De complexiteit van buik- en bekkenpijn

2
30 bijlage pijn mednet 06I2013 De complexiteit van buik- en bekkenpijn Uroloog Bert Messelink realiseert zich hoe complex de problematiek van buik- en bekkenpijn is voor behandelaars. Hij merkt wel dat artsen meer aandacht voor het onderwerp pijn krij- gen, maar als het aan Messelink ligt mag het wel wat meer. Mede dankzij zijn inzet beleefde Nederland op 31 mei het eerste wereldcongres over dit onderwerp. ontsteking effectief behandelt. Het punt is dat de hersenen door sensitivering al snel overgevoe- lig worden voor signalen. Een klacht als aan- drang om te plassen, kan zich dan vertalen als een gevoel van pijn. De patiënt kan dan in een vicieuze cirkel belanden: bij pijn gaat hij plassen zodat de pijn weggaat en die pijn keert snel weer terug zodat de patiënt weer gaat plassen.’ In andere gevallen hebben de klacht en de pijn op minder voor de hand liggende wijze ver- band met elkaar. Oorzaak en gevolg zijn dan moeilijk van elkaar te onderscheiden. Dit stelt artsen voor problemen en kan patiënten het gevoel geven dat ze van het kastje naar de muur gestuurd worden. De patiënt meldt zich dan bij de uroloog omdat hij denkt dat de pijnklachten afkomstig zijn van de blaas. Maar de uroloog vindt niets en stuurt de patiënt door naar de MDL-arts, omdat hij vermoedt dat de darmen wel eens de oorzaak van de klachten zouden kunnen zijn. “De MDL-arts vindt dan ook niets en dan wordt het een ein- deloze weg”, zegt Messelink. “Het punt is dat pijn een gevoel is dat mensen in een bepaald orgaan ervaren. Maar de oorzaak van die pijn hoeft helemaal niet te liggen op de plaats waar die gevoeld wordt. Ook artsen maken nog steeds de fout te denken dat dit wél zo is.” Het is belangrijk om de patiënt te vragen waar pende, chronische pijnklachten. Vaak hangen die samen met de functie van de organen. Pijn die wordt gevoeld in de blaas kan gepaard gaan met mictieklachten, variërend van twintig keer per dag moeten plassen tot helemaal niet kun- nen plassen. Vaak is dus sprake van een combi- natie van klachten en vaak vinden die hun oor- sprong in een acuut probleem zoals een urineweginfectie en vloeit het chronische pijn- probleem daaruit voort.” Beide problemen vra- gen om een eigen benadering. Acute pijn is een alarmsignaal: als je niets doet, gaat de beschadiging door. Bij chronische pijn is die alarmfunctie niet meer van toepassing. “Voor patiënten werkt chronische pijn wel als een alarm”, zegt Messelink. “Ze maken zich zorgen en willen dat er iets aan gedaan wordt. Het is aan dokters dit goed uit te leggen, zodat patiënten niet blijven zoeken.” BRON Voordat de behandelaar met de behandeling kan beginnen, moet hij eerst achterhalen waar precies de bron van de klachten gelokaliseerd is. Dat is vaak verre van gemakkelijk, stelt Messe- link. “De klacht en de pijn kunnen heel duide- lijk verband houden met elkaar”, vertelt hij. “Net als bij een ontsteking. Maar dit betekent nog niet dat de pijn direct verdwijnt als je de B uik- en bekkenpijn vormen een fors ondergewaardeerd gezondheidsprobleem, stelt Bert Messelink, uroloog in UMC Gronin- gen. Hij verwijst naar een grote internationale studie naar chronische pijn uit 2006 waarin meer dan 4000 patiënten zijn geïncludeerd. “20 procent van deze mensen klaagde over chronische pijn en 20 procent van die mensen meldde een VAS-score van meer dan 8. Een derde voelde zich niet echt behandeld.” Messe- link is dan ook verheugd over het feit dat patiëntenverenigingen die met het onderwerp pijn te maken hebben, gaan samenwerken in de vereniging Pijnpatiënten naar één stem. “Ze willen meer aandacht voor dit specifieke pro- bleem en dat is een goede zaak”, zegt Messe- link. “Artsen beginnen ook wel meer aandacht voor het onderwerp pijn te krijgen, maar het tempo mag wat hoger.” Dat die tempoverhoging zo moeizaam tot stand komt, heeft waarschijnlijk veel te maken met het feit dat buik- en bekkenpijn niet één probleem is, maar een verzamelterm voor uit- eenlopende problemen die ieder hun eigen oorsprong kunnen hebben en waarvan de gevolgen zich ook op verschillende manieren kunnen uiten. Messelink ziet zulke patiënten regelmatig in het bekkenbodemcentrum van zijn ziekenhuis. “Het is een deel van het lichaam waarin zich meerdere organen bevin- den”, vertelt hij. “Naast de sekseonafhankelijke organen komt daar bij de vrouw nog eens de baarmoeder bij en bij de man de prostaat. Bij zowel mannen als vrouwen geldt dat de sek- seafhankelijke én de sekseonafhankelijke orga- nen de oorzaak kunnen zijn van uiteenlo- tekst Frank van WIJck ‘Ik denk dat kanker meer aandacht krijgt dan pijn omdat het concreter is voor artsen’

