DBV_2013-2

24
117de jaargang | maart - april 2013 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042 Op kousenvoeten Vlaanderen 2

description

http://www.donbosco.be/uploads/media/DBV_2013-2.pdf

Transcript of DBV_2013-2

Page 1: DBV_2013-2

117de jaargang | maart - april 2013 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042

Opkousenvoeten

Vlaanderen

2

Page 2: DBV_2013-2

inhoud

Ingeblikt 3

Mag ik te gast zijn? 4

Een carrière van onberekende verantwoordelijkheidszin

(Christ De Ryck) 6

Steen en brood 8

Leerlingen van Don Bosco op Turijnreis 9

Citaat 10

Slotviering 'Don Bosco komt naar ons' 11

Genegen.be 12

Een sessie pressie 14

Jules 16

Don Bosco komt naar ons en zegent ons 17

Een 'krak' in nabijheid (Kristine Decroos) 18

De Boekenplank 20

In memoriam 21

De man van het jaar… en zijn strijd van elke dag 22

Ruggespraak 24

Hoofdredacteur Steven Pinnoo

Adviesraad R. Burggraeve H. Cauwenberghs A. De Cocker M. Den Haerynck D. Deraeve E. De Ridder E. Haelvoet B. Hoogwijs D. Schoofs F. Vanspauwen

Eindredactie en redactieadres Mark Den Haerynck Stationsstraat 87 3150 Haacht [email protected]

Adreswijziging Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

Verantwoordelijke uitgever Mark Tips, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

Lay-out en druk Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo

De bijdragen verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.

Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit aan derden doorgegeven en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen.

In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be

In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org

Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van ‘Don Bosco Vlaanderen’:Don Bosco Centrale vzwFr. Gaystraat 1291150 BrusselTel. 02 771 21 00IBAN: BE27 4272 1008 4573 BIC: KREDBEBB

Foto voorpagina: Etienne Leconte

Een salesiaanse op de wereld Een kijk op de salesiaanse wereld

Page 3: DBV_2013-2

3

Op kousenvoeten

“Ha, jij kleine deugniet!”, roept mama boos wanneer ze Jefke met zijn handje in de koekjestrommel betrapt. Want snoepen mag niet zomaar, zonder vragen! En dan nog in de vasten!

Een tijdje later schuifelt Jefke op zijn kousenvoeten naar mama… Zou ze nog boos zijn? Maar hij mag zich knus tegen haar aan nes-telen. Van die ‘vasten’ snapt Jefke niet veel, maar van een nieuwe kans, van ‘nieuw leven’ weet hij al-les – hij heeft het zo vaak nodig.

Wij zijn allen ‘Jefkes’. We hebben allemaal wel onze koekjestrom-

mel – oorverdovend motorgeronk of oogver-blindende welnesskuur. En ook wij kun-

nen niet zonder nieuwe kansen.

Tekst: Steven Pinnoo Foto: Richard Audet | ingeblikt

Daarom durf ik dromen van gezinnen en scholen, van een samenleving waarin een nieuwe toekomst mogelijk is. Een nieuwe kans voor een kind dat het verknoeid heeft op school; voor de vader die een tijdje het kom-pas kwijt was maar die opnieuw kiest voor zijn gezin; voor de moeder die verslaafd was maar met therapie een nieuwe kans vraagt. Nieuw leven voor al die men-sen die, zoals wij ook af en toe, op hun kousenvoeten afkomen en bijna niet durven vragen of er ook voor hen nog plaats is.

Zich tenenkrullend tegen mama aanvleiend weet Jefke dat het niet bij een droom blijft, dat mama het waar maakt, dat hij bij haar thuis is. Laten we als beweging rond Don Bosco de handen in elkaar slaan om er zelf ook aan te beginnen – aan een samen-'leving' die een warm huis vormt voor al die mensen op hun kousenvoe-ten. Een samenleving waarin Pasen geen droom, geen verhaal van lang geleden is.

Page 4: DBV_2013-2

4

DOn bOscO, en nu? | Tekst: Bart Decancq Foto's: Eindredactie

Vandaag Don Bosco zijn

De toevloed van jongeren uit de omliggende streken van de hoofdstad Turijn confronteerde de stad met een nieuw soort jongeren: jonge seizoenarbeiders die in de stad geld moesten verdienen en geluk vinden, maar ook zij die er al jaren woonden en door de ouders aan hun lot waren overgelaten.Een onontkoombaar appel gaat uit van die jonge men-sen op de straten van Turijn. In zijn brieven en geschrif-ten noemt Don Bosco ze ‘de arme en verlaten jeugd’. Ontwortelde jongeren die geconfronteerd worden met de grootstad en haar uitdagingen en verleidingen. Soms nog kinderen die leven met angst en in achterdocht. In steeds veranderende omstandigheden is het Giovanni duidelijk dat hij deze jongeren niet verder kan helpen zonder er zelf bij betrokken te geraken. Hij moet neer-knielen om hen rechtop te helpen. In een samenleving

die hen bekijkt als een verloren generatie zoeken ze bij Don Bosco onderdak. Hij geeft hun het gevoel dat ze iets kunnen betekenen voor anderen en in het orato-rio vinden ze een plek waar ze gekend en gewaardeerd worden. Die jonge mensen maken het voor hem zonne-klaar dat ‘achter het verloren schaap aangaan’ de kern van zijn roeping is. Al die zaken leert hij hun. Bij de jon-geren leven en hun leven delen is voor de jonge priester de kern van zijn geestelijke ervaring.Ik zou het de ‘spiritualiteit van de gastvrijheid’ willen noemen en denk daarbij aan wat Henri Nouwen over gastvrijheid schreef. In het huis of in het oratorio van Don Bosco moet de jonge gast met zijn eigen verhaal kunnen binnenkomen. Zoals God in het leven van Maria, zoals Jezus met zijn verhaal in haar leven kon binnenko-men. Stapsgewijs ontwikkelt zich bij Don Bosco een stijl,

Mag ik te gast zijn?

Het oratorio is een plaats die uitnodigend is maar die ook

veilige grenzen kent.

Page 5: DBV_2013-2

5

een spirit, een omgeving waar ze de moed vinden zich te ontwapenen. Zoals Jezus aan Zacheüs vraagt: “Mag ik te gast zijn in uw huis?” Mensen die bang zijn voor elkaar, zien moeilijk elkaars kwaliteiten. In deze vrien-delijke, open ruimte is er een nieuwe relatie mogelijk. In dat huis biedt hij een ruimte waar veranderingen kunnen plaatsvinden. Giovanni Bosco is niet de pries-ter die in de eerste plaats heel wat van zijn ideeën en opvattingen aan hen kwijt wil. Hij voelt dat die jonge mensen nood hebben aan iemand die luistert naar hun verhaal. Hij durft kwetsbaar te zijn, laat hen met hun verhaal in zijn leven, in zijn huis binnen. Hij spreekt voor hen woorden die leven uitdrukken, die toekomst bieden en uitzicht. Ze ontdekken raakpunten met hun eigen levenservaringen. Het oratorio is een plaats die uitnodigend is maar die ook veilige grenzen kent. Het is de omgeving waar ze zichzelf mogen zijn, zonder het risico te lopen te worden afgewezen. Integendeel, hij haalt het beste in hen naar boven en bevestigt hen in hun groei, in hun zoeken naar antwoorden op vragen die het leven aan iedereen stelt. Die jonge priester is er steeds meer van overtuigd dat elke gast een belofte in zich draagt, dat die belofte in een gastvrij huis aan de oppervlakte kan komen. Maar hij laat ook toe dat die jonge mens zijn diepste geheim mag bewaren. Hij is de gastheer die zijn gast kan laten vertrekken als het tijd is om te gaan.Gaandeweg ontdekken ze dat er een ziel steekt in dat oratorio, in die school, in dat huis van Don Bosco. Het lijkt wel of ze hem zeggen: “Als God is wat jij doet, dan willen we ermee te maken hebben!”Sympathisanten uit de buurt, collega-priesters sprin-

gen bij waar ze kunnen. Er groeit een gemeenschap van mensen die zich herkennen in deze manier van omgaan met jongeren, die het specifieke charisma van Don Bosco ervaren en herkennen. Anderen kunnen zich niet vinden in zijn stijl, zijn aanpak ligt hen niet, ze gelo-ven niet in zijn manier van werken. Met het nodige organisatietalent en een soort diplomatieke gave weet hij zijn oratorio op de kaart

