Cursus noten lezen -...

20
1 van 20 Versie 2007, © DV,24-9-2007 Cursus Noten Lezen

Transcript of Cursus noten lezen -...

  • 1 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Cursus Noten Lezen

  • 2 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Noten lezen

    In deze notitie vindt u een compacte cursus noten lezen. Deels bestaat de cursus uit een

    uitleg over noten lezen. Aan het einde vindt u een overzicht van allerlei wetenswaardig-

    heden. Deze zijn apart uit te printen en toe te voegen aan uw zangmap, zodat u die

    omschrijvingen altijd bij de hand hebt. Tenslot is er nog enig oefenmateriaal opgenomen.

    Onthoudt u echter, dat kennis op zich zelf nergens toe leidt. Kennis is pas nuttig als u het

    geleerde kunt toepassen. Naast het lezen van de teksten is het daarom van groot belang,

    dat u de kennis direct probeert toe te passen tijdens het zingen thuis en op het koor. Al

    doende merkt u dan, dat het noten lezen steeds makkelijker wordt.

    Ik wens u veel plezier met deze cursus.

    Het verschil tussen het woord toon en het woord noot.

    Een toon is een enkel geluid dat je hoort. Een noot is de schrijfwijze van die enkele toon.

    Omdat in muziek veel verschillende tonen zijn te horen, zijn er ook veel noten nodig om al

    die tonen op te schrijven.

    De notenbalk biedt plaats voor 5 noten op een lijn en 4 noten tussen de

    lijnen.

    Ook kan er nog een boven de 5e lijn en nog een onder de eerste lijn

    een plaats krijgen.

    Hoe hoger de plaats van de noot, hoe hoger de toon klinkt; hoe lager de plaats van de noot,

    hoe lager de toon klinkt. Als een noot niet meer op de notenbalk past, worden er extra lijntjes

    bij gemaakt. Deze worden hulplijntjes genoemd.

  • 3 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Stamtonen

    In de muziek hebben we te maken met stamtonen en tonen die daarvan afgeleid zijn, de

    zogenaamde afgeleide tonen. Eerst maar even over de stamtonen. De noten waarmee we

    deze stamtonen opschrijven hebben namen. We benoemen ze met de eerste 7 letters van

    het alfabet: A B C D E F en G.

    Na G komt weer A. Als we beginnen met C, dan wordt het rijtje in opklimmende volgorde: C

    D E F G A B C.

    De notenbalk wordt meestal geopend met een muzieksleutel. Voor sopranen,

    alten en tenoren is dat de G-sleutel. Het puntje in de G-sleutel gaat door de balk

    waar de G op de balk staat.

    Voor bassen en soms ook de tenoren staat er een F-sleutel vooraan op de

    balk. De punt in de sleutel staat op de balk waar de F genoteerd staat.

    Nu we met de G-sleutel de plaats van de G kennen en met de F-sleutel de plaats van de F

    kunnen we eenvoudig alle andere noten ook een plaats geven:

    De letters komen meermalen voor op een balk. Daar komen we later op terug.

    Duur van noten

    Muzieknoten zien er niet allemaal hetzelfde uit. Afhankelijk van de duur zijn ze open of dicht,

    hebben ze een stok met of zonder vlaggetjes. Ook hebben de verschillende verschijnings-

    vormen namen. Leer de namen uit het hoofd.

    In plaats van vlaggetjes kunnen meerdere noten ook met 1 of meer strepen aan elkaar zijn

    verbonden. Zij hebben de zelfde functie als de vlaggetjes en worden waardestrepen

  • 4 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    genoemd.

    Achtsten zestienden

    Tweendertigsten

    De noot met punt

    Een punt achter de noot maakt de noot de helft langer.

    Combinaties van noten met een verschillende duur maken een ritme. Herhalingen in het

    ritme (en de melodische patronen) bepalen hoe moeilijk of makkelijk een melodie in het

    gehoor ligt.

    Maten en maatsoorten

    De componist verdeelt de muziek in fragmenten of maten, gescheiden door verticale

    streepjes, de maatstrepen. Er zijn verschillende soorten maten. Ze hebben de vorm van een

    breuk.

    Vierkwartsmaat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de kwart noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de

    kwartnoot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (4) geeft aan dat elke maat 4

    tellen bevat.

    Belangrijk: Als de kwartnoot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 4 tellen, de halve noot

    2 tellen, de kwartnoot 1 tel, de achtste noot tel, de zestiende noot tel, enz.

    Zesachtste maat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de achtste noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel

    de achtste noot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (6) geeft aan dat elke maat 6

    tellen bevat.

    Belangrijk: Als de achtste noot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 8 tellen, de halve

    noot 4 tellen, de kwartnoot 2 tellen, de achtste noot weer de helft daarvan, enz.

  • 5 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Twee-tweede maat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de halve noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de

    halve noot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (2) geeft aan dat elke maat 2 tellen

    bevat. Deze maatsoort komt niet zo veel voor in deze notering.

    Wel treft u de Allabreve aan, een vierkwartsmaat die in tween geteld wordt, dus

    eigenlijk een twee-tweede maat. In populaire muziek is dit een favoriete maatsoort.

    Belangrijk: Als de halve noot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 2 tellen, de

    halve noot 1 tel, de kwartnoot tel, de achtste noot weer de helft daarvan, enz.

    Voorbeelden van meest voorkomende maatsoorten

    Driekwarts maat.

    Kwartnoot = 1 tel, 3 tellen in de maat

    Tweekwarts maat.

    Kwartnoot = 1 tel, 2 tellen in de maat

    Vierkwartsmaat

    Kwartnoot = 1 tel, 4 tellen in de maat

    Tweetweede maat

    Halve noot = 1 tel

    2 tellen in de maat

    Drieachtste maat.

    Achtste noot = 1 tel, 3 tellen in de maat

    Zesachtste maat

    Achtste noot = 1 tel, 6 tellen in de maat

    Vijfvierde maat

    Kwartnoot = 1 tel, 5 tellen in de maat

    Toonladder en toonsoort

    Grote terts toonladders

    Toonladders bestaan in de regel uit 5 hele en 2 halve toonafstanden. De toonladder die

    hieronder is afgebeeld, klinkt als "do re me fa so la ti do". Deze structuur noemen we een

    grote terts toonladder. Omdat de toonladder met C begint, is dit de toonladder van C grote

  • 6 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    terts, ofwel C groot. Hij bestaat uit uitsluitend stamtonen (de witte toetsen van de piano). De

    grondtoon is C. De compositie hieronder staat in de toonsoort C groot.

    C D E F G A B C

    1 1 1 1 1

    N.B. Alle grote terts toonsoorten hebben dezelfde structuur toonladder:

    heel - heel - half - heel - heel - heel - half

    Kruizen

    Wanneer we dezelfde grote-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot G willen

    beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon F. Dat komt omdat de afstand tussen

    de stamtonen E en F slechts een halve toon is. In de grote-terts-structuur zien we een hele

    toonafstand. Om het probleem op te lossen verhogen we de stamtoon F. Daarvoor

    gebruiken we een afgeleide toon (de zwarte pianotoets rechts naast de stamtoon F). Alle

    verhoogde stamtonen krijgen de toevoeging "-is". In dit geval wordt de F een halve toon

    verhoogd tot Fis (spreek uit: Fies). In de notenbalk heeft de Fis dezelfde plaats als de F. Om

    duidelijk te maken dat er een Fis wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats

    van de F een hekje geplaatst. In het notenschrift noemen we dat teken een kruis. De kruis

    staat dus n de sleutel en vr de maatsoort.

    Andere grote terts toonsoorten met meer verhoogde stamtonen zijn:

    D groot (Fis en Cis); A groot (Fis, Cis en Gis); E groot (Fis, Cis, Gis en Dis);

    B groot (Fis, Cis, Gis, Dis en Ais); Fis groot (Fis, Cis, Gis, Dis, Ais, Eis)

    Mollen

    Wanneer we de grote-terts-structuur willen gebruiken, maar met F willen beginnen, doet zich

    een probleem voor bij de stamtoon B. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen A en

    B een hele toon is. In de grote-terts-structuur zien we een halve toonafstand. Om het

    probleem op te lossen verlagen we de stamtoon B. Hiertoe gebruiken we ook weer een

    afgeleide toon (de zwarte pianotoets links van de stamtoon B).

    Alle verlaagde stamtonen krijgen de toevoeging "-es"; uitgezonderd A en E, die krijgen

    slechts de toevoeging "-s". In dit geval wordt de B een halve toon verlaagd tot Bes.

    In de notenbalk heeft de Bes dezelfde plaats als de B. Om duidelijk te maken dat er een Bes

    wordt bedoeld, wordt vooraan op de notenbalk vr de maatsoort een mol-teken geplaatst.

  • 7 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Andere grote terts toonsoorten met meer verlaagde stamtonen zijn:

    Bes groot (Bes en Es); Es groot (Bes, Es en As); As groot (Bes, Es, As en Des);

    Des groot (Bes, Es, As, Des en Ges); Ges groot (Bes, Es, As, Des, Ges en Ces)

    De kleine terts toonladder

    Ook deze toonladder bestaat uit 5 hele en 2 halve toonafstanden. Maar de structuur is

    anders dan die van de grote terts toonladder. De toonladder die hiernaast is afgebeeld, klinkt

    als "la ti do re mi fa so la". Deze structuur noemen we een kleine terts toonladder. Omdat de

    toonladder met A begint, is dit de toonladder van A kleine terts, ofwel A klein. Hij bestaat uit

    uitsluitend stamtonen (de witte toetsen van de piano). De structuur van een toonladder wordt

    ook wel toonsoort genoemd. De ladder staat in de toonsoort A kleine terts.

