db-vl-1002
-
Upload
don-bosco-vlaanderen -
Category
Documents
-
view
217 -
download
2
description
Transcript of db-vl-1002
-
114de jaargang | maart - april 201
0 | tweemaandelijks tijdschrift v
oor de beweging rond Don Bosco
| Kantoor van afgifte: 3000 Leuv
en mail | P209042
ge-mij-mer
2
-
inhoud Een salesiaanse op de wereld Een kijk op de salesiaanse wereld
Don Boscogewijs
7 Aan de zijde van Don Bosco
10 Zomerkampen
22 Werk maken van kinderrechten
Over opvoeden
4 Meer dan een school
8 Opvoedings- ondersteuning
11 Minimoeders en kakkernestjes
Kruispunt
Adriaan De Cooman 6
Jan Schepers 12
Johan Jacquemin 16
Pennenstreken
Met blinde ogen 14
Een halfje 15
Waar het hart van vol is 19
Ge-mij-mer 24
Hoofdredacteur Annemie Vandaele
Adviesraad R. Burggraeve A. De Cocker A. De Cooman M. Den Haerynck E. De Ridder E. Haelvoet P. Stienaers F. Vanspauwen
Eindredactie en redactieadres Mark Den Haerynck Lenniksesteenweg 2 1500 Halle [email protected]
Adreswijziging Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]
Verantwoordelijke uitgever Jos Claes, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]
Lay-out en druk Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo
De bijdragen verschijnen onder de verant-woordelijkheid van de auteur.
Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit doorgespeeld en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen.
In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be
In Europa: www.donbosco.net
In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org
Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van Don Bosco Vlaanderen:Don Bosco Centrale vzwFr. Gaystraat 1291150 BrusselTel. 02 771 21 00IBAN: BE96 0000 1112 6405BIC: BPOTBEB1
Foto voorpagina: Patrick Vandewalle
-
3Annemie Vandaele Hoofdredacteur | ingeblikt
Soms gaat een beeld met je hoofd aan de
haal. Ineens duikt het op, geruisloos en
onaangekondigd, zet vervolgens je hele
handel en wandel in stand-by en ver-
dwijnt daarna, met mate.
Zo ook deze coverfoto, bin-
nengevallen tussen zo-
veel ander dringends
in een mailbox. Een
beeld waarbij de
vragen in een men-
senhoofd meteen
de degens kruisen.
Wat doet zon vijfja-
rig meisje stilvallen
op een godvergeten
strand? Welk gemijmer
speelt in zon kleine hersen-
pan? Waaraan zou ze denken? Aan
wie ze is? Of worden kan? Hoe spinnen
die kleine gedachten zich af, naar waar,
hoe, wat, waarom?
Inspirerend is het wel, zon kleine blik die
naar binnen wordt gewend, een soort mi-
niatuurvoorbeeld van de vraag naar iden-
titeit die er n is van alle leeftijden en
alle tijden, van schijnbaar steeds
meer sectoren ook de laat-
ste tijd. Vooral de non-
profit schoot schijn-
baar gestaag maar
doortastend uit
de startblokken.
Ge-mij-mer
En dus verschijnt de vraag via publicaties,
kapittels en overlegfora ook op de salesi-
aanse agenda. Naast de rijkdom van de
grote verscheidenheid die onze organi-
satie kent, is er immers steeds meer de
vraag naar eenheid en identiteit. Want
wie we zijn en waar we voor staan, is voor
onszelf belangrijk, maar ook voor derden
in hun betrokkenheid bij onze dienstver-
lening aan jongeren en de kwaliteit die
we erin nastreven. Hoe zorgen we, van
Kortrijk tot Hechtel, dus voor een duide-
lijke herkenbaarheid en een consequente
vertaling van onze kernopdracht, van de
meerwaarde die we nastreven?
Vragen die we ons, ook in dit blad, moe-
ten durven stellen in het belang van
de kinderen en jongeren in onze werking,
met veel lawaai of in alle stilte op zoek
naar wie ze zijn en mogen worden.
-
4door de ogen van de opvoeder | Tekst: Kurt Smeets, namens Don Bosco Vorming & Animatie Fotos: Etienne Leconte, sxc
In het opvoedingsproject wordt verwoord
hoe we vandaag jongeren in Don Boscos
geest kunnen opvoeden. Het vertrekpunt
is een mensbeeld dat voeling heeft met
onze tijd en dat tegelijk de visie van Don
Bosco niet uit het oog verliest. In deze
reeks artikelen willen we stilstaan bij dat
mensbeeld, want hoewel het vaak onver-
woord blijft, toch stuurt het ons hande-
len en kleurt het onze opvoedingsdoelen.
Het gaat om een integraal beeld dat de
mens beschouwt vanuit ver-
schillende perspectieven die
elkaar aanvullen. In dit artikel
willen we jonge mensen duiden als to-
taalwezens waarin vele aspecten, sterke
en zwakke, verweven zijn. Opvoeden in
Don Boscos geest betekent oog hebben
voor al die aspecten.
Voorbij de vakjesBij kinderen zie je het al: het ene kind zou
de hele dag willen voetballen, het andere
gaat helemaal op in de vraagstukken die
het krijgt voorgeschoteld. Het onderwijs
zou op die sterktes kunnen inspelen en
kinderen hun vakken steeds vroeger zelf
laten kiezen. De voetballer kan dan vaker
voetballen, de wiskundige-in-spe meer
vraagstukken oplossen. Iets anders is het
om het kind in zijn totaliteit te blijven
zien. Dat betekent dat het ene kind met
wat hulp ook zijn vraagstukken leert op-
lossen en dat het andere kind mits een
kleine voorzet tijdens de middagpauze
mee gaat voetballen. Als we mensen
beschouwen als totaalwezens, delen we
hen niet in vakjes in en blijven we open-
staan voor het onverwachte. Het is niet
omdat een jongere zich interesseert voor
literatuur dat hij bij voorbaat als onprak-
tisch kan worden beschouwd. En het is
niet omdat iemand een tijdje genoeg
heeft van de school en het allemaal wat
laat hangen, dat hij een vogel voor de kat
wordt.
OntwikkelingOmdat het toekomstbeeld van kinderen
en jongeren vaak nog heel veranderlijk
is, is het belangrijk dat leerkrachten en
opvoeders hen in hun totaliteit blijven
zien. Kinderen dromen ervan duizend-en-
n beroepen uit te oefenen. Voor heel
wat jongeren is het op achttien jaar nog
onduidelijk welke weg ze zullen inslaan.
Ook als ze ervoor kiezen
verder te studeren, kan
het na hun studies nog
vele kanten uit, afhan-
kelijk van hun interesses
en de kansen die ze krij-
gen. Die vrijheid geeft
iedere mens de kans om op
zoek te gaan naar wat hem of
haar interesseert en op termijn
een bewuste keuze te maken.
Maar die vrijheid vraagt ook,
meer nog dan in Don Boscos
tijd, een integrale ontwikke-
ling, een mensbeeld dat geen
aspect uit het oog verliest en
jonge mensen voorbereidt op
In opvoeding ho
ren alle
aspecten aan b
od te komen.
Mr dan een school
Een assisterend
e stijl reikt
verder dan de s
peelplaats.
-
5een toekomst die zowel voor
henzelf als voor hun opvoe-
ders nog niet vastligt.
Een mensbeeld dat de mens
in zijn totaliteit beschouwt,
ondersteunt leerkrachten die
zich niet enkel toespitsen op
de aspecten die binnen hun
opdracht vallen. De leerkracht
biologie kan iemand zijn die
op de speelplaats mee voetbalt, de leer-
kracht houtbewerking iemand die zich
bewust is van de thuissituatie van zijn
leerlingen. Dat jonge mensen totaalwe-
zens zijn, houdt bovendien in dat ze niet
alleen gestimuleerd worden in hun talen-
ten, maar ook gemotiveerd om te werken
aan hun zwakke punten. In de opvoeding
horen daarom alle aspecten aan bod te
komen: het lichamelijke, het spirituele,
het technische, het affectieve, het psy-
chische, het relationele,
BenaderingIn het Oratorio trachtte Don Bosco dat
totaalbeeld te concretiseren. In de thuis
die hij zijn jongeren bood, mochten ze
hun gevoelens uiten en waren ze vrij om
zichzelf te zijn. Op school scherpten ze
hun praktische en intellectuele vermo-
gens aan en leerden ze verantwoordelijk-
heid opnemen in de taken die ze kregen.
Om relaties te leren leggen en zich ver-
bonden te voelen met elkaar, was er de
speelplaats. De parochie ten slotte bood
ruimte om zich te
verdiepen in zinge-
ving. Die viervou-
dige opvoedings-
ruimte noemen
we het oratorio-
principe. Met dat
principe voor ogen,
kunnen jongeren
uitgroeien tot vrije
en verantwoorde-
lijke mensen die zich verbonden voelen
met elkaar en bewust zin geven aan hun
leven. Maar de vier
onderdelen van het
oratorio staan niet
los van elkaar. En-
kel daar waar thuis,
school, speelplaats
en parochie met el-
kaar verweven zijn,
krijgen jonge mensen de kans zich in al
hun aspecten te ontwikkelen. De assis-
terende stijl, de ondersteunende en ge-
interesseerde aanwezigheid bij jongeren,
reikt daarom verder dan de speelplaats,
tot in het klaslo-
kaal.
De sfeer die het
klaslokaal ademt,
de gedrevenheid
waarmee de leer-
kracht zijn leerlin-
gen op sleeptouw
neemt, de speelse
aanwezigheid van de opvoeder in de leef-
groep, roepen in n van de ruimten van
het oratorio de andere drie ruimten op.
Die verwevenheid biedt jonge mensen de
kans zich integraal te ontwikkelen. Dat
sluit aan bij een aanpak die het oefenen
van vaardigheden, het opdoen van ken-
nis, het gevoel zichzelf te mogen zijn, het
spelen met anderen, en het zoeken naar
zingeving niet loskoppelt van elkaar. Een
integrale ontwikkeling vraagt dus een ge-
integreerde benadering.
Jongeren worde
n
aangesproken
in hun sterkte
en hun zwakte
.
Een integrale on
twikkeling
vraagt een gen
tegreerde
benadering.
-
6een woord waard | Tekst en Fotos: Mark Den Haerynck
Adriaan De Cooman
Hij is een goede zeventiger, grijzende ha-
ren die nog de plooi bewaren, salesiaan
en gemeenschapsoverste in Don Bosco
Boortmeerbeek. Don Bosco Vlaanderen
vond het de moeite waard om bij n van
haar boegbeelden de microfoon op tafel
te zetten. Op een koude winterdag waren
we te gast bij Adriaan De Cooman, sinds
1985 redactielid van dit blad, dat twee-
maandelijks bij duizenden gezinnen in
Vlaanderen terechtkomt.
MotivatieDe manier waarop Adriaan betrokken
geraakte bij de redactie van Don Bosco
Vlaanderen, was een onschuldige vraag
van de toenmalige provinciaal, Lucien
Desmet. Je kunt van een soort te-
vens-benoeming spreken,
want het is een werk dat
je opneemt bij de rest
van je opdracht, zo-
maar, er bovenop.
