Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o...

53
‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’ Joop van den Berg bron Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza.’ In: Uitgelezen boeken 6 (1996), aflevering 2 (juni), p. 1-46. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/berg013deli01_01/colofon.htm © 2004 dbnl / Joop van den Berg

Transcript of Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o...

Page 1: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim2000 pagina's Indisch proza’

Joop van den Berg

bronJoop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza.’ In:

Uitgelezen boeken 6 (1996), aflevering 2 (juni), p. 1-46.

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/berg013deli01_01/colofon.htm

© 2004 dbnl / Joop van den Berg

Page 2: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

1

Pupillen van een weeshuis op Java rond 1900. ‘Grotendeels zijn het weesjes, door mindere militairenachtergelaten. De meesten zijn half caste en hebben een Europese vader en een inlandse moeder.’

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 3: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

4

De schrijfster Dé-Lilah in kimono als illustratie in haar ‘Japanse’ roman Madame Caprice (1901).Zij moet op de foto ongeveer 48 jaar zijn geweest.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 4: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

6

Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000pagina's Indisch proza

Joop van den Berg

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 5: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

8

Vrouwen lief en leed onder de tropen

In het jaar 1897 verschijnt in Nederland een ‘Indische’ roman, getiteld en geschrevenonder het pseudoniem Dé-Lilah. Het boek krijgt een motto mee uit Tollens'Echtscheiding met onder andere de regels:

Niet steeds is de liefde bestendig van duurHoe snel zij den boezem deed jagen;Zij bluscht wel somwijlen ontijdig haar vuur,Hoe hel zij de vonk had geslagen.

De titel Gecompromitteerd (‘compromitteren’ is volgens Van Dale ‘iemand aanblaam blootstellen, in opspraak brengen’) slaat op de situatie van de hoofdfiguur,een jonge vrouw die zich na haar echtscheiding als juffrouw van de huishoudingaanbiedt bij een rijke tabaksplanter in Deli op Noord-Sumatra. Het feit dat zij eengescheiden vrouw is, heeft zij bij haar sollicitatie verzwegen.

Als zij goed en wel - tot ieders volle tevredenheid - als dame de menage in Deliwerkt, onthult haar gewezen man haar ‘geheim’, en de gehele upper ten voelt zichgecompromitteerd en zendt haar in schande weg! Hoewel overspel binnen de Delischegemeenschap meer regel dan uitzondering was, is een gescheiden vrouw voor deheren van de tabak een ‘verachtelijk wezen’.

Voor de lezer van nu een weinig aansprekend en vooral achterhaald thema, enzeker als het wordt verwoord in zinnen als: ‘Die demon in heldengestalte, die duivelin Apollogedaante, het was immers de man die haar in deze diepe ellende

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 6: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

9

had gestort’, maar het was voor die dagen een levenszaak.Los van de gezwollen taal en het hypocriete thema wordt de Nederlandse lezer

een weinig opwekkend beeld gegeven van de koloniale maatschappij. Nu warenIndische romans met een soortgelijke strekking en inhoud zo'n honderd jaar geledeneen apart genre geworden onder de noemer: Vrouwen lief en leed onder de tropen,de titel van een bestaande roman uit 1892 van de schrijfster Thérèse Hoven.

Het was een genre waarin door, vooral vrouwelijke, auteurs een beeld werdgeschetst van de maatschappij van tempo doeloe, sterk gekleurd door een groot tekortaan huwbare Nederlandse vrouwen en een overvloed aan njais (inlandsehuishoudsters), de fraaie Nederlands-Indische term voor concubine.

Het is met name de schrijver P.A. Daum geweest die die - voor Hollandse ogen -vreemde maatschappij op overtuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum was hetdie al die ups en downs van het Indische leven met een onnavolgbaar scherp pennetjeheeft weergegeven. Maar naast de ‘felrealistische’ werken van Daum verscheen erin het laatste kwartaal van de vorige eeuw een groot aantal romans, waarin met veelgeruis van ‘maanovergoten palmen’ en ‘kleurrijke sarongs’ een vertekend beeld werdgegeven van die Indische maatschappij. Daum had weinig op met deze schrijvende(meestal vrouwelijke) collega's. Hij noemde ze ‘Schriftstellerinnen, zonderbuitengewone geest of genialiteit, vervaardigsters van romans die men in hospitalende zieken voorleest om ze 'n beetje op te fleuren.’

Voor enkelen gaat die karakteristiek niet op, maar ook Rob Nieuwenhuys spreekt,als hij in zijn befaamde Oost-Indische Spiegel de schrijf-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 7: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

10

sters M.C. Frank, Mina Krüseman, Annie Foore, Melati van Java en Thérèse Hovenwil indelen, van een ‘damescompartiment met veel romantiek in sarong kebaja’ ennoemt ze ‘allen op hun tijd wat opgewonden, dweperig en hooggestemd’.

Welnu, ook voor de roman Gecompromitteerd gaat dit zeker op, sterker nog,‘dweperig en opgewonden’ is van toepassing op bijna heel haar werk. Dat oeuvrevan Dé-Lilah bestaat uit vier lijvige romans, een verhalenbundel en een reisboek,tezamen goed voor zo'n 2000 pagina's ‘Indisch proza’.

En dat alles binnen een periode van krap vijf jaar, want in 1901 verschijnt bij deUtrechtse uitgeverij Honig al weer haar laatste roman, Madame Caprice genaamd.Daarna wordt er in Nederland niets meer van en over de schrijfster vernomen. Haarwerk verdwijnt geheel van de markt (zelfs de antiquarische) en de naam Dé-Lilahwordt in geen enkel handboek van de Indisch-Nederlandse letterkunde ook maargenoemd, niet eens zijdelings.

Dat niemand van gezag - zoals daar zijn: Daum, Busken Huet, prof. Brom en RobNieuwenhuys - haar werk ook maar één keer noemt, mag te denken geven en je bentgeneigd om met hen te denken dat het werk van de schrijfster door het hoge sarongkabaja-gehalte de streep van de bellettrie - schone letteren - niet heeft gehaald en zijuiteindelijk niet waard bleek om gecanoniseerd te worden.

Op de vraag of dat nu terecht of onterecht is wil ik nu even niet ingaan. Wel meenik in haar werk toch een reeks bijzondere zaken te hebben aangetroffen, die eenkritische terugblik op haar ‘vergeten’ werk rechtvaardigen. Ik schrijf met opzet‘vergeten’ tussen aanhalingstekens, want in de keuze-bibliografie van deIndisch-Nederlandse letteren

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 8: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

11

door Dorothée Buur, Persoonlijke Documenten, worden wel degelijk vijf van haarzes publikaties vermeld.

Bij wijze van inleiding nu een korte tour de horizon langs haar oeuvre met eenbeknopte karakteristiek van ieder boek afzonderlijk.

Haar eerste roman Gecompromitteerd is - zoals ik al vertelde - een weinig opwindendezeden-schildering van de koloniale samenleving in de rijke tabaksprovincie Deli. Inhaar tweede roman Hans Tongka's carrière - opnieuw spelend onder de Deli-tabakkers- is evenwel veel bijzonders te ontdekken. In het boek wordt namelijk, naast deverhaallijn, uitvoerig ingegaan op het dagelijkse leven op de plantages, waarmishandeling van koelies en seksuele uitbuiting van vrouwen aan de orde van dedag zijn. In het boek (in twee kloeke delen van zo'n 300 pagina's elk) wordt op zekertien plaatsen heel uitvoerig de schanddaden belicht van blanke planters jegens hunslaven, en hun inheemse huishoudsters.

Een voorbeeld: de hoofdfiguur van de roman, Hans Tongka, wordt door deschrijfster als volgt belicht:

‘Ook onder inlanders was Hans niet bemind. Men vreesde en schuwdehem, en de meesten haatten hem zooals slechts een inlander haten kan.Hij behandelde hen wreed en ruw, en al de boosaardigheid die er in zijnkarakter zat, kwam tot zijn recht wanneer er koelies gestraft en geslagenmoesten worden. Het slaan alleen zelfs scheen Tongka niet voldoende, zijmoesten er ook bij gemarteld worden. Aan de handen, met een touwvastgebonden, werden zij aan een boom omhoog geheschen, zoodat dearme koelie zich niet verroeren kon, en kreeg hij op deze wijze derottanslagen, die hem waren toegedacht. Ook de vrouwen werden nietgespaard. Wanneer zij lui waren, en niet wilden werken, zich ziekmeldende, werden zij dikwijls eigenhandig door Hans uit de “póndók”(javanenloods) gesleurd en kregen zij rottanslagen op hun bloote lijf. Eenshad hij de vingers eener inlandsche vrouw tusschen de copieerpers gelegd,en die zóó aangeschroefd, dat ze geheel verpletterd waren, en de vrouwbewusteloos neerviel van pijn.’

Vanwege een reeks passages als bovengenoemde krijgt het boek gaandeweg hetkarakter van een protest-roman. Alleen al daarom is de roman be-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 9: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

12

langrijk te noemen, hoe zwak hij verder in de uitwerking ook mag zijn.In haar derde roman B.B. Kongsie uit 1900, wordt, in navolging van het epos van

de Heren van de Tabak, de schijnwerper gericht op het Binnenlands Bestuur (alomhet B.B. genoemd, vandaar de titel) in dezelfde landstreek op het eiland Sumatra.

Romantechnisch hapert de roman aan alle kanten, maar het machtsmisbruik vanhet Nederlandse bestuur en de daarmee gepaard gaande corruptie worden in eenreeks voorbeelden uitvoerig geportretteerd.