van Turijn te zetten. In zijn zoektocht naar steun vinden we heel wat brieven en geschriften waarbij hij terug-gaat op die ervaring van het oratorio van Valdocco. Op die plaats en tijdens de eerste decennia van zijn werken met de jeugd vinden we op de duidelijkste, de meest typische en intense wijze het originele charisma terug. Don Bosco staat met een open hart, nadenkend, bid-dend voor God, te midden van de jongeren. Hij leeft vanuit Jezus’ Geest zodat de dagelijkse realiteit erdoor verandert.Ook jonge mensen willen op die weg doorgaan om-dat ze ervaren hoe zijn volgelingen, zijn medewerkers overkomen als geroepenen, als geboeiden die elke dag weer voor het evangelie willen geboren worden. Geen mensen die het met een soort knechtenmentaliteit ge-makkelijker vinden om hun opdracht slaafs te vervullen, eerder dan zich aan de Heer te binden. Don Bosco weet dat zijn gemeenschap niet lauw mag worden met be-trekking tot het doel dat zij zich stellen, want dan drei-gen de leden van elkaar te vervreemden. Dan spreken de leden niet langer over het beste antwoord dat zij kunnen geven op Gods roep. Dan praten ze alleen nog over zichzelf, over hun problemen, over structuren en bezittingen. Zoals elke gelovige moet ook de priester Bosco zijn eigen geloofsverstaan, zijn eigen religieuze beleving in elke levensfase opnieuw doorworstelen. In zijn vele geschriften ontdekken we zijn geloofservaring. Hij vertelt hoe God hem geleid heeft in zijn keuzes, in zijn beslissingen op belangrijke kruispunten in zijn le-ven. Hij brengt die ervaring in communicatie met zijn medewerkers, met de mensen die in dezelfde geest een antwoord willen geven op de uitdagingen van de tijd.

“Als god is wat jij doet, dan willen we ermee te maken

hebben!”

Page 6: DBV_2013-2

6

te gAst | Tekst en foto’s: Mark Den Haerynck

een carrière va n onberekende verantwoordelijkheidszinchrist De Ryck, met 47 dienstjaren op de teller

DBV plaatst iets of iemand voor het voetlicht

allereerste kus gaven. De gevolgen bleven niet uit, ze leefden nog lang en kregen vier kindjes.

gewaardeerdChrist was in loondienst, maar het vertrouwen in hem was zo groot dat hij zelfstandig aankopen mocht doen, bestellingen plaatsen en de kassa beheren. Dat weder-zijds vertrouwen is vandaag nog altijd het beste deel dat hij in de herinnering bewaart. Hij kreeg het ver-trouwen en hij gaf ook vertrouwen. Zo functioneerde hij en niet als een eight to five-job, maar onberekend, met ontelbare overuren, met weekendwerk en op alle mogelijke momenten. Christ deed zijn werk als een

christ kreeg het vertrouwen en hij gaf ook vertrouwen.

Hij woont in de achtertuin van Don Bosco Sint-Denijs-Westrem, in de schaduw van de technische school die voor hem bijna een eeuwigheidswaarde kreeg door zijn vele dienstjaren. Christ De Ryck, met pensioen ge-gaan in 2005, is de man waarbij Don Bosco Vlaande-ren de microfoon bovenhaalde om hem voor onze ‘Te gast’-rubriek zijn verhaal te laten doen. Met 47 dienst-jaren op de teller heeft hij immers met weinig woorden een lang herinneringsverhaal.

elektricienVan opleiding is Christ elektricien, maar omdat zijn va-der tegenover de school aan de Kortrijksesteenweg een benzinestation uitbaatte, kon hij zijn diploma niet on-middellijk verzilveren. Hij werd pompbediende. Na zijn legerdienst is het echter allemaal begonnen. De salesi-anen kwamen tanken aan de pomp, ook meneer Van Waeyenburg, omdat hij de boodschapper van dienst was. De school was in volle ontwikkeling met een nieuwbouw die met vooral eigen middelen tot stand kwam, en meneer Van Waeyenburg zag in de jonge pompbediende een handige hulp om de elektriciteits-werken te helpen uitvoeren. We spreken van 1958 en dat jaar is dus niet alleen belangrijk wegens de wereld-tentoonstelling, maar ook omdat Christ een vast werk kreeg. Hij werd onderhoudsman bij Don Bosco.

1958Nog om een andere reden blijft 1958 in zijn geheugen als een geblokletterd jaar nazinderen. Datzelfde jaar had de eerste Fancy Fair plaats in Don Bosco. Christ her-innert zich de dag na zijn afzwaai bij het leger, hoe hij zich die zaterdag moest reppen om de voorbereiding van het feestweekend te kunnen klaren. Die bouwker-missen hebben in Sint-Denijs-Westrem een historische waarde en Christ herinnert zich namen zoals Jacques Raymond, The Shadows, The Strangers. Het was een vroege uitgave van de tegenwoordige steakfeesten, eetkermissen en mosselfees-ten, allemaal om de financiële middelen te vergaren voor de uitbouw van de school. Dat 1958 een goed jaar was, hoor je beves-tigd door Diana, de vrouw van Christ, want het is op die eerste Fancy Fair dat ze hun

Page 7: DBV_2013-2

7

zelfstandige, met veel zin voor verantwoordelijkheid en zelfdiscipline. De controle aan de ingang van het schoolrestaurant deed hij plichtsgetrouw. De internen kende hij allemaal en het wachten in de rij gaf hem de gelegenheid om met de leerlingen een band op te bou-wen waaruit vertrouwen sprak. Als mede-opvoeder aan de zijlijn ademde Christ het vertrouwen uit dat aan de basis ligt van de salesiaanse opvoedingsmethode. Dat loonde, want wie geeft, krijgt veel terug. En als er één ding is dat hem vandaag nog altijd een warm hart be-zorgt, dan is het vooral de waardering die hij kreeg om zijn integratie in het raderwerk van school, internaat en klooster.

ZwembadDe tijd van het zwembad aan het sportcomplex was een bijzondere tijd, vooral omdat Christ de uitbating kreeg toevertrouwd, samen met zijn vrouw Diana. Het waren jaren waarin ze schouder aan schouder hetzelfde werk deelden. Na Halle zou Sint-Denijs in

1968 zijn zwembad krijgen. Daarvoor zette vooral Theo Janssens er het volle gewicht van zijn schouders tegen-aan. Het is de tijd waarin vriendschap is gegroeid, waar-in Christ een netwerk aan relaties heeft uitgebouwd, want tot op vandaag hoort hij mensen vragen: “Ken je me nog, want ik heb nog zwemles van u gekregen?” Alle basisscholen uit de wijde omgeving, zeventien in totaal, kwamen zwemmen in Don Bosco. Daarnaast was ’s avonds het zwembad gereserveerd voor groepen van KWB en KAV. Christ volgde een cursus zwembadbeheer-der en redder en werd een gediplomeerd zwemleraar. In die tijd was aan het zwembad ook een bar verbon-den en op de vraag of hij ook late uurtjes heeft gekend, komt er alleen een monkel op zijn gezicht. Natuurlijk werd het dikwijls laat, want als iedereen thuis onder de wol kroop, was er in het zwembad nog werk aan de winkel voor opkuis en onderhoud, het regelen van de verwarming en het meten van het chloorgehalte.

PostpensioenTot zijn 65ste deed Christ zijn werk met veel overgave, o.a. ook de verhuur van het internaat tijdens de va-kanties. Toen hij aan stoppen dacht, kwam echter die verhuurmogelijkheid in het gedrang omdat er geen opvolger was. Omdat Christ en Diane vanaf de pensio-nering hun eigen vakanties buiten het seizoen konden regelen, heeft hij nog zeven jaar dat werk op zich ge-nomen. Concreet betekent dat geen vakantie hebben als iedereen dat wel heeft, en altijd gereedstaan om de groepen te ontvangen, prijsovereenkomsten voor lo-gies en eetmalen te regelen, en de ‘bumper’ zijn als er al eens iets fout loopt. Dat heeft hij ondertussen ook losgelaten, maar naar het buitenland op reis gaan zal hem niemand afnemen. Het is een hobby die hun kijk op de wereld heeft verbreed. Al sinds 1976 trekken Christ en Diana ieder jaar ergens heen. En altijd met de caravan, waarbij destijds geen Ijzeren Gordijn hen kon tegenhouden. Ze hebben veel gezien, in Marokko, Tsjechië, Portugal, Spanje, Finland, Letland, vier keer naar Hongarije gereisd, Polen en nog andere landen. En altijd kwamen ze graag terug naar de Leebeekstraat, want ook daar kunnen ze zomers genieten omdat het Maaltepark hun eigen grote achtertuin is. Of hoe het leven een doorsnee is van geven en krijgen.

een carrière va n onberekende verantwoordelijkheidszinchrist De Ryck, met 47 dienstjaren op de teller

tot op vandaag hoort hij mensen vragen: “ken je

me nog, want ik heb nog zwemles van u gekregen?”