Kun jij de Band
met Don Bosco
overnemen?,
was de vraag.
En de rest van
het verhaal
kennen we: hij
neemt intussen
al vijfentwintig jaar
het correctiewerk van
het tweemaandelijkse tijd-
schrift op zich. Wat zijn motiva-
tie is om het zolang te blijven doen, is de
trouw aan een gegeven woord. Je zit erin
en je doet voort, klinkt het dan. Maar te-
gelijk verwijst Adriaan naar de doelstelling
waarmee Don Bosco in 1878 zijn eerste
Bollettino Salesiano uitgaf. In een circu-
laire zegt Don Bosco zelf dat de versprei-
ding van het goede boek een noodzaak is
om jongeren op het goede pad te houden.
Don Bosco Vlaanderen wordt nog steeds
verspreid als een werkzaam instrument
voor de verspreiding van het sale-
siaanse gedachtegoed.
KrachtAdriaan heeft vijfen-
twintig jaargangen
nauwlettend gecorri-
geerd. Het is een tijdschrift
naast de zoveel andere bladen
die uitgegeven worden. Toch heeft het
een eigen dynamiek en wil het een speler
zijn die op het veld van het verspreiden
van het goede nieuws zijn specifieke
plaats inneemt. Bij de vraag
waar de kracht ligt van
Don Bosco Vlaande-
ren, duidt onze
gesprekspartner
erop hoe be-
langrijk het is
de salesiaanse
zending te
helpen waar-
borgen. Meer
dan ooit is dit
medium een
middel om het erf-
goed van Don Bosco,
waaraan de salesianen
met vele leken trouw zijn ge-
bleven, door te geven. Het aantal sale-
sianen vermindert en hun rechtstreekse
aanwezigheid in scholen en voorzienin-
gen geraakt uitgeput. Daarom is het des
te meer nodig dat er vormende impulsen
blijven bestaan, en een aanbod van inspi-
rerende lectuur. Don Bosco Vlaanderen is
zon impuls en haalt zijn eigen kracht uit
het verder op weg gaan met hen die erin
blijven geloven.
ToekomstZonder afbreuk te doen
aan de jarenlange
inzet van allen die
met een tevens-
benoeming Don
Bosco Vlaanderen
hebben verspreid, gaat
het tijdschrift erop vooruit. Feit
is dat de grafische mogelijkheden zoveel
groter zijn geworden en meer toelaten.
Het blad mag en moet zich fris blijven
voorstellen, met een aantrekkelijke lay-
out en eigentijdse rubrieken die beant-
woorden aan het uitgeschreven charter.
Dat is een blijvend aandachtspunt. Het is
een goede mix van wat in de colofon ge-
noteerd staat: een salesiaanse kijk op de
wereld en een kijk op de salesiaanse we-
reld. Adriaan is er gerust in, want hij ziet
ook een positieve evolutie in het schrijf-
talent van de redacteurs zelf. Wie aan
het Don Boscotijdschrift meewerkt, hoeft
niet noodzakelijk de lat van het Groot
Nederlands dictee te halen. We moeten
wel de vrijmoedigheid bewaren, zegt hij,
om ons te laten zien en te laten horen,
om ons voor te stellen. Hij duidt het met
evangelische woorden: ons geloof niet
onder de korenmaat plaatsen, maar het
als licht van de wereld laten zien.
25 jaar corrector-redactielid van DBVlaanderen
Meer dan ooit is
het een
middel om het
erfgoed van
Don Bosco doo
r te geven.
-
Tekst: Wim Collin Fotos: Eindredactie | afgestoft
7
Aan de zijde van Don BoscoValdocco, n van de laagst gelegen ge-
bieden in die grote industriestad Turijn.
Een terrein langzaam afglijdend naar de
Dora, een kwakkelriviertje dat tijdens de
zomer bijna droog staat. Volgebouwd tot
de laatste vierkante meter, centraal de
twee groene koepels van de basiliek van
Don Bosco, bovenop de koepel pronkend
een gouden beeld van Maria Hulp der
Christenen. In de verte boven reizen sinds
de olympische winterspelen nieuwbouw-
blokken als paddenstoelen uit de grond.
Het is hier dat Michele Rua meer dan 35
jaar aan de zijde van Don Bosco stond.
Valdocco, januari 1888, het is stil in het
Oratorio. Iedereen, van klein tot groot,
weet wat er te gebeuren staat. Don
Bosco is ziek, erg ziek, deze
keer zal zelfs een won-
der hem niet gene-
zen. Jongeren op de
speelplaats kijken
naar de ramen
van de kamers
van Don Bosco,
hopend om hem
nog n keer te
zien. Ook binnen
bij Don Bosco heerst
een angstige stilte.
Iedereen beseft dat Don
Bosco heel zijn leven lang het
beste van zichzelf gegeven heeft om zijn
droom waar te maken. Maar nu is hij ver-
sleten: hij heeft geen kracht meer in zijn
lichaam, zijn stem is weg ... Maar alle-
maal zijn ze daar, de eerste salesianen,
bijeen op de kamer van Don Bosco, hun
vader, vriend, leermeester, ...
Het is in die eenvoudige kamer dat er op
25 maart 1855 een kleine intieme ceremo-
nie plaatsvond. Don Bosco rechtstaand,
Michele Rua op zijn knien voor het kruis-
beeld. Voor U,
God, doe ik de ge-
lofte om te leven in
armoede, kuisheid en gehoorzaamheid
aan u, Don Bosco, die ik kies als mijn
overste. Er waren van dit moment geen
getuigen, des te meer getuigen waren
er van de onvermoeibare inzet van
deze eerste salesiaan. Hij werd wis-
kundeleraar, godsdienstleerkracht,
assistent in de eetzaal, compagnon
om mee te spelen tijdens de speeltij-
den ... en tussendoor studeerde hij
voort, filosofie, theologie. Vanaf morgen
ben je verantwoordelijk voor dit of dat,
zei Don Bosco en de jonge Michele ant-
woordde zonder aarzelen: Das goed. Hij
werd ook de eerste directeur van het
eerste salesiaanse huis buiten
Turijn, Mirabello Monfe-
rato. Zesentwintig jaar
oud was hij toen en
de rechterhand van
Don Bosco.
Tien jaar later
werd Don Rua ge-
kozen als prefect
van de salesiaanse
congregatie. Er kwa-
men steeds meer man-
nen bij die in Don Boscos
voetsporen wilden treden en
Michele kreeg als taak om de ontwikke-
ling en de organisatie van die groeiende
groep op zich te nemen. Hij stond aan
de zijde van Don Bosco als dichtste me-
dewerker en trad meer en meer op als
zijn plaatsvervanger. Don Bosco was vaak
weg, op reis, om mensen te bezoeken of
geld in te zamelen om projecten te finan-
cieren. En als hij dan eens op zijn kamer
in Valdocco was, kwamen er honderden,
duizenden mensen op bezoek. Don Bosco
had geen tijd meer voor de dagelijkse
werking van zijn Oratorio. Don Rua werd
de uitvoerder, trouw en secuur, van de
projecten die zijn vader uitdacht.
Don Bosco heeft Don Rua bij de hand ge-
nomen, hij was voor hem een gids, hij
hield van hem, hij was zijn leermeester.
Don Rua werd als het ware de handen van
Don Bosco. Op het laatst, in januari 1888,
toen ze allemaal samen waren in de ka-
mer van Don Bosco, leende Don Rua hem
zelfs zijn stem. Ze stonden rond het bed
van de stervende Don Bosco. Rua knielde
bij het bed neer. Don Bosco, we zijn hier
allemaal samen, jouw oudste kinderen,
alle medebroeders. Wij vragen uw zegen,
zegen ons en ook hen die ver van ons weg
zijn, in de missies, in de wereld. Omdat
je je arm niet meer kunt opheffen, zal ik
het voor je doen en ik zal ook de woorden
zeggen. En jij, jij zegent alle salesianen en
alle jongeren. En met een grote zachtheid
nam Rua de arm van Don Bosco ... Het was
nog nooit zo stil in Valdocco.
Na de dood van Don Bosco schreef Don
Rua: Onze enige bekommernis is om het
werk van Don Bosco te versterken en ten
gepaste tijde uit te breiden. En zo ge-
beurde ...
Don Rua
Het was nog no
oit
z stil in Valdocc
o.
-
goed-gezin-d | Tekst: Hilde Pex Fotos: Eindredactie, sxc
8
Opvoedings-ondersteuningIn boekhandels en bibliotheken kun je er
niet naast kijken: opvoedingsboeken zijn
in! Van ABC van opvoeden1 over Waar-
om doet mijn kind zo moeilijk?2 tot Gids
voor succesvol opvoeden3. Keuze te over.
Ook een paar minuten zoeken op het in-
ternet levert een hele lijst websites op
rond opvoeden, met algemene achter-
grondinfo, uitleg over specifieke proble-
matieken, vragen en antwoorden, erva-
ringsberichten en tips. Deze overvloedige
informatie wekt de indruk dat opvoeden
een bijna onmogelijke opdracht gewor-
den is. Nochtans verloopt opvoeden
doorgaans goed en voelen ouders vaak
vanzelf aan hoe ze bepaalde zaken het
beste aanpakken. Gelukkig maar.
Opvoeden: je staat er niet alleen voorOpvoeden doe je als ouders niet
alleen. Heel wat mensen en
organisaties zijn erbij betrok-
ken en dragen op de n of
andere manier hun steentje
bij: de school, de jeugdbe-
weging of jongerenwerking,
de na- en buitenschoolse
opvang, de buurtwerking, de
sportvereniging, de muziek- en teken-
academie, de parochie, ... In vele ge-
vallen gebeurt de ondersteuning door
beroepskrachten in een professionele
context, in andere gevallen door gen-
gageerde vrijwilligers in hun vrije tijd.
Ook heel wat mensen steunen ouders en
gezinnen onbewust door hun aandacht
en betrokkenheid, en niet zozeer door-
dat ze meewerken aan een concreet en
welomlijnd opvoedingsproject.
In deze bijdrage willen we enkele
aandachtspunten en mogelijkheden
aanreiken om ouders en mensen aan wie
de zorg voor kinderen is toevertrouwd te
ondersteunen, individueel of in groeps-
verband.
Brede netwerken, informele ondersteuningOuders en gezinnen hebben
bij de opvoeding behoefte
aan informele steun, een
breder gedeelde opvoedings-
aandacht en plaatsen waar men
elkaar kan ontmoeten. Ouders voelen
zich gesteund wanneer ze bij de opvoe-
ding een beroep kunnen doen op fami-
lie, buren en vrienden. Die netwerken
worden vandaag kleiner. Zo valt
een stuk van de informele on-
dersteuning door de familie
en vrienden weg, wanneer
men bijvoorbeeld naar een
andere provincie trekt. Het
is dan meestal de profes-
sionele ondersteuning (zoals
babysitdiensten of kinderdagver-
blijven) die dat voor een stuk opvangt.