Daarom is B.B. Kongsie toch een belangrijk boek geworden, temeer omdat hetgeschreven werd door een insider met veel oog voor de wijze waarop blank, lichtbruinen bruin in de kolonie Nederlands-Indië met elkaar omgingen. De verhalenbundel,Een Indisch dozijntje, die twee jaar eerder uitkwam (1898), bevat een twaalftal korteverhalen, waaruit op zijn minst blijkt dat het korte verhaal de schrijfster beter ligtdan de roman, omdat de intriges en de ontwikkeling van het korte verhaal doorgaanseenvoudiger zijn vast te houden. Een Indisch dozijntje zijn in feite twaalf Indischestandaardverhalen. Desondanks toch ook in dit boek weer oorspronkelijke visies opzaken die in de koloniale roman meestal zeer eenduidig werden weergegeven.

Die afwijkende visie komt vooral tot uiting in haar vierde boek, Mevrouw KlausineKlobben op Java (1899), een reisboek. Ongehoord voor die dagen was de beschrijvingvan een reis over het eiland Java, gedaan door een vrouw alleen en vanuit de optiekvan - wat wij nu zouden noemen - de ‘low budget’-tourist. Mevrouw KlausineKlobben (Dé-Lilahs alter ego) logeert niet in dure hotels maar in gewone logementenen pleister-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 10: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

13

plaatsen en bij verre vrienden of kennissen. In het boek vinden wij naast hooggestemdeverslagen van bezoeken aan toeristische trekpleisters, bijvoorbeeld ook een met vervebeschreven picknick met een kinderrijke Indo-Europese familie.

Haar laatst gepubliceerde boek (ik kom later nog te spreken over niet-gepubliceerdwerk) is Madame Caprice, een roman spelend in Japan. Het is een draak van eenboek, een in kimono gehulde soap, die slechts met grote moeite valt uit te lezen.

Uitgeverij Honig raakt het boek dan ook nauwelijks kwijt en het zou best zo kunnenzijn dat het geringe sukses van deze roman de uitgever deed besluiten het avontuurmet de schrijvende plantersvrouw uit Sumatra te beëindigen. Hoe het ook zij, na1902 valt er een absolute stilte over het leven en werk van Dé-Lilah. Ten onrechte,meen ik, want er zijn een paar illustere wapenfeiten uit haar korte schrijverslevenvermeldenswaardig.

Die zijn in kort bestek: de eerste Deli-tabaksroman uit de Indisch-Nederlandseletterkunde met grote aandacht voor de koeliemishandeling en het vrouwenmisbruik,vervolgens het levendige en uitzonderlijke reisboek van mevrouw Klausine Klobben,dat door toon en inhoud bijzonder is te noemen, en last but not least haarIndo-Europese afkomst en de daarmee sterk verbonden andere visie op de kolonialemaatschappij.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 11: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

14

Woning van een hoofdadministrateur in Deli rond 1900 (foto: C.J. Kleingrothe - Medan).

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 12: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

15

Europese dame in een tandoe (draagstoel). ‘Ik had nu op mijne stoel een aardig tentje met zeiltjes,die ik neer kon laten, een flinke ruimte voor mijn voeten, kortom, ik zat werkelijk zo gemakkelijkmogelijk.’

Tabaksplanterspicknick op Sumatra rond 1890.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 13: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

16

Hotel Kalitaman te Salatiga. Een klein familiehotel waar ‘een vrouw die alleen reist beter op haarplaats is’.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 14: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

17

Een stamboelvoorstelling op Java, volgens Dé-Lilah ‘werkelijk alleraardigst, goed gespeeld en geestigtoneel’.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 15: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

18

Dé-Lilah - het gepubliceerde werk

Gecompromitteerd Arnhem, P. Gouda Quint, 1897

Dé-Lilahs debuut, de roman Gecompromitteerd wordt - geheel in de stijl van diedagen - in het ‘Nieuwsblad voor de boekhandel’ aangekondigd als: ‘ingekomenWerk, ter verzekering van het auteursrecht, volgens Art. 10 der Wet van 8 Juli 1881’.De uitgever is P. Gouda Quint en het boek moet ƒ3,25 kosten.

In het exemplaar dat in mijn bezit is, heeft in een ver verleden een lezer boven detitel een klein zonnetje getekend. Een vingerwijzing naar het tropische karakter vande roman? Wij zullen het nooit weten, maar een stempel op de titelpagina ‘J.W.Peters Jr. Bibliotheek’ doet vermoeden dat het boek tot de ‘lichte’ lectuur werdgerekend, want de leesbibliotheken hadden toen nog weinig op met de ‘zware’bellettrie. Het zal op die manier zeker door veel handen zijn gegaan.

Anders dan bij haar latere boeken is Gecompromitteerd door de pers besprokenen van commentaar voorzien. Dank zij de ongeëvenaarde speurzin van Louis Putman,antiquaar te Amsterdam, ben ik in staat die kritieken te reproduceren.

De inhoud van het boek is - zelfs voor een ‘Indische roman’ waarvan de criticivooral ‘overvloedige staaltjes van de hebzucht en wraakzucht der inlandse bedienden’verwachtten - weinig opzienbarend.

Het is tout court een ‘vrouwengeschiedenis’ in het rijke tabaksdistrict Deli. In dielandstreek is binnen een jaar of tien door de uiterst lucratieve verbouw vanSumatra-tabak een plantersgemeenschap ontstaan, die stijf staat van het geld en hetdaarbij horend parvenu-achtig gedrag.

De nieuwe rijken van die gemeenschap nemen voortdurend het recht in eigenhanden en beschouwen hun ondergeschikten als slaven.

De hoofdfiguur, Betsy Scott, is een Indo-Europees meisje dat op 16-jarige leeftijdeen verstandshuwelijk aangaat met een rijke koopman. De man sterft al gauw en dezeer jonge weduwe hertrouwt met een officier van het KNIL. Deze man mishandelthaar geestelijk en lichamelijk en na veel overspel van zijn kant besluit het echtpaartot een echtscheiding. De vrouw krijgt de voogdijschap over het zoontje dat uit hethuwelijk is geboren, tot groot verdriet van de KNIL-officier die van het kind latereen ‘tüchtige’ militair had willen maken.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 16: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

19

De vrouw, die geen inkomsten meer heeft, treedt dan op als dame de menage, eensoort kruising tussen gouvernante en huishoudster, in dienst van een puissant rijketabaksplanter, maar verzuimt - ik schreef het al eerder - bij haar sollicitatie tevermelden dat zij een gescheiden vrouw is. Zij vermeldt als maatschappelijke statusalleen: weduwe, feitelijk niet onjuist, maar onvolledig! Dit nu wordt haar noodlottig,want haar gewezen man wordt na een schitterende militaire carrière in Atjehovergeplaatst naar Deli en het angstvallig bewaarde geheim komt uit. Het betekentdat Betsy Scott haar werkgever en zijn familie ernstig heeft ‘gecompromitteerd’ enhun commentaar luidt dan ook, kort en goed: ‘Wij kunnen ons niet inlaten met damesvan twijfelachtig gedrag, want aan een gescheiden vrouw is altijd een luchtje.’

De planter besluit dat zijn twee huwbare dochters, die bij hem inwonen, niet onderéén dak kunnen slapen met een gescheiden vrouw, en Betsy moet op stel en sprongde onderneming verlaten, verguisd door de hypocriete Delische gemeenschap. Opéén na dan, een jonge planter, die verliefd op haar is geworden en die haar, ondanksalle commotie, trouwt. Ook dit huwelijk duurt maar kort, want de hoofdpersoon sterft- geheel in de stijl van die dagen - aan een soort vliegende tering.

Exit Betsy Scott, het dappere Indische meisje, dat vermorzeld wordt door deraderen van de Indische bourgeoisie.

Dit nogal simpele gegeven wordt gelardeerd met talrijke intriges en bijfiguren,die nogal vaak ‘de lippen krampachtig op elkan-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 17: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

Titelpagina Gecompromitteerd met bibliotheekstempel.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 18: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

20

der geklemd hebben’ en ‘met iets onheilspellends in hare karbonkels’ op elkaartoetreden. Ook zullen de twee huwbare dochters van haar werkgever - dehoofdadministrateur Goudvink(!) -, die qua karakter volstrekt tegengesteld zijn,huwen met respectievelijk de tweede echtgenoot van Betsy Scott, de KNIL-officier,en de jongste met Betsy's laatste echtgenoot, de planter die op zo'n tragische wijzeweduwnaar werd.

Het thema van twee uiteenlopende zusjes met een nogal vreemde partnerkeuze, zalDé-Lilah nog enkele malen in haar volgende romans herhalen - kennelijk een voorhaar vertrouwd thema. Het wordt door de recensent van De Tijdspiegelgekarakteriseerd als ‘een dooreenmengeling van huwelijken’, die wordt weergegeven‘met overdrijving en felle kleuren.’

Overigens is zijn kritiek nog redelijk positief, want hij spreekt wat verderop over:‘Goed getekende figuren, een echt Indisch cachet, en een zuiver taalgebruik enverdienstelijke stijl.’

Opmerkelijk is wel dat hij achter het pseudoniem een man vermoedt. Hij schrijftzelfs dat de auteur niet uitblinkt in het weergeven van ‘beschaving en vrouwelijkgevoel’, en besluit zijn kritiek met: ‘De schrijver, meer dan andere vaders van Indischeromans, is steeds beschaafd en kies in zijn uitdrukkingen, en meer valt er overGecompromitteerd niet te zeggen.’

