De burger aan de knoppen - SIGRAwil en zelf beheren. Zo kan ik in mijn dagelijks leven bijhouden of...
Transcript of De burger aan de knoppen - SIGRAwil en zelf beheren. Zo kan ik in mijn dagelijks leven bijhouden of...
2016 01
De burger aan de
knoppenMeer eigen regie en
zelfmanagement door technologische ondersteuning
De SIGRA Informatief is een uitgave van SIGRA (het samenwerkingsverband van organisaties en formele netwerken in de gezondheidszorg en welzijn in de regio Groot Amsterdam, Zaanstreek-Waterland en Noord-Holland Noord). De SIGRA Informatief verschijnt circa twee keer per jaar als themanummer, met meer achtergrondinformatie over een actueel onderwerp in SIGRA-verband. Hoofdredactie Saskia Schalkwijk Eindredactie Wendy Rinzema Redactieadres Maassluisstraat 574A 1062GZ Amsterdam Tel: 020 512 88 88 E-mail: [email protected] Website: www.sigra.nl Overname artikelen Overname van artikelen is toegestaan mits de bron wordt vermeld. Vormgeving Brandwave Drukwerk Brandwave Oplage 2000 De infographic illustraties zijn overgenomen uit de Infographic bij de eHealth-monitor 2015 – Tussen vonk en vlam, Nictiz en NIVEL, Den Haag/Utrecht 2015; vormgeving infographics Roel Schenk (Nictiz)
In Gesprek Met
Anne-Miek Vroom
Paul van der Velpen & Petra van Tiggelen (GGD Amsterdam)
Ruud & Juliëtte van Zuijlen
Leo Versteeg (Amsta)
Lian Stouthard (ahti)
Greet Prins (Philadelphia)
Hans Andriese
Ellen Maat (Cordaan)
Jeroen Crasborn (Zilveren Kruis)
Herman Klein Tiessink (Cliëntenbelang Amsterdam)
Jeroen Straatman (SIGRA)
4
8
12
16
20
22
26
32
34
40
42
Mooie Voorbeelden
Amstelring Ledenservice en Dinst.nl
Health Communicator
GoOV
Trombovitaal en Cardiovitaal
Blended behandeling
Medido, Thuis Pluskoffer en Beeldbellen
Nausea Care App
Expeditie-SlimThuis
Hipper
GPS-tracker
7
11
15
18
19
24
31
36
38
39
04
08
16
24
32
34
De burger aan de knoppen Meer eigen regie en zelfmanagement door technologische ondersteuningDe (toekomstige) zorgvrager is mondiger, zelfstandiger, digitaler en beter geïnformeerd. Ook de overheid stimuleert
de zorgvrager om meer eigen regie te voeren en verantwoordelijk te zijn voor eigen gedrag, leefstijl en gezondheid.
Dit vraagt om een omslag in de zorgsector, waarbij preventie, welzijn, participatie en eigen verantwoordelijkheid
van de burger de uitgangspunten zijn. Het doel is niet langer te sturen op ziekte en zorg, maar op gezondheid en
gedrag. Zo houden mensen meer de eigen regie, consumeren minder zorg en hebben een betere kwaliteit van leven.
Toepassingen in eHealth, mHealth en domotica kunnen
de gezondheid en de gezondheidszorg ondersteunen en
verbeteren. Zorggebruikers vinden het prettig om niet de deur
uit te hoeven voor hun zorg en vinden het belangrijk om de
juistheid van de verslaglegging van de zorgverlener te kunnen
controleren. Ze maken graag gebruik van online diensten als:
medische informatie op websites en online afspraken maken,
herhaalrecepten aanvragen en de eigen medische gegevens
inzien. Ook zelfmeting, online gegevens bijhouden over de eigen
gezondheid en online behandelingen winnen aan populariteit.
Maar wat is nu precies eigen regie en zelfmanagement? Hoe
kan technologie die zo optimaal mogelijk ondersteunen? En hoe
zorgen we ervoor dat de beschikbare toepassingen en middelen
ook daadwerkelijk worden ingezet? We vroegen dit aan
echte ervaringsdeskundigen, de zorgvragers. Daarnaast dacht
Cliëntenbelang Amsterdam mee over de inhoud van dit nummer,
vanuit het oogpunt van de burger. Ook gingen we in gesprek
met beleidsmakers vanuit de zorg, gemeente, de zorgverzekeraar
en andere spelers.
Er is een enorm aanbod van toepassingen en ondersteunende
middelen die helpen om de eigen regie te vergroten en
zelfmanagement te bevorderen. En er komen dagelijks
nieuwe bij. Teveel om hier de revue te laten passeren. In dit
themanummer dus geen uitputtend overzicht, maar een selectie.
We kregen veel reacties op onze oproep om mooie voorbeelden
van technologische ondersteuning uit de praktijk te delen. Dat
levert een gevarieerd overzicht op, van zelfmeten tot beeldbellen,
van Persoonlijk Gezondheidsdossier tot domotica.
Er kan al heel veel, maar er is nog een wereld te winnen. Laat u
inspireren door de ervaringen, meningen en voorbeelden in dit
nummer van de SIGRA Informatief.
Saskia Schalkwijk
Directeur SIGRA
3
Eigen regie betekent voor iedereen iets anders
‘Voor mij betekenen eigen regie en zelfmanagement dat ik mijn
leven kan inrichten zoals ik dat zelf wil. Het gevoel dat ik het
maximale uit mijn gezondheid haal en vooral ook rust. Maar
ik denk dat het voor iedereen iets anders betekent. Als je ziek
bent, kan de hoeveelheid eigen regie en zelfmanagement die je
wilt en aan kunt bijvoorbeeld afhangen van het stadium van je
ziekte. Voor iemand bij wie net kanker is geconstateerd, staat het
leven op zijn kop. Niet iedereen is dan in staat om de eigen regie
te voeren. In de chroniciteit van ziekten zie je vaak dat mensen
graag regie willen pakken.’
Eigen regie moet zeker geen verplichting worden
‘Er zijn ook mensen die het helemaal niet kunnen of willen.
Mensen die hier geestelijk of lichamelijk niet toe in staat zijn. Of
mensen die niet zo assertief zijn in hun eigen gezondheidsproces
en het liever aan de professionals over laten om de regie te
pakken. Ook ik wil soms helemaal geen eigen regie. Als ik iets
gebroken heb en op de spoedeisende hulp beland, dan wil ik dat
een verpleegkundig specialist, die goed van mijn situatie op de
hoogte is, de regie overneemt. Regie over de zorg voer je ook
nooit alleen. In die zin vind ik het woord ‘eigen’ ook ingewikkeld.
Zorg staat altijd in relatie tot de ander. Het is een unieke
uitdaging van alle betrokkenen.’
Meer gelijkwaardigheid tussen patiënt en zorgverlener
en aanpak stigma’s
‘Als we willen dat patiënten meer gaan participeren en de eigen
regie pakken, dan moeten we toe naar een zorg waarin de
patiënt en de zorgverlener met elkaar de zoektocht aangaan
binnen ziekteproces en gezondheid. Gelijkwaardigheid is hierin
belangrijk. De arts is de professional en heeft de medische
expertise, maar de patiënt heeft de ervaringsdeskundigheid.
Volgens mij is het voor de zorgprofessional van belang te
handelen zoals je zelf behandeld wilt worden in een gelijke
situatie. Verder is het belangrijk dat we iets doen aan stigma’s en
beeldvorming. We moeten mensen veel meer op gelijkwaardig
niveau aanspreken, meer ervaringen delen en de patiënt veel
beter zichtbaar maken.’
De belangrijkste randvoorwaarde voor eigen regie is
voor mij het PGD
Met het Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD) kan ik zelf
beschikken over een overzicht van relevante gezondheids-
gegevens. Ik kan dit overal ter wereld inzien, delen met wie ik
wil en zelf beheren. Zo kan ik in mijn dagelijks leven bijhouden
of bijvoorbeeld de medicatie klopt en hoef ik dit niet te doen op
het moment dat ik op de spoedeisende hulp lig. Het PGD moet
breder zijn dan alleen medicatiegegevens en ook informatie over
je ziekte bevatten. Zo krijg je meer inzicht in je ziekte en kun
je assertiever zijn in je eigen gezondheidsproces. Zorgverleners
staan vaak nog terughoudend tegenover het PGD. Ze vinden
het teveel gedoe, extra werk en zijn bang dat de patiënt de
informatie niet goed begrijpt en verkeerde conclusies trekt. Geef
dan meer toelichting in het dossier denk ik dan. Leg het uit, in
‘Mijn leven inrichten zoals ik dat wil en zoals dat bij mijn capaciteiten past’
‘Ook ik wil soms helemaal geen eigen regie’
Anne-Miek Vroom is medisch socioloog, directeur van IKONE en ervaringsdeskundige. Anne-Miek heeft de ziekte OI, de broze
botten ziekte, en is zoals ze zelf zegt al haar hele leven een grootverbruiker van zorg.
In Gesprek Met
simpele taal, zodat het voor de patiënt te begrijpen is. Als de
patiënt met behulp van het PGD al goed op de hoogte is van zijn
eigen gezondheidsgegevens, dan krijgt een consult een andere
invalshoek en is er meer ruimte voor een goed gesprek.
Ook zelfmeting kan eigen regie ondersteunen
‘Ik zou graag meer grip krijgen op mijn pijn en vermoeidheid,
door zelf dingen te kunnen meten. Bijvoorbeeld wat mijn
beweging, rust, pijn, vermoeidheid en fysieke houding zijn op
een bepaald moment en deze meetgegevens vergelijken met
mijn eigen ervaringen op dat moment. En dan samen met
experts kijken naar wat dat betekent en dit delen met andere
mensen met dezelfde ziekte, want er is heel veel kennis binnen
de patiëntengroep. Dit is helaas nog niet mogelijk.’
Technologie is een aanvulling, geen vervanging en geen
verplichting
Het leven wordt steeds dynamischer en de zorg moet daar op aan
sluiten, met behulp van technologische toepassingen. Steeds meer
korte momenten van contact, per e-mail, e-consult of videobellen.
Dit kost minder tijd en minder geld. Ik denk echter wel dat
technologische toepassingen in de zorg pas een succes worden
als alle partijen zich realiseren dat het een aanvulling is, geen
vervanging en geen verplichting. Onder patiënten leeft de angst
dat de technologie doorschiet en dat de ‘warme zorg’ verdwijnt.
Onder zorgverleners leeft de angst voor zorgverlegenheid. Ze zijn
bang dat patiënten niet goed aangeven wat ze nodig hebben
en dit online nog minder doen en dat een arts dan ook minder
makkelijk doorvraagt. Anne-Miek VroomMedisch socioloog, directeur van IKONE en ervaringsdeskundige
‘PGD zorgt voor meer inzicht en assertiviteit in je eigen gezondheidsproces’
54
Lees verder op pag. 6
7
Zorgverleners maken nog weinig gebruik van
technologie
Ik ben grootverbruiker van zorg, maar ik ervaar helaas nog heel
weinig technologische toepassingen bij mijn zorgverleners.
Zorgverleners hebben vaak nog niet veel kennis van en ervaring
met technologische toepassingen. Dit zal met de volgende
generatie al makkelijker gaan, want technologie maakt inmiddels
onderdeel uit van de opleidingen. Zelf ervaring hiermee opdoen
als zorgverlener is een mooie manier om er meer bekend mee te
raken. Ik ken een huisarts die bijvoorbeeld zelf een fitbit kocht om
uit te proberen. Dan weet je ook wat je patiënten eraan kunnen
hebben. Ook kennis van integrale zorg is belangrijk. Meelopen met
zorgprofessionals uit andere sectoren is hierin heel waardevol.
Maak gebruik van bestaande innovaties
‘Ik merk ook dat bestaande innovaties nog niet worden
aangeboden door zorgaanbieders. Waarom is mij niet duidelijk.
Ik heb het idee dat, vooral in ziekenhuizen, men graag zelf het
wiel opnieuw uitvindt en liever een eigen innovatie uitbrengt, dan
gebruik te maken van een al bestaande innovatie. Ik denk dat er
vanuit het bestuur vaker gewoon een go gegeven moet worden
voor het gebruik van bepaalde innovaties. Verder moet er veel
meer gecommuniceerd worden over goede voorbeelden en welke
positieve bijdrage die kunnen leveren in het gezondheidsproces.
Ook burgers moeten de technologie meer omarmen
Burgers zijn vaak niet op de hoogte van wat er allemaal is op
technologisch gebied en wat hier allemaal mee mogelijk is. Ze
moeten hier veel meer informatie over krijgen, eenvoudige,
toegankelijke informatie. Ik hoor ook wel veel dat mensen er
angst voor hebben, er geen zin in hebben of zich er te oud voor
voelen. Ik denk echter dat als het belang er is, dat ze het dan wel
willen en kunnen, maar ze moeten hier wel ondersteuning bij
krijgen. Vooral voor kwetsbare doelgroepen, zoals anderstaligen of
laaggeletterden moet er laagdrempelige uitleg en ondersteuning
zijn. Hierbij kan serious gaming bijvoorbeeld een uitkomst bieden.
Verder bestaat bij veel mensen de angst voor privacyschending van
medische gegevens. In de praktijk mailen en appen mensen vaak
onveilig over hun gezondheid met artsen, maar zo gauw als het
gaat over digitale informatieoverdracht van medische gegevens,
dan is men bang dat het onveilig is. Veel mensen geven daarom
geen toestemming voor de uitwisseling van medische gegevens.
Het is belangrijk deze angst weg te nemen.
