Cursus Noten Lezen Webversie

download Cursus Noten Lezen Webversie

of 20

Transcript of Cursus Noten Lezen Webversie

Cursus Noten Lezen

1 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Noten lezenIn deze notitie vindt u een compacte cursus noten lezen. Deels bestaat de cursus uit een uitleg over noten lezen. Aan het einde vindt u een overzicht van allerlei wetenswaardigheden. Deze zijn apart uit te printen en toe te voegen aan uw zangmap, zodat u die omschrijvingen altijd bij de hand hebt. Tenslot is er nog enig oefenmateriaal opgenomen. Onthoudt u echter, dat kennis op zich zelf nergens toe leidt. Kennis is pas nuttig als u het geleerde kunt toepassen. Naast het lezen van de teksten is het daarom van groot belang, dat u de kennis direct probeert toe te passen tijdens het zingen thuis en op het koor. Al doende merkt u dan, dat het noten lezen steeds makkelijker wordt. Ik wens u veel plezier met deze cursus.

Het verschil tussen het woord toon en het woord noot.Een toon is een enkel geluid dat je hoort. Een noot is de schrijfwijze van die enkele toon. Omdat in muziek veel verschillende tonen zijn te horen, zijn er ook veel noten nodig om al die tonen op te schrijven. De notenbalk biedt plaats voor 5 noten op een lijn en 4 noten tussen de lijnen. Ook kan er nog een boven de 5e lijn en nog een onder de eerste lijn een plaats krijgen.

Hoe hoger de plaats van de noot, hoe hoger de toon klinkt; hoe lager de plaats van de noot, hoe lager de toon klinkt. Als een noot niet meer op de notenbalk past, worden er extra lijntjes bij gemaakt. Deze worden hulplijntjes genoemd.

2 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

StamtonenIn de muziek hebben we te maken met stamtonen en tonen die daarvan afgeleid zijn, de zogenaamde afgeleide tonen. Eerst maar even over de stamtonen. De noten waarmee we deze stamtonen opschrijven hebben namen. We benoemen ze met de eerste 7 letters van het alfabet: A B C D E F en G. Na G komt weer A. Als we beginnen met C, dan wordt het rijtje in opklimmende volgorde: C D E F G A B C. De notenbalk wordt meestal geopend met een muzieksleutel. Voor sopranen, alten en tenoren is dat de G-sleutel. Het puntje in de G-sleutel gaat door de balk waar de G op de balk staat.

Voor bassen en soms ook de tenoren staat er een F-sleutel vooraan op de balk. De punt in de sleutel staat op de balk waar de F genoteerd staat. Nu we met de G-sleutel de plaats van de G kennen en met de F-sleutel de plaats van de F kunnen we eenvoudig alle andere noten ook een plaats geven:

De letters komen meermalen voor op een balk. Daar komen we later op terug.

Duur van notenMuzieknoten zien er niet allemaal hetzelfde uit. Afhankelijk van de duur zijn ze open of dicht, hebben ze een stok met of zonder vlaggetjes. Ook hebben de verschillende verschijningsvormen namen. Leer de namen uit het hoofd.

In plaats van vlaggetjes kunnen meerdere noten ook met 1 of meer strepen aan elkaar zijn verbonden. Zij hebben de zelfde functie als de vlaggetjes en worden waardestrepen

3 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

genoemd.

Achtsten

zestienden

Tweendertigsten

De noot met punt Een punt achter de noot maakt de noot de helft langer.

Combinaties van noten met een verschillende duur maken een ritme. Herhalingen in het ritme (en de melodische patronen) bepalen hoe moeilijk of makkelijk een melodie in het gehoor ligt.

Maten en maatsoortenDe componist verdeelt de muziek in fragmenten of maten, gescheiden door verticale streepjes, de maatstrepen. Er zijn verschillende soorten maten. Ze hebben de vorm van een breuk. Vierkwartsmaat Het onderste cijfer geeft aan dat de kwart noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de kwartnoot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (4) geeft aan dat elke maat 4 tellen bevat. Belangrijk: Als de kwartnoot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 4 tellen, de halve noot 2 tellen, de kwartnoot 1 tel, de achtste noot tel, de zestiende noot tel, enz.