Ouders voelen zich ook gesteund wan-
neer zij hun ervaringen kunnen uitwis-
selen met andere ouders, wanneer ze
tijdens ontmoetingsmomenten belang-
stelling en betrokkenheid voor hun ver-
haal ervaren en antwoorden krijgen van
ouders die voor eenzelfde probleem staan
of hetzelfde meemaken. Initiatieven die
ontmoetingskansen mogelijk maken en
helpen bij het uitbouwen van een infor-
meel netwerk waar iedereen welkom is
en gerespecteerd wordt, zijn daarom erg
waardevol. Dat kan bijvoorbeeld
een wekelijks koffiemoment
op school zijn, waar wie wil
een (gratis) kop koffie of
thee kan drinken, samen
met andere (groot)ouders.
Een dergelijk laagdrempelig
initiatief maakt het mogelijk
om ook maatschappelijk kwets-
bare en allochtone gezinnen te berei-
ken en een informeel en breder netwerk
uit te bouwen. Deze vorm van opvoe-
dingsondersteuning bestaat niet zozeer
in het geven van kant-en-klare oplos-
singen voor vragen en problemen, maar
veeleer in aanwezig zijn, luisteren en op
elkaar betrokken zijn vanuit een houding
van respect en partnerschap. Maatschap-
pelijk kwetsbare gezinnen ervaren het
als bijzonder deugddoend wanneer zij
gezien en aangesproken worden, wan-
neer zij iemand mogen zijn. Zo kunnen
een groet aan de schoolpoort of een bab-
bel in de wachtrij bij de bakker of aan de
bushalte veel betekenen. Het zijn aanzet-
ten om op elkaar betrokken te geraken
en geleidelijk aan kunnen ze uitgroeien
tot deugddoende, verrijkende gesprek-
ken. Goede en persoonlijke contacten
doen iedereen deugd. Ook het napraten
aan de schoolpoort of de kerkdeur, bij de
sportclub of de jeugdbeweging of na een
Opvoeden doe je als ouders niet alleen.
Wat doen we om ontmoetingskansen
te scheppen voor ouders en gezinnen?
-
9verjaardagsfeestje van n van de kinde-
ren dragen bij tot de uitbouw van een
netwerk waar men zich door het sponta-
ne uitwisselen van ervaringen gesteund
weet.
Waardevolle en rijke ervaringenOuders worden ook daadwerkelijk in de
opvoeding ondersteund wanneer hun
kinderen rijke en waardevolle ervaringen
kunnen opdoen, die zij niet zelf aan hun
kinderen kunnen geven omdat het om
samenwerkingsverbanden gaat tussen
meerdere instanties. Bij wijze van voor-
beeld vermelden we het Pist Ol-project
in Leuven, dat opgezet is tussen een ba-
sisschool, een school voor buitengewoon
onderwijs, een woon- en zorgcentrum en
een circusschool. De stad ondersteunt
het project financieel. Wekelijks komen
een paar groepjes van telkens een tiental
kinderen uit beide scholen samen in de
ontspanningsruimte van het rusthuis om
er gedurende een uur, onder begeleiding
van een leraar van de circusschool, al-
lerlei kunstjes te leren. De bewoners van
het woon- en zorgcentrum kijken geamu-
seerd toe en weten dit ontspanningsuur
te smaken. De leefwereld van de kinderen
wordt opengetrokken en verbreed: zij le-
ren op een speelse manier andere
kinderen kennen met lichame-
lijke of mentale beperkingen
en komen in contact met
bejaarden bij wie de licha-
melijke en/of geestelijke
krachten afgenomen zijn.
Ouders kunnen dergelijke
rijke en zinvolle ervaringen
niet zelf aan hun kind geven, en
beschouwen ze als een waardevolle on-
dersteuning in de ontplooiing en opvoe-
ding van hun kind.
Samenwerkingsverbanden zijn mogelijk
op veel plaatsen, ook in contexten waar
de activiteiten tot nog toe geen onmid-
dellijk raakvlak met kinderen en jongeren
hebben. We denken hier bijvoorbeeld
aan een jeugdbeweging die met een ver-
eniging voor kansarme
of allochtone jonge-
ren meewerkt in een
sorteercentrum van
kringloopwinkels.
Eigen mogelijkheden tot ondersteuningVoor ouders en gezin-
nen zijn de warme be-
trokkenheid en vriend-
schap van mensen in hun
werk- of leefomgeving een
steun, ook al zijn ze zich er
soms niet van bewust. Bij deugd-
doende contacten weten ze zich
gemakkelijker uitgenodigd om in
gesprek te gaan over moeilijke
aspecten van het gezinsleven
of van de opvoeding. Groeien in
aandacht voor elkaar gaat niet
vanzelf, maar is voor heel wat
mensen een haalbare kaart. Hoe
klein die inbreng ook lijkt, ze is beteke-
nisvol en maakt wel degelijk een verschil.
Als individu kan men er naargelang van
de mogelijkheden voor kiezen om een
sterker engagement aan te gaan ten aan-
zien van n of meer gezinnen, zoals hulp
bij de opvang van de kinderen, bij-
springen wanneer een kind ziek
is, tijd maken voor een ver-
haaltje of gezelschapsspel,
huistaakbegeleiding bij
kinderen met leermoeilijk-
heden, ... Het zijn stuk voor
stuk bijzonder waardevolle
vormen van opvoedingsonder-
steuning. Ook voor wie er als ouder
alleen voor staat, is de ondersteuning
van anderen meer dan welkom.
Het werken aan ontmoetingskansen en
het uitwerken van gezamenlijke brede
projecten vragen naast creativiteit en on-
dernemingszin ook energie en bereidheid
tot samenwerking met andere groepen
en instanties. Om het denkproces en de
uitwisseling hierover in groepsverband
te stimuleren, kun-
nen volgende vragen
helpen: Wat doen we
reeds om ontmoetingskansen
te scheppen voor ouders en gezinnen?
Welk aspect van de opvoeding kunnen
we ondersteunen (cultuur, engagement,
geloofscommunicatie, zingeving, spiritu-
aliteit, burgerzin, gezonde levensstijl, di-
versiteit, multiculturele vorming, milieu-
bewustzijn, algemene ontwikkeling,)?
Welke troeven en mogelijkheden hebben
we binnen onze vereniging, beweging,
school, geloofsgemeenschap, organisa-
tie? Wie willen we bereiken? Wie niet?
Waar bereiken we deze mensen? Wan-
neer (naar aanleiding van een activi-
teit, op uitnodiging, toevallig, overdag,
s avonds,)? Hoe bereiken we deze men-
sen (via een folder, affiche, nieuwsbrief,
persoonlijk contact, op activiteiten, via
e-mail of via de website, aan de school-
poort, in de zondagsviering, thuis,)?
Welke samenwerkingsverbanden met
andere organisaties hebben we al? Wie
zijn mogelijke partners in een gezamen-
lijk project? Hoeveel tijd, energie en geld
kunnen we erin investeren?
Zo krijgt opvoedingsondersteuning ver-
der vorm in kleine gebaren en waarde-
volle initiatieven.
1 WENDY BOSMANS, ABC van opvoeden, Standaard Uitgeverij, 2008, ISBN: 978-90-022-3180-3.2 PETER PRINZIE, Waarom doet mijn kind zo moeilijk?, Uitgeverij Lannoo, 2004, ISBN: 978-90-209-5530-9.3 PETER ADRIAENSSENS, Gids voor succesvol opvoeden, Uitgeverij Lannoo, 2007, ISBN: 978-90-209-7153-8.
Heel wat mensen
steunen gezinnen onbewust.
Samenwerkings-verbanden zijn
op veel plaatsen mogelijk.
-
plezierig engagement | Tekst: Jeugddienst Don Bosco Fotos: Jeugddienst Don Bosco en Mark Den Haerynck
10
ZomerkampenJeugddienst Don Bosco
In de zomer organiseert Jeugddienst Don
Bosco vzw zomerkampen voor jongeren
van 6 tot en met 18 jaar. Tijdens deze
kampen staan plezier, samenwerking en ontspanning centraal, dat alles gekaderd binnen de visie van Don Bosco. Het doel van Don Bosco is een integrale opvoeding
waarin vrijheid, verantwoordelijkheid,
verbondenheid en zingeving hun vol-
waardige plaats krijgen. In alle jongeren
vindt Don Bosco een
pluspunt.
Zo verloopt het ook
op de zomerkampen
van Jeugddienst Don
Bosco vzw. En van
de belangrijkste uit-
gangspunten voor de
leiding is dan ook de
bijzondere aandacht
voor de jongeren: op actieve wijze aan-
wezig zijn bij hen, hen onder-steunen en begeleiden tot kriti-
sche volwassenen.
De kampen worden gekenmerkt door
hun aangenaam klimaat. De begeleiders hebben gedurende het jaar al hun voor-
bereidende taken al uitgevoerd, zodat zij
zich tijdens de kampweek volledig kun-
nen richten op de jongeren. Jeugddienst
Don Bosco kiest dan ook bewust voor het
dat de jongeren ook
inspraak kunnen hebben
en zich medeverantwoorde-lijk voelen voor de activiteiten. Op
die manier groeien de jongeren en ont-
staat er een sterke verbondenheid bij de
kampgangers onderling en hun leiding.
Op deze pagina vind je een overzicht van
alle kampen die in 2010 plaatsvinden.
Iedereen van 6 tot 18 jaar is van harte welkom om deel te nemen aan deze avon-tuurlijke en fantasierijke zomerkampen.
Speciale aandacht verdient het Interna-
tionaal Kamp dat Jeugddienst Don Bosco
vzw in 2010 in Porcheresse organiseert
in samenwerking met de pijler interna-
tionaal. Hierbij zullen jongeren uit ver-
schillende Europese landen, zoals Malta,
Nederland en Schotland, samen met jon-
geren uit Belgi een kamp kunnen bele-
ven in de Ardennen onder leiding van en-
kele enthousiaste, ervaren instructoren.
Zomerkampen Jeugddienst Don Bosco vzw 2010:> 3 tot 10 juli 2010 (Beringen) - Terug in de tijd - 6 tot 8 jaar
> 3 tot 10 juli 2010 (Beringen) - Ontrafel het mysterie - 9 tot 12 jaar
> 3 tot 10 juli 2010 (Beringen) - Een waanzinnig enthousiaste bende -
13 tot 16 jaar
> 7 tot 13 augustus 2010 (Farnires) - The Sky is the limit - 12 tot 15 jaar
> 14 tot 20 augustus 2010 (Farnires) - Adventure - 16 tot 18 jaar
> 20 tot 27 augustus 2010 (Porcheres-se) - Be AdventerEUs - 16 tot 18 jaar
Meer informatie kun je vinden op de website www.jeugddienstdonbosco.be.
samenstellen van kleine
groepen (maximum 40
kinderen per kamp).
Zo zal er een hecht
en persoonlijk con-
tact zijn bij de jon-
geren onderling,
wat maakt dat
zij zich op kamp
veilig kunnen
voelen.
Het kamp ver-
loopt vlot en is
goed voorbereid.
