-DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ...

29

Transcript of -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ...

Page 1: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeente en stadsgewest Breda

Jaarverantwoording 2014

Page 2: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 1

Gemeente en stadsgewest Breda Jaarverantwoording 2014 In dit document treft u de jaarverantwoording aan van de gemeentelijk gefinancierde zorg en Preventie. Deze is voorzien van een accountantsverklaring, die u separaat toegezonden wordt. De zorg die Novadic-Kentron in 2014 geleverd heeft vanuit de AWBZ, de ZVW en de forensische zorg wordt verantwoord in het maatschappelijk jaardocument zorg. In mei wordt ook een jaarbericht uitgegeven met de highlights van het afgelopen jaar. U vindt de complete jaarverslaglegging te zijner tijd op www.novadic-kentron.nl

Page 3: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 2

Productgroep Ambulante zorg Relevante ontwikkelingen in de zorg 2014 heeft voor het zorglandschap in Nederland voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de drie transities. Om deze goed te laten verlopen heeft de gemeente Breda onder andere de inspiratietafel ingericht, waaraan Novadic-Kentron als virtueel lid heeft deelgenomen. Daarnaast heeft Novadic-Kentron te maken gehad met de nieuwe ordening in de GGZ; Basis GGZ en Specialistische GGZ. Uitdagingen die hier voor Novadic-Kentron in 2014 uit voort zijn gekomen hebben in het teken gestaan van de veranderende positie van Novadic-Kentron als specialistische aanbieder van verslavingszorg, met als uitdagingen onder andere de afstemming met collega instellingen over de positionering van begeleidingsactiviteiten voor cliënten met verslavingsproblemen, de aansluiting van de afdeling Preventie en behandelaren met de generalistische professionals in het wijkgerichte werken. Het aansluiten van de eerste lijn bij huisartsen voor korte zorgvragen en chronische ondersteuning en een goede samenwerking met ketenpartners voor de specialistische GGZ om de expertise adequaat in te zetten en toegankelijk te maken. In de regio Breda heeft een aantal specifieke thema’s in 2014 veel aandacht gekregen, er is door Novadic-Kentron accent op gelegd. Hieronder staan deze thema’s beschreven. GHB-problematiek Het aantal GHB-verslaafden lijkt te stabiliseren maar de groep gemarginaliseerde gebruikers is gegroeid. In 2014 is door Novadic-Kentron in samenwerking met ketenpartners in de focusgroep acute psychiatrie van het ROAZ, een protocol opvang acute GHB-problematiek in de ketenzorg ontwikkeld. In 2014 en 2015 zal dit protocol in de verschillende regio’s van de provincie geïmplementeerd worden. Om de behandeling aan GHB-verslaafden verder te verbeteren neemt Novadic-Kentron in samenwerking met het NISPA (Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction) deel aan een onderzoek dat wordt gefinancierd door het Ministerie van VWS en gericht is op onder andere methoden van Preventie, behandeling en terugvalpreventie. Begin 2014 is de GHB-monitor 2.0 gestart die de behandeling van alle klinisch opgenomen GHB-cliënten binnen zes instellingen volgt om te onderzoeken welke behandeling het meest effectief is. De monitor loopt nog door in 2015 zodat nog geen resultaten bekend zijn. Ketenbenadering nodig In navolging van Ruchpen is in 2014 ook in gemeente Etten-Leur specifiek aandacht besteed aan de GHB- problematiek, hier zal nader op in worden gegaan in de verantwoording van de afdeling Preventie verderop in dit verslag. GHB in de cel De GHB-cel op de Mijkenbroek in Breda is ook in 2014 weer veelvuldig gebruikt voor het in verzekering stellen van GHB-verslaafde arrestanten. De samenwerking tussen Novadic-Kentron en de politie verloopt naar volle tevredenheid en wordt ook in 2015 gecontinueerd.

Page 4: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 3

Relevante ontwikkelingen met betrekking tot de algemene criteria De decentralisatie tot 1 kader sociaal domein In 2015 zal de AWBZ-zorg naar de gemeente overgaan. Wij gaan ervan uit dat we met de gemeente tot goede afstemming komen over de begeleiding van sociaal kwetsbare mensen, met problemen van langdurige aard op meerdere levensgebieden (vaak rondom wonen en verslaving). Punt van zorg is dat kwetsbare mensen die in een flink aantal gevallen te maken hebben met verslavingsproblematiek, vaak niet zichtbaar zijn en hun vraag niet of moeilijk kunnen definiëren. Onder andere door deelname aan de inspiratietafel heeft in 2014 afstemming met de gemeente en ketenpartners plaatsgevonden rondom de transities. Ons doel is om in 2015 tot duidelijke en praktische afspraken te komen hoe onze specialistische kennis voor relevante doelgroepen op het juiste moment ingeroepen kan worden. Hierbij hoort ook het delen van onze kennis en beschikbaar maken voor de generalisten in de wijk. Veilig (vrijwilligers)werk Novadic-Kentron toetst in hoeverre de stappen die beschreven staan in de handleiding ‘In veilige handen’ voldoende uitgewerkt en geborgd zijn binnen de instelling. Er is binnen de instelling onder andere een vertrouwenspersoon, een gedragscode en professioneel statuut en een klachtenregeling aanwezig die ook van toepassing zijn op vrijwilligers. Vrijwillig waar het kan, professioneel waar het moet Vanuit de vastgestelde instellingsvisie, zijnde de vormgeving van hulp- en dienstverlening binnen de verslavingszorg, met de daaruit voortvloeiende algemene maatschappelijke verantwoordelijkheid, bevordert Novadic-Kentron de aanstelling en inzet van vrijwilligers. Novadic-Kentron zorgt daarbij voor een goede taakafbakening naar de werkzaamheden van de professionele hulpverleners, stagiaires en andere medewerkers. Tevens zorgt Novadic-Kentron voor een goede begeleiding en goede randvoorwaarden waaronder de vrijwilligers hun activiteiten verrichten. Het werken met vrijwilligers is binnen Novadic-Kentron in ontwikkeling. Vanwege de complexiteit die onze doelgroep met zich meebrengt is er in het verleden spaarzaam omgegaan met de inzet hiervan. De laatste jaren is er sprake van een omslag in deze visie die mede ingegeven wordt door de samenwerking die we met collega-instellingen zijn aangegaan onder de noemer Handvest van Maastricht. Bij Preventie wordt in het veldwerk regelmatig gewerkt met vrijwilligers in de rol van Peersupporter en worden jongeren ingezet voor preventieactiviteiten op festivals. Novadic-Kentron beschikt nog niet over het keurmerk ‘Goed geregeld’ en zal het traject in gang zetten om dit te verwerven. Social Return Ten behoeve van de resocialisatie van cliënten die bij Novadic-Kentron in behandeling zijn, wordt ondersteuning aangeboden in de vorm van sociale activering en hulp bij arbeidsre-integratie. Voor de uitvoering hiervan zal in 2015 de samenwerking met de GGZ Breburg, SMO Breda, Surplus Welzijn en de ATEA groep in het kader van ‘Duurzaam aan de slag’ worden voortgezet.

Page 5: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 4

Novadic-Kentron heeft ieder jaar een aantal stage- en andere opleidingsplaatsen voor stagiaires en leerlingen. In Breda zijn in 2014 zes stagiaires begeleid en zijn er twee (MBO) opleidingsplaatsen. Participeren Herstelondersteunende zorg wordt binnen Novadic-Kentron ingevoerd en de kracht van vrijwilligerswerk, ervaringsdeskundigheid en ‘de eigen kracht’ van cliënten wordt steeds meer benadrukt. Belangrijke gedachte hierbij is dat de capaciteiten van mensen voorop staan en de mogelijkheden in plaats van de problemen op de voorgrond geplaatst worden. Er wordt gekeken naar wat iemand kan en dat wordt als belangrijke mogelijkheid gezien om bekrachtiging (werkwijze binnen CRA1) te laten plaatsvinden. Een behandeling beklijft het beste door te doen, te oefenen. Gesprekken in spreekkamers zijn belangrijk, maar zelf gaan handelen en proberen het geleerde om te zetten in dagelijkse handelingen, is soms nog lastig. Daarom is er vaak nog een vorm begeleiding/ondersteuning nodig. Die ondersteuning wordt in Breda geboden door: • deskundig personeel, die door hun kennis van verslaving een duidelijk toegevoegde waarde hebben; • samenwerking (meer) in de keten waardoor trajecten minder versnipperd zijn; • inzet van ervaringswerkers en vrijwilligers als essentieel onderdeel van ondersteuning; • specifieke activering in te zetten voor de meest kwetsbare doelgroep. In het herstelproces is het van belang blijvend te checken wat iemand zelf kan. Zijn er zaken die iemand inmiddels zelfstandig kan oppakken of met enige steun uit zijn/haar sociale netwerk weer zou kunnen oppakken. Uitgangspunt is dus om begeleiding zo kort als kan te bieden. Een indicatie voor langdurige zorg (begeleiding) moet daarom steeds kritisch bekeken worden. Zodra dat kan afgeschaald worden met als uitgangspunt dat dit (be)lonend is voor de cliënt zelf. Deze is immers in staat zichzelf beter te redden (zelfredzaamheidmatrix). Novadic-Kentron zet zowel professionele krachten in als ervaringswerkers die hun ervaringen deskundig kunnen inzetten. Deze afgewogen gecombineerde inzet maakt dit aanbod tot een doeltreffende, persoonlijke en succesvolle inzet. Met deze begeleiding wordt overlast voorkomen, doorstroom naar lichtere begeleiding (wellicht is geen professionele zorg meer nodig?) mogelijk gemaakt en aansluiting gezocht met lokale en wijkgerichte initiatieven. Er wordt ook gewerkt aan het opbouwen/herstellen van een sociaal netwerk. Om meer invulling te geven aan de inzet van herstelondersteunende zorg en ervaringsdeskundigheid is het Handvest van Maastricht opgericht. Het Handvest van Maastricht is een samenwerking van 15 verslavingszorginstellingen en het landelijk cliëntenradennetwerk dat werkt aan de ontwikkeling van Herstelondersteunende Zorg en Ervaringskennis als derde kennisbron binnen verslavingszorginstellingen. Binnen deze herstelondersteunende zorg, die op dit moment binnen Novadic-Kentron wordt geïmplementeerd, kunnen ervaringsdeskundigen een traject doorlopen dat begint met de rol van ervaringsvrijwilliger, waarbij het door middel van verdere ontwikkeling en opleiding mogelijk is door te groeien naar een betaalde functie binnen de instelling.