De cliënt bepaalt
Ik ben bang dat als de gezondheidszorg niet sneller meegaat in
de technologische ontwikkelingen, dat de commerciële partijen
ze inhalen. De patiënt gaat niet wachten. Ik verwacht dan
meer ongelijkwaardigheid in het aanbod van zorg, op basis van
leefgedrag en dan komt de solidariteit in gevaar. Ook draagt
digitale zorg bij aan de verzameling van ‘big data’. Deze data
dragen bij aan de macht van de zorgverzekeraars. Ik vrees dat als
commerciële partijen het overnemen we hier geen grip meer op
hebben. Om dit te voorkomen moeten we de stem van de cliënt
voorop zetten. De cliënt bepaalt wat welke partij te zien krijgt en is
eigenaar van de data.
Mooie voorbeelden
Amstelring Ledenservice en Dinst.nl bieden betrouwbare diensten aan
Dinst.nl brengt vraag en aanbod bij elkaar
De mogelijkheden zijn zeer divers, bijvoorbeeld: boodschappen-
service, kapper, klussendienst, tuinonderhoud, maaltijden… alles
aan huis natuurlijk. Op Amstelringledenservice.nl en op Dinst.nl zijn
alleen professionele en geselecteerde dienstverleners aangesloten,
die zijn gescreend aan de hand van Verklaring Omtrent Gedrag,
vakdiploma’s en een persoonlijk gesprek. Amstelring Ledenservice
staat dus in voor de kwaliteit van deze dienstverleners en
producten.
De werkwijze is vereenvoudigd sinds de samenwerking
met Dinst.nl
Ellen Ahrens (manager Amstelring Ledenservice): ‘Vroeger
vulde je een volledig aanmeldformulier online in, waarna de
dienstverlener contact met je opnam. Met de komst van Dinst.
nl vul je alleen je mobiele nummer en mailadres online in. Per sms
en mail ontvang je de gegevens van de dienstverlener, waarna je
zelf de afspraak met de dienstverlener maakt. Ook nieuw is dat je
een waarderingscijfer en beoordeling kunt invullen op de website,
zodat andere klanten zich een beeld kunnen vormen van de
dienstverlener. De kracht zit ook vooral in het gebruik van filmpjes,
zodat de klant een indruk krijgt wie bij hem thuiskomt.’
De eigen regie voeren is een onbetaalbaar bezit van
iedereen
Amstelring Ledenservice biedt mogelijkheden om die eigen regie
in stand te houden, ook vóórdat er een zorgvraag bestaat. En als
door aandoeningen, handicap of ouderdom sommige zaken niet
meer even makkelijk gaan. De diensten van Amstelringledenservice
en Dinst.nl zijn gericht op gezond zijn en blijven en langer
zelfstandig kunnen functioneren. Mensen houden hierbij ook de
eigen regie in het zelf kiezen voor een dienst en dienstverlener.
Onze doelgroep neemt de meeste diensten telefonisch af
Ellen: ‘Vanwege het geringe aantal online aanmeldingen tot
dusver, denk ik dat de ouderen het online aanmelden nog moeten
ontdekken. Ouderen bellen liever om in een persoonlijk gesprek
hun wensen kenbaar te maken, is onze ervaring.’
Sinds oktober 2015 werkt Amstelring Ledenservice samen met Dinst.nl. Dit is een digitale bemiddelaar, die de vindbaarheid en
bereikbaarheid van diensten faciliteert.
Mevrouw Bongers uit Amstelveen
Mijn man overleed één jaar geleden en hij regelde altijd
alle administratieve zaken. Nu heb ik contact met Karin van
‘Administratie aan huis’ van Amstelring Ledenservice. Haar
gegevens kreeg ik via de mail na aanmelding op de website.
Karin en ik doen samen de administratie. Wie had dat ooit
gedacht!
6
‘Patiënten zijn bang dat ‘warme zorg’ verdwijnt’
Paul van der VelpenDirecteur GGD Amsterdam
Petra van TiggelenProgrammamanager digitale zorginnovaties GGD Amsterdam
Wat is eigen regie en zelfmanagement?
Petra: ‘Voor mij betekent het dat je in gezondheid en welzijn je
eigen pad kunt bewandelen. Dat je zelf informatie kunt vergaren
en bijhouden en op basis daarvan je eigen keuzes maakt.’
Paul: ‘Eigen regie hoeft niet altijd heel ingewikkeld te zijn. Als
je bijvoorbeeld in je Persoonlijk Gezondheidsdossier je eigen
medische gegevens kunt inzien, dan is dat mooi, maar het is
niet altijd zo dat je die snapt en daar iets mee kunt. Maar als je
bijvoorbeeld daarnaast in dat dossier ook de afspraken met de
zorgverleners kunt inzien en daar invloed op hebt, dan is dat ook
eigen regie.’
Wat is er voor nodig om de burger echt aan de knoppen
te krijgen?
Paul: ‘De burger moet het vertrekpunt zijn en niet omgekeerd,
zoals de zorg juist nog vaak georganiseerd is. Je moet het ook
niet over mensen uitstorten, maar het wel altijd blijven proberen
en stimuleren. En soms kan het gewoon niet. Verder merk ik
dat de informele zorg vaak verder is dan de formele zorg in
het gebruik van technologische toepassingen. Als de formele
zorg hier niet goed op aansluit, dan heeft dit een remmende
werking.’
Wat is de meerwaarde van technologie?
Petra: ‘Het maakt zorg toegankelijker, dichterbij en beschikbaar
op een moment dat het jou uitkomt. Bij chatconsulten voor
jongeren bijvoorbeeld merken we dat jongeren het online
makkelijker vinden om dingen te vragen of te vertellen dan in
een persoonlijk consult en ze komen sneller nog even terug in
de chat. Je kunt online grotere groepen tegelijk bereiken en toch
zorg op maat leveren. Een mooi voorbeeld hiervan is onze ‘love
coach’ vrijlekker.nl. Op deze website krijgen jongeren informatie
over veilig vrijen op basis van wat ze al weten en nog willen
weten. Door online coaching krijgen ze uiteindelijk filmpjes en
informatie te zien die op hun situatie van toepassing zijn. Een
ander voorbeeld is de app ‘Samen Starten’, die we gebruiken
op de iPad, voor ouders van kinderen van 0-2 jaar. In deze app
staan onder andere filmpjes, links, verwijswijzers en tipsheets,
waarmee we samen met de ouders tot een advies en een plan
op maat komen, waar de cliënt zelf altijd weer bij kan.’
Wat is er voor nodig om technologische toepassingen te
implementeren?
Paul: ‘Het is vooral belangrijk om het gewoon te gaan doen.
Je moet kleinschalig beginnen, steeds kleine stapjes doen, even
een stap terug als het nodig is en dan weer vooruit. Je moet niet
te lang wachten, want dan verlies je het contact en is de kloof
tussen wat echt nodig is en wat jij hebt bedacht alweer te groot.’
Petra: ‘Wij zetten vaak de stap om iets te gaan gebruiken,
waar andere partijen dan op meeliften. Zij brengen er soms
verbeteringen in aan, waar wij weer van leren.
In gesprek met Paul van der Velpen (directeur) en Petra van Tiggelen (programmamanager digitale zorginnovaties) van
GGD Amsterdam.
‘Technologie maakt zorg toegankelijker, dichterbij en beschikbaar wanneer
jij dat wilt’
8 9
‘Met digitale zorg moet je gewoon starten’
Lees verder op pag. 10
In Gesprek Met
Wij maken als GGD deel uit van veel samenwerkingsverbanden,
waarbinnen de samenwerking tot mooie resultaten leidt. Ik zie
in Amsterdam dat veel organisaties met hetzelfde vraagstuk
allemaal het wiel willen uitvinden, terwijl ze juist massa moeten
maken en meer moeten samenwerken.’
Hoe krijg je de zorgprofessional mee?
Paul: ‘Door deze te scholen. De professional krijgt een andere
rol, wordt meer sparringpartner en moet weten wat er op
de markt is en hoe het werkt. Zo kan hij zelf betrouwbare
toepassingen aanbevelen, maar ook meepraten over bijvoorbeeld
social media, want dat is de belevingswereld van de cliënt.’
Petra: ‘Wij proberen binnen de GGD op verschillende
manieren de zorgprofessional mee te krijgen. We hebben een
innovatieclub, doen aan interne kennisdeling en één keer per jaar
organiseren we een wedstrijd voor het beste innovatieve idee in
digitale zorg. Het plan van de winnaar voeren we uit.’
GGD App store
Petra: ‘In januari 2016 zijn we gestart met de GGD App store.
Hierin zetten we apps die wij als GGD hebben getest en waar
wij ons keurmerk aan geven. We doen dit landelijk met alle
GGD’en samen. We kijken dan vooral naar gezondheidsapps
die bijdragen aan eigen regie, zoals bijvoorbeeld de ‘Beter app’,
de ‘Stoppen met roken app’ en de ‘Groei app’. We gaan hierin
samenwerken met het NIVEL en het NPCF en het is de bedoeling
dat iedere GGD vijf á tien apps per jaar gaat testen. We zijn
gestart met vijftig apps in de App store!’
‘App store voor gezondheidsapps met keurmerk van GGD’
• Op de SOA-poli kunnen mensen zelf online afspraken
maken, de uitslag checken en via een anamneselijst bepalen
of ze naar de poli moeten of naar de huisarts.
• Er loopt een proef met healthcoins. Hiermee wordt gezond
gedrag en gezond gewicht gestimuleerd, door mensen
hiervoor te belonen met kortingen.
• Via www.jouwggd.nl kunnen jongeren via een chatconsult
een professional raadplegen en via fora ervaringen en kennis
uitwisselen.
• Via www.jgzouderchat bieden we ouders met (jonge)
kinderen een chatconsult. Via www.sense.info kunnen
jongeren chatten met vragen over seks en veilig vrijen.
• De Groei app is er voor ouders met kinderen, om de
ontwikkeling van hun (ongeboren) kind bij te houden en
onder andere inzage krijgen in het verloskundige dossier en
het JGZ-dossier.
• We starten binnenkort een pilot met de SAG-
gezondheidscentra rond het PGD Karify. We willen Karify
koppelen aan de groei-app. Hierdoor ontstaat een koppeling
tussen het JGZ-dossier en verloskundig dossier. Het is een
pilot om te experimenteren met het Persoonlijk Gezondheids-
dossier: van mensen die zwanger zijn tot mensen die een
kindje hebben gekregen.
• Op Pinterest informeren we door middel van moodboards
met gezonde voeding.
• Op Youtube met ‘how to’ filmpjes, bijvoorbeeld hoe werkt
de SOAtest of het gezondheidsonderzoek. Specifiek voor
ouders met kinderen 0-19 hebben we filmpjes op
www.groterworden.nl.
Voorbeelden van technologische toepassingen die de
GGD inzet
10 11
Health Communicator is een meertalig anamnese- test-
en voorlichtingssysteem
Het programma heeft een speciaal wachtkamersysteem voor
het doen van pré-consulten door laaggeletterde of anderstalige
patiënten. De Health Communicator werkt met bestaande
vragenlijsten, met meerkeuze vragen in de eigen taal. Patiënten
kunnen de vragen zelf van het scherm lezen, maar voor
laaggeletterden zijn de vragen ook te beluisteren. Patiënten
kunnen thuis ook de vragen per mail invullen en terugsturen.
Verder bevat het systeem een patiëntenportaal ingericht voor
zelfmetingen, een communicatie-app voor patiënten in een
ziekenhuisbed, een testsysteem voor het eenvoudig uitvoeren van
testen en het voorlichtingsplatform Medichannel.TV. In het systeem
zitten nu 7 talen, wat in 2016 uitgebreid wordt naar 11 talen. Er
zijn inmiddels 200 zorgverleners die met Health Communicator
werken en 150.000 patiënten hebben toegang ertoe.
Ook kwetsbare groepen hebben recht op goede zorg
In Nederland heeft 20% van de mensen een anderstalige
achtergrond. Zo’n 11% is laaggeletterd. Beide groepen zijn extra
kwetsbaar in onze samenleving en hebben minder mogelijkheden
om de zorg te krijgen die zij nodig hebben. Om ervoor te zorgen
dat deze doelgroepen ook toegang tot de juiste zorg krijgen,
ontwikkelde Hans Nederhof, huisarts in Amsterdam Noord, Health
Communicator.
Betere communicatie voor betere zorg
Patiënten vinden het prettig dat er begrip is voor hun
taalachterstand. Ze voelen zich hierdoor meer begrepen en hebben
het gevoel dat er meer aandacht voor ze is. Dit draagt bij aan hun
gevoel voor eigenwaarde. Ook krijgen ze hierdoor meer inzicht
in hun eigen ziektebeeld en gaan beter voorbereid het gesprek
in met de arts. Tijdens een consult is er nu veel meer tijd over om
bijvoorbeeld te bespreken hoe een patiënt met zijn of haar ziekte
omgaat. Patiënten zijn hierdoor meer gemotiveerd en in staat om
zelf de eigen regie te pakken.
Goede zorg begint met een goede anamnese
Die maakt het programma mogelijk. Het programma zorgt voor
vermindering van de tijd die nodig is voor registratie en vergroot
de efficiëntie van het consult door het doen van pré-consulten.
Ook is de informatieoverdracht beter. Zorgverleners en patiënten
kunnen beter met elkaar communiceren. Vragen die eerst door
onbegrip simpelweg niet gesteld konden worden, worden nu wel
gesteld en beantwoord. Ook de koppeling met het HIS maakt dat
er efficiënter gewerkt kan worden.
Wat brengt de toekomst?
Hans Nederhof: ‘We blijven Health Communicator ontwikkelen,
door nieuwe mogelijkheden aan de infrastructuur toe te voegen.
Zoals de invoeging van interactieve meertalige leersystemen, een
patiëntvolgsysteem, de zorgpadberekening, de koppeling van
wearables en de introductie van de zorghomeostaat. We werken
onder ander samen met het VU, het KWF, Comoray, de Alzheimer
stichting, het Trimbos instituut en het Longfonds. Sluit u ook aan!
