db-vl-1002

24
114 de jaargang | maart - april 2010 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042 ge-mij-mer 2

description

2 tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042 114 de jaargang | maart - april 2010 | tweemaandelijks

Transcript of db-vl-1002

  • 114de jaargang | maart - april 201

    0 | tweemaandelijks tijdschrift v

    oor de beweging rond Don Bosco

    | Kantoor van afgifte: 3000 Leuv

    en mail | P209042

    ge-mij-mer

    2

  • inhoud Een salesiaanse op de wereld Een kijk op de salesiaanse wereld

    Don Boscogewijs

    7 Aan de zijde van Don Bosco

    10 Zomerkampen

    22 Werk maken van kinderrechten

    Over opvoeden

    4 Meer dan een school

    8 Opvoedings- ondersteuning

    11 Minimoeders en kakkernestjes

    Kruispunt

    Adriaan De Cooman 6

    Jan Schepers 12

    Johan Jacquemin 16

    Pennenstreken

    Met blinde ogen 14

    Een halfje 15

    Waar het hart van vol is 19

    Ge-mij-mer 24

    Hoofdredacteur Annemie Vandaele

    Adviesraad R. Burggraeve A. De Cocker A. De Cooman M. Den Haerynck E. De Ridder E. Haelvoet P. Stienaers F. Vanspauwen

    Eindredactie en redactieadres Mark Den Haerynck Lenniksesteenweg 2 1500 Halle [email protected]

    Adreswijziging Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

    Verantwoordelijke uitgever Jos Claes, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

    Lay-out en druk Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo

    De bijdragen verschijnen onder de verant-woordelijkheid van de auteur.

    Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit doorgespeeld en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen.

    In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be

    In Europa: www.donbosco.net

    In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org

    Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van Don Bosco Vlaanderen:Don Bosco Centrale vzwFr. Gaystraat 1291150 BrusselTel. 02 771 21 00IBAN: BE96 0000 1112 6405BIC: BPOTBEB1

    Foto voorpagina: Patrick Vandewalle

  • 3Annemie Vandaele Hoofdredacteur | ingeblikt

    Soms gaat een beeld met je hoofd aan de

    haal. Ineens duikt het op, geruisloos en

    onaangekondigd, zet vervolgens je hele

    handel en wandel in stand-by en ver-

    dwijnt daarna, met mate.

    Zo ook deze coverfoto, bin-

    nengevallen tussen zo-

    veel ander dringends

    in een mailbox. Een

    beeld waarbij de

    vragen in een men-

    senhoofd meteen

    de degens kruisen.

    Wat doet zon vijfja-

    rig meisje stilvallen

    op een godvergeten

    strand? Welk gemijmer

    speelt in zon kleine hersen-

    pan? Waaraan zou ze denken? Aan

    wie ze is? Of worden kan? Hoe spinnen

    die kleine gedachten zich af, naar waar,

    hoe, wat, waarom?

    Inspirerend is het wel, zon kleine blik die

    naar binnen wordt gewend, een soort mi-

    niatuurvoorbeeld van de vraag naar iden-

    titeit die er n is van alle leeftijden en

    alle tijden, van schijnbaar steeds

    meer sectoren ook de laat-

    ste tijd. Vooral de non-

    profit schoot schijn-

    baar gestaag maar

    doortastend uit

    de startblokken.

    Ge-mij-mer

    En dus verschijnt de vraag via publicaties,

    kapittels en overlegfora ook op de salesi-

    aanse agenda. Naast de rijkdom van de

    grote verscheidenheid die onze organi-

    satie kent, is er immers steeds meer de

    vraag naar eenheid en identiteit. Want

    wie we zijn en waar we voor staan, is voor

    onszelf belangrijk, maar ook voor derden

    in hun betrokkenheid bij onze dienstver-

    lening aan jongeren en de kwaliteit die

    we erin nastreven. Hoe zorgen we, van

    Kortrijk tot Hechtel, dus voor een duide-

    lijke herkenbaarheid en een consequente

    vertaling van onze kernopdracht, van de

    meerwaarde die we nastreven?

    Vragen die we ons, ook in dit blad, moe-

    ten durven stellen in het belang van

    de kinderen en jongeren in onze werking,

    met veel lawaai of in alle stilte op zoek

    naar wie ze zijn en mogen worden.

  • 4door de ogen van de opvoeder | Tekst: Kurt Smeets, namens Don Bosco Vorming & Animatie Fotos: Etienne Leconte, sxc

    In het opvoedingsproject wordt verwoord

    hoe we vandaag jongeren in Don Boscos

    geest kunnen opvoeden. Het vertrekpunt

    is een mensbeeld dat voeling heeft met

    onze tijd en dat tegelijk de visie van Don

    Bosco niet uit het oog verliest. In deze

    reeks artikelen willen we stilstaan bij dat

    mensbeeld, want hoewel het vaak onver-

    woord blijft, toch stuurt het ons hande-

    len en kleurt het onze opvoedingsdoelen.

    Het gaat om een integraal beeld dat de

    mens beschouwt vanuit ver-

    schillende perspectieven die

    elkaar aanvullen. In dit artikel

    willen we jonge mensen duiden als to-

    taalwezens waarin vele aspecten, sterke

    en zwakke, verweven zijn. Opvoeden in

    Don Boscos geest betekent oog hebben

    voor al die aspecten.

    Voorbij de vakjesBij kinderen zie je het al: het ene kind zou

    de hele dag willen voetballen, het andere

    gaat helemaal op in de vraagstukken die

    het krijgt voorgeschoteld. Het onderwijs

    zou op die sterktes kunnen inspelen en

    kinderen hun vakken steeds vroeger zelf

    laten kiezen. De voetballer kan dan vaker

    voetballen, de wiskundige-in-spe meer

    vraagstukken oplossen. Iets anders is het

    om het kind in zijn totaliteit te blijven

    zien. Dat betekent dat het ene kind met

    wat hulp ook zijn vraagstukken leert op-

    lossen en dat het andere kind mits een

    kleine voorzet tijdens de middagpauze

    mee gaat voetballen. Als we mensen

    beschouwen als totaalwezens, delen we

    hen niet in vakjes in en blijven we open-

    staan voor het onverwachte. Het is niet

    omdat een jongere zich interesseert voor

    literatuur dat hij bij voorbaat als onprak-

    tisch kan worden beschouwd. En het is

    niet omdat iemand een tijdje genoeg

    heeft van de school en het allemaal wat

    laat hangen, dat hij een vogel voor de kat

    wordt.

    OntwikkelingOmdat het toekomstbeeld van kinderen

    en jongeren vaak nog heel veranderlijk

    is, is het belangrijk dat leerkrachten en

    opvoeders hen in hun totaliteit blijven

    zien. Kinderen dromen ervan duizend-en-

    n beroepen uit te oefenen. Voor heel

    wat jongeren is het op achttien jaar nog

    onduidelijk welke weg ze zullen inslaan.

    Ook als ze ervoor kiezen

    verder te studeren, kan

    het na hun studies nog

    vele kanten uit, afhan-

    kelijk van hun interesses

    en de kansen die ze krij-

    gen. Die vrijheid geeft

    iedere mens de kans om op

    zoek te gaan naar wat hem of

    haar interesseert en op termijn

    een bewuste keuze te maken.

    Maar die vrijheid vraagt ook,

    meer nog dan in Don Boscos

    tijd, een integrale ontwikke-

    ling, een mensbeeld dat geen

    aspect uit het oog verliest en

    jonge mensen voorbereidt op

    In opvoeding ho

    ren alle

    aspecten aan b

    od te komen.

    Mr dan een school

    Een assisterend

    e stijl reikt

    verder dan de s

    peelplaats.

  • 5een toekomst die zowel voor

    henzelf als voor hun opvoe-

    ders nog niet vastligt.

    Een mensbeeld dat de mens

    in zijn totaliteit beschouwt,

    ondersteunt leerkrachten die

    zich niet enkel toespitsen op

    de aspecten die binnen hun

    opdracht vallen. De leerkracht

    biologie kan iemand zijn die

    op de speelplaats mee voetbalt, de leer-

    kracht houtbewerking iemand die zich

    bewust is van de thuissituatie van zijn

    leerlingen. Dat jonge mensen totaalwe-

    zens zijn, houdt bovendien in dat ze niet

    alleen gestimuleerd worden in hun talen-

    ten, maar ook gemotiveerd om te werken

    aan hun zwakke punten. In de opvoeding

    horen daarom alle aspecten aan bod te

    komen: het lichamelijke, het spirituele,

    het technische, het affectieve, het psy-

    chische, het relationele,

    BenaderingIn het Oratorio trachtte Don Bosco dat

    totaalbeeld te concretiseren. In de thuis

    die hij zijn jongeren bood, mochten ze

    hun gevoelens uiten en waren ze vrij om

    zichzelf te zijn. Op school scherpten ze

    hun praktische en intellectuele vermo-

    gens aan en leerden ze verantwoordelijk-

    heid opnemen in de taken die ze kregen.

    Om relaties te leren leggen en zich ver-

    bonden te voelen met elkaar, was er de

    speelplaats. De parochie ten slotte bood

    ruimte om zich te

    verdiepen in zinge-

    ving. Die viervou-

    dige opvoedings-

    ruimte noemen

    we het oratorio-

    principe. Met dat

    principe voor ogen,

    kunnen jongeren

    uitgroeien tot vrije

    en verantwoorde-

    lijke mensen die zich verbonden voelen

    met elkaar en bewust zin geven aan hun

    leven. Maar de vier

    onderdelen van het

    oratorio staan niet

    los van elkaar. En-

    kel daar waar thuis,

    school, speelplaats

    en parochie met el-

    kaar verweven zijn,

    krijgen jonge mensen de kans zich in al

    hun aspecten te ontwikkelen. De assis-

    terende stijl, de ondersteunende en ge-

    interesseerde aanwezigheid bij jongeren,

    reikt daarom verder dan de speelplaats,

    tot in het klaslo-

    kaal.

    De sfeer die het

    klaslokaal ademt,

    de gedrevenheid

    waarmee de leer-

    kracht zijn leerlin-

    gen op sleeptouw

    neemt, de speelse

    aanwezigheid van de opvoeder in de leef-

    groep, roepen in n van de ruimten van

    het oratorio de andere drie ruimten op.

    Die verwevenheid biedt jonge mensen de

    kans zich integraal te ontwikkelen. Dat

    sluit aan bij een aanpak die het oefenen

    van vaardigheden, het opdoen van ken-

    nis, het gevoel zichzelf te mogen zijn, het

    spelen met anderen, en het zoeken naar

    zingeving niet loskoppelt van elkaar. Een

    integrale ontwikkeling vraagt dus een ge-

    integreerde benadering.

    Jongeren worde

    n

    aangesproken

    in hun sterkte

    en hun zwakte

    .

    Een integrale on

    twikkeling

    vraagt een gen

    tegreerde

    benadering.

  • 6een woord waard | Tekst en Fotos: Mark Den Haerynck

    Adriaan De Cooman

    Hij is een goede zeventiger, grijzende ha-

    ren die nog de plooi bewaren, salesiaan

    en gemeenschapsoverste in Don Bosco

    Boortmeerbeek. Don Bosco Vlaanderen

    vond het de moeite waard om bij n van

    haar boegbeelden de microfoon op tafel

    te zetten. Op een koude winterdag waren

    we te gast bij Adriaan De Cooman, sinds

    1985 redactielid van dit blad, dat twee-

    maandelijks bij duizenden gezinnen in

    Vlaanderen terechtkomt.

    MotivatieDe manier waarop Adriaan betrokken

    geraakte bij de redactie van Don Bosco

    Vlaanderen, was een onschuldige vraag

    van de toenmalige provinciaal, Lucien

    Desmet. Je kunt van een soort te-

    vens-benoeming spreken,

    want het is een werk dat

    je opneemt bij de rest

    van je opdracht, zo-

    maar, er bovenop.

