de Bijenstal

32
1 Bestuur Arthur Ohm (voorzitter) Daalhuizerweg 6 6881 NZ Velp 026-3635697 Henk Hoge (secretaris) Roodwilligen 125 6903 TC Zevenaar 0316-529919 [email protected] Mart Coemans (penningmeester) Obrechtstraat 60 6815 BS Arnhem 026-4451195 Banknummer 31.20.687 t.n.v. Imkersvereniging Arnhem - Velp e.o. te Arnhem Lotty van den Bosch (pr en voorlichting) Beatrixlaan 6 6991 XN Rheden 026-4955231 06-15823804 e-mail: [email protected] Paul van den Beld Heideweg 16 6823 JV Arnhem 026-3516610 Herman Radstake Oldorphof 11 6835 BA Arnhem 06-36196269 Redactie Marcel Simon 026-4425514 email: [email protected] Bart Riggeling 026-3620915 e-mail: [email protected] Lotty van den Bosch 06-15823804 e-mail: [email protected] Stalcommissie Stal Op Heuven Marcel Simon (voorzitter) Klaas Poppinga Bart Riggeling Rieks Holtjer Rik Nieuwhof Stal Openlucht Museum Mart Coemans 026-4451195 Buiten Stallen Leen van ‘t Leven 026-4462588 Bijentuin Angelenstein Erik Dubelaar 026-3645025 Honingdepot De Heurne Pim Kempe Schietbergseweg 22 6991 JD Rheden Tel: 026 4955350 Contactpersoon bijen- ziekten Mart Coemans 026-4451195 ”de bijenstal” Kontaktblad van de imkersvereniging ARNHEM -VELP EN OMSTREKEN Verschijnt 4x per jaar 37ste jaargang nummer 4 DECEMBER 2012 026-4425514 026-4952164 026-3620915 026-3615500 026-8480570

description

Uitgave: December 2012

Transcript of de Bijenstal

Page 1: de Bijenstal

1

BestuurArthur Ohm (voorzitter)Daalhuizerweg 6 6881 NZ Velp 026-3635697

Henk Hoge (secretaris)Roodwilligen 125 6903 TC Zevenaar0316-529919 [email protected]

Mart Coemans (penningmeester)Obrechtstraat 60 6815 BS Arnhem 026-4451195 Banknummer 31.20.687 t.n.v. Imkersvereniging Arnhem - Velp e.o. te Arnhem

Lotty van den Bosch (pr en voorlichting) Beatrixlaan 6 6991 XN Rheden026-4955231 06-15823804e-mail: [email protected]

Paul van den BeldHeideweg 16 6823 JV Arnhem026-3516610

Herman RadstakeOldorphof 11 6835 BA Arnhem06-36196269

RedactieMarcel Simon 026-4425514email: [email protected]

Bart Riggeling 026-3620915e-mail: [email protected]

Lotty van den Bosch 06-15823804e-mail: [email protected]

StalcommissieStal Op Heuven

Marcel Simon (voorzitter) Klaas Poppinga Bart Riggeling Rieks Holtjer Rik Nieuwhof

Stal Openlucht MuseumMart Coemans 026-4451195

Buiten StallenLeen van ‘t Leven 026-4462588

Bijentuin AngelensteinErik Dubelaar 026-3645025

Honingdepot De HeurnePim KempeSchietbergseweg 22 6991 JD RhedenTel: 026 4955350

Contactpersoon bijen-ziekten

Mart Coemans 026-4451195

”de bijenstal”Kontaktblad van de imkersvereniging ARNHEM -VELP EN OMSTREKENVerschijnt 4x per jaar 37ste jaargang nummer 4 DECEMBER 2012

026-4425514026-4952164026-3620915026-3615500026-8480570

Page 2: de Bijenstal

2

In dit nummer.

Van de bestuurstafel. 3/4/5 Hobbyimker met 1000 bijenvolken. 6/7/8De eerste klap....... 9Bijenexpositie: een bijzonder gebouwtje in het OLM. 10/11Rapport pesticiden. 12/13“Interview met Lotty”. 13Symposium Groen en Gezondheid. 14/15Gediplomeerde imkers cursusjaar 2012. 16/17Theo over zijn volken op de Koningsheide. 18/19Bosnië Herzegovina. 19/20/21Een “TOP-BAR-HIVE” op de “ROOFGARDEN”. 22/23/24/25“De natuur laat zich niet regisseren”. 26/27Raadsel rond blauwe honing Elzas. 28Congres Natuur en Economie. 29/30/31/32

DRUK: COERS EN ROEST ONTWERPERS BNO/DRUKKERS

Deze wordt gehouden op donderdag 27 december.Aanvang 19.30 uur in de Atlantaflat te Velp

Naast het nuttigen van oliebollen met Glühwein!verteld Rob Plomp een boeiend verhaal over

oude cultuurgewassen en andere wetenswaardigheden van het

Openluchtmuseum.

OUDEJAARSBIJEENKOMST

2012

Page 3: de Bijenstal

3

Van de bestuurstafel.

Diverse gediplomeerden hebben al gedurende het seizoen 2012 een of meer bijenvolken kunnen onder-houden! Twee leden hebben zich als kandidaat voor een bestuurs-functie gemeld: Paul van den Beld en Herman Radstake. De ledenver-gadering heeft hen bij acclamatie benoemd. Het bestuur zal intern de taken gaan herverdelen. De pen-ningmeester en de secretaris werden herbenoemd. De penningmeester op eigen verzoek nog maar voor één jaar; de secretaris voor nog één peri-ode van drie jaar. Het bestuur roept nu al kandidaten op als opvolger voor de functie van penningmeester. Want het is gewenst om voldoende tijdig mee te lopen met de huidige penningmeester.

Het bestuur heeft ook afscheid geno-men van Jan Lijkendijk als lid van de stalcommissie Heuven, na 18 jaar trouwe dienst! Als nieuwe leden van de stalcommissie werden benoemd Rieks Holtjer en Rik Nieuwhof. Het bestuur wenst hen een goede tijd

I k wil beginnen met een bericht van overlijden van twee van onze leden: de heren Wim van

der Heul uit Velp en Henk Poelmans uit Bemmel. Van der Heul zou tij-dens onze laatste ALV de gouden speld als erkenning van zijn langja-rig lidmaatschap hebben gekregen. Poelmans, trouwe bezoeker van onze zaterdagochtendbijeenkom-sten, stond bekend om zijn vervaar-diging van nestkastjes voor solitaire bijen, zoals er ook een bij de bijen-stal op Heuven hangt. Wij zullen aan beide leden een goede herinne-ring bewaren.

De feestelijke Algemene Ledenvergadering van donder-dagavond 22 november jl. in de Atlantaflat te Velp werd zeer goed bezocht: 55 deelnemers. Daaronder de wethouder Milieu van de gemeente Rheden, mevrouw Harriët Tiemens. Uit haar handen ontvin-gen dit jaar 12 (van de 13) nieuwe imkers hun felbegeerde landelijk erkende diploma Beginnend Imker.

Page 4: de Bijenstal

4

toe, met veel plezier in een stimule-rende samenwerking met de andere stalcommissieleden. De stalcommis-sie heeft direct de hand aan de ploeg geslagen: zaterdag 24 november is de stal Heuven en directe omgeving, in samenwerking met actieve leden, opgeruimd en opgeschoond. Voor de bijenweide in Angerenstein en de stal in het Openluchtmuseum moe-ten we ook duidelijk aan de slag. U krijgt binnenkort hiervoor een vriendelijk doch dringend verzoek, ijs en weder dienende uiteraard!De samenwerking met de gemeen-ten is zoals gebruikelijk positief te noemen. Met voor Rheden een interessante ontwikkeling: het in kaart brengen van braak liggende terreintjes. Die willen we samen met de gemeente in het voorjaar van 2013 inzaaien met bloemrijk zaad. Ook hebben we drie percelen op het industrieterrein De Beemd in de gemeente Rheden, hiervoor uitgezocht. De uitwerking van de plannen, samen met de bedrijven-vereniging van De Beemd, zullen we in de winter doen evenals de begroting en de financiering van de kosten. Rijkswaterstaat is bezig met het aanplanten van de taluds langs de A12 tussen Waterberg en Velperbroek, en heeft toegezegd om daarbij ook rekening te houden met geschikte drachtplanten. Voor onze bijenweide in het bijzondere park Angerenstein in Arnhem, hebben wij met Spel&Spel architecten uit Arnhem een geheel nieuw, origineel ontwerp voor een ruimere bijen-stal ontwikkeld. We willen de aan-

vraag voor de bouwvergunning bij de gemeente pas indienen nadat er duidelijkheid is over de legeskosten. Pas daarna gaan we de begroting en de financiering proberen rond te krijgen, met andere woorden nog een lange weg te gaan.