Samen bouwen we een veilige communicatie-infrastructuur die zijn
weerga in de zorg niet kent.’
Health Communicator: Zorg zonder grenzenHealth Communicator is ontworpen om de communicatie tussen arts en patiënt te verbeteren en biedt de patiënt de
mogelijkheid om in zijn eigen taal het spreekuurconsult voor te bereiden.
Mooie voorbeelden
12
‘Ondersteunende technologie maakt het leven makkelijker voor mensen zonder beperking Voor mensen met een beperking maakt technologie het leven mogelijk’Hoe treffend deze uitspraak is, wordt duidelijk tijdens het verhaal van ervaringsdeskundigen Ruud en Juliëtte van Zuijlen. Ruud
is MS-patiënt en verlamd vanaf zijn nek. Hij is grotendeels afhankelijk van ondersteunende technologie om zo zelfstandig
mogelijk te kunnen leven. Ruud is opgeleid als psycholoog en zijn vrouw Juliette, directiesecretaris bij de afdeling ICTS van
de Universiteit van Amsterdam, is afgestudeerd in spraaktechnologie. Beiden spelen een actieve rol in belangenbehartiging
in de zorg.
Wat betekent eigen regie en zelfredzaamheid voor jullie?
Ruud: ‘Omdat ik helemaal verlamd ben vanaf mijn nek heb ik
mensen nodig die mijn handen vervangen, bijvoorbeeld om mij een
pil te geven als ik die nodig heb. Eigen regie betekent voor mij dat
ik in staat ben om deze mensen zelf aan te sturen en de controle te
hebben over wat ik wel en niet wil.’
Wat is er voor nodig om de eigen regie te kunnen
pakken?
Ruud: ‘Ik probeer in principe altijd zelf de regie te pakken
in situaties. Ik zie de samenleving als een spiegel, waarbij je
terugkrijgt wat je uitstraalt. Dus als ik me onderdanig op stel, gaat
alles over me heen, maar als ik uitstraal dat ik de lead wil dan krijg
ik die ook.’
Juliëtte: ‘Voor ons is het een noodzaak om de te eigen regie te
pakken, om Ruud zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren.
Veel mensen vinden het echter lastig en wij merken ook dat je er
niet toe wordt uitgenodigd. Het vereist doorzettingsvermogen,
assertiviteit, kennis en vooral ook levenslust, de wil om te blijven
participeren.’
Kan technologie dit ondersteunen en vergroten?
Ruud: ‘Technologie helpt mij om zo zelfstandig mogelijk te zijn.
Ik heb een aangepaste rolstoel, die ik zelf kan besturen. Met
behulp van de iPhone en verschillende apps kan ik door middel van
aanpassingen in huis bijvoorbeeld zelf de lichten bedienen en de
deuren open en dicht doen. Daarnaast kan ik met Siri, de virtual
assistant van Apple, met de iPhone ook zelf bellen of berichtjes
versturen door middel van spraakherkenning. Zo kan ik ook
afspraken maken met Transvision, het aanvullend openbaar vervoer
van de gemeente, en hiermee zelfstandig door de stad reizen. De
iPhone bedien ik via een joystick, die ik met mijn kin bestuur.’
Juliëtte: ‘De mogelijkheden van de technologie geven je naast
zelfstandigheid ook een gevoel van eigenwaarde, omdat je dingen
weer zelf kan doen, in plaats van dat je het aan iemand anders
moet vragen.’
Maken jullie ook gebruik van digitale zorg?
Juliëtte: ‘Als het nodig is mailen we met de revalidatiearts en de
huisarts. We doen dit niet veilig, want dat is nog niet mogelijk.
De eventuele onveiligheid vinden wij niet opwegen tegen de
voordelen die mailen biedt.
13
Ruud van ZuijlenPsycholoog & MS-patiënt
Juliëtte van ZuijlenDirectiesecretaris afdeling ICTS, Universiteit van Amsterdam
13
Lees verder op pag. 14
In Gesprek Met
‘Wij zijn noodgedwongen koploper en moeten veel dingen zelf uitzoeken’
Zorggebruikers* willen online diensten:
41%
Afspraken maken
via internet 33%
Eigen medische gegevens inzien via internet
43%
Herhaalrecept aanvragen via internet
*die voordelen zien van internet voor hun huidige situatie. (n=510)
51%
Medische informatie op
websites
Het grote voordeel is dat je een consult goed kunt voorbereiden,
zodat je tijdens het consult niks vergeet en allemaal dezelfde
agenda hebt. Ook kan de arts er eventueel voor het consult alvast
over nadenken. We sturen ook wel foto’s op, bijvoorbeeld van
doorligwonden. De arts kan op basis van de foto bepalen of het
nodig is om langs te komen of niet. Het mailcontact dat we nu
hebben met de revalidatiearts is direct en dan weet je dat je vraag
bij de juiste persoon terechtkomt. Via een portaal is het mailen
veilig en dat is natuurlijk prettig, maar het moet wel gelijk bij de
juiste persoon terechtkomen.’
Welke struikelblokken ervaren jullie?
Juliëtte: ‘In de zorgsector wordt technologie nog maar
mondjesmaat omarmt en is er nog weinig kennis hierover. Wij
zijn hier noodgedwongen voorloper in en dat betekent dat we
het grotendeels allemaal zelf uit moeten zoeken. Wij zoeken op
internet en volgen andere mensen op social media die hier ook
mee bezig zijn. Ook is het elke keer weer een zoektocht naar wie
wat vergoedt. Domotica valt bijvoorbeeld onder de Wmo en wordt
vergoed door de gemeente, zoals de rolstoel. De techniek die Ruud
gebruikt op de rolstoel valt echter weer onder de zorgverzekeraar.’
Ruud: ‘Zorgorganisaties leveren over het algemeen alleen
standaardoplossingen, terwijl maatwerk juist vaak nodig is. Wij
hebben hele goede ervaringen met de Hoogstraat in Utrecht.
Zij leveren wel maatwerk en zoeken net zo lang tot ze de juiste
oplossing vinden. Zij hebben bijvoorbeeld het frame gemaakt dat
over mijn schouders hangt, waar mijn kinbesturing op vastgemaakt
kan worden. Deze besturing zat eerst vast aan de rolstoel,
waardoor hij bij elke hobbel tegen mijn hoofd aan botste, heel
onhandig en pijnlijk.’
Hoe krijgen we de burger meer aan de knoppen?
Juliette: ‘Ik denk dat het in de relatie tussen de professional en de
patiënt belangrijk is dat deze gelijkwaardiger wordt, vooral bij een
chronische ziekte. Je moet meer partner van elkaar zijn en de rol
van professional is meer die van coach. Hij moet uitgaan van wat
het voor jou betekent en het gesprek aangaan en niet alleen maar
informatie zenden. Verder vind ik het heel belangrijk dat ervaringen
van patiënten structureel, online op één plek uitgewisseld kunnen
worden. Er zijn nu heel veel fora, maar geen initiatieven die deze
informatie bij elkaar brengt. Veel kennisnetwerken staan nu ook
niet open voor patiënten, maar alleen voor professionals, terwijl
patiënten waardevolle kennis en ervaring kunnen toevoegen.
Ook een platform met een overzicht van alle technologische
toepassingen zou handig zijn; een plek waar gebruikers handige
apps kunnen aanbevelen, met tips en trucs en duidelijke
handleidingen, gericht op de gebruikers.’
14 15
Zorggebruikers* willen online diensten:
41%
Afspraken maken
via internet 33%
Eigen medische gegevens inzien via internet
43%
Herhaalrecept aanvragen via internet
*die voordelen zien van internet voor hun huidige situatie. (n=510)
51%
Medische informatie op
websites
Zorggebruikers* willen online diensten:
41%
Afspraken maken
via internet 33%
Eigen medische gegevens inzien via internet
43%
Herhaalrecept aanvragen via internet
*die voordelen zien van internet voor hun huidige situatie. (n=510)
51%
Medische informatie op
websites
Zorggebruikers* willen online diensten:
41%
Afspraken maken
via internet 33%
Eigen medische gegevens inzien via internet
43%
Herhaalrecept aanvragen via internet
*die voordelen zien van internet voor hun huidige situatie. (n=510)
51%
Medische informatie op
websites
Zorggebruikers* willen online diensten:
41%
Afspraken maken
via internet 33%
Eigen medische gegevens inzien via internet
43%
Herhaalrecept aanvragen via internet
*die voordelen zien van internet voor hun huidige situatie. (n=510)
51%
Medische informatie op
websites
Zorggebruikers* willen online diensten:
41%
Afspraken maken
via internet 33%
Eigen medische gegevens inzien via internet
43%
Herhaalrecept aanvragen via internet
*die voordelen zien van internet voor hun huidige situatie. (n=510)
51%
Medische informatie op
websites
Zorggebruikers* willen online diensten:
41%
Afspraken maken
via internet 33%
Eigen medische gegevens inzien via internet
43%
Herhaalrecept aanvragen via internet
*die voordelen zien van internet voor hun huidige situatie. (n=510)
51%
Medische informatie op
websites
Nictiz/NIVEL 2015
GoOV is een app, met actuele OV-informatie en een
hulplijnfunctie
De deelnemer wordt stap voor stap via de smartphone begeleid
bij de reis die hij maakt, van deur tot deur. De looproute naar de
halte of het station, informatie over de aankomst van de bus en
een melding wanneer je uit mag stappen. Via het portaal op de
website worden de reisgegevens vooraf ingevuld. Wanneer er
tijdens de reis vragen zijn of de deelnemer heeft hulp nodig, dan is
er een hulplijn waarbij medewerkers dankzij GPS kunnen zien waar
de persoon op dat moment is. Ze kunnen dan begeleiding bieden,
zodat de persoon de reis weer verder zelf kan maken.
MEE & de Wering gaat in Alkmaar starten met het project MEE op
weg. Ze gaan hierbij experimenteren met de reiskoffer, waar GoOV
onderdeel van uitmaakt. Bij Pameijer in Rotterdam hebben ze al
ervaring opgedaan met de app en zijn er verschillende cliënten die
hem gebruiken.
Waarom GoOV inzetten?
Simone Botman van MEE & de Wering: ‘Veel mensen met een
beperking reizen al vanaf jonge leeftijd met het ‘speciaal’ vervoer
naar school, een vrije tijdsbesteding of naar andere voorzieningen.
Het project MEE op weg wil het automatisch inzetten van dit
speciaal vervoer doorbreken – met als uiteindelijke doel: meer
keuzevrijheid en zelfredzaamheid om te reizen. Hiervoor gaan we
onder andere GoOV inzetten.’
Margareth Basart van Pameijer: ‘Door gebruik te maken van
GoOV krijg je meer regie over je dag. GoOV leidt je van deur
tot deur op de momenten die jou het beste uitkomen. Door de
week en in het weekend. Je bent dus minder afhankelijk van
bijvoorbeeld taxi’s of busjes.’
Hoe leidt dit tot meer eigen regie en zelfmanagement?
Simone: Zelfstandig reizen maakt meedoen aan de maatschappij
beter mogelijk. Iemand krijgt zo de vrijheid om op het laatste
moment te besluiten nog even iets te drinken in de sportkantine of
de mogelijkheid om stage te lopen bij het bedrijf waar hij zo graag
ervaring op wil doen. Meer zelfstandigheid en minder afhankelijk
zijn van anderen maakt dat je eigen regie toeneemt.’
Margareth: ‘GoOV geeft de cliënt veel meer keuzevrijheid in werk
en vrije tijdsbesteding. Een van onze cliënten werkte bijvoorbeeld
ergens met heel veel plezier, maar had veel taxikosten. Daarom is
ze met GoOV gaan leren reizen met het openbaar vervoer, zodat
ze daar ook kon blijven werken. Het reizen met GoOV kan er ook
toe leiden dat mensen uiteindelijk zonder deze app leren te reizen.
Dit leidt tot nog meer vertrouwen, zelfstandigheid en eigen regie.’
GoOV: zelfstandig reizen met behulp van app op smartphoneGoOV stelt iedereen die moeite heeft met zelfstandig reizen, zoals mensen met een verstandelijke beperking, cognitieve
aandoening of senioren, in staat om zelf met het openbaar vervoer te reizen.
Meer informatie op www.go-ov.nl
Contactpersonen: Simone
Botman van MEE & de Wering en
Margareth Basart van Pameijer
Mooie voorbeelden
Zorgprofessional moet inzicht hebben in mogelijkheden
cliënt
‘De mate van eigen regie en zelfstandigheid van de cliënt is van veel
factoren afhankelijk. De belangrijkste factor is natuurlijk wat iemand
nog zelf kan en wil, maar zeker zo belangrijk is de benadering van
de cliënt door de zorgprofessional. Deze moet heel goed kijken
naar de mogelijkheden van de cliënt en deze ondersteunen in die
mogelijkheden.’
Technologie geeft mensen hun vrijheid terug
‘Neem bijvoorbeeld het Elektronisch Patiëntendossier. Hiermee
krijgen mensen meer inzicht in hun eigen situatie, wat leidt tot meer
zelfstandigheid. Net als het versimpelen van de medische bijsluiters
bij medicijnen. Apps op het gebied van communicatietechnologie
leiden tot meer sociale contacten en mensen met meer sociale
contacten zijn over het algemeen zelfstandiger en kunnen beter
functioneren. Ook apps waarmee mensen meer en beter leren
bewegen of apps die helpen bij het maken van de dagelijkse keuzes
leiden tot meer eigen regie en daarmee tot tevredenheid. Niemand
vindt het leuk om afhankelijk te zijn.’