Page 8: DBV_2013-2

8

uitgeleZen | Tekst: Eric Haelvoet Foto: Jeffrey van Rossum (sxc)

steen en broodWe zijn nogal wat bezig met ons geld. Een grote brok van onze tijd wordt besteed aan een baan, een onder-neming… om brood op de plank te hebben en er liefst nog wat luxe bovenop. Er zijn tal van faillissementen met grote werkloosheid als gevolg. Een nieuwe job zoeken is een heel avontuur en valt soms ferm tegen. De wind zit tegen. En eens we voldoende geld hebben, worstelen we met de zorg om ons geld goed te besteden. Bij fouten op dit terrein slaan we ons de vuist tegen het hoofd. Geld en kopzorgen: een vaak gezien koppel.

De zorg voor het materiële is van alle tijden. Dat is nor-maal: er is materie nodig voor ons bestaan. We moeten dus niet te snel de tekst van Lucas spiritualiseren. We blijven best met de voeten op de grond.

En toch is er een grote verleiding. De zorg voor het ma-teriële kan als een woekerplant de andere planten ver-stikken, ook planten die meer waarde hebben.

Is dat niet het centrale thema in deze tekst? De Tegen-strever treedt op. Jezus werd na zijn doopsel nog maar net door de Vader zijn welbeminde Zoon genoemd, ver-vuld van de Heilige Geest, of diezelfde Heilige Geest leidt Hem de woestijn in. De woestijn: de plaats waar de mens op materieel vlak het allerminste vindt. Jezus lijdt dan

Vervuld van de Heilige Geest trok Jezus weg van de Jordaan en geleid door de Geest zwierf Hij veertig dagen rond in de woestijn, waar Hij door de duivel op de proef werd gesteld. Al die tijd at Hij niets en toen de veertig dagen verstreken waren, had Hij grote honger. De duivel zei tegen Hem: “Als U de Zoon van God bent, beveel die steen dan in een brood te veranderen.” Maar Jezus ant-woordde: “Er staat geschreven: ‘De mens leeft niet van brood alleen.’”

(Lc 4,1-5)

ook honger. Veertig dagen: tot de menselijke limiet. En juist in die grenservaring komt de Tegenstrever.

De uitnodiging is heel simpel en bijzonder concreet: “Verander deze steen in een brood.” Wat een verlei-ding. In een steenwoestijn de stenen in brood veran-deren! Bakkers aller landen: dáár ligt uw groot fortuin. Stenen liggen er voor het rapen. Droom al maar van een chique villa ergens in een zonnige streek.

De duivel is leep: hij spreekt Jezus aan in zijn goddelijke status. En nodigt Hem uit die voor zichzelf te gebrui-ken. Niet toevallig slingeren drie groepen Jezus op het kruis “Red Jezelf” in het gezicht (Lc 23,35.37.39). En ook daar: “Als Hij de Messias van God is, zijn uitverkorene!” (vers 35). Maar Jezus weigert. Hij is niet op aarde geko-men voor zichzelf, maar om anderen te redden. Deze roeping blijft Hij trouw tot het uiterste.

Deze verleiding verwijst naar een ervaring van het volk Israël in de Sinaï. De mensen hebben honger en geen water en dat in een woestijn, ook daar! Ze vegen de hele bevrijding uit de slavernij in Egypte van tafel en verlangen terug naar de vleespotten van Egypte (Ex 16,3). Brood en water: dát zal het bewijs zijn dat God wel of niet in hun midden is (Ex 17,7).

Jezus weerstaat dus. Hij vindt zijn antwoord in de Schrift: “De mens leeft niet van brood alleen” (Dt 8,3). Dit antwoord respecteert de lichamelijk-materiële di-mensie, maar relativeert ze tegelijkertijd.

En mijn vasten? Wat is mijn centrale roeping? Welke woekerplant bedreigt die mooiste bloem met de heer-lijkste aroma’s? Hoe bestrijd ik die woekerplant?

Page 9: DBV_2013-2

9

Vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland

Jeugddienst Don Bosco vzw trekt elk jaar met een groep enthousiaste leerlingen uit de verschillende Don Bosco-scholen naar Turijn, de bakermat van Don Bosco. Tine Henderickx, 19 jaar en student kleuteronderwijs aan de HUB, is al driemaal mee geweest.

Hoe ben je op de turijnreis beland?Dat kwam doordat Annelies, een leerkracht, in alle vijf-dejaarsklassen van Don Bosco Groenveld is rondgegaan om de reis te promoten. Mijn eerste schrik was dat we veel uitleg zouden krijgen over Don Bosco en veel zou-den moeten luisteren. Ze weerlegde dit helemaal en het was inderdaad helemaal niet zo. Je leert op een heel actieve manier en spelenderwijs Don Bosco kennen. Het raakt je veel meer de plaatsen effectief te zien dan er les over te krijgen. Daarbij ging ook Sofie, een vriendin, mee en sowieso houd ik er wel van op kamp te gaan.

Je hebt driemaal deelgenomen. Wat was het verschil tussen de reizen?Elke reis is anders, ze zijn moeilijk met elkaar te ver-gelijken. De eerste twee reizen was ik gewoon deel-nemer, de laatste keer jongerengids en heb ik dus zelf een deel gegidst. Aan de eerste reis houd ik de beste herinneringen over. De groep was zeer hecht! Ik heb daar veel vriendinnen gemaakt die toen in Don Bosco Groot-Bijgaarden naar school gingen en we zijn blijven contact houden. Zeker nu ik in Brussel studeer, zie ik en-kelen van hen nog geregeld. Van de tweede reis blijven vooral enkele ambiancemakers in onze groep me bij. De laatste reis waren we maar met een klein groepje en

Tekst: Nele Ribbens Foto: Jeugddienst Don Bosco | PleZieRig engAgeMent

leerlingen van Don bosco op turijnreis

hierdoor hebben we de tijd gehad om andere plaatsen te bezichtigen die we op de vorige reizen niet gezien hadden.

Heb je turijn anders beleefd als gids?Jazeker, die reis bracht toch wel wat stress mee. Er komt meer bij kijken dan je aanvankelijk denkt om je voor te bereiden als gids. Je kent het leven van Don Bosco wel en weet wat je moet vertellen, maar toch voelde ik me onzeker: “Ben ik wel juist? Klopt het wat ik zeg?” Hoe-wel het ook fijn was, was het dus wel stresserender dan de vorige reizen. Je wilt het ook goed doen, hé.

noem één hoogtepunt?Als ik er één moment moet uitkiezen dat ik niet snel zal vergeten, dan is dat het moment in de fontein tijdens de eerste reis. Het weer was eigenlijk niet echt schit-terend, maar we hadden met een aantal het zotte idee om op het plein aan de fontein te gaan spelen. Echt plezant met een leuke foto als herinnering.

Wat zou jij zeggen aan mensen die nog niet mee geweest zijn?Laat je niet misleiden door het vooroordeel dat het saai zal zijn. Het is echt een heel fijne reis met toffe activitei-ten. En het grootste pluspunt van heel de reis is dat je leuke, nieuwe mensen leert kennen met wie je snel een hechte groep vormt.

Vat turijn in één woord samen.Gezellig!

Page 10: DBV_2013-2

10

“Wanneer ik

jullie alles

geef, wil

dat zeggen

dat ik niets

voor mezelf

houd.”

Wanneer Don Bosco, hoewel hij de dood nabij was, dankzij het gebed van zijn jongeren toch ge-neest, belooft hij hen dat hij heel zijn leven aan hen zal wijden. Dat hij dit meent, merken we in heel zijn levenshouding: hij geeft zijn jongeren al-les wat hij heeft, ook al is het soms niet veel. Hij geeft alles wat hij ís. Dertien jaar later, wanneer op oudejaarsavond 1859 cadeautjes worden uit-gewisseld, spreekt hij in alle eenvoud deze woor-den.De manier waarop Don Bosco bereid is zich alles te ontzeggen om een nieuwe toekomst mogelijk te maken voor zijn jongeren, mag ons ook in deze tijd blijven inspireren…

Page 11: DBV_2013-2

11

slotviering 'Don bosco komt naar ons'sint-baafskathedraal gent

Page 12: DBV_2013-2

12

genegen.be | Tekst: Wouter Goolaerts Foto’s: Don Bosco Vorming & Animatie

Al surfend bezinnen bij de noveen van Don Bosco

In zijn Herinneringen verwijst Don Bosco naar een droom uit zijn jeugdjaren. Op het moment dat hij hard-handig tussenkomt in een groep van ruziënde en vloe-kende kinderen, spoort een man in witte mantel hem aan om met zachtheid en liefde te handelen. Als de kin-deren plots in wolven veranderen, vraagt een vrouw, gehuld in stralend licht, hem om die met liefde op te voeden tot vredige lammeren. Don Bosco herkent in deze droom zijn roeping en levensweg.Iedere droom heeft echter nood aan zijn antidotum: de realiteit. Don Bosco vertaalt zijn droom in zijn werk voor de jongens, maar tegelijkertijd geven diezelfde jongens verdere voeding aan zijn roeping. Om dat evenwicht te vinden tussen droom en daad, zijn anderen cruciaal. Moeder Margherita, don Calosso en vele anderen hel-pen Don Bosco in het realiseren ervan.