Zesachtste maat Het onderste cijfer geeft aan dat de achtste noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de achtste noot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (6) geeft aan dat elke maat 6 tellen bevat. Belangrijk: Als de achtste noot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 8 tellen, de halve noot 4 tellen, de kwartnoot 2 tellen, de achtste noot weer de helft daarvan, enz. 4 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Twee-tweede maat Het onderste cijfer geeft aan dat de halve noot 1 tel duurt. We zeggen ook wel de halve noot is de tel-eenheid. Het bovenste cijfer (2) geeft aan dat elke maat 2 tellen bevat. Deze maatsoort komt niet zo veel voor in deze notering. Wel treft u de Allabreve aan, een vierkwartsmaat die in tween geteld wordt, dus eigenlijk een twee-tweede maat. In populaire muziek is dit een favoriete maatsoort. Belangrijk: Als de halve noot de tel-eenheid is, dan duurt de hele noot 2 tellen, de halve noot 1 tel, de kwartnoot tel, de achtste noot weer de helft daarvan, enz. Voorbeelden van meest voorkomende maatsoorten Driekwarts maat. Kwartnoot = 1 tel, 3 tellen in de maat

Tweekwarts maat. Kwartnoot = 1 tel, 2 tellen in de maat

Vierkwartsmaat Kwartnoot = 1 tel, 4 tellen in de maat

Tweetweede maat Halve noot = 1 tel 2 tellen in de maat Drieachtste maat. Achtste noot = 1 tel, 3 tellen in de maat

Zesachtste maat Achtste noot = 1 tel, 6 tellen in de maat

Vijfvierde maat Kwartnoot = 1 tel, 5 tellen in de maat

Toonladder en toonsoortGrote terts toonladders Toonladders bestaan in de regel uit 5 hele en 2 halve toonafstanden. De toonladder die hieronder is afgebeeld, klinkt als "do re me fa so la ti do". Deze structuur noemen we een grote terts toonladder. Omdat de toonladder met C begint, is dit de toonladder van C grote 5 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

terts, ofwel C groot. Hij bestaat uit uitsluitend stamtonen (de witte toetsen van de piano). De grondtoon is C. De compositie hieronder staat in de toonsoort C groot.

C 1

D 1

E

F 1

G 1

A 1

B

C

N.B. Alle grote terts toonsoorten hebben dezelfde structuur toonladder: heel - heel - half - heel - heel - heel - half Kruizen Wanneer we dezelfde grote-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot G willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon F. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen E en F slechts een halve toon is. In de grote-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verhogen we de stamtoon F. Daarvoor gebruiken we een afgeleide toon (de zwarte pianotoets rechts naast de stamtoon F). Alle verhoogde stamtonen krijgen de toevoeging "-is". In dit geval wordt de F een halve toon verhoogd tot Fis (spreek uit: Fies). In de notenbalk heeft de Fis dezelfde plaats als de F. Om duidelijk te maken dat er een Fis wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de F een hekje geplaatst. In het notenschrift noemen we dat teken een kruis. De kruis staat dus n de sleutel en vr de maatsoort.

Andere grote terts toonsoorten met meer verhoogde stamtonen zijn: D groot (Fis en Cis); A groot (Fis, Cis en Gis); E groot (Fis, Cis, Gis en Dis); B groot (Fis, Cis, Gis, Dis en Ais); Fis groot (Fis, Cis, Gis, Dis, Ais, Eis) Mollen Wanneer we de grote-terts-structuur willen gebruiken, maar met F willen beginnen, doet zich een probleem voor bij de stamtoon B. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen A en B een hele toon is. In de grote-terts-structuur zien we een halve toonafstand. Om het probleem op te lossen verlagen we de stamtoon B. Hiertoe gebruiken we ook weer een afgeleide toon (de zwarte pianotoets links van de stamtoon B). Alle verlaagde stamtonen krijgen de toevoeging "-es"; uitgezonderd A en E, die krijgen slechts de toevoeging "-s". In dit geval wordt de B een halve toon verlaagd tot Bes. In de notenbalk heeft de Bes dezelfde plaats als de B. Om duidelijk te maken dat er een Bes wordt bedoeld, wordt vooraan op de notenbalk vr de maatsoort een mol-teken geplaatst.