1 CRA: Community Reinforcent Approach. Visie op behandeling en begeleiding van Novadic-Kentron.

Page 6: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 5

Voor de verdere doorontwikkeling van ervaringsdeskundigheid is, in 2014, Novadic-Kentron betrokken bij het initiatief voor het oprichten van een regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in 2015 voortgezet. Op een aantal plaatsen binnen de organisatie wordt sinds een aantal jaar structureel gebruik gemaakt van de inzet van vrijwilligers. In het Cliënten Service Bureau in Breda, dit is een informatiepunt dat is gesitueerd bij de klinische voorziening aan de Verlengde Poolseweg. Dit bureau wordt bemand door vrijwilligers die hun behandeling bij Novadic-Kentron hebben afgesloten en die het werk gebruiken als stap in hun resocialisatieproces. In Breda draait daarnaast het project Samen Wachten, hierin worden cliënten die op de wachtlijst staan benaderd door ervaringsdeskundigen en krijgen een aanbod ter overbrugging van de wachttijd. Ook vindt er wekelijks een coachingsgroep plaats waaraan cliënten deel kunnen nemen die overwegen zich als ervaringsdeskundige in te gaan zetten. Wijkgericht werken (wijkontwikkeling en wijkbeheer) Novadic-Kentron sluit op verschillende manieren aan bij de ontwikkelingen van wijkgericht werken. In 2014 is gewerkt aan de ontwikkeling om een deel van de verslavingszorg, door middel van de verschuiving van de gespecialiseerde naar de Basis GGZ, dichter bij de huisartsen en daarmee dichter bij mensen in de wijk te brengen. In 2015 zal dit verder doorgezet worden. Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Novadic-Kentron heeft een eigen meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld geïmplementeerd. Leidraad voor deze meldcode is het basismodel van meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld van het ministerie van VWS. Deze meldcode krijgt binnen Novadic-Kentron op casusniveau structureel aandacht tijdens de intake- en evaluatiebesprekingen van cliënten waarop dit van toepassing is. Hierbij wordt bepaald welke stap en bijbehorende actie van toepassing is. Ten behoeve van structurele inbedding van de meldcode is er in ieder team een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling aanwezig. Deze medewerkers worden in 2015 allemaal opnieuw geschoold door middel van deelname aan het cursusaanbod van Veilig Thuis als een verdiepingscursus vanuit Novadic-Kentron.

Page 7: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 6

Productgroep Basiszorg en Opvang Gebruiksruimte Binnen de doorstroomvoorziening, voorheen dienstencentrum ’t IJ, in Breda exploiteert Novadic-Kentron, in nauwe samenwerking en afstemming met SMO Breda, de gebruiksruimtes waar alcohol- en drugsverslaafden onder toezicht van hulpverleners hun drugs of alcohol op een veilige en hygiënische manier kunnen gebruiken. De openstelling voor de alcohol- en drugsgebruiksruimte was in 2014 87,5 uur per week. Zoals verwacht zien we een steeds verdere terugloop in de aantallen bezoekers, als logisch gevolg van de ingebruikname van de woonvoorziening De Vliet. In 2014 zien we het aantal bezoekers stabiliseren. Hulpverleners van de Gebruiksruimte bieden naast het organiseren van een veilige omgeving om te gebruiken, ook advies en voorlichting aan de doelgroep binnen de doorstroomvoorziening en de Vliet. Onze hulpverleners volgen de cliënt, ongeacht waar hij/zij verblijft. Er stonden in 2014 totaal 24 unieke personen geregistreerd (welke wel meermaals per dag de gebruiksruimtes bezoeken), dit zijn er zes minder dan in 2013. Frequentie van bezoek In de praktijk blijkt dat de frequentie waarmee een beroep wordt gedaan op de Basiszorg gedurende 2014 redelijk stabiel tot licht afnemend is, ondanks de terugloop van het aantal unieke cliënten. Afgelopen jaar waren dit gemiddeld 28 cliëntbezoeken per dag. Ontwikkelingen in 2014 In 2014 zien we dat de ketensamenwerking voor de complexe doelgroep meer gestalte krijgt. Door de komst van het Stedelijk Kompas en de regiefunctie van de gemeente wordt er een actief beroep gedaan op de doelgroep om te participeren in de aanpak van hun problematiek. Voor iedere bezoeker wordt door de gemeente een cliëntmanager aangewezen die in nauwe samenwerking een herstelplan maakt. Indien het nodig is om naast hulpverlening op het gebied van verslaving, andere vormen van hulpverlening aan te bieden bijvoorbeeld ACT, GGZ of IMW dan wordt dit door de cliëntmanager georganiseerd. Tot slot wordt er beter dan voorheen samengewerkt met de politie en de omwonenden van de Slingerweg. Door de komst van de Vliet in 2012 zien we dat een deel van de doelgroep minder gebruik maakt van de gebruiksruimten. Zij nuttigen hun middelen op de Vliet. Om de gezondheidsschade en de overlast tot een minimum te beperken hebben we onze werkzaamheden gedeeltelijk verplaatst naar de Vliet en de doorstroomvoorziening. Wekelijks bezoeken onze medewerkers de Vliet om in contact te blijven met de doelgroep. Naast het geven van advies, voorlichting en deskundigheidsbevordering aan de medewerkers van SMO Breda, monitoren we voortdurend het middelengebruik en het effect op het lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden van de individuele cliënt. Daar waar de cliënt gemotiveerd is voor verdere behandeling wordt in een korte lijn doorverwezen naar reguliere verslavingsbehandeling. Ureninzet de Vliet is vier uur per week door een SPV en vier uur door een medior medewerker basiszorg.

Page 8: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 7

In 2014 is de samenwerking tussen SMO Breda en Novadic-Kentron vanuit de doorstroomvoorziening en gebruiksruimte sterk verbeterd. De cliënt staat centraal en wekelijks komen beide organisaties bijeen voor een cliëntenbespreking. Op de Vliet vindt eveneens wekelijks een gezamenlijke cliëntenbespreking plaats. Bemoeizorg De coördinatie van het stedelijk bemoeizorgteam Breda wordt uitgevoerd door GGZ Breburg. Deze rapporteert namens het bemoeizorgteam aan de gemeente over de voortgang en legt verantwoording over 2014 af. Novadic-Kentron levert de rapportage naar aanleiding van bijzonderheden op het gebied van verslavingszorg, gesignaleerd door medewerkers van het bemoeizorgteam. Bemoeizorg richt zich op het signaleren en traceren van en contact leggen met (verslaafde) zorgmijders en leidt hen naar reguliere zorgtrajecten. Het zijn veelal chronische, psychiatrische cliënten met verslavingsproblematiek, die in sommige gevallen ernstig dreigen te verloederen en overlast kunnen veroorzaken. Naast dak- en thuislozen bestaat deze doelgroep ook uit mensen die kampen met verborgen leed ‘achter de voordeur’. Zij vallen niet direct op door overlast of onwenselijk gedrag. Ontwikkelingen De teamontwikkeling zoals ingezet in 2013, heeft zich in 2014 voortgezet. Zo is er fors geïnvesteerd in de samenwerking binnen het stedelijke team wat, volgens het team zelf, zeker zijn vruchten begint af te werpen. Wel is er vanuit het team grote behoefte aan een teamcoördinator, deze vacature is reeds uitgezet. In 2014 zijn vanuit Novadic-Kentron twee nieuwe bemoeizorgmedewerkers gestart. Doordat deze inzet pas in het 3e kwartaal is ingezet is de jaarnorm van 4993 uur, met 4347 uur, niet gehaald. De verdere ontwikkelingen, alsmede de KPI’s, van het stedelijk bemoeizorgteam zullen worden beschreven en aangeleverd door GGZ Breburg. Trends en vooruitzichten De GHB-problematiek heeft in 2014 onverminderd de aandacht gehad en ook afgelopen jaar weer regelmatig geleid tot contacten en toeleidingen. Er is, zeker in buitengebieden zoals Etten-Leur, een toename te bespeuren in casussen waarbij er sprake is van GHB misbruik en/of afhankelijkheid. Door de multiproblematiek die deze doelgroep veroorzaakt is het noodzakelijk dat de keten van hulpverlening in stelling wordt gebracht. Afgelopen jaar zijn de bemoeizorgmedewerkers wederom intensief aangesloten bij diverse ketens, netwerkverbanden en organisaties. Te noemen zijn MASS, het Veiligheidshuis, de sociale teams in een aantal gemeentes en de wijken van de gemeente Breda, de Centra voor Jeugd en Gezin en Zorg voor Jeugd, de energieleveranciers en vele anderen. Bemoeizorgmedewerkers zien dat er ook in 2014 steeds meer integraal ontwikkeld wordt binnen wijken, zoals signalering, hulpverlening, activering en ontmoeting. Een goede afstemming tussen de werkzaamheden van alle partners is hierbij van essentieel belang. De hulpverlening dicht bij de cliënt aanbieden stond in 2014 centraal en zal zich verder in 2015 ontwikkelen. Het afgelopen jaar hebben de bemoeizorgmedewerkers weer veel te maken gehad met thuiswonende, veelal wat oudere jongeren met een complexe verslavingsproblematiek. Doordat deze doelgroep nog thuis woont, is het systeem rondom deze groep vaak ernstig ontregeld.