De invulling van het stalrooster voor seizoen 2013 voor de zondagse dien-sten in de stallen van het Openlucht Museum en Heuven wordt door de penningmeester voorbereid. Het bestuur roept vooral nieuwe imkers op om ook mee te doen, uiteraard samen met meer ervaren imkers. U kunt zich melden bij de secreta-ris Henk Hoge: [email protected] . Deze oproep geldt ook voor uw deelname aan de uitgebreide acti-viteitenkalender 2013, die we weer met de collega’s van De Liemers hebben uitgewerkt.

Pim Kempe, onze honingdepot-houder kon de vraag naar onze uitstekende honing weer nauwe-lijks aan in het afgelopen seizoen. Via de vaste grootafnemer, het Bezoekerscentrum Heuven, zijn en worden, ook in de winterperiode, heel wat potjes verkocht aan de vele bezoekers. Wij zijn onze imkers dankbaar dat die nog steeds bereid zijn om hun prima honing tegen een eerlijke prijs aan het honingdepot te blijven leveren. We rekenen in 2013 weer op uw medewerking.

De samenwerking met het Openluchtmuseum is zoals gebrui-kelijk heel prettig en stimulerend.

Page 5: de Bijenstal

5

teurs en hun familie een feestelijke Kerst en een goede afsluiting van 2012.

Voorzitter: Arthur Ohm

Een vijftal imkers heeft hun “super-nestor” Nanning Zeldenrust in KMT Bronbeek te Arnhem, in het zonnetje gezet. Ter ere van diens 88-ste ver-jaardag.Nanning Zeldenrust kreeg uit han-den van de voorzitter, Arthur Ohm, het Ereschildje van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging-NBV, te Wageningen uitgereikt. Dit van-wege het zeer bijzondere feit dat de heer Zeldenrust al vanaf 1945 onaf-gebroken lid is van de NBV ( en haar rechtsvoorganger de VBBN).En wat zo uniek is: Nanning Zel-denrust is ook die 67 jaren onafge-broken, tot en met vandaag actief imker geweest. Zo verzorgt hij nog steeds een drietal bijenvolken, dat hij in park Angerenstein in Arnhem heeft staan, samen met nog 8 andere imkers.

Op donderdagavond 20 december aanstaande worden onze vrijwilli-gers weer van harte uitgenodigd voor de stamppotmaaltijd in het Openluchtmuseum. Het bestuur heeft in oktober weer een evaluatie-sessie gehouden met een 20-tal trou-we actieve leden met het doel om onze verenigingsactiviteiten voor het komende seizoen 2013 verder te ontwikkelen en verbeteren.

Het bestuur nodigt u van harte uit, met uw partner, om op donder-dagavond 27 december a.s. naar de Oudejaarsbijeenkomst in de Atlantaflat in Velp te komen. We hebben Rob Plomp bereid gevon-den om een ongetwijfeld boeiend verhaal te houden over “Oude Cultuurgewassen” en andere wetenswaardigheden van het Openluchtmuseum. Rob is daar de beheerder van de buitenactiviteiten, en ook als imker ons vaste contact. Uiteraard zullen de Glühwein en Oliebollen niet ontbreken. Opnieuw zullen we een veiling houden van oude imkerboeken en –tijdschriften. De opbrengst gaat naar de vereni-gingskas.

Voor het komende seizoen hebben zich al 28 geïnteresseerden voor de imkercursus gemeld. De eerste the-orieles door Frans Koops is gepland op maandagavond 21 januari 2013, om 19.30 in het leslokaal ven het Natuur Centrum in Presikhaaf, te Arnhem.

Graag wens ik alle imkers en dona-

Page 6: de Bijenstal

6

Een bezoek aan een bijenfluisteraar.

W e praten hier over de Buckfastkoninginnente-ler Eugen Neuhauser uit

Dornbirn in het westelijke puntje van Oostenrijk (drielandenpunt met Zwitserland en Duitsland met uit-zicht op het Bodenmeer).Via een goede Duitse imkervriend mochten ondergetekenden onze Buckfastkoninginnen op één van zijn “Belegstellen” (=bevruchtings-plaatsen) laten bevruchten.

Eugen woont een stukje de bergen in, maar onze koninginnen plaatsten we op een alpenweitje op zo’n 1200 m hoogte met uitzicht op sneeuw-bergen.

Hobbyimker met 1000 bijenvolken.

Hij heeft verschillende bevruch-tingsplaatsen in de bergen. Op onze bevruchtingsplaats stonden zes dar-renvolken. In ons platte land moet je voor een zuivere bevruchting op tenminste 10 km afstand vanaf de dichtstbijzijnde imker zitten wat eigenlijk alleen op enkele eilanden (zoals voor Buckfast bijv. op Ame-land en Marken) mogelijk is. In de bergen blijken hoogteverschillen en verschillen in microklimaat ook ef-fectief te werken om ongewenste be-vruchtingen te voorkomen. “Waarom bevruchten in Oosten-rijk?” zullen velen zich afvragen. Enerzijds omdat we al eens een ko-ningin van Eugen hebben gehad en daarvan nageteeld hebben met zeer goed resultaat, anderzijds omdat we daarmee een grote genetische diversiteit hopen te bereiken, ofwel inteelt proberen tegen te gaan. In-teelt is namelijk één van de grootste problemen in de bijenteelt. Dit is bij bijen van een heel andere orde dan bijvoorbeeld bij zoogdieren en vo-gels.Eugen is een van de weinigen die de kunst verstaat om de zogenaamde combinatieteelt in praktijk te bren-gen. Door inkruisen worden eigen-schappen toegevoegd of verbeterd om zo bijvoorbeeld zwermtraagheid (een voorwaarde voor professioneel imkeren) of varroatolerantie te krij-gen.

Page 7: de Bijenstal

7

Eugen verkoopt zijn koninginnen bijna allemaal in Italië. Ook coacht hij enkele bijeninstituten in Italië. Hij overwintert de volkjes in kasten waarin zes volkjes ondergebracht worden en levert de koninginnen na de winter pas af.

Eugen gebruikt geen rook bij de be-handeling , maar een plantenspuit met water om de bijen de goede kant uit te sturen. Ook gebruikt hij nau-welijks bescherming. Dat is bij zijn bijen niet nodig. Een groepje van ca 10 bijen die tegen het raam zaten in zijn honingverwerkende ruimte pakt hij gewoon samen (met blote hand) en laat ze buiten los.Bij de winning van honing werkt hij heel effectief. Dit moet ook wel, want hij heeft een volledige baan in de stad. Zijn dadantkasten staan in omliggende landen op bepaalde drachten.

De volken van Eugen zwermen vrij-wel niet. Dat komt enerzijds door de zwermtrage eigenschappen en an-derzijds door zijn bedrijfsmethode. Doppen breken om het zwermen tegen te gaan doet hij dan ook niet. Daar heeft hij geen tijd voor.In het voorjaar zet hij het broednest zo klein mogelijk. (Deze methode wordt beschreven in het boek van Hans Beer,”Imkern mit angepassten Brutraum”). Globaal werkt het als volgt: In het voorjaar, als de bijen be-ginnen te vliegen en het broednest opstarten reduceert hij de ruimte in de broedkamer tot wat de bijen echt bezetten en voor broed nodig heb-ben. Dit betekent reductie tot 5 à 6 ramen in de broedkamer. Naast het 5e of 6e raampje zet hij een plankje (afmetingen van een raampje) waar de bijen dus langs (boven, onder en opzij) kunnen. Achter het plankje hangt hij een raam met kunstraat. Zodra de bijen de kunstraat – ach-ter het plankje – uitbouwen, betrekt hij het raam bij het volk. Achter het plankje komt een nieuw raam met kunstraat. Als dit uitgebouwd wordt volgt dezelfde handeling. Als je het uitrekent heeft een goede moer niet meer dan 5 tot 7 Dadantramen no-dig om continue 1500 tot 2000 eitjes per etmaal te leggen. Het gevolg van deze manier van imkeren is, dat de bijen de honing niet in de broedra-men opslaan (daar is geen plaats door het aanwezige broed) maar door het rooster naar de honingka-mer brengen. Stuifmeelramen wor-den verwijderd. “Bijen halen stuif-meel om hun broed mee te voeren;

Eugen Neuhauser

Page 8: de Bijenstal

8

standbevruchte koninginnen leve-ren. Overlarven doet hij vanwege het geringe succes dit jaar alleen nog voor enkele imkers met voldoende ervaring. Hij vertelt je dan hoe je moet han-delen om tot een goed resultaat te komen. Noteer zijn tel.nr. maar vast. 026-3622375.