Tools moeten toegankelijk en begrijpelijk zijn voor de
doelgroep
‘Bij de ontwikkeling van nieuwe tools is het belangrijk dat de
opdracht komt vanuit een vraag uit de praktijk. Het moeten
oplossingen zijn van deze tijd, die aansluiten bij mogelijkheden die
er al zijn. Bij de ontwikkeling van deze tools is het noodzakelijk om
de cliënt en de zorgmedewerker zoveel mogelijk te betrekken bij
dit proces. Alleen dan worden de tools ook echt toegankelijk en
begrijpelijk voor de doelgroep en gaan ze deze ook echt gebruiken.’
Magisch interactief schilderij geeft mensen weer een
gezicht
‘Een mooi voorbeeld van technologie die leidt tot meer
zelfstandigheid is het Magisch Interactief Schilderij, waarmee we
in Jan Bonga werken. Dit is een interactieve muur, die mensen
met dementie helpt hun verhaal te vertellen. We laten met beeld
en geluid zien waar iemand woonde, wat voor werk hij deed, wat
zijn interesses zijn en welke muziek hij mooi vindt en zo geven we
mensen weer een gezicht. Dit leidt tot meer gevoel van eigenwaarde
en daarmee tot meer zelfstandigheid. Ook krijgen zorgprofessionals
meer handvatten voor de communicatie met de cliënt, want
het maakt vaak veel herinneringen los. Het Magisch schilderij is
ontwikkeld door illi Engineering, in samenwerking met Amsta.’
Innovaties moet je eerst testen in living labs
‘Amsta is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om cliënten
zelfstandiger te laten functioneren. We werken hierin met veel
verschillende partijen samen, zoals onder andere met de Hogeschool
van Amsterdam. In de minor Zorgtechnologie ontwikkelen
studenten samen met Amsta tools op basis van opdrachten uit
de praktijk. Om deze tools te testen werken we met living labs.
We hebben in De Keyzer bijvoorbeeld een proef gedaan met
leefstijlmonitoring. Hier werden 22 verschillende sensoren geplaatst,
waarmee we bewoners konden monitoren. Je kunt dan bijvoorbeeld
zien hoe vaak een bewoner naar de toilet of naar buiten gaat en
of de koelkast wel open gaat. Met deze gegevens kun je dingen
vroegtijdig signaleren en bepaalde diagnostiek ondersteunen.
Alleen door technologie te testen in living labs kom je erachter of
toepassingen ook echt werken en aansluiten bij de vraag.’
In gesprek met Leo Versteeg, Beleidsmedewerker Zorg en ICT bij Amsta. Leo volgt de ontwikkelingen op de voet en zoekt
samen met de zorgprofessionals van Amsta naar mooie middelen en snufjes om het dagelijks leven van cliënten te verbeteren.
‘Als je mensen actief betrekt bij de ontwikkeling van tools gaan ze deze ook echt gebruiken’
16
Magisch Interactief Schilderij17
Leo VersteegBeleidsmedewerker Zorg en ICT bij Amsta
In Gesprek Met
Pascal Wiggers, projectmanager Digital Life bij HvA:
In de HvA minor Zorgtechnologie doen studenten kennis op over
wat er op de markt is aan zorgtechnologie. En zij leren producten
te ontwerpen, ontwikkelen en implementeren. Studenten van
verschillende disciplines werken samen met zorgorganisaties
en cliënten aan reële vraagstukken uit de zorg. Eigen regie en
zelfmanagement spelen hierin een steeds grotere rol. Zo droegen
studenten onder andere bij aan de ‘tips tegen dips’ app, die
mensen helpt na een depressie hun leven weer op te pakken en
ontwikkelden zij een app die jongeren met een verstandelijke
beperking helpt zelfstandig taken uit te voeren.
18
Vanuit die gedachte is het Arterium opgericht
Dit is een centrum voor cardiologische en internistische (zelf)zorg
in Amsterdam, waar wordt gewerkt met de CardioVitaal en de
TromboVitaal aanpak.
Trombovitaal: Patiënten die een anti-stollingsbehandeling
krijgen, controleren zelf hun bloedwaarden via een vingerprik. Zij
leren dit via een E-learning. Via een beveiligde website winnen
ze adviezen in over hun medicatie. Patiënten die niet zelf in staat
zijn om de bloedwaarde te meten, hebben de mogelijkheid om
veilig begeleid te worden middels een verlengde armstructuur. De
wijkverpleegkundige voert de prik uit en communiceert met de
medewerkers van TromboVitaal. Ook mantelzorgers werken op
deze manier.
Cardiovitaal: Een programma voor hartrevalidatie en patiënten
die een hoog risico hebben op vaatproblemen. Hierbij staan
zelfregulatie en vitaliteit voorop. Patiënten revalideren niet in
het ziekenhuis, maar in een fitnessruimte in de buurt en hebben
altijd toegang tot hun eigen medisch dossier en een begeleidend
arts. Ze kunnen ook door een e-coach begeleid worden om een
gezonde leefstijl te integreren in hun dagelijkse leven. En ze sparen
vitaliteitpunten, waarmee ze korting krijgen op allerlei producten
en diensten.
Mensen willen niet van zorg afhankelijk zijn
Sabine Pinedo en Roderik Kraaijenhagen ontwikkelden deze
aanpak vanuit de gedachte dat goede, persoonlijke en flexibele
zorg begint bij de behoefte van de patiënt. De mensen willen
goede zorg, maar willen ook vitaal blijven en niet van de zorg
afhankelijk zijn. Zelfmanagement en begeleiding op afstand zijn dé
manieren om zorg goed en betaalbaar te houden.
De patiënt voelt zich een stuk vrijer, minder afhankelijk
en staat meer zelf aan het roer
Ook is er bij Trombovitaal meer gevoel van veiligheid, omdat
de zorg overal ter wereld altijd dichtbij is. Zoals de patiënt die
opgenomen werd in Thailand en zich zorgen maakte over
zijn behandeling daar. Deze patiënt kon direct via het portaal
gerustgesteld worden. De communicatie tussen arts en patiënt
wordt beter, omdat de patiënt meer inzicht heeft in zijn eigen
aandoening.
Wat brengt de toekomst?
Sabine: ‘Uiteindelijk gaan we er, met de groei van het aantal
chronisch zieken, naartoe dat er artsen worden opgeleid om zorg
op afstand te leveren. eHealth is dan gewoon een specialisatie.
De polikliniek bevind zich in de wijk en patiënten komen er alleen
wanneer het echt nodig is, wanneer de chronische ziekte uit de
pas loopt. Vanaf januari 2016 verlenen internisten- vasculaire
geneeskunde van VUmc en AMC zorg aan patiënten met
cardiovasculaire problematiek op het Arterium, zodat de academie
ook patiënten op een dergelijke wijze kan begeleiden.’
Wie wil er nou patiënt zijn?De meeste patiënten willen geen patiënt zijn. Ze willen goede zorg en zorgverleners waar ze op kunnen vertrouwen, maar
willen er niet afhankelijk van zijn en zoveel mogelijk een normaal leven leiden.
Meer informatie op
www.trombovitaal.nl,
www.cardiovitaal.nl,
www.arterium.nl
Contactpersoon:
Sabine Pinedo van Arterium
19
6%n=70
heeft een online behandeling gevolgd in combinatie met behandeling in levenden lijve.
Groep zorggebruikers die afgelopen jaar contact heeft gehad met GGZ-hulpverlener:
Online behandelingen in de GGZ:
Nictiz/NIVEL 2015
Prezens biedt blended behandeling van depressie
Zij doen dit met een Cognitief Gedrag Therapeutisch (CGT)
protocol. Patiënten krijgen via een beveiligde website toegang
tot de behandeling. De website biedt informatie die de face-to-
face sessies ondersteunen. Elke sessie bestaat uit informatie die
wordt aangeboden met tekst, filmpjes en voorbeeld patiënten.
Ook een stemmingsdagboek en een wekelijks af te nemen
depressie klachtenlijst maken deel uit van de behandeling. De
patiënt gebruikt de website voor huiswerk, zoals het plannen van
dagelijkse activiteiten en het oefenen met het in kaart brengen
van gevoelens, gedachten en gedrag. De therapeut kan online de
voortgang van patiënten volgen en online feedback geven.
Het houdt patiënt en therapeut bij de les
Het gebruik van (mobiel) internet maakt het mogelijk zorg en
behandeling flexibeler aan te bieden en meer naar de thuissituatie
te verplaatsen. Daarnaast kunnen internet interventies de
transparantie van behandelingen vergroten en de regie van
patiënten over de eigen behandeling bevorderen. Het protocol
biedt een heldere structuur voor zowel patiënt als therapeut,
waardoor er goed gefocust kan worden. Voor patiënten vormt het
vooraf inplannen van de afspraken een stok achter de deur om het
huiswerk te maken. Zij vinden het fijn om de uitleg en opdrachten
en de feedback van de zorgverlener thuis online te kunnen lezen.
Wat brengt de toekomst?
Hoewel bij Prezens zowel behandelaren als patiënten de
mogelijkheden van blended behandelen positief beoordelen,
kost het toch veel moeite om het opgenomen te krijgen in
het reguliere behandelaanbod. De redenen hiervoor zijn niet
voldoende duidelijk. Daarom doet Prezens mee aan de Europese
implementatiestudie MasterMind. Doel is het in kaart brengen
van de factoren die het gebruik van e-mental health bij depressie
belemmeren en bevorderen.
Blended behandeling van depressie in de basis GGZOm de voordelen van e-mental health te benutten en de nadelen te ondervangen, bieden zorgverleners in de GGZ steeds
vaker een blended behandeling: een gecombineerde vorm van online en face-to-face contact.
Meer informatie op
mastermind-project.eu
Contactpersoon: Els Dozeman
PhD, Verpleegkundig specialist/
onderzoeker Prezens, GGZ
inGeest
Mooie voorbeeldenMooie voorbeelden
Eigen regie is vooral tweerichtingsverkeer in contact
tussen burger en zorgverlener
‘Niet iedereen kan en wil in elke situatie eigen regie. Ik denk dat een
zorgverlener vooral veel mensenkennis nodig heeft om te bepalen
wanneer iemand eigen regie aan kan en hoeveel. De zorgverlener
moet hiervoor de dialoog aangaan met de burger en meer ruimte
maken voor echte kennismaking, het bespreken van de achtergrond
van de burger en de opties die er zijn in ziekte en gezondheid. Eigen
regie moet je wel stimuleren, maar nooit opdringen.’
Technologie kan eigen regie en zelfredzaamheid
ondersteunen en vergroten
‘Een voorbeeld hiervan zijn de apps waarmee mensen door middel
van zelfmeting data over hun gezondheid verzamelen. Hiermee
hebben zowel de burger als de zorgverlener makkelijker en sneller
toegang tot gezondheidsdata. Dit heeft een preventieve werking.
Als mensen eerder zien dat er iets mis is, kan ziekenhuisbezoek
voorkomen worden. Een mooi voorbeeld van een goede app vind
ik de ‘Thuisarts app’. In deze app kun je zelf een diagnose stellen,
door het invoeren van je symptomen en je kunt hierin een dossier
opbouwen en met je huisarts delen. Patiënten krijgen hiermee
meer inzicht in hun ziekteproces. De app is ontwikkeld door het
Nederlands Huisartsgenootschap en wordt daarom door huisartsen
als betrouwbaar ervaren en serieus genomen.’
Onderwijs kan zorgprofessional van nu beter toerusten
op huidige ontwikkelingen
‘ahti heeft onderzocht wat hiervoor nodig is. Aan dit onderzoek
deden 70 zorgprofessionals uit alle verschillende zorgsectoren mee.
Hieruit bleek dat zorgverleners meer kennis nodig hebben, vooral
kennis over technologische toepassingen ontbreekt. De huidige
zorgprofessional is ook anders opgeleid. Die is opgeleid in ‘zorgen
voor’ en niet in het uit handen geven van de regie. Daar is in het
onderwijs nog een grote slag te maken. Daarom richt ahti zich
bij het ontwikkelen van onderwijs vooral op het aanleren van een
ondernemende houding, je snel kunnen aanpassen aan nieuwe
ontwikkelingen en een basiskennis van technologie.’
Ook stimuleren we innovaties
‘We ondersteunen start-ups en werken mee aan de ontwikkeling
van nieuwe technologie. Belangrijk hierin is dat we ernaar streven
om al het onderwijs en de innovaties direct te implementeren in
living labs, hier in Amsterdam, maar ook internationaal. In deze
proeftuinen kunnen we gelijk kijken of iets werkt en de urgentie
aantonen, door de lijnen kort te houden met de eindgebruiker.’
Het Amsterdam Health & Technology Institute (ahti) is een internationaal kennisinstituut in de gezondheidszorg. ahti wil
bijdragen aan een hogere kwaliteit van de zorg, lagere zorgkosten en het bevorderen van een gezonde levensstijl. Om tot
nieuwe inzichten en toepassingen te komen, koppelen ze innovatief onderzoek aan ondernemerschap en onderwijs. Lian
Stouthard houdt zich bezig met lesgeven en het ontwikkelen van cursussen gericht op innovatieve technologie in de zorg.
‘De huidige zorgprofessional is opgeleid in ‘zorgen voor’ en niet in ‘zorgen dat’
‘Zelfmeting kan een preventieve werking hebben en ziekenhuisbezoek voorkomen’
20
Ik verwacht dat de echte versnelling in de technologie
vanuit de burger komt
‘Burgers zijn goed geïnformeerde, mondige klanten, die shoppen
in de zorg. De zorgwereld moet hierin meegaan en klantgerichter
worden, om deze burger beter van dienst te zijn. De grote spelers
als Apple of Google hebben hier een grote rol in, omdat ze de
burger assertiever maken. Iedereen is altijd bereikbaar en kan
zelf data verzamelen, informatie opvragen en diagnoses stellen.
Dit wakkert een behoefte aan, waardoor de burger steeds
meer gaat vragen. Ik denk dat het bijvoorbeeld helpt als een
huisartsenpraktijk iemand aanneemt die het technologieconsult
doet. Ook zorgverzekeraars kunnen een stimulerende rol
spelen, door zelf apps aan te bieden, gericht op preventie, zoals
bijvoorbeeld de gezondheidskit.’