    Kun jij de Band

    met Don Bosco

    overnemen?,

    was de vraag.

    En de rest van

    het verhaal

    kennen we: hij

    neemt intussen

    al vijfentwintig jaar

    het correctiewerk van

    het tweemaandelijkse tijd-

    schrift op zich. Wat zijn motiva-

    tie is om het zolang te blijven doen, is de

    trouw aan een gegeven woord. Je zit erin

    en je doet voort, klinkt het dan. Maar te-

    gelijk verwijst Adriaan naar de doelstelling

    waarmee Don Bosco in 1878 zijn eerste

    Bollettino Salesiano uitgaf. In een circu-

    laire zegt Don Bosco zelf dat de versprei-

    ding van het goede boek een noodzaak is

    om jongeren op het goede pad te houden.

    Don Bosco Vlaanderen wordt nog steeds

    verspreid als een werkzaam instrument

    voor de verspreiding van het sale-

    siaanse gedachtegoed.

    KrachtAdriaan heeft vijfen-

    twintig jaargangen

    nauwlettend gecorri-

    geerd. Het is een tijdschrift

    naast de zoveel andere bladen

    die uitgegeven worden. Toch heeft het

    een eigen dynamiek en wil het een speler

    zijn die op het veld van het verspreiden

    van het goede nieuws zijn specifieke

    plaats inneemt. Bij de vraag

    waar de kracht ligt van

    Don Bosco Vlaande-

    ren, duidt onze

    gesprekspartner

    erop hoe be-

    langrijk het is

    de salesiaanse

    zending te

    helpen waar-

    borgen. Meer

    dan ooit is dit

    medium een

    middel om het erf-

    goed van Don Bosco,

    waaraan de salesianen

    met vele leken trouw zijn ge-

    bleven, door te geven. Het aantal sale-

    sianen vermindert en hun rechtstreekse

    aanwezigheid in scholen en voorzienin-

    gen geraakt uitgeput. Daarom is het des

    te meer nodig dat er vormende impulsen

    blijven bestaan, en een aanbod van inspi-

    rerende lectuur. Don Bosco Vlaanderen is

    zon impuls en haalt zijn eigen kracht uit

    het verder op weg gaan met hen die erin

    blijven geloven.

    ToekomstZonder afbreuk te doen

    aan de jarenlange

    inzet van allen die

    met een tevens-

    benoeming Don

    Bosco Vlaanderen

    hebben verspreid, gaat

    het tijdschrift erop vooruit. Feit

    is dat de grafische mogelijkheden zoveel

    groter zijn geworden en meer toelaten.

    Het blad mag en moet zich fris blijven

    voorstellen, met een aantrekkelijke lay-

    out en eigentijdse rubrieken die beant-

    woorden aan het uitgeschreven charter.

    Dat is een blijvend aandachtspunt. Het is

    een goede mix van wat in de colofon ge-

    noteerd staat: een salesiaanse kijk op de

    wereld en een kijk op de salesiaanse we-

    reld. Adriaan is er gerust in, want hij ziet

    ook een positieve evolutie in het schrijf-

    talent van de redacteurs zelf. Wie aan

    het Don Boscotijdschrift meewerkt, hoeft

    niet noodzakelijk de lat van het Groot

    Nederlands dictee te halen. We moeten

    wel de vrijmoedigheid bewaren, zegt hij,

    om ons te laten zien en te laten horen,

    om ons voor te stellen. Hij duidt het met

    evangelische woorden: ons geloof niet

    onder de korenmaat plaatsen, maar het

    als licht van de wereld laten zien.

    25 jaar corrector-redactielid van DBVlaanderen

    Meer dan ooit is

    het een

    middel om het

    erfgoed van

    Don Bosco doo

    r te geven.

  • Tekst: Wim Collin Fotos: Eindredactie | afgestoft

    7

    Aan de zijde van Don BoscoValdocco, n van de laagst gelegen ge-

    bieden in die grote industriestad Turijn.

    Een terrein langzaam afglijdend naar de

    Dora, een kwakkelriviertje dat tijdens de

    zomer bijna droog staat. Volgebouwd tot

    de laatste vierkante meter, centraal de

    twee groene koepels van de basiliek van

    Don Bosco, bovenop de koepel pronkend

    een gouden beeld van Maria Hulp der

    Christenen. In de verte boven reizen sinds

    de olympische winterspelen nieuwbouw-

    blokken als paddenstoelen uit de grond.

    Het is hier dat Michele Rua meer dan 35

    jaar aan de zijde van Don Bosco stond.

    Valdocco, januari 1888, het is stil in het

    Oratorio. Iedereen, van klein tot groot,

    weet wat er te gebeuren staat. Don

    Bosco is ziek, erg ziek, deze

    keer zal zelfs een won-

    der hem niet gene-

    zen. Jongeren op de

    speelplaats kijken

    naar de ramen

    van de kamers

    van Don Bosco,

    hopend om hem

    nog n keer te

    zien. Ook binnen

    bij Don Bosco heerst

    een angstige stilte.

    Iedereen beseft dat Don

    Bosco heel zijn leven lang het

    beste van zichzelf gegeven heeft om zijn

    droom waar te maken. Maar nu is hij ver-

    sleten: hij heeft geen kracht meer in zijn

    lichaam, zijn stem is weg ... Maar alle-

    maal zijn ze daar, de eerste salesianen,

    bijeen op de kamer van Don Bosco, hun

    vader, vriend, leermeester, ...

    Het is in die eenvoudige kamer dat er op

    25 maart 1855 een kleine intieme ceremo-

    nie plaatsvond. Don Bosco rechtstaand,

    Michele Rua op zijn knien voor het kruis-

    beeld. Voor U,

    God, doe ik de ge-

    lofte om te leven in

    armoede, kuisheid en gehoorzaamheid

    aan u, Don Bosco, die ik kies als mijn

    overste. Er waren van dit moment geen

    getuigen, des te meer getuigen waren

    er van de onvermoeibare inzet van

    deze eerste salesiaan. Hij werd wis-

    kundeleraar, godsdienstleerkracht,

    assistent in de eetzaal, compagnon

    om mee te spelen tijdens de speeltij-

    den ... en tussendoor studeerde hij

    voort, filosofie, theologie. Vanaf morgen

    ben je verantwoordelijk voor dit of dat,

    zei Don Bosco en de jonge Michele ant-

    woordde zonder aarzelen: Das goed. Hij

    werd ook de eerste directeur van het

    eerste salesiaanse huis buiten

    Turijn, Mirabello Monfe-

    rato. Zesentwintig jaar

    oud was hij toen en

    de rechterhand van

    Don Bosco.

    Tien jaar later

    werd Don Rua ge-

    kozen als prefect

    van de salesiaanse

    congregatie. Er kwa-

    men steeds meer man-

    nen bij die in Don Boscos

    voetsporen wilden treden en

    Michele kreeg als taak om de ontwikke-

    ling en de organisatie van die groeiende

    groep op zich te nemen. Hij stond aan

    de zijde van Don Bosco als dichtste me-

    dewerker en trad meer en meer op als

    zijn plaatsvervanger. Don Bosco was vaak

    weg, op reis, om mensen te bezoeken of

    geld in te zamelen om projecten te finan-

    cieren. En als hij dan eens op zijn kamer

    in Valdocco was, kwamen er honderden,

    duizenden mensen op bezoek. Don Bosco

    had geen tijd meer voor de dagelijkse

    werking van zijn Oratorio. Don Rua werd

    de uitvoerder, trouw en secuur, van de

    projecten die zijn vader uitdacht.

    Don Bosco heeft Don Rua bij de hand ge-

    nomen, hij was voor hem een gids, hij

    hield van hem, hij was zijn leermeester.

    Don Rua werd als het ware de handen van

    Don Bosco. Op het laatst, in januari 1888,

    toen ze allemaal samen waren in de ka-

    mer van Don Bosco, leende Don Rua hem

    zelfs zijn stem. Ze stonden rond het bed

    van de stervende Don Bosco. Rua knielde

    bij het bed neer. Don Bosco, we zijn hier

    allemaal samen, jouw oudste kinderen,

    alle medebroeders. Wij vragen uw zegen,

    zegen ons en ook hen die ver van ons weg

    zijn, in de missies, in de wereld. Omdat

    je je arm niet meer kunt opheffen, zal ik

    het voor je doen en ik zal ook de woorden

    zeggen. En jij, jij zegent alle salesianen en

    alle jongeren. En met een grote zachtheid

    nam Rua de arm van Don Bosco ... Het was

    nog nooit zo stil in Valdocco.

    Na de dood van Don Bosco schreef Don

    Rua: Onze enige bekommernis is om het

    werk van Don Bosco te versterken en ten

    gepaste tijde uit te breiden. En zo ge-

    beurde ...

    Don Rua

    Het was nog no

    oit

    z stil in Valdocc

    o.

  • goed-gezin-d | Tekst: Hilde Pex Fotos: Eindredactie, sxc

    8

    Opvoedings-ondersteuningIn boekhandels en bibliotheken kun je er

    niet naast kijken: opvoedingsboeken zijn

    in! Van ABC van opvoeden1 over Waar-

    om doet mijn kind zo moeilijk?2 tot Gids

    voor succesvol opvoeden3. Keuze te over.

    Ook een paar minuten zoeken op het in-

    ternet levert een hele lijst websites op

    rond opvoeden, met algemene achter-

    grondinfo, uitleg over specifieke proble-

    matieken, vragen en antwoorden, erva-

    ringsberichten en tips. Deze overvloedige

    informatie wekt de indruk dat opvoeden

    een bijna onmogelijke opdracht gewor-

    den is. Nochtans verloopt opvoeden

    doorgaans goed en voelen ouders vaak

    vanzelf aan hoe ze bepaalde zaken het

    beste aanpakken. Gelukkig maar.

    Opvoeden: je staat er niet alleen voorOpvoeden doe je als ouders niet

    alleen. Heel wat mensen en

    organisaties zijn erbij betrok-

    ken en dragen op de n of

    andere manier hun steentje

    bij: de school, de jeugdbe-

    weging of jongerenwerking,

    de na- en buitenschoolse

    opvang, de buurtwerking, de

    sportvereniging, de muziek- en teken-

    academie, de parochie, ... In vele ge-

    vallen gebeurt de ondersteuning door

    beroepskrachten in een professionele

    context, in andere gevallen door gen-

    gageerde vrijwilligers in hun vrije tijd.

    Ook heel wat mensen steunen ouders en

    gezinnen onbewust door hun aandacht

    en betrokkenheid, en niet zozeer door-

    dat ze meewerken aan een concreet en

    welomlijnd opvoedingsproject.

    In deze bijdrage willen we enkele

    aandachtspunten en mogelijkheden

    aanreiken om ouders en mensen aan wie

    de zorg voor kinderen is toevertrouwd te

    ondersteunen, individueel of in groeps-

    verband.

    Brede netwerken, informele ondersteuningOuders en gezinnen hebben

    bij de opvoeding behoefte

    aan informele steun, een

    breder gedeelde opvoedings-

    aandacht en plaatsen waar men

    elkaar kan ontmoeten. Ouders voelen

    zich gesteund wanneer ze bij de opvoe-

    ding een beroep kunnen doen op fami-

    lie, buren en vrienden. Die netwerken

    worden vandaag kleiner. Zo valt

    een stuk van de informele on-

    dersteuning door de familie

    en vrienden weg, wanneer

    men bijvoorbeeld naar een

    andere provincie trekt. Het

    is dan meestal de profes-

    sionele ondersteuning (zoals

    babysitdiensten of kinderdagver-

    blijven) die dat voor een stuk opvangt.