De recensent van De Indische Mercuur (No. 43 - 23 oktober 1897) is opmerkelijkpositiever in zijn oordeel, al denkt ook hij dat Dé-Lilah een man is. Wij laten dekritiek in extenso volgen:

‘Dit is nu een Indische roman van het betere soort.Een hartstochtelijk boeiend boek, in vloeiende, soms superieure en zeldenafgezaagde stijl, menschen en toestanden gevend, zooals we ze ons alleenin Indië kunnen denken. 't Is om óók uit te lezen, want 't is waar, als je erlanger over gingt nadenken, dan zouden sommige dingen nog wel watwonderlijk schijnen. Maar enfin, de auteur schijnt ook nog jong oftenminste pas-beginner te zijn, we herinneren ons niet het wonderlijkepseudoniem Dé-lilah eerder te hebben ontmoet - en er is dus hierin nogverbetering te verwachten. Scherper kritiek op eigen fantasie (noodig b.v.waar de heldin na tweemaal gehuwd geweest te zijn en al drie kinderenhebbend nog wordt geschilderd als een bloeiend jong meisje, tewijl ze naslechts enkele maanden veranderd is in een lijdende vrouw, die ten doodeis opgeschreven) en dieper psychologische studie (hoe onmogelijk is niethet spoorloos voorbijgaan van Betsy's innige liefde voor dokter Mauve)zullen Dé-lilah wiens aangeboren talenten vele zijn, tot een onzer eersteIndische schrijvers kunnen maken.Gecompromitteerd heeft ons een genotvolle avond verschaft. Het is inleesgezelschappen en bij roman-lievend publiek uitstekend op zijn plaats.De intrigue vertellen we liever niet, om de aandacht te spannen.’

Ook het tijdschrift Nederland (2e deel - 1897) spreekt over een ‘zeer leesbare roman’(en opnieuw over dè auteur):

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 19: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

‘Dé-lilah, Gecompromitteerd, Indische roman; uitgave van P. Gouda Quintte Arnhem.Dé-lilah is een uitmuntende roman voor de leesbibliotheken. Pikant genoegen toch zonder een eigenlijke berispelijk woord of aanstootelijk tooneel,onderhoudend van het begin tot het einde met afwisseling van amusanteen ernstige tooneelen, levendig van verhaaltrant, flink in kleur zonder hethinderlijke opzet van litteraire schildertijtjes-maken, moet hij met genoegengelezen worden. Wel is de intrige ervan honderd-duizend malen verwerkten er is noch nieuwe combinatie, noch psychologische

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 20: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

21

ontdekking, noch gevoelsprobleem, noch nieuwe milieu-studie of iets vandien aard in het boek te vinden; maar er is een beeldschoone rampzaligeheldin in, strijdend tegen booze belagers, lijdend voor een hoog belang,om beurten gevierd, boetend voor haar schuld, en triomfeerend na devernedering; deze heldin heeft krachtige vrienden en vijanden; zij isomringd door andere mooie of vriendelijke of grappige menschen; hetgeheel vormt een zeer leesbaren roman. De schrijver van “Dé-lilah” zaler wel meer doen volgen; blijkbaar heeft men hier met een auteur vantemperament te doen.’

Resumerend kan men vaststellen dat de critici in Nederland redelijk welwillendhebben geschreven over haar debuutroman. De belangrijkste recencent in Indië zelf,en dat was in die dagen niemand minder dan P.A. Daum, heeft - voorzover ik kannagaan - geen aandacht aan haar werk besteed. Uit zijn geschriften blijkt duidelijkdat hij wel degelijk de schrijfsters van ‘het damescompartiment’ kritisch heeftgevolgd, maar geen woord over Dé-Lilah. Het waarom is na honderd jaar moeilijkte achterhalen, maar dat hij niet over haar werk heeft geschreven, is mogelijk ookeen verklaring voor de grote stilte die later rond haar oeuvre is gevallen, en haar nietvoorkomen in de handboeken van de Indisch-Nederlandse letterkunde. Men moetnamelijk constateren dat samenstellers van zulke werken maar al te vaak terugvallenop waarde-oordelen van eerdere critici, en die zelden herijken. Hebben de criticidestijds een bepaalde auteur, om welke reden dan ook, ‘gemist’, dan lijkt in de meestegevallen het literaire lot van dergelijke auteurs voor eens en voor altijd beslecht.

De roman Gecompromitteerd is - een eeuw later gelezen - nog steeds een vlotgeschreven boek, waarvoor de omschrijving van ‘lichte’ lectuur nog steeds opgaat:‘Een leesboek, een soort sleutelgat, waardoor de lezer een vreemde wereld bespiedt’(Paul Rodenko).

Omdat die wereld van Dé-Lilah de Nederlandse tabakkers op Sumatra betreft, ishet voor de Nederlandse lezer niet alleen bekend en vertrouwd, maar tevens vreemden exotisch, ook al heeft de schrijfster in haar eerste roman aan de beschrijving vandie Indische omgeving nog niet eens zo veel gedaan. Sterker nog, de hoofdfiguurzegt pas op bladzijde 135: ‘Ik heb nog nooit een tabaksblad gezien en ben nu bijnavijf maanden hier.’

De verhalen die de schrijfster op Java over Deli hoorde: ‘Een raar land (...) demensen lopen er rond op straat, op klaarlichte dag met revolvers en messen: in hotelsschreeuwen en tieren zij, en zitten op tafel met open jassen, borst ontbloot enfin zo'nechte wildemanstroep’, worden in haar debuut nergens waar gemaakt.

Pas in haar tweede roman komen wij aan de weet waarom de planters in Deli metmessen en revolvers rondliepen.

Hans Tongka's carrière Utrecht, H. Honig, 1989

De volgende roman van de schrijfster lijkt, hoewel opnieuw spelend in hettabaksplantersmilieu op Noord-Sumatra, in tal van opzichten

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 21: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

22

niet op haar debuut. Zij heeft wel een andere uitgever gevonden, de firma H. Honigin Utrecht, die - zo zal blijken - een bewogen uitgeversavontuur met haar aan zalgaan.

Haar tweede boek heeft een veel encyclopedischer karakter en wil in twee dikkedelen een compleet beeld geven van de vreemd gestructureerde maatschappij dieDeli toen was. Naast de vele intriges rond de hoofd- en bijfiguren is er ditmaal juistwèl veel aandacht voor het Indische decor.

Het boek heeft als steuntitel de aanduiding ‘Tabaksroman’ meegekregen (in plaatsvan ‘Indische’ roman) en achter Dé-Lilahs naam wordt nu vermeld: schrijfster vanGecompromitteerd. Mogelijk is dit gedaan om een einde te maken aan deveronderstelling dat Dé-Lilah een man is.

De genre-aanduiding ‘tabaksroman’ mag een schot in de roos worden genoemd,want de tabakscultures zelf speelt een zeer belangrijke rol; het leven en werken metenkele honderden geronselde Chinese en Javaanse koelies staat ruim 600 bladzijdenlang centraal in het boek. Maar bijvoorbeeld ook het leven van de concubines vande blanke planters - eveneens van Chinese en Javaanse landaard - is vandoorslaggevende betekenis in de verhaallijn.

Hans Tongka's carrière is een roman die men in eerste instantie het beste alsnaturalistisch kan omschrijven. De schrijfster probeert als een vrouwelijke EmileZola het leven op de Sumatraanse plantages door een ‘objectieve beschrijving vanalle details’ tot leven te wekken. Met krachtige en soms realistische trekken wordtde ‘werkelijkheid’ omgevormd tot een somber en breed palet van het dagelijkseleven.

En dat nu maakt die tweede roman van Dé-Lilah juist zo interessant, want hoewelde hoofdfiguren door gebrek aan psychologisch talent schimmig en verward blijven,is de beschrijving van de wereld om hen heen vaak uniek en - zeker voor die tijd -in de Indische bellettrie nog niet eerder vertoond. Waar vinden wij immers in dievorm van letterkunde niet alleen beschrijvingen van het interieur van de huizen vande rijke administrateurs, maar tevens beschrijvingen van de onderkomens van hunassistenten, die veelal als enig meubilair wat kisten en kratten hadden, of van depeeskamertjes van hun concubines, en tot slot de koelieverblijven, die niet veel meerwaren dan een soort veredelde hondehokken.

Zij zijn allemaal te vinden in Hans Tongka's carrière, maar ook een weergave vande gesprekken tussen leden van de diverse groeperingen met een visie op elkaarsleven. In de roman komen wij te weten wat de Hollandse planter vindt van zijn najien zijn koelies, maar ook wat die misdeelde groeperingen van hun ‘heer-gemaal’ enheer vinden. Het is vooral die schildering van de sociaal-historische omstandighedendie de verder zo wijdlopige roman voor de moderne lezer nog zo leesbaar maakt.

Het boek wordt geafficheerd als een roman over het stijgen op de maatschappelijkeladder door een aantal lieden uit de heffe des volks. Dat zijn bij Dé-Lilah zonen van‘drankzuchtige Saksische schoenlappers’ of van ‘boekenjoden van de Nieuwmarktin Amster-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 22: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

23

dam’. In feite is de roman een verslag van hoe een maatschappelijke niets het tot ietsbrengt en dan vooral door likken naar boven en trappen naar onder, en dat laatste indiè tijd en dàt deel van de wereld letterlijk. Hoe meer koelies men sloeg, hoe harderze werkten en hoe meer geld werd verdiend. Over dat aspect van het boek heb ikuitvoerig bericht in BZZLLETIN - Literair Magazine - Nr. 214, maart 1994.