‘Grote spelers als Apple en Google maken de burger assertiever’
Lian StouthardEducation Program Development Manager bij ahti
ahti is eind 2014 opgericht op initiatief van de gemeente
Amsterdam, Duke Global Health Institute en Amsterdam
Institute for Global Health and Development. ahti werkt
samen met de universiteiten VU, UvA en Twente, het
Academisch Medisch Centrum (AMC) en de Hogeschool
van Amsterdam.
21
In Gesprek Met
Via internet een herhaalrecept aanvragen
Via e-mail of website een vraag stellen
?
4%
58%29%
15%
72%
14%
Huisartsen zeggen dat ze dit aanbieden. (n=396)Zorggebruikers weten dat dit mogelijk is. (n=555-562)Zorggebruikers maken hier gebruik van. (n=549-555)
Nictiz/NIVEL 2015
In Gesprek Met
Wanneer ging het ‘eigen kracht denken’ bij Philadelphia
spelen?
‘Hoewel de politiek nu een jaar of drie daar op stuurt, ontstond die
gedachtegang zo’n zes jaar geleden bij ons. De burger of cliënt kan
zelf meer, en dat moeten we faciliteren. Daarom kozen we toen
voor een nieuwe pay off: ‘Het beste uit jezelf’. Maar de beweging
is natuurlijk door de jaren heen steeds explicieter geworden.’
Waar draait ‘eigen regie’ volgens u om?
‘In gesprek met professionals gebruik ik vaak het voorbeeld van
wanneer mijn dochter in het weekend langs komt. Vraag ik haar
hulp bij een probleem met de computer, dan jaagt zij mij weg
achter het ding, en regelt het even snel voor mij. Kom ik het
probleem daarna weer tegen, dan heb ik géén idee wat ik moet
doen en kan ik mijn dochter niet inschakelen, want die is op
zondagavond weer naar haar eigen huis gegaan. Zo werkt het ook
voor onze cliënten. We moeten het lef hebben om een cliënt het
zelf uit te laten vinden.’
Wat komt daarbij kijken?
‘We moeten zorgen met onze handen op de rug. Vooral in het
begin vereist dat geduld. In eerste instantie ben je er zelf meer
tijd mee kwijt. Het duurt soms wel vier maanden voor iemand het
onder de knie heeft om een bed op te maken. Verder moeten we
onze cliënten goed kunnen lezen, inschatten wat iemand kan en
wat niet.’
Hoe helpt technologie hierbij?
‘Technologie heeft bij ons een grote rol gespeeld. Neem invoering
van Digicontact, een vorm van beeldbellen. Onze cliënten bepalen
daarmee zelf het moment van contact de begeleiders, in hun
eigen omgeving, als zij het even nodig hebben. Zo’n 900 tot
1000 cliënten werken daar inmiddels mee. Laatst werd één van
onze cliënten op een groot congres voor gemeenteambtenaren
gevraagd wat het beeldbellen hem opgeleverd heeft. Best een
moeilijke vraag natuurlijk, en het bleef ook een poos stil. “Mijn
vrijheid”, zei hij toen. Prachtig.’
Hoe ging de introductie van het beeldbellen?
‘Ingegeven door de bezuinigingen keken we hoe we toch nog
goede zorg konden blijven bieden. Beeldbellen zorgde voor
een oplossing, maar tegelijkertijd verloren een paar honderd
begeleiders hun baan er door. Voor iedereen was het spannend,
maar daardoor was het voor medewerkers extra heftig. En
inmiddels weet ik hoe lang het duurt voordat men het omarmt. Je
moet echt een soort ijzeren Hein zijn.’
Zijn medewerkers er inmiddels blij mee?
Ja, een mooi voorbeeld daarvan is de introductie van ons
therapeutic motion system. Dat is een soort bewegend platform
voor een cliënt in een rolstoel. Door de televisie en de bewegingen
van het platform lijkt het net alsof je op een paard zit of op een
motor. In het begin hadden de fysiotherapeuten weerstand. “Dat
masseren van die spieren, dat was toch onze taak?” Maar toen
gingen zij ermee werken, en zagen zij welke bijzonder positieve
effecten het heeft. Spieren worden weer gebruikt, waardoor hun
eigen werk meer effect heeft.’
In gesprek met Greet Prins, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Stichting Philadelphia Zorg. Technologische innovatie
zorgde bij Philadelphia er simpelweg voor dat cliënten ondanks bezuinigingen nog begeleid konden worden. Introductie van
beeldbellen ging niet zonder slag of stoot. Inmiddels is duidelijk dat het voor de cliënt veel positiefs oplevert.
‘Het lef om de cliënt het zelf uit te laten vinden’
‘In de publieke sector mag nooit wat mislukken. Maar jongens, dat gebeurt’
22
Wat is uw boodschap aan andere zorgorganisaties?
‘Laten we met elkaar op pad gaan, met alles wat er is en komt op
gebied van robotica en human technology. Al doende leren we.
Laten we het met elkaar aangaan, zien wat werkt en niet werkt.
Natuurlijk moet dat met de nodige zorgvuldigheid. Maar heb durf.
In de publieke sector is iedereen heel voorzichtig, er mag nooit wat
mislukken. Maar jongens, dat gebeurt.’
Greet PrinsVoorzitter van de Raad van Bestuur van Stichting Philadelphia Zorg
23
Philadelphia (opgericht in 1961)
ondersteunt mensen met een
verstandelijke beperking. Het is een
landelijke organisatie met 6.700
medewerkers, ruim 8.000 cliënten en
4.000 vrijwilligers. Ze werken in circa
100 gemeenten. Greet Prins is sinds
2009 Voorzitter van de Raad van Bestuur
van Stichting Philadelphia Zorg. In 2011
ontving zij de titel Zorgmanager van het
jaar. Daarnaast is ze lid van de Raad voor
Volksgezondheid en Samenleving (RVS).
25
De Medido
Een slimme medicijndoos, die cliënten thuis helpt de medicijnen
juist én op tijd in te nemen. De Medido geeft op vast ingestelde
tijden een signaal en reikt automatisch de medicijnen aan. Heeft
onze cliënt het signaal niet gehoord of gezien, dan ontvangen wij
automatisch een signaal, waarna we contact opnemen met de
cliënt. Lukt het niet om contact te leggen of blijkt er iets aan de
hand, dan gaat de wijkverpleegkundige direct langs.
Medido zorgt voor meer privacy en minder
afhankelijkheid
Veel mensen vinden het bezwarend dat er elke dag iemand langs
komt om te helpen met de medicijnen. Dat kost veel geld en tijd,
vinden ze. Bovendien zijn sommige mensen zeer gesteld op hun
privacy en willen niet afhankelijk zijn van iemand anders. Dat
stukje eigen regie wordt met de Medido bevorderd en in stand
gehouden.
De Thuis Pluskoffer
Een verzameling van technische toepassingen, zoals een bedmat
met sensor, een track & trace systeem en diverse met elkaar
corresponderende bewegingssensoren. De sensoren registeren
leefpatronen, waaruit we informatie kunnen halen. Bijvoorbeeld
dat iemand heel lang in de badkamer blijft (gevallen misschien?) of
dat iemand niet in de keuken terechtkomt (wordt er wel gegeten?)
Meer overzicht, duidelijkheid en rust voor mantelzorger
Met de informatie van de apparatuur uit de Thuis Pluskoffer kan
Evean zorg of ondersteuning op maat bieden, wat weer zorgt voor
overzicht, duidelijkheid en rust voor de mantelzorger. Een mooi
voorbeeld is de licht dementerende cliënt, die volgens haar man
’s nachts continu naar buiten wilde. Meneer maakte zich zorgen
en sliep zelf slecht, waardoor ze beiden een verstoord dag- en
nachtritme hadden. In overleg zijn er verschillende sensoren
geplaatst. Hieruit bleek dat zij wel vaak ’s nachts bij de voordeur
ging staan, maar niet ging dwalen. Een spoedopname bleek dus
niet nodig en haar echtgenoot kon weer beter slapen.
Beeldcontact met wijkverpleegkundige
Evean heeft ook veel ervaring met beeldbellen. Met beeldbellen
onderhoudt de wijkverpleegkundige via een iPad of computer
contact met de cliënt. We ondersteunen op deze manier
bijvoorbeeld cliënten met de longaandoening COPD, maar
monitoren ook cliënten met chirurgische wonden.
Minder huisbezoeken
Eén van de voordelen van beeldcontact is dat je een cliënt vaker
kunt spreken, wat nodig is bij sommige typen zorg, én kunt zien,
maar dan zonder de reistijd. Een wond kun je dagelijks op afstand
bekijken en een cliënt die benauwdheid ervaart kun je in de ogen
kijken en coachen. Huisbezoeken blijven natuurlijk bestaan, maar
de frequentie is niet zo hoog als toen er nog geen beeldcontact
mogelijk was.
‘Denken en doen vanuit nog zelf kunnen’Slimme oplossingen van Evean die de zelfredzaamheid van mensen vergroten en daarmee voor meer regie én behoud van
identiteit zorgt.
Meer informatie op
www.evean.nl/innovatie
Contactpersoon:
Maike Sparrius van Evean
24 25
Mooie voorbeelden
In Gesprek Met
Nictiz/NIVEL 2015
Zelf de touwtjes in handen hebben
‘Eigen regie en zelfmanagement betekenen voor mij zelf de
touwtjes in handen hebben en achter dingen aangaan en
voldoende kennis hebben van wat je mogelijkheden zijn. Op
die manier kun je ervoor zorgen dat je de juiste zorg krijgt,
beschikt over de juiste hulpmiddelen en dat ook de benodigde
aanpassingen aan je huis worden gedaan.’
Technologie maakt het leven makkelijker
‘Met de komst van de zelfmeet-apps heb ik meer inzicht in mijn
eigen gezondheid, meer privacy en meer zelfmanagement. Ook
levert het veel tijdwinst op, omdat ik niet meer steeds naar een arts
toe hoef te gaan. Ik maak onder andere gebruik van ‘On-track’. Dit
is een insuline-app waarmee ik zelf mijn waarden kan bijhouden,
kan interpreteren en vervolgens kan doseren. Ook houd ik zelf
mijn INR waarden bij en doseer vervolgens mijn noodzakelijke
antistolling. Ik heb hiervoor van Atal-Medial een korte cursus
gehad. Als ik er zelf niet uitkom met mijn glucosewaarden en
insulinedosering, dan kan ik de overzichten doorsturen naar
de specialist. Andere toepassingen waar ik gebruik van maak
zijn de scootmobiel, deuropener op afstand, intercom en een
alarmsysteem.’
De zorg moet meegaan in de ontwikkelingen
‘Ik merk dat de zorg nog lang niet altijd meegaat in de
technologische ontwikkelingen. Bij veel huisartsenpraktijken is er
bijvoorbeeld nog weinig kennis van zelfmeet-technologie en email-
of videoconsulten komen niet goed van de grond. Er zijn allerlei
apps waar je zelf dingen mee kunt meten, maar die moet je dan
vervolgens wel naar je arts kunnen mailen. Artsen moeten meer
de voordelen ervan gaan zien. Het verbetert de communicatie met
de patiënt als deze meer inzicht heeft in zijn eigen gezondheid.
Het levert tijdwinst op als een gesprek al voorbereid is per mail
of als een consult per mail of zelfs via videocommunicatie kan
plaatsvinden. Een ander mooi voorbeeld vind ik het gebruik van
filmpjes bij de uitleg van een ingewikkelde ingreep, zodat de
patiënt meer inzicht krijgt in wat er gaat gebeuren.’
Gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders is prima, maar
ik wil zelf bepalen tussen wie
‘Ik hecht sterk aan privacy. Maar dat is wel afhankelijk van de
context waarin het gebruikt wordt. Ik ben een voorstander van
open kanalen. Als ik een arts snel even per mail wil raadplegen,
dan vind ik privacy niet zo belangrijk. Dan wil ik dat zo simpel en
snel mogelijk kunnen doen. Ik heb toestemming gegeven voor de
uitwisseling van mijn Elektronisch Patiëntendossier (EPD) tussen
apotheek, huisarts en specialist. Hierbij verwacht ik wel dat dit op
een veilige manier gebeurt en zou het een kwalijke zaak vinden als
dat niet zo is. Ook wil ik zelf kunnen bepalen welke zorgaanbieders
hier inzage in krijgen. Een Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD)
heb ik nog niet. Ik heb al sinds enkele jaren mijn medische
gegevens ergens online staan, zodat deze in geval van nood
geraadpleegd kunnen worden. Ik reisde zakelijk vaak naar de VS
en alle medische gegevens pasten niet op een medische info-
medaille. Maar ik weet eerlijk gezegd niet zo goed wat de ins en
outs zijn van een PGD zoals dat in de maak is, waar je het voor kan
gebruiken en wat nou precies het verschil is met het EPD.’
Hans Andriese is gepensioneerd management consultant. Hij reisde als zelfstandig adviseur veel in binnen- en buitenland.
Hans is diabetespatiënt en zorgde geruime tijd voor zijn vrouw als mantelzorger. Sinds twee jaar is hij actief bij Cliëntenbelang
Amsterdam en is bestuurslid van de cliëntenraad van GAZO.