    Ouders voelen zich ook gesteund wan-

    neer zij hun ervaringen kunnen uitwis-

    selen met andere ouders, wanneer ze

    tijdens ontmoetingsmomenten belang-

    stelling en betrokkenheid voor hun ver-

    haal ervaren en antwoorden krijgen van

    ouders die voor eenzelfde probleem staan

    of hetzelfde meemaken. Initiatieven die

    ontmoetingskansen mogelijk maken en

    helpen bij het uitbouwen van een infor-

    meel netwerk waar iedereen welkom is

    en gerespecteerd wordt, zijn daarom erg

    waardevol. Dat kan bijvoorbeeld

    een wekelijks koffiemoment

    op school zijn, waar wie wil

    een (gratis) kop koffie of

    thee kan drinken, samen

    met andere (groot)ouders.

    Een dergelijk laagdrempelig

    initiatief maakt het mogelijk

    om ook maatschappelijk kwets-

    bare en allochtone gezinnen te berei-

    ken en een informeel en breder netwerk

    uit te bouwen. Deze vorm van opvoe-

    dingsondersteuning bestaat niet zozeer

    in het geven van kant-en-klare oplos-

    singen voor vragen en problemen, maar

    veeleer in aanwezig zijn, luisteren en op

    elkaar betrokken zijn vanuit een houding

    van respect en partnerschap. Maatschap-

    pelijk kwetsbare gezinnen ervaren het

    als bijzonder deugddoend wanneer zij

    gezien en aangesproken worden, wan-

    neer zij iemand mogen zijn. Zo kunnen

    een groet aan de schoolpoort of een bab-

    bel in de wachtrij bij de bakker of aan de

    bushalte veel betekenen. Het zijn aanzet-

    ten om op elkaar betrokken te geraken

    en geleidelijk aan kunnen ze uitgroeien

    tot deugddoende, verrijkende gesprek-

    ken. Goede en persoonlijke contacten

    doen iedereen deugd. Ook het napraten

    aan de schoolpoort of de kerkdeur, bij de

    sportclub of de jeugdbeweging of na een

    Opvoeden doe je als ouders niet alleen.

    Wat doen we om ontmoetingskansen

    te scheppen voor ouders en gezinnen?

  • 9verjaardagsfeestje van n van de kinde-

    ren dragen bij tot de uitbouw van een

    netwerk waar men zich door het sponta-

    ne uitwisselen van ervaringen gesteund

    weet.

    Waardevolle en rijke ervaringenOuders worden ook daadwerkelijk in de

    opvoeding ondersteund wanneer hun

    kinderen rijke en waardevolle ervaringen

    kunnen opdoen, die zij niet zelf aan hun

    kinderen kunnen geven omdat het om

    samenwerkingsverbanden gaat tussen

    meerdere instanties. Bij wijze van voor-

    beeld vermelden we het Pist Ol-project

    in Leuven, dat opgezet is tussen een ba-

    sisschool, een school voor buitengewoon

    onderwijs, een woon- en zorgcentrum en

    een circusschool. De stad ondersteunt

    het project financieel. Wekelijks komen

    een paar groepjes van telkens een tiental

    kinderen uit beide scholen samen in de

    ontspanningsruimte van het rusthuis om

    er gedurende een uur, onder begeleiding

    van een leraar van de circusschool, al-

    lerlei kunstjes te leren. De bewoners van

    het woon- en zorgcentrum kijken geamu-

    seerd toe en weten dit ontspanningsuur

    te smaken. De leefwereld van de kinderen

    wordt opengetrokken en verbreed: zij le-

    ren op een speelse manier andere

    kinderen kennen met lichame-

    lijke of mentale beperkingen

    en komen in contact met

    bejaarden bij wie de licha-

    melijke en/of geestelijke

    krachten afgenomen zijn.

    Ouders kunnen dergelijke

    rijke en zinvolle ervaringen

    niet zelf aan hun kind geven, en

    beschouwen ze als een waardevolle on-

    dersteuning in de ontplooiing en opvoe-

    ding van hun kind.

    Samenwerkingsverbanden zijn mogelijk

    op veel plaatsen, ook in contexten waar

    de activiteiten tot nog toe geen onmid-

    dellijk raakvlak met kinderen en jongeren

    hebben. We denken hier bijvoorbeeld

    aan een jeugdbeweging die met een ver-

    eniging voor kansarme

    of allochtone jonge-

    ren meewerkt in een

    sorteercentrum van

    kringloopwinkels.

    Eigen mogelijkheden tot ondersteuningVoor ouders en gezin-

    nen zijn de warme be-

    trokkenheid en vriend-

    schap van mensen in hun

    werk- of leefomgeving een

    steun, ook al zijn ze zich er

    soms niet van bewust. Bij deugd-

    doende contacten weten ze zich

    gemakkelijker uitgenodigd om in

    gesprek te gaan over moeilijke

    aspecten van het gezinsleven

    of van de opvoeding. Groeien in

    aandacht voor elkaar gaat niet

    vanzelf, maar is voor heel wat

    mensen een haalbare kaart. Hoe

    klein die inbreng ook lijkt, ze is beteke-

    nisvol en maakt wel degelijk een verschil.

    Als individu kan men er naargelang van

    de mogelijkheden voor kiezen om een

    sterker engagement aan te gaan ten aan-

    zien van n of meer gezinnen, zoals hulp

    bij de opvang van de kinderen, bij-

    springen wanneer een kind ziek

    is, tijd maken voor een ver-

    haaltje of gezelschapsspel,

    huistaakbegeleiding bij

    kinderen met leermoeilijk-

    heden, ... Het zijn stuk voor

    stuk bijzonder waardevolle

    vormen van opvoedingsonder-

    steuning. Ook voor wie er als ouder

    alleen voor staat, is de ondersteuning

    van anderen meer dan welkom.

    Het werken aan ontmoetingskansen en

    het uitwerken van gezamenlijke brede

    projecten vragen naast creativiteit en on-

    dernemingszin ook energie en bereidheid

    tot samenwerking met andere groepen

    en instanties. Om het denkproces en de

    uitwisseling hierover in groepsverband

    te stimuleren, kun-

    nen volgende vragen

    helpen: Wat doen we

    reeds om ontmoetingskansen

    te scheppen voor ouders en gezinnen?

    Welk aspect van de opvoeding kunnen

    we ondersteunen (cultuur, engagement,

    geloofscommunicatie, zingeving, spiritu-

    aliteit, burgerzin, gezonde levensstijl, di-

    versiteit, multiculturele vorming, milieu-

    bewustzijn, algemene ontwikkeling,)?

    Welke troeven en mogelijkheden hebben

    we binnen onze vereniging, beweging,

    school, geloofsgemeenschap, organisa-

    tie? Wie willen we bereiken? Wie niet?

    Waar bereiken we deze mensen? Wan-

    neer (naar aanleiding van een activi-

    teit, op uitnodiging, toevallig, overdag,

    s avonds,)? Hoe bereiken we deze men-

    sen (via een folder, affiche, nieuwsbrief,

    persoonlijk contact, op activiteiten, via

    e-mail of via de website, aan de school-

    poort, in de zondagsviering, thuis,)?

    Welke samenwerkingsverbanden met

    andere organisaties hebben we al? Wie

    zijn mogelijke partners in een gezamen-

    lijk project? Hoeveel tijd, energie en geld

    kunnen we erin investeren?

    Zo krijgt opvoedingsondersteuning ver-

    der vorm in kleine gebaren en waarde-

    volle initiatieven.

    1 WENDY BOSMANS, ABC van opvoeden, Standaard Uitgeverij, 2008, ISBN: 978-90-022-3180-3.2 PETER PRINZIE, Waarom doet mijn kind zo moeilijk?, Uitgeverij Lannoo, 2004, ISBN: 978-90-209-5530-9.3 PETER ADRIAENSSENS, Gids voor succesvol opvoeden, Uitgeverij Lannoo, 2007, ISBN: 978-90-209-7153-8.

    Heel wat mensen

    steunen gezinnen onbewust.

    Samenwerkings-verbanden zijn

    op veel plaatsen mogelijk.

  • plezierig engagement | Tekst: Jeugddienst Don Bosco Fotos: Jeugddienst Don Bosco en Mark Den Haerynck

    10

    ZomerkampenJeugddienst Don Bosco

    In de zomer organiseert Jeugddienst Don

    Bosco vzw zomerkampen voor jongeren

    van 6 tot en met 18 jaar. Tijdens deze

    kampen staan plezier, samenwerking en ontspanning centraal, dat alles gekaderd binnen de visie van Don Bosco. Het doel van Don Bosco is een integrale opvoeding

    waarin vrijheid, verantwoordelijkheid,

    verbondenheid en zingeving hun vol-

    waardige plaats krijgen. In alle jongeren

    vindt Don Bosco een

    pluspunt.

    Zo verloopt het ook

    op de zomerkampen

    van Jeugddienst Don

    Bosco vzw. En van

    de belangrijkste uit-

    gangspunten voor de

    leiding is dan ook de

    bijzondere aandacht

    voor de jongeren: op actieve wijze aan-

    wezig zijn bij hen, hen onder-steunen en begeleiden tot kriti-

    sche volwassenen.

    De kampen worden gekenmerkt door

    hun aangenaam klimaat. De begeleiders hebben gedurende het jaar al hun voor-

    bereidende taken al uitgevoerd, zodat zij

    zich tijdens de kampweek volledig kun-

    nen richten op de jongeren. Jeugddienst

    Don Bosco kiest dan ook bewust voor het

    dat de jongeren ook

    inspraak kunnen hebben

    en zich medeverantwoorde-lijk voelen voor de activiteiten. Op

    die manier groeien de jongeren en ont-

    staat er een sterke verbondenheid bij de

    kampgangers onderling en hun leiding.

    Op deze pagina vind je een overzicht van

    alle kampen die in 2010 plaatsvinden.

    Iedereen van 6 tot 18 jaar is van harte welkom om deel te nemen aan deze avon-tuurlijke en fantasierijke zomerkampen.

    Speciale aandacht verdient het Interna-

    tionaal Kamp dat Jeugddienst Don Bosco

    vzw in 2010 in Porcheresse organiseert

    in samenwerking met de pijler interna-

    tionaal. Hierbij zullen jongeren uit ver-

    schillende Europese landen, zoals Malta,

    Nederland en Schotland, samen met jon-

    geren uit Belgi een kamp kunnen bele-

    ven in de Ardennen onder leiding van en-

    kele enthousiaste, ervaren instructoren.

    Zomerkampen Jeugddienst Don Bosco vzw 2010:> 3 tot 10 juli 2010 (Beringen) - Terug in de tijd - 6 tot 8 jaar

    > 3 tot 10 juli 2010 (Beringen) - Ontrafel het mysterie - 9 tot 12 jaar

    > 3 tot 10 juli 2010 (Beringen) - Een waanzinnig enthousiaste bende -

    13 tot 16 jaar

    > 7 tot 13 augustus 2010 (Farnires) - The Sky is the limit - 12 tot 15 jaar

    > 14 tot 20 augustus 2010 (Farnires) - Adventure - 16 tot 18 jaar

    > 20 tot 27 augustus 2010 (Porcheres-se) - Be AdventerEUs - 16 tot 18 jaar

    Meer informatie kun je vinden op de website www.jeugddienstdonbosco.be.

    samenstellen van kleine

    groepen (maximum 40

    kinderen per kamp).

    Zo zal er een hecht

    en persoonlijk con-

    tact zijn bij de jon-

    geren onderling,

    wat maakt dat

    zij zich op kamp

    veilig kunnen

    voelen.

    Het kamp ver-

    loopt vlot en is

    goed voorbereid.