Het gedramatiseerde levensverhaal van de planter Hans Tongka biedt dan ook eenprachtig (en m.i. waarheidsgetrouw) beeld van die Delische plantersmaatschappij,die door de razendsnelle hoogconjunctuur en het uitblijven van bestuurlijke en socialecontrole in het intermenselijke verkeer zulke absurd wrede trekken ging vertonen.

Zo erg was het dat in 1902 een brochure over die koeliemishandeling, getiteld Demiljoenen uit Deli geschreven door de advocaat en mensenrechtenactivist avant lalettre J. van den Brand, zo insloeg dat de regering in Den Haag besloot tot eendiepgaand en onpartijdig onderzoek naar de misstanden op Noord-Sumatra.

De uitkomsten van dat regeringsonderzoek, gedaan door een Officier van Demiljoenen uit Deli werd geponeerd. De voorbeelden van verregaande mishandelingvan koelies (mannen en vrouwen) die beide juristen in hun geschriften als voorbeeldgeven, lijken als twee druppels water op een paar voorvallen beschreven in het tweedeboek van Dé-Lilah:

‘Nog niet lang geleden was er weer iets belangrijks op Lau-Timorvoorgevallen. Brill had met eigen hand een koelie doodgeslagen. De manwas lui in 't werk geweest, en de assistent had hem wijselijk niet zelfgestraft maar hem bij den administrateur in het kantoor gebracht. De koeliezag er reeds ziek en afgemat uit, en kon men het hem wèl aanzien, datzijne ziekte niet gefingeerd was. Nu was een koelie in Brill's oogen nietsmeer dan een beest, en daarnaar behandelde hij ze ook. Zijne valschenatuur kwam eerst tot zijn recht, wanneer hij aan 't kastijden ging, wanthij sloeg er nooit royaal op los zooals anderen, neen hij kneep, trapte enschopte op de meest gevoelige plaatsen.Dat gebeurde ook nu, en te meer kon hij dat naar hartelust doen, omdat erniemand anders in 't kantoor was. Doch bij den eersten den besten schopdien hij den koelie gaf, zakte deze reeds als een zoutzak in elkaar, zondereenig geluid te geven, en toen Brill's drift bedaard was, en hij zich naarhem over boog, om hem te betasten, toen bemerkte hij dat de koelie zoodood was als een pier.’

Blijkens een mededeling aangetroffen in de nalatenschap van uitgever Honig, werdendestijds van Hans Tongka's carrière 800 exemplaren verkocht in Nederland. Genoegzou je zeggen om op een of andere wijze door de media gesignaleerd te worden,maar het heeft kennelijk niet zo mogen zijn.

Het kan best zijn dat het boek destijds om de triviale intriges enkeukenmeidenromantiek van de hoofdfiguren is verworpen en dat men de beschrevenwreedheden als verzinsels beschouwde van een op hol geslagen schrijfster, maarzeker weten doen wij het niet.

Van die destijds in Nederland aanwezige 800 exemplaren zijn er in hetantiquarische circuit weinig overgebleven, want in de afgelopen 25 jaar werd - voor

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 23: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

zover mij bekend - het boek maar één keer ter verkoop aangeboden. Het blijftverwonderlijk, want een an-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 24: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

24

dere ‘protestroman’ Baboe Dalima van de schrijver M.T.H. Perelaer over deknevelpraktijken bij de opiumhandel uit 1886 werd wèl veelvuldig besproken, watenkele jaren later leidde tot een goedkope herdruk. Nu moet hierbij wel wordenaangetekend dat bij Perelaer de slechterikken in het boek de Chinese opiumhandelarenzijn en de ‘weldoeners’ de Nederlandse bestuursambtenaren. Bij Dé-Lilah zijn hetvooral de Nederlanders die barbaars optreden tegen de Chinezen. Protest aantekenentegen de Delische delicten, zoals door Dé-Lilah beschreven, zou toch snijden in eigenvlees betekend hebben. Een afdoende verklaring voor het grootscheeps negeren vande sociale strekking van de roman lijkt het mij niet, maar ik weet voorlopig geenbetere.

Dat Hans Tongka's carrière in maatschappij-kritisch opzicht niets heeft uitgerichtis zonneklaar, al weten wij sinds het boek precies waarom de Hollandse planters metpistolen rondliepen. Uit pure zelfverdediging!

Een Indisch dozijntje Utrecht, H. Honig, 1898

De nieuwe uitgever van Dé-Lilah, de firma Honig, moet wel vertrouwen hebbengehad in haar tropische aanwinst, want kort na Hans Tongka's carrière verschijnt eral weer een nieuw werk van haar; de verhalenbundel Een Indisch dozijntje. Inderdaad,12 sterk anecdotische verhalen uit het ‘rijke Indische leven’. Verhalen uit de kleineambtenarenwereld en de middenstand, onmiskenbaar de Indo-wereld, want zij warenhet immers die als klerken, opzichters en winkeliers er voor zorgden dat gans hetraderwerk bleef draaien. Geschiedenissen, niet van de kleine boeng, maar demiddelgrote boeng, die ook wanhopig probeerde te stijgen op de maatschappelijkeladder, maar die daarin vanwege zijn ‘verkeerde’ huidskleur nogal werdgedwarsboomd.

Het was die - voor volbloed blanken onbekende - wereld die Dé-Lilah in een dozijnverhalen tot leven probeerde te wekken, met weinig creatieve brille, dat moet iktoegeven, maar wel met veel begrip voor de problemen van die specifieke groep. Enniet alleen begrip, maar ook kennis van zaken. Zij staat - hoewel nergens militant -toch duidelijk aan de goede kant van de streep. Zoiets wordt duidelijk in een verhaalover de Komedie Stamboel, een vorm van volkstoneel, bedreven door Indo-Europeseen Indonesische artiesten met een sterk improviserend en vaak luchtig karakter.

De Stamboel wordt door vrijwel alle Nederlandse schrijvers uit die dagen in nogalneerbuigende termen afgedaan. Men vindt het een kermisachtig volksvermaak vooronontwikkelde lieden, die geen notie hebben van de ijzeren wetten van het grotetoneel. Sterker nog, in veel verhalen over de Stamboel wordt meestal volstaan meteen beschrijving van het kleurrijke (letterlijk!) publiek, dat dan in de meest schrillekleuren wordt uitgebeeld.

Schrijvers van dit soort proza woonden de voorstelling zelf

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 25: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

25

meestal niet eens meer bij, òf omdat zij geen Indonesisch verstonden òf omdat zijhet gebodene beneden elk peil vonden. Een beschrijving van het vreemd uitgedostepubliek volstond, en daarmee basta!

Hoe anders gaat het toe in Dé-Lilahs Stamboelverhaal. Natuurlijk vindt ook zijhet een ‘spektakelstuk’, maar zij meldt tevens dat men kan spreken van ‘Werkelijkalleraardigst, goed gespeeld en geestig toneel’. Maar zij gaat verder en neemt demoeite om het hele stuk, van bedrijf tot bedrijf weer te geven. Een beetjescenarioschrijver zou uit haar beschrijving het stuk zo kunnen reconstrueren intoneelvorm. Zij neemt het gebodene dus kennelijk wèl serieus, en aan die ‘positievegrondhouding’ danken wij - voor zover ik kan nagaan - de enige gedetailleerdebeschrijving van een Stamboelstuk van rond de eeuwwisseling. Opnieuw moet jeconstateren dat de schrijfster iets bijzonders aan haar veelzijdige oeuvre heefttoegevoegd, en dat zij nog meer pijlen op haar boog heeft, zal blijken bij debeschouwing van haar vierde boek.

Mevrouw Klausine Klobben op Java Utrecht, H. Honig, 1899

Na twee lijvige romans en een verhalenbundel komt uitgeverij Honig in 1899 al weermet nieuw werk van Dé-Lilah uit: een reisboek in de modernste zin van het woord.

Men kan niet anders denken dan dat de uitgever in die dikke pakken metdichtbeschreven foliobladen, die hem vanuit Belawan Estate op Noord-Sumatrawerden toegezonden, toch enig commercieel sukses heeft gezien.

Maar daarover later meer. Laten wij vast even vooruitlopen op het persoonlijkeportret van de schrijfster, haar achtergronden en haar status, omdat zoiets nu eenmaalnodig is om het reisboek van mevrouw Klausine Klobben op Java in te leiden.

Schrijfster Dé-Lilah is in werkelijkheid mevrouw Lucie van Renesse, deIndo-Europese echtgenote van Deliplanter E. van Renesse. Deze laatste isadministrateur, één van de hoogste posten in de tabakshiërarchie. Het betekent datLucie van Renesse, hoewel zij meermalen spreekt over haar grote gezin (vijfkinderen), in huishoudelijk opzicht weinig om handen moet hebben gehad (debedienden deden immers vrijwel al het werk), en duidelijk alle tijd moet hebbengehad voor haar hobby: schrijven! Maar dat niet alleen, de financiële status van haarechtgenoot stelde haar ook in staat om verre reizen te doen en maanden van huis teblijven. Zij bezocht in haar leven tenminste (wij weten dat zeker omdat zij eroverheeft geschreven) het eiland Java, het schiereiland Mallaka en Singapore, en laterzelfs Japan.