Opvoeden is de jongere laten dromen, zonder zich hierin te verliezen. Opvoeden is tegelijk de jongere in de realiteit plaatsen, maar niet zonder een eigen koers te varen. De jongere die geen toekomst ziet, help je met het dromen zelf; de dromer laat je landen op de grond. Kortom, als opvoeder sta je voor de jongere tus-sen droom en daad.

Dromen“In 1994 startte ik met de renovatie van de boerderij.

Het huis werd grondig aangepakt met de bedoeling

familie en vrienden te ontvangen. Bij de vele

gesprekken aan de brandende kachel ontstond de

volgende droom: de grote schuur ombouwen tot gastenverblijf.

Niet als commerciële uitbating, maar als een plaats waar jongeren die het

moeilijk hebben en hun begeleiders even kunnen komen genieten.”

“Een droom kun je nooit alleen realiseren. Al heel snel schaarde de spiritualiteitsgroep waar

ik deel van uitmaak, zich achter het idee. Vandaag zijn zij nog steeds ‘dragers van de droom’. Een

veertigtal vrijwilligers, vrienden en familie, hielpen tussen 2002 en 2007 met de verbouwingen.

Beetje bij beetje, ieder met zijn eigen talenten. De kracht, de energie zit in het samen.”

“Ook al zijn de stenen nu gelegd, de droom gaat duurt voort. Gastvrijheid, de weg van de kleine

goedheid, stopt nooit. De glimlach, de woorden en verhalen van de jongeren houden je jong en

wakker. De wondere ontmoetingen doen je groeien in de diepte. Kortom, het is en blijft een droom

om dit te mogen doen.”

Josse Tips is, samen met Hilda, gastvrouw in het gastenverblijf Jospitalité in Vencimont

(www.jospitalite.be). Dit is een klein dorpje in het zuiden van de provincie Namen. Jarenlang

was Josse actief in de werking van Akindo en werkte ze met moeders en gezinnen in

probleemsituaties. Sinds 1989 vormt ze met enkele vrienden een spiritualiteitsgroep.

Page 13: DBV_2013-2

13

Groeien is worden wie je bent. Als mens heb je de unieke capaciteit om over je leven na te denken, het richting te geven en keuzes te maken. Vanuit je eigen talenten, maar ook grenzen en beperkingen, geef je je-zelf steeds verder vorm. Het is een permanent appel om uit te munten in wie of wat je ook bent. Het bos zou stil zijn als alleen de mooiste vogels fluiten.

Groeien is een proces met vallen en opstaan. Een proces dat Don Bosco herkende in zijn eigen leven, in het om-gaan met zijn jongeren en de uitbouw van zijn werk. Hij begeleidde zijn jongens in hun groei tot eerlijke burgers en goede christenen. Geduldig ging hij mee op weg en gaf telkens nieuwe kansen aan jongeren om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen.Groeien gebeurt niet geïsoleerd. Het is het resultaat van de wisselwerking tussen wat in je is enerzijds en de omgeving anderzijds. Zo gedijt persoonlijke groei het best in een sfeer van warmte, liefde en geduld, begreep Don Bosco. De omgeving moet uitdagen tot dat stapje verder, maar moet tegelijkertijd de veiligheid bieden om fouten te mogen maken.

een project van Don bosco Vorming & Animatie in de kijker

groeien“Tijdens hun kortstondig verblijf in het OOOC, in principe

maximaal zestig dagen, ligt de focus niet zozeer op het groeiresultaat

van de jongeren, maar wel op de voorwaarden om tot groeien te kunnen komen.

Naast een goede diagnose en een juiste doorverwijzing – dat is onze job – moeten de

gasten hier een warme plek vinden. Zonder hechting, zonder de wortels in de grond, kun je

niet groeien. Zeker bij jongeren die geen echte thuis hebben, merk je wat een open, hartelijke

begeleidershouding teweegbrengt.”

“Bij de jongeren die zelf vastzitten in hun probleem, voel je weerstand om tot hechting te komen.

Door hun ervaringen en kansen te bieden, moeten zij eerst tot een zeker niveau van acceptatie

van hun probleem komen. Door jezelf te zijn, betrouwbaar en consequent te zijn, bied je hun op

dat moment een spiegel die dwingt om naar zichzelf te kijken.”

“Ook als begeleider of hoofdbegeleider groei je in dit werk. Het is gaandeweg bewuster worden

van je eigen limieten, van je eigen rugzak. Het is gaandeweg je eigen acceptatiegrens leren

kennen en deze consequent communiceren naar de gasten. En dit betekent dat je al eens met hen

in conflict moet gaan, durft benoemen waar het op staat. Groeien vereist snoeien.”

Bert Bruggeman werkt sinds januari 2000 voor Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum

(OOOC) De Waai in hartje Eeklo, eerst als begeleider, sinds 2004 als hoofdbegeleider van de

oudste leefgroep (15- tot 18-jarigen). Via het plaatselijke jeugdhuis kwam hij eerder toevallig – hij

studeerde wetenschappen en geschiedenis – in de bijzondere jeugdzorg terecht.

Page 14: DBV_2013-2

14

gROeistOOt | Tekst en foto’s: Dirk Schoofs

Praten over opgroeien en de perikelen daarbij

In de loop van het interview mag ik Marijke Bisschop een ‘kordate tante’ noemen. Ze weet het, maar haar studenten houden van haar eigengereide, onverbloem-de stijl. Haar standpunten zijn op zijn minst duidelijk. Marijke Bisschop is pedagoge, psychologe, gedrags-therapeute en docent aan de postdoctorale opleiding gedragstherapie. Ze is tevens au-teur van de veelgelezen boeken Je kind kan het zelf, Opvoeden in een verwenmaatschappij en Bou-wen aan zelfvertrouwen.

is het zelfvertrouwen bij jongeren kwetsbaarder dan vroeger?MB: Beslist, er is veel meer waaraan ze zich moeten spiegelen in hun dagelijkse zoektocht naar identiteit. Vroeger waren er op school niet zoveel verschillen met de andere leerlingen waaraan we ons spiegelden om ons zelfvertrouwen op te bouwen. We zochten onze spiegels bij onze ouders, op school of bij rolmodellen. Op die manier ontwikkelden kinderen hun identiteit. Vandaag heeft die identiteit veel meer te maken met

het uiterlijk. Door de goede materiële wereld waarin we leven, spiegelen jongeren hun identiteit vooral aan wat anderen dragen en anderen hebben. Ze zijn ervan overtuigd dat hun identiteit beter wordt wanneer hun telefoon mooier is of meer functies heeft dan die van de andere. Een identiteit zoeken ze ook op het inter-

net, waar ze met anderen com-municeren en zichzelf toetsen. Op Facebook stelt iedereen zich mooi voor met een boeiend le-ven, plaatst men leuke foto’s en vertellen de leden wat ze alle-maal kunnen en doen, terwijl hun eigen leven niet zo mooi of

nauwelijks interessant blijkt. Jongeren die zo snel twij-felen aan zichzelf vinden hierdoor moeilijker hun plaats in de maatschappij.

Hoe herkent de opvoeder kinderen die gebukt gaan onder groepsdruk?MB: Je denkt altijd dat anderen je zullen zeggen wat jij moet doen. We noemen dat ‘telecommanderen’. Het is de groep die me heeft opgedragen dat ik bepaalde din-

een sessie pressie

De school is een wereld apart, die regels

stelt. Discipline geeft veiligheid.

In opvoeding hebben duide-lijke regels en liefde dezelf-de basis, beide zijn geba-seerd op vertrouwen, aldus Marijke Bisschop. Gesteund door de liefde van hun ou-ders en binnen de veilige perken van regels voelen jongeren zich geborgen. Deze twee elementen vor-men tegelijk een uitstekend houvast voor jongeren om te weerstaan aan groeps-druk.

Over groepsdruk

Page 15: DBV_2013-2

15

gen moet doen. Zulke jongeren gaan bravouregedrag stellen, ze gedragen zich een beetje clownesk, verto-nen gedragsproblemen in de klas. Ze gaan andere kin-deren plagen of pesten omdat ze dan de sterksten zijn. Of ze krassen in hun eigen huid, krijgen eetstoornissen. Je merkt dat hun gedrag verandert. Sommige kinderen trekken zich volledig in zichzelf terug omdat ze zich niet meer op hun plaats voelen. Er zijn zelfs kinderen die gaan stelen. Allemaal signalen die erop wijzen dat een kind niet goed in zijn vel zit.

Die groepsdruk speelt ook steeds meer mee bij volwassenen?MB: Absoluut, ouders stellen zichzelf ook in vraag. Gis-teren had ik het tijdens een interview over het feno-meen van de communiefeesten, waar de groepsdruk op de ouders enorm is om ‘net als de anderen’ een tent, een

springkasteel en een frietkot in de tuin te laten aanrukken. Toch draait het om wat je zelf een mooi feest voor je zoon of dochter vindt.Vroeger gingen de deuren ’s avonds dicht en de luiken naar beneden en er kwam geen druk van buiten naar binnen.