    Nochtans zijn de

    begeleiders niet ver-

    knocht aan het vaste

    kampschema. Ze stellen

    zich steeds flexibel op, zo-

    Cursussen Jeugddienst Don Bosco

    Een basiscursus bereidt je voor op het creatief omgaan met kinderen of jongeren. Gedurende zes

    dagen krijg je een ruim vormingspakket aangereikt rond themas zoals spel en spelen, animatie, expressievormen,

    verantwoordelijkheid, leefwereld van kinderen, preventie, enz. Daarbij wordt gekozen voor een sterk praktijkgerichte aanpak en

    word je vanaf de eerste dag actief betrokken. Onze basiscursussen vinden in de paasvakantie plaats, van 5 tot 10

    april 2010, in Oud-Heverlee, Gent, Kortrijk, Hechtel en Lommel.Een hoofdmonitorcursus geeft je dan weer de kans om je op je taken als hoofdanimator voor te bereiden. Je leert heel wat rond commu-nicatie, begeleiding en evaluatie van anderen en jezelf, verant-woordelijkheid nemen en geven en inzicht krijgen in groeps-processen. Inhoudelijk sterk en up-to-date, maar eveneens zeer praktijk- en ervaringsgericht. Onze hoofdmonitor-

    cursus vindt eveneens in de paasvakantie plaats, van 9 tot 13 april 2010, in Wijnegem.

    Hunker jij ook al naar de zomervakantie? Naar ravotten in de grasgroene velden, spelen met waterballonnen of genieten van een schitterend kampvuur?Heb je zin om samen met je vrienden d vakantie van je le-ven te ervaren? Om de heerlijke kampsfeer op te snuiven?Ideaal, bekijk dan zeker het onderstaande kampenaanbod van Jeugddienst Don Bosco vzw.Beleef het meest onvergetelijke zomerkamp beladen met allerlei fantastische activiteiten samen met toffe kamp-gangers en een ervaren begeleidingsploeg!Tot op kamp?

  • Tekst en foto's: Annemie Vandaele | de bril

    11

    Dat kinderen volgens de contextuele be-

    nadering op de n of de andere manier

    loyaal blijven aan hun ouders, wisten we

    al. Dat ze proberen om voor het vele dat

    ze ontvangen ook iets terug te geven,

    ook. Maar dat die loyaliteit en dat geven

    hun op een bepaald moment parten kun-

    nen spelen, niet. In deze bijdrage raken

    we beknopt twee van de vier vormen aan

    van wat Nagy parentificatie noemt.

    DuoWe hadden ze gemakshalve naast elkaar

    geplaatst, pal voor onze lessenaar. Links:

    Karen, pracht van een meid, oudste in

    een huishouden met vijf kinderen, al-

    tijd bereid een helpende hand te reiken

    wanneer het nodig was. Nieuwelingen

    in de klas, notities van zieke leerlingen,

    de schoolagenda, invulstrookjes voor

    een schooluitstap, alles werd met de

    grootste zorg en vanzelfspre-

    kendheid opgevolgd en

    doorgespeeld. Rechts:

    Stijn, een onvoor-

    zien maar welge-

    komen achter-

    komertje in een

    gezin met twee

    kinderen, brave

    jongen, maar on-

    zeker, afwachtend

    en een tikkeltje slor-

    dig ook. Het leek ons

    in eerste instantie het

    perfecte duo, maar gaande-

    weg bleek vanuit contextuele hoek dat

    we met deze opstelling alleen onszelf en

    geen van beide leerlingen een dienst be-

    wezen.

    Groot of kleinMet het begrip parentificatie wilde Nagy,

    de grondlegger van het contextuele den-

    ken, aantonen dat kinderen zich van na-

    ture, vanuit hun loyaliteit en hun geven,

    richten naar een behoefte of nood die

    een ouder te kennen geeft. Zo wordt Ka-

    ren bijvoorbeeld, als oudste in een groot

    gezin, het typische zorgende kind, de

    plaatsvervangende ouder, de minimoe-

    der die bijspringt waar

    nodig. En dat zorgen

    neemt ze mee, tot op de

    schoolbanken. Ze geeft en

    blijft geven, in alles wat ze

    doet en in elke keuze die ze maakt. Het is

    niet ondenkbaar dat ze later ook in een

    zorgend beroep stapt. Het is nog min-

    der ondenkbaar dat ze op een dag moe

    gegeven geraakt.

    Stijn daarentegen is de typische jong-

    ste telg, het kakkernestje dat

    net iets te lang aan moe-

    ders rokken hangt,

    maar inspeelt op

    haar nood om te

    kunnen zorgen

    en van beteke-

    nis te zijn, en zo

    verwordt tot wat

    Nagy een kind

    noemt dat kind

    moet blijven. Hotel

    mama is iets wat ma-

    mas soms zelf koesteren

    en dus is het voor Stijn een

    heuse opdracht om er, loyaal als hij is,

    van los te komen en zelfstandigheid op

    te bouwen.

    ConstructiefHoewel die indruk zou kunnen ontstaan,

    toch hoeft parentificatie niet negatief te

    zijn. Het is goed dat kinderen leren zor-

    gen en oog hebben voor de noden van

    anderen. Wanneer de rollen in de tijd

    afgebakend zijn, wanneer ze redelijker-

    wijze aangepast zijn aan het ontwikke-

    lingsniveau van kinderen of jongeren en

    wanneer ze de nodige

    erkenning voor hun

    geven krijgen, dan

    draagt dat vooral veel

    kansen in zich. Maar

    wanneer die afbakening er niet is, wan-

    neer veel meer van jongeren gevraagd

    wordt dan ze kunnen geven en wanneer

    ze er bovendien niet in gezien worden,

    er geen erkenning voor krijgen, doen

    we hun onterecht onrecht. Dat had Don

    Bosco in zijn tijd al begrepen.

    UiteenDoor Karen en Stijn een schooljaar lang

    naast elkaar te plaatsen, betonneerden

    we hen in een rol die weinig ademruimte

    en groeikansen gaf. Dus waren ze gebaat

    bij een reorganisatie Maar zij niet al-

    leen. In de volgende bijdrage focussen

    we op twee andere vormen van parentifi-

    catie die Nagy onderscheidt: het perfecte

    kind en de zondebok, een duo dat op veel

    schoolbanken en in veel huisgezinnen

    opduikt.

    Een artikel gemist? Surf dan naar http://dbv-de-bril.blogspot.com/.

    Minimoeders en kakkernestjesEen contextuele kijk op opvoeding en onderwijs

    Zij links, hij rec

    hts,

    het leek ons

    het perfecte du

    o.

  • te gast | Tekst: Frans Len Foto's: Don Bosco Hechtel

    12

    Een radertje in een goed draaiend teamJan Schepers, leerkracht in Don Bosco Hechtel

    Als enige nieuweling van het korps begon

    Jan 11 jaar geleden als leraar godsdienst

    en Nederlands in het Don Boscocollege

    van Hechtel. Naast zijn schoolloopbaan is

    hij echtgenoot van Els en papa van twee

    lieve dochtertjes van 8 en 5 jaar. Als

    leerkracht ben ik veranderd door papa te

    worden. Je bekijkt de dingen vanuit een

    breder perspectief, omdat je je plotseling

    in de positie van ouder kunt plaat-

    sen. Vooral in mijn deeltaak

    als leerlingenbegelei-

    der komt dat dikwijls

    goed van pas.

    In zijn schaarse

    vrije tijd doet

    Jan aan muziek

    en sport.

    Onze gast ziet zichzelf niet langer als

    jonge leerkracht, want de laatste jaren

    was er een grote instroom van nieuwe

    collegas. Nu zit ik in de middengroep en

    omdat een aantal toonaangevende col-

    legas stilaan vertrekken, groeit het besef

    dat wij uit de schaduw moeten komen

    en moeten gaan trekken. Niet eenvou-

    dig, maar ik zie de uitdaging wel zitten,

    vooral omdat de kinderziektes van

    de beginnende leerkracht er

    wat uit zijn en ik nu de

    schouders kan zetten

    onder veel dingen,

    die de job alleen

    maar boeiender

    maken.

    GodsdienstleraarAls godsdienstleraar is het soms opbok-

    sen tegen vooroordelen van de omge-

    ving. Sommigen uiten daar hun bewon-

    dering voor en anderen vinden dat je

    goed zot moet zijn om dat vak te geven

    aan pubers. Ik heb dat zelf nooit zo erva-

    ren. Ik vind pubers een dankbare groep,

    waarmee je veel kunt bereiken, maar je

    moet wel opgewassen zijn tegen hun kri-

    tische ingesteldheid en inzien dat die ook

    mogelijkheden biedt. Ik geef dat vak nog

    altijd met hart en ziel, zeker met een leer-

    plan dat veel openheid biedt en ruimte

    laat om in te spelen op de noden van een

    specifieke klasgroep. Zo krijg je de kans je

    les niet af te dreunen als een bandrecor-

    der en dat zorgt voor veel afwisseling.

    Jan is er ook niet bang voor zich in zijn les-

    sen kwetsbaar op te stellen en persoon-

    lijk te getuigen

    in de hoop dat de

    leerlingen oppik-

    ken dat je ook op

    moeilijke momen-

    ten zonder mas-

    ker door het leven kunt gaan, eruit kunt

    leren en gelukkiger kunt worden. Vragen

    van leerlingen neemt hij altijd zeer ern-

    stig en probeert hij vooral te benaderen

    vanuit de beleving, eerder dan vanuit

    de feitelijkheid. Daarbij zijn er voor hem

    geen taboes. Dikwijls staan jongeren

    vandaag onder druk van vele, vaak on-

    uitgesproken, maar hoge verwachtingen.

    Ik probeer die bespreekbaar te maken.

    Gekwetste jongeren verdienen daarbij

    bijzondere aandacht.

    Je moet niet zo

    t zijn om

    godsdienst te g

    even.

    Als we onze gast uitnodigen op de

    praatstoel van deze rubriek, reageert hij met wat schroom. Hij vindt van zichzelf dat hij niet

    verdient als individu in the picture te komen, maar wel als een radertje in een goed draaiend team. Voor ons zit Jan

    Schepers, een levenslustige 34-jarige jongeman, die als enthousiaste leraar graag bij de jongeren van het 3de en 4de

    jaar secundair onderwijs staat.

  • 13

    Leerlingenbegeleider en gangmakerVia nascholing legde Jan zich ook toe op

    leerlingenbegeleiding, wat nu naast het

    lesgeven zijn ding geworden is. In de

    lessen godsdienst haal je dingen aan die

    de leerlingen raken, waarin zij zich her-

    kennen of nt niet en dat leidt dikwijls tot

    dialoog, als de leerling daartoe de eerste

    stap zet. In overleg met de andere leden

    van het begeleidingsteam volg ik die leer-

    lingen dan op.

    Het schoolleven bij Don Bosco nodigt ook

    uit om je in te zetten op vele andere vlak-

    ken. Jan is een bezige bij en o.a. actief als

    gangmaker van het opvoedingsproject,

    als lid van de pastorale animatiegroep en

    begeleider van een fietskamp.

    Don BoscoAanvankelijk kende onze gast Don Bosco

    helemaal niet. Hij is hem eerder toevallig

    op het spoor gekomen door de uitbundige

    verhalen van zijn zus bij een interim-op-

    dracht in een Don Boscoschool. Blijkbaar

    hebben die een speciaal effect gehad bij

    zijn sollicitatie voor de opdracht in het

    college van Hechtel, want hij kon er na

    een jaar lesgeven in een andere school

    aan de slag. Van bij het begin heb ik mij

    er goed thuis gevoeld. Het enthousiasme

    van en de verbondenheid met collegas

    en directie werkte aanstekelijk. Later heb

    ik via een cursus van Don Bosco Vorming

    & Animatie de kans gekregen mij in de

    figuur van Don Bosco en het opvoedings-

    project te verdiepen. Daar heb ik niet

    alleen veel deugd aan gehad, maar ge-

    leidelijk groeide ook heel sterk het besef

    dat het van leken moet komen als wij een

    Don Boscoschool willen blijven met min-

    der of zelfs geen salesianen meer. Ja, die

    zorg neem ik wel mee naar de klas.