Welnu, het vierde boek van Dé-Lilah is het verslag van een reis over Java,waarschijnlijk in het jaar 1896, maar wel een heel bijzondere reis, want zij maaktede lange tocht als - wat wij nu zouden noemen - een rugzaktoerist. Nu droeg eendame van stand

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 26: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

26

- en dat was men als vrouw van een Deli-tabakker zeker - natuurlijk nooit een rugzak(zij had drie grote valiezen bij zich), maar zij vermeed angstvallig de dure hotels enverbleef op haar trektocht voornamelijk bij vage kennissen, verre Indischefamilieleden en gezellige ‘volkse’ logementen. Waarom? Welnu, Dé-Lilah geeft zelfhet antwoord:

‘Ik heb altijd een afschuw gehad van hotels in een vreemde stad. Ik wilze steeds zooveel mogelijk vermijden.In de eerste plaats is men er als vrouw zoo eenzaam; want aan de vrouwdes huizes heeft men in een groot hotel natuurlijk geen aanspraak. In detweede plaats is er niemand, dien men eens om raad kan vragen, of diezich over eener verlaten vrouw ontfermt, vooral als men, zooals ik, voorde wetenschap reist en natuurlijk van alle kanten raad moet inwinnenomtrent 't bezienswaardige van de plaats.Neen, in een familiekring of in een commensalenhuis is eene vrouw, diealleen reist, beter op hare plaats: dàt had ik doorloopend ondervonden.’

Het Java van Lucie van Renesse is dan ook een gans ander Java dan dat van Augustade Wit, die in haar reisverhaal over het eiland, getiteld Feiten en fantasiën (1905),wel erg de nadruk legt op de ‘fantasiën’... Het zijn juist de eigenzinnige uitstapjesen het afwijken van de geëigende paden die het boek van Dé-Lilah zo'n aparte charmegeven.

Het reizen als vrouw alleen in 1896 door de binnenlanden van Java is op zichzelfal een daad van moed en vooral grote eigenzinnigheid. Een dame reist nooitongechaperonneerd, was de conventie en zeker niet in enkele tropische gebieden.Zij die het toch deden werden gevreesd en gewantrouwd. Het waren vrijbuiters, dietevens de grenzen van het fatsoen trotseerden.

Dat ik niet overdrijf mag blijken uit een artikel in De Echo, Weekblad voor Damesin Indië, uit 1901 waarin schande wordt gesproken over het feit dat een alleenreizendedame de hotelwagen in Soerabaya moet delen met een heer alleen, weliswaar eenblanke Engelsman, maar toch! Het artikel vervolgt:

‘Mijne lezeressen zullen mijne handelwijze toch zeker niet aan overdrevenpreutschheid toeschrijven niet waar? Stelt U eens voor om als piepjongevrouw, tegen toertijd, met een wildvreemden Engelschman samen dooreen groote stad te moeten rijden en samen in een groot hotel aan te komen!Wat zouden de vele logés dan stof tot babbelen gehad hebben ten kostevan mijne toch reeds zoo overspannen zenuwen.’

Dé-Lilah moet op haar reizen vaak moederziel alleen overnachten bij Indonesischebestuursambtenaren of in gewone logementen zonder enige privacy of comfort.

De alleenreizende vrouw was in die dagen niet alleen wat onbetamelijk, maar zijstelde nodeloos haar leven in gevaar. Nu waren de binnenlanden van Java in de regelzeer veilig, maar als mevrouw Klobben een streek in de Preanger wil bezoeken, waarwat eerder een islamitische opstand tegen het Nederlandse gezag is uitgebroken,wordt haar dat door haar omgeving sterk afgeraden.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 27: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

Zij besluit toch te gaan, maar dan wel een geladen revolver in haar tandoe(draagstoel) mee te nemen. In haar eigen woorden, aldus verteld:

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 28: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

27

‘Maar neen! Ik wilde het toch doorzetten. De reis werd in mijne oogeninterressanter naarmate de moeilijkheden en de gevaren grooter werden.Ik zou maar op mijn gelukster vertrouwen, die had mij nog nooit verlaten,en moest mij een ongeluk onderweg overkomen, welnu! Sientje zou wetenals ene Kenau Hasselaar te sterven. Zij had haar goed geladen revolvernog, en levend zou zij zich niet aan de oproerlingen overgeven.“Mevrouw, uw kar staat op u te wachten,” hoorde ik iemand van buitenzeggen, dat mijn hospes bleek te zijn. Ik ging naar buiten. Ik had alleeneen zwart taschje met wat nachtgoed meegenomen, de bewuste trommelmet brood en gebakjes en mijn revolver, dat was alles.“Nu mevrouw, goede reis. Ik hoop u levend terug te zien,” zeide mijnhospes, om mij op te frisschen.’

Gedurende de reis wordt, als zij ergens gaan uitrusten, de revolver demonstratiefnaast haar gelegd om te tonen dat zij op alles is voorbereid. De tocht in de Preangerverloopt - zo schrijft zij zelf - vlekkeloos en de lokale bevolking blijkt zeerbehulpzaam.

Het zijn vooral haar persoonlijke observaties die het reisboek zo levendig maken.Zij reist met open zintuigen, is altijd in voor een avontuur, altijd nieuwsgierig naarwat zich achter gesloten deuren afspeelt, en is bij feesten - van welke aard dan ook- altijd bereid om goed mee te doen. Zo reist zij eens in de ‘Inlanderwagon’ van despoorwegen omdat zij ‘het amusant vindt, met al die inlandsche vrouwen te reizen,die eenig in haar doen en laten zijn’.

Het afwijken van de gebaande wegen is bij haar niet geheel vrij van zekere tics,want tot haar favoriete bezigheden behoren bezoeken aan kerkhoven, kostscholen,ziekenhuizen en vooral opvoedingsgestichten.

Omdat Dé-Lilah zelf van Indo-Europese afkomst is, schrijft zij waarschijnlijkdaarom bepaald roerend over de pupillen in die opvoedingsgestichten, die in de regelin de steek gelaten kinderen zijn van Hollandse vaders en Indonesische moeders.Haar deernis met die verschoppelingetjes is groot:

‘Ook hebben verscheidene jongetjes naast hun bed schilderijtjes ofsnuisterijen opgehangen, die zij van huis hebben gekregen, als zij tenminste nog een tehuis hebben. Want de meesten van deze arme stakkershebben geen tehuis meer. Grootendeels zijn het weesjes, door minderemilitairen achtergelaten. De meesten zijn half caste en hebben eenEuropeeschen vader en ene inlansche moeder.Ik zag echter onder die vele zwartkopjes ook een paar blondjes en was erzeer benieuwd naar, of ook deze ene inlandsche moeder hadden: want hetgebeurt wel eens, dat eene bruine vrouw blanke en blonde kinderen terwereld brengt. Bij hen was dit echter niet het geval.’

Het zijn - zeker voor die tijd - bewogen uitspraken, die in weinig reisverhalen opdeze wijze voorkomen en het boek daarom een zekere meerwaarde geven.

Een zendeling-leraar op Java introduceerde Dé-Lilah als een auteur die ‘eenehumoristische reisbeschrijving’ over Java wilde maken. Ik denk dat hij bedoelde dathaar belangstelling voor het niet-alledaagse om te lachen was (voor hèm) en dus

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 29: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

humoristisch! De lezer van nu begrijpt misschien beter dan haar tijdgenoten dat dezemanier van reageren van meer respect getuigde voor de Indische samenleving dantoen gebruikelijk was.

Het is mogelijk dat juist daarom het boek zo weinig gedateerd

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 30: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

28

overkomt, behoudens wat vreemde opvattingen over kleding van vrouwen, over derol van de echtgenoten en een overdreven preutsheid ten aanzien van het tonen vanblote armen en benen in het bijzijn van ‘inlanders’...

Natuurlijk blijft Dé-Lilah een kind van haar tijd, maar haar genuanceerdeopvattingen en liberale ideeën over het Indië in de ‘goede oude tijd’ maken haarwerk nog altijd leesbaar.

Dit fris van de lever geschreven reisverhaal, zonder literaire pretenties, is daarweer een bewijs van.

B.B. Kongsie Utrecht, H. Honig, 1900

Over het vijfde boek binnen vier jaar, dat als steuntitel meekreeg: Roman uit deIndische Ambtenaarswereld kunnen en moeten wij kort zijn.

Men zou het een pendant kunnen noemen van Hans Tongka's carrière waarbij denadruk ditmaal valt op de bestuursambtenaren en hoge militairen die in Deli de dienstuitmaken.

De roman - u raadt het al, inderdaad weer in twee delen - bevat ongeveer dezelfdeintriges, huwelijksperikelen en maatschappelijke conflicten als de tabaksroman overHans Tongka, maar de hoofdfiguren zijn nu gestoken in het uniform van hetBinnenlands Bestuur en van het KNIL. Ook de echtgenotes en andere vrouwen

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 31: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

Boekomslag B.B. Kongsie.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 32: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

29

die hun leven beheersen lijken als twee druppels water op hun zusters in detabaksroman, en zijn opnieuw omhooggevallen burgermeisjes, leden van een dubieuzemuziekkapel en inheemse concubines.

Een veel voorkomende Dé-Lilah-configuratie - een moeder met twee dochters,één ijdel en berekenend, de ander voorkomend en charmant, die wij al eerdertegenkwamen in Gecompromitteerd en Hans Tongka's carrière - wordt opnieuw totmiddelpunt van de roman gemaakt.