Nochtans zijn de
begeleiders niet ver-
knocht aan het vaste
kampschema. Ze stellen
zich steeds flexibel op, zo-
Cursussen Jeugddienst Don Bosco
Een basiscursus bereidt je voor op het creatief omgaan met kinderen of jongeren. Gedurende zes
dagen krijg je een ruim vormingspakket aangereikt rond themas zoals spel en spelen, animatie, expressievormen,
verantwoordelijkheid, leefwereld van kinderen, preventie, enz. Daarbij wordt gekozen voor een sterk praktijkgerichte aanpak en
word je vanaf de eerste dag actief betrokken. Onze basiscursussen vinden in de paasvakantie plaats, van 5 tot 10
april 2010, in Oud-Heverlee, Gent, Kortrijk, Hechtel en Lommel.Een hoofdmonitorcursus geeft je dan weer de kans om je op je taken als hoofdanimator voor te bereiden. Je leert heel wat rond commu-nicatie, begeleiding en evaluatie van anderen en jezelf, verant-woordelijkheid nemen en geven en inzicht krijgen in groeps-processen. Inhoudelijk sterk en up-to-date, maar eveneens zeer praktijk- en ervaringsgericht. Onze hoofdmonitor-
cursus vindt eveneens in de paasvakantie plaats, van 9 tot 13 april 2010, in Wijnegem.
Hunker jij ook al naar de zomervakantie? Naar ravotten in de grasgroene velden, spelen met waterballonnen of genieten van een schitterend kampvuur?Heb je zin om samen met je vrienden d vakantie van je le-ven te ervaren? Om de heerlijke kampsfeer op te snuiven?Ideaal, bekijk dan zeker het onderstaande kampenaanbod van Jeugddienst Don Bosco vzw.Beleef het meest onvergetelijke zomerkamp beladen met allerlei fantastische activiteiten samen met toffe kamp-gangers en een ervaren begeleidingsploeg!Tot op kamp?
-
Tekst en foto's: Annemie Vandaele | de bril
11
Dat kinderen volgens de contextuele be-
nadering op de n of de andere manier
loyaal blijven aan hun ouders, wisten we
al. Dat ze proberen om voor het vele dat
ze ontvangen ook iets terug te geven,
ook. Maar dat die loyaliteit en dat geven
hun op een bepaald moment parten kun-
nen spelen, niet. In deze bijdrage raken
we beknopt twee van de vier vormen aan
van wat Nagy parentificatie noemt.
DuoWe hadden ze gemakshalve naast elkaar
geplaatst, pal voor onze lessenaar. Links:
Karen, pracht van een meid, oudste in
een huishouden met vijf kinderen, al-
tijd bereid een helpende hand te reiken
wanneer het nodig was. Nieuwelingen
in de klas, notities van zieke leerlingen,
de schoolagenda, invulstrookjes voor
een schooluitstap, alles werd met de
grootste zorg en vanzelfspre-
kendheid opgevolgd en
doorgespeeld. Rechts:
Stijn, een onvoor-
zien maar welge-
komen achter-
komertje in een
gezin met twee
kinderen, brave
jongen, maar on-
zeker, afwachtend
en een tikkeltje slor-
dig ook. Het leek ons
in eerste instantie het
perfecte duo, maar gaande-
weg bleek vanuit contextuele hoek dat
we met deze opstelling alleen onszelf en
geen van beide leerlingen een dienst be-
wezen.
Groot of kleinMet het begrip parentificatie wilde Nagy,
de grondlegger van het contextuele den-
ken, aantonen dat kinderen zich van na-
ture, vanuit hun loyaliteit en hun geven,
richten naar een behoefte of nood die
een ouder te kennen geeft. Zo wordt Ka-
ren bijvoorbeeld, als oudste in een groot
gezin, het typische zorgende kind, de
plaatsvervangende ouder, de minimoe-
der die bijspringt waar
nodig. En dat zorgen
neemt ze mee, tot op de
schoolbanken. Ze geeft en
blijft geven, in alles wat ze
doet en in elke keuze die ze maakt. Het is
niet ondenkbaar dat ze later ook in een
zorgend beroep stapt. Het is nog min-
der ondenkbaar dat ze op een dag moe
gegeven geraakt.
Stijn daarentegen is de typische jong-
ste telg, het kakkernestje dat
net iets te lang aan moe-
ders rokken hangt,
maar inspeelt op
haar nood om te
kunnen zorgen
en van beteke-
nis te zijn, en zo
verwordt tot wat
Nagy een kind
noemt dat kind
moet blijven. Hotel
mama is iets wat ma-
mas soms zelf koesteren
en dus is het voor Stijn een
heuse opdracht om er, loyaal als hij is,
van los te komen en zelfstandigheid op
te bouwen.
ConstructiefHoewel die indruk zou kunnen ontstaan,
toch hoeft parentificatie niet negatief te
zijn. Het is goed dat kinderen leren zor-
gen en oog hebben voor de noden van
anderen. Wanneer de rollen in de tijd
afgebakend zijn, wanneer ze redelijker-
wijze aangepast zijn aan het ontwikke-
lingsniveau van kinderen of jongeren en
wanneer ze de nodige
erkenning voor hun
geven krijgen, dan
draagt dat vooral veel
kansen in zich. Maar
wanneer die afbakening er niet is, wan-
neer veel meer van jongeren gevraagd
wordt dan ze kunnen geven en wanneer
ze er bovendien niet in gezien worden,
er geen erkenning voor krijgen, doen
we hun onterecht onrecht. Dat had Don
Bosco in zijn tijd al begrepen.
UiteenDoor Karen en Stijn een schooljaar lang
naast elkaar te plaatsen, betonneerden
we hen in een rol die weinig ademruimte
en groeikansen gaf. Dus waren ze gebaat
bij een reorganisatie Maar zij niet al-
leen. In de volgende bijdrage focussen
we op twee andere vormen van parentifi-
catie die Nagy onderscheidt: het perfecte
kind en de zondebok, een duo dat op veel
schoolbanken en in veel huisgezinnen
opduikt.
Een artikel gemist? Surf dan naar http://dbv-de-bril.blogspot.com/.
Minimoeders en kakkernestjesEen contextuele kijk op opvoeding en onderwijs
Zij links, hij rec
hts,
het leek ons
het perfecte du
o.
-
te gast | Tekst: Frans Len Foto's: Don Bosco Hechtel
12
Een radertje in een goed draaiend teamJan Schepers, leerkracht in Don Bosco Hechtel
Als enige nieuweling van het korps begon
Jan 11 jaar geleden als leraar godsdienst
en Nederlands in het Don Boscocollege
van Hechtel. Naast zijn schoolloopbaan is
hij echtgenoot van Els en papa van twee
lieve dochtertjes van 8 en 5 jaar. Als
leerkracht ben ik veranderd door papa te
worden. Je bekijkt de dingen vanuit een
breder perspectief, omdat je je plotseling
in de positie van ouder kunt plaat-
sen. Vooral in mijn deeltaak
als leerlingenbegelei-
der komt dat dikwijls
goed van pas.
In zijn schaarse
vrije tijd doet
Jan aan muziek
en sport.
Onze gast ziet zichzelf niet langer als
jonge leerkracht, want de laatste jaren
was er een grote instroom van nieuwe
collegas. Nu zit ik in de middengroep en
omdat een aantal toonaangevende col-
legas stilaan vertrekken, groeit het besef
dat wij uit de schaduw moeten komen
en moeten gaan trekken. Niet eenvou-
dig, maar ik zie de uitdaging wel zitten,
vooral omdat de kinderziektes van
de beginnende leerkracht er
wat uit zijn en ik nu de
schouders kan zetten
onder veel dingen,
die de job alleen
maar boeiender
maken.
GodsdienstleraarAls godsdienstleraar is het soms opbok-
sen tegen vooroordelen van de omge-
ving. Sommigen uiten daar hun bewon-
dering voor en anderen vinden dat je
goed zot moet zijn om dat vak te geven
aan pubers. Ik heb dat zelf nooit zo erva-
ren. Ik vind pubers een dankbare groep,
waarmee je veel kunt bereiken, maar je
moet wel opgewassen zijn tegen hun kri-
tische ingesteldheid en inzien dat die ook
mogelijkheden biedt. Ik geef dat vak nog
altijd met hart en ziel, zeker met een leer-
plan dat veel openheid biedt en ruimte
laat om in te spelen op de noden van een
specifieke klasgroep. Zo krijg je de kans je
les niet af te dreunen als een bandrecor-
der en dat zorgt voor veel afwisseling.
Jan is er ook niet bang voor zich in zijn les-
sen kwetsbaar op te stellen en persoon-
lijk te getuigen
in de hoop dat de
leerlingen oppik-
ken dat je ook op
moeilijke momen-
ten zonder mas-
ker door het leven kunt gaan, eruit kunt
leren en gelukkiger kunt worden. Vragen
van leerlingen neemt hij altijd zeer ern-
stig en probeert hij vooral te benaderen
vanuit de beleving, eerder dan vanuit
de feitelijkheid. Daarbij zijn er voor hem
geen taboes. Dikwijls staan jongeren
vandaag onder druk van vele, vaak on-
uitgesproken, maar hoge verwachtingen.
Ik probeer die bespreekbaar te maken.
Gekwetste jongeren verdienen daarbij
bijzondere aandacht.
Je moet niet zo
t zijn om
godsdienst te g
even.
Als we onze gast uitnodigen op de
praatstoel van deze rubriek, reageert hij met wat schroom. Hij vindt van zichzelf dat hij niet
verdient als individu in the picture te komen, maar wel als een radertje in een goed draaiend team. Voor ons zit Jan
Schepers, een levenslustige 34-jarige jongeman, die als enthousiaste leraar graag bij de jongeren van het 3de en 4de
jaar secundair onderwijs staat.
-
13
Leerlingenbegeleider en gangmakerVia nascholing legde Jan zich ook toe op
leerlingenbegeleiding, wat nu naast het
lesgeven zijn ding geworden is. In de
lessen godsdienst haal je dingen aan die
de leerlingen raken, waarin zij zich her-
kennen of nt niet en dat leidt dikwijls tot
dialoog, als de leerling daartoe de eerste
stap zet. In overleg met de andere leden
van het begeleidingsteam volg ik die leer-
lingen dan op.
Het schoolleven bij Don Bosco nodigt ook
uit om je in te zetten op vele andere vlak-
ken. Jan is een bezige bij en o.a. actief als
gangmaker van het opvoedingsproject,
als lid van de pastorale animatiegroep en
begeleider van een fietskamp.
Don BoscoAanvankelijk kende onze gast Don Bosco
helemaal niet. Hij is hem eerder toevallig
op het spoor gekomen door de uitbundige
verhalen van zijn zus bij een interim-op-
dracht in een Don Boscoschool. Blijkbaar
hebben die een speciaal effect gehad bij
zijn sollicitatie voor de opdracht in het
college van Hechtel, want hij kon er na
een jaar lesgeven in een andere school
aan de slag. Van bij het begin heb ik mij
er goed thuis gevoeld. Het enthousiasme
van en de verbondenheid met collegas
en directie werkte aanstekelijk. Later heb
ik via een cursus van Don Bosco Vorming
& Animatie de kans gekregen mij in de
figuur van Don Bosco en het opvoedings-
project te verdiepen. Daar heb ik niet
alleen veel deugd aan gehad, maar ge-
leidelijk groeide ook heel sterk het besef
dat het van leken moet komen als wij een
Don Boscoschool willen blijven met min-
der of zelfs geen salesianen meer. Ja, die
zorg neem ik wel mee naar de klas.