Transcript of De complexiteit van buik- en bekkenpijn

Page 1: De complexiteit van buik- en bekkenpijn

30  bijlage pijn mednet 06I2013

De complexiteit van buik- en bekkenpijnUroloog bert Messelink realiseert zich hoe complex de problematiek van buik- en bekkenpijn is voor behandelaars. Hij merkt wel dat artsen meer aandacht voor het onderwerp pijn krij-gen, maar als het aan Messelink ligt mag het wel wat meer. Mede dankzij zijn inzet beleefde nederland op 31 mei het eerste wereldcongres over dit onderwerp.

ontsteking effectief behandelt. Het punt is dat de hersenen door sensitivering al snel overgevoe-lig worden voor signalen. Een klacht als aan-drang om te plassen, kan zich dan vertalen als een gevoel van pijn. De patiënt kan dan in een vicieuze cirkel belanden: bij pijn gaat hij plassen zodat de pijn weggaat en die pijn keert snel weer terug zodat de patiënt weer gaat plassen.’

In andere gevallen hebben de klacht en de pijn op minder voor de hand liggende wijze ver-band met elkaar. Oorzaak en gevolg zijn dan moeilijk van elkaar te onderscheiden. Dit stelt artsen voor problemen en kan patiënten het gevoel geven dat ze van het kastje naar de muur gestuurd worden. De patiënt meldt zich dan bij de uroloog omdat hij denkt dat de pijnklachten afkomstig zijn van de blaas. Maar de uroloog vindt niets en stuurt de patiënt door naar de MDL-arts, omdat hij vermoedt dat de darmen wel eens de oorzaak van de klachten zouden kunnen zijn. “De MDL-arts vindt dan ook niets en dan wordt het een ein-deloze weg”, zegt Messelink. “Het punt is dat pijn een gevoel is dat mensen in een bepaald orgaan ervaren. Maar de oorzaak van die pijn hoeft helemaal niet te liggen op de plaats waar die gevoeld wordt. Ook artsen maken nog steeds de fout te denken dat dit wél zo is.”Het is belangrijk om de patiënt te vragen waar

pende, chronische pijnklachten. Vaak hangen die samen met de functie van de organen. Pijn die wordt gevoeld in de blaas kan gepaard gaan met mictieklachten, variërend van twintig keer per dag moeten plassen tot helemaal niet kun-nen plassen. Vaak is dus sprake van een combi-natie van klachten en vaak vinden die hun oor-sprong in een acuut probleem zoals een

urineweginfectie en vloeit het chronische pijn-probleem daaruit voort.” Beide problemen vra-gen om een eigen benadering. Acute pijn is een alarmsignaal: als je niets doet, gaat de beschadiging door. Bij chronische pijn is die alarmfunctie niet meer van toepassing. “Voor patiënten werkt chronische pijn wel als een alarm”, zegt Messelink. “Ze maken zich zorgen en willen dat er iets aan gedaan wordt. Het is aan dokters dit goed uit te leggen, zodat patiënten niet blijven zoeken.”