    OpvoedingsprojectIn de realisatie van het opvoedingsproject

    spiegelde Jan zich vooral aan een collega-

    salesiaan. In al zijn eenvoud benaderde

    hij voor mij de kern van het opvoedings-

    project. Die man was er, gewoon be-

    schikbaar voor de leerlingen, hij stelde

    zich voor hen open en had zichtbaar ple-

    zier in wat rondom hem gebeurde. Voor-

    al zijn glimlach is mij altijd bijgebleven.

    Het was een man die veel vertrouwen

    en rust uitstraalde en zijn accenten juist

    legde. Ik herinner mij bijvoorbeeld dat

    hij vanuit zijn pastorale bekommernis bij

    groots opgezette vieringen altijd de klem-

    toon probeerde te leggen op de kern van

    de zaak en niet in de val trapte van te veel

    tijd en energie te steken in spectaculaire

    randactiviteiten.

    Het positieve benoemen

    vindt hij ook een belang-

    rijke attitude. Leerlingen

    reageren wel eens onge-

    woon, als hun leraar - uit gewoonte, zon-

    der bijbedoelingen - goedendag zegt, een

    compliment geeft of een les afsluit met

    bedankt voor de medewerking!

    Humor vindt Jan heel waardevol. Humor

    relativeert, een kwinkslag kan soms de

    lont uit een kruitvat halen of helpen de

    dingen in de juiste proporties te zien.

    De vooraanstaande plaats van teamwork

    kwam reeds eerder aan bod. Je bent

    slechts een klein onderdeel in een groter

    geheel en als je tandwielen niet ingrijpen

    in die van anderen, zal de machine niet

    soepel blijven draaien. Ik ben blij en dank-

    baar dat ik deel mag uitmaken van zon

    fijn team als dat van Don Bosco Hechtel.

    ArbeidsvreugdeHet contact met jongeren, met hen op

    zoek gaan naar zingeving in hun leven,

    door vanzelfsprekendheden te doorprik-

    ken en dialoog op gang te brengen, de

    uitdaging om samen met hen in vaak

    complexe situaties en emotionele pro-

    blemen naar uitwegen te zoeken, blij-

    ven een belangrijke bron van motivatie.

    Natuurlijk zijn er ook de beperktheden,

    zoals tijdsdruk. Bij momenten hol ik

    letterlijk door de gangen. Ik doe zoveel

    dingen graag, dat ik echt tijd tekortkom.

    Tegenwoordig stopt de school ook niet

    meer met het belsignaal. Dat is aan de

    ene kant positief, maar anderzijds ook

    een valkuil: sommigen verwachten dat

    je altijd bereikbaar

    bent. Vooral het han-

    delen in crisissituaties

    die om onmiddellijke,

    soms confronterende ingrepen vragen,

    en weerstanden van de omgeving heb-

    ben mij leren aanvaarden dat sommige

    problemen niet op te lossen zijn en dat

    je jongeren alleen kunt proberen te leren

    hoe ermee om te gaan.

    GezinDe salesiaanse betrokkenheid drukt ook

    zijn stempel op zijn gezinsleven. Eigenlijk

    betrap ik mij er op dat ik de opvoeding van

    mijn kinderen vaak toets aan de idealen

    van Don Bosco. Ik hoop dat ons gezinsle-

    ven voor hen ook een thuis, speelplaats,

    parochie en school mag zijn. De onderlin-

    ge verhoudingen liggen natuurlijk anders

    dan op school. Een gezonde competitie

    met de school van Els - ook een degelijke

    school met andere accenten - brengt gere-

    geld de nodige ambiance met zich. Het is

    fijn dat we die zaken kunnen delen en van

    elkaar kunnen leren.

    Een blik op de klok Oei, al zo laat! Ik

    ben ermee weg, want de kindjes zijn al

    in de naschoolse opvang en wachten tot

    papa hen komt afhalen. Bedankt, Jan,

    succes nog met de job bij Don Bosco!

    Humor kan de lo

    nt uit

    een kruitvat ha

    len.

    Willen we een D

    on

    Boscoschool b

    lijven,

    dan moet het v

    an

    leken komen.

  • uitgelezen | Tekst: Eric Haelvoet Fotos: Eric Haelvoet, sxc

    14

    Met blinde ogen

    Leer het project Bartmes kennen, dat jongvolwassenen samenbrengt die willen bouwen aan hun christelijk geloof. Alle info op www.bartimeus.be

    Het verhaal van de blinde Bartimes is

    een opvallend verhaal. Alleen al omdat

    hij en niet Jezus het meest actief is. Tel

    de werkwoorden bij beiden maar: elf ze-

    ven. Bartimes komt er eerst niet goed

    uit. Tot tweemaal toe horen we dat hij

    zoon van onreinheid is: Bar-times. Hij

    is blind, bedelt, is letterlijk klein, want

    hij zit neer en hij zit langs

    de weg, terwijl de eerste

    christenen de mensen

    van de weg waren.

    Maar dan begint het verhaal ons te ver-

    rassen. Hij hoort iets over Jezus. Hij hoort

    dat het Jezus de Nazarener is, de histori-

    sche figuur. En wat schreeuwt hij? Zoon

    van David, Jezus en even later volstaat

    Zoon van David. Ook Jezus naam horen

    we dus tweemaal, maar nu geschreeuwd.

    Wie is die Zoon van David? Noch min

    noch meer: de Messias, Christus. Die

    blinde bedelaar en kleine zoon van on-

    reinheid, die naast de weg zit, hij ziet wie

    Jezus werkelijk is. Dit zien beweegt hem

    tot roepen naar die Christus, tot schreeu-

    wen, heel hard schreeuwen.

    Als Jezus hem roept, doet Bartimes iets

    onlogisch: hij gooit zijn mantel af. Het

    heeft niets met het gebeuren te maken,

    tenminste niet op het eerste gezicht,

    maar het toont juist hoe goed die blinde

    gemarginaliseerde ziet. De mantel

    afgooien is het middelste van die elf

    werkwoorden. Het is ht keerpunt, niet

    toevallig na een woord van Jezus. De be-

    delaarsmantel is alles wat hij heeft, zijn

    bescherming, zijn identiteit, de plaats

    waar hij een korst brood en wat muntjes

    opbergt. Al die materie gooit hij af, reso-

    luut. Niet uit afkeer van het materile,

    maar omdat hij de spirituele man gezien

    heeft, met blinde ogen nog wel.

    Dan springt hij op. Sommigen

    hebben hem gevraagd op te

    staan. Dat is natuurlijk verrijze-

    nistaal. Maar hij staat niet op,

    hij springt op! Wat een verrij-

    zenis. Wat een dynamiek. Dan

    komt hij bij Jezus. Hoe moet dat?

    Die blinde man met zoveel volk rond

    zich. En hij vindt zomaar Jezus. Zie je wel

    dat hij ziet, maar op een dieper niveau.

    Natuurlijk verrast Jezus hem dan: Wat

    wil jij dat Ik voor je doe? Wie heeft

    hem die vraag het laatst gesteld? Heeft

    iemand hem die vraag ooit gesteld?

    Open, empathisch, vol respect voor zijn

    vrijheid, waardigheid, zelfstandigheid?

    Op dit punt van het verhaal kan Barti-

    mes zoveel vragen. Een job? Een vast

    inkomen? Zoveel materile zaken? Wat

    erkenning van de omgeving? Demargi-

    nalisering? Aanzien? Neen, Bartimes

    vraagt weer te mogen zien. Door die

    vraag te stellen, bewijst hij dat hij al ziet,

    nog voordat zijn ogen genezen zijn. Dat

    hij al inziet waar het allemaal om draait.

    Het echte inzicht, de wijsheid, het spiri-

    tueel begrijpen. En hij ziet in waar het al-

    lerbelangrijkste vandaan komt. Hij weet

    dat Jezus hem dat wezenlijke kan geven.

    Jezus geeft de juiste leesbril. Hij zegt: Je

    geloof heeft je gered. Die zoon van on-

    reinheid heeft een rein en sterk geloof,

    een geloof dat hem redt. Hij heeft ge-

    roepen om erbarming, om genade. Ook

    dt horen we tweemaal: Erbarm u over

    mij! Vanaf het begin was dit een gelovi-

    ge, geen zoon van onreinheid. Jezus heeft

    het erkend. In al die drukte heeft hij die

    ene geloofsstem gehoord. Daarom staat

    Jezus stil. Is dit niet het diepste roepen

    van Jezus zelf? Zijn roepen tot God om er-

    barming? Hij die zich vereenzelvigt met

    alle mensen in de marge? Hoe vaak heeft

    Jezus in zijn gebed niet geschreeuwd tot

    zijn Vader om erbarming voor die zonen

    van onreinheid? Ja, boven het lawaai van

    de menigte erkent Jezus die schreeuw.

    In het laatste vers zegt Jezus hem: Ga

    heen. En wat doet Bartimes? Hij volgt

    Hem op zijn weg. Uit zichzelf doet hij

    dat. Voor Marcus is Bartimes een chris-

    ten, een mens van de weg van Jezus. En

    zie, n vers verder is Jezus en dus ook

    Bartimes in Betfage aan de voet van

    Jeruzalem. Betfage, de plaats waar Jezus

    op een ezel gaat zitten en onder hosan-

    nazangen Jeruzalem binnen trekt. Op-

    merkelijk: Hosanna betekent Red ons.

    Precies wat Bartimes tweemaal riep.

    Ze kwamen in Jericho. Toen hij () weer uit Jericho vertrok, zat een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimes. Toen hij hoorde dat Jezus voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij! De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: Zoon van David, heb medelijden met mij! Jezus bleef staan en zei: Roep hem. Ze riepen de blinde en zeiden: Houd moed, sta op, hij roept u. Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. Jezus vroeg: Wat wil je dat ik voor je doe? De blinde antwoordde: Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien. Jezus zei: Ga heen, uw geloof heeft u gered. En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.

    (Mc 10, 46-52)

  • Tekst: Loes Fotos: Eindredactie, sxc | broodje cursief

    15

    Een halfje

    Lieve lezer, kom binnen en schuif aan.

    Bent u in een milde bui? Hopelijk wel,

    want ik reken op uw vergevensgezind-

    heid. Misschien zult u het dit keer name-

    lijk met een half broodje cursief moeten

    doen Niet dat ik u een dieet zou willen

    opdringen of dat ik het besparingsvirus

    in deze rubriek probeer binnen te smok-

    kelen, maar wel omdat ik zelf onlangs

    gehalveerd ben.

    Mijn rechterhand is geamputeerd.

    Ja, die hulpvaardige hand die al

    mijn schrijfsels onder de loep

    nam en steeds deskundig de

    vinger wist te leggen op

    slordige slippertjes, te

    krullerige kronkels, de

    wel erg scherpe boch-

    ten, doodlopende

    straatjes, de versnel-

    ling die een tikje ho-

    ger of lager mocht,

    een te bruuske stop.

    Als ik nu de pen ter

    hand neem, is het

    alsof ik links moet leren

    schrijven en bovendien

    in spiegelschrift. Wat ooit

    vanzelf leek te gaan, kost nu

    een flinke inspanning.

    En er is meer om aan te wennen.

    Bij elk memorabel moment in mijn

    leven toverde zij uit haar persoonlijke

    schrijfstok een vers waarin de sterren fon-

    kelden. Elke grote mijlpaal werd met een

    spetterende speech bedacht. En ik deed

    mijn best om even kleurige pijlen terug

    te schieten. Het tijdperk van dat verbale

    vuurwerk is nu voorgoed afgesloten.