6 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Andere grote terts toonsoorten met meer verlaagde stamtonen zijn: Bes groot (Bes en Es); Es groot (Bes, Es en As); As groot (Bes, Es, As en Des); Des groot (Bes, Es, As, Des en Ges); Ges groot (Bes, Es, As, Des, Ges en Ces) De kleine terts toonladder Ook deze toonladder bestaat uit 5 hele en 2 halve toonafstanden. Maar de structuur is anders dan die van de grote terts toonladder. De toonladder die hiernaast is afgebeeld, klinkt als "la ti do re mi fa so la". Deze structuur noemen we een kleine terts toonladder. Omdat de toonladder met A begint, is dit de toonladder van A kleine terts, ofwel A klein. Hij bestaat uit uitsluitend stamtonen (de witte toetsen van de piano). De structuur van een toonladder wordt ook wel toonsoort genoemd. De ladder staat in de toonsoort A kleine terts.

A

B

C

D

E

F

G

A

Alle oorspronkelijke kleine terts toonladders hebben dezelfde structuur: heel - half - heel - heel - half - heel - heel

De harmonische en melodische kleine terts toonladder Uit de oorspronkelijke kleine terts toonladder zijn in de loop van de muziekgeschiedenis twee afwijkende kleine terts toonladders ontstaan: de harmonische, waarbij de zevende tree (trap) een halve toon wordt verhoogd en de melodische, waarbij de zesde en zevende tree (trap) met een halve toon worden verhoogd. Omdat het in feite afwijkingen betreft, worden de verhogingen als alteratie in de muziek aangegeven. harmonisch

melodisch :

7 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Meer kleine terts toonladders Wanneer we dezelfde kleine-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot E willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon F. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen E en F slechts een halve toon is. In de kleine-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verhogen we de stamtoon F. Daarvoor gebruiken we een afgeleide toon. In dit geval wordt de F een halve toon verhoogd tot Fis. In de notenbalk heeft de Fis dezelfde plaats als de F. Om duidelijk te maken dat er een Fis wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de F een kruis geplaatst. De toonsoort E klein heeft daarom n kruis. E is de grondtoon. In de harmonische ladder wordt als alteratie D verhoogd tot Dis. In de melodische ladder wordt bovendien C verhoogd tot Cis.

Andere oorspronkelijke kleine terts toonsoorten met verhoogde stamtonen zijn: B klein (Fis en Cis); Fis klein (Fis, Cis en Gis); Cis klein (Fis, Cis, Gis en Dis); Gis klein (Fis, Cis, Gis, Dis en Ais); Dis klein (Fis, Cis, Gis, Dis, Ais, Eis) Wanneer we dezelfde kleine-terts-structuur willen gebruiken, maar met de noot D willen beginnen, hebben we een probleem met de stamtoon B. Dat komt omdat de afstand tussen de stamtonen B en C slechts een halve toon is. In de kleine-terts-structuur zien we een hele toonafstand. Om het probleem op te lossen verlagen we de stamtoon B tot de afgeleide toon Bes. In de notenbalk heeft de Bes dezelfde plaats als de B. Om duidelijk te maken dat er een Bes wordt bedoeld, wordt vooraan de notenbalk op de plaats van de B een mol geplaatst. De toonsoort D klein heeft daarom n mol. D is de grondtoon. In de harmonische ladder wordt als alteratie C verhoogd tot Cis. In de melodische ladder wordt bovendien Bes hersteld tot B. Dat gebeurt met een herstellingsteken.