‘Zelfmeting is mooi, maar moet wel opvolging vinden in de zorg’
26 27
Hans AndrieseGepensioneerd management consultant en ervaringsdeskundige
‘Er zijn allerlei apps om zelf dingen mee te meten, maar die moet je vervolgens wel
naar je arts kunnen mailen’
Zelf meten en bijhouden van gegevens over:Lichamelijke activiteit
2014 2015
12%
19%
Doktersbezoeken en/of behandelingen
2014 2015
3%7%
n=682-689
In Gesprek MetIn Gesprek Met
Een mondige patiënt die meer meedenkt dwingt de
professional om anders te denken
Wouter: ‘Ik denk dat inzage hebben in je eigen medische
gegevens als patiënt één van de belangrijkste voorwaarden is voor
eigen regie en zelfmanagement. Je moet voldoende informatie
hebben als patiënt, om vanuit een meer gelijkwaardige positie in
gesprek te gaan met de zorgverleners over wat je wilt en wat er
mogelijk is. Als professionals moeten we zo dapper zijn om die
stap te maken. Als ik kijk naar de huisartsen, dan ervaren die hierin
allerlei drempels. Ze zijn bang dat patiënten hier niet goed mee om
kunnen gaan, ze zijn bang voor kritiek en klachten en vrezen dat
het extra werk genereert. Ook beveiliging is natuurlijk een issue.
Ervaringen elders en beschikbaar onderzoek leren dat dit allemaal
meevalt en onze eerste ervaringen laten zien dat we vooral
positieve reacties krijgen. Als we die stap maken en patiënten
worden mondiger en gaan meer meedenken, worden we wel
gedwongen om anders te gaan denken en werken.’
Karify stelt patiënt in staat om proactief met zijn gezondheid
aan de slag te gaan
Ingrid: ‘We werken inmiddels bij alle locaties met Karify. Op dit
moment is binnen Karify online behandeling mogelijk door de
praktijkondersteuner huisarts GGZ en kunnen patiënten via dit
platform afspraken maken. Er zitten inmiddels acht online GGZ
eHealth modules in Karify, zoals somberheid, mindfulness en
angstproblematiek. Op één locatie kunnen de patiënten nu via
Karify een e-consult of een herhaalrecept aanvragen. Binnenkort
zal dit op alle locaties mogelijk zijn. Onze ambitie is Karify te
ontwikkelen tot een Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD), waarin
de patiënt zijn gegevens beheert en bepaalt wie toegang krijgt.’
Uitbreiding Karify
Wouter: ‘We onderzoeken samen met de GGD de mogelijkheid
van een koppeling van Karify met de groei-app. Maar
vooral werken we hard aan de koppeling met ons Huisarts
Informatiseringsysteem (HIS) om het voor onze patiënten mogelijk
te maken hun eigen huisartsendossier in te zien. Onze HIS-
leverancier moet daarvoor nog wel de nodige stappen zetten.
Naar mijn mening moet je als HIS-leverancier anno 2016 deze
koppeling mogelijk gaan maken.’
Van Ziekte en Zorg naar Gezondheid en Gedrag
Marijke: ‘Preventie speelt een grote rol in het behouden van de
eigen regie en zelfmanagement. We merken echter dat mensen
vaak moeilijk te motiveren zijn tot een echte gedragsverandering,
gericht op gezonder leven. Daarom zijn we met behulp van Big
Move gestart met de aanpak ‘van ziekte en zorg naar gezondheid
en gedrag’. Dit betekent dat professionals geschoold worden om
op een andere manier het gesprek aan te gaan met de patiënt.
Het gaat hierbij om een uitgebreider, open gesprek, waarin onder
andere besproken wordt wat iemands achtergrond is, waar hij
woont, wat voor werk hij doet en hoe zijn netwerk eruit ziet.
Het idee is dat in deze informatie handvatten gevonden worden,
waarmee iemand zelf gemotiveerd wordt om in beweging te
komen.’
In gesprek met drie medewerkers van de SAG: Ingrid Gerhardus, projectmanager eHealth /Karify en centrummanager
gezondheidscentrum Helmersstraat en Vlaanderen, Wouter van Weers, portefeuille ICT en Business intelligence en huisarts en
Marijke Koggel, beleidsmedewerker.
Van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag
‘Preventie speelt een grote rol in het behouden van eigen regie en
zelfmanagement’
28
Kijk naar de mogelijkheden en niet naar de
onmogelijkheden
Marijke: ‘Een mooi succesverhaal van deze aanpak is het verhaal
van een diabetes patiënt, die teveel overgewicht had, maar niet
de motivatie kon opbrengen om af te vallen. Uit de gesprekken
bleek dat hij weinig sociale contacten had, maar wel een broer
in de stad, waar hij vaker contact mee wilde hebben. Uiteindelijk
hebben de gesprekken ertoe geleid dat de patiënt een fiets kocht
en regelmatig naar zijn broer fietst om daar samen te koken en te
eten. De gesprekken helpen om samen op een creatieve manier
naar oplossingen te zoeken, niet vanuit de onmogelijkheden, maar
vanuit de mogelijkheden.‘
De aanpak kost nu meer tijd, maar levert op termijn meer op
Ingrid: ‘We hebben inmiddels op acht gezondheidscentra
praktijkondersteuners en huisartsen geschoold in deze aanpak.
De nieuwe werkwijze vraagt om het anders organiseren van
de werkzaamheden en dat geldt voor alle disciplines. Vooral
assistenten kunnen veel taken hierin doen, maar een voorwaarde
hiervoor is wel dat werkprocessen vergemakkelijkt worden. Als
we bijvoorbeeld een deel van de telefonische werkzaamheden
wegnemen, doordat cliënten zelf online afspraken maken, komt
er meer tijd vrij voor andere taken. Op termijn moet deze aanpak
natuurlijk sowieso meer tijd opleveren. Wij beginnen met het
introduceren van deze aanpak bij de gemotiveerde centra, die
weer reclame voor zichzelf maken en dan volgen anderen vanzelf.’
29
Marijke KoggelBeleidsmedewerker
Ingrid GerhardusProjectmanager eHealth/Karity en centrummanager gezondheidszorg Helmersstraat en Vlaanderen
Wouter van WeersPortefeuille ICT en Business Intelligence, huisarts
Lees verder op pag. 30
Nictiz/NIVEL 201530 31
Belemmerende factoren bij het inzetten van technologie is
onder andere de technologie zelf
Wouter: ‘Er is een zeer versnipperd landschap van automatisering
en het realiseren van koppelingen vraagt om grote investeringen
in geld, tijd en mankracht. Als we kijken naar het HIS, dan worden
daar bijvoorbeeld maar mondjesmaat technische stappen in gezet.
Verder is er natuurlijk ook nog de menselijke kant: de angst bij
patiënten en professionals over privacy en beveiliging. Bij het
inzetten van apps speelt dat het aanbod enorm is en dat je vaak
niet weet wat de goede apps zijn. Toch denk ik dat mensen met of
zonder onze bemoeienis steeds meer van alles gaan meten en deze
gegevens willen delen met hun dokter. We moeten kijken wat we
hiermee willen en of Karify hier een rol in kan hebben.’
Patiënten denken mee over de keuzes die wij maken
Ingrid: ‘Om patiënten meer te betrekken bij de keuzes die wij
hierin maken, hebben we sinds een klein jaar een cliëntenpanel.
Dit bestaat uit circa honderd mensen, waarbij we kunnen toetsen
welke kant we op moeten. Hierbij hebben we bijvoorbeeld de
aanpak van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag getoetst.
We merken wel dat we hierin als organisatie nog moeten groeien,
we moeten leren dit vaker in te zetten.’
De Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) bestaat uit 15 gezondheidscentra verspreid over Amsterdam en
biedt zorg aan meer dan 85.000 Amsterdammers. Huisartsen, doktersassistenten, praktijkondersteuners, psychologen en
paramedici werken hier samen aan een goede geïntegreerde eerstelijnszorg , ondersteund door het bedrijfsbureau.
De NCA heeft meerdere functies
Het geeft een herinnering voor medicatie inname. Dagelijks
vraagt de NCA naar de mate van misselijkheid, met behulp van
de Visual Analoge Scale (VAS), en het optreden van braken,
het misselijkheidrapport. Het misselijkheidrapport geeft de
medisch en verpleegkundig specialist informatie over de mate
van misselijkheid, braken en het gebruik van escape medicatie.
Er is een invoeroptie voor het aantal tabletten en dosering per
medicijn dat is verkregen van de apotheek. En het biedt informatie
over de chemotherapie, anti-emetica en bijwerkingen, evenals
contactgegevens van de afdeling oncologie.
Misselijkheid en braken zijn bijwerkingen waarvoor
patiënten angstig zijn
Toch nemen patiënten, ondanks mondelinge en schriftelijke
informatie, de medicijnen hiertegen vaak niet volgens voorschrift
in. Tijdens poliklinische controles kunnen patiënten niet altijd
aangeven op welke dagen na de behandeling er klachten waren
van misselijkheid en braken en wat de intensiteit van deze klachten
was. Door de NCA krijgt de behandelaar informatie, over braken,
de intensiteit van misselijkheid en het gebruik escape medicatie,
die kan worden gebruikt om de zorgverlening per patiënt te
verbeteren.
Alle informatie in één app
Door het herinneren aan inname van de medicijnen, neemt de
therapietrouw toe, waardoor minder klachten van misselijkheid
en braken ontstaan. Eén patiënt vertelde dat als ze zich ziek voelt
door de chemotherapie, ze dan op de bank ligt met een kleedje en
haar mobiele telefoon. Naar de kast lopen om de informatiemap te
pakken kost dan al veel moeite. Het is dan fijn om de informatie in
je telefoon op te zoeken.
Wat brengt de toekomst?
In de testfase zijn noodzakelijke aanpassingen naar voren
gekomen. De projectgroep kijkt of die op korte termijn gerealiseerd
kunnen worden. Momenteel omvat de NCA 5 behandelplannen,
maar er zijn echter meer dan 200 behandelcombinaties. Deze
behandelplannen worden gefaseerd ingevoerd in de NCA.
Ook wordt er nagedacht over de verdere ontwikkeling van de
NCA. De hoop is dat patiënten de NCA straks van start tot en
met het eind van hun behandeling kunnen gebruiken, voor
informatie over diagnostiek, behandeling, medicatieherinnering en
afsprakenherinnering. Zo kan uiteindelijk schriftelijke informatie tot
het verleden behoren.
De Nausea Care App voor oncologiepatiënten die chemotherapie krijgenIn het OLVG werd in 2013 de Nausea Care App (NCA) ontwikkeld: een smartphone applicatie die herinnert aan inname van
medicijnen tegen misselijkheid en braken en voorlichting geeft over bijwerkingen van chemotherapie.
Voor meer informatie over de NCA:
Melissa Sombroek,
Contactpersoon: Melissa
Sombroek van het OLVG
Mooie voorbeelden
wil graagonline inzage*
40-46%
hadonline inzage*
0-1%
Online inzage in medische gegevens door zorggebruikers:
*Bij huisarts, medisch specialist, t di hfysiotherapeut of GGZ-hulpverlener.
(n=70-550)
Elke cliënt is uniek en wil graag persoonlijke zorg
‘Wij proberen de cliënt in zijn persoonlijke context zo goed
mogelijk te ondersteunen en vinden het belangrijk dat mensen
hierbij hun eigen keuzes maken en eigen invloed ervaren. Dit
komt tot uitdrukking in de ’kleine’ keuzemogelijkheden in het
dagelijks leven, maar zeker ook in belangrijke beslissingen over
ingrijpende zaken. In de verstandelijk gehandicaptenzorg doen wij
dat bijvoorbeeld volgens de methode ‘Dat vind ik ervan’. Hierbij
kunnen cliënten op alle leefdomeinen aangeven hoe ze dingen
ingevuld willen hebben. Dit wordt vertaald naar een zorgleefplan.’
Technologie moet toegevoegde waarde bieden aan cliënt
‘Technologie kan eigen regie en zelfmanagement zeker
ondersteunen. Hiervoor zijn echter wel goede en betaalbare
oplossingen nodig, die echt toegevoegde waarde bieden aan
de cliënt. We moeten veel meer denken vanuit de toegevoegde
waarde voor de klant, dan alleen maar vanuit de technologische
oplossingen. Het gaat pas werken als wij goed aan onze klanten
weten duidelijk te maken wat ze ermee kunnen en wat het nut
ervan is.’
Als je inzicht hebt in wat er gebeurt, kun je betere zorg
bieden
‘Ik denk dat het echte verschil gaat komen als we met technologie
kunnen zorgen dat mensen zich thuis veiliger voelen en we
betere zorg kunnen leveren doordat we inzicht hebben in
leefstijlpatronen, omdat we iemand 7x24 uur kunnen volgen.
Als we met behulp van sensoren bijvoorbeeld inzicht krijgen
in het slaappatroon van een cliënt, dan kunnen we daar de
slaapmedicatie op aanpassen, zodat de cliënt weer slaapt. Als
je inzicht hebt in wat er gebeurt, dan kun je betere zorg en
ondersteuning bieden. Daarom zijn we met technologiepartijen
bezig om slimme sensortechniek te ontwikkelen, die deze
gedigitaliseerde data gaan leveren.’
We gebruiken al verschillende technologische toepassingen
‘Een mooie technologische oplossing vind ik Familienet, dat we
gebruiken bij onze cliënten in de Verpleging & Verzorging. Dit
is een veilige pagina, waarop zowel zorgverleners als cliënten,
hun familie en mantelzorgers berichten, foto’s, documenten en
een agenda kunnen delen. Op deze manier houden we contact
met de familie en mantelzorgers en houden ze betrokken bij het
dagelijks leven van de cliënt. Zo kunnen we laten zien wat er die
dag is gedaan, maar ook bijvoorbeeld heel praktisch doorgeven
dat de shampoo op is. Andere voorbeelden zijn de ‘Tem-stem app’
voor GGZ-cliënten die stemmen horen, de GPS-tracker, waarmee
cliënten met een beperking zelfstandig reizen met het openbaar
vervoer en de ‘Triage app’.
Wat wil de cliënt en wat bestaat er al
‘We hebben ook een pilot gedaan met Quli, onder cliënten
met een licht verstandelijke beperking. Quli is een veilig social
media-platform, met de mogelijkheid tot een persoonlijk
gezondheidsdossier (PGD) en het gebruik van verschillende Apps.