OpvoedingsprojectIn de realisatie van het opvoedingsproject
spiegelde Jan zich vooral aan een collega-
salesiaan. In al zijn eenvoud benaderde
hij voor mij de kern van het opvoedings-
project. Die man was er, gewoon be-
schikbaar voor de leerlingen, hij stelde
zich voor hen open en had zichtbaar ple-
zier in wat rondom hem gebeurde. Voor-
al zijn glimlach is mij altijd bijgebleven.
Het was een man die veel vertrouwen
en rust uitstraalde en zijn accenten juist
legde. Ik herinner mij bijvoorbeeld dat
hij vanuit zijn pastorale bekommernis bij
groots opgezette vieringen altijd de klem-
toon probeerde te leggen op de kern van
de zaak en niet in de val trapte van te veel
tijd en energie te steken in spectaculaire
randactiviteiten.
Het positieve benoemen
vindt hij ook een belang-
rijke attitude. Leerlingen
reageren wel eens onge-
woon, als hun leraar - uit gewoonte, zon-
der bijbedoelingen - goedendag zegt, een
compliment geeft of een les afsluit met
bedankt voor de medewerking!
Humor vindt Jan heel waardevol. Humor
relativeert, een kwinkslag kan soms de
lont uit een kruitvat halen of helpen de
dingen in de juiste proporties te zien.
De vooraanstaande plaats van teamwork
kwam reeds eerder aan bod. Je bent
slechts een klein onderdeel in een groter
geheel en als je tandwielen niet ingrijpen
in die van anderen, zal de machine niet
soepel blijven draaien. Ik ben blij en dank-
baar dat ik deel mag uitmaken van zon
fijn team als dat van Don Bosco Hechtel.
ArbeidsvreugdeHet contact met jongeren, met hen op
zoek gaan naar zingeving in hun leven,
door vanzelfsprekendheden te doorprik-
ken en dialoog op gang te brengen, de
uitdaging om samen met hen in vaak
complexe situaties en emotionele pro-
blemen naar uitwegen te zoeken, blij-
ven een belangrijke bron van motivatie.
Natuurlijk zijn er ook de beperktheden,
zoals tijdsdruk. Bij momenten hol ik
letterlijk door de gangen. Ik doe zoveel
dingen graag, dat ik echt tijd tekortkom.
Tegenwoordig stopt de school ook niet
meer met het belsignaal. Dat is aan de
ene kant positief, maar anderzijds ook
een valkuil: sommigen verwachten dat
je altijd bereikbaar
bent. Vooral het han-
delen in crisissituaties
die om onmiddellijke,
soms confronterende ingrepen vragen,
en weerstanden van de omgeving heb-
ben mij leren aanvaarden dat sommige
problemen niet op te lossen zijn en dat
je jongeren alleen kunt proberen te leren
hoe ermee om te gaan.
GezinDe salesiaanse betrokkenheid drukt ook
zijn stempel op zijn gezinsleven. Eigenlijk
betrap ik mij er op dat ik de opvoeding van
mijn kinderen vaak toets aan de idealen
van Don Bosco. Ik hoop dat ons gezinsle-
ven voor hen ook een thuis, speelplaats,
parochie en school mag zijn. De onderlin-
ge verhoudingen liggen natuurlijk anders
dan op school. Een gezonde competitie
met de school van Els - ook een degelijke
school met andere accenten - brengt gere-
geld de nodige ambiance met zich. Het is
fijn dat we die zaken kunnen delen en van
elkaar kunnen leren.
Een blik op de klok Oei, al zo laat! Ik
ben ermee weg, want de kindjes zijn al
in de naschoolse opvang en wachten tot
papa hen komt afhalen. Bedankt, Jan,
succes nog met de job bij Don Bosco!
Humor kan de lo
nt uit
een kruitvat ha
len.
Willen we een D
on
Boscoschool b
lijven,
dan moet het v
an
leken komen.
-
uitgelezen | Tekst: Eric Haelvoet Fotos: Eric Haelvoet, sxc
14
Met blinde ogen
Leer het project Bartmes kennen, dat jongvolwassenen samenbrengt die willen bouwen aan hun christelijk geloof. Alle info op www.bartimeus.be
Het verhaal van de blinde Bartimes is
een opvallend verhaal. Alleen al omdat
hij en niet Jezus het meest actief is. Tel
de werkwoorden bij beiden maar: elf ze-
ven. Bartimes komt er eerst niet goed
uit. Tot tweemaal toe horen we dat hij
zoon van onreinheid is: Bar-times. Hij
is blind, bedelt, is letterlijk klein, want
hij zit neer en hij zit langs
de weg, terwijl de eerste
christenen de mensen
van de weg waren.
Maar dan begint het verhaal ons te ver-
rassen. Hij hoort iets over Jezus. Hij hoort
dat het Jezus de Nazarener is, de histori-
sche figuur. En wat schreeuwt hij? Zoon
van David, Jezus en even later volstaat
Zoon van David. Ook Jezus naam horen
we dus tweemaal, maar nu geschreeuwd.
Wie is die Zoon van David? Noch min
noch meer: de Messias, Christus. Die
blinde bedelaar en kleine zoon van on-
reinheid, die naast de weg zit, hij ziet wie
Jezus werkelijk is. Dit zien beweegt hem
tot roepen naar die Christus, tot schreeu-
wen, heel hard schreeuwen.
Als Jezus hem roept, doet Bartimes iets
onlogisch: hij gooit zijn mantel af. Het
heeft niets met het gebeuren te maken,
tenminste niet op het eerste gezicht,
maar het toont juist hoe goed die blinde
gemarginaliseerde ziet. De mantel
afgooien is het middelste van die elf
werkwoorden. Het is ht keerpunt, niet
toevallig na een woord van Jezus. De be-
delaarsmantel is alles wat hij heeft, zijn
bescherming, zijn identiteit, de plaats
waar hij een korst brood en wat muntjes
opbergt. Al die materie gooit hij af, reso-
luut. Niet uit afkeer van het materile,
maar omdat hij de spirituele man gezien
heeft, met blinde ogen nog wel.
Dan springt hij op. Sommigen
hebben hem gevraagd op te
staan. Dat is natuurlijk verrijze-
nistaal. Maar hij staat niet op,
hij springt op! Wat een verrij-
zenis. Wat een dynamiek. Dan
komt hij bij Jezus. Hoe moet dat?
Die blinde man met zoveel volk rond
zich. En hij vindt zomaar Jezus. Zie je wel
dat hij ziet, maar op een dieper niveau.
Natuurlijk verrast Jezus hem dan: Wat
wil jij dat Ik voor je doe? Wie heeft
hem die vraag het laatst gesteld? Heeft
iemand hem die vraag ooit gesteld?
Open, empathisch, vol respect voor zijn
vrijheid, waardigheid, zelfstandigheid?
Op dit punt van het verhaal kan Barti-
mes zoveel vragen. Een job? Een vast
inkomen? Zoveel materile zaken? Wat
erkenning van de omgeving? Demargi-
nalisering? Aanzien? Neen, Bartimes
vraagt weer te mogen zien. Door die
vraag te stellen, bewijst hij dat hij al ziet,
nog voordat zijn ogen genezen zijn. Dat
hij al inziet waar het allemaal om draait.
Het echte inzicht, de wijsheid, het spiri-
tueel begrijpen. En hij ziet in waar het al-
lerbelangrijkste vandaan komt. Hij weet
dat Jezus hem dat wezenlijke kan geven.
Jezus geeft de juiste leesbril. Hij zegt: Je
geloof heeft je gered. Die zoon van on-
reinheid heeft een rein en sterk geloof,
een geloof dat hem redt. Hij heeft ge-
roepen om erbarming, om genade. Ook
dt horen we tweemaal: Erbarm u over
mij! Vanaf het begin was dit een gelovi-
ge, geen zoon van onreinheid. Jezus heeft
het erkend. In al die drukte heeft hij die
ene geloofsstem gehoord. Daarom staat
Jezus stil. Is dit niet het diepste roepen
van Jezus zelf? Zijn roepen tot God om er-
barming? Hij die zich vereenzelvigt met
alle mensen in de marge? Hoe vaak heeft
Jezus in zijn gebed niet geschreeuwd tot
zijn Vader om erbarming voor die zonen
van onreinheid? Ja, boven het lawaai van
de menigte erkent Jezus die schreeuw.
In het laatste vers zegt Jezus hem: Ga
heen. En wat doet Bartimes? Hij volgt
Hem op zijn weg. Uit zichzelf doet hij
dat. Voor Marcus is Bartimes een chris-
ten, een mens van de weg van Jezus. En
zie, n vers verder is Jezus en dus ook
Bartimes in Betfage aan de voet van
Jeruzalem. Betfage, de plaats waar Jezus
op een ezel gaat zitten en onder hosan-
nazangen Jeruzalem binnen trekt. Op-
merkelijk: Hosanna betekent Red ons.
Precies wat Bartimes tweemaal riep.
Ze kwamen in Jericho. Toen hij () weer uit Jericho vertrok, zat een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimes. Toen hij hoorde dat Jezus voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij! De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: Zoon van David, heb medelijden met mij! Jezus bleef staan en zei: Roep hem. Ze riepen de blinde en zeiden: Houd moed, sta op, hij roept u. Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. Jezus vroeg: Wat wil je dat ik voor je doe? De blinde antwoordde: Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien. Jezus zei: Ga heen, uw geloof heeft u gered. En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.
(Mc 10, 46-52)
-
Tekst: Loes Fotos: Eindredactie, sxc | broodje cursief
15
Een halfje
Lieve lezer, kom binnen en schuif aan.
Bent u in een milde bui? Hopelijk wel,
want ik reken op uw vergevensgezind-
heid. Misschien zult u het dit keer name-
lijk met een half broodje cursief moeten
doen Niet dat ik u een dieet zou willen
opdringen of dat ik het besparingsvirus
in deze rubriek probeer binnen te smok-
kelen, maar wel omdat ik zelf onlangs
gehalveerd ben.
Mijn rechterhand is geamputeerd.
Ja, die hulpvaardige hand die al
mijn schrijfsels onder de loep
nam en steeds deskundig de
vinger wist te leggen op
slordige slippertjes, te
krullerige kronkels, de
wel erg scherpe boch-
ten, doodlopende
straatjes, de versnel-
ling die een tikje ho-
ger of lager mocht,
een te bruuske stop.
Als ik nu de pen ter
hand neem, is het
alsof ik links moet leren
schrijven en bovendien
in spiegelschrift. Wat ooit
vanzelf leek te gaan, kost nu
een flinke inspanning.
En er is meer om aan te wennen.
Bij elk memorabel moment in mijn
leven toverde zij uit haar persoonlijke
schrijfstok een vers waarin de sterren fon-
kelden. Elke grote mijlpaal werd met een
spetterende speech bedacht. En ik deed
mijn best om even kleurige pijlen terug
te schieten. Het tijdperk van dat verbale
vuurwerk is nu voorgoed afgesloten.