    A B C D E F G A

    Alle oorspronkelijke kleine terts toonladders hebben dezelfde structuur:

    heel - half - heel - heel - half - heel - heel

    De harmonische en melodische kleine terts toonladder

    Uit de oorspronkelijke kleine terts toonladder zijn in de loop van de muziekgeschiedenis twee

    afwijkende kleine terts toonladders ontstaan:

    de harmonische, waarbij de zevende tree (trap) een halve toon wordt verhoogd en

    de melodische, waarbij de zesde en zevende tree (trap) met een halve toon worden

    verhoogd. Omdat het in feite afwijkingen betreft, worden de verhogingen als alteratie in de

    muziek aangegeven.

    harmonisch

    melodisch :

  • 8 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Meer kleine terts toonladders

    Wanneer we dezelfde kleine-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot E willen

    beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon F. Dat komt omdat de afstand tussen

    de stamtonen E en F slechts een halve toon is. In de kleine-terts-structuur zien we een hele

    toonafstand. Om het probleem op te lossen verhogen we de stamtoon F. Daarvoor

    gebruiken we een afgeleide toon. In dit geval wordt de F een halve toon verhoogd tot Fis. In

    de notenbalk heeft de Fis dezelfde plaats als de F. Om duidelijk te maken dat er een Fis

    wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de F een kruis geplaatst. De

    toonsoort E klein heeft daarom n kruis. E is de grondtoon.

    In de harmonische ladder wordt als alteratie D verhoogd tot Dis. In de melodische ladder

    wordt bovendien C verhoogd tot Cis.

    Andere oorspronkelijke kleine terts toonsoorten met verhoogde stamtonen zijn:

    B klein (Fis en Cis); Fis klein (Fis, Cis en Gis); Cis klein (Fis, Cis, Gis en Dis);

    Gis klein (Fis, Cis, Gis, Dis en Ais); Dis klein (Fis, Cis, Gis, Dis, Ais, Eis)

    Wanneer we dezelfde kleine-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot D willen

    beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon B. Dat komt omdat de afstand tussen

    de stamtonen B en C slechts een halve toon is. In de kleine-terts-structuur zien we een hele

    toonafstand. Om het probleem op te lossen verlagen we de stamtoon B tot de afgeleide toon

    Bes. In de notenbalk heeft de Bes dezelfde plaats als de B. Om duidelijk te maken dat er een

    Bes wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de B een mol geplaatst. De

    toonsoort D klein heeft daarom n mol. D is de grondtoon.

    In de harmonische ladder wordt als alteratie C verhoogd tot Cis. In de melodische ladder

    wordt bovendien Bes hersteld tot B. Dat gebeurt met een herstellingsteken.

    Andere oorspronkelijke kleine terts toonsoorten met verlaagde stamtonen zijn:

    G klein (Bes en Es); C klein (Bes, Es en As); F klein (Bes, Es, As, Des);

    Bes klein (Bes, Es, As, Des, Ges); Es klein (Bes, Es, As, Des, Ges, Ces)

  • 9 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Andere benamingen voor toonsoorten:

    C grote terts = C groot = C majeur = C dur = C (hoofdletter)

    A kleine terts = A klein = A mineur = A mol = a (kleine letter)

    Intervallen

    De afstand tussen twee tonen noemen we in de muziek interval. We onderscheiden de

    prime, de seconde, de terts, de kwart, de kwint, de sext, de septime en het octaaf. Naar

    gelang de afstand tussen het interval onderscheiden we verschillende soorten. We beperken

    ons tot de meest voorkomende.

    Intervallen kunnen zowel stijgend als dalend voorkomen. Gemakshalve hier alleen stijgende

    intervallen

    Het kennen en herkennen van intervallen is voor een zanger van zeer groot belang. Hoewel

    het makkelijk is uit te leggen en dit onderwerp dus eigenlijk niet veel ruimte inneemt in de

    cursus, is het waarschijnlijk voor een koor toch n van de twee nuttigste onderwerpen in het

    noten lezen. Muziek is immers niets anders dan interval na interval zingen of spelen. Als een

    zanger een interval op papier kan herkennen en zingen, kan hij of zij dus van muziek zingen.

    Als hij ook nog de ritmes goed kan lezen en uitvoeren, dan is hij/zij klaar voor het grote

    werk

    Bestudeer de intervallen in onze zangmap. Probeer ze te herkennen in alle toonsoorten en

    zing ze voor je zelf en tenslotte natuurlijk voor ons!

    Akkoorden

    Een aantal intervallen gelijktijdig of achter elkaar gespeeld noemen we een akkoord. Het

    (her)kennen van uitgeschreven akkoorden is ook voor het zingen makkelijk. Een basis

    akkoord op een grondtoon (stamtoon) wordt gevormd door grote terts-kleine terts-kwart. Dat

    klinkt ingewikkeld maar is het niet, omdat bijna iedereen dit akkoord kent en kan zingen. Op

    C ziet het akkoord er zo uit: c e g c. Het eenvoudigste akkoord klinkt het mooist in het

    gehoor. Een ingewikkelder akkoord is veel spannender (en moeilijker om zuiver te zingen).

    Vergelijk de akkoorden van Shaloom maar eens met die van de Bohemian Rhapsody

    Het voert te ver om hier verder op in te gaan, maar het kunnen zingen van akkoorden en

    deze kunnen herkennen in het notenschrift maakt het weer eenvoudiger om rechtstreeks en

    snel van bladmuziek te kunnen zingen.

  • 10 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Muziektekens

    Rusttekens

    Momenten van stilte brengen in de muziek vaak spanning en geladenheid. Rusttekens zijn

    dan ook bijna net zo belangrijk als de noten. Zoveel verschillende notengedaanten, zoveel

    verschillende rusttekens. Ze hebben dezelfde namen en net als bij de noten, hangt de duur

    af van de maatsoort.

    hele rust kwartrust 16e rust

    halve rust 8e rust 32e rust

    Overgebonden noten

    Als de componist in de gekozen maatsoort, bv. 3/4, twee halve noten (= 4 tellen) wil laten

    zingen, kan hij die niet in 1 maat kwijt. De maatsoort staat immers maar drie tellen toe. Dit

    wordt als volgt opgelost: men schrijft in de ene maat een halve noot en een kwartnoot. In de

    volgende maat nogmaals dezelfde kwartnoot. Vervolgens worden de twee kwartnoten met

    een boogje verbonden. De twee kwartnoten worden nu als n noot gezongen.

    Nog meer muziektekens

    Wanneer een compositie in G-groot is geschreven, waarbij alle stamtonen F worden

    verhoogd tot Fis, kunnen plaatselijk ook andere stamtonen worden verhoogd of verlaagd.

    Zo'n, plaatselijke wijziging van een stamtoon geldt voor de hele maat en wordt alteratie

    genoemd. Ook kan elke verhoging of verlaging worden hersteld tot de stamtoon. Er wordt

    dan gebruik gemaakt van een herstellingsteken.

  • 11 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Staat er voor de dubbele maatstreep een dubbele punt, dan worden de maten daarvoor

    herhaald. Na de herhaling wordt de eerste afsluiting overgeslagen en eindigt het muziekstuk

    met de tweede afsluiting.

    Ritmische figuren

    Al eerder merkte ik op dat intervallen en ritme in feite de muziek vormen. In de muziek

    komen een aantal ritmische patronen vaak voor. Ik noem er een paar, maar als je de

    zangmap doorbladert, zie je er nog meer. Patronen herkennen en kunnen uitvoeren maakt

    het zingen weer makkelijker.

    Kwart punt

    Achtste punt

    Syncopische figuur

    Triool

    Aanvullende Speelaanwijzingen

    Speelmanieren

    staccato gebonden legato fermate

  • 12 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    staccato losgemaakt, de duur van de noot wordt iets bekort.

    legato bindend, de volgende noot begint waar de vorige is opgehouden.

    gebonden vocaliserend op een woorddeel of een nlettergrepig woord

    fermate naar believen aanhoudend.

    Herhalingsaanduidingen

    Da Capo (D.C.) herhalen vanaf het begin

    Da Capo al Fine (D.C. al Fine) herhalen tot Fine

    Da Capo al segno (D.C. al segno) herhalen tot

    Da Capo dal segno (D.C. dal segno) herhalen vanaf teken

    Hoeveel Octaven zijn er?

    De menselijke stem omvat tussen de 2 en 3 octaven. Een geoefende stem heeft vaak een

    nog groter bereik. Niet geoefende zangers komen soms niet verder dan anderhalve octaaf.

    Maar muziekinstrumenten kunnen hogere geluiden dan de menselijke stem produceren of

    lagere. Ook deze muziek moet genoteerd kunnen worden. Muzieknoten dragen de namen

    van de eerste zeven letters van het alfabet.

    Wanneer we met de noot c beginnen, komt na de noot b opnieuw een c. De omvang van 8

    tonen noemen we een octaaf.

    Omdat er dus meerdere octaven zijn, komen ook de notennamen meerdere keren voor. Om

    de octaven en bijbehorende noten te kunnen onderscheiden, gebruiken we toegevoegde

    benamingen en verschillende schrijfwijzen.

    C groot octaaf (C)

    c klein octaaf (c)

    c eengestreept (c')

    c tweegestreept (c'')

    enz.