    Mijn babbelgrage mond is erbij ver-

    stomd. Nu de betere helft van ons hecht

    geheel niet meer glimlacht om mijn ver-

    halen, doe ik er vaker het zwijgen toe.

    Alle verbale schouderklopjes, opbeuring

    en troost waarmee zij me zo gul heeft

    bedeeld, bewaar ik in een mooie doos.

    De stapel blijft van nu af aan altijd even

    hoog.

    Op mijn beste oor kan ik niet meer reke-

    nen. De muziek waarvan we samen geno-

    de onuitgesproken vraag op een gezicht.

    Zij wees je op herfstschoon en lente-

    groen, de vogels in een tuin, het kleinste

    diertje in het bos, het grote raadsel van

    de kosmos.

    Nu ik mijn maatje mis, rest mij nog maar

    een half hart. De toetssteen van mijn

    doen en laten is verdwenen. We hadden

    zo veel te delen, te plannen en overleg-

    gen, woordeloos te zeggen. Vorig najaar

    lagen we samen in de lappenmand.

    Zo allebei tegelijk gehavend zijn,

    versterkte nog de band. Twee

    halven maken samen een

    sterk geheel, zeiden we

    dapper tegen mekaar. Oh,

    het zal best wel klop-

    pen dat de tijd wonden

    heelt, maar ook dat

    littekens diep kunnen

    gaan en levenslang

    kunnen blijven.

    Een hand, een oog, een

    oor, een deel van mond

    en hart Ik ben vast

    nog wel meer onderdelen

    kwijt, maar daar wil ik hier

    liever niet verder over uit-

    weiden. Per slot van rekening

    is dit geen abattoir maar wel een

    broodjeszaak. En u heeft recht op vol-

    doende voedzaams om op te overleven

    tot de verschijningsdatum van het vol-

    gende nummer.

    Misschien blijft u dit keer wat op uw hon-

    ger. Maar het zou ook kunnen dat dit een

    dubbel broodje cursief geworden is

    niet alleen belegd met de hersenkronkels

    van uw dienares maar daarbovenop ver-

    rijkt met een warm laagje genegenheid

    van en voor mijn zusje dat veel te vroeg

    vanuit dit aardse naar het eeuwige is ge-

    haald.

    ten, heeft zijn glans verloren. De kleinste

    trilling van vreugde of verdriet die in de

    lucht hing, ving zij op en speelde zij door;

    nu moet ik in mijn eentje met mijn geha-

    vend gehoor leren interpreteren.

    En van mijn ogen ben ik kwijt. Mijn soul-

    mate kon als geen ander tussen de regels

    lezen, groef diep in boek en gedicht, las

  • de spreekstoel | Tekst: Annemie Vandaele Foto's: CLW Wilrijk, sxc

    16

    Van leren naar werken

    Een stoel voor wie spreekt vanuit een salesiaanse verantwoordelijkheid

    Johan Jacquemin, cordinator van Don Bosco Wilrijk

    Johan Jacquemin, gehuwd, vader van

    drie kinderen, industrieel ingenieur van

    opleiding, ruilde een loopbaan in de in-

    dustrie na twee jaar voor het onderwijs.

    Hij verstuurde vijf sollicitatiebrieven, alle

    vijf naar Don Boscoscholen, een intu-

    tieve keuze, want hij kende Don Bos-

    coscholen louter als scholen die

    ergens voor staan. In Don

    Bosco Wilrijk, een Centrum

    voor Deeltijds Onderwijs,

    startte hij zijn onderwijs-

    loopbaan, eerst 10 jaar

    als leerkracht, daarna als leer-

    kracht en tewerkstellingsbegelei-

    der, sinds januari 2005 als cordina-

    tor. Dat het een verantwoordelijke

    functie is die hem boeit en uit-

    daagt, wordt je van meet af aan

    duidelijk.

    TweepootJohans op-

    dracht bestaat

    uit twee grote lui-

    ken. Allereerst is er

    de organisatie van

    het centrum in het

    algemeen: de zorg

    voor personeelsleden,

    lokalen, machines, enz.

    Een voortdurende vraag is

    welke opleidingen al dan niet te organise-

    ren. Johan: Wat voor ons telt in de keuze

    van ons aanbod, is of een jongere ermee

    aan werk geraakt. Tewerkstelling is onze

    corebusiness. Als een opleiding dus tot

    tewerkstelling leidt, is ze zinvol.

    Een tweede luik is dan weer de

    contacten met verschillende,

    externe partners: de VDAB,

    bedrijven, de stad, de

    verschillende instanties

    die leerlingen in nood

    opvangen. Veel scholen kijken

    nog naar binnen, vertelt Johan,

    maar een muur rond een school optrek-

    ken, is niet meer van deze tijd. In een

    Centrum voor Werken en Leren moet je

    die oogkleppen afzetten en samenwerken

    met velen, net dat maakt deze job ook zo

    boeiend. Het CLW van Wilrijk

    staat dankzij een sterke personeelsbezet-

    ting ook bekend om zijn vernieuwende

    opleidingen. Het vraagt de nodige crea-

    tiviteit om een aantal opleidingen binnen

    het wettelijk kader aan te bieden, geeft

    Johan toe, maar het loont, alle leerlin-

    gen zijn aan het werk. Eigenlijk zou dat

    de uiteindelijke toetssteen moeten zijn

    voor het aanbieden van een opleiding.

    PlusDe leerlingen van Don Bosco Wilrijk gaan

    n week werken en n week naar

    school, zo hebben de grote bedrijven

    waarmee het CLW werkt het hele jaar

    door een even aantal tewerkgestelden.

    De helft van het leerlingenaantal is bo-

    vendien ouder dan 18 jaar, een uitbrei-

    ding die een natuurlijk proces is geweest

    en een verrijking voor de school. Johan:

    Veel jongeren zijn op 18 jaar niet klaar

    om te gaan werken. Voor hen is deeltijds

    onderwijs vaak de ideale overgangsvorm

    van leren naar werken. We kiezen in elke

    klas ook bewust voor een mix van leeftij-

    den. Dat maakt het voor een leerkracht

    moeilijk, want hij moet voortdurend dif-

    ferentiren, maar het biedt vooral veel

    Werken is

    een gewoonte,

    werkeloosheid

    ook.

    Voldoening in

    een job stijgt

    naarmate de

    regelbaarheid

    ervan stijgt.

  • 17

    voordelen. Voor een

    18-jarige, die hier

    doorgaans met

    een negatie-

    ve motivatie

    terechtkomt,

    is het goed de hele

    dag naast iemand te

    zitten die in theorie in

    zijn bed zou kunnen

    blijven liggen en er

    toch voor kiest een op-

    leiding te volgen.

    MinMaar toch blijft de

    kerntaak van een CLW

    het organiseren van

    onderwijs voor leerplich-

    tige leerlingen die niet

    langer gemotiveerd zijn

    voor het onderwijs. Dat is dus

    de helft van de schoolpopulatie

    in Don Bosco Wilrijk. Johan: Door

    allerlei evoluties wordt het steeds

    moeilijker jobs te vinden voor 18-jari-

    gen. Het is bijvoorbeeld ook

    juridisch moei-

    lijker geworden

    om een 16-jarige

    verantwoordelijk

    te maken voor

    een machine. Het

    ministerie heeft

    dat ingezien en

    de nodige struc-

    turen voorzien

    voor leerlingen die nog niet

    rijp genoeg zijn om te gaan werken. Zo

    brachten de gesubsidieerde brugprojec-

    ten soelaas. Er zijn geen vereisten, jonge-

    ren worden niet geselecteerd en moeten

    geen testen afleggen bij de sollicitatie,

    de wil om te werken is voldoende. Zulke

    functies werden bijvoorbeeld gecreerd

    bij het OCMW, de stad of een vzw als

    de Kringloopwinkel. Die brugprojecten

    bleken voor een aantal leerlingen echter

    al gauw ontoereikend, want ook in een

    Kringloopwinkel moet je op zijn minst

    op tijd komen. Dus werd een extra tus-

    senstap voorzien, een voortraject waarin

    men vooral focust op werkattitudes. Het

    is aan de school om de leerlingen de juis-

    te plaats te geven, hen goed te screenen,

    niet te hoog in te schatten en tegelijk uit

    te dagen, zodat ze naast een opleiding

    ook een zo interessant mogelijke, alter-

    nerende werkplekervaring kunnen op-

    doen. En wanneer een leerling het echt

    zo moeilijk krijgt dat zelfs werken niet

    aan de orde is, is er ook nog een persoon-

    lijk ontwikkelingstraject, waarbij samen

    met de leerling, vormingsinstellingen

    en CLB een programma opgesteld wordt

    met punten waarin een leerling tijdens

    een afgebakende periode, deeltijds of vol-

    tijds, begeleid wordt om terug in een

    arbeidsmarktgericht project

    te kunnen stappen. Eigen-

    lijk, merkt Johan op, zou

    elk beroepsonderwijs op

    die manier georganiseerd

    moeten zijn.

    GewoonteOnze uiteindelijke doelstel-

    ling is jongeren via een oplei-

    ding met werk een plaats laten vinden in

    de maatschappij en op te voeden tot ver-

    antwoordelijke jonge mensen, vervolgt

    Johan. Werken is een gewoonte, werke-

    loosheid ook. Die gewoonte van het wer-

    ken willen wij jongeren bijbrengen. Ei-

    genlijk is dat ook wat

    Don Bosco deed

    in Turijn: jon-

    geren zin in

    het leven

    geven door

    ze onder andere

    een job te geven. Hij

    had de uitvinder van het

    deeltijds onderwijs kunnen

    zijn. Onze onderwijsvorm is in die

    zin misschien de meest natuur-

    lijke weg om het opvoedings-

    project ingang te laten

    vinden. Het CLW kan dan

    ook niet anders dan veel

    aandacht schenken aan

    trajectbegeleiding, aan een

    individuele, niet-schoolse aanpak van

    leerlingen in kleine groepen, en veel

    kansen geven, telkens opnieuw, binnen

    vriendelijke grenzen, voegt Johan er aan

    toe. Al onze werkgevers zijn bovendien

    sociale werkgevers, geen uitbuiters van

    goedkope werkkrachten. Als het met een

    leerling op het werk niet gaat, weet ik

    ook dat het cht niet meer gaat, zetten

    we het contract stop en zoeken we sa-

    men met de leerling naar een oplossing.

    TeamJohan kan rekenen op een solide en goed

    functionerend team, dat anders dan in

    andere scholen steeds een hele dag op

    school aanwezig is. Op die manier kan

    er heel wat opgevangen worden, kun-

    nen leerkrachten samen, projectmatig

    werken en blijven streven naar innovatie.

    En tegelijk zijn personeelsproblemen zijn

    grootste zorg: Het is soms een uitdaging

    om mensen te blijven motiveren en ze

    dankzij de grote regelbaarheid

    in onze sector telkens iets te la-

    ten doen wat ze graag doen.

    Voldoening in een job stijgt

    naarmate de regelbaar-

    heid ervan stijgt. Een

    creatief centrum, dat wil

    de school in de toekomst alvast

    blijven: En ik wil onze school verder

    uitbouwen, nog verder aanpassen aan

    de noden van de arbeidsmarkt en de in-

    dividuele jongere. De inzet en de gedre-

    venheid waarmee Johan spreekt, lijken er

    alvast garant voor te staan dat hij in dat

    opzet zal slagen.

    Meer info op www.donboscowilrijk.be.

    We willen

    jongeren via

    een opleiding

    een plaats late

    n

    vinden in de

    maatschappij.

    Don Bosco

    had de uitvinde

    r

    van het deeltijd

    s

    onderwijs kunn

    en

    zijn.

