklaart, voor richter Berent van Gammycle in Enschede, haar hof tho Huppelswiick over te dragen aan Dyderik van Berghybing. Getuigen zijn Berent van Gammycle, richter te Enschede, voorts Wolter [de] Coperne, Ghert ter Speleborg, Hinrich G[o]deuarding en Herman Wopeling, schepenen te Enschede, vervolgens Seyne van 30 Versen naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE Ich bathe walrauens dochter rostes daer god de zele of hebbe do kvndich vn(de) verstaen / allen luden de desen breef zeet eder horet lesen vn(de) betughe openbaer in dezen openen 35 / breue dat jch met goeden willen bin ghecomen vor dat gherichte tot enschede daer de rich/ter vn(de) de scepenen seten tho richte jn enen ghehegheden heymale vn(de) hebbe daer vor/teghen vn(de) vp gedraghen met handen vn(de) met monde alze ich met rechte solde alle mijn / goet vn(de) recht des ich wachtende zolde wesen anden hove tho hůppelswiick m[ed] siinre tho/behorighe dyderike van berghybing vn(de) sinen rechte[n] an 40 eruende vn(de) hebbe den ghe/koren tot enen rechten vor mondere . hier was an vn(de) over berent van gammycle rich/ter tot enschede toder tiit . voertmer . wolter [de] coperne . ghert ter speleborg . vn(de) hin/rich g[o]deuarding vn(de) herman wopeling scepene(n) tot enschede toder tiit de alle gader ore or/kensscap daer vp vntfenghen . voertmer seyne van versen vn(de) anders goeder lude ghe/noegh . Jn een gherecht . twg der waerheit want jch 45 bate voergh(enoemt) seluen ne[ghen] seghel / en hebbe So hebbich ghebeden den g[l] vorgh(enoemt) richter .. [.e] scepenen desen bre[ef... ..] / tho beseghelen . vn(d)e wii richter vn(de) scepene(n) vorgh(enoemt) [v]mme beede willen . bate[n] v[o]rghes(creven) / so hebbe vnse Jngheseghele an desen breef ghehanghen . ghegh(even) inden Jare vnses h(er)en domen / screef dusent . drehondert . acht vn(de) zestijch des naesten dinxsdaghes 50 na reminiscere.

33 Enkel "u"; geen "ů".

Page 33: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1368b Almelo 1368-10-23 REGEST 5 Albert en zijn broer Johan van den Reve, Alberts vrouw Gheze en hun kinderen Otto en Elzabee verklaren ten gunste van hun ooms heer Johan en Arend Grubbe te hebben opgedragen aan Everd van Heker, jonker te Almelo, en zijn vrouw Bate, de hof te Helendoren, die heer Johan en Arend Grubbe door broederscheiding in bezit hadden. 10 TRANSCRIPTIE Wj Albert vn(de) Johan brod(er)e van den Reve . Gheze Alb(er)tes Echte wijf vors(creuen) . Otto . vn(de) Elzabee / Er echten kind(er)e . En(de) vnse rechten Ervende . doet ku(n)dich allen lůden . vn(de) tůghet openbare / med desen brieue . dat wj vmme maeschap vn(de) zunderlik(er) vrientschap h(er)en Johans grub/ben vn(de) Arendes grubben brod(er)e vnser 15 ome . hebbet vp ghedraghen vn(de) verteghen med / hande vn(de) med munde . Eu(er)de van Hek(er)e . Jůnch(er)en tod Almelo vn(de) Baten zinen Echten / wiue de lienware des hoves to helendoren alze he beleghen Js . den wj van Em / pleghen to holdene . vn(de) den her Johan grubbe vn(de) Arend grubbe brod(er)e vorgh(enomd) / vnse ome van vns voert pleghen to holdene to recht(er) broder schedinghe . vn(de) be/ke(n)net voert med desen 20 brieue dat wj noch al vnse Erfghename(n) . Aen der / lienware . ofte aen den hove to helendoren neghierhande recht mier aen En / hebbet ofte aen wachtende zin . Mer dat her Johan grubbe vn(de) Arend grubbe / brod(er)e vorgh(enomd) med den hove doen vn(de) laten moghen zo wat dat ze willet . zunder / vnsen hinder . vn(de) vnser Ervende . vet ghesproken Al arghelist . Jn Een vast / orkůnde deser dinc . zo hebbe wj Albert vn(de) 25 Johan vorgh(enomd) desen brief beze/ghelt med vnsen zeghelen vor vns . vn(de) vor . Ghezen . Otten . vn(de) Elzabeen vors(creuen) / vn(de) vor al vnse Ervende . Ghegheue(n) Jnt Jaer vnses h(er)en . Dusent drehůndert / achte vn(de) Sestich . des manendaghes na der Eleven dusent Meghede daghe . // 30 1369a Twenthe 1369-07-13 REGEST 35 Didderich van der Kemenade verklaart zich verzoend te hebben met Wolter Snoyen ter zake van hun twist over het goed ter Kemenade, onder verklaring dat hij zijn handen van genoemd goed, dat is nagelaten door Euert van der Kemenade, zal aftrekken, en het met mannen en horige lieden ongestoord in het bezit zal laten van Belye [van der Kemenade], vrouw van Henric Snoyen, en haar zoon Wolter. 40 TRANSCRIPTIE JC didderich van der kemenade make cond en(de) kenlic allen luden dat ich versat en(de) verswoent bun mid woltere Snoyen / en(de) mid Sine(n) hulperen va(n) alsolker veden als wi en(de) onse hulpere onder een ghehat hebben als om tguyt ter kemenade / en(de) van 45 aldien dat daer af comen is Jn alsulke(n) vurwarden dat ich mine hande trecken sal va(n) den alynghe(n) guede va(n) / der kemenade . ls Eu(er)t va(n) der kemenade dat achter ghelaten heuet va(n) ma(n)nen en(de) va(n) horighe(n) luden dye daer to be/horen En(de) ich en(de) mine erue(n) Solen des guyds der ma(n)ne en(de) horigher lude Belyen henric Snoyen wijf was ende / wolt(er)e oere(n) Sone en(de) ore(n) erue(n) rostelic laten ghebruken 50 Sonder al arghelist Jn orcu(n)de mijns Seghels aen dese(n) / brief ghehanghen Gegeue(n) Jn den iaer ons h(er)en dusent drye hondert tsestich en(de) neghene op Sante /

Page 34: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Marghareten daghe .34 1369b Almelo 1369-12-01 5 REGEST Euert van Heker en Bathe, jonkvrouwe van Almelo, verklaren Conrad van den Tyghe schadeloos te zullen houden voor 25 oude schilden, die hij de bisschop van Vtrecht beloofd heeft te zullen betalen. 10 TRANSCRIPTIE Jch Euert van Heker Bathe Joncfer van almelo ende vnse rechte ervent bekennet ende / betuget openbar med desen brefe . dat wi hebt ghe louet ende ge sekert an guden truwen / Conrade van den tyghe ende sinen eruenden scadelos tho holden . alz vor vif ende twintich / 15 olde scilde de Conrad vorge(noemd) vor vns gelouet heuet . an vnses heren hant van vtrecht / wat scaden dar up komet . dar af zolle wi zie vnd heffen ende scadelos af holden van / den houetstole ende van allen scaden to[t] ores selues segen . sunder ede . sunder weder/segen . sunder enigerhande argelist Tot orkunde zo heb wy vor vns ende vor vnse / eruende desen bref be segelt Ge gheuen Jnt Jar vnses heren . dusent Jar drehundert / Jar 20 negen ende tzestich Jar . des nesten dages na suntte andreus des apostols 1370 Oldenzaal 1370-06-15 25 REGEST Matheus van Schonevelde en zijn zoon Ludolph verklaren, dat zij aan Everd van der Eze, jonker te Almelo, en zijn vrouw Bate, jonkvrouwe te Almelo, verkocht hebben de hof te Lindele, gelegen in de buurschap Lindele, en het kerspel Aldenzale, benevens het erf 30 Benninc, gelegen in de buurschap Ytterbeke en het kerspel Vlzen. TRANSCRIPTIE Wj Matheus van Schonevelde ludolph ziin Echte zone vn(de) vnse Rechten Ervende Doet ku(n)dich alle(n) lůden vn(de) / tůghet openbare med desen brieue . Dat wj hebbet vercoft 35 vn(de) vercopet med desen brieue redelike vn(de) / reckelike Erflike Ewelike vn(de) ju(m)mermier Eu(er)de van der Eze Jůncker tod almelo vn(de) Baten zinen Echte(n) / wiue Jůncfrouwen tod almelo vn(de) Eren rechten Ervent den hof to lindele de gheleghen Js in der buer/schap to lindele in den kerspele van Aldenzale vn(de) dat g[ů]ed vn(de) Erve to Be(n)ninc dat gheleghen js inder / buerschap to ytt(er)beke in den kerspele van Vlzen med 40 den lůden de daer to horet med torue med twi/ghe vn(de) med allerslachtenůt alzo alze ze gheleghen zin We[l]ik[i]n hof to lindele vorghe(nomt) wj Em ver/coft hebbet vor Een stichtes [l]een van Vtre[cht] vn(de) dat gůed to Benninc vor Een vry Eghen als vm/me Ene Su(m)ma van ghelde de vns wal be[t]aelt J[s V]oertm(er) zo En ke(n)ne wj des dat wj Em de/sen vorghe(nomden) hof to lindele hebbet vp ghedraghen vor vnsen [h](er)en den Bisschop van 45 Vtrecht de des hoves Een recht / leenhe[e]r . Js vn(de) hebbet des verte[gh]en alze wj [m]ed rechte zolden . Oec zo en ke(n)ne wj des . dat wj Em de/sen vorghe(nomden) hof to lindele hebbet vp ghedr[a]ghen vn(de) vp ghelaten vor Jacobe den dempighen de to der / tijd Een ghesworen Richter was tod aldenzale daer he zat in Ene(n) hegheden heymale vn(de) verteghe[n] / des daer alze wj med rechte zolden Oec zo En [k]e(n)[ne] wj des dat wj Em dat 50 vorghe(nomde) gůed vn(de) Erve to / Be(n)ninc hebbet vp ghedraghen vn(de) vp ghelaten vor flo[rikin]e de[n] Roden de to der tijd Een [ghesworen] / richte(r) was tod V[lz]en daer he

34 Geen foto in eigen archief aanwezig. Enkel van het origineel getranslittereerd.

Page 35: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

zat [in Enen] hegheden heymale vn(de) [vpgedr]aghen d[e]s daer al[ze] wj med rech/te zolt Voertm(er) zo [..] wj [vn(de) vn]se rechten Ervende [...] E[.....] vn(de) Baten vorgh(emomt) [vnde] E[ren] [rech]/ten Ervende des vorgh(enomden) hoves [vn(de) gůdes] alze men [Een vrij leengůt] to rechte waren [zal] [...]ses / vor[ghe(nomden)] gůdes vn(de) Erves to Benninc alzo alze men Een [recht ... Eghens] to rechte waren [zal] [vor alle] / de ghiene de des to 5 rechte komen willet zunder yenigh[erhande] arghelist Jn or[ku(n)de vn(de) vestnis al] / deser Dinc zo heb[be] wj [M]atheus vn(de) ludolph vorgh(enomt) desen brief bezeghelt med vnsen zeghelen vor vns / vn(de) vor vnse rec[hten] Er[ve]nde vn(de) vmme E[ne] merre vestnisse wille(n) zo hebbe wj voert ghebeden Jaco/be den dempighen Een ghesworen Richte(r) to der tijd tod Aldenzale vn(de) florikine den Roden Een gheswore(n) / Richte(r) to der tijd tod 10 Vlzen desen brief mede ouer vns vn(de) ou(er) vnse Ervende to bezeghelne vnde wj jacob vor/ghenomt Een ghesworen richte(r) to der tijd tod Aldenzale vn(de) wj florikin vorghe(nomt) Een gheswore(n) Richte(r) to der / tijd tod Vlzen Enke(n)net des dat wj vmme bede willen Matheus vn(de) ludolues vorghe(nomt) desen brief mede ou(er) / Em vn(de) ou(er) Eere Ervende hebbet bezeghelt med vnsen zeghelen Want al dese vorscre(uen) dinc vor vns 15 ghe/schien zin daer wi zeten in Enen hegheden heymale daer wi vnse Orku(n)schap vp vntfenghen Gheghe/uen Jnt Jaer vnses h(er)en Dusent drehůndert vn(de) [tzeven]tich vp Sunte vitus dach des hilighen Mer/telers 35 20 1371 Almelo 1371-04-29 REGEST Vrederic van Heker, ridder, en zijn vrouw Lutghaerd, vrouwe van Rechter, sluiten een 25 overeenkomst met hun schoonzoon Johan van Enthenich en hun dochter Alijd over de lossing van de hun als medegave gegeven gelden, waarvoor de Langheslaeghe in Weechelhaeghe, en de tienden in Lerebroic verpand zijn, die zij in leen hadden van Wolter van Voerst. 30 TRANSCRIPTIE Wij Vrederic van Heker ridder ende lutghaerd vrouwe van Recht(er) siin echte wijf Maken kundich alle(n) / luden . Dat wij voer ons ende voer onse erfg(enamen) gheloue(n) in gůeden trouwen Johanne van enthenich onsen / zwagher ende Aliden onser docht(er) sine(n) echten wyue en(de) oere(n) kijndere(n) die sij tesame(n) crighen en(de) oere(n) 35 erfg(enamen) / weert dat wij of onse erfg(enamen) loesene(n) wolden een ghoyt van dien ghoiden die wij hem ghesat hebben t[o]er / oer medeghave daer twe brieue af siin die elc holt zove(n)hondert alder schilde ende vier alder schilde / gůet van gholde en(de) van ghewicht of ghelijc payment daer voer daer die ene brief van spreket / op Tw[e]en(de)der tich morghen landes gheleghen in weechelhaeghe ende s[in36] gheheite(n) die langhe 40 slaeghe / . ende die ander brief die spreket op onse Tyenden in lerebroic die wij van wolt(er) van voerst te lene holden / soe hebben Johan of Alijd voers(creuen) of oer kijnder die sij tesamen hebben of oer erfg(enamen) oere(n) coer . wilcoer dat / sij beholden willen van desen voers(creuen) brieue(n) ende ghoiden die daer in staen . en(de) dat ghoyt dat sij dan be=/holden wolden dat soel wij leste loesene(n) . Voert sijnt vorwaerde weert dat Alijt onse 45 docht(er) voers(creuen) af/lyuich worde eer Johan voersc(reuen) sonder boerte bij hem dat of god wil niet ghescien en sal . soe solde wij / of onse . erfg(enamen) Johanne voers(creuen) gheue(n) alrede . hondert en(de) Tyen older schilde gůet van gholde en(de) van / ghewicht of ghelijc payment daer voer oer wij of ymant van ons(er) weghen dese voersc(reuen) ghoide aen/vanghen of bruken mochten . Al arghelist hier vytgheseghet Jn 50 orconde des briefs beseghelt mit / onsen seghelen Jnt Jaer ons h(er)en Driehondert 35 De oorkonde is soms bijzonder slecht leesbaar!

36 Inktvlek!

Page 36: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Tsouentichen(de)een des dinxdaghes na den zo(n)ne(n)daghe na Paesschen alse men zinghet Jubilate 1372a 5 Almelo 1372-06-15 REGEST Albert Tunnike verklaart, dat hij van jonker Euerd van Hekere, jonker te Almelo, en diens vrouw Beatrix heeft ontvangen het Gyzekensland, waaronder de hofstede en de gaarden als 10 een borgleen van het huis Almelo en het overige land "allinch ane dat Euert van Graes heft", als een pachtgoed tegen een jaarlijkse pacht van een pond was, op voorwaarde dat hij niet uit Almelo zal vertrekken, noch het goed zal verkopen tegen de wil van de heer, op straffe van verval van het goed aan de heer, en dat hij deze in geval van oorlog zal bijstaan. 15 TRANSCRIPTIE Jch Alb(er)t Tůnnike vnd(e) myne Rechten ervende(n) vnd(e) vnze An eruen to aneruende(n) bekennen in dessen b(re)ue . dat gůt / dat wy enfanghen hebb(et) alze gyzekens lant Erfliken vn(de) vmmer mer to besittende in alsodanen vorworden / de hofstede vnd(e) den garden to . enen borchlene vnd(e) dat and(er)e lant allinch / ane dat 20 Euert van graes heft v(m)me / ene jarlikes pacht alse v(m)me en punt wass(es) . dat wy betalen solt vnd(e) will(et) Alle jar vp suntte thomas dach vp / dat hus to almelo . vnd(e) hebb(et) dat gůt vorge(nomd) entfanghen van vnsen Jůnch(er)en Euerde van hek(er)e . ju(n)ch(er)en to / Almelo . van beatrix sinen echten wiue . van eren Rechten eruenden van anerue(n)den to anerue(n)den Vnd(e) ich / alb(er)t myne Rechte(n) Eruenden van anerue(n) 25 to anerue(n)den hebben vns vorbu(n)den in also danen artikelen vnd(e) / stůcken also hir na bescreuen staet .. were dat ich alb(er)t myne rechte(n) Eruende(n) van an erue[n]den to an[e]ruenden / varen van Almelo weder der h(er)scaep willen zo solde dat vorge(nomde) gůt der h(er)scap van almelo vorleg(et) wesen / Och zo ne soelle wy alb(er)t myne rechte(n) erue(n)den van an eruen to anerue(n)den noch en wilt dat vorge(nomde) gůt nicht / 30 vorkopen id ne w(er)e myd guden willen der h(er)scap van almelo w(er)e dat dat gesche zo w(er)e dat gůt auer der / h(er)scaep vorledig(et) . were och zake dat der h(er)scap van Almelo Jenich orloch an trede zo . solde(n) ich alb(er)t myne / rechten eruenden van an erue(n)den to anerue(n)den . der h(er)scap . van almelo . to denste wezen . na al vnser macht / vnd(e) zo war wy dat van eren weghen doen mochten To ener merren bekantnisse 35 vnd(e) betuginghe So . / hebbe ich alb(er)t tuniken vorge(nomd) vor my vor myne rechte(n) eruenden an eruende(n) to anerue(n)den myn zegel / an dessen bref gehanghen . Datum Anno . dominj Mill(esim)o trecentesimo septuaghesimo . secu(n)do . ip(s)o die .. / .. vitj martir(is) 40 1372b Almelo 1372-09-17 45 REGEST De broers Herman en Coep van Losser verklaren, mede namens hun moeder Jutte en hun zuster Trude, aan Grete van Loen, weduwe van Herman Gregikens, het vruchtgebruik van de Ghysikenshof, anders geheten Gregikenshof c.a., gelegen bij het dorp Delden, te hebben gegeven, waarbij Euerd van Hekeren, jonker tot Almelo en ambtman van Twenthe, ter 50 medebezegeling wordt verzocht. Getuigen (deghedingheslude) zijn Williken van Loen, broer van Grete voornoemd, Williken Willikensz. van Loen en Johan Echolt. TRANSCRIPTIE

Page 37: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Wy .. herman van losser coep . syn broder Jutte er moder . trude er docht(er) . En(de) vnse recht ervend doet ku(n)dich allen luden / dat wy hebbet ghedaen en(de) verlenet . doet en(de) verlenet mit dezen openen breue . Greten van loen zelghen herma(n)s wyf / Gregikens den Ghysikenshof anders gheheten Gregikenshof mit . al zine(n) tobehoren alze de gheleghen is bi den dorpe to del/den . to brukene tod eyner rechten lijftucht . alzo . dat 5 wa(n)ner ze nicht langh en is . zo is de zelue hof wider vp vns / verledighet . Jn eyn orkond des . zo hebbe wy herman en(de) coep broder van losser vnse zeghele an deze(n) bref ghehanghen vor / vns jutten vnse moder . truden vnse zust(er) en(de) vor vnsen rechten ervend En(de) hebbet voirt ghebeden . Euerde van hekeren / joncher tod almelo en(de) amptman to der tijd in Twenthe deze(n) bref mede ouer vns tobeseghelne . En(de) Jc Euerd 10 vor/ghenomt amptman to der tijd in Twenthe . wante dit vor mj ghedeghedinghet is . zo heb Jc vmme erer bed wille(n) / myn zeghel med an deze(n) bref ghehanghen daer mede an . en(de) ouer weren . alze deghedingheslude . williken van / loen greten broder vorghenomt . williken van loen willikens zone van loen en(de) Johan echolt . Ghegheue(n) jnt jaer / vnses heren . dusent . drehondert . twe en(de) tseuentich vp su(n)te lambertis dach .. 15 1374a Almelo 1374-04-16 20 REGEST Gerd ton Walle Hermanssone genaamd de Bijtere zweert ten overstaan van leen- en borgmannen, schepenen en burgers van Almelo, waarvan genoemd worden Symon van Zolmisse, Herman van Twiclo en Hinrich Scaep, borgmannen en Gossen Scaep, Willem Plaghe, Gert Glaetbeke, Albert Tunne en Florike de Rode, leenmannen, niets te zullen 25 ondernemen tegen Euerd van Hekere, heer tot Almelo, knape, en diens vrouw Beatrix, jonkvrouwe tot Almelo, en hun opvolgers en allen die zij verdedigen. Gerd ton Walle verzoekt, daar hij zelf geen zegel heeft, Gerd van Remen en Herman Bernevelde Gerdeszone voor hem te bezegelen. 30 TRANSCRIPTIE JCH Gerd ton Walle Hermans Sone ton Walle Anders . geheten debijtere beke(n)ne vnd(e) betuge in / dessen open(en) breue dat ich hebbe gesek(er)t in gude(n) trůwe(n) vnd(e) to den hilgen geswore(n) mid vp gerich/teden vingere(n) vnd(e) gestauedes edes . dar an vnd(e) auer weren Man borchma(n)ne . Scep(en)en vnde / borg(er)e der herscap van 35 Almelo . vnd(e) anders guder lude genoech . Alzo Symon van zolmisse . H(er)man / van twiclo Hinrich scaep Borchma(n)ne alzo gossen scaep . willem plaghe gert glaetbeke vnde / alb(er)t tu(n)ne vnd(e) florike de Rode Alzo ma(n)n .. Dat ich gerd vorge(nomd) nu(m)mermer doen en zal / Thegen eu(er)de van hek(er)e . here tod almelo . knape . Beatrix juncfrowe tod almelo . eu(er)des echte / wijf vnd(e) thegen ere Ervende vnd(e) thege(n) al 40 de ghene de zee vordegedinghen wilt . Were / dat ich gerd vorg(enomd) my vorgrepe an Enighen saken dar ich v(m)me w[o]rde an gesproke(n) Alzo / van Eu(er)de beatrix ofte van ere(n) rechte(n) Ervende(n) vorge(nomd) dat zolde ich gerd . allinch weder/don binnen vertenacht . nest volgende na der ansprake sunder enigh(er)hande wed(er)sprake / Endede ich des nicht . So mochte(n) zee my kundighe(n) trůwelos vnd(e) menedich sund(er) 45 enig(er)/hande wedersprake . vnd(e) en ke(n)ne des dan zulue(n) dat ich truwelos vnd(e) meynedich zy / .. went ich gerd vorgesc(reuen) zelue(n) neghen segel en hebbe So hebbe ich gebede[n] gerde / van Remen vnd(e) h(er)man van berneuelde g(er)des zone dat zee dess(en) bref au(er) my besegelt / hebt vnd(e) wy ghert vnd(e) H(er)man vorge(nomd) Alzo vme bede wille(n) Gerdes vorgesc(reuen) So / hebbe wy to ener kunde vnd(e) groteren 50 warheyt vnse zegele an dessen bref gehange(n) / Datu(m) a(n)no d(omi)nj Mill(esim)o . CCCmo LXXmo quarto d(o)m(ini)ca die p(ro)xi(m)a post tiburtij (et) valerianj m(ar)t(irum)

Page 38: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1374b Almelo 1374-04-22 REGEST Ecbert Gifflo en zijn vrouw Aleyd, voorts hun kinderen Hadewich, Stine, Johan, Dideric en 5 Aleyd, verkopen aan Ecbert Menninc ten overstaan van de schepenen van Almelo, Wicher van Derlevoerde, Lubbert de Hunt, Coep Elbertinc en Johan Sloyert naast Herman Spirinc, Gerd Abecede, Henric Cude - naast anderen. TRANSCRIPTIE 10 Jch Ecbert gifflo vnde aleyd myen echte wiif . hadewich Stine Johan dideric vnde . aleyd vnze echten / kindere . doen kundich allen luden de dessen brief sollen zien ofte hore(n) leze(n) dat wy openbaer ewe/like ende vmmer meer hebben vercoft eyne(n) camp de gheheite(n) is des suren ludekens ca(m)p . / de gheleghen is by Johans hues van der mollen Ecberte me(n)ni(n)c en(de) zine(n) rechte(n) eruende(n) / vmme eyne su(m)me van ghelde . 15 de vns wiitlike ende wal betaelt is . Voertmeer zo heb wi / Ecbert aleyd en(de) vnze kinder vorge(noemd) ghelauet mit zamender hand Ecberte me(n)ni(n)c vnde / zine(n) eruende(n) den vorghenomede camp to warene vor alle de ghene de des to rechte / comen willen . hier weren an en(de) ouer Scepene(n) tot almelo Wicher va(n) derlevoerde . / lubbert de hunt . Coep elbertinc ende Johan sloyert in der tiit vnde herma(n) spiri(n)c / ende gerd abecede 20 vn(de) henric Cude vn(de) ander lude ghenoech Jn oercunde desser dinc / zoe heb ic ecbert gifflo vor my vnde vor miin wiif en(de) vor mine kind(er)e myen zeghel / an dessen brief ghehanghen . Datu(m) anno d(omi)ni Millesimo Trice(n)tesimo Septuagesimo q(ua)rto / feria sexta p(ost) M37 dominica(m) qua cantabat(ur) misericordia d(omi)ni . 25 1374c Ootmarsum 1374-08-30 REGEST 30 Berend Overhof, Egbert de Gruter, Herman Bertrams, Johan By den Markete en Herman de Koster, schepenen van Oetmersem, oorkonden dat Everd, zoon van heer Werner van Oetmersem, aan zijn broer heer Sweder heeft verkocht en nu overdraagt de helft van de Naghelskamp. Keurnoten en "tůghlude" zijn Hinrich van den Lare, anders geheten van Eme, Williken Hilber[t]inch, Gherd Bertrams, Johan Paghenkule en anderen. 35 TRANSCRIPTIE Wy Berend ouerhof . Egbert de gruter . herman bertrams . Johan by den markete . en(de) herman / De koster Scepenen in der tiid tod Oetmersem doen kundich allen guden luden . en(de) betughen / in der warheit . dat vor vns is ghekomen dar wy in scependome zeten . 40 Euerd hern werners / zone van Oetm(er)sem den got ghenedich zij . ende beka(n)de dar vor vns dat he hadde vercoft stedes / vastes erfkopes Ewelike vnde vmmermeer . hern Sweder zynen broder ofte holdere desses breues / myt zynen willen zyne helfte van den naghelskampe alzo als de gheleghen is an den wycbolde / tod Oetm(er)sem vor ene summe gheldes de eem wytlike en(de) wal betaelt were to zynen willen / En(de) verteech voert vor 45 vns des zeluen haluen kampes vn(de) droech den vp vor vns vn(de) is de[s] 38 / vytgheghaen myt vplatinghe en(de) myt vertyghnisse als he van rechte zolde vnde zal des haluen / kampes rechte warscap doen . hern Swedere vorgh(enomd) ofte holdere dess(es) breues myt zyne(n) willen vor / al de ghene de des tho rechte komen willen dar dit ghescagh dar weren an en(de) ouer alze / kornoten en(de) tůghlude . hinrich van den lare anders 50 gheheten van Eme williken hilber[t]inch / Gherd bertrams en(de) Johan paghenkule en(de) 37 "M" werd later doorgestreept.

38 "der" zou als variant ook gelezen kunnen worden.

Page 39: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

anders guder lude ghenoech Jn orkunde deser / vorghescre(uen) dingh en(de) in een tuch der warheit zo hebbe wi der Scepenen zeghel van Oetm(er)sem / an desen breef ghehanghen Ghegheuen Jnt Jaer vnzes heren duzent drehundert veer / en(de) Seuentich des gudendaghes na Su(n)te bartholomeus dagh eynes hilghen Apostels 5 1375a Almelo 1375-03-11 REGEST 10 Ecbert van Ghijffele verklaart afstand te doen van het recht van wederinkoop, dat hij had op een kamp, die Ecbertus Menninch ( zie oorkonden: OO, nrs 638 d.d. 1376-07-03 en 639 d.d. 1376-07-03) van hem had gekocht. Getuigen zijn Hermen Spirinch, Heyniken van der Haze, Eckbert vor den Daghe, Hinrick de Ostermeyger en anderen. 15 TRANSCRIPTIE Jch Ecbert Van ghijffele vn(de) myn rechte Erfghename(n) Van Ervenden tot Aneruenden do kundich / allen lueden vnde bekenne openbaer med desen opene(n) brieue dat ich vnde myn Erfghename / van ervenden tot anervenden quit schelden alzodanen weder coep alze wij hadden an den / campe den Ecbertus Menninch weder vns ghecoft heuet Erflycke 20 Ewelijcke vnde / Jummermer vor eyn summe gheldes de vns wytlycke vn(de) wal betalet is do dyt schede daer / weren an vn(de) ouer Herme(n) spirinch Heyniken van der Haze Eckbert vor den daghe . Hinrick / de ostermeyger vn(de) anders goeder luede ghenoch de dyt seghen vn(de) hoerden Jn eyn / orkunde al deser vorscre(uen) dinch zo hebbe ich ecbert vorscre(uen) myn seghel an desen brief / ghehanghen vor my vn(de) vor myne(n) 25 Erfge(namen) Dat(u)m Anno d(omi)ni) Mmo CCCmo LXXV do(min)ica die qua(n)do / cantatur Jnuocavit 1375b 30 Oldenzaal 1375-07-21 REGEST Williken van Loen, zoon van Gerlagh van Loen, draagt voor Hinrik van Almelo en Arend Ludghers, geheten de Jode, schepenen van Aldensale, en voor getuigen Williken van Loen 35 Willikens sone, Conrad Brand, Gerd den Stengher en voor anderen, over op jonkvrouw Hasiken des Sassen, al zijn recht op de beide goederen Oldenhoven, gelegen in het kerspel Epe en de buurschap Ele (Eilermark). TRANSCRIPTIE 40 JC williken van loen Gerlaghes sone van loen do kundich allen luden de dessen breef zeen eder horen lesen / en(de) betughe apenbare med desen openen breue . dat ic med willen en(de) med vůlboert alle myner rech/ten eruende . bin ghecomen vor hinrike van almelo . en(de) Arende ludghers gheheten de Jode . Schepene to / der tiit tod aldensale . willikene van loen willikens sone . Conrade brande . en(de) Gerde den Stenghere en(de) vor / anders 45 vele guder lude de daer mede an en(de) ouer weren . en(de) hebbe daer vpghedraghen med hand / en(de) med můnde en(de) hebbe verteghen . to Juncvrouwen hasiken behoef des Sassen en(de) erre rechten er/uende . alles rechtes eghendomes en(de) ansprake . de ic hadde en(de) wachtene was an den twen oldenhouen / de gheleghen sint in der buerschap to ele en(de) in den kerspele van epe . en(de) hebbe er en(de) eren eruen/den 50 de vorghenomden twe houe vpghedraghen med torue med twighe en(de) med alle eren tobeho/ringhen also alse de vorghenomden twe houe wandaghes to voren er ghewesen hadden en(de) bin der / vytghegaen . ic en(de) myne eruende daer negheenrehande recht eghendoem of ansprake mer an to hebbe/ne noch an wachtene wesen erflike en(de)

Page 40: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vmmermer . to behoef Juncvrouwen hasiken vorghenomt en(de) ere / rechten eruende . Alle arghelist in desen breue vytghesproken . Jn orkunde deser dinc en(de) vp dat dit stede / en(de) vnvorbroken bliue So hebbe ic Williken vorghenomt myn Seghel an dessen breef ghehanghen vor / my en(de) vor myne rechten eruende . Ende tot eyner merren vestnisse zo hebbe ic williken vorghenomt vort / ghebeden Godikene van Sateslo gheheten de moylike 5 dat he desen breef mede ouer my beseghelen wolde / med sinen Seghele . Ende ic Godiken van Zateslo vorghenomt want ic hiir mede an en(de) ouer was daer / williken vorscreuen dese vplatinghe en(de) vertichnisse dede in allen maneren alse vorscreuen is So hebbic / vm siner bede willen myn Seghel mede an desen breef ghehanghen . Gegheuen en(de) ghescheen in den iaer / na der boert vnses heren godes do men screef dusend drehundert 10 viif en(de) Seuentich vp Sunte Marien / auend Magdalenen 1376a Almelo 1376-02-25 39 15 REGEST Everd van Heker, here tot Almelo (knape), Beatrix, jonkvrouwe van Almelo, en Arend en Herberch hun kinderen, verklaren te schenken aan het altaar (vicarie) ter linkerzijde van (in) de kerk te Almelo - gewijd aan Onze Lieve Vrouwe, St. Johannes de Doper en St. Johannes 20 de Evangelist, de 10.000 martelaars en St. Anthonius - waarvan zij patroons zijn en welke vicarie nu in bezit is van Mense Berth[o]rns, priester. Zij schenken het goed Hulshof, in het kerspel Oetmersem (buurschap Alberghe), met de tienden c.a. ; Sargardinch in het kerspel Delden in de buurschap bij den Broke, met de tienden c.a.; het erve to Tusuelde c.a. in de vrijheid van Almelo; twee kampen land [van Strodingh] waarvan de een gelegen is bij de 25 oliemolen te Almelo en de ander bij het huis van Gherde bij der Straten, vicaris te Almelo; een maat land gelegen achter "der coppelen" en een maat en twee gaarden gelegen bij de kamp bij de oliemolen en het Hakenhues gelegen in de vrijheid van Almelo, allemaal vrijeigen goederen. 30 TRANSCRIPTIE Jn nomine d(omi)nj amen .. Wij Everd Van Heker h(er)e to almelo knape Beatrix Juncfrouwe Van almelo echte luede arend / vnde herberch vnse echten kindere Vnde voert al vnse rechten ervende van ervenden tot an ervende(n) doen kundich / allen luede[(n) vnde] bekennen openbaer med desen opene(n) brieue . dat wij hebt ghegheue(n) vn(de) gheuet 35 med desen / opene(n) brieve erfl[i]cke ewelicke vnde ju(m)mermer Jn dat altaer dat tor luchter ziet tot almelo in der kerchen steijt / des her Mense berth[o]rns preyster nů in der tijt eyn bezitter is alzoda(n)ne guet als hiir na bescreue(n) staet Jnt yrste / den hulshof gheleghen in den kerspele van oetmersem . vn(de) in der buerscap van alberghe ledich vnde loes vor / eyn vrieyghen med torue vn(de) med twighe vnde med alle zine(n) to 40 behorne vn(de) med zine(n) tienden grof vn(de) smal . / Vortmer Sargardinch gheleghe(n) in den kerspelle van delden vn(de) in der buerscap bij den broke ledich vnde loes / vor eyn vrieyghen . med torue med twighe vn(de) med alle zine(n) tobehorne vnde med zine(n) tienden grof vnde smal / Vortmer dat Erve to tusuelde dat gheleghen is in der vriheyt tot almelo . vor eyn ledich vrieyghen . med / torue vn(de) med twighe Vn(de) med . alle zine(n) 45 tobehorne . Vortmer Strodinghes twe campe der eyn gheleghe(n) is bij / der olymolen tot almelo . vnde de ander bij heren Gherdes hues bij der straten eyns vicarius tot almelo . / vn(de) eyne maet gheleghen achter der coppelen vn(de) eyne maet vnde twe garden de gheleghen sint bij den campe / bij der olymolen med alle eren to behorne . Vnde vortmer des haken hůes med zine(n) campen vnd med / alle zine(n) tobehorne alze dat gheleghen is in 50 der vriheit tot almelo . dese vors(creuen) tenden vn(de) goede hebbe wij / ghegheue(n) vnde 39 Het jaar 1376 is een schrikkeljaar. Daarom luidt de datum 25 januari in plaats van 24 januari

zoals het regest in het RAO abusievelijk vermeldt.

Page 41: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

gheuet vor vrieyghene ledighe guede in dijt vors(creuen) altaer dat gh40wiget vn(de) consacriret is / in de ere godes vn(de) vnser lieuer vrouwen . zunte Johans baptiste(n) zunte Johans ewangelijste(n) tien / dusent Merteler vnde des goden zunte anthonius de des vors(creuen) altaers rechte patroens vn(de) hoveth(er)en sint / Jn eyn vast orkunde alle deser vors(creuen) dinch zo hebbe wij Euerd vn(de) beatrix vors(creuen) vnse seghele an 5 desen / brief ghehanghen . Vor vns vor arende vn(de) herberghe vnse echte(n) kindere vn(de) vor alle vnsen rechte(n) erve(n)de(n) / van ervenden tot anervend[e] Ghegheue(n) int Jaer vns heren dusent drehundert zes vn(de) tsouentich / vp zunte mathi[a]s dach eyns hilghen apostols 10 1376b Almelo 1376-02-26 REGEST 15 Diderick van Ockenbroke en zijn vrouw Grete verklaren verkocht te hebben aan Everd van Heke, heer van Almelo (knape), en zijn vrouw Beatrix, jonkvrouwe van Almelo ten behoeve van de vicarie ter luchter zijde van de kerk aldaar, het huis Sagardinck, gelegen in het kerspel Delden en de buurschap bij den Broke. 20 TRANSCRIPTIE Jch diderick Van Ockenbroke Grete mijn echte Wijf Vnde vnse rechten ervende doen kundich alle(n) luden en(de) beke(n)net / openbaer med desen opene(n) brieue dat wij redelijcke en(de) reckelijcke hebbet vercoft erflijcke ewelijcke en(de) v(m)mermeer / Euerde van Heker here tot almelo knape Beatrix Juncfrouwe van almelo . en(de) eren rechte(n) 25 ervende(n) dat Hus tot / sargardinch gheleghen in den kerspele van delden ende in der buerscap . bij den broke vor eyn vrieyghen ledich vnbeku(m)mert / goet van yenigherhande pacht ofte schůlt to behoef der vicarien de tot almelo in der luchter ziet van der kerc[k]en steyt / der her mense berthorns preyster nů eyn besitter is v(m)me eyne su(m)me gheldes de vns wijtlijcke ende wal betalet is . / vnde zole(n) em des vors(creuen) godes waren als 30 men eyn vrieyghen to rechte ware(n) zal vor alle de ghene de des to rechte / komen wilt alle arghelijst vytghesproken Jn eyn orkunde ende vestnisse alle deser vors(creuen) dinch zo hebbe ich diderick / vors(creuen) mijn seghel an desen brief Ghehanghe(n) vor mij ende vor Grete(n) mijn echte wijf ende vor alle onse rechten ervende / van ervenden tot anervenden Ghegheue(n) int Jaer onses heren dusent drehundert ses ende tsouentich des dinxedaghes 35 / na zunte mathias daghe eyns hilghen apostols .:. 1376c Almelo 1376-07-03 40 REGEST Coep Elbertinch, zijn vrouw Griete en hun kinderen, verklaren verkocht en geleverd te hebben aan Ecbert Menninch en zijn vrouw Yde vijf stukken land, gelegen bij Rengherinc op 45 de es, die vroeger aan de kerk van Almelo behoorden. Wincopes lude waren: Albert Tubberijch, Johan Voghel, Wijcgher van Derleuorde en Stiue Willike. Gezegeld hebben: Gherd Abecede, Hinrick bij der Straten, Borgherd Koke en Diderick de Můller (schepenen van Almelo). 50 TRANSCRIPTIE Jch coep elbertinch . Griete miin echte wijf . Joha(n) en(de) coep onse echte(n) kindere ende

40 De "e" van ghewiget ontbreekt.

Page 42: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

voert alle onse rechte(n) ervende va(n) Ervende(n) tot anerve(n)de(n) / doen kundich alle(n) lude(n) ende bekenne(n) openbaer med desen opene(n) brieue dat wij hebbe(n) vercoft ende vercope(n) med dese(n) openen / brieve redelicke ende reckelicke erflicke ewelicke ende ju(m)mermeer Ecberte Me(n)ninch yde(n) sine(n) echte(n) wijfe ende ere(n) rechte(n) ervende[n] / onse wijf41 stucke vryes landes de der kerche(n) va(n) almelo pleghe(n) tho 5 wese(n)ne . ende sint gheleghe(n) . bij Rengherinc op den essche / tot almelo v(m)me ene su(m)ma va(n) ghelde de ons wiitlicke ende wal betalet is . ende hebbe(n) ecberte ende yde(n) vors(creuen) dese vijf stucke / vries landes op ghedraghe(n) ende op ghelate(n) also alse wij med rechte solde(n) vortm(er) so sole wij Ecberte ende yde(n) vors(creuen) deses vors(creuen) deses / vors(creuen) landes ware(n) also alse me(n) eyn vrieghen ware(n) sal 10 vor alle de ghene de des tho rechte kome(n) wilt sonder yenigher/hande argheliist . do diit gheschede daer were(n) an ende ouer alse rechte wincopes lude albert tubberijch Joha(n) voghel / wijcgher va(n) derleuorde ende de stiue willike(n) ende anders goder lude ghenoech Jn ene orkunde al deser vors(creuen) dinch wente / ich coep vors(creuen) op dese tijt selue(n) gheen seghel en hadde so hebbe ich ghebede(n) de schepene(n) va(n) 15 almelo dese(n) brief ouer vns / tho beseghelne ende wij Gherd abecede hinrick bij der strate(n) borgherd koke ende diderick de Můller in der tijt schepenen / tot almelo . v(m)me bede wille(n) copes ende Griete(n) vors(creuen) hebbe wij onser schepene(n) seghel an dese(n) brief ghehanghe(n) Ghegheven / int Jaer onses here(n) dusent dre hundert ses ende tsove(n)tich des dunredaghes na petri et pauli twiger hilgher apostole 20 1376d Almelo 1376-07-03 25 REGEST Gherd Abecede, Hinrick bij der Straten, Borghert Koke en Diderick de Muller, schepenen van Almelo, verklaren dat Coep Elbertich en zijn vrouw Griete aan Ecbert Menninch en diens vrouw Yde vijf stukken vrij land, gelegen bij Rengherinc op de es, hebben verkocht. 30 TRANSCRIPTIE Wii Gherd Abecede . Hinrick bij der Strate(n) Borghert Koke ende diderick de Muller in der tiit schepene(n) tot Almel[o]42 . doen kundich alle(n) lude(n) / ende bekenn(n) ope(n)baer med dese(n) opene(n) brieue dat vor ons sint ghekome(n) coep elbertinch Griete zin echte wijf ende hebbe(n) vor ons . / bekant dat se ende er Ervende hebbe(n) vercoft redelick 35 reckelicke erfliicke ewelicke ende Ju(m)mermeer ecberte Me(n)ninch . yde(n) sine(n) echte(n) / wijfe ende ere(n) rechte(n) rechte(n)43 ervende(n) vijf stucke vrijes landes de gheleghe(n) sint bij Rengherinc op de(n) essche tot almelo. v(m)me eyne / Su(m)ma gheldes de vm wiitlicke ende wal betalet is . ende hebbet dat vors(creuen) lant op ghedraghe(n) ende op ghelate(n) in onse hant tot / behof ecbertes ende yde(n) vors(creuen) ende ere 40 rechter eruende(n) ende hebbet oeck vor ons bekant dat se vm deses vors(creuen) landes waren . / sole(n) v[o]r alle de ghene de des to rechte kome(n) wilt wo dat me(n) eyn vrieyghe(n) to rechte ware(n) sal . sonder argheliist Jn eyn / orkunde alle deser v[o]rs(creuen) dinc wente dijt v[o]r ons schepene(n) vors(creuen) ghescheen is ende wij onse orkunscap daer op vntfa(n)ghen / hebbet so hebbe wij [o]nser schepene(n) seghel . an 45 dese(n) brief ghehanghe(n) Ghegheve(n) int Jaer ons here(n) dusent dre hundert / ses ende tsoue(n)tich des 41 "wijf" in plaats van "vijf".

42 Op enkele plaatsen in deze oorkonde is de "o" zodanig geschreven, dat men eerder aan een "e"

zou denken. Door een vergelijking met oorkonde 1376cAl (wellicht door dezelfde hand geschreven)

wordt toch voor de grafie "o" gekozen. Deze "o" wordt in deze oorkonde als [o] getranscribeerd.

43 Twee keer "rechte(n)".

Page 43: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

dunredaghes na petri (et) pauli twiger hilgher apostole . 1376e Oldenzaal 1376-11-07 5 REGEST Otte van Weleuelde, Berndes zoon, en zijn zoon Gerd verkopen aan Johan van Beveruorde een rente van vier mud winterrogge Zwolse maat, uit hun erf Ecbertingh, gelegen in de buurschap Hassle (Hasselo) en het kerspel Aldenzale, en uit het huis to Copingh in het dorp 10 Oedmersem, gelegen bij het huis der Godesridder in de buurschap Aghelo; de rente moet jaarlijks tussen Martini en middewinter te Aldenzale of Almelo worden betaald. TRANSCRIPTIE Jch Otte Van Weleuelde berndes sone ende Gerd myn sone doen kundich allen lůden ende 15 betůghen openbaer dat wij / ende vnse recht erfghenamen eendrachtlike vercoft hebbe ende vercopet mid dezen breue Joha(n)ne van Beueruorde / ende zinen rechten eruende veyr muvdde winterroggen Jaerliker gulde daer eyn koepman den anderen wal mede / betalen mach bij zwoller mate vet vnsen gůede end erue tod ecbertingh gheleghen in der bůrscap to hassle en(de) in den / kerspele van Aldenzale ende vet den huys end erue to copingh 20 gheleghen in den dorpe tod Oedmersem bij der gosridder / huys ende in der buerscap van aghele vm ene su(m)me gheeldes de vns witlike ende wal betaelt ys wellike veyr / muvdde vorscreue(n) wij em Jaerlikes ewelike ende iu(m)mermeer betalen solen vnbeku(m)mert tod Aldenzale oft tod / Almele in wellik huys see wilt daer en binnen vet den vorg(enomden) gůeden tusschen sunte mertene in den winter / en(de) middewinter Ende hebt desser 25 vorscreuene(n) gulde v[o]rteghen ende vpghedreghen wo wij mid rechte solden / Ende wij otto ende gerd vorgh(enomd) end vnse erfghename(n) of nemant van vnser weghene en sal vet den vorghe/nomden gůden tod ecbertingh ende copingh nicht boern eer Johan vorg(enomd) ende zijn eruend de veyr mudde / roggen vorscr(euen) to voern zind wal betaelt Vortmer so sole wij end al vnse erghenamen Joha(n)ne vorscr(euen) en(de) zin / 30 eruende waren ku(m)merloes der veyr mudde roggen vorg(enomd) tod allen tijden ende tod allen steden waer en(de) wa(n)ner / see des to done hebt vor al de ghene de des to rechte komen wilt weer[t] ok dat Johanne vorgh(enomd) en(de) zine(n) erue(n)/de de gulde nicht betaelt en worde alz vorscreue(n) ys so moghen see de vetwinnen vten vorscreuene(n) gůeden / mid gheestliken rechte ofte mid wertliken rechte welliker dat see wilt ghelike pacht . 35 vnueruolghet vn/uerclaghet zunder vnse weder zeggen ende zunder vnsen ouelen moet │ ende wij otte en(de) gerd vorg(enomd) hebb(et) / al desse vorscreuene(n) puntte louet in gůeden trouwen ende in ede stad stede ende vast to holdene ende vnto/broken zunder yenigherhande arghelist Jn eyn merre tůch desser vorg(enomden) dingh so hebbe wij otto ende gerd vorg(enomd) / vor vns en(de) vnse rechte erfghename(n) vnse zeghele an 40 dessen breef ghehangen Ende hebbe[t] voert ghebeden / godiken van woelde peters sone Richter to der tijd tod Aldenzale ende hinrike tor stegen Richter tod Oedmersem / dezen breef mede auer vns to beseghelne Ende wij Godiken ende hinrik vorg(enomd) want dese vorg(enomden) gůede in vnsen / gherichte liggen so hebbe wij vmme beden willen Otten end gerdes zijn zoens vorg(enomd) vnse zeghele mede an / desen breef ghehangen . 45 Ghegheuen Jnd Jaer vnses heren dusend drehundert zes en(de) tzeue(n)tich des naesten vrye/daghes na alle godes hillighen dagh 1376f 50 Almelo 1376-11-09 REGEST Euerd van Heker, knape, heer van Almelo, en zijn vrouw Bate keuren goed, dat Otte en

Page 44: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Gerd van Weleuelde aan Johan van Beueruorde een rente van vier mud rogge, uit hun dienstmansgoed Ecbertingh te Hasslo en het huis Copingh in het dorp Oedmersem, verkocht hebben. TRANSCRIPTIE 5 Wij euerd Van Hek[er]44 heer [to]d Almelo ende knape Juncfrouwe bate Vnse echte wijf ende Vnse rechte eruend / doet kundich [allen luden ende] betůghet openbaer mid dezen breue dat dat mid vnsen willen [ys] ende vnser / vůlbord dat ott[e] van weleue[l]de ende Gerd zijn soene vercoft hebbet Johanne van Beueruorde ende zine(n) erf/ghenamen veyr mudde roggen Jaerliker gulde vot den gůede ende erue tod ecbertingh to hasslo dat me[n] / van vns 10 ende van [d]er he[e]rsc[ap] van Almelo holt in denstmans stad ende voert vot den huys to Copingh / gheleghen in de[n] dorpe tod oedmersem ende sal mid vnsen willen ende vůlbord bliuen dat see de gulde / vercoft hebt Joha[n] vorge(nomd) en[de] zine(n) erfghename(n) zunder yenigherhande arghelist Jn eyn merre tůch desser / vorscreuene(n) dingh so hebbe w[ij] euerd vorg(enomd) vor Ju(n)cfrouwen baten vorscre(uen) ende vnse recht eruend / 15 vnse clene Jnghe[se]ghel an dessen breef ghehangen Ghege(uen) Jnd Jaer vnses h(er)en dusend drehundert zes en(de) / tzeue(n)tich des sondaghes na s[un]te willibrord(us) dagh eyns hillighen Bisscops . 20 1378 Almelo 1378-10-23 REGEST Sweder van der Schulenborch en zijn vrouw Hadewich leggen een verklaring af over brieven 25 - die betrekking hebben op de heerlijkheid Almelo - die de broers Arend en Albert van Almelo, geheten van Hulsenen, van de heren Vrederick en Iohan van der Eze hebben. Sweder en Hadewich moeten/zullen die overdragen aan Euerd van Heker (knape), heer van Almelo, en Beatrix, jonkvrouw van Almelo. Sweder en Hadewich verklaren voorts dat zij Euerd en Beatrix op hun burchten Hemercampe en hues Tor Molen zullen beschermen 30 tegen Vrederick van Zuelen en Hinrick van Ampsen. Voorts zal de oorkonder aan Euerd een hengst van honderd oelden schilden geven, als hem daarom gevraagd wordt. Sweder zal zich te velde onder de banier van Everd scharen. TRANSCRIPTIE 35 Ic Sweder van der Schulenborch bekenne med desen opene(n) brieue vor mii en(de) vor hadewighe miin echte / wiif dat alsodanne brieue alse arend ende albert van almelo gheheite(n) van hulsenen [b]ro[de]re van / heren vrederick en(de) iohanne van der Eze hadden rorende an de herscap van almelo dat wij de ouer/leuere(n) solen unuerteghet Euerde van heker here(n) tot almelo knapen ende beatrix juncvrouwen / van almelo en(de) 40 de solen ledich ende loes wesen wat der is vortmer so sole wii Euerd van heker ende / beatrix Juncvrouwe van almelo vorscreue(n) helpen ende holden op onsen scloten45 alse op den hemercampe / en(de) op den hues tor molen med alle onser moghenheit op sine vyande alse op vredericke van zůelen / op hinricke van ampsem en(de) op al er hulpere ende ich Sweder vorscreue(n) sal mines selues houethere / wesen dat en were dat Euerd 45 vorscreue(n) seluer in eynen velde were med sins selue he[re] ofte sine bannier daer he mii bede daer solde Euerd vorscreue(n) min hovethere wese(n) vortmer so sal ich Euerde / vorscreue(n) gheue(n) eynen henxt van hondert oelden schilden binnen eyner maend daer na dat mii / Euerd vorscreue(n) manet ofte manen doet alle dese vors(creuen) punte loue ich en(de) zeker in goede(n) trouwen / in rechte[r] e[de] s[t]at stede vast en(de) vntobroken to 50 holdene(n) . Jn eyn orkunde alle deser vorscreue(n) dinch so / hebbe ich Sweder 44 De tekst op de foto van de oorkonde is op veel plaatsen niet leesbaar.

45 Merkwaardige (archaïsche) vorm van "sloten".

Page 45: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vorscreue(n) miin seghel an desen bri[e]f ghehanghe(n) vor mii en(de) vor hadewighe miin echte / wijf Gegheuen int iaer ons Heren dusent dre hondert achte ende tsouentich des saterdaghes na zu[u]nte / Gallen daghe 5 1380a Oldenzaal 1380-08-24 REGEST Berte, weduwe van Steven Tunnen, verkoopt aan Johan ten Toerne, burger van Aldensale, 10 haar erf Adelinc, gelegen in het kerspel Aldensale en de buurschap Voelt (Volte). Zij levert het verkochte goed ten overstaan van Godiken van Woelde, richter te Aldensale. Keurnoten en gerichtslieden zijn Johan Wůnder, Jacob van Beyne, geheten Dempighe, Johan Pol, Ludiken ten Toerne, Gerd Conrades, Hinric de Schomaker en anderen. 15 TRANSCRIPTIE JC Berte wandaghes echte wijf Selghen steuens tu(n)nen den got ghenedich sij do kundich allen luden ende betughe openbare med dessen / breue dat ic med willen ende med vůlboert alle myner rechten eruende hebbe redelike en(de) reckelike vercoft ende vercope med dessen / openen breue stedes eruecopes . Johanne ten toerne eynen borghere tod 20 aldensale ende sinen rechten eruenden . myn gůet ende erue / gheheten adelinc gheleghen in den kerspele van aldensale ende in der bůrschap van voelt med torve med twighe med aller slach/ternůt ende med alle sinen rechten tobehoringhen also alset gheleghen is . beholdelijc den tendheren syns tenden . tho hebbene en(de) / to besittene cu(m)merloes vor eyn vry dorslachtich eghen erflike ende vmmermer vmme eyne Summe gheldes de my va(n) 25 Joha(n)ne / vorghenomt witlike ende wal betalet is . Ende hebbe daer up vorteghen vor Godikene van woelde richter to der tijt tod aldensale / daer he sat in eynen ghehegheden heymale med allen vortichnissen ende uplatinghen alse daer to behoerden ende alse ic med rechte solde / Vortmer so hebbe ic ghelouet in den seluen ghehegheden heymale ende loue vastlike med dessen openen breue dat ic ende myne eruende / solen Johanne 30 vorghenomt ende sinen rechten eruenden des vorghenomden gudes ende erues rechte waerschap doen wo men eynes vrye=/ghens ende eynes rechten eruecopes med rechte waren sal vor alle de ghene de des ten rechte comen willet . Alle arghelist in dessen / breue vytghesproken . Jn orkunde deser dingh wante ic Berte vorghenomt gheen eghen Seghel en hedde So hebbe ic ghebeden . heynen / puten dat he dessen breef ouer my beseghelen 35 wolde med sinen Seghele . Ende ic heyne pute vorghenomt wante berte vorghenomt / gheen eghen Seghel en hadde ende ic hiir mede an en(de) ouer gheweest hebbe daer alle desse dinc ghescheen sint . So heb ic vmme bede / willen berten vorghenomt myn Seghel an desen breef ghehanghen . Ende tod eyner merren vestnisse . So hebbe ic berte vorghenomt voert / ghebeden . Godikene van woelde den richter tod aldensale vorghenomt 40 dat he dessen breef mede ouer my beseghelen wolde med sinen / Seghele . Ende ic Godiken van woelde richter vorghenomt wante alle dese dingh vor my ghescheen sint daer ic sat in eynen ghehe/gheden heymale daer ic mynen orkund up vntfengh So hebbe ic vmme bede willen van beyden siden myn Seghel mede an dessen / breef ghehanghen . daer mede an ende ouer weren alse rechte kornothen ende gherichteslude . Johan wůnder . 45 Jacob van beyne ghehete(n) / dempighe . Johan pol . ludiken ten toerne . Gerd Conrades . hinric de Schomaker ende anders guder lude ghenoech . Gegheuen int Jaer / onses heren dusend drehundert en(de) tachtentich up Sunte bartholomeus dach eynes hilghen apostols 50 1380b Almelo 1380-09-06 REGEST

Page 46: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Euerd van Heker, heer te Almelo (knape), en zijn vrouw Beatrix, jonkvrouw van Almelo, verklaren gegeven te hebben aan heer Mense Bertehoern, priester, de hofstede geheten Alberghe c.a. (een borgleen), ten behoeve van het altaar van heer Mense in de kerk te Almelo. 5 TRANSCRIPTIE Wij Eůerd Van Heker H(er)e tot almelo knape en(de) Beatrix Jůncfroůwe van almelo echte lude en(de) / onse rechten erfge(namen) doen kůndich allen luden ende bekenne(n) mit desen openne(n) breůe dat wii půer/like vmme godes willen ende vmme bede willen h(er)en Mensen bertehoerns Preysters de hofstede / de gheheten is alberghe mit den boůlande 10 en(de) hoylande dat daer to hoert Ende mit al Erre rech/ter to behoeringe alze dat Ghodikens van alberghe was ende sijnre vorwaren Ende onse borch=/leen plach to wesenn[e] [d]at gheleghen is achter h(er)en Mensen hůes vorscre(uen) ledich vryg en(de) quijt/maket van allen rechte dat de heerscap van Almelo daer an heůet en(de) ye an ghehat heůet Ende / gheůet em dat to eynen rechten vryg Eghenen wente dat eyne ewighe 15 aelmisse bliůen sal in her / mensen altaer vorscre(uen) dat gheleghen is in der kerken tot almelo Jn eyn vast orkůnt al deser / vorscre(uen) ding so hebbe wii Eůerd en(de) beatrix vorscre(uen) onse seghele an desen breef ghehangen vor / ons ende vor onse rechten erůende Ghege(uen) int Jaer onses h(er)en důsent drehůndert ende Tach/tentich des donredaghes na sůnte egidius daghe 20 1380c Ootmarsum 1380-11-10 25 REGEST Jacob van den Tye, Elzike zijn vrouw en Jacob hun zoon, verklaren dat zij ten overstaan van Hinrik tor Stegen, richter van Odmersem, aan Arend Ecbertinck de grondrente hebben verkocht, die de bewoners van Danhues plachten te betalen aan die van Nyenhues in de buurschap Alberghe, in het gericht Oetmersem. 30 TRANSCRIPTIE Jch Jacob van den tye Elzike mijn echte wijf Jacob vnse sone vn[(de)] vord [al] vnse erfge(namen) doet ku(n)dich allen luden dat / wy myt vnsen vryen willen vorkoft hebb(et) vn(de) verkopet met dessen breuen Arende Ecberti(n)ch vn(de) sinen erfge(namen) ofte we 35 / holder is desses breues met oren willen alsodanen tins alze dat danhues plach iaerlikes to gheuene in vnse goet ten / nyenhues dat beleghe(n) is in der buerscap van Alberghe vn(de) in den gherichte van oetm(er)sem vm eyne su(m)me va(n) ghelde / dye vns wal betaelt is . vn(de) des oelden tinzes sal dat danhues vorsc(reuen) vord vry vn(de) loes vn(de) quijd wezen de dat danhues plach / togheuene . men iaerlikes sal dat danhues gheue(n) vn(de) 40 betale(n) vp medewinters auend vp de were ton nyenhues vorsc(creuen) eyne(n) / pe(n)ni(n)ch to tinze . Alze to mu(n)ster ge(n)ge en(de) geve is vn(de) nicht meer . vordm(er) so heb wy hijr va(n) vorteghe(n) met ha(n)de vn(de) met mu(n)de / vor hi(n)rike tor steghe(n) richt(er) to der tijd tod odm(er)sem daer he met kornoten sat to gherichte in eyne(n) ghehegeden heymale als / wy myt rechte solden . vn(de) beke(n)net met dessen 45 breue dat wy noch vns erfge(namen) noch wes dat nyehues tod alberghe is nirhande / recht oft ansprake meer an enhebb(et) an den oelden tinze ton danhues ofte an towachtene sin dan ene(n) pe(n)ni(n)ch iaerlikes to / betalene op de were ton nyenhues vors(creuen) alze vors(creuen) is . vordm(er) so sole wy vn(de) vnse erfge(namen) Arende en(de) sine(n) erfge(namen) ofte we met / sine(n) wille(n) holder were des breues desses vors(creuen) 50 kopes rechte waerscap doen tod allen tyde[n]46. wa(n)eer se des to doene hebb(et) vor al / deghene dees to rechte kome(n) willen . vetghesproken al arghelist . Jn en vast oerkund

46 "tyden" is (later) boven de regel geschreven.

Page 47: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

desser dinch so heb ich Jacob vor / my vor Elzike(n) mijn wijf vor Jacobe mynen zone vn(de) vor alle vnse erfge(namen) mijn zeghel an dessen breef ghehanghen . vn(de) / in en merre tuch der waerheyt so hebbe wy ghebeden hi(n)rike tor steghen richt(er) tod odm(er)sem to der tijd desen breef mede / ouer vns tobezeghelene . vn(de) ich hi(n)rich vors(creuen) w[a(n)]te alle dese dinch vor my ghesceen sin daer ich sat to gherichte in enen / 5 ghehegheden heymale vn(de) mijn oerku(n)scap vp vntfangen hebbe so heb ich vmme bede wille(n) va(n) beyde(n) zide(n) mijn zeghel mede / an dese(n) breef geha(n)ge(n) . dar mede an en(de) ouer w(er)en alze kornote(n) . Gherd va(n) beu(er)uorde . bere(n)t ouerhof Gherd de bodeker vn(de) A(n)ders / guder lude ghenoech . Ghesceen Jnt iaer vns h(er)en duse(n)t drehu(n)dert vn(de) tachte(n)tich vp zu(n)te mertens auend in den winter 10 1381a Ootmarsum 1381-01-20 REGEST 15 Arend van Schoneuelde, zijn vrouw Rensike en zijn dochter Fyge verklaren met toestemming van Henrik van Essen de Olde en diens vrouw Grete aan heer Mense Bertehoerne, priester, het goed Gherdinc in de buurschap Alberghe en het gericht Oetmersem verkocht te hebben met de daarbij behorende lieden Lubbert to Gherdinc en diens kinderen Lambert en Aleyd. 20 TRANSCRIPTIE Jch arend van schoneůelde Rensike mijn echte wijf Fyge mijn dochter en(de) voert al onze erfge(namen) doet kůndich allen / luden ende betughet openbaer dat wij mit willen en(de) mit volboert henrikes van Essen des olden greten sijns wijůes / hebbet vercoft en(de) 25 vercopet stedes Copes mit desen breůe Erflike ewelike ende vmmerme(er) h(er)en mensen bertehoerne / Preyster en(de) sinen rechten erfge(namen) ofte holder deses breůes onse gůet to gherdinc en(de) mit den luden de daer to hoert / alze lůbberte to gherdinc lamberte ende aleyde zine kinder ende voert mit torůe mit twighe ende mit aller sclachter / nůt alze dat gheleghen is in der bůerscap to alberghe en(de) in den gherichte van Oetmersem vmme 30 Eyne sůmme van / ghelde de mij arende vors(creuen) wal betaelt is Ende hebbet Em dit vors(creuen) gůet en(de) lůde verteghen ende vpghedreghen / mit hande en(de) mit můnde vor den gherichte van Oetm(er)sem alze wij mit rechte solden Voertme(er) zo bekenne wij mit / desen breůe dat wij ofte onse erfge(namen) an desen vors(creuen) gude ende lůden gheenrehande recht noch ansprake meer an eyn / hebbet noch an to wachtenne En sint 35 Ende oeck zo loeůe wii an gůden troůwen en(de) onze rechten Erfge(namen) h(er)en men=/sen vors(creuen) en(de) sinen Erfge(namen) ofte holder des(es) breůes deses vorscre(uen) gůdes to warenne wo men eyns vrygEghens gůdes / to rechte waren sal to allen tiiden wanneer ze des begherende zin ende to doenne hebbet vor al de ghenne de des to / rechte komen wilt al arghelist vůtghesproken Jn Eyn vast orkůnt al deser vors(creuen) 40 vorwerde zo hebbe wii Arend en(de) / Fyge vors(creuen) onse seghele an desen breef ghehangen vor ons vor Rensiken vorscre(uen) en(de) vor al onze rechten Erfge(namen) / Ende vmme meerre vestnisse willen ende vmme bede willen Arndes Rensiken ende Fygen vors(creuen) zo hebbe Jch hinric / vors(creuen) mijn seghel an desen breef ghehangen vor mij vor Greten mijn wiif en(de) vor al onse rechten Erfge(namen) went / al dese vors(creuen) 45 dinc mit mijnen willen en(de) mit greten willen mijns wijůes vors(creuen) ghescheen zin Ende enkenne(n) des / dat wij ofte onze Erfge(namen) An desen vorscre(uen) gůde ende lůden gheenrehande recht noch Ansprake meer an eyn heb=/bet noch an to wachtenne En sint Ghegheůen int Jaer onzes h(er)en důsent drehůndert Een en(de) tachtentich op zůnte / Agneten aůent Eyner hilghen Jůncfrouwen 50

Page 48: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1381b Almelo 1381-09-21 5 REGEST Gerd van Keppel, knape, verklaart Everd van Heker anders geheten Van der Eze, heer van Almelo (knape), schadeloos te zullen houden van zijn belofte met hem samen tegenover Herman Naghel. 10 TRANSCRIPTIE JC gerd van Keppele knape make witlich vn(de) be kenne mi[t] dessen Openen / breue dat ic mit minen rechten ervenden loue vn(de) zekere in guden trowen scadelos / to holdene everde van heker here tod almelo eynen knapen anders ghe heten van / der eze vn(de) 15 syne rechten ervene also van der lofte de he mit ander en borghen ge / daen end louet heuet vor mi tod hermene naghele eynen knapen vn(de) zolen ende / wilt ic vn(de) mine ervende vors(creuen) everde vorghenompt end sijne ervende dar af also / ledich end los maken bede van houetstole end van allen scaden de en dar af komet / alz he was des daghes dar be voren do he de lofte irst dede end be zeghelde vnd / sint dat oc sculdich to 20 done al zunder weder tale so wan er mi eft mine(n) ervenden / vors(creuen) dar to ghe eschet ward alle ar ghelist hir an af ghe nomen Jn eyn tuch tot merre(n) / vestnisse der warheyt so heb ic gerd vorghes(creuen) vor mi end mine ervende des min seghel / an dessen bref ghe hanghen .. datu(m) Anno d(omi)ni Mo. CoCoCo LXXX p(ri)mo in festo b(ea)ti mathei apo(stol)i et ew(an)g(elis)ti 25 1383a Oldenzaal 1383-06-06 30 REGEST Schepenen van de stad Aldenzale oorkonden, dat zij de broers Gherd en Herman van Keppel, en hun moeder Fyge, de wederkoop voor veertig oude schilden van de Hauercamp, afkomstig van het erve Enghelberting gelegen in de buurschap van de Vpmarke en het kerspel Epe (i.W.), toestaan mits zij de wederkoop zes maanden van te voren aankondigen. 35

Page 49: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE Wij Ghemenen . Schepenen nyge ende Oelde der Stad van . Aldenzale . doet . kundich allen luden en(de) beke(n)net / met dessen Openen breue .. dat Gherd ende Herman van keppele . brodere . Fyge er moder . en(de) er eruende / lozen ende wedercopen moghen van . vns . den hauercamp rorene vyt den erue en(de) gůede tod . Enghelbertingh / alze de 5 gheleghen is in der buerscap vander vpmarke in den kerspele van . Epe . tod . allen tiden . Wanneer dat / se . vns Een half Jaer dat to voern vpgheseghet hebbet . ofte vpzecghen laten . alze vor . veertich gůde oelde / ghuldene schilde gůet van gholde en(de) recht van ghewechte ofte ander gůet ghelijc payment . vor elike(n) oelden / schild . dat in der tijd der loze en(de) wedercopes . vor eliken oelden schild . daer dan guet vor . si . Al arghelist . vyt / 10 ghesproken Jn eyn orkunde . des . so . hebbe wij . Schepenen van . Aldenzale . voerscre(uen) onses stades cleyne seghel / an dessen breef ghehanghen Screuen ende Gheuen int Jaer onses heren duzend drehundert . dre ende / Tachtentich des naesten daghes . na . sunthe Bonifacius daghe eynes hillighen Bysscopes .. 15 1383b Almelo 1383-07-12 REGEST 20 Everd van Heker, heer van Almelo (knape), zijn vrouw Beatrix, jonkvrouwe tot Almelo, en hun zoon Johan evenals hun dochters Herberich en Elysabet verklaren aan de kerk te Almelo de Gyselerskamp onder Almelo (bij des Vrisschen bome) te hebben gegeven voor het houden van hun zielmissen. 25 TRANSCRPTIE Jn n(omi)ne d(omi)ni Amen Wij Everd van Heker Here tot almelo knape Beatrix Juncvrouwe47 van almelo / echte luede iohan onse Sone herberich ende elysabet onse dochtere en(de) voert alle onse rechte / erfgenamen . doen kundich allen lueden bekenne(n) en(de) betughe(n) ope(n)baer med dessen openen brieue / dat wij med onsen goeden vryen 30 moet willen hebben ghegheuen ende gheuen med dessen openen / brieue puerlicke v(m)me godes willen inde kerche tot almelo tot memorien testamente ende / ghedechtnisse onser onser zylen onser vorvarnen zylen en(de) onser nakomelinghe zylen des / Gyselers camp de gheleghen is bij des vrisschen bome ende begriep van onser meente daer / men op segen mach vier mudde zades dat gheleghen is tusschen des vrisschen bome ende / des 35 bredelers zůmpel en(de) tusschen der coppel grauen en(de) den rechten weghe Also we kerchere / iS tot almelo dat de vor ons bidden zal en(de) onser zielen ghedencken zal Jn eyn tuech der waerheit zo hebbe wij Euerd en(de) beatrix vorscre(uen) onse Seghele an dessen brief ghehanghen / vor ons vor iohanne onsen Sone vor herberich en(de) elysabet vorscr(euen) onse dochtere en(de) voert / vor al onse rechte Eruende . Datu(m) Anno 40 d(omi)nj Millesimo trecentesimo octuagesimo tercio / in vigilia margarete virg(inis) 1383c Oldenzaal 1383-10-05 45 REGEST Hinric van Hoenhorst verklaart, dat hij zijn huis te Hoenhorst in de stad Rene (Rheine i. W.) heeft verkocht aan Frederik van Bentlaghe, en dat hij dit huis ten overstaan van Willikin van Lossere, richter te Aldezale, heeft geleverd aan Johan van Covorde ten behoeve van 50 Frederik voornoemd. Keurnoten zijn heer Wynold van Twiclo, kanunnik te Aldenzale, Roelf van Couorde, Willikin Rutings en anderen.

47 In plaats van " vrouwe" zou men ook de variant "vreuwe" kunnen lezen!

Page 50: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE IC hinric van hoenhorst do kůndich allen lůden ende betůghe openbaer vor my en(de) myn recht erfghename(n) / in dezen breue dat Jc vercoft hebbe ende vercope in dezen breue frederike van Bentlaghe en(de) zine(n) eruende / myn huys end erue gheleghen binnen der 5 Stad to Rene gheheten dat huys to hoenhorst med alle zinen / to behore erflike ende ewelike to hebbene en(de) to bezittene . vmme ene su(m)me van gheelde de my wal betaelt / is . ende bin des vytghegaen en(de) hebbe daer van verteghen med hande en(de) med můnde vor willikin van / lossere Richter in dertijd tod Alde(n)zale daer he sad to gherichte in enen ghehegheden heymale in / hand Johans van Covorde to behoef frederks vorge(nomd) 10 alze ordel vnde recht wisede en(de) alz Jc med / rechte zolde en(de) bekenne dat Jc noch myn eruend an den vorscre(uen) huys en(de) erue neenrehande / recht noch ansprake meer an en hebt noch wachtende zin . Oec zo zal Jc en(de) myn eruend / frederike vorge(nomd) en(de) zine(n) eruende des waren vor alle de ghene de des to rechte kome(n) willet / Alle arghelist in dezen breue uyt ghesproken Jn eyn tůch der waerheid zo heb Jc hinric va(n) 15 hoen=/horst vorge(nomd) vor my en(de) myn eruend myn zeghel an dessen breef ghehancgen En(de) hebbe voert ghebe=/den willikin va(n) loss(er)e vorge(nomd) deze(n) breef ouer my to bezeghelene En(de) Jc willikin van lossere Richter / in der tijd tod Aldenzale want alle deze ding vorge(nomd) vor my en(de) vor den kornoten hijr na bescreuen / ghescheden en(de) myne(n) orkůnd daer vp ontfeng zo heb Jc vm bede willen 20 van beden tziden myn ze=/ghel mede an dessen breef ghehancgen . daer an en(de) ouer w(er)en alz rechte kornoten . her wynold va(n) / Twiclo canonic tod Aldenzale Roelf van Couorde en(de) willikin rutings en(de) anders gůder lůde gheno=/ech . Ghege(uen) Jnd Jaer onses h(er)en . dusend drehu(n)dert en(de) dre en(de)tachtentich des maendaghes na / zůnte Remigius daghe . 25 1384a Almelo 1384-06-22 30 REGEST Coert van den Breddenbroke c.s. verklaart, dat hij door Euerd van Heker, heer tot Almelo, knape, en diens vrouw Beatrix, jonkvrouwe tot Almelo, beleend is met het goed den Breddenbroke en de daarbij behorende goederen Ten Nygenhues en Ten Schonenuelde, gelegen in het kerspel Oetmersem in de buurschap Ghiesteren, nadat deze goederen door 35 het overlijden van zijn (Coerts) broer Arnd Breddenbroke ledig waren geworden en aan de leenheer waren terugevallen, en nadat Coert en zijn zoons Roderick, Willam, Arnd, Frederick en Coert hadden verklaard op deze goederen in rechte geen aanspraak meer te hebben. 40 TRANSCRIPTIE Jch Coert vanden breddenbroke Roederick Willam Arnd Frederick en(de) Coert mijne echten zoe(n)ne vn(de) al onse rechte(n) Erue(n)de doen kůndich / allen lůden en(de) betughe(n) mit deze(n) breůe dat wij gheerehande recht noch ansprake an den gůede ton Breddenbroke en hebbe(n) went dat ver=/ledighet is Euerde van Heker h(er)en tot almelo 45 knape(n) en(de) Beatrix Jůncfr(ouwe) tot almelo echten lůden en(de) ere(n) Erfge(namen) vn(de) der heerscap van almelo ver=/myddes dode Arndes breddenbrokes vnses Broder en(de) Oemes de dat van em to ene(n) vijfmarcke(n)liene in rechter Manstat to holde(n)ne plach / alzo dat ze dat wenden keren vn(de) late(n) moeghen waer dat ze willen des Eůerd en(de) Beatrix vorge(nomd) mij Coerde vande(n) Bredde(n)broke vorg(enomd) vm=/me 50 ghenade willen belient hebbe(n) twe gůede de vns mit den Breddenbroke va(n) Arnde mijne(n) brod(er) vorge(nomd) verledighet w(er)en alze dat gůet ton / nygenhůes en(de) dat gůet ten schone(n)ůelde mit torůe mit twyghe mit water mit weyde mit aller sclachter nůt vn(de) mit al ere(n) rechte(n) to behoer=/ne also alze de gheleghen zin in den kerspele va(n)

Page 51: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Oetmersem vnde inder Bůerscap to ghiestere(n) to ene(n) vijf marcke(n)liene in rechter manstat / En(de) des to enen rechte(n) tůghe der waerheyt hebbe ich Coert vorg(enomd) mijn zeghel an desen Breef ghehange(n) vor mij vor Roedericke vor Wil=/lamme Arnde Fredericke vn(de) Coerde vorg(enomd) myne echte(n) zoe(n)ne vn(de) vor al vnse rechte(n) erfg(enamen) En(de) wij Roederick Willam Arnd Frederick vn(de) / Coert vorg(enomd) 5 bekenne(n) al deser vorg(enomden) půnte(n) en(de) vorwerden alze vnder Coerdes seg(el) vanden Breddenbroke onses vad(er) ghelikerwijs ofte / wij seg(el) hadde(n) vn(de) dese(n) breef daer mede beseghelt hadde(n) datu(m) anno d(omi)nj . Mmo . CCCmo. LXXXmo qůarto fe(r)ia quarta Ante festu(m) s(anc)ti Johannis Baptiste 10 1384b Oldenzaal 1384-06-29 REGEST 15 Reynerus Kreyt, proost van Oldenzaal, beleent Johan Wůnder met de tienden grof en smal over het erve Zeghelinc, gelegen bij de es van Enschede. Getuigen zijn Godiken van Zateslo en Hinric van Almelo. TRANSCRIPTIE 20 Wy Reynerus Kreyt bider ghenade godes . prouest tod aldenzale . maken kond allen luden ende betughen in / dezen breue . dat wy Johanne wůnder hebben beleent ende belene(n) . den tenden to zeghelinc . grof ende smal / alze de gheleghen is biden Essche tod Enschede in allen manieren alze de twe vore(n)sten breue begrepen hebbet / beholdelic ons . Onser p(ro)uestie ende elkermallic z[in]es rechtes . hijr an en(de) ou(er) hebbet gheweset myns 25 here(n) man / Godiken van zateslo . hinric van almelo . Jn eyn tuech zo hebbe wy Reynerus prouest tod aldenzael Onse inghezeghel / an dezen breef ghehange(n) . Ghegheue(n) Jnt Jaer onses here(n) Dusend . Driehundert .. vier ende tachtentich . Op Sunte / petrus ende paulus dach twyer apostole . 30 1385 Oldenzaal 1385-04-01 48 REGEST 35 Johan van Besten verklaart dat hij de honderd Mark in verband met de belening van het huis to Grauestorpe - bij eventuele aflossing door Matheus van Grauestorpe - opnieuw zal beleggen in een borgleen, gelegen in de heerschap Bentheim. TRANSCRIPTIE 40 Jch Johan van Besten anders geheten de pape do kundich allen luden vnde bekenne in / dessen apenen breue . dat ich de hundert marc de ich hebbe ligghende an den huys to / Grauestorpe dat mii de ghegheue(n) zint tot enen Borchlene . mit alsogedanen vnderschede / wer sake dat Matheus van Grauestorpe ofte zin eruent dat huys to Grauestorpe weder / lozeden so sal ich Johan vorscre(uen) ofte myn eruent de vorscreue(n) hundert mark weder 45 be/legghen an eyn Borchlen dat belegen sij in der herscap van Benthem vnde sal dar den / Greue(n) van Benthem vnde zinen eruenden huldighen vnde zweren alz eyn borchman / van rechte doen sal . zunder arghelist . To tughe so hebbe ich Johan [mij]n zeg(el) an desse(n) / breff ghehangen .. Datu(m) anno d(omi)ni . Mo. CCCo. LXXXo. qui(n)to sabb(at)o pr(idie) festu[(m)] Passche . 50

48 De datum is erg slecht leesbaar!

Page 52: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1386a Oldenzaal 1386-05-04 REGEST Swederus Humbertinc, priester en kanunnik te Aldensale, verklaart, dat hij van Reynold van 5 Couerde en zijn zoon Rolef ten behoeve van Symon van Gheesterne en diens broer ontvangen heeft Wobbe, dochter van Gerd ten Crucele. TRANSCRIPTIE Jch sweder(us) humbertinch preyster en(de) canonic tod aldensale do kundich allen luden 10 med / Desen openen breue . dat ich hebbe wobben gerdes dochter ten Crucele vntfanghen van / handen . h(er)en Reynolds van Couerde en(de) Roelues zijns soens to behoef Symons van ghees/terne zijnre brod(er)e en(de) aller ziner rechten eruenden en(de) hebbe der vorscre(uen) wobben / voert verteghen en(de) upghedraghen wo ich van rechte zolde in hant symons vorscre(uen) / na aller inholdenisse des rechten breues den her Reynolt van 15 Couerde . rolef zijn / soene daer upgegheuen en(de) beseghelt hebben . Jn een Orkund deser dinch heb ich / sweder(us) vorscre(uen) mijn seghel an dessen breef ghehanghen . gege(uen) Jnt Jaer onses h(er)en / dusend drehundert Ses en(de) tachtentich des naesten vridaghes na des hillighen / cruces dach . als men scriuet Inue(n)cio s(anc)te cruc(is) 20 1386b Oldenzaal 1386-06-24 REGEST 25 Bertold Paesschedach verbindt zich de grove en de smalle tienden over het Heerschenhuys in het kerspel Lossere, die zijn neef Vrederic Paesschedach aan de broers Symon en Ludiken van Gheesteren verkocht heeft, zolang "in rechter leenscher were" te houden totdat de belening door de bisschop van Utrecht een feit is geworden. 30 TRANSCRIPTIE JC Bertold Paesschedach do kundich allen luden . tůge ende bekenne Openbaer met desen Openen / breue . dat JC ende myn recht eruend . den Thenden Smal ende grof over des heerschen huys de / gelegen is in den kerspele van lossere den vrederic Paesschedach myn neve . vercoft heuet erf/like Symone van Gheestern ludiken sinen broder . en(de) ern 35 erue(n)de(n) . dat ic den voerscre(uen) Thenden / vorholden . sal . Symone van Gheestern . ludiken sinen broder en(de) ern eruende(n) voerscre(uen) in rechter / leenscher were buten ern schaden . Also lange . dat . Se by minen(n) heren van vtrecht . daer de / selue rente van to lene roret . dat vorgaen willen ende ku(n)ne(n) . dat he met den voerscre(uen) thende(n) / Se daer mede belenen wille Vn(de) wa(n)neer se dat . vorgaen . willen en(de) ku(n)ne(n) by 40 mine(n) heren den / Bysscop van vtrecht . daer . sal ic dan . op myns selues cost . by come(n) . en(de) vpdragen den Thenden . vn(de) / bidde(n) . mine(n) heren . van vtrecht . dat he Symone van Gheestern . ludiken . sine(n) broder . of er / erue(n)de voerscre(uen) . met . den voerscre(uen) Thenden . dan voert . daer mede belenen wille . Jn . eyn tuech / der . waerheit . so hebbe ic . Bertold voerscre(uen) . myn segel an desen breef gehangen . 45 Gegeuen . Jnt / Jaer vnses heren dusent drehundert zees ende Tachtentich . vp sunte Johans dach Baptisten . in / den midden Zomer ...49 1386c 50 Oldenzaal 1386-07-02

49 Wellicht dezelfde schrijver als bij de oorkonde van 1388-02-27 !

Page 53: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Frederich Paesschedach verkoopt met consent van zijn neef Bertold Paesschedage en Heylewych van der Vechte aan Symon van Gheestern en diens broer Ludiken, de grove en de kleine tiend over Heerschenhuys in het kerspel Lossere, en het erve de Benth c.a. aldaar, terwijl de levering heeft plaats gehad voor Gherd van Honichlo, geheten Tappe, 5 richter te Aldensale. Keurnoten en gerichtslieden zijn Arend van Eghene, Bernd Rutingh, Vrederic van Buerze, Willem van Beuervorde, Herman Snoye en Wilken van Losser. TRANSCRIPTIE JC Frederich Paesschedach do kundich allen luden tůge ende bekenne Openbaer met 10 desen Openen breue dat / Jc by rade met willen . ende met vůlbort Bertoldes Paesschedages . mines neuen . ende Heylewyges van der / vechte hebbe vercoft . redelike en(de) reckelike stedes erfcopes . Symone van Gheestern ludiken . sinen brodere / ende ern rechten . eruende(n) .. den Thenden . smal ende grof . Ouer des heerschen huys gelegen in den kerspele / van lossere . Ende dat erue ende guet . dat geheten is de Benth met torue 15 met twyge met water met weyde / met aller slachter nůt . en(de) met alle sinen rechten to behorene vor eyn dorslachtich recht vrijg eyghen erue / ende gůet als dat gelegen is in den kerspele van lossere voerscre(uen) erflike en(de) vmmermeer . by Symone van / Gheestern . ludiken sinen broder . en(de) ern erue(n)de voerscre(uen) . in den Thenden en(de) in den erue en(de) gude voerscr(euen) daer / Jnne to besittene to hebben en(de) des to bruken . 20 erflike vmme eyne su(m)ma geldes de mij Frederike Paesschedage / voerscre(uen) van symone van Gheestern voerscre(uen) witlike al ende wal betalet is Vnde hebbe des Thenden smal en(de) / grof ende des erues ende gudes . met ern to behorene voerscre(uen) vortegen . vn(de) vpgelaten . en(de) opgedragen . met / hande(n) en(de) met mu(n)de . vor Gherde . van . honichle . anders geheten Tappe Richter in der tijd tod 25 Aldensale daer he / sat in gerichte . en(de) in eynen gehegeden heymale to behoef en(de) in hande Symons van Gheestern . ludikens / Syns broders en(de) erre erue(n)de voerscre(uen) met . allen vortichnissen . en(de) vplatingen . alse daer to behoerden . en(de) alse / recht is . Ende negeenrehande recht of ansprake my Frederike Paesschedage . voerscre(uen) of myne(n) erue(n)de . an den / Thenden . smal . en(de) grof . en(de) an den 30 erue en(de) gude voerscre(uen) voertm(er) to hebben of to beholden . vnde JC Frederich / Paesschedach . en(de) mijn eruend . voerscre(uen) willen en(de) solen . en(de) louet vaste in desen breue . Symone van Geestern / ludiken sinen broder en(de) ern rechten erue(n)de . des Thenden smal en(de) grof . ende des erues en(de) gudes gheheten / de Benth met sine(n) to behorene voerscre(uen) to ware(n)ne vor eyn dorslachtich . vryeygen erue en(de) 35 gůet . wo men enes / vrygeygene(n) gudes . en(de) eynes erfcopes met rechte waren sal . vor alle de gene . de des to rechte comen willet . Alle / argelist in desen breve vytgesproken . Jn eyn orkunde al deser dinc . voerscre(uen) so heb ic . Frederich paesschedach vor / my en(de) vor mine(n) eruend . myn segel an desen . breef gehangen . vnde hebbe voert gebeden . tod . eyne(n) meerren / tůge . Bertolde Paesschedage . minen neuen . vnde den 40 Richter van Aldensale voerscre(uen) . desen breef . mede ouer / my to bezegelene Vnde ic . Bertolt . paesschedach voerscre(uen) . wante dese eruecoep . en(de) alle dinc voerscre(uen) . met mine[n] / willen en(de) vulbort gescheen sint . so heb ic vm bede willen . Frederikes mines neuen . voerscre(uen) . myn segel mede . / an desen breef gehangen . Ende JC Gherd van honichlo anders geheten Tappe Richter in der tijd . Aldensale50 . 45 vors(creuen) / wante al dese dinc voers(creuen) in gerichte en(de) in gehegeden heymale vor my gescheen sint . vn(de) minen orkund daer / van ontfeng .so heb ic vm bede willen . van beiden Partyen voerscre(uen) myn segel mede an desen breef ghe/hangen .. Daer mede An ende ouer . weren alze rechte kornoten en(de) gerichtes lude . Arend van eghene Bernd / růtingh . vrederic . van Buerze Willem . van Beuervorde . Herman snoye . en(de) 50 wilken . van losser . Gegheue(n) Jnt / Jaer . vnses Heren dusend . drehundert . zees ende Tachtentich . des naesten Maendages na sunte Peters / ende sunte Pauls dage . twyger .

50 Zonder voorzetsel.

Page 54: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

hilgen Apostole ..51 1387 Oldenzaal52 1387-06-20 5 REGEST Rolof van Kouorde verklaart de 60 oude schilden die hij heeft ontvangen als huwelijksgift voor zijn echtgenote, niet te zullen verminderen en voor haar erfgenamen te behouden en ze te zullen beleggen in goederen, erven of renten in Zallant of Twente. 10 TRANSCRIPTIE JC Rolof van Kouorde do kundich allen luden in desen openen breue en(de) lyge ope(n)bare / voer mi en(de) voer minen eruend . dat Jc hebbe gheboret als van mynes wyues medegaue / tsestich olde guldene schilde en(de) hůndert . de Jc hebbe ghe louet to 15 beleggene vor mi . / en(de) voer minen eruend . an gůede erfnisse en(de) renthe in zallant oft in twente de daer / gůet voer sint en(de) rentachtich sin to behoef mines wyues en(de) oer[e] eruende . Weer dat / Jc en(de) mine eruende des nyet en deden . wat schaden dat . se en(de) oer eruende daer / bij nemen ofte deden . den solde Jc en(de) mien eruend hem vp richten sůnder arghelist / al dese vorscr(euen) punte zeker Jc en(de) loue in gůeden 20 trouwen voer mi en(de) voer mine(n) / eruent vast en(de) stede to holdene sůnder arghelist Jn orkůnde der waerheyt hebbe / JC mien seghel voer mi en(de) voer minen eruend an desen breef ghehanghen Gheghe/uen Jnt Jaer vnses heren dusent drehundert zeuen en(de) tachtentich des donredages / na sunte Vitis daghe . 25 1388a Ootmarsum 1388-02-27 30 REGEST Ludolf van Schoneuelde anders geheten van Grauestorpe, zijn vrouw Aelheyt en zijn zoon Matheus verkopen aan Gerd van Quendorpe en zijn vrouw Drudiken hun hoeve Oetbertinc, gelegen in het kerspel Oetmersem en de buurschap Manher, en leveren die voor Hinric ter Steghen, richter en meier te Oetmersem, in het heimaal. Keurnoten en gerichtslieden zijn 35 Ludolf van den Laer, Gherlich de Pazie, Herman Bertrams, Johan Paghencule, Hinric de achterrichter, Clawes de Coster en anderen. TRANSCRIPTIE JC .. Ludolf van Schoneuelde anders gheheten van Grauestorpe . Aelheyt myn echte wijf 40 ende Matheus onse echte soen maken kond allen lude(n) / med desen apene(n) breue . dat wy redelike en(de) reckelike vorcoft hebben . en(de) vorcopen in desen breue stedes eruecopes . Gerde van quendorpe . drudiken / synen echten wyue ende holder deses breues med erre twyer willen . Onse guet en(de) erue gheheten . Oetbertinc med luden med torve med twighe / med aller slachternůt en(de) med alle synen rechten oelden en(de) nyen 45 tobehoringhen alset gheleghen is in den kerspele van Oetmersem in der bůr/schap to manher to hebbene en(de) to besittene vor een doerslachtich vry eghen erflike en(de) vmmermeer vmme eyne Summe gheldes de ons / van Gerde ende van drudiken vorscreuen witlike en(de) wal betalet is . Ende hebben daer up vorteghen vor hinric ter steghen richter ende / Meyer in der tijt tod Oetmersem daer he zat to gherichte in eynen ghehegheden 50 heymale med allen vortichnissen en(de) uplatinghen alse daer / to behoerden ende alse wy

51 N.B. De oorkonden d.d. 1386-07-02 en 1388-02-27 zijn waarschijnlijk van dezelfde schrijver.

52 Zie ook Regesten OO, Nrs 1025 en 1126.

Page 55: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

med rechte solden . wy ende onse eruende of anders nemant van onser weghen daer nicht meer an to hebbene / noch an to wachtene wesen gheenreleye wys . vortmer so sole wy ende onse eruende . Gerde en(de) drudiken vorscreuen ende holder deses / breues med oern twyer willen des vorghenomden gudes en(de) erues rechte waerschap doen wo men eens dorslachtighen vry eghens ende / eens eruecopes med rechte waren sal waer en(de) 5 wanner em des to done is vor al de ghene de des ten rechte comen willet . Alle arghelist / in desen breue vytghesproken . Jn orkunde deser dinc . So heb ic Ludolf vorscreuen vor my vor aelheyt myn echte wijf en(de) Matheus onsen soen / vorscreuen en(de) vor onse rechten eruende mijn Seghel an desen breef ghehanghen. Ende tod eyner merren vestnisse So hebbe wy voert ghebede(n) / hinric ter steghen den richter en(de) meyer vorscreuen dat he 10 desen breef mede ouer ons beseghelen wolde med synen Seghele Ende ic / hinric ter steghen in der tijt richter ende meyer tod Oetmersem vorscreuen want alle dese dingh vorscreuen vor my ghescheen sint / daer ic zat to gherichte in eynen ghehegheden heymale daer ic mynen orkund up vntfengh . So heb ic vmme bede willen van beyden / ziden vorscreuen myn Seghel mede an desen breef ghehanghen . daer med my an ende ouer 15 weren alse rechte kornothen en(de) gherichteslude / ludolf van den laer . Gherlich de pazie . herman bertrams . johan paghencule . hinric de achterrichter . Clawes de Coster en(de) anders guder lude / ghenoech . Gegheuen int Jaer onses heren dusend . drehundert . achte en(de) tachtentich des donredaghes na Sunte Mathias daghe eens / hilghen apostols 20 1388b Ootmarsum 1388-02-27 REGEST 25 Ludolf van Schoneuelde, anders geheten van Grauestorpe, zijn vrouw Aelheyt en zijn zoon Matheus c.s. beloven Gerd van Quendorpe en zijn vrouw Drudike te zullen vrijwaren ter zake van de koop van de hoeve Oetbertinch, gelegen in het kerspel Oetmersem en de buurschap Manher. 30 TRANSCRIPTIE Wy Ludolf van Schoneuelde anders gheheten van Grauestorpe . Aelheyt myn echte wijf Matheus onse Soen . Johan wispele ende / Ecbert van ghiflo maken kond allen luden med desen breue . dat wy ende onse eruende solen Gerde van quendorpe drudiken / sinen echten wyue ende holder deses breues med erre twyer willen . des gudes en(de) erues 35 gheheten Oetbertinch med luden med / torve med twighe med aller slachternuvt en(de) med alle synen rechten oelden en(de) nyen thobehoringhen alset gheleghen is in den kerspele / van Oetmersem in der burschap van manher rechte waerschap doen vor een doerslachtich vry eghen . wo men eens dorslachtigen / vryeghens med rechte waren sal waer en(de) wanneer em des to done is vor alle de ghene de des ten rechte comen willet . Alle / arghelist 40 vytghesproken . Jn orkunde deser dingh . So hebbe wy Ludolf . Johan ende Ecbert vorscreuen onse Seghele an dessen / breef ghehanghen . vor ons vor aelheyde en(de) Matheus vorscreuen ende vor onse rechten eruende . Gegheuen int Jaer onses / heren dusend . drehundert . achte en(de) tachtentich des donredaghes na Sunte Mathias dach eens hilghen apostols 45 1388c Almelo53 1388-05-01 50 REGEST Willam van Beueruoerde verklaart aan Euerd van Hekern, heer tot Almelo (knape), en diens

53 Zie regesten nrs 1511 en 4194 bij Ter Kuile (OO).

Page 56: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vrouw Beatrix, jonkvrouwe van Almelo, gedurende twaalf jaar het recht van wederkoop met vijftig guldens gegeven te hebben over het erve en huis Wennekinemole, gelegen in de buurschap Dornynge, in het kerspel Aldenzale. TRANSCRIPTIE 5 Jch Willam van Beueruoerde do kundich allen luden kenne vnde betughe med desen opene(n) breue vor my vn(de) vor / myne rechte(n) [er]ue(n)de dat Euerd van Hekern here tod Almelo knape Beatrix Ju(n)cvrouwe van Almelo vn(de) / [e]r rechte(n) eru[en]de moghen weder cope(n) teghen my vn(de) myne rechte erue(n)de dat vryeghene guet Erue vn(de) / hues ghehete(n) de we(n)nekinemole med al ere(n) to behore(n)ne alzo alze de gheleghen 10 is in der burscap van dornynge / vn(de) in den kerspele van Aldenzale twelef Jaer langh na datu(m) deses breues alle Jaer vp Su(n)te Merte(n)s Dach in / den wynt(er)e veer daghe voer ofte veer daghe nae vor vijftich gude ghelressche ofte hollandessche guldene(n) / guet van golde vn(de) recht van ghewechte de vp dat(um) deses breues ghenghe vn(de) gheue were(n) ofte veer en(de) twintich / gude ghelressche ofte deue(n)ter placke(n) vor elke(n) 15 guldene(n) ghereke(n)t sunder arghelist Jn orku(n)de al deser dinch / So heb ich willam vorscre(uen) myn segel vor my vn(de) vor myne(n) rechte erue(n)de an desen breef ghehangen Ghegeue(n) / Jnt Jaer vnses here(n) dusend drehondert Achte en(de) Tachtentich vp Su(n)te walburge dach eer hiligen Ju(n)cvrouwe(n) 20 1388d Almelo 1388-10-28 REGEST 25 Everd van Heker, heer van Almelo, knape, en zijn vrouw Beatrix verklaren, dat zij aan Lubbert to Ghetekote en zijn vrouw Sweniken het Grote Ghetekote verpacht hebben. TRANSCRIPTIE Wij Everd van Heker heret54 tot Almelo knape Beatrix Juncvrouwe van almelo echte luede 30 doen kundich alle(n) lueden vnde bekenne(n) apenbaer / med dessen openne(n) brieue vor ons vnde vor onse Eruende . dat wij hebben gedaen vnde doen med dessen apenne(n) brieue lubberte to ghetekote / Sweniken sinen echte wyue onse goed vnde Erue to den Groten ghetekote med sinen tobehorne alze dat geleghen is inder Herscap / van Almelo Jn alsodanne(n) vorwarden alze hiir na bescreue(n) staen Jnden yrsten so is to wetenne(n) dat 35 wij lubberte vnde Swenniken / vorscreue(n) dijt vorscreue(n) Erue vnde goed ghedaen hebben . vier iaer lanch van date des brieues op onse Jaerlix pacht de se ons Jalix55 /betalen solen desse vier iaer lanch vorscreue(n) alze wontlich is voertmer so sint vorwarde dat lubbert vnde Swe(n)nike vorscreue(n) lubbertes / twe kinder beraden solen alze wontlich is binnen dessen vier iaren vorscreue(n) dat eyne op dat goed to Ghetekote vnde dat ander 40 op / eyn ander Erue der Herscap va(n) almelo vnde dijt solen se doen bij onsen rade vnde by der vrende rade . vnde wanner desser kinder / vorscreue(n) eyn beraden is op Ghetekote so sal vm lubbert vn(de) Swe(n)nike vorscre(uen) dat Goed vn(de) Erue to Ghetekote to weren alze recht vnde / wontlich is . vnde wa(n)ner vm dat to ghewert is alze vorscreue(n) is So gheue wy med dessen selue(n) brieue lubberte vn(de) Swe(n)niken vorscre(uen) / van 45 dessen Erue to Ghetekote tot eyner rechte lyeftůcht alzo langhe alze ze leuet eyn stucke landes vry dat gheheiten is dat / garden is stucke twe voder hoyges vytden hoy lande twe verkenne akeren alze akeren is vnde eyne stede daer se eyn hues op zetten / moghe(n) vn(de) eyne(n) garden . vn(de) wanner se nicht lench en sint so is desse vorscre(uen) lyeftůcht weder an ons . vn(de) an onse vorscre(uen) Erue / verervet . vortmer so sint 50 vorwarde dat wij lubbert vn(de) sin wijf vorscre(uen) nicht schatten en solen Mer wert dat wij 54 Merkwaardige "t". Waarschijnlijk schrijffout.

55 Zonder "r".

Page 57: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

onse lude schatteden / bede vm lubberte vn(de) sin v56yf vorscr(euen) dan waer v(m)me dat mochte(n) se ons gheue(n) ofte se wolden vn(de) vorder en solde wij ze nicht driue(n) / ofte manen . Ock so en kenne(n) wij med dessen apenne(n) brieue . dat wij lubberte vn(de) sine(n) wyue vorscreue(n) gheen goed solen of scl57aen ofte / doen of sclaen med vorzate . vnde desse vorscreue(n) punte loue wij vm stede vnde vast to holdenne . voertmer so gheue 5 wij oeck med / dessen brieue lubberte vn(de) sinen wyue vorscreue(n) dat se ons ghenen dienst doen en sollen binnen dessen vier iaren vorscreue(n) de / wille dat se dat goed to Ghetekote bouwet Alle argelijst vytghesprocken Jn eyn tuech der waerheit so hebbe wij Euerd vnde / beatrix vorscreue(n) onse seghele an dessen brief gehanghen vor ons vn(de) voe onse E[r]uende Gegheue(n) inden iaer ons heren / dusent drehondert achte vnde 10 tachtentich op zunte Symo(n) vn(de) Juden dach twiger hilger apostole 1390a Ootmarsum 1390-02-22 15 REGEST Geerlich van Dezenberghe, geheten Pazie, en zijn vrouw Locke verklaren, dat zij ten overstaan van Sander Bertrams, richter te Oetmersem, aan het H.G. Gasthuis te Aldenzale een rente van 1 molt rogge hebben geschonken, gaande uit het erve Zegherdinch, gelegen 20 in het kerspel Deghennichem en de buurschap Noertdoerninghe. Keurnoten en gerichtslieden zijn Willem Roringh, Herman Bertram en anderen. TRANSCRIPTIE JC . . Geerlich van dezenberghe anders gheheten pazie ende locke myn echte wijf maken 25 kund allen luden med desen breue . dat wy půerlike om / godes willen ghegheuen hebt en(de) gheuet in desen breue vor onse zelen . den aermen luden in des hilghengheestes hues tod aldensale de daer inne / wonachtich sint een molt gudes winterrogghen bij der oelden aldensaler marketmathe iaerliker pacht vyt onsen gude gheheten zegherdinck ende / vyt siner tobehoringhen . gheleghen in den kerspele van deghennichem in der bůrschap to 30 noertdoerninghe to hebbene en(de) to besittene en(de) iaerlix up to borene / erflike en(de) vmmermer . med weliken molt rogghen men iaerlix den aermen luden de in den hilghengheeste sint sal copen herinc teghens de vastene / en(de) andere spise daer men de aermen mede spisen moghe . ende hebben daer up vorteghen alse wy med rechte solden vor Sander bertrams in der / tijt richter tod oetmersem daer he sat to gherichte in 35 eynen ghehegeden heymale en(de) sinen orkund up vntfengh med allen vortichnissen en(de) up=/latinghen alse daer to behoerden . Welic molt rogghen de ghene de dat vorscreuene guet telen en(de) bouwen of sic des vnder winden of siner tobeho=/ringhe een deel of al . solen den aermen luden of we er verwaerre is alle iaer leueren en(de) betalen up den kerchof to deghennichem tusschen / Sunte Mertene in den wintere en(de) medewinter . 40 Weerd dat se des nicht en deden So moghen de vorscre(uen) aermen lude of oer bode dat vorscreuene / molt rogghen of wes em daer an embreket alle iaer vytwinnen med gheestliken rechte of vytpenden med werliken rechte vnvoruolghet en(de) vnvor=/claghet weliker se willet . vyt den vorscre(uen) gude en(de) van den ghenen de dat guet telet of bouwet of sic des ende siner tobehoringhe vnderwinden / een deel of al ghenigherleye wijs . 45 Ende biddet alle richtere gheestlic en(de) weerlic wanner de vorscre(uen) aermen lude of oer bode des van em begheren / of se daer to eesschen dat se em de vytwinninghe en(de) vytpendinghe wilt helpen doen alse vorscreuen is . vortmer so sole wy en(de) onse eruende / den vorscre(uenen) aermen luden des molt rogghen pacht rechte waerschap doen vor al de ghene de des ten rechte comen willet . Alle arghelist in desen breue / vytghesproken . Jn 50 orkunde deser dinghe So heb ic Gheerlich vorghenomt myn Seghel an desen breef 56 "vijf" in plaats van "wijf".

57 "sclaen"; met "c"!

Page 58: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ghehanghen vor my vor locken myn echte / wijf vorscre(uen) ende vor onse rechten eruende. Ende tod eyner merren vestnisse So hebbe wy voert ghebeden . Sander Bertrams den richter tod / Oetmersem vorghenomt. dat he desen breef mede ouer ons beseghelen wolde med sinen seghele . Ende ic Sander bertrams in der tijt richter / tod oetmersem vorscre(uen) want alle dese dingh vor my ghescheen sint daer ic zat to gherichte in eynen 5 ghehegheden heymale daer ic mynen / orkund up vntfengh So heb ic vmme bede willen van beyden siden vorscre(uen) myn Seghel mede an desen breef ghehanghen . Daer mede an / en(de) ouer weren alse rechte kornothen en(de) gherichteslude . willem roringh herman bertram ende anders guder lude ghenoech . Gegheuen / int Jaer onses heren dusend . drehundert . ende neghentich up Sunte peters dach ad Cathedram 10 1390b Oldenzaal 1390-05-23 15 REGEST Rotgher van den Berhge, kanunnik te Aldenzale, en Johan van den Berghe, scholaster te Vreden, dragen aan proosdes, kapittel, en voorts aan parochiepastoor, scholaster en kanunnikken van de kerk van Vreden hun tuin in de Aldenstad te Vreden en een perceel lands op, behoudens het vruchtgebruik van hun zuster Alheyt van den Berghe, tot het 20 houden van memoriediensten. TRANSCRIPTIE Wy Rotgher van den Berghe Canonick to Aldenzale vnde Johan van den Berghe / Scolaster to vredene bekennet vnde tughet in dessen breue dat wi hebbet ghegheuen / vnde gheuet 25 vnde vpdreghet in dessen breue den Erewerdighen vrouwen vrou/wen prouestinnen vnde Capittele vnde den heren Cureten sc[o]lastere vnde Ca/noniken der werltliken kerken to vredene vnsen garden beleghen in der alden stad / to vredene vnde eyn Stucke landes beleghen achter der behouer wuert erfli/ke to besittene mit so Danen vorwarden dat ze alle Jare des nesten daghes sen/[t]e Odulphi vnse memorien doen wanner wy nicht lencke en 30 zin dat gelt / dat van den garden vnd(e) land(es) vorg(enomd) gelike to delen den Personen de dar / gheghenwardich zin in missen vnde vigilien vnde den Capellanen iewelich / twe penninge den Costere enen penningh . Oec zo zal alheyt van den / Berghe vnse Sustere des vorg(enomden) garden vnde Stucke landes bruken vnd(e) / dar af hebben de Rente de wile dat ze leuet vnde wanner ze nicht lench en is zo zal an de vorg(enomde) vrouwen vnde 35 heren vervallen alze voe58scre(uen) is / To tughe der warheit zo hebbe wi vnse segele an dessen bref ghehangen Da[t]u(m) a(n)no d(omi)nj Mo CCCmo no(na)gesimo crastino Pe[n]thecostes 40 1391a Almelo 1391-02-02 REGEST Jde, weduwe van Heyne van den Dyke, en haar kinderen Heyne, Johan en Styne verklaren 45 dat zij zijn overeengekomen met Euerd van Heker, heer tot Almelo en diens vrouw Beatrix, jonkvrouwe van Almelo, dat alle wederzijdse vorderingen worden kwijtgescholden, waaronder die welke wijlen Heyne van den Dijke had gegeven ten overstaan van Johan van Verneborch, bisschop van Utrecht; ter medebezegeling is verzocht Euerd van Heest, ambtman van de heerlijkheid Almelo. 50 TRANSCRIPTIE

58 De "r" is vergeten.

Page 59: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Wij Jde wandaghes echte wijff heyne(n) van den dyke den god ghenedich zij . Heyne Johan en(de) styne myne kind(er)e maken / kond allen lueden de desen breeff zeen off hore(n) lezen dat wij vor vns ende vnse erffghenamen hebben qwijt gheschulden / ende qwijt schelden med desen apene(n) breue Euerde van Heker H(er)e to almelo en(de) Beatrix jůncfrouwe tod almelo / echte luede en(de) eer erffg(enamen) van alzodaner loffnisse alze 5 vnse vader heyne vors(creuen) vor em ghelouet hadde jn hant Her / johans van verneborch bisschop Tutrecht en(de) vort van aller loffnisse en(de) schult de vnse vader heyne vorscre(uen) / off vnse vnse59 moder jde vors(creuen) off wij an Euerde en(de) Beatrix vors(creuen) off an eer erffg(enamen) off an de herscap va(n) almelo / tho sprekene hebben hent tho huden vp desen dach na datu(m) deses breues jn orku(n)de des zo hebbe ich 10 heyne van / den dyke vors(creuen) vor yden vnse moder vors(creuen) joha(n) myne(n) broder en(de) styne myne suster en(de) vort vor vnse . / erffge(namen) myn zeg(el) an desen breeff ghehanghen en(de) v(m)me ener meerre vestenisse wille zo hebbe wij ghebeden eu(er)de / van heest Amptma(n) jn der tijd der herscap van almelo desen breeff mede ou(er) vns en(de) vnse erffge(namen) tho bezeghelene / en(de) ich euerd 15 vors(creuen) want ich hijr an en(de) ouer gheweset hebbe dat dit schiede zo hebbe ich v(m)me bede willen jden / heynen johans en(de) styne(n) desen breeff mede ouer em en(de) eer erffge(namen) bezeghelt med myne(n) zege(l) Ghege(uen) jn den / jaer vnses H(er)en dusent drehu(n)dert en(de) een en(de) neghentich vp vnser vrouwen dach tho lechtmissen 20 1391b Oldenzaal 1391-02-05 REGEST 25 Ludiken Ghadde, Heylike zijn vrouw en Otto hun zoon, oorkonden dat zij ten overstaan van Hinrik van Ouerhagen, richter te Aldenzale, aan Wyllikin van Lossere hebben overgedragen de tienden grof en smal van 3 molt rogge uit het erve ter Clywick in de buurschap Berchusen. Keurnoten en gerichtslieden zijn Herman Snoye, Gherd Ryckardinch en anderen. 30 TRANSCRIPTIE JC .60. ludiken Ghadde .. heylike zyn echte wijf .. ende Otto vnse zoene doet kundich allen lueden ende beke(n)net openbaer met desen / Openen breue .. dat wy zamentlike en(de) Eendrechtlike met vnsen vrygen moetwillen .. hebt vorcoft redelike en(de) Reckelike stedes / 35 Erfcopes .. Wyllikine van lossere en(de) Oden sinen echten wiue en(de) ern rechten eruende(n) .. den Thenden smal ende grof beschaepen / alze Dre Molt gůedes wynterrocghen by Spykermathe .. Ouer dat Erue en(de) dat gůet .. geheten ter Clywick als dat gelegen is / met al sinen Oelden en(de) nygen rechten to behoren in der buerscap van Berchusen in den kerspele van Aldenzale vmme eyne / su(m)ma gheldes de my ludiken 40 ghadde heyliken sine(n) wiue en(de) Otten ern sone voer(screuen) vns samentliken van Williken van lossere / voer(screuen) witlike al ende wal betalet is Vnde hebt voert desen voer(screuen) Thenden Ouer dat erue en(de) gůet ter Clywick voerscreue(n) / opgelaten en(de) opgedragen vnde erflike des vortegen met hande(n) en(de) met mu(n)de .. vor Hinrike van Ouerhagen Richter in der tijt / tod Aldenzale daer he sat in gerichte vn(de) in 45 ene(n) hegeden heymale to behoef vn(de) in hande Wylkens van lossere Oden sines echte(n) / wiues vn(de) er erue(n)de voer(screuen) met allen vortichnissen en(de) oplatingen als daer to behoerden en(de) alze recht is .. Vnde deses voerscre(uen) / Thenden ouer dat Erue en(de) gůet ter Clywick voer(screuen) .. sal Jc ludiken gadde Heylike syn wyf Otto er zone voer(screuen) ende onse / rechten eruende erflike waren vn(de) des rechte waerscap 50

59 Twee keer "vnse" geschreven.

60 De schrijver gebruikt bijna na elk woord een punt. Bij zo'n overdaad werd er, bij wijze van

uitzondering, pas bij twee (of meer) punten toe overgegaan om de punten weer te geven.

Page 60: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

doen .. Wylken van lossere Oden sine(n) echten wiue en(de) ern erue(n)de(n) / voer(screuen) wo men enes erfcopes met rechte waren sal vor alle de ghene de des to rechte comen willet Oek sint vorwarde / in desen breue dat Jc ludiken gadde .. heylike syn echte wyf en(de) Otte er zone voer(screuen) en(de) onse rechten erue(n)de willen en(de) solen / vnde louen vaste in desen breue .. Wyllikene van lossere Oden sinen wiue en(de) 5 ern erue(n)de(n) voer(screuen) desen Thenden ouer dat erve / ende gůet ter Clywick voer(screuen) to vorholdene in rechter leenscher weer by den rechten leenheren daer de voer(screuen) thende van / to lene roret sunder enigen ern hynder ofte schaden wilkens van losser Oden synes wiues of er erue(n)de voer(screuen) Al argelijst in / desen breue vytgezeget Jn eyn tůech der waerheit Al deser dinc voer(screuen) hebbe JC ludiken gadde 10 voer(screuen) vor my heyliken myn echte / wyf en(de) Otten onsen zone vm erre bede willen en(de) vor onse rechten erue(n)de voer(screuen) myn segel an desen brief gehangen vn(de) vm ener / meerren vestnisse willen heb wy zamentliken gebeden Hinrike den Richter van Aldenzale voer(screuen) desen brief mede ouer vns / met sinen segele to bezegelen Vnde JC Hinric van Ouerhagen Richter in der tijt tod Aldenzale voer(screuen) want al dese dinc 15 voer(screuen) / in gerichte en(de) in hegeden heymale vor my gescheen sint. en(de) mine(n) orkůnt daer van vntfengh so heb ic vm bede willen / van beiden Parthien voer(screuen) myn segel mede an desen brief gehangen daer mede An en(de) Ouer weren alze rechte kornote(n) / ende gerichtes luede Herman Snoye. Gherd Ryckardinch en(de) ander gůede luede Gegeuen in den Jaer onses here(n) goeds / dusent drehundert Een vnde Negentich 20 vp Sunthe Aghaten dach ener hilgen Jůncfrowen ... .. 1392a Oldenzaal 1392-04-21 25 REGEST Wernerus Sly, deken der kerk van Oldenzale verklaart, dat Arend van Hoenhorst ten overstaan van hem heeft gezworen, dat de steeg en weg vanaf het huis van zijn overleden vader naar de "steen strate" in Rene (Rheine [D]) bij het huis van zijn vader behoorde en 30 behoort. Getuigen zijn heer Sweder Humbertinch, kanunnik te Oldenzale, Mathies van Boninghe, Arend Grubbe, Arend v[an Ec]ghene en anderen. TRANSCRIPTIE Wij Wernerus Sly dekene der kercken van Oldenzale . doen kundich allen luden . kenne(n) 35 en(de) tůghen openbaer in dezen breue / dat vor vns ghewezen heuet Arend van hoenhorst en(de) zwaer ouer den hillighen mid upgherichten vinghern en(de) mid ghe/staueden eden dat die steghe en(de) wech die daer ghaet van den hues dat zijns vaders the wezen plach die wile he leuede / en(de) zijn nae der tijt aen die steen strate tho Rene dat die tho den hues hoer en(de) daer na oft voer nemende ghene(n) wech en / hadde noch en heuet daer 40 in die steghe oft daer vyt . dan die ghene den dat des hues is dat em zoe God helpe en(de) hilighen / en(de) want dit voer my ghescheen is zoe hebd ich myen zeghel an dezen breef ghehanghen daer mede aen en(de) ouer were(n) / heer Sweder humbertinch Canonic tot Oldenzale Mathies van boninghe Arend Grubbe Arend v[an Ec]ghene en(de) anders / guder lude ghenoech Ghegheuen int Jaer ons Hern dusent drie hondert twe en(de)neghentich des 45 ijrsten [son]daghes nae / paeschen 1392b Enschede 1392-05-22 50 REGEST Dyderich van Ramesberghe, zoon van Steueken, verkoopt aan Ludeken en diens broer Symon van Gheysteren het erve De Hofstede, gelegen aan de es te Enschede en in het

Page 61: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

kerspel Enschede, en levert dat erf voor de richter Vrederik van Burze en diens keurnoten. Keurnoten zijn heer Bruen van Asbecke, deken thor Nyenborch, Clawes van Beueren, Herman de Beuer, Berend van Asbecke de Jůncgeste, Hinrich van Metelen, Hinricus Scheckel en anderen. 5 TRANSCRIPTIE Jch Dy[der]ich van Ramesberghe . Steuekens zoime61 van Ramesberghe do kundich allen luden . de dessen breef zeen . / ofte horet lezen . vnde bekenne des . dat Jch mit guden vryen willen alle myner rechten erue(n)d . hebbe verkoft . / vn(de) verkope rechtes stedes kopes erflike . ludeken . vn(de) Symone . Brod(er)e . van Gheysteren vnde eren rechten 10 erue(n)den / dat Erue vn(de) guet . gheheten de hofstede . alze dat gheleghen is . mit torůe . mit twighe . mit water(e) . mit / wede . mit aller slachter nůt . vn(de) mit alle ziner rechte(n) thobehoryncge . An den Essche tho Enschede . vn(de) Jn den / kerspele van Enschede . vor eyn vry . dorslachtich . ledych . eghen guet . ane Tenden . den de heren van Oelden=/zelle dar vt hebbet . vor eyne su(m)me gheldes des vns wal betalet is . tho vnze(n) willen . vn(de) 15 hebbe dar vp / verteghen mit handen . vn(de) mit mu(n)de . alles rechtes des Jch vn(de) myne erue(n)de . daer an hedden . vor eyen / ghehegheden gherichte . alze voer vrederike van Bůrze . de daer zat in eyne(n) ghehegheden gherichte daer an / vn(de) ouer weren . alze rechte koernoten . de hijr nae ghescreue(n) staet .. Vnde Jch . vn(de) myne rechte(n) erue(n)de . / zolen . ludeken . vn(de) Symone . vorge(nomd) . vn(de) eren rechte(n) 20 erue(n)den . des vorge(nomde) gudes . thor hofstede . rechte waerscap / doen . vor eyn vry doerslachtich . ledich . eghen guet . vor alle de ghene . de des tho rechte komen wilt . alzeme(n) / eynes doerslachtighen ledighen eghen gudes . tho rechte waren zal . wa(n)neer en des noet is . vn(de) ze vns / dat tho eyschet .. Alle desse vorge(nomde) stucke laůe Jch dyderich vorge(nomd) . vn(de) myne rechte erue(n)de stede . vn(de) vast / tho holden(e) . al 25 arghelist vtghesproken . vnde tho eyne(n) tughe alle desser vorge(nomde) stůcke . zo heb Jch vor my / vn(de) myne rechte erue(n)de myn zeghel an dessen breef ghehancgen mit zeghele . vrederikes . van Bůrze / de es eyn [R]ichter was . des Jch vrederich van Bůrze . vorge(nomd) enkenne . dat alle desse vorge(nomde) articule ghe/schein zint vor my . daer Jch zat Jn eyne(n) ghehegheden gherichte . dar an . vn(de) ouer w(er)en . alze rechte 30 koer/noten .. her Bruen van Asbecke . deken thor nyenborch Clawes van Beu(er)en . Herman de Beuer . Bere(n)d / van Asbecke [de] Jůncgeste . Hinrich van Metelen . hinricus Scheckel vn(de) ander lude ghenoech . vn(de) hebbe des / tho eyn(n) oe[rkun]ne des gherichtes . v(m)me bede willen . desser vorge(nomde) . myn zeghel an dessen breef . gheha(n)cgen / Datu(m) Anno d(omi)n[j] MoCCCo no(na)ge(si)mo secu(n)do . vigilia 35 Asce(n)sionis d(omi)nj n(ost)ri Jh(es)u xr(ist)j .. 1393a Oldenzaal 1393-02-21 40 REGEST Roelf van Covorde verklaart aan zijn vrouw Lutgaerd [van Hekeren] het vruchtgebruik te hebben gegeven van het goed te Hamesing c.a., gelegen in het kerspel Aldenzale in de buurschap Voelt (Volthe), ten overstaan van Hinrich van Ouerhaghen, richter van Aldenzale, 45 en de keurnoten Willam van Beuervoerde, Clawes van Ouerhaghen, heer Dylies van Bransenborch, kannunik te Oldenzale, Arent Grubbe en anderen. TRANSCRIPTIE 50 JC Roelf van Covoerde do kundich allen luden vnde betughe openbaer dat ich hebbe ghemaket v[nde make] myt desen opene(n) breue / Lutgaerde myne(n) echte(n) wyue tot

61 Schrijffout in plaats van "zoine" ?

Page 62: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

eyner rechten lijftucht . dat guet tho hamesing myt lude(n) myt lande myt torue vn(de) myt twighe / myt aller slachternuet vn(de) myt al zine(n) oelden vn(de) nyen rechte(n) to behore(n)ne alze dat gheleghen is Jn den kerspele van Aldenzale vnde Jn / der bůrscap van voelt . to bruke(n)ne na lijftuchts rechte . vn(de) hebbe daer vp vorteghen vor hinrike van Ouerhaghe(n) Richter Jn der tijt tot / oldenzale . daer he zat to gherichte in eyne(n) 5 gheheghede(n) heymale daer he zine(n) oerku(n)t vp vntfench myt allen vortichnissen vn(de) vpla/ti(n)gen alze daer to behoerde . vn(de) als ich myt rechte solde . vn(de) Jch vn(de) myne rechte(n) erve(n)de zolen vn(de) willen lutgaerde voer(screuen) des voer(screuen) gudes / to hamesing myt zine(n) to behore(n)ne ware(n) vn(de) rechte waerscap doen wo men eynre lijftucht to rechte schuldich is to ware(n) vor alle de / ghene 10 de des ton rechte come(n) wilt Al arghelist deger vn(de) al wtghesproken Jn eyn vast orku(n)t deser dinge voer(screuen) So heb ich Roelf voer(screuen) / myn segel an desen brief ghehangen vor my vn(de) vor myne rechte(n) erue(n)de . vn(de) tot eyner merre(n) vestnisse al deser dinge voer(screuen) heb ich / ghebeden hinrike van Ouerhaghen den Richter van Aldenzale voer(screuen) dat he desen brief mede ou(er) my bezeghelen wolde 15 myt zine(n) seghele / Ende ich hinrich van Ouerhaghen Jn der tijt Richter tot Aldenzale wa(n)te alle dese vorscre(uen) ding vor my ghescheen zint daer ich zat to / gherichte in eyne(n) ghehegheden heymale dar ich myne(n) oerku(n)t vp vntfench So heb ich v(m)me bede willen Roelfs voer(screuen) myn segel myt / zine(n) segele mede an desen brief ghehange(n) dar an vn(de) ou(er) were(n) alze kornote(n) vn(de) gherichteslude willam van 20 Beuervoerde Clawes van Ouer/haghen her dyl[i]es van bransenborch Canonich toldenzale Are(n)t Grubbe vn(de) anders gude lude Ghegeue(n) Jn den Jaer vnses here(n) dusent / drehondert dre vn(de) negentich vp Su(n)te Peters aue(n)t den men Scrijft Jn den latine Cathedra petrj . .62 25 1393b Ootmarsum 1393-04-01 REGEST 30 Ludolph van Sconeuelde, zijn vrouw Alijd en hun kinderen Matheus, Ludolph en Ode verkopen aan schepenen der stad Oetmersem hun recht op een deel van de plaats, waar de Berchvrede staat bij de Poelsteghe. TRANSCRIPTIE 35 Ich ludolph van Sconeuelde alijd myen Echte Vroůwe matheus lůdolph en(de) ode Vnse Echten kinder bekennen En(de) betůg hen in dessen Openen / breůe dat wy hebbet ouergheůen En(de) ghevet Ouer in dessen breůe Erflike Ewelike En(de) Ju(m)mermeer den Scepenen der stad / Van Oetmersem al vnse recht en(de) al vnse ansprake die wy hadden ofte vnse Erfgh(enamen) an Eyn deel van der stede daer de berch/vrede vp steyt tod 40 Oetmersem tyeghen die poelsteghe En(de) al vnse recht En(de) ansprake die wy hadden an den [grauen] by den / berchvrede alse vor Eyne summe gheldes die vns van den scepenen vorgh(enoemt) degher En(de) al wal betalet Js . Also dat wy noch vnse / Erfgh(enamen) noch nyman van vnser weghene an der vorgh(enoemden) stede ofte an den grauen nyerhande recht Of. ansprake an hebbet of / an wachtene zynd yenigherleye wijes 45 vytghesproken al arghelist Jn Eyn tůech der waerheyt zo hebbe Jch ludolph vorgh(enoemt) [myen] / zeghel an dessen breef ghehangen vor my Vor aliide myen wiif en(de) vor vnse kinder En(de) vor alle vnse Erfgh(enamen) ghegeuen Jnt [Jar] / vnses heren dusend drehůndert dre En(de) neghentich des dinxedaghes na Palmen dach 50 62 Het charter was aanvankelijk (17/01/97) onvindbaar. Door toeval werd het later toch onder

inv. nr 1839 "ontdekt".

Page 63: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1393c Oldenzaal 1393-10-22 REGEST Henric van Ouerhaghen, richter te Aldensale, oorkondt dat Herman, zoon van wijlen Johan 5 ton Gherkessem afstand heeft gedaan van al zijn aanspraken op het goed ton Gherkessem ten gunste van heer Henric van den Toerne, beheerder van het Huis der Johannieters in Stenvorde, maar dat hij het 10 jaar op de oude pacht mag bebouwen. Keurnoten zijn Arend Poppe, Williken van Losser en anderen. 10 TRANSCRIPTIE Jc Hen[r]ic van ouerhaghen richter in der tiid tot Aldensale make kunt allen luden met dessen / breue dat vor my is ghecomen dar ic zad in gherichte in ghehegheden heymale . herman / zelighen Johans zone ton Gherkessem en(de) heuet daer met zinen guden moetwillen med / hande en(de) med munde vp ghedraghen en(de) verteghen aller ansprake 15 ende rechtes dat he had=/de of wachtene was an den gude ton Gherkessem in hant hern henricx van den toerne / ordens sunte Johannis Scheffeners des huses van Stenvorde to behof ziins orden en(de) des / huses vorscre(uen) Jn alsodanen vorwarden dat herman vorscre(uen) met willen hern henricx van we=/ghene ziins orden vorscre(uen) en(de) vůlbaert mach dat guet ton Gherkessem voerscre(uen) teyn Jaer / nu naest komene na data 20 desses breues telen en(de) bouwen vmme zine oelden pacht als / vm veerteyn schepel rogghen marketscoens korens de alle Jaer tho betalene vp zunte mer=/tens dach in den winter tho Stenvorde vp zine eghene kost by stenvorder mathe Voert zint / vorwarde wen des andern vordrot en(de) zier enslaghen wolde wesen na den teyn Jaern vorscre(uen) / de zal dat den andern een half Jaer vor vp zegghen als tho paesschen dat zic malk daer / 25 binnen moghe verzeen dat guet ton Gherkessem vorscre(uen) binnen desser tiid nicht tho ver=/ergherene Al arghelist vitghesproken hiir weren an en(de) ouer alse rechte kornoten Arend Poppe / williken van losser en(de) anders guder lude ghenoch Jn en tuech der warheyt zo heb ic henric vorscr(euen) / vm bede willen van beden p(ar)tien myn zeghel an dessen breef ghehanghen Ghegheuen int Jaer / vnses hern důsent drehůndert 30 dreentneghentich des gudensdaghes na der eluendusent meghede / dach 1394a Almelo 1394-01-06 35 REGEST Gherd van Ampsen genaamd Tunnyken en zijn zoon Herman van Ampsen verklaren dat zij beloofd hebben aan Everd van Heker, heer tot Almelo, Beatrix, jonkvrouwe tot Almelo en hun kinderen Egbert, Herburgh, Lyze en Mette, nooit meer iets te zullen ondernemen tegen 40 hen, hun nakomelingen of de heerlijkheid Almelo, waarbij zij zich verbinden dat bij niet nakoming zij, op aanmaning, binnen acht dagen in een herberg te Almelo zullen verschijnen om verantwoording te doen. TRANSCRIPTIE 45 Jk Gherd van Ampsen anders gheheten Tůnnyken Herman van Ampsen gherdes zoene vors(creuen) bekenne(n) vnde betughe(n) / openbaer myd dessen openen breůve dat wy gheloůet hebbet vnde loůven nů(m)m(er)meer tho doene myd růne myd rade myd / dade ofte myd gheenreleygewys tieghe(n) Eůerde van Heker h(er)e tod Almelo Beatrix Jůncfrouwe tod Almelo Egberte va(n) / Almelo eren zoene . Herburghe lyzen En(de) metten oer dochter eer 50 erfghename(n) tieghen eer nacoemelinghe tieghen de heer=/scap van Almelo tieghen alle de ghene de Jn der heerscap van Almelo woenachtich zint Ende voert tiegehn alle / de ghene de desse vorge(nomde) vor deghedinghen willen . Ende weer oeck zake dat wy vns Jerghene hyr Jnne verbreken / Ende desse vorge(nomde) verloffnisse nyet vullencoemelike

Page 64: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

enhelden En(de) daer v(m)me ghemaenet woerden van Eůerde Beat(ri)x / Egberte herburghe lizen metten vors(creuen) eren Erffge(namen) Offte van erre een vorge(nomd) Offte van eren nacomelinghen offte / van eren wissen boden zoe zoelde wy bynne(n) Achtedaghen nae der vorge(nomden) manin(n)ghe Jnriden tod Almelo Jn eyne Ersa=/me herberghe En(de) vyt der herberghe gheenreleyewys thoscheidene noch hen thocoeme(n)ne 5 wy enhadden dat eersten / ver[r]ichtet daer wy broecachtich Jnne w(er)en ghewoerden . we(n)t dat wy des nyet endeden zoe bekande wy vnsselůer / truweloes eerloes En(de) meenedich Alle desse vors(creuen) půntte En(de) articule hebbe wy gherd en(de) herman vorge(nomd) gheze=/kert en(de) gheloůet Jn gueden trouwen myd vpgherichteden vingh(er)en En(de) myd ghestaůeden Eden lyffliken oůer / den heilighen ghesworen vast 10 En(de) stede tho holdene vntobroken zůnder Arghelist Jn oerkůnde der waerheyd / hebbe wy gherd en(de) herman vors(creuen) vnze Seghele an dessen Breeff ghehanghen Jn den Jaer vnzes h(er)en duezent dre=/hůndert vier En(de) neghentich vp den heilighen derteynde dach gheheiten Epiphania d(omi)nj 15 1394b Almelo 1394-04-04 REGEST 20 Gerd Abecede, Conraed Wyssikinck geheten Conraed Brij, Johan van Heghehuzen en Johan Husiken, schepenen van Almelo, oorkonden dat Borgard Koke c.s. verklaard hebben, dat Arend de Beggher en diens vrouw Aleyd zich van hun (geldelijke) verplichtingen gekweten hebben m.b.t. de bruidsschat van Borgard's schoondochter Gebbe. 25 TRANSCRIPTIE Wij Gerd abecede Conraed wijssikinch geheyten Conraed brij Johan van Heghehůzen vnde Johan Hůsiken in der tijt / Schepenen tot almelo . doen kundich allen luden vnde betughen openbaer med dessen openne(n) brieue dat vor ons sint / gekome(n) daer wij zeten tho gerichte in eynen ghehegheden heymale alze wij med rechte solden Borgard koke hinric sin 30 / sone vnde Gebbe hinrix wijf vorscreue(n) vnde schulden daer vor ons quit med handen vnde med můnden alze se med / rechte solden Arende den beggher aleyde sin echte wijf vnde er erfghename(n) van al alsedannen brůetschatte vnde / lofte alze se hinricke vorscreue(n) gelouet hadden med Gebben vorscreue(n) sinen wijue ofte borgarde vorscreue(n) tot behoef / hi[n]rix vnde sins wijues vorscreue(n) van allen gelde cleynode 35 vnde medegaue vnd gelde heymelicke ofte openbaer vnde / bekanden voert vor ons dat wij de bruetschat vnde medeghaue wo dat de ghelouet were heymelicke vnde openbaer / tot gůder tijt wytlicke vn(de) wal betalet we[r]e vnde daer nu(m)meer ansprake m[er] an tho hebbe(n)ne Alle arghelyst vytghe=/sproken Jn eyn tuech der waerheyt wente dijt vor ons schepenne(n) vorscreue(n) ghescheen is daer wij zeten tho gherichte alze / vorscreuen is 40 vnde ons orkenscap op vntfenghen so hebbe wij onsen stades segel an dessen brief gehanghen Gegheue(n) / inden iaer ons heren dusent drehundert vier vnde neghentich op zunte ambrosius dach eyns helghen bisscops 45 1394c Oldenzaal63 1394-04-20 REGEST Herman Pennynclo, richter te Oldensele, oorkondt dat Arnd van Hoenhorst, knape, onder 50 ede verklaard heeft dat de weg van het huis te Hoenhorst naar de straat te Rene (Rheine),

63 In de OO (deel I, 2) wordt deze oorkonde gedateerd op 31 maart 1399. Zie ook concordantie bij

deze oorkonde.

Page 65: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

van hem is en dat niemand anders daar recht op heeft. Getuigen waren Mathies van Boninge en Arnd Grubbe. TRANSCRIPTIE Jch Herman pennynclo en sworen richter in der tijd to oldensele enkenne vnde betughe / 5 openbar in dessen breue dat vor mi in gerichte gewesen heuet Arnd van hoenhorst knape / vnde swoir ouer den hilligen mit syne(n) upgerichteden lijfliken vingeren gestauedes edes / da[t] de stege vnde wech de dar geit va(n) den hus gehete(n) dat hus to hoenhorst dat sijns va=/ders plach to wesene der wile he leuede vn(de) [nv] sijn na der tijd sijn erf egen vor vn(de) na van / oldere(n) to oldere(n) went an de strate t[o] rene heuet gewesen 10 vnbesproken van iemande vn(de) de allent / to den huse vurge(nomd) hort vn(de) dar anders nemant nyn recht an en h[eb] in off vt to gane dan de / gene den dat hus is dat [em] so god holpe vn(de) de hilligen wa(n)t dat behol[p] vor mi gescheen is ter or=/kunde der warheit so heb ik myn segel an desse(n) breff gehange(n) hir were(n) an vn(de) ouer mathies van / boninge Arnd grubbe Datu(m) Anno d(omi)nj M CCC ve[r v]n(de) negentich 15 des mandages na paschen 1394d Almelo 1394-11-13 20 REGEST Euerd van Heest, richter en ambtman der heerlijkheid Almeloe, oorkondt dat Euerd van Hekere, heer van Almeloe (knape), Beatrix zijn echtgenote en Egbert van Almeloe hun zoon, aan Herberich van Almeloe geheten van Wachtendunck (dochter van Euerd en Beatrix), 25 schuldig zijn wegens geleend geld 200 zware Rijnse guldens, en daarvoor verbonden het goed ten Nyenhaue, gelegen in de heerlijkheid Almeloe. Keurnoten en gerichtslieden zijn Gheerd van Pesie, Otto Mumme en anderen. TRANSCRIPTIE 30 JC Euerd van heest een richter en(de) amptma(n) der heerschap va(n) Almeloe jn dier tijt doe ku(n)dich alle(n) lude(n) en(de) tuge ape(n)ba(er)e Jn dess(en) / apene(n) breue dat voer my gecome(n) sin Jnt gerichte Jn enen gehegede(n) heymale En(de) voer gerichtes lude hijr nae bescreue(n) Euerd / va(n) hekere h(er)e tod almeloe knape Beatrix joncfr(ouw) tod almeloe sijn echte wijf En(de) egb(er)t van almeloe hore twyer echte sone En(de) 35 beka(n)=/den voer my . dat sie en(de) hoer erfge(namen) schuldich sin . van gerechte witliker schult van ryeden gelyende(n) gelde herberige va(n) almeloe / gehete(n) van wachte(n)důnck echte dochter Euerdes en(de) beatrix . vors(creuen) en(de) zuster egberts vors(creuen) en(de) hore(n) rechte(n) erfge(namen) twehondert guede / zwaer rijnsche guldene gued va(n) golde en(de) vůlwichtich ofte gued gelijc en(de) weert payme(n)t daer 40 voer dat daer gued voer sij Jnder / tijt der betalinge . Doer welke twehondert guldene vors(creuen) sie herberige vors(creuen) en(de)hore(n) erfge(namen) gesat hebben en(de) zetten tod enen / rechte(n) onderpande hoer erůe en(de) gued te(n) nyenhaue mitten eyghene(n) luden die daer toe hore(n) mit torůe mit twyge mit / water mit weiden mit alre slachter nůt en(de) mit al sine(n) olde(n) en(de) nyen toebehoern alsoe dat gelege(n) is Jn 45 der heerschap van / almeloe En(de) droghe(n) hoer dat vors(creuen) gued voer my Jn de(n) gerichte vp alse sie mit rechte solden En(de) laůede(n) hoer des voerscre(uen) / guedes toe warene woe dat me(n) een vryeyghe(n) toe rechte ware(n) sal voer al die ghene die dat vors(creuen) gued en(de) lude aen spreke(n) / wille(n) die des toe rechte come(n) willen hent alsoe lange dat sie herberige vors(creuen) en(de) hore(n) erfge(namen) dese 50 vors(creuen) twehond(er)t guldene / betaelt hebbe(n) ofte payme(n)tes alse vors(creuen) is En(de) mytten vors(creuen) gelde ofte payme(n)te moghen sie en(de) hoer erfge(namen) herberige / voers(creuen) oft hore(n) erfge(namen) dit vors(creuen) gued en(de) lude af losen alle Jaer vp sente mertens dach Jn de(n) wynter En(de) wa(n)neer sie / herberige

Page 66: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vors(creuen) oft hore(n) erfge(namen) dit vors(creuen) gelt oft payme(n)t als vors(creuen) is betaelt hebben en(de) vp termij(n) alse voers(creuen) is / Soe sal dat vors(creuen) gued weder quijt ledich en(de) los wesen toebehoef Euerdes beatrix en(de) egberts vors(creuen) en(de) hore erfge(namen) / Mer wes voer den t(er)mij(n) der betalinge vp den vors(creuen) guede van enygen Ja(er)e verschenighet is van zaede van renthen en(de) / van vervalle dat 5 sal . herberich vors(creuen) en(de) hoer erfge(namen) hebben en(de) boere(n) En(de) hoer orbaer daermede doen Sond(er) enichweder=/segghe(n) En(de) al argelist hijr Jnne vytgespraken hijr wer(en) an en(de) au(er) alse koernote(n) en(de) gerichts lude gheerd va(n) pesie / otto mu(m)me En(de) anders gueder lude genoech Jn oerconde des soe heb ic Euerd va(n) heest richt(er) vors(creuen) mij(n) zegel want / dit voer my gheschie(n) is En(de) 10 ic mij(n) oerconde hijr vp ontfange(n) hebbe tod ene(n) [t]uge der waerheyt an desen brief / gehange(n) Ende wij Euert van hek(er)e Beatrix en(de) egb(er)t voers(creuen) en ke(n)ne(n) aller vurwarden en(de) puntten alse vorscre(uen) / steet En(de) laůen die herberige ons(er) docht(er) eu(er)des en(de) beat(ri)x vors(creuen) en(de) zůster egberts vors(creuen) en(de) hore(n) erfge(namen) stede vast / en(de) vntobroke(n) toe hoelde(n) en(de) hebbe(n) des 15 onse zegele vmme der meere vestenisse willen mit Euerdes ons(es) richters / en(de) amptma(n)s zegel voer ons en(de) voer onse erfghename(n) an desen brief gehanghe(n) Ghege(uen) Jnden Ja(er)en ons heren / duzend dryehondert vier en(de) neghe(n)tich vp sente brixius Dach eens hilghen bysscops 20 1395a Ootmarsum 1395-07-24 REGEST 25 Clawes de Coster, Arnoldus van Vasse, Gherd de Scypper, schepenen van Oedmersem, oorkonden dat Gherd Leferdes, hun medeburger, c.s., verkocht en geleverd hebben aan heer Sweder Humbertinch, kanunnik te Aldenzale, een perceel land van zes schepel gezaai, Deventer maat. 30 TRANSCRIPTIE Wij Clawes de Cost(er) Arnoldus van vasse . Gherd de scyppe(r) inder tijd scepene vnde vord die ghemeynen / scepene(n) der stad van Oedmersem . bekenne(n) vnde betůgen openbaer in desse(n) breue Dat vor vns in Scependoem selue / ghekome[n] syn Gherd leferdes vnse borgher [vn(de)] Styne zin echte wijf . Tybbe konne . vnde Gherardus oere / 35 twyer echten kinder . Vnde enkanden daer vor vns zementlike . dat ze vorcoft hadden . vnde vorcoften d[at] / tho[r] zelue(n) tijd vor vns redelike vnde reclike stedes vastes ewighes erfkopes . Hern Sweder Hůmbertinch / Canonicke the Aldenzale . syne(n) rechten eruend(en) . Of holder dess(es) breues mit zinen willen . Eyn stůcke landes / van ses scepel ghesede deuenter mathe . gheleghen vp den hůndeler bynne(n) den wicbolde van 40 Oedmer/[sem] [als] vmme [eyne] su[m]ma van ghelde de em witlike vn(de) wal al betaelt weer van h(er)en zweder vorscr(euen) / als [ze] dae[r] vor vns enkanden Vnde gheng[hen des] vorscre(uen) stůcke landes daer vor vns vyt [... .]el[.] / of hern zweder vorscre(en) [z]iner eruende of holder dess(es) breues mit syne(n) willen mit hande vnde / mit mvnde mit allen vortichnissen . vnde vplatynge(n) als daer tho behoerden . vnde als ze mit rechte 45 solden / ze of er eruende daer nicht meer an the hebbene noch wachtende an the wesene gheenre leye wijs / Vortm(er) so loueden . Gherd Styne Tibbe Konne vnde Gherardus vorscre(uen) dat ze vnde eruend(en) . willen / vnde solen . hern zweder syne(n) eruend(en) of holder dess(es) breues mit syne(n) willen vorscr(euen) . dess(es) vorscr(euen) / stůcke landes waren vnde rechte warscap doen . vor eyn vrijg wycbolde gůed . Wo men eyns vrijg / 50 wickbolde gu[d]es the [re]chte waern sal vor al de ghene de des the64 komen willen . Al arghelist / yut ghesp[roken] . Jn [e]yn tůech der waerheyt so heb wij scepene(n) vorscr(euen)

64 De schrijver heeft "rechte" blijkbaar vergeten.

Page 67: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

wand dit vor vns ghescheen / is . vnde vnzen Orkůnd hiir vp vntfencghe(n) . vnses stades zeghel andess(en) breeff ghehancge(n) . Ghegeue(n) / Jnden Jaer Ons hern . dusend . drehondert viifende negentich . vp sent Jacopes aůend eyns hilli/gen Apostoles 5 1395b Almelo 1395-08-28 REGEST Johan Meyenberch, geheten Braetmussche, verklaart dat Euerd van Hekere, heer te 10 Almeloe (knape), hem alle toegebrachte leed en schade vergoed heeft. Getuigen zijn Euerd van Heest, heer Gherijt (priester en vicarius te Almeloe), Gheerd Abcede, Koenraed Bry naast andere getuigen. Dyrck Bobbentrijs heeft gezegeld. TRANSCRIPTIE 15 JC Joha(n) meyenberch anders gheheten Braetmůssche doe kont en(de) kenlich allen luden beke(n)ne en(de) betuge ape(n)ba(er)e Jn dessen apene(n) breue / voer my en(de) voer myne erfg(enamen) dat my Euerd van Hek(er)e h(er)e tod almeloe knape vuldaen en(de) wal betaelt heuet va(n) alsulker venckenisse / en(de) schattynghe en(de) va(n) aller verlust die ic bi hem gelede(n) hebbe doe ic lestwerf nederlach en(de) gevanghe(n) waert toe 20 kouorde(n) En(de) schelde Euerde vors(creuen) en(de) sine(n) erfg(enamen) va(n) dier gevenckenisse en(de) va(n) aller verlust die ic gelede(n) hebbe alse vors(creuen) is quijt ledich en(de) los vor my en(de) / voer myne(n) erfg(enamen) En(de) weert sake dat eu(er)de vors(creuen) of sine(n) erfg(enamen) enighe manynghe of aensprake gheschiede daer sal ic oft mijn erfg(enamen) / hem ofte sine(n) erfg(enamen) verantworde(n) en(de) af ontheffen 25 Sonder arghelist Al desse vors(creuen) punte(n) heb ic Joha(n) vors(creuen) gelauet en(de) ghezek(er)t / an gueden trouwen En(de) auer den hilghen gezwaren mit vp gherichte(n) vyngh(er)en en(de) mit gestaefden eede stede vast en(de) vntobro=/ken toe hoeldene euerde vors(creuen) en(de) sinen erfg(enamen) daer dit gheschede daer were(n) auer en(de) an Euerd va(n) heest her gherijt priester / vycarius tod almeloe gheerd abcede en(de) 30 koenraed bry En(de) anders vele gueder lude genoech Jn oerconde des want ic Joha(n) vors(creuen) / zelue(n) gheen zegel en hebbe Soe heb ic gebeden dyrcke bobbentrijs desen brief ouer my toe bezegelen En(de) ic dyrck vors(creuen) en ke(n)ne / dat ic hijr mede auer en(de) an geweest hebbe En(de) hebbe mijn zegel vmme bede wille(n) Johans vors(creuen) an desen brief ghehanghen / Gheg(euen) Jnde(n)Jaer ons h(er)en Dusend Dryehond(er)t 35 vijf en(de) neghentich vp sente Julian(us) Dach 1395c Oldenzaal 1395-09-29 40 REGEST Deken en kapittel van Aldensale, beheerders der goederen van St. Pleghelmus, "meystersche en juncfrouwen in den oelden Baghynenhues" en beheerders van de Heilige Geest aldaar, vergunnen aan Rolef van Kouorde en zijn vrouw Lutgard de jaarrente van vier 45 mud rogge uit de goederen Wendelgarinc Loesinc te Vasse en Hamesinc te Volt, welke deze hun verkocht hadden, ieder jaar te lossen. TRANSCRIPTIE Wy deken ende Capittel der kerken van aldensale Raetlude des guden sunte pleghelmus . 50 Meystersche ende juncfrouwen in den oelden baghynenhues / ende raetlude des hilghergheestes tod aldensale doen kundich allen luden dat Rolef van kouorde lutgard syn echte wijf en(de) oer eruende moghen / (.....) vp sunte peters dach ad Cathedram weder kopen van ons ende van onsen nacomelinghen de vyer molt winterrogghen de se ons erflike

Page 68: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

/ verkoft hebben vyt oren gueden alse wendelgarinc loesinc to vasse ende vyt hamesinc to volt elijc molt vor seesteen ghelressche gul[d]ene of / ghelijc payment gheng[h]e ende gheue vp datu(m) desses breues sunder arghelist to tughe der waerheyt so hebbe wy deken ende capittel Raetlude / sunte pleghelmus Meystersche en(de) Juncfrouwen vorscre(uen) onse seghele an dessen breef ghehanghen ende wy schepene(n) van alde(n)sale hebben om / 5 bede willen raetlude de65 hilghengheestes onses stades clene seghel an dessen breef ghehanghen Ghegheuen [J]nt iaer onses here(n) dusent dre / hundert vijef ende neghentich vp sunte mychael[is] dach 10 1395d Enschede 1395-11-11 REGEST Herman de Weghener c.s. verklaart aan Bolte Revykens verkocht te hebben een perceel 15 bouwland op de es te Enschede "bij den k[u]rten", en dat perceel geleverd te hebben voor Herman Lufoghe, richter van Enschede. Getuigen [hier: wyncopes lude] zijn Willem de Becker, Herman de Pelser naast anderen. TRANSCRIPTIE 20 Jch h(er)man de weghener mette myen echte wijf henniken hinrich euert reze fenne Aleke Grete vn(de) gheze vnze / echten kinder kennet vn(de) betughet Jn dess(en) opene(n) b(re)ue dat wy mit moetwille(n) by raede Al vnzer recht(en) / erf(genamen) hebt vercoft vn(de) vercopet erflike in dess(en) b(re)ue bolte(n) revykens vn(de) syne(n) recht(en) erf(genamen) een stucke / boulandes Als dat beleghen Js vp de(n) esche tenschede by den 25 k[ů]rten vn(de) Js ghehete(n) dat schatstůcke / myt al syner slacht(er) nůoet vn(de) tobehoer to hebbene to brukene vn(de) dar die tobezittene erflike ewelike vn(de) / v(m)merm[e]er v(m)me eyne Su(m)me gheldes de vns van bolten vors(creuen) wytlic vn(de) wal betalt is vn(de) hebt dar van / vorteghen alles rechtes vn(de) ansprake de wy dar an hadden of v(m)mer an to wachtene wesen zoelen vn(de) / synt des vetgheghaen vn(de) hebt dat vp 30 ghedraghen myt ha(n)den vn(de) myt mu(n)den als ordel vn(de) lantrecht wiset / vor h(er)ma(n) lufoghe richt(er) tenschede in der tijt dar hy zat to gherichte in ene(n) gheheghede(n) heymale woe hy / myt rechte zolde vn(de) zole(n) hem des vors(creuen) stuckes rechte warschap doen wo men een vrieghen myt rechte / ware(n) zal [wo] vake hem des noet is vor al de ghene des des66 to rechte come(n) wylt Al arghelist vytghe/sproken Jn 35 een tuch der waerheyt want ic h(er)ma(n) weghener vors(creuen) gheen eghen zeghel en hebbe / zoe hebbe wy zame(n)tlike ghebeden h(er)man lufoghe richte(r) vors(creuen) dess(en) bref tebeseghelen vor vns vn(de) vor / vnse recht(en) erfge(namen) vn(de) Jc h(er)man richte(r) vors(creuen) wa(n)t dess(e) vertichnisse vn(de) vplati(n)ghe vor my ghescheen is / dar ic zat tho gherichte als vors(creuen) is zo hebbe ic v(m)me bede wylle(n) 40 va(n) beyde(n) tsiden mijn seghel an / dess(en) bref ghehanghen hir weren An vn(de) ou(er) als recht(e) wy(n)copes lude wille(m) de becker h(er)man d[e] / pelser vn(de) anders guder lude ghenoch Datu(m) A(n)no d(omi)nj Mo CCCo no(na)ges(im)o q(ui)nto ip(s)o die b(ea)ti m(ar)t(in)i hyemal(is) . 45 1396 Almelo 1396-05-04 REGEST 50 Gherijt Gosenssone, geboortig uit Zwole, verklaart dat hij gezworen heeft nooit meer iets te 65 Een "s" is niet zichtbaar.

66 Twee keer "des".

Page 69: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

zullen ondernemen tegen Euerd van Heker, heer tot Almelo (knape), Beatrix, jonkvrouwe tot Almeloe, en hun kinderen Egbert, Herberich, Lisabeth en Mechteld, hun erfgenamen en de heerlijkheid Almelo. Getuigen zijn Johan de Zomer, Gheerd Abcede, Johan Hegehues en Herman de scroder als schepenen te Almeloe. 5 TRANSCRIPTIE JC gherijt gosens sone gebare(n) vyter stad van zwole doe kont en(de) kenlich alle(n) luden beke(n)ne en(de) betuge ape(n)ba(er)e / Jn dessen apene(n) breue dat ic hebbe verlauet . Euerde van hek(er)e h(er)e tod almelo knape . en(de) beat(ri)x Joncfr(ouwe) tod alme/loe Egb(er)t herberich lisabeth en(de) mechtelde echte kind(er)e . euerts en(de) beatrix 10 vors(creuen) en(de) hoer nacomelinge en(de) erfge(namen) / En(de) die Heerschap va(n) almeloe En(de) voert aldieghene die sie Of hoer nacomelinge en(de) erfge(namen) verdedinghen / willen daer nu(m)m(er)meer teghe(n) toe doene mit růne mit rade of mit daden Jn gheenreleyewijs En(de) nu(m)m(er)mer / nae desen dage toe comen Jn die Heerschap van almeloe En(de) en ke(n)ne dat ic hem . dit gelauet . en(de) gesekert / hebbe 15 an gueden trouwen En(de) auer den hilghe(n) gesware(n) mit myne(n) lijflike(n) vpgherichtede(n) vingh(er)en ende / mit ghestaefden eede . hem dese vors(creuen) articule půntte(n) stede vast en(de) vntobrake(n) toe hoeldene Sonder ar/ghelist Jn oerconde des en(de) tod enen tuge der waerheit want ic selue(n) gheen segel en hebbe Soe heb / ic gebede(n) den scepene(n) van almeloe alse Joha(n)ne den zomer gheerd abcede(n) 20 Joha(n)ne hegehues en(de) Her=/ma(n)ne . den scroder desen brief mitter stadzegel . van almeloe auer my toe besegele(n) En(de) wij Joha(n) die / zomer gheerd . abcede Joha(n) hegehues en(de) Herma(n) die scroder scep(en)en tod almeloe en ke(n)nen en(de) tughe(n) / dat wij dit mede gesien en(de) gehoert hebbe(n) En(de) hijr mede auer en(de) an w(er)en doe dit gheschiede En(de) hebbe(n) / des onser stad zegel . van almeloe vmme bede willen 25 gheerdes vors(creuen) tod enen tughe der waerheit an / desen brief gehange(n) Gege(uen) Jn de(n) Ja(er)en ons h(er)en duzend dryehond(er)t zes en(de) neghentich des anderen / dage(s) nae des hilge(n) cruces . dach Jnvencio 30 1398a Ootmarsum 1398-05-07 REGEST Gherd van Quendorpe en zijn vrouw Trude geven voor richter Johan de Kyster, voor Gherd 35 van Beuervoerde en Seyne van Vlederinghen als keurnoten, en voor Hermen Bertrams, Roelf de Ruwe, Clawes de koster, Lubbengherd en andere gerichtslieden, hun huis, erf, "spiker en(de) gaerden" aan de stad Oedmersem. De schepenen en de raad van Oedmersem kunnen ten behoeve van de "aerme lude" daarover beschikken. 40 TRANSCRIPTIE ICH gherd van Quendorpe . en(de) trůde myn echte wijf enkennen en(de) tůghen openbaer in dess(en) breue vor / vns en(de) vor vnze eruend(en) . dat wij van gůden berade . ende bij ghesonden lyue . půerlike om god en(de) / salicheit vnzer zelen ghegheuen hebt . en(de) gheuen in dessen breue. vnze erve en(de) hůes spiker en(de) gaerden / mit alle ern 45 thobehoringen . alset beleghen is bynnen Oedmersem . tůsschen lubberts hues des beckers an / de eyne ziet . en(de) Johans hůes poppinc an de ander ziet tho behoef aerme lude in the wonene . en(de) / in the herberghene nae willen der scepenen van Oedmersem en(de) ern rade Ende sin des vytgheghaen / Jaer en(de) dach . Ende hebt des erflike vortegen in hand der Scepenen van Oedmersem . the behoef ar/mer lude als vorscr(euen) is mit hande 50 en(de) mit monde mit allen vortichnissen en(de) vplatingen als oerdel / en(de) recht wisede . en(de) als wij mit rechte solden . Vor Johanne den kyster . de eyn gheswoern richter was / the Oedmersen daer he zat tho gherichte mit sinen kornothen en(de) gherichtes lůden in eyne(n) gheheghe/den heymale Ende wy gherd en(de) trůde vorscre(uen) . willen en(de)

Page 70: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

solen den scepenen van Oedmersem . wy ende / vnze eruende . dess(es) vorscr(euen) erves hůses spiker en(de) gaerden mit ern thobehoringen tho rechte waren vor / al de ghene de des tho rechte komen wilt Al arghelist degher en(de) al vytghesproken . en(de) alle nye vonde / de an desen breue hinderlich mogen wesen . Jn eyn vast tůech der waerheit . so heb ich gherd van Quendorpe vorscr(euen) myn zegel an dess(en) breef ghehangen vor my 5 vor trůden myn echte wijf om erer / bede willen want se vp desse tijt gheen segel en hadde. en(de) vor vnzer twyer rechten eruend(en) . Ende / tho eyner meren vestnisse . heb wij gerd en(de) trůde vorscr(euen) ghebeden sementlike Johanne den kyster / richter vorscr(euen) dat he dess(en) breef mede beseghelen wolde mit sinen segele . Ende ich Johan de kyster / richt(er) the Oedmersem vors(creuen) . enkenne dat ich om erer bede willen myn segel 10 hebbe mede an dess(en) breef / ghehanghen . want alle desse vorscr(euen) dingh vor my gescheen sin daer ich sat the gherichte in eynen / ghehegheden heymale mit myne(n) kornothen ende gherichtes luden en(de) myne(n) orkond daer vp vntfenge / Daer mede an en(de) ouer weern als kornothen Gherd van beuervoerde Seyne van vlederinghen En(de) / als gherichtes lude . hermen bertrams Roelf de růwe Clawes de koster lubbengherd en(de) 15 anders / vele gůder lude Ghegeuen en(de) ghescheen Jn den Jaer Ons hern Důsend drehondert Achtende / tnegentch . des dinxedages na des hilligen Crůces daghe . als men scrijft Jnuencio crůcis 20 1398b Ootmarsum 1398-05-16 REGEST Johan Klering en Herman Waeluelt verklaren onder ede, dat zij op generlei wijze iets zullen 25 doen tegen de stad Aldenzale en zijn burgers. TRANSCRIPTIE Wij Johan klering vn(de) Herma(n) waeluelt doet kundich allen luden vn(de) betuget mit desen opene(n) breue dat wij hebt gelouet en(de) ghezekert an guden / trouwen en(de) hebt 30 ou(er) den hiligen ghezwore(n) mit vpgerichten lijflike(n) ving(er)en en(de) mit gestaefden eede(n) nu(m)mermeer negeenreleyewijs mit Růne(n) mit / rade(n) mit dade(n) mit werke(n) mit wijsen ofte mit woerden to done ofte to werue(n)ne Jenigherhande zake(n) de tege(n) ofte to vordriete moge(n) come(n) der Stat / van Aldenzale vn(de) al den ghene(n) de daer binne(n) bezete(n) vn(de) wonachtich zint vn(de) deze mit rechte vordegenynge(n) moge(n) 35 weert zake dat wij vns in / desen voer(screuen) pu(n)ten Jenigerleyewijs vorkorte(n) vn(de) de nicht en helden alze voer(screuen) is So enke(n)ne wij vns selue(n) to wezene(n) truweloes eerloes en(de) menedich / vn(de) vorvallen van allen rechte sonder Jenigerhande argelist Alle dese voer(screuen) pu(n)te loue wij Johan klering vn(de) herma(n) waeluelt en(de) zekert in gude(n) / trouwe(n) vn(de) hebt vleisschlike ou(er) den hilige(n) gezwore(n) 40 mit vpgerichte(n) lijflike(n) ving(er)en vn(de) mit gestaefden eede(n) stede vast vn(de) wal to holdene / vn(de) des to tuge der waerheit heb wij Johan vn(de) Herma(n) voer(screuen) vnse segele an desen brief gehange(n) Ghegeue(n) Jnt Jaer ons h(er)en Duse(n)t Drehondert / Achte vn(de) negentich vp vnses h(er)en Hemelvaerts Dach 45 1398c Ootmarsum 1398-06-17 REGEST 50 Johan Elbertinck c.s. verkoopt aan prior en convent van Zunte Marien Wolde (Frenswegen bij Nordhorn in Duitsland) hun erve tod Elbertinck c.a., gelegen in het kerspel Oedmersen en de buurschap Gheeisteren, en leveren dat goed in het heimaal voor Johan de Kyster, richter van Oetmersen. Godeken van Tubberghen en Willem Stopendael hebben gezegeld.