Tijdens de pilot bleek dat deze cliënten geen apart programma
wilden gebruiken, dit vonden ze te stigmatiserend. Ze wilden
liever gewoon via een WhatsApp-groep communiceren met
elkaar en zorgverleners. Dit moet natuurlijk wel veilig gebeuren,
dus we hebben hiervoor richtlijnen opgesteld voor cliënten en
medewerkers. Kortom, we proberen bij Cordaan dus echt goed te
kijken naar wat wil de cliënt en daarbij zoveel mogelijk gebruik te
maken van bestaande consumententechnologie.’
In gesprek met Ellen Maat, directeur Strategie, Kwaliteit en Innovatie bij Cordaan.
‘Kijk goed naar wat de cliënt wil en maak zoveel mogelijk gebruik van consumententechnologie’
32 33
Ellen MaatDirecteur Strategie, Kwaliteit en Innovatie bij Cordaan
In Gesprek Met
35
Mensen moeten het gevoel hebben dat ze zelf sturen in het
zorgproces
‘Mensen in hun kracht zetten en ze met raad en daad hierbij
ondersteunen, is speerpunt nummer één bij het Zilveren Kruis. Het
is van belang hierbij goed te kijken naar wat de cliënt wil, wat hij
daarin zelf kan en waar hij ondersteuning van anderen nodig heeft.
Vooral bij mensen met een complexere zorgvraag. Dit is ook een
zoektocht naar de motivatie van mensen, naar de mogelijkheden
waarover ze beschikken om zaken te kunnen begrijpen en of ze
überhaupt lichamelijk in staat zijn het te kunnen. Als je hiervoor
aandacht hebt, neemt de motivatie van mensen toe en kunnen zij
meer. Eigen regie moet je zeker stimuleren. Dit kost op de korte
termijn meer tijd en energie, maar op de lange termijn neemt het
zelf oplossend vermogen toe.’
Er is meer onderzoek nodig naar de effecten van deze
ontwikkeling
‘Er wordt naar mijn idee te weinig onderzoek gedaan naar wat
ervoor nodig is om tot meer eigen regie en zelfmanagement te
komen. En wat de effecten zijn van deze ontwikkeling? Wat zijn
de plussen en minnen van de participatiesamenleving? Het is
logisch dat cliëntenorganisaties en burgerinitiatieven hierin de lead
nemen. Zij weten als geen ander wat er nodig is om de burger
een goed gevoel te geven bij deze ontwikkelingen. En wat ervoor
zorgt dat de burger het prettig vindt om binnen zijn mogelijkheden
de eigen regie te pakken. De andere partijen moeten hier op
aansluiten. Op deze manier werk je vraaggericht en niet vanuit
het aanbod en wordt het niet teveel opgelegd. Dit lijken mij
ook mooie onderzoeksvragen voor de Leerstoel Grote Stad en
Gezondheidszorg.’
Technologie ondersteunt meer eigen regie, maar preventie is
minstens zo belangrijk
‘Technologie speelt een belangrijke rol in het proces van meer
eigen regie en zelfstandigheid. Daarom ondersteunen wij
initiatieven die wij relevant vinden. Dit doen we door dit uit te
dragen, en daar waar relevant ook mee te financieren. Maar ook
door andere partijen te stimuleren hier energie en geld in te steken,
zoals bij het initiatief zelfzorgondersteund.nl. Maar wat minstens
zo belangrijk is, is dat je echt een duurzame gedragsverandering
gericht op gezonder leven weet te bewerkstelligen bij de burger.
Hoe kunnen wij burgers inspireren eigen verantwoordelijkheid te
nemen voor gezondere leefstijl, met gezondere voeding en meer
bewegen? Dit moet leiden tot meer vermogen om zelf te bepalen
hoe je zaken regelt. Hierbij moet zeker aandacht zijn voor hoe
je burgers ondersteund met adviezen en hoe zij zaken het best
kunnen uitvoeren.’
Wij stimuleren innovatieve oplossingen
‘Vanuit ons SAG Innovatiefonds stimuleren we innovatieve
toepassingen. We stimuleren bijvoorbeeld apps, zoals de zelfmeet
apps voor diabetici of de triage-app ‘moet ik naar de dokter’. Ook
nemen we deel aan Zelfzorg Ondersteund, dat ondersteunde
zelfzorg realiseert door krachtenbundeling van vertegenwoordigers
van patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. In Nijkerk
ondersteunen we de ontwikkeling van een PGD (Persoonlijk
Gezondheidsdossier) Ook zijn we betrokken bij de ontwikkeling
van Health Communicator (zie pag. 11).’
In gesprek met Jeroen Crasborn, Senior Adviseur Zorgstrategie Zilveren Kruis
‘Er is meer onderzoek nodig naar de effecten van de participatiesamenleving’
34
Ik geloof sterk in de dynamiek van de ‘toegevoegde waarde
creatie’ markt
‘Ik denk dat de versnelling in innovatie en technologie vanuit
de markt gaat komen. De vraag, maar vooral ook de positie van
de burger is belangrijk en wordt steeds sterker. Ondernemers
springen hier op in. Uiteindelijk hangt de kans van slagen van
een innovatie en beleidsverandering vooral samen met de waarde
die het heeft voor de gebruiker. Ik denk dat we dit niet teveel
moeten willen sturen. Wel moet je daar waar nodig streven naar
standaardisatie, zoals bij de ontwikkelingen van een landelijk eisen
pakket rondom het PGD. Als er nu PGD’s ontwikkeld worden,
is het van belang dat ze gemakkelijk kunnen aansluiten op de
systemen van ziekenhuizen, huisartsen, apotheken, LSP en andere
systemen. Maar ook toegankelijk zijn voor nieuwe relevante apps
en zaken die de burger relevant vindt om in haar PGD opgenomen
te zien. Ook op het gebied van veiligheid en privacy moeten
landelijke eisen gesteld worden. Kortom, als open deur, maar je
kunt het niet genoeg benadrukken: als je de gebruiker centraal
stelt bij gewenste ontwikkelingen, dan is een gebruikersgerichte
gezondheidszorg en samenleving een realistisch perspectief.’
Jeroen CrasbornSenior Adviseur Zorgstrategie Zilveren Kruis
35
In Gesprek Met
‘Duurzame gedragsverandering naar gezonder leven minstens zo belangrijk’
Pieter Jeekel van Zelfzorg Ondersteund:
Samen zelfmanagement succesvol en op grote schaal realiseren.
Dat is het hoofddoel van de coöperatie Zelfzorg Ondersteund,
een uniek gezamenlijk initiatief van patiënten en consumenten
(DVN, Longfonds, Hart Vaatgroep, NPCF), zorgverleners (NHG,
InEEN, LHV, NDF) en zorgverzekeraars (CZ, Zilveren Kruis,
VGZ, Menzis, De Friesland, ONVZ). Zelfzorg Ondersteund
doet dat door patiënten te stimuleren en te ondersteunen
en helpt zorggroepen, huisartsen en praktijkondersteuners
met hun implementatie door middel van kennisdeling, tools,
implementatie begeleiding en indien nodig financiële middelen.
Voor meer informatie zie www.zelfzorgondersteund.nl
36
Expeditie-SlimThuis geeft uitleg en informatie over
eHealth, mHealth en domotica
De Expeditie is er voor ouderen die veilig en comfortabel thuis
willen blijven wonen, hun mantelzorgers, en voor mensen met
een chronische ziekte of beperking. Om de informatieverschaffing
zo laagdrempelig mogelijk te maken, organiseert de Expeditie-
SlimThuis bijeenkomsten in de eigen omgeving van de doelgroep.
De initiatiefnemers organiseren ook expeditie-workshops voor
zorgprofessionals. In alle gevallen reist ook altijd de SlimoTheek
mee. Hier kunnen expeditiebezoekers ter plekke zorginnovaties
en slimme apparaten of diensten voor huis, tuin, keuken en zorg
uitproberen.
Onbekend maakt onbemind
Nog steeds weten veel senioren, hun mantelzorgers en andere
burgers niet wat technologie voor hen kan betekenen. Dat het hen
kan ondersteunen in hun thuissituatie. En dat geldt in veel gevallen
ook nog steeds voor zorgprofessionals. Als deze laatsten weten
wat er op het gebied van zorgtechnologie, domotica en innovatie
op de markt is, kunnen zij hun cliënten en mantelzorgers beter
ondersteunen bij de eventuele aanschaf van slimme middelen.
Vaak ogen de slimme producten te technisch (ingewikkeld), te
modern (gadget) of zijn ze juist te stigmatiserend. Redenen dat de
ontwikkelaars hun klanten niet echt kunnen bereiken.
Met de Expeditie-SlimThuis en de SlimoTheek worden
drempels geslecht
De Expeditie-SlimThuis en de SlimoTheek laat mensen ontdekken
en ervaren welke slimme technologische hulpmiddelen mogelijk
iets voor hen kunnen betekenen. Tijdens een expeditie-bijeenkomst
wordt uitgelegd wat domotica is en kunnen mensen zelf zien hoe
het is om zittend in een stoel het licht aan te doen, de verwarming
lager of hoger te zetten of de voordeur te openen. Dat je met
beeldbellen de ander gelijk op je computerscherm of tablet ziet,
maakt het fenomeen zorg-op-afstand een stuk begrijpelijker
Expeditie-SlimThuis komt naar je toeWie meer weet over slimme middelen, over eHealth en Domotica en zelf die producten heeft uitgeprobeerd, kan beter bepalen
of hij ze wil gebruiken. Dát is wat Expeditie-SlimThuis en de SlimoTheek mogelijk maken.
Voor meer informatie op:
www.expeditie-slimthuis.nl
Contactpersoon: Marianne
Schenderling van
Expeditie-SlimThuis
De Expeditie-SlimThuis bezocht mevrouw Smit en haar
kinderen. Zij wilden weten hoe persoonsalarmering
werkt en wat beeldbellen precies is. Mevrouw Smit was
verrast over de persoonsalarmering: ‘Veel gewoner dan
die grijze ketting met rode alarmknop en ’t mooie is je
kunt er mee naar buiten, wel zo handig!’ Mevrouw Smit
kreeg voor kerst van haar kinderen een tablet. Daarmee
leest ze nu online het nieuws, doet ze spelletjes en
kan ze beeldbellen met haar kleindochter in Amerika.
Thuiszorg heeft ze nog niet nodig, maar er staat wel
alvast een app op de tablet.
37
Mooie voorbeelden
38 3939
Inzicht in hoeveelheid en intensiviteit van bewegen
Sensortechnologie maakt, met behulp van sensoren, inzichtelijk
hoe actief iemand is tijdens de revalidatieperiode en welke
activiteiten worden uitgevoerd. Met behulp van een draagbare
sensor op de heup wordt de hoeveelheid en intensiteit
van bewegen gemeten gedurende de dag. Na ontslag uit
de zorginstelling worden in de thuissituatie van de cliënt
omgevingssensoren geplaatst. Deze sensoren geven meer
informatie over de activiteiten van het dagelijks leven. Het dagelijks
functioneren van de cliënt in de thuissituatie is door gebruik van
beide sensoren makkelijker in kaart te brengen. De gegevens
afkomstig van de sensoren zijn in te zien door de therapeut via
een beveiligde website. De therapeut bekijkt samen met de cliënt
minimaal één keer per week de gegevens.
Revalideren gebeurt in toenemende mate thuis
Ouderen (65+) gaan steeds eerder na een heupfractuur-operatie
naar huis, waarbij het revalidatietraject vanuit multi-professionele
zorg (ergotherapie, fysiotherapie en oefentherapie) in toenemende
mate in de thuissituatie wordt uitgevoerd. Therapeuten geven aan
dat de effectiviteit van de behandeling vaak te wensen over laat.
Dit komt omdat ze niet direct zicht hebben op de hoeveelheid
bewegingsactiviteiten door de cliënt in de thuissituatie.
Meer inzicht leidt tot actievere rol cliënt in
revalidatieproces
Voor cliënten is het vaak lastig om te benoemen welke
activiteiten en hoeveel activiteiten zij doen op een dag en hoe
intens hun inspanning is. Dankzij de sensorinformatie heeft de
cliënt meer zicht op zijn eigen activiteitenniveau en kan hij een
actievere rol nemen in het revalidatieproces. Dit ondersteunt
zijn zelfmanagement. Daarnaast helpt de sensortechnologie de
therapeut om beter in te schatten of doelen haalbaar zijn en of
behandelafspraken effect hebben in het dagelijks functioneren van
de cliënt. De sensorinformatie kan de dialoog tussen de cliënt en
therapeut faciliteren om de cliënt te motiveren en te coachen.
Wat brengt de toekomst?
Een eerste versie van het systeem wordt op dit moment getest
in een pilot met therapeuten en cliënten van de deelnemende
zorgorganisaties. Samen met de therapeuten wordt dit systeem
geëvalueerd. Ook wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een
applicatie voor de cliënten, zodat deze zelf zijn gegevens kan
inzien en beheren. De toevoeging van de cliëntenapplicatie zal nog
meer bijdragen aan het zelfmanagement van de cliënt.
Hipper: Revalideren met sensoren na een heupfractuur; In het onderzoeksproject ‘Hipper’ ontwikkelen onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam samen met therapeuten en
cliënten van Cordaan, Vivium, Zonnehuisgroep Amstelland en Zorgcirkel een nieuw behandelprotocol met sensortechnologie
dat toepasbaar is in de revalidatie.
Meer informatie over dit
onderzoek:
Pascal Wiggers,
Contactpersoon: Marleen Post,
Robbert Kruijne en Margriet Pol van
de Hogeschool van Amsterdam
‘Ik heb meer rust nu ik weet dat ik kan zien waar hij is als
hij naar de dagbesteding gaat’
Een dwaalincident is heel stressvol voor cliënt en mantelzorger.