BRONVoordat de behandelaar met de behandeling kan beginnen, moet hij eerst achterhalen waar precies de bron van de klachten gelokaliseerd is. Dat is vaak verre van gemakkelijk, stelt Messe-link. “De klacht en de pijn kunnen heel duide-lijk verband houden met elkaar”, vertelt hij. “Net als bij een ontsteking. Maar dit betekent nog niet dat de pijn direct verdwijnt als je de

Buik- en bekkenpijn vormen een fors ondergewaardeerd gezondheidsprobleem,

stelt Bert Messelink, uroloog in UMC Gronin-gen. Hij verwijst naar een grote internationale studie naar chronische pijn uit 2006 waarin meer dan 4000 patiënten zijn geïncludeerd. “20 procent van deze mensen klaagde over chronische pijn en 20 procent van die mensen meldde een VAS-score van meer dan 8. Een derde voelde zich niet echt behandeld.” Messe-link is dan ook verheugd over het feit dat patiëntenverenigingen die met het onderwerp pijn te maken hebben, gaan samenwerken in de vereniging Pijnpatiënten naar één stem. “Ze willen meer aandacht voor dit specifieke pro-bleem en dat is een goede zaak”, zegt Messe-link. “Artsen beginnen ook wel meer aandacht voor het onderwerp pijn te krijgen, maar het tempo mag wat hoger.”Dat die tempoverhoging zo moeizaam tot stand komt, heeft waarschijnlijk veel te maken met het feit dat buik- en bekkenpijn niet één probleem is, maar een verzamelterm voor uit-eenlopende problemen die ieder hun eigen oorsprong kunnen hebben en waarvan de gevolgen zich ook op verschillende manieren kunnen uiten. Messelink ziet zulke patiënten regelmatig in het bekkenbodemcentrum van zijn ziekenhuis. “Het is een deel van het lichaam waarin zich meerdere organen bevin-den”, vertelt hij. “Naast de sekseonafhankelijke organen komt daar bij de vrouw nog eens de baarmoeder bij en bij de man de prostaat. Bij zowel mannen als vrouwen geldt dat de sek-seafhankelijke én de sekseonafhankelijke orga-nen de oorzaak kunnen zijn van uiteenlo-

tekst Frank van WIJck

‘Ik denk dat kanker meer aandacht krijgt dan pijn omdat het concreter is voor artsen’

Page 2: De complexiteit van buik- en bekkenpijn

bijlage pijn  31 

hij de pijn voelt. “De patiënt wil gehoord wor-den”, zegt Messelink. “En de behandelaar moet ook kijken naar phenotypering: de vraag of er sprake is van functiestoornissen en zo ja, welke dan. De bevindingen die hij hieruit opdoet, vormen de lijn voor verder onderzoek en behandeling. De behandelaar moet ook over de grenzen van zijn eigen discipline kijken. De zorg is opgedeeld in hokjes, maar de mens is een geheel. Een holistische aanpak is dus de aangewezen weg. Als uroloog weet ik dat mijn beroepsgroep niet op deze wijze is opgeleid en dat in het curriculum weinig aandacht is voor chronische pijn. Bij andere specialismen is het niet anders, denk ik.”

LICHAMELIJKVervelend genoeg is met deze opsomming het palet aan problemen van buik- en bekkenpijn nog niet compleet. Een bijkomend probleem is dat de vraag moeilijk te beantwoorden is of alle pijnklachten een lichamelijke oorzaak heb-ben. “Ondanks het feit dat de patiënt heel concreet een lichaamsdeel noemt dat de pijn-klachten veroorzaakt, is voor die klachten niet altijd een somatische oorzaak te vinden”, stelt Messelink. “Wat moeten artsen dan? Het enige juiste antwoord is dat ze dan met het brein aan de slag moeten. Dan komt de behandeling dus in het domein van de psychologische hulp en kan gebruik van centraal werkende geneesmid-delen een optie zijn. Zowel artsen als patiënten vinden dat moeilijk. Het vereist tijd van de arts om aan de patiënt uit te leggen dat het feit dat er iets in zijn brein gebeurt niet betekent dat hij psychisch ziek is of zich aanstelt. Het ver-

eist ook dat de meebehandelend psycholoog ook interesse heeft in het onderwerp pijn. Er zijn wel pijnpsychologen en psychologen die het onderwerp interessant vinden, maar ze zijn moeilijk te vinden voor artsen en patiënten.”