Page 71: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Getuigen zijn Herman van Scopingh en Arnt de Reyger naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE JC Johan die Kyster in der tijd een ghesworen richter tod oetmersen . Do Kundich allen luden bekenne vnde bethuge openbaer / mit desen apene(n) breue dat vor my zint 5 ghecomen daer ic zat toe gherichte in enen ghehegheden heimale mid mynen kornoten als / ic mid rechte zolde Johan elbertinck ende gert sijn broeder en(de) aleyt sijn suster vnde bekanden daer vor my dat se hadden vercoft / mit eren vrien moedwillen rechtes stedes erfcopes erfflike ewelike vnde vmmermeer ee[r] erue vn(de) er gůed tod elbertinck gheleghe(n) / in den kirspel van oedmersen vn(de) in der buerscap van ghee67isteren med 10 water med weyde med torue med twighe med warschap vnde / med all zinen oelden en(de) nyen toe behoeringhe den eersamen luden als den Prier van zunte marien wolde vnde den ghemenen co(n)uente / gheleghen in der heerscap van benthem ende in den kirspel van noerthorne omme ene su(m)me gheldes die ze bekanden dat em toe / guedertijd witlike vnde wal betaelt were alse van den Prier vnde den caue(n)te vorge(nomd) vnde droghen 15 hem dat vor my vp med hande(n) / vnde med mu(n)den alse se med rechte solden in den vorge(nomde) richte vnde heimale alsoe dat se bekanden vor my dat se daer nien recht meer / an hadden of nu(m)mermeer an hebben zolen Vort zoe bekanden [s]e vor my richter vorge(nomd) dat se hem des vorge(nomden) erues vnde guedes / rechte waerscap doen zolen woe dat men eens vryeyghens te[n r]echte ware(n) zall vor die ghene de des te rechte 20 komen wilt All / Argelist vyt ghesproken vnde went alle dese dinck vor my richter vorge(nomd) ghescheen zint daer ic zad toe gherichte in ene(n) heghede(n) / heymale med myne(n) kornoten alse godeken van tubberghen en(de) willem stopendael vnde daer wy onse orkenscap vp ontfenghen / soe hebbe ic vmme bede willen johans ende gerts ende Aleyts vorge(nomd) myn zeghel an desen breeff ghehanghen Ende vort omme / eenre myrre 25 vestenisse soe hebbe wy godeken van tubberghe(n) en(de) willem stopendael vorge(nomd) omme bede willen johans gerts / en(de) Aleyts vorge(nomd) onse zeghel mede an desen breyff ghehanghen Ende hijr weren an en(de) ouer herman van scopingh Arnt die reyg(er) / ende anders vele gueder lude Ghegheuen int Jaer ons heren dusent dryehondert acht ende tnegentich des mane(n)dAghes nAe / Odulphi Confessor(is) 30 1398d Enschede 1398-06-24 35 REGEST Hinric Boterken en zijn vrouw Fenne verklaren te hebben verkocht aan Berend Dilleman en zijn vrouw Daye, een stuk bouwland op de es te Enschede, dat eertijds tot het erve Lippinc heeft behoord, en dat Fenne heeft aangebracht. Zij hebben die grond geleverd voor Peter Seziken, richter van Enschede. Hinrik van Besten heeft gezegeld. Wincopes lude zijn Berent 40 Tesplo (= te Esplo) en Iohan Voertman naast anderen. TRANSCRIPTIE JC Hinric Boterken fenne myen echte wyf vn(de) alle vnse rechte erfge(namen) ke(n)net vn(de) betughet in dess(en) openen / breue dat wij eendrachtelike myt moetwillen hebbet 45 vercoft vn(de) vercopet erflike in dess(en) breue bere(n)de / Dilleman dayen syen echte(n) wyue vn(de) ere(n) recht(en) erfge(namen) vnse schutte boulandes van zes luttiken sche/pel ghesede vor eyn vrieghen vetgheseghet den tenden [al]soe dat gheleghen is vp den esche tot / enschede vn(de) plach wan daghes te horne in dat guet to lippinc vn(de) is fe(n)nen vors(creuen) ghegheue(n) voer er / brutelike guet van zust(er) schedinghe vn(de) is 50 ghehete(n) de smale acker vn(de) schoet vp verveldinc hof / kamp to hebbene to brukene vn(de) dar die to bezittene erflike ewelike vn(de) v(m)mermeer v(m)me ene / Su(m)me

67 Dubbele "ee"!

Page 72: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

gheldes de vns wyttelike Al vn(de) wal betalt is dess(es) vors(creuen) stuckes syn wij vetghegaen / vn(de) hebbet daer van vorteghen alles rechtes vn(de) ansprake de wij daer an hadden of v(m)mer / an to wachtene wesen soelen hebt dat vp ghe draghen myt hande vn(de) myt mu(n)de alse ordel vn(de) / lantrecht wise de vor pet(er) seziken richt(er) to enschede to der tijt dar hy zat to gherichte in ene(n) / Ghehegheden heymale woe hy myt 5 recht zolde vn(de) wy Hi(n)ric vn(de) fe(n)ne vors(creuen) vn(de) vnse rechte erfge(namen) soele(n) bere(n)de vors(creuen) vn(de) sine(n) rechte(n) erue(n)de des vors(creuen) stuc[k]es waren vn(de) rechte warschap doen68 / wo men eyns vrieghens vn(de) eruekopes myt rechte waren sal vor al de ghe ne / de des tho rechte komen wilt Al argelist Vůt gesproken Jn een tuch der / waerheyt want ic hi(n)ric vorge(nomd) geen eghen zegel en 10 hebbe so hebbe ic / ghebeden hinrike van besten dess(en) breef vor my vor fennen myen echte wijf / vn(de) vor alle vnse rechte(n) erfge(namen) to bezegelene vn(de) ic hinric van besten hebbe v(m)me / bede willen van beyden tsyden myen zegel an dessen breef gehangen voert so hebbe / wy hi(n)ric vn(de) fenne vors(creuen) gebeden v(m)me meerre vestenisse willen pet(er) zezykene richt(er) / vors(creuen) dess(en) breef mede oůer vns te 15 besegelene vn(de) ic pet(er) richt(er) tenschede vors(creuen) wa(n)t / alle dese ding vor my gescheen sint daer69 sat in gerichte alse vorge(screuen) is vn(de) ic myen / orku(n)t daer vp ontfeng so heb ic v(m)me bede willen van beyden tsyden myen zegel mede an / dess(en) bref geha(n)gen hir were(n) an vn(de) ouer alse wincopes lude berent tesplo ioha(n) voertma(n) vn(de) / anders guder lude genoech datu(m) a(n)no d(omi)nj Mo CCCo XCVIIIo 20 ip(s)o die ioha(n)nis baptiste 1398e Ootmarsum 1398-09-20 25 REGEST Schepenen van Oetmersem verpachten onder nader bepaalde voorwaarden aan Gherd van Qwendorpe en zijn vrouw Drudiken het huis, dat zij aan de armen hadden geschonken. TRANSCRIPTIE 30 Wij Scepenen der stad van Oetm(er)sem Enkennen vn(de) betůghen in dessen Openen breůe dat wij hebben / verpachtet gherde van qwendorpe en(de) drůdikene sinen Echten wyůe dat hůs dat ze vpghe/draghen en(de) vpghelaten hebbet den Scepenen van Oetmersem tho behoef armen zind70 lůden zind / der tyed dat gherd en(de) drůdiken vorgh(enoemd) dat hůs Jaer en(de) dach gherůmet hebbet alse voer / Eyn scepel roggen 35 Jaerlikes daer af tho gheuene also lange alse Orre Eyn leuet den sce/penen van Oetm(er)sem tho behoef den armen tuschen sunte mertene en(de) medewinter Oeck zind / vorwarde der wyle dat gherd leuet vn(de) he zich des huses vnderwindet zo zal he stades / denst doen ghelike sinen nabůren vn(de) wan he Of drůdiken zych des huses nicht vnder/windet zo en zolen ze noch denst doen noch pacht gheuen. Vnde were Oeck dat 40 gherd stor/ve en(de) drůdiken dat lyef behelde zo zal ze des hůses mede ghebrůken tod Oren besten vn(de) / men zal oer stades denstes verlaten Voert zind vor warde der wyle ze beyde Ofte Orre / Eyn leuet zolen tod Em Jn nemen veer arme lůde die ghedelick zind vn(de) wan ze beyde nycht / [lang] en zind zo zolen die Scepenen dat hůs an Em nemen Jn alle den vor warden alse gherd / en(de) drůdiken vorgh(enoemd) Em dat ghevestet hebbet 45 vn(de) doen daer mede des stades beste ende / armer [l71] lude daer dat tho ghemaket Js sunder arghelist Jn Eyn tůech der waer=/heyt zo hebbe wij Scepenen vorgh(enoemd) vnses 68 Hier begint een andere hand. Aanvankelijk met grote royale letters, daarna veel kleiner!

69 "ic" is hier vermoedelijk vergeten.

70 "zind". Waarschijnlijk schrijffout; 2x (voor "lůden" en daarna weer voor "der tyed")

geschreven. De eerste keer kan men wel beter als een vergissing beschouwen.

71 Waarschijnlijk een schrijffout. De schrijver is te vroeg met de "l" begonnen.

Page 73: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

stades Jnghezeghel an dessen breef ghehangen / ghegeuen Jnt Jaer vnses heren dusend drehundert Achte en(de) neghentich vp sunte mathe/wus auent Eyn hillich apostol 1398f 5 Almelo 1398-09-20 REGEST Ghebbe, dochter van Volmer Hemminch, verklaart dat zij ten overstaan van pastoor Euerd van der Eze afstand heeft gedaan van het erve to Hemmynch, gelegen binnen de 10 heerlijkheid Almelo, ten gunste van Johan van Beruvorde c.s. Kerkheer Eůerd van der Eze heeft gezegeld. Getuigen zijn heer Gherd Rickerdinc, vicarius te Almelo, Godiken van Hulse[n]ne, anders geheten "des Zwarte[n] Gherdes sone", Coert Bry, Johan van den Lare, Bertolt Berninnch naast anderen. 15 TRANSCRIPTIE JC ghebbe volmers dochter he(m)minch beke(n)ne en(de) betughe med desse(n) opene(n) breůe dat Jch hebbe / verteghe(n) myd hande vnde mid můnde alles rechtes vnde aller ansprake dat Jch aldus / langhe ghehad hebbe an de(n) gude(n) en(de) Erůen to he(m)mynch en(de) to grimb(er)ghe gheleghe(n) in der / heerscap va(n) almelo vn(de) bin 20 desser vorge(nomden) Erůe en(de) gude en(de) des rechtes dat ich daer an hadde / vytgheghaen mid hande en(de) mid můnde vor h(er)en Eůerde van der Eze kerch(er)en Jn der tijt / tod almelo vn(de) hebbe desse vorge(nomde) ansprake en(de) recht vpghedreghe(n) Joha(n)ne van beruvorde grete(n) / zine(n) echte(n) wiůe en(de) ere(n) erfghename(n) also dat see dar mede moghe(n) doen en(de) late(n) bute(n) myne(n) / 25 oůele(n) moet en(de) my(n)re erůe(n)de Sůnd(er) arghelist vn(de) went ich zelue(n) negheen zeghel an hebbe so / hebbe ich ghebede(n) h(er)en Eůerde vorge(nomd) desse(n) breef ou(er) my to bezeghelne Jn orku(n)de en(de) tuech / der waerheyt so hebbe Jch h(er)e Eůert vorge(nomd) v(m)me bede wille(n) ghebbe(n) vorge(nomd) we(n)t se desse vorge(nomde) / vertichnisse vor my dede myen zeghel an dessen breef ghehanghe(n) vn(de) hier was mede 30 an / vnde oů(er) heer gherd Rickerdinc eyn vicarius tod almelo . godike(n) va(n) hulse[n]ne anders ghehe/te(n) des zwarte[n] gherdes sone Coert bry Johan van den lare . bertolt berni72(n)nch . vn(de) anders gu/der lude ghenoech ghegheue(n) Jnt Jaer vnses h(er)en dueze(n)d dre hond(er)t achte en(de) neghe(n)tich vp / zente Mathies aůend 35 1398g Ootmarsum 1398-10-09 REGEST 40 Johan van Beueruoerde, zijn vrouw Grete en zijn dochter Grete verkopen aan Johan van Beueren en zijn vrouw Truede taalf mud winterrogge Deventer maat uit vier erven in het kerspel Oetmersem, namelijk Zuethof, Borchering, Groetehues te Haerle en Vre[deric]king te Roetmen (Reutem), jaarlijks te leveren te Almelo tussen 11 november en 8 december voor Johan de Kister, richter te Oetmersem. Keurnoten zijn Willam Stopendael en Herman van 45 Vlederinghe, naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE JC Johan van Beueruoerde grete mijn echte wijf en(de) grete onse echte dochter doen kundich allen luden en(de) bekennen mit desen apenen breue dat wij vercoft / hebbet mit 50 volboert vn(de) willen al onser eruenden en(de) vercopet mit desen breue erflike en(de) ewelike Joha(n)ne van beueren en(de) Trueden sine(n) echten wiue of Holder / desses

72 Bij "berni(n)nch" lijkt het afkortingsteken overbodig of een schrijffout.

Page 74: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

breues mit oren willen om ene su(m)me gheldes die ons vol en(de) al betaelt is tot onsen willen . tweelf mudd[e] w[inter] rogghen deue(n)ter maete . wt vier erue(n) ghe/leghen [.... .van73] oetmersem . aldus gheheten de zuethof . borchering . d[at] [gr]oetehues . toe haerle . en(de) bre[deric]king to [roet]men desen voers(reuen) rogghen alle jaer / toe leue[ren ... .. . almelo] in johans hues des backers of op de selue were soe we dat sie be[woen]t . tusschen 5 su[nte me]rtens misse inden winter en(de) onser / vrouwen [..... .... g]heheten Concept(i)o . en(de) wij hebt hem dese twelef mudde rogghen opghedraghen mit h[ande] en(de) mit mu(n)de voer Joha(n)ne den kister / Jndeer [tijt .... ...... h]ie sat toe gherichte mit koernoeten in enen ghehegheden heymael alse oerdel vn(de) recht wisede vn(de) wij mit rechte solden / Vn(de) hier [...... .... ..] dat johan en(de) truede voers(creuen) of holder des breues mit horen 10 willen desse vors(creuen) rogghe niet gheleuert en worde / als vors(creuen) is soe [mochte... sie .... r]ogghe winnen mit gheesteliken of mit weerliken rechte woe da[tt]et hem gadelikest were wt al onsen gueden / de wij hebben waer sie gheleghen sin en(de) allen scaden cost en(de) onraed den sij doen in enigher wijs om desen rogghen voers(creuen) intewinne(n) den sole wij hem alin/ghe versetten en(de) betalen tot hoers selues simpelen segghen 15 sonder wederspreken . En(de) vm allen twiuel af [to]e done soe beke(n)nen johan van beueren en(de) truede / vors(creuen) in dessen seluen brieue . en(de) willen . dat de ghene is holder desses brieues mit horen willen . soe wie dat bewijst mit enen opene(n) brieue mit joha(n)s seghel / van beueren beseghelt . Vn(de) wij johan van Beueruoerde griete mijn echte wijf en(de) griete onse echte dochter vors(creuen) . louen joha(n)ne en(de) trueden 20 voers(creuen) of holder / desses brieues desser tweelf mudde rogghen voers(creuen) ewelike te waren en(de) co(m)merloes toe leueren bueten hoere cost en(de) scaden sonder vertrec indeer tijt en(de) / stede als voers(creuen) is sonder arghelist Jn een vast orkond al deser ding soe heb ic johan van beueruoerde voers(creuen) voer my en(de) voer grieten mijn echte wijf en(de) grete(n) / onse echte dochter en(de) al onse eruende mijn zeghel an 25 desen breef ghehanghen . En(de) vm ene meere vestnisse so hebbe wij ghebeden Joha(n)ne den kister . den Richter / tot oe[tmersem] vors(creuen) desen brief mede ouer ons te beseghelen . Vn(de) Jc Johan de kister Jndeer tijt Richter tot oetmersem . want alle dese ding voer my ghescheen sint d[aer ic mit mijnen koernoe]ten sat toe gherichte en(de) in enen ghehegheden heymael daer ic mijn oerkonscap op ontfanghen hebbe soe heb ic vm 30 bede willen jo=/hans en(de) gr[ieten mijns e]chte(n) wijfs en(de) grete(n) hore echter dochter mijn seghel mede an dessen brief ghehanghen . daer an vn(de) ouer waren alse koernoeten willam / stopendael . herman van vlederinghe en(de) anders voele goeder lude Ghegheuen Jnt iaer ons heren dusent dreehondert vn(de) achtevn(de)neghentich op santte dy/onisius dach des hilighen martelers 35 1398h Oldenzaal 1398-11-11 40 REGEST Iohan van de Thie de Oude, geheten van der Stuvelborch, en Iohan van den Thie Coenradeszone, ruilen met Willem Tesschemaker, pastoor te Borghenden (Borne) ten behoeve van de wedeme twee percelen land en een perceel hooiland, afkomstig van het erf Grevinc te Hertmen. De officiaal van de archidiaken van Aldenzale en Clawes van 45 Ouerhaghen (renthemeyster van Vtrecht) hebben mede gezegeld. Getuigen zijn Johan van Weleuelde, Iohan van den Reve, Lubbert to Myddestorpe, Wysse Wissinc, Werner de meier van Borghenden (Borne), raadslieden en kerspellieden te Borghenden (Borne), Wolter de meyer van Aldenzale en anderen. 50 TRANSCRIPTIE Wy iohan van den thie die oelde anders gheheten van der stuvelborch en(de) iohan van den

73 De oorkonde is soms erg beschadigd.

Page 75: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

thie coenrades zone maken / kunt allen luden met dezen breue dat wy verwesselt hebbet hern willeme tesschemaker kercheer to borghende(n) / to behoef der wedeme en(de) des kerchere(n) twe stucke landes en(de) een stucsken hoylandes rurende van den goede to / grevinc to hertmen . dat ene stucke gheleghe(n) in den essche datmen die reboem pleghet to hetene tussche(n) der / kerken lande an die ene zijt en(de) lansinc lande an die ander zijt 5 en(de) dat ander stucke oec in de(n) essche ten enen / ende streckende vp die . a . en(de) metten andere(n) ende an dat wilghetkerke(n) . en(de) een stucsken hoylandes bi den ymes/schelue tussche(n) der kerke(n) lande an beyden ziden . en(de) hijr voer heeft ons . her willem weder ghegheuen tot rechter / wederwissele to des gůdes behoef to grevinc weder in des landes stede dat wy hem verwisselt hebbet een stuc/ke landes streckende 10 bilanc der steghen die me(n) to myddestorpe vaert vande(n) crucebrinke bi der heghe an die / ene zijt en(de) des meyers lande an die ander zijt en(de) een stucsken hoylandes ligghende tendes den hertmer essche / totter . a. wart tussche(n) lansinc hoylande an die ene zijt en(de) grevinc hoylande an die ander zijt . en(de) wante wy an bey/den ziden an deser wessele orbaer en(de) ghadinghe hebben So hebbe wy iohan en(de) iohan 15 voerscreue(n) voer ons en(de) voer / onze eruende(n) onse zeghele an desen breef ghehanghe(n) En(de) ic Wilhelmus voerscre(uen) hebbe voer my en(de) myne naco/melinghe mijn zeghel mede an dezen breef ghehanghe(n) . en(de) hebbe voert ghebede(n) den officiael mijns archidiakens va(n) / aldenzale en(de) Clawes van ouerhaghen mijns heren renthemeyster van vtrecht want mijn heer der kerken een / collator 20 is dat se desen breef mede wolden bezeghele(n) . En(de) wy officiael en(de) renthemeyster voerscreue(n) want her / willem desse wessele by onsen consent en(de) todoene ghedaen heuet so hebbe wy om siner bede wille onse zeghe/le mede an dezen breef ghehanghe(n) . daer mede an en(de) ouer weren Johan van weleuelde . iohan van den reve lubbert / to myddestorpe wysse wissinc werner die meyer van borghende(n) raetlude en(de) kerspellude 25 to borghenden . wolter die / meyer van aldenzale en(de) anders guder lude ghenoech Ghegheuen int Jaer ons Here(n) duzent driehondert achte / en(de) neghentich vp sunte mertens dach 30 1399a Enschede 1399-01-05 REGEST Johan Wonder ruilt met jonker Hinric van Zolmisse, heer ten Ottenstene, de grove en de 35 smalle tiend van het goed Ouermadinc c.a., gelegen in het kerspel Enschede en de buurschap Lonnichaer (Lonneker), die hij tot dusver ten Zutfensen rechte van Hinric in leen hield, tegen de grove en de smalle tiend over het goed De Hoenberch c.a., gelegen in het kerspel Oetmersem en de buurschap Alberghe, en wordt nu met deze tienden beleend. (Vergelijk ook de oorkonde d.d. 1399-01-05 uit het RAO, Archief klooster Albergen, inv. nr 40 67, regest nr 27, waarin Hinric van Solmisse, heer ten Ottenstene, de oorkonder is en die derhalve niet opgenomen is in het corpus ten behoeve van de dissertatie). TRANSCRIPTIE JC Johan wonder make kund allen luden med dessen breue . dat ic med mynen leuen 45 ghenedighen Junchern / hinrike van zolmisse heer ten ottenstene . ghewesselt hebbe mynen tenden grof en(de) smal ouer dat gůet ghehete(n) / ouermadinc med aller slachternut gheleghen in den kerspele van enschede . in der burschap van lonnichaer den / ic to lene plach to holdene van mynen Junchern vorscreuen to zutphenschen rechte . daer ic weder vor vntfange(n) / hebbe van mynen Junchern varscre(uen) tod eyner rechten wederwessele 50 den tenden grof ende smal [o]74uert gůet / gheheten de hoenberch med aller slachter/ nůt gheleghen in den kerspele van oetmersem in der burschap / van alberghe . den ic ende

74 Vouw in de oorkonde; op de foto niet goed leesbar.

Page 76: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

myne eruende . van mynen Junchern varscre(uen) en(de) van sinen eruenden . in des tenden stede / van ouermadinc . weder holden solen to lene to zutphenschen rechte . sunder arghelist Jn orkunde deser dingh / so hebbic myn segel an dessen breef ghehanghen . Ghegheuen int Jaer ons heren . dusend . drehundert . neghen / en(de) neghentich up dertenden auend . 5 1399b Ootmarsum 1399-02-18 10 REGEST Bruen van Woelde, uit de echt geboren zoon van Frederic en Elsebe, verkopen aan deken en kapittel van Aldensale de grove en de smalle tiend over het erve Berendinc, gelegen in het kerspel Odmersem en de buurschap Lattorpe, en leveren die tienden in het heimaal voor Johan de Kyster, richter van Odmersem. Keurnoten en gerichtslieden zijn Herman van 15 Twyclo, Ghert Gůetkint en anderen. TRANSCRIPTIE JC bruen van woelde frederic syen echte soene ende elsebe syen dochter doen kundich allen luden in dessen apenen breue dat wy reckelike / ende redelike hebben verkoft ende 20 verkopen med dessen openen breue Stedes eruekopes Eersamen hern deken ende Capittele der / kerken tod aldensale onsen tenden Grof ende smal ouer dat erue ende gůet to berendinc ende ouer syen tobehoren als dat ghelegehen / is in den kerspele van odmersem ende in der burscap to lattorpe em den to hebbene ende to/ besittene erflike ewelike ende vmmermeer / als om eyne sůmma gheldes de ons wytlike ende wal betalt is 25 ende hebben den vorscre(uen) tenden vpghelaten ende des verteghen med hande / med můnde vor Johanne de kyster in der tijt richter to odmersem daer he sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale med synen / kornoten med allen vertichnissen ende vplatinghen als wy med rechte solden ende daer tobehorden Ende bekennen dat wy noch onse / eruende An den vorscre(uen) tenden nyrhande recht noch ansprake meer an hebben 30 noch beholden noch Antewachtene sint ofte nijman van / onser weghene . vortmer so loue wy bruen frederic ende elsebe vor ons ende vor onse eruende den Eersamen heren deken ende capittele / der kerken tod aldensale vorscre(uen) des tenden vorscre(uen) rechte warscap to done vor eyn stichtes leen vor alle de ghene de des to rechte komen / willen . Ende wy ende onse eruende solen den Eersamen heren deken ende Capittele der kerken 35 tod aldensale vorscre(uen) den tenden vorscre(uen) / verholden in leenscher were by onsen ghenedighen heren den bysscop tod vtrecht ende synen ghestichte daer de vorscre(uen) tende of roret to lene / in denstmanne stad hent ter tijt dat se daer mede beleent werden sunder oren hinder ende scaden al arghelist vytghesproken Jn een tuech / der waerheyt so hebbe wy bruen ende frederic vorscre(uen) onse seghele an dessen breef ghehanghen vor 40 ons seluen vor elseben vorscre(uen) ende / vor onse eruende Ende hebben voert ghebeden Johanne den kyster den Richter van odmersem dessen breef mede ouer ons to beseghelne / med synen seghele Ende ic Johan de kyster vorscre(uen) Richter in der tijt tod odmersem want alle desse dingh vor my ghescheen sint daer / ic sat to gherichte in enen ghehegheden heymale ende myne orkůnde vp ontfeng so hebbe ic om bede wyllen van beyden syden 45 myen / seghel mede an dessen breef ghehanghen daer med my An ende ouer weren alze rechte kornoten ende gherichtes lude herman van / twyclo ende ghert gůetkint ende Anders gůder lude ghenoech Ghegheuen Jnt Jaer onses heren dusent drehundert negheen ende / neghentich des dinxedaghes na sunte valentinus daghe 50 1399c Ootmarsum 1399-05-13

Page 77: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Johan de Kyster, richter te Odmersem, oorkondt dat Ecbert ter Bruggen te Breknichem (Brekkelenkamp) en zijn vrouw Dedele aan heer Gherd Hughinc, bedienaar van de vroegmis in de kerk van Odmersem, een jaarlijkse pacht geschonken hebben van een half mud koren uit het goed Ten Lutteken Cleue te Breknichem. Keurnoten en gerichtslieden zijn Gherd van 5 Quendorpe en Clawes de koster te Odmersem naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE IC Johan de kyster in der tijt Richter tod odmersem do kundich allen luden dat vor my ghekomen sint daer ic sat to / gherichte in enen ghehegheden hey male med mynen 10 kornoten Ecbert ter bruggen to breknichem ende dedele syn / echte wijf ende bekanden dat se hadden ghegheuen ende gheuen aldaer vor my med oren vryen willen her n Gherde / hughinc an der tijt verware der vromisse in der kerken tod odmersem ende syne nacomelinghen ewelike ende / vmmermeer eyne iaerlix pacht als eyn half mudde gudes korns by der deuenter marketmathe vyt den lutte/ken cleue gheleghen to breknichem in den 15 kerspele van odmersem to hebbene to besittene vor oer zyele to rechten / testame(n)te ende hebben daer vp verteghen in den seluen gherichte med hande med munde als se van rechte solden e[n]de / daer tobehorden daer nyrhande recht meer antehebbene noch antewachtene wesen . welike iaerlix pacht vorscre(uen) / sal men hern Gherde vorscre(uen) ende syne nacomelinghen iaerlix betalen tusschen sunte Mertene in den wintere ende / 20 medewinter sunder vertreeck . wert dat em dat nicht gheschede so mach he75 of syn nacomeling de vorscre(uen) iaerlix pacht / vytwinnen oft vytpenden med gheystlike(n) gherichte ofte vytpenden med werlike(n) gherichte vnverclaghet ende vnuer/volghet van den ghene(n) de dat erue ende guet te(n) lutteken cleue telen of bouwen ofte van den ghenen de em des / vnderwinden een deel of al al arghelist vytghesproken Jn een tuech der waerheyt 25 want alle desse dingh vor my ghe/scheen sint daer ic sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale ende myne orkunde vp vntfengh so heb ic vmme / bede willen van beyden syden myn seghel an dessen breef ghehanghen daer med my an en(de) ouer weren alse rechte kor/noten ende gherichtes lude Gherd van quendorpe Clawes de koster tod odmersem ende anders guder lude ghenoech / ghegheue(n) Jn den Jaer onses hern dusent 30 drehundert neghen ende neghentich vp sunte Seruacius dach 1399d Ootmarsum 1399-11-17 35 REGEST Gerd van Quendorpe, Clawes de koster, Gerd Lubbertinch e.a., schepenen van Oedmersem, oorkonden dat Menso ton Tyhues en zijn vrouw Geze hebben verkocht en geleverd aan heer Diryck Rysenbeken, kerkheer te Oedmersem, een perceel land – gelegen 40 tussen het stuk van Arnoldus van Vasse en het stuk van Bertram, zoon van Gerd Bertrams, ter grootte van een halve mud gezaai, gelegen bij Ottinch kampe. TRANSCRIPTIE Wij Gerd van Quendorpe . Clawes de koster . Gerd lubbertinch . scepenen inder tijd . ende 45 voert de ghemeynen / Scepene(n) van Oedmersem . tůgen ende bekennen in dess(en) breue . dat vor vns zin ghekomen . Mense ton Tyhůes ende / geze zin echte wijf . ende bekanden daer vor vns zementlike mit gůden willen . dat ze vorkoft hadden. ende vor/koften ter zeluen tijd daer vor vns redelike en(de) recklike ewighen erfkopes . ewelike ende jvmmerme(er) .. hern Diryc/ke rysenbeken kerchern the Oedmersem . of holder dess(es) 50 briefs mit zinen willen . Eyn stůcke landes van eyne / haluen můdde ghesede . ghelegen bij Ottinch kampe . tůsschen arnoldus stůcke van vasse an de eyne zyet / en(de) bertrames

75 "he" werd boven de lijn, tussen "mach" en "of", geschreven.

Page 78: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

gerdes zo[n]e bertrams stůcke ande andern ziet vor eyne sůmme geldes . de em witlike ende / wal al betaelt weer van hern Dyricke vorsc(reuen) . als ze daer vor vns enkanden .. En(de) ghenghen des vorsc(creuen) stůcke / landes daer vor vns vyt . the behoef hern dyrixs of holder dess(es) briefs vors(creuen) mit allen vortichnissen en(de) / vplatinghen als recht was . Vortm(er) so loueden daer vor vns Menso en(de) Geze vors(creuen) . dat ze 5 ende er erue(n)d(e) / willen en(de) solen hern Dyricke of holder dess(es) breues vors(creuen) . des vorscre(uen) stůckes rechte warende solen / wesen vor eyn vryg vnbekommert wycbelde gůed ewilike en(de) vmmermer vor al de ghene de / des the rechte komen wilt . wo men vryg wicbelde gůeds the rechte waern sal . sonder enigherhande / arghelist Jn eyn recht tůech der waerheit heb wij onses stades zegel an dess(en) breef 10 ghehanghen / Ghegeue(n) jnden iaer ons hern . Důsend . Drehondert neghenendetnegentich . des mandage(s) . na sent / Mertyne de komet inden wynter .. 1400a 15 Enschede 1400-02-03 REGEST Peter Seziken, richter van Enschede, oorkondt dat Talle Lippinc c.s. heeft verkocht aan Bolte Reůekens twee stukken bouwland op de es van Enschede, afgesplitst van het erve 20 Lippinc, en dat zij dat land in het heimaal voor hem, richter, hebben geleverd. Getuigen daarbij zijn Henric van Besten, Herman Lufoghe en anderen. TRANSCRIPTIE JC peter seziken richte(r) te(n)schede in der tijt enke(n)ne vn(de) betughe myd dess(en) 25 opene(n) breue dat vor my ghecome(n) / syn daer ic zat te gherichte in ene(n) gheheghede(n) heymale woe ic myd rechte zolde talle lippi(n)c gh(er)t er sone / vn(de) alfit syn echte wyf vn(de) beka(n)den dat zy myt moetwille(n) hadde(n) vercoft vn(de) v(er)cope(n) erflike in dess(en) breue / bolten reůeke(n)s vn(de) syne(n) rechte(n) erfge(namen) twe stucke boůla(n)des vor een vrieghen alse de beleghen zyn / vp de(n) 30 esche te(n)schede vn(de) syn ghehete(n) de corte acker vn(de) de doren acker vn(de) pleghe(n) wandaghes te horen / in dat erůe te lippi(n)c te hebbene te brukene vn(de) dar i(n)ne te bezittene erflike ewelike vn(de) v(m)mermeer / v(m)me ene su(m)me gheldes de hem va(n) bolte(n) vors(creuen) witlic vn(de) wal betalt was vn(de) syn des vetgheghaen vn(de) / hebbet dar vp verteghe(n) alles rechtes vn(de) ansprake de se dar an hadden of 35 v(m)mer anwachte(n)de wese(n) zole(n) . / vn(de) hebbet dat vpghelate(n) vn(de) vp ghedraghen myd ha(n)de vn(de) myd mu(n)de woe zymyt rechte zolden vor my / peter sezike(n) richte(r) vors(creuen) vp de selue tijt te behof vn(de) in orbaer bolte(n) vors(creuen) vn(de) syner rechte(n) erfge(namen) / vortmer zoe beca(n)de talle gh(er)t vn(de) alfit vorsc(reuen) dat zy vn(de) er rechte erfge(namen) bolte(n) vors(creuen) vn(de) 40 syne(n) rechte(n) / erfge(namen) der vors(creuen) stucke landes gherechte warschap doen zoele(n) woe men een vryeghen myt rechte(n) / waren zal . vor alle de ghene de des te rechte come(n) wilt Al arghelist vetghesproke(n) Jn een tuch / der waerheyt wa(n)te dess(e) v(er)tichnisse vn(de) vplati(n)ghe vor my peter sezike(n) richte(r) vors(creuen) ghescheen is / dar ic zat te gherichte als vors(creuen) is vn(de) myen orku(n)t dar vp entfeng soe hebbe ic 45 v(m)me bede wille(n) / va(n) beyde(n) tside(n) myn seghel an dess(en) bref ghehanghen hier weren an vn(de) ouer he(n)ric va(n) besten / h(er)ma(n) lufoghe vn(de) anders guderlude ghenoch Dat(um) a(n)no d(omi)nj Mo CCCCmo ip(s)o die blasij ep(iscop)i 50 1400b Almelo 1400-02-29 REGEST

Page 79: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Bruen, zoon van wijlen Henrik van Almelo, verklaart, dat hij door Ecbert van Almelo beleend is met de tienden grof em smal over Hynvordinc te Alberghe, in het kerspel Oedmersem, welke tienden naar Zutfens recht leenroerig zijn aan de heerlijkheid Almelo. TRANSCRIPTIE 5 JC bruen selighen henrikes soene van almelo make kond allen luden med dessen openen breue dat my ecbert / van almelo heuet beleent den tenden grof en(de) smal ouer hynvordinc tod alberghe gheleghen in den ker/spele van oedmersem en(de) ouer syn tobehoren to zutphenschen rechte want de vorscre(uen) tende grof en(de) smal / roret to leene van der heerschap van almelo to zutphenschen rechte al arghelist vytghesproken to 10 tughe der / waerheyt so hebbe ic bruen vorscre(uen) myn seghel an dessen breef ghehanghen Ghegheuen Jnt iaer onses / heren dusent veerhundert des soendaghes na sunte peters dach ad Cathedram 15 1400c Ootmarsum 1400-08-23 REGEST Johan van Voerden, geheten de Kyster, richter te Oetmersem, oorkondt dat Ecbert en 20 Ghese, kinderen van Johan Boding van Roetman, ten behoeve van de timmering der kerk schenken aan Ludiken de Scomaker en Johan Abrahamyng, kerkmeesters, een kamp op de es te Roetman, geheten de Woerd, die tevoren in bezit was van Blanckenvoerd. Keurnoten zijn Arnoldůs van Vasse, Clawes de coster, Lambert Boding naast andere getuigen. 25 TRANSCRIPTIE Jch Johan van voerden anders gheheten die kyster in der tyed Rychter tod Oetmersem do / kundich allen lůden dat voer my zind ghecomen Ecbert vn(de) ghese Johans kinder boding / van Roetman vnde bekanden dat ze myd Oren vryen moetwillen hadden ghegeuen vn(de) / gheůen in dessen breůe twen groten heren alse Symon en(de) Judas hylghe apostele godes 30 / houetheren der hilghen kercken tod Oetmershem tho behoef der [t]ymmeringe der / hilghen kercken vorgh(enoemd) Eynen kamp gheleghen vp den Esche tho [R]oetman gheheten / die woerd die hiir voer tydes plach tho wesene blanckenvoerdes voer Oer Old(er)en zielen vn(de) / voer Oer vrende zielen . Welken kamp zie hebben vpghedraghen vn(de) vpghelaten voer my / daer Jch zad tho gherychte in Eynen ghehegheden heymale myd mynen 35 koernoten myd / hande vn(de) myd mu(n)de tho behoef der hilghen kercken vorgh(enoemd) vn(de) zind des vetghegaen / in hand ludikens des scomakers vn(de) Johans abrahamyng in der tyed Raetlude der hilghen / kerken vorgh(enoemd) myd vplatinge vn(de) myd vertichnisse alse ordel vn(de) recht wyzede vn(de) alse ze / scůldich weren tho done vetghesproken al arghelist Jn Eyn tůech der waerheyt zo heb / Jch Johan van voerden 40 Rychter vorgh(enoemd) myen zeghel an dessen breef ghehangen vmme / bede willen van beyden tsyden hiir an vn(de) Ouer Weren alse kornoten arnoldůs van vasse / Clawes die Coster vn(de) lambert boding vn(de) anders guder lude ghenoech ghegeuen / Jnt Jaer vnses heren dusend en(de) veerhundert vp sůnte bartholomewus auen[d] 45 1400d Ootmarsum 1400-08-25 REGEST 50 Johan de Kyster, richter te Oetmersem, oorkondt dat Gherd van den Houe te Tylghede en Hellike zijn vrouw, met toestemming van Gherd Lubberting en Ludiken ton Bumghaerden ten behoeve van de timmering van de kerk aan de raadslieden der kerk, namelijk Gherd van Qwendorpe en Johan Abrahamyng, schenken een stuk land, het "Kerckberghes stucke".

Page 80: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Waarbij verder is overeengekomen, dat Gherd Lubberting en Ludiken ton Bumghaerden het stuk land op de Zelecamp zullen erven. Keurnoten daarbij zijn Herman Bertram, Clawes de Coster, Gherd Ghosens naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE 5 Jch Johan die Kyster in der tyed Rychter tod Oetmersem do kvndich allen luden dat voer my zind / ghecomen daer Jch zat tho gherychte in Eynen ghehegheden heymale myd mynen kornoten / gherd van den hoůe tod tylghede hellike zyen Echte wiif vnde bekanden dat ze myd willen vn(de) myd wůlboerd / gherdes lubberting vn(de) ludikens ton bumghaerden hadden ghegeuen vn(de) gheůen puerlike vmme god / voer Oer zielen der hilghen kerken 10 van Oetm(er)shem tho behoef der tymmeringe Erflike Ewelike vn(de) ju(m)mermeer Eyn stůcke landes dat ze liggende hadden by den kerck berghe dat gheheten is Js dat kerck/berghes stůcke vn(de) hebbet dat vorgh(enoemde) stůcke vpghedraghen vn(de) vpghelaten vor my in den zeluen ghe/richte Jn hand gherdes van qwendorpe vn(de) Johans abrahamyng in der tyed Raetlude der hilghen kerc/ken vorgh(enoemd) alse tho behoef der 15 hilghen kercken tod Orre tymmeringe vn(de) hebbet daer vp verteghen / myd hande vn(de) myd mu(n)de myd vplatinge vn(de) myd vertichnisse alse Ordel vn(de) recht wizede vn(de) alse ze myd / rechten zolden Oeck zind vor warde wantte gherd lubberting vn(de) ludiken ton bu(m)ghaerden dyt mede / gheleuet hebbet [v]an d[e]n gherd van den hoůe tilghede oer vader afliuich Js vn(de) helike Oer moge76 zo / zolen ze twe of oer Erfgh(enamen) hebben 20 dat stůcke vp den zelecampe vn(de) daer en zolen heliken Erfgh(enamen) / nycht an hebben sůnder arghelist Jn Eyn tuech der waerheyt So hebbe Jch Johan die Kyster Rychter / vorgh(enoemd) wantte alle desse ding voer my ghesceen zind Jn Eynen hegheden heymale myen zeghel an dessen / breef ghehangen hiir waren an vn(de) Ouer alse koernoten herman bertram Clawes de Coster en(de) gherd ghosens / vn(de) anders guder 25 lude ghenoech ghegeuen Jnt Jaer vnses h(er)en důsend en(de) veerhundert des gůdes daghes na / sunte bartholomeůs dach 1400e 30 Ootmarsum 1400-08-29 REGEST Ludeken ter Důesse, Talle zijn vrouw en Gerd hun zoon geven ten overstaan van Johan de Kyster, richter te Odmersem, en van Herman Bertrames, Rolof Kemenade, Ludeken de 35 Vogheler, Johan van Halle, keurnoten en anderen, aan heer Gherd Hughync, bedienaar van de vroegmis te Oetmersem, een jaarrente van een mud koren, gaande uit de Middelcampe. TRANSCRIPTIE Ic Johan de Kyster in der tiit Richter tod odmersem do kundich allen luden dat vor my 40 ghekomen sint daer ic zat to gherichte in eynen ghehegheden heymale / ludeken ter důesse talle syn echte wyf gerd or twyer soene ende en kanden dat se hadden ghegheuen ende gheuen aldaer vor my hern gherde hughync in der / tiit verwaere der vromysse in der kerken tod odmersem ende synen nacomelinghen verware der seluen vromysse eyn mudde korns vyt den Middelcampe / gheleghen by des meyers maet to hebbene tobes ittene erflike ende 45 vmmermeer to rechten testamente Ende hebbet daer vp vorteghen in den seluen ghe/richte med allen vertichnissen als se med rechte solden . welijc mudde korns vorscre(uen) sal men iaerlix betalen her gherde vorscre(uen) ende synen nacomelinghen / vyt den vorscre(uen) Middelcampe de ghene de den telen of bouwen eyn deel of al ofte vnderwunden tusschen sunte Mertene in den wyntere ende medewintere / sunder vertreeck wert dat se des nicht en 50 deden so mochte her gherd vorscre(uen) ende syen nacomelinghe dat mudde korns vyt wynnen van den ghenen / de zijc des vorscre(uen) Myddelcampes vnderwunden oft telen of

76 moge = ‘zuster van moeder’. Ofwel, in 't algemeen, vrouwelijk familielid.

Page 81: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

bouwen med gheestliken rechte of med werliken rechte ghelike iaerliker erfliker pacht / al arghelist vytghespraken to tughe der waerheyt want alle dese dingh vor my ghescheen sint dar ic zat to gherichte in eynen ghehegheden heymale en(de) / myne orkunde vp ontfeng so hebbe ic omme bede willen van beyden syden myen seghel an dessen breef ghehangen dar med my an en(de) ouer weren alse / rechte kornoten herman bertrames Rolof kemenade 5 ludeken de vogheler Johan van halle en(de) anders guder lude ghenoech Ghegheuen Jnt iaer onses / heren Dusent ende vyerhundert vp sunte Johans dach decollatio 1401a 10 Ootmarsum 1401-02-06 REGEST Wyllem Soeye, geheten Hindenhovet, en Clawes de coster als schepenen van Ootmarsum, evenals de "ghemene" schepenen verklaren, dat Ecbert Ouerhof met zijn dochter Mette 15 verkocht heeft aan Dirick Rysenbeke, kerkheer te Odmersem, een stuk land gelegen bij de "Leemkůlen Beke". Keurgenoten en gerichtslieden zijn Henric de achterrichter, Euerd Oetberting, Herman de Smyt, Johan Zegherdinc e.a. TRANSCRIPTIE 20 Wy wyllem Soeye gheheten Hindenhovet En(de) clawes de Coster Scepenen der stad van Oedm(er)sem . En(de) voert de gheme/nen scepene . bekennen en(de) betůgen in dessen breue . dat vor vns ghekomen is . Ecbert Ouerhof en(de) Mette zin echte dochter / daer wy in Scependoem zeten En(de) bekanden daer vor vns . dat ze hadden vercoft en(de) vercoften daer vor vns redelike en(de) / Reclike steden vasten erfkopes erflike en(de) 25 vmmermeer . hern diricke Rysenbeke kerchern todmersem . en(de) allen zinen / nakomelinghen kerchern the behoef der wedemen van Oedm(er)sem Eyn stůcke landes van eyne(n) deuenter můdde roggen / ghesede dat gheleghen is tůsschen tween stůcken landes . de oeck der wedeme(n) van Oedm(er)sem tho behoert . en(de) schetet / the samene neder an de leemkůlen beke . en(de) plach the wesene berndes Ouerhof den god ghenade . vmme 30 eyne sum/me van ghelde de em van hern diricke vorscre(uen) wal the willen betalet weer . welike summe van ghelde . her dirick / kerch(er)e voer(screuen) gheboert hadde . vander haluen stede de bolte ton tyhůes . dedele zin echte wijf en(de) Ecbert erer twyer / zone ghegheuen hadden den god ghenedich zy der wedemen van Oedm(er)sem en(de) ghelegen is binnen Oedm(er)sem . En(de) / van Gerde Mensinc the tylghede . daer des s[o77]ndage(s) 35 eyn kerch(er)e we inder tyed is the Oedm(er)sem . vor er zele bidden / zal . En(de) desses voer(screuen) stůcke landes . ghencghen Ecbert en(de) Mette voer(screuen) daer vor vns in Scependoem vyt . the behoef / hern dirixs en(de) der wedemen voer(screuen) . mit hande en(de) mit monde als recht was . ze of er eruend daer nicht meer / an the hebbene noch wachtende an the wesene neghenerleye Wys . Vortm(er) so laueden dar vort vor vns . 40 Ecbert en(de) / Mette voer(screuen) . Dat se en(de) er eruend solen rechte waerscap doen . hern diricke en(de) zinen nakomelinghen kerchern / todmersem the behoef der wedemen van Oedmersem . desses vorscre(uen) stůcke landes . vor al de ghene de des / the rechte komen wilt . erflike . ewelike en(de) vmmermeer Al arghelist degh(er) vytghesproken Jn eyn vast / tůech der waerheit So heb wij Scepene(n) voer(screuen) van Oedm(er)sem want al 45 alle desse ding vor vns ghe/scheen zin daer wy zeten in Scependoeme mit vnsen kornothen en(de) gherichtes luden en(de) onsen orkond / daer ůp vntfengen vnses stades cleyne Jngheghe78zegel an dessen breef ghehanghen . daer an en(de) / ouer weern als kornothen en(de) gherichtes lude . henric de achterrichte(r) . Euerd Oedberting her/men de Smyt Johan zegherdinc en(de) anders gůder lude ghenoech . Ghege(uen) Jnden iaer Ons hern / . 50 Důzend . veerhondert en(de) eyn . Des sondag(es) na lichtmyssen . 77 "sendage(s)" is een (onwaarschijnlijke) leesvariant.

78 Twee keer "ghe".

Page 82: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1401b Oldenzaal 1401-08-03 5 REGEST Schepenen van Aldensale verklaren, dat Clawes van Overhaghen met zijn vrouw Styne en hun kinderen Sweder en Clawes aan de raadslieden van de Heilige Geest geschonken hebben een stuk bouwland op de Clygessche van de Leembeke tot het land van Arend Wonder naast de Zodenberch. 10 TRANSCRIPTIE Wij Ghemene(n) Schepenen der stad van aldensale doen kundich allen lueden dat vor ons daer wij zeten / in schependome ghecome(n) sint Clawes van overhaghen Styne ziin echte wief Sweder en(de) Clawes oer kind(er)e / Ende bekanden dat zee eendrechtlike mit oere(n) 15 vryen moetwillen hadden vpghedraghen en(de) droghen op al daer / vor ons den raetluden des hilghen gheestes to aldensale to behoef des hilghen gheestes ende der arme(n) lůede / die daer Jnne sint puerlike o(m)me godes willen ewelike ende vmmermeer een stucke boůlandes gheleghen vp / den Clygessche dat schot van der leembeke an Arendes lant wonders daer an beyde ziit ghelandet is die zoden=/berch Ende verteghen vp dat 20 vorge(nomd) stucke landes mit allen vertichnissen en(de) vplatingen alse zee mit rechte solde[n] / zee ofte oer erue(n)de daer nu(m)mer nicht an to hebbene ofte wachtene wesen nynerleyewiis Ende bekanden dat / zee en(de) oer erue(n)de den raetluden en(de) den hilgen gheeste vorscre(uen) des stucke landes vorge(nomd) rechte warscap doen / sollen vor alle die ghene die des to rechte kome(n) wilt sonder argelist Jn orkunde desses zo 25 hebbe wij ghe/mene(n) Schepene(n) van aldensale vorscre(uen) o(m)me bede willen Claweses van ou(er)haghen Stine(n) zins echte(n) wiues en(de) ore / kindere vorg(enomd) onses stades clene segel an dessen breef ghehangen Ghegeue(n) Jnt Jaer ons here(n) dusent / vierhondert en(de) Een des godensdaghes nae sonte peter die ghehete(n) is vincula petri 30 1401c Oldenzaal 1401-08-06 35 REGEST Schepenen van Aldenzale oorkonden, dat Willekin van Lossere en zijn vrouw Ode aan het O.L.V.-gilde geschonken hebben hun kamp, gelegen tussen de Meybreden en de breden van Ludeken ten Thorne. 40 TRANSCRIPTIE Wy ghemeynen Schepenen der stad van aldensale doet kundich allen luden dat vor ons ghekomen sint dar wy zeten in schependoem . williken van lossere ode / syn echte wijf en(de) bekanden aldar vor ons dat se hadden ghegheuen en(de) gheuen aldar vor ons erflike en(de) vmmermeer oren Camp gheleghen tusschen der / Meybreden by den weghe 45 an de eyne sijt en(de) ludekens breden ten thorne An de ander sijt den Raetluden in der tijt Onser vrouwen ghilde tod aldensale en(de) oren / nacomelinghen wen men iaerlix dar to kyset tobehoef der ghemeynen Armen . Jnaldusdanen vorwarden dat de Raetlude we ze sint in der tijt solen / alle iaer vp den vrydach vor medewinter vp den vrydach vor pinxteren vp den vrydach vor onser vrouwen dach assumpcio gheuen den ghemeynen / armen vp 50 elike tijt als vorscre(uen) is eyn mudde rogghen an brode ghebacken en(de) wes de vorscre(uen) Camp iaerlix meer doen mach des iaer[s] dat solen de / Raetlude gheuen tod Eyner tijt vp der vorscre(uen) vrydaghe eyn an boteren . En(de) hir vp so hebben williken en(de) ode vorscre(uen) aldaer vor o[ns] verteghen med / hande med munde alles rechtes

Page 83: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

en(de) Eyghendomes des se an den vorscre(uen) Campe hadden En(de) bekanden dat se ofte ore eruende an den vorscre(uen) Campe nyr/hande recht noch ansprake meer an hadden noch anbeholden nyerleyewijs al arghelist vytghesproken to tughe der waerheyt want wy onse orkunde hir / vp ontfenghen So hebbe wy onses stades cleyne seghel an dessen breef ghehanghen Ghegheuen Jnt iaer onses heren dusent vyerhundert en(de) eyn 5 vp / sunte Sixtus dach 1402a Ootmarsum 1402-05-02 10 REGEST Arend Wyghering, burger van Oetmersem, en zijn vrouw Ghese, verkopen voor schepenen der stad en keurnoten aan Rolf van Couoerde en zijn vrouw Lůtghard hun hofstede binnen de stad, vroeger geheten Ghosenyng erf, gelegen tussen het erve bij de Zelecamp en het 15 erve van Gherd Lübbertings. Getuigen zijn Dyrck Ryzenbeke, kerkheer te Oetmersem, Johan van Couoerde, Gherd van Qwendorpe en Clawes de coster naast anderen. TRANSCRIPTIE Wij Scepenen der stad van Oetmersem Enkennen vn(de) betůghen in dessen apenen breůe 20 dat / voer vns Js ghecomen in scependome arend wyghering vnse borgher vn(de) ghese zyen / Echte wiif vn(de) bekanden dat ze hadden vercoft rechtes steden Erfcopes Erflike vn(de) / ju(m)mermeer Rolůe van Couoerde lůtgharde zyen Echten wyoue vn(de) Oren rechten Erfgh(enamen) / Oer hofstede Oer hůsing e vn(de) aller tymmer dat ze hadden bynnen vnser stad . dat hiir / voer tydes was gheheten ghosenyng Erůe gheleghen bij 25 zelecampes Erůe an der Eyne / zyed vn(de) gherdes lubbertings Erůe an der ander zied . alse voer Eyne summe gheldes / des arend bekande die Em degher en(de) al wal betalet were . vnde hebben Em desse vorgh(enoemde) / hofstede husinge vn(de) tymmer vor vns vpghedraghen vn(de) vpghelaten voer vrij wicbolde gůed / vn(de) zind des vetghegaen myd handde vn(de) myd mů(n)nde alse ze myd rechte zolden Also dat ze noch / Oer 30 Erfgh(enamen) daer nyerhande recht noch ansprake meer an hebben Ofte an wachtende zind / vn(de) zolen Em des waren wo men wycbolde Erůe en(de) gůed myd rechte waren zal voer alle die / ghene die des tho rechte komen willen vetghesproken al arghelist Jn Eyn tůech der waer/heyt zo hebbe wij Scepenen vorgh(enoemd) vnses stades zeg hel an dessen breef ghehangen hiir / an vn(de) Ouer weren her dyrck Ryzenbeke kercher tod Oetm(er)sem 35 Johan van Couoerde / gherd van qwendorpe vn(de) Clawes die Coster vn(de) anders guder lůde ghenoech ghegeuen / Jnt Jaer vnses heren Dusend veerhundert en(de) twe des dinxedag hes na sunte Wolbůr ghe / dach 40 1402b Oldenzaal 1402-08-05 REGEST Herman van Twicklo, zijn vrouw Jutte en hun zonen Vrederic, Herman en Wynold verklaren, 45 dat zij in het schependom van Alden(zale) aan heer Euerd van Oesthuze, priester en vicaris van het Driekoningenaltaar in Aldenzale, hun huis c.a. binnen Alden(zale) - gelegen bij het huis van heer Egbert Monikinc en bij het huis van Vrouwe van Kouorde en voorts een halve gaerden gelegen buiten de Steenporten tusschen de gaerden van het kapittel van Alden(zale) en de gaerden van Hinrik Spillenrump - hebben verkocht en geleverd als vrij 50 eigen. TRANSCRIPTIE Wy Herma(n) Van Twicklo Jutte ziin echte wijf vrederic Herma(n) vn(de) wynold oere kinder

Page 84: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

maken ku(n)d allen luden / myt dessen breue dat wy redelike vn(de) reclike vercoft hebben vn(de) vercopen myt dessen breue stedes eruecopes / heren Euerde van oesthuze prestere vicarius to aldenzale to der hilgher drier koni(n)ge altaer of holder desses / breues myt zine(n) willen . onze huus vn(de) spiker med der hofstede vn(de) myt alle ziner tobehoringe als het / gheleghen is binne(n) alden(zale) by Heren Egbertes huus monikinc vn(de) strecket 5 an der vrouwen huus va(n) kouor=/de vn(de) ene(n) haluen gaerden gheleghen buten der steenporten tusschen des capittels gaerden van Alden(zale) / an de ene ziit vnde hinrikes gaerden spillenru(m)pes an de and(er)en ziit Em dat huus spiker hofstede vn(de) / gaerden vors(creuen) to hebben vn(de) to bezitten vor eyn edel eghen erflike vn(de) ju(m)mermeer vm eyn Su(m)me ghel=/des de ons wiitlike vn(de) wal betaelt is . beholdelic der stad van 10 Alden(zale) ores stades denstes van den huus / spiker vn(de) hofstede vors(creuen) vn(de) hebben daer vp verteghen . wy herma(n) . vrederic . herma(n) vn(de) wynold vors(creuen) vor / den schepene(n) van Alden(zale) daer zee zeten in Schependoem vn(de) orkund op entfengen med allen verticht=/nissen vn(de) vplatingen als wy med rechte zolden . Voertmer zole wy vn(de) vnze erue(n)de Heren Euerde of / holder desses breues vors(creuen) des 15 vors(creuen) huzes spikers vn(de) hofstede vn(de) des haluen gaerden vors(creuen) rechte / waerscap doen vor alle de ghene de des to rechte comen wilt . Al Arghelist wt ghesproken Jn orku(n)=/de desser dinge zo hebbe wy Herma(n) vrederic vn(de) herma(n) vors(creuen) vor ons zeluen . vn(de) vor Jutten vn(de) wy=/nolde vors(creuen) vmme orer bede willen vn(de) vor vnsen rechten eruenden vnze zeghele an dessen breef / ghehanghen . vn(de) wy 20 herman vrederic . herma(n) vn(de) wynold vors(creuen) hebben voert ghebeden de schepene va(n) / alden(zale) dat zee dessen breef mede ouer vns bezeghelen wolden med ores stades cleyne seghele / vn(de) Schepene va(n) Alden(zale) vors(creuen) wante . Herma(n) Vrederic herma(n) vn(de) wynold vors(creuen) dese vortichtnisse / vn(de) vplatinge vor ons ghedaen hebbet daer wy vnzen orkund vp vntfengen als vors(creuen) is 25 Soe / hebbe wy vm orer bede willen vnzes stades cleyne zeghel myt orer drier zeghele vors(creuen) mede / an dessen breef ghehangen . Ghegheuen Jnt iaer vnzes heren dusent veer hu(n)dert vnde twe / des zaterdaghes na zante peters daghe Ad vincula 30 1402c Oldenzaal 1402-08-10 REGEST Johan van Awijc Roeluessoen verklaart voor zich en zijn erfgenamen afstand te doen van 35 alle aanspraken op het huis en erve binnen Aldensale, naast de proosdij, ten behoeve van de kanunnik Berend Tackinc. TRANSCRIPTIE JC Johan van Awijc Roelues soen do kundich allen luden med dessen breue dat ic hebbe 40 vorteghen en(de) vertyghe med dessen / breue erflike en(de) vmmermeer alles rechtes en(de) ansprake de ic en(de) myne eruende hadden en(de) antewachtene weren hadden / an den hues en(de) erue gheleghen bynnen aldensale by der provestye in hand en(de) tobehoef hern berendes tackinc Canonickes / tod aldensale en(de) bekenne dat ic of myne eruende An den vorscre(uen) hues en(de) erue nyrhande recht noch ansprake meer an / 45 hebben noch antewachtene sint of nyman van onser weghene nyrleyewijs al arghelist vytghesproken to tughe der warheyt / so hebbe ic Johan vor scre(uen) vor my en(de) vor myne eruende myn seghel an dessen breef ghehanghen Ghegheuen Jnt iaer / onses heren dusent veerhundert en(de) twe vp sunte laurentius dach 50 1403a Ootmarsum 1403-03-26

Page 85: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Schepenen van Oetmersem oorkonden, dat Mette Ouerhof en haar dochter Ghese verkocht hebben aan Gherd van Qwendorpe en Johan Abrahamyng (raadslieden der kerk) twee akkers bij het kerkeland naast de hof Olde Watermolen. Keurnoten zijn Herman de Wulf en Willam Hindenhouet naast andere getuigen. 5 TRANSCRIPTIE Wij Scepenen der stad van Oetmersem doen kůndich allen luden dat voer vns Js ghecomen in scepen/dome mette Ouerhof ghese Oer dochter vn(de) bekanden dat ze hadden Erflike vercoft gherde / van qwendorpe vn(de) Johanne abrahamyng in der tyed Raetlude der 10 hilghen kercken tod Oetm(er)sem tho / behoef der hilg hen kercken twe ackerikene landes dat Eyne gheleghen an der kercken lande an desse / zied des korten dat ander gheleghen Oeck ander kercken lande neffen des hoůes Olde watermolen / daer ze Oer voer gheuen Eyne summe gheldes des ze bekanden die oer degher vn(de) al wal betalet w(er)e / vn(de) mette vn(de) Oer dochter vorgh(enoemd) hebbet . Em desse twe acker landes 15 vpghedraghen en(de) vpghelaten myd / vplatinge vn(de) vertichnisse alse ze myd rechte zolden also dat ze noch Oer Erfgh(enamen) daer nyerhande / recht noch anspraken meer an hebben Ofte an wachtene zolen yenigherleye wyes Jn Eyn tůech der / waerheyt zo hebbe wij scepenen vorgh(enoemd) vmme bede willen van beyden tsyden vnses stades seeghel an / dessen breef ghehangen hiir an vn(de) Ouer weren alse kornoten herman die 20 wulf willam hindenhouet / vn(de) anders guder lude ghenoech ghegeuen Jnt Jaer vnses h(er)en Dusend veer hundert vn(de) dre des / manedag hes na letare 1403b 25 Oldenzaal 1403-06-19 REGEST Schepenen van Aldensale oorkonden, dat Arend Vosse en zijn vrouw Wobbe verkocht hebben aan Arend en Johan Wunder, raadslieden (provisoren) van het H.G. Gasthuis aldaar 30 een jaarrente van een mud winterrogge, gaande uit hun kamp op den Nyenvelde, achter een kamp behorende aan de oude baghynen . TRANSCRIPTIE Wy ghemeynen Schepenen der stad van aldensale doet kundich allen luden med dessen 35 openen breue dat vor ons ghekomen sint daer wy seten in schependome / Arend vosse en(de) wobbe syn echte wijf en(de) bekanden aldaer vor ons dat se reckelike en(de) redelike hadden verkoft stedes eruecopes Arende wunder en(de) Johanne wunder in / der tijt raetluden des hilghenghestes hues tod aldensale en(de) oren nacomelinghen raetluden des vorscr(euen) hilghenghestes hues we se sint in der tijt tobehoef der armen eyn mudde / 40 guds79 wynterrogghen iaerliker ghulde by der deuenter marketmathe vyt oren Campe gheleghen vp den nyenvelde achter eynen campe de den oelden baghynen to hoert to / hebbene tobesittene erflike en(de) vmmermeer als omme eyne summa ghelds de em wytlike en(de) wal betalt were als se dar vor bekanden en(de) hebt dar vp verteghen als se med / rechte solden welijc mudde rogghen vorscre(uen) arend wobbe vorscre(uen) en(de) or 45 eruende iaerlix betalen solen den vorscre(uen) raetluden en(de) oren nacomelinghen raetluden we se sint in der / tijt bynnen aldensale in welijch hues em des gheuoghet tusschen sunte Mertene in den wintere en(de) medewintere . wert dat se des nicht en deden so moghen de vorscre(uen) / raetlude en(de) or nacomelinghe raetlude we se sint in der tijt dat vorscre(uen) mudde rogghen eyn deel of al vytwinnen van Arende wobben vorscre(uen) 50 en(de) van oren eruenden en(de) vort / van den ghenen de zijch des vorscre(uen) campes eyn deel of al vnderwinden med ghestliken rechte sunder ladinghe oft vytpenden med

79 De "e", die men hier zou verwachten, ontbreekt.

Page 86: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

werliken gherichte vnverclaghet ende / vnvervolghet vortmer so loueden aldaer vor ons arend wobbe vorscre(uen) dat se en(de) or eruende den vorscre(uen) raetluden en(de) oren nacomelinghen raetluden we se sint in der tijt des / vorscre(uen) mudde rogghen rechte warscap to done vor alle de ghene de des to rechte komen willen al arghelist vytghesproken to tughe der waerheyt want wy onse orkunde / hir vp ontfenghen so hebbe wy omme bede 5 willen van beyden syden onses stades cleyne seghel an dessen breef ghehanghen ghegheuen Jnt iaer onses heren dusent / veerhundert en(de) dre des dinxedaghes na sunte vitus daghe 10 1404a Almelo 1404-04-04 REGEST Coenraed Wissikynck geheten Bry en Johan van Heghehusen, schepenen van Almelo, 15 oorkonden dat Trude de Kudester80 voor de verlichting en timmering van de kerk te Almelo een gaarden – gelegen tussen de ghaerden van Kemenaden en die van Tympen - heeft geschonken en opgedragen heeft in handen van Borchard Koken, kerkmeester te Almelo. Als getuigen worden genoemd Aernt Begher en Rodolphus Begher, schoolmeesters te Almelo. 20 TRANSCRIPTIE Wy Coenraed wissikynck gheheeten bry vn(de) Johan van heghehusen Schepene(n) in der tijt tot Almelo bekennen vnde / betughen in dessen apene(n) breue dat vor vns is ghecomen trude de kudester vnde ghaf daer puerlike vmme / godes willen der luchtinghe vnde der 25 tymmeringhe der kerken van Almelo wo se myt rechte zolde Oren / ghaerden gheleghen tusschen kemenaden ghaerden vn(de) tympen ghaerden vnde verteech des vn(de) droech ore / vp in hant borchardes koken do in der tijt Raetman der kerken van Almelo to behoeff der luchti(n)ghe / vn(de) tymmerynghe vors(creuen) Also dat see vn(de) ore eruende noch ne gheenrehande recht noch eyghendoem / an wachtene zolen wesen . do rechte voert 30 vntfenck trude vors(creuen) den vors(creuen) ghaerden tot oren lyue / van borcharde vors(creuen) eens Raetmans der kerken vors(creuen) daer iaerlix af to gheuene eynen bramesschen / to behoef der luchtinghe vn(de) tymmerynghe vors(creuen) hijr weren an vn(de) aver Aernt begher Rodolphus / begher Scholemester in der tijt tot Almelo vnde anders guder lude ghenoech Al arghelist vet ghe=/sproken vn(de) des to tughe hebbe wy 35 Schepene(n) vors(creuen) vmme bede willen truden vn(de) borchardes vors(creuen) vnses / stades zeghel an dessen breeff ghehanghen Ghege(uen) int iaer vns heren dusent veerhundert vn(de) veer / vp sunte Ambrosius dach eens hillighen leerres 40 1404b Oldenzaal 1404-09-17 REGEST Henric van den Dyke verklaart ten overstaan van Albert Meygerinc, richter van Aldensale, 45 verkocht te hebben aan Ludeken ten Thoerne en diens vrouw Ghese, de grove en smalle tienden uit de erven Woeltkote, Zegheuordinc en Hollandinc c.a., gelegen in het kerspel Aldensale in de buurschap Dulre, leengoederen van de heerlijkheid Almelo. Keurnoten zijn Johan Wunder en Pelegrime ten Brincke. 50 TRANSCRIPTIE 80 In het regest van de OO staat abusievelijk: "Lindester". Bedoeld is waarschijnlijk Trude

Kude. De naam Johannes Kude als schepen van Almelo komt voor in oorkonde 1433bAl.

Page 87: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

JC Henric van den dyke do kundich allen luden med dessen openen breue dat ic Reckelike en(de) redelike hebbe verkoft en(de) verkope / med dessen breue stedes eruecopes ludekene ten thoerne Ghesen synen echten wiue en(de) oren eruenden my ne tenden grof ende / smal ouer dat woeltkote ouer zegheuordinc ouer hollandinc en(de) ouer or tobehoren als de gheleghen sint in den kerspele van / aldensale en(de) in der burscap to dulre to 5 hebbene to besittene erflike en(de) vmmermeer als vor eyn leen der her scap van almelo / als omme eyne summa ghelds de my wytlike en(de) wal betalt is en(de) hebbe dar vp verteghen vor alberte Meygerinc in der tijt / Richter tod aldensale dar he sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale en(de) syne orkunde vp ontfengh med allen vertichnissen / en(de) vplatinghen als ic med rechte solde en(de) dar tobehorden . vort so sal ic en(de) 10 myne eruende ludekene ghesen vor scre(uen) en(de) oren / eruenden der vor scre(uen) tenden grof en(de) smal rechte warscap doen vor alle de ghene de des to rechte komen willen al arghelist / vytghesproken to tughe der waerheyt so hebbe ic henric vorscre(uen) vor my vor myne eruende myn seghel an dessen breef / ghehanghen en(de) tod eyner merren vestnisse so hebbe ic vort ghebeden Alberte Meygerinc den Richter in der tijt tod alden/sale 15 dessen breef mede ouer my tobeseghelne med synen seghele en(de) ic albert Meygerinc in der tijt Richter tod aldensale / want alle desse dinch vor my ghescheen sint dar ic sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale en(de) myne orkunde vp / ontfench so hebbe ic omme bede willen van beyden syden myn seghel mede an dessen breef ghehanghen dar med my an / en(de) ouer weren alse rechte kornoten en(de) gherichtes lude Johan wunder 20 pelegrime ten brincke en(de) anders guder lude / ghenoech Ghegheuen Jnt iaer onses heren dusent veerhundert en(de) veer vp sunte lamberts dach 1405a 25 Oldenzaal 1405-03-20 REGEST In een getransfigeerde transportbrief verklaren Berend van Reede, zijn vrouw Alheit en hun zoon Hinrich voor Herman van Twiclo, ambtman van Twent[he] en voor de keurnoten en 30 gerechtslieden, namelijk heer Hinrich Fabri, kanunnik van de kerk van Oldenzal, en voor Johan Wůnder e.a., dat zij aan Clawes van Ouerhagen en diens vrouw Styne verkocht hebben twee delen van de grove tiende over de Coldehoff, gelegen in het kerspel van Otmersem en in de buurschap te Agelo, en over de gehele smalle tiende c.a., zoals die vroeger aan Godeken van Sateslo, geheten De Moylike, toebehoorde. 35 TRANSCRIPTIE Jch Berend van Reede Alheit syn echte wiff en(de) hinrich ore twyger echte sone maken kund allen luden mid dessen breue dat wii mid guden berade reckelike en(de) / redelike hebbn vorkoft en(de) vorkopen mid dess(en) breue rechtes stedes ervecopes Clawese van 40 Ou(er)haghen Stynen synen echten wyue en(de) oren rechten eruend de twe / deel van den grouen tenden ouer dat ghůt geheten de Coldehoff en(de) den alingen smaltenden mid al synen olden en(de) nygen tobehoringen en(de) rechte also alze dee / Godekens van Sateslo anders geheten de Moylike to hoerne plach en(de) also de gelegen is in den kerspele van Otm(er)s(em) en(de) in der Burscap to agelo vor eyn / vryg dorslachtich egen vor een 45 su(m)me geldes de vns degher en(de) al witlich en(de) wal betalet is e81m dess(e) vorge(nomde) Tenden tohebben(e) tobezitten(e) en(de) tobruken(e) erf=/like ewelike en(de) vmerme(er) vor eyn vryg edel dorslachtich egen en(de) syn des vorge(nomde) Tenden groff en(de) smal alze he gelegen is vetgeghan vor vns en(de) vnse rechte / eruend en(de) hebbn dar vp vortegen vor h(er)man van Twiclo Amptma(n) in der tyd des landes van Twent[he] dar 50 hee zat myd synen kornoten to gerichte in eyne(n) / gehegeden heymale en(de) dar hee synen oerkund vpentfengh mid vortygniss(en) en(de) vplatingen alse ordel en(de) recht

81 Ondubbelzinnig duidelijk is "em" niet te transcriberen.

Page 88: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

wysede dat wij mid rechte solden also dat / wij off vnse rechte eruend dar nyrhande recht off ansprake mer an en hebbn off wachtende en solen wesen en(de) wij Berend Alheyt en(de) hinrich en(de) vnse rech=/te eruend solen Clawes(e) Stynen en(de) oren rechten eruend dess(e) tenden groff en(de) smal vorge(nomd) rechte warschap don vor eyn vryg dorslachtich eeghen wo en(de) war / men des to rechte waren sal vor alle deghene de des to 5 rechte komen willet en(de) wert dat see des in Jenygen schaden quemen dar sole wij see van enthauen en(de) / al schadelos van maken alze zich dat geborde sunder wederzeggen alle argelist in dess(en) breue vetgesproken Jn orkunde dess(er) dingh en(de) vestnisse en(de) to tughe / der warheyt hebbe ich Berend vorge(nomd) myn segel vor my soluen vor Alheyde en(de) hinrike vorge(nomd) an dess(en) breff gehangen en(de) to eyner meren 10 vestnisse so hebbe wy / Berend Alheyt en(de) hinrich vorge(nomd) vort gebeden herman van Twyclo Amptma(n) in der tijd des landes van Twent(he) dess(en) breff mede ouer vns to bezegelen myd / synen segel en(de) ich h(er)man van Twyclo Amptma(n) inder tijd alse vorge(nomd) is wend alle desse ding vor my gescheen sint dar ich zat to gerichte myd myne(n) kor/noten in eynen gehegeden heymale en(de) dar ich myn orkund vp entfengh so 15 hebbe ich vmbe bedewillen Berendes Alheydes en(de) hinrikes vorge(nomd) myn sege(l) / mid segele Berendes vorg(enomd) an dessen breff gehangen dar mid my an en(de) ouer weren alse rechte kornoten en(de) gerichtes lude her hinrich fabri Canonick / der kerken van Oldenzal Johan wůnder en(de) anders guder lude genoch Gegheuen Jnt Jaer vnses here(n) dusent veerhundert en(de) vyue des vrygdages na / sunte Gertrude der hilgen Jůncferen 20 1405b Oldenzaal 1405-04-04 25 REGEST Schepenen van Aldenzale oorkonden, dat Hinric Hueting en zijn vrouw Fenne (burgers van Aldenzale) hebben verkocht aan Johan en Aernd Wonder, provisoren (raadslieden) van de H.Geest in Aldensale, een jaarrente van 1 mud winterrogge uit hun huis in de Bisscopesstraten tussen het huis van Aernd Tůneken en het erve waar Můezinc vroeger 30 woonde. TRANSCRIPTIE Wii Ghemeyne(n) schepene der stad van Aldenzale make(n) kond alle(n) luden myt dese(n) brieue dat vor ons in schependoem ghecome(n) zint / hinric hůeting en(de) fenne sijn echte 35 wijf onse borgher en(de) borghersche en(de) enkande(n) vor em en(de) vor oer rechte eruende dat sie ver/coft hadde(n) en(de) vercoft(en) myt desen brieue rechtes stedes eruecopes Johanne wond(er)e en(de) aernde wond(er)e in der tijt raetlude(n) des hey/lighe(n) gheestes bynne(n) der stad va(n) aldensale to behoef der arme(n) lude(n) dye dair ynne ontholde(n) synt een mudde guedes wint(er)rogge(n) / bij der deuent(er) market 40 mathe yaerliker pacht wt eern erue en(de) hues ghelege(n) bynn(en) aldensale in der bisscopes strate(n) tussche(n) / hues en(de) erue aerndes tůneken an dye ene zide en(de) den erue en(de) huese dair můezinc to wonene plach vp die ander zyde / o(m)me ene su(m)me geldes die em witlic en(de) wal betaelt w(er)e als sie dair vor ons enkande(n) en(de) hebn dair vp vertege(n) als sie mit / rechte zolden wellic mudde wint(er)roggen 45 voirs(creuen) hinric en(de) fenne voirs(creuen) en(de) eer rechte eruende of we zic des hueses en(de) erůes / een deel oft al onderwynd alle yaer leueren en(de) wal betale(n) zolen ku(m)mer los in des heilige(n) gheestes hues to der arme(n) behoeff / dye dair ynne synt alze voirs(creuen) is mit vorsatinge des heiligen geestes raetlude(n) in der tijt tusschen sunte mertene in den / wint(er) en(de) der heilige(n) hoechtijt to middewint(er) em dit mudde 50 rogge(n) to hebbene to brukene en(de) to besittene erflike ewelike en(de) / vmm(er)meer en(de) sie en(de) oer eruende voirs(creuen) sole(n) den raetlude(n) in der tijt des heiligen gheestes des mudde rogge(n) rechte waer/scap doen voir al dye ghene dye des to rechte come(n) willet en(de) wert dat dese voirs(creuen) betalinge nicht en scheghe of ghedaen en

Page 89: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

/ woirde so moghen dye raetlude dit mudde rogge(n) wt wynne(n) en(de) wt penden myt des stades boden van em en(de) va(n) eern erue(n)d(en) / of va(n) den ghenen die zic des voirs(creuen) hueses en(de) erues onderwint alse men pacht wt to wynnene pleghet sunder wedersegge(n) en(de) / sunder enigherhande arghelist des to tuge der waerheit want al dese dinck vor ons gheschein syn daer wij onse(n) orkond vp / ontfange(n) hebn so hebn wij 5 o(m)me bede wille va(n) beyde(n) tside(n) onses stades cleyne zegel an desen brief ghehange(n) Ghegheue(n) Jnt / yaer onses h(er)en dusent vyerhond(er)t en(de) vijue des sat(er)dages in der vastene na datme(n) singet Leta(r)e 10 1407 Enschede82 1407-09-29 REGEST Herman Luefoghe, richter te Enschede, oorkondt dat Ghert Lippinch, geheten De Doet, heeft 15 opgedragen aan zijn zuster Fenne en haar man Hinric Boterken, als haar vaderlijk erfdeel, de Lippinchkamp c.a., op de es van Enschede, afgesplitst van het erve Lippinch. Getuigen zijn Hinric van Besten, Hermannus de Veger e.a. TRANSCRIPTIE 20 Jch herman luefoghe richt(er) tod Enschede in der tijt make kunt allen luden met dessen breue dat vor my dar / ic sat to richte in ene(n) gheheghede(n) heymale met myne(n) kornote(n) alze ic met rechte solde seluen ghecome(n) is ghert / lippinch gheheten de doet En(de) bekande dat he hadde ghegeue(n) en(de) bewijst gaff en(de) bewijsede dar vor my in den / gherichte fe(n)nen syner sust(er) en(de) hinrike boterke(n) ere(n) ma(n)ne den 25 lippinch kamp met al syner slacht(er) nvt en(de) / tobehoer alze de gheleghe(n) is by den essche tod Enschede en(de) plach to horene in dat erve tolippinch om den vurs(creuen) / kamp tohebbene to brukene en(de) dar Jnne to besittene erflijke ewelijke en(de) v(m)mermer alze to recht(er) afsche/dinge eres vaderlijke(n) gudes en(de) des vurs(creuen) erues to lippinch van sust(er)schedinge en(de) heft darvp verteghen / van den vursc(reuen) 30 kampe woe he met rechte solde vortmer louede he om des kampes to warene vor alle deghene / de des to recht(en) kome(n) wilt Sunder arghelijst Jn orku(n)de desser dingh wanth alle desse vurs(creuen) pu(n)tte(n) vor mij / h(er)man luefoghe richt(er) vurs(creuen) in der tijt ghescheen sint in ene(n) ghehegheden richte en(de) ic myn orku(n)t dar/vp vntfengh soe heb ic vm bede willen van beden sijde(n) mijn zegel an dessen breif 35 ghehanghe(n) hir were(n) / an en(de) ou(er) hinric van besten en(de) h(er)ma(n)nus deveg(er) en(de) guder lude genoch datu(m) a(n)no d(omi)ni Mo CCCCo septi(m)o i(p)so die michael(is) archangel(i) 40 1408a Oldenzaal 1408-05-23 REGEST Mette, dochter van Coep Beeskens en haar zonen Berneer en Coep erkennen voor Aelbert 45 Meyerinck, richter van Aldenzale, de schenking van 7 mei 1398 (OO, nr 1481) van een huis te Oedmersem tot een gasthuis, gedaan door Ghert van Quendorp en zijn vrouw Trude. Keurnoten en gerichtslieden zijn Mathias van Boningen, Johan Wonder, heer Bernt Tackinc, heer Dyrc Rijsenbeke kanunnik te Aldenzale, Ludeken van Asbeke, Rolef van Heest, Rutgher dye Yegher e.a. 50 TRANSCRIPTIE

82 In de OO (nr 1923) wordt abusievelijk als datum genoemd: 1407 september 9.

Page 90: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

IC Mette Copes docht(er) beeskens Berneer en(de) Coep oer echte zoene maken kond allen luden mit dese(n) brieue / dye husinge mit zijr tobehoringe gheleghen bynne(n) oedm(er)sem bij der linde(n) die ghert va(n) qůendorpe ende / trude zijn echte wijf in godes ere ghegheue(n) en(de) vpghedraghen hebbe(n) tot behoef der arme(n) tot ene(n) hos/pitael en(de) ghasthues in hand der schepene van oedm(er)se(m) oft dye ze daer to zettet dat 5 zolen wij en(de) onse / eruende stede en(de) vast holde(n) ghelijker wijs oft wij daer hand en(de) mond mede to ghedaen hebbe(n) want ghert / en(de) trude dat gheworue(n) hebbe(n) en(de) wij daer to voere(n) ne nicht an ghehad en hebbe(n) noch an wachte(n) / en zolen wesen sunder arghelist Jn orkonde deser dinck So hebbe wij b(er)neer en(de) Coep vorsc(reuen) vor ons / zelue(n) vor Mette(n) onse moder o(m)me eere bede wille en(de) 10 voert vor onse rechte erue(n)de onse zegele an / Desen brief ghehange(n) En(de) hebbe(n) voert ghebede(n) tot ene(n) meere(n) tughe alb(er)te meyerinc richt(er) in der / tijt tot aldenzale daer he zat to gherichte in ene(n) gheheghede(n) heymale en(de) zine orkonde daer vp / ontfeng dat he dese brief mede ouer ons bezeghelen wolde mit zinen zegele Ende Jc aelb(er)t mey/erinck richt(er) tot aldenzale vorsc(reuen) want al dese Dinck vor my 15 ghescheen zint Daer Jc zat to ghe/richte in ene(n) gheheghede(n) heymale en(de) daer Jc myne orkonde vp ontfeng So hebbe Jc o(m)me bede / wille(n) metten berneers en(de) Copes vorsc(reuen) mijn zeghel mede an desen brief ghehanghe(n) daer mede / an en(de) Oůer wern alse rechte koernote(n) en(de) gherichtes lude mathias van boni(n)ge(n) Johan wonder / her b(er)nt tackinc her dyrc Rijsenbeke Canonicke tot aldenzale ludeke(n) van 20 asbeke Rolef van / heest Rutgher dye yegher en(de) anders gueder lude ghenoech Ghegheue(n) Jnt yaer ons h(er)en du/zent vijrhond(er)t en(de) achte vp onses h(er)en hemeluaerts avend 25 1408b Ootmarsum 1408-06-02 REGEST Coenraed en Wessel van den Bredenbroeke oorkonden, dat Rolef van den Bredenbroeke 30 hun het erve Bredenbroeck in de buurschap Gheesterne, gericht Oetmersem, (voor het gerecht?) “afgewonnen” heeft. Tegenwoordig zijn Huvgho van Vlederinghe, hofmeier te Oetmersem, Hinrich van Eeschede, Arend dye Reygher, Johan Bekemannyng, Werense Gherding en anderen. 35 TRANSCRIPTIE Wy Coenraed en(de) Wessel van den bredenbroeke broeders enkennen vn(de) betughen in dessen openen breue voer vns en(de) onse erfgh(enamen) Dat / Rolef van den bredenbroeke vns af ghewonnen heuet vnse Erue en(de) gued gheheten dat bredenbroeck myd torue myd twyghe myd / aller slachter nuvt en(de) myd alle synen rechten oelden en(de) 40 nyen tho behoer alze dat gheleghen is in der buerschap van gheesterne in den / gherichte van Oetmersem alse tho behoef ziinre kinder die noch nycht weerweldich en zynd wantte Rolef voergh(enoemd) hiir voer tydes dat / gued ten bredenbroke onsen old(er)en af ghewonnen hadde voer eyne summe gheldes dye he onsen olderen wal betaelt hadde zo heuet he vns nu / ghegheuen voer zyne kynder dye noch nycht weerweldich en zynd Een 45 van zynen kynderen myd welken dat Erue liuest mede besetten wille / derdehalue mu(n)ster marck paymentes alze in der stad van mu(n)ster ghenghe en(de) gheue is alzo dat dat bredenbroeck ziinre kinder eyn welker / dat he wyl ziin ghewonnen gued is Erflike en(de) Ju(m)mermeer vp zyne rechten olden pacht alze vierdehalf mol[t83] gudes winter roggen by / oelder twenter marcket maete vns en(de) vnsen erfgh(enamen) iaerlikes af tho gheuene 50 alze die old(er)en voer tydes ghedaen hebben Oeck zo zind vor/warde in dessen breue alzo vake en(de) alzo manichwoerue alze vns dyt Erue ten bredenbroke verledighet werd na

83 Inktvlek!

Page 91: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

dode des kindes den / dat Erue nů ghewonnen werd zo moghen oer kinder vnde oer erfgh(enamen) van eruende tod eruenden to[d]84 ewyghen daghen to van vns Coenrade / en(de) wessele vorgh(enoemd) of van vnsen kinderen en(de) van vnsen erfg(enamen) dyt vorgh(enoemde) Erue ten bredenbroke weder wynnen en(de) verherweden myd derdehalue / mu(n)ster marck paymentes alze voergh(enoemd) is daer nicht meer af tho gheuene van 5 hueswynnynghe noch nycht hogher tho verherweden eynygher/leye wyes vnde wan he dat bezad heuet myd ziinre kynder eyn alze vorgh(enoemd) is zo zal he den kinde dat Erue tho weren en(de) laten em vp / den Erue na ziinre macht waghen en(de) ploech zeghede en(de) zeyse en(de) alzodane ding alze ghewontlick is des landes . vnde zo mach Rolef vorgh(enoemd) / ziinre liiftucht bruken myd ziinre huesvrouwen ouer dat Erue ten 10 bredenbroke alzo langhe alze ze beyde leuet of erre eyn tod huesmans / rechte des landes van twente . Oeck zo zind vorworde dat wy Coenraed noch wessel vorgh(enoemd) of vnse erfgh(enamen) noch Rolef noch zine kinder / den dit gued ghewonnen is noch oer erfgh(enamen) Oerre negheen buten des anderen oerleue eykenholt houwen of nederslaen moghen anders / dan dye bouman behouet van noet drufte tod ziinre bouwynghen dat en 15 weer dat vnser een van beyden tsyden verbrande dat god ver/beden moete die mach houwen by des anderen raede tod wulleste z[i]inre tymmeringhe tot huldeliken dinghen vnde wy willen ende zolen / Rolues kinder en vorgh(enoemd) daer he dat erue mede bezetten wyl desses voergh(enoemden) Erues rechte waerschap doen Erflike en(de) Ju(m)mermeer op alzodane85 pacht en(de) / 86puvnten alze vorgh(enoemd) is voer alle die ghene die des tho 20 rechte komen wyllen vetghesproken al arghelist Jn een vast oerkund desser / ding zo hebbe ic Coenraed voergh(enoemd) myen zeghel an dessen breef ghehanghen voer my voer wessele mynen broeder ende voer / vnsen Erfgh(enamen) vnde vmme Eyner meerre vestenisse willen zo hebbe wy ghebeden huvghen van vlederinghe in der tyed hofmeyer tod / Oetmersem dessen breef ouer ons tho bezeghelene vnde Jch huvgho vorgh(enoemd) vmme 25 bede willen van beyden tsyden zo hebbe Jch myen ze/ghel mede an dessen breef ghehanghen hyr an vnde ouer weren hinrich van Eeschede Arend dye reygher Johan bekema(n)nyng ende we/rense gherding en(de) Anders guder lude ghenoech Ghegheuen Jnt Jaer vnses heren dusent veerhundert en(de) achte vp pynxter Auend 30 1408c Enschede 1408-09-18 REGEST 35 Herman Luufoghe, richter te Enschede, oorkondt, dat hij op verzoek van Johan Wonder, burger van Oldensale, beslag (besate) heeft gelegd op de tienden grof en smal van de Phylippinghhoff, het Grote en Luttike Vaerwerck, gelegen in het kerspel en gericht Enschede; dat deze tienden toebehoorden aan jonker Hinrich van Solmisse, en dat hij Johan Wonder in de eigendom van die goederen heeft gesteld. Keurnoten zijn Wolter van 40 Couorden en Bruen van Almelo. Voorts zijn als gerichtslieden aanwezig Herman van Twycklo de Oude, ambtman van Twente, zijn zoons Herman en Frederich, Johan van Couorden, Berend van Rede, Herman van Wullen, Ludeken van Asbeke, Lubbert van Remen, Frederich van den Wolde, Wolter van der Beke, geheten De Predeker, Euerd Duncker, Berend van Wysschel, Dyrich van Heydene Hermanssone, Clawes van 45 Ouerhagen, Gerd van Honychlo, Frederich Post, Herman Vasteldach naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE

84 Inktvlek!

85 "pa[ch]t en(de)" werd later toegevoegd.

86 Met een andere hand werd geschreven "vp alsoda(n)e".

Page 92: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Jch Herman Luufoghe, eyn gesworn richt(er) in der tiid tod Enschede maken kund allen luden myd dessen breue dat ich van eysche en begherten Johans Wonders / eyns borghers tod Oldensale to rechten tyden hebbe bezat en beslagen mid den gerichte to dren veertennachten nae lantrechte de tenden groff en smal / ouer den phylippinghhoff ouer dat grote varwerck en ouer dat luttike vaerwerck gelegen in den kerspele en in den gerichte van 5 Enschede van wegene / en tobehoff Johans vorg(enomt) do de dre veertennacht vmbe quemen vp den lesten steuelyken dach van den dren veertennachten den ich Joha(n)ne vorge(nomd) en(de) / den Eedelen junckere(n) hinrich van Solmisse want hee sych der tenden to underwynden plach to rechten tyden dar to geleget ende gekundyget hadde quam de / solue Johan wonder myd synen vorspraken als recht was vor de banck tod Enschede 10 en(de) maende my eyn heymael en(de) gerichte to hegene en(de) der besate to / gychtene als ich dede na ordelen en(de) rechte de dar vp gewyset worden en(de) maende my vort off Jement w(er)e de de tenden vorstaen mochte off wolde teghen / hem dat ich em de dar to antworde brachte en(de) eyschede des eyschede van gerichtes wegene ich als ich dar to gemanet was des worden dar ordele ghe=/braecht bestadet gewyset en(de) gevolget en(de) 15 to rechte gevonden dat dar neme(n)t en was de myd rechte tegen Johan Wonder nae der besate de tenden vor=/stan en(de) vordegedingen konde ofte mochte ton lesten maende my Johan wonder alse recht was in antworde myner kornoten en(de) gerichtes luden dat / ich one rychtede in de tenden nae syr anclaghe alse ich myd rechte schuldich w(er)e to donde dar ordele vp gevraget bestadet ghewyst en(de) gevolget wor=/den en(de) ok al dar myd 20 rechte gevonden wart dat ich dat myd rechte doen solde des vraghede ich ordele van des gerichtes wege[ne de] dar tohorden wo en(de) in wat mathen ich Joha(n)ne wondere in dee tenden weren en(de) richten solde de al gewyst en(de) gevolget worden up dat sich hyr namaels ement Je=/nyghes wangerichtes vormeten dorue Hiir na soe hebbe ich dar ich sat to gerichte in eynen gehegeden heymaele myd mynen kornoten hiir / na bescreuen als ich 25 mid rechte solde Jn antworde vele guder lude Johanne Wonder vorg(enomt) gerichtet geweret ende geweldyget in de vorg(nomde) tenden / groff en(de) smal alse ouer den Phyllippingh hoff ouer dat grote varwerck en(de) ouer dat lutteke varwerck en(de) richte ende were one dar in alse ich / mid rechte sal Do dat al ghedaen was begherde Johan wonder myd synen vorspraken alse recht was eyn ordel to der soluen tijd en in den soluen / 30 gerichte aldus na den tyden dat em de tenden mid gerichte en(de) mid rechte to gerichtet weren wer hee vet manen mochte des em in vortyden dar / to vnrechte vet en(de) aff entboret w(er)e oft wat dar eyn recht umbe w(er)e dat ordel wart bestadet gewyset en(de) gevolget hadde hee recht to den mesten alse / to den tenden so hadde hee ok recht to den mynsten alse wes em dar mit vnrechte aff vntboret w(er)e alle argelyst vtgesproken Des to 35 tuge en(de) in / orkunde desser dingh want see vor mi geschien synt alse vorg(enomt) is dar ich myn orkundeschap vp ontfangen hebbe So hebbe ich van gerichtes / wegene myn segel an dessen breff gehangen en(de) hebbe tod eyne[n] meren tughe vort gebeden Wolter van Couorden here[n] Reynoldes sone Ritters / en(de) Brune van Almelo geheten van dulre(n) alse rechte kornoten ende vndersate[n] des gestichtes van vtrecht dessen breff umbe des 40 rechten wille mit my / tobesegelen mid oren segelen en(de) wy wolt(er) van Couorden en(de) Bruen van Almelo vorg(enomt) want wy hiir mede an en(de) ouer gewesen en(de) geseten hebben / alse rechte kornoten en(de) hebben al desse vorge(nomde) dinge mede geseen en(de) gehort so hebbe wy umbe bede wyllen Herma[n]s luefogen des richters to der tijd / tod Enschede en(de) umbe des rechten wille onsesegele mede an dessen breff 45 gehangen dar mede an en(de) ouer weren alse gerichteslude h(er)man van Twycklo / de Olde Amptman in der tijd in Twent(he) herman en(de) frederich syne sones Johan van Couorden Berend van rede Herman van Wůllen ludeken van Asbeke / lubbert van Remen Frederich van den wolde wolter van der beke geheten de predeker Euerd Důncker Berend van wysschel Dyrich van heydene her/man syn sone Clawes van Ouerhagen Gerd van 50 honychlo Frederich post herman vasteldach en anders guder lude genoch Gegheuen inden / Jar vnses h(er)en dusent veerhundert ende achte des dinxedag(es) na sunte lamberte eyns hilgen mertelers

Page 93: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1408d Ootmarsum 1408-09-29 REGEST 5 Gherlach van den Dezenberghe, geheten De Pasye, schenkt aan heer Hinrik Offerhues, vicarius te Oetmersem, een stuk land, gelegen achter de Korten aan het eind van de Deyfsteghe, zoals hij het gekocht heeft van Jutte Enghelbertynck, met de bepaling, dat het stuk land na de dood van Offerhues komt aan de vicarie van het St. Johannesaltaar. 10 TRANSCRIPTIE Ich Gherlach van den dezenberghe anders gheheyten de pasye Bekenne vnde betughe mid dessen openen breue vor my / Vnde myne erfghenamen . dat ich mid mynen vryen moet wyllen hebbe ghegheuen . vnde gheue půerlike v(m)me / godes wyllen . Hern hinrike Offerhues vicarius Jn der thijt tod Oetmersem . Een stucke landes gheleghen achter / den 15 korten . Tendes der deyfsteghen . Also als ych dat vorthydes ghekoft hadde van Jutten Enghelbertynch . / Also dat heer hinrich vorghescr(euen) des vorge(noemden) stucke landes bruken sal . also langhe alse he leuet wes dar / Jaerlikes af kuvmpt ende vorvelt . ende wan he nicht lengher een ys So sal dat stucke landes vallen / ende komen eerflike ende u(m)mermeer vppe de vicarie tod Oetmersem Sunte Johannes altares ende / we Da[r] tho 20 een vicarius ys de sal dat stucke landes na boren ende bruken alse heer hinrich vorge(noemd) / vor ghedaen heuet myner Zelen dar vor to bedenckenne . als wontlich ys zunder arghelist . Jn een / tuech der warheyt zo hebbe ich Gherlach vorge(noemd) vor my ende myne eerfghenamen myn zeghel an / dessen bref ghehanghen . Datu(m) Anno d(omi)nj Mille87mo CCCCº Octauo Jpso die Michaelis Archangeli 25 1409a Oldenzaal 1409-03-17 30 REGEST Johan de Hetersche, zijn vrouw Heylike en zijn kinderen Johan, Herman en Hadewych, oorkonden verkocht te hebben aan Euerd den Baueler een half waardeel in de Bonyngher marke, op grond waarvan hij gerechtigd zal zijn om hout te halen en eikels te vergaren (to holte ende tod akeren), welk half waardeel verbonden was aan het Grotenhues te 35 Bonynghe, en dat zij hiervan transport gedaan hebben ten overstaan van Albert Meyerinc, richter te Aldensale. Keurnoten zijn Henric Krybbe en Hessel tor Denghe TRANSCRIPTIE JC Johan de hetersche heylike syn echte wijf Johan herman en(de) hadewych onse kindere 40 doet kundich allen luden med / dessen openen breue dat wij reckelike en(de) redelike hebben verkoft stedes eruecopes Euerde den baueler ofte holdere / desses breues med synen willen eyne alinghe halue ledighe ware in der bonyngher marke to holte en(de) tod akeren / rorende vyt den den grotenhues to bonynghe to hebbene to besittene erflike en(de) vmmermeer als omme eyne sum/ma gheldes de ons wytlike en(de) wal betalt is en(de) 45 hebbet dar vp verteghen vor alberte Meyerinc in der tijt Richter / tod aldensale daer he sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale als wy med rechte solden vortmer so sole / w[y] en(de) onse eruende Euerde vorscre(uen) of holdere desses breues med synen willen der vorscre(uen) haluen ware waren / vor alle deghene de des to rechte komen willen al arghelist vytghesproken to tughe der waerheyt so hebbe / ic Johan vorscre(uen) vor my vor 50 heyliken myen echte wijf vor Johanne hermanne en(de) hadewighe onse kindere / vorscre(uen) omme ere bede willen en(de) vor onse eruende myn seghel an dessen breef

87 "mo" is kleiner en hoger geschreven, maar behoort duidelijk wel bij het woord "Mille".

Page 94: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ghehanghen en(de) hebbet vort / ghebeden Alberte Meyerinc inder tijt Richter tod aldensale dessen breef mede ouer ons to beseghelne / med synen seghele en(de) ic albert Meyerinc inder tijt Richter tod aldensale want alle desse dync vor my / ghescheen s[i]nt daer ic sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale en(de) myne orkunde vp ontfenc so / hebbe ic omme bede willen van beyden syden myn seghel mede an dessen breef ghehanghen daer 5 med my an en(de) / ouer weren alse rechte kornoten en(de) gherichtes lude henric krybbe hessel tor denghe en(de) anders guder lude / ghenoech Ghegheuen Jnt iaer onses heren dusent veerhundert en(de) neghene vp sunte Gertrudes dach 10 1409b Oldenzaal 1409-11-13 REGEST Arend Ockenbroeck de Oude en de Jonge verklaren ten overstaan van Albert Meijerinc, 15 richter te Aldensale, verkocht te hebben en over te dragen aan schepenen van Aldensale hun hofstede, gelegen binnen de stad naast de proosdij en des Bisschops hof. Keurnoten en gerichtslieden zijn Berend van Rede, Clawes van Overhaghe e.a. TRANSCRIPTIE 20 JC Arend ockenbroeck de oelde en(de) Arend ockenbroeck de Junghe Arends soene vorscre(uen) doet kundich allen luden med dessen / openen breue dat wy eendrachtelike med gude[n] berade reckelike en(de) redelike hebben verkoft en(de) verkopen med dessen / breue stedes eruecopes den Ghemeynen Schepenen van aldensale onse hofstede med oren tobehoren gheleghen bynnen / aldensale beneffen der prouestye en(de) des 25 bysscopes houe to hebbene to besittenene erflike en(de) vmmermeer alse omme eyne / summa gheldes de ons de Schepenen van aldensale wytlike en(de) wal betalt hebbet en(de) hebbet daer vp verteghen med hande / med můnde vor alberte Meyerinc in der tijt Richter tod aldensale daer he sat to gherichte in eynen gheheghenden hey/male als wy med rechte solden En(de) bekennet dat wy of onse eruende an der vorscre(uen) hofstede en(de) an oer 30 tobehoren nyr/hande recht of ansprake meer an hebben noch antewachtene sint nyrleyewijs vortmer so sole wy en(de) onse eruende / den vorscre(uen) Schepenen der vorscre(uen) hofstede med oren tobehoren rechte warscap doen vor alle de ghene de des to rechte / komen willen al arghelist vytghesproken to tughe der waerheyt so hebbe wy arend en(de) arend vorscre(uen) vor ons en(de) / vor onse eruende onse seghele an dessen breef 35 ghehanghen En(de) tod eyner merren vestnisse so hebbe wy vort ghe/beden alberte Meyerinc in der tijt Rychter tod aldensale dessen breef mede ouer ons to beseghelne med synen se/ghele en(de) ic albert Meyerinc in der tijt Richter tod aldensale Want alle desse dync vor my ghescheen sint daer ic / sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale en(de) myne orkunde vp ontfenc so hebbe ic ommebede willen van / beyden syden myn 40 seghel mede an dessen breef ghehanghen daer med my an en(de) ouer weren alse rechte kornoten / en(de) gherichtes lude ber[en]d van Rede Clawes van Overhaghe en(de) anders guder lude ghenoech Ghegheuen Jnt / iaer onses heren dusent veerhundert en(de) neghene vp sunte brixius Dach 88 45 1409c Ootmarsum 1409-12-17

88 Als notitie bij inv. nr 126 staat - evenals op de achterkant van de oorkonde - : "Coopbrief

van den hoff van de Duitsche schoele.". 1409. N.B. Zie regest nr 15. Op de achterkant van de

oorkonde staat verder nog iets, dat deels onleesbaar is geworden, namelijk: "Desse brief gheet an

[gh.....quendye...] der stat".

Page 95: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Clawes van Ouerhaghe, zijn vrouw Styne met hun kinderen Sweder en Clawes verklaren te hebben verkocht en te leveren voor Frederik Post, richter te Odmersem, aan Gherd van Quendorpe en zijn vrouw Trude twee derde deel van de grove en de gehele smalle tiende 5 van het erf ten Koldenhoue, gelegen in het kerspel Odmersem en de buurschap Aghelo. Keurnoten en gerichtslieden zijn Arnoldus van Vasse, Clawes de Koster en anderen. TRANSCRIPTIE JC Clawes van ouerhaghe Styne syn echte wijf Sweder ende Clawes onse kindere maken 10 kond allen luden med dessen openen breue dat wy samentlike / ende eendrachtelike hebben vp ghedraghen Gherde van Quendorpe truden synen echten wiue en(de) oren eruenden erflike en(de) vmmermeer de twe / deel van den grouen tenden ouer dat erue en(de) guet ten koldenhoue en(de) ouer syn tobehoren ende dar to den alinghen smalen tenden ouer dat vorscre(uen) / erue en(de) guet ten koldenhoue alset gheleghen is in den 15 kerspele van odmersem ende in der burscap to aghelo En(de) hebbet daer vp verteghen to behoef / Gherdes truden vorscre(uen) en(de) ore(n) eruende vor frederike poste in der tijt Rychter tod odmersem daer he sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale / med synen kornoten hir na bescreuen med alle[n] vertichnissen en(de) vplatinghen als wy med rechte solden ende med al den rechte dat wy daer an hadden / ende antewachtene weren 20 na alle[n] in holt nisse desses breues daer desse theghenwordighe breef dor ghet[o]ghen is al arghelist vytghesproken to tughe / der waerheyt so hebbe ic Clawes vorscre(uen) vor my vor Stynen myn echte wijf vor Sweder Clawese vorscre(uen) onse kindere en(de) vor onse eruende myn seghel / An dessen breef ghehanghen En(de) hebben voert ghebeden frederike poste in der tijt Richter tod odmersem dessen breef mede ouer ons to beseghelne 25 med / synen seghele En(de) ic frederic post in der tijt Rychter tod odmersem want alle desse dync vor my ghescheen sint daer ic sat to gherichte in eynen ghe/hegheden heymale en(de) myne orkunde vp ontfenc so hebbe ic omme bede willen van beyden syden myn seghel mede an dessen breef ghehanghen daer / med my an en(de) ouer weren alse rechte kornoten en(de) gherichtes lude Arnoldus van vasse Clawes de koster en(de) anders guder 30 lude ghenoech Ghegheuen Jnt / iaer onses heren dusent veer hundert en(de) neghene des dinxedaghes na sunte lucien daghe 1410a 35 Ootmarsum 1410-02-14 REGEST Getransfigeerde oorkonde, waarin de schepenen van de stad Oetmersem verklaren, dat de twee raadslieden de aan de brief van 20 september 1398 (Register Hattink, nr 22; OO, nr 40 1508) getransfigeerde oorkonde zullen bewaren in de kist der raadslieden van de kerk. TRANSCRIPTIE Wij Scepenen der Staed van Oetmersem Enkennen vnde betughen Jn dessen Openen breue vor vns / ende vnse nacomelinge dat daet myd vnsen wyllen is dat dessen breef daer 45 dyt transfixs doer / ghet[e]ghen is Alze van vryheyt des hůses dat ghert van Quendorpe ende drůdike zien wijf / ghegheůen hebben den Scepenen ende der Staed van Oetmersem dat den breef twee ghekorne / raetlůede bynnen der staed van Oetmersem Jn hoyde ende Jn hebbener wer zoelen hebben to behoef / Armen lůeden Alse in der hillighen kerken raetlude kyste Sůnder Arghelijst Jn eyn tůech der / warheyt so hebbe wy Scepenen van 50 Oetmersem vnse cleyne Jnghezeeghel An dessen breef ghehangen / ghegheuen Jnt Jare vnses heren Důsent veerhůndert ende teyne vp zůnte valentijns dach

Page 96: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1410b Oldenzaal 1410-03-18 REGEST Ecbert van Almelo en zijn vrouw Elysabeth van Voerst verklaren, dat zij ten overstaan van 5 Albert Meyerinc, richter te Aldensale, een gehele waar c.a. in de Lutter Marke, in het kerspel Aldensale, hebben verkocht en geleverd aan Mense ten Thoerne en zijn vrouw Lyse. Keurnoten en gerichtslieden zijn Berend van Rede, Johan van Beuervorde Wylmessoene, Pelegrime ten Bryncke en anderen. 10 TRANSCRIPTIE JC Ecbert van almelo en(de) Elysabeth van voerst echte lude maken kond allen luden med dessen Openen breue dat / wij reckelike en(de) redelike hebben verkoft en(de) verkopen med dessen breue stedes eruecopes Mensen ten thoerne / lysen synen echten wiue en(de) oren eruenden eyne alinghe waer med oren tobehoren tod akerenne to holte in der lutter / 15 marke in den kerspele van aldensale to hebbene tobesittene erflike en(de) vmmermeer vor eyn edele eyghen alse / omme eyne sůmma gheldes de ons wytlike en(de) wal betalt is ende hebbet daer vp verteghen vor alberte Meyerinc / in der tijt Richter tod aldensale daer he sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale med allen vertichnissen / en(de) vplatinghen als wy med rechte solden ende daer to behoerden vortmer so sole wy ende 20 onse eruende Mensen / lysen vorscre(uen) en(de) oren eruenden der vorscre(uen) waer med oren tobehoerne rechte warscap doen tod allen tijden wan/ner se des to done hebben wo men eyns edelen eyghens en(de) eyns eruecopes med rechte waren sal vor alle de ghene / de des to rechte komen willen al arghelist vytghesproken to tughe der waerheyt so hebbe wy Ecbert en(de) Elysa/beth vor scre(uen) vor ons en(de) vor onse eruende onse 25 seghele an dessen breef ghehanghen En(de) hebben vort ghebeden / alberte Meyerinc in der tijt Richter tod aldensale dessen breef mede ouer ons to beseghelne med synen seghele / En(de) ic albert Meyerinc in der tijt Richter tod aldensale want alle desse dync vor my ghescheen sint daer ic sat / to gherichte in eynen ghehegheden heymale en(de) myne orkunde vp ontfenc so hebbe ic omme bede willen van beyden / syden myn seghel mede an 30 dessen breef ghehanghen daer med my an en(de) ouer weren alse rechte kornoten en(de) gherichtes / lude berend van Rede Johan van beuervorde wylmes soene pelegrime ten bryncke en(de) anders guder lude ghenoech Ghegheuen Jnt iaer onses heren dusent veerhundert en(de) tyne des dinxedaghes na palmen 35 1410c Ootmarsum 1410-07-08 REGEST 40 Huge van Vlederinghe verklaart ten overstaan van Vrederik Post, richter van Odmersem, verkocht en geleverd te hebben aan Johan van den Velthaue en zijn vrouw Gheze, burgers van Odmersem, de Schaepacker, geleghen bij De Corte aan De Haůerbussche, zoals hij die door ruiling heeft verkregen van Egbert Wiichmanninch (OO, nr 2063, d.d. 27 mei 1410). Getuigen zijn Clawes de coster en Hermannus Bomart en als keurnoten treden op 45 Lubbenghert, Lanbertus de Bode en anderen. TRANSCRIPTIE JC Huge van vlederinghe Enke(n)ne vnde betughe mid dessen opene(n) breůe vor my vnde vor myne erfge(namen) dat ic / hebbe vercoft vnde vercope in dessen breue rechtes steden 50 erfcopes erflike ewelike vn(de) v(m)mermeer Joha(n)ne van den / velthaue borghere to odm(er)sem ghezen zine(n) echte(n) wiue vn(de) ore(n) rechte(n) erfge(namen) een vryg stucke landes ghehete[n] de schaep/acker gheleghen by den corten an den haůerbussche also alse ic dat inghewesselt hadde va(n) Egberte wiichma(n)ninch / by raede vnde

Page 97: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

consente claweses van ouerhaghen to der tiet rentemeister in twenthe na Jnholtnisse des breues den / my Clawes vorge(noemd) dar vp gegheue(n) hadde den ic Joha(n)ne vort89 ouergegheue(n) hebbe vor ene su(m)me gheldes de my va(n) / Joha(n)ne vorge(noemd) degher vn(de) al wal betalet is vor een dorslachtich edeleghen vnde hebbe em dat vpghedraghen vn(de) bin / des vetghegaen vor vrederike poste richter in der tiet to 5 odm(er)sem dar he sat to gherichte in ene(n) gheheghede(n) heymale / mit zine(n) kornote(n) de hir na bescreue(n) staet mit hande mit můnde vn(de) mit allen vertichnissen vn(de) vplatinghe alse ich / mit rechte solde ic vnde myne erfge(namen) an den vorge(noemden) lande nu(m)mer nicht an tho hebbene of to sprekene nynerleiewies / vnde Jc vn(de) myne erfge(namen) sollen vn(de) willen em des vorge(noemden) landes ware(n) 10 vn(de) rechte warscap doen wo men edeleghen / to rechte ware(n) sal vor alle de ghene de des ten rechte kome(n) willet vtghesproken al arghelist Jn een tuech der / waerheit heb ic huge van vlederinghe vorge(noemd) my(n) segel vor my vn(de) vor myne erfge(namen) an dessen breef ghehanghen / vnde v(m)me mere vestenisse willen heb ic ghebeden vrederike poste den richter to odm(er)sem vorge(noemd) dessen breef / mede ouer my to seghelne 15 vnde Jc vrederic post richter in der tiet to odmersem wante alle desse vplatinghe vnde / vertichnisse vor my ghescheen is dar ic sat to gherichte in ene(n) gheheghede(n) heymale mit myne(n) kornote(n) vnde / dar ic myne orkunt vp entfench zo hebbe ic v(m)me bede willen van beyden tsyden mien segel mede an desse(n) breef / ghehanghen hirmede an vn(de) ouer weren Clawes de coster herma(n)nus bomart alse rechte kornote(n) lub-20 ben/ghert lanb(er)tus de bode vn(de) anders guder lude ghenoech gegheue(n) Jnt Jaer vnses here(n) dusent veerhundert vn(de) tyene / vp sunte kylianus dach 1411a 25 Ootmarsum 1411-03-17 REGEST Frederic Post, richter te Oetmersem, verklaart dat Esseken Wigboldes en zijn vrouw Styne aan Henricus van Wetter (priester) het erf Dat Laer c.a., gelegen in de buurschap Alberghen 30 en het gericht Oetmersem, verkocht en geleverd hebben. Keurnoten en gerichtslieden zijn Arent de Reygher, Beernt Kemenade en anderen. TRANSCRIPTIE Jk Frederic post een ghezworen richter mijns heren van utrecht tot oetmersem doe kondich 35 allen luden bekenne en(de) betughe / openbaer in desen openen breue dat voer my is ghecomen daer ic zat te richte in enen ghehegheden heymale myt myne(n) kornoten / als ordel ende recht wyzede Esseken wigboldes en(de) styne sijn echte wijf ende bekanden daer voer my inden gherichte datse / hebben vercoft en(de) vercoften rechtes stedes eruekopes erflike ewelike en(de) vmmermeer myd dissen openen breue henricus van / 40 wetter priester en(de) holder disses breues myt zynen willen dat erue en(de) guet gheheyten dat laer myt al zinen olden en(de) nyen to be/hoer alse dat gheleghen is inder buerschap van alberghen inden gherichte van oetmersem om ene summe van gelde die essekene / en(de) styne(n) vors(creuen) witlike al en(de) wal betaelt is van henricus vors(creuen) als sie voer my bekanden Ende esseken en(de) styne sijn deses vors(creuen) / erues en(de) gudes 45 vytghegaen myt hande myt monde myt gherichte en(de) myt rechte als sie myt rechte solden en(de) daer sie myt rechte / solden voertmeer soe louede esseken en(de) styne vors(creuen) voer hem en(de) voer al hoer erfge(namen) henricus vors(creuen) of holder disses breues myt / zyne(n) willen deses erues vors(creuen) gheheyten ten laer te waerne en(de) rechte waerschap te doen erflike ewelike en(de) vmmermeer waer / wa(n)neer 50 en(de) hoe vake hem des te doen is voer een vry eyghen guet voer alle die ghene die des te rechte come(n) willen . Oec soe be/kende esseken en(de) styne vors(creuen) voer my dat

89 "vort" zou een schrijffout voor "vors(creuen)" of "vorg(enoemd)" kunnen zijn.

Page 98: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

sie noch hoer erfge(namen) gheenrehande recht meer en hebben . noch en beholden noch an wachten/de soelen wesen an desen vors(creuen) erue en(de) gude Al arghelist vytghesproken Jn een vast tuech der waerheit wa(n)t ic frederic post vors(creuen) / myne oerkonschap daer op ontfenc daer ic zat in ene(n) ghehegheden heymale als voers(creuen) steet . om bede willen van beyden zyden soe / heb ic mijn zeghel an desen breef 5 ghehangen Daer dit gheschiede daer waren mede an en(de) ouer als rechte kornoten en(de) ghe/richtes lude Arent die reygher Beernt kemenade en(de) ander guder lude ghenoech Ghescheen inden iaer ons here(n) dusent vier / hondert en(de) eluen op den dach der heyligher ioncfrowen sunte Gheertrut 10 1411b Almelo 1411-04-22 REGEST 15 Esseken Wigboldessone, heer Willem Snelle (vicarius te Almeloe) en Beernt Kemenade verklaren zich borg gesteld te hebben, dat Egbert Wigboldeszoen het erve Dat Laer op dezelfde wijze aan Henricus van Wetter zal overdragen als zijn broer Esseken. Gezegeld hebben heer Iohan Hilbinc en heer Aernd van Almeloe (vicarius tot Almeloe). Getuigen zijn heer Iohan Hilbinc, kerkheer te Almeloe, heer Derc van der Horst, vicarius te Almeloe en 20 anderen. TRANSCRIPTIE Kundich sij allen luden die dissen brief sien of horen lezen dat wy esseken wigboldes sone her willem snelle vicarius tot almeloe / en(de) beernt kemenade louen in dissen Openen 25 brieue voer ons en(de) voer onse erfge(namen) myt zamender hant alze rechte zakewolden Dat / egbert wigboldes zone henricus van wetter priester of holder des principaels brieues van den laer onder des richters zeghel / van oetmersem van esseken wigboldes zoens weghen sal alsodaen oplatinge en(de) vestinge doen des vors(creuen) erues gheheyten dat laer / alze esseken sijn broeder voer ghedaen heft inden selue(n) brieue en(de) gherichte 30 voer die selue summe geldes die esseken gheboert heft / waert zake dar des niet gheschiede en(de) henricus van wetter priester vors(creuen) of holder des vors(creuen) brieues daer eynighen schaden myt / rechte by leden daer sal ic esseken her willem en(de) beernt kemenade vors(creuen) en(de) onse erfge(namen) henricus van wetter vors(creuen) of holder des / vors(creuen) brieues deger en(de) al van onthauen elc myt zine(n) andele 35 aftegaen sonder arghelist . hijr ware(n) an en(de) ouer her iohan hilbinc / kerker tot almeloe her derc vander horst vicarius tot almeloe en(de) ander guder lude ghenoech des te tughe heb ic esseken her / willem en(de) beernt kemenade vors(creuen) ghebeden her ioha(n)ne hilbinc vors(creuen) en(de) here(n) aernde van almeloe vicarius tot almeloe desen / brief ouer ons en(de) onse erfge(namen) te bezeghelen om ghebrec des onses En(de) ic 40 ioha(n)nes hilbinc kerker tot almeloe en(de) Arnoldus tot Al/meloe vicarius tot almeloe om bede willen essekens here(n) willems en(de) beerndes vors(creuen) soe heb wy onsen zegel an dissen brief / ghehangen Ghegheue(n) int iaer onses here(n) dusent vierhondert en(de) eluen op sunte iuriens auent eens heylighe(n) mertelers 45 1412a Ootmarsum 1412-06-23 REGEST 50 Frederic Post, richter te Oetmersem, verklaart dat Esken Mersen, geheten Scheel Esken, en zijn dochter Yde aan Esken's broer Aelbert van Daerlevoerde de gehele tienden grof en smal over de erven Aelbertinc en Gheerding c.a., gelegen in het kerspel en gericht Oetmersen en Tubergen en in de buurschap te Gheisteren, verkocht en geleverd hebben.

Page 99: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Getuigen en gerichtslieden zijn Claes van Oůerhagen, rentmeester in Twenthe, Claes Coster, Lubbengeerd en anderen. TRANSCRIPTIE Jc Frederic Post Jnder tijt Richter tot Oetmersem Doe ku(n)dich allen luden myt dessen 5 openen / brieue dat vor my en(de) vor gerichts lude hijr nae bescreue(n) gecome(n) synt Jnt gerichte en(de) in ene(n) / gehegeden heymaele Esken mersen anders geheite(n) scheel Esken en(de) yde sijn echte dochter myt Esken / vors(creuen) oeren vader en(de) gecor(en)en mo(m)ber die oer van dien z90aken gegeue(n) waert als recht was En(de) bekanden / voir em en(de) voir oer erfge(namen) dat sij vercoft hebben stedes erfcoeps 10 erflic ewelic en(de) o(m)mermeer Om ene / Su(m)me gelts die em vol en(de) al tot oeren willen wal betaelt is Aelberte van daerlevoerde des vorscre(uen) Eskens / brod(er)e en(de) synen erfge(namen) Die Alinge Tienden groff en(de) smal ouer de twe erue en(de) guede geheiten Aelbertinc / en(de) Gheerding en(de) vyt al oeren toebehoeren Also als die gelegen synt Jnden kerspel en(de) gerichte van / oetmersen en(de) van tubergen en(de) in der 15 buerschap toe Gheisteren ofte soe waer dat sie gelegen synt / En(de) die selue Esken en(de) yde sijn dochter vors(creuen) lieten en(de) droegen den vors(creuen) Aelberte en(de) syne(n) erfge(namen) die / voirs(creuen) Tienden ouer die vors(creuen) erue en(de) guede geheiten Aelbertinc en(de) Geerding Erfliken voir my op / Jnden seluen gerichte en(de) vertegen Daer af myt allen rechte en(de) loeueden em die te warene ku(m)merlo[e]s / van 20 allen onraede en(de) allen voerku(m)mer af te doene en(de) in rechter leenwarschop te holdene thent / der tijt toe dat Aelbert vors(creuen) off syne erfge(namen) de vors(creuen) Tiende Anden leenh(er)e wal versoeken en(de) / verghaen moegen voir em voir oer erfge(namen) en(de) voir alle de ghene die des te rechte co men willen / Al argelist vytgesecht hijr w(er)en ouer en(de) an als gerichts lude Claes van Oůerhage(n) 25 Rentmeist(er) in / Twenthe Claes Coster lubben Geerd en(de) anders guder lude genoich Jn oerku(n)de sbriefs bezegelt / myt myne(n) zegel frederix Richters voirs(creuen) Om bede willen Eskens en(de) yden sijnre docht(er) vors(creuen) / Daer Jc Esken vors(creuen) om de meerre vestnisse willen vor my seluer en(de) als een mo(m)ber yden / mijnre docht(er) vor(screuen) en(de) voir al onse erfge(namen) hebbe mijn zegel mede an dessen brief 30 gehangen Gege(uen) / Jnt Jaer onss heren duysent vierhondert en(de) Tweleue op sente Johans auend Baptisten 1412b 35 Twenthe 1412-11-14 REGEST Otte van Weleuelde en zijn zoon Johan oorkonden, dat zij met de "buren" van Alberghen een stuk land hebben geruild, dat gelegen is tussen het erve Hilbinc en het kerkhof van de 40 kapel van de buurschap Alberghen, waarvan een deel getrokken is bij het kerkhof van die kapel en een ander deel gelegen is "buten den rechten campe", welk land eertijds behoorde tot het erve de Noerthof. De ruil heeft plaats gevonden tegen een "inslach" heideveld, dat gelegen is tussen "der rechter hofstede", behorende bij de Noerthof, en de Zuetessche van de voornoemde buurschap. 45 TRANSCRIPTIE Jc Otte van weleuelde en(de) Johan mijn sone beke(n)nen en(de) belyen in dissen opene(n) breue voer ons / en(de) onse erfghename(n) dat wy hebben ghegheuen en(de) gheuen den ghemeynen buren van Alberghe(n) / tot ewighen daghen toe alsodane lant alse gheleghen is 50 tusschen den erue gheheyten hilbinc / en(de) den kerchoue der Capellen der buerscap van 90 Er lijkt (op de foto althans) een verticale streep door de "z" getrokken. Wellicht kan men om

die reden ook "tzaken" lezen.

Page 100: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

alberghe(n) des een deel ghewyet is totten / kerchoue der seluer capellen en(de) een deel bepoetet is mit telghen dat gheleghen is buten / den rechten campe en(de) te horen plach totten erue gheheyten Die noerthof en(de) hebben daer / weder voer ontfangen vanden selue(n) buren in rechter butenscap alsodanen inslach van heet/velde alse gheleghen is tusschen der rechter hofstede des voers(creuen) noerthoues en(de) den zuetes/sche der 5 vors(creuen) buerscap Jn een tuech der waerheit soe hebbe wy Otte en(de) Johan voer ons / en(de) onse erfghenamen onse seghele an dissen breef ghehangen Gheschien inden iaer onses h(er)en / dusent vierhondert en(de) twaelue des andere(n) daghes na sunte brixius dach des heylighen / bisscopes91 10 1413 Ootmarsum 1413-05-02 REGEST 15 Vrederic Post, richter te Odmersem, oorkondt dat Johan van Tubberghe verkocht heeft aan Gherd van Quendorpe en zijn vrouw Drude een stuk land op de Zelecampe (vor den vonder by der naesten watermollen), ten behoeve van het huis dat Gherd en Drude aan de armen vermaakt hebben. Aanwezig zijn Clawes de Coster en Johan ten Velthoue als keurnoten, naast andere getuigen. 20 TRANSCRIPTIE JC vrederic post richter in der tiet to Odmersem do kundich allen luden Enkene vn(de) betughe / mid dessen opene(n) breue Dat vor my Js ghecomen Dar ic sat to gherichte in ene(n) ghehegheden / heymale mit myne(n) kornote(n) hir na bescreue(n) Johan van 25 tubberghe vnde bekande mit zine(n) vryen / moetwillen Dat he hadde vercoft rech tes steden erfcopes gherde van quendorpe Druden zinen / echten wiue een stucke landes gheleghen vppe den zelecampe vor den vonder by der naesten / watermollen alse tobehoef des huses vnde to wezene in dat hues dat gherd vn(de) drůde vorscr(euen) / gemaket hebt vn(de) ghevestighet in hand der schepene(n) van Odm(er)sem to behoef armer luede mit / anderen 30 gude na Jntholtnisse der principael breue de dar vp ghegheue(n) sint also dat Johan vorg(enoemd) / ofte zine erfg(enamen) dar nynrehande recht of ansprake meer an en hebben of wachte(n)ne sollen wese[n] / nynerleyewies vn(de) zee sollen ghe(r)de vnde druden vor vnde den schepene van odmersem na alse / tobehoef armer lude des landes vorge(noemd) rechte warscap doen wo men steden erfcoep mit rechte / ware(n) sal vor alle 35 de ghe ne de des to rechte come(n) willet vtgesproken al arghelist Jn een tuech / der waerheit wante desse vplatinghe vor my vrederike richter vorge(noemd) ghe scheen is dar ic sat / to gherichte alse ic mit rechte solde zo heb ic v(m)me bede willen van beyden tsyden myn seghel / an dessen breef ghehanghen Hir mede an vnde ouer weren Clawes de coster vn(de) Joha(n) te(n) velthoue / alse rechte cornote(n) vn(de) anders guder lude ghenoech 40 ghegheue(n) Jnt Jaer vns heren Dusent veerhundert / vnde dertene des anderen daghes na sunte wolburghe Daghe 1414a 45 Almelo 1414-02-17 REGEST Egbert, heer van Almelo, verklaart dat hij Henric Pusce beleend heeft met de tienden over The Zaleking, in het kerspel Bornen en in de buurschap Senderen gelegen,tegen een 50 heergewaad van een £ Zutfens. Aanwezig zijn de leenmannen van Egbert, Henric van 91 In Zwolle van de originele oorkonde getranslittereerd en gecontroleerd. Geen foto in eigen

foto-archief aanwezig.

Page 101: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Reeden, Albert van Derlevoerde en anderen. TRANSCRIPTIE JC Egbert Here tot Almelo Bekenne ende betughe mit dessen apenen brieue voer my ende voer mijn erfge(namen) dat ic hebbe / beleent vnde belene mit desen seluen brieue Henric 5 pusce den tenden groeff ende smal mit al hoeren toebehoerne ouer / dat erue ende guet the zaleking also als dat gheleghen is Jnden kerspel van bornen Ende inder buerschap toe sendere(n) / die men van my vnde van der heerschap van Almelo the lene holt toe ene(n) zutphenschen rechte Vnde desse voirs(creuen) tende(n) / toe verherwaden mit ene(n) zutphenschen punde Vnde ic egbert voirge(nomd) wil Henricke voirge(nomd) desser 10 beleenninghe staen / vnde waren voer my ende voer myne erfge(namen) woe ic mit rechte sal beholdelic my vnde der heerschap van Almeloe / hoers rechtes vnde ene(n) yeweliken des siins Sonder enigherhande arghelist Hier hebben mede auer en(de) an ghe/wesen myne ma(n)ne van leene(n) Alse Henric van reeden Albert van derlevoerde vnde anders gueder lude ghenoech / Vnde des tho tughe Soe hebbe ic egbert voirge(nomd) voer my 15 vn(de) voer myne erfge(namen) miin zeghel witlic an desse(n) br[ee]f / ghehanghen Ghegeuen Jnt iaer ons heren duysent vierhondert en(de) viertien Des saterdaghes na Sanct[e] / scolastiken dach . - 20 1414b Twenthe [14]14-07-13 REGEST Henrijc van den Tye, Neze van den Tye (zijn zuster), en Berend van Brantlijcht haar (=Neze) 25 voogd, verklaren verkocht te hebben aan Rolof van Pezie hun erve Benning c.a. in het kerspel Delden in de buurschap Woelde, met de lieden die erbij horen, namelijk Alide Benning to Woelde, Gheze, Johan, Fenne en Alide haar kinderen en Beele haar stiefdochter. Eerstgenoemden dragen het erve over ten overstaan van Herman van Twiclo, ambtman in Twenthe. Keurnoten en gerichtslieden zijn Gerd van den Tye, Herman 30 Vriedach, Sweder Tanking en anderen. TRANSCRIPTIE Jc henrijc [van] den tye neze va(n)den tye myn suster en(de) berend van brantlijcht als een mu(n)bor nezen vorg(enomd) doen kundich [......] beke(n)nen en(de) betuge(n) / in dessen 35 opene(n) breue vor vns en(de) vor vnse rechte(n) erfgename(n) dat wij hebben vorkoft en(de) vorkopen rechtes stedes erfkopes [erflike ewelike en(de)] ju(m)mer/meer roloůe van pezie en(de) zine(n) erfge(namen) vnse erve en(de) guet to be(n)ning ghelege(n) in den kerspele va(n) delden en(de) in der buerscap van woelde [mit torve mit twige] / mit water mit weyde mit aller slachter nůt en(de) mit alle zine(n) oelde(n) en(de) n[y]en tobehore(n)ne . vor 40 een stichtes leen en(de) mit den luden de daer to ho[ren] en(de) [binamen] / alide be(n)ni(n)g to woelde Ghezen Joha(n)ne fe(n)nen en(de) alide er kinder en(de) b92eelen er steefdochter vor ene su(m)ma geldes de vns tot vnse[n] willen wytli[j]ck en(de) wal betaelt / ys daer vns wal anghenoegede en(de) altoes anghenoegen zal en(de) ich henrijc va(n)den tye beke(n)ne in desse(n) zelue(n) breůe dat ich en(de) myne erfg(enamen) [..] vorg(enomd) 45 en(de) [....] erfg(enamen) / dit vorg(enomde) erůe en(de) gůet to be(n)ni(n)g mit al zine(n) tobehore(n)ne vorholde(n) zoelen in rechter leenscher weer hente alzolanghe [dat zeer vor gaen ku(n)ne(n) an den heren] daer / dat vorg(enomde) erůe en(de) gůet va(n) to lene gheet en (de) wij henrijc neze en(de) berend als een mu(n)bor vorg(enomd) zolen en(de) willet vor vns en(de) vor al vnse erfg(enamen) em en(de) ere(n) erfg(enamen) / des 50 vorg(enomden) erůes mit zine(n) tobehore(n)ne ware(n) en(de) rechte waerscap doen mit de(n) lude(n) de daer to horet en(de) de hir vorg(enomd) [st]aet vor alle de ghene de des to

92 Men kan – als onwaarschijnlijke variant - ook "boelen" lezen.

Page 102: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

rechte / kome(n) willet nů en(de) tot alle(n) tyden waer dat em des noet ofte to doene ys sunder weder zeghen . Vnde sint des vorg(enomden) er[ůes] en(de) g[ůdes mit] al zine(n) tobehore(n)ne vet/ghegaen to behoef roeleues vorg(enomd) en(de) zinre erfg(enamen) vn(de) hebt des vortege(n) vor herma(n)ne van Twiclo den oelde(n) amptman [in] T[w]enthe [mit] allen vortichnissen en(de) vp/latinghen als wij mit rechte zolden . daer he zat to 5 gherichte in ene(n) ghehegede(n) heymaele mit zine(n) kornoete(n) en(de) gherichteslude(n) als he mit rechte zolde en(de) / er orku(n)de vp vntfenghe(n) alzo dat wij noch vnse erfg(enamen) an de(n) vorg(enomden) erue en)de) guede to be(n)ni(n)g en(de) an den vorg(enomden) lueden [nicht meer ..en hebben noch anbeholde(n) en(de)] / nynreleye wijs wachte(n)ne en zoelen wezen Sunder Jenigerhande argelist Jn eyn tuech der waerheit soe 10 hebbe wij henrijc va(n) de(n) tye neze myn suster en(de) [berend] / va(n) brantlijcht als een mu(n)bor nezen vorg(enomd) vnse zegele vor vns en(de) vor vnse erfg(enamen) an desse(n) breef ghehanghe(n) Ende v(m)me ee[. .....] vestenisse willen zo / zo93 hebbe wij ghebede(n) herma(n)ne va(n) twicklo amptma(n) in twenthe vorg(enomd) dat he dessen breef met vns en(de) ouer vns en(de) vnse erfg(enamen) [be]zegele(n) w[ol]de [En(de) ich 15 herman] / va(n) twicklo amptma(n) vorg(enomd) wente alle desse vorg(enomden) degedinghe en(de) vplatinghe vor my gesceen sint daer ich sat to gerichte als vorg(enomd) zo hebbe ich [.........] / wille(n) henrikes neze(n) en(de) berende vorg(enomd) myn zegel met eren zegelen an dessen breef ghehanghe(n) daer dit gheschede daer [were(n)] mede an en(de) ouer [als rechte] / kornote(n) en(de) gherichteslude Gerd va(n)de(n) tye herma(n) 20 vriedach sweder tanking en(de) anders guder lude ghenoech Ghegeue(n) Jnt Jaer vnses here(n) d[usent vierhun]/dert en(de) viertene vp sunte Margarete(n) dach enre hilger Junc[f]rouwen 25 1415a Ootmarsum 1415-09-28 REGEST Egbert, jonker te Almelo, zijn vrouw Elyzabeth van Voerst en hun zonen Johan en Wolter 30 verklaren, dat zij voor de ambtman van Twenthe, Herman van Twickloe, aan de priester Rolof Begher het erf Dyrckyngh, gelegen in de buurschap Alberghe en het kerspel Oedmersem, verkocht en overgedragen hebben. Keurnoten en gerichtslieden zijn Otto Mumme, Johan van Blankenvoerde en anderen. 35 TRANSCRIPTIE Wy Egbert Jonchere tot Almelo Elyzabeth van voerst Joncfrouwe tot Almelo echte lude Johan vn(de) wolter vnser tvyer echte zoens doen kundich allen / luden bekennen vnde betughen in dessen apenen bezeghelden breue vor vns vnde vor al vnse rechten eruende vnde nacomelinghe dat wy myt vnsen guden / vryen moetwillen vnde myt guden berade 40 hebben vercoft vnde vercopen mit dessen breue redelike vnde recklike erflike ewelike vnde vmmermeer / Rechtes stedes erfkopes heren Roloue begher preystere vnde holdere desses breeffs mit sinen willen vnse erue vnde gued to dyrckyngh gheleghen in / der buerschap tot Alberghe vnde in den kerspele van oedmersem vor een vry eyghen dorslachtich erue vnde gued mit sinen lande dat daer tobehoert / mit den luden de daer to behorn mit torue mit 45 twyghe mit water mit weyde mit alre slachter nůt vnde mit al sinen Oelden vnde nyen toebehoern / vor eyne summa van ghelde de vns to goden tyden wytlike all vnde wal betaelt is daer vns nů wal an ghenoghet vnde altoes wal an ghenoghen sal / Voert so en kenne wy Egbert Elyzabeth Johan vn(de) wolter vors(creuen) vor vns vn(de) vnse eruende vnde nacomelinghe dat wy vn(de) vnse eruende heren Roloue preystere / vors(creuen) vnde 50 holdere desses breeffs mit sinen willen . des erues vnde gudes mit alle sinen oelden vn(de) nyen tobehoerne waren solen vnde vm des rechte / waerschap doen zolen tot allen tyden

93 Twee maal "zo".

Page 103: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ewelike vn(de) vmmermeer vor een vry eyghen dorslachtich erue vn(de) gued vor alle de ghene de des to rechte / comen willen waer vn(de) wa(n)neer vm vn(de) holdere desses breeffs mit sine(n) willen des to done is vp vnse cost vnde buten sinen vn(de) holders desses breues / vors(creuen) hinder vn(de) schaden . voert so en kenne wy Egbert Elyzabeth Johan vnde wolter vors(creuen) vor vns vn(de) vnse erue dat wy des erues vnde 5 gudes / to dijrckyngh vors(creuen) hebben verteghen mit al sinen tobehoerne vors(creuen) vnde sin des vetghegaen mit hande mit munde mit Richte vn(de) mit Rechte [hoe94] / wy mit rechte zolden vnde daer wy mit rechte zolden alse voer herma(n)ne van Twickloe in der tijt Amptman vnses lyuen ghenedighen heren van / vtrecht daer hee sat to gherichte mit sine(n) kornoten alse hee mit rechte zolde alsoe dat wy vn(de) vnse eruende an den erue vn(de) 10 gude to dijrckyng / mit sinen to behoerne ne gheenreleye recht an en behelden noch an wachtene zolen wesen toe behoeff heren Roloffs vors(creuen) vn(de) holders desses / breeffs mit sin(n) willen vors(creuen) Al arghelist vet ghesproken Jn een tuech der waerheit hebbe wy Egbert vn(de) Elyzabeth vor vns vor Johanne / vnde woltere vnser twyer echte kyndere vnde vor all vnse eruende vn(de) nacomelinghe vnse zeghele an dessen breeff 15 ghehanghen Vnde vmme / der meerre vestenisse wille zoe hebbe wy voert ghebeden herma(n)ne van Twickloe Amptma(n) in twenthe vors(creuen) dessen breeff mede aver vns v[e]ere / to bezeghelne . Vnde Jck herman van Twickloe Amptma(n) myns lyuen ghenedighen heren van vtrecht in den lande van Twenthe wante alle / desse dedinghe vor my ghescheen sin in allen maneren alse see vorschreuen staen soe hebbic vmme der merre 20 vestenisse willen vnde vmme / bede willen Egberthes vn(de) Elyzabeths vors(creuen) myn zeghel mit oren zeghelen an dessen breeff ghehanghen Daer dit gheschede daer weren / an vnde aver alse gherechte kornoten vn(de) gherichtes lude Otto mu(m)me Johan van blankenvoerde vnde anders guder lude ghenoech / Ghegheuen int iaer vns heren dusent veerhondert vnde vijfftene vp sunte Mychaeels avent des hilghen Arche Enghels 25 1415b Almelo 1415-10-03 30 REGEST Egbert, jonker te Almelo en zijn vrouw Elysabeth van Vorst verklaren, dat hun zoon Johan aan priester Rolof Beggher het erf Dijrckyngh c.a., gelegen in de buurschap Alberghe en het kerspel Oedmersem, zal overdragen zonder kosten voor de koper. 35 TRANSCRIPTIE Wy Egbert Jonchere tot Almelo Elysabeth van Vorst Joncfrouwe tot Almelo bekennen vnde betughen / in dessen apenen bezeghelden breue vor vns vor vnse eruende vnde nacomelinghe der heerschap van / Almelo dat wy hebben ghelauet vnde lauen in dessen breue heren Roloue beggher preyster dat Johan / vnse echte zone zal leůen vn(de) 40 volborden den erfliken koep alsoe alse wy vor vns vn(de) vnse erue(n)de Heren / Roloue vn(de) holdere des principaels erfkopes breffs mit sinen willen hebben vercoft dat erue vn(de) gued / toe Dijrckyngh gheleghen in den kerspele van oedmersem vn(de) in der buerschapp tot Alberghe mit alle sinen / oelden vnde nygen tobehoerne nae inholtnisse des erfkopes breeffs . Also dat wanneer Johan vors(creuen) bynnen / landes vnde tohues comet 45 vnde heer Roloff vors(creuen) afte holdere des breeffs vors(creuen) des begherne is soe sal vm / Johan vorsc(reuen) dat erue vn(de) gued vesten vnde des vet gaen in den gherichte also dat hee vn(de) holdere des breefs / vors(creuen) des erues vn(de) gudes mit sinen tobehoerne vors(creuen) nae lantrecht vast warde buten heren roloffs / vn(de) holders des breeffs vors(creuen) cost vnde schade Al arghelist vet ghespraken Jn een tuech der waerheit 50 / hebbe wy Egbert vnde Elysabeth vor vns vn(de) vnse eruende vnse zeghele an dessen breeff ghehanghen / Ghegheuen int iaer vns heren dusent veerho[nd]ert vnde viifftene des

94 Niet goed leesbaar “hoe”.

Page 104: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

naesten donredaghes nae sunte / Michaeels dach des hilghen arche Enghels 1416a Oldenzaal95 1416-02-24 5 REGEST Ludeken ten Thoerne, zoon van wijlen Ludeken ten Thoerne, verklaart van Ecbert van Almelo in leen te hebben ontvangen het erve ter Holynden gelegen in de buurschap Dornynghe in het kerspel Aldensale, alsmede de tienden uit Zegheuordinc en Hollandinc in 10 de buurschap Dulre in het kerspel Aldensale, onder voorwaarde dat als het erve ter Holynden aan iemand anders had uitgegeven behoren te worden, hij een ander allodiaal goed als leengoed zal stellen. TRANSCRIPTIE 15 JC ludeken ten thoerne selighen ludekens soene ten thoerne make kond allen luden med dessen openen breue dat my / Eckbert van almelo heuet beleent dat erue ter holynden gheleghen to dornynghe in den kerspele van aldensale den tenden / grof en(de) smal ouer zegheuordinc to dulre den tenden grof en(de) smal ouer hollandinc to dulre in den vorscre(uen) kerspele / van aldensale to stychtes rechte van vtrecht want dat vorscre(uen) 20 erue ter holynden en(de) de twe vorscre(uen) tenden grof en(de) smal roret / to leene van der heerschap van almelo to stychtes rechte van vtrecht vortmer sint vorwarde wert dattet vorscre(uen) erue ter / holynden anders yhemant leen were med rechte so sal ic ludeken vorscre(uen) en(de) myne eruende der heerschap van almelo eyn / ander guet waren to leene dat eyn edele eyghen sij vor dat vorscre(uen) erue ter holynden to stychtes rechte 25 vorscre(uen) al arghelist vyt/ghesproken to tughe der waerheyt so hebbe ic ludeken vorscre(uen) vor my en(de) vor myne eruende myn seghel an dessen breef / ghehanghen Ghegheuen Jnt iaer onses heren dusent veerhundert en(de) Seestene vp sunte Mathyas auend 30 1416b Ootmarsum 1416-06-17 REGEST 35 Zweder van Laghe, geheten Muelert, en zijn vrouw Albert verklaren voor Frederic Post, richter te Oetmersem, aan Henrik van Wetter de tienden over Gheerding, de Zuethof en de Nyenhof c.a., gelegen in de buurschap Alberghen en het kerspel Oetmersem, te hebben verkocht en geleverd. Keurnoten en gerichtslieden zijn Heyne de Bose en Hermannus Bomart, destijds koster te Oetmersem en anderen. 40 TRANSCRIPTIE JC zweder va(n) laghe anders gheheite(n) muelert en(de) albert mijn echte wijf make(n) kond alle(n) lude(n) mit dessen opene(n) breue dat wy / reckelike en(de) redelike mit onse(n) vrien moedwille(n) hebbe(n) vercoft en(de) vercopen mit dessen breue stedes eruecopes 45 heren henri/ke van wetter preester of holdere desses breues mit syne(n) willen . onse(n) tyenden grof en(de) smal ouer dat guet ghehete(n) gheerding / en(de) ouer den zuethof en/de) ouer den nyenhof mit al hoeren toebehoer voer een vry edel doerslachtich eyghen . gheleghen in den / kerspel van oetmersem inder boerschap van alberghe(n) . toe hebbene . toe besittene erflic en(de) vmmermeer alse voer ene su(m)me / gheldes die ons wittelike al 50 ende wal betaelt is . daer ons doe ter tijt wal an ghenoeghede en(de) altoes wal an 95 Het regest in het Huisarchief Almelo vermeldt de datum 1416-02-23. Maar het jaar 1416 is een

schrikkeljaar. Daarom luidt de gecorrigeerde datum: 1416-02-24.

Page 105: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ghenoeghe(n) / sal . en(de) hebbe(n) des voerscre(uen) tyenden grof en(de) smal ouer die voerscre(uen) guede mit hoere(n) toebehoer verteghe(n) mit hande en(de) mit / monde voer frederic post inder tijt richter toe oetmersem . daer hi sat toe gherichte in eyne(n) gheheghede(n) heymale mit sine(n) / koernote(n) hier na bescreue(n) . en(de) sijn orkunde daer op ontfenc mit alle(n) vertichnisse(n) ende oplatinghe(n) alse daer toe behoerde / 5 en(de) wi mit rechte solden Ende bekenne(n) dat wy . noch onse eruende an den voerscre(uen) tyende(n) grof en(de) smal ouer die voerscre(uen) / erue toe gheerding . zuethof ende nyenhof mit hoere(n) toebehoer nyerhande recht noch ansprake meer an en hebbe(n) . noch an / te wachtene synt nyerleyewijs . Voertmeer soe sulle wi zweder en(de) albert voerscre(uen) en(de) onse eruende heren henrike voerscre(uen) / of holdere desses 10 breues mit syne(n) wille(n) des voerscre(uen) tyende(n) grof en(de) smal ouer die voerscre(uen) erue mit hoere(n) toebehoer / rechte waerschap doen voer alle die ghene die des toe rechte come(n) wille(n) voer een vry edel doerslachtich eghen . woe . woe96 / vake en(de) waer hem des te doen is . al arghelist wtghesproken . toe tughe der waerheyt soe heb ic zweder voerscre(uen) voer / my . voer albert mijn echte wijf en(de) voer onse eruende 15 mijn zeghel an desse(n) brief ghehanghen Ende tot eyner meerre(n) / vestnisse soe hebbe wy voertghebeden frederic post inder tijt richter toe oetmersem dessen breef mede ouer ons toe bese/ghelen . Ende ic frederic post inder tijt richter toe oetmersem want alle dese dync voer my gheschien sint daer ic sat / toe gherichte in enen gheheghede(n) heymale mit myne(n) koernoten alse ordel ende recht wijsede ende myne orkunde daer / op ontfenc soe 20 heb ic o(m)me bede wille zweders van laghe anders gheheten muelert en(de) alberts sijns echten wyues mijn / zeghel mit zweders seghel voerscre(uen) beneden an dessen breef ghehanghen . daer dit gheschede daer weren an en(de) ouer / alse rechte koernoten ende gherichtes lude . heyne die bose . ende herma(n)n(us) bomart inder tijt koster toe oetmersem en(de) / ander gueder lude ghenoech Ghegheue(n) in den iaer onses here(n) 25 dusent vierhondert ende sestyen op den wonsdach / na sůnte odulphus daghe 1416c Oldenzaal 1416-08-03 30 REGEST Schepenen van Oldensale geven vidimus van de oorkonde van bisschop Frederich van 11 juli 1416 (OO, nr 2324). De toevoeging betreft: bevrijding van leenroerige tienden over Suythoff, Nyenhoff en Gheerding, gelegen in de buurschap Alberge en het kerspel 35 Otmersem en voorts de tienden over het Lohůs to Halle en het erve Ter Wederwille (gelegen te Lage voor de Dijck in het kerspel van Vlsen). In plaats daarvan heeft Sweder van Lage geheten Mulard, de Schure te Halle e.a. goederen in het kerspel Vlsen in leen ontvangen. Heer Willem van Reenen, proost te Embric (Emmerik), Gijssbert de Ridder en anderen zijn getuigen. 40 TRANSCRIPTIE Wy Gemeynen Schepene ende Raed der Stad van Oldensale maken kund allen luden en(de) bekennen mit dessen openen breue dat wy ghe/seen hebben eynen breeff besegelt myt onsses genedigen leuen heren segele van vtrecht de ganss en(de) gheue en(de) 45 vngekanselent was Jnhol/dene en(de) sprekene van worde to worden alz hiir na bescreuen steet Frederich by der genaden godes Bijsscop tutrecht maken kund allen / luden en(de) bekennen mit dessen openen breue dat wy ombe nutschap en(de) oirbar onsser kerken en(de) verbeteringe onsser leene die tynden / ouer den Suythoff de tynden ouer den nyenhoff en(de) de tijenden ouer gheerding gelegen in den kerspele van Otm(er)sem in der 50 Bur/scap to Alberge die onsse en(de) onsses gestichtes leen waren gemaket hebbn en(de) maken to eynen edelen vrijen eygenen gude alz / voir de schure to halle . ende . de tynden

96 Dubbel "woe".

Page 106: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ouer tlohůs to halle en(de) dat erue totter wederwille gelegen to lage voerden dijck in den / kerspele van vlsen die weder om in de solue stede vor een stichtes leen van Sweder van lage gehete(n) Mulard onssen man dar voer / angenomen en(de) verwisselt en(de) Sweder vorge(noemd) beleent hebbn to holdene van onss en(de) van onssen gestichte hiir waren ouer en(de) aen die / Eerbere h(er) Willem van Reenen prouest tot Embric Gijssbert de 5 ridder onsse ma(n)ne en(de) anders guder lude genoch Jn Orkunde des bre/effs besegelt mit onssen segel Gegeuen tot vollenhoe Jnt yar onss hern Dusent veerhundert en(de) sestien op sant Odulfs aue(n)t En(de) / want wy den breeff alz van worde to worden vorge(noemd) steet also ganss en(de) gheue ghesien hebbn Soe hebbe wij ombe der meren kunde / wille onsser Stad cleyne segel an dessen breff gehangen Gegeuen Jnt yar onss 10 hern dusent veerhundert en(de) sestein des man/dages na sante Peters dach so men scryfft ad vincula 1417a 15 Almelo 1417-03-17 REGEST Egbert, jonker te Almelo, en zijn vrouw Elyzabeth van Voerst verklaren, dat zij aan de priester Rolof Begher het erf Diirkyngh, in de buurschap Alberghe en het kerspel 20 Oedmersem, alsmede de tienden van het Grothe Leetyngh, in de buurschap Elsen, kerspel Rijssen, verkocht en geleverd hebben. TRANSCRIPTIE Wy Egbert Juncheer tot Almelo vnde Elyzabeth Van Voerst Juncfrouwe tot Almelo 25 beke(n)nen vn(de) betughen in dessen Apenen / bezeghelden breue dat wy hebben ghelauet vn(de) lauen in dessen breue heren Roloue begher preystere dat Johan van Almelo vnse / Echte sone int eerste dat hee comet to hues in twenthe sal leůen vnde volborden alsodanen erfliken Coep alse daer wy mede vor / vns vn(de) vnse erue(n)de hebben vercoft here(n) Roloue vorsc(reuen) vn(de) holdere der erfkopes breue myt sinen 30 willen dat erue vn(de) gued to / diirkyngh gheleghen i(n) den kerspele va(n) oedmersem vn(de) i(n) der buerschap va(n) alb(er)ghe vor een edel vry eyghen vn(de) den Tenden groff / vn(de) smal aver dat grothe leetyngh gheleghen i(n) den kerspele va(n) Rijssen vn(de) i(n) der buerschap tot Elsene Oeck vor een Edel / vry eyghen myt al oren olde(n) vn(de) nyen tobeh[o]erne vn(de) sal des erues vn(de) des tenden vet ghaen vn(de) vm vesten myt den 35 gherichte / alse wy vm dat vor gheuestet hebbet also dat hee vn(de) hold(er)e der pri(n)cipaels erfkopes breue mit sine(n) willen des erues vnde / tenden vors(creuen) to lantrechte vaste noech si Weert zake dat dit neet en schede vn(de) heer roloffe vors(creuen) affte holdere der breue vors(creuen) dat / erue afte de te(n)de bespra97ke(n) weerde vn(de) daer schade(n) by nemen d98en schade(n) zole wi vn(de) vnse erue(n)de vm richte(n) vn(de) 40 al schadeloes van / maken Al arghelist vet gesprake(n) . des to tughe hebbe wi vnse zeghele an dessen breeff ghehanghen Ghege(uen) int iaer vnses / h(er)en Dusent veerhu(n)dert vn(de) soue(n)tene vp su(n)te ghertrude dach der hilgher Juncfrouwen 45 1417b Oldenzaal 1417-07-24 REGEST Wolter van Kouorde en zijn vrouw Sophya verklaren, dat zij voor Gherd van der Breden 50 geheten de Snelle, richter te Aldensale, verkocht hebben aan de H. Geest aldaar een rente 97 Moeilijk leesbaar.

98 "Den" is moeilijk leesbaar.