Die druk is veel groter geworden door het internet en door een veel bredere communicatie. Iedereen gaat met vakantie op reis, en dus zullen wij ook maar gaan. Jonge-ren gaan naar de dancing op 14, waarom mag mijn kind dat dan niet? Wat iedereen zegt, is blijkbaar belangrijker dan wat jij vindt. Op ouderavonden roep ik de aanwe-zigen op om elkaar op te zoeken en te vertellen wat ze er zelf van vinden. Er zijn gelukkig nog ouders die zich tegen die druk verzetten. Trouwens, groepsdruk bestaat eigenlijk niet. Jij bent het zelf die bepaalt.

groepsdruk bestaat eigenlijk niet? bedoel je dat het een fantoom is?MB: Ja, de groep gaat niet staan drukken aan je deur, maar je láát je drukken. Je laat zelf die druk toe. Je kan net zo goed kiezen om je niets aan te trekken van an-deren en zelf te beslissen wat je doet.

Als de opvoeding door de ouders de sleutel biedt om aan groepsdruk te weerstaan, sta je als school toch maar aan de zijlijn.MB: Als leraar is het erg moeilijk. Ik merk hoe slecht ouders zich soms aan de schoolregels houden. Ze parke-ren hun auto’s voor de schoolpoort, ze tonen zich wei-nig kordaat of niet consequent. Ze vechten beslissingen van de school aan. Er is niets mis om ook aan ouders respect te vragen voor de schoolregels, nét omdat dit zo’n veiligheid geeft aan de kinderen. Scholen moeten teruggaan naar duidelijkheid. Ik merk in scholen hoe het totaal uit de hand loopt op het vlak van gedrags- of kledijregels. Op den duur veroorzaakt dat moedeloos-heid bij leerkrachten. We zijn ver over de grens op het vlak van discipline, maar er moeten absoluut enkele re-gels blijven over respect naar de leerkrachten toe, over toegang tot de school, over telefoongebruik… Ik blijf volhouden dat we het telefoongebruik bij leerlingen op school moeten verbieden. Nu staan de kinderen te sms’en naar elkaar op de speelplaats. Waarom zouden we dat toelaten?

Om de kloof tussen school en de wereld waarin jongeren leven niet te breed te maken? Om jongeren een vorm van persoonlijke vrijheid te geven?MB: De school is een wereld apart, die regels stelt. Disci-pline geeft veiligheid. Ik denk dat scholen wel degelijk terug kunnen naar een verbod op gsm-gebruik binnen de schooltijd. De school dient om te leren en niet om te telefoneren. In Canada waar we leefden, moesten de kinderen tot het vierde middelbaar een uniform dragen dat ook wel werd aangepast aan de mode. Verder kon je je als jongere distantiëren in de sport, in artistieke vakken, in muziekkeuzes.

Denk je dat ouders die zelf op een oudercontact verschijnen in een outfit die je aan kinderen zou verbieden, vatbaar zijn voor deze argumenten?MB: Neen, helemaal niet, want die ouders zijn eigenlijk zelf nog een stukje kind en dan zit je met een enorme moeilijkheid, maar ik denk wel dat de school ook hen een soort ruggensteun zou kunnen geven. De leer-krachten worden doodmoe van deze toestanden. Na-tuurlijk zal een school die regels stelt gerespecteerd worden. Deze scholen zullen lopen als een trein. Er zijn voorbeelden genoeg. We moeten samen sterk worden. Het is zo’n mooi beroep, leerkracht. Het is het mooiste beroep dat er is!

iedereen gaat met vakantie op reis, en dus zullen wij

ook maar gaan.

Page 16: DBV_2013-2

16

bROODJe cuRsief | Tekst en foto: Annemie Vandaele

Luchtig cursiefje vanuit het dagelijks leven

“Mama, mama, kijk eens wat een gelukjas ik ben.” Hij kwam van ver de schoolpoort uit gerend. Mama wijdde zich nog met één oor aan de boeiende buurtdialoog waarin ze verwikkeld was en probeerde met het andere oor de reden van zoveel klein geluk te ontwaren. “Mama, kijk dan, kijk, Jules mag een weekend bij ons logeren.”

Klaspop Jules. Welgekomen bondgenoot van menige kleuterjuf. Animator van klasjes in alle vormen en for-maten. Maar vooral steun en toeverlaat van menig kin-derhart. Hoe doet hij dat toch?

Als hij komt logeren, dan brengt Jules vooral veel spul-len mee: een rugzak vol outfits voor alle weersomstan-digheden, een berg souvenirs van vorige logeerpar-tijen en een dagboek met voldoende lege bladzijden om er een verslag in neer te pennen. “Alles moet erin hé, mama, zodat ik maandag alles aan mijn vriendjes kan vertellen.” En terwijl hij met Jules op de fiets al ver voorop hoste nog snel een achterommetje: “O ja, er mogen ook foto’s bij van de juf.”

Dacht je als ouder dat weekend alles eens rustig zijn be-loop te laten? Dan kon je dat alvast meteen vergeten. Met gemengde gevoelens zagen we die kleine lappen-pop ons hele huishouden overnemen. Maar haalden we aanvankelijk nog aarzelend het fototoestel van stal, gaandeweg begonnen de geesten zich toch te verenigen. “Mama, Jules mag toch leuke dingen doen hé? En lekker eten? Jules lust graag frietjes en pannenkoeken. En als we nu eens naar de dierentuin gingen, is dat geen goed idee?”

Aan onze vrijdagavondtafel werd ineens een heus plan voor het weekend gesmeed. Want Jules moest eerst ons huis leren kennen en iedereen die er woont. Hij mocht alles doen wat wij leuk vinden om te doen. Hij mocht de mensen ontmoeten die wij graag ontmoeten. Hij mocht naar plaatsen gaan waaraan wij ons hart verloren heb-ben. En dat zijn er veel voor één weekend…

Drie dagen lang stonden de neuzen onverhinderd in dezelfde richting, was er dialoog, werd alles ingezet om er samen een memorabele tijd van te maken. De speeltuin, de dierentuin, niets was ons te veel. En Ju-les, die ging overal mee, onder het waakzame oog en de ongeziene zorg van onze oudste. Hij waakte erover dat Jules flink fruit en groenten at, lief was voor kleine zus, netjes zijn pyjama aandeed, tanden poetste, “dank u” zei wanneer hij een snoepje kreeg… En hij praatte, honderduit, over alles, het grote en het kleine, alles wat het zijne en het onze was.

Voor onze ogen geschiedde zowaar een klein wonder…

Met veel tranen werd onze huisvriend de maandag dan ook opnieuw naar school meegezeuld.“Ik zal Jules missen bij ons, mama.”“Ik ook.”

Ook dat leren we dan maar weer, beetje bij beetje…

Bedankt, Jules, en graag tot een volgen-de keer.

Jules

Page 17: DBV_2013-2

17

Don bosco komt naar ons en zegent ons

Tekst: Mark Den Haerynck Foto's: Eindredactie | sPROkkel

Het moet Don Bosco zelf deugd gedaan hebben zoveel jeugdig enthousiasme vast te stellen bij de tocht die zijn beeld maakte door Vlaanderen en Nederland. Die jeug-digheid kende in dit geval een reikwijdte van 9 tot 99 jaar. Het levensgroot Don Boscobeeld van de Italiaanse kunstenaar Mauro Baldessari hield in ons land van 15 tot 31 januari 2013 halt op twintig plaatsen. Al sinds 2009 gaat het beeld van werelddeel naar werelddeel en van land naar land. Het is als een estafettestok die van hand tot hand wordt doorgegeven. Het idee alleen al

dat de relieken van Don Bosco die met het beeld mee-reizen, de apostel en vader van de jeugd in 130 landen brengen op de plaatsen waar zijn werk wordt voortge-zet, schept een verbondenheid die niet is in te schatten. Don Bosco’s geest en uitstraling heeft mensen geraakt. Overal waar het beeld kwam, hebben mensen gebeden. In bezinningsmomenten en vieringen was het alsof Don Bosco voor jongeren en volwassenen een doorgeefluik was die hen in gebed dicht bij God bracht.

Het beeldHet bronzen beeld stelt Don Bosco voor als priester omringd door jonge-ren. Het geeft ongeveer de werkelijke gestalte van Don Bosco weer, 1,60 m,

en vier armzalig geklede jongeren op blote voeten staan als in een kring rond

hem.• Dekringbegintaanderugzijdevanhetbeeldwaar

een erg noodlijdend, armtierig kind zit dat met half-naakt bovenlichaam op de grond neerhurkt. In die jongere kunnen we een ernstig zieke of helemaal aan de grond geraakte jongere zien.