Piet van Schaik

ze hoeven het niet op te slaan om er later niets meer mee te doen”. Stuif-meel wordt beschouwd als belang-rijke drijvende factor (of symptoom) van een aanstaande zwermneiging.Bij het inwinteren voorziet hij elk volk van 32 kg suiker. De bijen moe-ten daar de verschillende dracht-loze- en koude perioden mee over-bruggen. Op deze manier van imkeren wint hij tijd en ….. haalt hij veel meer ho-ning dan de meeste van zijn collega imkers.

Jan Keemink en Piet van Schaik

Om te onthouden.

Buckfastkoninginnen.

Jan Keemink heeft zestien koningin-nen naar de Belegstelle gebracht. Bij ophalen, twee weken later, bleken er 14 bevrucht te zijn. Een mooi re-sultaat. Dit zijn dus zuivere Buck-fastkoninginnen, zgn. F0 (F-nul) ko-ninginnen. Deze jonge koninginnen overwinteren in kleine volkjes en worden dan in maart in de hoofd-volken ingevoerd. In de loop van het seizoen beoordeelt Jan welke moeren het meest geschikt lijken om van na te telen, volgens de criteria die binnen de Buckfastgemeenschap gebruikelijk zijn.

Wil je zelf eens proberen hoe het im-kert met Buckfastkoninginnen?Wel, dat kan! Volgend voorjaar wil Jan rijpe 10-daagse doppen en jonge

Page 9: de Bijenstal

9

De eerste klap is.............

A ls je dit leest is het hartje win-ter. De bladeren zijn gevallen en de tijden dat we voor het

laatst onze bijen zagen vliegen tel je eerder in weken dan in dagen maar toch lengen de dagen en het voorjaar komt er toch weer aan. Je loopt wat vaker voor je bijenkasten langs en constateert dat het nog te koud is om de bijen te zien maar toch….

Toch is straks bij de eerste voorjaars-inspectie het moment om de var-roamijt een flinke tik toe te dienen. Heel simpel en heel effectief. Geen bestrijdingsmiddel of wat dan ook.De mijt wil zich na de winterstop graag en zo snel mogelijk weer voortplanten. Je weet dat de mijt dat bij voorkeur doet in darrenbroed. Nou dan krijgt de mijt darrenbroed. Je kunt de vellen kopen in Wagenin-gen maar ook het volk zelf op een heel vroeg voorjaarsmoment be-perkt darrenbroed laten aanmaken. Bij het openen van een bijenkast constateer je dat er een nog actief volkje aanwezig is. Als je er van uit gaat dat in april vrijwel alle winter-bijen zijn vervangen door jonge bij-en van de generatie 2013, dan kijk je boven op een volkje met voorname-lijk zomerbijen en zomerbijen willen maar één ding en dat is raten bou-wen. Als je voorzichtig naast één zijde van het volk het raam tegen het broed weghaalt en één plaatsje naar buiten werkt dan kun je in de ontstane ruimte bijvoorbeeld een honingkamerraampje met kunstraat hangen. Dit raampje voorzie ik aan de bovenkant altijd van een punaise,

dit ter snelle herkenning. Aan de an-dere kant van het broednest hang ik een broedkamerraam met kunstraat. Het volkje kan nu naar beide zijden uitbouwen en dat doen ze graag en veelal zeer voortvarend. Het broed-kamerraam wordt uitgebouwd als “fijn”werk en wordt door Hare Ma-jesteit belegd met werksterbroed, aan de andere kant van het broed-nest wordt het kunstraat honingka-mervel ook als fijnwerk uitgebouwd. De truc zit hem nu in de lege ruimte onder het honingkamerraam. Deze lege ruimte wordt veelal door de bijen uitgebouwd als darrenraat en zeer snel belegd. Vaak zal na een dag of tien/twaalf dit honingkamerraam geheel zijn uitgebouwd en belegd, vaak zal het broed dan ook al geslo-ten zijn. Zet dit op de kalender. Het uitgebouwde en gesloten darrenraat wordt onder de onderlat afgesneden en aangeboden aan de mezen of an-dere vogels.

Als je nu het afgesneden honingka-merraam twee ramen naar rechts in de kast plaatst en het dus geschei-den wordt van het oorspronkelijke broednest door twee nieuwe ramen met kunstraat dan moet je constate-ren dat de bijen het bebroede honing-kamerraam niet in de steek laten, maar het broed blijven verzorgen. Veelal wordt dan opnieuw onder aan het raam weer darrenraat uitge-bouwd en kun je twee weken later weer darrenraat snijden. Je hebt aan de varroamijt vroeg in het voorjaar een fikse tik uitgedeeld zonder al te veel poespas.

Han Geltink

Page 10: de Bijenstal

10

H et gebouwtje waarin de bij-enexpositie zich bevindt, is om twee redenen bijzon-

der. De 1e reden is, dat de bijen-expositieruimte nu (2012) 50 jaar bestaat. In 1962 is dit gebouwtje door de Vereniging Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum (= NOM) geschonken, omdat het museum toen 50 jaar bestond. Het is nu 2012 en het NOM viert haar 100 jarig jubileum! De 2e reden, is de zes-hoekige vorm van de expositieruim-te, de vorm van een bijenraatcel. Het NOM heeft een prachtige en zeld-zame collectie imkergereedschap, die in dit gebouwtje te bezichtigen is. Hier wordt op een bijzondere wijze de ontstaansgeschiedenis van de imkerij verbeeld. De alleroudste bijenwoningen waren holle boom-stammen en daarna huisvestten de imkers hun bijen in korven en later in kasten. In één van de vitrines staat een spaarkast van hout die deels opengewerkt is en waar men aan kan zien hoe zo’n kast er van boven naar beneden uitziet. De volgende foto toont de opengewerkte houten spaarkast met al zijn onderdelen.

Bijenexpositie: een bijzondergebouwtje in het OLM.

Er staan allerlei soorten korven, zoals: een Boxmakorf (rond, boven en onder even breed, onder- en bovenkant plat), Zwaanhalskorf (de bovenkant lijkt op een hals v/e zwaan), de Gravenhorster of boog-korf (lijkt op een voorover gevallen letter D) , en de Ambrosiuskorf. Sint Ambrosius was de beschermheilige voor de imkers, deze werd tussen de gewone korven geplaatst ter voor-koming van ziekten en ongelukken bij de bijen. Dit kwam vooral in Brabant en Limburg tot in de twin-tigste eeuw voor.

Theo Tolhuisen heeft een stel bij-enkorven, zoals de Zwaanhalskorf en de Bruidskorf prachtig gerestau-reerd. Het was vroeger in Twente een traditie om aan de bruid en brui-degom een Bruidskorf als huwelijks-geschenk te geven. Deze korf met bijenvolk werd naar alle huwelijks-plechtigheden meegenomen en was

De Sint Ambrosiuskorf

Page 11: de Bijenstal

11

den regelmatig demonstraties gege-ven, o.a. in het Oogstweekend en tijdens de Winteropenstelling; dan laat men ook het korfvlechten zien. Nu heeft de ouderwetse bijenstand een rieten dak met in de nok heide-plaggen (op de nok heeft zelfs een eendennest gezeten). De stal zelf is van hout. De strosmachten kunnen ook bij een hooiberg gebruikt wor-den om de oogst tegen inregenen te beschermen.Tussen de expositieruimte en de kopie van de bijenstal uit Gemert bevindt zich nog een (modernere) bijenstal. Daar staan de kasten met bijen, die door de Imkervereniging Arnhem - Velp e.o. worden beheerd.

Op deze laatste foto ziet men bin-nenin het gebouwtje de bovenkant van het dak.

Cathrien Strumphler

een voorbeeld van harmonie, ijver en plichtsbetrachting. Bovendien kon het paar dan meteen in de toe-komst de bijenteelt bedrijven.

Er zijn honingpersen en een slinger, en natuurlijk zijn er ook de hulp-middelen te zien, die de imker nodig had om een korf te kunnen vlechten. Verder allerlei soorten moerhuisjes.