Het leidt tot zorgen bij partner en familie wanneer de persoon met
dementie van huis is en heeft vaak als gevolg dat iemand eerder
wordt opgenomen dan wenselijk is. Een GPS tracker zorgt ervoor
dat mensen met dementie langer zelfstandig erop uit kunnen,
voor een wandeling, even naar de supermarkt of bijvoorbeeld de
post halen. Wanneer het toch misgaat, kan de mantelzorger of de
zorgverlener deze persoon eenvoudig terugvinden met behulp van
het online portaal op de mobiele telefoon, tablet of computer. Dit
zorgt voor veel meer rust bij alle betrokkenen.
‘Kunnen jullie haar uitleggen waarom zij de GPS tracker
mee moet nemen?’
Tijdens de pilot bleek dat met name begeleiding bij de introductie
van de GPS tracker bij de persoon met dementie van belang is. In
dit stukje wordt de persoon met dementie geconfronteerd met zijn
of haar beperkingen. Dit ligt meestal heel gevoelig en is moeilijk
voor de familie om te doen. Ook het gebruik van de online portal
door de mantelzorger is niet altijd even makkelijk. Het is fijn als
hier uitleg over gegeven wordt.
Lage kosten en goede begeleiding nemen drempels weg
Inmiddels kunnen mensen bij dwaalgedrag voor €20 per maand
gebruik te maken van de GPS tracker. Deze wordt in bruikleen
gegeven en men kan gebruik maken van de online portaal. Door
deze lage kosten, de begeleiding bij introductie en de extra uitleg
aan de mantelzorger over het gebruik, worden drempels voor
gebruik weggenomen.
Wat brengt de toekomst?
Michael Haan, Stichting Mantelzorg en Dementie: ‘We gaat
het project de komende maanden meer continuïteit geven, door
ons te richten op het informeren van verwijzers (professionals
die veelvuldig in contact komen met mensen met dementie in de
thuissituatie). Op deze manier kan de GPS toepassing eerder en
efficiënter worden ingezet.’
Dwaalgedrag van mensen met dementie beter beheersbaar met GPS tracker In 2015 onderzocht de Stichting Mantelzorg en Dementie in een pilot hoe GPS toepassingen bij dementie het beste kunnen
worden ingezet. Van het hele praktische, hoe zorg je ervoor dat iemand de GPS tracker meeneemt tot hoe introduceer je de
GPS tracker bij iemand met dementie.
Meer informatie op:
stichtingmantelzorgendementie.nl
Contactpersoon: Michael Haan
van Stichting Mantelzorg &
Dementie ([email protected])
Mooie voorbeeldenMooie voorbeelden
Kansen en mogelijkheden om regie te vergroten
‘Technologische ondersteuning moet gericht zijn op het vergroten
van de eigen kracht van de cliënt. Het dient de cliënt handvatten
te geven om zich te versterken in zijn positie en om keuzes en
beslissingen te kunnen maken in de zorg en ondersteuning die hij
of zij wil krijgen. Technologie kan ook de naasten en de hulpver-
leners van de cliënt ondersteunen, wat het netwerk van de cliënt
verstevigt.’
Cliëntenparticipatie is onontbeerlijk
‘De praktijk wijst uit dat bij het ontwikkelen van technologische
toepassingen in de zorg de nadruk nog te vaak ligt op de tech-
nologie, in plaats van op de betrokkenheid van de cliënt. Cliën-
tenbelang Amsterdam speelt, in samenspraak met patiëntenorga-
nisaties, een belangrijke rol in het betrekken van de cliënt bij de
ontwikkeling en implementatie van technologische toepassingen.
Wij doen dit, omdat een actieve inbreng van cliënten en patiënten
noodzakelijk is om de kwaliteit vanuit het cliëntenperspectief te
garanderen. Zo wordt het uiteindelijke product beter op de wensen
en behoeften afgestemd.’
Cliëntenpanel test en denkt mee
‘Wij doen dit onder andere met behulp van een cliëntenpanel,
waar mensen uit verschillende cliëntgroepen, belangenbehartigers
en ervaringsdeskundigen aan deelnemen. Zij testen bijvoorbeeld
het gebruik van apps en websites op gebied van gebruikersvrien-
delijkheid, toegankelijkheid en de meerwaarde voor de cliënt.
Voorbeelden hiervan zijn Health Communicator, de Tablet-app en
Bewegen.tv. Ook zijn wij betrokken bij projecten gericht op laag-
geletterden. Zo werkt ons cliëntenpanel onder andere mee aan het
ontwikkelen van iconen bij het gebruik van medicijnen.’
Samenwerking met andere partijen
‘Met de gemeente Amsterdam kijken we via een zogeheten
burgertafel hoe informatie over het sociale domein via de digitale
weg (portals) goed bij alle burgers en cliënten terechtkomt. Dus
makkelijk te vinden is en vooral ook goed te begrijpen is. Ook
moeten burgers er makkelijk met vragen terecht kunnen. Verder
werken wij samen met patiëntenverenigingen, zoals bijvoorbeeld
het Longfonds rayon Amsterdam, de Hart en Vaatgroep en Her-
senletselvereniging Noord-Holland. We brengen ontwikkelaars met
hen in gesprek en laten producten evalueren of onderzoeken op
cliënttevredenheid. Hoe waarderen zij deze vorm van digitale zorg?
Welke verbeteringen zijn nodig of wenselijk?’
E-learning voor voeren Keukentafelgesprek
‘Cliëntenbelang Amsterdam gaat in samenspraak met het cliën-
tenpanel een E-learning ontwikkelen, gericht op het voeren van
een keukentafelgesprek. Deze E-learning wordt zowel met tekst
in begrijpelijke taal als met een filmpje ondersteund. Het doel van
deze E-learning is burgers beter voorbereiden op het keukenta-
felgesprek, zodat ze weten wat ze kunnen verwachten en wat de
status en het doel van dit gesprek is. Als ze beter zijn voorbereid en
meer informatie hebben, kunnen ze beter zelf de regie pakken in
dit gesprek. Door het aan te bieden als E-learning denken wij een
groter deel van onze cliëntgroepen te kunnen bereiken.’
Technologie heeft pas meerwaarde als het aansluit op de
wens en behoefte van de cliënt
‘Technologie moet een bijdrage leveren aan het informeren en
ondersteunen van cliënten bij hun hulp- en ondersteuningsvraag
en aansluiten bij de wens en behoefte van de cliënt. Een ander
belangrijk punt is de beveiliging van persoonsgegevens. Die moet
‘Technologische ondersteuning vanuit het perspectief van de cliënt!’In gesprek met Herman Klein Tiessink, senior Beleidsmedewerker Zorg bij Cliëntenbelang Amsterdam.
40
Herman Klein TiessinkSenior Beleidsmedewerker Zorg bij Cliëntenbelang Amsterdam
In Gesprek Met
goed zijn. Zolang dit niet het geval is en er twijfels bestaan, maken
veel cliënten geen gebruik van bepaalde toepassingen. Daarom
is het belangrijk om cliënten goed te informeren over hoe hun
gegevens worden beschermd. Cliëntenbelang Amsterdam doet dit
vanuit de collectieve belangenbehartiging, door in te brengen dat
het belangrijk is dat cliënten geïnformeerd worden om afspraken
te maken met bijvoorbeeld zorgverleners, vrienden of familie over
het meekijken of meelezen of het bieden van hulp bij het gebruik
van technologische toepassingen. En heel belangrijk: technologie
mag niet in de plaats komen van het persoonlijk contact! Dit is de
angst die leeft bij veel cliënten. Duidelijk moet zijn dat digitale zorg
een vorm van ondersteuning is náást het persoonlijk contact.’
41
kgHoe gaat het met u?
Nou, uhm..: deze week 45 uurgeslapen, 28078 stappen gezet,
0.65kg aangekomen en m’n bloeddruk stijgt wanneer ik
naar de wc moet.
Sorteer voor op toenemend belang
Wat kan de zorgverlener met de
metingen? Maak
informatie-uitwisseling tussen zorggebruiker en zorgverlener makkelijker.
Nictiz/NIVEL 2015
43
Eigen regie betekent anders denken en (be)handelen
‘Dat eigen regie en zelfmanagement verschilt per persoon en per
situatie, blijkt duidelijk uit de interviews in dit nummer. En eigen
regie moet van twee kanten komen. Een paar citaten: ‘eigen regie
is vooral tweerichtingsverkeer in het contact tussen burger en
zorgverlener’; ‘patiënt en zorgverlener moeten meer gelijkwaardig
met elkaar de zoektocht aangaan’ en ‘eigen regie vraagt om het
lef om de cliënt het zelf uit te laten vinden’. Eigen regie vraagt om
een andere mindset en anders (be)handelen en dat moeten zowel
burgers als zorgverleners leren. Al doende in de praktijk en in
cursussen en opleidingen.’
Toepassing technologische middelen gaat niet vanzelf
‘De inzet van technologische middelen speelt een belangrijke rol bij
het versterken van de eigen regie en het verbeteren van zorg. Dit
themanummer maakt duidelijk dat technologische ondersteuning
heel veel omvat: zelfmeetapparatuur, gezondheidsapps, domotica,
Persoonlijk Gezondheids Dossier, blended care en beeldbellen,
om maar een aantal voorbeelden te noemen. En de toepassing
van al deze technologie gaat lang niet altijd vanzelf. Er zijn nog
veel drempels. Zo leeft bij burgers onder andere de angst voor
het onbekende, voor het verdwijnen van de ‘warme’ zorg en voor
privacyschending van medische gegevens. Bij zorgverleners is er
onder andere gebrek aan kennis en ervaring en leeft er ook angst
voor extra werk, kritiek en klachten en voor privacyschending. Ook
hier is ondersteuning, begeleiding en scholing van de burger en de
zorgverlener nodig’.
De versnelling in techniek en innovatie gaat vanuit de
burger komen
‘Uit de interviews komt ook duidelijk naar voren dat burgers
goed geïnformeerde, mondige klanten zijn, met een steeds
sterkere vraag, waar de markt op inspringt. Duidelijke signalen
die gegeven worden zijn dan ook: inzetten van technologische
middelen moet je gewoon gaan doen en al doende leren; als je
wilt dat het gebruikt wordt en toegevoegde waarde heeft, betrek
de burger erbij en sluit vooral zoveel mogelijk aan bij al bestaande
consumententechnologie.’
Nieuwe programmalijn ICT, innovatie en eHealth bij
SIGRA
‘De zorg anno nu is dus onlosmakelijk verbonden met de inzet van
ICT en technologische middelen en dat zal alleen maar toenemen.
Met de integratie van SIGRA en EZDA, begin 2015, is de expertise
van SIGRA verbreed met kennis en ervaring op het gebied van ICT
en eHealth. Het Programma ICT, innovatie en eHealth richt zich
op elektronische informatie-uitwisseling tussen zorgaanbieders
onderling en met de patiënt/cliënt, en de daarvoor noodzakelijke
standaardisatie. En daarnaast op de inzet van andere digitale
toepassingen en technologische middelen, om de kwaliteit van
(zelf)zorg te verbeteren en de (informatie)positie van de burger
te versterken. Mooie voorbeelden van onderwerpen die al
opgepakt zijn binnen SIGRA zijn: zoeken naar veilige oplossingen
voor beeldbellen, kennisdeling rond innovaties bij de zorg voor
dementerenden en een verkennende bijeenkomst over Persoonlijke
Gezondheidsdossiers.’
‘Optimale inzet van technologische middelen voor ondersteuning burger bij eigen regie. Dat is een speerpunt van programma ICT, innovatie en eHealth van SIGRA’In gesprek met Jeroen Straatman, manager ICT, innovatie en eHealth bij SIGRA
42
Kennis delen en verbinden
‘ SIGRA richt zich op het delen van kennis en ervaring en het op
de agenda zetten en houden van het onderwerp ‘de burger aan
de knoppen’ binnen onze netwerken. In april 2015 organiseerde
SIGRA het goed bezochte seminar De burger aan de knoppen.
Dit onderwerp is verder uitgediept in dit themanummer en in
september geven we hier weer een vervolg aan in het ICT-seminar
van 2016. In de Zorg2025 bijeenkomsten, die we samen met de
Rabobank Amsterdam, Amsterdam Economic Board en de Kamer
van Koophandel organiseren, proberen we bruggen te slaan tussen
zorgprofessionals, bestuurders en innovatieve ondernemers. Daar
worden vier keer per jaar nieuwe toepassingen gepresenteerd en
er wordt gesproken over implementatiestrategieën, living labs
en manieren om tot opschaling te komen. In december 2015
was het thema ‘Innovaties voor kwetsbare Amsterdammers’.
Met Cliëntenbelang Amsterdam denken we na over hoe we de
cliënt meer actief kunnen betrekken bij dit onderwerp. En met
de gemeente Amsterdam en Zilveren Kruis werken we aan een
gezamenlijke visie op zorg, digitale informatie-uitwisseling en inzet
van technologische middelen, waarin ‘de burger aan de knoppen’
ook een centraal thema vormt. Het is duidelijk dat dit thema
leeft. Onze inzet is er op gericht om alle betrokkenen te helpen er
dagelijkse praktijk van te maken.’
Weet u als lezer nog andere aandachtspunten/knelpunten binnen
dit thema, waar actie op nodig is en waar SIGRA een rol in kan
spelen, laat het ons dan weten!
43
In Gesprek Met
‘Onze inzet is er op gericht om van de burger aan de knoppen dagelijkse
praktijk te maken’
Jeroen StraatmanManager ICT, innovatie en eHealth bij SIGRA
OPROEP!
44
Samen Gezond inGroot Amsterdam,
Zaanstreek-Waterland &Noord-Holland Noord
© SIGRA 2016 • www.sigra.nl