Alleen is het aantal lieden met nog een beetje fatsoen in het lijf steeds kleinergeworden en zegeviert in dit boek het kwaad in Deli in vrijwel alle geledingen vande maatschappij. Ook wat taalgebruik en stijl betreft, viert de keukenmeidenromantiekweer hoogtij:

‘Zij zag zijn doordringende oogen met welgevallen rusten op hare wulpschebekoorlijkheden; zij zag, hoe hij haar met zijn blikken als het wareverslond; en hare opwelling van toorn maakte plaats voor een glimlachwaarmede zij, naar rijpe ervaring, als een onontbeerlijke behoefte voorhaar erotisch temperament, al wat man heette aan hare voeten zagneergeknield.’

Wie evenwel een beeld wil krijgen van het corrupte gedrag van de Indischebestuursambtenaar komt volledig aan zijn trekken. ‘In Deli’, zo schrijft zij, ‘bestonddaartoe de gelegenheid voor wie ze maar wilde grijpen. Het rad van fortuin draaidetoch voor iedereen!’

Een voorbeeld: het zou een gewoonte zijn geweest van de resident (te vergelijkenmet de burgemeester) en de leden van zijn clan om nooit rekeningen van leverancierste betalen, want de stelregel in Deli was: ‘Men moet voorname Blanda's(Wolanda's-Hollanders) niet lastig vallen met rekeningen’.

Dé-Lilah geeft vele voorbeelden van de heersende corruptie en de titel van hetboek, B.B. Kongsie, slaat op een clubje van hooggeplaatste ambtenaren, die metgoedkeuring van de Resident de uitslagen van het maandelijkse paardenrennen inde hoofdstad Medan ten eigen gunste beïnvloedt. Die bewuste kongsie gaat hierinzo ver dat er zelfs een dodelijk slachtoffer valt. Drama te over, maar erg overtuigendis het niet!

Nee, Dé-Lilahs derde roman is een uiterst zwak boek geworden, waarin hetprotestkarakter volledig wordt overvleugeld door het mallotige gedrag van dehoofdfiguren.

In haar volgende roman Madame Caprice wordt bij de naam van auteur op hettitelblad vermeld: schrijfster van B.B. Kongsie, maar voor wie het boek gelezen heeft,mag dat nauwelijks een aanbeveling zijn.

Madame Caprice Utrecht, H. Honig, 1901

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 33: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

Helaas zet de neergaande lijn in de volgende roman van de schrijfster zichonverminderd voort. De Japanse roman Madame Caprice is niet veel meer dan eensamenvatting - of moet ik zeggen

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 34: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

30

samenraapsel? - van de zieleroerselen van wat adellijke figuren en westersediplomaten, die in een rondedans à la Schnitzler om elkaar heen draaien, en dat allesbinnen een decor van kersenbloesems en kimono's en de berg Fuji op de achtergrond.

Het meest interessante aan het boek is nog wel de foto van de schrijfster, die zichvoor deze gelegenheid in een kimono heeft gestoken. Dé-Lilah - zo heb ik uitgerekend- moet op de foto ongeveer 48 jaar zijn.

Madame Caprice is in zekere zin Dé-Lilahs zwanezang, want het zal het laatsteboek zijn dat de firma H. Honig van haar uitgeeft. Nog zeker vijftien jaar wordt hetboek telkens op de fondslijsten aangeboden. Of de firma er met de kosten isuitgesprongen valt dan ook te betwijfelen.

Veel meer zou er over die laatste roman niet te zeggen zijn, ware het niet dat uitde inboedel van de fa Honig zo'n tien jaar geleden nog een deel van hethandgeschreven manuscript tevoorschijn kwam. Dat pak vergeelde papieren, dat inhet bezit kwam van antiquariaat Accantus in Utrecht, biedt nog een aardig verhaal.

Het manuscript van Madame Caprice, zo blijkt, is door een editeur bijna volledigherschreven. Hele pagina's van de oorspronkelijke tekst van Dé-Lilah werdenweggelaten of hartgrondig omgewerkt.

Op zichzelf niet zo bijzonder, maar de man die dit deed en die zichOmwerker/Opmerker noemt, geeft allerlei toelichtingen bij zijn correctie, die er nietom liegen. De man (uitgever Honig zelf?) windt zich zo op dat zijn kanttekeningeneen bijna kwetsend karakter krijgen. Een korte bloemlezing van zijn stekelighedenbij de stijlbloempjes van Dé-Lilah:

‘Huishoudelijke kruideniersproza voor een Roman!’

‘Als ik deze Papistisch-Roomse bigotte episode inlaschte, dan wierp de lezeres oflezer het boek in den hoek. En dit zegt iemand, die weleer in dergelijke bigotterie isopgevoed. De Corrector.’

‘Is er grooter wauwelarij in dezen kruiszin denkbaar?’

‘Stijl en aankleeding van deze roman van een 12-jarig meisje, dat een Hollands opstelmaakt.’

‘Het is wirwar geschrijf waarin alleen een idee, maar geen samenhang is te bespeuren.En dien samenhang heb ik getracht erin te brengen. Of het me gelukt is, is een tweede!Maar ik onderneem het nooit meer!’

‘Deze hele episode moet ik weer uit elkaar rafelen om ze eenigszins genietbaar temaken! Dat is een corvée!’

‘Wat is nu weer zoo'n aangrijpende gebeurtenis weer krenterig uitgebeeld! Net zoalsvrouwen in de achterbuurt met de handen op de

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 35: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

31

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 36: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

32

heupen het elkaar vertellen (Zoo is de stijl - met Uw welnemen NIET de schrijfster,men begrijpe mij goed!)’

‘Als deze bladzijde in druk zou verschijnen, verklaart het publiek de auteur en uitgeverrijp voor het dolhuis.’

‘Dat alles weet de lezer en kan niet zoals zoveel in dezen roman niet voor de 4demaal worden herhaald.’

‘Hoe kan iemand, die een B.B. Kongsie schreef (dat wel in de vorm onbeduidendwas) zulk een stijl en zulk een slot maken van zulk een roman!?’

‘De schrijfster heeft geen oogenblik haar gedachten bij de personen en toestandenharer schepping! Schrijft er maar op los.’

Het is allemaal weinig vleiend te noemen, maar dat de corrector/herschrijver zijnwerk serieus nam, blijkt uit enkele pagina's van een ander manuscript dat in de jarentachtig eveneens boven water kwam, en waarvan de correcties in hetzelfde handschriftzijn geschreven.

Het betreft hier het eerste hoofdstuk van B.B. Kongsie, een boek dat onzeOmwerker/Opmerker niet eens zo slecht vond, maar dat - zo blijkt uit een vergelijkingvan de oorspronkelijke kopij en de gepubliceerde versie - eveneens hartgrondig isherschreven en veranderd. Ik laat hierbij in successie de drie versies van hetdesbetreffende tekstfragment volgen, te weten: de door Dé-Lilah handgeschrevenversie, de tweede door de corrector herschreven versie, en tot slot de definitieveversie, zoals die in het boek verscheen op pagina 8.

B.B.Kongsie, Manuscript pag 9

Oorspronkelijke tekst van Dé-Lilah:

‘Dat ben ik zeker’, zeide zij gevoelig ‘denk je soms dat ik niets van mijn eigen manhoud, omdat ik er minnaars op na houd. Je weet, dat ik volstrekt niet ongelukkig benmet mijn sul van een man die mij op de handen draagt en mij vereert. Ik maak mijdikwijls de heftigste verwijten dat ik hem niet trouw ben, want hij verdient in deeerste plaats mijne liefde. ‘Maar’, vervolgde zij glimlachend ‘dat helpt allemaal niets,het berouw komt altijd na de zonde!’

‘En eén minnaar is in jouw poezele handjes slechts een stuk speelgoed, niet waar?De ene dag is het een generaal, de andere dag een tweede luitenant. Op het ogenblikis een controleur de bevoorrechte.’

‘Je wordt vervelend, Frans’ antwoordde de dame. ‘Maak dat je weg komt! Hetwordt nu werkelijk de hoogste tijd. d'Almina kan ieder ogenblik hier zijn.’

‘Och, wat zullen die laatste ogenblikken zalig zijn’ zeide haar min-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 37: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

33

naar met een valse schampere lach. ‘Als hij maar niet doodgeschoten wordt en je zotot weduwe maakt. Zal je in die zalige ogenblikken die je met hem zult doorbrengenook eens aan mij denken, Lottie?’ -.

Gecorrigeerde versie uitgeverij Honig, Utrecht:

‘Dat ben ik zeker’ zeide zij gevoelig ‘Denk je soms dat ik niets van mijn eigen manhoudt, omdat ik er minnaars op na houd. je weet dat ik met mijn sul van een man meniet ongelukkig voel. Hij draagt me op handen. Hij koestert achting en eerbied voorme, waarvan jij geen begrip hebt hoegenaamd. Ik kan mij dikwijls de hevigsteverwijtingen doen dat ik hem ontrouw ben, want hij verdient in de eerste plaats mijneliefde voor ieder ander. ‘Maar’ vervolgde zij glimlachend ‘dat helpt allemaal niets,berouw komt na de zonde!’

‘En eén minnaar is in jouw poezele handjes maar een stuk speelgoed, nietwaar?De ene dag is het een generaal de andere een tweede luitenant, en op het ogenblik iseen controleur de bevoorrechte.’

‘Je wordt hatelijk en vervelend, Frans! Maak dat je wegkomt. Het is de hoogstetijd. d'Almina kan aanstonds binnenkomen.’

‘Och, och... wat zullen die laatste ogenblikken een paradijsweelde zijn’ hernamhij met sardonische lach. ‘Jammer voor jou, als hij sneuvelt op het veld van eer enje zo tot weduwe maakt. Zul je in die herdersuurtjes die je nu met hem gaatdoorbrengen ook eens aan mij denken, Lottie?’