    Groot octaaf

    Klein octaaf

    Engestreept octaaf

  • 13 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Tweegestreept octaaf

  • 14 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Bijlagen:

    Dynamische tekens

    Voor 1750 gebruikten componisten slechts sporadisch dynamische aanduidingen. In de

    uitvoeringspraktijk beperkte men zich voornamelijk tot terrassendynamiek, of contrastdynamiek, een

    afwisseling tussen forte en piano. Vanaf 1750 werd de behoefte aan meer dynamische schakeringen

    groter, waarbij ook het crescendo en decrescendo steeds meer werd toegepast.

    pianissimo piano mezzopiano mezzoforte forte fortissimo

    zeer zacht zacht tamelijk zacht tamelijk sterk sterk zeer sterk

    forte piano sforzato

    sterk en / sforzando

    meteen weer

    zacht

    crescendo (cresc.) decrescendo (decresc.)

    sterker worden zachter worden

    pi forte sterker

    meno forte minder sterk

    morendo wegstervend

    mezza voce met halve (zachte) stem

    sotto voce met gedempte stem

    marcato sterke klemtoon

    Tempo-aanduidingen

    Componisten willen graag dat hun composities zo precies mogelijk worden uitgevoerd. Daarvoor

    gebruiken ze al sinds heel lang allerlei tempo- en voordrachtsaanduidingen. De meest algemeen

    voorkomende zijn:

    Largo zeer langzaam

    Adagio langzaam

    Andante gaande

    Allegro snel

    Presto zeer snel

    Deze aanduidingen kunnen worden gewijzigd door de achtervoegsels -issimo (meer dan) en -etto

    (minder dan).

    Allegretto = minder snel dan Allegro

    Prestissimo = sneller dan Presto

  • 15 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Enkele veel voorkomende toegevoegde termen:

    molto, assai zeer

    vivace levendig

    moderato matig

    poco weinig

    pi meer

    meno minder

    troppo te veel

    accelerando (accel.) sneller worden

    ritenuto (rit.) teruggehouden

    ritardando (ritard.) vertragend

    rallentando (rall.) vertragend

    a tempo naar het vorige tempo

    l'istesso tempo hetzelfde tempo

    tempo rubato vrij in de maat

    Sinds de uitvinding van de metronoom wordt het voorgeschreven tempo aangeduid met een

    metronoomgetal voorafgegaan door de teleenheid. Je vindt deze aanduiding aan het begin van het

    muziekstuk boven de G-balk:

    Het getal is makkelijk tot een tempo te herleiden. 120 betekent 120 tellen in een minuut. 1 tel duurt

    dus een halve seconde. Dit is een stevig mars-tempo. Een tempo van 60 is dus langzaam. 1 tel is 1

    seconde.

    Tips en trucs

    Om van papier te kunnen zingen moet u een gevoel ontwikkelen voor de intervallen. Dat is

    niet eenvoudig en ook hier geldt: veel oefenen.

    Maar het helpt als u steun hebt aan ezelsbruggetjes. Die kunt u zelf bedenken door in voor u

    bekende melodien te zoeken naar makkelijk te onthouden intervallen.

    Onze dirigent gebruikt voor de kwart ook een ezelsbruggetje om het koor te helpen:

    Alaaaaaf!!!

    Zo zijn er voor de meeste intervallen wel geheugensteuntjes te bedenken. Ik geef er een

    aantal, die ik zelf gebruik:

    Grote Secunde do re (mi etc.)

    Grote Terts klein klein (kleutertje)

    Kleine Terts al die (willen te kape varen)

    Kwart Wilhelmus

    Kwint altijd is (kortjakje ziek)

    Grote Sext berend botje

    Kleine Sext berend botje (in mineur)

  • 16 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Oefenmateriaal

    Stamnoten kennen

    Benoem de onderstaande noten:

    Maatsoorten

    Benoem de maatsoorten

  • 17 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Alteraties

    Benoem de noten

  • 18 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Intervallen

    Benoem de intervallen tussen elk van de noten:

  • 19 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Nr. titel toonsoort maat

    1 Bohemian Rhapsody Bes, A, Es 4/4, 5/4, 2/4

    2 De mooiste meid van Slien D 4/4

    3 Let it grow G 4/4

    4 Ave Verum Corpus D C

    5a Audite Silete Bes C

    5b Haschivenu C 3/4

    6 Echoes E 2/4

    7 Ich fahr dahin G 6/4

    8 Kingston Town As 4/4

    9 Psallite D C

    10 Tibie Paiom C C

    11 Sjaloom Bes (Gm) 4/4

    12 De liefde overwint G 4/4

    13 Cent mille chansons F * 3/4

    14a Nun ruhen alle Wlder F C

    14b Wer nur den lieben Gott C (Am) C

    15 Drents Es 6/8

    16a Alleluia (canon) F 4/4

    16b Hij leve lang (canon) G 4/4

    16c Make new friends (canon) D 4/4

    16d Dabbedabbedab (canon) C 4/4

    16e Sine cerere et baccho (canon) G 4/4

    16f Is er wat te doen voor de ketellapper? (canon) F 4/4

    17

    18 Non nobis Domine D 4/4

    19 Halleluja D 4/4

    20 Aquarius Bes (Gm) 4/4

    21 Let the sunshine Es 4/4

    22 Because we believe C 12/8

    23 Someone E 4/4

    24 Do you know where you going to Es 4/4

    25 What a wonderful world C 4/4

    26 The exodus song Es (Cm) 4/4

    27 The rose G 4/4

    28

    29 Conquest of paradise

    30

    31 Tears in heaven D C

    32

    33 In stiller Nacht Es 3/2

    34

    35 Let it be me F 4/4

    36 Dindirin Dm * 3/4, C

    37 Bridge over troubled water C 4/4

    38 Miss Saigon

    39 Stay with me till the morning Es C

    40

    41 I dont know how to love him D 4/4

    42 Send in the clowns F 4/4

    43 Harfst C C

    44 t Zel weer veurjoar wordn C C

    45 Veurjoar, zummer, haarfst en winter G (Em) 3/4

  • 20 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    46 So strong C 4/4

    47 Yesterday Bes 4/4

    48 Sentimental journey C 4/4

    49 Killing me softly Bes 4/4

    50 Sound of silence Es C

    51 Cantique de Jean Racine Des C

    52 All around my head G 2/4

    53 Deutsche Messe (Sanctus) Es 3/4

    54 King all glorious F 4/4

    55 Die Forelle

    56 Slavenkoor Fis 4/4

    57 In our deep vaulted cell F 3/4

    58a Doar bluit mien eerappellaand Es 4/4

    58b Mien Toentje F 3/4

    58c As Vaaier woorden C 4/4

    59 Doebdoebidoeba (canon) C 4/4

    60 Come with me, my love (canon) C C

    - Dostoino jestja F C

    - De Sliener toren F 3/4

    - Wohl mir dass ich Jesum habe G 3/4

    - Avond C 4/4

    - Stand by me A C

    * Deze liederen lijken in C te staan, omdat er geen mollen of kruisen na de sleutel staan. In

    dit geval zijn deze tekens steeds voor de betreffende noot geplaatst.

  • This file was generated by 'Microsoft Word 2003(11.0.6568.0) - CIB pdf brewer 2.2.4'.

    Please use the current version of CIB pdf brewer for opening.

    The setup can be downloaded from our website free of charge: www.cib.de

    Cursus noten lezen webversie.rtf

    Cursus noten lezen webversie.xml

    Readme.txt

    http://www.cib.de

    1 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Cursus Noten Lezen

    Noten lezen

    In deze notitie vindt u een compacte cursus noten lezen. Deels bestaat de cursus uit een uitleg over noten lezen. Aan het einde vindt u een overzicht van allerlei wetenswaardigheden. Deze zijn apart uit te printen en toe te voegen aan uw zangmap, zodat u die omschrijvingen altijd bij de hand hebt. Tenslot is er nog enig oefenmateriaal opgenomen.

    Onthoudt u echter, dat kennis op zich zelf nergens toe leidt. Kennis is pas nuttig als u het geleerde kunt toepassen. Naast het lezen van de teksten is het daarom van groot belang, dat u de kennis direct probeert toe te passen tijdens het zingen thuis en op het koor. Al doende merkt u dan, dat het noten lezen steeds makkelijker wordt.

    Ik wens u veel plezier met deze cursus.

    Het verschil tussen het woord toon en het woord noot.

    Een toon is een enkel geluid dat je hoort. Een noot is de schrijfwijze van die enkele toon. Omdat in muziek veel verschillende tonen zijn te horen, zijn er ook veel noten nodig om al die tonen op te schrijven.

    De notenbalk biedt plaats voor 5 noten op een lijn en 4 noten tussen de lijnen.

    Ook kan er nog een boven de 5e lijn en nog een onder de eerste lijn een plaats krijgen.

    Hoe hoger de plaats van de noot, hoe hoger de toon klinkt; hoe lager de plaats van de noot, hoe lager de toon klinkt. Als een noot niet meer op de notenbalk past, worden er extra lijntjes bij gemaakt. Deze worden hulplijntjes genoemd.

    Stamtonen

    In de muziek hebben we te maken met stamtonen en tonen die daarvan afgeleid zijn, de zogenaamde afgeleide tonen. Eerst maar even over de stamtonen. De noten waarmee we deze stamtonen opschrijven hebben namen. We benoemen ze met de eerste 7 letters van het alfabet: A B C D E F en G.Na G komt weer A. Als we beginnen met C, dan wordt het rijtje in opklimmende volgorde: C D E F G A B C.

    De notenbalk wordt meestal geopend met een muzieksleutel. Voor sopranen, alten en tenoren is dat de G-sleutel. Het puntje in de G-sleutel gaat door de balk waar de G op de balk staat.

    Voor bassen en soms ook de tenoren staat er een F-sleutel vooraan op de balk. De punt in de sleutel staat op de balk waar de F genoteerd staat.

    Nu we met de G-sleutel de plaats van de G kennen en met de F-sleutel de plaats van de F kunnen we eenvoudig alle andere noten ook een plaats geven:

    De letters komen meermalen voor op een balk. Daar komen we later op terug.

    Duur van noten

    Muzieknoten zien er niet allemaal hetzelfde uit. Afhankelijk van de duur zijn ze open of dicht, hebben ze een stok met of zonder vlaggetjes. Ook hebben de verschillende verschijningsvormen namen. Leer de namen uit het hoofd.