Mijn babbelgrage mond is erbij ver-
stomd. Nu de betere helft van ons hecht
geheel niet meer glimlacht om mijn ver-
halen, doe ik er vaker het zwijgen toe.
Alle verbale schouderklopjes, opbeuring
en troost waarmee zij me zo gul heeft
bedeeld, bewaar ik in een mooie doos.
De stapel blijft van nu af aan altijd even
hoog.
Op mijn beste oor kan ik niet meer reke-
nen. De muziek waarvan we samen geno-
de onuitgesproken vraag op een gezicht.
Zij wees je op herfstschoon en lente-
groen, de vogels in een tuin, het kleinste
diertje in het bos, het grote raadsel van
de kosmos.
Nu ik mijn maatje mis, rest mij nog maar
een half hart. De toetssteen van mijn
doen en laten is verdwenen. We hadden
zo veel te delen, te plannen en overleg-
gen, woordeloos te zeggen. Vorig najaar
lagen we samen in de lappenmand.
Zo allebei tegelijk gehavend zijn,
versterkte nog de band. Twee
halven maken samen een
sterk geheel, zeiden we
dapper tegen mekaar. Oh,
het zal best wel klop-
pen dat de tijd wonden
heelt, maar ook dat
littekens diep kunnen
gaan en levenslang
kunnen blijven.
Een hand, een oog, een
oor, een deel van mond
en hart Ik ben vast
nog wel meer onderdelen
kwijt, maar daar wil ik hier
liever niet verder over uit-
weiden. Per slot van rekening
is dit geen abattoir maar wel een
broodjeszaak. En u heeft recht op vol-
doende voedzaams om op te overleven
tot de verschijningsdatum van het vol-
gende nummer.
Misschien blijft u dit keer wat op uw hon-
ger. Maar het zou ook kunnen dat dit een
dubbel broodje cursief geworden is
niet alleen belegd met de hersenkronkels
van uw dienares maar daarbovenop ver-
rijkt met een warm laagje genegenheid
van en voor mijn zusje dat veel te vroeg
vanuit dit aardse naar het eeuwige is ge-
haald.
ten, heeft zijn glans verloren. De kleinste
trilling van vreugde of verdriet die in de
lucht hing, ving zij op en speelde zij door;
nu moet ik in mijn eentje met mijn geha-
vend gehoor leren interpreteren.
En van mijn ogen ben ik kwijt. Mijn soul-
mate kon als geen ander tussen de regels
lezen, groef diep in boek en gedicht, las
-
de spreekstoel | Tekst: Annemie Vandaele Foto's: CLW Wilrijk, sxc
16
Van leren naar werken
Een stoel voor wie spreekt vanuit een salesiaanse verantwoordelijkheid
Johan Jacquemin, cordinator van Don Bosco Wilrijk
Johan Jacquemin, gehuwd, vader van
drie kinderen, industrieel ingenieur van
opleiding, ruilde een loopbaan in de in-
dustrie na twee jaar voor het onderwijs.
Hij verstuurde vijf sollicitatiebrieven, alle
vijf naar Don Boscoscholen, een intu-
tieve keuze, want hij kende Don Bos-
coscholen louter als scholen die
ergens voor staan. In Don
Bosco Wilrijk, een Centrum
voor Deeltijds Onderwijs,
startte hij zijn onderwijs-
loopbaan, eerst 10 jaar
als leerkracht, daarna als leer-
kracht en tewerkstellingsbegelei-
der, sinds januari 2005 als cordina-
tor. Dat het een verantwoordelijke
functie is die hem boeit en uit-
daagt, wordt je van meet af aan
duidelijk.
TweepootJohans op-
dracht bestaat
uit twee grote lui-
ken. Allereerst is er
de organisatie van
het centrum in het
algemeen: de zorg
voor personeelsleden,
lokalen, machines, enz.
Een voortdurende vraag is
welke opleidingen al dan niet te organise-
ren. Johan: Wat voor ons telt in de keuze
van ons aanbod, is of een jongere ermee
aan werk geraakt. Tewerkstelling is onze
corebusiness. Als een opleiding dus tot
tewerkstelling leidt, is ze zinvol.
Een tweede luik is dan weer de
contacten met verschillende,
externe partners: de VDAB,
bedrijven, de stad, de
verschillende instanties
die leerlingen in nood
opvangen. Veel scholen kijken
nog naar binnen, vertelt Johan,
maar een muur rond een school optrek-
ken, is niet meer van deze tijd. In een
Centrum voor Werken en Leren moet je
die oogkleppen afzetten en samenwerken
met velen, net dat maakt deze job ook zo
boeiend. Het CLW van Wilrijk
staat dankzij een sterke personeelsbezet-
ting ook bekend om zijn vernieuwende
opleidingen. Het vraagt de nodige crea-
tiviteit om een aantal opleidingen binnen
het wettelijk kader aan te bieden, geeft
Johan toe, maar het loont, alle leerlin-
gen zijn aan het werk. Eigenlijk zou dat
de uiteindelijke toetssteen moeten zijn
voor het aanbieden van een opleiding.
PlusDe leerlingen van Don Bosco Wilrijk gaan
n week werken en n week naar
school, zo hebben de grote bedrijven
waarmee het CLW werkt het hele jaar
door een even aantal tewerkgestelden.
De helft van het leerlingenaantal is bo-
vendien ouder dan 18 jaar, een uitbrei-
ding die een natuurlijk proces is geweest
en een verrijking voor de school. Johan:
Veel jongeren zijn op 18 jaar niet klaar
om te gaan werken. Voor hen is deeltijds
onderwijs vaak de ideale overgangsvorm
van leren naar werken. We kiezen in elke
klas ook bewust voor een mix van leeftij-
den. Dat maakt het voor een leerkracht
moeilijk, want hij moet voortdurend dif-
ferentiren, maar het biedt vooral veel
Werken is
een gewoonte,
werkeloosheid
ook.
Voldoening in
een job stijgt
naarmate de
regelbaarheid
ervan stijgt.
-
17
voordelen. Voor een
18-jarige, die hier
doorgaans met
een negatie-
ve motivatie
terechtkomt,
is het goed de hele
dag naast iemand te
zitten die in theorie in
zijn bed zou kunnen
blijven liggen en er
toch voor kiest een op-
leiding te volgen.
MinMaar toch blijft de
kerntaak van een CLW
het organiseren van
onderwijs voor leerplich-
tige leerlingen die niet
langer gemotiveerd zijn
voor het onderwijs. Dat is dus
de helft van de schoolpopulatie
in Don Bosco Wilrijk. Johan: Door
allerlei evoluties wordt het steeds
moeilijker jobs te vinden voor 18-jari-
gen. Het is bijvoorbeeld ook
juridisch moei-
lijker geworden
om een 16-jarige
verantwoordelijk
te maken voor
een machine. Het
ministerie heeft
dat ingezien en
de nodige struc-
turen voorzien
voor leerlingen die nog niet
rijp genoeg zijn om te gaan werken. Zo
brachten de gesubsidieerde brugprojec-
ten soelaas. Er zijn geen vereisten, jonge-
ren worden niet geselecteerd en moeten
geen testen afleggen bij de sollicitatie,
de wil om te werken is voldoende. Zulke
functies werden bijvoorbeeld gecreerd
bij het OCMW, de stad of een vzw als
de Kringloopwinkel. Die brugprojecten
bleken voor een aantal leerlingen echter
al gauw ontoereikend, want ook in een
Kringloopwinkel moet je op zijn minst
op tijd komen. Dus werd een extra tus-
senstap voorzien, een voortraject waarin
men vooral focust op werkattitudes. Het
is aan de school om de leerlingen de juis-
te plaats te geven, hen goed te screenen,
niet te hoog in te schatten en tegelijk uit
te dagen, zodat ze naast een opleiding
ook een zo interessant mogelijke, alter-
nerende werkplekervaring kunnen op-
doen. En wanneer een leerling het echt
zo moeilijk krijgt dat zelfs werken niet
aan de orde is, is er ook nog een persoon-
lijk ontwikkelingstraject, waarbij samen
met de leerling, vormingsinstellingen
en CLB een programma opgesteld wordt
met punten waarin een leerling tijdens
een afgebakende periode, deeltijds of vol-
tijds, begeleid wordt om terug in een
arbeidsmarktgericht project
te kunnen stappen. Eigen-
lijk, merkt Johan op, zou
elk beroepsonderwijs op
die manier georganiseerd
moeten zijn.
GewoonteOnze uiteindelijke doelstel-
ling is jongeren via een oplei-
ding met werk een plaats laten vinden in
de maatschappij en op te voeden tot ver-
antwoordelijke jonge mensen, vervolgt
Johan. Werken is een gewoonte, werke-
loosheid ook. Die gewoonte van het wer-
ken willen wij jongeren bijbrengen. Ei-
genlijk is dat ook wat
Don Bosco deed
in Turijn: jon-
geren zin in
het leven
geven door
ze onder andere
een job te geven. Hij
had de uitvinder van het
deeltijds onderwijs kunnen
zijn. Onze onderwijsvorm is in die
zin misschien de meest natuur-
lijke weg om het opvoedings-
project ingang te laten
vinden. Het CLW kan dan
ook niet anders dan veel
aandacht schenken aan
trajectbegeleiding, aan een
individuele, niet-schoolse aanpak van
leerlingen in kleine groepen, en veel
kansen geven, telkens opnieuw, binnen
vriendelijke grenzen, voegt Johan er aan
toe. Al onze werkgevers zijn bovendien
sociale werkgevers, geen uitbuiters van
goedkope werkkrachten. Als het met een
leerling op het werk niet gaat, weet ik
ook dat het cht niet meer gaat, zetten
we het contract stop en zoeken we sa-
men met de leerling naar een oplossing.
TeamJohan kan rekenen op een solide en goed
functionerend team, dat anders dan in
andere scholen steeds een hele dag op
school aanwezig is. Op die manier kan
er heel wat opgevangen worden, kun-
nen leerkrachten samen, projectmatig
werken en blijven streven naar innovatie.
En tegelijk zijn personeelsproblemen zijn
grootste zorg: Het is soms een uitdaging
om mensen te blijven motiveren en ze
dankzij de grote regelbaarheid
in onze sector telkens iets te la-
ten doen wat ze graag doen.
Voldoening in een job stijgt
naarmate de regelbaar-
heid ervan stijgt. Een
creatief centrum, dat wil
de school in de toekomst alvast
blijven: En ik wil onze school verder
uitbouwen, nog verder aanpassen aan
de noden van de arbeidsmarkt en de in-
dividuele jongere. De inzet en de gedre-
venheid waarmee Johan spreekt, lijken er
alvast garant voor te staan dat hij in dat
opzet zal slagen.
Meer info op www.donboscowilrijk.be.
We willen
jongeren via
een opleiding
een plaats late
n
vinden in de
maatschappij.
Don Bosco
had de uitvinde
r
van het deeltijd
s
onderwijs kunn
en
zijn.
-
in het spoor van Don Bosco
18
Wouter DerijckWieIk ben Wouter Derijck, 28 jaar en woon
sinds kort opnieuw in Brussel. Inderdaad,
opnieuw. Een jaar lang was ik niet te be-
speuren in Brussel, Belgi of zelfs Europa.
