D en t's

8
d/t en zo Vint Vindt Vind jij dat ook zo moeilijk?

description

Presentatie eerstejaars week 39

Transcript of D en t's

Page 1: D en t's

d/t en zo

VintVindt

Vind jij dat ook zo moeilijk?

Page 2: D en t's

Wat is ook weer de werkwoordsvorm?

• Ik: stam -> ik spring• Jij: stam +t -> jij springt• Hij/zij: stam +t -> hij springt

Page 3: D en t's

Zoek de vout…

Page 4: D en t's

• Dus ook:• Ik word• Jij wordt• Hij wordt• En• Ik meld• Jij meldt• Zij meldt

Page 5: D en t's

Wanneer is het dan opletten?

• Bij de jij-vorm• Staat jij voor de persoonsvorm? Altijd +t: Jij

wordt uitgenodigd voor een feestje in Haren.• Staat jij achter de persoonsvorm? Geen t:

Word jij ook zo moe van al die aandacht?• Vergelijk: lopen: Loop jij even naar de

koelkast?• Dus hoor je een t? Dan schrijf je er een.

Page 6: D en t's

Wanneer wordt het dan wel moeilijk even opletten?

• Meld je moeder jou weer beter?• Goed of fout?• Wat is onderwerp? Je, of iets/iemand anders?• Yep, je moeder => zij• Dus: +t• Meldt je moeder jou weer beter?• Tippie: kun dat woordje je vervangen door jij

achter de persoonsvorm?• Niet? Dan is het wel +t

Page 7: D en t's

Dus blijf even opletten

Page 8: D en t's

Wanneer geld… dit nou?

• Tegenwoordige tijd!• -> jij/hij werdt is altijd, altijd fout!• Altijd dt bij de hij-vorm: Mijn vliegtuig landt om

7 uur, wanneer landt jouw vliegtuig?• Nooit dt bij de ik-vorm: Ik word zo moe van dat

uitleggen, word ik nou nooit begrepen?• Ook nooit, maar dan ook nooit bij voltooid

deelwoord: De gevangene werd goed behandeld.