Page 9: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 8

De ouders van deze jongeren kunnen door de terugtrekkende beweging van zorg steeds minder goed geholpen worden en wordt de verantwoordelijkheid vaker teruggelegd bij de jongere zelf. Daarnaast hebben jongeren onder de 27 jaar geen recht meer op een uitkering, waardoor ouders zich gedwongen voelen bij te blijven springen. Tevens werden er in 2014 door bemoeizorgmedewerkers steeds vaker dak- en thuislozen waargenomen. Enerzijds zijn de registratiesystemen van de gemeenten verbeterd waardoor de aantal steeds beter in kaart gebracht kunnen worden, anderzijds speelt de verslechterde economie hierbij ook nog steeds een grote rol. De toename van grote huurachterstanden, hennepkwekerijen en excessen in het gebruik van middelen, zorgt er dan voor dat de woningbouwverenigingen steeds vaker de regelgeving strenger moeten naleven. De intensieve samenwerking tussen Bemoeizorg en het Stedelijk Kompas heeft zich goed ontwikkeld in 2014. Waar er voorheen nog wel eens cliënten waren die ‘tussen wal en schip’ vielen, wordt deze doelgroep vaker toegeleid en wordt er door Bemoeizorg intensiever ingestoken op deze groep. Advies en Inschrijving Advies en Inschrijving (A&I) is een centrale afdeling binnen Novadic-Kentron. Zij dragen zorg voor een servicegerichte, klantvriendelijk en uniforme toegang. Daarnaast wordt er op een efficiënte en effectieve wijze gehandeld en ingespeeld op de vragen, wensen en aanmeldingen van potentiële cliënten, diens aanverwanten, verwijzers en ketenpartners. De afdeling is online en per mail toegankelijk, daarnaast zijn ze, tijdens kantooruren, telefonisch bereikbaar. A&I zorgt voor een snelle en correcte doorverwijzing naar zorg binnen de verschillende domeinen van Novadic-Kentron. Om een potentiële cliënt, naar de juiste zorg te leiden, wordt er gebruik gemaakt van een triage-instrument welke speciaal hiervoor ontwikkeld is. Binnen onze instelling kan er verwezen worden naar BasisGGZ (RoderConsult) of naar de verschillende eenheden van de gespecialiseerde GGZ (Novadic-Kentron). Specifieke vragen van mensen die zich zorgen maken over het alcohol- en/of druggebruik van hun partner, ouders of kinderen worden niet aangemeld, maar in contact gebracht met medewerkers van Preventie. A&I blijft het aanspreekpunt voor de cliënt tot aan het moment van het intakegesprek. In 2014 stonden 1391 cliënten uit het Stadsgewest Breda ingeschreven voor hulpverlening bij Novadic-Kentron. Dit betreft in totaal 698 nieuwe aanmeldingen. Daarnaast waren er 682 uitschrijvingen. Voor verdere specificaties, zoals de bereikprestaties per gemeente, verwijzen we naar de tabellen verderop in dit verslag. De centrale aanmeldfunctie wordt gezamenlijk door de zeven centrumgemeenten gefinancierd naar rato van het aantal inwoners.

Page 10: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 9

Productgroep Preventie, Voorlichting en Advies De belangrijkste doelen van verslavingspreventie zijn het voorkomen van verslavingsproblemen, de schade van gebruik beperken en personen die zorg nodig hebben vinden, begeleiden en/of de weg wijzen. Om dit te bereiken is het aanbod toegankelijk. Zo kent het aanbod voor de doelgroep geen financiële drempels en zoeken we hen in hun eigen omgeving op. We kunnen hierdoor een doelgroep bereiken waarvoor de zorg te hoogdrempelig is of waarbij informatieverstrekking noodzakelijk is maar waar (nog) geen zorgvraag is. Deze manier van werken zorgt ervoor dat er met een relatief beperkte inzet van middelen al een groot effect geboekt kan worden. Geen wonder dat preventie in de nieuwe jeugdwet als centraal uitgangspunt is gedefinieerd. De aandacht voor preventie is immers ingegeven uit de noodzaak om de gezondheid van burgers te verbeteren en de kosten in de hand te houden. Novadic-Kentron probeert ook zoveel mogelijk gebruik te maken van kosteneffectieve interventies. Daarvoor gebruiken we interventies die door het Trimbos-Instituut onderzocht zijn. Een ander belangrijk uitgangspunt in de nieuwe jeugdwet is dat jongeren zo snel, dichtbij en effectief mogelijk hulp geboden wordt. Dit past bij het outreachende karakter van preventie en dat zo vroegtijdig en kortdurend mogelijk ondersteuning geboden wordt. Ook willen we preventie inzetten daar waar de kans op problemen het grootst is of waar problemen zijn. We doen dit niet alleen op basis van de gezondheidsprofielen van wijken, maar vooral op basis van signalen van het netwerk, zoals van CJG-ers, jongerenwerkers, wijkagenten etcetera. Zo geven jongerenwerkers in Breda aan dat er vooral problematische jeugdgroepen in Breda Noord zijn en geven wijkagenten in Etten-Leur aan dat zij hun handen vol hebben aan de problemen met GHB-verslaafden. Vooral interventies die ingezet kunnen worden bij kwetsbare jongeren krijgen voorrang (onder andere hangjongeren en jongeren uit de jeugdhulpverlening). Kwetsbare jongeren worden gekenmerkt door een hoger risico op het ontwikkelen van problemen of zij ondervinden al beginnende problemen (selectieve en geïndiceerde preventie). Juist bij beginnende problematiek is de kans op herstel het meest succesrijk. Daarom besteden wij al in een vroeg stadium veel aandacht aan de oorzaken van de problemen. Preventie besteedt ook aandacht aan jongeren die niet geselecteerd zijn op basis van een risicofactor (universele preventie). Ook dit heeft resultaat. Op dit moment beginnen jongeren gemiddeld genomen op latere leeftijd met het drinken van alcohol en drinken zij minder. De preventieve interventies over de gevolgen van alcoholgebruik op jonge leeftijd en scherpere regels en handhaving van alcoholgebruik en -bezit onder de jeugd hebben gewerkt. Ten slotte heeft Preventie aandacht voor ouderen. Het aantal problematische drinkers onder 55-plussers neemt de laatste jaren toe. Door vroegtijdig te interveniëren hoopt Preventie ook deze trend een halt toe te roepen. Novadic-Kentron biedt haar activiteiten aan middels productkaarten. De productkaarten geven informatie over de doelgroep en de werkwijze. In deze verantwoording zullen per productkaart de activiteiten worden toegelicht. Alvorens dit te doen worden eerst de algemene trends van 2014 besproken.