In een aparte dichte ruimte van de bijenstal, gescheiden van de demon-stratieruimte van de imkers waar de bijenkasten staan, zijn prachtige platen over de bij en zijn ontwikke-ling van eitje tot bij.In 1991 werd een kopie van een bijenstand uit Gemert (gemeente Gemert – Bakel, NB) in het NOM opgebouwd. In deze ouderwetse bijenstand staan de bijenkorven. Vroeger werden de ouderwetse bij-enstanden vaak met strosmachten beschermd. Speciaal op de Veluwe en in Brabant. Het vormde een pri-mitief dak, door enkele stokken gesteund. Deze, smachten, gemaakt van lang roggestro noemt men op de Veluwe “smachten” en in de Betuwe “welen”. Dit maken van smachten kan men in het NOM zien. Er wor-

Moerhuisjes (links op de foto, op en vóór hoge houten blok en op lage houten blok)

Page 12: de Bijenstal

12

Rapport pesticiden.

H et gebruik van Neonicotinoiden in bestrij-dingsmiddelen blijft een

zorgelijke bedreiging van de bijen-gezondheid. Volgens onderstaand omvangrijk rapport in Nature is het inzetten van dit type bestrijdings-middel een van de oorzaken van bijensterfte.

De originele titel van dit rapport:Combined pesticide expo-sure severely affects indivi-dual and colony-level traits in bees RESEARCH Richard J. Gill, Oscar Ramos-Rodriguez & Nigel E. Raine

De gerapporteerde afname van wilde en gekweekte bestuivende insecten heeft serieuze consequenties voor het wereldwijde ecosysteem en de agrarische productie.Bijen verzorgen ongeveer 80% van de bestuiving door insecten.Het is daarom belangrijk om de oor-zaken van de afname van bijenvol-ken te begrijpen en tegen te gaan.Recente studies hebben de rol van pesticides in deze afname erbij betrokken.Dit omdat blootstelling aan deze chemische stoffen in verband werd gebracht met veranderingen in het gedrag van bijen en het minder voortbrengen van koninginnen door

het bijenvolk.De voornaamste schakel echter tus-sen veranderingen in individueel gedrag en het daaruit volgende effect voor het volk is niet bewezen.Volken van (sociale) bijen zijn afhan-kelijk van de gezamenlijke prestatie van veel individuele werkers.Dus, hoewel de concentraties van pesticides in de natuur van een gering tot een bijna dodelijk effect variëren voor bijen op individu-eel niveau, is het niet bekend of bijenvolken deze effecten kunnen opvangen of dat het resulteert in een ernstig cumulatief effect voor het volk. Bovendien betekent uitgebreide toe-name van landbouw dat haalbijen blootgesteld worden aan vele pesti-ciden. Het effect van een combinatie van pesticiden is echter nauwelijks onderzocht.In dit artikel wordt aangetoond dat een langdurige blootstelling van hommels aan twee pesticiden (neo-nicotinoïd en pyrethroide) in con-centraties die ongeveer overeenko-men met die in het veld, het natuur-lijk haalgedrag aantast.En ook veroorzaakt dit een hogere sterfte van de werksters waardoor het broed en daarmee het volk zich minder ontwikkelt.Gevonden is dat bij werksters het foerageren, in het bijzonder de doel-treffendheid van het verzamelen

Page 13: de Bijenstal

13

Het originele (Engelstalige) rapport kan worden opgevraagd bij: [email protected]

Samenvatting en vertaling door:Henk Hoge

van stuifmeel, aanmerkelijk terug-gelopen was.De conclusie is dan ook dat bij bloot-stelling aan een combinatie van pes-ticiden de kans dat volken misluk-ken toeneemt.

Met deze foto werd Lotty’s interview voor het “RABObank Dichtbij” maga-zine verlucht. Dit naar aanleiding van het congres met als thema: “Verdub-beling van de voedselproductie”. Lotty mocht uitleggen hoe een kleinscha-lige organisatie als de imkerij daar een aandeel in heeft.

“Interview met lotty”

Page 14: de Bijenstal

14

V ia een door Lotty van den Bosch doorgestuurde E-mail zag ik een aankondiging

voor het Symposium “Groen en Gezondheid” op donderdag 28 juni op het terrein van de Hogeschool van Hall Larenstein. Aangezien het onderwerp mij interessant leek en de toegang gratis was hebben Lotty en ik dit symposium gevolgd. Het was prachtig weer, wat heel prettig was, want het goed georganiseerde symposium speelde zich, op de eer-ste voordracht na, in de buitenlucht af.

Na de opening door Dinand Ekkel, (lector Natuurlijk Gezond Samenleven CAH Almere) volgde de voordracht “Gezondheid door Groen” door Jolanda Maas, onder-zoeker aan de VU Universitair Medisch Centrum. Zij voerde een grootschalig onderzoek uit met als vraagstelling: “Voelen mensen met meer groen in de omgeving zich gezonder en zijn zij dit ook”. Uit eerder onderzoek (Ullrich, 1984) was al gebleken dat patiënten na een galblaasoperatie in een zieken-huiskamer met uitzicht op groen gemiddeld een dag korter in het zie-kenhuis bleven in vergelijking met patiënten met uitzicht op gebouwen. Aangezien de resultaten van het onderzoek van Jolanda Maas goede argumenten zijn voor de groene groepen, en dus ook voor onze bij-

envereniging, bij discussies over het behoud of eventueel uitbreiding van natuur en de groene leefomgeving geef ik hierbij een korte samenvat-ting.

Voor het onderzoek, in samenwer-king met Alterra, zijn 250.782 men-sen gevraagd hoe gezond zij zich in het algemeen voelden. Daarnaast is uit het Landelijk Grondgebruiks- bestand Nederland het percentage groen in een 1km straal en in een 3km straal om het huis bepaald. Er is gecontroleerd voor demografische en sociaaleconomische achtergrond-kenmerken. Het percentage groen omvatte agrarisch gebied, bos en natuur en stedelijk groen. Tuinen, straatbomen, groene bermen en klei-ne groenelementen zijn niet meege-nomen. Uit eerder onderzoek was gebleken dat mensen uit de plat-telandsgebieden over het algemeen gezonder zijn dan mensen uit ste-den. Dit wordt vaak toegeschreven aan een ongezondere levensstijl in de steden. Mensen in steden roken meer en gebruiken over het alge-meen meer alcohol. Maar zelfs als je al deze factoren uitschakelt dan zijn mensen uit steden nog steeds onge-zonder. Bij deze onderzoeken was niet gekeken of het verschil in de hoeveelheid groen in de omgeving van mensen een verklaring kan zijn voor deze gezondheidsverschillen.

Symposium Groen en Gezondheid.

Page 15: de Bijenstal

15

lijke economische consequenties. Op basis van dit onderzoek is berekend dat voor Nederland een toename van groen in de omgeving met 10% van de grondoppervlakte door minder bezoek aan de huisarts een jaarlijkse besparing voor de volksgezondheid oplevert van ruim € 65.000.000 en door minder ziekteverzuim voor de werkgever een jaarlijkse besparing van ca. € 330.000.000. De kosten van een landelijke toename van de groene omgeving met 10% is niet gegeven, maar omgekeerd zal een afname van het groen in de leef-omgeving een vergelijkbare kosten-post zijn door meer artsenbezoek en meer ziekteverzuim. Aantasting van de natuur en de groene ruimte is dus duur!

Na deze voordracht waren er enkele workshops over het betrekken van het kind, de jeugd, de volwassene en de oudere bij de natuur. Het thema in de workshop over de jeugd was dat het voor de jeugd span-nend moet zijn om de natuur in te gaan. Hutten bouwen, vuur maken, buiten overnachten. Wij mochten met een vuursteen en een vuur-slag vuur maken om daarop munt-thee te zetten. Het lukte ook nog. Ook de andere workshops waar ik aan deelnam (Hans Smit, Veldwerk Nederland en Communicatie met het publiek bij projecten door stu-denten van Larenstein) waren inte-ressant, maar minder relevant voor het werk van de imkervereniging of andere groene groepen.