Page 107: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

van 8 mud rogge uit de erven ten Rykenhoue te Voelt (Volthe) en Dyderkinc te Lemeslo, in het kerspel Aldensale gelegen. Keurnoten en gerichtslieden zijn Gherd van Hanychlo, geheten Tappe, Ludeken ten Thoerne, zoon van wijlen Ludeken, en anderen. TRANSCRIPTIE 5 JC wolter van kouorde ende Sophya syn echte wijf maken kond allen luden med dessen openen breue dat wij reckelike en(de) redelike hebben / verkoft en(de) verkopen med dessen breue stedes eruecopes den Raetluden des hylghengheestes hues tod aldensale to behoef der armen / eyne iaerlikes pacht alse achte mudde gudes winterrogghen by der deuenter marketmathe alse vyt onsen eruen en(de) gueden ten / Rykenhoue to voelt en(de) 10 dyderkinc to lemeslo en(de) vyt oren tobehoren gheleghen in den kerspele van aldensale to hebbene to besittene / erflike en(de) vmmermeer alse omme eyne summa gheldes de ons wytlike en(de) wal betalt is en(de) hebbet daer vp verteghen vor / Gherde van der breden gheheten de Snelle in der tijt Rychter tod aldensale daer he sat to gherichte in eynen ghehegheden heymale / med synen kornoten hir na bescreuen med allen vertichnissen 15 en(de) vplatinghen alse wy med rechte solden welike achte mudde / rogghen vorscr(euen) sole wy en(de) onse eruende iaerlikes leueren en(de) betalen kummerloes den raetluden des vorscr(euen) hilghengheestes hues / we se sint in der tijt bynnen aldensale in welyc hues se willet tusschen sunte Mertine in den wintere en(de) der hochtijt to medewinter / Wert dat wy of onse eruende des nicht en deden so moghen de raetlude des vorscr(euen) hilghen 20 gheestes hues we se sint in der tijt de achte / mudde rogghen vorscr(euen) eyn deel of al vytwinnen van ons van onsen eruenden en(de) voert van den ghenen de zijc onser vorscre(uen) eruen / en(de) guden ten Rykenhoue en(de) to dyderkinc med oren tobehoren eyn deel of al vnderwinden of de ze telen of bouwen med gheestliken / rechte sunder ladinghe of vytpenden med daghelixs gherichte vnuerclaget en(de) vnuervolghet sunder 25 ihenigherhande wederzegghen / vort so sole wy en(de) onse er uende den raetluden des vorscre(uen) hilghen gheestes hues we se sint in der tijt der achte mudde rogghen ghu[l99]de / vorscre(uen) rechte warschap doen vor alle de ghene de des to rechte komen willen al arghelist vytgesproken to tughe der waerheyt so / hebbe wy wolter en(de) sophya vorscre(uen) vor ons en(de) vor onse eruende onse seghele an dessen breef ghehanghen 30 En(de) hebben voert ghebeden / Gherde van der breden gheheten de Snelle in der tijt Richter tod aldensale dessen breef mede ouer ons to beseghelne med synen seghele / En(de) ic Gherd van der breden gheheten de Snelle in der tijt Richter tod Aldensale want alle desse dync vor my ghescheen sint daer ic sat / to gherichte in eynen ghehegheden heymale en(de) myne orkunde vp ontfenc so hebbe ic ommebede willen van beyden syden 35 myn seghel / mede an dessen breef ghehanghen daer med my an en(de) ouer weren alse rechte kornoten en(de) gherichteslude Gherd van hanychlo gheheten / tappe ludeken ten thoerne selighen ludekens soene en(de) anders guder lude ghenoech Ghegheuen Jnt iaer onses heren dusent / veerhundert en(de) Seuentene vp sunte Jacobs auent eyns hilghen apostels 40 1418 Almelo 1418-00-00 45 REGEST Johan Blanckenuort verklaart dat hij het goed geheten Johannynck c.a. gelegen in het kerspel Otmersem in de buurschap Rotmen, als een leengoed houdt van de heerlijkheid Almelo. 50 TRANSCRIPTIE Jck Johan Blanckenůort bekenne ende betughe in dessen apenen breue dat ick dat guet to

99 De "l" ist niet duidelijk, maar waarschijnlijk. Men zou ook "ghuide" kunnen lezen.

Page 108: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Johannynck myt / alsynen olden ende nygen to behoringhe dat gheleghen is inden kerspele van Otmersem inder Burschap van / rotmen holde vor eyn manguet van der herschap van Almelo myt vyeffmarken to verherweyden Jn eyn / tuch der waerheyt zo hebbe ick mynen seghel an dessen breff ghehanghen Jnt iar Vnsesheren dusent / veerhundert ende achteyne 5 1419a Almelo 1419-07-23 REGEST 10 Frederic Post verklaart, als voogd over zijn vrouw Fiige, dochter van wijlen Herman van Scoppingen, dat hij de grove en de smalle tienden uit het erve Stazesinch gelegen te Vlsen en een waar in de marke De Lutte in het kerspel Oldenzale als leengoederen houdt van Egbert, heer tot Almelo. 15 TRANSCRIPTIE Jc frederic post bekenne vn(de) betughe in dessen apene(n) breue dat ic hebbe vntfanghe(n) / vn(de) holde to leene als een mu(n)ber miins wiues Fiigen selighen h(er)mans dochter van / scoppingen van Egberte h(er)en tot almelo tot zutphenschen rechte ene(n) teende(n) groff / vn(de) smal ouer dat erue tho stazesinch tot vlsen gheleghe(n) vn(de) ene 20 leddighe waer / inder lutte gheleghen inden kerspel van oldenzale sunder argheliist In een tuech / der waerheyt heb ic Frederic vorge(nomd) miin seghel an desse(n) breeff doen hanghen / ghegheuen Jnt Jaer vnses h(er)en dusent vierhondert vn(de) neghentiene vpden sondach / vor su(n)te Jacops dage 25 1419b Enschede 1419-08-28 REGEST 30 Gerd van der Breden, geheten de Snelle, richter van Enschede, oorkondt dat Godeke, zoon van Gerd Lupping zaliger, Ghese, weduwe van Gerd Mensing, Herman de Wegener met zijn vrouw Mette en Hinrich Botterken met zijn echtgenote Fenne, geen aanspraak meer hebben op de "lijcwar" uit het erve to Lupping, gelegen in Enschede. Keurnoten zijn Hinrich Kribbe en Albert Meygering naast andere getuigen. 35 TRANSCRIPTIE Jch Gerd van der breden anders geheten de snelle Enkenne en(de) betuge in dessen breue dat vor my gekomen sint / dar ich sat to gerichte in enen gehegeden heymale mit myne(n) kornoten hiir na bescre(uen) alz ich mit rechte solde / Godeke seligen gerdes sone lupping . 40 Ghese seligen gerdes wiif mensing herman de wegener mette syn echte / wif . hinrich botterken en(de) Fenne syn wif . en(de) weren bekant dat see nyrhande rechte of ansprake enhadden noch / enbehelden of nema(n)t van ore wegene an der lijcwar rorende vte den erue en(de) gude to lupping gelegen in der / burscap gehete(n) groten buren an den essche to Enschede Sunder argelist . Ende wand see desse bekantnisse / vor my gedaen hebbe(n) 45 alz vors(creuen) steet So hebbe ich myn segel alz eyn richter an dessen bref gehange(n) dar myt / my an en(de) ouer were(n) hinrich kribbe en(de) Albert meygering alse rechte Cornoten en(de) anders guder lude genoch / Gegeuen Jnt yar ons hern . M . CCCC . en(de) negentene . des mandages na sunte Bartholomeus dach eyns hilge(n) / Apostels - 50 1420a Twenthe 1420-02-24

Page 109: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Wolter van Couorde, ambtman in Twente, oorkondt dat Johan van Asbeke en zijn zoon Berend aan Johan Bonyngerhoue uit Aldensale, een rente van vijf overlandse Rijnse guldens verkocht en geleverd hebben uit de erven Clawesing en De Beke te Gheetle in het kerspel Vlsen en uit De Hantste in het kerspel Otmersem. Getuigen zijn Gerd van der 5 Breden, geheten de Snelle, en Hinrich van Echteler, geheten de Blanke, als keurnoten van de ambtman, naast anderen. TRANSCRIPTIE Jch wolter van Couorde Amptman in der tijd in Twente Enkenne en(de) betuge in dessen 10 breue dat vor my gekomen sint dar ich sat to ge/richte in eynen gehegeden heymale mit mynen Cornote(n) hiir na bescreue(n) alz ich mit rechte solde Joha(n) van Asbeke en(de) Berend van As/beke siin sone en(de) enkanden dat see mit eyndrachtige(n) guden willen vor hem en(de) ore erfge(namen) vercoft hadden en(de) vercoften in eyne(n) steden / vasten erflike(n) cope to ewige(n) dage(n) to her Joha(n)ne Bonyngerhoue besitter der haluen 15 proue(n)den in der kerke tod Aldensale off hol/der desses breues mit sinen willen vijf gude ouerlensche rinsche guldene guet van golde en gerecht van gewechte(n) recht(er) yarliker ren/the ute den erue en(de) gude to Clawesing en(de) ute der beke to gheetle beide gelegen in den kerspele van vlsen en(de) vet der hantste ge/lege(n) in den kerspele van Otmers(em) en(de) ute alle desser vors(creuen) erue tobehoringe(n) alz ombe ene su(m)ma van gelde 20 de hem aling to willen wal / betalt w(er)e alz see enkanden En(de) dese rente desser viif guldene vors(creuen) hebben see hem rechteuort vor my opgedrage(n) vertignisse en(de) / oplatinge van gedan vor hem en(de) or erfge(namen) alz see mit rechte solden welike renthe desser viif guldene vors(creuen) see van data desses breues / vortmer an alle yar ku(m)merlos solen wal betalen hern Joha(n)ne of holder desses breues vors(creuen) 25 binne(n) aldensale tusschen sunte Mertine / in den wint(er) en[de] medewint(er) wert sake dat des nicht enschege So mogen her Johan of holder desses breues vors(creuen) desse vors(creuen) / renthe mit allen cost hinder en(de) schade de dar dan opgenge tosame(n)de of eyns deles wynne(n) en(de) mane(n) va(n) Joha(n)ne en(de) Bernde vors(creuen) / en(de) ore(n) erfge(namen) van dessen vors(creuen) erue(n) en(de) guden en(de) ore(n) 30 tobehoringe(n) en(de) vort van den ghene(n) de sich der vors(creuen) gude eyns deles of al / onderwinden eder telen en(de) bouwen eyns deles of al mit geestliken rechte of mit werliken rechte dat ene recht den andern nicht / to hinderne onueruolget en(de) onuerclaget gelike hern pacht sunder oren ouelen moet of yema(n)des va(n) ore wegene vort so / hebben Johan en(de) Berend vors(creuen) gelouet in dessen soluen gerichte vor hem 35 en(de) ore erfge(namen) deser renthe vors(creuen) rechte warscap en(de) gude / betalinge to donde hern Joha(n)ne vors(creuen) of holder desses breues mit syne(n) willen vor alle de ghene de des to rechte come(n) willet / en(de) see ok aling to enthauene van allen gebreke dat en dar lichte op ienige tijd gesche en(de) wo vake sich dat geuelle dat en / des to donde wer sunder yenigerhande dregene en(de) argelist En(de) des to tuge der warheit so heb ich 40 wolter vors(creuen) myn se/gel alz eyn Amptma(n) an dessen bref gehangen dar mit my an en(de) ouer were(n) Gerd van der brede(n) gehete(n) de snelle en(de) / hinrich va(n) echteler gehete(n) de blanke alze rechte cornote(n) en(de) anders guder lude genoch En(de) wii Joha(n) van asbeke en(de) Berend / va(n) asbeke sin sone want alle desse punte(n) so desse bref van worde to worden binne(n) begrepe(n) heuet bii onsen vrijen 45 willen / geschen sint so heb wii to ener mere(n) vestinge willen onse segele mede an dessen bref gehange(n) vor onss en(de) onse erfge(namen) Ge/geue(n) Jnt yar ons hern M. CCCC. en(de) twintich op den saterdach in der vasten na den sondage Esto michi 50 1420b Oldenzaal 1420-03-04 REGEST

Page 110: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Schepenen en raad van Aldenzale oorkonden, dat Berend Tacking, kanunnik aldaar, het huis naast de proosdij aan de Almelerstede heeft overgedragen aan heer Johan Bonyngerhaue. TRANSCRIPTIE 5 Wy Gemeynen scepene en(de) Raed der stad van aldenzale Enke(n)nen en(de) betuge(n) mit dessen breue dat vor onss dar / wy seten Jnscependome gekomen is her Berend Tacking Canonick to aldensale en(de) heuet erflike en(de) ewe/like vercoft in eynen rechte(n) steden vasten erflike(n) cope hern Johanne bonyngerhaue besitter der haluen / preuenden in der kerke to alden100[zale] off dem holder desses breifs mit syne(n) willen dat 10 hůs en(de) de stede mit ore(n) / tobehoer alz dat gelege(n) is bynne(n) alden(zale) beneffen der proestye en(de) schut achter an de almelerstede alz / ombe ene su(m)ma geldes de hem wal betalt w(er)e so hee vor onss enkande En(de) heuet dar vertignisse en(de) op/latinge vort van gedaen vor hem en(de) sine erfge(namen) mit hand en(de) mit monde alz hee mit rechte solde so dat / hee an den vors(creuen) hůs en(de) stede na desser tijd 15 towachten noch to ware(n) en heuet [ey]gendom recht noch an/sprake dar an heuet noch an beholt eniger mate(n) noch Jnghenre wijs eder nema(n)t anders va(n) syner / wegene Ende de solue her Berend heuet vort gelouet vor hem en(de) sine erfge(namen) desses vors(creuen) huses en(de) stede mit / sine(n) tobehoer alz dat gelege(n) is rechte warscap to done hern Joha(n)ne vors(creuen) . off dem holder desses breifs / mit sine(n) willen wo men 20 wigbolde gudes en(de) rechtes erflikes copes mit rechte ware(n) sal wa(n)ner en(de) wo va/ken hem des noet en(de) behoff is vor alle de ghene de des to rechte komen willen En(de) beholden den proeste / van alden(sale) syns tynses dar yarlix vet Sunder argelist Jn eyn vast orkunde desser warheit wand / wii onse orkunde hiir op vntfenge(n) so heb wii omb bede willen hern Berndes vors(creuen) onser stad cleyne / segel an dessen breff gehan-25 ge(n) Gegeue(n) Jnt yar onss hern M CCCC en(de) [...101] en(de) twintich dess mandages / in der vasten na den sondage Reminiscere . 1421a 30 Oldenzaal 1421-02-12 REGEST Schepenen en raad van Aldenzale oorkonden, dat de kanunnik Berend Tacking, Ludeken ton Torne de Oude en Engele Wonders met Johan Wonder haar voogd, als executeurs-35 testamentair van wijlen Steven Fabri, een gaarde hebben overgedragen aan Johan Bonyngerhaue. TRANSCRIPTIE Wij Gemeyne(n) schepen(en) en(de) Raed der stad van aldenzale Enke(n)nen en(de) 40 betuge[n] mit dessen breue dat vor onss / dar wii zaten Jnscependome zelue(n) gekome(n) sint her Berend tacking Canonick to alden[zale] ludeken ton / Torne de oelde en[de] Engele wonders mit Joha(n)ne wonder oren echte(n) mombar en[de] hebben mit eyndrachtighe(n) / guden willen alse rechte hantgetruwen hern Steuens fabri zeliger gedechtnisse vercoft ombe ene su(m)ma / geldes de hem wal betalt w(er)e alz see enkande(n) en(de) vercofte(n) dar 45 vore in ene(n) rechte(n) steden vaste(n) erfcope to / ewige(n) dage(n) to hern Joha(n)ne Bonyngerhaue besitter der halue[n] prouende to alden(zale) vors(creuen) off deme holder 100 "Alden" geschreven in plaats van "Alden(sale)". Een afkortingsteken is niet zichtbaar. Ook

in enkele andere oorkonden komt Alden in plaats van Aldensale wel voor.

101 Dit woord werd doorgestreept. Waarschijnlijk oorspronkelijk "eyn". Als men aanneemt, dat de

schrijver per vergissing vergeten heeft ook het eerste woord "en(de)" door te strepen, luidt de

datering 1420.

Page 111: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

dess(es) / breues mit sine(n) willen eynen garden alz de gelegen is bynne(n) alden(zale) tusschen garden broder Johans van / gelre op ene zit en(de) peters ton torne op de andere zijt mit allen rechte en(de) tobehor alz de hern steuen fa/bri in vortijden to tehoren plach en(de) vrij ledich en(de) los van allen tynse en[de] yarlix gulde En(de) sint des garde(n) / also vor onss vtgegan opgelate(n) en(de) dar an vertege(n) mit hand en(de) mit monde alz 5 zee mit rechte solden / so dat zee dar nyrhande recht off ansprake eder an wachtinge mer an en hebbe(n) eniger mate noch / Jn ghenrewijs eder nema(n)t anders van ore wegen(e) Ende desse vornompde hantgetruwen hebbe(n) vort / gelouet vor hem en(de) or erfge(namen) desses vors(creuen) garden mit al sine(n) rechte en(de) tobehor rechte warscap to donde / hern Joha(n)ne vors(creuen) off holder desses breues mit sine(n) willen 10 wa(n)ner en(de) wo vaken hem des noet en(de) behoff / is wo men wigbolds gudes en(de) rechtes erflikes copes mit rechte ware(n) sal vor alle de ghene de dess to / rechte kome(n) willet Sůnder yenigerhande argelist Jn eyn vast orkunde desser warheit want wij / onse orkunde hijr op entfange(n) hebbn so heb wii ombe bede willen beyder part[y]e vors(creuen) onsser stad cle/ne segel an dessen breff gehange(n) Gegeue(n) Jnt yar onss hern dusent 15 vyerhundert en(de) eyn en(de) twintich / dess godensdaghes in der vasten na den sondage Jnuocauit 1421b 20 Ootmarsum 1421-02-14 REGEST Bernardus Tackinch kanunnik te Aldensale ten overstaan van Frederik Post, richter te Odmersem, en Hermannus Bomart, Ghert Gosens en andere keurnoten schenkt aan Johan 25 Abrahaminc en Gherd de Sc[r]yuer, raadslieden van het hospitaal en gasthuis te Ootmarsum een stuk bouwland aan de Depenbecke te Odmersem, bij Ludolvincland gelegen. TRANSCRIPTIE 30 IC Bernardus tackinch Canonic to aldensale enke(n)ne ende betughe mid dessen openen breůe Dat / ic půerlike v(m)me godes wille(n) hebbe ghegheue(n) ende gheůe mid dessen breuve in dat hospitael ende / ghasthues tot odmersem een stucke boulandes gheleghen vppe der depe(n)becke tot odm(er)sem an ludolvinc / lande tobehoef ende nůtticheit der arme(n) Ende hebbe dat lant vpghedraghen en(de) vpghelate(n) Joha(n)ne / abrahami(n)ch 35 en(de) gherde den sc[r]102yuer raetluden in der tiet des hospitaeles vorge(noemd) en(de) bin des vetghegaen / vor frederike poste richtere in der tiet tot odm(er)sem dar hee sat to gherichte in ene(n) gheheghede(n) heymale / mit zine(n) cornote(n) alse hee mit rechte solde ic en(de) nyma(n)t van mynre weghene dar nu(m)mer nicht an to heb/bene ofte to sprekene nynerleyewiis al arghelist vetghesproke(n) Jn een tůech der waerheit heb ic 40 b(er)nardus / tackinc canonic vorge(noemd) myn segel an dessen breef ghehanghe(n) En(de) o(m)me mere vestenisse wille(n) heb jc ghebede[n] / frederike poste richter vorge(noemd) desse breef mede to beseghelne En(de) Jc frederic post richt(er) in der tiet to odm(er)sem / wan[t]e dit vor my ghescheen is in gherichte alse recht was zo heb Jc o(m)me bede willen hern berendes / vorge(noemd) myn seghel mede an dessen breef ghehanghen 45 hir mede an en(de) ouer weren alse rechte cornoten / h(er)ma(n)nus bomart ghert gosens 102 De "Copija" uit het archief in Ootmarsum translittereert "Steijner". "Scyuer" of "styuer"

zou mijns inziens evenwel als leesvariant beter kunnen. Van "scyuer" kan men via een vergeten "r"

bij "scryuer" uitkomen, zoals Hattink in zijn regest doet. Formsma kiest ook voor "scryuer", maar

zet een vraagteken. Ook "styuer" zou theoretisch bedoeld kunnen zijn, in de betekenis van

"dapper" of "flink" bijv. Maar dan zou er m.i. wellicht wel "den styue" gestaan hebben, in plaats

van "den styuer" zoals in onze tekst.

Page 112: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

en(de) ander guder lude ghenoech Gegheue(n) Jn den Jare onses heren Dusent / veerhůndert een en(de) twintich vp sunte valentinus Dach 1422 5 Ootmarsum 1422-12-31 REGEST Frederic Post, richter te Oetmersem verklaart geen andere brief bezegeld te hebben over de door de ambtman van Twenthe Wolter van Couerde en Gosen to Ouenhusen met de 10 "buren" van Alberghen betwiste weg dan die, in de oorkonde van 1 mei 1421 (OO, nr 2629), welke hier geïnsereerd is. Hoofdrolspelers zijn Jonfer Grete van Beruerde en de ghemene buren en koters der buerscap van Alberghen an die ene zijt en Gosen van Ouenhues an die ander zijt. Gosen van Ouenhusen wordt bijgestaan door Goderd Golt. Aan Brun van Hederike, Herman van Hulscher en Hinric van Tye wordt elk een ordel bestadet (‘ontwerpen 15 van een vonnis opgedragen’). Tenslotte vraagt Aernt Schadevelt als assistent van Wolters van Couerde (amtman) ook een ordel (uitspraak, vonnis). Keurnoten zijn Herman van Twiclo de Oude, Claes de Coster van Oetmersem. Andere getuigen zijn Godert van Langen, Johan Sticke, Bruen van Hederke, Hinric van Tye, Claes van den Campe, Ghert van der Brede, Herman de Haze, Johan van Hengele, Steuen van den Bele, Sander van den Oues, Herman 20 van Hulscher, Bruen van Laer, Ghert Splinter, Sweder en Godert Tenckinc, Hinric van Reeze, Herman Roerinc, Herman van Ansem, Beernt Willemynck en een deel der schepenen van Oldenzale, met name Ludeke ten Toerne de Oude, de Blanke Hinric, Ghert van Honnichlo, geheten Tappe, en een deel der schepenen van Oetmersem, namelijk Lubbeghert, Hermanus de Coster, Gert Gosens, Heyne Boze en een deel der schepenen en 25 burgers van Almelo en anderen. TRANSCRIPTIE JC frederic post richter to Oetmersem beken(n)e in diss(en) breue dat ic ghene(n) breef bezeghelt hebbe van de(n) weghe to Oue(n)husen daer die droste / van Twenthe wolter van 30 Couerde en(de) gosen to oue(n)hus(en) mitten bure(n) van Alberghe(n) om twisteden anders dan ene(n) sprekende van woerde to woer/de alse hijr na volghet JC frederic post inder tijt ene(n) gheswore(n) richter to oetmersem beke(n)ne en(de) betughe mit desen opene(n) breue dat ic / heb een gheheghet gherichte ghezeten to Oue(n)husen op der recht(er) hofstede die gosens to oue(n)hues nv ter tijt sijn is mit myne(n) kornoten die / hijr 35 na bescreue(n) staet . daer wolter van couerde inder tijt Amptma(n) des landes van Twenthe . Jonfer Grete(n) van beruerde en(de) den gheme/ne(n) bure(n) en(de) koters der buerscap van Alberghe(n) an die ene zijt en(de) Gosen va(n) Oue(n)hues vors(creuen) an die ander zijt ene(n) dach gheleghet hadde[n] / voer dat gherichte daer beyde partye queme(n) voer dat gherichte ic103 En(de) gosen va(n) oue(n)h(usen) vorsc(reuen) stont daer mit goderde 40 golt zine(n) voer/sprake en(de) claghede ouer jonfer Grete(n) van beruerde en(de) ouer die ghemene buer en(de) koters va(n) Alberghe vors(creuen) datse mit voerrade / sonder veruolch des rechte(n) en(de) bute(n) hant des here(n) sint ghecome(n) en(de) hebt tot oren wille(n) en(de) gosens wederwille(n) ghe weltlike(n) op/ghebroke(n) zine(n) rechte(n) hoftuen op ziner rechter zoltwer to oue(n)hus(en) en(de) hebt zine(n) graue(n) nedergetreden welker 45 zoltweer en(de) / hoftuens gosens oldervader en(de) gosens vader vor en(de) gosen vorsc(creuen) na langer dan ma(n)nesku(n)ne rostelike en(de) vredelike bezete(n) hebben / en(de) langer iaer dan em inden rechte noet was onbesproke(n) sonder ymendes rechte bysprake En(de) gosen begherde daer vanden / gherichte dat oere dat gherichte en(de) die here na rechte des landes van twenthe in zine(n) bezitte en(de) in ziner weer beholde(n) 50 wolde / en(de) hem dat onrecht ghebetert worde . henter tijt to dat hi mit rechte daer wt gheslete(n) en(de) ghewo(n)nen worde welker ghewolt / en(de) onrechtes gosen

103 Het woord "ic" zou – theoretisch - ook als "is" gelezen kunnen worden.

Page 113: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vors(creuen) met en wolde gheleden hebbe(n) om hondert olde schilde . en(de) seghede dat die here en(de) dat gherichte oen104 /sculdich ware(n) te holden in zine(n) besitte . en(de) begherde des een gherecht ordel dat bestadet wert an brune van hederike En(de) jon/fer grete en(de) die buer en(de) koters vorsc(reuen) worde(n) geeyschet in dat gherichte alse recht was en(de) sie en wolde(n) niet come(n) in dat ghe/richte en(de) en wolde(n) niet 5 antworde(n) . hiir op so wysede bruen van hederke voer recht dat die here gosen vors(creuen) in zine(n) besitte / holde(n) solde na lantrechte so lange dat he mit rechte daer vor ghewo(n)nen worde . voert so vraechde godert golt een ordel van gosens / weghe(n) vors(creuen) en(de) seechde wa(n)t jonfer grete vors(creuen) en(de) die ghemene buer en(de) koters va(n) Alberghe vors(creuen) an die banc geeyschet ware(n) / alse recht was 10 en(de) in oer yeghe(n)wordicheit of zie niet en quame(n) biden zittenden gherichte en(de) by klemender zonne(n) en(de) verant/worde(n) sic wa(n)t zic dat an ghewalt droech of zie mit rechte der claghe ycht vellich sin ghe worde(n) die daer ghedaen weer / dat ordel wart bestadet an herma(n)ne van hulscher die daer op wysede voer recht en(de) seghede nader ansprake die daer ghedaen / waer queme(n) sie niet biden sittenden gherichte en(de) bider 15 clemender sonne(n) datse mit rechte der sake(n) vellich were(n) gheworde(n) / En(de) daer enthendes vraechde aernt schadevelt een ordel als een voersprake wolters van Couerde amptma(n)s vors(creuen) en(de) seechde / wa(n)t jonfer grete van beruerde en(de) die ghemeyne buer en(de) koters va(n) Alberghe vors(creuen) daer stonden en(de) worde(n) geeyschet alse / recht was in dat gherichte te comene en(de) zic te verantwordene des sie 20 niet en deden en(de) oec niet doen en wolde(n) en(de) worden / den clagher vellich ghewyset mit ordel en(de) mit rechte wat sie der heerlicheit daer an ghebroke(n) hadde(n) wa(n)t zic die claghe / an ghewolt droech dat ordel wert bestadet an hinric van tye die daer op wysede vor recht datse daer mede staende bleue(n) / an des here(n) ghenade . hijr ware(n) kornote(n) to . h(er)ma(n) van twiclo die olde . Claes die coster va(n) oetmersem 25 En(de) die dat gherichte / mede bestonden . Godert van langen joha(n) sticke . bruen van hederke hinric van tye Claes vande(n) Ca(m)pe . ghert vander brede / herma(n) die haze joha(n) van hengele . steue(n) vande(n) bele Sander vande(n) oues herma(n) van hulscher bruen van laer . ghert / splinter Sweder en(de) godert tenckinc hinric va(n) reeze herma(n) roerinc herma(n) van ansem beernt willemynck en(de) een deel / der schepene(n) va(n) 30 olde(n)zale alse mit name(n) ludeke ten toerne die olde . die blanke hinric ghert va(n) ho(n)nichlo ghehete(n) tappe / en(de) een deel der schepene(n) va(n) oetm(er)sem alse lubbeghert h(er)man(us) die coster gert gosens heyne boze en(de) een deel der / schepene en(de) borghers va(n) Almelo en(de) ander guder lude ghenoech En(de) wa(n)t dese sake(n) punte ordele en(de) artikele alse / die in desen breue bescreue(n) staet voer my 35 frederic post richt(er) vors(creuen) in ene(n) gheheghede(n) gherichte ghescheen sin / mit vorsprake(n) als ordel en(de) recht wysede so heb ic des te tughe mijn segel als een richter vors(creuen) an des(en) breef ghe/hangen Dat(um) a(nn)o105 d(omi)ni Mo CCCC XXI die asce(ns)o(n)is d(omi)ni Ghege(uen) int iaer ons h(er)en duse(n)t vierhondert en(de) tweentwintich op su(n)te Siluesters dach106 40 1423a Almelo 1423-05-29 45 REGEST Berend Warnerssone verklaart in leen te hebben ontvangen van Egbert, heer tot Almelo, de grove en de smalle tienden uit Grote- en Luttike Baltinck en uit Vdinck gelegen in het kerspel

104 "een" is als leesvariant ook mogelijk.

105 De "a" is als kleine letter geschreven; de "o" is hoger geschreven und nog kleiner dan de

"a".

106 Insertie bij 1421-05-01 (OO, nr 2629).

Page 114: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

van Almen. Getuigen zijn de Almelose leenmannen Gheert van Peyse en Otto Momme, waarbij de laatste tevens ter bezegeling is verzocht. TRANSCRIPTIE Jck Berend warners sone Bekenne en(de) betuge in dessen apenen breue dat ick hebbe 5 ontfangen en(de) hoelde to lene van Egberte h(er)en tod almelo vnde der / heerschap van Almelo die Tenden auer grote baltinck en(de) den tenden aůer luttike baltinck beyde groff en(de) smaell En(de) den tenden aůer vdinck / Tod enen Sůtphanschen rechte Alze die gelegen synt inden lande van sůtphen En(de) inden kerspel van Almen beholdelick my Ende der herschap / van Almelo en(de) enen yeweliken synes rechtes daer dit geschede daer 10 weren mede an en(de) aůer alse ma(n)ne der herschap van almelo Gheert van / peyse en(de) Otto mo(m)me En(de) want ick Berent vorge(nomd) selůen geen segel en hebbe Soe hebbe ic gebeden Otto mo(m)men In een tuch der waerheit / dessen breff aůer my to besegelne En(de) ick Otto mo(n)n107e hebbe vmme bede willen Beerndes vorge(nomd) myn segel beneden an dessen breff gehangen / Gegeue(n) Jnden Jaer vnsses h(er)en dusent 15 vierhondert drie en(de) twintich des Saterdag(es) vor sunte Bonifati(us) auend eynes hilligen bisscops / en(de) confessor(is) 1423b 20 Almelo 1423-08-18 REGEST Frederic van Heker, geheten van Rechter, verklaart dat, nadat al eerder een scheiding was gemaakt tussen de goederen van hem en zijn broers Seygher en Deric, aangestorven van 25 zijn vader, en de goederen die zijn moeder tot op de dag van die akte bezat, hij op dezelfde wijze, met scheidslieden, een vrijwillige overeenkomst zal maken met zijn broers over de goederen die zijn moeder na die akte zijn aanbestorven, waarbij hij tevens enkele regelingen treft voor de lossing van bezwaarde goederen. 30 TRANSCRIPTIE JC Frederic van heker gheheten van Rechter bekenne in desen openen breue voer my en(de) myne erffge(namen) / dat ic myt Seyghere en(de) dericke van heker gheheten van rechter myne ghebroders ghescheyden byn van / alsoe daenen guede alse ons van onsen vader den god ghenedige an ghe eruet is en(de) alse onse moeder / Sophia van Rechter 35 hadde vp dat(um) onser scheydes breue En(de) wertzake dat onser moder voers(creuen) enigher / hande guet an gheeruet woerde . offte woe dattet eer an queme na dat(um) onser scheydes breue dat / zoellen wy Frederic Seygher en(de) deric ghebroeders voers(creuen) dan ia vrentlike scheyden by onsen vrenden / onser scheydes breue voers(creuen) voert bekenne ic Frederic voers(creuen) dat ic ghescheyden byn myt Seygher / en(de) dericke 40 voers(creuen) van allen gueden en(de) tienden die daer versat synt offt wte staen in voerwerden / wertzake dat Seygher off deric voers(creuen) die loesen wolden soe zollen zie my dat weten laten offt / ic Frederic voers(creuen) die loesen wolde En(de) wertzake dat ic Frederic voers(creuen) dye nyet loesen wolde off / en loezede bynnen iaers na der wete die sie my daer aff ghedaen hebben soe mach Seygher off / Deric voers(creuen) die my die 45 wete voers(creuen) hefft ghedaen die voers(creuen) guede offte tenden na den voers(creuen) / iaer loesen en(de) erfflike voer hem en(de) syne erffge(namen) behoelden Sunder arghelist Jn oerkunde der / waerheyt soe heb ic Frederic voers(creuen) myn seghel an desen brieff ghehangen Ghegheuen Jnt iaer / onses heren dusent vierhundert drie ende twintich des wondesdag(es) na onser vrouwen assumpcio 50

107 Duidelijk leesbaar "mo(n)ne".

Page 115: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1423c Almelo 1423-08-18 REGEST Originele identieke charters, zegt de regestenlijst. Vergelijk voor enkel het regest dus de 5 "identieke" oorkonde (1423b). Maar in regel 1 bijv. duikt als een klein taalkundig verschil op. "ghehieten" i.p.v. "gheheten"; bij regel 2: "ghebroeders" i.p.v. "ghebroders"; in regel 3 "alsoe" i.p.v. "alzoe"; "moder" i.p.v. "moeder" (r. 4); "zoellen" i.p.v. "zollen" (r. 9); "vierhondert" i.p.v. "vierhundert" (voorlaatste regel); "dre" i.p.v. "drie" (voorlaatste regel). 10 TRANSCRIPTIE JC Frederic van heker ghehieten van Rechter bekenne in dessen openen brieue voer my en(de) myne erffge(namen) / dat ic myt Seyghere en(de) dericke van heker ghehieten van Rechter myne ghebroeders ghescheyden byn / van alzoe daenen guede alze ons van onsen vader den god ghenedige an ghe eruet is En(de) alse onse moder / Sophia van Rechter 15 hadde vp dat(um) onser scheydes breue En(de) wertzake onser moeder voers(creuen) enigher / hande guet an gheeruet woerde offte woe dattet eer an queme na dat(um) onser scheydes breue dat / zoellen wy Frederic Seygher en(de) Deric ghebroeders voers(creuen) dan ia vrentlike scheyden by onsen / vrenden onser scheydes breue voers(creuen) voert bekenne ic Frederic voers(creuen) dat ic ghescheyden byn myt / Seygher en(de) Dericke 20 voers(creuen) van allen gueden en(de) tienden die daer versat synt offt wte staen in / voerw(er)den wertzake dat Seygher off deric voers(creuen) die loesen wolden soe zoellen zie my dat weten / laten offt ic frederic voers(creuen) die loesen wolde En(de) wertzake dat ic Frederic voers(creuen) die nyet loesen / wolde off en loesede bynnen iaers na der wete die zie my daer aff ghedaen hebben soe mach / Seygher off Deric voers(creuen) die my die 25 wete voers(creuen) hefft ghedaen die voers(creuen) guede offte tenden / na den voers(creuen) iaer loesen en(de) erfflike voer hem en(de) syne erffge(namen) behoelden Sunder arghelist / Jn oerkunde der waerheyt soe heb ic Frederic voers(creuen) myn seghel an desen brieff ghehangen / Ghegheuen Jnt iaer onses heren dusent vierhondert dre en(de)twintich des wondesdag(es) na on=/ser vrouwen Assumpcio 30 1424a Ootmarsum 1424-11-18 35 REGEST Egbert de Stycker en zijn vrouw Fenne verklaren, dat zij ten overstaan van Frederic Post te Oedmersem, aan de priester Herman Beckers drie mud winterrogge verkocht en geleverd hebben uit hun erf Hermannync, gelegen in de buurschap Gheesterne en het gericht Oedmersem. Keurnoten en gerichtslieden zijn Clawes de Koster, Hermannus de Koster en 40 anderen. TRANSCRIPTIE Jck Egbert de Stycker fenne syen echte wiiff doen kondich allen luden med dessen openen breue / dat wij reckelike en(de) redelike hebben vercoft en(de) verkopen med dessen breue 45 stedes eruecopes / heer herma(n)ne beckers preyster en(de) holderes desses breues myt syne(n) willen eyne iarlix pacht / alse dre molt gudes wynterrogghen by der oelden twenther mathe vyt den erue en(de) gude to / herma(n)nync en(de) vyt al syne(n) tobehoren alset gheleghen ys in der buerscap to gheesterne en(de) in den / gherichte van Oedmersem to hebbene to besittene erflike en(de) vmmermeer alse omme eyne sum/ma gheldes de ons 50 wytlike en(de) wal betalt ys . en(de) hebbet dar op verteghen vor frederike poste / in der tijt Richter tod Oedmersem daer he sat to gherichte in eyne(n) ghehegheden heymale myt / allen vertichnissen en(de) vplatinghe alse wij myt rechte solden en(de) daer to behoerde[n] . welke dre molt / rogghen vorscre(uen) sullen de ghene de dat vorge(nomde) erue en(de)

Page 116: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

guet to herma(n)nync vorge(nomd) telen of boů/wen of de zijc des vnderwynden eyn deel of al iarlix leueren en(de) betalen heren herma(n)ne prey/ster vorge(nomd) of [h]oldere[s] desses breues myt synen willen ku(m)merloes bynne(n) der dekenye van / twente tusschen sunte Mertene in den wyntere en(de) medewynter . wert dat se des nicht en deden / so moghen heer herma(n) vorge(nomd) of holder desses breues myt syne(n) willen de dre molt 5 rogghe(n) vorge(nomd) / een deel of al en(de) allen schaden vytwynnen van den ghenen de dat vorge(nomde) erue en(de) guet to herma(n)nync / telen of bouwen ofte de zijc des vnderwynden eyn deel of al . en(de) van ons en(de) van onsen eruende / en(de) van allen onsen guden met gheestliken rechte sunder ladinghe of vytpenden med daghelix / gherichte onverclaghet en(de) onvervolghet . vort so sole wij en(de) onse eruende h(er)en herma(n)ne 10 vorge(nomd) / of hold(er)e desses breues myt syne(n) willen der dryer molt rogghen ghulde vorge(nomd) rechte waerscap / doen tod allen tijden woer en(de) wanneer em des to done ys vor al de ghene de des to rechte kome(n) / willen al arghelist vyt gesproken . to tughe der waerheit so heb ic Egbert vorge(nomd) vor my vor / fenne(n) myn echte wiiff vorg(enomd) en(de) vor onse eruende myn seghel an dessen breeff gehanghen . ende / hebben vort 15 ghebeden frederike poste in der tijd Rychter tod oetmersem dessen breef mede ouer / Ons to beseghelne med syne(n) seghele En(de) ic frederic post in der tijt richter tod oedm(er)s(em) wa(n)t alle desse / dync vor my ghescheen synt dar ic sat to gherichte in eyne(n) geheden heymale en(de) myn orku(n)de daer / vp ontfenc So heb ic om bede willen van beyden syden myn seghel mede an dessen breef gehanghen / dar med my an en(de) 20 ouer were(n) alse rechte kornoten en(de) gherichtes lude Clawes de koster . herma(n)n(us) / de koster en(de) anders guder lude ghenoech Ghegheue(n) Jnt iaer onses h(er)en dusent veerhondert veer / ende twyntich vp sunte Elysabeth auent eenre hillighen weduen 25 1424b Ootmarsum 1424-11-27 REGEST Frederic Post, richter te Oetmersem, oorkondt dat Ghese van Heyden en haar zonen Dyrc 30 en Egbert hebben overgedragen Albert Hersemolen, geboren Van Halle, aan Egbert van Benthem, ter voldoening van een schuld van wijlen Herman van Heyden. Keurnoten zijn Hermannus de Koster, Jacob Schettering en anderen. TRANSCRIPTIE 35 JCH Frederic post richter tot Oetm(er)sem bekenne en(de) betughe in dessen Openen breue dat vor mij ghecomen synt / dar ich sat in eyne[n] heymale myt myne(n) kornoten hiir na bescreuen Ghese van heyden Dyrc en(de) Egbert / oere soens ende bekande[n] al dar vor my want herman van heyden de[n] god ghenade schuldich was / Egberte van benthem ene summe gheldes des een open beseghelt breeff was . dar hiir vortides tusschen / 40 ghedeghenie(n)ghet hadden Egbert de sticker en(de) heyne de bose dat em herma(n) van heyden vorge(nomd) vor de / su(m)me gheldes wisen solde eyne(n) menschen wt syne(n) erue(n) en(de) guden Des hebben Ghese Dyrc en(de) egbert / vorge(nomd) ghewiset Egberte va(n) benthem vorge(nomd) Alberte hersemolen gheboren van halle vor de su(m)me gheldes / Also dat egbert va(n) be(n)them vorge(nomd) myt den knechte als 45 Alberte vorge(nomd) doen en[de] laten mach wenden / en(de) keren mach an wes hand he wil En(de) wij Ghese Dyrc en(de) Egbert vorge(nomd) hebben den vorge(nomden) Alberte / vorteghen en(de) upghedraghen Egberte va(n) be(n)them vorge(nomd) myt hand en(de) myt monde als wij myt rechte solden / vor frederike post richt(er) vorge(nomd) En(de) des to tughe der waerheit So heb wij Ghese Dyrc en(de) Egbert vorge(nomd) / ghebeden frederike 50 post rycht(er) vorge(nomd) dessen breeff ouer ons to beseghelene want we to der tijt / seluen gheens seghels brukende en syn En(de) ic frede(r)ic post richt(er) tod Oetmersem wa(n)t ic myen orku(n)de / hiir up ontfeng so heb ic om bede willen van beyden tsyden myn seghel an dessen breeff gehanghen / hiir weren an en(de) ouer als kornoten herma(n)n(us)

Page 117: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

de koster en(de) Jacob Schettering en(de) anders guder / lude ghenoech Ghegheue(n) Jnt Jaer onses h(er)en dusent veerhondert veer endetwintich f(er)ia s(e)c(un)da post festu(m) kathe(r)ine(n) u(ir)g(in)is 5 1425a Ootmarsum 1425-06-05 REGEST Ghert van Honichloe, geheten Tappe, verklaart met toestemming van zijn zoon Johan en en 10 zijn schoonzoon Symon van Dedem aan de armen van Oetmersem geschonken te hebben het Luttyke Kyndehues c.a. in Tylghede, in het kerspel Oetmersem. Keurnoten zijn Clawes de Koster, Hermannus de Koster, Heyne de Boze en anderen. TRANSCRIPTIE 15 Jch Ghert van honichloe anders geheten tappe enkenne en(de) betughe in dessen opene(n) breue dat ik puerlic om / god en(de) om godes willen hebbe gegheuen(n) tot ene(n) rechte testame(n)te vor my en(de) vor myne zelen en(de) vor my/ner twier huesurouwen zelen den god ghenedich sy en(de) vor alle onse vrende in den hilghen gheest to / Oetm(er)sem dat luttyke kyndehues myt syne(n) tobehoer als dat myen was en(de) als dat beleghen ys in der 20 / burschap tylghede en(de) in den kerspele van Oetm(er)sem . wa(n)t hiir vortides Johan myn zone en(de) Symon van / dedem mynre dochter man my consent en(de) volbort dar tho gheue(n) in yeghenwordicheit guder man en[de] / borghers en(de) schepene(n) tod Oldenzale by(n)ne(n) der stad van Oldenzale do ik em des an synne(n)ne w[as] . dat / ik Ghert vorge(noemd) heb op ghedraghen en(de) opghelaten in hant der Schepene(n) van 25 Oetm(er)sem als to behoef / des hilge(n) ghe[i]stes tot Oetm(er)sem en(de) armer lude de dar in gheherberghet w[e]rde(n) vor frederke poste / to der tyd een ghezwore(n) richt(er) tod Oetm(er)s(em) dar he sat to gherichte in ene(n) gehegeden heymale myt / syne(n) kornote(n) hiir na bescreue(n) en(de) byn des wtghegaen myt oplatinghe en vertichnisse als dar tho / behoert vn(de) als ik schuldich was tho doene zo dat ik of myne erfge(namen) dar 30 nyenrehande recht of an/sprake meer an en hebben noch wachtende sollen wesen nyerleye wyes vn(de) ik en(de) myne erfge(namen) willen / em des waren en(de) rechte waerschap doen wo men een vryeghen to rechte ware(n) sal vor alle de des tho / rechte kome(n) wilt wtghesproken al arghelist Jn een tuech der waerheit zo heb ik Ghert vorge(noemd) / vor my en(de) vor myne erfge(namen) myen zeghel[e] an dessen breeff ghehanghen myt zegehele 35 Johans my[n]s / zoens en(de) Symons van dedem mynre dochter man en(de) hebbe ghebeden frederke poste richter vorge(noemd) desse breef mede tho beseghelne En(de) ik frederk vorge(noemd) wa(n)t desse oplatinghe vor my ghescheen ys zo / heb ik om bede willen myn zeghel om meerre vestnisse willen mede an dessen breeff gehange(n) / hiir were(n) an en(de) ouer als kornote(n) Clawes de koster herma(n)n(us) de kost(er) en(de) 40 heyne de boze / en(de) ander guder lude ghenoech Gegheue(n) ynt yar ons here(n) dusent veerhondert viif ende / twyntich op sunte bonifacius dach 1425b 45 Ootmarsum 1425-09-17 REGEST Frederic Post, richter te Oetmersem, oorkondt dat Lude, de schout van Almelervene, Johan Poules de Jonge c.s. aan Fenne to Tyosing c.s. te Gheesterne, de Zegmaet te Gheesterne, 50 in het kerspel en gericht Oetmersem, verkocht en overgedragen hebben. Keurnoten en gerichtslieden zijn Arent de Reygher, Johan Mensing, Bertolt Boyng en anderen. TRANSCRIPTIE

Page 118: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Ick frederic post richt(er) inder tijt to Oetm(er)se(m) enke(n)ne en(de) betughe myt dessen opene(n) breue dat vor my sint ghecome(n) daer ic sat to / gherichte in ene(n) ghehegheden heymale myt myne(n) cornote(n) hijr na beschreue(n) en(de) myne oerku(n)scap op ontfenc lude de sculte op / almeler vene Johan poules . de ionghe iohan h(er)ma(n)s peter h(er)ma(n)s wisse egbertes zone Merte(n) iohans zone Johan de rouer hinric / h(er)ma(n)s 5 zone en(de) Johan roleues en(de) bekande(n) daer inde(n) selue(n) gherichte dat see eendrachtlike en(de) same(n)tlike hadde(n) vercoft / en(de) vercofte(n) fene(n) to tyosing to gheest(er)ne Joha(n)ne engelb(er)te gherde bernde en(de) h(er)ma(n)ne fe(n)ne(n) kind(er)en en(de) vort al hore(n) rechten / erffge(namen) erflike ewelike en(de) v(m)mermeer dye maet ghehete(n) de zegmaet myt al hore(n) olde(n) en(de) nyen to behorne also alse 10 de be/leghe(n) is inder buerscap va(n) gheest(er)ne inde(n) kerspele en(de) gherichte van oetm(er)se(m) v(m)me ene su(m)me va(n) ghelde de em degher al / en(de) wal betaelt is to guder tijt alse ze bekande(n) daer em do ter tijt same(n)tlike wal an ghenoghede en(de) altoes wal an gheno/ghen sal en(de) hebbet daer op der vors(creuen) maet vertegehe(n) op ghedraghe(n) en(de) op ghelate(n) myt hande en(de) monde alse semyt rechte / zolde myt 15 alle(n) v(er)tichnisse(n) en(de) oplatinghe(n) alze daer to behort en(de) recht is em noch horen erfge(namen) daer nu(m)mermeer nicht an / to hebbene noch op to sprekene nynerleyewijs Ende alle desse vors(creuen) lude hebbet fe(n)ne(n) horen kind(er)en en(de) erfge(namen) vorsc(creuen) same(n)tlike / ghelouet inde vors(creuen) gherichte der vors(creuen) maet rechte waerscap to done voer al de ghene de des to rechte come(n) 20 wille(n) Oec / weer yeme(n)t meer die daer op to sprekene hadde die nyet teghe(n)wordich ghewese(n) enhadde inde vors(creuen) gherichte des / hebbet zich dese vors(creuen) lude ghemechtighet en(de) louet daer guet voer to wesene en(de) rechte waerscap vor to done Also dat / fe(n)ne hoer kind(er)e en(de) erfge(namen) vors(creuen) de vors(creuen) maet [.e]nde(n) en(de) vercope(n) woer en(de) wen se wille(n) van horre en(de) hoerre 25 erfge(namen) weghene / vnbesproke(n) Jn alsodane(n) vorwarde(n) dat fe(n)ne hoer kind(er)e en(de) erfge(namen) vors(creuen) of we sick der vors(creuen) maet onde108windet alle Jaer vor / ene tyns gheue en(de) betale op medewinters aue(n)t to hermeling to ghest(er)ne ene(n) gude(n) braue(n)sche(n) of ene(n) vierling al arghe/list vt ghesproke(n) Jn een tuech der waerheyt want desse vors(creuen) coep en(de) oplatinghe vor my frederike 30 poste in gherichte / ghescheen is alse recht was zo heb ic mijn zeghel v(m)me bede wille(n) van beyde(n) tsyden an desse(n) breef ghehanghen / hiir were(n) mede an en(de) ouer alse rechte cornote(n) en(de) gherichtes lude Arent de reygher Johan me(n)sing bertolt boyng en(de) / anders guder lude ghenoch Ghescheen inde(n) iae[r] onses h(er)en Mo CCCCo XXVo vp su(n)te lambertes dach eens hilighen biscopes 35 1426 Twenthe 1426-09-04 40 REGEST Johan van Beruorde, ambtman in Twente, oorkondt dat voor hem en schepenen en raad van Oldenzaal en voor de keurnoten Gerd Dalkote en Gerd de Snelle, de raadslieden van den Heiligen Geest te Oldenzaal aan Frederik Moneking en zijn vrouw Berte tot lijftocht hebben gegeven de kamp op de Tyge naast de Bagynenkamp, den Wortkamp, gelegen 45 tussen Tygingbraeck en Naetgarnescampe, twee stukken gaarden, gelegen op de Word, het huis in de stad tussen de huizen van Gerd tor Smeden en Herman den Hasenscheter en een halve kamp op de Nygenvelde. TRANSCRIPTIE 50 Jch Johan van Beruorde Amptma(n) in der tijd in Twente make kond allen luden dat vor my Jnt / gerichte mit ordele en(de) rechte geheget . en(de) vor ons gemeynen scepene en(de)

108 De "r" is kennelijk vergeten.

Page 119: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Raed der Stad van Oldenzal / dar wii zaten Inscependom gecome(n) sint . de Raetlude en(de) verwares des hilge(n) geisteshuses bynne(n) / Oldenzael . en(de) hebbt bii onssen rade en(de) medewetene gewiist en(de) gemaket frederike Moneking / en(de) Berten sine(n) echte(n) wyve to eyner rechte(n) liiftucht den Camp op den tyge gelege(n) bene=/ven der bagyne(n) Campe . den wortkamp gelege(n) tussche(n) tygingbraeck en(de) naetgarnes 5 cam=/pe . twe stucke garden gelegen op der woerd . dat hues bynne(n) Oldenzael gelege(n) tussch(en) hus=/en gerdes tor smeden en(de) herma(n)s des hasenscheters en(de) ene(n) halve(n) camp op den nyge(n)velde / so dat sie desser erfnisse vors(creuen) gebruken solen en(de) alles gudes als sie den Raetlude(n) en(de) verwa=/res des hilgengeisteshuses vors(creuen) to behof der armen gegeven en(de) Jnvortijden opgedrage(n) / hebbt rostlike 10 en(de) vredelike gebruken solen so lange als sie beyde of hore eyn levet na lijf=/tuchte rechte . en(de) werd dat de halve camp vors(creuen) geloset worde der wijle dat Frederich / en(de) Berte vors(creuen) leve(n) so salmen mitten gelde roggen gulde wederkope(n) en(de) der gulde solen / Frederich en(de) Berte vors(creuen) dan ok vort gebruken so lange als sie beyde of hore eyn levet / en(de) als sie beide dan niet lang en sint so sal desse breif 15 aling machtlos doet ende quijt / wesen sonder argelist Hiir hebbt an en(de) auer gewesen Cornote(n) des gerichtes / gerd Dalkote en(de) Gerd de Snelle en(de) ander guder lude genoch . Jn orkunde en(de) vestinge aller / punte(n) vors(creuen) so heb ich Johan vors(creuen) als een Amptma(n) myn segel en(de) wij scepene en(de) / Raed vors(creuen) onser stad cleyne segel tsamen to recht(er) bekantnisse aller punte(n) vors(creuen) an / 20 dessen breif gehange(n) . Gegeven Jnt yar ons hern dusent veirhondert sess en(de) twin/tich des godensdages na sont Johans Dage decollacio 1427 25 Ootmarsum 1427-05-12 REGEST Wolter van Couorden en zijn vrouw Fye met hun kinderen Dyderijc, Reynolt, Alef, Johan, Lysebet en Fye, verklaren te hebben verkocht aan heer Johan Beckers, priester, hun erve 30 het Nyehus c.a. met de daartoe behorende horigen, in de marke Tylgede en in het gericht van Oetmersem gelegen, waarna levering is gevolgd voor Frederik Post, richter te Oetmersem. Herman van Hulscher en Herman Bomardes zijn keurnoten. Getuigen zijn voorts Johan Ledebuer, Kerstien van Ochtorpe en anderen. 35 TRANSCRIPTIE JC wolter van Couorden fye myn echte wijf Dyderijc Reynolt Alef Johan lysebet en(de) fye vnse echte(n) kinder Enke(n)nen / en(de) Betuge[n] myt desse(n) opene(n) breůe vor vns en(de) vor al vnse erue(n)de Dat wij hebbe(n) vorkoft en(de) vorkope(n) reckelike en(de) / redelike rechtes stedes erfkopes h(er)en herma(n)ne beckers preyster of holder desses 40 breefs myt sine wille(n) vnse erůe en(de) / guet gehete(n) dat nyehus myt den lude(n) de daer to hoert en(de) myt al sine(n) oelde en(de) nyen rechte(n) to behore(n)ne alze dat belege[n] / ys in der marke van tylgede in de(n) gerichte van Oetm(er)sem em dat to hebbene erflike ewelike en(de) Jumermeer vor een dor/slachtich edele egen vor ene su(m)ma geldes de ons deger en(de) al wal betaelt ys Ende hebt em dyt vorge(noemde) 45 erue en(de) guet myt / den luden vpgelate(n) en(de) vpgedrage(n) vor frederke poste richter in der tiit tot Oetm(er)sem Daer he zat to gerichte in ene(n) ghehe/gede(n) heymale myt sine(n) kornote(n) alze he myt rechte zolde Ende sint des aldaer vetgegaen myt hande(n) en(de) myt mu(n)den myt / allen vertichnisse(n) en(de) vplatinghe(n) als wij schuldich were(n) to done wij daer nu(m)mer nicht meer an to hebbe(n)ne ofte to sprekene / nynreleye 50 wijs en(de) wij en(de) al vnse erue(n)de zole(n) en(de) wille(n) em des vorge(noemden) erůes en(de) luede staen en(de) ware(n) tot alle(n) tyde(n) wo dat / men dorslachtigh ege(n) erue en(de) stede(n) erfkoep miit rechte ware(n) zal vor alle de des to rechte kome(n) wille(n) voertm(er) sint vor/warde weert zake dat wt den nyenhus vorge(noemd) yema(n)de

Page 120: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

yenige gulde ofte renthe in vortyde(n) van ons vorbreuet were(n) Dat weer / lijftucht off ander yaerlike gulde daer her herma(n) of holder desses breefs vorge(noemd) schade(n) by lede(n) of neme(n) mochte(n) den schade moge(n) / se tot allen tyde(n) sunder vnse wederseghe(n) mane(n) of doen pende(n) van vns van vnse(n) erfge(namen) en(de) voert van alle(n) vnse(n) erue(n) gude(n) en(de) / luden waer wij de hebt of krige(n) moge(n) 5 vnvorclaget en(de) vnvervolget myt geestlike(n) of myt werlike(n) rechte dat ene recht / den andere(n) nicht to hinderne ofte to lette(n)ne gelike rechte here(n) pacht vetgesproke(n) alle argelist en(de) nye vu(n)de de men an desse(n) / breue vinde(n) mach Ende des to tuge der waerheyt hebbe wij wolter van Couorden en(de) fye vorge(noemd) vor vns vor dyrke renolde / alef joha(n)ne lysebet en(de) fyen onse echte(n) kinder vorge(noemd) en(de) vor al vnse 10 erue(n)de vnse zegele an desse(n) breef gehanghe(n) Ende v(m)me / merre vestenisse wille(n) hebbe wij gebede(n) frederke poste de(n) richter vorge(noemd) desse(n) breef mede ouer ons to bezegelene Ende ich / frederiic post richter in der tijt tot Oetm(er)sem wente desse vplatinghe vor my gestae(n) ys daer ich zat to gerichte als ich myt / rechte zolde en(de) daer ich miin oerku(n)de vp vntfench So hebbe ich v(m)me bede wille(n) van 15 beyde(n) party en mij[n] zegel mede an desse(n) / breef gehanghe(n) hir were(n) mede an en(de) ouer herma(n) van hulscher hermanne(n109) bomardes alse rechte kornote(n) Joha(n) Ledebuer / kerstien van ochtorpe en(de) anders guder lude genoech Gegeue(n) Jnt Jaer vns(ses) h(er)en dusent veerhundert seue(n) en(de) twintich vp / sunte pancratius dach 20 1428 Twenthe 1428-10-20 REGEST 25 Matheus van Schoneuelde, geheten van Grauestorp, ambtman in Twente, oorkondt dat voor hem als ambtman en voor Clawes van Overhage de Oude en Wolter de Bijter als keurnoten, hebben gegeven Lud[i]ke Wonder, kanunnik te Oldenzale, en Ludeken ton Torne de Oude, aan de raadslieden van den Heiligen Geest een brief, houdende uitgang van twaalf mud rogge uit de Riikenhaue en uit Hamesing, beide gelegen in de buurschap Voelt, welke brief 30 bezegeld was door heer Reynolt van Couorden, ridder, Roleff van Covorden, zijn zoon, en Godeken van Woelde, richter te Oldenzale. TRANSCRIPTIE Jch Matheus van schoneuelde genompt van grauestorp Amptman in der tijd in Twente 35 Enkenne en(de) betuge mit / dessen breue dat vor my Jngerichte mit ordele en(de) rechte geheget soluen gecomen sint her ludike Wonder Canonick to / Oldenzale en ludeken ton Torne de oelde en(de) hebbn mit eyndrachtigen guden willen vor hem en(de) vor hor erfg(enamen) op=/gedragen en(de) vast gemaket den Raetluden en(de) verwars des hilgen geistes huses to Oldenzale tobehoff der / armen eyne(n) breif Jnholdene twelf mudde 40 rogge(n) yarliker gulde . wt den Riikenhaue en(de) wt hamesing beyde / gelegen in den kerspele van Oldenzale en(de) in der burscap to voelt yarlikes tobetalene . als den her Reynolt / van Couorden Ritter en(de) Roleff van Covorden sin sone hern Reynoldes vors(creuen) mit Godekene van Woelde den / Richter in der tijd to Oldenzale besegelt hebbn mit horn segele(n). also dat de Raetlude en(de) verwars des hilge(n) / geistes huses 45 vors(creuen) . de vorsc(creuen) gulde na Jnholt des besegelden breues vors(creuen) mogen wtmanen en(de) opborn / geliick als her ludeken . en(de) ludeke vors(creuen) mochte(n) gedan hebbn hiir bevorn eer sie den Raetluden en(de) ver/wares vors(creuen) des breues mechtich makeden en(de) vor my opdroge(n) . sonder enigerhande argelist hiir / hebbn an en(de) auer gewesen Cornote(n) des gerichts Clawes van overhage de oelde en(de) wolter 50 de bijter / en(de) anders guder lude genoch . Jn orkonde en(de) vestinge aller punte 109 Op de foto lijkt er zelfs nog een extra afkortingsteken bij de "nn" in "hermanne(n) te

staan.

Page 121: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vors(creuen) . so heb ich Matheus vors(creuen) / als eyn Amptma(n) myn segel ombe bede wille hern lud[e]kens en(de) ludekens vors(creuen) an dessen breif ge=/hangen . Gegeve(n) in den yar ons hern dusent / vierhondert en(de) achtentwintich . op Elven dusent meghede auend 5 1429a Oldenzaal 1429-01-22 110 REGEST 10 Schepenen en raad van Oldenzale verklaren, dat zij de aankoopbrief van de hof te Lonicher, het holtgericht en Dat Wech van de heerschap van Bentheim, het erve en goed ter Lonenborch te Hesingen in het kerspel van Otmersem, hun en de raadslieden van de Heilige Geest geschonken door Hinrich van Echteler, geheten de Blancke, niet aanvaarden. 15 TRANSCRIPTIE Wii gemeynen scepene en(de) Raed der stad van Oldenzale . Enkenne(n) en(de) betugen mit dessen breue . Want / hinrich van Echteler geheten deblancke . ons en(de) de Raetlude des hilgen geistes to Oldenzale gemaket / heuet holders mit sinen willen der breue dar de hoff to lonicher dat holtgerichte en(de) dat wech van der / herscap van Benthem Jnne gecoft 20 sint de mede Jnne holden dat Erue en(de) guet tor lonenborch gelegen / to hesingen in den kerspele van Otmers(em) Soe bekenne wii vor ons en(de) de Raetlude vors(creuen) dar niet an to heb/bene . en(de) hinrich vors(creuen) of sine erfge(namen) hor beste dar mede doen moge(n) . en(de) moge(n) dat late(n) wenden en kere(n) war / en(de) in wat hant dat see willet onbespraken van ons of van den Raetluden vors(creuen) off yemande anders van / 25 onsser wegene Sunder argelist En(de) des to tuge der warheit so heb wii onsses stades cleyne segel an / dessen breif gehange(n) Gegeuen in den yaer ons hern dusent vierhondert nege(n) en(de) twintich des saterda/ges na sonte Agneten 30 1429b Twenthe 1429-02-21 REGEST Matheus van Schoneuelde, genaamd van Grauestorpe, ambtman in Twente doet kond, dat 35 ten overstaan van hem, Hinrich van den Laer geheten van Heist, en Jutte diens zuster, met Hinrich den Hilgen als voogd, in erfkoop aan Bertoldus van Dulre ten behoeve der armen van het H. Geesthuis te Oldenzale verkocht hebben, het erve en goed de Grote Sodenberch c.a., in de buurschap Berchusen, als een leen van het Sticht van Vtrecht benevens de oude "maet" in dezelfde buurschap als een vrij eigen goed. Hierbij zijn getuigen Clawes van 40 Ouerhaghen de Oude en Hinrich van Rede als keurnoten en mannen van het Sticht van Vtrecht. TRANSCRIPTIE Jch Matheus van schoneuelde anders genomt van grauestorpe Amptman in der tijd in 45 Twente make kond en(de) kennelich allen luden / mit dessen breue dat vor my ingerichte mit ordele en(de) rechte geheget soluen gecomen sint .. hinrich van den laer geheten van heist en(de) Jutte / sin echte suster mit hinrike den hilgen horn mombar den sie aldar Jngerichte koes en(de) hor gegeuen wart als ordel en(de) recht wysede . ende enkanden / wo dat sie vor hem en(de) vor hor erfge(namen) mit eyndrachtigen guden willen vor hem en(de) vor hor 50 erfge(namen) hebbn vercoft en(de) vercoften aldar vor my in den solue(n) / gerichte rechts stedes vastes erfcopes to ewigen dagen to .. Bertoldus van Dulre en(de) sinen

110 Hattink noemt abusievelijk als datum: 28 januari 1430.

Page 122: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

erfg(enamen) to behoef der armen des hilgen geistes huses to / Oldenzale . dat Erue en(de) guet geheten de grote Sodenberch mit torue mit twyge mit water mit weide mit aller slachternůt en(de) mit al syne(n) tobeho=/ringe(n) oelt en(de) nyge als dat gelegen is Jn der Burscap van Berchusen en(de) in den kerspele van Oldenzale . als vor eyn leyn des stichts van vtrecht / en(de) dar to de oelde maet ok gelegen in den soluen Burschape en(de) 5 kerspele vors(creuen) vor eyn vryg eygen .. vor ene su(m)ma geldes der hinrich en(de) Jutte / vercopers vors(creuen) vor my enkanden dat hem vol en(de) al to willen wal betalt were .. en(de) sint desses Erues en(de) der oelden maet vors(creuen) mit al horn tobe=/behoringen mit ordele en(de) mit rechte in den soluen gerichte afgestaen . en(de) hebbt dat tsamen opgelaten en(de) dar an vertegen mit hand en(de) mit / monde vor hem en(de) vor hor 10 erfg(enamen) Jnbehoef Bertoldus vors(creuen) syner erfg(enamen) als tobehoef der armen vors(creuen) . mit oplatingen en(de) en(de) mit vertignissen als / recht was en(de) sie mit rechte solden als dat hinrick en(de) Jutte vors(creuen) off hor erfge(namen) dar nyrhande recht noch ansprake mer an en hebbt noch enbe=/holdet eniger maten noch in ghenrewijs . Ok heuet Bertoldus van Dulre vors(creuen) gelouet in dessen soluen gerichte . Dat hie 15 en(de) sine erfge(namen) dit vors(creuen) / Erue ton Sodenberge holden en(de) entfaen solen to lene to ewigen dagen to . van onssen hern van vtrecht . dar dat van to lene gheit wanner sick / dat gebort als tobehoef der armen vors(creuen) .. Ok hebbn hinrich en(de) Jutte mit harn mombaer vors(creuen) gelauet aldar vor my Jn den soluen gerichte / vor hem en(de) hor erfge(namen) desses Erues ton Sodenberge en(de) der oelden maet beide 20 vors(creuen) mit al horn tobehoringen to warene en(de) rechte vollenkomen / warscap te done Bertoldus en(de) sine(n) erfge(namen) vors(creuen) als tobehoef der armen des hilgen geistes huses vors(creuen) war wanner . en(de) wo dicke hem des / noet en(de) behoef is . so wo men eyns stichtelenes . eyns vryen eygens en(de) rechts erfcopes mit rechte waren sal . vor alle deghene de des to rechte / komen willet Sunder argelist hiir hebbn an en(de) 25 auer gewesen . Clawes van Ouerhaghen de oelde . en(de) hinrich van Rede alse rechte kornoten / en(de) ma(n)ne des gestichts van vtrecht en(de) ander guder lude genoch .. Jn orkonde en(de) vestinge aller punte(n) vors(creuen) . so heb ich Matheus vors(creuen) als / eyn Amptman . myn segel ombe bede willen beider partien vors(creuen) an dessen breif gehangen . en(de) wii Claes van Ouerhaghen en(de) hinrich / van rede vors(creuen) . hebbn 30 ombe mere konde willen en(de) ombe bede beyder partien vors(creuen) onsse segele alse cornoten en(de) stichts ma(n)ne vors(creuen) mede an / dessen breif gehangen . Ende ich hinrich van den laer geheten van heist vors(creuen) hebbe ombe mere konde en(de) vestinge wille(n) myn segel vor my vor / Jutten vors(creuen) myne echte suster ombe hore bede willen en(de) vor onsser aller erfge(namen) to rechter bekantnisse aller punten 35 vors(creuen) witlike mede an dessen breif / gehangen . Gegheuen Jn den yaer ons hern . duesent vierhondert negen en(de) twintich . des mandages Jn der vastene na den Sondaghe Remi=/niscere . 40 1429c Ootmarsum 1429-07-05 REGEST Hinrick van Echteler, geheten de Blancke, verklaart in een transfix-akte dat hij het erve tor 45 Lonenborch, gelegen in de buurschap Hesingen en in het kerspel van Otmersem aan de raadslieden van de Heilige Geest te Otmersem schenkt. TRANSCRIPTIE Jch hinrick van echteler geheten de Blancke . make kond en(de) kennelic allen luden mit 50 dessen breue dat ich mechtiges lyues / En(de) wetener synne . gegeuen gewijst en(de) opgedragen hebbe . vermits dessen breue . den Raetluden en(de) verwars des hilgen geistes / to Otmersem to behoef der armen to rechten testamente vor myne siele . dat Erue en(de) guet tor lonenborch als dat gelegen is Jn / der Burscap to hesingen en(de) in den

Page 123: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

kerspele van Otmers(em) . En(de) wil den Raetluden vors(creuen) to behof der armen desser111 vors(creuen) Erues staen en(de) / waren to ewigen dagen to . vor alle deghene de des to rechte komen willet . sonder argelist . En(de) des to tuge der warheit so heb ich / hinrich vors(creuen) myn segel vor my en(de) myne erfge(namen) an dessen breif gehangen . Gegeuen Jn den yaer ons hern . Duesent vierhondert nege(n) / en(de) twintich des 5 dinxedages na onsser leyuen vrouwen dage visitat(i)o . 1430a Ootmarsum112 1430-01-16 10 REGEST Schepenen en raad van Otmersem komen met de gemeente van Otmersem overeen, een vroegmis te doen zingen op het altaar gesticht in het Gasthuis. Fredric Post en Gherd Goesens zijn radslieden van de H. Geest. Voor genoemd doel hebben heer Lambert en heer 15 Ludolff Schulte 36 oude Franse schilden betaald. Gherhardus Guetkint als officiaal te Oldensale heeft medegezegeld. TRANSCRIPTIE JN den name des vaders [......113] des hilghen gheis[tes ....] [ghe]meyn[en] scepene En(de) 20 Raed [o]elt en[de] nyge Der / stad van Otm[er]sem [s.............. ingen ghe ......drag.. Ewelike] des [.. ]sen vrijen willen / sint en(de) also [mit .. all..kande..en] hebbn de[.....en ..] de[n] dienst d[es ....... igen g..es] en(de) hoegelaueder Junc / frouwen marien syn[r]e gebenediden moder [t]ho [.. en(de)] to [ve]rmeren Jn allen tijden en(de) werken d[.] wii konen En(de) mogen / En(de) hebbn dar ombe(n) en(de) op allerguderlude t[w]est 25 [..]genamen Jn onsses hilgen g[e..]es hu[.]s [...]nsser stad op den / altaer dat dar Jnne gemaket en(de) gewijet is alle weke als op den saterdach des [mor]ge[...]ijd ene ewighe / misse doen singen van onsser leyue(n) vrouwen der hoegelaueder Juncfrouwen marie(n) der moder godes . den armen de dar / ynne sint . en(de) alden ghenen de der godes genaden begern the troeste .. hiir to en(de) in eyn hillich zalich beghin hebbn / ons de eerber 30 ma(n)ne als her lambert en(de) her ludolff schulte gebrod(er)e mit oren vrijen wille[n] [..]olleste gegheuen en(de) / to eyne(n) ewigen testamente rechteuort wal betalt sess en(de) dertich oelde vranrixsche schild[e an] paymente des ons wal / genogede viiftehalf mudde rogge(n) erflike mede tekoepe(n) des yars En(de) desen denst godes to bearbeiden en(de) to vollen bo=/ren als vors(creuen) is . hebbe wii nu in dat begin [bevaelen] fredr[i]c poste 35 en(de) gherde goesens Raetlude des hilgen geists vors(creuen) / Soe dat wii en(de) de Raetlude we de sint Jn der tijd to ewige(n) dagen to solen en(de) willen dese misse besorgen en(de) verwarn als eerber / getruwe ma(n)ne na al onsser macht . wtgesegt oft des Saterdages alsullick fest were in der kerke datment niet gadelike / doen enkonde . so salmen dat op enen andere(n) dach doen Jn der soluen weken als dat dan van beiden 40 sijden bes[t] gelegen is / Vortmer wert sake dat god verbede dat wii desser missen niet verweruen of gekrigen en konden of en wolden Soe moge(n) / De eerber hern deken en(de) Capittel der kerke van Oldensale ons en(de) onssen nakomelinge(n) de viiftehalf mudde rogge(n) off / dat gelt off manen en(de) leggen den rogge(n) off dat gelt Jn der soluer geůoeghe of als sie gelikest moge(n) war dat sie / menen dattet best bestadet sij sonder 45 yenigherhande argelist of bespreck van Jemande . En(de) op dat desse dinge [ew]ich / stede en(de) vast blyuen so heb wij in den namen als desse breif begint mit onsser gansen wetenheit onsses stades se=/gel vor ons en(de) onsse nakomelinge an dessen breif gehangen . en(de) ombe der meren konde wille . en(de) ok ombe orleff te / hebbn dese dinge an te nemen . so heb wii gebeden hern Gerde guetkinde Jn der tijd Officiael to 50 111 Een duidelijke "r".

112 Hattink noemt als datum de 20ste november 1430.

113 Vooral de eerste acht regels van de oorkonde zijn beschadigd.

Page 124: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Oldensale dessen / breif mit ons tobesegelene want hie ons desse dingen angedragen en(de) geraden heuet . En(de) ich Gherhardus guet=/kint Officiael Jn der tijd to Oldensale bekenn[e] desser vors(creuen) dinge . en(de) want sie gotlick en(de) e[r]lich sint . so heb ich als / eyn Officiael . myn eygene segel[e] dar des Officialiteyts segel op den rugge gedruckt is mit der Stad segele van / Otmersem an dessen breif gehangen . en(de) desser breue sint 5 twe op dat eyn yuwelick wete women zick Jn desen / Dinge(n) hebbn en(de) regieren sole Gegeuen Jnt yaer ons hern Duesent vierhondert en(de) dertich des mandages / na sonte pon114cianus daghe eyns hilgen Mertelers . 10 1430b Oldenzaal 1430-03-17 REGEST Gerlich Nyehues en zijn vrouw Geze verklaren, dat zij ten overstaan van Ludeken ten Torne, 15 richter te Aldenzale, voorts t.o.v. Peter ten Torne en Hinrick de Brungher als keurnoten, overgedragen hebben aan Euerd ter Scuren en Styne zijn vrouw, de helft van het goed Wolberting in de buurschap Leemslo en het kerspel van Aldenzale. TRANSCRIPTIE 20 Jch Gerlich nyehues en(de) Geze sijn echte wijf enkennen en(de) betughen in dezen openen breue / dat wij myt raede wlbort en(de) consente Metten Arndes en(de) Gerdes Gerlighes kynder vors(creuen) ende / voert al onser erfg(enamen) rekelike en(de) redelike hebben vercoft om eyne summe van ghelde die ons / to willen degher al en(de) wal . betaelt is en(de) verkopen daer voer rechtes stedes vastes eruekopes / to ewighen daghen Euerde 25 ter Scuren Stynen syne(n) echten wyue oft holder dezes breues / myt Euerdes willen . de alinge helfte van den erue en(de) guede to wolberting myt synen nyen / en(de) olden tobehoringen alze dat ghelegen is in der burscap to leemslo en(de) in den kerspel van alden/zale myt torue myt twyghe myt water mit weyde myt alre slachter nut vor eyn vrii eyghen / Ende hebben o115m dat alzo rechte voert in yeghenwordicheit ludekens ten Torne 30 Richter in der / tijt tod aldenzale daer hee zat to gherichte in eyne(n) ghehegeden heymale myt synen Cornoten / op gelaten en(de) daer an verteghen vor ons en(de) onze eru(en)en myt hande en(de) myt monde tot oere nut / en(de) behoef . alze wij myt rechte solden . zo dat wij nichtesmeer daer an to hebbene noch te wachtene en / syn in gheenre wijs eder yemant van onser weghen En(de) hijr op hebbe wij voert ghelouet en(de) louen vast/like in 35 dezen brieue vor ons en(de) onse rechten eru(en)en Euerde en(de) Stynen oeren erfg(enamen) en(de) holder dezes bre/ues myt Euerdes willen dezer alinger helfte dezes vors(creuen) Erues en(de) Guedes to wolberting to warene / waer en(de) wanneer en(de) wovake em des noet en(de) behoeff is en(de) ze des van ons eyschende syn en(de) em / des rechte warscap to doene wo men eyns rechten eruekopes en(de) eyns vrijen eyghens 40 myt rechte / waren sal . voer al de ghene de des to rechte komen willet . beholdelich den tentheren daer an oers / rechtes . al argelist hijr an wtghesproken En(de) des to tughe der waerheit zo heb ich Gerlich vors(creuen) / myn zeghel vor my zeluen vor Gezen myn echte wijff vor Metten Arnde en(de) Gerde vors(creuen) en(de) voert / voer al onse eru(en)en an dezen breeff ghehange(n) En(de) hebben samentlike voert ghebeden ludeken ten Torne / 45 richter vors(creuen) vmme merre vestinge willen dezen breeff mede ouer ons tobezeghelen En(de) ich ludeken / ten Torne Richter in der tijt tot aldenzale want deze vertichnisse oplatinge en(de) alle dinge als vors(creuen) / is vor my claerlike ghescheen synt daer ich sat to gherichte in eynen ghehegeden heymale myt mynen / Cornoten hijr nae bescreue(n) en(de) daer ich myn orku(n)de op vntfeng zo heb ich myn zeghel in eyn tuech / des 50 gherichtes en(de) der warheit om oere bede willen mede an dezen brief gehangen daer myt 114 Men kan ook "pontianus" lezen.

115 Men zou ook "em" kunnen lezen.

Page 125: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

my an en(de) / ouer weren Peter ten Torne en(de) hinrick de bru(n)gher alze rechte Cornoten en(de) anders guder lude ghe/noech Gegeuen Jnt yaer ons h(er)en duzent veerhondert en(de) dertich op sunte Gertrude dach eynre / hilgher Ju(n)cferen 5 1430c Ootmarsum 1430-06-14 REGEST Berend Stycke verklaart, dat hij van de schepenen van Oetmersem veertig oude Franse 10 schilden heeft ontvangen. TRANSCRIPTIE Jk Berend Sticke enkenne en(de) betughe in dessen opene(n) breue / dat my Schepene(n) van Oetm(er)sem gutlike en(de) wal to mynen / willen betalt hebn . viertich oelde franxsche 15 schilde de my / bisscop frederich den god ghenade op de stad va(n) Oetm(er)s(em) vors(creuen) / ghewiset had na wtwisinghe des breffs den he my op em / gegheue(n) had . en(de) schelde sie dar van quijt ledich en(de) loes / met dessen breue vor my en(de) vor myne erfge(namen) en(de) van allen / saken de ich to dessen Daghe to myt den borgh(er)en en(de) Stad / vorge(noemd) todoene gehat heb en(de) dancke em guder betalinge / al 20 arghelist wtghesproken Jn een tuech der warheit heb / ik berent Stycke vorge(noemd) vor my vor myne erfge(namen) myn / segel an Dessen breeff gehange(n) Gegheue(n) ynt yar ons / h(er)en Dusent vier hondert vn(de) Dertich Des gudesDaghes / na Odulphj 25 1430d Twenthe 1430-08-11 REGEST Johan Brant van Apeldoren, ambtman in Twente, oorkondt dat voor hem en voorts voor de 30 keurnoten Clawes van Ouerhaghen en Frederich Maurisses, Hinrich Krybbe en diens vrouw Jutte aan het O.L. Vrouwengilde te Oldensal geschonken hebben het goed Volmerinch in het kerspel Oetmerszem in de buurschap Tubberghe. TRANSCRIPTIE 35 JC Johan Brant van Apeldor(e)n Amptma(n) in twente myns gnedighen here(n) van vtrecht Bekenne ende / betuge mit dessen opene(n) breue dat vor my in ene(n) gehegeden gerichte dar ich zad to rechten hey/male myt myne(n) kornote(n) hijr na bescreuen als ich mit rechte solde zelue(n) sint gekomen hinrich / krybbe en(de) Jutte syn echte wijff myt er(e)n mu(n)ber en(de) bekanden eynd rechtlijke mit eren vrijgen gů/den will(e)n dat ze hadden gegheue(n) 40 Ende gheuen ouer in gerichte rechter ghifnysse erflike eweliken / en(de) Ju(m)mermeer to ewigen testame(n)te purlijken u(m)me godes willen voer erre beyder zeelen zunder / hijrnamaels wederropinge soe zee nicht beters enwijsten dan eer zelen tobesorgene den Raetluden / vnser leuer vrowen ghijlde to Oldensal to behoeff der aermen Eer erue en(de) gued gehete(n) to volmeri(n)ch / als dat gelege(n) is in den kerspel van oetm(er)szem Jn der 45 burschap to tubberghe an water an weyde mit / aller slachter nuvt en(de) myt al syne(n) olden ende nygen tobehoer als eyn vrijg ege(n) erue beholtlich den / tenthere(n) syns tende(n) dar an Ende hebbt voerd den zelue(n) hinrijch en(de) Jutte dijt vorg(enoemde) erue en(de) ghued / wpgedragen ende wpgelate(n) myt ordel vn(de) rechte vor sich en(de) all eer erffge(namen) En(de) dar van vertegen / myt hande en(de) myt mu(n)de myt aller wplatynge 50 en(de) vertichnysse alles rechtes alle(n) ege(n)domes aller / ansprake de zee dar an hadden en(de) zee offt(e) eer erffge(namen) mochten hebbe(n) an wachtende wesen en(de) gekregen / hebben in hant en(de) tobehoeff der Ratlude vns(er) vrowen gilde uorg(enomd) So dat zee en(de) eer nakom(en)linghe / ere(n) willen vullenkom(en)like to allen tijden dar

Page 126: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

mede doen mogen to nuvtticheit en(de) oerber der aermen / En(de) hinrich Jutte of eer erffge(namen) ed(er) yemant van erre weg(en)en sollen neetmeer daer an to wachtene offte vp / to sprekene hebb(e)n jenygerleywijs des to tuge der warheit en(de) want desse wplatinge des erues uorg(enomd) vor / my gescheen is vn(de) hinrich en(de) Jutte also wtgeghaen sin Ende de Ratlude dat weder vntfange(n) hebbe(n) als / ordel vn(de) recht to 5 beyden siden wtwiseden Jn gerichte dar an vn(de) ouer wer(e)n to gerichtes koernote(n) Clawes / van ouverhagen en(de) frederich maurijsses So hebbe ich Johan uorg(enoemd) Amptma(n) myn szegel v(m)me bede wil/len beyderszijd witlike(n) an dess(e)n breff gehangen Ende wij hinrich en(de) Jutte myn echte wijf Enke(n)ne(n) / alle desser article(n) uorg(enomd) als de erbeer Johan vorg(enomd) droste en(de) Amptma(n) hijr vor ouer vns 10 scryuet ende / szegelt dat wij ene v(m)me gebede(n) hebben vn(de) also van vns gescheen syn des vns en(de) vnsen erffgena/men to allen tijden wal genoge(n) sall dar v(m)me to merre vestinge aller dinge vorg(enomd) hebbe ich hin/rich vor my vor Jutte(n) myn echte wijff en(de) vor all vnse erffge(namen) myn ege(n) zegel myt zegel des droste(n)116 / en(de) Amptmans uorg(enomd) witliken an dess(e)n breff gehangen Datu(m) Anno D(omi)nj 15 Mill(es)i(m)o CCCCo XXXo Crastino / die laurencij m(a)r(t)y(ri)s 1431a Ootmarsum 1431-01-26 20 REGEST Vrederich Post, richter te Otmerszem, oorkondt dat met toestemming van Ludiken ton Thorne, richter te Oldensale, door Gerd Tappe aan de raadslieden van de Heilige Geest, ten behoeve van de armen te Oetmerszem, een hooiweg uit Raetgherdyngkmaet geschonken 25 wordt. Die maet is gelegen in kerspel en gericht van Otmerssem in de buurschap te Aghelo achter het Brochus, dat van Gerd Tappe is. De raadslieden van de H. Geest hebben die maet verworven van Arnd Tuneken en zijn vrouw Alheyd. Ludike ton Thorne als richter te Oldensale en Brun van Almlo, geheten van Dulre, zijn keurnoten. Verdere getuigen zijn heer Ludijken Wunder, Vrederich Maurisses, Gerd Goesens en anderen. 30 TRANSCRIPTIE JC vrederich post gheswor(e)n richter to Otm(er)szem myns gnedighen here(n) van Vtrecht Beke(n)ne en(de) betuge mit desse(n) opene(n) breue / dat vor my in ene(n) gehegeden gerichte dar ich mit willen en(de) orloue ludikens to(n) thorne richt(er) to oldensale to 35 rechte(n) / heymale zad myt miine(n) kornoten hyr nabescreue(n) als ich mit rechte solde is ghekomen Gerd tappe Ende beka(n)de / myt vrygen gueden willen gesunt en(de) witlich syner synne dat he hadde gegeuen en(de) gaff in gerichte purlijken vm(me) god / en(de) waldaet to rechte(n) testame(n)te vor syne zele vor sich ende syn erffg(enamen) erfflijken ewelijken en(de) Ju(m)mermeer den Raetluden / des hilgen geistes to Oetmerszem tobehoeff 40 der armen Enen wech to Voerene dat hoy wetter raetgherdyngk maet de ge/legen is in den kerspel en(de) gerichte van Otm(er)ssem in der burschap to aghelo achter den brochus dat gerdes tappe(n) is / de der Ratlude van Arnde Tuneken en(de) Alheyde syne(n) wiue hebbt geworuen to des s117elue(n) hilgen ghestes en(de) der arme(n) / behoeff dar de zelue(n) gerd en(de) Arnd v(m)me den wech langetijd getwyget hadden So dat de Ratlude we ze syn 45 mogen vare(n) / aff ende to der maed ouer syen hoyland dat to den brochues horet wp den mynnesten schaden w[e118]er [hoymen] wp den / [g]rauene beneuen wichmans maet in den wech den wichman wt synre maet vaerd vp de marcke myt dess(en) [vorwarde] off / [de]

116 Het afkortingsteken is niet echt duidelijk leesbaar.

117 Hier wilde de schrijver wellicht eerst een hoofdletter "S" schrijven. Vervolgens schreef hij

toch "s" als kleine letter.

118 Of "wier"?

Page 127: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

maet [w]eder van den hilgen geyste queme so solde ok de wech weder kome(n) als de to vor(e)n) heuet gehord Ende dar wpp / heft gerd uorge(noemd) vertegen alynger en(de) rechter vertichnisse voer sich en(de) syne erffge(namen) myt hande ende myt mu(n)de alles / rechtes en aller anwachtynge de he dar an hadde en(de) he off syne erffge(namen) an den wege mochten hebben gekregen Ende is / des alyngk wtgegan en(de) heft mit rechte 5 wpgedragen den wech en(de) rechter vplatinge vpgelate(n) to behoeff en(de) in hant / der Ratlude des to gebrukene to orber en(de) nutticheit des hilge(n) gestes en(de) der armen ende also hebt ze den [...]a rechte / weder vntfangen sunder hir namaels Jenygerleye verandersatynge eder wederropinge sunder s[..]e s[y]ner erffge(namen) en(de) Jema(n)des / van syner wegene besprekynge to hebbene en(de) tobesittene to ewiger tijd Ende hefft gerd 10 uorge(noemd) gelouet uor sich en(de) / syne erffge(namen) den Ratluden ern nakom(e)lingen des weges rechte en(de) gude warschap vor all de ghene de des to rechte ko/men willen Sunder argelyst dar an vn(de) ouer weren ludike ton thorne richter to olde(n)sale brůn van Almlo geheten / van dulre als kornoten des gerichtes her ludijken wunder vrederich maurisses gerd goesens en(de) ander guder lu/de genoech des to tuge der 15 warheit en(de) vestnisse all(er) dynge uors(creuen) want ze als uorge(noemd) is vor [my]119 Jngerichte synt ghe/scheen hebbe ich vrederich richter vorge(noemd) miin zegel v(m)me bede willen beydersijd witliken an dess(e)n breff gehangen / En(de) vort to merre zekerheit en(de) vestnisse all dess(er) dynge So hebbe wij kornoten sunderlinc v(m)me bede willen gerd tappe(n) / en(de) ok dat [yt myte] wille[n] ludikens torne was dat vrederick vorge(noemt) 20 hijr ouer richtede wij ludike en(de) brun uorge(oemd) vnse / zegele v(m)me bede wille(n) beydersijd mit zegele vredericks des richters zeme(n)tlike en(de) witlike an dess(e)n bref geha(n)gen / datu(m) Anno d(o)m(ini) Mo CCCCo XXXjo Crasti(n)o pauli Conuersio 25 1431b Ootmarsum 1431-02-03 REGEST Frederich Post, richter te Oetmersem, oorkondt dat Arent Tuneken en zijn vrouw Alheit aan 30 Gherd Gosens, raadsman van het armenhuis te Oetmersem, al hun rechten op Raetgheringmaet te Luttiken Aghelo (Klein Agelo) heeft overgedragen. Johan de Roede te Delden en Gert de Snelle, geheten van der Brede, zijn keurnoten naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE 35 JC frederich post een ghesworen Richter in der tijd tho Oetmersem enkenne(n) en(de) betuge mit dessen apene(n) breue dat vor my ghe/komen syn dar ich sat to gherichte in ene(n) gehegheden heymale mit myne(n) Cornote(n) hiir na bescreue(n) Arent tuneken vn(de) / Alheit sien echte wiif . en(de) bekanden dat sie mit hoeren vryen willen mit guden vorberade vor em en(de) voer erfge(namen) stedes / vastes eruekopes erflike ewelike 40 en(de) o(m)mer meer hadden vercoft en(de) vercoften mit dessen breue Gherde gosens in der tijd / Raetma(n) des hilge(n) gheestes hues to Oetm(er)s(em) tho behoef der arme(n) al alsodane recht ansprake en(de) erfnisse als sie hadden / an Raetghering Maet als de de120r burscap to luttiken Aghelo in den gherichte van Oetm(er)s(em) mit hoeren tobehoer beleghen / ys en(de) als sie de vors(creuen) Maet in vortijden gecoft hadden van hughen 45 van vlederinghe als daer hoer erfbreef den hughe / vors(creuen) besegelt heft van wtwiset . als vor ene su(m)me geldes de em van Gerde vors(creuen) va(n) weghe(n) des hilge(n) gheestes vors(creuen) wit/lic en(de) wal betalt ys als sie becanden . En(de) Arent en(de) Alijt vors(creuen) becanden vor em en(de) vor hoer erfge(namen) dat sie desser vors(creuen) / Maet mit den besegelden breue vors(creuen) verteghen hebn en(de) verteghen dar van 50 en(de) droghen em de vor my in den selue(n) / gerichte op mit hande(n) mit mu(n)den mit 119 Hier staan in de oorkonde onleesbare tekens. Misschien "my".

120 Waarschijnlijk werd "in" vergeten.

Page 128: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

aller vertichnissen en(de) oplatinghe als ordel en(de) recht wisede also dat sie noch / hoer erfge(namen) dar nicht meer an to wachtene te waren en(de) op tospreken en hebn neerlewijs . vn(de) de Ratlude des hilge(n) gheestes / vors(creuen) wie sie in der tijd syn hoeren vryen willen onbesproken dar mede doen moghen . sonder yenigerhande arghelist Jn / Ork(u)nde der warheit . want ich frederich post richt(er) vorsc(reuen) ouer alle desse 5 pu(n)te(n) vors(creuen) mit myne(n) Cornote(n) ghestaen hebbe als / Een richt(er) en(de) vor my ghescheen syn Jn den gherichte ghelijc als vors(creuen) is zo heb ich des to ene(n) rechte(n) tughe der warheit en(de) / Oeck mede om bede willen van beyden tsyden my(n) segel an dessen breeff gehanghen . hiir weren mit my an en(de) ouer / Johan de roede to Delden . en(de) Gert de snelle geheten van der brede . als rechte Cornote(n) des gherichtes 10 en(de) anders guder / lude ghenoech Gegheue(n) ynt yar ons here(n) Dusent vierhondert eenvn(de)dertich op su(n)te blasius dach 1431c 15 Oldenzaal 1431-06-30 REGEST Ludiken ten Toerne Johanssoene, richter te Oldensale, oorkondt dat Jutte van Beruoerde en haar kinderen Johan en Hinric een kamp, gelegen bij de Westerwiken Bome, hebben 20 verkocht en geleverd aan Beernd Hundepipen van Wanyngh en zijn vrouw Aleyd. De kamp lag ook bij een stuk land dat van de overleden Vosse(n) was en aan de andere kant aan Then Hegehues behoorde. Keurnoten zijn Johan van Besten en Mense ten Toerne, naast andere getuigen. 25 TRANSCRIPTIE JC ludiken ten Toerne Johans soene Richter in der tiid tod Oldensale doe kundich allen lueden myt dessen / openen breue dat vor my is ghekomen daer ic zad in eenen ghehegheden gherichte myt myne(n) kornothen / hiir na bescre(uen) Jutte van beruoerde Johan ende hinric or echten kinder de daer lieden ende bekanden / dat see myt orn vrien 30 moed willen ende guden beraede eendrachlike hadden vorcoft ende vorcoften vor / see ende or eruende beernde hundepipen van wanyngh ende aleyde sinen echte wiue ende orn rechten / eruenden orn kamp myt torue ende myt twighe also alse de bij den westerwiken bome gheleghen is / de eene sied an den velde ende de ander siid an den essche vnde een stucke landes dat des saligen vosse(n) plagh / tho wesene an de eene sijd ende de ander 35 sijd then hegehues to behoerd alse vor ene Su(m)me gheldes de em / degher ende al al121 wal betaeld is . vnde ghenghe(n) des vors(creuen) campes ende stucke daer vd myt alle(n) vortich/nissen ende vplatinghe alse ordel ende recht wisede vnde vorteghen daer off alles rechts en(de) ansprake / also dat see gheenrecht offte ansprake daer meer anbeholdene offte anwachtende sin tod gheenre tijd / vnde Jutte Johan ende hinric vors(creuen) louenden 40 daer in den suluen gerichte dat see ende or eruende sole(n) en(de) / willen beernde ende aleyde vors(creuen) ende orn eruenden des vors(creuen) copes staen ende waren ende to rechte waer/schap doen vor see ende or eruende woer ende wa(n)neer em des thodoene is Ende solen ende willen em de / holden in leenscher wer buten or cost hinder vnde schaden hiir y(n)ne vd geseged al arghelist Jn een tuegh / der woerheid So hebbe ic ludiken 45 vors(creuen) alse een Richter vm bede willen van beyden siden myen seghel an / dessen breeff gehangen . vnde v(m)me mere vestnisse So hebbe wy Jutte Johan ende hin(ric) vors(creuen) vor vns en(de) / vnse eruende vnse segele mede an dessen breeff gehanghen . vnde hebben voerd gebeden Sweder van ou(er)hage(n) / dessen breeff mede ouervns tho beseghelene v(m)me mere vestnisse willen . vnde ic Sweder vors(creuen) up dat alle / 50 desse vors(creuen) puntte ende articule stede bliuen ende de mede vulboerde Soe hebbe ic v(m)me bede willen Jutte(n) / Johans ende hinrixs vors(creuen) myen seghel mede an

121 Twee keer "al".

Page 129: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

dessen breeff gehanghen . hiir weren mede an ende ouer / alse kornothen . Johan van besten ende mense ten toerne Ende anders guder lude genoech Ghege(uen) int Jaer / vns(es) here(n) dusent veerhundert een ende dertich tsaterdages na suntte peter ende pauwels dagh 5 1432a Oldenzaal 1432-03-22 REGEST 10 Hinrik van Rede en zijn vrouw Johanna c.s. verklaren ten overstaan van Ludiken ten Toerne, zoon van wijlen Johan, richter te Oldensale, een volle waar uit hun erf ten Oeldenhues in De Lutte, in het kerspel Oldensale, verkocht en geleverd te hebben aan Ludiken then Toerne zoon van wijlen Ludiken. Keurnoten waren de Clawes van Ouerhagen de Jonge en Johan van Besten in tegenwoordigheid van anderen. 15 TRANSCRIPTIE Jk hinrik van Rede ende Johanna myen echte wiiff doen kundich allen luden myt dessen opene(n) breue dat wii vor vns / ghodikene vnsen echte soene vnde Nesen myne vnde Jden der god ghenade echte dochter vnde voerd vor alle vnse / eruende myt vnsen vrien moed 20 willen ende gueden beraede hebben vorcoft stedes vastes erflikes copes ludikene / then toerne saligen ludikens soene Ende holder desses breues myt sinen willen Eene ghanse vulle waerschap / tho holte tho water tho velde tho weyde tho heyde ende tod akerne myt allen orn thobehoerne ende slachternvd / vry ud vnsen erue ende guede ten oelde(n)hues in der lutte in den kerspele van oldensale geleghen Em de erflike tho / brukene ende tho 25 besittene tod orn schoensten ende besten oerbaer alse vor eene Su(m)me van ghelde de vns vul en(de) / al al122 leeflike wal betaeld is Vnde hebben daer off vorteghe(n) vor ludikene then Toerne saligen Johans soene vnses / heren des postulatus tutrecht in der tiid tod oldensale ghesworne richter daer he sad in eene(n) gehegede(n) gerichte / mit sine(n) kornoten hiir na bescre(uen) alse em mit rechte tobehorende was myt hande ende myt 30 mvnde alles rechtes / en(de) ansprake dat wii vor datum desses breues daer an hadden ende an wachtende weren myt alle(n) vortichnissen / ende uplatinge alse ordel ende recht wisende was also dat wij ende vnse erue(n)de daer gheenrehande recht off / ansprake daer meer anbeholdene noch anwachtenden sin tod ieniger tiid vnde wii ende vns(e) eruende solen en(de) / wille(n) ludikene vors(creuen) vnde holder desses breues alse vors(creuen) is 35 der vorgescre(uen) waerschap vry waren en(de) tho rechte / waerschap doen waer ende wa(n)neer tod allen tiden em des thodoene ende noed is vor vns ende vns(e) eruende en(de) / vor alle de ghene de des tho rechte kome(n) wilt hiir y(n)ne vd gheseged al argelist Jn een tuegh der waerheyd / Soe hebbe ic hinric vors(creuen) vor my ende Johanna ghodikene ende nesen vors(creuen) ende vor alle vnse eruende v(m)me / dit stede ende 40 vast ende vnverbroken tholdene myen segel an dessen breeff gehangen vnde v(m)me mere vest/nisse willen soe heb ic hinric vors(creuen) ghebeden ludikene then toerne vors(creuen) dessen breeff ouermy en(de) Joha(n)na / ghodikene ende nesen vors(creuen) ende ouer vnse eruende mede tho beseghelene vnde ic ludiken vors(creuen) wantte al / desse articule ende puntte alse vors(creuen) is vor my ghescheen sin daer ic sad tho gerichte myt myne[n] 45 kornothen / alse de Junghe clawes van ouerhagen ende Johans van besten in yegenwerdiged mede ander ghuederluede / myen segel mede an dessen breeff gehangen v(m)me bede willen hinrixs vors(creuen) ouer em ende Johanna ghodikene / ende nesen vors(creuen) ende orn rechten eruenden v(m)me dit stede ende vast ende vnverbroken tho holdene Gegheue(n) / int Jaer vnses heren dusent veerhundert twe ende dertich des 50 saterdages na suntte Benedictus Dagh

122 Twee keer "al" geschreven.

Page 130: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1432b Oldenzaal 1432-04-09 5 REGEST Ludiken ten Toerne Ludikenssoene verklaart, dat hij in het bijzijn van de schepenen van Oldensale en van Johan Bonyngerhoff, kanunnik der halve prebende te Olden(sale), en van Mense then Toerne aan Henrik Wetter, rector der priesters te Alberge, de genoemde waar (in oorkonde d.d. 22 maart 1432, OO, nr 3252) heeft geschonken ter memorie van zijn 10 vrouw Ghese, zijn zoon Ludeken e.a. TRANSCRIPTIE Jk ludiken ten toerne ludikens soene bekenne ende betughe dat ic myt myne(n) wille(n) H(er)en Hi(n)rike / Wetter preyster besorgher der preyster ende der klercke tod alberge in 15 der vorgadderinghe / de ghestichtet is in der eer suntte Johannes ewangelisten ende suntte Anthonijs des hilge(n) / vaders ende si(n)re nakomelinghe tho behoeff der vorgenoemder preyster ende klercke En(de) / ander gueder luede de daer tosamene wonen in den denste godes ende hiir namels wone(n) sole(n) / in een recht testament Ghesen myner huesvrowen ludiken myens soenes den god barem/hertich mote wesen in ewicheid Ende al mynen 20 olderen de van eer[d]rike ghevaren sin Ende / ok mede dat zik god ouer my moete verbaermen nv ende Jn ewighed Rechten holder gemaked / hebbe desses tegenwerdigen breues daer dit t(ra)nsfix dor getogen ende an hanghene is Ende ene(n) / besitter der waerschap daer desse vorgenoemde breeff van spreket sunder yemans wedersegge(n) / hiir y(n)ne vd gheseged all argelist Jn een tuegh der waerheid ende dit stede ende vast tblyuene 25 / soe hebbe ic ludiken vors(creuen) ghebeden den ghemene(n) schepenen van oldensale daer mede an en(de) / ouer weren heer Johan bonyngerhoff Canonic der haluen preuende tod oldens(ale) ende Mense / then toerne dit iegerwerdige transfix v(m)me ghebrek to desser tiid my myens seghels ouer / my tho beseghelene vnde wii ghemenen schepene(n) vors(creuen) soe hebben wii vnses stades klene segel / v(m)me godes ende willen na bede 30 ludikens vors(creuen) v(m)me dit stede en(de) in ewiged tho bliuene an dit / transfix gehangen Gegeuen int Jaer vnses heren dusent dusent123 veerhundert Twe ende / dertich des godesdages na suntte Ambrosius dagh Eens hilgen leres 35 1432c Ootmarsum 1432-11-10 REGEST Frederich Post, richter te Oetmersem, en schepenen oorkonden dat Gese, weduwe van 40 Johan van Halle met Jacob Schettering als haar monbar, aan Lubbert Gerdeszone ten Myddesdarpe en zijn vrouw Gese twee percelen bouwland heeft overgedragen, mits bij kinderloos overlijden van kopers die percelen zullen komen aan de kerk van Oetmersem. Een stuk is gelegen bij bezit van Egbert Wychmanning en een ander van Gerd Lubberting. Keurnoten van het gericht zijn Engelbert de Schomaker en Johan ten Hamme, destijds 45 schepenen te Oetmersem naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE JC Frederich post een ghesworen Richter in der tijd to Oetm(er)sem en(de) wij ghemene(n) Scepene(n) der Stad van Oetm(er)sem enkenne(n) en(de) / en(de)124 betuge(n) mit dessen 50 opene(n) breue dat vor ons ghekome(n) ys dar wij seten in en en gehegheden gerichte 123 "Dusent" werd twee keer geschreven.

124 Twee keer "en(de)".

Page 131: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

en(de) in schependo/me mit onssen Cornoten hijr na bescreue(n) als wij mit rechte solde(n) Gese wandaghes echte huesurouwe selige(n) Johans va(n) / halle den god ghenade mit Jacob schettering hoeren ghekorne(n) monbar den sie dar koes mit hande mit mu(n)de en(de) hoer in / den gerichte gegheue(n) wart als ordel en(de) recht wisede en(de) bekande dat sie hadde opghedrage(n) en(de) droech op mit dessen breue / lubberte Gerdes zone ten 5 myddesdarpe en(de) Gesen sine(n) echte(n) wiue . twe stucke boulandes dat ene belege(n) beneden by / den korten an den hauerbusch vn(de) de ene eende an den Stynacken Camp van tses scepel ghesedes en(de) wandaghes plach / to wesene Egberts wychma(n)ning. [................................................../ ................]125 . en(de) dat ander stucke boulandes vry belege(n) op den seleCampe dar men na gissinge op seyen mach een half / mudde rogghes 10 en(de) in vortijden plach to wesene Gerdes lubberting van rechter broderschedinghe En(de) ys des vors(creuen) landes / vor ons wt126 geghaen en(de) heft dar op verteghen alles rechtes mit hande mit mu(n)de mit aller vertichnissen en(de) oplatinghe / als sie in de[n] rechte schuldich was to doene . also dat Gese vors(creuen) en(de) hoer erfge(namen) dar nicht meer an te wacht(en)e en(de) to waren / en(de) to spreken en hebn . en(de) lubbert 15 en(de) Gese sien wiif vors(creuen) hoere(n) vrien willen onbesproke(n) Dar mede doen moghen . vort / synt vorwarde mede vor ons in gerichte ghescheen ys . So wa(n)ner lubbert en(de) Gese sien wyf vors(creuen) beyde nicht langer / en syn en(de) afliuich geworden syn en(de) ghene leuendighe echte kynder van em beyden achter syn ghebleue(n) . so sullen / de vors(creuen) twe stucke boulandes vallen en(de) kome(n) op de hilge kercke toe 20 Oetm(er)s(em) to vulleste en(de) to hulpe hore ty(m)me/ringe en(de) anders nerghent . Men leten sie echte kynder acht(er) de solden dat dan erflike beholden sonder yenig(er)han/de argelist . hiir weren an en(de) ouer alse rechte Cornote(n) des gerichtes . Engelbert de schomaker en(de) Johan ten / ha(m)me in der tijd schepen tod Oetm(er)s(em) en(de) anders guder lude ghenoech Jn orku(n)de der warheit wa(n)t ich frederic / post richter vors(creuen) 25 ouer alle desse vors(creuen) pu(n)te(n) mit mine(n) Cornote(n) vors(creuen) gestaen heb als een richt(er) en(de) de vor mij ghe/scheen synt in den gerichte ghelijc als vors(creuen) ys so heb ich des to ene(n) rechte(n) tughe der warheit en(de) mede om bede / willen va(n) beyden tsiden myne(n) segel an dessen breff gehange(n) En(de) om de meere vestnisse willen so heb ich ghebede(n) / de Scepene(n) va(n) Oetm(er)s(em) vors(creuen) dessen 30 breff mede ouer my to besegelne . en(de) wij scepene(n) vors(creuen) want desse vertichnisse / vors(creuen) mede vor ons gheschen ys als vors(creuen) is en(de) onse orku(n)de dar op ontfange(n) hebn so heb wij des to ene(n) rechte(n) / tughe der warheit en(de) om bede willen va(n) beyden tsiden onss(es) Stades segel mede an dessen breff gehange(n) Gegheue(n) / ynt yar ons here(n) dusent vierhondert twevn(de)dertich In 35 p(ro)festo Martini Ep(iscop)i 1433a Ootmarsum 1433-01-17 40 REGEST Egbert, jonkheer te Almelo en zijn vrouw Elyzabeth van Voerst en hun beider zonen Johan en Wolter verlaren ten overstaan van Frederick Post, richter te Oetmersem, aan Henrik van Wetter c.s., de devote vergadering te Alberghen, het erve Zanthues c.a. te Alberghen 45 verkocht en geleverd te hebben. Uitgezonderd worden een molt rogge lijftucht [voor] vroů Aleff van Wersloe ter waarde van tweehondert vier Arnoldus gulden (elke gulden ter waarde een postulaat gulden van Deuenter van den ijrsten slaghe). Keurnoten en gerichtslieden zijn Henrick van Beruerden en Conraed Bredenbroeck de Jonge naast andere getuigen.

125 Bijna een complete regel is doorgestreept. De doorgestreepte tekst is (deels leesbaar) in

een oorkonde d.d. 1434-02-23 (G.A. Ootmarsum, regest nr 333) te vinden.

126 "wt" werd boven "ons" en "geghaen" geschreven.

Page 132: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE Wij Egbert Joncheer tod Almelo Elyzabeth van voerst Joncfroů tod Almelo echte lude Johan en(de) Wolter onse echte soenen doen kundich / allen luden bekennen en(de) betughen in dessen apenen bezeghelden breue voer vns en(de) voer all onse rechte Eruende ende 5 nacomelinge dat / wij myt vnsen gueden vrijen moetwillen en(de) myt gueden berade hebben vercoft ende vercopen myt dessen breue redelike en(de) rekkelike / erfflike ewelike en(de) vmmermeer rechtes stedes Erffcopes Heren Henrike van Wetter en(de) den anderen Preesteren en(de) Clercken der deuoter / vergaderingen toe Alberghen en(de) oren nacomelingen ende holder desses breues myt oren willen onse Erue en(de) gued gheheten 10 Zanthues / gheleghen in der buerscap tot Alberghen en(de) inden kerspel ende gherichte van Oetmersem voer een vrijeyghen doerslachtich Erue ende / gued myt all synen lande dat daer tobehoert myt torůe myt twighe myt water myt weyde myt huze myt hoeůe myt aller slachter / nvt ende myt all synen oelden en(de) nyen tobehore alle voerco(m)mer aff ghedaen wtghesproken een molt rogghen lijfftuchtes vroů Aleff van / Wersloe voer ene 15 su(m)me gheldes alse voer twiehondert ende vijr Arnoldus gulden dier een iewelick weert was en postulates gulden / van deuenter van den ijrsten slaghe welke su(m)me vns toe gueden tyden witlike all en(de) wal betaelt is daer vns nv wal an ghenoeghet / en(de) altoes wal an ghenoghen sall . Voert soe bekennen wij Egbert Elyzabeth Johan en(de) Wolter vors(creuen) voer vns en(de) vnse Eruende ende / nacomelingen dat wij en(de) onse 20 eruende Heren Henrike vors(creuen) en(de) den anderen Preesteren en(de) Clercken en(de) oren nacomelingen vors(creuen) en(de) / holder desses breues mit oren willen des Erues en(de) guedes myt all synen oelden en(de) nyen tobehorene waren sullen en(de) hem des rechte / waersscap doen sullen tot allen tyden ewelike en(de) vmmermeer voer een vrijeyghen doerslachtich Erue en(de) guet voer alle de ghene die / des to rechte comen 25 willen waer en(de) wanneer hem en(de) holdere desses breues myt oren willen des to done is up onse kost en(de) buten oren / en(de) holders desses breues vors(creuen) hynder en(de) schaden Voert so bekenne wij Egbert Elyzabeth Johan en(de) Wolter vors(creuen) voer vns ende vnse / Eruende dat wij des Erues en(de) guedes toe Zanthues vors(creuen) hebben verteghen myt all synen tobehorene vors(creuen) en(de) sijn des wtghegaen / myt 30 hande myt monde myt gherichte en(de) myt rechte wo wij myt rechte solden en(de) daer wij myt rechte solden Alze voer frederick post / Jnder tijt richter tod Oetmersem daer hie sat to gherichte myt synen kornoten na bescreuen als hie mit rechte solde tod behoeff / Heren Henrics van Wetter en(de) der andere Preesters en(de) Clercke en(de) oerre nacomelinge vors(creuen) en(de) holders desses breues myt oren willen / also dat wij en(de) onse 35 Eruende an den Erue en(de) guede to Zanthues myt synen tobehorene vors(creuen) negheenreleye recht noch ansprake an / en beholden noch an wachtende solen wesen All arghelist wtghesproken Jn een tuech der waerheit hebbe wij Egbert Elyzabeth en(de) / Johan vors(creuen) voer vns en(de) voer Wolter vnsen soene en(de) broder wante wolters zeghel niet yeghenwordich en was Doe dit gheschiede ende voer / all vnse Eruende en(de) 40 nacomelinge vnse zeghele an dessen breeff ghehangen Ende om de meerre vestnisse willen hebbe wij voert ghebeden / Frederick post Jnder tijt Richter tod Oetmersem vors(creuen) Dessen breeff mede ouer vns to bezeghelen En(de) ick Frederick post Jnder tijt Richter tod / Oetmersem want alle desse vors(creuen) Artikele en(de) vestnisse vor my gheschien syn in enen ghehegheden gherichte alse sie myt rechte gheschien / solden Daer 45 ick sat to gherichte myt mynen kornoten na bescreuen alze ick myt rechte solde so hebbick om beden willen Egberts Elyzabeths / Johans en(de) Wolters vors(creuen) mynen zeghel mede an dessen breeff ghehanghen Daer dit gheschiede daer weren an en(de) ouer alze rechte kornoten / ende gherichtes lude Henrick van beruerden en(de) Conraed bredenbroeck die jonghe en(de) ander gueder lude ghenoech Ghegheuen Jnden Jaer ons / 50 heren Dusent vijrhondert Drie en(de) dertich up sunte Anthonijs dach des hilighen vaders 1433b

Page 133: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Almelo 1433-10-12 REGEST Johannes Kude en Hinrick de Bodeker, schepenen van Almelo, oorkonden dat Mette van der Souwen, moeder van het Beghinenhues te Almelo, op wens der executeurs-testamentair 5 van heer Johan Hilbing, de schepen Bernd van Graes en voorts Johan van Droppen en Herman van Couorde, burgers der stad, geciteerd had ten einde een getuigenis der waarheid te geven over twee gaardens. Johan Hilbing bij leven had aan heer Hilbrand (pastoor in Almelo) een gaerden averghewijset (‘het gebruik of de eigendom toekennen’). 10 TRANSCRIPTIE Wi Joha(n)nes Kude en(de) hi(n)rick de bodeker i(n) der tiit Schepene(n) tot Almelo beke(n)ne(n) vn(de) betughe(n) i(n) dessen apene(n) bezeghelde(n) / breue dat vor ons daer wii seeten i(n) schepe(n)doem alse wii myt rechte zolden is ghecomen Mette van der Souwen Mo/der der suster i(n) den beghine(n)hues tot almelo vn(de) begherde va(n) 15 weghene en(de) beuelinghe der Testame(n)toers here(n) iohans / hilbings de(n) god ghenedich si want sie voer ons myt onser stad baden ghebeeden hadde lathen ynt recht to comen / Bernde van graes onsen medeschepene(n) Joha(n)ne va(n) droppen en(de) herma(n)ne va(n) Couorde onse borghers dat wii / sie mitten rechte dwinghen en(de) eysschen wolden eyne waerheit toe seggene va(n) tween ghaerden de heer Johan 20 hil=/bingh vors(creuen) here(n) hilbra(n)de kerchere(n) nu ter tiit tot almelo averghewijset hadde i(n) betalinghe een deel gheldes dat / her iohan vors(creuen) toe der wedemen behoef en(de) eens kerchere(n) belegge(n) solde an erflic gued ofte renthe . Ende wante / wii alsoe deden Soe zeghede bernd onse medeschepene vors(creuen) dat her hilbrand kercheer vors(creuen) vm i(n) vortiiden aldus / toe gheseghet hadde Bernd den ghaerden wil 25 ic vercopen want hie iuwes vaders gheweest heuet soe af copet / my den hie is my veyle Johan van droppen zeghede . vp eyne tiit zolde hie de kerch(er)en vors(creuen) tiin mudde roggen / of copen . ende ter seluer tiit veylede hie vm twee gaerden te vercopen Item herma(n) va(n) Couorde vors(creuen) zeghede / hie hadde daer an en(de) aver gheweest . dat heer hilbrand de twee ghaerden gheveylet hadde te vercopen . Ende / desse dree 30 ma(n)ne vors(creuen) zeghede(n) see weren des bereed dat myt oeren eede toe vollenbrenghen woe see dat myt / myt127 rechte doen zolden sunder arghelist . Ende heer hilbrand vors(creuen) was daer yeghenwaerdich . en(de) sie baden om de / eede toe doene en(de) hie en wolde de eede nyet nemen . Des tot eynen tughe der waerheit hebbe wii Schepenen / vors(creuen) vnses stades zeghel an dessen breeff doen hanghen Ghege(uen) 35 Jnt Jaer ons heren Dusent veerhu(n)dert Dree en(de) / dertich des maendaghes nae su(n)te victoers en(de) gereoens dach gheheete(n) Sant ghanghe dach der hilgher merteler 1434a 40 Ootmarsum 1434-02-23 REGEST Vidimus, door de schepenen van Oetmersem, van een oorkonde van richter Frederic Post (Oetmersem d.d. 1432-11-10, regest OO, nr 3282). Frederic Post, richter te Oetmersem, en 45 schepenen oorkonden dat Gese, weduwe van Johan van Halle, aan Lubbert Gerdeszone ten Myddestarpe en zijn vrouw Gese twee percelen bouwland heeft overgedragen, mits bij kinderloos overlijden van kopers die percelen zullen komen aan de kerk van Oetmersem. Keurnoten van het gericht waren destijds Enghelbert de Schomaker en Johan ten Hamme, schepenen te Oetmersem naast andere getuigen. 50 TRANSCRIPTIE

127 Dubbel "myt".

Page 134: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Wy ghemene(n) Scepene(n) der stad van Oetmerse(m) enkenne(n) ende betuge(n) myt dussen opene(n) breue dat vor ons ghecome(n) synt daer wy zete(n) / in Scependome lubbert gherdes sone ten myddestarpe ende ghese syn echte wyff ende leten ons zeen ende horen eyne(n) breeff ludene ende / inholdene van woerde to woerden als hijr nae bescreue(n) staet JC frederic post een ghezware(n) Richter in der tijt to Oetmerse(m) ende 5 wy ghe/mene(n) Scepene(n) der stad van Oetmerse(m) enkenne(n) en(de) betuge(n) myt dussen opene(n) breue dat vor ons ghecome(n) is daer wy zete(n) in ene(n) ghehegheden / gerichte ende in Scependome myt onsen kornote(n) hijr na bescreue(n) als wy myt rechte solden Ghese wandages echte wyff zelighe(n) Johans van / halle den god ghenade myt Jacob schettering hore(n) ghekorne(n) monbar den ze daer koes myt hande myt mu(n)de 10 en(de) hoer in den gherichte ghe/geue(n) waert als ordel en(de) recht wysede Ende bekande dat ze hadde vpghedraghen ende droch vp myt dusse(n) breue lubberte gherdes zone ten / myddes[ta]rpe ende ghezen syne(n) echten wyue twe stucke boulandes dat ene beleghen beneden by de korte(n) an den hauerbusch vnde de ene ende / an den stynacken kamp van tses schepel ghesedes ende wandages plach to wesene Egbertes 15 wichma(n)ni(n)g beholdelic den Cloester tot oetmerse(m) / erflike wt den vors(creuen) stucke landes een halff mudde korns to pachte Ende dat ander stucke bowlandes vry belege(n) vp den zelekampe daer men / na ghyssinge vp seyen mach een halff mudde rogge(n) ende in vortyden plach to wesene Gherdes lubberting van rechter broder schedinge Ende / is des vors(creuen) landes vor ons wt ghegaen ende hefft daer op verteghen alles rechtes myt 20 hande myt mu(n)de myt aller vertichnisse ende vp/latinge als ze in den rechte schuldich was to done also dat ghese vorge(noemd) ende oer erffge(namen) daer nicht meer an to wacht(en)e en(de) to war(en)e en(de) to spre/ken en hebben Ende lubbert ende ghese syn wyff vorge(noemd) hore(n) vrien willen onbesproken daer mede doen mogen Vort synt vorworde mede vor / ons in gherichte ghescheen So wa(n)ner lubbert ende Ghese syn echte 25 wyff vorge(noemd) beyde nicht langher en syn ende affliuich gheworde(n) syn en(de) / ghene leue(n)dighe kynder echte van em beyden achter sin ghebleue(n) so sullen die vorge(noemden) twe stucke bowlandes valle(n) ende kome(n) op die hillige / kerke tot oetmerse(m) to vulleste ende to hulpe [oerre] ty(m)meringe ende anders nerghent . Men leten se echte kynder achter die solden dat dan / erfflike beholden sunder yenigherhande 30 arghelist Hijr were(n) an ende ouer alse rechte kornote(n) des gherichtes Enghelbert die schomaker / ende Johan ten ha(m)me inder tijt Scepene(n) tot Oetmers(em) ende anders guder lude ghenoch Jn oerku(n)de der waerheyt wa(n)t ic frederic post Richt(er) / tot oetmers(em) vors(creuen) ouer alle desse vor[screuen] pu(n)ten myt myne(n) kornote(n) vorge(noemd) ghestaen hebbe als een Richter ende die vor my ghescheen synt in den / 35 gherichte ghelijc als vor ghescr(euen) is so hebbe ic des to ene(n) tughe der waerheyt ende mede om bede willen van beyden tsyden myne(n) seghel an / dessen breeff ghehange(n) Ende om die merre vestnisse willen so hebbe ich ghebeden die Scepene(n) van Oetmers(em) vorsc(reuen) dessen breeff mede ouer / my to beseghelene Ende wy scepene(n) vorsc(creuen) want desse vertichnisse vors(creuen) mede vor ons ghescheen is 40 als vors(creuen) is ende vnse orku(n)de daer vp / ontfanghen hebben so hebbe wy des to eyne(n) tughe der waerheyt en(de) v(m)me bede willen van beyden tsyden onss(es) Stades segel mede an dessen / breeff ghehangen Vortmeer wa(n)te lubbert en(de) ghese vorge(noemd) dyt vor ons ghevulbordet [e]nde bekant hebben in allen punte(n) alse vorghescre(uen) / is so hebbe wy Scepene(n) van Oetmers(em) vorge(noemd) v(m)me ore 45 bede willen tot eyne(n) rechten tughe der waerheyt onss(es) stades seghel nu ter tijt an dusse(n) / breff ghehange(n) Ghegheue(n) Jnt Jaer onss Here(n) dusent veerhundert [Veer128]vnde dertich vp sunte Mathias auent eynes hilge(n) Apostels 50 1434b 128 Formsma noemt als datum 1434-02-23. Hattink noemt ook het jaartal 1434, echter met de

toevoeging "(23 Febr. 1435)".

Page 135: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Oldenzaal 1434-04-26 REGEST Ludolphus Wonder, priester en kanunnik te Oldenzael, verklaart in leen te hebben ontvangen, onder hulderschap van zijn zwager Albert Swaneken, het erve Hilberting in de 5 buurschap Senderen en gericht Borne en oorts het erve De Holinde te Doernyngen in het gericht Oldenzael, van Egbert, jonker tot Almelo. Getuigen zijn De Pape van Besten en Johan van Besten, Stichtse leenmannen. TRANSCRIPTIE 10 JC ludolphus Wonder prest(er) Canonick tot Oldenzael inder tijt Enkenne en(de) / betuge in dessen ap(en)en b(re)ue vor my en(de) vor myne erfge(namen) dat ic hebbe vntfangen / toe lene vanden Ersamen Egberte Jonch(er)en tot almelo dat erue en(de) guet toe / hilberting belege(n) inder burschop van Send(er)en inden kerspel en(de) gerichte van / borne En(de) dat erue en(de) guet geheten die Holinde belegen inder burschop van / doerny(n)g(en) inden 15 kerspel en(de) gerichte van Oldenzael mit horen alingen toebehor/ne tot enen stichtes lene En(de) ic en(de) myne erfge(namen) dat tho vorhaerwaeden als / men alsmen129 een stichtes leen toe vorhaerwaeden pleget wan sich dat ghe/boerd beholdelic Jonch(ern) egberte vors(creuen) my en(de) ene(n) ytliken sijns rechtes Ende / want ic ludolphus vors(creuen) selue(n) myne huldinge doen moet Soe heuet Albert / Swaneken130 myn 20 zwager vor my gehuldet131 Jn thegenwordicheit leenma(n)nen / des gestichtes van vtrecht Als die pape van besten en(de) Johan van besten / en(de) vortmeer gueder lude genoech die dit mede segen en(de) horden / Ghege(uen) Jn den Jaer vns h(er)en dusent virhundert vyer en(de) dertich Jn / Crasti(n)o Marci . Ewa(n)gelist(i) 25 1434c Oldenzaal 1434-07-28 REGEST 30 Ludiken ten Torne, richter te Oldenzael, verklaart dat Euert ter Schuren overgedragen heeft aan Johan Woltkaten c.s. de erfbrief (van het goed Wolberting in Lemselo; vgl.: regest OO, nr 3148, d.d. 17 maart 1430). Keurnoten van het gericht zijn Lambert de Gruter en Fredericus Brant naast andere getuigen.132 35 TRANSCRIPTIE JC ludiken ten Torne ind(er)tijt een gezwo(er)en richt(er) tot Oldenzael Enkenne en(de) betuge mit dessen / ap(en)en t(ra)nsfixs b(re)ue dat vor my en(de) vor gerichtes lude hijr nae besc(re)uen is gecome(n) Euert / ter Schuren daer ic zat toe gerichte in ene(n) gehegede(n) heymale alse ic mit rechte solde / En(de) enkande daer vor em en(de) vor sine 40 erfge(namen) woe dat he hadde vorcoft en(de) hold(er) gemaket / mit sine(n) wille(n) tot ewige(n) dagen Johanne woltkaten heyliken sine(n) echten wiue ende / ore(n) erfge(namen) dessen thegenw[o]rdigen erfbreff o(m)me ene su(m)ma geldes die em deg(er) wal betalt / was En(de) he ghenc hijr o(m)me wt vor em en(de) vor sine erfge(namen) mit hande[n] en(de) mit monden / alles [re]chtes alse he an dessen thege(n)wordigen b(re)ue hadde toe 45 behoeff Johans heylike(n) / en(de) ore erfge(namen) vors(creuen) Sonder al argelist hijr were(n) mede an en(de) auer als Cornote(n) des / gerichtes lambert die gruter frederic(us) 129 Dubbel "als men".

130 Men kan – theoretisch - ook "Swaueken" lezen.

131 De "t" is verbeterd (in plaats van een "r" ?).

132 In een oorkonde uit Ootmarsum (Register Hattink, regest nr 60) worden Ghert Guetkint,

canonick, en Johannes Brant, scolemeijster tot Aldenzale, o.a. als getuigen genoemd.

Page 136: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

brant En(de) vortmeer gueder lude genoech / die dat gerichte mede o(m)me bestonden Jn orku(n)de en(de) vestinge aller pu(n)ten vorg(enomd) Soe / heb ic my(n) Segel als een richter o(m)me bede wille(n) van beyde(n) tziden wijtliken an / dessen breff gehangen Gegeue(n) Jnden Jaer ons h(er)en dusent virhu(n)dert vier ende dertich fe(r)ia q(ua)rta p(ost) Jacobi Ap(osto)li 5 1435a Ootmarsum 1435-01-19 10 REGEST Frederick Post, richter te Oetmersem, oorkondt dat Henrick van Wetter, rector te Alberghen, aan de priester Rolof Beggher, pastoor te Almelore vene, een bedrag heeft betaald in de koopsom van de erven Dyriking en Leferding, gelegen in het gericht Oetmersem, en van de tienden over To Groten Leeting in het kerspel Risen. Keurnoten en gerichtslieden zijn Rolof 15 van Beruorde en Herman Grubbe naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE JCK Frederick post Jnder tijt Richter tod Oetmersem beke(n)ne vn(de) betughe in dessen apene(n) beseghelden breue / dat ick daer an en(de) auer gheweest hebbe ghesien en(de) 20 ghehoert hebbe mit mynen kornote(n) na ghenoemt daer / ick inden gherichte sat als ick mit rechte solde dat her henrick va(n) wetter verwaerre der preester en(de) clerke / hues to Alberghe(n) . to streeck en(de) ouerleuerde h(er)en Roloue beggher preester kercheer inder tijt up almelore / vene ene su(m)me van guede(n) golde als an guden wilhelm(us) schilden an gueden olden rijnschen guld(en) en(de) crone(n) / reynold(us) guld(en) bisscop frederics 25 en(de) beijers guld(en) en(de) mit een deel philippes schild(en) Jn betalinge(n) twijer / Erue en(de) gude gheheten Dyriking en(de) leferding gheleghen Jnden gherichte van Oetmerse(m) . die em her / Rolof vors(creuen) vercoft hadde en(de) vestede inden seluen gherichte En(de) oeck jn betalinge des Tenden to groten / leeting gheleghe(n) Jnden kerspele van Risen welke su(m)me vorge(noemt) her Rolof ontfeng en(de) na em streeck / 30 en(de) bedankede den vors(creuen) here(n) henrike heelre guder betalinge der Erue en(de) des tenden vors(creuen) en(de) beleyde dat / em en(de) sine(n) erfge(namen) daer altoes wal an ghenoghen solde . sonder Arghelist Des to tughe so hebic als / een richter om bede willen va(n) beyden syden mijn zeghel an dessen breef ghehangen hijr w(er)en mede / an en(de) auer alse rechte kornote(n) en(de) gherichtes lude Rolof van beruorde en(de) 35 herma(n) grubbe en(de) anders guder / lude ghenoech Ghegheue(n) jnt jaer vns h(er)en dusent vijrhondert vijfen(de)dertich des wo(n)desdaghes na sunte / poncian(us) 1435b 40 Ootmarsum 1435-08-18 REGEST Herman van Voerst verklaart verkocht te hebben, met goedvinden van leenheer Vrederick van Rechteren, zijn tienden uit de es Tůbberge, in het gericht Oetmerszem, aan Clawes van 45 Aůerhage de Jonge en zijn vrouw Aleyd. Vrederick (leenheer) heeft op verzoek van Herman van Voirst mede gezegeld. Getuigen waren de leenmannen Seyger van Rechteren (broer van Vrederick) en Claws van Millingen. TRANSCRIPTIE 50 JC Herman van Voerst Bekenne ende tuge mit Deszen Apenen Brieue . Voer my ende mijne erffgenamen Dat ick mit mijnen gueden Wille ende Berade Recklick / ende redelick verkofft hebbe ende verkope auermids en(de) mit dessen brieue gantz rechts en(de) stedes erffkopes Erfflick ewelick ende o(m)mermeer den Alynge(n) teenden / groff en(de)

Page 137: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

beschapen alse Tween(de)viertich můdde gůeds winter Roggen een Schepell [.]yn Alle Jaer to hebn oůer den Esch Tůbberge gelegen in den Gerichte / van Oetmerszem Alsoe als ick den vpp dessen dach toe beseten ende geboert hebbe Clawse van Aůerhage den Jongen Aleyden sijnen echten wijue en(de) oren erffgename(n) / omb een Sůmme gheldes die my degher all ende wall betaelt is van oen toe gůeden tijde(n) daer my tottertijt waell en(de) 5 volcomelick an genoegden . Ende daer my / vnd mijnen Erffgename(n) altoes end alltijt wall an genoegen zall vnd ick herman vorscr(euen) heb hier omb vertichnisse en(de) opplatinge gedaen en(de) doe vor my ende / mijne Erffg(enamen) van dessen vors(creuen) Teenden mit hande(n) en(de) mit monde Als ick mi[t] rechte zolde En(de) daer ickt mit rechte solde doen Als vor vrederick van Recht(er)en [it] / die desses vorge(nomde) teenden en(de) gůeds 10 een recht leenheer is tot en(de) in behoiff Clawses Aleyden sijnre huyssvrouwen vors(creuen) ende oirre erffg(enamen) Vnd ick herma(n) vorscr(euen) / en(de) mijne Erffg(enamen) sullen en(de) willen Clawse Aleyden en(de) oren erffge(namen) vorsc(reuen) dessen vorg(enomden) teenden waren en(de) mit rechte warschapp doen tot ewigen dagen vor vns en(de) vnsse / Erffg(enamen) Ende voert voir alle die ghene die des to rechte willen 15 komen waer wanneer en(de) woe vake dat oen des noit is vnd sij des te doen hebben vpp onsse Coste / buten oren schaden Oeck sullen ick en(de) mijne erffg(enamen) ende willen dessen vorg(enomden) teenden in leenscher were halden van den rechten leenheer buten en(de) sonder Clawses / Aleyden vors(creuen) en(de) oirre erffg(enamen) hinder en(de) schaden tertijt toe hent also lange dat sij dat selůen tegens den leenheer vorvaren konnen 20 Sonder eynicherhande / wederseggen Alle Argelist hier y(n)ne degher genszelick en(de) all wtgesproken Vnd to tůge der waerheit alre půnten stucken en(de) Articulen vorscr(euen) So heb / ick herman vors(creuen) mijn Segell voer my ende mijne erffg(enamen) wetende en(de) witlicke an dessen brieff gehange(n) Vnd noch omb meerre vestenisse wille alre articule / en(de) půnten vors(creuen) So heb ick herman vors(creuen) gebeden vrederick 25 van Recht(er)en vors(creuen) alse enen rechten leenh(er)en aůer en(de) mit my en(de) voer mijne Erffg(enamen) dessen brieff / mede toe besegelen Vnd want alle desse vors(creuen) stůcken půnten en(de) articulen voer my Frederick van Recht(er)en vors(creuen) Als vor enen rechten leenheer des vors(creuen) gueds / en(de) teenden mit mijnen wetende wille en(de) Consent geschiet sijn So heb ick vrederick leenheer vors(creuen) mijn hant en(de) 30 consent daer to gedaen en(de) gegeůen Orkonde / mijnre leenma(n)ne Seygers van Recht(er)en mijns Broders en(de) Clawses van Millingen Vnd ick frederick vors(creuen) heb daer omb mijn Segell als een leenheer / vmb beden wille hermans van voirst vors(creuen) in een tůych der waerheit alre vorscre(uen) zaken an dessen brieff gehangen . Gegeuen int Jaer ons h(er)en dusent / vierhondert vijffen(de)dartich des Donresdages na onsser lieůer 35 vroůwen dage Assu(m)pcio 1436 Oldenzaal 1436-06-21 40 REGEST Johan Hassloe en Herman Mauricius, burgemeesters in Oldenzael en voorts schepenen en raad van Oldenzale oorkonden, dat Reyneken Naetgaren en zijn vrouw Lubbe aan Hille ten Loe een rente hebben verkocht van 1 mud winterrogge, Deventer maat, uit hun huis en 45 gehele weer, gelegen te Oldenzael bij de stadsmuur, direct naast het huis van Mette Beyering aan de ene en het huis van Johan des Zwarten Lambertszone aan de andere zijde, alsmede uit hun twee kampen, gelegen tussen de Hoenhaer en de Stenbrincke, de ene Bystervelt genoemd, de andere De Hoenkamp, welke rente jaarlijks voldaan moet worden binnen Oldenzael, tussen Sunte Marten in den wynter (11 november) en Mydwynter 50 (25 december), welke akte met het stadskleinzegel wordt gezegeld. TRANSCRIPTIE Wij Johan van Hassloe en Herman Mauricius borgermeist(er)e in der tijt in Oldenzael En(de)

Page 138: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

wij gemeyne(n) Schepene en(de) / Raed der stat van Oldenzale Maken kond allen luden en(de) betuge(n) mit dessen apen(en) b(re)ue dat vor ons in schepe(n)dom / als vor schepene selue(n) gecome(n) sint Reyneken Naetgaren en(de) lubbe siin echte wijff Ende enkanden vor ons / vor em en(de) ore erfge(namen) dat sie reckelike en(de) redelike hadden vorcoft en(de) vorcoften rechtes stedes erfcopes erfli/ke ewelike [en(de)] 5 o(m)mermeer Hillen ten loe en(de) oren erfge(namen) Eyn mudde guedes schonen claren wynter roggen / Jarliker gulde bij deue(n)ter mathe wt oren hues en(de) alinger weer belegen by(n)nen oldenzael bijder mueren / alre naest metten hues beyering vp die ene sijt en(de) Johan des zwarten lamberts zo(n)e vpdie ander sijde Ende / vort wt ore(n) twen Campen belegen tusschen der hoenhaer en(de) den stenbrincke en(de) sint gehete(n) die 10 ene byster/velt en(de) die ander die hoenkamp Ombe eyne su(m)ma van gelde die em deger al en(de) wal tot ore(n) wille(n) betalt weer / daer em en(de) oren erfge(namen) vors(creuen) altoes wal angenoge(n) solde als sie vor ons enkanden Ende sie loueden desse[s] vors(creuen) / mudde roggen Jarliker gulde rechte warschop toe donde tot ewige(n) dagen vor em en(de) ore erfge(namen) vors(creuen) en(de) vort / vor alle die gene die des 15 toe rechte willen comen en(de) guede betalinge erflike alle Jaer tusschen sunte / Marten inden wynter en(de) mydwynter ku(m)merloes toe leu(er)en by(n)nen oldenzael in eyn hues daers hillen / en(de) oren erfge(namen) vors(creuen) best genoget Oeck loueden sie mede alle gebrec toe vorvullen dat an warschop oft an / betalinge desser vors(creuen) gulde vp enige tijt geschege En(de) weer oeck sake dat hijr gebrec involle dat weer van / warsch[o]p 20 of van betalinge desser vors(creuen) gulde dat q(ue)me toe woe dat toe q(ue)me dat maech hille en(de) ore erfg(enamen) / vors(creuen) tot allen tijden y(n)man en en(de) wt wy(n)nen van Reyneken lubben en(de) oren erfge(namen) vorsc(creuen) en(de) vort van / alle den genen die em desser vors(creuen) erfnissen eyns dels of al onderwynden mit geistlike(n) en(de) myt wartliken / gerichten dat eyne recht den and(er)en niet toe hinderne 25 onu(er)volget en(de) onu(er)claget vor yeme(n)de gelikerwijs / en(de) in alle(n) maniren alsmen rechte Jarlix gulde en(de) h(er)en pacht by(n)nen onser stat inthe manen en(de) wt toe / wy(n)nen pleget Sonder al argelist Jn orkunde der waerheit aller punte en(de) articule vors(creuen) Soe hebbn / wij borgermeist(er)e schepen[e] ende raed vors(creuen) Onses stades Cleyne segel Ombe bede willen van beyden / tziden wijtliken an dessen breff 30 gehangen Gegeuen Jnden Jaer ons h(er)en dusent vierhondert / Ses endertich Jn p(ro)festo decem miliu(m) martir(um) 1437a 35 Ootmarsum 1437-02-23 REGEST Schepenen en raad van Oetmersem oorkonden dat Fye, weduwe van Fredric Post, de schenking van het Rupenhol, gelegen in het gericht van Oetmersem vp der Dyncle, eertijds 40 door Fredric en Fye aan de Heilige Geest te Oetmersem gedaan, bevestigt. TRANSCRIPTIE Wy gem(en)en Scep(en)en en(de) raed der stad van oetmersem doen kundich allen luden myd dessen besegelden bre=/ue dat vor vns gecome(n) zint dar wy zeten in scependome 45 als wy myd rechte solden fye wedue fre=/drics postes den god genade myd oere(n) gecoerne(n) mu(n)bar als H(er)man dye zager dye oer gegeue(n) wart to / ene(n) mu(n)bar alse recht was en(de) bekanden dat fredric post vors(creuen) en(de) fye invortyden gegeue(n) hadden / dat rupenhol myd alzine(n) tobehoern alse dat gelegen is in den gerichte to oetmersem vp der dyncle in den hilgen geest to oetmersem vor oer twier zele 50 tendes oere twier lyue also stonden / noch fye vors(creuen) en(de) h(er)man en(de) geue(n) oer erue en(de) guet vors(creuen) indenhilgen geest to oetmersem to behoef / der armen na fyen lyue Ende deden dar vertichnisse vp myd hande en(de) mu(n)de alse recht was vor / em vor oer erfge(namen) also dat zee noch nyemant dar van oere(n) erfge(namen) ychtes

Page 139: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

wes anbeholden zal / tendes fyen leuen Ende loueden em des to waerne vor alde gene(n) dye des to rechte come(n) wille(n) / buten schaden des hilgengeestes vors(creuen) sunder al argelist Jn orkunde der waerheyt heb wy / gemene(n) scepene(n) vors(creuen) vnses stades zegel bened(en) an dess(en) breef gehangen Ende v(m)me meer/re vestnisse wyllen heb Jc fye vors(creuen) myen zegel vor my vor myen erfge(namen) mede an dessen / breef 5 gehangen Jnt Jaer vnses heren dusent veerhundert zeuene en(de) dertich vp sunte / mathies auent eens hilgen apostels 1437b 10 Almelo 1437-05-25 REGEST Beernt van Graes, Hinrick van Wiricke en Gheerd de Smit, schepenen van Almeloe, en de "guede mannen" Hinrick van Beruorde ne Herman van Pesye, oorkonden dat hun 15 medeschepen Arnd Ridderman en de burger Johan van Droppen met zijn vrouw Fenne, verklaard hebben voldaan te zijn met de som, die de priester Roloff Begher, pastoor vp den vene, oom van Arnd en Fenne, hun – op advies van heer Johan van Wederden (bloeverwant) en heer Hinrick (rectoer van Alberghen) - onverplicht naar maatstaf van hetgeen hun aangeërfd was, had betaald. 20 TRANSCRIPTIE Wij beernt va(n) graes hinrick van wiricke vn(de) gheerd die smit Jnder tijd Schep(en)en tod Almeloe beke(n)nen vn(de) betughen in dessen apene(n) bezegheld(en) breue dat voer / vns ghecome(n) sijn daer wij saten in schependoem Alse wij mit rechte solden mit andere(n) 25 gueden ma(n)nen Alse hinricke van beruorde vn(de) herma(n)ne van pesye die daer / mede by ghebeden w(er)en Arnd ridderma(n) Jnder tijd vnse mede schepen vn(de) johan van droppe(n) vnse borgher mit fenne(n) sine(n) echten wiue vn(de) were(n) bekant woe her / Roloff begher preester kerchere inder tijd vp den vene Arnds vn(de) fenne(n) witlike oem an vm ghewe133est hadde vn(de) vm anghebracht hadde . want hie een gheestlick / man were 30 vn(de) sijn gued gheestlic gued vn(de) guder lude aelmisse w(er)en dat hie van doden vn(de) leuendighen vntfange(n) hadde vn(de) daer o(m)me dat gheestliken luden / van gueden leuene gheuen wolde vp dat sie vm dat helpen verbidden dat hie allene niet en vermochte . vn(de) hadde sie ghebeden dat sie vm daer gheen hinder / y(n)ne wesen wolden . wa(n)t hie van godes weghen vn(de) sijnre zielen anders niet en dorste doen . 35 vn(de) al en weer hie em niet sculdich vp dat sie dit te willichliker / deden hie wolde vm eene vrentscap doen na gheliken dinghe(n) vnde belope dat vm an gheeruet was by rade vn(de) to segghene h(er)en Johans va(n) wederde(n) oers / maghes vn(de) h(er)en hinrikes va(n) Alb(er)ghen rectoers Jnd(er) tijt der preester en(de) clercke to Alb(er)ghen Hijr vp soe belyeden die seluen Arnd Johan vn(de) fenne vors(creuen) / dat dit aling vn(de) al heel 40 vollenscheen weer . vn(de) mit eenre su(m)me gheldes vm wal voldaen vn(de) witlike wal betaelt weer . vn(de) belyeden dat vm desse vors(creuen) / zaken wal to willen w(er)en Also dat sie off oer eruende of nieman van oerre weghen nu(m)mermeer an h(er)en Roloues guede et weer gheestlick of werlic ansprake / solen doen ofte recht beholden Also dat her Roloff dat laten vn(de) verwisen mach waer vm des best ghenoeghet . vn(de) laueden dat to 45 vorderen vn(de) nu(m)mer / to hinderene voer vm vn(de) oer eruende by oerre eere zeker-heit vn(de) trouwe Al arghelist wtghesproken vn(de) wante Arnd Johan vn(de) fenne vors(creuen) vns schep(en)en / vors(creuen) mit hinrike vn(de) h(er)ma(n)ne vors(creuen) die hijr mede an vn(de) auer w(er)en ghebeden hebben dess(en) breeff auer vm te bezeghelen so hebbe wij beernd van graes hi(n)rick / van wiricke vn(de) gherd die smit alse 50 Schep(en)en vnses stades zeghel vn(de) wij hinric vn(de) herman vors(creuen) Alse ghebedene auerma(n)ne vnse zeghele te same(n) an dess(en) / breeff ghehanghen

133 Onduidelijk geschreven. Er staat praktisch "ghewoest".

Page 140: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Ghegheue(n) Int Jaer vns h(er)en dusent veerhondert seuenen(de)dertich vp su(n)te Vrban(us) dach des hilghen pawes en(de) mertelers .. 1438a 5 Twenthe 1438-03-12 REGEST Johan van Weluelde, ambtman van Twenthe, en Johannes Bonyncgerhof, kanunnik te Oldenzael en rentmeester van Twenthe, doen uitspraak in een geschil tussen de 10 kummelduer (commandeur) van het Hus der Dutschen Orden to Oetmersem en de stad Oetmersem over verschillende goederen en rechten. Er is sprake van De Wyldenhoff, een weg bij de Grypinckampe to den Claryncloe, de Vlasbeke, Poelsteginc poerten, hellewege en de Vogelpoel. De oorkonde werd bezegeld door Johan van Weluelde en Johannes Bonyncgerhof. Ook Zwederus van Depenbroec als commandeur van het Duitse Huis te 15 Oetmersem (op last van de landcommandeur Herman van Keppele) en bovendien Roloff van Bervorde en de gebroeders Zweder en Clawes van Ouerhagen, als erfexen van de marke Luttike Ageloe, zegelden mee. TRANSCRIPTIE 20 Wy Johan van WeLueLde amptma(n) in twentHe en(de) Joha(n)nes Bony(n)cgerHof Canonyc tot oLdenzaeL Rentmeyster in twentHe BeKe(n)nen en(de) Betugen myd dessen opene(n) BezegeLden Breue Wante dye / ku(m)melduer des huses to oetm(er)sem der dutschen orden en(de) dye scepene(n) en(de) burger van oetmersem scellachtich hebt geuest myd malcanderen en(de) in twyste geleuet hebt welke scellynge en(de) recht zee up 25 / beyden tzyden zynt gebleuen by vnsen genedigen heren van vtrecht by eenre pene van CC rynschen guldenen en(de) voert zo heuet vnse genedige heer van vtrecht dye scellynge en(de) den twyst beuolen vns / Johan van weluelde en(de) Joha(n)nes bony(n)cgerhof vors(creuen) den ku(m)meldu(er)r vors(creuen) en(de) dye scepene(n) en(de) burger vors(creuen) to sceydene en(de) den schyet to holden by alzulker pene alze vors(creuen) is 30 Jnteerste alze zye scellachtich weren / v(m)me den wyldenhof zo zal dat hues to oetm(er)s(em) vors(creuen) hebben den wyldenhoff en(de) begraue(n) en(de) bethůnen zu(n)der e(n)nych besprec der scepene(n) of der burger vors(creuen) bute(n) den oelden graue(n) ene rode breyt van / der lantweer wente to den and(er)en ende mach dye ku(m)melduer dat laten grauen en(de) upwarpen to den wyldenhoue en(de) dat sclach dat 35 dar dan liggende blyf tuschen den wyldenhoue en(de) des ku(m)melduren / grote maet dat zal liggende blyue(n) tuschen hem beyden ter meente alzet in vortyden gewest heft Ende dye oelde wech beneden des ku(m)meldu(er)es maet dye zal open liggende blyuen al ma(n)ne hen to / ryden en(de) to gaene en(de) te vaerne en(de) den wech zalme(n) wedder vp růmen Ende dye wech by den grypinckampe to den claryn134cloe zollen dye stad varen 40 en(de) driuen zunder besprec des ku(m)meldures / of des huses va(n) oetm(er)sem vors(creuen) of yema(n)des van hoere wegen Ende wan akeren is in der vlasbeke zo zal dye stad oer verke(n)ne doen dryue(n) voer ene(n) heerden dye den verke(n)nen raden mach [to waer]/ne en(de) weert zake dat den heerden der verke(n)ne welc vutle/pe van wantschichte dye zal dye ku(m)melduer vet zyne(n) akeren guetliken doen dryuen 45 merweertzake dat yema(n)t zyne verke(n)ne [to der] / poelsteginc poerten vet dreue en(de) nicht vor den heerden enwolde laten gaen wa(n)neer dye ku(m)melduer dye verke(n)ne krege in zyne(n) akerne dye zolde hye doen scutten tot alzulken [broke] / alze daer up steet bouen en(de) beneden Ende dye vogelpoel daer zee v(m)me twyet den zal dye ku(m)melduer en(de) dat hues to oetmersem bruken des ene(n) Jaers en(de) dye stad des 50 andere(n) Jaers Ende / Wa(n)neer dye hellewege en(de) straten gelegen vor der stad va(n) oetmersem quaet en(de) doersclachtich zynt zo moge(n) dye sce(pen)en vors(creuen)

134 Men kan ook "claryntloe" lezen.

Page 141: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ene(n) scep(en)en van oeren mede gezellen zenden [myd den] hoff/meyer des houes to oetmers(em) wye dan meyer is in der tyet tot ene(n) tegenwordigen ku(m)meldu(er)en des huses to oetm(er)s(em) vors(creuen) in der tyet en(de) geue[n] hem to ke(n)nen woe dat oer helleweg[e en(de) oer straten] / gelegen voer oere stad quaet en(de) doersclachtich zynt en(de) dye geerne wolden beteren zo zal dye ku(m)melduer myd den hofmeyer van wegen 5 der gemene(n) erfexen en(de) buren van luttiken ageloe / myd den scep(en)en va(n) oetm(er)sem ryden of gaen dye hellewege myd malcand(er)en to bezeen of des noet zy en(de) nae der noet der weghe zollen zee dan tzame(n) vte den korten by consente des ku(m)meldu(er)es / en(de) des hofmeyers up st135eden daert dan vnscedelikest is wt howen en(de) voeren alzo velle holtes alze zee daer to behouen Ende des en zal hem dan dye 10 ku(m)melduer of hofmeyer nych / weygeren alze tot den wegen dye zee myd malcand(er)en bezeen hebben En(de) dat mogen dye stad en(de) scep(en)en vors(creuen) doen alzo dycke en(de) vaken als hem des noet is en(de) to doene hebben tot oeren / wegen vors(creuen) Ende oec mogen dye borger en(de) borgerschen vet den korten halen tot hoerre noet spylen gerden of erwetryes tot gudermaten zunder argelist En(de) wante dat 15 hues to oetm(er)s(em) / vors(creuen) sculdich is der stad vors(creuen) des jaers twelf pl(acken) to buergelde dye zal een ku(m)melduer jaerlix betale(n) myd zees vleemschen up den t(er)myen alsme(n) dat pleget to betalen Ende oec zo zal dye / stad hebben van des huses to oetm(er)s(em) vors(creuen) alze van den kampe gelegen by den stad graue(n) en(de) by des huses vors(creuen) dyke veerdehalue roede breet intedenkampe . alze van 20 der scede daer wy dat / wyzeden en(de) dat zal gaen in dye lenghe van des huses vors(creuen) gaerden wente daer der kerken gaerde ligget up dye ander zyet des hueses dyke en(de) toe der stad beste van to grauene ene(n) / dyec en(de) een stouwe oer water mede to holden En(de) weert oec zake dat dye dyec en(de) dat stouwe to scoorde en(de) dat hues to oetmers(em) vors(creuen) daervan scaden ledde an oerre mollen of an oere(n) / 25 dyken den scaden zal dye stad den huse vors(creuen) beteren tot guderma(n)ne zeggen Ende des to tuge der waerheyt hebbe wy Johan va(n) weluelde Joha(n)nes Bony(n)cgerhoff vors(creuen) En(de) wante / alle desse pu(n)te vors(creuen) gelouet zynt up beyden tzyden vnse zegel elc by zund(er)en wytlyc beneden an dessen breeff gehange(n) Ende tot eenre zeker vestenisse alre pu(n)ten vors(creuen) zo hebbe ic / zweder(us) va(n) depenbroec 30 ku(m)melduer des huses to oetm(er)s(em) van beuele heer herma(n)s van keppele lantku(m)melduers des huses vors(creuen) vnses hueses va(n) oetm(er)s(em) vors(creuen) zegel wytlyc mede / an dessen breeff gehangen En(de) v(m)me meerre vestenysse wyllen aller pu(n)ten vors(creuen) zo hebbe wy Roloff van bervorde zweder en(de) clawes va(n) ouerhagen broders alze erfexen der / marcke va(n) luttiken ageloe en(de) alze mede 35 degeny(n)ges luede wytlyc elc vnse zegel mede beneden an dessen breeff gehangen Gegeue(n) in den Jaer vnses h(er)en dusent veerhu(n)/dert achte en(de) dertich up sunte gregorius dach 40 1438b Oldenzaal 1438-09-04 REGEST Johonnes Bonyngherhoff verklaart dat hij de goederen (opgesomd in een oorkonde d.d. 20 45 juni 1429; OO, regest nr 3105), tot zijn eeuwige memorie heeft geschonken aan de pater en gemene broeders te Alberghe, in tegenwoordigheid van heer Ludiken Wunder, deken der kerk te Aldenzale, heer Gherdunctus Gherduncti en heer Gert Guetkint, kanunnik te Aldenzale. 50 135 De "c"is hier (en vaker in deze en vele andere oorkonden) nauwelijks van de "t" te

onderscheiden.

Page 142: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE JC J(o)ho(n)es Bonyngherhoff beke(n)ne en(de) betughe med dessen opene(n) transfixbreue / dat ich hebbe ghegheue(n) en(de) gheue vor myne ewighe memorie den pater / va(n) alberghe en(de) zijne(n) ghemene(n) broderen off holder des breues med ere(n) wille(n) / en(de) make sse mechtich na myr doet des breues dar desse transfixbreef 5 do136r gheto/ghen iss alzo dat de vorge(noemde) pater en(de) brodere moghen doen en(de) laten ghelijck off / ich j(o)ho(n)es vorge(noemd) dat seluen weer went ich et med mijne(n) vrijgen guden willen / ghedaen hebbe dar mede an en(de) ouer weren her ludiken wunder deken der / kercken tho Aldenzale her gherdu(n)ctus gherdu(n)cti her g(er)t guetkint canonike / tho aldenzale Des tho tughe der waerheyt So heb ich J(o)ho(n)es vorge(noemd) 10 myn seghel / an dessen transfixbreef ghehangen Ghegheuen Jnt Jaer onzes heren godes / Dusent veerhondert achte endedertich des naesten donredaghes na Egidij abbat(is) 1439a 15 Ootmarsum 1439-03-04 REGEST Johan Mulert, geheten de Kolner, verklaart geen rechten te zullen doen gelden op de tienden over de Zuethoff, de Nienhoff en Gherdinck te Alberghen, gelegen in het kerspel en 20 gericht van Oetmersem, die zijn overleden oem Zweder Mulert aan Henric van Wetter, toen rector der vergadering te Alberghen, heeft overgedragen. Roloff van Beruorde als een dedinghesman heeft met Johan [Mulert] gezegeld. TRANSCRIPTIE 25 Jc Johan mulert a(n)ders gheheten die kolner beke(n)ne vn(de) betughe in dessen opene(n) bezeghelde(n) breue vor my vn(de) mijn erfghe/name dattet mit myne(n) willen en(de) volbaert is dat zweder mulert mijn oem den god ghenedich sij heuet vercoft h(er)en / henric van wetter priester Jnder tijt rectoer der Preester vnde Clerke der vergaderinghe Talberghen Den Tenden grof / vn(de) smal ouer den zuethoff en(de) ouer de(n) nienhoff en(de) ouer 30 gherdinck gheleghe(n) Jnden kerspel en(de) gherichte van Oetmer/sem en(de) Jnder buerscap va(n) alberghe(n) voer een edel doerslachtich vrijeyghen mit aller vertichnisse oplatinghe en(de) vestinghe / na wtwisinghe des erfbreues den zwed(er) voers(creuen) daer van ghegeue(n) heuet Voertmeer so vertye ick mit dessen breue voer / mi vn(de) myne erfge(namen) van aller ansprake die wi hadden off krighen mochten anden tende(n) 35 voers(creuen) vn(de) loue bi myner / eren vn(de) in gueden trouwen dat noch ick noch niement van mijnre weghe(n) of mijnre erfghename(n) h(er)en henrick / en(de) den preest(er)en en(de) clerke(n) voers(creuen) enighe ansprake moyenisse off be crony(n)ghe voert aen off v(m)mermeer doen en / sal off laten doen van den tienden voers(creuen) Voertmeer so sal ic en(de) mijn erfghename als rechte warender der / voers(creuen) tenden 40 den voers(creuen) preest(er)en en(de) clerken rechte waerscap doen wome(n) een edel vrijeyghen sculdich is te waren mit alle(n) / pu(n)ten en(de) vestnissen des erfbreues voers(creuen) voer all die ghene die des to rechte comen willen Sonder all arghelist Jn / een ghetuech der waerheit so heb ic Johan voers(creuen) voer my vn(de) mijn erfge(namen) mijn zeghel an dessen breeff ghehanghe(n) / En(de) om dermeerre vestnissen wille(n) heb 45 ic voert ghebeden Roloff van beruorden want hi daer an en(de) ouer was daer / dit ghededinct wort dessen brieff ouer my te bezeghelen En(de) ick Roloff van beruorde want desse dinghe voers(creuen) / vor mi gheschieden daer ic an en(de) ouer was als een dedinghesma(n) en(de) my Johan voers(creuen) daer om ghebeden heuet / so heb ic mijn zeghel mit Johans zeghel mede an dessen breeff ghehanghen Ghegeue(n) Jnt iaer ons 50 heren / dusent vierhondert neghen en(de) dertich des wondesdaghes na Remi(ni)sc(er)e

136 Ook "dar" kan theoretisch gelezen worden.

Page 143: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1439b Oldenzaal 1439-03-12 REGEST 5 Delse Grothuses via haar voogd Johan Bonyngerhaue, kanunnik in Oldenzael en rentmeester van Twenthe, geeft het recht tot wederkoop van een jaarlijkse rente van vijf mud rogge uit o.a. het erve Ouering, bij de stadspoort van Delden gelegen, aan Johan van Twicklo en zijn vrouw joncfer Jacob. Acht dagen voor of na Sint Peters dag ad cathedram (22 februari) mogen de van Twicklo's voor zestig Overlandse Rijnse guldens de genoemde 10 rente van Delse Grothuses terugkopen. Johannes Bonyngerhoef heeft gezegeld. TRANSCRIPTIE JC Delse grothuses Make kond allen luden en(de) betuge mit dessen apene(n) breue vor my en(de) / vor holder myns brefs Dat ic mit hande en(de) mit monde h(er)en Johans 15 bonyngerhaues myns / gecorne(n) mo(n)bers Canonick tot oldenzael en(de) Renthemeister in twenthe ons heren van vtrecht / purliken o(m)me goits willen hebbe gegeue(n) en(de) geue vormits dessen breue Johanne van twicklo / Joncfer Jacobe sine(n) echte(n) wiue en(de) oren erfge(namen) Eyne(n) erfliken steden vasten wederkop der uijff / mudde rogge(n) Jarliker gulde137 die ic em invortijden erfliken af gecoft hebbe wt oren erue en(de) 20 guede / geheten Ouering belege(n) vorder porten toe Delden en(de) vort wt oren alingen and(er)en eruen en(de) gůeden / als myn pri(n)cipael bref daer van wt wijset Soe dat sie en(de) ore erfge(namen) vors(creuen) desse vors(creuen) jarlix gulde / mogen weder copen alle Jaer onvorJaert van my en(de) van holder myns brefs vorge(noemd) vp alle sante / peters daech ad Cathedram achte dage vor of nae onbegrepen vor Sestich guede olde 25 auerlantsche / rijnsche guld(en)en guet van golde en(de) zwaer noch van gewichten genge en(de) geue vp dat(um) desses brefs / Sonder al argelist Jn orkunde der waerheit aller punten vors(creuen) soe heb ic Delze vorge(noemd) gebeden / h(er)en Johanne myne(n) gecorne(n) mo(n)ber vors(creuen) dessen bref mit sine(n) segele auer my en(de) holder myns brefs / vors(creuen) toe besegelne o(m)me gebreck des myns En(de) ic Johannes 30 bonyngerhoef Canonick tot oldenzael / en(de) Renthemeister intwenthe vors(creuen) hebbe o(m)me bede willen Delsen vors(creuen) myn segel als oer echte / gecorne mo(n)ber wijtliken an dessen bref gehangen Gegeuen Jnden Jaer ons h(er)en Dusent vir/hondert Negen endertich vp sante Gregori(us) daech eyns hillig(en) pawes(es) 35 1440a Oldenzaal 1440-01-26 REGEST 40 Gerlich Nyehues met Ghese diens vrouw en hun zoon Gerd verkopen ten overstaan van Ludiken ten Torne, richter te Oldenzael, aan de H. Geest te Oldenzael in erfkoop ten behoeve der armen hun geheel vrij edel eigen erve en goed Wolberting in de buurschap Lemesslo in het kerspel en gericht Oldenzael. Keurnoten en gerichtslieden zijn Dirick Oechtorp, Euerd de Wulf, geheten de Bodiker, en anderen. 45 TRANSCRIPTIE JC Ludiken ten Torne inder tijt eyn gezworen Richter tot Oldenzael Make kond en(de) kentlich allen luden en(de) betuge mit / dessen apenen breue dat vor my sint gecomen daer ic zat toe gerichte in enen hegeden heymale mit myne(n) Cornote(n) / en(de) gerichtes 50 luden hijr nae bescreuen als ic mit rechte solde Gerlich Nyehues en(de) ghese siin echte wijf mit gerlige / vorge(noemd) als mit oren rechten mo(n)ber ende Gerd gerliges echte sone

137 De "u" in "gulde" is niet van een "i" te onderscheiden.

Page 144: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vorge(noemd) Ende enkanden daer sementlik[e] vor my / vor em en(de) ore erfge(namen) woe dat sie redelike en(de) reckeliken myt oren gueden vorberadenen vrijen willen hadden vor=/coft en(de) vorcoften aldaer rechtes stedes erfcopes erflike ewelike en(de) o(m)mermeer Den gemenen Raetluden ende / prouisoren des hilligen geistes tot oldenzael en(de) oren nakomelingen toe behoef der armen Oer alinge vrij edel / eygen erue en(de) 5 guet geheten Wolberting mit water mit weyde mit torue mit twige mit aller slachter not en(de) mit / alle sine(n) olden en(de) nyen tobehorne als dat gelegen is inder burschap toe lemesslo inden kerspele en(de) gerichte van / oldenzael Ombe ene su(m)ma van gelde die em deger al en(de) wal tot oren willen betalt w[eer] van dessen vors(creuen) raetlude(n) / daer em toeder tijt wal angenogede en(de) daer em en(de) oren erfge(namen) vorg(enomd) 10 altos wal angenogen solde als sie vor my / enkanden Ende sie deden hijr ombe vortichnisse en(de) vplatinge van dessen vorge(nomden) alingen erue en(de) guede vor em en(de) ore / erfge(namen) vorge(nomd) en(de) gengen des wt mit hande(n) en(de) mit monden vor my als ordel en(de) recht wijsede toe behoef desses vorge(nomden) / hilligen geistes Soe dat sie of ore erfge(namen) vorge(nomd) noch anders nyement van ore wegen ghenrehande 15 recht noch / ansprake meer beholden hebben an dessen vorge(nomden) erue en(de) guede noch an wachtende solen wesen toe genre tijt Vort / soe laueden Gerlich ghese en(de) gerd vor em en(de) ore erfge(namen) vorge(nomd) Dessen vorge(nomden) raetluden en(de) prouisoren en(de) oren / nakom(en)en desses vorge(nomden) erues en(de) guedes mit sine(n) alingen tobehorne rechte waerschap toe donde tot ewigen dage(n) / vor alle die gene 20 die des toe rechte willen comen Jn allen maniren alsmen eyn vrij edel eygen mit rechte ware(n) sal / wt gezeget en(de) beholdelic den tentheren ores tenden den sie daer wt hebben Sonder al argelist hijr weren / mede mit my an en(de) auer als Cornoten ende gerichtes lude die ore orkunde daer mede vp ontfengen Dirick / Oechtorp Euerd die wulf geheten die bodiker en(de) vortmeer gueder lude genoech die dat mede segen ende / 25 hoerden Jn orkunde der waerheit aller punten en(de) articule vorge(nomd) en(de) eyn ytlic bysond(er)en Soe hebbe ic ludiken / ten torne vorge(nomd) myn segel als een richter Ombe bede willen van beyden tzijden wijtliken an dessen bref ghe/hangen Ghegeuen Jnden Jaer ons heren Dusent virhondert en(de) virtich des dinxe dage(s) nae sante pauwels / dage geheten Conu(er)s(ionis) 30 1440b Ootmarsum 1440-03-11 35 REGEST Wezel Peperlak, richter te Oetmerzem, oorkondt dat Hinrych van Laer, geheten van Hest, heeft verklaard, dat Roloff van Berueruorde preferent is als koper van het erf To Vrylinch, gelegen in Vasse in het kerspel Oetmerzem. Iohans Zoest en Egbert ten Zelecamppe zijn keurnoten van het gericht. 40 TRANSCRIPTIE Jch Wezel Peperlak rychter in der tyt tot Oetmerzem bekenne vn(de) betughe myt dessen / openen breue [vo]138 vor my iss ghecomen in eynen ghehegheden rychte dar ich zat my[t] / mynen kornoten hir na bescreuen alz ich myt rechte zolde hinrych van laer anderss / 45 gheheten van hest en(de) enkande dar zeluess vor my vor zyn wyff vn(de) al zyn rechten / eruende wert zake dat he iemand anderss vorcopen wolde den eghendoem dess eruess / to vrylinch beleghen to vasse in den kersspel van oetm(er)zem dat he roloff van berueruorde / off holder dess prynsspalssbreffss dar upp ghegheuen den vorge(nomden) coepp laten wolde vn(de) / zolde wert oec zake dat dat vorge(nomde) erue iemand ghecofft hadde zo 50 bekande hinrych / vorge(nomd) dat roloff offt holder vorge(nomd) den coepp nemen 138 Lijkt een schrijffout te zijn. De schrijver begint vervolgens weer opnieuw. Vergelijk ook de

volgende schrijffout in deze zelfde oorkonde.