Page 11: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 10

Algemene trends en ontwikkelingen 2014 • Preventie- en Handhavingsplan

Novadic-Kentron neemt deel aan zowel de projectgroep als de stuurgroep van het regionale alcoholmatigingsproject ‘Think before you Drink’, waar de regio Breda deel van uitmaakt. 2014 stond in het teken van het opstellen van het Preventie- en Handhavingsplan. Hierin legt de gemeente vast hoe ze invulling geeft aan haar toezichts- en handhavingstaak in het kader van de Drank- en Horecawet (DHW) en welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, tegen te gaan. Novadic-Kentron heeft gemeenten hierbij geadviseerd. In ons advies proberen wij handhaving en preventie zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. • Demoralisering alcoholgebruik, startleeftijd alcohol omhoog

Wat middelengebruik betreft hebben we in de afgelopen twaalf jaar in Nederland een ware cultuuromslag mogen waarnemen. Waar begin van deze eeuw nog overal de alarmklok werd geluid over het alcoholgebruik van jongeren, met hoge percentages scholieren die veel te veel alcohol dronken, en zelfs op de lagere school al met alcohol kennis maakten (Monshouwer e.a., 2004), zien we nu dat in de afgelopen twaalf jaar het middelengebruik van jongeren (roken, drinken, blowen) aanzienlijk is afgenomen. Dat is een ongeëvenaarde ontwikkeling in gunstige richting, die ook hoopgevend is voor sceptici die menen dat gedrag van adolescenten niet of moeilijk te beïnvloeden zou zijn. Ouders zijn van groot belang gebleken bij de afname van middelengebruik onder jongeren. Zij hebben zonder meer aan deze cultuuromslag bijgedragen door thuis striktere regels over middelengebruik te hanteren, en met meer vertrouwen maatregelen te nemen om middelengebruik bij hun kind te voorkomen of verminderen. Preventie heeft dan ook onverminderd aandacht voor ouders. • Meer gamen en internet

Het computergebruik van jongeren op het voortgezet onderwijs is toegenomen naar gemiddeld zo’n 2,5 uur per dag voor computerspelletjes (inclusief games op smartphones en gameconsoles) en 3 uur per dag voor andere zaken, zoals huiswerk maken en internetten (waarbij we overigens niet uit kunnen sluiten dat ze dat tegelijkertijd doen). Op het basisonderwijs zijn jongeren vooral vaker computerspelletjes gaan spelen (2 uur per dag in 2013). Zij besteden daarnaast een kleine 2 uur per dag aan andere zaken op de computer. Preventie speelt in op deze ontwikkelingen. In onze lesprogramma’s in het basisonderwijs besteden wij aandacht aan gameverslaving. Ook krijgen wij met individuele trajecten te maken waar gameproblematiek aanwezig is. Deze vragen komen vooral vanuit het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs. Ook nemen wij deel aan de landelijke chatservice alcohol & drugs, zodat we via internet bereikbaar zijn. Ieder werkdag kunnen jongeren tussen 13.00 en 17.00 chatten met een preventiewerker van een van de deelnemende verslavingszorginstellingen. Van deze chatservice wordt veelvuldig gebruikt gemaakt door jongeren uit Brabant en de vragen zijn zeer divers. De chatservice is onder andere te bereiken via de website www.novadic-kentron.nl. • Verplaatsing gebruik

In het land waren er hardnekkige geruchten dat door de verhoging van de alcoholleeftijd jongeren eerder geneigd zouden zijn om te gaan experimenteren met andere drugs. Het Trimbos Instituut heeft hier een verkenning naar gedaan en deze geruchten werden in het gehele land door professionals niet herkend. Ook in Breda hebben wij geen signalen dat jongeren eerder geneigd zijn naar drugs over te stappen. • GHB problematiek stabiliseert

Het aantal GHB-incidenten bij de SEH's van ziekenhuizen, bij de politieartsen en bij de EHBO-posten lijkt te stabiliseren. In tegenstelling tot 2013 is er in 2014 wel een nieuwe aanwas aan GHB-verslaafden gesignaleerd door Preventie. Gelukkig is er ook enige uitstroom. Preventie heeft het

Page 12: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 11

afgelopen jaar veel inzet gepleegd op zowel de nieuwe aanwas als op terugvalpreventie/uitstroom. GHB krijgt extra aandacht doordat deze verslaving vaak gepaard gaat met multiproblematiek, zoals overlast, agressie en gezondheidsincidenten. Ook lijkt het afkicken van GHB moeilijker te gaan dan van andere middelen. • Stijging van het aantal ecstasy-incidenten

Het gebruik van XTC lijkt aanzienlijk minder vaak gepaard te gaan met verslaving en overlast dan GHB, maar het gaat wel steeds vaker gepaard met gezondheidsincidenten. Gegevens van de Monitor Drugsincidenten laten zien dat aanzienlijk meer XTC-gebruikers zich melden op de EHBO-post op een festival. In overlijdensgevallen waarbij gerechtelijke sectie en toxicologisch onderzoek heeft plaatsgevonden, werd in 2013 in negen gevallen MDMA aan gewezen als middel dat een rol kan hebben gespeeld bij het overlijden. In 2014 (tot november) waren dat er zeven. Daarnaast overleed volgens de NFI-gegevens in zowel 2013 als 2014 nog eens één persoon aan vervuilde ecstasypillen (PMMA). Vergelijken we deze cijfers met voorgaande jaren lijkt (je weet niet hoeveel overlijdensgevallen er zijn waarbij geen sectie is verricht) er sprake van een toename. Gezien het omvangrijke aantal gebruikers van uitgaansdrugs, is het aantal mensen dat overlijdt aan de gevolgen van het gebruik ervan relatief beperkt. De maatschappelijke en persoonlijke impact van dergelijke incidenten is desalniettemin groot. De oorzaken van het aantal toegenomen incidenten worden gezocht in de normalisering van het XTC-gebruik (meer gebruikers) en dat de gemiddelde dosering MDMA in ecstasytabletten is toegenomen. Ook op de XTC-ontwikkeling speelt Preventie in. Jongeren worden geïnformeerd over de risico’s die zijn verbonden aan het gebruik van uitgaansdrugs en de mogelijkheden om die risico’s te verkleinen. Dit gebeurt onder meer op straat en op dance-events (Unity). Ook adviseert Preventie organisatoren van festivals hoe zij de uitgaansomgeving veiliger kunnen maken, bijvoorbeeld door vrije waterverstrekking, temperatuurregulatie en de aanwezigheid van EHBO’s met deskundigheid van drugs. Daarnaast is er voor jongeren in Nederland de mogelijkheid om hun drugs te laten testen via het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS). In Breda is hiertoe elke woensdag van 16 tot 18 uur de mogelijkheid. Samen met de (landelijke) waarschuwingen die daardoor gegeven kunnen worden bij de constatering van extreem gevaarlijke pillen en poeders, zogeheten Red Alerts, vormt dit eveneens een belangrijk onderdeel van het Nederlandse preventiebeleid. • Aandacht nieuwe drugstrend

Mede op initiatief van de gemeente Breda is Novadic-Kentron in de afgelopen twee jaar kartrekker geweest van een Europees project, te weten Local Pass. Ook de gemeente Breda participeerde als partner in dit project. Het Europese project heeft ertoe geleid dat er instrumenten zijn ontwikkeld waarmee lokale overheden drugstrends vroegtijdig kunnen signaleren, de risico’s taxeren en interventies kunnen uitzetten. De Europese subsidie is toegekend in het kader van de opkomst van zogenoemde New Psychoactive Substances (NPS). De Europese Unie definieert een NPS als een psychoactieve stof die niet genoemd wordt in één van de VN-verdragen maar die op basis van de farmacologische eigenschappen vergelijkbaar is met dat van stoffen die wel in de verdragen genoemd worden. In 2014 is een veldonderzoek afgerond onder uitgaanspubliek in Breda. De uitgaanders waren in 2013 ondervraagd. De uitgaanders zijn ook bevraagd over nieuwe drugstrends. Er zijn 401 uitgaanders ondervraagd. Vijf uitgaanders noemen een NPS als drugstrend. In alle vijf gevallen gaat het om het middel 4-FA (ook wel 4-fmp genoemd). Dit resultaat suggereert dat NPS in Breda niet populair zijn. De opkomst van NPS gaat echter snel. NPS zijn vaak gemakkelijk en goedkoop via internet te verkrijgen. Veel websites spelen in op de groeiende markt van NPS. Ze hebben vaak een breed aanbod, stunten met prijzen en zorgen ervoor dat je het product binnen een paar dagen in huis hebt. In 2014 is 4-FA al acht keer aangeboden op de testservice in Breda. Het zou dus kunnen dat ook 4-FA zijn intrede heeft gedaan in het uitgaansgebied van Breda.

Page 13: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 12

Uit het onderzoek onder uitgaanders in Breda bleek verder dat bijna iedereen in het jaar voorafgaand aan de enquêtering in het uitgaansgebied van Breda alcohol had gedronken, een derde had cannabis gebruikt, 20% XTC en 12% cocaïne. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met uitgaanders in Amsterdam. • Meer behoefte aan ouderondersteuning