    In plaats van vlaggetjes kunnen meerdere noten ook met 1 of meer strepen aan elkaar zijn verbonden. Zij hebben de zelfde functie als de vlaggetjes en worden waardestrepen genoemd.

    Achtstenzestienden

    Tweendertigsten

    De noot met punt

    Een punt achter de noot maakt de noot de helft langer.

    Combinaties van noten met een verschillende duur maken een ritme. Herhalingen in het ritme (en de melodische patronen) bepalen hoe moeilijk of makkelijk een melodie in het gehoor ligt.

    Maten en maatsoorten

    De componist verdeelt de muziek in fragmenten of maten, gescheiden door verticale streepjes, de maatstrepen. Er zijn verschillende soorten maten. Ze hebben de vorm van een breuk.

    Vierkwartsmaat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de kwart noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de kwartnoot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (4) geeft aan dat elke maat 4 tellen bevat.

    Belangrijk: Als de kwartnoot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 4 tellen, de halve noot 2 tellen, de kwartnoot 1 tel, de achtste noot tel, de zestiende noot tel, enz.

    Zesachtste maat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de achtste noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de achtste noot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (6) geeft aan dat elke maat 6 tellen bevat.

    Belangrijk: Als de achtste noot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 8 tellen, de halve noot 4 tellen, de kwartnoot 2 tellen, de achtste noot weer de helft daarvan, enz.

    Twee-tweede maat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de halve noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de halve noot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (2) geeft aan dat elke maat 2 tellen bevat. Deze maatsoort komt niet zo veel voor in deze notering.

    Wel treft u de Allabreve aan, een vierkwartsmaat die in tween geteld wordt, dus eigenlijk een twee-tweede maat. In populaire muziek is dit een favoriete maatsoort.

    Belangrijk: Als de halve noot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 2 tellen, de halve noot 1 tel, de kwartnoot tel, de achtste noot weer de helft daarvan, enz.

    Voorbeelden van meest voorkomende maatsoorten

    Driekwarts maat.Kwartnoot = 1 tel, 3 tellen in de maat

    Tweekwarts maat. Kwartnoot = 1 tel, 2 tellen in de maat

    Vierkwartsmaat Kwartnoot = 1 tel, 4 tellen in de maat

    Tweetweede maat Halve noot = 1 tel 2 tellen in de maat

    Drieachtste maat. Achtste noot = 1 tel, 3 tellen in de maat

    Zesachtste maat Achtste noot = 1 tel, 6 tellen in de maat

    Vijfvierde maat Kwartnoot = 1 tel, 5 tellen in de maat

    Toonladder en toonsoort

    Grote terts toonladders

    Toonladders bestaan in de regel uit 5 hele en 2 halve toonafstanden. De toonladder die hieronder is afgebeeld, klinkt als "do re me fa so la ti do". Deze structuur noemen we een grote terts toonladder. Omdat de toonladder met C begint, is dit de toonladder van C grote terts, ofwel C groot. Hij bestaat uit uitsluitend stamtonen (de witte toetsen van de piano). De grondtoon is C. De compositie hieronder staat in de toonsoort C groot.

    C D E F G A B C

    11 11 1

    N.B. Alle grote terts toonsoorten hebben dezelfde structuur toonladder:heel - heel - half - heel - heel - heel - half

    Kruizen

    Wanneer we dezelfde grote-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot G willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon F. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen E en F slechts een halve toon is. In de grote-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verhogen we de stamtoon F. Daarvoor gebruiken we een afgeleide toon (de zwarte pianotoets rechts naast de stamtoon F). Alle verhoogde stamtonen krijgen de toevoeging "-is". In dit geval wordt de F een halve toon verhoogd tot Fis (spreek uit: Fies). In de notenbalk heeft de Fis dezelfde plaats als de F. Om duidelijk te maken dat er een Fis wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de F een hekje geplaatst. In het notenschrift noemen we dat teken een kruis. De kruis staat dus n de sleutel en vr de maatsoort.

    Andere grote terts toonsoorten met meer verhoogde stamtonen zijn:D groot (Fis en Cis); A groot (Fis, Cis en Gis); E groot (Fis, Cis, Gis en Dis);B groot (Fis, Cis, Gis, Dis en Ais); Fis groot (Fis, Cis, Gis, Dis, Ais, Eis)

    Mollen

    Wanneer we de grote-terts-structuur willen gebruiken, maar met F willen beginnen, doet zich een probleem voor bij de stamtoon B. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen A en B een hele toon is. In de grote-terts-structuur zien we een halve toonafstand. Om het probleem op te lossen verlagen we de stamtoon B. Hiertoe gebruiken we ook weer een afgeleide toon (de zwarte pianotoets links van de stamtoon B). Alle verlaagde stamtonen krijgen de toevoeging "-es"; uitgezonderd A en E, die krijgen slechts de toevoeging "-s". In dit geval wordt de B een halve toon verlaagd tot Bes.In de notenbalk heeft de Bes dezelfde plaats als de B. Om duidelijk te maken dat er een Bes wordt bedoeld, wordt vooraan op de notenbalk vr de maatsoort een mol-teken geplaatst.

    Andere grote terts toonsoorten met meer verlaagde stamtonen zijn:Bes groot (Bes en Es); Es groot (Bes, Es en As); As groot (Bes, Es, As en Des);Des groot (Bes, Es, As, Des en Ges); Ges groot (Bes, Es, As, Des, Ges en Ces)

    De kleine terts toonladder

    Ook deze toonladder bestaat uit 5 hele en 2 halve toonafstanden. Maar de structuur is anders dan die van de grote terts toonladder. De toonladder die hiernaast is afgebeeld, klinkt als "la ti do re mi fa so la". Deze structuur noemen we een kleine terts toonladder. Omdat de toonladder met A begint, is dit de toonladder van A kleine terts, ofwel A klein. Hij bestaat uit uitsluitend stamtonen (de witte toetsen van de piano). De structuur van een toonladder wordt ook wel toonsoort genoemd. De ladder staat in de toonsoort A kleine terts.

    A B C D E F G A

    Alle oorspronkelijke kleine terts toonladders hebben dezelfde structuur:heel - half - heel - heel - half - heel - heel

    De harmonische en melodische kleine terts toonladder

    Uit de oorspronkelijke kleine terts toonladder zijn in de loop van de muziekgeschiedenis twee afwijkende kleine terts toonladders ontstaan:de harmonische, waarbij de zevende tree (trap) een halve toon wordt verhoogd ende melodische, waarbij de zesde en zevende tree (trap) met een halve toon worden verhoogd. Omdat het in feite afwijkingen betreft, worden de verhogingen als alteratie in de muziek aangegeven.

    harmonisch

    melodisch:

    Meer kleine terts toonladders

    Wanneer we dezelfde kleine-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot E willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon F. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen E en F slechts een halve toon is. In de kleine-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verhogen we de stamtoon F. Daarvoor gebruiken we een afgeleide toon. In dit geval wordt de F een halve toon verhoogd tot Fis. In de notenbalk heeft de Fis dezelfde plaats als de F. Om duidelijk te maken dat er een Fis wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de F een kruis geplaatst. De toonsoort E klein heeft daarom n kruis. E is de grondtoon.In de harmonische ladder wordt als alteratie D verhoogd tot Dis. In de melodische ladder wordt bovendien C verhoogd tot Cis.

    Andere oorspronkelijke kleine terts toonsoorten met verhoogde stamtonen zijn:B klein (Fis en Cis); Fis klein (Fis, Cis en Gis); Cis klein (Fis, Cis, Gis en Dis);Gis klein (Fis, Cis, Gis, Dis en Ais); Dis klein (Fis, Cis, Gis, Dis, Ais, Eis)

    Wanneer we dezelfde kleine-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot D willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon B. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen B en C slechts een halve toon is. In de kleine-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verlagen we de stamtoon B tot de afgeleide toon Bes. In de notenbalk heeft de Bes dezelfde plaats als de B. Om duidelijk te maken dat er een Bes wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de B een mol geplaatst. De toonsoort D klein heeft daarom n mol. D is de grondtoon.In de harmonische ladder wordt als alteratie C verhoogd tot Cis. In de melodische ladder wordt bovendien Bes hersteld tot B. Dat gebeurt met een herstellingsteken.

    Andere oorspronkelijke kleine terts toonsoorten met verlaagde stamtonen zijn:G klein (Bes en Es); C klein (Bes, Es en As); F klein (Bes, Es, As, Des);Bes klein (Bes, Es, As, Des, Ges); Es klein (Bes, Es, As, Des, Ges, Ces)

    Andere benamingen voor toonsoorten:C grote terts = C groot = C majeur = C dur = C (hoofdletter)A kleine terts = A klein = A mineur = A mol = a (kleine letter)

    Intervallen

    De afstand tussen twee tonen noemen we in de muziek interval. We onderscheiden de prime, de seconde, de terts, de kwart, de kwint, de sext, de septime en het octaaf. Naar gelang de afstand tussen het interval onderscheiden we verschillende soorten. We beperken ons tot de meest voorkomende.Intervallen kunnen zowel stijgend als dalend voorkomen. Gemakshalve hier alleen stijgende intervallen

    Het kennen en herkennen van intervallen is voor een zanger van zeer groot belang. Hoewel het makkelijk is uit te leggen en dit onderwerp dus eigenlijk niet veel ruimte inneemt in de cursus, is het waarschijnlijk voor een koor toch n van de twee nuttigste onderwerpen in het noten lezen. Muziek is immers niets anders dan interval na interval zingen of spelen. Als een zanger een interval op papier kan herkennen en zingen, kan hij of zij dus van muziek zingen. Als hij ook nog de ritmes goed kan lezen en uitvoeren, dan is hij/zij klaar voor het grote werk

    Bestudeer de intervallen in onze zangmap. Probeer ze te herkennen in alle toonsoorten en zing ze voor je zelf en tenslotte natuurlijk voor ons!