• Hettweedekindhoudtdehandvandeeerstevast,maar zit geknield met opgericht bovenlichaam. Het kijkt verlangend en vol hoop naar boven terwijl het de rechterhand op de schouder van een der-de kind legt. Door dat kameraadschappelijk ge-baar zijn de kinderen met elkaar verbonden en beelden ze een solidaire groep uit.

• Hetderdekinddat recht staat steektde linkerarm en -hand uit naar bo-ven in de richting van Don Bosco. Zijn ogen zijn vol verwachting en verlangen naar boven ge-richt. Don Bosco houdt het kind vast en lijkt het naar boven te

willen trekken.• Ten slotte staat het vierde kind links

van Don Bosco. Zijn linkerhand rust op zijn borst, daar waar het hart ligt, alsof hij er zich sterk van bewust is dat zijn aanwezigheid bij Don Bosco het diepste van zijn hart raakt.

Zegenende handenHet beeld toont de houding van Don Bosco. Onwille-keurig kijken we naar zijn armen en handen: de rech-

terhand die de jongen optrekt en opricht; de linkerhand die op de schouder van de vierde

jongen rust en hem nabijheid en begelei-ding verzekert. Don Bosco gaf handen

en voeten aan jongeren en zijn han-den hebben tijdens zijn leven vele jongeren gezegend. Het is daar-om bijzonder symbolisch dat het beeld als relikwie de rechterarm van Don Bosco bevat. Die arm vertegenwoordigt heel con-creet de liefde en de zegen die Jezus via Don Bosco over ontelbare jongeren heeft verspreid. Vandaag kunnen

we het nog doen... jongeren in Gods naam zegenen.

Page 18: DBV_2013-2

De sPReekstOel | Tekst: Steven Pinnoo Foto's: Eindredactie, Steven Pinnoo

een ‘krak’ in

nabijheid

Voor wie spreekt vanuit salesiaanse verantwoordelijkheid

Ieder jaar mogen de West-Vlamingen in hun gemeente een ‘krak’ verkiezen. In Oostende werd de ‘krak’ voor dit jaar Kristine Decroos, coördinator van dagcentrum De Takel. Wanneer we haar in de spreekstoel plaatsen, herkennen we meteen de eigen spirit van Jeugdzorg Don Bosco Vlaanderen…

geen woorden, maar dadenKristine stapte in het leven als derde in een gezin van zes kinderen. Van haar beide ouders kreeg ze al dadelijk het voorbeeld van inzet voor het gezin, gekoppeld aan een groot sociaal engagement en een diep doorleefd geloof. Krachtlijnen in de opvoeding waren saamhorig-heid, bescheidenheid en respect voor ieders eigenheid. Ze leerde er ook dat je inzet niet in goede bedoelin-gen mag blijven steken: van haar vader, die vakbonds-afgevaardigde was, kreeg ze de mentaliteit van “Geen woorden, maar daden!” mee. Haar moeder was een tastbaar voorbeeld van solidariteit wanneer ze extra soep maakte om uit te delen bij de ouderen in de straat.Al snel krijgt Kristine de kans om in de sporen van haar ouders te treden. Als leidster bij de Chiro en op CM-kampen leert ze zelfstandig in het leven staan en daar-bij verantwoordelijkheden opnemen. Deze ervaringen in een volkse buurt waar ook kansarmen wonen, zullen een blijvend stempel op Kristine’s engagement drukken.Daarna zet Kristine zich, samen met haar man, nog jaren in voor Vredeseilanden en later in ATD Vierde Wereld. De twee stichters van deze organisaties, pater Dominique Pire en Joseph Wresinski, blijven voor haar twee ‘geestelijke motoren’, naast een derde grote inspi-ratiebron: de figuur van Don Bosco.Kristine leert Don Bosco pas echt kennen wanneer ze,

intussen 23 jaar geleden, als maatschappelijk werker in De Takel aan de slag gaat. Ze ziet haar beroep in de eerste plaats als een sociaal enga-gement. Met deze houding vindt ze al snel haar plaats bij Don Bosco, zonder te beseffen hoe be-palend dit zal zijn voor haar verdere leven…

coördinator van De takelAnderhalf jaar geleden werd Kristine coördina-tor van het dagcentrum De Takel. Ze heeft nooit

18

Al begint het beleid het belang van nabijheid te ontdekken, je zult maar

echt voeling houden met je mensen als die houding in

je ingebakken zit.

Page 19: DBV_2013-2

19

‘geaasd’ op deze functie, maar ze beseft wel dat ze van nature een leiderstype is en koestert dan ook heel wat plannen. Wel staat ze telkens weer voor een moeilijke evenwichtsoefening tussen de eisen van deze taak en de zorg voor haar gezin van vijf kinderen.Toch is Kristine zeer blij met wat ze nu kan realiseren. Door de jaren heen is ze enorm ge-groeid in De Takel; ook het zwangerschapsverlof deed haar steeds herbronnen en met een rijkere bagage, een sterkere ‘drive’ terugkeren. Haar nieuwe functie geeft haar de mogelijkheid om sterker militant te zijn, en dat vindt ze zeer waardevol: de kans om, waar nodig, op te komen voor haar mensen. Want de echte ‘modellen’ en de ware krachtbronnen in Kristine’s leven zijn de mensen die ze in De Takel ontmoet, mensen die telkens weer de moed bijeensprokkelen om ondanks alles door te gaan. Mensen die het waard zijn om voor te vechten.Hiervoor wil Kristine zich uitdrukkelijk spiegelen aan Don Bosco. Wist die ook niet te vechten voor zijn jonge-ren wanneer het erop aankwam hun een nieuwe toe-komst aan te reiken?

Je nabijheid moet zichtbaar zijnGaandeweg heeft Kristine de kracht van het salesiaanse opvoedingsmodel leren kennen en waarderen. Op het eerste gezicht kan het gewoon naast andere model-len gelegd worden, het valt niet op door spectaculaire verschillen – bescheiden, zoals Kristine het graag ziet. Maar allerlei kleine nuances geven dit model een heel eigen cachet. Ze houdt vooral van de nadruk die er ligt op het assisterende aspect en op datgene wat Don Bos-co ‘amorevolezza’ noemde: het nabij zijn van mensen in alle omstandigheden, en de noodzaak om je liefde ook echt zichtbaar, tastbaar te maken. Wanneer Kris-tine het tot ‘krak’ van Oostende heeft gebracht, zal dat wel iets te maken hebben met haar gedrevenheid om voeling te houden met de mensen, en in het bijzonder met haar jongeren. Dit uit zich ook in haar waardering voor vrijwilligers in de werking van De Takel: vanuit het voorbeeld van Don Bosco gaat ze actief op zoek naar

sympathisanten en suppor-ters die de beweging en het jeugdwerk helpen dragen.Een sterke kracht van het salesiaanse opvoedingsmo-del ligt ook in het feit dat het gewoon een kader biedt, een aantal houdingen en stijlen die de opvoeder hel-

pen en niet telkens in vraag moeten worden gesteld. Want het is niet eenvoudig om met jongeren op weg te gaan, het is een constant zoeken en je moet af en toe ook eens op je bek kunnen gaan… Maar volgens Kristine heb je in het opvoeden één groot geluk: dat je elke dag opnieuw kan beginnen. Er bestaan dan ook geen ‘hopeloze gevallen’ – enkel jongeren die een uit-daging voor de opvoeding vormen. Daarbij is de steun van een stevig opvoedingskader zeer welkom. Tegelijk is het salesiaanse model ook bijzonder soepel: je kan het zeer goed ‘updaten’ in uiteenlopende omgevingen. Voor Kristine zal het wel steeds gekenmerkt worden door een gezonde zin voor humor, optimisme en het blijven op zoek gaan naar de krachten in de mens.

nabije uitdagingenOok in de toekomst zal Don Bosco een heel eigen in-breng blijven hebben in de jeugdzorg. Want al begint het beleid het belang van nabijheid te ontdekken – her-taald als ‘integratie’, ‘vermaatschappelijking’ of ‘zorg op maat’ – je zult maar echt voeling houden met je mensen als die houding in je ingebakken zit. Het is meer een kwestie van levensstijl dan van jobstijl. En opnieuw brengt Kristine de ‘drive’ van Don Bosco ter sprake…Intussen blijft Kristine actief zoeken naar nieuwe mo-gelijkheden. Nog dit jaar wordt het muziektheater 'Het Spek-Takel East End' uitgevoerd, waarvoor haar jonge-ren moeten samenwerken met een groep professione-len. De beide groepen op elkaar afstemmen vormt een hele uitdaging, maar het zal een podium geven aan de strijd die de jongeren elke dag voeren: zich niet begre-pen voelen in deze maatschappij, maar ondanks alles er-voor blijven gaan. Gesteund door de bewogenheid van mensen – ‘krak’ of niet – die je oprecht nabij zijn.

in het opvoeden heb je één groot geluk: dat je elke dag opnieuw

kan beginnen.