In 2014 werd door ouders vaker direct contact gezocht met Novadic-Kentron over middelengebruik en verslaving van hun kind. Middelenproblematiek is omkleed met schaamte, waardoor ouders behoefte hebben aan anonimiteit. Zij willen in eerste instantie geen beroep doen op hulp in de eigen omgeving. Ze komen dan bij ons als gespecialiseerde instelling. Verantwoording per productkaart Preventie In 2014 had de gemeente Breda 5554 uur ingekocht bij de afdeling Preventie, Voorlichting en Advies. Er zijn in totaal 5726 uur gemaakt. Er zijn 172 overuren gemaakt. Voor het CJG (valt buiten de gemeentelijke verantwoording) zijn 206 overuren gemaakt. Om deze uren te maken was met de gemeente Breda afgesproken om uren over te hevelen uit het budget voor Lokale gezondheidsbevordering en Alcohol en ouderen. Op deze producten is dan ook lager gescoord (88% = 124 uur en 83% = 50 uur). In totaal is er echter zowel voor het CJG als voor de gemeente Breda een overproductie gemaakt. Er is vooral overproductie gemaakt op het outreachend veldwerk in de regio Breda. In deze regio zijn veel GHB-gerelateerde hulpvragen geweest. De outreachend preventiewerker (veldwerker) heeft ervoor gekozen aan de slag te gaan met deze hulpvragen, ondanks dat dit tot overproductie heeft geleid. De casussen waren te urgent om te laten wachten. Onderstaand zullen per productkaart de activiteiten worden toegelicht. Deskundigheidsbevordering De preventiewerkers richten zich ook actief op groepen die beroepsmatig te maken krijgen met gebruik en misbruik van genotmiddelen, zoals leerkrachten, hulpverleners, politie en horecapersoneel. In 2014 is het aantal deskundigheidsbevorderingen hoger uitgevallen dan afgesproken (131%). De uitvoeringen zijn mede afhankelijk van de netwerkpartijen. Binnen verschillende onderwijsinstellingen (Willem van Oranje college, Dongemond college, De Nassau, Radius college) en zorginstellingen (Villa Boerebont, social work, (f)act-team jeugd, SOVAK, Raad voor de Kinderbescherming, Juzt en Vitalis) zijn deskundigheidsbevorderingen gegeven. Ook zijn er trainingen gegeven in de horeca (bijvoorbeeld: discotheek Bomax in Moerdijk), aan verschillende EHBO-verenigingen in de regio Made Drimmelen, aan buurtpreventie in Etten-Leur en aan de politie in diverse gemeenten. Deze trainingen zijn verschillend van aard. Soms heel uitgebreid waarbij een aantal dagdelen aandacht is voor middeleninformatie, signaleren en begeleiden van mensen die mogelijk problematisch gedrag vertonen en het inzichtelijk maken van de juiste mogelijkheden van doorverwijzen. Een andere keer is een korte instructie voldoende zodat docenten aan de slag kunnen met het onderwerp genotmiddelen in hun lessen. Lokale gezondheidsbevordering en alcoholmatiging Dit product is in 2013 lager uitgevallen (88%) dan afgesproken. In verschillende gemeenten is de Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA) uitgevoerd. In het kader van alcoholmatigingsbeleid is deze instructie belangrijk omdat hierbij sportverenigingen, studentenverenigingen en barvrijwilligers worden bereikt. In het aantal bereikte en gecertificeerde barvrijwilligers zien we een overproductie van 104 in plaats van 50.

Page 14: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 13

In het kader van het regionale alcoholmatigingsproject ‘Think before you Drink’ heeft Novadic-Kentron gemeenten geadviseerd bij het opstellen van de Preventie- en Handhavingplannen. Ook is er in het kader van het regionale alcoholmatigingsproject ‘Think before you Drink’ een convenant met de drie West-Brabantse ziekenhuizen gesloten over alcoholintoxicatie. Zodra een jongere met een alcoholvergiftiging wordt opgenomen, wordt in het gesprek door de arts met de ouders aangedrongen op een informatie- en adviesgesprek met een preventiewerker van Novadic-Kentron. In 2014 zijn er met 23 kinderen en hun ouders gesprekken gevoerd. Ook was Preventie in 2014 in het kader van alcoholmatiging aanwezig op het HBO intro festival. Voor dit festival heeft Preventie de campagne Super Safe ontwikkeld en deze is uitgevoerd in samenwerking met Sense/Soa en de GGD. Ouders van kinderen tot 18 jaar werden in 2014 in eerste instantie bijgestaan door een medewerker van het CJG. Het CJG kon op haar beurt Preventie inschakelen indien de problemen te specialistisch werden. Hiervoor had het CJG uren ingekocht bij Novadic-Kentron. Preventie biedt echter ook hulp aan ouders van kinderen van 18 jaar of ouder die ondersteuning zoeken voor de problemen met hun gebruikende kind. Daarnaast biedt Preventie hulp aan volwassenen met een gebruikende partner. De vraag voor deze vormen van hulp lijkt te groeien. In 2014 zijn 42 volwassenen bijgestaan voor ondersteuning bij het omgaan met het gebruik van hun kind dan wel partner. Jongeren en Justitie Jongeren die een delict hebben gepleegd waarbij alcohol of drugs een rol speelde kunnen door HALT worden doorgestuurd naar Novadic-Kentron. Novadic-Kentron organiseert vervolgens voor zowel ouders als jongeren groepsbijeenkomsten. Op deze bijeenkomsten krijgen ouders uitleg over de schadelijkheid van middelen, het effect van regels stellen en er wordt aan de hand van casussen geoefend met hoe de regels gehandhaafd kunnen worden. Tijdens de jongerenbijeenkomsten wordt er ook aandacht besteed aan de schadelijkheid van middelen, maar jongeren gaan vooral oefenen hoe zij om kunnen gaan met groepsdruk. Jongeren die niet geschikt zijn voor het groepsaanbod krijgen een individueel traject aangeboden. In 2014 heeft Novadic-Kentron tien jongerengroepen en acht oudergroepen gedraaid. 18 jongeren hebben een individueel traject doorlopen. In 2014 zijn precies het aantal uur gemaakt wat hiervoor was ingekocht (150 uur). Testservice DIMS In Breda kunnen gebruikers van synthetische drugs wekelijks terecht op een spreekuur van de testservice DIMS (Drug Information and Monitoring System). Bezoekers kunnen hier anoniem hun synthetische drugs laten testen op de samenstelling en het gehalte van de werkzame stoffen. In 2014 hebben in Breda 296 mensen de testservice bezocht. Deze mensen hebben 235 monsters ter analyse aangeleverd. In de helft van de gevallen ging het om XTC-monsters. Tijdens de testservice krijgen bezoekers informatie over wat zij kunnen doen om de risico’s van het gebruik te verminderen. Consumenten die een middel laten testen kunnen de week erop bellen voor een uitslag. Gebruik wordt afgeraden indien er ‘extra’ gevaarlijke stoffen zijn aangetroffen. De gemiddelde dosering MDMA in pillen verkocht als XTC of MDMA schommelde sinds eind jaren ‘90 rond de 80 mg. Opvallend is de forse stijging van de gemiddelde hoeveelheid MDMA sinds begin 2010. In 2014 is het gehalte verder gestegen tot een gemiddelde van 140 mg MDMA per tablet. Ook is er in 2014 enkele malen PMMA (psychoactieve stof, met hoge gezondheidrisico’s)in de XTC aangetroffen. Hiervoor is toen gewaarschuwd.

Page 15: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 14

Alcohol en ouderen In 2014 is de productkaart ‘alcohol en ouderen’ geïntroduceerd. Onderzoek wijst uit dat het dagelijks alcoholgebruik bij veel senioren sluipenderwijs toeneemt. De babyboomers vormen de eerste naoorlogse generatie die regelmatig alcohol gebruikt. Met het stijgen van de welvaart nam de vrije tijd toe. Er is een manier van leven ontstaan waarin alcohol een steeds grotere rol speelde in die vrije tijd. Veel babyboomers hebben zich ontwikkeld tot stevige weekenddrinkers. Nu en in de komende jaren bereiken ze de pensioenstatus, gekenmerkt door veel vrije tijd. De verleiding is groot om een ‘eeuwig weekend’ in te richten waarbij drankgebruik de oplossing lijkt van allerlei problemen die te maken hebben met ouder worden. Het product ‘alcohol en ouderen’ bestond enerzijds uit een onderzoek naar alcohol en ouderen (150 uur) en anderzijds uit activiteiten met ouderen en het netwerk daar omheen (150 uur). Het doel van het onderzoek is om via sleutelinformanten in kaart te brengen welke ouderen in de problemen raken door alcoholgebruik en hoe sleutelinformanten denken dat deze problemen aangepakt kunnen worden. Het onderzoek zit momenteel in de afrondende fase. Mede hiervoor is de productie in 2014 (83%) nog niet gehaald. De preventieactiviteiten bestonden uit individuele gesprekken met ouderen en/of hun naasten, ondersteuning bij casuïstiekbesprekingen (zoals bij Indigo en SOVAK), deskundigheidsbevorderingen (zoals aan de medewerkers van SOVAK) en voorlichtingen (bijvoorbeeld: vrijwilligers van WIJ Breda, op een seniorenbeurs, de Katholieke Vrouwenorganisatie Organisatie ‘KVO’ in Bavel, de thuiszorg, Mee, Humanitas en Surplus). Outreachend Veldwerk Stad Breda Onder veldwerk vallen alle activiteiten die direct gericht zijn op kwetsbare jongeren, adolescenten en hun omgeving. Kwetsbare jongeren lopen vanwege hun achtergrond een hoger risico op middelen misbruik of –afhankelijkheid. Het veldwerk legt zowel contact met kwetsbare jongeren die experimenteren als jongeren/adolescenten met beginnende of ernstige verslavingsproblematiek. Veel van het outreachend werk vindt plaats in de publieke ruimte. Het eerste alcoholgebruik van jongeren vindt vaak plaats in de thuissituatie, maar het eerste drugsgebruik vindt doorgaans plaats op straat of tijdens het uitgaan. Uit onderzoek onder klinische cliënten tussen de 20 en 30 jaar bij Novadic-Kentron bleek dat de meeste van hen op straat begonnen zijn met gebruik. Toen zij begonnen met het dagelijks gebruik van middelen vond dit ook nog op straat plaats. Het moge duidelijk zijn dat de straat een belangrijke vindplaats is. In 2014 is Preventie wekelijks in Breda de straat opgegaan, veelal samen met de jongerenwerkers van Surplus Welzijn. Ook zijn Peersupporters ingezet. Peersupporters zijn leefstijlgenoten van de doelgroep die beter in staat zijn contact te leggen met moeilijke doelgroepen dan reguliere werkers, omdat zij zelf uit die doelgroepen komen. Alle Peersupporters die voor Novadic-Kentron werken hebben een training gehad. In Breda zijn alle wijken bezocht. Het jongerenwerk geeft aan dat er meer hangjeugd is in Breda Noord dan in andere delen van de stad. Er is dan ook meer inzet geweest in Breda Noord. Ook is hier samengewerkt met het ‘Grote broer en zus’ project en Social Work. Veel van de jongeren op straat zijn aan het experimenteren met middelen of ondervinden de eerste problemen als gevolg van hun gebruik. De veldwerkers gaan met deze jongeren in gesprek. Alle veldwerkers zijn getraind in motiverende gespreksvoering, wat een effectief bewezen methodiek is om gedragsverandering te bewerkstelligen onder gebruikers. Sommige jongeren op straat gaven aan een gesprek onder vier ogen te willen. In deze gevallen kon de veldwerker ook de methodieken Wiet-Check of moti-4 toepassen. De Wiet-Check is een geprotocolleerde interventie van twee gesprekken voor jongeren die regelmatig cannabis gebruiken maar (nog) geen behoefte hebben aan eerste- of tweedelijns hulp. Wiet-Check is effectief gebleken in het minderen of stoppen met cannabisgebruik onder zware gebruikers (14 joints of meer per week).