Page 145: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

moechte offt he wolde vor / alzodane zu(m)me gheldess alz eyn ander ghecofft hadde in den dat hynrych offt zyn / erffghenamen vorge(nomd) dat vn(de) de dat erue ghecofft hadden myt warheyt beholden / wolden dat dar ghenerhande arghelyst offt behelpynghe mede ghebruket zy alz / by namen myt důnst offt kamercope offt myt anderss ienigher139 behelpinghe wo / men der in den vorge(nomde) cope bruken mochte En(de) want hynrych 5 van laer vorge(nomd) desse / uo[r]ge(nomde) articule vn(de) punte vor my bekant heuet dar mede an vn(de) ouer w(er)en de dat / mede horden vn(de) zeghen iohans zoest vn(de) egbert ten zelecamppe de dat mede hor/den alz rechte kornoten dess gherychtess zoh140 zo hebbe ich v(m)me bede wyllen hinrikess / vn(de) roloffss vorge(nomd) tot eyner vestnysse my(n) zeghel an dessen breff ghehanghen al / arghelijt141 vet ghesproken dar men dessen 10 breff mede wederlegghen mochte ghe/gheuen int iar vnss h(er)en godss Mo CCCCo vn(de) XL upp zu(n)te g(re)gori(us) auent eynss hyllighen bysscoppss 1441a 15 Oldenzaal 1441-04-04 REGEST Gerd van Linge geeft Henrick van Echtler, geheten de Blancke, Johanes Fobig en Hessel ter Denge, raadslieden van het H. Geest Gasthuis te Oldenzael, het recht van wederkoop op 20 acht mud rogge per jaar uit het Wolberting, een vrij eigen erve en goed van het H. Geest Gasthuis, gelegen in de buurschap Lemeslo, jaarlijks op St. Peter ad Cathedram, voor honderd gouden Overlandse Rijnse guldens. Johan Voet heeft op verzoek van Gerd van Linge gezegeld. 25 TRANSCRIPTIE JC Gerd van Linge Make kond allen luden en(de) betuge mit dessen apene(n) breue vor my en(de) / myne erfge(namen) en(de) vor holder myns brefs Dat ic purliken ombe godes willen hebbe gege/uen en(de) geue vormits dessen breue Henricke van Echtler geheten die blancke Joha(n)es / Fobig en(de) hessele ter denge Jn der tijt Raetlude en(de) p(ro)uisores 30 des hilligen geistes / tot oldenzael en(de) oren nakom(en)en Eynen erfliken steden vasten wederkop der Achte / mudde roggen Jarliker gulde die ic em invortyden erfliken af gecoft hebbe wt deses / vorg(enomden) hilligen geistes vrij eygene(n) erue en(de) guede geheten wolberting belege(n) inder / burschap toe lemeslo inden kerspel en(de) gerichte van oldenzael en(de) vort wt des hilli/gen geistes vorg(enomd) alingen renthen tenden vorualle 35 en(de) upkomynge(n) Soe dat desse / raetlude of ore nakom(en)en vorg(enomd) desse vorg(enomde) Jarlix gulde mogen weder copen alle / Jaer onvorJaert vp alle sante peters dach ad Cathedram achte dage vor of nae on/begrepen vor hondert guede goldene auerlantsche rynsche gul(den) guet van golde en(de) / zwaer noch van gewichten genge en(de) geue vp data sbrefs Sonder enigerhande weder/zeggen en(de) sonder al argelist Jn 40 orkunde der waerheit aller pu(n)ten vorg(enomd) Soe heb ick / gerd vorg(enomd) gebeden Johanne voet dessen bref mit sine(n) segele auer my en(de) myne erfg(enamen) / en(de) holder myns brefs vorg(enomd) toe bezegelne ombe gebreck willen myns segels Ende / ic Johan voet vorg(enomd) hebbe ombe bede willen gerdes van linge vorg(enomd) myn seghel / wijtliken an dessen bref gehangen Gegeuen Jnden Jaer vns h(er)en Dusent virhon/dert eyn 45 en(de) virtich vp sante Ambrosius daech des hilligen bisschops

139 De "r" is later boven de regel geschreven.

140 Waarschijnlijk weer een schrijffout. De schrijver begint vervolgens opnieuw met hetzelfde

woord.

141 Opnieuw een schrijffout. Bedoeld zal zijn geweest "arghelijst".

Page 146: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1441b Almelo 1441-07-22 REGEST Egbert van Almeloe, zijn vrouw Elizabeth van Voerst en hun zoon Johan verklaren, dat de 5 priester Roleff Begher met hun toestemming de van hen gekochte erven Dijrkinc in Alberghen en Leferdinc in Roetman, met de tienden over Dat Grote Leetinc, in Elsen in het gericht van Rijssen, aan Godert Scherping - rector van de priesters in Alberghen - heeft overgedragen. Getuigen zijn Arent van Almeloe, vicarius te Almeloe, Maes ten Passche, Coenraet Bredenbroec en anderen. 10 TRANSCRIPTIE Wy Egbert Joncher tot Almeloe Elizabeth van voerst Joncfrou tot Almeloe Johan van Almeloe onse echte soene beke(n)ne(n) vn(de) betu/ghen in dessen opene(n) bezeghelde(n) breue voer ons onse erue(n)de vn(de) nacomelinghe der heerscap van 15 Almeloe . Wante her Roleff begher / Priester vns erue en(de) guet erflic afghecoft heft alse Dijrkinc to Alb(er)ghe(n) en(de) leferdinc toe Roetma(n) inden gherichte toe Oetm(er)sem / en(de) den Tenden grof en(de) smal ouer dat grote leetinc toe Elsen inden gherichte va(n) Rijssen daer hie mede ghegaen is inder Priest(er)e / en(de) Clerke hues to Alb(er)ghe(n) . vnde h(er) Rectoer vn(de) den priestere(n) vn(de) Clerke(n) des huses vorge(nomd) 20 ou(er)ghewijst en(de) opghedra/ghe(n) heuet to der er(en) godes en(de) sunte Anthonius ore(n) Patroen dat ons dat rechte wal te willen is ende leeff is . vn(de) belyen want wy / oft onse erue(n)de daer negheenrehande recht noch wedercoep of ansprake an hebben beholde(n) of syn wachtende tot ewighen tijden / op dat wy vn(de) onse voervaerne der guder werke die daer scheen soelen moge(n) mede delachtich werde(n) . vnde o(m)me 25 vrie(n)tscap die sie / ons hijr boue(n) bewijst hebbe(n) vn(de) waldaet . soe schelde wy hem te gude ofte enich guetcoep inden gueden vors(creuen) en(de) renten gheweest heuet / En(de) want wij den priest(er)en en(de) Clerke(n) vors(creuen) der gude vors(creuen) sonderlinge wal gu(n)nen . Hijr o(m)me loue wy em der gude vors(creuen) . en(de) oer wes / sie ons selue afghecoft hebt te waerne als oer breue oec inholden bute(n) oere(n) schaden 30 voer ons onse erue(n)de vnde nacomelinge . voer / al die ghene die des to rechte come(n) wilt . Weert oec sake dat enich guet dat weer Tende of erfnisse daer . van enich leen gheuo(n)/den worde . dat sole wy onse erue(n)de vn(de) nacomelinghe vors(creuen) em en(de) oere(n) nacomelinge(n) buten oere(n) schaden verholden in leenscher / weer Des to tughe hebbe wy Egbert Elizabeth en(de) Johan vors(creuen) onse zeghele an dessen breef 35 ghehanghe(n) . Hijr were(n) mede an / en(de) ouer her Arent van Almeloe vicarius to Almeloe Maes ten passche en(de) Coenraet brede(n)broec en(de) anders guder lude ghe/noech Ghege(uen) int jaer ons h(er)en duse(n)t vierhondert eenen(de)veertich vp su(n)te Marie magdalene(n) dach 40 1442a Almelo 1442-03-17 REGEST 45 Rodolphus Begher, priester, verklaart dat hij de tienden over Dat Grote Lietyng te Elsen van Egbert van Almelo c.s. had gekocht; dat hij Johan van Ekeshoe, die de tienden op wederverkoop gekocht had, het geld had teruggegeven maar dat het bewijs daarvan verloren is gegaan. Rodolphus Begher had het bewijs aan heer Johan van Wederden in bewaring gegeven en die had de oorkonde meegenomen op weg naar Zwolle maar was 50 hem kwijt geraakt. Johannes Mennyng, geheten van Wederden, heeft mede gezegeld ten behoeve van de priesters van het Huis te Alberghen, die hij de genoemde tienden heeft geschonken.

Page 147: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE Jck Rodolphus begher priest(er) beke(n)ne in dese(n) open(en) bezeghelde(n) breue dat Jc in vortijde(n) alsme(n) screef die jare / ons here(n) duse(n)t vierho(n)dert en(de) zeue(n)tiene of om de(n) trent cofte ene(n) tende(n) grof en(de) smal ouer dat Erue en(de) / gued ghehiete(n) dat grote liety(n)g gheleghe(n) in der buerscap to Elsen en(de) inde(n) 5 gherichte va(n) Rijsen teghe(n) Egb(er)te / ioncher tot Almelo Elyzabete va(n) voerst Joha(n) en(de) wolter oerre twyer echte soens En(de) wa(n)t die vors(creuen) tende / voer vercoft was op ene(n) wedercoep Joha(n)ne va(n) ekeshoe . en(de) doe ic eme sijn ghelt weder gaf leuerde hie my / sine(n) erfcopes brief spreke(n)de opde(n) tende(n) vors(creuen) lieflic ouer . welke(n) breef ic o(n)gheca(n)celliert mit mine(n) anderen / breue(n) h(er)en Joha(n) van 10 wederde(n) te hoedene dede . en(de) hi mijnre breue een deel myt em nam do hi va(n) wederde(n) / te zwolle voer . en(de) deze vors(creuen) breef daer verwa(r)hodet ys hijr om wa(n)t ic den tende(n) vors(creuen) de(n) prest(er)en en(de) clerke(n) / des huses tot Alb(er)ghe(n) hebbe to gude ghesculde(n) mit alsulke(n) vestenisse(n) als ic daer va(n) hadde . ofte hem daer / yenighe tijt besprake of ansprake va(n) wederuoer . opdat se 15 wete(n) woe die zake(n) gheleghe(n) sin en(de) wete(n) / hijr wt daer op to antworde(n) Hijr om so heb ic dese(n) brief myt myne(n) zeghel bezeghelt en(de) heb ghebeden / here(n) Joha(n)ne vors(creuen) wa(n)t em deze dynge ku(n)dich syn mede to bezeghele(n) En(de) ick Joha(n)nes me(n)nyng ghe/hiete(n) van wederde(n) . wa(n)t deze zake(n) aldus syn alse vors(creuen) steet dat my ku(n)dich ys so heb ic mijn zeghel / mede an desen breef 20 ghehange(n) . sonder arghelist Gegheue(n) int jaer ons here(n) duse(n)t vierhondert / twe en(de) viertich op sunte Ghertruyd dach der hiligher ionfere(n) 25 1442b Oldenzaal 1442-11-08 REGEST Burgemeesteren, schepenen en raad van Oldenzael oorkonden dat Egbert Lansing met zijn 30 vrouw Hadewich, aan Johan Bonigerhoef, kanunnik aldaar, een rente van acht mud gerst verkocht heeft uit zijn huis in Oldenzael voor de Dornynger Porten (meteen naast de weer van Henric Beckers en die van Johan Osenbruggen) en hun garden buiten die poort en direct naast de garden van de Hillige Geist en de garden van heer Johan Bonyngerhaue, gelegen tussen de poort en het sekenhues. De stad Oldenzaal zegelde met het stades 35 cleyne segel zegel; ook Egbert Lansing zegelde. TRANSCRIPTIE Wij Borgermest(er)e Schepene(n) en(de) Raed der stat van Oldenzael Maken kond allen luden en(de) betugen / mit dessen apenen breue Dat vor ons inschependoem als vor 40 schep(en)en seluen gecomen sint Egbert lan/sing en(de) Hadewich siin echte wijf mit em als mit oren rechten mo(n)ber Ende enkanden vor ons vor em / en(de) ore erfge(namen) Dat sie redelike en(de) reckelike hadden vorcoft en(de) vorcoften in ene(n) rechten steden vasten / erfcope erflike ewelike en(de) o(m)mermeer Mit handen en(de) mit monden mit allen vortichnissen en(de) vpla/tingen als recht was Heren Johanne bonigerhoef Canonick tot 45 Oldenzael inder tijt of holder sbrefs / mit sinen willen Achte mudde gueder schonen claren garsten Jarliker gulde bij deuenter mathe / alsodane garste daer men den heren vanden lande pacht en(de) gulde mede betalen maech wt oren / hues en(de) alinger weer belegen bynnen Oldenzael vorder dornynger porten alre naest henric / beckers weer vpde ene sijde en(de) Johan Osenbruggen weer vpde ander sijde En(de) wt oren garden / belegen buten 50 der dornynger porten vorge(nomd) alre naest des hilligen geistes garden vpde ene / sijde en(de) h(er)en Johan bonyngerhaues garden vpde ander sijde tusschen der porten en(de) der sekenhues / belegen Ende vort wt al oren alingen anderen erfnissen en(de) guede(n) als sie nv ter tijt hebben ende / namaels vorkrijgen mogen Ombe ene su(m)ma van gelde die

Page 148: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

em deger al en(de) wal tot oren willen / betalt weer daer em doe inder tijt wal an genogede en(de) daer em en(de) oren erfge(namen) vorge(nomd) altoes wal / an genogen solde als sie vor ons enkanden En(de) sie laueden hijr o(m)me vor em en(de) ore erfge(namen) vorge(nomd) / h(er)en Johanne of holder sbrefs vorge(nomd) desser Jarlix gulde vorge(nomd) rechte waerschap toe donde tod ewi/gen dagen vor alle die gene die des toe 5 rechte willen comen Ende guede rede betalinge nv vort / an tot ewigen dagen Jarlix ku(m)merloes toe leuerne tusschen sante marten Jnden wijnter ende / mydwijnter bynnen oldenzael in en hues daers h(er)en Johanne of holder sbrefs vorge(nomd) best geno/get Weert oec zake dat hijr enigerhande gebreck involle dat weer van warschap of van beta/linge desser Jarlix gulde vorge(nomd) woe dat toe queme Dat mogen her Johan of 10 Holder sbrefs vorge(nomd) / tot allen tijden in manen en(de) wt wynnen van Egberte Hadewige en(de) oren erfge(namen) en(de) vort van alle / den genen die em desser vorge(nomde) erfnissen en(de) guedes en(de) vort oers alingen guedes vorge(nomd) eyns / dels oft al onder wijnden Mit allen gerichten geistlic en(de) wartlic dat ene recht den and(er)en niet / toe hinderne onu(er)volget ende onu(er)claget vor yemende gelike rechte 15 heren pacht Sonder eniger/hande weder zeggen en(de) sonder al argelist Jn orkunde der waerheit aller punte en(de) articule vors(creuen) / Soe hebben wij borg(er)mest(er)e schep(en)en en(de) raed vorge(nomd) Onses stades Cleyne segel ombe bede willen / van beyden tzijden wijtliken an dessen bref gehangen Ende ombe der mere k[o]nde en(de) vestnisse / willen aller punten en(de) articule vorge(nomd) en(de) en ytlic bijsond(er)en Soe 20 heb ic Egbert lansing vorge(nomd) / myn segel vor my vor Hadewige myne echten huesvrouwen vorge(nomd) ombe ore bede willen en(de) / vort vor alle onse erfge(namen) wijtliken mede an dessen bref gehangen Gegeue(n) Jnden Jaer ons h(er)en / dusent virhondert twe en(de) virtich des nasten donredage(s) na willibrordi Ep(iscop)i 25 1443a Ootmarsum 1443-02-23 REGEST 30 In een transfix-akte verklaren Werner ten Jacopinchoue en zijn echtgenote Alijd, ten overstaan van schepenen en raad van Oetmersem, dat zij aan heer Euerd ter Maet een jaarrente van twee mud winterrogge, gaande uit hun huis naast het huis van Dirck Pynyng, overdragen. 35 TRANSCRIPTIE Wij gemen Scepenen en(de) Raed der Stad van Oetmersem doen kundich allen luden myd dessen besegelden breue dat vor vns / gecome(n) zint dar wy zeten in scependome als wy myd rechte solden werner ten jacopinchoue alijd zien echte wieff en(de) bekande(n) / vor em vor oer erfge(namen) dat zee hadden vercoft en(de) vercoften myd dessen breue stedes 40 erfcopes erfliken en(de) v(m)mermeer twee / mudde gudes winter rocgen Oetmersemer mate Jaerliker rente vet oeren hues spyker en(de) stede gelegen alrenaest dirck / pyny(n)ges hues heren Euerde ter maet off holder desses breefs myd zine(n) wyllen v(m)me ene su(m)me geldes der zee bekanden dat / em wal betaelt weer Ende zee vertegen dar van myd hande myd mu(n)de myd allen vertichnissen en(de) vplatingen alse recht / wysede 45 Ende loueden em den rocge(n) vors(creuen) to leueren en(de) wal to betalen alle Jaer tuschen sunte merten in den winter ende / mydwinter ku(m)merloes in die stad to oetmersem in ene(n) hůes daers em best genoecht Oec loueden zee em der rente to / waerne en(de) rechte waer scap to done wome(n) ene(n) steden erfcoep myd rechte sculdich is to waerne vor all die des to rechte / come(n) wylt Scege dar e(n)nich gebreck 50 y(n)ne dat weer an waringe off an leuerynge dat queme wu dat to queme dat / muchte heer euert vors(creuen) of holder mane(n) vet den hůse spyker en(de) stede vors(creuen) en(de) van al den genen die zic des huses spyker / stede vnderwynden en(de) mede vet all oere(n) anderen gude rede of vnrede wetlic off vnwetlic welckerleye guet dattet zy ende / woer zee

Page 149: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

dat hebben nv off hier naest to krijgen mogen myd allen rechten geestlic en(de) weertlic dat ene recht den anderen / nicht to hynderen v(n)uerclaget v(n)ueruolget gelike rechte heren pacht Jn orkunde der waerheit hebben wy Scepenen van / Oetmersen vnses stades segel beneden an dessen breeff gehangen Jnt Jaer vnses heren dusent veerhundert dree en(de) veer/tich vp sunte mathies auent eens hilgen apostels 5 1443b Oldenzaal 1443-07-31 10 REGEST Egbert, jonker te Almeloe, en Elyzabeth van Voerst, zijn vrouw, verklaren, dat zij ten overstaan van Johan ten Toerne, richter te Oldenzael en de keurnoten Beernd ter Kemenade en Coenraad Bredenbroeck aan Goderd Scherping, rector der gemene priesters en klerken des huizes te Alberghe, een vrije waar in De Lutte hebben verkocht en geleverd. 15 TRANSCRIPTIE Wy Egbert Joncher tot almeloe Elyzabeth van voerst Joncfer tot almeloe Beke(n)nen vn(de) betughe(n) in dessen apene(n) bezege(lden) brieue / voer ons en(de) onse eruende dat wy myt guden berade redelike vn(de) reckelike erflike ewelike en(de) v(m)mermeer hebben 20 vercoft vn(de) / verkopen myt dessen brieue h(er)en Goderde scherping Rectoer inder tiit den ghemene(n) Preyst(er)en vn(de) Clerken des huses tot Alb(er)ghe / ene hele vrye waer inder lutte tot akeren vn(de) toe holte . myt al oeren olden en(de) nyen ghenote vn(de) toebehoer als dye ons vn(de) onsen / voerwaren van oldes heuet toebehoert voer een vry eyghen vn(de) voer ene su(m)me gheldes die ons al vn(de) wal betaelt ys daer ons ende / 25 onsen eruenden altoes wal an ghenoeghe(n) sal Vn(de) syn der waer myt oeren toebe-hoerne vors(creuen) wtghegaen vn(de) hebben der verteghen / myt hande myt munde myt richte vn(de) myt rechte woe en(de) daer wy myt rechte zolden alze voer Johan ten toerne inder tiit Richter / tot Oldenzael daer hie toe gherichte zat alze hye myt rechte zolde toe behoef h(er)en Goderdes der preysters der Clerke nu in deser / tiit vn(de) oerre 30 nacomelinghe alsoe dat wii vn(de) onse eruende ander voerge(nomde) waer nyet rechtes an beholden noch vmer an wachtene / soelen wesen Vn(de) lauen vm vn(de) oeren nacomelinghe(n) dye to waren woe men dye toe rechte waren zal op onse cost en(de) buten oeren / hinder voer alle dye ghene dye des to rechte kome(n) wyllen waer vn(de) wa(n)neer vm des to done ys voer ons vn(de) onse eruende Vn(de) / des to tughe so hebbe wii Egbert 35 vn(de) Elizabeth vors(creuen) onse zeghele voer ons en(de) onse eruende an dessen brieff ghehange(n) Al ar/ghelist wtghsproken vn(de) v(m)me der meerre vestnisse willen hebbe wii ghebeden Johan ten toerne richter inder tiit tot Olde(n)zael / dessen brieff mede auer ons to bezeghelen Vn(de) ick Johan ten toerne Richt(er) vorge(nomd) wante desse vertichnisse vn(de) oplatinghe ghe/schien syn voer my inden gherichte woe sie myt rechte in eyne(n) 40 ghehegheden gherichte scheen zolden vn(de) ick myne oerku(n)de / daer vp ontfanghe(n) hebbe zoe hebbe ic mij(n) zeghel alze een richter v(m)me bede willen van beyden tziden mede an desse(n) brieff / ghehanghen Hijr Weren mede an vn(de) auer alze gherechte coernoten vn(de) gherichtes lude Beernd ter kemenade Coenraed / bredenbroeck vn(de) anders guder lude ghenoech Ghegheuen ynt Jaer ons h(er)en dusent vierhu(n)dert drye 45 en(de) viertich vp su(n)te peters / auent ad vincula 1443c Oldenzaal 1443-09-28 50 REGEST Johan ten Torne Ludikenssone verklaart dat hij in leen heeft ontvangen van jonker Egbert van Almelo het erve en goed Dalekate, gelegen in de buurschap van De Lutte, gericht

Page 150: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Oldenzael. Getuigen zijn Herman van Peyse en Sweder van Overhagen, leenmannen van de heerlijkheid Almelo TRANSCRIPTIE JC Johan ten Torne ludikens sone Make kond allen luden en(de) betuge mit dessen / 5 apene(n) breue Dat ic hebbe ontfangen vanden Eersamen Joncheren Egberte / van Almelo Dat erue ende guet geheten dalekate belegen Jnder burschap vander / lutte Jnden kerspel en(de) gerichte van Oldenzael Dit vorge(nomde) erue van Joncher / egberte en(de) vander Herschap van Almelo toe Holdene tot enen stichtes lene / van vtrecht Ende dat toe vorherwedene wa(n)neer sich Dat geboert alsmen / een stichtes leen van vtrecht toe 10 vorherwedene pleget Beholdelic my myns / rechtes den Eersamen Jonch(er)en egberte vorge(nomd) des sijns ende enen yd(er)en ma(n)ne / sijns rechtes sonder argelist hijr weren mede an ende auer als ma(n)ne der / herschap van Almelo Herman van Peyse Sweder van Ouerhagen en(de) meer / gueder lude genůch die dat mede segen ende horden Jn orkunde der waerheit / aller punte en(de) articule vorge(nomd) soe heb ic Johan ten torne 15 vorge(nomd) myn segel / wijtliken beneden an dessen bref gehangen Gegeuen Jnden Jaer ons h(er)en / dusent virhondert dree en(de) virtich vp sante Michels auent des hillige(n) engels 20 1444a Almelo 1444-04-23 REGEST Ghosen Ouenhues, Johannes Lantsinck, Johan van Marclo en Arnd de Scroder, schepenen 25 van Almelo, oorkonden dat heer Johan van Wederden, priester, aan het klooster Almelo zijn huis (waarin Aliit Heetbrincs woont) en spiiker (korenschuur) binnen Almelo, geschonken heeft. TRANSCRIPTIE 30 Wy Ghosen ouenhues Joha(n)nes lantsinck Johan van marclo en(de) Arnd die scroder scep(en)en i(n) almelo / Maken ku(n)dich allen luden dat vor vns ghecome(n) is int scepe(n)dom als vor scep(en)en Her Johan / van wederden preyster vn(de) gaff puerlic om godes wil tot enen rechten testame(n)te rechte voert / affstaende den susteren en(de) co(n)uente van der derden oerde by almelo Siin hůes en(de) Spiiker alse / hie dat staende 35 heft by(n)nen vnser stad daer Aliit heetbrincs nů ter tiit y(n)ne woent beholdelic / Aliit vors(creuen) daer an oer liiftucht dat sie dat hůes vors(creuen) bewonen en(de) ghebruken mach soe / lange als sie leuet vn(de) nae horen dode dat dan to comen in dat co(n)uent vors(creuen) Sonder / arghelist In orkonde des breeffs beseghelt mit onser stad seghel Ghege(uen) int iaer ons(es) heren / dusent vierhondert vier en(de) viertich vp sunte georgius 40 dach martelers 1444b Almelo 1444-09-12 45 REGEST Mette van der Zouwe, ministerse, en de gemene zusters van het klooster Almeloe verklaren, dat Reynolt, Aleeff en Johan, gebroeders van Couorde, met hun zuster Lise aan het klooster hebben overgedragen het erf Ten Velthues, gelegen in de buurschap Vaelte, in het kerspel 50 en gericht van Aldensale. Het erve Ten Velthues was daarvóór tot lijfftuchts rechte aan Reynold Haken en zijn vrouw Fien “bezegelt”. Heer Bertold, prior des kloesters in den Vrendeswede by Northorne heeft de oorkonde mede gezegeld.

Page 151: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE Wij Mette Van der zouWe Ministersche en(de) de ghemenen zusteren Van der derden regulen zuntte / franciscus bij Almeloe bekenne(n) en(de) betuge(n) in desen apene(n) bezege(lden) breue vor vns en(de) vnse nakomelinge / wante Reynolt van Couorde Aleeff en(de) Johan van Couorde ghebroders vns en(de) vnsen nakomelinge hebt / erfflike 5 ghegeuen en(de) auer ghewiset myt oerre zuster lisen de wij hebt anghename te waren ende to / besorghene dat eerue en(de) ghuet gheheten ten velthues gheleghen in den gherichte en(de) kerspele tot / Aldensale en(de) in der burscap to vaelte . welc erue ten velthues se Reynolde haken en(de) fien sinen echte(n) / wyue in vortijde(n) bezegelt hadden tot lijfftuchts rechte . als in den breue den wy vp dat vorge(nomde) eerue / entfanghen hebt 10 gherort wort Ende up dat Reynolt vorge(nomd) en(de) fye debet besorghet bewart en(de) besekert / siin zo bekenne wy Mette en(de) zustere(n) vorge(nomd) myt desen breue . datt vnse wille en(de) consent is dat Reynolt / en(de) fye vorge(nomd) oer lijfftucht bruken en(de) dat vorge(nomde) erue besitten der wyle dat se lyuet en(de) leuet . en(de) dan / na oeren dode dat got salichlike versee an vnse Conuent kome na inholtnisse vnser breue Jn 15 oerku(n)de / der waerheit zo hebbe wij vnses Conuents segel beneden an desen breyff ghehanghen Ende tot eenre / merre vestnisse to brukene zo hebbe wij ghebeden heren Bertolde Prior in der tijt des kloesters / in den vrendeswede by Northorne vnsen visitierre desen breyff mede auer vns te beseghelene Ende / yk bertoldus Prior vorge(nomd) hebbe vm(m)me bede willen der zustere(n) vorge(nomd) dat segel vnser Prioraetscap / mede an 20 desen breyff ghehanghen Gegeue(n) Jnt yaer vnses here(n) dusent veerhundert veer en(de) veertich / des zater daghes na vnser leuen vrouwen dach Natiuita(s) 1445a 25 Ootmarsum 1445-10-31 REGEST Hermen Becker, priester te Oedmersen, en Johan van Delden, kanunnik te Aldensale, verklaren als executeurs-testamentair van wijlen Johan Iacopinchof, in leven priester van het 30 gasthuis te Oedmersen, dat zij een rentebrief van zeven mud rogge uit de huizen, gaarden en erven van Pelgram ten Toerne en Bertold van Dulre te Aldensale, waarvan twee mud bestemd zijn voor het klooster "in den Vrendeswede" bij Noerthoerne, twee mud voor het klooster van Zebikeloe, twee mud voor het klooster te Albergen en een mud voor de vicarie van de kerk te Degheninchem (Denekamp), aan de betreffende kloosters hebben 35 overgegeven. TRANSCRIPTIE Wy Her Hermen Becker priester tot oedmersen en(de) Her Johan van delden canonic tot alden-/sale rechte ghecoerne hantghetruwen seligen h(er)en Johans iacopinchof priesters 40 inder tijt des gasthuses to / oedm(er)sen bekennen en(de) tugen in desen breue dat wy na wtwisinge sijns testamentes als hie seluen ghe-/sad hadde ouer ghegeue(n) hebbe(n) enen besegelden breef den cloesteren hijr na bescreue(n) sprekende en(de) inhol/dende van seuen mudde rogge(n) wt huzen gaerden en(de) eruen pelgrams ten toerne en(de) bertoldes van / dulre wonende tot alden(sale) welike seue(n) mudde rogge(n) selige her 45 Joha(n) vors(creuen) alsoe ghe ordiniert en(de) gesat / hadde dattet cloest(er) inden vrendeswede bij noerthoerne hebben solde twe mudde rogge(n) en(de) dat cloester / van zebikeloe twe mudde en(de) dat cloest(er) tot alb(er)gen twe mudde en(de) in die vicarie der kercken to de-/gheni(n)chem een mudde rogge(n) Desen pri(n)cipalen breef der gulde vors(creuen) hebbe wy na sijnre beuelinge / en(de) hiete desen cloest(er)en en(de) besitter 50 der vicarie vors(creuen) ouerghegeue(n) en(de) ghemaect rechte besitters en(de) / maenres der gulde vors(creuen) na inholdinge des breues vors(creuen) Alsoe dat een yeghelic vor em ofte vor / alle mitten breue vors(creuen) sic behelpe(n) mach inden rechte nae willen selige(n) h(er)en Johans vors(creuen) Des to / tughe soe hebbe wy onse seghele an desen

Page 152: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

breef ghehange(n) Jn den ia(er)en ons h(er)en M. CCCC. en(de) XLV. op / aller hilligen auend . 1445b 5 Oldenzaal 1445-12-28 REGEST Griete van Warmelo, weduwe, met haar zoon Wigbold als voogd en Zweder van Ouerhaghen en zijn vrouw Jutte, verklaren dat zij ten overstaan van Johan ten Toerne, 10 richter te Oldenzale, en de keurnoten Bernt ter Kemenade en Johan van Ouerhaghen aan Reyner van Texel en de gemene priesters en klerken van het huis te Alberghen in Twenthe, een halve waar in De Lutte hebben verkocht en overgedragen, die eerst aan wijlen Hinrik van Almelo en vervolgens aan wijlen diens dochter Jutte, de vrouw van wijlen Willem van Beruorden, behoorde en waarvan de vrijheid door verkopers wordt gewaarborgd. Wigbolt en 15 Arnt van Warmelo (ghebroeders), Zweder van Ouerhaghen en Johan ten Toerne hebben gezegeld. TRANSCRIPTIE Jck Griete van warmelo wedue mit mine(n) ghekore(n) momber als mit Wigbolde mine(n) 20 echte zoene en(de) ick Zweder van overhaghen en(de) Jutte van ouerhaghen / mijn echte wiif bekenne(n) ende betughe(n) mit dessen opene(n) breue dat wii voer ons en(de) voer onse eruende hebben vercoft ende vercopen rechtes stedes erfcopes ewelike / ende o(m)mermeer mit onsen vriien willen en(de) gueden berade H(er)en Reyner van Texel ende den ghemene(n) Preesteren en(de) Clercken des huses toe Alberghen in Twenthe / 25 gheleghen inden kerspel van Oetmersem en(de) hoeren nacomelinghe(n) ende holder desses breues mit oeren willen ene ganse halue waer inder lutte die sali/ghen Hinrikes van Almelo plach te wesen en(de) namaels selighen Jutten van beruorden sijnre dochter selighen willems van beruorden huusvrouwe voer een doer/slachtich vrii edel eyghen toe holte tot akerne toe velde toe water to weyde to heyde mit al oeren tobehoerne ende 30 slachternut voer ene summe geldes alse voer / seuen en(de) dertich gude ouerlantsche riinsche gulden die ons vol al ende wal betaelt sijn tot onsen willen Welke halue waer wii hebbe(n) opghedraghe(n) ende verte-/ghen ende sijn der wtghegaen mit hande mit monde en(de) woe wii mit rechte solden voer Johan ten Toerne inder tiit Richter toe Oldenzale daer hi sat toe ghe/richte in enen ghehegheden heymale mit sine(n) koernote(n) nae 35 beschreue(n) als hi mit rechte solde toe behoef H(er)en Reyners ende der ghemeyner Preest(er)en en(de) / Clercke(n) vors(creuen) en(de) hoerre nacomelinghe(n) ende holders deses breues mit oere(n) wille(n) Also dat wij ofte onse erue(n)de daer negheenre hande recht of ansprake anbe-/holden noch o(m)mermeer an wachte(n)de sullen wesen . Voert so louen wy Griete mit Wigbolde mine(n) momber zweder en(de) Jutte vors(creuen) voer ons 40 en(de) voer onse er/ue(n)de int ghemeyne en(de) een yghelick by sonder H(er)en Reyner den ghemene(n) Priestere(n) ende Clercke(n) vors(creuen) en(de) hoere(n) nacomelinghe(n) en(de) holder deses brieues mit / oere(n) willen die halue waer vors(creuen) mit alle(n) olden ende nyen toebehoer voer een doerslachtich vrii edel eyghen ombeco(m)mert bute(n) oere kost en(de) schade te wa-/ren ende rechte waerschap te doen 45 tot ewighe(n) tyden voer alle die ghene die des to rechte comen willen Weert dat hem hijr yet in ontbreke dat moghe(n) / sie onuerclaghet tot oers selues wtsegghen gheliick heren pacht wt onsen of onser erfghename(n) guede beroerlick of omberoerlick wtmaene(n) waer dat / sie gheleghe(n) siin Sonder arghelist Jn een tuuch der waerheit soe heb ick Griete vors(creuen) om ghebrec mijns seghels ghebede(n) Wigbolt ende Arnt mine echte / zoene 50 dessen breef voer my en(de) voer myne erue(n)de to bezeghelen Ende wii Wigbolt ende Arnt van warmelo ghebroeders want alle desse vors(creuen) punte mit / onsen wille ende rade gheschien sijnt so hebbe(n) wij om beden willen onser moder voer oer en(de) voer oer

Page 153: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

eue(n)de142 onse zeghele an dessen brief ghehanghe(n) Ende ick Zweder va(n) ou(er)haghe(n) hebbe voer my en(de) voer Jutte mijn echte wijf want si des des van my begheerde ende voer onse erue(n)de mijn zeghel in tuuch/nisse der waerheit an dessen brief ghehanghe(n) . En(de) om meerre vestenisse(n) wille(n) soe hebbe(n) wy Griete Wigbold en(de) Arnt Zweder en(de) Jutte vors(creuen) ghebede(n) / Johan ten Toerne als 5 een richter desen brief mede ouer ons en(de) ouer onse erue(n)de toe bezeghele(n) . Ende ick Johan ten toerne inder tijt Richter tot Oldenzale / want alle dese vors(creuen) punte en(de) artikele voer my gheschien sijn daer ick sat to gherichte mit mine(n) koernote(n) als mit Bernt ter kemenade en(de) Johan / va(n) ouerhaghen ende ander guder lude ghenoech soe heb ick om bede willen Grieten Wigbolts Arnds Zweders en(de) Jutte(n) vors(creuen) 10 miin zeghel mede an desse(n) / brief ghehanghe(n) . Ghegheue(n) int Jaer ons h(er)en dusent vierhondert en(de) vijf en(de) viertich op alre kinder dach der hilgher mertelers 1446a 15 Almelo 1446-02-22 REGEST Hinrich en Wylhem van Marclo geheten Vrygreue, gebroeders, en hun zuster Kunne dragen aan het zusterconvent in Almelo als vaderlijk erfdeel van hun zuster een kamp - gheheten 20 de Holthop - in de heerlijkheid Almeloe over. TRANSCRIPTIE Wij Hinrich ende Wylhem Van Marclo gheheten Vrygreue ghebroders . en(de) kunne vnse echte zuster . bekenne(n) en(de) / betughen in desen apenen bezeg(elden) breue vor vns 25 en(de) vn[se] erffge(namen) . want Amele vnse zuster an ghenamen is in [d]er / zusterhues van der derden regulen bij Almelo . en(de) verer[u]et is auermids dode vnses vaders den got ghenadich zij / zo hebbe wij bij rade en(de) to done vnser moder Greten en(de) vort bij rade vnser vrende . oer auerghewiset en(de) auerwi/sen en(de) den ghemenen zustere(n) van der derden regulen by Almelo en(de) oer nakomelinghe(n) erfflike en(de) ewelike to 30 bezit/tene enen kamp in der heerscap van Almeloe beleghen by eenen kampe t[e]r westerzijt gheheten de holthop . en(de) / eene(n) anderen kampe ter osterzijt de in de vicarie upt venne hort . ende scot ter noder zijt an den wech . welc / kamp een vryghuet ys en(de) nyet wt een gheet wtghezeghet ses pachtgroten yaerlix der herscap van Almeloe / en(de) wilt eem des vors(creuen) kampes rechte warscap doen vor allen den ghenen de des [to] 35 rechte komen wylt zonder argelist / Des to tughe der waerheit zo hebbe wij hinrich en(de) wilhem vors(creuen) vor vns en(de) vor ku(n)nen vnse zuster v(m)me ghebreck / oers zegels en(de) v(m)me oerre bede willen en(de) vor al vnse erffge(namen) vnse zegel an desen breyff ghehanghen . welkes zegels / yk ku(n)ne medebrukene byn . Ghegeuen Jnt yaer vnses heren dusent veerh[u](n)dert ses ende vertijch vp zunte Peters / dach ad Cathedram 40 1446b Ootmarsum 1446-04-04 45 REGEST Johan van Twickloe, Hinric van Rede, Sweder en Clawes van Overhagen gebroeders, beloven Reynalt Hake en zijn vrouw Fye schadeloos te stellen voor hun borgstelling voor Reynalt van Couorde voor de betaling van een rente van tien mud rogge aan heer Herman Beckers te Oetmersem en van acht mud rogge aan heer Hinrik, vicaris te Vbbergen. Ze 50 beloven – bij niet nakomen van hun belofte - elc myd tween peerden en(de) myd / ene(n) knechte yn [to] riden to oldensel in ene eersame herberge dar wy yn werden gewiset van

142 De "r" is waarschijnlijk vergeten.

Page 154: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

haken vors(creuen) off / van yema(n)de van ziner wege en(de) dar y(n)ne lycgen en(de) leesten een recht ynleger. TRANSCRIPTIE JC Johan van Twicloe hinric van rede Sweder en(de) clawes van Overhagen gebroders 5 beke(n)nen en(de) betuge(n) / myd dessen breue vor vns vor vnse erfge(namen) want reynalt hake fye zien echte wyef hebben geůestet heren / herma(n)ne beckers to oetmersem tien mudde rocgen Jaerliker renten en(de) heren hinrike vicari(us) to vbber/gen achte mudde rocge(n) Jaerliker renten als vor reynalde van Couorde en(de) zien erfge(namen) en(de) to behoef reynalts / van couorde en(de) ziner erfge(namen) Ende queme des reynalt hake fye 10 zien wyef of oer erfge(namen) vors(creuen) an e(n)nygen schaden / also dat reynalt van couorde of zien erfge(namen) die su(m)me rocge(n) vors(creuen) Jaerlixs nichten betaelden vp steden ende / termyne(n) na inholt der erf breůe So loue wy Johan hinric Sweder clawes vors(creuen) vor vns en(de) vnse erfge(namen) / reynalde haken fyen zine(n) wyue oer erfge(namen) vors(creuen) dar alync schadeloes van to holden en(de) maken Sceges / nicht 15 en(de) wy of vnse erfge(namen) dar v(m)me ge maent worden an vnse wony(n)ge dar wy nv vp date desses breefs won/achtich zynt of an vnses solues můnt dat is allike vele van reynalde haken en(de) fyen of van oere(n) erfge(namen) of van / hoeren boden to hant by(n)nen achtedagen na der mani(n)gen vors(creuen) loue wy vors(creuen) elc myd tween peerden en(de) myd / ene(n) knechte yn riden to oldensel in ene eersame herberge dar wy 20 yn werden gewiset van haken vors(creuen) off / van yema(n)de van ziner wege en(de) dar y(n)ne lycgen en(de) leesten een recht ynleger na guder ma(n)ne plicht zedden / en(de) dar nicht vet by dage of nachte tot genen tyden eer wy of vnse erfge(namen) alyncg vernoget hebben haken / en(de) fyen of oer erfge(namen) vors(creuen) van alsulcken schaden den zee hebben geleden als vme de rente vors(creuen) weer oec / zake dat wy nichten heelden 25 of dat wy legelber worden boue(n) veerteendagelanck so vorwylcor wy vors(creuen) / vor vns en(de) vnse erfge(namen) dat hake en(de) fye of oer erfge(namen) vors(creuen) mogen mane(n) alsulcken schaden alse vors(creuen) is van / vns van vnsen erfge(namen) vet vnsen guden van vnsen luden myd allen rechten Jn allen gerichten myd besate myd / pandynge myd rechten geestlic en(de) weertlic dat ene den anderen nicht to hinderne vns 30 vnse erfge(namen) v(n)uerclaget / v(n)ueruolget vor yema(n)de gelike rechte heren pacht bute(n) weringe e(n)nyges rechtes of vnses guden denst / rechtes alle punte(n) en(de) articulen vors(creuen) loue wy vors(creuen) vor vns en(de) vnse erfge(namen) zecker en(de) an guden trouwen / yn rechter eed stad stede en(de) vast to holden alse gude mans Jn orkůnde der waerheit hebbe wy Johan / van twickloe hinric van rede Sweder en(de) clawes 35 van ouerhaghen vors(creuen) elc vnse segel vor vns vor vnse / erfge(namen) beneden an dessen breeff gehangen Jnt Jaer vnses heren dusent veerhundert zees en(de) veertich vp / sunte ambrosius dach eens hilgen leers 40 1447a Ootmarsum 1447-05-04 REGEST Johan van Besten, geheten de Pape c.s. verklaart, dat zij voor Wessel Peperlaken, richter te 45 Oetmersem, verkocht hebben aan prior en convent van Zebekelo de tienden grof en smal over Eluerkinck te Manre, gelegen in het kerspel en gericht van Oetmersem. Johan van Couorde en Enghelbert de Schomaker, burgers te Oetmersem, zijn aanwezig als keurnoten van het gericht, naast andere getuigen. 50 TRANSCRIPTIE Wij Johan van besten ghehete(n) de Pape Styne zin echte husvrowe Johan Hinrick Rotgher Aleph bitter Wessel gher-/lich Eylart Grete oer twier echte(n) kindere beke(n)ne(n) vn(de) tughe(n) in dess(en) opene(n) breue vor vns vn(de) vor vnse erffgename(n) Dat / wij myt

Page 155: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vnsen gude(n) vryen motwille(n) vn(de) myt gude(n) berade hebt vorkof[f]t vn(de) vorkope(n) myt dess(en) breue redelike vn(de) recklike / erfflike ewelike en(de) iu(m)mermer rechtes stedes erffkopes den ghestliken ersamen here(n) Prior en(de) co(n)ue(n)te van zebekelo / van zu(n)te berndes oerde(n) Vnsen Teenden groff vn(de) smal ouer eluerkinck to manre gheleghen in den kerspi143le vn(de) gherich/te tot oetm(er)sem myt zyne(n) tobehor vor eyn 5 vrijg guet vor ene Su(m)ma van ghelde de vns to guden tijden witlike en(de) / al to vnsen willen is betalet Vortmer beke(n)ne wij in dess(en) breue dat wij dess(en) vors(creuen) tenden groff en(de) smal syn wtghe/ghan vn(de) hebn dar van vorteghe(n) myt recht(er) vertichnisse myt ha(n)den vn(de) myt mu(n)den myt richte vn(de) myt rechte vn(de) w[o] wij / myt rechte vn(de) dar wij myt rechte zolden alz vor wessele peperlaken eyne(n) sworne(n) 10 richt(er) tot oetm(er)sem dar he to ghe-/richte zat myt zyne(n) kornote(n) hijr na bescre(uen) alz he myt rechte zolde vor vns vn(de) vor vnse erue(n)de vors(creuen) to behoff der gest/liken ersamen h(er)en P(ri)or en(de) co(n)ue(n)ts van zebekelo vors(creuen) also dat wij noch vnse erue(n)de noch nema(n)t van vns(er) weghen / dar yenigherha(n)de recht anwachtinghe offt ansprake an beholden noch nu(m)mermer an wachtene zolen wesen 15 yenigher-/leye wis vn(de)n zolen en dess(en) tenden groff vn(de) smal vors(creuen) rechte gude warschap doen wo men myt rechte eyn vrijg gued / waren zal war vn(de) wo vakene en des to done is vor al de ghene de des to rechte kome(n) willen zu(n)der wedersegghen / Alle arghelist vn(de) nyevu(n)de wtghesproken Jn eyn tuch der warheit hebbe wij Johan vn(de) Johan van besten vors(creuen) vnse / seghele vor vns vor Styne(n) vnse 20 husvrowe(n) vn(de) moder vor hinrike Rotghere Aleue bittere wessele gherlighe Eylar/de vn(de) greten vors(creuen) v(m)me oer bede willen vn(de) ghebreck oer zeghele vn(de) vor vnse erffge(namen) an dess(en) breff ghehanghen En(de) / v(m)me merer vestnisse wille(n) hebbe wij ghebeden wessele peperlaken richter vors(creuen) dess(en) breff mede ouer vns to besegel/ne vn(de) ick wessel peperlake richt(er) vors(creuen) wa(n)t dess(e) coep 25 vplati(n)ghe vortichnisse vn(de) loffte vor my in gherichte gheschen / Zin dar ik zat in gherichte myt myne(n) kornote(n) hijr na bescre(uen) alz ik myt rechte zolde vn(de) we(n)t ik myne orku(n)de dar up / entfenck myt myne(n) kornote(n) zo heb ick alz eyn richter v(m)me bede willen beyder partye mijn seghel myt Joha(n)s vn(de) Joha(n)s / zeghele van beste(n) vors(creuen) ke(n)tlike an dess(en) breff gheha(n)ghen Dar an vn(de) ouer weren Johan van 30 Couorde vn(de) Enghelbert / de schomaker borghere to oetmersem alz rechte kornote(n) des gherichtes vn(de) ander guder lude ghenoch In eyn tuch / der warheit Ghegheue(n) in den iar vnses heren Duse(n)t veerhu(n)dert Seue(n) vn(de) vertich des donredaghes na Jnue(n)-/tionis s(anc)te crucis 35 1447b Ootmarsum 1447-09-22 REGEST 40 Frederick van Beueren, commandeur van het Duitse Huis te Oetmersem (kummelduer Jn der tijed des huses to Oetmersem Duysches ordens), belooft aan de schepenen van Oetmersem geen herbergier of tapper te zullen zetten op gronden van het klooster, noch "beslach" te willen doen in marken, waarin hij gewaard is, tenzij met hun consent. 45 TRANSCRIPTIE IC Fredrick van Beueren ku(m)melduer Jn der tijed des huses to Oetm(er)s(em) / Duysches ordens beke(n)ne en betuge myd dessen besegelden breue Dat Jc heb/be gelouet en(de) loue den scep(en)en van Oetmersem v(m)me wyllen den zee my / gedaen hebt dat Jc gene kroger of tepper wyl zetten vp des cloesters / grůnt Off geen beslach wyl doen Jn marken 50 dar JC gewaert byn dat / hynderliken Js der stad van oetmersem dat zij med wyllen en(de) c(on)cente / der scepene(n) van oetmersem Jn orkunde der waerheit heb JC Fredrick /

143 Duidelijk een "i"!

Page 156: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ku(m)melduer vors(creuen) myen segel bened(en) an dessen breef gehange(n) Jnt Jaer vns(es) / heren dusent verhvndert seue(n) en(de) veertich vp sunte Maurici(us) Dach 1448a 5 Ootmarsum 1448-09-09 144 REGEST Reynolt van Covorden, zijn vrouw Belye en hun zonen Roeloff en Wolter verklaren, dat zij ten overstaan van Wessel Peperlaken, richter te Oetmersem, en de keurnoten Reynolt Haek 10 en Frederick de Kremer aan prior en convent te Alberghe de in een mud rogge en een mud gerst beschapen tienden en de smalle tienden over het erf Wolberting te Maenre in het gericht van Oetmersem hebben verkocht en overgedragen. TRANSCRIPTIE 15 Jck Reynolt van Covorden Belye mijn echte wijff Roeloff en(de) Wolter onse echte zoene(n) bekenne(n) en(de) betughe myt dessen opene(n) brieue voer ons ende / onse eruenden dat wij reckelike en(de) redelike myt gueden berade hebben vercoft en(de) vercopen rechtes stedes erfcopes den Prior en(de) den ghemene(n) Co(n)ue(n)te / des Cloesters der Reguliere(n) toe Alberghe den beschapene(n) Tenden alse een molt guder claerre wynter 20 rogghe . een molt gueder pacht gherste(n) Oet/mersemer mate . en(de) den smalen Tenden ouer dat erue en(de) guet ghehieten Wolberti(n)g toe Maenre gheleghe[n] ynden gherichte van Oetm(er)sem voer een / vrij edel eyghen onbeco(m)mert guet . voer ene su(m)ma gheldes dye ons witlike vol en(de) al tot onsen wille wal betaelt ys En(de) hebbe(n) daer af verteghen / voer Wessel Peperlake(n) inder tijt Richter toe Oetm(er)sem daer hie sat toe 25 gherichte myt syne(n) kornoten naebescreue(n) myt aller vertichnisse en(de) / oplatinghe alze wij myt rechte solden tot behoef des Pryors en(de) Conue(n)tes vors(creuen) . Voert soe louen wij Reynolt Belye Roelof ende Wolter / vorscreue(n) voer ons en(de) onse eruenden den Pryor ende den ghemene(n) Conue(n)te vorscre(uen) ofte yema(n)t van oerre weghe(n) toe waren en(de) rechte waer/schap toe doen der Tenden vorscre(uen) voer een 30 vrij edel eyghen onbeco(m)mert guet yeghens al dye ghene dye des toe rechte kome(n) wille(n) buten oeren / kost en(de) schaden Ende Weert zake dat sye hijr yn yenighe(n) schaden ofte last leden woe dat by queme . nae dat sy onser yenich dat hadde(n) laten weten / myt slichten woerden en(de) wij hem des nyet en beterden . soe moeghe(n) sye den schaden ofte last tot hoeren wtsegghe(n) sonder veruolghinghe enychs / rechtes ghelijck 35 heren pacht wtmane(n) wt onsen gueden waer dat dye gheleghen syn Sonder arghelist Toe tughe der waerheit soe heb ick / Reynolt vors(creuen) voer my voer Belye mijn echte wijf voer Rolof en(de) Wolter onse echte zoene(n) en(de) vnse erue(n)de mij(n) zeghel an dessen brief gheha(n)ghe(n) / En(de) om meerre vestnisse soe hebbe(n) wij Reynolt Belye en(de) Wolter voers(creuen) ghebeden Wessel peperlake[n] ynder tijt Richter toe 40 Oetm(er)sem voers(creuen) / dessen brieff me[d]e ouer ons en(de) onse erue(n)de toe bezeghele En(de) ick Wessel vors(creuen) want al desse artikele en(de) zaken vors(creuen) voer my gheschien syn als / sie myt rechte solden daer ick sat toe gherichte yn ene(n) ghehegheden heymale myt myne(n) koernoten nae bescreue(n) soe heb ick om bede wyl Reynolts / Belyen Roelofs en(de) Wolters vors(creuen) mijn zeghel als een Richter mede an 45 dessen brief ghehanghe(n) Hijr weren an en(de) ouer alze rechte koernoten Reynolt / Haeck en(de) frederick die kremer . en(de) anders guder lude ghenoech Ghegheue(n) Jnt iaer ons heren . dusent vierhondert achtende viertich des andere(n) / daghes nae onser vrouwen dach Natiuitas 50 1448b

144 Abusievelijk als 1448-09-10 vermeld in het regest.

Page 157: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Oldenzaal 1448-11-09 REGEST Schepenen en raad van Oldenzael verklaren, dat zij als raadslieden van de Heilige Geest in hun stad ten overstaan van Wessel Peperlaken, richter te Oetmersem, en de keurnoten 5 Johan ten Hamme en Dirck ten Velthoue aan prior en convent te Alberghen het erve Ribberding in Maenre in Twenthe verkocht en overgedragen hebben. TRANSCRIPTIE Wij ghemene schepenen en(de) Raet der stad van Oldenzael bekennen ende betughen mit 10 dessen openen breue voer / ons ende onse nacomelinghe dat wij alse Raetlude des hilighen gheestes in onser stad om den hilighen gheest voers(creuen) / toe verbeteren hebben vercoft ende vercopen rechtes stedes erfcopes ewelic ende vmmermeer den Pryor ende ghemenen / Conuent des Cloesters der Regulieren toe Alberghen dat Erue ende guet ghehieten Ribberding toe Maenre in Twenthe / gheleghen in den kerspel en(de) gherichte 15 van Oetmersem voer een edel eyghen doerslachtich guet mit sinen lande mit torue / mit twijghe mit water mit weide mit aller slachternut ende mit al synen olden en(de) nyen toebehoer alle voerko(m)mer afghe/daen voer ene su(m)me gheldes die ons al vol en(de) wal betaelt is Ende wij Schepenen ende Raet voers(creuen) hebben daer af verteghen en(de) / siin des wtghegaen voer Wessel peperlaken inder tijt Richter toe Oetmersem daer 20 hie sat toe gherichte mit sinen koernote(n) / nae bescreuen mit aller vertichnisse en(de) oplatinghe alse wij mit rechte solden tot behoef des Pryors en(de) Conuents voers(creuen) / Ende louen hem voer ons en(de) onse naekomelinghe toe waren en(de) rechte waerscap toe doen des erues ofte guedes voers(creuen) voer een / edel eighen doerslachtich onbeco(m)mert guet yeghens al die ghene die des toe rechte komen willen buten oeren kost 25 en(de) schaden / Sonder arghelist Toe tughe der waerheit soe hebben wij Schepenen en(de) Raet voers(creuen) onser stad cleyne zeghel voer ons en(de) onse / naekomelinghe an dessen breeff ghehanghen Ende om meerre vestnisse willen soe hebben wij voert ghebeden Wessel peper/laken voers(creuen) als een Richter dessen breef mede ouer ons toe bezeghelen Ende ick Wessel voers(creuen) want al desse artikele ende / zaken 30 voers(creuen) voer my gheschien sijn alse sie mit rechte solden daer ick sat toe gherichte in enen ghehegheden heymale / mit mynen koernoeten nae bescreuen soe heb ick om bede willen der ghemenen Schepene(n) ende Raedes voers(creuen) mijn zeghel / als een Richter mede an dessen breeff ghehanghen Hijr weren an ende ouer alse rechte koernoten Johan ten hamme ende / Dirck ten Velthoue ende anders gueder luyde ghenoech Ghegheuen int 35 Jaer ons heren Dusent vierhondert acht ende viertich / op sunte Theodorus dach des hilighen mertelers 1449a 40 Oldenzaal 1449-01-08 REGEST Burgemeesteren, schepenen en raad van Oldenzael oorkonden, dat de burgeres Delse Grothuses met haar voogd Frederich Brand aan het convent te Alberge een rentebrief heeft 45 gegeven van zeven mud rogge uit het goed de Tij binnen Oldenzael (belegen bynnen onser vrijheit), welke rentebrief Delse gekocht had van Gerd van Tije. TRANSCRIPTIE Wij Borg(er)mest(er)e Schep(en)en en(de) Raed der stadt van Oldenzael Maken kond 50 en(de) kentlic allen luden en(de) betugen / mit dessen apene(n) Breue Dat vor ons Jnschependom als vor schepene(n) seluen gecome(n) is Delse grothuses / onse mede borgersche Mit frederich brand oren gekornen mo(n)ber Die oer eertijdes vor ons is gegeuen / als recht was Ende bekande vor ons vor oer en(de) ore erfge(namen) woe dat sie bij raede

Page 158: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

en(de) guetdoncken oers / mo(n)bers vorge(nomd) o(m)me selicheit willen ore zelen en(de) ore olderen zele redelike en(de) reckelike hadde gegeuen / en(de) gaf vor ons vormits dessen b(re)ue erflike ewelike en(de) o(m)mermeer Mit handen en(de) mit monden mit alle(n) / vortichnissen en(de) vplatingen als recht was tot ene(n) rechte(n) ewigen testame(n)te Dem Eersamen [deuoten / P(ri)or] en(de) den gemenen Co(n)uente des 5 Closters tot Alberge en(de) oren nakom(en)en Eynen erfcopes bref spreke(n)=/de van seuen mudde roggen jarliker erfgulde Die delse vorge(nomd) eertijdes erfliken gecoft heft van Gerde / van tije wt sinen erue en(de) guede geheten die Tij belegen by(n)nen onser vrijheit Ende delse vorge(nomd) [make(n)de] / vor ons den p(ri)or en(de) gemene(n) c(on)ue(n)te van Alberge vorge(nomd) holder des erfcopes brefs vorge(nomd) mit oren wille(n) / tot 10 ewigen dagen soe dat die p(ri)or en(de) gemene c(on)uent en(de) ore nakom(en)en vorge(nomd) nv vort an tot ewigen / dagen Jarlix mogen vpbo(r)en wt manen en(de) mitten rechte Jnwy(n)nen of em des noet dede alsodane(n) seue(n) / mudde rogge(n) als die erfcopes bref vorge(nomd) y(n)ne beg145epen heft en(de) wt wijst vp delsen vorge(nomd) en(de) holder / des brefs vorge(nomd) sonder enich weder zeggen en(de) sonder al argelist 15 Jn orku(n)de der waerheit aller pu(n)ten / vorge(nomd) soe hebben wij onser stadt Cleyne segel o(m)me bede willen beider p(ar)tijen wijtliken beneden an dessen / [bref] gehangen dat(um) a(n)no d(omi)nj Mo. CCCCo. XLo nono f(e)ria q(ua)rta p(ost) E(pi)ph(an)ya d(omi)nj 20 1449b Oldenzaal 1449-07-08 REGEST 25 Gerd van Eerde, geheten de Duker, oorkondt dat hij Johan Snoye schadeloos zal houden van de 4½ mud rogge, welke zij samen jaarlijks zullen opbrengen aan de Heilige Geest te Oetmersem. TRANSCRIPTIE 30 IC Gerd van Eerde geheten die Duker Doe kond en(de) kentlic allen luden en(de) betuge / mi[t] dessen apenen breue vor my en(de) myne erfge(namen) Dat ic hebbe gelauet en(de) love vor=/mits dessen breue Joha(n)e Snoyen en(de) sinen erfge(namen) Deger en(de) al schadeloes toe holdene / vanden vijften haluen mudde roggen Jarliker gulde Die Johan vorg(enomd) vor my en(de) mit / my heft gelauet Jarlix toe betalne in ene(n) apene(n) 35 besegelden breue anhant des / hilligen geistes raetlude tot Oetmersem en(de) oren nako-m(en)en Weert sake dat des / niet enschede woe dat toe queme soe dat Johan ofte sine erfge(namen) vorge(nomd) der vorge(nomden) / lofte in enigen schaden queme(n) daer sal ic ofte myne erfge(amen) vorge(nomd) Joha(n)e ofte sine / erfge(namen) vorg(enomd) tot allen tyden van onthauen en(de) deger en(de) al schadeloes van holden Oeck / sint 40 vorwerde wan(n)eer Johan ofte sine erfge(namen) vorge(nomd) niet leng enwillen stan vor desse / Jarlix roggen gulde vorge(nomd) Soe mogen sie my ofte mynen erfge(namen) vorge(nomd) dat alle wege / een Jaer toe vorne vpzeggen en(de) weten146 vp alle sante peters dach ad Cathedram / achte dage vor of na onbegrepen Ende wan(n)eer die wete geschien is Soe sal ic of / myne erfge(namen) vorge(nomd) Joha(n)e ofte sine erfge(namen) 45 b[y]nen den naesten Jaer daer naest volgen/de deger en(de) al onthauen en(de) schadeloes holden van desser vorge(nomden) lofte en(de) em siin segel / kum(m)erloes weder leueren vanden vijften halue(n) mudde roggen Jarliker gulde vorge(nomd) / Weert sake dat ic of myne erfge(namen) vorge(nomd) des al niet en deden dat q(ue)me to woe dat toe / q(ue)me soe mach Johan ofte sine erfge(namen) vorge(nomd) die su(m)ma geldes daer desse 50 vorg(enomde) Jarlix / roggen gulde vor gecoft is vanden vorge(nomden) raetluden van 145 De "r" in "begrepen" zal vergeten zijn.

146 Hier werd iets onduidelijks boven de "gewone lijn" geschreven. Waarschijlijk "van".

Page 159: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

stu(n)den an Jnmanen en(de) wt/wynnen mit aller Cost hijnder en(de) schaden als daer daen vp gegaen weer van my of / mynen erfge(namen) vorge(nomd) van myr haue en(de) guede weglic en(de) onweglic En(de) vort wt alle myne / alingen eruen en(de) gueden dat sy leyn of eygen bynnen en(de) buten waer en(de) vp wat stede / of in wat gerichten ic of myne erfge(namen) vorge(nomd) die nv ter tijt hebben en(de) namaels wil / got vorkrijgen 5 mogen Mit pandinge mit besate mit allen gerichten geistlic en(de) wart/lic dat ene recht den and(er)en niet to hynderne onu(er)volget en(de) onu(er)claget vor yemen(n)de geli=/ke rechte h(er)en pacht Ende losen en(de) quiten em daen selue(n) van desser vorge(omden) roggen gulde / Jn allen maniren en(de) vorwarden soe ic solde hebben gedaen als vorge(screuen) staet sonder enich / weder zeggen en(de) sonder al argelist Jn orkunde der 10 waerheit aller punten vorge(nomd) soe heb ic / gerd vorge(nomd) myn segel vor my en(de) myne erfge(namen) vorge(nomd) wijtliken beneden an dessen bref gehan/gen Gegeuen Jnden jaer ons h(er)en dusent virhondert negen en(de) virtich des naesten / dinxedage(s) na onser leue(n) vrouwen dage visitacio 15 1450a Oldenzaal 1450-01-22 REGEST 20 Johan Snoye, richter te Oldenzael, verklaart dat Grete, weduwe van Egbert Zwager, en haar dochter Mette, "begijne" in het oude convent te Oldenzael, met heer Johannes Wisse haar biechtvader, en Euerd ten Grotenhues haar voogd, overgedragen hebben aan de St. Plechelmuskerk ten behoeve van de verlichting en de timmering, en aan het O.L.V.-gilde ten behoeve van de armen, twee stukken land op de “Grote Essche", het ene gelegen tegen de 25 Horst (tusschen lande Berend Hondepipen vpde ene sijde en(de) Lambert ter Westerwijck), het andere op de Francenraede (bij Bertoldus lant van Dulre). Keurnoten bij het gericht zijn Ortwiin de Scroder en Johan Tijeses naast meer getuigen. TRANSCRIPTIE 30 JC Johan Snoye Jnder tijt en gezwo(r)en Richter tot Oldenzael Doe kond en(de) kentlic allen / luden en(de) betuge mit dessen apenen breue Dat vor my Jngerichte mit ordel en(de) rechte ge/heget seluen gecomen sint Grete die wandages egbert zwagers echte husvrouwe plaech / te wesen den got genade ende Mette die begijne inden olden co(n)uente tot oldenzael ore / twier vorge(nomde) echte dochter mit h(er)en Joha(n)e wissen oren bijcht 35 vader Ende mit Euerde / ten grotenhues oren gekorne(n) mo(n)ber die em beiden vor my waert gegeue(n) als recht / was Ende enkanden vor my vor em ende ore erfge(namen) Dat sie redelike en(de) reckelike hadden / vorcoft en(de) vorcoften vormits dessen breue Jn enen rechten rechten steden vasten erfcope erf/like ewelike en(de) o(m)mermeer Mit handen en(de) mit monden mit allen vortichnissen ende / vplatingen als recht was Den 40 Raetluden en(de) p(ro)visoren sante plechelm(us) kerken tot / oldenzael to behoef der luchtinge en(de) der ty(m)meringen desser vorge(nomde) kerken Ende onser / leuen vrouwen gilde tot Oldenzael tobehoef der armen Al alsodane lijftucht ende / eygendoem alse sie mit rechte hadden anden twen stucke boulandes belegen vpden / groten essche tot oldenzael Dat ene belegen tegen die horst tusschen lande berend / hondepipen vpde ene 45 sijde en(de) lambert ter westerwijck vpde ander sijde En(de) dat / ander stucke is belegen vpden francenraede147 bij bertoldus lant van Dulre onnb148 ene / su(m)ma van gelde die em wal tot oren willen betalt weer daer em doe ter tijt wal an / genogede en(de) daer em en(de) oren erfge(namen) vorge(noemd) altoes wal angenogen solde als sie vor my / enkanden

147 "frantonraede" en "frantenraede" zouden ook leesvarianten kunnen zijn. Echter zonder

duidelijke betekenis.

148 Bedoeld zal "omb" zijn.

Page 160: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

En(de) grete en(de) mette oer dochter vorge(nomd) laueden hijr o(m)me vor em en(de) ore erfge(namen) / vorge(nomd) Den raetluden en(de) p(ro)visoren vorge(nomd) en(de) oren nakom(en)en Desses vorge(nomden) erfcopes / to stande en(de) toe warne en(de) rechte warschap to donde tot ewigen dagen vor alle die / gene die des to rechte willen comen Sonder enigerhande hulperede sonder enich / wederzeggen en(de) sonder al argelist hijr 5 weren mede an en(de) auer als Cornote(n) des149 / des gerichtes Ortwiin die scroder Johan tijeses en(de) meer gueder lude genoech die dat / mede segen ende horden Jn orkunde der waerheit aller punten en(de) articule vorge(nomd) / en(de) en ytlic bijsond(er)en soe heb ic Johan vorge(nomd) myn segel als en richter omb bede / willen van beiden tzijden wijtliken beneden an dessen bref gehangen Gegeuen / Jnden Jaer ons h(er)en dusent virhondert 10 en(de) vijftich Crasti(n)o Agnet(is) v(ir)g(inis) 1450b Oldenzaal 1450-09-28 15 REGEST Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Oldenzael oorkonden, dat Johan ter Oesterwijck en zijn vrouw Gese een rente verkocht hebben aan Lucke, weduwe van Frederick Mauricius, van twee mud winterrogge (Deventer maat), uit hun weer gelegen 20 binnen Oldenzael in de Dornyngherstraat, aan de ene zijde direct naast het erve van Pelgrym ten Torne en aan de andere zijde naast die strate; welke rente jaarlijks geleverd moet worden tussen "Sunte Marten in den wijnter" (11 november) en "Mydwijnter" (25 december) binnen Oldenzael. 25 TRANSCRIPTIE Wij Borg(er)mest(er)e Scep(en)en en(de) Raed [der stat van] Oldenzael Don kond allen luden en(de) betugen m[it] / dessen apenen breue dat vor ons [Jnscependom] als vor scep(en)en s[elue]n gecomen sint Johan ter / Oesterwijck en(de) Gese siin echte wijf [.....or.....]en rechten mo(n)ber Ende enkanden vor ons / vor em en(de) or[e] erfge(namen) 30 dat sie redelik[e] en(de) rec[kelike] [hadd]en vorcoft en(de) vorcoften vormits desssen b(re)ue / Jn enen rechten st[ed]en vasten erfc[oepe] erfl[ike ewe]li[ke] en(de) o(m)mermeer mit handen en(de) mit monden / mit allen vortich[ni]ssen en(de) vplatingen als [recht was] [l]ucken wedewe frederix Mau[ric]i(us) den got / genade en(de) oren erfge(namen) of holder sbrefs [mit oren willen] Twe mudde guedes schonen claren wijnter/roggen Ja[r]liker gulde bij 35 [deu]e(n)ter mate wt [oren hues en(de)] alincger weer belegen by(n)nen oldenzael inder / Dornyng[er] [st]raten al[r]e na[e]st Pelgryms [weer] ten torne vpde ene sijde ende die strate vpde and[er] / sijde Omb ene su(m)m[e] van gelde die em dege[r al en(de) wal] tot oren willen betaalt weer daer em en(de) ore[n] / erfge(namen) vorge(nomd) altoes wal an[gen]ogen solde als sie vor ons enkanden Ende sie laueden hijr o(m)me vor / em en(de) 40 ore erfge(namen) vorge(nomd) lucken en(de) oren erfge(namen) of holder sbrefs vorge(nomd) desser Jarlix roggen gulde vors(creuen) / rechte waerschap t[e] don[de] tot ewig[en] da[gen] vor [alle die g]ene die des to rechte willen comen en(de) / guede rede betaling[e] [nv] v[ort] an alle Jae[r] [ku(m)merloes te leuer]ne tusschen sante Marten inden wijnter / en(de) mydwijnter b[yn]nen Oldenzael in en hues [dattet lucken] en(de) oren 45 erfge(namen) of holder sbrefs vorge(nomd) best / genoge[t] weer[t] oeck zake dat hijr enich geb[rec]k [involle] dat weer van warschap of van betalinge / of woe dat toe queme dat maech [lucke of ore] erfge(namen) of holder sbreefs vorge(nomd) tot allen tijden Jn/manen en(de) wt wyn[n]en van Johanne gesen [ende oren] erfge(namen) vorge(nomd) ende vort van alle den genen / die em desses vorge(nomden) [hu]ses ende aling[er] wee[r] [ens] del[s] 50 of al onderwijnden Mit pandinge mit besate / mit allen gerichten geistlic ende w[ar]tlic [dat en]e recht den anderen niet to hijnderne onvorůol/get ende onvorclaget vor yemende gelike

149 Twee keer "des".

Page 161: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

r[echte] heren pacht Sonder enigerhande hulpe rede / sonder yenich weder zeggen ende sonder al argelist Jn orkunde der waerheit aller pu(n)ten ende / articule vorge(nomd) ende en ytlic bijsond(er)en soe hebben wij borg(er)mest(er)e scep(en)en en(de) raed der stat van / Oldenzael vorge(nomd) onser stadt Jngesegel Omb bede willen van beiden tzijden wijtliken beneden an / dessen bref gehangen Gegeuen Jnden Jaer ons h(er)en dusent virhondert 5 ende vijftich des nasten Maendag(es) na sant Mathias dage des hilligen Apostels 1451a Almelo 1451-02-05 10 REGEST Egbert van Almelo en zijn zoon Johan verklaren ten overstaan van Maes ten Passche, richter van Almelo, dat zij hebben verkocht en bij deze leveren aan Herman van Hulscher en diens vrouw Ghysele het erve en goed Cleysenhues gelegen in de heerlijkheid Almelo, voor 15 een vrij eigen goed. Keurnoten zijn Johan van Grymberghe en Otto van Bellinckhoue. TRANSCRIPTIE Jc Egbert van almelo en(de) Johan van almelo miin echte sone doen ku(n)dich allen luden beke(n)nen en(de) betughen mit desen apenen / beseghelden breue vor vns en(de) vor 20 onse erfge(namen) dat wy hebben vercoft en(de) vercopen stedes erfcops herman van hulscher Ghyselen / sinen echten wiue en(de) horen erfge(namen) vnse erue en(de) gued gheheten Cleysen hues dat een vrij edel eeghen is mit all sinen olden en(de) / nygen to behoern also dat gheleghen is in der heerscap van almelo Om ene su(m)me gheldes die ons wal betalt is van herman vors(creuen) / welc erue vors(creuen) wy Egbert en(de) Johan 25 vors(creuen) sint wt ghegaen mit handen mit mu(n)den mit gherichte en(de) mit rechte als wy mit / rechte en(de) daer wt mit rechte solden Als vor Maese ten passche een ghezworen richter der heerscap van almelo daer hie sat tho / gherichte mit sinen kornoten nae bescreuen alse hie mit rechte solde to behoeff Hermans Ghyselen en(de) oer erfge(namen) Also dat wy noch / onse erfge(namen) daer gheenreleyge recht dienst koeghelt noch 30 ansprake an en beholden noch an wachtene sollen wesen Jn gheenrewijs / Ende louen hem dat to waren en(de) rechte waerscap to done vor vns vor onse erfge(namen) en(de) vor onse nacomelinge besitters der heerscap / van almelo vor een edel vryeghen gued woe men een vryeghen to rechte waren sal En(de) vor alle die ghene die des to rechte come(n) / willen vp onse kost en(de) buten oeren hinder ende schaeden sonder arghelist Jn orkonde 35 en(de) tot enen tughe der waerheit Soe hebben / wy Egbert en(de) Johan vors(creuen) vor ons en(de) vor onse erfge(namen) en(de) vor besitters der heerscap van almelo onse seghele an desen breeff / ghehangen Ende om merre vestnisse willen soe hebben wy vort ghebeden Maese richter vors(creuen) desen breeff ouer ons en(de) ouer onse / erfge(namen) to beseghelen En(de) ic Maes ten passche een ghezworen richter der 40 heerscap van almelo want alle dese vors(creuen) punten vor my / ghescheen sint daer ic sat to gherichte mit mynen koernoten als Johan van grymberghe en(de) Otto van bellinchoue en(de) onse orken/scap daer vp ontfangen hebben Soe hebbe ic miin seghel als een richter an desen breeff ghehangen Ghegeuen Jnt iaer onses here(n) / dusent vierhondert een en(de) viiftich vp sante Agathen dach Jonff(er)en 45 1451b Ootmarsum 1451-03-23 50 REGEST Wessel Peperlaken, richter te Oetmersem, verklaart dat Conraet ten Bredenbroke heeft verkocht en overgedragen aan Prior en Convent van Galilea te Zibekeloe zijn vrij erve en goed het Nyehus, gelegen in het gericht van Oetmersen, buurschap Gheesteren, met alle

Page 162: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

toebehoren. Gerichtslieden zijn Maes ten Passe, Arnt Gheerlichs en anderen. TRANSCRIPTIE Jck Wessel Peperlake(n) een ghesworen Richter to Oetmersen make kundich allen luden mit dessen opene(n) breue dat voer / my int gherichte ende voer gherichtes lude hier na 5 bescreuen en(de) in ene(n) ghehegeden heymale ghe[com]e(n) is Conraet ten / Bredenbroke ende heuet mit sine(n) vrien en(de) guede(n) wille(n) voer hem en(de) voer sine Erfge(namen) wijtlike en(de) wal vercoft en(de) / ver[co]pet mit dessen seluen breue in ene(n) vasten ende stedighen ewighen eerfcope den Eerbaren gheestlike(n) ma(n)nen / den prior en(de) Co(n)uente van Galilea to zibekeloe voer een vry edel eghen sijn Erue en(de) 10 guet gheh[eete(n)] dat Nyehu[e]s / mit tween heymaden en(de) mit eenre volrewaer mit egghe ende mit eynde mit hoghe en(de) leghe mit torue [en]de mit / twighe to water te weyde to weghe te velde to bussche to broke mit alre slachter n[v]t en(de) mit al sinen olden en(de) nyen / tobehoren als dat gheleghen is inden gherichte van Oetmersen ende inder Buerschap van Gheesteren Erflike en(de) / ewelike den prior ende Co(n)uente 15 voers(creuen) to besitten voor een su(m)me gheldes de150 Conraede voers(creuen) wijtlike ende wal tot / sinen willen betaelt is En(de) daer nae so verteech aldaer die Conraet voers(creuen) voer hem en(de) voer [s]ijn Eerfge(namen) erflike en(de) / eweliken tobehoef des priors en(de) Co(n)uents voers(creun) van den voerghenoemde(n) Erue ten Nyenhues mit alle sine(n) tobehoren / En(de) Conraet voers(creuen) bekande voer hem en(de) voer 20 sijn Erfge(namen) dat hie noch sijn Erfge(namen) noch niemant [van s]ijnre weghen anden / voers(creuen) Erue niet mere rechtes noch ansprake behoelden en heb tot gheenre tijd en(de) louede den prior en(de) Co(n)uente voerge(noemd) / dat voerghenoemde Erue voer een vry edel eyghen te waren en(de) rechte waerschap [te] doene voer een onbeko(m)mert / guet voer alle die ghene die des te rechte comen willen En(de) alle dinghe sond(er) Arghelist 25 Daer desse voers(creuen) coep ende / oplatinghe voer my gheschiede inden gherichte daer weren an en(de) ouer alse gherichtes lude Maes ten passe Arnt / Gheerlichs ende anders gueder lude ghenoech Jn oerkonde des heb ick Wessel richter voerge(noemd) om bede willen Conraets / voerge(noemd) mijn Seghel an dessen breeff ghehangen Ende o(m)me die meerre vestenisse desses erf[ko]pes ende al[re] desser / puntten voers(creuen) heb ick 30 Conraet ten Bredenbroke voer my en(de) voer mijn Erfge(namen) voers(creuen) myn zeghel [mede an] dessen / breef ghehangen Ghegeuen inden Jaer onsen h(er)en Dusent vierhondert en(de) een en(de) vijftich opten dre[endetwintichten] dach van [d]er Meert maend 35 1452a Almelo 1452-04-05 REGEST 40 Egbert van Almelo verklaart dat Johan van Grymberghe, Herman Hulscher en Maes ten Passche, als scheidslieden in de geschillen tussen Egbert en zijn zoon Johan hebben bepaald, dat beide partijen elk drie scheidsrechters zullen aanwijzen die een verbindende uitspraak zullen doen te Almelo op de dinsdag na beloken Pasen eerstkomende, waarbij Egbert voor zijn zijde benoemt Johan van Weluelde, Johan van Grymberghe en Herman 45 Hulsscher en tevens zweert zich aan de uitspraak te zullen houden. TRANSCRIPTIE JC Egbert van Almelo beke(n)ne en(de) betuge myd desen apen(en) beseghelden breue dat Johan van grymberghe Herma(n) / hulscher en(de) Maes ten passche hebben ghededynget 50 twyssche(n) my en(de) Johan myne(n) sone dat wij ellic hebben gesat / drye seggeslude die vns vrentlike vn(de) lefflike schullen scheiden Jn manere(n) der vors(creuen) dedynge van

150 Een nog goed zichtbare "n" is doorgestreept.

Page 163: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

allen schele vn(de) / ghebreke die wij onder een hebben to done als vp den neghesten Dynxdach nae belok(en)en paesschen naest kome(n)de nae / dat(um) sbreffs by(n)nen almelo Vn(de) des hebbe ick Egbert van Almelo ghesat voir myne dedynges lude Johan va(n) weluelde / Johan van gry(m)berghe en(de) herman hulsscher Vn(de) offt qweme also dat my der een feylde dat ick dan ene(n) andere(n) Jn / syn stede sall zetten Vn(de) weert 5 zake dat dese drye vorge(nomde) des nyet en konden eens werden myd den andere(n) dryen / dedyngs luden Johans mijns soens so moghen sie ene(n) ghelike(n) ouerman kesen twisschen beiden tho gaen die des / ghene zijd offt partye is hold(en)en All dese ponte vn(de) articule vorge(nomd) heb ic Egbert vorge(nomd) ghelauet en(de) ghesekert / loue en zeker Vn(de) hebbe dat lijfflike ten hilgen ghesware(n) myd vp gherichten vyng(er)en 10 stauedes edes vp desen / breff gheleget stede vast vn(de) onverbroke(n) tho holden sonder wederseggen wes die ses dedynges lude va(n) beiden / tziden myd den auerman ist dat sie behoue(n) seggen twijsschen my Egbert vorge(nomd) en(de) Johan myne(n) sone vors(creuen) / Vull en(de) all to hold(en)en als een gued man schuldich is tho hold(en)en sonder arghelist Jn een tuech der waerheit / alre ponte vors(creuen) soe hebbe ick Egbert 15 van Almelo vors(creuen) mijn seghell witlike beneden an desen breff ghe/hangen Vn(de) hebbe voert ghebeden Joha(n)ne va(n) grymberge Herma(n) hulsscher vn(de) Maes ten passche desen breff / mede auer my tho beseghelen Vn(de) wij Johan Herma(n) vnde Maes vorge(nomd) bekenne(n) vn(de) betughen want ons dese / ponte mede kondich synt vn(de) hebbet sie ghededynget als vorge(nomd) is soe hebbe wij v(m)me bede willen Egberts van / 20 Almelo vorge(nomd) onse segghele mede eyn Jtlik bneden151 an desen breff ghehangen Ghegeue(n) Jnd Jaer ons h(er)en / dusent vierhondert [twe]152 vn(de) vijftich des neghesten [Wons]dag(es) nae Palm daghe 25 1452b Almelo 1452-08-16 REGEST Maes ten Pasche, richter van Almelo, verklaart dat Johan Reebeke en zijn moeder Fenne 30 Borneers hebben verkocht en bij deze leveren aan Johan van Linghe en diens vrouw Ghese, dochter van Egbert van Markelo, hun gaarde gelegen op de Hakenbrynck, tussen de gaarden van Ghese van Markelo en van Gosen van Auenhusen. Keurnoten zijn Johan van Markelo en Johannes de Becker, schepenen van Almelo. 35 TRANSCRIPTIE JC Maes ten Pasche een ghesworen Richter der herscap van Almelo doe kondich allen / lueden met desen apen(en) breue dat vor my ghecomen is daer ic sat to gherichte met / myne(n) kornoten nae bescreue(n) als ic met rechte solde Johan Reebeke met fe(n)ne(n) bor/neers sy(n)re moder en(de) beka(n)den dat sie hadde(n) vor hem en(de) vor oren 40 erffge(namen) vercoft / ende vercoften rechtes stedes erffcopes erfflike en(de) ewelike en(de) vmmermer Joha(n)ne / va(n) linghe en(de) Ghesen syne(n) echte(n)wyue Egberts dochter va(n) markelo oren gaerden / gheleghen ouer des haken brynck tuschen gaerd(en) Ghesen va(n) markelo opt die ene / zijt en(de) gaerden Gosen va(n) aue(n)husen op die ander zijt O(m)me ene su(m)me gheldes die / hem wal betalt was als sie bekanden Ende 45 Joha(n) en(de) Fe(n)ne vors(creuen) loueden Joha(n)ne en(de) / Ghesen vors(creuen) en(de) ore(n) erffge(namen) den vors(creuen) gaerden to waren en(de) rechte waerscap to done / vor hem en(de) vor ore(n) erffge(namen) en(de) vor al die ghene die des to rechte come(n) willen En(de) / sie synt des vors(creuen) gaerden wt ghegaen en(de) hebben daer va(n) verteghen met hande / met mu(n)de met richte en(de) met rechte als sie met rechte 50 solden tot behoeff Joha(n)s / en(de) Ghesen en(de) ore(n) erffge(namen) also dat Joha(n) 151 "bneden". Schrijffout of opzet?

152 De laatste regel van de datum staat gedeeltelijk onder de plica!

Page 164: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

en(de) fe(n)ne vors(creuen) noch oer erfge(namen) ghenrehande / recht noch ansprake beholden an den gaerden vors(creuen) nů noch to ghenre tijt sond(er) / arghelijst Jn orkonde en(de) tot ene(n) tughe der waerheit alre pu(n)ten vors(creuen) want sie / vor my ghescheen synt daer ic sat to gherichte in ene(n) ghehegheden heymale met / myne(n) kornote(n) als ic met rechte solde als met Joha(n)ne va(n) markelo en(de) Joha(n)nes / den becker 5 scep(en)en to Almelo en(de) myne orkonde daer op ontfenc soe hebbe ic Maes / ten pasche Richter vors(creuen) myn seghel o(m)me bede willen va(n) beyden tzijden als een / richter an desen breff ghehanghen Ghegeue(n) Jnt Jaer ons here(n) Dusent vier / [hon]dert153 twe en(de) vijftich Des and(er)en daghes na onser leuer vrouwe(n) dach Assu(m)pc(i)o(n)i(s) 10 1453a Oldenzaal 1453-01-27 REGEST 15 Johan Snoye, richter te Oldenzael, oorkondt dat Jutte met haar man Zweder van Ouerhaghen als momber ten overstaan van hem en de keurnoten Clein Johan en Fredericus Brant, burgers in Oldenzaal, aan prior en convent te Alberge de tienden over Hynvordinck te Alberge in het gericht Otmersem heeft verkocht en overgedragen en dat zij hem, richter, verzocht heeft dit te verklaren aan Wessel Peperlaken te Otmersem. De oorkonde is op 20 papier geschreven. TRANSCRIPTIE IC Johan Snoye Jnder tijt en gezwa(r)en Richter tot Oldenzael Doe kond allen luden en(de) / betuge mit dessen apenen breue Dat vor my Jngerichte mit ordel en(de) rechte geheget 25 sel/uen gecomen is Jutte zweders echte husvrouwe van Ouerhagen mit zweder vors(creuen) / als mit oren rechten mo(n)ber En(de) enkande vor my vor oer154 en(de) ore erfge(namen) Dat sie erfliken / mit zweder vors(creuen) hadde vorcoft o(m)me ene su(m)ma van gelde die oer vul to willen mede / betalt weer Den Ersamen deuoten p(ri)or en(de) den gemene(n) Co(n)uente tot Alberge en(de) ore(n) / nakom(en)en Den tenden groef en(de) 30 smael auer dat alinge erue en(de) guet to hynvordinck / belegen Jnder burschop to Alberge inden kerspel en(de) gerichte van 155 Otmersem Ende / Jutte vors(creuen) dede vortichnisse en(de) vplatinge vor my van dessen tenden vors(creuen) Mit handen ende / mit ma156nden tobehoef des p(ri)ors en(de) en(de) gem(en)en (Con)ue157tes vors(creuen) En(de) lauede em des oeck rechte / rechte158 waerschap to donde tot ewigen dagen vor oer en(de) ore 35 erfge(namen) vors(creuen) en(de) vort vor alle / die gene die des to rechte willen comen Jn allen maniren alsmen en vrij eygen guet / mit rechte wa(r)en sal sonder al argelist Ende want Jutte vorge(nomd) vpdes tijt niet wal / reysen en mochte o(m)me gebreck willen oers liues soe bad sie my dat ic dessen koep / en(de) alle punten vors(creuen) vort wolde gijchten an wesel peperlaken richter tot Otmersem / Ende dat die sie vort wolde holden van weerden 40 en(de) soe vast gelikerwijs ofte sie / seluen vor em geschien weren gelikerwijs als sie vor my geschien sint sonder al / argelist En(de) soe gijchteIc alle desse vors(creuen) punten an wessele vors(creuen) vormits desen b(re)ue / hijr w(er)en mede an en(de) auer als Cornoten des gerichtes die Clein Johan fredericus / brant borg(er)e in oldenzael en(de) meer gueder

153 Onder de plica verborgen.

154 De "r" zou eventueel ook als "n" gelezen kunnen worden!

155 Oorspronkelijk wilde de schrijver hier "Olden" schrijven. Waarschijnlijk als afkorting voor

"Olden(zael)". Later heeft hij "Olden" doorgestreept.

156 Duidelijk een "a"!

157 Zonder "n" of afkortingsteken daarvoor!

158 Twee keer "rechte".

Page 165: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

lude genoech die dat mede segen en(de) horden / Jn orku159de der waerheit aller punten vors(creuen) soe heb ic mijn segel als en richter vors(creuen) / wijtli[c]en beneden vp spatiu(m)160 sbrefs gedruct Jnden Jaer ons h(er)en dusent virhondert dree en(de) vijftich des saterdag(es) na (con)u(er)s(io) pauli 5 1453b Oldenzaal 1453-02-27 REGEST 10 Johan Snoye, richter te Oldenzael, oorkondt dat ten overstaan van hem en de keurnoten Johan Tyeses en Cord Schomaker als burgers van Oldenzael, Gostewe, weduwe van Herman Mauricius, aan Fenne Dalecate en haar zoon Lubbertus Dalecate, geschonken heeft het recht van terugkoop van een jaarrente van vier mud rogge, gaande uit de erven Wennekinckmole en Hesselinckhoef te Dornyngen in kerspel en gericht Oldenzael. 15 TRANSCRIPTIE JC Johan Snoye inder tijt en gezwo(r)en Richter tot Oldenzael Doe kond allen luden en(de) / betuge mit dessen apene(n) breue Dat vor my Jngerichte mit ordel en(de) rechte geheget / 20 seluen gecomen is Gostewe wedewe hermans Mauricij seliger gedachte En(de) enkande / vor my vor oer en(de) ore erfge(namen) en(de) vor holder oers brefs dat sie purliken omb godes wil/len hadde gegeuen en(de) gaef vormits dessen breue fennen dalecaten lubbertus dalecate(n) / oren sone en(de) oren erfge(namen) Eynen erfliken steden vasten wederkoep der vier mudde rog/gen Jarliker die sie em Jnvortijden erfliken af gecoft heft wt oren twen 25 eruen en(de) / gueden geheten die wennekinckmole ende die hesselinckhoef belegen beide inder / burschop toe Dornyngen inden kerspel ende gerichte van oldenzael Soe dat fenne / lubbertus en(de) ore erfge(namen) vors(creuen) desse Jarlix roggen gulde vors(creuen) mogen weder copen / alle Jaer onvorJaert vp alle sante peters daech ad Cathedram achte dage vor of / na onbegrepen van gostewen en(de) oren e161rfge(namen) of van holder oers 30 brefs vorg(e(nomd) Mit Acht / ende virtich gueden gold(en)en auerlantschen rijnschen guld(en)en genge en(de) geue vor data / sbrefs of and(er)en gueden geliken payment an golde die intijt der betalinge daer guet / vor sij sonder al argelist Hijr w(er)en mede an en(de) auer als Cornoten des gerichtes Johan tyeses Cord schomaker borg(er)e Jn Oldenzael en(de) meer gueder lude genoch die / dat mede segen en(de) horden Jn orkunde der 35 waerheit aller punten vors(creuen) soe heb ic / Johan snoye vors(creuen) mijn segel als en richter omb bede willen van beiden tzijden wijtli/ken beneden an dessen bref gehangen Gegeuen Jnden jaer ons h(er)en M CCCC Dree ende / [vijftich fe(r)ia t(er)cia p(ost) do(min)icam Reminiscere162] 40 1453c Oldenzaal 1453-05-31 REGEST 45 Hinrick van Reeden en zijn zoon Goedert verklaren, dat zij ten overstaan van Johan Snoye, richter te Oldenzael, en de keurnoten Euert ter Kemenaden en Johan ten Velthoue de tienden over Roelouing te Vaelte in kerspel en gericht te Oldenzael verkocht en

159 Geen "Nasalstrich" (= afkortingsteken voor een "n") zichtbaar!

160 Of spaciu(m)?

161 De "r" werd er later boven geschreven.

162 Onder de plica verborgen.

Page 166: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

overgedragen hebben aan prior en convent te Alberghen. TRANSCRIPTIE Wij Hinrick van reeden en(de) Goedert mijn echte soen bekennen ende betughen mit dessen openen breue dat wy vor ons en(de) onse eruende hebben ver/coft ende vercopen 5 myt onsen vrien willen en(de) gueden berade rechtes stedes erfcopes erflike ewelike ende vmmermeer den Prior ende ghemene Con-/uente des Cloesters der Reguleren toe Alberghen inden kerspel van Oetmersem gheleghen . onsen tenden groff ende small ouer dat erue en(de) guet ghe/heiten Roeloui(n)g to Vaelte gheleghen inden kerspel ende gherichte van Oldenzael vor een vrij edel eyghen onbeco(m)mert guet myt synen olden / 10 ende nyen to behoer vor ene summe gheldes die ons vol al ende wal betaelt is tot onsen willen Welken tenden groff ende small wy Hinrick / ende Goedert vors(creuen) hebben verteghen vor ons ende onse eruende ende syn der wtghegaen myt aller vertichnisssen ende oplatinghen alse wy / myt rechte solden vor Johan Snoyen inder tijt een ghesworen richter toe Oldenzael daer hi sat toe gherichte in enen ghehegheden hey-/male myt synen 15 kornothen na bescreuen als hy myt rechte solde tot behoeff des Priors ende Conuentes vors(creuen) . Ende wy Hinrick en(de) Goe-/dert vors(creuen) louen vor ons ende onse eruende den Tenden groff ende small vors(creuen) myt alsynen olden ende nyen tobehoer den Prior ende / Conuente vors(creuen) ofte yemant van oerre weghen toe waren ende rechte waerschap toe doen vor een vrij edel eyghen onbecommert / guet buten oere kost 20 ende scaden yeghens al die ghene die des toe rechte willen comen Weert dat in dessen vors(creuen) punten en(de) zaken / tot enigher tijt yet ontbreke woe dat by queme . dat mach die Prior ende Conuente vors(creuen) ofte yemant van oerre weghen tot oerren / slichten wtsegghen sonder veruolgh enyghes rechtes wtmanen en(de) inwynnen myt gheesteliken of daghelixen weertliken gherich/the dat ene dat ander niet toe behinderen 25 ghelijck rechte heren pacht wt al onsen gueden ende onser eruende ruerlick of onberuerlick / leene ofte vrije guede waer dat die gheleghen syn die wy nvtertijt hebben of namaels vercrighen moghen Sonder arghelist en(de) / sonder alle vonde die teghen dessen breeff163 wesen moghen Jn oerkonde der waerheit hebben wy Hinrick ende Goedert vors(creuen) / vor ons ende onse eruende onse zeghele an dessen breeff ghehanghen Ende om der 30 meerre vestenisse willen hebben wy voert / ghebeden Johan Snoyen vors(creuen) dessen breeff mede ouer ons ende onse eruende als een richter to beseghelen En(de) ic Johan Snoye / in der tijt een ghesworen richter toe Oldenzael want alle desse vors(creuen) punten ende zaken vor my gheschien syn in enen gheheghe-/den gherichte als sie myt rechte gheschien solden daer ick sat to gherichte myt mynen kornoten nae bescreuen als ick myt 35 rech/te solde . soe hebb ick om bede willen Hinricks ende Goederts vors(creuen) mijn zeghel als een richter an dessen breeff ghehanghen . / Hijr weren an ende ouer alse rechte kornoten Euert ter kemenaden ende Johan ten velthoue ende anders gueder lude ghe/noech Ghegheuen inden iaer ons heren Dusent vierhondert dre ende vijftich op sunte Petronillen dach der hiligher Jonferen .. 40 1454a Ootmarsum 1454-06-19 45 REGEST Wessel Peperlaken, richter te Oetmersem, oorkondt, dat Hinric van Beruorde alias ten Stockeler, diens vrouw Evete zijn moeder, voorts Jutte ten Stockeler als weduwe van Hinric,

163 De eerste "e" ist hoger (en kleiner) geschreven! Meestal is de schrijfwijze ee in de

transcriptie bedoeld als een gewone "e" met een kleinere "e" hoger, en er achteraan geschreven;

Hier begint de schrijver met de kleinere en hoger geschreven "e" en dan pas volgt de gewone "e",

die op de gewone regelhoogte geschreven is.

Page 167: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

en zijn zuster Johanna ten overstaan van hem en de keurnoten Hinrick de Droste en Jacob ten Velthoeve aan prior en convent te Alberghen de tienden over Benneking te Alberghen hebben verkocht en overgedragen. TRANSCRIPTIE 5 JCK Wessel peperlaken inder tijd een gheswore(n) Richter to Oetmers(em) doe kond allen lude(n) en(de) betughe mit desen open(en) Breue dat vor my syn / ghecome(n) int gherichte daer ic sat in ene(n) ghehegede(n) heymale mit myne(n) kornote(n) nae bescre(uen) als ic mit rechte solde Hinric va(n) Beruorde anders / ghehiete(n) ten Stockeler mit Eueten syne(n) echte(n) wyue en(de) Jutte ten stockeler wedue hinrikes vors(creuen) moder en(de) 10 Joha(n)na sijn suster mit oerre dryer vors(creuen) / rechte mo(n)ber als mit Hi(n)rike vors(creuen) den sie daer kore(n) vor my en(de) hem ghegeue(n) wart als recht en(de) ordel wysede(n) en(de) becande(n) dat sie vor hem en(de) oere erfge(namen) / vercoft hebbe(n) en(de) vercofte(n) in ene(n) vaste(n) erfcope erflic ewelic en(de) o(m)mermeer den Prior en(de) ghemene(n) Co(n)ue(n)te des cloesters der Reguliere(n) tot Alberghe(n) / en(de) 15 oere(n) nacomeli(n)ge(n) oere(n) Tiende(n) grof en(de) smal ouer dat Erue en(de) gued ghehiete(n) Be(n)neking ghelege(n) tot Alberghe(n) inde(n) kerspel va(n) Oetmers(em) vors(creuen) / vor een vry edel eyghe(n) doerslachtich guet vry va(n) allen co(m)mer mit al syne(n) olde(n) en(de) nyen tobehoer vor ene su(m)me gheldes die hem al en(de) wal tot / oere(n) willen betaelt was En(de) hebbe(n) daer des Tiende(n) ouer Be(n)neki(n)g 20 vors(creuen) verteghe(n) en(de) syn des wtghegaen mit alre vertichnisse en(de) oplati(n)ge inde(n) / selue(n) gherichte als sie mit rechte solde(n) to behoeff des Priors en(de) Co(n)ue(n)ts der Reguliere(n) vors(creuen) Alsoe dat noch sie noch oer erfge(namen) voert an gheen recht / of ansprake en solde(n) hebbe(n) noch verwachte(n)de wesen noch yema(n)t va(n) oerre weghe(n) ande(n) Tende(n) vors(creuen) En(de) louede(n) hem des to 25 ware(n) vor een vryeghe(n) / onbeco(m)mert guet bute(n) des Cloesters kost of schade(n) ghelijk datme(n) een vry edel gued to la(n)trechte sculdich ys to ware(n) vor al die ghene die des to / rechte come(n) wille(n) Weert dat daer ijt in ontbreke wo dat by queme en(de) Prior en(de) Co(n)ue(n)t vors(creuen) hijr yenighe(n) scade(n) by lede(n) dat moghe(n) sie wtma/ne(n) en(de) inwy(n)ne(n) ghelijc here(n) pacht wt alle(n) gude Hi(n)rikes en(de) 30 Eueten en(de) oerre erfge(namen) beroerlic of onberoerlic die sie nv hebbe(n) of crighe(n) moghe(n) / mit allen gherichte gheestlic of wertlic dat ene recht den andere(n) niet to hindere(n) Sonder alle arghelist Hijr were(n) mede an en(de) ouer alse ghe/richtes lude en(de) kornote(n) Hinrick die Droste en(de) Jacob ten Velthoeue en(de) anders guder lude ghenoech . Jn orko(n)de der waerheyt soe heb ic wessel / richter vors(creuen) om bede 35 willen Hinrikes Eueten Jutten en(de) Joha(n)ne vors(creuen) mijn zeghel an desen brief gheha(n)ge(n) En(de) tot meerre vesti(n)ge soe heb ick / Hi(n)ric vors(creuen) vor my vor Eueten mijn echte wijf en(de) vor lieue moder en(de) suster en(de) ons(se) erfge(namen) vors(creuen) mijn zegel mede an desen brief ghehangen / Ghegeue(n) inde(n) Jaer ons here(n) Duse(n)t vierho(n)dert en(de) vier en(de) vijftich op su(n)te Geruasi(us) en(de) 40 p(ro)thasius dach der hiligher mertelers 1454b Ootmarsum 1454-12-24 45 REGEST Wessel Peperlaken met zijn vrouw Mette dragen aan de gemene burgers van Oetmersem een jaarrente van vijf schepel winterrogge op, gaande uit hun huisstede en gehele weer te Oetmersem, gelegen tussen de huizen van Albert Juerdens en Dyrick Pyning. 50 TRANSCRIPTIE Jck Wessel peperlaken en(de) Mette myn echte wijff beke(n)nen en(de) betughe(n) myt dessen op(en)en besegelden / brieue dat wij vor vns en(de) vnsse erfge(namen) hebn

Page 168: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

verkofft en(de) verkope(n) vermyts dessen brieue den gem(en)en / borgheren der Stat van Oetmersem vijff schepel guedes claeren wynterrocghen Jaerliker gulde ende / erffliker renthe vte vnssen huse stede en(de) alynger weer als wij licge(n)de hebn bynne(n) Oetmersem . / tussche(n) albert Juerdens hues en(de) Dyrick pyni(n)ges hues voir ene su(m)me geldes als zeesteen gude gol/dene Rinsche guldene welcke guldene de 5 vorge(nomde) borgher vor vnss wtgelecht hebn zo dat vnss d[er] / betali(n)ge al en(de) wal genoget en(de) vnss(en) erfge(namen) altijt wal genogen sal Ende wij en(de) vnsse erffge(namen) offt / wij besitter is des vorge(nomden) huses en(de) were solen vn(de) wylle(n) den vorge(nomden) rocghe(n) Jaerlix voert an alle / Jaer ku(m)merloes wal betale(n) tussche(n) Su(n)tte Merten in den wynter en(de) medewynter bij oetm(er)/semer 10 mathe by(n)nen Oetmersem in een hues daers den schep(en)en we de syn in der tijt der / vorge(nomden) borgher best genoget Oeck loue wij hem guede ewijghe waerscap to done der vorge(nomden) / renthe ende zynt des wtgegaen myt handen en(de) myt mu(n)den myt allen vertichnissen / ende vplati(n)ghen als wij van rechte solen Schege in dessen vorge(nomde) pu(n)tten yenich gebreck / dat weer van waerscap der renthe offt an 15 betali(n)ge des rocghen so vorge(nomd) is So moghe(n) de / vorge(nomde) schep(en)en alsullyck gebreck mane(n) en(de) Jnwy(n)ne(n) myt allen verset(en)en rocge(n) va(n) vnss / van vnssen erffge(namen) vte den huese stede en(de) were vorge(nomd) ende mede van allen den gene(n) de hem / des vorge(nomden) hueses stede en(de) were eens deels offt al vnderwy(n)nen myt alle(n) rechten gestlijck / offt wertlijc myt beyden toe gelike vnueruolget 20 en(de) vnuerclaget voir yemande gelijc / recht[e] heren pacht sunder Argelist Des to tughe hebic wessel vorge(nomd) myn zegel vor my / voir metten myn wijff vorge(nomd) en(de) vor vnsser twijer erfge(namen) myn zegel an dessen breff / geha(n)gen Jn den Jaer vnsses heren dusent veerhundert veer vnde vijfftich vp Aue(n)t / des hillighen kersts 25 1455a Ootmarsum 1455-07-23 REGEST 30 Johan, jonkheer te Almelo, en zijn vrouw Johanna van Reeden verklaren in tegenwoordigheid van hun schoonvader en vader Hinric van Reeden als "dedinghesman", voor Wessel Peperlaken, richter te Oetmersem en voor diens keurnoten Herman van Pesye en Herman Hulscher, aan prior en convent te Albergen het erf Loedewich te Alberghen c.a. en het erf De Vosseshaer te Gheesteren c.a., verkocht en overgedragen te hebben. 35 TRANSCRIPTIE Jck Johan Joncheer to Almelo en(de) Johanna van Reeden mijn echte wijf bekenne(n) en(de) betughen mit dessen openen beseghelden breue voer ons en(de) onse eruende dat wij mit / onsen vrijen willen en(de) gueden berade hebben vercoft en(de) vercopen ewelike 40 en(de) vmmermeer rechtes stedes erfcopes den Prior en(de) ghemenen Conuente des Cloesters der Regu/lieren toe Alberghen onse erue en(de) guede gheheten loedewich gheleghen in der Buerschap toe Alberghen en(de) die Vosseshaer in der Buerschap toe Gheesteren gheleghe(n) toe samen / in den kerspele en(de) gherichte van Oetmersem voer vrij eighene doerslachtighe guede mitten luden daertoe hoerende medeghewaert toe wesen 45 in Almeler marck toe water toe / weide toe grese toe torue toe twijghe toe heide mit huyse mit holte mit houe mit boulande mit hoylande mitten onselighen goer mit alsinen olden en(de) nyen toebehoer en(de) mit / aller slachter nůt alle voerco(m)mer afghedaen voer ene su(m)me gheldes die wij bekenne(n) dat ons vol al en(de) wal betaelt is tot onsen willen En(de) wij Johan en(de) Johanna voers(creuen) hebbe(n) / voer ons en(de) onse eruende 50 verteghen van den eruen en(de) guede(n) loedewich en(de) vosseshaer voers(creuen) mit al oeren rechte en(de) toebehoer voers(creuen) en(de) syn der wtghegaen mit hande mit mo(n)de / en(de) mit aller oplatinghe en(de) vertichnisse als ordel en(de) recht wijsede voer Wessel peperlaken in der tijt een ghesworen richter toe Oetmersem daer hy sat toe

Page 169: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

gherichte mit synen / koernoeten nae bescreuen als hi mit rechte solde tot behoef des Priors en(de) Conuentes voers(creuen) . alsoe dat wij of onse eruende anden eruen en(de) gueden voers(creuen) mit oeren toebehoer / gheenreleye recht of ansprake an en behelden noch vmmermeer an wachtende sullen wesen . en(de) louen mede den Prior en(de) Conue(n)te voers(creuen) dat die meyghers op loedewich en(de) Vosseshaer / 5 voers(creuen) moghen onbesproken en(de) onbehindert iaerlix op een yeghelic erue en(de) guet voers(creuen) vijftien beesten van buten annemen en(de) holden to weiden en(de) toe voeren ghelike oer selues / beesten of si willen . Voert louen wij Johan en(de) Johanna voers(creuen) voer ons en(de) onse eruende den Prior en(de) ghemenen Conue(n)te voers(creuen) der eruen en(de) gueden loedewich en(de) Vosseshaer / mit al oeren rechte 10 en(de) tobehoeren voers(creuen) toe waren voer vrij eighen doerslechtich onbeco(m)merde guede . en(de) rechte waerscap toe doen tot allen tijden als sijs begheren voer al / die ghene die des toe rechte comen willen buten oer kost en(de) schaden . Weert sake dat in dessen voers(creuen) punten en(de) artikelen tot yenigher tijt den Prior en(de) Co(n)uente voers(creuen) yet / ontbreke daer sij yenighen schaden ofte hinder bi leden woe dat toe 15 queme den schaden ofte hinder moghen sij sonder vervollich enighes rechtes tot oeren slichten wt/segghen wtmanen en(de) inwinne(n) ghelijck heren pacht mit gheesteliken of daghelix werltliken rechte dat een den anderen niet toe hinderen wt al onsen gueden ruerlick / of onberuerlick vrij ofte leene waer dat die gheleghen syn die wij nu hebben of naemaels crighen moghen Sonder arghelist . Toe tughe der waerheit al desser voers(creuen) / punten 20 en(de) articulen hebben wij Johan en(de) Johanna voers(creuen) voer ons en(de) onse eruende onse seghele an dessen breef ghehanghen . en(de) hebben voert ghebeden Hinrike va(n) Reeden / Johanna voers(creuen) vader als enen dedinghes man al desser voers(creuen) saken mede dessen breef ouer ons en(de) onse eruende toe bezeghelen . En(de) ick Hinnric voers(creuen) want ick al desse zaken voers(creuen) / hebbe helpen 25 dedinghen so heb ick om bede wille Johans en(de) Johanna voers(creuen) mijn zeghel toe tughe der waerheit mede an dessen breef ghehanghe(n) . En(de) om meerre vestnisse wille / hebbe(n) wij Johan en(de) Johanna voers(creuen) voert ghebeden wessel peperlaken in der tijt Richter toe Oetmersem voers(creuen) dessen breef mede ouer ons en(de) onse eruende toe beseghelen . En(de) ick / Wessel voers(creuen) want alle desse artikelen 30 en(de) zake(n) voers(creuen) voer my gheschyen sin alse sie mit rechte solden daer ick sat toe gherichte in enen ghehegeden heymale alse ick mit rechte / solde mit mynen koernoten nae bescreuen soe heb ick om beden wille Johans en(de) Johanna voers(creuen) mijn seghel als een richter mede an dessen breef ghehanghen . Hijr an en(de) ouer were(n) / alse rechte koernoten Herman van Pesye en(de) Herman Hulscher en(de) anders gueder 35 lude ghenoech . Ghegheuen in den Jaer ons heren Dusent vierhondert vijf en(de) vijftich des / daghes nae sunte Marien magdalenen dach . 1455b 40 Almelo 1455-11-13 REGEST Johan, jonkheer van Almelo en zijn vrouw Johanna van Reede verklaren, dat zij ten overstaan van Maes ten Pas, richter van Almelo, en de keurnoten Otto Bellengherhoue en 45 Frederick Gheertssoen Kuetenbrouwer, aan prior en convent te Alberghen Dat Grote en Dat Luttike Ghetekaten in kerspel en gericht van de heerlijkheid Almelo, verkocht en overgedragen hebben. TRANSCRIPTIE 50 Jck Johan Joncheer toe Almelo en(de) Johanna van Reede mijn echte wijff bekenne(n) en(de) betughen myt dessen openen bezeghelden breue voer ons en(de) onse eruende dat wij myt / onsen vrijen willen en(de) gueden berade hebben vercoft en(de) vercopen erflike ewelike en(de) vmmermeer rechtes stedes erfcopes den Prior en(de) ghemenen Conuente

Page 170: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

des Cloesters der Re/gulieren toe Alberghen onse ghewaerde erue en(de) guede gheheten dat grote Ghetekaten en(de) dat luttike Ghetekaten toe samen gheleghen in den kerspel en(de) gherichte der heerschap / toe Almelo voer vrij edel eghene doerslachtighe onbecommerde guede allen voercommer afghedaen myt al horen lande myt huse myt houe myt holte myt luden daer toe hore(n)de / myt waren myt torue myt twighe myt water myt 5 weide myt aller slachternut en(de) myt al horen olden en(de) nyen toebehoer om ene summe gheldes die wij bekenne(n) dat ons vol / al en(de) wal betaelt is tot onsen willen . En(de) wij Johan en(de) Johanna voers(creuen) hebben voer ons en(de) onse eruende verteghen vanden eruen en(de) gueden voers(creuen) myt al horen rechte en(de) toebehoer / voers(creuen) en(de) syn der wtghegaen myt hande myt monde en(de) myt aller oplatinghe 10 en(de) vertichnisse alse ordel en(de) recht wijsede voer Maes ten pas in der tijt een ghesworen richter in den / kerspel en(de) gherichte der heerschap toe Almelo voers(creuen) daer hy sat toe gherichte in enen gheheden164 heymale myt synen koernoten nae bescreuen als hi myt rechte solde tot behoef des / Priors en(de) Conuents voers(creuen) also dat wij off onse eruende an den eruen en(de) gueden voers(creuen) myt al horen tobehoer 15 voers(creuen) gheereleye recht off ansprake off denst cleyn off groot an be-/holden noch vmmermeer an wachtende sullen wesen . Voert soe louen wij Johan en(de) Johanna voers(creuen) voer ons en(de) onse eruende den Prior en(de) ghemenen Conuente voers(creuen) der erue(n) / en(de) gueden alse des groten Ghetekaten en(de) des luttiken ghetekaten voers(creuen) myt al horen rechte en(de) toebehoer voers(creuen) toe waren 20 voer vrij edel eighene ghewaert in Almeler marck en(de) / onbecommerde guede myt allen punten en(de) artikelen voers(creuen) en(de) rechte waerschap toe doen tot allen tijden alse sijs begheren voer al die ghene die des to rechte comen willen / buten oeren kost en(de) schaden . Weert zake dat in allen dessen punten en(de) artikelen voers(creuen) tot ienygher tijt den Prior en(de) Conuente voers(creuen) ieet ontbreke daer sie ienyghen schade(n) off / 25 hynder bi leden wo dat toe queme den schaden of hynder moghen sie sonder vervollich ienyghes rechtes tot oeren slichten wtsegghen wtmane(n) ende inwynne(n) ghelijck here(n) pacht / myt gheesteliken off daghelix werltliken rechte dat een den anderen niet toe hynderen wt al onsen gueden ruerlijc off onberuerlijck vrij off leen waer dat die gheleghen / syn die wij nv hebben off namaels krighen moeghen . Sonder arghelist . Toe tughe der 30 waerheit alle desser voers(creuen) punten en(de) artikelen hebben wij Johan en(de) Johanna voers(creuen) voer / ons en(de) onse eruende onse zeghele an dessen breeff ghehanghen . En(de) om meerre vestenysse wille hebben wij voert ghebeden Maes ten Pas voers(creuen) als een richter dessen breeff / mede ouer ons en(de) onse eruende toe bezeghelen . En(de) ick Maes ten Pas voers(creuen) want alle dessen punte en(de) artikele 35 voers(creuen) voer my ghescheen syn als sie myt rechte solden daer ick / sat toe gherichte in enen ghehegheden heymale als ick myt rechte solde myt myne(n) koernoten nabescreuen so heb ick om beden wille Johans en(de) Johanna voers(cruen) mijn zeghel / als een richter mede an dessen breeff ghehanghen . Hijr weren an en(de) ouer alse rechte koernoten Otto Bellengherhoue en(de) Frederick gheerts soen kuetenbrouwer en(de) anders 40 / gueder luede ghenoech . Ghegheuen in den Jaer ons heren Dusent vierhondert vijf en(de) vijftich op sunte Briccius dach des hilighen bisschops en(de) Confessoers . 1456a 45 Almelo 1456-02-05 REGEST Herman Schaep verklaart in leen te hebben ontvangen van jonker Johan van Almelo het erve en goed Toe Tyosing, gelegen in de buurschap Tubberge in het gericht Oetmersem. 50 Herman van Hulscher en Egbert van Heyden (leenmannen van het Sticht Vtrecht) waren getuigen.

164 Zonder "ge" in het midden van het participium.

Page 171: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE JC Herman Schaep Doe kond allen luden en(de) betuge / mit dessen ap(en)en breue vor my en(de) myne erfge(namen) Dat ic / hebbe ontfangen vanden Ersamen Jonch(er)en Johanne / van Almelo Dat erue en(de) guet toe tyosing soe dat be/legen is Jnder burschap tubberge 5 Jnden kerspel en(de) ge/richte van Oetmersem tot enen stichtes lene van v/trecht En(de) sal dat vorherweden waen sich dat gebord / alsmen eyn stichtes leyn van vtrecht toe vorherwe/dene pleget Beholtlic Jonch(eren) Joha(n)ne vors(creuen) sijns rechtes / my des mijns en(de) enen ijd(er)en ma(n)ne des sijns Hijr w(er)en / mede an en(de) auer als beleende ma(n)ne des stichtes van / vtrecht Herman van hulscher Egbert van heyden / 10 en(de) vortmeer gueder lude genoech Jn orkunde der waer/heit aller punten vors(creuen) soe heb ic Herman schaep vors(creuen) / mijn segel vor my en(de) myne erfge(namen) vors(creuen) wijtliken beneden / an dessen bref gehangen Gegeuen Jnden Jaer ons h(er)en / Dusent virhondert ses en(de) vijftich vp sant Agathen dach / der hillige(n) Joncfr(ouw) 15 1456b Almelo 1456-09-20 REGEST 20 Schepenen en raad der stad Almelo verklaren dat Meynolt de Scroder, zijn vrouw Lamme en hun zoon Egbert hebben verkocht en bij deze geleverd aan heer Johan Tusuelt twee gaerden binnen een omheining, gelegen te Almelo buiten de Eeschpoort, "in den slaghe hen to" het Beghynenhues, tussen de gaerden van Johan van Alen en de weg op de Weteringhe, welke gaarden zij eertijds hadden gekocht van de kerk te Almelo en van Bernt 25 Hermans "vp dat Vene". TRANSCRIPTIE Wy ghemeynen schep(en)en en(de) Raet der stat van Almelo doen kondich alle(n) luden / myt dessen ap(en)en beseghelden breue dat vor ons ghecomen synt Jnt scependoem / als 30 vor scep(en)en Meynolt die scroder en(de) la(m)me syn echte wijff en(de) egbert oer twyer / echte sone en(de) bekanden dar vor ons dat see vor hem en(de) vor oren erfge(namen) hadden / vercoft en(de) vercoften rechtes stedes erfcopes erflick en(de) ewelijc heren Joha(n)ne tusuelt / en(de) holder desses breues myt syne(n) wyllen Twe gaerden in eynen thune en(de) an een / gheleghen to almelo buten de eeschporten in den slaghe hen to 35 beghynenhues by / Johansgaerden van alen Rore(n)de an den wech vp dee weteri(n)ghe als sye Meynolt / en(de) la(m)me vors(creuen) ghecoft hebbet den ene(n) va(n) der hyllighen kercken to almelo en(de) den / anderen van bernt h(er)mans vp dat165 vene O(m)me ene su(m)ma gheldes die hem degher / al en(de) wal betalt was als sie bekanden vor ons in den selue(n) scependoem Ende / Meynolt en(de) la(m)me en(de) egbert vors(creuen) synt 40 desser Twyer gaerden vors(creuen) wtghegaen / vor em en(de) or erfge(namen) en(de) hebben dar van vertheghen vor ons myt hande myt mu(n)de / met richte en(de) met rechte also see myd rechte soelden to behoeff heren Johans ende / holder vors(creuen) Also dat see noch oer erfge(namen) noch nema(n)t van ore weghene ienychrecht / oft ansprake beheelden of wachte(n)de suellen wesen an dessen Twen vors(creuen) garde(n) / nu noch 45 ghenre tijt Ende sie louede(n) heren Joha(n)ne of hold(er) vors(creuen) der gaerden / vors(creuen) to ware(n) en(de) rechte waerscap to done vor al die ghene die des to rechte / wylt come(n) bute(n) sine(n) scaden soe vake als hem des noet of to done were Su(n)der / argelist Jn een orkunde en(de) een tuech der waerheit alre pu(n)ten vors(creuen) hebbe / wy scep(en)en vors(creuen) o(m)me bede wyllen van beyden tzijden onse stad seghel an 50 desse(n) / breeff gheha(n)ghen Ghegeuen Jnt Jaer ons h(er)en Dusent vierhu(n)dert sees en(de) vijfftich vp sante Matheus auent eyns hilighen Apostels en(de) ewa(n)gelisten

165 "dat" is boven "vp vene" geschreven.

Page 172: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1457a Ootmarsum 1457-04-04 5 REGEST Wessel Peperlaken, richter te Oetmersem, verklaart dat Albert de Scroder en Gese zijn vrouw hebben verkocht aan Daye van Tubberghe, een jaarrente van 3 ½ mud winterrogge, uit hun kamp gelegen op de Humbroke, vroeger toebehorend aan Arnd van Tubberghe, en uit enige andere stukken lands, nader in het stuk genoemd. Een daarvan (tends an der 10 langhen heghe) behoorde voorheen aan Assyng. Keurnoten zijn Johan Zuest en Gherhardus vpt Loe. TRANSCRIPTIE Ick wessel peperlaken Een gesworn richter Jn der tijd to Oetmersem beke(n)ne en(de) 15 betughe myd dessen op(en)en / besegelden breue dat voir my ghekome(n) is dair ick sat to gerichte myd myne(n) kornote(n) als Joha(n) zuest en(de) gher/hardus vpt loe als ick myd rechte solde Albert die scroder en(de) gese zijn echte wijff en(de) beka(n)den voir hem ende / voir oer erfge(namen) dat ze hadden verkofft en(de) verkoften stedes erfkoeps erflijc en(de) ewelijc v[ee]rdehalff mudde gu/des claren wynterrocghen Jaerliker renthe vte oren kampe 20 gelegen vp den humbroke de vortijdes Arndes / van tubberghe plach to hoerne Ende vte [or]en stucke gelegen vp den blomi(n)ghe beneuen der wedeme(n) land / En(de) vte oren stucke la(n)des gelege(n) beneue(n) an den blomi(n)ghe en(de) scot myd den ene(n) eende an der wedeme(n) lant / vte ore(n) stucke schetende myd den ene(n) Eende an de luttike deeffsteghe En(de) vte oere(n) stucke geleghen tends / an der la(n)ghen heghe dat vortijdes 25 to assyng tehoerne plach Dayen va(n) tubberghe oere(n) erfge(namen) of holder desses / breffs myd oere(n) wyllen V(m)me ene su(m)me geldes de hem to wyllen betalt was En(de) ze verteghen dair van / myd hande myd mu(n)de myd aller vertichnisse en(de) vplati(n)ghe als recht was En(de) loueden hoer den rocg(hen) vors(creuen) / Jaerlix to leuere(n) en(de) ku(m)merloes wal to betalen tuschen su(n)tte merten Jn den wynter en(de) medewynter 30 by(n)/ne(n) oetm(ersem) Jn Een hues dars Dayen oren erfge(namen) of holder vorge(nomd) best genoghet En(de) der Renthe vorge(nomd) g[.d.na166]/ghe waerscap to done wo men myd rechte enen steden erfkoep schuldich is to waerne vor alle dege/ne de des to Rechte komen wylt Schege dair yenich ghebreck an dat weer an betali(n)ghe des rocgh(en) / of an wari(n)ghe der renthe dat qweme wo dat to qweme so mach daye oer erfge(namen) of 35 holder vors(creuen) alle(n) / hinder en(de) schaden dar v(m)me gedaen en(de) by geleden myd den versetene(n) rocg(hen) manen en(de) Jnwy(n)ne(n) vte / den kampe en(de) lande voirs(creuen) van allen den gene(n) de hem des een deel of al vnderwy(n)nen tellen of bouwe(n) / va(n) alberte en(de) gesen vorge(nomd) van ore(n) erfge(namen) vte al ore(n) gude dat sy rede of vnrede wetlijc of vnwetlijc by(n)/ne(n) of buten myd pa(n)di(n)ge myd 40 besate myt allen rechten gestlijc en(de) wertlijc to gelike vnuerclag(et) ende / vnueruolget voir yema(n)de gelike rechte heren pacht Buten weri(n)ghe enighes rechtes Oerku(n)de / der waerheyt heb ick wessel richter voirs(creuen) myn zegel beneden an dessen bref gehanghen Jnt Jaer vn/ses heren dusent veerhundert zeuen en(de) vijfftich vp Su(n)tte Ambrosius dagh[e]167 45

166 Misschien kan men lezen "gudena/ghe"

167 De laatste regel is deels onder de plica verborgen.

Page 173: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1457b Ootmarsum 1457-09-07 5 REGEST Wessel Peperlaken, richter van Oetmersem, oorkondt dat Roloff Hondeberch, Frederick van Beueren, commandeur van het huis te Oetmersem, en Roloff van Beueruoerde ten overstaan van hem, richter, en zijn keurnoten Clawes van Ouerhaghen en Dirick van Heyden, verklaren dat Roloff Hondeberch in het verleden aan prior heer Reyner van Texel 10 van het klooster en convent te Alberghen twee tienden (groff ende smal) over Hermannyng en Hademeryng (beide gelegen in Gheesteren in het gericht van Oetmersem) verkocht had, die toen echter nog leengoed van de bisschop van Utrecht waren. Zij beloofden tesamen 325 gulden te betalen, zijnde twee tienden (groff ende smal) over Hermannyng en Hademeryng, indien die erven door hen niet vóór Sint Michiel van het volgende jaar als vrije 15 eigendom geleverd zouden worden aan prior en convent. TRANSCRIPTIE Jck Wessel Peperlaken een ghesworen richter in der tijt to Oetmersem van weghen mijns ghenedighe(n) here(n) Here(n) Dauids va(n) Bur/gonijen Bisschopp to Vtrecht do kundich 20 allen luden dat voer my ghecome(n) sint daer ick sat to gherichte myt myne(n) kornote(n) hier nae / bescreue(n) als ick myt rechte solde Roloff hondeberch heer Frederick va(n) Beueren ku(m)melduer des huses to Oetmersem en(de) Roloff va(n) Beuer/uoerde en(de) bekanden voer hem en(de) voer oer erfghename(n) want Roloff hondeberch voers(creuen) voertijdes vercofft heuet twe Tende(n) groff ende / smal als ouer Herma(n)nyng en(de) 25 Hademeryng beyde gheleghe(n) to Gheestere(n) in den gherichte to Oetmersem . Ende want die Tenden voers(creuen) / nochtertijt leene synt mijns ghenedighen here(n) van Vtrecht soe loueden Roloff Hondeberch heer Frederick va(n) Beuere(n) en(de) Roloff van / Beueruoerde voers(creuen) tozamen en(de) elc voer al als sake wolde die Tenden voers(creuen) to vrijen tusschen dyt en(de) sunte Micheel naest comende / ouer een jaer . 30 en(de) to vrijen onbeku(m)mert to leuere(n) to waren den copers alse heren Reyner va(n) Texel Prior en(de) den ghemene(n) Conue(n)te / des Cloesters der Reguliere(n) to

Page 174: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Alberghe(n) . Weert oeck zake dat des nycht en scheghe nae manyere(n) en(de) tijden voers(creuen) en(de) des dat Cloester / voers(creuen) in schaden queme . soe verwilcorden Roloff . heer frederick en(de) Roloff voers(creuen) voer hem voer oer erfghename(n) tzamentlike en(de) elck / voer all dat dan heer Reyner Prior voers(creuen) off een ander prior va(n) dessen Cloester voers(creuen) off yemant van des Conuentes voers(creuen) weghen 5 mo/ghen penden off manen van dessen voers(creuen) tzamen off van oer een deels dree hundert golden rijnsche gulden en(de) vijeff en(de) twintich / en(de) bewijesliken scaden van hem seluen van oeren erfghename(n) wt oeren gueden en(de) luden wetlick en(de) vnwetlic . en(de) an oer lijcghende / erffnysse myt pandynghe myt besate myt allen rechten gheestlick en(de) werltlic to ghelijck op allen steden in allen gherichte(n) sie off oer / 10 erfghename(n) onueruolghet onuerclaghet voer yemande ghelike rechte(n) here(n) pacht offt hem dat Dient buten weringhe een nijghes / rechtes denstrecht wicbolde recht marcket recht gheleyde tzamen wtghesproken . Orkunde der waerheit heb ick Wessel richter / voers(creuen) mijn zeghel beneden an dessen breef ghehanghen . Daer myt my an en(de) ouer were(n) alse rechte kornote(n) Clawes va(n) Ouerhaghe(n) / en(de) Dirick van heyden 15 En(de) vm meerre vestenisse wille(n) hebbe(n) wij Roloff Hondeberch Heer Frederick va(n) Beuere(n) en(de) Roloff va(n) Beuer/uoerde elck onse zeghele voer ons en(de) voer onse erfghename(n) beneden an dessen breeff ghehanghen Ghegheue(n) in den Jaer onses here(n) / Dusent vierhondert seuen en(de) vijftich des anderen daghes voer onser lieuer vrouwen daghe Natiuitas . 20 1458a Oldenzaal 1458-05-24 25 REGEST Pelgrim ten Torne als richter in Oldenzael verklaart, dat Henric van Beruorde een jaarrente van twee mud rogge, uit het erve Ten Ophues (soe dat belegen is Jnder marcke vander lutte) in het gericht Oldenzaal, aan priorin en het gehele convent van zusteren in Werselo verkocht heeft. Keurrnoten en gerichtslieden zijn Johan van Gelre, geheten Kennewech, 30 Fredericus Brant en anderen. TRANSCRIPTIE JC Pelgrim ten torne Jnder tijt en gezwo(r)en Richter tot Oldenzael Doe kond en(de) kentlic allen luden en(de) betuge mit dessen / apene(n) breue Dat vor my Jngerichte mit ordel ende 35 rechte geheget seluen gecomen is Henric van Beruorde Ende / enkande vor my vor em en(de) sine erfge(namen) Dat he redelike en(de) reckelike hadde vorcoft en(de) vorcofte vormits dessen b(re)ue in enen / rechten steden vasten erfcope erflike ewelike en(de) o(m)mermeer Mit hande en(de) mit monde mit allen vortichnissen ende / vplatingen als recht was Der Ersamen P(r)ory(n)nen en(de) alingen Co(n)uentes Joncf(er)en des Closters toe 40 Werselo en(de) oren / nakom(en)en twe mudde guedes schonen cla(er)en wijnter roggen Jarliker gulde bij deuenter mate wt sinen erue en(de) guede / ten Ophues soe dat belegen is Jnder marcke vander lutte Jnden kerspel en(de) gerichte van oldenzael en(de) vort wt sine(n) / alingen and(er)en erfnissen en(de) guede(n) als he heft Jnden kerspel en(de) gerichte van oldenzael of namals vorkrijgen maech Omb / eyne su(m)ma van gelde die em 45 deger al en(de) wal tot sinen willen betalt weer daer em en(de) sinen erfge(namen) vors(creuen) altoes wal / angenogen solde als he vor my enkande Ende Henric vors(creuen) lauede hijr o(m)me vor em en(de) sine erfge(namen) vors(creuen) Der P(ri)ory(n)/nen en(de) (Con)ue(n)tes Joncf(er)en en(de) oren nakom(en)en vors(creuen) Desser Jarlix roggen gulde vors(creuen) rechte waerschop toe donde tot / ewigen dagen vor alle die gene die des 50 toe rechte willen comen Ende guede rede betalinge nv vort an alle / Jaer ku(m)merloes toe leuerne tusschen sante marten en(de) mydwynter bynnen oldenzael in enhues daers der / P(ri)ory(n)nen ende (Con)ue(n)tes Joncf(er)en of oren nakom(en)en vors(creuen) best genoget weert oeck zake dat des niet enschege / en(de) hijr enich gebreck involle dat weer

Page 175: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

van waerschop of van betalinge of woe dat toe queme Dat mogen / die P(ri)ory(n)ne en(de) / Con)uentes Joncf(er)en of ore nakom(en)en vors(creuen) tot allen tijden Jn manen en(de) wt wijnnen van Henricke / ende sinen erfge(namen) vorge(nomd) ende vort van alle den genen die em desses vors(creuen) erfs en(de) guedes ten vphues ende / vort sier alingen and(er)en erue(n) en(de) gueden vors(creuen) eyns dels of al onderwijnden Mit pandinge 5 mit besate mit alle(n) / gerichte(n) geistlic ende wartlic dat ene recht den and(er)en niet toe hijnderne onu(er)volget en(de) onu(er)claget vor Jeme(n)de / gelike rechte h(er)en pacht sonder enigerhande hulpe rede en(de) sonder al argelist hijr weren mede an en(de) auer als / Cornoten ende gerichtes lude Johan van gelre geheten kennewech fredericus brant en(de) meer gueder lude genoch / die dat mede segen en(de) horden Jn orkunde der waerheit aller 10 punten en(de) articule vors(creuen) en(de) en ytlic bijsond(er)en soe heb / ic Pelgrim ten torne vors(creuen) mijn segel als en richter ombede willen van beiden tzijden vors(creuen) wijtliken beneden / an dessen breff gehangen Ende omb der mere konde ende vestnisse willen aller punten vors(creuen) soe heb ic Henric / van beruorde vors(creuen) mijn segel vor my en(de) myne erfge(namen) vorge(nomd) wijtliken mede an dessen bref gehangen 15 Gegeue(n) / Jnden Jaer ons h(er)en Dusent virhundert Achtende vijftich vp sant vrban(us) auent des hillige(n) pawes(es) 1458b 20 Enschede 1458-09-22 REGEST Schepenen, raad en de gehele gezworenen "menthe" der stad Enschede stellen Gerd van Besten, zoon van Johan van Besten zaliger, schadeloos voor drie mud rogge die Johan van 25 Besten verkocht heeft uit het erve Bouhues in Loniker, gelegen binnen de St. Stephanus vicarie te Enschede. TRANSCRIPTIE Wij Gem(en)en Scep(en)en en(de) Raed en(de) alinge gezworne Menthe der stat van 30 Enschede Don kond e[n(de)] / kentlic allen luden en(de) betugen mit dessen apenen breue vor ons en(de) onse nakom(en)en Dat wi[j] / hebn gelauet en(de) louen vormits dessen b(re)ue Gerde seligen Johans sone van besten en(de) sinen erfg[enamen] / deger en(de) al toe onthauen en(de) schadelos toe holdene van alsodanen dren mudde roggen erfliker [R]enth[e] / als selige Johan van besten vorge(noemd) den got genade ertijdes erfliken 35 u(er)coft en(de) vorset heft wt den boů/hues toe loniker soe dat belegen is Jnden kerspel en(de) gerichte van Enschede Jn sante Stepha[nu]s / vica(r)ie tot Enschede nae Jnholt en(de) wt wijsinge der fu(n)dacien dess(er) vors(creuen) vica[rie]n En(de) wij en(de) on[se] / nakom(en)en vors(creuen) so168len en(de) willen desse vorge(noemde) dree mudde roggen jarlix wal betalen sonder gerdes of / siner erfge(namen) vorge(nomd) cost hijnder en(de) 40 schaden Weert oeck zake dat des [neet] enschede soe dat gerd [of] / sine erfge(namen) vorge(nomd) desser gulde vorge(nomd) in enigen schaden quemen dat queme toe woe dat toe qu[e]m[e] / ende woe vaken dat geschede Soe vaken maech gerd of sine erfge(namen) vorsc(creuen) desse vorge(nomde) gulde [mit] / aller cost hijnder ende schaden als he of sine erfge(namen) vorge(nomd) daer daen bij genamen en(de) o(m)me g[edae]n / hadden 45 tot allen tijden weder Jn manen ende wt wynnen van ons en(de) onsen nakom(en)en vorsc(reuen) / en(de) vort wt onse[n] stades molen renthen vorůalle ende vpkomijngen Mit pandinge m[it] / besate mit allen gerichten geistlic ende wartlic dat e[n]e recht den and(er)en niet toe hijnd[eren] / ons onvoruolget ende onvorclaget vor Jemende gelike rechte Jarlix vorschenene(n) heren pacht / sonder enigerhande hulpe rede sonder Jenich weder seggen 50 ende sonder al argelist [Jn orkunde] der waerheit aller punten ende articule[n] vorge(nomd) ende [en] ijtlic bijsond(er)en Soe [heb] / [wij] onser stadt segel vor ons ende al onse

168 De "o" lijkt hier erg veel op een "a".

Page 176: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

nakom(en)en vors(creuen) wijtliken beneden an des[sen] breff / gehangen Gegeuen Jnden Jaer ons h(er)en dusent virhundert Achtende vijftich [des naesten / vrij]dage(s) [na] sante lamberts des hillige(n) bisschops 5 1458c Ootmarsum 1458-10-31 REGEST Schepenen en raad van Oetmersem verklaren, dat Albert de Bode het recht van terugkoop 10 afstaat aan Reynold Haken en zijn vrouw Ffye, m.b.t. een jaarrente van drie mud rogge, gaande uit hun huis - naast het huis van Herman Vrijlinck - in de stad en uit o.a. hun gaarde buiten de stad Oetmersem, welke Albert gekocht heeft. TRANSCRIPTIE 15 Wij ghem(en)en schep(en)en Ende Raet der stat van Oetmersem betughen myd dess(en) openen / besegelden breue dat Albert de bode voir vnss Jn schepe(n)doem hefft ouergegeuen / Reynolde hake(n) ffyen syne(n) echten wyue en(de) oren erfge(namen) enen steden vasten erffli/ken wederkoep Der dryer mudde rocge(n) Jaerliker gulde en(de) renthe De albert vorge(nomd) / gekofft hefft vte ore(n) huse en(de) stede licge(n)de by(n)nen 20 oetm(er)s(em) beneue(n) H(er)ma(n) vrijlincks / huse en(de) vte ore(n) gaerdene en(de) ke(m)pene licghe(n)de vor oetmersem na vetwijsinghe / des koepbreffs So dat Reynolt FFye vorge(nomd) en(de) ore erfge(namen) De vorge(nomde) renthe moghen / wederkope(n) alle Jaer vnuerJaert vp su(n)tte peters dach ad Cathedra(m) achte dage / vor off na vnbegrepe(n) voir zees ende Dertich gude goldene ouerla(n)sche Rynsche / gul(den) guet 25 va(n) golde en(de) swargenoech va(n) gewechte of anders so vole geldes an golt/tale Dat Jn tijd der betali(n)ge dar guet vor is To tughe Der warheyt hebbe wij / schepene(n) vorge(nomd) vnser stat zegel beneden an dessen breff geha(n)ghe(n) Jn den Jaer vns(es) / h(er)en Dusent veerhu(n)dert acht en(de) vijfftich in P(ro)festo om(n)i(um) sa(n)ctor(um) 30 1459a Almelo 1459-07-12 REGEST 35 Henrick van der Eze, geheten van Gramsberge, verklaart dat zijn moeder juffer Sweder vijf mud rogge heeft afgelost van de jaarlijkse rente van in totaal vijftien mud rogge welke zij aan hem en aan zijn zusters schuldig was. TRANSCRIPTIE 40 JC Henrick vander Eze geheiten van Gramsberge bekenne voir my en(de) myne erffgen(amen) / Jn dessen apenen breue dat Joffer Sweder mijn moder my afgeloest en(de) va(n) my quijt / gekoft heeft vijff mudde Roggen des Jairs vanden vijftien mudde Roggen de myne / Susters en(de) Jck Jairlix van hoer plegen te hebben En(de) heeft mynen Susters en(de) my / die voirge(nomde) vijff mudde Roggen Jairlicker renten aff geloest voer ene 45 su(m)ma geldes die / ons guetliken en(de) wal tot onsen willen vernoeget en(de) betailt is sonder Argelist Jn / Oirkonde der waerheit alre pu(n)tte voers(creuen) soe heb ick Henrick voirs(creuen) voer myne(n) susters / en(de) my en(de) voer onse erffge(namen) mynen Segel an dessen breeff gehange(n) Gegeue(n) int Jair / ons h(er)en Dusent vierhondert negenen(de)vijftich op sant Margreten Auent virg(inis) 50 1459b Almelo 1459-12-13

Page 177: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Johan Rensinck, richter te Almelo, verklaart dat Hermen van Pesie heeft verkocht en bij deze geleverd aan Alijd van Harderwijck een gaerden, gelegen in Almelo in de "Esche by den Baken". Keurnoten zijn Hermannus Ludensone en Albert de Scroder. 5 TRANSCRIPTIE JC Joha(n) Rensinck Jn der tijt een gheswore(n) richter der herscap va(n) Almelo doe kond alle(n) luden en(de) betuge / Jn dessen op(en)en breue dat vor my ghekomen is daer169 zat in ene(n) ghehegheden gherichte myt myne(n) kornoten / na bescreue(n) als ic myt rechte 10 solde herme(n) va(n) pesie en(de) beka(n)de dat hie myt guden berade en(de) / vryen moetwille(n) hadde verkoft en(de) verkofte rechtes stedes erfkopes erflike en(de) ewelike Alijde va(n) / harder wijck en(de) ore(n) erfge(namen) en(de) holder deses brefs myt ore(n) wille(n) ene(n) gaerden gheleghe(n) to Almelo / Jn den esche by den bake(n) O(m)me ene su(m)me gheldes die hem degher al en(de) wal tot syne(n) willen / betalt was als hie 15 beka(n)de waer o(m)me dat hermen vors(creuen) is des gaerden vors(creuen) wtghegaen vor my / Jn den selue(n) gherichte to behoeff Alijde en(de) oere(n) erfge(namen) vors(creuen) en(de) holder deses breues myt oren willen / en(de) heuet daer va(n) verteghe(n) myt hande myt mu(n)de myt richte en(de) myt rechte als hie myt rechte / solde Also dat hie noch syne erffge(namen) noch nema(n)t va(n) synre weghene ghenrehande 20 recht noch ansprake / en beholden an den gaerden vors(creuen) noch wachtene sulle(n) wesen noch to ghenre tijt Vort mer so louede / herme(n) vors(creuen) Alijde vors(creuen) en(de) oren erfge(namen) en(de) holder deses brefs vors(creuen) deses vors(creuen) gaerden to s[t]aen en(de) / to waren en(de) rechte waerscap to done tot allen tijden vor hem en(de) vorsyne erfge(namen) en(de) vor al die / ghene die des to rechte kome(n) willen 25 buten hinder en(de) scaden Alijde vors(creuen) of ore(n) erfge(namen) ende / holdes170 deses brefs vors(creuen) Sonder arghelijst Jn orkonde der waerheit alre pu(n)ten vors(creuen) Soe / heb ic Johan Rensynck vors(creuen) my(n) seghel als een richter o(m)me bede willen va(n) beiden tzijden an / desen bref gheha(n)ghen Daer dit ghescede were(n) myt my an en(de) oůer als kornoten herma(n)n(us) / luden sone Albert die scroder 30 en(de) mer lude ghenoech die dit mede seghen en(de) hoerden / Ghege(uen) Jnt Jaer ons h(er)en Mo CCCCo neghen en(de) vijftich op santte lucien daghe virginis 1460a 35 Ootmarsum 1460-02-21 REGEST Dyrick van Heyden, richter te Oetmersem, oorkondt dat Liefard Tyosing te Gheesteren en diens vrouw Swene ten overstaan van hem en de keurnoten Johan Tencking en Albert 40 Vryling aan Bernd Hermanning en diens vrouw Swene de Zeckmaet te Gheesteren hebben verkocht en overgedragen en dat ook Liefards ouders Johan Tyosing en Berte afstand van dat erf hebben gedaan. "Dedynghes ende makeslude" aan Liefards en Swene 's zijde zijn: Jacob Vriling, Johan ter Braeck en Johan Elberting; aan Bernds en Swene 's zijde: Esken ten Schonevelde, Johan Gherding en Conraed ter Hunze. 45 TRANSCRIPTIE JC Dyrick Van Heyden inder tijt een ghesworen richter toe Oetmersem beke(n)ne en(de) betughe myt dessen opene(n) beseghelden brieue dat / vor my ghecomen syn daer ic sat to gherichte in ene(n) ghehegheden heymaele myt myne(n) kornoten nae bescreue(n) als ic 50 myt rechte / solde liefard tyosing toe Gheesteren en(de) Swene sijn echte wijf en(de) 169 "ic" ontbreekt!

170 Schrijffout? "s" in plaats van "r".

Page 178: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

bekanden vor hem en(de) ore erfge(namen) dat sie hadden verkoft en(de) verkoften / rechtes steedes erfkopes erflike ewelike en(de) vmmermeer Bernde Herma(n)ning Swene(n) syne(n) echten wyue en(de) ore(n) erfge(namen) ene maet ghe/hieten die zeckmaet mytten holte myt al oren olden en(de) nyen toebehoer vor een dorslachtich edel vrijeyghen ombeco(m)mert guet / als die gheleghen is in der Buerscap toe Gheesteren inden gherichte 5 en(de) kerspel va(n) Oetmersem vor ene summe gheldes die liefar/de en(de) Swene(n) vors(creuen) tot oren willen vol al en(de) wal betaelt is als sie bekanden inden selue(n) gherichte daer hem doe ter tijt wal an ghe/noghede en(de) hem en(de) oren erfge(namen) altoes oec wal an ghenoghen sal En(de) liefard en(de) Swene vors(creuen) hebbe(n) vor hem en(de) ore erfge(namen) die maet / voers(creuen) opghedraghen opghelaten en(de) 10 verteghe(n) en(de) syn der wtghegaen vor my in den selue(n) gherichte myt hande myt monde myt aller / oplatinge en(de) vertichnisse alse ordel en(de) recht wysede tot behoef Berndes en(de) Swene(n) vors(creuen) alsoe dat liefard en(de) Swene vors(creuen) of ore erfge(namen) / ofte yemant va(n) oerre weghen an die maet vors(creuen) myt oren tobehoer gheenreleye recht of ansprake an en beholden of vmmermeer / an verwachtende sullen 15 wesen Oec soe heuet Johan tyosing en(de) Berte sijn echte wijf liefardes vors(creuen) vader en(de) moder oplati(n)ge en(de) / vertichnisse toe Oetmersem inden gherichte ghedaen vor hem en(de) ore erfge(namen) van desser seluer maet vors(creuen) En(de) voert soe loueden liefard / en(de) Swene vors(creuen) vor hem en(de) ore erfge(namen) Bernde en(de) Swene(n) vors(creuen) die maet vors(creuen) to waren en(de) rechte waerscap te 20 doen buten Berndes ende / Swene(n) vors(creuen) kost en(de) schaden vor een vrij eyghen edel dorslachtich en(de) ombeco(m)mert guet vor alle die ghene die des to rechte comen / willen to allen tijden waer en(de) wa(n)neer sie des begherende syn . Weert sake dat Bernde en(de) Swene(n) vors(creuen) yet ontbreke tot yenigher tijt / in yenighen va(n) desen vors(creuen) punten daer sie yenighen schaden of hinder by leden woe dat by queme soe 25 moghe(n) sie of yemant va(n) oerre / weghen den schaden of hinder seluen grooten en(de) werderen en(de) sonder vervolch enighes rechtes ghelijc heren pacht wtmane(n) ende / inwy(n)nen myt daghelicschen ghiestlicken of werltlike(n) rechte dat ene den anderen niet te hinderen wt al oren gude roerlic of onroerlic / woe dat gheleghen is dat sie nv hebbe(n) of namaels crighen moghen Sonder arghelist . Jn oerkonde der waerheit alre vors(creuen) 30 punten / soe heb ic Dyric van Heyden vors(creuen) om bede wille va(n) beyden tsyden mijn zeghel als een Richt(er) an dessen breef ghehange(n) Hijr weren / an en(de) ouer alse rechte kornoten en(de) gherichtes lude Johan tencking en(de) Albert vryling en(de) anders guder lude ghenoech . daer dit ghe/schiede daer weren mede an en(de) ouer dedynghes en(de) makeslude an beyden tsyden Jacob Vriling Johan ter braeck en(de) Joha(n) Elberting 35 / an Liefard en(de) Swene(n) syde . en(de) Esken ten schonevelde Johan gherding en(de) Conraed ter Hůnze an Berndes en(de) Swene(n) syde Ghegheue(n) / Jnden Jare onses Here(n) Dusent vierhondert en(de) sestich op Sunte peters auent Ad Cathedra(m) des hilghen Apostels 40 1460b Twenthe 1460-03-24 REGEST 45 Heer Willem Buckhorst, ridder, als ambtman van Twenthe, verklaart dat Herman van Peysie en Aleyd van Harderwijc zijn vrouw, het erve en goed Dat Grote Hulscer en Die Cosstede, beide in de buurschap Zendere, kerspel Bornen, en het erve en goed Haedekinck in de buurschap Elsen, kerspel Rijsen, verkocht hebben aan Gerd van Weleuelde, Otte van Bellinchoue, Herman van Hulscer en Clawes van Ouerhagen. Keurnoten en gerichtslieden 50 zijn Wynolt Wilming en Herman Tenckinck TRANSCRIPTIE Jck her willem buckhorst rydder inder tijt amptma(n) des landes va(n) Twenthe make ku(n)t

Page 179: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

alle(n) lude(n) en(de) betuge met dese(n) / op(en)en besegelde(n) breue dat vor my si(n)t gekome(n) daer ick sad to gerichte in ene(n) hegede(n) gerichte mit myne(n) Cornote(n) hir /na bescreue(n) als ick mit rechte solde Herma(n) va(n) peysie en(de) Aleyd va(n) harderwijc sijn echte wijff en(de) enkande(n) daer vor my / vor hem en(de) vor oer erfge(namen) dat sie reckelike en(de) redelike hadde(n) vercoft vercoft171 en(de) vercofte(n) rechtes stedes vastes 5 erfcopes erf/like ewelike en(de) o(m)mermer Gerde va(n) weleuelde Otte(n) va(n) bellin[c]houe Herma(n)ne va(n) Hulscer en(de) Clawese va(n) ouerhage/ne en(de) o(er)en erfge(namen) Oer Erue en(de) guede gehete(n) Dat grote hulscer Die Cosstede beyden gelege(n) inder burscap to zendere / en(de) inde(n) kerspele to borne(n) en(de) dat erue en(de) gued gehete(n) Haedekinck gelege(n) inder burscap va(n) Else(n) en(de) inde(n) 10 kerspele va(n) / Rijsen met torue met twige met water met weyde en(de) met aller slachter nut o(m)me ene su(m)ma va(n) gelde die hem degher / all en(de) wal tot o(er)en wille(n) betalt wer alse sie vor my enkande(n) daer hem en(de) o(er)en erfge(namen) vors(creuen) al[toe]s wal an genoge(n) solde / Ende sie dede(n) hier o(m)me vertichnisse en(de) vplati(n)ge vor my vor hem en(de) vor oer erfge(namen) vors(creuen) va(n) desse(n) 15 vors(creuen) Erue(n) en(de) guden / en(de) genge(n) der ali(n)g wt mit hande(n) en(de) mit mu(n)de(n) als ordel en(de) recht wijsede to behoeff Gerdes Otte(n) Herma[n]s Claweses / en(de) oerre erfge(namen) vors(creuen) Alsoe dat herma(n) Aleyd vors(creuen) en(de) oer erfge(namen) vors(creuen) noch nema(n)t va(n) oerre wegene nenghenrehande / recht noch ansprake mer beholde(n) en hebbe(n) noch wachte(n)de sulle(n) wese(n) an desse(n) 20 vors(creuen) Erue(n) en(de) guede(n) Voert so louede(n) / Herma(n) en(de) Aleyd vors(creuen) vor my vor hem en(de) vor oer erfge(namen) vors(creuen) Gerde Otte(n) herma(n)ne Clawese en(de) o(er)en erfge(namen) vors(creuen) des/ser vors(creuen) Erue en(de) guede rechte waerscap to done tot ewige(n) dage(n) vor alle diegene die des toe rechte wille(n) komen / Oeck so enkanden sie vor hem en(de) vor oer erfge(namen) 25 vors(creuen) inde(n) selue(n) gerichte dat sie ofte oer erfge(namen) desse vors(creuen) Erue ende / solde(n) en(de) wolde(n) wederlosen bynne(n) desse(n) iaer na data sbrefs dat is nemelike vor vns(er) leue(n) vrouwe(n) dach Annu(n)ci/acio va(n) Gerde Otte(n) herma(n)ne Clawese en(de) o(er)en erfge(namen) Weert sake dat sie ofte oer erfge(namen) vors(creuen) der Erue en(de) gude vors(creuen) / nyet en losede(n) bynne(n) desse(n) iaer 30 vors(creuen) wa(n)ttet hem to gegeue(n) wort o(m)me god en(de) gu(n)ste(n) willen va(n) desse(n) veere(n) vorges(creuen) / So bekande herma(n) en(de) Aleyd vors(creuen) vor my vor hem en(de) vor oer erfge(namen) vors(creuen) dat dan desse vors(creuen) Erue en(de) gude vors(creuen) / ali(n)g en(de) all sulle(n) verstaen wesen en(de) vercoft sunder loese erflike ewelike en(de) o(m)mermer en(de) sie noch oer erfge(namen) / vors(creuen) daer 35 gene ansprake mer(e) an to done noch an wachtende te wesene su(n)der argelijst Ock so loueden her/man en(de) Aleyd vors(creuen) vor my vor hem en(de) vor oer erfge(namen) inde(n) sollue(n) gerichte dat sie desse vors(creuen) Erue en(de) gude / solde(n) holde(n) in leenesgewer wa(n)ttet alle leen gude sint en(de) w(er)en beth all so lange dattes Gerd Otte Herma(n) en(de) / Clawes off oer erfge(namen) vors(creuen) ouerkome(n) ku(n)nen an den 40 leen h(er)en hem dat toe belene Wert ock sake dat hier ye/nigerhande gebreck in volle dat weer va(n) warscap va(n) der loese off va(n) der leenscap desser Erue en(de) gude vors(creuen) / dat q(ue)me to wo dat to q(ue)me dat moge(n) Gerd Otte Herma(n) Clawes en(de) oer erfge(namen) vors(creuen) met alle(n) hinder cost en(de) sca=/den den sie off oer erfge(namen) vors(creuen) daer gelede(n) hebbe(n) by en(de) o(m)me toe zaemene 45 a(n) scade(n) an Jnmane(n) en(de) wtwinne(n) va(n) / Herma(n)ne Aleyde en(de) o(er)en erfge(namen) vors(creuen) en(de) voert va(n) o(er)en luede(n) haeue(n) en(de) guede[n] en(de) vort mede wt all o(er)en ali(n)ge(n) Erue(n) / en(de) guede(n) bynne(n) bute(n) stede(n) eder slote(n) sie sint leen off eyge(n) waer sie die hebbe(n) en(de) namaels wilt god verkrige(n) / moge(n) mit pandinge mit besate mit alle(n) gerichte(n) geestlic en(de) wertlic 50 dat ene recht den and(er)en nicht toe / hinderne ofte met hem beyde(n) to gelike vnveruolget

171 Twee keer "vercoft".

Page 180: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

en(de) vnverclaget vor yema(n)de gelike rechte v(er)schene / h(er)en pach172 su(n)der argelijst en(de) wer eniges rechtes Hier w(er)en mede an en(de) ouer als Cornote(n) en(de) gerichtes/lude die oere(n) orku(n)t mit my daer mede vp vntfenge(n) Wynolt wilmi(n)g Herma(n) tenckinck en(de) mer guder / lude genoch die dat mede sege(n) en(de) hoerde(n) Jn orku(n)de der waerheyt aller pu(n)te(n) en(de) articule vors(creuen) Soe hebbe / ick her 5 willem buckhorst ridder amptman vors(creuen) myn segel o(m)me bede wille(n) va(n) beyde(n) tsijden wijtlike an / desse(n) breff gehange(n) En(de) o(m)me der merre vestnisse wille(n) aller pu(n)te(n) en(de) articule vors(creuen) Soe heb ick herman / va(n) peysie myn segel vor my vor Aleyde myne echte(n) huesurouwe(n) vors(creuen) o(m)me oerre bede wille(n) als oer mo(n)ber / en(de) vor vnser twier erfge(namen) vors(creuen) wijtlike mede an 10 desse(n) breeff gehangen Gegeue(n) Jnt Jaer vnses h(er)en duese(n)t / [veerhundert en(de) tsest]ich173] vp vnser leue(n) vrouwe(n) auent Annu(n)ciatio marie 1461a 15 Almelo 1461-02-01 REGEST Llambert toe Oeuenhues verklaart mede namens zijn vrouw Ffenne, overgedragen te hebben aan Herman Post en diens vrouw Gese het erve en goed Dat Hulsebrinck, gelegen 20 in de heerlijkheid Almelo, dat eertijds door hem was gekocht van jonker Egbert van Almelo, diens vrouw Elyzabeth van Voerst en hun zoon Johan van Almelo, allen thans overleden. TRANSCRIPTIE JC llambert toe Oeue(n)hues bekenne en(de) betuge in dessen op(en)en besegelde(n) 25 breue vor my vor ffenne(n) myne echte hues/urouwe(n) en(de) vor vnser twier erfge(namen) dat wij hebbe(n) ouer gegeue(n) en(de) mechtich gemaket geue(n) ouer en(de) make(n) mechtich / Herma(n)ne postes Gesen sijne(n) echte(n) wyue o(er)e twier erfge(namen) en(de) holder desses breues met o(er)en wille(n) Eyne(n) erfbreeff / sprekene vp dat Erue en(de) gued geheten dat hulsebrinck dat wij erflike gekoft hebbe(n) va(n) Ju(n)cker Egberte 30 va(n) / almelo Elyzabeth va(n) voerst Ju(n)cfrouwe(n) tot almelo en(de) Joha(n)ne va(n) almelo o(er)en echte(n) soene den god nv ter tijt / alle(n) genaede also als dat gelege(n) is inder herscap va(n) almelo Soe dat Herma(n) Gese oer erfge(namen) en(de) holder desses / breues vors(creuen) met den breue moge(n) doen en(de) laete(n) wes dat sie wille(n) Ende dat vors(creuen) Erue en(de) gued kere(n) en(de) wende(n) nae / wt wysinge des 35 pri(n)cipaelsbreues geliker wijs als wij ghedaen mochte(n) hebbe(n) waer sie wille(n) nae wt wij/singe des pri(n)cipaels breue174 buete(n) vnse(n) en(de) vnser erfge(namen) vors(creuen) oeuele(n) moet en(de) weder seggen Ende wille(n) hem / des pri(n)cipaels breues en(de) des Erues en(de) guedes vors(creuen) staen en(de) wa(er)en en(de) rechte waerscap doen tot ewigen / dage(n) toe voer alle die gene die des toe rechte wille(n) 40 kome(n) su(n)der all argelijst en(de) weder segge(n) Ende alle / olde en(de) nye vonde die men vp desse(n) breeff vinde(n) off veysiere(n) mach ene mede toe kanselierne ofte weder / toe leggene dat w(er)e quessinge des segels ho[e]linge en(de) voldinge desses breues en(de) verduesternisse der / scrijft dijt tsaemene wt gesacht en(de) nicht hinderlick toe wesene desse(n) breue Ende des toe tuge der waer/heyt aller pu(n)te(n) en(de) articule 45 vors(creuen) Soe hebbe ick llambert toe oeue(n)hues myn segel vor my vor ffenne(n) myne / echte huesurouwe(n) en(de) vor vnser twier erfge(namen) vors(creuen) wijtlike benede(n) an dessen breeff gehange(n) Gegeue(n) / Jnt Jaer vnses h(er)en duesent vierhu(n)dert Eyn en(de) tsestich vp vnser leue(n) vrouwe(n) aeue(n)t Purificatio

172 De "t" is weggelaten.

173 Onder de plica verborgen!

174 Een vorm zonder "s".

Page 181: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1461b Oldenzaal 1461-12-28 5 REGEST Johan van Besten, geheten De Pape, oorkondt (na beraad met zijn zoons Henric, Wessel en Gerlich), dat hij aan het O.L.V.-gilde te Oldenzael geschonken heeft de tienden grof en smal over het erve en goed Toe Assinck in de buurschap Loniker in kerspel en gericht Enschede. 10 TRANSCRIPTIE JC Johan van Besten geheten die pape Doe kond en(de) kentlic allen luden en(de) betuge / mit dessen ap(en)en breue vor my en(de) myne erfge(namen) Dat ic bij rade en(de) mit willen hen=/rixs wessels en(de) Gerliges mij(n)re echten soens redelike en(de) reckelike hebbe gegeue(n) en(de) / geue vormits dessen breue erfliken eweliken en(de) o(m)mermeer 15 myt handen en(de) mit monden / mit allen vortichnissen en(de) vplatingen als recht was O(m)me selicheit willen my(n)re zelen / en(de) seligen stynen my(n)re echten husvrouwen zelen der got genade purliken o(m)me godes wil/len tot enen rechten ewigen testame(n)te Minen alingen vrij eygene(n) tenden groef en(de) smal / auer dat alinge erue en(de) guet toe Assinck soe dat belegen is Jnder burschop to loniker / Jnden kerspel en(de) gerichte van 20 Enschede Jn onser leuen vrouwen gijlde tot Oldenzael / tot behoef der armen En(de) wy Johan Henric wessel en(de) Gerlich van besten vors(creuen) lauen / den Raetluden en(de) p(ro)uisoren dess(er) vors(creuen) gijlde en(de) oren nakom(en)en desses vors(cruen) tenden groef / en(de) smal to stane en(de) to waerne en(de) rechte waerschoep to done tot ewigen dagen vor / ons en(de) onse erfge(namen) en(de) vort vor alle die gene die des to 25 rechte willen comen Jn allen / manieren alsmen eyn vrij edel eygen guet myt rechte wa(r)en sal Oeck sint vorwer/de dat wij of onse erfge(namen) vors(creuen) dessen vors(creuen) tenden groef en(de) smal mogen wed[er]co/pen en(de) losen van dessen vors(creuen) Raetlude[n] en(de) oren nakom(en)en vors(creuen) nv [v]ort an alle / Jaer onu(er)Jaert vp alle sante peters daech ad Cathedram achte dage vor of na onbe/grepen Mit tzestich 30 gueden gold(en)en auerlantschen rijnschen guld(en)en genge en(de) geue / vor data sbrefs of mit and(er)en gueden geliken paymente angelde dat intijt der beta/linge daer guet vor sij sonder enich weder seggen en(de) sonder al argelist Jn orkunde der / waerheit aller pu(n)ten en(de) articule vors(creuen) soe hebn wij Johan van besten en(de) henric van / besten sine sone vors(creuen) onse segele vor ons en(de) onse erfge(namen) vors(creuen) 35 wijtliken beneden an des/sen bref gehangen der wij wessel en(de) gerlich van besten gebrod(er)e vors(creuen) vp des tijt en(de) in / dessen zaken mede gebruken vor ons en(de) onse erfge(namen) o(m)me gebreck willen ons(er) segele / Gegeuen Jnden Jaer ons h(er)en dusent virhondert Eyn en(de) tzestich des naesten Maen/dages naden hilligen kerstes dage 40 1462a Oldenzaal 1462-01-23 REGEST 45 Brief van Gerhardus van Randen, proost te Oeldenzael aan richter, burgemeesters, schepenen en raad van Oetmersem betreffende het optreden van Johan de Hetersche in de kapel te Tubberge. De oorkonde is op papier geschreven, met het zegel ad causas. TRANSCRIPTIE 50 Wij g(er)hard(us) van randen p(ro)uest van Oeldenzael laten jv weten Richt(er) burg(er)meist(er) scep(en)en en(de) raedt / der stadt van Oetmersem dat bij vnssen gestlike(n) gerichte van oeldenzael myt warachtighe(n) [tu..] / vndervv(n)de[n] is dat Joha(n) de het(er)sche an den hillighe(n) dage to medewy(n)ter leest verleden hefft [i(n) der] /

Page 182: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

kapelle(n) to tubberge va(n) der altair gelt en(de) offer dat dar geoffert was dat den pastoer va(n) oetm(ersem) na o[e]ld[en] recht(en) en(de) gewoenten tobehoer[n]de genome(n) en(de) en wech gebraecht / but(en) wijlle en(de) (con)sente des pastoers voirge(nomd) off zyns capellaens de(n) de selue pastoer die dair / gesaent hadde de misse to doene en(de) sodane costumelijc offer to entfa(n)ge(n) welke(n) capellaen / oeck vp die selue tijd[t] 5 verboden is gewest va(n) Joha(n) die het(er)sche vorge(nomd) dar in de capelle / to tubberge gene misse toe done in name off va(n) beuele des pastoers va(n) oetmersem / vorge(nomd) also dat die selue capellaen syn misse gewade dat he an getoge(n) hadde dar vm wt / doen moste en(de) die misse laten staen ongedaen van hem Jn ve(st)nisse der waerhe[yt] / wa(n)t dijt al dus vnder[v]vnden en(de) waer is als [vorge(screuen) is] So hebn 10 wij vnsse segel ad causas / vnder an dessen plackerdes breff doen drucke(n) Jn den Jaer vnss(es) h(er)en Mo CCCC twe ende / tsestich des saterdage(s) na agneti(s) v(ir)gi(ni)s 1462b 15 Ootmarsum 1462-03-17 REGEST De raadslieden van het gasthuis te Oetmersem, heer Johan van Vreden, Lubbert van Halle en Lubbert Pelserinc, leggen t.o.v. schepenen en raad van de stad Oetmersem een 20 verklaring af over een jaarrente van zes schepel rogge, gaande uit het huis van Reynold Haken en Ffye zijn echtgenote, gelegen naast het huis van Johan ten Getekotte. TRANSCRIPTIE Wij ghem(en)en Schepenen ende Raet der Stat van Oetmersem beke(n)nen ende betugen 25 vermyts dessen op(en)en / besegelden brieue dat voir ons gekomen zynt daer wij seten in schepe(n)dome als wij myt rechte solden heer / Johan va(n) vreden lubbert van halle en(de) lubbert pelseri(n)c Raetlude in der tijt des gasthuses by(n)nen Oetm(er)sem ende / beka(n)den Dat ze alynck vernoget weren der zees schepel rocghen Jaerliker Renthe de welcke ze gekofft / hadden va(n) Reynolde hake(n) en(de) ffyen syn(en) echten wyue vte 30 ore(n) huse gelegen beneue(n) Joha(n)s huse ten getekotte / also dat ze noech ore nakomeli(n)ghe dar nycht aff vpbo(er)ende noch manende zolen wesen der wyle Rey/nolt vorge(nomd) lyuet en(de) leuet Ende wanner Reynolt voirge(nomd) nyet langher en leuet so moghen Reynoldes / erfge(namen) dat hues vorge(nomd) dar de vorge(nomde) renthe wt v(er)kofft is den Raetluden in der tijt des vorge(nomden) gasthuses ouer/geuen vor de 35 vorge(nomde) zees schepel rocghen renthe ende wesen dat175 qwijt va(n) der renthe offt ze mogh[e(n)] / dat vorge(nomde) hues beholden ende gheue(n) Jaerlix dan voert wt de zees schepel rocghe(n) Ende wa(n)ner dan / Reynoldes erfge(namen) geleuet moghen alle Jaer vnuerJaert de zees schepel rocghen renthe qwijt kopen / to allen Su(n)tte peter ad Cathedra(m) achtedage vor off na vnbegrepe(n) myt achteen gude goldene ouer/lansche 40 Rinsche guldene ge(n)ge vp dage dess(es) breeffs offte ander gelijc pay an golde dat in tijt der beta/li(n)ge dar guet voir is Sunder Argelist To tughe der waerheyt desser vorge(nomden) puntten hebbe wij vme / bede va(n) beyde(n) tsyden Onse zegel an dessen breff geha(n)gen Gege(uen) Jn den Jare onsses h(er)en dusent veer/hundert twe ende tsestich vp Su(n)tte gertrude daech 45 1463a Oldenzaal 1463-02-14 50 REGEST 175 "dan" zou ook gelezen kunnen worden. Misschien aanvankelijk als een schrijffout "dan", met

een latere verbetering in het woord "dat", door de "n" in een "t" te veranderen.