Andere oorspronkelijke kleine terts toonsoorten met verlaagde stamtonen zijn: G klein (Bes en Es); C klein (Bes, Es en As); F klein (Bes, Es, As, Des); Bes klein (Bes, Es, As, Des, Ges); Es klein (Bes, Es, As, Des, Ges, Ces)

8 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Andere benamingen voor toonsoorten: C grote terts = C groot = C majeur = C dur = C (hoofdletter) A kleine terts = A klein = A mineur = A mol = a (kleine letter)

IntervallenDe afstand tussen twee tonen noemen we in de muziek interval. We onderscheiden de prime, de seconde, de terts, de kwart, de kwint, de sext, de septime en het octaaf. Naar gelang de afstand tussen het interval onderscheiden we verschillende soorten. We beperken ons tot de meest voorkomende. Intervallen kunnen zowel stijgend als dalend voorkomen. Gemakshalve hier alleen stijgende intervallen

Het kennen en herkennen van intervallen is voor een zanger van zeer groot belang. Hoewel het makkelijk is uit te leggen en dit onderwerp dus eigenlijk niet veel ruimte inneemt in de cursus, is het waarschijnlijk voor een koor toch n van de twee nuttigste onderwerpen in het noten lezen. Muziek is immers niets anders dan interval na interval zingen of spelen. Als een zanger een interval op papier kan herkennen en zingen, kan hij of zij dus van muziek zingen. Als hij ook nog de ritmes goed kan lezen en uitvoeren, dan is hij/zij klaar voor het grote werk Bestudeer de intervallen in onze zangmap. Probeer ze te herkennen in alle toonsoorten en zing ze voor je zelf en tenslotte natuurlijk voor ons! Akkoorden Een aantal intervallen gelijktijdig of achter elkaar gespeeld noemen we een akkoord. Het (her)kennen van uitgeschreven akkoorden is ook voor het zingen makkelijk. Een basis akkoord op een grondtoon (stamtoon) wordt gevormd door grote terts-kleine terts-kwart. Dat klinkt ingewikkeld maar is het niet, omdat bijna iedereen dit akkoord kent en kan zingen. Op C ziet het akkoord er zo uit: c e g c. Het eenvoudigste akkoord klinkt het mooist in het gehoor. Een ingewikkelder akkoord is veel spannender (en moeilijker om zuiver te zingen). Vergelijk de akkoorden van Shaloom maar eens met die van de Bohemian Rhapsody Het voert te ver om hier verder op in te gaan, maar het kunnen zingen van akkoorden en deze kunnen herkennen in het notenschrift maakt het weer eenvoudiger om rechtstreeks en snel van bladmuziek te kunnen zingen.

9 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

MuziektekensRusttekens Momenten van stilte brengen in de muziek vaak spanning en geladenheid. Rusttekens zijn dan ook bijna net zo belangrijk als de noten. Zoveel verschillende notengedaanten, zoveel verschillende rusttekens. Ze hebben dezelfde namen en net als bij de noten, hangt de duur af van de maatsoort.

hele rust halve rust

kwartrust 8e rust

16e rust 32e rust

Overgebonden noten Als de componist in de gekozen maatsoort, bv. 3/4, twee halve noten (= 4 tellen) wil laten zingen, kan hij die niet in 1 maat kwijt. De maatsoort staat immers maar drie tellen toe. Dit wordt als volgt opgelost: men schrijft in de ene maat een halve noot en een kwartnoot. In de volgende maat nogmaals dezelfde kwartnoot. Vervolgens worden de twee kwartnoten met een boogje verbonden. De twee kwartnoten worden nu als n noot gezongen.

Nog meer muziektekens Wanneer een compositie in G-groot is geschreven, waarbij alle stamtonen F worden verhoogd tot Fis, kunnen plaatselijk ook andere stamtonen worden verhoogd of verlaagd. Zo'n, plaatselijke wijziging van een stamtoon geldt voor de hele maat en wordt alteratie genoemd. Ook kan elke verhoging of verlaging worden hersteld tot de stamtoon. Er wordt dan gebruik gemaakt van een herstellingsteken.

10 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Staat er voor de dubbele maatstreep een dubbele punt, dan worden de maten daarvoor herhaald. Na de herhaling wordt de eerste afsluiting overgeslagen en eindigt het muziekstuk met de tweede afsluiting.