Samen met mijn vriendin reisde ik de we-
reld rond, op zoek naar zon, avontuur en
lekker eten.
De band metEens terug in Belgi ben ik aan de slag
gegaan bij DMOS-COMIDE, de ontwikke-
lings-ngo van Don Bosco. DMOS-COMIDE
doet vooral aan armoedebestrijding bij
kansarme jongeren in het Zuiden. Het
zal je niet verbazen dat vorming en on-
derwijs centraal staan in onze werking.
Sinds april 2009 verzorg ik als communi-
catieverantwoordelijke ons maandelijks
e-zine Qu Pasa en het driemaandelijkse
tijdschrift Samen Op Weg. Daarnaast
sta ik mijn collega Lut Van Daele bij als
educatief medewerker. DMOS-COMIDE is
immers niet alleen actief in het Zuiden,
maar ook in Belgi. In samenwerking met
Broederlijk Delen organiseren we bijvoor-
beeld jaarlijks een vastencampagne in
vele Vlaamse Don Boscoscholen.
Dit was echter
niet mijn eerste
kennismaking met de wereld van Don
Bosco. Vroeger organiseerde ik ook be-
zinningsweekends in het Oasecentrum,
en gidste ik meermaals tijdens de paas-
vakantie jongeren door Turijn, waar ik
nadien ook enkele keren per fiets naartoe
ben getrokken. Mooie landschappen, las-
tige Alpen, fantastische herinneringen!
GeboeidWat me zo boeit aan Don Bosco, is hoe
internationaal en wijdverspreid het ge-
dachtegoed van Don Bosco wel is. En dat
is volgens mij te danken aan het tijdloze
en unieke karakter ervan. Met de voe-
ten in de realiteit staan om zo kansarme
jongeren een tweede kans te geven, een
uitweg te bieden. Niet alleen in Vlaande-
ren, maar ook in Afrika, Azi en Latijns-
Amerika!
Pizza met suikerin het spoor van
Voor wie met lagere schoolkinderen, in
deze vastenperiode bijvoorbeeld, graag
rond multiculturaliteit werkt, kan het
boek Pizza met suiker een handige in-
rijpoort zijn.
In dit spannende en toegankelijke ver-
haal word je op sleeptouw genomen door
Annefien, die nieuwe onderburen krijgt,
het gezin van Ramir, dat uit Afghanistan
is weggevlucht. Annefien kan het goed
met Ramir vinden, hij leert haar nieuwe
woorden en gebruiken. Zo begroet hij
haar met salam, wat vrede betekent, en
ze mag binnenkomen, maar ze moet net
als de bewoners haar schoenen uitdoen.
Dat Annefien vriendschap sluit met Ramir
vindt haar vriendin Saar echter helemaal
niet leuk. Saar vindt buitenlanders eng en
dat laat ze duidelijk merken. Toch raakt
Annefien intussen steeds meer geboeid
door die andere wereld, zeker wanneer
haar oom op de koop toe naar Afghanistan
trekt, op zoek naar Ramirs kleine broer.
In dit boek van Lijda Hammenga worden
twee werelden, die van christenen en
moslims, op een eenvoudige en respect-
volle manier naast elkaar geplaatst. Een
aanrader.
-
Tekst: Caroline Standaert Fotos: Etienne Leconte | Don Bosco inspireert
19
Waar het hart van vol is
Reflecties bij de dagelijkse praktijk van een salesiaanse godsdienstleerkracht
De vastenperiode is andermaal een uit-
gelezen tijd om als christen in eigen hart
te kijken, een tijd ook om stil te staan bij
onze manier van lesgeven, over onze wij-
ze van voor-leven: durven we het gesprek
rond geloof nog op een positief-kritische
wijze aangaan?
CurieuzeneuzeDat onze jongeren maar een paar favo-
riete gespreksonderwerpen zouden heb-
ben, zoals muziek, games, geld, seks,
uitgaan, moeten we tegenspreken. Die
indruk kan ontstaan als je hen in groep
observeert. Groepsdruk en stoerdoenerij
zijn nooit ver weg, maar bij velen is het
slechts pose. Als we hun verhalen aanho-
ren en bereid zijn tussen de regels door
te lezen, dan zien we de kwetsbare mens
voor ons.
Op school hebben we leerlingen die gelo-
ven, net als leerlingen die niet geloven.
Desondanks, of net daarom, levert de
vraag of er tussen hemel en aarde iets
is, vaak boeiende gesprekken op in de
klas. Hun de kans geven om er in een
hartelijke en veilige omgeving over in
dialoog te gaan,
is een deel van
de weg. De kans grijpen om echt te luis-
teren, is het andere deel van de weg. De
figuur Don Bosco kan ons helpen om het
evangelie ter sprake te brengen en de
nieuwsgierigheid te prikkelen.
De bokser en de BijbelNiet alles valt te plannen, en
zeker geen klasgesprek
met diepgang. Om het
geloof en de Bijbel
ter sprake te brengen
komt er soms hulp
vanuit een onver-
wachte hoek.
In de Pappenheimers,
een tv-programma waar
spitse humor en spot nooit
ver weg zijn, dook een tijd gele-
den zon aanleiding op. En van de drie
gasten bleek ex-bokser Freddy De Kerpel
te zijn. De rubriek Oneliners uit de Bij-
bel werd aan hem toevertrouwd. Quiz-
master Tom Lenaerts vroeg op plagerige
toon of hij dan wel zon bijbelkenner was.
Zijn oprecht antwoord verstomde de la-
chers. Ik lees daar veel in, zei hij, en
ik vind daar heel veel in
terug. Freddy De Kerpel
benoemde meteen tal van
onderwerpen uit de Bijbel:
liefde, haat, jaloezie, goed-
heid, opoffering, die van-
daag nog steeds diepmense-
lijke attitudes zijn. Voor hem
tonen de verhalen in de Bijbel
aan dat de mens in al die eeu-
wen niets is veranderd. Er viel
een kleine stilte, net iets te lang
voor zon flitsend programma.
Zelfs medespeler Kamagurka,
meester van het absurde, kreeg
geen gevatte opmerking verzon-
nen om Freddy in zijn hemd te zet-
ten. De presentator ging snel over
naar de eerste vraag: Vul aan: men
ziet de splinter in andermans oog .
Freddy De Kerpel gaf feil-
loos alle antwoorden. Was
het zijn boksersverleden
dat de mensen ervan weer-
hield om hem te bespotten?
Neen, het was zijn authenti-
citeit. Freddy De Kerpel heeft
daar perfect gellustreerd waar
godsdienstleerkrachten elke dag voor
willen gaan. Want waar het hart van vol
is, loopt de mond van over
Volheid van hartHet klopt niet dat onze jongeren niet
zouden openstaan voor Bijbelverhalen of
voor de figuur van Don Bosco. Alles hangt
af van de manier waarop we het brengen.
Ze zijn wl vatbaar voor wie vol vuur en
met de volheid van het hart vertelt. Het
is het enthousiasme van de godsdienst-
leerkracht dat het doet, daarbij gesterkt
en versterkt door authenticiteit. Leerlin-
gen voelen aan of het cht is wat je ver-
telt. Dit betekent niet dat men zijn hele
priv-leven in de groep moet gooien. Ge-
tuigen en cht zijn blijven een voortdu-
rende evenwichtsoefening. De uitdaging
ligt erin om het niet op te geven. Troost
daarbij is dat geen enkel kwaad tegen
goedheid opkan. Zonder dat die goed-
heid synoniem mag worden van naviteit:
goedheid kan best ook gestrengheid in-
houden. Het salesiaanse opvoedingspro-
ject blijft in 2010 brandend actueel. Net
als Don Bosco zaaien we, soms met kleine
beetjes. Of het zaad tot wasdom komt,
ligt niet in onze handen.
Het klopt niet dat onze jongeren niet zouden openstaan voor Bijbelverhalen.
-
sprokkel | Tekst en fotos: Mark Den Haerynck
20
Dieter Verpoest spreekt eeuwige geloften uitHet jaar 2009 kreeg in de salesiaanse
wereld veel aandacht. De salesiaanse
congregatie vierde haar 150ste verjaar-
dag en elk land had wel de n of andere
gelegenheid om het jubileum onder de
aandacht te brengen. In Hechtel was 19
december 2009 zon feestelijke dag. Alle
salesianen van de provincie Belgi-Noord
en Nederland waren uitgenodigd op
deze salesiaanse ontmoetingsdag, een
jaarlijkse traditie om de warmtegraad
van broederlijkheid en salesianiteit op
peil te houden. Maar er was nog meer.
Familie, jongeren en vrienden van Dieter
Verpoest vergrootten de groep, om erbij
te zijn wanneer hij als jonge salesiaan
zijn eeuwige geloften uitsprak. Het heeft
getuigeniskracht wanneer een jonge
man, bijna als teken van tegenspraak
in deze wereld, met overtuiging en met
een groot hart, een bomvolle kerk als ge-
tuige neemt om zijn levenskeuze aan te
bieden. Het engagement van deze jonge
man is een schitterend symbool van het
lentegevoel en de levenskracht van de
salesiaanse congregatie. Midden in de
kerk stond Dieter, zelfzeker en overtuigd
achter de micro, en hij ontroerde niet al-
leen zijn vader en moeder, maar nog heel
wat anderen. Wie zal de liefde becijferen
waarmee hij zich solo en moeizaam wil
los wriemelen van heel veel bindingen,
om zijn leven voor altijd af te staan aan
God en aan Don Bosco?
GedragenIn concelebratie met Mgr Ad van Luyn,
bisschop van Rotterdam, samen met de
provinciaal van onze salesiaanse pro-
vincie, Jos Claes, en de priesters van de
gemeenschappen van Hechtel en He-
verlee, ging Mgr Luc Van Looy, bisschop
van Gent, voor in een sterk gedragen en
intens doorleefde eucharistieviering. Jos
Claes herhaalde in zijn homilie de vraag
die Jezus tot driemaal toe aan Simon Pe-
trus stelde: Heb je Me lief? Maar de
zelfzekere stem waarmee Dieter daarop
antwoord gaf bij het uitspreken van zijn
geloften, was een driedubbel antwoord
op die vraag aan zijn adres. Zijn beslis-
sing was geen eendagsbesluit. Hij gaat
ervoor.
GetuigenisIn diezelfde viering hebben alle aanwe-
zige confraters het voorbeeld van Die-
ter gevolgd, en hun salesiaanse keuze
bestendigd. Eensgezind en volmondig
herhaalde elke salesiaan de geloftefor-
mule en hernieuwde zo zijn keuze als
deel van het geheel. Het had iets van een
visitekaartje dat ze overhandigden als
ruggengraat voor de toekomst. Het was
een oproep geweest van de Algemeen
Overste van de salesiaanse congregatie,
don Pascual Chvez, om het mooiste ca-
deau aan te bieden dat een salesiaan kan
geven bij het jubileum van 150 jaar con-
gregatie. Over de hele wereld heeft elke
salesiaan hetzelfde gedaan: zijn geloften
hernieuwd en gezegd dat hij gelooft in de
toekomst. Wat daar in Hechtel gebeurde,
had getuigeniskracht. Meer dan 200 sale-
sianen van de provincie Belgi-Noord en
Nederland die herhalen wat ze al jaren
beleven: zich als salesiaan inzetten om
voor jonge mensen in deze tijd teken
en aanreiker te zijn van Gods liefde. Het
geeft de wereld veel hoop in een tijd
waar zoveel onzekerheid heerst.