Page 183: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Johan van Besten, geheten De Pape, oorkondt, dat hij en zijn vier zonen (Johan, Henric, Rotcher en Wessel) overgedragen hebben aan het O.L.V.-gilde in Oldensael hun rechten op de geschonken tienden uit het erve To Assyng in de buurschap Loniker in kerspel en gericht Enschede. Vergelijk het regest bij de oorkonde d.d. 1461 december 28. 5 TRANSCRIPTIE Ick Johan van besten geheten de pape bekenne en(de) betughe en(de) betuge176 au(er)myds dessen breue vor my en(de) myne erfge(namen) Dat ick bij rade / en(de) vulborde Johans henrickes Rotchers en(de) Wessels mijnre echten soens eertijdes redeliike en(de) reclike hebbe gegeue(n) erflike ewelike / en(de) o(m)mermer myt hande(n) en(de) 10 myt monden myt allen vertichnissen en(de) uplatingen als recht was O(m)me salicheit willen mynre / zelen en(de) saliger Stijnen miinre echten huesfrouwen der god genade o(m)me godes willen tot eene(n) rechten ewige(n) testame(n)te myne(n) / alyngen vrijen tenden groff en(de) smal au(er) dat alynge Erue en(de) guet to Assyng So dat belegen ys yn der Burscap to loniker / yn den kerspele en(de) gerichte van Enschede Jn onsser leuer vrouwen gilde tot 15 Oldensael to behoeff der arme(n) beholtlick my en(de) / myne(n) erfge(namen) eynre wederlose an dessen vors(creven) tenden o(m)me eyne seker su(m)me geldes yn den pri(n)cipaels breue begrepen den ick den Raet/luden yn der tijt onsser leuer vrouwen daer va(n) hebbe gegeue(n) Ende Jck Johan va(n) besten gehete(n) de pape Johan Henrick Rotcher / Wessel van besten gebrod(er)e en(de) gerd mede vort bekenne(n) en(de) 20 betuge(n) yn dessen seluen ap(en)en besegelden breue vor ons en(de) onsse erfge(namen) Dat / wii samentlike en(de) eendrachtlike hebn v(er)coft en(de) vercopen au(er)myds dessen breue rechtes stedes erfcopes erflijke ewelijke en(de) o(m)m(er)meer / myt hande en(de) myt mu(n)de myt allen v(er)tichtnissen en(de) vplatingen als wii myt rechte solen Den Raetluden onsser leuer vrouwen / gilde en(de) oren nakom(en)en al alsodane 25 recht ansprake en(de) wederlose als wii vp data desses breues hadden ofte wacht(en)en mochten wese(n) / an dessen vors(creuen) tenden groff en(de) smal Ombe eyne su(m)ma geldes de ons Johan va(n) besten vors(creuen) en(de) Joha(n)ne Henricke Rotcher Wessele / gebrod(er)e en(de) gerde mede vorde wal tot onssen willen betalt is daer ons en(de) onssen erfge(namen) altoes wal an genogen sal En(de) synt dess(er) / vors(creuen) 30 ansprake r(e177)chtes en(de) wederlose aff gestaen en(de) wth gegaen to behoeff der Raetlude yn der tijt vors(creven) en(de) ore nakom(en)en So dat / wii noch onsse erfge(namen) ofte nyma(n)t van onsser weg(en)en ghiinrehande recht noch ansprake meer beholden an dessen vors(creuen) tende(n) noch an / wacht(en)en solen wesen tot ghijnre tijt Vort so loue ick Johan va(n) besten vors(creuen) En(de) wii Johan Henric Rotcher wessel 35 gebrodere ende / gerd mede vort vor ons en(de) onsse erfge(namen) den Raetluden vors(creven) en(de) ore(n) nakom(en)en desses vors(creven) tenden grof en(de) smal to stane en(de) to waerne / erflike eweliike en(de) o(m)merm(er) vor al de ghene de des to rechte kome(n) wilt Wert ok sake dat den Raetluden en(de) ore(n) nakom(en)en desse vors(creuen) / tende besproken worde en(de) dar yenigen schaden bii neme(n) dat q(ue)me 40 to wo dat to q(ue)me den schaden moghen de vors(creven) Raetlude we se dan synt / in der tiit aff mane(n) oft y(n)wy(n)ne(n) va(n) ons same(n)tliken oft onss(er) eyn biisond(er)en en(de) vort va(n) onssen erfge(namen) myt geestliken en(de) wertliken r(e)chte178 / dat eyne recht den and(er)en nicht to hynd(er)en vnu(er)volget en(de) vnu(er)claget vor yemande geliike rechte h(er)en pacht Dit loue wii elk vor / al stede en(de) vast to hold(en)en sonder 45 beholpinge yeniges rechtes Dat sii denstrecht lantrecht leenrecht vriigheit oft geleyde yn desse(n) / breue vthgesproken In eyn orkunde der warheit So heb ick Johan va(n) besten gehete(n) de pape vor mij en(de) myne erfge(namen) mijn segel / an dessen breeff

176 "en(de) betuge" werd twee keer geschreven. De eerste keer met "h" en de tweede keer zonder.

177 Eigenaardige afkorting!

178 Zie vorige voetnoot m.b.t. "r(e)chte".

Page 184: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

gehange(n) En(de) wii Johan Henric Rotc179her Wessel gebrod(er)e Gerd va(n) mede vort yn eyn tuech der warh(ei180)t en(de) meerre / Vestnisse willen des breues So hebn wii elk onsse segel beneden an dessen breeff gehangen Gegeve(n) yn den yaer ons heren duse(n)t / veerhondert dree en(de) tsestich des mane(n)dages p(ost) Scholastice v(ir)g(inis) 5 1463b Almelo 1463-12-28 REGEST 10 Beernd Hermans met zijn vrouw Mette en Engelbert Hermans met zijn vrouw Wobbe verklaren verleend te hebben aan Sweder, heer te Voerst en Keppel, jonker te Almelo, het recht van wederkoop en lossing met dertig Overlandse Rijnse guldens van een jaarlijkse rente van 2 ½ mud rogge uit het erve en goed Vrijlyng, gelegen in de heerlijkheid Almelo. 15 TRANSCRIPTIE Wij Beernd herma(n)s en(de) Mette myn echte wijff Engelbert Herma(n)s Wobbe myn ech=/te wijff beke(n)ne(n) en(de) betuge(n) in dessen op(en)en besegelde(n) breue vor vns en(de) vor vnse erfge(namen) / dat wij hebbe(n) gegeue(n) en(de) geue(n) puerlike o(m)me goedes wille(n) en(de) mede o(m)me waldaet wil=/len Sweder h(er)en toe voerst vn(de) toe 20 keppel en(de) Ju(n)cker toe almelo eyne(n) stede(n) vaste(n) vnver=/iaerde(n) wedercoep en(de) loeze der deerde halleff mudde rogge(n) die wij gecoft hebbe(n) iaer=/lix renthe wt sijne(n) Erue en(de) guede geheten Vrijlyng gelege(n) inder herscap va(n) Al=/melo [w]oe dat Sweder heer vors(creuen) sijne erfge(namen) en(de) holder desses breues met o(er)en wille(n) / die deerde halleff mudde rogge(n) uors(creuen) tot allen su(n)te Peter ad 25 Cathedra(m) achte daghe / voer ofte achte dage daer nae vnbegrepe(n) mogen weder loezen met dertich guder / ouerlantsche goldene(n) rynschen guldene ofte met gelike(n) payme(n)te an golt taele dat / daer gued vor sij in tijt der loeze des rogge(n) vors(creuen) En(de) wij Beernd Mette Engelbert en(de) / Wobbe vors(creuen) wille(n) Sweder h(er)en vors(creuen) sijne(n) erfge(namen) en(de) holder desses breues vors(creuen) desses 30 wee=/dercopes en(de) loeze des rogge(n) vors(creuen) staen en(de) waere(n) en(de) rechte waerscap doen tot ewighen / dage(n) toe vor vns vor vnse erfge(namen) vors(creuen) en(de) holder vnses breues en(de) voert vor alle die gene / die des toe rechte wille(n) kome(n) Woe dijcke woe vaeke en(de) soe ma(n)nichwoerue sie des toe doe181 / doene hebbe(n) en(de) hemdes noet is vp alle(n) stede(n) en(de) vp vnse en(de) vnser 35 erfge(namen) vors(creuen) selues kost / hinder en(de) schaede(n) Su(n)der argelijst en(de) weder segge(n) met yenige(n) rechte(n) ofte hulpereden / Ende des toe tughe der waerheyt desses wedercopes en(de) loeze vors(creuen) en(de) voert aller pu(n)/ten en(de) articule vors(creuen) Soe hebbe ick Beernd herma(n)s myn segel vor my vor Metten / vor Engelberte en(de) Wobbe(n) en(de) voert vor all vnse erfge(namen) vors(creuen) wijtlike 40 benede(n) an desse(n) / breeff gehange(n) wa(n)t wij desses segels gelike bruke(n) [..182] desse(n) wedercope en(de) loeze vors(creuen) / Gegeue(n) Jnt Jaer vns h(er)en duesent vier hu(n)dert dree en(de) tsestich up aller kinder dach 45 1464a 179 In een oorkonde van 1483-05-05 wordt Rotger van Besten als keurnoot vermeld! Wellicht een

zoon?

180 "warht" wordt zonder afkortingsteken geschreven. De "t" van "warht" is echter iets hoger

geschreven dan normaal.

181 Twee keer "doe".

182 Gat in perkament.

Page 185: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Ootmarsum 1464-03-24 REGEST Bernd van Beruorde, Dyrick van der Schulenborch en Dyrick van Heyden (zelf richter te Otmersen) stellen zich borg voor de uitkering, die schepenen en raad hebben gedaan van 5 het nagelaten goed van wijlen Reynold Haken aan zijn erfgenamen Matheus van Monster, Hinrik Schaden, Claes van Beueren als voogd van hun echtgenotes en Herman van Velen als voogd van junfer Cunne van der Swanenborch t.o.v. Johan Zuest, waarnemend richter. Keurnoten zijn Johan van Couorde en Johan Tenkinck. (De oorkonde is op papier geschreven). 10 TRANSCRIPTIE Wy Bernd Van Beruorde Dyrick Van der schulenborch Vn(de) Dyrick van Heyd(en)en bekenne(n) vor vns vn(de) / vnse erfgename(n) want de schep(en)en vn(de) Raed van otm(er)sen heb(be)n vtinge gedaen des nagelat(en)en gudes / Reynolt haken zelig(er) dacht 15 syne erffge(namen) Alse by namen Matheuse van Monster Hinrike schade(n) / Claese van beu(er)en mu(n)bers van er(en) echte(n) husfrouwen weg(en)en vn(de) Herma(n)ne va(n) velen va(n) weg(en)en / Junfer Cu(n)nen van der swane(n)borch alsulker erffnisse Dar se nv tor tyd an voreruet moge(n) wesen / Vn(de) offt de schep(en)en vn(de) ghemeinte van otm(er)sen eyn deils offt183e al der erffvtinge in yenigen / hinder offt schaden qwemen dat 20 q(we)me wo dat to q(we)me also to vorstane offt yema(n)t q(we)me / by(n)nen ia(e)r vn(de) dage na dode reynold(s) vorge(screuen) vn(de) segede sick erffge(nam) to wes(en)en alse recht we(e)r / ghelijc desser vorge(screuen) offt naere184 dar loue wy bernd dyrick vn(de) dyrick vorge(screuen) de schep(en)en / vn(de) ghemente vorge(screuen) alinges schadeloss aff to maken vn(de) to qwijten Vort want ludike / hake ock sick vormet recht to heb(be)n an 25 den gude vorge(screuen) vormiddes gijften vn(de) offt de erfge(namen) / vorge(screuen) vn(de) ludike vorge(screuen) dar nicht myt vrentschapen v(m)me gescheyden worden So loue / wy bernd dyrick vn(de) dyrick vorgescre(uen) dat dan de erffge(namen) vorgescre(uen) ludike(n) vorge(screuen) solen vn(de) / willen rechtes plegen vor den schep(en)en van otmersen by(n)nen den neist(en) ya(e)r vn(de) dage na / selige(n) 30 reynold(s) haken dode erst volgende wa(n)ner de dach den erffge(namen) to vorn tydlich genoch / so sick to rechte gebort wort getekent vn(de) vorscreuen Schege hijr yenich gebreck in soe / vorwilkoer wy bernd dyrick vn(de) dyrick vorge(screuen) vor vns vn(de) vnse erffge(namen) dat dan de schep(en)en / van odmersen vn(de) gemente eyn deils offt all mogen mane(n) vn(de) penden den hinder vn(de) schad(en) / vn(de) al gebreck dat se 35 dar by genome(n) mochten heb(be)n vt al vnse(n) gude rede vn(de) vnrede weglick / vn(de) vnweglick vrijg offt egen vn(de) an al vnse erffnisse vn(de) gued vnuoruolget vn(de) vnuorclaget / vor yema(n)de gelijck rechte h(er)en pacht de pandinge to gheschene myt vnser stad boden gelijker/wys offt vnse borger wer(en) by(n)nen vnser vryen wigbolde Jn orku(n)de der warheyt heb(be)n wy / berndt dyrick vn(de) dyrick vorge(screuen) ellick vnse 40 segel an dessen breff gehangen Vn(de) wa(n)t ick / Dyrick van Heyden richt(er) in der tyd to otmersen soluen mede borge bin so heb ick gebeden / Joha(n)ne zuest Richt(er) to wesen van mynre weg(en)en in desser sake So heb(be) wy vorge(screuen) berndt / Dyrick vn(de) dirick gebed(en) Johan(ne) zuest vorge(screuen) Hijr eyn gerichte ouer to sitt(en)en va(n) weg(en)en Dyrick / richt(er) vorge(screuen) en(de) beleuet Joha(n)ne als eynen richter 45 vn(de) beke(n)nen vor em vn(de) syne(n) kornote(n) / als by name(n) Johan(ne) van Couorde vn(de) Johan(ne) Tenkinck dar he sath to gherichte als recht / was myt synen kornote(n) vorgescre(uen) vn(de) beligeden vn(de) bekand(en) all desse vorge(screuen) pu(n)tten vn(de) / beden em dessen breiff mede ouer vns to besegelen dat ick Johan Zuest

183 De "e" in "ofte" is waarschijnlijk per ongeluk als afkortings "e" gebruikt.

184 "naere" zal een comparatiefvorm bij "na", (bijv. in de betekenis "later" of "ongeveer" zijn

(Vgl. Mnd. Handw. Buch - Lübben, p. 242).

Page 186: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

gedaen heb(be) v(m)me / bede willen berndt dyrick vn(de) dyrick vorge(screuen) vn(de) heb myn segel myt dessen vorge(screuen) segele / an dessen breiff gehangen Jn den Ja(er)e vns(es) h(er)en dusent verhundert ver vn(de) sestich vpp / vnser leuer vrouwe(n) auent Annu(n)ciac(i)onis 5 1464b Almelo 1464-04-23 REGEST 10 Sweder, heer tot Voerst en Keppell en tot Almelo en zijn vrouw Elyzabeth van Hemert verklaren verkocht te hebben en bij deze te leveren aan heer Johan van Dronthen, kanunnik te Aldensale, een jaarlijkse rente van tien mudde rogge uit hun vrije eigen erven Tyghoiff, Alerdinck en Brugginck, gelegen in de heerlijkheid Almelo. Gedaan ten overstaan van Johan Rensijnck, richter van Almelo en de keurnoten Hermannus Ludensoen en Johan te Wijrke, 15 schepenen van Almelo. TRANSCRIPTIE Wij Sweder her toe voerst en(de) tot keppell en(de) tot almelo En(de) Elyzabeth va(n) hemert185 ffrouwe tot Voirst tot keppell en(de) tot Almelo my(n) echte huisfrouwe doen kont / 20 en(de) bekenne(n) myt / desse(n) tegenwordigen brieue voer vns en(de) onsen erffge(namen) dat wij myt vnsen vrijen wyllen en(de) gueden beraede heb(be)n v(er)cofft en(de) v(er)copen rechtes / stedes erffcopes erfflike ewelike en(de) v(m)mermer Heren Joha(n)ne van Dronthen Canonick tot Aldensale off holder sbrieffs myt sijne(n) wille Thijn mudde gudes / claere(n) Droege(n) winter rogge(n) Jaerlyker Renthen wt vnsen vrijg edelen 25 eigene(n) Erue(n) en(de) guede(n) geheite(n) die Tyghoiff Alerdinck en(de) brugginck toe / same(n) gelege(n) Jn der heerscap van Almelo voer ene su(m)me geldes die vns vull en(de) wall betaelt is tot vnse(n) wijlle(n) En(de) wy zweder en(de) Elizabeth vors(creuen) heb(be)n / vor vns en(de) vnse(n) erffge(namen) vertegen van den Tyn mudde rogge(n) Jaerliker renthen vors(creuen) En(de) sijn der wtgegaen myt hande en(de) myt mu(n)de En(de) myt 30 alle[n] / vplatinge en(de) vertijchnysse als oerdell en(de) recht wijsede voer Johan Rensijnge Jn der tijt een gezwo(r)en richter der heerscap tot Almelo daer hije sat toe / gerijchte Jn eyne(n) gehegeden heymale myt sijne(n) cornoten hijr na bescreue(n) als hije myt rechte solde tot behoiff h(er)en Johans en(de) holder sbrieffs vorge(nomd) / Also dat wij Zweder ende Elyzabeth vors(creuen) off vnse erffge(namen) off nyema(n)t van onser weg(en)en 35 ander gul186de en(de) renthe vors(creuen) geenreleye recht off ansprake beholde(n) / off ock nu(m)mer an wachtende sullen weze(n) En(de) wij Zweder en(de) Elyzabeth vors(creuen) loue(n) mede voer vns en(de) vnsen erffge(namen) / H(er)en Johanne off holder sbrieff[s] / vors(creuen) die gulde en(de) renthe(n) vors(creuen) te waeren voer vrijg edell eygen vnbecu(m)merde gulde en(de) renthe(n) wt vnse(n) vrijg edelen eygen Erue(n) 40 en(de) guede(n) vors(creuen) En(de) / rechte waerscap te Doene bueten o(er)en cost hijnder en(de) schaeden tot allen tyde(n) wa(n)ner sije des begeren voer alle die ghene die des ten rechte come(n) wille(n) / En(de) wy Zweder en(de) Elyzabeth vors(creuen) loeuen voirt voer vns en(de) vor vnse(n) erffge(namen) H(er)en Johanne off holder sbrieffs vors(creuen)187 guede steede betalonge te Doene / erfflike Jaerlike die Thijn mudde roggen 45 vors(creuen) Tusschen sent mertijn Jnden wijnter en(de) / mydwijnter cu(m)merlois te leuere(n) bynne(n) Almelo Jn een / huis daer h(er)en Johanne off holder sbrieffs 185 Op een gelijktijdige copie staat: "va(n) hamait" of "homoit". Het oorspronkelijke charter is

in het RAO (door een misverstand) nooit aan schrijver getoond. Enkel een foto met een afschrift.

Controle met het charter is om die reden achterwege gebleven.

186 In het afschrift staat "guede".

187 In het afschrift is "vors(creuen)" vergeten!

Page 187: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vors(creuen) des genoget myt Almeler mate Offt bynne(n) Oldensale / Jn een huis daer hem des genoget myt / Aldensaler mate En(de) dat tot hoer h(er)en Johans / off holder sbrieffs vors(creuen) vp vnses selffs kost en(de) schaeden En(de) wert sake dat h(er)en Johanne off holder sbrieffs / vors(creuen) Jn der betalonge der renthe(n) vors(creuen) na den dat sije gemant heb(be)n off in enygen andere(n) punte(n) vors(creuen) iet entbreke Daer sije 5 hijnder off schaeden / by hedde(n) woe dat by queme den schaden off hijnder vors(creuen) mijt de(n) Renthen vors(creuen) mogen sije off yema(n)t van oerre weg(en)en sunder vertoch yeniges / rechtes tot o(er)en slychten wtsegg(en)en wtmane(n) en(de) Jnwijnne(n) gelijke Rechte h(er)en pacht mjt geistlike(n) off mijt dagelixsche(n) wertlike(n) gerichte dat ene / gerichte offte recht den and(er)en nijet te hijndere(n) wt de(n) Erue(n) en(de) gueden 10 vors(creuen) Sunder argelijst Des ton tuge der waerheit Soe hebbe ich Zweder / vors(creuen) my(n) segell vor my en(de) voer Elizabeth my(n) echte huisfrouwe vors(creuen) als oer mo(n)ber en(de) voir alle vnse erffge(namen) wijtlike(n) an dessen brieff gehangen / En(de) v(m)me der merre vestenysse wyllen alre punte(n) en(de) Articule(n) vors(creuen) So[e] hebbe wij voirt gebeden Johanne Rensijnck Richter der heerscap / van Almelo 15 vors(creuen) dessen brieff als een rijchter mede ou(er) vns en(de) vnse(n) erffge(namen) te besegelen En(de) Jck Johan Rensijnck Richter vors(creuen) betughe / want alle desse punten en(de) articulen vors(creuen) voir my gheschiet sijn daer ic sat Jn den gerichte Jn ene(n) gehegeden heymale myt myne(n) koernoten / hijr na bescreue(n) als ic myt rechte solde Soe hebbe ic v(m)me bede wille(n) Zweders en(de) Elizabeth vors(creuen) myne(n) 20 segell als een rijcht(e)r mede an dessen breff / gehange(n) Daer dijt gheschiede daer weren mede an vn(de) ouer als kornote(n) en(de) gerichtzluede Herma(n)(nus) ludensoen Johan te wijrke schepenen) tot / Almelo En(de) mer gueder luede ghenoich Jnt Jaer vns(es) h(er)en Dusent vierhundert vieren(de)tzestich vp Sent Jorijens dach 25 1465a Oldenzaal 1465-01-05 REGEST 30 Burgemeesteren, schepenen en raad der stad van Oldenzael verklaren, dat Arent van Wijck geheten De Schere en Grete diens vrouw, met Lambert Spruten als haar momber elkander bij testament vermaakt hebben het huis, de gaarde, de schuur en gehele weer, gelegen achter de toren bij het kerkhof aldaar, waarin zij nu wonen, met hun garden buiten de Steenpoort "vp onser stat grauen", tussen de gaarde van Johan Schaep en die van 35 Schenckebier, en voorts alle roerende goederen, "reschope en(de) cleynhoden", die zich daarin bevinden. TRANSCRIPTIE Wij Borg(er)mest(er)e Scep(en)en en(de) Raed der stat van Oldenzael doen kont en(de) 40 kentlic allen luden en(de) betugen mit / dessen ap(en)en breue dat vor ons inscependom als vor scep(en)en seluen gecomen sint Arent van wijck geheten die / schere en(de) grete siin echte wijf daer gaef Arent vors(creuen) greten sinen echten wiue vors(creuen) sine mo(m)berschop vp dar/na koes grete vors(creuen) weder tot oren rechten mo(m)ber lamberte spruten die oer daer vor ons weder woert / gegeuen als recht was daer enkanden 45 Arent en(de) grete mit oren mo(m)ber vors(creuen) vor em en(de) ore erfge(namen) woe dat sie / o(m)me rechte truwe liefte en(de) gonste willen die sie mallickanderen hadden bewijst en(de) noch of got wilt bewijsen / solden mallickand(er)en begijftiget en(de) begijftigeden em vor ons mit alsodanen erfnissen ende guede als hijr / na bescreuen staet Ende dat in alsodanen vorwerden en(de) manieren soe hijr na bescreuen staet dat is to vorstaene 50 wel/ker van em twen vors(creuen) langest liuet en(de) leuet dat die sal erfliken hebn en(de) beholden en(de) rastliken en(de) vredeliken / sittende bliuen Jn den hues garden en(de) schuer en(de) alinger weer soe die belegen is achter den torne bij den kercha/ue tot oldenzael daer sie vp data desses brefs y(n)ne wonden mit oren garden soe die belegen is

Page 188: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

buten der steen/porten vp ons(er) stat grauen tusschen Johan schapes garden vpde ene sijde en(de) schenckebiers garden vpde ander sijde / en(de) mede mit(ten) alsodanen alingen reden bewegliken tilba(er)en guede reschope en(de) cleynhoden als inden vors(creuen) hues en(de) / weer is en(de) em beiden vors(creuen) tobehoert vpdes ersten starfdaech wt gesproken die want kaste en(de) dat schult boeck / dat sal daen eruen en(de) 5 comen daer dat daen na stat rechte mit rechte boerd Ende die gene die daer langest leuet / die maech desse vors(creuen) alinge weer mitten garden vors(creuen) ende vort mitten alingen reden bewegliken tilba(er)en guede re/schope en(de) Cleynhoden woe dat den namen eyget en(de) genrehande rede guet wt gesproken erfliken hebn en(de) beholde(n) / en(de) ku(m)merloes gebruken tot sinen schonsten en(de) besten orber sonder 10 Jenigerhande bewijs noch rekenschop daer / Jeme(n)de van to done tot genen tijden En(de) die leuendige vors(creuen) maech daen dit vors(creuen) alinge guet en(de) erfnisse laten / wenden en(de) keren waer he wil na al sier gadinge tot ewigen dagen sonder enich weder seggen en(de) sonder behelpinge / Jeniges rechtes geistlic of wartlic dat men in enigerwijs tegens dessen bref vijnden dichten spreken of verseren / mach en(de) sonder al argelist Jn 15 orku(n)de der waerheit aller punten vors(creuen) soe hebn wij onser stat Jngesegel ombede / willen van beiden tzijden vors(creuen) wijtliken beneden an dessen bref gehangen Ende omder mere konde en(de) vestnisse wille(n) / aller pu(n)ten vors(creuen) soe heb ic Arent van wijck vors(creuen) myn segel vor my vor greten mijn echte wijf vors(creuen) omb ore bede / willen en(de) vort vor onser twier erfge(namen) vors(creuen) wijtliken mede an 20 dessen bref gehangen Gegeuen Jnden Jaer ons / h(er)en Dusent virhondert vijf entzestich vpder hilligen dree Conynge auent 1465b 25 Ootmarsum 1465-11-29 REGEST Schepenen en raad van Oetmersem verklaren, dat Fye weduwe van Reynolt Haken, een jaarrente van acht mud rogge heeft geschonken aan het vroegmisaltaar. 30 TRANSCRIPTIE Wy ghemeyne Schep(en)en en(de) Raed in der stad toe Oetmersem maken ku(n)dich allen lude(n) mit desen / bezeghelde(n) Brieue want Fye wedue zelighe(n) Reynolts haken den god ghenedich sij tot ene(n) vasten / ewighe(n) testamente ghemaket heuet Achte mudde 35 roggen iaerliker renthe(n) toe behoeff eens priesters / om des vrydaghes der Stad toe diene(n) mit eenre vroe Missen als daer een bezeghelt Brief van spre-/kende ys den Fye vors(creuen) ons ouergheleuert heuet daer om wy oer weder verzekere(n) ende vast / maken mit desen bezeghelde(n) Brieue dat sie die Achte mudde rogghe(n) Jaerliker renthe(n) vorscre(uen) vry / besitten en(de) boere(n) sal soe langhe als sie lyuet en(de) leuet 40 en(de) niet langher Sonder arghelist . Jn or=/konde der waerheit hebben wy Schep(en)en en(de) Raed vors(creuen) onser stad zeghel wytlike(n) an desen / Brieff ghehangen . Jnt Jaer onses heren Dusent vierhondert en(de) vijff en(de) tsestich op sunte / Andrees auent des hilighen Apostels . 45 1466a Twenthe 1466-03-12 REGEST 50 Arnt van Beruerden, drost en ambtman van Twente, verklaart ten behoeve van Kunne zijn nicht, een dochter van Johannes de Vrighreue zaliger, en ten behoeve van Gheert ten Wortreden, uit de leenband te ontslaan Dat Groete Herghelo, de Zijthoff en de Scarpenhoff, alle gelegen in het kerspel en gericht Delden, bij de Wederder Steghe, en een stuk land in

Page 189: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

de heerlijkheid Almelo bij "des vellighen boem". Getuigen zijn Henric van Beruerden en Gheert die Reygher. TRANSCRIPTIE JC Arnt van beruerden inder tijt Drost en(de) Amptman des landes van Twente beke(n)ne 5 en(de) betughe voer my en(de) mijn erfghename(n) myt dussen apene(n) / bezeghelden breue dat ic heb ghevriet en(de) vrie ku(n)nen selighen Joha(n)nes des vrighreue(n) dochter mijnre nichten en(de) Gheert ten wortreden en(de) oeren / erfghenamen(n)n en(de) holder sbreues myt hoeren willen vm sonderlingher maescap dat groete Herghelo den zijthoff den scarpenhoff als dit Erue / en(de) guet toe samen gheleghen is inden kerspel van en(de) 10 gherichte van delden by die wederder steghe myt sijne(n) alden en(de) neyghen toebehoer en(de) / een stucke landes gheleghen inder herscap van Almelo gheleghen by des vellighen boem wellic Erue . guet en(de) lant van my en(de) van mijnen / voeruaderen toe lene gheet en(de) plach toe lene [p188]e ghaen En(de) vrie hem dat vors(creuen) toe samen en(de) make hem vors(creuen) dat vors(creuen) guet erue en(de) lant tot ene(n) / vrieghen edel 15 doerslachtich van alre leenscher weer En(de) laue oec voer my en(de) mijn erfghename(n) dusses vrijdoms toe staen en(de) toe ware(n) en(de) daer / rechte warscap van toe doen erflic ewelic ende v(m)mermeer ku(n)nen Gheerden oeren erfghename(n) en(de) holder sbreues myt hoere(n) willen All archelist / wt ghespraken Des toe tueghe der waerheit heb ic Arnt van beruerden vors(creuen) mijn zeghel voer my en(de) voer mijn erfghename(n) an 20 dussen breff / ghehanghen Daer dit ghescieden waren mede an en(de) auer henric van beruerden Gheert die reygher stichtes ma(n)ne die dit mede saghen ende / hoerden Ghegheue(n) int iaer ons heren dusent vierhu(n)dert ses en(de) tzestich vp su(n)te Gregorius dach des heylighen pauwes dach en(de) biscops 25 1466b Almelo 1466-11-12 30 REGEST Alijt, weduwe van Arent Berteldingh, verklaart aan Sweder heer van Vorst en Keppel en jonker te Almelo, het recht van wederkoop en lossing met zestig Overlandse Rijnse guldens te hebben verleend van de kampen en landen geheten Halmansland en Spiringesland, gelegen in de heerlijkheid Almelo. 35 TRANSCRIPTIE JC Alijt wedue selighen Arent berteldinghes den god ghenade beke(n)ne en(de) betuge Jn dessen op[enen breue] / vor my en(de) vor myne erfge(namen) dat ic hebbe gheue(n) en(de) gheue Sweder heer va(n) vorst en(de) va(n) keppe[l en(de)] / joncher to Almelo 40 ene(n) steden vasten onueriaerden wedercoep en(de) loze an den kempe(n) en(de) lande [... ge]/heiten halma(n)slant en(de) spiringes lant als dat gheleghe(n) is Jn der herscop va(n) Almelo Also dat [...] / Sweder vors(creuen) of syne erfge(namen) dat vors(creuen) lant moghen weder kopen en(de) lozen va(n) my of my(n)re erfge(namen) ofte [..] / holder des erfkopes breues alle Jaer onueriaert to alle(n) sante merte(n) Jn Den wynter ofte [b]yn[nen] / 45 achte daghen daer na ombegrepen myt tzestich guede ouu(er)lantsche189 golden rinsche guld[en] oft[e] / myt payme(n)te datter gued vor is an golde Jn tijt der loze En(de) wert sake dat ic of myne erf[genamen] / dat lant en(de) kempe vors(creuen) verbeterde myt grauene ofte myt tůnen dat sal my(n) Joncher vors(creuen) / my of myne(n) erfge(namen) vors(creuen) verzetten tot twyer guder ma(n)ne zeggen Sonder arghelijst Jn een tuech / der 50 waerheit so heb Jc Alijt vors(creuen) ghebeden Here(n) euerde myne(n) broder desen breff 188 De "p" is vermoedelijk een schrijffout voor "t".

189 Gelezen kan – theoretisch - ook worden "onu(er)lantsche".

Page 190: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ouer my / to beseghelen . dat heer190 Euert vors(creuen) gherne ghedaen hebbe en(de) hebbe myn seghel o(m)me bede willen / Alijde my(n)re suster vors(creuen) Jn ene(n) tughenisse der waerheit an dessen breff gheha(n)ghen Ghege(uen) Jnt Jaer / onses h(er)en Mo CCCCo sees en(de) tzestich op sante lebuin(us) dach Jn den wy(n)ter Confessoris 5 1467a Ootmarsum 1467-02-23 REGEST 10 Dyrick van Heyden, richter in Oetmersem, verklaart dat Johannes Tzuest en diens vrouw Fenne overdragen aan jonkvrouwe Gertrued van Dorsten en jonkvrouwe Ffye van Kedynghhusen en verder aan het convent van Werslo (Weerselo) en wel ten behoeve van de kosterij een jaarrente van 11 ½ mud winterrogge, gaande uit drie stukken land, waarvan twee gelegen zijn ten Zuiden van het Meertenbussche en het derde achter De Honhaue, alle 15 drie gelegen in de marke van Luttike Agelo. Keurnoten van het gericht zijn Gherardus vpt Loe en Johannes S[cu]ltinck naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE JC dyrick [va]n heyden een ghesworen [r]ichter [in der tijt toe191] Oetmersembeke(n)ne 20 vormyds Dessen ape[nen] / bezegelden breue dat vor mij gekome(n) ijs Daer ick sath toe g[er]ichte myd mijne(n) kornoten als ick myd / rechte solde [Jo]hannes tzuest ende fenne sijn echte wijff en(de) bekande(n) vor mij vor em [en(de)] [o]re r[echt]e(n) erfge(namen) / Dat zee hadde(n) vercoft en(de) vercoften [ver]mids desse(n) breue rechtes [e]rffkopes erfflic en(de) ewelic anderhalff / mudde guede[s] droge(n) claren wijnter rogge(n) iarliker renthe wte oeren 25 Dreen stucke landes als / De twe gel[ege](n) [int] z[uden] [van] den meerten bussche en(de) dat derde gelege(n) achter den honhaue / en(de) sch[u]t [mi]d den [....] eende an den ryeth en(de) zame(n)tlick gelege(n) tussche(n) des Co(m)menduer / lande in de[r] marcke van lutti[k]e(n) agelo en(de) in den gerichte van oetm(er)sem [groet vn(de)] derde ha[luen] / mudde geseydes Joncfer gertrued van dorsten en(de) Joncfer ffyen va(n) kedynghhuse(n) 30 en(de) vort / den ghemene(n) co(n)uente va(n) werslo neme(n)tlick in die costerye des co(n)uentes van werslo V(m)me / eene su(m)me geldes der zie bekande(n) em deg(er) all toe willen wal betaelt were En(de) zie vertege(n) / dar va(n) myd hande en(de) muvnde en(de) myd alre vortichnisse als recht was Ende zi loueden em den / rogge(n) vors(creuen) iaerlix toe leuere(n) en(de) wal toe betale(n) by(n)nen wersloe ku(m)merloes tussche(n) 35 zu(n)te meerten en(de) / medewinter En(de) laueden em des toe staene en(de) toe waerne vor alle de ghene des toe rechte come(n) wilt / Schege hir yenich gebreck y(n)ne dat weer van betalinge off van waringhe der renthe vorge(noemd) / dat moeghen Jonferen vorge(noemd) off dat co(n)uent tot alle(n) tijden wt mane(n) ende y(n)winne(n) van Joha[nne] / en(de) fenne(n) vors(creuen) off oere(n) erffge(namen) selue(n) wt den lande 40 vors(creuen) en(de) vort van de(n) ghene(n) die des landes [een] / dell off all vnderheuet . telet offte bouwet En(de) wt alle Johaneses en(de) fe(n)nen off orre erfge(namen) guede / vry off eghe(n) leen w[eg]gelick offte vuweggelick geen gued wtgesproke(n) myd geestlike(n) en(de) we[rt]/liken rechte myd beyde [t]oe gelike off ene(n) allene tot oren koer myd pa(n)dinge myd bezaete vnuer/uolget en(de) vnuerclaget vor yemande gelike r(e)chte 45 h(er)en pacht sund(er) argelist Myd vorwarden [dat] / men dat anderhalff mudde rogge(n) alle iaer loesen en(de) qwijt kope(n) mach vp zunte pe[te]r ad Cathedram / achte dage vor of nae vnbegrepe(n) myd achteen gold(en)en rinsch(en) guld(en)en of myd geliken pay dat in tijt d[er] / betalinge daer gued vor sij wa(n)neer Die renthe toe voren betaelt ijs Orku(n)de der waerheit hebbe ick / Dy[r]ick vors(creuen) myn zegel als een richter v(m)me bede willen 50 beyder p(ar)tijen witlike(n) an desse(n) breeff geha(n)gen / Daer myd my an en(de) ouer 190 Hierbij hoort als onderwerp "ic".

191 Deze oorkonde is soms zwaar beschadigd.

Page 191: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

were(n) als koernote(n) des gerichtes Gherardus vpt loe en(de) Joh(ann)es s[cu]ltinck e[nde] / gued(er) lude genoch En(de) v(m)me mere beka(n)tnisse aller pu(n)ten vors(creuen) hebbe ick Joha(n)nes my(n) zegel vor my vor / fenne(n) my(n) echte wijff en(de) vor vns(er) twier erfge(namen) mede an dessen breeff gehangen Jnt iaer vnse[s] Heren / Dusent vierhondertSeuen en(de) tsestich vp Su(n)te mathias auent des hilligen apostels 5 1467b Ootmarsum 1467-12-12 10 REGEST Dirick van Heyden, richter te Oetmersem, oorkondt dat Arnt ten Danne, ten overstaan van hem en de keurnoten Johan van Eeschede en Herman Kemenade, aan prior en convent te Alberghen het goed De Dan heeft verkocht en overgedragen, voor een wel betaalde som gelds en een lijfrente van zes gulden. 15 TRANSCRIPTIE JC Dirick van Heyden in der tijt een ghesworen Richter toe Oetmersem mijns ghenedighen Heren van Vtrecht beke(n)ne en(de) betughe myt / dessen opene(n) bezeghelden brieue dat voer my ghecome(n) is daer ic sat toe gherichte in enen ghehegheden heymale myt mynen 20 kornoten / naebescreue(n) als ic myt rechte solde Arnt ten Da(n)ne en(de) bekande dat hie myt guden berade en(de) myt vryen willen rechtes stedes erfcopes / vercoft hadde en(de) vercofte erflike ewelike en(de) vmmermeer Den Prior en(de) den ghemeyne(n) Co(n)uente des Cloesters der Reguliere(n) toe Alberghe(n) / in Twenthe gheleghen en(de) inden kerspele en(de) gherichte van Oetmersem sijn gued of erue ghehieten die Dan soe als dat 25 beleghen is inden / seluen kerspel en(de) gherichte vors(creuen) en(de) inder Buerscap van Alberghen myt al synen olden en(de) nyen toebehoer voer een vrij eyghen ombeco(m)/mert guet om ene su(m)me gheldes die hie bekande dat hem vol al en(de) wal betaelt was tot syne(n) willen En(de) voert hem te gheuen tot syne(n) / liue ende niet langher ses rijnsche gulden an guden paymente te betalen iaerlixs tusschen sunte Merten inden wynter en(de) 30 lechtmissen daer / naest volghende alse rechte heren pacht En(de) des gudes Dan ghenoemt vors(creuen) heuet Arnt vors(creuen) voer hem en(de) syne erfghename(n) voer my wt / ghegaen en(de) vertichnisse daer af ghedaen myt hande myt monde en(de) woe hie myt rechte solde voer een vrijedel ombeco(m)mert guet / tot behoef des Priors en(de) Conuents vors(creuen) beholdelic dattet een tynsguet van oldes heuet gheweset des Priors 35 en(de) Co(n)uents vors(creuen) Alsoe dat / noch hie noch syne eruende voertmeer an den gude vors(creuen) gheenrehande recht ofte ansprake en behelden noch v(m)mermeer verwachte(n)de sulle(n) / wesen Ende Arnt vors(creuen) louede voer hem en(de) voer syne eruende den Prior en(de) Co(n)uente vors(creuen) dat guet vors(creuen) te waren en(de) rechte warscap daer / af te doene als voer een vrijedel ombeco(m)mert guet als 40 vorscre(uen) staet tot ewyghen tiiden voer alle die ghene die des toe rechte willen comen / buten oren schaden en(de) kost woe vake hem des te doene is Sonder arghelist Jn oerkonde der waerheyt soe hebbe ic Diric vors(creuen) wa(n)t alle / desse saken en(de) artikelen vorscre(uen) voer my ghescheet syn in den gherichte alse vors(creuen) staet om bede wille van beyden zijden mijn Zeghel als / een Richter an dessen breef ghehanghen Hijr 45 weren myt my an en(de) ouer alse rechte kornoten Johan van Eeschede en(de) herman keme/nade ende anders guder lude ghenoech Ghegheuen inden iaere onses heren Dusent vierhondert ende seuenendesestich Op Sunte lucien / auent der hilgher Jonferen ende Mertelerschen 50 1468a Almelo 1468-03-12

Page 192: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Zweder heer te Voerst en Keppel, jonker te Almelo, verklaart dat hij al zijn rechten die hij heeft op het erve en goed Hulsbrinck, gelegen in de heerlijkheid Almelo, heeft geschonken en bij deze levert aan de kerk te Almelo, tot stichting van een vicarie in die kerk gewijd aan Onze Lieve Vrouwe. 5 TRANSCRIPTIE Jck zweder Heer toe Voerst toe keppele en(de) Joncker toe Almelo beke(n)ne ende betughe mit dessen ap(en)en beseghelde(n) / breue vor my en(de) vor myne erffge(namen) en(de) vor nakomelinghen en(de) besitters der herscap van Almelo Dat ick hebbe / ghegheue(n) 10 en(de) gheue purliken o(m)me godes willen en(de) in die Eer onser lieuer vrouwen en(de) in oer vicarie die men / daer ghestichtighen sal in die Cappelle en(de) kerke toe Almelo Al alsodane beterschap en(de) lose als ick hebbe an dat / Erue en(de) gued gheheyten dat hulsbrinck gheleghen in der herscap van Almelo Also dat Jck noch myne erffge(namen) / noch nacomelinghe offte besitters der herscap van Almelo gheenrehande recht noch 15 ansprake mer beholden / en hebben noch wachtende soelen wesen an dat Erue en(de) gued vors(creuen) nv noch toe gheenretijt Sonder al arghelist / Des tot ene(n) tughe der waerheit Soe hebbe Jck zweder heer toe voerst toe keppele en(de) Joncker toe Almelo vor / my en(de) vor myne erffge(namen) en(de) voer nakomelinghen en(de) besitters der herscap van Almelo myn seghel beneden an / dessen breeff ghehanghen Ghegheue(n) Jnt Jaer ons 20 h(er)en dusent veerhondert achte en(de)tzestich vp Sunte Gre/gorius dach eyns hillighen paweses en(de) doctoers 1468b 25 Oldenzaal 1468-05-17 REGEST Arnd de Yegher verklaart in bijzijn van heer Johan Beckers, priester en regulier van het klooster te Esinghen, en van Henric Beckers, broers van zijn echtgenote Hadewijch zaliger, 30 als naaste bloedverwanten van zijn drie kinderen Johan, Zwene en Alijd, over te dragen aan die kinderen als moederlijke erfenis twee waren "to bick vnde to brande" in de buurschap van De Lutte en een "koth waer". Voorts het erve en goed Rickmardingk te Nortdornynghen en twaalf mud roggerente uit Wijfordingk te Hardinghen in het kerspel Ulzen. Verder elk een bed van drie stukken, een "poel", een oorkussen, twee lakens en een deken; terwijl hij voogd 35 over de kinderen blijft. Verder krijgt elk kind een bed. TRANSCRIPTIE JC Arnd de yegher do kond ende kentlick allen luden ende betughe au(er)myts dessen apene(n) bezegelden breue Dat / ick yn bijwesen h(er)en Johan beckers preister vnde 40 Reguleer des Cloesters to Esinghen ende Henrici beckers ghebro/dere Hadewijghes mij(n)re echten huesfrouwe(n) der god ghenadich sij vnde als naeste vrende vnde maghe onsser Drier kinder / als bijnamen Johans zwenen ende Alijts hebbe auer ghewijset en(de) au(er)wijse au(er)myts dessen breue den vorbenomden / onssen dren kynd(er)en Joha(n)ne zwene(n) vnde Alijde dit nabescreue(n) guet ende erfnisse als voir eyn recht aff scheet ores 45 mo/deliken gudes so se daer an vortechtiget vn(de) vorerft moghen wesen vormids god en(de) der hilg(er) kerken Jtem ten ijrste / twe waer to bick vnde to brande yn der Buerscop van der lutte ende eyne Koth waer Jtem dat Erue en(de) guet tho / Rickmardingk tho Nortdornynghen Jtem Twelff mudde RoggenRente vth wijfordingk to hardinghen yn den / kerspel van ulzen Ende ick wil hem desses vorbenomden gudes staen vnde waren vnde 50 rechte waerscop doen gelijck / der Stad boeck van Oldenzael dat begrepe(n) heift in allen manieren als men rechte kyndes affschedinge myt rechte / waren sal voir vrijg guet ombecu(m)mert myt yenighe(n) Jarlix Renthen voir al de ghene de des to rechte komen wille(n) / Oeck so sal eyn ytlick mij(n)re vn(de) salig(er) hadewich kynder hebn Eyn bedde

Page 193: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

van dren stucken enen poel een oerkussen twe / laken vnde eyn deken dit sollen se hebn voir orre moder clenode Ende hijr mede sal ick ghescheiden wezen van Joha(n)ne / zwenen vnde Alijde van orre moder der god ghenade alinghen nalat(en)en erfnisse en(de) gude Dat ore vrende vnde mage / op dach en(de) data deses breues mede hebn beleuet Jn vorwerden dat ick der kynder monber solle bliiue(n) vnde wesen ende / hem dit 5 voirs(creuen) guet trouwelike tot oren besten bewaren Sonder argelist Jn orkunde der waerheit aller pu(n)tten voirs(creuen) / So heb ick Arnd de yeg(er) mij(n) segel witlike beneden an dessen breeff gehanghen Gegeue(n) yn den Jaer onsses heren Duse(n)t / veerhondert Achte vnde tzestich op den naesten Dinxedach na den hilgen Sondaghe Cantate 10 1469 Ootmarsum 1469-01-21 15 REGEST Dyrck van Heyden, richter te Oetmersem, verklaart, dat Ghert Lodevinke en Locke diens echtgenote, aan Werner Kokelyck een stuk madeland overdragen, gelegen achter Lodeuelynckmaet aan de Dinkel (vp der dinkele) naast Broechuesesmade, geheten Dat Kattenstert. Keurnoten van het gericht zijn Gherhardus vpt Loe en Lambert Langherdes. 20 TRANSCRIPTIE Jck Dyrck van Heyden Een gesworen Richter in der tijdt to Oetmersem do ku(n)dich allen luden / betugende myd dessen openen besegelden breue dat voir my gekomen is dar ick sat in enen / gehegeden gerichte mydt mynen kornoten hijr na besc(reuen) alz ick myd rechte 25 solde Ghert lodevinke / en(de) locke syn echte wijff ende bekanden dat ze hadn verkofft ende verkoften stede vast erfflijck / en(de) [e]welijck een stucke madelandes gelegen achter lodeuelynck maet vp der dinkele alre negest / broechuses made geheten dat kattenstert werner kokelynck ende synen erfge(namen) offtt192 holder / desses breffs myt synen wyllen voir ene sum(m)e geldes de ze beka(n)den dat hem al ende wal / to wyllen betaelt was 30 en(de) ghert ende locke vorge(nomd) vertegen van der vorge(nomden) maet alynck en(de) al myd / aller vertichnisse en(de) vplatinghe myd handen ende myd mu(n)den alz ze van rechte solden so / dat ghert en(de) locke vorge(nomd) ore erffge(namen) noch nemant van oerre weghen enyger leye recht noch / ansprake beholden hebn an den vorge(nomden) noch to genen tijden wachtene solen wesen Ende / Ghert ende locke vorge(nomd) loueden 35 vor hem en(de) vor ore erfge(namen) werner en(de) synen erfge(namen) ende / holdere deses breffs desse vorge(nomde) maet ku(m)mervrijg to stane ende to [w]aerne ende rechte / gude waerscap to done wo men een vrijg doerslachtich egen stucke madelandes va(n) rechte / waren sal vnbeku(m)mert myt yenigerleye puntten sunder argelist hijr w(er)en myt m[y] / an en(de) ouer alz kornoten des gerichtes gherhard(us) vpt loe en(de) lambert 40 langherdes de[s] / to Oirku(n)de] hebbe ick Dyrck richter vorge(nomd) myn zegel beneden an dessen breff geha(n)gen / Jnt Jaer vnsses heren dusent veerhundert neghen ende tsestich vp Su(n)tte agnete(n) dach 45 1470a Almelo 1470-07-05 REGEST Sweder, heer te Voerst en Keppel, jonker te Almelo, verklaart dat hij en zijn opvolgers 50 jonkers te Almelo de tienden uit de erven Stonebrinck en Lanckamp, gelegen in de heerlijheid Almelo, in leen zullen houden ten behoeve van de te stichten O.L.V.-vicarie in de

192 De eerste "t" is niet zo duidelijk als de tweede "t". Waarschijnlijk een schrijffout.

Page 194: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

kerk te Almelo, daar de vicarissen niet als leenmannen mogen optreden. TRANSCRIPTIE Jck Sweder heer toe voerst toe keppele En(de) Joncker toe Almelo Beke(n)ne en(de) Betughe myt dessen apene(n) / beseghelde(n) breue vor my en(de) myne erffge(namen) 5 en(de) vor nacomelinghen en(de) besitters der herscap va(n) Almelo dat ick / en(de) myne erffge(namen) en(de) nacomelinghe en(de) besitters der herscap van almelo willen en(de) soelen holden in leen/scherweer den Tenden groff en(de) smal auer die Erue en(de) guede gheheite(n) die stonebrinck en(de) auer / den lanckamp gheleghen in der Herscap van Almelo toe behoeff onser lieuervrouwen vicarie / die men daer ghestichtighen sal in die 10 Cappelle en(de) kercke toe Almelo Alsoe dat die vicarie offte / vica(r)i(us) vander vicarien vors(creuen) daer ghene(n) man van holden endarf offte ensal en(de) dat doe wy / purliken o(m)me godes willen en(de) marien sijnre ghebenedighen moder toe loue en(de) tot eerwerdic/heit Sonder Arghelist Des tot ene(n) tughe der waerheit Soe hebbe Jck zweder heer toe voirst / toe keppele en(de) Joncker toe Almelo vor my en(de) myne erffge(namen) 15 en(de) voer nacomelinghen en(de) besitters / der herscap van Almelo myn seghel an dessen breff ghehanghen Ghegheue(n) Jnt Jaer ons h(er)en / dusent vierhondert en(de) tseuentich des donredaghes nae Translacio(n)is s(anc)ti martini Ep(iscop)i 20 1470b Almelo 1470-07-05 REGEST Aleyt van Harderwijck geheten van Peysie, verklaart gedoteerd te hebben ten behoeve van 25 de te stichten O.L.V.-vicarie in de kerk te Almelo, een garden gelegen in de Essche te Almelo "by den Baken", uit de opbrengsten waarvan heer Johan Tusuelt waskaarsen zal moeten branden op de jaargetijden voor haar ziel en die van [haar man] Hermen van Peysie. 30 TRANSCRIPTIE JC Aleyt van Harderwyck geheyten van peysie beke(n)ne en(de) bethughe met / dessen ap(en)en beseghelden breue voer my en(de) vor myne erfge(namen) dat ick hebbe / gegheue(n) en(de) gheue voer eyen recht testament myenre zeelen en(de) voer / h(er)mens zeele va(n) peysie Jn vnser leuen vrouwen vica(r)ie die men daer / nyes styftyghen sael 35 en(de) styftighet i(n) die kercke to almelo myne(n) garden / geleghen i(n) den essche to almelo by den baken vnde make h(er)en Johan / tusuelt hoelder myens breues va(n) den gaerden vors(creuen) en(de) besytter / des gardens vors(creuen) en(de) ock syne nakomely(n)ghen vica(r)ies der vica(r)ie vors(creuen) / Jn voerwoerden dat heer Joha(n) vors(creuen) en(de) syne nakomeli(n)ghe vors(creuen) solen / alle Jaer brenghen dree 40 waeskersen i(n) die kercke to almelo vp myne / iaertyet en(de) ock vp h(er)me(n)s iaertijt va(n) peysie En(de) die soelen dan daer / bernen to vigilien en(de) tot myssen vp vnsen grauen Sond(er) argelist / Jn een tuech der waerheyt aller pu(n)te(n) en(de) articulen vors(creuen) Soe hebbe ick / Aleyt vor my en(de) vor myne erfge(namen) vors(creuen) myen seghel an dessen breff / geha(n)ghen Jnt iaer vnses h(er)en Dusent Vyerho(n)dert en(de) 45 tzeue(n)tich / des donredaghes na t(ra)nslacionis s(anc)ti m(ar)tini ep(iscop)i 1471a Almelo 1471-05-13 50 REGEST Iohan van Eeschede oorkondt als zijn uiterste wil, dat zijn twee dochters Jutte en Griete, die in 't Beghijnhues te Almelo zijn gegaan, na zijn dood hun volle erfdeel zullen ontvangen ten

Page 195: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

behoeve van het convent, terwijl het zijn wil is, dat door de zusters van nu af voor de ziel zijner ouders zal worden gebeden uit erkentelijkheid voor de schenking van het erve Ouerynch aan het convent. TRANSCRIPTIE 5 Jc iohan van Eeschede beken en(de) betuge myt dussen beselden breff voer my en(de) vor my erffge(namen) Want my twe dochter(e) / Jutte en(de) Griete by mynen raet sijnt toe cloester ghegaen onsen lieue(n) heren toe di(en)e int beghijn hues toe Almelo / soe wil ick woeneer dat onse lieue heer sijnen willen myt my doet en(de) ick nyet langer en byn soe sullen / dan Jutte en(de) Griete en(de) co(n)uent en(de) susteren off oer p(ro)curator comen 10 en(de) ontfangen oer erffnisse gelijck / als rechte echte kinder en(de) eerffgenam van allen guede daer se got ende heylige kerck an vereruet hier / an en sullen oem engheen dinghen hynderlick wesen noch ney insaeten off oenige benauwing off versij/ringh off enyger ley manijren die oen teghen moegen gaen En(de) went ick den susteren dat erue en(de) guet / geheyten Ouerynch tot ene(n) ewigen testament heb ghegeue(n) soe sal men dat 15 doechtelicken aen syen van / beyde tzijden dat vor onser older siel ghebeden wort en(de) den susteren oic also voert gheschij dat sich des / bedancken en(de) got daer aff gheert mach syn went dyt my vterste wil is soe begeer ick Johan va(n) eeschede / van myne(n) erffgename(n) dit vors(creuene) toe halden en(de) toe doen Dat ick betuge myt mijne(n) zegel Sond(er) arghelijst / Gegheue(n) Jnt iaer ons h(er)en dusent vierhu(n)dert een en(de) 20 tzeue(n)tich vp su(n)te Seruacius dach des byscops 1471b Ootmarsum 1471-05-20 25 REGEST Dyrck van Heyden, richter te Oetmersem, oorkondt dat voor hem en zijn keurnoten Johan Zuest en Albert vp dat Hogehues, juffer Nyese van Welvelde als priorisse van het convent Werslo, met Ffredrick de Kremer als haar voogd, aan Dyrck van der Schulenborch alle 30 rechten op het erve Bredenbroeck c.a. overgedragen heeft. TRANSCRIPTIE Jck Dyrck van Heyden Een gesworen Richter Jn der tijdt to Oetmersem my(n)s / genedighen heren van vtrecht beke(n)ne en(de) betughe myt dessen op(en)en besegelden / breue dat 35 voir mij gekomen is daer ick sat in eynen gehegeden gerichte myt / mynen kornoten hijr na bescreuen alz ick myt rechte solde De Erber Juffer / Nyese va(n) welvelde Priorisse myt een deel Jufferen des (con)uentes van werslo / en(de) myt ffredrick den kremer oren gekoerne(n) mu(n)bair in dess(en) nabescreuener / zake(n) Ende bekanden dat ze myt (con)sente en(de) wlbaert der ghem(en)en Juff(er)en des / (con)uentes van werslo hadn ouergegeue(n) en(de) 40 geuen ouer erfflijck en(de) ewelijck / Dyrcke va(n) der Schulenborch ende synen erfge(namen) alzodane ege(n)doem ansprake en(de) / to s[a]ghen alz ze hadn ende kryghen moechten an den Erue en(de) gude geheten / bredenbroeck so dat myt syn(en) tobehoer gelegen is in den gerichte va(n) oetm(er)se(m) / inder buerscap va(n) gesteren voer ene su(m)me geldes de hem to wille(n) v(er)noget / was En(de) de Juff(er)en 45 vorge(nomd) deden dar vp vertichnisse en(de) vplati(n)ghe(n) v(er)myts ore(n) / mu(n)bair vorge(nomd) so dat ze noch ore nakomeli(n)ghe gheenreleye recht noech / ansprake beholden hebn an den vorge(nomden) gude noech to genen tijden wachtene / sole(n) wesen su(n)der Argelist hijr w(er)en myt my an en(de) ouer alz kornote(n) Des / gerichtes Joha(n) zuest end Albert vp dat hogehues Des to getughe heb ick / Dyrck Richter vorge(nomd) 50 my(n) zegel an dessen breff geha(n)gen Jn den Jaer vnss(es) / heren dusent veerhu(n)dert eenen(de) Seue(n)tich vp den negeste(n) manendaech / na Suntte Seruaes Ende vm meerre vestnisse dess(er) vorge(nomden) pu(n)tte(n) heb / wij Priorisse en(de) Juff(er)en des (con)uentes vorge(nomd) vnsses (con)uentes zegel mede / an dessen breff

Page 196: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

geha(n)ghe(n) vp daech en(de) tijdt vorge(nomd) 1472 Ootmarsum 1472-09-28 5 REGEST Schepenen en raad van Oetmersem verklaren, dat Egbert Schomaker en zijn vrouw Gese een rentebrief van drie schepel rogge uit Ghert Lodevinkes huis en garden, die gelegen zijn bij Oetmersem, en voorts uit Grades maet, gelegen bij de Dinkel naast Broeckhusesmaet, 10 bezeten hebben maar nu verloren zijn. Zij verklaren, dat die maat nu vrij is. TRANSCRIPTIE Wij ghem(en)en schep(en)en ende Raedt der Stadt van Oetmersem beke(n)nen / en(de) betughen myd dessen op(en)en besegelden breue dat vor vns Jn Sche/pendoem gekomen 15 synt Egbert schomaker ende gese sijn echte / wijff en(de) beka(n)den dat ze vortijdes ene(n) breff gehad hadn Jnholdene / Dre schepel rocge(n) Jaerliker rente vte ghert lod[e]vinkes huse en(de) gard(en) / gelege(n) vor oetmersem en(de) vte grades maet gelege(n) bij der dinkele / beneuen broeckhuses maet welike(n) breff egbert ende gese beka(n)d(en) / dat ze verlore(n) hadn en(de) beka(n)den mede dat de vorge(nomde) maet gevrijet / en(de) 20 geqwijtet weer va(n) den vorge(nomden) dren schepel rocge(n) renthe so dat ze / noech ore erffge(namen) to gene(n) tijden ansprake hebn solen an de vorge(nomde) maet / En(de) offt de breff hijr na ghetoent worde so vorge(nomd) is dat de va(n) gheen/re weerde wesen sall Des to ghetughe hebbe wij vnsse zegel an dess(en) / breff geha(n)gen Jn den Jaer vnss(es) h(er)en duse(n)t veerhu(n)dert twe ende / Seue(n)tich vp Su(n)tte michaelis Auent 25 1473a Oldenzaal 1473-01-15 30 REGEST Hermen van Eerde en Schulte Johan, burgemeesters van Oldenzael met schepenen en raad der stad, oorkonden dat Arnd Tauenhusen en Gerborch zijn echtgenote, verpacht hebben - voor een periode van twee en veertig jaar - aan Esseken Touenhuesen en diens vrouw Ffenne hun erve Auenhues c.a., in de buurschap Alberghen in kerspel en gericht 35 Otmershem. De voorwaarden voor de pacht worden vermeld. Daarbij is ook sprake van de kamp gheleghen bij Hermelingk, den Lubbert Hermelingk onderheft. TRANSCRIPTIE Wij Hermen van Eerde en(de) SchulteJohan yn der tijt Borg(er)meist(er)e yn Oldenzael 40 En(de) wij ghemeyne(n) Scep(en)en ende Raid der Stad van / Oldenzael Doen kond en(de) kentlic au(er)myts dessen apene(n) breue Dat voir ons yn scependoem als voir scep(en)en selue(n) gekome(n) syn Arnd taue(n)husen / ende Gerborch sijn echte wijff myt Arnde vors(creuen) ore(n) ma(n)ne als myt ore(n) monb(er) En(de) enkand(en) vor ons vor hem vnde vor ore erfge(namen) Dat se hadde(n) vormey/gert vorpachtet ende vth gedaen to 45 meyg(er)rechte Esseken touenhuesen en(de) ffennen sijnen echten wijue en(de) oren erfge(namen) Oir alinghe Erue en(de) guet / gheheten Auenhues Mit water myt weyde myt toppe myt torue myt twijghge myt aller slachter noth myt sijnen alinghen olden en(de) nyen / to behoren so als dat gheleghen is yn der Burscop to Alberghen en(de) yn den kerspel ende gherichte van Otmershem Twevndeveirtich / stede Jairlanck daer dat ijrste Jar van wezen 50 vnde begy(n)nen sal als men scrift dat Jair onsses h(er)en dusent veirhondert zessvndet-zeue(n)tich op sontte / Marcus dach ewan(gelis)te193 naest volge(n)de data des(ses) breues

193 25. april. Er werd geen afkortingsteken gebruikt voor (gelis). Enkel de twee laatste letters

Page 197: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

En(de) hiir van sollen Esseken vn(de) ffenne en(de) ore erfge(namen) Arnde vn(de) Gerborge vn(de) ore(n) erfge(namen) gheue(n) / leggen vnde dorschen de veirde garue vp den lande van allen ghewasse vn(de) den tendh(er)en sijne(n) tenden en(de) sollen myt vorwerden dit land / deses vors(creuen) erues Jarlixs wal messen bouwe(n) en(de) alinxs to seyen nabuerlick en(de) geliick oren voernoten En(de) Esseken ende ffenne en(de) ore 5 erfge(namen) / sollen dat hues op auenhuesen holden vn(de) wa(r)en dackdichte en(de) wantdichte en(de) dit erue tendes desen voirs(creuen) oren Jarmalen yn guden wrochte(n) / en(de) tune(n) auerleu(er)en En(de) see en sollen oeck ghiin holt houwe(n) op desen voirs(creuen) erue dan duestholt dat moghe(n) se houwen ten sii myt Arndes ende / Gerborge(n) en(de) oire erfge(namen) willen En(de) Arnd ende Gerborch vn(de) ore 10 erfge(namen) sollen se vriigen voir koslach vn(de) voir voder voren Men esseken vn(de) ffenne / vnde ore erfge(namen) sollen Arnde vn(de) Gerborghe en(de) oren erfge(namen) alle Jaer eyne voer doen to Deuent(er) op ore kost oft twe voer [daer] voir to Oldenzaell / tot Arndes en(de) Gerborge(n) en(de) orre erfge(namen) koer En(de) wa(n)neer daer ak(er)en is [A194]lso dat men ynbrand so sollen se Arnde vn(de) Gerborghe en(de) oren erfge(namen) 15 / gheuen altoes ey(n) veth verken daer men ey(n) pachtswij(n) mede betalen moghe en(de) daer sollen Esseken en(de) ffenne en(de) ore erfge(namen) weder voir holden / sodane warscop als to desen erue hort Oeck so syn vorwerde Dat Arnd vnde gerborch van desen erue sollen beholden de wijle se beyde oft orre ey(n) li[j]uet / vn(de) leuet de Maet tusschen der leede vn(de) den essche gheleghen de se seluest moghen ghebruken tot ore(n) besten 20 en(de) tendes ore(n) leuen sal se weder wesen / yn dit erue vn(de) Dree appelbome de se oeck tot orre beyder lijue de vrocht daer van des gelikes zolle(n) hebn En(de) so de kamp gheleghen bij herme/lingk den lubbert hermelingk onderheft vth gesath is tot zek(er)en Jare(n) wa(n)n(er) de Jare(n) o(m)me gekome(n) syn so sal de oeck kome(n) an dit vorsc(reuen) erue vn(de) an / Esseken vn(de) ffenne(n) vors(creven) vn(de) an ore 25 erfge(namen) En(de) Arnd vnde Gerborch vn(de) ore erfge(namen) sollen en(de) willen Esseken vn(de) ffenne(n) vn(de) oren erfge(namen) vn(de) kind(er)en / deser vors(creuen) vormeygeringhe vn(de) vorpachtinghe tot aldusdanige(n) voirs(creuen) Jarmalen staen vn(de) ware(n) en(de) rechte warscop doen wo men eyne(n) eyne / rechte vormeygeri(n)ghe vn(de) vorpachtinge myt rechte ware(n) sal vor al de ghene(n) de des to rechte kome(n) 30 willen Sond(er) enig(er)hande hulperede sond(er) / enich wederzeggen en(de) sond(er) al argelist Jn orkunde der waerheit deser voirs(creuen) pu(n)tten samptlick vn(de) ey(n) itlick bijsund(er) En(de) wa(n)t Arnd selvest ghy(n) / eyge(n) zegel vn(de) hadde als he voir ons kande So hebn Wij v(m)me sunderlinxs beg(er)te wille(n) Arndes vn(de) Gerborchge(s) en(de) omb bede willen Essekens / en(de) ffennen onsser Stad Secreetsegel witlike 35 beneden an desen breeff ghehange(n) Gegeue(n) yn dem(e) Jair onss(es) h(er)en Dusent veirhondert Drevnde / tzeventich op dem(e) naesten vrijgdach na Sancte po195(n)tiaens Dach martir(is) 40 1473b Oldenzaal 1473-00-00 REGEST Hermen van Eerde en Jacob Bodeker, burgemeesters in Oldenzael met schepenen en raad 45 der stad, oorkonden dat Johan Volmeringk en zijn echtgenote Ffenne aan het O.L.V.-gilde jaarlijks een halve mud rogge meer moeten betalen dan bij de pachtbrief overeengekomen is. De extra betaling wordt als volgt gemotiveerd: Omdat ze eikenhout hadden gekapt uit het erve To Vomeringk bouen o[......]tesbreif (waarschijnlijk – ‘boven hun pachtbrief’) hadden.

"te" werden hoger geschreven.

194 Vouw in de oorkonde, die de foto op die plek praktisch onleesbaar maakt.

195 De "o" is later - met andere inkt - veranderd (of duidelijker geschreven).

Page 198: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE Wii Hermen van Eerde ende Jacob bodeker yn der tiit Borg(er)meist(er)e yn Oldenzael Ende wii ghemeyne(n) Scepenen en(de) R[aed der stad van Oldenzael] / Doen kond ende kentlick allen lueden au(er)myts dessen apenen bezegelden breue Dat voir ons [y]n scependoem als 5 voir scepene(n) seluen ge[comen sint Johan] vol/meringk ende ffenne sijn echte wijff myt Johanne vorsc(reuen) oren ma(n)ne als myt oren monb(er) E[nde] enkanden vo[ir] [o]ns vor hem vn(de) vor or[en] erfg[enamen] / deses voirs(creuen) erues en(de) g[ued]es to volmeringk Dat se schuldich weren eyne erflike ewelike onuerJarde pacht als Eynhalff mudde guedes [......] / claren wint(er)roggen [Jarlik]er gulde vnde rente bauen oren 10 pachtbreiff V(m)me dat se eyken holt van desen vors(creuen) erue bouen o[......]tesbreif / ghehouwen hadde[n] [....] [E]rsamen prouisoren ende Raetlueden der giltscop onsser lieu(er) [v]ro[u]wen [b]ynnen [Oldenzael] ende o[....... ...] [beh]oeff / der arme(n) Ende Johan en(de) ffenne vors(creuen) laueden hiir v(m)me vor hem vnde vor ore erfge(namen) en[de] vor dem volger deses vors(creuen) erues den p[rouisoren] [e]nde raet/luden voirs(creuen) 15 ende oren nakom(en)en desses voirs(creuen) haluen mudde Roggen Jarliker gulde v[nde Re]nte to s[taen]e ende to warne ende rech[te warscap to] doene / to ewighen daghen voir al de ghene de des to rechte komen willen Ende guede rede bet[alin]ge nv [vort an] alle Jair ku(m)mer[l]oes to [leestene tussc]hen / Sancte Mertijn yn den wynter ende der hochtiit to Midwinter bynnen oldenzael yn ey(n) hues da[er] des desen pro[ui]soren ende Ra[etluden 20 voi]rscre(uen) / ende oren nakom(en)en vors(creuen) we de dan syn yn der tiit best ghen-oget Weirt oeck zake dat des nijt en gheschiede en(de) hiir enich gebreck y[n volle dat] / weer van warscop oft van betalinge desses haluen mud[de] Roggen Jarliker rente oft wo dat to q(ue)me Dat moghen dese voirs(creuen) prouisor[en] en(de) [Raet]=/luede ende ore nakom(en)en we de dan syn yn der tijt to behoef der armen tot allen tijd[en] vthmanen ende 25 ynwynne(n) van Johanne en(de) van ffenne(n) / vors(creuen) ende van oren erfge(namen) en(de) van oren volg(er) deses erues ende vort van allen den ghenen dee he[m] deses v[o]rs(creuen) erues en(de) gudes to volmeringk eyns deels / oft al onderwynden daer van telen ofte bouwen Mit allen gerichten geestlick oft wartlick dat eyne recht den and(er)en nijt to hinderen onuervolget en(de) / onu(er)claget vor yemande gelike rechte onuerJairde heren 30 pacht Sonder enig(er)hande hulperede sonder enich wederzeggen ende sonder al ar[gelist] Jn / orkunde der waerheit aller pu(n)tten en(de) articulen vors(creuen) samptlick vnde eyn itlick bijsunder So hebn wii Borg(er)meistere Scep(en)en ende Raid vo[rscreuen] [onser] / stad yngezegel omb bede willen van beyden tzijden vors(creuen) witlike beneden an desen breif ghehangen Gegheuen yn den Jair onsses here(n) Dusent veir[h]on=/dert Dre vnde 35 [t]zeuentich op den naesten Maendach nae 1474a Ootmarsum 1474-01-24 40 REGEST Oorvedebrief van Hinrick ten Zelekampe, burger te Oetmersem, verleden voor Dijrck van Heijden, richter te Oetmersem, waarin Ten Zelekampe bezweert, dat hij of de zijnen, de burgers en inwoners van Oetmersem "noech" wil "behaten, noech beniden myt woerden 45 noech myt wercken". De gebroeders Hinrick en Ffredrick ten Wijrke, ooms van Hinrick ten Zelekampe, verklaren, dat zij bij woordbreuk van Hinrick aan de schepenen van Oetmersem honderd "gode goldene auerla(n)sche Rinsche guldene genge ende geue vp dat(um) dess(es) breffs" zouden verbeuren. Keurnoten zijn Johan Zuest en Ffredrick Kremer. 50 TRANSCRIPTIE Jck Dijrck van Heijden Een gHesworen Richter in der tijdt to oetmersem bekenne ende betughe myt Dessen openen besegelden / breue dat voir my gekomen is daer ick sat in enen gehegeden gerichte myt mynen kornoten hijr na bescreuen alz ick myt rechte / solde

Page 199: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

hinrick ten zeleka(m)pe een borger toe Oetmersem ende louede sekerde ende swoer myt synen vpgerichten vleisliken vyngeren / lijffliken ten hillighen dat hee noech nemant van sijnre weghen d[e] vm synen willen doen en(de) laten tot enigen tijden nv noech nu(m)mer/meer wyllen noech en solen behaten noech beniden myt woerden noech myt wercken an de Schepenen borghers en(de) Jnwoenres van / Oetmersem noech an yemant 5 de ze to verdenighen hebn noech die vm oren willen ichtesw[a196]t doen offt laten an dess(en) voirge(nomde) lijff / offt guet stadt ende oerber De vengenscap ende [ee]nvaenck] de se doen hadn laten ende selues persoenliken mede dede(n) an / hinrike voerge(nomd) bynnen oetmersem in syens selues woni(n)ghe vm broke ende zaken daer hinrick vorge(nomd) den Schep(en)en vorge(enomd) Jn ende / mede veruallen [was] ende daer ze 10 hinrike vorge(nomd) vm in ore vengescap gesat hadn Ende tendes desser vorge(nomde) loffte ende sweringhe / loueden in den seluen gerichte hinrick ende ffredrick ten wijrke gebroders hinrixs vorge(nomde) oems offt sake weer dat hinrick / ten zelekampe vorge(nomd) alle dess(e) vorge(nomde) pu(n)tten ende een yewelijc bijsunde nycht en helde dat qweme to wo dat to kome(n) moechte / Dat ze offt ore erffge(namen) Dan den 15 Schepenen van oetmersem in der tijt veruallen ende verboert solen wesen in ener su(m)me van / gelde als hundert gode goldene auerla(n)sche Rinsche guldene genge ende geue vp dat(um) dess(es) breffs offt gelijc paij an golde Dat in tijdt / der betali(n)ghe dar guet voir is Ende de Su(m)me Jntowy(n)nen ende Jn to manen gelijc recht heren pacht Su(n)der argelist [H197]ijr / weren myt my an ende ouer alz kornoten Des gerichts Johan zuest ende ffredrick 20 kremer Des toe getughe hebbe Jc Dijrck / Richter vorge(nomd) myn zegel beneden an dessen breff gehangen Jn den Jaer vnss(ses) heren Dusent veerhundert veer en(de) Seuen/tich vp Suntte pauwels Auent Conuercionis 25 1474b Almelo 1474-04-15 REGEST Sweder, heer te Voerst en Keppel, verklaart door zijn broer heer Otto van Rechter, ridder, 30 geheel voldaan te zijn van de koopsom van de heerlijkheid Almelo c.a., met uitzondering van de 2000 Overlandse Rijnse guldens, die Otto voor hem zou betalen aan Heer Wijnolt van Arnhem. TRANSCRIPTIE 35 Jck Sweder heer to voerst vn(de) to keppel bekenne voer my vn(de) voer myn erffge(namen) dat my mijn lieue / broeder heer Otto van rechter rittere my to willen vn(de) to gueden tijden vuldaen hefft dat gheene / dat hie mij verzegelt vn(de) ghelouet hadde in bezegelden breuen vn(de) anders dat hie my schuldich / was tho doene heer komende van den koep der heerscap van Almeloe wtghesecht der somme / van twen dusent 40 auerlentscher rinsscher guld(en) an h(er)en wynolt van Arnhem alz[o] dat ick / zweder vors(creuen) bedancke h(er)en otto vors(creuen) van dessen saken guede betalinge van allen dat hie / my van dessen saken schuldich is to doene wt gesecht die twe dusent rinsche guld(en) vors(creuen) sonder / al Argelist Jn oirkonde der waerheyt alle desser vors(creuen) pu(n)ten heb ick zweder heer to voerst / vn(de) to keppel voer my vn(de) voer myn 45 erffge(namen) van mynre rechter wete[...t mijnen] z[e]gel] / beneden an dessen breff ghehangen Ghegeuen Jnt Jaer ons h(er)en Dusent vierhondert vn(de) / vier vn(de) tsouentich des vrijdage(s) na den hilligen Paessche daghe 50 1475a 196 Misschien kan men theoretisch ook "ichteswit" lezen.

197 De "H" is veranderd en daardoor niet goed leesbaar.

Page 200: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Almelo 1475-02-21 REGEST Otto van Rechteren, ridder, heer en jonker te Almelo verklaart dat hij de "vrijg breeff" tussen wijlen jonker Johan van Almelo en nu wijlen Johannes ten Vreede, diens vrouw Ffenne en 5 hun kinderen, zal respecteren en van waarde erkennen. TRANSCRIPTIE JCK Otto va(n) Rechteren Rijtter heer en(de) Ju(n)cker toe Almelo bekenne en(de) betuge met dessen apene(n) besegelden breue v[or my en(de) my198] /ne erfge(namen) vor 10 naekomelinge(n) en(de) besijtters der herscap va(n) Almelo dat Jck wt goeden beraede en(de) myt myne(n) guede[n] willen hebbe / concentieret en(de) beleuet concentier en(de) beleue En(de) wil oeck mede dat all alsoedaene(n) vrijg breeff als Ju(n)cker Johan va[n Almelo] / den god genaede wandages seligen Johanne ten vreede Ende ffennen sijne(n) echte(n) wyue met den kindere(n) Jn [den selue(n) breue be]/grepen volmechtich en(de) 15 stanthaftich en(de) vast en(de) altoes volmechtich stanthaftich en(de) vast blyue(n) sal [Des ter rechter orku(n)]/de alle desser vors(creuen) punten Soe heb ick Otte van Rechtere(n) Rijtter heer ende Juncker toe Almelo myn seg[el vor my ende vor] / myne erfge(namen) vor naekomelinge(n) ende voer besijtters der heerscap van Almelo wijtlike beneden an dessen [breeff ghehan]/ghen Ghegeuen Jnden Jaer vns Heeren duesent vier hu(n)dert vijff en(de) 20 tsoeuentich vp su(n)te Peters aeuent ad Cathe[dram] 1475b Oldenzaal 1475-08-04 25 REGEST Arnd de Jegher, richter te Oldenzael, verklaart dat Henrick van Beruorde aan Gherbrich Wernynck, ministerse en de "gemene zusteren" van het convent te Almelo verkocht heeft de grove en de smalle tienden over het erve en goed Dat Velthues in de buurschap Valt, gericht 30 Oldenzael. Bij eventuele schade voor de zusters zouden zij vijf mud winterrogge mogen inmanen uit zijn erve Dat Vphues, in de buurschap van De Lutte, totdat zij de zestig gouden Rijnse guldens teruggekregen zouden hebben. Keurnoten zijn Werner Helmiges en Ffrederick Brand naast andere getuigen. 35 TRANSCRIPTIE JC Arnd die Jegher Jnder tijt een ghezworn Richter myns gnedighen h(er)en va(n) vtrecht tot Oldenzael Doe kond en(de) kentlick allen luden / en(de) betughe myt dessen apene(n) besegelden breue Dat vor mij ghecomen is daer ick zat yn ene(n) gheheden gherichte myt myne(n) cornoten / hijr na bescreue(n) als ick myt rechte solde Henrick van Beruorde Ende 40 enkande vor mij vor em ende vor syne erffg(enamen) Dat hie hadde / vercofft en(de) vercoffte vormyds dessen breue in ene(n) rechten steden vasten erffcope erfflike ewelike en(de) o(m)mermeer myt hande myt monde / myt allen vortichnissen en(de) vplatinghen als recht was Gherbrighe wernynck Minisstersche en(de) den gem(en)en zust(er)en des Conue(n)tes to / Almelo en(de) ore(n) nakom(en)en Den Tenden groff en(de) smal ouer dat 45 Erue en(de) guet gheheten dat velthues gheleghen Jnder bursschap to valt / en(de) Jnden gherichte van Old[e]nzael Om ene su(m)ma van gelde die henricke en(de) syne(n) erffg(enamen) vors(creuen) wal betalt was daer em ende syne(n) erffg(enamen) / altoes wal anghenoghen solde als hie vor mij enkande Ende henrick vors(creuen) lauede vor mij Jnden selfften gherichte vors(creuen) vor em en(de) syne / erffg(enamen) gherbrighe den 50 zust(er)en en(de) oren nakom(en)en vors(creuen) desses vors(creuen) tenden groff en(de) smal tho stane en(de) tho warne en(de) rechte warschap tho / done tot ewighen daghen vor

198 De oorkonde is deels erg beschadigd.

Page 201: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

alle die ghene die des to rechte come(n) willen wert oeck zake dat des niet en gheschiede en(de) hijr / enich ghebreck yn volle so vorwilkorde henrick vors(creuen) en(de) satte gherbrighe den zust(er)en desses Conue(n)tes en(de) ore(n) nakom(en)en vors(creuen) vor / mij vor em ende syne erffg(enamen) vors(creuen) vijff mudde guedes schonen claren winter rogghen Jarlikes tho boerne wth syne(n) Erue en(de) guede / gheheten dat vphues 5 gheleghen Jnder bursschap vander lutte en(de) Jnden gherichte van Oldenzael oldenzaler mathe en(de) to almelo te / leuerne En(de) henrick vors(creuen) enkande vor mij vor em en(de) syne erffg(enamen) dat hie solde dessen tenden vors(creuen) holden Jn leensscher weer van / den leenh(er)en daer hie van to lene ghet tot behoff gherbrighe den zust(er)en en(de) ore(n) nakom(en)en desses (con)uentes vors(creuen) buten oren hinder en(de) / 10 schaden tot ewighen daghen Ende weert zake dat henrick offte syne erffg(enamen) vors(creuen) des niet en deden en(de) die zust(er)en vors(creuen) bespreck hinder / en(de) schaden daer bij haddn so moghen die zust(er)en des (con)uentes vors(creun) die vors(creuen) vijff mudde rogghen Jarlikes mane(n) vth den Erue vors(creuen) / ter tijt tho dat henrick offte syne erffg(enamen) vors(creuen) gherbrighe den zust(er)en des (con)uentes 15 offte ore(n) nakom(en)en vors(creuen) die tzestich gold(en)en rinsche guld(en)en / weder gijfft en(de) wes hijnder en(de) schaden daer gherbrich die zust(er)en des (con)uentes offte ore nakomene vors(creuen) daer bij hebben den hijnder ende / schaden den moghen sie va(n) henricke en(de) syne(n) erffg(enamen) vors(creuen) weder aff mane(n) myt allen gherichten gheistlick eder wartlick dat ene recht / den and(er)en niet tho hijnderne 20 onu(er)uolghet en(de) onu(er)claghet vor Jema(n)de ghelike rechte vorschene(n199)ne h(er)en pacht sonder enich weder / segghen en(de) sonder al argelist hijr weren myt my an vnde auer daer dit gheschach als Cornoten des gherichtes werner helmiges / vn(de) ffrederick brand vn(de) meer gueder lude ghenoch die dat mede seghen vn(de) horden vn(de) dat gherichte mede ombestonden Jn orkunde / der warheit aller pu(n)ten en(de) 25 articulen vors(creuen) en(de) eyn ytlick bijsonder So heb ick Arnd die Jegher my(n) segel als een richter ombede / willen van beiden tzijden witlike beneden an dessen breff ghehanghen Ende tot merre konde en(de) vestnisse willen aller punten / en(de) articule vors(creuen) Soe heb ick henrick va(n) beruorde vors(creuen) my(n) segel vor mij en(de) myne erffg(enamen) vors(creuen) witlike mede an dessen breff / ghehanghen Ghegheuen Jnden Jaer onss(es) 30 h(er)en dusent vier hondert vijff vn(de) tzeuenentich op den nasten vridach na Vincula / Petri 1476a Ootmarsum 1476-06-05 35 REGEST Schepenen en raad van Oetmersem verklaren, dat Ffye, weduwe van Reijnolt Haken, met instemming van haar voogd Wermbolt van Scarpenhues, een jaarrente van acht mud winterrogge (uit haar twee huizen, spiker ende steden ende gaerden zoals die liggen tussen 40 de huizen van Rotgher Krosynck en Herman Vasseman) geschonken heeft aan het vroegmisaltaar. Vergelijk ook de oorkonde 1465b, d.d. 1465-11-29 (Ootmarsum). TRANSCRIPTIE Wij Ghemenen Schepenen en(de) Raedt der stadt van Oetmersem beke(n)nen en(de) 45 betughen / myt dessen op(en)en besegelden breue dat voir vns gekomen is daer wij seten in scependome / als wij myt rechte solden ffye haken wedue ende wermbolt va(n) scarpe(n)hues myt ffyen als / oer gekoerne mu(n)bair an desser nabescreuener zaken En(de) ffye myt ore(n) mu(n)bar bekande / dat ze hadde gegeuen ende gaff myt guden vorbedaechten moetwille(n) gesu(n)des lyues wijt/tich oerre synne puerlick vm gods willen 50 voir salicheyt oerre sielen tot ene(n) ewijghen / testamente achte mudde guedes droghen claren wynterrocghen Jaerliker gulde en(de) ewiger / erffrenthe vte oren twen husen spiker

199 Het afkortingsteken lijkt onnodig.

Page 202: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ende steden ende gaerden so als dat gelegen is tussche(n) / husen Rotgher krosynck ende herma(n) vassema(n) en(de) is des wtgegaen voer vns ende hefft / dat ouergegeuen in handen heren Johans des kosters verwaerre in der tijdt Des offici/vmes der hillegedages vromisse by(n)nen oetmersem to oerber behoeff en(de) nutticheyt / ewelijc en(de) v(m)mermeer des preisters de verwaerre is in der tijdt der vromisse voirge(noemd) / Ende 5 die preister sal dar voir in synen missen sunderlixs memorie holden vor ffyen vorsc(reuen) / ziele Ende ffye vorge(noemd) ghenck der vorge(noemden) achte mudde rocghen renthe v[e]ht vermyts oren / mu(n)bair vorsc(reuen) myt hande en(de) myt mu(n)de myt allen vertichnissen en(de) vplati(n)ghen als ze va(n) / rechte solde Ende louede die achte mudde rocg(hen) nv voert an alle Jaer vnverJaert tot ewij/ghen tijden ku(m)merloes to leueren 10 en(de) wal toe betalen tusschen Su(n)tte merten in de(n) wi(n)t(er) / en(de) medewy(n)ter by(n)nen oetmersem in een hues daers den preister verwaerre der vorge(noemden) / misse in der tijt best genoget Ende werdt zake dat enich gebreck gescheghe in dess(en) vorge(noemden) / pu(n)tte(n) va(n) ffyen vorge(noemd) va(n) ore(n) erfge(namen) offt va(n) yema(n)t anders va(n) waerscap der vorge(noemden) renthe / offt va(n) betali(n)ge des 15 rocg(hen) Jaerlixs wo dat toe kome(n) mochte So v(er)wilkorde ffye vorge(noemd) dat / dan de preister der vorge(noemden) misse verwaerre de achte mudde rocg(hen) alle gebrek der waerre / en(de) allen verscreuen rocg(hen) myt allen hinder en(de) schaden dar bij gelede(n) maech manen / en(de) Jnwy(n)nen vte den husen spiker garden en(de) stede vorge(noemd) en(de) va(n) allen den ghenen die he / Des een deel offt all vnderwy(n)nen 20 myt allen rechten geestlijc offt wertlijck myt beide(n) / toe gelike vnueruolget en(de) vnuerclaget vor yemant gelijc recht[e] heren paecht Su(n)der / wery(n)ghe eniges rechts Des toe getughe hebbe wij Schep(en)en vorge(noemd) vnsser Stadt Jngesegel / an dessen breff geha(n)gen En(de) vm meerre vestnisse heb ick ffye vorge(noemd) tot stanthaff/ticheit alle dess(er) vorge(noemden) pu(n)tte(n) mijn zegel mede an dess(en) breff geha(n)gen Jn den 25 Jaer vnss(es) / h(er)en dusent veerhu(n)dert zeesende seuentich vp Su(n)tte bonifacius daghe 1476b 30 Ootmarsum 1476-06-11 REGEST Dirick van Heyden, richter te Oetmersem, oorkondt dat Hermen ter Kemenade en diens vrouw Hermen ten overstaan van hem en de keurnoten Johan van Eeschede en Arnd 35 Grubbe voor henzelf en hun zoon Bernd het erf De Kemenade te Alberghen hebben overgedragen aan prior en convent aldaar. Voorts hebben ze verklaard dat Hermens broer Euert en Hermens zuster Ghertrued (laatstgenoemde met haar man Hermen Blanckenvoert als voogd) geen rechten op Kemenade hebben sedert de deling der nalatenschap van hun vader Bernt ter Kemenade, die na Hermen, Euerts overleden vrouw, is gestorven. 40 TRANSCRIPTIE JC Dirick van Heyden inder tijt een gheswore(n) Richter toe Oetmerse(m) mijns ghenadighe(n) here(n) van Vtrecht beke(n)ne en(de) betughe myt desse(n) / opene(n) bezeghelde(n) brieue Dat voer my ghecome(n) syn daer ic sat toe gherichte in ene(n) 45 gheheghede(n) heymale myt myne(n) kornote(n) nae bescreuen / als ic myt rechte solde hermen ter kemenade en(de) Hermen sijn echte wijf myt oere(n) ghekoere(n) mo(n)ber als myt hermen oere(n) man vors(creuen) den sie / daer voer my koes myt hande en(de) myt monde en(de) oer ghegheue(n) waert als recht was En(de) bekande(n) dat sie voer hem voer Bernde oerre / twyer echte soene en(de) voer alle oere erfge(namen) myt oere(n) vryen 50 willen en(de) guden berade hebben vercoft en(de) vercope(n) erflike ewelike en(de) v(m)mer/meer rechtes stedes erfcopes den Prior en(de) ghemene(n) Co(n)uente des Cloesters der Reguliere(n) toe Alberghe(n) en(de) oere(n) naecom(en)en oere alinge / Hele Erue en(de) guet ghehiete(n) die kemenade gheleghe(n) in der buerscap toe Alberghe(n)

Page 203: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

vors(creuen) en(de) inden kerspele en(de) gherichte van Oetmersem / myt al syne(n) lande dat daer toebehoert myt houe myt holte myt torue myt twyghe myt water myt weyde myt aller slachter nut / myt al syne(n) toebehoer als sie dat nv ghebruke(n) op datu(m) sbriefs wtghesecht een cleyne stuckelandes gheleghe(n) in ene(n) kampe opten essche / Allen voerko(m)mer afghedaen Voer ene su(m)me gheldes die sie bekanden dat hem vol al 5 en(de) wal betaelt was tot oere(n) willen En(de) herme(n) / en(de) hermen vors(creuen) hebn voer my in den selue(n) gherichte verteghe(n) voer hem en(de) voer Bernde vors(creuen) en(de) voer alle oere erfge(namen) van den Erue / Kemenade vors(creuen) myt al syne(n) toebehoer En(de) syn des wtghegaen myt hande myt monde en(de) myt aller oplati(n)ge en(de) vertichnisse als / ordel en(de) recht wysede tot behoef des Priors en(de) 10 Conuents vors(creuen) Alsoe dat hermen en(de) hermen vors(creuen) of oere erfge(namen) an den Erue voers(creuen) / myt syne(n) toebehoer gheenreleye recht of ansprake en behelden of v(m)mermeer an wachtende sullen wesen En(de) hermen en(de) herme(n) / vors(creuen) loueden in den selue(n) gherichte voer hem voer Bernde vors(creuen) en(de) voer oere erfge(namen) den Prior en(de) Co(n)uente vors(creuen) en(de) oere(n) 15 naecomende(n) / Dat Erue en(de) guet vors(creuen) myt al syne(n) toebehoer te ware(n) en(de) rechte warscap daer van te doen tot allen tijden als sie des begheren voer / alle die ghene die des toe rechte come(n) willen bute(n) oere kost en(de) schaden Weert sake dat in dessen vors(creuen) punte(n) en(de) artikelen den Prior / en(de) Co(n)uente vors(creuen) of oere(n) naecom(en)en tot yenigher tijt yet ontbreke daer sie yenighe(n) schaden of hinder 20 byleden woe dat by queme Den / schaden of hinder moghe(n) die Prior en(de) Co(n)uent vors(creuen) ouermids hem seluen of ene(n) andere(n) sonder vervolch yenighes rechtes tot oere(n) / slichte(n) wtsegge(n) wtmane(n) en(de) inwy(n)nen ghelijc here(n) pacht myt ghiestliken of daghelicsche(n) werltlike(n) rechte Dat ene den andere(n) niet / te hindere(n) van herme(n) en(de) hermen vors(creuen) en(de) van oere(n) erfge(namen) wt allen oere(n) 25 guede(n) roerlic of onroerlic vrij of leen waer dat die ghele/ghen syn die sie nv hebn of naemaels crighe(n) moghe(n) . Voert soe is voer my ghecome(n) in dat selue gherichte Euert ter Kemenade / Hermens vors(creuen) echte broder en(de) bekande al daer voer my dat nae sijnre seligher huesvrouwen dode is ghestorue(n) sijn selighe vader / Bernt ter kemenade En(de) daer nae syn hie en(de) syne sustere(n) myt hermen oere(n) broder 30 vors(creuen) vrientlike ghescheyden En(de) syn des eens / gheworde(n) Dat herme(n) vors(creuen) die kemenade beholden solde en(de) hielt myt al oere(n) toebehoer syne(n) willen daer mede te doen En(de) daer / om bekande Euert vors(creuen) dat hie en(de) syne kinder en(de) oere erfge(namen) gheenreleye recht en hebn an der kemenade vors(creuen) noch verwachtende / sullen wesen En(de) hie verteech daer af voer my en(de) belieuede dat 35 hermen sijn broder vors(creuen) vercoft heft en(de) vercopet den Prior en(de) / Co(n)uente toe Alberghe(n) vors(creuen) erflike en(de) ewelike te besittene die kemenade vors(creuen) . Voert soe is ghecomen voer my in dat selue gherichte / Ghertrued Hermens en(de) Euerts vors(creuen) echte suster myt oere(n) ghekoerne(n) momber als myt hermen Blanckenvoert oere(n) echten man den / sie daer voer my koes en(de) oer ghegheue(n) waert als recht was 40 En(de) bekande(n) dat sie gheenreleye recht en hadde(n) an der kemenade vors(creuen) / noch wachtende sulle(n) wesen wa(n)t sie vrientlike afghescheyde(n) weren En(de) sie verteghe(n) daer af en(de) belieueden oec dessen coep voers(creuen) . / Sonder arghelist Toe tughe der waerheyt soe heb Jc Dirick van heyden vors(creuen) want alle desse punte(n) en(de) artikelen vors(creuen) voer my gheschiet / syn als sie myt rechte solden mijn zeghel 45 als een Richter om bede willen va(n) beyden zijden an dessen brief ghehange(n) En(de) om meerre veste/nisse wille aller punten vors(creuen) soe heb ic Herme(n) ter kemenade vors(creuen) mijn zeghel voer my voer hermen mijn echte wijf en(de) voer Bernde / onsen zoene vors(creuen) en(de) voer onse erfge(namen) oec mede an dessen brief ghehange(n) Hier weren mede an en(de) ouer alse rechte koernote(n) en(de) gherichtes / lude Johan van 50 Eeschede en(de) Arnd grubbe en(de) anders guder lude ghenoech Ghegheue(n) inden Jare onses here(n) Dusent vierhondert ses en(de) /seuentich Op Sunte Barnabas dach des hilghen apostels

Page 204: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1477a Almelo 1477-05-03 REGEST 5 Everhardus Muller, priester, verklaart aan heer Otto van Rechteren, ridder, heer van Almelo, verleend te hebben het recht van wederkoop en lossing met honderd en vijftig Overlandse Rijnse guldens van een jaarlijkse rente van 12 ½ mud rogge uit de erven Oesterhoff [en] Tijhoff, gelegen in de heerlijheid Almelo. 10 TRANSCRIPTIE Jk Everhardus Muller200 preyster beke(n)ne en(de) betuge Jn dessen ap(en)en breue dat ic hebbe ghegeue(n) en(de) / gheůe o(m)me gunst en(de) vrentscap willen here(n) Otten va(n) rechtere(n) ritter en(de) heer va(n) Almelo synen / erfge(namen) en(de) bezitter der h(er)scap va(n) Almelo ene(n) wullenkomen steden vasten wederkoep en(de) lose erflike / 15 en(de) ewelike der dertynde half mudde rogge(n) iaerliker re(n)then die ic erflike ghekoft hebbe wt den / erue(n) en(de) gueden als die oesterhoff tijhoff 201 na wtwysinghe eens erfkopesbreues daer va(n) spr202ke(n)de / welke erue vors(creuen) gheleghe(n) synt Jn der herscap va(n) Almelo Also dat heer Otto vors(creuen) syne erfge(namen) of / bezyter der herscap vors(creuen) die dertynde half mudde rogge(n) iaerlixs re(n)the vors(creuen) 20 moghen weder kopen / en(de) lozen va(n) my ofte va(n) holder des erfkopes brefs daer va(n) spreke(n)de of wie hem der re(n)then vors(creuen) / onderwy(n)det ofte bezittet to allen sante pe203ter ad Cathedra(m) achte dage vor of achte dage na onbe/grepen met anderhalf hondert guede ouuerlantsche204 golden rinsche guld(en) of met payme(n)t datter / gued vor is an golde Jn tijt der loze Sonder arghelijst Jn orkonde der waerheit alre pu(n)ten 25 vors(creuen) / so heb 205 Euerhardus preister vors(creuen) desen breff seluen ghescreue(n) en(de) heb my(n) seghel mede tot ene(n) tughe / der waerheit an dessen breff gheha(n)ghen Jnden Ja(er)en ons h(er)en Dusent vierhondert seue(n) en(de) tzeue(n)tich / op des hilighe(n) cruces dach Inue(n)cionys 30 1477b Ootmarsum 1477-12-20 REGEST 35 Ghese ten Bussche, anders geheten Ten Modekotte, met Boldewyn van Ouerhaghen als voogd, schenkt voor oers zelighen mans zelen geheten Johan ten Modekotte ende tot zelicheyt oerre zelen t.o.v. schepenen en raad van Oetmersum aan Ffredrick Kremer en Engelbert Scomaker als raadslieden der kerk een jaarrente van een mud rogge, eertijds gekocht van Albert ten Houe en Styne zijn vrouw, gaande uit hun huis en "spyker", gelegen 40 tussen de huizen van de boekbinder en van Johan vpt Hogehues. 200 Hier noemt de schrijver zijn eigen naam. In een oorkonde in het RAO d.d. 1476-12-13 (in

Latijn) komt de naam "Euerhardus Muller" als "vicari(us) altaris p(ri)me misse eccl(es)ie

p(a)rochial(is) in Almelo" ook voor.

201 Hier heeft de schrijver iets doorgestreept. Vermoedelijk "wt", dat hij iets te vroeg zal

hebben willen schrijven.

202 Hier werd de "e" vergeten.

203 Men zou op de foto theoretisch ook "piter" kunnen lezen.

204 Men kan - theoretisch - ook "onuerlantsche" lezen.

205 "ik" bewust of per ongeluk weggelaten?

Page 205: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE Wij Ghemenen Schepenen en(de) Raedt der Stadt van Oetmersem bekennen ende / betughen mydt dessen op(en)en besegelden breue dat voir vns gekomen is dar wij sete(n) / in schependome alz wij myt rechte solden Ghese ten bussche anders geheten Ghese / ten modekotte mydt Boldewyn van Ouerhaghen oren gekornen mu(n)bar indesser / 5 nabescreuener zaken Ende bekande dat ze myt voerbedaechte mode vn(de) wijttige(n) / synne hadde gegeuen ende gaff aldaer voer vns voer oers zelighen mans zelen gehe/ten Johan ten modekotte ende tot zelicheyt oerre zelen tot enen ewijghen testame(n)te / in die hilge kercke to oetmersem to vulste der ty(m)mery(n)ge ende syrynghe der kerc/ken Een mudde guedes droghen claren wynter rocghen Jaerliker gulde en(de) renthe / Dat ze 10 vortijdes gekofft hefft van Alberte ten houe ende stynen synen echten wy/ue wt ore(n) huse ende spyker gelege(n) tusschen des boeckbynders hues en(de) Johans / hues vpt hogehues na Jnholt des koepbreffs welcken breff gese en(de) oer mu(n)baer / vors(creuen) ouergeuen vor vns Jn haent ffredricks kremers en(de) Engelbert scomakers / Raetlude Jn der tijdt de kercken vors(creuen) Alzo dat de Raetlude Jn der tijt dat vorge(nomde) / mudde 15 rocge(n) mogen myt den rechte Jnmane(n) offt des to done weer gelijc gese / vor desse ouergijffte gedaen moechte hebn Sunder argelist Des to getughe hebbe / wij Schep(en)en vors(creuen) vnsser Stadt zegel an dessen breff geha(n)gen Jnden Jaer vnss(es) h(er)en dusent veerhu(n)dert zeuen vnde zeuentich vp Su(n)tte Thomas auent 20 1478 Almelo 1478-04-16 REGEST 25 Johan Reensinck, richter van de heerlijkheid Almelo, oorkondt dat Hermen ten Vrede en diens vrouw Swene ten overstaan van hem en de keurnoten Berent to Wyrke en Johan Schomaker een vierendeel land in de Nye Maet, dat aan wijlen Hermannus Luedens en diens vrouw Grete behoord heeft, verkocht en overgedragen hebben aan Johan van Ghelre en diens vrouw Swene, behoudens de was aan de kerk en de komijn aan de heer van 30 Almelo. TRANSCRIPTIE JC Johan Reensinck inder tyt een geswo(r)en Richter der heerschap van Almelo make kont allen luede(n) en(de) betughe met desse(n) / opene(n) bezegeld[en] breue dat vor my sint 35 gecomen dar ick sad to gerichte in enen geheged(en) gerichte met myne(n) Cornoten / hijr na bescreue(n) als ick met rechte solde en(de) dar ick met rechte solde Herme(n) ten vrede Swene sin echte huysvrouwe en(de) / enkande(n) dar vor my vor hem en(de) vor o(er)en erffge(namen) dat sie reckelike en(de) redelike hadden v(er)cofft en(de) v(er)cofften rechtes stedes / vastes erffcopes erfflike ewelike en(de) v(m)mermer Johan van ghelre Swene sin 40 echte huysfrouwe o(er)en erffge(namen) en(de) holder / desses breues met o(er)en willen Een verendel landes inder Nyer maet dat zelighe Herma(n)nus luedens en(de) Grete / sin huysfrouwe plach to te hoerne v(m)me ene su(m)me van ghelde die hem deger al en(de) wal tot o(er)en wille(n) betaelt were / als sie vor my enkanden dar hem do der tyt wal angenogede en(de) hem en(de) o(er)en erffge(namen) altoes wal angenoghen sal / En(de) 45 sie deden hijr v(m)me v(er)tichnisse en(de) vplatinge vor my vor hem en(de) vor o(er)en erffge(namen) van dessen vors(creuen) vere(n)del landes / en(de) ghengen des alynck en(de) al wt met hande(n) en(de) met monde(n) als ordel en(de) recht wt wysede to behoeff Johans en(de) / Swene(n) o(er)en erffge(namen) en(de) holder sbreffs vors(creuen) Also dat sie noch oer erffge(namen) off nema(n)t va(n) oerre weghene neenghenre/hande recht noch 50 ansprake mer beholden en hebbn noch wachtene sullen wesen an dessen lande vors(creuen) beholtlijck / dat was in die hillighe kercke vn(de) den kamyn mynen h(er)en van Almelo Vort so loueden Hermen en(de) Swene vors(creuen) vor / my vor hem en(de) vor o(er)en erffge(namen) vors(creuen) van dessen vors(creuen) verendel landes Joha(n)ne

Page 206: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Swenen o(er)en erffge(namen) en(de) holder sbreffs / vors(creuen) to stane en(de) to waerne en(de) rechte warschap to done to ewighen dage to vor alle die ghene die des to rechte / wille(n) kome(n) vp oers sulues kost hinder en(de) schaden En(de) wert oeck zake dat hijr yenich gebreck in volle dat were / va(n) warschap off va(n) and(er)en zaken dat q(u-e)me to wo dattet to q(ue)me dat Johan en(de) Swene vors(creuen) des schaden kreghe(n) / 5 off lede(n) den schade(n) moghen sie in mane(n) en(de) wt wynne(n) va(n) Hermene en(de) Swene(n) vors(creuen) en(de) vort wt al sine(n) guede / waer sie dat liggene hebbn met geistlike(n) en(de) met wertliken gerichte dat ene recht den and(er)en nyet to hind(er)ne / onv(er)volget onv(er)claget vor yemande gelike rechte v(er)schenene onv(er)iaerde h(er)en pacht Sond(er) al argelist nye en(de) / oelde vonde die me(n) vp dessen breff vynde(n) off 10 veys(er)en mach eder weder to leggen dat w(er)e q(ue)ssinge des zegels / hollinge voldinge en(de) duyst(er)nisse der scryfft deger en(de) al wt gesproken Dar dit geschede w(er)en met my an / en(de) ouer als Cornote(n) en(de) gerichtes luede die o(er)en oerkont met my dar mede vp ontfenge(n) Berent t[e] Wyrke / en(de) Johan schomaker en(de) mer gueder luede genoech die dat mede seghen en(de) hoerden Jn oerkonde der waerheit aller punte(n) 15 en(de) article vors(creuen) So hebbe Jck Johan Rensinck Richter vors(creuen) myn zegel als een Richt(er)e / v(m)me bede wille(n) va(n) beyden tzyden witlike beneden an dessen breff gehange(n) Ghegeue(n) Jnt Jaer ons h(er)en dusent / verhondert ende achte en(de) Seuentich des donre dages vor Su(n)te Georgien dach eens hilligen marteler 20 1479a Almelo 1479-03-21 REGEST 25 Johan Rensinck, richter der heerschap van Almelo, verklaart dat Henric van Beueruorde aan de zusters van de derde regel van St Franciscus bij Almelo verkocht heeft de grove en de smalle tiende over het erve Dat Velthues, in het kerspel Aldenzael, buurschap Vaelte, voor een vrij edel eigen goed, onbezwaard van alle leen zonder enige "holpreden"; leden de zusteren hierin eventueel schade, zo zouden zij jaarlijks uit De Stockeler mogen manen 30 zeven mud rogge Almeler maat. Voorts verkoopt Henric het erve Dat Vphues in het kerspel Aldensael, buurschap van De Lutte, aan de zusteren als een vrij edel eigen. Mocht daaruit voor de zusteren nadeel voortspruiten, dan mogen ze dat verhalen aan De Stockeler. Keurnoten en gerichtslieden zijn Johan Kloppenbrech en Johan Smyt. 35 TRANSCRIPTIE JC Johan Rensinck een gheswaren richter der Herscap van Almelo beke(n)ne ende betughe myt d[u]ssen beseghelden breue dat vor my ende voer ghe/richtes lude nabescreuen seluen ghekomen is daer ick sadt als ick myt rechte solde Henric van beueruorde en(de) enkande daer vor my vor / hem en(de) siin erffghenamen woe dat he hadde verkoft den susteren van 40 der darder regulen sancti francisci by almelo en(de) oere(n) nakomelinge(n) / enen tenden groff en(de) smael auer dat erue geheyten dat velthues ghelege(n) inden kerspel van Aldenzael en(de) in die buerscap toe vaelte voer een / vrij edel eygen guet onbeswaert van allen leen sonder enyghe holpreden Ende lauet dat vor hem en(de) vor siin erff(genamen) den susteren en(de) oeren na/komelinge(n) alsoe toe staen en(de) toe waren Ende wert 45 oeck saeck dattet tot enyghen tijden ghevonden v206ort dattet een leen wer soe sal henrick / en(de) sijn erff(genamen) den susteren en(de) oeren nakomelinge(n) den tenden halden in leenscher wer butten der susteren schaden hent der tijt toe dat he / ende sijn erff(genamen) den tenden vrien dat die susteren den vrij en(de) rusteliken moghen besitten voer een vrij guet onbespraken van yemande wert / oeck sake dat hier enich ghebreck in dussen 50 vors(creuen) punten vil henric en(de) sijn erff(genamen) dit aldus nyet en bestelden als vors(creuen) steet en(de) die susteren / en(de) oer nakomelinge(n) daer en willen auer

206 Bedoeld zal zijn "wort".

Page 207: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

leden Soe verwilkoert henric vors(creuen) vor hem en(de) vor sijn erff(genamen) in dussen seluen gherichte dat dan / die susteren en(de) oer nakomelinge(n) moghen comen en(de) manen myt dussen breue iae207lix wt den stockeler seuen mud rogghen almeler mate(n) / all iaer soe lanc hent die vors(creuen) punten sijnt vollen taghen want die su(m)ma van den tenden beloept seuen erffliker mudd(en) renten die henric / oeck kent voer hem en(de) vor 5 sijn erff(genamen) tot sijne(n) willen all en(de) wael betalt is van den susteren vors(creuen) daer in208 wael an ghenoghet en(de) sijne(n) erff(genamen) / altoes wael an ghenoghen sal Ende wert oeck sake die susteren vors(creuen) iaerlix nyet vernoghet en worden en(de) tuschen sunte Marten / en(de) midwinter nyet betalt en worde Soe moghen die susteren en(de) oer nakomelinge(n) en(de) manen van henric en(de) sijnen erff(genamen) en(de) 10 ghenen die / sick des stockelers onderwindet tellet offte bouwet een deel offt all myt geisteliken offt myt werltliken rechten off myt hem beyden / ghelick dat een den anderen nyet toe hynderen onu(er)volghet en(de) onverclaghet vor yemande als rechte verschenen h(er)en pacht Sond(er) / all arghelijst Des toe tughe der waerheit want dusse vors(creuen) articulen vor my Johan rensinck richter gheschiet sin daer ick sadt toe / gherichte als ic myt 15 recht solde Soe heb ick om beden willen van beyden tzijden myn seghel als een richter witliken beneden / an dussen breff gehanghen Daer dit ghescieden weren mede an en(de) auer als kornoten en(de) gherichts lude Johan kloppenbrech / Johan smyt en(de) meer gueder lude ghenoech Ende ter meere kentenissen want ick henrick van beueruorde vors(creuen) myt den pater der susteren / ende myt den susteren vors(creuen) comanscap 20 heb gehalde(n) van dussen tenden als van den tenden van dat uelthues vors(creuen) als voer ghescreuen stee[t] / Ende ick oec den susteren vors(creuen) heb verkoft dat Erue ende guet geheiten dat vphues ghelege(n) in den kerspel van Aldensael en(de) in die bur/scap vander lutte myt sijne(n) alden en(de) neyen toebehoer voer een vrij guet sonder tenden en(de) dattet en gheen leen en is nae wt wisinghe eens / richters breues daer van 25 sprekende . wert sake dat hier anders wat in viel dat die susters daer auer scaden kr[e]ghen den scaden moghen sie inwi(n)/nen va(n) denghene(n) die sick des stockelers onderwi(n)det Des toe tughe heb ick henrick vors(creuen) myn seghel vor my en(de) myn erff(genamen) mede an dussen breff /209 gehange(n) gegheghe210ue[n] int iaer ons h(er)en dusent vierhondert neghen en(de) [tzeuentich op sunte benedictus dach des helgen Abbts]211 30 1479b Almelo 1479-04-21 212 35 REGEST Sweder, heer te Voerst en Keppel, verklaart verkocht te hebben en bij deze te leveren aan Johan van Rechteren en diens moeder Sthephanye van den Rutenberge, weduwe, de Vol-keringcamp, gelegen in de heerlijkheid Almelo, onder bepaling dat deze kamp in pand is gegeven aan Ffrederik van Beueren, commandeur te Oetmersen, en dat deze dit land dus 40 mag gebruiken zolang hij de pandsom van acht en zestig Rijnse guldens niet heeft ontvangen. Deze oorkonde is - met een scherp voorwerp - op twee plaatsen ingesneden. TRANSCRIPTIE

207 De "r" is vergeten.

208 Dit woordje "in" is kleiner boven de regel geschreven.

209 De laatste regel is onder de plica verborgen, maar - tegen het licht gehouden - toch

redelijk leesbar.

210 Dubbel "ghe", weliswaar onder de plica, maar leesbaar.

211 Vanaf "tzeuentich" overgenomen uit een regest.

212 Zou eventueel ook 1479-08-18 kunnen zijn (volgens Grotefend)?.

Page 208: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

JC Sweder heer toe VoerSt en(de) toe Keppel beke(n)ne en(de) betuge met deSSe(n) opene(n) beSegelde(n) breue vor my en(de) myne erFge(namen) dat ick recklike / en(de) redelike hebbe vercoft en(de) vercope rechtes stedes vastes erfcopes erflike ewelike en(de) o(m)mermer Joha(n)ne va(n) rechtere(n) Sthepha/nyen va(n) den rute(n)berge sijnre moder wedewen o(er)en erfge(namen) en(de) holder desses breues met o(er)en wille(n) myne(n) 5 Camp gehete(n) Volke(r)ing / camp soe die gelege(n) is inder herscap va(n) Almelo behultelick ffrederike va(n) beuere(n) ku(m)meldure(n) toe oetmerse(n) den Camp vors(creuen) / toe brukene en(de) toe verdone beth soe langhe dat hem weder gegeue(n) werden die Achte en(de) tseestich goldene rinsche guldene / ofte gelijck payment an golt tale daer voer dat daer guved voer sij als dat wt wijset die loeze breeff den ick daer vppe 10 hebbe / den ick hem ouer gheue en(de) mechtich make Welike vors(creuen) su(m)me guldene ffrederick ku(m)melduer vors(creuen) daer vp ghedaen heuet in / voertijden Ende desse(n) Camp vors(creuen) hebbe Jck Sweder heer vors(creuen) vercoft en(de) gegeue(n) desse(n) vors(creuenen) o(m)me ene su(m)me va(n) gelde die / my deger all en(de) wal tot myne(n) wille(n) betaelt is va(n) Joha(n)ne en(de) stephanyen vors(creuen) daer my doeter 15 tijt all wal an ghenoghede / en(de) myne(n) erfge(namen) vors(creuen) altoes wal an genogen sal Ende ick Sweder heer vors(creuen) doe hier o(m)me vertichtnisse en(de) vplati(n)ge va(n) des/sen vors(creuen) Campe en(de) vertije des met handen en(de) met mu(n)de en(de) ghae des aling en(de) all wt toe behoeff Johans stephanyen o(er)e erfge(namen) / en(de) holder desses breues vorsc(creuen) Also dat ick noch myne 20 erfge(namen) vors(creuen) oft nema(n)t van vnser wegene daer nenghenrehande recht / noch ansprake mer beholde(n) en(de) hebbe(n) noch wachtende sullen wesen an den vors(creuen) Campe Ende Jck Sweder heer vors(creuen) ende / myne erfge(namen) vors(creuen) sullen en(de) willen Joha(n)ne stephanyen o(er)en erfge(namen) en(de) holder desses breues vors(creuen) desses vors(creuen) Campes staen / ende waere(n) en(de) 25 rechte waerscap doen voer alle die ghene die des toe rechte willen kome(n) vp vnses selues hinder kost en(de) / schaeden sunder all argelijst Ende alle olde en(de) nye(n) vonde die men vp dessen breeff mochte vinde(n) dencke(n) eder veysieren/ene mede toe kanselierne eder weder toe leggene dat w(er)e quessinge des segels holinge en(de) voldinge des breues verduester/nisse der scrijft dijt vors(creuen) en(de) alle(n)t dat dessen breue mochte 30 hinderlijck wesen an sijnre vuller macht toe zaemene wt ghe/sproken ende gheen ding vp eerden hem toe hinderne an sijnre vuller macht noch all su(n)der arghelijst Ende des toe tuge / der waeheyt aller punte(n) en(de) articule vors(creuen) Soe hebbe Jck Sweder heer toe Voerst vnde toe keppel myn segel voer / my ende vor myne erfge(namen) vors(creuen) wijtlike beneden an dessen breeff gehangen Gegeuen Jnt Jaer vns heren duesent vier 35 hundert Negen ende tsoeuentich des wu(n)nesdages nae sunte Tijburcius dach des hillighen mertelere(s) 1480a 40 Ootmarsum 1480-02-21 REGEST Schepenen en raad van Oetmersem oorkonden, dat Gherlich Kruemvoet als onderpastoor, Frederic Kremer en Engelbert Schoemaker als raadslieden van de kerk te Oetmersem, aan 45 prior en convent te Alberghen ten behoeve van de bedienaar van het door Roloff van Beuervoerde gestichte officium een tuin verkocht en overgedragen hebben, welke gelegen is voor Oetmersem tussen de stadsgracht en de Steenstraat, grenzende aan de gaerden van Hinric van Couorde en aan de gaerden van Engelbert Schoemaker en welke de kerk is aangekomen wegens schuld van Johan Tencking en diens vrouw Jutte, behoudens twee 50 penningen pacht aan de pachtheer. TRANSCRIPTIE Wy ghemeyne Schep(en)en en(de) Raed der Stad van Oetmersem maKen Kond allen luden

Page 209: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

En(de) Betughe(n) myt deSSen opene(n) Beze/ghelde(n) breue dat voer ons in Schependom als voer Schep(en)en ghecome(n) syn heer Gherlich kruemvoet vicecureet Frederic kremer en(de) / Engelbert schoemaker Raetlude in der tijt der hilgher kerken toe Oetm(er)sem En(de) bekande(n) daer voer ons dat sie myt oere(n) vryen wal / bedachten en(de) voer beradene(n) moetwillen hadde(n) vercoft en(de) vercoften voer ons in ene(n) 5 rechte(n) steden vaste(n) erfcope erflike ewelike en(de) / v(m)mermeer Den Prior en(de) ghemeyne(n) Co(n)uente des Cloesters der Reguliere(n) toe Alberghe(n) en(de) oere(n) naecomende(n) tot behoef en(de) noetdrufte / des ghene(n) die in der tijt een dienre is des Officiu(ms) dat die Eersame voersienighe Roloff va(n) Beuervoerde in die kerke van Oetm(er)se(m) / ghestichtet hefft Ene(n) gaerden gheleghe(n) voer Oetm(er)se(m) 10 tussche(n) der stadgraue(n) en(de) der Steenstraten schetende myt den ene(n) eynde an den / gaerde(n) Hinrics va(n) Couorde en(de) myt den andere(n) eynde an den gaerde(n) Engelberts schoemakers Welke gaerde der kerken voers(creuen) anghe/come(n) was ouermids schulde die Joha(n) Tencking en(de) Jutte sijn echte wijff schuldich were(n) der voers(creuen) kerken Om ene su(m)me gheldes / die hem degher al en(de) wal tot oere(n) 15 willen betaelt was daer hem altoes wal an ghenoghe(n) solde Welke su(m)me gheldes heer Gher/lich Frederic en(de) Engelbert Raetlude voers(creuen) wert in orber en(de) nutticheyt der kerken voers(creuen) ghelecht en(de) ghekiert hadde(n) als sie daer / voer ons bekande(n) En(de) daer om deden sie vertichnisse en(de) oplati(n)ge myt hande en(de) myt monde En(de) opdroghe(n) den gaerde(n) voers(creuen) den / Prior en(de) Co(n)uente 20 voers(creuen) tot behoeff des dienres inder tijt des Officiu(ms) voers(creuen) als sick dat nae onser stad rechte gheboerde En(de) / louede(n) hem des gaerde(n) voers(creuen) te staene en(de) te warene voer een vrij dorslachtich eyghen guet Beholdelic den Tynsheren synes / tynses iaerlixs daer wt als twe pe(n)ninge woe men ene(n) stede(n) erfcoep myt rechte schuldich is te warene voer alle die ghene die / des toe rechte come(n) willen tot allen tijden 25 Weert sake dat nv off hier nae yenighe ansprake scheghe an den gaerden voers(creuen) / voer yenighe re(n)the off schulde die daer wt ghemaket solden wesen voer dessen coep : die louede(n) die Raetlude voers(creuen) aling af te doen / en(de) den gaerde(n) daer van te vryen Scheghe des dan niet soe dat hier yenich ghebrec in volle van waerscap off besprec myt rech/te in allen punte(n) en(de) artikelen voers(creuen) woe dat oec by queme dat 30 ghebrec off den schade(n) den sie daer by leden moghen die Prior / en(de) Conuent off die dienre in der tijt des Officiu(ms) voers(creuen) ouermids hem selue(n) off ene(n) anderen sonder vervolch yenighes rechtes / wtmane(n) en(de) ynwy(n)ne(n) ghelijc verschen(en)e onveriaerde here(n) pacht myt ghiestlike(n) off daghelicsche(n) werltlike(n) rechte dat ene den / andere(n) niet te hindere(n) van here(n) Gherlich Frederic en(de) Engelbert Raetluden 35 voers(creuen) Off van den ghene(n) die in der tijt Raetlude / syn der kerken voers(creuen) Sonder yenigherhande hulpe rede of wedersegge(n) en(de) sonder all arghelist Jn oerkonde der waerheyt / aller voers(creuen) punte(n) samentlike en(de) een ytlic bysonderen Soe hebben wy Schepene(n) en(de) Raed voers(creuen) onser Stad zeghel om / bede wille van beyden zijden witlike beneden an dessen brieff ghehanghe(n) Ghegheuen Jn den iare onses 40 heren Dusent / Vierhondert en(de) tachtentich Op Sunte Peters auent des hilghen Apostels Ad Cathedram 1480b 45 Twenthe 1480-09-16 REGEST Roloff van Beuervoerde, rentmeester van de bisschop van Utrecht in Twenthe, verklaart dat met zijn toestemming ten overstaan van Gherhardus opt Loe, hofmeier te Oetmersem, en 50 diens keurnoten Ghert de Smyt en Otto Otting (beiden vrijen van de Hof van Oetmersem), Egbert ten Nyenhuess, wonende ter Vosseshaer te Ghiesteren, is gevrijd (wt der vryen echte) in ruil voor Coep ten Hietbrincke in de heerlijkheid Almelo.

Page 210: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE JC Roloff van BeuerVoerde Jnder tijt Renthemeyst(er) des Landes van Twenthe van Weghe(n) mijns / ghenedighe(n) here(n) Here(n) Dauids van Burgundien Bisscops tVtrecht beke(n)ne en(de) betughe myt / dessen op(en)en bezeghelde(n) breue voer my en(de) myne naecome(n)de Renthemeysters in Twenthe dat / Gherhardus opt loe Hoffmeyer des 5 houes toe Oetm(er)sem an my gheghichtet hefft Woe dat / voer hem ghecome(n) is daer hie sat toe hoffrechte myt syne(n) koernote(n) hier nae bescreue(n) als hie / myt rechte solde Egbert ten Nyenhuess wonende ter Vosseshaer toe Ghiestere(n) en(de) gheng / wt den houe voers(creuen) als wt der vryen echte En(de) becledede synen stoel myt ener wederwessele Als / myt Coep ten Hietbrincke wone(n)de in der heerscap va(n) Almeloe 10 opten erue ten Hietbrincke / die vrij gheboren was en(de) gaff hem in der vryen echte des houes voers(creuen) toe Oetm(er)sem Welke / wtgang en(de) ingang myt myne(n) consente en(de) willen gheschiet is Daer dit gheschiede were(n) / mede an en(de) ouer alse koernoten Ghert die smyt Otto otting beyde vryen des houes voerscre(uen) / Jn oerkonde der waerheyt heb ic Roloff van Beuervoerde Renthemeyster voers(cruen) mijn zeghel / 15 beneden an dessen brieff ghehanghen Ghegheue(n) ende gheschiet Jn den iare onses here(n) dusent / Vierhondert ende tachtentich Op sunte lamberts auent des hilghen Bisscops en(de) mertelers 20 1481a Oldenzaal 1481-03-10 REGEST Arndt de Jegher, richter van Oldenzael, oorkondt dat Johan de Kremer aan de provisoren en 25 raadslieden der kerk van Losser een half erve en goed To Egbertingk in de buurschap en het kerspel Losser en in het gericht van Oldenzael verkocht heeft. Keurnoten van het gericht zijn Henricus Hensoins213 en Willem Zwederingk naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE 30 IC Arndt de Jegher yn der tijt eyn gheswo(r)en Richter to Oldenzael Doe Kond ende Kentlick allen lueden en(de) betughe au(er)/mids apene(n) bezegelden breue Dat voir mij yn gerichte Daer ick stede en(de) stoel becledet hadde mit mijne(n) Cornote(n) / en(de) gerichteslueden hijr nae bescreuen als ick mit rechte zolde seluen gekomen is Joha(n) de krem(er) En(de) kande voir mii voir / hem ende voir siine erfge(namen) Dat he redelike ende recklike hadde 35 vercoft en(de) vercofte voir mij au(er)mits dessen breue Jn eyne(n) / rechten steden vasten erfcope erflike ewelike en(de) o(m)merm(er) Den prouisoren en(de) Raetluden der hilger kercken va(n) losser so de / nu syn In der tijt en(de) oren naekom(en)en to behoef deser voirs(creuen) kerken Sij(n) alinghe halve erue en(de) guet to Egb(er)tingk Soe dat / gheleghen is yn den kerspel ende Burscop van losser en(de) yn den gherichte van 40 Oldenzael Mit water mit heyde mit weide / mit toppe mit torue mit twiighe mit aller slachter noth mit allen sijne(n) alinghen olden en(de) nijgen tobehoren V(m)me eyne / su(m)ma van gelde de hem deger al vnde wal to willen betalt weer Daer hem doe yn der tijt wal an ghenoghede Daer hem vn(de) / sijne(n) erfge(namen) voirs(creuen) altoes wal an ghenoghen zolde als he voir mij enkande En(de) he dede hijr v(m)me v(er)tichnisse en(de) 45 oplatinghe / van dessen voirs(creuen) halue(n) erue ende guede Ende ghenck des alingk Vth Mit eyne(n) bezegelden breue oeck onder mijne(n) segele als / eyn richter bezegelt daer he dat yn gecoft hadde den he gherede mede auerleuerde Mit hande mit monde voir hem vn(de) voir ore / erfge(namen) voirs(creuen) als dat ordel ende recht wijseden Toe behoeff deser voirs(creuen) kerken Oeck so lauede Joha(n) voirs(creuen) vor mij vor hem en(de) / 50 voir sijne erfge(namen) deser voirs(creuen) kercken eder den Raetluden vors(creuen) va(n) wegene der kerken vors(creuen) desses halue(n) erues en(de) gudes to Egber/tingk

213 Men zou – theoretisch - ook "hensoms" kunnen lezen.

Page 211: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

voirs(creuen) Mit sijnen olden ende nijgen tobehoringhen voirs(creuen) te staene to warene ende rechte guede vollenkom(en)en warscop / te w(er)en to ewighen daghen voir alle de ghene de des to rechte komen willen Sonder ienigerhande hulperede Sonder ienich / wederseggen en(de) Sonder al argelist Hijr w(er)en mit mij Arnde Richter voirs(creuen) an vn(de) auer als rechte Cornoten des gerichtes hen=/ricus hensoins214 en(de) willem 5 zwederingk en(de) meer guder ma(n)s ghenoech de desse voirs(creuene) mede seghen vn(de) hoirden en(de) dat gherichte mede / v(m)mestonden In orkunde der waerheit aller pu(n)tten en(de) articulen vors(creuen) samptlick en(de) eyn itlick bijsunder Soe hebbe ick Arnd de / Jeger Richt(er) voirs(creuen) v(m)me bede willen van beyden tzijden vors(creuen) mij(n) Segel [to] getuech des gerichtes witlich beneden an dessen breif / gehanghen 10 Gegeue(n) yn den Jair ons(es) h(er)en Dusent veirhondert Ey[n] vn(de)tachtentich op den naesten Saterdach na Adrianj 1481b 15 Ootmarsum 1481-06-05 REGEST Johan Alberts en Dijrck Brynck, raadslieden van het gasthuis te Oetmersem, verpachten Dat Rupenhol "achter Postele" gelegen, met consent van schepenen en raad voor levenslang 20 aan Gese, wonende op De Rupenholt, en aan een van haar zonen. TRANSCRIPTIE Wij Ghemene Schepene en(de) Raedt der Stadt van Oetmersem Bekenne(n) en(de) betughen / v(er)myts dessen openen besegelden breue dat Johan Alberts en(de) Dijrck 25 brynck Raetlude / [in de]r tijd[t] des gasthuses bynnen Oetmersem myt vnssen c(on)sent wlbaert ende [wylle] / heb[n] verpachtet Gesen de nv ter tijdt op den rupe(n)holt woent ende Een van o(er)en zoens / de dar een wijff vp neme(n) maech Dat rupe(n)hol zo dat gelegen is achter postele myt / synen tobehoer alz dat vor tijdes verpaecht is gewest So dat gesen vors(creuen) oer zone ende / zyn wijff dat he dar vp nemende woert besijtten en(de) 30 gebruken moghen so langhe / alz oer een van hem alle(n) geleuet en(de) leuet Dar Jaerlics den armen des gasthuses / vorge(noemd) va[n] to geuen en(de) wal [to] betalen Dre mudde gerstiges zades alz ze dar vp ver/bouwen ende vor enen haluen ar[en]schen guldene vissche zees entfogele ende / zesteen [.]ijffi[.] penny(n)ghe Ende tendes dode desser vorge(noemden) solen oer erffge(namen) de ne/gesten als [...n] wesen Dat rupenhol dar vor 35 to beholden daert dan een ander vor / hebben sal sunder argelist des to getuge hebbe wij schepen vnsser stadt Jngesegel / an dessen breff geha(n)gen in den Jaer vnsses heren Dusent veerhundert een ende / taechtentich vp su(n)tt[e] bonifaci(us) Daghe 40 1482a Almelo 1482-06-04 REGEST Gemene schepenen en raad der stad Almelo verklaren dat Johan Mensen en zijn vrouw 45 Fenne hebben verkocht en bij deze geleverd aan Gherd Wijffing en diens vrouw Grete een jaarlijkse rente van een halve mud winterrogge uit hun huis, hof en twee gaarden, gelegen buiten de "Nyestatporten", tussen de smidse van Engelbert Smyt en de Hofgaarde. TRANSCRIPTIE 50 Wy ghemene(n) scep(en)en en(de) raed der stat va(n) almelo maken kont allen luden met dessen op(en)en beseghelden breue dat vor / ons ghecome(n) sint dar wy seten in

214 Men kan – theoretisch - ook "hensoms" lezen.

Page 212: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

scependo(m)me als wy met rechte solden Joha(n) mensen met fe(n)ne(n) sine(n) echten wyue / en(de) enkanden dar vor ons vor hem en(de) o(er)en erfge(namen) dat se reckelike en(de) redelike met vorbedachten wille hadde(n) vercoft / en(de) vercoften rechtes stedes vastes erfcops eerflike ewelike en(de) o(m)mermeer Een half mudde gudes droghe(n) claren / wynter rogghe(n) iaerliker gulde en(de) renthe Almeler mathe wt o(er)en huse houe en(de) 5 twen garde(n) en(de) voert wt alle ore(n) gude / dat se hebben ofte hyr namels vercrighe(n) moghe(n) Als dat samentlike gheleghe(n) is bute(n) der nye stat porten beneuen / engelberts smedes smytte ande ene side En(de) ande ander side den hofgarden O(m)me ene su(m)ma va(n) gelde de hem [de]/gher aling en(de) al wal tot oren willen betaelt were als se vor ons enkanden dar hem do ter tyt wal an ghenoghe/de en(de) hem en(de) ore(n) 10 eerfge(namen) altoes al wal anghenoghen solde Ende se deden hir o(m)me vertichnisse en(de) oplatinghe vor / ons vor hem en(de) vor oren eerfge(namen) vorscre(uen) Vandesser vorscre(uen) iaerliker gulde en(de) renthe En(de) ghenghe(n) der aling / en(de) al wt met rade met dade met hande met monde als ordel en(de) recht wt wysede to behoef Gherdes wyff/ing Greten sine(n) echten wyue oren eerfge(namen) ofte holder desses breefs met oren 15 willen Also dat ioha(n) fenne / ofte o(er)e eerfge(namen) vorscre(uen) noch nyemant van orre weghene dar neenrehande recht noch ansprake meer meer an / beholden en hebben noch wachtende sullen wesen an d[e]sser vorscre(uen) iaerlix gulde en(de) renthe noch nyemant / van orre weghene Voert so louede iohan fe(n)ne en(de) ore erfghename(n) desser vorscre(uen) iaerlix gulde en(de) renthe / to staene ende to waerne en(de) rechte 20 waerscap to doene tot ewygen daghen to vor alle de ghene de des to / rechte wille(n) comen op oer en(de) oren eerfge(namen) vorscre(uen) se[l]ues hinder scaden en(de) kost En(de) eerflike alle iaer vn/veriaert en(de) onbeco(m)mert gude betalinge to doene En(de) to leuerne to sunte mertene vor mydwinter achte daghe / vor ofte achtedaghe na binne(n) almelo in een huus [D]ar ghert greten ore(n) eerfge(namen) vorscre(uen) ofte holder desses 25 brefs / vorscre(uen) best ghenoghet En(de) weert sake dat dar yenigh[er]ande ghebreck in volle dat w(er)e va(n) waerscap ofte va(n) / betalinghe desser vorscre(uen) iaerlix gulde en(de) renthe dat q(ue)me to woe dattet to queme Dat mach ghert grete / en(de) oerre eerfge(namen) vorscre(uen) tot allen tyden in ma[n]e(n) en(de) wt wynnen Van ioha(n) fe(n)ne(n) en(de) oer eerfge(namen) vorscre(uen) / en(de) wert va(n) alle de ghene de des 30 huses garde(n) vorscre(uen) een deel ofte al vnder winden met gheestelike(n) ofte met / weertlike(n) rechte dat ene den anderen nycht to hinderne onvervolghet en(de) onverclaghet vor yema(n)de / ghelike rechte verschenen onv(er)iaerde heren pacht En(de) alle olde en(de) nye vunde de me(n) vp dessen breef moch/the vinden eder veysere(n) ene mede to kanselerne ofte to weder legghene dat w(er)e quessing des segels holin=/ghe en(de) 35 voldrig215 dessesbreefs verdust(er)nisse der scrift verhalinghe en(de) makeleringhe yenygher woerde silla/ben eder boechstaue Dit vorscre(uen) en(de) alle(n)t Dat dessen bref hinderlic mochte wesen in sinre vuller macht to / samene wt ghesproken en(de) gheen dinck vp eerden hem to hinderne an sinre vuller macht al su(n)der arghelist / Jn orkonde ende ghetuchnisse der waerheyt aller punten en(de) artikelen so hebbe wy ghemene(n) 40 scepene(n) en(de) / [r]aet der stat va(n) almelo v(m)me bede wille(n) van beyden siden wytlike beneden an dessen breef ghehanghen / Ghegeue(n) int216 iaer ons h(er)en dusent veerhondert en(de) tweee[nde]tachtentich vp sunte bo(n)ifaci(ius) aue(n)t des hillige(n) / bisscops217 45 1482b Ootmarsum 1482-09-23

215 Hier zou eventueel ook een afkorting gelezen kunnen worden. Dan zou men bijv. "voldri(n)g"

kunnen lezen.