    Akkoorden

    Een aantal intervallen gelijktijdig of achter elkaar gespeeld noemen we een akkoord. Het (her)kennen van uitgeschreven akkoorden is ook voor het zingen makkelijk. Een basis akkoord op een grondtoon (stamtoon) wordt gevormd door grote terts-kleine terts-kwart. Dat klinkt ingewikkeld maar is het niet, omdat bijna iedereen dit akkoord kent en kan zingen. Op C ziet het akkoord er zo uit: c e g c. Het eenvoudigste akkoord klinkt het mooist in het gehoor. Een ingewikkelder akkoord is veel spannender (en moeilijker om zuiver te zingen). Vergelijk de akkoorden van Shaloom maar eens met die van de Bohemian Rhapsody

    Het voert te ver om hier verder op in te gaan, maar het kunnen zingen van akkoorden en deze kunnen herkennen in het notenschrift maakt het weer eenvoudiger om rechtstreeks en snel van bladmuziek te kunnen zingen.

    Muziektekens

    Rusttekens

    Momenten van stilte brengen in de muziek vaak spanning en geladenheid. Rusttekens zijn dan ook bijna net zo belangrijk als de noten. Zoveel verschillende notengedaanten, zoveel verschillende rusttekens. Ze hebben dezelfde namen en net als bij de noten, hangt de duur af van de maatsoort.

    hele rust kwartrust 16e rust

    halve rust 8e rust32e rust

    Overgebonden noten

    Als de componist in de gekozen maatsoort, bv. 3/4, twee halve noten (= 4 tellen) wil laten zingen, kan hij die niet in 1 maat kwijt. De maatsoort staat immers maar drie tellen toe. Dit wordt als volgt opgelost: men schrijft in de ene maat een halve noot en een kwartnoot. In de volgende maat nogmaals dezelfde kwartnoot. Vervolgens worden de twee kwartnoten met een boogje verbonden. De twee kwartnoten worden nu als n noot gezongen.

    Nog meer muziektekens

    Wanneer een compositie in G-groot is geschreven, waarbij alle stamtonen F worden verhoogd tot Fis, kunnen plaatselijk ook andere stamtonen worden verhoogd of verlaagd. Zo'n, plaatselijke wijziging van een stamtoon geldt voor de hele maat en wordt alteratie genoemd. Ook kan elke verhoging of verlaging worden hersteld tot de stamtoon. Er wordt dan gebruik gemaakt van een herstellingsteken.

    Staat er voor de dubbele maatstreep een dubbele punt, dan worden de maten daarvoor herhaald. Na de herhaling wordt de eerste afsluiting overgeslagen en eindigt het muziekstuk met de tweede afsluiting.

    Ritmische figuren

    Al eerder merkte ik op dat intervallen en ritme in feite de muziek vormen. In de muziek komen een aantal ritmische patronen vaak voor. Ik noem er een paar, maar als je de zangmap doorbladert, zie je er nog meer. Patronen herkennen en kunnen uitvoeren maakt het zingen weer makkelijker.

    Kwart punt

    Achtste punt

    Syncopische figuur

    Triool

    Aanvullende Speelaanwijzingen

    Speelmanieren

    staccato gebonden legato fermate

    staccato losgemaakt, de duur van de noot wordt iets bekort.legato bindend, de volgende noot begint waar de vorige is opgehouden.gebonden vocaliserend op een woorddeel of een nlettergrepig woordfermatenaar believen aanhoudend.

    Herhalingsaanduidingen

    Da Capo (D.C.)herhalen vanaf het begin

    Da Capo al Fine (D.C. al Fine) herhalen tot Fine

    Da Capo al segno (D.C. al segno) herhalen tot

    Da Capo dal segno (D.C. dal segno)herhalen vanaf teken

    Hoeveel Octaven zijn er?

    De menselijke stem omvat tussen de 2 en 3 octaven. Een geoefende stem heeft vaak een nog groter bereik. Niet geoefende zangers komen soms niet verder dan anderhalve octaaf. Maar muziekinstrumenten kunnen hogere geluiden dan de menselijke stem produceren of lagere. Ook deze muziek moet genoteerd kunnen worden.

    Muzieknoten dragen de namen van de eerste zeven letters van het alfabet.Wanneer we met de noot c beginnen, komt na de noot b opnieuw een c. De omvang van 8 tonen noemen we een octaaf.

    Omdat er dus meerdere octaven zijn, komen ook de notennamen meerdere keren voor. Om de octaven en bijbehorende noten te kunnen onderscheiden, gebruiken we toegevoegde benamingen en verschillende schrijfwijzen.

    C groot octaaf (C)c klein octaaf (c)c eengestreept (c')c tweegestreept (c'')enz.

    Groot octaaf

    Klein octaaf

    Engestreept octaaf

    Tweegestreept octaaf

    Bijlagen:

    Dynamische tekens

    Voor 1750 gebruikten componisten slechts sporadisch dynamische aanduidingen. In de uitvoeringspraktijk beperkte men zich voornamelijk tot terrassendynamiek, of contrastdynamiek, een afwisseling tussen forte en piano. Vanaf 1750 werd de behoefte aan meer dynamische schakeringen groter, waarbij ook het crescendo en decrescendo steeds meer werd toegepast.

    pianissimo piano mezzopiano mezzoforte forte fortissimo

    zeer zacht zacht tamelijk zacht tamelijk sterk sterk zeer sterk

    forte piano sforzato

    sterk en / sforzando

    meteen weer

    zacht

    crescendo (cresc.) decrescendo (decresc.)

    sterker worden zachter worden

    pi forte sterker

    meno forte minder sterk

    morendo wegstervend

    mezza voce met halve (zachte) stem

    sotto voce met gedempte stem

    marcatosterke klemtoon

    Tempo-aanduidingen

    Componisten willen graag dat hun composities zo precies mogelijk worden uitgevoerd. Daarvoor gebruiken ze al sinds heel lang allerlei tempo- en voordrachtsaanduidingen. De meest algemeen voorkomende zijn:

    Largo zeer langzaamAdagio langzaamAndante gaandeAllegro snelPrestozeer snel

    Deze aanduidingen kunnen worden gewijzigd door de achtervoegsels -issimo (meer dan) en -etto (minder dan).

    Allegretto = minder snel dan AllegroPrestissimo = sneller dan Presto

    Enkele veel voorkomende toegevoegde termen:

    molto, assai zeervivace levendigmoderato matigpoco weinigpi meermeno mindertroppo te veel

    accelerando (accel.) sneller wordenritenuto (rit.) teruggehoudenritardando (ritard.) vertragendrallentando (rall.) vertragenda tempo naar het vorige tempol'istesso tempo hetzelfde tempotempo rubato vrij in de maat

    Sinds de uitvinding van de metronoom wordt het voorgeschreven tempo aangeduid met een metronoomgetal voorafgegaan door de teleenheid. Je vindt deze aanduiding aan het begin van het muziekstuk boven de G-balk:

    Het getal is makkelijk tot een tempo te herleiden. 120 betekent 120 tellen in een minuut. 1 tel duurt dus een halve seconde. Dit is een stevig mars-tempo. Een tempo van 60 is dus langzaam. 1 tel is 1 seconde.

    Tips en trucs

    Om van papier te kunnen zingen moet u een gevoel ontwikkelen voor de intervallen. Dat is niet eenvoudig en ook hier geldt: veel oefenen.

    Maar het helpt als u steun hebt aan ezelsbruggetjes. Die kunt u zelf bedenken door in voor u bekende melodien te zoeken naar makkelijk te onthouden intervallen.

    Onze dirigent gebruikt voor de kwart ook een ezelsbruggetje om het koor te helpen: Alaaaaaf!!!

    Zo zijn er voor de meeste intervallen wel geheugensteuntjes te bedenken. Ik geef er een aantal, die ik zelf gebruik:

    Grote Secunde do re (mi etc.)

    Grote Tertsklein klein (kleutertje)

    Kleine Terts al die (willen te kape varen)

    Kwart Wilhelmus

    Kwint altijd is (kortjakje ziek)

    Grote Sext berend botje

    Kleine Sext berend botje (in mineur)

    Oefenmateriaal

    Stamnoten kennen

    Benoem de onderstaande noten:

    Maatsoorten

    Benoem de maatsoorten

    Alteraties

    Benoem de noten

    Intervallen

    Benoem de intervallen tussen elk van de noten:

    Nr.

    titel

    toonsoort

    maat

    1

    Bohemian Rhapsody

    Bes, A, Es

    4/4, 5/4, 2/4

    2

    De mooiste meid van Slien

    D

    4/4

    3

    Let it grow

    G

    4/4

    4

    Ave Verum Corpus

    D

    C

    5a

    Audite Silete

    Bes

    C

    5b

    Haschivenu

    C

    3/4

    6

    Echoes

    E

    2/4

    7

    Ich fahr dahin

    G

    6/4

    8

    Kingston Town

    As

    4/4

    9

    Psallite

    D

    C

    10

    Tibie Paiom

    C

    C

    11

    Sjaloom

    Bes (Gm)

    4/4

    12

    De liefde overwint

    G

    4/4

    13

    Cent mille chansons

    F *

    3/4

    14a

    Nun ruhen alle Wlder

    F

    C

    14b

    Wer nur den lieben Gott

    C (Am)

    C

    15

    Drents

    Es

    6/8

    16a

    Alleluia (canon)

    F

    4/4

    16b

    Hij leve lang (canon)

    G

    4/4

    16c

    Make new friends (canon)

    D

    4/4

    16d

    Dabbedabbedab (canon)

    C

    4/4

    16e

    Sine cerere et baccho (canon)

    G

    4/4

    16f

    Is er wat te doen voor de ketellapper? (canon)