PRATENEen laatste, beslist niet te onderschatten, com-plicerende factor is schaamte bij de patiënt om over het probleem te praten. “Pijn op zich is niet zozeer een taboe”, zegt Messelink, “maar praten over het feit dat je door de pijn geen zin hebt om te vrijen is een stuk moeilijker. Het-zelfde geldt voor pijn in relatie tot urine- of fecesincontinentie. Een traumatisch verleden is voor patiënten moeilijk om over te praten, maar voor de arts belangrijk om rekening mee te houden. Mijn ervaring is dat gewoon open en eerlijke vragen stellen altijd het beste is. ‘Hoe gaat het met vrijen?’ Voor zo’n vraag staan de meeste patiënten echt wel open.”

CHRONISCHZoals de zaken er nu voorstaan, voelen pijnpa-tiënten zich dus nog te vaak in de kou staan. Het gaat echt om een grote groep, benadrukt Messelink. “Een op de vijf Nederlanders heeft wel met chronische pijn te maken, dat is meer dan het aantal mensen dat kanker heeft”, zegt hij. “Op zich snap ik best wel dat kanker des-ondanks toch veel meer aandacht krijgt, want het is een potentieel dodelijke ziekte. Maar ik ben ervan overtuigd dat kanker ook meer aan-dacht krijgt dan pijn omdat kanker concreter is voor artsen. Pijn is lastig voor ze, omdat ze zoals gesteld bij veel patiënten geen concrete

oorzaak vinden. Juist omdat artsen als orgaan-specialisten niet gewend zijn om naar het bre-dere perspectief te kijken, liggen gespannen arts-patiëntgesprekken in de trant van ‘u moet er maar mee leren leven’ voor de hand. Dat is triest, want in de behandeling van chronische pijn valt écht winst te boeken.”

WERELDCONgRESMesselink is voorzitter van het eerste wereld-congres op dit gebied: het First World Con-gress on Abdominal and Pelvic Pain, dat van 30 mei tot 1 juni in de Beurs van Berlage in Amsterdam was (www.pelvicpain-meeting.com). Hij vertelt: “De drie internationale ver-enigingen op buik- en bekkenpijngebied hou-den allemaal hun eigen meetings en ik vond het tijd de krachten te bundelen in een wereld-congres. Dat is gelukt en het bijzondere van dit congres is dat er geen parallelsessies zijn. Er is alleen een plenair programma, vanwege het doel alle beroepsgenoten van elkaar te laten leren. Daarom staat op ieders badge ook het discipline van die persoon vermeld. We hopen dat dit mensen duidelijk maakt dat verschil-lende disciplines hetzelfde probleem behande-len. Dergelijke samenwerking is moeilijk van de grond te krijgen, omdat er geen goede stu-dies zijn die de meerwaarde laten zien van multi- of interdisciplinaire samenwerking. We zullen tijdens het congres ook het hele spec-trum van buik- en bekkenpijn aan bod laten komen, inclusief de mechanismen die erachter zitten en de functieproblemen die ermee gepaard gaan. Ook de vraag hoe de zorg voor deze patiënten moet worden ingericht, zal nadrukkelijk aan de orde komen.”Bijzonder is dat tijdens het congres, op 1 juni, ook een patiëntendag is georganiseerd. Messe-link: “Vijf Nederlandse experts vertelden daar over pijn en de bijkomende problemen, over de rol van fysiotherapie et cetera. En we organiseren speeddates waarin patiënten per gesprek drie minuten met artsen konden spreken. Op dit moment zijn we in gesprek met Pijnpatiënten naar één stem om te kijken hoe we hieraan een vervolg kunnen geven, zodat de zorg voor buik- en bekkenpijnpatiënten verbetert.”

Meer over pijn in het dossier Pijn op www.mednet.nl

FOTO

sPr

InG

er V

erLA

G G

MbH