Page 16: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 15

Moti-4 is een vier-gesprekkentraject voor jongeren tot 24 jaar die veel alcohol of drugs gebruiken, gokken of gamen maar nog geen eerste- of tweedelijns hulp willen. Moti-4 wordt momenteel onderzocht op effectiviteit. Bij voorkeur wordt ook het gesprek aangegaan met de ouders, maar alleen als jongeren hiervoor toestemming geven. Soms bleken de gesprekken niet afdoende en werden jongeren toch doorverwezen naar de eerste- of tweedelijns zorg. Ook komen de veldwerkers wel eens jongeren tegen die ernstig risicogedrag vertonen, maar zorg mijden. In deze situaties wordt doorgaans aan de wijkagent gevraagd om contact te leggen met de ouders. Vaak hebben ouders niet in de gaten waar hun kinderen in de openbare ruimte mee bezig zijn. Ook blijkt dat ouders meer invloed hebben dan zij vaak zelf denken. Het outreachend veldwerk bereikt jongeren niet alleen op straat, maar ook via spreekuren (Villa Boerebont, Zorg- en Adviesteam ‘ZAT’ op AKA Kellebeek, de Rooipannen en de Praktijkschool), via de jeugdhulpverlening (De Koers, Juzt), via Stichting Kick en doordat jongeren zelf bellen naar Novadic-Kentron of een bericht achterlaten op onze facebook-pagina. In 2015 is de verwachting ook meer jongeren doorverwezen te krijgen vanuit het CJG en de sociale wijkteams. In totaal zijn er in 2014 115 gesprekken gevoerd met jongeren. Meestal waren deze gesprekken afdoende om gedragsverandering te bewerkstelligen. 18 jongeren zijn uiteindelijk doorverwezen naar zwaardere zorg. Het doorverwijzen naar zwaardere zorg is meer dan jongeren alleen aanmelden. De jongeren worden doorgaans wekelijks gezien zodat zij gemotiveerd blijven tot het moment dat het zorgtraject start. Voor sommige jongeren die terugkomen uit zorg biedt het veldwerk ook nog ondersteuning (terugvalpreventie). Het gaat dan vaak om jongeren met ernstige verslavingsproblematiek, zoals jongeren die kampen met een GHB-verslaving. Uitgaan en genotmiddelengebruik hangt met elkaar samen. Veel jongeren die drugs gebruiken doen dit zelfs uitsluitend tijdens het uitgaan, en in het bijzonder op festivals (dance-events). Er is vanuit Preventie dan ook structureel overleg met de horeca en de verantwoordelijke ambtenaar van het uitgaansgebied. Ook heeft Preventie in 2014 drie keer een blog geplaatst op www.stappenbreda.nl. Ten slotte hebben preventiewerkers van Novadic-Kentron met Unity-peers voorlichting gegeven tijdens de festivals Pussylounge bij de Asterdplas en Breda dance-festival in het Chasse. Er zijn in 2014 78 overuren gemaakt op outreachend veldwerk in de stad Breda. Outreachend Veldwerk regio Het outreachend veldwerk in de regio Breda werkt hetzelfde als in de stad Breda. Ook hier wordt veel straatwerk verricht en gebruik gemaakt van de Wiet-Check en moti-4. De mate van inzet kan echter verschillen per gemeente en per wijk. Deze inzet wordt onder andere bepaald door een inschatting te maken van de ernst van de problematiek en de mate waarin het jongerenwerk zich op risicojongeren richt. Het jongerenwerk is voor de preventiewerkers een belangrijke netwerkpartner. Soms sluiten wij aan bij hun activiteiten of organiseren we samen activiteiten. Hierdoor zijn wij beter in staat de juiste jongeren te vinden en een band met hen op te bouwen. Er is een structurele samenwerking met het jongerenwerk in Etten-Leur, Geertruidenberg, Drimmelen, Werkendam, Moerdijk en Woudrichem. Ook in de andere gemeentes wordt er samengewerkt met het jongerenwerk, maar minder intensief.

Page 17: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 16

In de regio Breda is aanzienlijk vaker gebruik gemaakt van de inzet van Peersupporters dan in de stad Breda. Dit komt doordat er absoluut meer hanggroepen zijn in de regio Breda en ook meer hanggroepen met fors gebruik. In 2014 hebben Peersupporters 52 keer hanggroepen bezocht. Meestal meerdere hanggroepen per avond. Daarnaast zijn de veldwerkers ook wekelijks zonder Peersupporter de straat opgegaan. Ook is het soms gebruikelijk om instanties te bezoeken tijdens het straatwerk, zoals SOVAK in Terheijden. Ook in de regio Breda komen jongeren niet alleen in beeld bij de veldwerker door straatwerk. Jongeren komen ook in beeld door verwijzingen vanuit Juzt, doordat zij zelf contact opnemen met Novadic-Kentron of doordat zij besproken worden in casuïstiekoverleggen, zoals het GHB overleg in Etten-Leur, het straathoek- en jeugd en veiligheidsoverleg o.a. in Geertruidenberg en Drimmelen en het JPO-overleg in Zevenbergen. Ook speelt de politie in deze een belangrijke rol. Wijkagenten in de regio maken graag gebruik van contacten met Novadic-Kentron veldwerk. In 2014 zijn er in totaal 165 gesprekken gevoerd met jongeren. Meestal waren enkele gesprekken voldoende om het tij te keren. 30 jongeren/adolescenten zijn doorverwezen naar zwaardere zorg. Onder hen acht GHB-verslaafden uit Etten-Leur. Deze GHB-verslaafden kenmerken zich door meervoudige problematiek. De veldwerker verwees hen niet alleen door naar de verslavingszorg, maar hielp hen ook bij problemen op andere leefgebieden, zoals bij het zoeken naar onderdak, het aanvragen van een uitkering, het motiveren voor dagbesteding, het stimuleren gebruik te maken van het eigen sociaal netwerk etc. Ook onderhield de veldwerker contact met jongeren/adolescenten die uit een zorgtraject komen (terugvalpreventie). Hierdoor zijn verschillende notoire GHB-verslaafden (vooralsnog) na een jarenlange verslaving niet teruggevallen. Deze intensieve aanpak heeft er mede voor gezorgd dat er wel 142 overuren zijn gemaakt op outreachende preventie in de regio Breda. Jongeren, Onderwijs en Vrije tijd Het product jongeren, onderwijs en vrije tijd heeft primair betrekking op activiteiten in het onderwijs, maar ook de chat service en activiteiten die zich op een algemeen publiek richten (geen risicojongeren) vallen onder dit product (bijvoorbeeld een activiteit met het jongerenpanel in de gemeente Wijk en Aalburg). In 2014 heeft Preventie 40 overuren gemaakt (110%). De gezonde school en genotmiddelen (DGSG) is hét schoolpreventieprogramma (basis- en voortgezet onderwijs en MBO) over alcohol, roken en drugs die de basis vormt van de preventieactiviteiten in het onderwijs. DGSG is een integraal programma. Lessen vormen een belangrijk onderdeel, maar er wordt ook aandacht besteed aan ouderactiviteiten, het opstellen van een goed schoolreglement en het signaleren en begeleiden van leerlingen met problematisch middelengebruik. Alle onderdelen bij elkaar bieden de school de perfecte handvatten voor het vormen van een goed school gezondheidsbeleid rondom alcohol, roken en blowen. Dit aanbod wordt alleen aangeboden in de regio Breda. In de stad Breda, Baarle-Nassau en Chaam verricht Novadic-Kentron deze activiteiten uit de begroting van het CJG. In 2014 heeft Preventie 47 gastlessen gegeven in het onderwijs in vrijwel alle gemeenten in de regio. De meeste activiteiten vonden plaats in het basisonderwijs. Ook hebben er 14 ouderbijeenkomsten plaatsgevonden. Het betrekken van alleen jongeren of alleen ouders blijkt aanzienlijk minder effectief te zijn dan wanneer beiden in een programma worden betrokken. Sommige scholen vinden het nadeel van ouderbijeenkomsten dat daar doorgaans niet de ouders op afkomen die het volgens hen het meest nodig hebben. In Oosterhout heeft Preventie in samenwerking met Praktijkschool De Zwaaikom er daarom voor gekozen om leerlingen tijdens een ouderbijeenkomst iets te laten presenteren. Als de kinderen iets