Frans Koops

Deze studie van Jolanda Maas laat zien dat het percentage groen in de omgeving een deel van de verkla-ring vormt voor de gezondheidsver-schillen tussen bewoners van stad en platteland. Jongeren en ouderen blijken meer profijt te hebben van groene ruimte in hun woonomge-ving dan de middelbare leeftijds-groep. En lager opgeleide mensen hebben meer profijt van groene ruimte in hun woonomgeving dan mensen met een hogere opleiding. Er bleek een rechtlijnig verband tus-sen groene ruimte en gezondheid, waarbij het percentage ongezonde mensen afnam van ruim 16% bij 0% groene ruimte tot 10% bij 90% groe-ne ruimte in de omgeving van de woning. In weinig groene gebieden is de kans dat iemand zich minder gezond voelt 1,5 maal zo groot als in heel groene gebieden. Uit een twee-de bevolkingsonderzoek bleek dat 155.000 mensen uit een groep van 366.000 mensen in een jaar naar de huisarts waren geweest met beken-de klachten. Voor depressie, lang-durige longaandoeningen/astma en diabetes is er een sterke relatie tus-sen het groen in de omgeving van de woning en het aantal patiënten. Deze drie groepen ziektes samen toonden per 1000 mensen 68 patiën-ten bij 10% groen en 52 patiënten bij 90% groen in de directe omgeving. Uitzicht op groen heeft een positief effect op stemming, concentratie en herstel van stress. Minder mensen naar de huisarts betekent ook min-der ziekteverzuim bij werknemers.

Deze resultaten hebben ook duide-

Page 16: de Bijenstal

Gediplomeerde imkers cursusjaar 2012

Page 17: de Bijenstal

Gediplomeerde imkers cursusjaar 2012

Page 18: de Bijenstal

18

Koningsheide aangekomen moesten we door een kleine ingang naar de plaats van bestemming, wat niet mee viel. Het leek net of ik in Afrika was beland. Gelukkig was het droog dus hoefde ik de vierwielaandrijving niet in te schakelen, maar gaten in het zandpad, “heel bar”. Op de juiste plaats aangekomen hebben we de 4 kasten op fruitkisten gezet, en konden de bijen hun gang gaan. Terug gereden en op de normale weg aangekomen, heb ik eerst maar eens onder de auto gekeken of alles wat er onder hoort nog aanwezig was en op de juiste plaats zat.

Later heb ik nog een volk gebracht, maar nu wel via een wat normalere

Theo over zijn volken op de Koningsheide.

Hoewel we in het septembernummer al berichtten over het geweldige heidejaar, konden we niet nalaten alsnog onderstaande getuigenis op te nemen. (Red.)

V erhaaltje van Theo over zijn volken op de Koningsheide.Ik had me opgegeven

om met een paar volken naar de Koningsheide te gaan, zo gezegd zo gedaan, Samen met Leen van ‘t Leven ( Leen is beheerder van de buitengebieden) zijn we half Augustus naar de Koningsheide gegaan. Ik had vier volken op de aanhanger gezet waarvan ik wist dat ze actief zijn en waarvan ik wist dat er nogal wat heidehoning in kon. Op de

Page 19: de Bijenstal

19

route. Stiekem al een beetje gevoeld aan de kasten, en ik kreeg er een goed gevoel bij. Op het hoogtepunt van de hei er nog eens naar toe gegaan en ze vlogen als een tierelier, waarbij toen al de kasten bijna niet te tillen waren. Dit moet een superjaar voor de heidehoning worden. Na het heideseizoen heb ik de volken weer opgehaald en op de oude plaats terug gezet nadat ik de kasten

heidehoningvrij had gemaakt. Ik schat dat er een 30 kilo raathoning en 35 kilo slingerhoning in zat, en dat uit maar 5 volken. Het wás een super heidehoningjaar!

Theo Tolhuisen

Bosnië Herzegovina.

Agriterra, de afdeling van de Land en Tuinbouw Organisatie(LTO) die in ont-

wikkelingslanden actief is, stuitte bij een project wat ze uitvoeren voor IFAD (International Fund for Agri-cultural Development) in Bosnië Herzegovina op bijenhoudersorga-nisaties. Het is het beleid van Agri-terra om altijd te proberen de orga-nisaties in het ontwikkelingsland te koppelen aan de relevante organisa-tie in Nederland. In dit geval werd dus de NBV gevraagd of ze samen wilden werken met de overkoepe-lende organisatie van de bijenhou-ders verenigingen in het Servische deel van Bosnië en met de bijen-houders associatie van de provincie UNA-SANA in het Moslim gedeelte. Die vraag kwam bij de Commissie Internationaal van de NBV om uit te werken.Besloten werd om eerst eens te on-derzoeken wat het bijen houden in

Bosnië inhield, wat de organisaties voorstelden en of er wel punten wa-ren waarbij samenwerking zinvol was. Daartoe zijn ondergetekende en de voorzitter van de NVB- groep Zeeland, Kees Veldkamp, een week op bezoek geweest bij de twee orga-nisaties in Bosnië. Bosnië Herzego-vina is het thuisland van de Carnica-bij. Waar onze bijenbladen schrijven over raszuivere lijnen en het kweken van koninginnen en veel imkers en-thousiast zijn over deze bij is het dan interessant om eens te kijken hoe het staat in het land van herkomst.

Vergadering met bijenassociatie van Una-Sana Canton

Page 20: de Bijenstal

20

cent aan de universiteit van Banja Luka gebruikte Amitraz voor de universiteitsvolken. Bij het bezoek aan zijn demonstratiestand kon ik in november al voorspellen dat een derde van de volken het voorjaar niet zou halen. Op het punt van de mijtcontrole zou de NBV dus wat kunnen betekenen. Ook merkten we dat de relatie fruitteler/imker een gespannen relatie was vanwege be-spuitingen en bijensterfte. Kennis over de rol van bestuiving door de honingbij, en daarom noodzakelij-kerwijs een goede verstandhouding van de imker met de fruitteler, was bij imker zowel als teler een achter-gesteld gebied. Daar zou de NBV de imkerorganisaties in Bosnië ook mee kunnen helpen. En natuurlijk kan de NBV iets betekenen op het orga-nisatievlak. Wij zijn een gelikte or-ganisatie die draait op vrijwilligers-werk. Veel kennisoverdracht naar de leden en invloed op de regelgeving nationaal en regionaal. Zij zijn jonge organisaties die het “samen sta je sterk”nog niet zo lang geleden uit-gevonden hebben. En gezien het re-cente politieke oorlogsverleden be-tekent “samen”daar nog iets anders dan bij ons.

Inmiddels heeft een groep leiders van de twee instituties ook ons land bezocht. We hebben met hen onder leiding van Kees Veldkamp een programma afgewerkt. Ontvangst en organisatorische uitleg door de directie van de NBV. Uitgebreide rondleiding in het bijenhuis en de werkplaatsen. Bezoek aan de grote

Het houden van bijen staat in Bosnië op een goed niveau. In de Una-Sana provincie zijn ongeveer 900 bijen-houders met ca.33.000 volken. Voor een kleine 10% van de bijenhouders is het houden van bijen de enige bron van inkomen. Deze imkers trekken met hun meer dan 50 volken langs goede drachten. Opbrengsten per volk werden genoemd van 10 tot 15 kg honing bij stationaire standen en van 25 tot 30 kg bij mobile imkers. In het Servische deel is het percen-tage beroeps imkers veel hoger. Dat komt toch voornamelijk omdat hun overheid imkers die 50 tot 300 vol-ken hadden subsidieerde met 3€ per volk. Dit jaar wijzigt dat in een subsidie per kg honing opbrengst. Er zijn gespecialiseerde imkers die pollen, propolis of koninginnen pro-duceren. Er is een levendige export van koninginnen. In een promotie filmpje zag ik in de tros bijen echter dat niet alle koninginnen raszuiver Carnica zijn. De meeste imkers wer-ken met goed Langstroth materiaal. Een enkele imker werkt met Dadant. De honing, veelal linde of tamme kastanje of zomerbloemen, was vol-gens analyses van drs. J. Kerkvliet, lid van de Internationale Honing Commissie, van uitstekende kwali-teit. Hoewel we imkerij op niveau aantroffen waren er ook problemen. De Varroa bestrijding met middelen die residuen in bijenwas en honing achterlaten was er één van. Onjuiste bestrijding van Varroa een ander. Een hoogopgeleide imker verloor in één winter 234 volken. Hij wist niet waar het aan lag. Een bijenteelt do-

Page 21: de Bijenstal

21

Al met al een erg geslaagd bezoek waarin zij veel nieuwe ideeën opge-daan hebben. Ook Agriterra en de financier IFAD waren erg tevreden met deze eerste proeve van samen-werken.