Ritmische figurenAl eerder merkte ik op dat intervallen en ritme in feite de muziek vormen. In de muziek komen een aantal ritmische patronen vaak voor. Ik noem er een paar, maar als je de zangmap doorbladert, zie je er nog meer. Patronen herkennen en kunnen uitvoeren maakt het zingen weer makkelijker.

Kwart punt

Achtste punt

Syncopische figuur

Triool

Aanvullende SpeelaanwijzingenSpeelmanieren

staccato

gebonden

legato

fermate

11 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

staccato legato gebonden fermate

losgemaakt, de duur van de noot wordt iets bekort. bindend, de volgende noot begint waar de vorige is opgehouden. vocaliserend op een woorddeel of een nlettergrepig woord naar believen aanhoudend.

Herhalingsaanduidingen Da Capo (D.C.) Da Capo al Fine (D.C. al Fine) Da Capo al segno (D.C. al segno) herhalen vanaf het begin herhalen tot Fine herhalen tot

Da Capo dal segno (D.C. dal segno) herhalen vanaf teken

Hoeveel Octaven zijn er?De menselijke stem omvat tussen de 2 en 3 octaven. Een geoefende stem heeft vaak een nog groter bereik. Niet geoefende zangers komen soms niet verder dan anderhalve octaaf. Maar muziekinstrumenten kunnen hogere geluiden dan de menselijke stem produceren of lagere. Ook deze muziek moet genoteerd kunnen worden. Muzieknoten dragen de namen van de eerste zeven letters van het alfabet. Wanneer we met de noot c beginnen, komt na de noot b opnieuw een c. De omvang van 8 tonen noemen we een octaaf. Omdat er dus meerdere octaven zijn, komen ook de notennamen meerdere keren voor. Om de octaven en bijbehorende noten te kunnen onderscheiden, gebruiken we toegevoegde benamingen en verschillende schrijfwijzen. C groot octaaf (C) c klein octaaf (c) c eengestreept (c') c tweegestreept (c'') enz.

Groot octaaf

Klein octaaf

Engestreept octaaf 12 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Tweegestreept octaaf

13 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Bijlagen:Dynamische tekens Voor 1750 gebruikten componisten slechts sporadisch dynamische aanduidingen. In de uitvoeringspraktijk beperkte men zich voornamelijk tot terrassendynamiek, of contrastdynamiek, een afwisseling tussen forte en piano. Vanaf 1750 werd de behoefte aan meer dynamische schakeringen groter, waarbij ook het crescendo en decrescendo steeds meer werd toegepast.

pianissimo zeer zacht

piano zacht

mezzopiano mezzoforte tamelijk zacht tamelijk sterk

forte sterk

fortissimo zeer sterk

forte piano sterk en meteen weer zacht

sforzato / sforzando

crescendo (cresc.) sterker worden

decrescendo (decresc.) zachter worden

pi forte meno forte morendo mezza voce sotto voce marcato

sterker minder sterk wegstervend met halve (zachte) stem met gedempte stem sterke klemtoon

Tempo-aanduidingen Componisten willen graag dat hun composities zo precies mogelijk worden uitgevoerd. Daarvoor gebruiken ze al sinds heel lang allerlei tempo- en voordrachtsaanduidingen. De meest algemeen voorkomende zijn: Largo Adagio Andante Allegro Presto zeer langzaam langzaam gaande snel zeer snel

Deze aanduidingen kunnen worden gewijzigd door de achtervoegsels -issimo (meer dan) en -etto (minder dan). Allegretto = minder snel dan Allegro Prestissimo = sneller dan Presto

14 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Enkele veel voorkomende toegevoegde termen: molto, assai vivace moderato poco pi meno troppo accelerando (accel.) ritenuto (rit.) ritardando (ritard.) rallentando (rall.) a tempo l'istesso tempo tempo rubato zeer levendig matig weinig meer minder te veel sneller worden teruggehouden vertragend vertragend naar het vorige tempo hetzelfde tempo vrij in de maat

Sinds de uitvinding van de metronoom wordt het voorgeschreven tempo aangeduid met een metronoomgetal voorafgegaan door de teleenheid. Je vindt deze aanduiding aan het begin van het muziekstuk boven de G-balk:

Het getal is makkelijk tot een tempo te herleiden. 120 betekent 120 tellen in een minuut. 1 tel duurt dus een halve seconde. Dit is een stevig mars-tempo. Een tempo van 60 is dus langzaam. 1 tel is 1 seconde. Tips en trucs

Om van papier te kunnen zingen moet u een gevoel ontwikkelen voor de intervallen. Dat is niet eenvoudig en ook hier geldt: veel oefenen. Maar het helpt als u steun hebt aan ezelsbruggetjes. Die kunt u zelf bedenken door in voor u bekende melodien te zoeken naar makkelijk te onthouden intervallen. Onze dirigent gebruikt voor de kwart ook een ezelsbruggetje om het koor te helpen: Alaaaaaf!!! Zo zijn er voor de meeste intervallen wel geheugensteuntjes te bedenken. Ik geef er een aantal, die ik zelf gebruik: Grote Secunde Grote Terts Kleine Terts Kwart Kwint Grote Sext Kleine Sext do re (mi etc.) klein klein (kleutertje) al die (willen te kape varen) Wilhelmus altijd is (kortjakje ziek) berend botje berend botje (in mineur)

15 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

OefenmateriaalStamnoten kennen Benoem de onderstaande noten:

Maatsoorten Benoem de maatsoorten

16 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Alteraties Benoem de noten

17 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Intervallen Benoem de intervallen tussen elk van de noten:

18 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007

Nr. 1 2 3 4 5a 5b 6 7 8 9 10 11 12 13 14a 14b 15 16a 16b 16c 16d 16e 16f 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45

titel Bohemian Rhapsody De mooiste meid van Slien Let it grow Ave Verum Corpus Audite Silete Haschivenu Echoes Ich fahr dahin Kingston Town Psallite Tibie Paiom Sjaloom De liefde overwint Cent mille chansons Nun ruhen alle Wlder Wer nur den lieben Gott Drents Alleluia (canon) Hij leve lang (canon) Make new friends (canon) Dabbedabbedab (canon) Sine cerere et baccho (canon) Is er wat te doen voor de ketellapper? (canon) Non nobis Domine Halleluja Aquarius Let the sunshine Because we believe Someone Do you know where you going to What a wonderful world The exodus song The rose Conquest of paradise Tears in heaven In stiller Nacht Let it be me Dindirin Bridge over troubled water Miss Saigon Stay with me till the morning I dont know how to love him Send in the clowns Harfst t Zel weer veurjoar wordn Veurjoar, zummer, haarfst en winter 19 van 20

toonsoort Bes, A, Es D G D Bes C E G As D C Bes (Gm) G F* F C (Am) Es F G D C G F D D Bes (Gm) Es C E Es C Es (Cm) G

maat 4/4, 5/4, 2/4 4/4 4/4 C C 3/4 2/4 6/4 4/4 C C 4/4 4/4 3/4 C C 6/8 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 12/8 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4

D Es F Dm * C Es D F C C G (Em)

C 3/2 4/4 3/4, C 4/4 C 4/4 4/4 C C 3/4

Versie 2007, DV,24-9-2007

46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58a 58b 58c 59 60 -

So strong Yesterday Sentimental journey Killing me softly Sound of silence Cantique de Jean Racine All around my head Deutsche Messe (Sanctus) King all glorious Die Forelle Slavenkoor In our deep vaulted cell Doar bluit mien eerappellaand Mien Toentje As Vaaier woorden Doebdoebidoeba (canon) Come with me, my love (canon) Dostoino jestja De Sliener toren Wohl mir dass ich Jesum habe Avond Stand by me

C Bes C Bes Es Des G Es F Fis F Es F C C C F F G C A

4/4 4/4 4/4 4/4 C C 2/4 3/4 4/4 4/4 3/4 4/4 3/4 4/4 4/4 C C 3/4 3/4 4/4 C

* Deze liederen lijken in C te staan, omdat er geen mollen of kruisen na de sleutel staan. In dit geval zijn deze tekens steeds voor de betreffende noot geplaatst.

20 van 20Versie 2007, DV,24-9-2007