Page 18: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 17

voor hun ouders gaan presenteren komen ze wel. Ten slotte zijn er als gevolg van de schoolpreventieprogramma’s ook nog 17 individuele trajecten geweest. Veel scholen in het voortgezet onderwijs zijn aan de slag gegaan met de ELO. ELO staat voor 'elektronische leeromgeving'. De ELO Alcohol bestaat uit een docentomgeving en een leerling-omgeving. Preventie geeft de docenten een training hoe zij met deze preventiemodule kunnen werken. Deze trainingen vallen onder het product deskundigheidsbevordering. De preventiewerker is verder niet betrokken bij de uitvoering van het programma. Ten slotte neemt Novadic-Kentron deel aan de landelijke Chatservice. Ieder werkdag kunnen jongeren, maar ook ouders van deze jongeren, tussen 13.00 en 17.00 chatten met een preventiewerker van een van de deelnemende verslavingszorginstellingen.

Page 19: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 18

Gemeente Breda

periode 12

Productie en budget realisatie 2014

Subsidie Doeluitkering MO/VZ

Producten Beschikt 2014 Realisatie 2014 Rekeneenheid Tarief € Productie

afspraak Budget Begroot

budget Aantal Realisatie % gerealiseerd

tov begroot

Preventie, Voorlichting en Advies

Deskundigheidsbevordering uur arbeidsinzet € 75,86 150 € 11.379 € 11.379 196 € 14.878 131% Lokale Gezondheidsbevordering uur arbeidsinzet € 75,86 1.050 € 79.653 € 79.653 926 € 70.241 88% Jongeren en Justitie uur arbeidsinzet € 75,86 150 € 11.379 € 11.379 151 € 11.447 101% Ouderen en alcohol uur arbeidsinzet € 75,86 300 € 22.758 € 22.758 250 € 18.958 83% Onderwijs en vrije tijd uur arbeidsinzet € 75,86 400 € 30.344 € 30.344 440 € 33.403 110% Testservice DIMS uur arbeidsinzet € 75,86 250 € 18.965 € 18.965 289 € 21.946 116% Outreachend Veldwerk (stad Breda) uur arbeidsinzet € 75,86 1.154 € 87.542 € 87.542 1.232 € 93.460 107% Outreachend Veldwerk (regio Breda) uur arbeidsinzet € 75,86 2.100 € 159.306 € 159.306 2.242 € 170.075 107% sub-totaal 5.554 € 421.326 € 421.326 5.726 € 434.407 103%

Basiszorg en Opvang

Gebruiksruimten uur arbeidsinzet € 66,73 4.368 € 291.477 € 291.477 4.368 € 291.477 100%

Begeleider basiszorg € 55,93 208 € 11.633 € 11.633 227 € 12.696 109%

SPV € 77,81 208 € 16.184 € 16.184 120 € 9.337 58%

sub-totaal 4.784 € 319.295 € 319.295 4.715 € 313.510 98%

Page 20: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 19

Ambulante Zorg

Bemoeizorg uur arbeidsinzet € 77,81 4.993 € 388.505 € 388.505 4.347 € 338.240 87%

Advies en inschrijving

verdeelsleutel inwoneraantal € 80.475 € 80.475 € 80.475 100%

sub-totaal 4.993 € 468.980 € 468.980 4.347 € 418.715 89%

Totaal subsidie 15.331 € 1.209.601 € 1.209.601 € 1.166.632 96%

Noot: De beloning van de voorzitter en het lid van de raad van Bestuur van Novadic-Kentron is gebaseerd op de de WNT. Conform de zorgbrede Governance code worden aard en omvang van de beloning van de bestuurders uitsluitend door de remunaratiecommissie van de Raad van Toezicht bepaald.

Page 21: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 20

Bereikprestaties Novadic-Kentron 2014 Regio Stadsgewest Breda per gemeente

In- en uitschrijvingen Totaal regio Breda Alphen-Chaam Baarle-Nassau Drimmelen EttenLeur Geertruiden-

berg Moerdijk Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Aantal nieuwe inschrijvingen* 698 100 352 50 9 1 17 2 36 5 73 10 37 5 46 7 Waarvan nevencliënt 19 100 3 16 0 - 1 5 1 5 7 37 0 - 4 21 Aantal uitschrijvingen 682 100 350 51 12 2 25 4 24 4 70 10 31 5 40 6 Aantal ontslagen tegen advies 242 100 133 55 4 2 5 2 10 4 19 8 10 4 11 5 Aantal cliënten in behandeling Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Aantal in behandeling 1391 100 750 54 21 2 40 3 51 4 128 9 67 5 76 5 Aantal cliënten per 1000 inwoners 3,07 4,16 1,63 4,12 7,70 4,80 1,58 3,52 L7 Primaire problematiek Alcohol 535 38 285 38 12 57 16 40 20 39 51 40 26 39 34 45 Opiaten 163 12 107 14 3 14 5 13 2 4 8 6 12 18 7 9 Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 216 16 113 15 3 14 8 20 9 18 19 15 10 15 13 17 Hallucinerende middelen (extasy) 4 0 2 0 0 - 0 - 1 2 0 - 0 - 0 - Cannabis** 169 12 102 14 3 14 4 10 3 6 11 9 7 10 4 5 GHB*** 61 4 22 3 0 - 0 - 3 6 16 13 1 1 4 5 Gokken 55 4 34 5 0 - 2 5 1 2 3 2 3 4 3 4 Nevencliënten 39 3 10 1 0 - 4 10 1 2 5 4 4 6 0 - Overig of onbekend 149 11 75 10 0 - 1 3 11 22 15 12 4 6 11 14

1391

100

750

100

21

100

40

100

51

100

128

100

67

100

76

100 Geslacht Mannen 1046 75 575 77 13 62 31 78 34 67 98 77 45 67 59 78 Vrouwen 345 25 175 23 8 38 9 23 17 33 30 23 22 33 17 22

1391

100

750

100

21

100 40

100

51

100 128

100

67

100 76

100 Leeftijd Ouder > 50 jaar 327 24 175 23 12 57 12 30 12 24 37 29 8 12 16 21 24-50 jaar 893 64 485 65 7 33 24 60 32 63 78 61 49 73 50 66 18 t/m 23 jaar 136 10 73 10 2 10 2 5 5 10 11 9 10 15 7 9 Jonger dan 18 jaar 35 3 17 2 0 - 2 5 2 4 2 2 0 - 3 4

1391

100

750

100

21

100 40

100

51

100 128

100

67

100 76

100

Page 22: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 21

Culturele herkomst Autochtonen 1066 77 579 77 16 76 27 68 39 76 101 79 51 76 64 84 Allochtonen 194 14 118 16 2 10 6 15 5 10 15 12 9 13 4 5 Onbekend 131 9 53 7 3 14 7 18 7 14 12 9 7 10 8 11

1391

100

750

100

21

100 40

100

51

100 128

100

67

100 76

100 * Bij de inschrijvingen kunnen dubbeltellingen voorkomen omdat één cliënt in de verslagperiode ** Cannabis is vanaf 2011 apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de hallucinerende middelen *** GHB is vanaf 2011 ook apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de opwekkende middelen

Page 23: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 22

Bereikprestaties Novadic-Kentron 2014 Regio Stadsgewest Breda per gemeente

In- en uitschrijvingen Totaal regio Oosterhout Werkendam Wijk en Aalburg Woudrichem Zundert

Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Aantal nieuwe inschrijvingen* 698 100 75 11 21 3 6 1 6 1 20 3 Waarvan nevencliënt 19 100 3 16 0 - 0 - 0 - 0 - Aantal uitschrijvingen 682 100 67 10 22 3 7 1 6 1 28 4 Aantal ontslagen tegen advies 242 100 24 10 11 5 4 2 3 1 8 3 Aantal cliënten in behandeling Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Aantal in behandeling 1391 100 152 11 42 3 12 1 11 1 41 3 Aantal cliënten per 1000 inwoners 3,07 4,13 0,78 0,45 0,76 1,90 Primaire problematiek Alcohol 535 38 53 35 15 36 3 25 6 55 14 34 Opiaten 163 12 14 9 1 2 0 - 0 - 4 10 Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 216 16 22 14 7 17 6 50 2 18 4 10 Hallucinerende middelen (extasy) 4 0 1 1 0 - 0 - 0 - 0 - Cannabis** 169 12 24 16 4 10 1 8 1 9 5 12 GHB*** 61 4 10 7 0 - 0 - 0 - 5 12 Gokken 55 4 6 4 1 2 0 - 0 - 2 5 Nevencliënten 39 3 8 5 5 12 0 - 0 - 2 5 Overig of onbekend 149 11 14 9 9 21 2 17 2 18 5 12