Arnhem, juli 2012 Leen van ’t Leven.

honingverwerker “de Traay”. Toen ze daar zagen dat de potjes die afge-vuld werden voor € 1,18 bij AH in de schappen zouden komen waren alle gedachten over honingexport van de baan. Bezoek aan het Carnica teeltstation in Kleverhille. Zij waren onder de indruk van de rustige bijen en namen een koningin mee terug naar Bosnië. Bezoek aan de Flori-ade en aansluitend een bezoek aan een bestuivingsimker in Limburg.

SULEJMAN ALIJAGIĆ

Bijenstand van de voorzitter van SPUSC in de winter

Page 22: de Bijenstal

22

Op 10 november vorig jaar kregen we dan het bewijs dat we ons vanaf dat

moment ‘gediplomeerd Imker’ kon-den noemen. Voor wat het waard is natuurlijk want het echte grote werk ging nu pas beginnen. Tijdens de theorie- en praktijklessen was het me al een beetje duidelijk geworden dat ik dan ook de alternatieve hoek van het imkeren wilde uitzoeken en later wellicht wilde gaan toepassen.Na behoorlijk wat internet en ander lees- en kijkwerk kwam steeds weer the site van de barefootbeekeeper van de Engelse Phil Chandler naar voren http://www.biobees.comDus besloten mede-imker in wor-ding Leon en ik om, de door Phil Chandler op zijn site geplaatste bouwtekening, in het echt te gaan maken en zo een TOPBARHIVE te verkrijgen. Toplattenkast op z’n Nederlands en op het imkerforum al beter bekend als de lattenkast. Zoals gezegd met de bouwtekening in pdf en oude vloerdelen van m’n broer gingen we aan de slag. Na een dagje meten, zagen en timmeren hadden we ieder een basiskast gebouwd, welke meer weg had van een lijk-kistje of een varkenstrog. Na nog enig werk aan het verlijmen van een houtstrip op de latten en na deze weer ingepenseeld te hebben met was, was de nieuwe behuizing voor een volkje klaar. Als finishing touch kon ik het niet laten het geheel een

eigen stempel te geven en heb ik de kast volgetekend met allegorische dames die bloemen en honingpotten hoog houden, rijkelijk geflankeerd door bijen en broed.

Maar hoe dan aan bewoonsters van deze pracht bungalow te komen....?

Na het bijwonen van een door de vereniging georganiseerde lezing over biologisch dynamisch imkeren door Wim van Grasstek dacht ik nog een mogelijkheid te zien. Deze Wim vertelde hoe mooi het is om een volk zelf haar intrek in een nieuwe kast te laten nemen door middel van het laten inlopen van alle bijen over een schuine plank naar de vliegopening.Toen ik dat hoorde dacht ik: dat wil ik ook wel proberen…Met mijn eer-ste volkje dat goed de winter was uitgekomen wilde ik ze als zwerm de kast uitkrijgen en dan m’n latten-kast laten bevolken. Raampjes over-hangen in de 2 verschillende types kast zou niet gaan lukken, doordat de simplex raampjes rechthoekig zijn en die van de TBH slechts een bovenlat hebben en daarna tot een soort van driehoek worden uitge-bouwd door de schuine wanden die de TBH heeft. Toen ik de dop-pen zag wist ik dat het niet lang meer zou duren voor er gezwermd zou gaan worden. En ja hoor, rond het middaguur was ik er nog net getuige van hoe op de simplexkast een baard bijen plakte die met een

Een “TOP-BAR-HIVE” op de“ROOFGARDEN”.

Page 23: de Bijenstal

23

Waarschijnlijk door de nog iets te lage temperatuur die avond, boven de 18º is het best en dat was het net niet, ging het geheel tergend lang-zaam. En de beloofde spectaculaire intocht van de koningin, doordat het volk haar de ruimte zou geven om de kast in te gaan, bleef ook ach-terwege. Toen na een half uur het halve volk zich als een baard rond de vliegopeningen had verzameld ging de hele club nog verder naar boven ipv naar binnen. Dit duurde nogal en ik besloot ze maar in het donker met rook naar binnen te dwingen. Na wat stevige wolken besloot het volk om dan toch de hoger gelegen dakrand te verruilen voor de ingang. En zo was het uit-eindelijk toch gelukt de TBH te vul-len.Nu maar hopen dat ze ondanks de stress aan hun ratenbouw zouden beginnen. De 4 weken rust die ik ze gunde waren goed geweest want bij de eerste inspectie hadden ze al een

wervelende beweging heen en weer leken te vliegen. Bij nadere inspec-tie was de zwerm op nog geen 4 meter verder neergestreken onder m’n gezellig rommelig bijenhotel, nog geen 50cm boven de grond. En dan moet je je eerste zwerm schep-pen. Gelukkig nog wat enthousiaste en nieuwsgierige imkers opgetrom-meld die mij wel met wat raad en daad wilden helpen. Na de zwerm geschept te hebben en ze rust te heb-ben gegund was het tijd om ze de nieuwe woning te laten intrekken.Dat wilde ik dan wel op de inloop-manier doen. Tijdens de schemer heb ik de zwerm op een, schuin tegen de vliegopening van de TBH gezette loopplank, gestort. Die zag nu zwart van de bijen die zich na enige tijd langzaam naar boven begonnen te bewegen richting de ingang, die ik tijdens m’n opsiersessie ook nog eens duidelijk had aangegeven met pijlen..

Page 24: de Bijenstal

24

plekken had gehoord was ik gelijk enthousiast en wilde daar best wel de dames voor lenen. Afgesproken

werd dat er een soort bijenstalletje zou worden gebouwd in dezelfde sfeer en uitstraling van het gere-cyclede hout waar de rest van het meubilair van was gemaakt. Ik had een ontwerpje getekend van hoe het volgens mij het best was in te rich-ten, maar door tijdgebrek schoot het stalidee erbij in.Twee dagen na de opening hebben we toen maar besloten om er vroeg in de ochtend de TBH neer te zetten, die ook qua concept van zelf bouwen er goed bij zou passen. Het geheel zag er mooi uit en de bijen zouden zo geen last veroorzaken doordat ze hoog heen en weer konden vliegen. Omdat de lindedracht in volle bloei

prachtig natuurlijk gebouwde raat gemaakt. Ze waren tevreden en het zag er goed uit.

Toen kreeg ik via Mart Coemans de vraag of ik niet geïnteres-seerd was om een volkje te plaat-sen op het dak van de parkeer-garage aan de Langstraat in het centrum van Arnhem.De boven-ste verdieping van de parkeerga-rage zou zo’n anderhalve maand het toneel zijn van een project om in de stad groene oases te maken waar ook groente kan worden ver-bouwd en gegeten; een roofgarden ! http://www.roofgardenarnhem.nl/Bij dat concept past een bijenvolk eigenlijk ook wel en zodoende had deze club zich tot de imkerver-eniging gewend. Aangezien ik al meer over dit project en soortgelijke

Page 25: de Bijenstal

25

was waren de bijen druk bezig en werden er flink wat mooie raten bij-gebouwd. In de gehele periode dat ze er stonden hebben ze volop van de linde en de andere stadsbloemen kunnen genieten. De diverse op het dak geplaatste moestuingewassen hebben op hun beurt ook volop mogen genieten van de bezoeken van de bijen, zoals ik regelmatig bij een zonnig bezoek aan de roofgar-den heb kunnen constateren. Na een vruchtbare periode werd het project roofgarden afgesloten en moest het volkje weer terug naar hun thuis-plek Schuytgraaf waar de bermen door het aangepaste maaibeleid van de gemeente ook bol stonden van de wilde bloemen en de velden vol met berenklauw.Ik moest een lage auto lenen om met de auto tot op het dak van de parkeergarage te komen en het geheel moest voor 22.30 weg zijn omdat dan de parkeergarage zou sluiten. Degene van wie ik de auto zou lenen lag in bad zodat ik uitein-delijk besloot om het maar alleen te proberen.Om 22.00 uur ging de zon pas onder en ging ik de zaak inpakken. Met een trapje klom ik op de verhoging waar de kast stond en zette deze op de betonnen reling van het parkeer-dak. Dan zou ik de kast beneden van de reling afpakken. Bij nader inzien was deze net iets te hoog om ‘m er lekker af te pakken. Dus besloot ik om het geheel op m’n schouder te zetten en zo te laten zakken. Nog met water de laatste bijen weg geneveld en gekeken of