-
in memoriam
21
sprokkels | Tekst en fotos: Mark Den Haerynck
Salesianen houden Provinciaal Kapittel
Jaak LENAERTS 02.12.1928+ 23.11.2009
Als jonge priester, gewijd op 5 mei 1957 in Oud-Heverlee, trok Jaak in augustus van dat jaar voor de eer-ste keer als missionaris naar Rwanda. Meer dan vijftig jaar leefde hij er, naar het woord van Paulus, op de Rwandese heuvels. Hij werd er zwak met de zwakken om de zwakken te redden. Tijdens zijn stagejaren als jonge salesi-aan en assistent in het werkhuis van de afdeling mechanica in St.-Denijs-Westrem, kon hij zijn technische en praktische kennis over motoren, lasposten en draaien bijspijkeren, ook al behaalde hij er geen diploma. Het zou hem later in Rwanda goed van pas komen. En dat is waar gebleken op de enkele plaatsen waar Jaak, gedu-
rende al die jaren, werkzaam is geweest, vooral in de technische school en het sociaal atelier. Via die salesiaanse inzet heeft hij heel wat jonge-ren, volwassenen en gezinnen betere levenskansen gegeven. Als priester ging hij voor in de dagelijkse eucharis-tie. In zijn thuis, zijn Kimihurura, had hij zijn parochie. En op zondag reed hij 50 km verder naar het jeugdcentrum Umu-dugudu om er eucharistie te vieren. Wie zou er gaan als hij
niet ging?, heeft hij tot zijn laatste levensperiode volgehouden. Op het feest van Allerheiligen (1 november 2009) werd hij geveld door een hersenbloeding. Na de ziekenzalving heeft hij in stilte wel gepreveld: Alles komt goed. Op 23 november is Jaak naar de Heer vertrokken, daar waar alles goed komt in de gloed en het licht van de Verrijzenis. Twee dagen later namen velen dankbaar afscheid van deze jarenlange missionaris. De viering gebeurde in de volks-taal. Met Rwandese gezangen op de duizend heuvels werd hij naar zijn woning bij de Heer begeleid.
Van 14 tot 17 februari 2010 organiseerden
de salesianen hun 17de Provinciaal Kapit-
tel (17 PK). Een kapittel is een bijeenkomst
van salesianen, aanwezig vanuit hun
functie als verantwoordelijken van de sale-
siaanse provincie, of als gemeenschaps-
overste en verkozene van een salesiaanse
gemeenschap. Daarbovenop komen nog
een aantal medebroeders die verkozen
worden op provinciaal vlak.
Opvolging 26 AKNa het 26ste Algemeen Kapit-
tel (26 AK) in 2008
nodigde de Alge-
meen Overste de congregatie uit tot een
spirituele wedergeboorte. De maatschap-
pelijke evolutie vraagt immers bezinning
en reflectie. Er stonden ook een paar be-
langrijke feestjaren voor de deur: 150 jaar
salesiaanse congregatie in 2009, 100ste
sterfdag van don Rua in 2010, en in 2015
gedenkt de congregatie de 200ste verjaar-
dag van de geboorte van Jan Bosco. In het
kader van die oproep ontwikkelden de pro-
vinciaal en zijn raad van Belgi-Noord en
Nederland een beleidsplan om die weder-
geboorte uit te werken. Het 17 PK moest
een belangrijk element worden in dat be-
leidsplan.
ThemaInhoudelijk behandelde het 17 PK als cen-
traal thema de verhouding tot de zen-
ding. Don Bosco leeft in onze provincie.
Met velen salesianen en leken dragen
we zijn charisma uit tot welzijn van vele
jongeren in Vlaanderen en in Nederland.
Don Bosco spreekt nog altijd mensen aan.
In de loop van de laatste decennia is het
aandeel van de salesianen in deze Don
Boscobeweging echter gewijzigd. Hun
aantal vermindert. Hun aanwezigheid
is minder zichtbaar. Steeds meer goed
gevormde en geestdriftige leken nemen
in deze beweging een verantwoordelijke
plaats in en nemen taken over. De salesi-
anen zelf kunnen ook niet meer doen wat
ze in het verleden deden. Daarom was de
centrale vraag die de salesianen zichzelf
tijdens het Kapittel stelden: Welke speci-
fieke plaats hebben wij als salesianen in
deze beweging? Welke rol kunnen/moe-
ten wij op ons nemen om ons steentje bij
te dragen in het levend houden van het
charisma van Don Bosco?
Het antwoord op die vragen is werk van
de jaren die nu voor ons liggen. Het
proces dat op het provinciaal kapittel
is ontwikkeld, moet morgen en over-
morgen gemplementeerd worden. Het
is een werk van jaren, maar de moeite
waard en uitdagend omdat Don Bosco
zelf de moeite waard is. Via onze website,
www.donbosco.be, kunt u alvast de re-
sultaten van het Kapittel volgen.
-
verbonden | Tekst: Omer Bossuyt Fotos: Eindredactie, sxc
22
Werk maken van kinderrechtenEen dubbele achtergrondWanneer we het globaal bekijken, steunt
de werking van DMOS op een dubbele ba-
sis. In haar werking vertrekt ze vanuit een
tweevoudige fundamentele keuze: een
strategische keuze als ngo en een the-
matische keuze als salesiaanse ngo. Wan-
neer DMOS zich in de dagelijkse praktijk
onder meer focust op de realisatie van
kinderrechten, is de tweevoudige keuze
daar niet vreemd aan. Meer nog, het is
haar vertrekpunt.
Strategische keuze als ngoAls ngo is DMOS gespecialiseerd in
vorming. Ons werk berust op
de Universele Verklaring
van de Rechten van de
Mens (art. 26), op het
Internationale Pact
over economische,
sociale en culturele
rechten (art. 13) en
de Conventie over
kinderrechten (art. 28
en 29) die elk van-
uit hun invalshoek het
onvervreemdbare recht van
elkeen op opvoeding erkennen.
DMOS onderschrijft ondermeer de
Conventie van de Kinderrechten,
die concludeert dat elke mens moet
kunnen genieten van een opvoeding die
beantwoordt aan zijn fundamentele vor-
mingsbehoeften, in de meest brede en
meest rijke betekenis van het woord, van
een vorming waarbij men wil leren om te
weten, om te doen, om samen te leven
en samen te zijn. Een vorming die eraan
hecht de talenten en het potentieel van
elkeen vruchtbaar te maken en de per-
soonlijkheid van de leerlingen te bevorde-
ren om hen ertoe in staat te stellen een
beter leven te leiden en de maatschappij
waarin ze leven te verbeteren.
Daarom kiest DMOS in zijn programmas
met de partners in het Zuiden voor de
creatie en de ontwikkeling van beroeps-
onderwijs als n van de machtigste in-
strumenten om armoede en ongelijkheid
te reduceren en aan kinderen te geven
waar ze recht op hebben. DMOS en zijn
partners vullen, betreffende het beroeps-
onderwijs voor arme en achtergestelde
bevolkingsgroepen, duidelijk een leemte
in, die gelaten werd door zowel internati-
onale donoren als door de overheden van
ontwikkelingslanden.
DMOS als salesiaanse ngoVeertig jaar geleden werd DMOS gesticht
door salesianen die Cit des Jeunes in
Lubumbashi uit de grond gestampt had-
den. Vanaf het prille begin was DMOS
een salesiaanse ngo. De zorg voor de
ontwikkeling en opvoeding van de straat-
kinderen, van jongeren zonder rechten,
was haar vertrekbasis. De aandacht voor
kinderrechten blijft haar werking stuwen.
Haar uitgangspunt werd dit jaar nog
bevestigd op het internationale congres
van de salesiaanse congregatie Het
preventieve Systeem en de Mensenrech-
ten, van 2 tot 6 januari 2009 in Rome.
Op het congres werd de onverbrekelijke
band tussen het preventief systeem van
Don Bosco en de promotie van de men-
senrechten bestudeerd en uitgediept.
Het congres beklemtoonde dat wie de
pastorale en pedagogische visie van Don
Bosco onderschrijft, niet anders kan dan
de mensenrechten, en de kinderrechten
in het bijzonder, promoten. De salesi-
aanse opvoedingsmethode bevordert op
Beroepsonderw
ijs is n
van de machtig
ste
instrumenten o
m armoede
te reduceren.
Het charisma v
an
Don Bosco verl
angt dat
wij de weg van
de
mensenrechten
bewandelen.
-
23
beslissende wijze de vorming van de jon-
gere generatie overal in de wereld. DMOS
is een klein radertje in dat grote geheel.
Onder inspiratie van het evangelie en ge-
dragen door het charisma van Don Bosco,
wil zij haar bijdrage leveren om de maat-
schappij te veranderen, de diepe oorza-
ken van onrechtvaardigheid, armoede en
discriminatie te elimineren en ons inzet-
ten om de groei van de menselijke per-
soon in zijn waardigheid te bevorderen,
om de jongeren en vooral de armste jon-
geren evangelische levenskansen te ge-
ven. Hiermee ligt haar opdracht duidelijk
uitgetekend. Het
charisma van Don
Bosco verlangt
van ons vandaag
dat wij voor de
integrale redding
van de jeugd, ook
de weg van de mensenrechten bewande-
len. Via onze programmas en de vorming
van de partners in het Zuiden willen wij
alles in het werk stellen om de elemen-
taire rechten van de kinderen te bevorde-
ren. Als salesiaanse ngo zijn wij erfgena-
men en dragers van een opvoedkundig
systeem dat streeft naar een cultuur van
het leven en de verandering van structu-
ren. Daarom blijven wij de kinderrechten
op de agenda plaatsen.
Vertaald op het terreinDe fundamentele strategische keuzes in
de missie van DMOS worden maar con-
creet wanneer we ons op het terrein
begeven en te velde gaan kijken naar
de realisatie van de lo-
pende programmas en
hun deelprojecten in het
Zuiden. Hier voelen we
de polsslag van de verwe-
zenlijking van de kinder-
rechten door opvoeding
en onderwijs heen. Maar
ook de educatiedienst draagt
in Vlaanderen een wezenlijk
steentje bij in de bewustmaking
van jongeren voor de situatie van de
kinderrechten.
Aanpak van de kinderrechten in de ZuidprogrammasWaar we in het Zuiden de salesianen of
de zusters van Don Bosco bezoeken, be-
merken en ontdekken we overal de links
met de verdediging van de kinderrech-
ten. Telkens staan opvoeding en onder-
wijs centraal als de uitgelezen weg om de
kinderrechten waar te maken. We den-
ken aan de jongeren van het Heilig-Hart-
instituut in Yellagiri Hills, in de deelstaat
Tamil Nadu in India. Hier krijgen jongens
en meisjes uit de laagste sociale k