    F

    4/4

    17

    18

    Non nobis Domine

    D

    4/4

    19

    Halleluja

    D

    4/4

    20

    Aquarius

    Bes (Gm)

    4/4

    21

    Let the sunshine

    Es

    4/4

    22

    Because we believe

    C

    12/8

    23

    Someone

    E

    4/4

    24

    Do you know where you going to

    Es

    4/4

    25

    What a wonderful world

    C

    4/4

    26

    The exodus song

    Es (Cm)

    4/4

    27

    The rose

    G

    4/4

    28

    29

    Conquest of paradise

    30

    31

    Tears in heaven

    D

    C

    32

    33

    In stiller Nacht

    Es

    3/2

    34

    35

    Let it be me

    F

    4/4

    36

    Dindirin

    Dm *

    3/4, C

    37

    Bridge over troubled water

    C

    4/4

    38

    Miss Saigon

    39

    Stay with me till the morning

    Es

    C

    40

    41

    I dont know how to love him

    D

    4/4

    42

    Send in the clowns

    F

    4/4

    43

    Harfst

    C

    C

    44

    t Zel weer veurjoar wordn

    C

    C

    45

    Veurjoar, zummer, haarfst en winter

    G (Em)

    3/4

    46

    So strong

    C

    4/4

    47

    Yesterday

    Bes

    4/4

    48

    Sentimental journey

    C

    4/4

    49

    Killing me softly

    Bes

    4/4

    50

    Sound of silence

    Es

    C

    51

    Cantique de Jean Racine

    Des

    C

    52

    All around my head

    G

    2/4

    53

    Deutsche Messe (Sanctus)

    Es

    3/4

    54

    King all glorious

    F

    4/4

    55

    Die Forelle

    56

    Slavenkoor

    Fis

    4/4

    57

    In our deep vaulted cell

    F

    3/4

    58a

    Doar bluit mien eerappellaand

    Es

    4/4

    58b

    Mien Toentje

    F

    3/4

    58c

    As Vaaier woorden

    C

    4/4

    59

    Doebdoebidoeba (canon)

    C

    4/4

    60

    Come with me, my love (canon)

    C

    C

    -

    Dostoino jestja

    F

    C

    -

    De Sliener toren

    F

    3/4

    -

    Wohl mir dass ich Jesum habe

    G

    3/4

    -

    Avond

    C

    4/4

    -

    Stand by me

    A

    C

    * Deze liederen lijken in C te staan, omdat er geen mollen of kruisen na de sleutel staan. In dit geval zijn deze tekens steeds voor de betreffende noot geplaatst.

    Cursus noten lezen webversie.rtf

    100 100 1 0 0 0 0 4 75 600 1 0 0 0 0 0 14 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 OpusFrets1;OpusFrets2;OpusFrets3;Pergolesi;Scarlatti 0 0 259 0 2 4 0 D:\MIJN DOCUMENTEN\webcursus_bestanden\~ECursus noten lezen webversie.pdf _e 0 0 iexplore.exe %s 0 0 1 1 0 100 0 ~E35.tmp 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 15 0 0 1 12632256 1 0 1 12632256 0 0 1 12632256 Cursus noten lezen dick veenstra 34 1 3307 -5912 18504 17476 -2117 7415 -3721 30304

    Cursus noten lezen webversie.xml

    This file was generated by 'Microsoft Word 2003(11.0.6568.0) - CIB pdf brewer 2.2.4'.

    Please use the current version of CIB pdf brewer for opening.The setup can be downloaded from our website free of charge: www.cib.de

    Readme.txt

    1 van 20

    Versie 2007, DV,24-9-2007

    Cursus Noten Lezen

    Noten lezen

    In deze notitie vindt u een compacte cursus noten lezen. Deels bestaat de cursus uit een uitleg over noten lezen. Aan het einde vindt u een overzicht van allerlei wetenswaardigheden. Deze zijn apart uit te printen en toe te voegen aan uw zangmap, zodat u die omschrijvingen altijd bij de hand hebt. Tenslot is er nog enig oefenmateriaal opgenomen.

    Onthoudt u echter, dat kennis op zich zelf nergens toe leidt. Kennis is pas nuttig als u het geleerde kunt toepassen. Naast het lezen van de teksten is het daarom van groot belang, dat u de kennis direct probeert toe te passen tijdens het zingen thuis en op het koor. Al doende merkt u dan, dat het noten lezen steeds makkelijker wordt.

    Ik wens u veel plezier met deze cursus.

    Het verschil tussen het woord toon en het woord noot.

    Een toon is een enkel geluid dat je hoort. Een noot is de schrijfwijze van die enkele toon. Omdat in muziek veel verschillende tonen zijn te horen, zijn er ook veel noten nodig om al die tonen op te schrijven.

    De notenbalk biedt plaats voor 5 noten op een lijn en 4 noten tussen de lijnen.

    Ook kan er nog een boven de 5e lijn en nog een onder de eerste lijn een plaats krijgen.

    Hoe hoger de plaats van de noot, hoe hoger de toon klinkt; hoe lager de plaats van de noot, hoe lager de toon klinkt. Als een noot niet meer op de notenbalk past, worden er extra lijntjes bij gemaakt. Deze worden hulplijntjes genoemd.

    Stamtonen

    In de muziek hebben we te maken met stamtonen en tonen die daarvan afgeleid zijn, de zogenaamde afgeleide tonen. Eerst maar even over de stamtonen. De noten waarmee we deze stamtonen opschrijven hebben namen. We benoemen ze met de eerste 7 letters van het alfabet: A B C D E F en G.Na G komt weer A. Als we beginnen met C, dan wordt het rijtje in opklimmende volgorde: C D E F G A B C.

    De notenbalk wordt meestal geopend met een muzieksleutel. Voor sopranen, alten en tenoren is dat de G-sleutel. Het puntje in de G-sleutel gaat door de balk waar de G op de balk staat.

    Voor bassen en soms ook de tenoren staat er een F-sleutel vooraan op de balk. De punt in de sleutel staat op de balk waar de F genoteerd staat.

    Nu we met de G-sleutel de plaats van de G kennen en met de F-sleutel de plaats van de F kunnen we eenvoudig alle andere noten ook een plaats geven:

    De letters komen meermalen voor op een balk. Daar komen we later op terug.

    Duur van noten

    Muzieknoten zien er niet allemaal hetzelfde uit. Afhankelijk van de duur zijn ze open of dicht, hebben ze een stok met of zonder vlaggetjes. Ook hebben de verschillende verschijningsvormen namen. Leer de namen uit het hoofd.

    In plaats van vlaggetjes kunnen meerdere noten ook met 1 of meer strepen aan elkaar zijn verbonden. Zij hebben de zelfde functie als de vlaggetjes en worden waardestrepen genoemd.

    Achtstenzestienden

    Tweendertigsten

    De noot met punt

    Een punt achter de noot maakt de noot de helft langer.

    Combinaties van noten met een verschillende duur maken een ritme. Herhalingen in het ritme (en de melodische patronen) bepalen hoe moeilijk of makkelijk een melodie in het gehoor ligt.

    Maten en maatsoorten

    De componist verdeelt de muziek in fragmenten of maten, gescheiden door verticale streepjes, de maatstrepen. Er zijn verschillende soorten maten. Ze hebben de vorm van een breuk.

    Vierkwartsmaat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de kwart noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de kwartnoot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (4) geeft aan dat elke maat 4 tellen bevat.

    Belangrijk: Als de kwartnoot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 4 tellen, de halve noot 2 tellen, de kwartnoot 1 tel, de achtste noot tel, de zestiende noot tel, enz.

    Zesachtste maat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de achtste noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de achtste noot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (6) geeft aan dat elke maat 6 tellen bevat.

    Belangrijk: Als de achtste noot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 8 tellen, de halve noot 4 tellen, de kwartnoot 2 tellen, de achtste noot weer de helft daarvan, enz.

    Twee-tweede maat

    Het onderste cijfer geeft aan dat de halve noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de halve noot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (2) geeft aan dat elke maat 2 tellen bevat. Deze maatsoort komt niet zo veel voor in deze notering.

    Wel treft u de Allabreve aan, een vierkwartsmaat die in tween geteld wordt, dus eigenlijk een twee-tweede maat. In populaire muziek is dit een favoriete maatsoort.

    Belangrijk: Als de halve noot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 2 tellen, de halve noot 1 tel, de kwartnoot tel, de achtste noot weer de helft daarvan, enz.

    Voorbeelden van meest voorkomende maatsoorten

    Driekwarts maat.Kwartnoot = 1 tel, 3 tellen in de maat

    Tweekwarts maat. Kwartnoot = 1 tel, 2 tellen in de maat

    Vierkwartsmaat Kwartnoot = 1 tel, 4 tellen in de maat

    Tweetweede maat Halve noot = 1 tel 2 tellen in de maat

    Drieachtste maat. Achtste noot = 1 tel, 3 tellen in de maat

    Zesachtste maat Achtste noot = 1 tel, 6 tellen in de maat

    Vijfvierde maat Kwartnoot = 1 tel, 5 tellen in de maat

    Toonladder en toonsoort

    Grote terts toonladders

    Toonladders bestaan in de regel uit 5 hele en 2 halve toonafstanden. De toonladder die hieronder is afgebeeld, klinkt als "do re me fa so la ti do". Deze structuur noemen we een grote terts toonladder. Omdat de toonladder met C begint, is dit de toonladder van C grote terts, ofwel C groot. Hij bestaat uit uitsluitend stamtonen (de witte toetsen van de piano). De grondtoon is C. De compositie hieronder staat in de toonsoort C groot.