Page 20: DBV_2013-2

20

De bOekenPlAnk | Tekst: Michel Ruyters Foto’s: Centrale Propaganda

De weg van Pasen

De nederlands ondertitelde film over

Don bosco uit 2005 is er! De regisseur is Ludovico Gasparini. De film duurt 200 minuten.

Piëmonte (Italië), negentiende eeuw. Het is een turbulente periode met politieke, econo-mische en culturele omwentelingen, religieuze span-ningen. Don Bosco, een priester uit Turijn, ziet het harde leven van de jongeren in deze maatschappij. Niemand lijkt zich het lot van deze verloren genera-tie aan te trekken. Hij kiest resoluut de kant van deze gemarginaliseerde jongeren. De dag dat hij zich om hen bekommert, verandert hun leven. Hij start een oratorium in Valdocco waar de jongeren steeds te-recht kunnen, waar ze leren lezen en schrijven en een beroep aanleren. Zij krijgen van Don Bosco hun waar-digheid terug en geloven opnieuw in een toekomst. Opdat zijn werk ook na zijn dood zou doorgaan richt hij de congregatie van de Salesianen op...

Bij bestelling van 20 exemplaren of meer krijgt men 10 % korting, bij een bestelling van

100 exemplaren krijgt men 30 % korting.

De nieuwe Paasbrochure 2013, opgebouwd rond het thema:Op weg naar Pasen 2013“Kom naar Mij terug”Auteur: Michèle ClavierVertaling: Adriaan De Cooman

ik versier PasenHoe je (klein)kinderen zinvol over Pasen spreken en ze inleiden in dit mooie mysterie? Gebruik de midde-len die hen boeien! Bijvoorbeeld dit knutselboek!De resultaten zijn verbluffend: een mobiel (paasvogels), een vastenka-lender, een paasbloem, eenappelboekje, een fruitboom.Knutselboek met 5 knutseltaakjes in verband met Pasen.Voor kinderen van 5 tot 10 jaar.

Formaat: DIN A4; 28 blz, volledig in zwaar karton-papier (150 g/m2);

Vierkleuren, kaft in glanslak.

kruisweg voor jongerenHet is beslist nodig om kinderen en jon-geren gevoelig en bewust te maken voor de negatieve ervaringen van het bestaan, die niemand kan ontlopen. Deze ‘Kruisweg voor jongeren’ werd uit-

gewerkt als een rollenspel met verschillende spreekpartijen, zodat de actieve deelname van

iedereen bevorderd wordt. De illustraties zijn fris en modern, suggestief en niet gruwelijk.Men kan deze kruisweg gemakkelijk bidden in het ge-zin, met het catechese- of vormselgroepje, thuis, in een kerk of ruimte. Een echte aanrader voor de passietijd!Auteur: Charles Singer - Vertaling: Marc DedapperFormaat: 14,8 x 14,8 cm, 32 blz.; softcover.

Bij afname van 10 boekjes: € 2,00 per stuk.

in de aanloop naar de goede Week en de paastijd hebben wij

ook nu voor onze lezers van Don bosco Vlaanderen

enkele aanbiedingen!Korting op portkosten:

Bij aankoop van een exemplaar ‘Ik versier Pasen’ mag je één of twee kruiswegen voor jongeren bijbestellen

zonder portkosten!

€ 15,00(+ € 3,00 port)

€ 7,00(port

inbegrepen)

n72€ 2,00

(+ € 2,31 port)

n51€ 2,50

(+ € 1,54 port)

Page 21: DBV_2013-2

21

in MeMORiAM

Milo gellynck° 01-07-1931 + 17-01-2013

Geboren in 1931 in een vroom en hardwerkend midden-standersgezin raakte Milo als kind voor de rest van zijn lan-ge leven geboeid door de elektromechanische nieuwighe-den van het magazijn van zijn vader. Wellicht mede onder invloed van zijn oom missionaris droomde hij over een leven van uitgesproken verbon-denheid met God en van totale beschikbaar-heid voor de mensen. Zware studies waren nooit een eerste optie voor Milo. Hij zou het eenvoudig houden en zoals Jezus liever een bescheiden dienaar van allen zijn. Via een paar wondere omwegen ontdekte hij het noviciaatshuis van de salesianen in Groot- Bijgaarden. Hij werd salesiaan-coadjuteur en ontpopte zich als een toegewijde en creatieve ‘factotum’, een eerste keuze manusje-van-alles. Milo was een altijd at-tente en aanspreekbare medebroeder, met een creatieve oplossing voor alle kleine en grote akkefietjes. In 1996 – hij was dan al 65 jaar – werd zijn missionarisdroom wer-kelijkheid met de stichting van een nieuwe missiepost in Centraal-Afrika. Na vijf jaar totale inzet keerde hij terug naar Vlaanderen, ziek, vermoeid en door vele dramatische gebeurtenissen gebroken. Terug in het vaderland raakte hij er weer een beetje bovenop, doch hij zou nooit meer ‘de oude Milo’ worden. Wat hij niet verloren gaf, was zijn liefde voor de congregatie en zijn voorbeeldige trouw aan het gemeenschapsleven. Hij is ook, niettegenstaande zijn steeds pijnlijker onmacht, op zijn manier een actieve missi-onaris gebleven. Het laatste halfjaar van zijn leven was één dramatische afbouw van zijn krachten. Hij trok zich terug in een mysterieuze stilte en alleen de goede God “die hart en nieren doorgrondt” zal ons later kunnen vertellen over Milo’s mooie geloof tot het laatste uur van zijn leven. Hij ruste nu in vrede.

Miel De boe° 18-09-1937 + 10-12-2012

Miel werd in Ophasselt geboren als boerenzoon en daar was hij trots op. Het diepgelovige gezin waarin hij op-groeide tekende zijn leven. Met veel aandacht en liefde bleef hij er mee verbonden, ook nadat hij op 24 augus-tus 1957 salesiaan werd. Sterk religieus, sociaal bewogen en betrokken op allen die hij ontmoette, nam hij na zijn priesterwijding zijn salesiaanse taak op. Als leraar en as-sistent in Kortrijk was zijn hart ook aan de Chiro verpand. Als eco-noom in Kortrijk, Oud-Heverlee, Groot-Bijgaarden en Heverlee behield hij zijn grote aandacht voor jongeren. Zijn dienstbaarheid, spontane inzet en niet aflatende glim-lach maakten hem geliefd. Zo bouwde hij een sterke ken-

nissenkring op. Namen en gebeurtenissen onthouden kon hij als de beste. Als boeren-paarden of de tuin ter sprake kwamen, werd zijn belangstelling als boerenzoon gewekt en kon hij er enthousiast en met kennis van zaken over vertellen. Met hart en ziel was hij, dicht bij de mensen, volks en eenvoudig, werkzaam in de parochie in Halle en bij de Medewerkers van Don Bosco van Hever-lee. Zijn laatste jaar in de Savioparochie in

Groot-Bijgaarden tekende de ziekte hem sterker, en toch wenste hij nog zoveel mogelijk onder de mensen te zijn. Toen dat niet meer kon, kreeg hij heel veel bezoek vanuit zijn enorme vriendenkring. Miel overleed op 10 december na een verblijf van drie we-ken in het WZC ‘De Verlosser’ in Sint-Ulriks-Kapelle. Geen wonder dat de Saviokerk bij zijn begrafenis te klein was om hem uitgeleide te doen. Met hartelijke genegenheid en dankbaarheid gedenken wij Miel. Wij bidden dat de Heer hem om zijn eenvoudige gegevenheid aan oud en jong de vreugde en het volle ge-luk schenkt met Don Bosco en alle salesiaanse heiligen.

sPROkkelnaar Don bosco in turijnDon Bosco kwam dit jaar naar ons toe en reisde in ja-nuari door Vlaanderen. Uiteraard willen velen hem graag een tegenbezoek brengen in Turijn, de stad waar het allemaal begonnen is, en de plaatsen bezoe-ken waar Don Bosco tussen 1815 en 1888 geleefd en gewerkt heeft. We willen ons laten aanspreken door zijn spiritualiteit en die vertalen naar ons eigen leven.

Binnen de Don Boscobeweging worden daarom meer-maals Turijnreizen georganiseerd voor diverse groepen: jongeren en volwassenen, scholen en parochies – noem maar op.Voor meer informatie over deze reizen kan je terecht bij:Wilfried Wambeke, Don Boscostraat 72, 3940 Hechtel ([email protected] of 0495 / 500 631).