  • in het spoor van Don Bosco

    18

    Wouter DerijckWieIk ben Wouter Derijck, 28 jaar en woon

    sinds kort opnieuw in Brussel. Inderdaad,

    opnieuw. Een jaar lang was ik niet te be-

    speuren in Brussel, Belgi of zelfs Europa.

    Samen met mijn vriendin reisde ik de we-

    reld rond, op zoek naar zon, avontuur en

    lekker eten.

    De band metEens terug in Belgi ben ik aan de slag

    gegaan bij DMOS-COMIDE, de ontwikke-

    lings-ngo van Don Bosco. DMOS-COMIDE

    doet vooral aan armoedebestrijding bij

    kansarme jongeren in het Zuiden. Het

    zal je niet verbazen dat vorming en on-

    derwijs centraal staan in onze werking.

    Sinds april 2009 verzorg ik als communi-

    catieverantwoordelijke ons maandelijks

    e-zine Qu Pasa en het driemaandelijkse

    tijdschrift Samen Op Weg. Daarnaast

    sta ik mijn collega Lut Van Daele bij als

    educatief medewerker. DMOS-COMIDE is

    immers niet alleen actief in het Zuiden,

    maar ook in Belgi. In samenwerking met

    Broederlijk Delen organiseren we bijvoor-

    beeld jaarlijks een vastencampagne in

    vele Vlaamse Don Boscoscholen.

    Dit was echter

    niet mijn eerste

    kennismaking met de wereld van Don

    Bosco. Vroeger organiseerde ik ook be-

    zinningsweekends in het Oasecentrum,

    en gidste ik meermaals tijdens de paas-

    vakantie jongeren door Turijn, waar ik

    nadien ook enkele keren per fiets naartoe

    ben getrokken. Mooie landschappen, las-

    tige Alpen, fantastische herinneringen!

    GeboeidWat me zo boeit aan Don Bosco, is hoe

    internationaal en wijdverspreid het ge-

    dachtegoed van Don Bosco wel is. En dat

    is volgens mij te danken aan het tijdloze

    en unieke karakter ervan. Met de voe-

    ten in de realiteit staan om zo kansarme

    jongeren een tweede kans te geven, een

    uitweg te bieden. Niet alleen in Vlaande-

    ren, maar ook in Afrika, Azi en Latijns-

    Amerika!

    Pizza met suikerin het spoor van

    Voor wie met lagere schoolkinderen, in

    deze vastenperiode bijvoorbeeld, graag

    rond multiculturaliteit werkt, kan het

    boek Pizza met suiker een handige in-

    rijpoort zijn.

    In dit spannende en toegankelijke ver-

    haal word je op sleeptouw genomen door

    Annefien, die nieuwe onderburen krijgt,

    het gezin van Ramir, dat uit Afghanistan

    is weggevlucht. Annefien kan het goed

    met Ramir vinden, hij leert haar nieuwe

    woorden en gebruiken. Zo begroet hij

    haar met salam, wat vrede betekent, en

    ze mag binnenkomen, maar ze moet net

    als de bewoners haar schoenen uitdoen.

    Dat Annefien vriendschap sluit met Ramir

    vindt haar vriendin Saar echter helemaal

    niet leuk. Saar vindt buitenlanders eng en

    dat laat ze duidelijk merken. Toch raakt

    Annefien intussen steeds meer geboeid

    door die andere wereld, zeker wanneer

    haar oom op de koop toe naar Afghanistan

    trekt, op zoek naar Ramirs kleine broer.

    In dit boek van Lijda Hammenga worden

    twee werelden, die van christenen en

    moslims, op een eenvoudige en respect-

    volle manier naast elkaar geplaatst. Een

    aanrader.

  • Tekst: Caroline Standaert Fotos: Etienne Leconte | Don Bosco inspireert

    19

    Waar het hart van vol is

    Reflecties bij de dagelijkse praktijk van een salesiaanse godsdienstleerkracht

    De vastenperiode is andermaal een uit-

    gelezen tijd om als christen in eigen hart

    te kijken, een tijd ook om stil te staan bij

    onze manier van lesgeven, over onze wij-

    ze van voor-leven: durven we het gesprek

    rond geloof nog op een positief-kritische

    wijze aangaan?

    CurieuzeneuzeDat onze jongeren maar een paar favo-

    riete gespreksonderwerpen zouden heb-

    ben, zoals muziek, games, geld, seks,

    uitgaan, moeten we tegenspreken. Die

    indruk kan ontstaan als je hen in groep

    observeert. Groepsdruk en stoerdoenerij

    zijn nooit ver weg, maar bij velen is het

    slechts pose. Als we hun verhalen aanho-

    ren en bereid zijn tussen de regels door

    te lezen, dan zien we de kwetsbare mens

    voor ons.

    Op school hebben we leerlingen die gelo-

    ven, net als leerlingen die niet geloven.

    Desondanks, of net daarom, levert de

    vraag of er tussen hemel en aarde iets

    is, vaak boeiende gesprekken op in de

    klas. Hun de kans geven om er in een

    hartelijke en veilige omgeving over in

    dialoog te gaan,

    is een deel van

    de weg. De kans grijpen om echt te luis-

    teren, is het andere deel van de weg. De

    figuur Don Bosco kan ons helpen om het

    evangelie ter sprake te brengen en de

    nieuwsgierigheid te prikkelen.

    De bokser en de BijbelNiet alles valt te plannen, en

    zeker geen klasgesprek

    met diepgang. Om het

    geloof en de Bijbel

    ter sprake te brengen

    komt er soms hulp

    vanuit een onver-

    wachte hoek.

    In de Pappenheimers,

    een tv-programma waar

    spitse humor en spot nooit

    ver weg zijn, dook een tijd gele-

    den zon aanleiding op. En van de drie

    gasten bleek ex-bokser Freddy De Kerpel

    te zijn. De rubriek Oneliners uit de Bij-

    bel werd aan hem toevertrouwd. Quiz-

    master Tom Lenaerts vroeg op plagerige

    toon of hij dan wel zon bijbelkenner was.

    Zijn oprecht antwoord verstomde de la-

    chers. Ik lees daar veel in, zei hij, en

    ik vind daar heel veel in

    terug. Freddy De Kerpel

    benoemde meteen tal van

    onderwerpen uit de Bijbel:

    liefde, haat, jaloezie, goed-

    heid, opoffering, die van-

    daag nog steeds diepmense-

    lijke attitudes zijn. Voor hem

    tonen de verhalen in de Bijbel

    aan dat de mens in al die eeu-

    wen niets is veranderd. Er viel

    een kleine stilte, net iets te lang

    voor zon flitsend programma.

    Zelfs medespeler Kamagurka,

    meester van het absurde, kreeg

    geen gevatte opmerking verzon-

    nen om Freddy in zijn hemd te zet-

    ten. De presentator ging snel over

    naar de eerste vraag: Vul aan: men

    ziet de splinter in andermans oog .

    Freddy De Kerpel gaf feil-

    loos alle antwoorden. Was

    het zijn boksersverleden

    dat de mensen ervan weer-

    hield om hem te bespotten?

    Neen, het was zijn authenti-

    citeit. Freddy De Kerpel heeft

    daar perfect gellustreerd waar

    godsdienstleerkrachten elke dag voor

    willen gaan. Want waar het hart van vol

    is, loopt de mond van over

    Volheid van hartHet klopt niet dat onze jongeren niet

    zouden openstaan voor Bijbelverhalen of

    voor de figuur van Don Bosco. Alles hangt

    af van de manier waarop we het brengen.

    Ze zijn wl vatbaar voor wie vol vuur en

    met de volheid van het hart vertelt. Het

    is het enthousiasme van de godsdienst-

    leerkracht dat het doet, daarbij gesterkt

    en versterkt door authenticiteit. Leerlin-

    gen voelen aan of het cht is wat je ver-

    telt. Dit betekent niet dat men zijn hele

    priv-leven in de groep moet gooien. Ge-

    tuigen en cht zijn blijven een voortdu-

    rende evenwichtsoefening. De uitdaging

    ligt erin om het niet op te geven. Troost

    daarbij is dat geen enkel kwaad tegen

    goedheid opkan. Zonder dat die goed-

    heid synoniem mag worden van naviteit:

    goedheid kan best ook gestrengheid in-

    houden. Het salesiaanse opvoedingspro-

    ject blijft in 2010 brandend actueel. Net

    als Don Bosco zaaien we, soms met kleine

    beetjes. Of het zaad tot wasdom komt,

    ligt niet in onze handen.

    Het klopt niet dat onze jongeren niet zouden openstaan voor Bijbelverhalen.

  • sprokkel | Tekst en fotos: Mark Den Haerynck

    20

    Dieter Verpoest spreekt eeuwige geloften uitHet jaar 2009 kreeg in de salesiaanse

    wereld veel aandacht. De salesiaanse

    congregatie vierde haar 150ste verjaar-

    dag en elk land had wel de n of andere

    gelegenheid om het jubileum onder de

    aandacht te brengen. In Hechtel was 19

    december 2009 zon feestelijke dag. Alle

    salesianen van de provincie Belgi-Noord

    en Nederland waren uitgenodigd op

    deze salesiaanse ontmoetingsdag, een

    jaarlijkse traditie om de warmtegraad

    van broederlijkheid en salesianiteit op

    peil te houden. Maar er was nog meer.

    Familie, jongeren en vrienden van Dieter

    Verpoest vergrootten de groep, om erbij

    te zijn wanneer hij als jonge salesiaan

    zijn eeuwige geloften uitsprak. Het heeft

    getuigeniskracht wanneer een jonge

    man, bijna als teken van tegenspraak

    in deze wereld, met overtuiging en met

    een groot hart, een bomvolle kerk als ge-

    tuige neemt om zijn levenskeuze aan te

    bieden. Het engagement van deze jonge

    man is een schitterend symbool van het

    lentegevoel en de levenskracht van de

    salesiaanse congregatie. Midden in de

    kerk stond Dieter, zelfzeker en overtuigd

    achter de micro, en hij ontroerde niet al-

    leen zijn vader en moeder, maar nog heel

    wat anderen. Wie zal de liefde becijferen

    waarmee hij zich solo en moeizaam wil

    los wriemelen van heel veel bindingen,

    om zijn leven voor altijd af te staan aan

    God en aan Don Bosco?

    GedragenIn concelebratie met Mgr Ad van Luyn,

    bisschop van Rotterdam, samen met de

    provinciaal van onze salesiaanse pro-

    vincie, Jos Claes, en de priesters van de

    gemeenschappen van Hechtel en He-

    verlee, ging Mgr Luc Van Looy, bisschop

    van Gent, voor in een sterk gedragen en

    intens doorleefde eucharistieviering. Jos

    Claes herhaalde in zijn homilie de vraag

    die Jezus tot driemaal toe aan Simon Pe-

    trus stelde: Heb je Me lief? Maar de

    zelfzekere stem waarmee Dieter daarop

    antwoord gaf bij het uitspreken van zijn

    geloften, was een driedubbel antwoord

    op die vraag aan zijn adres. Zijn beslis-

    sing was geen eendagsbesluit. Hij gaat

    ervoor.

    GetuigenisIn diezelfde viering hebben alle aanwe-

    zige confraters het voorbeeld van Die-

    ter gevolgd, en hun salesiaanse keuze

    bestendigd. Eensgezind en volmondig

    herhaalde elke salesiaan de geloftefor-

    mule en hernieuwde zo zijn keuze als

    deel van het geheel. Het had iets van een

    visitekaartje dat ze overhandigden als

    ruggengraat voor de toekomst. Het was

    een oproep geweest van de Algemeen

    Overste van de salesiaanse congregatie,

    don Pascual Chvez, om het mooiste ca-

    deau aan te bieden dat een salesiaan kan

    geven bij het jubileum van 150 jaar con-

    gregatie. Over de hele wereld heeft elke

    salesiaan hetzelfde gedaan: zijn geloften

    hernieuwd en gezegd dat hij gelooft in de

    toekomst. Wat daar in Hechtel gebeurde,

    had getuigeniskracht. Meer dan 200 sale-

    sianen van de provincie Belgi-Noord en

    Nederland die herhalen wat ze al jaren

    beleven: zich als salesiaan inzetten om

    voor jonge mensen in deze tijd teken

    en aanreiker te zijn van Gods liefde. Het

    geeft de wereld veel hoop in een tijd

    waar zoveel onzekerheid heerst.