Uiteindelijke versie in de roman B.B. Kongsie, pagina 8:

‘Ja, dat ben ik zeker,’ zei ze met gemaakte gevoeligheid. ‘Of denk je soms,dat ik van mijn eigen man niets houd, omdat ik jou heb, om me teverstrooien? Je weet, dat ik met mijn sul, als d'Almina, me volstrekt nietongelukkig gevoel. Hij draagt me op de handen, hij koestert achting eneerbied voor me, waarvan jij hoegenaamd geen begrip hebt. Ik kan me,wegens mijn ontrouw, dikwijls de hevigste verwijtingen doen, want hijverdient mijne liefde vóór ieder ander. Maar,’ vervolgt zij glimlachend,zooals alleen jonkvrouw Charlotte van der Sprew glimlachen kon, ‘dathelpt allemaal niets, berouw komt na de zonde.’‘En een minnaar, in jouw poezele handjes, is maar een stukje speelgoed,niet waar? Den eenen dag is het een generaal, den anderen een tweedeluitenant; nu, op het oogenblik, is een controleur bij het BinnenlandschBestuur de bevoorrechte, die de kruimeltjes van je gunsten mag opeten.’‘Je wordt hatelijk en vervelend, Frans! Maak dat je weg komt!’ riep zijmet iets van weerlicht in haar oogen, ‘het is hoog tijd, d'Almina kanaanstonds binnen-komen!’‘Och, och..! Wat zullen die laatste oogenblikken met je beidjes eenparadijsweelde zijn!’ hernam hij met sardonische lach. ‘Jammer voor jou,als hij sneuvelt op het veld van eer, en je daardoor tot weduwe maakt.Zulje in de herdersuurtjes, die je nu met hem gaat doorbrengen, ook nogeens denken.. aan mij?’

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 38: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

De vileine opmerkingen van de Omwerker/Opmerker en de ingrijpende veranderingenin de kopij zijn mogelijk aanwijzingen voor het feit dat uitgeverij Honig het naMadame Capriche met Dé-Lilah definitief voor gezien hield. Na de publikatie in1901 viel rond de Indische schrijfster de al eerder genoemde grote stilte, en werdbijna een eeuw lang niets meer over Dé-Lilah of haar werk vernomen.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 39: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

34

Een picknick met een grote Indo-Europese familie. ‘Het was werkelijk een plezierige dag, en ikamuseerde me kostelijk. Ik durf gerust te zeggen, dat ik weer kind was met de kinderen.’

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 40: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

35

De renbanen van Deli, waar bij de paardenraces grote geldsommen worden vergokt. ‘Langzamerhandvult zich de tribune op de renbaan. Wanneer we zeggen dat het dames-contingent schitterend is inschoonheid van uiterlijk en in keur van toilet; dat allen onderling hebben gewedijverd, wie harer welde grootste rekening zou hebben bij de modiste, de hoedenmaakster en bij den parasol-, - we zeggentegenwoordig ombrelle-winkelier - dan hebben we zeer weinig, bijna niets, maar zeker iets heelbanaals gezegd. Dit contingent vult natuurlijk de eerste rijen der tribune.’

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 41: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

36

Menukaart van een feest op Medan-Estate, de oudste tabaksonderneming van Deli op 15 februari1924.

De Witte Sociëteit in Medan, berucht om zijn planters-bacchanalen.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 42: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

Woning van een tabaksadministrateur van de Delitabaksmaatschappij in de jaren twintig.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 43: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

37

Kind van een Deliplanter van Belawan Estate gefotografeerd in 1894 met zijn baboe.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 44: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

38

Het ongepubliceerde werk

De slotconclusie van het vorige hoofdstuk werd niet zo maar getrokken. UitgeverijHonig -zo heb ik ontdekt - had op zijn minst nog twee boeken van Dé-Lilah kunnenpubliceren. De manuscripten waar ik op doel zijn - hoewel niet helemaal compleet- ook gered uit de handen van de papierverdelger en bij antiquariaat Accantusterechtgekomen.

Eén van die pakken met dichtgeschreven foliovellen is een verzameling korteverhalen, spelend in Japan, en getiteld Kersenbloesems en Chrysanthemums. Deschrijfster heeft immers rond de eeuwwisseling enkele maanden in Japan vertoeft.Haar laatst gepubliceerde roman Madame Caprice is daar de neerslag van geweest,en kennelijk heeft haar verblijf in het Land van de Rijzende Zon ook geresulteerd ineen bundel korte verhalen.

De inhoud is wederom weinig opzienbarend; de adellijke figuren en soortgelijketypes die wij al uit Madame Caprice kenden, komen hier onder andere namen terug.Het zijn verhalen over geisha's, theeceremoniën, madame Butterfly-gedoe eninderdaad, met een sterke lucht van kersenbloesems overgoten.

Ik kan mij goed voorstellen dat Honigs Omwerker/Opmerker niet opnieuw zijnschennende hand aan het manuscript wilde slaan, want inderdaad: ‘Dat is een corvée!’

Anders liggen de zaken bij het tweede nooit gepubliceerde werk, namelijk eenomvangrijk reisverhaal - geheel in de trant van Mevrouw Klausine Klobben op Java,nu geheten:

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 45: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

39

Mevrouw Klausine Klobben bij de Overburen. Singapore, Penang, en het schiereilandMalacca.En één van de motto's die het boek meekreeg was:

‘Hebt gij een Vaderland, zoo kleef niet aan een ander Wees Gal noch Brit - Wees Nederlander’

De reis door de gebieden aan de overkant - in Deli sprak men altijd over ‘DeOverkant’ als men Penang, Malakka en Singapore bedoelde - werd voor zo ver ikkan nagaan gemaakt omstreeks 1897 en is, net als het reisverhaal over Java, zeerboeiend om te lezen. Al was het alleen al om de vergelijkingen tussen de manierenvan koloniseren van Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Ik schreef het al eerder:Dé-Lilah is op haar best als verslaggeefster, als zij niet geremd wordt door dewetmatigheden van de roman, en de werkelijkheid ‘onverbloemd’ kan weergeven.

De tocht over het schiereiland Malakka is werkelijk een halsbrekend avontuurgeworden, in de eerste plaats omdat het aanzienlijk primitiever was dan Java enomdat de schrijfster niet, zoals op Java, kon logeren bij familie en vrienden, die haarveel ‘regelend’ werk uit handen namen.

De blanke moederziel alleen reizende dame was op Java al een vreemdeverschijning geweest, maar voor de Britse koloniale elite was zij niet meer dan eengekkin en een pottenkijkster, die zo snel mogelijk retour Nederlands-Indië moest.De vele agitaties, die uit zo'n instelling voortvloeien zijn een lust om te lezen.

Haar tweede reisboek is helaas nooit uitgegeven. Dat is bijzonder spijtig want hetis een sfeervolle tekening van de Britse koloniën in de jaren negentig van de vorigeeeuw.

Uitgever Honig heeft er geen brood meer in gezien, maar het manuscript had beterverdiend.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 46: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

40

Het handschrift van de schrijfster - de titelpagina van een bundel niet uitgegeven novellen.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 47: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

Geleidebriefje bij de novellenbundel Kersenbloesems en Chrysanthemums (niet gepubliceerd).

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 48: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

41

Dé-Lilah - persoon en werk

Beter verdient eigenlijk ook het hele oeuvre van de schrijfster en het is daarom maargoed dat UITGELEZEN BOEKEN bestaat.

Tot besluit nog een korte zoektocht naar wat autobiografische elementen in haarwerk, want door de grote stilte die rond haar persoon viel, lijkt dat de enige bron tezijn die ons wat wijzer zou kunnen maken over de schrijvende plantersvrouw Lucievan Renesse.

Gelukkig worden in Mevrouw Klausine Klobben op Java zo nu en dan zaken uithaar jeugd prijsgegeven aan de openbaarheid, die een voorzichtige weergave vanhaar levensloop mogelijk maken. Ook komen in een aantal romans bij herhalingsituaties voor die zo ‘levensecht’ zijn weergegeven dat je met enige behoedzaamheidkunt aannemen dat zij veel autobiografische elementen bevatten. Voor beider soortaangedragen ‘feiten’ moet blijven gelden dat zij niet van doorslaggevend belanggemaakt moeten worden, maar dat zij tezamen de bouwstenen schragen voor eenbiografische levensschets, volgens het zogenaamde wigwammodel.

De feiten uit het reisverhaal van mevrouw Klobben zijn redelijk betrouwbaar tenoemen, want de schrijfster verklaart zelf dat zij de hoofdpersonen omwille van hunprivacy andere namen heeft gegeven, maar dat de rest ‘uit naam van kunst enwetenschap’ waarheidsgetrouw is weergegeven. Aan de hand van dat laatste kunnenwij reconstrueren wanneer de reis ongeveer heeft plaatsgevonden - medio 1896 ismijn inschatting - omdat zij enkele

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 49: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

42

malen refereert aan het bezoek van de koning van Siam, recente vulkaanuitbarstingenen onlusten op West-Java.

In het boek vermeldt zij dat zij ‘45 jaar en drie maanden geleden’ werd geboren inProbolingo, dus omstreeks 1850. Ook wordt gezegd dat haar vader aanvankelijkmachinist is geweest op de grote vaart en later administrateur is geworden van eensuikeronderneming op Oost-Java.