    C D E F G A B C

    11 11 1

    N.B. Alle grote terts toonsoorten hebben dezelfde structuur toonladder:heel - heel - half - heel - heel - heel - half

    Kruizen

    Wanneer we dezelfde grote-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot G willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon F. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen E en F slechts een halve toon is. In de grote-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verhogen we de stamtoon F. Daarvoor gebruiken we een afgeleide toon (de zwarte pianotoets rechts naast de stamtoon F). Alle verhoogde stamtonen krijgen de toevoeging "-is". In dit geval wordt de F een halve toon verhoogd tot Fis (spreek uit: Fies). In de notenbalk heeft de Fis dezelfde plaats als de F. Om duidelijk te maken dat er een Fis wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de F een hekje geplaatst. In het notenschrift noemen we dat teken een kruis. De kruis staat dus n de sleutel en vr de maatsoort.

    Andere grote terts toonsoorten met meer verhoogde stamtonen zijn:D groot (Fis en Cis); A groot (Fis, Cis en Gis); E groot (Fis, Cis, Gis en Dis);B groot (Fis, Cis, Gis, Dis en Ais); Fis groot (Fis, Cis, Gis, Dis, Ais, Eis)

    Mollen

    Wanneer we de grote-terts-structuur willen gebruiken, maar met F willen beginnen, doet zich een probleem voor bij de stamtoon B. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen A en B een hele toon is. In de grote-terts-structuur zien we een halve toonafstand. Om het probleem op te lossen verlagen we de stamtoon B. Hiertoe gebruiken we ook weer een afgeleide toon (de zwarte pianotoets links van de stamtoon B). Alle verlaagde stamtonen krijgen de toevoeging "-es"; uitgezonderd A en E, die krijgen slechts de toevoeging "-s". In dit geval wordt de B een halve toon verlaagd tot Bes.In de notenbalk heeft de Bes dezelfde plaats als de B. Om duidelijk te maken dat er een Bes wordt bedoeld, wordt vooraan op de notenbalk vr de maatsoort een mol-teken geplaatst.

    Andere grote terts toonsoorten met meer verlaagde stamtonen zijn:Bes groot (Bes en Es); Es groot (Bes, Es en As); As groot (Bes, Es, As en Des);Des groot (Bes, Es, As, Des en Ges); Ges groot (Bes, Es, As, Des, Ges en Ces)

    De kleine terts toonladder

    Ook deze toonladder bestaat uit 5 hele en 2 halve toonafstanden. Maar de structuur is anders dan die van de grote terts toonladder. De toonladder die hiernaast is afgebeeld, klinkt als "la ti do re mi fa so la". Deze structuur noemen we een kleine terts toonladder. Omdat de toonladder met A begint, is dit de toonladder van A kleine terts, ofwel A klein. Hij bestaat uit uitsluitend stamtonen (de witte toetsen van de piano). De structuur van een toonladder wordt ook wel toonsoort genoemd. De ladder staat in de toonsoort A kleine terts.

    A B C D E F G A

    Alle oorspronkelijke kleine terts toonladders hebben dezelfde structuur:heel - half - heel - heel - half - heel - heel

    De harmonische en melodische kleine terts toonladder

    Uit de oorspronkelijke kleine terts toonladder zijn in de loop van de muziekgeschiedenis twee afwijkende kleine terts toonladders ontstaan:de harmonische, waarbij de zevende tree (trap) een halve toon wordt verhoogd ende melodische, waarbij de zesde en zevende tree (trap) met een halve toon worden verhoogd. Omdat het in feite afwijkingen betreft, worden de verhogingen als alteratie in de muziek aangegeven.

    harmonisch

    melodisch:

    Meer kleine terts toonladders

    Wanneer we dezelfde kleine-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot E willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon F. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen E en F slechts een halve toon is. In de kleine-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verhogen we de stamtoon F. Daarvoor gebruiken we een afgeleide toon. In dit geval wordt de F een halve toon verhoogd tot Fis. In de notenbalk heeft de Fis dezelfde plaats als de F. Om duidelijk te maken dat er een Fis wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de F een kruis geplaatst. De toonsoort E klein heeft daarom n kruis. E is de grondtoon.In de harmonische ladder wordt als alteratie D verhoogd tot Dis. In de melodische ladder wordt bovendien C verhoogd tot Cis.

    Andere oorspronkelijke kleine terts toonsoorten met verhoogde stamtonen zijn:B klein (Fis en Cis); Fis klein (Fis, Cis en Gis); Cis klein (Fis, Cis, Gis en Dis);Gis klein (Fis, Cis, Gis, Dis en Ais); Dis klein (Fis, Cis, Gis, Dis, Ais, Eis)

    Wanneer we dezelfde kleine-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot D willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon B. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen B en C slechts een halve toon is. In de kleine-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verlagen we de stamtoon B tot de afgeleide toon Bes. In de notenbalk heeft de Bes dezelfde plaats als de B. Om duidelijk te maken dat er een Bes wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de B een mol geplaatst. De toonsoort D klein heeft daarom n mol. D is de grondtoon.In de harmonische ladder wordt als alteratie C verhoogd tot Cis. In de melodische ladder wordt bovendien Bes hersteld tot B. Dat gebeurt met een herstellingsteken.

    Andere oorspronkelijke kleine terts toonsoorten met verlaagde stamtonen zijn:G klein (Bes en Es); C klein (Bes, Es en As); F klein (Bes, Es, As, Des);Bes klein (Bes, Es, As, Des, Ges); Es klein (Bes, Es, As, Des, Ges, Ces)

    Andere benamingen voor toonsoorten:C grote terts = C groot = C majeur = C dur = C (hoofdletter)A kleine terts = A klein = A mineur = A mol = a (kleine letter)

    Intervallen

    De afstand tussen twee tonen noemen we in de muziek interval. We onderscheiden de prime, de seconde, de terts, de kwart, de kwint, de sext, de septime en het octaaf. Naar gelang de afstand tussen het interval onderscheiden we verschillende soorten. We beperken ons tot de meest voorkomende.Intervallen kunnen zowel stijgend als dalend voorkomen. Gemakshalve hier alleen stijgende intervallen

    Het kennen en herkennen van intervallen is voor een zanger van zeer groot belang. Hoewel het makkelijk is uit te leggen en dit onderwerp dus eigenlijk niet veel ruimte inneemt in de cursus, is het waarschijnlijk voor een koor toch n van de twee nuttigste onderwerpen in het noten lezen. Muziek is immers niets anders dan interval na interval zingen of spelen. Als een zanger een interval op papier kan herkennen en zingen, kan hij of zij dus van muziek zingen. Als hij ook nog de ritmes goed kan lezen en uitvoeren, dan is hij/zij klaar voor het grote werk

    Bestudeer de intervallen in onze zangmap. Probeer ze te herkennen in alle toonsoorten en zing ze voor je zelf en tenslotte natuurlijk voor ons!

    Akkoorden

    Een aantal intervallen gelijktijdig of achter elkaar gespeeld noemen we een akkoord. Het (her)kennen van uitgeschreven akkoorden is ook voor het zingen makkelijk. Een basis akkoord op een grondtoon (stamtoon) wordt gevormd door grote terts-kleine terts-kwart. Dat klinkt ingewikkeld maar is het niet, omdat bijna iedereen dit akkoord kent en kan zingen. Op C ziet het akkoord er zo uit: c e g c. Het eenvoudigste akkoord klinkt het mooist in het gehoor. Een ingewikkelder akkoord is veel spannender (en moeilijker om zuiver te zingen). Vergelijk de akkoorden van Shaloom maar eens met die van de Bohemian Rhapsody

    Het voert te ver om hier verder op in te gaan, maar het kunnen zingen van akkoorden en deze kunnen herkennen in het notenschrift maakt het weer eenvoudiger om rechtstreeks en snel van bladmuziek te kunnen zingen.

    Muziektekens

    Rusttekens

    Momenten van stilte brengen in de muziek vaak spanning en geladenheid. Rusttekens zijn dan ook bijna net zo belangrijk als de noten. Zoveel verschillende notengedaanten, zoveel verschillende rusttekens. Ze hebben dezelfde namen en net als bij de noten, hangt de duur af van de maatsoort.

    hele rust kwartrust 16e rust

    halve rust 8e rust32e rust

    Overgebonden noten

    Als de componist in de gekozen maatsoort, bv. 3/4, twee halve noten (= 4 tellen) wil laten zingen, kan hij die niet in 1 maat kwijt. De maatsoort staat immers maar drie tellen toe. Dit wordt als volgt opgelost: men schrijft in de ene maat een halve noot en een kwartnoot. In de volgende maat nogmaals dezelfde kwartnoot. Vervolgens worden de twee kwartnoten met een boogje verbonden. De twee kwartnoten worden nu als n noot gezongen.

    Nog meer muziektekens

    Wanneer een compositie in G-groot is geschreven, waarbij alle stamtonen F worden verhoogd tot Fis, kunnen plaatselijk ook andere stamtonen worden verhoogd of verlaagd. Zo'n, plaatselijke wijziging van een stamtoon geldt voor de hele maat en wordt alteratie genoemd. Ook kan elke verhoging of verlaging worden hersteld tot de stamtoon. Er wordt dan gebruik gemaakt van een herstellingsteken.

    Staat er voor de dubbele maatstreep een dubbele punt, dan worden de maten daarvoor herhaald. Na de herhaling wordt de eerste afsluiting overgeslagen en eindigt het muziekstuk met de tweede afsluiting.

    Ritmische figuren

    Al eerder merkte ik op dat intervallen en ritme in feite de muziek vormen. In de muziek komen een aantal ritmische patronen vaak voor. Ik noem er een paar, maar als je de zangmap doorbladert, zie je er nog meer. Patronen herkennen en kunnen uitvoeren maakt het zingen weer makkelijker.

    Kwart punt

    Achtste punt

    Syncopische figuur

    Triool

    Aanvullende Speelaanwijzingen

    Speelmanieren

    staccato gebonden legato fermate

    staccato losgemaakt, de duur van de noot wordt iets bekort.legato bindend, de volgende noot begint waar de vorige is opgehouden.gebonden vocaliserend op een woorddeel of een nlettergrepig woordfermatenaar believen aanhoudend.