  • in memoriam

    21

    sprokkels | Tekst en fotos: Mark Den Haerynck

    Salesianen houden Provinciaal Kapittel

    Jaak LENAERTS 02.12.1928+ 23.11.2009

    Als jonge priester, gewijd op 5 mei 1957 in Oud-Heverlee, trok Jaak in augustus van dat jaar voor de eer-ste keer als missionaris naar Rwanda. Meer dan vijftig jaar leefde hij er, naar het woord van Paulus, op de Rwandese heuvels. Hij werd er zwak met de zwakken om de zwakken te redden. Tijdens zijn stagejaren als jonge salesi-aan en assistent in het werkhuis van de afdeling mechanica in St.-Denijs-Westrem, kon hij zijn technische en praktische kennis over motoren, lasposten en draaien bijspijkeren, ook al behaalde hij er geen diploma. Het zou hem later in Rwanda goed van pas komen. En dat is waar gebleken op de enkele plaatsen waar Jaak, gedu-

    rende al die jaren, werkzaam is geweest, vooral in de technische school en het sociaal atelier. Via die salesiaanse inzet heeft hij heel wat jonge-ren, volwassenen en gezinnen betere levenskansen gegeven. Als priester ging hij voor in de dagelijkse eucharis-tie. In zijn thuis, zijn Kimihurura, had hij zijn parochie. En op zondag reed hij 50 km verder naar het jeugdcentrum Umu-dugudu om er eucharistie te vieren. Wie zou er gaan als hij

    niet ging?, heeft hij tot zijn laatste levensperiode volgehouden. Op het feest van Allerheiligen (1 november 2009) werd hij geveld door een hersenbloeding. Na de ziekenzalving heeft hij in stilte wel gepreveld: Alles komt goed. Op 23 november is Jaak naar de Heer vertrokken, daar waar alles goed komt in de gloed en het licht van de Verrijzenis. Twee dagen later namen velen dankbaar afscheid van deze jarenlange missionaris. De viering gebeurde in de volks-taal. Met Rwandese gezangen op de duizend heuvels werd hij naar zijn woning bij de Heer begeleid.

    Van 14 tot 17 februari 2010 organiseerden

    de salesianen hun 17de Provinciaal Kapit-

    tel (17 PK). Een kapittel is een bijeenkomst

    van salesianen, aanwezig vanuit hun

    functie als verantwoordelijken van de sale-

    siaanse provincie, of als gemeenschaps-

    overste en verkozene van een salesiaanse

    gemeenschap. Daarbovenop komen nog

    een aantal medebroeders die verkozen

    worden op provinciaal vlak.

    Opvolging 26 AKNa het 26ste Algemeen Kapit-

    tel (26 AK) in 2008

    nodigde de Alge-

    meen Overste de congregatie uit tot een

    spirituele wedergeboorte. De maatschap-

    pelijke evolutie vraagt immers bezinning

    en reflectie. Er stonden ook een paar be-

    langrijke feestjaren voor de deur: 150 jaar

    salesiaanse congregatie in 2009, 100ste

    sterfdag van don Rua in 2010, en in 2015

    gedenkt de congregatie de 200ste verjaar-

    dag van de geboorte van Jan Bosco. In het

    kader van die oproep ontwikkelden de pro-

    vinciaal en zijn raad van Belgi-Noord en

    Nederland een beleidsplan om die weder-

    geboorte uit te werken. Het 17 PK moest

    een belangrijk element worden in dat be-

    leidsplan.

    ThemaInhoudelijk behandelde het 17 PK als cen-

    traal thema de verhouding tot de zen-

    ding. Don Bosco leeft in onze provincie.

    Met velen salesianen en leken dragen

    we zijn charisma uit tot welzijn van vele

    jongeren in Vlaanderen en in Nederland.

    Don Bosco spreekt nog altijd mensen aan.

    In de loop van de laatste decennia is het

    aandeel van de salesianen in deze Don

    Boscobeweging echter gewijzigd. Hun

    aantal vermindert. Hun aanwezigheid

    is minder zichtbaar. Steeds meer goed

    gevormde en geestdriftige leken nemen

    in deze beweging een verantwoordelijke

    plaats in en nemen taken over. De salesi-

    anen zelf kunnen ook niet meer doen wat

    ze in het verleden deden. Daarom was de

    centrale vraag die de salesianen zichzelf

    tijdens het Kapittel stelden: Welke speci-

    fieke plaats hebben wij als salesianen in

    deze beweging? Welke rol kunnen/moe-

    ten wij op ons nemen om ons steentje bij

    te dragen in het levend houden van het

    charisma van Don Bosco?

    Het antwoord op die vragen is werk van

    de jaren die nu voor ons liggen. Het

    proces dat op het provinciaal kapittel

    is ontwikkeld, moet morgen en over-

    morgen gemplementeerd worden. Het

    is een werk van jaren, maar de moeite

    waard en uitdagend omdat Don Bosco

    zelf de moeite waard is. Via onze website,

    www.donbosco.be, kunt u alvast de re-

    sultaten van het Kapittel volgen.

  • verbonden | Tekst: Omer Bossuyt Fotos: Eindredactie, sxc

    22

    Werk maken van kinderrechtenEen dubbele achtergrondWanneer we het globaal bekijken, steunt

    de werking van DMOS op een dubbele ba-

    sis. In haar werking vertrekt ze vanuit een

    tweevoudige fundamentele keuze: een

    strategische keuze als ngo en een the-

    matische keuze als salesiaanse ngo. Wan-

    neer DMOS zich in de dagelijkse praktijk

    onder meer focust op de realisatie van

    kinderrechten, is de tweevoudige keuze

    daar niet vreemd aan. Meer nog, het is

    haar vertrekpunt.

    Strategische keuze als ngoAls ngo is DMOS gespecialiseerd in

    vorming. Ons werk berust op

    de Universele Verklaring

    van de Rechten van de

    Mens (art. 26), op het

    Internationale Pact

    over economische,

    sociale en culturele

    rechten (art. 13) en

    de Conventie over

    kinderrechten (art. 28

    en 29) die elk van-

    uit hun invalshoek het

    onvervreemdbare recht van

    elkeen op opvoeding erkennen.

    DMOS onderschrijft ondermeer de

    Conventie van de Kinderrechten,

    die concludeert dat elke mens moet

    kunnen genieten van een opvoeding die

    beantwoordt aan zijn fundamentele vor-

    mingsbehoeften, in de meest brede en

    meest rijke betekenis van het woord, van

    een vorming waarbij men wil leren om te

    weten, om te doen, om samen te leven

    en samen te zijn. Een vorming die eraan

    hecht de talenten en het potentieel van

    elkeen vruchtbaar te maken en de per-

    soonlijkheid van de leerlingen te bevorde-

    ren om hen ertoe in staat te stellen een

    beter leven te leiden en de maatschappij

    waarin ze leven te verbeteren.

    Daarom kiest DMOS in zijn programmas

    met de partners in het Zuiden voor de

    creatie en de ontwikkeling van beroeps-

    onderwijs als n van de machtigste in-

    strumenten om armoede en ongelijkheid

    te reduceren en aan kinderen te geven

    waar ze recht op hebben. DMOS en zijn

    partners vullen, betreffende het beroeps-

    onderwijs voor arme en achtergestelde

    bevolkingsgroepen, duidelijk een leemte

    in, die gelaten werd door zowel internati-

    onale donoren als door de overheden van

    ontwikkelingslanden.

    DMOS als salesiaanse ngoVeertig jaar geleden werd DMOS gesticht

    door salesianen die Cit des Jeunes in

    Lubumbashi uit de grond gestampt had-

    den. Vanaf het prille begin was DMOS

    een salesiaanse ngo. De zorg voor de

    ontwikkeling en opvoeding van de straat-

    kinderen, van jongeren zonder rechten,

    was haar vertrekbasis. De aandacht voor

    kinderrechten blijft haar werking stuwen.

    Haar uitgangspunt werd dit jaar nog

    bevestigd op het internationale congres

    van de salesiaanse congregatie Het

    preventieve Systeem en de Mensenrech-

    ten, van 2 tot 6 januari 2009 in Rome.

    Op het congres werd de onverbrekelijke

    band tussen het preventief systeem van

    Don Bosco en de promotie van de men-

    senrechten bestudeerd en uitgediept.

    Het congres beklemtoonde dat wie de

    pastorale en pedagogische visie van Don

    Bosco onderschrijft, niet anders kan dan

    de mensenrechten, en de kinderrechten

    in het bijzonder, promoten. De salesi-

    aanse opvoedingsmethode bevordert op

    Beroepsonderw

    ijs is n

    van de machtig

    ste

    instrumenten o

    m armoede

    te reduceren.

    Het charisma v

    an

    Don Bosco verl

    angt dat

    wij de weg van

    de

    mensenrechten

    bewandelen.

  • 23

    beslissende wijze de vorming van de jon-

    gere generatie overal in de wereld. DMOS

    is een klein radertje in dat grote geheel.

    Onder inspiratie van het evangelie en ge-

    dragen door het charisma van Don Bosco,

    wil zij haar bijdrage leveren om de maat-

    schappij te veranderen, de diepe oorza-

    ken van onrechtvaardigheid, armoede en

    discriminatie te elimineren en ons inzet-

    ten om de groei van de menselijke per-

    soon in zijn waardigheid te bevorderen,

    om de jongeren en vooral de armste jon-

    geren evangelische levenskansen te ge-

    ven. Hiermee ligt haar opdracht duidelijk

    uitgetekend. Het

    charisma van Don

    Bosco verlangt

    van ons vandaag

    dat wij voor de

    integrale redding

    van de jeugd, ook

    de weg van de mensenrechten bewande-

    len. Via onze programmas en de vorming

    van de partners in het Zuiden willen wij

    alles in het werk stellen om de elemen-

    taire rechten van de kinderen te bevorde-

    ren. Als salesiaanse ngo zijn wij erfgena-

    men en dragers van een opvoedkundig

    systeem dat streeft naar een cultuur van

    het leven en de verandering van structu-

    ren. Daarom blijven wij de kinderrechten

    op de agenda plaatsen.

    Vertaald op het terreinDe fundamentele strategische keuzes in

    de missie van DMOS worden maar con-

    creet wanneer we ons op het terrein

    begeven en te velde gaan kijken naar

    de realisatie van de lo-

    pende programmas en

    hun deelprojecten in het

    Zuiden. Hier voelen we

    de polsslag van de verwe-

    zenlijking van de kinder-

    rechten door opvoeding

    en onderwijs heen. Maar

    ook de educatiedienst draagt

    in Vlaanderen een wezenlijk

    steentje bij in de bewustmaking

    van jongeren voor de situatie van de

    kinderrechten.

    Aanpak van de kinderrechten in de ZuidprogrammasWaar we in het Zuiden de salesianen of

    de zusters van Don Bosco bezoeken, be-

    merken en ontdekken we overal de links

    met de verdediging van de kinderrech-

    ten. Telkens staan opvoeding en onder-

    wijs centraal als de uitgelezen weg om de

    kinderrechten waar te maken. We den-

    ken aan de jongeren van het Heilig-Hart-

    instituut in Yellagiri Hills, in de deelstaat

    Tamil Nadu in India. Hier krijgen jongens

    en meisjes uit de laagste sociale k