216 Boven "int" staat iets onleesbaars van circa vijf letters geschreven.

217 Weliswaar onder de plica verborgen, maar - tegen het licht gehouden - wel leesbaar.

Page 213: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Derck van Heyden, richter te Otmershem, oorkondt, dat t.o.v. hem en Peter ten Torne en Fredericus Brandt, keurnoten, Arnd Auenhuesen en Gerborch zijn vrouw, geschonken hebben aan het O.L.V.-gilde in Oldenzael een jaarrente van een mud winterrogge, gaande 5 uit het erf Auenhuesen in de buurschap Alberghen. TRANSCRIPTIE IC Derck van heyden yn der tiit eyn gezworen Richter to Otmershem mij(n)s ghenedighen heren van Vtrecht Doe kond en(de) kentlick allen lude(n) au(er)mits dessen apene(n) 10 bezegelde(n) / breue Dat voir mii yn gerichte mit ordel ende mit rechte gheheghet daer ick stede vnde stoel becledet hadde mit mijne(n) Cornote(n) ende gerichtesluden hijr nabescreue(n) als ick mit / rechte zolde selue(n) gekomen synt Arnd auenhuesen en(de) Gerborch sijn echte wiiff mit arnde vors(creuen) ore(n) echte(n) ma(n)ne als mit ore(n) rechte(n) monb(er) En(de) kanden vor mii vor hem ende / voir ore erfge(namen) Dat se mit 15 guden vrijen willen en(de) wal voirberad(en)en mede v(m)me zalicheit orre twier zielen Tot eyne(n) redeliken ende rechtliken testamente hadden ghegheue(n) / gemaket en(de) geordin(er)et Makeden gheue(n) en(de) ordinerden vor mij Jn der besten formen wijsen en(de) maniren wo se dat best ende beq(ue)mest mit rechte doen zolden en(de) mochten Jn / de giltscop onser lieu(er) vrouwen bynne(n) Oldenzael Ey(n) Mudde gudes droghen 20 schone(n) clare(n) wint(er)roggen Jairliker gulde bij Deuent(er) market mathen to behoeff der Arme(n) Vth ore(n) / vrij eygene(n) eruen en(de) guede gheheten Auenhuesen zo dat geleghen is yn der Buerscop van alberghen Jn den kerspel en(de) gerichte van Otmershem En(de) ze laueden hijr v(m)me / voir hem vn(de) vor ore erfg(enamen) den olderman deser voirs(creuen) giltscop en(de) sijne(n) mede Raidesluden zo de nu synt yn der tijt en(de) oren 25 nakom(en)en desser Mudde Rogge(n) Jairliker rente / to staen(e) to waren(e) en(de) rechte warscop to doen(e) voir alle de ghene de des to rechte komen wille(n) En(de) gude rede betalinge nv vort an alle Jair ku(m)merloes to leu(er)en tussche(n) / alle Sancte Merte(n) yn den winter en(de) der hochtijt toe midwint(er) by(n)ne(n) Oldenzael yn ey(n) hues daer des desen prouisoren deser giltscop vors(creuen) best genoget Weert oeck zake / Dat des nijt 30 en gheschiede ende hijr ienich gebreck yn volle Dat weer van warscop oft van betalinge desser voirs(creuen) Jairlix rente Dat queme toe wo dat toe q(ue)me Dat / moghen desse voirs(creuen) prouisores Raetlude en(de) vorwarres en(de) orenakom(en)en vors(creuen) to behoef der arme(n) tot allen tijden to zam(en)en vthmane(n) en(de) ynwynne(n) van Arnde en(de) / Gerborghe ende van oren erfge(namen) en(de) vth dessen vors(creuen) erue ende 35 gude to Auenhuesen en(de) vort va(n) allen den ghenen de hem des erues vors(creuen) eyns deels oft al onderwynne(n) Mit / allen gherichten geestlick vnde wartlick Dat eyne recht den and(er)en nijt to hind(er)en onu(er)volget en(de) onu(er)claget voir iema(n)de gelike rechte verschenen ende onuerJairde h(er)en / pacht Sonder ienig(er)hande hulperede Sonder yenich wederseggen en(de) Sonder al argelist . Hijr w(er)en mit mij Dercke richter 40 vors(creuen) an vn(de) auer als rechte Cornoten ende ge/richteslueden Peter ten torne ende frede(r)icus brandt en(de) meer guder lude genoech Jn orkunde der waerheit aller pu(n)tten en(de) articulen vors(creuen) zamptlick vn(de) eyn itlick bijsunder / Soe heb ick Derck va(n) heiden als eyn richt(er) mij(n) zegel yn getuech des gerichtes witlich beneden an dessen breiff gehanghen Gegeue(n) Jn den Jair onses h(er)en Dusent veirhon/dert 45 twevndetachtentich vpten naesten Maendach nae Lamb(er)ti e(pisco)pi 1483a Ootmarsum 1483-01-15 50 REGEST Schepenen en raad van Oetmersem oorkonden dat Gherlich Kruemvoet, pastoor te Wederden, aan prior en convent te Alberghen zijn huis en erf heeft verkocht en

Page 214: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

overgedragen, dat gelegen is binnen Oetmersem naast de pastorie, dat achter aan het huis van Johan Wulf grenst en dat hij gekocht had van Hinric Dusinck, zoals men in het stadsboek kan vinden. TRANSCRIPTIE 5 Wy ghemene Schep(en)en en(de) Raet der Stad toe Oetm(er)sem make(n) kond allen luden en(de) betughe(n) myt dessen / opene(n) bezeghelde(n) breue dat voer ons in Schependom als voer Schep(en)en ghecome(n) is Heer Gherlich kruemvoet / Pastoer toe Wederde(n) En(de) bekande daer vor ons dat hie myt syne(n) vryen walbedachte(n) en(de) voerberadenen moet/willen hadde vercoft en(de) vercofte voer ons in ene(n) rechte(n) 10 steden vaste(n) erfcope erflike ewelike en(de) v(m)mermeer voer / hem en(de) syne erfge(namen) en(de) syne hantghetruwe(n) Den Prior en(de) ghemene(n) Co(n)uente des Cloesters der Regulieren / toe Alberghe(n) en(de) oere(n) naecomende(n) off holder desses breues myt oere(n) willen sijn hues en(de) hoff en(de) alinge / weer mytten Tynse daer yngaende en(de) myt al syne(n) olden en(de) nyen toebehoer als dat gheleghe(n) is 15 by(n)nen / Oetm(er)sem beneffen der Wedeme En(de) schut achter an Joha(n) wulues hues Voer een vrij eyghe(n) guet ombecom/mert va(n) yenighe(n) renthe(n) offte pacht Beholtlic onse(n) here(n) va(n) Vtrecht daer wt iaerlixs vier louensche(n) toe tinse / Soe hie dat ghecoft hadde van hinric Dusinck alsmen vinde(n) mach inden stades boke Om ene su(m)me gheldes / die hem wal betaelt were daer hem en(de) syne(n) erfge(namen) en(de) 20 hantghetruwe(n) altoes wal an ghenoghe(n) solde als hie / daer voer ons bekande En(de) heft daer vertichnisse en(de) oplati(n)ge voert van ghedaen voer hem en(de) syne erfge(namen) en(de) / hantghetruwe(n) myt hande myt mu(n)de als sick dat nae onser stad rechte gheboerde tot behoef des Priors en(de) / Co(n)uents voers(creuen) off holder desses breues myt oere(n) willen Soe dat hie an den voers(creuen) huse en(de) weer nae desser / 25 tijt gheenrehande recht offte ansprake en heft beholde(n) noch hie off yema(n)t anders van sijnre weghen daer / an v(m)mermeer verwachtende sal wesen En(de) heft voert ghelouet voer hem en(de) syne erfge(namen) en(de) hantghetru/wen desses voers(creuen) huses en(de) weer myt syne(n) toebehoer als dat gheleghe(n) is te staene en(de) te warene en(de) rechte / waerscap te doene den Prior en(de) Co(n)uente voers(creuen) off holder desses 30 breues myt oere(n) willen woe men wigbolde / gudes en(de) rechtes erflikes copes myt rechte ware(n) sal wa(n)neer en(de) woe vake hem des noet en(de) behoef is voer al/le die ghene die des toe rechte come(n) willen Sonder yenigherha(n)de arghelist Jn een vast oerko(n)de desser waer/heyt wa(n)t wy onse oerko(n)de hier op ontfenge(n) soe hebbe(n) wy Schep(en)en en(de) Raet voers(creuen) onser Stad zeghel om / bede wille va(n) 35 beyde(n) zijde(n) witlike benede(n) an desse(n) brief gheha(n)ge(n) En(de) om meerre bekantnisse en(de) vestenisse / hebbe ic Gherlacus priester pastoer toe Wederden voers(creuen) mijn zeghel mede an desse(n) brief ghehanghen / Ghegheuen Jnden iare o(n)ses h(er)en duse(n)t vierhondert dre en(de) tachtentich des daghes nae su(n)te Po(n)cian(us) dach des hilge(n) m(arti)r(is) 40 1483b Oldenzaal 1483-05-05 45 REGEST Johan Quant, richter te Oldenzael, oorkondt dat Henrick van Beruorde en Ermegard zijn vrouw ten overstaan van hem overgedragen hebben aan het Heilige Geest Gasthuis hun erve Mensingk c.a. in de buurschap Vaelt met Bernd en Alijd zijn vrouw, als huisheer en huisvrouw en bovendien de tienden over het erve Reymeringk in de buurschap Rossum en 50 over het erve Wernyngk in de buurschap Gammincloe. Keurnoten zijn Gerd van den Cloester en Rotger van Besten. TRANSCRIPTIE

Page 215: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

JC Johan Quant Jn der tijt eyn ghesworen Richter to Oldenzael mij(n)s ghenedighen Heren van Vtrecht Doe kond ende kentlick allen luden en(de) betughe au(er)mits desen / apenen bezegelden breue Dat voir mij yn gherichte mit ordele en(de) mit rechte geheghet Daer ick sath mit mijne(n) Cornoten en(de) gerichtesluden Hijr na bescreue(n) als ick / mit rechte zolde selue(n) gekomen synt Henrick van Beruorde en(de) Ermegard sijn echte huesfrouwe 5 mit Henricke voirs(creuen) als mit ore(n) rechte(n) mo(n)ber En(de) kande(n) vor mij vor hem / vn(de) voir ore erfge(namen) Dat ze redelike en(de) recklike hadden v(er)coft en(de) v(er)coften vor mij au(er)mits desen breue Jn eyne(n) rechten steden vasten erfcope erflike ewelike en(de) o(m)merm(er) Dem(e) / Ersame(n) prouisoren Raetluden en(de) verwarren des hospitaels eder hilgen geestes gasthues(es) by(n)ne(n) Oldenzael toe behoeff deses 10 voirs(creuen) hospitaels Oer erue en(de) guet ghehete(n) / Mensingk yn der Burscop toe Vaelt Mit water mit heide mit weyde mit toppe mit torue mit twijghe mit aller slachter noth mit allen sijne(n) alinge(n) olden en(de) nijen toe/behoringhen vn(de) daer to Bernde en(de) Alijde echte lude als huesh(er)en en(de) huesfrouwe mede to desen erue den hospitale eygen(e) to wesen En(de) hijr toe ore twe tenden groff / en(de) smal de eyne auer dat alinge 15 erue en(de) guet to Reymeringk yn der burscop to Rossem vn(de) den and(er)en auer dat alinge erue en(de) guet toe wernyngk yn der burscop / ga(m)mi(n)cloe alle yn den kerspel vn(de) gerichte van Oldenzael geleghen V(m)me eyne su(m)ma van gelde de hem deger al vnde guetlike wal an eyn(en) alinghen su(m)men betalt weer / Daer hem doe yn der tiit wal an ghenoghede Daer hem vn(de) ore(n) erfge(namen) voirs(creuen) altoes wal an 20 ghenoghe(n) zolde als ze voir mij enkanden En(de) ze deden hijr v(m)me ver/tichnisse en(de) oplatinghe van dessen voirs(creuen) alinghe(n) erue en(de) guede ende van dessen voirs(creuen) twen tenden groff ende smal auer desse voirs(creuen) twe erue en(de) gude(n) Ende / ghenghen desses voirs(creuen) vercoften guedes alingk vn(de) al vth mit oren olden en(de) nijen tobehoren Mit hande mit mu(n)de voir hem vn(de) voir ore 25 erfge(namen) voirs(creuen) als dat recht / wijseden toe Behoeff deses hilgen geestes gasthues by(n)nen Oldenzael en(de) der armen daer tijtlixs y(n)ne wonende Vort so laueden Henrick ende Ermegard voirscre(uen) / voir hem vn(de) voir ore erfge(namen) desen prouisoren deses hilgen geestes gasthues voirs(creuen) en(de) ore(n) nakom(en)en we de synt yn der tijt toe behoeff der armen desses voirs(creuen) erues ende / gudes toe Mensingk 30 mit sijnen olden en(de) nijen tobehoer to staen(e) en(de) to waren(e) en(de) rechte warscop to doen(e) tot allen tijden voir alle de ghene de des to rechte kome(n) / willen voir eyn Stichtes leen mij(n)s ghenediges h(er)en van vtrecht en(de) des gelijkes desse voirs(creuen) twe te(n)den groff vn(de) smal en(de) hem dit voirs(creuen) erue en(de) twe tenden / voirs(creuen) Jn leenscher weer to holden Beth tor tijt dese voirs(creuen) prouiso(r)es an 35 den leenh(er)en voirs(creuen) konne(n) v(er)gaen Alle desse voirs(creuene) zollen wesen Sonder ienich wederzeggen / en(de) Sonder al argelist Hijr w(er)en an vn(de) auer daer dit gheschiede als rechte Cornote(n) en(de) beleende gestichtes ma(n)ne Gerd van den cloester en(de) Rotg(er) van Besten en(de) / meer guderma(n)s genoech Jn orkunde der waerheit aller pu(n)tten en(de) articulen voirs(creuen) So hebbe ick Johan qua(n)t als ey(n) 40 richt(er) v(m)me bede willen va(n) beyden tzijden voirs(creuen) / mij(n) Segel yn ghetuech des gerichtes witlich beneden an desen breef gehange(n) En(de) want ick henrick va(n) bervorde en(de) ermegard mij(n) echte huesfrowe v(er)coep v(er)tichnisse / en(de) vthganck gedaen hebn vor vns en(de) onsen erfge(namen) Jn allen manire(n) zo voirs(creuen) staet So heb ick Henrick vors(creuen) vor mij vor ermegarde mij(n) huesfrouwen als or rechte / 45 mo(n)ber v(m)me orre bede willen en(de) vort vor vnser twier erfge(namen) mij(n) zegel toe merre vestnisse deses breues en(de) aller pu(n)tten vors(creuen) witlich beneden an desen breef gehangen / Gegeuen Jn den Jair ons(es) h(er)en Dusent veirhondert Drevn(de)tachtentich optennaesten Maendach na Jnve(n)tio(em) s(anc)te cruc(is) 50 1484a Ootmarsum 1484-02-24

Page 216: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Alerth van Heyden, richter te Oetmershem, oorkondt dat t.o.v. hem en zijn keurnoten Hermen Boeke te Lunne en Lambert van Losser, door Lambert Auenhusen en Fenne zijn vrouw, door Alijt zijn zuster, door Bernd Boke, anders geheten de Smyt, en Swene zijn vrouw, door Bernardus Auenhusen en Heyle diens vrouw, overgedragen wordt aan de 5 provisoren van de St. Plechelmuskerk, van het Heilige Geest Gasthuis en van het O.L.V.-gilde in Oldenzael, hun erve Dat Auenhues c.a., gelegen in Alberghen. TRANSCRIPTIE JC Alerth van Heyden yn der tijt eyn ghezworen Richter toe Oetmershem mijn(e)s 10 ghenedighes heren van Vtrecht Doe kond ende kentlic allen luden en(de) betughe au(er)myds dessen apene(n) bezegel/den breue Dat voir mij daer ick sath toe gerichte yn gespanner banck mit mijnen Cornoten ende gerichtesluden hijr nae bescreue(n) als ick mit rechte zolde zeluen ghekome(n) synt lambert Auenhuse(n) / ende fenne sij(n) echte wijff en(de) alijt sijn echte zuster Mit lamb(er)te voirs(creuen) orre twier monber Bernd bo218ke 15 anders gheheten de smyt en(de) swene sij(n) echte wijff Bernardus aue(n) Husen voir Hem seluest en(de) voir / heylen sij(n) echte wijff En(de) kanden voir mij voir Hem en(de) voir ore erfge(namen) Dat se samptlike en(de) eyndrechtlike redelike ende recklike hadden v(er)coft ende v(er)coften voir mij au(er)mids dessen breue Jn eynen / rechten steden vasten erfcope erflike ewelike en(de) o(m)merm(er) dem(e) Ersame(n) prouisoren en(de) Raetluden der 20 kerken sancti plechelmi to Oldenzael Dem(e) Raetluden en(de) prouisoren des hospitaels eder / hilgen geestes gasthues by(n)ne(n) Oldenzael Dem(e) prouisore(n) en(de) Raetluden der giltscop onser lieuer vroůwen bynne(n) Oldenzael en(de) oren nakom(en)en Oir erue en(de) guet gheheten Dat Auvenhues / beleghen yn der buerscop toe Alberghen yn den kerspel en(de) gerichte toe Oetmershem Mit water mit Heyde mit Weyde mit toppe mit torue 25 mit twijghe mit aller slachter noth mit allen sijne(n) / alinghen olden en(de) nijen tobehoren V(m)me eyne su(m)ma van gelde de Hem deger al vnde wal toe willen betalt weer Daer hem doe yn der tijt wal an ghenoghede Daer Hem vn(de) ore(n) erfge(namen) sa(m)pt/lick vn(de) eyne(n) itliken vam hem bijsund(er)en voirs(creuen) altoes wal an ghenoghen zolde als se voir mij enkanden En(de) se deden hijr v(m)me vertichnisse en(de) oplatinghe van 30 dessen voirs(creuen) erue en(de) gude / En(de) ghenghen des alingk vn(de)219 vth Mit hande mit mo(n)de voir Hem vn(de) voir ore erfge(namen) voirs(creuen) als dat ordel ende recht wijseden Toe behoeff der Raetlude deser voirs(creuen) kerken Der Raetluede / des hilgen geestes gasthues ende der Raetlude der giltscop onser lieuer vrouwen en(de) orre nakom(en)en Vort so laueden voir mij yn den selue(n) gerichte Lambert en(de) fenne en(de) 35 Alijt sijn / zuster voirs(creuen) Bernd en(de) Swene sijn echte wijff ende Bernardus voirs(creuen) voir Hem vn(de) vor heylen sijn echte wijff eyn itlick van Hem voirs(creuen) voir Hem en(de) voir oire erfge(namen) En(de) lambert / voirs(creuen) lauede hijr en bauen mede voir al sijne mede eruent voirs(creuen) den prouisoren en(de) Raetluden deser voirs(creuen) kerken Dem(e) prouisoren ende Raetluden deses voirs(creuen) hilgengeestes 40 / gasthueses Dem(e) prouisore(n) en(de) Raetluden der giltscop onser lieuer vrouwen by(n)ne(n) Oldenzael en(de) oren nakom(en)en desses voirs(creuen) erues en(de) gudes ten Auenhuses mit sijnen alinge(n) / olden en(de) nijgen tobehoringhen to staen(e) toe waren(e) en(de) rechte gude vollenkom(en)en warscap tot ewighen daghen toe doene voir alle de ghene de des to rechte komen willen Jn / allen maniren wo men eyne(n) Eyn vrij 45 eygen doerslachtich guet mit rechte waren sal Sonder ienigh(er)hande Hulpereden Sonder ienich wederseggen en(de) Sonder al argelist / Vort so kenne ick alerth Richter voirs(creuen) dat voir mij yn den selue(n) gerichte en(de) voir Cornoten nabescreue(n) Bernardus O220uenhusen voirs(creuen) toende eyn bezegelt schijn bezegelt onder / zegel Conradi

218 Men kan ook "beke" lezen.

219 Hier heeft de schrijver het woordje "al" waarschijnlijk vergeten.

220 Hier duidelijk "Ouenhusen".

Page 217: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Melema(n)s Richter Der Stat to Ozenbrugge yn welken schijne de selue Richter myt sijne(n) Cornoten als mit Joha(n)ne Dreyer de smyt vn(de) Bernde Cappelma(n) gichte=/de Dat beyde voirs(creuen) Bernardus voirs(creuen) echte wijff mit Joha(n)ne den hessen ore(n) sunderli(n)x gekoren mo(n)ber de oir gegeue(n) weer als recht was hadde beleuet geconsentiert en(de) gevolbort / alsodane(n) v(er)coep als Bernardus vors(creuen) mede yn 5 oren name(n) gedaen hadde sich rorende an dat erue en(de) guet to Aue(n)husen voirs(creuen) Sonder wederseggen tot ienige(n) tijden Hijr w(er)en an / vn(de) auer als rechte Cornote(n) en(de) gerichteslude Herme(n) boeke wone(n)de to lu(n)ne en(de) lambert va(n) losser en(de) meer guder lude ghenoech Jn orkunde der waerheit aller pu(n)tten en(de) articule(n) / voirs(creuen) samptlick en(de) ey(n) itlick pu(n)tte en(de) articule 10 voirs(creuen) bijsunder So heb ick Alerth va(n) heyden als ey(n) richter mij(n) Segel yn getuech des gerichtes witlich benede(n) an dese(n) breeff geha(n)221 / ghehanghen Jn den Jair ons(es) h(er)en Dusent veirhondert veirvn(de)tachtentich des naesten Dinxedach nae Cathed[ra] petri 15 1484b Ootmarsum 1484-06-11 REGEST 20 Dirick van Tije verklaart, dat hij aan Arnd Zegerdinck, zoon van wijlen Arnd en Ghese Zegerdinck, het erf To Zegerding te Nortdornynghen in het kerspel Denynchem voor de derde garve heeft verpacht. Voorts moet Arnd een vrouw nemen en bij de dood van een der echtelieden mag de ander het erf niet verlaten, eer hij of zij een half vat goede boter heeft betaald als huiswinning. Als Arnd sterft, voor hij op het erf komt, zullen zijn vrienden binnen 25 drie maanden een kind op het erf mogen zetten op dezelfde voorwaarden. Verder moeten de pachters op elke kerstavond twee kwarten wijn geven en de verpachters en diens erfgenamen dienen zoals de andere pachters. Ook moeten zij het erf zoals hun buren bebouwen en Alijd Segerding zal na het vergeven van het erf aan Arnd een stuk land van een mud op de grote kamp, dat het Vrije Stucke heet, een schepel lijnzaad en een voer hooi 30 als lijfrente krijgen, alsmede het recht om een varken te houden. Indien de aangewezen opvolger voor Arnd overlijdt, vervalt de pacht na Arndes dood aan de verpachter. TRANSCRIPTIE IC Dirick van Tije Bekenne en(de) betughe in dessen ap(en)en besegelden breue vor mij 35 en(de) vor myne / erffg(enamen) Dat ick hebbe vormeyert v(er)pachtet en(de) uth ghedaen vermids dessen breue Arnde zeger/dinck selige(n) Arndes en(de) ghesen zegerdinghes echte sone Mijn Erue en(de) guet to zegerding gelege(n) / inder buersschap to Nortdorny(n)ghen Jnden kerspel va(n) Denynchem en(de) inden gherichte va(n) Oetm(er)sem / myt alle cyne(n) Oelden en(de) nyen tobehoer myt water myt weyde myt 40 torue myt twijghe myt heyde / en(de) myt aller slachter not als Dat gelege(n) is To besyttene to telne en(de) to bouwen(e) gelijck o(er)en uornote(n) / boue(n) en(de) beneden vp die Derde garue Jn vorwerden Dat Arnd vors(creuen) sal vp dit vors(creuen) erue neme(n) / eyn echte wijff En(de) arnd en(de) syne husfrouwe Die solen dit vors(creuen) erue hebn tot orer twijger liue / die wijle sie liuet en(de) leuet En(de) wert zake dat oere eyn affliuich worde so 45 en sal sijck die leuen/dighe niet ver anderzate(n) hie en sole my off myne(n) erffg(enamen) vors(creuen) geue(n) eyn halff vat gueder bott(er)en / ter husswy(n)nynge En(de) wert zake Dat Arnd vors(creuen) affliuich worde eer hie vp dit erue q(ue)me soe / solen die vrende myt myne(n) consente off myr erffg(enamen) vors(creuen) eyn van den kind(er)en bynne(n) dren maende(n) / kesen die dan dit vors(creuen) erue bouwe(n) en(de) hebn sal gelikerwijs alst 50 arnd dan solde gehat hebben / En(de) sie solen my off myne(n) erffg(enamen) vors(creuen) Daer yarlikes va(n) geue(n) twe quarte wins vp alle mydwijn/ters aue(n)t En(de) sie solen my

221 Dubbel "geha(n)".

Page 218: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

off mynen erffg(enamen) vors(creuen) dienst doen yarlikes ghelijck als mij myne ander / meyers doen En(de) sie solen dit vors(creuen) erue telen en(de) bouwe(n) ghelijck o(er)en vornote(n) boue(n) en(de) benede(n) / bij vorlust oers ghewy(n)nes beholtlic Alijde segerdinges wa(n)neer sie Arnde vors(creuen) dat erue auer/gijfft Eyn mudde landes vp den groten ca(m)pe dat vrije stucke geheten en(de) eyn schepel lijns ghe/seydes inden gaerden 5 up ene(n) oert en(de) eyn voder hoyes inden essche to gadd(er)en en(de) eyns verckens / ganck int ak(er)en dit oer to gebrukene die wijle sie liuet vn(de) leuet tot oere rechter lijfftucht / En(de) wert zake dat Arnd vors(creuen) affliuich worde en(de) dat ander kint dat dan gekoren weer oeck / affliuich worde eer sie vp dit vors(creuen) erue q(ue)men So weer mij off mijne(n) erffg(enamen) vors(creuen) dit vors(creuen) erue / weder vorledighet En(de) 10 desses gewy(n)nes laue ick em vor mij en(de) vor myne erffg(enamen) vors(creuen) to stane ende / to warne die wijle dat sie den erue geraden ku(n)nen En(de) wa(n)neer sie den erue niet gheraden / en ku(n)nen lengher so solen sie die lijfftucht hebn na dode alijde vors(creuen) En(de) alijt vors(creuen) en sal die lijfftucht / niet gebruken eer arnd dat erue an nympt to bouwene Dit allent sonder Argelist Jn orku(n)de / der warheyt aller pu(n)ten en(de) 15 articule(n) en(de) eyn ytlick bijsonder So heb ic Dirick van Tije my(n) segel / vor my en(de) vor myne erffg(enamen) wytlike beneden an dessen breff gehangen Gegeue(n) Jnden Jaer / Onsses h(er)en Dusent vierhondert en(de) Vier en(de) Tachtentich op sunte Odulphus auent des hillige(n) bisschopeN 20 1485a Ootmarsum 1485-05-30 REGEST 25 Frederich van Beueren, commandeur van het huis te Oetmersem, oorkondt dat Grete, dochter van Bernd de Blanke en diens vrouw Swene, aan hem als gemachtigde van Dauid van Burgondien, bisschop van Utrecht, de tienden over het erf Toe Kemeringk te Dulre in het kerspel en gericht van Oldenzael heeft opgedragen en dat hij daarmee Rolof van Beuervoirde heeft beleend ten overstaan van de Stichtsmannen Gerd van Weluelt, drost van 30 Twente, Deirck van Thie en Hermannus Fobick. Gijsbert van Bonynghen is voogd van Grete in deze zaak. TRANSCRIPTIE JC Frederich van Beuere(n) Co(m)menduer des hues(es) tot Oetmershem Duetsches 35 ordens Doe kond en(de) Kentlick allen Lueden ende / betueghe au(er)mits desen apene(n) bezegelden breue als v(er)mids dem(e) hoechgebo(er)en v(er)mog(en)en forsten Dauids van Burgondien Bisscop to / vtrecht to dessen nabescreuene(n) deputiert gheschicket en(de) ghemechtiget Dat voir mij en(de) voir twe gestichtes beleende ma(n)s Soe hijr / nae bescreue(n) staen selue(n) gekomen is Grete echte naghelat(en)en dochter Berndes des 40 Blanken en(de) Swenen sijner huesfrouwen / Mit Gijsb(er)te van bonynghen ore(n) ghekor(en)en Monber yn deser zaeke De oir aldaer voir mij gegeuen wart als recht was Daer genck / voir mij Grete voirs(creuen) mit oren voirs(creuen) Monber uth als ze mit rechte zolde Den Tenden groff ende Smal auer dat alinge erue / ende guet toe kemeringk So dat mit sijnen olden en(de) nijen toebehoren beleghen is yn der buerscop toe Dulre yn den 45 kerspel / en(de) gherichte van Oldenzael Ende grete voirs(creuen) genck des vth mit oren monber voirs(creuen) Jn mijne(n) handen als yn stat des rechte(n) / leenheren en(de) v(er)tech daer va(n) mit hande mit mu(n)de als se mit rechte zolde Sonder oir nae desen daghe wes an to wachten oft / to waren(e) Tot behoeff des erberen Rolofs van Beu(er)voirde Vort als dit ghescheen was Soe beliede en(de) beleende nv frede=/rick van beueren 50 Co(m)menduer voirs(creuen) rechte Vort Jn macht v(er)mids mijne(n) ghenedighen here(n) voirs(creuen) mij gegheue(n) Dem(e) erberen / Roloue van beuerforde dessen voirs(creuen) Tenden groff ende Smal auer dit voirs(creuen) alinge erue en(de) guet to kemeringk de van mijnen / ghenedighen heren van vtrecht ende van sijnen nakom(en)en to halden(e) voir

Page 219: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ey(n) stichtes leen van vtrecht Beholtlick mijne(n) ghe=/nedighen h(er)en va(n) vtrecht ende alremalke sijns rechtes Hijr w(er)en an vnde auer doe dit gheschiede des ghestichtes ma(n)ne van Vtert / De erber Gerd va(n) Weluelt dross(ete) Jn twente Derck va(n) thie en(de) H(er)ma(n)n(us) fobick en(de) meer guder lude ghenoech Orkunde deser voirscre(uen) / pu(n)tten Soe heb ick frederick van beu(er)en Co(m)me(n)dur voirs(creuen) 5 mij(n) Segel witlick beneden an desen breeff ghehanghen En(de) want wij / Gerd van weluelt dross(ete) voirs(creuen) Deirck van thie en(de) H(er)ma(n)n(us) fobick daer an vn(de) au(er) gewest syn daer dese voirs(creuene) gheschieden Soe hebn / wij toe merre vestnisse en(de) rechter konde der waerheit sa(m)me(n)tlike en(de) witlike onse Segele mede beneden an desen breif ghehanghe(n) / Gegeue(n) Jn den Jair onses heren Dusent 10 veirhondert vij[ff]vndetachtentich opten naesten Maendach na Vrbani p(a)pe 1485b Oldenzaal 1485-05-31 15 REGEST Johan Quant, richter te Oldenzael, oorkondt, dat Roloff van Beueruoerde ten overstaan van hem en de keurnoten Diric van Tye en Herman Fobic aan Gherd van Vbach, prior, en het convent van Alberghen door middel van hun momber Clawes Haservelt het erf Kemering in 20 Dulre in kerspel en gericht van Oldenzael heeft verkocht en overgedragen en dat hij de daarbij behorende erfbrief heeft overgegeven. TRANSCRIPTIE JC Johan Quant Jn der tijt een gheswore(n) Richter toe Oldenzael mijns ghenedighe(n) 25 h(er)en here(n) Dauids / va(n) Burgundien Bisscops toe Vtrecht Doe kond en(de) kentlic allen lude(n) en(de) betughe ouermids dessen opene(n) bezeghelde(n) / breue dat voer my daer ic sat toe gherichte in ener ghespa(n)ner banck myt myne(n) kornote(n) en(de) gherichtes luden / nae bescreue(n) als ic myt rechte solde selue(n) ghecome(n) is die Eerbare Roloff va(n) Beueruoerde En(de) beke222nde daer / voer my inden selue(n) 30 gherichte voer hem en(de) voer syne erfge(namen) dat hie redelike en(de) reckelike hadde vercofft ende / vercofte voer my ou(er)mids desse(n) breue Jn ene(n) rechte(n) steden vaste(n) erfcope erflike ewelike en(de) v(m)mermeeer Den / Eersame(n) Pater en(de) Prior Here(n) Gherde van vbach en(de) den ghemene(n) Co(n)uente des Cloesters der Regulieren / toe Alberghe(n) en(de) oere(n) naecome(n)den Ouermids oere(n) ghekoere(n) 35 mo(n)ber Clawes haservelt die hem oec in den / selue(n) gherichte als recht is ghegheue(n) waert Sijn erue en(de) guet ghehiete(n) kemeri(n)g gheleghe(n) inder burscap / van Dulre inden kerspele en(de) gherichte va(n) Oldenzael Voer een vrij doerslachtich eyghe(n) ombelastet en(de) om/beco(m)mert guet allen voerco(m)mer voer affghedaen Myt waerscap myt water myt heyde myt weyde myt toppe / myt torue myt twighe myt aller slachter noth 40 En(de) myt alle syne(n) alinge(n) olde(n) en(de) nyen toebehoer nae older / ghewoente(n) Om ene su(m)ma va(n) ghelde die hem degher al en(de) wal tot syne(n) willen betaelt weer daer hem en(de) / syne(n) erfge(namen) altoes wal an ghenoghe(n) solde als hie daer voer my bekande En(de) hier o(m)me soe dede die eerbare / Roloff van Beuer voerde voers(creuen) daer voer my vertichnisse en(de) oplati(n)ge va(n) den erue en(de) guede 45 voerscre(uen) Ende / wtghenck des alinges en(de) al en(de) verteech daer van voer hem en(de) syne erfge(namen) myt hande en(de) myt monde en(de) / myt aller vertichnisse en(de) oplatinge soe als dat ordel en(de) recht wyseden Welck erue en(de) guet voerscre(uen) Die / voerbenomede Pater daer in den selue(n) gherichte ouermids syne(n) momber voers(creuen) ontfeng mytte(n) erffbreue / daer die Eerbare Roloff va(n) 50 Beueruoerde dat voers(creuen) erue en(de) guet mede ghecofft hadde Den hie den Pater / voers(creuen) daer voer my voer hem en(de) syne erfge(namen) ouerleuerde en(de)

222 Ondubbelzinnig te lezen als een "e".

Page 220: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

ouergaff en(de) makede hem des mechtich Tot / behoeff des Priors en(de) Co(n)uents voers(creuen) en(de) oerre naecome(n)de En(de) louede daer voer my voer hem ende syne / erfge(namen) den Prior en(de) Co(n)uente voers(creuen) en(de) oere(n) naecome(n)de(n) Des erues en(de) guedes voers(creuen) myt al syne(n) olden en(de) / nyen toebehoer te staene en(de) te war(en)e en(de) rechte waerscap te doene tot ewighe(n) daghe(n) voer alle 5 die ghene / die des toe rechte come(n) willen Jn aller manier woe men een vrij doerslachtich eyghe(n) ombeco(m)mert guet / ware(n) sal . Weert sake dat den Prior en(de) Co(n)uente voers(creuen) en(de) oere(n) naecomende(n) in allen punte(n) en(de) artikelen / voers(creuen) off yenighe(n) bysonder enich ghebrec hinder off schade gheschiede dat queme toe woe dat to wueme / Dat ghebrec hinder of schade sullen die Prior en(de) 10 Conuent voers(creuen) offt yema(n)t van oerre weghe(n) versoeke(n) / off verhale(n) moghe(n) an den Eerb(er)en Roloff va(n) Beueruoerde voers(creuen) off syne erfge(namen) en(de) voert an al oere(n) gude(n) / en(de) erfnisse(n) off besit die sie nv hebbe(n) off naemaels crighe(n) moghe(n) vrij off leen soe waer die gheleghe(n) syn / myt allen rechte(n) ghiestlic en(de) werltlic dat ene den andere(n) niet te hindere(n) En(de) en sullen daer 15 ghene weer / teghe(n)s doen off late(n) doen in yenighe(n) rechte dat den P(ri)or en(de) Co(n)uente voers(creuen) off yenighe(n) punte(n) desses briefs / hind(er)en moghe Sond(er) yenigherha(n)de hulperede sonder yenig(er)ha(n)de wedersegge(n) en(de) sonder al arghelist . Hier were(n) mede an en(de) ouer alse rechte kornote(n) en(de) gherichtes lude Diric van Tye en(de) herman fobic en(de) anders guder lude ghenoech en(de) bystenders 20 die dat mede zeghe(n) en(de) hoerde(n) Jn oerkonde der waerheyt aller saken / voers(creuen) soe hebbe ic Joha(n) Quant voers(creuen) mijn zeghel om bede wille va(n) beyde(n) zijden als een richter myt / zeghelen mijnre voerghenomeder kornoten witlike benede(n) an desse(n) brieff ghehange(n) En(de) ic ROLOFF / van Beueruoerde voers(creuen) wa(n)t ic alle sake(n) en(de) punte(n) voers(creuen) in aller manier als voer 25 staet ghedaen ende / belieuet hebbe soe hebbe ic o(m)me meerre bekentnisse en(de) vestenisse wille mijn zeghel voer my en(de) myne / erfge(namen) oec mede an dessen brieff ghehange(n) Ghegheue(n) en(de) gheschiet inden Jare onses here(n) dusent vierhon/dert vijff ende tachtentich Opten lesten dach van Meymaent Ipso die Petronille virginis 30 1486a Almelo 1486-02-21 REGEST 35 Johan van Rechteren, jonker te Almelo, ontslaat Everd Tyosen Grietensoen, geboren van den Ruwenhaue, uit alle echt en horigheid en geeft hem over aan de Moeder en de zusteren van het convent der 3e regel van St. Franciscus bij Almelo. TRANSCRIPTIE 40 IC Johan van Rechtere(n) Joncker tot Almelo beke(n)ne en(de) betughe myt dussen apene(n) / breue vor my en(de) vor myn erff(genamen) en(de) nakomelinge(n) besitters der herscap van almelo dat / ick heb ledich en(de) loes ghelaten en(de) quijt ghescolden Euerden tyosen Grieten soen ghebare(n) / van den Ruwenhaue van alsodaner echt als he my hoerachtich ghewest is tot dusen / dach toe Ende gheue den seluen Euerden auer Der 45 moder en(de) den ghemeyne(n) susteren van / der Darder regulen s(anc)ti francisci by almelo en(de) oeren nakomelinge(n) Dat sie nv vort an myt / euerden vors(creuen) Doen en(de) laten kieren en(de) wenden moghen nae oeren willen butten my ende / my(n)re erff(genamen) en(de) besitters der herscap weder willen Ende ick Johan van Rechtere(n) Jonck(er) vors(creuen) / laue den susteren en(de) oere(n) nakomelinge(n) vors(creuen) 50 dusses Euerdes vors(creuen) toe staen en(de) toe waren vor / my en(de) vor myn erff(genamen) als een guet man Sonder all arghelijst Des toe tughe der waerheit / Soe heb ick Johan van Rechteren Jonck(er) toet almelo myn seghel an dussen breff ghehange(n) / Jnt iaer onses heren dusent vierhondert ses en(de) tachtentich vp sunte peters auent des

Page 221: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

helige(n) / apostels geheiten ad Cathedram 1486b Oldenzaal 1486-02-25 5 REGEST Johan Quant, gezworen richter van Dauid van Burgundien, bisschop van Vtrecht, oorkondt dat Roloff van Couorde, diens vrouw Sophia en Roloffs broer Wolter, ten overstaan van hem en de keurnoten Bernt Moerbeke en Roloff van Ouerhaghen aan prior en convent te 10 Alberghen hun erf Dat Grote Jordaning in de marke van De Lutte en kerspel en gericht van Oldenzael hebben verkocht en overgedragen met twee waren te bikken en te branden. TRANSCRIPTIE JC Johan Quant Jn der tijt een gheswore(n) Richt(er) mijns ghenedighe(n) here(n) Here(n) 15 Dauids van Burgundien Bisscops toe Vtrecht doe / kond en(de) kentlic allen lude(n) en(de) betughe ou(er)mids desse(n) opene(n) bezeghelde(n) breue dat voer my daer ic sat toe gherichte in ghespa(n)ner banck / myt myne(n) kornote(n) hijr nae bescreue(n) als ic myt rechte solde selue(n) ghecome(n) synt Die Eerbare Roloff van Couorde myt Sophia synen / echte(n) wyue als myt Roloue oere(n) echte(n) en(de) rechte(n) mo(n)ber en(de) Wolter 20 va(n) Couorde Roloffs voers(reuen) broder En(de) bekande(n) daer voer my in den / selue(n) gherichte voer hem en(de) oere erfge(namen) dat sie redelike en(de) reckelike en(de) myt gude(n) berade hadde(n) vercoft en(de) vercofte(n) voer my ouermids / dessen breue Jn ene(n) rechte(n) steden vaste(n) erfcope erflike ewelike en(de) v(m)mermeer Den prior en(de) ghemene(n) Co(n)ue(n)te des Cloesters der Reguliere(n) / toe Alberghe(n) 25 en(de) oere(n) naecomende(n) Oere erue en(de) guet ghehiete(n) Dat Grote Jordaning gheleghe(n) inder marcke va(n) der lutte inden kerspel / en(de) gherichte van Oldenzael voer een vrijedel doerslachtich eyghe(n) ombelastet en(de) ombeco(m)mert guet allen voerco(m)mer voer affghedaen / Myt waerscap en(de) noemptlick myt tween ware(n) toe bicke en(de) toe bra(n)de myt water myt heyde myt weyde myt toppe myt torue myt twighe / 30 myt huse myt houe myt al syne(n) boulande en(de) hoylande myt aller slacht(er) noth en(de) myt al syne(n) alinge(n) olde(n) en(de) nyen toebehoer Om ene / su(m)me va(n) ghelde die hem degher al en(de) wal tot oere(n) willen betaelt weer daer hem doe wal an ghenoghede en(de) hem en(de) oere(n) erfge(namen) altoes wal / an ghenoghe(n) sal als sie daer voer my bekande(n) En(de) hijr o(m)me soe deden Roloff en(de) Sophia en(de) wolter 35 voers(creuen) daer voer my vertichnisse en(de) / oplatinge va(n) den erue en(de) gude voers(creuen) en(de) wtghe(n)gen des alinges en(de) al en(de) verteghe(n) daer van voer hem en(de) oere erfge(namen) myt hande en(de) myt / mu(n)de en(de) myt aller vertichnisse en(de) oplatinge soe als dat ordel en(de) recht wysede tot behoeff des Priors en(de) Co(n)uents voers(creuen) Alsoe dat noch / sie noch oere erfge(namen) gheenrehande recht 40 noch ansprake daer an en behelde(n) noch v(m)mermeer verwachte(n)de sullen wesen En(de) loueden daer / voer my voer hem en(de) oere erfge(namen) den Prior en(de) Co(n)ue(n)te voers(creuen) en(de) oere(n) naecome(n)de(n) des erues en(de) gudes voers(creuen) myt al syne(n) olden ende nyen / toebehoer te staen en(de) te war(en)e en(de) rechte warscap te doen tot ewighe(n) daghe(n) voer alle die ghene die des toe rechte 45 come(n) willen Jn alle(r) manier / woe men een vrij edel doerslachtich eyghe(n) ombeco(m)mert guet ware(n) sal bute(n) cost en(de) schade des Priors en(de) Co(n)uents voers(creuen) en(de) oerre naecome(n)/den Weert sake datten Prior en(de) Co(n)ue(n)te voers(creuen) en(de) oere(n) naecome(n)de(n) in alle(n) pu(n)ten en(de) artikele(n) voers(creuen) off in welke(n) bysonder yenich ghebreck / hinder off schade gheschiede dat 50 queme toe woe dat toe queme dat ghebrec hinder off schade sulle(n) die prior en(de) Co(n)uent voers(creuen) off yema(n)t van / oerre weghe(n) versoke(n) off verhale(n) moghe(n) tot alle(n) tijde(n) an Roloff en(de) Sophien en(de) wolter voers(creuen) en(de) oere(n) erfge(namen) en(de) voert wt alle(n) oere(n) gueden / en(de) erfnissen off besit die

Page 222: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

sie nv hebn off naemaels crighe(n) moghe(n) vrij off leen soe waer off onder wat gherichte die gheleghe(n) syn myt allen / rechte(n) ghiestlic off werltlic dat ene den andere(n) niet te hindere(n) ghelijc onveriaerde rechte here(n)pacht alle iaere onveriaert En(de) en sullen / daer ghene weer teghe(n)s doen off late(n) doen in ienighe(n) rechte datten Prior en(de) Co(n)uente voers(creuen) off yenighe(n) pu(n)te desses breues hindere(n) mo/ghe Sonder 5 ienigherha(n)de hulperede en(de) sonder ienigherha(n)de wedersegge(n) en(de) sonder all argelist Hijr were(n) mede an en(de) ouer alse rechte korno/ten en(de) gherichteslude Bernt moerbeke en(de) Roloff va(n) Ouerhaghe(n) en(de) anders guder lude ghenoech en(de) bystenders die dat mede zeghe(n) en(de) hoerde(n) / Jn oerkonde der waerheyt aller sake(n) voers(creuen) soe heb ic Joha(n) Quant voers(creuen) mij(n) zegel om bede wille 10 va(n) beyde(n) zijde(n) als een Richt(er) myt zeghele(n) mij(n)re / kornote(n) voers(creuen) witlike benede(n) an desse(n) brieff gheha(n)ge(n) En(de) om meerre vestenisse wille aller pu(n)te(n) voers(creuen) soe heb ic Roloff va(n) Couorde voers(creuen) mijn / zegel voer my en(de) Sophien mij(n) echte wijff voers(creuen) en(de) onse erfge(namen) en(de) Jc wolter va(n) Couorde voers(creuen) mij(n) zegel voer my en(de) myne erfge(namen) oec mede an / 15 desse(n) brief gheha(n)ge(n) Ghegheue(n) Jnden iare o(n)ses h(er)en duse(n)t vierho(n)dert ses en(de) tachtentich Des saterdages nae su(n)te mathias dach des hilge(n) Apostels 1486c 20 Ootmarsum 1486-03-11 REGEST Ten overstaan van Allerd van Heyden, richter te Oetmerssem, verklaren Henrick Pulcijen, borgman te Stenvorde (Steinfurt) en Stencike zijn vrouw, dat Johan ten Westerhaeue en 25 Mette diens vrouw met toestemming van Pulcijen, wier horigen zij zijn, verkopen aan Johan Albers en Henrik Hake, provisoren van de Heilige Geest, een jaarrente van een mud rogge, gaande uit De Wessterhoeff c.a., gelegen in het gericht Oetmerssem in het kerspel Dennyncghem (Denekamp), in de buurschap van Dornynghe (Noord-Deurningen). Keurnoten zijn Fredric Kremer en Zweder Hoefslach. 30 TRANSCRIPTIE Ick Allerd Van heyden eyn ghezwa(r)en Rrychter thot Oetmerssem Van Wegen my(n)s gnedige(n) here(n) Here(n) / Dauid van Burgo(n)dyen Bysschop tot Vttert223 kenne en(de) betuege auermydd(s) dessen appen(en) bezegelden / breue woe dat voir my gekome(n) 35 synt dair Jck zat thoe gerichte stede en(de) stoel des gericht(es) gekledet / myd myne(n) koernote(n) en(de) gericht(es) lueden hyr nae bescr(euen) als Jck en(de) dair Jck dat myd rechte doen solde he(n)/rick pulcije(n) Boerchma(n) to stenvorde stencike syn echt(e) hues vrowe Ende beka(n)de(n) woe dat see hadde(n) ge/go(n)d en(de) geconce(n)tiert voer em en(de) oir erffge(namen) Gonde(n) en(de) beleuede voir my in de(n) solue(n) gerichte 40 Joha(n)ne ten / westerhaeue mette(n) syer echte(n) huesfrowe(n) ho(r)en hoerghe(n) luede(n) dat see mochte(n) vercope(n) eyn mudde rogge(n) / Jarlix vt ho(r)en Erffe en(de) guede gehete(n) de westerhoeff V(m)me truwes desse(r) wille(n) en(de) verbettery(n)ge he[r] joha(n) / en(de) mette voirs(creuen) an den Eerffe bewijst en(de) gedae(n) hebt Wa(n)d dyt al(dus) conce(n)tiert en(de) voir my gerichtlike(n) / gescen Js Soe Js voir my gekome(n) 45 inde(n) solue(n) gerichte Joha(n) ten westerhaeue mette syn echte wieff / en(de) vercofften vor em en(de) oir erffge(namen) recht(es) stede(n) vaste(n) er224cope(s) erfflike ewelike(n) en(de) v(m)mermeer tot ewi/ghe(n) tyden Joha(n)ne Albers en(de) Henrike hake(n) p(ro)uiso(r)es des hilge(n) ghest(es) vn(de) ho(r)en nakomeli(n)ge(n) raed/luede(n) to behoeff des hilge(n) ghees(tes) Een mudde gued(es) scones wy(n)tter rogghe(n) 50 Oetmersser maete toe erff/renthe Jarlix gae(n)de vt den aly(n)ge(n) erffe en(de) guede 223 Andere vorm voor "Utrecht".

224 De "f" is niet geschreven.

Page 223: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

gehete(n) de wessterhoeff al[s d]e gelege(n) ys myd [allen] / thobehoer inden gerichte va(n) Oetmerssem inde(n) kersspele va(n) denny(n)cghem en(de) inder bursscap van / Dorny(n)ghe Oem eyn so(m)me van ghelde de Joha(n) mette voirs(creuen) beka(n)den hem deger en(de) ally(n)ck to ho(r)en wille / va(n) den voirs(creuen) raedluede(n) betald were daer em do to der tyd wal angenogede en(de) ock altoes wal ange/genoge(n) sal Dair om so 5 dede(n) Joha(n) mette voirs(creuen) myd co(n)ce(n)t He(n)ricks en(de) ste(n)ceke(n) voirs(creuen) recht oplati(n)ge / en(de) vertichnysse va(n)de(n) voirs(creuen) mudde Rogghe(n) en(de) Ghe(n)gen des vt myd hande myd mo(n)de en(de) myd alre ver/tichnisse alse se myd rechte doen solde(n) also dat se noch oir erffg(enamen) offt ock yeme(n)t an den voirs(creuen) mudde / Jarlix re(n)the genreleyrecht offt ansprake meer solle(n) an 10 beholde(n) offte ock wachten wessen tot gene(n) / tyde(n) En(de) mede so laueden Joha(n) en(de) mette voirs(creuen) den voirs(creuen) p(ro)uiso(r)es en(de) ho(r)en nakomeli(n)ge(n) dat voirs(creuen) / mudde rogghe(n) Jaerlix renthe to stane en(de) toe warne rechte waersscap toe doene voir al degene(n) / de des to rechte koeme(n) wilt En(de) alle(n) hynder en(de) scade(n) se dair by mochte(n) lyde(n) offte hebbe(n) aff to done / alse guede 15 luede En(de) mede so lauede(n) Joha(n) en(de) mette voirs(creuen) voir em en(de) hoir erffge(namen) den p(ro)uiso(r)es / vors(creuen) offte ho(r)en nakomeli(n)g(en) raedlued(en) als voirs(creuen) Js dat voirscreue(n) mudde rogghe(n) Jarlix walto / betale(n) en(de) ku(m)merloes to leuere(n) alle yaer onveryat225 op su(n)te mert(en) kome(n)de ind(n)e wy(n)tter acht dage / dair voir offte acht dair na onbegrepe(n) by(n)ne(n) Oetmerssem in en 20 hues de raedluede hem dat wysen / Werd ock zake dat de betaly(n)ge vn(de) leueri(n)ge also nicht en geschede als voirs(creuen) so verwilkorde(n) / Joha(n) en(de) mette vor hem en(de) or erffg(enamen) dat dan de raetluede des hilge(n) gesst(es) voirs(creuen) dat mudde / rogghe(n) Jarlix moge(n) mane(n) en(de) in wy(n)nen vt den voirs(creuen) erffe en(de) guede offte offte226 van den gene(n)de s[ic] / des onder wy(n)e(n) tiellen offte bowe(n) 25 en deel off ally(n)ck als myd ene(n) dagelix richter offte richters/baden myd pa(n)di(n)ge myd bezate als myd der enre ha(n)d to penden en(de) myd der ander ha(n)d toe / vercope(n) en(de) myd den pa(n)den) voerd to vae(r)en offt se myd allen rechte geslete(n) en(de) verwo(n)ne(n) sy[n]t / als voir onueryaerde he(r)en pacht offt se moghe(n) dat mane(n) myd den gesstlike(n) rechte offte wert/like(n) rechte offte myd beyde(n) rechte to ghelike dat ene 30 recht de(n) and(er)en nycht hy(n)derlick to wesen so(n)der / holpe en(de) weder sta(n)d dair i(n) to soeke(n) offte to gebruke(n) so(n)der alle argelist d[air] dyt al[dus] [g]eschede / were(n) myd my Alerde Rycht(er) voirs(creuen) an vn(de) ouer alse rechte koirnote(n) de or orko(n)de [dair] / op ot227ffe(n)ghe(n) fredric kremer en(de) zweder hoefslach Oirku(n)de der wairheyt en(de) ald[us] voir [my ......] / en(de) om bede wille(n) va(n) beyde(n) tzyde(n) so 35 heb Jck Alerd Rycht(er) vors(creuen) my(n) zeg(e)l wytlike(n) voir my en(de) [...] / benede(n) a(n) desse(n) breeff geha(n)gen En(de) om(m)me noch de merre vestnysse wille(n) desses breeffs [En(de) .....] / pulcie(n) en(de) ste(n)scike my(n) husfrowe dit al(dus) mede beleeft(en) en(de) auergegeue(n) hebbet so heb ick he(n)rick voirs(creuen) / my(n) zeg(e)l voir my en(de) my(n) hues vrowe en(de) vor o(n)sse erffge(namen) wiitlike(n) ock a(n) 40 desse(n) breff geha(n)ge(n) Ghe[geuen] [ind]en / Jaer o(n)s he(r)en duse(n)t vijrho(n)dert ses en(de) tachtentich op su(n)te Gregori(us) aue(n)d 1487a 45 Ootmarsum 1487-02-10 REGEST Arnd Grubbe verklaart, dat Herman de Reygher ten overstaan van hem en de leenmannen

225 "onveryart" zal bedoeld zijn.

226 Twee keer "offte".

227 Zonder "n" geschreven.

Page 224: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Johan Grubbe en Herman ter Kemenade afstand heeft gedaan van de tienden over Bredenbroeck te Ghiesteren en dat hij daarmee Gherd van Vbach ten behoeve van het convent te Alberghen beleend heeft onder hulderschap van Anthonius de Reygher op voorwaarde, dat na het overlijden van de hulder een nieuwe hulder zal worden benoemd en dat Arnd deze tienden weer aan de bisschop van Vtrecht zal verhulden. 5 TRANSCRIPTIE JC Arnd Grubbe doe kond en(de) kentlic alle(n) lude(n) en(de) betughe myt dessen op(en)en bezeghelde(n) breue voer my en(de) myne erfge(namen) dat voer my en(de) / beleende ma(n)ne des ghestichtes hier nae bescreue(n) selue(n) ghecome(n) is herma(n) 10 die Reyger En(de) droech voer my op en(de) gaff in myne hande / den Tenden groff en(de) smal ouer dat erue ghehiete(n) Bredenbroeck gheleghe(n) in der buerscap toe Ghiestere(n) Jn den kerspele en(de) gherichte / va(n) Oetm(er)s(em) En(de) gheng des wt en(de) verteech daer van myt hande myt mu(n)de als die beleende ma(n)ne hijr nae bescreue(n) wysede(n) dat recht / was Soe dat herma(n) voers(creuen) daer niet meer an en behielt 15 noch wachtende was en(de) ic myne(n) willen daer mede doen mochte Doe / dat gheschiet was doe verlijede ic ter stont en(de) beleende verlije en(de) beleue myt desse(n) breue den selue(n) Tende(n) groff en(de) smal ouer dat erue / Bredenbroeck voers(creuen) den Eersame(n) en(de) ghiestlike(n) Pater here(n) Gherde va(n) Vbach Prior des Regulier Cloesters toe Alberghe(n) tot be/hoeff des ghemene(n) Co(n)uentes des voers(creuen) 20 Cloesters En(de) voer den Prior en(de) Co(n)uent voers(creuen) is Anthonius die Reygher mijn man ghe/worde(n) die my lofnisse en(de) huldinge heft ghedaen en(de) allent dat een leenman va(n) syne(n) leene syne(n) leenhere(n) sculdich was te doen Ende / nae tijde(n) als Anthoni(us) voers(creuen) afliuich is gheworde(n) sal die Prior in der tijt en(de) Co(n)uent voers(creuen) my en(de) myne(n) erfge(namen) off den rechten leen/Volgher des Tende(n) 25 voers(creuen) ene(n) andere(n) man in die stede setten die lofnisse en(de) huldi(n)ge doen sal als Anthoni(us) voers(creuen) heft ghedaen Ende / aldus salt dat Cloest(er) voers(creuen) den Tende(n) voers(creuen) holde(n) tot ewighe(n) daghe(n) Die nae dode des hulders staen en(de) wesen sal versterff en(de) versoeck / des voers(creuen) leens Beholtlic my en(de) elkermalc hijr an sijns rechtes En(de) soe loue ic Arnt voers(creuen) 30 voer my en(de) myne erfge(namen) off rechte leenvol/ghers des voers(creuen) Tende(n) den Prior en(de) Co(n)uente voers(creuen) den tende(n) voers(creuen) wa(n)t hie een stichtes leen va(n) Vtrecht is tot ewighe(n) daghe(n) te / verholden in rechter leenscher weer va(n) onse(n) ghenedighe(n) here(n) va(n) Vtrecht en(de) syne(n) ghestichte Hijr were(n) an en(de) ouer alse des ghestichtes / beleende ma(n)ne Johan Grubbe en(de) Herma(n) t(er) 35 kemenade . Jn oerkonde der waerheyt hebbe ic Arnt Grubbe voers(creuen) mijn zeghel an desse(n) brieff / ghehange(n) Ghegheue(n) en(de) gheschiet Jn den iare onses here(n) Dusent vierhondert seue(n) en(de) tachtentich Op sunte Scolastica dach der hilgher Jonf(er)en 40 1487b Ootmarsum 1487-02-10 REGEST 45 Alard van Heyden, richter te Oetmersem, oorkondt dat Herman ter Kemenade en diens vrouw Herman ten overstaan van hem en de keurnoten Johan Grubbe en Herman de Reygher aan Esken ter Maet en diens vrouw Styne een rente van vier mud rogge hebben verkocht en overgedragen uit hun twee kampen op Albergher Esch "by der Werfheghe" en uit hun andere bezittingen. 50 TRANSCRIPTIE JC Alard van Heyden Jn der tijt een gheswore(n) Richt(er) toe Oetm(er)s(em) mij(n)s ghenedighe(n) h(er)en Here(n) Dauids va(n) Burgu(n)dien / Bisscops toe Vtrecht Doe kond

Page 225: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

alle(n) lude(n) en(de) betughe myt dessen opene(n) bezeghelde(n) breue dat voer my selue(n) gheco=/me(n) synt daer ic sat toe gherichte in ene(n) gheheghede(n) heymale myt myne(n) kornote(n) naebescreue(n) als ic myt rechte / solde herma(n) ter kemenade en(de) herma(n) sijn echte wijff En(de) bekende(n) daer voer my voer hem en(de) oere erfge(namen) dat sie / myt gude(n) berade en(de) oere(n) vryen willen hadde(n) vercoft 5 en(de) vercofte(n) ou(er)mids dessen breue rechtes stedes vaste(n) / erfcopes erflike ewelike en(de) v(m)mermeer Esken ter maet en(de) Styne(n) syne(n) echte(n) wyue en(de) oere(n) erfge(namen) vier mudde / gudes schone(n) clare(n) droghe(n) wy(n)ter rogge(n) erfliker iaerliker re(n)the Oetm(er)sem(er) mate wt oere(n) tween campe(n) ghele=/ghe(n) op Albergher esch by der werfheghe en(de) voert wt al oerre twyer gude Om ene su(m)me 10 gheldes die sie beken=/den dat hem vol al en(de) wal tot oere(n) willen betaelt weer En(de) daer o(m)me soe verteghe(n) sie daer voer my voer hem / en(de) voer oere erfge(namen) van den vier mudde(n) rogge(n) iaerliker re(n)the voers(creuen) En(de) wtghenge(n) der myt hande myt mu(n)de / en(de) myt aller vertichnisse en(de) oplati(n)ge als ordel en(de) recht wysede Tot behoef Eskens en(de) Styne(n) voers(creuen) en(de) oerre / erfge(namen) 15 Alsoe dat noch sie noch oere erfge(namen) noch yema(n)t va(n) oerre weghe(n) daer yenich recht off ansprake an en / behelde(n) noch v(m)mermeer wachte(n)de sulle(n) wesen En(de) louede(n) hem der vier mudde rogge(n) iaerlike re(n)the te staene / en(de) te waer(en)e en(de) rechte waerscap te doene tot allen tijde(n) voer alle die ghene die des toe rechte come(n) willen op oers / selues schade(n) en(de) cost En(de) doen hem alle iaer gude rede 20 betalinge en(de) leuere(n) hem iaerlixs die vier mudde rogge(n) / in een hues toe Alberghe(n) daer des Esken en(de) Styne(n) voers(creuen) en(de) oere(n) erfge(namen) best ghenoghet tussche(n) sunte Merten / in den wy(n)ter en(de) mydde(n)wynter . Weert sake dat hijr yenich ghebrec involle dat weer va(n) waerscap off van be=/talinge en(de) leueri(n)ge der vier mudde(n) rogge(n) iaerliker re(n)the voers(creuen) daer Esken en(de) 25 Styne voers(creuen) off oere erfge(namen) / schaden off hinder by creghe(n) woe dat oec by queme Den schaden en(de) hinder moghen sie altoes sonder vervolch / yenighes rechtes ghelijc rechte here(n) pacht wtmane(n) en(de) inwy(n)nen van herma(n)ne en(de) herma(n)ne voers(creuen) en(de) oere(n) / erfge(namen) en(de) van alle den ghene(n) die hem der twyer campe voers(creuen) onderwy(n)ne(n) telen bouwe(n) off ghebruke(n) en(de) 30 voert / wt al oerre twyer gude en(de) besittinge soe waer die oec gheleghen syn die sie nv hebbe(n) off naemaels crighe(n) / moghen myt ghiestlike(n) en(de) werltlike(n) rechte(n) Sonder ienich wederseggen en(de) sonder alle arghelist Hier / weren mede an en(de) ouer alse rechte kornote(n) en(de) gherichtes lude Johan Grubbe en(de) herma(n) die Reygh(er) en(de) anders / guder lude ghenoech die dat mede zeghe(n) en(de) hoerden Jn oerkonde 35 der waerheyt aller punte(n) en(de) artikelen / voers(creuen) soe hebbe ic Alard van heyden voers(creuen) om bede wille van beyden zijden mijn zeghel als een Richter / witlike beneden an dessen brieff ghehanghen Ghegheuen ende gheschiet Jn den iare onses h(er)en Dusent / vierhondert seuen ende tachtentich Op Sunte Scolastica dach der hilgher ionferen 40 1488a Ootmarsum 1488-02-21 REGEST 45 Alerth van Heyden, richter te Oetmershem, verklaart, dat Peter Becker uit Deventer en Goedeke diens vrouw, verkocht hebben aan het O.L.V.-gilde van Oldenzael een jaarrente van vijf mud rogge, gaande uit het erf De Heynenmoele in de buurschap Alberghen, en uit andere goederen. Keurnoten zijn Albert Hoehues en Ffrederich van Beueren naast andere getuigen. 50 TRANSCRIPTIE JC Alerth van heyden yn der tijt eyn ghezworen Richter toe Oetmershem Doe kond ende kentlic allen lude(n) en(de) betughe au(er)mits desen apene(n) bezegelden / breue Dat voir

Page 226: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

mij yn gherichte daer ick stede vnde stoel myt mijne(n) Cornote(n) en(de) gherichtesluden hijr nae bescreuen als ick myt rechte zolde becledet hadde selue(n) gekome(n) / synt Peter Becker Borg(er) toe Deue(nt)er ende Goedeke sijn echte huesfrouwe Mit peter vors(creuen) ore(n) ma(n)ne als myt ore(n) echte(n) mo(n)ber En(de) kande(n) voir mij vor hem en(de) vor ore / erfge(namen) Dat see redelike ende recklike hadden v(er)coft en(de) vercoften voir mij 5 au(er)mids desen breue Jn eyne(n) rechten steden vasten erfcope erflike ewelike en(de) o(m)merm(er) Mit hande(n) / myt monden Mit alle(n) v(er)tichnissen en(de) oplatinghen als recht was Dem(e) ersamen prouisoren en(de) Raetluden der giltscop onser lieu(er) vrouwen by(n)ne(n) Oldenzael ende / oren naekom(en)en we de synt yn der tijt tot behoeff der arme(n) Vijff Mudde gudes droghen schone(n) claren wint(er)roggen Jairliker gulde by 10 Deuent(er) Market mathen / vth oren Alinghe(n) erue en(de) guede gheheten de Heyne(n) Moele zo de myt oren olden ende nijen toe be horen gheleghen is yn der burscop toe Alb(er)ghe(n) En(de) vth orre Maet / zo[e] hem de pandes steyt van den van Beu(er)voirde En(de) vth der Braeck welke voirsc(reuen) Maeth vnde Braeck beyde vrij syn V(m)me eyne su(m)ma van gelde de hem deger al / ende wal toe willen betalt weren Daer hem doe yn tijt 15 wal an ghenoghede Daer hem vn(de) oren erfge(namen) voirs(creuen) altoes wal an ghenoghen zolde als ze voir mij enkande(n) / En(de) sie laueden hijr v(m)me voir hem ende voir ore erfge(namen) voirs(creuen) Desen voirs(creuen) prouisoren zoe de nu synt yn der tijt en(de) oren nakom(en)en desser voirs(creuen) Vijff Mudde rogge(n) / Jairliker Renthen toe behoeff der Armen toe staene toe waren(e) en(de) rechte gude warscop te doen(e) toe 20 ewighen daghen en(de) mede yn leenscher weer to holdene voir alle / de ghene de des toe rechte komen willen Ende gude rede betalinghe nv vort an alle Jair ku(m)merloes toe leu(er)en tusschen alle Sancte Merten yn den wint(er) en(de) der / hochtijt toe Midwinter Bynnen Oldenzael yn eyn hues daer des desen voirs(creuen) prouisoren en(de) Raetluden en(de) oren nakomen(en) Best ghenoghet Weert oeck zaeke . / Dat des nicht en gheschiede 25 ende Hijr ienich ghebreck yn volle Dat weer van warscop oft van betalinghe Dat q(ue)me toe woe Dat toe queme Dat moghen dese vors(creuen) / prouisoren ende Raetlude we de synt yn der tijt ende ore nakomene toe behoeff der arme(n) toe samene vthmanen ende ynwynnen van Peter ende Godeken(e) / voirs(creuen) ende van oren erfge(namen) ende vth desen voirs(creuen) erue ende gude gheheten de heynen Moele ende vort va(n) allen den 30 ghenen de sich der eyn deel oft al onderwynnet daer / van teelet eder bouwet ende vth der Maet en(de) vth der braeck voirs(creuen) en(de) vort vth allen Peters ende Goedeken ende orre erfge(namen) erfnissen ende guden als se nu tor tijt hebben / en(de) hijr namals wiltgot verkrijghen moghen Dat sij leen oft eyghen ghijnrehande erfnisse oft guet vth ghescheyden Mit pandinghe mit bezate myt allen ghe/richten geestlick en(de) wartlick Mit orre eyn alleyne 35 oft mit beiden toe ghelijke Dat eyne recht den anderen nijt toe hinderen onu(er)volget en(de) onu(er)claget voir yema(n)de / ghelijke rechte verschenen vnde onverJairde heren pacht Sonder ienig(er)hande hulperede Sonder ienich wederseggen en(de) Sonder al argelist Hijr were(n) myt mij / Alerde Richt(er) voirs(creuen) an vn(de) auer alze rechte Cornoten ende gherichteslude Albert hoehues en(de) ffrederich van Beuere(n) en(de) meer guderma(n)s 40 ghenoech Jn orkunde der / waerheyt ende gantzer vasten stedicheyt deses breues en(de) aller pu(n)cten voirs(creuen) Soe hebbe ick Alerth va(n) heyden Jn ghetuech des gherichtes en(de) v(m)me bede willen beyder par/thien voirs(creuen) mijn Segel witlike beneden an desen breef ghehanghen Gegheue(n) Jn den Jair onses h(er)en Dusent veirhondert AchteVn(de)tachtentich opten naesten Don/redach na Valentinj marti(ris) 45 1488b Oldenzaal 1488-05-17 50 REGEST Gerit ten Hamme als richter te Oldenzael verklaart, dat Hermen van Boenynghen en Katherijne diens vrouw overgedragen hebben aan het O.L.V.-gilde hun erve De Horst c.a. in de buurschap Bonynghen en Dat Koethe Visscheringk, beide in het kerspel Deghenynghem,

Page 227: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

het eerste een leen van Otto van Rutenberghe, het tweede een vrij eigen goed. Er is ook sprake van een loze breeff (= ca ‘vrijmakingsbrief’) van het besproken erve en koethe van Derck en Wobbe Meygeringk door Hermen, Gijsbert, en Wenemer van Boningen. Het erve en goed geheten De Slinghe wordt genoemd in geval van verzuim van de zijde der verkopers. Keurnoten en gerichtslieden zijn mester Johan Beldesnijder en mester Henrick 5 de Maler. TRANSCRIPTIE JC Gerit ten Ha(m)me yn der tijt een ghezworen Richter toe Oldenzael mij(n)s ghenedighen Here(n) van Vtrecht Doe kond en(de) kent/lick allen lueden ende betughe au(er)mids desen 10 apene(n) bezegelden breue Dat voir mij daer ick sath yn eyne(n) ghehegheden gherichte / stede vnde stoel becledet hadde myt mijne(n) Cornoten en(de) gherichtesluden hijr nae bescreue(n) als ick myt rechte zolde selue(n) gekomen / synt Herme(n) van Boenynghen en(de) katherijne sijn echte huesfrouwe Mit Hermen(e) voirs(creuen) ore(n) echten ma(n)ne als myt ore(n) echte(n) en(de) / rechten monber Ende kanden voir mij voir hem en(de) voir 15 ore erfge(namen) Dat ze redelike ende recklike hadden v(er)coft ende v(er)coften voir my / auermids desen breue Jn eyne(n) rechten steden vasten erfcope erflike ewelike en(de) o(m)merm(er) Dem(e) olderma(n) ende den prouisoren en(de) / Raetluden der giltscop onser lieuer Vrouwe zo de nv synt yn der tijt ende ore(n) nakom(en)en toe behoeff der gemeyne(n) armen Oir erue / en(de) guet gheheten de horst Soe dat mit allen sijnen 20 alinghen oelden ende nijen toebehoren beleghen is yn den gherichte van / Oldenzael en de yn der buerscop toe bonynghen En(de) hijr toe Dat koethe gheheten Visscheringk myt sijne(n) olden en(de) nijen tobehoer / beyde yn den kerspel van deghenynghem V(m)me eyne su(m)ma van gelde de hem deger al vn(de) wal toe willen betalt weer Daer hem / doe yn der tijt wal an ghenoghede Daer hem vnde oren erfge(namen) voirs(creuen) altoes wal an 25 ghenoghen zolde als ze voir mij enkande(n) En(de) / Ende228 ze deden hijr v(m)me vertichnisse ende oplatinghe van desen voirs(creuen) erue en(de) gude tor horst en(de) van den koethe toe visscheringk en(de) / ghenghen der alingk en(de) al vth Mit hande myt mu(n)de myt allen v(er)tichnissen voir Hem vn(de) voir ore erfge(namen) als dat ordel en(de) recht / wijseden Toe behoeff deser voirs(creuen) gilde onser lieuer vrouwen by(n)ne(n) 30 oldenzael en(de) der arme(n) Vort zo laueden Herme(n) en(de) kathe(r)ine / voirs(creuen) voir hem vnde voir ore erfge(namen) den Raetluden ende prouisore(n) deser voirs(creuen) giltscop deses voirs(creuen) erues en(de) guedes tor horst myt / sijne(n) toehore(n) voirs(creuen) voir leen van Otten van Rutenb(er)ghe toe ontfangen(e) en(de) dat koethe tor visscheringk myt sijne(n) toebehoer voir ey(n) / vrij eygen toe staene en(de) tho waren(e) 35 en(de) rechte warscop te doene En(de) mede yn leenscher weer toe holdene zoelanghe als dat desen Raet/luden voirs(creuen) beleuet En(de) des eynen vthganck voir den rechte(n) leenh(er)en te doene buten den Raetlude[n] voirs(creuen) kost en(de) schaden wa(n)ner ze / daer van den Raetlude(n) vors(creuen) toe ghetychet wirden Mede zoe kanden hermen en(de) kathe(r)ine voirs(creuen) Dat dit voirs(creuen) erue en(de) guet tor horst / Jairlikes te 40 doene pleghe en(de) dede Achte Mudde Roggen Veer Mudde Hau(er)en eyn oft twe Mudde gersten En(de) dat koethe dree Arinsch / guldene en(de) twe pu(n)t wasses Weert oeck zaeke Dat desen voirs(creuen) Raetluden yenich hinder eder gebreck gheschiede oft ienich schade an q(u)eme / Bij der warscop deses erues oft kothen voirs(creuen) Dat q(u)eme toe woe dat toe q(u)eme Den Hinder gebreck en(de) schaden bij der warscop zo voirs(creuen) 45 staet / Moghen dan dese voirs(creuen) Raetlude vthmane(n) en(de) ynwy(n)ne(n) vth den erue ende gude gheheten de Slinghe en(de) vort vth Herme(n)s en(de) kathe(r)i/ne(n) vors(creuen) alingen andere(n) erfnissen en(de) gud(er)en Mit pandinghe mit bezate Mit allen gherichten geestlick en(de) wertlick ghelijke rechte [on]=/uerJairde heren pacht Sonder enich wederseggen en(de) Sonder al argelist hijr w(er)n myt mij an vn(de) au(er) als rechte 50 Cornoten en(de) gherich=/teslude Mester Johan Beldesnijder en(de) Mester Henrick de Maler Mede zoe droghen voir mij op herme(n) en(de) kathe(r)ina vors(creuen) en(de)

228 Twee keer "ende".

Page 228: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

makeden / mechtich desen vors(creuen) Raetluden eyne(n) loze breeff van desen vors(creuen) erue en(de) koethe daer ze dese vors(creuen) mede lozen moghen van Derck en(de) Wobbe(n) / meygeringk en(de) van ore(n) erfge(namen) Jn allen manire(n) als dat Herme(n) Gijsbert en(de) wenem(er) va(n) boni(n)ge(n) en(de) ore erfge(namen) mochten hebben ghedaen Jn orkunde der waerh(ei)t229 en(de) gantzer vasten stedicheit deses 5 breues en(de) aller pu(n)tten vors(creuen) zoe heb ick Gerit ten Ha(m)me yn ghetuech des gherichts / mijn segel witlike benden230 an desen breeff ghehanghen En(de) v(m)me de merre vestnisse willen deses breues en(de) aller pu(n)tten vors(creuen) Soe hebbe / ick Herme(n) van Boeny(n)ghen voir mij voir kathe(r)inen vors(creuen) mij(n) echte huesfrouwe als oir rechte mo(n)b(er) en(de) v(m)me orre bede willen mij(n) Segel wit/like beneden an 10 desen breeff ghehanghen Gegheuen Jn den Jair onses h(er)en Dusent veirhondert Achte vn(de) tachtentich opten naesten Sat(er)/dach nae Ascension(is) d(omi)ni 1488c 15 Enschede 1488-06-02 REGEST Willem Reyger, richter te Enschede verklaart dat Albert van Darleuorde met zijn dochters Grete en Katherine en hun beider voogd Peter ten Toerne, overgedragen hebben aan de 20 stad Oldenzael De Halue Hoff te Loeniker en Dat Halue Wech c.a. in de marke of buurschap Loniker in het kerspel en gericht van Enscheden. Keurnoten en gerichtslieden zijn Gert van Besten en Fredericus Brant naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE 25 JC willem Reyger yn der tijt een ghesworen Richter toe Enschede mijns ghenedighen Heren Van Vtrecht Doe Kond ende kentlick allen luden en(de) betughe au(er)mits / desen apenen bezegelden breue Dat voir mij daer ick sath toe gherichte yn ghespanner banck myt mijnen Cornoten en(de) gherichtesluden Hijr nae bescreue(n) Als ick / myt rechte zolde seluen gecomen synt Albert van Darleuorde en(de) Grete ende kathe(r)ine alberts vors(creuen) twe 30 dochtere Mit peter ten toerne Greten en(de) kathe(r)ine(n) voirs(creuen) ghekore(n) / ende natuerliken angebor(en)en mo(n)ber Daer kanden voir mij Albert Grete en(de) kathe(r)ine myt ore(n) monber voirs(creuen) Dat ze voir Hem en(de) voir ore erfge(namen) zamptliken ende eyn=/drechtliken redeliken ende reckliken hadden vercoft en(de) vercoften au(er)mits desen breue Jn eyne(n) rechten steden Vasten erfcope erflike ewelike en(de) o(m)merm(er) 35 Dem(e) Ersamen / Borg(er)meisteren Scepenen en(de) Raide der stat Van Oldenzael Der alinghen gheswor(en)en Meynte(n) olt ende nije deser voirs(creuen) stat Soe de nv synt yn der tijt en(de) oren nakom(en)en / we de synt yn der tijt Oer halue erue ende guet gheheten de halue hoff toe loeniker en(de) Dat Halue Wech Soe de beyden Myt wat(er) mit heyde mit weyden Mit toppe mit / torue myt twijghen Mit aller slachter noth Mit allen oren alinghen 40 olden ende oren nijen toe behoren beleghen synt yn der Marke eder Buerscop to loniker Jn dem(e) / kerspel ende gherichte van Enscheden Vmbe eyne su(m)ma van gelde de hem degher al vnde wal toe willen betalt weer Daer hem doe yn der tijt wal an ghenogheden / Daer hem vnde oren erfge(namen) voirs(creuen) altoes wal an ghenoghen zolde Als ze zamptlick voirs(creuen) voir mij enkanden En(de) zee deden hijr v(m)me vertichnisse ende 45 oplatinghen van / dessen vors(creuen) haluen eruen ten houe toe loniker ende van den Haluen Weghe En(de) ghenghen der alingk en(de) al vth mit ore(n) warscopen en(de) to behoringhen voirs(creuen) Myt / handen ende myt mu(n)den voir hem vnde voir ore erfge(namen) voirs(creuen) Als dat ordel en(de) recht wijseden Toe behoef der Borg(er)meister(e) Scep(en)en en(de) Rade der stat Oldenzael en(de) orre / nakomene der 50 alinghen Meynten olt ende nije Vort zoe laueden Albert Grete en(de) kathe(r)ine 229 De "t" werd hoger geschreven om aan te geven dat er een afkorting werd gebruikt.

230 Bedoeld zal zijn "beneden".

Page 229: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

voirs(creuen) myt ore(n) voirs(creuen) monb(er) Borg(er)meyst(er)en Scepene(n) en(de) Raide voirs(creuen) Der / alinghen Meynten olt ende nije der stat van Oldenzael vors(creuen) vor Hem vn(de) voir ore(n) erfge(namen) desses voirs(creuen) Halue(n) erues ten haeue ende des haluen weghes myt ore(n) olden en(de) / nijen to beho(er)en toe staen(e) ende des desen kopers to waren(e) en(de) des rechte warscop te doen(e) tot 5 ewighen daghen voir alle de ghene De des toe rechte kome(n) willen Jn allen / Maniren zoe women eynen Eynes vrij edelen eygens guedes myt rechte waren sal Sonder ienig(er)hande hulperede Sonder ienich wedersegghen Sonder al argelist / Hijr weren myt mij willem(e) Reyger Richter voirs(creuen) an vnde auer alze rechte Cornoten en(de) gherichteslude Gert van Besten en(de) Frederic(us) Brant en(de) meer guder lude / ghenoech de dese 10 voirs(creuene) mede seghen vn(de) hoirden vn(de) dat gherichte mede vmbstonden Jn orkunden der waerheyt aller puntten en(de) articulen voirs(creuen) samptlick en(de) / ende231 eyn itlick puntte ende articule voirs(creuen) bijsunder Soe hebbe ick willem Reyger Als eyn Richter mij(n) Segel yn ghetuech des gherichtes witliken beneden / an desen breeff ghehanghen Gegheuen Jn den Jair onses heren Dusent veerhondert Achte vn(de) 15 Tachtentich Crastino Nicodemj 1488d Ootmarsum 1488-11-24 20 REGEST Alerth van Heyden, richter te Oetmersem, oorkondt dat Peter Becker, een burger uit Deuenter, overgedragen heeft aan het O.L.V.-gilde te Oldenzael o.a. het erve de Heynenmoele c.a., gelegen in het kerspel en gericht Oetmershem. Keurnoten en 25 gerichtslieden zijn Bernt Moerbeke en Ffrederich van Beueren naast andere getuigen. TRANSCRIPTIE IC Alerth van Heyden Jn der tijt eyn ghesworen Richter toe Oetm(er)sem Doe Kond ende Kentlick allen luden en(de) betughe au(er)mids desen apene(n) / bezegelden breue Dat voir 30 mij yn gherichte daer ick stede vn(de) stoel becledet hadde mit mijne(n) cornote(n) en(de) gherichtesluden hijr nae bescreue(n) / als ick myt rechte solde seluen gecomen is Peter Becker borg(er) toe Deuent(er) Ende kande Dat he voir Hem vn(de) voir Gueden sij(n) echte huesfrouwe(n) / en(de) voir ore twier erfge(namen) Redelike ende reckliken Hadde vercoft en(de) v(er)cofte voir ons au(er)mids desen selue(n) breue Jn eyne(n) rechten steden 35 Vasten erfcope erflike / ewelike en(de) o(m)merm(er) Dem olderma(n) der giltscop onser lieuer Vrouwen bynne(n) Oldenzael en(de) sijne(n) mede Radesluden toe behoeff der Arme(n) ende oren nako/menen we de synt toe ewighen tijden Oir erue en(de) guet gheheten de Heyne(n) Moele zoe de myt water Mit heyde mit weyde Mit toppe myt torue myt twij/ghe myt aller slachter noth Mit allen sijnen alinghen oelden ende nijgen toebehoringhen 40 Beleghen is Jn dem(e) gherichte en(de) kerspel toe Oetmershem / Ende hijr toe Eyne Maeth ende de Braeck alre naest daer bij gheleghen V(m)me eyne Su(m)ma van gelde de hem deger al vn(de) wal toe willen betalt weer / Daer hem doe yn der tijt wal an ghenoghede Daer hem vn(de) oren erfge(namen) voirs(creuen) altoes wal an ghenoghen zolde Als peter voirs(creuen) voir mij enkande Ende he / dede hijr vm(m) vertichnisse ende oplatinghe van 45 desen voirs(creuen) alinghen erue en(de) gude tor Heynen Molen En(de) van deser Maeth vnde Braeck voirscre(uen) / Ende genck deses voirs(creuen) vercoften guedes ende erfnissen alingk vnde al vth Mit Hande myt mu(n)de voir Hem voir Gueden sij(n) echte huesfrouwen en(de) / voir ore erfge(namen) des he voir my eyn guet mechtiges schijn toende Dat hem guede sijn echte wijff Mit Meister Scheue(n) yerwert ore(n) ghekor(en)en 50 monber / daer van vercoep en de vthganck toe doen(e) voir deme ersam(en) Raede va(n)

231 Dubbel "ende".

Page 230: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Deue232ter ghemechtiget hadde Toe behoeff deses vors(creuen) Oldermans en(de) sijn(en) Raet/luden toe behoeff der armen Vort soe lauede Peter voirs(creuen) voir Hem vnde voir Gueden sijn huesfrouwe ende vort voir orre twier erfge(namen) Den Olderma(n) / deser voirs(creuen) gilde en(de) oren nakom(en)en we de syn yn der tijt desses voirs(creuen) erues en(de) gudes tor Heynen Moelen Mit sijne(n) voirs(creuen) olden en(de) nijen toe 5 behoir En(de) / deser voirs(creuen) Maeth en(de) Haer De Heyne(n) Mole toe staene en(de) toe waren(e) voir eyn stichtesleen van Vtrecht En(de) de Maeth vn(de) haer toe staen(e) en(de) toe war(en)e / voir eyn vrij eygen guet vmbelastet en(de) ombeswaert myt ienighen Renthen oft tynsen en(de) deses zo voirs(creuen) is Rechte warscop to doene toe ewighen dage(n) / voir alle de ghene de des toe rechte Komen willen zoe women eyne(n) Eyne(n)233 10 rechten erfcoep mit rechte waren sal Mede synt vorwerde Dat peter voirscre(uen) / de Heynen Mole voirs(creuen) sal Holden yn leenscher weer toe behoeff der prouisoren deser voirs(creuen) gilde en(de) der armen van den ghenen daer ze van toe leene gaet / zoe langhe ze des van peter beg(er)en En(de) wa(n)neer de prouisoren deser gilde peter daer toe eyschen Voir den leenheren deses erues tor Heyne(n) Molen eyne(n) / vthganck te 15 doene dat sal he doen op sijns selues kost van teringhen Weert oeck zake Dat desen voirs(creuen) prouisoren en(de) Raetluden vors(creuen) eder ore(n) / nakom(en)en we de w(er)en oft wesen mochten yn der tijt an der warscop des erues tor Heynen Molen An der Maeth oft an der Braeck vors(creuen) an eyn deel / oft al Jeni[ch] hinder gebreck eder schade an q(ue)me De hinder en(de) schade q(ue)me toe wo de to q(ue)me Moghen de 20 Olderma(n) deser voirs(creuen) gilde myt sijne(n) mede Raideslude(n) / we de syn y[n] der tijt Dan van s[t]onden an toe sam(en)en vthmane(n) en(de) y(n)wy(n)ne(n) van Peter en(de) Guden voirs(creuen) en(de) van oren erfge(namen) en(de) vort vth allen oren gude / Bynne(n) oft b[u]ten deuenter gheleghen Mit allen gerichten geestlick ende wertlick Dat eyne recht den and(er)en nicht to hinderen onu(er)volget en(de) onuerclaghet / voir yemande 25 ghelijke rechte verschenen en(de) onuerJairde heren pacht Sonder ienig(er)hande hulperede Sonder ienich wederseggen ende Sonder al argelist / Hijr w(er)en Mi[t] mij an vn(de) auer als rechte Cornoten en(de) gherichteslude Bernt Moerbeke en Ffrederich van Beu(er)en en(de) Meer guderma(n)s ghenoech Jn orkunde / der waerheyt en(de) gantzer vasten stedicheyt deses breues en(de) aller pu(n)tten voirs(creuen) Soe hebbe ick Alerth 30 van heyden als eyn richter mij(n) Segel yn ghetuech des ghe/richtes witlike beneden an desen breeff ghehange(n) Gegheuen Jn den Jair ons h(er)en Dusent veirhondert Achte vn(de)tachtentich opten naesten Maendach nae / Elizabeth vidue 35 1489a Almelo 1489-04-11 REGEST Johan van Rechteren, bastaard, richter der heerlijkheid Almelo, verklaart dat Johan van 40 Rechteren, heer te Almelo, en zijn vrouw Everharda van Ewesma, jonkvrouwe te Almelo, hebben verkocht en bij deze geleverd aan Johan den Smede en diens vrouw Engele een stuk land grenzend aan de Schelfhorstes grote hooimaat, aan de Noertbroke en aan de maat van Johan Smedes zelf, gelegen in de heerlijkheid Almelo, waaruit men aan de kerk in Almelo jaarlijks een pond was verschuldigd is. Keurnoten zijn Geerd Wijfferinck en Egbert 45 van Aelen. TRANSCRIPTIE JC Joha(n) va(n) recht(er)en baStert inder tijt eyn geSwo(er)en richter der HerScap va(n) Almelo maKe Ku(n)t alle(n) Luede(n) en(de) betuge met deSSe(n) op(en)en / besegelde(n) 50 breue dat voir my gekome(n) sint daer ick sad toe gerichte in ene(n) gehegede(n) gerichte 232 De "(n)" is kennelijk vergeten.

233 Dubbel "eyne(n)"; de eerste keer in de betekenis "iemand".

Page 231: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

met myne(n) Cornote(n) hier nae bescreue(n) / als ick met rechte solde en(de) daer ick met rechte solde Johan va(n) recht(er)en heer tot almelo en(de) Euerharda va(n) Ewesma Ju(n)cfrouwe tot / almelo en(de) enkande voir my voer hem voir oer erfge(namen) en(de) naekomeli(n)ge(n) en(de) besijtters der herscap va(n) almelo dat sie recklike en(de) rede/like hadde(n) vercoft en(de) vercoften rechtes stedes vastes erfcopes erflike ewelike en(de) 5 o(m)mermer Joha(n)ne den smede Engele(n) sijnre ech/ten huesurouwe o(er)en erfge(namen) en(de) holder sbrefs met o(er)en willen Eyn deel landes en(de) gru(n)des belegen an der schelfhorstes groeter / hoeymaet en(de) an den noertbroke en(de) gelandet an Johans smedes voirs(creuen) selues maed voir eyn vrij doer slachtich eedel eyge(n)gued / behultelick der hillige(n) kercke(n) tot almelo eyn halleff punt wasses des Jaers o(m)me 10 ene su(m)ma van gelde die hem deger all ende / wal tot o(er)en wille(n) betalt wer als sie voir my enkande(n) daer hem doe ter tijt all wal an genogede en(de) hem o(er)en erfge(namen) naekomeli(n)/gen en(de) besijtters der herscap voirs(creuen) altoes wall an genoge(n) solde Ende sie dede(n) hier o(m)me vertichnisse en(de) vplati(n)ge voir my voir / hem voer oer erfge(namen) naekomelinge en(de) besijtters der herscap voirs(creuen) va(n) 15 dessen voirs(creuen) lande en(de) gru(n)de en genge(n) des ali(n)g en(de) all wt / met hande(n) en(de) met monde(n) als ordel en(de) recht wt wijsede toe behoeff Johans Engele(n) orre erfge(namen) ende holder desses breues voirs(creuen) Alsoe / dat sie noch oer erfge(namen) noch naekomelinge noch besitters der herscap voirs(creuen) off nema(n)t van oerre wegene daer neghenreha(n)de / recht noch anspraeke meer enbeholde(n) en 20 hebbe(n) noch wachte(n)de sulle(n) wesen an desse(n) voirs(creuen) lande en(de) grunde Voert soe loueden / Johan Euerharda voirs(creuen) voir my voir hem voir oer erfge(namen) naekomelinge en(de) besijtters der herscap voirs(creuen) Joha(n)ne Engelen oere(n) / erfge(namen) en(de) holder desses breues voirs(creuen) desses voirs(creuen) landes en(de) gru(n)des toe staene en(de) toe waerne en(de) rechte warscop toe done tot / 25 ewige(n) dage(n) toe woe men eyn edel vrij doerslachtich eygen gued schuldich is toe waerne voir alle die gene die des toe rechte / willen komen vp oers en(de) orre erfge(namen) en(de) nakomelinge en(de) besitters vors(creuen) selues kost Ende wert oeck sake Dat hier yenigher/hande gebreck in volle dat w(er)e van waerscap oft anders q(ue)me woe dat oeck q(ue)me den hinder kost en(de) schaede(n) moge(n) Joha(n) Engele / oer 30 erfge(namen) en(de) holder desses breues voirs(creuen) tot alle(n) tijde(n) ynmane(n) en(de) wtwy(n)ne(n) va(n) Joha(n)ne Euerharda(m) oere(n) erfge(namen) naekomelingen / en(de) besitters der herscap voirs(creuen) ende wt all o(er)en guede ghen gued wt gesacht met geestlike(n) en(de) met wertlike(n) gerichten dat / eyne recht den andere(n) nicht toe hinderne vnveruolget en(de) vnverclaget voir yema(n) gelike rechte verschenene 35 vnveriaer/de h(er)en pacht su(n)der all argelijst Ende alle olde en(de) nye vonde die men vp desse(n) breeff mochte dencke(n) vinde(n) eder veyzi(r)en ene / mede toe ka(n)selierne eder weder toe leggene dat were quessinge der segele hoelinge en(de) uoldi(n)ge desses breues uerduesternis/se der scrijft verhali(n)ge en(de) mackeleri(n)ge yeniger woert sillaben eder boeckstaeue Dijt voirs(creuen) en(de) alle(n)t dat dessen breue mochte / hinderlick 40 wese(n) an sijnre vuller macht toe zaemene wt gesproke(n) en(de) gheen dinck vp eerden hem hi(n)derlick toe wesen an / sijnre vuller macht noch all su(n)der argelijst Hier w(er)en met my mede an en(de) ouer als Cornote(n) en(de) gerichtes luede die o(er)en oer/ku(n)t met my daer mede vp vntfenge(n) Geerd wijfferinck Egbert va(n) aelen en(de) mer gueder luede genoch die dat mede seghe(n) en(de) / hoerde(n) Jn orku(n)de der waerheyt aller 45 pu(n)te(n) en(de) articule voirs(creuen) Soe hebbe ick Johan va(n) recht(er)en bastert richter voirs(creuen) myn se/gel als eyn richter o(m)me bede wille(n) va(n) beyde(n) tsijden wijtlike benede(n) an desse(n) breeff gehange(n) Ende o(m)me der merre vestenisse / wille(n) aller pu(n)te(n) en(de) articule voirs(creuen) Soe heb ick Johan va(n) recht(er)en heer tot almelo voirs(creuen) myn segel voir my voir Euerhar/dam myne echte huesurouwe voirs(creuen) 50 en(de) o(m)me oerre bede als oer mo(n)ber en(de) voir vnser twier erfge(namen) voirs(creuen) wijtlike mede benede[n] / an desse(n) breeff gehange(n) Gegeue(n) Jnt Jaer vns h(er)en duesent vierhu(n)dert Negen en(de) tachtentich vp Pallemen Aeuent

Page 232: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1489b Ootmarsum 1489-12-23 REGEST 5 Ten overstaan van de schepenen en de raad van Oetmersem verklaren Bertolt Borsen en zijn vrouw Hille, dat zij hun gaarde, gelegen bij de Selekamp en bij de H.G.-gaarde, overdragen aan Johan Albers en Kunne diens vrouw. TRANSCRIPTIE 10 Wy ghemene(n) schepene(n) en(de) raet der staed va(n) Oetmersem beke(n)ne(n) en(de) betughen myd dessen / opene(n) beseghelden breue dat vor vns ghekome(n) is dar wy setten in schependoem als wy / myt rechte solden bertolt borsen vn(de) hille sin echte husfrowe vn(de) bekanden dar vor vns / vn(de) vor er erffge(namen) inden seluen schependom dat se hadden vercofft en(de) vercofften stedes / vaesten erfkopes erfflike 15 vn(de) ewelike en(de) ju(m)mermer ere(n) gaerden gheleghen ande(n) seleka(m)=/pe ande ene syet de ander syet andes hillighe(n) ghestes gaerden en(de) met den eende schete(n)de / an allerdes camp va(n) heyden joha(n)ne albers vn(de) ku(n)ne(n) sinre echten husfrowe(n) vor ene / su(m)ma va(n) ghelde de se dar vor vns bekanden dat se em wal to willen betalt wer dar / vns du inder tyt wal anghenoghede en(de) dar vns en(de) vnsen 20 erfge(namen) en(de) nakomelinghen / vorge(noemd) altos wal anghenoghen sal vn(de) se verteghen dar va(n) mit hande myt mu(n)de en(de) aller / vertichnisse en(de) vplatinghe vn(de) ghengen des vorge(noemden) gaerde(n)s wt to behof johans vn(de) ku(n)ne(n) / vn(de) ere(n) erffge(namen) vorge(noemd) als se met rechte solden vn(de) se laueden voert an joha(n)ne vn(de) ku(n)ne(n) vorge(noemd) / en(de) ere(n) erffge(namen) des 25 vorge(noemden) garde(n)s to staene vn(de) to waerne vor en vryg eddel eghen ghud / wo me(n) en vryg gued met rechte schuldich si to waerne vor alle de ghe(n)ne234 des to rechte / kome(n) willen dat si ghestelic offt wertlick scheghe dar an e(n)nich gebreck dat wer / va(n) waerschop des gaerde(n)s dat queme to wo dat to queme so moghen Johan vn(de) ku(n)ne / vorge(noemd) en(de) er erffge(namen) dat wtmane(n) en(de) in wy(n)nen va(n) bertolde 30 en(de) hillen en(de) ere(n) erffge(namen) / al hinder en(de) schaden den se dar by ghehad hadden offt hebben mochten sunder arge=/list Jn orku(n)de der warheyt so hebbe wy schepenen vnsse stat zeghel beneden andessen / breff geha(n)ghe(n) en(de) ghegheuven Jnt iaer onsses here(n) dussent veerhu(n)dert neghen en(de) / thachtentich ghescreue(n) des ghude(n)sdages vor kerstes auent 35 1490a Almelo 1490-01-03 40 REGEST Johan van Rechteren, heer te Almelo, verklaart als leenheer zijn goedkeuring te geven aan de verkoop door zijn jongste broer Seygher van Rechteren van de rente vermeld in de akte d.d. 1489 december 12 (regest Nr 652) uit de leengoederen van het huis Almelo aan Henrick Claussen en diens vrouw Alfijt235. Getuigen zijn de leenmannen Aleff van Rechteren, 45 broer van de leenheer, en Lubbert Hartgherssen. TRANSCRIPTIE

234 "de ghe(n)ne des"; "de" staat normaliter in deze formule tussen beide voorgenoemde woorden

in als "de ghene de des". Het woordje zal abusievelijk niet geschreven zijn.

235 Deze oorkonde werd (met een mes?) op drie plaatsen bewerkt, zodat er duidelijk in gesneden

werd. Om de oorkonde zo bewust ongeldig te maken, neem ik aan.

Page 233: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Jck Johan Van Recht(er)en Heer to Almelo Doe kondt En(de) bekenne Auermyds desen Apene(n) / brieue dat ick als een leenheer Jn teghenwoirdicheyt mij(n)re leema(n)ne(n) hier na bescreuen / gheconsentyert En(de) belieuet hebbe En(de) (con)sentiere ende belieue dat Seygher Van Recht(er)en / mijn Joncste broeder verkoft Ende wtghesat heeft tyen mudde guedes droege(n) cla(r)en wynt(er) / Rogge(n) fy[...s236] An handen henrick clauss(en) 5 En(de) Alfijt syne(n) echte(n) wyue En(de) oren erffge(namen) oft holder / sbriefs myt oren wyllen Auer En(de) wt den hoff to Eghen En(de) auer En(de) wt den Erue en(de) guede / Reymelinck Als dye myt allen o(er)en to behore(n) en(de) slachter not gheleghe(n) sijn Jnde(n) kerspell / En(de)237 b238 to helendore(n) En(de) Jnder buerschapp toEghen Nae wtwysinge Eens besegheldes ghericht / koepp brieue die henrick clauss(en) En(de) alfijt 10 voirs(creuen) Dair van beholden heb(be)n Sonder arghe/list hier w(er)en auer Ende an alse leenma(n)ne(n) Aleff van Recht(er)en mij(n) broeder En(de) lubbert hart/gherss(en) Orkonde der wairheyt heb ick Joha(n) leenheer voirs(creuen) mijn seghell benede(n) an dessen / tran239fix brieue ghehange(n) ghege(uen) Jnt Jair onss(es) h(er)en dusent vierhondert En(de) Neghentych / vpten achsten dach van Sancte Joh(ann)is ewangelist 15 1490b Almelo 1490-02-21 20 REGEST Zwene Yeghers, ministerse, en het zusterconvent te Almelo verklaren na overleg met hun biechtvader Wessel van Buderick, te hebben overgedragen aan heer Henrick van Hulscher, pastoor te Almelo, een jaarlijkse onlosbare rente van twaalf mud rogge en een jaarlijkse rente van twee mud rogge, losbaar met zes en twintig Rijnse guldens, die waren gekocht en 25 gaan uit het land van Ludike Frederixsen en diens vrouw te Almelenervene, welke renten gelost zullen mogen worden bij de genoemde pastoor of degene die vicaris is bij de St. Annavicarie [te Almelo]. TRANSCRIPTIE 30 Wij Zwene yeghers m(in)istersche en(de) voert wij gemeijne(n) sust(er)en des Co(n)ue(n)ts va(n) Almelo beke(n)ne(n) / en(de) betuge[n] voir ons en(de) onse nakomelinge(n) dat wij bij rade onss(es) bichtuaders h(er)en wessel va(n) bu/derick hebb(e)n ouer gegeue(n) en(de) gheue(n) ouer dem Erbaere(n) h(er)en H(eren) henrick va(n) hulscher pastoir / to Almelo ene(n) breef spreke(n)de va(n) twelf mudde rogge(n) Jairliker gulde erflick gecoft su(n)der / 35 loze va(n) ludike frederixs(en) en(de) sij(n)re huesvrou vp Almeler vene na wtwysinge sbreues dair / va(n) spreke[n]de En(de) noch ene(n) breef spreke(n)de va(n) twen mudde rogge(n) Jairlik(er) gulde en(de) re(n)the va(n) / ludike(n) fredericks(en) en(de) sij(n)re huesvrouwe gecoft wt dem selue(n) lande na wtwysinge sbre/ues dair va(n) spreke(n)de de welke ter loze staen to alle(n) su(n)te peter Ad cathedra(m) myt ses en(de) twijn/tich 40 gold(en) rijnsgul(den) ofte mijt and(er)en gude gelick payme(n)t dair ghuet voir sij to losen va(n) h(er)en / henrick pastoir ofte va(n) vicarius mach wesen va(n) su(n)te Anne(n) in der tijt Jn aldusdanige(n) / manere(n) dat heer henrick voirs(creuen) ofte su(n)te Anne(n) vica(r)i(us) voirs(creuen) moghe(n) mane(n) vpboren / en(de) i(n)wy(n)ne(n) bruke(n) en(de) besitte(n) kere(n) en(de) wende(n) buten ons en(de) onse nakomelinge(n) ouele(n) / moet 45 beholtlick der loze de twyer mudde als voirs(creuen) staet ludike(n)s ofte besitters des la(n)des / vors(creuen) su(n)der al argelist Des to tuge der wairh(ei)t240 so heb ick Zwene 236 Opzettelijke beschading der oorkonde; (ook) op deze plek.

237 "En(de)" werd doorgestreept.

238 "b" werd doorgestreept.

239 Zonder "s".

240 De "t" werd hoger geschreven om de afkorting aan te duiden.

Page 234: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

yeghers m(in)istersche / voirs(creuen) en(de) wij gemene(n) sust(er)en onse co(n)ue(n)tes segel by rade onses bychtuaders voers(creuen) / an dese(n) breef gheha(n)gen gege(uen) Jnd(en) Jair ons(es) h(er)en dusent veerhu(n)dert en(de) tneghen/tich vp su(n)te Peters Aue(n)t gehete(n) Ad cathedra(m) 5 1491a Ootmarsum 1491-02-14 REGEST 10 Burgemeesters, schepenen en raad der stad Oetmersem, oorkonden dat Hermen Swafers en Hermen Wulfers, raadslieden van het Heilige Sacramentsgilde, van prior en pater van het klooster te Alberghen 60 gulden hebben ontvangen ten behoeve van het gilde en van de armen op voorwaarde, dat zij elk jaar op de eerste werkdag voor Sint Johannesavond boter en brood uitdelen aan de armen voor de ziel van een man en een vrouw, waarvoor de prior 15 dat begeert en voor niemand anders. Bij niet voldoen aan deze voorwaarden moeten de 60 gulden aan prior en convent teruggegeven worden. TRANSCRIPTIE Wy Borghermeyst(er)e Schepene(n) en(de) Raed der Stad Oetmerse(m) Kenne(n) 20 Betughe(n)de ouermids dessen openen / bezeghelde(n) breue woe dat voer ons ghecome(n) synt daer wy zete(n) Jn Schependome als wy myt rechte solde(n) Her=/men Swafers en(de) Herme(n) wulfers Jn der tijt Raetlude des hilghe(n) sacrame(n)tes ghilde En(de) bekande(n) woe dat sie / hadde(n) ontfange(n) va(n) den Prior en(de) Pater Jn der tijt des Closters der Reguliere(n) toe Alberghe(n) Sestich gold(en)en rij(n)sche / guldene toe 25 behoeff der ghilde voers(creuen) en(de) der arme(n) . In voerworden . dat sie en(de) oere naecome(n)de Raetlude der / ghilde voers(creuen) wie sie dan synt sullen daer va(n) doen tot ewyghe(n) tijden alle iaer onveriaert op den naeste(n) werc=/ke dach voer sunte Joha(n)nes auent toe mydde(n)zomer ene hele delinge van botere(n) en(de) brode den arme(n) Alle=/ne voer siele(n) eens mans en(de) eenre vrouwen : en(de) der daers die 30 voers(creuen) Prior voer begheert . en(de) voer niema(n)de / anders . Oec synt voerwoerde . Weert dat die delinge alsoe niet en gheschiede als voers(creuen) is . dat queme toe / woe dat oec toe queme Soe verwilkoerden die Raetlude der ghilde voers(creuen) voer hem en(de) voer oere naecome=/linge . dat dan wie is een Prior en(de) Pater des Co(n)uentes toe Alberghen . die sestich guldene voerscre(uen) mach / Weder mane(n) en(de) inwy(n)nen 35 van den Raetluden der ghilde voers(creuen) en(de) van der ghilde . onvervolghet ende / onverclaghet myt beyden rechten toe ghelijke ghiestlic en(de) werltlic . off myt ytlike(n) allene . dat ene den / andere(n) niet hinderlic te wesene en(de) alsmen here(n) verschen(en)e pacht myt rechte mane(n) mach Sonder / alle arghelist . En(de) des toe tughe der waerheyt hebbe(n) wy Schepene(n) va(n) Oetmersem onser Stad zeghel / beneden an 40 dessen breeff ghehangen Jn den Jare onses heren Dusent vierhondert een en(de) neghe(n)tich / Op su(n)te Valentin(us) Dach m(a)r(tiris) 1491b 45 Ootmarsum 1491-12-05 REGEST Ten overstaan van burgemeesteren, schepenen en raad van Oetmersem verklaren Johan Egbertssoene, Heyne Schulte to den Vaerwerke, Lubbert de Schulte to den hoeve to 50 Tylgede, Lubbert de Mast en Esken to den Westenageloe, dat zij als raadslieden der kerk te Oetmersem en mededeputaten van de timmering van het koor in deze kerk, een jaarrente van een mud rogge, gaande o.a. uit de kerkgaarde en uit land van de kerk, gelegen buiten de Merschpoort o.a. bij De Hundeloe, overdragen aan Ffrederick de Kremer en Gostewe

Page 235: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

diens echtgenote. TRANSCRIPTIE Wij Boergermeysters Schepene Ende Raed der stad to Oetmersem beke(n)nen en(de) betughen myt dessen opene(n) besegelden breue dat voer vns ghekome(n) synt daer / wij 5 seten in Schependoeme als wij myt rechte solden Johan Egberts soene en(de) heyne schulte to den vaerwerke lubbert de schulte to den hoeve to Tylgede lubbert / de Mast Esken to den westenageloe alle Raetluede der hilghen kerken to Oetm(er)sem en(de) mede deputaten der tij(m)merij(n)ghe des koers desser vorge(noemden) kerken ghesat van / den anderen ghemenen Raetlueden Ende beka(n)den al daer voer vns in den vorge(noemden) 10 Schepe(n)doeme voer hem en(de) voer oer naekoeme(n)de Raetluede der kerken vorge(noemd) dat se / verkofft hadden en(de) verkofften al daer voer vns in den vorge(noemden) Schepe(n)doeme eyn erfflick mudde goedes droeghen klaeren wy(n)ter rocge(n) sunder loese erffliker re(n)the(n) / ffredericke den kremer gostewen syenre echten huesvrouwen vte desser vorge(noemden) kerken gaerden en(de) lande gheleghen buten 15 der Mersch poerten de gaerde(n) schete(n)de / an de straete(n) en(de) dat lant gheleghen vp den hundeloe en(de) voert vet alle [der] kerken [land] re(n)the(n) en(de) pacht [waer] se dat heuet off krijghen mach off [waer] / dat gheleghen is bij(n)nen wygboldes off buten wijgboldes v(m)me ene su(m)me geldes de desse vorge(noemde) Raetluede beka(n)den dat hem degher en(de) al wal betaelt weer tot / oren wyllen Ende weder belecht hadden in 20 nutheyt en(de) tij(m)merij(n)ghe des koers en(de) der kerken vorge(noemd) [voert in] den seluen Schepe(n)doeme gheue(n) ffrederick ende / Gostewe vorge(noemd) dyt vorge(noemde) mudde rog(gen) auer en(de) dessen breeff Jn hant der Schepene(n) voer eyn Ewych Testame(n)t voer oer sele en(de) oerre vre(n)de selen also dat de / kerckheer offte vyscureet we he is in der tijet der kerken to Oetm(er)sem de sal hebben dat halue 25 mudde en(de) de twe kappelae(n)s eyn schepel de schoelemeyster ende / de Coster dat vijerde schepel Jn voerwerden dat desse vorge(noemde) p(er)soene(n) Jn de kerke to Oetm(er)sem myt den kleerken sollen se synghen tot allen vnser leue(n) vrouwe(n) / aue(n)t en(de) vppe den dach des au(en)des vnser leue(n) vrouw(en) loff myt den y(m)me Aue maria stella en(de) ene suuerlike proese to behoerliken tijden des aue(n)des [nae] tyet / Des 30 Jaers weert saeke dat dyt also nicht gheschede dat queme to woe dat to queme soe soll dyt vorge(noemde) mudde rog(gen) b[oeren] maene(n) en(de) hebben de preyster / we He is in der tyet de dat altaer en(de) myssen verwaert der hilghen vrouwen Su(n)te Annen en(de) besytter is Ende wij Raetluede vorge(noemd) loeuen voer vns en(de) vnse / naekoeme(n)de Raetluede dessen vorge(noemden) p(er)soene(n) dyt vorge(noemde) mudde rog(gen) to 35 leuerne en(de) wal to betalene alle Jaer tusschen Mydwij(n)ter en(de) vnser leue(n) vrouwen / daghe to lichtmyssen to betalene by(n)nen Oetm(er)sem in eyn hues daer hem dat best ghenoghet wert saeke dat dat also nicht gheschede dat queme to / woe dat to queme Soe verwijlkoer wij vorge(noemde) Raetluede voer vns en(de) voer vnse naekome(n)de Raetluede dat desse vorge(noemde) p(er)sone(n) we se synt in der tijet / vns dat aff 40 mane(n) moeghen myt allen rechten gheestlick off wertlick myt beyden to ghelijke ghelike rechte vnueryaerde heren pacht Ende van alle[n] den / ghenen de syck desses vorge(noemden) landes en(de) gaerden eyn deel off al v(n)derwij(n)den tellen offte bouwen hijnder en(de) scha[d]en en(de) [..s] hem daer an [v..se...n] / [..er] sunder enich weder seggen en(de) sunder al aergelijst vetghesproeken dat desse breue(n) hijnder(n) off 45 scha[ed]en mochte Oerku(n)de der waerheyt soe / hebbe wij Boergermeysters Schepene en(de) Raed vorge(noemd) v(m)me bede wyllen van beyden sijden vnser Stad segel beneden an dessen breeff ghehanghen Ende / V(m)me Der meerre vestenisse wyllen alle desser pu(n)ten vorge(noemd) Soe hebbe ich Dyric(us) peters soene vyscureet in der tijet to Oetm(er)sem en(de) wij Raetluede vorge(noemd) / Vnser hilghen kerken segel mede an 50 dessen breeff gheha(n)ghen Oeck so hebbe ich ffrederick kremer voer mij en(de) gostewen mye(n) huesvrouwe en(de) voer / vnser twijer erffge(namen) mij(n) segel mede an dessen breeff gheha(n)ghen Jn den Jaer vns heren dusent vijerhu(n)dert en(de) eyn en(de) neghentich vp sunte nijco/laus auent des hilghen bysschopes

Page 236: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1492a Ootmarsum 1492-03-21 5 REGEST241 Alard van Heyden, richter te Oetmersem, oorkondt dat Johan Gherding toe Ouenhusen, zoon van wijlen Gherd en Hille Gherding toe Ouenhusen, ten overstaan van hem en de keurnoten Johan Scroder en Sweder Hoefslegher afstand heeft gedaan van zijn pachtrecht op het erve Gherding te Ouenhusen ten behoeve van Herman Wesseling off Gherding en 10 diens vrouw Henneken Gherding. TRANSCRIPTIE JC Alard van Heyden Jn der tijt een Richter toe Oetmerse(m) Beke(n)ne en(de) betughe myt dessen bezeghelde(n) breue / dat voer my is ghecome(n) int gherichte daer ic sat in ene(n) 15 gheheghede(n) heymale myt myne(n) kornote(n) nae bescre(uen) / als ic myt rechte solde Johan Gherdi(n)g toe Ouenhusen selighe(n) Gherdes en(de) Hillen Gherdings toe Oue(n)hu=/sen echte zoene En(de) bekande daer dat hie hadde ouerghegheue(n) :242 en(de) gaff ouer voer hem en(de) voer alle / syne rechte erfge(namen) : all sijn meyer recht : dat hie hadde off hebbe(n) mochte : an des Cloesters en(de) Co(n)ue(n)tes / toe Alberghe(n) 20 erue en(de) guet : ghehiete(n) Gherdi(n)g toe Ouenhusen : in Albergher marck : te bouwen ende / te telen . off anders : herma(n)ne Wesseling off Gherding : en(de) he(n)neken Gherdi(n)g syne(n) echten wyue : en(de) / oerre twyer kindere va(n) hem te same(n) ghebore(n) : Om gunst en(de) waldade : die sie hem ghedaen ende / bewyset hebbe(n) . En(de) gheng daer alle sijns rechtes dat hie en(de) alle syne rechte erfge(namen) daer an 25 hadden / off hebbe(n) mochte(n) van oerre alre weghe(n) : voer my wt Tot herma(n)s en(de) he(n)nekens en(de) oerre kinder / voerscre(uen) behoeff En(de) wil hem des staen en(de) ware(n) voer hem en(de) voer syne rechte erfge(namen) tot alle(n) tijden . / Hijr were(n) myt my an en(de) ouer alse rechte kornote(n) en(de) gherichtes lude Johan scroder en(de) Swe=/der hoefslegher : ende o(m)mestenders : en(de) meer guder lude ghenoech Jn 30 oerkonde en(de) ghetuech aller / pu(n)tten voers(creuen) soe heb ic Alard va(n) heyden voers(creuen) : als een Richter mijn zeghel an dessen breef / ghehange(n) Gheschiet Jn den iare onses here(n) Duse(n)t vierhondert twe en(de) neghentich Op den derde(n) / gudensdach Jn der vasten 35 1492b Almelo 1492-10-08 REGEST 40 Johan van Rechteren, bastaard, richter der heerlijkheid Almeloe, oorkondt dat Egbert Jacobs de Oude en diens vrouw Fenne ten overstaan van hem en de keurnoten Johan Smyt en Gherd Wyferding aan Gherd van Vbach, prior te Albergen, hun lange maet, een vierendeel lands in der Nye Maet geheten, verkocht en overgedragen hebben ten behoeve van het convent. Deze maet, die zij vroeger van Johan van Ghelre zaliger en diens vrouw 45 Swene gekocht hebben en waarover Swene na de boedelscheiding met Johans kinderen onder momberschap van haar man Johan van Bonen een verklaring heeft afgelegd, is met de andere vierendelen in de Nye Maet gelegen bij de Hollanders Grauen en zij is evenals de andere vierendelen bezwaard met de verplichting om wal, gracht en heg te onderhouden. Verder is de maet slechts bezwaard met een vierendeel van een half pond was per jaar aan 50 241 Concept van een oorkonde.

242 De interpunctie d.m.v. ":" is in deze oorkonde ook op de foto steeds zeer goed leesbaar.

Vandaar dat, bij wijze van uitzondering, het teken ":" gebruikt wordt bij de transcriptie.

Page 237: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

de kerk van Almeloe en een vierendeel van een pond komijn aan de jonker van Almeloe. TRANSCRIPTIE JC Johan van Rechtere(n) Bastart Jn der tijt een gheswore(n) Richter der Heerscap van Almeloe maKe Kond allen Luden en(de) be=/tughe myt dessen opene(n) bezeghelde(n) 5 breue dat voer my synt ghecome(n) daer ic sat toe gherichte myt myne(n) koernote(n) naebescre(uen) / als ic myt rechte solde en(de) daer ic myt rechte solde Oelde Egbert Jacobs en(de) fe(n)ne sijne echte huesvrouwe myt Egberte voerscre(uen) / oere(n) echte(n) ma(n)ne en(de) ghekoren mo(n)ber die oer oec in den selue(n) gherichte in desser sake(n) ghegheue(n) waert als recht was En(de) / bekende(n) daer voer my . dat sie va(n) oerre 10 weghe(n) en(de) all oerre rechter erfge(namen) weghe(n) hadde(n) vercofft en(de) vercoffte(n) in desse(n) ghe=/richte ouermids dessen breue rechtes vastes stedes erffcopes erfflike ewelike en(de) v(m)mermeer sonder lose den Eersamen / Pater Here(n) Gherde va(n) Vbach Jn der tijt Prior en(de) syne(n) rechten naevolghers Priore(n) en(de) den ganse(n) Co(n)uente en(de) oere(n) / rechte(n) naevolghers des Cloesters der Regulier 15 Canonike(n) toe Alberghe(n) . off holder desses breues myt oeren) willen . Oere / lange maet myt all oere(n) toebehoer . die sie lange besete(n) hebbe(n) en(de) voermaels va(n) selighe(n) Joha(n)ne va(n) Ghelre en(de) Swene(n) / sijnre echter huesvrouwe(n) ghecofft hebbe(n) . die hem oec den erffbrieff daer va(n) ouergaff En(de) die selue(n) Swene voerscre(uen) nae / oerre scheydi(n)ge myt oere(n) en(de) Joha(n)s van Ghelre seligher 20 ghedachte(n) kindere(n) : hefft myt Joha(n) va(n) Bone(n) oere(n) echte(n) ma(n)ne / en(de) rechte(n) mo(n)ber ene(n) bezeghelde(n) willebreeff ghegheue(n) den voerscre(uen) Olde(n) Egberte en(de) fe(n)nen sijnre huesvrouwe(n) va(n) der voers(creuen) / maet . Welker maet men hietet off nomet Een vierdendeel landes in der Nyer maet . gheleghe(n) in der heerscap va(n) Almelo / by den drien andere(n) vierden deele(n) landes der seluer 25 nyermaet en(de) by den hollanders graue(n) En(de) den graue(n) wal ende / wruchte des selue(n) vierdendeels der voerscre(uen) maet en(de) der andere(n) deelen by den hollanders graue(n) gheleghe(n) sullen en(de) / pleghe(n) helpe(n) make(n) alle die ghene die hebbe(n) die andere(n) drie vierdendeele . een ytlick sijn deel . Voer een vrij eyghe(n) / guet allen voerko(m)mer affghedaen Wtghesproke(n) een vierdendeel eens halue(n) pondes 30 wasses des iaers in die kercke / toe Almeloe en(de) een vierdendeel pondes camijns myne(n) Jonchere(n) va(n) Almeloe Om ene su(m)me gheldes die Egbert / en(de) fe(n)ne sijn huesvrouwe voers(creuen) daer voer my bekende(n) . dat hem heel all en(de) wal tot oere(n) willen betaelt weer daer / hem doe wal an ghenoghede en(de) hem en(de) oere(n) erfge(namen) altoes an ghenoghe(n) sal En(de) hijr o(m)me deden sie daer voer my / in den 35 selue(n) gherichte voer hem en(de) oere erfge(namen) vertichnisse en(de) oplatinge des voerscre(uen) vierdendeel landes myt syne(n) / toebehoer . en(de) wtghe(n)ge(n) des en(de) verteghe(n) daer alinges van myt hande myt mu(n)de en(de) myt aller vertichnisse / en(de) oplati(n)ge als ordel en(de) recht wysede myt allen breue(n) daer va(n) sprekende Tot behoeff des Priors en(de) Co(n)uentes / voers(creuen) off holder desses breffs myt oere(n) 40 willen Alsoe dat noch Egbert en(de) fe(n)ne voers(creuen) noch oere erfge(namen) noch yemant / va(n) oerre weghe(n) gheenrehande recht off ansprake en behelde(n) noch v(m)mermeer wachte(n)de sulle(n) wesen an der voerscre(uen) / langer maet myt oere(n) toebehoer . die men nomet Een vierdendeel landes in der nyen maet wtghesproke(n) den wasse / en(de) camijn voerscre(uen) . En(de) hijr o(m)me soe louede(n) Egbert en(de) 45 fe(n)ne voers(creuen) voer hem en(de) voer oere erfge(namen) Den Prior en(de) Con/ue(n)te voers(creuen) en(de) oere(n) naevolghers off holder desses breefs myt oere(n) willen der voerbenomeder maet des vierden-/deels landes myt syne(n) toebehoer te staen en(de) te war(en)e en(de) rechte waerscap te doene tot ewighe(n) daghe(n) voer alle die / ghene die des toe rechte come(n) willen op oers selues cost en(de) schade . Weert sake dat 50 hijr ienich ghebreck off hinder / involle . dat weer va(n) waerscap off va(n) bespreck iema(n)des myt rechte . off anders woe dat oec by queme . daer die / Prior en(de) Co(n)uent voers(creuen) off holder desses briefs myt oere(n) willen hinder off schade by creghe(n) den schaden off hinder / moghe(n) sie altoes selues off myt ene(n) andere(n) versoke(n)

Page 238: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

wtmane(n) en(de) inwy(n)nen va(n) Egberte en(de) fe(n)nen voerscre(uen) ende oere(n) / erfge(namen) en(de) voert wt all oere(n) guede en(de) besitti(n)gen dat sie nv hebbe(n) off naemaels wilt god crighe(n) moghe(n) myt allen / gherichte(n) ghiestlick en(de) werltlick dat ene recht den andere(n) niet te hindere(n) onvervolghet en(de) onverclaghet voer / yema(n)de ghelijc rechte verschen(en)e onveriaerde here(n) pacht Sonder all arghelist Daer 5 dit aldus als voers(creuen) is / gheschiede were(n) myt my an en(de) ouer alse koernote(n) en(de) gherichteslude . die oere oerkontscap myt my daer mede / op ontfenge(n) Johan smyt ende Gherd Wyferding . en(de) anders guder lude ghenoech en(de) bystanders die dat mede / zeghe(n) en(de) hoerde(n) . Jn een ghetuech der waerheyt aller pu(n)tten en(de) artikele(n) voers(creuen) Soe hebbe ic Joha(n) va(n) Rechtere(n) / Bastart voers(creuen) om 10 bede wille va(n) beyde(n) zijde(n) mijn zeghel als een Richter witlike benede(n) an desse(n) breeff gheha(n)ge(n) / Ghegheue(n) Jn den iare o(n)ses here(n) duse(n)t vierhondert twe en(de) neghe(n)tich Op su(n)te Dyonisius aue(n)t des hilghe(n) Bisscops en(de) m(a)r(tiris) 15 1493a Oldenzaal 1493-01-22 REGEST Jacob Bodeker en Johan Luetzinck als burgemeesters, voorts schepenen en raad van 20 Oldenzael oorkonden dat Gerdt ten Torne en Gertruet zijn vrouw, verkocht hebben aan het O.L.V.-gilde in Oldenzael een jaarrente van een mud rogge, gaande uit een stuk bouwland op de Sodenbergher Essche. TRANSCRIPTIE 25 Wij Jacob Bodeker en(de) Johan Luetzinck yn der tijt Borg(er)mest(er)e yn Oldenzael En(de) wij gem(en)en Schep(en)en en(de) / Raet der stadt van Olden(zael) Don kont en(de) kentlic allen luden en(de) betuge(n) au(er)myts dessen ap(en)en bezegelden / breue Dat vor ons yn schependom als vor schep(en)en selue(n) ghecome(n) synt Gerdt ten torne en(de) gertruet / syn echte husfrouwe myt gerde vor(screuen) als myt o(er)en echten en(de) rechten 30 mo(n)ber En(de) bekanden daer vor / ons vor em en(de) vor oere erffge(namen) Dat sie redelike en(de) reckelike hadn v(er)cofft en(de) v(er)coften vor ons auer/myts desen breue yn ene(n) rechten steden vasten erfcope erfflike ewelike en(de) o(m)mermeer myt handen / myt mu(n)den myt allen v(er)tichnissen en(de) vp latinghen als recht was dem(e) oelderman der gijltschop / onser leue(n) vrouwe(n) bynne(n) oldenzael en(de) den alinge(n) raetluden 35 der gijltschop onser leue(n) vrouwen / vor(screuen) so die nv synt ynder tijt en(de) o(er)en nakom(en)en Eyn mudde guedes droghen schone(n) claren wynter/rogghen yarliker gulde by deue(n)ter mathe vth syne(n) vrijen stucke boulants so dat belege(n) is vp den / Sodenbergher essche tusschen lande des hillige(n) geistes vp die ene zijt en(de) enghelen ten torne vp / die ander zijt Om ene su(m)ma va(n) gelde die hem deger al en(de) wal to 40 willen betalt weer als sie / vor ons enkanden En(de) sie laueden hijr o(m)me vor ons vor em en(de) vor oere erffge(namen) vors(creuen) desen provisoren / vors(creuen) en(de) o(er)en nakom(en)en vors(creuen) desser yarlix rogge(n) gulde vors(creuen) to stane en(de) to warne en(de) rechte / waerschop te done tot ewige(n) Dagen vor alle die ghene die des to rechte come(n) willen En(de) guede / rede betalinghe nv vort an alle Jaer ku(m)merloes to 45 leu(er)en tusschen alle sancte Mertijn yn den / wynter en(de) der hochtijt to mydwynter bynne(n) Oldenzael yn eyn hues daer des desen vors(creuen) Older/ma(n)ne en(de) syne(n) mede p(ro)visoren en(de) raetluden en(de) o(er)en nakom(en)en vors(creuen) best ghenoghet wert / Oeck zake dat des nicht en gheschede en(de) hijr yenich ghebreck yn volle dat weer va(n) waer/schop off va(n) betalinghe desser vors(creuen) renthen dat qweme to 50 wo dat to qweme to Dat mach / desse vors(creuen) olderman en(de) syne mede radeslude so die nv synt ynder tijt en(de) Oere nakomene / vors(creuen) to allen tijden to sam(en)en vth mane(n) en(de) ynwynne(n) van gherde en(de) gertrude vors(creuen) ende / van o(er)en erffge(namen) vors(creuen) en(de) vth desen vors(creuen) stucke boulandes en(de) vort van

Page 239: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

alle den ghenen die / em desses vors(creuen) stucke landes eyns deils off al onderwy(n)ne(n) daer va(n) telen off bouwen Ende / vort vth alle o(er)en and(er)en erffnisse en(de) guede dat sie nv ter tijt hebn off hijr namals wil got / vorkrighen moghen myt allen gherichten geistlick en(de) wertlick dat ene recht den anderen / nicht to hynd(er)en onu(er)volghet en(de) onu(er)claget vor yemande gelike rechte vorschene(n)ne en(de) 5 onuer/yarde h(er)en pacht sonder Jenich weder segge(n) en(de) sonder al argelist vort so kanden gherdt / en(de) gertrud vors(creuen) vor ons dat dit vors(creuen) stucke landes nijt vorder yarlikes beku(m)mert off bezwart / en weer dan myt twen cleyne(n) schepel zades die daer vth heuet heer243 Johan ten torne vicarius / to oldenzael Des to orkunde der waerheyt aller pu(n)ten vors(creuen) So hebn wij Borg(er)meste(r)e Schep(en)en en(de) Raet 10 vors(creuen) ombede willen beider partijen vors(creuen) onser stadt Secret segel wytlike beneden an / dessen breff gehange(n) Gegeue(n) Jnden yaer onss(es) h(er)en Dusent vierhondert en(de) Dre entNeghentich / des naesten Dinxedage(s) na s(u)nte Anthoni(us) Daghe 15 1493b Ootmarsum 1493-09-16 REGEST 20 Alerd van Heyden, richter te Oetmersem, verklaart dat Ghert opt Hoghehues heeft afgestaan aan Griete Hyndenhouedes en Florike en Sweder haar kinderen, een stuk lands geheten Dat Storckschot, door hem aangekocht van Johan en Lubbert Langgherdes en Swene hun zuster. Keurnoten zijn Johan Scroeder en Sweder Hoeffslach. 25 TRANSCRIPTIE Jck Alerd van heyden in der tijt een gheswo(r)en Richter toe Oetmersem van / weghen myns gnedighen h(er)en van vtrecht beke(n)ne en(de) tueghe auermyds dessen / ap(en)en bezeghelden breue dat voir my gheko(m)men is Dair ick sat to gherichte myt / myne(n) 30 koernote(n) nae bescreue(n) als ick myt rechte solde Ghert opt hoghehues . / en(de) bekande woe dat hij hadde auerghegeue(n) en(de) gaff auer en(de) scholt to guede / Grieten hyndenhouedes floriken ende Sweder o(er)en kind(er)en en(de) o(er)en erffge(namen) all alsoe/dane(n) koep als hie ghekofft hadde van Joha(n)ne en(de) lubberte langgherdes en(de) Swene(n) / oer(e) Suster als van eyne(n) stucke landes ghehieten dat 35 Storckschot Alsoe dat Ghert / voirsc(reuen) off sijn erffge(namen) an den voirsc(reuen) lande gheenreleye ansprake off recht An behol/den en hebben yenigherleywijs Sonder arghelist Daer dit aldus gheschiede inden / gherichte w(er)en an vnde auer als rechte koernoten en(de) gherichtesluede Die myt my / oer oirkonde daer op ontfenghen Johan scroeder en(de) Sweder hoeffslach Des toe tue/ghe soe heb ick Alerd Richter voirs(creuen) myn 40 zeghel benede(n) an dessen breff ghehanghen / Jnt Jaer ons h(er)en dusent vierhondert Dree en(de) tNeghentich op Su(n)te lamberts auent / ep(iscop)i et m(ar)t(iris) 1494a 45 Almelo 1494-03-26 REGEST Freric Seynensone, richter van Almelo, verklaart dat Euert Hilbing en zijn vrouw Fenne hebben verkocht en bij deze geleverd aan Gherd Wijffring en diens vrouw Grete het erve, 50 goed en de katerstede genaamd Dat Velekotenland, gelegen in de heerlijkheid Almelo, 243 Onduidelijke eerste "e" in "heer". Lijkt veel op een "r", net alsof er "hrer" geschreven

stond.

Page 240: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

naast Grubbensteeghe, waarbij Iohan ter Nordic zich borg stelt voor de vrijwaring van dit goed door de verkopers. Keurnoten zijn Iohan Smit en Egbert van Alen. TRANSCRIPTIE Jc freric seynen sone in der tyt een gheswore(n) richter der herscap va(n) almelo make kont 5 allen luden en(de) betu=/ghe met dessen op(en)en beseghelden breue dat vor my ghecome(n) sint dar ic sat in ene(n) gheheghede(n) gherichte met mij=/nen cornoten hir na bescreue(n) als ic met rechte solde Euert hilbing en(de) fe(n)ne sine echte huusvrouwe en(de) beka(n)den / dar vor my vor hem en(de) vor oer twyer eerfge(namen) dat se reckelike en(de) redelike hadden vercoft en(de) v(er)coften rechtes stedes / vastes eerfcops eerflike 10 ewelike en(de) o(m)mermeer Gherde wijffring grete(n) sinre echten huusvrouwe(n) o(er)en eerfge(namen) oft / holders breues met o(er)en willen oer eerue gude en(de) kote ghehieten dat velekoten land als dat gheleghe(n) is in der / heerscap va(n) almelo met toppe met twyghe met water my244t weyde met alle sine(n) to behoer als dat gheleghe(n) is beneue(n) / grubben steeghe O(m)me ene su(m)me van ghelde de em degher aling al en(de) wal betaelt 15 were tot ore(n) willen als se vor / my bekande(n) dar em do ter tijt wal anghenoghede en(de) hem en(de) o(er)en eerfge(namen) altoes wal anghenoghe(n) solde behollic / my ioncher va(n) almelo Des iaers vier pacht groet en(de) ses hoenre En(de) se dede(n) hir o(m)me vertichnisse en(de) vp latin=/ghe vor my vor hem vor oer eerfge(namen) vorscr(euen) va(n) desses vorscre(uen) velekote(n) en(de) ghenghe(n) des aling en(de) al wt met han=/de met 20 monde als ordel en(de) recht wt wysede to behoef gherdes grete(n) o(er)en eerfge(namen) oft holders breues vorscre(uen) / also dat se noch oer eerfge(namen) vorscre(uen) noch nijema(n)t van oerre weghen dar gheenrehande recht noch anspra=/ke meer en hebbe(n) an beholde(n) noch wachtende sullen wese(n) nu noch to gheenre tyt Voert so louede euert fen=/ne vorscre(uen) vor my vor hem vor o(er)en eerfge(namen) vorscre(uen) Gherde 25 greten o(er)en eerfge(namen) oft holders breefs vorscre(uen) desses / vorscre(uen) velekotenlande to staene to waerne en(de) rechte waerscap to doene tot ewijghe(n) daghe(n) to vor alle de / ghene de des245 rechte come(n) willen up oers en(de) oerre eerfge(namen) vorscre(uen) selues hinder ende kost en(de) schade(n) Ende / weert sake dat dar yenicherande ghebrecke in volle dat weer van waerscap van de(n) cope ofte va(n) 30 yenighera(n)de / ansprake so is ghecome(n) in dat selue gherichte iohan ter nordic als een recht waerburghe en(de) euert / en(de) fenne vorscre(uen) vor em en(de) o(er)en eerfge(namen) en(de) wille(n) dat vorscre(uene) staen en(de) ware(n) gherde greten o(er)en eerfge(namen) oft / holders breues vorscre(uen) waer em des noet is en(de) to doene heeft allen hinder en(de) scaden de(n) ghert grete vor=/scre(uen) oft krighe(n) mochte met 35 gheestelike(n) oft weertlike(n) gherichte wt to mane(n) ende in to winnen dat ene / recht den andere(n) nycht to hinderne vnv(er)uolghet oft vnv(er)claghet ghelijck verschen(en)e vnv(er)iaerde here(n) / pacht voert of noet weer wt allen ore(n) rede(n) haue en(de) gude dat se nu ter tijt hebbe(n) oft hir namaels ver=/crighe(n) mochten dat sy gheleghe(n) waer dat gheleghe(n) si in wat gherichte bi(n)ne(n) ofte buten En(de) alle olde en(de) / nije vunde de 40 me(n) op dessen breef mochte dencke(n) spreke(n) ofte veysere(n) ene mede to kanselerne ofte to / weder legghene to same(n) wt ghesproke(n) hijr w(er)en met mij an ende ouer als cornoten en(de) gherichte / lude de ore(n) orko(n)t met my dar vp ontfenghe(n) als ioha(n) smit ende egbert van alen ende meer guder / lude ghenoech de dat mede seghe(n) en(de) hoerden Jn oerkonde der waerheijt aller punten en(de) articule / vorscre(uen) so hebbic 45 freric seijnen soene vorscre(uen) als een richter o(m)me bede willen va(n) beyden syden / wijtlike beneden an dessen breef ghehanghen Ghegeuen int iaer ons h(er)en dusent veer hondert / ende veerenneghentich des anderen daghes na vnser lieuer vrouwen dach in de vastene 50 244 Enkel op deze plaats in de oorkonde "myt" in plaats van "met".

245 Zonder "to".

Page 241: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

1494b Ootmarsum 1494-04-23 REGEST Alard van Heyden, richter te Oetmersem, oorkondt dat Otto van Bellinchoue en diens zuster 5 Margareta, kloosterjuffer van Wersloe, ten overstaan van hem en de keurnoten Arnt en Johan Grubbe aan prior en convent te Alberghen het erf Assing te Aghele in kerspel en gericht te Oetmersem hebben verkocht en overgedragen met de meyer Johan, behoudens een rente van zeven mud rogge en de tiendheer zeven schepel rogge "onder den slop" ("slop" = ‘zolderluik bij boerderij’ in huidig Twents). 10 TRANSCRIPTIE JC Alard van Heyden Jn der tijt en gheswore(n) Richter toe Oetmersem mijns ghenedighe(n) here(n) Here(n) Dauids / Van Burgu(n)dien Bisscops toe Vtrecht doe kond en(de) kentlic allen luden . en(de) betughe myt dessen opene(n) bezeghelde(n) / breue dat voer my daer ic 15 sat toe gherichte in ene(n) gheheghede(n) gherichte myt myne(n) kornote(n) hier nae bescreue(n) / als ic myt rechte solde selue(n) ghecome(n) synt Die Eersame(n) Otto va(n) Bellinchoue . en(de) Margareta va(n) Bellincho=/ue syne echte suster ene Cloest(er)Jonfer toe Wersloe myt Otten voers(creuen) als myt oere(n) ghekoerne(n) mo(n)ber . die oer / oec daer voer my gherichtelike ghegheue(n) waert . Ende bekende(n) daer voer my voer hem 20 en(de) voer oere rech=/te erfge(namen) . dat sie myt oere(n) vryen willen en(de) myt gude(n) berade hadde(n) vercofft en(de) vercofte(n) ouermids dessen breue / rechtes stedes vastes erfcopes erflike ewelike en(de) vm)mermeer . Den Prior en(de) den ghemene(n) Conue(n)te des Cloest(er)s / der Reguliere(n) toe Alberghe(n) en(de) oere(n) naecome(n)den . off holder desses breues myt oere(n) willen . Oer erue ende / guet Assing 25 ghehiete(n) . soe als dat gheleghe(n) is in der buerscap toe Aghele Jn den kerspele en(de) gherichte / va(n) Oetmerse(m) myt huse myt houe myt al syne(n) lande myt torue myt twyghe myt water myt weyde / myt aller slachter nut en(de) myt al syne(n) olden en(de) nyen toebehoer . en(de) myt Joha(n)ne den meyer die nv / dat erue bouwet. voer een vrij eyghe(n) guet . alle last en(de) ku(m)mer voer affghedaen . Wtghesecht seue(n) sche=/pel 30 rogge(n) iaerlics daer wtgaende En(de) beholtlic den tendhere(n) seue(n) schepel rogge(n) te leuere(n) iaerlics / onder den slop . Om ene su(m)me va(n) ghelde die sie bekende(n) dat hem vol al en(de) wal tot oere(n) willen be=/taelt was . En(de) daer om soe deden sie rechtevoert daer voer my voer hem en(de) voer oere rechte erffge(namen) / oplatinge en(de) vertichnisse va(n) den erue en(de) gude voerbenomet En(de) wtghenge(n) des myt hande 35 myt / mu(n)de ende myt aller vertichnisse en(de) oplati(n)ge woe sie myt rechte solde(n) Tot behoeff des Priors en(de) Con=/ue(n)tes voers(creuen) en(de) oerre naecome(n)de(n) off holder desses breues myt oere(n) willen . gheenreleye recht noch ansprake / daer voertmeer an beholdende offte v(m)mer wachtende wesen . offte iema(n)t anders va(n) oerre weghe(n) . Ende lo=/uede(n) hem des voers(creuen) erues en(de) gudes myt al 40 syne(n) toebehoer te war(en)e en(de) te staene voer een vrij eyghen guet / en(de) niet vorder beswaert dan als voerscre(uen) staet . en(de) hem altoes rechte waerscap te doen offt hem des weer / te doene op oers selues cost en(de) schade voer alle die ghene die des toe rechte come(n) willen . Weert dat hier ye=/nich ghebrec in volle daer die Prior en(de) Co(n)uent voers(creuen) offte holder desses breues myt oere(n) willen hinder off / schade by 45 leden woe dat oec by queme . den schade(n) off hinder moghe(n) sie sonder vervolch ienighes rechtes tot / oers selues slichte(n) wtsegge(n) versoeke(n) wtmane(n) en(de) inwy(n)nen ghelijc rechte here(n) pacht myt alle(n) rechte(n) ghiest=/lic en(de) werltlic dat ene den andere(n) niet te hindere(n) van Otten en(de) Jonfer Margareten voers(creuen) en(de) va(n) oere(n) erfge(namen) / en(de) wt al oere(n) erfnissen en(de) gude(n) offte 50 besittinge(n) vrij off leen . roerlic offte onroerlic . die sie nv hebbe(n) offte nae=/maels wilt god noch crighe(n) moghe(n) . soe waer die gheleghe(n) synt . Sonder al arghelist . Jn oerkonde der waer=/heyt aller pu(n)tten en(de) artikele(n) voers(creuen) aldus voer my gherichtelike gheschiet . soe hebbe ic Alard van heyden / mijn zeghel om bede wille va(n)

Page 242: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

beyde(n) zijden als een Richter witlike benede(n) an dessen breeff ghehanghen / Daer myt my an en(de) ouer were(n) alse rechte kornote(n) en(de) gherichteslude Arnt Grubbe en(de) Johan Grubbe / en(de) anders guder lude ghenoech En(de) om meerre vestenisse wille aller pu(n)tten voers(creuen) Soe hebbe ic Otto / voers(creuen) mijn zeghel myt zeghel des Richters voer my en(de) voer Margarete(n) mij(n) suster voersc(reuen) en(de) voer onse 5 erffge(namen) / mede an dessen breeff ghehange(n) . Des ic Margareta voers(creuen) mede ghebruke om ghebrec des mijns En(de) dat / myt orloff mij(n)re vrouwe(n) Otten va(n) zwendorpe priorissen ind(er) tijt toe wersloe . als sie voer den Richt(er) voers(creuen) / beka(n)de Ghegheue(n) Jnden iare o(n)ses here(n) duse(n)t vierhondert vier en(de) neghe(n)tich Op su(n)te Georgi(us) dach shilge(n) m(arti)r(is) 10 1495a Ootmarsum 1495-02-11 15 REGEST Burgemeesters, schepenen en raad van Oetmersem, voorts Ghisebert van Heyden en Johan Egberts, raadslieden van de kerk aldaar, verklaren, dat zij van de prior van Alberghen honderd gulden ontvangen hebben krachtens het testament van Roloff van Beuervoerde, welke besteed zijn voor de stichting en de betimmering der kerk. Voorts verklaren zij 20 honderd twintig gulden ontvangen te hebben, opdat de schepenen met toestemming van de prior een ongehuwde klerk tot schoolmeester aan de school in Oetmersem kunnen benoemen, die met zijn klerken alle zaterdagen en alle dagen in de vasten Onzer Lieven Vrouwen Lof zal moeten zingen en aan deze klerken op de eerste zondag in de vasten, de zondag te midvasten en op Palmzondag een goede "placken wegge" (plak van een 25 wigvormig tarwebrood) zal moeten geven, zoals men er te Oetmersem veel bakt. Bij verzuim zal de prior hoofdsom en rente mogen uitmanen ter verdeling onder de armen. TRANSCRIPTIE Wy Borghermeysters Schepene(n) ende Raedt der Stadt va(n) Oetmersem Ende Wy 30 Ghisebert Van Heyden / en(de) Johan egberts Raetlude Jn der tijt der hillighen kercken toe Oetmersem beke(n)nen en(de) betughe(n) ouermids / dessen opene(n) bezeghelde(n) breue dat wy hebn ontfange(n) van den Eerbere(n) Prior van Alberghe(n) hondert gude / goldene rijnsche guldene Als va(n) beuele en(de) van Testame(n)te des Eerbere(n) Roloffs van Beuervoerde den / god ghenade Dat hie ghegheue(n) hefft tot stichtinge ende ty(m)mer 35 onser hilligher kercken toe Oetmersem / Ende bedancken den Eerbere(n) Prior voerghescre(uen) der hondert guldene(n) voerghescre(uen) guder betalinge . Ende / Voert soe hebn wy voerghescre(uenen) ontfange(n) van den Eerbere(n) Prior voerghescre(uen) hondert gude goldene / rijnsche guldene en(de) twyntich die die Eerbere Roloff van Beuervoerde voerghescre(uen) ghegheue(n) hefft ter / eer godes Onser scholen toe 40 Oetmersem Om al daer ene(n) gude(n) schoelmeyster te holden Ende dat myt / dusdane(n) voerworden Dat die Schep(en)en sullen dat ghelt voerghescre(uen) belegge(n) myt consent des Priors / van Alberghen an gude iaerlicsche re(n)the en(de) ene(n) guden eerbere(n) reckelike(n) clerck myt co(n)sent des Pri/ors va(n) Alberghe(n) in der tijt die schole beuelen . die niet ghehiliket ensy Ende sal desse voerghescre(uen) / renthe iaerlics opbore(n) tot 45 sijnre noetdruffte . en(de) sal myt syne(n) clercke(n) alle saterdaghe onser lieuen / Vrouwe(n) loff singe(n) in der kercke(n) en(de) alle daghe in der vasten . En(de) sal in der vasten va(n) der voerghescre(uen) / re(n)the gheue(n) elcken clercke die hie onder hem hefft . en(de) toe koer gaen des ijrsten sondaghes . en(de) des / sondaghes toe mydvasten . en(de) op palmedach elcker tijt va(n) den dreen tijde(n) voerghescre(uen) enen guden / 50 placken wegge . als men toe Oetmerse(m) veele backet . Ende weert sake dat enyghe versumenisse Hijr / y(n)ne ghescheghe tot enyghe(n) tijden en(de) alsoe niet gheholde(n) en worde als voerghescre(uen) is soe mach die / Prior va(n) Alberghe(n) in der tijt tot hem inmane(n) en(de) opbore(n) die re(n)the myt der su(m)me voerghescre(uen) ghe=/cofft .

Page 243: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

en(de) deelen den arme(n) waer hem ghelieuet . Des toe tughe der waerheyt aller pu(n)cten voerghes(creuen) / soe hebn wy Schep(en)en en(de) Raetlude voerghescre(uen) ellick onse zeghel an dessen breeff gheha(n)ge(n) Gheghe=/ue(n) Jn den Jare onses here(n) duse(n)t vierhondert vijff en(de) neghentich Jn Crastino sa(n)cte Scolastice virg(in)is 5 1495b Oldenzaal 1495-02-13 REGEST 10 Gerit ten Haem, richter te Oldenzael, oorkondt dat de "oelderman" en raadslieden van het Onze Lieve Vrouwengilde aldaar ten overstaan van hem en de keurnoten Gerit ten Torne en Ffrederick Brant aan Kunne, richter in Losser, en Alijd Hegheringh een rente van drie mud rogge hebben verkocht en overgedragen uit het erf To Deterdinck te Lemesle in kerspel en gericht van Oldenzael. 15 TRANSCRIPTIE JC Gerit ten Haem yn der tijt ey(n) ghezworn Richter to Oldenzael mij(n)s gnedighen h(er)en va(n) vtrecht Doe kont ende / kentlick allen luden en(de) betughe au(er)myds desen ap(en)en besegelden breue Dat vor mij ynt gherichte daer ick stede vn(de) / stoel becledet 20 hadde myt myne(n) Cornoten en(de) gherichtesluden hijr na bescreue(n) als ick myt rechte solde selue(n) ghe=/kome(n) is Die Oelderman myt synen Raetluden der gijltschop onser leue(n) vrouwen bynne(n) Oldenzael En(de) bekande(n) / Daer vor mij vor em en(de) vor oere nakom(en)en raetlude Dat sie redelike en(de) reckelike hadn v(er)cofft en(de) ver cofften / vor mij au(er)mits desen breue to lijfftuchtes rechte myt handen myt monden myt 25 allen v(er)tichnissen en(de) op latinghen / als recht was ku(n)nen des Richters van losser en(de) Alijde Hegheringhes Dre mudde guedes Droghen schonen / cla(er)en wijnter rogghen Jarliker lijffrenthe bij deue(n)ter marcket mathe tot oerre twyer liue so langhe als sie / beide off oerre eyn van em beiden lengest liuet vn(de) leuet vth onser leue(n) vrouwen Erue en(de) guede to Deterdinck / so dat belege(n) is yn der burschap van lemesle Jnden 30 kerspele en(de) gherichte va(n) Oldenzael v(m)me ene su(m)ma van / gelde die den olderma(n)ne myt syne(n) raetluden vors(creuen) to behoff der arme(n) deger en(de) al wal tot ore(n) willen betalt / weer daer hem doe yn der tijt wal anghenoghede en(de) oren nakom(en)en raetluden altoes wal anghenoghen solde / als sie vor mij enkanden Ende sie laueden hijr o(m)me vor mij vor hem en(de) vor oerre nakom(en)en raetlude vors(creuen) / 35 ku(n)nen en(de) alijde vors(creuen) desser vors(creuen) Drijer mudde rogge(n) yarliker lijffrenthe to stane en(de) to warne ende em / der rechte guede warschop to Done Die wijle sie beide offte oerre eyn va(n) em beiden liuet vn(de) leuet vor alle / die ghene die des to rechte come(n) willen Ende guede rede betalinghe nv vort an alle Jaer die tijt ons leue(n)s / ku(m)merloes to leu(er)en tusschen alle sancte Mertijn ynden wijnter en(de) der hochtijt to 40 mydwijnter bynne(n) oldenzael / yn een hues Daers ku(n)nen en(de) alijde vors(creuen) des best ghenoghet Wert oeck zake Dat des niet en gheschede / en(de) hijr ienich geb[rec]k yn volle Dat weer van warschop offt van betalinghe deser vors(creuen) yarliker lijff/renthe dat qweme to wo dat to qweme dat moghen ku(n)ne en(de) alijt vors(creuen) tot allen tijden sam(en)e vth mane(n) / en(de) Jnwy(n)nen van den olderma(n)ne en(de) den gem(en)en 45 raetluden wie Die Dan synt ynder tyt En(de) vort vth desen vors(creuen) / Erue en(de) guede to Deterdinck en(de) vort vth oren and(er)en erffnissen en(de) guede so die onse leuer vrouwen gilde nv ter / tijt heuet en(de) hijr namals die wilt godt v(er)krige(n) mach en(de) vort van alle den ghene(n) die hem der eyn Deil246 / off al onder wij(n)nen die dat telen offte bouwen myt allen gherichten en(de) rechten geistlick en(de) wertlick myt / oere ey(n) alleyne 50 offt myt beiden tho ghelike dat ene recht den and(er)en nijt to hijnd(er)en onu(er)uolghet en(de) onuer/claghet v[or] Jemande gelike rechte vorsche(n)nene en(de) bynne(n) Jarighe

246 Met een afkortingsteken achter "Deil". Schrijffout?

Page 244: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

h(er)en pacht sonder ieniger hande hulpe/rede sonder ienich weder segge(n) sonder al argelist Hijr w(er)en myt mij Gerit ten Haem Richter vors(creuen) an / vn(de) auer Daer Dit gheschede alse rechte Cornoten des gherichtes Gerit ten Torne en(de) ffrederick Brant / en(de) meer guede[r] lude ghenoch Die dese vors(creuene) mede segen vn(de) horden vn(de) Dat gherichte mede ombestonden / Jn orkunde der waerheit en(de) gantzen vasten 5 stedicheit deses breues en(de) aller pu(n)ten vors(creuen) So heb ick / Gerit ten Haem mij(n) Segel als een Richter yn ghetuch des gherichtes vmbede willen beider partijen vors(creuen) / witlik[e] beneden an desen breff gehangen Gegheue(n) Jnden Jaer onses h(er)en godes dusent vierhondert / en(de) vijff entNeghentich vp sunte valentijns aue(n)t 10 1496a Ootmarsum 1496-03-14 REGEST 15 Alerth van Heyden, richter te Otmersem, oorkondt dat Johan van Langen en zijn vrouw Johanna, ten overstaan van hem en de keurnoten Bernt Moerbecke en Johan Soest verklaarden, Johan van Twickell en zijn vrouw Adryana te vrijwaren van een door hen geborgde schuldbekentenis aan het kapittel van Sunte Plechelmus te Oldensael van een jaarlijkse rente van acht mud rogge, te leveren op "Sunte Peter adkathedra" (22 februari) te 20 Oldensael onder verband van al hun erven en goederen onder Syngrauen in het gericht Otmersem in het kerspel Deyngem (Denekamp). TRANSCRIPTIE Jck Alerth van Heyden Jn der tyt Eyn gezwaren Richter to Otmersem van wege(n)ne myns 25 gNedigen H(er)en van Vttrecht do kont en(de) / kentlyck Ende bekenne en(de) betuege Jn dessen apenen besegelden breue wo dat vor my gecomen ys Dar ick sath Jn ene(n) apenen gehegeden / gerichte in ener gespa(n)ner banck myt myne(n) C[or]note(n) hir nabess(creuen) So ick myt rechte solde De Erbar Johan va(n) langen en(de) Joha(n)na sijn / echte husvrowe lyeden en(de) beka(n)den al dar vor my inden seluen gerichte vor em 30 en(de) ore(n) twyger erffge(namen) Dat se schadelos sullen holden / Dem Erbaren Joha(n) va(n) twickell Adryana syner echte(n) husvrowen en(de) oere(n) twiger erffge(namen) alsodaner loffte(n) se gelauet heben den werdy/gen Cappittel der hillige(n) kercke(n) suvnte plechelm[us] to oldensael Dar en pri(n)cipaels breff va(n) ys sprecke(n)de va(n) Achte mudde rogge(n) / Des Jaers De wt Joha(n)ns va(n) twickell Adryana vors(creuen) oren gude 35 gesath sijn alle Jaer vp sunte Peter adkathedra to oldensael te / betalen In en hus Dem werdige(n) h(er)en des genoeget En(de) wert sacke hir enich gebreck Jnne volle Dat wer va(n) waersscap off be=/talinge Dess(er) jaerlicker schulde offt renthe wo dat to queme enigerleye wijs alden hinder kost en(de) schaden myt aller / achterstediger renthte(n) mogen Joha(n) va(n) twickell Adryan vors(creuen) oft oere twiger Erffge(namen) van my Johan van 40 langen en(de) Joha(n)n(en) / mijr echte husvrowe(n) en(de) ons(er) twijger erffge(namen) wt all onsen Eruen en(de) guden vtte(n) syngrauen mijt sijne(n) thobehoer belegen jnden / gerichte van Otmersem jnden kerspel va(n) Deyngem en(de) voert wt all onsen guden Dat wij no tor tijt heben offt naemales v(er)krijgen / mogen Penden off Doen penden myt ene(n) Dagelix gerichte offt myt oeren gewaerden baeden wt all onsen gude(n) dat sy leen off / 45 eijgen nicht wt bescheden De sick ons(er) Erue en Deel off al onderwynne(n) tellen bouwen off bruck(en)e De to veruolgen myt besate / mijt gestlijcke(n) rechte off mijt wertlyckenrechte off myt beyden rechte(n) to gelycke Dat ene recht de(n) anderen nicht to hinderen / onuerclaget vor yema(n)de gelijcke olde onueriaerde v(er)scheen h(er)en pacht Dar Joha(n) va(n) lange(n) en(de) Joha(n)na vors(creuen) off o(er)re twijger / erffge(namen) gene 50 behelpi(n)ge jnne gebrucken sullen mijt enige(n) rechte gestlijck off wertlijck Dat em hir an to staede come(n) mochte / Joha(n)ne va(n) twickell adrija(n) vors(creuen) off o(er)re twijg(er) erffge(namen) to onstaede comen mochte Alle hulperede nyevonde en(de) all dat ge(n)ne dat desse(n) / breff mochte hinderlick wesen en(de) mede to v(er)legge(n) Dat sy

Page 245: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

quessenisse Des segels off duesternisse mackuleringe Der schryfft en(de) all / Argelyst Deger en(de) al hir Jn wt gespracke(n) Jn en recht tuech Der waerh(ei)t aller pontte(n) vorge(nomd) wa(n)t de vor my rychtelycken gelate(n) sijn en(de) / gescheet so recht ys so hebe Jck Alerth va(n) heyden Rijcht(er) mijne(n) zegell tor orkuv(n)de witlycke(n) beneden an Dessen breff gehangen dar / myt my an en(de) auer weren Als Cornote(n) des gerichts De 5 oer oerku(n)de myt mij dar op ontfengen Als Bernt Moerbecke en(de) Joha(n) / soest En(de) noch o(m)me mere vestenisse willen dess(er) pontte(n) vors(creuen) wa(n)t ick Johan va(n) langen Joha(n)na vors(creuen) beleuet en(de) verwilkoert / heben So hebe ick mijn segell vor ons en(de) ons(er) twijger erffge(namen) myt des gerichts segell ter rechte(n) merre orku(n)de ock beneden / an dessen breff gehange(n) Gegeue(n) Jnt Jar onses h(er)en 10 Duste(n)247t verhondert SeesentNegenttich Des maendages jnder vaste(n) / nae letare Jerusalem 1496b 15 Almelo 1496-05-10 REGEST Johan van Heekeren, geheten van Rechteren van Almeloe, verklaart beleend te hebben jonkvrouwe Jutte van Twickeloe, onder hulderschap van Herman van Bonynghen, na het 20 overlijden van haar oom Rembold van Schuttorpe, met de grove en smalle tienden uit de erven To Butinck, Ten Nyenhuyss, Rouvensadinck en een derde deel van het erve Struuynck, gelegen in het gericht Vmmen, buurschap Archem. Getuigen zijn Wolter van Couorde, Stichts leenman, en Arnt van Beruorde, eigen leenman. 25 TRANSCRIPTIE Jck Johan van Heek(er)en anders gheheyten van Recht(er)n van Almeloe Make Kont allen luden Dat / voir my qua(m) end(e) voir ma(n)ne van leene Hijr nae bescreue(n) Jonffer Jutte van Twickeloe ende / versochte an my na dode Remboldes van Schuttorpe oers oems Den god gnade den alynghen / tenden groff end(e) small ouer dat Erue end(e) guedt gheheyten 30 to Butinck den alynghen tenden / groff end(e) small ouver Dat erue end(e) guet gheheyten ten Nyenhuyss Den aly(n)ghen tenden groff / ende small ouer Dat Erue end(e) guedt gheheyten Rouvensadinck Ende dair to Dat derddell van / van248 den alynghen groue(n) end(e) smalen tenden ouer dat Erue end(e) guedt geheyte(n) Struuynck249 / Also als die ghelegen synne(n) Jnden Kerspell end(e) gherijchte van v(m)men end(e) Jn die Burscap / to 35 Archem Welke tende(n) groff ende small Jck ionffer Jutten voirge(nomd) verliet end(e) beleent hebbe / Verlye end(e) beleene myt Dessen myne(n) besegelden breue Tehold(en)en va(n) my end(e) myn(en) erffge(namen) nae=/komelynghe Des huysses to Recht(er)n als Remboldt va(n) Schuttorppe vorge(nomd) De va(n) den huyse van / Den huyse van250 Recht(er)en te holden(e) plach End(e) als men een Stichtes leen schuldich is 40 te hol(den)en / Beholtlijck my my(n) erffge(namen) nakomelynghe des huvysses to Recht(er)n end(e) mallyck syns rechtes / Dair my herma(n) van Bony(n)ghen huldynge end(e) Ede va(n) ghedaen heefft Allent als eyn man / van leene syne(n) leenh(er)en schuldych is d251e Doen(e) Sonder argelijst Hijr w(er)en an end(e) ouer wolter / van Couorde een beleent man des Stichtes van Vtrecht ghebreck des mij(n)s end(e) Arnt van / Beruorde 45 my(n) beleende man Jn oirkonde der wairheyt so hebbe ick Johan va(n) heek(er)en vorge(nomd) / my(n) segell beneden an dessen breff ghehanghen Gegheue(n) Jnden Jair 247 Zal schrijffout zijn. Bedoeld zal zijn "Duse(n)t" in plaats van "Duste(n)t".

248 Twee keer "van".

249 De tweede "u" zal als "v" bedoeld zijn.

250 Twee keer "van den huyse".

251 Waarschijnlijk als "te" bedoeld.

Page 246: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

onses h(er)en dusent vier=/hondert seessent Neghentich Des Dinxedages nae Des hilligen Cruces vyndinghe 1497a 5 Almelo 1497-01-31 REGEST Henrick van Peysie verklaart het stuk land genaamd De Hogemaidt, gelegen in de heerlijkheid Almelo tussen de Zeckmaidt en [het erve] De Reue, dat hij met toestemming 10 van Johan van Rechteren, heer tot Almelo, als leenheer had verkocht aan heer Evert Mollener, vicaris te Almelo, ten behoeve van de H. Geest daar, binnen acht jaar te zullen lossen. Getuigen zijn de leenmannen van het huis Almelo Gerdt van den Cloester en Otto van Bellynchoue. 15 TRANSCRIPTIE Jck henrick van peysie Doe kondt end(e) bekenne ou(er)myds dessen ap(en)en besegelden breue Dat Jck ghelauet hebe end(e) laue voir my end(e) mijn(en) / erffge(namen) Dat ick offt myn(e) erffge(namen) die hogemaidt ghelegen tusschen der zeckmaidt end(e) den Reue Jnder h(er)scap van Almelo als Johan van / Recht(er)en eyn heer to Almelo als ey(n) 20 leenh(er)e my henrick voirge(nomd) ghegondt hefft to v(er)kopen(e) Den Ersame(n) h(er)en Euert mollener vicari(us) to Almelo / to behoiff des hijlligen geyste(s)huyss to Almelo Ende als ick die voir hem myt sijne(n) wijllen als voir myn(en) rechten leenh(er)en end(e) synen / beleenden manne(n) vercofft hebe Den Ersame(n) h(er)en Euert end(e) den hijllige(n)geyste voirge(nomt) Nae voirder Jnholt des pri(n)cipaels breue Den / Johan van Recht(er)n 25 voirge(nomd) Dair van besegelt hefft bynne(n) achte iaren naest kom(en)e na date desses breffs Die voirge(nomde) maid ko(m)me vrijg Jn / losen weder kopen quyten sall end(e) wijll Also dat Jck Die maid vorge(nomd) teendes Den achte Ja(er)n vorge(nomd) va(n) h(er)en Euert end(e) den hillige(n)geyste(s)huys / vorge(nomd) ghefrijet quijt ghekofft en(de) Jngeloist sall heb(be)n Ende wert saicke Dat ick henrick vorge(nomd) offt my(n) 30 erffge(namen) bij(n)nen de(n) achte ia(er)n vorge(nomd) nyet en / losede end(e) weder quyet koffte de maidt vorge(nomd) ghelijck als voirge(nomd) staedt Als Dan bekenne Jck voir my end(e) voir myn(e) erffge(namen) Dat de maidt / vorge(nomd) myt alsodaen(en) Eruen end(e) gueden als Jck va(n) Iohan(e) van Recht(er)en voirge(nomd) end(e) der h(er)scap va(n) Almelo to liene holde Johan(e) voirge(nomd) offt sijne(n) / erffge(namen) als 35 eyn(en) leenh(er)en to houe ledijch alynck end(e) all v(er)uallen sall wesen Also Dat ick offt myn(e) erffge(namen) teendes den achte iaren vorge(nomd) / ander maid end(e) an sodaen(en) Erue(n) end(e) guede(n) als vorge(nomd) is als dan geenrehande recht egendoem tosaghe meer anbeholden enheb(e)n Also dat dair Johan / vorge(nomd) offt sijne erffge(namen) Die maidt mytten erue(n) end(e) guede(n) vorge(nomd) sonder 40 Jnwy(n)ni(n)ge myt enyge(n) rechte antasten ghebruycken vpbor(e)n end(e) dair voirt alle(n)t / mede doen late(n) mach Dat hem ghelieuet ghelijck Johan vorge(nomd) myt sijne(n) eg(en)en propperlicken guede doet en(de) latet Sond(er) Iema(n)ts tosegge(n) en(de) alle / argelijst Des to orkonde der wairheyt so hebe ick henrick van peysie my(n) segell voir my end(e) voir myn(e) erffge(namen) wijtlicken an desse(n) brieff ghehangen / 45 Ende v(m)me der meerrer vestenysse wijllen der wairheyt aller punte(n) vorge(nomd) So hebe Jck henrick vorge(nomd) ghebeden Gerdt van(en) Cloester en(de) Otto van / Bellynckhoue beleende ma(n)ne des ghestijchte(s) va(n) Vtrecht ghebreck Johan(e) vorge(nomd) beleende ma(n)ne Dair Jck desse vorge(nomde) loiffte en(de) wylkorynge voir ghedaen / hebe Dessen breff myt my voir my en(de) voir mijn(e) erffge(namen) to wijlle(n) to 50 besegellen(e) Ende wa(n)t wij Gerdt va(n) den Cloest(er) en(de) Otto va(n) Bellinchoue vorge(nomd) Dair / to ghebeden an en(de) ou(er) ghewest synt Dat he(n)rick vorge(nomd) Dat alle(n)t vor Johan(e) va(n) Recht(er)en als voir syne(n) rechten leenh(er)en en(de) voir ons als beleende manne / vorge(nomd) ghelauet en(de) v(er)wijlkoirt hefft als vorge(nomd) is

Page 247: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

So heb(e)n wij v(m)me henricke(s) vorge(nomd) bede Onse Segelle mede an Dessen brieff ghehange(n) Jnden Jair ons(es) h(er)en / dusent vierhond(er)t Ende Seuen end(e) tNeghentijch vp(e)n dinxdach nae sunte pauls Couertio(nis)252 5 1497b Oldenzaal 1497-10-16 REGEST Herman ten Torne en Wolter Brunger als burgemeesters, voorts de schepenen en raad der 10 stad Oldenzael, oorkonden dat Johan Mensinck met zijn echtgenote Zwene aan Ffenne Monekinck schenken als haar "kindsportie" een vierde deel van een gaarde, gelegen buiten de "Steenporten" tussen de gaarde van Johan Hondepipen en de kamp van de H. Geest. Ffenne krijgt voorts van Johan en Zwene het recht levenslang "vrij" te mogen wonen in hun huis. Indien dat Ffenne of Johan en Zwene niet langer meer mocht bevallen, mag Ffenne in 15 een speciaal daarvoor aangebouwde kamer ("ene guede kamer achter vth oren huese") wonen. Die eventuele kamer zal niet op kosten van Ffenne gebouwd worden. TRANSCRIPTIE Wij Herman ten Torne en(de) wolter Brunger yn der tijt Borg(er)mest(er)e yn Oldenzael 20 En(de) wij ge/menen Schep(en)en en(de) Raet der Stadt van Oldenzael Don kont en(de) kentlick allen luden en(de) betu/gen myt dessen ap(en)en besegelden breue Dat vor ons yn schependom als vor schep(en)en selue(n) / ghekomen synt Johan Mensinck en(de) zwene siin echte husfrouwe myt Joha(n)ne vors(creuen) oren / echten ma(n)ne en(de) rechten mo(n)ber Ende bekanden Daer vor ons vor em en(de) vor ore erffge(namen) Dat / sie hadn 25 auer gewist en(de) to guede gh[e] schulden ffenne(n) monekinck Eyn vierdendeel va(n) ene(n) / stucke gardens so Die belegen is buten de steenporten tusschen garden Johan hondepipen / op die ene zijt en(de) des hilligen geistes Camp op die ander zijt vor oren affscheit van oren / vaderliken vn(de) moderliken guede Ende Johan en(de) zwene vors(creuen) laueden ffenne(n) vors(creuen) desses vors(creuen) / vierdendeil van den 30 gaerden to stane vn(de) to warne en(de) oer des rechte guede warschop tdone / tot ewige(n) dagen vor alle Die gene die des to rechte come(n) willen Jn aller mathen en(de) manere(n) / wo men ene(n) eyn vrij stucke gardens myt rechte waren sal Ende Johan en(de) zwene vors(creuen) genge(n) / desses vors(creuen) vierdendeil garde(n)s alinck en(de) al vth myt handen en(de) myt monden myt allen ver/tichnissen en(de) oplatinghen als recht 35 was tot behoff ffenne(n) en(de) o(er)en erffge(namen) vors(creuen) Vort so lauede / Johan en(de) zwene vors(creuen) vor ons ffenne(n) vors(creuen) Dat sie sal hebn een vrij liggen en(de) sytten Jn oren / Huese Die wyle sie liuet en(de) leuet Ende wert zake dattet em beiden verdrot so solen Joha(n) / en(de) zwene vors(creuen) ffenne(n) vors(creuen) ty(m)m(er)en ene guede kamer achter vth oren huese buten ffenne(n) cost / hijnder en(de) 40 schaden Daer sie oer ligge(n) en(de) oer sytten y(n)ne mach hebn tot oren liue Die wile sie / liuet en(de) leuet Dit hebn Johan en(de) zwene vors(creuen) aldus vor ons ffenne(n) vors(creuen) ghelauet Dat / stede en(de) vast to hold(en)en Sonder [e]nigerhande hulpe rede Sonder ienich weder segge(n) ende / Sonder al Argelist Jn orkunde der waerheit aller pu(n)ten en(de) articule vors(creuen) ende een ytlick / punte bijsonder So hebn wij 45 Borg(er)mest(er)e Schep(en)en ende Raet vors(creuen) Onser Stadt Secret / Segel ombede willen beider partijen vors(creuen) witlike beneden an dessen breff ghehangen / Gegeuen Jnden Jaer Onses h(er)en godes Dusent vierhondert Seuen entNeghentich Des / naesten Maendaghes na su(n)te victors Daghe 50 1498a

252 Zonder "n".

Page 248: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Almelo 1498-03-27 REGEST Johan van Rechteren, jonker tot Almeloe, Ludolphus van Ittersem, pastoor te Almelo, Everhardus Muller, vicaris aldaar, Gheert Wijferdinck en de raadslieden van de kerk te 5 Almeloe, verklaren verkocht te hebben en bij deze te leveren aan heer Wijllem van Munster een kleine gaarde gelegen tussen diens eigen land en de pastorie, aan de weg bij het kerkhof te Almeloe, waarvan de opbrengst is belegd ten behoeve van de costerie (het ambt van koster). 10 TRANSCRIPTIE Jck Johan va(n) Recht(er)en Ju(n)ckh(er) to Almeloe Ludolphus va(n) Itt(er)sem pastoir / to Almelo Euerhardus muller muller253 vica(r)i(us) to Almeloe en(de) gheert / wijferdi(n)ck en(de) voert wij gemene(n) Raetlude onser kercke(n) to Almeloe / beke(n)ne(n) en(de) betuge(n) voir ons en(de) onse nakomeli(n)ge(n) raetlude(n) in dess(en) / ap(en)en brieue 15 Dat wij v(er)coft hebb(e)n erflick ewelick en(de) o(m)m(er)meer h(er)en / wijlle(m) va(n) mu(n)ster en(de) holder sbreues myt syne(n) wijlle(n) een goerdike(n) / ghelege(n) alder naest der wedeme an de ene sijt en(de) de a(n)der sijt is / alder naest gela(n)det heer wijlle(m) voirs(creuen) en(de) voir wijse(n)de ande(n) wech / bij de(n) kerckhof to Almeloe Voer ene su(m)me va(n) gelde de ons heer / wijlle(m) voirs(creuen) to wijllen wal betalt 20 heuet Alsoe dat h(er) wijlle(m) voirs(creuen) / en(de) hold(er) sbrieues mijt sijne(n) wijllen va(n) stu(n)den an mach an tasten / en(de) gebruke(n) na sijne(n) wijllen En(de) dat ghelt dair va(n) hebbe(n) wij / raetlude voirs(creuen) weder belecht tot behoif der costerie to Alme/loe En(de) wij raetlude d(er) kercke(n) voirs(creuen) loue(n) h(er)en wijlle(m) en(de) holder / sbrieues mijt wijllen voirs(creuen) Dat goerdike(n) voirs(creuen) to stane en(de) / to 25 wairne su(n)der al argelist Des to tuge Der wairheit soe / heb ick Joha(n) va(n) Recht(er)en Ju(n)ckh(er) to Almelo wa(n)t ick hijr mede / an en(de) Ouer syn gewese(n) mij(n) seghel an Desen breeff gheha(n)ge(n) / welckeer seghel voirs(creuen) wij ludolphus pastoir en(de) Euerhardus / muller en(de) gheert wijferdi(n)ck mede bruke(n)de synt gege(uen) Jnden / Jair ons(es) h(er)en Duse(n)t veerhu(n)d(er)t acht en(de) tneghe(n)tich Des Dijnx/Daghe na 30 letare [Hieruzalem]254 1498b Almelo 1498-06-04 35 REGEST Wijlhelmus van Munster, priester en vicaris te Almelo, verklaart verkocht te hebben en bij deze te leveren aan Johan Moerbeke en diens vrouw Johanna een jaarlijkse rente van ½ mud rogge, losbaar met zes Rijnse guldens, uit huis, "spiker" en weer, gelegen te Almelo 40 tussen de huizen van wijlen Johan to Wijrike en van wijlen Egbert Lucken, zoals vermeld in de oorkonde d.d. 1481 februari 21. TRANSCRIPTIE Jck wijlhelm(us) va(n) Mu(n)ster p(re)ster Vicarius to Almelo beke(n)ne en(de) / betughe in 45 Desen ap(en)en besegeld(en) brieue voir mij en(de) mijne Ha[n]tghe/truwe(n) Dat Jck heb ouer ghegheue(n) Joha(n) Moerbeke en(de) Joha(n)na / sij(n)ner huesvrouwe(n) ene(n) breeff spreke(n)de va(n) een halff mudde / rogge(n) gecoft wt Ene(n) Huese spiker en(de) weer gheleghe(n) to Almelo / tusche(n) Johans huse to wijrike selig(er) gedachte(n) en(de) tusche(n) huse Egbert / lucke(n) huse selig(er) gedachte(n) mijt ene(n) wijlle brieff va(n) 50 Euert hilbijnck / en(de) ffe(n)ne(n) sijner huesvrouwe(n) mij an gecome(n) is Nae wtwijsinge / 253 Twee keer "muller".

254 "Letare Hieruzalem" is volgens regest bedoeld.