    Herhalingsaanduidingen

    Da Capo (D.C.)herhalen vanaf het begin

    Da Capo al Fine (D.C. al Fine) herhalen tot Fine

    Da Capo al segno (D.C. al segno) herhalen tot

    Da Capo dal segno (D.C. dal segno)herhalen vanaf teken

    Hoeveel Octaven zijn er?

    De menselijke stem omvat tussen de 2 en 3 octaven. Een geoefende stem heeft vaak een nog groter bereik. Niet geoefende zangers komen soms niet verder dan anderhalve octaaf. Maar muziekinstrumenten kunnen hogere geluiden dan de menselijke stem produceren of lagere. Ook deze muziek moet genoteerd kunnen worden.

    Muzieknoten dragen de namen van de eerste zeven letters van het alfabet.Wanneer we met de noot c beginnen, komt na de noot b opnieuw een c. De omvang van 8 tonen noemen we een octaaf.

    Omdat er dus meerdere octaven zijn, komen ook de notennamen meerdere keren voor. Om de octaven en bijbehorende noten te kunnen onderscheiden, gebruiken we toegevoegde benamingen en verschillende schrijfwijzen.

    C groot octaaf (C)c klein octaaf (c)c eengestreept (c')c tweegestreept (c'')enz.

    Groot octaaf

    Klein octaaf

    Engestreept octaaf

    Tweegestreept octaaf

    Bijlagen:

    Dynamische tekens

    Voor 1750 gebruikten componisten slechts sporadisch dynamische aanduidingen. In de uitvoeringspraktijk beperkte men zich voornamelijk tot terrassendynamiek, of contrastdynamiek, een afwisseling tussen forte en piano. Vanaf 1750 werd de behoefte aan meer dynamische schakeringen groter, waarbij ook het crescendo en decrescendo steeds meer werd toegepast.

    pianissimo piano mezzopiano mezzoforte forte fortissimo

    zeer zacht zacht tamelijk zacht tamelijk sterk sterk zeer sterk

    forte piano sforzato

    sterk en / sforzando

    meteen weer

    zacht

    crescendo (cresc.) decrescendo (decresc.)

    sterker worden zachter worden

    pi forte sterker

    meno forte minder sterk

    morendo wegstervend

    mezza voce met halve (zachte) stem

    sotto voce met gedempte stem

    marcatosterke klemtoon

    Tempo-aanduidingen

    Componisten willen graag dat hun composities zo precies mogelijk worden uitgevoerd. Daarvoor gebruiken ze al sinds heel lang allerlei tempo- en voordrachtsaanduidingen. De meest algemeen voorkomende zijn:

    Largo zeer langzaamAdagio langzaamAndante gaandeAllegro snelPrestozeer snel

    Deze aanduidingen kunnen worden gewijzigd door de achtervoegsels -issimo (meer dan) en -etto (minder dan).

    Allegretto = minder snel dan AllegroPrestissimo = sneller dan Presto

    Enkele veel voorkomende toegevoegde termen:

    molto, assai zeervivace levendigmoderato matigpoco weinigpi meermeno mindertroppo te veel

    accelerando (accel.) sneller wordenritenuto (rit.) teruggehoudenritardando (ritard.) vertragendrallentando (rall.) vertragenda tempo naar het vorige tempol'istesso tempo hetzelfde tempotempo rubato vrij in de maat

    Sinds de uitvinding van de metronoom wordt het voorgeschreven tempo aangeduid met een metronoomgetal voorafgegaan door de teleenheid. Je vindt deze aanduiding aan het begin van het muziekstuk boven de G-balk:

    Het getal is makkelijk tot een tempo te herleiden. 120 betekent 120 tellen in een minuut. 1 tel duurt dus een halve seconde. Dit is een stevig mars-tempo. Een tempo van 60 is dus langzaam. 1 tel is 1 seconde.

    Tips en trucs

    Om van papier te kunnen zingen moet u een gevoel ontwikkelen voor de intervallen. Dat is niet eenvoudig en ook hier geldt: veel oefenen.

    Maar het helpt als u steun hebt aan ezelsbruggetjes. Die kunt u zelf bedenken door in voor u bekende melodien te zoeken naar makkelijk te onthouden intervallen.

    Onze dirigent gebruikt voor de kwart ook een ezelsbruggetje om het koor te helpen: Alaaaaaf!!!

    Zo zijn er voor de meeste intervallen wel geheugensteuntjes te bedenken. Ik geef er een aantal, die ik zelf gebruik:

    Grote Secunde do re (mi etc.)

    Grote Tertsklein klein (kleutertje)

    Kleine Terts al die (willen te kape varen)

    Kwart Wilhelmus

    Kwint altijd is (kortjakje ziek)

    Grote Sext berend botje

    Kleine Sext berend botje (in mineur)

    Oefenmateriaal

    Stamnoten kennen

    Benoem de onderstaande noten:

    Maatsoorten

    Benoem de maatsoorten

    Alteraties

    Benoem de noten

    Intervallen

    Benoem de intervallen tussen elk van de noten:

    Nr.

    titel

    toonsoort

    maat

    1

    Bohemian Rhapsody

    Bes, A, Es

    4/4, 5/4, 2/4

    2

    De mooiste meid van Slien

    D

    4/4

    3

    Let it grow

    G

    4/4

    4

    Ave Verum Corpus

    D

    C

    5a

    Audite Silete

    Bes

    C

    5b

    Haschivenu

    C

    3/4

    6

    Echoes

    E

    2/4

    7

    Ich fahr dahin

    G

    6/4

    8

    Kingston Town

    As

    4/4

    9

    Psallite

    D

    C

    10

    Tibie Paiom

    C

    C

    11

    Sjaloom

    Bes (Gm)

    4/4

    12

    De liefde overwint

    G

    4/4

    13

    Cent mille chansons

    F *

    3/4

    14a

    Nun ruhen alle Wlder

    F

    C

    14b

    Wer nur den lieben Gott

    C (Am)

    C

    15

    Drents

    Es

    6/8

    16a

    Alleluia (canon)

    F

    4/4

    16b

    Hij leve lang (canon)

    G

    4/4

    16c

    Make new friends (canon)

    D

    4/4

    16d

    Dabbedabbedab (canon)

    C

    4/4

    16e

    Sine cerere et baccho (canon)

    G

    4/4

    16f

    Is er wat te doen voor de ketellapper? (canon)

    F

    4/4

    17

    18

    Non nobis Domine

    D

    4/4

    19

    Halleluja

    D

    4/4

    20

    Aquarius

    Bes (Gm)

    4/4

    21

    Let the sunshine

    Es

    4/4

    22

    Because we believe

    C

    12/8

    23

    Someone

    E

    4/4

    24

    Do you know where you going to

    Es

    4/4

    25

    What a wonderful world

    C

    4/4

    26

    The exodus song

    Es (Cm)

    4/4

    27

    The rose

    G

    4/4

    28

    29

    Conquest of paradise

    30

    31

    Tears in heaven

    D

    C

    32

    33

    In stiller Nacht

    Es

    3/2

    34

    35

    Let it be me

    F

    4/4

    36

    Dindirin

    Dm *

    3/4, C

    37

    Bridge over troubled water

    C

    4/4

    38

    Miss Saigon

    39

    Stay with me till the morning

    Es

    C

    40

    41

    I dont know how to love him

    D

    4/4

    42

    Send in the clowns

    F

    4/4

    43

    Harfst

    C

    C

    44

    t Zel weer veurjoar wordn

    C

    C

    45

    Veurjoar, zummer, haarfst en winter

    G (Em)

    3/4

    46

    So strong

    C

    4/4

    47

    Yesterday

    Bes

    4/4

    48

    Sentimental journey

    C

    4/4

    49

    Killing me softly

    Bes

    4/4

    50

    Sound of silence

    Es

    C

    51

    Cantique de Jean Racine

    Des

    C

    52

    All around my head

    G

    2/4

    53

    Deutsche Messe (Sanctus)

    Es

    3/4

    54

    King all glorious

    F

    4/4

    55

    Die Forelle

    56

    Slavenkoor

    Fis

    4/4

    57

    In our deep vaulted cell

    F

    3/4

    58a

    Doar bluit mien eerappellaand

    Es

    4/4

    58b

    Mien Toentje

    F

    3/4

    58c

    As Vaaier woorden

    C

    4/4

    59

    Doebdoebidoeba (canon)

    C

    4/4

    60

    Come with me, my love (canon)

    C

    C

    -

    Dostoino jestja

    F

    C

    -

    De Sliener toren

    F

    3/4

    -

    Wohl mir dass ich Jesum habe

    G

    3/4

    -

    Avond

    C

    4/4

    -

    Stand by me

    A

    C

    * Deze liederen lijken in C te staan, omdat er geen mollen of kruisen na de sleutel staan. In dit geval zijn deze tekens steeds voor de betreffende noot geplaatst.

    100 100 1 0 0 0 0 4 75 600 1 0 0 0 0 0 14 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 OpusFrets1;OpusFrets2;OpusFrets3;Pergolesi;Scarlatti 0 0 259 0 2 4 0 D:\MIJN DOCUMENTEN\webcursus_bestanden\~ECursus noten lezen webversie.pdf _e 0 0 iexplore.exe %s 0 0 1 1 0 100 0 ~E35.tmp 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 15 0 0 1 12632256 1 0 1 12632256 0 0 1 12632256 Cursus noten lezen dick veenstra 34 1 3307 -5912 18504 17476 -2117 7415 -3721 30304

    This file was generated by 'Microsoft Word 2003(11.0.6568.0) - CIB pdf brewer 2.2.4'.

    Please use the current version of CIB pdf brewer for opening.The setup can be downloaded from our website free of charge: www.cib.de