ze niet meer bij de ingang rondhin-gen . Toen ik de kast goed en wel op m’n schouder had gezet was een morrend gezoem te horen in m’n nek. Na 3 steken heb ik de kast wat onhandig in de auto gezet en begon ik de bozige bijen met de waterspuit op afstand te houden….Uiteindelijk bleken de gaten van het rooster aan de onderzijde iets te groot te zijn waardoor de dames zich er gewoon doorheen wurmden….Allemaal niet zo erg, ware het niet dat de tijd verstreek en ik om 22.30 uit de parkeergarage moest zijn. Een dolle rit in de open bestelwagen volgde waarbij ik al naar beneden tollend in de parkeergarage afdaalde. Met m’n ene hand aan het stuur, dat in een bijna constante draai moest worden gehouden en in de andere hand de watersproeier waarmee ik achter mij de zaak tot bedaren wilde houden. Na alle 7 verdiepingen te zijn afgedaald stond ik ten slotte toch voor het gesloten hek !!!Gelukkig was de portier zo aardig om net voordat hij zelf wegreed mij alsnog buiten te laten …Na een fijne tocht terug met open ramen en vochtige laadruimte kwa-men we uiteindelijk toch thuis aan, waar de kast na een half uur weer tot bedaren was gekomen en op de vertrouwde plek werd geopend.De volgende dag waren de dames weer als vanouds aan het stuifmeel verzamelen en zag het er binnen ook goed uit. Mooie nieuwe raten en happy bees !!

Piet Pietersenzepworks

Page 26: de Bijenstal

26

“De natuur laat zich niet regisse-ren” zegt Markus Imhoof in een interview in de Zwitserse krant Nordwestschweiz.

O nlangs werd de documen-taire “More than honey” uitgebracht, een film waar-

in de Zwitserse regisseur Imhoof wil aantonen dat bijen sterven als gevolg van de civilisatie. De opna-men maakte hij in Azië. Amerika, Australië en Europa. Welk een bio-logisch wonderschoon bijenleven op het spel staat toont de regis-seur aan de hand van technisch bijzondere macro-opnames, zoals van de geboorte en bevruchting van de koningin en van de bijendans. Die opnames werden in de studio gemaakt. Indrukwekkend is ook het zwermen dat met 700 beelden per seconde laat zien wat anders voor het menselijk oog niet zichtbaar is. Voor zover ik weet is de film nog niet in Nederland te zien. Een deel van bovengenoemd interview geef

ik hierbij weer.

Uw film is een dure aangelegenheid. More than honey speelt zich af in vier continenten en bevat gecompliceerde macro-opnames. Imhoof: De film was inderdaad niet goedkoop. Met een totaalbud-get van 3 miljoen Zw. Frs. is het misschien wel een van de duur-ste Zwitserse documentaires en ik was me er al snel van bewust dat een zo complex project slechts in coproductie uitvoerbaar zou zijn. De film is dan ook door samenwer-king van vier productiemaatschap-pijen uit drie landen – Zwitserland, Duitsland en Oostenrijk -- tot stand gekomen. Blijkbaar vonden zij het thema belangrijk en zagen ze in dat wij de natuur niet kunnen regisse-ren, maar dat eerder de natuur ons met haar eigen logistiek dicteert. Zo vindt de amandelbloei maar in een korte periode plaats, waarbij dan ook nog het weer en de lichtomstan-digheden moeten kloppen. Als je dat moment voorbij laat gaan, moet je weer een jaar wachten. Mijn doel is niet een zo duur mogelijke film te maken, maar het was bij “More than Honey” alleen op deze wijze moge-lijk te berichten over het leven en sterven van bijen, zoals ik het wilde laten zien.

Waar bent U bij deze moeilijke logistiek tijdens het filmen tegenaan gelopen? Imhoof: Er waren meerdere moei-

“De natuur laat zich niet regisseren”.

Markus Imhoof

Page 27: de Bijenstal

27

Imhoof: Dat heeft ermee te maken dat honingbijen nauwelijks kunnen overleven zonder medicamenten. En dat hoort men in die kringen niet graag omdat de verkoop van honing erdoor bedreigd wordt.

Uw film werd tot nu toe op filmfestivals enthousiast ontvangen. Zijn er ook al reacties uit imkerkringen? Imhoof: Ja, die zijn merendeels posi-tief. Diverse imkers zeggen me dat ze nooit de bijen zo goed hebben gezien als in deze film. En John Miller, de eigenaar van de amandel-plantage mailde me na het zien van de trailer van de film: “Ben ik nu de bad guy in de film?” Maar later liet hij mijn dochter die bijenonderzoek-ster in Australië is, weten: “Je vader is een great guy”.

Marcel Simon

“Mijn dochter die de film in Zwitserland zag, liet me na het zien ervan weten geen honing uit Amerika meer te gebruiken”.

lijke situaties, zoals in China waar we hals over kop moesten vertrek-ken omdat men wantrouwig werd en wij geen toestemming hadden te filmen hoe de mensen daar met de hand de bloesem moesten bestuiven omdat er geen bijen meer waren door het gebruik van insecticiden.Of zoals bij de genoemde groot-ste amandelplantages ter wereld in Kalifornië. Er bloeiden eerst nog maar weinig bomen en wij moesten dus wachten met ons dure team, terwijl de taximeter liep. Dan was er ook nog nachtvorst met het gevaar van bevriezing van de bloesem. De eigenaar van de plantage charterde daarom de beschikbare helikopters die de hele nacht boven de bomen vlogen om de koude lucht omhoog te laten wervelen en zo de bloem-knoppen te beschermen. De heli-koptervluchten zijn altijd nog goed-koper dan bevroren bloemknoppen.

Eko-organisaties hebben volgens de gegevens bij de film invloed gehad bij de verfilmimg. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

Page 28: de Bijenstal

28

Raadsel rond blauwe honing Elzas.

B ijenhouders in noordoost Frankrijk zitten met de han-den in het haar nu hun bijen

blauwe en groene honing blijken te hebben geproduceerd. Volgens een woordvoerder van de bijenhouders is de honing “onverkoopbaar”. In augustus zagen imkers in de buurt van Ribeauville tot hun grote verba-zing dat hun bijen met allerlei kleine gekleurde stukjes de kasten binnen-vlogen. Ze gingen op onderzoek uit en ontdekten dat een fabriek in de buurt afval van M&M’s verwerkt.Volgens de imkers namen de bijen stukjes van de blauwe, groene, gele, rode en bruine M&M-omhulsels mee naar hun kasten. De honing die de bijen produceerden, zou daardoor

de vreemde blauwe en groene kleur hebben gekregen. De fabriek heeft inmiddels maatregelen genomen. De stukjes M&M worden nu in een overdekte fabriekshal opgeslagen. Maar de bijenhouders zitten met on-verkoopbare honing. “Het smaakt dan wel naar honing, maar daarmee houdt alle vergelijking op”, zegt een woordvoerder.In Ribeauville in de Elzas zijn on-geveer 2400 bijenhouders die samen zo’n 35.000 kolonies bijen houden. Die produceren jaarlijks zo’n 1000 ton honing.

Page 29: de Bijenstal

29

Congres Natuur en Economie.

zonder hoogleraar van ‘Beleving en waardering van natuur en landsc-hap’ Eerste spreker: Prof. Dr. Arnold Heertje, emeritus hoogleraar, met zijn respectabele leeftijd van 77 jaar, de meest gepassioneerde spreker! Dhr. Heertje begint zijn rede met een referentie naar de recent uitgereikte Nobelprijs voor de economie. Deze ging dit jaar naar de Amerikaanse economen Roth en Shapley voor hun onderzoek naar de manier waarop allerlei zaken in de economie aan elkaar worden gekoppeld en worden verdeeld. Dhr. Heertje benadrukt dat dit onderzoek gebaseerd is op het bedienen van mensen op basis van voorkeuren, niet op basis van

Congres Natuur en Economie v.Hall Larenstein, Velp, 30 oktober 2012

De kern van het congres: De waarde van de Nederlandse natuur.

Gerenommeerde sprekers houden tijdens dit congres lezingen waar-bij de verschillende benaderin-gen van omvangrijke vraagstuk-ken onderdeel uit zullen maken van de besluitvorming in natuur beleidszaken.