Page 249: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

Der twijer brieue Dair va(n) spreke(n)de Alsoe dat Jck wijlhelmus / p(re)ster voirs(creuen) noch mijne ha(n)tgetruwe(n) voirs(creuen) neenreha(n)de recht noch / ansprake Dair meer an beheelden Alsoe Dat Joha(n) moirbeke en(de) / Joha(n) sijn huesvrouwe en(de) oir twijer erffge(namen) mogen mane(n) en(de) ghe/bruke(n) Dit halue mudde rogge(n) gheliker wijs ick to Desen Daghe / toe gedaen hebbe beholtlick Dat men Dat lozen mach vp alle / su(n)te 5 peter ad Cathedra(m) myt sees gold(en) rijnsguld(en) ofte mijt / ander gud(en) gelike(n) paijme(n)t Dair ghuet voir sij Des to tuge / Der wairheit so heb ick wijlhelm(us) va(n) mu(n)ster p(re)ster mij(n) seghel / an Desen brieff gheha(n)ge(n) voir mij en(de) mij(n) ha(n)tgetruwe ghe/gheue(n) Jnd(en) Jair ons(es) h(er)en Duse(n)t veer hu(n)dert Achten(de) tneghe(n)/tich vp su(n)te bonifacius Aue(n)t 10 1499a Almelo 1499-02-22 15 REGEST Gherd Wyferdynck, Johan Kremer, Ghert ten Ruuenhoue en Mense Bulkes, kerkmeesters te Almelo, verklaren verkocht en geleverd te hebben aan heer Euert Muller, vicaris te Almelo, een jaarlijkse rente van twee mud gerst uit de Ruvencamp of Vogelscamp, gelegen bij de "Wer", en uit Beggersland op de Esch te Almelo, waarvan zij de koopsom hebben gebruikt 20 voor de "tymmeringe" van het koor van de kerk te Almelo. Bij gebrek aan eigen zegel verzoeken ze heer Ludeke van Yttersem, pastoor te Almelo, voor hen te zegelen. TRANSCRIPTIE Wij Gherd Wyferdy(n)ck Joha(n) kremer Ghert ten růuenhouve / en(de) me(n)se bulkes Jn 25 der tijt kercmeysters der kerken to Almelo / betůgen Jn desen ap(en)en breue vor ons en(de) vor onse nakomely(n)ge / Dat wy hebbe(n) verkoft erflike en(de) ewelike h(er)en Euert muller / vicarius to Almelo en(de) hold(er) sbrefs met syne(n) willen twe mudde / guder pacht gersten erff re(n)the Dat ene gaet wt des růven/[ca]mp of vogels ca(m)p ghelegen by der wer en(de) dat ander mudde / gaet [w]t Des beggers lande ghelegen op den esch to 30 Almelo / En(de) hort Jnt suster hues to Almelo O(m)me ene su(m)me gheldes als / twyntich golt gul(den) de ons wal betalt synt Die wy verty(m)mert / hebt an dat koer to Almelo waer o(m)me heb wy vertegen va(n) / Den twen mudde gherste(n) iaerlixs re(n)the vors(creuen) en(de) synt der wtghe/gaen als recht was also Dat wy noch onse nakomeli(n)ge kerchr255/meisters vors(creuen) en beholden ghenreha(n)de recht an den twen mudde / 35 gersten iaerlixs re(n)the vors(creuen) en(de) loue(n) hem vor ons en(de) vor onse na/komelinge der re(n)the vors(creuen) rechte warscap to done to alle(n) tijde(n) wan / hen des noet is vor al de ghene die des to rechte kome(n) wylt Sond(er) / argelijst Jn orko(n)de der waerh(ei)t wa(n)t wy kercmeisters vors(creuen) selue(n) / gheen en hebben so heb wy ghebeden h(er)en ludeke(n) va(n) yttersem / kercheer to almelo desen brefs256 ouer ons 40 en(de) onse nacomelinge / to besegelen Dat jc heer ludeke(n) gherne ghedaen heb en(de) heb m[yn] / segel jn een tuech der waerheit an desen brefs257 gheha(n)gen Jn / den iaer ons h(er)en Mo CCCCo en(de) neghen ende tneghentich op sanct[e] / peters an258 Cathedram 45 1499b Almelo 1499-09-17

255 Zonder zichtbaar afkortingsteken.

256 Schrijffout?; Vorm - bijv. naar analogie van "sbrefs" - in regel 5 in deze oorkonde?

257 Opnieuw duidelijk "s" in de auslaut.

258 Normaal is "ad".

Page 250: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

REGEST Eeuerhardus Muller, vicaris te Almelo, Gheert Wijferdinck, Mense Bolcks en Gheert ten Ruenhoeue, raadslieden der kerk te Almeloe, verkopen met consent van de pastoor, namelijk heer Lutke van IJttersem, aan Zwene Yeghers en de gemene zusters van het convent van Almeloe voor negen en dertig en halve gouden gulden anderhalve molt, of tien 5 en halve schepel rogge per jaar, waarvan een molt gaat uit de Vogelsanck of Pesie, in de heerschap Almeloe, en anderhalve uit Holscher en Costede te Senderen, kerspel Borne. Voorts verlaren zij van het convent ontvangen te hebben achttien gouden guldens tot lossing van zes schepel gerst per jaar, welk geld aan de kerk vertimmerd is. 10 TRANSCRIPTIE Wy Eeuerhard(us) muller vicarius toe Almelo Gheert wijferdinck Mense bolcks En(de) Gheert / ten ruenhoeue raetluden der kerken toe Almeloe bekenne(n) en(de) betughen myt dessen besegelden brieue / voer ons en(de) voer onse nacoemelinghe raetlude Dat wij by raet en(de) consent ons Pastoers H(er) lutken van / ijttersem hebben vercoft zwene yeghers 15 en(de) Den ghemeyne(n) susteren des Co(n)uents van Almeloe anderhalf / mold rogghen iaerliker renten namentlijck eelfthalve scepel rogge(n) van Dwellike anderhalf mold / een mold gaet wt den vogelsanck of pesie gheleghen Jnder heerscap van Almeloe Daer een goet brief / van is Ende is voert gheleecht op holscher ende Costede gheleghen tsenderen Jnd(en) kerspel van borne / Dat ander half mold gaet oeck wt holscher tsenderen ende oeck 20 ene(n) goeden brief af is mer Jnd(en) brief / woert meer gheruert als van noch een half mold roge(n) gaende wt Odinck tsenderen alss[o]e Dat / wij Den brief nyet afstaen en willen mer altijt oft Co(n)uent vors(creuen) Den brief behoefden tot oren besten / altijt sal wesen Oeck soe bekenne(n) wij kerckmeisters en(de) Raetluden vors(creuen) dat wij oeck ontfanghen / hebben vand(en) Co(n)uent vors(creuen) achtijn gold(en) guld(en) daer sie mede van ons 25 gheloeset hebben myt Co(n)sent / ons Pastoers vors(creuen) sees scepel gersten iaerliker rente(n) Die die kerke vors(creuen) hadde wt oren Eeruen ende / goede wellicke su(m)me van gelden wij Raetluden vors(creuen) verty(m)mert hebben aen onser kerken En(de) want / wij Die su(m)me geldes als vand(en) rogghe als namentlijck negendertich en(de) ene(n) haluen gold(en) gulden / en(de) oeck vand(en) g(er)ste ontfanghen hebben soe hebben wij 30 verteghen alles rechtes en(de) alle brieue(n) ende / toesegghen als wij aldus langhe ghehat hebben opt Co(n)uents eerue(n) en(de) goet vors(creuen) Alsoe Dat wij / gheenrehande recht noch aensprake an beholden ant co(n)uent als vand(en) anderhalf mold roge(n) en(de) sees / scepel gersten iaerliker rente(n) nu noch tot gheenre tijt Sonder arghelijst Jn oerkonde der waerheit / want wij Raetluden der kerken vors(creuen) selue gheen segel en hebben 35 Soe hebben wij ghebeden heer / lutken onsen Pastoer Dessen brief voer ons ouer die kerke tbesegeln Dwellick Jc h(er) lutken kerch(er) / vors(creuen) want my beyde desse Cope vors(creuen) kundich sijn om bede wil der kercmeisters vors(creuen) gerne ghedaen259 / [hebbe Jnt Jaer ons heren Dusent vijrhondert en(de) neghe(n) entneghentich op Sunt Lambert dach bijscop] 40 1500 Ootmarsum 1500-11-29 45 REGEST Ghoesen van Randen, vicaris van het St. Johansaltaar en Johan Egberssen, met de toestemming van burgemeesteren, schepenen en raad van Oetmerssem, zijn een ruiling aangegaan, waarbij de vicarie krijgt een aan Johan Egbers behorend stukje land, gelegen in de vicariekamp en Johan Egberssen een aan de vicarie behorend stukje land, gelegen in 50 zijn kamp op de Zelkamppe. 259 De rest der oorkonde is onder de plica verborgen, maar - tegen het licht gehouden - kan

men de tekst meestal duidelijk lezen.

Page 251: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

TRANSCRIPTIE Wy Boirgrmeyster Scepp(en)en en(de) Raed der Stad Oetmerssem kenne(n) betueghe(n)de Auermydd(s) dessen / App(en)en bezeghelden brieue woe dat Heer Ghoesen van Ra(n)den viccar(iu)s tot Oetmerssem su(n)te Joha(n)s Altai(r)s Ende / Joha(n) Egberss(en) hebbe(n) 5 gheholden eyne buete by onssen (con)cente Als van en Delken land(es) ghelegen inder / viccaryen kan260ppe toe ho(r)ende Joha(n) egberss(en) voirs(creuen) en(de) en Delken land(es) ghelege(n) jn Joha(n) egbers kanppe / opp den zelka(m)ppe toe ho(r)ende Der vicca(r)yen su(n)te Joha(n)s voirs(creuen) Alzoe Dat elck sal beholde(n) Dat land in syne(n) / ka(m)ppe toe Eweghe(n) tyden En(de) des sal de vicca(r)ie voirs(creuen) beholden wt 10 Joha(n) egbers ka(m)ppe Jaerlixs eyn / erflick sceppel rogg(en) tot eweghe(n) tyden En(de) dat toe betale(n) alle yaer onveryaert in Ha(n)den de en vicca(r)i(us) / Js der vicca(r)ien voirs(creuen) opp tyd en(de) in alle(n) man(er)en Alsme(n) erffre(n)the plecht toe betale(n) so(n)der al arghelist / En(de) des thoe tueghe der wairheyt alre pu(n)tten voirs(creuen) En by onssen (con)cce(n)te dit ald(us) ghesche(n) Js En(de) / o(m)me bede wille(n) van beyden 15 tzyden h[ebbe wy] Boirgrmeystr en(de) scepp(en)en voirs(creuen) onss(er) Stad zeg(e)l benede(n) / An dessen brieff gheha(n)ghe(n) Ghege(uen) int Jaer onss(es) he(r)en gad(es) dome(n) screff duse(n)t en(de) vieffho(n)dert / op su(n)te Andres aue(n)t des hilg(en) apposstels 20 25 30 35 40 45 50

260 "kamppe" zal bedoeld zijn.

Page 252: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

CONCORDANS  VAN  OORKONDEN  5 1336a Oldenzaal 1336-01-20 G.A. Oldenzaal, De oude Archieven, Inv. Nr 325. Regest Nr 3 (Formsma); Regest OBO, Deel V, Nr 1090; Druk: T. voor Nederl. Taal- en Letterkunde, XXIV (Leiden 1905), blz. 245, no. 1 (H. Kern). 10 1336b Almelo 1336-04-25 G.A. Oldenzaal (De Archivalia van de Oldenzaalsche Oudheidkamer, Regest Nr 1, Inv. Nr 276); Regest OBO, deel V, Nr 1103. 15 1337a Enschede 1337-02-19 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, Regest nr 3, Inv. Nr 3); Zie Inventare Westfalen I, p. 710 , Nr 172; Regest OBO, Deel V, Nr 1121. 20 1337b Enschede 1337-02-19 261 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, Regest Nr 4, Inv. Nr 4); zie Inventare Westfalen I, p. 710, Nr 171; Regest OBO, Deel V, Nr 1122. 25 1341 Enschede 1341-05-25 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, Regest Nr 5, Inv. Nr 5); zie: Inventare Westfalen I, p. 713, Nr 180; Regest OBO, Deel V, Nr 1216; Druk: J. Niesert, Münstersche Urkundensammlung, Bd. V, 349. 30 1348 Oldenzaal 1348-01-21 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 33, Inv. Nr 2389); Regest OBO, Deel VI, Nr 1418. 1349 35 Oldenzaal 1349-09-24 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 1, Inv. Nr 45); Regest OBO Deel VI, Nr 1494. 1350a Enschede 1350-04-25 Hs. Archiv Burgsteinfurt, H 125; Regest, Inventare Westfalen, 40 I, p. 228 (716*), Nr 193 (L. Schmitz-Kallenberg und K. Döhmann); Regest OBO, Deel VI, Nr 1513. 1350b Ootmarsum 1350-09-06 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 321); 45 Register Hattink, Nr 7; Regest OBO, Nr 1525. 1351a Ootmarsum 1351-01-24 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 322; Register Hattink Nr 8; Regest OO, Nr 4. 50 261 In een regest wordt als datum genoemd: 1337-02-26.

Page 253: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-253-

1351b Oldenzaal 1351-04-22 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 4, Inv. Nr 316; Regest OO, Nr 10; Druk: TNT 24 (1905), p. 246. 1358 5 Almelo 1358-03-12 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, Regest Nr 6, Inv. Nr 6); zie: Inventare Westfalen I, p. 721, Nr 214; Regest OO, Nr 137. 1359a Oldenzaal 1359-02-03 Burgsteinfurt (Archiv Frenswegen, III, Nr 114); Regest, INA I, 10 IV, Nr 9, p. 282 ( = 770*). Sign.: X Rep. I. 114; Regest OO, Nr 155. 1359b Ootmarsum 1359-12-27 R.A. Utrecht (B.A. Nr 408); Regest OO, Nr 178. 15 1360a Oldenzaal 1360-05-01 Hs. Archiv Welbergen i.W., Inv. Nr 5; Regest, Inventare Westfalen, I p. 362 (850*) Nr 5; (H.Bremer: Haus Welbergen (Gronau z.j.), p. 29, Nr 5); Regest OO, Nr 190. 20 1360b Almelo 1360-05-13 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 47, Inv. Nr 3447); Regest OO, Nr 191. 1360c 25 Oldenzaal 1360-12-12 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 48, Inv. Nr 2389); Regest OO, Nr 197. 1363 Almelo 1363-09-09 R.A. Overijssel (Archief Kasteel Rechteren, Regest Nr 28, Inv. Nr 30 248); Regest OO, Nr 269. 1364 Ootmarsum 1364-02-13 Hs. Arch. Loburg i.W. (Archiv Werries, Regest: Inventare Westfalen, II, p. 104 (192*), Nr 13; Regest OO, Nr 276. 35 1365a Ootmarsum 1365-07-27 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 11, Inv. Nr 42); Regest OO, Nr 309. 40 1365b Oldenzaal 1365-07-29 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 5, Inv. Nr 331); Regest OO, Nr 311; Druk: TNT 24 (1905), p. 246 en 247. 1366a 45 Ootmarsum 1366-03-23 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 12, Inv. Nr 40); Regest OO, Nr 330. 1366b Ootmarsum 1366-06-29 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 323); 50 Register Hattink, Nr 9; Regest OO, Nr 336.

Page 254: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-254-

1366c Almelo 1366-08-13 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 59, Inv. Nr 1580); Regest OO, Nr 4698. 1367 5 Ootmarsum 1367-10-14 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 324); Register Hattink Nr 11; Regest OO, Nr 357. 1368a Enschede 1368-03-07 Staatsarchiv N.R.W. in Münster i.W. (Inv. Haus Ermelinghof, A 10 442, C, p. 13, 2 e). 1368b Almelo 1368-10-23 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 64, Inv. Nr 1590); Regest OO, Nr 4704. 15 1369a Twenthe 1369-07-13 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 67, Inv. Nr 1636). 20 1369b Almelo 1369-12-01 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 68, Inv. Nr 19); Regest OO, Nr 4707. 1370 25 Oldenzaal 1370-06-15 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 69, Inv. Nr 2389); Regest OO, Nr 4710. 1371 Almelo 1371-04-29 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 71, Inv. Nr 28); Regest 30 OO, Nr 4712. 1372a Almelo 1372-06-15 R. A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 72, Inv. Nr 2312). 35 1372b Almelo 1372-09-17 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 73, Inv. Nr 2312). 1374a Almelo 1374-04-16 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 75, Inv. Nr 20). 40 1374b Almelo 1374-04-22 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 4, Inv. Nr 43); Regest OO, Nr 564. 45 1374c Ootmarsum 1374-08-30 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 373); Register Hattink, Nr 12; Regest OO, Nr 573. 1375a 50 Almelo 1375-03-11 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 5, Inv. Nr 43); Re-gest OO, Nr 592.

Page 255: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-255-

1375b Oldenzaal 1375-07-21 Hs. Archiv Egelborg i.W. Regest, Inventare Westfalen, I, p. 14 (14*) Nr 14; Regest OO, Nr 609. 5 1376a Almelo 1376-02-25 262 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 81, Inv. Nr 1839). 1376b Almelo 1376-02-26 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 82, Inv. Nr 1839). 10 Regest OO, Nr 4720). 1376c Almelo 1376-07-03 R.A. Overijssel (Coll. Varia, Regest Nr 3, Inv. Nr in RAO ontbreekt); Regest OO, Nr 638. 15 1376d Almelo 1376-07-03 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 6, Inv. Nr 36); Regest OO, Nr 639. 20 1376e Oldenzaal 1376-11-07 Hs. Archiv Darfeld i.W. (Haus Asbeck); Classis I , Locus 3, Paket J., Nr 1; vgl.: INA I, 3 p. 305*; zie: Inventare Westfalen I, p. 89 (305*), Nr 41; Regest OO, Nr 657. 25 1376f Almelo 1376-11-09 Hs. Archiv Darfeld i.W. (Archiv Asbeck) Cl. I, Loc. 3, Paket K, 3; Regest, INA I, H. III (1904), p. 89, Inventare Westfalen I, p. 89 (305*) Nr 42; Regest OO, Nr 658. 30 1378 Almelo 1378-10-23 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 91, Inv. Nr 21); Regest OO, Nr 4731. 1380a 35 Oldenzaal 1380-08-24 Hs. Archiv Burgsteinfurt (Archiv Frenswegen) Sign. K III 140 N; Regest zie: INA I, p. 282 (770*) Nr 13; Regest OO, Nr 780. 1380b Almelo 1380-09-06 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 96, Inv. Nr 1839); 40 Regest OO, Nr 4737. 1380c Ootmarsum 1380-11-10 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 18, Inv. Nr 42); Regest OO, Nr 784. 45 1381a Ootmarsum 1381-01-20 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 19, Inv. Nr 44); Regest OO, Nr 793. 262 Het jaar 1376 is een schrikkeljaar. Daarom luidt de datum 25 januari in plaats van 24

januari zoals het regest in het RAO abusievelijk vermeldt.

Page 256: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-256-

1381b Almelo 1381-09-21 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 99, Inv. Nr 22); Regest OO, Nr 4739. 5 1383a Oldenzaal 1383-06-06 Hs. Archiv Egelborg i.W. Zie: Inventare Westfalen, I, p. 19 (19*), Nr 24; Regest OO, Nr 873. 1383b 10 Almelo 1383-07-12 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 105, Inv. Nr 1839); Regest OO, Nr 4744. 1383c Oldenzaal 1383-10-05 Staatsarchiv NRW Münster i.W. (Archiv Kloster Bentlage, Or. 15 Nr 7); zie: INA I, IV Kreis Steinfurt, p. 861*, p. 373, Nr 12; Paket 18 a, betr.: Vicaria nostra Rheinensis; Regest OO, Nr 883. 1384a Almelo 1384-06-22 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 106, Inv. Nr 1636). 20 1384b Oldenzaal 1384-06-29 Hs. Archiv Welbergen, Inv. Nr 8; zie: INA I, IV, S. 850*, Nr 7; Repert. Nr 7; Regest OO, Nr 910. 25 1385 Oldenzaal 1385-04-01 263 Hs. Archiv Burgsteinfurt REP. B, Nr 420; zie: Inventare Westfalen, I p. 97 (585*), Nr 36. 1386a 30 Oldenzaal 1386-05-04 Hs. Archiv Schloß Darfeld (Archiv Asbeck) Sign. Cl. V, Locus-.7, Nr 2 / F "177"; zie: INA I, p. 310* (= p. 94) Nr 71; Regest OO, Nr 985. 1386b Oldenzaal 1386-06-24 Hs. Archiv Schloß Darfeld (Archiv Asbeck) Sign.: Cl. IV, L. 5, 35 Nr 15; zie: INA I, p. 310* (= p. 94), Nr 73; Regest OO, Nr 992. 1386c Oldenzaal 1386-07-02 Hs. Archiv Schloß Darfeld (Archiv Asbeck) I, 7 A, 46; Sign.: Cl. I, L 5. P.B, Nr 28; INA I, p. 310* (= p. 94) Nr 74; Regest OO, Nr 995. 40 1387 Oldenzaal264 1387-06-20 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 112, Inv. Nr 38). 45 1388a Ootmarsum 1388-02-27 Hs. Archiv Burgsteinfurt (Archiv Frenswegen) Sign. K, III 54e; Regest Inventare Westfalen, I p. 283 (771*), Nr 18; Regest OO, Nr 1060.

263 De datum is erg slecht leesbaar.

264 Zie ook Regesten OO, Nrs 1025 en 1126.

Page 257: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-257-

1388b Ootmarsum 1388-02-27 Hs. Archiv Burgsteinfurt (Archiv Frenswegen) Sign. K, III, 54 f; Regest: Inventare Westfalen, I p. 284 (772*), Nr 19; Regest OO, Nr 1061. 1388c 5 Almelo265 1388-05-01 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 115, Inv. Nr 2387). 1388d Almelo 1388-10-28 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 21, Inv. Nr 83); Regest OO, Nr 1083. 10 1390a Ootmarsum 1390-02-22 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 7, Inv. Nr 345); Regest OO, Nr 1120; Druk: TNT 24 (1905). 15 1390b Oldenzaal 1390-05-23 Hs. Archiv Anholt i. W. (Archiv Vreden) Regest Inventare Westfalen, Beibnd I, p. 193 (193*), Nr 645; Regest OO, Nr 1131. 1391a 20 Almelo 1391-02-02 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 119, Inv. Nr 24). 1391b Oldenzaal 1391-02-05 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 8, Inv. Nr 315). Druk: TNT 24 (1905). 25 1392a Oldenzaal 1392-04-21 Staatsarchiv N.R.W. in Münster i.W. (Kloster Bentlage, Or. Nr 8, Paket 18a); INA I, IV, Krs. Steinfurt, p. 861* (p. 373, Nr 12). 30 1392b Enschede 1392-05-22 Hs. Archiv Darfeld (Archiv Asbeck) Inventare Westfalens, I, p. 96 (p. 312*), Nr 84; Regest OO, Nr 1207. 1393a 35 Oldenzaal 1393-02-21 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 127, Inv. Nr ofwel 38 (officieel) ofwel 1839 (praktisch). 1393b Ootmarsum 1393-04-01 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief 0otmarsum, Regest Nr 182); 40 Register Hattink, Nr 15; Regest OO, Nr 1232. 1393c Oldenzaal 1393-10-22 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, Regest Nr 7, Inv. Nr 6); N.B. Inv. Nr 6! Regest OO, Nr 1243; Druk: Niesert, Beiträge, V, blz. 45 357, Nr 18, naar een afschrift (ca 1530) in een cartularium, fol. 56, in het Hs. Archiv Burgsteinfurt. 1394a Almelo 1394-01-06 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 130, Inv. Nr 20). 50

265 Zie Regesten OO, nrs 1511 en 4194.

Page 258: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-258-

1394b Almelo 1394-04-04 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 23, Inv. Nr 187); Regest OO, Nr 1287; Druk: Hattink, Stadregt Almelo, p. 1. 5 1394c Oldenzaal 1394-04-20 Staatsarchiv NRW, Münster i.W. (Kloster Bentlage, Urk. Nr 9); Regest, INA I, p. 861* (373), Nr 15; Sign.: Paket Nr 18a, betr. Vicaria, etc.; Regest266 OO, Nr 1534. 10 1394d Almelo 1394-11-13 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 11, Inv. Nr 62); Regest OO, Nr 1323. 1395a 15 Ootmarsum 1395-07-24 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief 0otmarsum, Regest Nr 374); Register Hattink, Nr 17; Regest OO, Nr 1359. 1395b Almelo 1395-08-28 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 136, Inv. Nr 27); 20 Regest OO, Nr 1362; Druk: Blok, Oorkondenboek, II, Nr 904. 1395c Oldenzaal 1395-09-29 R.A. Overijssel (Archief Kasteel Rechteren, Regest Nr 72, Inv. Nr 1305); Regest OO, Nr 1364. 25 1395d Enschede 1395-11-11 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, Regest Nr 8, Inv. Nr 7; N.B.: Inv. Nr 7); zie: INA, I, 4 of p. 244 (732*), Nr 276; Regest OO, Nr 1369. 30 1396 Almelo 1396-05-04 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 140, Inv. Nr 20). 1398a 35 Ootmarsum 1398-05-07 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 453); Register Hattink, Nr 20; Regest OO, Nr 1481. 1398b Ootmarsum 1398-05-16 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 259); 40 Register Hattink, Nr 21; Regest OO, Nr 1482. 1398c Ootmarsum 1398-06-17 Hs. Archiv Burgsteinfurt (Archiv Frenswegen) Sign. K, III, 52a; 266 In de Overijsselse Oorkonden van Ter Kuile, deel I,2 (in typo-script aanwezig o.a. in de

leeszaal van het Van Deinse Instituut in Enschede, voorts (o.a.?) ook in het Rijksarchief

Overijssel in Zwolle en in Deventer in het Gemeente Archief) wordt deze oorkonde op 31 maart 1399

gedateerd. In het Nordrhein-Westfälisches Staatsarchiv in Münster i.W. staat vermeld: Urkunde vom

1394 April 20. De foto is op de beslissende plek weliswaar moeilijk leesbaar, maar sluit de

mogelijkheid van 1399 onzes inziens beslist uit.

Page 259: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-259-

zie: Inventare Westfalen, I, p. 289 (727*) Nr 44; Regest OO, Nr 1490. 1398d Enschede 1398-06-24 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, Regest Nr 9, Inv. Nr 8); zie: INA I, p. 732* (244) Nr 277; Regest OO, Nr 1491. 5 1398e Ootmarsum 1398-09-20 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 454); Register Hattink, Nr 22; Regest OO, Nr 1508. 10 1398f Almelo 1398-09-20 R.A. Overijssel (Archief Bevervoorde, Regest Nr 6, Inv. Nr 328). 1398g 15 Ootmarsum 1398-10-09 Hs. Archiv Loburg i.W. (Archiv Werries) zie: Inventare Westfalen, II, p. 108 (196*), Nr 36; Regest OO, Nr 1513. 1398h Oldenzaal 1398-11-11 Hs. Archiv Darfeld i.W. (Archiv Brandlecht, Inv. Nr I, D, 8); Re-20 gest, Inventare Westfalen, I, p. 103 (319*), Nr 20; Regest OO, Nr 1514. 1399a Enschede 1399-01-05 Hs. Archiv Burgsteinfurt (Sign.: REP. B, Nr 465) Regest: Inventare Westfalen, I p. 99 (587*), Nr 58; Regest OO, Nr 1520. 25 1399b Ootmarsum 1399-02-18 Hs. Archiv Burgsteinfurt (Archiv Frenswegen) Sign.: K, III, 4b; zie: Inventare Westfalen, I p. 290, (778*) Nr 47; Regest OO, Nr 1527. 30 1399c Ootmarsum 1399-05-13 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 375); Register Hattink, Nr 23; Regest OO, Nr 1540. 1399d 35 Ootmarsum 1399-11-17 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 325); Register Hattink, Nr 25; Regest OO, Nr 1560. 1400a Enschede 1400-02-03 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, 40 Regest Nr 10, Inv. Nr 8); zie: Inventare Westfalen I, p. 733, Nr 280; Regest OO, Nr 1593. 1400b Almelo 1400-02-29 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 30, Inv. Nr 62); Regest OO, Nr 1597. 45 1400c Ootmarsum 1400-08-23 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 326); Register Hattink, Nr 26; Regest OO, Nr 1620. 50 1400d Ootmarsum 1400-08-25 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 327);

Page 260: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-260-

Register Hattink, Nr 27; Regest OO, Nr 1621. 1400e Ootmarsum 1400-08-29 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 376); Register Hattink, Nr 28; Regest OO, Nr 1622. 5 1401a Ootmarsum 1401-02-06 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 329); Register Hattink, Nr 31; Regest OO, Nr 1642. 10 1401b Oldenzaal 1401-08-03 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 9, Inv. Nr 306); Regest OO, Nr 1665; Druk: TNT 24 (1905), p. 250. 1401c 15 Oldenzaal 1401-08-06 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 10, Inv. Nr 307); Regest OO, Nr 1666; Druk TNT 24 (1905), p. 250 en 251. 1402a Ootmarsum 1402-05-02 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 540); 20 Register Hattink, Nr 32; Regest OO, Nr 1700. 1402b Oldenzaal 1402-08-05 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 32, Inv. Nr 161); Regest OO, Nr 1714. 25 1402c Oldenzaal 1402-08-10 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 33, Inv. Nr 164); Regest OO, Nr 1715. 30 1403a Ootmarsum 1403-03-26 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 330); Register Hattink, Nr 34; Regest OO, Nr 1738. 1403b 35 Oldenzaal 1403-06-19 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 13, Inv. Nr 316); Regest OO, Nr 1751; Druk: TNT 24 (1905), p. 251. 1404a Almelo 1404-04-04 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 155, Inv. Nr 3448); 40 Regest OO, Nr 1777; Druk: R.E. Hattink, Stadregt van Almelo (Zwolle 1900), p. 2, Nr II. 1404b Oldenzaal 1404-09-17 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 157, Inv. Nr 1636). 45 1405a Oldenzaal 1405-03-20 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 455); Register Hattink, Nr 36; Regest OO, Nr 1815. 1405b 50 Oldenzaal 1405-04-04 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 14, Inv. Nr 299); Regest OO, Nr 1817.

Page 261: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-261-

1407 Enschede 1407-09-29 R.A. Overijssel (Archief van de Commanderij van Steinfurt, Regest Nr 11, Inv. Nr 8); Regest267 OO, Nr 1923. 1408a 5 Oldenzaal 1408-05-23 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 453); Register Hattink, Nr 40; Regest OO, Nr 1962. 1408b Ootmarsum 1408-06-02 G.A. Oldenzaal (De Archivalia van de Oldenzaalse 10 Oudheidkamer, Regest Nr 6, Inv. Nr 290). 1408c Enschede 1408-09-18 Hs. Archiv Welbergen i.W.; Regest: H. Bremer, Haus Welbergen, p. 30, Nr 14; Druk: Ter Kuile, Inleiding, p. 165, Nr 16. 15 1408d Ootmarsum 1408-09-29 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 378); Register Hattink, Nr 42; Regest OO, Nr 1988. 20 1409a Oldenzaal 1409-03-17 R.A. Overijssel (Archief Bevervoorden, Regest Nr 8, Inv. Nr 343). 1409b 25 Oldenzaal 1409-11-13 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 15, Inv. Nr 126); Regest OO, Nr 2033. 1409c Ootmarsum 1409-12-17 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 455); 30 Register Hattink, Nr 44; Regest OO, Nr 2036. 1410a Ootmarsum 1410-02-14 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 454); Register Hattink, Nr 48; Regest OO, Nr 2046. 35 1410b Oldenzaal 1410-03-18 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 53, Inv. Nr 144); Regest OO, Nr 4778. 40 1410c Ootmarsum 1410-07-08 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 541); Register Hattink, Nr 47; Regest OO, Nr 2070. 1411a 45 Ootmarsum 1411-03-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 54, Inv. Nr 70); Regest OO, Nr 2093. 1411b Almelo 1411-04-22 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 54, Inv. Nr 70); 50

267 In de OO (Nr 1923) wordt abusievelijk als datum genoemd: 1407 september 9.

Page 262: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-262-

Regest OO, Nr 2099. 1412a Ootmarsum 1412-06-23 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 56, Inv. Nr 127); Regest OO, Nr 2144. 5 1412b Twenthe 1412-11-14 R.A. Overijssel (Archief van Bevervoorden, Regest Nr 9, Inv. Nr 343). 10 1413 Ootmarsum 1413-05-02 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 456); Register Hattink, Nr 50; Regest OO, Nr 2182. 1414a 15 Almelo 1414-02-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 62, Inv. Nr 170); Regest OO, Nr 2219. 1414b Twenthe [14]14-07-13 De Archivalia van de Oldenzaalsche Oudheidkamer (1e 20 aanvulling, Regest Nr 7a, Inv. Nr 279a). 1415a Ootmarsum 1415-09-28 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen), Regest Nr 67, Inv. Nr 43; Regest OO, Nr 2291. 25 1415b Almelo 1415-10-03 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen) Regest Nr 68, Inv. Nr 43; Regest OO, Nr 2293. 30 1416a Oldenzaal 1416-02-24 268 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 202, Inv. Nr 1602). 1416b 35 Ootmarsum 1416-06-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 73, Inv. Nr 45); Regest OO, Nr 2326. 1416c Oldenzaal 1416-08-03 269 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 77, Inv. 40 Nr 45); Regest OO, Nr 2335. 1417a Almelo 1417-03-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 79, Inv. Nr Nr 43); Regest OO, Nr 2368. 45

268 Het regest in het Huisarchief Almelo vermeldt de datum 1416-02-23. Maar het jaar 1416 is een

schrikkeljaar. Daarom luidt de gecorrigeerde datum: 1416-02-24.

269 Vidimus. Alleen het "Oldenzaalse" deel van de tekst wordt bij het variabelenlinguistisch

onderzoek als deel van het corpus beschouwd.

Page 263: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-263-

1417b Oldenzaal 1417-07-24 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 17, Inv. Nr 334); Regest OO, Nr 2387; Druk: TNT 24 (1905), p. 251 en 252. 1418 5 Almelo 1418-00-00 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 210, Inv. Nr 1636). 1419a Almelo 1419-07-23 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 215, Inv. Nr 1636). 10 1419b Enschede 1419-08-28 Archieven van de Oudheidkamer "Twente" (Enschede), Nr GE - E - 38, EG-Esm-Lipper 1419-08-28); geen regest gepubliceerd. 1420a 15 Twenthe 1420-02-24 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 84, Inv. Nr 163); Regest OO, Nr 2537; Druk: VMORG, LXII (1947), p. 108. 1420b Oldenzaal 1420-03-04 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 85, Inv. 20 Nr 164); Regest OO, Nr 2539. 1421a Oldenzaal 1421-02-12 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 96, Inv. Nr 164); Regest OO, Nr 2615. 25 1421b Ootmarsum 1421-02-14 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 457); Register Hattink, Nr 52. 30 1422 Ootmarsum 1422-12-31 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 102, Inv. Nr 46); Regest OO, Nr 2739. 1423a 35 Almelo 1423-05-29 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 229, Inv. Nr 1629). 1423b Almelo 1423-08-18 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 231, Inv. Nr 36). 40 1423c Almelo 1423-08-18 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 231, Inv. Nr 36). 1424a Ootmarsum 1424-11-18 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 105, Inv. 45 Nr 131); Regest OO, Nr 2867. 1424b Ootmarsum 1424-11-27 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 106, Inv. Nr 43); Regest OO, Nr 2869. 50 1425a

Page 264: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-264-

Ootmarsum 1425-06-05 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 458); Register Hattink, Nr 54; Regest OO, Nr 2903. 1425b Ootmarsum 1425-09-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 110, Inv. 5 Nr 133); Regest OO, Nr2918. 1426 Twenthe 1426-09-04 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 24, Inv. Nr 3-35); Regest OO, Nr 2969. 10 1427 Ootmarsum 1427-05-12 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 332); Register Hattink, Nr 56; Regest OO, Nr 3003. 15 1428 Twenthe 1428-10-20 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 26, Inv. Nr 333); Regest OO, Nr 3063. 1429a 20 Oldenzaal 1429-01-22 270 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 459); Register Hattink, Nr 58. 1429b Twenthe 1429-02-21 G.A. Oldenzaal (De oude Archieven, Regest Nr 27, Inv. Nr 25 317). 1429c Ootmarsum 1429-07-05 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 459); Register Hattink, Nr 58. 30 1430a Ootmarsum 1430-01-16 271 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 521); Register Hattink, Nr 62; Regest OO, Nr 3130. 35 1430b Oldenzaal 1430-03-17 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 29, Inv. Nr 325); Regest OO, Nr 3148; 1430c 40 Ootmarsum 1430-06-14 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum) Regest Nr 167); Register Hattink, Nr 59; Regest OO, Nr 3166. 1430d Twenthe 1430-08-11 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 30, Inv. Nr 45 347); Regest OO, Nr 3174. 1431a Ootmarsum 1431-01-26 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 462); 270 Hattink noemt als datum: 28 januari 1430.

271 Hattink noemt als datum de 20ste november 1430.

Page 265: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-265-

Register Hattink, Nr 64; Regest OO, Nr 3195. 1431b Ootmarsum 1431-02-03 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 463); Register Hattink, Nr 65: Regest OO, Nr 3196. 5 1431c Oldenzaal 1431-06-30 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 126, Inv. Nr 196); Regest OO, Nr 3216. 10 1432a Oldenzaal 1432-03-22 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 130, Inv. Nr 143); Regest OO, Nr 3252. 1432b 15 Oldenzaal 1432-04-09 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 131, Inv. Nr 143); Regest OO, Nr 3256. 1432c Ootmarsum 1432-11-10 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 333); 20 Register Hattink, Nr 66; Regest OO, Nr 3282. 1433a Ootmarsum 1433-01-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 136, Inv. Nr 78); Regest OO, Nr 3286. 25 1433b Almelo 1433-10-12 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 48, Inv. Nr 9); Regest OO, Nr 3354. 30 1434a Ootmarsum 1434-02-23 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 333); Register Hattink, Nr 68; Regest OO, Nr 3386. 1434b 35 Oldenzaal 1434-04-26 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 278, Inv. Nr 1602). 1434c Oldenzaal 1434-07-28 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 32, Inv. Nr 40 325); Regest OO, Nr 3414. 1435a Ootmarsum 1435-01-19 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 145, Inv. Nr 43); Regest OO, Nr 3449. 45 1435b Ootmarsum 1435-08-18 R.A. Overijssel (Archief Kasteel Rechteren, Regest Nr 152, Inv. Nr 1242); Regest OO, Nr 3497. 50 1436 Oldenzaal 1436-06-21 R.A. Overijssel (Archief van Bevervoorden, Regest Nr 10, Inv.

Page 266: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-266-

Nr 335). 1437a Ootmarsum 1437-02-23 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 464); Register Hattink, Nr 69; Regest OO, Nr 3588. 5 1437b Almelo 1437-05-25 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 157, Inv. Nr 187); Regest OO, Nr 3602. 10 1438a Twenthe 1438-03-12 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 49); Register Hattink, Nr 71; Regest OO, Nr 3658. 1438b 15 Oldenzaal 1438-09-04 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 165, Inv. Nr 37); Regest OO, Nr 3703. 1439a Ootmarsum 1439-03-04 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 169, Inv. 20 Nr 45); Regest OO, Nr 3767. 1439b Oldenzaal 1439-03-12 Hs. Archief Twickel, Inv. Nr 4005 (Delden), Regest (niet gepubliceerd) door Aafke Brunt. 25 1440a Oldenzaal 1440-01-26 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 34; Inv. Nr 325); Regest OO, Nr 3836. 30 1440b Ootmarsum 1440-03-11 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 172, Inv. Nr 175); Regest OO, Nr 3848. 1441a 35 Oldenzaal 1441-04-04 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 35, Inv. Nr 325); Regest OO, Nr 3924; Druk: TNT 25 (1906), p. 155 en 156. 1441b Almelo 1441-07-22 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 184, Inv. Nr 43); 40 Regest OO, Nr 3952. 1442a Almelo 1442-03-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 186, Inv. Nr 43); Regest OO, Nr 3988. 45 1442b Oldenzaal 1442-11-08 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 189, Inv. Nr 163); Regest OO, Nr 4029. 50 1443a Ootmarsum 1443-02-23 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 187);

Page 267: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-267-

Register Hattink, Nr 72. 1443b Oldenzaal 1443-07-31 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 192, Inv. Nr 144); Regest OO, Nr 4094. 5 1443c Oldenzaal 1443-09-28 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 309, Inv. Nr 1601). 10 1444a Almelo 1444-04-23 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 71, Inv. Nr 10); Regest OO, Nr 4145. 1444b 15 Almelo 1444-09-12 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 74, Inv. Nr 48); Regest OO, Nr 4182. 1445a Ootmarsum 1445-10-31 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 217, Inv. 20 Nr 162); Regest OO, Nr 4265. 1445b Oldenzaal 1445-12-28 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 219, Inv. Nr 145); Regest OO, Nr 4276. 25 1446a Almelo 1446-02-22 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 75, Inv. Nr 52); Regest OO, Nr 4288. 30 1446b Ootmarsum 1446-04-04 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 334); Register Hattink Nr 75; Regest OO, Nr 4303. 1447a 35 Ootmarsum 1447-05-04 R.A. Overijssel (Archief klooster Sibculo, Regest Nr 87, Inv. Nr 68); Regest OO, Nr 4374. 1447b Ootmarsum 1447-09-22 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 46); 40 Register Hattink, Nr 76. 1448a Ootmarsum 1448-09-09 272 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 231, Inv. Nr 154); Regest OO, Nr 4478. 45 1448b Oldenzaal 1448-11-09 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 236, Inv. Nr 151); Regest Nr OO, 4489. 50

272 Abusievelijk als 1448-09-10 vermeld in het regest.

Page 268: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-268-

1449a Oldenzaal 1449-01-08 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 238, Inv. Nr 166); Regest OO, Nr 4506. 1449b 5 Oldenzaal 1449-07-08 G.A. Oldenzaal (De oude Archieven, Regest Nr 43, Inv. Nr 370); Regest OO, Nr 4555; Druk: TNT 25 (1906), p. 156 t/m 158. 1450a Oldenzaal 1450-01-22 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 44, Inv. Nr 10 305); Regest OO, Nr 4605. 1450b Oldenzaal 1450-09-28 R.A. Overijssel (Archief Bevervoorden, Regest Nr 11, Inv. Nr 343). 15 1451a Almelo 1451-02-05 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 334, Inv. Nr 1971). 1451b 20 Ootmarsum 1451-03-23 R.A. Overijssel (Archief klooster Sibculo, Regest Nr 97, Inv. Nr 64). 1452a Almelo 1452-04-05 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 345, Inv. Nr 45). 25 1452b Almelo 1452-08-16 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 348, Inv. Nr 2072). 1453a 30 Oldenzaal 1453-01-27 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 276, Inv. Nr 62). 1453b Oldenzaal 1453-02-27 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 47, Inv. Nr 35 371). 1453c Oldenzaal 1453-05-31 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 284, Inv. Nr 176). 40 1454a Ootmarsum 1454-06-19 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 294, Inv. Nr 38). 45 1454b Ootmarsum 1454-12-24 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 186); Register Hattink, Nr 84. 1455a 50 Ootmarsum 1455-07-23 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 299, Inv. Nr 71).

Page 269: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-269-

1455b Almelo 1455-11-13 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 305, Inv. Nr 83). 1456a 5 Almelo 1456-02-05 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 378, Inv. Nr 1636). 1456b Almelo 1456-09-20 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 386, Inv. Nr 1834). 10 1457a Ootmarsum 1457-04-04 R.A. Overijssel (Archief klooster Sibculo, Regest Nr 112 ; Inv. Nr niet aanwezig! 1457b 15 Ootmarsum 1457-09-07 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 323, Inv. Nr 129). 1458a Oldenzaal 1458-05-24 R.A. Overijssel (Archief St. Remigiusklooster te Weerselo; 20 bergingsnummer 1966, i.p.v. gebruikelijk Inv. Nr; regest (zonder nummer) aanwezig). 1458b Enschede 1458-09-22 Archieven van de Oudheidkamer "Twente" (Enschede), Nr G.E.L; 17a, geen regest gepubliceerd. 25 1458c Ootmarsum 1458-10-31 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 542); Register Hattink, Nr 86. 30 1459a Almelo 1459-07-12 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 412, Inv. Nr 62). 1459b Almelo 1459-12-13 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 416, Inv. Nr 1831). 35 1460a Ootmarsum 1460-02-21 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 340, Inv. Nr 133). 40 1460b Twenthe 1460-03-24 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo = St Catharina klooster, Regest Nr 97, Inv. Nr 30). 1461a 45 Almelo 1461-02-01 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 430, Inv. Nr 1831). 1461b Oldenzaal 1461-12-28 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 59, Inv. Nr 340). 50 1462a

Page 270: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-270-

Oldenzaal 1462-01-23 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 305); Register Hattink, Nr 89. 1462b Ootmarsum 1462-03-17 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 467); 5 Register Hattink, Nr 90. 1463a Oldenzaal 1463-02-14 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 60, Inv. Nr 340). 10 1463b Almelo 1463-12-28 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 449, Inv. Nr 2051). 1464a 15 Ootmarsum 1464-03-24 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 468); Register Hattink, Nr 93. 1464b Almelo 1464-04-23 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 453, Inv. Nr 1894). 20 1465a Oldenzaal 1465-01-05 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 104, Inv. Nr 14). 25 1465b Ootmarsum 1465-11-29 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmasum, Regest Nr 379); Register Hattink, Nr 94. 1466a 30 Twenthe 1466-03-12 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 106, Inv. Nr 52). 1466b Almelo 1466-11-12 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 468, Inv. Nr 1636). 35 1467a Ootmarsum 1467-02-23 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 545); Register Hattink, Nr 95. 40 1467b Ootmarsum 1467-12-12 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 377, Inv. Nr 42). 1468a 45 Almelo 1468-03-12 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 475; Inv. Nr 1831). 1468b Oldenzaal 1468-05-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 108, Inv. Nr 62). 50 1469

Page 271: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-271-

Ootmarsum 1469-01-21 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 470); Register Hattink, Nr 97. 1470a Almelo 1470-07-05 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 488, Inv. Nr 1831). 5 1470b Almelo 1470-07-05 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 489, Inv. Nr 1831). 1471a 10 Almelo 1471-05-13 Arch. Oudheidkamer Twente Enschede, Inv. Nr GO-m-Tb-16; geen regest gepubliceerd. 1471b Ootmarsum 1471-05-20 G.A. Oldenzaal (De Archivalia van de Oldenzaalse 15 Oudheidkamer, Regest Nr 15, Inv. Nr 290). 1472 Ootmarsum 1472-09-28 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 471); Register Hattink, Nr 99. 20 1473a Oldenzaal 1473-01-15 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 81, Inv. Nr 342). 25 1473b Oldenzaal 1473-00-00 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 83, Inv. Nr 347). 1474a 30 Ootmarsum 1474-01-24 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 263); Register Hattink, 101. 1474b Almelo 1474-04-15 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 517, Inv. Nr 1424). 35 1475a Almelo 1475-02-21 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 521, Inv. Nr 1938). 1475b 40 Oldenzaal 1475-08-04 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 117, Inv. Nr 48). 1476a Ootmarsum 1476-06-05 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 379); 45 Register Hattink, Nr 102. 1476b Ootmarsum 1476-06-11 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 424, Inv. Nr 68). 50 1477a

Page 272: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-272-

Almelo 1477-05-03 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 546; Inv. Nr 1895). 1477b Ootmarsum 1477-12-20 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 335); Register Hattink, Nr 103. 5 1478 Almelo 1478-04-16 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 451a, Inv. Nr 178). 10 1479a Almelo 1479-03-21 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 136, Inv. Nr 48). 1479b Almelo 1479-04-21 273 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 556, Inv. Nr 2071). 15 1480a Ootmarsum 1480-02-21 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 465, Inv. Nr 167). 20 1480b Twenthe 1480-09-16 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 474, Inv. Nr 134). 1481a 25 Oldenzaal 1481-03-10 R.A. Overijssel (Archief Hervormde Gemeente Losser, Regest Nr 2, Inv. Nr 254). 1481b Ootmarsum 1481-06-05 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 465); 30 Register Hattink, Nr 105. 1482a Almelo 1482-06-04 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 573, Inv. Nr 3451). 35 1482b Ootmarsum 1482-09-23 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 95, Inv. Nr 342). 1483a 40 Ootmarsum 1483-01-15 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 492, Inv. Nr 168). 1483b Oldenzaal 1483-05-05 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 96, Inv. Nr 45 336). 1484a Ootmarsum 1484-02-24 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 100, Inv. Nr 342). 50

273 Zou eventueel ook als 1479-08-18 gedateerd kunnen worden (zie: Grotefend, p. 102).

Page 273: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-273-

1484b Ootmarsum 1484-06-11 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 505, Inv. Nr 160). 5 1485a Ootmarsum 1485-05-30 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 515, Inv. Nr 96). 1485b 10 Oldenzaal 1485-05-31 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 516, Inv. Nr 96). 1486a Almelo 1486-02-21 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 158, Inv. 15 Nr 6). 1486b Oldenzaal 1486-02-25 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 524, Inv. Nr 146). 20 1486c Ootmarsum 1486-03-11 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 472); Register Hattink, Nr 107. 25 1487a Ootmarsum 1487-02-10 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 541, Inv. Nr 128). 1487b 30 Ootmarsum 1487-02-10 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 543, Inv. Nr 74). 1488a Ootmarsum 1488-02-21 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 102, Inv. Nr 35 343). 1488b Oldenzaal 1488-05-17 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 103, Inv. Nr 319). 40 1488c Enschede 1488-06-02 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 104, Inv. Nr 127). 45 1488d Ootmarsum 1488-11-24 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 105, Inv. Nr 343). 1489a 50 Almelo 1489-04-11 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 644, Inv. Nr 2074).

Page 274: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-274-

1489b Ootmarsum 1489-12-23 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 546); Register Hattink, Nr 110. 1490a 5 Almelo 1490-01-03 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 655, Inv. Nr 2337). 1490b Almelo 1490-02-21 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 658, Inv. Nr 1815). 10 1491a Ootmarsum 1491-02-14 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 575, Inv. Nr 28). 1491b 15 Ootmarsum 1491-12-05 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 336); Register Hattink, Nr 111. 1492a Ootmarsum 1492-03-21 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest274 Nr 585, 20 Inv. Nr 48). 1492b Almelo 1492-10-08 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 594, Inv. Nr 178). 25 1493a Oldenzaal 1493-01-22 G.A. Oldenzaal (De Oude Archieven, Regest Nr 107, Inv. Nr 308). 30 1493b Ootmarsum 1493-09-16 R.A. Overijssel (Archief klooster Sibculo, Regest Nr 362, Inv. Nr 70). 1494a 35 Almelo 1494-03-26 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 685, Inv. Nr 3451). 1494b Ootmarsum 1494-04-23 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 610, Inv. Nr 35). 40 1495a Ootmarsum 1495-02-11 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 619, Inv. Nr 190). 45 1495b Oldenzaal 1495-02-13 R.A. Overijssel (Archief klooster Albergen, Regest Nr 620, Inv. Nr 142). 1496a 50

274 Concept van een oorkonde.

Page 275: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-275-

Ootmarsum 1496-03-14 Hs. Archief Twickel (Delden), Regest (zonder nummer en ongepubliceerd) door Aafke Brunt, Inv. Nr 8). 1496b Almelo 1496-05-10 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 698, Inv. Nr 1636). 5 1497a Almelo 1497-01-31 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 707, Inv. Nr 1636). 1497b 10 Oldenzaal 1497-10-16 R.A. Overijssel (Collectie Varia, Regest Nr 15; Inv. Nr ontbreekt); Regest: Doorninck, TRO, V, p. 19. 1498a Almelo 1498-03-27 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 719, Inv. Nr 3450). 15 1498b Almelo 1498-06-04 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 721, Inv. Nr 1827). 1499a 20 Almelo 1499-02-22 R.A. Overijssel (Huisarchief Almelo, Regest Nr 725, Inv. Nr 1812). 1499b Almelo 1499-09-17 R.A. Overijssel (Archief klooster Almelo, Regest Nr 177, Inv. Nr 30). 25 1500 Ootmarsum 1500-11-29 G.A. Ootmarsum (Oud-Archief Ootmarsum, Regest Nr 380); Register Hattink, Nr 116. 30 35 40 45 50

Page 276: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-276-

5 10 15 20

LITERATUUR  25 Aalbers 1979, Aalbers, P.,G., Het einde van de horigheid in Twente en Oost-Gelderland 1795-1850 (Vereeniging Overijsselsch Regt en Geschiedenis, Werken 35), Zutphen 1979. Acquoy 1875-1880, Acquoy, Het klooster te Windesheim en zijn invloed (dln I-III), 1875-30 1880. Bartelink 1963, Bartelink, G.,J.,M., ‘Geschiedenis van de latijnse school, het gymnasium en het pro-gymnasium te Oldenzaal’, in: VM0RG 78e stuk (1963). 35 Baader 1927, Baader, Theodor, ‘Grundlagen der Sprachgeschichte Westfalens‘, in: Beiträge zur westfälischen Heimatkunde (herausg. von Th. Wegener - Westfalenland IV,) Paderborn 1927. Bauermann 1953, Bauermann, J., Vom Werden und Wesen der Westfälisch-40 Niederländischen Grenze (Westfälische Forschungen, Bnd. VI), Münster/Köln 1953. Behaghel 1928, Behaghel, Otto, Geschichte der deutschen Sprache (5. verb. und erw. Auflage mit einer Karte), Berlin/Leipzig 1928. 45 Benthem 1895, Benthem A., Gz., Gechiedenis van Enschede en zijne naaste omgeving van de vroegste tijden tot den wederopbouw van de Stad na den brand van 7 mei 1862, Enschede 1895. Berkelbach 1937, Berkelbach van der Sprenkel, J.,W., Regesten van oorkonden betreffende 50 de bisschoppen van Utrecht uit de jaren 1301-1340 (Werken Hist. Genootschap III, Nr 66),

Page 277: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-277-

Utrecht 1966. Berkenvelder 1983, Berkenvelder, F.,C., Zwolle als Hanzestad, Zwolle 1983. Berkenvelder-Elte 1994-1997, Berkenvelder, F.,C., & Elte,S., Jaarrekeningen van Zwolle 5 (1401-1410) [Uitgaven van het Gemeentearchief van Zwolle, dln 28-35], Zwolle 1994-97. Berteloot 1984, Berteloot, Amand, Bijdrage tot een Klankatlas van het Dertiende Eeuwse Middelnederlands, I, Tekst. II, Platen; Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1984. 10 Bezoen 1948, Bezoen, Herman, Lambertus, Taal en volk van Twente, Assen 1948. Bezoen 1952, Bezoen, Herman, Lambertus (uitg.), Het Dumbar handschrift, Idioticon van het Overijsels in het einde der achttiende eeuw samengesteld door Gerhard Dumbar - 15 Deventer, Herman Scholten - Haaksbergen en Jan Arend de Vos van Steenwijk -Vollenhove, Deventer 1952. Bischoff 1971/1972, Bischoff, Karl, ‘Der Tie I en II‘, in: Akademie der Wissenschaften und der Literatur - Abhandlungen der Geistes- und Sozialwissenschaftlichen Klasse, Jahrgang 20 1971/1972, Nr 9 (1971) und Nr 7 (1972) - Mainz 1971/1972. Bischoff 1981, Bischoff, Karl, Über gesprochenes Mittelniederdeutsch (Abhandlungen d. Akademie der Wiss. und der Lit. in Mainz, Geistes- und Sozialwiss. Kl.), Wiesbaden 1981. 25 Blok e.a. 1896-1899, Blok, P.,J., & Feith, J.,A., Gratama, S., & Reitsma,J., & Rutgers,C.,P.,L., Oorkondenboek voor Groningen en Drente, Groningen 1896-1899. Boer 1924, Boer, R.,C., Oergermaans Handboek, Haarlem 1924. 30 Bordewijk-de Raat 1993, Bordewijk, H., & De Raat, R.,M., Regestenlijst van het huisarchief Almelo; 1154-1578. Deel I, nrs 1 - 731; Deel II, 732-1449 (Uitgave van het Rijksarchief in Overijssel, Nr 30), Zwolle 1993. Bot 1955, Bot, P.,N.,M., Humanisme en Onderwijs in Nederland, Utrecht/Antwerpen 1955. 35 Bresslau 1912v., Bresslau, H., Handbuch der Urkundenlehre für Deutschland und Italien, I (2e druk 1912). II (1) 1914, II (2) 1931. Brunt 1993, Brunt, A.,J., Inventaris van het huisarchief Twickel, 1133-1975 (dln 1 t/m 7), 40 [Uitgaven van het RAO, nummers 34 t/m 40], Zwolle/Delden 1993. Buter 1969, Buter, Adriaan, Kralen aan een rozenkrans, portret van Ootmarsum, Ootmarsum 1969. 45 ‘Calendarium et Necrologium Ecclesiae S. Plechelmi in Oldenzalia’, zie: Geerdink 1895, Calendarium. Cappelli 1995, Cappelli, Adriano, Lexicon Abbreviaturarum, Dizionario di Abbreviature Latine ed Italiene, Milaan 1995 (Ristampa). 50 Cordes-Möhn 1983, Cordes, Gerhard, & Möhn, Dieter, Handbuch zur niederdeutschen

Page 278: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-278-

Sprach- und Literuturwissenschaft, Berlin 1983. Cornelissen-Schaars-Sodmann 1993, Cornelissen, Georg & Schaars, Alexander, & Sodmann, Timothy, Dialekt a la carte: Dialektatlas Westmünsterland-Achterhoek-Liemers-Niederrhein, Vreden 1993. 5 Damme 1992, Damme, Robert, ‘Westmünsterländischer Wortschatz in einer Sachglossarhandschrift des 15. Jahrhunderts’, in: NdW, Band 32 (1992), Münster. Deductie voor de stad Ootmarssum, Waer by klaerlijk word gedemonstreert en aengetoont, 10 dat dezelve Stad tot de Jagt is beregtigt, en daerom van Regts-wegen daer by behoort gemaintenert te worden, Deventer 1708. De Meyer 1974, De Meyer, G.,M., ‘Latijn en volkstaal; schrijftaal en spreektaal in niet-literaire teksten’, in: Bijdr. en Meded. Gesch. der Ned. 89 (1974). 15 De Smet 1985, de Smet, Gilbert, A.,R., ‘Niederländisch/Deutsch‘, in: Sprachgeschichte, ein Handbuch zur Geschichte der deutschen Sprache und ihrer Erforschung (herausgeg. von Werner Besch, Oskar Reichmann, Stefan Sonderegger), Berlin-New York, 1985, 2. Halbbd., p. 923-930. 20 Deutsche Etymologie (door Lutz Mackensen), Birsfelden-Basel 1977. De Vries 1964, De Vries, J., Etymologisch woordenboek, Utrecht 1964. 25 Dijkhuis 1991, Dijkhuis, G.,J.,H., Twents Woordenboek (3e herz. en uitgebr. druk), Enschede 1991. Dingeldein 1948/1959, Dingeldein,W.,H., & Hijszeler, C.,C.,W.,J., (=verzorger van de 3e druk in 1959), Het land van de Dinkel, De schoonheid van Noordoost-Twenthe, Meppel 30 1959. Döhmann 1902, Döhmann, Karl, Georg, Beiträge zur Geschichte der Stadt und Grafschaft Steinfurt, II, Topographie und Altertümer von Steinfurt. Erster Teil. Zeugnisse. Inschriften. Urkunden. Burgsteinfurt 1902. 35 Döhmann 1906, Döhmann, K,G, Das älteste Lehenbuch der Herrschaft Steinfurt, 1280-1439; Beiträge zur Geschichte der Stadt und Grafschaft Steinfurt, III, Münster, 1906; Dorminger 1992: Dorminger, Georg, Wörterbuch Latein - Deutsch, Limburg/Lahn 1992. 40 Doehmann 1920, Doehmann, K, Das Totenbuch des Klosters Frenswegen, in: VMORG Nr 37 (1920). Driemaandelijkse Bladen voor taal en volksleven in het oosten van Nederland (sedert 1902), 45 Nedersaksisch Instituut van de RU Groningen. Drux 1985,Drux, Rudolf, Lateinisch/Deutsch, in: Sprachgeschichte, ein Handbuch zur Geschichte der deutschen Sprache und ihrer Erforschung (herausgeg. von Werner Besch, Oskar Reichmann, Stefan Sonderegger), Berlin-New York, 1985, 2. Halbbd., p. 854-861. 50 DTV-Atlas zur deutschen Sprache - Tafeln und Texte, mit Mundart-Karten, (herausgeg. von

Page 279: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-279-

Werner König), München 1994. Dumbar, Gerhard, zie: Bezoen (uitg.), Het Dumbar handschrift, Idioticon van het Overijsels in het einde der achttiende eeuw samengesteld door Gerhard Dumbar - Deventer, Herman Scholten - Haaksbergen en Jan Arend de Vos van Steenwijk - Vollenhove, Deventer 1952. 5 Ehbrecht 1984, Ehbrecht, Wilfried, ‘Thesen zur Stadtgeschichtsschreibung heute‘, in: Westfälische Forschungen 34 (1984). Eijken 1993, Eijken, E.,D., Inventaris Drostambt Twente 1610-1811, Zwolle 1993. 10 Enklaar,D.,Th., ‘Uit de voorgeschiedenis der Staten van Overijssel’, in: Bijdragen van het instituut voor middeleeuwse geschiedenis der Rijksuniversiteit te Utrecht (deel XXVI, Studien betreffende de geschiedenis van Oost-Nederland van de dertiende tot de vijftiende eeuw), Groningen/Djakarta. 15 Entjes 1970, Entjes, H., ‘Het onvoltooide teken’, in: Geschiedenis van Overijssel (red. Slicher van Bath e.a.), Deventer 1970. Entjes 1972, Entjes, H., ‘Dr. Petrus Ribbert uit Tilligte’, in: Driemaandelijkse Bladen 24 20 (1972). Fedders 1993, Fedders, Wolfgang, Die Schreibsprache Lemgos, Variablenlinguistische Untersuchungen zum spätmittelalterlichen Ostwestfälischen, Köln/Weimar/Wien 1993. 25 Foerste 1955, Foerste, W., ‘De Nederlandse expansie in Westfalen, lezing d.d. 27-10-1954’, uitgeg. in: Bijdragen en Mededelingen der Dialecten-commissie van de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen te Amsterdam (deel XV), Amsterdam 1955. Formsma 1943, Formsma, W.,J., Het Oud-Archief der gemeente Ootmarsum, Assen 1943. 30 Formsma 1943, Formsma, W.,J., De archivalia van de Oldenzaalsche Oudheidkamer, Oldenzaal 1943. Formsma 1934, Formsma, W.,J., Het Oud-Archief der gemeente Goor, Hengelo 1934; (met 35 aanvullingen in typo-script - zonder vermelding van auteur). Formsma 1938, Formsma, W.,J., De oude archieven van Oldenzaal, Oldenzaal 1938. Gallée 1903, Gallée, J.,H., De namen van plaatsen in Gelderland en Overijssel, Nomina 40 Geographica Neerlandica 3, (1893) 321-369. Gallée 1903, Gallée, J.,H., Vorstudien zu einem altniederdeutschen Wörterbuch, Leiden 1903. 45 Gamillscheg 1934-1936, Gamillscheg, Ernst, Romania Germanica (3 delen). 1934-1936. Geerdink 1895, Geerdink J., Eenige Bijdragen tot de Geschiedenis van het Archidiaconaat en Aartspriesterschap Twenthe en Calendarium St. Plechelmi te Oldenzaal. Uit de nagelatene schriften en mededeelingen van wijlen J. Geerdink, pastoor te Lutte, (uitgeg. 50 door E. Geerdink), Vianen 1895.

Page 280: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-280-

Geschiedenis van Overijsel 1990, Tweeduizend jaar geschiedenis van Overijssel, onder redactie van Klaas Jansma, Lykele Jansma en Meindert Schroor, Leeuwarden 1990. Geschiedenis van Overijssel 1970 (red. Slicher van Bath e.a.), Deventer 1970. 5 Gevers 1974, Gevers, A.,J., Inventaris van de papieren Van Bevervoorden, Zwolle 1974; met een inleiding van zeven pagina's behorend bij Toegangsnummer 230.1 in RAO in Zwolle. Goossens 1983, Goossens, Jan, ‘Niederdeutsche Sprache - Versuch einer Definition‘, in: 10 Niederdeutsch - Sprache und Literatur (Band I), Neumünster 1983. Goossens 1991, Goossens, Jan, ‘Zwischen Niederdeutsch und Niederländisch, die Dynamik der ostniederländischen Sprachlandschaft‘, in: Niederdeutsches Jahrbuch, Nr 114 (1991). 15 Goossens 1994, Goossens, Jan, ‘Normierung in spätmittelalterlichen Schreibsprachen‘, in: Niederdeutsche Wort - Beiträge zur nierdeutschen Philologie, Band 34 (1994), Münster. Grotefend 1991, Grotefend, Hermann, Taschenbuch der Zeitrechnung des deutschen Mittelalters und der Neuzeit (13. Auflage), Hannover 1991. 20 Gysseling 1960, Gysseling, M., Toponymisch woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (voor 1226), Brussel 1960. Gysseling 1977, Gysseling, Maurits (uitg.), Corpus van Middelnederlandse teksten (t/m het 25 jaar 1300), reeks I, ambtelijke bescheiden. reeks II, literaire handschriften (m.m.v. Willy Pijnenburg), 's-Gravenhage 1977-1980. Hattink 1878, Hattink, R.,E., Register van het Oud-Archief van Ootmarsum, Zwolle 1878. 30 Hattink 1898, Hattink, R.,E., Lantrecht der Thwenthe declareert (Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis), Zwolle 1898. Heeroma 1935, Heeroma, K., Hollandse dialektstudies, Bijdrage tot de ontwikkelingsgeschiedenis van het algemeen beschaafd Nederlands, Groningen/Batavia 35 1935. Heeroma 1953, Heeroma, K., De Nedersaksische Letterkunde, (rede bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de Nedersaksische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Groningen), Groningen/Djakarta 1953. 40 Heeroma 1955, Heeroma, K., ‘De Westfaalse expansie in Nederland, lezing d.d. 27-10-1954’, uitgeg. in: Bijdragen en Mededelingen der Dialecten-commissie van de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, deel XV, Amsterdam 1955. 45 Heeroma 1959-1963, Heeroma, K., Taalatlas van Oost-Nederland en aangrenzende gebieden, 1e, 2e en 3e aflevering, Assen 1959-1963. Heeroma-Naarding 1961, Heeroma, K.,-Naarding,J., De ontfriesing van Groningen, (=Klankgarven van het Nedersaksisch Instituut der Rijksuniversiteit te Groningen, deel I), 50 Zuidlaren 1961.

Page 281: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-281-

Heeroma (red.)-Naarding (red.) 1964, Heeroma, K., & Naarding,J., e.a., Oostnederlands, Bijdragen tot de streektaalletterkunde van Oost-Nederland, Groningen (reprint) 1964. Heeroma 1955/68, Heeroma, K., ‘Sprekend als nederlandist’, in: Fakulteitenreeks 10, Den Haag 1968. 5 Heeroma 1965, Heeroma, K, ‘Frankisch als dialectologisch begrip’, in: Frankisch, Merovingisch, Karolingisch (Studia Theodisca, deel III). Heeroma 1979, Heeroma, K., ‘De taalgeschiedenis van Overijsssel’, in: Geschiedenis van 10 Overijssel, Zwolle 1979. Hermans 1979, Hermans, Jos, M.,M., ‘Het Groningsch-Zutphensche Maerlanthandschrift’, in: Publikaties van het Instituut voor Kunstgeschiedenis van de Rijksuniversiteit te Groningen, Groningen 1979. 15 Historische Kring Haaksbergen 1975, Historie van Haaksbergen, deel I, Oldenzaal 1975. Hoefer 1923, Hoefer, F.,A., ‘Geschiedenis van Rijssen’, in: VMORG 40e stuk (1923). 20 Hoffmann 1985, Hoffmann, Walter, ‘Probleme der Korpusbildung in der Sprachgeschichtsschreibung und Dokumentation vorhandener Korpora‘, in: Sprachgeschichte, ein Handbuch zur Geschichte der deutschen Sprache und ihrer Erforschung (herausgeg. von Werner Besch, Oskar Reichmann, Stefan Sonderegger), Berlin-New York, 1985, 2. Halbbd., p. 670-682. 25 Hömberg 1955, Hömberg, A.,K., ‘Die Veme in ihrer zeitlichen und räumlichen Entwicklung‘, in: Der Raum Westfalen, Bd. 2/1, Münster 1955. Hommen-Avis z.j., Hommen, B.,H., & Avis, J.,G., 2e aanvulling op de archivalia van de 30 Oldenzaalse Oudheidkamer, typo-script z.j. Hommen-Formsma 1943, Hommen, B.,H., & Formsma, W.,J., 1e aanvulling op de archivalia van de Oldenzaalse Oudheidkamer, Oldenzaal 1943. 35 Honemann 1983, Honemann, Volker, ‘Die Stadtschreiber und die deutsche Literatur im Spätmittelalter und der frühen Neuzeit‘, in: Zur deutschen Literatur und Sprache des 14. Jahrhunderts. Dubliner Colloquium 1981 (Herausg. von Walter Haug-Timothy R., & Jackson-Johannes Janota, Heidelberg 1983. 40 Hulshoff/Aders 1963, Hulshoff, A.,L., & Aders,G., Die Geschichte der Grafen und Herren von Limburg und Limburg-Stirum und ihrer Besitzungen 1200-1550 (Teil II - Bde 1,2,4); (Teil II, Bd 3 door G. Aders) Assen/Münster 1963. Inventar des fürstlichen Archivs zu Burgsteinfurt (in: INA), 45 Band 5 (1971 Münster, bearbeitet von Alfred Bruns und Wilhelm Kohl), Band 6 (1976, Münster) en Band 7 (1983, Münster) bearbeitet von Alfred Bruns. Inventare der nichtstaatlichen Archive Westfalens /Neue Folge, Band 2), Inventar des Graf v. Spee'schen Archivs Ahausen, bearbeitet von Horst-Oskar Swientek, Münster 1968. 50 Inventare der nichtstaatlichen Archive der Provinz Westfalen, Münster i.W. 1899 en andere

Page 282: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-282-

jaren: I. Schmitz-Kallenberg 1899-1908, Schmitz-Kallenberg, L., Inventare der nichtstaatlichen Archive der Kreise Ahaus, Borken, Coesfeld und Steinfurt; Münster 1899-1908 (Band I); II. Schmitz-Kallenberg 1902-1904, Schmitz-Kallenberg, L., Urkunden des fürstlich Salm Salm'schen Archives in Anholt, des fürstlich Salm-Horstmar'schen Archives in Coesfeld und 5 der herzoglich Croy'schen Domänenadministration in Dülmen, Münster i.W. 1902-1904 (Beiband I); III. Brennecke-Lüdicke-Müller 1903-1917, Brenneke, A. & Lüdike R. & Müller, R., Inventare der nichtstaatlichen Archive der Kreise Tecklenburg, Warendorf und Lüdinghausen, Münster i.W. 1903-1917 (Band II). 10 IV. Linneborn 1920, Linneborn, J., Inventar des Archivs des bischöflichen Generalvikariats zu Paderborn, Münster i.W. 1920 (Beiband II). V. Schmitz-Kallenberg-Linneborn 1915-1923, Schmitz-Kallenberg, L. & Linneborn, J., Inventare der nichtstaatlichen Archive der Kreise Büren und Paderborn, Münster i.W. 1915-1923 (Band III). 15 VI. Börsting 193-, Börsting, H., Inventar des bischöflichen Diözesanarchivs in Münster (193-) Beiband III). VII. Gottlob 1929, Gottlob, A., Inventar der nichtstaatlichen Archive des Kreises Warburg, Münster i.W. 1929 (Band IV). 20 Jansen 1995, Jansen, H.,P.,H., Geschiedenis van de middeleeuwen, Zwolle 1995 (10e druk). Jansma e.a. 1990, Tweeduizend jaar geschiedenis van Overijssel, onder redactie van Klaas Jansma, Lykele Jansma en Meindert Schroor, Leeuwarden 1990. 25 Janssen 1949, Janssen, W.,A.,F., De verbreiding van de uu-uitspraak voor Westgermaans "u" in Zuid-Oost-Nederland (met bijbehorende isoglossenkaartjes), Maastricht 1949. Jung 1773, Jung, Joh., Heinr., Historiae antiquissimae Comitatus Benthemiensis libri tres, 30 Hannover u. Osnabrück 1773. Kern 1904, Kern, H., ‘Een nedersassische oorkonde van den jare 1374’, TNTL 23 (1904), p. 190-192. 35 Kern 1905, Kern, H., ‘Middeleeuwsche oorkonden uit Oldenzaal’, in: TNTL 24 (1905) p. 245-260. Kern 1906, Kern, H., ‘Drie Oldenzaalsche oorkonden uit de vijftiende eeuw’, in: TNTL (1906), p. 155-159. 40 Ketner 1949-1959, Ketner, F., Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301 (III-V), Utrecht 1949-1959. Kloeke 1926, Kloeke, G.,G., ‘De ondergang van het pronomen "du"’, in: Nieuwe Taalgids XX 45 (1926). Kloeke 1927, Kloeke, G.,G., De Hollandsche expansie in de 16e en 17e eeuw en haar weerspiegeling in de hedendaagsche Nederlandsche dialecten, proeve eener historisch-dialect-geographische synthese (met een kaart), 's-Gravenhage 1927. 50 Kloeke 1931, Kloeke, G.,G., ‘De Taal van Overijssel’, in: Overijssel, Deventer 1931.

Page 283: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-283-

Kloeke 1931, Kloeke, G.,G., ‘Conservatief-Progressief, Antithese of Synthes’, in: Verzamelde opstellen van Prof. Dr G.G. Kloeke als feestgave aan de schrijver aangeboden bij zijn 65e verjaardag, Assen 1952. 5 Kloß 1930, Kloß, Heinz, ‘Die niederländisch-deutsche Sprachgrenze, insbesondere in der Grafschaft Bentheim‘, in: Mitteilungen der Akademie zur wissenschaftlichen Erforschung und zur Pflege des Deutschtums (p. 96-109) - Deutsche Akademie -, zweites Heft, Jahrgang 1930, München 1930. 10 Koch 1966, Koch, A.,C.,F., ‘Tussen Saksen en Hollanders, De Wording van Oost-Nederland’, in: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (deel XVIII), Amsterdam 1966. Kocks 1971, Kocks, G.,H., ‘De plaats van ie, oe en uu in het Oost-Nederlandse 15 klinkersysteem’, in: Driemaandelijkse Bladen 23 (1971). König 1994, König, Werner (Herausg.), DTV-Atlas zur deutschen Sprache - Tafeln und Texte, mit Mundart-Karten, München 1994. 20 Kötzschke 1906, Kötzschke, Rudolf, Rheinische Urbare, 2. Band, Die Urbare der Abtei Werden a.d. Ruhr (vom 9.-13. Jht.). Kötzschke 1917, Kötzschke, R., Die Urbare der Abtei Werden a.d. Ruhr I-II (Publikationen der Gesellschaft f. Rhein. Gesch., XX Rhein. Urbare, Band II en III, Bonn 1906, 1917). 25 Kremer 1979, Kremer, Ludwig, Grenzmundarten und Mundartgrenzen, Untersuchungen zur wortgeographischen Funktion der Staatsgrenze im ostniederländisch-westfälischen Grenzgebiet, Köln/Wien 1979. 30 Kremer 1980, Kremer, Ludwig, ‘Die westfälische Expansion im niederländischen Sprachraum‘, in: Nd. Jb. 103 (1980): Kremer 1991, Kremer, Ludwig, ‘Zur Entwicklung der Diglossie beiderseits der niederländisch-deutschen Staatsgrenze‘, in: Niederdeutsches Jahbuch 1991, (Jg. 114), p. 35 134-150. Krogh 1996, Krogh, Steffen, Die Stellung des Altsächsischen im Rahmen der germanischen Sprachen, Göttingen 1996. 40 Lamarcq-Rogge 1996, Lamarcq, Danny & Rogge, Marc (redd.), De Taalgrens van de oude en de nieuwe Belgen, Leuven 1996. Lasch 1914, Lasch, Agathe, Mittelniederdeutsche Grammatik, Halle 1914. (2. unveränderte Auflage, Tübingen 1974). 45 Lasch 1939, Lasch, Agathe, ‘Palatales k im Altniederdeutschen‘, in: Neuphilologische Mitteilungen (Sonderdruck), Nr 7-8, XL, 1939. Leloux 1971, Leloux, H.,J., Zur Sprache in der ausgehenden Korrespondenz des 50 hansischen Kaufmanns zu Brügge (deel I - gestencilde dissertatie), Gent 1971, p. 22-25.

Page 284: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-284-

Leloux 1973, Leloux, H.,J., ‘Een Deventer kanunnik secretaris van de Oosterlingen te Brugge in Vlaanderen’, in: VMORG 1973 (88e stuk). Leloux 1974, Leloux, H.,J., ‘Kenmerken van het Middeleeuws Noordoostmiddelnederlands’, in: Driemaandelijkse bladen 26 (1974). 5 Leloux 1978, Leloux, H.,J., ‘Zur Sprache der Devotio Moderna‘, in: NdJb 101 (1978). Leloux 1982, Leloux, H.,J., Middeleeuws Oostgelders, een orienterende verkenning, TT 34 (1982), Streektaalnummer van Achterhoek en Liemers, Amsterdam 1982. 10 Leloux 1985, Leloux, H.,J., Het Zutphens Liedboek, Zutphen 1985. Leloux 1986, Leloux, H.,J., ‘Fonetische verkenningen in laatmiddeleeuwse ambtelijke teksten uit Drente’, in: H. Cox & V. Vanacker & E, Verhofstadt (Hgg.): Wortes anst - verbi 15 gratia, Donatum natalicium Gilbert A.R. de Smet, Leuven/Amersfoort 1986, p. 293-302. Lexicon van Nederlandse toponiemen tot 1200, door Künzel, R,E,-Blok,D,P,-Verhoeff,J,M, (tweede gewijzigde druk), publikatie van het P.J. Meertens-Instituut, deel 8. 20 Löwik z.j., Löwik, F,G,H, Om de taal van Twente, historisch overzicht van een taalbeweging - (Twente Akademie Reeks 3), Hengelo z.j. Mackensen 1977, Mackensen, Lutz, Deutsche Etymologie, Basel 1977. 25 Mattheier 1994, Mattheier, Klaus, J., ‘Die rheinische Sprachgeschichte und der Maikäfer‘, in: Geschichtliche Landeskunde der Rheinlande - Regionale Befunde und raumübergreifende Perspektiven - Georg Dröge zum Gedenken - herausgegeben von Marlene Nikolay-Panter, Wilhelm Janssen, Wolfgang Herborn (Sonderdruck, nicht im Buchhandel erhältlich), Köln/Weimar/Wien 1994. 30 Meuthen 1988, Meuthen, Erich, Kölner Universitätsgeschichte (Band I - Die alte Universität), Köln/Wien 1988. Middelnederlandsch Handwoordenboek (bewerkt door J. Verdam - vanaf het woord "sterne" 35 opnieuw bewerkt door C.H Ebbinge Wubben), Den Haag 1949. Middelnederlandsch Woordenboek door Verdam etc., zie Verdam-Verwijs 1882-1952. Mittelniederdeutsches Handwörterbuch (door August Lübben - vollendet von Christoph 40 Walther) Darmstadt 1993 (Nachdruck von 1888). Mooijaart 1990, Mooijaart, M.,A, ‘Vroegmiddelnederlandse taalvariatie, Materiaalverzameling en karteermethode’, in: TNTL 106 (1990). 45 Muller 1889, Muller, S., ‘Het manuaal van de rentmeester’, in: De registers en rekeningen van het bisdom Utrecht (dl. 1), Utrecht 1889, (bijlagen) - p. 582-661. Muller 1889, Muller, S., ‘Lijst der leenmannen van het sticht’, in: De registers en rekeningen van het bisdom Utrecht (dl. 1), Utrecht 1889, bijlagen - p. 662.-796. 50 Muller 1891, Muller, S., Fzn, Regesten van het archief van het kapittel van Sint Pieter,

Page 285: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-285-

Utrecht 1891. Muller 1892, Muller, S., Het oudste cartularium van het Sticht Utrecht, uitg. door S. Muller (Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht, 3e serie - nr 3), 's-Gravenhage 1892. 5 Muller 1917-22, Muller, S., Fzn, Regesten van het archief der bisschoppen van Utrecht - 722-1528 (3 dln) Utrecht, 1917-1922. Muller Fz. 1897, Muller Fz., S., ‘De rekeningen van de Drost van Twenthe 1336-1339’, in: 10 Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap (deel 18), 's Gravenhage 1897. Müller 1983, Müller, Gunter, ‘Namenkunde‘, in: Niederdeutsch - Sprache und Literatur (Band I), Neumünster 1983. 15 Niebaum 1971, Niebaum, Hermann, ‘Zur niedersächsisch-niederfränkischen Dialektscheide. Ein Versuch anhand der ungerundeten palatalen Längen‘, in: NdW 11 (1971). Niebaum 1983, Niebaum, Hermann,‚‘Zur Formengeographie [der niederdeutschen Mundarten]‘, in: Niederdeutsch - Sprache und Literatur (Band I), Neumünster 1983. 20 Niebaum 1985, Niebaum, Hermann, Naar een taalgeschiedenis van Oostnederland (Nedersaksische Studies, 10), Groningen 1985. Niebaum 1989, Niebaum, Hermann, ‘Geschichte und Gliederung der sprachlichen Systeme 25 in Westfalen‘, in: Der Raum Westfalen (Bd. 6,1, herausg. von F. Petri-P. Schöller-A. Hartlieb von Wallthor), Münster 1989. Niesert 1823, Niesert, J., Beiträge zu einem Münsterischen Urkundenbuche aus vaterländischen Archiven (1. Band [1. und 2. Abt.]), Münster 1823. 30 Niesert 1826-1837, Niesert, J., Münsterische Urkundensammlung, Coesfeld 1826-1837. Nijhoffs Geschiedenislexicon Nederland en Belgie 1981 (samengesteld door H.W.J. Volmuller), 's-Gravenhage/Antwerpen 1981. 35 Nomina Geographica Neerlandia (NGN), I (Amsterdam Utrecht), II-IX (Leiden 1893-1934). OBO = Oorkondenboek van Overijssel, deel I (1963) - deel VI (1969) door G.J. Ter Kuile, Zwolle 1963-1969. 40 Oldenzaal e.a., Stukken behorende tot de archieven van de kapittels van Deventer, Steenwijk en Oldenzaal. C. ‘Kapittel van Oldenzaal’. Aanwezig bij toegangsnummer 184.1 in het RAO in Zwolle. 45 OO = Overijsselse oorkonden, door G.J. ter Kuile: Overijsselse oorkonden 1350-1400, (deel I,1 en deel I.2); 1400-1450, (deel IIA,1 en deel IIA,2, deel IIB,1 en deel IIB, 2), Typo-Script, [R.A.] Zwolle 1970-1973. Oorkondenboek van Overijssel (OBO), deel I (1963) - deel VI (1969) door G.J. Ter Kuile, 50 Zwolle 1963-1969.

Page 286: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-286-

Oorkondenboek van het Sticht Utrecht, deel I, (door S. Muller Fz & A.C. Bouman), Utrecht 1920. Oorkondenboek van Gelre en Zutphen tot 1326 (zesde aflevering), door: Sloet, L.,A.,J.,W., Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen, 's-Gravenhage 1872-1876. 5 Oude Nijhuis & Rorink 1997, Oude Nijhuis, J.,G.,M., & Rorink, R.,F.,A., ‘De bisschopshof te Oldenzaal: van Prüms kloostergoed tot landsheerlijke mantelhof?’, in: Overijsselse Historische Bijdragen 1998 (113e stuk). 10 Overijsselse Oorkonden, zie: OO. Overysselsche Gedenkstukken (8 stukken), door J.W. Racer, Campen 1781-1797. Pelser 1966, Pelser, Elly, De steden in Overijssel in de Middeleeuwen, tot 1400 (doctoraal-15 scriptie in typo-script), Amsterdam 1966. Pertz 1829, Pertz, Georgius, Heinricus (edidit), ‘Ex miraculis saeculo XII. Monasterii factis’. in: Monvmenta Germaniae Historica - Scriptorum Tomus II, Hannover 1829. 20 Peters 1976, Peters, Robert, Nathan Chytraeus' Nomenclator Latinosaxonicus, Rostock 1582. Ein Beitrag zur Erforschung der Lexikographie des 16. Jahrhunderts (Diss)., Münster, 1976. Peters 1980, Peters, Robert, ‘Spätmittelalterliche Schreibsprachen im Nordwesten: Utrecht - 25 Münster – Oldenburg‘, in: Nd. Jb. 103 (1980). Peters 1983, Peters, Robert, ‘Mittelniederdeutsche Sprache‘, in: Niederdeutsch - Sprache und Literatur (Band I), Neumünster 1983. 30 Peters 1997, Peters, Robert, ‘Atlas frühmittelniederdeutscher Schreibsprachen, Beschreibung eines Projekts‘, in: Niederdeutsches Wort 37, p. 45-53. Peters 1998, Peters, Robert, ‘Zur Sprachgeschichte des niederdeutschen Raumes‘, in: Zeitschrift für deutsche Philologie, 117.Band , p. 108-127, 1998. 35 Petri 1962, Petri, F., ‘Deutschland und die Nachbarvölker. Wege und Wandlungen im Verhältnis zweier Nachbarvölker‘, in: F. Petri & W. Alberts, Gemeinsame Probleme deutsch-niederländischer Landes- und Volksforschung, Groningen 1962. 40 Petri 1961, Petri, F, ‘Die Stellung der Südersee- und IJsselstädte im flandrisch-hansischen Raum‘, in: Hansische Geschichtsblätter 79 (1961). Philippi-Bär 1892-1902, Philippi, F., & Bär, M., Osnabrücker Urkundenbuch, Osnabrück 1892-1902. 45 Piirainen-Elling 1992: Piirainen, Elisabeth & Elling, Wilhelm, Wörterbuch der westmünsterländischen Mundart, Vreden 1992. Pilkmann-Pohl 1997, Pilkmann-Pohl, Reinhard, ‚"Was nicht ghebore(n) en is dat en kan nicht 50 weder leue(n)dich werde(n)", zur Anwendung des Sachsenspiegels in einem Mindener Rechtsstreit des 15. Jahrhunderts‘, in: Niederdeutsches Wort, Band 37, p. 55-64, 1997.

Page 287: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-287-

Pilkmann-Pohl 1998, Pilkmann-Pohl, Reinhard, ‚Mittelniederdeutsch in Minden, zur Schreibsprache Mindens im 14. und 15. Jahrhundert‘, in: Mindener Heimatblätter, (als Beilagen zum Mindener Tageblatt); Nummers 9, 10, 11, Jahrgang 70, 1998. 5 Poelman 1908, Poelman H.,A., Geschiedenis van den handel van Noord-Nederland gedurende het Merovingische en Karolingische tijdperk, Den Haag 1908. Poelman 1917, Poelman, H.,A., Bronnen tot de geschiedenis van den Oostzeehandel, Eerste deel 1122-1499 (2 dln), Eerste stuk, (Rijksgeschiedkundige Publicatiën 35), 's-10 Gravenhage 1917. Racer 1781-1797, Racer,J.,W., Overysselsche Gedenkstukken (8 stukken), Campen 1781-1797. 15 Raet von Bögelscamp 1805, (Von) Raet von Bögelscamp, F.,F., Provinzialgeschichte der merkwürdigen Graffschaft Bentheim, I. Teil, Burgsteinfurt 1805. Rakers 1944, Rakers, Arnold, Die Mundarten der alten Grafschaft Bentheim und ihrer reichsdeutschen und niederländischen Umgebung auf dialektgeographisch-geschichtlicher 20 Grundlage. Mit einem Mundartatlas, Oldenburg 1944 (Veröffentlichungen des Provinzial-Instituts für Landesplanung und niedersächsische Landesforschung, Reihe A, II, Bd 16). Riering 1955, Riering, B., ‘Das westliche Münsterland im hansischen Raum‘, in: Westfalen-Hanse-Ostseeraum (Veröffentlichungen des Provinzialinsituts f. westf. Landes- und 25 Volkskunde - Reihe I, (p. 171-208) Münster 1955. Rijpma 1924, Rijpma, E., De ontwikkeling van Kampen tot omstreeks 1600 (diss.), Amsterdam 1924. 30 Röring 1978, Röring, W., G., A., J., Kerkelijk en Wereldlijk Twente, Historische Schetsen, (ongewijzigde herdruk der uitgave van 1909-1911 - I t/m VI), Enschede 1978. Rovenius z.j., Rovenius, Philippus, ‘Ecclesia collegiata Oldensaliensis’, in: Archief van de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht, Bijdragen, Deel III en IV. 35 Rutgers 1978, Rutgers, C.,A., De Utrechtse bisschoppen in de middeleeuwen, Den Haag 1978. Rutgers-Ter Kuile, Het archief van het klooster Sibculo, met regestenlijsten; A. Regestenlijst 40 Rutgers op charters en cartularium I (Inv. Nr 1); B. Regestenlijst Ter Kuile op cartularium II (Inv. Nr 2). Met een inleiding door mr. A. Haga en met een toelichting (van H.H.J.), d.d. 21-01-1983; aanwezig in RAO in Zwolle. Sanders 1983, Sanders, Willy, ‘Altsächsische Sprache‘, in: Niederdeutsch - Sprache und 45 Literatur (Band I), Neumünster 1983. Schäfer 1919, Schäfer, Ernst (Bearb.), Register zur Matrikel der Universität Rostock I (bearb. v. , Schwerin 1919. 50 Schiller-Lübben 1875-1881, Schiller, Karl & Lübben, August, Mittelniederdeutsches Wörterbuch (6 delen), Bremen 1875-1881 (Nadruk Wiesbaden Münster 1969).

Page 288: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-288-

Schillings 1903/1946/1958, Matricule de l'universite de Louvain, Tome I (publiee par Reusens), 1426 [origine]-30 aout 1453, Tome II (publiee par Wils) 31 aout 1453-31 aout 1485, Tome III (publiee par Schillings) 31 aout 1485-31 aout 1527, Bruxelles 1903/1946/1958. 5 Scholtmeijer 1997, Scholtmeijer, Harrie, ‘Hoe saxofoon is het Oosten van Utrecht?’, in: Driemaandelijkse Bladen 49, (1997). Schönfeld's Historische Grammatica van het Nederlands 1954 (m.m.v. M. Schönfeld - 10 verzorgd door A. van Loey), Zutphen 1954. Schrijnen 1924, Schrijnen, Jos., Handleiding bij de studie der vergelijkende Indogermaanse taalwetenschap, Leiden 1924. 15 Schweikle 1990, Schweikle, Günther, Germanisch-deutsche Sprachgeschichte im Überblick, Stuttgart 1990. Seyger 1967, Seyger, Gerhardus, A., Studien zum Nomenclator Latino-Saxonicus von Nathanael Chytraeus, ein Beitrag zur Geschichte der niederdeutschen Lexikographie im 16. 20 Jahrhundert, doctoraal-scriptie (in typo-script), Nijmegen/Gent 1967. Seyger 1998, Seyger, Gerhardus, A., Aldenselen in Twinta, een bijdrage tot de geschiedschrijving van Oldenzaal, Oldenzaal 1998. 25 Seyger 1999, Gerhardus, A., ‘Oldenzaal in de 14e en 15e eeuw - een drieluik’, in: Een bundel opstellen over de geschiedenis van Oldenzaal, uitgegeven ter gelegenheid van de Hanze- en Eeuwfeesten, Oldenzaal 1999. Slicher van Bath 1944, Slicher van Bath, B., H., Mensch en land in de Middeleeuwen. Deel I: 30 Mensch en gemeenschap, Deel II: Mensch en omgeving, Assen 1944. Slicher van Bath 1978, Slicher van Bath, B., H., Herschreven Historie, Schetsen en Studiën op het gebied der middeleeuwse geschiedenis, Arnhem 1978. 35 Sloet 1872-1876, Sloet, L.,A.,J.,W., Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen, 's-Gravenhage1872-1876. Smelt 1941, Smelt, W.,E., Het oud-archief van de gemeente Zutphen, Utrecht 1941. 40 Snuif 1929, Snuif, C., ‘Deventer Fuhren. Een bijdrage tot de geschiedenis van den Deventer handel in de middeleeuwen’, in: VMORG 46 (1929). Snuif 1975, Snuif, C., Verzamelde Bijdragen tot de geschiedenis van Twenthe, bijeengebracht door zijn dochter M.G. Snuif, Hengelo-Schiedam 1975. 45 Snuif 1975, Snuif, C., De inkoop van de voogdij van den hof van Espelo door het kapittel van St. Pieter te Utrecht in 1283. Sodmann 1978, Sodmann, Timothy, ‘Mundart und Namenkunde‘, in: Sprache und 50 Geschichte im westfälisch-niederländischen Grenzraum - Ein Abriß der sprach- und kulturhistorischen Wechselbeziehungen, Vreden 1978.

Page 289: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-289-

Sodmann 1983, Sodmann, Timothy, ‘Der Untergang des Mittelniederdeutschen als Schriftsprache‘, in: Niederdeutsch - Sprache und Literatur (Band I), Neumünster 1983. Sodmann 1985, Sodmann, Timothy, ‘Nederlands-Nederduitse letterkundige betrekkingen in 5 de middeleeuwen’, in: Zannekin, Jaarboek 7 (1985), Ieper/Mijdrecht 1985. Specht 1939, Specht, H., Quellen zu einer Geschichte der Stadt Schüttorf, Repertorium des Stadtarchivs Schüttorf- Schüttorfer Akten im Osnabrücker Staatsarchiv (Das Bentheimer Land, XVII), Nordhorn 1939. 10 St. Remigiusklooster te Weerselo, 1458-1638, ‘Regesten bij toegangsnummer 192 in het RAO in Zwolle’. Stadsrekeningen van Arnhem (uitgeg.) door W. Alberts 1967, deel 1, 1353 - 1377 (1967), 15 deel 2, 1377 - 1401 (1969), deel 3, 1402 - 1420, Groningen. “Stadsrekeningen van Ootmarsum van 1510 – 1797”, in het Gemeente Archief van Ootmarsum (niet gepubliceerd). 20 Stadsrekeningen van Deventer door G.M. De Meyer, (Teksten en Documenten IX), deel I (1968), deel II (1971), deel IV (1976), deel V (1979), deel VI (z.j.), Groningen 1971. Stappers-Vürtheim 1960, Stappers-Vürtheim, A., Van Frankische Sala tot Glindeflat, Typo-script 1960. 25 Stappers-Vürtheim 1979, Stappers-Vürtheim, A., Twaalf Eeuwen Oldenzaal, Oldenzaal 1979. Stroink 1962, Stroink, L.,A., Stad en Land van Twente, Hengelo 1962. 30 Taubken 1981, Taubken, Hans, Niederdeutsch Niederländisch Hochdeutsch - Die Geschichte der Schriftsprache in der Stadt und in der ehemaligen Grafschaft Lingen vom 16. bis zum 19. Jahrhundert - (Niederdeutsche Studien 29), Köln/Wien 1981. 35 Ten Cate 1961, Ten Cate, J.,A., Het archief van vergadering en convent te Albergen, 's Gravenhage 1961. Ten Doesschate 1935, Ten Doesschate, A., ‘Varia uit het Oud-Archief van Goor’, in: VMORG 51e stuk (1935). 40 Ter Kuile 1935, Ter Kuile, Gijsbert, Johan, Inleiding tot een oorkondenboek van Overijssel - het begrip oorkonde, levering, besate, panding, athmaling en inleiding, Leiden 1935. Ter Kuile 1937, ter Kuile, G.,J., Bijdragen tot een Oorkondenboek van Overijssel, Graven 45 van Goor, in: VMORG, 53e stuk (1937). Ter Kuile 1952, Ter Kuile Jr., G.,J., ‘Bijdragen tot een Oorkondenboek van Overijssel 1200 – 1250’, III, 1220-1226, in: VMORG 67e stuk (1952). 50 Ter Kuile 1963-1969, Ter Kuile, G.,J., Oorkondenboek van Overijssel (OBO), deel I (1963) - deel VI (1969), Zwolle 1963-1969.

Page 290: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-290-

Ter Kuile 1970, Ter Kuile, G.,J., ‘Rechtskundige verschijselen in de middeleeuwen’, in: Geschiedenis van Overijssel, Deventer 1970. Ter Kuile 1970-1973, Ter Kuile, G,J, Overijsselse oorkonden 1350-1400, (deel I,1 en deel 5 I.2). 1400-1450, (deel IIA,1 en deel IIA,2, deel IIB,1 en deel IIB, 2), Typo-Script, R.A. Zwolle. Tibus 1867/1869/1885, Tibus, Adolph, Gründungsgeschichte der Stifter, Pfarrkirchen, Klöster und Kapellen im Bereiche des alten Bisthums Münster mit Ausschluß des ehemaligen friesischen Theils, Münster 1867/69/85. 10 Tille 1925, Tille, Edda, Zur Sprache der Urkunden des Herzogtums Geldern, Bonn-Leipzig 1925. Urkundenbuch der Stadt Lübeck, Herausg. v. d. Verein für Lübeckische Geschichte, Bd. I-XI 15 en Reg., Lübeck 1843-1932. Urkundenbuch der Stadt Osnabrück 1301-1400, bearb. v. Horst- Rüdiger Jarck, Osnabrück 1989. 20 Urkundensammlung, Münsterische, Münsterische Urkundensammlung von Joseph Niesert, Bd. I-VII, Coesfeld 1826-1837. Urkundenbuch, Bremisches, Bremisches Urkundenbuch, Im Auftrage des Senats der freien Stadt Bremen, herausg. v. D.R. Ehmck en W. v. Bippen, Bd. I-VI [Neudruck der Ausgabe 25 1873]. Urkundenlehre Bresslau, zie Bresslau. Van Harten 1927, Van Harten, J., De voormalige instellingen van Weldadigheid te 30 Oldenzaal, Oldenzaal 1927. Van Heel z.j., Van Heel, Caspar, “Het onstaan van Overijssel”, niet gepubliceerde lezing. Van den Bergh 1872, van den Bergh, L., Handboek der middelnederlandsche 35 Nederlandsche geographie, Den Haag (2e druk) 1872. Van Deinse 1953, Van Deinse, J., Uit het land van katoen en heide (oudheidkundige en folkloristische schetsen uit Twente), 3e vermeerderde druk, verzorgd door W.H. Dingeldein, Enschede 1953. 40 Van der Aa 1839-1851, Van der Aa, A.,J., Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden (13 dln), Gorinchem 1839-1851. Van Der Pot 1954, Van Der Pot, C.,W., ‘De oostelijke buurman van het Oversticht’, in: 45 VMORG 69e stuk (1954). Van Doorninck 1857-1875, Van Doorninck, J., Tijdrekenkundig register op het Oud-Provinciaal Archief van Overijssel, Zwolle 1857-1875. 50 Van Doorninck-Wubbe-Augustijn, St. Catharinaklooster te Almelo, (1349) 1421 - 1662, summiere inventaris en regestenlijst, door mr. J.I. van Doorninck, P.A.A.M. Wubbe en Drs.

Page 291: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-291-

A. Augustijn (aanwezig in Zwolle in RAO bij toegangsnummer 187.1, z.j). Van Durme 1983, van Durme, Luc, ‘De vroege Germaans-Romaanse taalgrens in België en Noord-Frankrijk’, in: Handelingen voor de Koninklijke Commissie voor Toponymie & Dialectologie, LVII (1983). 5 Van Durme 1996, van Durme, Luc, ‘Een andere taal, een andere wereld’, in: Lamarcq-Rogge 1996. Van Ginneken 1943, Van Ginneken, Jac., De studie der Nederlandsche streektalen. 10 Van Harten 1927, Van Harten, J.,W.,F., De voormalige instellingen van Weldadigheid te Oldenzaal, Oldenzaal 1927. Van Loey 1954, van Loey, A., Schönfeld's Historische Grammatica van het Nederlands 15 (m.m.v. M. Schönfeld), Zutphen 1954. Van Loey-Goossens 1974, van Loey, A. & Goossens, J., Historische Dialectologie, Amsterdam 1974. 20 Van Loey 1976, van Loey, A., Middelnederlandse Spraakkunst, I. Vormleer, 8e verbeterde druk, II. Klankleer, 7e druk, Groningen 1976. Van Schilfgaarde 1961, Van Schilfgaarde A.,P., De graven van Limburg Stirum in Gelderland en de geschiedenis hunner bezittingen (3 delen), Assen 1961. 25 Veddeler 1970, Veddeler, Peter, Die territoriale Entwicklung der Grafschaft Bentheim bis zum Ende des Mittelalters, Göttingen 1970. Verdam 1949, J. Verdam, J., Middelnederlandsch Handwoordenboek (vanaf het woord 30 "sterne" opnieuw bewerkt door C.H. Ebbinge Wubben), Den Haag 1949. Verdam-Verwijs 1882-1952, Verdam,J., & Verwijs,E., Middelnederlandsch Woordenboek, door J. Verdam en E. Verwijs, (m.m.v. S.J. Fockema Andreae, voltooid door J.W. Muller en F.A. Stoett), 1882-1952 (11 dln.), Zeldelgem 1989-1993 (herdruk). 35 Verslagen en Mededeelingen (van de Vereeniging tot Beoefening van) Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VMORG), vanaf 1860 (1e stuk). [Soms ook "Overijsselse Historische Bijdragen -verslagen en mededelingen van de Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis" genoemd]. vanaf 1860 (1e stuk) = VMORG. 40 Verwijs-Verdam 1885-1941, Verwijs, E.- & Verdam, J., Middelnederlandsch Woordenboek (11 delen), 's-Gravenhage 1885-1941. Von Brandt 1978, Von Brandt, Ahasver, ‘Die Stadt des späten Mittelalters im hansischen 45 Raum‘, in: Hansische Geschichtsblätter 96 (1978). Vredenberg 1974, Vredenberg, J., P., Het oudste register van de vrijwillige rechtspraak der stad Goor (1333-1408) (Werken 31 - Vereniging Overijsselsch regt en geschiedenis), Zwolle 1974. 50 Wanink 1948, Wanink, G.,H., Twents-Achterhoeks Woordenboek (benevens grammatica),

Page 292: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-292-

Zutphen 1948. Weber 1994, Weber, Ulrich, Die mittelniederdeutsche Schreibsprache Osnabrücks, Variablenlinguistische Untersuchungen zum Nordwestfälischen, Teil I, Text. 1994 Münster, dissertatie (Münster) in typoscript. 5 Weczerka 1981, Weczerka, Hugo, Mittelalterliche Verkehrswege, Köln Westfalen 1981. Weijnen 1948, Weijnen, A, Wezen en waarde van het dialect, Zutphen 1948. 10 Weijnen e.a. 1965, Blok,D. P. & Gysseling,M. & Heeroma,K. & Schützeichel,R.,-Tummers,P.,L.,M.,-Weijnen, A., (red.), Frankisch, Merovingisch, Karolingisch, Studies (=Studia Theodisca, III), Assen 1965. Weijnen 1965, Weijnen, A., ‘De Franken in de geschiedenis der Nederlanden’, in: Frankisch, 15 Merovingisch, Karolingisch, Studies (= Studia Theodisca, III), Assen 1965. Weijnen 1975, Weijnen, A, Algemene en vergelijkende dialectologie, een verzameling studies van A. Weijnen, uitgeg. door A. Hagen en J. Kruijsen, Amsterdam 1975. 20 Westfälisches Urkundenbuch,= Regesta Historiae Westfaliae, uitgeg. door H.A. Erhard, Münster 1847 en 1851. Westfälisches Urkundenbuch, Fortsetzung von Erhard's Regesta Historiae Westfaliae, Additamenta 1877. 25 Westfälisches Urkundenbuch (Fortsetzung von Erhard's Regesta Historiae Westfaliae), bijv. 3. Band: Die Urkunden des Bisthums Münster von 1201-1300, bew. door Roger Wilmans, (Neudruck) Osnabrück 1973. 30 Weustink 1962, Weustink, H.,J.,M., De Rechtsgeschiedenis van de stad Oldenzaal en van de mark Berghuizen tot 1795 (Bijdragen van het Instituut voor Rechtsgeschiedenis der Rijksuniversiteit van Utrecht, IV), Assen 1962. Winkelmann-Kohl, Winkelmann, Wilhelm & Kohl, Wilhelm (uitg.) Westfälische Geschichte, 35 Band I, Frühgeschichte und Mittelalter. WUB I Westfälisches Urkundenbuch,= Regesta Historiae Westfaliae, uitgeg. door H.A. Erhard, Münster 1847 en 1851. 40 45 50

Page 293: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-293-

5 10 15 20

INDEX  VAN  HET  CORPUS  In de volgende index ligt de nadruk weliswaar op namen van personen, boerderijen, steden, dorpen, "burscappen", rivieren, enz. Maar ook niet-namen zijn, indien ze voor onderzoek interessant genoeg lijken, soms geïndiceerd. Meestal bij een stad of bij een boerderij. 25 Aangezien de grafie van dezelfde namen en zaken soms sterk verschilt, wordt er weliswaar naar gestreefd de verschillende schrijfwijzen onder een enkele grafie op te sommen, maar niet altijd is een keuze voor een enkele naam gemakkelijk. Om het zoeken voor de gebruiker te vergemakkelijken, wordt meestal wel een keuze voor opsomming onder een enkele grafie gemaakt. 30 A A de 35 A wart (to Hertmen) 1398hOz Abecede, Absede enz. Gherd 1360bAl, 1366cAl, 1374bAl, 1376cAl schepen, 1376dAl schepen, (schepen) 1394bAl, (Gheerd) 1395bAl, Gheerd 1396Al, 40 Abrahaminch, Abrahamyng Johan 1400cOt, (raetman) 1400dOt, (raetman) 1403aOt Johan 1421bOt 45 Achterrichter de Henric 1401aOt Hinric kornot 1388aOt Adelinc 50 Gůet en erue 1380aOz

Page 294: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-294-

Tendheren 1380aOz Aelbertinc Erue en guet 1412aOt Leenhere 1412aOt 5 Leenwarschop 1412aOt Tienden groff en smal 1412aOt Aelen van, Alen van Egbert cornot en gherichte man 1489aAl, 1494aAl 10 Gaerden Johans van Alen 1456bAl Johan 1456bAl Agelo(e), Aghelo, Aghele Buerscap 1376eOz, 1405aOz, 1494bOt 15 Burschap (achter den Brochus) 1431aOt Burscap to Luttiken Aghelo 1431bOt Luttike Agelo 1467aOt Marcke van Luttiken Agelo 1438aTw, 1467aOt 20 Alberghen, Alberg(h)e (Buerscap, Waerschap, Buren, enz.) enz. Aelmisse (hofstede) 1380bAl Buer en koters 1422Ot Buersc(h)ap(p) 1365aOt, 1366aOt, 1376aAl, 1380cOt, 1381aOt, 1399aEs 1411aOt, 1412bTw, 1415aOt, 1415bAl, (boerschap), 1433aOt, 1439aOt, 1453aOz, 1455aOt, 25 1467bOt, 1473aOz, 1476bOt, 1482bOt, 1484aOt, 1488aOt, 1416bOt, 1416cOz, 1417aAl, 1422Ot Buren 1412bTw, 1422Ot Butenscap 1412bTw Capellen der buerscap 1412bTw 30 Ghemene buren en koters der buerscap 1422Ot Ghemeyne buren 1412bTw Heetveld 1412bTw Hofstede gheheten Alberghe achter Mensen hůes 1380bAl, Hynvordinc 1400bAl 35 Inslach van Heetvelde 1412bTw Koters 1422Ot Kerchof der capellen 1412bTw Nyhus 1365aOt Waerschap 1432bOz 40 Zaelstede 1366aOt Zuetessche 1412bTw Alberge(n), Alberghe(n) enz. (Cloester enz.) Clerke 1441bAl 45 Cloester 1445aOt, 1449aOz Cloester en Conuent 1492aOt Cloester der Regulieren 1448aOt, 1448bOz, 1453cOz, 1454aOt, 1455bAl, 1455aOt, 1457bOt, 1467bOt, 1476bOt, 1480aOt, 1483aOt, 1485bOz, 1486bOz, 1491aOt, 1494bOt Cloester der Regulier Canoniken 1492bAl 50 Conuent 1453aOz Conuent des Cloesters der Regulieren 1453cOz, 1455bAl

Page 295: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-295-

Deuote vergaderingen 1433aOt Ghemene Conuent des cloesters 1454aOt, 1455aOt, 1485bOz, 1487aOt Ghemeyne Preesteren en Clercken des huses 1445bOz Ghiestlike pater (Gherd van Vbach prior) 1487aOt Hues tot Alberghe 1441bAl, 1442aAl, 1443bOz, 1445bOz 5 Meyer recht 1492aOt Pater ende Prior (Gherd van Vbach) 1485bOz Pater van Alberghe en zijne ghemenen broderen 1438bOz Preesteren ende Clercken der deuoter vergaderingen 1433aOt Preester en clerke des huses 1435aOt, 1441bAl, 1442aAl, 1445bOz 10 Priester, rectoer der Preester vnde Clerke 1437bAl, 1439aOt Prior 1495aOt Prior des Regulier Cloesters 1487aOt Prior ende Conuent 1485bOz, 1487aOt Prior en gemene Conuent 1448aOt, 1448bOz, 1449aOz, 1453aOz, 1453cOz, 1454aOt, 15 1455bAl, 1455aOt, 1457bOt, 1467bOt, 1476bOt, 1480aOt, 1483aOt, 1486bOz, 1492bAl, 1494bOt Prior ende Pater des Closters der Regulieren 1491aOt Rectoer 1441bAl Rectoer den ghemenen Preysteren vnde Clerken 1443bOz 20 Sunte Anthonius patroen 1441bAl Vergaderinghe 1439aOt Vorgadderinghe in der eer suntte Johannes ewangelisten ende suntte Anthonijs des hilgen vaders 1432bOz 25 Alberghe van Ghodiken 1380bAl Albergher Albergher esch by der Werfheghe 1487bOt 30 Albergher marck 1492aOt Albers Johan 1489bOt Johan prouisor 1486cOt 35 Kunne (Johans echte husfrowe) 1489bOt Albert kornot 1471bOt Ghert 1493bOt Johan 1477bOt 40 Johans hues vpt Hogehues 1477bOt Alberts Johan raetman 1481bOt 45 Aldenzal(e), Aldensal(e), Oldensale, Oldenzale, Oldenza(e)l, Oeldenzael(l) Oldensel(e), Oeldenzelle, enz. Achter den torne bij den kerchaue 1465aOz Aldensaler mate 1464bAl Alinge raetlude der Gijltschop Onser Leuen Vrouwen 1493aOz 50 Alinghe ghesworene meynte olt ende nije der stat 1488cEs Almelerstede 1420bOz

Page 296: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-296-

Archidiaken 1398hOz Armen 1390aOt, 1401bOz, 1403bOz, 1405bOz, 1426Tw, 1429bTw, 1430dTw, 1440aOz, 1450aOz, 1461bOz, 1463aOz, 1473bOz, 1482bOt, 1483bOz, 1488aOt, 1488bOz, 1488dOt, 1495bOz Baghynenhues (oelde) 1395cOz 5 Bagynen Campe 1426Tw Bijcht vader 1450aOz Bijder mueren 1436Oz Bisscopes straten 1405bOz Bode (aermer lude) 1390aOt 10 Borgermeistere 1436Oz, 1473aOz, 1473bOz, 1493aOz, 1497bOz Borgermeistere schepene ende raed 1436Oz, 1442bOz, 1449aOz, 1450bOz, 1465aOz, 1488cEs, 1497bOz Borgher(e), (borghersche) 1349Oz, 1351bOz, 1380aOz, 1405bOz, 1408cEs Borghers en schepenen tod Oldenzale 1425aOt 15 Breden (Ludekens breden ten Thorne) 1401cOz Bysscopes houe 1409bOz Bystenders (Gerichte) 1485bOz, 1486bOz Camp gheleghen vp den Nyenvelde 1403bOz Camp der oelden baghynen 1403bOz 20 Camp op den Tyge beneven der bagynen campe 1426Tw Canonic der haluen preuende 1432bOz Canonic(k) 1386aOz, 1390bOz, 1393aOz, 1392aOz, 1395aOt, 1402cOz, 1405aOz, 1408aOz, 1420bOz, 1421aOz, 1421bOt, 1428Tw, 1434bOz, 1438aTw, 1438bOz, 1439bOz, 1442bOz, 1445aOt, 25 1464bAl Capittel 1395cOz, 1399bOt, 1402bOz, 1430aOt Capittels gaerden 1402bOz Cappittel der kercken 1496aOt Clygessche 1401bOz 30 Collator 1398hOz Deel der schepenen 1422Ot Deken (der kercken) 1392aOz, 1395cOz, 1399bOt, 1438bOz Deken en Capittel der kerke 1430aOt Dornynger straten 1450bOz 35 Erue der herscap van Almelo 1388dAl Erue en hues (Hůetings) ghelegen bynnen Aldensale 1405bOz Erue en hues dair Můezinc to wonene plach 1405bOz Francenraede 1450aOz Garden broder Johans van Gelre 1421aOz 40 Gemene raetlude ende prouisoren des hilligen Geistes 1440aOz Gemene scepene en Raed 1416cOz, 1420bOz, 1421aOz, 1426Tw, 1429aOz, 1436Oz, 1448bOz, 1473bOz, 1473aOz, 1493aOz, 1497bOz Gemene schepenen 1401bOz, 1401cOz, 1403bOz, 1405bOz, 1409bOz 1432bOz 45 Gemene Arme 1401cOz Gherichte in ener ghespanner banck 1485bOz, 1486bOz Gherichte 1336aOz, 1359aOz, 1360cOz, 1365bOz, 1383cOz, 1386cOz, 1391bOz, 1393aOz, 1393cOz, 1394cOz, 1404bOz, 1408aOz, 1409aOz, 1409bOz, 1410bOz, 1417bOz, 1430bOz, 1431cOz, 1432aOz, 1434bOz, 1434cOz, 1440aOz, 1441aOz, 50 1443bOz, 1443cOz, 1444bAl, 1445bOz, 1450aOz, 1453aOz, 1453bOz, 1453cOz, 1458aOz, 1475bOz, 1481aOz, 1483bOz, 1485aOt, 1485bOz, 1488bOz, 1495bOz

Page 297: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-297-

Gherichte Daghelixs 1417bOz Gherichten (Rechten) Werliken 1420aTw Gherichten (Rechten) Gestliken van Oeldenzael 1403bOz, 1417bOz, 1420aTw, 1462aOz Gherichten (Rechten) geistlic ende wartlic 1436Oz, 1442bOz, 1446bOt, 1450bOz, 1458aOz, 1463aOz, 1465aOz, 1473bOz, 1475bOz, 1485bOz, 1486bOz, 1488bOz, 1493aOz, 1495bOz 5 Gherichtes lude 1434cOz Gherichthe Gheesteliken of daghelixen weertliken 1453cOz Giltscop Onsser lieuer Vrouwen 1473bOz, 1482bOt, 1484aOt, 1488aOt, 1488bOz, 1488dOt, 1493aOz, 1495bOz Grote essche tot Oldenzael (boulant) 1450aOz 10 Halve camp op den Nygenvelde 1426Tw Hantgetruwen 1421aOz Herberge 1349Oz, 1348Oz, (eersame) 1446bOt Herinc teghens de vastene 1390aOt (Hilghengheestes hues) Heymale 1336aOz, 1359aOz, 1360cOz, 1430bOz, 1434cOz, 1440aOz, 1445bOz, 1453cOz, 15 1365bOz, 1370Oz, 1380aOz, 1383cOz, 1386cOz, 1391bOz, 1393aOz, 1393cOz, 1404bOz, 1408aOz, 1409aOz, 1409bOz, 1410bOz, 1417bOz Hilghengheestes hues 1390aOt, 1403bOz, 1405bOz, 1417bOz, 1426Tw, 1428Tw, 1429bTw Hilghenghestes ghode 1351bOz Hilgher drier koninge altaer 1402bOz 20 Hilghestes hodere 1351bOz Hilighengheyste 1351bOz, (Hilghergheestes) 1395cOz, 1401bOz, Hilligen Geistes 1440aOz, 1441aOz, 1448bOz, 1493aOz Hilligen geistes renthen, tenden, vorualle en upkomyngen, 1441aOz 25 Hilligen Geistes garden 1442bOz Hilligen geistes camp 1497bOz Hoenhaer 1436Oz Hofstede gheleghen bynnen aldensale 1409bOz Hospitael eder Hilgen Geestes Gasthues 1483bOz, 1484aOt 30 Hůs en stede beneffen der proestye 1420bOz Hues tusschen husen Gerdes tor Smeden en Hermans des Hasenscheters 1426Tw Hues en erue Aerndes Tůneken 1405bOz Huzen gaerden en eruen Pelgrams ten Toerne 1445aOt Huzen, gaerden en eruen Bertoldes van Dulre 1445aOt 35 Jode (De) schepen 1375bOz Kerchaue 1465aOz Kercken Suvnte Plechelmus 1496aOt, Kerken sancti Plechelmi 1484aOt Kercken 1392aOz, 1395cOz, 1399bOt, 1405aOz, 1420aTw, 1420bOz 40 1430aOt, 1438bOz Kerspel 1336aOz, 1348Oz, 358Al, 1359aOz, 1360cOz, 1365bOz, 1370Oz, 1376eOz, 1380aOz, 1388cAl, 1391bOz, 1393aOz, 1404bOz, 1410bOz, 1416aOz, 1417bOz, 1419aAl, 1428Tw, 1429bTw, 1430bOz, 1432aOz, 1434bOz, 1440aOz, 1441aOz, 1443cOz, 1444bAl, 1453bOz, 1453cOz, 1458aOz, 1479aAl, 1483bOz, 1485aOt, 1485bOz, 1486bOz, 1495bOz 45 Koepman bij Zwoller mate betalen 1376eOz Kornoten des gerichtes 1434cOz, 1450aOz, 1475bOz Kornoten 1360cOz, 1383cOz, 1393cOz, 1417bOz, 1430bOz, 1431cOz, 1432aOz, 1445bOz, 1453aOz, 1453cOz, 1486bOz Kornoten ende beleende gestichtes manne 1483bOz 50 Kornothen en gherichteslude 1380aOz, 1386cOz, 1391bOz, 1393aOz, 1404bOz, 1408aOz, 1409aOz, 1409bOz, 1410bOz, 1417bOz, 1440aOz, 1481aOz, 1483bOz, 1485bOz,

Page 298: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-298-

1486bOz, 1488bOz, 1495bOz Leembeke 1401bOz Lycgen (dar ynne) en leesten een recht ynleger na guder manne plicht 1446bOt Mede borgersche 1449aOz Marketmathe (oelde) 1390aOt 5 Marketscoens korens 1393cOz Mede Raideslude 1482bOt, 1488dOt, 1493aOz Mette die begijne 1450aOz Meybreden 1401cOz Meyer 1398hOz 10 Myd tween peerden en myd enen knechte ynriden to Oldensel 1446bOt Nae older ghewoenten 1485bOz Naetgarnes camp 1426Tw Nyenvelde 1403bOz 15 Nygenveld 1426Tw Oelde pacht 1393cOz Oelde baghynen 1403bOz Oelde Baghynenhues 1395cOz Oelderman (myt synen raetluden) der gijltschop 1482bOt,1488dOt, 1493aOz 1495bOz 20 Officiael 1398hOz, 1430aOt Officialiteyts segel 1430aOt Olde Conuent (der begijnen) tot Oldenzael 1450aOz Oldenzaler mathe 1360bAl, 1475bOz Olderman, prouisoren en Raetlude der giltscop 1488bOz 25 Ombestonden (Gericht) 1475bOz, 1481aOz, 1495bOz Onser leuen vrouwen Erue en gued to Deterdinck 1495bOz Onser (Vnser) Leuen Vrouwen Gilde tobehoef der armen 1430dTw, 1450aOz, 1461bOz, 1463aOz Onser vrouwen ghilde 1401cOz 30 Plackerdes breff 1462aOz Pleghelmus 1395cOz Porten 1442bOz Postulatus 1432aOz Prester 1386aOz, 1402bOz, 1434bOz 35 Prouenden 1420aTw, Preuenden (halue) 1420bOz, Prouende (halue) 1421aOz Prouest 1360aOz, 1384bOz, Proest 1420bOz, 1462aOz Prouestye 1384bOz, 1402cOz, 1409bOz, Proestye 1420bOz, Prouisoren, Raetlude ende verwarres des hospitaels 1483bOz Prouisoren ende Raetluede der giltscop 1473bOz, 1484aOt, 1488aOt, 1488dOt 40 Prouisoren deser giltscop 1482bOt, 1493aOz Prouisoren ende Raetlude der kerken sancti Plechelmi 1484aOt Prouisoren deses hilgen geestes gasthues 1483bOz Prouisores Raetlude ende vorwarres der giltscop 1482bOt Raetlude vnser leuer vrowen ghijlde 1401cOz, 1430dTw, 1463aOz 45 Raed 1416cOz, 1420bOz, 1421aOz Raetlude des hilghenghestes hues 1403bOz, 1417bOz Raetlude en verwares des hilge(n) geisteshuses 1426Tw, 1428Tw, Raetlude des hilgen geistes 1395cOz, 1401bOz, 1405bOz, 1429aOz, 1448bOz Raetlude des guden sunte Pleghelmus 1395cOz 50 Raetlude en prouisoren Onser Leuen Vrouwen Gijlde 1461bOz, Raetlude 1426Tw Raetlude en provisoren sante Plechelmuskerken 1450aOz

Page 299: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-299-

Raetlude en prouisores des hilligen geistes 1441aOz, 1484aOt Richter 1360cOz, 1365bOz, 1370Oz, 1376eOz, 1380aOz, 1383cOz, 1386cOz, 1391bOz, 1393aOz, 1393cOz, 1394cOz, 1404bOz, 1408aOz, 1409bOz, 1410bOz, 1428Tw, 1431aOt, 1431cOz, 1432aOz, 1434cOz, 1440aOz, 1443bOz, 1445bOz, 1450aOz, 1453aOz, 1453bOz, 1453cOz, 1458aOz, 1475bOz, 1481aOz, 1483bOz, 1485bOz, 1486bOz, 5 1488bOz, 1495bOz Richtere gheestlic en(de) weerlic 1390aOt (Hilghengheestes hues) Sante Plechelmus kerken 1450aOz Sceepen(en) 1336aOz, 1348Oz, 1349Oz, 1351bOz, 1375bOz, 1395cOz, 1402bOz, 10 1409bOz, 1422Ot, 1436Oz, 1442bOz, 1449aOz, 1450bOz, 1465aOz, 1473aOz, 1473bOz, 1493aOz, 1497bOz Scependom 1401bOz, 1401cOz, 1402bOz, 1403bOz, 1405bOz,1420bOz, 1421aOz, 1426Tw, 1436Oz, 1442bOz, 1449aOz, 1450bOz, 1465aOz, 1473aOz, 1473bOz, 1493aOz, 1497bOz 15 Schepenen nyge ende oelde 1383aOz Schult boeck 1465aOz Segel ad causas 1462aOz Sekenhues 1442bOz Sodenbergher essche 1493aOz 20 Spykermathe 1391bOz Stad Secreetsegel 1473aOz, 1493aOz, 1497bOz Stad boeck van Oldenzael 1468bOz Stad 1383aOz, 1398bOt, 1401bOz, 1401cOz, 1402bOz, 1403bOz, 1405bOz, 1416cOz, 1420bOz, 1421aOz, 1425aOt, 1426Tw, 1429aOz, 1436Oz, 1442bOz, 1448bOz, 1449aOz, 25 1465aOz, 1473aOz, 1473bOz, 1488cEs, 1493aOz, 1497bOz Stades cleyne (Jn)zeghel 1351bOz, 1383aOz, 1395cOz, 1401bOz, 1401cOz, 1402bOz, 1403bOz, 1405bOz, 1416cOz, 1420bOz, 1421aOz, 1426Tw, 1429aOz, 1432bOz, 1436Oz, 1442bOz, 1448bOz, 1449aOz, Stades denstes 1402bOz Stades boden 1405bOz 30 Stadt Jngesegel 1450bOz, 1465aOz, 1473bOz Stat rechte 1465aOz Stat grauen 1465aOz Steenporten 1402bOz, 1465aOz, 1497bOz Stenbrincke 1436Oz 35 Suvnte Plechelmus 1496aOt Tenden der heren van Oeldenzelle 1392bEs Torne bij den kerchaue 1465aOz Tusschen der porten ende der sekenhues 1442bOz Tygingbraeck 1426Tw 40 Tynses (Proest van Aldensale syn tynse) 1420bOz Vicarius to der hilgher drier koninge altaer 1402bOz Vicarius 1493aOz Voer doen to Oldenzaell 1473aOz Vrijheit (onser stadt) 1449aOz 45 Vrouwen huus van Kouorde 1402bOz Werliken gherichte 1403bOz Wigbolde gued 1420bOz, 1421aOz Winkopeslude 1360cOz Woerd 1426Tw 50 Wolter de Meyer 1398hOz Wortkamp gelegen tusschen Tygingbraeck en Naetgarnes campe

Page 300: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-300-

1426Tw Zodenberch 1401bOz Zwarte Lambert 1436Oz Zwarten Lamberts zone, Johan 1436Oz 5 Alerdinck Erue ende gued 1464bAl Almele Koepman bij Zwoller mate betalen 1376eOz 10 Almeler Almeler mate 1464bAl, 1479aAl, 1482aAl Almeler vene vp 1490bAl Ghewaert in Almeler marck 1455bAl 15 Marck 1455aOt Medeghewaert in Almeler marck 1455aOt Almeler vene vp/op, Almelore vene up Lude de sculte op Almeler vene 1425bOt 20 Ludike Frederixsen 1490bAl Ludikens huesvrouwe 1490bAl Preester kercheer up Almelore Vene 1435aOt Almelo(e) van/to 25 Aer(e)nt vicarius 1411bAl, vicarius 1441bAl Albert, Enghelbert, brodere knapen 1358Al,1360bAl Altaer tor luchter ziet 1376aAl Altaer Mensen Bertehoerns 1380bAl Amptman 1391aAl, 1394dAl 30 Arend en Albert gheheiten van hulsenen brodere 1378Al Arnoldus tot Almeloe vicarius tot almeloe 1411bAl Arnolt Johanszoene 1349Oz Baken 1459bAl, 1470bAl Bannier 1378Al 35 Bathe Joncfer 1369bAl, 1370Oz Beatrix juncfrowe 1374aAl (Euerdes wijf), 1376aAl, 1376bAl, 1378Al, 1380bAl (Eůerdes wif), 1384aAl, 1388cAl, 1388dAl, 1391aAl, 1394aAl, 1394dAl, 1396Al Beatrix juncvrouwe (Euerdes [van Heker] echte wif) 1383bAl Beghinenhues 1433bAl, 1456bAl, 1471aAl 40 Begriep van onser meente 1383bAl Borchlene 1372aAl, 1380bAl Borchmanne 1374aAl Borgere 1374aAl, Borghers 1422Ot, Borgher(s) 1433bAl, 1437bAl Bruen (Henrikes soene) 1400bAl 45 Brun geheten van Dulren, kornot vndersate Vtrecht 1408cEs Bystanders 1492bAl Cappelle ende kerke 1468aAl, 1470aAl Clene Jngheseghel 1376fAl Cloester 1471aAl 50 Comanscap halden van dussen tenden 1479aAl Conuent 1475bOz, 1490bAl, 1499bAl

Page 301: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-301-

Conuent ende susteren 1471aAl Conuents eerue ende goet 1499bAl Coster 1360bAl Costerie 1498aAl Darder regulen sancti Francisci 1479aAl, 1486aAl 5 Dedynges lude 1452aAl Deel der schepene en borghers 1422Ot Denste 1372aAl Denstmans stad 1376fAl Derde regulen bij Almelo 1446aAl 10 Ecbert Joncher tot Almelo 1336bAl Ecbert 1400bAl, Ecbert 1410bOz, Eckbert 1416aOz Eeschporten 1456bAl Egbert here 1414aAl, 1419aAl, 1423aAl Egbert jonchere 1415bAl, 1415aOt, 1417aAl 15 Egbert zoene 1394aAl Egbert, Herberich, Lisabeth en Mechtelde, kindere 1396Al Egbert 1394dAl, 1451aAl, 1452aAl Egbert joncheer 1433aOt, 1434bOz, 1441bAl, 1442aAl, 1443bOz, 1443cOz, 1461aAl 20 Elysabeth van Vo(e)rst joncfrouwe tot Almelo 1415aOt, 1415bAl, 1417aAl, 1433aOt, 1441bAl, 1443bOz, 1461aAl Elyzabeth van Hemert ffrouwe tot Voirst, Keppell en Almelo, (Sweders echte huisfrouwe) 1464bAl Es(s)ch(e) 1376dAl (op den), 1499aAl 25 Esche by den baken 1459bAl, 1470bAl Euerd van Hekere here tod almelo knape 1374aAl Euerharda van Ewesma juncfrouwe tot Almelo (Johans echte huesvrouwe) 1489aAl Gaerden gheleghen to Almelo in den esche by den baken 1459bAl 30 Gaerden Johans van Alen 1456bAl Gemene zusteren van der derden regulen 1444bAl, 1446aAl, 1486aAl Gemene zusteren des Conuentes 1475bOz, 1490bAl, 1499bAl Gemene schepenen ende Raet 1456bAl, 1482aAl Gemene raetlude onser kercken 1498aAl 35 Gerichte 1394bAl, 1394dAl, 1451aAl, 1452bAl, 1459bAl, 1464bAl, 1478Al, 1489aAl, 1492bAl, 1494aAl Gerichteslude 1394dAl Gherichte der heerschap 1455bAl Gherichten Geistliken ende met wertliken 1478Al, 1479aAl,1482aAl, 1489aAl, 1492bAl, 40 1494aAl Gherichten (Rechten) Gheesteliken off daghelix werltliken rechte 1455bAl, 1464bAl Gherichtes lude 1479aAl Goerdiken ghelegen alder naest der wedeme 1498aAl Half pond wasses in die kercke toe Almeloe 1492bAl 45 Halue waer 1445bOz Heer 1497aAl Henric 1360cOz Herberghe 1394aAl Herberich geheten van Wachtendůnck, zuster Egberts 1394dAl 50 Herburghe, Lyze en Mette, dochter 1394aAl Here (= leger) 1378Al

Page 302: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-302-

Here knape 1374aAl, 1376aAl, 1376bAl, 1376fAl, 1381bAl, 1383bAl, 1384aAl, (here) 1395bAl, 1396Al Hersc(h)ap 1366cAl, 1372aAl, 1374aAl, 1376fAl, 1378Al, 1380bAl, 1384aAl, 1388dAl, 1391aAl, 1394aAl, 1394dAl, 1398fAl, 1396Al, 1400bAl, 1404bOz, 1414aAl, 1415bAl, 1416aOz, 1418Al, 1423aAl, 1441bAl, 1443cOz, 1446aAl, 1451aAl, 1452bAl, 1455bAl, 5 1459bAl, 1461aAl, 1463bAl, 1464bAl, 1466aTw, 1466bAl, 1468aAl, 1470aAl, 1474bAl, 1475aAl, 1477aAl, 1478Al, 1479aAl, 1479bAl, 1480bTw, 1486aAl, 1489aAl, 1492bAl, 1494aAl, 1497aAl, 1499bAl Heymale 1394bAl, 1394dAl, 1452bAl, 1455bAl, 1464bAl Hijlligen Geysteshuyss to Almelo 1497aAl 10 Hinrik 1375bOz, 1384bOz, 1445bOz Hofgarden 1482aAl Hu(e)s 1366cAl, 1372aAl Ioncher van almelo 1494aAl Johan vnde Wolter (vnser tvyer echte zoens) 1415aOt, Johan ende Wolter (echte soenen) 15 1433aOt Johan (zone), die bynnen landes vnde tohues comet 1415bAl Johan (soene) 1441bAl, (sone) 1451aAl, (sone) 1452aAl, (soene) 1461aAl Johan van Rechteren joncker tot Almelo 1486aAl, 1498aAl Jonchere van Almeloe 1492bAl 20 Johan echte sone (hee comet to hues in Twenthe) 1417aAl Johan van Rechteren, heer tot Almelo, monber 1489aAl Johan van Rechteren, bastert, richter der herscap 1489aAl, 1492bAl Johan van Rechteren, heer to Almelo 1490aAl Johan van Rechteren, heer to Almelo, leenhere 1497aAl 25 Johan ende Wolter (soens) 1442aAl Johan jonchere 1455aOt, 1455bAl, 1456aAl, juncker 1475aAl Johans hues des Backers 1398gOt Kamyn mynen heren van Almelo 1478Al Kemenaden ghaerden 1404aAl 30 Kerc(h)en 1376aAl, 1376bAl, 1376cAl, 1380bAl, 1383bAl, 1404aAl, 1456bAl, 1470bAl, 1478Al, 1489aAl, 1492bAl, 1498aAl, 1499aAl, 1499bAl Kercheer 1383bAl, 1398fAl, 1499aAl, 1499bAl Kerckhof 1498aAl Kerckmeisters ende Raetlude 1499bAl 35 Kercmeysters der kerken 1499aAl Kerker 1411bAl Kerspel der heerschap 1455bAl Koep der heerscap van Almeloe 1474bAl Koer 1499aAl 40 Koernoten 1451aAl, 1452bAl, 1455bAl, 1459bAl, 1464bAl, 1478Al, 1489aAl, 1492bAl, 1494aAl Kornoten ende gerichtzluede 1394dAl, 1464bAl, 1478Al, 1479aAl, 1489aAl, 1492bAl, 1494aAl Langhe Maet 1492bAl 45 Leen der herscap 1404bOz Leene 1419aAl, 1423aAl, 1434bOz Leenheer 1490aAl, 1496bAl, 1497aAl Leenmannen 1490aAl Man(ne) van leene 1414aAl, 1496bAl, 50 Manguet van der herschap 1418Al Manne der herschap 1423aAl, 1443cOz

Page 303: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-303-

Marie (ghebenedighe moder godes) 1470aAl Mauricius Brůnszoene richter 1341Es Meente 1383bAl Memorientestamente 1383bAl Minisstersche ende gemene zusteren des Conuentes 1475bOz 5 Ministersche 1444bAl, 1490bAl Moder en ghemeyne susteren van der Darder Regulen 1486aAl Noertbroke 1489aAl Nye Maet 1478Al, 1492bAl Nye stat porten 1482aAl 10 Oldenzaler mathe, to Almelo te leuerne 1475bOz Olymolen 1376aAl Onser Lieuervrouwen vicarie 1470aAl Orloch 1372aAl Otto van Rechteren ritter, heer van Almelo 1477aAl 15 Otto van Rechteren rijtter, heer, juncker toe Almelo 1475aAl Ouerman 1452aAl Pachtgroten der herscap 1446aAl Pachtgůd 1366cAl Pachthere 1366cAl 20 Pastoir 1490bAl, 1498aAl Pater der susteren 1479aAl Patroens en Hovetheren 1376aAl Prester vicarius 1498bAl Procurator 1471aAl 25 Raetlude der kerken 1498aAl, 1499bAl Raetman der kerken 1404aAl Reue de 1497aAl Richter (in) der heerschap 1451aAl, 1452bAl, 1455bAl, 1459bAl, 1464bAl, 1478Al, 1479aAl, 1489aAl, 1492bAl, 1494aAl 30 Richter 1394dAl Sc(h)epenen 1374aAl, 1374bAl, 1376cAl, 1376dAl, 1394bAl, 1396Al, 1404aAl, 1433bAl, 1437bAl, 1444aAl, 1452bAl, 1456bAl, 1464bAl Schele vnde ghebreke die wij onder een hebben 1452aAl Schelfhorstes groete hoeymaet 1489aAl 35 Schependoem 1433bAl, 1437bAl, 1444aAl, 1456bAl, 1482aAl Schepene en borghers Almelo 1422Ot Schepenenseghel 1376cAl, 1376dAl Scholemester 1404aAl Seggeselude 1452aAl 40 Ses dedynges lude van beiden tziden myd den auerman 1452aAl Slaghe hen to beghynenhues 1456bAl Smytte 1482aAl Stad 1394bAl, 1456bAl, 1482aAl Stad baden 1433bAl 45 Stades segel 1394bAl, Stadzegel 1396Al, 1404aAl, 1433bAl, 1444aAl, 1456bAl Suster hues 1499aAl Susteren ende conuent van der derden oerde by Almelo 1444aAl Susteren van der darder regulen 1479aAl Vellighen boem 1466aTw 50 Vengnisse 1363Al Verherwaden mit enen Zutphenschen punde 1414aAl

Page 304: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-304-

Verherweyden 1418Al Vicarie Onser lieuer vrouwen 1468aAl, 1470bAl Vicarie 1376bAl, 1470aAl, 1470bAl Vicaries 1470bAl Vicarius 1376aAl, 1398fAl, 1411bAl, 1441bAl, 1470aAl, 1497aAl, 1498aAl, 1498bAl, 5 1499aAl, 1499bAl Vicarius van sunte Annen 1490bAl Vierdendeel pondes camijns 1492bAl Vigilien ende myssen vp vnsen grauen 1470bAl Vriheyt 1376aAl 10 Waeskersen in die kercke vp myne iaertyet 1470bAl Was in die hillighe kercke 1478Al Wech bij den kerckhof to Almeloe 1498aAl Wedeme 1433bAl, 1498aAl Welighenporten 1366cAl 15 Were 1398gOt Weteringhe 1456bAl Wijf stucke vryes landes 1376cAl Wincopeslude 1376cAl Zeckmaidt de 1497aAl 20 Zusterhues van der derden regulen 1446aAl Zweder heer toe Voerst, Keppele, joncker toe Almelo 1463bAl, 1464bAl, 1466bAl, 1468aAl, 1470aAl, Almen 25 Kerspel 1423aAl Almlo van Brůn van Almlo geheten van Dulre, kornot 1431aOt 30 Ampsen van Herman Gherdeszoene 1394aAl Hinrick vyand 1378Al Gherd anders gheheten Tůnnyken 1394aAl 35 Ansem van Herman 1422Ot Apeldoren van Johan Brant van Apeldoren amptman in Twente 1430dTw 40 Droste in Twenthe op 16 sept. 1431 Archem Burscap 1496bAl 45 Arends soene Arend Ockenbroeck de Junghe (Arends soene) 1409bOz Arensch, Arinsch Arensche guldene 1481bOt 50 Dree Arinsch guldene 1488bOz

Page 305: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-305-

Arnhem van Wynolt 1474bAl Arnold Meyer Arnold rightere 1336aOz 5 Arnoldus Arnoldus gulden 1433aOt Asbecke, Asbeke van 10 Berend de Jůncgeste koernot 1392bEs Berend (Johans sone) 1420aTw Bruen deken thor nyenborch, koernot 1392bEs Johan 1420aTw Ludeken koernot 1408aOz 15 Ludeken gerichtes man 1408cEs Assinck, Assing, Assyng toe Alinge erue en guet 1461bOz, 1463aOz Erue ende guet 1494bOt 20 Johan de meyer die nv dat erue bouwet 1494bOt Langhe heghe 1457aOt Tenden groef ende smal 1461bOz, 1463aOz Tendheren 1494bOt 25 Aůerhage van Clawes de Jonge 1435bOt Aleyt ( Claweses echte wijf) 1435bOt Auenhu(e)sen, [Ouenhusen (Bernardus)] 30 Alijt (Lamberts echte zuster) 1484aOt Arnd monber 1482bOt Bernardus, [Ouenhusen (Bernardus)] 1484aOt Bezegelt schijn onder zegel Conradi Melemans 1484aOt Erue ende gued 1482bOt 35 Fenne (Lamberts echte wijff) 1484aOt Gaerden Gosen van Auenhusen 1452bAl Gerborch (Arndes echte wiiff) 1482bOt Gosen 1452bAl Heyle (Bernardus syn echte wijff) 1484aOt 40 Lambert (orre twier monber) 1484aOt Auenhues , Auvenhues dat Akeren also dat men ynbrand 1473aOz Alinghe erue ende guet 1473aOz 45 Erue ende guet 1484aOt Hues holden dackdichte ende wantdichte 1473aOz Koslach 1473aOz Maet tusschen der leede vnde den essche 1473aOz Tenden 1473aOz 50 Tendhere 1473aOz Veth verken daer men eyn pachtswijn mede betalen moghe 1473aOz

Page 306: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-306-

Voder vore 1473aOz Auerhof Berend (rychter) 1364Ot, 1366aOt 5 Awijc, Awi(i)c van Hues en erue bynnen aldensale by der provestye 1402cOz Johan 1337aEs, 1337bEs, 1360cOz Johan (Roelues soen) 1402cOz Roelf 1402cOz 10 B Backer de 15 Johan 1398gOt Hues (Johans) 1398gOt Baghynenhues (oelde) Juncfrouwen 1395cOz 20 Meystersche 1395cOz Baken Essche by den baken 1470bAl 25 Baltinck Grote Baltinck 1423aAl Luttike Baltinck 1423aAl Baueler de 30 Euerd 1409aOz Bauelo to Grotenhus 1359aOz 35 Beijers Beijers gulden 1435aOt Be(n)ninc Gůed en erve 1370Oz 40 Lůde 1370Oz Bechem van Struvbbe 1337aEs. 1337bEs 45 Becker Des he voir my eyn guet mechtiges schijn toende 1488dOt Goedeke (Peters echte huesfrouwe) 1488aOt, (Guede) 1488dOt Hermen priester, hantghetruwe 1445aOt Maeth vnde Braeck (syn beyde vrij) 1488aOt 50 Peter, borger toe Deuenter, monber 1488aOt, 1488dOt

Page 307: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-307-

Becker de Hues des beckers 1398aOt Johannes scepen 1452bAl Lubbert 1398aOt Willem wyncopes man 1395dEs 5 Beckers Hadewijch (Arndes de Yegher echte huesfrouwe) 1468bOz Henric 1442bOz Henric Beckers weer 1442bOz 10 Henrick (Johan & Henrick = Hadewijghes ghebrodere) 1468bOz Herman 1446bOt Herman preyster 1427Ot, 1424aOt Johan preister vnde Reguleer des Cloesters to Esinghen 1468bOz Beeskens Coep 1408aOz 15 Berneer en Coep (zoene) 1408aOz Mette (Copes dochter) moder 1408aOz Beg(g)her Aernt begher scholemester 1404aAl 20 Rodolphus priester 1442aAl Rodolphus scholemester 1404aAl Roleff priester 1441bAl Rolof preystere 1415aOt, 1415bAl, 1417aAl Rolof, preester kercheer up Almelore Vene 1435aOt 25 Roloff preester kerchere vp den Vene (witlike oem) 1437bAl Beggher de Aleyt (Arendes echte wijf) 1394bAl Arend 1394bAl 30 Brůetschatte 1394bAl Beggers Beggers lande ghelegen op den esch to Almelo 1499aAl 35 Beke van der Wolter geheten de Predeker, gerichtes man 1408cEs Beke de 1420aTw Renthe ute der Beke to Gheetle 1420aTw 40 Beke ter 1341Es Essekine 1341Es Bekemannyng 45 Johan 1408bOt Beldesnijder Mester Johan, cornot en gherichtes man 1488bOz 50 Bele vanden Steuen 1422Ot

Page 308: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-308-

Bellengherhoue Otto koernot 1455bAl Bellinchoue van, Bellynckhoue van 5 Margareta (Otten echte suster, cloesterjonfer) 1494bOt Otto, beleende man des ghestijchtes 1497aAl Otto koernot 1451aAl, 1460bTw Otto monber 1494bOt 10 Benneking Erue ende gued 1454aOt Tienden grof ende smal 1454aOt Benning 15 Alijt to Woelde 1414bTw Erve en guet 1414bTw Gheze, Johan, Fenne, Alijt (er kindere) 1414bTw [(= Lude binamen Alijt to Woelde], Gheze Johan Fenne Alijt (er kindere), Beele (er steefdochter)] 1414bTw 20 Stichtes leen 1414bTw Benth de Erue en guet 1386cOz 25 Benthem van Borchlene 1385Oz Borchman 1385Oz Egbert 1424bOt Greue 1385Oz 30 Herscap 1385Oz, 1398cOt, 1429aOz Holtgerichte 1429aOz Wech (dat) 1429aOz Bentlaghe van 35 Frederik 1383cOz Berchusen Buerscap 1391bOz, 1429bTw Oelde maet ok gelegen in den soluen Burschape 1429bTw 40 Berendinc to Erue en gůet 1399bOt Stichtes leen 1399bOt Tenden grof en smal 1399bOt 45 Berghe van den Alheyt sustere 1390bOz Johan scolaster to Vredene 1390bOz Rotgher canonick to Aldenzale 1390bOz 50 Berghybing van

Page 309: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-309-

Dyderik 1368aEs Berndessone Otte van Weleuelde 1376eOz 5 Bernering Ludiken 1366aOt Berneuelde van Herman Gerdeszone 1374aAl 10 Bertho(e)rns Mense preyster 1376aAl, 1376bAl, 1380bAl, 1381aOt (Bertehoerne), Mensen hůes 1380bAl 15 Berninch Bertolt 1398fAl Berteldingh Alijt, wedue (selighen Arent Berteldinghes) 1466bAl 20 Arent 1466bAl Euert (Alijde oer broder) 1466bAl Bertoldus, Bertold Bertold, prior des kloesters in den Vrendeswede, visitierre 1444bAl 25 Bertram Herman kornot 1390aOt, 1400dOt Bertrames 30 Herman kornot 1400eOt Bertrams Bertram (Gerdes zone) 1399dOt Gerd (Bertram Bertrams vader) 1399dOt 35 Gherd 1374cOt Herman 1374cOt, (kornot) 1388aOt, Hermen, gherichtes man 1398aOt Sander richter 1390aOt 40 Beruerden van Arnt, drost ende amptman 1466aTw Henrick, kornot en gherichtes man 1433aOt Kunne de Vrighreue - nichte (selighen Johannes des Vrighreuen dochter; Arndes van Beruerden nichte) 1466aTw 45 Henric 1466aTw Lene 1466aTw Berueruorde van Roloff 1440bOt 50 Beruoerde, Beruorde, Beruvorde, Beruerde, Bervorde van

Page 310: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-310-

Arnt beleende man van Almeloe 1496bAl Bernd borge 1464aOt Ermegard (Henrixs echte huesfrouwe) 1483bOz Euete (Hinrixs echte wyf) 1454aOt Grete (Johans echte wif) 1398fAl 5 Grete jonfer 1422Ot Henric 1458aOz, 1475bOz, monber 1483bOz Hinric anders ghehieten ten Stockeler, monber 1454aOt Hinrick auerman 1437bAl Jutte 1431cOz 10 Johan 1398fAl Johan amptman in Twente 1426Tw Johan en Hinric (echte kinder) 1431cOz Jutte (Willems van Beruorden huusvrouwe) 1445bOz Jutte van Beruorden (Hinrikes van Almelo dochter) 1445bOz 15 Kamp bij den Westerwiken Bome 1431cOz Roloff dedinghesman 1439aOt Roloff erfexe en mede degenynges man 1438aTw Rolof kornot ende gherichtes man 1435aOt Twe tenden groff ende smal 1483bOz 20 Willem 1445bOz Besten van De Pape, leenman des gestichtes van Vtrecht 1434bOz Gerd (seligen Johans sone) 1458bEs 25 Gert cornot en gherichtes man 1488cEs Henric 1400aEs Hinrik 1398dEs, 1407Es Henrick, Wessel ende Gerlich (echten soens) gebrodere 1461bOz, Johan gheheten de Pape 1385Oz, 1447aPt, 1461bOz, 1463aOz 30 Johan, Henrick, Rotcher en Wessel (gebrodere, Johans soens) 1463aOz Johan, Hinrick, Rotgher, Aleph, Bitter, Wessel, Gherlich, Eylart, Grete (oer twier echten kindere) 1447aOt Johan 1458bEs Johan kornot 1431cOz, 1432aOz 35 Johan, leenman des gestichtes van Vtrecht 1434bOz Rotger cornot en beleende gestichtes man 1483bOz Styne (Johans echte husvrowe) 1447aOt, (Johans echte husvrouwe) 1461bOz, (Johans echte huesfrouwe) 1463aOz 40 Beuer de Herman koernot 1392bEs Beueren van Claes munber 1464aOt 45 Clawes koernot 1392bEs Ffrederich cornot ende gherichtes man 1488aOt, 1488dOt Frederich commenduer des Hueses tot Oetmershem 1485aOt Fredrick kummelduer 1447bOt Frederick kummelduer, sake wolde 1457bOt 50 Ffrederik kummeldure toe Oetmersen 1479bAl Gheestelike of weerlike recht 1398gOt

Page 311: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-311-

Grete (dochter) 1398gOt Jn macht vermids mijnen heren mij gegheuen 1485aOt Johan 1398gOt Truede (Johans echte wif) 1398gOt Volkering camp toe brukene ende toe verdone 1479bAl 5 Wt oeren gueden ende luden 1457bOt Yn stat des rechten leenheren 1485aOt Beueruo(e)rde, Beuervoerde, Beuervoirde, Beuerforde van Comanscap halden van dussen tenden 1479aAl 10 Euerd 1336bAl Gerd 1364Ot, (kornot) 1380cOt, (kornot) 1398aOt, Gr(i)ete (Johans echte wijf) 1398gOt Gr(i)ete dochter 1398gOt Henric 1479aAl 15 Johan 1349Oz (Hugenzoene), 1376fAl, 1398gOt, 1376eOz Johan (Wylmes soene) kornot en gherichtes man 1410bOz Maet, de pandes steyt van den van Beuervoirde 1488aOt Roelf knape 1349Oz Roloff 1480aOt, 1485aOt, 1485bOz, 1495aOt 20 Roloff renthemeyster des landes van Twenthe 1480bTw Roloff sake wolde 1457bOt Stichtes leen 1485aOt Willam 1388cAl, (Willem kornot) 1386cOz, (kornot) 1393aOz, Wtgang ende ingang myt mynen consente ende willen 1480bTw 25 Wt oeren gueden ende luden 1457bOt Beyering Mette 1436Oz Hues Metten Beyering 1436Oz 30 Beyne van Jacob gheheten Dempighe, richter 1365bOz, Jacob gheheten Demphige, kornoth 1380aOz, 35 Biderlangenhorst Kote 1336bAl Bijter(e) de Gerd (ton Walle Hermanssone) 1374aAl 40 Wolter 1428Tw Binchorst van Alheyd, Frederic, Grete, Herman 1359aOz 45 Bisscop Frederich 1430cOt Blancke, Blanke de Bernt 1485aOt Grete (Berndes echte naghelatene dochter) 1485aOt 50 Henrick van Echtler geheten die Blancke raetman en prouisor 1441aOz Hinrich van Echteler geheten de Blanke cornot 1420aTw

Page 312: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-312-

Hinrick van Echteler geheten de Blancke 1429aOz, 1429cOt Swene (Berndes huesfrouwe) 1485aOt Blanckenvoerde Esche (to Roetman) 1400cOt 5 Woerd (to Roetman) 1400cOt Blanckenvoert, Blanckenůort Hermen (Ghertrueden ter Kemenade oer man ende momber) 1476bOt Johan 1418Al 10 Blanke Hinric schepen 1422Ot Blankenvoerde van Johan kornot vnde gherichtes man 1415aOt 15 Blominghe Iohan 1358Al Stucke vp den Blominghe beneuen der wedemen land 1457aOt 20 Blote de Gherd van zaterslo gheheten de Blote 1359aOz Bobbentrijs Dyrck 1395bAl 25 Bode Wisse bode 1348Oz, 1349Oz, 1394aAl Bode (= gůet tor Boden) 1366aOt 30 Bode de Albert 1458cOt Gaerde ende kempe licghende vor Oetmersem 1458cOt Hues en stede licgende bynnen Oetmersem 1458cOt 35 Lanbertus 1410cOt Bodeker Jacob borgermester 1473bOz, borgermeister 1493aOz, 40 Bodeker, Bodiker de Euerd die Wulf geheten die Bodiker 1440aOz Gherd kornot 1380cOt Hinrick schepen 1433bAl 45 Boden tor Gůet 1366aOt Boden van der Bertolt, Albert en Johan broder 1366aOt 50 Fenne, Helike en Mette sustere 1366aOt Gese, Bertoldes wif 1366aOt

Page 313: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-313-

Arnt, Heyne en Mette kindere (van Gese en Bertold) 1366aOt Svenike dochter (van Fenne) 1366aOt Styne, Wibbe kinder (van Helike) 1366aOt Boding (van Roetman) 5 Ecbert en Ghese (Johans kinder) 1400cOt Johan 1400cOt Lambert kornot 1400cOt Olderen zielen 1400cOt Vrende zielen 1400cOt 10 Boeckbynder de Boeckbynders hues 1477bOt Boke, Boeke 15 Bernd anders gheheten de Smyt 1484aOt Hermen cornot ende gerichtes man (wonende to Lunne) 1484aOt Swene (Bernds echte wijff) 1484aOt Bolcks, Bulkes 20 Mense kercmeyster 1499aAl Mense raetman der kerken 1499bAl Bomardes Herman kornot 1427Ot 25 Bomart Hermannus kornot 1410cOt, cornot 1421bOt Hermannus (koster) koernot en gherichtes man 1416bOt 30 Bonen van Johan monber 1492bAl Swene (Johans van Bonen echte huesvrouwe) 1492bAl Bonigerhoef, Bonyngerhaue, Bonyncgerhof, Bonyng(h)erhoff 35 Johan besitter der haluen preuenden 1420aTw, 1420bOz, 1421aOz Johan Bonyngerhaues garden 1442bOz Johan canonick 1442bOz Johannes canonyc rentmeyster 1438aTw Johan canonic der haluen preuende 1432bOz 40 Johan monber 1439bOz Johonnes 1438bOz Bonynghe, Bonynghen Bonyngher marke 1409aOz 45 Buerscop 1488bOz Den Grotenhues to Bonynghe 1409aOz Bonynghen, Boning(h)e, Boenynghen, Boningen van Gijsbert 1488bOz 50 Gijsbert monber 1485aOt Herman, man van leene (huldynge ende ede to Rechtern) 1496bAl

Page 314: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-314-

Hermen monber 1488bOz Katherijne (Hermens echte huesfrouwe) 1488bOz Mathies 1392aOz, 1394cOz Mathias (van Boningen) koernot 1408aOz Wenemer 1488bOz 5 Borchering Erue 1398gOt Borchgrevinc 10 Gherhardus 1559bOt Borg(h)enden, Borne, Bornen Borgenoten 1348Oz Collator 1398hOz 15 Crucebrinke bi der heghe 1398hOz Gerichte 1360bAl, 1434bOz Heymale 1360bAl Kercheer 1398hOz Kerspel 1360bAl, 1414aAl, 1434bOz, 1460bTw, 1499bAl 20 Kerspellude 1398hOz Lubbert de meyer 1337aEs, 1337bEs Meyer 1398hOz Meyers lande 1398hOz Raetlude 1398hOz 25 Richtere 1360bAl Wederwissele 1398hOz Wedeme 1398hOz Werner die meyer van borghenden 1398hOz Wessele 1398hOz 30 Borneers Fenne (moder Johans van Reebeke) 1452bAl Borre 35 Wolter 1360cOz Borsen Bertolt 1489bOt Hille (Bertoldes echte husfrowe) 1489bOt 40 Bose, Boze de Heyne koernot en gherichtes man 1416bOt, (Heyne Boze) schepen 1422Ot, 1424bOt, kornot 1425aOt, 45 Boterken, Botterken Brutelike guet van zuster schedinghe 1398dEs Fenne (Gherdes Lippich suster; echte wif Hinrixs) 1407Es Fenne (Hinrixs echte wyf) 1398dEs, (Hinrixs wif) 1419bEs Hinric(k) 1398dEs, 1407Es, 1419bEs 50 Schutte boulandes 1398dEs Tenden 1398dEs

Page 315: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-315-

Zuster schedinghe 1398dEs Boůhues de Boů/hues 1458bEs 5 Boyng Bertolt cornot en gherichtes man 1425bOt Braeck ter Johan dedynghes ende makes man 1460aOt 10 Braetmůssche Johan anders gheheten Meyenberch 1395bAl Bramesschen 15 Eynen bramesschen 1404aAl Bran(d)t, Brand Conrad 1375bOz Ffrederick cornot 1475bOz 20 Ffrederick cornot des gherichtes 1495bOz Frederich monber 1449aOz Fredericus borger cornot 1453aOz Fredericus cornot des gerichtes 1434cOz Fredericus cornot ende gerichtes man 1458aOz, 1482bOt, 1488cEs 25 Johan Brant van Apeldoren amptman in Twente 1430dTw Bransenborch van Dyl[i]es kornot 1393aOz 30 Brantlijcht van Berend 1414bTw Brauenschen Enen guden brauenschen 1425bOt 35 Breddenbroke ton Gůet 1384aAl Manstat 1384aAl Vijf marckenliene 1384aAl 40 Breddenbroke vanden Arnd broder oem 1384aAl Coert 1384aAl Roederick, Willam, Arnd, Frederick, Coert, zoene 1384aAl 45 Brede vander, Breden van der Gerd anders gheheten de Snelle (richter) 1 Gert de Snelle geheten van der Brede 1431bOt Gherd gheheten de Snelle (rychter) 1417bOz, cornot 1420aTw, 50 Ghert 1422Ot

Page 316: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-316-

Bredeler Bredelers zůmpel 1383bAl Bredenbroec, Bredenbroeck Coenraed coernot vnde gherichtes man 1443bOz 5 Conraed de Jonghe, kornot en gherichtes man 1433aOt Coenraet 1441bAl Erue 1487aOt Erue ende gued 1471bOt Stichtes leen 1487aOt 10 Tenden groff ende smal 1487aOt Bredenbroeck (ten Bredenbroke) dat Bouman 1408bOt Bouwynghe 1408bOt 15 Erue en gued gheheten dat Bredenbroeck 1408bOt Eykenholt houwen 1408bOt Hueswynnynghe 1408bOt Olde pacht 1408bOt Waghen en ploech, zeghede en zeyse 1408bOt 20 Verherweden 1408bOt Bredenbroke ten Conraet 1451bOt 25 Bredenbroeke van den Coenraed en Wessel (broeders) 1408bOt Kynder dye noch nycht weerweldich en zynd 1408bOt Olderen 1408bOt Rolef 1408bOt 30 Rolef (liiftucht bruken myd ziinre huesvrouwen) 1408bOt Breknichem to Ecbert en Dedele (Ecbertes echte wif) ter Bruggen 1399cOt Lutteke Cleue ten (erue en guet) 1399cOt 35 Bredericking Erue 1398gOt Brincke ten, Bryncke ten 40 Pelegrim kornot 1404bOz Pelegrim kornot en gherichtes man 1410bOz Brochus ton Bertolt 1366aOt 45 Brochus, Broechues Brochus dat Gerdes Tappen is 1431aOt Broechuses made geheten dat Kattenstert 1469Ot Broeckhuses maet 1472Ot 50 Burschap to Aghelo achter den Brochus 1431aOt