Haar moeder was - naar ik aanneem - net als de moeder van de hoofdfiguur inGecompromitteerd het kind van een blanke vader en een Javaanse vrouw, wantDé-Lilah vermeldt zelf in haar reisboek dat zij een nonna was (zoals eenIndo-Europese vrouw destijds wat smalend werd genoemd). Zij werd waarschijnlijkop jeugdige leeftijd naar Nederland gezonden voor haar schoolopleiding en keerdeomstreeks haar zestiende jaar naar Indië terug. In haar debuutroman wordt verteldhoe een meisje met een soortgelijke achtergrond op jeugdige leeftijd wordtuitgehuwelijkt aan een rijke oude man, waar zij weinig om geeft. Na de plotselingedood van haar gefortuneerde echtgenoot wordt de jonge weduwe (in de roman!) eenspeelbal van allerlei liefdesperikelen. Autobiografisch? Wie zal het zeggen?

Maar in het reisverhaal van mevrouw Klobben - dat ik maar als een ‘correctie’ zalgebruiken op de roman-alter ego's uit haar fictieve werk - staat vermeld dat deschrijfster 25 jaar geleden getrouwd is met haar huidige man, de tabaksadministrateuruit Deli, en dat het echtpaar vijf kinderen heeft. Kortom, een nogal burgerlijk huwelijkin de traditionele zin van het woord.

Maar het feit dat zij op 20-jarige leeftijd de man getrouwd heeft, die nog steedshaar echtgenoot is, zegt natuurlijk niets over de vier jaren die daar-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 50: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

43

aan vooraf gingen, en waarin van alles gebeurd kan zijn.In het Indië van tempo doeloe met een geweldig mannenoverschot, was een net

uit Nederland teruggekeerd Indisch meisje (met een zeer gefortuneerde vader) eenbegeerlijke prooi, waarop - om in het jachtjargon door te gaan - vaak een soortdrijfjacht werd geopend op de ‘huwelijksmarkt’. Uit haar boeken blijkt dat de 20-jarigeLucie van Renesse, die later de schrijfster Dé-Lilah zou worden, dit aspect goed heeftgekend en op het gebied van ‘Indische huwelijken’ weet waar zij het over heeft.

Omdat haar grootmoeder nu eenmaal een Javaanse vrouw was, is haar visie op deIndische maatschappij een andere dan die van haar schrijvende collega's van het‘damescompartiment’ uit Nieuwenhuys' Oost-Indische Spiegel. Die kwamen alsvolwassen blanke vrouwen uit Nederland naar Indië, met uitzondering van Melativan Java, die ook een Indische jeugd heeft gehad. Het feit dat Dé-Lilah - hoe‘Nederlands’ haar schooljaren haar ook gemaakt mogen hebben - voor de blankeelite een nonna bleef - spreekt toch altijd in haar boeken een woordje mee, hoeversluierd ook. Het was voor een vrouw met een Javaanse grootmoeder rond 1875toch zaak om een volbloed man te trouwen om het getinte geslacht wat ‘op teschonen’. Het was niet alleen een geliefd thema voor een groot aantal romans uit diedagen, maar het was een maatschappelijke realiteit. Dat mag ook weer eens blijkenuit een artikel uit het al eerder geciteerde ‘Weekblad voor Dames in Indië’, De Echo,ditmaal uit 1900. Een zekere Stefanotes schrijft:

‘Behalve dit eerste gebrekkige onderwijs wordt het Indo Europeeschemeisje uit de lagere standen, de zoogenaamde “nonna”, wat betreft haarzedelijke ontwikkeling voor 't meerendeel op de schandelijkste wijzeverwaarloosd.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 51: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

44

Indien ze bij 't opgroeien belooft een aangenaam uiterlijk te krijgen, makenhare ouders plannen haar over eenige jaren bij een ongehuwd heer alshuishoudster in betrekking te doen gaan.Men leert haar koken, eene handigheid te krijgen in het bieden opkoopwaar, en houdt haar voor oogen dat 't eenmaal verkrijgen van eenzoogenaamd “goede positie” bij een heer voortaan haar eenig levensdoelmoet zijn.Is 't wonder dat het meisje niets vernederends of onzedelijks daarin ziet,en zij de eerste de beste gelegenheid aangrijpt zich die “goede positie” teveroveren?’

Natuurlijk zijn er ook in haar werk alinea's aan te wijzen waarin zij de groepIndo-Europeanen, en dan met name zij die aan de voet van de samenleving leefden(de Paupers) weinig fraai beschrijft en hun gebrekkige taalbeheersing met goedkoopeffectbejag neerzet, maar zelfs dan hebben haar beschrijvingen nooit dieUntermensch-toon, waarmee bijvoorbeeld andere schrijvers een Indohuwelijkomschrijven als een hondenbruiloft. In haar romans zijn de Indo-Europese sujettennauwelijks slechter dan hun volbloed blanke superieuren, en in haar reisboek is deIndo bevolkingsgroep er één van grote gastvrijheid, tolerantie en levenskunst, ondankshun kampongmanieren.

Wat mij zo voor haar inneemt is de hele kwestie van haar coming out dat zij eenhalfbloedvrouw is geweest. Bijvoorbeeld de sollicitatiebrief naar Deli in haar eersteroman. De hoofdfiguur, Betsy Scott, ‘vergeet’ te vermelden dat zij een gescheidenvrouw is, maar schrijft wel dat zij een ‘Indisch’ meisje is.

Je moest rond 1900 in de samenleving van oost-Indische dames en heren (de titelvan een zeer populaire roman van Jan ten Brink uit 1868) heel goed weten waar deprioriteiten lagen.

Wat er verder met deze Indische dame Van Renesse is gebeurd, weten wij niet.Zij zal wel, zoals veel van haar romanfiguren - rijk geworden aan de miljoenen vanDeli - haar oude dag gesleten hebben in een kapitale villa in Den Haag, Arnhem ofhet Gooi.

Het is voor de lezer van nu nauwelijks meer in-

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 52: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

45

teressant. Het gaat om haar boeken, die ongeveer 2000 pagina's Indisch proza intotaal, die ons een maatschappij tonen die nogal wat misdaden tegen de menselijkheidtolereerde. Dat alleen al is, ondanks de Bouquetreeksachtige elementen in haar werk,een toch niet geringe verdienste.

Een voorzichtige poging tot evaluatie van haar oeuvre.Als romancière is Dé-Lilah, hoe je het ook wendt of keert, weinig indrukwekkend

te noemen. Zij heeft - laat dat duidelijk zijn - de literaire standaard niet gehaald. Eris in haar boeken zelden een duidelijke door de chronologie gedicteerde ontwikkelingof een konsekwent doorgevoerde verhaallijn. Zij kon - in gewone mensentaal - zomoeilijk iets verzinnen! Maar de beschrijving van het decor in haar romans - hetkoloniale Indische leven - is vrijwel altijd boeiend en overtuigend weergegeven endan vooral ook de duistere zijde. Daarom zijn haar boeken als een correctie op hetgezapige beeld van tempo doeloe van betekenis. Misschien eerder voor de socialehistorie dan voor de bellettrie wellicht, maar wie in de jaren negentig zal daar zwaaraan tillen?

Rob Nieuwenhuys schrijft in zijn Indische Spiegel over de schrijfsters uit het laatstekwartaal van de vorige eeuw dat zij ‘na de emancipatie van de vrouw van lectuur totliteratuur op de achtergrond raakten en onopgemerkt het verleden in gleden en hijbesluit: ‘Van hen kun je zeggen dat hun leven tussen twee stiltes luid is geweest’.

De schrijfsters van wat hij noemde ‘het damescompartiment’ zijn inderdaadvergeten, uit de herinnering weggerukt, maar de ‘meest vergetene onder de vergetenschrijfsters’ is mijns inziens toch Dé-Lilah geweest.

Laten wij hopen dat de stilte rond haar werk er

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’

Page 53: Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's ... · vreemde maatschappij op o vertuigende wijze in kaart heeft gebracht. Daum w as het die al die ups en do wns v an

46

een is geweest van de rust van een Javaans kerkhof. Weliswaar doodstil gemetennaar westerse decibellen, maar in wezen vol stemmen en vreemde tongen die desnoodsna honderd jaar nog willen getuigen van het tropische leven.

Proeve van een bibliografie

Gecompromitteerd320 blz. Arnhem, Gouda Quint, 1897

Vindplaats: KITLV, KIT

Hans Tongka's carrièreTwee delen, 257 blz. & 335 blz. Utrecht, Honig, 1989

Vindplaats: UBA

Een Indisch dozijntje347 blz. Utrecht, Honig, 1898

Vindplaats: UBL, KITLV

Mevrouw Klausine Klobben op JavaTwee delen, 240 blz. & 247 blz. Utrecht, Honig, 1899

Vindplaats: UBA, KIT

B.B. KongsieTwee delen, 224 blz. & 226 blz. Utrecht, Honig, 1900

Vindplaats: particulier bezit

Madame CapriceTwee delen, 240 blz. & 260 blz. Utrecht, Honig, 1901

Vindplaats: particulier bezit

Beschouwingen over Dé-lilahJoop van den Berg, Beesten, die men muilband en ketting heeft afgenomen.

BZZLLETIN - Literair Magazine - 23e Jrg. Nr. 214, maart 1994

Bijzondere dank gaat hierbij uit naar Iris M. van Daalen van antiquariaat Accantus,Utrecht, en Louis Putman, Amsterdam, voor het ter beschikking stellen van bronnenen teksten.

Joop van den Berg, ‘Dé-Lilah. Een vergeten schrijfster van ruim 2000 pagina's Indisch proza’