1391

100

152

100

42

100

12

100

11

100

41

100

Page 24: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 23

Geslacht

Mannen 1046 75 114 75 28 67 10 83 11

100 28 68 Vrouwen 345 25 38 25 14 33 2 17 0 - 13 32

1391

100

152

100 42

100

12

100 11

100

41

100 Leeftijd Ouder > 50 jaar 327 24 32 21 11 26 2 17 1 9 9 22 24-50 jaar 893 64 99 65 22 52 9 75 9 82 29 71 18 t/m 23 jaar 136 10 12 8 9 21 1 8 1 9 3 7 Jonger dan 18 jaar 35 3 9 6 0 - 0 - 0 - 0 -

1391

100

152

100 42

100

12

100 11

100

41

100 Culturele herkomst Autochtonen 1066 77 108 71 33 79 10 83 10 91 28 68 Allochtonen 194 14 22 14 2 5 1 8 1 9 9 22 Onbekend 131 9 22 14 7 17 1 8 0 - 4 10

1391

100

152

100 42

100

12

100 11

100

41

100 * Bij de inschrijvingen kunnen dubbeltellingen voorkomen omdat één cliënt in de verslagperiode ** Cannabis is vanaf 2011 apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de hallucinerende middelen *** GHB is vanaf 2011 ook apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de opwekkende middelen

Page 25: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 24

Bereikprestaties Novadic-Kentron Regio Stadsgewest Breda per jaar

In- en uitschrijvingen 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Aantal nieuwe inschrijvingen* 625 629 685 778 797 724 700 491 540 655 698 Waarvan nevencliënt 37 24 36 13 19 32 19 Aantal uitschrijvingen 349 386 537 578 646 765 687 756 599 586 682 Aantal ontslagen tegen advies 155 140 227 207 252 269 259 284 217 202 242

Aantal cliënten in behandeling 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Aantal in behandeling 1393 1375 1528 1660 1832 1857 1.730 1.498 1.245 1.297 1.391 Aantal cliënten per 1000 inwoners 3,8 4,2 4,2 3,9 8,6 2,8 2,9 3 Primaire problematiek 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Alcohol 620 611 669 726 777 759 716 597 489 475 535 Opiaten 225 211 205 203,0 195,0 187,0 189,0 192,0 171,0 174,0 163 Opwekkende middelen (Cocaïne, amfetamine) 279 290 277 330 367 359 283 233 204 208 216 Hallucinerende middelen (extasy) 162 175 156 174 197 265 276 2 7 3 4 Cannabis** 172 156 174 169 GHB*** 79 74 68 61 Gokken 57 49 49 60 65 61 53 36 33 45 55 Nevencliënten 83 61 65 53 39 45 39 Overig of onbekend 50 39 172 167 148 165 148 134 72 105 149 1393 1375 1528 1660 1832 1857 1730 1498 1245 1297 1.391

Geslacht 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Mannen 1008 973 1084 1163 1308 1316 1.249 1.082 937 957 1.046 Vrouwen 385 402 444 497 524 541 481 416 308 340 345 1393 1375 1528 1660 1832 1857 1730 1498 1245 1297 1.391 Leeftijd 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Ouder > 50 jaar 252 316 378 424 471 497 421 377 298 288 327 24-50 jaar 982 896 984 1006 1094 1094 1.063 915 773 817 893 Jongeren < 24 jaar 159 163 166 230,0 18 t/m 23 jaar 205 212 188 162 120 144 136 Jonger dan 18 jaar 62 54 58 44 54 48 35 1393 1375 1528 1660 1832 1857 1730 1498 1245 1297 1.391

Page 26: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 25

Culturele herkomst 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Autochtonen 1062 1169 1345 1312 1481 1541 1.411 1.229 1.014 1.024 1.066 Allochtonen 156 139 146 161 189 204 208 188 162 166 194 Onbekend 175 67 37 187 162 112 111 81 69 107 131 1393 1375 1528 1660 1832 1857 1730 1498 1245 1297 1.391 * Bij de inschrijvingen kunnen dubbeltellingen voorkomen omdat één cliënt in de verslagperiode meerdere keren in zorg genomen kan worden. ** Cannabis is vanaf 2011 apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de hallucinerende middelen *** GHB is vanaf 2011 ook apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de opwekkende middelen

Page 27: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 26

Rapportage Prestatieafspraken Breda regio stadsgewest Breda 2014

Periode 12

Producten NK Indicator NK Gepland

Gereliseerd t/m periode 12

Subsidie Doeluitkering MO/VZ (Dossier: 20130217)

Deskundigheidsbevordering Aantal deskundigheidsbevorderingen (trainingen/cursussen) 17 22

Info- en adviesgesprek intermediairen 40 45 Netwerkbijeenkomsten 6 2 Lokale Gezondheidsbevordering en alcoholmatiging Aantal uitgevoerde IVA's 3 5

Aantal bereikte en gecertificeerde barvrijwilligers 50 104

Aantal bereikte studenten via studentencampagne 200 350

Aantal netwerken/projecten waaraan wordt deelgenomen 9 9

Aantal publiekscampagnes 1 1 Aantal beleidsadviezen 3 6 Aantal informatie- en adviesgesprekken 10 42

Jongeren en Justitie Aantal jongerengroepen (gemiddelde deelname 6 jongeren) 8 10

Aantal oudergroepen 8 8

Aantal individuele jongeren (buiten het groepsaanbod) 5 18

Ouderen en alcohol Bereik doelgroep 50 123 Voorlichtingsavonden 2 4 Trainen intermediairs 20 28 Toeleiden naar zorg 6 7 Onderzoek naar aard en omvang 1 0 Testservice DIMS Aantal informatie- en adviesgesprekken 50 296

Page 28: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 27

Veldonderzoek Ouder en Alcohol 1 0

Outreachend Veldwerk (stad Breda) Aantal informatie- en adviesgesprekken (beperken instroom zorg) 120 115

Aantal campagnes 2 0 Voorlichting dance-events (Unity) 2 2

Aantal doorverwijzingen naar de hulpverlening 20 18

Aantal groepen waarmee werkrelatie is opgebouwd 15 8

Spreekuur/casusoverleggen 50 10

Aantal deelnemers selectieve of geïndiceerde preventieactiviteiten 75 169

Aantal bezoeken hangplekken Peersupport 50 3

Outreachend Veldwerk (regio Breda) Aantal informatie- en adviesgesprekken (beperken instroom zorg) 120 165

Aantal campagnes 1 0

Aantal doorverwijzingen naar de hulpverlening 20 30

Aantal groepen waarmee werkrelatie is opgebouwd 15 15

Spreekuur/casusoverleggen 50 15

Aantal deelnemers selectieve of geïndiceerde preventieactiviteiten 75 184

Aantal bezoeken hangplekken Peersupport 50 52

Onderwijs en vrije tijd in de regio Aantal scholen/instellingen waarmee contact 10 31 Aantal voorlichtingen aan jongeren 5 4

Aantal themabijeenkomsten voor opvoeders 6 14

Aantal Informatie en adviesgesprekken doelgroep 10 17

Page 29: -DDUYHUDQWZRRUGLQJ€¦ · regionaal Centrum voor Ervaringsdeskundigheid en Herstel met de GGZ Breburg, SMO Breda, InfoMéér en Bureau Maks, Traverse en RIBW Brabant. Dit wordt in

Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 28

Aantal Informatie en adviesgesprekken intermediairen 4 32

Aantal gastlessen B-Smart 40 43

Bemoeizorg

Het vinden en binden van 250 zorgwekkende zorgmijders, registratie en monitoring van deze trajecten via het cliënt volg systeem en onderstaande metingen (totaal aan lopende caseload en nieuwe meldingen)

Indicatoren via de GGZ Breburg

Meting over veranderingen in problematiek bij cliënten gedurende het traject (POL bij minimaal 50% cliënten)

Indicatoren via de GGZ Breburg

Meting over tevredenheid van cliënten met de interventie (bij minimaal 50% cliënten)

Indicatoren via de GGZ Breburg

De bemoeizorgtrajecten zijn binnen een jaar afgerond (minimaal 75%);

Indicatoren via de GGZ Breburg

Evaluatie samenwerking bij ketenpartners

Rapportage aansluiting bemoeizorg bij andere voorzieningen en ketens

Advies en inschrijving

Binnen 48 uur krijgt de informatievrager een professioneel antwoord of correcte doorverwijzing.

Binnen 24 uur heeft de hulpvrager een geplande afspraak voor een intake en is juist geïnformeerd over de wachttijden en de invulling van die wachttijd

80% van de informatie- en hulpvragen wordt geoptimaliseerd en gestandaardiseerd verwerkt, onder andere met behulp van belscripts en protocollen, om ervoor te zorgen dat maximaal 20% als uitzondering behandeld moet worden.