Page 22: DBV_2013-2

22

VeRbOnDen | Tekst: Eric Joris Foto: Eindredactie

De link tussen Noord- en Zuidwerking

Eens voorbij de beschermende omheining van de luxu-euze hotels wacht je echter een ander, nagenoeg on-bekend beeld. Net zoals Haïti is de Dominicaanse Re-publiek een arm land. Tienduizenden mensen leven op straat of trachten te overleven in de uitge-strekte sloppenwijken van de hoofdstad Santo Domingo. Het was deze realiteit die de Spaanse salesiaan Juan Linares aantrof toen hij halverwege de jaren ’80 aange-steld werd als pastoor van de Parroquia de Maria Auxiliadora in Santo Domingo.Padre Juan nam zijn pastorale taken zeer ter harte. Zo leidde hij zelf de wekelijkse bijeenkomsten van de groep jongeren die, in het kader van het jongerenpastoraat in de parochie, met elkaar over hun geloof in gesprek gingen. Dage-lijks zagen Padre Juan en de jongeren van de groep hoe duizenden kinderen uit de nabijgelegen sloppenwij-ken ’s ochtends de hoofdstad introkken. Beladen met hun schoenpoetsersgerei, met bloemen, sigaretten, popcorn, loterijbriefjes… kortom met alles wat ze voor een aalmoes aan de man of vrouw konden brengen, vertrokken de kinderen elke ochtend naar ‘hun werk’. Urenlang moesten de kinderen ronddolen op hun ‘canillitas’ (Spaans voor ‘kleine beentjes’), in de hoop voldoende spulletjes te verkopen voor hun dagelijkse maaltijd. En als dat niet lukte, was de stap naar de cri-minaliteit snel gezet.Padre Juan Linares en zijn jongerengroep besloten in 1985 dat het zinloos was om wekelijks over het geloof te praten als je geen daden bij het woord voegt. Dat was het begin van het centrum ‘Canillitas con Don Bos-co’. Op zondag zouden de kleine beentjes naar dit cen-trum kunnen lopen waar ze zouden kunnen spelen en waar de kinderen ook konden leren lezen en schrijven.Zeventwintig jaar later is Canillitas con Don Bosco één van de twaalf centra van het netwerk ‘Muchachos y Muchachas con Don Bosco’ (Jongens en meisjes met Don Bosco, afgekort MMDB, nvdr). Padre Linares en de jongeren van toen zijn niet alleen gebleven, maar hun rangen zijn ook aanzienlijk versterkt. Om het leven van gemarginaliseerde kinderen en jongeren een nieuwe wending te geven, heeft MMDB een opleidingstraject uitgestippeld.

Verborgen talenten ontdekkenHet begint allemaal met de fase van ‘de zoektocht’. Medewerkers van MMDB, vaak vrijwilligers, trekken de straat op om contact te maken met straatkinderen of kleine straatverkopertjes en trachten een vertrouwens-band met hen te smeden. Als dat lukt, wijzen de me-dewerkers van MMDB de kinderen op het bestaan van hun opleidingscentra. In het begin kunnen de kinderen gewoon af en toe komen spelen in het centrum, zodat ze zien dat er ook iets anders bestaat dan het leven als straatventertje. Dit is de onthaalfase.Tijdens de onthaalfase is het ook fundamenteel belang-rijk dat het kind van de ouders toestemming krijgt om naar het MMDB-centrum te gaan. Want als een kind zijn koopwaar niet langer verkoopt, verliest het hele gezin inkomsten. Deze gezinnen bevinden zich meestal in erg kwetsbare omstandigheden: vaak gaat het om alleenstaande moeders of heeft één of beide ouders een alcohol- of drugsverslaving. Soms geeft MMDB le-

De man van het jaar… en zijn strijd van elke dag

Medewerkers van MMDb, vaak

vrijwilligers, trekken de straat op om

contact te maken met straatkinderen.

Page 23: DBV_2013-2

23

vensmiddelen aan de ouders als compensatie voor het inkomensverlies.Dan begint de belangrijkste fase van het veranderings-proces: de fase waarin het kind of de jongere eindelijk naar school kan gaan. Uiteraard begint het kind met basisonderwijs, het leert lezen en schrijven. MMDB kiest echter voor een typisch salesiaanse integrale opvoe-dingsaanpak. Sport, spel en allerlei creatieve ateliers vormen belangrijke leermomenten waarin het kind leert omgaan met anderen en met zijn eigen (vaak ver-borgen) talenten.

een veelzijdig verhaalMaar de kinderen hebben meestal ook nood aan een ruimere begeleiding. De meesten van hen werden, al dan niet in het gezin, misbruikt of mishandeld. MMDB heeft daarom ook een psychologisch begeleidingspro-gramma waarin de kinderen individueel en in groep hun verleden trachten te verwerken. De familiepro-

blematiek dwong MMDB er ook toe om zijn aanpak te verbreden. Niet alleen de kinderen maar ook de ouders kunnen hun leven trachten te veranderen als ze dat wil-len. Daarvoor biedt MMDB hun een beroepsopleiding aan en met de hulp van een begeleidingsprogramma kunnen ze ook hun eventuele verslavingsproblematiek proberen te doorbreken.Het MMDB-verhaal is veelzijdig. De kinderen in de cen-tra hebben meestal niet alleen nood aan psychologi-sche begeleiding maar ook aan legale ondersteuning. Velen onder hen hebben immers geen enkel document zoals bijvoorbeeld een geboortecertificaat. Officieel be-staan deze kinderen dus niet, waardoor het onmogelijk is om aan werk te geraken of van enige overheidsdienst gebruik te maken. De administratieve regularisatie van de kinderen is zodoende een belangrijke zorg voor de medewerkers van MMDB. De opleiding blijft evenwel het sleutelelement voor een betere toekomst.

breken met het verledenOok in hun zoektocht naar werk krijgen de jongeren ondersteuning van MMDB. De organisatie heeft onder-tussen binnen de bedrijfswereld een dermate goede reputatie opgebouwd, dat verschillende werkgevers graag een kans bieden aan een jongere die opgeleid is binnen MMDB.Elk jaar nemen meer dan vierduizend kinderen en jon-geren deel aan het MMDB-programma. Voor hen be-tekent MMDB een echte kentering in hun leven. Ze krijgen de kans om te breken met een verleden waarin ze al dan niet op criminele wijze moesten trachten te voorzien in hun levensonderhoud. Ze leren een vak, ze leren hoe ze moeten omgaan met anderen en ze leren vooral dat een beter leven echt mogelijk is.In 2012 werd Padre Juan Linares in de Dominicaanse Re-publiek verkozen tot ‘Man van het jaar’. Het is de be-langrijkste nationale onderscheiding die wordt uitge-reikt aan personen die een wezenlijke bijdrage geleverd hebben aan de samenleving. Padre Juan zag deze pres-tigieuze onderscheiding als een belangrijke erkenning voor al het werk dat de MMDB-medewerkers leveren. Maar de belangrijkste prijs voor hem blijft toch, naar zijn eigen zeggen, de verandering in het leven van elk kind, iets waarvoor hij en MMDB dagelijks blijven strijden.

De man van het jaar… en zijn strijd van elke dag

Punta Cana, Bayahibe, Costa Dorada: stuk voor stuk namen die je doen dromen van witte stranden, wuivende palmbomen, hel-derblauwe luchten en ‘all-inclusive’-vakan-tieresorts waar je enige zorg is hoe je de ki-lo’s die er bijkwamen tijdens je verblijf in dit aardse paradijs, ooit weer zult kwijtspelen. De Dominicaanse Republiek: een parel in de Caraïben…

Page 24: DBV_2013-2

24

RuggesPRAAk | Tekst: Firmin Vanspauwen Foto: Eindredactie

Kleine kinderen lopen graag op kousenvoeten,schoenen vinden ze te beklemmend.Het maakt hen geruisloos in het naderen.Al vlug weten ze ook figuurlijkop kousenvoeten af te komen.Omzichtig, voorzichtig, onopvallendstellen ze hun vragen via slim gekozen omwegen.

De veertigdagentijd nodigt uitom ons voor te bereidenop de Goede Week en Pasen.Naar het voorbeeld van kleine kinderenmoeten we, in deze tijd,misschien een inspanning leverenom mensen te benaderen op kousenvoeten.

Zijn we nog voldoende omzichtigin onze relaties, in onze vriendschap,in ons collega-zijn, in onze omgang…?Sociale media, sms en gsmmaken het ons gemakkelijk om,al dan niet anoniem, hard te zijn voor elkaar,om ons te verstoppen achter voorwendsels en excuses.

Moge de paastijdeen zoektocht zijn naar het echte,een confrontatie met onze kleinmenselijkheid,een voornemen om anderen hun kruis te helpen dragen,om zeker niemand aan een kruis te nagelen,een streven om voorzichtig met elkaar om te gaan

We kunnen overwegen om op kousenvoetendoor de veertigdagentijd en de Goede Weeknaar het paasfeest te stappen,om met meer deemoed, ontzag en omzichtigheidover ons geloof te reflecteren.Laat de paastijd een vreugdevolle tijd zijn,van gezellig samen zijn en er zijn voor anderen.

Op kousenvoetenOp kousenvoeten