De dagvoorzitter van het congres: Prof. Dirk Strijker, RUG, benoemt bij zijn inleiding o.a. de aanstelling van Agnes van den Berg* als bij-

Page 30: de Bijenstal

30

genomen op basis van voorkeuren, dit dient te gebeuren via een inte-grale architectuur (‘mechanism design’). Dhr. Heertje sluit af met de mededeling dat er drie dingen van belang zijn om problemen bij deze integrale aanpak op te lossen: (1) Inzicht in de complexiteit van de vraagstukken, (2) Overzicht van alle aspecten van die vraagstukken en (3) Moed om de dingen aan te pakken. “Ofwel geloof, hoop en liefde”. Het laatste vindt Heertje het belangrijkste.

Hij sluit af met een metafoor: “Mannen hebben de neiging om tijdens het wc-bezoek naast de pot te plassen…”geweldig dat er tegen-woordig als mikpunt een vliegje in de pot is geplakt. Begrijp wel dat het niet voor niets maar één vliegje is…! ”

Drs. Ed Nijpels, voorzitter Bosschap

Dhr. Nijpels begon met de mededeling dat met het regeerak-koord van Rutte II er een einde is gekomen aan het afbraakbeleid voor natuur dat tijdens Rutte I is ingezet. De EHS wordt afgemaakt, waarmee nut en noodzaak van dit netwerk voor de natuur opnieuw worden erkend. Ondanks deze erkenning is er nog steeds te weinig geld beschikbaar voor natuurbeheer. Dat levert nieuwe vraagstukken op. Er zijn al veel onderzoeken uitgevoerd naar de waardebepaling van natuur, constateerde Nijpels, maar de vraag blijft hoe we dat

de markt. Hij geeft aan dat hierbij de economie als geheel belangrijk is, en niet slechts het financiële gedeelte ervan. Kernelement daarbij is het begrip ‘welvaart’, dat draait om het voorzien in behoeftes voor de mens van nu, van straks en waar ook ter wereld. Dit thema staat centraal in de inleiding van Dhr. Heertje. Natuur kan worden gezien als een van de middelen om in deze wel-vaart te voorzien, waarbij natuur zowel een consumptiegoed is (het voorziet direct in een behoefte) als een gebruiksgoed (wanneer natuur gebruikt wordt om in te bouwen bijvoorbeeld). Als consumptiegoed beschouwd is het niet mogelijk de totale waarde af te leiden uit de financiële aspecten.

Maar bij veel besluitvormingspro-cessen worden juist alleen deze financiële aspecten meegewogen ! Omdat de waarde van de natuur voor de mens nooit te vangen is in de financiële aspecten alleen, komt de natuur er veelal slecht van af in besluitvormingsprocedures.

Vaak zijn massale burgerprotesten hier het gevolg van. Deze protes-ten kunnen worden gezien als het uiten van voorkeuren. Dhr. Heertje pleit ervoor om besluitvorming tot stand te laten komen op basis van voorkeuren, zoals in het onderzoek van de Nobelprijswinnaars. Op deze manier krijgen ook niet-reprodu-ceerbare goederen zoals natuur een plek. Ten slotte geeft Dhr. Heertje aan dat wanneer een besluit wordt

Page 31: de Bijenstal

31

geld bij het natuurbeheer krijgen. Dat is een vreemd verschijnsel. Wie naar een café gaat, haalt het niet in zijn hoofd geen drankje te bestellen. Ondertussen maken talloze mensen op zondag een wandeling door het bos, zonder dat beheerders daar iets van terugzien. En het geld van de pannenkoek die na de wandeling wordt gegeten, gaat naar het restaurant. De vraag komt dan ook op hoe en of de kosten voor het natuurbeheer mogen worden doorberekend in de prijs van de pannenkoek. Mensen komen immers ook voor het bos, niet alleen voor de pannenkoek.

Dit soort problemen hebben gezorgd voor een frisse wind in de wereld van het natuurbeheer. Er zijn afspraken gemaakt om meer samen te werken, ambitieus te zijn, de bio-diversiteit te verhogen en daarbij ook nog eens minder afhankelijk te zijn van de overheid. De grote organisaties hebben al aardig wat veranderingen doorgevoerd op het gebied van ondernemerschap. Op dit moment zijn er 4 pijlers belan-grijk: (1) Hout, (2) Biomassa, (3) Vastgoed en (4) Verkoop van andere producten.

Nijpels voorspelt voor over 5 jaar een compleet andere sector natuur-beheer. De EHS zal af zijn en de natuurbeherende organisaties zul-len veel minder afhankelijk zijn van de overheid. Staatsbosbeheer, bijvoorbeeld, dient verzelfstandigd te worden. Nú is het moment om

met z’n allen na te denken over hoe we de nieuwe uitdagingen aan moeten gaan.

Drs. Jerwin Tholen, associate direc-tor KPMG

Jerwin Tholen is als associate direc-tor bij KPMG verantwoordelijk voor onder meer het tot stand komen van het TEEB-rapport (The Economics of Ecosystems en Biodiversity). Hierin is ook het belang van bijen opgenomen als onderdeel in de sec-tor Glastuinbouw. ** De link naar dit rapport staat onderaan.

Tholen heeft een casestudy uitge-voerd in Bos en Lommer naar de financiële baten van groen vanuit het oogpunt van gezondheidszorg. Dat groen een positief effect heeft op de gezondheid van mensen is als feit aangenomen, aldus dhr. Tholen van KPMG. Verschillende studies lieten een zo sterke correlatie zien dat er gerekend kon worden aan de gezondheidsbaten van groen. Gecorrigeerd voor bijvoorbeeld inkomen, zien we dat 10% meer groen zorgt voor 132 zorgpatiënten minder. Bij de doorrekening zijn zowel de ‘echte’ ziektekosten als de kosten voor de werkgevers meegenomen.

De financiële effecten bleken zo groot dat de investering in meer groen zich in vijf tot twaalf jaar terugver-dient. Niet alleen omdat de zorgko-sten zelf afnemen, maar vooral door de extra productiviteit die gezonde mensen leveren. Dat groen ook op

Page 32: de Bijenstal

32

deze manier een belangrijk finan-cieel voordeel heeft lijdt geen twijfel. Belangrijke vragen zijn er echter nog wel, zo besloot Tholen. Maakt het bijvoorbeeld uit wat voor groen er is? Is een grasveld even goed als een bos of een heg? En hoe zit het met de toegankelijkheid van het groen, doet dat er toe? Nader onderzoek in de toekomst zal antwoord moeten geven op deze vragen.

Lotty van den Bosch.

Ik heb dit Congres bezocht met Frans Koops en Eric Blankert. De lezingen werden gevolgd door een 7-tal workshops. Beiden hebben deelgenomen aan een van de work-shops:

Frans nam deel aan een workshop over het versnipperde natuurbeheer en hoe dit kan worden verbeterd. Stukken natuur wordt beheerd door: gemeenten, landeigenaren, Prorail, Rijkswaterstaat, Provinciale Waterstaat en waterschappen. Elke beheerder doet dit met een eigen visie, waardoor aan elkaar gren-zende gebieden op geheel verschil-lende manieren beheerd kunnen worden. Een gezamenlijke aanpak kan hier verbetering in brengen met bovendien besparing van kosten.

Eric nam deel aan een workshop van het Veluwecollectief. Een stichting die de ambitie heeft bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties te stimuleren om duurzame projecten te ontwikkelen en te ondersteunen die de kwaliteit van de Veluwe ver-

sterken cq. verbeteren. Nu de finan-ciering van de provinciale overheid weg valt zoekt men naar wegen om de doelstellingen te bereiken. In de verschillende groepen werd hierover gesproken.

*Per 1 januari 2012 is mw. dr. A.E. van den Berg benoemd tot bijzonder hoogleraar Beleving en waardering van natuur en landschap aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. De instell-ing van de leerstoel valt in een periode waarin er een breed gedeelde zorg leeft om de aantasting van natuur- en land-schapswaarden. Met Van den Berg als leerstoelhouder krijgt Nederland er een actief pleitbezorger bij om meer weten-schappelijk onderzoek naar de gevol-gen van deze ontwikkelingen voor de gezondheid en het welzijn van mensen te doen. De leerstoel wordt bekostigd door Nationaal Groenfonds, dat in 1994 is opgericht door de overheid om activ-iteiten op het gebied van natuur, bos en landschap te faciliteren. De functie heeft een omvang van 0,2 fte en is onderge-bracht bij de basiseenheid Culturele Geografie van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen.

** http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rap-porten/2012/06/21/teeb-voor-het-nederlandse-bedrijfsleven.html waarbij de glastuinbouw ,als sector, begint op pagina 59