Page 317: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-317-

Broechuves Gerd vanden preister 1351aOt Wolter ton 1351aOt Broke bij den 5 Buerscap 1376aAl, 1376bAl Brůnszoene Mauricius Brůnszoene van Almelo 1341Es 10 Bruggen ter Ecbert kornot 1399cOt Dedele (Ecbertes echte wif) kornot 1399cOt Brugginck 15 Erue ende gued 1464bAl Brunger Wolter borgermester 1497bOz 20 Brungher de Hinrick cornot 1430bOz Bry, Brij Coenraed gheheeten Wissikynck, schepen 1404aAl 25 Conraed (Brij) geheyten Wijssikinch, schepen 1394bAl Coert 1398fAl Koenraed 1395bAl Brynck 30 Dijrck raetman 1481bOt Bůrze, Buerze van Vrederik (kornot) 1386cOz, (richter) 1392bEs, 35 Buckhorst Willem rydder amptman 1460bTw Buderick van Wessel bichtuader 1490bAl 40 Buergeld Twelf placken 1438aTw Bumghaerden ton 45 Ludiken 1400dOt Burgondien, Burgondyen, Burgonijen, Burgundien van Bisschopp to Vtrecht 1457bOt Dauid bisscop to Vtrecht, 1457bOt, 1480bTw, 1485aOt, 1485bOz, 1486bOz, bysschop tot 50 Vttert 1486cOt, 1487bOt, 1494bOt

Page 318: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-318-

Bussche ten Ghese anders geheten Ghese ten Modekotte 1477bOt Butinck to Alynghen tenden groff ende small 1496bAl 5 Erue ende guedt 1496bAl Byenvelde ton Hůs end ghod 1367Ot Marke (warscap: holt, akeren, hoylande) 1367Ot 10 Bystervelt Camp 1436Oz 15 C Campe vanden Claes 1422Ot 20 Cappelman Bernd cornot to Ozenbrugge 1484aOt Carnuten Herman 1348Oz 25 Claryncloe to den Grypinckampe 1438aTw Claussen 30 Alfijt (Henrixs echte wyf) 1490aAl Henrick 1490aAl Clawesing to Erue en gued 1420aTw 35 Renthe Clein Johan borger cornot 1453aOz Cleue 40 Lutteke Cleue ten 1399cOt Erue en guet 1399cOt Cleysen hues Erue ende gued 1451aAl 45 Gheenreleyge recht, dienst, koeghelt noch ansprake 1451aAl Cloester van den Gerd cornot en beleende gestichtes man 1483bOz Gerdt, beleende man des ghestijchtes 1497aAl 50 Clywick ter

Page 319: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-319-

Erue en gůet 1391bOz Leenhere 1391bOz Thenden smal en grof beschaepen 1391bOz Coenrades zone 5 Iohan van den Thie (Coenrades zone) 1398hOz Coldehoff de Ghůt 1405aOz Groue tenden 1405aOz 10 Smaltenden 1405aOz Colstrunc Vde 1350aEs 15 Conrades Gerd kornoth 1380aOz Conuent van Almelo Bychtuader1490bAl 20 Conuentes segel by rade onses bychtuaders 1490bAl Gemeijne susteren des Conuents 1490bAl Ministersche 1490bAl Conuent van der derden regulen 25 Conuents segel 1444bAl Ghemene zusteren van der derden regulen 1444bAl Ministersche 1444bAl Visitierre 1444bAl 30 Conuent van Galilea to Zibekeloe Gheestlike mannen, prior en Conuent 1451bOt Conuent van Zebekelo Conuent van Zunte Berndes oerden 1447aOt 35 Prior en conuent 1447aOt Coperne [de] Wolter 1368aEs 40 Copingh Huys en erue 1376eOz Huys to Copingh (dorp Oedmersem) 1376fAl Coppel 45 Coppel grauen 1383bAl Coppelen achter der Maet 1376aAl 50 Cosstede de Erue ende gued 1460bTw

Page 320: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-320-

Leen gued 1460bTw Costede Costede gheleghen tsenderen 1499bAl 5 Coster(e) de Bernd 1350aEs Claes die coster van Oetmersem, kornot 1422Ot Claes gerichts man 1412aOt Clawes kornot 1388aOt, scepen 1395aOt, kornot 1400cOt. koernot 1400dOt, scepen 10 1401aOt, 1402aOt, 1410cOt, kornot 1413Ot Drude (Claweses echte wijf) 1413Ot Haseke 1350aEs Herman 1364Ot, 1365aOt, 1366bOt Hermanus schepen 1422Ot 15 Werner 1350aEs Costers Coete Coete 1350aEs 20 Covoerde, Couerde, Covorde(n), Couo(e)rde(n), Couorden, Kouorde, van Aleeff en Johan (ghebroders) 1444bAl Belye (Reynolts echte wijff) 1448aOt Dyderijc, Reynolt, Alef, Johan, Lysebet en Fye (kinder) 1427Ot 25 Eruen, guden en lude waer wij de hebt 1427Ot Fye (Wolters echte wijf) 1427Ot Gaerden Hinrics van Couorde 1480aOt Herman borgher 1433bAl Hinrick 1480aOt 30 Johan 1383cOz, 1402aOt Johan kornot 1464aOt Johan gerichtes man 1408cEs Johan borgher kornot 1447aOt Lise zuster 1444bAl 35 Lutgaerd (Roelfs echte wyf) 1393aOz, (Rolůes echte wyf) 1402aOt Lutgard (Rolofs echte wijf) 1395cOz Medegaue 1387Oz Reynalt 1446bOt Reynold, Rolef (soene) 1386aOz 40 Reynold 1408cEs, Reynolt 1444bAl Reynolt (ritter) 1428Tw, 1448aOt Roelf (kornot) 1383cOz, 1393aOz, 1402aOt Roeloff ende Wolter (onse echte zoenen) 1448aOt Roleff (Reynoldes sone) 1428Tw 45 Rolof 1387Oz, Rolef 1395cOz Roloff monber 1486bOz Roloues wyues medegaue 1387Oz Sophia (Roloffs echte wyff) 1486bOz Sophya (Wolters echte wijf) 1417bOz 50 Vrouwen huus 1402bOz Wolter 1417bOz, 1427Ot

Page 321: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-321-

Wolter amptman in der tijd in Twente 1420aTw, 1422Ot Wolter droste 1422Ot Wolter (Reynoldessone ritters) kornot, vndersate van Vtrecht 1408cEs Wolter, beleent man des Stichtes van Vtrecht 1496bAl Wolter (Roloffs voersreuen broder) 1486bOz 5 Crucebrinke Crucebrinke bi der heghe 1398hOz Crucele ten 10 Wobbe, Gerdesdochter 1386aOz Cude Henric 1374bAl 15 D Daerlevoerde, Derlevoerde, Derleuorde, Darleuorde van Aelbert (Esken Mersens brodere) 1412aOt 20 Albert 1488cEs Albert (man van leene) 1414aAl Grete ende Katherine (Alberts twe dochtere) 1488cEs Wicher scepen 1374bAl Wijcgher wincopesman 1376cAl 25 Daghe vor den Eckbert 1375aAl Dalecaten 30 Fenne 1543bOz Lubbertus (Fennen ore sone) 1543bOz Dalekate Erue ende guet 1443cOz 35 Stichtes lene 1443cOz Vorherwedene 1443cOz Dalkote Gerd cornot 1426Tw 40 Dan de Gued of erue 1467bOt Tynsguet van oldes des Priors ende Conuents 1467bOt 45 Danhues Tins 1380cOt Dankate Kate 1365aOt 50 Danne ten

Page 322: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-322-

Arnt 1467bOt Debijtere Gerd (ton Walle Hermanssone anders geheten) Debijtere 1374aAl 5 Deblancke Hinrich van Echteler, geheten Deblancke 1429aOz Dedem van Symon (schoonzoon van Ghert van Honichloe) 1425aOt 10 Deghedingheslude 1372bAl Degheninchem, Deghennichem, Deghenynghem, Dennyncghem, Denynchem, Deyngem 15 Kerchof 1390aOt Kercken 1445aOt Kersspel1390aOt, 1484bOt, 1486cOt, 1488bOz, 1496aOt Vicarie der kercken 1445aOt 20 Delden van/to Dorp 1372bAl Gherichte 1466aTw Johan canonic, hantghetruwe 1445aOt Johan de Roede to Delden 1431bOt 25 Kerspel 1336bAl, 1376aAl, 1376bAl, 1414bTw, 1466aTw Porten toe Delden 1439bOz Wederder steghe 1466aTw Dempighe 30 Jacob gheheten van Beyne, richter 1365bOz, 1370Oz Jacob gheheten van Beyne kornoth 1380aOz, Denge, Denghe ter/tor Hessel kornot en gherichtes man 1409aOz 35 Hessele raetman en prouisor 1441aOz Denstrecht 1446bOt, 1457bOt, 1463aOz Depenbecke vppe der 40 Stucke boulandes to Odmersem 1421bOt Depenbroec van Zwederus kummelduer des huses to Oetmersem 1438aTw 45 Deterdinck to Erue ende gued 1495bOz Deuenter Al oere guet bynnen oft buten Deuenter gheleghen 1488dOt 50 Borger toe Deuenter 1488aOt, 1488dOt Deuenter marketmathe 1399cOt, 1403bOz, 1405bOz, 1417bOz, 1482bOt, 1488aOt,

Page 323: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-323-

1495bOz Deuenter mathe 1395aOt, 1398gOt, 1436Oz, 1442bOz, 1450bOz, 1458aOz, 1493aOz Deuenter můdde roggen 1401aOt Deuenter placken 1388cAl Raet van Deuenter 1488dOt 5 Peter Becker borger toe Deuenter 1488dOt Peter Becker ende Goedeke sijn echte huesfrouwe 1488aOt Postulates gulden van Deuenter van den ijrsten slaghe 1433aOt Voer doen to Deuenter 1473aOz 10 Deveger Hermannus 1407Es Dezenberghe van Geerlich anders gheheten Pazie 1390aOt 15 Gherlach anders gheheyten de Pasye 1408dOt Locke (Geerlighes echte wif) 1390aOt Diderickinc Guvet en huvs 1337bEs 20 Dilleman Berend 1398dEs Daye (Berendes echte wyf) 1398dEs 25 Dinkele, Dyncle de Grades maet gelegen bij der Dinkele 1472Ot Lodeuelynck maet vp der Dinkele 1469Ot Oetmersem vp der dyncle 1437aOt 30 Doet de Ghert Lippinch gheheten de Doet 1407Es Dornynge, Dornynghe, Doernyngen, Dornyngen to Burscap 1388cAl, 1434bOz, 1453bOz 35 Erue ter Holynden 1416aOz Dornynger Dornynger porten 1442bOz Dornynger straten 1450bOz 40 Dornynger straten alre naest Pelgryms weer ten Torne 1450bOz Garden belegen buten der Dornynger porten 1442bOz Vorder Dornynger porten 1442bOz Dornynghe (=Nortdornynghe) 45 Bursscap 1486cOt Dorsten van Gertrued joncfer 1467aOt 50 Dreyer Johan Dreyer de smyt, cornot to Ozenbrugge 1484aOt

Page 324: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-324-

Dronthen van Johan canonick 1464bAl Droppen van 5 Johan borgher 1433bAl, 1437bAl Fenne (Johans echte wijff) 1437bAl Droste de Hinrick gherichtes man en kornot 1454aOt 10 Důesse ter Gerd (soene) 1400eOt Ludeken 1400eOt Talle (Ludekens echte wyf) 1400eOt 15 Důlre van Geerd van důlre 1336aOz Důncker 20 Euerd gerichtes man 1408cEs Duetsche, Dutsche, Duysche Orden Commenduer des Hueses tot Oetmershem Duetsches Ordens 1485aOt Duysche Orden 1447bOt 25 Hues tot Oetmershem Duetsches Ordens 1485aOt Lantkummelduer 1438aTw Duker de Gerd van Eerde geheten die Duker 1449bOz 30 Dulre to Burscap 1404bOz, 1485aOt Hollandinc to Dulre 1416aOz 35 Dulre van Bertoldus 1429bTw, 1450aOz Brůn van Almlo geheten van Dulre 1431aOt Brun geheten van Almelo, kornot en vndersate van Vtrecht 1408cEs Bertold 1445aOt 40 Francenraede bij Bertoldus lant van Dulre 1450aOz Huzen, gaerden en eruen Bertoldes 1445aOt Dusinck Hinric 1483aOt 45 Dyderkinc Erue en gued 1417bOz Dyke van den 50 Henric 1404bOz Heyne 1391aAl

Page 325: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-325-

Heyne, Johan en Styne (Jden kindere) 1391aAl Jde, wedue Heynen van den Dyke, moder 1391aAl Dyrckyngh, Dijrckyngh to, Diirkyngh, Dyriking, Dijrkinc to Erue vnde gued 1415aOt, 1415bAl, 1417aAl, 1435aOt, 1441bAl 5 Lude 1415aOt E 10 Ecbert Meygher 1351aOt Meyer van Otmersem 1359bOt, 1364Ot Ecbertinch, Ecbertingh 15 Arend 1365aOt, 1366aOt, 1380cOt (Ecberting), Gůed en erue 1376eOz, 1376fAl Echolt Johan 1372bAl 20 Echteler, Echtler van Henrick geheten die Blancke raetman en prouisor 1441aOz Hinrich geheten Deblancke 1429aOz, 1429cOt Hinrich van Echteler geheten de Blanke cornot 1420aTw 25 Eerde van Gerd geheten die Duker 1449bOz Hermen borgermeister 1473aOz, 1473bOz Wete 1449bOz 30 Eeschede van Hinrich 1408bOt Iohan 1471aAl Johan kornot 1467bOt 35 Johan koernot ende gherichtes man 1476bOt Jutte en Griete, dochtere (sijnt toe cloester ghegaen) 1471aAl Heylige kerck 1471aAl Older 1471aAl 40 Egbers, Egberssen Johan 1500Ot Johan Egbers kanppe 1500Ot Egbertes zone, Egberts soene 45 Johan raetman, mede deputaet 1491bOt Wisse 1425bOt Egbertingk to Alinghe halve erue ende guet 1481aOz 50 Egberts

Page 326: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-326-

Johan raetman 1495aOt Eghen, Eghene, Ecghene van Arend 1358Al, (kornot) 1386cOz, 1392aOz Buerschapp 1490aAl 5 Hoff to Eghen 1490aAl Wighman knape 1336aOz Ekeshoe van Johan 1442aAl 10 Elbertinch, Elbertinck Aleyt (Johans suster) 1398cOt Coep 1374bAl (Elbertinc), Coep en Griete, echte lude 1376cAl, 1376dAl 15 Gert (Johans broeder) 1398cOt Johan 1398cOt Johan en Coep, kindere 1376cAl Wijf(= vijf) stucke vryes landes 1376cAl 20 Elbertinck tod Erue en gůed 1398cOt Elberting Johan dedynghes ende makes man 1460aOt 25 Ele Buerschap 1375bOz Twe houe 1375bOz Twe oldenhouen 1375bOz 30 Elsen(e) toe Buerscap 1417aAl, 1442aAl, 1460bTw Grote Leetinc 1441bAl 35 Elst Canonike (van Essche) 1360cOz Eluerkinck Teenden groff vnde smal 1447aOt 40 Embric Prouest 1416cOz Willem van Reenen prouest tot Embric 1416cOz 45 Eme van Hinrich anders gheheten van den Lare 1374cOt Enghelbertingh tod Erue en gůed 1383aOz 50 Hauercamp 1383aOz

Page 327: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-327-

Enghelbertynch Jutte 1408dOt Enschede Alinge gezworne menthe der stat van Enschede 1458bEs 5 Banck tod Enschede 1408cEs Burscap an den essche 1419bEs Corte acker 1400aEs Doren acker 1400aEs Erve to Lippinch 1407Es 10 Essche 1360aOz, 1384bOz, 1392bEs, 1395dEs, 1398dEs. 1400aEs, 1407Es, 1419bEs Fundacien der vicarien 1458bEs Gemene scepenen ende raed 1458bEs Gherichte yn ghespanner banck 1488cEs Gherichte 1337aEs, 1337bEs, 1350aEs, 1368aEs, 1392bEs, 1395dEs, 1398dEs, 1400aEs, 15 1407Es, (richte) 1407Es, 1408cEs, 1419bEs, 1458bEs, 1461bOz, 1463aOz, 1488cEs Gherichte mede vmbstonden 1488cEs Gherichten geistlic ende wartlic 1458bEs Gherichteslude 1408cEs Grote Buren (Burscap an den essche) 1419bEs 20 Heymale 1368aEs, 1395dEs, 1398dEs, 1400aEs, 1407Es, 1408cEs, 1419bEs Inghezeghele poerten van Enschede 1341Es Kerspel 1337aEs, 1341Es, 1392bEs, 1399aEs, 1408cEs, 1458bEs, 1461bOz, 1463aOz, 1488cEs Kornoten 1392bEs, 1407Es, 1419bEs 25 Kornoten en gherichteslude 1408cEs, 1488cEs Kůrten 1395dEs Menthe der stat 1458bEs Molen 1458bEs Raed 1458bEs 30 Richter 1341Es, 1368aEs, 1392bEs, 1395dEs, 1398dEs, 1400aEs, 1407Es, 1408cEs, 1419bEs, 1488cEs Scepene(n) 1341Es, 1350aEs, 1368aEs Schatstůcke 1395dEs Schutte boulandes 1398dEs 35 Segel alz eyn richter 1419bEs Smale acker 1398dEs Smit van Enschede (Johan) 1337aEs Stades molen, renthen vorůalle ende vpkomijngen 1458bEs Stadt segel 1458bEs 40 Stat 1458bEs Stephanus vicarie 1458bEs Tenden 1398dEs Vicarie 1458bEs Wangerichte 1408cEs 45 Wyncopes lude 1395dEs, 1398dEs Enthenich van Alijt (van Heker, wyf van Johan) 1371Al Johan 1371Al 50 Medeghave 1371Al

Page 328: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-328-

Enthere Burscap 1349Oz Epe kerspel 1375bOz, 1383aOz 5 Esinghen to Cloester 1468bOz Preister vnde Reguleer des Cloesters 1468bOz 10 Esplo to (= Tesplo) Berent wincopes man 1398dEs Essche van Arende canonike tod Aldenzale 1360cOz 15 Stephan canonike tod Elst 1360cOz Essen van Henrik de Olde en Grete, echte lude 1381aOt 20 Ewesma van Euerharda juncfrouwe tot Almelo 1489aAl Eze van der/vander Bate 1370Oz (Euerdes wif) 25 Euerd 1363Al, 1370Oz (jůncker tod Almelo) Eůerd kerchere tod almelo 1398fAl Henrick geheiten van Gramsberge 1459aAl Everd here tod Almelo anders gheheten van Heker 1381bAl Houestol 1363Al 30 Iohan 1378Al Joffer Sweder (Henrikes moder) 1459aAl Vrederick 1378Al Susters (Henrikes) 1459aAl 35 F Fabri Hinrich canonick (Oldenzal), kornot des amtmans 1405aOz 40 Steuen 1421aOz Fobic, Fobick, Fobig Herman kornot ende gherichtes man 1485bOz Hermannus ghestichtes man van Vtert 1485aOt 45 Johanes raetman en prouisor 1441aOz Franciscus Ghemeyne susteren der Darder Regulen sancti Francisci 1486aAl 50 Franxsche Viertich oelde franxsche schilde 1430cOt

Page 329: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-329-

Frederick Bisscop Frederick 1435aOt Frederixsen 5 Ludike 1490bAl Ludikens huesvrouwe 1490bAl G 10 Galilea to Zibekeloe Prior en Conuent 1451bOt Gammincloe Burscop 1483bOz 15 Wernyngk toe 1483bOz Gammycle van Berent richter 1368aEs 20 Geleyde Vriigheit oft geleyde 1463aOz Gelre, Ghelre van Johan 1421aOz, 1478Al, 1492bAl 25 Johan geheten Kennewech, cornot ende gerichtes man 1458aOz Garden broder Johans van Gelre 1421aOz Swene (Johans echte huysfrouwe) 1478Al, 1492bAl Gerdes zo(e)ne, Gerdes sone 30 Bertram Bertrams 1399dOt Gese (Lubbertes echte wijf) 1432cOt, (Lubbertes echte wijf) 1434aOt Godeke Lupping (Gerdes sone) 1419bEs Herman van Ampsen 1394aAl Herman van Berneuelde 1374aAl 35 Lubbert (Gerdes zone) ten Myddesdarpe 1432cOt, (Gerdes zone) ten Myddesdarpe 1434aOt Gerdesdochter Wobbe 1386aOz 40 Gerlaghessone Williken 1375bOz Getekotte ten 45 Hues Johans ten Getekotte 1462bOt Johan 1462bOt Ghadde Heylike (Ludikens echte wijf) 1391bOz 50 Ludiken 1391bOz Otto zoene 1391bOz

Page 330: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-330-

Ghalighaen Gherd 1365bOz Fye 1365bOz 5 Gheerlichs Arnt gherichtes man 1451bOt Gheestern(e), Ghe(e)steren, Gheeisteren, Gheisteren, Ghesterne, Ghiesteren, Gheysteren, Gesteren, van/to 10 Buerschap 1351aOt, 1384aAl (Ghiesteren), 1398cOt, 1408bOt, 1412aOt, 1424aOt, 1425bOt, 1451bOt, 1455aOt, 1460aOt, 1471bOt, 1487aOt Hademeryng 1457bOt Hermannyng 1457bOt Hermeling to Ghesterne 1425bOt 15 Ludeken en Symon brodere 1392bEs Ludiken broder 1386bOz, 1386cOz Symon 1386aOz, 1386bOz, 1386cOz Tyns 1425bOt Vosseshaer 1480bTw 20 Zeckmaet (Zegmaet) 1425bOt, 1460aOt Gheetle to De Beke to Gheetle 1420aTw 25 Ghelressche Placken 1388cAl Guldenen 1388cAl, 1395cOz Gher(c)kessem ton 30 Gued 1393cOz Hůs (Gherckeshem tho) 1358Al Gherdinc, Gherdinck to Gůet 1381aOt 35 Lude: Lůbbert, Lambert en Aleyd (kindere) 1381aOt Tenden grof vnde smal 1439aOt Gherding toe Ouenhusen Erue ende guet 1492aOt 40 Gherd 1492aOt Hille 1492aOt Johan (selighen Gherdes ende Hillen Gherdings toe Ouenhusen echte soene) 1492aOt Gherding, Gheerding 45 Erue en gued 1412aOt Guet 1416bOt Henneke (Hermans Wesseling of Gherdings echte wyf) 1492aOt Johan dedynghes ende makes man 1460aOt Leenhere 1412aOt 50 Leenwarschop 1412aOt Tienden groff en smal 1412aOt, 1416bOt

Page 331: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-331-

Tijenden 1416cOz Werense 1408bOt Gherduncti Gherdunctus canonike 1438bOz 5 Gherijt Gherijt priester vycarius tod almeloe 1395bAl Gherkessem ton 10 Herman (Johans zone) 1393cOz Johan 1393cOz Ghetekaten Grote Ghetekaten 1455bAl 15 Luttike Ghetekaten 1455bAl Ghetekote to Dat kint op eyn ander erue der herscap van Almelo 1388dAl Dat eyne kint op dat goed to Ghetekote 1388dAl 20 Dienst 1388dAl Erue 1388dAl Goed 1388dAl Goed en erue 1388dAl Goed ofsclaen, doen ofsclaen, med vorzate 1388dAl 25 Stede daer se eyn hues op zetten moghen 1388dAl Stucke landes gheheiten dat garden 1388dAl Lubbert 1388dAl Lubbertes twe kinder 1388dAl Lude (schatten) 1388dAl 30 Sweniken (Lubbertes echte wyf) 1388dAl Schatten (lude) 1388dAl Ghijffele van Ecbert 1375aAl 35 Ghore van Goderd ridder 1349Oz Ghosenyng 40 Ghosenyng erůe 1402aOt Hofstede hůsing en tymmer, gheheten Ghosenyng erůe 1402aOt Ghoshus (Oetmersem) Raetlude 1366bOt 45 Sunte Symon et Juden Houethere 1366bOt Ghysikenshof Ghysikenshof anders gheheten Gregikenshof 1372bAl 50 Gi(f)flo, Ghiflo (van) Aleyd, Ecbert (echte lude) 1374bAl

Page 332: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-332-

Dideric, Johan, Hadewich, Stine, kindere 1374bAl Eckbert 1360bAl, 1388bOt Gla(e)tbeke (van) Gert 1374aAl 5 Ghert, Lutgard, Vrederic 1366cAl Woninghe en land 1366cAl Vrederic, Aleyd, Gostue 1366cAl Godeuarding 10 Hinrich 1368aEs Golt Goderd voersprake 1422Ot 15 Gorkate ton Arnd (ten) 1366aOt Brůtscatte (van Gese) 1366aOt Gese (Hasseking), Arndes wif ton Gorkate 1366aOt 20 Goseninc Ludike raetman kerk 1350bOt Gosening Ludiken raetman 1366bOt 25 Gosens sone Gherijt gebaren vyter stad van Zwole 1396Al Ghosens, Gosens, Goesens, Goesens 30 Gerd 1431aOt Gherd koernot 1400dOt Ghert cornot 1421bOt, schepen 1422Ot Gherd, raetman des hilgen geists 1430aOt, 1431bOt 35 Gosridderhuys Oedmersem 1376eOz Grades Grades maet gelegen bij der Dinkele 1472Ot 40 Graes van Beernt schepen 1437bAl Bernd medeschepen 1433bAl Euert 1372aAl 45 Werner 1337aEs, 1337bEs Grammesberghe vanden Ecbert, Godeuert, Hinrich 1351aOt Hinrich 1351aOt 50 Gramsberge van

Page 333: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-333-

Henrick vander Eze geheiten van Gramsberge 1459aAl Joffer Sweder (Henrikes moder) 1459aAl Susters (Henrikes) 1459aAl Grauestorp(e) van/to 5 Borchlene 1585Oz Huys 1585Oz Ludolf anders gheheten van Schoneuelde 1388aOt, 1388bOt Matheus 1585Oz Matheus van Schoneuelde, genompt van Grauestorp amptman 1428Tw, amptman 1429bTw 10 Grawert Gherd 1360cOz Ludiken 1360cOz 15 Gregikens Herman 1372bAl Gregikenshof Gregikenshof anders gheheten Ghysikenshof 1372bAl 20 Greue de Rothger 1341Es Rotgher scepen 1350aEs 25 Grevinc to Goed 1398hOz Hoylant 1398hOz Grieten soen 30 Euerd Tyosen (Grieten soen) ghebaren van den Ruwenhaue 1486aAl Grimberghe Ecbert Olde & Juvncghe 1349Oz 35 Grimberghe to Gued en erůe 1398fAl Groete Herghelo 40 Erue ende guet en lant 1466aTw Lene 1466aTw Groetehues dat Erue 1398gOt 45 Grote Baltinck Tenden groff en smaell 1423aAl Grote Buren 50 Burscap 1419bEs

Page 334: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-334-

Grote Varwerck dat Tenden groff en smal 1408cEs Grote Leetinc dat, Grote Leeting to, Grote Lietyng, dat Erue ende gued 1442aAl 5 Tenden grof ende smal 1441bAl, 1442aAl Tenden 1435aOt Grote Ghetekaten dat Ghewaerde erue en gued 1455bAl 10 Ghewaert in Almeler marck 1455bAl Myt luden daer toe horende 1455bAl Grote Jordaning dat Erue ende guet 1486bOz 15 Grote Sodenberch Erue en guet geheten de grote Sodenberch 1429bTw Groten Ghetekote to den 20 Goed en erue 1388dAl Grotenhues den Den Grotenhues to Bonynghe 1409aOz Halue ledighe ware in der Bonyngher marke 1409aOz 25 Grotenhues ten Euerd monber 1450aOz Grothe Leetyngh dat 30 Tenden groff vnde smal 1417aAl Grothuses Delse 1439bOz Delse mede borgersche 1449aOz 35 Olderen zele 1449aOz Grubbe Arend 1392aOz, (kornot) 1393aOz, (Arnd) 1394cOz Arnd beleende man des ghestichtes 1487aOt 40 Arnd koernot ende gherichtes man 1476bOt, 1494bOt Herman kornot ende gherichtes man 1435aOt Johan ghestichtes beleende man 1487aOt Johan kornot ende gherichtes man 1487bOt, 1494bOt 45 Grubben Grubben steeghe 1494aAl Johan en Arend brodere 1368bAl Gruter de 50 Egbert 1374cOt

Page 335: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-335-

Gruter de Lambert cornot des gerichtes 1434cOz Grymberghe van Johan dedynges man 1452aAl 5 Johan koernot 1451aAl Gryp(e) Arnd rychter 1365aOt, 1366aOt, 1366bOt 10 Grypinckampe 1438aTw Wech by den Grypinckampe to den Claryncloe 1438aTw Gůetkint, Guetkind, Guetkint Gerd officiael to Oldensale 1430aOt 15 Gert canonike 1438bOz Ghert kornot en gherichtes man 1399bOt Gyselers Gyselers camp 1383bAl 20 Gyzekenslant Gůt 1372aAl Hofstede, garden (borchlene) 1372aAl 25 H Hademanninc Hof oek gheheten to lyndelo 1348Oz 30 Hademeryng Leene mijns ghenedighen heren van Vtrecht 1457bOt Tenden groff ende smal 1457bOt Tenden to vrijen 1457bOt 35 Haeck, Hake, Haken Campe 1376aAl Ffye wedue 1476aOt Fye (Reynalts echte wyef) 1444bAl, 1446bOt 40 Haken brynck 1452bAl Henrik prouisor 1486cOt Hůes 1376aAl Hues gelegen beneuen Johans huse ten Getekotte 1462bOt Ffye (Reynoldes echte wyf) 1458cOt, (Reynoldes echte wyf) 1462bOt 45 Fye wedue (zelighen Reynolts Haken) 1465bOt Gaerden gheleghen ouer des Haken brynck 1452bAl Gued Reynoldes Haken 1464aOt Ludike 1464aOt Reynalt 1446bOt 50 Reynold 1444bAl, 1458cOt, 1462bOt, 1464aOt, 1465bOt Reynolt koernot 1448aOt

Page 336: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-336-

Haedekinck Erue ende gued 1460bTw Leen gued 1460bTw 5 Haerle to Groetehues (erue) 1398gOt Halle to Lohůs 1416cOz 10 Schure 1416cOz Halle van Albert Hersemolen gheboren van Halle 1424bOt Gese (wandaghes Johans echte huesurouwe) 1432cOt, 1434aOt 15 Johan 1432cOt, 1434aOt Johan kornot 1400eOt Lubbert raetman 1462bOt Halmanslant 20 Kempen en lant 1466bAl Halue Hoff de, Ten Haeue Halue erue ende guet 1488cEs Halue Hoff toe Loeniker 1488cEs 25 Halue Wech de Halue erue 1488cEs Hamesinc 30 Gued to Volt 1395cOz Hamesing (tho) Guet myt luden 1393aOz Yarliker gulde 1428Tw 35 Hamme, Haem ten Gerit richter 1488bOz, 1495bOz Johan cornot 1432cOt, koernot 1448bOz Johan (scepen en kornot des gherichtes) 1434aOt 40 Hantste de De Hantste in den kerspele van Otmersem 1420aTw Renthe 1420aTw 45 Hanychlo van; zie ook: Honichlo Gherd gheheten Tappe kornot en gherichtes man 1417bOz Harderwijc, Harderwijck, Harderwyck van Aleyt geheyten van Peysie 1470bAl 50 Alijt 1459bAl Alijt (Hermans van peysie echte huesurouwe) 1460bTw

Page 337: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-337-

Hulscer van Herman 1460bTw Hardinghen to 5 Wijfordingk 1468bOz Harghelo van Peter richter 1359aOz 10 Hartgherssen Lubbert leenman 1490aAl Hasenscheter de Herman 1426Tw 15 Haservelt Clawes monber 1485bOz Hasseking 20 Gese Arndes wif ton Gorkate 1366aOt Hassle Bůrscap 1376eOz 25 Hasslo to Ecbertingh to Hasslo 1376fAl Hassloe van Johan borgermeister 1436Oz 30 Haze de Herman 1422Ot Haze van der 35 Heynikin 1366cAl, 1375aAl Hederike van Bruen 1422Ot Bruen knape 1349Oz 40 Hederke van Bruen 1422Ot Heersche de 45 Heerschenhuys 1386bOz, 1386cOz Thenden smal en grof 1386bOz, 1386cOz Heetbrincs Aliit 1444aAl 50 Hůes ende Spiiker bynnen der stad 1444aAl

Page 338: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-338-

Hegehues Johan 1396Al Hegehues then Stucke landes dat then Hegehues to behoerd 1431cOz 5 Heghehůzen, Heghehuzen van Claus richter 1360cOz Johan schepen 1394bAl, schepen 1404aAl 10 Hegheringh Alijt 1495bOz Heist, Hest, Heest van Euerd, amptman der herscap van Almelo 1391aAl 15 Euerd, richter en amptman 1394dAl, Euerd 1395bAl Hinrich van den Laer geheten van Heist 1429bTw Hinrych van Laer anderss gheheten van Hest 1440bOt Jutte (echte suster) 1429bTw 20 Heker van Guede offte tenden 1423bAl Frederic gheheten van Rechter 1423bAl Rolef koernot 1408aOz Seygher en Deric (Frederixs) ghebroeders 1423bAl 25 Loesen 1423bAl Scheydes breue 1423bAl Vader 1423bAl Wete 1423bAl 30 Hekere, Hekeren, Heekeren (enz.) van Alijt (van Enthenich, wyf van Johan) 1371Al Arend Herberch kindere 1376aAl Bate 1368bAl Bate juncfrouwe (Euerdes echte wijf) 1376fAl, 35 Beatrix 1372aAl Borghen 1381bAl Euerd 1376fAl, Euerd here 1391aAl, 1394aAl Euerd here tod almelo knape 1374aAl, 1376aAl, 1376bAl, 1380bAl, 1383bAl, 1384aAl, 1388cAl, 1388dAl, 1395bAl, 1394dAl, 1396Al 40 Everd here tod Almelo anders gheheten van der Eze 1381bAl Euerd here knape (in eynen velde med sins selue here ofte sine bannier) 1378Al Euerd houethere 1378Al Euerd (van Hekeren) joncher, amptman 1372bAl Euerd (jůncher) van Almelo 1366cAl, 1368bAl, 1369bAl, 1372aAl 45 Gumpard 1366cAl Iohan sone, Herberich en Elysabet, dochtere 1383bAl Johan 1371Al Johan anders gheheyten van Rechtern van Almeloe 1496bAl Lutghaerd vrouwe van Rechter 1371Al 50 Vrederic ridder 1371Al

Page 339: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-339-

Heket de Herman 1351bOz Helendoren Hove 1368bAl 5 Kerspell 1490aAl Lienware 1368bAl Helmiges Werner cornot 1475bOz 10 Hemercamp Sclote 1378Al Hemert van 15 Elyzabeth, ffrouwe tot Voirst, Keppell en Almelo 1464bAl Hemminch, Hemmynch to Ghebbe (Volmers dochter) 1398fAl Gued en erůe 1398fAl 20 Volmer 1398fAl Hengele van Johan 1422Ot 25 Hengelo van Willem de meyer van Hengelo 1337aEs, 1337bEs, Henrikes soene Bruen (van Almelo) 1400bAl 30 Henrikessone 1336bAl Ecbert 1336bAl Fie moder 1336bAl Herman broder 1336bAl 35 Jutte suster 1336bAl Hensoins Henricus cornot des gerichtes 1481aOz 40 Herghelo van Peter oec gheheten van Woelde 1365bOz Herghelo Groete Herghelo 1466aTw 45 Hermanning, Hermannyng Bernd 1460aOt Leene mijns ghenedighen heren van Vtrecht 1457bOt Swene (Berndes echte wyf) 1460aOt 50 Tenden groff ende smal 1457bOt Tenden to vrijen 1457bOt

Page 340: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-340-

Hermannync to Erue en guet 1424aOt Hermans zone, Hermanssone 5 Gerd Debijtere (ton Walle Hermanssone) 1374aAl Hinric 1425bOt Hermans dochter Fiige Post (selighen Hermans dochter van Scoppingen) 1419aAl 10 Hermans Bernt 1456bAl Beernd 1463bAl Engelbert 1463bAl 15 Iohan 1425bOt Mette (Beerndes echte wijff) 1463bAl Peter 1425bOt Wobbe (Engelbertes echte wijff) 1463bAl 20 Hermeling Hermeling (to Ghesterne) 1425bOt Tyns 1425bOt Hermelingk 25 Lubbert Kamp bij hermelingk 1473aOz Hersemolen Albert 1424bOt 30 Knecht (Albert) 1424bOt Menschen (Albert) wisen wt synen eruen ende guden (vor de summe gheldes) 1424bOt Hertmen to Essche 1398hOz 35 Grevinc to (goed) 1398hOz Hertmer essche totter a wart 1398hOz Kerken lande 1398hOz Lansinc lande 1398hOz Stucke in den essche geheten die Reboem 1398hOz 40 Wilghetkerken 1398hOz Ymesschelue 1398hOz Hesingen to Burscap 1429cOt 45 Erue en guet tor Lonenborch 1429aOz Hesse de Johan monber in Ozenbrugge 1484aOt 50 Hesselinckhoef de Erue en gued 1543bOz

Page 341: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-341-

Hetersche de Johan 1409aOz, 1462aOz Heylike (Johans echte wijf) 1409aOz Johan Herman en Hadewych (kindere) 1409aOz 5 Heyden Ghisebert raetman 1495aOt Heyden, Heijden, Heydene(n) van 10 Alerth (Alard) richter 1484aOt, 1486cOt, 1487bOt, 1488aOt, 1488dOt, 1492aOt, 1493bOt, 1494bOt, 1496aOt Allerdes camp van Heyden 1489bOt Allert 1489bOt Derck richter 1482bOt 15 Dirick kornot 1457bOt Dyrc en Egbert (Ghesen oere soens) 1424bOt Dyrich gerichtes man 1408cEs Dyrick richter 1460aOt, 1467aOt, 1467bOt, 1469Ot, richter 1471bOt, richter 1474aOt, richter 1476bOt, 20 Dyrick richter borge 1464aOt Egbert beleende man des Stichtes van Vtrecht 1456aAl Ghese 1424bOt Herman 1424bOt Herman (syn [=Dyrixs] sone), gerichtes man 25 Heylige kerck Got ende Heylige Kerck 1471aAl Heyne 30 Heynen Moele 1488aOt Heynen Moele de, tor Alinghe erue ende gued 1488aOt Erue ende guet 1488dOt 35 Eyne maeth ende de braeck alre naest daer bij gheleghen 1488dOt Leenhere deses erues tor Heynen Molen 1488dOt Maeth ende haer 1488dOt Hietbrincke ten 40 Coep, die vrij gheboren was (wederwessel) 1480bTw Coep, (ingang des houes) 1480bTw Erue 1480bTw Hilbertinch 45 Willike 1374cOt Hilberting toe Erue en guet 1434bOz Lene van Almelo 1434bOz 50 Hilbinc, Hilbijnck

Page 342: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-342-

Erue 1412bTw Euert 1498bAl Ffenne (Euerdes huesvrouwe) 1498bAl Hofstede 1412bTw Hues spiker ende weer gheleghen to Almelo 1498bAl 5 Iohan 1411bAl Lant tusschen erue Hilbinc en den Zuetessche (van Alberghen) 1412bTw Lant tusschen erue Hilbinc en den kerchoue der capellen 1412bTw Wijlle brieff 1498bAl 10 Hilbing Euert 1494aAl Fenne (Euerdes echte huusvrouwe) 1494aAl Iohan 1433bAl Testamentoer 1433bAl 15 Hilbrand Hilbrand kerchere tot Almelo 1433bAl Hilge de 20 Hinrik mombar 1429bTw Hindenhouet Willam kornot 1403aOt Wyllem gheheten Soeye scepen 1401aOt 25 Hinric Blanke Hinric 1422Ot Hinrick schepen 1437bAl 30 Johan schepen, kornot ende gerichtz man 1464bAl Hoeffslach Sweder koernot en gherichtes man 1493bOt Zweder koirnot 1486cOt 35 Hoefslegher Sweder kornot ende gherichtes man 1492aOt Hoehues 40 Albert cornot ende gherichtes man 1488aOt Hoenberch de Gůet 1399aEs Tenden grof ende smal 1399aEs 45 Wederwessel 1399aEs Hoenhorst van/to Arend 1392aOz, Arnd knape 1394cOz Hinric 1383cOz 50 Hus 1394cOz Huys en erue 1383cOz

Page 343: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-343-

Olderen to olderen 1394cOz Hoenkamp de Camp 1436Oz 5 Hoff toe Oetmersem Becledede synen stoel myt ener wederwessele 1480bTw Hoffmeyer des houes 1480bTw Hoffrecht (myt koernoten) 1480bTw Koernoten 1480bTw 10 Koernoten, Ghert die Smyt en Otto Otting, beyde vryen des houes 1480bTw Vrye echte des houues toe Oetmersem 1480bTw Vryen des houes toe Oetmersem 1480bTw Wederwessel 1480bTw Wt den houe voerscreuen als wt der vryen echte 1480bTw 15 Wtgang ende ingang myt mynen consente ende willen 1480bTw Hoff, Ten Haeue Halue Hoff de 1488cEs Halue erue ende guet 1488cEs 20 Halue Hoff toe Loeniker 1488cEs Hofstede de Erue en guet 1392bEs Tenden der heren van Oeldenzelle 1392bEs 25 Hofstede thor Gued 1392bEs Hogehues vpt, vp dat, Hoghehues opt 1471bOt, 1477bOt, 1493bOt 30 Hogemaidt de Tusschen der Zeckmaidt ende den Reue ghelegen 1497aAl Holinde de 35 Erue en guet 1434bOz Stichtes lene 1434bOz Vorhaerwaeden als een Stichtes leen 1434bOz Hollander 40 Hollanders grauen 1492bAl Hollandessche Guldenen 1388cAl 45 Hollandinc 1404bOz Tenden grof en smal 1404bOz, Tenden grof en smal 1416aOz Holscher Holscher gheleghen tsenderen 1499bAl 50 Holthop

Page 344: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-344-

Kamp ter westerzijt gheheten de holthop 1446aAl Holynden ter Erue 1416aOz Beleent to Stychtes rechte 1416aOz 5 Hondeberch Roloff sake wolde 1457bOt Wt oeren gueden ende luden 1457bOt 10 Hondepipen Berend 1450aOz Garden Johan hondepipen 1497bOz Horst (tusschen lande Berend Hondepipen) 1450aOz Johan 1497bOz 15 Honichloe, Honychlo, Honnichlo, Honichle van; zie ook: Hanychlo Dochter (Symon van Dedems echte wiif) 1425aOt Gerd gerichtes man 1408cEs Gherd anders geheten Tappe, richter 1386cOz 20 Ghert anders geheten Tappe 1425aOt Ghert gheheten Tappe, schepen 1422Ot Johan (Gherdes zone) 1425aOt Testamente 1425aOt Twier (Gherdes) huesurouwen zelen 1425aOt 25 Horst vander Derc vicarius tot almeloe 1411bAl Horst de, tor 30 Erue ende guet 1488bOz Leen van Otten van Rutenberghe 1488bOz Horstman Eernest 1348Oz 35 Horthaue ten Zaelstede 1366aOt Houůe van den (tod tylghede) 40 Gherd kornot 1400dOt Hellike (Gherdes echte wif) kornot 1400dOt Houe tod Odmersem Meyger 1350bOt 45 Houe ten Albert 1477bOt Hues ende spyker 1477bOt Styne (Alberts echte wyf) 1477bOt 50

Page 345: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-345-

Hůeting Erue en hues ghelegen bynnen Aldensale 1405bOz Hinric borgher 1405bOz Fenne (Hinrixs echte wijf) borghersche 1405bOz 5 Hůmbertinch Sweder canonicke 1395aOt Hůnze ter Conraed dedynghes ende makes man 1460aOt 10 Hůppelswiick Hove 1368aEs Hůsiken 15 Johan schepen 1394bAl Huvlsgore van Herman 1337aEs, 1337bEs 20 Hues to Oetmersem der dutschen orden (Duetsches Ordens) Beslach in marken dar die kummelduer gewaert ys 1447bOt Buergeld (twelf placken) 1438aTw Cloester 1447bOt Cloesters grůnt 1447bOt 25 Commenduer des Hueses tot Oetmershem Duetsches Ordens 1485aOt Dyec ende stouwe 1438aTw Gene kroger of tepper zetten vp des cloesters grůnt 1447bOt Hues to Oetmersem Duysches Ordens 1447bOt Kummelduer des huses to Oetmersem der dutschen orden 1438aTw, 1447bOt, 1457bOt 30 Kummelduren grote maet 1438aTw Lantkummelduer 1438aTw Meente 1438aTw Mollen 1438aTw Oelde wech beneden des kummeldueres maet 1438aTw 35 Oelden grauen ene rode breyt 1438aTw Pene van CC Rynschen guldenen 1438aTw Vogelpoel 1438aTw Wyldenhof 1438aTw 40 Huesmans rechte des landes van Twente 1408bOt Hughinc, Hughync Gherd, verware der vromisse 1399cOt, 1400eOt Gheystlike of werlike gherichte 1399cOt, 1400eOt 45 Hulsbrinck, Hulsebrinck dat Erue ende gued 1461aAl, 1468aAl Hulscer dat 50 Grote Hulscer 1460bTw Erue ende gued geheten Dat Grote Hulscer 1460bTw

Page 346: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-346-

Leen gued 1460bTw Hulscher Herman dedynges man 1452aAl Herman koernot 1455aOt 5 Hulscher van Henrick pastoir 1490bAl Herman 1422Ot, 1451aAl Herman beleende man des Stichtes van Vtrecht 1456aAl 10 Herman kornot 1427Ot Ghysele (Hermans echte wyf) 1451aAl Hulschere Gůd Grote Hulschere 1360bAl 15 Hulschore van Henrich Hermanssone 1365aOt Hulscote dat 20 Hues 1350bOt Hulsenen van Arend en Albert (oec gheheiten van Almelo) brodere 1378Al 25 Hulsenne van Godiken anders gheheten des Zwarten Gherdes sone 1398fAl Hulshof Tienden grof en smal 1376aAl 30 Humbertinch Swederus preyster canonic 1386aOz Sweder canonic 1392aOz 35 Humbroke vp den Kamp 1457aOt Hundeloe de Lant gheleghen vp den Hundeloe 1491bOt 40 Hundepipen van Wanyngh Aleyd (Beerndes echte wijf) 1431cOz Beernd 1431cOz 45 Hunt de Lubbert scepen 1374bAl Hyllebranding Henricus 1365aOt 50 Hyndenhouedes 1493bOt

Page 347: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-347-

Griete 1493bOt Floriken en Sweder (oere kindere) 1493bOt Hynvordinc, Hynvordinck (to) Erue en guet 1453aOz 5 Tenden grof en smal 1400bAl, 1453aOz I 10 Iacopinchof Johan, priester des gasthuses 1445aOt Iohans zone Merten 1425bOt 15 J Jacobs 20 Oelde Egbert monber 1492bAl Fenne (Egbertes echte huesvrouwe) 1492bAl Jacopinchoue ten Alijd (Werners echte wieff) 1443aOt 25 Hues spyker ende stede 1443aOt Werner 1443aOt Jode de Arend gheheten Ludghers, schepen 1375bOz 30 Jodeuelde van Dideric knape 1348Oz Lizebette, Jutte, Hille en Lizebette 1348Oz 35 Johan CleinJohan cornot 1453aOz SchulteJohan 1473aOz Johannynck to 40 Guet 1418Al Manguet van der herschap van Almelo 1418Al Vyeffmarken to verherweyden 1418Al Johans soene, Johanszone 45 Gerd (seligen Johans sone) van Besten 1458bEs Herman ton Gherkessem 1393cOz Ludiken ten Toerne, Johans soene, richter 1431cOz Willam 1360bAl 50 Jordaning Grote Jordaning 1486bOz

Page 348: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-348-

Juerdens Albert 1454bOt Albert Juerdens hues 1454bOt 5 K Kate ten Ecbert en Albert 1365aOt 10 Kattenstert dat Broechuses made geheten dat Kattenstert 1469Ot Kedynghhusen van 15 Ffye joncfer 1467aOt Kemenade van der Didderich 1369aTw Euert 1369aTw 20 Guyt ter kemenade 1369aTw Mannen en horighe lude 1369aTw Veden 1369aTw Kemenade 25 Beernt kornot en gherichtes man 1411aOt Beernt zakewolde 1411bAl Herman kornot 1467bOt Kemenaden ghaerden 1404aAl Rolof (kornot) 1400eOt 30 Kemenade de Hele Erue ende guet 1476bOt Kemenade ter 35 Beernd coernot vnde gherichtes man 1443bOz Bernt kornot 1445bOz Bernt (Hermens vader) 1476bOt Bernt (oerre twyer echte soene) 1476bOt Euert (Hermens echte broder) 1476bOt 40 Euert kornot 1453cOz Euerts selighe huesvrouwe 1476bOt Euert en syne susteren (myt Hermen oeren broder) syn vrientlike gescheyden 1476bOt Ghertrued (Hermens en Euerts echte suster) 1476bOt Herman 1487bOt 45 Herman ghestichtes beleende man 1487aOt Herman (Hermans echte wijff) 1487bOt Hermen monber 1476bOt Hermen (Hermens echte wijf) 1476bOt 50 Kemering, Kemeringk toe Alinge erue ende guet 1485aOt

Page 349: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-349-

Erue ende guet 1485bOz Tenden groff ende smal 1485aOt Kennewech Johan van Gelre geheten Kennewech, cornot ende gerichtes man 1458aOz 5 Keppel, Keppell, Keppel, Keppele toe Elyzabeth van Hemert ffrouwe tot Voirst, Keppell en Almelo 1464bAl Fyge moder 1383aOz Geerd 1336aOz, 1381bAl (Gerd knape) 10 Gherd en Herman brodere 1383aOz Herman lantkummelduer 1438aTw Houetstole 1381bAl Mynen camp geheten Volkering camp 1479bAl Sweder heer to Voerst vnde to Keppel 1474bAl, 1479bAl 15 Sweder heer van Vorst, Keppel en joncher to Almelo 1463bAl, 1466bAl, 1468aAl, 1470aAl Klering Johan 1398bOt 20 Kloppenbrech Johan kornot ende gherichtes man 1479aAl Koke(n) Borgard 1394bAl, (raetman) 1404aAl 25 Borgherd schepen 1376cAl, 1376dAl Hinric sone 1394bAl Gebbe (Hinrix wijf) 1394bAl Medegaue 1394bAl 30 Kokelynck Werner 1469Ot Kolenderen Henrik 1348Oz 35 Kolner de Johan Mulert anders gheheten die Kolner 1439aOt Koster de 40 Clawes, gherichtes man 1398aOt, kornot en gherichtes man 1399cOt, scepen 1399dOt, kornot en gherichtes man 1424aOt, kornot 1425aOt Ghert 1366cAl Herman 1374cOt Hermannus kornot en gherichtes man 1424aOt, kornot 1424bOt, (kornot) 1425aOt 45 Johan verwaerre 1476aOt Kouorden to Nederlach en gevanghen 1395bAl 50 Kremer Fredric koirnot 1486cOt

Page 350: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-350-

Frederic raetman 1480aOt Johan kercmeyster 1499aAl Kremer de Ffrederick 1491bOt 5 Ffredrick munbair 1471bOt Frederick koernot 1448aOt, kornot 1474aOt Gostewe (Ffrederixs echte huesvrouwe) 1491bOt Johan 1481aOz 10 Kremers Ffredrick raetman 1477bOt Kreyt Reynerus prouest tod Aldenzale 1384bOz 15 Kribbe, Krybbe Henric kornot en gherichtes man 1409aOz Hinrich 1430dTw Hinrich cornot 1419bEs 20 Jutte (Hinrixs echte wijff) 1430dTw Krosynck Rotgher 1476aOt 25 Kruemvoet Gherlacus priester pastoer toe Wederden 1483aOt Gherlich (=Gherlacus) pastoer 1483aOt Gherlich vicecureet raetman 1480aOt Hantghetruwen 1483aOt 30 Hues, hoff en alinge weer mytten tynse daer yngaende 1483aOt Kude Johannes schepen 1433bAl 35 Kudester de Trude 1404aAl Kuetenbrouwer Frederick (Gheerts soen) koernot 1455bAl 40 Gheert 1455bAl Kvmmers Henrik gheheyten Vryghreue 1365aOt 45 Kyster, Kister de Johan anders gheheten van Voerden 1400cOt Johan (gheswoern richter) 1398aOt, (richter) 1399bOt, (richter), 1398gOt (richter), 1399cOt, (ghesworen richter) 1398cOt, rychter 1400dOt, richter 1400eOt, 50 L

Page 351: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-351-

Li(y)ndelo to Hof oec gheheten Hademanninc 1348Oz, 1360cOz Linden 5 Heyne 1341Es Werense 1337aEs,1337bEs, 1341Es Laare ton Dorpe 1350aEs 10 Laer dat (ten) Erue 1411aOt, 1411bAl Erue en guet 1411aOt Principael brieue van den Laer 1411bAl 15 Laer van Bruen 1422Ot Laer van (den) 20 Hinrich geheten van Heist 1429bTw Hinrych anderss gheheten van Hest 1440bOt Jutte (Hinrixs echte suster) 1429bTw Ludolf kornot 1388aOt 25 Lag(h)e van Albert (Zweders echte wijf) 1416bOt Herman oem 1336bAl Herman broder 1336bAl Sweder geheten Mulard 1416cOz 30 Zweder anders gheheiten Muelert 1416bOt Lage to Erue 1416cOz Voerden dijck 1416cOz 35 Lanckamp de Tenden groff ende smal 1470aAl Lange Maet 40 Een vierdendeel landes in der Nyer Maet 1492bAl Langen van Godert 1422Ot Johan 1496aOt 45 Johanna (Johans echte husvrowe) 1496aOt Langgherdes, Langherdes Johan 1493bOt Lambert kornot 1469Ot 50 Lubbert 1493bOt Swene (oere suster) 1493bOt

Page 352: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-352-

Langhe de Albert richtere to Enschede 1341Es Euesse (vrouwe) 1341Es Euesse Fenne Heyne Johannes Obbeke Swenike 1341Es 5 Langheslaeghe Weechelhaeghe 1371Al Lansinc 10 Lansinc hoylande (to Hertmen) 1398hOz Lansinc lande (to Hertmen) 1398hOz Lansing Egbert 1442bOz 15 Hadewich (Egbertes echte wijf) 1442bOz Hues ende alinge weer 1442bOz Lantkummelduer Herman van Keppele 1438aTw 20 Lantrecht van Twente Huesmans rechte des landes van Twente 1408bOt Lantrecht(e) 25 Lantrecht 1348Oz, 1395dEs, 1398dEs, 1463aOz Nae lantrecht 1415bAl To dren veertennachten nae lantrechte 1408cEs To lantrechte vaste noech si 1417aAl Vry edel gued to lantrechte waren 1454aOt 30 Lantsinck Johannes scepen 1444aAl Lare van den 35 Hinrich anders gheheten van Eme 1374cOt Johan 1398fAl Lattorpe to Burscap 1399bOt 40 Ledebuer Johan 1427Ot Leemslo, Lemeslo, Lemesslo 45 Burschap 1430bOz, 1440aOz, 1441aOz Leenrecht 1463aOz Leetinc, Leeting, Leetyngh, Lietyng (dat) 50 Grote Leetinc 1441bAl, 1435aOt Grothe Leetyngh (dat) 1417aAl

Page 353: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-353-

Grote Lietyng 1442aAl Tenden 1435aOt Leferdes Gherd borgher 1395aOt 5 Styne (Gherdes echte) wijf 1395aOt Gherardus, Konne en Tybbe, kinder 1395aOt Leferdinc, Leferding Erue ende guet 1435aOt, 1441bAl 10 Lefghering Arnt 1366aOt Lemesle, Lemeslo 15 Burschap 1495bOz Dyderkinc 1417bOz Marcke to Lemeslo 1336aOz Lerebroic 20 tyenden 1371Al Lijfftucht Alijde Segerdinges Eyn mudde landes vp den groten campe dat Vrije Stucke geheten 1484bOt Eyn schepel lijns gheseydes inden gaerden up enen oert 1484bOt 25 Eyn voder hoyes inden essche to gadderen 1484bOt Eyns verckens ganck int akeren dit oer to gebrukene tot oere rechter lijfftucht 1484bOt Lijfftuchts rechte Lijftuchte rechte 1393aOz, 1444bAl, 1495bOz 30 So lange als sie beyde (=Moneking) of hore eyn levet na lijftuchte rechte 1426Tw Lindele Hof 1370Oz 35 Linge, Linghe van Gerd 1441aOz Ghese (Johans echte wyf; dochter van Egbert van Markelo) 1452bAl Johan 1452bAl 40 Lippinc(h) to/te Afschedinge eres vaderlijken gudes 1407Es Alfit (echte wyf) 1400aEs Brutelike guet van zuster schedinghe 1398dEs Erůe 1400aEs, Erve 1407Es 45 Fenne (Gherdes suster) 1407Es Ghert gheheten de Doet 1407Es Ghert sone 1400aEs Guet 1398dEs Lippinch kamp 1407Es 50 Schutte boulandes 1398dEs Smale acker 1398dEs

Page 354: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-354-

Susterschedinge 1407Es Talle 1400aEs Tenden 1398dEs Lodeuelynck 5 Lodeuelynck Maet vp der Dinkele 1469Ot Stucke madelandes gelegen achter Lodeuelynck Maet 1469Ot Lodevinke Ghert 1469Ot, 1472Ot 10 Ghert Lodevinkes hues ende garden 1472Ot Locke (Gherdes echte wijff) 1469Ot Loe vpt/opt Gherhardus hoffmeyer des houes toe Oetmersem 1480bTw 15 Gherhardus kornot 1457aOt, kornot 1469Ot Gherardus, koernot des gerichtes 1467aOt Loe ten Hille 1436Oz 20 Loedewich 1455aOt Erue ende gued 1455aOt Vijftien beesten van buten annemen en holden to weiden 1455aOt Meyghers 1455aOt 25 Mitten luden 1455aOt Loen van Grete 1372bAl Vrederic 1341Es 30 Willike (Greten broder) 1372bAl Willike (Willikens zone) 1372bAl Williken Gerlaghessone 1375bOz Williken Willikenssone 1375bOz 35 Loeniker, Lonnichaer, Loniker, Lonicher to Boůhues toe loniker 1458bEs Burschop 1399aEs, 1461bOz, 1463aOz Halue Hoff toe loeniker 1488cEs Halue Wech de 1488cEs 40 Hoff 1429aOz Marcke eder buerscap 1488cEs Lohůs dat Tynden ouer tlohůs 1416cOz 45 Lonenborch tor Erue en guet 1429aOz, 1429cOt Losser(e) 50 Burscop 1481aOz Kercken 1481aOz

Page 355: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-355-

Kerspel 1386bOz, 1386cOz, 1481aOz Prouisoren ende Raetluden der hilger kercken 1481aOz Losser(e) van Coep 1372bAl 5 Herman1372bAl Jutte 1372bAl Kunne richter van Losser 1495bOz Lambert cornot ende gerichtes man 1484aOt Ode (Wylkens echte wif) 1391bOz, (Willikens echte wijf) 1401cOz 10 Richter 1495bOz Trude 1372bAl Wilken kornot 1386cOz Williken kornot 1393cOz, 1401cOz Willikin richter 1383cOz 15 Wyllikin 1391bOz Louenschen Vier Louenschen toe tinse 1483aOt 20 Lowic tor Bolto 1360cOz Lu(e)foghe, Luufoghe Herman richter 1395dEs, richter 1400aEs, richter 1407Es 25 Herman (Luufoghe) gesworn richter tod Enschede 1408cEs Lubbeghert schepen 1422Ot Lubben Geerd 30 Gerichts man 1412aOt Lubbengherd, Lubbenghert Lubbengherd, gherichtes man 1398aOt Lubbenghert 1410cOt 35 Lubbertinch Gerd scepen 1399dOt Lubberting 40 Broderschedinghe 1432cOt, 1434aOt Erůe 1402aOt Gerd 1432cOt, 1434aOt Gherd 1400dOt, 1402aOt 45 Lucken Egbert 1498bAl Egbert Lucken hues 1498bAl Ludeken 50 Des Suren Ludekens camp 1374bAl

Page 356: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-356-

Ludekens soene Ludeken ten Thoerne 1416aOz, kornot en gherichtes man 1417bOz Luden sone, Ludensoen Hermannus kornot 1459bAl 5 Hermannus schepen, kornot ende gerichtz man 1464bAl Ludg(h)ers Arend 1360cOz, 1365bOz Arend gheheten de Jode schepen 1375bOz 10 Ludikens soene Ludiken (ten Toerne) 1432bOz Ludiken then Toerne (saligen Ludikens soene) 1432aOz Johan ten Torne 1443cOz 15 Ludolvinc Ludolvinc lande 1421bOt Luedens 20 Hermannus 1478Al Grete (Hermannus sin huysfrouwe) 1478Al Verendel landes inder Nyer Maet 1478Al Luetzinck 25 Johan borgermester 1493aOz Lunne Hermen Boeke wonende to Lunne 1484aOt 30 Lupping to Erue en gued 1419bEs Lijcwar rorende vte den erue en gude to Lupping 1419bEs Lupping 35 Gerd 1419bEs Godeke (seligen Gerdes sone) Lupping 1419bEs Lutte de Burschap 1443cOz, 1468bOz, 1475bOz, 1479aAl 40 Hele waer tot akeren vnde toe holte 1443bOz, Halue waer 1445bOz Koth waer 1468bOz Leddighe waer 1419aAl Marcke 1359aOz, 1365bOz, 1458aOz, 1486bOz Ten Oeldenhues in der Lutte 1432aOz 45 Twe waer to bick vnde to brande 1468bOz, 1486bOz Ware to holte en to akerne in der lutte 1359aOz Lutteke Cleue ten Erue en guet 1399cOt 50 Lutter marke

Page 357: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-357-

Waer tod akerenne to holte 1410bOz Luttike Agelo(e) Buren 1438aTw Burscap to Luttiken Aghelo 1431bOt 5 Erfexen 1438aTw Gemene erfexen ende buren 1438aTw Marcke 1467aOt Luttike Baltinck 10 Tenden groff en smaell 1423aAl Luttike Ghetekaten dat Ghewaerde erue en gued 1455bAl Ghewaert in Almeler marck 1455bAl 15 Myt luden daer toe horende 1455bAl Luttike Vaerwerck dat Tenden groff en smal 1408cEs 20 Luttyke Kyndehues 1425aOt M 25 Maenre, Manre, Manher Bůrschap (Manher) 1388aOt, 1388bOt Eluerkinck to Manre 1447aOt Ribberding toe Maenre in Twenthe 1448bOz Wolberting toe Maenre 1448aOt 30 Maet ter Esken 1487bOt Euerd 1443aOt Styne (Eskens echte wijff) 1487bOt 35 Maler de Mester Henrick, cornot en gherichtes man 1488bOz Marck, Marcke ,Marke 40 Albergher marck 1492aOt Almeler marck 1455aOt Beslach in marken dar die kummelduer gewaert ys 1447bOt Bonyngher marke 1409aOz Ghewaert in Almeler marck 1455bAl 45 Lutter marke 1410bOz Marcke eder buerscap to Loniker 1488cEs Marcke vander lutte 1458aOz, 1486bOz Marke Luttike Ageloe 1438aTw, 1467aOt Marke van Tylgede 1427Ot 50 Medeghewaert toe wesen in Almeler marck 1455aOt Wech den Wichman wt synre maet vaerd vp de marcke 1431aOt

Page 358: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-358-

Marcket recht Marcket recht 1457bOt Gheleyde 1457bOt 5 Marclo, Markelo van Amele (vnse zuster) 1446aAl Egbert 1452bAl Gaerden Ghesen van Markelo 1452bAl Ghese 1452bAl 10 Hinrich ende Wylhem, gheheten Vrygreue 1446aAl Johan scepen 1444aAl, scepen 1452bAl Kunne (vnse echte zuster) 1446aAl Moder Grete 1446aAl 15 Marienwolde (Zunte) Cauent 1398cOt Prier 1398cOt Markete by den 20 Johan 1374cOt Mast de Lubbert raetman, mede deputaet 1491bOt 25 Mauricij, Mauricius Frederick 1450bOz Herman 1543bOz Herman borgermeister 1436Oz Gostewe (wedewe Hermans Mauricij) 1543bOz 30 Lucke wedewe Frederix Mauricius 1450bOz Maurijsses, Maurisses Frederich gerichtes koernot 1430dTw Vrederich 1431aOt 35 Mede vort Gerd 1463aOz Medebecke 40 Eckbert 1366bOt Meerten Meerten bussche 1467aOt 45 Meleman Bezegelt schijn onder zegel Conradi Melemans 1484aOt Conradus richter to Ozenbruggge 1484aOt Menninc(h) 50 Ecbert 1374bAl Ecbert en Yde, echtelude 1376cAl, 1376dAl

Page 359: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-359-

Ecbertus 1375aAl Mennyng Johannes ghehieten van Wederden 1442aAl 5 Mensen Wt oeren huse, houe, twen garden, en wt alle oren gude 1482aAl Johan 1482aAl Fenne (Johans echte wyf) 1482aAl 10 Mensinck, Mensingk, Mensinc Erue ende guet 1483bOz Bernd en Alijt (echte lude) als hueshere en huesfrouwe mede to erue den hospitale eygene to wesen 1483bOz Gerd 1401aOt 15 Johan monber 1497bOz Zwene (Johans echte husfrouwe) 1497bOz Mensing Albert 1366aOt 20 Gerd 1419bEs Ghese (seligen Gerdes wiif) 1419bEs Johan cornot en gherichtes man 1425bOt Mersch poerten 1491bOt 25 Land gheleghen buten der Mersch poerten 1491bOt Mersen 1412aOt Esken anders geheiten Scheel Esken 1412aOt Yde (Eskens echte dochter) 1412aOt 30 Metelen van Hinrich koernot 1392bEs Meyenberch 35 Johan anders gheheten Braetmůssche 1395bAl Venckenisse, schattynghe en verlust 1395bAl Meyer Meyers maet 1400eOt 40 Werner meyer 1398hOz Meyer de Eckbert 1359bOt, 1366aOt Johan die nv dat erue bouwet 1494bOt 45 Meyerinc A(e)lbert richter 1408aOz Albert richter tod Aldensale 1409aOz, 1409bOz, 1410bOz 50 Meygerinc, Meygeringk Albert richter 1404bOz

Page 360: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-360-

Derck 1488bOz Wobbe 1488bOz Meygering Albert cornot 1419bEs 5 Meygerrechte, Meyer recht Gherding toe Ouenhusen 1492aOt Messen, bouwen vnde to seyen nabuerlick 1473aOz Twevndeveirtich stede jairlanck 1473aOz 10 Veirde garue vp den lande gheuen, leggen vnde dorschen 1473aOz Vormeygert, vorpachtet ende vth gedaen 1473aOz Middelcampe Middelcampe gheleghen by des meyers maet 1400eOt 15 Millingen van Clawes leenman 1435bOt Modekotte ten 20 Johan 1477bOt Ghese ten Bussche anders geheten Ghese ten Modekotte 1477bOt Moerbecke, Moerbeke Bernt cornot des gerichts 1496aOt 25 Bernt kornot ende gherichtes man 1486bOz, 1488dOt Johan 1498bAl Johanna (Johans huesvrouwe) 1498bAl Molen tor 30 Hues 1378Al Sclote 1378Al Mollen van der Johan 1374bAl 35 Mollener Euert vicarius to Almelo 1497aAl Momme zie ook: Mumme 40 Otto man der herschap 1423aAl Monekinck, Monikinc Egbert 1402bOz Ffenne 1497bOz 45 Ffenne vorscreuen sal hebn een vrij liggen ende sytten jn oren huese die wyle sie liuet ende leuet ende Johan ende Zwene vorscreuen solen Ffennen tymmeren ene guede kamer achter vth oren huese 1497bOz Huus Egbertes Monikinc 1402bOz Vierdendeel van enen stucke gardens 1497bOz 50 Moneking

Page 361: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-361-

Frederik 1426Tw Berte (Frederixs echte wijf) 1426Tw Monster van Matheus munber 1464aOt 5 Moylike de Godeken anders geheten van Sateslo 1405aOz Godiken (van Sateslo) gheheten de Moylike 1375bOz 10 Můezinc Erue en hues dair Můezinc to wonene plach 1405bOz Můller de Diderick schepen 1376cAl, 1376dAl 15 Mulard, Muelert, Mulert Johan anders gheheten die Kolner 1439aOt Sweder van Lage geheten Mulard 1416cOz Zweder anders gheheiten van Laghe 1416bOt 20 Zweder (oem) 1439aOt Muller Eeuerhardus vicarius toe Almelo, raetman der kerken 1499bAl Everhardus preyster 1477aAl 25 Euerhardus vicarius to Almeloe 1498aAl Euert vicarius to Almelo 1499aAl Mumme Otto koernot 1394dAl 30 Otto kornot vnde gherichtes man 1415aOt Munster Munster marck paymentes 1408bOt Penninch to Munster genge ende geve 1380cOt 35 Stad 1360cOz, 1408bOt Munster van Hantghetruwen 1498bAl Wijlhelmus prester vicarius to Almelo 1498bAl 40 Wijllem 1498aAl Myddesdarpe, Myddestarpe (ten) Echte kynder 1432cOt, 1434aOt Gese (Lubbertes echte wijf) 1432cOt, 1434aOt 45 Hinrik richtere 1360bAl Leuendighe kynder echte van em beyden achter sin ghebleuen 1434aOt Lubbert (Gerdes zone) 1432cOt, 1434aOt Myddestorpe to 50 Lubbert 1398hOz Steghen die men to myddestorpe vaert 1398hOz

Page 362: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-362-

N Naetgaren 5 Hues ende alinger weer bynnen Oldenzael 1436Oz Reyneken 1436Oz Lubbe (Reynekens echte wijff) 1436Oz Naetgarnes campe 1426Tw 10 Naghel Borghen 1381bAl Hermen knape 1381bAl Naghelskampe 1374cOt 15 Wycbolde tod Oetmersem 1374cOt Nienhoff de Tenden grof vnde smal 1439aOt 20 Nije recht 1457bOt Noertdoerninghe to Bůrschap 1390aOt 25 Noerthoerne bij / Northorne by Cloester inden Vrendeswede 1444bAl, 1445aOt Prior des kloesters 1444bAl Noerthof de 30 Erue 1412bTw Hofstede 1412bTw Noerthorne Kirspel 1398cOt 35 Nordic ter Iohan waerburghe 1494aAl Nortdornynghen (tho) 40 Buersschap 1484bOt Erue ende guet tho Rickmardingk 1468bOz Nuttere Buerscap 1366bOt 45 Nye Maet (heerschap Almelo) Een vierdendeel landes in der Nyer Maet welke man nomet (De Lange Maet) 1492bAl Verendel landes inder Nyer Maet 1478Al 50 Nyehues Gerd (Gerliges echte sone) 1440aOz

Page 363: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-363-

Gerlich 1430bOz, 1440aOz Geze (Gerliges echte wijf) 1430bOz, 1440aOz Mette, Arnd en Gerd (Gerlighes kynder) 1430bOz Nyehus, Nyenhues dat / ten 5 Alynghen tenden groff ende small 1496bAl Erue ende guet 1427Ot, 1451bOt, 1496bAl Erue ten Nyenhues 1451bOt Heymaden en een volrewaer 1451bOt Lude 1427Ot 10 Nyenborch thor Deken 1392bEs Nyenhaue ten 15 Erůe en gued 1394dAl Lude die daer toe horen 1394dAl Nyenhof(f) de Erue 1416bOt 20 Tyenden grof en smal 1416bOt Tynden ouer den Nyenhoff 1416cOz Nyenhues ten Goet 1380cOt 25 Penninch to tinze 1380cOt Were (ton nyenhues) 1380cOt Nyenhuess ten Egbert ghengh wt den houe als wt der vryen echte ende becledede synen stoel myt ener 30 wederwessele 1480bTw Egbert (wtgang des houes) 1480bTw Nyenvelde Campe gheleghen vp den Nyenvelde (Aldensale) 1403bOz 35 Kampe 1351bOz Nygenhůes ton Gůet 1384aAl Manstat 1384aAl 40 Vijf marckenliene 1384aAl O 45 O(e)tmersem, Oetmerszem, O(e)tmershem, Oedmersen, O(e)dmersem, O(e)tmersen, enz. Altaer 1430aOt Armen tot enen hospitael en ghasthues 1408aOz Armen 1398aOt, 1398eOt, 1413Ot, 1421bOt, 1429cOt, 1430aOt, 1431aOt, 1431bOt, 50 1437aOt, (des gasthuses) 1481bOt, 1491aOt, 1495aOt Armen de in den hilghen gheest gheherberghet werden 1425aOt

Page 364: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-364-

Baede (gewaerde) 1496aOt Beghin 1430aOt Berchvrede 1393bOt Bisscop Frederich 1430cOt Borchering (erue) 1398gOt 5 Borg(h)er(e) 1395aOt, 1402aOt, 1410cOt, (ende borgerschen) 1438aTw, (burger) 1438aTw, 1447aOt, 1464aOt, 1474aOt Borgheren en stad 1430cOt Borghermeystere schepenen ende Raed 1491aOt, 1491bOt, 1495aOt, 1500Ot Buete van en delken landes 1500Ot 10 Cappellaen 1367Ot Clerck (die schole beuelen, die niet ghehiliket ensy) 1495aOt Cloester tot Oetmersem 1434aOt Commenduer lande 1467aOt Dagelix gerichte 1424aOt, 1496aOt 15 Daghelicschen ghiestlicken of werltliken rechte 1460aOt Deel der schepenen 1422Ot Delinge van boteren en brode den armen 1491aOt Denst 1398eOt Denst godes 1430aOt 20 Depenbecke tot Odmersem 1421bOt Deyfsteghen 1408dOt Dorp 1376eOz 1376fAl Ecbert de meyer 1559bOt Erve, hůes, spiker en gaerden 1398aOt 25 Essche 1476bOt Gaerden schetende an de straeten 1491bOt Gaerden gheleghen anden Selekampe 1489bOt Gasthues 1445aOt, 1481bOt Gemene Borghere 1454bOt 30 Ghasthues 1408aOz, 1421bOt Gheesteliken of daghelix werltliken rechte 1455aOt, 1476bOt, 1480aOt Gheestliken rechte 1424aOt Gheestliken (myt) of myt werliken rechte 1427Ot, 1467aOt, 1486cOt, 1487bOt, 1488aOt, 1489bOt, 1491aOt, 1494bOt, 1496aOt 35 Ghemene Raetluede 1491bOt Ghemene Scepenen 1399dOt, 1401aOt, 1432cOt, 1434aOt, Ghemene Scepenen ende raed 1437aOt, 1458cOt, 1462bOt, 1465bOt, 1472Ot, 1476aOt, 1477bOt, 1480aOt, 1481bOt, 1483aOt, 1489bOt Ghemeyne scepene en raed, oelt en nyge 1430aOt 40 Gherichte yn gespanner banck 1484aOt, 1496aOt Gherichte 1351aOt, 1365aOt, 1366aOt, 1366bOt, 1367Ot, 1380cOt, 1381aOt, 1388aOt, 1398aOt, 1399bOt, 1399cOt, 1398gOt, 1400cOt, 1400dOt, 1400eOt, 1408bOt, 1410cOt, 1412aOt, 1413Ot, 1415bAl, 1416bOt, 1421bOt, 1424aOt, 1425aOt, 1425bOt, 1427Ot, 1431aOt, 1431bOt, 1432cOt, 1433aOt, 1434aOt, 1435aOt, 1435bOt, 1437aOt, 1439aOt, 45 1441bAl, 1447aOt, 1448aOt, 1448bOz, 1451bOt, 1453aOz, 1454aOt, 1455aOt, 1456aAl, 1457aOt, 1457bOt, 1460aOt, 1464aOt, 1467aOt, 1467bOt, 1469Ot, 1471bOt, 1473aOz, 1474aOt, 1476bOt, 1482bOt, 1484aOt, 1484bOt, 1486cOt, 1487aOt, 1487bOt, 1488aOt, 1488dOt, 1492aOt, 1493bOt, 1494bOt, 1496aOt Gherichten geistlic en wartlic 1449bOz, 1454aOt, 1482bOt, 1488dOt 50 Gherichtes lude 1398aOt, 1412aOt, 1451bOt, 1454aOt Gherichts segell 1496aOt

Page 365: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-365-

Ghoshus 1366bOt Gosridderhuys 1376eOz Grauen by den Berchvrede 1393bOt Haůerbussche 1410cOt Heerde der verkenne 1438aTw 5 Hellewege ende straten vor der stad 1438aTw Heren (Symon en Judas hylghe apostele godes) 1400cOt Herman de coster 1364Ot Herman Beckers to Oetmersem 1446bOt Heymal 1351aOt, 1364Ot, 1365aOt, 1366aOt, 1366bOt, 1380cOt, 1388aOt, 1390aOt, 10 1398aOt, 1398cOt, 1398gOt, 1399bOt, 1399cOt, 1400cOt, 1400dOt, 1400eOt, 1410cOt, 1411aOt, 1412aOt, 1413Ot, 1416bOt, 1421bOt, 1424aOt, 1425aOt, 1425bOt, 1427Ot, 1431aOt, 1431bOt, 1448aOt, 1448bOz, 1451bOt, 1454aOt, 1455aOt, 1460aOt, 1476bOt, 1487bOt, 1492aOt Hilgen geistes 1425aOt, 1429cOt, 1431aOt, 1437aOt, 1449bOz, 1486cOt, 1489bOt 15 Hilgen gheestes hues 1430aOt, 1431bOt Hilghe kerken segel 1491bOt Hilghen Sacramentes ghilde 1491aOt Hillighen ghestes gaerden 1489bOt Hoff toe Oetmersem 1438aTw, (zie onder: Hoff to Oetmersem) 1480bTw 20 Hoffmeyer 1408bOt, (des houes toe Oetmersem) 1438aTw, 1480bTw Hoffrecht (myt koernoten), (zie onder: Hoff to Oetmersem) 1480bTw Hofstede 1366bOt Honhaue 1467aOt Hues to Oetmersem Duysches Ordens 1447bOt 25 Hospitael 1408aOz Hospitael en ghasthues 1421bOt Hoůe 1403aOt Houetheren der hilghen kercken 1400cOt Hůndeler 1395aOt 30 Hůs 1398eOt Hůs (Gherdes van Quendorpe en Drůdiken) to behoef armen lůeden 1410aOt Hues to behoef armer luede 1413Ot Hues tot Oetmershem Duetsches Ordens 1485aOt 35 Hundeloe 1491bOt Husinge bij der linden 1408aOz Juncfrouwe Marien 1430aOt Kamp by den stad grauen 1438aTw Kamp opten essche 1476bOt 40 Kappelaen 1491bOt Kerchere 1366bOt, 1399dOt, 1401aOt, 1402aOt Kerck berghe 1400dOt Kerckberghes stůcke 1400dOt Kercke(n) 1350bOt, 1399cOt, 1400cOt, 1400dOt, 1400eOt, 1403aOt, 1410aOt, 1430aOt, 45 1432cOt, 1434aOt, 1477bOt, 1480aOt, 1491bOt, 1495aOt Kercken lande 1403aOt Kerckheer offte vyscureet 1491bOt Kerken gaerde 1438aTw, 1491bOt Kerspel 1351aOt, 1350bOt, 1364Ot, 1376aAl, 1384aAl, 1388aOt, 1388bOt, 1398cOt, 50 1399aEs, 1399bOt, 1399cOt, 1400bAl, 1412aOt, 1415aOt, 1415bAl, 1416bOt, 1416cOz, 1418Al, 1420aTw, 1425aOt, 1425bOt, 1429aOz, 1429cOt, 1430dTw, 1431aOt, 1433aOt,

Page 366: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-366-

1439aOt, 1440bOt, 1445bOz, 1447aOt, 1448bOz, 1453aOz, 1453cOz, 1454aOt, 1455aOt, 1456aAl, 1460aOt, 1467bOt, 1473aOz, 1476bOt, 1482bOt, 1484aOt, 1487aOt, 1488dOt, 1494bOt Kleerken 1491bOt Kornoten 1374cOt, 1380cOt, 1398cOt, 1398gOt, 1399bOt, 1400cOt, 1400dOt, 1403aOt, 5 1405aOz, 1410cOt, 1411aOt, 1413Ot, 1416bOt, 1421bOt, 1424bOt, 1425aOt,1425bOt, 1427Ot, 1431aOt, 1431bOt, 1432cOt, 1433aOt, 1434aOt, 1435aOt, 1447aOt, 1448aOt, 1448bOz, 1454aOt, 1455aOt, 1457aOt, 1457bOt, 1460aOt, 1467bOt, 1469Ot, 1471bOt, 1474aOt, 1476bOt, 1486cOt, 1487bOt, 1492aOt, 1493bOt, 1494bOt, 1496aOt Kornoten dess gherychtess 1440bOt, 1467aOt, 1496aOt 10 Kornothen en gherichteslude 1388aOt, 1390aOt, 1399bOt, 1399cOt, 1398aOt, 1401aOt,1411aOt, 1416bOt, 1424aOt, 1424bOt, 1433aOt, 1435aOt, 1460aOt, 1476bOt,1484aOt, 1486cOt, 1487bOt, 1482bOt, 1488aOt, 1488dOt, 1492aOt, 1493bOt, 1494bOt Korten (Corten) 1403aOt, 1408dOt, 1410cOt, 1432cOt, 1434aOt,1438aTw 15 Koster, Coster 1367Ot, 1416bOt, 1491bOt Kummeldure toe Oetmersen 1479bAl Lantweer 1438aTw Leemkůlen beke 1401aOt Lijff offt guet stadt ende oerber 1474aOt 20 Luttike Deeffsteghe 1457aOt Luttyke Kyndehues 1425aOt Mede deputaten der tijmmerijnghe des koers 1491bOt Meente 1438aTw Meerten bussche 1467aOt 25 Mersch poerten 1491bOt Meyer 1359bOt, 1364Ot, 1365aOt, 1366aOt, 1388aOt, 1400eOt, 1438aTw Meyer recht 1492aOt Meyger (houe) 1350bOt Misse onsser leyuen Vrouwen Juncfrouwen Marien 1430aOt 30 Naghelskampe 1374cOt Oetmersem vp der Dyncle 1437aOt Oetmersemer mate 1351aOt, 1443aOt, 1448aOt, 1454bOt, 1486cOt, 1487bOt Officium dat Roloff van Beuervoerde ghestichtet hefft 1480aOt Officivm der hillegedages vromisse 1476aOt 35 Olde watermolen 1403aOt Ommestenders 1492aOt Pastoer 1462aOz Pene van CC rynschen guldenen 1438aTw Placken wegge als men toe Oetmersem veele backet 1495aOt 40 Poelsteghe 1393bOt Poelsteginc poerten 1438aTw Poelsteginc 1438aTw Preister (de verwaerre is) der vromisse 1465bOt, 1476aOt Preyster de dat altaer en myssen der hilghen vrouwen Sunte 45 Annen verwaert 1491bOt Prouisores des Hilgen Ghestes 1486cOt Raetlude des hilgen geistes 1430aOt, 1431aOt, 1449bOz Raetlůede 1410aOt, 1431bOt Raetlude des gasthuses 1462bOt, 1481bOt 50 Raetlude der kercken 1477bOt, 1480aOt, 1491bOt, 1495aOt Raetlude kyste 1410aOt

Page 367: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-367-

Raetlude en verwars des hilgen geistes 1429cOt Raetlude des hospitaeles 1421bOt Raetlude der hilghen kerken 1400cOt, 1400dOt, 1403aOt Raetlude des Hilghen Sacramentes ghilde 1491aOt Raetman des hilgen gheestes hues 1431bOt 5 Rat 1398aOt Rechten geestlic en weertlic 1443aOt, 1454bOt, 1457aOt, 1457bOt, 1476aOt, 1491bOt Richte vnde heimale 1398cOt Richte 1411aOt, 1440bOt Richter 1364Ot, 1365aOt, 1366aOt, 1366bOt, 1376eOz, 1380cOt, 1388aOt, 1390aOt, 10 1398aOt, 1398gOt, 1399bOt, 1398cOt, 1399cOt, 1400cOt, 1400dOt, 1400eOt, 1410cOt, 1411aOt, 1412aOt, 1413Ot, 1422Ot, 1424aOt, 1424bOt, 1425aOt, 1425bOt, 1427Ot, 1431aOt, 1431bOt, 1434aOt, 1435aOt, 1440bOt, 1447aOt, 1448aOt, 1448bOz, 1451bOt, 1453aOz, 1454aOt, 1455aOt, 1457aOt, 1457bOt, 1460aOt, 1467aOt, 1467bOt, 1469Ot, 1471bOt, 1474aOt, 1476bOt, 1482bOt, 1484aOt, 1486cOt, 1487bOt, 1488aOt, 1488dOt, 15 1492aOt, 1493bOt, 1494bOt, 1496aOt Richter burgermeister scepenen ende raedt 1462aOz Richter (dagelix) offte richtersbaden 1486cOt Richtersbaden 1486cOt Richters zeghel 1411bAl 20 Ryeth 1467aOt Scepenen cleyne Jnghezeeghel 1410aOt Scepenen ende burger 1438aTw Scepenen ende raed 1443aOt, 1464aOt Scepenen 1374cOt, (scepene en ghemeyne scepenen) 1395aOt, 1393bOt, 1398aOt, 25 1398eOt, 1399dOt, 1401aOt, 1402aOt, 1403aOt, 1408aOz, 1410aOt, 1413Ot, 1425aOt, 1430cOt, 1432cOt, 1434aOt, 1438aTw, 1443aOt, 1447bOt, 1454bOt, 1480aOt, 1483aOt, 1491aOt, 1491bOt , 1495aOt Scepenenzeghel 1374cOt Schaepacker gheleghen by den corten 1410cOt 30 Sc(h)ependome 1374cOt, 1395aOt, 1401aOt, 1402aOt, 1403aOt, 1432cOt, 1434aOt, 1437aOt, 1443aOt, 1458cOt, 1462bOt, 1472Ot, 1476aOt, 1477bOt, 1480aOt, 1483aOt, 1489bOt, 1491aOt, 1491bOt Schepenen en Raetlude 1495aOt Schepenen vnde ghemeinte 1464aOt 35 Schepenen, borghers ende Jnwoenres 1474aOt Schoelemeyster 1491bOt, 1495aOt Schole 1495aOt Selecampe 1432cOt, 1434aOt, 1489bOt, (Zelkamppe) 1500Ot Stad rechte 1480aOt, Stad recht 1483aOt 40 Stad bode 1464aOt Stad grauen 1438aTw, 1480aOt Stad 1395aOt, 1393bOt, 1398eOt, 1401aOt, 1403aOt, 1402aOt, 1410aOt, 1430aOt, 1430cOt, 1431aOt, 1432cOt, 1433aOt, 1434aOt, 1437aOt, 1438aTw, 1443aOt, 1447bOt, 1454bOt, 1458cOt, 1462aOz, 1462bOt, 1465bOt, 1472Ot, 1476aOt, 1477bOt, 1480aOt, 45 1481bOt, 1483aOt, 1489bOt, 1491aOt, 1491bOt, 1495aOt, 1500Ot Stades segel 1430aOt, 1432cOt, 1434aOt, 1437aOt, 1443aOt, 1458cOt, 1465bOt, 1476aOt, 1477bOt, 1480aOt, 1481bOt, 1483aOt, 1489bOt, 1491aOt, 1491bOt, 1500Ot Stades cleyne ingheghezegel 1401aOt Stades beste en armer lude 1398eOt 50 Stades bok 1483aOt Stades denst 1398eOt

Page 368: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-368-

Stades zeghel 1395aOt, 1398eOt, 1399dOt, 1402aOt, 1403aOt, Steenstraten 1480aOt Storckschot 1493bOt Stucke landes gheleghen achter den korten 1408dOt Stynacken Camp 1432cOt, 1434aOt, 5 Sunte Johans altair 1500Ot Symon en Judas hylghe apostele godes 1400cOt Tůghlude 1374cOt Twe husen, spiker, steden ende gaerden (Ffyen Haken) 1476aOt Veer arme lůde 1398eOt 10 Vengenscap ende eenvaenck 1474aOt Verware der vromisse 1399cOt, 1400eOt Vicarie Sunte Johannes altares 1408dOt Vicarius 1408dOt, 1500Ot Viccarye 1500Ot 15 Viccaryen kanppe 1500Ot Vigilien 1367Ot Vlasbeke 1438aTw Vogelpoel 1438aTw Vrende in den hilghen gheest to Oetmersem 1425aOt 20 Vroe misse 1465bOt Vryheyt des hůses to behoef armen lůeden (ghegheůen van Gherde van Quendorpe en Drůdiken) 1410aOt Vyscureet 1491bOt Wedeme 1351aOt, 1401aOt, 1457aOt, 1483aOt 25 Wedemen land 1457aOt Werner kerchere 1350bOt, 1351aOt Wigbold (Wycbolde) 1374cOt, 1395aOt, 1464aOt, 1491bOt Wycbolde gůed 1395aOt, 1399dOt, 1402aOt, 1483aOt Wycbolde Erůe en gůed 1402aOt 30 Zeckmaet 1460aOt Zuethof (erue) 1398gOt Ochtorpe van Kerstien 1427Ot 35 Ockenbroeck Arend de Oelde 1409bOz Arend de Junghe (Arends soene) 1409bOz 40 Ockenbroke van Diderick 1376bAl Grete 1376bAl Odinc 45 gůd 1360bAl Odinck Tsenderen 1499bAl 50 Oechtorp Dirick 1440aOz

Page 369: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-369-

Oeldenhues ten Erue ende guede 1432aOz Ghanse vulle waerschap 1432aOz 5 Oerde (Derde Oerde) Derde Oerde by Almelo 1444aAl Susteren ende conuent van der derden Oerde by Almelo 1444aAl 10 Oerden (Zunte Berndes) Conuent van Zunte Berndes oerden 1447aOt Prior en conuent 1447aOt Oesterhoff de (eventueel de "Oesterhoff Tijhoff" geheten) 15 Erue ende gued 1477aAl Oesterwijck ter Johan 1450bOz Gese (Johans echte wijf) 1450bOz 20 Hues en alincge weer bynnen Oldenzael 1450bOz Oesthuze van Euerd prestere vicarius 1402bOz 25 Oetbertinc, Oedberting Euerd 1401aOt Guet en erue 1388aOt, 1388bOt Lude 1388aOt, 1388bOt 30 Oeuenhues toe Ffenne (Llambertes echte huesurouwe) 1461aAl Llambert 1461aAl Offerhues 35 Hinrik vicarius 1408dOt Oldenzale, Oldensele enz., zie: ALDENZALE Orden, Oerde 40 Hues tot Oetmershem Duetsches Ordens 1485aOt Orden Sunte Johannis 1393cOz Sente Johannes oerde 1341Es Veruere Johan Voet Stenvorde 1350aEs 45 Orden (Dutsche) Dutsche 1438aTw Hues to Oetmersem Duysches Ordens 1447bOt Ostermeyger de 50 Hinrick 1375aAl

Page 370: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-370-

Ostertune ten Herman 1366bOt Ottenscoten van Wescel 1337aEs, 1337bEs 5 Ottenstene ten Heer 1399aEs Ottinch kampe (bij) 10 Stůcke landes 1399dOt Wycbelde gůed 1399dOt Otting Otto koernot des hoffrechtes, vrye des houes 1480bTw 15 Ouverhagen, Ouerhag(h)en, Overhage van Boldewyn munbar 1477bOt Clawes 1457bOt, 1460bTw Clawes de Junghe kornot 1432aOz 20 Clawes de Oelde, cornot 1428Tw Clawes de Oelde kornot (man des gestichtes) 1429bTw Clawes erfexe en mede degenynges man (Sweders broder) 1438aTw Clawes gerichtes koernot 1430dTw Johan kornot 1445bOz 25 Jutte (Zweders echte wiif) 1445bOz, 1453aOz Jutte, Zweders echte husvrouwe van Ouerhagen, niet wal reysen en mochte, omme gebreck willen oers liues 1453aOz Roloff kornot ende gherichtes man 1486bOz Sweder 1431cOz, 1445bOz 30 Sweder en Clawes (gebroders) 1446bOt Sweder man der herschap 1443cOz Zweder erfexe en mede degenynges man 1438aTw Zweder monber 1453aOz 35 Ouenhues Ghosen scepen 1444aAl Ouenhusen to Banc 1422Ot 40 Clagher 1422Ot Dach leghen 1422Ot Gherichte (gheheghet, zittend) 1422Ot Grauen 1422Ot Heerlicheit 1422Ot 45 Here 1422Ot Here en gherichte 1422Ot Heren ghenade 1422Ot Hofstede 1422Ot Hoftuen 1422Ot 50 Klemende zonne 1422Ot Kornoten 1422Ot

Page 371: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-371-

Richter 1422Ot Sittend gherichte 1422Ot Voersprake 1422Ot Wech to Ouenhusen 1422Ot Zittende gherichte by klemender zonnen 1422Ot 5 Zoltwer 1422Ot Ouenhusen van Gosen 1422Ot Gosens oldervader en Gosens vader 1422Ot 10 Ouenhusen Gherding toe Ouenhusen 1492aOt Ouerhag(h)en, Oůerhagen, Overhaghe(n) van 15 Claes rentmeister in Twenthe, gerichts man 1412aOt Clawes kornot 1393aOz, (renthemeyster) 1398hOz, 1401bOz, 1405aOz, gerichtes man 1408cEs Clawes kornot en gherichtes man 1409bOz Clawes rentemeister in Twenthe 1410cOt 20 Henric richter 1393cOz Hinrik richter 1391bOz, 1393aOz Styne (Claweses echte wief) 1401bOz, (Claweses echte wiff) 1405aOz Sweder en Clawes (kindere) 1401bOz 25 Ouerhof Berend 1374cOt, (kornot) 1380cOt, (Bernd) 1401aOt Ecbert 1401aOt Ghese (dochter) 1403aOt Mette (dochter) 1401aOt, 1403aOt 30 Ouering, Ouerynch Erue ende gued 1439bOz, 1471aAl Ouerlansche, Auerlantsche, Auerlentsche, Ouuerlantsche, Ouerlensche 35 Auerlantsche Rijnsche guldenen genge ende geue 1543bOz Auerlentsche Rinssche gulden 1474bAl Goldene Auerlantsche Rijnsche guldenen genge en geue 1461bOz, 1474aOt Goldene Ouerlansche Rinsche guldene genge vp dage desses breeffs 1462bOt Goldene Ouerlansche Rynsche gulden 1458cOt 40 Ouuerlantsche golden Rinsche gulden 1466bAl, 1477aAl Ouerlensche Rinsche guldene 1420aTw Ouerlantsche Riinsche gulden 1439bOz, 1441aOz, 1445bOz Ouermadinc 45 Gůet 1399aEs Tenden grof en smal 1399aEs Wessel 1399aEs Zutphensch recht 1399aEs 50 Oues vanden Sander 1422Ot

Page 372: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-372-

Ouuerlantsche Ouuerlantsche golden Rinsche gulden 1466bAl Ozenbrugge, Ozenbrughe, Osenbruggen 5 Arend coster tod Almelo 1360bAl Bernd Cappelman cornot to Ozenbrugge 1484aOt Bezegelt schijn onder zegel Conradi Melemans 1484aOt Conradus Meleman, richter der stat to Ozenbrugge 1484aOt Johan 1442bOz 10 Heyle Auenhusen (Bernardus syn echte wijff) 1484aOt Johan Dreyer de smyt, cornot to Ozenbrugge 1484aOt Johan de Hesse (Heyle Auenhusen oer monber in Ozenbrugge) 1484aOt Weer (Johans) 1442bOz 15 P Paesschedach Bertold 1386bOz, (neue) 1386cOz 20 Frederich 1386cOz Symon 1386bOz Vrederic neve 1386bOz Paghenkule, Paghencule 25 Johan 1374cOt, (kornot) 1388aOt Palte Bertold raetman kerk 1350bOt 30 Pape de Johan anders geheten van Besten 1385Oz Johan van Besten gheheten de Pape 1447aOt, 1461bOz, 1463aOz Pas, Pas(s)che, Passe ten 35 Maes gherichtes man 1451bOt Maes (mede)dedynges man 1452aAl Maes richter 1441bAl, 1451aAl, 1452bAl, 1455bAl Pasye, Pazie de; zie ook: Pesie enz. 40 Gherlach anders gheheyten van den Dezenberghe 1408dOt Geerlich anders gheheten van Dezenberghe 1390aOt Gherlich kornot 1388aOt Pelser de 45 Herman wyncopes man 1395dEs Pelserinc Lubbert raetman 1462bOt 50 Pennynclo Herman sworen richter 1394cOz

Page 373: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-373-

Peperlak Wezel rychter 1440bOt Peperlaken 5 Hues, stede en alynge weer bynnen Oetmersem 1454bOt Mette (Wessels echte wijff) 1454bOt Wesel richter 1453aOz Wessel 1454bOt Wessel richter 1447aOt, 1448aOt, 1448bOz, 1451bOt, 1454aOt, 1455aOt, 1457aOt, 10 1457bOt Pesie Vogelsanck of Pesie gheleghen jnder heerscap van Almeloe 1499bAl 15 Pesye, Pesie, Pezie van; zie ook: Peyse Alijt van Harderwijc (Hermans van Peysie echte huesurouwe) 1460bTw Aleyt van Harderwyck geheyten van Peysie 1470bAl Gheerd koernot 1394dAl Henrick, leenman van Johan van Rechteren 1497aAl 20 Herman (Alijt oer monber) 1460bTw Herman auerman 1437bAl Herman koernot 1455aOt Herman man der herschap 1443cOz Hermen 1459bAl, 1470bAl 25 Hermens iaertijt van peysie 1470bAl Rolof 1414bTw Vigilien ende myssen vp vnsen grauen 1470bAl Waeskersen in die kercke vp myne iaertyet 1470bAl 30 Peters soene, Peterssone Dyricus vyscureet 2 Godiken van Woelde richter 1376eOz Peyse van 35 Gheert man der herschap 1423aAl Philippes Philippes schilden 1435aOt 40 Phylippinghhoff de Tenden groff en smal 1408cEs Plaghe Willem 1374aAl 45 Pleghelmus Raetlude des guden sunte Pleghelmus 1395cOz Poelsteginc 50 Poelsteginc poerten 1438aTw

Page 374: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-374-

Pol Johan kornoth 1380aOz Poppe Arend kornot 1393cOz 5 Johan 1359aOz, 1360cOz Poppinc Johan 1398aOt hůes 1398aOt 10 Post Fiige 1419aAl Frederic (Fiigen munber) 1419aAl Frederich 1431bOt, 1432cOt, 1434aOt 15 Frederic(k) richter 1411aOt, richter 1412aOt, richter 1416bOt, richter 1422Ot, richtere 1421bOt, richter 1424aOt, richter 1424bOt, richter 1425bOt, 1427Ot, 1435aOt, 1437aOt Frederich gerichtes man 1408cEs Frederke 1425aOt Fredric, raetman des hilgen geists 1430aOt 20 Fredrick 1437aOt Fye (wedue Fredrics) 1437aOt Vrederic(h) richter 1410cOt, richter to Odmersem 1413Ot, 1431aOt Postele achter 25 Dat Rupenhol zo dat gelegen is achter Postele 1481bOt Postes Herman 1461aAl Gese (Hermans echte wyf) 1461aAl 30 Postulaet Postulates gulden van Deuenter 1433aOt Poules 35 Johan de Ionghe 1425bOt Predeker de Wolter geheten van der Beke, gerichtes man 1408cEs 40 Pulcijen Henrick (boerchman to Stenvorde) 1486cOt Hoerghe luede (Johan en Mette ten Westerhaeue) 1486cOt Stencike (Henricks echte hues vrowe) 1486cOt 45 Pusce Henric 1414aAl Pute Heyne 1380aOz 50 Pyning

Page 375: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-375-

Dirck 1443aOt Dyrick 1454bOt Dyrick Pyninges hues 1443aOt, 1454bOt 5 Q Qůendorpe, Quendorpe, Qwendorpe van Drude (Gherdes echte wif) 1410aOt, 1413Ot Drůdiken (Gerdes wyf) 1388aOt, (Gerdes wyf) 1388bOt, (Gherdes echte wyf) 1398eOt, 10 Erve, hůes, spiker en gaerden bynnen Oedmersem 1398aOt G(h)erd 1388aOt, 1388bOt, 1398aOt, 1398eOt, (kornot en gherichtes man) 1399cOt, (scepen) 1399dOt, (raetman) 1400dOt, 1402aOt, Gherd (raetman) 1403aOt, 1408aOz, 1410aOt, 1413Ot Hůs 1398eOt 15 Hues to behoef armer luede 1413Ot Hůs (Gherdes van Quendorpe en Drůdiken) 1410aOt Husinge bij der linden 1408aOz Trude (Gherdes echte wijf) 1398aOt, (Gherdes echte wijf) 1408aOz Vryheyt des hůses (ghegheůen van Gherde van Quendorpe en Drůdiken) 1410aOt 20 Quant Johan richter 1483bOz, 1485bOz, 1486bOz 25 R Raetgherdyngk Raetgherdyngk maet 1431aOt, 1431bOt 30 Ramesberghe van Dyderich (Steuekens zoine) 1392bEs Steueken 1392bEs Randen van 35 Gerhardus prouest van Oeldenzael 1462aOz Ghoesen viccarius 1500Ot Segel ad causas 1462aOz Reboem 40 Stucke landes in den essche to Hertemen 1398hOz Rechter van Frederic van Heker gheheten van Rechter 1423bAl Lutghaerd (Vrederixs echte wif van Heker) vrouwe 1371Al 45 Otto rittere (Sweders to Voerst broeder) 1474bAl Seygher en Deric (Frederixs) ghebroeders 1423bAl Sophia van Rechter moeder 1423bAl Recht(e)ren van/to 50 Aleff (Johans broeder) leenman 1490aAl Euerharda van Ewesma (Johans echte huesvrouwe) 1489aAl

Page 376: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-376-

Frederick leenhere 1435bOt Huyss to Rechtern 1496bAl Johan 1479bAl Johan, bastart richter 1489aAl, 1492bAl Johan, heer to Almelo 1490aAl 5 Johan, heer to Almelo, leenhere to houe 1497aAl Johan, heer tot Almelo, monber 1489aAl Johan joncker tot Almelo 1486aAl, 1498aAl Johan van Heekeren anders gheheyten van Rechtern van Almeloe 1496bAl Leenheer 1435bOt 10 Leenmanne 1435bOt Otto, rijtter heer ende juncker toe Almelo 1475aAl Otto ritter ende heer van Almelo 1477aAl Seygher (Johans joncste broeder) 1490aAl Seyger (Vrederixs broder) leenman 1435bOt 15 Teenden en(de) gůeds een recht leenheer 1435bOt Rede, Reede, Reeden van Alheit (Berendes echte wiff) 1405aOz Berend 1405aOz 20 Berend gerichtes man 1408cEs Berend kornot en gherichtes man 1409bOz, kornot en gherichtes man 1410bOz Ghodiken (Hinrixs vnde Johanna or echte soene) 1432aOz Goedert (Hinrixs echte soen) 1453cOz 25 Henric (man van leene) 1414aAl Hinrich kornot (man des gestichtes) 1429bTw Hinrich sone 1405aOz Hinrick 1446bOt, 1453cOz Hinrick (Johanna voerscreuen vader) dedinghes man 1455aOt 30 Jde 1432aOz (Ghodikens [erste?] wijff) 1432aOz Johanna (Johans [joncheer toe Almelo] echte wijff) 1455aOt, 1455bAl Nese (Hinrixs vnde Jden echte dochter) 1432aOz Hinrik ende Johanna (echte luede) 1432aOz 35 Redemarc Johan 1359aOz Redering Gerd raetman 1366bOt 40 Redese van Willem 1348Oz Redinc 45 Berte, Frederik, Heyne, Johan, Nese 1337aEs, 1337bEs Reebeke Johan (Fenne Borneers ys syne moder) 1452bAl 50 Reenen van Willem prouest tot Embric 1416cOz

Page 377: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-377-

Reensinck, Rensijng, Rensinck Johan richter 1478Al, 1479aAl Johan richter der herscap 1459bAl, richter der heerscap 1464bAl 5 Reeze van Hinric 1422Ot Reme Euert 1350aEs 10 Remen van Gerd 1374aAl Lubbert gerichtes man 1408cEs 15 Rene Huys en erue (van Hoenhorst) 1383cOz Stad 1383cOz Steen strate 1392aOz Steghe en wech 1392aOz, 1394cOz 20 Strate to Rene 1394cOz Rengherinc (bij) Op den essche 1376cAl Vijf stucke vrijes landes 1376dAl 25 Reůekens, Revykens Bolte 1395dEs, 1400aEs Reve van den 30 Albert en Johan brodere 1368bAl Broderschedinghe 1368bAl Elzabee en Otto kindere 1368bAl Iohan 1398hOz 35 Reyger Arent cornot en gherichtes man 1425bOt Willem richter 1488cEs Reyger de 40 Anthonius 1487aOt (Anthonius die Reygher is mijn (=Arnt Grubbe) man gheworden die my lofnisse ende huldinge heft ghedaen ende allent dat een leenman van synen leene synen leenheren sculdich was te doen 1487aOt) Ar(e)nt 1398cOt, 1408bOt, kornot en gherichtes man 1411aOt 45 Gheert stichtes man 1466aTw Herman 1487aOt Herman kornot ende gherichtes man 1487bOt Reymelinck 50 Erue ende gued 1490aAl

Page 378: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-378-

Reymeringk to Alinge erue ende guet 1483bOz Tenden groff ende smal 1483bO Reynoldus 5 Reynoldus gulden Bisscop Frederics 1435aOt Reynoldes sone Wolter van Couorden (heren Reynoldessone ritters), kornot en vndersate van Vtrecht 1408cEs 10 Ri(i)nsche, Rijnsche, Rinnsche, Rynsche Auerlantsche Rijnsche guldenen 1439bOz, 1441aOz, 1474bAl Auerlantsche Rijnsche guldenen genge ende geue 1543bOz 15 Goldene Auerlantschen Rijnsche guldenen genge en geue 1461bOz, 1474aOt Goldene Ouerlansche Rynsche gulden 1458cOt Goldene Ouerlansche Rinsche guldene genge vp dage desses breeffs 1462bOt Goldene Rinsche guldene 1454bOt, 1457bOt, 1467aOt, 1475bOz, 1479bAl, 1490bAl, 1491aOt, 1495aOt, 1498bAl 20 Ouerlantsche goldene Rynsche guldene 1463bAl Ouerlantsche Riinsche gulden 1445bOz Ouerlensche Rinsche guldene 1420aTw Ouuerlantsche golden Rinsche gulden 1466bAl, 1477aAl Rijnsche gulden 1394dAl, 1438aTw, 1467bOt 25 Rijnsche gulden ende cronen 1435aOt Ribberding Erue ende guet 1448bOz 30 Rickerdinc Gherd vicarius tod almelo 1398fAl Rickmardingk tho Erue ende guet tho Notdornynghen 1468bOz 35 Ridder de Gijssbert 1416cOz Ridderman 40 Arnd mede schepen 1437bAl Riikenhaue de Yarliker gulde 1428Tw 45 Rijs(s)en, Rysnen, Risen Heymale 1349Oz Kerspel 1349Oz, 1417aAl, 1435aOt, 1460bTw Gherichte 1349Oz, 1441bAl, 1442aAl Richter 1349Oz 50 Rode(n), Roede de

Page 379: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-379-

Florike(n) (richter) 1364Ot, 1366cAl, 1370Oz, 1374aAl Johan (to Delden) 1431bOt Roelouing Erue ende guet 1453cOz 5 Tenden groff ende small 1453cOz Roelues soen Johan van Awijc 1402cOz 10 Roerinc Herman 1422Ot Roetman, Roetmen, Rotmen to Burschap 1350bOt, 1418Al 15 Bredericking (erue) 1398gOt Esche 1400cOt Leferdinc to Roetman 1441bAl Woerd 1400cOt 20 Roleues Johan 1425bOt Rorinc Willam, Steven, brodere 1360bAl 25 Roringh Willem kornot 1390aOt Rossem 30 Burscop 1483bOz Rouvensadinck Alynghen tenden groff ende small 1496bAl Erue ende guedt 1496bAl 35 Rouer de Johan 1425bOt Růtingh 40 Bernd kornot 1386cOz Růuenhouve, Ruenhoeue ten Ghert kercmeyster 1499aAl Gheert raetman der kerken 1499bAl 45 Růvencamp Růvencamp of Vogels camp ghelegen by der wer 1499aAl Růwe de 50 Roelf gherichtes man 1398aOt

Page 380: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-380-

Rupenhol dat/de, Rupenholt de Erue ende guet 1437aOt Gese de nv op den Rupenholt woent Een van oeren zoens de dar een wijff vp nemen maech 1481bOt 5 Rutenberge van den Sthephanye (Johans van Rechteren moder) wedewe 1479bAl Rutenberghe van Leen van Otten van Rutenberghe 1488bOz 10 Otto 1488bOz Rutings Willikin kornot 1383cOz 15 Ruwenhaue van den Euerd Tyosen (Grieten soen) ghebaren van den Ruwenhaue 1486aAl Ryckardinch Gherd kornot 1391bOz 20 Rycmerspole van den Berneer en Bertolt broder 1364Ot Denstmanne guet 1364Ot Guet (ton Rycmerspole) 1364Ot 25 Gese (Berners wif) 1364Ot Gese, Aleyd, Mette - kinder 1364Ot Tenden 1364Ot Rykenhoue ten 30 Erue en gued 1417bOz Rysenbeke(n), Ryzenbeke, Rijsenbeke Dyrc canonicke koernot 1408aOz Diryck kercher 1399dOt, 1401aOt, 1402aOt 35 S Sancti Francisci 40 Darder regulen sancti Francisci by almelo 1486aAl Susteren van der darder regulen sancti Francisci 1479aAl Sante Plechelmus, Sanctus Plechelmus Kerken sancti Plechelmi 1484aOt 45 Luchtinge ende tymmeringen 1450aOz Raetlude ende provisoren sante Plechelmuskerken 1450aOz Sante Plechelmus kerken 1450aOz Sante Stephanus 50 Vicarie tot Enschede 1458bEs

Page 381: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-381-

Sargardinch Hus 1376bAl Tienden grof en smal 1376aAl Sasse de 5 Hasike juncvrouwe 1375bOz Sateslo (zie ook: Zateslo) Godiken 1375bOz 10 Sateslo van Godeken anders geheten de Moylike 1405aOz Scaep, Schaep Gossen 1374aAl 15 Herman 1456aAl Hinrich (Borchman) 1374aAl Johan Schapes garden 1465aOz Scarpenhoff 20 Erue ende guet en lant 1466aTw Lene 1466aTw Scarpenhues van Wermbolt munbair 1476aOt 25 Scepenendach 1349Oz Schaden Hinrik munber 1464aOt 30 Schadevelt Aernt voersprake 1422Ot Scheckel 35 Hinricus koernot 1392bEs Scheel Esken Esken anders geheiten Esken Mersen 1412aOt 40 Schelfhorst Der kercken tot Almelo eyn halleff punt wasses des jaers 1489aAl Schelfhorstes groete hoeymaet 1489aAl Schenckebier 45 Schenckebiers garden 1465aOz Schere de Arent van Wijck geheten die Schere 1465aOz Grete (Arnts echte wijf) 1465aOz 50 Scherping

Page 382: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-382-

Godert rectoer 1441bAl, rectoer 1443bOz Schettering Jacob kornot 1424bOt Jacob monbar 1432cOt, monbar 1434aOt 5 Scheue Yerwert Meister Scheue Yerwert 1488dOt Schoemaker, Schomaker, Scomaker 10 Cord borger cornot des gerichtes 1543bOz Egbert 1472Ot Engelbert cornot 1432cOt Engelbert raetman 1480aOt Engelbert raetman der kercken 1477bOt 15 Engelbert (scepen en kornot des gherichtes) 1434aOt Enghelbert borgher kornot 1447aOt Gaerden Engelberts Schoemakers 1480aOt Gese (Egbertes echte wijff) 1472Ot Hinric kornoth 1380aOz 20 Johan cornot ende gerichtes man 1478Al Ludiken 1400cOt Schonenůelde, Schonevelde ten Esken dedynghes ende makes man 1460aOt 25 Gůet 1384aAl Manstat 1384aAl Vijf marckenliene 1384aAl Sc(h)oneweder 30 Elzike 1367Ot Gerd 1367Ot Grete 1367Ot Schulenborch van der 35 Henxt 1378Al Here (= leger) 1378Al Sweder en Hadewich, echte lude 1378Al Sweder (mines selues) houethere 1378Al 40 Schulenborch van der Dyrck 1471bOt Dyrick borge 1464aOt Schulte, Sculte (de) 45 Heyne Schulte, raetman, mede deputaet 1491bOt Lambert en Ludolff (gebrodere) 1430aOt Lubbert de Schulte to den hoeve to Tylgede 1491bOt Lude (sculte op Almeler vene) 1425bOt SchulteJohan 1473aOz 50 Schuren, Scuren ter

Page 383: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-383-

Euert 1430bOz, 1434cOz Styne (Euerdes echte wyf) 1430bOz Schuttorpe van Rembold (Jutten van Twickeloe oere oem) 1496bAl 5 Scolde van Gert 1350aEs Scone(n)uelde, Schonevelde, Schoneuelde van, enz. 10 Aelheyt (Ludolues wif) 1388aOt, 1388bOt Alijd (Ludolfes vroůwe) 1393bOt Arend en Rensike, echte lude 1381aOt Arnold 1336aOz, 1349Oz Elsebe, Clawes, Margreta van Sconenuelde 1336aOz 15 Fyge dochter 1381aOt Ludolf 1348Oz, 1360cOz, 1370Oz, 1393bOt Ludolf anders gheheten van Grauestorpe 1388aOt, 1388bOt Matheus 1360cOz, 1370Oz Matheus, genompt van Grauestorp, amptman 1428Tw, 1429bTw 20 Matheus, Lůdolph en Ode kinder 1393bOt Matheus onse soen 1388aOt, 1388bOt Ode 1360cOz Scoppen tor 25 Goet 1365bOz Spykermate 1365bOz Scoppingen, Scopingh van Fiige (Hermans dochter) 1419aAl 30 Herman 1398cOt, 1419aAl Scroder, Scroeder Johan 1493bOt Johan kornot ende gherichtes man 1492aOt 35 Scroder de Albert 1457aOt Albert kornot 1459bAl Arnd scepen 1444aAl 40 Egbert (oer twyer echte sone) 1456bAl Gese (Albertes echte wijff) 1457aOt Herman 1396Al Lamme (Meynolts echte wijff) 1456bAl Meynolt 1456bAl 45 Ortwiin cornot 1450aOz Sc[r]yuer de Gherd 1421bOt 50 Scultinck Johannes 1467aOt

Page 384: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-384-

Scypper de Gherd scepen 1395aOt Sente Johannes oerde 5 Sente Johannes oerde 1341Es Veruere Johan Voet Stenvorde 1350aEs Seynen sone, Seijnen soene Freric richter der herscap 1494aAl 10 Seziken, Zezyken Peter richter 1398dEs, 1400aEs Slinghe de 15 Erue ende gued 1488bOz Sloyert Johan 1374bAl 20 Sly Alard Sly richthere 1351aOt Werner knape 1351aOt Wernerus dekene 1392aOz 25 Smede Engelbert 1482aAl Engelbertes Smedes smytte 1482aAl 30 Smede de Engele (Johans echte huesurouwe) 1489aAl Gheerd 1341Es Johan 1489aAl 35 Smeden tor Gert 1426Tw Smit, Smyt (de) Iohan cornot en gherichte man 1494aAl 40 Johan kornot ende gherichtes man 1479aAl, 1492bAl Smit, Smyt de Bernd Boke anders gheheten de Smyt, cornot 1484aOt Gert 1364Ot Gheerd schepen 1437bAl 45 Ghert koernot des hoffrechtes, vrye des houes 1480bTw Hermen 1401aOt Johan Dreyer de smyt (cornot to Ozenbrugge) 1484aOt Johan (smit van Enschede) 1337aEs, 1337bEs 50 Snelle de Gerd cornot 1426Tw

Page 385: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-385-

Gert de Snelle geheten van der Brede 1431bOt Gherd van der Breden gheheten de Snelle (rychter) 1417bOz, 1419bEs, (cornot) 1420aTw Willem zakewolde, vicarius tot Almeloe 1411bAl Snoye(n) 5 Geerd Snoye (sceepen tot Aldenzal) 1336aOz, 1365bOz Henric 1369aTw Herman kornot 1386cOz, kornot 1391bOz Johan 1449bOz Johan richter 1450aOz, 1453aOz, 1453bOz, 1453cOz 10 Wolter 1369aTw Sodenberch Grote Sodenberch 1429bTw 15 Sodenberch ton Erue 1429bTw Sodenbergher Sodenbergher essche 1493aOz 20 Soest Johan cornot des gerichts 1496aOt Soeye 25 Wyllem gheheten Hindenhovet scepen 1401aOt Solmisse van Hinrich junckere 1408cEs 30 Speleborg ter Ghert 1368aEs Spillenrump Hinrik 1402bOz 35 Hinrikes gaerden 1402bOz Spirinc Herman 1374bAl, 1375aAl (Hermen Spirinch) 40 Spiringes lant Kempen ende lant 1466bAl Splinter Ghert 1422Ot 45 Johan 1364Ot Splinterman Albert 1366bOt 50 Sprute Lambert momber 1465aOz

Page 386: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-386-

Stad recht(e) 1465aOz, 1480aOt, 1483aOt Als sick dat nae onser stad rechte gheboerde 1480aOt, 1483aOt Stazesinch tho 5 Erue tot Vlsen gheleghen 1419aAl Leene 1419aAl Teenden groff vnde smal 1419aAl Stegen tor/ter 10 Hinric richter en meyer 1388aOt Hinrik richter 1376eOz, 1380cOt Steng(h)er(e) de Gherd 1360aOz, 1365bOz, 1375bOz 15 Lambert 1336aOz Mette 1360aOz Stenuorde, Stenvorde van Albrecht cummeldoere 1341Es 20 Boerchman to Stenvorde 1486cOt Broederen van sente Johannes oerde 1341Es, 1358Al Commendůr des huses 1358Al, 1341Es Godesridderen van Stenuorde 1337aEs, 1337bEs, 1350aEs Heeren to Stenvoerde 1341Es 25 Henrick Pulcijen boerchman to Stenvorde 1486cOt Hus van orden sunthe Johannes baptisten 1358Al Hues 1393cOz Orden sunte Johannis 1393cOz Scheffener des Huses van Stenvorde 1393cOz 30 Stenvorder mathe 1393cOz Stichtes manne 1466aTw Sticke 35 Berend 1430cOt Johan 1422Ot Stockeler de Wt den Stockeler seuen mud rogghen Almeler maten 1479aAl 40 Stockeler ten Hinric van Beruorde anders ghehieten ten Stockeler 1454aOt Johanna ( Hinrikes vorscreuen suster) 1454aOt Jutte ten Stockeler, wedue, Hinrikes vorscreuen moder) 1454aOt 45 Stonebrinck de Erue ende gued 1470aAl Tenden groff ende smal 1470aAl 50 Stopendael Willem kornot 1398cOt, 1398gOt

Page 387: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-387-

Storckschot dat Eyn stucke landes 1493bOt Straten bij der 5 Gherd vicarius 1376aAl Hinrick schepen 1376cAl, 1376dAl Hues 1376aAl Strodinghes 10 Twe campe 1376aAl Struuynck Derddell van den alynghen grouen en smalen tenden 1496bAl Erue ende guedt 1496bAl 15 Stuvelborch van der Iohan anders gheheten van den Thie die Oelde 1398hOz Stycker, Sticker de 20 Egbert 1424aOt, 1424bOt Fenne (Egberts echte wiiff) 1424aOt Stynacken Stynacken Camp 1432cOt, 1434aOt 25 Suvdena (Zudenna) van Berent Suvdena 1337aEs, 1337bEs Herman 1349Oz 30 Suvnte Plechelmus Cappittel der kercken Suvnte Plechelmus 1496aOt Kercken Suvnte Plechelmus 1496aOt Sunte Johan 35 Sunte Johans Altair 1500Ot Sunte Annen Verwaerer der hilghen vrouwen Sunte Annen 1491bOt Vicarius van sunte Annen 1490bAl 40 Sure Ludeken de Camp 1374bAl Sutphane 45 Canonick 1367Ot Suythoff de Tynden ouer den Suythoff 1416cOz 50 Swafers Hermen 1491aOt

Page 388: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-388-

Swaneken Albert (zwager van Ludolphus Wonder) 1434bOz Huldinge 1434bOz 5 Swanenborch van der Cunne junfer 1464aOt Syngrauen de Erue ende guden vtten Syngrauen 1496aOt 10 T Tackinc, Tackinch 15 Berend canonicke 1402cOz Bernardus canonic to Aldensale 1421bOt Bernt canonicke, koernot 1408aOz Eckbert meyger 1350bOt Lůcke 1350bOt 20 Tacking Berend canonick 1420bOz, canonick (hantgetruwe) 1421aOz Tanking; zie ook: Tenking enz. 25 Sweder kornot en gherichtes man 1414bTw Tappe Gerd 1431aOt Gherd anders geheten van Honichle, richter 1386cOz 30 Gherd van Hanychlo gheheten Tappe 1417bOz Ghert van Honichloe anders geheten Tappe 1425aOt Ghert van Honnichlo gheheten Tappe, schepen 1422Ot Testamente 1425aOt Twier(Gherdes) huesurouwen zelen 1425aOt 35 Tauenhusen Arnd monber 1473aOz Gerborch (Arndes echte wijff) 1473aOz 40 Tenckinck, Tencking, Tenkinck, Tenckinc Godert 1422Ot Herman cornot ende gerichtes man 1460bTw Johan 1480aOt Johan kornot 1464aOt 45 Johan kornot en gherichtes man 1460aOt Jutte (Johans echte wijff) 1480aOt Sweder 1422Ot Tesplo 50 Berent wincopes man 1398dEs

Page 389: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-389-

Tesschemaker Wilhelmus (Willem) 1398hOz Willem kercheer 1398hOz Texel van 5 Reyner en de ghemenen Preesteren en Clercken 1445bOz Reyner prior 1457bOt Thije, Thie, Tye, Tyghe van den Conrad 1369bAl 10 Gerd kornot en gherichtes man 1414bTw Gripe 1365aOt Henrijc 1414bTw Jacob en Elzike echte lude 1380cOt Jacob vnse sone 1380cOt 15 Iohan (Coenrades zone) 1398hOz Iohan die Oelde anders gheheten van der Stuvelborch 1398hOz Neze suster 1414bTw Tije, Tij, Thie, Tye (van) 20 Derck ghestichtes man van Vtert 1485aOt Dienst doen yarlikes ghelijck als mij myne ander meyers doen 1484bOt Diric kornot ende gherichtes man 1485bOz Dirick 1484bOt Erue ende gued bynnen onser vrijheit 1449aOz 25 Erue weder vorledighet 1484bOt Gerd 1449aOz Halff vat gueder botteren ter husswynnynge 1484bOt Hinric 1422Ot Mijn erue ende guet to Zegerding 1484bOt 30 Twe quarte wins vp alle mydwijnters auent 1484bOt Vormeyert, verpachtet ende uth ghedaen 1484bOt Tijeses, Tyeses Johan borger cornot des gerichtes 1543bOz 35 Johan cornot 1450aOz Tijhoff (eventueel "Oesterhoff Tijhoff" geheten) 1477aAl Erue ende gued 1477aAl 40 To(e)rne, Tho(e)rne ten/ton Enghele 1493aOz Garden (Peters ton Torne) 1421aOz Gerdt monber 1493aOz Gerit cornot des gherichtes 1495bOz 45 Gertruet (Gerdes echte husfrouwe) 1493aOz Ghese 1432bOz Ghese (Ludekens echte wif) 1404bOz Herman borgermester 1497bOz Huzen gaerden en eruen Pelgrams 1445aOt 50 Johan 1380aOz Johan (Ludikens sone) 1443cOz

Page 390: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-390-

Johan richter 1443bOz, 1445bOz Johan vicarius 1493aOz Ludeken de Oelde 1428Tw Ludeken 1380aOz, 1401cOz, 1404bOz Ludeken Ludekens soene 1416aOz, kornot en gherichtes man 1417bOz 5 Ludeken (Oelde) (hantgetruwe) 1421aOz, schepen 1422Ot Ludike richter to Oldensale, kornot 1431aOt Ludiken gezwoeren richter 1434cOz Ludiken richter 1440aOz Ludiken, Johans soene, richter tod Oldensale 1430bOz, 1431cOz 10 Ludiken (Ludikens soene) 1432aOz, 1432bOz Lysen (Mensen echte wijf) 1410bOz Mense 1410bOz Mense (kornot) 1431cOz, 1432bOz Olderen 1432bOz 15 Pelgram 1445aOt Pelgrim richter 1458aOz Pelgrym 1450bOz Pelgryms weer 1450bOz Peter 1421aOz 20 Peter cornot 1430bOz Peter cornot ende gerichtes man 1482bOt Peter, ghekoren en natuerlick angeboren monber 1488cEs Toep; zie ook: Toppe 25 Johan scepen 1350aEs Toerne van den Henrick (des Ordens sunte Johannis) 1393cOz Scheffener des Huses van Stenvorde 1393cOz 30 Toppe Johan scepen 1341Es Touenhuesen 35 Esseken 1473aOz Ffenne (Esseken echte wijff) 1473aOz Tůbberge, Tubberg(h)e, Tubergen Altair gelt 1462aOz 40 Burschap 1430dTw, 1456aAl Capellaen 1462aOz Erue ende guet toe Tyosing 1456aAl Esch 1435bOt Gued 1435bOt 45 Kapelle to Tubberge 1462aOz Kerspel en gerichte van Oetmersen en van Tubergen 1412aOt Misse 1462aOz Offer 1462aOz Oelde rechten ende gewoenten 1462aOz 50 Teenden groff ende beschapen 1435bOt

Page 391: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-391-

Tůneken, Tůnnike, Tůnnyken, Tuneken A(e)rnd 1405bOz, 1431aOt, 1431bOt Albert 1372aAl Alheyde (Arndes wijf) 1431aOt, 1431bOt Gherd anders gheheten van Ampsen 1394aAl 5 Hues en erue Aerndes 1405bOz Tubberghe, Tubberghen van Arnd 1457aOt Daye 1457aOt 10 Godeken kornot 1398cOt Johan 1413Ot Tubberijch Albert (wincopesman) 1376cAl 15 Tunne, Tunnen Albert 1374aAl Berte weduwe van Steuen 1380aOz Steuen 1380aOz 20 Tusuelde, Tusuelt Erve 1376aAl Johan 1456bAl Johan vicaries 1470bAl 25 Twecklo 1337aEs Twenthe, Twente Amptman 1372bAl, 1405aOz, 1408cEs, 1414bTw, 1415aOt, 1420aTw, 30 1422Ot, 1426Tw, 1428Tw, 1429bTw, 1430dTw, 1438aTw, 1460bTw, Cloester der Regulieren toe Alberghen in Twenthe 1467bOt Comet to hues in Twenthe 1417aAl Cornoten 1414bTw, 1415aOt, 1420aTw Dekenye van Twente 1424aOt 35 Drossete in Twente 1485aOt Droste 1422Ot, 1430dTw Drost en amptman 1466aTw Erue en guet Ribberding toe Maenre in Twenthe 1448bOz Gerichte 1405aOz, 1414bTw, 1415aOt, 1420aTw, 1426Tw, 1428Tw, 1429bTw, 1430dTw, 40 1460bTw Gerichten geestlic ende wertlic 1460bTw Gerichtes koernoten 1430dTw Gherichteslude 1414bTw Gůede erfnisse en renthe 1387Oz 45 Heymale 1405aOz, 1414bTw, 1420aTw, 1430dTw Hues toe Alberghen in Twenthe 1445bOz Huesmans rechte des landes van Twente 1408bOt Kornoten 1405aOz, 1426Tw, 1428Tw, 1429bTw, 1430dTw, 1460bTw Kornoten en gerichtes lude 1405aOz, 1414bTw, 1415aOt, 1460bTw 50 Land van Twenthe 1405aOz, 1408bOt, 1415aOt, 1422Ot, 1460bTw, 1466aTw, 1480bTw Lantrechte 1408cEs; (To dren veertennachten nae lantrechte) 1408cEs

Page 392: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-392-

Leen gued 1460bTw Manne des Gestichts 1429bTw Oelder Twenter marcket maete 1408bOt Oelde Twenther mathe 1424aOt Rechte des landes van Twenthe 1422Ot 5 Renthemeyster 1359bOt, 1410cOt, 1412aOt, 1438aTw, 1439bOz, 1480bTw Segel alz eyn amptman 1420aTw Twenther mate 1367Ot Zegel des drosten ende amptmans 1430dTw 10 Twic(k)lo(e), Twickeloe, Twickloe, Twyclo, Twickell van Adryana (Johans echte husvrowe) 1496aOt Halue gaerden (buten der Steenporten van Aldenzale) 1402bOz Herman (borchman) 1374aAl Herman (kornot en gherichtes man) 1399bOt, 1402bOz, Herman (amptman des landes van 15 Twenthe) 1405aOz, amptman in den lande van Twenthe 1415aOt Herman de Olde amptman, gerichtes man 1408cEs Herman de Oelde, amptman in Twenthe 1414bTw, kornot 1422Ot Herman en Frederich (Hermans sones) gerichtes lude 1408cEs Huus, spiker med der hofstede (binnen Aldenzale) 1402bOz 20 Jacob joncfer (Johans echte wijff) 1439bOz Johan 1439bOz, 1446bOt, 1496aOt Jutte (Hermans echte wijf) 1402bOz Jutte jonffer 1496bAl Vrederic Herman en Wynold (kinder) 1402bOz 25 Wynold canonic kornot 1383cOz Tyeses Johan 1453bOz 30 Tyghoiff Erue ende gued 1464bAl Tyhůes ton Bolte 1401aOt 35 Dedele (Bolten echte wijf) 1401aOt Ecbert zone 1401aOt Geze (Mensen echte wijf) 1399dOt Halue stede 1401aOt Mense 1399dOt 40 Tylghede tod/the, Tylgede Burschap 1425aOt Gherd (kornot) van den Hoůe (tod tylghede) 1400dOt Gerd Mensinc 1401aOt 45 Hellike van den Hoůe (Gherdes echte wif) kornot 1400dOt Hoff to Tylgede 1491bOt Lubbert de Schulte to den hoeve to Tylgede, raetman, mede deputaet 1491bOt Marke 1427Ot 50 Tympen Tympen ghaerden 1404aAl

Page 393: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-393-

Tynsguet Tynsguet van oldes des Priors ende Conuents 1467bOt Tyosen 5 Euerd (Grieten soen) ghebaren van den Ruwenhaue 1486aAl Ledich en loes ghelaten en quijt ghescolden Euerden Tyosen van alsodaner echt als he my hoerachtich ghewest is tot dusen dach toe en gheue den seluen Euerden auer der moder en den ghemeynen ghemeynen susteren van der Darder Regulen sancti Francisci 1486aAl 10 Tyosing (to) Berte (moder) (Johans echte wijf) 1460aOt Erue ende guet 1456aAl Fene 1425bOt 15 Johan (vader) 1460aOt Johan, Engelbert, Ghert, Bernt en Herman (Fennen kindere) 1425bOt Liefard (Tyosing toe Gheesteren) 1460aOt Liefardes vader ende moder 1460aOt Stichtes lene van Vtrecht 1456aAl 20 Swene (Liefardes echte wijf) 1460aOt Vorherweden 1456aAl Tzuest, (Zuest?) Johannes koernot des gerichtes 1467aOt 25 Fenne (Johannes echte wijff) 1467aOt U 30 Ulzen (zie ook: Vlsen,Vlzen) Kerspel 1468bOz V 35 Vaelte, Valt, Voelt, Vaelt Bůrschap 1380aOz, 1393aOz, 1428Tw, 1444bAl, 1475bOz, 1479aAl, 1483bOz Gued 1395cOz (to Volt) Roelouing to Vaelte 1453cOz 40 Ten Rykenhoue 1417bOz Va(e)rwerck dat Grote en Luttike Va(e)rwerck 1408cEs 45 Vaerwerke to den Heyne Schulte, raetman, mede deputaet 1491bOt Vasse (van) Arnoldus (scepen) 1395aOt, 1399dOt, (kornot) 1400cOt 50 Arnoldus stůcke 1399dOt Bůerscap 1367Ot

Page 394: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-394-

Erue to Vrylinch beleghen to Vasse 1440bOt Gued 1395cOz Vasseman Herman 1476aOt 5 Vasteldach Herman gerichtes man 1408cEs Vbach van 10 Gherd pater ende prior 1485bOz, 1487aOt, 1492bAl Vbbergen Hinrick vicarius 1446bOt Vicarius to Vbbergen 1446bOt 15 Vdinc, Vdinck Gůd 1349Oz Johan, Ludgard 1349Oz Lude: Gerborghe, Johan, Fenne 1349Oz 20 Tenden aůer Vdinck tod enen Sůtphanschen rechte 1423aAl Vechte van der Heylewych 1386cOz 25 Veger de Hermannus 1407Es Velekoten land dat Beneuen Grubben steeghe 1494aAl 30 Eerue gued ende kote 1494aAl Velen van Herman 1464aOt 35 Velthaue van den Gheze (Johans echte wif) 1410cOt Johan borghere 1410cOt Velthoeue, Velthoue ten 40 Dirck koernot 1448bOz Jacob gherichtes man en kornot 1454aOt Johan kornot 1413Ot, 1453cOz Velthues dat 45 Erue 1479aAl Erue ende guet 1475bOz Leenhere daer hie van to lene ghet 1475bOz Lene 1475bOz Tenden groff ende smael 1475bOz, 1479aAl 50 Velthues ten

Page 395: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-395-

Eerue ende ghuet 1444bAl Vene vp dat, Venne upt Bernt Hermans vp dat vene 1456bAl Kamp ter osterzijt (vicarie upt venne) 1446aAl 5 Vicarie 1446aAl Vp den Vene 1437bAl Verneborch van Johan bisschop Tutrecht 1391aAl 10 Versen van Seyne 1368aEs Verveldinc 15 Hofkamp 1398dEs Vierling Euerd 1348Oz 20 Visscheringk, tor Visscheringk 1488bOz Dat koethe dree Arinsch guldene en twe punt wasses 1488bOz Koethe gheheten Visscheringk (tor Visscheringk) 1488bOz Vlasbeke 25 Akeren in der Vlasbeke 1438aTw Vlederinghe, Vlederinghen van Herman koernoet 1398gOt Huge 1410cOt, 1431bOt 30 Huvgho hofmeyer tod Oetmersem 1408bOt Seyne kornot 1398aOt Vleemschen Zees vleemschen 1438aTw 35 Vlenbroeke van Albrecht cummeldoere 1341Es Vlsen, Vlzen tot 40 Erue tho Stazesinch 1419aAl Heymale 1370Oz Kerspel 1370Oz, 1416cOz, 1420aTw Vmmen 45 Kerspell 1496bAl Gherijchte 1496bAl Voerden van Johan anders gheheten die Kyster 1400cOt 50 Voerst, Voirst, Vorst toe/van

Page 396: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-396-

Elyzabet 1442aAl Elysabeth (met: Ecbert van Almelo - echte lude) 1410bOz Elyzabeth joncfrouwe tot Almelo 1415aOt, joncfrouwe tot Almelo 1415bAl, 1417aAl, joncfrou tot Almeloe 1433aOt, 1441bAl, 1443bOz, juncfrouwe 1461aAl Elyzabeth van Hemert ffrouwe tot Voirst, Keppell en Almelo, (Sweders echte huisfrouwe) 5 1464bAl Herman 1435bOt Mynen camp geheten Volkering camp 1479bAl Sweder heer to Voerst vnde to Keppel 1474bAl, 1479bAl Sweder here toe Voerst vnde toe Keppel juncker toe Almelo 1463bAl, 1464bAl, 1466bAl, 10 1468aAl, 1470aAl Wolter 1371Al Voertman Iohan wincopes man 1398dEs 15 Voet Johan 1441aOz Johan veruere (Stenvorde) 1350aEs 20 Vog(h)el 1336aOz Johan wincopesman 1376cAl Ludike sceepen tot Aldenzal 1336aOz Vogels camp 25 Růvencamp of Vogels camp ghelegen by der wer 1499aAl Vogelsanck Vogelsanck of Pesie gheleghen jnder heerscap van Almeloe 1499bAl 30 Vogheler de Ludeken kornot 1400eOt Volkering camp Mynen camp geheten Volkering camp 1479bAl 35 Vollenhoe Gegeuen tot Vollenhoe 1416cOz Volmerinch, Volmeringk to 40 Erue en gued 1430dTw, 1473bOz Johan monber 1473bOz Ffenne (Johans echte wijff) 1473bOz Tenden 1430dTw Tentheren 1430dTw 45 Vmme dat se eyken holt ghehouwen hadden 1473bOz Volmers dochter Ghebbe (Volmers dochter Hemminch) 1398fAl 50 Vosse Arend 1403bOz

Page 397: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-397-

Stucke landes dat des saligen Vossen plagh tho wesene 1431cOz Wobbe (Arendes echte wijf) 1403bOz Vosseshaer ter Egbert ten Nyenhuess wonende ter 1480bTw 5 Vosseshaer toe Ghiesteren 1480bTw Vosseshaer de Erue ende gued 1455aOt Vijftien beesten van buten annemen en holden to weiden 1455aOt 10 Meyghers 1455aOt Mitten luden 1455aOt Vphues, Ophues Erue en gued 1458aOz, 1475bOz, 1479aAl 15 Vrij guet sonder tenden dat en gheen leen en is 1479aAl Vpmarke vander Buerscap 1383aOz 20 Vranrixsche Vranrixsche schilde 1430aOt Vrede ten, Vreede ten Ffenne (selighen Johans echte wyf) 1475aAl 25 Hermen Johan 1475aAl Swene (Hermens echte huysvrouwe) 1478Al Vreden van 30 Johan raetman 1462bOt Vreden(e) Achter der behouer wuert 1390bOz Alde stad 1390bOz 35 Canonick 1390bOz Capellaen 1390bOz Capittel 1390bOz Costere 1390bOz Curet 1390bOz 40 Memorien 1390bOz Missen 1390bOz Prouestin 1390bOz Scolaster 1390bOz Vigilien 1390bOz 45 Werltlike kerken 1390bOz Vrendeswede in den Cloester bij Noerthoerne 1445aOt Kloester 1444bAl 50 Prior des kloesters by Northorn 1444bAl Segel vnser Prioraetscap 1444bAl

Page 398: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-398-

Vriedach Herman kornot en gherichtes man 1414bTw Vrighreue de, Vrygreue, Vryghreue (de) 5 Henrik gheheyten Kvmmers 1365aOt Hinrich van Marclo, gheheten Vrygreue 1446aAl Kunne (selighen Johannes des Vrighreuen dochter) 1466aTw Johannes 1466aTw Wylhem van Marclo, gheheten Vrygreue 1446aAl 10 Vriigheit Vriigheit oft geleyde 1463aOz Vrijlinck, Vrilinc, Vriling, Vryling, Vrijlyng 15 Albert kornot en gherichtes man 1460aOt Erue ende gued 1463bAl, Vrylinch to (Erue) 1440bOt Herman 1458cOt Herman vrijlincks hues 1458cOt Huves 1351aOt 20 Jacob dedynghes ende makes man 1460aOt Talle, Berthe, Luvcke, Talle 1351aOt Vrissche Bome 1383bAl 25 Vrouwen huus Vrouwen huus van Kouorde 1402bOz Vsle van 30 Albert richter to Enschede 1337aEs, 1337bEs, 1350aEs Vtrecht, Vetrecht, Utrecht, Vtert, Vttert, Vttrecht van Beleende manne des Stichtes 1456aAl, 1496bAl, 1497aAl Burghen 1559bOt 35 Bysscop 1364Ot, 1370Oz, 1386bOz, 1391aAl, 1399bOt, 1416cOz, 1480bTw, 1485aOt, 1486bOz, 1487bOt, 1494bOt Dauid van Burgonijen bisschopp to Vtrecht 1457bOt, 1480bTw, 1485aOt, 1485bOz, 1486bOz, 1486cOt, 1487bOt Denstmanne guet 1364Ot 40 Frederich bijsscop tutrecht 1416cOz Ghestichte 1399bOt, 1408cEs, 1434bOz, 1483bOz, 1485aOt, 1497aAl Gestichtes leen 1416cOz Gestichtes beleende manne 1485aOt, 1487aOt Ghestichtes manne van Vtert 1485aOt 45 Here 1359bOt, 1369bAl, 1386bOz, 1398hOz, 1399bOt, 1411aOt, 1415aOt, 1416cOz, 1429bTw, 1430dTw, 1431aOt, 1432aOz, 1438aTw, 1439bOz, 1457bOt, 1467bOt, 1471bOt, 1475bOz, 1476bOt, 1482bOt, 1483aOt, 1483bOz, 1484aOt, 1485aOt, 1487aOt, 1488bOz, 1488cEs, 1493bOt, 1495bOz, 1496aOt Heren segele van Vtrecht 1416cOz 50 Houetstole 1369bAl Iaerlixs vier louenschen toe tinse 1483aOt

Page 399: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-399-

Kerken en leene 1416cOz K(C)ornot ende beleende gestichtes man 1483bOz Kornoten en vndersaten des gestichtes 1408cEs Leene mijns ghenedighen heren van Vtrecht 1457bOt Leenheer 1370Oz, 1483bOz 5 Leenmannen des gestichtes van Vtrecht 1434bOz Lene to ewigen dagen to van onssen hern 1429bTw Leyn des stichts 1429bTw Manne des Gestichts 1429bTw, 1429bTw Onsse manne 1416cOz 10 Pene van CC Rynschen guldenen 1438aTw Postulatus tutrecht 1432aOz Renthemeyster 1398hOz Sticht 1341Es, 1429bTw, 1496bAl Stichtesleen 1370Oz, 1399bOt, 1416cOz, 1429bTw, 1434bOz, 1443cOz, 1456aAl, 15 1483bOz, 1485aOt, 1487aOt, 1488dOt, 1496bAl Stychtes rechte 1416aOz Tenden to vrijen 1457bOt Tins 1483aOt Vndersaten des gestichtes 1408cEs 20 Vorhaerwaeden als een Stichtes leen 1434bOz, 1443cOz Vtrecht ende syn ghestichte 1487aOt Vůst Johan 1341Es 25 W Wachtendůnck van 30 Herberich geheten van Almeloe, zuster Egberts 1394dAl Waeluelt Herman 1398bOt 35 Walle ton Gerd (Hermanssone) anders geheten Debijtere 1374aAl Walrauens Bathe 1368aEs 40 Roste 1368aEs Wanyngh van Hundepipen (van Wanyngh) 1431cOz Aleyd (Beerndes echte wijf) 1431cOz 45 Beernd 1431cOz Warmelo van Griete wedue 1445bOz Wigbolt ende Arnt (gebroeders) 1445bOz 50 Wigbolt momber (echte zoene) 1445bOz

Page 400: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-400-

Warners sone Berend 1423aAl Watermollen (zie ook: Zelecampe 1413Ot) Stucke landes vor den vonder by der naesten watermollen 1413Ot 5 Wech dat Van der herscap van Benthem 1429aOz Wech 10 Halue Wech de 1488cEs Halue erue 1488cEs Wederden (van) Gherlacus priester pastoer toe Wederden 1483aOt 15 Gherlich pastoer 1483aOt Hůes ende Spiiker bynnen der stad 1444aAl Johan 1442aAl Johan (maghe) 1437bAl Johan preyster 1444aAl 20 Wederden Van Wederden te Zwolle voer 1442aAl Wederder 25 Wederder steghe 1466aTw Weechelhaeghe Langheslaeghe 1371Al 30 Weelinc houe 1350aEs Wegener, Weghener de Henniken, Hinrich, Euert, Reze, Fenne, Aleke, Grete en Gheze, kinder, 1395dEs 35 Herman 1395dEs, 1419bEs Mette (Hermans echte wif) 1419bEs, (Hermans echte wijf) 1395dEs Weleuelde, Weluelde, Welleuelde, Weluelt, Welvelde enz. van Bernd (Ottensone) 1376eOz 40 Bernt 1366bOt Berend 1367Ot Berent canonick to Sutphane 1367Ot Gerd 1366bOt, 1460bTw Gerd drossete jn Twente, ghestichtes man van Vtert 1485aOt 45 Gerd Ottenzone 1367Ot, Gerd Ottensoene 1376fAl Geze 1367Ot Johan (Weluelde) 1366aOt, Johan van Weleuelde 1398hOz Johan amptman in Twenthe 1438aTw Johan dedynges man 1452aAl 50 Johan sone 1412bTw Nyese juffer, priorisse 1471bOt

Page 401: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-401-

Otte 1376fAl, 1412bTw Otte Berndessone 1376eOz Otto Berndessone 1366bOt, Otto (Berendeszone) knaepe 1367Ot Otto knape 1351aOt Otto (Welleuelde) 1364Ot 5 Pachthere (Johan Weluelde) 1366aOt Welighe de Bernier 1366cAl 10 Wendelgarinc Loesinc Gued to Vasse 1395cOz Wenemarinc Huvs 1337aEs 15 Wennekinckmole de Erue ende gued 1543bOz Wennekinemole de 20 Guet erue hues 1388cAl Wepelinc Jacob 1341Es, 1350aEs 25 Werden Prouest 1365bOz Werenboldes Ludekin (borgere tod Aldenzale) 1349Oz, 1360cOz 30 Werfheghe by der Twe campen op Albergher esch by der Werfheghe 1487bOt Werner 35 Ker(k)chere 1367Ot, 1366bOt Wernerszone Euerd van Oetmersem 1374cOt Sweder (Euerdes broder) 1374cOt 40 Wernynck, Wernyngk toe Alinge erue ende guet 1483bOz Gherbrich minisstersche 1475bOz Tenden groff ende smal 1483bOz 45 Werselo, Werslo, Wersloe (van) Aleff 1433aOt Cloesterjonfer toe Wersloe 1494bOt Closter toe Werselo 1458aOz 50 Conuent 1467aOt, 1471bOt Conuentes Joncferen des Closters toe Werselo 1458aOz

Page 402: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-402-

Conuentes zegel 1471bOt Costerye des conuentes 1467aOt Ghemene conuent 1467aOt Ghemene Jufferen des conuentes 1471bOt Priorisse toe Wersloe 1494bOt 5 Priorisse ende jufferen 1471bOt Priorynne ende alingen Conuentes Joncferen des Closters 1458aOz Wesseling Wesseling off Gherding 1492aOt 10 Wesseling off Gherding Henneke (Hermans Wesseling of Gherdings echte wyf) 1492aOt Herman 1492aOt 15 Westenageloe to den Esken raetman, mede deputaet 1491bOt Westerhaeue ten Hoerghe luede 1486cOt 20 Johan 1486cOt Mette (Johans echte huesfrowe) 1486cOt Westerhoeff de Erff ende gued 1486cOt 25 Westerwijck ter Lambert 1450aOz Westerwiken Bome bij 30 Kamp 1431cOz Wetter van Henric priester rectoer 1439aOt Henrick, verwaerre der preester ende clerke hues 1435aOt 35 Henricus priester 1411aOt, priester 1411bAl Henrik 1433aOt Henrik preester 1416bOt Hinrik preyster (besorgher der preyster) 1432bOz 40 Wicbolde recht 1457bOt Wichman Grauene beneuen Wichmans maet 1431aOt Wech den Wichman wt synre maet vaerd 1431aOt 45 Wichmans maet 1431aOt Wigboldes Esseken 1411aOt Styne (Esseken echte wijf) 1411aOt 50 Wigboldes sone

Page 403: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-403-

Esseken zakewolde 1411bAl Egbert 1411bAl Wijck van Arent geheten die Schere 1465aOz 5 Grete (Arndes echte wijf) 1465aOz Hues, garden ende schuer ende alinge weer, achter den torne bij den kerchaue 1465aOz Schult boeck 1465aOz Want kaste 1465aOz 10 Wijferdinck, Wijfferinck, Wyferding, Wyferdynck Geerd cornot en gerichtes man 1489aAl Gheert 1498aAl Gheert raetman der kerken 1499bAl Gherd kercmeyster 1499aAl 15 Gherd koernot en gherichtes man 1492bAl Wijffring Gherd 1494aAl Grete (Gherdes echte huusvrouwe) 1494aAl 20 Wijfordingk Twelff mudde roggenrente 1468bOz Wijrke ten 25 Hinrick ende Ffredrick gebroders, oems 1474aOt Wijrke, Wiricke te, Wyrke te, Wijrike to Berent cornot ende gerichtes man 1478Al Johan 1498bAl 30 Johan schepen 1464bAl Johans hues to Wijrike 1498bAl Wilhelmus Wilhelmus schilden 1435aOt 35 Willemminch, Willemynck Beernt 1422Ot Tiende 1336bAl 40 Williken Stiue, wincopesman 1376cAl Willikenssone Williken van Loen 1375bOz 45 Willike 1372bAl Wilming Wynolt cornot ende gerichtes man 1460bTw 50 Winehus tor Lubbert scepen 1350aEs, (ter Wynehues) 1341Es

Page 404: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-404-

Wiricke van Hinrick schepen 1437bAl Wispele 5 Johan 1388bOt Wisschelinc Houestol 1363Al Johan Johanszone 1363Al 10 Wissen Johan bijcht vader 1450aOz Wissikynck, Wijssikinch 15 Conraed geheyten Conraed Brij, schepen 1394bAl Coenraed gheheeten Bry, schepen 1404aAl Wissinc Wysse 1398hOz 20 Woelde Alijt to Woelde 1414bTw Buerscap 1414bTw 25 Woelde van Bruen 1399bOt Denstmanne stad 1399bOt Elsebe dochter 1399bOt Frederic soene 1399bOt 30 Godiken richter 1380aOz Godeken, richter in der tijd to Oldenzale 1428Tw Peter gheheten van Harghelo richter 1359aOz Woeltkote dat 35 Tenden grof en smal 1404bOz Wolberting Beschapenen Tenden 1448aOt Erue ende guet 1440aOz, 1441aOz, 1448aOt 40 Erue en gued (alinge helfte) 1430bOz Smale Tenden 1448aOt Tenden 1440aOz, 1448aOt Tenthere 1430bOz, 1440aOz 45 Wolde van den Frederich gerichtes man 1408cEs Woltbertinc huves 1336aOz 50 lude: Atsele, Daye, Geerd, Ecbert, Engelze, 1336aOz

Page 405: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-405-

Wolter Meyer van Aldenzale 1398hOz Woltkaten Johan 1434cOz 5 Heyliken (Johans echte wijf) 1434cOz Wonder, Wůnder, Wunder Aernd (raet man des heylighen gheestes) 1405bOz Arend 1365bOz, 1401bOz 10 Arend (raetman) 1403bOz Huldinge 1434bOz Johan 1360aOz, 1365bOz, 1384bOz, 1399aEs Johan kornoth 1359aOz, 1380aOz (kornoth), kornot 1404bOz, koernot 1408aOz Johan kornot des amtmans 1405aOz 15 Johan borgher tod Oldensale 1408cEs Johan, mombar van Engele (hantgetruwe) 1421aOz Johan (raetman) 1403bOz Johan (raet man des heylighen gheestes) 1405bOz Ludijken 1431aOt 20 Ludike canonick to Oldenzale 1428Tw Ludiken deken der kercken tho Aldenzale 1438bOz Ludolphus prester canonick tot Oldenzael 1434bOz Wonders 25 Engele (hantgetruwe) 1421aOz Wopeling Herman scepen 1368aEs 30 Wortreden ten Gheert 1466aTw Wůllen van Herman gerichtes man 1408cEs 35 Wulf Johan 1483aOt Johan Wulues hues 1483aOt 40 Wulf de Euerd geheten die Bodiker 1440aOz Herman kornot 1403aOt Wulfers 45 Hermen 1491aOt Wychmanning, Wiichmanninch Egbert 1410cOt, 1432cOt, 1434aOt 50 Wyffing Gherd 1482aAl

Page 406: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-406-

Grete (Gherdes echte wyf) 1482aAl Wygbold Kerkenland bijnnen off buten wygboldes 1491bOt 5 Wyghering Arend (borgher) 1402aOt Ghese (Arendes echte wiif) 1402aOt Wyldenhof de 10 Buten den oelden grauen 1438aTw Ene rode breyt van der lantweer 1438aTw Wylmes soene Johan van Beuervorde kornot en gherichtes man 1410bOz 15 Wysschel van Berend gerichtes man 1408cEs 20 Y Ybbikincmoelen Goed ter Ybbikincmoelen 1341Es Hennikinie en Euesse 1341Es 25 Werner en Ghese 1341Es Yegher de, Jegher de Aff scheet ores modeliken gudes 1468bOz Arnd (kynder monber) 1468bOz 30 Arnd richter 1475bOz, richter 1481aOz Hadewijch (Arndes echte huesfrouwe) 1468bOz Johan Zwene ende Alijt (kinder) 1468bOz Rutgher koernot 1408aOz 35 Yeghers Zwene ministersche 1490bAl Zwene 1499bAl Yerwert 40 Meister Scheue Yerwert monber 1488dOt Ymesschelue Tusschen der kerken lande (to Hertmen) 1398hOz 45 Ytterbeke Buerschap 1370Oz Yttersem, Ittersem, Ijttersem van Ludeken kercheer to Almelo 1499aAl 50 Ludolphus pastoir to Almelo 1498aAl Lutken pastoer 1499bAl

Page 407: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-407-

Z Zaelstede 1366aOt 5 Zager de Herman munbar 1437aOt Zaleking the 10 Erue ende guet 1414aAl Lene toe enen Zutphenschen rechte 1414aAl Tenden groeff ende smal 1414aAl Verherwaden mit enen Zutphenschen punde 1414aAl 15 Zallant Gůede erfnisse en renthe 1387Oz Zanthues Erue ende gued 1433aOt 20 Zaterslo van Gherd kornoth 1359aOz Zateslo van 25 Godiken 1375bOz Godiken myns heren man 1384bOz Zebikeloe, Zebekelo, Zibekeloe Conuent van Galilea 1451bOt 30 Conuent van Zunte Berndes oerden 1447aOt Cloester van Zebikeloe 1445aOt Zeckmaet Maet ghehieten die Zeckmaet 1460aOt 35 Zegerdinck, Zegherdinck [Segerding (Alijt)] Alijt 1484bOt Arnt (seligen Arndes ende Ghesen Zegerdinghes echte sone) 1484bOt Arnt (seligen Arndes ende Ghesen Zegerdinghes) 1484bOt 40 Ghese (seligen Arndes ende Ghesen Zegerdinghes) 1484bOt Gued 1390aOt Johan 1401aOt Zegerding, Segerding [Alijt] to 45 Die wijle dat sie den erue geraden kunnen 1484bOt Dienst doen yarlikes ghelijck als mij myne ander meyers doen 1484bOt Eyn van den kinderen bynnen dren maenden kesen die dan dit vorscreuen erue bouwen ende hebn sal gelikerwijs als Arnt 1484bOt Erue ende guet to Zegerding 1484bOt 50 Telen ende bouwen ghelijck oeren uornoten bouen ende beneden vp die derde garue 1484bOt

Page 408: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-408-

Jn vorwerden dat Arnd vorscreuen sal vp dit vorscreuen erue nemen eyn echte wijff 1484bOt Vormeyert verpachtet ende uth ghedaen 1484bOt Vp den groten campe dat Vrije Stucke geheten 1484bOt 5 Zeghelinc(h) to Goed to zeghelinch 1360aOz Tenden 1360aOz Tenden grof en smal 1384bOz 10 Zegheuordinc Tenden grof en smal 1404bOz, 1416aOz Zelecamp(e), Selekamp (de) Erůe 1402aOt 15 Gaerden gheleghen anden Selekampe 1489bOt Stůcke vp den zelecampe 1400dOt Stucke landes vor den vonder by der naesten watermollen 1413Ot Zelecampe 1413Ot 20 Zelecamppe ten, Zelekampe ten Behaten noech beniden myt woerden noech myt wercken 1474aOt Egbert 1440bOt Egbert kornot 1440bOt Hinrick borger 1474aOt 25 Hinrick ende Ffredrick ten Wijrke (gebroders), Hinrixs vorge(nomde) oems 1474aOt Louede, sekerde ende swoer myt vpgerichten vyngeren 1474aOt Zendere(n), Senderen Buerschap 1360bAl, 1414aAl, 1434bOz, 1460bTw 30 Costede gheleghen tsenderen 1499bAl Holscher gheleghen tsenderen 1499bAl Odinck tsenderen 1499bAl Zijthoff 35 Erue ende guet en lant 1466aTw Lene 1466aTw Zoest, Zuest Iohan kornot 1440bOt, 1457aOt 40 Johan kornot 1471bOt, 1474aOt Johan richter 1464aOt Zolmisse van Hinrik juncher heer ten Ottenstene 1399aEs 45 Symon (borchman) 1374aAl Zomer den Johan 1396Al 50 Zouwe van der, Souwen van der Mette ministersche 1444bAl

Page 409: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-409-

Mette, moder der suster in den beghinenhues tot Almelo 1433bAl Zůelen van Vrederick vyand 1378Al 5 Zudenna (vgl.:Suvdena) van Herman 1349Oz Zuethof Erue 1398gOt 10 Zuethof, Zuethoff de Erue 1416bOt Tyenden grof en smal 1416bOt, 1439aOt 15 Zunte Marienwolde van Ghemen conuent 1398cOt Prier 1398cOt Zunte Berndes oerden 1447aOt 20 Zuntte Franciscus Conuent 1444bAl Conuents segel 1444bAl Ghemene zusteren van der derden regulen 1444bAl 25 Ministersche 1444bAl Visitierre 1444bAl Zusterhues bij Almelo Derde regulen bij Almelo 1446aAl 30 Ghemenen zusteren van der derden regulen by Almelo 1446aAl Kamp in der herscap van Almeloe 1446aAl Vryghuet (kamp ter osterzijt - vicarie upt venne 1446aAl Zutphen, Sůtphen 35 Lant van Sůtphen 1423aAl Sůtphansch recht 1423aAl Tenden tod enen Sůtphanschen rechte 1423aAl Zutphensch recht 1399aEs, 1400bAl, 1414aAl, 1419aAl Zutphensch pund 1414aAl 40 Zwager Egbert 1450aOz Grete (wandages Egbert zwagers echte husvrouwe) 1450aOz Mette begijne (ore twier echte dochter) 1450aOz 45 Zwarten Gherdes sone Godiken anders gheheten van Hulsenne 1398fAl Zwederingk 50 Willem cornot des gerichtes 1481aOz

Page 410: De geboorte en bloei van het Twents als schrijftaal in de late ...

-410-

Zwendorpe van Otte priorisse toe Wersloe 1494bOt Zwol(l)e Stad 1396Al 5 Van Wederden te Zwolle voer 1442aAl Zwollermate 1376eOz 10 15